Schoolgids - SBO de Opstap

SCHOOLGIDS
SBO De Opstap
2006-2007
Locatie:
telefoon:
fax:
Web:
E-mail
Marienwaard 57
6222AM Maastricht
043 - 363 78 03
043 – 363 88 59
www.sbodeopstap.nl
[email protected]
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
INHOUDSOPGAVE
2
PAG.
titelblad
een woord vooraf
3
1
DE SCHOOL
4
2
WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT
8
3
DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS
10
4
DE ZORG VOOR DE KINDEREN
18
5
DE LERAREN
23
6
DE OUDERS
25
7
DE ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS IN DE SCHOOL
36
8
REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN
43
9
NAMEN EN ADRESSEN
48
10
BIJLAGEN
51 ev.
2
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
3
EEN WOORD VOORAF
Waarom een schoolgids voor ouders?
Dit lijkt een overbodige vraag, immers ouders die onze school kennen weten dat er altijd al een
schoolgids heeft bestaan voor een school voor speciaal onderwijs in Maastricht.
Ook nu willen we ouders en verzorgers van onze leerlingen middels deze schoolgids informeren
over veel vastgestelde organisatorische gegevens voor het schooljaar 2006/2007
We hebben een schoolgids omdat we u willen informeren over waar we voor staan. Dat doen we
omdat uw kind aan onze zorg is toevertrouwd.
Wij hopen er steeds beter in te slagen u goed te informeren.
Heeft u tips ter verbetering van deze schoolgids dan houden wij ons daarvoor gaarne aanbevolen.
Maastricht, augustus 2006
Namens het schoolteam,
Koos Consten, directeur
3
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
1
4
DE SCHOOL
De SBO-school De Opstap wordt bestuurd door Stichting MosaLira Maastricht.
Het postadres van de stichting is:
Stichting MosaLira,
Pastoor Habetsstraat 40 a
6217 KM Maastricht
MosaLira bestuurt een groot aantal basisscholen binnen het Maastrichtse en sedert de fusie van april
2006 tussen Stichting SOM en MosaLira valt SBO de Opstap en ook SBO de Sprong onder dit
bestuur.
Indien u met het bestuur in contact wil treden kunt u dat via de directie van onze school doen.
1.1.1
De Opstap is een SBO school
De naam SBO betekent Speciaal Basisonderwijs. Wij zijn een basisschool, maar dan een speciale.
Om de een of andere reden lukte het uw kind niet op de gewone basisschool. Door werken in kleine
groepen, met veel deskundige begeleiding, kunnen kinderen in een speciale school beter hun
ontwikkelingskansen grijpen dan voorheen op de gewone basisschool. Wij kunnen meer tijd in uw
kind investeren. Een speciale basisschool is duurder dan een gewone basisschool omdat we de
beschikking hebben over meer mensen die samen hulp bieden aan uw kind. Het is een
zorgvoorziening van en voor het samenwerkingsverband wordt wel eens gezegd.
1.1.2
Hoe komt een kind op een SBO-school, de toelating.
Als ouder kun je niet zomaar een kind aanmelden op een SBO-school.
Voordat een kind op onze SBO-school kan worden aangenomen, moet de Permanente
Commissie Leerlingenzorg van het samenwerkingsverband (PCL) een toelaatbaarheidsverklaring
SBO afgeven. Met deze toelaatbaarheidsverklaring kunt u uw kind aanmelden bij een SBO-school.
Toelaatbaarheidsverklaringen worden in ons samenwerkingsverband afgegeven door de
Permanente Commissie Leerlingenzorg op verzoek van ouders. Ouders hebben met hulp van de
school van herkomst daartoe een uitgebreid onderwijskundig rapport ingediend.
Onze school kent in vergelijking met reguliere basisscholen kleine klassen en veel interne
deskundigen. Uit de naam blijkt dat wij een opstap willen zijn naar de toekomst van het kind. We
staan stil bij de mogelijkheden en de belemmeringen van het kind en pogen perspectief te bieden
opdat het later zelfstandig en verantwoordelijk in de maatschappij kan staan.
4
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
1.2.
5
Richting
We zijn een bijzondere school op algemene grondslag. Wij proberen een antwoord te geven op alle
hulpvragen van de leerlingen. Omdat onze cultuur een christelijke is, houden we Kerst- en
Paasvieringen. We respecteren andere geloofsuitingen
1.3
Directie:
directeur:
Dhr. J.A.S. Consten
Pastoor Habetsstraat 37
6217 KL Maastricht
tel.: 043 – 347 92 01
Dhr. Consten is tevens directeur van SBO de Sprong te Maastricht.
Per vestiging is een locatiemanager aangesteld.
Locatiedirecteur voor SBO De Opstap:
Dhr. Hans Bergmans
Diepstraat 65
6245 BK Eijsden
tel.: 043 – 409 28 65
1.4
Situering van de school
Er zijn 3 SBO-scholen in ons samenwerkingsverband weer samen naar school:
• SBO De Sprong Frans van de Laarplein Maastricht
• SBO De Opstap Marienwaard 57 Maastricht
• SBO Bernardus te Gulpen
De Opstap is als SBO-school een streekschool. Zij heeft geen functie naar een bepaalde wijk of een
bepaald stadsdeel, ze heeft wel een functie voor leerlingen die uit een bepaalde regio komen.
In verband met vervoer is met de gemeente Maastricht afgesproken dat in Maastricht in principe alle
kinderen uit Maastricht-West in SBO De Sprong worden opgevangen en SBO De Opstap de
kinderen van Maastricht-Oost en de buurtgemeenten.
De gemeente Eijsden heeft besloten met ingang van het schooljaar 2005-2006 voor nieuw
aangemelde leerlingen artikel 9 van de verordening leerlingvervoer van Eijsden onverkort te
hanteren en daarom voor deze leerlingen enkel nog bekostiging toe te kennen naar de
dichtstbijzijnde voor hen toegankelijke school. Voor het hele grondgebied van Eijsden is dit
SBO De Opstap.
5
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
6
6
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
1.5
7
Schoolgrootte
De Opstap is voor een SBO-school een grote school. Daar is bewust voor gekozen door ons
bestuur. Wil men goed onderwijs en goede ondersteuning aan onze kinderen geven dan heeft een
grote school voordelen.
In onze SBO-school wordt aan 15 groepen lesgegeven. Naast de groepsleerkrachten hebben we 2
vakleerkrachten die de kwaliteit van het bewegingsonderwijs en de muziekbeoefening extra
waarborgen.
Onze school herbergt meer dan 235 leerlingen.
7
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
2
WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT
2.1
Missie, uitgangspunten of prioriteiten
8
• Missie
De SBO De Opstap is een school die tot stand gekomen is door fusie van twee afzonderlijke
scholen die in het Maastrichtse een goede naam hadden, n.l. de LOM Overbunde en de MLK
Servatius.
De SBO De Opstap is een van de drie SBO-scholen van het Samenwerkingsverband Weer Samen
Naar School in regio 54. Zij vangt derhalve kinderen op waarvan de Permanente Commissie
Leerlingenzorg, de PCL, het noodzakelijk acht dat zij in een Speciale school voor Basisonderwijs
worden opgevangen. Naast de onderwijsfunctie heeft deze school ook een ondersteunende functie
naar kinderen in het samenwerkingsverband.
We geven actieve steun door het leveren van een deskundige bijdrage in een aantal organen van ons
samenwerkingsverband, te weten de Coördinatiegroep, de Permanente Commissie Leerlingenzorg
en het Centrum Leerlingenzorg van het samenwerkingsverband middels ambulante begeleiding en
diagnostiek.
• Uitgangspunten
9 Onze school is bestemd voor kinderen, voor wie vaststaat dat overwegend een
orthopedagogische en orthodidactische benadering geïndiceerd is.
9 Speciaal onderwijs wordt afgestemd op de ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling. De
ontwikkelingsmogelijkheden van de kinderen bepalen mede de voortgang in de ontwikkeling.
Het ontwikkelingsproces wordt bevorderd door een stimulerende leersituatie, welke aangepast is
aan het actuele ontwikkelingsniveau op zowel het cognitieve vlak als ook het sociaal-emotionele
vlak.
9 Het speciaal basisonderwijs wordt zodanig ingericht, dat de leerling een ononderbroken
ontwikkelingsproces kan doorlopen. De leerlingen worden zowel pedagogisch als didactisch
nauwgezet gevolgd en begeleid. De neerslag hiervan is terug te vinden in handelingsplannen,
stafbesprekingen en diverse andere evaluatiemomenten. Er wordt gestreefd naar een
ononderbroken ontwikkelingsgang. Gericht plaatsen in groepen en gericht kijken naar
doorstroommogelijkheden en ontwikkelingskansen voor het individuele kind staat centraal in
ons denken.
9 Indien het tot de mogelijkheden van het kind behoort en de ontwikkelingskansen van het kind
voldoende worden gewaarborgd, wordt het kind teruggeplaatst in het basisonderwijs. Het
streven is steeds kinderen ontwikkelingskansen te laten grijpen en een goede ontwikkeling te
laten doorlopen opdat een goede passende vervolgopleiding het gevolg is.
9 Onze multiculturele samenleving is een gegeven. Naast de benadering vanuit diverse
vakgebieden is de opstelling van het gehele team een die recht doet aan de basisbehoeften van
het kind: relatie, competentie en streven naar autonomie. Ons handelen wordt gekenmerkt door
een op het kind toegespitste melange van waarderen, motiveren, gerust stellen, zorgen voor
uitdagingen.
9 We kennen groeps- en individuele handelingsplannen. Groepshandelingsplannen worden
jaarlijks door de groepsleerkrachten opgesteld, rekening houdend met de algemene leerlijn en
uitgaand van de niveaus van de voor dat jaar samengestelde groep.
8
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
•
9
Prioriteiten:
De Opstap beoogt een nieuw perspectief te bieden aan kinderen waarvan de ontwikkeling niet als
vanzelfsprekend verloopt. We vinden het belangrijk de leerontwikkeling van het kind in te bedden in
zijn totale ontwikkeling. Anders gezegd: we streven ernaar leerontwikkeling en
persoonsontwikkeling zoveel mogelijk in harmonie te laten verlopen. We gaan enerzijds uit van de
mogelijkheden en beperkingen van het kind, anderzijds proberen wij het onderwijsaanbod zodanig
te laten zijn dat maatschappelijke eisen ook in de school als zodanig ervaren worden en dat de groei
van onze kinderen naar zelfverantwoordelijke burgers vorm krijgt. Bij jonge kinderen worden wat
meer accenten gelegd op de individuele pedagogische/emotionele aspecten, terwijl bij oudere
kinderen meer rekening gehouden wordt met voorbereiding op plaatsing in het voortgezet onderwijs
en op hun toekomstige plaats in de maatschappij.
2.2
Het klimaat van de school
Een goed leer- en leefklimaat zijn ons inziens noodzakelijke voorwaarden om samen met onze
leerlingen groeikansen te kunnen creëren. Het pedagogisch klimaat in onze school wordt
gekenmerkt door respect en zelfrespect, enthousiasme en een positief model willen zijn voor de
kinderen. Onze leerlingen hebben een betrokken volwassene nodig die met hen werkt in een sfeer
van openheid en eerlijkheid, warmte en vertrouwen, veiligheid en geborgenheid, respect en
waardering; kortom een volwassene om mee en aan te groeien. In ons handelen met kinderen
hanteren we een aantal uitgangspunten en waarden: we proberen onbevooroordeeld te zijn, flexibel
en enthousiast, zoekend, geduldig en proberen goed te “luisteren” naar de noden van het kind. In
onze begeleiding zijn we consequent, we scheppen sfeer en gezelligheid, rust en orde, helpen, stellen
eisen en spreken hoge verwachtingen uit.
Ofschoon de directie de door het bevoegd gezag gedelegeerde eindverantwoordelijkheid heeft voor
het functioneren van de school, wordt ieders verantwoordelijkheid en betrokkenheid vergroot door
zo mogelijk te delegeren en door in het team samen te beslissen. We doen dit omdat we werken
vanuit de idee dat het de mensen zijn die bepalen van welke kwaliteit de school zal zijn.
pedagogisch vertaald als respect en verbondenheid
De eerst verantwoordelijke is de groepsleerkracht van het kind. De leerkracht staat centraal in het
opvoedingshandelen op school en hij/zij onderhoudt in eerste instantie de contacten met opvoeders
en verzorgers van het kind. Interne begeleiders en andere interne en externe deskundigen worden
ingeschakeld ter ondersteuning bij het werk van de groepsleraar.
9
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
3
DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS
3.1
De organisatie van de school
10
De groepen op onze school zijn verdeeld in:
•
Onderbouwgroepen
Middenbouwgroepen en
Bovenbouwgroepen
Groepering
De Opstap heeft stamgroepen en in beperkte mate niveaugroepen. De stamgroep is de groep waar
het kind “thuis” is voor nagenoeg alle vakken. Indien dit voor de ontwikkeling noodzakelijk geacht
wordt, kunnen kinderen voor lezen, spelling of rekenen een andere groep bezoeken die meer
aansluit bij het didactische niveau in dat vakgebied. Binnen de stamgroep kan ook heel goed in
subgroepen gewerkt worden.
• Plaatsing in klassen/leergroepen
Wij achten het van groot belang de leerlingen te plaatsen in een groep waarin zij zich naar onze
mening het best en prettigst kunnen ontplooien. In verband met het feit dat vele leerlingen van onze
school op een of meerdere leergebieden kampen met problemen, zijn wij genoodzaakt uit te gaan
van een aangepaste groepssamenstelling. We wijken daarbij duidelijk af van het voor u bekende
groepssysteem van de reguliere basisschool. Het kan zijn dat uw kind voor rekenen of lezen op
aangepast niveau in de eigen groep of in een andere groep(je) al dan niet binnen de klas werkt.
In de onderbouw wordt gewerkt volgens het principe van basisontwikkeling. De talige component
staat centraal.
• Groepsgrootte
Bij de groepsgrootte wordt rekening gehouden met :
- de leeftijd van de kinderen;
- de samenstelling van de groep, bijvoorbeeld speciale problematiek binnen een groep bijv. visueel
gehandicapte kinderen, maar ook met de gerichtheid op de wereld en de hulpvraag van de
leerlingen
Onze jongste leerlingen zitten in groepen van ongeveer 15 leerlingen. Naarmate de kinderen ouder
zijn wordt de groepsgrootte gemiddeld 17 leerlingen. Dat wil echter niet zeggen dat een groep met
meer dan 17 kinderen niet voorkomt. De samenstelling van een groep heeft namelijk ook met
kindkenmerken te maken. In onze school zijn kinderen uitgangspunt van zorg.
• Organisatie voor zorg voor leerlingen met specifieke behoeften
Enige tijd nadat uw kind op onze school geplaatst is wordt na inbreng door alle betrokkenen,
leerkracht, klassenassistent, logopediste,maatschappelijk deskundige, orthopedagoog/psycholoog
jeugdarts en directeur een begeleidingstraject opgemaakt door de Intern Begeleider.
Dit document is het kader van waaruit we met het kind willen werken. Dit begeleidingstraject wordt
met u als ouder besproken en is voor ons de leidraad van het handelen. Soms is het nodig om vanuit
10
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
11
dit traject ook nog met specifieke handelingsplanning te werken. Ook daar wordt u dan over
geïnformeerd.
Gedurende het schooljaar zal u kind tweemaal didactisch getest worden. Dit wordt gedaan om na te
gaan of uw kind genoeg profijt heeft van de hem/haar aangeboden leersituatie. Vanuit de resultaten
van de tests is het, indien gewenst, mogelijk het programma bij te stellen. Wanneer het
lesprogramma beduidend wordt bijgesteld noemen we dat een individueel handelingsplan. Het kan
zijn dat we om een individueel handelingsplan op te stellen verder orthopedagogisch of
psychologisch onderzoek noodzakelijk achten. U zult natuurlijk over de conclusies en acties
geïnformeerd worden.
. Beleid rugzakleerlingen.
Het WSNS-samenwerkingsverband regio 54 staat op het standpunt dat in principe een CVI een
contra indicatie is voor een SBO-school. Oftewel, heb je een CVI-beschikking, dan is de keuze aan
de ouder: òf regulier met rugzak, òf speciaal onderwijs.
Voor kinderen die een SBO-beschikking hebben geldt, dat er in het geval dat ouder en school dit
overeenkomen, een CVI-beschikking kan worden aangevraagd.
De plek wáár het onderwijs wordt gecontinueerd is afhankelijk van de mogelijkheden van de school.
Hóe de extra middelen worden ingezet is de resultante van een overleg tussen ouders en school.
11
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
3.2
12
De samenstelling van het team:
• Groepsleraren
Groepsleraren zijn verantwoordelijk voor het dagelijks handelen binnen de groep, waarbij zoveel
mogelijk onderwijs op maat centraal staat. Planning van leerstof, organisatie, observatie, volgen,
toetsen, rapporteren en multidisciplinair overleg zijn aan de orde van de dag. Contacten met ouders
verlopen in de regel na plaatsing grotendeels via de groepsleraar. Daarnaast vervult elke groepsleraar
een aantal niet-lesgebonden werkzaamheden t.b.v. de totale schoolorganisatie.
• Klassenassistenten
De 3 klassenassistenten , Lioba Gilissen, Gemma van Vught, Stella Doorenbosch zijn parttime
verbonden aan onze school en worden ingezet in de jongste groepen. Hun taak is het onder
supervisie van de groepsleerkracht helpen, enerzijds bij het verzorgende aspect en anderzijds bij het
didactische en vormende aspect, zowel bij individuele kinderen als in groepjes.
• Logopedisten
Onze logopedisten zijn Mw Valence Disch-Sonnen en Mw. Nancy Geilen. Hun taak is het screenen
van alle leerlingen, het verlenen van logopedische behandeling aan individuele leerlingen of groepjes.
Zij werken met handelingsplannen. Dit zijn formulieren waarop zij de activiteiten en doelen die ze
met het kind willen bereiken helder formuleren en evalueren. Daarnaast is advisering en
ondersteuning naar zowel groepsleraren alsook ouders deel van het pakket. In het kader van ons
denken over onderwijs en taalontwikkeling worden de logopedisten ingezet hoofdzakelijk voor
leerlingen in de onderbouw.
• Vakleerkrachten muziek en gymnastiek
SBO De Opstap heeft twee vakleerkrachten, te weten voor lichamelijke oefening Mw. Paulien
Verschuuren en voor muziek Mw. Yolande Eymael, die aan een groot aantal groepen eenmaal per
week les geven. Deze vakleerkrachten geven een extra stimulans naar zowel kinderen als ook
collegae, zij geven richting aan de ontwikkellijn van hun vakgebied binnen de school. Daarnaast
ondersteunen zij waar mogelijk de individuele behandeling van kinderen en stimuleren zij projecten
en vieringen.
Voor sommige kinderen achten onze leerkrachten en orthopedagoog/psycholoog en Intern
begeleiders i.s.m. de vakleerkracht muziek het zinvol om middels Orthopedagogische
Muziekbeoefening extra hulp te laten bieden. Dan wordt er in kleine groepjes met behulp van
muziek aan de ontwikkeling van het kind gewerkt.
Voor sommige leerlingen acht onze vakleerkracht gymnastiek het belangrijk dat zij extra
ondersteuning krijgen op het gebied van fysiotherapie. Als zij dat vindt neemt zij contact met u op.
• Interne Begeleiding
Onze school kent een drietal Interne Begeleiders, een voor de bovenbouw Mw. Nicole Penders, een
voor de middenbouw Dhr. Eric Driessens en een voor de onderbouw dhr. Ray Willems. Zij hebben
tot taak ieder een aantal groepen onderwijsinhoudelijk te ondersteunen bij het ontwikkelen van
hulpprogramma’s, individuele handelingsplannen, in de volgsystematiek en de rapportage.
12
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
13
• Leerkrachten die als extra ondersteuners werken.
Naast groepsleerkrachten kunnen ook andere leerkrachten bemoeienis met uw kind hebben. Voor
het schooljaar 2006/2007 hebben we de beschikking over Mw. Riny Philippens en dhr. Ger Ritzen
en Carla Hoedemaekers die remediale hulp zullen bieden. In vergelijking met vorig jaar is dat een
forse uitbreiding. Helaas heeft de overheid sinds 1998 nog geen extra formatie naar SBO-scholen
weten te sluizen.
Dhr. David Gardeniers heeft als specifieke opdracht implementatie van ICT in de school. Daardoor
worden kinderen in staat gesteld om gebruik te maken van remediërende en compenserende
software.
• Orthopedagoog en psycholoog
De Opstap heeft een orthopedagoge Mw. Ine Wolfs-Thijhuis en een psychologe Mw. Nicole
Penders ter beschikking. Deze specialisten hebben tot taak samen met de intern begeleider en
groepsleraar een handelingsplan voor elke leerling op te stellen en het verloop mede te volgen
middels de Interne Begeleidingscommissie. Daarnaast hebben zij contacten met PCL, CLZ en
begeleidingsdiensten enerzijds en leerkrachten en ouders anderzijds. Hun specifieke diagnostische
capaciteit en observatievaardigheid kan een en ander staven en verhelderen.
• Maatschappelijk deskundige
Wij hebben goede ervaringen met MEE. Dit is een instituut dat voor onze leerlingen
schoolmaatschappelijk werk kan doen. Mw. Merel van Doezelaer is onze contactpersoon.
Voor al onze kinderen achten we het belangrijk dat ze een goede startpositie hebben. Een
deskundige kijk vanuit Mee naar de thuissituatie achten we dan ook wenselijk. Bovendien kan de
maatschappelijk werkster zowel school als ouders adviseren bij de begeleiding van het kind.
De reguliere basisscholen in Maastricht hebben vanuit hun formatie schoolmaatschappelijk werk 4
uur per week afgestaan ten behoeve van SBO De Opstap, daardoor zijn we ook in staat ouders van
zittende leerlingen te helpen. Dit gebeurt vanaf groep I door Mw. Wilma Willems.
Zij is als maatschappelijk werker verbonden aan Stichting Trajekt in Maastricht.
• Conciërges en interieurverzorgers
De conciërges, dhr. Theo Schoutrop en dhr. Daan Ubachs, zorgen voor onderhoud en hebben
huishoudelijke werkzaamheden, beheren voorraden, leermiddelen en verbruikersmaterialen, doen
boodschappen, verzorgen de omgeving van de school en verlenen hand- en spandiensten bij alle
voorkomende activiteiten.
Ons gebouw wordt tiptop in orde gehouden door Mw. Brouwers en dhr.Darding.
• De administratieve kracht
De administratieve kracht van onze school, Mw. Riny Florack, staat u regelmatig te woord aan de
telefoon o.a. bij ziekmeldingen en als u met andere medewerkers doorverbonden wilt worden.
Verder verricht zij alle voorkomende administratieve werkzaamheden zoals correspondentie,
leerlingenadministratie, dossiervoering, schoolmelk enz. enz.Ook kan het gebeuren dat u te woord
gestaan wordt door Mw. Veerle Vandooren, zij is administratief medewerker van het
samenwerkingsverband WSNS regio 54.
13
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
14
• De directie
Onze directeur, dhr. Koos Consten, is verantwoordelijk voor de algemene gang van zaken op onze
school en van SBO de Sprong, voor personeelsbeleid, de schoolorganisatie, en het
onderwijsgebeuren in het bijzonder. De directeur vertegenwoordigt de school in externe contacten.
Hij heeft zitting in de Coördinatiegroep van het Samenwerkingsverband en coördineert als zodanig
de onderwijsvernieuwingen in het samenwerkingsverband, participeert in diverse overlegorganen
zoals van SBO-scholen, Speciaal Onderwijs Zuid Limburg, in werkgroep SBO Zuid-Limburg, in
het overleg t.b.v. onderwijsprioriteitenbeleid, in de Vief Köp, in het centraal directieoverleg, in
bestuursvergaderingen en andere overlegorganen.
Hij onderhoudt tevens contacten met de Medezeggenschapsraden .
De locatiedirecteur, dhr Hans Bergmans, heeft een gedelegeerde algemene verantwoordelijkheid
naar de dagelijkse organisatie en het onderwijsgebeuren. Het contact naar de ouderraad behoort tot
zijn werkterrein.
De directie wordt in een aantal werkzaamheden ondersteund door dhr. Toon Alofs en andere
collega’s.
14
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
3.3
15
De activiteiten voor de kinderen
• Activiteiten in de onderbouw
De activiteiten zijn voor de groepen van 4 tot 7 a 8 jarigen grotendeels onder te brengen in aspecten
rond de kring, ontwikkeling van werkgedrag en spelgedrag, ruime aandacht voor sociaal-emotionele
aspecten, de taal, de motoriek, begrippen (m.n. voor ruimtelijke waarneming) en zintuiglijke
waarnemen. Binnen taal en spel is ruime aandacht voor expressie.
Het starten met het aanvankelijk taal, lezen en schrijven is op onze school niet afhankelijk van het
jaarklassensysteem. Indien een individuele leerling een aantal basisvoorwaarden verworven heeft,
kan hij met het aanvankelijk programma starten. Natuurlijk wordt gezocht naar
aansluitingsmogelijkheden bij een groepje, maar verschillen in niveau en tempo van verwerven van
vaardigheden en kennis blijven voortdurend in beeld.
• Wereldoriënterende vakken
Wereldoriënterende vakken komen in principe in zowel onder- midden- als bovenbouw aan de orde.
Een enkele keer thematisch maar meestal cursorisch. Vanuit dicht bij huis naar ver van mijn bed
komen aspecten aan bod uit aardrijkskunde, geschiedenis, natuurkunde/biologie, maatschappelijke
verhoudingen inclusief staatsinrichting, geestelijke stromingen, sociale redzaamheid en gedrag in het
verkeer en bevordering van gezond gedrag.
• Expressieactiviteiten
Expressie activiteiten zijn binnen school geïntegreerd in diverse activiteiten en handelingen. Ze
komen specifiek aan de orde binnen het taalonderwijs, het bewegingsonderwijs, de teken- en
handvaardigheidlessen en de muzikale vorming, waarbinnen ook de dansante vorming gestalte krijgt.
• Lichamelijke opvoeding
Het schoolteam heeft ervoor gekozen de vakleerkracht mede in te zetten bij het bewegingsonderwijs
aan alle kinderen.
Teneinde de gymnastieklessen vlot en hygiënisch verantwoord te laten verlopen, zijn de leerlingen
verplicht goede gymkleding te dragen.
Wij geven de voorkeur aan:
• een sportbroekje, T-shirtje en sportkousen.
• Uitsluitend het dragen van gymschoenen met lichte zolen is toegestaan!! Voor
aanschaf en het wassen van deze kleding moeten ouders zelf zorgdragen.
Na afloop van de gymles moeten de kinderen, om hygiënische redenen douchen. Wilt u erop
toezien dat uw kind op dagen dat het gymnastiekles heeft gymkleding, handdoek etc. bij zich heeft.
Denkt u eraan alleen gymzolen met lichte zolen zijn toegestaan.
Wij adviseren u (om zoekraken etc. te voorkomen) de naam van uw kind in kleding en
schoenen aan te brengen.
15
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
16
Lesrooster Bewegingsonderwijs:
a. In de grote gymzaal
Lesrooster Bewegingsonderwijs:
Tijd
09.00 - 09.45
09.45 – 10.30
Pauze
10. 45 – 11.30
11.30 – 12.15
Pauze
13.00 – 13.45
Maandag
Groep K
(Zus, Trees)
Groep G
(Rutger)
Groep I
(Ine,)
Groep L
(Claudia, Rosita)
Dinsdag
Groep N/O
(Erik/Ed)
Groep J
(Karin-Kristel)
Woensdag
Groep E
(Marion)
Groep C
(Patty)
Groep L
(Claudia, Rosita)
Groep H
(Roger
Groep N/O
(Erik/Ed)
Groep G
(Rutger)
Groep B
(Brigitte,Stella)
Groep A
(Pia)
Groep D
(Lilian)
Groep I
(Ine)
14.30 / 15.15
Groep M
(Cynthia/Diana
Groep F
(Hilde/Sonja/Krist.
Tijd
09.00-09.45
Donderdag
Groep E
(Marion)
Groep J
(Karin-Kristel)
Vrijdag
Groep O
(Ed)
Groep O
(Ed)
Groep F
(Hilde-Sonja-Kristel)
Groep H
(Roger)
Groep N
(Erik)
Groep N
(Erik)
Groep C
(Patty)
Groep D
(Lilian)
Groep M
(Diana, Cynthia)
Groep K
(Zus/Trees)
Groep M
(Diana, Cynthia)
13.45 / 14.30
09.45-10.30
Pauze
10.45-11.30
11.30-12.15
Pauze
13.00-13.45
13.45-14.30
14.30-15.15
16
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
17
b. in de kleine gymzaal
De kleine gymzaal wordt als speelzaal m.n gebruikt door de groepen A t/m E. Daarnaast wordt
deze ruimte gebruikt voor het geven van spellessen in het kader van sociaal-emotionele
ontwikkeling. Ook maken de fysiotherapeuten op afspraak er gebruik van.
3.4
•
-
-
Speciale voorzieningen in het schoolgebouw
Gebruik van de verschillende ruimten:
We hebben 15 groepslokalen. Dat zijn de ruimten waarin de leerlingen het meest verblijven en
samen met anderen aan hun ontwikkeling werken.
In elke bouw hebben we voor de 4 lokalen een kleine gemeenschappelijke verwerkingsruimte die
gebruikt kan worden door groepjes leerlingen. Het betreft dan leerlingen die zelfstandig een
activiteit gaan uitoefenen. In de onderbouw zijn er kleine ruimte voor de klassen die daarvoor
gebruikt kunnen worden
In onze school is het computergebruik een gewone zaak. De computer wordt gebruikt om
vaardigheden te oefenen en in te slijpen. Kinderen samen en zelfstandig te laten werken. De
school is voorzien van een ICT-netwerk.
De gemeenschappelijke verwerkingsruimtes zijn voorzien van computereilanden.
Het bewegingsonderwijs, gymnastiek, wordt beoefend in onze schitterende gymzaal voor de
grotere kinderen en voor de kleintjes van de kleine gymzaal ook wel speellokaal genoemd en bij
mooi weer natuurlijk buiten.
Voor handenarbeid hebben we een goed uitgerust handenarbeidlokaal en een
“buiten”werkplaats. Leerkrachten maken daar graag gebruik van.
De school beschikt over een orthotheek. Hierin staan boeken die leerkrachten, interne
begeleiders en coördinatoren gebruiken om antwoorden te vinden op hun vragen.
De gemeenschapsruimte, aula wordt gebruikt bij gezamenlijke activiteiten van de hele school.
Het podium is d.m.v. flexibele wanden geschikt gemaakt om muzieklessen te geven.
Sinds de nieuwbouw hebben we dankzij een impuls van ons bestuur de beschikking gekregen
over een heus kooklokaal, waar kinderen onder leiding van hun leerkracht en met begeleiding
van de lokaalassistent-koken Mw. Monique Lambrix-Kupers leren koken, plannen etc.
Om individueel onderzoek te kunnen doen, om gesprekken met kinderen en/of ouders te
kunnen voeren beschikken de orthopedagoog en psycholoog over een testkamer. Mw. Karien
Kienhuis is onze testassistente.
De intern begeleiders hebben zij het gezamenlijk de beschikking over 2 ruimtes.
Voor remediale hulp aan kleine groepjes zijn 3 ruimtes ingericht.
De 2 logopedisten hebben beide een ruimte waar zij kinderen kunnen helpen, maar werken ook
vaak in groepen.
Buiten hebben we een schitterende speelplaats die voorzien is van speelmateriaal.
We zijn er trots op dat we een sportveld hebben.
Net als andere scholen hebben wij ook ruimtegebrek. en gaan dus creatief om met de ruimtes
die we hebben.
17
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
4
DE ZORG VOOR KINDEREN
4.1
De opvang van nieuwe leerlingen in de school
18
• De plaatsing van een kind op school
De school kent een plaatsingsprocedure. Deze is ter inzage bij de directie.
• Regels voor toelating
° Een kind wordt toegelaten tot de SBO-school De Opstap indien het kind over een
toelaatbaarheidsbeschikking SBO beschikt.
° In de loop van het schooljaar worden na 1 mei in principe geen kinderen meer geplaatst.
° Het kind wordt geplaatst als de commissie van toelating van de school besloten heeft het
kind te plaatsen.
° Criterium voor plaatsing is enerzijds de gevraagde toelaatbaarheidsbeschikking en
anderzijds dat de werkbaarheid van de groep waarin het kind geplaatst wordt niet geschaad
wordt. De groepssamenstelling en groepsgrootte zijn hierbij bepalend. We hebben immers
onze verantwoording naar kinderen die reeds op school zijn geplaatst.
° Kinderen moeten in een groep van 15 kinderen kunnen functioneren.
° Ingeval er geen plaats is op onze school worden ouders geadviseerd/geholpen bij het
zoeken naar een andere SBO-school in ons samenwerkingsverband.
Gezien onze zorg voor de ontwikkeling van de kinderen die aan ons toevertrouwd zijn
benadrukken wij dat:
° ouders van kinderen bij aanmelding op onze school er mee instemmen dat wij samen met
hen de zorg voor het kind willen bieden die het kind nodig heeft. Als de school vindt dat zij
onvoldoende zorg aan de ontwikkeling kan besteden, zullen ouders samen met de school
zoeken naar scholen voor speciaal onderwijs die mogelijk wel een meer adequaat antwoord
op de hulpvraag van het kind kunnen bieden;
° we doen er alles aan om samen met de ouders ervoor te zorgen dat binnen de mogelijkheden de
meest optimale begeleiding aan kinderen geboden kan worden.
Omdat we samenwerking met ouders en veiligheid hoog in ons vaandel hebben staan is geweld
tegen of bedreiging van personeelsleden of kinderen , door kind of ouder(s) een reden
om het kind van school te schorsen en/of te verwijderen.
4.2
Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school (leerlingvolgsysteem)
Wanneer een kind in onze school geplaatst wordt is er al veel vooraf gebeurd. Er zijn dan ook nogal
wat gegevens voorhanden, n.l. van de “oude” school, maatschappelijk werk, psychologische
diensten, centrum leerlingenzorg, remedial teachers, schoolartsendienst enz. Van daaruit kunnen wij
starten.
Uit deze gegevens en eigen observatie wordt in samenspraak met de intern begeleider, psycholoog,
leerkracht, logopedist en maatschappelijk deskundige een handelingsplan opgesteld binnen 5-6
maanden na plaatsing. Dit handelingsplan wordt met de ouders besproken en ook
teruggerapporteerd aan de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) van het
samenwerkingsverband.
18
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
19
Een aantal taken rondom zorg werden al besproken in hoofdstuk 3.2. “samenstelling van het
team”.
T.a.v. het volgen en rapporteren aansluitend het volgende:
• De groepsleraar volgt dagelijks het kind in zijn groep en maakt aantekeningen van relevante
gegevens en observaties.
• Resultaten van tussentoetsen worden in het leerling-dossier vastgelegd.
• Tweemaal per jaar worden de leerlingen getoetst met methodeonafhankelijke
toetsinstrumenten.
• De resultaten van toetsen en observaties worden met de intern begeleider besproken en in
combinatie met gegevens uit bijvoorbeeld remedial teaching, logopedische begeleiding,
aanvullend medisch of psychologisch onderzoek vormen zij de basis voor de
leerlingbespreking binnen de Interne Begeleidingscommissie.
In deze commissie kunnen zitting hebben: leerkracht, de intern begeleider, de remedial
teacher, de schoolarts, de orthopedagoog of psycholoog, de maatschappelijk werker, de
logopedist, en de directeur.
De interne begeleidingscommissie stelt het begeleidingstraject vast. Ook ingrijpende
bijstellingen van het handelingsplan worden hier vastgesteld. Hiervan wordt verslag gedaan.
• Naast in deze Interne Begeleiding Commissiebespreking (de IBC) wordt elk kind
2 maal per jaar besproken en petit comité ( groepsleerkracht, intern begeleider), waarbij ad `
hoc de logopedist, rt-er psycholoog, schoolarts of externe hulpverleners worden
uitgenodigd. We noemen deze besprekingen Leerlingbesprekingen
• Daarnaast is minimaal eenmaal per maand overleg tussen intern begeleider en groepsleraar.
In dit overleg wordt met name gezocht naar optimalisering van de onderwijsleersituatie in
relatie tot de vragen van het kind en de mogelijkheden binnen of buiten de groep.
• Volgt een leerling in een andere groep lezen ,taal of rekenen, dan blijft de leerkracht van de
stamgroep aanspreekpunt voor dit vak. Overleg tussen groepsleraren is derhalve noodzaak.
• Naast deze structurele overlegmomenten nemen wij de ruimte om, als de situatie er om
vraagt, met elkaar in gesprek te gaan.
• Ouders worden regelmatig op de hoogte gesteld van de ontwikkeling van hun kind middels
rapportbesprekingen (2 x per jaar).
Ook naar aanleiding van voorgenomen bijstellingen van handelingsplannen
of voorgenomen onderzoeken of bijzondere voorvallen wordt contact
opgenomen.
• Daarnaast zijn op ieders initiatief mogelijkheden om zaken te bespreken.
19
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
4.3
20
De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften
• Plaatsing en verwijzing van leerlingen met specifieke behoeften
Leerkrachten en interne begeleiders volgen de vorderingen en ontwikkeling van uw kind nauwgezet.
Indien de ontwikkeling daar aanleiding toe geeft zullen extra maatregelen getroffen worden om de
afstemming van aanbod op hulpvraag te optimaliseren. Meestal zal dit geen probleem opleveren dat
de school overstijgt. Is dit wel het geval dan kunnen externe deskundigen worden geraadpleegd die
bijvoorbeeld in het Centrum Leerlingen Zorg van het samenwerkingsverband werken. Voor wat
betreft visueel gehandicapten hebben we goede contacten met externe dienstverleners van
“Convergo". De Jeugdgezondheidszorg en Jeugdzorg zijn instituten die veelvuldig geconsulteerd
worden of ons consulteren.
In uitzonderlijke gevallen zal het mogelijk zijn dat een kind teruggeplaatst wordt naar het
basisonderwijs. Indien daartoe aanleiding is zal een procedure opgestart worden om voor het kind
en u de overgang naar het reguliere basisonderwijs te vergemakkelijken. In een enkel geval blijkt ook
onze SBO-school niet de antwoorden op de hulpvraag van uw kind te kunnen bieden. Wij starten
dan samen met u in het belang van het kind een procedure voor verwijzing naar een vorm van
speciaal onderwijs, of proberen in gezamenlijkheid met voldoende additionele middelen vanuit de
indicatiestelling in de zorg te voorzien. Helaas moeten we ook constateren dat de overheid SBOscholen minder middelen toebedeelt dan wij nodig achten.
Het WSNS-samenwerkingsverband regio 54 staat op het standpunt dat in principe een CVI een
contra indicatie is voor een SBO-school. Oftewel, heb je een CVI-beschikking, dan is de keuze aan
de ouder: òf regulier met rugzak, òf speciaal onderwijs.
Voor kinderen die een SBO-beschikking hebben geldt, dat er in het geval dat ouder en school dit
overeenkomen, een CVI-beschikking kan worden aangevraagd.
De plek wáár het onderwijs wordt gecontinueerd is afhankelijk van de mogelijkheden van de school.
Hóe de extra middelen worden ingezet is de resultante van een overleg tussen ouders en school.
• Zittenblijven/groep overslaan.
Zoals reeds eerder vermeld, kent onze school in principe geen jaarklassensysteem. Zittenblijven is
daarom niet aan de orde. Wij trachten voor elk kind een op zijn/haar tempo, aanleg, mogelijkheden
en belemmeringen aangepaste doorgaande ontwikkelingslijn te waarborgen. Het kan wel zo zijn dat
een kind langer dan een jaar bij eenzelfde leerkracht blijft. Dit houdt dan echter geen herhaling in.
Zo kan het ook voorkomen dat kinderen een groep “overslaan”. Dit houdt niet in dat het kind
leerstof overslaat, maar dat in de ontwikkelingslijn van het kind geen gebruik gemaakt wordt of
gemaakt hoeft te worden van een bepaalde leerkracht. Bij het veranderen van groep worden ouders
ten allen tijde op de hoogte gesteld en de redenen met hen besproken. Incidenteel worden kinderen
gedurende het schooljaar naar een andere groep overgeplaatst. Dit wordt uiteraard met de ouders
overlegd.
20
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
4.4
21
De begeleiding van de overgang van kinderen naar het voortgezet onderwijs
De directie IB’er en de groepsleraren van de bovenbouw zullen in oktober of november een
ouderavond organiseren waarin u geïnformeerd wordt over het schoolverlatergebeuren.
Aan de orde komen dan:
- Wie wordt wel en wie niet schoolverlater?
- Hoe worden kinderen in contact gebracht met het voortgezet onderwijs, contact-/ bezoekdagen
voortgezet onderwijs, informatie over voortgezet onderwijs in lessen gedurende het schooljaar.
- Psychologische onderzoeken (de wenselijkheid van zo’n onderzoek om ons advies extra kracht
bij te kunnen zetten en evt. extra begeleidingskansen voor uw kind te kunnen genereren.)
- Welke mogelijkheden van voortgezet onderwijs bestaan er in Maastricht en omgeving?
- Hoe komt het advies tot stand en wie zijn daarbij betrokken?
- Hoe, wanneer en door wie wordt het advies met u besproken? (Het individueel
schoolkeuzegesprek).
- De procedure van aanmelding voor een school voor voortgezet onderwijs.
4.5
Naschoolse activiteiten voor kinderen
Tot op heden is er geen sprake van een verlengde schooldag voor onze kinderen. Een en ander
heeft te maken met het feit dat we een streekschool zijn. Te weinig gebondenheid met een specifieke
wijk zijn daar het gevolg van. Tevens is het vervoer van de kinderen bij een verlengde schooldag een
probleem. We denken na over een begeleidingsmogelijkheid voor onze doelgroep. We achten het op
dit moment niet raadzaam met vrijwilligers in zee te gaan. Kwaliteitseisen die we noodzakelijk
achten bij toezicht op school gelden ook voor de naschoolse opvang. Een beperkt aantal leerlingen
wordt na school in Gastenhof opgevangen, dit in verband met een begeleiding van kind en ouders.
• Huiswerk
Aan de leerlingen van de hoogste groepen wordt regelmatig huiswerk gegeven om deze kinderen te
leren na schooltijd zo zelfstandig mogelijk een bepaalde tijd bezig te zijn met het werken aan een
schooltaak. De leerlingen van de andere groepen worden niet regelmatig met huiswerk
geconfronteerd, tenzij de leerkracht in overleg met de leerling en/of de ouders dit anders wenst. Het
schoolteam ziet huiswerk niet als middel om leerstof te verwerken, maar om de verwerkte stof in te
slijpen. Ook moet huiswerk gezien worden als voorbereiding op het voortgezet onderwijs. Vragen
over huiswerk moeten altijd voorgelegd worden aan de groepsleraar.
21
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
4.6
22
Buitenschoolse activiteiten voor kinderen
• Introductie
In de eerste schoolweken organiseren wij een aantal kennismakingsactiviteiten om een snelle
groepsvorming tot stand te brengen en om de leerkracht in staat te stellen het kind in andere dan
schoolse omstandigheden te ontmoeten. Enkele groepen gaan op introductiekamp. Nadere
informatie hierover volgt.
• Activiteiten
Diverse groepen gaan in het kader van lesprogramma’s op excursie naar musea, kinderboerderij,
natuurgebieden en dergelijke. Ook doen we mee aan jeugdvoetbaltoernooien op Maastrichts niveau.
Vaak wordt door de leerkracht een beroep gedaan op ouders om bij het begeleiden en vervoeren
van kinderen te assisteren. De jaarlijkse sportdag is voor de kinderen een feest mede doordat ouders
hulp bieden. Informatie hierover volgt te zijner tijd.
Schoolverlaters sluiten hun schoolloopbaan bij ons meestal af met een kampactiviteit en een
schoolverlateravond.
De schoolverlateravond wordt door de leerlingen i.s.m. de leraren van de schoolverlaters
georganiseerd. Tijdens deze activiteit trakteren zij u en ons op wat ze kunnen.
• Vieringen van kerkelijke/culturele aard
Onze samenleving is een multiculturele samenleving. Als school willen we ook rekening houden met
feesten die in de verschillende culturen worden gehouden. Van ouders wordt gevraagd ons tijdig te
informeren over belangrijke kerkelijke gebeurtenissen in hun cultuur. Daardoor is het ook mogelijk
om binnen school op gepaste wijze aandacht aan een en ander te besteden.
• De Eerste Heilige Communie
Wij vinden de eerste heilige communie een feest dat in de parochie thuishoort. Dat betekent dat
kinderen in de gelegenheid gesteld worden om samen met andere kinderen uit de parochie te
oefenen voor de Eerste H. Communie.
Jaarlijks wordt aan het begin van het schooljaar geïnventariseerd hoeveel kinderen de communie
willen doen. Bij voldoende aantal wordt na overleg geprobeerd om in de O.L.V. kerk te Maastricht
een gezamenlijke communieviering te houden voor de communicanten van SBO De Opstap.
22
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
5
23
DE LERAREN
• Wijze van vervanging bij ziekte, ADV, studieverlof, scholing
Personeelsleden in het onderwijs hebben naast hun vakanties evenals andere werknemers in ons
land recht op ADV. Om het onderwijs zoveel mogelijk doorgang te laten vinden hebben we de adv
geclusterd. Dat betekent dat leerkrachten in langere periodes van hun ADV genieten.We hebben
hiervoor gekozen omdat daardoor het onderwijsleerproces zo optimaal mogelijk wordt.
Mevrouw Trees Brorens en dhr. David Gardeniers verzorgen de ADV.
Bij ziekte van groepsleerkrachten worden zo snel mogelijk capabele vervangers aangesteld. Soms
kan het zijn dat een kind dan bij een andere leerkracht les krijgt, omdat we dat beter voor het kind
vinden.
Scholing van leerkrachten gebeurt meestal buiten de lestijden. Als groepsleerkrachten onder
schooltijd scholing volgen wordt steeds voor vervanging gezorgd.
Helaas blijkt in de praktijk dat vervanging niet altijd meer lukt omdat er te weinig vervangers
voorhanden zijn. We proberen in dat geval intern de kinderen op te vangen. Edoch het kan zijn dat
besloten moet worden een groep kinderen vrij te geven van school, omdat anders de continuïteit en
de kwaliteit van het onderwijs voor alle kinderen gevaar loopt. Tot op heden hebben we gelukkig
van de laatste mogelijkheid nog geen gebruik hoeven te maken. U wordt in dat geval van te voren
gewaarschuwd.
• De inzet van onderwijs- of klassenassistenten
Onze school heeft de beschikking over 3 onderwijsassistenten. Zij werken elk op 4 ochtenden in de
week in de jongste groepen. Zij helpen en ondersteunen de leerkrachten en werken onder
verantwoordelijkheid van die leerkracht met groepjes en/of individuele kinderen. Ze knutselen,
spelen en vertellen met kinderen helpen hen met hun ontwikkeling.
• De begeleiding en inzet van stagiaires
Dhr. Bergmans is stagecoördinator.
Aandachtspunten voor de inzet van stagiaires zijn altijd:
werken vanuit een pedagogisch klimaat, aan planmatig werken aan de basisbehoeften van kinderen
te weten: competentie, relatie en autonomie. Daarbij is inzet en verantwoordelijkheid nemen een
must.
Mensen die bij ons stage lopen in klassen werken onder eindverantwoordelijkheid van de
groepsleerkracht.Deze draagt zorg voor een goede begeleiding en heeft meerdere gesprekken met de
mentor van de student. Het doen van een stage in het speciaal onderwijs is een must voor alle
studenten. Men vindt het in het algemeen een moeilijke, maar vooral fijne en leerzame stage.
We kennen in onze school een aantal “soorten Stagiaires”:
o Reeds geoefende leerlingen van PABO’s ( pedagogische Academie Basisonderwijs) mogen,
indien zij dat te kennen geven en hierover contact is geweest tussen Pabo en schoolleiding,
stage lopen op onze school.
o Datzelfde geldt voor stagiaires vanuit Fontys Hogeschool voor het vakgebied lichamelijke
opvoeding. Deze stagiaires worden gecoached door Mw. Paulien Verschuuren ,
vakleerkracht muziek op onze school en tevens vakdocent aan de Fontys Hogeschool.
o Vanuit het conservatorium lopen stagiaires muzikale vorming stage.Zij worden begeleid
door Mw. Yolande Eymael onze vakleerkracht muziek die tevens is verbonden aan het
conservatorium als vakdocente.
23
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
24
o Ook vanuit de opleiding SPW ( Sociaal Pedagogisch Werk) lopen studenten bij ons stage.
Zij volgen in meerderheid een opleiding tot klassenassistente.
o Vanuit de Universiteit worden we gevraagd om orthopedagogen of psychologen tijdens hun
stage te begeleiden. Per jaar komt daar slechts een persoon voor in aanmerking. Deze
stagiaire wordt begeleid door onze agogen Mw. Ine Wolfs en Mw. Nicole Penders.
o De SPH , school voor Sociaal Pedagogische hulpverlening, heeft ook stageplaatsen op onze
school.
o Voor het instituut Leeuwenborg hebben we jaarlijks een stageplaats op de administratie.
o In samenwerking met de gemeente Maastricht hebben we werkervaringplekken gecreëerd.
• Scholing van leraren
Ofschoon onze teamleden goed geschoold zijn hechten wij aan optimalisering en professionalisering
van ons werk. Vandaar dat wij elk jaar een scholingsplan/schoolontwikkelingsplan maken. Hierin
staat beschreven welke activiteiten de school onderneemt om nog beter toegerust te zijn voor haar
werk in de toekomst. Voor het schooljaar 2006-2007 zijn een aantal scholingstrajecten opgenomen
in de planning:
o Dit schooljaar hebben we een nieuw leerlingvolgsysteem aangekocht. Zowel management als
leerkrachten en ondersteuners zullen geschoold worden in het gebruik van dit systeem.
o In nauwe samenwerking met Fontys Hoge scholen zullen we het lees- en taalonderwijs in de
klas en in de gehele school vorm gaan geven volgens de nieuwste inzichten. Dit traject is een
vierjarig traject.
o Mw. Nel van Woerkum begeleidt de onderbouw bij het proces “basisontwikkeling”
o Vorig schooljaar hebben we ons geschoold rondom sociaal-emotionele ontwikkeling en
hebben een gerichte verkenning gemaakt van de methode leefstijl. De implementatie van
leefstijl vraagt om begeleiding van buiten onze school . Consent zal ons begeleiden bij een
verdere invoering.
o Zowel leerkrachten als ondersteuners zijn steeds in de positie om bij te scholen.
24
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
25
o DE OUDERS
6.1
Het belang van de betrokkenheid van ouders
In het belang van de ontwikkeling van het kind willen wij graag samenwerken met ouders. Dat blijkt
uit:
• Reeds bij aanmelding is er een eerste verkenning van de school. De directeur heeft een gesprek
met u over uw kind. Dit gesprek heeft een informatief karakter.
• Aan het begin van het schooljaar wordt een kennismakings-/informatieavond gehouden voor
ouders.
• 2 à 3 keer per jaar zijn er individuele besprekingen tussen leerkracht en ouder. Daarnaast kunnen
ouders en leerkrachten aangeven een extra bespreking in te lassen. Sommige klassen kennen
ouderochtenden.
• Tweemaal per jaar worden ouders uitgenodigd door de groepsleraar voor een
rapportbespreking.
• Als groepsleerkrachten of de maatschappelijk deskundige het wenselijk achten, komen zij op
huisbezoek. Deze bezoeken worden door kinderen en ouders zeer op prijs gesteld.
Contacten met de maatschappelijk deskundige en de leerkracht vinden meestal op school
plaats, dit om redenen van efficiëntie.
• Telefonische en schriftelijke contacten tussen ouders en leerkracht die plaatsvinden n.a.v.
dagelijkse zaken, onduidelijkheden en of vragen.
• Schriftelijke informatie door middel van schoolgids en schoolkrant en eventuele nieuwsbrieven.
• Algemene ouderavonden vinden incidenteel plaats. Zij worden georganiseerd rondom een
bepaald thema.
• Onze school heeft een actieve oudervereniging met een bestuur van minimaal 7 personen, de
ouderraad.
• Ook zijn 3 ouders vertegenwoordigd in de medezeggenschapsraad. Samen met drie
afgevaardigden van het team vergaderen zij over veel zaken die de school en dus ook u
betreffen.
6.2
Inspraak
•
De oudervereniging/doelstellingen en activiteiten
Oudervereniging SBO de Opstap.
Een vereniging is een soort “club” waar mensen bij elkaar zijn om samen een doel te bereiken.
De oudervereniging “de Opstap” wil voor de kinderen van de speciale basisschool De Opstap iets
extra’s doen. Samen met het team organiseren wij leuke dingen voor de kinderen, om naast de
“normale” schoolse activiteiten voor een plezierige afleiding te zorgen.
Een van de hoogtepunten is het jaarlijkse schoolfeest. Deze geweldige feestdag is voor veel
ouders/verzorgers, familie en vrienden een prettige manier om andere ouders/verzorgers en het
team op een heel andere wijze te leren kennen.
25
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
26
Dankzij de inzet van het team, ouders en de oudervereniging is dit voor groot en klein een
onvergetelijk feest.
De oudervereniging bestaat momenteel uit 16 leden. Dit zijn allemaal ouders/verzorgers van
kinderen op De Opstap. Doordat er ieder jaar kinderen de school verlaten en daardoor ook
ouders/verzorgers wegvallen, zijn wij constant op zoek naar nieuwe ouders/verzorgers die in het
bestuur van de Oudervereniging willen komen.
Wellicht dat u er al eens erover nagedacht heeft om iets te gaan doen op de school,
vul dan onderstaande strook in en geef hem mee aan uw kind. Het bestuur van de oudervereniging
neemt dan contact met uw op.
Dit strookje kunt U aan Uw kind meegeven.
Ik ben ouder/verzorger
van…………………………………………………………groep………………………………
Mijn telefoonnummer is : ……………………………………………
Ik heb interesse om bij de oudervereniging te komen / of een vergadering bij te wonen, en zou
graag door u worden uitgenodigd.
Handtekening
•
Contributie Oudervereniging.
De contributie van de oudervereniging bedraagt 9 Euro. De contributie van de oudervereniging
vindt u terug in de vrijwillige ouderbijdrage.
De contributie ad. 9 Euro wordt besteed aan voornoemde activiteiten. Eventuele restanten worden
gespaard teneinde de school van tijd tot tijd te kunnen ondersteunen bij grote investeringen, zoals
speeltoestellen, kampeeruitrusting enz. De hele contributie komt dus ten goede aan uw eigen kind.
Jaarlijks geeft de oudervereniging verslag van de ondernomen activiteiten en van de besteding van
de middelen.
26
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
•
27
Medezeggenschapsraad
Wat is medezeggenschap?
Volgens van Dale is medezeggenschap: het recht van over iets mee te mogen spreken, met gedachte
aan invloed op de beslissing of besluitvorming (vgl. inspraak); - (in ‘t bijz) het recht van werknemers om in het beheer
van een onderneming of bedrijf mee te spreken.
Het idee achter medezeggenschap van werknemers is tweeledig. Er wordt door middel van
medezeggenschap gebruik gemaakt van de aanwezige ervaring en deskundigheid van werknemers bij
het nemen van beslissingen en bovendien wordt het draagvlak voor die beslissingen vergroot. Beide
dragen bij aan de motivatie van de werknemers.
Op welke manier die invloed op besluitvorming concreet gestalte krijgt, en over welke onderwerpen
het dan precies gaat, is terug te vinden in de Wet Medezeggenschap Onderwijs (WMO). Hierin is
onder meer opgenomen over welke aangelegenheden de medezeggenschapsraad (MR)
instemmingsrecht of adviesrecht heeft en hoe de MR ook zelf initiatieven kan ontwikkelen door
standpunten kenbaar te maken of door voorstellen te doen. De WMO is afgeleid van de Wet op de
Ondernemingsraden (WOR) die in bijna alle andere branches en sectoren in Nederland van kracht
is. De reden dat in grote delen van het onderwijs, waaronder het primair onderwijs, de WMO geldt
en niet de WOR, is de positie van de ouders (en in het voortgezet onderwijs en het beroeps
onderwijs en de volwassenen educatie de rol van de leerlingen en deelnemers).
Ouders (en leerlingen) zijn niet in de eerste plaats klanten of consumenten. Zij zijn eerder te
beschouwen als partners van de school bij de opvoeding en ontwikkeling van hun kind. Met name
in het primair onderwijs is de relatie tussen ouders en school een andere dan bijvoorbeeld de relatie
tussen een fabrikant van huishoudelijke apparaten en degenen die deze apparaten kopen.
In de WMO is daarom geregeld dat de medezeggenschap plaatsvindt in Medezeggenschapsraden
(MR-en) en Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraden (GMR-en), waarin naast personeelsleden
ook ouders zitting hebben. Daarbij is uiteraard vastgelegd dat de invloed van de personeelsleden in
de (G)MR op het gebied van bijvoorbeeld arbeidsvoorwaarden, rechtspositie en personeelsbeleid,
aanzienlijk groter is dan de invloed van de ouders daar op. Doordat de WMO van toepassing is,
heeft onderwijspersoneel ook medezeggenschap over organisatorische en onderwijskundige zaken.
Dat zou niet het geval zijn als de WOR van kracht zou zijn.
Momenteel wordt gewerkt aan een nieuwe wet: de Wet Medezeggenschap Scholen (WMS). Het is de
bedoeling dat deze WMS per 1 januari 2007 de huidige WMO gaat vervangen. Een van de
aanleidingen om de WMO te vervangen is de beoogde invoering van lumpsumbekostiging(*) in het
primair onderwijs.
Vooruitlopend op de WMS zal een beperkt aantal wijzigingen in de WMO worden aangebracht bij
die invoering van lumpsum. Het betreft aanscherping van de informatiebepalingen, verplichte
instelling van een GMR bij schoolbesturen met meer dan één school, en de vervanging van het
huidige directiestatuut door een managementstatuut.
Natuurlijk kent onze school ook een medezeggenschapsraad. Daarin hebben 3 ouders en 3
personeelsleden zitting. De MR is de officiële schakel tussen het schoolbestuur en de ouders en het
schoolteam. De MR kan alle aangelegenheden van de school bespreken. In heel wat schoolse zaken
heeft de MR een adviserende taak en in bepaalde zaken heeft de MR instemmingsrecht. In het
laatste geval kan het bestuur een voorgenomen besluit pas vaststellen na instemming van de MR.
Omdat de MR een officieel orgaan is hanteert zij een medezeggenschapsreglement, waarin haar
bevoegdheden zijn omschreven.
De MR- leden werken samen met GMR en de leden van de oudervereniging, ze informeren elkaar.
27
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
6.3
28
Veiligheid
•
De schoolomgeving
In verband met de gewenste veiligheid van onze kinderen is het terrein rondom onze school
voortdurend onder de aandacht. Niet alleen naar een aantrekkelijke uitstraling, maar zeker ook naar
het veiligheidsaspect.
• Calamiteitenplan-ontruimingsplan.
U staat er misschien niet altijd bij stil, maar rampen kunnen ook bij u en bij ons in de buurt
gebeuren. Ondanks talrijke voorzieningen is het nooit uit te sluiten dat op een kwade dag een
chemische fabriek ontploft, een grote brand uitbreekt, een vrachtwagen met chemische stoffen
verongelukt, etc.
Het is noodzakelijk dat wij weten wat dan te doen. Daarom heeft de school in samenwerking met de
afdeling Preventie van de Brandweer een calamiteitenplan en ontruimingsplan ontwikkeld.
Het calamiteitenplan treedt in werking wanneer in onze omgeving, dus van buitenaf, een ramp
dreigt. Sirenes kondigen aan dat er een ramp plaatsvindt. In een dergelijke noodsituatie zorgen wij
voor de bescherming van uw kind in onze school. In het belang van de veiligheid van uw kind en
uw eigen veiligheid verzoeken wij u dringend dan uw kind niet op te halen uit school. Ook moet
u niet naar school bellen omdat dan onze telefooncentrale overbelast raakt en niet meer
bereikbaar is voor hulpdiensten.
Het ontruimingsplan wordt in werking gesteld wanneer er gevaar dreigt, bijv. bij brand in ons
schoolgebouw. Volgens plan zullen wij dan het gebouw snel en geordend ontruimen en verder
passende maatregelen nemen.
Beide plannen zullen in schoolverband met de leerlingen worden geoefend. De plannen liggen ter
inzage bij de directie.
• Verkeersroulatieplan
De directie en gemeente zijn met elkaar overeen gekomen om een verbetering aan te brengen in de
verkeersproblematiek van Marienwaard als geheel.
De uitvoering van de plannen hebben helaas vertraging opgelopen:
deelplannen
stadium
de verkeerslichten ter hoogte van de
gerealiseerd
Meessenerweg zullen worden veranderd;
er komt ook een verkeerslicht op
Marienwaard.;
gerealiseerd
er wordt een verkeersplein gemaakt waar
bussen en ouders omheen kunnen rijden
er komen parkeerplaatsen voor de
bussen
Nog niet gerealiseerd
er komt een voetpad voor de leerlingen
Aan de Meerssenerweg gerealiseerd. Nog
niet gerealiseerd op het terrein
Marienwaard
Aan de Meerssenerweg wel, op het terrein
nog niet gerealiseerd.
28
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
29
De gemeente Maastricht zal de uitvoering op korte termijn ter hand nemen.
In het kader van veiligheid blijven wij dus surveilleren op het terrein.
Wil iedereen de aanwijzingen van de verkeersregelaars nauwgezet opvolgen.
Het immers over de veiligheid van uw kind en dat van een ander!
•
Regels voor de veiligheid van onze leerlingen.
Ofschoon we een grote school zijn, is het schoolgebouw zo ingericht dat kleinschaligheid
uitgangspunt is en blijft. Er is een speciale ingang voor kinderen uit de onderbouw, twee ingangen
voor de kinderen in de middenbouw en een ingang voor onze oudste leerlingen. De leerlingen
worden opgehaald en aan het einde van de dag gebracht naar deze entrees. Daardoor voorkomen we
problemen.
Alle klassen m.u.v. die van de onderbouw zijn gegroepeerd rondom een gezamenlijke ruimte. De
leerkrachten die met hun klassen aan zo’n gezamenlijke ruimte grenzen kunnen makkelijker
samenwerken. Ook als een leerkracht onverhoopt ziek is zullen haar/zijn collega’s de vervanger
ondersteunen met hun kennis en ervaring.
Veiligheid begint bij onderhoud. We achten het als team belangrijk kinderen te betrekken in het zorg
hebben voor hun schoolomgeving en naar elkaar.
Op aandrang van teamleden en de ouderraad is besloten de verkeersveiligheid ook op het terrein
Marienwaard ter hand te nemen. Kinderen dienen veilig van en naar school te kunnen gaan. Daarom
wordt van ouders en teamleden verwacht de instructies die als ouder of teamlid van de
verkeersbrigadiers krijgt strikt op te volgen.
o Parkeren is slechts daar toegestaan waar de instructeurs toestemming toe geven
o Leerkrachten en ouders stallen hun fietsen/brommers in de daarvoor bestemde
fietsenstalling rechts van de school.
o Leerlingen stallen hun fietsen in de fietsenstalling links van het schoolgebouw
o Voor leerlingen en ouders met fietsen en/of brommers is het na schooltijd nooit toegestaan om op het terrein
van Marienwaard te fietsen.
•
SBO De Opstap is een rookvrije school.
Als school hebben we een opvoedkundige taak. Gezonde voeding en gezond gedrag horen daarbij.
In het kader van een gezonde opvoeding is het op school in alle ruimtes verboden te roken.
Personeelsleden en ouders worden verzocht indien zij de drang niet kunnen weerstaan aan de
voorkant van het gebouw, uit het zicht van kinderen hun sigaret te roken. We willen kinderen geen
ongezonde voorbeelden voorhouden.
6.4
Overblijffaciliteiten.
Kinderen die in een SBO-school zitten kunnen tussen de middag niet naar huis om daar hun pauze
in huiselijke kring door te brengen. De afstand tussen school en thuis is daarvoor te groot. Voor een
ouder die een kind op een SBO-school heeft is het van belang te weten dat het kind ook tijdens
pauzes en de middagpauze onder toezicht van professionals is en terug kan vallen op volwassenen
die voor hem of haar van betekenis zijn. De oudervereniging heeft daarom teamleden verzocht deze
29
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
30
taak op zich te nemen. Door de bereidwilligheid van individuele teamleden is het mogelijk om
voor alle kinderen een goed georganiseerde opvang te realiseren.
Gezien de belasting die het overblijven met zich meebrengt voor het hele team zijn wij genoodzaakt
bij dit overblijven een reglement te hanteren. Indien kinderen zich na herhaalde waarschuwingen
niet aan dit reglement houden, worden zij van het overblijven geschorst. U dient dan zelf voor
opvang tussen de middag te zorgen.
Het eten gebeurt in de groepen waarbij leerkracht toezicht houdt. Indien een leerling een dag niet
overblijft moeten de desbetreffende ouders dit van tevoren telefonisch of schriftelijk melden.
Tevens bestaat de mogelijkheid voor het verkrijgen van schoolmelk en thee. Thee wordt gratis
verstrekt. Het meegeven van drank is dus overbodig. Gezien onze milieu-activiteiten, maar ook om
gezondheidsredenen, verzoeken wij u dringend geen blikjes en snoepgoed mee te geven. In de
handel zijn goed afsluitbare drinkbekers verkrijgbaar. I.v.m. de veiligheid van de kinderen ontraden
wij thermoskannen en glazen flessen.
In het kader van een goede mondhygiëne en gebitsverzorging kunnen kinderen hun tanden poetsen
na het eten. Ouders dienen hun kind zelf een tandenborstel en tandpasta mee te geven.
Voor financiering van een en ander zie vrijwillige ouderbijdrage.
• Ouderbijdrage
Volledigheidshalve willen we bij deze opmerken, dat we de ouderbijdrage in absolute zin niet
verplicht kunnen stellen. Uit overleg met oudervereniging en medezeggenschapsraad wordt echter
duidelijk, dat deze bijdrage alleszins redelijk genoemd kan worden. Indien de deelname onverhoopt
zou verminderen, zien wij ons helaas genoodzaakt in de toekomst bepaalde activiteiten aan te
passen.
U ontvangt elk jaar van de administratie een formulier vrijwillige ouderbijdrage. Door dit formulier
te tekenen geeft u de school de mogelijkheden om zaken te regelen en extra kosten te maken t.b.v.
uw kind.
De hoogte van de ouderbijdrage is gesteld op 60 Euro per leerling per schooljaar..
Het bedrag van 60 Euro bestaat uit:
• 9 Euro voor het lidmaatschap van de oudervereniging. De oudervereniging bestemt en
verantwoordt deze middelen jaarlijks
• 16 Euro ter besteding van diverse niet-subsidiabele activiteiten zoals sportdag, feesten en
schoolkrant en klassenbudget,
• de resterende 35 Euro worden ingezet t.b.v. het toezicht bij het overblijfgebeuren.
De verantwoordelijkheid voor de ouderbijdrage berust bij de ouders en bij het innen en besteden
ervan wordt de vereniging geassisteerd door medewerkers van de school.
Naast de genoemde onkosten voor ouders willen wij ook nog vermelden dat :
• voor het introductiekamp (3 dagen) van de bovenbouw een bijdrage van € 20,• en voor het schoolverlaterskamp (5 dagen) van de schoolverlaters een bijdrage van € 60,wordt gevraagd.
• Bij het voorbereiden van de schoolverlatersadviezen laten wij extra psychologisch onderzoek
verrichten. We vragen aan ouders een bijdrage van €25,-- die vooraf moet worden
betaald.Bij alle genoemde activiteiten levert de school uiteraard ook een grote bijdrage.
30
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
31
Het is mogelijk de ouderbijdrage in 4 termijnen te betalen. De betaling dient maximaal in 4 keer te
geschieden. U mag uiteraard ook per halfjaar of per jaar betalen.
Wilt u het geld overmaken ? Dat kan naar rek. nr. 109 70 51 06 t.n.v. SBO De Opstap.
Vermeld duidelijk de naam van uw zoon of dochter en de groep waarin hij/zij zit.
Elke leerling ontvangt een kaartje, waarop de betalingen door ons worden aangetekend. Na
verwerking onzerzijds houdt de administratie het kaartje in haar bezit en deelt het 2 weken voor de
nieuwe datum uit. Door middel van dit kaartje heeft u zelf ook een overzicht van de betalingen.
Voor het goed functioneren van school- en overblijfgebeuren is deze ouderbijdrage van wezenlijk
belang. Wij gaan er dan ook van uit, dat u zonder tegenbericht uwerzijds, hieraan uw medewerking
wilt verlenen.
31
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
6.5
•
32
Kwaliteitszorg
De Klachtenregeling
Door de klachtenregeling, die door de overheid verplicht is gesteld, krijgen ouders en leerlingen
wettige mogelijkheden hun klachten aan de orde te stellen.
Onze school wil stimuleren, dat ouders en leerlingen een passend gebruik maken van deze nieuwe
wetgeving, omdat klachten door team en directie beschouwd worden als een hulpmiddel, een
handreiking om een veilig schoolklimaat te behouden. Veiligheid op school in de praktijk van alle
dag is voor kinderen, ouders en personeel van groot belang.
Klachten kunnen gaan over bijvoorbeeld onderwijskundige zaken, pedagogisch klimaat,
leerkrachten, discriminerend gedrag, geweld, pesten of vermoedens van seksuele intimidatie.
Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in school zullen in onderling overleg
tussen ouders, leerlingen, personeel en directie op de juiste wijze afgehandeld kunnen worden.
Indien dat echter niet mogelijk is, gezien de aard van de klacht of indien de afhandeling niet naar
tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan men een beroep doen op de klachtenregeling.
In het onderstaand stappenplan is een en ander schematisch weergegeven.
Voor het Reglement Klachtencommissie voor het Katholiek Onderwijs zie:
http://www.geschillencies-klachtencies.nl/klachten/reglement/reglementtekst.html
of www.mosalira.nl
Een exemplaar va dit reglement ligt ter inzage bij de schoolleiding en bij Toon Alofs
van de school.
Voor de klachtenregeling van MosaLira zie: www.mosalira.nl . Een exemplaar va deze
klachtenregeling ligt ter inzage bij de schoolleiding en een exemplaar bij Toon Alofs
van de school.
Stap 1.
De klager gaat met zijn klacht zo mogelijk in gesprek met degene tegen wie de klacht gericht is.
De klacht is afgehandeld indien de klager tevreden is, indien niet: volg stap 2.
Stap 2.
De klager gaat met zijn klacht zo mogelijk in gesprek met de schoolleiding. De klacht is afgehandeld
indien de klager tevreden is, indien niet: volg stap 3.
Stap 3.
De klager gaat met zijn klacht zo mogelijk in gesprek met de contactpersoon, Toon Alofs,
binnen de school. De klacht is afgehandeld indien de klager tevreden is, indien niet: volg stap 4.
Stap 4.
De klager kan, via de schoolleiding of de interne contactpersoon, een externe vertrouwenspersoon
(laten) inschakelen om te bemiddelen tussen klager en aangeklaagde.
De klacht is afgehandeld indien de klager tevreden is, indien niet: volg stap 5.
Stap 5.
De klager kan een klacht indienen bij het bestuur. Het bestuur neemt de klacht in behandeling. De
klacht is afgehandeld indien de klager tevreden is, indien niet: volg stap 6.
32
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
33
Stap 6.
De klager kan een klacht indienen bij de landelijke klachtencommissie. Deze onafhankelijke
klachtencommissie onderzoekt de klacht en adviseert het bevoegd gezag hierover. De
klachtencommissie geeft advies over:
a. de (niet-) ontvankelijkheid van klager;
b. de (on-) gegrondheid van de klacht;
c. het nemen van maatregelen;
d. overige door het bevoegd gezag te nemen besluiten.
Binnen 4 weken na ontvangst van het advies van de klachtencommissie zal het bevoegd gezag het
besluit hierop kenbaar maken aan:
a. de klager
b. de aangeklaagde
c. klachtencommissie
d. directie school
e. onderwijsinspectie
Adres klachtencommissie:
Klachtencommissie voor het Katholiek Onderwijs
Ambtelijk secretaris dhr. Mr. H.N. Nentjes
Postbus 82324
2508 EH DEN HAAG
tel. 070-392 55 08
fax. 070-302 08 36
•
Kwaliteit en openheid
In Maastricht liggen ca. 35 basisscholen en twee Scholen voor Speciaal Basisonderwijs. Alle scholen
verschillen wat van elkaar. Er zijn verschillen in identiteit (b.v. een katholieke school of een
algemeen bijzondere school), verschillen in werkwijze, in sfeer, in resultaten, in wat scholen
belangrijk vinden enz. Daardoor ook verschillen in kwaliteit. Toch zijn er een groot aantal
overeenkomsten tussen al deze scholen.
Op alle scholen wordt lesgegeven met behulp van moderne lesmethoden. Al het lesmateriaal wordt
zorgvuldig uitgekozen. Er wordt gekeken of de kinderen met deze materialen goed kunnen leren, of
het materiaal er aantrekkelijk uitziet, of het geschikt is voor kinderen die langer tijd nodig hebben
om te leren en ook voor kinderen die sneller kunnen enz.
Nog belangrijker dan materiaal en methodes zijn de mensen die er werken. Deze mensen zorgen
ervoor, dat de materialen en de methodes zo goed mogelijk worden gebruikt. Er is veel onderling
overleg nodig om alles op elkaar af te stemmen. Vaak worden er cursussen gevolgd om de nieuwe
ontwikkelingen bij te houden.
Belangrijk is ook de band die de leerkracht met de kinderen heeft. Het valt vaak niet mee om met
zoveel verschillende kinderen om te gaan en ze dat te geven wat ze nodig hebben.
De leerkrachten proberen dat zo goed mogelijk te doen. Behalve lesgeven en proberen de kinderen
zoveel mogelijk te laten leren, is het voor de kinderen op onze school ook heel belangrijk om ze te
helpen als persoon te groeien. Onze kinderen hebben vaak problemen en ze moeten leren om
33
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
34
daarmee om te gaan. Evenwichtige personen kunnen later in de samenleving functioneren en daar
wordt dan ook veel aandacht aan besteed.
Regelmatig contact met de ouders over de ontwikkeling van hun kind is noodzakelijk.
U ziet dat er een heleboel zaken zijn die in een school belangrijk zijn. Als je dan over kwaliteit van
een school gaat praten, komt meteen de vraag wat belangrijk is binnen een school. Sommige ouders
vinden het belangrijk dat er zoveel mogelijk wordt geleerd. Andere ouders vinden vooral dat de
school gezellig moet zijn en dat kinderen graag naar school komen.
Wanneer de leerlingen van groep 8 de school verlaten, gaan ze naar het voortgezet onderwijs. Het is
een misverstand om de school te beoordelen door alleen maar te kijken naar welke vorm van
vervolgonderwijs kinderen gaan. Kinderen hebben verschillende begaafdheden en verschillen in
werkhouding. De school kan proberen de kinderen zover mogelijk te krijgen, maar kan niets
veranderen aan de capaciteiten die kinderen hebben. Het vermogen om te leren is echter erg
belangrijk bij de keuzen van een vervolgschool; het kind moet het programma van de nieuwe school
kunnen volgen. In het laatste schooljaar worden een aantal toetsen afgenomen om te kijken wat het
kind kan, niet of het een goede school is.
Als de school een advies geeft over vervolgonderwijs en het kind kan de nieuwe school voor
voorgezet onderwijs goed volgen, dan heeft de school haar werk goed gedaan.
Kinderen leren niet alleen op school, maar ook thuis. De situatie in gezinnen kan heel verschillend
zijn. Er zijn gezinnen waar kinderen goed Nederlands leren spreken, waar men vaak naar de
bibliotheek gaat en dus veel leest, waar kinderen op vakantie andere landen zien, de bergen, de zee
enz. Er zijn ook gezinnen waar men geen Nederlands spreekt, waar kinderen veel thuis of op straat
spelen en waar weinig geld is om verre dure reizen te maken. Deze kinderen hebben dan andere
dingen geleerd, die soms wel belangrijk zijn, maar die ze in de school niet zo goed kunnen
gebruiken.
De inspectie bezoekt de school en kijkt of de school goed functioneert. Er zijn een heleboel zaken
waar de inspecteur naar kijkt. Voor de school is dat prettig, het is een (gratis) “bedrijfsadvies” dat de
school krijgt. Nu is het zo, dat op al die onderdelen geen enkele school perfect kan zijn en
opmerkingen van de inspecteur moet u dan ook in dit kader zien. Helaas publiceren bepaalde
kranten de onderzoeken van de inspectie vaak op een op sensatie beluste manier. Dingen die de
scholen goed doen worden verzwegen en zaken die nog niet zo lekker lopen worden breed
uitgemeten in de krant.
Goede scholen proberen kinderen zo goed mogelijk te helpen in hun ontwikkeling zover als ze
kunnen. Het gaat daarbij niet alleen over dingen leren, maar ook over het aanleren van sociaal
gedrag, over een goede werkhouding, over waarden en normen. Deze scholen geven het kind het
gevoel erbij te horen en dragen bij aan een positief beeld van het kind over zichzelf.
Om in al de schooljaren van het kind de leerontwikkeling te volgen worden allerlei toetsen gebruikt.
Met die toetsen kun je zien hoe het kind is vooruitgegaan. Je kunt de prestaties van het kind dan
vergelijken met de resultaten van de andere kinderen in de groep, maar bij sommige toetsen zelfs
met alle andere kinderen in Nederland. Zo heb je een duidelijk beeld van de ontwikkeling van het
kind. Als de leerkracht ziet hoe het kind functioneert, kan zij of hij een heleboel vertellen over het
kind. Over zaken als werkhouding, concentratievermogen, of het kind snel iets begrijpt, netjes werkt
of slordig is enz. Maar ook kan hij/zij zien hoe het kind omgaat met andere kinderen, of het kind
lekker in zijn vel zit, graag naar school komt enz.
Kortom: ook de sociaal-emotionele ontwikkeling is belangrijk. Hoe het kind zichzelf ervaart en hoe
het met anderen kan omgaan, bepaalt voor een groot deel of het later een gelukkig en tevreden mens
wordt. Eigenlijk is dat precies wat ouders hun kinderen gunnen!
34
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
35
Op onze SBO-school zitten allemaal leerlingen die een of meerdere problemen hebben bij het
zich ontwikkelen. Dat belemmert hen vaak in hun leerontwikkeling, maar in veel gevallen moeten de
kinderen ook leren om met hun probleem om te gaan. Buitenstaanders hebben daar vaak geen
begrip voor. Het is vanzelfsprekend dat het een belangrijke taak van onze school is om kinderen
zoveel mogelijk te leren. Maar ook hebben ze vaak hulp nodig om hun probleem een plek te geven
in hun leven, het te accepteren en zich toch een gelukkig mens te voelen.
U ziet dus dat het niet gemakkelijk is om te praten over kwaliteit van scholen, er komt heel wat bij
kijken.
Daarom vonden alle basisscholen en ook de scholen voor Speciaal Basisonderwijs het nodig om
hierover een stukje te schrijven in hun schoolgids. We hopen dat we u met dit verhaal voldoende
hebben geïnformeerd!
Sinds kort is er een landelijk kwaliteitsinstrument voor Speciale scholen voor basisonderwijs. We
hebben ons daarover geïnformeerd en besloten tot aanschaf over te gaan als de digitalisering in
voldoende mate is gelukt.
Cijfers over schoolverlaters naar het voortgezet onderwijs:
In 2001/2002 gingen 37 leerlingen naar het voortgezet onderwijs waarvan:
12 naar Praktijkonderwijs
19 naar VMBO
1 naar REC
5 naar OPDC.
In 2002/2003 verlieten 43 schoolverlaters ons waarvan:
17 naar Praktijkonderwijs
23 naar VMBO
1 naar REC
2 naar OPDC
In 2003/2004:
13 naar Praktijkonderwijs
20 naar VMBO
0 naar REC
4 naar OPDC
In 2004/2005 vertrokken onze schoolverlaters naar:
12 naar Praktijkonderwijs
40 naar VMBO
0 naar REC
0 naar OPDC
En afgelopen schooljaar 2005/2006:
7 naar Praktijkonderwijs
28 naar VMBO
0 naar REC
4 naar OPDC
35
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
36
.
7
DE ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS IN DE SCHOOL
7.1
Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school
Op 1 augustus 1999 heeft een fusie plaatsgevonden tussen MLK-Servatius en LOM-Overbunde die
resulteerde in een nieuwe school SBO De Opstap. Hierdoor koden de kwaliteiten van beide scholen
en beide teams ten goede komen aan alle kinderen. Dit gaf ons de mogelijkheid ons extra te
bezinnen op welke school we zijn en welke school we willen zijn.
Ook onze school heeft te maken met Weer Samen Naar School. De coördinatiegroep heeft onder
leiding van de directeur wekelijks vergaderingen op onze school. De coördinatiegroep coördineert
de zorg in ons samenwerkingsverband. Elke school in ons Samenwerkingsverband heeft een
schoolspecifiek zorgplan waarin zij de zorg expliceert. De Opstap heeft naast de onderwijsfunctie
ook een ondersteuningsfunctie door inzet van diagnostiek en preventief ambulante begeleiding van
scholen en kinderen in ons samenwerkingsverband.
Binnen het onderwijsvoorrangsbeleid wordt met name aandacht besteed aan afstemming van de
zorg aan leerlingen en verbetering van oudercontacten.
7.2
Zorg voor de relatie school en omgeving
In dit kader achten we het wenselijk u te informeren over onze visie op onderwijs.
Leren is
vanuit betrokkenheid
stilstaan bij wat is
om te kunnen ontwikkelen wat kan.
Opstappen: een beweging vanuit wat is, om te streven naar wat kan.
De Opstap: een speciale school voor basisonderwijs
waar men samenwerkt aan de ontwikkeling van en met individuen
A. De levensbeschouwelijke visie/ godsdienstonderwijs. (WPO 13,1)
Wij zijn een algemeen bijzondere school, een school binnen een christelijke cultuur en respecteren
andere geloofs- /levensovertuigingen. Kerstmis en Pasen krijgen in vieringen uitgebreid aandacht.
De school wordt bezocht door kinderen afkomstig uit verschillende (sub)culturen en met diverse
levensbeschouwelijke achtergronden, omdat ouders een SBO-school niet om godsdienstige redenen
kiezen. De school respecteert door het toelaten van het kind tot haar gemeenschap de
geloofsopvattingen of levensopvattingen van ouders en kind, wij verwachten van ouders dat zij onze
identiteit respecteren.
Deze identiteit krijgt gestalte in de wijze waarop mensen in onze organisatie met elkaar omgaan:
respectvol. We proberen vanuit veiligheid en geborgenheid, elkaars capaciteiten te benutten en met
elkaars (on)mogelijkheden rekening te houden, perspectief in elkaar te zien, met als doel kansen
voor ontwikkeling van kinderen en het team te benutten. In de lessen rondom levensbeschouwing
komen aspecten uit zowel christelijke als ook andere wereldgodsdiensten aan de orde. Dit alles is
36
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
37
vaak naar aanleiding van feesten en gebruiken die op dat moment in onze gemeenschap en bij de
leerlingen leven.
B. Visie op de Maatschappij
De maatschappij verandert in hoog tempo. Als school proberen we voor de kinderen de schakel te
zijn naar de maatschappij, daarbij rekening houdend met de maatschappelijke achtergrond. Veel van
onze kinderen beleven de wereld om hen heen als fragmentarisch en zeer complex, ze worden
overspoeld door invloeden en voelen zich soms onveilig. Hun wereld is niet altijd even positief en
voorspelbaar. Op de opvoeders rust een zware taak. We willen ouders betrekken op de school en de
ontwikkeling van hun kind door actief te streven naar goede samenwerking en goed overleg op
basis van gelijkwaardigheid. Dit uit zich vaak in samen actief zijn tijdens schoolse en niet schoolse
activiteiten. De wereld wordt dan voor het kind overzichtelijker en veiliger, zodat het kind deze
opener tegemoet kan treden. Hierbij staat het belang van het kind voorop. De school wil de
kinderen zodanig toerusten dat zij in staat zijn als zelfstandige individuen hun weg te vinden in alles
wat de maatschappij hen als burger en consument te bieden heeft; zij moeten de betekenis kunnen
doorgronden van allerlei regelingen die op hen van toepassing zijn en anderzijds moeten zij
gefundeerde keuzes kunnen maken uit het aanbod van diensten en goederen. Daarom willen we de
leerlingen in staat stellen enerzijds zichzelf verder te ontplooien als individu en anderzijds door
allerlei activiteiten (werk, sport, vrije tijd, maatschappelijke betrokkenheid) zichzelf op een zinvolle
manier te verbinden aan anderen en vruchtbaar met anderen samen te werken. Voor al het
bovenstaande is belangrijk dat kinderen kunnen en willen communiceren en participeren met
anderen. De school dient daar een klimaat voor te creëren..
C. De pedagogische visie
Leerlingen moeten zich geaccepteerd weten, dan zullen zij zich uitgedaagd voelen om naar hun
eigen kunnen te presteren en dan zullen ze op de juiste momenten om de nodige ondersteuning
vragen. We proberen de kinderen die aan ons toevertrouwd zijn op planmatige wijze stimulans en
sturing te geven bij het ontdekken en ontplooien van hun talenten en mogelijkheden, opdat zij
worden wat zij zijn: beloftevol!
- Eigenaarschap
Kinderen zijn eigenaar van hun eigen ontwikkeling
Kinderen zijn geen foto 's, kinderen ontwikkelen zich zelf. ( Prof. Luc Stevens)
In de loop van de tijd is steeds duidelijker geworden dat kinderen zich niet laten vormen, maar dat
ze zich ontwikkelen door met de hen gegeven mogelijkheden eigen antwoorden te vinden in de
omgang met de wereld. In wezen doet een kind dit zelf. Kinderen ontwikkelen zich, behalve in zeer
traumatische omstandigheden, altijd. Ontwikkelen en leren liggen dicht tegen elkaar aan. Een
kenmerk van kinderen is dan ook dat ze altijd leren. De vraag is alleen of wat ze leren belangrijk is in
de ogen van de volwassene.
Op deze manier kijken naar ontwikkeling vraagt om terughoudendheid en vertrouwen van leraren
en andere opvoeders. Dit wil niet zeggen dat het kind geen ondersteuning nodig heeft. Die
ondersteuning moet echter gericht zijn op de eigen- aardige ontwikkeling van het kind.
Sinds enkele eeuwen zijn filosofen er achter, dat kennis niet een objectief fenomeen is. Kennis blijkt
per definitie subjectief te zijn. Kennis is van iemand zelf. Mensen maken hun eigen kennis. Een
gelijke gebeurtenis of ervaring levert voor verschillende mensen verschillende kennis op. Leren is in
deze opvatting maken, of construeren, van kennis. Dit maakt leren tot een actieve gebeurtenis, die
sterk aan de persoon gebonden is. Leren is dan ook persoonlijk. Van de andere kant is het zo dat
leren het beste plaats vindt in een sociale omgeving waar interactie plaats vindt, waar meningen
37
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
38
bediscussieerd worden, waar concepten botsen, waar oplossingen getoetst worden. Ook in deze
sociale omgeving is het individu eigenaar van het eigen leren.
Deze manier van kijken vraagt om een leeromgeving waar respect is voor dat eigenaarschap, door
kinderen keuzes te laten, door niet de nadruk te leggen op het goede antwoord, door niet de zelfde
prestatie te vragen van ieder kind, maar ruimte te geven voor eigen onderzoek.
In een humanistische visie is zelfbeschikking belangrijk. Je eigen keuzes maken, je lot in eigen
handen nemen zijn belangrijke principes die voor volwassenen en kinderen gelden. Zelfbeschikking
en zelfsturing zijn echter niet van zelfsprekend, zij moeten geleerd worden. Je leert echter alleen je
eigen beslissingen nemen in een omgeving waar dat mag, en waar dat van je verwacht wordt.
Daarnaast is het belangrijk om de instrumenten in handen te krijgen om keuzes te kunnen maken:
onderzoeken en geïnformeerd zijn. Keuzes zijn echter nooit vrijblijvend, ze zijn waarden-gebonden.
Het is belangrijke te leren reflecteren op je keuzes.
Een school die het eigenaarschap van het kind over eigen leren en ontwikkeling erkent zal:
Kinderen betrekken bij beslissingen (participatie)
Kinderen keuzes laten
Initiatieven van kinderen honoreren
Vertrouwen in ontwikkeling van kinderen als basis nemen.
Een subjectieve norm voor beoordeling hanteren
Een accent leggen op zelfbeoordeling.
Ruimte bieden voor reflectie
We willen de leerlingen opvoeden tot zelfstandigheid.
Voor leerkrachten betekent dat, dat zij:
o Uitgaan van de motivatie van leerlingen, deze aanboren en bevorderen en ze te laten
verwezenlijken wat in potentie in hen zit;
o proberen zo systematisch mogelijk aan te sluiten bij wat leerlingen al weten, kunnen en
willen;
o rekening houden met het gevoelsleven en de motivatie van de leerlingen;
o kinderen leren grip te krijgen op hun gevoelsleven en daar adequaat mee om leren gaan in
relatie tot zichzelf en hun omgeving;
o hun instructie richten op het verwerven van vaardigheden;
o aan de leerlingen duidelijk maken waar die de vaardigheden voor nodig hebben;
o duidelijk uitdragen dat het leren de verantwoordelijkheid is van de leerlingen;
o voldoende gelegenheid scheppen en voldoende motiveren om leerlingen tot eigen
leeractiviteiten te brengen;
o de leerlingen minstens zozeer begeleiden als instrueren.
Voor leerlingen betekent dat, dat zij vanuit het gegeven dat zij uniek zijn en het feit dat ze
deel uitmaken van een groep:-
o leren begrijpen waarom ze iets doen;
o leren ideeën over de wereld te verkennen;
o begrip (leren) op te brengen voor andermans standpunten, manier van doen en andermans
gevoelens
o leren eigen doelen en problemen onder woorden te brengen en die doelen proberen te
bereiken en de problemen leren op te lossen;
o daarbij zetten ze hun nieuwsgierigheid, fantasie en andere talenten in om creatief, actief en
succesvol te zijn vanuit een realistisch en positief zelfbeeld;
o effectief leren reageren op kritiek en conflicten;
o leren delen en te helpen (zorgzaamheid en vriendelijkheid);
o zich leren beheersen en leren bepaalde negatieve invloeden te weerstaan
38
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
39
(bijvoorbeeld niet meedoen aan pesten);
o communicatieve vaardigheden ontwikkelen;
o kunnen praten en luisteren naar meningen van anderen, rekening kunnen houden met
gevoelens van anderen, goede vragen durven te stellen;
o verantwoordelijkheid leren te nemen, consequenties van beslissingen en daden onder ogen te
zien, bepaalde gedragsnormen leren na te leven en verplichtingen leren na te komen;
D. De onderwijskundige visie
SBO De Opstap heeft een tweetal functies n.l. een onderwijsfunctie en een ondersteuningsfunctie
naar andere scholen in ons samenwerkingsverband. Voor beide functies geldt dezelfde
onderwijskundige visie.
- Een goede school herkent men aan wat zij doet met de verschillen tussen kinderen.
In onze school wordt adaptief onderwijs gegeven. We gaan er van uit dat mensen verschillen. Dit
geldt zowel voor leerlingen, leerkrachten als ouders. Voor veel van onze kinderen geldt dat ze de
leerdoelen zoals die door de inspectie zijn geformuleerd mogelijk niet zullen bereiken. We streven
ernaar leerlingen doelen te laten bereiken die voor hen haalbaar zijn. We hebben positieve
verwachtingen t.a.v. hun mogelijkheden, maar ook oog voor hun beperkingen.
Afhankelijk van de hulpvraag worden kinderen in een bepaalde groep geplaatst. Binnen deze
groepen zijn regels duidelijk en weet de leerling waarop hij terug kan vallen. In het omgaan met
verschillen tussen kinderen kan het noodzakelijk zijn regels_aan te passen. De leraar sluit zijn
instructie in tempo en inhoud aan bij de behoefte onder zijn leerlingen en de tijd die iedere leerling
eraan besteden kan. Er wordt gekozen voor een flexibele vorm van instructie, inclusief
doelstellingen, materiaalgebruik en verwerkingsmogelijkheden.
- Wat is de noodzaak om over een andere manier van leren, en een andere inrichting van
het onderwijs na te denken.
Voor kinderen:
• Echt aansluiten bij de leerbehoeften en leermogelijkheden van kinderen.
• Welbevinden en eigenaarschap van eigen leren.
• Transfer: zorgen dat er echt geleerd wordt. Het geleerde wordt later toegepast.
Voor leraren:
• Verminderen van de druk die opgelegd wordt door de organisatie
• Verminderen van de druk die opgelegd wordt door het hanteren van normen
• Verminderen van de frustratie niet te bereiken wat je wilt bereiken.
- Kinderen kiezen, leraren nodigen uit.
Uitgaande van de stellingen, dat leren een persoonlijke bezigheid is, en dat leren vooral of alleen
plaats vindt als het betekenisvol is voor het kind, krijgt de verhouding tussen leraar en kind een
specifiek karakter.
- Het accent verschuift van onderwijzen naar leren.
Wat de leraar onderwijst, wordt niet vanzelfsprekend door de kinderen geleerd. Misschien wel in
tegendeel. Leren van een kind is vooral een bezigheid van dat kind, dat de leraar kan ondersteunen.
Als een leerling actief wil leren:
• Moet hij zeggenschap hebben over zijn activiteiten.
• Emotioneel vrij zijn, vrij van spanning.
• Kans hebben op succes.
Een leraar die werkelijk wil dat een kind iets leert,zal rekening houden met deze punten en
vermijden......
• Een kind te dwingen tot activiteiten.
39
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
40
• De situatie onveilig te maken
• Kinderen activiteiten aan te bieden die liggen buiten de zone van naaste ontwikkeling.
Deze leraar zal in ieder geval....
• De keuze van kinderen respecteren.
Deze verhouding tussen leraar en kind wordt uitgedrukt in de zin
"Kinderen kiezen, leraren nodigen uit. "
Om deze zin waar te maken moet er in de school....
• wat te kiezen zijn voor kinderen in de betekenis dat zij over hun eigen activiteiten kunnen
beslissen.
• wat te kiezen zijn voor kinderen, in de betekenis dat er een ruim aanbod van mogelijke
activiteiten is in de school.
Leraren in zo'n school......
• gaan regelmatig een gesprek aan met kinderen over hun keuzes.
• doen kinderen voorstellen voor activiteiten die zij van belang achten voor hun ontwikkeling.
• richten de leeromgeving zo in dat kinderen gestimuleerd worden activiteiten te kiezen die zij
belangrijk vinden.
- Leerlingen worden betrokken bij de planning van hun eigen leerproces.
Zij leren een eigen verantwoording te dragen voor het onderwijsleerproces. Ze worden betrokken
bij de evaluatie van hun vooruitgang.
- Leerlingen moeten ervaren dat zij elkaar nodig hebben
We hanteren naast individuele opdrachten groepsopdrachten. Omdat leerlingen daarvoor samen
verantwoordelijk zijn, kan eenieder zijn specifieke bijdrage leveren aan het gezamenlijk doel en
tegelijkertijd profiteren van de bijdragen
van anderen.
- Zinvol / betekenisvol
Opheffen van de spanning tussen zinvol en betekenisvol.
Betekenisvol is leren vanuit het perspectief van het kind, de lerende. Betekenisvol is:
• Wat je boeit
• Waar je aan wilt werken
• Wat je de moeite waard vindt om te doen
• Waar je door geraakt wordt
• Wat je bezig houdt
Of een activiteit betekenisvol is voor een kind blijkt uit de manier waarop hij er mee bezig is:
• Betrokken
• Actief
• Vasthoudend
Een kind dat bezig is met een voor hem betekenisvolle activiteit leert echt
Zinvol is leren uit het perspectief van de volwassenen, de leraar. Zinvol is wat de leraar belangrijk
vindt dat de lerende leert. Wat zinvol is, heeft de leraar min of meer intensief overdacht en
geordend. Begrippen die gebruikt worden in het domein van de zinvolheid aan te geven zijn:
Leerstof
Leerdoelen
Eindtermen
Competenties
Leeressenties
Al deze begrippen hebben hun eigen achtergrond. Leerstof is bijvoorbeeld een begrip dat verwijst
naar een vast liggende hoeveelheid kennis, terwijl competenties verwijzen naar kennis en
40
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
41
vaardigheden, maar ook attitudes die iemand nodig heeft om bepaalde activiteiten of
werkzaamheden te kunnen verrichten
De leraar heeft verschillende bronnen bij de bepaling van wat hij zinvol vindt.
Hij kan kiezen:
Regels en voorschriften Traditie Methoden
Overdenking van het leven
Beschouwing van wat er in de komende tijd van de lerende verwacht wordt
Het kind leert vooral, of alleen wat betekenisvol voor hem is.
De leraar wil graag dat het kind bezig is met activiteiten die vanuit zijn perspectief
zinvol zijn.
Hiervoor heeft de leraar de volgende middelen ter beschikking:
• Het voorbereiden van de leeromgeving.
• De dialoog met het kind
• Het doen van aantrekkelijke voorstellen.
E. De visie op schoolorganisatie.
- De school wordt gezien als een levende en lerende organisatie.
We willen een evenredige taakverdeling met gebruikmaking van ieders specifieke kwaliteiten en
deskundigheden. We willen van elkaar leren. Dit veronderstelt een actieve deelname van
verantwoordelijke individuen. In onze school kennen we verschillende functies en taken. Omdat de
school verandert zullen de functie- en taakomschrijvingen en daarmee de eisen die we stellen mee
veranderen.
- De school is een professionele organisatie.
De school staat voor de kwaliteit die zij levert, toetst deze en onderneemt acties om de
kwaliteit te verbeteren, borgt en bewaakt de kwaliteit.
- De school is gericht op ontwikkeling en daardoor onderhevig aan verandering.
We gaan ervan uit dat verbeteren van kwaliteit inhoudt dat men flexibel ingaat op verschillende
externe ontwikkelingen ( bijvoorbeeld de WPO, de WEC, onze functie in het
samenwerkingsverband, de motivatiepsychologie) en op interne uitdagingen ( de verdichting van de
problematiek, de wil om adequate antwoorden te geven op hulpvragen van kinderen).
- Schoolontwikkeling wordt gezien als een cyclisch verlopend proces. Er zullen zich steeds
nieuwe uitdagingen en problemen aandienen waarvoor men antwoorden en oplossingen zal moeten
vinden. Men kan van de gevonden oplossingen als individu en organisatie leren. Deze ervaringen
maken het mogelijk in een volgende fase uitdagingen en problemen niet alleen beter te selecteren,
maar ook beter op te lossen. In de beleidsgroep worden beleidsvoorstellen geformuleerd die met het
team worden kortgesloten.
- Ontwikkeling vindt plaats in een sfeer waarbij, draagvlak, bijscholing, het
experimenteren, collegiale consultatie en het hebben van functioneringsgesprekken een
vanzelfsprekendheid zijn.
De schoolorganisatie is erop gericht leerkrachten en leerlingen bij het primair proces te
ondersteunen, waarbij rekening wordt gehouden met de verschillende functies, taken en
verantwoordelijkheden.
- Het is wenselijk voortdurend aandacht te besteden aan de kwaliteiten van de organisatie
terwijl die verandert.
Werkgroepen binnen en buiten de school kunnen op verschillende manieren aan de slag: niet
iedereen behoeft in dezelfde mate betrokken te worden. Werkgroepen kunnen ontbonden worden.
41
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
42
In het kader van WSNS werkt onze school nadrukkelijk mee met buurtscholen. Vergaderingen
van het directieberaad Maastricht Oost vinden plaats in onze school. Ook de vergaderingen van de
coördinatiegroep en het bestuur van de federatie vinden plaats in de Opstap. In het zorgplan van
WSNS regio 54 worden directieberaden gesitueerd rondom SBO-scholen.
Wij hebben contact met de onderwijsbegeleidingsdienst Consent. Consent, bureau Doetinchem,
Mw. Van Woerkum e.a. ondersteunen de school bij haar ontwikkeling. Ook hebben wij contacten
met Stichting Trajekt. Enkele opleidingsinstituten werken in volle tevredenheid met ons samen,
hiervan noemen we de Pabo’s en de opleiding voor sociaal pedagogisch werker en verschillende
universiteiten.
42
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
8
REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN
8.1
Schooltijden
Alle groepen hebben les op de volgende tijden:
Maandag
:
9.00 – 12.15 uur en van
Dinsdag
:
9.00 – 12.15 uur en van
Woensdag
:
9.00 – 12.45 uur
Donderdag
:
9.00 – 12.15 uur en van
Vrijdag
:
9.00 – 12.15 uur en van
43
13.00- 15.15 uur
13.00- 15.15 uur
13.00- 15.15 uur
13.00- 15.15 uur
De groepen A en B hebben een keer per 14 dagen een woensdagochtend vrij:
Groep A (Pia) heeft vrij op
Groep B (Brigitte) heeft vrij op
16 augustus
30 augustus
13 september
27 september
11 oktober
18 oktober vakantie
23 augustus
6 september
20 september
4 oktober
18 oktober vakantie
25 oktober
1 november
8 november
15 november
22 november
29 november
6 december
13 december
20 december
27 december vakantie
3 januari vakantie
10 januari
17 januari
24 januari
31 januari
7 februari
14 februari
21 februari carnavalsvakantie
21 februari carnavalsvakantie
28 februari
7 maart
14 maart
21 maart
28 maart
4 april
11 april
18 april
25 april
meivakantie
2 mei
meivakantie
9 mei
16 mei
23 mei
30 mei
6 juni
13 juni
20 juni
27 juni
Op woensdagmiddag en zaterdag hebben de leerlingen vrij.
Vanaf 8.45 uur en vanaf 12.30 uur is er toezicht op de speelplaats. Vanaf 8.40 uur zijn brigadiers in
functie om uw kinderen veilig te laten oversteken. Stuur uw kinderen derhalve niet eerder. Na
schooltijd worden de kinderen begeleid naar de bussen en taxi’s.
43
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
44
• Maatregelen preventie schoolverzuim
Ouders en leerkrachten zien erop toe dat de ontwikkeling van het kind zo optimaal mogelijk
verloopt. Verzuim van school kan deze ontwikkeling belemmeren. Ouders en school hebben er baat
bij dat zij elkaar informeren indien het kind niet aan het onderwijsleerproces kan deelnemen. Om
spijbelen te voorkomen is een goede communicatie over schoolverzuim een must. Om 9.15 uur
wordt in alle groepen de aanwezigheid van de leerlingen gecontroleerd. Wanneer kinderen niet
ziekgemeld zijn vraagt dit onnodig veel tijd van onze medewerkers. Niet ziekgemelde kinderen en
kinderen zonder toestemming voor verzuim worden als “ongeoorloofd verzuim” genoteerd.
• Regels in geval van schoolverzuim
Van alle kinderen wordt bijgehouden of zij aanwezig zijn op school. Wij vragen u in geval van ziekte
of bezoek aan huisarts, ziekenhuis, tandarts, orthodontist, het verzuim vóór 9.00 uur aan de
administratie mee te delen. Daarbij is het fijn als u een inschatting doet van het aantal te verwachte
ziektedagen.
Leerlingen zijn leerplichtig. De overheid wil dat wij er op toezien dat kinderen niet onnodig van
school verzuimen. Daarom is de directie belast met het toezicht op schoolverzuim en moet
beoordelen of u dringende redenen heeft om uw kind te laten verzuimen. Ziekte is een dringende
reden.
Toch kunnen er ook andere dringende redenen zijn waarvan u denkt dat zij een reden zijn voor uw
kind om van school te verzuimen. Verlof voor schoolverzuim kan alleen gegeven worden in echt
dringende gevallen. Verlof kan alleen schriftelijk worden aangevraagd. U moet dit doen met behulp
van het formulier “Verlofaanvraag”, dat u in deze schoolgids vindt. Op school kunt u dit formulier
vragen bij de administratie.
Betreft het een aanvraag voor verlof voor méér dan 10 dagen wegens gewichtige omstandigheden,
dan moet hier een speciaal formulier voor ingevuld worden. Dit is niet te verkrijgen bij de
administratie van onze school. In deze gevallen moet contact opgenomen worden met de ambtenaar
leerplichtzaken van de gemeente.
Ongeoorloofd verzuim wordt bij de ambtenaar leerplichtzaken van de gemeente gemeld,
die dan een onderzoek instelt.
44
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
8.2
45
Vakantietijden
Omdat wij een streekschool zijn willen we graag afstemming van de vakantierooster met andere
scholen voor zowel basisonderwijs alsook voor voortgezet onderwijs. De volgende vakantieregeling
is van toepassing.
VAKANTIEREGELING MAASTRICHT e.o. 2006-2007
week zondag
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
32
6 aug
7 vakantie 2005
8 vakantie
9 vakantie
10 vakantie
11 vakantie
33
13 aug
14
15
16
17
18
34
20 aug
21
22
23
24
25
35
27 aug
28
29
30
31
1
36
3 sept
4
5
6
7
8
37
10 sept
11
12
13
14
15
38
17 sept
18
19
20
21
22
39
24 sept
25
26
27
28
29
40
1 okt
2
3
4
5
6
41
9
42
8 okt
15 okt
16 herfstvakantie
10
17 herfstvakantie
11
18 herfstvakantie
12
19 herfstvakantie
13
20 herfstvakantie
43
22 okt
23
24
25
26
27
44
29 okt
30
31
1
2
3
45
5 nov
6
7
8
9
10
46
12 nov
13
14
15
16
17
47
19 nov
20
21
22
23
24
48
26 nov
27
28
29
30
1
49
3 dec
4
5
6
7
8
50
10 dec
11
12
13
14
15
51
17 dec
18
19
20
21
22
52
1
24 dec
31
25 kerstvakantie
1 jan. kerstvakantie
26 kerstvakantie
2 kerstvakantie
27 kerstvakantie
3 kerstvakantie
28 kerstvakantie
4 kerstvakantie
29 kerstvakantie
5 kerstvakantie
week zondag
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
2
7 jan
8
9
10
11
12
3
14 jan
15
16
17
18
19
4
21 jan
22
23
24
25
26
5
28 jan
29
30
31
1
2
6
4 feb
5
6
7
8
9
7
11 feb
12
13
14
15
16
8
18 feb
19 carnavalsvakantie
20 carnavalsvak.
21 carnavalsvak.
22 carnavalsvak.
23 carnavalsvak.
week zondag
9
25 feb
10
4 mrt
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
Vrijdag
26
5
27
6
28
7
1
8
2
9
11
11 mrt
12
13
14
15
16
12
18 mrt
19
20
21
22
23
45
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
27
28
3
4
13
14
25 mrt
1 apr
26
2
15
8 apr
9 paasmaandag
10
16
15 apr
16
17
22 apr
18
29 apr
23 meivakantie
30 koninginnedag
week zondag
19
46
29
5
30
6
11
12
13
17
18
19
20
24 meivakantie
1 meivakantie
25 meivakantie
2 meivakantie
26 meivakantie
3 meivakantie
27 meivakantie
4 bevrijdingsdag
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
6 mei
7
8
9
10
11
20
13 mei
14
15
16
17 hemelvaart
18 vrije dag
21
20 mei
21
22
23
24
25
22
27 mei
28 pinkstermaandag
29
30
31
1
23
3 juni
4
5
6
7
8
24
10 juni
11
12
13
14
15
25
17 juni
18
19
20
21
22
26
24 juni
25
26
27
28
29
27
1 juli
2 zomervakantie
3 zomervakantie
4 zomervakantie
5 zomervakantie
6 zomervakantie
28
8 juli
9 zomervakantie
10 zomervakantie
11 zomervakantie
12 zomervakantie
13 zomervakantie
29
15 juli
16 zomervakantie
17 zomervakantie
18 zomervakantie
19 zomervakantie
20 zomervakantie
30
22 juli
23 zomervakantie
24 zomervakantie
25 zomervakantie
26 zomervakantie
27 zomervakantie
31
32
29 juli
4 aug.
30 zomervakantie
31 zomervakantie
1 zomervakantie
2 zomervakantie
3 zomervakantie
5 zomervakantie
6 zomervakantie
7 zomervakantie
8 zomervakantie
9 zomervakantie
Verantwoording urentabel
Maandag
9.00- 12.15
13.00- 15.15
5.30
Dinsdag
9.00- 12.15
13.00- 15.15
5.30
Woensdag
9.00- 12.45
Donderdag
9.00- 12.15
13.00- 15.15
5.30
Vrijdag
9.00- 12.15
13.00- 15.15
5.30
3.45
25.45 uur
(Voor de leerlingen in groep A en B geldt 1 x per twee weken een woensdag vrij).
Jaartotaal Groep C t/m O: 52 x 25u45 = 1339 uur-333u15 vakanties maakt
1005u45 onderwijs
Jaartotaal voor A en B = 1339 – (20x3u45=75u woensdagen) –333u15 vakanties maakt
930u45 onderwijs.
46
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
47
Verantwoording uren vakanties en vrije dagen:
Herfstvakantie 16 t/m20 oktober:
Kerstvakantie 25 dec t/m 5 jan.
Carnavalsvakantie 19 t/m 23 febr.
Meivakantie 23 april t/m 4 mei
Zomervakantie 2 juli t/m 10 aug.
Studiemiddag
2e Paasdag 9 april
Hemelvaartsdagen 17 en 18 mei
2e Pinksterdag 28 mei
Totaal voor groep C t/m O:
Voor A en B 20 woensdagen erbij
Totaal voor groep A en B:
25u45
51u30
25u45
51u30
154u30
2u15
5u30
11u00
5u30
333u15
75u00
408u15
47
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
48
NAMEN EN ADRESSEN:
9.1
De school
Direkteur:
Locatiedirecteur:
Dhr. Koos Consten
Dhr. Hans Bergmans
Personeelsleden
Intern begeleider
onderbouw:
Intern begeleider
middenbouw:
Intern begeleider
bovenbouw:
Dhr. Ray Willems
Dhr. Eric Driessens
Mw. Nicole Penders
Groep A:
Groep B:
Groep C:
mw. Pia Abeling- van Wersch
Mw. Stella Doorenbosch
Groep D:
Mw. Lilian Heuts-Claessens
Mw. Brigitte Kicken
Mw. Stella Doorenbosch
Groep E:
Mw. Marion WiddershovenGadet
Mw. Patty Beckers-Vink
Groep G:
Dhr. Rutger Smeets
Groep H:
Dhr. Roger van Houtem
Groep J:
Mw. Karin Bosch/Kristel
Zeegers
Groep K:
Mw. Zus Dassen
Mw. Trees Vermeulen
Groep L:
Mw. Rosita Wijnands
Mw. Claudia Kuipers
Groep M:
Mw. Diana Vroomen
Mw. Cynthia Vroomen
Groep N
Dhr. Erik Sluysmans
Groep O:
Dhr. Ed Schils
Dhr David Gardeniers
Vakleerkracht
bewegingsonderwijs:
Mw. Paulien Verschuuren
Vakleerkracht
muzikale vorming:
Mw. Yolande Lepot-Eymael
Taakverlichting directie
ADV- en andere interne
vervangingen:
Mw. Trees Brorens-Bouwens
Keuken-assistente
RT-Leerkracht
ondersteuning:
Dhr.Ger Ritzen
leerkracht ondersteuning
ICT:en adv leerkracht groep N
en O
GroepF:
Mw. Sonja Verhaeren
Mw. Hilde Janssen/ Kristel
Zeegers
Groep I:
Mw Ine Vluggen/Diana
Vroomen
Dhr.Toon Alofs
RT-Leerkracht
Ondersteuning:
Mw. Monique Lambrix-Kupers Mw. Carla Hoedemaekers
Dhr. David Gardeniers
RT-Leerkracht
Ondersteuning:
Mw. Riny Philippens
48
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
49
Klassenassistente:
Mw. Stella Doorenbosch
Klassenassistente:
Mw. Gemma v.Vugt
Klassenassistente:
Mw. Lioba Gilissen-Kusters
Orthopedagoog:
Mw. Ine Wolfs-Tijhuis
Psychologisch-assistente:
Mw . Karien Kienhuis-Smits
Psychologe
Mw. Nicole Penders
Schoolarts:
Mw. Marianne Thewissen
Maatschappelijk werkster:
Mw. Merel van Doezelaar
Maatschappelijk werkster:
Mw.Wilma Willems
Logopediste:
Mw. Valence Sonnen
Logopediste:
Mw. Nancy Knols-Geilen
Administratief medewerkster:
Mw. Riny Florack-Dresen
Concierge:
Dhr. Theo Schoutrop
Ass. Conciërge:
Dhr. Daan Ubachs
Administratief medewerkster
WSNS:
Mw. Veerle Vandooren
Fysiotherapeute
Mw. M. Pelgrim
Fysiotherapeute
Mw. C. Bruning
9.2
Het Schoolbestuur
MosaLira wordt bestuurd door een uit zeven leden bestaand bestuur dat op zekere afstand staat en
de stichting op hoofdlijnen bestuurt, waarbij als uitgangspunt geldt dat afstand in besturen niet
betekent afstand in betrokkenheid. Er is eerder sprake van gepassioneerde distantie. De dagelijkse
leiding van de stichting ligt in handen van de uit twee leden bestaande algemene directie die daarbij
wordt ondersteund door een bestuursbureau.
De algemene directie streeft ernaar de scholen van de stichting met zo weinig mogelijk
overheadkostenzo optimaal mogelijk aan te sturen en te ondersteunen, daarbij de autonomie en de
identiteit van de scholen zoveel mogelijk waarborgend.
Bovenschools beleid en bovenschoolse procedures worden geïnitieerd door de algemene directie,
het directeurenberaad (met daarin alle directeuren van de scholen) of het bestuur, voorbereid en
uitgewerkt door de algemene directie en vastgesteld door het bestuur.
Zie verder : www.mosalira.nl
Postadres MosaLira:
Pastoor Habetsstraat 40a
6217 KM Maastricht
tel. 043-3540133
9.3
De inspectie
De Inspectie
Inspectie basisonderwijs
49
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
50
Postbus 530
5600 AM Eindhoven
tel: 040 21 97 000
9.4
De Oudervereniging
Voorzitter
Mw. A. Hondmann
9.4
Penningmeester
Dhr. W. Brassel
Secretaris
Dhr. M Retz
Medezeggenschapsraad
Voorzitter:
dhr. R. Willems
Penningmeester:
Mw. Valence Sonnen
Secretaris:
dhr. Bergmans
lid: Mw. Valence Sonnen
Namens ouders:
mw. M. Heemskerk
Mw. von Höfen
Mw. A. Habets
In verband met een aantal vacatures zal na de zomervakantie een verkiezingsprocedure opgestart
worden. U wordt hierover natuurlijk geïnformeerd.
50
Bijlage 1:
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
51
PROTOCOL SCHORSING EN VERWIJDERING VAN LEERLINGEN
Dit protocol treedt in werking als er sprake is van ernstig ongewenst gedrag door een leerling, waarbij psychisch en of
lichamelijk letsel aan derden is toegebracht.
Er worden 3 vormen van maatregelen genomen:
•
Time-out
•
Schorsing
•
Verwijdering
Time-out
Een ernstig incident leidt tot een time-out met onmiddellijke ingang.
Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
•
In geval van een time-out wordt de leerling voor de rest van de dag de toegang tot de school ontzegd.
•
Tenzij redelijke gronden zich daartegen verzetten worden de ouders/verzorgers onmiddellijk van het incident
en de time-out gemotiveerd op de hoogte gebracht. ( zie noot 1)
•
De time-out maatregel kan eenmaal worden verlengd met 1 dag. Daarna kan de leerling worden geschorst
voor maximaal 1 week. In beide gevallen dient de school vooraf of – indien dat niet mogelijk is – zo spoedig
mogelijk na het effectueren van de maatregel contact op te nemen met de ouders.
•
De ouders/verzorgers worden op school uitgenodigd voor een gesprek. Hierbij is de groepsleerkracht en een lid
van de directie van de school aanwezig.
•
Van de het incident en het gesprek met de ouders wordt een verslag gemaakt. Dit verslag wordt door de
ouders voor gezien getekend en in het leerlingendossier opgeslagen. (zie noot 2)
•
De time-out maatregel kan alleen worden toegepast na goedkeuring door de directie van de school.
•
De time-out maatregel wordt na toepassing schriftelijk gemeld aan het bevoegd gezag.
Schorsing
Pas bij een volgend ernstig incident, of in het afzonderlijke geval dat het voorgevallen incident zo ernstig is, kan worden
overgegaan tot een formele schorsing.
De wettelijke regeling voor het Bijzonder/Openbaar* onderwijs is hierbij van toepassing.
Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
•
Het bevoegd gezag van de school wordt voorafgaand aan de schorsing in kennis gesteld van deze maatregel en
om goedkeuring gevraagd.
•
Gedurende de schorsing wordt de leerling de toegang tot de school ontzegd. Voor zover mogelijk worden er
maatregelen getroffen waardoor de voortgang van het leerproces van de leerling gewaarborgd kan worden. (zie
noot 3)
•
De schorsing bedraagt maximaal 3 weken en kan hooguit 2 maal worden verlengd. (zie noot 4)
51
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
•
De betrokken ouders/verzorgers worden door de directie uitgenodigd voor een gesprek betreffende de
maatregel. Hierbij dienen nadrukkelijk oplossingsmogelijkheden te worden verkend, waarbij de
mogelijkheden en de onmogelijkheden van de opvang van de leerling op de school aan de orde komen.
•
Van de schorsing en het gesprek met de ouders wordt een verslag gemaakt. Dit verslag wordt door de
ouders/verzorgers voor gezien getekend en in het leerlingendossier opgeslagen.
•
Het verslag wordt ter kennisgeving verstuurd aan:
•
o
Het bevoegd gezag
o
De ambtenaar leerplichtzaken
o
De inspectie onderwijs
52
Ouders kunnen beroep aantekenen bij het bevoegd gezag van de school. Het bevoegd gezag beslist uiterlijk
binnen 14 dagen op het beroep.
Verwijdering
Bij het zich meermalen voordoen van een ernstig incident, dat ingrijpende gevolgen heeft voor de veiligheid en/of de
onderwijskundige voortgang van de school, kan worden overgegaan tot verwijdering.
De wettelijke regeling voor het Bijzonder/Openbaar* onderwijs is hierbij van toepassing.
Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
•
Verwijdering van een leerling van school is een beslissing van het bevoegd gezag.
•
Voordat men een beslissing neemt, dient het bevoegd gezag de betrokken leerkracht en de directie te horen.
Hiervan wordt een verslag gemaakt wat aan de ouders ter kennis worden gesteld en door de ouders voor
gezien wordt getekend.
•
Het verslag wordt ter kennisgeving opgestuurd naar
o
De ambtenaar leerplichtzaken
o
De inspectie onderwijs
•
Het bevoegd gezag informeert de ouders schriftelijk en met redenen over het voornemen tot verwijdering,
waarbij de ouders gewezen wordt op de mogelijkheid van het indienen van een bezwaarschrift.
•
De ouders krijgen de mogelijkheid binnen zes weken een bezwaarschrift in te dienen.
•
Het bevoegd gezag is verplicht de ouders te horen over het bezwaarschrift.
•
Het bevoegd gezag neemt een uiteindelijke beslissing binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift.
•
Een besluit tot verwijdering is pas mogelijk nadat een andere basisschool of een andere school voor speciaal
onderwijs is gevonden om de leerling op te nemen of dat aantoonbaar is dat het bevoegd gezag, gedurende acht
weken, er alles aan heeft gedaan om de leerling elders geplaatst te krijgen.
Noot 1: Als veiligheid voorop staat, en dat zal regelmatig het geval zijn, moet de time-out niet afhankelijk gesteld
worden van het contact met ouders. De vraag blijft dan staan wat er moet gebeuren als de ouders niet te bereiken zijn.
Eventueel is het verwijderen uit de klas en opvang elders nog een oplossing?
Noot 2: de time-out is geen officieel instrument, maar kan niettemin bruikbaar zijn bij onveilige situaties of bij het
52
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
53
herstellen van de rust binnen de school: het is principieel geen strafmaatregel maar een ordemaatregel in het belang
van de school; daarom geen aantekening van de time-out maar van het incident in het dossier van de leerling.
Noot 3: Schorsing mag niet betekenen dat het doen van toetsen (denk aan cito-entree of eindtoetsen) wordt
belemmerd. Dit vraagt passende maatregelen, bijv. het wel tot de school toelaten voor het doen van deze toets.
Daarnaast kan het beschikbaar stellen van (thuis)studiemateriaal tot de mogelijkheden behoren.
Noot 4: wezenlijk is dat de schorsing aan een maximum termijn gebonden is; zij mag geen verkapte verwijdering
worden; de termijn is zo gekozen dat in het ernstigste geval de school voldoende tijd ter beschikking heeft om een
eventuele verwijderingsbeslissing op zorgvuldige wijze voor te bereiden.
53
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
Bijlage:
54
VERSLAG INZAKE TIME-OUT, SCHORSING EN OF VERWIJDERING VAN
LEERLINGEN.
Naam leerling:
……………………………………………………
Geboortedatum:
……………………………………………………
Naam leerkracht:
……………………………………………………
Datum incident:
……………………………………………………
Het betreft ongewenst gedrag tijdens
o lesuren
o vrije situatie
o plein
o elders
Het betreft ongewenst gedrag ten aanzien van
o leerkracht
o medeleerlingen
o anderen t.w. …………………………
Korte omschrijving van het incident:
……………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………
Ouders/verzorgers op de hoogte gesteld d.m.v.
o huisbezoek
o telefonisch contact
Datum en tijd:
…………….
Gesproken met: …………….
De volgende maatregel is genomen:
o time-out
o schorsing
o in gang zetten van een procedure tot verwijdering
Datum gesprek ouders/verzorgers en de school:
(zie verder verslag van het gesprek)
…………………………….
54
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
55
Afspraken tussen ouders/verzorgers en de school:
……………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………
………………………………………………
55
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
56
Bijlage 2:
DE WIJZE WAAROP DE ZORG VOOR LEERLINGEN MET SPECIFIEKE ONDERWIJSBEHOEFTEN
WORDT VORMGEGEVEN:
• Voortgangsregistratie
In onze school is het begeleidingstraject het raamwerk van waaruit we
de begeleiding van leerlingen vorm geven.
Groepsleerkrachten hebben hun leerlingdossier, daar houden ze in bij
hoe de voortgang van het kind vorm krijgt.
In het leerlingvolgsysteem van Cito volgen we vanaf 2003 de leerlingen
ook digitaal.
• Individuele begeleiding
Indien een specifieke aanpak van de leerling noodzakelijk is, staat dit
vermeld in het begeleidingstraject. Indien afgeweken wordt van de
werkwijze binnen de groep en er volgens een specifiek handelingsplan
wordt gewerkt, is daar een schriftelijke neerslag van in het dossier.
• Specifieke voorzieningen
Kinderen waarvan we denken dat ze middels logopedie, fysiotherapie,
orthopedagogische muziekbeoefening meer kansen kunnen creëren om zich
te ontwikkelen krijgen mits daar ruimte voor is binnen onze budgetten
onder schooltijd de mogelijkheden daartoe. Met ouders worden de
mogelijkheden verkend.
• Het zorgplan van het samenwerkingsverband geeft de parallelliteit
aan tussen de schoolontwikkeling en de ontwikkeling van zorg in het
samenwerkingsverband.
Als SBO-school vinden we het prettig onze aanpak kort te sluiten met de
Permanente Commissie Leerlingenzorg van het samenwerkingsverband. Daartoe
worden de begeleidingstrajecten van leerlingen opgestuurd naar de PCl ter
informatie en vindt ook visitatie van SBO-scholen plaats. Tijdens die
bezoeken worden n.a.v. dossiers enkele leerlingen besproken.
56
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
Bijlage 3: . ZORG VOOR HET JONGE KIND (wpo ART 13. 1B)
57
De wijze waarop de zorg voor het jonge kind wordt vormgegeven
Zoals u reeds in de schoolgids heeft kunnen lezen is er in SBO De Opstap veel aandacht voor het Jonge Kind. Naast
groepsleerkrachten zijn met name de 3 klassenassistenten voor 4 ochtenden toegevoegd aan deze groep leerlingen, is er
extra aandacht voor bewegingsonderwijs ( motorische ontwikkeling) en heeft het functioneel leren in de
basisontwikkeling onze volledige aandacht. We denken een kwaliteitsverbetering te bereiken door op deze manier
adaptief te werken.
Tevens zien we dat ook stagiaires m.n in de onderbouw stage lopen.
Het aanmaken van begeleidingstrajecten is een kwalitatieve impuls in de school. Het kunnen omschrijven van kansen
en ontwikkelingsperspectief is een manier om reéle verwachtingen te uiten.
Bijlage 4:
INFORMATIE OVER DE DOELEN EN ACTIVITEITEN OM DE DOELEN TE
BEREIKEN
T.a.v. sociaal-emotionle ontwikkeling zullen we mits de Gemeente Maastricht daar ook de additionele middelen toe ter
beschikking stelt een Pilot Spelen op het speelplein vormgeven.
Het blijkt namelijk dat een aantal leerlingen onvoldoende kan profiteren van hetgeen ze in de klassensituatie t.a.v.
gedragsregels etc. leren. In de vrije situatie , de pauze, kunnen ze onvoldoende profiteren of zijn een bedreiging voor
andere kinderen. We gaan binnen deze pilot kinderen spelactiviteiten bewust aanleren. Daarnaast is de aandacht voor
de nieuwe methode Leefstijl ook al volop. Onderzoek naar een betere taalmethode is ook onder de aandacht.
Het ICT-onderwijs zal meer deel gaan uitmaken van onze zorg naar leerlingen, zowel in het volgen
van leerlingen als in het initiëren en zelfstandig leren. Er is een continue ontwikkeling inzake extra
moderne middelen voor kinderen met dyslexie, mogelijk komt ook daar een pilotachtige
samenwerking met de universiteit uit voort.
57
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
58
Bijlage 5.concept
SPONSORBELEID VAN STICHTING SPECIAAL ONDERWIJS MAASTRICHT (SSOM)
Het bestuur van SSOM wenst voor de scholen die onder haar bestuur vallen een
algemeen sponsorbeleid vast te stellen.. Dit beleid is het kader waarbinnen
het bevoegd gezag of de schoolleiding kan handelen bij het aangaan van
sponsorovereenkomsten.
Artikel 1.
Onder sponsoring wordt verstaan geld, goederen of diensten die een sponsor
verstrekt aan een bevoegd gezag, directie, leraren, niet-onderwijzend
personeel of leerlingen, waarvoor de sponsor een tegenprestatie verlangt in
schoolverband.
Artikel 2
o sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en het
fatsoen.
o sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en
onderwijskundige taak en doelstelling van de school.
o sponsoring mag niet in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de
kwalitatieve eisen die een school aan het onderwijs stelt.
o sponsoring mag de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het
onderwijs niet beïnvloeden.
o sponsoring mag geen aantasting betekenen van de objectiviteit, de
geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het
onderwijs, de scholen en de daarbij betrokkenen.
o sponsoring mag geen schade berokkenen aan de geestelijke en/ of
lichamelijke gesteldheid van leerlingen.
Artikel 3
De directie van scholen is vrij om sponsoren aan te werven mits aan
bovenstaande voldaan is en daarenboven in acht wordt gehouden dat:
o Sponsoring geen invloed mag hebben op het onderwijsaanbod, de
onderwijsinhoud of de continuïteit van het onderwijs;
o Sponsoring niet mag appelleren aan gevoelens van angst of
bijgelovigheid. De sponsor mag geen misbruik maken van onkunde of
goedgelovigheid van leerlingen;
o Bij de aanschaf van computerapparatuur mag geen sprake zijn van
verplichte afname van software bij de sponsor of een verbod op gebruik
van software van een ander bedrijf dan da van de sponsor.
o In lesmaterialen mag geen reclame voorkomen, ook niet impliciet.
Lesmateriaal mag geen onvolledige of onjuiste informatie bevatten.
o Sponsoring mag leerlingen niet stimuleren tot gevaarlijke of ongezonde
activiteiten.
o Sponsoring mag leerlingen niet aanmoedigen hun ouders te vragen
bepaalde producten van de sponsor te kopen.
o Bij sponsoring van gebouw, inrichting of exploitatie mag de sponsor
geen invloed uitoefenen op de inhoud of organisatie van het onderwijs.
o Sponsoring van cateringactiviteiten mag geen invloed hebben op de
tijdsindeling van de school.
Artikel 4
Bij sponsoractiviteiten sluit het bevoegd gezag een sponsorcontract af.
Artikel 5
Informatieplicht
Het moet duidelijk zijn wanneer sprake is van sponsoring. Als bijvoorbeeld
sponsorproducten worden uitgereikt als prijs of beloning na een sportwedstrijd,
moet iedereen weten dat het om gesponsorde producten gaat.
De school is daarnaast verplicht informatie over zijn sponsorbeleid in de
schoolgids op te nemen.
In de schoolgids.moet worden beschreven welke normen de school hanteert bij het
eventueel aangaan van sponsorovereenkomsten.
58
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
59
Ook in het schoolplan moet de school informatie over sponsorbeleid opnemen.
Daarin moet worden uitgelegd hoe de school handelt bij sponsoring waarmee
leerlingen worden geconfronteerd.
Artikel 6.
Klachten.
Als ouders het niet eens zijn met beslissingen van de school over sponsoring,
kunnen zij daarover een klacht indienen bij de klachtencommissie van de
school.
59
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
Bijlage bij Concept Sponsorbeleid SSOM
60
Inleiding
Scholen kunnen te maken krijgen met bedrijven die hen willen sponsoren. Dat
kan een uitkomst zijn om extraatjes van te betalen. Maar er zijn ook risico's
aan verbonden. Leerlingen zijn een kwetsbare groep. Ze zijn makkelijk te
beïnvloeden. Het is dus belangrijk dat sponsoring zorgvuldig gebeurt.
Het ministerie van Onderwijs heeft samen met zestien organisaties een
convenant gesloten, waarin afspraken voor sponsoring in het primair en
voortgezet onderwijs zijn vastgelegd. Het convenant is niet bedoeld om
sponsoring te bevorderen of te bestrijden. Het bevat gedragsregels die
scholen als richtlijnen kunnen gebruiken bij hun sponsorbeleid. Die regels
geven aan waar scholen op moeten letten, waar sponsors aan gebonden zijn,
waar valkuilen zijn en hoe scholen inspraak van ouders en leerlingen over
sponsoring moeten organiseren. Dit artikel geeft onder andere de richtlijnen
uit dit sponsorconvenant weer. Ook wordt beschreven aan welke wettelijke
voorwaarden sponsoring op school moet voldoen.
Voorbeelden van sponsoring
Bij sponsoring gaat het om geld, goederen of diensten die een sponsor
verstrekt aan een bevoegd gezag, directie, leraren, niet-onderwijzend
personeel of leerlingen, waarvoor de sponsor een tegenprestatie verlangt in
schoolverband. Tegenprestaties zijn bijvoorbeeld het noemen van de sponsor in
de schoolkrant of een opdruk op
t-shirts,
Voorbeelden van sponsoring zijn:
• gesponsorde materialen zoals boekjes, video's, folders, posters en
spellen;
• gratis producten die winkels of bedrijven uitdelen aan leerlingen of
ouders;
• gesponsorde activiteiten zoals schoolfeesten, sportdagen, schoolzwemmen
en schoolreisjes;
• • sponsoring van het schoolgebouw, bijvoorbeeld een leslokaal, de
inrichting, computerapparatuur of cateringactiviteiten.
Schenkingen, - waar geen tegenprestatie tegenover staat -, vallen dus
niet onder het begrip sponsoring.
Gedragsregels
In het convenant sponsoring zijn gedragsregels voor sponsoring vastgelegd.
Bij het sluiten van een sponsorovereenkomst is het handig om deze regels als
uitgangspunt te gebruiken.
• sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en het fatsoen.
• sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige
taak en doelstelling van de school.
• sponsoring mag niet in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de
kwalitatieve eisen die een school aan het
onderwijs stelt.
• sponsoring mag de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs
niet beïnvloeden.
• sponsoring mag geen aantasting betekenen van de objectiviteit, de
geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het
onderwijs, de scholen en de daarbij betrokkenen.
• sponsoring mag geen schade berokkenen aan de geestelijke en/ of
lichamelijke gesteldheid van leerlingen.
Sponsorovereenkomst
Hoewel het niet verplicht is, is het aan te raden om afspraken tussen de
sponsor en de school schriftelijk vast te leggen in een overeenkomst. Dit
voorkomt dat er meningsverschillen ontstaan over de wederzijdse afspraken.
60
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
61
In de overeenkomst wordt vastgelegd wat de sponsoring inhoudt: welke
goederen, diensten of geldbedrag de sponsor aan de school beschikbaar stelt
en welke tegenprestatie van de school daar tegenover staat.
In zo'n schriftelijke overeenkomst kan worden opgenomen dat de regels uit het
convenant sponsoring worden nageleefd. Of de gedragsregels uit het convenant
kunnen letterlijk in de overeenkomst worden opgenomen. Dan is duidelijk wat
er van iedereen wordt verwacht.
Verantwoordelijkheid
Het bevoegd gezag is altijd verantwoordelijk voor wat er in schoolverband
plaatsvindt. Dat geldt ook voor sponsoring. Zelfs als het gaat om de
oudervereniging die een sponsorovereenkomst aangaat waarbij een
tegenprestatie wordt gevraagd waarmee ouders of leerlingen in
schoolverband worden geconfronteerd. Omdat de tegenprestatie plaatsvindt
in schoolverband, heeft het schoolbestuur dan een afgeleide verplichting
tegenover de sponsor. Dat betekent dat het schoolbestuur ook in dergelijke
gevallen moet beoordelen of de sponsorovereenkomst verantwoord is. Het
bevoegd gezag moet er bovendien voor zorgen dat het voor leerlingen ,
leraren en ouders duidelijk is wanneer er sprake is van sponsoring. En in
de boekhouding van de school moet een duidelijke scheiding worden gemaakt
tussen sponsorgelden en andere middelen.
Inspraak
Als de school een sponsorovereenkomst aangaat, is zij verplicht deze
overeenkomst eerst voor te leggen aan de oudergeleding van de
medezeggenschapsraad. In het voortgezet onderwijs aan de leerlinggeleding.
Wanneer het sponsorbeleid gevolgen heeft voor het personeel, moet ook het
personeelsdeel van de medezeggenschapsraad
instemmen met sponsoring.
De medezeggenschapsraad kan op twee manieren instemmen met sponsoring.
• Het is mogelijk om elke sponsorovereenkomst apart aan de raad voor te
leggen.
• Maar het bevoegd gezag kan ook een algemeen sponsorbeleid vaststellen,
waar de medezeggenschapsraad over stemt. Dat beleid is het kader
waarbinnen het bevoegd gezag of de schoolleiding kan handelen bij het
aangaan van sponsorovereenkomsten.
In dat geval hoeft niet elk afzonderlijk sponsorcontract aan de raad te
worden voorgelegd. Het bevoegd gezag beslist op welke manier de
medezeggenschapsraad over sponsoring moet beslissen.
De medezeggenschapsraad heeft daarnaast het recht om advies uit te brengen
over de manier waarop de sponsorgelden worden besteed. De uiteindelijke
beslissing over de besteding maakt de :schoolleiding of het bevoegd gezag.
Informatieplicht
Het is belangrijk dat er draagvlak voor sponsoring is binnen de school. Niet
alleen bij ouders en leerlingen, maar ook bij leraren. Dat kan door alle
betrokkenen goed te informeren over sponsoring.
Het moet duidelijk zijn wanneer sprake is van sponsoring. Als bijvoorbeeld
sponsorproducten worden uitgereikt als prijs of beloning na een sportwedstrijd,
moet iedereen weten dat het om gesponsorde producten gaat.
De school is daarnaast verplicht informatie over zijn sponsorbeleid in de
schoolgids op te nemen.
In de schoolgids.moet worden beschreven welke normen de school hanteert bij het
eventueel aangaan van sponsorovereenkomsten..
Ook in het schoolplan moet de school informatie over sponsorbeleid opnemen.
Daarin moet worden uitgelegd hoe de school handelt bij sponsoring waarmee
leerlingen worden geconfronteerd. Dit is niet alleen verplicht als de school een
algemeen sponsorbeleid heeft vastgesteld, maar ook als de school over elk
individueel geval van sponsoring apart beslist.
Klachten
61
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
62
Als ouders het niet eens zijn met beslissingen van de schooi over
sponsoring, kunnen zij daarover een klacht indienen bij de klachtencommissie
van de school. In het voortgezet onderwijs geldt dit ook voor leerlingen.
Ouders en leerlingen kunnen naar de klachtencommissie stappen als ze vinden
dat bij de sponsoring geen rekening wordt gehouden met de uitgangspunten van
het convenant sponsoring. Bijvoorbeeld als ze vinden dat de pedagogische en
onderwijskundige taak van de school door de sponsoring wordt aangetast, of
als de sponsoring schade berokkend aan de lichamelijke of geestelijke
gesteldheid van leerlingen.
Sponsoring gaat vaak samen met reclame-uitingen. Als ouder, leerling of
leraar een klacht heeft over de inhoud van de reclame of over de manier
waarop reclameboodschap wordt gebracht, kan hij of zij daarvoor een klacht
indienen bij de Stichting Reclame Code postbus 12352 12100 AJ in Amsterdam.
Deze Stichting heeft tot doel ervoor te zorgen dat reclame in Nederland op
een verantwoorde manier wordt gemaakt.
De stichting Reclame Code behandelt alleen klachten over de reclame zelf,
niet over de beslissing van de school om de reclame toe te laten. Als er
bijvoorbeeld een reclamebord op school geplaatst is, kan een ouder een klacht
indienen over wat erop staat. Wil hij of zij een klacht indienen over de
beslissing van de school om het bord te plaatsen, dan moet dat bij de
klachtencommissie van de school.
62
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
63
MODEL SPONSOROVEREENKOMST
ONDERGETEKENDEN:
1.
............................,
gevestigd te ......................, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door
...........................
-hierna te noemen: “de school”2.
............................,
gevestigd te ......................, en ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en
Fabrieken te ......................... onder nummer .........................., te dezen rechtsgeldig
vertegenwoordigd door ...........................
-hierna te noemen: “de sponsor”-
OVERWEGENDE DAT:
a. De school voor de uitvoering van haar taken wordt bekostigd door de rijksoverheid, en de
mogelijkheid heeft om met betrekking tot het uitvoeren van extra activiteiten
sponsorovereenkomsten te sluiten.
b. De school verklaart dat zij voor het sluiten van sponsorovereenkomsten inspraak van en
informatievoorziening aan alle betrokkenen garandeert, conform het gestelde in de Wet op het
Primair / Voortgezet Onderwijs en de Wet op de Medezeggenschap in het Onderwijs 1992.
c. De sponsor bereid is de school voor de uitvoering van de onder a genoemde extra activiteiten
financieel en/of anderszins te ondersteunen, en zich in het kader van de hiervoor genoemde
activiteiten van de school op enigerlei wijze, direct of indirect, wil profileren;
d. Het onder c. genoemde verenigbaar moet zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak
en doelstelling van de school en niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de
betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de school en de daarbij
betrokkenen in gevaar mag brengen. Evenmin mag de sponsoring de onderwijsinhoud
beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de door de school aan het
onderwijs gestelde kwalitatieve eisen.
e. Maatschappelijke betrokkenheid bij de school voor de sponsor drijfveer is deze overeenkomst
aan te gaan.
VERKLAREN ALS VOLGT TE ZIJN OVEREENGEKOMEN:
Artikel 1
Op deze overeenkomst is van toepassing het “Convenant sponsoring in het primair en voortgezet
onderwijs” van 24 februari 2002 (Uitleg Gele Katern nr. 9 12 t/m 19 van 15 maart 2002).
Wederzijdse rechten en plichten
Artikel 2
1. De sponsor verplicht zicht tot
- betaling aan de school van een sponsorbedrag van € , (exclusief omzetbelasting) per ..
(invullen termijn of schrappen indien éénmalig);
- het beschikbaar stellen van .........;
- betaling van de kosten verbonden aan .... (tot een maximumbedrag van € ,).
2. Betaling c.q. ter beschikbaarstelling vindt uiterlijk plaats op .... (invullen datum of termijn na
prestatie) op rekeningnummer ....... van ....... (indien betaling);
3. Het beschikbaar stellen van genoemde zaken vindt ........ plaats. Deze zaken worden eigendom
van de school / blijven eigendom van de sponsor.
Artikel 3
63
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
64
De school verleent medewerking aan de sponsor door middel van onderstaande
communicatiemogelijkheden, voor de periode van ...... onder artikel 2, 1e lid genoemde termijn) ter
bekendmaking van sponsors naam, goederen en/of diensten (schrappen wat niet van toepassing is):
a. ter beschikking stellen van publiciteitsruimte in schoolkrant, schoolgids, op leerlingenpasjes,
affiches, advertenties, programmaboekjes ... (schrappen wat niet van toepassing is of
aanvullen);
b. de toestemming om tijdens schoolactiviteiten gratis monsters en/of andere promotieartikelen
uit te delen (sampling);
c. ter beschikking stellen van ruimte voor het plaatsen van .... (invullen);
d. het voeren van de bedrijfs-, product- of merknaam van de sponsor op sportkleding van de
school / overige roerende zaken van de school (expliciet noemen welke) / etc. (schrappen /
invullen wat van toepassing is)
e. (overige)..........
Artikel 4
De wijze waarop de bedrijfs-, product- of merknaam van de sponsor worden gepresenteerd, wordt
vooraf met de school overeengestemd. De school heeft het recht bepaalde presentaties gemotiveerd
te weigeren, indien de presentatie in strijd is met het in artikel 1 genoemde convenant, dan wel
anderszins strijdig is met de goede naam of de grondslag van de school.
Artikel 5
De school draagt er zorg voor dat elk optreden door of namens hem in welk verband ook voldoet
aan de eisen van de representativiteit. De partijen zullen zich onthouden van handelingen en/of
gedragingen tengevolge waarvan de goede naam en de communicatieve belangen van de sponsor
en de school kunnen worden geschaad.
Artikel 6
Het is de school toegestaan om gedurende de looptijd van deze overeenkomst sponsor- en/of
reclameovereenkomsten met derden aan te gaan met betrekking tot de in artikel 3 genoemde
communicatiemogelijkheden, zonder de schriftelijke toestemming van de sponsor.
Artikel 7
1. Het is de sponsor niet toegestaan zijn rechten uit deze overeenkomst geheel of gedeeltelijk aan
derden over te dragen.
2. Het is de school niet toegestaan zijn rechten uit deze overeenkomst geheel of gedeeltelijk over
te dragen aan derden. In geval van fusie van de school (bestuurs- dan wel scholenfusie) gaan de
rechten en plichten uit deze overeenkomst van rechtswege over op de rechtsopvolger van de
school, behoudens de mogelijkheid van tussentijdse beëindiging als bedoeld in navolgend
artikel.
Einde overeenkomst:
Artikel 8
1. Deze overeenkomst wordt aangegaan voor een periode van .... jaar / maanden, ingaande op .....
en eindigende op ....... De overeenkomst eindigt door het verstrijken van de overeengekomen
periode of door opzegging door één der partijen. De opzegging dient bij aangetekende brief te
geschieden.
2. Tussentijdse beëindiging is mogelijk:
a. door beide partijen in geval de wederpartij failleert, surseance van betaling aanvraagt, dan
wel ontbonden respectievelijk geliquideerd wordt;
b. door beide partijen in geval zij op grond van gewijzigde wet- en regelgeving niet meer
gerechtigd is de in deze overeenkomst genoemde activiteiten uit te voeren;
c. in geval van (één der) partijen in redelijkheid niet kan worden gevergd deze overeenkomst
te continueren, daar voortzetting van deze overeenkomst de belangen van die partij c.q.
partijen ernstig zou schaden.
Artikel 9
64
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
1. Bij tussentijdse beëindiging krachtens het eerste lid, dient geen / een opzegtermijn in acht te
worden genomen (van .....). Tussentijdse opzegging dient te geschieden bij aangetekende brief(,
onder vermelding van de redenen van de beëindiging. Ingeval van tussentijdse beëindiging
vindt geen restitutie plaats van het op grond van deze overeenkomst betaalde c.q. gepresteerde.
2. Na beëindiging van deze overeenkomst, uit welke hoofde ook, zal het partijen niet langer zijn
toegestaan om rechten, welke ieder aan deze overeenkomst kon ontlenen, speciaal met
betrekking tot het gebruik van de naam van de wederpartij, op enigerlei wijze uit te oefenen.
Slotbepaling
65
Artikel 10
Bij eventuele geschillen dan wel situaties waarin deze overeenkomst niet(s) voorziet, zullen partijen
in goed overleg en in de geest van vorengenoemd convenant tot een oplossing trachten te komen.
ALDUS OVEREREENGEKOMEN EN OPGEMAAKT IN TWEEVOUD D.D..................
TE .........................
de school de sponsor
TOELICHTING
Algemeen:
In Nederland verzorgt de overheid de reguliere bekostiging van scholen. Zij worden zo in staat
gesteld de wettelijk opgedragen kernactiviteiten uit te voeren. Een school kan daarnaast extra
activiteiten organiseren voor haar leerlingen. Voor een school kan het dan aantrekkelijk zijn een
extra inkomstenbron te hebben in de vorm van één of meerdere sponsors zodat de kosten die extra
activiteiten met zich meebrengen gedekt kunnen worden.
Het aantrekken van sponsors door scholen kan risico’s met zich meebrengen voor de inhoud,
continuïteit en onafhankelijkheid van het onderwijs. Om scholen te stimuleren zorgvuldig om te
gaan met sponsoring is daarom in 1997 een Convenant Sponsoring opgesteld door het ministerie
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappenen en diverse onderwijs- en belangenorganisaties. Dit
Convenant is in 2002 in aangescherpte vorm gecontinueerd.
Uit de integrale evaluatie van de werking van het Convenant (Regioplan 2001) is gebleken dat alle
betrokken partijen over het algemeen zorgvuldig omgaan met sponsoring in het onderwijs. De in
de onderwijswetgeving opgenomen wettelijke voorschriften met betrekking tot sponsoring bleken
echter niet altijd voldoende te worden nageleefd.
Met de convenantpartners is een gezamenlijke communicatiestrategie opgesteld om meer
bekendheid te geven aan de regelgeving rondom sponsoring. Deze modelsponsorovereenkomst is
naar aanleiding hiervan tot stand gekomen en dient ertoe bij te dragen dat scholen zich houden
aan de gedragscodes die in het Convenant zijn vastgelegd en de wettelijke voorschriften die in de
WPO, WVO en WMO 1992 zijn vastgelegd.
Deze sponsorovereenkomst ziet met name toe op afspraken rond de artikelen 4,5 en 6 van het
Convenant, artikelen 7 t/m 10 van de WMO 1992, artikel 12 en 13 van de WPO, artikel 21 en 22 van
de WEC en artikel 24 en 24a van de WVO.
Op grond van artikel 6 van het Convenant mag de continuïteit van het onderwijs niet in gevaar
komen doordat op enig moment sponsormiddelen wegvallen. Sponsormiddelen mogen daarom
alleen ingezet worden voor de extra’s. De overheid zorgt voor de reguliere bekostiging van de
scholen. Het uitvoeren van de aan de school wettelijk opgedragen kernactiviteiten wordt door het
Rijk bekostigd.
Op grond van artikel 7 van de “Wet Medezeggenschap in het Onderwijs 1992” heeft de
medezeggenschapsraad adviesbevoegdheid over de vaststelling of wijziging van de bestemming in
hoofdlijnen van het door het bevoegd gezag ontvangen middelen van derden, waaronder zowel
sponsoring als donaties vallen. Bovendien heeft het personeelsdeel van de medezeggenschapsraad
op basis van artikel 8 instemmingsbevoegdheid wat betreft de besluiten van het bevoegd gezag over
de aanvaarding van sponsoring wanneer hieruit gevolgen voor het personeel voortvloeien. Uit
artikel 9 volgt dat het ouder/leerlingdeel van de medezeggenschapsraad instemmingsbevoegdheid
heeft wat betreft alle besluiten die het bevoegd gezag neemt over de aanvaarding van sponsoring.
Artikel 10 regelt tot slot dat zodra een deel van de medezeggenschapsraad zijn instemming moet
verlenen voor een besluit, het andere deel van de raad in de gelegenheid wordt gesteld om advies
65
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
over dit besluit uit te brengen.
Daarnaast dient het bevoegd gezag in het schoolplan het beleid op te nemen ten aanzien van de
aanvaarding van sponsoring (artikel 12 WPO, artikel 21 WEC, artikel 24 WVO). En tenslotte dient
het bevoegd gezag ouders, verzorgers en leerlingen in de schoolgids te informeren over de wijze
waarop het bevoegd gezag om gaat met bijdragen die door middel van sponsoring zijn verkregen
(artikel 13 WPO, artikel 22 WEC, artikel 24a WVO).
In de artikelen 4 en 5 van het Convenant staan duidelijke uitgangspunten omschreven die
betrekking hebben op de taak, doelstelling en de positie van de scholen, de onderwijsinhoud en de
continuïteit van het onderwijs.
De wijze waarop de sponsor zich binnen een school profileert, direct of indirect, dient in
overeenstemming te zijn met deze uitgangspunten. Indien de tegenprestatie een reclame-uiting is,
dient zij in overeenstemming te zijn met de door de Stichting Reclame Code opgestelde reclame
code. Klachten met betrekking tot de inhoud van reclame-uitingen kan men inbrengen bij de
Reclame Code Commissie.
In het Convenant is afgesproken dat bedrijven die overgaan tot het sponsoren van scholen daarbij
voorop dienen te stellen dat zij dit doen vanuit een maatschappelijke betrokkenheid.
66
Artikelsgewijs:
Artikel 1:
Om te bevorderen dat alle bij de school betrokkenen op een zorgvuldige manier met sponsoring
omgaan, hebben het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de onderwijsorganisaties
en de andere belangenorganisaties in februari 1997 een Convenant afgesloten. Hierin staan de
gedragsregels die de gezamenlijke convenantpartners van belang achten om naast de huidige
wetgeving voor sponsoring te hanteren. Het Convenant is in februari 2002 in aangescherpte vorm
gecontinueerd.
In het Convenant komt duidelijk naar voren wat met sponsoring bedoeld wordt, welke
uitgangspunten gehanteerd worden en wie er betrokken dienen te worden wanneer er sprake is
van sponsoring.
Artikel 2:
In dit artikel worden de specifieke verplichtingen van de sponsor concreet omschreven. Het bedrag,
het beschikbaar stellen van bepaalde zaken of betaling van bepaalde kosten kunnen in het eerste
lid vastgelegd worden. Het tweede lid regelt datum en/of termijnen van betaling/ ter beschikking
stelling. Het derde lid regelt tot slot de eigendomsrechten van de beschikbaar gestelde zaken.
Artikel 3:
De verplichtingen voor de school ten opzichte van wat in artikel 2 is vastgelegd, worden in dit
artikel omschreven. Een omschrijving van de communicatiemogelijkheden die de school ter
beschikking stelt aan de sponsor en de periode waarin zij dit doet, dienen nauwkeurig te worden
vastgelegd. Aangezien de school de sponsor het recht verleent om zich direct of indirect binnen de
school of tijdens door de school georganiseerde activiteiten te profileren, ligt bij de school ook de
verantwoordelijkheid om deze zaken te regelen overeenkomstig het Convenant Sponsoring en de
van toepassing zijnde wetgeving.
Artikel 4:
Het bevoegd gezag is te allen tijde verantwoordelijk voor wat er in schoolverband plaatsvindt en is
hier ook op aanspreekbaar. Dit geldt ook wanneer de sponsor zich binnen de school presenteert.
Vooraf dienen school en sponsor dan ook overeenstemming te hebben bereikt over de presentatie
van de sponsor.
Voor een beslissing inzake sponsoring dient binnen de schoolorganisatie en tussen de school en de
bij de school betrokkenen draagvlak te zijn.
Artikel 5:
Partijen dragen er zorg voor dat de goede naam van de sponsor en de school niet wordt aangetast.
Artikel 6:
De overheid zorgt voor de reguliere bekostiging van de scholen. Het uitvoeren van de aan de school
wettelijk opgedragen kernactiviteiten wordt door het Rijk bekostigd. Voor een school kan het
echter aantrekkelijk zijn één of meerdere sponsors te werven om zo de extra’s te kunnen
bekostigen. De school kan er daarbij voor kiezen een unieke relatie aan te gaan met één sponsor.
Die sponsor kan dan als enige aanspraak maken op het gebruik van het communicatiemiddel c.q.
66
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
67
de tegenprestatie die door de school wordt aangeboden. In dat geval dient artikel 6 uit de
sponsorovereenkomst te worden geschrapt. Dit artikel ziet er namelijk op toe dat de school
dezelfde tegenprestatie/ hetzelfde communicatiemiddel ook aan kan bieden aan andere sponsors.
Bijvoorbeeld als het gaat om advertentieruimte in de schoolgids, is het belangrijk dat de school met
meerdere sponsors dezelfde overeenkomst kan sluiten zonder daarvoor overleg te hoeven voeren
met de andere sponsors. In dat geval dient artikel 6 in de overeenkomst te worden opgenomen.
Indien een school met meerdere sponsors in zee gaat, is het belangrijk dat met iedere sponsor
afzonderlijk een overeenkomst opgesteld wordt.
Artikel 7:
De rechten die voortvloeien uit afspraken die in dit contract opgesteld en door beide partijen
ondertekend zijn kunnen niet worden overgedragen aan derden. Deze afspraak werkt twee kanten
op: de sponsor mag niet zomaar derden gebruik laten maken van de communicatiemiddelen die de
school hem via deze overeenkomst heeft aangeboden, maar de school mag ook niet zomaar
middelen van de sponsor overdragen aan een andere school. Met name bij overnames, fusies en
samenwerking tussen verschillende scholen kan dit artikel dus van belang zijn.
Artikel 8:
De duur van de overeenkomst wordt in dit artikel vastgelegd. In het eerste lid kan worden gekozen
voor een tijdelijke (bijvoorbeeld één jaar) of een langdurige overeenkomst (waarbij bijvoorbeeld
ieder jaar bepaalde kosten van de school worden vergoed). Bij een tijdelijke overeenkomst dienen
begin- en einddatum duidelijk te worden vastgelegd. Indien er sprake is van een overeenkomst
langer dan een jaar dienen termijnen en betalingsdata te worden vastgelegd.
In het tweede lid kunnen ontbindende voorwaarden worden opgenomen die kunnen leiden tot
tussentijdse beëindiging van het contract.
In het schoolplan en de schoolgids moet thans expliciet worden opgenomen welk
beleid het bevoegd gezag van de school voert t.a.v sponsoring:
De inhoud van het sponsorbeleid mag het bevoegd gezag in beginsel zelf
bepalen.
De vrijheid is echter beperkt door het instemmingsrecht van ouders en
leerlingen in de medezeggenschapsraad.
67
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
68
Bijlage 6:
BENUTTING VAN DE VERPLICHTE ONDERWIJSTIJD (WPO 13. 1D)
Omdat we in de schoolgids alles in samenhang hebben beschreven hier in het
kort een beschrijving van het benutten van de verplichte onderwijstijd
We doen dit in een aantal punten:
1. Het ministerie geeft aan dat voor het primair onderwijs een minimaal
aantal lesuren staan.
Groepen 1 t/m 4 minimaal 3520 uur per 4 jaar ( WPO art 8.7a)
• Groepen 5 t/m 8 4000 uur per 4 jaar (WPO art. 8.7a)
• Ten hoogste 5,5 uur per dag ( WPO art. 8.7c)
U heeft in onze schoolgids kunnen lezen dat we in alle groepen 1000 uur
realiseren m.u.v. onze jongste twee groepen.
Uitgaande van een normaalverdeling van het aantal leerlingen zou een leerling
tijdens zijn gehele schoolloopbaan 7520 uur les ontvangen.
Onze leerlingen ontvangen veel meer lesuren. We achten deze impuls
noodzakelijk om kinderen zoveel mogelijk van het onderwijs te kunnen laten
profiteren.
2. Maatregelen die de school neemt om lesuitval te voorkomen
Natuurlijk is het zo dat ook onze school last heeft van het niet beschikbaar
zijn van vervangers. We proberen in dat geval eerst interne oplossingen te
vinden en in het uiterste geval worden ouders verzocht leerlingen thuis te
houden. Dit laatste verdient geen voorkeur.
3. Maatregelen die de school neemt om verzuim tegen te gaan
Ouders dienen schriftelijk verzoeken in als ze denken recht te hebben op
verlof voor hun kind. Bij onduidelijkheid wordt in een gesprek met de
directie de noodzaak verkend. Deze geeft al dan niet schriftelijk
toestemming.
4. Een organisatie in de klas, gericht op het voorkomen van verlies van
tijd
De lessen beginnen op tijd en eindigen niet eerder dan afgesproken. Er heerst
in deze een arbeidsdiscipline.
5. De school heeft aandacht voor zelfstandig werken;de organisatie in de
klas is gericht op het vergroten van de zelfstandigheid van leerlingen
6. Nascholingsinitiatieven gericht op adequaat didactisch handelen
Komend schooljaar is er naast individuele scholing op het gebied van
planmatig werken rondom lezen en taal en sociaal-emotionele ontwikkeling en
ICT wederom een vervolg op groepsgewijze scholing in het kader van
basisontwikkeling
7. De onderwijsassistent/ klassenassistenten worden ingezet voor het
werken met groepen kinderen in het kader van basisontwikkeling of extra
training.
68
Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007
69
Beste ouders, verzorgers,
Het zal u niet ontgaan zijn dat we een beperkte website hebben. We willen
echter veel meer gebruik gaan maken van de mogelijkheden die een website kan
bieden.
Onze nieuwe website laat zien wat we allemaal op school doen. Een bezoeker
van onze website moet een indruk krijgen van onze school, de organisatie maar
vooral van wat kinderen leren en hoe ze dat doen. Daarom zult u stukjes tekst
vinden over methodes die we gebruiken maar daarnaast ook met behulp van
foto’s en video’s zien hoe we ze gebruiken.
Er zullen veel leuke foto’s op de website komen en de kinderen kunnen goed
zien welke speciale dingen ze allemaal doen. We realiseren ons dat we uw
toestemming nodig hebben om een foto of beeldfragment van uw kind op de
website te zetten.
We zullen kritisch naar beeldmateriaal kijken voordat we dit op internet
plaatsen en gaan er in principe van uit dat u hier geen bezwaar tegen heeft.
Mocht u echter een foto zien waarvan u vindt dat deze niet op de website
hoort kunt u dit aan ons melden. We zullen de foto dan van de website
verwijderen.
Wij gaan ervan uit dat als u niet reageert u toestemming geeft tot plaatsing
van beeldmateriaal van uw kind op de website.
Heeft u wel bezwaar tegen plaatsing van foto’s of beeldmateriaal van uw kind
op de website, dan maakt u dat kenbaar op onderstaand formulier.
Ouders van:
In groep:
Geven hierbij geen toestemming tot het plaatsen van foto’s of beeldmateriaal
van ons kind op de website van SBO De Opstap.
Handtekening:
___________________________________
69