SCHOOLGIDS SBO De Opstap 2006-2007 Locatie: telefoon: fax: Web: E-mail Marienwaard 57 6222AM Maastricht 043 - 363 78 03 043 – 363 88 59 www.sbodeopstap.nl [email protected] Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 INHOUDSOPGAVE 2 PAG. titelblad een woord vooraf 3 1 DE SCHOOL 4 2 WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 8 3 DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS 10 4 DE ZORG VOOR DE KINDEREN 18 5 DE LERAREN 23 6 DE OUDERS 25 7 DE ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS IN DE SCHOOL 36 8 REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN 43 9 NAMEN EN ADRESSEN 48 10 BIJLAGEN 51 ev. 2 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 3 EEN WOORD VOORAF Waarom een schoolgids voor ouders? Dit lijkt een overbodige vraag, immers ouders die onze school kennen weten dat er altijd al een schoolgids heeft bestaan voor een school voor speciaal onderwijs in Maastricht. Ook nu willen we ouders en verzorgers van onze leerlingen middels deze schoolgids informeren over veel vastgestelde organisatorische gegevens voor het schooljaar 2006/2007 We hebben een schoolgids omdat we u willen informeren over waar we voor staan. Dat doen we omdat uw kind aan onze zorg is toevertrouwd. Wij hopen er steeds beter in te slagen u goed te informeren. Heeft u tips ter verbetering van deze schoolgids dan houden wij ons daarvoor gaarne aanbevolen. Maastricht, augustus 2006 Namens het schoolteam, Koos Consten, directeur 3 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 1 4 DE SCHOOL De SBO-school De Opstap wordt bestuurd door Stichting MosaLira Maastricht. Het postadres van de stichting is: Stichting MosaLira, Pastoor Habetsstraat 40 a 6217 KM Maastricht MosaLira bestuurt een groot aantal basisscholen binnen het Maastrichtse en sedert de fusie van april 2006 tussen Stichting SOM en MosaLira valt SBO de Opstap en ook SBO de Sprong onder dit bestuur. Indien u met het bestuur in contact wil treden kunt u dat via de directie van onze school doen. 1.1.1 De Opstap is een SBO school De naam SBO betekent Speciaal Basisonderwijs. Wij zijn een basisschool, maar dan een speciale. Om de een of andere reden lukte het uw kind niet op de gewone basisschool. Door werken in kleine groepen, met veel deskundige begeleiding, kunnen kinderen in een speciale school beter hun ontwikkelingskansen grijpen dan voorheen op de gewone basisschool. Wij kunnen meer tijd in uw kind investeren. Een speciale basisschool is duurder dan een gewone basisschool omdat we de beschikking hebben over meer mensen die samen hulp bieden aan uw kind. Het is een zorgvoorziening van en voor het samenwerkingsverband wordt wel eens gezegd. 1.1.2 Hoe komt een kind op een SBO-school, de toelating. Als ouder kun je niet zomaar een kind aanmelden op een SBO-school. Voordat een kind op onze SBO-school kan worden aangenomen, moet de Permanente Commissie Leerlingenzorg van het samenwerkingsverband (PCL) een toelaatbaarheidsverklaring SBO afgeven. Met deze toelaatbaarheidsverklaring kunt u uw kind aanmelden bij een SBO-school. Toelaatbaarheidsverklaringen worden in ons samenwerkingsverband afgegeven door de Permanente Commissie Leerlingenzorg op verzoek van ouders. Ouders hebben met hulp van de school van herkomst daartoe een uitgebreid onderwijskundig rapport ingediend. Onze school kent in vergelijking met reguliere basisscholen kleine klassen en veel interne deskundigen. Uit de naam blijkt dat wij een opstap willen zijn naar de toekomst van het kind. We staan stil bij de mogelijkheden en de belemmeringen van het kind en pogen perspectief te bieden opdat het later zelfstandig en verantwoordelijk in de maatschappij kan staan. 4 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 1.2. 5 Richting We zijn een bijzondere school op algemene grondslag. Wij proberen een antwoord te geven op alle hulpvragen van de leerlingen. Omdat onze cultuur een christelijke is, houden we Kerst- en Paasvieringen. We respecteren andere geloofsuitingen 1.3 Directie: directeur: Dhr. J.A.S. Consten Pastoor Habetsstraat 37 6217 KL Maastricht tel.: 043 – 347 92 01 Dhr. Consten is tevens directeur van SBO de Sprong te Maastricht. Per vestiging is een locatiemanager aangesteld. Locatiedirecteur voor SBO De Opstap: Dhr. Hans Bergmans Diepstraat 65 6245 BK Eijsden tel.: 043 – 409 28 65 1.4 Situering van de school Er zijn 3 SBO-scholen in ons samenwerkingsverband weer samen naar school: • SBO De Sprong Frans van de Laarplein Maastricht • SBO De Opstap Marienwaard 57 Maastricht • SBO Bernardus te Gulpen De Opstap is als SBO-school een streekschool. Zij heeft geen functie naar een bepaalde wijk of een bepaald stadsdeel, ze heeft wel een functie voor leerlingen die uit een bepaalde regio komen. In verband met vervoer is met de gemeente Maastricht afgesproken dat in Maastricht in principe alle kinderen uit Maastricht-West in SBO De Sprong worden opgevangen en SBO De Opstap de kinderen van Maastricht-Oost en de buurtgemeenten. De gemeente Eijsden heeft besloten met ingang van het schooljaar 2005-2006 voor nieuw aangemelde leerlingen artikel 9 van de verordening leerlingvervoer van Eijsden onverkort te hanteren en daarom voor deze leerlingen enkel nog bekostiging toe te kennen naar de dichtstbijzijnde voor hen toegankelijke school. Voor het hele grondgebied van Eijsden is dit SBO De Opstap. 5 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 6 6 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 1.5 7 Schoolgrootte De Opstap is voor een SBO-school een grote school. Daar is bewust voor gekozen door ons bestuur. Wil men goed onderwijs en goede ondersteuning aan onze kinderen geven dan heeft een grote school voordelen. In onze SBO-school wordt aan 15 groepen lesgegeven. Naast de groepsleerkrachten hebben we 2 vakleerkrachten die de kwaliteit van het bewegingsonderwijs en de muziekbeoefening extra waarborgen. Onze school herbergt meer dan 235 leerlingen. 7 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 2 WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 2.1 Missie, uitgangspunten of prioriteiten 8 • Missie De SBO De Opstap is een school die tot stand gekomen is door fusie van twee afzonderlijke scholen die in het Maastrichtse een goede naam hadden, n.l. de LOM Overbunde en de MLK Servatius. De SBO De Opstap is een van de drie SBO-scholen van het Samenwerkingsverband Weer Samen Naar School in regio 54. Zij vangt derhalve kinderen op waarvan de Permanente Commissie Leerlingenzorg, de PCL, het noodzakelijk acht dat zij in een Speciale school voor Basisonderwijs worden opgevangen. Naast de onderwijsfunctie heeft deze school ook een ondersteunende functie naar kinderen in het samenwerkingsverband. We geven actieve steun door het leveren van een deskundige bijdrage in een aantal organen van ons samenwerkingsverband, te weten de Coördinatiegroep, de Permanente Commissie Leerlingenzorg en het Centrum Leerlingenzorg van het samenwerkingsverband middels ambulante begeleiding en diagnostiek. • Uitgangspunten 9 Onze school is bestemd voor kinderen, voor wie vaststaat dat overwegend een orthopedagogische en orthodidactische benadering geïndiceerd is. 9 Speciaal onderwijs wordt afgestemd op de ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling. De ontwikkelingsmogelijkheden van de kinderen bepalen mede de voortgang in de ontwikkeling. Het ontwikkelingsproces wordt bevorderd door een stimulerende leersituatie, welke aangepast is aan het actuele ontwikkelingsniveau op zowel het cognitieve vlak als ook het sociaal-emotionele vlak. 9 Het speciaal basisonderwijs wordt zodanig ingericht, dat de leerling een ononderbroken ontwikkelingsproces kan doorlopen. De leerlingen worden zowel pedagogisch als didactisch nauwgezet gevolgd en begeleid. De neerslag hiervan is terug te vinden in handelingsplannen, stafbesprekingen en diverse andere evaluatiemomenten. Er wordt gestreefd naar een ononderbroken ontwikkelingsgang. Gericht plaatsen in groepen en gericht kijken naar doorstroommogelijkheden en ontwikkelingskansen voor het individuele kind staat centraal in ons denken. 9 Indien het tot de mogelijkheden van het kind behoort en de ontwikkelingskansen van het kind voldoende worden gewaarborgd, wordt het kind teruggeplaatst in het basisonderwijs. Het streven is steeds kinderen ontwikkelingskansen te laten grijpen en een goede ontwikkeling te laten doorlopen opdat een goede passende vervolgopleiding het gevolg is. 9 Onze multiculturele samenleving is een gegeven. Naast de benadering vanuit diverse vakgebieden is de opstelling van het gehele team een die recht doet aan de basisbehoeften van het kind: relatie, competentie en streven naar autonomie. Ons handelen wordt gekenmerkt door een op het kind toegespitste melange van waarderen, motiveren, gerust stellen, zorgen voor uitdagingen. 9 We kennen groeps- en individuele handelingsplannen. Groepshandelingsplannen worden jaarlijks door de groepsleerkrachten opgesteld, rekening houdend met de algemene leerlijn en uitgaand van de niveaus van de voor dat jaar samengestelde groep. 8 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 • 9 Prioriteiten: De Opstap beoogt een nieuw perspectief te bieden aan kinderen waarvan de ontwikkeling niet als vanzelfsprekend verloopt. We vinden het belangrijk de leerontwikkeling van het kind in te bedden in zijn totale ontwikkeling. Anders gezegd: we streven ernaar leerontwikkeling en persoonsontwikkeling zoveel mogelijk in harmonie te laten verlopen. We gaan enerzijds uit van de mogelijkheden en beperkingen van het kind, anderzijds proberen wij het onderwijsaanbod zodanig te laten zijn dat maatschappelijke eisen ook in de school als zodanig ervaren worden en dat de groei van onze kinderen naar zelfverantwoordelijke burgers vorm krijgt. Bij jonge kinderen worden wat meer accenten gelegd op de individuele pedagogische/emotionele aspecten, terwijl bij oudere kinderen meer rekening gehouden wordt met voorbereiding op plaatsing in het voortgezet onderwijs en op hun toekomstige plaats in de maatschappij. 2.2 Het klimaat van de school Een goed leer- en leefklimaat zijn ons inziens noodzakelijke voorwaarden om samen met onze leerlingen groeikansen te kunnen creëren. Het pedagogisch klimaat in onze school wordt gekenmerkt door respect en zelfrespect, enthousiasme en een positief model willen zijn voor de kinderen. Onze leerlingen hebben een betrokken volwassene nodig die met hen werkt in een sfeer van openheid en eerlijkheid, warmte en vertrouwen, veiligheid en geborgenheid, respect en waardering; kortom een volwassene om mee en aan te groeien. In ons handelen met kinderen hanteren we een aantal uitgangspunten en waarden: we proberen onbevooroordeeld te zijn, flexibel en enthousiast, zoekend, geduldig en proberen goed te “luisteren” naar de noden van het kind. In onze begeleiding zijn we consequent, we scheppen sfeer en gezelligheid, rust en orde, helpen, stellen eisen en spreken hoge verwachtingen uit. Ofschoon de directie de door het bevoegd gezag gedelegeerde eindverantwoordelijkheid heeft voor het functioneren van de school, wordt ieders verantwoordelijkheid en betrokkenheid vergroot door zo mogelijk te delegeren en door in het team samen te beslissen. We doen dit omdat we werken vanuit de idee dat het de mensen zijn die bepalen van welke kwaliteit de school zal zijn. pedagogisch vertaald als respect en verbondenheid De eerst verantwoordelijke is de groepsleerkracht van het kind. De leerkracht staat centraal in het opvoedingshandelen op school en hij/zij onderhoudt in eerste instantie de contacten met opvoeders en verzorgers van het kind. Interne begeleiders en andere interne en externe deskundigen worden ingeschakeld ter ondersteuning bij het werk van de groepsleraar. 9 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 3 DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS 3.1 De organisatie van de school 10 De groepen op onze school zijn verdeeld in: • Onderbouwgroepen Middenbouwgroepen en Bovenbouwgroepen Groepering De Opstap heeft stamgroepen en in beperkte mate niveaugroepen. De stamgroep is de groep waar het kind “thuis” is voor nagenoeg alle vakken. Indien dit voor de ontwikkeling noodzakelijk geacht wordt, kunnen kinderen voor lezen, spelling of rekenen een andere groep bezoeken die meer aansluit bij het didactische niveau in dat vakgebied. Binnen de stamgroep kan ook heel goed in subgroepen gewerkt worden. • Plaatsing in klassen/leergroepen Wij achten het van groot belang de leerlingen te plaatsen in een groep waarin zij zich naar onze mening het best en prettigst kunnen ontplooien. In verband met het feit dat vele leerlingen van onze school op een of meerdere leergebieden kampen met problemen, zijn wij genoodzaakt uit te gaan van een aangepaste groepssamenstelling. We wijken daarbij duidelijk af van het voor u bekende groepssysteem van de reguliere basisschool. Het kan zijn dat uw kind voor rekenen of lezen op aangepast niveau in de eigen groep of in een andere groep(je) al dan niet binnen de klas werkt. In de onderbouw wordt gewerkt volgens het principe van basisontwikkeling. De talige component staat centraal. • Groepsgrootte Bij de groepsgrootte wordt rekening gehouden met : - de leeftijd van de kinderen; - de samenstelling van de groep, bijvoorbeeld speciale problematiek binnen een groep bijv. visueel gehandicapte kinderen, maar ook met de gerichtheid op de wereld en de hulpvraag van de leerlingen Onze jongste leerlingen zitten in groepen van ongeveer 15 leerlingen. Naarmate de kinderen ouder zijn wordt de groepsgrootte gemiddeld 17 leerlingen. Dat wil echter niet zeggen dat een groep met meer dan 17 kinderen niet voorkomt. De samenstelling van een groep heeft namelijk ook met kindkenmerken te maken. In onze school zijn kinderen uitgangspunt van zorg. • Organisatie voor zorg voor leerlingen met specifieke behoeften Enige tijd nadat uw kind op onze school geplaatst is wordt na inbreng door alle betrokkenen, leerkracht, klassenassistent, logopediste,maatschappelijk deskundige, orthopedagoog/psycholoog jeugdarts en directeur een begeleidingstraject opgemaakt door de Intern Begeleider. Dit document is het kader van waaruit we met het kind willen werken. Dit begeleidingstraject wordt met u als ouder besproken en is voor ons de leidraad van het handelen. Soms is het nodig om vanuit 10 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 11 dit traject ook nog met specifieke handelingsplanning te werken. Ook daar wordt u dan over geïnformeerd. Gedurende het schooljaar zal u kind tweemaal didactisch getest worden. Dit wordt gedaan om na te gaan of uw kind genoeg profijt heeft van de hem/haar aangeboden leersituatie. Vanuit de resultaten van de tests is het, indien gewenst, mogelijk het programma bij te stellen. Wanneer het lesprogramma beduidend wordt bijgesteld noemen we dat een individueel handelingsplan. Het kan zijn dat we om een individueel handelingsplan op te stellen verder orthopedagogisch of psychologisch onderzoek noodzakelijk achten. U zult natuurlijk over de conclusies en acties geïnformeerd worden. . Beleid rugzakleerlingen. Het WSNS-samenwerkingsverband regio 54 staat op het standpunt dat in principe een CVI een contra indicatie is voor een SBO-school. Oftewel, heb je een CVI-beschikking, dan is de keuze aan de ouder: òf regulier met rugzak, òf speciaal onderwijs. Voor kinderen die een SBO-beschikking hebben geldt, dat er in het geval dat ouder en school dit overeenkomen, een CVI-beschikking kan worden aangevraagd. De plek wáár het onderwijs wordt gecontinueerd is afhankelijk van de mogelijkheden van de school. Hóe de extra middelen worden ingezet is de resultante van een overleg tussen ouders en school. 11 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 3.2 12 De samenstelling van het team: • Groepsleraren Groepsleraren zijn verantwoordelijk voor het dagelijks handelen binnen de groep, waarbij zoveel mogelijk onderwijs op maat centraal staat. Planning van leerstof, organisatie, observatie, volgen, toetsen, rapporteren en multidisciplinair overleg zijn aan de orde van de dag. Contacten met ouders verlopen in de regel na plaatsing grotendeels via de groepsleraar. Daarnaast vervult elke groepsleraar een aantal niet-lesgebonden werkzaamheden t.b.v. de totale schoolorganisatie. • Klassenassistenten De 3 klassenassistenten , Lioba Gilissen, Gemma van Vught, Stella Doorenbosch zijn parttime verbonden aan onze school en worden ingezet in de jongste groepen. Hun taak is het onder supervisie van de groepsleerkracht helpen, enerzijds bij het verzorgende aspect en anderzijds bij het didactische en vormende aspect, zowel bij individuele kinderen als in groepjes. • Logopedisten Onze logopedisten zijn Mw Valence Disch-Sonnen en Mw. Nancy Geilen. Hun taak is het screenen van alle leerlingen, het verlenen van logopedische behandeling aan individuele leerlingen of groepjes. Zij werken met handelingsplannen. Dit zijn formulieren waarop zij de activiteiten en doelen die ze met het kind willen bereiken helder formuleren en evalueren. Daarnaast is advisering en ondersteuning naar zowel groepsleraren alsook ouders deel van het pakket. In het kader van ons denken over onderwijs en taalontwikkeling worden de logopedisten ingezet hoofdzakelijk voor leerlingen in de onderbouw. • Vakleerkrachten muziek en gymnastiek SBO De Opstap heeft twee vakleerkrachten, te weten voor lichamelijke oefening Mw. Paulien Verschuuren en voor muziek Mw. Yolande Eymael, die aan een groot aantal groepen eenmaal per week les geven. Deze vakleerkrachten geven een extra stimulans naar zowel kinderen als ook collegae, zij geven richting aan de ontwikkellijn van hun vakgebied binnen de school. Daarnaast ondersteunen zij waar mogelijk de individuele behandeling van kinderen en stimuleren zij projecten en vieringen. Voor sommige kinderen achten onze leerkrachten en orthopedagoog/psycholoog en Intern begeleiders i.s.m. de vakleerkracht muziek het zinvol om middels Orthopedagogische Muziekbeoefening extra hulp te laten bieden. Dan wordt er in kleine groepjes met behulp van muziek aan de ontwikkeling van het kind gewerkt. Voor sommige leerlingen acht onze vakleerkracht gymnastiek het belangrijk dat zij extra ondersteuning krijgen op het gebied van fysiotherapie. Als zij dat vindt neemt zij contact met u op. • Interne Begeleiding Onze school kent een drietal Interne Begeleiders, een voor de bovenbouw Mw. Nicole Penders, een voor de middenbouw Dhr. Eric Driessens en een voor de onderbouw dhr. Ray Willems. Zij hebben tot taak ieder een aantal groepen onderwijsinhoudelijk te ondersteunen bij het ontwikkelen van hulpprogramma’s, individuele handelingsplannen, in de volgsystematiek en de rapportage. 12 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 13 • Leerkrachten die als extra ondersteuners werken. Naast groepsleerkrachten kunnen ook andere leerkrachten bemoeienis met uw kind hebben. Voor het schooljaar 2006/2007 hebben we de beschikking over Mw. Riny Philippens en dhr. Ger Ritzen en Carla Hoedemaekers die remediale hulp zullen bieden. In vergelijking met vorig jaar is dat een forse uitbreiding. Helaas heeft de overheid sinds 1998 nog geen extra formatie naar SBO-scholen weten te sluizen. Dhr. David Gardeniers heeft als specifieke opdracht implementatie van ICT in de school. Daardoor worden kinderen in staat gesteld om gebruik te maken van remediërende en compenserende software. • Orthopedagoog en psycholoog De Opstap heeft een orthopedagoge Mw. Ine Wolfs-Thijhuis en een psychologe Mw. Nicole Penders ter beschikking. Deze specialisten hebben tot taak samen met de intern begeleider en groepsleraar een handelingsplan voor elke leerling op te stellen en het verloop mede te volgen middels de Interne Begeleidingscommissie. Daarnaast hebben zij contacten met PCL, CLZ en begeleidingsdiensten enerzijds en leerkrachten en ouders anderzijds. Hun specifieke diagnostische capaciteit en observatievaardigheid kan een en ander staven en verhelderen. • Maatschappelijk deskundige Wij hebben goede ervaringen met MEE. Dit is een instituut dat voor onze leerlingen schoolmaatschappelijk werk kan doen. Mw. Merel van Doezelaer is onze contactpersoon. Voor al onze kinderen achten we het belangrijk dat ze een goede startpositie hebben. Een deskundige kijk vanuit Mee naar de thuissituatie achten we dan ook wenselijk. Bovendien kan de maatschappelijk werkster zowel school als ouders adviseren bij de begeleiding van het kind. De reguliere basisscholen in Maastricht hebben vanuit hun formatie schoolmaatschappelijk werk 4 uur per week afgestaan ten behoeve van SBO De Opstap, daardoor zijn we ook in staat ouders van zittende leerlingen te helpen. Dit gebeurt vanaf groep I door Mw. Wilma Willems. Zij is als maatschappelijk werker verbonden aan Stichting Trajekt in Maastricht. • Conciërges en interieurverzorgers De conciërges, dhr. Theo Schoutrop en dhr. Daan Ubachs, zorgen voor onderhoud en hebben huishoudelijke werkzaamheden, beheren voorraden, leermiddelen en verbruikersmaterialen, doen boodschappen, verzorgen de omgeving van de school en verlenen hand- en spandiensten bij alle voorkomende activiteiten. Ons gebouw wordt tiptop in orde gehouden door Mw. Brouwers en dhr.Darding. • De administratieve kracht De administratieve kracht van onze school, Mw. Riny Florack, staat u regelmatig te woord aan de telefoon o.a. bij ziekmeldingen en als u met andere medewerkers doorverbonden wilt worden. Verder verricht zij alle voorkomende administratieve werkzaamheden zoals correspondentie, leerlingenadministratie, dossiervoering, schoolmelk enz. enz.Ook kan het gebeuren dat u te woord gestaan wordt door Mw. Veerle Vandooren, zij is administratief medewerker van het samenwerkingsverband WSNS regio 54. 13 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 14 • De directie Onze directeur, dhr. Koos Consten, is verantwoordelijk voor de algemene gang van zaken op onze school en van SBO de Sprong, voor personeelsbeleid, de schoolorganisatie, en het onderwijsgebeuren in het bijzonder. De directeur vertegenwoordigt de school in externe contacten. Hij heeft zitting in de Coördinatiegroep van het Samenwerkingsverband en coördineert als zodanig de onderwijsvernieuwingen in het samenwerkingsverband, participeert in diverse overlegorganen zoals van SBO-scholen, Speciaal Onderwijs Zuid Limburg, in werkgroep SBO Zuid-Limburg, in het overleg t.b.v. onderwijsprioriteitenbeleid, in de Vief Köp, in het centraal directieoverleg, in bestuursvergaderingen en andere overlegorganen. Hij onderhoudt tevens contacten met de Medezeggenschapsraden . De locatiedirecteur, dhr Hans Bergmans, heeft een gedelegeerde algemene verantwoordelijkheid naar de dagelijkse organisatie en het onderwijsgebeuren. Het contact naar de ouderraad behoort tot zijn werkterrein. De directie wordt in een aantal werkzaamheden ondersteund door dhr. Toon Alofs en andere collega’s. 14 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 3.3 15 De activiteiten voor de kinderen • Activiteiten in de onderbouw De activiteiten zijn voor de groepen van 4 tot 7 a 8 jarigen grotendeels onder te brengen in aspecten rond de kring, ontwikkeling van werkgedrag en spelgedrag, ruime aandacht voor sociaal-emotionele aspecten, de taal, de motoriek, begrippen (m.n. voor ruimtelijke waarneming) en zintuiglijke waarnemen. Binnen taal en spel is ruime aandacht voor expressie. Het starten met het aanvankelijk taal, lezen en schrijven is op onze school niet afhankelijk van het jaarklassensysteem. Indien een individuele leerling een aantal basisvoorwaarden verworven heeft, kan hij met het aanvankelijk programma starten. Natuurlijk wordt gezocht naar aansluitingsmogelijkheden bij een groepje, maar verschillen in niveau en tempo van verwerven van vaardigheden en kennis blijven voortdurend in beeld. • Wereldoriënterende vakken Wereldoriënterende vakken komen in principe in zowel onder- midden- als bovenbouw aan de orde. Een enkele keer thematisch maar meestal cursorisch. Vanuit dicht bij huis naar ver van mijn bed komen aspecten aan bod uit aardrijkskunde, geschiedenis, natuurkunde/biologie, maatschappelijke verhoudingen inclusief staatsinrichting, geestelijke stromingen, sociale redzaamheid en gedrag in het verkeer en bevordering van gezond gedrag. • Expressieactiviteiten Expressie activiteiten zijn binnen school geïntegreerd in diverse activiteiten en handelingen. Ze komen specifiek aan de orde binnen het taalonderwijs, het bewegingsonderwijs, de teken- en handvaardigheidlessen en de muzikale vorming, waarbinnen ook de dansante vorming gestalte krijgt. • Lichamelijke opvoeding Het schoolteam heeft ervoor gekozen de vakleerkracht mede in te zetten bij het bewegingsonderwijs aan alle kinderen. Teneinde de gymnastieklessen vlot en hygiënisch verantwoord te laten verlopen, zijn de leerlingen verplicht goede gymkleding te dragen. Wij geven de voorkeur aan: • een sportbroekje, T-shirtje en sportkousen. • Uitsluitend het dragen van gymschoenen met lichte zolen is toegestaan!! Voor aanschaf en het wassen van deze kleding moeten ouders zelf zorgdragen. Na afloop van de gymles moeten de kinderen, om hygiënische redenen douchen. Wilt u erop toezien dat uw kind op dagen dat het gymnastiekles heeft gymkleding, handdoek etc. bij zich heeft. Denkt u eraan alleen gymzolen met lichte zolen zijn toegestaan. Wij adviseren u (om zoekraken etc. te voorkomen) de naam van uw kind in kleding en schoenen aan te brengen. 15 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 16 Lesrooster Bewegingsonderwijs: a. In de grote gymzaal Lesrooster Bewegingsonderwijs: Tijd 09.00 - 09.45 09.45 – 10.30 Pauze 10. 45 – 11.30 11.30 – 12.15 Pauze 13.00 – 13.45 Maandag Groep K (Zus, Trees) Groep G (Rutger) Groep I (Ine,) Groep L (Claudia, Rosita) Dinsdag Groep N/O (Erik/Ed) Groep J (Karin-Kristel) Woensdag Groep E (Marion) Groep C (Patty) Groep L (Claudia, Rosita) Groep H (Roger Groep N/O (Erik/Ed) Groep G (Rutger) Groep B (Brigitte,Stella) Groep A (Pia) Groep D (Lilian) Groep I (Ine) 14.30 / 15.15 Groep M (Cynthia/Diana Groep F (Hilde/Sonja/Krist. Tijd 09.00-09.45 Donderdag Groep E (Marion) Groep J (Karin-Kristel) Vrijdag Groep O (Ed) Groep O (Ed) Groep F (Hilde-Sonja-Kristel) Groep H (Roger) Groep N (Erik) Groep N (Erik) Groep C (Patty) Groep D (Lilian) Groep M (Diana, Cynthia) Groep K (Zus/Trees) Groep M (Diana, Cynthia) 13.45 / 14.30 09.45-10.30 Pauze 10.45-11.30 11.30-12.15 Pauze 13.00-13.45 13.45-14.30 14.30-15.15 16 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 17 b. in de kleine gymzaal De kleine gymzaal wordt als speelzaal m.n gebruikt door de groepen A t/m E. Daarnaast wordt deze ruimte gebruikt voor het geven van spellessen in het kader van sociaal-emotionele ontwikkeling. Ook maken de fysiotherapeuten op afspraak er gebruik van. 3.4 • - - Speciale voorzieningen in het schoolgebouw Gebruik van de verschillende ruimten: We hebben 15 groepslokalen. Dat zijn de ruimten waarin de leerlingen het meest verblijven en samen met anderen aan hun ontwikkeling werken. In elke bouw hebben we voor de 4 lokalen een kleine gemeenschappelijke verwerkingsruimte die gebruikt kan worden door groepjes leerlingen. Het betreft dan leerlingen die zelfstandig een activiteit gaan uitoefenen. In de onderbouw zijn er kleine ruimte voor de klassen die daarvoor gebruikt kunnen worden In onze school is het computergebruik een gewone zaak. De computer wordt gebruikt om vaardigheden te oefenen en in te slijpen. Kinderen samen en zelfstandig te laten werken. De school is voorzien van een ICT-netwerk. De gemeenschappelijke verwerkingsruimtes zijn voorzien van computereilanden. Het bewegingsonderwijs, gymnastiek, wordt beoefend in onze schitterende gymzaal voor de grotere kinderen en voor de kleintjes van de kleine gymzaal ook wel speellokaal genoemd en bij mooi weer natuurlijk buiten. Voor handenarbeid hebben we een goed uitgerust handenarbeidlokaal en een “buiten”werkplaats. Leerkrachten maken daar graag gebruik van. De school beschikt over een orthotheek. Hierin staan boeken die leerkrachten, interne begeleiders en coördinatoren gebruiken om antwoorden te vinden op hun vragen. De gemeenschapsruimte, aula wordt gebruikt bij gezamenlijke activiteiten van de hele school. Het podium is d.m.v. flexibele wanden geschikt gemaakt om muzieklessen te geven. Sinds de nieuwbouw hebben we dankzij een impuls van ons bestuur de beschikking gekregen over een heus kooklokaal, waar kinderen onder leiding van hun leerkracht en met begeleiding van de lokaalassistent-koken Mw. Monique Lambrix-Kupers leren koken, plannen etc. Om individueel onderzoek te kunnen doen, om gesprekken met kinderen en/of ouders te kunnen voeren beschikken de orthopedagoog en psycholoog over een testkamer. Mw. Karien Kienhuis is onze testassistente. De intern begeleiders hebben zij het gezamenlijk de beschikking over 2 ruimtes. Voor remediale hulp aan kleine groepjes zijn 3 ruimtes ingericht. De 2 logopedisten hebben beide een ruimte waar zij kinderen kunnen helpen, maar werken ook vaak in groepen. Buiten hebben we een schitterende speelplaats die voorzien is van speelmateriaal. We zijn er trots op dat we een sportveld hebben. Net als andere scholen hebben wij ook ruimtegebrek. en gaan dus creatief om met de ruimtes die we hebben. 17 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 4 DE ZORG VOOR KINDEREN 4.1 De opvang van nieuwe leerlingen in de school 18 • De plaatsing van een kind op school De school kent een plaatsingsprocedure. Deze is ter inzage bij de directie. • Regels voor toelating ° Een kind wordt toegelaten tot de SBO-school De Opstap indien het kind over een toelaatbaarheidsbeschikking SBO beschikt. ° In de loop van het schooljaar worden na 1 mei in principe geen kinderen meer geplaatst. ° Het kind wordt geplaatst als de commissie van toelating van de school besloten heeft het kind te plaatsen. ° Criterium voor plaatsing is enerzijds de gevraagde toelaatbaarheidsbeschikking en anderzijds dat de werkbaarheid van de groep waarin het kind geplaatst wordt niet geschaad wordt. De groepssamenstelling en groepsgrootte zijn hierbij bepalend. We hebben immers onze verantwoording naar kinderen die reeds op school zijn geplaatst. ° Kinderen moeten in een groep van 15 kinderen kunnen functioneren. ° Ingeval er geen plaats is op onze school worden ouders geadviseerd/geholpen bij het zoeken naar een andere SBO-school in ons samenwerkingsverband. Gezien onze zorg voor de ontwikkeling van de kinderen die aan ons toevertrouwd zijn benadrukken wij dat: ° ouders van kinderen bij aanmelding op onze school er mee instemmen dat wij samen met hen de zorg voor het kind willen bieden die het kind nodig heeft. Als de school vindt dat zij onvoldoende zorg aan de ontwikkeling kan besteden, zullen ouders samen met de school zoeken naar scholen voor speciaal onderwijs die mogelijk wel een meer adequaat antwoord op de hulpvraag van het kind kunnen bieden; ° we doen er alles aan om samen met de ouders ervoor te zorgen dat binnen de mogelijkheden de meest optimale begeleiding aan kinderen geboden kan worden. Omdat we samenwerking met ouders en veiligheid hoog in ons vaandel hebben staan is geweld tegen of bedreiging van personeelsleden of kinderen , door kind of ouder(s) een reden om het kind van school te schorsen en/of te verwijderen. 4.2 Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school (leerlingvolgsysteem) Wanneer een kind in onze school geplaatst wordt is er al veel vooraf gebeurd. Er zijn dan ook nogal wat gegevens voorhanden, n.l. van de “oude” school, maatschappelijk werk, psychologische diensten, centrum leerlingenzorg, remedial teachers, schoolartsendienst enz. Van daaruit kunnen wij starten. Uit deze gegevens en eigen observatie wordt in samenspraak met de intern begeleider, psycholoog, leerkracht, logopedist en maatschappelijk deskundige een handelingsplan opgesteld binnen 5-6 maanden na plaatsing. Dit handelingsplan wordt met de ouders besproken en ook teruggerapporteerd aan de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) van het samenwerkingsverband. 18 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 19 Een aantal taken rondom zorg werden al besproken in hoofdstuk 3.2. “samenstelling van het team”. T.a.v. het volgen en rapporteren aansluitend het volgende: • De groepsleraar volgt dagelijks het kind in zijn groep en maakt aantekeningen van relevante gegevens en observaties. • Resultaten van tussentoetsen worden in het leerling-dossier vastgelegd. • Tweemaal per jaar worden de leerlingen getoetst met methodeonafhankelijke toetsinstrumenten. • De resultaten van toetsen en observaties worden met de intern begeleider besproken en in combinatie met gegevens uit bijvoorbeeld remedial teaching, logopedische begeleiding, aanvullend medisch of psychologisch onderzoek vormen zij de basis voor de leerlingbespreking binnen de Interne Begeleidingscommissie. In deze commissie kunnen zitting hebben: leerkracht, de intern begeleider, de remedial teacher, de schoolarts, de orthopedagoog of psycholoog, de maatschappelijk werker, de logopedist, en de directeur. De interne begeleidingscommissie stelt het begeleidingstraject vast. Ook ingrijpende bijstellingen van het handelingsplan worden hier vastgesteld. Hiervan wordt verslag gedaan. • Naast in deze Interne Begeleiding Commissiebespreking (de IBC) wordt elk kind 2 maal per jaar besproken en petit comité ( groepsleerkracht, intern begeleider), waarbij ad ` hoc de logopedist, rt-er psycholoog, schoolarts of externe hulpverleners worden uitgenodigd. We noemen deze besprekingen Leerlingbesprekingen • Daarnaast is minimaal eenmaal per maand overleg tussen intern begeleider en groepsleraar. In dit overleg wordt met name gezocht naar optimalisering van de onderwijsleersituatie in relatie tot de vragen van het kind en de mogelijkheden binnen of buiten de groep. • Volgt een leerling in een andere groep lezen ,taal of rekenen, dan blijft de leerkracht van de stamgroep aanspreekpunt voor dit vak. Overleg tussen groepsleraren is derhalve noodzaak. • Naast deze structurele overlegmomenten nemen wij de ruimte om, als de situatie er om vraagt, met elkaar in gesprek te gaan. • Ouders worden regelmatig op de hoogte gesteld van de ontwikkeling van hun kind middels rapportbesprekingen (2 x per jaar). Ook naar aanleiding van voorgenomen bijstellingen van handelingsplannen of voorgenomen onderzoeken of bijzondere voorvallen wordt contact opgenomen. • Daarnaast zijn op ieders initiatief mogelijkheden om zaken te bespreken. 19 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 4.3 20 De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften • Plaatsing en verwijzing van leerlingen met specifieke behoeften Leerkrachten en interne begeleiders volgen de vorderingen en ontwikkeling van uw kind nauwgezet. Indien de ontwikkeling daar aanleiding toe geeft zullen extra maatregelen getroffen worden om de afstemming van aanbod op hulpvraag te optimaliseren. Meestal zal dit geen probleem opleveren dat de school overstijgt. Is dit wel het geval dan kunnen externe deskundigen worden geraadpleegd die bijvoorbeeld in het Centrum Leerlingen Zorg van het samenwerkingsverband werken. Voor wat betreft visueel gehandicapten hebben we goede contacten met externe dienstverleners van “Convergo". De Jeugdgezondheidszorg en Jeugdzorg zijn instituten die veelvuldig geconsulteerd worden of ons consulteren. In uitzonderlijke gevallen zal het mogelijk zijn dat een kind teruggeplaatst wordt naar het basisonderwijs. Indien daartoe aanleiding is zal een procedure opgestart worden om voor het kind en u de overgang naar het reguliere basisonderwijs te vergemakkelijken. In een enkel geval blijkt ook onze SBO-school niet de antwoorden op de hulpvraag van uw kind te kunnen bieden. Wij starten dan samen met u in het belang van het kind een procedure voor verwijzing naar een vorm van speciaal onderwijs, of proberen in gezamenlijkheid met voldoende additionele middelen vanuit de indicatiestelling in de zorg te voorzien. Helaas moeten we ook constateren dat de overheid SBOscholen minder middelen toebedeelt dan wij nodig achten. Het WSNS-samenwerkingsverband regio 54 staat op het standpunt dat in principe een CVI een contra indicatie is voor een SBO-school. Oftewel, heb je een CVI-beschikking, dan is de keuze aan de ouder: òf regulier met rugzak, òf speciaal onderwijs. Voor kinderen die een SBO-beschikking hebben geldt, dat er in het geval dat ouder en school dit overeenkomen, een CVI-beschikking kan worden aangevraagd. De plek wáár het onderwijs wordt gecontinueerd is afhankelijk van de mogelijkheden van de school. Hóe de extra middelen worden ingezet is de resultante van een overleg tussen ouders en school. • Zittenblijven/groep overslaan. Zoals reeds eerder vermeld, kent onze school in principe geen jaarklassensysteem. Zittenblijven is daarom niet aan de orde. Wij trachten voor elk kind een op zijn/haar tempo, aanleg, mogelijkheden en belemmeringen aangepaste doorgaande ontwikkelingslijn te waarborgen. Het kan wel zo zijn dat een kind langer dan een jaar bij eenzelfde leerkracht blijft. Dit houdt dan echter geen herhaling in. Zo kan het ook voorkomen dat kinderen een groep “overslaan”. Dit houdt niet in dat het kind leerstof overslaat, maar dat in de ontwikkelingslijn van het kind geen gebruik gemaakt wordt of gemaakt hoeft te worden van een bepaalde leerkracht. Bij het veranderen van groep worden ouders ten allen tijde op de hoogte gesteld en de redenen met hen besproken. Incidenteel worden kinderen gedurende het schooljaar naar een andere groep overgeplaatst. Dit wordt uiteraard met de ouders overlegd. 20 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 4.4 21 De begeleiding van de overgang van kinderen naar het voortgezet onderwijs De directie IB’er en de groepsleraren van de bovenbouw zullen in oktober of november een ouderavond organiseren waarin u geïnformeerd wordt over het schoolverlatergebeuren. Aan de orde komen dan: - Wie wordt wel en wie niet schoolverlater? - Hoe worden kinderen in contact gebracht met het voortgezet onderwijs, contact-/ bezoekdagen voortgezet onderwijs, informatie over voortgezet onderwijs in lessen gedurende het schooljaar. - Psychologische onderzoeken (de wenselijkheid van zo’n onderzoek om ons advies extra kracht bij te kunnen zetten en evt. extra begeleidingskansen voor uw kind te kunnen genereren.) - Welke mogelijkheden van voortgezet onderwijs bestaan er in Maastricht en omgeving? - Hoe komt het advies tot stand en wie zijn daarbij betrokken? - Hoe, wanneer en door wie wordt het advies met u besproken? (Het individueel schoolkeuzegesprek). - De procedure van aanmelding voor een school voor voortgezet onderwijs. 4.5 Naschoolse activiteiten voor kinderen Tot op heden is er geen sprake van een verlengde schooldag voor onze kinderen. Een en ander heeft te maken met het feit dat we een streekschool zijn. Te weinig gebondenheid met een specifieke wijk zijn daar het gevolg van. Tevens is het vervoer van de kinderen bij een verlengde schooldag een probleem. We denken na over een begeleidingsmogelijkheid voor onze doelgroep. We achten het op dit moment niet raadzaam met vrijwilligers in zee te gaan. Kwaliteitseisen die we noodzakelijk achten bij toezicht op school gelden ook voor de naschoolse opvang. Een beperkt aantal leerlingen wordt na school in Gastenhof opgevangen, dit in verband met een begeleiding van kind en ouders. • Huiswerk Aan de leerlingen van de hoogste groepen wordt regelmatig huiswerk gegeven om deze kinderen te leren na schooltijd zo zelfstandig mogelijk een bepaalde tijd bezig te zijn met het werken aan een schooltaak. De leerlingen van de andere groepen worden niet regelmatig met huiswerk geconfronteerd, tenzij de leerkracht in overleg met de leerling en/of de ouders dit anders wenst. Het schoolteam ziet huiswerk niet als middel om leerstof te verwerken, maar om de verwerkte stof in te slijpen. Ook moet huiswerk gezien worden als voorbereiding op het voortgezet onderwijs. Vragen over huiswerk moeten altijd voorgelegd worden aan de groepsleraar. 21 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 4.6 22 Buitenschoolse activiteiten voor kinderen • Introductie In de eerste schoolweken organiseren wij een aantal kennismakingsactiviteiten om een snelle groepsvorming tot stand te brengen en om de leerkracht in staat te stellen het kind in andere dan schoolse omstandigheden te ontmoeten. Enkele groepen gaan op introductiekamp. Nadere informatie hierover volgt. • Activiteiten Diverse groepen gaan in het kader van lesprogramma’s op excursie naar musea, kinderboerderij, natuurgebieden en dergelijke. Ook doen we mee aan jeugdvoetbaltoernooien op Maastrichts niveau. Vaak wordt door de leerkracht een beroep gedaan op ouders om bij het begeleiden en vervoeren van kinderen te assisteren. De jaarlijkse sportdag is voor de kinderen een feest mede doordat ouders hulp bieden. Informatie hierover volgt te zijner tijd. Schoolverlaters sluiten hun schoolloopbaan bij ons meestal af met een kampactiviteit en een schoolverlateravond. De schoolverlateravond wordt door de leerlingen i.s.m. de leraren van de schoolverlaters georganiseerd. Tijdens deze activiteit trakteren zij u en ons op wat ze kunnen. • Vieringen van kerkelijke/culturele aard Onze samenleving is een multiculturele samenleving. Als school willen we ook rekening houden met feesten die in de verschillende culturen worden gehouden. Van ouders wordt gevraagd ons tijdig te informeren over belangrijke kerkelijke gebeurtenissen in hun cultuur. Daardoor is het ook mogelijk om binnen school op gepaste wijze aandacht aan een en ander te besteden. • De Eerste Heilige Communie Wij vinden de eerste heilige communie een feest dat in de parochie thuishoort. Dat betekent dat kinderen in de gelegenheid gesteld worden om samen met andere kinderen uit de parochie te oefenen voor de Eerste H. Communie. Jaarlijks wordt aan het begin van het schooljaar geïnventariseerd hoeveel kinderen de communie willen doen. Bij voldoende aantal wordt na overleg geprobeerd om in de O.L.V. kerk te Maastricht een gezamenlijke communieviering te houden voor de communicanten van SBO De Opstap. 22 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 5 23 DE LERAREN • Wijze van vervanging bij ziekte, ADV, studieverlof, scholing Personeelsleden in het onderwijs hebben naast hun vakanties evenals andere werknemers in ons land recht op ADV. Om het onderwijs zoveel mogelijk doorgang te laten vinden hebben we de adv geclusterd. Dat betekent dat leerkrachten in langere periodes van hun ADV genieten.We hebben hiervoor gekozen omdat daardoor het onderwijsleerproces zo optimaal mogelijk wordt. Mevrouw Trees Brorens en dhr. David Gardeniers verzorgen de ADV. Bij ziekte van groepsleerkrachten worden zo snel mogelijk capabele vervangers aangesteld. Soms kan het zijn dat een kind dan bij een andere leerkracht les krijgt, omdat we dat beter voor het kind vinden. Scholing van leerkrachten gebeurt meestal buiten de lestijden. Als groepsleerkrachten onder schooltijd scholing volgen wordt steeds voor vervanging gezorgd. Helaas blijkt in de praktijk dat vervanging niet altijd meer lukt omdat er te weinig vervangers voorhanden zijn. We proberen in dat geval intern de kinderen op te vangen. Edoch het kan zijn dat besloten moet worden een groep kinderen vrij te geven van school, omdat anders de continuïteit en de kwaliteit van het onderwijs voor alle kinderen gevaar loopt. Tot op heden hebben we gelukkig van de laatste mogelijkheid nog geen gebruik hoeven te maken. U wordt in dat geval van te voren gewaarschuwd. • De inzet van onderwijs- of klassenassistenten Onze school heeft de beschikking over 3 onderwijsassistenten. Zij werken elk op 4 ochtenden in de week in de jongste groepen. Zij helpen en ondersteunen de leerkrachten en werken onder verantwoordelijkheid van die leerkracht met groepjes en/of individuele kinderen. Ze knutselen, spelen en vertellen met kinderen helpen hen met hun ontwikkeling. • De begeleiding en inzet van stagiaires Dhr. Bergmans is stagecoördinator. Aandachtspunten voor de inzet van stagiaires zijn altijd: werken vanuit een pedagogisch klimaat, aan planmatig werken aan de basisbehoeften van kinderen te weten: competentie, relatie en autonomie. Daarbij is inzet en verantwoordelijkheid nemen een must. Mensen die bij ons stage lopen in klassen werken onder eindverantwoordelijkheid van de groepsleerkracht.Deze draagt zorg voor een goede begeleiding en heeft meerdere gesprekken met de mentor van de student. Het doen van een stage in het speciaal onderwijs is een must voor alle studenten. Men vindt het in het algemeen een moeilijke, maar vooral fijne en leerzame stage. We kennen in onze school een aantal “soorten Stagiaires”: o Reeds geoefende leerlingen van PABO’s ( pedagogische Academie Basisonderwijs) mogen, indien zij dat te kennen geven en hierover contact is geweest tussen Pabo en schoolleiding, stage lopen op onze school. o Datzelfde geldt voor stagiaires vanuit Fontys Hogeschool voor het vakgebied lichamelijke opvoeding. Deze stagiaires worden gecoached door Mw. Paulien Verschuuren , vakleerkracht muziek op onze school en tevens vakdocent aan de Fontys Hogeschool. o Vanuit het conservatorium lopen stagiaires muzikale vorming stage.Zij worden begeleid door Mw. Yolande Eymael onze vakleerkracht muziek die tevens is verbonden aan het conservatorium als vakdocente. 23 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 24 o Ook vanuit de opleiding SPW ( Sociaal Pedagogisch Werk) lopen studenten bij ons stage. Zij volgen in meerderheid een opleiding tot klassenassistente. o Vanuit de Universiteit worden we gevraagd om orthopedagogen of psychologen tijdens hun stage te begeleiden. Per jaar komt daar slechts een persoon voor in aanmerking. Deze stagiaire wordt begeleid door onze agogen Mw. Ine Wolfs en Mw. Nicole Penders. o De SPH , school voor Sociaal Pedagogische hulpverlening, heeft ook stageplaatsen op onze school. o Voor het instituut Leeuwenborg hebben we jaarlijks een stageplaats op de administratie. o In samenwerking met de gemeente Maastricht hebben we werkervaringplekken gecreëerd. • Scholing van leraren Ofschoon onze teamleden goed geschoold zijn hechten wij aan optimalisering en professionalisering van ons werk. Vandaar dat wij elk jaar een scholingsplan/schoolontwikkelingsplan maken. Hierin staat beschreven welke activiteiten de school onderneemt om nog beter toegerust te zijn voor haar werk in de toekomst. Voor het schooljaar 2006-2007 zijn een aantal scholingstrajecten opgenomen in de planning: o Dit schooljaar hebben we een nieuw leerlingvolgsysteem aangekocht. Zowel management als leerkrachten en ondersteuners zullen geschoold worden in het gebruik van dit systeem. o In nauwe samenwerking met Fontys Hoge scholen zullen we het lees- en taalonderwijs in de klas en in de gehele school vorm gaan geven volgens de nieuwste inzichten. Dit traject is een vierjarig traject. o Mw. Nel van Woerkum begeleidt de onderbouw bij het proces “basisontwikkeling” o Vorig schooljaar hebben we ons geschoold rondom sociaal-emotionele ontwikkeling en hebben een gerichte verkenning gemaakt van de methode leefstijl. De implementatie van leefstijl vraagt om begeleiding van buiten onze school . Consent zal ons begeleiden bij een verdere invoering. o Zowel leerkrachten als ondersteuners zijn steeds in de positie om bij te scholen. 24 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 25 o DE OUDERS 6.1 Het belang van de betrokkenheid van ouders In het belang van de ontwikkeling van het kind willen wij graag samenwerken met ouders. Dat blijkt uit: • Reeds bij aanmelding is er een eerste verkenning van de school. De directeur heeft een gesprek met u over uw kind. Dit gesprek heeft een informatief karakter. • Aan het begin van het schooljaar wordt een kennismakings-/informatieavond gehouden voor ouders. • 2 à 3 keer per jaar zijn er individuele besprekingen tussen leerkracht en ouder. Daarnaast kunnen ouders en leerkrachten aangeven een extra bespreking in te lassen. Sommige klassen kennen ouderochtenden. • Tweemaal per jaar worden ouders uitgenodigd door de groepsleraar voor een rapportbespreking. • Als groepsleerkrachten of de maatschappelijk deskundige het wenselijk achten, komen zij op huisbezoek. Deze bezoeken worden door kinderen en ouders zeer op prijs gesteld. Contacten met de maatschappelijk deskundige en de leerkracht vinden meestal op school plaats, dit om redenen van efficiëntie. • Telefonische en schriftelijke contacten tussen ouders en leerkracht die plaatsvinden n.a.v. dagelijkse zaken, onduidelijkheden en of vragen. • Schriftelijke informatie door middel van schoolgids en schoolkrant en eventuele nieuwsbrieven. • Algemene ouderavonden vinden incidenteel plaats. Zij worden georganiseerd rondom een bepaald thema. • Onze school heeft een actieve oudervereniging met een bestuur van minimaal 7 personen, de ouderraad. • Ook zijn 3 ouders vertegenwoordigd in de medezeggenschapsraad. Samen met drie afgevaardigden van het team vergaderen zij over veel zaken die de school en dus ook u betreffen. 6.2 Inspraak • De oudervereniging/doelstellingen en activiteiten Oudervereniging SBO de Opstap. Een vereniging is een soort “club” waar mensen bij elkaar zijn om samen een doel te bereiken. De oudervereniging “de Opstap” wil voor de kinderen van de speciale basisschool De Opstap iets extra’s doen. Samen met het team organiseren wij leuke dingen voor de kinderen, om naast de “normale” schoolse activiteiten voor een plezierige afleiding te zorgen. Een van de hoogtepunten is het jaarlijkse schoolfeest. Deze geweldige feestdag is voor veel ouders/verzorgers, familie en vrienden een prettige manier om andere ouders/verzorgers en het team op een heel andere wijze te leren kennen. 25 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 26 Dankzij de inzet van het team, ouders en de oudervereniging is dit voor groot en klein een onvergetelijk feest. De oudervereniging bestaat momenteel uit 16 leden. Dit zijn allemaal ouders/verzorgers van kinderen op De Opstap. Doordat er ieder jaar kinderen de school verlaten en daardoor ook ouders/verzorgers wegvallen, zijn wij constant op zoek naar nieuwe ouders/verzorgers die in het bestuur van de Oudervereniging willen komen. Wellicht dat u er al eens erover nagedacht heeft om iets te gaan doen op de school, vul dan onderstaande strook in en geef hem mee aan uw kind. Het bestuur van de oudervereniging neemt dan contact met uw op. Dit strookje kunt U aan Uw kind meegeven. Ik ben ouder/verzorger van…………………………………………………………groep……………………………… Mijn telefoonnummer is : …………………………………………… Ik heb interesse om bij de oudervereniging te komen / of een vergadering bij te wonen, en zou graag door u worden uitgenodigd. Handtekening • Contributie Oudervereniging. De contributie van de oudervereniging bedraagt 9 Euro. De contributie van de oudervereniging vindt u terug in de vrijwillige ouderbijdrage. De contributie ad. 9 Euro wordt besteed aan voornoemde activiteiten. Eventuele restanten worden gespaard teneinde de school van tijd tot tijd te kunnen ondersteunen bij grote investeringen, zoals speeltoestellen, kampeeruitrusting enz. De hele contributie komt dus ten goede aan uw eigen kind. Jaarlijks geeft de oudervereniging verslag van de ondernomen activiteiten en van de besteding van de middelen. 26 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 • 27 Medezeggenschapsraad Wat is medezeggenschap? Volgens van Dale is medezeggenschap: het recht van over iets mee te mogen spreken, met gedachte aan invloed op de beslissing of besluitvorming (vgl. inspraak); - (in ‘t bijz) het recht van werknemers om in het beheer van een onderneming of bedrijf mee te spreken. Het idee achter medezeggenschap van werknemers is tweeledig. Er wordt door middel van medezeggenschap gebruik gemaakt van de aanwezige ervaring en deskundigheid van werknemers bij het nemen van beslissingen en bovendien wordt het draagvlak voor die beslissingen vergroot. Beide dragen bij aan de motivatie van de werknemers. Op welke manier die invloed op besluitvorming concreet gestalte krijgt, en over welke onderwerpen het dan precies gaat, is terug te vinden in de Wet Medezeggenschap Onderwijs (WMO). Hierin is onder meer opgenomen over welke aangelegenheden de medezeggenschapsraad (MR) instemmingsrecht of adviesrecht heeft en hoe de MR ook zelf initiatieven kan ontwikkelen door standpunten kenbaar te maken of door voorstellen te doen. De WMO is afgeleid van de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) die in bijna alle andere branches en sectoren in Nederland van kracht is. De reden dat in grote delen van het onderwijs, waaronder het primair onderwijs, de WMO geldt en niet de WOR, is de positie van de ouders (en in het voortgezet onderwijs en het beroeps onderwijs en de volwassenen educatie de rol van de leerlingen en deelnemers). Ouders (en leerlingen) zijn niet in de eerste plaats klanten of consumenten. Zij zijn eerder te beschouwen als partners van de school bij de opvoeding en ontwikkeling van hun kind. Met name in het primair onderwijs is de relatie tussen ouders en school een andere dan bijvoorbeeld de relatie tussen een fabrikant van huishoudelijke apparaten en degenen die deze apparaten kopen. In de WMO is daarom geregeld dat de medezeggenschap plaatsvindt in Medezeggenschapsraden (MR-en) en Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraden (GMR-en), waarin naast personeelsleden ook ouders zitting hebben. Daarbij is uiteraard vastgelegd dat de invloed van de personeelsleden in de (G)MR op het gebied van bijvoorbeeld arbeidsvoorwaarden, rechtspositie en personeelsbeleid, aanzienlijk groter is dan de invloed van de ouders daar op. Doordat de WMO van toepassing is, heeft onderwijspersoneel ook medezeggenschap over organisatorische en onderwijskundige zaken. Dat zou niet het geval zijn als de WOR van kracht zou zijn. Momenteel wordt gewerkt aan een nieuwe wet: de Wet Medezeggenschap Scholen (WMS). Het is de bedoeling dat deze WMS per 1 januari 2007 de huidige WMO gaat vervangen. Een van de aanleidingen om de WMO te vervangen is de beoogde invoering van lumpsumbekostiging(*) in het primair onderwijs. Vooruitlopend op de WMS zal een beperkt aantal wijzigingen in de WMO worden aangebracht bij die invoering van lumpsum. Het betreft aanscherping van de informatiebepalingen, verplichte instelling van een GMR bij schoolbesturen met meer dan één school, en de vervanging van het huidige directiestatuut door een managementstatuut. Natuurlijk kent onze school ook een medezeggenschapsraad. Daarin hebben 3 ouders en 3 personeelsleden zitting. De MR is de officiële schakel tussen het schoolbestuur en de ouders en het schoolteam. De MR kan alle aangelegenheden van de school bespreken. In heel wat schoolse zaken heeft de MR een adviserende taak en in bepaalde zaken heeft de MR instemmingsrecht. In het laatste geval kan het bestuur een voorgenomen besluit pas vaststellen na instemming van de MR. Omdat de MR een officieel orgaan is hanteert zij een medezeggenschapsreglement, waarin haar bevoegdheden zijn omschreven. De MR- leden werken samen met GMR en de leden van de oudervereniging, ze informeren elkaar. 27 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 6.3 28 Veiligheid • De schoolomgeving In verband met de gewenste veiligheid van onze kinderen is het terrein rondom onze school voortdurend onder de aandacht. Niet alleen naar een aantrekkelijke uitstraling, maar zeker ook naar het veiligheidsaspect. • Calamiteitenplan-ontruimingsplan. U staat er misschien niet altijd bij stil, maar rampen kunnen ook bij u en bij ons in de buurt gebeuren. Ondanks talrijke voorzieningen is het nooit uit te sluiten dat op een kwade dag een chemische fabriek ontploft, een grote brand uitbreekt, een vrachtwagen met chemische stoffen verongelukt, etc. Het is noodzakelijk dat wij weten wat dan te doen. Daarom heeft de school in samenwerking met de afdeling Preventie van de Brandweer een calamiteitenplan en ontruimingsplan ontwikkeld. Het calamiteitenplan treedt in werking wanneer in onze omgeving, dus van buitenaf, een ramp dreigt. Sirenes kondigen aan dat er een ramp plaatsvindt. In een dergelijke noodsituatie zorgen wij voor de bescherming van uw kind in onze school. In het belang van de veiligheid van uw kind en uw eigen veiligheid verzoeken wij u dringend dan uw kind niet op te halen uit school. Ook moet u niet naar school bellen omdat dan onze telefooncentrale overbelast raakt en niet meer bereikbaar is voor hulpdiensten. Het ontruimingsplan wordt in werking gesteld wanneer er gevaar dreigt, bijv. bij brand in ons schoolgebouw. Volgens plan zullen wij dan het gebouw snel en geordend ontruimen en verder passende maatregelen nemen. Beide plannen zullen in schoolverband met de leerlingen worden geoefend. De plannen liggen ter inzage bij de directie. • Verkeersroulatieplan De directie en gemeente zijn met elkaar overeen gekomen om een verbetering aan te brengen in de verkeersproblematiek van Marienwaard als geheel. De uitvoering van de plannen hebben helaas vertraging opgelopen: deelplannen stadium de verkeerslichten ter hoogte van de gerealiseerd Meessenerweg zullen worden veranderd; er komt ook een verkeerslicht op Marienwaard.; gerealiseerd er wordt een verkeersplein gemaakt waar bussen en ouders omheen kunnen rijden er komen parkeerplaatsen voor de bussen Nog niet gerealiseerd er komt een voetpad voor de leerlingen Aan de Meerssenerweg gerealiseerd. Nog niet gerealiseerd op het terrein Marienwaard Aan de Meerssenerweg wel, op het terrein nog niet gerealiseerd. 28 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 29 De gemeente Maastricht zal de uitvoering op korte termijn ter hand nemen. In het kader van veiligheid blijven wij dus surveilleren op het terrein. Wil iedereen de aanwijzingen van de verkeersregelaars nauwgezet opvolgen. Het immers over de veiligheid van uw kind en dat van een ander! • Regels voor de veiligheid van onze leerlingen. Ofschoon we een grote school zijn, is het schoolgebouw zo ingericht dat kleinschaligheid uitgangspunt is en blijft. Er is een speciale ingang voor kinderen uit de onderbouw, twee ingangen voor de kinderen in de middenbouw en een ingang voor onze oudste leerlingen. De leerlingen worden opgehaald en aan het einde van de dag gebracht naar deze entrees. Daardoor voorkomen we problemen. Alle klassen m.u.v. die van de onderbouw zijn gegroepeerd rondom een gezamenlijke ruimte. De leerkrachten die met hun klassen aan zo’n gezamenlijke ruimte grenzen kunnen makkelijker samenwerken. Ook als een leerkracht onverhoopt ziek is zullen haar/zijn collega’s de vervanger ondersteunen met hun kennis en ervaring. Veiligheid begint bij onderhoud. We achten het als team belangrijk kinderen te betrekken in het zorg hebben voor hun schoolomgeving en naar elkaar. Op aandrang van teamleden en de ouderraad is besloten de verkeersveiligheid ook op het terrein Marienwaard ter hand te nemen. Kinderen dienen veilig van en naar school te kunnen gaan. Daarom wordt van ouders en teamleden verwacht de instructies die als ouder of teamlid van de verkeersbrigadiers krijgt strikt op te volgen. o Parkeren is slechts daar toegestaan waar de instructeurs toestemming toe geven o Leerkrachten en ouders stallen hun fietsen/brommers in de daarvoor bestemde fietsenstalling rechts van de school. o Leerlingen stallen hun fietsen in de fietsenstalling links van het schoolgebouw o Voor leerlingen en ouders met fietsen en/of brommers is het na schooltijd nooit toegestaan om op het terrein van Marienwaard te fietsen. • SBO De Opstap is een rookvrije school. Als school hebben we een opvoedkundige taak. Gezonde voeding en gezond gedrag horen daarbij. In het kader van een gezonde opvoeding is het op school in alle ruimtes verboden te roken. Personeelsleden en ouders worden verzocht indien zij de drang niet kunnen weerstaan aan de voorkant van het gebouw, uit het zicht van kinderen hun sigaret te roken. We willen kinderen geen ongezonde voorbeelden voorhouden. 6.4 Overblijffaciliteiten. Kinderen die in een SBO-school zitten kunnen tussen de middag niet naar huis om daar hun pauze in huiselijke kring door te brengen. De afstand tussen school en thuis is daarvoor te groot. Voor een ouder die een kind op een SBO-school heeft is het van belang te weten dat het kind ook tijdens pauzes en de middagpauze onder toezicht van professionals is en terug kan vallen op volwassenen die voor hem of haar van betekenis zijn. De oudervereniging heeft daarom teamleden verzocht deze 29 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 30 taak op zich te nemen. Door de bereidwilligheid van individuele teamleden is het mogelijk om voor alle kinderen een goed georganiseerde opvang te realiseren. Gezien de belasting die het overblijven met zich meebrengt voor het hele team zijn wij genoodzaakt bij dit overblijven een reglement te hanteren. Indien kinderen zich na herhaalde waarschuwingen niet aan dit reglement houden, worden zij van het overblijven geschorst. U dient dan zelf voor opvang tussen de middag te zorgen. Het eten gebeurt in de groepen waarbij leerkracht toezicht houdt. Indien een leerling een dag niet overblijft moeten de desbetreffende ouders dit van tevoren telefonisch of schriftelijk melden. Tevens bestaat de mogelijkheid voor het verkrijgen van schoolmelk en thee. Thee wordt gratis verstrekt. Het meegeven van drank is dus overbodig. Gezien onze milieu-activiteiten, maar ook om gezondheidsredenen, verzoeken wij u dringend geen blikjes en snoepgoed mee te geven. In de handel zijn goed afsluitbare drinkbekers verkrijgbaar. I.v.m. de veiligheid van de kinderen ontraden wij thermoskannen en glazen flessen. In het kader van een goede mondhygiëne en gebitsverzorging kunnen kinderen hun tanden poetsen na het eten. Ouders dienen hun kind zelf een tandenborstel en tandpasta mee te geven. Voor financiering van een en ander zie vrijwillige ouderbijdrage. • Ouderbijdrage Volledigheidshalve willen we bij deze opmerken, dat we de ouderbijdrage in absolute zin niet verplicht kunnen stellen. Uit overleg met oudervereniging en medezeggenschapsraad wordt echter duidelijk, dat deze bijdrage alleszins redelijk genoemd kan worden. Indien de deelname onverhoopt zou verminderen, zien wij ons helaas genoodzaakt in de toekomst bepaalde activiteiten aan te passen. U ontvangt elk jaar van de administratie een formulier vrijwillige ouderbijdrage. Door dit formulier te tekenen geeft u de school de mogelijkheden om zaken te regelen en extra kosten te maken t.b.v. uw kind. De hoogte van de ouderbijdrage is gesteld op 60 Euro per leerling per schooljaar.. Het bedrag van 60 Euro bestaat uit: • 9 Euro voor het lidmaatschap van de oudervereniging. De oudervereniging bestemt en verantwoordt deze middelen jaarlijks • 16 Euro ter besteding van diverse niet-subsidiabele activiteiten zoals sportdag, feesten en schoolkrant en klassenbudget, • de resterende 35 Euro worden ingezet t.b.v. het toezicht bij het overblijfgebeuren. De verantwoordelijkheid voor de ouderbijdrage berust bij de ouders en bij het innen en besteden ervan wordt de vereniging geassisteerd door medewerkers van de school. Naast de genoemde onkosten voor ouders willen wij ook nog vermelden dat : • voor het introductiekamp (3 dagen) van de bovenbouw een bijdrage van € 20,• en voor het schoolverlaterskamp (5 dagen) van de schoolverlaters een bijdrage van € 60,wordt gevraagd. • Bij het voorbereiden van de schoolverlatersadviezen laten wij extra psychologisch onderzoek verrichten. We vragen aan ouders een bijdrage van €25,-- die vooraf moet worden betaald.Bij alle genoemde activiteiten levert de school uiteraard ook een grote bijdrage. 30 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 31 Het is mogelijk de ouderbijdrage in 4 termijnen te betalen. De betaling dient maximaal in 4 keer te geschieden. U mag uiteraard ook per halfjaar of per jaar betalen. Wilt u het geld overmaken ? Dat kan naar rek. nr. 109 70 51 06 t.n.v. SBO De Opstap. Vermeld duidelijk de naam van uw zoon of dochter en de groep waarin hij/zij zit. Elke leerling ontvangt een kaartje, waarop de betalingen door ons worden aangetekend. Na verwerking onzerzijds houdt de administratie het kaartje in haar bezit en deelt het 2 weken voor de nieuwe datum uit. Door middel van dit kaartje heeft u zelf ook een overzicht van de betalingen. Voor het goed functioneren van school- en overblijfgebeuren is deze ouderbijdrage van wezenlijk belang. Wij gaan er dan ook van uit, dat u zonder tegenbericht uwerzijds, hieraan uw medewerking wilt verlenen. 31 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 6.5 • 32 Kwaliteitszorg De Klachtenregeling Door de klachtenregeling, die door de overheid verplicht is gesteld, krijgen ouders en leerlingen wettige mogelijkheden hun klachten aan de orde te stellen. Onze school wil stimuleren, dat ouders en leerlingen een passend gebruik maken van deze nieuwe wetgeving, omdat klachten door team en directie beschouwd worden als een hulpmiddel, een handreiking om een veilig schoolklimaat te behouden. Veiligheid op school in de praktijk van alle dag is voor kinderen, ouders en personeel van groot belang. Klachten kunnen gaan over bijvoorbeeld onderwijskundige zaken, pedagogisch klimaat, leerkrachten, discriminerend gedrag, geweld, pesten of vermoedens van seksuele intimidatie. Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in school zullen in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en directie op de juiste wijze afgehandeld kunnen worden. Indien dat echter niet mogelijk is, gezien de aard van de klacht of indien de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan men een beroep doen op de klachtenregeling. In het onderstaand stappenplan is een en ander schematisch weergegeven. Voor het Reglement Klachtencommissie voor het Katholiek Onderwijs zie: http://www.geschillencies-klachtencies.nl/klachten/reglement/reglementtekst.html of www.mosalira.nl Een exemplaar va dit reglement ligt ter inzage bij de schoolleiding en bij Toon Alofs van de school. Voor de klachtenregeling van MosaLira zie: www.mosalira.nl . Een exemplaar va deze klachtenregeling ligt ter inzage bij de schoolleiding en een exemplaar bij Toon Alofs van de school. Stap 1. De klager gaat met zijn klacht zo mogelijk in gesprek met degene tegen wie de klacht gericht is. De klacht is afgehandeld indien de klager tevreden is, indien niet: volg stap 2. Stap 2. De klager gaat met zijn klacht zo mogelijk in gesprek met de schoolleiding. De klacht is afgehandeld indien de klager tevreden is, indien niet: volg stap 3. Stap 3. De klager gaat met zijn klacht zo mogelijk in gesprek met de contactpersoon, Toon Alofs, binnen de school. De klacht is afgehandeld indien de klager tevreden is, indien niet: volg stap 4. Stap 4. De klager kan, via de schoolleiding of de interne contactpersoon, een externe vertrouwenspersoon (laten) inschakelen om te bemiddelen tussen klager en aangeklaagde. De klacht is afgehandeld indien de klager tevreden is, indien niet: volg stap 5. Stap 5. De klager kan een klacht indienen bij het bestuur. Het bestuur neemt de klacht in behandeling. De klacht is afgehandeld indien de klager tevreden is, indien niet: volg stap 6. 32 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 33 Stap 6. De klager kan een klacht indienen bij de landelijke klachtencommissie. Deze onafhankelijke klachtencommissie onderzoekt de klacht en adviseert het bevoegd gezag hierover. De klachtencommissie geeft advies over: a. de (niet-) ontvankelijkheid van klager; b. de (on-) gegrondheid van de klacht; c. het nemen van maatregelen; d. overige door het bevoegd gezag te nemen besluiten. Binnen 4 weken na ontvangst van het advies van de klachtencommissie zal het bevoegd gezag het besluit hierop kenbaar maken aan: a. de klager b. de aangeklaagde c. klachtencommissie d. directie school e. onderwijsinspectie Adres klachtencommissie: Klachtencommissie voor het Katholiek Onderwijs Ambtelijk secretaris dhr. Mr. H.N. Nentjes Postbus 82324 2508 EH DEN HAAG tel. 070-392 55 08 fax. 070-302 08 36 • Kwaliteit en openheid In Maastricht liggen ca. 35 basisscholen en twee Scholen voor Speciaal Basisonderwijs. Alle scholen verschillen wat van elkaar. Er zijn verschillen in identiteit (b.v. een katholieke school of een algemeen bijzondere school), verschillen in werkwijze, in sfeer, in resultaten, in wat scholen belangrijk vinden enz. Daardoor ook verschillen in kwaliteit. Toch zijn er een groot aantal overeenkomsten tussen al deze scholen. Op alle scholen wordt lesgegeven met behulp van moderne lesmethoden. Al het lesmateriaal wordt zorgvuldig uitgekozen. Er wordt gekeken of de kinderen met deze materialen goed kunnen leren, of het materiaal er aantrekkelijk uitziet, of het geschikt is voor kinderen die langer tijd nodig hebben om te leren en ook voor kinderen die sneller kunnen enz. Nog belangrijker dan materiaal en methodes zijn de mensen die er werken. Deze mensen zorgen ervoor, dat de materialen en de methodes zo goed mogelijk worden gebruikt. Er is veel onderling overleg nodig om alles op elkaar af te stemmen. Vaak worden er cursussen gevolgd om de nieuwe ontwikkelingen bij te houden. Belangrijk is ook de band die de leerkracht met de kinderen heeft. Het valt vaak niet mee om met zoveel verschillende kinderen om te gaan en ze dat te geven wat ze nodig hebben. De leerkrachten proberen dat zo goed mogelijk te doen. Behalve lesgeven en proberen de kinderen zoveel mogelijk te laten leren, is het voor de kinderen op onze school ook heel belangrijk om ze te helpen als persoon te groeien. Onze kinderen hebben vaak problemen en ze moeten leren om 33 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 34 daarmee om te gaan. Evenwichtige personen kunnen later in de samenleving functioneren en daar wordt dan ook veel aandacht aan besteed. Regelmatig contact met de ouders over de ontwikkeling van hun kind is noodzakelijk. U ziet dat er een heleboel zaken zijn die in een school belangrijk zijn. Als je dan over kwaliteit van een school gaat praten, komt meteen de vraag wat belangrijk is binnen een school. Sommige ouders vinden het belangrijk dat er zoveel mogelijk wordt geleerd. Andere ouders vinden vooral dat de school gezellig moet zijn en dat kinderen graag naar school komen. Wanneer de leerlingen van groep 8 de school verlaten, gaan ze naar het voortgezet onderwijs. Het is een misverstand om de school te beoordelen door alleen maar te kijken naar welke vorm van vervolgonderwijs kinderen gaan. Kinderen hebben verschillende begaafdheden en verschillen in werkhouding. De school kan proberen de kinderen zover mogelijk te krijgen, maar kan niets veranderen aan de capaciteiten die kinderen hebben. Het vermogen om te leren is echter erg belangrijk bij de keuzen van een vervolgschool; het kind moet het programma van de nieuwe school kunnen volgen. In het laatste schooljaar worden een aantal toetsen afgenomen om te kijken wat het kind kan, niet of het een goede school is. Als de school een advies geeft over vervolgonderwijs en het kind kan de nieuwe school voor voorgezet onderwijs goed volgen, dan heeft de school haar werk goed gedaan. Kinderen leren niet alleen op school, maar ook thuis. De situatie in gezinnen kan heel verschillend zijn. Er zijn gezinnen waar kinderen goed Nederlands leren spreken, waar men vaak naar de bibliotheek gaat en dus veel leest, waar kinderen op vakantie andere landen zien, de bergen, de zee enz. Er zijn ook gezinnen waar men geen Nederlands spreekt, waar kinderen veel thuis of op straat spelen en waar weinig geld is om verre dure reizen te maken. Deze kinderen hebben dan andere dingen geleerd, die soms wel belangrijk zijn, maar die ze in de school niet zo goed kunnen gebruiken. De inspectie bezoekt de school en kijkt of de school goed functioneert. Er zijn een heleboel zaken waar de inspecteur naar kijkt. Voor de school is dat prettig, het is een (gratis) “bedrijfsadvies” dat de school krijgt. Nu is het zo, dat op al die onderdelen geen enkele school perfect kan zijn en opmerkingen van de inspecteur moet u dan ook in dit kader zien. Helaas publiceren bepaalde kranten de onderzoeken van de inspectie vaak op een op sensatie beluste manier. Dingen die de scholen goed doen worden verzwegen en zaken die nog niet zo lekker lopen worden breed uitgemeten in de krant. Goede scholen proberen kinderen zo goed mogelijk te helpen in hun ontwikkeling zover als ze kunnen. Het gaat daarbij niet alleen over dingen leren, maar ook over het aanleren van sociaal gedrag, over een goede werkhouding, over waarden en normen. Deze scholen geven het kind het gevoel erbij te horen en dragen bij aan een positief beeld van het kind over zichzelf. Om in al de schooljaren van het kind de leerontwikkeling te volgen worden allerlei toetsen gebruikt. Met die toetsen kun je zien hoe het kind is vooruitgegaan. Je kunt de prestaties van het kind dan vergelijken met de resultaten van de andere kinderen in de groep, maar bij sommige toetsen zelfs met alle andere kinderen in Nederland. Zo heb je een duidelijk beeld van de ontwikkeling van het kind. Als de leerkracht ziet hoe het kind functioneert, kan zij of hij een heleboel vertellen over het kind. Over zaken als werkhouding, concentratievermogen, of het kind snel iets begrijpt, netjes werkt of slordig is enz. Maar ook kan hij/zij zien hoe het kind omgaat met andere kinderen, of het kind lekker in zijn vel zit, graag naar school komt enz. Kortom: ook de sociaal-emotionele ontwikkeling is belangrijk. Hoe het kind zichzelf ervaart en hoe het met anderen kan omgaan, bepaalt voor een groot deel of het later een gelukkig en tevreden mens wordt. Eigenlijk is dat precies wat ouders hun kinderen gunnen! 34 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 35 Op onze SBO-school zitten allemaal leerlingen die een of meerdere problemen hebben bij het zich ontwikkelen. Dat belemmert hen vaak in hun leerontwikkeling, maar in veel gevallen moeten de kinderen ook leren om met hun probleem om te gaan. Buitenstaanders hebben daar vaak geen begrip voor. Het is vanzelfsprekend dat het een belangrijke taak van onze school is om kinderen zoveel mogelijk te leren. Maar ook hebben ze vaak hulp nodig om hun probleem een plek te geven in hun leven, het te accepteren en zich toch een gelukkig mens te voelen. U ziet dus dat het niet gemakkelijk is om te praten over kwaliteit van scholen, er komt heel wat bij kijken. Daarom vonden alle basisscholen en ook de scholen voor Speciaal Basisonderwijs het nodig om hierover een stukje te schrijven in hun schoolgids. We hopen dat we u met dit verhaal voldoende hebben geïnformeerd! Sinds kort is er een landelijk kwaliteitsinstrument voor Speciale scholen voor basisonderwijs. We hebben ons daarover geïnformeerd en besloten tot aanschaf over te gaan als de digitalisering in voldoende mate is gelukt. Cijfers over schoolverlaters naar het voortgezet onderwijs: In 2001/2002 gingen 37 leerlingen naar het voortgezet onderwijs waarvan: 12 naar Praktijkonderwijs 19 naar VMBO 1 naar REC 5 naar OPDC. In 2002/2003 verlieten 43 schoolverlaters ons waarvan: 17 naar Praktijkonderwijs 23 naar VMBO 1 naar REC 2 naar OPDC In 2003/2004: 13 naar Praktijkonderwijs 20 naar VMBO 0 naar REC 4 naar OPDC In 2004/2005 vertrokken onze schoolverlaters naar: 12 naar Praktijkonderwijs 40 naar VMBO 0 naar REC 0 naar OPDC En afgelopen schooljaar 2005/2006: 7 naar Praktijkonderwijs 28 naar VMBO 0 naar REC 4 naar OPDC 35 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 36 . 7 DE ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS IN DE SCHOOL 7.1 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school Op 1 augustus 1999 heeft een fusie plaatsgevonden tussen MLK-Servatius en LOM-Overbunde die resulteerde in een nieuwe school SBO De Opstap. Hierdoor koden de kwaliteiten van beide scholen en beide teams ten goede komen aan alle kinderen. Dit gaf ons de mogelijkheid ons extra te bezinnen op welke school we zijn en welke school we willen zijn. Ook onze school heeft te maken met Weer Samen Naar School. De coördinatiegroep heeft onder leiding van de directeur wekelijks vergaderingen op onze school. De coördinatiegroep coördineert de zorg in ons samenwerkingsverband. Elke school in ons Samenwerkingsverband heeft een schoolspecifiek zorgplan waarin zij de zorg expliceert. De Opstap heeft naast de onderwijsfunctie ook een ondersteuningsfunctie door inzet van diagnostiek en preventief ambulante begeleiding van scholen en kinderen in ons samenwerkingsverband. Binnen het onderwijsvoorrangsbeleid wordt met name aandacht besteed aan afstemming van de zorg aan leerlingen en verbetering van oudercontacten. 7.2 Zorg voor de relatie school en omgeving In dit kader achten we het wenselijk u te informeren over onze visie op onderwijs. Leren is vanuit betrokkenheid stilstaan bij wat is om te kunnen ontwikkelen wat kan. Opstappen: een beweging vanuit wat is, om te streven naar wat kan. De Opstap: een speciale school voor basisonderwijs waar men samenwerkt aan de ontwikkeling van en met individuen A. De levensbeschouwelijke visie/ godsdienstonderwijs. (WPO 13,1) Wij zijn een algemeen bijzondere school, een school binnen een christelijke cultuur en respecteren andere geloofs- /levensovertuigingen. Kerstmis en Pasen krijgen in vieringen uitgebreid aandacht. De school wordt bezocht door kinderen afkomstig uit verschillende (sub)culturen en met diverse levensbeschouwelijke achtergronden, omdat ouders een SBO-school niet om godsdienstige redenen kiezen. De school respecteert door het toelaten van het kind tot haar gemeenschap de geloofsopvattingen of levensopvattingen van ouders en kind, wij verwachten van ouders dat zij onze identiteit respecteren. Deze identiteit krijgt gestalte in de wijze waarop mensen in onze organisatie met elkaar omgaan: respectvol. We proberen vanuit veiligheid en geborgenheid, elkaars capaciteiten te benutten en met elkaars (on)mogelijkheden rekening te houden, perspectief in elkaar te zien, met als doel kansen voor ontwikkeling van kinderen en het team te benutten. In de lessen rondom levensbeschouwing komen aspecten uit zowel christelijke als ook andere wereldgodsdiensten aan de orde. Dit alles is 36 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 37 vaak naar aanleiding van feesten en gebruiken die op dat moment in onze gemeenschap en bij de leerlingen leven. B. Visie op de Maatschappij De maatschappij verandert in hoog tempo. Als school proberen we voor de kinderen de schakel te zijn naar de maatschappij, daarbij rekening houdend met de maatschappelijke achtergrond. Veel van onze kinderen beleven de wereld om hen heen als fragmentarisch en zeer complex, ze worden overspoeld door invloeden en voelen zich soms onveilig. Hun wereld is niet altijd even positief en voorspelbaar. Op de opvoeders rust een zware taak. We willen ouders betrekken op de school en de ontwikkeling van hun kind door actief te streven naar goede samenwerking en goed overleg op basis van gelijkwaardigheid. Dit uit zich vaak in samen actief zijn tijdens schoolse en niet schoolse activiteiten. De wereld wordt dan voor het kind overzichtelijker en veiliger, zodat het kind deze opener tegemoet kan treden. Hierbij staat het belang van het kind voorop. De school wil de kinderen zodanig toerusten dat zij in staat zijn als zelfstandige individuen hun weg te vinden in alles wat de maatschappij hen als burger en consument te bieden heeft; zij moeten de betekenis kunnen doorgronden van allerlei regelingen die op hen van toepassing zijn en anderzijds moeten zij gefundeerde keuzes kunnen maken uit het aanbod van diensten en goederen. Daarom willen we de leerlingen in staat stellen enerzijds zichzelf verder te ontplooien als individu en anderzijds door allerlei activiteiten (werk, sport, vrije tijd, maatschappelijke betrokkenheid) zichzelf op een zinvolle manier te verbinden aan anderen en vruchtbaar met anderen samen te werken. Voor al het bovenstaande is belangrijk dat kinderen kunnen en willen communiceren en participeren met anderen. De school dient daar een klimaat voor te creëren.. C. De pedagogische visie Leerlingen moeten zich geaccepteerd weten, dan zullen zij zich uitgedaagd voelen om naar hun eigen kunnen te presteren en dan zullen ze op de juiste momenten om de nodige ondersteuning vragen. We proberen de kinderen die aan ons toevertrouwd zijn op planmatige wijze stimulans en sturing te geven bij het ontdekken en ontplooien van hun talenten en mogelijkheden, opdat zij worden wat zij zijn: beloftevol! - Eigenaarschap Kinderen zijn eigenaar van hun eigen ontwikkeling Kinderen zijn geen foto 's, kinderen ontwikkelen zich zelf. ( Prof. Luc Stevens) In de loop van de tijd is steeds duidelijker geworden dat kinderen zich niet laten vormen, maar dat ze zich ontwikkelen door met de hen gegeven mogelijkheden eigen antwoorden te vinden in de omgang met de wereld. In wezen doet een kind dit zelf. Kinderen ontwikkelen zich, behalve in zeer traumatische omstandigheden, altijd. Ontwikkelen en leren liggen dicht tegen elkaar aan. Een kenmerk van kinderen is dan ook dat ze altijd leren. De vraag is alleen of wat ze leren belangrijk is in de ogen van de volwassene. Op deze manier kijken naar ontwikkeling vraagt om terughoudendheid en vertrouwen van leraren en andere opvoeders. Dit wil niet zeggen dat het kind geen ondersteuning nodig heeft. Die ondersteuning moet echter gericht zijn op de eigen- aardige ontwikkeling van het kind. Sinds enkele eeuwen zijn filosofen er achter, dat kennis niet een objectief fenomeen is. Kennis blijkt per definitie subjectief te zijn. Kennis is van iemand zelf. Mensen maken hun eigen kennis. Een gelijke gebeurtenis of ervaring levert voor verschillende mensen verschillende kennis op. Leren is in deze opvatting maken, of construeren, van kennis. Dit maakt leren tot een actieve gebeurtenis, die sterk aan de persoon gebonden is. Leren is dan ook persoonlijk. Van de andere kant is het zo dat leren het beste plaats vindt in een sociale omgeving waar interactie plaats vindt, waar meningen 37 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 38 bediscussieerd worden, waar concepten botsen, waar oplossingen getoetst worden. Ook in deze sociale omgeving is het individu eigenaar van het eigen leren. Deze manier van kijken vraagt om een leeromgeving waar respect is voor dat eigenaarschap, door kinderen keuzes te laten, door niet de nadruk te leggen op het goede antwoord, door niet de zelfde prestatie te vragen van ieder kind, maar ruimte te geven voor eigen onderzoek. In een humanistische visie is zelfbeschikking belangrijk. Je eigen keuzes maken, je lot in eigen handen nemen zijn belangrijke principes die voor volwassenen en kinderen gelden. Zelfbeschikking en zelfsturing zijn echter niet van zelfsprekend, zij moeten geleerd worden. Je leert echter alleen je eigen beslissingen nemen in een omgeving waar dat mag, en waar dat van je verwacht wordt. Daarnaast is het belangrijk om de instrumenten in handen te krijgen om keuzes te kunnen maken: onderzoeken en geïnformeerd zijn. Keuzes zijn echter nooit vrijblijvend, ze zijn waarden-gebonden. Het is belangrijke te leren reflecteren op je keuzes. Een school die het eigenaarschap van het kind over eigen leren en ontwikkeling erkent zal: Kinderen betrekken bij beslissingen (participatie) Kinderen keuzes laten Initiatieven van kinderen honoreren Vertrouwen in ontwikkeling van kinderen als basis nemen. Een subjectieve norm voor beoordeling hanteren Een accent leggen op zelfbeoordeling. Ruimte bieden voor reflectie We willen de leerlingen opvoeden tot zelfstandigheid. Voor leerkrachten betekent dat, dat zij: o Uitgaan van de motivatie van leerlingen, deze aanboren en bevorderen en ze te laten verwezenlijken wat in potentie in hen zit; o proberen zo systematisch mogelijk aan te sluiten bij wat leerlingen al weten, kunnen en willen; o rekening houden met het gevoelsleven en de motivatie van de leerlingen; o kinderen leren grip te krijgen op hun gevoelsleven en daar adequaat mee om leren gaan in relatie tot zichzelf en hun omgeving; o hun instructie richten op het verwerven van vaardigheden; o aan de leerlingen duidelijk maken waar die de vaardigheden voor nodig hebben; o duidelijk uitdragen dat het leren de verantwoordelijkheid is van de leerlingen; o voldoende gelegenheid scheppen en voldoende motiveren om leerlingen tot eigen leeractiviteiten te brengen; o de leerlingen minstens zozeer begeleiden als instrueren. Voor leerlingen betekent dat, dat zij vanuit het gegeven dat zij uniek zijn en het feit dat ze deel uitmaken van een groep:- o leren begrijpen waarom ze iets doen; o leren ideeën over de wereld te verkennen; o begrip (leren) op te brengen voor andermans standpunten, manier van doen en andermans gevoelens o leren eigen doelen en problemen onder woorden te brengen en die doelen proberen te bereiken en de problemen leren op te lossen; o daarbij zetten ze hun nieuwsgierigheid, fantasie en andere talenten in om creatief, actief en succesvol te zijn vanuit een realistisch en positief zelfbeeld; o effectief leren reageren op kritiek en conflicten; o leren delen en te helpen (zorgzaamheid en vriendelijkheid); o zich leren beheersen en leren bepaalde negatieve invloeden te weerstaan 38 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 39 (bijvoorbeeld niet meedoen aan pesten); o communicatieve vaardigheden ontwikkelen; o kunnen praten en luisteren naar meningen van anderen, rekening kunnen houden met gevoelens van anderen, goede vragen durven te stellen; o verantwoordelijkheid leren te nemen, consequenties van beslissingen en daden onder ogen te zien, bepaalde gedragsnormen leren na te leven en verplichtingen leren na te komen; D. De onderwijskundige visie SBO De Opstap heeft een tweetal functies n.l. een onderwijsfunctie en een ondersteuningsfunctie naar andere scholen in ons samenwerkingsverband. Voor beide functies geldt dezelfde onderwijskundige visie. - Een goede school herkent men aan wat zij doet met de verschillen tussen kinderen. In onze school wordt adaptief onderwijs gegeven. We gaan er van uit dat mensen verschillen. Dit geldt zowel voor leerlingen, leerkrachten als ouders. Voor veel van onze kinderen geldt dat ze de leerdoelen zoals die door de inspectie zijn geformuleerd mogelijk niet zullen bereiken. We streven ernaar leerlingen doelen te laten bereiken die voor hen haalbaar zijn. We hebben positieve verwachtingen t.a.v. hun mogelijkheden, maar ook oog voor hun beperkingen. Afhankelijk van de hulpvraag worden kinderen in een bepaalde groep geplaatst. Binnen deze groepen zijn regels duidelijk en weet de leerling waarop hij terug kan vallen. In het omgaan met verschillen tussen kinderen kan het noodzakelijk zijn regels_aan te passen. De leraar sluit zijn instructie in tempo en inhoud aan bij de behoefte onder zijn leerlingen en de tijd die iedere leerling eraan besteden kan. Er wordt gekozen voor een flexibele vorm van instructie, inclusief doelstellingen, materiaalgebruik en verwerkingsmogelijkheden. - Wat is de noodzaak om over een andere manier van leren, en een andere inrichting van het onderwijs na te denken. Voor kinderen: • Echt aansluiten bij de leerbehoeften en leermogelijkheden van kinderen. • Welbevinden en eigenaarschap van eigen leren. • Transfer: zorgen dat er echt geleerd wordt. Het geleerde wordt later toegepast. Voor leraren: • Verminderen van de druk die opgelegd wordt door de organisatie • Verminderen van de druk die opgelegd wordt door het hanteren van normen • Verminderen van de frustratie niet te bereiken wat je wilt bereiken. - Kinderen kiezen, leraren nodigen uit. Uitgaande van de stellingen, dat leren een persoonlijke bezigheid is, en dat leren vooral of alleen plaats vindt als het betekenisvol is voor het kind, krijgt de verhouding tussen leraar en kind een specifiek karakter. - Het accent verschuift van onderwijzen naar leren. Wat de leraar onderwijst, wordt niet vanzelfsprekend door de kinderen geleerd. Misschien wel in tegendeel. Leren van een kind is vooral een bezigheid van dat kind, dat de leraar kan ondersteunen. Als een leerling actief wil leren: • Moet hij zeggenschap hebben over zijn activiteiten. • Emotioneel vrij zijn, vrij van spanning. • Kans hebben op succes. Een leraar die werkelijk wil dat een kind iets leert,zal rekening houden met deze punten en vermijden...... • Een kind te dwingen tot activiteiten. 39 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 40 • De situatie onveilig te maken • Kinderen activiteiten aan te bieden die liggen buiten de zone van naaste ontwikkeling. Deze leraar zal in ieder geval.... • De keuze van kinderen respecteren. Deze verhouding tussen leraar en kind wordt uitgedrukt in de zin "Kinderen kiezen, leraren nodigen uit. " Om deze zin waar te maken moet er in de school.... • wat te kiezen zijn voor kinderen in de betekenis dat zij over hun eigen activiteiten kunnen beslissen. • wat te kiezen zijn voor kinderen, in de betekenis dat er een ruim aanbod van mogelijke activiteiten is in de school. Leraren in zo'n school...... • gaan regelmatig een gesprek aan met kinderen over hun keuzes. • doen kinderen voorstellen voor activiteiten die zij van belang achten voor hun ontwikkeling. • richten de leeromgeving zo in dat kinderen gestimuleerd worden activiteiten te kiezen die zij belangrijk vinden. - Leerlingen worden betrokken bij de planning van hun eigen leerproces. Zij leren een eigen verantwoording te dragen voor het onderwijsleerproces. Ze worden betrokken bij de evaluatie van hun vooruitgang. - Leerlingen moeten ervaren dat zij elkaar nodig hebben We hanteren naast individuele opdrachten groepsopdrachten. Omdat leerlingen daarvoor samen verantwoordelijk zijn, kan eenieder zijn specifieke bijdrage leveren aan het gezamenlijk doel en tegelijkertijd profiteren van de bijdragen van anderen. - Zinvol / betekenisvol Opheffen van de spanning tussen zinvol en betekenisvol. Betekenisvol is leren vanuit het perspectief van het kind, de lerende. Betekenisvol is: • Wat je boeit • Waar je aan wilt werken • Wat je de moeite waard vindt om te doen • Waar je door geraakt wordt • Wat je bezig houdt Of een activiteit betekenisvol is voor een kind blijkt uit de manier waarop hij er mee bezig is: • Betrokken • Actief • Vasthoudend Een kind dat bezig is met een voor hem betekenisvolle activiteit leert echt Zinvol is leren uit het perspectief van de volwassenen, de leraar. Zinvol is wat de leraar belangrijk vindt dat de lerende leert. Wat zinvol is, heeft de leraar min of meer intensief overdacht en geordend. Begrippen die gebruikt worden in het domein van de zinvolheid aan te geven zijn: Leerstof Leerdoelen Eindtermen Competenties Leeressenties Al deze begrippen hebben hun eigen achtergrond. Leerstof is bijvoorbeeld een begrip dat verwijst naar een vast liggende hoeveelheid kennis, terwijl competenties verwijzen naar kennis en 40 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 41 vaardigheden, maar ook attitudes die iemand nodig heeft om bepaalde activiteiten of werkzaamheden te kunnen verrichten De leraar heeft verschillende bronnen bij de bepaling van wat hij zinvol vindt. Hij kan kiezen: Regels en voorschriften Traditie Methoden Overdenking van het leven Beschouwing van wat er in de komende tijd van de lerende verwacht wordt Het kind leert vooral, of alleen wat betekenisvol voor hem is. De leraar wil graag dat het kind bezig is met activiteiten die vanuit zijn perspectief zinvol zijn. Hiervoor heeft de leraar de volgende middelen ter beschikking: • Het voorbereiden van de leeromgeving. • De dialoog met het kind • Het doen van aantrekkelijke voorstellen. E. De visie op schoolorganisatie. - De school wordt gezien als een levende en lerende organisatie. We willen een evenredige taakverdeling met gebruikmaking van ieders specifieke kwaliteiten en deskundigheden. We willen van elkaar leren. Dit veronderstelt een actieve deelname van verantwoordelijke individuen. In onze school kennen we verschillende functies en taken. Omdat de school verandert zullen de functie- en taakomschrijvingen en daarmee de eisen die we stellen mee veranderen. - De school is een professionele organisatie. De school staat voor de kwaliteit die zij levert, toetst deze en onderneemt acties om de kwaliteit te verbeteren, borgt en bewaakt de kwaliteit. - De school is gericht op ontwikkeling en daardoor onderhevig aan verandering. We gaan ervan uit dat verbeteren van kwaliteit inhoudt dat men flexibel ingaat op verschillende externe ontwikkelingen ( bijvoorbeeld de WPO, de WEC, onze functie in het samenwerkingsverband, de motivatiepsychologie) en op interne uitdagingen ( de verdichting van de problematiek, de wil om adequate antwoorden te geven op hulpvragen van kinderen). - Schoolontwikkeling wordt gezien als een cyclisch verlopend proces. Er zullen zich steeds nieuwe uitdagingen en problemen aandienen waarvoor men antwoorden en oplossingen zal moeten vinden. Men kan van de gevonden oplossingen als individu en organisatie leren. Deze ervaringen maken het mogelijk in een volgende fase uitdagingen en problemen niet alleen beter te selecteren, maar ook beter op te lossen. In de beleidsgroep worden beleidsvoorstellen geformuleerd die met het team worden kortgesloten. - Ontwikkeling vindt plaats in een sfeer waarbij, draagvlak, bijscholing, het experimenteren, collegiale consultatie en het hebben van functioneringsgesprekken een vanzelfsprekendheid zijn. De schoolorganisatie is erop gericht leerkrachten en leerlingen bij het primair proces te ondersteunen, waarbij rekening wordt gehouden met de verschillende functies, taken en verantwoordelijkheden. - Het is wenselijk voortdurend aandacht te besteden aan de kwaliteiten van de organisatie terwijl die verandert. Werkgroepen binnen en buiten de school kunnen op verschillende manieren aan de slag: niet iedereen behoeft in dezelfde mate betrokken te worden. Werkgroepen kunnen ontbonden worden. 41 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 42 In het kader van WSNS werkt onze school nadrukkelijk mee met buurtscholen. Vergaderingen van het directieberaad Maastricht Oost vinden plaats in onze school. Ook de vergaderingen van de coördinatiegroep en het bestuur van de federatie vinden plaats in de Opstap. In het zorgplan van WSNS regio 54 worden directieberaden gesitueerd rondom SBO-scholen. Wij hebben contact met de onderwijsbegeleidingsdienst Consent. Consent, bureau Doetinchem, Mw. Van Woerkum e.a. ondersteunen de school bij haar ontwikkeling. Ook hebben wij contacten met Stichting Trajekt. Enkele opleidingsinstituten werken in volle tevredenheid met ons samen, hiervan noemen we de Pabo’s en de opleiding voor sociaal pedagogisch werker en verschillende universiteiten. 42 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 8 REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN 8.1 Schooltijden Alle groepen hebben les op de volgende tijden: Maandag : 9.00 – 12.15 uur en van Dinsdag : 9.00 – 12.15 uur en van Woensdag : 9.00 – 12.45 uur Donderdag : 9.00 – 12.15 uur en van Vrijdag : 9.00 – 12.15 uur en van 43 13.00- 15.15 uur 13.00- 15.15 uur 13.00- 15.15 uur 13.00- 15.15 uur De groepen A en B hebben een keer per 14 dagen een woensdagochtend vrij: Groep A (Pia) heeft vrij op Groep B (Brigitte) heeft vrij op 16 augustus 30 augustus 13 september 27 september 11 oktober 18 oktober vakantie 23 augustus 6 september 20 september 4 oktober 18 oktober vakantie 25 oktober 1 november 8 november 15 november 22 november 29 november 6 december 13 december 20 december 27 december vakantie 3 januari vakantie 10 januari 17 januari 24 januari 31 januari 7 februari 14 februari 21 februari carnavalsvakantie 21 februari carnavalsvakantie 28 februari 7 maart 14 maart 21 maart 28 maart 4 april 11 april 18 april 25 april meivakantie 2 mei meivakantie 9 mei 16 mei 23 mei 30 mei 6 juni 13 juni 20 juni 27 juni Op woensdagmiddag en zaterdag hebben de leerlingen vrij. Vanaf 8.45 uur en vanaf 12.30 uur is er toezicht op de speelplaats. Vanaf 8.40 uur zijn brigadiers in functie om uw kinderen veilig te laten oversteken. Stuur uw kinderen derhalve niet eerder. Na schooltijd worden de kinderen begeleid naar de bussen en taxi’s. 43 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 44 • Maatregelen preventie schoolverzuim Ouders en leerkrachten zien erop toe dat de ontwikkeling van het kind zo optimaal mogelijk verloopt. Verzuim van school kan deze ontwikkeling belemmeren. Ouders en school hebben er baat bij dat zij elkaar informeren indien het kind niet aan het onderwijsleerproces kan deelnemen. Om spijbelen te voorkomen is een goede communicatie over schoolverzuim een must. Om 9.15 uur wordt in alle groepen de aanwezigheid van de leerlingen gecontroleerd. Wanneer kinderen niet ziekgemeld zijn vraagt dit onnodig veel tijd van onze medewerkers. Niet ziekgemelde kinderen en kinderen zonder toestemming voor verzuim worden als “ongeoorloofd verzuim” genoteerd. • Regels in geval van schoolverzuim Van alle kinderen wordt bijgehouden of zij aanwezig zijn op school. Wij vragen u in geval van ziekte of bezoek aan huisarts, ziekenhuis, tandarts, orthodontist, het verzuim vóór 9.00 uur aan de administratie mee te delen. Daarbij is het fijn als u een inschatting doet van het aantal te verwachte ziektedagen. Leerlingen zijn leerplichtig. De overheid wil dat wij er op toezien dat kinderen niet onnodig van school verzuimen. Daarom is de directie belast met het toezicht op schoolverzuim en moet beoordelen of u dringende redenen heeft om uw kind te laten verzuimen. Ziekte is een dringende reden. Toch kunnen er ook andere dringende redenen zijn waarvan u denkt dat zij een reden zijn voor uw kind om van school te verzuimen. Verlof voor schoolverzuim kan alleen gegeven worden in echt dringende gevallen. Verlof kan alleen schriftelijk worden aangevraagd. U moet dit doen met behulp van het formulier “Verlofaanvraag”, dat u in deze schoolgids vindt. Op school kunt u dit formulier vragen bij de administratie. Betreft het een aanvraag voor verlof voor méér dan 10 dagen wegens gewichtige omstandigheden, dan moet hier een speciaal formulier voor ingevuld worden. Dit is niet te verkrijgen bij de administratie van onze school. In deze gevallen moet contact opgenomen worden met de ambtenaar leerplichtzaken van de gemeente. Ongeoorloofd verzuim wordt bij de ambtenaar leerplichtzaken van de gemeente gemeld, die dan een onderzoek instelt. 44 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 8.2 45 Vakantietijden Omdat wij een streekschool zijn willen we graag afstemming van de vakantierooster met andere scholen voor zowel basisonderwijs alsook voor voortgezet onderwijs. De volgende vakantieregeling is van toepassing. VAKANTIEREGELING MAASTRICHT e.o. 2006-2007 week zondag maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag 32 6 aug 7 vakantie 2005 8 vakantie 9 vakantie 10 vakantie 11 vakantie 33 13 aug 14 15 16 17 18 34 20 aug 21 22 23 24 25 35 27 aug 28 29 30 31 1 36 3 sept 4 5 6 7 8 37 10 sept 11 12 13 14 15 38 17 sept 18 19 20 21 22 39 24 sept 25 26 27 28 29 40 1 okt 2 3 4 5 6 41 9 42 8 okt 15 okt 16 herfstvakantie 10 17 herfstvakantie 11 18 herfstvakantie 12 19 herfstvakantie 13 20 herfstvakantie 43 22 okt 23 24 25 26 27 44 29 okt 30 31 1 2 3 45 5 nov 6 7 8 9 10 46 12 nov 13 14 15 16 17 47 19 nov 20 21 22 23 24 48 26 nov 27 28 29 30 1 49 3 dec 4 5 6 7 8 50 10 dec 11 12 13 14 15 51 17 dec 18 19 20 21 22 52 1 24 dec 31 25 kerstvakantie 1 jan. kerstvakantie 26 kerstvakantie 2 kerstvakantie 27 kerstvakantie 3 kerstvakantie 28 kerstvakantie 4 kerstvakantie 29 kerstvakantie 5 kerstvakantie week zondag maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag 2 7 jan 8 9 10 11 12 3 14 jan 15 16 17 18 19 4 21 jan 22 23 24 25 26 5 28 jan 29 30 31 1 2 6 4 feb 5 6 7 8 9 7 11 feb 12 13 14 15 16 8 18 feb 19 carnavalsvakantie 20 carnavalsvak. 21 carnavalsvak. 22 carnavalsvak. 23 carnavalsvak. week zondag 9 25 feb 10 4 mrt maandag dinsdag woensdag donderdag Vrijdag 26 5 27 6 28 7 1 8 2 9 11 11 mrt 12 13 14 15 16 12 18 mrt 19 20 21 22 23 45 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 27 28 3 4 13 14 25 mrt 1 apr 26 2 15 8 apr 9 paasmaandag 10 16 15 apr 16 17 22 apr 18 29 apr 23 meivakantie 30 koninginnedag week zondag 19 46 29 5 30 6 11 12 13 17 18 19 20 24 meivakantie 1 meivakantie 25 meivakantie 2 meivakantie 26 meivakantie 3 meivakantie 27 meivakantie 4 bevrijdingsdag maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag 6 mei 7 8 9 10 11 20 13 mei 14 15 16 17 hemelvaart 18 vrije dag 21 20 mei 21 22 23 24 25 22 27 mei 28 pinkstermaandag 29 30 31 1 23 3 juni 4 5 6 7 8 24 10 juni 11 12 13 14 15 25 17 juni 18 19 20 21 22 26 24 juni 25 26 27 28 29 27 1 juli 2 zomervakantie 3 zomervakantie 4 zomervakantie 5 zomervakantie 6 zomervakantie 28 8 juli 9 zomervakantie 10 zomervakantie 11 zomervakantie 12 zomervakantie 13 zomervakantie 29 15 juli 16 zomervakantie 17 zomervakantie 18 zomervakantie 19 zomervakantie 20 zomervakantie 30 22 juli 23 zomervakantie 24 zomervakantie 25 zomervakantie 26 zomervakantie 27 zomervakantie 31 32 29 juli 4 aug. 30 zomervakantie 31 zomervakantie 1 zomervakantie 2 zomervakantie 3 zomervakantie 5 zomervakantie 6 zomervakantie 7 zomervakantie 8 zomervakantie 9 zomervakantie Verantwoording urentabel Maandag 9.00- 12.15 13.00- 15.15 5.30 Dinsdag 9.00- 12.15 13.00- 15.15 5.30 Woensdag 9.00- 12.45 Donderdag 9.00- 12.15 13.00- 15.15 5.30 Vrijdag 9.00- 12.15 13.00- 15.15 5.30 3.45 25.45 uur (Voor de leerlingen in groep A en B geldt 1 x per twee weken een woensdag vrij). Jaartotaal Groep C t/m O: 52 x 25u45 = 1339 uur-333u15 vakanties maakt 1005u45 onderwijs Jaartotaal voor A en B = 1339 – (20x3u45=75u woensdagen) –333u15 vakanties maakt 930u45 onderwijs. 46 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 47 Verantwoording uren vakanties en vrije dagen: Herfstvakantie 16 t/m20 oktober: Kerstvakantie 25 dec t/m 5 jan. Carnavalsvakantie 19 t/m 23 febr. Meivakantie 23 april t/m 4 mei Zomervakantie 2 juli t/m 10 aug. Studiemiddag 2e Paasdag 9 april Hemelvaartsdagen 17 en 18 mei 2e Pinksterdag 28 mei Totaal voor groep C t/m O: Voor A en B 20 woensdagen erbij Totaal voor groep A en B: 25u45 51u30 25u45 51u30 154u30 2u15 5u30 11u00 5u30 333u15 75u00 408u15 47 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 48 NAMEN EN ADRESSEN: 9.1 De school Direkteur: Locatiedirecteur: Dhr. Koos Consten Dhr. Hans Bergmans Personeelsleden Intern begeleider onderbouw: Intern begeleider middenbouw: Intern begeleider bovenbouw: Dhr. Ray Willems Dhr. Eric Driessens Mw. Nicole Penders Groep A: Groep B: Groep C: mw. Pia Abeling- van Wersch Mw. Stella Doorenbosch Groep D: Mw. Lilian Heuts-Claessens Mw. Brigitte Kicken Mw. Stella Doorenbosch Groep E: Mw. Marion WiddershovenGadet Mw. Patty Beckers-Vink Groep G: Dhr. Rutger Smeets Groep H: Dhr. Roger van Houtem Groep J: Mw. Karin Bosch/Kristel Zeegers Groep K: Mw. Zus Dassen Mw. Trees Vermeulen Groep L: Mw. Rosita Wijnands Mw. Claudia Kuipers Groep M: Mw. Diana Vroomen Mw. Cynthia Vroomen Groep N Dhr. Erik Sluysmans Groep O: Dhr. Ed Schils Dhr David Gardeniers Vakleerkracht bewegingsonderwijs: Mw. Paulien Verschuuren Vakleerkracht muzikale vorming: Mw. Yolande Lepot-Eymael Taakverlichting directie ADV- en andere interne vervangingen: Mw. Trees Brorens-Bouwens Keuken-assistente RT-Leerkracht ondersteuning: Dhr.Ger Ritzen leerkracht ondersteuning ICT:en adv leerkracht groep N en O GroepF: Mw. Sonja Verhaeren Mw. Hilde Janssen/ Kristel Zeegers Groep I: Mw Ine Vluggen/Diana Vroomen Dhr.Toon Alofs RT-Leerkracht Ondersteuning: Mw. Monique Lambrix-Kupers Mw. Carla Hoedemaekers Dhr. David Gardeniers RT-Leerkracht Ondersteuning: Mw. Riny Philippens 48 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 49 Klassenassistente: Mw. Stella Doorenbosch Klassenassistente: Mw. Gemma v.Vugt Klassenassistente: Mw. Lioba Gilissen-Kusters Orthopedagoog: Mw. Ine Wolfs-Tijhuis Psychologisch-assistente: Mw . Karien Kienhuis-Smits Psychologe Mw. Nicole Penders Schoolarts: Mw. Marianne Thewissen Maatschappelijk werkster: Mw. Merel van Doezelaar Maatschappelijk werkster: Mw.Wilma Willems Logopediste: Mw. Valence Sonnen Logopediste: Mw. Nancy Knols-Geilen Administratief medewerkster: Mw. Riny Florack-Dresen Concierge: Dhr. Theo Schoutrop Ass. Conciërge: Dhr. Daan Ubachs Administratief medewerkster WSNS: Mw. Veerle Vandooren Fysiotherapeute Mw. M. Pelgrim Fysiotherapeute Mw. C. Bruning 9.2 Het Schoolbestuur MosaLira wordt bestuurd door een uit zeven leden bestaand bestuur dat op zekere afstand staat en de stichting op hoofdlijnen bestuurt, waarbij als uitgangspunt geldt dat afstand in besturen niet betekent afstand in betrokkenheid. Er is eerder sprake van gepassioneerde distantie. De dagelijkse leiding van de stichting ligt in handen van de uit twee leden bestaande algemene directie die daarbij wordt ondersteund door een bestuursbureau. De algemene directie streeft ernaar de scholen van de stichting met zo weinig mogelijk overheadkostenzo optimaal mogelijk aan te sturen en te ondersteunen, daarbij de autonomie en de identiteit van de scholen zoveel mogelijk waarborgend. Bovenschools beleid en bovenschoolse procedures worden geïnitieerd door de algemene directie, het directeurenberaad (met daarin alle directeuren van de scholen) of het bestuur, voorbereid en uitgewerkt door de algemene directie en vastgesteld door het bestuur. Zie verder : www.mosalira.nl Postadres MosaLira: Pastoor Habetsstraat 40a 6217 KM Maastricht tel. 043-3540133 9.3 De inspectie De Inspectie Inspectie basisonderwijs 49 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 50 Postbus 530 5600 AM Eindhoven tel: 040 21 97 000 9.4 De Oudervereniging Voorzitter Mw. A. Hondmann 9.4 Penningmeester Dhr. W. Brassel Secretaris Dhr. M Retz Medezeggenschapsraad Voorzitter: dhr. R. Willems Penningmeester: Mw. Valence Sonnen Secretaris: dhr. Bergmans lid: Mw. Valence Sonnen Namens ouders: mw. M. Heemskerk Mw. von Höfen Mw. A. Habets In verband met een aantal vacatures zal na de zomervakantie een verkiezingsprocedure opgestart worden. U wordt hierover natuurlijk geïnformeerd. 50 Bijlage 1: Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 51 PROTOCOL SCHORSING EN VERWIJDERING VAN LEERLINGEN Dit protocol treedt in werking als er sprake is van ernstig ongewenst gedrag door een leerling, waarbij psychisch en of lichamelijk letsel aan derden is toegebracht. Er worden 3 vormen van maatregelen genomen: • Time-out • Schorsing • Verwijdering Time-out Een ernstig incident leidt tot een time-out met onmiddellijke ingang. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: • In geval van een time-out wordt de leerling voor de rest van de dag de toegang tot de school ontzegd. • Tenzij redelijke gronden zich daartegen verzetten worden de ouders/verzorgers onmiddellijk van het incident en de time-out gemotiveerd op de hoogte gebracht. ( zie noot 1) • De time-out maatregel kan eenmaal worden verlengd met 1 dag. Daarna kan de leerling worden geschorst voor maximaal 1 week. In beide gevallen dient de school vooraf of – indien dat niet mogelijk is – zo spoedig mogelijk na het effectueren van de maatregel contact op te nemen met de ouders. • De ouders/verzorgers worden op school uitgenodigd voor een gesprek. Hierbij is de groepsleerkracht en een lid van de directie van de school aanwezig. • Van de het incident en het gesprek met de ouders wordt een verslag gemaakt. Dit verslag wordt door de ouders voor gezien getekend en in het leerlingendossier opgeslagen. (zie noot 2) • De time-out maatregel kan alleen worden toegepast na goedkeuring door de directie van de school. • De time-out maatregel wordt na toepassing schriftelijk gemeld aan het bevoegd gezag. Schorsing Pas bij een volgend ernstig incident, of in het afzonderlijke geval dat het voorgevallen incident zo ernstig is, kan worden overgegaan tot een formele schorsing. De wettelijke regeling voor het Bijzonder/Openbaar* onderwijs is hierbij van toepassing. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: • Het bevoegd gezag van de school wordt voorafgaand aan de schorsing in kennis gesteld van deze maatregel en om goedkeuring gevraagd. • Gedurende de schorsing wordt de leerling de toegang tot de school ontzegd. Voor zover mogelijk worden er maatregelen getroffen waardoor de voortgang van het leerproces van de leerling gewaarborgd kan worden. (zie noot 3) • De schorsing bedraagt maximaal 3 weken en kan hooguit 2 maal worden verlengd. (zie noot 4) 51 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 • De betrokken ouders/verzorgers worden door de directie uitgenodigd voor een gesprek betreffende de maatregel. Hierbij dienen nadrukkelijk oplossingsmogelijkheden te worden verkend, waarbij de mogelijkheden en de onmogelijkheden van de opvang van de leerling op de school aan de orde komen. • Van de schorsing en het gesprek met de ouders wordt een verslag gemaakt. Dit verslag wordt door de ouders/verzorgers voor gezien getekend en in het leerlingendossier opgeslagen. • Het verslag wordt ter kennisgeving verstuurd aan: • o Het bevoegd gezag o De ambtenaar leerplichtzaken o De inspectie onderwijs 52 Ouders kunnen beroep aantekenen bij het bevoegd gezag van de school. Het bevoegd gezag beslist uiterlijk binnen 14 dagen op het beroep. Verwijdering Bij het zich meermalen voordoen van een ernstig incident, dat ingrijpende gevolgen heeft voor de veiligheid en/of de onderwijskundige voortgang van de school, kan worden overgegaan tot verwijdering. De wettelijke regeling voor het Bijzonder/Openbaar* onderwijs is hierbij van toepassing. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: • Verwijdering van een leerling van school is een beslissing van het bevoegd gezag. • Voordat men een beslissing neemt, dient het bevoegd gezag de betrokken leerkracht en de directie te horen. Hiervan wordt een verslag gemaakt wat aan de ouders ter kennis worden gesteld en door de ouders voor gezien wordt getekend. • Het verslag wordt ter kennisgeving opgestuurd naar o De ambtenaar leerplichtzaken o De inspectie onderwijs • Het bevoegd gezag informeert de ouders schriftelijk en met redenen over het voornemen tot verwijdering, waarbij de ouders gewezen wordt op de mogelijkheid van het indienen van een bezwaarschrift. • De ouders krijgen de mogelijkheid binnen zes weken een bezwaarschrift in te dienen. • Het bevoegd gezag is verplicht de ouders te horen over het bezwaarschrift. • Het bevoegd gezag neemt een uiteindelijke beslissing binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift. • Een besluit tot verwijdering is pas mogelijk nadat een andere basisschool of een andere school voor speciaal onderwijs is gevonden om de leerling op te nemen of dat aantoonbaar is dat het bevoegd gezag, gedurende acht weken, er alles aan heeft gedaan om de leerling elders geplaatst te krijgen. Noot 1: Als veiligheid voorop staat, en dat zal regelmatig het geval zijn, moet de time-out niet afhankelijk gesteld worden van het contact met ouders. De vraag blijft dan staan wat er moet gebeuren als de ouders niet te bereiken zijn. Eventueel is het verwijderen uit de klas en opvang elders nog een oplossing? Noot 2: de time-out is geen officieel instrument, maar kan niettemin bruikbaar zijn bij onveilige situaties of bij het 52 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 53 herstellen van de rust binnen de school: het is principieel geen strafmaatregel maar een ordemaatregel in het belang van de school; daarom geen aantekening van de time-out maar van het incident in het dossier van de leerling. Noot 3: Schorsing mag niet betekenen dat het doen van toetsen (denk aan cito-entree of eindtoetsen) wordt belemmerd. Dit vraagt passende maatregelen, bijv. het wel tot de school toelaten voor het doen van deze toets. Daarnaast kan het beschikbaar stellen van (thuis)studiemateriaal tot de mogelijkheden behoren. Noot 4: wezenlijk is dat de schorsing aan een maximum termijn gebonden is; zij mag geen verkapte verwijdering worden; de termijn is zo gekozen dat in het ernstigste geval de school voldoende tijd ter beschikking heeft om een eventuele verwijderingsbeslissing op zorgvuldige wijze voor te bereiden. 53 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 Bijlage: 54 VERSLAG INZAKE TIME-OUT, SCHORSING EN OF VERWIJDERING VAN LEERLINGEN. Naam leerling: …………………………………………………… Geboortedatum: …………………………………………………… Naam leerkracht: …………………………………………………… Datum incident: …………………………………………………… Het betreft ongewenst gedrag tijdens o lesuren o vrije situatie o plein o elders Het betreft ongewenst gedrag ten aanzien van o leerkracht o medeleerlingen o anderen t.w. ………………………… Korte omschrijving van het incident: …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………… Ouders/verzorgers op de hoogte gesteld d.m.v. o huisbezoek o telefonisch contact Datum en tijd: ……………. Gesproken met: ……………. De volgende maatregel is genomen: o time-out o schorsing o in gang zetten van een procedure tot verwijdering Datum gesprek ouders/verzorgers en de school: (zie verder verslag van het gesprek) ……………………………. 54 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 55 Afspraken tussen ouders/verzorgers en de school: …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………… 55 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 56 Bijlage 2: DE WIJZE WAAROP DE ZORG VOOR LEERLINGEN MET SPECIFIEKE ONDERWIJSBEHOEFTEN WORDT VORMGEGEVEN: • Voortgangsregistratie In onze school is het begeleidingstraject het raamwerk van waaruit we de begeleiding van leerlingen vorm geven. Groepsleerkrachten hebben hun leerlingdossier, daar houden ze in bij hoe de voortgang van het kind vorm krijgt. In het leerlingvolgsysteem van Cito volgen we vanaf 2003 de leerlingen ook digitaal. • Individuele begeleiding Indien een specifieke aanpak van de leerling noodzakelijk is, staat dit vermeld in het begeleidingstraject. Indien afgeweken wordt van de werkwijze binnen de groep en er volgens een specifiek handelingsplan wordt gewerkt, is daar een schriftelijke neerslag van in het dossier. • Specifieke voorzieningen Kinderen waarvan we denken dat ze middels logopedie, fysiotherapie, orthopedagogische muziekbeoefening meer kansen kunnen creëren om zich te ontwikkelen krijgen mits daar ruimte voor is binnen onze budgetten onder schooltijd de mogelijkheden daartoe. Met ouders worden de mogelijkheden verkend. • Het zorgplan van het samenwerkingsverband geeft de parallelliteit aan tussen de schoolontwikkeling en de ontwikkeling van zorg in het samenwerkingsverband. Als SBO-school vinden we het prettig onze aanpak kort te sluiten met de Permanente Commissie Leerlingenzorg van het samenwerkingsverband. Daartoe worden de begeleidingstrajecten van leerlingen opgestuurd naar de PCl ter informatie en vindt ook visitatie van SBO-scholen plaats. Tijdens die bezoeken worden n.a.v. dossiers enkele leerlingen besproken. 56 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 Bijlage 3: . ZORG VOOR HET JONGE KIND (wpo ART 13. 1B) 57 De wijze waarop de zorg voor het jonge kind wordt vormgegeven Zoals u reeds in de schoolgids heeft kunnen lezen is er in SBO De Opstap veel aandacht voor het Jonge Kind. Naast groepsleerkrachten zijn met name de 3 klassenassistenten voor 4 ochtenden toegevoegd aan deze groep leerlingen, is er extra aandacht voor bewegingsonderwijs ( motorische ontwikkeling) en heeft het functioneel leren in de basisontwikkeling onze volledige aandacht. We denken een kwaliteitsverbetering te bereiken door op deze manier adaptief te werken. Tevens zien we dat ook stagiaires m.n in de onderbouw stage lopen. Het aanmaken van begeleidingstrajecten is een kwalitatieve impuls in de school. Het kunnen omschrijven van kansen en ontwikkelingsperspectief is een manier om reéle verwachtingen te uiten. Bijlage 4: INFORMATIE OVER DE DOELEN EN ACTIVITEITEN OM DE DOELEN TE BEREIKEN T.a.v. sociaal-emotionle ontwikkeling zullen we mits de Gemeente Maastricht daar ook de additionele middelen toe ter beschikking stelt een Pilot Spelen op het speelplein vormgeven. Het blijkt namelijk dat een aantal leerlingen onvoldoende kan profiteren van hetgeen ze in de klassensituatie t.a.v. gedragsregels etc. leren. In de vrije situatie , de pauze, kunnen ze onvoldoende profiteren of zijn een bedreiging voor andere kinderen. We gaan binnen deze pilot kinderen spelactiviteiten bewust aanleren. Daarnaast is de aandacht voor de nieuwe methode Leefstijl ook al volop. Onderzoek naar een betere taalmethode is ook onder de aandacht. Het ICT-onderwijs zal meer deel gaan uitmaken van onze zorg naar leerlingen, zowel in het volgen van leerlingen als in het initiëren en zelfstandig leren. Er is een continue ontwikkeling inzake extra moderne middelen voor kinderen met dyslexie, mogelijk komt ook daar een pilotachtige samenwerking met de universiteit uit voort. 57 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 58 Bijlage 5.concept SPONSORBELEID VAN STICHTING SPECIAAL ONDERWIJS MAASTRICHT (SSOM) Het bestuur van SSOM wenst voor de scholen die onder haar bestuur vallen een algemeen sponsorbeleid vast te stellen.. Dit beleid is het kader waarbinnen het bevoegd gezag of de schoolleiding kan handelen bij het aangaan van sponsorovereenkomsten. Artikel 1. Onder sponsoring wordt verstaan geld, goederen of diensten die een sponsor verstrekt aan een bevoegd gezag, directie, leraren, niet-onderwijzend personeel of leerlingen, waarvoor de sponsor een tegenprestatie verlangt in schoolverband. Artikel 2 o sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en het fatsoen. o sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school. o sponsoring mag niet in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die een school aan het onderwijs stelt. o sponsoring mag de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs niet beïnvloeden. o sponsoring mag geen aantasting betekenen van de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de scholen en de daarbij betrokkenen. o sponsoring mag geen schade berokkenen aan de geestelijke en/ of lichamelijke gesteldheid van leerlingen. Artikel 3 De directie van scholen is vrij om sponsoren aan te werven mits aan bovenstaande voldaan is en daarenboven in acht wordt gehouden dat: o Sponsoring geen invloed mag hebben op het onderwijsaanbod, de onderwijsinhoud of de continuïteit van het onderwijs; o Sponsoring niet mag appelleren aan gevoelens van angst of bijgelovigheid. De sponsor mag geen misbruik maken van onkunde of goedgelovigheid van leerlingen; o Bij de aanschaf van computerapparatuur mag geen sprake zijn van verplichte afname van software bij de sponsor of een verbod op gebruik van software van een ander bedrijf dan da van de sponsor. o In lesmaterialen mag geen reclame voorkomen, ook niet impliciet. Lesmateriaal mag geen onvolledige of onjuiste informatie bevatten. o Sponsoring mag leerlingen niet stimuleren tot gevaarlijke of ongezonde activiteiten. o Sponsoring mag leerlingen niet aanmoedigen hun ouders te vragen bepaalde producten van de sponsor te kopen. o Bij sponsoring van gebouw, inrichting of exploitatie mag de sponsor geen invloed uitoefenen op de inhoud of organisatie van het onderwijs. o Sponsoring van cateringactiviteiten mag geen invloed hebben op de tijdsindeling van de school. Artikel 4 Bij sponsoractiviteiten sluit het bevoegd gezag een sponsorcontract af. Artikel 5 Informatieplicht Het moet duidelijk zijn wanneer sprake is van sponsoring. Als bijvoorbeeld sponsorproducten worden uitgereikt als prijs of beloning na een sportwedstrijd, moet iedereen weten dat het om gesponsorde producten gaat. De school is daarnaast verplicht informatie over zijn sponsorbeleid in de schoolgids op te nemen. In de schoolgids.moet worden beschreven welke normen de school hanteert bij het eventueel aangaan van sponsorovereenkomsten. 58 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 59 Ook in het schoolplan moet de school informatie over sponsorbeleid opnemen. Daarin moet worden uitgelegd hoe de school handelt bij sponsoring waarmee leerlingen worden geconfronteerd. Artikel 6. Klachten. Als ouders het niet eens zijn met beslissingen van de school over sponsoring, kunnen zij daarover een klacht indienen bij de klachtencommissie van de school. 59 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 Bijlage bij Concept Sponsorbeleid SSOM 60 Inleiding Scholen kunnen te maken krijgen met bedrijven die hen willen sponsoren. Dat kan een uitkomst zijn om extraatjes van te betalen. Maar er zijn ook risico's aan verbonden. Leerlingen zijn een kwetsbare groep. Ze zijn makkelijk te beïnvloeden. Het is dus belangrijk dat sponsoring zorgvuldig gebeurt. Het ministerie van Onderwijs heeft samen met zestien organisaties een convenant gesloten, waarin afspraken voor sponsoring in het primair en voortgezet onderwijs zijn vastgelegd. Het convenant is niet bedoeld om sponsoring te bevorderen of te bestrijden. Het bevat gedragsregels die scholen als richtlijnen kunnen gebruiken bij hun sponsorbeleid. Die regels geven aan waar scholen op moeten letten, waar sponsors aan gebonden zijn, waar valkuilen zijn en hoe scholen inspraak van ouders en leerlingen over sponsoring moeten organiseren. Dit artikel geeft onder andere de richtlijnen uit dit sponsorconvenant weer. Ook wordt beschreven aan welke wettelijke voorwaarden sponsoring op school moet voldoen. Voorbeelden van sponsoring Bij sponsoring gaat het om geld, goederen of diensten die een sponsor verstrekt aan een bevoegd gezag, directie, leraren, niet-onderwijzend personeel of leerlingen, waarvoor de sponsor een tegenprestatie verlangt in schoolverband. Tegenprestaties zijn bijvoorbeeld het noemen van de sponsor in de schoolkrant of een opdruk op t-shirts, Voorbeelden van sponsoring zijn: • gesponsorde materialen zoals boekjes, video's, folders, posters en spellen; • gratis producten die winkels of bedrijven uitdelen aan leerlingen of ouders; • gesponsorde activiteiten zoals schoolfeesten, sportdagen, schoolzwemmen en schoolreisjes; • • sponsoring van het schoolgebouw, bijvoorbeeld een leslokaal, de inrichting, computerapparatuur of cateringactiviteiten. Schenkingen, - waar geen tegenprestatie tegenover staat -, vallen dus niet onder het begrip sponsoring. Gedragsregels In het convenant sponsoring zijn gedragsregels voor sponsoring vastgelegd. Bij het sluiten van een sponsorovereenkomst is het handig om deze regels als uitgangspunt te gebruiken. • sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en het fatsoen. • sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school. • sponsoring mag niet in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die een school aan het onderwijs stelt. • sponsoring mag de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs niet beïnvloeden. • sponsoring mag geen aantasting betekenen van de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de scholen en de daarbij betrokkenen. • sponsoring mag geen schade berokkenen aan de geestelijke en/ of lichamelijke gesteldheid van leerlingen. Sponsorovereenkomst Hoewel het niet verplicht is, is het aan te raden om afspraken tussen de sponsor en de school schriftelijk vast te leggen in een overeenkomst. Dit voorkomt dat er meningsverschillen ontstaan over de wederzijdse afspraken. 60 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 61 In de overeenkomst wordt vastgelegd wat de sponsoring inhoudt: welke goederen, diensten of geldbedrag de sponsor aan de school beschikbaar stelt en welke tegenprestatie van de school daar tegenover staat. In zo'n schriftelijke overeenkomst kan worden opgenomen dat de regels uit het convenant sponsoring worden nageleefd. Of de gedragsregels uit het convenant kunnen letterlijk in de overeenkomst worden opgenomen. Dan is duidelijk wat er van iedereen wordt verwacht. Verantwoordelijkheid Het bevoegd gezag is altijd verantwoordelijk voor wat er in schoolverband plaatsvindt. Dat geldt ook voor sponsoring. Zelfs als het gaat om de oudervereniging die een sponsorovereenkomst aangaat waarbij een tegenprestatie wordt gevraagd waarmee ouders of leerlingen in schoolverband worden geconfronteerd. Omdat de tegenprestatie plaatsvindt in schoolverband, heeft het schoolbestuur dan een afgeleide verplichting tegenover de sponsor. Dat betekent dat het schoolbestuur ook in dergelijke gevallen moet beoordelen of de sponsorovereenkomst verantwoord is. Het bevoegd gezag moet er bovendien voor zorgen dat het voor leerlingen , leraren en ouders duidelijk is wanneer er sprake is van sponsoring. En in de boekhouding van de school moet een duidelijke scheiding worden gemaakt tussen sponsorgelden en andere middelen. Inspraak Als de school een sponsorovereenkomst aangaat, is zij verplicht deze overeenkomst eerst voor te leggen aan de oudergeleding van de medezeggenschapsraad. In het voortgezet onderwijs aan de leerlinggeleding. Wanneer het sponsorbeleid gevolgen heeft voor het personeel, moet ook het personeelsdeel van de medezeggenschapsraad instemmen met sponsoring. De medezeggenschapsraad kan op twee manieren instemmen met sponsoring. • Het is mogelijk om elke sponsorovereenkomst apart aan de raad voor te leggen. • Maar het bevoegd gezag kan ook een algemeen sponsorbeleid vaststellen, waar de medezeggenschapsraad over stemt. Dat beleid is het kader waarbinnen het bevoegd gezag of de schoolleiding kan handelen bij het aangaan van sponsorovereenkomsten. In dat geval hoeft niet elk afzonderlijk sponsorcontract aan de raad te worden voorgelegd. Het bevoegd gezag beslist op welke manier de medezeggenschapsraad over sponsoring moet beslissen. De medezeggenschapsraad heeft daarnaast het recht om advies uit te brengen over de manier waarop de sponsorgelden worden besteed. De uiteindelijke beslissing over de besteding maakt de :schoolleiding of het bevoegd gezag. Informatieplicht Het is belangrijk dat er draagvlak voor sponsoring is binnen de school. Niet alleen bij ouders en leerlingen, maar ook bij leraren. Dat kan door alle betrokkenen goed te informeren over sponsoring. Het moet duidelijk zijn wanneer sprake is van sponsoring. Als bijvoorbeeld sponsorproducten worden uitgereikt als prijs of beloning na een sportwedstrijd, moet iedereen weten dat het om gesponsorde producten gaat. De school is daarnaast verplicht informatie over zijn sponsorbeleid in de schoolgids op te nemen. In de schoolgids.moet worden beschreven welke normen de school hanteert bij het eventueel aangaan van sponsorovereenkomsten.. Ook in het schoolplan moet de school informatie over sponsorbeleid opnemen. Daarin moet worden uitgelegd hoe de school handelt bij sponsoring waarmee leerlingen worden geconfronteerd. Dit is niet alleen verplicht als de school een algemeen sponsorbeleid heeft vastgesteld, maar ook als de school over elk individueel geval van sponsoring apart beslist. Klachten 61 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 62 Als ouders het niet eens zijn met beslissingen van de schooi over sponsoring, kunnen zij daarover een klacht indienen bij de klachtencommissie van de school. In het voortgezet onderwijs geldt dit ook voor leerlingen. Ouders en leerlingen kunnen naar de klachtencommissie stappen als ze vinden dat bij de sponsoring geen rekening wordt gehouden met de uitgangspunten van het convenant sponsoring. Bijvoorbeeld als ze vinden dat de pedagogische en onderwijskundige taak van de school door de sponsoring wordt aangetast, of als de sponsoring schade berokkend aan de lichamelijke of geestelijke gesteldheid van leerlingen. Sponsoring gaat vaak samen met reclame-uitingen. Als ouder, leerling of leraar een klacht heeft over de inhoud van de reclame of over de manier waarop reclameboodschap wordt gebracht, kan hij of zij daarvoor een klacht indienen bij de Stichting Reclame Code postbus 12352 12100 AJ in Amsterdam. Deze Stichting heeft tot doel ervoor te zorgen dat reclame in Nederland op een verantwoorde manier wordt gemaakt. De stichting Reclame Code behandelt alleen klachten over de reclame zelf, niet over de beslissing van de school om de reclame toe te laten. Als er bijvoorbeeld een reclamebord op school geplaatst is, kan een ouder een klacht indienen over wat erop staat. Wil hij of zij een klacht indienen over de beslissing van de school om het bord te plaatsen, dan moet dat bij de klachtencommissie van de school. 62 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 63 MODEL SPONSOROVEREENKOMST ONDERGETEKENDEN: 1. ............................, gevestigd te ......................, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door ........................... -hierna te noemen: “de school”2. ............................, gevestigd te ......................, en ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken te ......................... onder nummer .........................., te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door ........................... -hierna te noemen: “de sponsor”- OVERWEGENDE DAT: a. De school voor de uitvoering van haar taken wordt bekostigd door de rijksoverheid, en de mogelijkheid heeft om met betrekking tot het uitvoeren van extra activiteiten sponsorovereenkomsten te sluiten. b. De school verklaart dat zij voor het sluiten van sponsorovereenkomsten inspraak van en informatievoorziening aan alle betrokkenen garandeert, conform het gestelde in de Wet op het Primair / Voortgezet Onderwijs en de Wet op de Medezeggenschap in het Onderwijs 1992. c. De sponsor bereid is de school voor de uitvoering van de onder a genoemde extra activiteiten financieel en/of anderszins te ondersteunen, en zich in het kader van de hiervoor genoemde activiteiten van de school op enigerlei wijze, direct of indirect, wil profileren; d. Het onder c. genoemde verenigbaar moet zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school en niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de school en de daarbij betrokkenen in gevaar mag brengen. Evenmin mag de sponsoring de onderwijsinhoud beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de door de school aan het onderwijs gestelde kwalitatieve eisen. e. Maatschappelijke betrokkenheid bij de school voor de sponsor drijfveer is deze overeenkomst aan te gaan. VERKLAREN ALS VOLGT TE ZIJN OVEREENGEKOMEN: Artikel 1 Op deze overeenkomst is van toepassing het “Convenant sponsoring in het primair en voortgezet onderwijs” van 24 februari 2002 (Uitleg Gele Katern nr. 9 12 t/m 19 van 15 maart 2002). Wederzijdse rechten en plichten Artikel 2 1. De sponsor verplicht zicht tot - betaling aan de school van een sponsorbedrag van € , (exclusief omzetbelasting) per .. (invullen termijn of schrappen indien éénmalig); - het beschikbaar stellen van .........; - betaling van de kosten verbonden aan .... (tot een maximumbedrag van € ,). 2. Betaling c.q. ter beschikbaarstelling vindt uiterlijk plaats op .... (invullen datum of termijn na prestatie) op rekeningnummer ....... van ....... (indien betaling); 3. Het beschikbaar stellen van genoemde zaken vindt ........ plaats. Deze zaken worden eigendom van de school / blijven eigendom van de sponsor. Artikel 3 63 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 64 De school verleent medewerking aan de sponsor door middel van onderstaande communicatiemogelijkheden, voor de periode van ...... onder artikel 2, 1e lid genoemde termijn) ter bekendmaking van sponsors naam, goederen en/of diensten (schrappen wat niet van toepassing is): a. ter beschikking stellen van publiciteitsruimte in schoolkrant, schoolgids, op leerlingenpasjes, affiches, advertenties, programmaboekjes ... (schrappen wat niet van toepassing is of aanvullen); b. de toestemming om tijdens schoolactiviteiten gratis monsters en/of andere promotieartikelen uit te delen (sampling); c. ter beschikking stellen van ruimte voor het plaatsen van .... (invullen); d. het voeren van de bedrijfs-, product- of merknaam van de sponsor op sportkleding van de school / overige roerende zaken van de school (expliciet noemen welke) / etc. (schrappen / invullen wat van toepassing is) e. (overige).......... Artikel 4 De wijze waarop de bedrijfs-, product- of merknaam van de sponsor worden gepresenteerd, wordt vooraf met de school overeengestemd. De school heeft het recht bepaalde presentaties gemotiveerd te weigeren, indien de presentatie in strijd is met het in artikel 1 genoemde convenant, dan wel anderszins strijdig is met de goede naam of de grondslag van de school. Artikel 5 De school draagt er zorg voor dat elk optreden door of namens hem in welk verband ook voldoet aan de eisen van de representativiteit. De partijen zullen zich onthouden van handelingen en/of gedragingen tengevolge waarvan de goede naam en de communicatieve belangen van de sponsor en de school kunnen worden geschaad. Artikel 6 Het is de school toegestaan om gedurende de looptijd van deze overeenkomst sponsor- en/of reclameovereenkomsten met derden aan te gaan met betrekking tot de in artikel 3 genoemde communicatiemogelijkheden, zonder de schriftelijke toestemming van de sponsor. Artikel 7 1. Het is de sponsor niet toegestaan zijn rechten uit deze overeenkomst geheel of gedeeltelijk aan derden over te dragen. 2. Het is de school niet toegestaan zijn rechten uit deze overeenkomst geheel of gedeeltelijk over te dragen aan derden. In geval van fusie van de school (bestuurs- dan wel scholenfusie) gaan de rechten en plichten uit deze overeenkomst van rechtswege over op de rechtsopvolger van de school, behoudens de mogelijkheid van tussentijdse beëindiging als bedoeld in navolgend artikel. Einde overeenkomst: Artikel 8 1. Deze overeenkomst wordt aangegaan voor een periode van .... jaar / maanden, ingaande op ..... en eindigende op ....... De overeenkomst eindigt door het verstrijken van de overeengekomen periode of door opzegging door één der partijen. De opzegging dient bij aangetekende brief te geschieden. 2. Tussentijdse beëindiging is mogelijk: a. door beide partijen in geval de wederpartij failleert, surseance van betaling aanvraagt, dan wel ontbonden respectievelijk geliquideerd wordt; b. door beide partijen in geval zij op grond van gewijzigde wet- en regelgeving niet meer gerechtigd is de in deze overeenkomst genoemde activiteiten uit te voeren; c. in geval van (één der) partijen in redelijkheid niet kan worden gevergd deze overeenkomst te continueren, daar voortzetting van deze overeenkomst de belangen van die partij c.q. partijen ernstig zou schaden. Artikel 9 64 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 1. Bij tussentijdse beëindiging krachtens het eerste lid, dient geen / een opzegtermijn in acht te worden genomen (van .....). Tussentijdse opzegging dient te geschieden bij aangetekende brief(, onder vermelding van de redenen van de beëindiging. Ingeval van tussentijdse beëindiging vindt geen restitutie plaats van het op grond van deze overeenkomst betaalde c.q. gepresteerde. 2. Na beëindiging van deze overeenkomst, uit welke hoofde ook, zal het partijen niet langer zijn toegestaan om rechten, welke ieder aan deze overeenkomst kon ontlenen, speciaal met betrekking tot het gebruik van de naam van de wederpartij, op enigerlei wijze uit te oefenen. Slotbepaling 65 Artikel 10 Bij eventuele geschillen dan wel situaties waarin deze overeenkomst niet(s) voorziet, zullen partijen in goed overleg en in de geest van vorengenoemd convenant tot een oplossing trachten te komen. ALDUS OVEREREENGEKOMEN EN OPGEMAAKT IN TWEEVOUD D.D.................. TE ......................... de school de sponsor TOELICHTING Algemeen: In Nederland verzorgt de overheid de reguliere bekostiging van scholen. Zij worden zo in staat gesteld de wettelijk opgedragen kernactiviteiten uit te voeren. Een school kan daarnaast extra activiteiten organiseren voor haar leerlingen. Voor een school kan het dan aantrekkelijk zijn een extra inkomstenbron te hebben in de vorm van één of meerdere sponsors zodat de kosten die extra activiteiten met zich meebrengen gedekt kunnen worden. Het aantrekken van sponsors door scholen kan risico’s met zich meebrengen voor de inhoud, continuïteit en onafhankelijkheid van het onderwijs. Om scholen te stimuleren zorgvuldig om te gaan met sponsoring is daarom in 1997 een Convenant Sponsoring opgesteld door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappenen en diverse onderwijs- en belangenorganisaties. Dit Convenant is in 2002 in aangescherpte vorm gecontinueerd. Uit de integrale evaluatie van de werking van het Convenant (Regioplan 2001) is gebleken dat alle betrokken partijen over het algemeen zorgvuldig omgaan met sponsoring in het onderwijs. De in de onderwijswetgeving opgenomen wettelijke voorschriften met betrekking tot sponsoring bleken echter niet altijd voldoende te worden nageleefd. Met de convenantpartners is een gezamenlijke communicatiestrategie opgesteld om meer bekendheid te geven aan de regelgeving rondom sponsoring. Deze modelsponsorovereenkomst is naar aanleiding hiervan tot stand gekomen en dient ertoe bij te dragen dat scholen zich houden aan de gedragscodes die in het Convenant zijn vastgelegd en de wettelijke voorschriften die in de WPO, WVO en WMO 1992 zijn vastgelegd. Deze sponsorovereenkomst ziet met name toe op afspraken rond de artikelen 4,5 en 6 van het Convenant, artikelen 7 t/m 10 van de WMO 1992, artikel 12 en 13 van de WPO, artikel 21 en 22 van de WEC en artikel 24 en 24a van de WVO. Op grond van artikel 6 van het Convenant mag de continuïteit van het onderwijs niet in gevaar komen doordat op enig moment sponsormiddelen wegvallen. Sponsormiddelen mogen daarom alleen ingezet worden voor de extra’s. De overheid zorgt voor de reguliere bekostiging van de scholen. Het uitvoeren van de aan de school wettelijk opgedragen kernactiviteiten wordt door het Rijk bekostigd. Op grond van artikel 7 van de “Wet Medezeggenschap in het Onderwijs 1992” heeft de medezeggenschapsraad adviesbevoegdheid over de vaststelling of wijziging van de bestemming in hoofdlijnen van het door het bevoegd gezag ontvangen middelen van derden, waaronder zowel sponsoring als donaties vallen. Bovendien heeft het personeelsdeel van de medezeggenschapsraad op basis van artikel 8 instemmingsbevoegdheid wat betreft de besluiten van het bevoegd gezag over de aanvaarding van sponsoring wanneer hieruit gevolgen voor het personeel voortvloeien. Uit artikel 9 volgt dat het ouder/leerlingdeel van de medezeggenschapsraad instemmingsbevoegdheid heeft wat betreft alle besluiten die het bevoegd gezag neemt over de aanvaarding van sponsoring. Artikel 10 regelt tot slot dat zodra een deel van de medezeggenschapsraad zijn instemming moet verlenen voor een besluit, het andere deel van de raad in de gelegenheid wordt gesteld om advies 65 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 over dit besluit uit te brengen. Daarnaast dient het bevoegd gezag in het schoolplan het beleid op te nemen ten aanzien van de aanvaarding van sponsoring (artikel 12 WPO, artikel 21 WEC, artikel 24 WVO). En tenslotte dient het bevoegd gezag ouders, verzorgers en leerlingen in de schoolgids te informeren over de wijze waarop het bevoegd gezag om gaat met bijdragen die door middel van sponsoring zijn verkregen (artikel 13 WPO, artikel 22 WEC, artikel 24a WVO). In de artikelen 4 en 5 van het Convenant staan duidelijke uitgangspunten omschreven die betrekking hebben op de taak, doelstelling en de positie van de scholen, de onderwijsinhoud en de continuïteit van het onderwijs. De wijze waarop de sponsor zich binnen een school profileert, direct of indirect, dient in overeenstemming te zijn met deze uitgangspunten. Indien de tegenprestatie een reclame-uiting is, dient zij in overeenstemming te zijn met de door de Stichting Reclame Code opgestelde reclame code. Klachten met betrekking tot de inhoud van reclame-uitingen kan men inbrengen bij de Reclame Code Commissie. In het Convenant is afgesproken dat bedrijven die overgaan tot het sponsoren van scholen daarbij voorop dienen te stellen dat zij dit doen vanuit een maatschappelijke betrokkenheid. 66 Artikelsgewijs: Artikel 1: Om te bevorderen dat alle bij de school betrokkenen op een zorgvuldige manier met sponsoring omgaan, hebben het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de onderwijsorganisaties en de andere belangenorganisaties in februari 1997 een Convenant afgesloten. Hierin staan de gedragsregels die de gezamenlijke convenantpartners van belang achten om naast de huidige wetgeving voor sponsoring te hanteren. Het Convenant is in februari 2002 in aangescherpte vorm gecontinueerd. In het Convenant komt duidelijk naar voren wat met sponsoring bedoeld wordt, welke uitgangspunten gehanteerd worden en wie er betrokken dienen te worden wanneer er sprake is van sponsoring. Artikel 2: In dit artikel worden de specifieke verplichtingen van de sponsor concreet omschreven. Het bedrag, het beschikbaar stellen van bepaalde zaken of betaling van bepaalde kosten kunnen in het eerste lid vastgelegd worden. Het tweede lid regelt datum en/of termijnen van betaling/ ter beschikking stelling. Het derde lid regelt tot slot de eigendomsrechten van de beschikbaar gestelde zaken. Artikel 3: De verplichtingen voor de school ten opzichte van wat in artikel 2 is vastgelegd, worden in dit artikel omschreven. Een omschrijving van de communicatiemogelijkheden die de school ter beschikking stelt aan de sponsor en de periode waarin zij dit doet, dienen nauwkeurig te worden vastgelegd. Aangezien de school de sponsor het recht verleent om zich direct of indirect binnen de school of tijdens door de school georganiseerde activiteiten te profileren, ligt bij de school ook de verantwoordelijkheid om deze zaken te regelen overeenkomstig het Convenant Sponsoring en de van toepassing zijnde wetgeving. Artikel 4: Het bevoegd gezag is te allen tijde verantwoordelijk voor wat er in schoolverband plaatsvindt en is hier ook op aanspreekbaar. Dit geldt ook wanneer de sponsor zich binnen de school presenteert. Vooraf dienen school en sponsor dan ook overeenstemming te hebben bereikt over de presentatie van de sponsor. Voor een beslissing inzake sponsoring dient binnen de schoolorganisatie en tussen de school en de bij de school betrokkenen draagvlak te zijn. Artikel 5: Partijen dragen er zorg voor dat de goede naam van de sponsor en de school niet wordt aangetast. Artikel 6: De overheid zorgt voor de reguliere bekostiging van de scholen. Het uitvoeren van de aan de school wettelijk opgedragen kernactiviteiten wordt door het Rijk bekostigd. Voor een school kan het echter aantrekkelijk zijn één of meerdere sponsors te werven om zo de extra’s te kunnen bekostigen. De school kan er daarbij voor kiezen een unieke relatie aan te gaan met één sponsor. Die sponsor kan dan als enige aanspraak maken op het gebruik van het communicatiemiddel c.q. 66 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 67 de tegenprestatie die door de school wordt aangeboden. In dat geval dient artikel 6 uit de sponsorovereenkomst te worden geschrapt. Dit artikel ziet er namelijk op toe dat de school dezelfde tegenprestatie/ hetzelfde communicatiemiddel ook aan kan bieden aan andere sponsors. Bijvoorbeeld als het gaat om advertentieruimte in de schoolgids, is het belangrijk dat de school met meerdere sponsors dezelfde overeenkomst kan sluiten zonder daarvoor overleg te hoeven voeren met de andere sponsors. In dat geval dient artikel 6 in de overeenkomst te worden opgenomen. Indien een school met meerdere sponsors in zee gaat, is het belangrijk dat met iedere sponsor afzonderlijk een overeenkomst opgesteld wordt. Artikel 7: De rechten die voortvloeien uit afspraken die in dit contract opgesteld en door beide partijen ondertekend zijn kunnen niet worden overgedragen aan derden. Deze afspraak werkt twee kanten op: de sponsor mag niet zomaar derden gebruik laten maken van de communicatiemiddelen die de school hem via deze overeenkomst heeft aangeboden, maar de school mag ook niet zomaar middelen van de sponsor overdragen aan een andere school. Met name bij overnames, fusies en samenwerking tussen verschillende scholen kan dit artikel dus van belang zijn. Artikel 8: De duur van de overeenkomst wordt in dit artikel vastgelegd. In het eerste lid kan worden gekozen voor een tijdelijke (bijvoorbeeld één jaar) of een langdurige overeenkomst (waarbij bijvoorbeeld ieder jaar bepaalde kosten van de school worden vergoed). Bij een tijdelijke overeenkomst dienen begin- en einddatum duidelijk te worden vastgelegd. Indien er sprake is van een overeenkomst langer dan een jaar dienen termijnen en betalingsdata te worden vastgelegd. In het tweede lid kunnen ontbindende voorwaarden worden opgenomen die kunnen leiden tot tussentijdse beëindiging van het contract. In het schoolplan en de schoolgids moet thans expliciet worden opgenomen welk beleid het bevoegd gezag van de school voert t.a.v sponsoring: De inhoud van het sponsorbeleid mag het bevoegd gezag in beginsel zelf bepalen. De vrijheid is echter beperkt door het instemmingsrecht van ouders en leerlingen in de medezeggenschapsraad. 67 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 68 Bijlage 6: BENUTTING VAN DE VERPLICHTE ONDERWIJSTIJD (WPO 13. 1D) Omdat we in de schoolgids alles in samenhang hebben beschreven hier in het kort een beschrijving van het benutten van de verplichte onderwijstijd We doen dit in een aantal punten: 1. Het ministerie geeft aan dat voor het primair onderwijs een minimaal aantal lesuren staan. Groepen 1 t/m 4 minimaal 3520 uur per 4 jaar ( WPO art 8.7a) • Groepen 5 t/m 8 4000 uur per 4 jaar (WPO art. 8.7a) • Ten hoogste 5,5 uur per dag ( WPO art. 8.7c) U heeft in onze schoolgids kunnen lezen dat we in alle groepen 1000 uur realiseren m.u.v. onze jongste twee groepen. Uitgaande van een normaalverdeling van het aantal leerlingen zou een leerling tijdens zijn gehele schoolloopbaan 7520 uur les ontvangen. Onze leerlingen ontvangen veel meer lesuren. We achten deze impuls noodzakelijk om kinderen zoveel mogelijk van het onderwijs te kunnen laten profiteren. 2. Maatregelen die de school neemt om lesuitval te voorkomen Natuurlijk is het zo dat ook onze school last heeft van het niet beschikbaar zijn van vervangers. We proberen in dat geval eerst interne oplossingen te vinden en in het uiterste geval worden ouders verzocht leerlingen thuis te houden. Dit laatste verdient geen voorkeur. 3. Maatregelen die de school neemt om verzuim tegen te gaan Ouders dienen schriftelijk verzoeken in als ze denken recht te hebben op verlof voor hun kind. Bij onduidelijkheid wordt in een gesprek met de directie de noodzaak verkend. Deze geeft al dan niet schriftelijk toestemming. 4. Een organisatie in de klas, gericht op het voorkomen van verlies van tijd De lessen beginnen op tijd en eindigen niet eerder dan afgesproken. Er heerst in deze een arbeidsdiscipline. 5. De school heeft aandacht voor zelfstandig werken;de organisatie in de klas is gericht op het vergroten van de zelfstandigheid van leerlingen 6. Nascholingsinitiatieven gericht op adequaat didactisch handelen Komend schooljaar is er naast individuele scholing op het gebied van planmatig werken rondom lezen en taal en sociaal-emotionele ontwikkeling en ICT wederom een vervolg op groepsgewijze scholing in het kader van basisontwikkeling 7. De onderwijsassistent/ klassenassistenten worden ingezet voor het werken met groepen kinderen in het kader van basisontwikkeling of extra training. 68 Schoolgids SBO De Opstap 2006-2007 69 Beste ouders, verzorgers, Het zal u niet ontgaan zijn dat we een beperkte website hebben. We willen echter veel meer gebruik gaan maken van de mogelijkheden die een website kan bieden. Onze nieuwe website laat zien wat we allemaal op school doen. Een bezoeker van onze website moet een indruk krijgen van onze school, de organisatie maar vooral van wat kinderen leren en hoe ze dat doen. Daarom zult u stukjes tekst vinden over methodes die we gebruiken maar daarnaast ook met behulp van foto’s en video’s zien hoe we ze gebruiken. Er zullen veel leuke foto’s op de website komen en de kinderen kunnen goed zien welke speciale dingen ze allemaal doen. We realiseren ons dat we uw toestemming nodig hebben om een foto of beeldfragment van uw kind op de website te zetten. We zullen kritisch naar beeldmateriaal kijken voordat we dit op internet plaatsen en gaan er in principe van uit dat u hier geen bezwaar tegen heeft. Mocht u echter een foto zien waarvan u vindt dat deze niet op de website hoort kunt u dit aan ons melden. We zullen de foto dan van de website verwijderen. Wij gaan ervan uit dat als u niet reageert u toestemming geeft tot plaatsing van beeldmateriaal van uw kind op de website. Heeft u wel bezwaar tegen plaatsing van foto’s of beeldmateriaal van uw kind op de website, dan maakt u dat kenbaar op onderstaand formulier. Ouders van: In groep: Geven hierbij geen toestemming tot het plaatsen van foto’s of beeldmateriaal van ons kind op de website van SBO De Opstap. Handtekening: ___________________________________ 69
© Copyright 2024 ExpyDoc