NOTULEN GEMEENTERAAD ZITTING VAN 23 APRIL 2014 Aanwezig : Piet Buyse, burgemeester-voorzitter; Leen Dierick, Niels Tas, Dirk Abbeloos, Martine Van Hauwermeiren, François De Bleser, Carine Verhelst, Lien Verwaeren, Patrick Meulebroek, schepenen; Annie Van den Berghe, Jan Van Damme, Thérèse Van Gucht, Stefaan Van Gucht, Hilde Raman, Dina Verhavert, Denise Moens, Klaartje Van Havermaet, Dimitri Van Hoey, Nele Cleemput, Walter Deygers, Dieter Mannaert, Bart Claes, Stijn Goossens, Bart Nobels, Tomas Roggeman, Emiel Ravijts, Judith De Smedt, Lien Van Hecke, Laurens Hofman, Gino Van der Vreken, Stijn Pluym, Matthias Coppens, raadsleden; Elke De Man, stadssecretaris Verontschuldigd : Bart Van Malderen, Marius Meremans, Barbara Pas, raadsleden; Carine Verhelst, schepen verontschuldigd voor 1. t/m 7. Dimitri Van Hoey, raadslid verontschuldigd voor 1. t/m BP.3. Afwezig : Carine Verhelst, schepen afwezig voor BP 6. -------------- De voorzitter opent de vergadering om 20:05 uur. -------------- Openbare vergadering GOEDKEURING NOTULEN 1. Goedkeuring notulen d.d. 19 maart 2014 De raad keurt de notulen d.d. 19 maart 2014 goed. Stemming: 30 stemmen 'ja', 0 stemmen 'neen', 0 onthouding(en) en 0 blanco stemmen. POLITIERAAD 2. Lokale politie - collectieve aankopen - goedkeuring De gemeenteraad Overwegend dat in het streven naar een doeltreffende werking en een goede uitrusting qua materialen en uitrustingsgoederen voor de lokale politie het noodzakelijk is de hiernavolgende opdrachten uit te voeren: Artikel 330/744-51 – aankoop van machines, exploitatiematerieel en uitrusting - aankoop fototoestellen 229,75 EUR (btw excl.) of 278 EUR (btw incl.) Één fototoestel is bestemd voor de dienst verkeer en één toestel voor de afdeling wijk. De toestellen worden aangekocht ter vervanging van defecte toestellen. - aankoop lampen Quiqlite 3.000 EUR (btw excl;) of 3.630 EUR (btw incl.) Het is de bedoeling alle leden van het operationeel korps uit te rusten met een Quiqlite lamp. Deze lampen kunnen op het uniform aangebracht worden en laten toe ‘handsfree’ te werken in duistere omstandigheden. - aankoop beschermingskledij 3.702,90 EUR (btw excl.) of 4.481,51 EUR (btw incl.) Na de treinramp in Wetteren is gebleken dat de eerstelijnsdiensten van de politie behoefte hebben aan beschermingsmateriaal. Hierbij wordt op de eerste plaats gedacht aan gasmaskers en toebehoren. Overwegende dat deze opdrachten kunnen gegund worden bij middel van een onderhandelingsprocedure; Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 9; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 26, § 1, 1° a (limiet van 85.000,00 EUR excl. btw niet bereikt); Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 105; Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 5, § 3; Besluit: Artikel 1 Bovenvermelde opdrachten bestemd voor de lokale politie zullen uitgevoerd worden ten belope van de aangegeven totaalprijzen. Artikel 2 Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd deze opdrachten te gunnen bij middel van een onderhandelingsprocedure. Artikel 3 De uitgave verbonden aan deze opdrachten, zullen aangerekend worden op bovenvermelde artikels van de buitengewone budgetten van de lokale politie 2014. Artikel 4 Afschrift van dit besluit zal ter kennisgeving worden overhandigd aan de financieel beheerder. Stemming: 30 stemmen 'ja', 0 stemmen 'neen', 0 onthouding(en) en 0 blanco stemmen. FINANCIËN 3. Brandweer - aankoop van een commandowagen via raamcontract - goedkeuring gunningswijze De gemeenteraad, Overwegende dat het voor de goede werking van de brandweer aangewezen een commandowagen aan te kopen; Overwegende dat de aankoop van een commandowagen kan gebeuren via raamcontract; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 55.380 EUR excl. btw of 67.009,80 EUR incl. 21% btw; Gelet op het afschrift van de notulen van de prezoneraad in de zitting van 7 maart 2014 waarin de prezoneraad kennis neemt van de goedgekeurde investeringsbudgetten voor 2014 van alle gemeentes van de prezone Oost; Gelet op de technische beschrijving van de commandewagen op het raamcontract, geldig tot 6 augustus 2014 met een mogelijke verlenging tot 6 augustus 2016, met besteknummer II/MAT/A26-280-11; Overwegende dat door de aankoop via raamcontract, de aankoopprijs beduidend lager ligt dan bij aankoop bij regionale dealers; Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het budget van 2014, op budgetcode 2474000/041000-ALGBEST-brand02 van de investeringskrediet; Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 26, § 1, 1° a (limiet van 85.000,00 EUR excl. btw niet bereikt); Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 105; Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 5, § 2; Gelet op het koninklijk besluit van 2 juni 2013 tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van de wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006 en van de koninklijke uitvoeringsbesluiten ervan; Gelet op alle latere aanvullingen op voormelde besluiten, geldig op datum van bekendmaking; Gelet op de Nieuwe Gemeentewet, Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet, de uitvoeringsbesluiten en de ministeriële omzendbrieven ter zake; Gelet op het decreet van 28 april 1993 houdende regeling, voor het Vlaamse Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten; Gelet op het decreet van 15 juli 2002 houdende wijziging van het decreet van 28 april 1993 houdende regeling voor het Vlaamse Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten; Gelet op de omzendbrief BA 2002/12 van 27 september 2002 houdende wijziging aan het decreet van 28 april 1993 door het decreet van 15 juli 2002 houdende het administratief toezicht op de gemeenten en de politiezones; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 2 juni 2006 tot opheffing van bepaalde artikelen van het decreet van 28 april 1993 houdende regeling, voor het Vlaamse gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten; Besluit: Art 1 Goedkeuring wordt verleend aan de technische beschrijving van de commandowagen en de raming voor de opdracht. De raming bedraagt 55.380 EUR excl. btw of 67.009,80 EUR incl. 21% btw. De aankoop kan gebeuren via het raamcontract met besteknummer II/MAT/A26-280-11 (geldig tot 6 augustus 2014 met een mogelijke verlenging tot 6 augustus 2016). Art 2 Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Art 3 De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het budget van 2014, op budgetcode 2474000/041000ALGBEST-brand02 van de investeringskrediet. Art 4 Afschrift van dit besluit zal ter kennisgeving worden overhandigd aan de financieel beheerder. Stemming: 30 stemmen 'ja', 0 stemmen 'neen', 0 onthouding(en) en 0 blanco stemmen. 4. Aankoop van een combinatie totaalstation en GNSS ontvanger voor terrestrische opmetingen goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze De gemeenteraad, Overwegende dat het huidige totaalstation bijna 9 jaar oud is en dat er hiervoor geen vervangstukken meer bestaan; Overwegende dat een totaalstation noodzakelijk is voor het uitvoeren van opmetingen en een GNSSontvanger noodzakelijk is om opmetingen meteen in het correcte coördinatenstelsel te zetten; Overwegende dat de aankoop van een nieuw combinatie totaalstation en GNSS ontvanger voor terrestrische opmetingen aangewezen is om de job als landmeter-expert behoorlijk te kunnen uitoefenen. De inschrijver dient een overnameprijs voor te stellen voor het huidige totaalstation Topcon GPT 8203A (One man), in dienst gesteld in 2005; Overwegende dat in het kader van de opdracht “Aankoop combinatie totaalstation en GNSS ontvanger voor terrestrische opmetingen” een bestek met nr. 2014/107/dt werd opgesteld door de dienst financiën; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 36.363,63 EUR excl. btw of 44.000 EUR incl. 21% btw; Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het budget van 2014, op budgetcode 2300000/020000-GROND-topo01 van het investeringskrediet; Overwegende dat er een materiële misslag heeft plaatsgevonden en dat dit krediet bij de eerstvolgende budgetwijziging ingeschreven zal worden op budgetcode 2300000/060000-GROND-topo01 van het investeringskrediet. De ontvangst zal bij de eerstvolgende budgetwijziging via ditzelfde krediet ingeschreven worden; Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 26, § 1, 1° a (limiet van 85.000,00 EUR excl. btw niet bereikt); Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 105; Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 5, § 2; Gelet op het koninklijk besluit van 2 juni 2013 tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van de wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006 en van de Koninklijke uitvoeringsbesluiten ervan; Gelet op alle latere aanvullingen op voormelde besluiten, geldig op datum van bekendmaking; Gelet op de Nieuwe Gemeentewet, Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet, de uitvoeringsbesluiten en de ministeriële omzendbrieven ter zake; Gelet op het decreet van 28 april 1993 houdende regeling, voor het Vlaamse Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten; Gelet op het decreet van 15 juli 2002 houdende wijziging van het decreet van 28 april 1993 houdende regeling voor het Vlaamse Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten; Gelet op de omzendbrief BA 2002/12 van 27 september 2002 houdende wijziging aan het decreet van 28 april 1993 door het decreet van 15 juli 2002 houdende het administratief toezicht op de gemeenten en de politiezones; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 2 juni 2006 tot opheffing van bepaalde artikelen van het decreet van 28 april 1993 houdende regeling, voor het Vlaamse gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten; Besluit Art 1 Goedkeuring wordt verleend aan het bestek met nr. 2014/107/dt en de raming voor de opdracht “Aankoop combinatie totaalstation en GNSS ontvanger voor terrestrische opmetingen”, opgesteld door de dienst financiën. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt 36.363,63 EUR excl. btw of 44.000 EUR incl. 21% btw. Art 2 Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Art 3 De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het budget van 2014, op budgetcode 2300000/020000GROND-topo01 van het investeringskrediet. Wegens een materiële misslag zal dit krediet bij de eerstvolgende budgetwijziging ingeschreven zal worden op budgetcode 2300000/060000-GRONDtopo01 van het investeringskrediet. De ontvangst zal bij de eerstvolgende budgetwijziging via ditzelfde krediet ingeschreven worden. Art 4 Afschrift van dit besluit zal ter kennisgeving worden overhandigd aan de financieel beheerder. Stemming: 30 stemmen 'ja', 0 stemmen 'neen', 0 onthouding(en) en 0 blanco stemmen. 5. Vrijwilligerswerking in leescafé bibliotheek - vaststelling vergoeding - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op het Gemeentedrecreet; Gelet op de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers en latere aanpassingen; Overwegende dat, om op korte termijn tegemoet te komen aan ruimere openingsuren in de bibliotheek, voorgesteld wordt het Leescafé van de bibliotheek elke werkdag open te stellen vanaf 10 u tot 13 u; Gelet op het voorstel van de bibliothecaris om voor deze extra dienstverlening in het Leescafé beroep te doen op vrijwilligers en deze hiervoor te vergoeden; Gelet op het akkoord van 31 maart 2014 van het college van burgemeester en schepenen met dit voorstel en dit te laten ingaan op 1 mei 2014; Besluit Art. 1 De gemeenteraad stelt voor onderstaande taken rond de dienstverlening in het Leescafé van de bibliotheek volgende vrijwilligersvergoeding vast: Taken Facilitaire taken Toelichting Ondersteuning magazijnwerking,voorbereiden afvoer, schoonmaken van (prenten) boeken, ophalen van karren en wegzetten van boeken op drukke dagen in de bibliotheek of inschakeling in de backoffice bij de afvoer door de boeken voor te bereiden voor definitieve afvoer in het systeem,… Vergoeding 15,00 EUR per halve dag Cursusbegeleiding Onthaal lesgever, controle apparatuur, inschrijvingen checken, feedback doorgeven aan centrum, eventueel korte inleiding 15,00 EUR per prestatie Toezicht en bewaking bij activiteiten als eindverantwoordelijke ook toezicht, bewaking en afsluiten gebouw, onthaal lesgever, controle apparatuur, inschrijvingen checken, feedback doorgeven aan bib, eventueel korte inleiding 22,50 EUR per prestatie Uitbaten Leescafé Toezicht en bewaking, als eindverantwoordelijke blijft de vrijwilliger de ganse tijd in het Leescafé, maakt mensen wegwijs in het aanbod, leent tablets uit tijdens openingsuren van het Leescafé en houdt toezicht op Leescafé en mezanine, signaleert indien nodig problemen met de inleverschuiven aan het bibliotheekpersoneel in de backoffice 22,50 EUR per prestatie Projectmatige inzet Ad hoc bij invullingproject gratis, 15,00 EUR of 22,50 EUR per prestatie (te bepalen door projectwerkgroep) Art. 2 Bij aanstelling van de vrijwilliger wordt steeds een afsprakennota opgemaakt waarin het bedrag van de vergoeding vermeld staat en waarbij verwezen wordt naar onderhavig gemeenteraadsbesluit. Art. 3 Dit besluit gaat in op 1 mei 2014 en zal worden bekendgemaakt overeenkomstig de bepalingen van het Gemeentedecreet. Art. 4 Voor de financiering van de kosten van de vrijwilligersvergoeding zullen bij budgetwijziging 2/2014 de nodige kredieten worden voorzien door het krediet onder budgetsleutel 070300/6152030 te verminderen en een nieuw krediet aan te maken onder budgetsleutel 070300/6205020. Art. 5 Afschrift van dit besluit zal gezonden worden aan de toezichthoudende overheid de financieel beheerder de bibliothecaris de personeelsdienst. Stemming: 30 stemmen 'ja', 0 stemmen 'neen', 0 onthouding(en) en 0 blanco stemmen. 6. Meerjarenplan 2014-2019 en stadsbudget 2014 - bijkomende informatie - aktename De gemeenteraad Gelet op artikel 146 van het Gemeentedecreet; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op het ministerieel besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op het ministerieel besluit van 9 juli 2013 betreffende de digitale rapportering van gegevens van de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op de omzendbrief BB 2013/4 van 22 maart 2013 betreffende de strategische meerjarenplanning (meerjarenplan 2014 – 2019) en budgettering (budget 2014) volgens de beleids- en beheerscyclus; Gelet op de omzendbrief BB 2013/8 van 18 oktober 2013 betreffende de veralgemeende invoering van de beleids- en beheerscyclus; Gelet op ons besluit van 18 december 2013 waarbij het meerjarenplan 2014-2019 en het budget 2014 van de stad werd goedgekeurd; Overwegende dat dit raadsbesluit en bijhorende documenten op 10 januari 2014 aan het toezicht werd gestuurd; Gelet op de brief van 5 maart 2014 (ref. VO3/PG/2014-4831/2) van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur waarbij een aantal vragen werden gesteld in verband met dit meerjarenplan en budget en waarbij verzocht werd bijkomende informatie/rapporten nog aan de raad voor te leggen; Overwegende dat het stadsbestuur bij brief van 4 april 2014 een antwoord zond aan het toezicht; Overwegende dat een aantal rapporten onder de voorgeschreven vorm werden opgemaakt en aan de gemeenteraad kunnen voorgelegd worden; Besluit: Artikel 1 De gemeenteraad keurt volgende documenten in verband met het meerjarenplan 2014 – 2019 en budget 2014 en/of neemt akte van volgende informatie: - Overzicht per beleidsdomein van de onderliggende beleidsvelden: zie bijlage 1 Plaats van publicatie eigen belastingsreglementen: Alle belastingsreglementen werden gepubliceerd op de website van de stad onder ‘stadsdiensten – financiën – dienst financiën – belastingen, retributies, verkoopprijzen, waarborgen – belastingen’ of op volgende link http://www.dendermonde.be/productgroep.aspx?pg=2263&id=1773. Op deze locatie staat ook het overzicht van de van toepassing zijnde reglementen. - - Lijst van de jaarlijkse opbrengst per belastingsoort: zie bijlage 2 Verschil exploitatie-uitgaven van de prioritaire beleidsdoelstellingen van schema M1 en strategische nota: bedrag onder strategische doelstelling ‘dienstverlenende stad’ BD3 actieplan 3.3 dient 100.000 euro i.p.v. 115.000 euro en dit voor de jaren 2014 tot en met 2019. Zie bijlage 3 Schema TM2: aangepast schema (inschrijven van periodieke terugvordering van 6.197 euro). Zie bijlage 4 Schema TB1 en TB2 per beleidsdomein: zie bijlage 5 Schema TB3 en TB4: zie bijlage 6 Schema B3 investeringsenveloppes: zie bijlage 7. Artikel 2 Afschrift van dit besluit zal gezonden worden aan de provinciegouverneur. INFRASTRUCTUUR - WEGEN EN WATERLOPEN 7. Kruispunt Mandekensstraat Hoogveld - afslag naar Lebbeke - vernieuwing rijweg - goedkeuring ontwerp samenwerkingsovereenkomst Overwegende dat het kruispunt Mandekensstraat - Hoogveld (afslag naar Lebbeke) ingericht is als verkeersplateau in betonstraatstenen; Overwegende dat een deel van de betonstraatstenen op deze plaats verzakt is en de oprijvlakken van de verkeersplateau loskomen door de belasting van het vrachtwagenverkeer; Overwegende dat dit aanleiding geeft tot klachten van de buurtbewoners over geluids- en trillingsoverlast en tot klachten van de weggebruiker over het gebrek aan rijcomfort; Overwegende dat het wenselijk is om de rijweg op deze plaats te vernieuwen in asfalt met verwijdering en uitvlakking van de oprijvlakken alsook het fiets- en voetpad plaatselijk te vervangen; Overwegende dat het kruispunt Mandekensstraat - Hoogveld deels eigendom is van stad Dendermonde en deels van gemeente Buggenhout; Gelet op de brief van 22 februari 2012 van het stadsbestuur Dendermonde waarbij aan het gemeentebestuur Buggenhout wordt voorgesteld om de werken gezamenlijk uit te voeren en hiervoor een samenwerkingsovereenkomst in overleg uit te werken; Overwegende dat het gemeentebestuur Buggenhout zich hiermee akkoord verklaard heeft; Overwegende dat in overleg met de gemeente Buggenhout voorgesteld wordt deze opdracht samen te voegen en het stadsbestuur Dendermonde aan te duiden om in gezamenlijke naam op te treden als opdrachtgevend bestuur; Gelet op het ontwerp van samenwerkingsovereenkomst waarin de gemeente Buggenhout en de stad Dendermonde zich verbinden tot het participeren in de kosten voor de uitvoering van het project en de veiligheidscoördinatie volgens de volgende verdeelsleutel in verhouding tot de kosten van de werken op hun grondgebied: Gemeente Buggenhout 36% Stad Dendermonde 64% Overwegende dat de uitgave voor deze werken voorzien is in het investeringsbudget 2015 bij subproject wewa37 onder algemene rekening 220600 van beleidsitem 020000 Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, meer bepaald artikel 38 Gelet op het KB van 15 juli 2011 betreffende de plaatsing overheidsopdrachten voor klassieke sectoren, meer bepaald artikel 105; Gelet op het KB van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van concessies voor openbare werken; Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Besluit: Art 1 De gemeenteraad gaat akkoord met de vernieuwing van het kruispunt Mandekensstraat Hoogveld (afslag richting Lebbeke) in samenwerking met de gemeente Buggenhout. Art 2 Deze opdracht wordt in het algemeen belang samengevoegd en het stadsbestuur Dendermonde wordt aangeduid om in gezamenlijke naam als opdrachtgevend bestuur op te treden. Art 3 Het ontwerp van samenwerkingsovereenkomst wordt goedgekeurd en het college van burgermeester en schepenen wordt gemachtigd deze overeenkomst af te sluiten. Art. 4 De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget 2015 bij subproject wewa37 onder algemene rekening 220600 van beleidsitem 020000. Art 5 Een voor eensluidend verklaard afschrift van dit besluit zal worden doorgestuurd worden aan het gemeentebestuur Buggenhout en worden overhandigd aan de financieel beheerder. Stemming: 30 stemmen 'ja', 0 stemmen 'neen', 0 onthouding(en) en 0 blanco stemmen. 8. Stedenbouwkundige aanvraag Steenweg van Grembergen - voormalige Martelarenlaan - afdeling 1 sectie C nr 0432 N6 - goedkeuring weginfrastructuur Gelet op de stedenbouwkundige aanvraag van 7 oktober 2011 tot het bouwen van meergezinswoningen met bijhorende weginfrastructuur, ingediend door bvba Fides Projects bvba, Sint Jansvliet 2 bus 6 te 2000 Antwerpen op het perceel, gelegen te Dendermonde, op het kruispunt van Steenweg van Grembergen en de voormalige Martelarenlaan, kadastraal bekend, afdeling 1, sectie C, nr 0432 n6; Overwegende dat het ingediend dossier de oprichting omvat van 1 meergezinswoning (18 appartementen) langs de Steenweg van Grembergen en 1 meergezinswoning (18 appartementen) langs de voormalige Martelarenlaan alsook de bijhorende weg- en rioleringsinfrastructuur; Overwegende dat voor de oprichting van beide meergezinswoningen het nodig is om infrastructuurwerken uit te voeren zowel in de Steenweg van Grembergen als in de voormalige Martelarenlaan zodat de gebouwen palen aan een voldoende, uitgeruste weg; Gelet op de beslissing van de gemeenteraad op 4 juli 2012 waarin de raad zich akkoord verklaart met de nodige infrastructuurwerken in de Steenweg van Grembergen; Overwegende dat de gemeenteraad toen geen beslissing genomen heeft over de vereiste weginfrastructuur in de voormalige Martelarenlaan omdat deze plaats gebruikt werd als stedelijke stapelplaats en er nog geen uitsluitsel was over een timing voor de opruimingswerken en over de definitieve bestemming na de sanering; Gelet op de beslissing van het college op 27 augustus 2012 waarbij aan de bvb Fides Project een stedenbouwkundige vergunning verleend wordt voor de oprichting van een meergezinswoning langs de Steenweg van Grembergen en van een meergezinwoning langs de voormalige Martelarenlaan; Overwegende dat voor de oprichting van het gebouw langs de voormalige Martelarenlaan de volgende last werd opgelegd: De voormalige Martelarenlaan wordt door de aanvrager volledig in orde gebracht overeenkomstig de geldende bepalingen voor een openbare weg zodat ze voldoet aan de hedendaagse vereisten qua verkeersveiligheid, weginrichting, riolering, afvoervoorzieningen en nutsvoorzieningen; De opgelegde lasten inzake de infastructuur van de voormalige Martelarenlaan kunnen door de gemeenteraad bepaald worden mits de gemeenteraad niet beslist om het domein te desaffecteren; De aanvrager dient hiervoor een infrastructuurdossier in bij het college van burgemeester en schepenen. Met betrekking tot de samenstelling van het dossier neemt de aanvrager contact op met de dienst wegen en waterlopen; De bouwwerken kunnen van start gaan wanneer de stapelzone wordt verlaten en de gestockeerde goederen/gronden afgevoerd zijn. De stapelzone dient te worden gesaneerd door de stad Dendermonde. De stedenbouwkundige vergunning kan geen enkele verbintenis vanwege het stadsbestuur tot stand brengen om aan de last of een welbepaalde timing te voldoen. Overwegende dat deze last, namelijk het uitvoeren van de vereiste infrastructuurwerken door de aanvrager, dient uitgevoerd te worden vooraleer de bouwwerken aan het gebouw langs de voormalige Martelarenlaan starten; Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen op 24 maart 2014 beslist heeft om voornoemde last te wijzigen en ook toe te laten dat een waarborgsom ten voordele van het stadsbestuur kan gestort worden zodat de rechten van de toekomstige eigenaars van het gebouw voldoende verzekerd worden bij het eventueel in gebreke blijven door de aanvrager van de stedenbouwkundige vergunning; Overwegende dat deze beslissing ook genomen is omdat de vereiste infrastructuurwerken voornamelijk het aanleggen van een verharding in betonstraatstenen bevat en dat het risico groot is dat bij voorafgaande uitvoering van deze werken de nieuw aangelegde infrastructuur zou beschadigd worden door het werfverkeer van de aannemer van het gebouw; Overwegende dat deze beslissing genomen is onder voorwaarde dat de vereiste infrastructuurwerken door de gemeenteraad goedgekeurd worden; Gelet op het ingediend infrastructuurdossier voor de werken ter hoogte van de voormalige Martelarenlaan, opgemaakt door Ir.arch. Yo Quisquater, Sint-Gillislaan 73 te 9200 Dendermonde met een totale raming van 109.919,18 EUR exclusief btw (127.077,22 EUR inclusief btw); Overwegende dat de uitbreiding van het openbaar verlichtingsnetwerk geraamd wordt op 16.062,48 EUR inclusief btw volgens de offerte van de intercommunale Intergem; Overwegende dat Intergem de uitbreiding van het laagspanningsnet en het gasbedelingsnet ten voordele van de nieuwbouw zelf ten laste zal nemen omdat dit gebruikelijk is bij de oprichting van nieuwe appartementsgebouwen; Overwegende dat Belgacom haar telecommunicatieleidingen gratis aanlegt mits de sleufwerken in synergie kunnen gerealiseerd worden met een andere maatschappij wat hier het geval is; Overwegende dat het aandeel van de bouwheer in de uitbreiding van het openbaar waterbedelingsnet nog dient geraamd te worden; Overwegende dat het stadsbestuur geopteerd heeft de voormalige Martelarenlaan te saneren door een budget hiervoor te voorzien in de meerjarenplanning 2014 – 2019 ten bedrage van 300.000 EUR; Overwegende dat de opmaak van het bestek en de raming voor deze opdracht momenteel wordt voorbereid door de stadsdiensten en afzonderlijk aan de gemeenteraad ter goedkeuring zal voorgelegd worden; Overwegende dat bij de voorbereiding van dit project het stadsbestuur de toelating verkregen heeft van de NV Waterwegen en Zeekanaal om de gezeefde gronden gratis te mogen leveren als aanvulling van de voorziene grondstock in het gecontroleerd overstromingsgebied (GOG) te Vlassenbroek omdat na milieuhygiënisch onderzoek gebleken is dat de af te voeren gronden als bouwstof kunnen gebruikt worden; Overwegende dat de afvoer van de gronden kan aangevat worden na goedkeuring van het bestek door de gemeenteraad, het gunnen van de opdracht na een open aanbesteding en het beschikbaar zijn van de grondstockageplaats in de GOG te Vlassenbroek; Overwegende dat bij het ontwerp van weginfrastructuur opgelegd is om de afvoer van het regenwater te verzekeren via een nieuw aan te leggen riolering naast de voormalige Martelarenlaan die aansluit op de bestaande riolering voorbij het bouwperceel; Overwegende dat naast de bestaande asfaltverharding langs de voormalige Martelarenlaan ter hoogte van het project de aanleg voorzien wordt van een plein in betonstraatstenen; Overwegende dat het definitief en volledig uitvoeringsdossier aan het college van burgemeester en schepenen ter goedkeuring dient voorgelegd worden; Overwegende dat de aanvrager op zijn kosten moet instaan voor alle noodzakelijke werken op zijn eigendom om wateroverlast te voorkomen en een goede afwatering te verzekeren van de aanpalende en verderop gelegen percelen tijdens en na de uitvoering van de infrastructuurwerken. Gelet op het Gemeentedecreet, aangenomen door het Vlaams Parlement op 6 juli 2005 en bekrachtigd door de Vlaamse regering op 15 juli 2005, gewijzigd door het decreet van 2 juni 2006; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 2 juni 2006 tot opheffing van bepaalde artikel van het decreet van 28 april 1993 houdende regeling door het Vlaamse Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten; Besluit Art. 1 De raad is akkoord met het tracé en de weginfrastructuur, zoals voorgesteld door Fides Projects bvba, Sint Jansvliet 2 bus 6 te 2000 Antwerpen, voor het perceel, gelegen te Dendermonde op het kruispunt Steenweg van Grembergen – voormalige Martelarenlaan en kadastraal bekend als afdeling 1, sectie C, nr 0432 n6; Raming van de infrastructuurwerken: 109.919,18 EUR exclusief btw (127.077,22 EUR inclusief btw) Art. 2 Het akkoord onder artikel 1 wordt gegeven mits de volgende werken aan het infrastructuurdossier toegevoegd worden: De levering en plaatsing van een extra inspectieput bij de nieuwe regenwaterriolering (raming: 1.800 EUR exclusief btw)(btw te voldoen door medecontractant); De levering en plaatsing van ca 240 m bitumineuze voegband op de plaatsen waar asfaltverharding aansluit tegen beton en waar asfaltherstellingen uitgevoerd worden om de dichting te verzekeren (raming: 720 EUR exclusief btw of 871,2 EUR inclusief btw; De uitbreiding van het openbaar verlichtingsnet ten bedrage van ca 16.062,48 EUR inclusief btw volgens de voorwaarden van de intercommunale Intergem de uitbreiding van de drinkwaterdistributieleiding volgens de voorwaarden van de intercommunale TMVW Art.3 De aanvrager moet op zijn kosten instaan voor alle noodzakelijke werken op zijn eigendom om wateroverlast te voorkomen ten gevolge van zijn project en een goede afwatering verzekeren van de aanpalende en verderop gelegen percelen tijdens en na de uitvoering van de infrastructuurwerken. Art. 4 De raad is akkoord om de voormalige Martelarenlaan ter hoogte van het bouwproject, ingediend door Fides Projects bvba, Sint Jansvliet 2 bus 6 te 2000 Antwerpen, opnieuw in gebruik te nemen als openbare weg na de uitvoering van infrastructuurwerken door de aanvrager en na de opruiming van de gestapelde grond en materialen. Art.5 De uitbreiding van het openbaar verlichtingsnet, het laagspanningsnet, het gasbedelingsnet en het openbaar waterbedelingsnet dient te gebeuren onder de voorwaarden van de intercommunales Intergem en TMVW. Art. 6 De opdrachtgever van de werken moet voldoen aan de inhoud van ons gemeenteraadsbesluit van 21 december 2005 houdende reglementering betreffende respectievelijk de aanleg van netten van elektriciteit en gas. Art. 7 De hierboven vermelde werken dienen uitgevoerd te worden voor de aanvang van de bouw van de meergezinswoning in de voormalige Martelarenlaan tenzij een waarborgsom gestort wordt ten bedrage van de kostprijs van de aan te leggen infrastructuur inclusief de uitbreiding van de nutsleidingen zoals vermeld in artikels 1 en 2 van dit besluit. Art. 8 De infrastructuurwerken moeten ten laatste door de aanvrager gerealiseerd te worden vooraleer de meergezinswoning in gebruik genomen wordt door de eerste bewoner. Art. 9 Bij de opmaak van het definitief en volledig uitvoeringsdossier dient rekening gehouden te worden met de bepalingen van dit gemeenteraadsbesluit en met de voorschriften uit het standaardbestek 250 voor de wegenbouw. Art. 10 Het definitief en volledig uitvoeringsdossier zal voor de aanvang van enig werk ter goedkeuring aan het college van burgemeester en schepenen worden voorgelegd. Art. 11 De infrastructuurwerken worden in hun totaliteit uitgevoerd onder toezicht van de stedelijke dienst wegen en waterlopen. De te gebruiken materialen en de wijze van uitvoering van de wegen- en rioleringswerken dienen vooraf ter goedkeuring voorgelegd te worden aan het stadsbestuur. De aanvang van de werken moet schriftelijk aan het college van burgemeester en schepenen meegedeeld worden. Art. 12 Na de volledige afwerking van de weginfrastructuur zal de verkavelaar op zijn kosten een as-builtplan opmaken van de nieuw aangelegde wegenis, riolering, openbare verlichting en andere constructies conform de GRB-skeletbestekken van AGIV (Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen), meer bepaald volgens het skeletbestek GRB-kernbepaling en volgens het skeletbestek van de GRBskeletaanvulling-detail. De riolering wordt opgemeten volgens de GRB-skeletoptie water- en rioolbeheer. De rooilijnen worden ingetekend conform de GRB-skeletoptie virtuele grenzen. Voor de opmeting dient de meest recente versie van het GRB-skeletbestek te worden gebruikt die van kracht is bij de aanvang van de as-builtmeting. Deze specificaties zijn terug te vinden via volgende link: http://www.agiv.be/gis/knowhow/?artid=144. Dit betekent onder meer dat de opmeting dient te gebeuren in Lambert 72 (BEREF 2003) en TAW en leidt tot de volgende eindproducten: - De opmeting resulteert in een dxf-bestand dat beantwoordt aan de specificaties van de vermelde skeletbestekken, –aanvullingen en –opties. Dit bestand is opgemaakt conform de dxftemplatebestanden die beschikbaar zijn op http://www.agiv.be/gis/knowhow/?artid=145. - De opmeting dient ook te resulteren in een digitaal bestand, afgeleid van het dxf-bestand, dat verder uitgewerkt is voor cartografisch gebruik (complexe lijntypes, arceringen,…). Dit is een dwg-bestand (versie 2010) voorzien van een titelblad, liggingsplan, situeringsplan en legende. Er dienen 3 afdrukken te worden aangeleverd op schaal 1/500. Hij zal dit plan zowel digitaal (dxf-, dwg-formaat en pdf) als op papier aan het stadsbestuur bezorgen. - Van elk gematerialiseerd referentiepunt (meetnagel, fenopaal,…) wordt een pdf-fiche opgemaakt. Voor gps-metingen wordt gebruik gemaakt van de FLEPOS-dienstverlening. - Het rooilijnplan en opmetingsplan voor de overdracht van de wegenis wordt op basis van het dwg-bestand opgemaakt. Deze worden eveneens zowel digitaal als op papier (3 afdrukken op schaal 1/500) aangeleverd. Ook zal de rooilijn op deze plannen aangeduid worden in samenspraak met de stedelijke landmeterexpert. Art. 13 Na de volledige afwerking van de weginfrastructuur zal de verkavelaar de uitgevoerde weginfrastructuur, de nutsvoorzieningen en de eigendom, waarop ze zich bevinden, op zijn kosten vrij en onbelast aan het stadsbestuur overdragen op een vast te stellen datum. Het bijhorend opmetingsplan en rooilijnplan wordt opgemaakt op basis van het as-builtplan conform art.12. Art. 14 Een voor eensluidend verklaard afschrift van dit besluit zal overhandigd worden aan de dienst stedenbouwkundige vergunningen, de financieel beheerder en aan de financiële dienst. Stemming: 31 stemmen 'ja', 0 stemmen 'neen', 0 onthouding(en) en 0 blanco stemmen. 9. Hoogveld Vlassenhout deel tussen N41 en Hoogveld - vernieuwing rijweg - goedkeuring bestek vaststellen gunningsvoorwaarden Overwegende dat de rijweg te Hoogveld en Vlassenhout (tussen N41 en Hoogveld) zich in een slechte toestand bevindt; Overwegende dat de vernieuwing van de asfaltverharding nodig is om de openbare veiligheid te waarborgen; Gelet op het bestek en offerteformulier, opgemaakt door de dienst wegen en waterlopen, met een raming van 758.402 EUR exclusief btw (917.666,42 EUR inclusief btw); Overwegende dat het wenselijk is deze opdracht te gunnen bij open aanbesteding om de maximale concurrentie te waarborgen; Overwegende dat het krediet voor deze uitgave is voorzien in het investeringsbudget 2014 bij subproject wewa 37 onder algemene rekening 2241000 van het beleidsitem 020000; Gelet op het financieel advies; Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten; Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen; Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Besluit: Art 1 De gemeenteraad gaat akkoord met de vernieuwing van de rijweg in het Hoogveld en in Vlassenhout (deel tussen N41 en Hoogveld). Raming: 758.402 EUR exclusief btw (917.666,42 EUR inclusief btw). Art. 2 Het bestek en het inschrijvingsbiljet worden goedgekeurd. Art. 3 De werken zullen gegund worden bij open aanbesteding. Art . 4 Het krediet voor deze uitgave is voorzien in het investeringsbudget 2014 bij subproject wewa 37 onder algemene rekening 2241000 van het beleidsitem 020000. Art . 5 Een voor eensluidend verklaard afschrift van dit besluit zal worden overhandigd aan de financieel beheerder. Stemming: 31 stemmen 'ja', 0 stemmen 'neen', 0 onthouding(en) en 0 blanco stemmen. SECRETARIAAT EN LOGISTIEK 10. Intercommunale DDS - Bijzondere Algemene Vergadering 8 mei 2014 - aanduiding lasthebbers De gemeenteraad Gelet op de aangetekende uitnodigingsbrief van 24 maart 2014 in verband met de Bijzondere Algemene Vergadering van aandeelhouders bij de dienstverlenende vereniging DDS op donderdag 8 mei 2014 te 19.00 uur in zaal ’t SESTICH van de stadsbibliotheek, Kerkstraat 111 te 9200 Dendermonde; Overwegende dat de dagorde van de in vorige alinea vermelde vergadering als volgt luidt: 1. Verwelkoming 2. Aanduiden van een secretaris en twee stemopnemers (art. 17 van de statuten) 3. 4. 5. 6. Goedkeuring van het verslag van de Bijzondere Algemene Vergadering van 17 december 2013 Beleidsplan 2014-2018 : toelichting en goedkeuring Vragen en voorstellen vanuit de vergadering Diversen Overwegende dat het aangewezen is het volgende te doen: 1. aanstelling van de lasthebbers overeenkomstig het artikel 16 van de statuten; de stad beschikt over de mogelijkheid om 8 lasthebbers aan te stellen; 2. vaststellen van het mandaat van die lasthebbers, t.t.z. het bepalen van hun wijze van deelneming aan de vergadering en, in voorkomend geval, hun wijze van deelname aan stemmingen; Gelet op de voordracht van de kandida(a)t(en): Namens CD&V 1. Judith De Smedt 2. Lien Van Hecke 3. Lien Verwaeren Namens SPA 4. Dina Verhavert Namens Open Vld 5. Gino Van der Vreken Namens N-VA 6. Stijn Goossens Namens Vlaams Belang 7. Barbara Pas Namens Groen 8. Matthias Coppens Gelet op de uitslag van de stemming: 1.Judith De Smedt 2.Lien Van Hecke 3.Lien Verwaeren 4.Dina Verhavert 5.Gino Van der Vreken 6.Stijn Goossens 7.Barbara Pas 8.Matthias Coppens Gelet op het decreet van 6 juli 2001 betreffende de intergemeentelijke samenwerking; Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet, de uitvoeringsbesluiten, en de ministeriële omzendbrieven ter zake; Besluit: Art. 1 Worden aangeduid om de stad te vertegenwoordigen op de Bijzondere Algemene Vergadering van DDS op donderdag 8 mei 2014 te 19.00 uur in zaal ’t SESTICH van de stadsbibliotheek, Kerkstraat 111 te 9200 Dendermonde. 1.Judith De Smedt 2.Lien Van Hecke 3.Lien Verwaeren 4.Dina Verhavert 5.Gino Van der Vreken 6.Stijn Goossens 7.Barbara Pas 8.Matthias Coppens Art. 2 Aan de in artikel 1 vermelde personen wordt opdracht gegeven in te stemmen met de diverse punten op de agenda. Art. 3 Afschrift van dit besluit zal worden toegestuurd aan: - DDS, Bevrijdingslaan 201 te 9200 Dendermonde; - de aangeduide personen. Stemming: 31 stemmen 'ja', 0 stemmen 'neen', 0 onthouding(en) en 0 blanco stemmen. 11. VERKO - Bijzondere Algemene Vergadering 8 mei 2014 - aanduiding lasthebbers De gemeenteraad Gelet op de aangetekende brief van 24 maart 2014 van de opdrachthoudende vereniging Verko waarbij de stad Dendermonde uitgenodigd wordt tot de bijzondere algemene vergadering van donderdag 8 mei 2014 te 19.15 uur in zaal ’t SESTICH van de stadsbibliotheek, Kerkstraat 111 te 9200 Dendermonde; Overwegende dat de dagorde van de in vorige alinea vermelde vergadering als volgt is: 1. Verwelkoming. 2. Aanduiden van een secretaris en twee stemopnemers (art. 18 van de statuten). 3. Goedkeuring van het verslag van de bijzondere algemene vergadering van 17 december 2013 4. Beleidsplan 2014-2018 : toelichting en goedkeuring 5. Vragen en voorstellen vanuit de vergadering 6. Diversen Gelet op het decreet van 6 juli 2001 betreffende de intergemeentelijke samenwerking; Overwegende dat het aangewezen is het volgende te doen: 1. aanstelling van de lasthebbers overeenkomstig het artikel 17 van de statuten; de stad beschikt over de mogelijkheid om 8 lasthebbers aan te stellen; 2. vaststellen van het mandaat van die lasthebbers, t.t.z. het bepalen van hun wijze van deelneming aan de vergadering en, in voorkomend geval, hun wijze van deelname aan stemmingen; Gelet op de voordracht van de kandida(a)t(en): Namens CD&V 1. Dieter Mannaert 2. Emiel Ravijts 3. Jan Van Damme Namens SPA 4. Niels Tas Namens Open Vld 5. Gino Van der Vreken Namens N-VA 6. Hilde Raman Namens Vlaams Belang 7. Stefaan Van Gucht Namens Groen 8. Matthias Coppens Gelet op de uitslag van de stemming: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Dieter Mannaert Emiel Ravijts Jan Van Damme Niels Tas Gino Van der Vreken Hilde Raman Stefaan Van Gucht Matthias Coppens Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet, de uitvoeringsbesluiten, en de ministeriële omzendbrieven ter zake; Besluit: Art. 1 Worden aangeduid als vertegenwoordigers/lasthebbers van de stad Dendermonde op de bijzondere algemene vergadering van de opdrachthoudende vereniging Verko van donderdag 8 mei 2014 te 19.15 u : in zaal ’t SESTICH van de stadsbibliotheek, Kerkstraat 111 te 9200 Dendermonde Namens CD&V 1. Dieter Mannaert 2. Emiel Ravijts 3. Jan Van Damme Namens SPA 4. Niels Tas Namens Open Vld 5. Gino Van der Vreken Namens N-VA 6. Hilde Raman Namens Vlaams Belang 7. Stefaan Van Gucht Namens Groen 8. Matthias Coppens Art. 2 De in artikel 1 vermelde personen zullen op 8 mei 2014 instemmen met de diverse punten op de agenda. Art. 3 Afschrift van dit besluit wordt toegestuurd aan: - Verko, Bevrijdingslaan 201, 9200 Dendermonde; - de aangeduide personen. Stemming: 31 stemmen 'ja', 0 stemmen 'neen', 0 onthouding(en) en 0 blanco stemmen. 12. Samenwerkingsovereenkomst cameratoezicht Hoogveld - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 16 oktober 2013 tot toekenning van een investeringssubsidie van 24.000,00 EUR aan VZW Business Club Dendermonde voor het project camerabewaking op het Hoogveld te Dendermonde; Overwegende dat het aanbeveling verdient om een samenwerkingsovereenkomst af te sluiten tussen de betrokken partijen, zijnde de stad Dendermonde, de Intercommunale Dender-Durme-Schelde (DDS) en VZW Business Club Dendermonde; Gelet op het ontwerp van samenwerkingsovereenkomst als bijlage; Overwegende dat de goedkeuring van samenwerkingsovereenkomsten overeenkomstig de artikelen 42 en 43 van het Gemeentedecreet behoort tot de bevoegdheid van de gemeenteraad; Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet, de uitvoeringsbesluiten en de ministeriële omzendbrieven ter zake; Besluit: Artikel 1 De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Dendermonde, de Intercommunale Dender-Durme-Schelde (DDS) en VZW Business Club Dendermonde, gevoegd als bijlage bij deze beslissing, goed. Artikel 2 Een afschrift van deze beslissing zal ter kennisgeving gezonden worden aan alle in dit project betrokken partners: -Intercommunale Dender-Durme-Schelde (DDS); -VZW Business Club Dendermonde; -de zonechef van de politiezone; -de betrokken stadsdiensten. Stemming: 31 stemmen 'ja', 0 stemmen 'neen', 0 onthouding(en) en 0 blanco stemmen. 13. Cameratoezicht industrieterrein Hoogveld te Dendermonde - advies gemeenteraad en goedkeuring reglement cameratoezicht De gemeenteraad Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 16 oktober 2013 tot toekenning van een investeringssubsidie van 24.000,00 EUR aan VZW Business Club Dendermonde voor het project camerabewaking op het Hoogveld te Dendermonde; Overwegende dat op basis van statistieken van de politiezone Dendermonde vastgesteld werd dat er zich op het Industrietrrein Hoogveld een probleem stelt op het vlak van inbraken en algemene veiligheid; Overwegende dat cameratoezicht op de openbare weg een nuttig hulpmiddel kan zijn; Overwegende dat de stad Dendermonde, de Intercommunale Dender-Durme-Schelde (DDS) en de vzw Business Club Dendermonde (met eveneens de betrokkenheid van de lokale politie Dendermonde en Voka – Kamer van Koophandel Oost-Vlaanderen) de krachten wensen te bundelen in een gezamenlijk initiatief; Gelet op het ontwerp van samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Dendermonde, DDS en de vzw Business Club Dendermonde dat aan de gemeenteraad eerder wordt voorgelegd; Overwegende dat wat het aspect cameratoezicht betreft er duidelijk moet rekening gehouden worden met de aanbevelingen omtrent de bescherming van de privacy en de persoonlijke levenssfeer met betrekking tot cameratoezicht op de openbare weg; Overwegende dat de finaliteit van de beeldopnamen en de exploitatie ervan het bewijzen is van een misdrijf, van schade of van overlast of het identificeren van een dader, een verstoorder van de openbare orde, een getuige of een slachtoffer; Overwegende dat het in casu gaat om een netwerk van camera’s die beelden registreert en beperkte tijd opslaat; Overwegende dat de nodige pictogrammen in de buurt worden aangebracht opdat de burger geïnformeerd is over het lopende cameratoezicht op de plaatsen die hij betreedt; Overwegende dat de vermelding de informatie bevat die opgelegd wordt door de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens; Overwegende dat het plaatsen van camera’s en meer bepaald de pictogrammen die het cameragebruik aangeven, een ‘afschrikkend effect’ moeten hebben bij potentiële daders van misdrijven en overlastplegers; Overwegende dat het stadsbestuur Dendermonde het contactpunt voor het recht van toegang op de beelden en de contactpersoon voor de informatievragen is; Overwegende dat het stadsbestuur Dendermonde, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen, de verantwoordelijke voor de verwerking is; Overwegende dat het de verantwoordelijke voor de verwerking is die de wet moet naleven en verantwoordelijk zal gesteld worden wanneer de Camerawet overtreden wordt; Overwegende dat de verantwoordelijke voor de verwerking het doel en de middelen bepaalt voor de verwerking van persoongegevens; Overwegende dat de invoering van cameratoezicht op de openbare weg voor advies moet voorgelegd worden aan de gemeenteraad; Gelet op het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden; Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet; Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet; Gelet op de bepalingen van de wet op het politieambt van 5 augustus 1992; Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens; Gelet op de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s; Gelet op de wet van 12 november 2009 houdende wijziging van de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s; Gelet op de wet van 3 augustus 2012 houdende wijziging van de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s; Gelet op de omzendbrief van 10 december 2009 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s; Gelet op de omzendbrief van 13 mei 2011 houdende wijziging van de omzendbrief van 10 december 2009 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van de bewakingscamera’s; Gelet op het koninklijk besluit van 10 februari 2008 tot vaststelling van de wijze waarop wordt aangegeven dat er camerabewaking plaatsvindt; Gelet op het koninklijk besluit van 21 augustus 2009 houdende wijziging van het koninklijk besluit van 10 februari 2008 tot vaststelling van de wijze waarop wordt aangegeven dat er camerabewaking plaatsvindt; Gelet op het koninklijk besluit van 2 juli 2008 betreffende de aangiften van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s; Gelet op het koninklijk besluit van 27 augustus 2010 houdende wijziging van het koninklijk besluit van 2 juli 2008 betreffende de aangiften van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s; Gelet op het ontwerpreglement cameratoezicht als bijlage; Gelet op het advies van de korpschef van de politiezone Dendermonde van 11 april 2014 ; Gelet op het plan van inplanting; Overwegende dat het aangewezen is dat de gemeenteraad positief advies geeft; Besluit: Artikel 1 De gemeenteraad keurt het reglement cameratoezicht als bijlage goed. Artikel 2: De gemeenteraad geeft een positief advies over de plaatsing van de bewakingscamera’s op de openbare weg van het industrieterrein Hoogveld te Dendermonde. Artikel 3: Een afschrift van deze beslissing zal ter kennisgeving gezonden worden aan alle in dit project betrokken partners: -Intercommunale Dender-Durme-Schelde (DDS); -VZW Business Club Dendermonde; -de zonechef van de politiezone; -de betrokken stadsdiensten. Stemming: 31 stemmen 'ja', 0 stemmen 'neen', 0 onthouding(en) en 0 blanco stemmen. JURIDISCHE AANGELEGENHEDEN 14. Samenwerkingsovereenkomst inzake de bemiddelingsprocedure bij gemeentelijke administratieve sancties - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op de wet van 13 mei 1999 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties; Gelet op de wet van 17 juni 2004 tot wijziging van de Nieuwe Gemeentewet; Gelet op de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties; Gelet op de overeenkomst tussen de federale staat en de stad Dendermonde in het kader van veiligheid en de aanpak van de federale regering met betrekking tot de jeugdcriminaliteit, goedgekeurd in de gemeenteraad van 22 januari 2014; Gelet op het gemeenteraadsbesluit d.d. 18 november 2009 van de stad Dendermonde waarbij het samenwerkingsakkoord in het kader van het veiligheidsbeleid en de aanpak van de federale regering m.b.t. jeugdcriminaliteit werd goedgekeurd; Gelet op de samenwerkingsakkoorden tussen de gemeenten Temse, Denderleeuw, Wichelen, SintNiklaas, Ninove, Berlare, Zele, Laarne, Wetteren en de stad Dendermonde in het kader van het veiligheidsbeleid en de aanpak van de federale regering m.b.t. jeugdcriminaliteit die ingegaan zijn op 1 januari 2010 en geldig zijn voor onbepaalde duur; Gelet op het samenwerkingsakkoord tussen de gemeente Haaltert en de stad Dendermonde in het kader van het veiligheidsbeleid en de aanpak van de federale regering dat ingegaan is op 1 februari 2010 en geldig is voor onbepaalde duur; Gelet op de samenwerkingsakkoorden tussen de gemeente Lebbeke, Waasmunster en Hamme en de stad Dendermonde in het kader van het veiligheidsbeleid en de aanpak van de federale regering die ingegaan zijn op 1 juni 2010 en geldig zijn voor onbepaalde duur; Gelet op het samenwerkingsakkoord tussen de gemeente Beveren en de stad Dendermonde in het kader van het veiligheidsbeleid en de aanpak van de federale regering dat ingegaan is op 1 februari 2011 en geldig is voor onbepaalde duur; Gelet op het advies van de POD Maatschappelijke Integratie, dienst Grootstedenbeleid, om de samenwerkingsovereenkomsten te vernieuwen; Overwegende dat door het vernieuwen van deze samenwerkingsovereenkomst de overeenkomst in overeenstemming is met de nieuwe wetgeving betreffende gemeentelijke administratieve sancties; Overwegende dat deze samenwerkingsovereenkomst een aantal onderlinge werkafspraken bevat tussen de stad Dendermonde, die de bemiddelaar tewerkstelt, en de gemeenten die hierop een beroep willen doen; Overwegende dat de meerkost (boven het subsidiebedrag) zal doorgerekend worden naar de gemeenten die de nieuwe samenwerkingsovereenkomst onderschrijven; Overwegende dat de verrekening naar deze gemeenten jaarlijks zal gebeuren na afsluiten van het werkjaar; Gelet op de inhoud van de nieuwe samenwerkingsovereenkomst (wijzigingen werden geel gemarkeerd); Gelet op het vernieuwde bemiddelingsreglement als bijlage (wijzigingen werden geel gemarkeerd); Gelet op de goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen; Besluit: Art. 1 De samenwerkingsovereenkomst, gehecht aan dit besluit, wordt goedgekeurd. Art. 2. Er wordt kennisgenomen van het nieuwe bemiddelingsreglement dat werd toegevoegd als bijlage bij de samenwerkingsovereenkomst. Dit bemiddelingsreglement vervangt het bemiddelingsreglement dat werd goedgekeurd op de gemeenteraad van Dendermonde d.d. 18 maart 2009. Art. 3. De samenwerkingsovereenkomst wordt bezorgd aan de reeds aangesloten en geïnteresseerde gemeenten binnen het gerechtelijk arrondissement Dendermonde. Art. 4. De gemeenten bedoeld in artikel 3 van dit besluit kunnen dit samenwerkingsakkoord ter goedkeuring voorleggen aan hun respectievelijke gemeenteraad. Stemming: 31 stemmen 'ja', 0 stemmen 'neen', 0 onthouding(en) en 0 blanco stemmen. PATRIMONIUM 15. Verwerving inneming 16b van het rooilijn- en onteigeningsplan 'wijk Hof ten Rode' - rechtzetting gemeenteraadsbesluit van 19/03/2014 De gemeenteraad Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 maart 2014 waarbij akkoord gegaan werd met de verwerving van 6 m² te nemen in een perceel gekadastreerd als bouwland, gelegen HOF TEN RODE, met een totale oppervlakte van 392 m²; sectie C nummer 420 G7; zijnde inneming 16b van het rooilijn- en onteigeningsplan Hof ten Rode; jegens Jacobs Henri en Gerlo Julia, De Lekstraat 13, 9200 Dendermonde; mits betaling van 30 EUR en onder de voorwaarden bepaald in de akte van minnelijke verwerving van voornoemd perceel verleden voor Marc Fettes, Adviseur, Commissaris bij het Tweede aankoopcomité Gent op 31 januari 2014. Gelet op een materiële misslag tijdens de administratieve verwerking van dit dossier; Overwegende dat het aanbeveling verdient om kennis te nemen van de rechtzetting betreffende de verwerving in der minne van de inneming 16b van het rooilijn en onteigeningsplan “wijk Hof ten Rode” en hieraan zijn goedkeuring te verlenen; Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet, de uitvoeringsbesluiten en de ministeriële omzendbrieven ter zake; Besluit: Art. 1 De gemeenteraad neemt kennis van de rechtzetting betreffende de verwerving in der minne: - van 6 m² te nemen in een perceel gekadastreerd als huis, gelegen ZWARTE BEEKSTRAAT 1 met een totale oppervlakte van 392 m² - sectie C nummer 420 G7; zijnde inneming 16b van het rooilijn- en onteigeningsplan Hof ten Rode jegens Stevens Alfons en Vranckaert Ingrid, Zwarte Beekstraat, 9200 Dendermonde - zijnde inneming 16b van het rooilijn- en onteigeningsplan wijk Hof ten Rode - mits betaling van 30 EUR en onder de voorwaarden bepaald in de akte van minnelijke verwerving van voornoemd perceel verleden voor Marc Fettes, Adviseur, Commissaris bij het Tweede Aankoopcomité Gent op 31 januari 2014; en hecht hieraan zijn goedkeuring. Art. 2 Afschrift van dit besluit wordt toegestuurd: - aan de financieel beheerder; - het Aankoopcomité Gent II Stemming: 31 stemmen 'ja', 0 stemmen 'neen', 0 onthouding(en) en 0 blanco stemmen. 16. A2499 - Verwerving Inneming 7b van het rooilijn- en onteigeningsplan 'wijk Hof ten Rode' goedkeuring De gemeenteraad Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 april 2006 waarbij de gemeenteraad principieel akkoord gaat wegen- en rioleringswerken uit te voeren in de wijk Hof ten Rode en goedkeuring hecht aan het bestek voor de opmaak van een ontwerp en het houden van werftoezicht inzake deze werken en het uitvoeren van alle noodzakelijke onderzoeken; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 20 oktober 2010 waarbij de gemeenteraad het rooilijn- en onteigeningsplan van de wijk Hof ten Rode goedkeurt en de plannen voorlopig vaststelt; Overwegende dat bij de opmaak van het ontwerp gebleken is dat er diverse grondverwervingen vereist zijn om het project te kunnen realiseren conform de huidige inzichten qua bereikbaarheid voor de brandweerdiensten en om het huidige openbaar domein in het stadspatrimonium in te lijven; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 januari 2011 houdende de definitieve goedkeuring van het aangepaste rooilijnplan en het onteigeningsplan van de wijk Hof Ten Rode, opgemaakt door het studiebureau Ch. Lobelle bvba, Nieuwe Sint-Annadreef te 8200 Brugge; Gelet op de opstartprocedure grondverwervingen medio 2011: - de aanstelling van de onderhandelaar voor de realisatie van de innemingen (collegebeslissing van 6/6/2011) - de aanstelling van het Aankoopcomité Gent II voor de verdere administratieve afhandeling van de verschillende dossiers (collegebeslissing van 16/7/2012); Gelet op de brief van 25 maart 2014 van het Aankoopcomité Gent II, RAC Ter Plaeten, Sint-Lievenslaan 27, 9000 Gent, met een kopie van de akte verleden voor Marc Fettes, adviseur, commissaris bij het Tweede Aankoopcomité Gent op 18 maart 2014 onder voorbehoud van de goedkeuring door de gemeenteraad, betreffende de aankoop van de inneming nummer 7b, jegens De Valck Guido en Willaerts Marie, Zwarte Beekstraat 49, 9200 Dendermonde; Overwegende dat het aanbeveling verdient om zijn goedkeuring te verlenen aan de verwerving in der minne van de inneming 7b van het rooilijn- en onteigeningsplan “Hof ten Rode”; Overwegende dat het krediet voor deze verwerving voorzien is in het investeringsbudget van 2014 onder algemene rekening 2206000, beleidsitem 020000, subproject wewa2; Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet, de uitvoeringsbesluiten en de ministeriële omzendbrieven ter zake; Besluit: Art. 1 Er wordt akkoord gegaan met de verwerving in der minne: - van 14 m² te nemen in een perceel gekadastreerd als huis, gelegen Zwarte Beekstraat 49, met een totale oppervlakte van 275 m²; - sectie C nummer 0423 M4; - zijnde inneming 7b van het rooilijn- en onteigeningsplan; - jegens De Valck Guido en Willaerts Marie, Zwarte Beekstraat 49, 9200 Dendermonde; - mits betaling van 700 EUR; - en onder de voorwaarden bepaald in de akte van minnelijke verwerving van voornoemd perceel verleden voor Marc Fettes, Adviseur, Commissaris bij het Tweede aankoopcomité Gent op 18 maart 2014. Art. 2 Het krediet voor deze verwerving is voorzien in het investeringsbudget van 2014 onder algemene rekening 2206000, beleidsitem 020000, subproject wewa2. Art. 3 Onderhavige verwerving gebeurt om redenen van algemeen belang, in het kader van de realisatie van het rooilijn- en onteigeningsplan ‘wijk Hof ten Rode’. Art. 4 Afschrift van dit besluit wordt toegestuurd: - aan de financieel beheerder; - het Aankoopcomité Gent Stemming: 31 stemmen 'ja', 0 stemmen 'neen', 0 onthouding(en) en 0 blanco stemmen. 17. Verkoop deelgemeentehuizen Appels en Schoonaarde - opstarten verkoopprocedure - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op de meerjarenplanning 2014-2019; Overwegende dat een rationeel en duurzaam beheer van het patrimonium een prioritaire beleidsdoelstelling uitmaakt; Overwegende dat dit concreet zal resulteren in het afslanken van het patrimonium en dus de verkoop van een aantal gebouwen; Gelet op de collegebeslissing van 9 december 2013 waarbij de planning van de sluiting van de bibfilialen en de deelgemeentehuizen werd goedgekeurd; Gelet op de planning “verkoop van patrimonium” dewelke in 2014 de verkoop voorziet van de gemeentehuizen Appels en Schoonaarde; Gelet op de collegebeslissing van 17 maart 2014 betreffende een alternatieve locatie voor de wijkagenten; Gelet op het schattingsverslag van 16 februari 2014 opgemaakt door de ontvanger van het registratiekantoor te Dendermonde die de verkoopwaarde van het gemeentehuis te Appels schat op 77.000 EUR; Gelet op het schattingsverslag van 13 februari 2014 opgemaakt door de ontvanger van het registratiekantoor te Dendermonde die de verkoopwaarde van het gemeentehuis te Schoonaarde schat op 185.000 EUR; Gelet op de omzendbrieven van 6 september 1999 en 10 februari 2010 dewelke aanbevelen dat bij elke onroerende vervreemding de openbare verkoop de regel is en de onderhandse verkoop de uitzondering; Gelet op de beslissing van het schepencollege van 3 april 2014 om, onder voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad, deze eigendom te vervreemden via FED-net vzw ; Overwegende dat FED-net een onafhankelijke vzw is die als bemiddelaar optreedt tussen de overheid en de kopers om het onroerend patrimonium voor de overheid te verkopen; Overwegende dat FED-net een beroep doet op de marktverspreiding via de CIB (confederatie van immobiliënberoepen), maar vanwege de onafhankelijkheid ook op niet-CIB leden en notarissen; Overwegende dat zo een groot potentieel aan kopers bereikt wordt; Overwegende dat FED-net enkel het systeem van geobjectiveerde verkoop organiseert en niet zelf verkoopt; Overwegende dat in het investeringsbudget van 2014 onder algemene rekening 2215000, beleidsitem 005000, een bedrag van 400.000 EUR voorzien werd door verkoop van gebouwen; Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet, de uitvoeringsbesluiten, en de ministeriële omzendbrieven ter zake; Besluit: Art. 1 Er wordt beslist om de deelgemeentehuizen Appels en Schoonaarde te vervreemden: de - gemeentehuis Appels, gelegen Zandstraat 116, ten kadaster gekend als 2 afd., Sie B, nr. 253N en groot 64m² - gemeentehuis Schoonaarde, gelegen Moleneinde, ten kadaster gekend als Sie A, nr. 171 en groot 111m² Art.2 Er wordt beslist deze stadseigendommen te vervreemden via FED-net omdat deze instantie enerzijds gespecialiseerd in dergelijke verkopen en anderzijds een groter aantal potentiële kopers kan bereiken Art.3 Hiertoe zal met Fed-net een kadercontract worden afgesloten. Art.4 Onderhavige beslissing kadert in de meerjarenplanning 2014-2019, beleidsdoelstelling ‘het Dendermonds patrimonium op rationele en duurzame wijze beheren’ actieplan afslanken van het bebouwd patrimonium inzonderheid actie 1.1.2 het verkopen van gebouwen. Stemming: 19 stemmen 'ja' (CD&V en SPA), 12 onthoudingen (Open Vld, N-VA, Groen en Vlaams Belang). 18. A2499 - Verwerving Inneming 45b van het rooilijn- en onteigeningsplan 'wijk Hof ten Rode' goedkeuring De gemeenteraad Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 april 2006 waarbij de gemeenteraad principieel akkoord gaat wegen- en rioleringswerken uit te voeren in de wijk Hof ten Rode en goedkeuring hecht aan het bestek voor de opmaak van een ontwerp en het houden van werftoezicht inzake deze werken en het uitvoeren van alle noodzakelijke onderzoeken; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 20 oktober 2010 waarbij de gemeenteraad het rooilijn- en onteigeningsplan van de wijk Hof ten Rode goedkeurt en de plannen voorlopig vaststelt; Overwegende dat bij de opmaak van het ontwerp gebleken is dat er diverse grondverwervingen vereist zijn om het project te kunnen realiseren conform de huidige inzichten qua bereikbaarheid voor de brandweerdiensten en om het huidige openbaar domein in het stadspatrimonium in te lijven; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 januari 2011 houdende de definitieve goedkeuring van het aangepaste rooilijnplan en het onteigeningsplan van de wijk Hof Ten Rode, opgemaakt door het studiebureau Ch. Lobelle bvba, Nieuwe Sint-Annadreef te 8200 Brugge; Gelet op de opstartprocedure grondverwervingen medio 2011: - de aanstelling van de onderhandelaar voor de realisatie van de innemingen (collegebeslissing van 6/6/2011) - de aanstelling van het Aankoopcomité Gent II voor de verdere administratieve afhandeling van de verschillende dossiers (collegebeslissing van 16/7/2012); Gelet op de brief van 1 april 2014 van het Aankoopcomité Gent II, RAC Ter Plaeten, Sint-Lievenslaan 27, 9000 Gent, met een kopie van de akte verleden voor Marc Fettes, adviseur, commissaris bij het Tweede Aankoopcomité Gent op 25 maart 2014 onder voorbehoud van de goedkeuring door de gemeenteraad, betreffende de aankoop van de inneming nummer 45b, jegens Perdaens Guido en Van Audenrode Francine, Hof ten Rode 77, 9200 Dendermonde; Overwegende dat het aanbeveling verdient om zijn goedkeuring te verlenen aan de verwerving in der minne van de inneming 45b van het rooilijn- en onteigeningsplan “Hof ten Rode”; Overwegende dat het krediet voor deze verwerving voorzien is in het investeringsbudget van 2014 onder algemene rekening 2206000, beleidsitem 020000, subproject wewa2; Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet, de uitvoeringsbesluiten en de ministeriële omzendbrieven ter zake; Besluit: Art. 1 Er wordt akkoord gegaan met de verwerving in der minne: - van 10 m² te nemen in een perceel gekadastreerd als huis, gelegen Hof ten Rode 77, met een totale oppervlakte van 334 m²; - sectie C nummer 0418 L; zijnde inneming 45b van het rooilijn- en onteigeningsplan; jegens Perdaens Guido en Van Audenrode Francine, Hof ten Rode 77, 9200 Dendermonde; mits betaling van 50 EUR; en onder de voorwaarden bepaald in de akte van minnelijke verwerving van voornoemd perceel verleden voor Marc Fettes, Adviseur, Commissaris bij het Tweede aankoopcomité Gent op 25 maart 2014. Art. 2 Het krediet voor deze verwerving is voorzien in het investeringsbudget van 2014 onder algemene rekening 2206000, beleidsitem 020000, subproject wewa2. Art. 3 Onderhavige verwerving gebeurt om redenen van algemeen belang, in het kader van de realisatie van het rooilijn- en onteigeningsplan ‘wijk Hof ten Rode’. Art. 4 Afschrift van dit besluit wordt toegestuurd: - aan de financieel beheerder; - het Aankoopcomité Gent Stemming: 31 stemmen 'ja', 0 stemmen 'neen', 0 onthouding(en) en 0 blanco stemmen. 19. A2499 - Verwerving Inneming 53b van het rooilijn- en onteigeningsplan 'wijk Hof ten Rode' goedkeuring De gemeenteraad Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 april 2006 waarbij de gemeenteraad principieel akkoord gaat wegen- en rioleringswerken uit te voeren in de wijk Hof ten Rode en goedkeuring hecht aan het bestek voor de opmaak van een ontwerp en het houden van werftoezicht inzake deze werken en het uitvoeren van alle noodzakelijke onderzoeken; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 20 oktober 2010 waarbij de gemeenteraad het rooilijn- en onteigeningsplan van de wijk Hof ten Rode goedkeurt en de plannen voorlopig vaststelt; Overwegende dat bij de opmaak van het ontwerp gebleken is dat er diverse grondverwervingen vereist zijn om het project te kunnen realiseren conform de huidige inzichten qua bereikbaarheid voor de brandweerdiensten en om het huidige openbaar domein in het stadspatrimonium in te lijven; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 januari 2011 houdende de definitieve goedkeuring van het aangepaste rooilijnplan en het onteigeningsplan van de wijk Hof Ten Rode, opgemaakt door het studiebureau Ch. Lobelle bvba, Nieuwe Sint-Annadreef te 8200 Brugge; Gelet op de opstartprocedure grondverwervingen medio 2011: - de aanstelling van de onderhandelaar voor de realisatie van de innemingen (collegebeslissing van 6/6/2011) - de aanstelling van het Aankoopcomité Gent II voor de verdere administratieve afhandeling van de verschillende dossiers (collegebeslissing van 16/7/2012); Gelet op de brief van 1 april 2014 van het Aankoopcomité Gent II, RAC Ter Plaeten, Sint-Lievenslaan 27, 9000 Gent, met een kopie van de akte verleden voor Marc Fettes, adviseur, commissaris bij het Tweede Aankoopcomité Gent op 25 maart 2014 onder voorbehoud van de goedkeuring door de gemeenteraad, betreffende de aankoop van de inneming nummer 53b, jegens De Bosscher Patrick en De Bleser Marijke, Hof ten Rode 49, 9200 Dendermonde; Overwegende dat het aanbeveling verdient om zijn goedkeuring te verlenen aan de verwerving in der minne van de inneming 7b van het rooilijn- en onteigeningsplan “Hof ten Rode”; Overwegende dat het krediet voor deze verwerving voorzien is in het investeringsbudget van 2014 onder algemene rekening 2206000, beleidsitem 020000, subproject wewa2; Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet, de uitvoeringsbesluiten en de ministeriële omzendbrieven ter zake; Besluit: Art. 1 Er wordt akkoord gegaan met de verwerving in der minne: - van 44 m² te nemen in een perceel gekadastreerd als huis, gelegen Hof ten Rode 49, met een totale oppervlakte van 922 m²; - sectie C nummer 0417 T2; - zijnde inneming 53b van het rooilijn- en onteigeningsplan; - jegens De Bosscher Patrick en De Bleser Marijke, Hof ten Rode 49, 9200 Dendermonde; - mits betaling van 220 EUR; - en onder de voorwaarden bepaald in de akte van minnelijke verwerving van voornoemd perceel verleden voor Marc Fettes, Adviseur, Commissaris bij het Tweede aankoopcomité Gent op 25 maart 2014. Art. 2 Het krediet voor deze verwerving is voorzien in het investeringsbudget van 2014 onder algemene rekening 2206000, beleidsitem 020000, subproject wewa2. Art. 3 Onderhavige verwerving gebeurt om redenen van algemeen belang, in het kader van de realisatie van het rooilijn- en onteigeningsplan ‘wijk Hof ten Rode’. Art. 4 Afschrift van dit besluit wordt toegestuurd: - aan de financieel beheerder; - het Aankoopcomité Gent Stemming: 31 stemmen 'ja', 0 stemmen 'neen', 0 onthouding(en) en 0 blanco stemmen. TOPOGRAFIE 20. Kosteloze grondafstand Processiestraat 25 - goedkeuring ontwerpakte De gemeenteraad, Gelet op de verklaring van kosteloze grondafstand, opgemaakt op 5 februari 2014 door Rita De Meersman, Burgemeester Portmanslaan 57, 9200 Dendermonde; Overwegende dat het perceel Processiestraat 25, gelegen afdeling 3 sectie A voor een oppervlakte van 18,51 m² wordt bezwaard met de rooilijn van de Processiestraat, goedgekeurd bij KB van 23 september 1927; Overwegende dat de kosteloze grondafstand werd opgelegd in het kader van de aanleg van nieuwe voetpaden; Overwegende dat de strook grond zal overgedragen worden om reden van openbaar nut en ter verbetering en verbreding van de weg; Gelet op het opmetingsplan van 1 april 2014, opgemaakt door Katie Wuytack, landmeter-expert, waarop het af te stane perceeltje wordt aangeduid in gele kleur; Overwegende dat deze akte zal worden verleden voor Piet Buyse, burgemeester, handelend overeenkomstig artikel 9 van de wet van 27 mei 1870, tot vereenvoudiging van de administratieve vormvereisten inzake onteigening voor algemeen nut; Overwegende dat de afstand gebeurt ten kosteloze titel; Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet, de uitvoeringsbesluiten en de ministeriële omzendbrieven ter zake; Besluit: Art. 1 Om reden van algemeen nut en ter verbetering en verbreding van de Processiestraat, verleent de raad zijn goedkeuring aan de ontwerpakte van gratis grondafstand voor het kosteloos verwerven van 18,51 m² e van het perceel 3 afdeling, sectie A, nr. 87x gelegen binnen de rooilijnen van de Processiestraat te SintGillis-bij-Dendermonde. Art. 2 De raad machtigt Leen Dierick, eerste schepen en Elke De Man, stadssecretaris als vertegenwoordigers van het stadsbestuur tot het mede-ondertekenen van de akte. Art. 3 De akte wordt aan de partijen aangeboden ter ondertekening. Art.4 De akte zal nadien ter registratie en ter overschrijving worden aangeboden aan het ministerie van Financiën te Dendermonde. Art. 5 Een eensluidend afschrift van dit besluit zal aan de financieel beheerder overgemaakt worden en gehecht worden aan de akte van gratis grondafstand. Stemming: 31 stemmen 'ja', 0 stemmen 'neen', 0 onthouding(en) en 0 blanco stemmen. 21. Kosteloze grondafstand Processiestraat 27 - goedkeuring ontwerpakte De gemeenteraad, Gelet op de verklaring van kosteloze grondafstand, opgemaakt op 30 januari 2014 door Lea Van Driessche, Processiestraat 27, 9200 Dendermonde; Overwegende dat het perceel nr. 0087z, gelegen afdeling 3 sectie A voor een oppervlakte van 15,64 m² wordt bezwaard met de rooilijn van de Processiestraat, goedgekeurd bij KB van 23 september 1927; Overwegende dat de kosteloze grondafstand werd opgelegd in het kader van de aanleg van nieuwe voetpaden; Overwegende dat de strook grond zal overgedragen worden om reden van openbaar nut en ter verbetering en verbreding van de weg; Gelet op het opmetingsplan van 1 april 2014, opgemaakt door Katie Wuytack, landmeter-expert, waarop het af te stane perceeltje wordt aangeduid in gele kleur; Overwegende dat deze akte zal worden verleden voor Piet Buyse, burgemeester, handelend overeenkomstig artikel 9 van de wet van 27 mei 1870, tot vereenvoudiging van de administratieve vormvereisten inzake onteigening voor algemeen nut; Overwegende dat de afstand gebeurt ten kosteloze titel; Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet, de uitvoeringsbesluiten en de ministeriële omzendbrieven ter zake; Besluit: Art. 1 Om reden van algemeen nut en ter verbetering en verbreding van de Processiestraat, verleent de raad zijn goedkeuring aan de ontwerpakte van gratis grondafstand voor het kosteloos verwerven van 15,64 m² van het perceel 0087z gelegen binnen de rooilijnen van de Processiestraat te Sint-Gillis. Art. 2 De raad machtigt Leen Dierick, eerste schepen en Elke De Man, stadssecretaris als vertegenwoordigers van het stadsbestuur tot het mede-ondertekenen van de akte. Art. 3 De akte wordt aan de partijen aangeboden ter ondertekening. Art.4 De akte zal nadien ter registratie en ter overschrijving worden aangeboden aan het ministerie van Financiën te Dendermonde. Art. 5 Een eensluidend afschrift van dit besluit zal aan de financieel beheerder overgemaakt worden en gehecht worden aan de akte van gratis grondafstand. Stemming: 31 stemmen 'ja', 0 stemmen 'neen', 0 onthouding(en) en 0 blanco stemmen. 22. Kosteloze grondafstand Gaverstraat 16 - goedkeuring ontwerpakte De gemeenteraad, Gelet op de verklaring van kosteloze grondafstand, opgemaakt door Irma De Corte, Vijfbunderstraat 6 te Grembergen; Overwegende dat op het perceel 294s, gelegen 4e afdeling sectie A voor een oppervlakte van 13 m² een voetpad werd aangelegd, in het kader van de wegenis- en rioleringswerken in de Gaverstraat; Overwegende dat de strook grond zal overgedragen worden om reden van openbaar nut en ter verbetering en verbreding van de weg; Gelet op het opmetingsplan van 9 januari 2013, opgemaakt door Katie Wuytack, landmeter-expert van de stad, waarop het af te stane perceeltje wordt aangeduid als lot 10 (in gele kleur); Overwegende dat deze akte zal worden verleden voor Piet Buyse, burgemeester, handelend overeenkomstig artikel 9 van de wet van 27 mei 1870, tot vereenvoudiging van de administratieve vormvereisten inzake onteigening voor algemeen nut; Overwegende dat de afstand gebeurt ten kosteloze titel; Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet, de uitvoeringsbesluiten en de ministeriële omzendbrieven ter zake; Besluit: Art. 1 Om reden van algemeen nut en ter verbetering en verbreding van de Gaverstraat, verleent de raad zijn goedkeuring aan de ontwerpakte van gratis grondafstand voor het kosteloos verwerven van 13 m² van e het perceel gelegen 4 afdeling (Grembergen), sectie A, nummer 294s. Art. 2 De raad machtigt Leen Dierick, eerste schepen en Elke De Man, stadssecretaris als vertegenwoordigers van het stadsbestuur tot het mede-ondertekenen van de akte. Art. 3 De akte wordt aan de partijen aangeboden ter ondertekening. Art.4 De akte zal nadien ter registratie en ter overschrijving worden aangeboden aan het ministerie van Financiën te Dendermonde. Art. 5 Een eensluidend afschrift van dit besluit zal aan de financieel beheerder overgemaakt worden en gehecht worden aan de akte van gratis grondafstand. Stemming: 31 stemmen 'ja', 0 stemmen 'neen', 0 onthouding(en) en 0 blanco stemmen. PERSONEEL 23. Aanpassing rechtspositieregeling - goedkeuring Gelet op het gemeenteraadsbesluit d.d.10 december 2008 en latere wijzigingen betreffende de goedkeuring van de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel; Overwegende dat het noodzakelijk is de rechtspositieregeling in overeenstemming te brengen met volgende gewijzigde wetgeving: het besluit van de Vlaamse Regering d.d.23 november 2012, het decreet d.d. 29 juni 2012, het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 6 september 2013 en het K.B. van 13 januari 2014 Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering d.d.23 november 2012 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Overwegende dat de principes voor het bijsturen van het besluit van de rechtspositieregeling zijn: vereenvoudiging of verduidelijking, efficiëntieverbetering, geen overregulering, behoud van interne consistentie, in lijn met principes van het nieuwe overheidsmanagement, budgettair neutraal of beperkt, in overeenstemming met de decretale bevoegdheidsregels en maximale gelijkschakeling tussen statutair en contractueel personeel; Overwegende dat volgende artikels moeten worden aangepast conform de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 23 november 2012: 7, 9, 21§2, 33, 34, 46, 47, 110, 111§1, 141, 168,3°, 170, 171, 179, 180 ,181,184, 189, 216, 223, 230, 244, 325, 339; Overwegende dat volgende artikels geen inhoudelijke wijzigingen bevatten, maar wijzigingen zijn naar aanleiding van wetgevingstechnische knelpunten als onduidelijkheid of ontoereikendheid van de oorspronkelijke tekst of strijdigheid met nieuwe, hogere wetgeving: 7, 9, 33, 34, 46, 110, 111§1, 141, 170, 179, 180, 181, 184, 189, 216, 223, 244 en 325; Overwegende dat in volgende artikels de raad keuzemogelijkheden geboden krijgt: 8, 21§2, 115, 168,3°, 171, 223, 230; Overwegende dat wat betreft artikel 8 de raad de keuze krijgt om per functie door de aanstellende overheid op het ogenblik van de vacantverklaring de specifieke aanwervingsvoorwaarden te laten vaststellen; Gelet op artikel 8 waarbij sinds de invoering van de rechtspositieregeling op 1 januari 2009 de raad reeds per functie de specifieke aanwervingsvoorwaarden heeft vastgelegd; Overwegende dat het raadzaam is artikel 8 te behouden en de aanstellende overheid de mogelijkheid heeft nog extra bijkomende aanwervingsvoorwaarden te stellen; Overwegende dat in artikel 21§2 de raad de duurtijd van de vrijstelling van een nieuwe deelname aan een niveau- of capaciteitstest kan bepalen en het raadzaam is naar analogie met de vrijstelling bij aanwervings- en bevorderingsprocedure de duurtijd te bepalen op vijf jaar; Overwegende dat het mogelijk is om in artikel 115 twee verschillende functionele loopbanen voor graden van Av in te stellen op basis van een vergelijking van de functiebeschrijving, maar het raadzaam is wegens de beperkte budgettaire ruimte en het ontbreken van een functieweging, geen twee verschillende functionele loopbanen in te stellen, zodat artikel 115 omgewijzigd blijft; Overwegende dat het wenselijk is te voorzien dat een statutair personeelslid op proef dat tijdens de proeftijd na aanwerving in totaal gedurende 3 maanden afwezig is wegens ziekte of invaliditeit, ontslagen kan worden; dat art. 168,3° en 171 hieraan aangepast moeten worden; Overwegende dat het mogelijk is om de verstoringstoelage in artikel 223 om te zetten in inhaalrust, maar het raadzaam is om de verstoringstoelage te blijven uitbetalen, wegens het oplopen van overuren, zodat artikel 223 ongewijzigd blijft; Overwegende dat in artikel 230 de huidige regeling voor de toelage voor opdrachthouderschap vervalt en de keuze voor de toelage moet worden gemaakt tussen een vast percentage van 1 tot 5% van het geïndexeerde jaarsalaris of een vast bedrag per niveau; Overwegende dat het raadzaam is in het belang van de personeelsleden op alle niveaus te kiezen voor het vast percentage aan 5%; Overwegende dat Bijlage I moet worden opgeheven conform de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 23 november 2012; Gelet op het decreet d.d. 29 juni 2012 tot wijziging van het Gemeentedecreet d.d.15 juli 2005 en in het bijzonder de bepalingen wat betreft de evaluatie van de gemeentesecretaris en de financieel beheerder van de gemeente; Overwegende dat volgende artikels moeten worden aangepast conform de bepalingen van het decreet d.d. 29 juni 2012: 76, 78, 79, 80, 81, 83, 85, 87; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 6 september 2013 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, wat de definitieve ambtsneerlegging betreft; Overwegende dat artikel 169 aangepast dient te worden conform de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 6 september 2013; Gelet op het K.B. van 13 januari 2014 tot wijziging van de artikelen 9 en 10 van het KB van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluit wet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders (B.S. 28 januari 2014); Overwegende dat tengevolge van bovenvermeld K.B. de statutaire personeelsleden op proef vanaf 1 april 2014 onder de socialezekerheidsregeling van de vast aangestelde statutaire personeelsleden vallen: Overwegende dat artikel 269§1 aangepast dient te worden conform de bepalingen van het K.B. van 13 januari 2014; Overwegende dat het ter aanvulling van de gewijzigde wetgeving aangewezen is bepaalde artikels aan te vullen of te wijzigen ter verduidelijking, uniformisering en vereenvoudiging; Overwegende dat het wenselijk is om in artikel 6 en 125 de woorden ‘functie in dezelfde graad’ te wijzigen naar ‘functie met dezelfde graadbenaming’ en om de procedure voor de aanvraag van een vrijstelling te uniformiseren; Overwegende dat tengevolge van de wijziging van artikel 125 ook artikel 126 moet worden aangepast; Overwegende dat de beoordeling van diploma’s éénduidiger wordt indien in artikel 8 de diplomavoorwaarde “technisch secundair onderwijs” gewijzigd wordt in “secundair onderwijs in een technische richting”; Overwegende dat het aangewezen is om een ex aequo als examenresultaat uit te sluiten; dat artikel 18 hieraan aangepast moet worden; Overwegende dat het wenselijk is te voorzien dat een statutair personeelslid met een ongunstig evaluatieresultaat voor de tussentijdse evaluatie van de proeftijd, wordt ontslagen; dat het aangewezen is artikel 44 en 168,2° hieraan aan te passen; Overwegende dat, indien de secretaris de eerste en enige evaluator is van het personeelslid dat beroep aantekent, de meerderheid van de leden van de beroepsinstantie uit personeelsleden waarvan de secretaris geen evaluator is, moet bestaan; dat het wenselijk is artikel 70 hieraan aan te passen; Overwegende dat het aangewezen is dat de diensten die een personeelslid ononderbroken tot de datum van zijn bevordering op proef in tijdelijk verband heeft vervuld in dezelfde functie als de functie waarin hij wordt bevorderd, in aanmerking genomen kunnen worden voor de proeftijd, op voorwaarde dat het personeelslid daarvoor een gunstig evaluatieresultaat heeft gekregen; dat het wenselijk is daartoe artikel 134 aan te passen; Gelet op de gelijke behandeling tussen stad en OCMW , met als gevolg de vraag om artikel 143 betreffende de mandaatfunctie van de gemeentesecretaris aan te passen; Overwegende dat het raadzaam is om artikel 182 te vermelden dat de secretaris, op basis van een advies van het diensthoofd, beslist over de relevantie van de beroepservaring en de toekenning van de geldelijke anciënniteit; Overwegende dat de artikels 238, 239 en 240 betreffende de hospitalisatieverzekering moeten worden aangepast aan de voorwaarden opgenomen in de nieuwe polis met AG Insurance; Gelet op de bespreking in het managementteam d.d.11 maart 2014; Gelet op de kennisname in het college van burgemeester en schepenen d.d.17 maart 2014 en 14 april 2014; Gelet op de onderhandelingen in het bijzonder overlegcomité d.d.1 april 2014; Gelet op de vraag om advies betreffende de wijzigingen van de rechtspositieregeling aan de Raad van het OCMW d.d. 15 april 2014; Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet, de uitvoeringsbesluiten en de ministeriële omzendbrieven ter zake; Besluit Art. 1 In het besluit d.d. 10 december 2008 en latere wijzigingen betreffende de goedkeuring van de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel wordt: artikel 6 aangepast als volgt: Art. 6. §1. Om in aanmerking te komen voor aanwerving, moeten de kandidaten: 1° voldoen aan de vereiste over de taalkennis opgelegd door de wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966; 2° slagen voor de selectieprocedure. §2. Het personeelslid dat tewerkgesteld is in een deeltijdse functie nadat het geslaagd is voor selectieproeven, is vrijgesteld van nieuwe selectieproeven wanneer de wekelijkse prestaties binnen die functie uitgebreid worden of wanneer de functie voltijds wordt. In afwijking van §1, 2°, kan een kandidaat die eerder heeft deelgenomen aan een gelijkwaardige selectieprocedure, die niet ouder is dan vijf jaar voor een functie in dezelfde graad met dezelfde graadbenaming als de vacante functie, gedeeltelijk of volledig vrijgesteld worden van de deelname aan de nieuwe selectie, als hij daarvoor al slaagde of geschikt bevonden werd. Voor de nieuwe selectie gelden in dat geval de resultaten die de kandidaat behaalde voor de eerder afgelegde overeenstemmende proeven. De kandidaat vraagt de vrijstelling aan. Het college van burgemeester en schepenen beslist over de vrijstelling en deelt ze schriftelijk mee aan de kandidaat en aan de selectiecommissie. Voor betrekkingen die voorbestemd zijn voor leden van het managementteam beslist de raad over de vrijstelling. artikel 7 aangepast als volgt: Art. 7. Naast het beantwoorden aan de voorwaarden in artikel 6, moeten de kandidaten ook: 1° voldoen aan de diplomavereiste die geldt voor het niveau waarin de functie gesitueerd is voor de functies in de graden van Av, Bv en Cv. 2° voldoen aan de diplomavereiste die geldt voor het niveau waarin de functie gesitueerd is en minimaal vier jaar relevante beroepservaring hebben, voor functies in de graden van Ay, Ax, Bx en Cx. 3° minimaal drie jaar relevante beroepservaring hebben voor een functie in de graad van Dx. De concrete graadbenamingen voor de graden worden in bijlage IV van deze rechtspositieregeling vermeld. Alleen de diploma’s die per niveau vermeld worden in bijlage I van het BVR en van deze rechtspositie, en de buitenlandse diploma’s die daarmee gelijkgesteld werden, komen bij aanwerving in aanmerking. De lijst van erkende diploma’s of getuigschriften per niveau wordt door de Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, vastgesteld. Alleen de erkende diploma’s of getuigschriften op die lijst komen bij aanwerving in aanmerking. artikel 8 aangepast als volgt: niveau C: diploma secundair onderwijs Technisch medewerker (zwembad) technisch secundair onderwijs secundair onderwijs in een technische richting artikel 9 aangepast als volgt: Art. 9. In uitzonderlijke gevallen kan de aanstellende overheid bij de vacantverklaring van een betrekking van niveau A, B of C beslissen om de diplomavereiste die als regel geldt voor dat niveau te schrappen. Die schrapping kan, op voorwaarde dat de functie noch op basis van de functiebeschrijving, noch krachtens een reglementering van de hogere overheid een specifiek diploma vergt. en het algemene capaciteitsniveau en het potentieel van de kandidaten belangrijker zijn dan een diploma; 2° het wegvallen van de diplomavereiste gecompenseerd wordt door een vereiste inzake relevante beroepservaring; 3° de kandidaten slagen voor een specifieke selectieprocedure die naast een of meer functiegerichte competentietests ook een niveau- of capaciteitstest bevat. Voor de niveau- of capaciteitstest wordt de selectie door een extern selectiebureau uitgevoerd. Voor de toepassing van het eerste lid komt een kandidaat die niet over het vereiste diploma beschikt, in aanmerking als hij, ofwel: 1° voldoet aan een vereiste inzake relevante beroepservaring en slaagt voor een niveau- of capaciteitstest; 2° beschikt over een op de functie afgestemd ervaringsbewijs, uitgereikt overeenkomstig de Vlaamse regelgeving over de titels van beroepsbekwaamheid; 3° beschikt over een op de functie afgestemd attest van een beroepsopleiding die hij gevolgd heeft bij een door de Vlaamse Regering erkende instelling voor beroepsopleiding. De beslissing om geen diplomavereiste op te leggen, moet steunen op objectieve criteria, als: a) gegevens van de regionale overheid over schaarste op de arbeidsmarkt om bepaalde betrekkingen te vervullen; b) cijfergegevens die de ondervertegenwoordiging in de plaatselijke tewerkstelling aantonen van bepaalde, in de tewerkstellingsmaatregelen van de hogere overheden genoemde kansengroepen in relatie tot regionale indicatoren over de aanwezigheid van die kansengroepen in de werkloosheid; c) bepaalde functiespecifieke criteria; en de beslissing moet voorgelegd worden aan het syndicaal overleg. artikel 18 aangepast als volgt: Art. 18. De selectieprocedures resulteren in een bindende rangschikking, waarbij een ex aequo niet wordt toegestaan en waarbij de selectiecommissie,die instaat voor de selectieprocedure, haar deliberatie laat eindigen in een bindende rangschikking van de geslaagde of geschikt bevonden kandidaten in volgorde van de behaalde punten of scores. artikel 21 § 2 aangepast als volgt: 21§2. Als de aanstellende overheid kiest voor een combinatie van de aanwervingsprocedure en/of de bevorderingsprocedure en/of interne personeelsmobiliteit en de gelijktijdige toepassing daarvan, worden de externe en de interne kandidaten onderworpen aan dezelfde selectieproeven. Eventuele schriftelijke kennisproeven met dezelfde inhoud worden op hetzelfde tijdstip afgenomen. Voor de toepassing van artikel 9,3° behelst de selectieprocedure, naast een of meer functiegerichte competentietests, ook een niveau- of capaciteitstest, die onderzoekt of de kandidaten in staat zijn te functioneren op het niveau waarin de functie is gesitueerd. De kandidaten moeten zowel voor de niveauof capaciteitstest als voor de functiegerichte competentietest(s) slagen. De niveau- of capaciteitstest, vermeld in artikel 9, tweede lid, 1°, onderzoekt of de kandidaat in staat is te functioneren op het niveau waarin de functie is gesitueerd. De kandidaat die een attest of getuigschrift voorlegt waaruit blijkt dat hij voor dezelfde of voor een vergelijkbare functie bij dezelfde of bij een andere overheid al eerder geslaagd is voor een niveau- of capaciteitstest als vermeld in het tweede lid, behoudt het gunstige resultaat daarvan en wordt vrijgesteld van een nieuwe deelname aan een niveau- of capaciteitstest. De maximale duur van de vrijstellingen bedraagt vijf jaar. artikel 33 aangepast als volgt: Art. 33. Ten minste 2% van het totale aantal betrekkingen binnen het bestuur wordt vervuld door personen met een arbeidshandicap die aan een van de volgende voorwaarden voldoen: Ten minste 2% van het totale aantal personeelsleden binnen het bestuur, uitgedrukt in voltijds equivalenten, bestaat uit personen met een arbeidshandicap die aan een van de volgende voorwaarden voldoen: 1° ze zijn ingeschreven bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, voorheen het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap; 2° ze zijn erkend door de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding als personen met een handicap; 3° ze komen in aanmerking voor een inkomensvervangende tegemoetkoming of voor een integratietegemoetkoming, die verstrekt wordt aan personen met een handicap op basis van de wet van 27 februari 1987 houdende tegemoetkomingen aan personen met een handicap; 4° ze zijn in het bezit zijn van een attest dat uitgereikt is door de algemene directie Personen met een Handicap van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid voor het verstrekken van sociale en fiscale voordelen; 5° ze zijn slachtoffer van een arbeidsongeval of van een beroepsziekte en kunnen een bewijs voorleggen van een blijvende arbeidsongeschiktheid van ten minste 66 %, uitgereikt door het Fonds voor Arbeidsongevallen, door het Fonds voor Beroepsziekten of door of zijn rechtsopvolger de Administratieve Gezondheidsdienst in het kader van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector; 6° ze hebben hun hoogste getuigschrift of diploma behaald in het buitengewoon secundair onderwijs. artikel 34 aangepast als volgt: Art. 34. Het aantal betrekkingen bedraagt 2% van het totale aantal betrekkingen, met inbegrip van de betrekkingen die niet opgenomen zijn in de personeelsformatie. Art. 34. Het college van burgemeester en schepenen of, als hij daartoe gemachtigd is in het kader van het dagelijks personeelsbeheer, de stadssecretaris bepaalt het aantal voltijds equivalenten in overeenstemming met het percentage, vermeld in artikel 33. artikel 44 aangepast als volgt: Art. 44. §1. Ten laatste twee weken voor het einde van de proeftijd vindt de eindevaluatie van de proeftijd plaats. §2. Het statutaire personeelslid op proef wordt onderworpen aan een tussentijdse evaluatie, die plaatsvindt als de proeftijd voor de helft is verstreken. §3. Met het statutaire personeelslid op proef dat een ongunstig evaluatieresultaat heeft gekregen voor de tussentijdse evaluatie van de proeftijd worden afspraken gemaakt over de verbetering van het functioneren met het oog op de eindevaluatie van de proeftijd. Het statutaire personeelslid met een ongunstig evaluatieresultaat voor de tussentijdse evaluatie van de proeftijd wordt ontslagen. De aanstellende overheid hoort het personeelslid vooraf. artikel 46 aangepast als volgt: Art. 46. Het resultaat van de eindevaluatie van de proeftijd is ofwel gunstig ofwel ongunstig. Het statutaire personeelslid op proef dat na het verstrijken van de proeftijd op grond van het ongunstige resultaat van de eindevaluatie niet in aanmerking komt voor de vaste aanstelling in statutair verband, wordt ontslagen. Het ontslag wordt gegeven in overeenstemming met de bepalingen van artikel 171. De aanstellende overheid hoort het personeelslid vooraf. artikel 47 aangepast als volgt: Art. 47. §1.De evaluatoren kunnen een verlenging van de proeftijd voorstellen, als uit de eindevaluatie blijkt dat de duur van de proeftijd niet volstaat om tot een gefundeerd evaluatieresultaat te komen. In voorkomend geval wordt het voorstel van verlenging gemotiveerd. De verlenging kan éénmaal voor maximaal de duur van 12 maanden. §2. De aanstellende overheid beslist over de verlenging van de proeftijd. Het statutaire personeelslid op proef wordt ten laatste twee weken vóór de afloop van de verlengde evaluatieperiode opnieuw geëvalueerd. Als uit de evaluatie blijkt dat het personeelslid niet in aanmerking komt voor de vaste aanstelling in statutair verband, wordt het ontslagen in overeenstemming met de bepalingen van artikel 171. De aanstellende overheid hoort het personeelslid vooraf. artikel 70 aangepast als volgt: Art. 70. §1. Leden van de raad voor maatschappelijk welzijn, de OCMW-secretaris en de evaluatoren van het personeelslid dat beroep aantekent, mogen geen deel uitmaken van de beroepsinstantie. De beroepsinstantie bestaat bij voorkeur uit leden van verschillend geslacht. Bloed- of aanverwanten tot in de tweede graad en officieel samenwonenden van de persoon die beroep aantekent, worden geweerd. Voor elke behandeling van een beroep bestaat de beroepsinstantie minimaal uit vijf leden. §2. Onverminderd het minimumaantal leden vastgesteld in §1, derde lid, bestaat de beroepsinstantie verder uit personeelsleden van het OCMW of na overleg, van de gemeente Dendermonde: -Drie personeelsleden van niveau A, met bevoegdheid om te evalueren, waarvan minimum twee van het managementteam en één bij voorkeur uit de personeelsdienst; -En minimaal twee personeelsleden, met bevoegdheid om te evalueren die van een hogere rang zijn dan het personeelslid dat beroep aantekent of - indien niet mogelijk gezien de hiërarchische structuur - van gelijke rang. Indien de secretaris de eerste en enige evaluator is van het personeelslid dat beroep aantekent, dan bestaat de meerderheid van de leden van de beroepsinstantie uit personeelsleden waarvan de secretaris geen evaluator is. Indien niet aan bovenvermelde voorwaarden kan voldaan worden, wordt beroep gedaan op externe deskundige(n) die beschikken over de nodige competenties en kwalificaties voor de correcte behandeling van het beroep. De leden van de beroepsinstantie worden bij name aangesteld door het uitvoerend orgaan. Voor elke beroepscommissie wordt er telkens één of meerdere vervanger(s) aangeduid. De beroepsinstantie wijst in haar midden een voorzitter en secretaris aan. artikel 76 aangepast als volgt: Art. 76. Met toepassing van artikel 115, tweede lid, GD, worden de gemeentesecretaris en de financieel beheerder op proef geëvalueerd door een bijzondere gemeenteraadscommissie, samengesteld overeenkomstig artikel 39, §3, GD. Die commissie wordt voorgezeten door de voorzitter van de gemeenteraad. De evaluatie heeft plaats op basis van een voorbereidend rapport, opgesteld door externe deskundigen in het personeelsbeleid, en op basis van een verslag van het college van burgemeester en schepenen. De regels voor de opmaak van het omstandig verslag van het college van burgemeester en schepen en voor het voorbereidend rapport van de externe deskundigen die van toepassing zijn op de evaluatie tijdens de loopbaan, zijn ook van toepassing op de evaluatie van de proeftijd. Bij staking van stemmen wordt het betrokken personeelslid geacht te voldoen. Art. 76. Met toepassing van artikel 115, tweede lid, GD, worden de gemeentesecretaris en de financieel beheerder op proef geëvalueerd door een evaluatiecomité, bestaande uit het college van burgemeester en schepenen en de voorzitter van de gemeenteraad. De evaluatie vindt plaats op basis van een voorbereidend rapport opgesteld door extern deskundigen, in het personeelsbeleid. Het voorbereidend rapport wordt opgemaakt op basis van een evaluatiegesprek tussen de extern deskundigen en de functiehouder en op basis van een onderzoek over de wijze van functioneren van de functiehouder, waarbij de burgemeester, de leden van het managementteam en de voorzitter van de gemeenteraad betrokken worden. Het evaluatiecomité stemt over het evaluatieresultaat gunstig of ongunstig. Bij staking van stemmen is het evaluatieresultaat gunstig. artikel 78 aangepast als volgt; Art. 78. Als de proeftijd van de gemeentesecretaris en van de financieel beheerder voor de helft verstreken is, wordt een tussentijds evaluatiegesprek gevoerd: 1° tussen de gemeentesecretaris en het college van burgemeester en schepenen het evaluatiecomité, bestaande uit het college van burgemeester en schepenen en de voorzitter van de gemeenteraad; 2° tussen de financieel beheerder van de gemeente en het college van burgemeester en schepenen en de gemeentesecretaris het evaluatiecomité, bestaande uit het college van burgemeester en schepenen en de voorzitter van de gemeenteraad. In het tussentijdse evaluatiegesprek wordt een stand van zaken opgemaakt over de mate waarin de inwerking van de functiehouder in zijn functie vordert en hij voldoet aan de functievereisten. Zo nodig worden bijsturingen afgesproken. Het tussentijdse evaluatiegesprek heeft de waarde van een formeel communicatiemoment en komt niet in de plaats van de eindevaluatie van de proeftijd. artikel 79 aangepast als volgt; Art. 79. Ten laatste twee weken voor het einde van de proeftijd vindt de eindevaluatie van de proeftijd plaats door de bijzondere gemeenteraadscommissie een evaluatiecomité, bestaande uit het college van burgemeester en schepenen en de voorzitter van de gemeenteraad vermeld in artikel 76. De deskundigen leveren het evaluatierapport over de proeftijd, vermeld in artikel 76, en het college van burgemeester en schepenen levert het verslag vermeld in artikel 76, in bij de voorzitter van de bijzondere gemeenteraadscommissie die de eindevaluatie uitspreekt binnen de termijn vastgesteld in het huishoudelijke reglement van de bijzondere gemeenteraadscommissie. artikel 80 aangepast als volgt; Art. 80. Het resultaat van de eindevaluatie van de proeftijd is gunstig of ongunstig. De gemeentesecretaris en de financieel beheerder op proef die na het verstrijken van de proeftijd op grond van het ongunstige eindresultaat van de eindevaluatie niet in aanmerking komt voor de vaste aanstelling in statutair verband wordt door de gemeenteraad ontslagen. De aanstellende overheid hoort het personeelslid vooraf. artikel 81 aangepast als volgt: Art. 81. De bijzondere gemeenteraadscommissie Het evaluatiecomité kan een verlenging van de proeftijd voorstellen, als uit de eindevaluatie blijkt dat de duur van de proeftijd niet volstaat om tot een gefundeerd evaluatieresultaat te komen. De verlenging kan éénmaal voor maximaal de duur van 12 maanden. In voorkomend geval beslist de gemeenteraad over de verlenging van de proeftijd. De gemeentesecretaris en de financieel beheerder op proef wordt na afloop van de verlengde proeftijd opnieuw geëvalueerd volgens dezelfde procedure. Als hij op grond van het ongunstige resultaat van die evaluatie niet in aanmerking komt voor de vaste aanstelling in statutair verband, wordt hij door de gemeenteraad ontslagen. Het ontslag wordt gegeven in overeenstemming met de bepalingen van artikel 171. De aanstellende overheid hoort het personeelslid vooraf. artikel 82 aangepast als volgt: Art. 82. Na afloop van de proeftijd behouden de gemeentesecretaris en de financieel beheerder op proef hun hoedanigheid van op proef aangesteld personeelslid, tot de gemeenteraad beslist over de vaste aanstelling in statutair verband of het ontslag. De gemeenteraad neemt zijn beslissing tot ontslag uiterlijk binnen twee maanden na de eindevaluatie van de bijzondere gemeenteraadscommissie. Het ontslag wordt gegeven in overeenstemming met de bepalingen van artikel 171. De aanstellende overheid hoort het personeelslid vooraf. artikel 83 aangepast als volgt: Art. 83. De gemeentesecretaris en de financieel beheerder worden geëvalueerd door een bijzondere gemeenteraadscommissie, samengesteld overeenkomstig artikel 39, § 3, GD. Die commissie wordt voorgezeten door de voorzitter van de gemeenteraad. De evaluatie heeft plaats op basis van een voorbereidend rapport, opgesteld door externe deskundigen in het personeelsbeleid, en op basis van een verslag van het college van burgemeester en schepenen. Art. 83. De gemeentesecretaris en de financieel beheerder worden geëvalueerd door een evaluatiecomité, bestaande uit het college van burgemeester en schepenen en de voorzitter van de gemeenteraad. De evaluatie vindt plaats op basis van een voorbereidend rapport opgesteld door extern deskundigen in het personeelsbeleid. Het voorbereidend rapport wordt opgemaakt op basis van een evaluatiegesprek tussen de extern deskundigen en de functiehouder en op basis van een onderzoek over de wijze van functioneren van de functiehouder, waarbij de burgemeester, de leden van het managementteam en de voorzitter van de gemeenteraad betrokken worden. Het evaluatiecomité stemt over het evaluatieresultaat gunstig of ongunstig. Bij staking van stemmen is het evaluatieresultaat gunstig. artikel 85 aangepast als volgt: Art. 85. De evaluatie wordt uitgevoerd op basis van vooraf vastgestelde evaluatiecriteria opgenomen in het evaluatieprofiel. De evaluatiecriteria worden vastgesteld voor: 1° de gemeentesecretaris: na overleg van de functiehouder met het college van burgemeester en schepenen; 2° de financieel beheerder van de gemeente: na overleg van de financieel beheerder met de gemeentesecretaris en met het college van burgemeester en schepenen. Na het overleg bespreekt het vast college van burgemeester en schepenen de voorgestelde evaluatiecriteria met de externe deskundigen in het personeelsbeleid die verantwoordelijk zijn voor het voorbereidend rapport voor de evaluatie en stuurt die zo nodig bij. artikel 87 aangepast als volgt: Art. 87. Het voorbereidend rapport van de externe deskundigen bevat per evaluatiecriterium de relevante informatie, die ingewonnen wordt met behulp van: 1° een vragenlijst gericht aan de medewerkers van de functiehouder de leden van het managementteam over de wijze van functioneren van de functiehouder; 2° een vragenlijst gericht aan de leden de voorzitter van het college van burgemeester en schepenen, waarin hun zijn feedback gevraagd wordt over de wijze van functioneren van de functiehouder; 3° een evaluatiegesprek met de functiehouder, gebaseerd op de evaluatiecriteria, op het resultaat van de feedbackvragenlijst en op de bestaande resultaatverbintenissen of afspraken met het college van burgemeester en schepenen. De vragenlijst vermeld in punt 1° en 2° heeft betrekking op de vastgestelde evaluatiecriteria en wordt anoniem ingevuld. De resultaten worden verwerkt tot conclusies over de evaluatiecriteria. De ingevulde vragenlijsten maken geen deel uit van het evaluatiedossier. De conclusies van de vragenlijst in 1° en van het evaluatiegesprek worden per evaluatiecriterium verwerkt in het voorbereidend rapport. De conclusies van de vragenlijst in 2° en van het evaluatiegesprek worden per evaluatiecriterium verwerkt in het verslag van het vast bureau of de voorzitter, als er geen vast bureau werd opgericht. artikel 110 aangepast als volgt: Art. 110. De schaalanciënniteit is de anciënniteit verworven bij de gemeente in een bepaalde salarisschaal van de functionele loopbaan van een bepaalde graad. Ze neemt een aanvang op de datum van de aanstelling op proef in die graad, tenzij anders bepaald. De diensten die krachtens de rechtspositieregeling recht geven op een salaris geven recht op de toekenning van schaalanciënniteit. De opbouw van de schaalanciënniteit die wordt toegekend voor de volgende periodes van onbezoldigde volledige afwezigheid, mag in het totaal niet meer belopen dan een jaar. Periodes van onbetaalde volledige afwezigheid worden bovendien pas in rekening gebracht van zodra ze een periode beslaan van minimum dertig aaneengesloten kalenderdagen: - periodes met recht op een wachtgeld - verlof voor opdracht - onbetaald verlof - voltijdse loopbaanonderbreking - politiek verlof. artikel 111 §1 aangepast als volgt: Art. 111. §1. Onder overheid in artikel 107, §1 en 109 wordt verstaan: 1° de provincies, de gemeenten en de OCMW’s van België, en de instellingen die eronder ressorteren; 2° de diensten en instellingen van de federale overheid, van de gemeenschappen en van de gewesten; 3° de diensten en instellingen van de Europese Unie; 4° de diensten en instellingen van een lidstaat van de Europese Unie of van de Europese Economische Ruimte; 5° de lokale overheden van een lidstaat van de Europese Unie of van de Europese Economische Ruimte. Art. 111. §1. Onder overheid in artikel 107, §1 en 109 wordt verstaan: 1° de provincies, de gemeenten en de OCMW's van België, de publiekrechtelijke verenigingen waarvan ze deel uitmaken en de instellingen die eronder ressorteren; 2° de diensten en instellingen van de federale overheid, van de gemeenschappen en gewesten en de internationale instellingen waarvan ze lid zijn; 3° de diensten en instellingen en de lokale overheden van een lidstaat van de Europese Unie of van de Europese Economische Ruimte; 4° de gesubsidieerde vrije onderwijsinstellingen of de gesubsidieerde vrije centra voor leerlingenbegeleiding; 5° de publiekrechtelijke en vrije universiteiten; 6° elke andere instelling naar Belgisch recht of naar het recht van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte die beantwoordt aan collectieve behoeften van algemeen of lokaal belang en waarbij in de oprichting of bijzondere leiding ervan het overwicht van de overheid tot uiting komt. artikel 125 aangepast als volgt: Art. 125. In afwijking van artikel 123, 4°, wordt het personeelslid dat al geslaagd is voor een inhoudelijk evenwaardig onderdeel van de selectie voor een functie van dezelfde graad met dezelfde graadbenaming als de functie waarvoor het solliciteert, vrijgesteld van datzelfde onderdeel als het opnieuw deelneemt aan de selectieprocedure. Het personeelslid behoudt voor dat onderdeel zijn eerder behaalde resultaat, tenzij de kandidaat van de vrijstelling afziet. Dit dient schriftelijk medegedeeld te worden aan het college van burgemeester en schepenen vóór de aanvang van de procedure. De kandidaat vraagt de vrijstelling aan. Het college van burgemeester en schepenen beslist over de vrijstelling en deelt ze schriftelijk mee aan de kandidaat en aan de selectiecommissie. Voor betrekkingen die voorbestemd zijn voor leden van het managementteam beslist de raad over de vrijstelling. artikel 126 aangepast als volgt: Art. 126. De geslaagde kandidaten behouden voor de maximale duur van vijf jaar het voordeel van hun selectieresultaat en worden opgenomen in een bevorderingsreserve. voor een bevordering in een functie van de graad waarvoor ze geslaagd zijn. De aanstellende overheid bepaalt bij de vacantverklaring van de functie de duur van de bevorderingsreserve binnen het maximum aantal jaren bepaald in het eerste lid. artikel 134 aangepast als volgt: Art. 134. §1. Artikel 40, 41 §2, 42, 43, 44 §1, 45 en 46, eerste lid, van hoofdstuk VII over de evaluatie van de proeftijd, zijn van overeenkomstige toepassing op de proeftijd na bevordering. Artikel 76, 77, 78, 79 en 80, eerste lid,van hoofdstuk VIII, afdeling VI, onderafdeling I, over de evaluatie tijdens de proeftijd van de gemeentesecretaris en de financieel beheerder, zijn van overeenkomstige toepassing op de proeftijd na bevordering in die functies. artikel 141 aangepast als volgt: Art. 141. Het personeelslid behoudt na de heraanstelling in een andere functie, ongeacht of die tot dezelfde of tot een andere graad behoort, de salarisschaal en de schaalanciënniteit die het verworven had in de functionele loopbaan van zijn vorige functie. Het personeelslid dat heraangesteld wordt in een functie waarmee een andere functionele loopbaan met andere salarisschalen verbonden is, behoudt zijn schaalanciënniteit en wordt met die schaalanciënniteit ingeschaald in de overeenstemmende salarisschaal van de nieuwe functionele loopbaan. Het personeelslid dat als gevolg van die inschaling een lager jaarsalaris zou krijgen, behoudt zijn vorige jaarsalaris op persoonlijke titel zolang dat gunstiger is. De graadanciënniteit wordt na een graadverandering vastgesteld op basis van een vergelijking van de diensten in de vorige graad met de voorwaarden en met het functieprofiel van de functie waarin het personeelslid aangesteld wordt op een wijze als bepaald in artikel 112. artikel 143 aangepast als volgt: Art. 143. De mandaatperiode duurt voor de functie van gemeentesecretaris 10 jaar. Het mandaat in een functie van gemeentesecretaris is onbeperkt verlengbaar. Het mandaat in de functie van gemeentesecretaris kan op gelijk welk ogenblik omgezet worden naar een definitieve invulling, waarbij de eventuele mandaattoelage vermeld in art 229 vervalt. De reeds vervulde mandaatperiode geldt hierbij als proefperiode. artikel 168 aangepast als volgt: Art. 168. De volgende zaken geven aanleiding tot de definitieve ambtsneerlegging van het statutaire personeelslid op proef: 1° het vrijwillige ontslag; 2° de definitief vastgestelde beroepsongeschiktheid naar aanleiding van het evaluatieresultaat ongunstig voor de tussentijdse evaluatie of eindevaluatie van de proeftijd. 3°Het statutaire personeelslid op proef dat tijdens de proeftijd na aanwerving in totaal gedurende drie maanden afwezig is wegens ziekte of invaliditeit kan ontslagen worden. artikel 169 aangepast als volgt: Art. 169. De volgende zaken geven aanleiding tot de definitieve ambtsneerlegging van het vast aangestelde statutaire personeelslid: 1° het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd van 65 jaar, de vervroegde pensionering vanaf 60 jaar en de ambtshalve pensionering als gevolg van artikel 83 van de wet van 5 augustus 1978 houdende economische en budgettaire hervormingen; 1° de pensionering ingevolge de toepassing van de pensioenwetgeving; 2° het vrijwillige ontslag; 3° de definitief vastgestelde beroepsongeschiktheid naar aanleiding van een evaluatie met het evaluatieresultaat ongunstig. 4° het bereiken van de leeftijd van 65 jaar. In afwijking van de bepalingen in 4°, kan de aanstellende overheid het vast aangestelde statutaire personeelslid na het bereiken van de leeftijdsgrens van 65 jaar in dienst houden. Het statutaire dienstverband wordt verlengd op verzoek van de aanstellende overheid of op verzoek van het personeelslid. In het eerste geval is de uitdrukkelijke instemming van het personeelslid vereist. In het tweede geval is de uitdrukkelijke instemming van de aanstellende overheid vereist. In beide gevallen verleent de aanstellende overheid de verlenging voor een periode van hoogstens één jaar, telkens verlengbaar met hoogstens één jaar. Het betrokken personeelslid behoudt gedurende de volledige periode van de verlenging de hoedanigheid van vast aangesteld statutair personeelslid. artikel 170 aangepast als volgt: Art. 170. Het statutaire personeelslid dat vrijwillig ontslag neemt, stelt het college van burgemeester en schepenen daarvan schriftelijk in kennis. De gemeentesecretaris, de financieel beheerder van de gemeente en de leden van het managementteam stellen de gemeenteraad daarvan schriftelijk in kennis. Het college van burgemeester en schepenen en in voorkomend geval, de gemeenteraad neemt kennis van het ontslag. Het personeelslid wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van de kennisneming. De datum waarop het statutaire personeelslid de dienst effectief verlaat, wordt vastgesteld in onderling akkoord tussen het personeelslid en het college van burgemeester en schepenen . De vaste aanstelling in statutair verband bij een andere overheid wordt gelijkgesteld met vrijwillig ontslag, behalve als een deeltijds werkend personeelslid daarnaast ook deeltijds bij een andere overheid vast aangesteld wordt. artikel 171 aangepast als volgt: Art. 171. Het statutaire personeelslid op proef dat wordt ontslagen wegens definitief vastgestelde beroepsongeschiktheid, ziekte of invaliditeit heeft een opzeggingstermijn van één maand, te rekenen vanaf de dag waarop het ontslag werd betekend. Het ontslag wordt met een aangetekende brief, die de datum van uitwerking vermeldt, betekend. artikel 179 aangepast als volgt: Art. 179. Het personeelslid wordt bezoldigd in de salarisschaal die verbonden is aan zijn graad, zoals bepaald in artikel 178. Het personeelslid ontvangt het salaris dat overeenstemt met zijn geldelijke anciënniteit. De geldelijke anciënniteit bestaat uit het aantal dienstjaren dat in aanmerking wordt genomen voor de berekening van het salaris. Het personeelslid dat geen recht heeft op het meerekenen van vroegere diensten, ontvangt het beginsalaris van de eerste salarisschaal van de functionele loopbaan die verbonden is aan zijn graad. Het salaris van een deeltijds personeelslid wordt vastgesteld in verhouding tot zijn prestaties. Het college van burgermeester en schepenen of, als hij daartoe door de raad in het kader van het dagelijks personeelsbeheer gemachtigd is, de gemeentesecretaris stelt het individuele jaarsalaris van de personeelsleden vast. artikel 180 aangepast als volgt: Art. 180. Voor de toekenning van periodieke salarisverhogingen komen alleen de werkelijke diensten in statutair of contractueel verband in aanmerking die het personeelslid levert of heeft geleverd in dienst van: 1° de Belgische staat, de Europese Economische Ruimte, een lidstaat van de Europese Economische Ruimte, een overheidsdienst in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte, de internationale instellingen waarvan België of een van zijn gemeenschappen of gewesten lid is, de autonome overheidsbedrijven, de gemeenschappen, de gewesten, de provincies, de gemeenten, de autonome gemeente- en provinciebedrijven, de agglomeraties van gemeenten, de federaties van gemeenten, de verenigingen van gemeenten, de interlokale samenwerkingsverbanden, de intercommunale diensten en instellingen van de openbare onderstand, de commissies van openbare onderstand, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de verenigingen, vermeld in hoofdstuk XII, XIIbis of XIIter van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de openbare kassen van lening of andere openbare diensten, als titularis van een bezoldigde betrekking; 2° de gesubsidieerde vrije onderwijsinstellingen of de gesubsidieerde vrije centra voor leerlingenbegeleiding; 3° de publiekrechtelijke en vrije universiteiten als titularis van een bezoldigde betrekking; 4° een andere overheid. Art. 180. Voor de toekenning van periodieke salarisverhogingen komen alleen de werkelijke diensten in statutair of contractueel verband in aanmerking die het personeelslid als titularis van een bezoldigde betrekking heeft geleverd in dienst van: 1° de provincies, de gemeenten en de OCMW's van België, de publiekrechtelijke verenigingen waarvan ze deel uitmaken en de instellingen die eronder ressorteren; 2° de diensten en instellingen van de federale overheid, van de gemeenschappen en gewesten en de internationale instellingen waarvan ze lid zijn; 7116 3° de diensten en instellingen en de lokale overheden van een lidstaat van de Europese Unie of van de Europese Economische Ruimte; 4° de gesubsidieerde vrije onderwijsinstellingen of de gesubsidieerde vrije centra voor leerlingenbegeleiding; 5° de publiekrechtelijke en vrije universiteiten; 6° elke andere instelling naar Belgisch recht of naar het recht van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte die beantwoordt aan collectieve behoeften van algemeen of lokaal belang, en waarbij in de oprichting of bijzondere leiding ervan het overwicht van de overheid tot uiting komt. artikel 181 aangepast als volgt: Art. 181. Voor de toepassing van artikel 180 moet worden verstaan onder: 1°werkelijke diensten: alle diensten die recht geven op een salaris of die bij ontstentenis van een salaris krachtens deze rechtspositieregeling toch in aanmerking worden genomen voor de vaststelling van het salaris; 2°dienst van de staat: elke dienst zonder rechtspersoonlijkheid die ressorteert onder de wetgevende, de uitvoerende of de rechterlijke macht; 3°andere overheid: a)elke dienst met rechtspersoonlijkheid die onder de uitvoerende macht ressorteert; b)elke andere instelling naar Belgisch recht of naar het recht van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte die beantwoordt aan collectieve behoeften van algemeen of lokaal belang en waarbij in de oprichting of bijzondere leiding ervan het overwicht van de overheid tot uiting komt. Art. 181. Voor de toepassing van artikel 180 wordt onder werkelijke diensten verstaan: alle diensten die recht geven op een salaris of die bij ontstentenis van een salaris krachtens de rechtspositieregeling toch in aanmerking worden genomen voor de vaststelling van het salaris. artikel 182 aangepast als volgt: Art. 182. Beroepservaring in de privésector of als zelfstandige wordt in aanmerking genomen voor de toekenning van periodieke salarisverhogingen voor een maximum van 6 jaar, op voorwaarde dat ze relevant is voor de uitoefening van de functie. De relevantie van de beroepservaring wordt beoordeeld op basis van een vergelijking van die ervaring met de voorwaarden en met het functieprofiel voor de functie waarin het personeelslid aangesteld wordt. Het personeelslid levert zelf de bewijsstukken van de beroepservaring. De gemeentesecretaris beslist over de relevantie van de beroepservaring en de toekenning van de geldelijke anciënniteit op basis van een advies van het diensthoofd. De geldelijke anciënniteit die op die manier verkregen wordt, blijft behouden voor het verdere verloop van de loopbaan. artikel 184 aangepast als volgt: Art. 184. De gemeentesecretaris Het college van burgemeester en schepenen, of als hij daartoe door de raad in het kader van het dagelijks personeelsbeheer gemachtigd is, de gemeentesecretaris, stelt de duur vast van de in aanmerking komende diensten die het personeelslid in het onderwijs als interim of als tijdelijk personeelslid heeft gepresteerd aan de hand van het attest, verstrekt door de bevoegde autoriteiten. De diensten, vermeld op het attest, die in tienden zijn betaald, en die per schooljaar geen volledig jaar werkelijke diensten vertegenwoordigen, worden dag per dag samengeteld. Het totale aantal zo gewerkte dagen wordt vermenigvuldigd met 1,2. Het totaal van de rekenkundige bewerking wordt vervolgens gedeeld door 30. Het quotiënt geeft het aantal in aanmerking te nemen maanden. Met de rest wordt geen rekening gehouden. artikel 189 aangepast als volgt: Art. 189. Vanaf de datum van de inwerkingtreding van deze rechtspositieregeling heeft het personeelslid dat overgaat naar een graad van een hoger niveau na een aanwervings- of een bevorderingsprocedure ten minste recht op de volgende verhoging van zijn jaarsalaris tegen 100%: 1° 620 euro bij bevordering naar niveau D; 2° 745 euro bij bevordering naar niveau C; 3° 870 euro bij bevordering naar niveau B; 4° 1240 euro bij bevordering naar niveau A. Als het jaarsalaris in de nieuwe graad niet ten minste het bedrag, vermeld in het eerste lid, hoger is dan het jaarsalaris dat het personeelslid in zijn oude graad zou hebben gekregen, wordt het jaarsalaris in de nieuwe graad verhoogd tot de minimale verhoging, vermeld in het eerste lid, bereikt wordt. Die minimale salarisverhoging wordt gegarandeerd gedurende de hele functionele loopbaan in de graad waarnaar het personeelslid overgaat. Daartoe wordt telkens zijn oude salarisschaal, met inbegrip van de periodieke verhogingen, maar zonder het verloop in de functionele loopbaan, vergeleken met de nieuwe salarisschaal, met inbegrip van de toepassing van de periodieke verhogingen en het verloop in de functionele loopbaan. De minimale salarisverhoging is een integraal onderdeel van het jaarsalaris. artikel 216 aangepast als volgt: Art. 216. Het bedrag van de eindejaarstoelage is de som van het forfaitaire gedeelte en het veranderlijke gedeelte, met dien verstande dat de eindejaarstoelage nooit meer mag bedragen dan een twaalfde van het jaarsalaris, aangepast volgens de indexverhogingscoëfficient die van toepassing is op het salaris van de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar. Het forfaitaire gedeelte en het veranderlijke gedeelte worden als volgt berekend: 1° het forfaitaire gedeelte: a) het forfaitaire gedeelte bedraagt voor het jaar 2007: 317,53 euro; b) vanaf 2008 wordt het forfaitaire gedeelte dat toegekend is tijdens het vorige jaar, telkens vermeerderd met een breuk waarvan de noemer gelijk is aan het gezondheidsindexcijfer van de maand oktober van het vorige jaar en de teller gelijk is aan het gezondheidsindexcijfer van de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar. Het resultaat daarvan wordt berekend tot op twee decimalen nauwkeurig; c) het bedrag dat het resultaat is van de berekening, vermeld in punt b), wordt verhoogd met 248,74 euro; d) het bedrag dat het resultaat is van de berekening, vermeld in punt c), wordt verhoogd met 250 euro: 1) vanaf 2008 voor het personeelslid dat op 1 december 2008 behoort tot het niveau C,D of E; 2) vanaf 2009 het personeelslid dat op 1 december 2009 behoort tot het niveau A of B en voor functiehouders in de graden van de gemeentesecretaris en financieel beheerder; e) het bedrag dat het resultaat is van de berekening, vermeld in punt d), wordt voor alle personeelsleden: 1) voor het jaar 2010 verhoogd met 100 euro; 2) voor het jaar 2011 verhoogd met 100 euro; 3) voor het jaar 2012 verhoogd met 100 euro; f) vanaf het jaar 2013 wordt het bedrag dat het resultaat is van de berekening, vermeld in punt d) voor alle personeelsleden verhoogd met 400 euro 1° het forfaitaire gedeelte: a)het forfaitaire gedeelte bedraagt voor het jaar 2011: 349,73 euro; b)vanaf 2012 wordt het forfaitaire gedeelte dat toegekend is tijdens het vorige jaar, telkens vermeerderd met een breuk waarvan de noemer gelijk is aan het gezondheidsindexcijfer van de maand oktober van het vorige jaar en de teller gelijk is aan het gezondheidsindexcijfer van de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar. Het resultaat daarvan wordt berekend tot op twee decimalen nauwkeurig; c)het bedrag dat het resultaat is van de berekening, vermeld in punt b), wordt verhoogd met 698,74 euro; d)voor het jaar 2012 wordt het bedrag dat het resultaat is van de berekening, vermeld in punt c), voor alle personeelsleden verhoogd met 100 euro; e)vanaf het jaar 2013 wordt het bedrag dat het resultaat is van de berekening, vermeld in punt c), voor alle personeelsleden verhoogd met 200 euro. 2° het veranderlijke gedeelte: 2,5 procent van het jaarsalaris, aangepast volgens de indexverhogingscoëfficiënt die van toepassing is op het salaris van de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar. Als het personeelslid in de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar geen of slechts een gedeeltelijk salaris ontvangen heeft, dan wordt het percentage berekend op basis van het salaris dat voor diezelfde maand betaald zou zijn als het personeelslid zijn functie wel volledig had uitgeoefend. Bij wijzigingen van bedragen of berekeningswijzen opgelegd door de hogere overheid of ten gevolge van sectorale akkoorden, worden deze wijzigingen mutatis mutandis toegepast. artikel 223 aangepast als volgt: Art. 223. Het personeelslid dat onvoorzien buiten zijn arbeidstijdregeling of permanentieplicht opgeroepen wordt voor een dringend werk ontvangt, per oproep, een verstoringstoelage. De verstoringstoelage bedraagt vier keer het uurloon. Als berekeningsbasis voor het uurloon geldt het bruto-uursalaris, eventueel verhoogd met de haard- of standplaatstoelage, de toelage voor het waarnemen van een hogere functie, de gegarandeerde salarisverhoging na bevordering of de toelage voor opdrachthouderschap. artikel 230 aangepast als volgt: Art. 230. De toelage voor het opdrachthouderschap is gelijk aan de toelage die het personeelslid zou ontvangen als het een functie van de naast hogere graad, zoals vastgesteld in artikel 155, zou waarnemen. 5% van het geïndexeerde jaarsalaris van het personeelslid. De toelage wordt maandelijks samen met het salaris betaald. Opdrachthouders in een lopende opdracht, die als gevolg van de plaatselijke uitvoering van de bepalingen een lagere opdrachthouderstoelage zouden krijgen, behouden hun toelage op persoonlijke titel voor de verdere duur van de lopende opdracht. artikel 238 aangepast als volgt: Art. 238. Het gemeentebestuur sluit een collectieve hospitalisatieverzekering af voor: 1° de statutaire personeelsleden, ongeacht de administratieve stand waarin de personeelsleden zich bevinden; 2° de contractuele personeelsleden met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur; ongeacht de administratieve stand waarin de personeelsleden zich bevinden; 3° de contractuele personeelsleden met een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur, die op 1 januari van het verzekeringsjaar een dienstanciënniteit van minstens 1 jaar hebben. Het gemeentebestuur neemt de verzekeringspremie van voormelde personeelscategorieën volledig ten laste, zelfs bij verminderde prestaties. Het gemeentebestuur neemt de verzekeringspremie niet verder ten laste van de personeelsleden vermeld in het eerste lid 1° tot en met 3° die 1 jaar of meer ononderbroken en voltijds loopbaanonderbreking of onbetaald verlof hebben genomen. Deze personeelsleden kunnen aangesloten blijven, maar betalen zelf de premie. artikel 239 aangepast als volgt: Art. 239. De volgende categorieën kunnen eveneens aansluiten bij de collectieve hospitalisatieverzekering: 1° de in de vorige artikel vermelde reeds aangesloten personeelsleden die op rustpensioen worden gesteld; 2° de contractuele personeelsleden met een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur met een dienstanciënniteit van minder dan 1 jaar op 1 januari; 3° de echtgeno(o)t(e) of levenspartner met dezelfde domicilie van de in artikel 238 en artikel 239 1° en 2° vermelde personeelsleden voor zover hun aansluiting gebeurt voor de leeftijd van 65 jaar; 4° de kinderen met dezelfde domicilie van de in artikel 238 en artikel 239 1° en 2° vermelde personen. De verzekeringspremie van categorie 1° wordt ten laste genomen door het gemeentebestuur tot de eerstvolgende vervaldag volgend op de datum van oppensioenstelling. De verzekeringspremie van categorie 1° na het verstrijken van voormelde periode en deze van de andere categorieën worden niet ten laste genomen door het gemeentebestuur. De verzekeringspremie van categorie 1° wordt ten laste genomen door het gemeentebestuur tot de eerstvolgende vervaldag volgend op de datum van oppensioenstelling. Nadien dienen de personeelsleden van categorie 1° de premie zelf te betalen. De verzekeringspremie van categorie 2° wordt ten laste genomen door het gemeentebestuur vanaf de eerste van de maand volgend op de maand waarin één jaar dienstanciënniteit wordt bereikt. Voordien betalen de personeelsleden van categorie 2° de premie zelf. Voor categorie 3° en 4° is de premie ten laste van het personeelslid. artikel 240 aangepast als volgt: Art. 240. Weduwen en weduwnaars In geval van overlijden van een in artikel 238 en artikel 239 1° en 2° vermelde personeelsleden of van een gepensioneerd personeelslid kunnen de echtgeno(o)t(e) of levenspartner en de kinderen van de overledene, voor zover zij reeds aangesloten waren voor het overlijden, aangesloten blijven. zolang er geen nieuw huwelijk plaatsvindt. Deze verderzetting gebeurt zonder onderbreking in de verzekeringswaarborg mits de betrokkenen hun aanvraag tot verderzetting aan de dienst verzekeringen van het gemeentebestuur Dendermonde bekend maken tegen uiterlijk drie maanden na de eerstvolgende jaarlijkse vervaldag volgend op het overlijden. artikel 244 aangepast als volgt: Art. 244. Het personeelslid dat minstens 66% arbeidsongeschikt is aan de voorwaarden voldoet voor de toekenning van een parkeerkaart door de bevoegde hogere overheid, ontvangt een vergoeding voor de verplaatsing van en naar het werk met de wagen. Die vergoeding is gelijk aan de kostprijs van een treinkaart tweede klasse over dezelfde afstand. artikel 269§1 aangepast als volgt: Art. 269. §1. Het statutaire personeelslid dat geen recht heeft op uitkeringen in het kader van de ziekteen invaliditeitsverzekering, heeft recht op ziekteverlof volgens een stelsel van ziektekredietdagen. Voor opgenomen ziektekredietdagen wordt het gewone salaris betaald. De ziektekredietdagen worden toegekend in de vorm van een krediet van eenentwintig werkdagen per jaar volledige dienstactiviteit. Bij aanvang, en na de eventuele periode van recht op ziekte-uitkering in het kader van de ziekte- en invaliditeitsverzekering, Vanaf de benoeming op proef wordt aan een statutair personeelslid onmiddellijk een krediet van drieënzestig dagen toegestaan. Aanvullende ziektekredietdagen worden nadien toegestaan voor het vierde en de daaropvolgende jaren die recht geven op ziektekrediet. artikel 325 aangepast als volgt: Art. 325. Het personeelslid krijgt één dag dienstvrijstelling om bloed, plasma of bloedplaatjes te geven, maximaal één dag per maand. Het personeelslid krijgt, maximaal tien keer per jaar, dienstvrijstelling op de dag waarop het bloed, plasma of bloedplaatjes geeft. De dienstvrijstelling geldt voor de tijd die nodig is voor de gift, waarin inbegrepen de tijd die naargelang het geval nodig is voor de verplaatsing naar en van het afnamecentrum. artikel 339 wordt aangepast als volgt: Art. 339. Deze rechtspositieregeling treedt in werking op 1 januari 2009. De bepalingen betreffende de waarneming van een hogere functie treden in werking op 1 januari 2008. De weddenschaal E1-E3 zoals bepaald in bijlage II van deze rechtspositieregeling heeft uitwerking vanaf 1 januari 2008. De salarisschalen van de gemeentesecretaris en de financieel beheerder hebben ingevolge artikel 240 BVR uitwerking met ingang van 1 januari 2007. De bepalingen betreffende de eindejaarstoelage hebben uitwerking met ingang vanaf 1 december 2008. De bepalingen betreffende de minimale salarisverhoging in artikel 189 hebben uitwerking met ingang vanaf 1 januari 2008. De bepalingen betreffende de evaluatie van de decretale graden in artikel 76, 78, 79, 80, 81, 82, 83, 85 en 87 hebben uitwerking met ingang vanaf 1 januari 2013. De bepalingen van artikel 7, 9, 21§2, 33, 34, 46, 47, 110, 111, 141, 170, 179, 180, 181, 184, 216, 223, 230, 244 en 325 hebben uitwerking met ingang vanaf 1 februari 2013. De bepalingen van artikels 238, 239 en 240 betreffende de hospitalisatieverzekering hebben uitwerking met ingang vanaf 1 januari 2014. De bepalingen betreffende de definitieve ambtsneerlegging in artikel 169 hebben uitwerking met ingang vanaf 1 maart 2014. De bepalingen van artikel 269§1 hebben uitwerking met ingang vanaf 1 april 2014. De bepalingen van artikel 6, 18, 44, 70, 125, 126, 134, 143, 168, 171 en 182 hebben uitwerking met ingang van 1 mei 2014. De opheffing van “Bijlage I. Diplomavoorwaarden” heeft uitwerking met ingang vanaf 1 februari 2013. Bijlage I Diplomavoorwaarden: wordt opgeheven Stemming: 31 stemmen 'ja', 0 stemmen 'neen', 0 onthouding(en) en 0 blanco stemmen. 24. Nieuwe bijlage arbeidsreglement - reglement voor het gebruik van een geolocatiesysteem "Track and Trace" - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op het gemeenteraadsbesluit d.d. 17 september 2003 betreffende de goedkeuring van het arbeidsreglement; Gelet op het college d.d. 10 februari 2014 waarin een trackingsysteem voor voertuigen en werfmateriaal werd gegund; Overwegende dat voor het correcte gebruik van dit systeem een reglement dient opgemaakt te worden en dit als bijlage bij het arbeidsreglement kan gevoegd worden; Gelet op de kennisname in het college van burgemeester en schepenen d.d. 17 maart 2014; Gelet op de bespreking in het managementteam d.d. 11 maart 2014; Gelet op de onderhandelingen in het bijzonder overlegcomité d.d. 1 april 2014; Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet, de uitvoeringsbesluiten en de ministeriële omzendbrieven ter zake; Besluit: Art.1 Het reglement voor het gebruik van een geolocatiesysteem “Track and Trace” wordt als bijlage bij het arbeidsreglement gevoegd. Reglement voor het gebruik van een geolocatiesysteem “Track and Trace” Dit reglement beschrijft de regels, doeleinden en voorwaarden met betrekking tot het gebruik van het geolocatiesysteem “Track and Trace”. Referentie en privacy De wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer is van toepassing op het gebruik van een geolocatiesysteem Track and Trace (verder “Track and Trace”). De principes van proportionaliteit, transparantie en finaliteit worden uitdrukkelijk gerespecteerd. Definitie en omschrijving Track and Trace is ieder elektronisch systeem dat er toe strekt om in real- time alle bedrijfsvoertuigen te lokaliseren en de individuele verplaatsingen van de voertuigen in kaart te brengen. Het systeem bestaat uit een GPRS/GSM- toestel en een badgelezer die ingebouwd worden in de bedrijfsvoertuigen. De bestuurder van het voertuig meldt zich door middel van een persoonlijke badge en de ingebouwde badgelezer aan. Op regelmatige tijdstippen zendt dit systeem een signaal naar een centrale server, waar de geregistreerde gegevens bijgehouden worden. Deze gegevens kunnen opgevraagd worden en de positie van de ploeg kan in “real time” weergegeven worden op digitale kaarten. Volgende gegevens worden geregistreerd door het systeem en zijn nadien opvraagbaar: - naam van de chauffeur; rij- en stilstand tijden; lokalisatie van het voertuig in de tijd; snelheidsinformatie (snelheid gekoppeld aan een tijdsregistratie); kilometerregistratie ( afgelegde kilometers). De registratie van de gegevens gebeurt om de 30 seconden. De geregistreerde gegevens worden gedurende 6 maanden bewaard. Deze gegevens worden enkel gebruikt en gerapporteerd in functie van de vooropgestelde doelstellingen van Track and Trace (zie hieronder finaliteit). Track and Trace zal enkel worden geïnstalleerd in voertuigen die eigendom zijn van het stadsbestuur van Dendermonde. Deze voertuigen mogen niet gebruikt worden voor privé doeleinden. Wanneer er met de voertuigen gereden wordt, zal dit steeds in opdracht zijn van de stad Dendermonde en zal het systeem functioneren. Toepassingsmodaliteiten De registratie, de controle en het bijhouden van de verplaatsingsgegevens via Track and Trace is enkel toegelaten voor zover voldaan is aan de principes van finaliteit, proportionaliteit en transparantie. Finaliteit Het gebruik van het systeem Track and Trace is enkel toegelaten voor volgende doeleinden: Lokalisatie van de voertuigen ter beveiliging van het voertuig zelf en ter verhoging van de veiligheid van de bestuurder en de inzittenden die het voertuig gebruiken: o ingeval van diefstal van het bedrijfsvoertuig, kan de positie van het voertuig steeds worden nagegaan; o de positie van het voertuig kan worden nagegaan ingeval van een incident (verhoging van de veiligheid van het personeel); Verhoging van de efficiëntie van de arbeidsorganisatie: o door de opvolging van de locatie van de voertuigen, kunnen rijtijden en rijafstanden in kaart worden gebracht en geoptimaliseerd worden; Controle op de dienstuitvoering o ingeval twijfel kan ontstaan over de uitgevoerde opdracht door een ploeg of bij een vermoeden van niet correct handelen door een ploeg of een personeelslid, kan dit systeem gebruikt worden om na te gaan waar een ploeg of personeelslid zich op een bepaald ogenblik bevond. Het systeem is dan een hulp bij het leveren van elementen ter staving of ter ontkenning van de klacht. De gegevens die geraadpleegd worden kunnen zowel in het voordeel als in het nadeel van het personeelslid een rol spelen. Het is niet de bedoeling om het systeem systematisch te gebruiken om na te gaan of (bepaalde) personeelsleden wel degelijk hun taak naar behoren hebben vervuld. Enkel in geval van een klacht of van een ernstig vermoeden dat de dienstuitvoering niet naar behoren verliep of het voertuig niet op een correcte wijze werd gebruikt, zal de door het systeem geregistreerde informatie geconsulteerd worden. Geven van feedback aan het beleidsniveau en de burgers over de inzet van de ploegen / personeel: o ingeval van een klacht kan aan de hand van de automatisch geregistreerde gegevens nagegaan worden of de stad correct handelde. De informatie kan ook aangewend worden voor beleidsvoorbereiding en –bijsturing. Het ter beschikking stellen van deze informatie zal gedepersonaliseerd gebeuren. Proportionaliteit De werkgever mag Track and Trace niet aanwenden op een wijze die onverenigbaar is met het (de) uitdrukkelijk omschreven doeleinde(n) (zie finaliteit). Track and Trace dient, uitgaande van het (de) beschreven doeleinde(n), toereikend, ter zake dienend en niet overmatig te zijn. Track and Trace mag in principe geen inmenging in de persoonlijke levenssfeer van de werknemer tot gevolg hebben. Transparantie De werkgever verbindt zich er toe om voorafgaandelijk en bij de opstart van het gebruik van Track and Trace, aan het bijzonder onderhandelingscomité (BOC) informatie te verschaffen over het gebruik. Deze informatieverplichting strekt zich onder meer uit tot volgende aspecten: de nagestreefde doeleinden; de wijze van registratie en rapportering van gegevens die met het Track and Trace systeem kunnen worden opgehaald; de bewaartermijn van de geregistreerde gegevens; het reglement voor het gebruik van Track and Trace. Deze informatie wordt eveneens aan iedere (nieuwe) werknemer verschaft door middel van overhandiging van dit reglement. Voorts wordt ook melding gemaakt aan de privacycommissie van ingebruikname van Track and Trace en van onderhavig reglement. Registratie en rapportering De gegevens die door Track and Trace geregistreerd zijn, worden gedurende 6 maanden bewaard op een centrale server. De aard van de geregistreerde gegevens werd eerder in dit reglement beschreven. Geregistreerde gegevens kunnen enkel opgevraagd worden in het kader van de doeleinden zoals beschreven in dit reglement (zie finaliteit) en enkel door personen bevoegd om deze gegevens op te raadplegen. Van iedere raadpleging wordt een logboek bijgehouden. Hierbij worden het tijdstip van de raadpleging, de identiteit van de raadpleger en de aard van de gevraagde gegevens geregistreerd in een logboek. Het diensthoofd van de technische uitvoeringsdiensten, de werkplanner en de ploegbazen van de technische uitvoeringsdienst zijn bevoegd om ten allen tijde algemene gegevens op te vragen die door Track and Trace worden geregistreerd. Met algemene gegevens wordt bedoeld: het real time overzicht van de locatie van de voertuigen op een digitale kaart. Raadpleging van specifieke gegevens is enkel mogelijk mits toestemming van de stadssecretaris. Enkel de hiërarchische lijn boven de ploegbazen en de werkplanner, kunnen aan de hand van een schriftelijke motivatie vragen om specifieke gegevens te raadplegen. De raadpleging zal in voorkomend geval gebeuren door het diensthoofd informatica, na opdracht van de stadssecretaris. Over de raadpleging van de geregistreerde specifieke gegevens, zal op regelmatige tijdstippen gerapporteerd worden aan het BOC. Deze bewaakt de correcte toepassing van dit reglement. Rechten van de werknemer Inzage van de gegevens De werknemer heeft recht om kennis te nemen van de gegevens en informatie die door Track and Trace werden geregistreerd voor het voertuig waar hij mee gereden heeft. De werknemer richt hiertoe een schriftelijk verzoek aan de stadssecretaris waarin hij de redenen van zijn verzoek tot inzage toelicht. Na opdracht van de stadssecretaris zal het diensthoofd informatica de gevraagde gegevens raadplegen. De werkgever verstrekt in begrijpelijke vorm de gegevens aan de betrokken werknemer binnen een termijn van 1 maand na het schriftelijk verzoek van de betrokken werknemer. Rechtzetting De werknemer is gerechtigd alle onjuiste persoonsgegevens die op hem betrekking hebben te doen verbeteren. Binnen de maand die volgt op de indiening van een schriftelijk gemotiveerd verzoek bij de stadssecretaris daartoe, dient de werkgever zijn standpunt of, in voorkomend geval, de rechtzetting(en) die in de gegevens met betrekking tot de werknemer werd(en) aangebracht, mee te delen. Controle De werknemer heeft het recht om, ingeval van twijfel van correcte opvraging van de geregistreerde gegevens, kennis te nemen van het logboek waarin wordt bijgehouden wie bepaalde gegevens heeft geraadpleegd. De werknemer richt hiertoe een schriftelijk verzoek aan de stadssecretaris waarin hij de redenen van zijn verzoek tot inzage toelicht. De werkgever dient binnen een termijn van 1 maand na het schriftelijke verzoek te reageren en indien gerechtigd, de betreffende gegevens meedelen aan de betrokken werknemer. Plichten van de werknemer Personeelsleden die met een bedrijfsvoertuig van de stad een verkeersovertreding begaan, zijn hiervoor persoonlijk verantwoordelijk en betalen hiervoor zelf de boete. De werknemer verklaart zich uitdrukkelijk akkoord met het gebruik van Track and Trace op de wijze zoals in dit reglement beschreven. Hij of zij tekent voor ontvangst van dit reglement op datum van overhandiging door de werkgever. Stemming: 31 stemmen 'ja', 0 stemmen 'neen', 0 onthouding(en) en 0 blanco stemmen. ONDERWIJS 25. Gemeentelijk basisonderwijs - aanwerving directeur, taak- en profielomschrijving van de directie en aanwervingsvoorwaarden in de gemeentelijke basisschool Boonwijk De gemeenteraad Gelet op het gemeenteraadsbesluit d.d. 12 december 2012 waarbij met ingang van 1 december 2012 aan Paul Beckers, directeur van de gemeentelijke basisschool “De Toverboon” Denderbellestraat 2A 9200 Sint-Gillis Dendermonde, op basis van medische redenen op pensioen wordt gesteld; Overwegende dat het aangewezen is de aanwervingvoorwaarden vast te stellen voor het ambt van directeur van de gemeentelijk basisschool “De Toverboon” Denderbellestraat 2A 9200 Sint-Gillis Dendermonde; Gelet op het gemeenteraadbesluit d.d. 19 juni 2013 aangaande de vacantverklaring van het ambt van directeur in de gemeentelijke basisschool De Toverboon, taak en profielomschrijving en aanwervingvoorwaarden; Overwegende dat in het aanwervingexamen d.d. 9 juli 2013 geen van beide kandidaten geslaagd was; Overwegende dat het bijgevolg aangewezen is een nieuw aanwervingexamen te organiseren; Gelet op de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van het personeel; Gelet op het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs artikel 37bis§1 en 42; Gelet op het decreet van 25 februari 1997 betreffende het basisonderwijs, de artikelen 127,129 en 130§2, na wijziging; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, de artikelen 102 en 106, na wijziging; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1992 betreffende de verdeling van betrekkingen, de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage,artikel 4, na wijziging Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 25 januari 1995 betreffende de mededeling van de vaste benoeming aan het departement onderwijs; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 betreffende de personeelsformatie in het gewoon basisonderwijs,hoofdstuk II - de directie, na wijziging; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2004 tot vaststelling en indeling van de ambten in de instellingen van het gewoon basisonderwijs artikelen 2 en 10; Gelet op het gunstig advies van de schoolraad d.d. 22 mei 2013 betreffende het profiel van de directeur; Gelet op het syndicaal overleg d.d. 17 maart 2014 van het Afzonderlijk Bijzonder Onderhandelingscomité/OSCG; Gelet op voorstel van het college d.d. 31 maart 2014; Gelet op de Nieuwe Gemeentewet; Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet, de uitvoeringsbesluiten, en de ministeriële omzendbrieven ter zake; Besluit: Art. 1 Het ambt van directeur aan het stedelijk basisonderwijs (gemeentelijke basisschool De Toverboon Boonwijk) is vacant. Het ambt is bij wijze van aanwerving te begeven. Art. 2 De aanwervingvoorwaarden voor het ambt van directeur van de kleuter-, lagere of basisschool vast te stellen als volgt: §1. aanwervingvoorwaarden Algemene decretale voorwaarden: 1. Houder zijn van het vereist of voldoend geacht bekwaamheidsbewijs vastgesteld voor dit specifiek bevorderingsambt. 2. Als laatste evaluatie geen evaluatie met eindconclusie “onvoldoende” hebben verkregen. Indien het personeelslid niet werd geëvalueerd, wordt aan deze voorwaarde geacht voldaan te zijn. 3. Voldoen aan de algemene wervingsvoorwaarden van artikel 19 van het decreet rechtspositie van 27 maart 1991. Aanvullende voorwaarden: 4. In vast verband benoemd zijn, in het onderwijs in één van de wervingsselectie- of bevorderingsambten voor ten minste een volledige opdracht in hoofdambt. 5. Op de uiterste inschrijvingsdatum een dienstanciënniteit van minstens 10 jaar verworven hebben als lid van het bestuurs- of onderwijzend personeel van het kleuter-, lager of basisonderwijs, voorafgaand aan de bevordering tot het ambt van directeur. 6. Beantwoorden aan het profiel zoals vastgesteld in artikel 4 van dit besluit. 7. Slagen voor een vergelijkende selectieproef waarvan het programma door de gemeenteraad wordt vastgelegd in artikel 6 van dit besluit. Om te slagen moet op elke proef minstens 50% van de punten worden behaald en op elk onderdeel minstens 60% van de punten. 8. De aanstelling gebeurt op proef. Uiterlijk op het einde van het tweede volledige schooljaar wordt de directeur die tijdens de proefperiode in de uitoefening van zijn ambt voldoening heeft geschonken en de betrekking in hoofdambt uitoefent, in vast verband benoemd. Art. 3 De kandidatuurstelling dient vergezeld van volgende documenten: curriculum vitae; een uittreksel uit de geboorteakte; een kopie van alle relevante diploma’s en/of getuigschriften; model 2 - onderwijs; een nationaliteitsbewijs (Belg of onderdaan van een Lidstaat van de Europese Unie of van de Europese Vrijhandelsassociatie) of een vrijstelling hebben verkregen; en dient per aangetekend schrijven gestuurd te worden naar het volgende adres : Stadsbestuur Dendermonde - Fr. Courtensstraat 11 - 9200 Dendermonde en dit tegen uiterlijk 12 mei 2014 (poststempel geldt als bewijs). Art. 4 Het profiel functiebeschrijving voor het ambt van directeur als volgt vast te stellen: zie bijlage. Art. 5 Er wordt een werfreserve voorzien voor de duurtijd van drie jaar en deze werfreserve kan ook gebruikt worden voor andere gemeentelijke basisscholen. Art. 6 Het programma van de selectieproef als volgt vast te leggen: A. Schriftelijk onderdeel : 60/100 1. Administratieve proef : 25/100 Toetsing van het inzicht in en de vertrouwdheid met de reglementering inzake het onderwijs- en gemeentedecreet. 2. Pedagogische proef : 15/100 Verhandeling schrijven, waarin wordt gepeild naar de kennis van de kandidaat voor wat betreft de situering van het basisonderwijs in het brede kader van het onderwijslandschap of omtrent andere onderwijskundige problematiek. 3. Casestudie : 20/100 Peilen naar de bekwaamheid om aan de hand van fictieve gegevens een schoolorganisatorisch probleem op te lossen. B. Mondeling onderdeel : 40/100 1. Algemene proef : 20/100 Beoordeling van de kandidaat : - Toelichting curriculum vitae; - Motivatie van de kandidatuur; - Omschrijving profiel van deze leidinggevende functie; - Kennis van de instelling; - Visie op een pedagogisch project van de school; 2. Pedagogische proef : 20/100 Uitdiepen en verder bespreken van het schriftelijk gedeelte / mondelinge bevraging. Art. 7 §1 De geselecteerde kandidaat op het einde van de proefperiode vast te benoemen na een gunstige evaluatie of te ontslaan uit zijn ambt bij ongunstige evaluatie. §2 De procedure van de evaluatie als volgt vast te stellen: - Binnen de modaliteiten bepaald door het college van burgemeester en schepenen legt de geselecteerde kandidaat een beleidsplan ter goedkeuring voor 2 maanden na de start van het schooljaar. - Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd externe en/of interne beoordelaars aan te stellen. - De beoordeling van de externe beoordelaars wordt aangevuld met een rapport van de interne beoordelaars. - Beide beoordelingen worden voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen die een gemotiveerd advies voorlegt aan de gemeenteraad. - De geselecteerde kandidaat wordt tijdens de proefperiode en binnen afspraken van een specifiek begeleidingsplan gecoacht door de pedagogisch begeleiding OVSG. Art. 8 Het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de verdere uitvoering van dit besluit en het samenstellen van de jury. Art. 9 De bekendmaking zal gebeuren via de website van de stad, de lokale pers en de koepelorganisatie. Art. 10 De jury bestaat uit iemand van de juridische dienst van OVSG (voorzitter), de stadssecretaris, 3 directeurs van basisscholen. Als secretaris van de jury zal het diensthoofd onderwijs fungeren. Art. 11 De vertegenwoordigers van de vakorganisaties en de leden van de gemeenteraad worden uitgenodigd op de selectieproeven. Stemming: 31 stemmen 'ja', 0 stemmen 'neen', 0 onthouding(en) en 0 blanco stemmen. CULTUURBELEID 26. Subsidiedossier erfgoedconvenant Land van Dendermonde - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet, de uitvoeringsbesluiten, en de ministeriële omzendbrieven ter zake; Gelet op het decreet van 13 juli 2010 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid; Gelet op de goedkeuring van het cultuurbeleidsplan 2008-2013, ons gemeld per brief d.d. 20 maart 2008, door de minister van Cultuur, Bert Anciaux. Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 houdende de goedkeuring van het cultuurbeleidsplan 2008-2012 Gelet op het decreet van 23 mei 2008 houdende de ontwikkeling, de organisatie en de subsidiëring van het Vlaams cultureel-erfgoedbeleid; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 ter uitvoering van het Cultureel-erfgoeddecreet van 23 mei 2008, voor wat betreft de subsidiëring van landelijke cultureel-erfgoedorganisaties en cultureel-erfgoedprojecten, de cultureel-erfgoedconvenants en de advisering; Gelet op de goedkeuring van het vorige beleidsplan dd. 17 november 2010 en het feit dat de regionale erfgoedwerking continuïteit verdient Gelet op de goedkeuring van het meerjarenplan stadsbestuur Dendermonde dd. 18 december 2013, waarin de bijdrage van 0,2 EUR per inwoner en de intentie om het engagement in de projectvereniging Cultuurdijk , erfgoedwerking inclusief te continueren Besluit: Art. 1 De gemeenteraad keurt het integrale cultureel-erfgoedbeleidsplan tot het sluiten van een intergemeentelijke cultureel-erfgoedconvenant 2015-2019 met de Vlaamse Overheid goed. Art. 2 De gemeenteraad stemt in met het sluiten van cultureel-erfgoedconvenant met de Vlaamse Overheid. Het cultureel-erfgoedbeleidsplan slaat op een periode van maximaal zes jaar die steeds eindigt op 31 december van het tweede jaar van de gemeentelijke beleidsperiode. Nadien kan opnieuw een (actueel) cultureel-erfgoedbeleidsplan worden ingediend. Art. 3 De gemeenteraad keurt de jaarlijkse financiële bijdrage van 0,2 EUR per inwoner (door elk van de negen gemeenten gedragen) voor kosten van ondersteunende aard (o.a. overheadkosten) gemaakt door een intergemeentelijke erfgoedcel, zoals vermeld in art. 32 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008. Deze kosten kunnen niet vergoed worden met de werkingssubsidie (bestemd voor inhoudelijke werking), zoals vermeld in artikel 4, § 1 van het zelfde besluit. Art. 4 De gemeenteraad geeft bij goedkeuring van het dossier zijn akkoord tot de continuering van een intergemeentelijke erfgoedcel ‘Land van Dendermonde’, gevestigd in de stad Dendermonde. Stemming: 31 stemmen 'ja', 0 stemmen 'neen', 0 onthouding(en) en 0 blanco stemmen. 27. Werkingsverslag Cultuurdijk en Erfgoedcel land van Dendermonde 2013 - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet, de uitvoeringsbesluiten en ministeriële omzendbrieven terzake; Gelet op het decreet houdende de intergemeentelijk samenwerking van 6 juli 2001; Gelet op het Gemeenteraadsbesluit van 18 juni 2008 betreffende de goedkeuring van de oprichtingsakte, de statuten en de cultuurnota van de projectvereniging Cultuurdijk; Gelet op het decreet van 6 juli 2012 betreffende het lokaal cultuurbeleid; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 26 oktober 2012 ter uitvoering van het decreet van 6 juli 2012 betreffende het lokaal cultuurbeleid; Gelet op decreet van 23 mei 2008 houdende de ontwikkeling, de organisatie en de subsidiëring van het Vlaams cultureel-erfgoedbeleid, gewijzigd bij het decreet van 13 maart 2009 en het decreet van 18 december 2009; Gelet op het cultureel-erfgoeddecreet van 27 juni 2012 en de uitvoeringsbesluiten van 14 september 2012 en 1 februari 2013 bij dit decreet; Gelet op de nota aan het college van burgemeester en schepenen van 8 november 2010 waarin het intergemeentelijk cultureel erfgoedbeleidsplan wordt goedgekeurd; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 17 november 2010 waarin het intergemeentelijk cultureel erfgoedbeleidsplan wordt goedgekeurd; Gelet op het cultureel-erfgoedbeleidsplan dat door de projectvereniging Cultuurdijk werd ingediend op 31 december 2010 als aanvraag voor een werkingssubsidie voor de uitvoering van een geïntegreerd en integraal lokaal cultuurbeleid; Gelet op de cultureel-erfgoedconvenant tussen de Vlaamse Gemeenschap en de projectvereniging Cultuurdijk over de uitvoering van het lokale cultureel-erfgoedbeleid; Gelet op de goedkeuring van het werkingsverslag van de projectvereniging en het jaarverslag van de intergemeentelijke erfgoedcel Land van Dendermonde door de raad van bestuur van de projectvereniging Cultuurdijk in zitting op 4 maart 2013; Gelet op de nota aan het college van burgemeester en schepenen van 8 april 2013 waarin het werkingsverslag van de projectvereniging cultuurdijk en het jaarverslag van de intergemeentelijke erfgoedcel Land van Dendermonde wordt goedgekeurd; Besluit: Art. 1: De gemeenteraad neemt kennis van het werkingsverslag met als onderdelen de jaarrekening 2013 en begroting 2014 van de intergemeentelijke projectvereniging Cultuurdijk en keurt het goed. Art.2: De gemeenteraad neemt kennis van het jaarverslag van de intergemeentelijke erfgoedcel Land van Dendermonde 2013, als onderdeel van het werkingsverslag van de projectvereniging Cultuurdijk 2013 en keurt het goed. Stemming: 31 stemmen 'ja', 0 stemmen 'neen', 0 onthouding(en) en 0 blanco stemmen. BIJGEVOEGDE PUNTEN BP 1. Bijgevoegd punt aangevraagd door Barbara Pas, raadslid Het respecteren van de taalwetgeving bij communicatie van mensen die werken namens de overheid uitvoeren Het besluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoering van het decreet van 18 november 2011 tot regeling van het bewijs van taalkennis, vereist door de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, bepaalt voor iedere werknemer van de gemeente de voorwaarden per diplomaniveau waaraan dat men moet voldoen wat betreft de kennis van het Nederlands. Zelfs ongeschoolde arbeiders moeten een kennis hebben van het Nederlands op minstens niveau A2 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen vereist. Hierin staat uiteraard niets over de taalvereisten waaraan onderaannemers moeten voldoen, maar als ze werken uitvoeren namens de gemeente mag men toch verwachten dat ze ook hieraan voldoen. De taalwetwijzer van de Vlaamse overheid bepaalt immers het volgende: "Ook alle bedrijven en personen die in het algemeen belang en in opdracht van de overheid optreden, moeten de taalwetten volgen. Die bedrijven en personen worden voor de wet op het taalgebruik in bestuurszaken gelijkgeschakeld met de overheid. De overheid kan evenmin aan de taalwetten ontsnappen door voor bepaalde opdrachten privé-bedrijven in te schakelen. Ze is verplicht om ervoor te zorgen dat bedrijven die voor haar werken, de taalwetten respecteren. Anders dan bij de gelijkgeschakelde bedrijven en personen blijft de overheid zelf verantwoordelijk voor de naleving van de taalwetten door de privé-medewerker. De gemeente die voor wegwerkzaamheden een privé-aannemer aanstelt, moet er dus voor zorgen dat de aannemer de Taalwet Bestuurszaken respecteert, hoewel de aannemer zelf niet onderworpen is aan die wet." Aangezien hierop in de praktijk flagrante inbreuken gebeuren wil onze fractie graag van het stadsbestuur vernemen op welke manier zij waarborgt dat de taalwetten in deze worden gerespecteerd. -----------------------Dit dossier wordt uitgesteld. BP 2. Bijgevoegd punt aangevraagd door Matthias Coppens, raadslid Inspraak in het beleid voor mensen met een beperking 1. Groen wenst de beloofde installatie van een adviesraad op de voet op te volgen en bevraagt de bevoegde schepen hierbij naar de stand van zaken. 2. Tijdens diezelfde actie 'Horen, Zien en Zwijgen' werden ook al meerdere inhoudelijke suggesties gedaan. Zo werd aangekaart dat de Dendermondse liftbus vroeger wel gereserveerd kon worden 's avonds en tijdens het weekend, maar nu niet meer? Groen vraagt naar de historiek in dit dossier en pleit er in elk geval voor om prioritair in te zetten op ware participatie en inclusie, dus ook 's avonds en in het weekend. Interpellant Matthias Coppens, raadslid Dank u wel meneer de voorzitter, collega’s, ja, er staan 10 punten op dus ik ga het nu echt beknopt houden. Ik neem mijn vraagstelling: de vraag is simpel, tweeledig. We hebben hier vorige maand meegemaakt dat er een aantal mensen met een beperking met heel veel animo, heel veel enthousiasme gevraagd hebben naar de installering van een adviesraad voor mensen met een beperking. Dus deel 1 van mijn vraag is om hier in dit forum van de gemeenteraad toch nog een keer te verduidelijken hoe staat de het daarmee, wanneer gaat die in werking kunnen treden en dergelijke meer. De 2 vraag en daarbij aansluitend is dat die mensen zeiden eigenlijk van ja, want mocht er zo’n adviesraad geweest zijn bijvoorbeeld voor een meerjarenplanning dan zouden wij zeker aangekaart hebben de gebruiksuren van die liftbus. We hebben hier onlangs ook een aantal dingen goedgekeurd rond die liftbus maar voor mij was het de eerste keer dat ik dat eigenlijk hoorde, dat was vorige maand, dat was dat die mensen zeiden voor sommige mensen die met een bepaalde rolstoel en dergelijke meer, dus een bepaalde mate van niet-mobiliteit hebben, is de liftbus eigenlijk de enige oplossing. En die vertelden dat vroeger, er was een dame die was in Dendermonde komen wonen ik dacht in het jaar 1999, en dat vroeger dus die liftbus ’s avonds tot 10 uur kon gereserveerd worden en ook in ’t weekend. Wat eigenlijk maakte dat zij en voor haar, ze heeft zo’n rolstoel, voor haar was dat de enige optie om bijvoorbeeld ’s avonds avondles te volgen of als er door Dendermonde of Belgica een activiteit werd georganiseerd om daar dus naartoe te komen en ook om in ’t weekend sociaal actief te zijn of zich toch gewoon te verplaatsen, was dat eigenlijk de oplossing. Stap voor stap is dat dan blijkbaar geminderd. Eerst is ’t weekend weggevallen, dan is ook ’s avonds later weggevallen, tot 5 uur 30 dacht ik, nu goed, da’s blijkbaar heel prominent aanwezig dus de vraag is, ja, wat zijn de beweegredenen geweest om die evolutie te hebben, vond men dat er alternatieven waren of was het eenvoudigweg een kwestie van gebrek aan middelen of gebrek aan wil om bepaalde middelen in te zetten en wat nu met deze toch luide suggestie of luide vraag van die mensen vorige maand om dus het gebruik van die liftbus terug te kunnen uitbreiden naar ’s avonds en in ’t weekend om dus, en vooral dat kwam er heel sterk in naar voor, om dus optimaal betrokken te kunnen worden bij de sociale activiteiten van onze stad eigenlijk. Antwoord Patrick Meulebroek, schepen Collega, in verband met uw eerste vraag kan ik eigenlijk even kort zijn als gij: wat we daar beloofd hadden is ook uitgevoerd. Op dit ogenblik zijn de brieven al met de mensen toegekomen de vertegenwoordigers van alle verenigingen en gebruikersraden van ouderenverenigingen en mensen met een handicap. Die, want er zijn al kandidaturen binnengekomen bij ons op het LDC De Zonnebloem. De 29ste, dinsdag, dus nu dinsdag valt ons stadsmagazine in de bus. Daar staat de oproep in voor alle individuele personen, dus wij hebben eerst de verenigingen aangeschreven die we kenden, nu komt een individuele oproep aan de vertegenwoordigers of individuele mensen, vertegenwwordigers hebben het al de gekregen, en dan tegen de 15 mei moest dat of gaat dat moeten binnen zijn. Dan gaan wij op 3 juni onze eerste vergadering hebben waarin dat we de statuten nog eens gaan bespreken. Ik wil die eerst hier niet in het college of ook niet in de gemeenteraad brengen, ik wil dat eerst ruim consulteren daar met de mensen van de nieuwe raad om dan de statuten op te stellen en dan desgevallend ook daarna dan een nieuw subsidiereglement, u kent dat ook, wat we daar zullen bespreken en goedkeuren. Dat is de stand van zaken. Tweede is de liftbus. Ik heb mij ook eens geïnformeerd want dat is indertijd allemaal, da’s al een ganse tijd geleden. De liftbus die rijdt van of die reed van 1998 tot 2004 inderdaad zoals ge zegt zowel ’s avonds als in het weekend. Tot 24 uur reed die. Op een gegeven moment waren er ook twee chauffeurs. En bij het wegvallen van de tweede chauffeur die dan op pensioen gegaan is, eerst ziek geworden en dan op pensioen gegaan, dan hadden we dus maar één chauffeur meer. Vandaar dat die service van ’t weekendwerk eigenlijk en het avondwerk wegviel. Want die mannen hadden eigenlijk wel geen slechte regeling: ze werkten een week en dan waren die een week thuis. En dan was het een week de andere en terug een week thuis. Want die stapelden zodanig veel overuren op, ik moet u dat niet zeggen, dat dat eigenlijk geen doen was anders om die alle twee fulltime te laten werken. Dus een week, een week. Dat is weggevallen gewoon om budgettaire redenen, heel simpel en ik heb ook een keer navraag gedaan: sinds dat ogenblik ongeveer zijn er bijna geen aanvragen meer geweest om in het weekend te rijden. Heel eigenaardig. ’s Avonds rijden we tot 6 uur, tot 18 uur en daar zijn ook eigenlijk weinig of geen klachten over Wanneer er een keer moest iemand zijn die later moet vervoerd worden of moet afgehaald worden dan proberen we dat op te lossen via onze mindermobielencentrale. En dit ook in het weekend. Dus met de mindermobielencentrale, dus de vrijwilligers die rijden, proberen wij dat op die manier op te vangen. Nu, op deze ogenblik is daar niets begroot in de begroting maar een tweede mogelijke chauffeur of een halftijdse of ik weet niet hoe dat we het gaan moeten doen, er is niks begroot maar we willen wij dat wel een keer nakijken hoe dat we dat kunnen doen, maar ik denk dat de beste oplossing toch de mindermobielencentrale inschakelen is. En daar ze we mee bezig, want we hebben 15 vrijwilligers, om die toch nog wat uit te breiden, vandaar dat we ook onze financiële tegemoetkoming, het optrekken van de kilometervergoeding, die mensen die krijgen 0,34 eurocent, 34 eurocent krijgen die voor 1 kilometer te rijden. Da’s eigenlijk bijna gratis en ze moeten zich dan nog aansluiten bij de mindermobielencentrale dat Taxistop is. Dus, dat 10 euro kost, dus ik moet niet zeggen, die mensen, da’s werkelijk nog echt vrijwilligerswerk. Dus meneer Coppens, ik zou zeggen direct een doel van in ’t weekend te rijden en ’s avonds te rijden is er op deze ogenblik niet. Er is geen vraag. Meeste activiteiten, en daarvoor dient het toch ook, zijn in de dienstencentra en die zijn overdag, die zijn ’s morgens en die zijn ’s namiddags, die zijn niet ’s avonds. En is er eens iemand die naar de Belgica moet of naar een andere activiteit dan halen wij daar de mindermobielencentrale bij. Volgende persoon is tussengekomen : Thérèse Van Gucht, raadslid BP 3. Bijgevoegd punt aangevraagd door Bart Van Malderen, raadslid Toegenomen parkeerdruk in de omgeving van AZ Sint-Blasius Recent werd het parkeertarief verhoogd naar 1,20 euro en ook mensen die op consultatie komen dienen vanaf nu te betalen. Hierdoor parkeren meer bezoekers en patiënten in de omliggende straten. Vragen zullen gesteld worden of de stad bereid is initiatief te nemen tot overleg met AZ Sint-Blasius en welke maatregelen kunnen getroffen worden om de parkeerdruk zoveel mogelijk op eigen terrein op te vangen. ------------- Dit dossier wordt uitgesteld. BP 4. Bijgevoegd punt aangevraagd door Walter Deygers, raadslid 'Dierenwelzijn in Dendermonde' - interpellant Hilde Raman, raadslid In een vorige gemeenteraad werd de problematiek van de samenwerking met Vetas aangekaart en maakte ook de bevoegde schepen de nodige kanttekeningen en het nodige voorbehoud. Recente ervaringen leiden er echter toe dat wij ons zorgen maken over de opvang van achtergelaten dieren of dieren die het slachtoffer werden van een ongeval en gewond achterblijven. We willen in dat opzicht graag een update van het standpunt en de acties van de stad. ----------Interpellant Hilde Raman, raadslid Burgemeester, schepen en collega’s, in een vorige gemeenteraad werd de problematiek van de samenwerking met VETAS aangekaart en maakte ook de bevoegde schepen de nodige kantbemerkingen en het nodige voorbehoud. Recente ervaringen leiden er echter toe dat wij ons zorgen maken over de opvang van achtergelaten dieren of dieren die het slachtoffer werden van een ongeval en gewond achter bleven. We willen in dat opzicht graag een update van het standpunt en de acties van de stad. En mijn vraag is dan ook is het contract met VETAS gestopt of niet ? Antwoord Martine Van Hauwermeiren, schepen Geachte heer Burgemeester, Geachte collega’s, Om de continuïteit van het kattenproject en de opvang van loslopende, gewonde en zieke dieren niet in het gedrang te brengen, onderzocht de stad een aantal nieuwe samenwerkingsverbanden en alternatieven. De stad werkt sinds 2008 samen met de firma Vetas en werd tot op heden jaarlijks verlengd. Recent kwam deze firma in opspraak, ondertussen zijn er door het FOD dierenwelzijn een aantal maatregelen opgelegd maar die zijn tot op heden wel opgevolgd. Na de vorige interpellatie in de gemeenteraad verscheen in de pers dat wij de samenwerking met VETAS hadden stopgezet , iets wat niet correct was. Vervolgens hebben verschillende dierenasielen hun diensten aangeboden. Wij hebben die voorstellen allemaal onderzocht. Wanneer de stad Dendermonde voor een andere oplossing kiest is het van belang om in te zetten op een duurzaam alternatief. Na uitvoerig overleg werd een voorstel uitgewerkt, rekening houdend met het beschikbare budget, het aantal meldingen en de evaluatie van de verschillende scenario’s. De keuze werd bepaald op basis van professionaliteit en continuïteit. Naast de professionele aanpak en een betere kosten-batenverhouding is een samenwerking met de buurgemeenten in voorbereiding. Een doorgedreven grensoverschrijdende samenwerking van gemeenten in het kader van sterilisatie van katten is nodig om de stijging van het aantal zwerf- en asielkatten aan banden te leggen en hopelijk het tij te doen keren. Volgens het meerjarenplan, katten van de Federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid en de voedselketen en leefmilieu is vanaf 1 september 2014 de registratie van katten naast sterilisatie verplicht voor katten die weggegeven of verkocht worden. Vanaf 2016 moet elke kat geboren na 1/1/2011 gesteriliseerd, geïdentificeerd en geregistreerd worden. Om de publieke steun van het kattenproject en het meerjarenplan te vergroten zal de stad blijvend inzetten op meer informatie via de pers, het stadsmagazine en de website. De vrees voor dumping van katten blijft in de praktijk immers groot. Binnen het zeer korte tijdsbestek is het onmogelijk om dieper in te gaan op de kattenproblematiek en het dierenwelzijn in Dendermonde. Ik heb gisteren nog kontakt opgenomen met de politie hier in Dendermonde, ik heb eigenlijk de opvragingen gedaan wat er de laaste tijd zijn en zij hebben mij een lijstje gegeven wat ze de laatste maanden gedaan hebben, dat is allemaal goed afgewerkt, ook opgehaald door VETAS indien nodig, dezelfde dag eigenlijk, ik moet zeggen VETAS baart ons het meeste zorgen op gebied van asiel als van samenwerking. Ik weet het ik ga daar verder nog niets over zeggen. Maar op de volgende raadscommissie in mei zullen wij graag uitgebreid ingaan op uw vraag en zullen wij onze nieuw aanpak aan u voorstellen en met u bespreken. Volgende persoon is tussengekomen : Piet Buyse, burgemeester BP 5. Bijgevoegd punt aangevraagd door Walter Deygers, raadslid 'Kalendijk' - interpellant Walter Deygers, raadslid Het tracé van de geplande weg in de Kalendijk werd in mei 2012 voorgesteld op een bewonersvergadering. Daarbij was het terugdraaipunt voorzien in de grote bocht. Enkele bewoners waren het daar niet mee eens en spraken over een alternatief in het moerasje, gelegen in het verlengde van de Kalendijk, maar een beslissing werd niet genomen. De bewoners waren dan ook verrast toen bleek dat de gemeenteraad van september 2012 een tracé goedkeurde met terugdraaipunt in het moeras. De overgrote meerderheid van de bewoners van de Kalendijk maken van het onderzoek naar de rooilijnen en onteigeningen gebruik om te protesteren tegen dit tracé. Graag vernamen wij de volledige historiek van dit dossier en graag willen wij vernemen hoe het college omgaat met het voorliggende protest van de bewoners van de Kalendijk. -------------Interpellant Walter Deygers, raadslid Mijnheer de burgemeester, ik zou eerst willen zeggen dat dit een punt is dat ik normaal niet op de gemeenteraad zou brengen dat voor mij duidelijk hoort in een commissie, maar er is geen commissie mobiliteit geweest, vandaar dat het nu vandaag hier aan de orde komt, sorry, of toch, het was alleen openbare werken, ok …….. dat had ik het gisteren moeten zeggen. Maar ik wil het toch terzelfdertijd gebruiken als een opstapje naar iets verder. Eventjes de historiek van het dossier voor zover bij bekend. In mei in 2012 is er daar een bewonersvergadering geweest i.v.m. de Kalendijk en was voor zover ik weet het voorstel van de stad om het terugdraaipunt te maken in de bocht van de Kalendijk. Op de bewonersvergadering zijn er daar een aantal mensen die daar bemerkingen hebben over gemaakt en dat in september 2012, een paar maanden later, is op de gemeenteraad het dossier gepasseerd en was het terugdraaipunt was dat verschoven. Nu naar aanleiding van het onderzoek i.v.m. de rooilijnen is er een petitie geweest van het overgrote gedeelte van mensen van op de Kalendijk met de vraag om infeite het terugdraaipunt te plaatsen op de plaats waar het oorspronkelijk door de stad gepland was. Voor zover de historiek. Zitten daar kleine foutjes in, dat kan, maar mijn basisvragen zijn : wat was de reden van de stad om bij het oorspronkelijk voorstel in mei 2012 om het terugdraaipunt aan te leggen in de grote bocht, welke argumenten, wat was de reden daarvoor. Ten tweede welke argumenten hebben er voor gepleit dat de verantwoordelijken van de stad hun visie hebben gewijzigd en ingegaan zijn op de vragen van een aantal bewoners op de bewonersvergadering. Een derde vraagje, na die gemeenteraad, hoe is de communicatie met de bewoners daar verlopen? En een vierde vraagje wat zijn de kansen van de bewoners die de petitie hebben opgesteld om daar alsnog iets aan te veranderen ? En wat ik daarnet al gezegd heb, infeite is dit een opstapje naar een algemene vraag, ik hoorde ook gisteren op de commissie openbare werken i.v.m. werken die zouden uitgevoerd worden, bewonersvergaderingen, bewonersbrieven, raadplegingen, ik stel mij dan de vraag op basis waarvan of aan welke voorwaarden moeten bedenkingen van bewoners voldoen om mee opgenomen te worden in de argumentatie of wijzigingen van plannen ? Ik stel mij zo voor dat als er daar een bewonersvergadering plaatsheeft om over het even welk dossier van openbare werken, dat daar heel veel verschillende standpunten zijn van bewoners, de ene zal dit willen en de andere zal dat willen. Ik stel mij dus gewoon zeer neutraal de vraag, hoe moet ik mij dat voorstellen, met welke argumenten worden er rekening gehouden en met welke argumenten worden er geen rekeningen gehouden ? Antwoord Leen Dierick, schepen Mijnheer de burgemeester, collega’s, u hebt al een klein beetje de historiek van dit dossier toegelicht, maar er onderbreken inderdaad een aantal puzzelstukjes, laat mij dus toe dat ik van in het begin dit dossier toelicht van wat er allemaal is gebeurd. Nu u haalt één bewonersvergadering aan, maar er zijn er al twee geweest. Een eerste infovergadering dateerd van 14 december 2010. Toen hebben wij voor een eerste keer het plan voorgesteld en ook al een gedetailleerde informatie gegeven over de private afkoppeling. Wij hebben op dat plan een aantal opmerkingen gekregen, enerzijds wouden de mensen ook meer parkeerplaatsen, maar daar gaan wij het vandaag niet te veel over hebben over dat facet. Maar er werd ook gevraagd om de mogelijheid te voorzien dat het autoverkeer een vlotte omkeerbeweging zou kunnen maken op het openbaar domein. Dat was in het oorspronkelijk plan niet echt voorzien, er was daar geen draaikeerpunt, dat was wel een uitdrukkelijke vraag van de bewoners zelf. Zij stelden voor om dat te doen ter hoogte van huisnummer 26 en 27. Dat is eigenlijk in de knik van de Kalendijk. Dus dat was een voorstel van de bewoners dat daar werd gedeponeerd. Dat was uiteraard niet het voorstel van die mensen zelf, want eigenlijk stellen de buren vast wij zullen daar wel op die opritten ons draaien, op privaat domein, dat leek ons niet zo een fantastisch ding. Maar wij hebben dat toch willen onderzoeken. Dus dat is de eerste infovergadering. Wij hebben die opmerkingen meegenomen, dus van alle opmerkingen die wij krijgen op een infovergadering, wij nemen die mee, achteraf hebben wij meestal nog een overlegvergadering, met het studiebureau en wordt er naar al die opmerkingen gekeken, en wordt dit bekeken is dat haalbaar, is dat realistisch, is dat betaalbaar en vooral ook i.v.m. de wetgeving, mogen wij dat wel doen. Als wij later een stedenbouwkundige vergunning daarvoor moeten hebben, is dat een element daarvan dat wij zeker moeten meenemen. Dus dat is hier ook gebeurd. Wij hebben opdracht gegeven aan het studiebureau om aan te passen, er zijn wijzigingen aan gebeurd, het aantal parkeerplaatsen is naar omhoog gegaan, inrichting erfaanleg is gebeurd en er wordt inderdaad een omkeerbeweging voorzien niet ter hoogte van de nummers 26 en 27 maar wel ter hoogte van woning 22 a. Dat is eigenlijk iets voor die knik, dat is er ruimte tussen twee parkeervakken om u gemakkelijk te draaien. Dat was toen ons voorstel. Met dit voorstel, met dit nieuwe plan, zijn wij terug naar het college gaan, heeft het college zich inderdaad akkoord verklaard met dit plan. Wij hebben ook beslist om over te gaan tot het onteigenen van de huisnummers 26 en 26, het voorstel van de bewoners zelf, de inwoners dachten wij gaan dat doen om die mensen hun tuin, maar dat kunnen wij niet, iedereen dat een draaibeweging moet maken op privaat eigendom, dat is geen goed idee, daar zijn wij niet op ingegaan. Wij hebben wel een andere suggestie gedaan en wij hebben ook beslist dat er een rooilijn en een onteigeningsplan moet opgemaakt worden. Beslissing van het college. In die nota staat er nog eens vermeld dat wij die omkeerbeweging op 2 plaatsen wensen te doen. Eerst op 22 voor de knik en ook op het einde. Dit stelt onze administratie voor 2 omkeerbewegingen ter hoogte van 22 en helemaal op het einde. Met die beslissing van het college en het gewijzigd plan gaan we opnieuw naar de bevolking. Deze keer op 29 mei 2012, het moment waardat u zelf op aanstuurt en waar u informatie over hebt. Dus wij gaan daar met het plan naartoe met twee keerpunten. Tussen twee parkeervakken ter hoogte van huisnummer 22 en helemaal achteraan waar dat gemakkelijk de brandweerdiensten en automobilisten kunnen draaien. Dat wordt voorgesteld aan de bevolking en wat krijgen wij als opmerking van de bewoners, zij vinden dat het keerpunt huisnummer 22 a dat hoeft niet omdat er op het einde van de straat een goed draaipunt voorzien is. Zij hebben zich daar ook akkoord mee verklaard. Zij hebben ook zelf gevraagd van stel ook zeker een rooi- en onteigeningsplan want wij zien zo aan de plannen dat er eigenlijk wel weginfrastructuur zal aangelegd worden op eigendom die nog van de mensen is, ze zouden graag hebben dat het wordt uitgevoerd, het is een goed plan, maar wij willen dat het openbaar domein, vergoed ons daarvoor en zorg dat het uw eigendom is. Dat is ons daar bevestigd op die tweede infovergadering. Dan komen wij naar de gemeenteraad met dat plan. Wij hebben het plan dat voorgesteld is op de bewonersvergadering, het is nog een heel klein beetje gewijzigd, de draaicirkel, de draaibeweging achteraan nog een beetje de afmetingen gewijzigd, maar het is quasi gelijk. We hebben de 2 schetsen op mekaar gelegd, dat wordt nu voorgesteld op de gemeenteraad van 19 september 2012. Dat is dus het aanbestedingsdossier. Dus eigenlijk het plan om een aannemer aan te stellen met alle technische gegevens van de bovenbouw en de rioleringen, dat is hier goedgekeurd op de gemeenteraad dus ook met terugdraaibeweging helemaal achteraan, niet meer in het midden alleen achteraan. Dus het is dan wel een beetje vreemd dat er wordt gezegd door bewoners van ja, wij zijn toch wel verbaasd dat er opeens door de gemeenteraad dat plan wordt goedgekeurd met die terugkeerbeweging, ja eigenlijk is het het exacte plan dat getoond is op de bewonersvergadering meer nog, op hun vraag is dat eerste draaipunt daar uit genomen ze vonden dat noodzakelijk omdat er achteraan wel een heel goed draaipunt is. Dus ze zijn daar zeker van op de hoogte en we hebben ook geluisterd naar hun opmerkingen. Waarom moet dat draaipunt er nu eigenlijk zijn? Wel, eigenlijk is het er gekomen vooral in eerste instantie op verzoek van de bewoners zelf. Op die eerste vergadering is dat gevraagd, zorg dat er ons een goed draaipunt is. We hebben dat ook gedaan. Het is ook verkeerstechnisch toch wel belangrijk dat er een goed keerpunt is. We geven toe dat het veel beter is die Y-splitsing dat daar is dan ons oorspronkelijke voorstel maar uiteraard ook in het kader van de veiligheid moeten we rekening houden met de voorschriften die de brandweer daarvoor oplegd. Als we met zo’n dossier willen realiseren dan moeten we daarvoor een stedenbouwkundige vergunning hebben. Dan vragen wij ook advies aan verschillende diensten waaronder de brandweer. En daarin staat heel duidelijk in die richtlijn, ik ga het hier voorlezen: “Voor laagbouw moeten doodlopende wegen van meer dan 60 m voorzien zijn van een keermogelijkheid dat kan zijn een rond punt met diameter 30 m of een Y- of T-uiteinde met zijstukken van minstens 10 m van de as van de eigenlijke weg tot het voetpad, op het einde van het zijstuk. Dus dat is het advies dat wij krijgen van onze brandweer en dat hebben we eigenlijk geïmplementeerd in ons plan. Als we dat niet doen, dan is de kans groot dat wij geen stedenbouwkundige vergunning krijgen want dan zal er een negatief advies komen vanuit onze veiligheidsdiensten. Dus dat is, er moet een draaipunt komen. Dan kan je de vraag stellen van ja, waarom moet het een Y-draaipunt zijn, waarom geen cirkel want dat kan ook, en waarom leggen we dat best op het uiteinde en niet bijvoorbeeld in het midden. Al die verschillende pistes zijn eigenlijk overwogen. We hebben ervoor geopteerd om het op het einde te doen, in een Y-vorm, omdat, als we dat, eigenlijk mag de lengte tot zo’n keerpunt mag maar 60 m bedragen Dus als we in het midden leggen ”en de rest van de doodlopende straat is meer dan 60 m dan moeten we nog één leggen. Dus dan moeten we er twee leggen. Dat leek ons niet echt optimaal vandaar op het einde. Er werd ons dan vanuit de bewoners gezegd van ja, kan je dat niet doen in die knik. Kan je daar dan eigenlijk geen draaipunt doen? Maar als we daar dan die afmetingen opzetten van een cirkel van 30 m dan zou dat eigenlijk betekenen dat we die mensen van huisnummer 26 en 27 volledig hun tuin moeten onteigenen en dat leek ons ook niet geschikt. Want dat willen we natuurlijk ook wel niet. Dus dat leek ons geen goede piste vandaar de laatste suggestie, een Y-beweging op het einde van de straat. Dus concreet: het keerpunt is nodig omwille van de veiligheidsvoorschriften van de brandweer en de meest optimale plaats is achteraan in de vorm van een Y. Dat is het ontwerp ook dat hier goedgekeurd is op de gemeenteraad in het aanbestedingsdossier. De procedure dat nu lopende is en het openbaar onderzoek dat gaat over het rooilijn- en het onteigeningsplan. We hebben vastgesteld dat dat nodig is dat we dat opmaken omdat enerzijds de rooilijn dat legt eigenlijk de grens vast tussen het private domein en het openbare domein. Er is al een rooilijn daar, maar we merken dat door ons plan dat we daar buiten gaan, dat we de rooilijn moeten wijzigen. Bovendien hebben ook inwoners gezegd willen jullie wijzigen maar je wil weginfrastructuur aanleggen op onze eigendom we zouden dat willen vergoed worden dus liefst ook onteigenen dat de grenzen daarvoor ook duidelijk zijn. Vandaar een nieuwe rooilijn en onteigeningsplan. En die procedure die is nu lopende. Wat is er allemaal voor gebeurd? Er is een bestek voor opgemaakt, dat is hier goedgekeurd op de gemeenteraad van 19 september 2012. De gunning is gebeurd, dat is aan studiebureau Talboom. Er is een voorlopige vaststelling van het rooilijn- en onteigeningsplan hier geweest op de gemeenteraad op 19 februari 2014. Het openbaar onderzoek liep van 3 maart tot 1 april. En het is in het kader van dat openbaar onderzoek dat er nu bezwaren komen. Eigenlijk moeten die bezwaren gaan over uw rooilijn en niet echt over het plan an sich, maar de mensen, ik begrijp dat dat ze dat soms allemaal niet zo, het onderscheid niet zo goed weten. Er zijn inderdaad heel wat bezwaren binnengekomen. Dat weten we. 7 schriftelijke bezwaren met soms wel door meerdere mensen ondertekend. Die hebben verschillende inhouden: het gaat over de terugkeerpunt, maar ook over andere, ik ga die hier nu niet overlopen. Want eigenlijk, dat komt nog naar hier. Het is te zeggen: het staat in het Decreet, dat we, we hebben de rooilijn voorlopig vastgesteld, er staat in het Decreet dat de gemeenteraad binnen de 60 dagen na einde van het openbaar onderzoek een beslissing moet nemen over de defintieve vaststelling. Dus normaal gezien, als wij de rooilijn zoals we ze defintief willen vaststellen dan komt dat op de gemeenteraad van mei. Gaan we buiten die datum, dan vervalt automatisch het ontwerp. Dus ik kan u eigenlijk nog onmogelijk al zeggen van kijk, er zijn heel wat bezwaren binnen, onze diensten zijn daar volop mee bezig om die te bekijken, welke zijn correct, welke zijn van toepassing, waarop moeten we op ingaan, waarop moeten we niet ingaan, daar kan ik nu nog niet geven maar dat komt nog. En we kunnen dan in mei beslissen om toch door te gaan of eventueel een kleine wijziging te doen aan het rooilijnplan of we zeggen, als er echt grote fouten zijn, we moeten de procedure opnieuw doen maar daarop kan ik nu nog altijd geen antwoord geven. Dat zal voor volgende maand zijn. Dus dat is eigenlijk de toelichting bij dit dossier. Ik hoop dat ik daarmee de meeste van uw vragen heb beantwoord, u vraagt op welke basis worden opmerkingen van inwoners meegenomen, we luisteren naar alle opmerkingen, het is altijd zeer interessant om inspraakvergaderingen te hebben want ik heb altijd het gevoel dat onze plannen daardoor beter worden. Het komt erop aan dat we altijd aftoetsen is het technisch haalbaar, is het budgettair haalbaar, is het wettelijk toegestaan en is er uiteraard ook wel een draagvlak voor. Want soms wat de ene voorstelt, is zo goed voor die ene persoon maar helemaal niet voor de andere persoon, dat hadden we hier ook met het draaipunt ter hoogte van 26 en 27, dat zijn een beetje de toetsingscriteria, elke opmerking wordt genoteerd, wordt bestudeerd door ons studiebureau en we komen met een zo goed mogelijk plan terug naar hier en indien mogelijk koppelen we dat ook terug naar de bevolking maar we hebben hier al twee infovergaderingen over gehad, over het ontwerp, als dat ontwerp is hier goedgekeurd, uiteraard komt er nog een infovergadering maar dat gaat dan wel zijn als alles al is goedgekeurd en als we ook de aannemer hebben en dan kunnen we meer naar de concrete zaken gaan. Maar we koppelen ook veel terug via ons stadsmagazine, via website enzo wordt daar ook allemaal over teruggekoppeld. Zo, dat was het. BP 6. Bijgevoegd punt aangevraagd door Walter Deygers, raadslid 'Dorpsplein Oudegem en de impact van Onroerend Erfgoed' - interpellant Tomas Roggeman, raadslid Het college van burgemeester en schepenen beweert dat de bebouwing van het dorpsplein te Oudegem opgelegd wordt door het Vlaams Agentschap Onroerend Erfgoed, die volgens het huidige decreet Onroerend Erfgoed een bindend advies moet geven. Met het nieuwe erfgoeddecreet van 12 juli 2013, dat door de volgende Vlaamse regering ingevoerd zal worden, zal dat verplichte advies echter verdwijnen. Het stadsbestuur van Dendermonde zal dus volledig haar eigen visie kunnen uitvoeren voor het dorpsplein van Oudegem, ongebonden aan het advies van het agentschap Onroerend Erfgoed, wat dit ook moge inhouden. Daardoor wordt het mogelijk om de pleinruimte maximaal te vrijwaren. Enige voorwaarde is dat de bouwvergunning afgeleverd wordt na de uitvaardiging van een uitvoeringsbesluit bij het nieuwe decreet. Inmiddels hoeft de stad bij de opmaak van het plan de adviezen van het agentschap Onroerend Erfgoed niet noodzakelijk te volgen. Ontwerpbesluit De Gemeenteraad Gelet op het decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed (‘onroerenderfgoeddecreet’); Overwegende dat het uitvoeringsbesluit van het onroerenderfgoeddecreet zich in de finale opmaakfase bevindt; Overwegende dat involge het onroerenderfgoeddecreet de bindende aard van de adviezen van het agentschap Onroerend Erfgoed bij het bekomen van bouwvergunningen vervalt; Overwegende dat de vooralsnog bindende aard van de adviezen van het agentschap Onroerend Erfgoed een complicerende factor zou kunnen vormen bij de voorbereiding van de herinrichting van het dorpsplein te Oudegem; Besluit Enig artikel De gemeenteraad verzoekt het College van burgemeester en schepenen de bouwvergunning voor de herinrichting van het dorpsplein te Oudegem ten vroegste af te leveren na publicatie in het Belgisch Staatsblad van het uitvoeringsbesluit van het decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed. -------------Interpellant Tomas Roggeman, raadslid Goedenavond collega’s, dames en heren, Ik had inderdaad graag met u nog eens van gedachten willen wisselen over het complexe en toch wel geladen dossier van het dorpsplein in Oudegem. Het is nu zo, zoals u weet, dat het college van burgemeester en schepenen, steeds gesteld heeft dat het zich verplicht ziet tot het bebouwen van het dorpsplein omwille van het bindende advies van het Agentschap van Onroerend Erfgoed. Dit agentschap moet momenteel een advies afleveren dat bindend is voor alle werken die gelegen zijn aan beschermde monumenten of zoals in dit geval aan beschermde dorpsgezichten. En dan is het heel inderdaad dat waar de publieke opinie in Oudegem voorstander is voor het behouden van het dorpsplein dat het Agentschap Onroerend Erfgoed, daarentegen, eerder het bebouwen daarvan genegen zou zijn en, ja dus het bebouwen van het dorpsplein, dat is eigenlijk au fond zou dat de moeilijkheid zijn in dit dossier aangezien die twee moeilijk te verzoenen zijn, ik zeg wel degelijk zou want tot dus ver hebben wij nog steeds geen enkel officieel document over de kwestie van het dorpsplein mogen inkijken ook niet de correspondentie met noch de adviezen van het Agentschap Onroerend Erfgoed, maar goed daar is het ons nu niet om te doen wat dan ook het oordeel van het agentschap zou mogen zijn, wat wij hier naar voor brengen is een voorstel om die impasse te doorbreken en om integendeel tot een oplossing te komen die gedragen kan worden door alle betrokken partijen en vooral ook door de betrokken bevolking, de mensen van Oudegem zelf. Want nu is het zo dat er, collega’s, momenteel een nieuw decreet over het onroerend erfgoed gefinaliseerd wordt. Een decreet dat al goedgekeurd is door de plenaire van de Vlaamse Regering in juli van 2013, dat ook al gepubliceerd is in het Belgisch Staatsblad in oktober van vorig jaar en dat momenteel enkel nog wacht op een uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Regering. En dat nieuwe decreet bepaald onder meer dat de bindende aard van de adviezen van het Agentschap Onroerend Erfgoed komt te vervallen. Dat betekent dat Onroerend Erfgoed geen vetorecht meer heeft over dit dossier of over welk ander dossier dan ook dat de monumenten of onroerend erfgoed betreft met andere woorden biedt dit de perfecte mogelijkheid voor ons, als stadsbestuur, voor u, als college, om hier een oplossing uit te werken die in overeenstemming is met de plaatselijke bevolking en die vooral in de eerste instantie rekenschap geeft aan de democratische wil van de lokale bevolking eerder dan aan een agentschap uit Brussel. Nu collega’s, de enige vereiste die daaraan verbonden is natuurlijk dat die stedenbouwkundige vergunning dan wel afgeleverd wordt niet onder het huidige uitdovende decreet maar integendeel onder het nieuwe decreet dat naar alle waarschijnlijkheid binnen enkele maanden zal goedgekeurd worden door die nieuwe te vormen Vlaamse Regering. Dat is de enige beslissing die wij moeten nemen en wij doen dan ook het constructieve voorstel, u heeft het rondgedeeld gekregen, net om die stedenbouwkundige vergunning ten vroegste af te leveren nadat het uitvoeringsbesluit gepubliceerd wordt in het staatsblad. Dank u. Antwoord Niels Tas, schepen In de huidige regeling is het advies van VIOE (Vlaams Instituut voor Onroerend Erfgoed) effectief bindend voor een beschermd monument of werkzaamheden binnen het beschermd landschap. Het nieuwe onroerend erfgoeddecreet is een stuk genuanceerder. Het was een punt van geloof van deze regering om bindende adviezen af te schaffen. Anderzijds is het gegeven “bescherming” vaak niet zonder reden en kan de vernietiging van monumenten niet zo maar, vandaar is een complexe regeling uitgewerkt in het nieuwe decreet onroerend erfgoed. (nog niet in werking, wacht op de goedkeuring van de Raad van State, het uitvoeringsbesluit) 1. In eerste aanleg is er een niet-bindend advies. 2. Als echter het “beschermingsbesluit” zich vrij direct tegen het aangevraagde verzet dan is het advies wel bindend (het ressorteert dan de effecten als omschreven in art 4.3.3. van de VCRO: lees het is bindend want een direct werkende norm wordt geschonden). 3. Tegen een vergunning met miskenning van het (niet bindend) advies van VIOE kan in beroep gegaan worden door VIOE of door derden bij de Deputatie. Als in dat beroepschrift over erfgoed wordt gesproken moet de Deputatie advies inwinnen van de Vlaamse Commissie Onroerend Erfgoed. 4. Dit advies is wederom niet bindend maar moet bezorgd worden aan VR die het bindend kan verklaren. Dit laatste is een vangnet om de vernietiging van monumenten te voorkomen. (gesteld dat daar gemeentelijke en provinciale meerderheid voor zou zijn) 5. Tot slot is er nog eens rechtbescherming (raad voor vergunningsbetwistingen) tegen die vergunning en ook die raad kan advies van die commissie wederom solliciteren … hoe dan ook zal die raad toetsen of de motieven ter weerlegging van de ongetwijfeld behoudsgezinde adviezen van commissie in 2e aanleg afdoende zijn. Verder wil ik ook nog enkele bedenkingen uiten: * Het voorgestelde gemeenteraadbesluit is toch wel kort door de bocht. De aflevering van een stedenbouwkundige aanvraag kan niet zo maar worden uitgesteld. Hiervoor gelden wettelijke termijnen, decretaal vastgelegd. Overschrijding van termijnen betekent een stilzwijgende weigering … * Dit hele verhaal gaat uit van een conflictmodel met VIOE ipv een oplossingsgericht model. * Zowel bij de meerjarenbegroting als bij uw tussenkomsten uit het verleden pleit u steeds voor meer bescherming, meer initiatieven mbt het onroerend erfgoed. Omdat het u in dit dossier minder goed uitkomt, dringt u erop aan dit advies naast ons neer te leggen. Is onze maatstaf vanaf heden de NVA-fractie of u in het bijzonder als het op onroerend erfgoed aankomt? Volgende personen zijn tussengekomen : Piet Buyse, burgemeester, Dirk Abbeloos en Niels Tas, schepenen en Matthias Coppens, raadslid Er wordt gestemd : 8 stemmen 'ja' (N-VA) 18 stemmen 'neen' (CD&V en SPA) 5 onthoudingen (Open Vld, Vlaams Belang en Groen). Het voorstel wordt niet aanvaard. BP 7. Bijgevoegd punt aangevraagd door Stijn Pluym, raadslid 'Marktrock Dendermonde' - interpellant Gino Van der Vreken, raadslid Naar aanleiding van de organisatie van Marktrock in het weekend van 5 en 6 juli ek., wenst de fractie van Open Vld Dendermonde enkele vragen te stellen aan het College van Burgemeester en Schepenen. Concreet gaat het om: Wat is de totale kostprijs (inclusief inzetten personeel) van dit evenement en hoe is dit gebudgetteerd en wat is de verwachte return? Is dit eenmalig of is er een contract van meerdere jaren? Zo ja hoeveel jaar? Wat zijn de verbintenissen van de stad ten opzichte van de organisatie? Wordt de binnenstad autovrij gemaakt? Zo ja, vanaf wanneer, hoe lang en voor welke straten is dit geldig? Zijn de horeca uitbaters van de Grote Markt op de hoogte en kunnen zij hun zomerterras laten staan en dus dranken verkopen op hun terras? Zijn de handelaars en bewoners al gecontacteerd via een bewonersbrief? Interpellant Gino Van der Vreken, raadslid Naar aanleiding van de organisatie van Marktrock in het weekend van 5 en 6 juli ek., wenst de fractie van Open VLD Dendermonde enkele vragen te stellen aan het college van burgemeester en schepenen. Concreet gaat het om : Wat is de totale kostprijs (inclusief inzetten personeel) van dit evenement en hoe is dit gebudgeteerd en wat is de verwachte return ? Is dit eenmalig of is er een contract van meerdere jaren ? Zo ja, hoeveel jaar ? Wat zijn de verplichtingen plichten van de stad ten opzichte van de organisatie ? Wordt de binnenstad autovrij gemaakt ? Zo ja, vanaf wanneer, hoe lang en voor welke straten is dit geldig? Zijn de horeca uitbaters van de Grote Markt op de hoogte en kunnen zij hun zonneterras laten staan en dus dranken verkopen op hun terras ? Zijn de handelaars en bewoners al gecontacteerd via een bewonersbrief ? Interpellant Matthias Coppens, raadslid Ik sluit mij aan bij de vraagstelling van collega Van der Vreken maar mijn vraag was vooral geinspireerd vanuit de ervaring die ik intussen heb gehad dat nogal wat uitbaters van horecazaken in de binnenstad dus op de Grote Markt momenteel helemaal niet enthousiast zijn over wat er staat te gebeuren 5 en 6 juli. Ik herinner mij ook vroeger in Leuven, toen ik nog student was, heb ik dat meegemaakt met Marktrock Leuven dat er eigenlijk ook een serieus spanningsveld was tussen de horecauitbaters en eigenlijk de organisatie van Marktrock aan zich en dus daarom mijn vraag, ik heb daar dus gemerkt dat daar precies niet dat enthousiasme is dat eigenlijk toch belangrijk zou zijn, want als we zo iets doen dat is het toch belangrijk dat niet alleen de bevolking ook mensen buiten Dendermonde maar ook onze middenstand en horecazaken mee zijn, dus wat is daar de stand van zaken in die gesprekken met de mensen en wat, ik neem aan, welke stappen gaat u nog proberen nemen om daar toch tot een soort compromis te komen met de lokale horecauitbaters, dus in die zin een aanvulling op de vraag van collega Van der Vreken. Antwoord Piet Buyse, burgemeester Collega’s, het zijn goede vragen, uiteraard, maar ik heb dit altijd gezegd, we komen met dit contract naar de gemeenteraad en dat zal dus effectief ook gebeuren waarschijnlijk de volgende gemeenteraad en mijn antwoord op de heer Goossens. U heeft een voorlopige versie van het contract kunnen inkijken dat al veel bijgeschaafd is door onze diensten, dus vandaar dat het contract bijvoorbeeld niet vandaag op de gemeenteraad is omdat er voortdurend onderhandeld wordt met hen over de modaliteiten bv. waar u naar verwijst dat andere initiatieven in de deelgemeenten niet meer kunnen plaatsvinden, dat klopt niet. Dat is één van de zaken die wij uitdrukkelijk besproken hebben en één van de voorwaarden die wij verbonden hebben aan dit contract. En als dat strenger moet gestipuleerd worden dat zullen wij dat ook strenger stipuleren, maar dat klopt dus niet. Wat wij niet mogen doen is bij wijze van spreken, ik zeg zo maar wat hoor Rock op de Markt is totaal uit de lucht gegrepen, in de periode van Katuit een fuif organiseren en dat ook Marktrock noemen, dat mag natuurlijk niet. Dat klopt we mogen geen copy and paste van hetzelfde evenement doen daar hebben zij de exclusiviteit voor, zowel in Leuven als in Bilzen als in Dendermonde. Leuven bv. heeft het festival Beleuvenissen, u wel bekend, dat is ook niet verboden door dit contract, dus er kan zeer veel. We mogen alleen niet n’n tweede Marktrock doen en dan alleen maar, bij wijze van spreken een benefiet van de stad. Wat de vraag betreft van u collega. We hebben daar vorige keer op vraag van mijnheer Deygers over gesproken in de gemeenteraad. We zijn volop aan de voorbereiding bezig, het is natuurlijk niet zo wat mijnheer Goossens zegt dat er daar niets mag gebeuren omdat er een contract zou zijn dat dat verbiedt, dat klopt natuurlijk niet, maar ik heb heel goed geluisterd naar de opmerkingen van de fracties vorige keer en ik ben het voorstel in die zin aan het uitwerken, want den ene zegt OK we gaan iets klein doen, den andere zegt, ja, het moet iets groter zijn. We proberen een combinatie uit te werken, ik wil daar gerust straks wat over debatteren maar dit moet ook nog voorgelegd worden aan het college en zal uiteraard met jullie besproken worden. Dan heb ik al een heel uitgebreid antwoord gegeven op uw vragen, mijnheer Van der Vreken, maar een aantal vragen zijn nog niet beantwoord omdat wij maandag op het college een heel uitgebreide nota gaan bespreken waar al onze diensten, inclusief, onze veiligheidsdiensten het gegroepeerde advies brengen naar ons en daar zullen een hele reeks maatregelen in voorgesteld staan, maar die hele reeks maatregelen moeten ook nog verder uitgewerkt worden maar ik heb hier informatie gegeven aan alle fracties over de kostprijs van het evenement. 1. Wat is de totale kostprijs (inclusief inzetten personeel) van dit evenement en hoe is dit gebudgetteerd en wat is de verwachte return? Volgens organisator Live Entertainment nv (LE) bedraagt de totale kostprijs van dit tweedaags evenement ca. 150.000 EUR (excl. personeelsinzet). De helft van dit bedrag wordt ingebracht door LE via sponsoring. De stad staat in voor de overige 75.000 EUR. Bovenop deze financiële bijdrage verleent de stad logistieke ondersteuning (cf. ter beschikking stellen van feestmateriaal zoals nadars en stroomkasten, ter beschikking stellen van lokalen in het Stadhuis, ondersteuning door de technische dienst en de veiligheidsdiensten, ...). De financiële bijdrage van de stad aan Marktrock is gebudgetteerd op rekening 6145000, beleidsitem 071000 (Feesten en plechtigheden). De verwachte return van dit stadsfestival situeert zich op verschillende vlakken: Stadspromotie (via dit festival wordt het imago van Dendermonde als een eigentijdse evenementenstad verder uitgedragen in Vlaanderen). - - Ontspanning/recreatie voor de eigen inwoners en bezoekers (de organisatoren rekenen op ca. 25.000 bezoekers gespreid over de twee festivaldagen). Het programma bevat zowel optredens die specifiek gericht zijn op jongeren alsook op volwassenen en gezinnen. Return voor de lokale middenstand (horeca en andere) door de bestedingen van de bezoekers. Betrokkenheid van de lokale muziekscène (lokale DJ's krijgen de kans om op de Vlasmarkt twee dagen hun muzikaal kunnen te tonen aan een groot publiek). 2. Is dit eenmalig of is er een contract van meerdere jaren? Zo ja hoeveel jaar? Oorspronkelijk kwam LE met het voorstel om een contract af te sluiten voor 6 edities. De formulering was aanvankelijk als volgt: "Stad Dendermonde geeft aan LE de toestemming om het festival jaarlijks te organiseren voor een periode van 6 jaar, zijnde 6 edities van 2014 t.e.m. 2019." Na bespreking in het schepencollege en na heronderhandelen met LE is deze passage in het contract gewijzigd als volgt: "Stad Dendermonde geeft aan LE de toestemming om het Festival te organiseren in 2014. Voor zover deze editie financieel, artistiek en organisatorisch positief geëvalueerd wordt door beide partijen, is een jaarlijkse voortzetting van dit festival mogelijk t.e.m. 2019." (De beslissing om effectief de samenwerking te verlengen dient genomen te worden voor 31 oktober 2014). 3. Wat zijn de verbintenissen van de stad ten opzichte van de organisatie? Het gaat in hoofdzaak om financiële en logistieke ondersteuning, zoals aangegeven in antwoord 1. Een aantal concrete details zijn vermeld in de samenwerkingsovereen-komst zelf. 4. Wordt de binnenstad autovrij gemaakt? Zo ja, vanaf wanneer, hoe lang en voor welke straten is dit geldig? Op basis van overleg met LE en met verschillende stadsdiensten en brandweer en politie, is een ontwerpnota voor het collega opgemaakt (wordt in principe besproken op 28/4), met daarin een aantal praktische schikkingen voor Marktrock. Er is o.a. een festivalzone afgebakend waarin verkeersbeperkende maatregelen van kracht zullen zijn. 5. Zijn de horeca-uitbaters van de Grote Markt op de hoogte en kunnen zij hun zomerterras laten staan en dus dranken verkopen op hun terras? In principe dienen de terrassen in het Marktrock-weekend volledig afgebroken te worden (dit is één van de goed te keuren maatregelen voor het CBS van 28/4). Er zijn info- en overlegvergadering met de horeca gepland op zondag 27/4 en op woensdag 14/5 teneinde de impact van heel het zomerprogramma toe te lichten. 6. Zijn de handelaars en bewoners al gecontacteerd via een bewonersbrief? Op 19 februari werd reeds een eerste algemene bewonersbrief rondgestuurd, met daarin de aankondiging van het zomerprogramma en de noodzaak van het uitwerken van verdere maatregelen. Er werd de belofte gedaan om in de maand mei nogmaals te communiceren met meer concrete info en praktische regelingen. Hiertoe werden de voorbije weken diverse vergaderingen gehouden en zal het college eerstdaags de nodige beslissingen nemen. Er kan dus zoals voorzien in de loop van de maand mei uitgebreid gecommuniceerd worden naar handelaars en buurtbewoners. Volgende personen zijn tussengekomen : Dirk Abbeloos, schepen, Stijn Goossens, Stefaan Gucht, raadsleden en Piet Buyse, burgemeester BP 8. Bijgevoegd punt aangevraagd door Stefaan Van Gucht, raadslid 'Samenstelling van het directiecomité van het AGB' De Raad van Bestuur van het AGB is zo samengesteld dat iedere fractie uit de gemeenteraad minstens 1 vertegenwoordiger heeft in dit bestuursorgaan. Boven de Raad van Bestuur fungeert echter nog een directiecomité waarin niemand van de oppositie vertegenwoordigd is. Nochtans is het AGB werkzaam in de sectoren cultuur, bibliotheek en sport en dient het AGB bijgevolg de Cultuurpactwetgeving te volgen. Na een klacht van het Vlaams Belang bij de Vaste Nationale Cultuurpactcommissie over de samenstelling van het directiecomité van het AGB in Puurs is de meerderheid, na bemiddeling door de Cultuurpactinspecteur-generaal, akkoord gegaan om de samenstelling van het directiecomité aan te passen en een vertegenwoordiger van elke oppositiepartij met raadgevende stem op te nemen in het directiecomité. De Cultuurpactwet bepaalt immers dat er in alle organen van een culturele instelling of organisatie een gegarandeerde vertegenwoordiging van de verschillende strekkingen moet zijn. Voorstel van beslissing Door de huidige samenstelling van het directiecomité van het autonoom gemeentebedrijf zijn niet alle fracties uit de gemeenteraad hierin vertegenwoordigd. De gemeenteraad van Dendermonde beslist om, gelet op de Cultuurpactwetgeving, de momenteel niet vertegenwoordigde fracties uit de gemeenteraad, een mandaat met raadgevende stem te geven in het directiecomité van het AGB. De fracties worden uitgenodigd om hun afgevaardigd voor te dragen. --------------Interpellant Stefaan Van Gucht, raadslid Burgemeester, collega’s, u zult het u zich waarschijnlijk wel herinneren, vorige jaar werden in verschillende vergaderingen van de raad van bestuur van het AGB verschillende vergaderingen gewijd aan het opstellen van een nieuw huishoudelijk reglement. Die vergaderingen resulteren uiteindelijk in een reglement met consensus goedgekeurd in het AGB, dus dat is niet unaniem. Onze fractie was daar ten stelligste tegen gekant en het werd in de gemeenteraad door de meerderheid goedgekeurd. Wat is nu het probleem, de raad van bestuur van het AGB is zo samengesteld dat iedere fractie uit de gemeenteraad mintsten één vertegenwoordiger heeft in dat bestuursorgaan al of niet met raadgevende stem. Maar boven de raad van bestuur is er ergens nog een directiecomité waarin niemand van de oppositie vertegenwoordigd is. Nochtans is het AGB werkzaam in de sectoren cultuur, bibliotheek en sport en het AGB bijgevolg de cultuurpactwetgeving te volgen. Deze situatie, u moogt gerust zijn, is niet uniek in Dendermonde, ook in andere steden en gemeenten werden wij hiermee geconfronteerd en na een klacht van onze partij bij de vaste nationatiele cultuurpactcommissie over te samenstelling van het directiecomité van het AGB in Puurs, is daar de meerderheid na bemideling door de cultuurpactinspecteur-generaal akkoord gegaan om de samenstelling van het directiecomité aan te passen en een vertegenwoodiger van elke oppositiepartij met raadgevende stem op te nemen in het directiecomité. De cultuurpactwet bepaalt immers dat in alle organen van een culturele instelling of organisatie een gegarandeerde vertegenwoordiging van de verschillende strekkingen er moet zijn. Ondertussen is dat nog in verschillende andere gemeenten en steden, ik citeer Geraardsbergen, Ronse enz.. maar in verschillende gemeenten is dat punt op de agenda geplaatst en heeft men de samenstelling van het directiecomité daar aangepast. Dus ik veronderstel dat men hier in Dendermonde ook voldoende gezond verstand heeft en dat men ons voorstel van men ons voorstel van de beslissing die ik hier voorleg goedkeurt. Het zou alleen maar tijdrovend zijn, energie vragen van de bevoegde instanties om ook weer eens met een klacht naar de cultuurpactcommissie te trekken, om daar dan uiteindelijk gelijk te krijgen en dat Dendermonde het sowieso moet doen. Daarom zouden wij hier voorstellen om als voorstel van beslissing het volgende : door de huidige samenstelling van het directiecomité van het Autonoom Gemeentebedrijf zijn niet alle fracties uit de gemeenteraad hierin vertegenwoordigd. De gemeenteraad van Dendermonde beslist om, gelet op de cultuurpactwetgeving, de momenteel niet vertegenwoordigde fracties uit de gemeenteraad een mandaat met raadgevende stem te geven in het dircectiecomité van het AGB. De fracties worden uitgenodigd om hun afgevaardigde hiervoor voor te dragen. Dat is kort en bondig. Het heeft wat voeten in de aarde gehad vooraleer ik het hier op de agenda bracht, maar we moesten 100 % zeker zijn, nadat men ons de documenten vanuit Puurs doorgestuurd heeft, leggen wij het hier ter stemming voor. Antwoord Carine Verhelst, schepen Ja mijnheer Van Gucht, ik hoop ook eens navraag gedaan bij verschillende gemeenten. Maar ik wil u zeggen dus art. 22 van onze statuten dat stelt dus dat wij het directiecomité samenstellen uit de voorziter, secretaris, ondervoorzitter die wordt overgenomen van de raad van bestuur en dan de raad van bestuur zelf die wordt samengesteld uit de verschillende fracties van de gemeenteraad. Dus wij menen dat wij daarmee voldaan hebben aan het cultuurpact. Jullie hebben dat gedaan in Puurs, dan heeft de commissaris komen bemiddelen en dan is er een compromis gevormd om dus als raadgevende stem dus de oppositie dus mee in het directiecomité mee in te nemen. Wij zijn er vanuit gegaan dat het AGB feitelijk een afspiegeling is van de gemeenteraad en de bedoelde raad van bestuur een afspiegeling van de gemeenteraad en het directiecomité een afspiegeling van het schepencollege. En zo hebben ook de gemeenten Ninove, Mechelen, Wetteren en Bornem, hebben ook hetzelfde gedaan. Nu ik heb van Bornem vernomen dat ze dus ook de vraag gekregen hebben van het Vlaams Belang, en dat zij zich juridisch lateren adviseren hebben en dat die stellen dat als de raad van bestuur voldoet aan het cultuurpact dat dit voldoende is en niet het directiecomité, dat dit niet hoeft. Nu in onze statuten staat het ook vermeld, die statuten zijn goedgekeurd, zijn gepubliceerd, dus wij zijn van mening dan wij voldaan hebben aan het cutuurpact door de raad van bestuur zo vast te stellen. Als Puurs daar wilt in meegaan dan is dat hun beslissing, maar Dendermonde zal daar momenteel hier niet in mee stappen. Er wordt gestemd : 12 stemmen 'ja' (Vlaams Belang, N-VA en Open Vld), 19 stemmen 'neen' CD&V en SPA), 1 onthouding (Groen). Het voorstel wordt niet aanvaard. BP 9. Bijgevoegd punt aangevraagd door Matthias Coppens, raadslid 'Marktrock Dendermonde' Groen vraagt aan de bevoegde schepen in hoeverre de lokale horeca betrokken is bij deze activiteit. Welke afspraken zijn gemaakt en of men er is in geslaagd om de lokale horeca op enthousiaste wijze te betrekken. ----------------Zie punt BP 7. BP 10. Bijgevoegd punt aangevraagd door Matthias Coppens, raadslid 'WK - Voetbal Grote Markt Dendermonde ?' Groen stelt de vraag wat de plannen zijn voor tijdens het WK voetbal. Worden er opnieuw matchen vertoond op groot scherm op de Grote Markt ? Wat is de houding van het stadsbestuur inzake de omzendbrief Milquet in verband met Gasboetes ? --------------Interpellant Matthias Coppens, raadslid Ja mijnheer de voorzitter, collega’s, heel kort en bondig eigenlijk wat zijn de vooruitzicht voor een groot schermen om samen naar de Belgen te kunnen kijken op de Grote Markt in Dendermonde Antwoord Piet Buyse, burgemeester De vorige keer is dat georganiseerd geweest door het feestcomité van Dendermonde. Ik heb aan collega Van Gucht vandaag nog eens gevraagd, het antwoord is neen, ze gaan dat niet meer organiseren. Er is ook geen enkele andere vraag voor Grote Schermen op de Grote Markt binnen gekomen, op dit ogenblik. Er zijn wel twee andere vragen voor grote schermen tijdens het WK, één in het centrum De Vliet in Baasrode en één zou zich afspelen hier vlak achter ons tussen het museum en de andere kant van de Kerkstraat. Dus op het korte deel van de Kerkstraat. Deze vragen die worden nu momenteel onderzocht, de politie wordt verzocht advies te geven en op basis daarvan zullen wij beslissingen nemen. Voor de Grote Markt zijn er geen aanvragen. -----De voorzitter sluit de vergadering om 22:15 uur. ------ Elke De Man stadssecretaris Piet Buyse burgemeester-voorzitter
© Copyright 2024 ExpyDoc