Beroepsprofiel NeVeZi

BEROEPSPROFIEL
Nederlandse Vereniging voor
Zingevingtherapeuten
Editie maart 2014
1
© Nederlandse Vereniging voor Zingevingtherapeuten
Voorwoord
Voor u ligt het beroepsprofiel voor therapeuten, counselors, coaches en
consulenten van de Nederlandse Vereniging voor Zingevingtherapeuten
(NeVeZi), gevestigd te Utrecht.
Waar in dit document sprake is van het beroep zingevingtherapeut wordt
tevens gedoeld op hulpverleners die cliënten met zingevingsvragen
bijstaan volgens het counselors-, consulenten- of coachingsmodel.
Sinds de oprichting van de NeVeZi (2012) heeft de vereniging naast een
platformfunctie de intentie te komen tot een beroepsvereniging in die zin,
dat erkenning van opleidingen, klachtenbehandeling, promotie van het
beroep van zingevingtherapeut en ondersteuning van haar leden bij het
voeren van een praktijk deel gaan uitmaken van haar activiteiten.
Opzet
Voor het samenstellen van dit beroepsprofiel is aansluiting gezocht bij de
leidraad 'Raamwerk Beroepsprofiel' van het CBO (Centraal
BegeleidingsOrgaan voor de intercollegiale toetsing), een 'Modelproduct
van OKAB' (Ondersteuning Kwaliteitszorg Alternatieve Behandelwijzen).
Definitie
Dit profiel dient als een instrument voor de beroepsgroep van
zingevingtherapeuten die zijn aangesloten bij de NeVeZi,
a. teneinde de kwaliteit en de positie van het beroep en de uitoefening
daarvan te bevorderen en te bewaken.
b. teneinde het opleidingsniveau van de leden te bewaken aan de hand
van de beroepstaken die in het profiel worden vermeld.
Intentie
Dit beroepsprofiel is geen afgerond geheel, in die zin dat door
voortschrijdend inzicht bepaalde definities en omschrijvingen in de
toekomst kunnen worden aangepast. De intentie waarmee het profiel is
samengesteld heeft betrekking op een continu proces van bewaking en
bevordering van kwaliteiten die de zingevingtherapeut nodig heeft bij de
uitoefening van het beroep. Inherent daaraan is dat tussentijdse
bijstellingen noodzakelijk zullen zijn.
Dankwoord
Dit beroepsprofiel is tot stand gekomen door de arbeid van een werkgroep
waarin zitting hadden: Martin Cramer, Ria Oosting, Marijke Stegeman en
Ellen van der Zwan.
Het bestuur van de NeVeZi spreekt haar grote dank uit jegens allen, die
- hetzij binnen de werkgroep of daarbuiten - hebben meegewerkt aan de
totstandkoming van dit beroepsprofiel.
2
© Nederlandse Vereniging voor Zingevingtherapeuten
Inleiding
Aanleiding
Na de oprichting van de NeVeZi in 2012 werd door het bestuur aan de
totstandkoming van een beroepsprofiel een hoge prioriteit gegeven. Naar
aanleiding daarvan werd tijdens de jaarvergadering in 2013 de in het
voorwoord vermelde werkgroep in het leven geroepen.
Gelet op de relatieve onbekendheid in de samenleving met het vakgebied
van de zingevingtherapie, was het niet alleen van belang het beroep in
commerciële zin in de markt te zetten, maar werd het ook de hoogste tijd
om voor de therapeuten, counselors, coaches en consulenten die zich met
zingeving bezighouden, de gemeenschappelijke uitgangspunten, kaders
en taakgebieden te preciseren. Kortom, er was behoefte aan een
nauwkeurige beschrijving van de vakinhoudelijke aspecten waarmee de
zingevingtherapeut zich onderscheidt van andere beroepen in de
geestelijke gezondheidszorg, hetzij die in de reguliere en hetzij die in de
complementaire zorg.
Ontwikkeling
Dit beroepsprofiel is het resultaat van een proces van overleg, afstemming
en evaluatie gedurende een aantal sessies.
Het valideren van het profiel is gebeurd op basis van afstemming op het
beroepsprofiel van een inmiddels opgeheven vereniging waarvan de leden
eveneens op het psychosociale vlak werkzaam waren, te weten de
'Vereniging voor Geestelijk Werkers Albert Camus'
De validering zal uiteindelijk worden geëffectueerd door instemming van
de leden conform de toepasselijke regelgeving in de statuten van de
NeVeZi. Het valideringsbeginsel behelst echter een continu proces, omdat
het profiel op grond van voorschrijdend inzicht voortdurend kan worden
bijgesteld.
Doel
Het doel van het profiel is drieërlei:
a De kwaliteit en positie van het beroep en de uitoefening daarvan
bevorderen en bewaken.
b. Het opleidingsniveau van de leden bewaken aan de hand van de
beroepstaken die in het profiel worden vermeld.
c. Het bewaken van de uniciteit van het beroep zingevingtherapeut in
ideële zin, welke tot uitdrukking komt in de definitie van het beroep en
de taakvelden van de zingevingtherapeut.
Status
De status van het profiel in deze vorm is voorlopig. Het beroepsprofiel zal
na instemming van de leden weliswaar in beginsel van kracht zijn voor
deze leden, maar daar tegenover staat dat gewijzigde inzichten en wellicht
ontwikkelingen ten aanzien van het vakgebied, in de toekomst ertoe
kunnen leiden dat het profiel moet worden bijgesteld.
3
© Nederlandse Vereniging voor Zingevingtherapeuten
Tevens is niet uitgesloten dat te zijner tijd het beroepsprofiel zal worden
uitgebreid tot een beroepsstandaard, bijvoorbeeld door samenvoeging
met het klachtreglement of door toevoeging van een beroepscode en
specifieke opleidingseisen.
Verantwoording
Er is gekozen voor een indeling conform de aanbeveling van het CBO,
'Raamwerk Beroepsprofiel', omdat dit specifiek ontwikkeld is voor
beroepen in de complementaire zorg. Daarmee voldoet het profiel
impliciet aan een indeling waar van overheidswege een voorkeur naar
uitgaat.
Opbouw
Het beroepsprofiel is als volgt opgebouwd:
Hoofdstuk 1
1. Definitie zingevingtherapeut
2. Zingeving en spiritualiteit
 Vijf niveaus van zingeving en spiritualiteit
1. rationeel
2. emotioneel
3. gedrag
4. spiritueel
5. fysiek
3. Begripsbepalingen
 Zingeving
 Spiritualiteit
 Transcendentie
 Religie
4. Mensvisie, mensbeeld
 Kernwaarden
5. Functie-eisen
6. Functie-inhoud
7. Taakopvatting
8. Plaatsbepaling in de (geestelijke) gezondheidszorg
Hoofdstuk 2
1. Verlenen van zorg
 Entreetaken
 Taken met betrekking tot anamnese en diagnose
 Diagnosefase
 Opstellen behandelplan
 Uitvoering behandelplan
 Evaluatie en afsluiting therapie
2. Samenwerken met ander zorgverleners
3. Beheren
4. Evalueren van beroepsmatig handelen
5. Ontwikkeling van individuele kennis en kunde
4
© Nederlandse Vereniging voor Zingevingtherapeuten
Hoofdstuk 1
1. Definitie van het beroep van zingevingtherapeut:
Het primaire referentiekader van de zingevingtherapeut kenmerkt zich
door therapeutische vaardigheden op psychosociale basis, een
godsdienstwetenschappelijke en filosofische kennis, een religieuze
levensvisie en inzicht in de fenomenologie van bijzondere, menselijke
ervaringen met perceptie op spiritualiteit en oriëntering op het
transcendente. De zingevingtherapeut ontleent zijn competentie aan
psychologische, parapsychologische, filosofische en religieuze
referentiekaders. Methodisch wordt er een ervaringsgericht
counselingsmodel gehanteerd.
(Definitie zingevingtherapeut - drs. H. Boswinkel.)
2. Zingeving en spiritualiteit
Zingeving en spiritualiteit spelen zich beide af op vijf niveaus:
1. Op rationeel (cognitief) niveau gaat het om het zich eigen maken van
waarden, het steeds opnieuw verwoorden van een levensvisie, het
vertellen van het levensverhaal of het stellen van zinvragen.
2. Op emotioneel níveau kan men denken aan het uiten en verwerken
van existentiële emoties, zoals angst, vreugde of verdriet.
3. Op gedragsniveau kunnen zingeving en spiritualiteit tot uitdrukking
komen in onder andere de keuzes die men maakt, bij het al of niet
verwerkelijken van waarden en normen of het uiting geven aan
religieuze overtuigingen.
4. Op spiritueel (symbolisch) niveau gaat het om inspiratiebronnen,
beelden, symbolen, poëzie, muziek, gebed en ritueel.
5. Op fysiek niveau wordt gekeken naar mogelijke relaties tussen fysieke
klachten en daarbij passende bewustwordingsprocessen. Het lichaam
is niet louter een fysiologisch-somatisch gegeven, maar veeleer de
unieke presentie van wie iemand is als persoon met een eigen
innerlijke wereld.
3. Begripsbepalingen:
-Zingeving
Met zingeving wordt bedoeld het continue proces waarin ieder mens, in
interactie met zijn omgeving, betekenis geeft aan zijn leven. Bij het
individuele proces van zingeving en zinervaring kunnen religie en
levensbeschouwing een wezenlijke rol spelen. Het vermogen tot
adequate zingeving bepaalt mede het geestelijk welbevinden.
5
© Nederlandse Vereniging voor Zingevingtherapeuten
In allerlei situaties kan dit vermogen op de proef gesteld worden,
waarbij wezenlijke vragen opkomen en gevoelens van verbijstering,
verdriet, angst, woede, machteloosheid en wanhoop ontstaan. Het
verdwijnen van autonomie, het verlies van de eigen rol, van relaties en
van sociale vaardigheden kunnen eenzaamheid veroorzaken. Het
Godsbeeld en mensbeeld kan daarbij veranderen. Verlies van
levenskracht en levensmotivatie kan zich voordoen.
De zingevingtherapeut heeft een begeleidende en hulpverlenende taak
bij het zingevende en spirituele ontwikkelingsproces van cliënten. Doel
van een praktijk voor zingeving en spiritualiteit is het bevorderen van
het geestelijk welbevinden van de cliënt. Dit welbevinden betreft de
totaliteit van het mens-zijn, immers zingeving voltrekt zich doorgaans
niet in de afzondering van beveiligde spirituele milieus, maar
voornamelijk te midden van het dagelijks leven met zijn vele vragen.
Zingevingsvragen zijn levensvragen ofwel existentiële vragen. Het zijn
doorgaans ook 'trage vragen', omdat het hierbij vaak gaat om een
proces van voortschrijdend zelfinzicht. Dit moet gezien worden in het
licht van het gehele complex van relaties die de cliënt heeft. Dat wil
zeggen de relaties met zijn omgeving, met de gebeurtenissen in zijn
leven, met zijn wortels, met zijn bestemming en niet in de laatste plaats
met zichzelf.
-Spiritualiteit
Het begrip spiritualiteit verwijst naar processen van innerlijke
omvorming. Spiritualiteit laat zich omschrijven aan de hand van termen
als bezieling, transcendentie, verbondenheid en verdieping. De behoefte
aan een spirituele invulling van het leven treft men niet alleen aan bij
mensen die een bepaalde religie aanhangen. Het gaat immers om alle
mogelijke – zowel godsdienstige als andere levensbeschouwelijke –
bronnen van inspiratie. Spiritualiteit heeft invloed op het hele bestaan
en heeft meer te maken met een levenshouding dan met een af te
bakenen levensgebied. Het begrip heeft niet een statisch maar
dynamisch karakter. Als zodanig raakt spiritualiteit sterk aan vragen
van zingeving en zinervaring.
Hoe men de verhouding tussen spiritualiteit en zingeving/zinervaring
ziet, is afhankelijk van het individuele of collectieve verstaanskader, de
levensbeschouwelijke context
-Transcendentie
Transcendentie is een theologisch en filosofisch begrip. Letterlijke
betekenis is: datgene wat buiten het zintuiglijk waarneembare ligt, wat
buiten het alledaagse treedt. Transcendentie heeft te maken met een
bewustzijnservaring die de dagelijkse werkelijkheid overstijgt zoals dat
het geval is bij een buiten- of bovenzintuiglijke ervaring.
6
© Nederlandse Vereniging voor Zingevingtherapeuten
-Religie
Onder religie (religare is Latijn voor verbinden) wordt gewoonlijk één
van de vele vormen van zingeving verstaan, oftewel het zoeken naar
betekenisvolle verbindingen, waarbij meestal een hogere macht
(opperwezen, god) centraal staat. In bredere zin duidt het woord
'religie' op een meer algemene vorm van spiritualiteit. Het gaat daarbij
om gevoelens, gedachten met betrekking tot de zin van het leven in
relatie tot óf een macht óf manifestaties van een macht, een beginsel of
essentie die (soms bewust) niet nader is gedefinieerd.
Het religieuze is niet iets onpersoonlijks, maar veeleer een persoonlijk
ervaringsgegeven, dat om eigen beleving, verwerking en groei vraagt.
Vandaar dat met name cliëntgerichte psychotherapie een gunstig milieu
kan vormen voor de persoonlijke uitzuivering van religieuze vragen.
De zingevingtherapeut heeft een interreligieuze visie met een open
houding naar verschillende religieuze stromingen.
4. Mensvisie, mensbeeld
De zingevingtherapeut hanteert een holistisch mensbeeld.
Essentieel is dat de zingevingtherapeut ontvankelijk is voor wat hij/zij ziet
en op hem/haar toekomt; dat er in de therapeutische relatie ruimte
gecreëerd wordt voor wat er met de cliënt als persoon op unieke wijze
gebeurt in het hier-en-nu en dat de zingevingtherapeut zo aandachtig zal
zijn dat de cliënt de mogelijkheid ontdekt om van binnenuit betekenis te
geven aan zijn of haar leven.
De zingevingtherapeut werkt vanuit de intentie een vrije ruimte voor de
patiënt of cliënt te creëren: zoveel mogelijk ontdaan van beïnvloeding van
de eigen invulling over wat 'goed' is voor de cliënt. Het gaat om het
basisbesef van niet-weten en een ontvankelijke instelling die beoogt dat
de cliënt de beste expert is van zijn/haar eigen leven.
Om voldoende openheid aan de dag te leggen voor spirituele en religieuze
thema’s dient de therapeut te beschikken over een bepaalde
grondhouding. Met name: de empathische aandacht voor de hele persoon
van de cliënt. Dit behelst een empathie vanuit de bereidheid tot diepgaand
contact in het licht van de therapeutische relatie. Het is een grondhouding
van waaruit men als reisgenoot binnen het therapeutisch traject open
staat voor de persoon in de rijkdom van zijn eigen mogelijkheden. De
zingevingtherapeut geeft ruimte voor de eigenheid en ‘het andere’ van de
ander.
7
© Nederlandse Vereniging voor Zingevingtherapeuten
De kernwaarden ten aanzien van de visie op het mens-zijn van de cliënt,
en waarin de zingevingtherapie zich wezenlijk onderscheidt van andere
beroepsgroepen in de (geestelijke) gezondheidszorg, laten zich als volgt
formuleren:
1. De mens is in de kern bewustzijn.
2. Een zielsprincipe maakt deel uit van de menselijke hoedanigheid.
3. In de stroom van het leven kan de mens aan zijn bestemming, zijn
authenticiteit, raken.
Het besef van deze waarden is bepalend voor de hulpverlening die de
zingevingtherapeut aan zijn cliënt verleent, ongeacht welke methodiek
hij/zij daarbij hanteert.
Uitgangspunt hierbij is de belevingswereld van de cliënt welke niet
noodzakelijkerwijs dezelfde hoeft te zijn als die van de therapeut. Cruciaal
is dat de gehanteerde methodiek op basis van een of meerdere
kernwaarden ertoe kan leiden dat de verleende hulp effectief is. Dat wil
zeggen, dat de cliënt daardoor meer innerlijke vrijheid en vrede gaat
ervaren.
5. Functie-eisen
De zingevingtherapeut dient de opleiding Zingeving & Spiritualiteit aan de
Hogeschool Geesteswetenschappen Utrecht (HGU) te hebben gevolgd en
voltooid, dan wel een gelijkwaardige opleiding gericht op
levensbeschouwing en of geestelijke begeleiding.
De zingevingtherapeut deint zich te ontwikkelen door bij- en nascholing op
het gebied van zingeving, spiritualiteit en geestelijke begeleiding. Om
aangesloten te zijn bij de NeVeZi, is het noodzakelijk om na- en
bijscholing te volgen om op deze wijze professionaliteit op peil te houden
en verbonden met elkaar te zijn en te blijven.
De NeVeZi biedt ondersteuning en begeleiding die gericht is op de
ontwikkeling van de eigen veerkracht. Supervisie is noodzakelijk om vrij
te blijven van sleur en routinematig handelen. Het gaat om het
uitzuiveren van de grondhouding van de therapeut, om zo én scherp én
veerkrachtig te blijven in de uitoefening van het vak.
6. Functie-inhoud
De zingevingtherapeut heeft een begeleidende functie en hanteert daarbij
een holistisch mensbeeld.
De cliënt staat centraal in het hier en nu, daar waar in het dagelijks
bestaan er belemmeringen zijn en de levensvreugde is afgenomen. De
zorg voor de ziel staat centraal in het levensverhaal van de cliënt.
8
© Nederlandse Vereniging voor Zingevingtherapeuten
In de uitoefening van een praktijk ligt de focus op het proces van
zingeving en spiritualiteit van de cliënt. Hierin is het belangrijk oog te
hebben voor de weg die de cliënt aflegt in het leven en voor zijn of haar
groei in zin- en waardenbeleving.
Het uitgangspunt is dat de zingevingtherapeut als zorgverlener binnen de
therapeutische relatie de zinbeleving van de cliënt kan stimuleren.
De ontmoeting tussen therapeut en cliënt vindt plaats in wederkerigheid.
Om de ander toe te laten binnen het eigen zingevingproces is een
vertrouwensband noodzakelijk. Vertrouwen vooronderstelt wederzijds
respect.
Er dient een therapeutische relatie opgebouwd te worden door met een
open blik ontvankelijk te zijn voor de waarheid die zich in het hier-en-nu
van het gesprek telkens voltrekt. Van belang daarbij is ook het samen met
de cliënt op zoek gaan naar meer verheldering over de weg die het best
kan worden ingeslagen.
Het geheel van de gedeelde ervaringen krijgt dan het karakter van een
zoektocht naar waarheid die samen ontdekt wordt. Dit heeft ook te maken
met een value-based behandeling, waarbij de zingevingtherapeut
ontvankelijk durft te zijn voor de waarden die in het geding zijn en er niet
voor terugdeinst om deze bespreekbaar te maken. Dit vraagt er om open
te staan voor het ethisch appel dat uitgaat van de concrete situatie.
De zingevingtherapeut geeft begeleiding wanneer in de dagelijkse
ervaringen zin en betekenis hun vanzelfsprekendheid hebben verloren en
zingevingsvragen aan de orde komen. In dat geval zal inhoudelijke
ondersteuning en aandachtige presentie van belang zijn, die zich richten
op erkenning en bevestiging van waarden en levensbeschouwelijke
overtuigingen, maar ook het onderzoeken daarvan.
De zingevingtherapeut geeft hulpverlening wanneer het zingevingsproces
uit zijn evenwicht is geraakt of een belangrijke rol speelt in de beleving
van een ziekte of stoornis.
De praktijkuitoefening vindt plaats op grond van een diagnostische,
hermeneutische en therapeutische competentie. Alles wat een
zingevingtherapeut verteld wordt is vertrouwelijk en zal als zodanig
behandeld worden.
7. Taakopvatting
-Houdingsaspecten
 Het onvoorwaardelijk actief luisteren;
 Een staat van tegenwoordigheid aan de dag leggen;
 Het respectvol ordenen van zingeving- en levensvragen;
 Het ontvankelijk zijn voor ethische vragen;
9
© Nederlandse Vereniging voor Zingevingtherapeuten
 Het gezamenlijk met de cliënt op zoek, op weg gaan naar
verheldering van de zin van het (persoonlijk) bestaan.
-Aandachtsgebieden
 Begeleiding rondom identiteitsvragen en existentiële vragen;
 Begeleiding bij stress;
 Begeleiding van rouw en verlies;
 Begeleiding bij scharniermomenten in het leven
- het verlies van een baan;
- puberteit, overgang;
- arbeidsongeschiktheid;
- gezondheidsproblemen, zoals een chronische ziekte;
 Begeleiding van leerlingen en studenten bij het maken van een
keuze (school/onderwijs), bij het accepteren van het onvermogen
ten aanzien van de mogelijkheden;
 Begeleiding bij het re-integreren in de samenleving van exgedetineerden of ex-psychiatrische patiënten;
 Begeleiden van een relatie;
 Begeleiding om nieuwe rituelen te creëren, om steunpunten te
ervaren in het dagelijks bestaan;
 Begeleiding bij het zoeken naar een uitingsvorm wanneer gevoelens,
emoties en zielenpijn niet zo maar in woorden zijn uit te drukken.
Hierbij kan gedacht worden aan: muziek; een wandeling; tekenen;
schilderen; boetseren; biografisch schrijven; meditatie en
dergelijke.
Er zijn steeds verschillende vormen mogelijk, zowel in een groep als
individueel. Een workshop of lezing kan ook deel uitmaken van de taken
van een zingevingtherapeut.
8. Plaatsbepaling in de (geestelijke) gezondheidszorg
De zingevingtherapeut kan als volgt inzetbaar zijn:
- in een zelfstandige praktijk;
- in een maatschap of ander samenwerkingsverband met collega's;
- in een ziekenhuis;
- in een verpleeg- en woonzorginstelling;
- in de revalidatiezorg;
- in de verslavingszorg;
- in de gehandicaptenzorg (verstandelijke en lichamelijke alsmede hun
naasten);
- in inrichtingen van Justitie zoals Huis van bewaring; Jeugdinrichting;
TBS- instelling;
- bij de politie; ambulance en brandweer inzake hulp aan personeel of
slachtoffers;
- in een hospice;
10
© Nederlandse Vereniging voor Zingevingtherapeuten
- in uitvaartcentra;
- in het onderwijs;
- in sociaal/maatschappelijke instellingen zoals Slachtofferhulp of
Humanitas
De zingevingtherapeut is dus inzetbaar binnen verschillende
maatschappelijke disciplines zowel voor de individuele zorg, als de zorg in
groeps- of teamverband.
11
© Nederlandse Vereniging voor Zingevingtherapeuten
Hoofdstuk 2
1. Verlenen van zorg
- Entreetaken
Onder entreetaken worden alle taken verstaan, die dienen te worden
gerealiseerd om een adequate toegang tot de therapie te waarborgen
voor individuele hulpvragers en anderen.
 De therapeut dient (schriftelijk) informatie te geven aan de cliënt over
de organisatie van de praktijk zoals openingstijden, tijden voor een
telefonisch spreekuur en bereikbaarheid.
 Tijdens het eerste (telefonische) contact dient de therapeut de
toekomstige cliënt op de hoogte te stellen van de duur van het
consult, het tarief van het consult en van de eventuele vergoeding van
de zorgverzekeraar. De therapeut stelt de hulpvrager op de hoogte
van het feit dat er een klachtenregeling bestaat.
 Bij het eerste contact is het de taak van de therapeut:
- open te staan voor de zorgvraag, ongeacht de leeftijd, sociale en
economische status, opleiding, cultuur, ras, sekse, levensovertuiging
en levensfase van de doelgroep of de aard van de problematiek;
- de cliënt informatie en inzicht te geven over de mogelijkheden van
de therapie en de hulp die van daaruit geboden kan worden. De
informatie dient gerelateerd te zijn aan de hulpvrager en diens
hulpvraag;
- in te gaan op de hulpvraag; hierbij is richtinggevend de
deskundigheid van de therapeut;
- voor doorverwijzing zorg te dragen indien de therapeut voorziet dat
er onvoldoende adequate hulp geboden kan worden door de
therapeut zelf;
- niet meer hulp te bieden dan welke hij op verantwoorde wijze met
zorg en aandacht kan behandelen;
- open te staan en bereid te zijn tot overleg met hulpverleners uit
andere disciplines en andere takken van zorg.
- Taken met betrekking tot anamnese en diagnose
Onder taken met betrekking tot anamnese en diagnose worden alle
taken verstaan die zorgen voor verheldering van het totaalbeeld van
symptomen van de hulpvrager op fysiek, mentaal, emotioneel en
spiritueel gebied. De medische diagnose is evenwel voorbehouden aan
een arts.
 Anamnesefase
Het taakgebied van de therapeut met betrekking tot de anamnesefase:
- onderzoeken waar de essentie ligt in de hulpvraag van de cliënt en
inventariseren welke behoeften hij heeft;
12
© Nederlandse Vereniging voor Zingevingtherapeuten
- risicodragende situaties herkennen die specialistische medische zorg
vereisen en in deze situaties de cliënt onverwijld doorverwijzen;
- hulpvragen die naar het inzicht van de therapeut niet volgens de
principes van de therapie behandeld kunnen worden herkennen en
zo nodig de cliënt doorverwijzen.
- waarde hechten aan de relatie hulpvrager-therapeut. De therapeut
zal aandacht dienen te schenken aan communicatieve processen,
projectiemechanismen, gelijkwaardigheid, vertrouwensrelatie,
respect en openheid alsmede het beroepsgeheim;
- vragen naar medicijngebruik, ook zelfzorg, en de diagnose van
eerder bezochte hulpverleners;
- de hulpvrager ondervragen met betrekking tot datgene waar de
hulpvrager in eerste instantie voor komt;
- observatie van fysieke, mentale, emotionele of spirituele symptomen
en non-verbale signalen;
- biografische anamnese;
- zoeken naar de essentie van de hulpvraag van de cliënt, de kern van
de verstoring op fysiek, emotioneel, mentaal, spiritueel of sociaal
niveau.
 Diagnosefase
Met de diagnosefase wordt bedoeld het proces waarin de therapeut
zijn conclusies trekt. Het taakgebied van de therapeut met betrekking
tot deze fase betreft:
- Het onderzoek uitsluitend te richten op het verkrijgen van gegevens
voor de te geven behandeling;
- Bij het verstrekken van informatie over de bevindingen aan de cliënt
de nodige zorgvuldigheid betrachten;
- In staat zijn om de vergaarde informatie in te delen naar fysiek,
emotioneel, mentaal en spiritueel niveau.
- Opstellen behandelplan
De taken van de therapeut hierin zijn:
a. een gefaseerd behandelplan opstellen, in overleg met de cliënt en
rekening houdend met de mogelijkheden van de cliënt en diens
omgeving;
Een behandelplan houdt in:
- het vinden van de bij de cliënt passende behandelmethode,
aansluitend bij de essentie van de problematiek van de cliënt.
- prioriteiten stellen in het behandelplan van de cliënt.
- een behandelmethode toepassen die de cliënt ondersteunt,
stimuleert of aanzet op een zodanige wijze dat deze zo snel
mogelijk in een balanssituatie komt waardoor hij geen therapie
meer nodig heeft.
- het behandelplan op te zetten vanuit de holistische benadering van
de mens en de hulpvraag die de cliënt heeft.
13
© Nederlandse Vereniging voor Zingevingtherapeuten
- de cliënt inzicht te verschaffen in de therapie zelf, de methoden, de
reacties en de vooruitzichten.
- de zelfstandigheid van de cliënt bevorderen, zodat afhankelijkheid
van de therapie of therapeut wordt voorkomen.
b. kennis hebben van de grenzen van de therapie en doorverwijzen
naar andere hulpverleners indien noodzakelijk;
c. aan de hand van de reacties op de behandeling het behandelplan
bijstellen.
- Uitvoering behandelplan
De therapeut werkt, zowel kort- als langdurig, aan het bevorderen van
het welbevinden van de cliënt.
- Het begeleidingsproces wordt vastgesteld in overleg met de cliënt.
- Het doel is positief gesteld.
- Het doel is toetsbaar en wordt daartoe concreet geformuleerd.
- Het doel is haalbaar in die zin dat het in principe binnen de
mogelijkheden van de cliënt ligt of daarbinnen kan worden gebracht.
- Het bereiken van het doel mag geen onacceptabele neveneffecten voor
de cliënt en eventuele derden met zich meebrengen.
- Evaluatie en afsluiting therapie
Het is de taak van de therapeut:
- het behandelplan steeds binnen de behandeling kritisch te bezien en zo
nodig bij te stellen;
- zo nodig tussentijds overleg te voeren met de eventuele verwijzer;
- persoonlijke ervaringen van de cliënt ten aanzien van de therapie
inventariseren en te betrekken in het behandelplan;
- het eindresultaat van de therapie te evalueren met de cliënt;
- door middel van evaluatie van de therapie inzicht te krijgen in eigen
therapeutisch handelen.
2. Samenwerken met andere zorgverleners
Indien de cliënt toestemming geeft kan er tijdens de behandeling overlegd
worden met andere zorgverleners.
3. Gegevensbeheer
De intakegegevens en de behandelverslagen van de cliënt moeten
duidelijk worden geregistreerd in verband met doorverwijzing en
waarneming.
Deze gegevens dienen bewaard te worden op een dusdanige wijze dat
derden geen toegang kunnen krijgen tot de gegevens, ook niet wanneer
een digitale opslag van de gegevens wordt toegepast.
14
© Nederlandse Vereniging voor Zingevingtherapeuten
4. Evalueren van beroepsmatig handelen
De therapeut dient een bijdrage te leveren aan het opzetten en uitvoeren
van evaluaties ten behoeve van het beroepsmatig handelen, te denken
valt aan intercollegiale toetsing, intervisie en supervisie.
5. Ontwikkeling van individuele kennis en kunde
De zingevingtherapeut dient zich bezig te houden met de verdere
inhoudelijke ontwikkeling van zijn vakuitoefening, bijvoorbeeld door
middel van het publiceren in vakbladen, het organiseren van
studiebijeenkomsten en het bijwonen van symposia en congressen en
dergelijke.
15
© Nederlandse Vereniging voor Zingevingtherapeuten