Inhoudsopgave schoolgids 2014-2015 Voorwoord 2 Hoofdstuk 1 De school: algemene gegevens 3 Hoofdstuk 2 Waar de school voor staat 6 Hoofdstuk 3 De organisatie van het onderwijs 9 Hoofdstuk 4 De zorg voor de kinderen 13 Hoofdstuk 5 Jaaractiviteiten voor de kinderen 19 Hoofdstuk 6 De externe contacten 20 Hoofdstuk 7 Schoolbestuur 23 Hoofdstuk 8 Team Roncallischool 24 Hoofdstuk 9 De betrokkenheid van de ouders binnen de school 26 Hoofdstuk 10 Resultaten van het onderwijs 30 Hoofdstuk 11 Regeling school- en vakantietijden 32 Hoofdstuk 12 Praktische zaken 35 Hoofdstuk 13 Namen en adressen 38 Bijlage Schoolondersteuningsprofiel 41 1 Voorwoord Hierbij bieden wij u de schoolgids van de Roncallischool voor het schooljaar 2014-2015 aan. Deze gids is geschreven om u een zo goed mogelijk inzicht te geven in onze school en is bedoeld voor de ouder(s)/verzorger(s) van onze (toekomstige) leerlingen. De schoolgids is ook digitaal te lezen via onze website www.roncalli.nl Een goed en regelmatig contact tussen ouder(s)/verzorger(s) en school vinden we erg belangrijk. In deze gids wordt aangegeven dat een leer- en leefklimaat, gekenmerkt door wederzijds vertrouwen en een goede relatie, voor ons de ideale basis is voor een optimale ontwikkeling van het kind. Een goede vertrouwensrelatie tussen het kind en de leerkracht, tussen de kinderen onderling en ook tussen school en ouder(s)/verzorger(s) geeft het kind (weer) zelfvertrouwen en zelfwaardering en leidt tot positieve, succesvolle leerervaringen. Een school met een eigen gezicht en een goede sfeer is voor uw kind erg belangrijk. Als kinderen met plezier naar school gaan ontwikkelen ze zich beter en gaat het leren gemakkelijker. Kinderen moeten zich op school veilig en thuis voelen. Wederzijds respect van de leerkracht voor de kinderen en omgekeerd is van groot belang. De leerkracht daagt kinderen uit te leren, ondersteunt ze op het moment dat ze daar behoefte aan hebben en stelt grenzen waar dit nodig is. De Roncallischool blijft zich richten op een grote betrokkenheid van kinderen en ouder(s)/verzorger(s) bij de school, zorg voor kinderen en kwalitatief goed onderwijs. We begeleiden de kinderen op onze school op hun weg naar zelfstandigheid. In deze schoolgids leggen we uit wat we daar mee bedoelen en hoe we dat in de praktijk vormgeven. De gids is niet alleen bestemd voor ouders waarvan de kinderen onze school al bezoeken. Ook ouders die overwegen om hun kinderen aan te melden, vinden er veel informatie over visie, werkwijze en praktische zaken. Zoals wat te doen als uw kind ziek is, de schooltijden, extra verlof en bijvoorbeeld vakanties. Wij hopen dat deze nieuwe schoolgids met plezier wordt gelezen. Mocht u na het lezen vragen, opmerkingen of suggesties hebben dan horen wij dat graag. Suggesties tot verbetering van de schoolgids zijn altijd welkom. U kunt hierover contact opnemen met de directie van de school. Wij wensen iedereen een leuk, leerzaam en succesvol schooljaar 2014-2015. Team Roncallischool. 2 Hoofdstuk 1 De school: algemene gegevens 1.1 Adres en korte geschiedenis. Roncallischool Padevoortseallee 21 7038 AL Zeddam TEL: 0314 651530 EMAIL: [email protected] WEBSITE: www.roncalli.nl U kunt ons ook vinden op Facebook : Roncallischool Zeddam De Roncallischool is een school voor basisonderwijs voor kinderen van 4 t/m 12 jaar, met een open, gezellige en ontspannen sfeer. De Roncallischool is genoemd naar Paus Johannes XXIII. Zijn familienaam was Angelo Giuseppe Roncalli. Een man die de oecumene hoog in zijn vaandel had staan en daardoor zeer gewaardeerd werd door zowel katholieken als andersdenkenden. De school is in 2011 rigoureus verbouwd en voldoet aan alle moderne eisen. De school is gelegen in een rustige buurt tussen twee verharde wegen met weinig of geen doorgaand verkeer. De leerlingen van onze school komen uit het dorp Zeddam en de buurtschappen Vethuizen en Lengel. 1.2 Directie. Directeur: Hans Varenhout Kalverweidendijk 32 7091 RN Dinxperlo Tel. : 0315-652922 1.3. Voorlichting, aanmelding, en inschrijving Voorlichting Voor ouders, die met het oog op de schoolkeuze voor hun kind(eren) informatie over onze school willen zijn er een aantal mogelijkheden: Ook kunt u terecht bij de directeur van de school. 'Nieuwe' ouders nodigen wij graag uit voor een bezoek. Dan kunnen wij hen nog meer over de school vertellen en onze school laten zien. Maak gerust een afspraak. In het voorjaar worden ouders via ‘t ‘Montferland Nieuws’, aanplakbiljetten en in “het Prikbord” opgeroepen om de belangstelling voor onze school al vast aan te geven. Op donderdag 29 januari 2015 wordt namelijk de mogelijkheid geboden om op school rond te kijken en vragen te stellen als er onduidelijkheden zijn. Bij deze gelegenheid kunt u ook andere ouders en kinderen ontmoeten die belangstelling hebben voor onze school. Ouders die de wens hebben hun kind in te schrijven op school melden dit bij onze school door een belangstellingsformulier in te vullen en te ondertekenen. Op deze wijze kan de school een goede inschatting maken van het te verwachten aantal leerlingen in groep 1 voor het nieuwe schooljaar en bij de planning van de groepen hiermee rekening houden. 3 Aanmelding Ouders/verzorgers kunnen een leerling aanmelden bij een basisschool met het verzoek om toelating. De aanmelding moet altijd schriftelijk en kan worden gedaan vanaf de dag waarop het kind 3 jaar is maar zo mogelijk uiterlijk 10 weken vóór de datum waarop de toelating tot de school wordt gevraagd. Ouders dienen bij de aanmelding aan te geven of zij hun kind ook bij een andere school en zo ja welke school hebben aangemeld. Toelating Vanaf de leeftijd van 4 jaar kan hij/zij daadwerkelijk tot de basisschool worden toegelaten. Kinderen die al eerder een andere basisschool bezochten kunnen ook worden aangemeld op school. De school bepaalt vervolgens of de aangemelde leerling kan worden toegelaten. De toelating is niet afhankelijk van het verlenen van een geldelijke bijdrage door de ouders. Binnen 6 weken na deze aanmelding dient het bevoegd gezag van de school te beslissen over de toelating. Zorgplicht Zodra de leerling op een basisschool schriftelijk is aangemeld gaat voor deze school de zorgplicht in. (zie ook 2.1. De wet passend onderwijs) Dit geldt ook voor SBO- en SO-scholen als de leerling nog niet op een andere (basis)school staat ingeschreven. Dit betekent dat de (basis)school van aanmelding verantwoordelijk is voor de zorg van deze leerling. Mocht de (basis)school niet in staat zijn de leerling op de eigen school voldoende te begeleiden dan is het de plicht van de school om samen met ouders een andere (reguliere) basisschool te zoeken die wel aan de onderwijsbehoefte van de leerling voldoet, aan de hand van de ondersteuningsprofielen. De termijn hiervoor is 6 weken. Dit kan in sommige gevallen één maal verlengd worden met 4 weken. Voor een plaatsing op het SBO (Speciaal Basis Onderwijs) of SO (Speciaal Onderwijs) is het aan het bevoegd gezag van de school om bij het Samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring aan te vragen. Met deze verklaring heeft de leerling recht op plaatsing op het SBO van het SWV of SO in heel Nederland. Een leerling mag pas geweigerd worden als de school aan de zorgplicht heeft voldaan. Een andere reden kan zijn dat er op de school van aanmelding geen plaatsruimte is of als de ouders weigeren te verklaren de grondslag van het onderwijs van de school te respecteren. Zorgplicht en verhuizing van een kind Bij verhuizingen buiten de regio gelden dezelfde regels van plaatsing. Ouders melden hun kind aan op de school van hun voorkeur. Deze school bekijkt of ze het kind een passende plek kan bieden. Kan deze school het kind niet toelaten, dan biedt ze binnen 6 weken een plek aan op een andere school waar het kind wel geplaatst kan worden. De school mag deze termijn 1 keer met maximaal 4 weken verlengen. Verder blijft het kind ingeschreven op een school totdat een andere school bereid is hem of haar in te schrijven. Dus: Zorgplicht gaat in bij schriftelijke aanmelding op de nieuwe school. Inschrijving Zodra een toegelaten leerling ook daadwerkelijk de school gaat bezoeken wordt het als leerling van de school ingeschreven. In verband met nieuwe regelgeving zijn ouders verplicht een kopie in te leveren van het officiële document van de belastingdienst waarop het sofinummer van het kind staat vermeld (een kopie van het paspoort, de identiteitskaart of een uittreksel uit het geboorteregister mag ook.). Ook moet een ouderverklaring worden ingevuld. De school is verplicht dit van de ouders te vragen. De school neemt minimaal een maand voor het eerste schoolbezoek contact op met de ouders van de leerling om over de inschrijving en het eerste schoolbezoek praktische afspraken te maken. 4 Schooltijden / schoolbezoek. In ons land kennen we een leerplicht vanaf 5 jaar. Er is een leerrecht vanaf 4 jaar. Als ouders gebruik maken van het leerrecht, dan is in principe een leerling van 4 jaar welkom op school. Op het moment dat een ouder gebruik maakt van het recht, dan treden de geldende schoolregels in werking. Elke leerling die op onze school staat ingeschreven, dient de schooltijden te volgen, die in deze schoolgids vermeld staan. In overleg met de leerkracht kan bepaald worden, dat voor een bepaalde periode het verstandig is om een 4- of 5- jarige niet alle dagen volledig naar school te laten gaan, omdat het in uitzonderlijke gevallen nog te inspannend is. De keuze om wel of niet met hele dagen te starten kan bij de leerkracht of bij de ouder liggen. De ouder en de leerkracht bespreken dit en de beslissing wordt door de directeur genomen. De duur van de uitzondering wordt vastgelegd. 5 Hoofdstuk 2 Waar de school voor staat De Roncallischool gaat uit van de Wet op het Basisonderwijs. Het onderwijs omvat de kerndoelen en vakgebieden die daarin zijn voorgeschreven. Een belangrijke actuele ontwikkeling is de invoering van de Wet passend onderwijs. (2.1.) Scholen hebben de vrijheid eigen accenten te leggen en ook eigen doelen na te streven en te bepalen op welke manier ze lesgeven. Het is daarom van groot belang dat u als ouder weet, waar onze school voor staat. (2.2.) 2.1. De Wet passend onderwijs De Wet passend onderwijs gaat op 1 augustus 2014 in. Scholen krijgen een zorgplicht. Dat betekent dat scholen (binnen een samenwerkingsverband) er voor verantwoordelijk zijn om elk kind een goede onderwijsplek te bieden. Passend onderwijs gaat over de manier waarop extra ondersteuning in het onderwijs aan leerlingen wordt georganiseerd en gefinancierd. Uitgangspunt is dat alle leerlingen het onderwijs krijgen dat ze nodig hebben en op een onderwijsplek zitten die bij hen past. Het gaat om zowel lichte als zware ondersteuning. Bijvoorbeeld extra begeleiding op school, aangepast lesmateriaal, hulpmiddelen of onderwijs op een speciale school. Passend onderwijs is dus geen schooltype; kinderen zitten niet ‘op’ passend onderwijs. Om passend onderwijs te realiseren werken scholen in een regio samen in een samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband is ervoor verantwoordelijk dat alle leerlingen in de regio een passend onderwijsaanbod krijgen. De scholen in het samenwerkingsverband maken onderling afspraken over hoe ze ervoor zorgen dat alle leerlingen onderwijs krijgen dat bij hen past. Geen enkele leerling mag thuiszitten. De scholen maken samen afspraken over: de begeleiding die iedere reguliere school biedt; welke kinderen naar het speciaal onderwijs gaan en welke procedure daarvoor geldt; hoe het geld voor extra ondersteuning over de scholen wordt verdeeld; de kwaliteit van het onderwijs aan leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften; hoe ouders worden geïnformeerd over wat scholen kunnen bieden. Deze afspraken leggen ze vast in het ondersteuningsplan. Iedere school is wel ergens heel goed in of heeft zich ergens in gespecialiseerd. Wat een school kan en welke extra ondersteuning zij biedt, staat in het schoolondersteuningsprofiel van de school. Iedere school stelt zo’n profiel op. In het schoolondersteuningsprofiel staat wat u van de school kan verwachten. Het schoolondersteuningsprofiel is als bijlage aan deze schoolgids toegevoegd. 2.1.1. Omgaan met verschillen Binnen passend onderwijs wordt het onderwijsaanbod afgestemd op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Een goed systeem van leerlingenzorg helpt bij het bieden van zorg op maat. Het volgen van de leerlingen gebeurt systematisch. Er is ook aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Een goede sfeer (pedagogisch klimaat) vinden we een belangrijke voorwaarde voor het kunnen opdoen van leerervaringen, waardoor aan competentie (op je taak berekend zijn), autonomie (zelf keuzes kunnen maken) en aan een goede relatie (zich geaccepteerd en veilig voelen) gewerkt kan worden. Deze aspecten vinden we erg belangrijk, omdat ze essentieel zijn voor het ontwikkelingsproces. 6 Binnen onze groep leerlingen kennen we een grote verscheidenheid, net zoals in onze Nederlandse samenleving. Op respectvolle wijze met elkaar omgaan en elkaar ruimte geven, zijn zaken die we de kinderen ook op school willen bijbrengen. De school heeft beleid om sociale vaardigheden van kinderen te verbeteren en leren om te gaan met conflicten. (de Kanjertraining). In elke groep worden de afspraken van de Kanjertraining gehanteerd. 2.2. De missie en visie van de Roncallischool Missie Roncallischool: Het team is een professioneel, gemotiveerd team dat vertrouwen geeft aan de kinderen en hun ouder(s)/verzorger(s). De Roncallischool biedt de leerlingen een inspirerende leeromgeving aan. De leerlingen worden gestimuleerd om samen te spelen, samen te leren en samen te werken. De Roncallischool herkent en erkent de verschillen tussen leerlingen en medewerkers. Wij bieden de leerlingen zorg op maat aan, die binnen onze expertise en mogelijkheden ligt. Ouders zijn gesprekspartners in het opvoedings- en leerproces. Visie Roncallischool Het bovengenoemde missiestatement is uitgewerkt in richtinggevende uitspraken: De Roncallischool is een katholieke basisschool waar waarden en normen mede de basis vormen van het onderwijs. Drie kernwaarden die wij hanteren en uitdragen in onze visie: Respect Vertrouwen Solidariteit Mensbeeld Roncallischool Ieder kind is uniek. Om goed te kunnen functioneren in de maatschappij, moet elk kind zich naar eigen vermogen, zo goed mogelijk kunnen ontwikkelen op zowel sociaal als cognitief gebied. Wederzijds respect is hierbij het uitgangspunt. De Roncallischool wil een school zijn met ruimte en aandacht voor ieder kind, een school met orde en regelmaat. De school wil de kinderen een uitdagende speel- en leeromgeving bieden, waarin de kinderen leren zelfstandig, weerbaar en zelfredzaam te zijn. Daarnaast leren we de kinderen creatief om te gaan met hun eigen mogelijkheden en beperkingen. Daarbij is elk kind verantwoordelijk voor eigen handelen en moet het rekeningen (leren) houden met zijn omgeving. Dit alles laten we niet ten koste gaan van lezen, taal, rekenen en de zaakvakken. Onze school blijft een instituut, waar het leren centraal staat. De leerprestaties worden op onze school nauwlettend geregistreerd en veelvuldig en systematisch geëvalueerd. 2.2.1. De school als leergemeenschap Op Roncallischool worden hoge opbrengsten nagestreefd en stemmen leerkrachten hun onderwijs en onderwijsgedrag af op de diverse behoeften van leerlingen. Elk kind wordt uitgedaagd optimaal te presteren. Daarbij vinden we vaardigheid in taal, lezen en rekenen belangrijk. Opbrengstgericht werken is een belangrijk aandachtspunt in de schoolontwikkeling. In het schooljaar 2014-2015 ligt daarbij het accent op het opbrengstgericht werken en groepsplannen en het beredeneerd aanbod in de groepen 1-2. 2.2.2. De school als leefgemeenschap De school is niet alleen een leergemeenschap. Het is ook een leefgemeenschap en draagt bij aan een brede ontwikkeling. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om: 7 Het bevorderen van de zelfstandigheid. Het leren nemen van verantwoordelijkheid. Het leren samenwerken. Het leren omgaan met emoties. Het leren kiezen. Het aanleren van een kritische houding, ook t.o.v. zichzelf. Het bijbrengen van belangstelling voor mens en natuur. Het “anders zijn” respecteren. Leerlingen nieuwsgierig maken naar andere culturen. De maatschappelijke verantwoordelijkheid leren kennen. De religieuze c.q. maatschappelijke gevoeligheid stimuleren. Leren vertrouwen te hebben in de toekomst en geloven in eigen kunnen. Sociaal weerbaar zijn/worden. 2.2.3 De school als katholieke gemeenschap De Roncallischool is een katholieke school. Daarmee willen we zeggen, dat we ons identificeren met of laten inspireren door de waarden en normen die in de katholieke traditie en de bijbel te vinden zijn. In onze levensbeschouwelijke vorming wordt rekening gehouden met niet- of andersgelovige leerlingen. Het accent hierbij ligt sterk op algemeen menselijke- en tegelijk evangelische waarden. Bij de levensbeschouwelijke opvoeding is het in eerste instantie aan de ouders of en hoe zij de religieuze gevoeligheid van hun kinderen willen stimuleren. De eerste verantwoordelijkheid voor de geloofsopvoeding ligt dan ook thuis, bij de ouders of verzorgers, maar de school kan en wil daar bij helpen. De vanuit de parochie georganiseerde activiteiten (gezinsvieringen, speciale vieringen, voorbereidingen op de communie, het vormsel, etc.) worden ook op school onder de aandacht gebracht. Dit gebeurt vanuit de parochiële werkgroepen. De ontmoeting met andere culturen en tradities en het leren omgaan met andersdenkenden vinden we van belang. Daarbij willen we uitgaan van het recht van elk mens om trouw te zijn aan zijn of haar eigen traditie of overtuiging. Vanuit onze katholieke identiteit zijn we er van overtuigd, dat we kinderen verdraagzaamheid moeten leren omdat dit de voorwaarde is voor vrede. Met behulp van het onderwijsleerpakket Trefwoord wordt op de Roncallischool aan de levensbeschouwelijke vorming gewerkt. Onze school sponsort Jambur Lower Basic School in Gambia. 2.3 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school De zorg voor de kwaliteit van het onderwijs noemen we kwaliteitszorg. Vanzelfsprekend zien wij nog mogelijkheden voor het verbeteren van onze kwaliteit. Deze staan beschreven in het schoolplan voor 2011-2015. Wij werken aan de volgende plannen: Het verbeteren van de opbrengsten voor de vakken spelling, (begrijpend) lezen en rekenen. Werken met groepsplannen, zodat de onderwijsaanpak van de leerkracht nog beter aansluit bij de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Een goed beredeneerd aanbod in groep 1-2 aanbieden. Organiseren van de hulp aan leerlingen met een eigen leerlijn binnen de groep. Het invoeren van nieuwe methoden voor o.a. de vakken rekenen. Een stimulerend pedagogisch klimaat. Ouderbetrokkenheid. Het verder vormgeven van ICT. De bedrijfshulpverlening (BHV) is ieder schooljaar een terugkerend onderdeel in de nascholing. 8 Hoofdstuk 3 De organisatie van het onderwijs 3.1 De organisatie van de school Op Roncallischool wordt gewerkt volgens het jaarklassensysteem, met veel aandacht voor individuele behoeften van kinderen. In de onderbouw wordt gewerkt met gemengde groepen. Er zijn twee groepen 1-2. Hierin zitten kinderen van 4, 5 en 6 jaar bij elkaar in een groep. Onderbouw: Middenbouw: Bovenbouw: 2 groepen 1-2, één groep 3 groepen 4 en 5 groepen 6, 7 en 8 Een leerkracht is belast met de taak de leerlingondersteuning te coördineren; dit is de intern begeleider Jeroen Kampshof. Hiervoor heeft de school bewust 4 dagdelen vrij gehouden. 3.2. Groeps- en schoolgrootte. Bij het begin van het schooljaar bestaat de gemiddelde groepsgrootte bij de groepen 1-2 uit 18 leerlingen. In de loop van het schooljaar stromen 4-jarigen in, waardoor er aan het eind van het schooljaar ongeveer 23 leerlingen per groep zijn. De groepsgrootte in de andere groepen varieert van 21 tot 31 leerlingen. Op de teldatum (1 oktober 2014) zal de school bezocht worden door ongeveer 181 leerlingen. 3.3 De activiteiten voor de kinderen Alle leerlingen hebben behoefte aan een sterk onderwijsaanbod, m.n. bij rekenen, lezen en taal. Sommige kinderen vinden daarin al vrij snel zelf hun weg, maar vooral kinderen bij wie leren niet vanzelf gaat, zijn aangewezen op een stimulerende en gestructureerde leeromgeving. Daarom vinden we duidelijke leerlijnen voor de ontwikkeling van kennis en vaardigheden belangrijk. 3.3.1 Activiteiten in de onderbouw In de eerste maanden op school leren de kinderen wat het is om de hele dag in een groep te zijn. In de groepen 1 en 2 is veel tijd ingeruimd voor spelen. Kleuters leren veel dingen spelenderwijs. Daarbij is het onder woorden brengen van wat ze doen en beleven van grote betekenis. Luisteren naar en praten met andere kinderen en de leraar is erg belangrijk voor de (taal-)ontwikkeling en het leren rekening houden met anderen. In groep 2 leren de kinderen ook al dingen die nodig zijn in groep 3. Ze oefenen met taal- en rekenspelletjes, ook op de computer. Ze doen schrijfoefeningen. Wel zorgen we er voor dat de kinderen zoveel mogelijk nog kleuter mogen zijn. Ook stimuleren we dat ze zelf initiatieven ontplooien. We proberen elk kind dát aan te bieden wat zijn ontwikkeling weer een stukje verder brengt. Op onze school gebruiken we daarbij vooral thema’s uit de methode Schatkist. Daarbij wordt de leeromgeving betekenisvol ingericht, waarbij ruimte is voor eigen initiatief en inbreng van de kinderen. De leerkrachten proberen actief leren te stimuleren, zodat de kinderen een positief zelfbeeld krijgen en er een gevoel van eigenwaarde aan kunnen ontlenen. De leerkracht daagt uit en stuurt aan op een brede ontwikkeling. Er zijn verschillende hulpmiddelen waarmee de leerkracht de ontwikkeling van de kinderen kan volgen en stimuleren. Met de methode Schatkist beginnen de leerlingen van groep 2, vaak spelenderwijs, met allerlei voorbereidende taal/leesactiviteiten. Ze leren klanken en tekens onderscheiden en herkennen, ze leren (enkele) letters en sommige woorden en kunnen deze soms ook schrijven. Dit zorgt er voor dat de overgang naar groep 3 op taal-leesgebied zo klein mogelijk is. Ook in groep 3 wordt vanuit thema’s gewerkt, vanuit de taalleesmethode Veilig Leren Lezen. 9 In groep 3 leren de kinderen aan de hand van een aantal kernwoorden de letters. Met deze letters kunnen ze nieuwe woorden maken. Langzamerhand gaan ze deze letters en woorden leren schrijven. Aan het eind van groep 3 kunnen de meeste kinderen 2- en 3-lettergrepige woorden lezen. 3.3.2 Taal Taalonderwijs is van belang voor het succes dat kinderen in het onderwijs zullen hebben en voor de plaats die ze in de maatschappij zullen innemen. Daarnaast heeft taal een sociale functie. Kinderen dienen hun taalvaardigheid te ontwikkelen, omdat ze die nu en straks in de maatschappij hard nodig hebben. Dat houdt onder meer in dat het onderwijs waar mogelijk uitgaat van communicatieve situaties: levensechte en boeiende leesteksten, gesprekken over onderwerpen die kinderen bezig houden en het schrijven van echte teksten. Het onderwijs in Nederlandse taal is er op gericht dat kinderen in de beheersing van deze taal in en buiten school steeds competentere taalgebruikers worden. Voor het vakgebied Nederlandse taal maken we op Roncallischool onderscheid tussen de volgende vaardigheden: Schriftelijke taalvaardigheid: lezen, schrijven en spelling. Mondelinge taalvaardigheid: spreken, luisteren, woordenschat. Beschouwing van taal. Het lezen wordt apart beschreven. Voor de overige taalonderdelen wordt in de groepen 4 tot en met 8 gewerkt met de taalmethode Taal in Beeld. 3.3.3 Voortgezet lezen Het technisch lezen, voortgezet technisch lezen en begrijpend lezen staan centraal in groep 3 en vinden een vervolg in groep 4 en de hogere groepen. Ook maken we gebruik van racelezen en duolezen. In de groepen 4 t/m 8 wordt uit de methode Goed gelezen (nieuwe versie) het lezen met begrip aangeboden. Ook maakt de school gebruik van de biblio-bus. 3.3.4 Schrijven Voor het (technisch) leren schrijven is een goede ontwikkeling van de kleine motoriek een voorwaarde. Hieraan wordt in voorbereidende zin in de groepen 1 en 2 gewerkt. Vanaf groep 3 ontwikkelen de kinderen een eigen handschrift aan de hand van de methode Schrijven in de basisschool , waarbij ze de letters eerst los, en later aan elkaar op de juiste wijze leren schrijven. Dit gebeurt met een potlood. In de hogere leerjaren ontwikkelen de leerlingen een eigen handschrift, waarbij we er op letten dat kinderen duidelijk en vlot leren schrijven. 3.3.5 Rekenen Het rekenonderwijs omvat de volgende onderdelen: wiskundig inzicht en handelen, getallen en bewerkingen (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen), en meten en meetkunde (meten en leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur). Op de Roncallischool gebruiken we de rekenmethode Pluspunt, waarbij kinderen ook leren rekenen door het oplossen van probleempjes die ze in het dagelijks leven tegenkomen. Verder is er aandacht voor oefenen, memoriseren en automatiseren van de basisvaardigheden. In het schooljaar 20142015 gaat het team van de Roncallischool zich oriënteren op een nieuwe actuele rekenmethode. 3.3.6 Wereld- oriënterende vakken In de groepen 1 t/m 4 komt wereldoriëntatie aan bod in thema’s en onderwerpen die voor jonge kinderen interessant zijn. In de groepen 5 t/m 8 onderscheiden we de vakken aardrijkskunde, 10 geschiedenis, verkeer en natuuronderwijs (reeds vanaf groep 4). We werken met aardrijkskunde met de methode Wijzer door de Wereld, voor geschiedenis met de methode Wijzer door de Tijd. Met natuuronderwijs werken we met de methode Leefwereld. Voor het vakgebied verkeer werken de groepen 3 t/m 8 met de methode Klaar Over. In groep 7 wordt het theoretisch- en praktisch verkeersexamen afgenomen. 3.3.7 Techniek De Roncallischool neemt deel aan het project ‘Technieklokaal’. In het Almende College in Ulft (locatie Wesenthorst) is een technieklokaal ingericht voor de hoogste groepen van het basisonderwijs. Er zijn een techniekinstructeur en ondersteuners aangesteld en er zijn uitdagende lessen techniek ontwikkeld. Samen met de groepsleerkracht werken de leerlingen van groep 7 en 8 ongeveer 4 dagdelen in het technieklokaal. De voorbereiding van de opdrachten vindt op school plaats. 3.3.8 ICT De Roncallischool wil haar kinderen voorbereiden op de toekomst door hen verantwoord en doelbewust vertrouwd te maken in het gebruik van nieuwe communicatiemiddelen. Wij willen dit realiseren door de computer onderdeel te laten zijn van onze dagelijkse lespraktijk. Dit houdt in dat computers op Roncallischool dagelijks gebruikt worden door leerlingen van alle groepen. Daarnaast wordt er in de groepen 3 tot en met 8 gewerkt met het digitale schoolbord: het Activboard. Veel toepassingen worden op het Activ-board aangeboden. Ook school-TV- programma’s worden via het digitale schoolbord gevolgd. 3.3.9 Cultuureducatie en kunstzinnige oriëntatie Cultuureducatie in het onderwijs wordt vormgegeven via kunstzinnige oriëntatie. De Roncallischool hanteert de kerndoelen als basis voor het programma cultuureducatie. Het leerplan is breed en divers opgebouwd: tekenen, handvaardigheid, muziek, dans/beweging, drama/spel, foto/film, taal/literatuur en cultureel erfgoed. De 8 kunstdisciplines komen aan bod via het Kunstmenu, Projecten en lessen. Voor het schooljaar 2014-2015 is een planning voor het Kunstmenu opgesteld. Daarbij gaat het o.a. om theatervoorstellingen, museumbezoek, bezoek aan historische gebouwen, e.d.. Muziekles wordt door de groepsleerkracht gegeven. In groep 4 wordt onder schooltijd AMV (Algemene Muzikale Vorming) door een medewerker van de muziekschool gegeven. Na het eerste jaar AMV kunnen de kinderen buiten schooltijd op vrijwillige basis de deelname aan AMV voortzetten. In groep 5 worden 25 lessen verzorgd door een medewerker van de Muziekvereniging KnA. In de lessen muziek en in het bewegingsonderwijs is ook aandacht voor dans en beweging. 3.3.10 Bewegingsonderwijs De groepen 1 en 2 spelen dagelijks in de gymzaal of, als het weer dit toelaat, buiten. De kinderen kunnen vrij spelen, of de leerkracht geeft een spelles. De groepen 3 t/m 8 hebben twee keer per week bewegingsonderwijs. Jaarlijks is er voor alle groepen een atletiekdag, deze wordt op de atletiekbaan in Ulft gehouden. De lessen bewegingsonderwijs worden gegeven in de gymzaal van de Roncallischool, op de speelplaats of op een sportveld. De meisjes en jongens gymmen in een kort broekje met een T-shirt of in een turnpak. Gymschoenen worden nog lang niet door alle kinderen gedragen. Toch is het erg belangrijk dit wel te doen. Het is hygiënischer: voorkomt voetwratten en bepaalde voetschimmels. Een aantal lessen worden op donderdag door de combinatiefunctionaris van de gemeente Montferland, Kevin Kettering, gegeven. 11 Naast het verzorgen van het bewegingsonderwijs geeft de combinatiefunctionaris advies ten aanzien van het sport- en beweegbeleid op school en legt hij verbindingen tussen scholen en sportverenigingen en waar mogelijk andere lokale partijen. Ook worden onder verantwoordelijkheid van de combinatiefunctionaris stagiaires van de opleiding Sport en Bewegen ingezet. Vanaf schooljaar 2012-2013 is er met een combinatiefunctionaris gewerkt. Voor het schooljaar 2014-2015 maakt de gemeente Montferland dit wederom mogelijk. 3.3.11 Motoriek Binnen de reguliere lessen bewegingsonderwijs komen we tegemoet aan verschillen tussen leerlingen door oefeningen op verschillende niveaus aan te bieden. We blijven de motorische ontwikkeling van de kinderen volgen en zorgen voor extra oefening waar dit nodig is. In de groepen 1,2 en 3 is extra aandacht voor de fijne motoriek en het schrijven. Om deze ontwikkeling te stimuleren wordt een rijke leeromgeving ingericht. Ook wordt deze ontwikkeling goed gevolgd, zodat waar nodig extra oefening geboden kan worden. 3.3.12 Godsdienst/levensbeschouwing Als methode voor het vakgebied godsdienst/levensbeschouwing maken we op onze school gebruik van de methode "Trefwoord". Met name als voorbereiding op Kerst en Pasen wordt Trefwoord gebruikt. De uitwerking is verschillend voor de onderbouw, middenbouw en bovenbouw. 12 Hoofdstuk 4 De zorg voor kinderen 4.1 De opvang van nieuwe leerlingen in de school. Wanneer uw kind de leeftijd van 4 jaar heeft bereikt, kan het groep 1 van onze school bezoeken. Tevoren ontvangt u een uitnodiging van de leerkracht van groep 1-2, waarop staat wanneer uw kind kan komen kennismaken. De leerkracht zal dan tevens met u afspreken wanneer uw kind een aantal dagdelen de desbetreffende groep kan komen bezoeken. Alle ouders worden bij inschrijving uitgenodigd voor een intake gesprek. Voorafgaand aan het intakegesprek wordt ouders gevraagd een formulier in te vullen. Zij geven daarin relevante informatie over (de ontwikkeling van) hun kind. Tijdens het gesprek wordt informatie uitgewisseld met als doel de start op de basisschool zo soepel mogelijk te laten verlopen. Van leerlingen die eerder een andere school bezochten wordt de informatie van de vorige school gebruikt om de overgang naar onze school zo soepel mogelijk te laten verlopen. 4.2 leerlingondersteuning 4.2.1 Passend onderwijs De ontwikkelingen in het basisonderwijs verlangen dat het "werken in de klas" meer en meer is afgestemd op de onderwijs-behoeften van de kinderen. Dat is kortgezegd passend onderwijs. De basis van goed onderwijs ligt in de groep en dat betekent dat onderwijs aangepast moet zijn aan de onderwijs- en ontwikkelings- behoeften van kinderen. Leerkrachten worden hierin bijgestaan door de intern begeleider Jeroen Kampshof. De intern begeleider coördineert de leerlingondersteuning. 4.2.2 Leerlingdossiers. Zodra uw kind op onze school komt wordt er een dossier aangelegd, waarin zich persoonsgegevens, onderzoeken, e.d. bevinden. Deze leerlingdossiers zijn strikt vertrouwelijk en worden zorgvuldig opgeborgen. U heeft als ouder het recht om het dossier van uw kind in te zien. Praktisch gezien betekent dit dat u een afspraak moet maken met de directie om het dossier te raadplegen. Het kan zijn dat de school delen van het leerlingendossier van uw kind aan anderen wil laten zien, bijvoorbeeld aan de schoolbegeleidingsdienst. Dat kan alleen als u als ouder daarvoor toestemming hebt gegeven. 4.2.3 Leerlingvolgsysteem. Onze school werkt met het Cito-LOVS (= Cito leerling- en onderwijs-volgsysteem). Dit is een verzameling toetsen, die niet aan een methode zijn gebonden, waarmee we de vorderingen van de leerlingen volgen vanaf de kleuterjaren tot en met groep 8. Het laat zien hoeveel een kind in een bepaalde periode heeft bijgeleerd. Bijvoorbeeld de periode tussen januari en juni. Het zijn landelijk genormeerde toetsen. De toetsen zijn afgenomen bij een grote groep leerlingen verspreid over het hele land. Daardoor is het mogelijk de vorderingen van uw kind te vergelijken met alle kinderen in Nederland die net zoveel onderwijstijd achter de rug hebben. Het voordeel daarvan is dat je een goede maatstaf hebt voor het beoordelen van de vorderingen en goed in de gaten kunt houden of de vorderingen van de leerling (met zijn of haar mogelijkheden) bevredigend te noemen zijn. De resultaten worden met ouders besproken. Er kan naar aanleiding van de resultaten kan een hulpplan worden opgesteld, of het groepsplan worden aangepast. Daarnaast kan het wenselijk zijn dat meer mensen meedenken om tot goede keuzes/oplossingen te komen. De IB-er kan dan worden betrokken bij een bespreking met ouders en leerkracht (zie ook de bijlage ondersteuningsprofiel van de Roncallischool). Naast de cognitieve ontwikkeling volgen wij ook de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Tijdens oudergesprekken en groepsbesprekingen (met IB-er) is hier voldoende aandacht voor. 13 4.2.4 Extra ondersteuning Ondersteuning kan op verschillende manieren geboden worden. Dit gebeurt in de eerste plaats in de groep, door de eigen leerkracht. Op vaste momenten, wanneer andere leerlingen zelfstandig een taak maken. We geven kinderen verlengde instructie (na de klassikale instructie extra herhaling/in oefening) of pre-teaching (voor-instructie zodat kinderen goed voorbereid de klassikale instructie kunnen volgen). In de klassenorganisatie kan dit op verschillende momenten worden georganiseerd. In de kleuterbouw vindt deze extra instructie vaak plaats in een klein groepje tijdens de inloop. In groep 3 t/m 8 vindt de extra instructie plaats tijdens de taaktijd . In beide organisatievormen werken de andere kinderen zelfstandig aan een taak. Soms sluit het niveau van een kind meer aan op het niveau van een andere jaargroep. In een aantal gevallen krijgen kinderen dan instructie in die jaargroep, voor bijvoorbeeld rekenen. Leerkracht en intern begeleider bespreken samen, vaak in overleg met ouders, wat het beste is voor het kind. Er wordt door de leerkracht een handelingsplan gemaakt . Na een bepaalde tijd ( meestal zo’n 6 tot 8 schoolweken) wordt het handelingsplan geëvalueerd en eventueel bijgesteld. Soms heeft een handelingsplan onvoldoende effect en wordt, in overleg met ouders, externe hulp ingeschakeld. Er kan gekozen worden een leerling te bespreken in het ondersteuningsteam. In dit team heeft een aantal externe deskundige zitting. De samenstelling kan wisselen maar bestaat meestal uit ouders, leerkracht, IB-er, schoolmaatschappelijk werk, verpleegkundige en orthopedagoge. Voorafgaand aan deze bespreking wordt het HGW formulier (handeling gericht werken) ingevuld. Hierin wordt het kind goed beschreven en wordt een hulpvraag geformuleerd. De bespreking in het ondersteuningsteam is oplossingsgericht, d.w.z. steeds zoekend naar nieuwe mogelijkheden om het kind zo goed mogelijk te kunnen begeleiden. Voor leerlingen die (gedeeltelijk) een eigen leerlijn volgen wordt (doorgaans vanaf groep 6) een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Hierin wordt het (vermoedelijke) uitstroomprofiel van de leerling aangegeven en wordt voor elk nieuw schooljaar de aanpak, methodes en af te nemen toetsen aangegeven. Het ontwikkelingsperspectief dient door de ouders ondertekend te worden. 4.2.5. Toelatingsprocedure Speciaal Onderwijs Als bovenstaande procedure helemaal is doorlopen kan er een goede afweging plaatvinden en advies gevraagd worden aan het Zorgloket. Na bespreking kan er advies volgen voor plaatsing in SO of SBO. De (Permanente Commissie Leerlingenzorg) PCL beoordeelt op grond van tevoren vastgelegde criteria of de leerling wel of niet toelaatbaar geacht wordt voor het Speciaal (Basis-) Onderwijs. De ouders worden uitgenodigd aanwezig te zijn bij de bespreking . Zij worden op deze manier betrokken bij de afwegingen. 4.2.6. Leerlinggebonden financiering Met ingang van het schooljaar 2014-2015 bestaat er geen mogelijkheid meer een rugzak aan te vragen. Kinderen die extra ondersteuningsbehoeften vallen onder de verantwoording van de basisschool . De basisschool heeft middelen ter beschikking om deze kinderen zo goed mogelijk te begeleiden. In overleg met ouders wordt zorgvuldig afgestemd en worden mogelijkheden en onmogelijkheden besproken. Samen zijn wij verantwoordelijk voor goed onderwijs aan onze kinderen. 4.2.7. Toetskalender Op de toetskalender vindt u de afnamemomenten van de methode- onafhankelijke toetsen. 14 Toetsing en toetsinstrumenten schooljaar 2014-2015. Maand Toets Jaargroep Vanaf september In de 1e week wanneer een lln. instroomt. Menstekening Instroomleerlingen Oktober week 42 Kanvas (kanjervragenlijst) Groepssignalering HB# Nominatie medeleerlingen Zelfbeeldvragenlijst 5 1 5 3 November week 45 Cito Oefentoets 8 Januari/Februari TOETSWEEK week 5/6 Taal voor kleuters Rekenen voor kleuters Fonemisch bewustzijn Woordenschat Begrijpend lezen Spelling (versie 2012) Spelling werkwoorden Rekenen (versie 2012) DMT(versie 2009) / AVI Schoolvragenlijst 1-2 1-2 2 3 t/m 4 t/m 3 t/m 8 3 t/m 3 t/m 1 t/m week 17 (21, 22 en 23 april 2015) Centrale Eindtoets 8 week 14 Kanvas (kanjervragenlijst) 5 t/m 8 April April / Mei Juni TOETSWEEK # t/m t/m t/m t/m 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 Entreetoets CITO 7 Theoretisch verkeersexam. 7 Praktisch Verkeersexamen 7 week 24/25 Taal voor kleuters Rekenen voor kleuters Woordenschat DMT(versie 2009) / AVI Rekenen (versie 2012) Begrijpend lezen Spelling (versie 2012) Spelling werkwoorden 1-2 1-2 3-4-5-6-7 3-4-5-6-7 3-4-5-6-7 3-4 3-4-5-6-7 7 De herfst-, winter-, voorjaars-, en eindsignalering van groep 3 zijn methode-afhankelijk en niet exact in een toetsweek te plannen. Het onderdeel lezen van groep 3 is daarom ook niet in bovenstaand schema opgenomen. Deze toetsen worden afgenomen na kern 3, 6 , 8 , resp. 11. Groepssignalering HB= signalering hoog- / meerbegaafde leerlingen. 15 4.2.8. Doubleren In onze groepen wordt zoveel mogelijk uitgegaan van de mogelijkheden van het kind zelf alhoewel de leerstofdoelen en de lessen uit de methode nog uitgangpunt zijn van de instructie van de leerkracht. Doubleren kan overwogen worden wanneer dit in het belang van de ontwikkeling van het kind is. Ouders worden hierbij gezien als belangrijke partner in het overleg. Mocht men ondanks zorgvuldig overleg niet tot een eensluidend oordeel komen, dan neemt de directeur, na alle argumenten te hebben gehoord, de uiteindelijke beslissing in welke groep een kind wordt geplaatst. Er kan ook gekozen worden voor het opstellen van een verklaring waarin de mogelijkheden en onmogelijkheden van begeleiding in de volgende groep genoemd worden. 4.2.9. Overgang groep 2 naar 3: plaatsingsbeslissingen. Op de Roncallischool bezoeken de meeste kinderen de school zodra zij vier jaar zijn geworden. Ze komen dan in groep 1, maar zitten in de groep samen met kinderen uit groep 2: we spreken van een gemengde groep 1-2. Door de verschillende instroommomenten in groep 1 blijven niet alle kinderen even lang in groep 1. Snelle leerlingen maken soms al na ruim een half jaar de stap naar groep 2, terwijl andere kinderen meer tijd nodig hebben en ruim een jaar ( soms ruim anderhalf jaar) nodig hebben. Dit speelt bij de overgang van groep 1 naar groep 2, maar ook bij de overgang van groep 2 naar 3. De leerkrachten van de Roncallischool vinden dat niet de leeftijd alleen moet bepalen of kinderen naar een volgende groep gaan. Er moet ook gekeken worden of een kind in zijn ontwikkeling ook zover is, dat hij versneld kan doorstromen. We zijn hierin voorzichtig, omdat rijping en (sociaalemotionele) ontwikkeling ook tijd nodig hebben. De praktijk leert dat kinderen die jarig zijn voor januari in de regel doorstromen van groep 1 naar groep 2. Sommige kinderen hebben dus ‘maar ‘ een half jaar in groep 1 gezeten. Voor met name de kinderen die jarig zijn in december komen we voor de keus te staan om een kind ‘snel’ te laten doorstromen naar de volgende groep (: na 1 ½ tot 2 jaar onderwijs in groep 1-2, of: te besluiten het na 1 ½ - 2 jaar onderwijs nog een jaar in de kleutergroep te plaatsen. Dit dilemma doet zich het meest voor bij de overgang van groep 2 naar 3, maar kan ook reeds spelen bij de overgang van groep 1 naar 2.) Om dat nu zo eerlijk mogelijk te beoordelen, hanteren de leerkrachten van groep 1-2 naast de cito met een observatiesysteem. Hierin wordt bijgehouden of een kind vorderingen maakt op gebied van taal en rekenen, de sociaal-emotionele ontwikkeling, werkhouding, en de motorische ontwikkeling. In januari wordt door de leerkrachten aan de hand van het volgsysteem een 'tussenstand' opgemaakt. In mei wordt dan definitief bekeken welke kinderen voor doorstroming naar groep 3 (groep 2) in aanmerking komen. Over zowel de 'tussenstand' als de uiteindelijke beslissing kunt u met de leerkracht van uw kind praten. 4.2.10. Als een kind meer aan kan Ook meer begaafde kinderen hebben extra zorg nodig. Veel van deze kinderen zijn op een aantal gebieden hun leeftijdgenoten vooruit en worden niet voldoende uitgedaagd door de normale stof voor de basisschool. Voor deze kinderen wordt –soms alleen voor een bepaald vakgebied- het lesprogramma aangepast. Dat kan door het weglaten van bepaalde oefeningen (het zogenaamde compacten), daarnaast het bieden van andere leerstof of aanvullende opdrachten. In heel speciale gevallen kan het voorkomen dat zo'n leerling een groep overslaat. Het moet dan wel op alle gebieden zijn leeftijd ver vooruit zijn en niet alleen bij lezen, taal en rekenen. Er wordt gekeken naar het individuele kind. Over deze stap moet daarom heel goed overleg tussen ouders en leerkrachten en IB-er plaatsvinden. Vaak wordt de Schoolbegeleidingsdienst hierbij betrokken. De directeur blijft eindverantwoordelijk en neemt de uiteindelijke beslissing of een kind een groep kan overslaan. 16 4.2.11. De begeleiding van de overgang van kinderen naar het V.O. Na groep 8 van de basisschool vervolgen de leerlingen hun onderwijsloopbaan in het voortgezet onderwijs. De school adviseert ouders over de meest geschikte vorm van onderwijs na de basisschool. Informatie over het voortgezet onderwijs ontvangt u via de school. Hierbij wordt het schooladvies mondeling toegelicht en besproken met de ouders. Het schooladvies is gebaseerd op: De kennis en de ervaring die de basisschool met het kind gedurende acht jaar heeft opgedaan. De resultaten van de Entreetoets en de Eindtoets Basisonderwijs van het CITO Eventueel een test bij een school- en beroepskeuzebureau. De kosten hiervan worden door de ouders zelf gedragen. Vervolgens melden de ouders hun kind zelf, via school, aan bij het voortgezet onderwijs. De scholen voor voortgezet onderwijs beslissen over toelating en plaatsing. De landelijke Cito- Eindtoets wordt in het schooljaar 2014-2015 voor het eerst later afgenomen dan gebruikelijk. Niet meer in februari, maar in april. 4.2.12. Pesten Ook op onze school worden kinderen helaas wel eens gepest. Natuurlijk proberen we het pesten te voorkomen door afspraken om een goed leefklimaat op school te bevorderen. Op de Roncallischool werken we met de methodiek van de Kanjertraining. De kanjertraining heeft als doel dat een kind positief over zichzelf en anderen leert denken. De pijlers waarop de kanjertraining is gebouwd, zijn: We vertrouwen elkaar We helpen elkaar Niemand speelt de baas Je bent niet zielig We lachen elkaar niet uit De Kanjertraining is bedoeld voor kinderen die willen leren om beter voor zichzelf op te komen en/of beter met anderen om te gaan. Het kan zijn dat het kind het in de groep of omgeving gewoon slecht getroffen heeft, maar vaak zijn kinderen sociaal onhandig. Dit kan zich op verschillende manieren uiten: ze lachen om alles, spelen de baas, zijn verlegen, stellen zich afhankelijk op of zijn juist agressief en doen alsof het hen allemaal niet raakt. Voor kinderen die vaak een van deze vormen van gedrag laten zien en die dit willen veranderen is de kanjertraining een uitkomst. Duizenden kinderen hebben de training al gevolgd en met succes!! In de Kanjertraining staan vier dierfiguren centraal, die ieder gekoppeld worden aan een kleur petje. 17 De pestvogel vindt zichzelf heel wat en wil altijd de baas spelen. Andere kinderen zijn in de ogen van de pestvogel allemaal sukkels die maar beter naar hem of haar kunnen luisteren. Bij dit gedrag hoort het zwarte petje. Het aapje doet overal lacherig over en neemt niets of niemand serieus. Hij probeert de lachers op zijn hand te krijgen en vriendjes te worden met de pestvogel om zo niet zelf gepest te worden. Bij het gedrag van het aapje hoort het rode petje. Het konijn is vaak bang en valt liefst zo min mogelijk op. Het komt slecht voor zichzelf op en wordt vaak gepest. Het konijn kruipt vaak weg in een hoekje. Bij het gedrag van het konijn hoort het gele petje. De tijger doet normaal en gedraagt zich als een kanjer. Hij komt voor zichzelf op zonder anderen bang te maken. De tijger geeft zijn mening, komt uit voor zijn gevoel en neemt anderen en zichzelf serieus. Het gedrag van de tijger wordt gekoppeld aan het witje petje. 18 Hoofdstuk 5 Jaaractiviteiten voor de kinderen 5.1 Sinterklaasfeest Elk jaar brengt Sinterklaas met zijn Pieten een bezoek aan onze school. De Sint komt dan bij de groepen 1 t/m 4 komen op bezoek. In de groepen 5 t/m 8 houden de kinderen een Sinterklaasfeest met surprises. De ouderraad werkt samen met het team om er een mooi feest van te maken. 5.2 Kerstfeest Aan de hand van onze catechesemethode bereiden we de kinderen voor op het kerstfeest. Deze periode wordt afgesloten met een Kerstviering en een sfeervol Kerstdiner of een andere sfeervolle activiteit. De ouderraad werkt samen met het team om er een gezellig Kerstfeest van te maken. 5.3 Carnaval In feesten zijn we goed op de Roncallischool. En zeker in carnaval vieren. Ieder jaar is er in groep 8 een Jeugdprinsverkiezing. De vrijdag voor carnaval opent de jeugdprins met zijn gevolg een spetterend carnavalsfeest met een bonte optocht door het dorp, waarna er een activiteitenprogramma plaatsvindt. 5.4 Atletiekdag In de maand september wordt een atletiekdag voor alle kinderen van onze school georganiseerd. De ouderraad werkt samen met het team om er een sportieve dag van te maken. 5.5 Schoolfeest/schoolreisje Eén keer in de twee jaar vindt er een schoolreisje plaats. Het andere jaar wordt er een spelletjesdag of alternatieve dag georganiseerd. In 2015 is er een alternatieve dag of spelletjesdag. De ouderraad werkt samen met het team om er prachtige dag van te maken. 5.6 Jeugd3daagse/afscheidsmusical Ter afsluiting van hun basisschooltijd gaat groep 8 op jeugd3daagse. Er wordt een uitgebreid programma door de leerkrachten opgesteld. In de laatste schoolweek wordt de afscheidsmusical van groep 8 opgevoerd. De ouderraad werkt samen met team om er een onvergetelijke avond van te maken. 5.7 Verkeersexamen In alle groepen wordt verkeersles gegeven. In groep 7 nemen alle leerlingen deel aan het landelijk verkeersexamen, dat zowel theoretisch als praktisch wordt afgenomen. Het praktische examen wordt in het dorp afgenomen met medewerking van een groot aantal ouders van de ouderraad. 19 Hoofdstuk 6 De externe contacten 6.1 Bibliotheek Tussen de school en de bibliotheek van ’s-Heerenberg (middels de bibliobus) is er een intensief contact met als gezamenlijk streven: leesbevordering. Het stimuleren van leesplezier is hierbij van groot belang en dat wordt nagestreefd door de volgende activiteiten. Leesbevorderingactiviteiten, Kinderboekenweek: klassenbezoek aan bibliotheek + speciaal programma Leesprogramma's. Bezoek aan de bibliotheek 6.2 Onderwijsbegeleidingsdienst Onze school maakt gebruik van de diensten van IJsselgroep. Zij adviseert en begeleidt onze school op twee manieren: Begeleiding door een orthopedagoog. Hieronder vallen gesprekken over leerlingen, evt. onderzoeken van leerlingen (altijd in overleg met de ouders). Begeleiding team door een adviseur of trainer. Hierbij moet u denken aan veranderingen binnen het onderwijs bijv. op het gebied van taal/leesonderwijs, zelfstandig werken, adaptief onderwijs. 6.3 Jeugdgezondheidszorg Jeugdgezondheidszorg De afdeling jeugdgezondheidszorg van GGD Gelre-IJssel wil samen met u en met de school ervoor zorgen dat kinderen zich zo goed en gezond mogelijk ontwikkelen. Dit doen ze onder andere door onderzoek van de kinderen en door ondersteuning van de ouders. Onderzoek van kinderen Om de gezondheid, groei en ontwikkeling van uw kind goed te kunnen volgen, onderzoekt de GGD uw kind op verschillende leeftijden: 5 jaar. Onderzoek door de logopedist van taal, spraak, mondgedrag, luisterhouding en stem. Dit is een kort onderzoek dat op school gebeurt. De ouders zijn niet bij het onderzoek aanwezig. U krijgt vooraf een brief met informatie over het onderzoek. U wordt na het onderzoek geïnformeerd over de bevindingen. tussen 5 en 6 jaar. De jeugdarts en dokterassistente nodigen uw kind en u uit voor een uitvoerig onderzoek waarin onder andere lengte, gewicht, gehoor, gezichtsvermogen, motoriek, lichamelijke ontwikkeling en psychosociale ontwikkeling aan bod komen. Het onderzoek gebeurt op school en u ontvangt tevoren een uitnodiging. 9 jaar. Uw kind wordt gevaccineerd tegen difterie, tetanus, polio (DTP) en bof, mazelen, rode hond (BMR). Meestal worden kinderen hiervoor in groepen op centrale locaties opgeroepen. groep 7. De jeugdverpleegkundige nodigt uw kind en u uit voor een onderzoek waarin lengte en gewicht worden gemeten. Tijdens het onderzoek is veel aandacht voor het gedrag van uw kind, de sociaal-emotionele ontwikkeling en opvoedingsaspecten zoals slapen, eten, pesten, weerbaarheid, regels, enzovoorts. voortgezet onderwijs, klas 2. De jeugdarts en doktersassistente onderzoeken uw kind op lengte, gewicht, houding en gedrag. 20 Als het nodig is, krijgt u na het onderzoek informatie of adviezen of een verwijzing naar de huisarts, logopedist, specialist of Bureau Jeugdzorg. Soms willen ze een kind nog eens eerder terugzien en dan kunt u een uitnodiging krijgen voor een herhalingsonderzoek. Ondersteuning van ouders U kunt ook zelf aankloppen bij de GGD, als u vragen heeft over de gezondheid, de ontwikkeling, het gedrag of de opvoeding van uw kind. Op verzoek van ouders of van de leerkracht kan de jeugdarts, de logopedist of de verpleegkundige een gericht onderzoek doen. Dit gebeurt altijd in overleg met de ouders. De jeugdverpleegkundige kan daarnaast een leerling en de ouders kortdurend begeleiden bij vragen over problemen met de opvoeding, pesten, zindelijkheid, eetproblemen en dergelijke. Samenwerking met school en anderen Soms kan het belangrijk zijn dat de leerkracht wordt ingelicht over de uitkomsten van een onderzoek. Een probleem kan het gedrag van een kind op school beïnvloeden, zoals bijvoorbeeld een verminderd gehoor. Dit gebeurt altijd in overleg met u. Ook verwijzing naar bijvoorbeeld de huisarts, Bureau Jeugdzorg, of het maatschappelijk werk, gebeurt altijd in overleg met u. Meer weten? Contact met de afdeling Jeugdgezondheidszorg, Locatie Doetinchem: 088-443 38 03 Kijk voor meer informatie op de website: www.ggdgelre-ijssel.nl 6.4 Werkgroep Preventie Hoofdluis Deze werkgroep bestaat uit een aantal ouders die na iedere schoolvakantie de kinderen controleren op hoofdluis. U, als ouder, dient er dan voor te zorgen dat uw kind(eren) die dag geen haarspelden, gel en/of haarlak in hun haar hebben. De controles zullen iedere vrijdag na een schoolvakantie plaatsvinden. Voor vragen kunt u contact opnemen met de coördinator van de werkgroep, of met de contactpersoon van school Els Wilbrink. In hoofdstuk 13 staat wat gedaan kan worden als er hoofdluis wordt geconstateerd. 6.5 Logopedie Op onze school wordt door logopedisten van de GGD Gelre-IJssel een logopedische screening uitgevoerd. Dit is een kort onderzoek dat plaatsvindt bij alle leerlingen rond de leeftijd van 5 jaar. Vanaf 2010 wordt gewerkt volgens een nieuwe werkwijze. Deze houdt in, dat ouders en leerkrachten gevraagd wordt een korte vragenlijst in te vullen over de 5-jarige leerlingen, die voor een onderzoek naar de spraak-taalontwikkeling in aanmerking komen. De logopedist beoordeelt deze vragenlijsten en bepaalt welke leerlingen op grond van de antwoorden voor een logopedische screening gezien gaan worden. Deze screening wordt uitgevoerd op school. De ouders zijn hierbij niet aanwezig. Na de screening kan het nodig zijn leerlingen voor een nader onderzoek of een controle terug te zien. Sommige leerlingen zullen voor een uitgebreid onderzoek en eventuele behandeling verwezen worden naar een vrijgevestigde logopedist. Uiteraard worden de leerkrachten /intern begeleider met toestemming van de ouder van de bevindingen op de hoogte gesteld en kan de logopedist adviseren. 6.6 Regionaal Centrum voor Natuur- en Milieu-Educatie Onze school maakte gebruik van de diensten van het Centrum voor Natuur- en Milieueducatie, als ondersteuning bij het geven van natuur- en milieueducatie. Door gemeentelijke bezuinigingen stopthet Centrum voor NME met ingang van het schooljaar 2014-2015. 21 6.7 Culturele Jeugdvorming De Stichting Culturele Jeugdvorming Bergh heeft tot doel leerlingen van de basisscholen te laten kennismaken met diverse kunstuitingen, zoals drama, dans, muziek, museumbezoek, film. De kosten hieraan verbonden worden grotendeels gedekt door de school. Ook van de ouders/verzorgers wordt een bijdrage gevraagd. Deze bijdrage is al opgenomen in de ouderbijdrage. Het schoolbestuur (SKOB) geeft eveneens een jaarlijkse bijdrage. Het programma CJV is onderdeel van de cultuureducatie. (zie H. 3.3.9.) 6.8 Typen De leerlingen van groep 7 en 8 kunnen deelnemen aan een typecursus. Deze cursus wordt verzorgd door DOC-opleidingen, een erkend instituut in het schoolgebouw buiten schooltijd. 6.9 Muziek In het schooljaar 2014-2015 zal in groep 4 weer AMV (algemene muzikale vorming) gegeven worden door een medewerker van de muziekschool. In groep 5 worden een aantal lessen gegeven door een medewerker van de Muziekvereniging. 6.10 CITO In alle groepen worden toetsen afgenomen, die zijn gemaakt door het CITO. In groep 7 wordt de Entreetoets afgenomen. Het vervolgonderwijs stelt voor toelating een toets verplicht, naast het advies van de leerkracht van groep 8. Daarom neemt groep 8 deel aan de Cito-toets. Meerdaagse toetsen vinden plaats in groep 7 (de Entreetoets) en in groep 8 (de Eindtoets Basisonderwijs). 6.11 Centrum voor Jeugd en Gezin en Schoolmaatschappelijk werk Met vragen over opgroeien en opvoeden in het gezin kunt u terecht bij het Centrum voor Jeugd en Gezin. Als vragen over uw kind ook te maken hebben met school bij de schoolmaatschappelijk werkster. Zij kunnen adviezen geven en zijn goed op de hoogte van de mogelijkheden voor hulpverlening buiten school en kunnen helpen deze hulp op gang te brengen, als dat nodig is. De schoolmaatschappelijk werkster in onze gemeente is Henrieke Schiltkamp. Zij bezoekt regelmatig de scholen en heeft nauwe contacten met de intern begeleider van de school. Als u met haar in contact wilt komen, kunt u dit aangeven bij de leerkracht of de intern begeleider. Uiteraard worden uw gegevens vertrouwelijk behandeld. Het adres van het Centrum voor Jeugd en Gezin is: Oude Doetinchemse weg 22 ‘s-Heerenberg 6.12. Verwijsindex Onze school is vanaf mei 2010 aangesloten bij de Verwijsindex Achterhoek. De Verwijsindex is een digitaal systeem waarin professionals van verschillende organisaties en instellingen (bijvoorbeeld intern begeleiders in het onderwijs, zorgcoördinatoren en hulpverleners) een signaal kunnen afgeven wanneer zij zich zorgen maken over een kind tussen 0 en 23 jaar dat zij onder hun hoede hebben. Wanneer meerdere hulpverleners een signaal over hetzelfde kind afgeven in de Verwijsindex, dan krijgen zij elkaars contactgegevens. Zo kunnen professionals elkaar makkelijker en sneller vinden, en beter afstemmen en samenwerken in de hulpverlening aan jeugdigen. Indien het gebruik van de Verwijsindex bij uw kind aan de orde is, informeren we u daarover. Meer informatie over de Verwijsindex kunt u vinden op www.verwijsindex-achterhoek.nl 22 Hoofdstuk 7 Schoolbestuur De volgende basisscholen vallen onder de Stichting Katholiek Onderwijs Bergh (SKOB): De Boomgaard te Braamt De Kolkstede te Beek De Mariabasisschool te ’s-Heerenberg Pastoor Galamaschool te ’s-Heerenberg St. Jozefschool te Azewijn St. Suitbertus te Stokkum Raad van Toezicht Stichting Katholiek Onderwijs Bergh heeft toezicht en besturen gescheiden door het raad van toezicht model. De algemeen directeuren zijn benoemd tot college van bestuur. De raad van toezicht heeft een toezichtskader vastgesteld. De raad vergadert 6 keer per jaar. De raad bestaat uit 5 personen. Dhr. Wim Venderbos ( voorzitter) Mevr. Jacqueline Goedhart Dhr. Norbert Hoogsteder Dhr. Gert-Willem Römer Mevr. Anja Wiersma Raad van Toezicht SKOB [email protected] College van Bestuur De raad van toezicht van de Stichting Katholiek Onderwijs Bergh bestuurt op hoofdlijnen. De dagelijkse leiding van de stichting heeft het bestuur gemandateerd aan het College van Bestuur (CvB). Voor bovenschoolse zaken is het College van Bestuur het eerste aanspreekpunt. College van Bestuur SKOB Mw Lucy Hermsen [email protected] Dhr Jan Ruikes [email protected] Bezoekadres SKOB Lohmanlaan 23 7003 DJ Doetinchem 0314-653400 Managementteam Het Directieteam (DT) wordt gevormd door de directeuren van de scholen en is verantwoordelijk voor de beleidsvoorbereiding en op school overstijgend niveau en voor de uitvoering van het beleid op schoolniveau. De directeuren zijn verantwoordelijk voor en op hun eigen school. Dit alles conform de statuten en het reglement. 23 Hoofdstuk 8 Team Roncallischool 8.1. Samenstelling van het team Directeur: Hans Varenhout Intern begeleider Jeroen Kampshof Groepsleerkrachten: Ria Alofs Bernadet Derksen Jacqueline Cremer Ellen ten Have Angela Hesseling Jeroen Kampshof Eggie Kleinpenning Anita Roes Kerstin Venderbos Ingrid van de Wetering Els Wilbrink Debbie Zweers Conciërge: Marion Korts Marion Wieringa zal in het schooljaar 2014-15 als IB-er op Montessoribasisschool De Pas werken. Daarnaast blijft ze 1 ochtend op de Roncallischool werkzaam met taken op het gebied van Begaafdheid en Leerlingbegeleiding. 8.2. Taakverdeling teamleden. De groepsindeling voor het schooljaar 2014-2015 ziet er als volgt uit: Groep 1-2 A: Groep 1-2 B Groep 3 Groep 4 Groep 5: Groep 6 Groep 7 Groep 8: Els Wilbrink geeft les op maandag en donderdagmorgen en Monique Yerna op dinsdag, woensdagmorgen en vrijdagmorgen. Ria Alofs geeft les op maandag tot en met donderdag. Els Wilbrink op vrijdagmorgen. Kerstin Venderbos. De groepen 1-2-3 hebben op donderdagmiddag les van gymleraar Kevin Kettering. I.v.m. verlof zal Debbie Zweers een aantal keren in de groepen 1-2 vervangen. Anita Roes is nog herstellende van haar ziekte. Ze zal op school met individuele leerlingen uit de groepen 1 en 2 werken. Ingrid van de Wetering Eggie Kleinpenning geeft les op maandag tot en met donderdag. Op vrijdag geeft Fred Diks les. Ellen ten Have geeft les op maandag, dinsdag en woensdag. Op donderdag en vrijdag Debbie Zweers. Op maandag, dinsdag en woensdag geeft Bernadet Derksen les. Op donderdag en vrijdag Jacqueline Cremer. Groep 8 heeft les van Angela Hesseling op maandag, dinsdag en donderdag. Op woensdag en vrijdag van Jeroen Kampshof. Andere taken: Directietaken: Hans Varenhout: 4 dagen per week. (maandag t/m donderdag). Op vrijdag heeft Hans Varenhout verlof. Kerstin Venderbos en Ingrid van de Wetering zijn dan aanspreekpunt voor dringende zaken. Bouwcoördinatoren: Kerstin Venderbos (groepen 1 t/m 3) en Ingrid van de Wetering (groepen 4 t/m 8). 24 Intern begeleider: Jeroen Kampshof zal volgend schooljaar de taken van Interne Begeleiding voor groep 1 t/m 8 uitvoeren. Hij is hiervoor op dinsdag en donderdag vrij geroosterd. ICT- coördinatie: Eggie Kleinpenning. ICT- beheer: bovenschools. MR-leden: Jeroen Kampshof, Kerstin Venderbos en Debbie Zweers. GMR-lid: Debbie Zweers. Intern vertrouwenspersoon: Angela Hesseling en Ingrid van de Wetering. Preventiemedewerker: Ria Alofs. Contactpersoon bibliotheek: Bernadet Derksen. Contactpersoon ouderraad: Els Wilbrink. Contactpersoon hoofdluis: Els Wilbrink. Contactpersoon contactouders: Ingrid van de Wetering 8.3. Vervanging bij ziekte en afwezigheid De school is een contract aangegaan met het personeelscluster Oost Nederland (PON) om bij afwezigheid (door ziekte, verlof of nascholing) van een leerkracht een vervanger te regelen. Als er geen vervangers van de PON beschikbaar zijn proberen we zelf een vervanger te vinden. Mocht ook dit niet lukken, dan kan het gevolg zijn, dat we in het uiterste geval een groep naar huis moeten sturen. 8.4. De begeleiding en inzet van stagiaires Onze school biedt stagiaires de mogelijkheid in de groepen praktijkervaring op te doen. De groepsleerkracht is de mentor van de stagiaire en onder zijn/haar verantwoordelijkheid worden de lessen gegeven. 8.5 De preventiemedewerker In de Arbo-wet geldt de verplichting dat één of meerdere deskundige werknemers aangesteld worden die de werkgever bijstaan in het naleven van de verplichtingen uit de Arbo-wet. Op onze school is Ria Alofs de preventiemedewerker. De taken en taakverdeling omvatten in ieder geval: 1. Medewerking verlenen aan het verrichten en opstellen van een risico-inventarisatie en – evaluatie (RI&E); 2. Het uitvoeren van arbo- maatregelen; 3. Het adviseren aan en overleggen met de MR. 25 Hoofdstuk 9 De betrokkenheid van ouders binnen school 9.1 Contacten ouders-school Er zijn verschillende manieren waarop ouders bij de school betrokken kunnen zijn. Omdat dit niet voor alle ouders even duidelijk is, zetten we ze hieronder nog eens op een rij. Bestuur SKOB Roncallischool wordt samen met 6 andere scholen bestuurd door de Stichting Katholiek Onderwijs Bergh (SKOB). Op 1 januari 2015 zal de SKOB fuseren met PRO8. Medezeggenschapsraad Ouders kunnen via de medezeggenschapsraad (mr) mee beslissen over de organisatie en inrichting van de school en de lessen. Elke basisschool heeft een medezeggenschapsraad. Dat is verplicht en staat in de Wet Medezeggenschap Scholen (WMS). De medezeggenschapsraad overlegt met de directie over belangrijke schoolzaken. De schoolleiding is verplicht om de medezeggenschapsraad goed te informeren. In de raad zitten ouders en personeel van de school. De medezeggenschapsraad heeft twee soorten rechten: het instemmingsrecht en het adviesrecht. Naast gezamenlijke bevoegdheden hebben ouders een eigen instemmingsrecht bij beslissingen die voor hen in het bijzonder belangrijk zijn, zoals ouderbijdrage, de vaststelling van de schooltijden of de regeling van het overblijven. Samen met het personeel hebben ze instemming bij beslissingen over onder meer het schoolplan, de onderwijskundige doelstellingen of plannen om samen te gaan met een andere school of schoolbestuur. Soms moet de schoolleiding advies vragen aan de medezeggenschapsraad. Bijvoorbeeld over het voorgenomen beleid op het gebied van financiën, aanmelding en toelating van leerlingen, of het aannemen of ontslaan van de schoolleiding. Over deze zaken heeft de medezeggenschapsraad adviesrecht. Dat betekent dat ze advies geeft aan het Raad van Toezicht en de directie. Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) De GMR (Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad) is ingesteld als gesprekspartner van de SKOB. De beleidszaken voor alle scholen van de SKOB worden ter instemming of advisering voorgelegd aan de GMR. Iedere school heeft 2 afgevaardigden: een ouder en een leerkracht. Voor onze school zijn dit: Debbie Zweers en dhr Jan Koenderink. Ouderraad Op het moment dat een kind staat ingeschreven als leerling van onze school worden de ouders in principe lid van de oudervereniging, tenzij zij hiertegen bij de secretaris van de oudervereniging bezwaar maken. Het lid worden van de oudervereniging gebeurt op vrijwillige basis. De afgelopen jaren waren vrijwel alle ouders lid van de oudervereniging. Wanneer de secretaris van de oudervereniging geen bericht van bezwaar ontvangt, worden de ouders/verzorgers geacht lid te zijn. Als lid van de oudervereniging wordt u geacht de ouderbijdrage te betalen ter financiering van activiteiten. De jaarlijkse contributie aan de oudervereniging bedraagt € 15,- per kind. De ouderraad wil de ouderbijdrage voor het schooljaar contant innen. Dit betekent dat u in een van de eerste weken van het nieuwe jaar de ouderbijdrage persoonlijk kunt betalen bij een stand van de ouderraad. In het begin van het schooljaar zal u hierover nader geïnformeerd worden. Bij vragen kunt u de OR Roncalli altijd benaderen via [email protected]. 26 Een ouderraad is een uit en door de ouders gekozen groep die allerlei activiteiten organiseert ten behoeve van de leerlingen op de school en hun ouders en die de vrijwillige ouderbijdrage beheert. De doelstellingen en taken van de ouderraad staan beschreven in een huishoudelijk reglement of in statuten. De ouderraad kan zich bezighouden met allerlei ondersteunende functies op school, zoals het organiseren van feesten en activiteiten, het coördineren van ouderparticipatie, het organiseren van overblijven (bij ons uitbesteed), zitting nemen in werkgroepen en natuurlijk het organiseren van ouderavonden. Leden van ouderraden werven ouders voor ondersteunende activiteiten ten behoeve van het onderwijs. Voorbeelden zijn groepslezen, sport- en speldagen en creatieve vorming. Ook bevordert de ouderraad contacten tussen ouders en de school en ouders onderling. Voor namen en adressen van de hierboven genoemde geledingen verwijzen wij u naar hoofdstuk 13 in deze gids. De ouderraad (-vergadering) is geen klachtencommissie. Eventuele onduidelijkheden of vragen over de gang van zaken op school kunnen wel onder de aandacht van de schoolleiding gebracht worden. Aarzel niet als er problemen zijn op school of als u ergens vragen over hebt om contact op te nemen met de leerkracht van uw kind of de directie van de school. Kom even langs voor een gesprek. Vaak kunnen dan passende oplossingen worden aangedragen. Ook op andere terreinen kunt u als ouder actief zijn binnen onze school. Heeft u overdag een uurtje vrij dan kunt u zich middels het inschrijfformulier aan het begin van het schooljaar opgeven voor hulp bij o.a.: leeslessen, handvaardigheidlessen, documentatiecentrum, hand- en spandiensten bij diverse activiteiten en/of feestelijkheden. Het team en/of de ouderraad zullen u hiervoor benaderen. 9.2 De Tussenschoolse Opvang Voor de Tussenschoolse Opvang (het overblijven tijdens de middagpauze: TSO) zijn verantwoordelijkheden voor bestuur en ouders in de wet omschreven. Het bestuur van de SKOB scholen heeft voor alle SKOB scholen regels en kwaliteitseisen voor het overblijven opgesteld: Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor de Tussenschoolse Opvang en de oudergeleding van de MR heeft instemming over de manier waarop de overblijf wordt uitgevoerd ( inclusief financiën ); het schoolbestuur draagt zorg voor een verplichte verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid voor overblijfkrachten. Er zijn eisen t.a.v. de overblijfruimte, de veiligheid en de spelmaterialen. Er is geregeld hoeveel overblijfkrachten er zijn op het aantal leerlingen. Er zijn regels voor de omgang van de overblijfkrachten met de kinderen. Er zijn (opleidings-)eisen waaraan de overblijfkracht moet voldoen. Er zijn duidelijke regels die gelden tijdens het overblijven, o.a. over het eten en het spelen en over wat er gegeten kan worden. Van kinderen wordt correct gedrag verwacht. Na regelmatig wangedrag volgt uitsluiting van de overblijfmogelijkheid. Verder is er duidelijkheid over de ouderbijdrage en de vergoeding die de overblijfkrachten ontvangen. De overblijfcoördinator heeft als taak de tussenschoolse opvang goed te organiseren. Eenmaal per jaar legt de coördinator financiële verantwoording af aan de directeur. Tussenschoolse opvang op Roncallischool Hoe gaat dat nu, dat overblijven? De kinderen worden om 12.00 uur opgevangen door de overblijfkrachten. De kleuters worden opgehaald uit de klas. Er wordt gezamenlijk gegeten. De kinderen nemen zelf hun etenswaar mee van huis. De kinderen/ouders mogen de broodtrommels en drinkbekers in de koelkast in de overblijfruimte plaatsen. Tijdens het overblijven wordt er geen snoepgoed verorberd. Ook verstrekken de overblijfkrachten zelf geen eten/drinken aan de kinderen. Kinderen met 27 voedselallergieën of die medicijnen gebruiken moeten bekend zijn bij de overblijfkracht. Wij vragen de ouders dit door te geven. Kinderen mogen na het eten vrij kiezen uit een aantal activiteiten. Afhankelijk van de weersomstandigheden spelen de kinderen binnen of buiten. Om 13.00 uur neemt de leerkracht die pleinservice heeft de verantwoording weer over. De kosten voor het overblijven zijn € 1,80 per keer of € 15,00 voor een strippenkaart van 10 keer. Bij meerdere kinderen uit een gezin is er geen kortingsregel van toepassing. Iedereen mag gebruik maken van een strippenkaart. De coördinator regelt de betaling met de ouders. Wanneer er meer dan 12 kinderen overblijven, worden zij opgevangen door 2 overblijfkrachten. Voor meer informatie, of een exemplaar van het huishoudelijk reglement van de TSO, kunt u contact opnemen met de overblijfouders. 9.3 Buitenschoolse opvang: Vanuit de verplichting van het basisonderwijs vanaf 1 augustus 2007 aan leerlingen een programma aan te bieden van 7.30 tot 18.30 uur, waarbij onderwijs en opvang deze dag vullen, biedt ook Roncallischool de mogelijkheid tot Buitenschoolse opvang. Wij werken met gecertificeerde organisaties voor kinderopvang, die voldoen aan de eisen die de Wet Kinderopvang stelt. De voorschoolse- en naschoolse opvang is door de Roncallischool uitbesteed aan Humanitas. De BSO vindt plaats op locatie Drakenbergh, Willem van den Berghstraat 1, 7041 CW ’s-Heerenberg, telefoon 0314-668499. Meer informatie op de website: http://www.kinderopvanghumanitas.nl 9.4 Vereniging van Nederlandse Katholieke Ouders (N.K.O) De ouderraad van de school is lid van de Nederlandse Katholieke vereniging van Ouders (NKO). U kunt echter, als ouders met één of meerdere kinderen op deze school, ook gebruik maken van onze service. De NKO is immers een organisatie die opkomt voor de belangen van alle ouders in het katholiek en interconfessioneel onderwijs. De NKO beschikt over een landelijk bureau met deskundige medewerkers op het gebied van ouders, onderwijs en opvoeding. Heeft u behoefte aan informatie en advies over het leren van uw kind, over de schoolkosten, over het overblijven, over ontwikkelingen in het onderwijs of over vele andere mogelijke zaken die samenhangen met het onderwijs aan uw kind, dan bent u bij de NKO aan het goede adres. U kunt de NKO bereiken via de snelle emailservice [email protected] waarbij u per ommegaande antwoord krijgt op uw vraag. U kunt ook op woensdag bellen via de Infotelefoon: 070 - 3280378 (tussen 10.00 16.00 uur). En verder is het beslist de moeite waard om de website www.nko.nl te bezoeken. Daar treft u altijd het meest actuele nieuws voor betrokken ouders aan. 9.5 Schoolverzekering voor leerlingen. Iedereen die op school in het kader van het lesprogramma aanwezig is, is volledig verzekerd. Dit geldt ook voor buitenschoolse activiteiten, die verband houden met het lesprogramma. 9.6 Klachtenregeling. Als school vinden we het belangrijk dat u uw opmerkingen of klachten kwijt kunt. Als u ergens niet tevreden over bent, gaat u in de eerste plaats naar de persoon die daar direct bij betrokken is. Als het probleem niet is opgelost, kan de opmerking of klacht worden voorgelegd aan de directeur of de intern vertrouwenspersoon. Mocht de procedure binnen de school geen resultaat opleveren dan kunt u zich wenden tot de externe vertrouwenspersoon die speciaal voor school is aangesteld. De externe vertrouwenspersoon is een onafhankelijke partij die uw klacht aanhoort en u verder helpt met de afwikkeling van de klacht. Onze intern vertrouwenspersonen zijn Angela Hesseling en Ingrid van de Wetering. Onze extern vertrouwenspersoon is Dhr.H. Riphagen; tel. 0314-374141 28 9.9 Sponsoring binnen onze school Bij sponsoring denken we aan geld, goederen of diensten die een sponsor verstrekt aan onze school. De sponsor verlangt daarbij vaak een tegenprestatie. Voorbeelden zijn: gesponsorde lesmaterialen met reclame, advertenties, uitleen van producten, gesponsorde activiteiten of sponsoren van een gebouw, inrichting of apparatuur. Wij houden ons bij dit alles aan de volgende regels: 1. De sponsoring mag geen invloed hebben op onze onderwijskundige en opvoedkundige uitgangspunten: de geloofwaardigheid, betrouwbaarheid en onafhankelijkheid van het onderwijs mogen niet in gevaar komen. De inhoud van het onderwijsaanbod mag door de sponsoring dus niet beïnvloed worden. 2. De school mag niet financieel afhankelijk worden van sponsoring. 3. Reclame gericht op leerlingen mag niet stimuleren tot ongezonde en/of gevaarlijke activiteiten. 4. Reclame gericht op leerlingen mag deze leerlingen niet aan- moedigen om ouders over te halen bepaalde producten of diensten van de sponsor af te nemen. 5. De Medezeggenschapsraad moet met een eventuele sponsoring instemmen indien er tenminste verplichtingen voor school en leerlingen aan verbonden zijn. 29 Hoofdstuk 10 Resultaten van het onderwijs 10.1 Kwaliteitsbeleid en trendanalyses De school bewaakt systematisch de kwaliteit van het onderwijs en voert o.a. trendanalyses uit om na te gaan wat de kwaliteit van de school is. We volgen systematisch de ontwikkeling en de vorderingen van de leerlingen. Naast de methode gebonden toetsen hanteren we daarvoor de toetsen uit het CITO leerlingvolgsysteem. De resultaten worden geanalyseerd en vergeleken met die van andere scholen. Daarvoor gebruiken we de landelijke normen. Ook gaan we na wat de resultaten zijn op de Cito-eindtoets en naar welke vormen van voortgezet onderwijs de leerlingen uitstromen en welke resultaten leerlingen daar behalen. We gaan na of daarin trends te ontdekken zijn en stellen vast of en hoe de kwaliteit van de school nog verbeterd kan worden. 10.2 Rapporten Het rapport wordt twee keer per jaar (in februari en juni) uitgereikt in de leerjaren 2 tot en met 8. Dit rapport wordt tijdens de ouderavonden besproken. 10.3. Ouderavonden: praten over het welbevinden en de vorderingen van uw kind. Er zijn drie momenten om op school over uw kind te praten. Deze ouderavonden vinden voor de groepen 1 tot en met 7 plaats in november, februari en juni. Voor de eerste en tweede ouderavond worden alle ouders uitgenodigd voor een 15-minutengesprek. Voor de laatste avond alleen als de leerkracht graag met ouders wil praten; ook kunnen ouders zelf aangeven dat ze met de leerkracht willen praten. Op de ouderavond in november willen we onder andere graag van gedachte wisselen over de sociaal-emotionele ontwikkeling van uw kind. Wanneer de resultaten/gedragingen van uw kind daar aanleiding toe geven kunt u deze ook uitgebreider bespreken met de leraar, buiten de rapportbesprekingen om. Het initiatief voor zo’n gesprek kan komen van de leerkracht, maar ook van u zelf. Voor groep 8 worden in verband met de keuze van het type voortgezet onderwijs ouderavonden gepland in november december en februari/maart. Hiervoor ontvangen ouders een uitnodiging. In groep 8 wordt de Cito-eindtoets afgenomen. Deze toets speelt een rol bij het bepalen welk soort voortgezet onderwijs uw kind na de basisschool kan gaan volgen. De uitslagen van deze eindtoets krijgen de leerlingen ook mee naar huis. Voor de groepen 1-2 en 4 t/m 8 vinden er aan het begin van elk schooljaar een informatieavond plaats over het -programma en de leerstof van de groep. De informatieavond voor ouders van kinderen die, na de zomervakantie, starten in groep 3 vindt plaats voor de zomervakantie. 10.4 Leeropbrengsten In groep 8 nemen de leerlingen deel aan de Eindtoets Basisonderwijs, beter bekend als de Citotoets. Natuurlijk is een goede uitslag op de Eindtoets nog geen garantie voor een optimaal resultaat in de verdere onderwijsloopbaan. Ook andere zaken die niet in de Citotoets gemeten worden zijn belangrijk. Wij denken dan aan zaken als het ontwikkelen van een eigen persoonlijkheid, het verwerven van zelfkennis, het durven nemen van verantwoordelijkheid, zelfstandigheid, e.d. De individuele score (uitslag) die voor elke leerling wordt berekend is een van de hulpmiddelen bij de keuze voor het vervolgonderwijs. Daarnaast is ook het advies van de basisschool van belang. Van de Citotoets wordt ook een schoolscore berekend. Deze geeft samen met de uitstroomgegevens naar het voortgezet onderwijs een indicatie van de resultaten van de school. 30 In 2011 bezocht de inspectie van het onderwijs onze school. Het volledige inspectierapport is te vinden op de website van de inspectie: http://www.onderwijsinspectie.nl/ Tabel 1: Cito- schoolscore Jaar Landelijk gemiddelde Schoolscore Roncallischool 2014 534,4 539,2 2013 534,7 536,3 2012 535,1 534,4 2011 534,9 536,3 2: Uitstroomgegevens Jaar VMBO BB VMBO MAVO HAVO VWO KB 2014 0 2 8 8 11 2013 2 0 17 10 5 2012 2 5 11 5 7 2011 - 3 13 10 5 Verklaring afkortingen: VMBO: Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs. BB: Beroepsbegeleidend. KB: Kaderberoepsgericht. MAVO: Middelbaar Algemeen Voortgezet Onderwijs HAVO: Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs VWO: Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs 31 Hoofdstuk 11 Regeling school- en vakantietijden 11.1 Schooltijden. Groep 1 t/m 8: Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag : iedere ochtend van 8.30 – 12.00 uur , de middag van 13.15 - 15.15 uur. Op woensdag van 8.30 - 12.15 uur. Op woensdagmiddag en op vrijdagmiddag zijn de kinderen van groep 1 t/m 4 vrij. 11.2 Onderwijstijd in uren. Dag maandag Dinsdag woensdag donderdag Vrijdag Dag maandag Dinsdag woensdag donderdag Vrijdag groep 1 t/m 4 morgen 8.30 – 12.00 8.30 – 12.00 8.30 – 12.15 8.30 – 12.00 8.30 – 12.00 groep 5 t/m 8 morgen 8.30 – 12.00 8.30 – 12.00 8.30 – 12.15 8.30 – 12.00 8.30 – 12.00 Middag 13.15 –15.15 13.15 – 15.15 geen les 13.15 – 15.15 geen les Totaal aantal uren 5.30 5.30 3.45 5.30 3.30 23.45 u. middag 13.15 – 15.15 13.15 – 15.15 geen les 13.15 – 15.15 13.15 – 15.15 Totaal aantal uren 5.30 5.30 3.45 5.30 5.30 25.45 u. 11.3 Regels aanvang en einde schooltijd. Een groot aantal kinderen is vaak ver voordat de school begint op het schoolplein aanwezig. Als uw kind 10 minuten voor aanvang aanwezig is, is het ruimschoots op tijd. 11.4 Voorkoming schoolverzuim. In de praktijk blijkt, dat ongeoorloofd schoolverzuim bij ons niet vaak voorkomt. Aan de ouders wordt gevraagd, om de school te informeren als een leerling afwezig is. Als een leerling afwezig is zonder dat de desbetreffende leerkracht de reden weet, dan wordt dezelfde dag contact opgenomen met de ouders. Mocht blijken, dat er sprake is van ongeoorloofd verzuim, dan wordt dit besproken met de leerling en de ouders. Zonodig wordt contact gezocht met de leerplichtambtenaar. 11.5 Verlofregeling Vakantieverlof De leerplichtwet bepaalt in welke gevallen leerplichtige leerlingen verlof buiten de schoolvakanties kunnen krijgen. Van belang is het onderscheid tussen vakantieverlof en verlof bij gewichtige omstandigheden. 32 Verlof voor vakantie buiten de schoolvakanties is niet mogelijk. Tenzij: Tenzij de ouder(s)/ verzorger(s) een beroep in de horeca of agrarische sector uitoefenen waardoor het echt onmogelijk is om een gezinsvakantie te vieren in een van de schoolvakanties (artikel 11f) of wanneer de ouders een eigen bedrijf hebben dat haar belangrijkste inkomsten heeft in de schoolvakanties. Bij de aanvraag hiervoor moeten stukken gevoegd worden waaruit dit blijkt. Omschreven is dat ouders in dat geval het recht hebben om eenmaal per jaar een gezinsvakantie te vieren gedurende 10 schooldagen. Voorwaarden: Verlof mag eenmaal per schooljaar worden verleend. Verlof mag niet langer duren dan 10 schooldagen. Verlof mag niet plaatsvinden in de eerste 2 weken van het nieuwe schooljaar. Wie beslist: De directeur van de school beslist over een verzoek om vakantieverlof voor ten hoogste 10 schooldagen. Toch gegaan: Zijn ouder(s) en kind(eren) ondanks een negatief besluit toch met verlof gegaan, dan moet de consulent Leerlingenzaken op de hoogte worden gebracht via een “melding vermoedelijk ongeoorloofd verzuim”. Advies: De consulenten Leerlingenzaken zijn altijd bereid om mee te denken en advies te geven. Verlof bij gewichtige omstandigheden: Gewichtige omstandigheden zijn situaties die buiten de wil van de ouder(s)/ verzorger(s) en/ of de leerling ligt. Voor bepaalde omstandigheden -naast ziekte en religieuze verplichtingen- kan verlof worden verleend. Richtlijnen: Geen verlof: familiebezoek in het buitenland vakantie in een goedkope periode een uitnodiging van familie of vrienden om buiten de normale schoolvakantie op vakantie te gaan. eerder vertrek of latere terugkeer in verband met (verkeers)drukte. verlof voor één kind, omdat andere kinderen uit het gezin al, of nog vrij zijn. Wel verlof: verhuizen van het gezin. gezinsuitbreiding het bijwonen van een huwelijk van bloed- of aanverwanten. overlijden van bloed- of aanverwanten viering van een 25-, 40- of 50- jarig ambtsjubileum en het 12,5-, 25-, 40-, 50- of 60- jarig (huwelijks) jubileum van bloed- of aanverwanten. Wie beslist: De directeur van de school beslist over een verlofaanvraag voor een periode van maximaal 10 schooldagen. Bij een aanvraag voor verlof vanwege “andere omstandigheden ” voor meer dan 10 schooldagen, beslist de leerplichtambtenaar. Verklaring: Om de noodzaak van verlof aan te tonen kan bewijsmateriaal en/ of verklaring van een arts en/ of andere specialisten van belang zijn. 33 Toch gegaan: Verlof dat wordt opgenomen zonder toestemming van de directeur of de leerplichtambtenaar wordt gezien als ongeoorloofd schoolverzuim. De directeur is verplicht dit aan de leerplichtambtenaar te melden. 11.6 Vakantietijden. Na de zomervakantie begint de school op maandag 1 september 2014. Voor het schooljaar 2014-2015 geldt het onderstaande vakantierooster. Herfstvakantie Kerstvakantie Carnavalsvakantie Pasen Eerste dag 20 oktober 2014 22 december 2014 16 februari 2015 3 april 2015 Koningsdag Meivakantie Hemelvaart Pinksteren Zomervakantie 27 april 2015 4 mei 2015 14 mei 2015 25 mei 2015 13 juli 2015 Laatste dag 24 oktober 2014 2 januari 2015 20 februari 2015 6 april 2015 (7 april = studiedag; alle kinderen vrij) 8 mei 2015 15 mei 2015 n.b.: 26 t/m 29 mei groepen 1-2 vrij 23 augustus 2015 11.7 STUDIEDAGEN LERAREN 8 oktober 2014: 9 februari 2015: 7 april 2015: 26, 27, 28 en 29 mei 2015: vrijdag 12 september 2014 woensdag 29 oktober 2014 alle kinderen vrij. alle kinderen vrij. alle kinderen vrij. kinderen groep 1-2 vrij. kinderen groep 1-2-3 vrij. kinderen groep 1-2-3 vrij. 34 Hoofdstuk 12 Praktische zaken 12.1 Ziekte Als uw kind ziek is, wordt van u verwacht dit telefonisch of schriftelijk vóór schooltijd te laten weten. Gebruikt uw kind medicijnen e.d. of zijn er andere bijzonderheden die van belang kunnen zijn voor de gezondheid van uw kind, zoals een voedselallergie, wilt u die dan aan het begin van het schooljaar aan de desbetreffende groepsleerkracht doorgeven? 12.2 Kind in ziekenhuis Wanneer een kind langdurig afwezig is, kan (in overleg) werk worden meegegeven via de ouders naar de leerling. 12.3 Verjaardagen De kinderen van de groepen 1 en 2 kunnen voor de verjaardag van papa en mama op school een cadeautje maken, evenals voor bruiloften. U ontvangt hierover aan het begin van het schooljaar bericht. Uitnodigingen voor een kinderverjaardag mogen niet op school worden uitgedeeld. Wij zijn niet tegen snoep als verjaardag traktatie, maar probeert u ook eens om gezond te trakteren. 12.4 Moederdag/ Vaderdag In groep 1 t/m 4 wordt aandacht besteed aan moeder- en vaderdag. 12.5 Abonnementen op jeugdtijdschriften en boeken De mogelijkheid bestaat om uw kind via de school op tijdschriften of boekenseries te abonneren. Aan het begin van het schooljaar worden diverse folders meegegeven. 12.6 Prikbord Elke maand verschijnt het Prikbord op de website van onze school. Hierin staan mededelingen betreffende de school. De ouders kunnen altijd een stukje in het Prikbord schrijven. Als u kopij heeft, geef het dan gerust uiterlijk vóór het einde van de maand aan de directie door. 12.7 Fruit 's Morgens mogen de kinderen een beker drinken ( geen pakjes i.v.m. te veel afval) of schoongemaakt fruit meebrengen. De bekers graag voorzien van naam. 12.8 Fiets In verband met beperkte ruimte om fietsen te stallen en de daardoor ontstane schade aan fietsen, is besloten dat niet meer alle kinderen met de fiets naar school mogen. Kinderen, wonende aan of binnen de volgende straten worden geacht hun fiets thuis te laten en lopend naar school te komen: Terborgseweg, links Vinkwijkseweg, rechts Padevoortseallee, Benedendorpsstraat, Bovendorpsstraat, links Kerkweg en rechts ’s-Heerenbergseweg tot aan de rotonde bij Het Tolhuis. Kinderen die wel met de fiets naar school komen, mogen niet op het schoolplein en op het trottoir fietsen. 12.9 Brengen en halen van kinderen Veel ouders halen en brengen hun kinderen en soms hun vriendjes per auto naar school. We verzoeken u om bij het laten in- en uitstappen van deze kinderen goed te letten op hun veiligheid èn die van de andere kinderen. Dat kan door: Zo te stoppen dat uw eigen kinderen voor school niet de straat hoeven over te steken In de schoolomgeving extra te letten op spelende en overstekende kinderen Niet te parkeren op en om de plaatsen waar kinderen meestal oversteken 35 Ook willen wij u vragen erop te letten niet de ingang/uitgang van de bewoners van de Delweg en de Padevoortseallee en de parkeerplaatsen bij de fysiotherapie (Padevoortseallee) te blokkeren. Zorgt u er ook voor dat de kinderen die u in uw auto vervoert, gebruik maken van de autogordel. De praktijk wijst uit dat die gordel, ook binnen de bebouwde kom, ook op korte afstanden, ook bij lage snelheid, ernstige verwondingen van kinderen kan voorkomen! Bovendien let de politie er in bepaalde periodes extra op dat ook kinderen de autogordel gebruiken. Voor de volledigheid een overzicht van de wettelijke regeling: Kinderen die kleiner zijn dan 1.35 meter moeten verplicht in een goedgekeurd kinderzitje of zittingverhoger. Dit geldt zowel voorin als achterin de auto. Kinderen die groter zijn dan 1.35 meter moeten verplicht in de autogordel en mogen hier gebruik maken van een zittingverhoger. Onder kinderen wordt verstaan iedereen onder 18 jaar. Geen babyzitje plaatsen tegen de rijrichting, tenzij de airbag is uitgeschakeld! LET OP: kinderen jonger dan 3 jaar mogen uitsluitend vervoerd worden in een goedgekeurd kinderzitje! Er zijn uitzonderingen met betrekking tot het goedgekeurde kinderzitje: deze zijn in de bus of taxi niet verplicht. Voor ouders die kinderen vervoeren van anderen is niet altijd een zitje aanwezig; de kinderen moeten dan in de autogordel. Kinderen jonger dan 3 jaar mogen dan niet worden vervoerd. 12.10 Wat te doen als er hoofdluis heerst? Kijk of uw kind hoofdluis heeft. koop een plastic stofkam (bij apotheek of drogist) kam hiermee het haar boven een wit vel papier of boven de wasbak controleer alle gezinsleden vergeet ook u zelf niet GEEN hoofdluis gevonden? iedere week blijven controleren! WEL hoofdluis gevonden? volg het zeven stappenplan op Het ZEVEN STAPPENPLAN bij hoofdluis 1. U gaat nu behandelen. Dit kan op twee manieren A. Behandeling zonder bestrijdingsmiddel B. Behandeling met bestrijdingsmiddel A. Behandeling zonder bestrijdingsmiddel koop een metalen Nisskakam (verwijdert luizen én neten); maak het haar nat en verdeel het in vier stukken; kam het haar plukje voor plukje goed door om de luizen en neten te verwijderen; verwijder de luizen en neten uit de kam met de kamreiniger en herhaal deze behandeling iedere dag gedurende 14 dagen; deze behandeling moet zeer nauwkeurig gebeuren. Er mag geen enkel stukje haar worden overgeslagen. Bij lang en krullend haar is deze behandeling heel moeilijk. 36 B. Behandeling met bestrijdingsmiddel koop een bestrijdingsmiddel bij de apotheek; vraag hoe en hoe vaak u het middel moet gebruiken; lees goed de gebruiksaanwijzing en volg precies de aanwijzingen op; bedek heel goed de ogen en oren tijdens de behandeling; na de behandeling kunt u het haar uitkammen met de stofkam of met een Nisskakam; nadat iedereen behandeld is, 14 dagen lang iedere dag met de stofkam nakijken of de hoofdluis echt weg is. 2. Zorg ervoor dat iedereen in het gezin die hoofdluis heeft, gelijktijdig wordt behandeld. 3. Meld de hoofdluis aan de leerkracht van uw kind. 4. Vertel het aan de ouders van vriendjes en anderen waar uw kind mee omgaat en denk ook aan eventuele logés en logeeradressen. 5. Omdat de luizen ook in de kleding, het beddengoed en de meubels zitten, volgt hierna een schoonmaakadvies: Kleding, jassen, mutsen, beddengoed, sjaals, enz. dienen op minimaal 60°C te worden gewassen (eventueel stomerij). Spullen die niet gewassen kunnen worden (bijv. knuffels, haarversierselen, e.d.) tenminste 7 dagen in een afgesloten plastic zak bewaren. Meubels, matrassen, auto, vloerbedekking, enz. dienen grondig te worden gestofzuigd. 6. Zorg ervoor dat ieder gezinslid een eigen kam heeft (net zoals een eigen tandenborstel!!). 7. Blijf controleren, ook als er geen hoofdluis meer heerst. 37 Hoofdstuk 13 13.1 Teamleden Hans Varenhout Directeur Ria Alofs-Wolterink Leerkracht groep 1-2b Jacqueline Cremer Leerkracht groep 7 Bernadet Derksen-Evers Leerkracht groep 7 Fred Diks Leerkracht groep 5 Ellen ten Have-Ratering Leerkracht groep 6 Angela Hesseling Leerkracht groep 8 Jeroen Kampshof Leerkracht groep 8 Internbegeleider groepen 1 t/m 8 Eggie Kleinpenning Leerkracht groep 5 Anita Roes-Sloot Leerkracht Kerstin Venderbos Leerkracht groep 3 Bouwcoördinator groepen 1 t/m 3 Ingrid van de Wetering Leerkracht groep 4 Bouwcoördinator groepen 4 t/m 8 Marion Wieringa-Verheij Leerkracht Els Wilbrink-Aalders Leerkracht groep 1-2 a Monique Yerna Leerkracht groep 1-2 a Debbie Zweers-ter Wiel Leerkracht groep 6 Marion Korts Concierge Namen en adressen [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] 13.2 Medezeggenschapsraad In de MR hebben 3 ouders en 3 teamleden zitting. Namens de ouders: Voorzitter Judith Jansen Benedendorpsstraat 5c 7038 BA Zeddam 0314 653368 Secretaris Vacature Lid en lid GMR Jan Koenderink Vinkwijkseweg 5 7038 AV Zeddam 0314 653234 38 Namens het team: Lid MR en lid GMR Debbie Zweers Lid MR Kerstin Venderbos Jeroen Kampshof 13.3 Ouderraad Ronald Zaalmink Zuivelweg 8 7038 GA Zeddam 0314 380603 Voorzitter Janine Slier Ettemastraat 8a 7038 CP Zeddam 0314 789124 Secretaris Saskia Veldhorst-Koetsier Witte Jufferstraat 11 7038 AB Zeddam 0314-651536 Chantal ten Brinke Oude Doetinchemseweg 10 7038BH Zeddam 0314-650054 Inge Dellemann Padevoortseallee 28b 7038 AM Zeddam 0314 651074 Saskia Molendijk Bovendorpsstraat 6 7038 CJ Zeddam 06-51110352 Wendy Kroes Kilderseweg 21 7038 EH Zeddam 0314 653019 Wendy Evers Terborgseweg 16 7038 EX Zeddam 0314 651389 Ronny Masselink ’s-Heerenbergseweg 13 7038 CB Zeddam 0314 643968 Penningmeester Namens het team: Els Wilbrink 13.4 Schoolbestuur Stichting Katholiek Onderwijs Bergh Bezoekadres: Lohmanlaan 23, 7003 DJ Doetinchem. [email protected] 13.5 Externe personen en instanties IJsselgroep Bachlaan 11/Postbus 277 7002 AG Doetinchem 0314 374141 Mw. I. Schepper – Leerlingbegeleider Dhr. H. Riphagen – Extern vertrouwenspersoon Inspectie van het onderwijs [email protected] www.onderwijsinspectie.nl vragen over onderwijs: 0800-8051 (gratis) klachtmeldingen: 0900-1113111 (lokaal tarief) Jeugdgezondheidsdienst Gezellenlaan 10 7005 AH Doetinchem 088 4433000 CJG (Centrum voor Jeugd en Gezin) Oude Doetinchemseweg 22 7041 DC ’s-Heerenberg 0314 357884 Kinderopvang Humanitas Willem van den Berghstraat 1 7041 CW ’s-Heerenberg 0314 668499 Buitenschoolse opvang School Maatschappelijk Werk: Henrieke Schiltkamp (via de intern begeleider) 0314 356496 39 40 Bijlage: schoolondersteuningsprofiel (zie H. 2.1.) School ondersteuningsprofiel Onze school heeft een school ondersteuningsprofiel opgesteld. Dit is een wettelijk voorschrift bij de invoering van passend onderwijs. Een school ondersteuningsprofiel biedt informatie over de kwaliteit van de basisondersteuning en over wat onze school verder aan ondersteuning biedt. Het legt vast waar onze school voor staat. De schoolondersteuningsprofielen van alle scholen van ons samenwerkingsverband tezamen vormen de basis van ondersteuningsvoorzieningen in de regio. Op die manier is er voor alle kinderen een plek om onderwijs en ondersteuning te krijgen dat zij nodig hebben. Ons ondersteuningsprofiel bestaat uit de volgende onderdelen: een korte typering van onze school de kwaliteit van onze basisondersteuning. Dat is de ondersteuning waarop alle kinderen kunnen rekenen. de deskundigheid voor extra ondersteuning waarover onze school beschikt de voorzieningen die wij als school hebben om leerlingen extra ondersteuning te bieden. Typering van onze school De Roncallischool is de enige school in het dorp en we willen zo mogelijk aan alle kinderen uit het dorp onderwijs bieden van hoogstaande kwaliteit. We bieden onze leerlingen een functionele, uitdagende en veilige leeromgeving. Leerkrachten op onze school gaan steeds bewuster om met hun pedagogische houding en zien ouders steeds meer als gelijkwaardig gesprekspartner. De school streeft naar goede opbrengsten. Daarvoor is een actualisering van het leerstofaanbod nodig. De school heeft een start gemaakt met het systematisch opbrengstgericht werken. We brengen de onderwijsbehoeften van alle kinderen in kaart. Het onderwijsaanbod wordt hierop afgestemd. We maken hiervoor gebruik van groepsplannen en soms van individuele handelingsplannen. Basisondersteuning Wij zijn positief over onze onderwijskwaliteit. Op de Roncallischool zijn aspecten van het pedagogisch klimaat en de afstemming van het onderwijs op de verschillen tussen leerlingen al wel gerealiseerd. Ze worden nog verder ontwikkeld. Dit geldt ook voor het opbrengstgericht werken, maar ambitieuze normen voor te bereiken resultaten moeten nog geformuleerd worden. Wij werken handelingsgericht. Dat wil zeggen dat wij rekening houden met de onderwijsbehoeften van onze leerlingen. Als het nodig is bieden wij extra ondersteuning. Het werken met groepsplannen vindt al wel plaats, maar is in ontwikkeling. Het daarbij in gesprek gaan met de leerling vindt steeds vaker plaats. Leraren zijn goed in staat om rekening te houden met verschillen en het realiseren van passend onderwijs. Leraren werken er continue aan deze deskundigheid verder te ontwikkelen. De school voert een beleid op het gebied van dyslexie, sociaal-emotionele ontwikkeling en gedragsproblematiek. Op dyscalculiegebied wordt dit de komende jaren ontwikkeld. Er wordt gewerkt met ontwikkelingsperspectieven (OPP). De school organiseert structureel de warme overdracht van voorschoolse voorzieningen en vorige school naar de eigen school, en van eigen school naar de volgende school. De school betrekt ouders bij de ondersteuning van leerlingen. Een duidelijke visie op de ondersteuning van leerlingen wordt verder ontwikkeld en vastgelegd. Dit geldt ook voor ondersteuningsprocedures en de inzet daarvan. De school evalueert jaarlijks het beleid ter ondersteuning van leerlingen, en werkt aan het verbeteren van de basisondersteuning in de groepen. 41 Wij beschikken over een goed functionerend ondersteuningsteam, waarbij de besprekingen samen met ouders gevoerd worden. Het ondersteuningsteam bestaat uit een orthopedagoog, intern begeleider, jeugdverpleegkundige en schoolmaatschappelijk werker. Het ondersteuningsteam is een belangrijke schakel in onze ondersteuningsstructuur. Onze intern begeleider is verantwoordelijk voor de organisatie van de bijeenkomsten en is tevens voorzitter. Ondersteuningsdeskundigheid in en buiten de school Voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, beschikt onze school over specifieke interne deskundigheid . Op de Roncallischool is deskundigheid op gebied van Hoogbegaafdheid beschikbaar. Daarnaast hebben we 2 deskundige vertrouwenspersonen en is een van de leraren een gediplomeerd kindcoach. Alle leraren hebben het volledige traject van de kanjertraining gevolgd. Binnen onze Stichting is er voor hoogbegaafde leerlingen van de groepen 4 tot en met 7 de mogelijkheid om een dag per week deel te nemen aan de Mikadogroep. Voor kinderen uit groep 8 is er de mogelijkheid deel te nemen aan het Plusproject. Daarnaast kunnen wij een beroep doen op deskundigen van buiten. De orthopedagoog van buiten vervult een belangrijke rol in het ondersteuningsteam en doet indien nodig extra onderzoek. Ook de schoolmaatschappelijk werker maakt deel uit van het ondersteuningsteam. Ontwikkelagenda Samengevat zijn wij als school tevreden over de basisondersteuning en extra ondersteuning die wij bieden aan onze leerlingen. Vanzelfsprekend kan het altijd beter en zien wij nog voldoende verbeterpunten. Voor het verbeteren van onze kwaliteit werken wij aan de volgende plannen: Plannen basisondersteuning Uitbreiding van het werken met groepsplannen, gebruik makend van de onderwijsbehoeften. Verdere invoering van ‘zo leer je kinderen lezen en spellen’, Verdere invoering van het Kanjerbeleid Voorbereiding nieuw in te voeren methode voor rekenen-wiskunde en ondersteuning op dyscalculiegebied. Plannen Beleid en Organisatie Visie Passend Onderwijs verder ontwikkelen en vastleggen Het (verder) werken aan een lerende organisatie m.b.v. o.a. Collegiale Consultatie. Plannen Ondersteuningsdeskundigheid Voortzetting teambrede scholing coöperatief werken. Ontwikkelen specifieke deskundigheid binnen het team: specialisatie in aandachtsvelden Beter benutten aanwezige deskundigheid m.b.t. begaafdheid. 42
© Copyright 2024 ExpyDoc