Schoolgids 2014 2015

Inhoudsopgave schoolgids 2014-2015
Voorwoord
2
Hoofdstuk 1
De school: algemene gegevens
3
Hoofdstuk 2
Waar de school voor staat
6
Hoofdstuk 3
De organisatie van het onderwijs
9
Hoofdstuk 4
De zorg voor de kinderen
13
Hoofdstuk 5
Jaaractiviteiten voor de kinderen
19
Hoofdstuk 6
De externe contacten
20
Hoofdstuk 7
Schoolbestuur
23
Hoofdstuk 8
Team Roncallischool
24
Hoofdstuk 9
De betrokkenheid van de ouders binnen de school
26
Hoofdstuk 10
Resultaten van het onderwijs
30
Hoofdstuk 11
Regeling school- en vakantietijden
32
Hoofdstuk 12
Praktische zaken
35
Hoofdstuk 13
Namen en adressen
38
Bijlage
Schoolondersteuningsprofiel
41
1
Voorwoord
Hierbij bieden wij u de schoolgids van de Roncallischool voor het
schooljaar 2014-2015 aan.
Deze gids is geschreven om u een zo goed mogelijk inzicht te geven in onze school en is bedoeld voor
de ouder(s)/verzorger(s) van onze (toekomstige) leerlingen.
De schoolgids is ook digitaal te lezen via onze website www.roncalli.nl
Een goed en regelmatig contact tussen ouder(s)/verzorger(s) en school vinden we erg belangrijk. In
deze gids wordt aangegeven dat een leer- en leefklimaat, gekenmerkt door wederzijds vertrouwen
en een goede relatie, voor ons de ideale basis is voor een optimale ontwikkeling van het kind. Een
goede vertrouwensrelatie tussen het kind en de leerkracht, tussen de kinderen onderling en ook
tussen school en ouder(s)/verzorger(s) geeft het kind (weer) zelfvertrouwen en zelfwaardering en
leidt tot positieve, succesvolle leerervaringen.
Een school met een eigen gezicht en een goede sfeer is voor uw kind erg belangrijk. Als kinderen met
plezier naar school gaan ontwikkelen ze zich beter en gaat het leren gemakkelijker. Kinderen moeten
zich op school veilig en thuis voelen. Wederzijds respect van de leerkracht voor de kinderen en
omgekeerd is van groot belang. De leerkracht daagt kinderen uit te leren, ondersteunt ze op het
moment dat ze daar behoefte aan hebben en stelt grenzen waar dit nodig is.
De Roncallischool blijft zich richten op een grote betrokkenheid van kinderen en
ouder(s)/verzorger(s) bij de school, zorg voor kinderen en kwalitatief goed onderwijs.
We begeleiden de kinderen op onze school op hun weg naar zelfstandigheid. In deze schoolgids
leggen we uit wat we daar mee bedoelen en hoe we dat in de praktijk vormgeven. De gids is niet
alleen bestemd voor ouders waarvan de kinderen onze school al bezoeken. Ook ouders die
overwegen om hun kinderen aan te melden, vinden er veel informatie over visie, werkwijze en
praktische zaken. Zoals wat te doen als uw kind ziek is, de schooltijden, extra verlof en bijvoorbeeld
vakanties.
Wij hopen dat deze nieuwe schoolgids met plezier wordt gelezen.
Mocht u na het lezen vragen, opmerkingen of suggesties hebben dan horen wij dat graag.
Suggesties tot verbetering van de schoolgids zijn altijd welkom.
U kunt hierover contact opnemen met de directie van de school.
Wij wensen iedereen een leuk, leerzaam en succesvol schooljaar 2014-2015.
Team Roncallischool.
2
Hoofdstuk 1
De school: algemene gegevens
1.1 Adres en korte geschiedenis.
Roncallischool
Padevoortseallee 21
7038 AL Zeddam
TEL: 0314 651530
EMAIL: [email protected]
WEBSITE: www.roncalli.nl
U kunt ons ook vinden op Facebook : Roncallischool Zeddam
De Roncallischool is een school voor basisonderwijs voor kinderen van 4 t/m 12 jaar,
met een open, gezellige en ontspannen sfeer.
De Roncallischool is genoemd naar Paus Johannes XXIII. Zijn familienaam was Angelo Giuseppe
Roncalli. Een man die de oecumene hoog in zijn vaandel had staan en daardoor zeer gewaardeerd
werd door zowel katholieken als andersdenkenden.
De school is in 2011 rigoureus verbouwd en voldoet aan alle moderne eisen. De school is gelegen in
een rustige buurt tussen twee verharde wegen met weinig of geen doorgaand verkeer. De leerlingen
van onze school komen uit het dorp Zeddam en de buurtschappen Vethuizen en Lengel.
1.2 Directie.
Directeur:
Hans Varenhout
Kalverweidendijk 32
7091 RN Dinxperlo
Tel. : 0315-652922
1.3. Voorlichting, aanmelding, en inschrijving
Voorlichting
Voor ouders, die met het oog op de schoolkeuze voor hun kind(eren) informatie over onze school
willen zijn er een aantal mogelijkheden:
Ook kunt u terecht bij de directeur van de school. 'Nieuwe' ouders nodigen wij graag uit voor een
bezoek. Dan kunnen wij hen nog meer over de school vertellen en onze school laten zien. Maak
gerust een afspraak.
In het voorjaar worden ouders via ‘t ‘Montferland Nieuws’, aanplakbiljetten en in “het Prikbord”
opgeroepen om de belangstelling voor onze school al vast aan te geven. Op donderdag 29 januari
2015 wordt namelijk de mogelijkheid geboden om op school rond te kijken en vragen te stellen als er
onduidelijkheden zijn. Bij deze gelegenheid kunt u ook andere ouders en kinderen ontmoeten die
belangstelling hebben voor onze school. Ouders die de wens hebben hun kind in te schrijven op
school melden dit bij onze school door een belangstellingsformulier in te vullen en te ondertekenen.
Op deze wijze kan de school een goede inschatting maken van het te verwachten aantal leerlingen in
groep 1 voor het nieuwe schooljaar en bij de planning van de groepen hiermee rekening houden.
3
Aanmelding
Ouders/verzorgers kunnen een leerling aanmelden bij een basisschool met het verzoek om toelating.
De aanmelding moet altijd schriftelijk en kan worden gedaan vanaf de dag waarop het kind 3 jaar is
maar zo mogelijk uiterlijk 10 weken vóór de datum waarop de toelating tot de school wordt
gevraagd. Ouders dienen bij de aanmelding aan te geven of zij hun kind ook bij een andere school en
zo ja welke school hebben aangemeld.
Toelating
Vanaf de leeftijd van 4 jaar kan hij/zij daadwerkelijk tot de basisschool worden toegelaten. Kinderen
die al eerder een andere basisschool bezochten kunnen ook worden aangemeld op school. De school
bepaalt vervolgens of de aangemelde leerling kan worden toegelaten.
De toelating is niet afhankelijk van het verlenen van een geldelijke bijdrage door de ouders.
Binnen 6 weken na deze aanmelding dient het bevoegd gezag van de school te beslissen over de
toelating.
Zorgplicht
Zodra de leerling op een basisschool schriftelijk is aangemeld gaat voor deze school de zorgplicht in.
(zie ook 2.1. De wet passend onderwijs) Dit geldt ook voor SBO- en SO-scholen als de leerling nog
niet op een andere (basis)school staat ingeschreven.
Dit betekent dat de (basis)school van aanmelding verantwoordelijk is voor de zorg van deze leerling.
Mocht de (basis)school niet in staat zijn de leerling op de eigen school voldoende te begeleiden dan
is het de plicht van de school om samen met ouders een andere (reguliere) basisschool te zoeken die
wel aan de onderwijsbehoefte van de leerling voldoet, aan de hand van de ondersteuningsprofielen.
De termijn hiervoor is 6 weken. Dit kan in sommige gevallen één maal verlengd worden met 4 weken.
Voor een plaatsing op het SBO (Speciaal Basis Onderwijs) of SO (Speciaal Onderwijs) is het aan het
bevoegd gezag van de school om bij het Samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring aan
te vragen. Met deze verklaring heeft de leerling recht op plaatsing op het SBO van het SWV of SO in
heel Nederland.
Een leerling mag pas geweigerd worden als de school aan de zorgplicht heeft voldaan. Een andere
reden kan zijn dat er op de school van aanmelding geen plaatsruimte is of als de ouders weigeren te
verklaren de grondslag van het onderwijs van de school te respecteren.
Zorgplicht en verhuizing van een kind
Bij verhuizingen buiten de regio gelden dezelfde regels van plaatsing. Ouders melden hun kind aan
op de school van hun voorkeur. Deze school bekijkt of ze het kind een passende plek kan bieden. Kan
deze school het kind niet toelaten, dan biedt ze binnen 6 weken een plek aan op een andere school
waar het kind wel geplaatst kan worden. De school mag deze termijn 1 keer met maximaal 4 weken
verlengen. Verder blijft het kind ingeschreven op een school totdat een andere school bereid is hem
of haar in te schrijven. Dus: Zorgplicht gaat in bij schriftelijke aanmelding op de nieuwe school.
Inschrijving
Zodra een toegelaten leerling ook daadwerkelijk de school gaat bezoeken wordt het als leerling van
de school ingeschreven. In verband met nieuwe regelgeving zijn ouders verplicht een kopie in te
leveren van het officiële document van de belastingdienst waarop het sofinummer van het kind staat
vermeld (een kopie van het paspoort, de identiteitskaart of een uittreksel uit het geboorteregister
mag ook.). Ook moet een ouderverklaring worden ingevuld. De school is verplicht dit van de ouders
te vragen.
De school neemt minimaal een maand voor het eerste schoolbezoek contact op met de ouders van
de leerling om over de inschrijving en het eerste schoolbezoek praktische afspraken te maken.
4
Schooltijden / schoolbezoek.
In ons land kennen we een leerplicht vanaf 5 jaar. Er is een leerrecht vanaf 4 jaar.
Als ouders gebruik maken van het leerrecht, dan is in principe een leerling van 4 jaar welkom op
school. Op het moment dat een ouder gebruik maakt van het recht, dan treden de geldende
schoolregels in werking.
Elke leerling die op onze school staat ingeschreven, dient de schooltijden te volgen, die in deze
schoolgids vermeld staan.
In overleg met de leerkracht kan bepaald worden, dat voor een bepaalde periode het verstandig is
om een 4- of 5- jarige niet alle dagen volledig naar school te laten gaan, omdat het in uitzonderlijke
gevallen nog te inspannend is.
De keuze om wel of niet met hele dagen te starten kan bij de leerkracht of bij de ouder liggen.
De ouder en de leerkracht bespreken dit en de beslissing wordt door de directeur genomen.
De duur van de uitzondering wordt vastgelegd.
5
Hoofdstuk 2
Waar de school voor staat
De Roncallischool gaat uit van de Wet op het Basisonderwijs. Het onderwijs omvat de kerndoelen en
vakgebieden die daarin zijn voorgeschreven. Een belangrijke actuele ontwikkeling is de invoering van
de Wet passend onderwijs. (2.1.)
Scholen hebben de vrijheid eigen accenten te leggen en ook eigen doelen na te streven en te bepalen
op welke manier ze lesgeven. Het is daarom van groot belang dat u als ouder weet, waar onze school
voor staat. (2.2.)
2.1. De Wet passend onderwijs
De Wet passend onderwijs gaat op 1 augustus 2014 in. Scholen krijgen een zorgplicht. Dat betekent
dat scholen (binnen een samenwerkingsverband) er voor verantwoordelijk zijn om elk kind een
goede onderwijsplek te bieden.
Passend onderwijs gaat over de manier waarop extra ondersteuning in het onderwijs aan leerlingen
wordt georganiseerd en gefinancierd. Uitgangspunt is dat alle leerlingen het onderwijs krijgen dat ze
nodig hebben en op een onderwijsplek zitten die bij hen past. Het gaat om zowel lichte als zware
ondersteuning. Bijvoorbeeld extra begeleiding op school, aangepast lesmateriaal, hulpmiddelen of
onderwijs op een speciale school.
Passend onderwijs is dus geen schooltype; kinderen zitten niet ‘op’ passend onderwijs.
Om passend onderwijs te realiseren werken scholen in een regio samen in een
samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband is ervoor verantwoordelijk dat alle leerlingen in
de regio een passend onderwijsaanbod krijgen. De scholen in het samenwerkingsverband maken
onderling afspraken over hoe ze ervoor zorgen dat alle leerlingen onderwijs krijgen dat bij hen past.
Geen enkele leerling mag thuiszitten.
De scholen maken samen afspraken over:
 de begeleiding die iedere reguliere school biedt;
 welke kinderen naar het speciaal onderwijs gaan en welke procedure daarvoor geldt;
 hoe het geld voor extra ondersteuning over de scholen wordt verdeeld;
 de kwaliteit van het onderwijs aan leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften;
 hoe ouders worden geïnformeerd over wat scholen kunnen bieden.
Deze afspraken leggen ze vast in het ondersteuningsplan.
Iedere school is wel ergens heel goed in of heeft zich ergens in gespecialiseerd. Wat een school kan
en welke extra ondersteuning zij biedt, staat in het schoolondersteuningsprofiel van de school.
Iedere school stelt zo’n profiel op. In het schoolondersteuningsprofiel staat wat u van de school kan
verwachten. Het schoolondersteuningsprofiel is als bijlage aan deze schoolgids toegevoegd.
2.1.1. Omgaan met verschillen
Binnen passend onderwijs wordt het onderwijsaanbod afgestemd op de onderwijsbehoeften van de
leerlingen. Een goed systeem van leerlingenzorg helpt bij het bieden van zorg op maat. Het volgen
van de leerlingen gebeurt systematisch.
Er is ook aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen.
Een goede sfeer (pedagogisch klimaat) vinden we een belangrijke voorwaarde voor het kunnen
opdoen van leerervaringen, waardoor aan competentie (op je taak berekend zijn), autonomie (zelf
keuzes kunnen maken) en aan een goede relatie (zich geaccepteerd en veilig voelen) gewerkt kan
worden. Deze aspecten vinden we erg belangrijk, omdat ze essentieel zijn voor het
ontwikkelingsproces.
6
Binnen onze groep leerlingen kennen we een grote verscheidenheid, net zoals in onze Nederlandse
samenleving. Op respectvolle wijze met elkaar omgaan en elkaar ruimte geven, zijn zaken die we de
kinderen ook op school willen bijbrengen.
De school heeft beleid om sociale vaardigheden van kinderen te verbeteren en leren om te gaan met
conflicten. (de Kanjertraining). In elke groep worden de afspraken van de Kanjertraining gehanteerd.
2.2. De missie en visie van de Roncallischool
Missie Roncallischool:
Het team is een professioneel, gemotiveerd team dat vertrouwen geeft aan de kinderen en hun
ouder(s)/verzorger(s).
De Roncallischool biedt de leerlingen een inspirerende leeromgeving aan.
De leerlingen worden gestimuleerd om samen te spelen, samen te leren en samen te werken.
De Roncallischool herkent en erkent de verschillen tussen leerlingen en medewerkers.
Wij bieden de leerlingen zorg op maat aan, die binnen onze expertise en mogelijkheden ligt.
Ouders zijn gesprekspartners in het opvoedings- en leerproces.
Visie Roncallischool
Het bovengenoemde missiestatement is uitgewerkt in richtinggevende uitspraken:
De Roncallischool is een katholieke basisschool waar waarden en normen mede de basis vormen van
het onderwijs.
Drie kernwaarden die wij hanteren en uitdragen in onze visie:
 Respect
 Vertrouwen
 Solidariteit
Mensbeeld Roncallischool
Ieder kind is uniek. Om goed te kunnen functioneren in de maatschappij, moet elk kind zich naar
eigen vermogen, zo goed mogelijk kunnen ontwikkelen op zowel sociaal als cognitief gebied.
Wederzijds respect is hierbij het uitgangspunt.
De Roncallischool wil een school zijn met ruimte en aandacht voor ieder kind, een school met orde
en regelmaat. De school wil de kinderen een uitdagende speel- en leeromgeving bieden, waarin de
kinderen leren zelfstandig, weerbaar en zelfredzaam te zijn. Daarnaast leren we de kinderen creatief
om te gaan met hun eigen mogelijkheden en beperkingen. Daarbij is elk kind verantwoordelijk voor
eigen handelen en moet het rekeningen (leren) houden met zijn omgeving.
Dit alles laten we niet ten koste gaan van lezen, taal, rekenen en de zaakvakken. Onze school blijft
een instituut, waar het leren centraal staat. De leerprestaties worden op onze school nauwlettend
geregistreerd en veelvuldig en systematisch geëvalueerd.
2.2.1. De school als leergemeenschap
Op Roncallischool worden hoge opbrengsten nagestreefd en stemmen leerkrachten hun onderwijs
en onderwijsgedrag af op de diverse behoeften van leerlingen. Elk kind wordt uitgedaagd optimaal te
presteren. Daarbij vinden we vaardigheid in taal, lezen en rekenen belangrijk. Opbrengstgericht
werken is een belangrijk aandachtspunt in de schoolontwikkeling. In het schooljaar 2014-2015 ligt
daarbij het accent op het opbrengstgericht werken en groepsplannen en het beredeneerd aanbod in
de groepen 1-2.
2.2.2. De school als leefgemeenschap
De school is niet alleen een leergemeenschap. Het is ook een leefgemeenschap en draagt bij aan een
brede ontwikkeling.
Daarbij gaat het bijvoorbeeld om:
7













Het bevorderen van de zelfstandigheid.
Het leren nemen van verantwoordelijkheid.
Het leren samenwerken.
Het leren omgaan met emoties.
Het leren kiezen.
Het aanleren van een kritische houding, ook t.o.v. zichzelf.
Het bijbrengen van belangstelling voor mens en natuur.
Het “anders zijn” respecteren.
Leerlingen nieuwsgierig maken naar andere culturen.
De maatschappelijke verantwoordelijkheid leren kennen.
De religieuze c.q. maatschappelijke gevoeligheid stimuleren.
Leren vertrouwen te hebben in de toekomst en geloven in eigen kunnen.
Sociaal weerbaar zijn/worden.
2.2.3 De school als katholieke gemeenschap
De Roncallischool is een katholieke school. Daarmee willen we zeggen, dat we ons identificeren met
of laten inspireren door de waarden en normen die in de katholieke traditie en de bijbel te vinden
zijn.
In onze levensbeschouwelijke vorming wordt rekening gehouden met niet- of andersgelovige
leerlingen. Het accent hierbij ligt sterk op algemeen menselijke- en tegelijk evangelische waarden.
Bij de levensbeschouwelijke opvoeding is het in eerste instantie aan de ouders of en hoe zij de
religieuze gevoeligheid van hun kinderen willen stimuleren. De eerste verantwoordelijkheid voor de
geloofsopvoeding ligt dan ook thuis, bij de ouders of verzorgers, maar de school kan en wil daar bij
helpen. De vanuit de parochie georganiseerde activiteiten (gezinsvieringen, speciale vieringen,
voorbereidingen op de communie, het vormsel, etc.) worden ook op school onder de aandacht
gebracht. Dit gebeurt vanuit de parochiële werkgroepen.
De ontmoeting met andere culturen en tradities en het leren omgaan met andersdenkenden vinden
we van belang. Daarbij willen we uitgaan van het recht van elk mens om trouw te zijn aan zijn of haar
eigen traditie of overtuiging. Vanuit onze katholieke identiteit zijn we er van overtuigd, dat we
kinderen verdraagzaamheid moeten leren omdat dit de voorwaarde is voor vrede.
Met behulp van het onderwijsleerpakket Trefwoord wordt op de Roncallischool aan de
levensbeschouwelijke vorming gewerkt.
Onze school sponsort Jambur Lower Basic School in Gambia.
2.3 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school
De zorg voor de kwaliteit van het onderwijs noemen we kwaliteitszorg. Vanzelfsprekend zien wij nog
mogelijkheden voor het verbeteren van onze kwaliteit. Deze staan beschreven in het schoolplan
voor 2011-2015. Wij werken aan de volgende plannen:
 Het verbeteren van de opbrengsten voor de vakken spelling, (begrijpend) lezen en rekenen.
 Werken met groepsplannen, zodat de onderwijsaanpak van de leerkracht nog beter aansluit bij de
onderwijsbehoeften van de leerlingen.
 Een goed beredeneerd aanbod in groep 1-2 aanbieden.
 Organiseren van de hulp aan leerlingen met een eigen leerlijn binnen de groep.
 Het invoeren van nieuwe methoden voor o.a. de vakken rekenen.
 Een stimulerend pedagogisch klimaat.
 Ouderbetrokkenheid.
 Het verder vormgeven van ICT.
 De bedrijfshulpverlening (BHV) is ieder schooljaar een terugkerend onderdeel in de nascholing.
8
Hoofdstuk 3
De organisatie van het onderwijs
3.1 De organisatie van de school
Op Roncallischool wordt gewerkt volgens het jaarklassensysteem, met veel aandacht voor individuele
behoeften van kinderen.
In de onderbouw wordt gewerkt met gemengde groepen. Er zijn twee groepen 1-2. Hierin zitten
kinderen van 4, 5 en 6 jaar bij elkaar in een groep.



Onderbouw:
Middenbouw:
Bovenbouw:
2 groepen 1-2, één groep 3
groepen 4 en 5
groepen 6, 7 en 8
Een leerkracht is belast met de taak de leerlingondersteuning te coördineren; dit is de intern
begeleider Jeroen Kampshof. Hiervoor heeft de school bewust 4 dagdelen vrij gehouden.
3.2. Groeps- en schoolgrootte.
Bij het begin van het schooljaar bestaat de gemiddelde groepsgrootte bij de groepen 1-2 uit 18
leerlingen. In de loop van het schooljaar stromen 4-jarigen in, waardoor er aan het eind van het
schooljaar ongeveer 23 leerlingen per groep zijn. De groepsgrootte in de andere groepen varieert van
21 tot 31 leerlingen.
Op de teldatum (1 oktober 2014) zal de school bezocht worden door ongeveer 181 leerlingen.
3.3 De activiteiten voor de kinderen
Alle leerlingen hebben behoefte aan een sterk onderwijsaanbod, m.n. bij rekenen, lezen en taal.
Sommige kinderen vinden daarin al vrij snel zelf hun weg, maar vooral kinderen bij wie leren niet
vanzelf gaat, zijn aangewezen op een stimulerende en gestructureerde leeromgeving. Daarom vinden
we duidelijke leerlijnen voor de ontwikkeling van kennis en vaardigheden belangrijk.
3.3.1 Activiteiten in de onderbouw
In de eerste maanden op school leren de kinderen wat het is om de hele dag in een groep te zijn. In
de groepen 1 en 2 is veel tijd ingeruimd voor spelen. Kleuters leren veel dingen spelenderwijs.
Daarbij is het onder woorden brengen van wat ze doen en beleven van grote betekenis. Luisteren
naar en praten met andere kinderen en de leraar is erg belangrijk voor de (taal-)ontwikkeling en het
leren rekening houden met anderen.
In groep 2 leren de kinderen ook al dingen die nodig zijn in groep 3. Ze oefenen met taal- en
rekenspelletjes, ook op de computer. Ze doen schrijfoefeningen. Wel zorgen we er voor dat de
kinderen zoveel mogelijk nog kleuter mogen zijn. Ook stimuleren we dat ze zelf initiatieven
ontplooien. We proberen elk kind dát aan te bieden wat zijn ontwikkeling weer een stukje verder
brengt.
Op onze school gebruiken we daarbij vooral thema’s uit de methode Schatkist. Daarbij wordt de
leeromgeving betekenisvol ingericht, waarbij ruimte is voor eigen initiatief en inbreng van de
kinderen. De leerkrachten proberen actief leren te stimuleren, zodat de kinderen een positief
zelfbeeld krijgen en er een gevoel van eigenwaarde aan kunnen ontlenen.
De leerkracht daagt uit en stuurt aan op een brede ontwikkeling. Er zijn verschillende hulpmiddelen
waarmee de leerkracht de ontwikkeling van de kinderen kan volgen en stimuleren.
Met de methode Schatkist beginnen de leerlingen van groep 2, vaak spelenderwijs, met allerlei
voorbereidende taal/leesactiviteiten. Ze leren klanken en tekens onderscheiden en herkennen, ze
leren (enkele) letters en sommige woorden en kunnen deze soms ook schrijven. Dit zorgt er voor dat
de overgang naar groep 3 op taal-leesgebied zo klein mogelijk is.
Ook in groep 3 wordt vanuit thema’s gewerkt, vanuit de taalleesmethode Veilig Leren Lezen.
9
In groep 3 leren de kinderen aan de hand van een aantal kernwoorden de letters. Met deze letters
kunnen ze nieuwe woorden maken. Langzamerhand gaan ze deze letters en woorden leren schrijven.
Aan het eind van groep 3 kunnen de meeste kinderen 2- en 3-lettergrepige woorden lezen.
3.3.2 Taal
Taalonderwijs is van belang voor het succes dat kinderen in het onderwijs zullen hebben en voor de
plaats die ze in de maatschappij zullen innemen.
Daarnaast heeft taal een sociale functie. Kinderen dienen hun taalvaardigheid te ontwikkelen, omdat
ze die nu en straks in de maatschappij hard nodig hebben. Dat houdt onder meer in dat het
onderwijs waar mogelijk uitgaat van communicatieve situaties: levensechte en boeiende leesteksten,
gesprekken over onderwerpen die kinderen bezig houden en het schrijven van echte teksten. Het
onderwijs in Nederlandse taal is er op gericht dat kinderen in de beheersing van deze taal in en
buiten school steeds competentere taalgebruikers worden.
Voor het vakgebied Nederlandse taal maken we op Roncallischool onderscheid tussen de volgende
vaardigheden:
Schriftelijke taalvaardigheid: lezen, schrijven en spelling.
Mondelinge taalvaardigheid: spreken, luisteren, woordenschat.
Beschouwing van taal.
Het lezen wordt apart beschreven. Voor de overige taalonderdelen wordt in de groepen 4 tot en met
8 gewerkt met de taalmethode Taal in Beeld.
3.3.3 Voortgezet lezen
Het technisch lezen, voortgezet technisch lezen en begrijpend lezen staan centraal in groep 3 en
vinden een vervolg in groep 4 en de hogere groepen. Ook maken we gebruik van racelezen en duolezen.
In de groepen 4 t/m 8 wordt uit de methode Goed gelezen (nieuwe versie) het lezen met begrip
aangeboden.
Ook maakt de school gebruik van de biblio-bus.
3.3.4 Schrijven
Voor het (technisch) leren schrijven is een goede ontwikkeling van de kleine motoriek een
voorwaarde. Hieraan wordt in voorbereidende zin in de groepen 1 en 2 gewerkt. Vanaf groep 3
ontwikkelen de kinderen een eigen handschrift aan de hand van de methode Schrijven in de
basisschool , waarbij ze de letters eerst los, en later aan elkaar op de juiste wijze leren schrijven. Dit
gebeurt met een potlood.
In de hogere leerjaren ontwikkelen de leerlingen een eigen handschrift, waarbij we er op letten dat
kinderen duidelijk en vlot leren schrijven.
3.3.5 Rekenen
Het rekenonderwijs omvat de volgende onderdelen: wiskundig inzicht en handelen, getallen en
bewerkingen (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen), en meten en meetkunde (meten en
leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud,
gewicht, snelheid en temperatuur).
Op de Roncallischool gebruiken we de rekenmethode Pluspunt, waarbij kinderen ook leren rekenen
door het oplossen van probleempjes die ze in het dagelijks leven tegenkomen. Verder is er aandacht
voor oefenen, memoriseren en automatiseren van de basisvaardigheden. In het schooljaar 20142015 gaat het team van de Roncallischool zich oriënteren op een nieuwe actuele rekenmethode.
3.3.6 Wereld- oriënterende vakken
In de groepen 1 t/m 4 komt wereldoriëntatie aan bod in thema’s en onderwerpen die voor jonge
kinderen interessant zijn. In de groepen 5 t/m 8 onderscheiden we de vakken aardrijkskunde,
10
geschiedenis, verkeer en natuuronderwijs (reeds vanaf groep 4). We werken met aardrijkskunde met
de methode Wijzer door de Wereld, voor geschiedenis met de methode Wijzer door de Tijd. Met
natuuronderwijs werken we met de methode Leefwereld.
Voor het vakgebied verkeer werken de groepen 3 t/m 8 met de methode Klaar Over. In groep 7
wordt het theoretisch- en praktisch verkeersexamen afgenomen.
3.3.7 Techniek
De Roncallischool neemt deel aan het project ‘Technieklokaal’. In het Almende College in Ulft (locatie
Wesenthorst) is een technieklokaal ingericht voor de hoogste groepen van het basisonderwijs. Er zijn
een techniekinstructeur en ondersteuners aangesteld en er zijn uitdagende lessen techniek
ontwikkeld. Samen met de groepsleerkracht werken de leerlingen van groep 7 en 8 ongeveer 4
dagdelen in het technieklokaal. De voorbereiding van de opdrachten vindt op school plaats.
3.3.8 ICT
De Roncallischool wil haar kinderen voorbereiden op de toekomst door hen verantwoord en
doelbewust vertrouwd te maken in het gebruik van nieuwe communicatiemiddelen. Wij willen dit
realiseren door de computer onderdeel te laten zijn van onze dagelijkse lespraktijk. Dit houdt in dat
computers op Roncallischool dagelijks gebruikt worden door leerlingen van alle groepen.
Daarnaast wordt er in de groepen 3 tot en met 8 gewerkt met het digitale schoolbord: het Activboard. Veel toepassingen worden op het Activ-board aangeboden. Ook school-TV- programma’s
worden via het digitale schoolbord gevolgd.
3.3.9 Cultuureducatie en kunstzinnige oriëntatie
Cultuureducatie in het onderwijs wordt vormgegeven via kunstzinnige oriëntatie. De Roncallischool
hanteert de kerndoelen als basis voor het programma cultuureducatie. Het leerplan is breed en
divers opgebouwd: tekenen, handvaardigheid, muziek, dans/beweging, drama/spel, foto/film,
taal/literatuur en cultureel erfgoed. De 8 kunstdisciplines komen aan bod via het Kunstmenu,
Projecten en lessen.
Voor het schooljaar 2014-2015 is een planning voor het Kunstmenu opgesteld. Daarbij gaat het o.a.
om theatervoorstellingen, museumbezoek, bezoek aan historische gebouwen, e.d..
Muziekles wordt door de groepsleerkracht gegeven. In groep 4 wordt onder schooltijd AMV
(Algemene Muzikale Vorming) door een medewerker van de muziekschool gegeven. Na het eerste
jaar AMV kunnen de kinderen buiten schooltijd op vrijwillige basis de deelname aan AMV
voortzetten. In groep 5 worden 25 lessen verzorgd door een medewerker van de Muziekvereniging
KnA.
In de lessen muziek en in het bewegingsonderwijs is ook aandacht voor dans en beweging.
3.3.10 Bewegingsonderwijs
De groepen 1 en 2 spelen dagelijks in de gymzaal of, als het weer dit toelaat, buiten. De kinderen
kunnen vrij spelen, of de leerkracht geeft een spelles.
De groepen 3 t/m 8 hebben twee keer per week bewegingsonderwijs.
Jaarlijks is er voor alle groepen een atletiekdag, deze wordt op de atletiekbaan in Ulft gehouden.
De lessen bewegingsonderwijs worden gegeven in de gymzaal van de Roncallischool, op de
speelplaats of op een sportveld. De meisjes en jongens gymmen in een kort broekje met een T-shirt
of in een turnpak. Gymschoenen worden nog lang niet door alle kinderen gedragen. Toch is het erg
belangrijk dit wel te doen.
Het is hygiënischer: voorkomt voetwratten en bepaalde voetschimmels.
Een aantal lessen worden op donderdag door de combinatiefunctionaris van de gemeente
Montferland, Kevin Kettering, gegeven.
11
Naast het verzorgen van het bewegingsonderwijs geeft de combinatiefunctionaris advies ten aanzien
van het sport- en beweegbeleid op school en legt hij verbindingen tussen scholen en
sportverenigingen en waar mogelijk andere lokale partijen. Ook worden onder verantwoordelijkheid
van de combinatiefunctionaris stagiaires van de opleiding Sport en Bewegen ingezet.
Vanaf schooljaar 2012-2013 is er met een combinatiefunctionaris gewerkt. Voor het schooljaar
2014-2015 maakt de gemeente Montferland dit wederom mogelijk.
3.3.11 Motoriek
Binnen de reguliere lessen bewegingsonderwijs komen we tegemoet aan verschillen tussen
leerlingen door oefeningen op verschillende niveaus aan te bieden. We blijven de motorische
ontwikkeling van de kinderen volgen en zorgen voor extra oefening waar dit nodig is.
In de groepen 1,2 en 3 is extra aandacht voor de fijne motoriek en het schrijven. Om deze
ontwikkeling te stimuleren wordt een rijke leeromgeving ingericht. Ook wordt deze ontwikkeling
goed gevolgd, zodat waar nodig extra oefening geboden kan worden.
3.3.12 Godsdienst/levensbeschouwing
Als methode voor het vakgebied godsdienst/levensbeschouwing maken we op onze school gebruik
van de methode "Trefwoord". Met name als voorbereiding op Kerst en Pasen wordt Trefwoord
gebruikt. De uitwerking is verschillend voor de onderbouw, middenbouw en bovenbouw.
12
Hoofdstuk 4
De zorg voor kinderen
4.1 De opvang van nieuwe leerlingen in de school.
Wanneer uw kind de leeftijd van 4 jaar heeft bereikt, kan het groep 1 van onze school bezoeken.
Tevoren ontvangt u een uitnodiging van de leerkracht van groep 1-2, waarop staat wanneer uw kind
kan komen kennismaken. De leerkracht zal dan tevens met u afspreken wanneer uw kind een aantal
dagdelen de desbetreffende groep kan komen bezoeken.
Alle ouders worden bij inschrijving uitgenodigd voor een intake gesprek. Voorafgaand aan het
intakegesprek wordt ouders gevraagd een formulier in te vullen. Zij geven daarin relevante
informatie over (de ontwikkeling van) hun kind. Tijdens het gesprek wordt informatie uitgewisseld
met als doel de start op de basisschool zo soepel mogelijk te laten verlopen.
Van leerlingen die eerder een andere school bezochten wordt de informatie van de vorige school
gebruikt om de overgang naar onze school zo soepel mogelijk te laten verlopen.
4.2 leerlingondersteuning
4.2.1 Passend onderwijs
De ontwikkelingen in het basisonderwijs verlangen dat het "werken in de klas" meer en meer is
afgestemd op de onderwijs-behoeften van de kinderen. Dat is kortgezegd passend onderwijs. De
basis van goed onderwijs ligt in de groep en dat betekent dat onderwijs aangepast moet zijn aan de
onderwijs- en ontwikkelings- behoeften van kinderen.
Leerkrachten worden hierin bijgestaan door de intern begeleider Jeroen Kampshof. De intern
begeleider coördineert de leerlingondersteuning.
4.2.2 Leerlingdossiers.
Zodra uw kind op onze school komt wordt er een dossier aangelegd, waarin zich persoonsgegevens,
onderzoeken, e.d. bevinden.
Deze leerlingdossiers zijn strikt vertrouwelijk en worden zorgvuldig opgeborgen.
U heeft als ouder het recht om het dossier van uw kind in te zien. Praktisch gezien betekent dit dat u
een afspraak moet maken met de directie om het dossier te raadplegen.
Het kan zijn dat de school delen van het leerlingendossier van uw kind aan anderen wil laten zien,
bijvoorbeeld aan de schoolbegeleidingsdienst. Dat kan alleen als u als ouder daarvoor toestemming
hebt gegeven.
4.2.3 Leerlingvolgsysteem.
Onze school werkt met het Cito-LOVS (= Cito leerling- en onderwijs-volgsysteem).
Dit is een verzameling toetsen, die niet aan een methode zijn gebonden, waarmee we de
vorderingen van de leerlingen volgen vanaf de kleuterjaren tot en met groep 8.
Het laat zien hoeveel een kind in een bepaalde periode heeft bijgeleerd. Bijvoorbeeld de periode
tussen januari en juni.
Het zijn landelijk genormeerde toetsen. De toetsen zijn afgenomen bij een grote groep leerlingen
verspreid over het hele land. Daardoor is het mogelijk de vorderingen van uw kind te vergelijken met
alle kinderen in Nederland die net zoveel onderwijstijd achter de rug hebben.
Het voordeel daarvan is dat je een goede maatstaf hebt voor het beoordelen van de vorderingen en
goed in de gaten kunt houden of de vorderingen van de leerling (met zijn of haar mogelijkheden)
bevredigend te noemen zijn. De resultaten worden met ouders besproken. Er kan naar aanleiding
van de resultaten kan een hulpplan worden opgesteld, of het groepsplan worden aangepast.
Daarnaast kan het wenselijk zijn dat meer mensen meedenken om tot goede keuzes/oplossingen te
komen. De IB-er kan dan worden betrokken bij een bespreking met ouders en leerkracht (zie ook de
bijlage ondersteuningsprofiel van de Roncallischool).
Naast de cognitieve ontwikkeling volgen wij ook de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen.
Tijdens oudergesprekken en groepsbesprekingen (met IB-er) is hier voldoende aandacht voor.
13
4.2.4 Extra ondersteuning
Ondersteuning kan op verschillende manieren geboden worden.
Dit gebeurt in de eerste plaats in de groep, door de eigen leerkracht. Op vaste momenten, wanneer
andere leerlingen zelfstandig een taak maken.
We geven kinderen verlengde instructie (na de klassikale instructie extra herhaling/in oefening) of
pre-teaching (voor-instructie zodat kinderen goed voorbereid de klassikale instructie kunnen volgen).
In de klassenorganisatie kan dit op verschillende momenten worden georganiseerd. In de
kleuterbouw vindt deze extra instructie vaak plaats in een klein groepje tijdens de inloop. In groep 3
t/m 8 vindt de extra instructie plaats tijdens de taaktijd . In beide organisatievormen werken de
andere kinderen zelfstandig aan een taak.
Soms sluit het niveau van een kind meer aan op het niveau van een andere jaargroep. In een aantal
gevallen krijgen kinderen dan instructie in die jaargroep, voor bijvoorbeeld rekenen.
Leerkracht en intern begeleider bespreken samen, vaak in overleg met ouders, wat het beste is voor
het kind. Er wordt door de leerkracht een handelingsplan gemaakt . Na een bepaalde tijd ( meestal
zo’n 6 tot 8 schoolweken) wordt het handelingsplan geëvalueerd en eventueel bijgesteld.
Soms heeft een handelingsplan onvoldoende effect en wordt, in overleg met ouders, externe hulp
ingeschakeld. Er kan gekozen worden een leerling te bespreken in het ondersteuningsteam. In dit
team heeft een aantal externe deskundige zitting. De samenstelling kan wisselen maar bestaat
meestal uit ouders, leerkracht, IB-er, schoolmaatschappelijk werk, verpleegkundige en
orthopedagoge. Voorafgaand aan deze bespreking wordt het HGW formulier (handeling gericht
werken) ingevuld. Hierin wordt het kind goed beschreven en wordt een hulpvraag geformuleerd. De
bespreking in het ondersteuningsteam is oplossingsgericht, d.w.z. steeds zoekend naar nieuwe
mogelijkheden om het kind zo goed mogelijk te kunnen begeleiden.
Voor leerlingen die (gedeeltelijk) een eigen leerlijn volgen wordt (doorgaans vanaf groep 6) een
ontwikkelingsperspectief opgesteld. Hierin wordt het (vermoedelijke) uitstroomprofiel van de
leerling aangegeven en wordt voor elk nieuw schooljaar de aanpak, methodes en af te nemen
toetsen aangegeven. Het ontwikkelingsperspectief dient door de ouders ondertekend te worden.
4.2.5. Toelatingsprocedure Speciaal Onderwijs
Als bovenstaande procedure helemaal is doorlopen kan er een goede afweging plaatvinden en advies
gevraagd worden aan het Zorgloket. Na bespreking kan er advies volgen voor plaatsing in SO of SBO.
De (Permanente Commissie Leerlingenzorg) PCL beoordeelt op grond van tevoren vastgelegde
criteria of de leerling wel of niet toelaatbaar geacht wordt voor het Speciaal (Basis-) Onderwijs. De
ouders worden uitgenodigd aanwezig te zijn bij de bespreking . Zij worden op deze manier betrokken
bij de afwegingen.
4.2.6. Leerlinggebonden financiering
Met ingang van het schooljaar 2014-2015 bestaat er geen mogelijkheid meer een rugzak aan te
vragen. Kinderen die extra ondersteuningsbehoeften vallen onder de verantwoording van de
basisschool . De basisschool heeft middelen ter beschikking om deze kinderen zo goed mogelijk te
begeleiden. In overleg met ouders wordt zorgvuldig afgestemd en worden mogelijkheden en
onmogelijkheden besproken. Samen zijn wij verantwoordelijk voor goed onderwijs aan onze
kinderen.
4.2.7. Toetskalender
Op de toetskalender vindt u de afnamemomenten van de methode- onafhankelijke toetsen.
14
Toetsing en toetsinstrumenten schooljaar 2014-2015.
Maand
Toets
Jaargroep
Vanaf september
In de 1e week
wanneer een
lln. instroomt.
Menstekening
Instroomleerlingen
Oktober
week 42
Kanvas (kanjervragenlijst)
Groepssignalering HB#
Nominatie medeleerlingen
Zelfbeeldvragenlijst
5
1
5
3
November
week 45
Cito Oefentoets
8
Januari/Februari
TOETSWEEK
week 5/6
Taal voor kleuters
Rekenen voor kleuters
Fonemisch bewustzijn
Woordenschat
Begrijpend lezen
Spelling (versie 2012)
Spelling werkwoorden
Rekenen (versie 2012)
DMT(versie 2009) / AVI
Schoolvragenlijst
1-2
1-2
2
3 t/m
4 t/m
3 t/m
8
3 t/m
3 t/m
1 t/m
week 17
(21, 22 en 23
april 2015)
Centrale Eindtoets
8
week 14
Kanvas (kanjervragenlijst)
5 t/m 8
April
April / Mei
Juni
TOETSWEEK

#
t/m
t/m
t/m
t/m
8
8
8
8
8
8
8
8
8
8
Entreetoets CITO
7
Theoretisch verkeersexam. 7
Praktisch Verkeersexamen 7
week 24/25
Taal voor kleuters
Rekenen voor kleuters
Woordenschat
DMT(versie 2009) / AVI
Rekenen (versie 2012)
Begrijpend lezen
Spelling (versie 2012)
Spelling werkwoorden
1-2
1-2
3-4-5-6-7
3-4-5-6-7
3-4-5-6-7
3-4
3-4-5-6-7
7
De herfst-, winter-, voorjaars-, en eindsignalering van groep 3 zijn methode-afhankelijk en
niet exact in een toetsweek te plannen.
Het onderdeel lezen van groep 3 is daarom ook niet in bovenstaand schema
opgenomen. Deze toetsen worden afgenomen na kern 3, 6 , 8 , resp. 11.
Groepssignalering HB= signalering hoog- / meerbegaafde leerlingen.
15
4.2.8. Doubleren
In onze groepen wordt zoveel mogelijk uitgegaan van de mogelijkheden van het kind zelf alhoewel
de leerstofdoelen en de lessen uit de methode nog uitgangpunt zijn van de instructie van de
leerkracht. Doubleren kan overwogen worden wanneer dit in het belang van de ontwikkeling van
het kind is. Ouders worden hierbij gezien als belangrijke partner in het overleg. Mocht men ondanks
zorgvuldig overleg niet tot een eensluidend oordeel komen, dan neemt de directeur, na alle
argumenten te hebben gehoord, de uiteindelijke beslissing in welke groep een kind wordt geplaatst.
Er kan ook gekozen worden voor het opstellen van een verklaring waarin de mogelijkheden en
onmogelijkheden van begeleiding in de volgende groep genoemd worden.
4.2.9. Overgang groep 2 naar 3: plaatsingsbeslissingen.
Op de Roncallischool bezoeken de meeste kinderen de school zodra zij vier jaar zijn geworden. Ze
komen dan in groep 1, maar zitten in de groep samen met kinderen uit groep 2: we spreken van een
gemengde groep 1-2. Door de verschillende instroommomenten in groep 1 blijven niet alle kinderen
even lang in groep 1. Snelle leerlingen maken soms al na ruim een half jaar de stap naar groep 2,
terwijl andere kinderen meer tijd nodig hebben en ruim een jaar ( soms ruim anderhalf jaar) nodig
hebben. Dit speelt bij de overgang van groep 1 naar groep 2, maar ook bij de overgang van groep 2
naar 3.
De leerkrachten van de Roncallischool vinden dat niet de leeftijd alleen moet bepalen of kinderen
naar een volgende groep gaan. Er moet ook gekeken worden of een kind in zijn ontwikkeling ook
zover is, dat hij versneld kan doorstromen. We zijn hierin voorzichtig, omdat rijping en (sociaalemotionele) ontwikkeling ook tijd nodig hebben.
De praktijk leert dat kinderen die jarig zijn voor januari in de regel doorstromen van groep 1 naar
groep 2. Sommige kinderen hebben dus ‘maar ‘ een half jaar in groep 1 gezeten. Voor met name
de kinderen die jarig zijn in december komen we voor de keus te staan om een kind ‘snel’ te laten
doorstromen naar de volgende groep (: na 1 ½ tot 2 jaar onderwijs in groep 1-2, of: te besluiten het
na 1 ½ - 2 jaar onderwijs nog een jaar in de kleutergroep te plaatsen. Dit dilemma doet zich het
meest voor bij de overgang van groep 2 naar 3, maar kan ook reeds spelen bij de overgang van groep
1 naar 2.)
Om dat nu zo eerlijk mogelijk te beoordelen, hanteren de leerkrachten van groep 1-2 naast de cito
met een observatiesysteem. Hierin wordt bijgehouden of een kind vorderingen maakt op gebied van
taal en rekenen, de sociaal-emotionele ontwikkeling, werkhouding, en de motorische ontwikkeling.
In januari wordt door de leerkrachten aan de hand van het volgsysteem een 'tussenstand'
opgemaakt.
In mei wordt dan definitief bekeken welke kinderen voor doorstroming naar groep 3 (groep 2) in
aanmerking komen. Over zowel de 'tussenstand' als de uiteindelijke beslissing kunt u met de
leerkracht van uw kind praten.
4.2.10. Als een kind meer aan kan
Ook meer begaafde kinderen hebben extra zorg nodig. Veel van deze kinderen zijn op een aantal
gebieden hun leeftijdgenoten vooruit en worden niet voldoende uitgedaagd door de normale stof
voor de basisschool. Voor deze kinderen wordt –soms alleen voor een bepaald vakgebied- het
lesprogramma aangepast. Dat kan door het weglaten van bepaalde oefeningen (het zogenaamde
compacten), daarnaast het bieden van andere leerstof of aanvullende opdrachten.
In heel speciale gevallen kan het voorkomen dat zo'n leerling een groep overslaat. Het moet dan wel
op alle gebieden zijn leeftijd ver vooruit zijn en niet alleen bij lezen, taal en rekenen. Er wordt
gekeken naar het individuele kind. Over deze stap moet daarom heel goed overleg tussen ouders en
leerkrachten en IB-er plaatsvinden. Vaak wordt de Schoolbegeleidingsdienst hierbij betrokken.
De directeur blijft eindverantwoordelijk en neemt de uiteindelijke beslissing of een kind een groep
kan overslaan.
16
4.2.11. De begeleiding van de overgang van kinderen naar het V.O.
Na groep 8 van de basisschool vervolgen de leerlingen hun onderwijsloopbaan in het voortgezet
onderwijs. De school adviseert ouders over de meest geschikte vorm van onderwijs na de
basisschool. Informatie over het voortgezet onderwijs ontvangt u via de school. Hierbij wordt het
schooladvies mondeling toegelicht en besproken met de ouders.
Het schooladvies is gebaseerd op:
 De kennis en de ervaring die de basisschool met het kind gedurende
acht jaar heeft opgedaan.
 De resultaten van de Entreetoets en de Eindtoets Basisonderwijs van het CITO
 Eventueel een test bij een school- en beroepskeuzebureau. De kosten hiervan worden door de
ouders zelf gedragen.
Vervolgens melden de ouders hun kind zelf, via school, aan bij het voortgezet onderwijs. De scholen
voor voortgezet onderwijs beslissen over toelating en plaatsing.
De landelijke Cito- Eindtoets wordt in het schooljaar 2014-2015 voor het eerst later afgenomen dan
gebruikelijk. Niet meer in februari, maar in april.
4.2.12. Pesten
Ook op onze school worden kinderen helaas wel eens gepest. Natuurlijk proberen we het pesten te
voorkomen door afspraken om een goed leefklimaat op school te bevorderen.
Op de Roncallischool werken we met de methodiek van de Kanjertraining.
De kanjertraining heeft als doel dat een kind positief over zichzelf en anderen leert denken. De pijlers
waarop de kanjertraining is gebouwd, zijn:
We vertrouwen elkaar
We helpen elkaar
Niemand speelt de baas
Je bent niet zielig
We lachen elkaar niet uit
De Kanjertraining is bedoeld voor kinderen die willen leren om beter voor zichzelf op te komen en/of
beter met anderen om te gaan. Het kan zijn dat het kind het in de groep of omgeving gewoon slecht
getroffen heeft, maar vaak zijn kinderen sociaal onhandig. Dit kan zich op verschillende manieren
uiten: ze lachen om alles, spelen de baas, zijn verlegen, stellen zich afhankelijk op of zijn juist
agressief en doen alsof het hen allemaal niet raakt.
Voor kinderen die vaak een van deze vormen van gedrag laten zien en die dit willen veranderen is de
kanjertraining een uitkomst. Duizenden kinderen hebben de training al gevolgd en met succes!!
In de Kanjertraining staan vier dierfiguren centraal, die ieder gekoppeld worden aan een kleur petje.
17
De pestvogel vindt zichzelf heel wat en wil altijd de baas spelen. Andere
kinderen zijn in de ogen van de pestvogel allemaal sukkels die maar beter
naar hem of haar kunnen luisteren. Bij dit gedrag hoort het zwarte petje.
Het aapje doet overal lacherig over en neemt niets of niemand serieus. Hij
probeert de lachers op zijn hand te krijgen en vriendjes te worden met de
pestvogel om zo niet zelf gepest te worden. Bij het gedrag van het aapje
hoort het rode petje.
Het konijn is vaak bang en valt liefst zo min mogelijk op. Het komt slecht
voor zichzelf op en wordt vaak gepest. Het konijn kruipt vaak weg in een
hoekje. Bij het gedrag van het konijn hoort het gele petje.
De tijger doet normaal en gedraagt zich als een kanjer. Hij komt voor
zichzelf op zonder anderen bang te maken. De tijger geeft zijn mening,
komt uit voor zijn gevoel en neemt anderen en zichzelf serieus.
Het gedrag van de tijger wordt gekoppeld aan het witje petje.
18
Hoofdstuk 5
Jaaractiviteiten voor de kinderen
5.1 Sinterklaasfeest
Elk jaar brengt Sinterklaas met zijn Pieten een bezoek aan onze school. De Sint komt dan bij de
groepen 1 t/m 4 komen op bezoek. In de groepen 5 t/m 8 houden de kinderen een Sinterklaasfeest
met surprises.
De ouderraad werkt samen met het team om er een mooi feest van te maken.
5.2 Kerstfeest
Aan de hand van onze catechesemethode bereiden we de kinderen voor op het kerstfeest. Deze
periode wordt afgesloten met een Kerstviering en een sfeervol Kerstdiner of een andere sfeervolle
activiteit.
De ouderraad werkt samen met het team om er een gezellig Kerstfeest van te maken.
5.3 Carnaval
In feesten zijn we goed op de Roncallischool. En zeker in carnaval vieren. Ieder jaar is er in groep 8
een Jeugdprinsverkiezing. De vrijdag voor carnaval opent de jeugdprins met zijn gevolg een
spetterend carnavalsfeest met een bonte optocht door het dorp, waarna er een
activiteitenprogramma plaatsvindt.
5.4 Atletiekdag
In de maand september wordt een atletiekdag voor alle kinderen van onze school georganiseerd.
De ouderraad werkt samen met het team om er een sportieve dag van te maken.
5.5 Schoolfeest/schoolreisje
Eén keer in de twee jaar vindt er een schoolreisje plaats. Het andere jaar wordt er een spelletjesdag
of alternatieve dag georganiseerd. In 2015 is er een alternatieve dag of spelletjesdag.
De ouderraad werkt samen met het team om er prachtige dag van te maken.
5.6 Jeugd3daagse/afscheidsmusical
Ter afsluiting van hun basisschooltijd gaat groep 8 op jeugd3daagse. Er wordt een uitgebreid
programma door de leerkrachten opgesteld.
In de laatste schoolweek wordt de afscheidsmusical van groep 8 opgevoerd.
De ouderraad werkt samen met team om er een onvergetelijke avond van te maken.
5.7 Verkeersexamen
In alle groepen wordt verkeersles gegeven. In groep 7 nemen alle leerlingen deel aan het landelijk
verkeersexamen, dat zowel theoretisch als praktisch wordt afgenomen. Het praktische examen
wordt in het dorp afgenomen met medewerking van een groot aantal ouders van de ouderraad.
19
Hoofdstuk 6
De externe contacten
6.1 Bibliotheek
Tussen de school en de bibliotheek van ’s-Heerenberg (middels de bibliobus) is er een intensief
contact met als gezamenlijk streven: leesbevordering.
Het stimuleren van leesplezier is hierbij van groot belang en dat wordt nagestreefd door de volgende
activiteiten.
 Leesbevorderingactiviteiten,
 Kinderboekenweek: klassenbezoek aan bibliotheek + speciaal programma
 Leesprogramma's.
 Bezoek aan de bibliotheek
6.2 Onderwijsbegeleidingsdienst
Onze school maakt gebruik van de diensten van IJsselgroep. Zij adviseert en begeleidt onze school op
twee manieren:
 Begeleiding door een orthopedagoog. Hieronder vallen gesprekken over leerlingen, evt.
onderzoeken van leerlingen (altijd in overleg met de ouders).
 Begeleiding team door een adviseur of trainer. Hierbij moet u denken aan veranderingen binnen
het onderwijs bijv. op het gebied van taal/leesonderwijs, zelfstandig werken, adaptief onderwijs.
6.3 Jeugdgezondheidszorg
Jeugdgezondheidszorg
De afdeling jeugdgezondheidszorg van GGD Gelre-IJssel wil samen met u en met de school ervoor
zorgen dat kinderen zich zo goed en gezond mogelijk ontwikkelen. Dit doen ze onder andere door
onderzoek van de kinderen en door ondersteuning van de ouders.
Onderzoek van kinderen
Om de gezondheid, groei en ontwikkeling van uw kind goed te kunnen volgen, onderzoekt de GGD
uw kind op verschillende leeftijden:
 5 jaar. Onderzoek door de logopedist van taal, spraak, mondgedrag, luisterhouding en stem. Dit
is een kort onderzoek dat op school gebeurt. De ouders zijn niet bij het onderzoek aanwezig. U
krijgt vooraf een brief met informatie over het onderzoek. U wordt na het onderzoek
geïnformeerd over de bevindingen.
 tussen 5 en 6 jaar. De jeugdarts en dokterassistente nodigen uw kind en u uit voor een uitvoerig
onderzoek waarin onder andere lengte, gewicht, gehoor, gezichtsvermogen, motoriek,
lichamelijke ontwikkeling en psychosociale ontwikkeling aan bod komen. Het onderzoek gebeurt
op school en u ontvangt tevoren een uitnodiging.
 9 jaar. Uw kind wordt gevaccineerd tegen difterie, tetanus, polio (DTP) en bof, mazelen, rode
hond (BMR). Meestal worden kinderen hiervoor in groepen op centrale locaties opgeroepen.
 groep 7. De jeugdverpleegkundige nodigt uw kind en u uit voor een onderzoek waarin lengte en
gewicht worden gemeten. Tijdens het onderzoek is veel aandacht voor het gedrag van uw kind,
de sociaal-emotionele ontwikkeling en opvoedingsaspecten zoals slapen, eten, pesten,
weerbaarheid, regels, enzovoorts.
 voortgezet onderwijs, klas 2. De jeugdarts en doktersassistente onderzoeken uw kind op lengte,
gewicht, houding en gedrag.
20
Als het nodig is, krijgt u na het onderzoek informatie of adviezen of een verwijzing naar de huisarts,
logopedist, specialist of Bureau Jeugdzorg. Soms willen ze een kind nog eens eerder terugzien en dan
kunt u een uitnodiging krijgen voor een herhalingsonderzoek.
Ondersteuning van ouders
U kunt ook zelf aankloppen bij de GGD, als u vragen heeft over de gezondheid, de ontwikkeling, het
gedrag of de opvoeding van uw kind. Op verzoek van ouders of van de leerkracht kan de jeugdarts,
de logopedist of de verpleegkundige een gericht onderzoek doen. Dit gebeurt altijd in overleg met de
ouders. De jeugdverpleegkundige kan daarnaast een leerling en de ouders kortdurend begeleiden bij
vragen over problemen met de opvoeding, pesten, zindelijkheid, eetproblemen en dergelijke.
Samenwerking met school en anderen
Soms kan het belangrijk zijn dat de leerkracht wordt ingelicht over de uitkomsten van een onderzoek.
Een probleem kan het gedrag van een kind op school beïnvloeden, zoals bijvoorbeeld een
verminderd gehoor. Dit gebeurt altijd in overleg met u. Ook verwijzing naar bijvoorbeeld de huisarts,
Bureau Jeugdzorg, of het maatschappelijk werk, gebeurt altijd in overleg met u.
Meer weten?
Contact met de afdeling Jeugdgezondheidszorg, Locatie Doetinchem: 088-443 38 03
Kijk voor meer informatie op de website: www.ggdgelre-ijssel.nl
6.4 Werkgroep Preventie Hoofdluis
Deze werkgroep bestaat uit een aantal ouders die na iedere schoolvakantie de kinderen controleren
op hoofdluis. U, als ouder, dient er dan voor te zorgen dat uw kind(eren) die dag geen haarspelden,
gel en/of haarlak in hun haar hebben. De controles zullen iedere vrijdag na een schoolvakantie
plaatsvinden. Voor vragen kunt u contact opnemen met de coördinator van de werkgroep, of met de
contactpersoon van school Els Wilbrink. In hoofdstuk 13 staat wat gedaan kan worden als er
hoofdluis wordt geconstateerd.
6.5 Logopedie
Op onze school wordt door logopedisten van de GGD Gelre-IJssel een logopedische screening
uitgevoerd. Dit is een kort onderzoek dat plaatsvindt bij alle leerlingen rond de leeftijd van 5 jaar.
Vanaf 2010 wordt gewerkt volgens een nieuwe werkwijze. Deze houdt in, dat ouders en leerkrachten
gevraagd wordt een korte vragenlijst in te vullen over de 5-jarige leerlingen, die voor een onderzoek
naar de spraak-taalontwikkeling in aanmerking komen.
De logopedist beoordeelt deze vragenlijsten en bepaalt welke leerlingen op grond van de
antwoorden voor een logopedische screening gezien gaan worden.
Deze screening wordt uitgevoerd op school. De ouders zijn hierbij niet aanwezig. Na de screening kan
het nodig zijn leerlingen voor een nader onderzoek of een controle terug te zien. Sommige leerlingen
zullen voor een uitgebreid onderzoek en eventuele behandeling verwezen worden naar een
vrijgevestigde logopedist. Uiteraard worden de leerkrachten /intern begeleider met toestemming
van de ouder van de bevindingen op de hoogte gesteld en kan de logopedist adviseren.
6.6 Regionaal Centrum voor Natuur- en Milieu-Educatie
Onze school maakte gebruik van de diensten van het Centrum voor Natuur- en Milieueducatie, als
ondersteuning bij het geven van natuur- en milieueducatie. Door gemeentelijke bezuinigingen
stopthet Centrum voor NME met ingang van het schooljaar 2014-2015.
21
6.7 Culturele Jeugdvorming
De Stichting Culturele Jeugdvorming Bergh heeft tot doel leerlingen van de basisscholen te laten
kennismaken met diverse kunstuitingen, zoals drama, dans, muziek, museumbezoek, film. De kosten
hieraan verbonden worden grotendeels gedekt door de school. Ook van de ouders/verzorgers wordt
een bijdrage gevraagd. Deze bijdrage is al opgenomen in de ouderbijdrage. Het schoolbestuur (SKOB)
geeft eveneens een jaarlijkse bijdrage. Het programma CJV is onderdeel van de cultuureducatie. (zie
H. 3.3.9.)
6.8 Typen
De leerlingen van groep 7 en 8 kunnen deelnemen aan een typecursus. Deze cursus wordt verzorgd
door DOC-opleidingen, een erkend instituut in het schoolgebouw buiten schooltijd.
6.9 Muziek
In het schooljaar 2014-2015 zal in groep 4 weer AMV (algemene muzikale vorming) gegeven worden
door een medewerker van de muziekschool. In groep 5 worden een aantal lessen gegeven door een
medewerker van de Muziekvereniging.
6.10 CITO
In alle groepen worden toetsen afgenomen, die zijn gemaakt door het CITO. In groep 7 wordt de
Entreetoets afgenomen.
Het vervolgonderwijs stelt voor toelating een toets verplicht, naast het advies van de leerkracht van
groep 8. Daarom neemt groep 8 deel aan de Cito-toets. Meerdaagse toetsen vinden plaats in groep 7
(de Entreetoets) en in groep 8 (de Eindtoets Basisonderwijs).
6.11 Centrum voor Jeugd en Gezin en Schoolmaatschappelijk werk
Met vragen over opgroeien en opvoeden in het gezin kunt u terecht bij het Centrum voor Jeugd en
Gezin. Als vragen over uw kind ook te maken hebben met school bij de schoolmaatschappelijk
werkster.
Zij kunnen adviezen geven en zijn goed op de hoogte van de mogelijkheden voor hulpverlening
buiten school en kunnen helpen deze hulp op gang te brengen, als dat nodig is.
De schoolmaatschappelijk werkster in onze gemeente is Henrieke Schiltkamp. Zij bezoekt regelmatig
de scholen en heeft nauwe contacten met de intern begeleider van de school. Als u met haar in
contact wilt komen, kunt u dit aangeven bij de leerkracht of de intern begeleider.
Uiteraard worden uw gegevens vertrouwelijk behandeld.
Het adres van het Centrum voor Jeugd en Gezin is:
Oude Doetinchemse weg 22 ‘s-Heerenberg
6.12. Verwijsindex
Onze school is vanaf mei 2010 aangesloten bij de Verwijsindex Achterhoek. De Verwijsindex is een
digitaal systeem waarin professionals van verschillende organisaties en instellingen (bijvoorbeeld
intern begeleiders in het onderwijs, zorgcoördinatoren en hulpverleners) een signaal kunnen afgeven
wanneer zij zich zorgen maken over een kind tussen 0 en 23 jaar dat zij onder hun hoede hebben.
Wanneer meerdere hulpverleners een signaal over hetzelfde kind afgeven in de Verwijsindex, dan
krijgen zij elkaars contactgegevens. Zo kunnen professionals elkaar makkelijker en sneller vinden, en
beter afstemmen en samenwerken in de hulpverlening aan jeugdigen. Indien het gebruik van de
Verwijsindex bij uw kind aan de orde is, informeren we u daarover. Meer informatie over de
Verwijsindex kunt u vinden op www.verwijsindex-achterhoek.nl
22
Hoofdstuk 7
Schoolbestuur
De volgende basisscholen vallen onder de Stichting Katholiek Onderwijs Bergh (SKOB):
De Boomgaard te Braamt
De Kolkstede te Beek
De Mariabasisschool te ’s-Heerenberg
Pastoor Galamaschool te ’s-Heerenberg
St. Jozefschool te Azewijn
St. Suitbertus te Stokkum
Raad van Toezicht
Stichting Katholiek Onderwijs Bergh heeft toezicht en besturen gescheiden door het raad van
toezicht model. De algemeen directeuren zijn benoemd tot college van bestuur. De raad van toezicht
heeft een toezichtskader vastgesteld. De raad vergadert 6 keer per jaar.
De raad bestaat uit 5 personen.
Dhr. Wim Venderbos ( voorzitter)
Mevr. Jacqueline Goedhart
Dhr. Norbert Hoogsteder
Dhr. Gert-Willem Römer
Mevr. Anja Wiersma
Raad van Toezicht SKOB
[email protected]
College van Bestuur
De raad van toezicht van de Stichting Katholiek Onderwijs Bergh bestuurt op hoofdlijnen. De
dagelijkse leiding van de stichting heeft het bestuur gemandateerd aan het College van Bestuur
(CvB). Voor bovenschoolse zaken is het College van Bestuur het eerste aanspreekpunt.
College van Bestuur SKOB
Mw Lucy Hermsen
[email protected]
Dhr Jan Ruikes
[email protected]
Bezoekadres SKOB
Lohmanlaan 23
7003 DJ Doetinchem
0314-653400
Managementteam
Het Directieteam (DT) wordt gevormd door de directeuren van de scholen en is verantwoordelijk
voor de beleidsvoorbereiding en op school overstijgend niveau en voor de uitvoering van het beleid
op schoolniveau.
De directeuren zijn verantwoordelijk voor en op hun eigen school.
Dit alles conform de statuten en het reglement.
23
Hoofdstuk 8
Team Roncallischool
8.1. Samenstelling van het team
Directeur:
Hans Varenhout
Intern begeleider
Jeroen Kampshof
Groepsleerkrachten:
Ria Alofs
Bernadet Derksen
Jacqueline Cremer
Ellen ten Have
Angela Hesseling
Jeroen Kampshof
Eggie Kleinpenning
Anita Roes
Kerstin Venderbos
Ingrid van de Wetering
Els Wilbrink
Debbie Zweers
Conciërge:
Marion Korts
Marion Wieringa zal in het schooljaar 2014-15 als IB-er op Montessoribasisschool De Pas werken.
Daarnaast blijft ze 1 ochtend op de Roncallischool werkzaam met taken op het gebied van
Begaafdheid en Leerlingbegeleiding.
8.2. Taakverdeling teamleden.
De groepsindeling voor het schooljaar 2014-2015 ziet er als volgt uit:
Groep 1-2 A:
Groep 1-2 B
Groep 3
Groep 4
Groep 5:
Groep 6
Groep 7
Groep 8:
Els Wilbrink geeft les op maandag en donderdagmorgen en Monique Yerna op
dinsdag, woensdagmorgen en vrijdagmorgen.
Ria Alofs geeft les op maandag tot en met donderdag. Els Wilbrink op vrijdagmorgen.
Kerstin Venderbos.
De groepen 1-2-3 hebben op donderdagmiddag les van gymleraar Kevin Kettering.
I.v.m. verlof zal Debbie Zweers een aantal keren in de groepen 1-2 vervangen.
Anita Roes is nog herstellende van haar ziekte. Ze zal op school met individuele
leerlingen uit de groepen 1 en 2 werken.
Ingrid van de Wetering
Eggie Kleinpenning geeft les op maandag tot en met donderdag. Op vrijdag geeft Fred
Diks les.
Ellen ten Have geeft les op maandag, dinsdag en woensdag. Op donderdag en vrijdag
Debbie Zweers.
Op maandag, dinsdag en woensdag geeft Bernadet Derksen les. Op donderdag en
vrijdag Jacqueline Cremer.
Groep 8 heeft les van Angela Hesseling op maandag, dinsdag en donderdag. Op
woensdag en vrijdag van Jeroen Kampshof.
Andere taken:
 Directietaken: Hans Varenhout: 4 dagen per week. (maandag t/m donderdag). Op vrijdag heeft
Hans Varenhout verlof.
Kerstin Venderbos en Ingrid van de Wetering zijn dan aanspreekpunt voor dringende zaken.
 Bouwcoördinatoren: Kerstin Venderbos (groepen 1 t/m 3) en Ingrid van de Wetering (groepen 4
t/m 8).
24
 Intern begeleider: Jeroen Kampshof zal volgend schooljaar de taken van Interne Begeleiding voor
groep 1 t/m 8 uitvoeren. Hij is hiervoor op dinsdag en donderdag vrij geroosterd.
 ICT- coördinatie: Eggie Kleinpenning. ICT- beheer: bovenschools.
 MR-leden: Jeroen Kampshof, Kerstin Venderbos en Debbie Zweers.
 GMR-lid: Debbie Zweers.
 Intern vertrouwenspersoon: Angela Hesseling en Ingrid van de Wetering.
 Preventiemedewerker: Ria Alofs.
 Contactpersoon bibliotheek: Bernadet Derksen.
 Contactpersoon ouderraad: Els Wilbrink.
 Contactpersoon hoofdluis: Els Wilbrink.
 Contactpersoon contactouders: Ingrid van de Wetering
8.3. Vervanging bij ziekte en afwezigheid
De school is een contract aangegaan met het personeelscluster Oost Nederland (PON) om bij
afwezigheid (door ziekte, verlof of nascholing) van een leerkracht een vervanger te regelen. Als er
geen vervangers van de PON beschikbaar zijn proberen we zelf een vervanger te vinden. Mocht ook
dit niet lukken, dan kan het gevolg zijn, dat we in het uiterste geval een groep naar huis moeten
sturen.
8.4. De begeleiding en inzet van stagiaires
Onze school biedt stagiaires de mogelijkheid in de groepen praktijkervaring op te doen. De
groepsleerkracht is de mentor van de stagiaire en onder zijn/haar verantwoordelijkheid worden de
lessen gegeven.
8.5 De preventiemedewerker
In de Arbo-wet geldt de verplichting dat één of meerdere deskundige werknemers aangesteld
worden die de werkgever bijstaan in het naleven van de verplichtingen uit de Arbo-wet.
Op onze school is Ria Alofs de preventiemedewerker. De taken en taakverdeling omvatten in ieder
geval:
1. Medewerking verlenen aan het verrichten en opstellen van een risico-inventarisatie en – evaluatie
(RI&E);
2. Het uitvoeren van arbo- maatregelen;
3. Het adviseren aan en overleggen met de MR.
25
Hoofdstuk 9
De betrokkenheid van ouders binnen school
9.1 Contacten ouders-school
Er zijn verschillende manieren waarop ouders bij de school betrokken kunnen zijn. Omdat dit niet
voor alle ouders even duidelijk is, zetten we ze hieronder nog eens op een rij.
Bestuur SKOB
Roncallischool wordt samen met 6 andere scholen bestuurd door de Stichting Katholiek Onderwijs
Bergh (SKOB). Op 1 januari 2015 zal de SKOB fuseren met PRO8.
Medezeggenschapsraad
Ouders kunnen via de medezeggenschapsraad (mr) mee beslissen over de organisatie en inrichting
van de school en de lessen.
Elke basisschool heeft een medezeggenschapsraad. Dat is verplicht en staat in de Wet
Medezeggenschap Scholen (WMS). De medezeggenschapsraad overlegt met de directie over
belangrijke schoolzaken. De schoolleiding is verplicht om de medezeggenschapsraad goed te
informeren. In de raad zitten ouders en personeel van de school.
De medezeggenschapsraad heeft twee soorten rechten: het instemmingsrecht en het adviesrecht.
Naast gezamenlijke bevoegdheden hebben ouders een eigen instemmingsrecht bij beslissingen die
voor hen in het bijzonder belangrijk zijn, zoals ouderbijdrage, de vaststelling van de schooltijden of
de regeling van het overblijven.
Samen met het personeel hebben ze instemming bij beslissingen over onder meer het schoolplan, de
onderwijskundige doelstellingen of plannen om samen te gaan met een andere school of
schoolbestuur.
Soms moet de schoolleiding advies vragen aan de medezeggenschapsraad. Bijvoorbeeld over het
voorgenomen beleid op het gebied van financiën, aanmelding en toelating van leerlingen, of het
aannemen of ontslaan van de schoolleiding. Over deze zaken heeft de medezeggenschapsraad
adviesrecht. Dat betekent dat ze advies geeft aan het Raad van Toezicht en de directie.
Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR)
De GMR (Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad) is ingesteld als gesprekspartner van de
SKOB. De beleidszaken voor alle scholen van de SKOB worden ter instemming of advisering
voorgelegd aan de GMR. Iedere school heeft 2 afgevaardigden: een ouder en een leerkracht.
Voor onze school zijn dit: Debbie Zweers en dhr Jan Koenderink.
Ouderraad
Op het moment dat een kind staat ingeschreven als leerling van onze school worden de ouders in
principe lid van de oudervereniging, tenzij zij hiertegen bij de secretaris van de oudervereniging
bezwaar maken. Het lid worden van de oudervereniging gebeurt op vrijwillige basis. De afgelopen
jaren waren vrijwel alle ouders lid van de oudervereniging.
Wanneer de secretaris van de oudervereniging geen bericht van bezwaar ontvangt, worden de
ouders/verzorgers geacht lid te zijn.
Als lid van de oudervereniging wordt u geacht de ouderbijdrage te betalen ter financiering van
activiteiten. De jaarlijkse contributie aan de oudervereniging bedraagt € 15,- per kind.
De ouderraad wil de ouderbijdrage voor het schooljaar contant innen. Dit betekent dat u in een van
de eerste weken van het nieuwe jaar de ouderbijdrage persoonlijk kunt betalen bij een stand van de
ouderraad. In het begin van het schooljaar zal u hierover nader geïnformeerd worden. Bij vragen
kunt u de OR Roncalli altijd benaderen via [email protected].
26
Een ouderraad is een uit en door de ouders gekozen groep die allerlei activiteiten organiseert ten
behoeve van de leerlingen op de school en hun ouders en die de vrijwillige ouderbijdrage beheert.
De doelstellingen en taken van de ouderraad staan beschreven in een huishoudelijk reglement of in
statuten.
De ouderraad kan zich bezighouden met allerlei ondersteunende functies op school, zoals het
organiseren van feesten en activiteiten, het coördineren van ouderparticipatie, het organiseren van
overblijven (bij ons uitbesteed), zitting nemen in werkgroepen en natuurlijk het organiseren van
ouderavonden.
Leden van ouderraden werven ouders voor ondersteunende activiteiten ten behoeve van het
onderwijs. Voorbeelden zijn groepslezen, sport- en speldagen en creatieve vorming. Ook bevordert
de ouderraad contacten tussen ouders en de school en ouders onderling.
Voor namen en adressen van de hierboven genoemde geledingen verwijzen wij u naar hoofdstuk 13
in deze gids.
De ouderraad (-vergadering) is geen klachtencommissie. Eventuele onduidelijkheden of vragen over
de gang van zaken op school kunnen wel onder de aandacht van de schoolleiding gebracht worden.
Aarzel niet als er problemen zijn op school of als u ergens vragen over hebt om contact op te nemen
met de leerkracht van uw kind of de directie van de school. Kom even langs voor een gesprek. Vaak
kunnen dan passende oplossingen worden aangedragen.
Ook op andere terreinen kunt u als ouder actief zijn binnen onze school. Heeft u overdag een uurtje
vrij dan kunt u zich middels het inschrijfformulier aan het begin van het schooljaar opgeven voor hulp
bij o.a.: leeslessen, handvaardigheidlessen, documentatiecentrum, hand- en spandiensten bij diverse
activiteiten en/of feestelijkheden. Het team en/of de ouderraad zullen u hiervoor benaderen.
9.2 De Tussenschoolse Opvang
Voor de Tussenschoolse Opvang (het overblijven tijdens de middagpauze: TSO) zijn
verantwoordelijkheden voor bestuur en ouders in de wet omschreven. Het bestuur van de SKOB
scholen heeft voor alle SKOB scholen regels en kwaliteitseisen voor het overblijven opgesteld:
 Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor de Tussenschoolse Opvang en de oudergeleding van
de MR heeft instemming over de manier waarop de overblijf wordt uitgevoerd ( inclusief
financiën ); het schoolbestuur draagt zorg voor een verplichte verzekering tegen wettelijke
aansprakelijkheid voor overblijfkrachten.
 Er zijn eisen t.a.v. de overblijfruimte, de veiligheid en de spelmaterialen.
 Er is geregeld hoeveel overblijfkrachten er zijn op het aantal leerlingen.
 Er zijn regels voor de omgang van de overblijfkrachten met de kinderen.
 Er zijn (opleidings-)eisen waaraan de overblijfkracht moet voldoen.
 Er zijn duidelijke regels die gelden tijdens het overblijven, o.a. over het eten en het spelen en over
wat er gegeten kan worden. Van kinderen wordt correct gedrag verwacht. Na regelmatig
wangedrag volgt uitsluiting van de overblijfmogelijkheid.
Verder is er duidelijkheid over de ouderbijdrage en de vergoeding die de overblijfkrachten
ontvangen. De overblijfcoördinator heeft als taak de tussenschoolse opvang goed te organiseren.
Eenmaal per jaar legt de coördinator financiële verantwoording af aan de directeur.
Tussenschoolse opvang op Roncallischool
Hoe gaat dat nu, dat overblijven?
De kinderen worden om 12.00 uur opgevangen door de overblijfkrachten. De kleuters worden
opgehaald uit de klas. Er wordt gezamenlijk gegeten. De kinderen nemen zelf hun etenswaar mee
van huis. De kinderen/ouders mogen de broodtrommels en drinkbekers in de koelkast in de
overblijfruimte plaatsen. Tijdens het overblijven wordt er geen snoepgoed verorberd. Ook
verstrekken de overblijfkrachten zelf geen eten/drinken aan de kinderen. Kinderen met
27
voedselallergieën of die medicijnen gebruiken moeten bekend zijn bij de overblijfkracht. Wij vragen
de ouders dit door te geven.
Kinderen mogen na het eten vrij kiezen uit een aantal activiteiten. Afhankelijk van de
weersomstandigheden spelen de kinderen binnen of buiten. Om 13.00 uur neemt de leerkracht die
pleinservice heeft de verantwoording weer over.
De kosten voor het overblijven zijn € 1,80 per keer of € 15,00 voor een strippenkaart van 10 keer. Bij
meerdere kinderen uit een gezin is er geen kortingsregel van toepassing. Iedereen mag gebruik
maken van een strippenkaart. De coördinator regelt de betaling met de ouders. Wanneer er meer
dan 12 kinderen overblijven, worden zij opgevangen door 2 overblijfkrachten.
Voor meer informatie, of een exemplaar van het huishoudelijk reglement van de TSO, kunt u contact
opnemen met de overblijfouders.
9.3 Buitenschoolse opvang:
Vanuit de verplichting van het basisonderwijs vanaf 1 augustus 2007 aan leerlingen een programma
aan te bieden van 7.30 tot 18.30 uur, waarbij onderwijs en opvang deze dag vullen, biedt ook
Roncallischool de mogelijkheid tot Buitenschoolse opvang. Wij werken met gecertificeerde
organisaties voor kinderopvang, die voldoen aan de eisen die de Wet Kinderopvang stelt.
De voorschoolse- en naschoolse opvang is door de Roncallischool uitbesteed aan Humanitas.
De BSO vindt plaats op locatie Drakenbergh, Willem van den Berghstraat 1, 7041 CW ’s-Heerenberg,
telefoon 0314-668499. Meer informatie op de website: http://www.kinderopvanghumanitas.nl
9.4 Vereniging van Nederlandse Katholieke Ouders (N.K.O)
De ouderraad van de school is lid van de Nederlandse Katholieke vereniging van Ouders (NKO). U
kunt echter, als ouders met één of meerdere kinderen op deze school, ook gebruik maken van onze
service. De NKO is immers een organisatie die opkomt voor de belangen van alle ouders in het
katholiek en interconfessioneel onderwijs. De NKO beschikt over een landelijk bureau met
deskundige medewerkers op het gebied van ouders, onderwijs en opvoeding. Heeft u behoefte aan
informatie en advies over het leren van uw kind, over de schoolkosten, over het overblijven, over
ontwikkelingen in het onderwijs of over vele andere mogelijke zaken die samenhangen met het
onderwijs aan uw kind, dan bent u bij de NKO aan het goede adres.
U kunt de NKO bereiken via de snelle emailservice [email protected] waarbij u per ommegaande antwoord
krijgt op uw vraag. U kunt ook op woensdag bellen via de Infotelefoon: 070 - 3280378 (tussen 10.00 16.00 uur). En verder is het beslist de moeite waard om de website www.nko.nl te bezoeken. Daar
treft u altijd het meest actuele nieuws voor betrokken ouders aan.
9.5 Schoolverzekering voor leerlingen.
Iedereen die op school in het kader van het lesprogramma aanwezig is, is volledig verzekerd. Dit
geldt ook voor buitenschoolse activiteiten, die verband houden met het lesprogramma.
9.6 Klachtenregeling.
Als school vinden we het belangrijk dat u uw opmerkingen of klachten kwijt kunt. Als u ergens niet
tevreden over bent, gaat u in de eerste plaats naar de persoon die daar direct bij betrokken is. Als het
probleem niet is opgelost, kan de opmerking of klacht worden voorgelegd aan de directeur of de
intern vertrouwenspersoon.
Mocht de procedure binnen de school geen resultaat opleveren dan kunt u zich wenden tot de
externe vertrouwenspersoon die speciaal voor school is aangesteld.
De externe vertrouwenspersoon is een onafhankelijke partij die uw klacht aanhoort en u verder helpt
met de afwikkeling van de klacht. Onze intern vertrouwenspersonen zijn Angela Hesseling en Ingrid
van de Wetering. Onze extern vertrouwenspersoon is Dhr.H. Riphagen; tel. 0314-374141
28
9.9 Sponsoring binnen onze school
Bij sponsoring denken we aan geld, goederen of diensten die een sponsor verstrekt aan onze school.
De sponsor verlangt daarbij vaak een tegenprestatie.
Voorbeelden zijn: gesponsorde lesmaterialen met reclame, advertenties, uitleen van producten,
gesponsorde activiteiten of sponsoren van een gebouw, inrichting of apparatuur.
Wij houden ons bij dit alles aan de volgende regels:
1. De sponsoring mag geen invloed hebben op onze onderwijskundige en opvoedkundige
uitgangspunten: de geloofwaardigheid, betrouwbaarheid en onafhankelijkheid van het onderwijs
mogen niet in gevaar komen.
De inhoud van het onderwijsaanbod mag door de sponsoring dus niet beïnvloed worden.
2. De school mag niet financieel afhankelijk worden van sponsoring.
3. Reclame gericht op leerlingen mag niet stimuleren tot ongezonde
en/of gevaarlijke activiteiten.
4. Reclame gericht op leerlingen mag deze leerlingen niet aan- moedigen om ouders over te halen
bepaalde producten of diensten van de sponsor af te nemen.
5. De Medezeggenschapsraad moet met een eventuele sponsoring
instemmen indien er tenminste verplichtingen voor school en leerlingen aan verbonden zijn.
29
Hoofdstuk 10
Resultaten van het onderwijs
10.1 Kwaliteitsbeleid en trendanalyses
De school bewaakt systematisch de kwaliteit van het onderwijs en voert o.a. trendanalyses uit om na
te gaan wat de kwaliteit van de school is. We volgen systematisch de ontwikkeling en de vorderingen
van de leerlingen. Naast de methode gebonden toetsen hanteren we daarvoor de toetsen uit het
CITO leerlingvolgsysteem.
De resultaten worden geanalyseerd en vergeleken met die van andere scholen. Daarvoor gebruiken
we de landelijke normen.
Ook gaan we na wat de resultaten zijn op de Cito-eindtoets en naar welke vormen van voortgezet
onderwijs de leerlingen uitstromen en welke resultaten leerlingen daar behalen.
We gaan na of daarin trends te ontdekken zijn en stellen vast of en hoe de kwaliteit van de school
nog verbeterd kan worden.
10.2 Rapporten
Het rapport wordt twee keer per jaar (in februari en juni) uitgereikt in de leerjaren 2 tot en met 8.
Dit rapport wordt tijdens de ouderavonden besproken.
10.3. Ouderavonden: praten over het welbevinden en de vorderingen van uw kind.
Er zijn drie momenten om op school over uw kind te praten. Deze ouderavonden vinden voor de
groepen 1 tot en met 7 plaats in november, februari en juni.
Voor de eerste en tweede ouderavond worden alle ouders uitgenodigd voor een 15-minutengesprek.
Voor de laatste avond alleen als de leerkracht graag met ouders wil praten; ook kunnen ouders zelf
aangeven dat ze met de leerkracht willen praten.
Op de ouderavond in november willen we onder andere graag van gedachte wisselen over de
sociaal-emotionele ontwikkeling van uw kind. Wanneer de resultaten/gedragingen van uw kind daar
aanleiding toe geven kunt u deze ook uitgebreider bespreken met de leraar, buiten de
rapportbesprekingen om. Het initiatief voor zo’n gesprek kan komen van de leerkracht, maar ook van
u zelf.
Voor groep 8 worden in verband met de keuze van het type voortgezet onderwijs ouderavonden
gepland in november december en februari/maart. Hiervoor ontvangen ouders een uitnodiging. In
groep 8 wordt de Cito-eindtoets afgenomen. Deze toets speelt een rol bij het bepalen welk soort
voortgezet onderwijs uw kind na de basisschool kan gaan volgen. De uitslagen van deze eindtoets
krijgen de leerlingen ook mee naar huis.
Voor de groepen 1-2 en 4 t/m 8 vinden er aan het begin van elk schooljaar een informatieavond
plaats over het -programma en de leerstof van de groep. De informatieavond voor ouders van
kinderen die, na de zomervakantie, starten in groep 3 vindt plaats voor de zomervakantie.
10.4 Leeropbrengsten
In groep 8 nemen de leerlingen deel aan de Eindtoets Basisonderwijs, beter bekend als de Citotoets.
Natuurlijk is een goede uitslag op de Eindtoets nog geen garantie voor een optimaal resultaat in de
verdere onderwijsloopbaan. Ook andere zaken die niet in de Citotoets gemeten worden zijn
belangrijk.
Wij denken dan aan zaken als het ontwikkelen van een eigen persoonlijkheid, het verwerven van
zelfkennis, het durven nemen van verantwoordelijkheid, zelfstandigheid, e.d.
De individuele score (uitslag) die voor elke leerling wordt berekend is een van de hulpmiddelen bij de
keuze voor het vervolgonderwijs. Daarnaast is ook het advies van de basisschool van belang.
Van de Citotoets wordt ook een schoolscore berekend. Deze geeft samen met de uitstroomgegevens
naar het voortgezet onderwijs een indicatie van de resultaten van de school.
30
In 2011 bezocht de inspectie van het onderwijs onze school.
Het volledige inspectierapport is te vinden op de website van de inspectie:
http://www.onderwijsinspectie.nl/
Tabel 1: Cito- schoolscore
Jaar
Landelijk gemiddelde
Schoolscore
Roncallischool
2014
534,4
539,2
2013
534,7
536,3
2012
535,1
534,4
2011
534,9
536,3
2: Uitstroomgegevens
Jaar
VMBO BB VMBO
MAVO
HAVO
VWO
KB
2014
0
2
8
8
11
2013
2
0
17
10
5
2012
2
5
11
5
7
2011
-
3
13
10
5
Verklaring afkortingen:
VMBO: Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs.
BB:
Beroepsbegeleidend.
KB:
Kaderberoepsgericht.
MAVO: Middelbaar Algemeen Voortgezet Onderwijs
HAVO: Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs
VWO: Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs
31
Hoofdstuk 11 Regeling school- en vakantietijden
11.1 Schooltijden.
Groep 1 t/m 8:
Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag : iedere ochtend van 8.30 – 12.00 uur ,
de middag van 13.15 - 15.15 uur. Op woensdag van 8.30 - 12.15 uur.
Op woensdagmiddag en op vrijdagmiddag zijn de kinderen van groep 1 t/m 4 vrij.
11.2 Onderwijstijd in uren.
Dag
maandag
Dinsdag
woensdag
donderdag
Vrijdag
Dag
maandag
Dinsdag
woensdag
donderdag
Vrijdag
groep 1 t/m 4
morgen
8.30 – 12.00
8.30 – 12.00
8.30 – 12.15
8.30 – 12.00
8.30 – 12.00
groep 5 t/m 8
morgen
8.30 – 12.00
8.30 – 12.00
8.30 – 12.15
8.30 – 12.00
8.30 – 12.00
Middag
13.15 –15.15
13.15 – 15.15
geen les
13.15 – 15.15
geen les
Totaal
aantal uren
5.30
5.30
3.45
5.30
3.30
23.45 u.
middag
13.15 – 15.15
13.15 – 15.15
geen les
13.15 – 15.15
13.15 – 15.15
Totaal
aantal uren
5.30
5.30
3.45
5.30
5.30
25.45 u.
11.3 Regels aanvang en einde schooltijd.
Een groot aantal kinderen is vaak ver voordat de school begint op het schoolplein aanwezig. Als uw
kind 10 minuten voor aanvang aanwezig is, is het ruimschoots op tijd.
11.4 Voorkoming schoolverzuim.
In de praktijk blijkt, dat ongeoorloofd schoolverzuim bij ons niet vaak voorkomt.
Aan de ouders wordt gevraagd, om de school te informeren als een leerling afwezig is.
Als een leerling afwezig is zonder dat de desbetreffende leerkracht de reden weet, dan wordt
dezelfde dag contact opgenomen met de ouders. Mocht blijken, dat er sprake is van ongeoorloofd
verzuim, dan wordt dit besproken met de leerling en de ouders. Zonodig wordt contact gezocht met
de leerplichtambtenaar.
11.5 Verlofregeling
Vakantieverlof
De leerplichtwet bepaalt in welke gevallen leerplichtige leerlingen verlof buiten de schoolvakanties
kunnen krijgen. Van belang is het onderscheid tussen vakantieverlof en verlof bij gewichtige
omstandigheden.
32
Verlof voor vakantie buiten de schoolvakanties is niet mogelijk.
Tenzij: Tenzij de ouder(s)/ verzorger(s) een beroep in de horeca of agrarische sector uitoefenen
waardoor het echt onmogelijk is om een gezinsvakantie te vieren in een van de schoolvakanties
(artikel 11f) of wanneer de ouders een eigen bedrijf hebben dat haar belangrijkste inkomsten heeft
in de schoolvakanties. Bij de aanvraag hiervoor moeten stukken gevoegd worden waaruit dit blijkt.
Omschreven is dat ouders in dat geval het recht hebben om eenmaal per jaar een gezinsvakantie te
vieren gedurende 10 schooldagen.
Voorwaarden:
Verlof mag eenmaal per schooljaar worden verleend.
Verlof mag niet langer duren dan 10 schooldagen.
Verlof mag niet plaatsvinden in de eerste 2 weken van het nieuwe schooljaar.
Wie beslist: De directeur van de school beslist over een verzoek om vakantieverlof voor ten hoogste
10 schooldagen.
Toch gegaan: Zijn ouder(s) en kind(eren) ondanks een negatief besluit toch met verlof gegaan, dan
moet de consulent Leerlingenzaken op de hoogte worden gebracht via een “melding vermoedelijk
ongeoorloofd verzuim”.
Advies: De consulenten Leerlingenzaken zijn altijd bereid om mee te denken en advies te geven.
Verlof bij gewichtige omstandigheden:
Gewichtige omstandigheden zijn situaties die buiten de wil van de
ouder(s)/ verzorger(s) en/ of de leerling ligt. Voor bepaalde omstandigheden -naast ziekte en
religieuze verplichtingen- kan verlof worden verleend.
Richtlijnen:
Geen verlof:
 familiebezoek in het buitenland
 vakantie in een goedkope periode
 een uitnodiging van familie of vrienden om buiten de normale schoolvakantie op vakantie te
gaan.
 eerder vertrek of latere terugkeer in verband met (verkeers)drukte.
 verlof voor één kind, omdat andere kinderen uit het gezin al, of nog vrij zijn.
Wel verlof:
 verhuizen van het gezin.
 gezinsuitbreiding
 het bijwonen van een huwelijk van bloed- of aanverwanten.
 overlijden van bloed- of aanverwanten
 viering van een 25-, 40- of 50- jarig ambtsjubileum en het 12,5-, 25-, 40-, 50- of 60- jarig
(huwelijks) jubileum van bloed- of aanverwanten.
Wie beslist: De directeur van de school beslist over een verlofaanvraag voor een periode van
maximaal 10 schooldagen. Bij een aanvraag voor verlof vanwege “andere omstandigheden ” voor
meer dan 10 schooldagen, beslist de leerplichtambtenaar.
Verklaring: Om de noodzaak van verlof aan te tonen kan bewijsmateriaal en/ of verklaring van een
arts en/ of andere specialisten van belang zijn.
33
Toch gegaan: Verlof dat wordt opgenomen zonder toestemming van de directeur of de
leerplichtambtenaar wordt gezien als ongeoorloofd schoolverzuim. De directeur is verplicht dit aan
de leerplichtambtenaar te melden.
11.6 Vakantietijden.
Na de zomervakantie begint de school op maandag 1 september 2014.
Voor het schooljaar 2014-2015 geldt het onderstaande vakantierooster.
Herfstvakantie
Kerstvakantie
Carnavalsvakantie
Pasen
Eerste dag
20 oktober 2014
22 december 2014
16 februari 2015
3 april 2015
Koningsdag
Meivakantie
Hemelvaart
Pinksteren
Zomervakantie
27 april 2015
4 mei 2015
14 mei 2015
25 mei 2015
13 juli 2015
Laatste dag
24 oktober 2014
2 januari 2015
20 februari 2015
6 april 2015
(7 april = studiedag; alle kinderen vrij)
8 mei 2015
15 mei 2015
n.b.: 26 t/m 29 mei groepen 1-2 vrij
23 augustus 2015
11.7 STUDIEDAGEN LERAREN
8 oktober 2014:
9 februari 2015:
7 april 2015:
26, 27, 28 en 29 mei 2015:
vrijdag 12 september 2014
woensdag 29 oktober 2014
alle kinderen vrij.
alle kinderen vrij.
alle kinderen vrij.
kinderen groep 1-2 vrij.
kinderen groep 1-2-3 vrij.
kinderen groep 1-2-3 vrij.
34
Hoofdstuk 12
Praktische zaken
12.1 Ziekte
Als uw kind ziek is, wordt van u verwacht dit telefonisch of schriftelijk vóór schooltijd te laten weten.
Gebruikt uw kind medicijnen e.d. of zijn er andere bijzonderheden die van belang kunnen zijn voor
de gezondheid van uw kind, zoals een voedselallergie, wilt u die dan aan het begin van het schooljaar
aan de desbetreffende groepsleerkracht doorgeven?
12.2 Kind in ziekenhuis
Wanneer een kind langdurig afwezig is, kan (in overleg) werk worden meegegeven via de ouders
naar de leerling.
12.3 Verjaardagen
De kinderen van de groepen 1 en 2 kunnen voor de verjaardag van papa en mama op school een
cadeautje maken, evenals voor bruiloften. U ontvangt hierover aan het begin van het schooljaar
bericht. Uitnodigingen voor een kinderverjaardag mogen niet op school worden uitgedeeld.
Wij zijn niet tegen snoep als verjaardag traktatie, maar probeert u ook eens om gezond te trakteren.
12.4 Moederdag/ Vaderdag
In groep 1 t/m 4 wordt aandacht besteed aan moeder- en vaderdag.
12.5 Abonnementen op jeugdtijdschriften en boeken
De mogelijkheid bestaat om uw kind via de school op tijdschriften of boekenseries te abonneren. Aan
het begin van het schooljaar worden diverse folders meegegeven.
12.6 Prikbord
Elke maand verschijnt het Prikbord op de website van onze school. Hierin staan mededelingen
betreffende de school. De ouders kunnen altijd een stukje in het Prikbord schrijven. Als u kopij heeft,
geef het dan gerust uiterlijk vóór het einde van de maand aan de directie door.
12.7 Fruit
's Morgens mogen de kinderen een beker drinken ( geen pakjes i.v.m. te veel afval) of
schoongemaakt fruit meebrengen. De bekers graag voorzien van naam.
12.8 Fiets
In verband met beperkte ruimte om fietsen te stallen en de daardoor ontstane schade aan fietsen, is
besloten dat niet meer alle kinderen met de fiets naar school mogen. Kinderen, wonende aan of
binnen de volgende straten worden geacht hun fiets thuis te laten en lopend naar school te komen:
Terborgseweg, links Vinkwijkseweg, rechts Padevoortseallee, Benedendorpsstraat,
Bovendorpsstraat, links Kerkweg en rechts ’s-Heerenbergseweg tot aan de rotonde bij Het Tolhuis.
Kinderen die wel met de fiets naar school komen, mogen niet op het schoolplein en op het trottoir
fietsen.
12.9 Brengen en halen van kinderen
Veel ouders halen en brengen hun kinderen en soms hun vriendjes per auto naar school. We
verzoeken u om bij het laten in- en uitstappen van deze kinderen goed te letten op hun veiligheid èn
die van de andere kinderen.
Dat kan door:
 Zo te stoppen dat uw eigen kinderen voor school niet de straat hoeven over te steken
 In de schoolomgeving extra te letten op spelende en overstekende kinderen
 Niet te parkeren op en om de plaatsen waar kinderen meestal oversteken
35
Ook willen wij u vragen erop te letten niet de ingang/uitgang van de bewoners van de Delweg en de
Padevoortseallee en de parkeerplaatsen bij de fysiotherapie (Padevoortseallee) te blokkeren.
Zorgt u er ook voor dat de kinderen die u in uw auto vervoert, gebruik maken van de autogordel. De
praktijk wijst uit dat die gordel, ook binnen de bebouwde kom, ook op korte afstanden, ook bij lage
snelheid, ernstige verwondingen van kinderen kan voorkomen!
Bovendien let de politie er in bepaalde periodes extra op dat ook kinderen de autogordel gebruiken.
Voor de volledigheid een overzicht van de wettelijke regeling:
 Kinderen die kleiner zijn dan 1.35 meter moeten verplicht in een goedgekeurd kinderzitje of
zittingverhoger. Dit geldt zowel voorin als achterin de auto.
 Kinderen die groter zijn dan 1.35 meter moeten verplicht in de autogordel en mogen hier
gebruik maken van een zittingverhoger.
 Onder kinderen wordt verstaan iedereen onder 18 jaar.
 Geen babyzitje plaatsen tegen de rijrichting, tenzij de airbag is uitgeschakeld!
LET OP: kinderen jonger dan 3 jaar mogen uitsluitend vervoerd worden in een goedgekeurd
kinderzitje!
Er zijn uitzonderingen met betrekking tot het goedgekeurde kinderzitje: deze zijn in de bus of taxi
niet verplicht.
Voor ouders die kinderen vervoeren van anderen is niet altijd een zitje aanwezig; de kinderen
moeten dan in de autogordel. Kinderen jonger dan 3 jaar mogen dan niet worden vervoerd.
12.10 Wat te doen als er hoofdluis heerst?
Kijk of uw kind hoofdluis heeft.
 koop een plastic stofkam (bij apotheek of drogist)
 kam hiermee het haar boven een wit vel papier of boven de wasbak
 controleer alle gezinsleden
 vergeet ook u zelf niet
GEEN hoofdluis gevonden?
 iedere week blijven controleren!
WEL hoofdluis gevonden?
 volg het zeven stappenplan op
Het ZEVEN STAPPENPLAN bij hoofdluis
1. U gaat nu behandelen. Dit kan op twee manieren
A. Behandeling zonder bestrijdingsmiddel
B. Behandeling met bestrijdingsmiddel
A.





Behandeling zonder bestrijdingsmiddel
koop een metalen Nisskakam (verwijdert luizen én neten);
maak het haar nat en verdeel het in vier stukken;
kam het haar plukje voor plukje goed door om de luizen en neten te verwijderen;
verwijder de luizen en neten uit de kam met de kamreiniger en herhaal deze behandeling iedere
dag gedurende 14 dagen;
deze behandeling moet zeer nauwkeurig gebeuren. Er mag geen enkel stukje haar worden
overgeslagen. Bij lang en krullend haar is deze behandeling heel moeilijk.
36
B.






Behandeling met bestrijdingsmiddel
koop een bestrijdingsmiddel bij de apotheek;
vraag hoe en hoe vaak u het middel moet gebruiken;
lees goed de gebruiksaanwijzing en volg precies de aanwijzingen op;
bedek heel goed de ogen en oren tijdens de behandeling;
na de behandeling kunt u het haar uitkammen met de stofkam of met een Nisskakam;
nadat iedereen behandeld is, 14 dagen lang iedere dag met de stofkam nakijken of de hoofdluis
echt weg is.
2. Zorg ervoor dat iedereen in het gezin die hoofdluis heeft, gelijktijdig wordt behandeld.
3. Meld de hoofdluis aan de leerkracht van uw kind.
4. Vertel het aan de ouders van vriendjes en anderen waar uw kind mee omgaat en denk ook aan
eventuele logés en logeeradressen.
5. Omdat de luizen ook in de kleding, het beddengoed en de meubels zitten, volgt hierna een
schoonmaakadvies:
 Kleding, jassen, mutsen, beddengoed, sjaals, enz. dienen op minimaal 60°C te worden gewassen
(eventueel stomerij).
 Spullen die niet gewassen kunnen worden (bijv. knuffels, haarversierselen, e.d.) tenminste 7
dagen in een afgesloten plastic zak bewaren.
 Meubels, matrassen, auto, vloerbedekking, enz. dienen grondig te worden gestofzuigd.
6. Zorg ervoor dat ieder gezinslid een eigen kam heeft (net zoals een eigen tandenborstel!!).
7. Blijf controleren, ook als er geen hoofdluis meer heerst.
37
Hoofdstuk 13
13.1 Teamleden
Hans Varenhout
Directeur
Ria Alofs-Wolterink
Leerkracht groep 1-2b
Jacqueline Cremer
Leerkracht groep 7
Bernadet Derksen-Evers
Leerkracht groep 7
Fred Diks
Leerkracht groep 5
Ellen ten Have-Ratering
Leerkracht groep 6
Angela Hesseling
Leerkracht groep 8
Jeroen Kampshof
Leerkracht groep 8
Internbegeleider groepen 1 t/m 8
Eggie Kleinpenning
Leerkracht groep 5
Anita Roes-Sloot
Leerkracht
Kerstin Venderbos
Leerkracht groep 3
Bouwcoördinator groepen 1 t/m 3
Ingrid van de Wetering
Leerkracht groep 4
Bouwcoördinator groepen 4 t/m 8
Marion Wieringa-Verheij
Leerkracht
Els Wilbrink-Aalders
Leerkracht groep 1-2 a
Monique Yerna
Leerkracht groep 1-2 a
Debbie Zweers-ter Wiel
Leerkracht groep 6
Marion Korts
Concierge
Namen en adressen
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
13.2 Medezeggenschapsraad
In de MR hebben 3 ouders en 3 teamleden zitting.
Namens de ouders:
Voorzitter
Judith Jansen
Benedendorpsstraat 5c
7038 BA Zeddam
0314 653368
Secretaris
Vacature
Lid en lid GMR
Jan Koenderink
Vinkwijkseweg 5
7038 AV Zeddam
0314 653234
38
Namens het team:
Lid MR en lid GMR Debbie Zweers
Lid MR
Kerstin Venderbos
Jeroen Kampshof
13.3 Ouderraad
Ronald Zaalmink
Zuivelweg 8
7038 GA Zeddam
0314 380603
Voorzitter
Janine Slier
Ettemastraat 8a
7038 CP Zeddam
0314 789124
Secretaris
Saskia Veldhorst-Koetsier
Witte Jufferstraat 11
7038 AB Zeddam
0314-651536
Chantal ten Brinke
Oude Doetinchemseweg 10
7038BH Zeddam
0314-650054
Inge Dellemann
Padevoortseallee 28b
7038 AM Zeddam
0314 651074
Saskia Molendijk
Bovendorpsstraat 6
7038 CJ Zeddam
06-51110352
Wendy Kroes
Kilderseweg 21
7038 EH Zeddam
0314 653019
Wendy Evers
Terborgseweg 16
7038 EX Zeddam
0314 651389
Ronny Masselink
’s-Heerenbergseweg 13
7038 CB Zeddam
0314 643968
Penningmeester
Namens het team:
Els Wilbrink
13.4 Schoolbestuur
Stichting Katholiek Onderwijs Bergh
Bezoekadres: Lohmanlaan 23, 7003 DJ Doetinchem.
[email protected]
13.5 Externe personen en instanties
IJsselgroep
Bachlaan 11/Postbus 277
7002 AG Doetinchem
0314 374141
Mw. I. Schepper – Leerlingbegeleider
Dhr. H. Riphagen – Extern vertrouwenspersoon
Inspectie van het onderwijs
[email protected]
www.onderwijsinspectie.nl
vragen over onderwijs: 0800-8051 (gratis)
klachtmeldingen: 0900-1113111 (lokaal tarief)
Jeugdgezondheidsdienst
Gezellenlaan 10
7005 AH Doetinchem
088 4433000
CJG (Centrum voor Jeugd en Gezin)
Oude Doetinchemseweg 22
7041 DC ’s-Heerenberg
0314 357884
Kinderopvang Humanitas
Willem van den Berghstraat 1
7041 CW ’s-Heerenberg
0314 668499
Buitenschoolse opvang
School Maatschappelijk Werk:
Henrieke Schiltkamp (via de intern begeleider)
0314 356496
39
40
Bijlage: schoolondersteuningsprofiel (zie H. 2.1.)
School ondersteuningsprofiel
Onze school heeft een school ondersteuningsprofiel opgesteld. Dit is een wettelijk voorschrift
bij de invoering van passend onderwijs. Een school ondersteuningsprofiel biedt informatie
over de kwaliteit van de basisondersteuning en over wat onze school verder aan
ondersteuning biedt. Het legt vast waar onze school voor staat. De
schoolondersteuningsprofielen van alle scholen van ons samenwerkingsverband tezamen
vormen de basis van ondersteuningsvoorzieningen in de regio. Op die manier is er voor alle
kinderen een plek om onderwijs en ondersteuning te krijgen dat zij nodig hebben.
Ons ondersteuningsprofiel bestaat uit de volgende onderdelen:
 een korte typering van onze school
 de kwaliteit van onze basisondersteuning. Dat is de ondersteuning waarop alle kinderen
kunnen rekenen.
 de deskundigheid voor extra ondersteuning waarover onze school beschikt
 de voorzieningen die wij als school hebben om leerlingen extra ondersteuning te bieden.
Typering van onze school
De Roncallischool is de enige school in het dorp en we willen zo mogelijk aan alle kinderen uit
het dorp onderwijs bieden van hoogstaande kwaliteit. We bieden onze leerlingen een
functionele, uitdagende en veilige leeromgeving. Leerkrachten op onze school gaan steeds
bewuster om met hun pedagogische houding en zien ouders steeds meer als gelijkwaardig
gesprekspartner. De school streeft naar goede opbrengsten. Daarvoor is een actualisering
van het leerstofaanbod nodig. De school heeft een start gemaakt met het systematisch
opbrengstgericht werken. We brengen de onderwijsbehoeften van alle kinderen in kaart.
Het onderwijsaanbod wordt hierop afgestemd. We maken hiervoor gebruik van
groepsplannen en soms van individuele handelingsplannen.
Basisondersteuning
Wij zijn positief over onze onderwijskwaliteit. Op de Roncallischool zijn aspecten van het
pedagogisch klimaat en de afstemming van het onderwijs op de verschillen tussen leerlingen
al wel gerealiseerd. Ze worden nog verder ontwikkeld. Dit geldt ook voor het
opbrengstgericht werken, maar ambitieuze normen voor te bereiken resultaten moeten nog
geformuleerd worden. Wij werken handelingsgericht. Dat wil zeggen dat wij rekening houden
met de onderwijsbehoeften van onze leerlingen. Als het nodig is bieden wij extra
ondersteuning. Het werken met groepsplannen vindt al wel plaats, maar is in ontwikkeling.
Het daarbij in gesprek gaan met de leerling vindt steeds vaker plaats. Leraren zijn goed in
staat om rekening te houden met verschillen en het realiseren van passend
onderwijs. Leraren werken er continue aan deze deskundigheid verder te ontwikkelen.
De school voert een beleid op het gebied van dyslexie, sociaal-emotionele ontwikkeling en
gedragsproblematiek. Op dyscalculiegebied wordt dit de komende jaren ontwikkeld. Er
wordt gewerkt met ontwikkelingsperspectieven (OPP). De school organiseert structureel de
warme overdracht van voorschoolse voorzieningen en vorige school naar de eigen school, en
van eigen school naar de volgende school. De school betrekt ouders bij de ondersteuning van
leerlingen.
Een duidelijke visie op de ondersteuning van leerlingen wordt verder ontwikkeld en
vastgelegd. Dit geldt ook voor ondersteuningsprocedures en de inzet daarvan. De school
evalueert jaarlijks het beleid ter ondersteuning van leerlingen, en werkt aan het verbeteren
van de basisondersteuning in de groepen.
41
Wij beschikken over een goed functionerend ondersteuningsteam, waarbij de besprekingen
samen met ouders gevoerd worden. Het ondersteuningsteam bestaat uit een
orthopedagoog, intern begeleider, jeugdverpleegkundige en schoolmaatschappelijk werker.
Het ondersteuningsteam is een belangrijke schakel in onze ondersteuningsstructuur. Onze
intern begeleider is verantwoordelijk voor de organisatie van de bijeenkomsten en is tevens
voorzitter.
Ondersteuningsdeskundigheid in en buiten de school
Voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, beschikt onze school over specifieke
interne deskundigheid .
Op de Roncallischool is deskundigheid op gebied van Hoogbegaafdheid beschikbaar.
Daarnaast hebben we 2 deskundige vertrouwenspersonen en is een van de leraren een
gediplomeerd kindcoach. Alle leraren hebben het volledige traject van de kanjertraining
gevolgd.
Binnen onze Stichting is er voor hoogbegaafde leerlingen van de groepen 4 tot en met 7 de
mogelijkheid om een dag per week deel te nemen aan de Mikadogroep. Voor kinderen uit
groep 8 is er de mogelijkheid deel te nemen aan het Plusproject.
Daarnaast kunnen wij een beroep doen op deskundigen van buiten. De orthopedagoog van
buiten vervult een belangrijke rol in het ondersteuningsteam en doet indien nodig extra
onderzoek. Ook de schoolmaatschappelijk werker maakt deel uit van het
ondersteuningsteam.
Ontwikkelagenda
Samengevat zijn wij als school tevreden over de basisondersteuning en extra ondersteuning
die wij bieden aan onze leerlingen. Vanzelfsprekend kan het altijd beter en zien wij nog
voldoende verbeterpunten. Voor het verbeteren van onze kwaliteit werken wij aan de
volgende plannen:
Plannen basisondersteuning
 Uitbreiding van het werken met groepsplannen, gebruik makend van de
onderwijsbehoeften.
 Verdere invoering van ‘zo leer je kinderen lezen en spellen’,
 Verdere invoering van het Kanjerbeleid
 Voorbereiding nieuw in te voeren methode voor rekenen-wiskunde en
ondersteuning op dyscalculiegebied.
Plannen Beleid en Organisatie
 Visie Passend Onderwijs verder ontwikkelen en vastleggen
 Het (verder) werken aan een lerende organisatie m.b.v. o.a. Collegiale Consultatie.
Plannen Ondersteuningsdeskundigheid
 Voortzetting teambrede scholing coöperatief werken.
 Ontwikkelen specifieke deskundigheid binnen het team: specialisatie in
aandachtsvelden
 Beter benutten aanwezige deskundigheid m.b.t. begaafdheid.
42