MUZISCH CREATIEF ‘Creativiteit: de sleutel tot succes!’ Bruggeling Dominique Persoone, meester chocolatier van The Chocolate Line en intussen een WBV (Wereldbekende Vlaming), is heel duidelijk: ‘Geef creativiteit alle kansen! Het is cruciaal om de uitdagingen van de toekomst tegemoet te gaan en te kunnen overleven in een geglobaliseerde wereld. Maar creativiteit kan niet gedijen zonder een klimaat van vrijheid, zonder mogelijkheden tot experimenteren. En als het even kan ook met een brede kruisbestuiving: over het schoolmuurtje heen kijken om innoverend te blijven’. Deze geloofsbelijdenis, die Persoone intussen optilde tot een van de grootste chocolatiers ter wereld, bewijst hoe belangrijk de muzisch-creatieve vakken zijn in onderwijsland. Dominique Persoone (45 jaar) volgde hotelschool in Ter Groene Poorte in Brugge en behoorde er tot een succesgeneratie met o.m. Sergio Herman, Roger Vandamme en Wout Bru en trok daarna op stage, o.m. naar Parijs. Hier ontstond zijn fascinatie voor chocolade. Terug in België ging hij pralines maken en ontstond een onwaarschijnlijk succesverhaal. ‘Eerst hadden we ons bedrijf in Zedelgem en daarna kwamen we naar de Vaartstraat. Naast onze vaste verkoopstek op het Brugse Simon Stevinplein openden we naderhand ook een winkel op de Antwerpse Meir, in het voormalige paleis van Napoleon’. En de successtory ging verder. Hij zette een cacaoplantage op in het Mexicaanse Yucatan en zorgt m.a.w. voor zijn eigen basisgrondstof. Persoone is ook Njamchef en één van de drie chocolatiers met een Michelinster. In die hoedanigheid is hij ook leverancier bij de toprestaurants Hertog Jan, De Karmeliet en Hof van Cleve. Intussen doet hij wereldwijd presentaties over pralines, zo recent nog op Mistura, het grootste foodfestival ter wereld in het Peruviaanse Lima. Ook de G7 die begin juni Brussel aandeden, konden kennis maken met de ‘pride of Flanders’ … Maar wat is de sleutel tot dit succes? Dominique Persoone: ‘Creativiteit! Men kan dit niet genoeg stimuleren in het onderwijs! Waarom krijgen de leerlingen geen halve dag om vrij te kiezen en zelf experimenterend in te vullen? Het is toch overduidelijk dat jonge mensen veel meer gemotiveerd zijn om iets te doen als ze zelf iets mogen kiezen?! In de creatieve vakken op school ligt deze keuzemogelijkheid beduidend hoger dan in andere vakken. Het is uiteraard niet de bedoeling om hen zomaar te laten aanmodderen, er is eerst instructie nodig. Dat is duidelijk. Maar daarna moet de vrije loop gegeven worden aan creativiteit: de sleutel tot succes! Ik vrees dat ons onderwijs een beetje vastgeroest zit in onwrikbare structuren. Ik zou aan elke klas de opdracht geven om in groepjes één thema naar keuze uit te werken. Binnen de groepjes moet de werkverdeling gebeuren: wie zal wat doen? En hoe gaan we dit alles samen laten sporen? En hoe kunnen we het thema verrijken met de inbreng vanuit heel andere kanalen en disciplines? Enige sturing bij de aanvang is onontbeerlijk. Maar daarna moeten leerlingen creatief kunnen zijn en in groep leren werken. Nog zoiets belangrijk: Synergie: samen leren werken en elkaar aanvullen! Ten slotte komt veel inspiratie door eens buiten de eigen structuren/school te kijken en andere ervaringen op te doen. Heel leerrijk! Ik noem dit kruisbestuiving. Onderwijs zet hier nog te weinig op in: alles zit nog te veel in vaste hokjes en structuren. Laat de leerlingen zowel binnen als buiten de school creativiteit opsnorren. En geef hen de nodige tijd om wat te ‘prutsen’ of te experimenteren. Zo creëer je als school mogelijkheden tot creativiteit. En dit versterkt het geloof in jezelf, wat dan weer goed is voor verdere creativiteit. En zo gaat de wagen aan het rollen. Ik heb veel zelfvertrouwen gekregen door de bemoedigende woorden van Ferran Adria, de chef van het Catalaanse toprestaurant El Bulli. Hij moedigde mij aan om de Belgische chocoladewereld nieuwe impulsen te geven. Aanvankelijk was het wel wat zoeken, maar daarna was de trein vertrokken. Dit is niet enkel zo in de wereld van de voeding, maar dit geldt zeker ook voor wie met muziek, met beeldende kunst, met plastische opvoeding, met sport en lichamelijke opvoeding bezig is. Daarom is het zo jammer dat er niet meer tijd is op school voor deze creatieve vakken!’ En zo gaat het ook in zijn ‘Chocolate Line’: ‘We zijn destijds begonnen met twee man. Nu telt het bedrijf 39 werknemers. En allemaal moeten ze een uur per week ‘huiswerk’ verrichten, namelijk een nieuwe uitgave proberen te schenken aan iets, bv. een nieuwe Marsreep ontwerpen … Open mind, experiment en zelfvertrouwen staan garant voor passie en motivatie! Is zoiets mogelijk in onderwijsland? Ik vrees van niet. De leerplannen zijn vaak te beklemmend. Het is hierbij belangrijk om mensen uit heel verschillende sectoren bijeen te brengen. Welke inspiratie kun je halen uit – zeg maar - Alice in Wonderland, voor een nieuwe Foodie? Of hoe inspirerend kan een bezoek aan een museum zijn voor experimenten in haartooi?! Ook wereldwijd gaan kijken en geleidelijk weg geraken van onder de kerktoren … Ik geef nu presentaties zowat overal in de wereld. In het Engels. Ik heb dit ook allemaal zelf moeten leren, met vallen en opstaan. Maar dit sterkt je en je pikt overal dingen op die dan weer tot nieuwe creativiteit leiden. Door de structuren zijn scholen wellicht niet genoeg mee met de veranderende tijden. En zo krijgt creativiteit niet altijd de kansen die het verdient …’. Verwerking van een interview met Dominique Persoone op 4 juni 2014. Patrick Ameye, Els Bilcke, Ann Casier, Pascale Muylaert, Isabelle Tack en Johan Vankeersbilck ESTHETICA Door de lange ‘inrij-en uitrijperiode’ rond de verkiezingen van 25 mei 2014 verkeerden/verkeren we in een luwte m.b.t. aangekondigde onderwijshervormingen. Dit geldt zeker ook voor de vraag welke plaats kunst en cultuur hierin eerlang zullen mogen opnemen. Wij willen onze ambitie ter zake kracht bijzetten en daarom zoomen we hieronder in op enkele pijnpunten, vragen, bedenkingen en wensen. Onze visietekst rond ‘Kunst- & Cultuureducatie’ kan hierin een notoire plaats innemen. Hopelijk werkt die inspirerend om een brug te helpen slaan tussen de school en de omgeving, om de ‘cultuur’vakken muzikale opvoeding, plastische opvoeding en esthetica binnen de school dichter bij elkaar te brengen en om een leerlijn kunst- en cultuureducatie uit te werken die het basisonderwijs, het secundair en het hoger onderwijs overspant. In de marge hiervan toetsen we een en ander even af in De Bron Tielt om te zien hoe die culturele ambitie daar in een school vorm krijgt. De Dag van esthetica op dinsdag 9 december 2014 staat in het teken van muziek (voormiddag) en dans (namiddag). Een uitgewerkt programma is beschikbaar vanaf september 2014. Straks meer cultuur op school?! De onverklaarbare en drieste moorden op de Brugse Markt en aan het Joodse Museum in Brussel doen ons land daveren op zijn grondvesten … Geweld komt steeds meer in de plaats van onderlinge dialoog en heeft een vaste stek gekregen in de media en in de ontspanningscultuur. ‘Het is een vorm van overheersingsdenken die weinig ruimte laat voor beschouwing en voor receptiviteit’ stelde Mark Reybrouck (afdeling musicologie KUL) al tien jaar terug (De Standaard van 10 januari 2013). En het is er jammer genoeg intussen niet op vooruit gegaan. Cultuur levert nochtans het antidotum tegen de kwalen van onze tijd. Cultuur stemt tot nadenken over de samenleving en over het mens zijn, zij bevordert het wederzijds begrip, de verstandhouding en de verdraagzaamheid in een wereld die daar een enorme nood aan heeft. Er bestaan uiteraard geen eenvoudige oplossingen voor complexe problemen, maar cultuur kan wel helpen om te leren nuanceren. Cultuur verlegt de normen en nodigt uit tot het persoonlijk innemen van een stelling. In tegenstelling tot totalitaire vormen van denken, die eenduidige antwoorden geven op beperkte problemen, cultiveert ze de vragen boven de antwoorden. Het gevoel van onbehagen dat vaak gepaard gaat met hedendaagse vormen van kunst is in dit verband illustratief. Vaak heeft de luisteraar of kijker geen referentiekader om mee te kunnen vergelijken. En wat niet in een referentiekader past, wordt maar al te vaak veroordeeld. Een doorgedreven esthetische vorming gaat daartegen in doordat ze de leerling systematisch confronteert met onbekende en nieuwe referentiekaders, en dit zowel in historische als geografische zin. Het resultaat is een houding van openheid en tolerantie waarbij men niet overgaat tot overijlde identificatie, maar waarbij men het waardeoordeel uitstelt totdat men kennis van zaken heeft. ‘Hier ligt dan ook een grote opdracht voor het onderwijs. De media geven immers wat de mensen vragen. Ze spelen in principe in op de bestaande referentiekaders. Het onderwijs daarentegen moet die doorbreken en de leerlingen uitnodigen om met nieuwe referentiekaders om te leren gaan. En precies daarom is cultuur belangrijk in het onderwijs’, aldus nog Mark Reybrouck (De Standaard van 10 januari 2013). Maar er heerst al lang ongenoegen over de stiefmoederlijke behandeling van de culturele vormingscomponent. Tien jaar terug werd het aantal lestijden esthetica gehalveerd. Er werd één uur per week voorzien in het vijfde jaar. In het zesde jaar werd weliswaar één uur per week aanbevolen, maar de scholen waren/zijn vrij om hier al dan niet op in te gaan. Dat moet dan de culturele vorming afronden voor het algemeen vormend secundair onderwijs. Van een culturele vormingscomponent die als een rode draad het curriculum zou kunnen kleuren, is helemaal geen sprake. Bovendien schrappen enkele scholen intussen ‘het uurtje’ in de zesdes, jammer genoeg ook in ons diocees. Bovendien wordt esthetica al een tijdje niet meer doorgelicht. Van een signaal gesproken … We onderstrepen in koor het belang van algemene vorming en cultuur. Maar waar leidt dit voornemen tot een structurele inbedding in het curriculum? Waar en in welke vorm duikt cultuur op in het pedagogisch project van de scholen? Een blik op hun websites leert ons dat nog geen 10 % van de scholen die culturele ambitie via dit kanaal laat blijken … Cultuur is geen vaardigheid die je op een paar uur kunt leren. Cultuur wordt integendeel door herhaalde contactname met cultuurproducten gradueel verworven. ‘Die contactname gebeurt echter niet spontaan. Enige sturing is hier nodig, wil men haar niet volledig overlaten aan de media-indoctrinatie, die eerder uitgaat van economische belangen dan van culturele bekommernissen’, aldus nog Mark Reybrouck (De Standaard van 10 januari 2013). Het onderwijs heeft op dat vlak een grote verantwoordelijkheid. Het is de enige instantie die in principe niet gebonden is door economische drukkingsgroepen of door de belangen van de arbeidsmarkt. De vraag is echter of het onderwijs nog wel een vuist kan maken tegen die manier van denken die alles taxeert in termen van nuttigheid en rendement. Wanneer werken we nog aan opvoedkundige waarden als stil en onbevooroordeeld zijn, leren kijken en luisteren, rustig nadenken over wat men heeft gezien / gelezen / gehoord, leren verwoorden wat men denkt en voelt, respect voor de mening van anderen, geen overijld waardeoordeel ... Esthetica zou het vak kunnen/moeten zijn dat die culturele ambitie in de 3de graad onderstut en vorm geeft. We hopen dan ook stellig dat cultuur en esthetica sterker uit de onderwijshervormingen komen. Als het waar is dat de beleidsverantwoordelijken cultuureducatie hoog inschatten, moet hier nu naar gehandeld worden! Aansluitend hierop en op vraag van enkele directies van onze scholen verwijzen we nog eens naar onze niveauoverstijgende DPB-visietekst rond ‘Kunst- en cultuureducatie op school’. Je kunt die downloaden via onderstaande link: http://www.dpbbrugge.be/secundair/dipebe/2012-2013/documenten/Visietekst%20kunst-%20en%20cultuureducatie.pdf. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Begrippen 1.a. Wat verstaan we onder ‘cultuureducatie’? 1.b. Wat verstaan we onder ‘kunsteducatie’? Ontwikkelings- en leerlijnen: doorlopende lijn en/of cyclische bewegingen? Aanbod voor kunst- en cultuureducatie 3.a. Bruggen tussen een vakgerichte en een vakoverschrijdende aanpak 3.b. Bruggen tussen leren en ervaren 3.c. Bruggen tussen exact en humaan 3.d. Bruggen tussen school en omgeving Wat kunnen scholen doen om hun aanbod voor kunst- en cultuureducatie te verrijken? Aanbod van de niveauoverschrijdende themagroep Selectieve bibliografie Kijkwijzer bij het in kaart brengen van de beginsituatie van scholen op het vlak van kunst- en cultuureducatie Hopelijk mag die veel scholen inspireren om kunst en cultuur de plaats te geven die het verdient: in het hart van de school! Omdat verbeelding een mensenrecht is! Chantal Pattyn, netmanager van Klara, publiceerde in De Standaard van 20 mei 2014 zo’n mooie tekst dat wij jullie die niet willen onthouden: ‘Verbeelding is een mensenrecht’! Een overdosis kunst, het is voor Chantal Pattyn een contradictio in terminis. Ze wordt nog altijd ontroerd, extatisch en getroost door goede kunst in allerlei vormen. En ze hoopt van jou hetzelfde. Onlangs vroeg de Nederlandse dichter en schrijver Serge van Duijnhoven me of ik niet aan het syndroom van Stendhal lijd. Waarmee hij bedoelt: de fysieke collateral damage die optreedt als je je te veel en te vaak door de schoonheid van de kunst laat aangrijpen – prachtig verbeeld in een scène uit La Grande Bellezza van Paolo Sorrentino, wanneer een Japanse toerist letterlijk dood valt na het aanschouwen van de grootsheid van Rome. ‘In hoeverre hebben al die volumes aan voorstellingen, tentoonstellingen, films, concerten en andere sublieme illusies uw montere geest verrijkt, geraakt en veranderd’, vroeg Van Duijnhoven. ‘Wat heeft al die materie nu met uzelf uitgehaald, gezien u niet zomaar een spiegel of een put bent, maar een vrouw van vlees en bloed die zich blijkbaar met niet veel meer schijnt te voeden dan met kunst’. Kortom: Serge van Duijnhoven maakt zich grote zorgen, gezien mijn overconsumptie van kunst. Waarom leeft iemand zo? Zo’n vraag verdient een repliek. Omdat zo’n leven betekent dat je de complexiteit van de dingen aanvaardt, zonder garantie op antwoorden. Omdat kunst die gelaagdheid van nog wat extra onvoorziene lagen voorziet. Omdat kunst je blik opent en je contreien laat zien waar je nooit was. Omdat kunst zelfs op de meest eeltige plekken van je ziel trapt. Omdat kunst je naar adem laat happen waar je dacht dat er geen zuurstof meer was. Omdat kunst je anders naar de geschiedenis laat kijken. Omdat kunst verbanden legt die je zelf nooit had vermoed. Omdat kunst telkens opnieuw kritisch naar zichzelf kijkt. Omdat kunst je de ene keer wel en de andere keer niet met je hulpeloosheid kan verzoenen. Omdat kunst je op het meest basale niveau met schoonheid en lelijkheid kan confronteren, van de Sixtijnse Kapel tot de installaties van Paul McCarthy. Omdat je, zelfs al sprak hij nog geen woord en stak hij voorlopig alleen een sigaar op, al door het dolle heen bent alleen al door de aanwezigheid van Damiaan De Schrijver op een podium. Omdat Woody Allen je aan het lachen brengt, op een dag dat je auto alweer eens werd weggetakeld en een vriend je belt met de boodschap dat hij depressief is omdat niemand zijn werk begrijpt. Omdat kunst je, een ketter geworden omdat God op je twaalfde je oma heeft laten sterven, zelfs al had je nog zoveel gebeden en tekeningen gemaakt, in een kapel in Saint-Paul de Vence tot een knieval beweegt voor die paar blauwe lijnen waarmee Henri Matisse een madonna vorm gaf. Omdat je lijf zwaar als lood wordt als je de late muziek van Franz Liszt beluistert. Omdat je troost put iedere keer als je Quatuor pour la fin du temps van Olivier Messiaen hoort en nooit zal begrijpen hoe het trauma van Auschwitz iemand tot zoveel intense schoonheid kon brengen. Omdat je ontroerd wordt door een klodder groene verf die een schilderij van Cy Twombly doet kantelen. Omdat je stil wordt telkens als je in Arezzo voor de fresco’s van Piero della Francesca staat. Omdat je de Marokkaanse jongen naast je had willen omhelzen nadat je samen met hem, die je niet kende, 100% Brussels van Rimini Protokoll hebt gezien op het KunstenFestivaldesArts en samen trots was in dezelfde stad te wonen. Omdat je de burgeroorlog in Libanon iets beter begreep nadat je de films van Akram Zaatari twee keer hebt gezien. Omdat onze koloniale geschiedschrijving niet meer compleet is, zonder de schilderijenreeks Mwana Kitoko van Luc Tuymans, de film Spectres van Sven Augustijnen en het boek Congo van David van Reybrouck. Omdat je tot tranen toe bewogen bent door het verdriet van de Ierse schapenboer in de eerste langspeelfilm van Els Dietvorst. Omdat je nog altijd in een vijfde versnelling geraakt als je de opname van La Traviata in de Scala van Milaan met Maria Callas door de boxen jaagt. Omdat je niet meer naar Die Schöne Müllerin van Schubert kan luisteren zonder aan de regie van Christoph Marthaler te denken. Omdat je je niet kan voorstellen hoe het leven zou zijn zonder de muziek die Miles Davis schreef voor Ascenseur pour l’échafaud van Louis Malle. Omdat je een ander leven zou hebben als je Madame Bovary niet had gelezen. Maar kunst moet tegelijkertijd ook niets. Kunst mag gewoon over zichzelf gaan, zonder zich een moer van de toeschouwer aan te trekken. De Britse popartkunstenaar Richard Hamilton richtte zijn eigen monument voor Marcel Duchamp op – wie niet vertrouwd is met diens werk The large glass of Le grand verre heeft pech, maar het staat iedereen vrij zich in te lezen in die geschiedenis zonder een boze brief te sturen aan Chris Dercon, de baas van Tate Modern. Nicolas Provost maakt een film in een straat dichtbij Times Square in New York omdat het licht er zo prachtig is. Cézanne deed niet veel anders toen hij de Mont Sainte-Victoire bij Aix-en-Provence keer na keer op doek zette. Kunst heeft het recht om alles te zijn wat het wil. Dat is nu eenmaal waar verbeelding om gaat. Daar zijn geen grenzen, geen regels. En om die reden is verbeelding een mensenrecht, net als eten, drinken, een dak boven je hoofd, een school die je voorbereidt op de wereld zoals hij is en de garantie dat niemand je de kop inslaat. Ik kies voor kunst omdat ze mij verzoent met de onmogelijkheid van de menselijke conditie. Omdat het alle zekerheden op de helling zet en net die wetenschap me troost, want van zekerheden word ik onzeker. Dus heb ik kunst nodig, omdat kunst mijn hersenen aan het werk zet, of net helemaal verlamt. En omdat ik graag in een constante extase verkeer – als een Teresa van Avila, verbeeld door Gian Lorenzo Bernini in Rome, maar dan zonder goddelijke pijl – en na die extase terug in de realiteit beland in de wetenschap dat er niets ter wereld is dat me de werkelijkheid beter doet begrijpen dan kunst. Liefhebbers, verslaafden, kunstenaars, politici en beleidsmakers, ik hoop uit het diepst van mijn hart dat u de kunst zal blijven ondersteunen, want zonder die kunst is onze identiteit gedoemd om eendimensionaal te blijven. Laten we dat vooral vermijden, en de verbeelding haar werk laten doen. En voor het overige gaat alles goed. Dus maak je geen zorgen, lieve Serge. Dit is een bewerking van de tekst die Chantal Pattyn uitsprak voor aanvang van het slotdebat van de campagne ‘Ik kies voor kunst’, in de Bourlaschouwburg. En we bevestigen met klem: zonder kunst is onze identiteit gedoemd om eendimensionaal te blijven. Praxis in de estheticales Fantasie is belangrijker dan kennis. (Einstein) Elk kind is een kunstenaar. De vraag is: hoe blijf je een kunstenaar als je eenmaal groot bent? (Pablo Picasso) Waarom denken mensen dat kunstenaars bijzonder zijn? Het is een job als een ander. (Andy Warhol) De Bron in Tielt vult de 'vrije ruimte' in het zesde jaar in met seminaries. Leerlingen kiezen klasoverschrijdend een seminarie naar keuze. Het idee om het seminarie 'praxis in de esthetica' te geven, is bij mij gegroeid na het volgen van een nascholing rond Gerrit Rietveld (Rietveld of de kracht van het maken) op de Dag van esthetica op 14 december 2010. Niet alleen het IQ (intelligentiequotiënt) en het EQ (emotioneel quotiënt) zijn belangrijk. Het is hoog tijd om het CQ (creatief quotiënt) te introduceren: de mate waarin je je vermogen tot creativiteit gebruikt. Het vermogen om via vormen en materialen uit te drukken (vormgeven) wat je waargenomen (zintuiglijk waarnemen), bedacht (creatief denken) en uitgeprobeerd hebt (experimenteren). Want liever dan over kunst, spreken we over creativiteit: een proces waarbij je je fantasie en je spontaniteit gebruikt om een probleem op te lossen of met een nieuwe situatie om te gaan. Creativiteit is een basisvoorwaarde voor het leven. Tijdens dit seminarie dagen we de leerlingen uit om kunstwerken vanuit al hun zintuigen waar te nemen én te beleven. We prikkelen hen om zélf aan de slag te gaan. De inspiratie die de kunstwerken via waarneming bieden, wordt omgezet naar creatieve ideeën, actieve experimenten en kunstzinnige creaties. Zo gaan kunstbeleving en creativiteitsontplooiing hand in hand. 'Goesting in kunst' en kunst beleven door te doen. In dit seminarie krijgen de leerlingen zelf de kans om te fotograferen, te filmen, te knutselen ... Zij maken kennis met fotografie, little people, tableau vivant, stop motion, lipdub, graffiti ... Op het einde van het schooljaar organiseren zij een overzichtstentoonstelling. Zij selecteren de werken, bouwen de tentoonstelling op, maken reclame, geven rondleidingen, houden toezicht en breken af. De inbreng van de leerlingen is groot. Ze krijgen de kans om creatief te zijn. Zij brengen nieuwe ideeën aan en zijn heel enthousiast. Zij schitteren elk op hun eigen manier. Als leraar heb je vooral de rol van coach. Je stuurt hier en daar bij. Je maakt kennis met leerlingen op een andere manier. Veronique Maenhout, leraar esthetica De Bron geeft er een Smack op! Wie cultuur op school voor leerlingen wil promoten heeft vaak hetzelfde probleem als de makers van een boekenprogramma op de openbare zender: iedereen vindt het nodig, maar niemand weet hoe je het echt boeiend kunt maken ... Of anders gezegd: er wordt meestal meer over gepraat, dan dat er ook echt iets te beleven valt. Om niet in dat zeurderig ziekbedje te verzeilen hebben ze er bij De Bron in Tielt het volgende op gevonden: een clubje van – soms – prettig gestoorde leerkrachten verborg zich achter het letterwoord SMACK (School Met Aandacht voor Cultuur en Kunst) en begon de leerlingen creatief, surrealistisch en speels uit te dagen met korte maar totaal verrassende flitsactiviteiten voor de hele school. Leerkracht Luuk Carnel, mede-SMACKmaker: ‘Een wielerkoers op de speelplaats en door de schoolgangen? Jawel! Alle leerlingen gooien papieren vliegtuigjes door de klas? Jazeker! Leerkrachten worden dansende airhostessen? Te gek! Jongens die 'wildbreien' om het schoolmeubilair en de speelplaatsbomen in te pakken ? Natuurlijk wel! De informatieschermen gehackt met puzzelpoëzie? Moet kunnen! En wat te denken van een grootscheepse bloembollenactie: meer dan 5000 door de leerlingen geplante bolletjes muscari zorgden voor een “blaues Wunder” in de schooltuin.' De zogezegde jaarthema's “Smack gaat over de schreve” of “Smack vliegt buiten” maken ook al duidelijk dat bij deze ludieke events cultuur niet echt met een grote C geschreven staat. Leerlingen even letterlijk buiten de lijntjes laten kleuren, ze speels over hun innerlijke “schreve” leren stappen op zoek naar creatief plezier en natuurlijke expressie, daar draait het allemaal rond ... Het begon vijf jaar geleden met het knotsgekke idee van een “kapsalon Deveuster”: in plaats van in het Damiaanjaar te verzanden in traditionele en bijna moraliserende schoolcultuuractiviteiten kozen de Smackers van De Bron resoluut voor een niet-schoolse aanpak: een leegstaand lokaal werd als smack-ruimte gekaapt en als kapsalon gepimpt: het werd de ideale omgeving voor fototentoonstellingen, poëziemomentjes of babbelboxsessies. Al gauw bleek dat lokaal toch te klein voor de opbruisende creatieve ideeën: er kwam een heus vliegtuig op de speelplaats te staan dat op zijn Christo's ingepakt heel treffend de nog ingehouden toekomstdromen van de leerlingen samenbalde. En toen de eerstejaars die toekomstverwachtingen ook echt als een ware “message in a bottle” gingen verpakken, mochten we op zoek gaan naar een geschikte bewaarplaats om dat jong geweld 6 jaar op fles te laten rijpen … Maar ook een grote kleuractie met puzzels bevatte veel symboliek: elke leerling kleurde zijn individueel stukje van de klaspuzzel. Daarna kleefden we al die puzzels als echte “street-art” op de vloer van de inkomhal. Wie de school binnenkwam, stapte over een lijn van meer dan 1000 kriskras door elkaar gekleurde puzzelvormen. Zeppelin: didactiek voor muzische vorming In de loop van het voorbije schooljaar verscheen Zeppelin. Didactiek voor muzische vorming (Pelckmans, 2013) van Koen Crul, docent VIVES Brugge. Het is een onwaarschijnlijk boeiend en verrijkend werk voor muzische vorming in het basisonderwijs. Dit magnum opus van Koen Crul is tegelijk echter een heel inspirerend werk voor alle leerkrachten die in het secundair onderwijs bezig zijn met kunst en cultuur. Zeppelin biedt een overkoepelende didactiek die de eigenheid van elk muzisch domein respecteert: beeld, muziek, drama, dans, woord en media. Er is ook aandacht voor integratie en verschillende vormen van samenhang tussen de domeinen. Heldere schema’s, praktijkvoorbeelden, zinvolle verwijzingen naar de kunsten en voorbeeldactiviteiten creëren een brede kijk op de verschillende aspecten van muzische vorming. We kunnen deze bijbel voor didactiek voor muzische vorming (592 pagina’s!) enkel maar sterk aanprijzen! We wensen jullie een boeiend en creatief nieuw schooljaar! Ann Casier en Johan Vankeersbilck Dag van esthetica Docent: diverse docenten Datum en uur: Dinsdag 9 december 2014 van 09.00 tot 16.00 uur Locatie: DPB-centrum d'Abdij Brugge LICHAMELIJKE OPVOEDING Als mensen iets doen, staan ze ook stil bij het effect ervan. Ze stellen niet alleen vast wat ze terechtbrengen van wat ze zich hebben voorgenomen, maar ze beoordelen tegelijk ook: was het zoals ik het wenste, kon het een beetje beter of veel beter? Waaraan ligt het en wat kunnen we in de toekomst maar best veranderen? Of wat moeten we zeker blijven doen? In het evalueren kun je met andere woorden drie facetten onderscheiden: vaststellen, beoordelen en beslissen over wat je verder hoort te doen. Dat ingebakken mechanisme zorgt ervoor dat mensen of hun organisaties ontwikkelen of leren, altijd en overal. Het is geen proces dat typisch is voor leren op school. Wel is er op school, de plaats bij uitstek om te leren, uitgesproken aandacht voor. 1 KWALITEITSVOL WERKEN in lichamelijke opvoeding op basis van de systematiek van PDCA PLAN: de goede dingen doen. Bewegingsdoelen en persoonsdoelen kiezen uit doelenkader en SMART maken. De leerinhoud(en) bepalen met en/of zonder (nr.). Leerplan laat inspraak van leerlingen toe. algemeen DO: de goede dingen goed doen, je goed voelen terwijl je het goede doet. De leerlijnen en de activiteitslijnen van de leerdoelen en leerinhouden ontwikkelen. Werkvormen. Rollen. CHECK: controleren of je bereikt wat je hebt gepland. Hoe zichtbaar maken: evalueren. Succesindicator(en) bepalen: wanneer heb ik de leerplandoelen en leerinhouden bereikt / nagestreefd? ACT: verbeteringen aanbrengen in het proces op basis van CHECK. Aanpassen en/of bijsturen: wat schrappen/aanvullen/wijzigen? Andere keuzes maken? Borgen: wat is goed, wat heeft gewerkt, wat heeft de leerling geleerd? Hoe zorg ik ervoor dat dit verworven blijft (verankeren) zodat ik het in een volgende les/periode kan inzetten? Reflectie: we gaan er van uit dat we de goede dingen goed doen. Vinden anderen dat ook? Hoe weten we dat? 2 Evaluatie in de leerplannen lichamelijke opvoeding De leraar lichamelijke opvoeding legt in de klassenraden zijn ervaringen naast die van andere vakleraren. Zijn vak kan vanuit een andere invalshoek informatie over de leerlingen geven. Evaluatie is een belangrijk hulpmiddel om het leren te bevorderen. Evaluatie, als hefboom voor het leren, kan het leerklimaat, de betrokkenheid en het leergedrag van de leerlingen in belangrijke mate beïnvloeden. De pedagogisch-didactische meerwaarde schuilt in de mogelijke bijsturing van het eigen leerproces en de verhoogde betrokkenheid. Evalueren is dus veel meer dan meten en selecteren en dan punten geven. Dit betekent niet dat we de traditionele toets aan de kant moeten schuiven. Ze wordt wel aangevuld met nieuwe evaluatievormen zoals co-, partner- en zelfevaluatie met behulp van observatielijsten, vragenlijsten … Bij het gebruik van vernieuwende evaluatiemethodes stelt de leraar/vakgroep zich de vraag wat er geëvalueerd wordt, waarom, wie evalueert en hoe de evaluatie verloopt. Recente literatuur noemt dit ‘anders evalueren’ vaak ‘Assessment’. 3 Enkele basisprincipes 3.1 We moeten durven selecteren en een ‘prioritaire keuze’ van tenminste twee bewegingsdoelen en persoonsdoelen per periode vastleggen (zie leerplan). "Less is more". Door ons te beperken in de hoeveelheid, kunnen we het essentiële meer beklemtonen en zal die essentie meer beklijven. Door de beperking krijgen we ook tijd om leerlingen zelf op problemen te laten zoeken en hen zo ook meer verantwoordelijkheid te laten nemen voor hun eigen leerproces. 3.2 Alle doelstellingen van het leerplan moeten uiteraard wel aan bod komen. Het beheersingsniveau waarop die doelstellingen tijdens de lessen aan bod komen en de manier waarop ze geëvalueerd worden, kunnen aangepast worden. 3.3 Communicatie: leg vooraf duidelijk en begrijpelijk leerplandoelen (SMART), leerinhouden (SMART), evaluatiecriteria en wijze van evalueren uit aan je leerlingen. 3.4 Succeservaring leidt tot motivatie: het is niet omdat je gemotiveerd bent dat je iets kunt. Het is net omgekeerd. Je bent gemotiveerd omdat je iets kunt en omdat je in dit kunnen wordt bevestigd. Positieve evaluatie is dus heel belangrijk. Dit geldt overigens niet enkel voor leerlingen, maar ook voor leraren. We moeten plezier beleven aan ons werk. 3.5 Een van de basismotieven van elke mens is de drang om gedrag na te bootsen. In de schoolse context is de leraar hierbij vaak het rolmodel. Als de leraar gedreven, enthousiast ... is, dan is de kans groter dat ook de leerlingen dit zijn. Als de leraar regelmatig duidelijk maakt hoe hij denkt, waarom hij op een bepaalde manier iets doet ... is er meer kans dat de leerlingen dit gedrag overnemen. 4 EVALUATIEWIJZER LICHAMELIJKE OPVOEDING: EVALUATIE ALS HEFBOOM OM TE LEREN Kenmerken van goede evaluatie Validiteit Evalueer ik wat ik wil evalueren? Welke leerplandoelen evalueer ik? Welke leerinhouden evalueer ik? Welk gewicht ken ik toe aan de verschillende leerplandoelen / leerinhouden? … Betrouwbaarheid en objectiviteit Zijn de waarderingen die leerlingen krijgen consistent? Welke evaluatiecriteria hanteer ik? Hoe zijn de evaluatiecriteria tot stand gekomen? Welke afspraken zijn er gemaakt? Heeft de leerling voldoende kansen gekregen? … Efficiëntie - hanteerbaarheid Zijn mijn inspanningen en die van de leerlingen in verhouding tot de doelen van de evaluatie? Welke haalbare evaluatievormen kies ik als ik rekening hou met de context? … Transparantie Weten de leerlingen wat er van hen verwacht wordt? Zeg ik de leerlingen vooraf wat, hoe, wanneer en welke criteria er geëvalueerd worden? Normering Kan ik aantonen waarom een leerling die bepaalde waardering krijgt? Kan ik verantwoorden waarom een leerling net die bepaalde waardering krijgt? … Geef ik de leerling concrete en duidelijke feedback op zijn/haar gedrag in de richting van een verbetering? Wat evalueer je? Leerplandoelen (algemeen doelenkader) Bewegingsdoelen Persoonsdoelen SMART: contextspecifiek naar bewegingsgebieden, rollen (bewegingstaken en sociale taken), werkvormen … Leerinhouden (ondersteunende kennis, inzichten, vaardigheden en vakattitudes) SMART: activiteiten, oefeningen, spelvormen, wedstrijdvormen … Op verschillende niveaus reproductie transfer naar gelijkaardige situaties integratie in nieuwe situaties Aandacht voor taal Aandacht voor differentiatie Hoe communiceer je erover? Waarom evalueer je? Hoe evalueer je? Om te zien welke stappen de leerling in zijn leerproces kan zetten om te vorderen (formatief) Concrete constructieve & effectieve feedback op de bereikte doelen en het leerproces. Bv.: sandwichfeedback met afspraak, PDCA Met of zonder kansen tot ondersteuning Met objectieve evaluatiecriteria Om te zien waar de leerling staat (summatief) Evaluatiegegevens registreren en rapporteren om vooruitgang zichtbaar te maken. Leerresultaat t.o.v. de vereisten op het vlak van lichamelijke opvoeding Evaluatiegegevens registreren en rapporteren om vooruitgang zichtbaar te maken. Leerrendement: houdt rekening met de beginsituatie van de leerling Om het didactisch proces van de leraar bij te sturen (formatief) Effect instructie, werkvormen, evaluatie Klasmanagement Hoe communiceer je erover? leerlijnen Met punten en/of commentaar Wanneer het rapportsysteem het vraagt Wie evalueert wie? Leraar leerling Leerling leerlingen (peerevaluatie) Wanneer de leraar het nodig acht Wanneer de leerling er om vraagt Tijdens/op het einde van de les/periode Leerling zichzelf (zelfevaluatie) Leraar zichzelf (zelfevaluatie) Leerling leraar Evaluatietools - Om te zien of de leerling gevorderd is (leerrendement – formatief) hulpmiddelen helpers Wanneer evalueer je? - test: individueel en/of in groep checklist evaluatiewijzer (rubrics) kijkwijzer/taakkaart feedbackgesprek reflectie: PDCA sandwichfeedback + afspraak sterkte/zwakteanalyse (groeps)opdracht / project (talenten) portfolio … Hoe communiceer je erover? Wat heeft de leerling (bij)geleerd? Als de leerling voldoende kansen gekregen heeft Leerling + leraar leerling Als de vakattitude tijdens de lessen gevormd is Hoe communiceer je erover? (co-evaluatie) Hoe communiceer je erover? De traditionele “testcultuur” verschuift aldus naar een nieuwe evaluatiecultuur, de “begeleidingscultuur”. In de testcultuur volgt de leerling veeleer passief de instructie van de leraar. Kennis en vaardigheden worden door de leraar “overgedragen” vanuit een leraargestuurde aanpak. De leraar leidt het volledige leerproces, kiest zelf de doelen en middelen. Hij is zelf verantwoordelijk voor de evaluatie. De constructie, de afname, de interpretatie, de beoordeling van de toets en de rapportering berusten in zijn handen. De evaluatie is doel op zich en dient om leerlingen te plaatsen en te selecteren. De klemtoon ligt op de prestatie zonder meer. De individuele prestaties worden beoordeeld in vergelijking met andere leerlingen of bepaalde normen. De rapportering gebeurt meestal in de vorm van een cijfer. De leraar wil vooral de sterke en zwakke punten opsporen om het leerproces van de leerling te begeleiden. De evaluatie is een integraal deel van het leerproces, waardoor zowel leerling als leraar informatie krijgen over vaardigheden, kennis en attitudes. Leraar en leerling zijn samen verantwoordelijk voor het management, het plannen, het bijsturen van het leerproces, het evalueren. Omdat dit proces voor de individuele leerling sterk verschillend is, bijvoorbeeld afhankelijk van de beginsituatie en de zelf gestelde doelen, is het een belangrijke voorwaarde dat de leraar erin gelooft dat leerlingen zichzelf en anderen kunnen evalueren. Hoe kunnen we de rol van de leerling versterken? - - - Materiaal ontwikkelen voor zelfsturing bij bepaalde leertaken (taakwijzers op maat); De leerlingen mee laten bepalen wanneer er best wordt geëvalueerd; Samen met de leerlingen naar middelen zoeken om de vorderingen te toetsen en bij te houden; De leerlingen betrekken bij de bespreking van resultaten en van aangewezen initiatieven voor bijsturing (extra instructie of documentatie, extra oefenmomenten, een - beter - stappenplan, een klassengesprek …); Een “portfolio” of verzamelmap laten aanleggen waarin de leerling aan de hand van observaties, prestaties, reflecties … zijn leerproces op het vlak van verworven inzichten, ervaringen, vaardigheden en vorderingen aantoont. Het portfolio heeft naast een toetskarakter (Wat heb ik bereikt?) de functie van een planningsdocument (Waar sta ik nu en hoe werk ik verder?); samen nadenken over transfer; in een gesprek terugblikken op wat je op school “geleerd” of meegemaakt hebt (ervaringen, gevoelens) … Leerlingen zijn tot veel in staat als de leeromgeving maar krachtig genoeg is. Het leren wordt positief beïnvloed door het creëren van een taakgericht klimaat, het verhogen van betrokkenheid en het stimuleren van het inzichtelijk en sociaal leren. Een taakgerichte leeromgeving stelt niet de individuele prestatie centraal, maar wel de persoonlijke vordering van elke leerling. De leerling zelf wordt het criterium om de leervorderingen te meten. Betrokkenheid bij de leerlingen verhoogt wanneer ze zelf instaan en verantwoordelijk zijn voor hun leren en voor hun vorderingen, wanneer ze zelf hun doelen en leerwegen kunnen uitstippelen, wanneer er gewerkt wordt aan een positieve sfeer, wanneer er aansluiting is met de eigen mogelijkheden, talenten en noden, wanneer er aansluiting is met de eigen leefwereld, wanneer er voldoende uitdaging en mogelijkheid tot initiatief is. Wanneer leerlingen zichzelf en anderen evalueren, is een actieve kennis van de leerdoelen nodig. Het inzichtelijk proces van weten wat je moet doen, hoe je dit kunt bereiken en hoe ver je staat betekent een stap vooruit bij het leren. Partnerevaluatie draagt rechtstreeks bij tot het ontwikkelen van interpersoonlijke en communicatievaardigheden, zoals overleggen, leren luisteren, elkaar aanmoedigen en feedback geven. Het werken met ‘rollen’ laat toe om op een geïntegreerde wijze ook persoonsdoelen te realiseren. We kunnen bij iedere rol een bewegingstaak en een sociale taak formuleren (zie hierboven voorbeeld periodeplan schema rollen/bewegingstaken/sociale taken). Zo zouden de leerlingen ook de rol van ‘evaluator’ kunnen opnemen. Naast het observeren en evalueren van bewegingsgedrag houdt deze rol in dat leerling(en) de evaluatie kan/kunnen verantwoorden en dus feedback kan/kunnen geven aan medeleerling(en) en leerkracht. Vanuit deze vernieuwde inzichten zijn nieuwe evaluatievormen niet meer weg te denken: co-, partner- en zelfevaluatie met behulp van observatielijsten, vragenlijsten, welbepaalde criteria … Er is de evaluatie door de leraar, door leraar en leerling (coassessment), partnerevaluatie (peer-assessment) en zelfevaluatie (self-assessment). De leraar lichamelijke opvoeding heeft vanuit de leerplanrealisatie de plicht om attitudewerking geïntegreerd aan bod te laten komen. Het gaat om complexe gedragsveranderingen die leerlingen op een eigen wijze integreren in hun persoon. Vereiste turnkledij, stiptheid, orde zijn nog vrij formeel te evalueren, in zoverre ze aan leerplandoelen gelinkt kunnen worden, maar meer intentionele of affectieve gedragingen zoals inzet, fair play, respect, creativiteit … zijn moeilijker exact meetbaar. Het is belangrijk dat deze attitudes vooraf aan de leerlingen worden meegedeeld, dat leerlingen kansen krijgen om op dit vlak vorderingen te maken en dat leerlingen op dit vlak positief benaderd werden. Pas dan kunnen ze verrekend worden. De vertaling naar concreet observeerbaar gedrag en de link met concrete leerinhouden en werkvormen zijn noodzakelijk. Leerplandoelen verdienen een vertaling Beoordelingscriteria worden vastgelegd. 5 Evaluatiecriteria & ‘rubrics’ 5.1 Wat is een 'RUBRIC'? in meetbare kwaliteit (SMART). Een ‘rubric’ maakt gebruik van precieze criteria (normering) om prestaties te evalueren of te beoordelen. Verticaal: een overzicht van criteria waaraan de prestatie moet voldoen. Horizontaal: een aantal (meestal vier) beheersingsniveaus (van zeer zwak tot uitstekend, van beginner tot expert). 5.2 Waarom RUBRICS? Ze bieden meer transparantie, betrouwbaarheid en objectiviteit voor wat moeilijk meetbaar is. ‘Evaluatie om te leren’ en ‘evaluatie van het leren’ werken in elkaars verlengde met hetzelfde instrument. 5.3 Evaluatie OM te leren * Belang van feedback, feed up en feed forward (Hattie and Timperley). - 5.4 Geeft leerkrachten vooraf een raamwerk voor evaluatie en doelen om met de leerlingen te bespreken (feed up). Raamwerk is ook geschikt om oordelen aan leren te koppelen (feedback). De leerling komt te weten welk niveau van beheersing is behaald en naar welk niveau gestreefd wordt (feed forward). * Duidelijke criteria en leerdoelen stellen leerlingen in staat om zelf de rubric te hanteren (individueel of met peers). * Instrument om sterktes en zwaktes duidelijk te verwoorden. * Rubrics samen met leerlingen ontwikkelen kan motiveren en zorgen voor een kritische houding ten opzichte van de te leveren inspanningen. Evaluatie VAN het leren Gebruik van hetzelfde (transparantie). instrument voor beoordeling en voor feedback Geeft houvast bij meerdere beoordelaars (betrouwbaarheid). De leerling is van meet af aan bekend met criteria en gewenst niveau (objectiviteit). De leerling kan medeverantwoordelijk gemaakt worden voor criteria. 6 Inspiratiebronnen voor evaluatiecriteria met RUBRICS Er zijn heel wat overeenkomsten tussen onze Vlaamse visie op lichamelijke opvoeding en het Nederlandse vakconcept bewegingsopvoeding. De totale persoonsvorming van de bewegende mens staat centraal, met aandacht voor ontwikkelen van: motorische competentie gezonde, veilige en fitte levensstijl zelfconcept sociaal functioneren = = = = bewegen verbeteren gezond bewegen bewegen beleven bewegen regelen De Stichting Leerplanontwikkeling (SLO) in Nederland ontwikkelde interessant materiaal dat inspirerend kan werken bij het verder uitwerken van leerlijnen, evaluatiecriteria en -inhouden van bewegingsdoelen en persoonsdoelen voor onze lessen lichamelijke opvoeding. We vermelden hier een waardevol boek: BRINKE, G. ten, e.a., Basisdocument bewegingsonderwijs voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs, SLO en KVLO, Jan Luiting Fonds, 2de gewijzigde druk 2012. (www.janluitingfonds.nl/product/basisdocument_bewegingsonderwijs_voor_de_ond erbouw_van_het_voortgezet_onderwijs-11.html). Op de website van Stichting Leerplanontwikkeling vind je bij ‘Voortgezet onderwijs’ (wat overeenkomt met het secundair onderwijs in Vlaanderen), nog meer boeiend materiaal dat je gratis kunt downloaden. Ga zeker eens kijken op www.slo.nl > VO > Onderbouw > Vakken > Bewegingsonderwijs en sport. Bij ‘Downloads’ vind je: www.slo.nl/downloads/archief/Concretisering_BenS.pdf ‘Concretisering kerndoelen Bewegen & Sport’, dat tot stand kwam op basis van het bovengenoemde ‘Basisdocument’. www.slo.nl/downloads/2013/LO2-toetsvoorbeelden-van-praktischeopdrachten.pdf/. In deze NIEUWE publicatie worden de leerplandoelen concreet vertaald naar voorbeelden van evaluatie van praktische opdrachten. Dit kan leerkrachten helpen om gedurende een periode leerlingen op een verantwoorde wijze te beoordelen. Onderstaande referenties verwijzen naar documenten voor het vak Bewegen, Sport en Maatschappij. Dit is een studierichting met meer uren lichamelijke opvoeding, zoals in Vlaanderen het studiegebied Sport (LO & Sport en Sportwetenschappen). Ook deze documenten kunnen inspireren voor lichamelijke opvoeding in andere studierichtingen. • • 7 ‘IJkpunten voor het curriculum van het examenvak Bewegen, Sport en Maatschappij’ www.slo.nl/downloads/2010/bsm-toetsvoorbeelden.pdf ‘Reader BSM (herziene versie september 2009) Het volledige programma BSM op Twickelcollege Hengelo’ http://bsm.slo.nl/pta/00001/Reader_BSM_sept09_met_cover.pdf/ Referentielijst ‘Anders’ evalueren in LO, D. Behets en R. Leper in BEHETS, D., Bewegingsopvoeding. Een vakconcept als uitnodiging om te leren, Acco, Leuven, 2005, p. 189-200. Leerplan Lichamelijke opvoeding 2de graad ASO-KSO-TSO D/2010/7841/022, www.vvkso.be. ‘Evaluatie: een genuanceerd verhaal’, www.vicog.be » Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst (DPB) » Secundair onderwijs » Onderwijsthema's » Evaluatie: een genuanceerd verhaal. Evaluatiewijzer LO, Leen Mertens (vakbegeleider LO en Sport – DPB Antwerpen), Regionetwerk voor vakcoördinatoren LO Schooljaar 2011 – 2012. www.slo.nl en www.slo.nl/downloads/rubricsals.pdf www.o-twee.be/o2/sam.asp 8 Voorbeeld van smartgemaakte evaluatiecriteria Enkele voorbeelden van smartgemaakte evaluatiecriteria toegepast op een periode badminton. Je dient de selectie van de evaluatiecriteria natuurlijk af te stemmen op de geselecteerde leerplandoelstellingen. De omschrijving van de beheersingsniveaus moet worden aangepast aan de beginsituatie van de doelgroep. Criteria Onvoldoende Voldoende Goed Uitstekend 1 Actieve deelname tijdens de lessen, gericht op (willen) leren. Toont nauwelijks gerichtheid om zich te verbeteren op het terrein van bewegen. Interesseert zich niet voor zijn deelnameniveau. Doet actief mee en kan zich daardoor verbeteren. Is zich minder bewust van zijn deelnameniveau. Kent zijn startniveau en toont gerichtheid op verbeteringen. Vraagt advies, kiest bewust voor het verbeteren van bepaalde vaardigheden. 2 In het spel brengen van de shuttle. Slaagt er dikwijls niet in correct op te slaan. Brengt de shuttle in het spel zonder doelbewust gericht op te slaan. Kan zowel kort als diep in het veld van de tegenspeler opslaan. Brengt de shuttle verrassend in het spel door scherp kort of een hoge diepe lob te spelen, rekening houdend met de positie van de tegenspeler. 3 Beheersing van de slagen. Kan soms de shuttle die niet ver van hem gespeeld wordt, terugspelen. Kan de shuttle in het spel houden. Kan naast de clear ook een drop en een lob gebruiken. Kan de shuttle lang in het spel houden met gevarieerde slagen. Verhult zo veel mogelijk zijn slagen, maar kan in een oefensituatie medespelers ook steeds passend aanspelen. 4 Opbouw tot aanval (speltactiek) Komt niet tot het opbouwen van een aanval. Kan de shuttle zodanig spelen dat de tegenstander zich moet verplaatsen. Kan de shuttle afwisselend inspelen dat de tegenstander zich snel moet verplaatsen. Speelt de shuttle steeds zo gevarieerd dat de tegenspeler zich snel en ver moet verplaatsen en kan bij moeilijk aangespeelde shuttles ook goed anticiperen. 5 Scoren Kan een shuttle niet naar een vrij deel van het veld spelen om te scoren. Kan scoren door de shuttle te plaatsen richting een vrij deel van het veld. Kan scoren door de shuttle gericht te spelen naar een vrij deel van het veld. Kan scoren door gevarieerd en gericht te spelen in een vrij deel van het veld. 6 Als scheidsrechter en als speler de spelregels kennen en toepassen. Heeft moeite om de stand bij te houden of vooraf afgesproken spelfouten te herkennen. Kan de score hardop tellend bijhouden of kan ook enkele spelregels toepassen. Kan zowel de stand hardop bijhouden als de spelregels als scheidsrechter toepassen. Kan het spel leiden op competente wijze en helpt anderen om het spel beter te leiden of spelen. Pascale Muylaert Dag van lichamelijke opvoeding Cursuscode: D15-020 Docent: diverse docenten Datum en uur: dinsdag 20 januari 2015 van 09.15 u. tot 15.00 u. Locatie: VIVES Campus Torhout MODE 1 Nascholingen 1.1 Nascholingen nieuw leerplan moderealisatie en -presentatie Mode, communicatie, presentatie en lifestyle • • • • • 1.2 3/14/08-module 1 - Basismodule 3/14/08-module 2 - Innoverende werkvormen in de lessen mode voor het eerste leerjaar van de tweede graad 3/14/08-module 3 - Integratie van communicatie, presentatie en lifestyle in het vak CPL voor het eerste leerjaar van de tweede graad 3/14/08-module 4 - Innoverende werkvormen in de lessen mode voor het tweede leerjaar van de tweede graad - NIEUW! 3/14/08-module 5 - Integratie van communicatie, presentatie en lifestyle in het vak CPL voor het tweede leerjaar van de tweede graad - NIEUW! Nascholingen ICT mode • • • • • • 1415/05/008 1415/05/009 1415/05/010 1415/05/011 1415/05/012 1415/05/013 Basis Illustrator CS5 (Mode en Kantoor-verkoop) Gevorderden Illustrator (Mode) Gevorderden Illustrator (Kantoor-verkoop en Mode-verkoop) Winfakt Kassa en voorraadbeheer Winfakt uitbreiding Gerber Basis tekenen • • • 1.3 1415/05/014 ICT ondersteuning bij het uitwerken van studiepakketten voor het nieuwe leerplan 2de graad bso mode 1415/05/015 Gerber uitbreiding 1415/05/016 Gerber Accuscan Nascholingen IVOC Heb je nood aan een interessante nascholing rond stijladvies, retouches, textiel, vlaktekeningen maken in illustrator, vilten, dan suggereren we graag bv. de opleidingskalender van IVOC OPLEIDINGSKALENDER.webloc 2 Tentoonstelling MOMU Antwerpen DRIES VAN NOTEN - INSPIRATIONS 06/10/2014 > 23/02/2015 3 Aanbevolen vakliteratuur en links DOPPELGANGER IMAGES OF THE HUMAN BEING Doppelganger presents current trends in capturing the visual identity of human beings. ISBN:978-3-89955-332-1 STYLE YOURSELF Inspired Advice from the World's Fashion Bloggers ISBN:978-1-84543-411-3 REFASHIONED Cutting-Edge Clothing from Upcycled Materials ISBN:978-1-78067-301-1 MODE IN HET JUISTE PERSPECTIEF Een compleet overzicht van de belangrijkste stijlen, stromingen en ontwerpers uit de geschiedenis van de mode ISBN:987-90-8998-317-6 LINK TRENDS 2014 www.designbuildideas.eu.webloc Isabelle Tack MUZIKALE OPVOEDING Beste collega Muzikale opvoeding is en blijft een onontbeerlijk vak in de opvoeding van jonge mensen. In de tijd van de oude Grieken schaamde iemand zich erg diep als hij geen instrument kon bespelen. In verschillende regio’s en zeker in de Scandinavische landen leert elke leerling de essentiële basistechniek van enkele (pop)instrumenten beheersen. Bij ons blijft dit voorlopig toch nog wat wishful thinking, vermits wij geen muzieklokalen met aanpalende studio’s hebben en niet beschikken over twintig gitaren in de klas en/of een opnametoestel. Maar wat niet is, dat kan nog komen en … start niet elke realisatie met een droom? 1 Leerlingen laten schitteren met muziek Een deeltje van die droom wordt alvast gerealiseerd. Voor meer informatie verwijzen we hierbij naar www.nascholing.be. Voor wie? Leraren muzikale opvoeding tweede graad aso, bso, kso en tso. Visie: aandacht voor talentgerichte aanpak. Aanbod: * verkenning van de doelstellingen van het nieuwe leerplan muzikale opvoeding; * focus op het coachen van het initiatief van de leerlingen; * aanpak en stappenplan om leerlingen met hun talenten te laten schitteren; * veel praktijkoefeningen voor de leraar als inhoudelijk expert en als coach; * vanuit musiceer- en luisterplezier evolueren naar inhoudelijke verdieping en uitbreiding; * aandacht voor materiaal en media van de 20ste en 21ste eeuw. Hoe en waar? Concreet gaat het om twee volle dagen per bisdom. Locatie: Heilig-Hartcollege, Waregem Data: donderdagen 4 december 2014 en 30 april 2015 Figuur 1: Muzieklokaal Middenschool Sint-Rembert in Torhout 2 Differentiatie Leerlingen in een klasgroep kunnen sterk van elkaar verschillen. De Hoop en Jansen (1997) onderscheiden zeven diverse aspecten: 1 2 3 4 5 6 7 uiterlijk gezondheid en conditie capaciteiten omgeving ontwikkeling leerstijlen jongens en meisjes De combinatie van deze elementen bepaalt de identiteit van een leerling. Het is dan ook bizar om elke leerling dezelfde opdrachten te geven. Volgende prent is ondertussen goed gekend, maar of ze in de realiteit altijd even goed toegepast wordt, is nog zeer de vraag. Via het individualiseren kun je daar als leraar op inspelen. Je houdt rekening met die verschillen, doet dit planmatig en op een positieve manier en daardoor werk je meer leerlingengericht. Je kunt differentiëren op niveau van inhoud en aansluiten bij de interesse, de leerstijl, het niveau, tempo … Het is dus belangrijk om met gevarieerde opdrachten en werkvormen te werken. Op niveau van het product bepaal je hoe je de leerlingen evalueert. Je houdt tevens rekening met de beginsituatie en belangstelling. Niveaudifferentiatie speelt in op de intellectuele en andere mogelijkheden van leerlingen en vraagt om taken die een verschillende moeilijkheidsgraad hebben. Het is ook belangrijk om te differentiëren naar tempo en keuze op basis van hun interesse. Heterogeniteit binnen groepswerk kan een meerwaarde zijn in het volbrengen van de taak en vaak leert elke leerling bij. Als twee leerlingen met elkaar samenwerken is het niveauverschil best niet te groot. Leerlingen moeten elkaar kunnen helpen en verbeteren om van elkaar te kunnen leren. Een mogelijke checklist (naar Laevers, 2004, p. 40) kan zijn: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Hou je rekening met tempoverschillen? Hou je rekening met niveauverschillen (muzikaal en andere)? Zijn er compenserende maatregelen voor leerlingen met leerproblemen? Zijn er uitdagende opdrachten voor wie meer aankan? Hou je rekening met verschillen in behoefte aan instructie en ondersteuning? Kunnen en mogen leerlingen elkaar helpen in de klas? Maak je regelmatig tijd voor evaluatie? Wordt er op schoolniveau overleg gepleegd over differentiatie? Kun je van collega’s leren hoe je meer onderwijs op maat kunt realiseren? Omgevingsfactoren stimuleren de creativiteit van de leerlingen. Op de afbeelding staan de culturele systemen die een invloed hebben op een kind of jongere. Mensen die creatief zijn, gebruiken symbolen en technieken uit hun omgeving. Figuur 2: Burnard, netwerk voor creativiteit 3 Op-treden Regelmatig ‘trakteren’ leraren op een heel enthousiaste manier hun leerlingen buiten de lesuren. Sander stuurde me volgende foto van hun prachtig concert. Het zou zinvol zijn om dergelijke activiteiten mee te delen aan de collega’s, bijvoorbeeld via de Diocesane Berichten. We kunnen veel leren van elkaar! Concert SLAG Sint-Leocollege Brugge 4 Luisteren De boeiende cahiers ‘Met open oren’ en ‘Van grijpen naar begrijpen’ zijn niet meer te krijgen bij de uitgever en de rechten zijn vrijgegeven. Mark Reybrouck is zo sympathiek geweest om ze als pdf-bestand op internet te plaatsen en ze zijn vrij te downloaden. Je kunt de bestanden vinden op volgende URL’s: https://www.academia.edu/779441/Mark_Reybrouck_2007._Met_open_oren._Onderzoek end_luisteren_naar_muziek._Cahiers_voor_didactiek_21._Mechelen_Plantyn http://www.academia.edu/5603033/Van_grijpen_naar_begrijpen._Over_cognitieve_strat egieen_bij_de_omgang_met_muziek._Cahiers_voor_didactiek_13._Deurne_Plantyn 5 Specifieke leerproblemen Het bekende kinderliedje ‘3 x 3 = 9’ is hier op een mooie manier bewerkt om leerproblemen duidelijk te maken. Het is te vinden op vele sites op internet, maar de oorspronkelijke auteur kon ik niet achterhalen. Dyscalculie-lied 3 maal 3 is... ehhhhh... 6? ...7? ...33? ...9? ...12? Ieder zingt z'n eigen lied Als ik dit niet tellen kan Dan zing ik lekker niet! Dyslexie-lied Dire maal dire si ngeen Ieedr zgnit z'n egein leid Deir mala dier is neeng Ki sanp dti leidej neit! Klassiek Autisme-lied Drie maal drie is negen Ik zing hier mijn eigen lied Zing ik dan door alles heen Dan merk ik dat toch niet! ODD-lied Drie maal drie is zeven Ik vind dit een heel stom lied Als je wilt dat ik dit zing Dan zing ik het dus niet! ADHD-lied DRIE MAAL DRIE IS NEEEEEEGEEEEEEN!!! IEDER SCHREEUWT Z'N EIGEN LIED!!! IK ZING DIT LIED WEL HONDERD KEER!!! WANT STOPPEN KAN IK NIET!!! ADD-lied Drie maal dr... hé, een vogel! Zingen? ...o ja. Drie maal drie is negen Ieder... mooi weer buiten zeg! Wat? O ja. Ieder zingt z'n eigen lied Drie maal... ehhhh... Wat deed ik hier ook al weer? Asperger-lied 312 maal 3754 is 1171248 Ik maak wel mijn eigen lied Want ik ben wel heel erg slim Maar mensen snap ik niet Gilles de la Tourette-lied Drie maal drie is negen Ieder *tic* ieder zingt z'n eigen *tic* eigen *tic* eigen lied Als ik nu maar heel snel zing Dan scheld ik misschien @#$%@#$$ niet Oeps... Te laat *tic* laat *tic* laat... Voor leerlingen met een beperking kan het ook zinvol zijn om te zien hoe Ilse Gevaert als zangeres met één arm door het leven gaat en ondertussen bijzonder populair is in de Verenigde Staten. ‘I Am Human’ is een hit. Op de foto staan durft ze nog niet frontaal of zonder prothese. Maar haar stem laat ze wel voluit op de wereld los. 5 Leerplan vertaald in leerlingentaal Tom Collier maakte een heel interessante oefening: hij vertaalde het leerplan van de eerste graad A-stroom in woorden die leerlingen gemakkelijk kunnen begrijpen. Hij zette al heel wat boeiend materiaal op het internet. Hij doet een oproep naar leraren om materiaal te delen en goede lessen op de site te zetten. Contacteer Tom op [email protected] en zie www.muzikaleopvoeding.be. 1 Ik druk mijn gevoelens, ideeën en ervaringen met muziek uit door 1.1 te zingen want 1.2 muziek te maken of te experimenteren want 1.3 muziek te ontwerpen of uit te voeren want 2 Ik herken en verwerk mijn gevoelens, ideeën en ervaringen met muziek door 2.1 gericht te luisteren want 2.2 mijn ervaringen met muziek te delen want 2.3 mijn ervaringen met muziek om te zetten want 3 Ik kan eigenschappen van muziek benoemen door 3.1 klankkleuren en samenklanken te herkennen want 3.2 beweging in melodie, ritme, tempo en dynamiek te herkennen want 3.3 structuur en vorm te herkennen 4 Ik gebruik notatie en media door 4.1 eigenschappen van muziek om te zetten want 4.2 notatie te herkennen want 4.3 media te gebruiken want 5 Ik onderzoek en ervaar 5.1 de (vertellende) kracht van muziek want 6 Ik deel muziek in 6.1 volgens mens en natuur want 6.2 volgens tijd en plaats want 6.3 volgens samenleving, geloof en cultuur want 6.4 volgens technologie en economie want 6 Zeppelin Dit boek van Koen Crul (2014), leraar aan VIVES, campus Brugge, biedt een mooi beeld op kwalitatieve muzische vorming. Het richt zich tot iedereen met interesse in muzische vorming en kunsteducatie. Het boek zoekt een antwoord op vragen als: wat is een goede muzische activiteit? Welke doelen streef je na? Hoe werk je aan een muzische grondhouding? Hoe stimuleer je creatief gedrag? Hoe zet je de leerlingen aan tot beschouwen? Hoe werk je aan een sterk muzisch klimaat op school? … Vanuit een overkoepelende visie is er aandacht voor de domeinen beeld, drama, dans, media en woord. Het is ongetwijfeld een boeiende inspiratiebron! Handboek Zeppelin van Koen Crul 7 Wat leert streaming ons over ons luistergedrag? Concerten, festivals en ‘nieuwtjes’ bepalen in grote mate naar welk soort muziek je luistert, stelt een artikel in De Morgen (2014). Bij muziekstreaming kun je op elk moment van de dag kiezen uit bijna alle muziek die ooit opgenomen is. Niet alleen voor muziekconsumenten zelf, maar ook voor dataonderzoekers is streaming een goudmijn. Aangezien nu vastgelegd wordt wie wanneer naar welke muziek luistert, kan voor het eerst effectief onderzoek verricht worden naar het luistergedrag van muziekliefhebbers. In de dagen voorafgaand aan een zomerfestival worden bands die op de affiche staan en aangeboden playlists met festivalmuziek meer dan dubbel zo vaak gestreamd, stelt een Noors onderzoek. Beluistering van Bruce Springsteen piekte dan weer daags voor zijn concert in Oslo. Alleen al de aankondiging van een concertreeks van Justin Bieber zorgde voor een extra piek in de doorgaans al robuuste Bieber-streamingcijfers. Live optreden heeft dus een grote impact op muziekbeluistering. Dat is een relevante vaststelling in het debat over de toekomst van de hele muziekindustrie. Muziek is ook een belangrijke sfeerbepaler. Het onderzoek laat zien hoe de Noren in de dagen na het bloedbad op het zomerkamp in Utoya massaal naar dezelfde troostliedjes grepen. Uit de Belgische CIM-cijfers blijkt het nieuwe fenomeen vooralsnog geen negatief effect te hebben op het bereik van de radiozenders. Met 4,575 miljoen luisteraars per dag voor alle radiozenders in Vlaanderen samen, is dat bereik bij de laatste meting zelfs nog gestegen. 8 Alternatieve mainstream We luisteren graag naar melodieën en zoemtonen en ritmes, waarin klank grotendeels een spel is. Elke deejay heeft al ervaren dat basklanken lustgevoelens opwekken. Tot in de late eighties kocht men vaak met veel overleg een plaat en stuurde de platenindustrie aanbod als aankoop. Zo schafte je toen muziek aan: je liep een winkel binnen, bekeek de nieuwe albums, vroeg om ze even te beluisteren, ging weer weg en dacht een paar dagen na. Telde je centen, ging terug, vergeleek hoezen, praatte met de uitbater, luisterde nog maar eens, en koos uiteindelijk die plaat die je vervolgens een maand, of langer, elke dag oplegde. Het was een bewuste keuze. Met een plaat ging je een langlopende relatie aan, een artiest werd soms een vriend voor het leven (Keunen, 2013). Als muziek dus een sociologische en biologische behoefte is, wat gebeurt er dan wanneer we er niet meer naar moeten verlangen, maar er ongevraagd in verdrinken? Worden we even verzadigd als Mexicaanse jongeren die massaal aan obesitas lijden omdat ze frisdrank als water zijn gaan drinken? Zijn we er zo verslaafd aan dat we die oorschelpjes of hoofdtelefoons niet meer kunnen afzetten? 'Ja, er is te veel muziek in het systeem. Er is geen aanbodcontrole meer', zegt Gert Keunen. 'Natuurlijk kan er, filosofisch gesproken, nooit genoeg muziek zijn, maar het enorme aanbod heeft nadelen. Het is veel moeilijker om diep te gaan in je fanrelatie. De honger naar steeds iets nieuws is groot. En paradoxaal genoeg pikt het publiek niet meer zoveel bands op. Er is veel meer muziek beschikbaar, maar dat zorgt ook voor veel onzekerheid, zowel bij organisatoren als platenfirma's als bij het publiek zelf. De echte liefhebber gaat zelf wel zoeken, maar de meeste mensen blijven sterk afhankelijk van de opinieleiders. Soms heb je de indruk dat het een loterij is, de ene band wordt opgepikt en de andere niet, zonder dat duidelijk is waarom. Maar het valt op dat op het einde van de rit iedereen dezelfde keuze gemaakt heeft. Iemand geeft blijkbaar moedig de richting aan en de rest van de opinieleiders volgt dan. En dus is er wezenlijk niets veranderd, behalve dat er heel veel aanbod is waarvoor je je beter afschermt als je niet wil verdrinken.' 9 Zangboek Damiaan Pater Damiaan gebruikte de helende werking van muziek al op Hawaï. Het bijzonder manuscript is onlangs ontdekt. Zeker is wel dat hij de muziekcultuur in de nederzetting van de melaatsen nieuw leven inblies en die religieuze liederen gebruikte om van de kolonie een leefbare gemeenschap te maken. Je mag dus gerust zeggen dat Damiaan zijn tijd ver vooruit was en 150 jaar geleden al begreep dat muziek een helend effect kan Zangboek Damiaan hebben op zieke mensen. Hij richtte er zelfs een fanfare op en liet zijn koor steevast zingen tijdens begrafenissen, processen of hoog bezoek. Pater Damiaan was zelf ook onder de indruk van de kracht van muziek. In een brief uit 1885 aan zijn broer uitte hij zijn bewondering over het enthousiasme van de melaatsen, die 'met vier zieke handen speelden wat knappe organisten normaal met twee handen doen'. 10 Digitalisering van bladmuziek NeoScores, een kersvers Antwerps bedrijf, wil met zijn product de conservatieve wereld van de bladmuziek digitaliseren. Het ontwikkelt software die partituren digitaal bij muzikanten brengt. Het project kwam in een stroomversnelling toen het Brussels Philharmonic de technologie inzette om voortaan met tablets te werken. Artistiek directeur Gunther Broucke liet toen verstaan dat de software het orkest jaarlijks zo'n 25.000 euro aan papierkosten kan besparen. Ze brengen ook een app uit waarmee je de partituur leest, aantekeningen toevoegt of delen ervan uitlicht. Orkest 11 ‘Backing tracks’ en live optredens Veel rockbands vallen tijdens hun optreden regelmatig terug op een tape. Daarop staan geluidseffecten, maar ook gewone drum- en gitaarpartijen die tijdens eerdere concerten werden ingeblikt. Geluidstechnicus Patrick Demoustier, die grote producties ondersteunt op onder meer Rock Werchter, stelt in De Morgen (2014) dat veel bands dat doen. "Het enige evenement waaraan ik meewerk, en waar geen bandje wordt afgespeeld, is Night of the Proms", laat hij optekenen. "Maar niemand geeft het graag toe." "De muzikanten van Muse staan met drie op het podium, maar produceren eenzelfde geluidsmuur als een volledig symfonisch orkest. Dat kan niet zonder het geluid aan te dikken." Ook volgende groepen maken daar gebruik van: Madonna, Britney Spears, Rihanna, U2, Rolling Stones, Lenny Kravitz, Linkin Park, Mötley Crüe en Rammstein. Bij Lana Del Rey staat zelfs het applaus op tape. Het is voor muzikanten moeilijk om bij grote shows volledig live te spelen wegens visuele acts, présence en spektakel. Bij zulke optredens gebruiken ze digitale click tracks. Die geven het tempo aan voor de muzikanten, maar maken het ook mogelijk om met tijdscodes te werken. Dat is nodig als je videobeelden gebruikt. Die moeten synchroon lopen met de muziek, anders missen ze hun effect. Een extraatje als een speciaal effectje, wat strijkers, een koor op de achtergrond ... zijn dan snel toegevoegd. Muzikanten kunnen niets aan het toeval overlaten, want de duizenden mensen die voor hun podium staan, willen waar voor hun geld. Dezelfde geluiden van die cd live laten horen, is onmogelijk zonder hulpmiddelen. Met een gitaar, drum en synthesizer alleen krijg je niet altijd 30.000 man mee."Ook Belgische bands zoals Arsenal maken gebruik van vooraf opgenomen muziek. In 30 procent van de setlist worden er elementen op tape gespeeld", zegt manager Filip van Moerkercke. "Dat komt doordat ze veel werken met exotische instrumenten zoals de steeldrum en marimba. Als ze dat live zouden doen, dan zouden er dertig muzikanten meer op het podium moeten staan." Arsenal zelf ziet er geen graten in. "Als we dat exotische zouden moeten skippen, dan verliezen we onze eigenheid." 12 Vlaanderen en filmmuziek De World Soundtrack Academy reikt sinds 2001 elk jaar prijzen uit voor de beste filmmuziek. Grote componisten als Yann Tiersen ('Amélie Poulain'), Alberto Iglesias ('The Constant Gardener') en Hans Zimmer ('Inception') wonnen al zo'n World Soundtrack Award. Ook de wereld van de filmmuziek is onherkenbaar veranderd. "Vroeger had je aparte budgetten voor verschillende aspecten van de muziekproductie. Nu krijgt de componist een vast budget, ongeacht of hij de klus in zijn eentje op zijn laptop in de keuken klaart, of met een groot orkest in een grote zaal", zegt Brossé. Daarbij krijgen de componisten steeds minder tijd. "Het is niet ongewoon dat je de opdracht krijgt om in een paar weken een soundtrack van meerdere uren te schrijven." Alleen is dat bijna onmogelijk, dus richten steeds meer filmcomponisten, onder wie Ennio Morricone en Hans Zimmer, ateliers op en laten ze zich assisteren. Zoals Albert Einstein zegt: “Learning is experience. Everything else is just information." Laten we zorgen dat elke leerling de kans krijgt om te experimenteren. Ik wens jullie een boeiend muzikaal schooljaar toe! Referentielijst ‘Backing tracks’ en live optredens. (2014) in De Morgen 21/06/2013, p. 8. CRUL, K., Zeppelin, Kalmthout, 2014. DE HOOP, F. & JANSON, D.J. (1997), Omgaan met verschillen. Adaptief werken aan basisonderwijs. Baarn: Intro. KEUNEN, G. (2013), Alternatieve mainstream, Tielt: Lannoo. LAEVERS, F., HEYLEN, L., & DANIELS, D. (2004), Ervaringsgericht werken met 6- tot 12jarigen in het basisonderwijs. Leuven: Cego Publishers. Wat leert streaming ons over ons luistergedrag? (2014) in De Morgen, 11 juni 2013, p. 29. Digitalisering van bladmuziek, (2013) in De Tijd, 07 oktober 2013, p. 22. Ann Casier Dag van expressie Cursuscode: D15-034 Docent: diverse docenten Datum en uur: woensdag 15 oktober 2014 van 14.00 u. tot 17.00 u. Locatie: VISO Campus Polenplein Roeselare Dag van muzikale opvoeding Cursuscode: D15-032 Docent: diverse docenten Datum en uur: maandag 30 maart 2015 van 09.00 u. tot 16.00 u. Locatie: DPB-centrum d'Abdij Brugge PLASTISCHE OPVOEDING 1 Geef creativiteit alle kansen! In de introtekst van de muzisch-creatieve vakken kun je het interview met Bruggeling Dominique Persoone, meester chocolatier van The Chocolate Line, lezen. Zijn ‘geloofsbelijdenis’ toont aan hoe belangrijk de muzisch-creatieve vakken zijn in ons onderwijsland en in de brede toekomstmogelijkheden van onze jongeren. ‘Het is cruciaal om de uitdagingen van de toekomst tegemoet te gaan en te kunnen overleven in een geglobaliseerde wereld. Maar creativiteit kan niet gedijen zonder een klimaat van vrijheid, zonder mogelijkheden tot experimenteren.' En als het even kan ook met een brede kruisbestuiving: 'over het schoolmuurtje heen kijken om innoverend te blijven’: getuigt Dominique Persoone. De volledige neerslag kun je lezen in de intro. 2 Bronnen van inspiratie! Als beeldende leerkracht is het inderdaad heel belangrijk om over ‘het schoolmuurtje te kijken om innoverend te blijven’. Er zijn voor ons vak ook heel wat bruikbare digitale inspiratiebronnen. Hieronder lichten we enkele bronnen kort toe. 2.1 Pinterest Vorig schooljaar was Pinterest bij heel veel collega’s een ware ontdekking. Pinterest is een visueel online prikbord, waarop afbeeldingen en video’s gepind kunnen worden. Het is op dit ogenblik dé inspiratiebron voor opdrachten plastische opvoeding van over de hele wereld! Verruim je blik en bekijk hoe divers opdrachten kunnen zijn, hoe vaklokalen in andere continenten eruit zien, hoe gelijklopend of verschillend de beeldtaal is … Niet alleen de wijde wereld is inspirerend, ook onze eigen collega’s uit ons bisdom vinden elkaar hier terug. Probeer http://pinterest.com/elsbilcke/ maar eens en klik door naar borden van heel wat collega’s plastische opvoeding. Je kunt de borden ook blijven opvolgen door in te loggen en aan te klikken. Een profiel aanmaken is heel gemakkelijk en kan met je e-mailadres. Je kunt verschillende prikborden maken (openbaar of verborgen), pinnen en andere borden volgen. Als je een open bord creëert, kunnen andere collega’s ook dingen pinnen van je bord. Perfect om te brainstormen, inspiratie op te doen en projecten te delen bijvoorbeeld. En zo kun je andere leraren van over de hele wereld volgen. Je kunt ook gemakkelijk met Pinterest werken in de klas. Al het beeldmateriaal en de linken op YouTube kun je in klasmappen of opdrachtenmappen plaatsen. Zo heb je je materiaal altijd online mee en kunnen de leerlingen de beelden en filmpjes thuis herbekijken. Of leerlingen kunnen ook inloggen en een map plastische opvoeding aanmaken met daarin hun voorbereidend beeldmateriaal. Enkele mooie voorbeelden kun je vinden onder: - http://pinterest.com/posterretje/ (met mapjes per studierichting en leerlingenaccounts, leerkracht M. Vereecken, SintJozefsinstituut, Tielt) - http://www.pinterest.com/marijkevanzele/ (rond mode, creatie, textiel …, leerkracht M. Van Zele, Heilige Familie Ieper) - http://www.pinterest.com/vdwaj/ (rond Visual Merchandising, etalages … leerkracht J. Vandewalle, Sint-Jozefsinstituut, Brugge) 2.2 Schoolblogs De collega’s vinden ook de weg naar schoolblogs van plastische opvoeding. Leerlingen kunnen hun werk online bekijken en de link doorsturen naar vrienden of familie. De blog krijgt een link met de website van de school en het vak komt op die manier duidelijk naar buiten. Naast leerlingenwerk zetten sommige collega’s ook kunst, beeldmateriaal en linken die gebruikt worden tijdens de lessen op hun blog. Dit zorgt voor gemakkelijk gebruik tijdens de les én voor mooi naslagwerk voor de leerlingen! Interessante voorbeelden kun je vinden onder het mapje ‘blogs PO’ op http://pinterest.com/elsbilcke/. 2.3 d’Academie De academies brengen een nieuw magazine uit: ‘d’Academie’. Het focust op beeldende kunst in het deeltijds kunstonderwijs (dko). In het eerste nummer vertellen o.a. Patrick Janssens, Joke Devynck, Gerda Dendooven en Honoré d'O over hoe ze de techniek van schilderen, tekenen, fotograferen of beeldhouwen onder de knie kregen. Het magazine is gratis en bedoeld voor leerlingen en al wie houdt van kunst en cultuur. Beschikbaar in de academies, bibliotheken, culturele centra en musea. 2.4 Digitale foto’s en kunstbank Op veel beeldmateriaal rust copyright. Gelukkig zijn er heel wat sites waar je wel gratis foto’s en afbeeldingen kunt vinden. Vergeet echter nooit je bron te vermelden. Een greep uit het aanbod: • • www.flickr.com/creativecommons www.public-domain-photos.com Voortaan kun je via de digitale beeldbank Lukasweb meer dan 8.800 afbeeldingen van kunstwerken gratis opvragen. Zo haal je de collecties van de Vlaamse musea en erfgoedinstellingen naar je klaslokaal en dit via: http://www.lukasweb.be/. 3 Projecten Als we creativiteit dan toch alle kansen willen geven, dan mogen we vakoverstijgend werken en projecten zeker niet uit de weg gaan. Deze zorgen niet alleen voor een boeiende communicatie tussen leraren, maar ook voor een uitdaging en een hoger welbevinden als leraar. Maar in de eerste plaats bieden ze vooral een grote meerwaarde voor de leerlingen. Net omdat we in projectwerk en vakoverstijgend werk elk talent van elke leerling aanspreken. Niet enkel de leerling die beeldend of technisch sterk is, maar ook leerlingen met visie, concept, uithouding, afwerking, verantwoordelijkheidszin, engagement in de groep … Projecten kunnen kleinschalig zijn of net een grote impact hebben op het lesgebeuren. En vaak is het moeilijk om een goed evenwicht te bewaren tussen het aanbod van de verschillende projecten. Het is aan de leraar om hierbij de juiste keuzes te maken. 3.1 Project ‘Sjakosse’ voor de richting Creatie en Mode Het project ‘Sjakosse’ is een interdiocesaan samenwerkingsproject tussen de studiegebieden Personenzorg en Mode van het bisdom Brugge en Gent, waarbij gewerkt wordt rond het thema ‘De Sjakosse voor mensen met dementie’. Wanneer begeleiders de personen met dementie observeren, stellen ze vast dat hun handtas in het dagdagelijkse leven een belangrijke plaats inneemt, hun ‘sjakosse’ is ‘levensomvattend’. Dit project heeft tot doel bruggen te bouwen tussen enerzijds het sociale en anderzijds het modische aspect van onze maatschappij. Leerlingen uit de richting Mode & Creatie leren via dit project op een creatieve, inventieve en gefundeerde manier handtassen ontwerpen en vorm te geven zodat ze inspelen op de belevingswereld van de doelgroep 'mensen met dementie'. Meer informatie op www.dpbrugge.be onder ‘projecten in de kijker’. 3.2 Project Videoclip In samenwerking met VIVES in Brugge konden leraren een beroep doen op studenten die zich toegelegd hadden op het werken rond videoclips. De studenten van Project Kunstvakken gingen de uitdaging aan in de klas en deelden op deze manier hun kennis met de leraar. Een voorbeeld is het onderstaande filmpje: https://www.youtube.com/watch?v=ziFMKCdapaI Hierbij zochten de leerlingen onder andere hoe kunst verwerkt kan worden in een videoclip via tableau vivants. Ook dit jaar kun je als leraar een beroep doen op een student van het VIVES Project Kunstvakken om je in de klas op weg te helpen met een beeldende opdracht. Zo leren wij van de studenten en kunnen we de jaren nadien verder bouwen op dit project. Heb je interesse om een student te ontvangen, mail dan gerust naar [email protected]. 3.3 Subsidies bij projecten Er gelden een paar nieuwe spelregels voor dynamo 3. Zo krijgt iedereen de kans om een projectaanvraag in te sturen. Dit geldt ook voor de scholen die al een goedgekeurd dynamoproject hebben uit eerdere rondes. - Nieuwe indiendata: je moet je aanvraag online insturen voor 15 november of voor 15 mei. Stuur je je aanvraag in voor 15 november, dan loopt je project tussen 1 februari en 30 juni. Stuur je je aanvraag in voor 15 mei, dan loopt je project tussen 1 september en 31 januari. Elke school blijft recht hebben op 1 goedgekeurd dynamoproject per kalenderjaar. Heb je een vraag, aarzel niet ze te stellen via [email protected]. 4 Evalueren Het is een feit, creativiteit kan niet gedijen zonder een klimaat van vrijheid, zonder mogelijkheden tot experimenteren. Maar in dat verhaal is evaluatie van de leerling ook heel belangrijk. Net omdat we zo divers mogelijk proberen te begeleiden en creativiteit willen aanwakkeren, is evaluatie niet eenvoudig en blijft het een zoeken naar een gezond evenwicht waar zowel leerlingen als leraar baat bij hebben. Evalueren is ruimer dan een waardeoordeel vellen over een resultaat en is zeker niet gebonden aan of afhankelijk van rapport- of examenperiodes. Het is een gebeuren op regelmatige basis waarbij leerlingen en leraren betrokken zijn. Vanuit de leerplandoelen streven we bij iedere opdracht of bij ieder project een totaal leerproces na. Daarbij zijn vele niet onmiddellijk normatief, meetbare factoren in de gehele persoonsvorming van de leerling even belangrijk als een eindresultaat. Aangezien we belang hechten aan het proces, is het ook vanzelfsprekend dat we in de evaluatie hieraan de nodige aandacht schenken. Bij evaluatie gaat er naast productevaluatie ook veel aandacht naar procesevaluatie. Deze omvat twee duidelijke aspecten nl. het creatief proces en de vakattitudes. Procesevaluatie is een vorm van gespreide evaluatie tijdens het trimester, waarbij de leraar het creatief proces en een aantal attitudes in beeld brengt. De productevaluatie is het directe resultaat van wat wordt aangeleerd in het kader van een beeldende opdracht (inhoud, beeldaspecten, techniek, materialen – materie …). Mogelijke criteria zijn: - idee, inhoud, authenticiteit, originaliteit, themagerichtheid …; expressieve toepassing van aangeleerde beeldaspecten; techniek en afwerking. Het creatief proces is wat wordt ondersteund in functie van het tot stand komen van een resultaat. Hieronder verstaan we werken met een werkwijze, methode, stappenplan, werken met bepaalde concepten, integreren van eerder aangeleerde inhouden zoals beeldaspecten, technieken, materialen – materie … Mogelijke criteria zijn: - begripsvorming (beeldende begrippen herkennen, verwoorden, verklaren …); beeldtaal toepassen in functie van de beeldexpressie en de ontwikkeling van de authentieke beeldtaal; technieken, materie en materialen functioneel aanwenden in functie van ontwerp; creatief proces (probleemoplossend denken, persoonlijke interpretatie en verwerking …); processturing (werken met een stappenplan, reflecteren over het creatieve proces, procesmap …). Een vakattitude is wat wordt gestimuleerd in functie van de ‘gewenste houding’. In een evaluatie kunnen alleen attitudes opgenomen worden die in de leerplandoelen staan of die essentieel zijn voor het behalen van de leerplandoelen in hun geheel. Mogelijke criteria zijn: - - werkhouding (inzet–concentratie-tempo, stiptheid, in orde zijn met materialen en taken, doorzettingsvermogen, zorg voor kwaliteit, verantwoordelijkheidszin, betrokkenheid bij de opdracht …); creativiteit; - leerplanattitudes (evaluatieproces, kunst en cultuur, individuele attitude, sociale houding …). Bij het beoordelingsproces is er een voortdurende wisselwerking tussen de leraar en de leerlingen. Evaluatie moet de leerling aanzetten tot zelfreflectie. Steeds belangrijker wordt in die zin ook de zelfevaluatie, waarbij de leerling enkele malen per jaar na een opdracht zijn eigen proces en product bevraagt. Het vooraf bepalen van evaluatiecriteria is een taak van de leraar. Iedere opdracht vereist specifieke aandachtspunten en de waarde van iedere evaluatienorm is afhankelijk van de beoogde doelen. Let wel, de evaluatie mag de creativiteit van de opdracht niet in de weg staan, integendeel! Die vooropgestelde criteria helpen de leerling inzicht te krijgen in gestelde doelen en verwachtingen gekoppeld aan de opdracht. Zo kunnen ze zichzelf voortdurend evalueren en bijsturen, zowel in de verschillende stappen van het proces als bij het product. Voor afspraken rond evaluatie is horizontaal en verticaal overleg tijdens een vakvergadering nodig. 5 Nieuwe leerplannen Onze jongeren leven meer dan ooit in een beeldcultuur. De invloed van beelden is ongekend sterk. De hoeveelheid beelden blijft toenemen en voortdurend ontstaan nieuwe vormen. De noodzaak voor vernieuwing in onze leerplannen bleef dan ook niet uit. Volgende graadleerplannen (en eventueel bijhorende lessentabellen) worden vanaf 1 september 2014 progressief ingevoerd: Plastische opvoeding Leerplannummer Type Onderwijsvorm 2014/022 vak aso-kso-tso 2014/021 vak bso 2013/052 vak bso Naam Plastische opvoeding in alle studierichtingen aso, Bio-esthetiek tso, Brood en banket tso, Lichamelijke opvoeding en sport tso, Slagerij en vleeswaren tso, Muziek kso, Woordkunst-drama kso Plastische opvoeding in Verzorging-voeding Plastische opvoeding in Brood- en banketbakkerij, Haarzorg, Moderealisatie en -presentatie, Slagerij en vleeswarenbereiding en complementair in Verkoop, Kantoor Beeldende vorming Leerplannummer Type Onderwijsvorm Naam 2014/028 Studierichting kso Artistieke opleiding 2014/026 Studierichting bso Moderealisatie en -presentatie 2013/062 Studierichting bso Verkoop, met onder andere Beeldende Vorming Visual Merchandising 2013/033 Studierichting kso Architecturale vorming De leerplannen zijn te downloaden op http://plastischeopvoeding.vvkso.be. 6 De taal van multimedia: nieuwe doelstelling De media spelen een belangrijke rol in de leefwereld van volwassenen, jongeren en kinderen. Door de toenemende digitale informatiestroom komen beelden steeds meer en sneller op ons af. De beeldcultuur die daaruit ontstaat, heeft een invloed op onze manier van denken en kijken. Ook de nieuwe leerplannen plastische opvoeding in de tweede graad krijgen hierdoor een nieuwe doelstelling. Daarin ontleden de leerlingen de taal van multimedia. In onze beeldende vakken spelen we daar gretig op in. We hebben als leraar plastische opvoeding dan ook een unieke rol bij het begeleiden van jongeren in die beeldcultuur. - - - Multimediabeelden samen bekijken en bespreken waaronder kortfilm, filmpjes op YouTube, mediakunstuitingen, beeldende hypes … Het ontleden van beeldende aspecten zoals storyboard, camerastandpunt, licht, voor- en achtergrond, decor, long take, kleuraccent, blikvangen, inzoomen, beeldmanipulatie, beeldscherpte, perspectief, detail, close-up … Veel collega’s experimenteren al in hun lessen met multimedia-opdrachten zoals trickfotografie, lichtgraffiti, sleeveface, animatiefilm, blue-key toepassingen, tableau vivant … Fotografieopdrachten naar beeldafbakeningen/camerastandpunten/micro-macro … raken ingeburgerd. Beeldende hypes zijn een mooie inspiratie om opdrachten te ontwikkelen die deel uitmaken van de leefwereld van onze jongeren. Ook hedendaagse kunstenaars zoals Ben Heine zijn inspirators om nieuwe fotografische opdrachten te maken. Deze opdrachten lijken eenvoudig, maar bezitten waardevolle doelen. De opdrachten gaan niet alleen in op hedendaagse kunstvormen, ze leren de jongeren omgaan met de snel veranderende beeldcultuur en beeldtaal en leren de jongeren een correcte foto nemen met aandacht voor beeldafbakening, compositie en achtergrond. Voor jongeren die dagelijks foto’s nemen met hun GSM, zijn dat belangrijke aandachtspunten. Concrete mogelijkheden en voorbeelden van leerlingenmateriaal zijn terug te vinden op: http://www.pinterest.com/elsbilcke/beeldende-hypes/ http://www.pinterest.com/elsbilcke/mediawijsheid/ http://www.pinterest.com/elsbilcke/media-toepassingen/ Tableau Vivant 7WE Sint-Jozef Brugge, J. Vandewalle 7 Vakvergadering plastische opvoeding en beeldende vorming per scholengemeenschap Met de vakvergaderingen per scholengemeenschap willen we bepaalde punten op elkaar afstemmen en ervaringen uitwisselen. Het is niet goed om geïsoleerd te werken want reflectie op je werk is niet evident. De vakvergaderingen per scholengemeenschap/scholen krijgen dus een verder vervolg. De scholengemeenschappen/scholen die hieronder vermeld staan, komen dit schooljaar opnieuw samen. De scholengemeenschappen die nu niet vermeld staan, komen in de volgende schooljaren samen. Scholen/Scholengemeenschap Datum De scholen in Diksmuide SG Prizma SG Oostkust 9 oktober 2014 13 november 2014 20 november 2014 De scholen ontvangen een inschrijvingsformulier bij het begin van het schooljaar. Daarin staat de gastschool vermeld. Om deze vergaderingen zo goed mogelijk voor te bereiden, is het belangrijk dat er vooraf ingeschreven wordt. De vakvergaderingen lopen telkens van 17.00 uur tot 19.00 uur. Collega’s die tot 17.00 uur les hebben, vragen best aan de directie of het mogelijk is om voor deze gelegenheid de les wat vroeger te beëindigen. Op hetzelfde ogenblik vinden de vakvergaderingen lichamelijke en muzikale opvoeding plaats, soms ook samen met esthetica en cultuurwetenschappen. 8 Dagen van plastische opvoeding Dominique Persoone had het in de intro over de brede kruisbestuiving: over het schoolmuurtje heen kijken om innoverend te blijven. En net daarvoor organiseert de stuurgroep de dagen van plastische opvoeding. Het biedt ons de kans om even te reflecteren. Met de zekerheid dat de collega’s die getuige waren van de vorige editie de boodschap begrepen hebben en actief op zoek zijn gegaan naar de oorspronkelijke drijfveer van hun studiekeuze … De stuurgroep koos opnieuw om te werken met verschillende workshops over twee dagen. Noteer alvast vrijdag 12 december en/of maandag 15 december 2014, telkens in DPB Brugge. Inschrijven kan na het verschijnen van de brochure in de scholen. Plaatsen zijn beperkt. Meer info: www.eekhoutcentrum.be. Met de wens voor een creatief jaar. Els Bilcke Visual Merchandising. Inpaktechnieken en decoratieve technieken Cursuscode: I15-233 Docent: Ingrid De Meester en Philip Van Bost Datum en uur: vrijdag 17 oktober 2014 van 09.00 u. tot 16.00 u. Locatie: Etalages Van Bost Kortrijk Dag van plastische opvoeding Docent: diverse docenten Datum en uur: vrijdag 12 december 2014 of maandag 15 december 2014 van 09.00 tot 16.00 uur Locatie: DPB-centrum d'Abdij Brugge Dag van expressie Cursuscode: D15-034 Docent: diverse docenten Datum en uur: woensdag 15 oktober 2014 van 14.00 u. tot 17.00 u. Locatie: VISO Campus Polenplein Roeselare
© Copyright 2024 ExpyDoc