Esthetica - Did. En Ped. Berichten 14-15

MUZISCH CREATIEF
‘Creativiteit: de sleutel tot succes!’
Bruggeling Dominique Persoone, meester chocolatier van The Chocolate Line en
intussen een WBV (Wereldbekende Vlaming), is heel duidelijk: ‘Geef creativiteit
alle kansen! Het is cruciaal om de uitdagingen van de toekomst tegemoet te
gaan en te kunnen overleven in een geglobaliseerde wereld. Maar creativiteit kan
niet gedijen zonder een klimaat van vrijheid, zonder mogelijkheden tot
experimenteren. En als het even kan ook met een brede kruisbestuiving: over
het schoolmuurtje heen kijken om innoverend te blijven’. Deze
geloofsbelijdenis, die Persoone intussen optilde tot een van de grootste
chocolatiers ter wereld, bewijst hoe belangrijk de muzisch-creatieve vakken
zijn in onderwijsland.
Dominique Persoone (45 jaar) volgde hotelschool in Ter Groene Poorte in
Brugge en behoorde er tot een succesgeneratie met o.m. Sergio Herman, Roger
Vandamme en Wout Bru en trok daarna op stage, o.m. naar Parijs. Hier ontstond
zijn fascinatie voor chocolade. Terug in België ging hij pralines maken en
ontstond een onwaarschijnlijk succesverhaal. ‘Eerst hadden we ons bedrijf in
Zedelgem en daarna kwamen we naar de Vaartstraat. Naast onze vaste
verkoopstek op het Brugse Simon Stevinplein openden we naderhand ook een
winkel op de Antwerpse Meir, in het voormalige paleis van Napoleon’. En de
successtory ging verder. Hij zette een cacaoplantage op in het Mexicaanse
Yucatan en zorgt m.a.w. voor zijn eigen basisgrondstof. Persoone is ook Njamchef en één van de drie chocolatiers met een Michelinster. In die hoedanigheid is
hij ook leverancier bij de toprestaurants Hertog Jan, De Karmeliet en Hof van
Cleve. Intussen doet hij wereldwijd presentaties over pralines, zo recent nog op
Mistura, het grootste foodfestival ter wereld in het Peruviaanse Lima. Ook de G7
die begin juni Brussel aandeden, konden kennis maken met de ‘pride of Flanders’
…
Maar wat is de sleutel tot dit succes?
Dominique Persoone: ‘Creativiteit! Men kan dit niet genoeg stimuleren in het
onderwijs! Waarom krijgen de leerlingen geen halve dag om vrij te kiezen en zelf
experimenterend in te vullen? Het is toch overduidelijk dat jonge mensen veel
meer gemotiveerd zijn om iets te doen als ze zelf iets mogen kiezen?! In de
creatieve vakken op school ligt deze keuzemogelijkheid beduidend hoger dan in
andere vakken. Het is uiteraard niet de bedoeling om hen zomaar te laten
aanmodderen, er is eerst instructie nodig. Dat is duidelijk. Maar daarna moet de
vrije loop gegeven worden aan creativiteit: de sleutel tot succes! Ik vrees dat
ons onderwijs een beetje vastgeroest zit in onwrikbare structuren. Ik zou aan
elke klas de opdracht geven om in groepjes één thema naar keuze uit te werken.
Binnen de groepjes moet de werkverdeling gebeuren: wie zal wat doen? En hoe
gaan we dit alles samen laten sporen? En hoe kunnen we het thema verrijken
met de inbreng vanuit heel andere kanalen en disciplines? Enige sturing bij de
aanvang is onontbeerlijk. Maar daarna moeten leerlingen creatief kunnen zijn en
in groep leren werken. Nog zoiets belangrijk: Synergie: samen leren werken
en elkaar aanvullen! Ten slotte komt veel inspiratie door eens buiten de eigen
structuren/school te kijken en andere ervaringen op te doen. Heel leerrijk! Ik
noem dit kruisbestuiving. Onderwijs zet hier nog te weinig op in: alles zit nog
te veel in vaste hokjes en structuren. Laat de leerlingen zowel binnen als buiten
de school creativiteit opsnorren. En geef hen de nodige tijd om wat te
‘prutsen’ of te experimenteren. Zo creëer je als school mogelijkheden tot
creativiteit. En dit versterkt het geloof in jezelf, wat dan weer goed is voor
verdere creativiteit. En zo gaat de wagen aan het rollen. Ik heb veel
zelfvertrouwen gekregen door de bemoedigende woorden van Ferran Adria, de
chef van het Catalaanse toprestaurant El Bulli. Hij moedigde mij aan om de
Belgische chocoladewereld nieuwe impulsen te geven. Aanvankelijk was het wel
wat zoeken, maar daarna was de trein vertrokken. Dit is niet enkel zo in de
wereld van de voeding, maar dit geldt zeker ook voor wie met muziek, met
beeldende kunst, met plastische opvoeding, met sport en lichamelijke opvoeding
bezig is. Daarom is het zo jammer dat er niet meer tijd is op school voor
deze creatieve vakken!’
En zo gaat het ook in zijn ‘Chocolate Line’: ‘We zijn destijds begonnen met twee
man. Nu telt het bedrijf 39 werknemers. En allemaal moeten ze een uur per
week ‘huiswerk’ verrichten, namelijk een nieuwe uitgave proberen te schenken
aan iets, bv. een nieuwe Marsreep ontwerpen … Open mind, experiment en
zelfvertrouwen staan garant voor passie en motivatie! Is zoiets mogelijk in
onderwijsland? Ik vrees van niet. De leerplannen zijn vaak te beklemmend. Het
is hierbij belangrijk om mensen uit heel verschillende sectoren bijeen te brengen.
Welke inspiratie kun je halen uit – zeg maar - Alice in Wonderland, voor een
nieuwe Foodie? Of hoe inspirerend kan een bezoek aan een museum zijn voor
experimenten in haartooi?! Ook wereldwijd gaan kijken en geleidelijk weg
geraken van onder de kerktoren … Ik geef nu presentaties zowat overal in de
wereld. In het Engels. Ik heb dit ook allemaal zelf moeten leren, met vallen en
opstaan. Maar dit sterkt je en je pikt overal dingen op die dan weer tot nieuwe
creativiteit leiden. Door de structuren zijn scholen wellicht niet genoeg mee met
de veranderende tijden. En zo krijgt creativiteit niet altijd de kansen die het
verdient …’.
Verwerking van een interview met Dominique Persoone op 4 juni 2014.
Patrick Ameye, Els Bilcke, Ann Casier, Pascale Muylaert, Isabelle Tack en Johan
Vankeersbilck
ESTHETICA
Door de lange ‘inrij-en uitrijperiode’ rond de verkiezingen van 25 mei 2014 verkeerden/verkeren we in een luwte m.b.t.
aangekondigde onderwijshervormingen. Dit geldt zeker ook voor de vraag welke plaats kunst en cultuur hierin eerlang
zullen mogen opnemen. Wij willen onze ambitie ter zake kracht bijzetten en daarom zoomen we hieronder in op enkele
pijnpunten, vragen, bedenkingen en wensen. Onze visietekst rond ‘Kunst- & Cultuureducatie’ kan hierin een notoire
plaats innemen. Hopelijk werkt die inspirerend om een brug te helpen slaan tussen de school en de omgeving, om
de ‘cultuur’vakken muzikale opvoeding, plastische opvoeding en esthetica binnen de school dichter bij elkaar te
brengen en om een leerlijn kunst- en cultuureducatie uit te werken die het basisonderwijs, het secundair en het
hoger onderwijs overspant. In de marge hiervan toetsen we een en ander even af in De Bron Tielt om te zien hoe die
culturele ambitie daar in een school vorm krijgt.
De Dag van esthetica op dinsdag 9 december 2014 staat in het teken van muziek (voormiddag) en dans (namiddag).
Een uitgewerkt programma is beschikbaar vanaf september 2014.
Straks meer cultuur op school?!
De onverklaarbare en drieste moorden op de Brugse Markt en aan het Joodse Museum in Brussel doen ons land daveren op
zijn grondvesten … Geweld komt steeds meer in de plaats van onderlinge dialoog en heeft een vaste stek gekregen in de
media en in de ontspanningscultuur. ‘Het is een vorm van overheersingsdenken die weinig ruimte laat voor beschouwing en
voor receptiviteit’ stelde Mark Reybrouck (afdeling musicologie KUL) al tien jaar terug (De Standaard van 10 januari 2013).
En het is er jammer genoeg intussen niet op vooruit gegaan.
Cultuur levert nochtans het antidotum tegen de kwalen van onze tijd. Cultuur stemt tot nadenken over de samenleving
en over het mens zijn, zij bevordert het wederzijds begrip, de verstandhouding en de verdraagzaamheid in een
wereld die daar een enorme nood aan heeft. Er bestaan uiteraard geen eenvoudige oplossingen voor complexe
problemen, maar cultuur kan wel helpen om te leren nuanceren. Cultuur verlegt de normen en nodigt uit tot het persoonlijk
innemen van een stelling. In tegenstelling tot totalitaire vormen van denken, die eenduidige antwoorden geven op beperkte
problemen, cultiveert ze de vragen boven de antwoorden. Het gevoel van onbehagen dat vaak gepaard gaat met
hedendaagse vormen van kunst is in dit verband illustratief. Vaak heeft de luisteraar of kijker geen referentiekader om mee
te kunnen vergelijken. En wat niet in een referentiekader past, wordt maar al te vaak veroordeeld. Een doorgedreven
esthetische vorming gaat daartegen in doordat ze de leerling systematisch confronteert met onbekende en
nieuwe referentiekaders, en dit zowel in historische als geografische zin. Het resultaat is een houding van
openheid en tolerantie waarbij men niet overgaat tot overijlde identificatie, maar waarbij men het
waardeoordeel uitstelt totdat men kennis van zaken heeft. ‘Hier ligt dan ook een grote opdracht voor het onderwijs.
De media geven immers wat de mensen vragen. Ze spelen in principe in op de bestaande referentiekaders. Het onderwijs
daarentegen moet die doorbreken en de leerlingen uitnodigen om met nieuwe referentiekaders om te leren gaan. En precies
daarom is cultuur belangrijk in het onderwijs’, aldus nog Mark Reybrouck (De Standaard van 10 januari 2013).
Maar er heerst al lang ongenoegen over de stiefmoederlijke behandeling van de culturele vormingscomponent. Tien jaar
terug werd het aantal lestijden esthetica gehalveerd. Er werd één uur per week voorzien in het vijfde jaar. In het zesde jaar
werd weliswaar één uur per week aanbevolen, maar de scholen waren/zijn vrij om hier al dan niet op in te gaan. Dat moet
dan de culturele vorming afronden voor het algemeen vormend secundair onderwijs. Van een culturele vormingscomponent
die als een rode draad het curriculum zou kunnen kleuren, is helemaal geen sprake. Bovendien schrappen enkele scholen
intussen ‘het uurtje’ in de zesdes, jammer genoeg ook in ons diocees. Bovendien wordt esthetica al een tijdje niet meer
doorgelicht. Van een signaal gesproken …
We onderstrepen in koor het belang van algemene vorming en cultuur. Maar waar leidt dit voornemen tot een structurele
inbedding in het curriculum? Waar en in welke vorm duikt cultuur op in het pedagogisch project van de scholen? Een blik
op hun websites leert ons dat nog geen 10 % van de scholen die culturele ambitie via dit kanaal laat blijken … Cultuur is
geen vaardigheid die je op een paar uur kunt leren. Cultuur wordt integendeel door herhaalde contactname met
cultuurproducten gradueel verworven. ‘Die contactname gebeurt echter niet spontaan. Enige sturing is hier nodig, wil men
haar niet volledig overlaten aan de media-indoctrinatie, die eerder uitgaat van economische belangen dan van culturele
bekommernissen’, aldus nog Mark Reybrouck (De Standaard van 10 januari 2013).
Het onderwijs heeft op dat vlak een grote verantwoordelijkheid. Het is de enige instantie die in principe niet gebonden is door
economische drukkingsgroepen of door de belangen van de arbeidsmarkt. De vraag is echter of het onderwijs nog wel een
vuist kan maken tegen die manier van denken die alles taxeert in termen van nuttigheid en rendement. Wanneer werken we
nog aan opvoedkundige waarden als stil en onbevooroordeeld zijn, leren kijken en luisteren, rustig nadenken over wat men
heeft gezien / gelezen / gehoord, leren verwoorden wat men denkt en voelt, respect voor de mening van anderen, geen
overijld waardeoordeel ...
Esthetica zou het vak kunnen/moeten zijn dat die culturele ambitie in de 3de graad onderstut en vorm geeft. We
hopen dan ook stellig dat cultuur en esthetica sterker uit de onderwijshervormingen komen. Als het waar is dat
de beleidsverantwoordelijken cultuureducatie hoog inschatten, moet hier nu naar gehandeld worden!
Aansluitend hierop en op vraag van enkele directies van onze scholen verwijzen we nog eens naar onze niveauoverstijgende
DPB-visietekst rond ‘Kunst- en cultuureducatie op school’.
Je kunt die downloaden via onderstaande link:
http://www.dpbbrugge.be/secundair/dipebe/2012-2013/documenten/Visietekst%20kunst-%20en%20cultuureducatie.pdf.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Begrippen
1.a. Wat verstaan we onder ‘cultuureducatie’?
1.b. Wat verstaan we onder ‘kunsteducatie’?
Ontwikkelings- en leerlijnen: doorlopende lijn en/of cyclische bewegingen?
Aanbod voor kunst- en cultuureducatie
3.a. Bruggen tussen een vakgerichte en een vakoverschrijdende aanpak
3.b. Bruggen tussen leren en ervaren
3.c. Bruggen tussen exact en humaan
3.d. Bruggen tussen school en omgeving
Wat kunnen scholen doen om hun aanbod voor kunst- en cultuureducatie te verrijken?
Aanbod van de niveauoverschrijdende themagroep
Selectieve bibliografie
Kijkwijzer bij het in kaart brengen van de beginsituatie van scholen op het vlak van kunst- en cultuureducatie
Hopelijk mag die veel scholen inspireren om kunst en cultuur de plaats te geven die het verdient: in het hart van de
school!
Omdat verbeelding een mensenrecht is!
Chantal Pattyn, netmanager van Klara, publiceerde in De Standaard van 20 mei 2014 zo’n mooie tekst dat wij jullie die niet
willen onthouden: ‘Verbeelding is een mensenrecht’!
Een overdosis kunst, het is voor Chantal Pattyn een contradictio in terminis. Ze wordt nog altijd ontroerd, extatisch en
getroost door goede kunst in allerlei vormen. En ze hoopt van jou hetzelfde.
Onlangs vroeg de Nederlandse dichter en schrijver Serge van Duijnhoven me of ik niet aan het syndroom van Stendhal
lijd. Waarmee hij bedoelt: de fysieke collateral damage die optreedt als je je te veel en te vaak door de schoonheid van
de kunst laat aangrijpen – prachtig verbeeld in een scène uit La Grande Bellezza van Paolo Sorrentino, wanneer een
Japanse toerist letterlijk dood valt na het aanschouwen van de grootsheid van Rome.
‘In hoeverre hebben al die volumes aan voorstellingen, tentoonstellingen, films, concerten en andere sublieme illusies
uw montere geest verrijkt, geraakt en veranderd’, vroeg Van Duijnhoven. ‘Wat heeft al die materie nu met uzelf
uitgehaald, gezien u niet zomaar een spiegel of een put bent, maar een vrouw van vlees en bloed die zich blijkbaar
met niet veel meer schijnt te voeden dan met kunst’.
Kortom: Serge van Duijnhoven maakt zich grote zorgen, gezien mijn overconsumptie van kunst. Waarom leeft iemand
zo?
Zo’n vraag verdient een repliek.
Omdat zo’n leven betekent dat je de complexiteit van de dingen aanvaardt, zonder garantie op antwoorden.
Omdat kunst die gelaagdheid van nog wat extra onvoorziene lagen voorziet.
Omdat kunst je blik opent en je contreien laat zien waar je nooit was.
Omdat kunst zelfs op de meest eeltige plekken van je ziel trapt.
Omdat kunst je naar adem laat happen waar je dacht dat er geen zuurstof meer was.
Omdat kunst je anders naar de geschiedenis laat kijken.
Omdat kunst verbanden legt die je zelf nooit had vermoed.
Omdat kunst telkens opnieuw kritisch naar zichzelf kijkt.
Omdat kunst je de ene keer wel en de andere keer niet met je hulpeloosheid kan verzoenen.
Omdat kunst je op het meest basale niveau met schoonheid en lelijkheid kan confronteren, van de Sixtijnse Kapel tot
de installaties van Paul McCarthy.
Omdat je, zelfs al sprak hij nog geen woord en stak hij voorlopig alleen een sigaar op, al door het dolle heen bent
alleen al door de aanwezigheid van Damiaan De Schrijver op een podium.
Omdat Woody Allen je aan het lachen brengt, op een dag dat je auto alweer eens werd weggetakeld en een vriend je
belt met de boodschap dat hij depressief is omdat niemand zijn werk begrijpt.
Omdat kunst je, een ketter geworden omdat God op je twaalfde je oma heeft laten sterven, zelfs al had je nog zoveel
gebeden en tekeningen gemaakt, in een kapel in Saint-Paul de Vence tot een knieval beweegt voor die paar blauwe
lijnen waarmee Henri Matisse een madonna vorm gaf.
Omdat je lijf zwaar als lood wordt als je de late muziek van Franz Liszt beluistert.
Omdat je troost put iedere keer als je Quatuor pour la fin du temps van Olivier Messiaen hoort en nooit zal begrijpen
hoe het trauma van Auschwitz iemand tot zoveel intense schoonheid kon brengen.
Omdat je ontroerd wordt door een klodder groene verf die een schilderij van Cy Twombly doet kantelen.
Omdat je stil wordt telkens als je in Arezzo voor de fresco’s van Piero della Francesca staat.
Omdat je de Marokkaanse jongen naast je had willen omhelzen nadat je samen met hem, die je niet kende, 100%
Brussels van Rimini Protokoll hebt gezien op het KunstenFestivaldesArts en samen trots was in dezelfde stad te wonen.
Omdat je de burgeroorlog in Libanon iets beter begreep nadat je de films van Akram Zaatari twee keer hebt gezien.
Omdat onze koloniale geschiedschrijving niet meer compleet is, zonder de schilderijenreeks Mwana Kitoko van Luc
Tuymans, de film Spectres van Sven Augustijnen en het boek Congo van David van Reybrouck.
Omdat je tot tranen toe bewogen bent door het verdriet van de Ierse schapenboer in de eerste langspeelfilm van
Els Dietvorst.
Omdat je nog altijd in een vijfde versnelling geraakt als je de opname van La Traviata in de Scala van Milaan met
Maria Callas door de boxen jaagt.
Omdat je niet meer naar Die Schöne Müllerin van Schubert kan luisteren zonder aan de regie van Christoph Marthaler
te denken.
Omdat je je niet kan voorstellen hoe het leven zou zijn zonder de muziek die Miles Davis schreef voor Ascenseur pour
l’échafaud van Louis Malle.
Omdat je een ander leven zou hebben als je Madame Bovary niet had gelezen.
Maar kunst moet tegelijkertijd ook niets. Kunst mag gewoon over zichzelf gaan, zonder zich een moer van de
toeschouwer aan te trekken.
De Britse popartkunstenaar Richard Hamilton richtte zijn eigen monument voor Marcel Duchamp op – wie niet
vertrouwd is met diens werk The large glass of Le grand verre heeft pech, maar het staat iedereen vrij zich in te lezen
in die geschiedenis zonder een boze brief te sturen aan Chris Dercon, de baas van Tate Modern.
Nicolas Provost maakt een film in een straat dichtbij Times Square in New York omdat het licht er zo prachtig is.
Cézanne deed niet veel anders toen hij de Mont Sainte-Victoire bij Aix-en-Provence keer na keer op doek zette.
Kunst heeft het recht om alles te zijn wat het wil. Dat is nu eenmaal waar verbeelding om gaat. Daar zijn geen
grenzen, geen regels. En om die reden is verbeelding een mensenrecht, net als eten, drinken, een dak boven je hoofd,
een school die je voorbereidt op de wereld zoals hij is en de garantie dat niemand je de kop inslaat.
Ik kies voor kunst omdat ze mij verzoent met de onmogelijkheid van de menselijke conditie. Omdat het alle
zekerheden op de helling zet en net die wetenschap me troost, want van zekerheden word ik onzeker. Dus heb ik kunst
nodig, omdat kunst mijn hersenen aan het werk zet, of net helemaal verlamt. En omdat ik graag in een constante
extase verkeer – als een Teresa van Avila, verbeeld door Gian Lorenzo Bernini in Rome, maar dan zonder goddelijke
pijl – en na die extase terug in de realiteit beland in de wetenschap dat er niets ter wereld is dat me de werkelijkheid
beter doet begrijpen dan kunst.
Liefhebbers, verslaafden, kunstenaars, politici en beleidsmakers, ik hoop uit het diepst van mijn hart dat u de kunst zal
blijven ondersteunen, want zonder die kunst is onze identiteit gedoemd om eendimensionaal te blijven. Laten we dat
vooral vermijden, en de verbeelding haar werk laten doen.
En voor het overige gaat alles goed. Dus maak je geen zorgen, lieve Serge.
Dit is een bewerking van de tekst die Chantal Pattyn uitsprak voor aanvang van het slotdebat van de campagne ‘Ik kies voor
kunst’, in de Bourlaschouwburg. En we bevestigen met klem: zonder kunst is onze identiteit gedoemd om eendimensionaal te
blijven.
Praxis in de estheticales
Fantasie is belangrijker dan kennis. (Einstein)
Elk kind is een kunstenaar. De vraag is: hoe blijf je een kunstenaar als je eenmaal groot bent?
(Pablo Picasso)
Waarom denken mensen dat kunstenaars bijzonder zijn? Het is een job als een ander.
(Andy Warhol)
De Bron in Tielt vult de 'vrije ruimte' in het zesde jaar in met seminaries. Leerlingen kiezen klasoverschrijdend een seminarie
naar keuze. Het idee om het seminarie 'praxis in de esthetica' te geven, is bij mij gegroeid na het volgen van een
nascholing rond Gerrit Rietveld (Rietveld of de kracht van het maken) op de Dag van esthetica op 14 december 2010.
Niet alleen het IQ (intelligentiequotiënt) en het EQ (emotioneel quotiënt) zijn belangrijk. Het is hoog tijd om het CQ
(creatief quotiënt) te introduceren: de mate waarin je je vermogen tot creativiteit gebruikt. Het vermogen om via vormen
en materialen uit te drukken (vormgeven) wat je waargenomen (zintuiglijk waarnemen), bedacht (creatief denken) en
uitgeprobeerd hebt (experimenteren). Want liever dan over kunst, spreken we over creativiteit: een proces waarbij je je
fantasie en je spontaniteit gebruikt om een probleem op te lossen of met een nieuwe situatie om te gaan. Creativiteit is een
basisvoorwaarde voor het leven. Tijdens dit seminarie dagen we de leerlingen uit om kunstwerken vanuit al hun
zintuigen waar te nemen én te beleven. We prikkelen hen om zélf aan de slag te gaan. De inspiratie die de
kunstwerken via waarneming bieden, wordt omgezet naar creatieve ideeën, actieve experimenten en
kunstzinnige creaties. Zo gaan kunstbeleving en creativiteitsontplooiing hand in hand.
'Goesting in kunst' en kunst beleven door te doen. In dit seminarie krijgen de leerlingen zelf de kans om te fotograferen, te
filmen, te knutselen ...
Zij maken kennis met fotografie, little people, tableau vivant, stop motion, lipdub, graffiti ...
Op het einde van het schooljaar organiseren zij een overzichtstentoonstelling. Zij selecteren de werken, bouwen de
tentoonstelling op, maken reclame, geven rondleidingen, houden toezicht en breken af.
De inbreng van de leerlingen is groot. Ze krijgen de kans om creatief te zijn. Zij brengen nieuwe ideeën aan en zijn heel
enthousiast. Zij schitteren elk op hun eigen manier. Als leraar heb je vooral de rol van coach. Je stuurt hier en daar bij. Je
maakt kennis met leerlingen op een andere manier.
Veronique Maenhout, leraar esthetica
De Bron geeft er een Smack op!
Wie cultuur op school voor leerlingen wil promoten heeft vaak hetzelfde probleem
als de makers van een boekenprogramma op de openbare zender: iedereen vindt
het nodig, maar niemand weet hoe je het echt boeiend kunt maken ... Of anders
gezegd: er wordt meestal meer over gepraat, dan dat er ook echt iets te beleven
valt.
Om niet in dat zeurderig ziekbedje te verzeilen
hebben ze er bij De Bron in Tielt het volgende op
gevonden: een clubje van – soms – prettig
gestoorde leerkrachten verborg zich achter het
letterwoord SMACK (School Met Aandacht voor
Cultuur en Kunst) en begon de leerlingen
creatief, surrealistisch en speels uit te dagen met korte maar totaal verrassende flitsactiviteiten voor de hele school.
Leerkracht Luuk Carnel, mede-SMACKmaker: ‘Een wielerkoers op de speelplaats en door de schoolgangen? Jawel! Alle
leerlingen gooien papieren vliegtuigjes door de klas? Jazeker! Leerkrachten worden dansende airhostessen? Te gek! Jongens
die 'wildbreien' om het schoolmeubilair en de speelplaatsbomen in te pakken ? Natuurlijk wel! De informatieschermen
gehackt met puzzelpoëzie? Moet kunnen! En wat te denken van een grootscheepse bloembollenactie: meer dan 5000 door de
leerlingen geplante bolletjes muscari zorgden voor een “blaues Wunder” in de schooltuin.'
De zogezegde jaarthema's “Smack gaat over de schreve” of “Smack vliegt buiten” maken ook al duidelijk dat bij deze ludieke
events cultuur niet echt met een grote C geschreven staat. Leerlingen even letterlijk buiten de lijntjes laten kleuren, ze
speels over hun innerlijke “schreve” leren stappen op zoek naar creatief plezier en natuurlijke expressie, daar draait het
allemaal rond ...
Het begon vijf jaar geleden met het knotsgekke idee van een “kapsalon Deveuster”: in plaats van in het Damiaanjaar te
verzanden in traditionele en bijna moraliserende schoolcultuuractiviteiten kozen de
Smackers van De Bron resoluut voor een niet-schoolse aanpak: een leegstaand lokaal
werd als smack-ruimte gekaapt en als kapsalon gepimpt: het werd de ideale
omgeving voor fototentoonstellingen, poëziemomentjes of babbelboxsessies.
Al gauw bleek dat lokaal toch te klein voor de opbruisende creatieve ideeën: er kwam
een heus vliegtuig op de speelplaats te staan dat op zijn Christo's ingepakt heel
treffend de nog ingehouden toekomstdromen van de leerlingen samenbalde. En toen
de eerstejaars die toekomstverwachtingen ook echt als een ware “message in a
bottle” gingen verpakken, mochten we op zoek gaan naar een geschikte bewaarplaats
om dat jong geweld 6 jaar op fles te laten rijpen …
Maar ook een grote kleuractie met puzzels bevatte veel symboliek: elke leerling
kleurde zijn individueel stukje van de klaspuzzel. Daarna kleefden we al die puzzels
als echte “street-art” op de vloer van de inkomhal. Wie de school binnenkwam, stapte
over een lijn van meer dan 1000 kriskras door elkaar gekleurde puzzelvormen.
Zeppelin: didactiek voor muzische vorming
In de loop van het voorbije schooljaar verscheen Zeppelin. Didactiek voor
muzische vorming (Pelckmans, 2013) van Koen Crul, docent VIVES Brugge.
Het is een onwaarschijnlijk boeiend en verrijkend werk voor muzische vorming in
het basisonderwijs. Dit magnum opus van Koen Crul is tegelijk echter een heel
inspirerend werk voor alle leerkrachten die in het secundair onderwijs
bezig zijn met kunst en cultuur. Zeppelin biedt een overkoepelende didactiek
die de eigenheid van elk muzisch domein respecteert: beeld, muziek, drama,
dans, woord en media. Er is ook aandacht voor integratie en verschillende
vormen van samenhang tussen de domeinen.
Heldere schema’s, praktijkvoorbeelden, zinvolle verwijzingen naar de kunsten en
voorbeeldactiviteiten creëren een brede kijk op de verschillende aspecten van
muzische vorming.
We kunnen deze bijbel voor didactiek voor muzische vorming (592 pagina’s!)
enkel maar sterk aanprijzen!
We wensen jullie een boeiend en creatief nieuw schooljaar!
Ann Casier en Johan Vankeersbilck
Dag van esthetica
Docent: diverse docenten
Datum en uur:
Dinsdag 9 december 2014 van 09.00 tot 16.00 uur
Locatie: DPB-centrum d'Abdij Brugge
LICHAMELIJKE OPVOEDING
Als mensen iets doen, staan ze ook stil bij het effect ervan. Ze stellen
niet alleen vast wat ze terechtbrengen van wat ze zich hebben
voorgenomen, maar ze beoordelen tegelijk ook: was het zoals ik het
wenste, kon het een beetje beter of veel beter? Waaraan ligt het en wat
kunnen we in de toekomst maar best veranderen? Of wat moeten we
zeker blijven doen?
In het evalueren kun je met andere woorden drie facetten
onderscheiden: vaststellen, beoordelen en beslissen over wat je verder
hoort te doen. Dat ingebakken mechanisme zorgt ervoor dat mensen of
hun organisaties ontwikkelen of leren, altijd en overal. Het is geen proces
dat typisch is voor leren op school. Wel is er op school, de plaats bij
uitstek om te leren, uitgesproken aandacht voor.
1
KWALITEITSVOL WERKEN in lichamelijke opvoeding op
basis van de systematiek van PDCA
 PLAN: de goede dingen doen.
 Bewegingsdoelen en persoonsdoelen kiezen uit
doelenkader en SMART maken.
 De leerinhoud(en) bepalen met en/of zonder (nr.).
 Leerplan laat inspraak van leerlingen toe.
algemeen
 DO: de goede dingen goed doen, je goed voelen terwijl je het
goede doet.
 De leerlijnen en de activiteitslijnen van de leerdoelen en
leerinhouden ontwikkelen.
 Werkvormen.
 Rollen.
 CHECK: controleren of je bereikt wat je hebt gepland.
 Hoe zichtbaar maken: evalueren.
 Succesindicator(en) bepalen: wanneer heb ik de leerplandoelen en
leerinhouden bereikt / nagestreefd?
 ACT: verbeteringen aanbrengen in het proces op basis van
CHECK.
 Aanpassen en/of bijsturen: wat schrappen/aanvullen/wijzigen?
Andere keuzes maken?
 Borgen: wat is goed, wat heeft gewerkt, wat heeft de leerling
geleerd?
Hoe zorg ik ervoor dat dit verworven blijft (verankeren) zodat ik
het in een volgende les/periode kan inzetten?
Reflectie: we gaan er van uit dat we de goede dingen goed doen. Vinden
anderen dat ook? Hoe weten we dat?
2
Evaluatie in de leerplannen lichamelijke opvoeding
De leraar lichamelijke opvoeding legt in de klassenraden zijn ervaringen
naast die van andere vakleraren. Zijn vak kan vanuit een andere
invalshoek informatie over de leerlingen geven.
Evaluatie is een belangrijk hulpmiddel om het leren te bevorderen.
Evaluatie, als hefboom voor het leren, kan het leerklimaat, de
betrokkenheid en het leergedrag van de leerlingen in belangrijke mate
beïnvloeden. De pedagogisch-didactische meerwaarde schuilt in de
mogelijke bijsturing van het eigen leerproces en de verhoogde
betrokkenheid.
Evalueren is dus veel meer dan meten en selecteren en dan punten
geven. Dit betekent niet dat we de traditionele toets aan de kant moeten
schuiven. Ze wordt wel aangevuld met nieuwe evaluatievormen zoals co-,
partner- en zelfevaluatie met behulp van observatielijsten, vragenlijsten …
Bij het gebruik van vernieuwende evaluatiemethodes stelt de
leraar/vakgroep zich de vraag wat er geëvalueerd wordt, waarom, wie
evalueert en hoe de evaluatie verloopt.
Recente literatuur noemt dit ‘anders evalueren’ vaak ‘Assessment’.
3
Enkele basisprincipes
3.1
We moeten durven selecteren en een ‘prioritaire keuze’ van
tenminste twee bewegingsdoelen en persoonsdoelen per periode
vastleggen (zie leerplan).
"Less is more". Door ons te beperken in de hoeveelheid, kunnen we
het essentiële meer beklemtonen en zal die essentie meer
beklijven.
Door de beperking krijgen we ook tijd om leerlingen zelf op
problemen
te
laten
zoeken
en
hen
zo
ook
meer
verantwoordelijkheid te laten nemen voor hun eigen leerproces.
3.2
Alle doelstellingen van het leerplan moeten uiteraard wel aan bod
komen. Het beheersingsniveau waarop die doelstellingen tijdens
de lessen aan bod komen en de manier waarop ze geëvalueerd
worden, kunnen aangepast worden.
3.3
Communicatie:
leg
vooraf
duidelijk
en
begrijpelijk
leerplandoelen (SMART), leerinhouden (SMART), evaluatiecriteria
en wijze van evalueren uit aan je leerlingen.
3.4
Succeservaring leidt tot motivatie: het is niet omdat je
gemotiveerd bent dat je iets kunt. Het is net omgekeerd. Je bent
gemotiveerd omdat je iets kunt en omdat je in dit kunnen wordt
bevestigd.
Positieve evaluatie is dus heel belangrijk.
Dit geldt overigens niet enkel voor leerlingen, maar ook voor
leraren. We moeten plezier beleven aan ons werk.
3.5
Een van de basismotieven van elke mens is de drang om gedrag na
te bootsen. In de schoolse context is de leraar hierbij vaak het
rolmodel.
Als de leraar gedreven, enthousiast ... is, dan is de kans groter dat
ook de leerlingen dit zijn.
Als de leraar regelmatig duidelijk maakt hoe hij denkt, waarom hij
op een bepaalde manier iets doet ... is er meer kans dat de
leerlingen dit gedrag overnemen.
4
EVALUATIEWIJZER LICHAMELIJKE OPVOEDING: EVALUATIE ALS HEFBOOM OM TE LEREN
Kenmerken van goede evaluatie
Validiteit
Evalueer ik wat ik wil evalueren?
Welke leerplandoelen evalueer ik?
Welke leerinhouden evalueer ik?
Welk gewicht ken ik toe aan de verschillende leerplandoelen / leerinhouden? …
Betrouwbaarheid en objectiviteit
Zijn de waarderingen die
leerlingen krijgen consistent?
Welke evaluatiecriteria hanteer ik?
Hoe zijn de evaluatiecriteria tot stand gekomen?
Welke afspraken zijn er gemaakt?
Heeft de leerling voldoende kansen gekregen? …
Efficiëntie - hanteerbaarheid
Zijn mijn inspanningen en die van
de leerlingen in verhouding tot de
doelen van de evaluatie?
Welke haalbare evaluatievormen kies ik als ik rekening hou met de context? …
Transparantie
Weten de leerlingen wat er van
hen verwacht wordt?
Zeg ik de leerlingen vooraf wat, hoe, wanneer en welke criteria er geëvalueerd worden?
Normering
Kan ik aantonen waarom een
leerling die bepaalde waardering
krijgt?
Kan ik verantwoorden waarom een leerling net die bepaalde waardering krijgt? …
Geef ik de leerling concrete en duidelijke feedback op zijn/haar gedrag in de richting van een verbetering?
Wat evalueer je?
Leerplandoelen
(algemeen
doelenkader)

Bewegingsdoelen

Persoonsdoelen
SMART: contextspecifiek
naar bewegingsgebieden,
rollen (bewegingstaken en
sociale taken),
werkvormen …
Leerinhouden
(ondersteunende
kennis, inzichten,
vaardigheden en
vakattitudes)
SMART: activiteiten,
oefeningen, spelvormen,
wedstrijdvormen …
Op verschillende
niveaus
reproductie
transfer naar
gelijkaardige
situaties
integratie in nieuwe
situaties
Aandacht voor taal
Aandacht voor
differentiatie
Hoe communiceer je
erover?
Waarom evalueer je?
Hoe evalueer je?
Om te zien welke stappen de leerling
in zijn leerproces kan zetten om te
vorderen (formatief)

Concrete constructieve & effectieve
feedback op de bereikte doelen en
het leerproces. Bv.:
sandwichfeedback met afspraak,
PDCA
Met of zonder kansen tot
ondersteuning


Met objectieve
evaluatiecriteria

Om te zien waar de leerling staat
(summatief)

Evaluatiegegevens registreren en
rapporteren om vooruitgang
zichtbaar te maken. Leerresultaat
t.o.v. de vereisten op het vlak van
lichamelijke opvoeding

Evaluatiegegevens registreren en
rapporteren om vooruitgang
zichtbaar te maken.
Leerrendement: houdt rekening met
de beginsituatie van de leerling
Om het didactisch proces van de
leraar bij te sturen (formatief)


Effect instructie, werkvormen,
evaluatie
Klasmanagement
Hoe communiceer je erover?
leerlijnen
Met punten en/of
commentaar
Wanneer het
rapportsysteem het
vraagt
Wie evalueert wie?
Leraar  leerling
Leerling  leerlingen
(peerevaluatie)
Wanneer de leraar het
nodig acht
Wanneer de leerling
er om vraagt
Tijdens/op het einde van
de les/periode
Leerling  zichzelf
(zelfevaluatie)
Leraar  zichzelf
(zelfevaluatie)
Leerling  leraar
Evaluatietools
-
Om te zien of de leerling gevorderd
is (leerrendement – formatief)
hulpmiddelen
helpers
Wanneer evalueer je?
-
test: individueel en/of in
groep
checklist
evaluatiewijzer (rubrics)
kijkwijzer/taakkaart
feedbackgesprek
reflectie: PDCA
sandwichfeedback +
afspraak
sterkte/zwakteanalyse
(groeps)opdracht /
project
(talenten) portfolio
…
Hoe communiceer je
erover?
Wat heeft de leerling (bij)geleerd?
Als de leerling voldoende
kansen gekregen heeft
Leerling + leraar 
leerling
Als de vakattitude tijdens
de lessen gevormd is
Hoe communiceer je
erover?
(co-evaluatie)
Hoe communiceer je
erover?
De traditionele “testcultuur” verschuift aldus naar een nieuwe evaluatiecultuur, de
“begeleidingscultuur”.
In de testcultuur volgt de leerling veeleer passief de instructie van de leraar. Kennis en
vaardigheden worden door de leraar “overgedragen” vanuit een leraargestuurde aanpak.
De leraar leidt het volledige leerproces, kiest zelf de doelen en middelen. Hij is zelf
verantwoordelijk voor de evaluatie. De constructie, de afname, de interpretatie, de
beoordeling van de toets en de rapportering berusten in zijn handen. De evaluatie is doel
op zich en dient om leerlingen te plaatsen en te selecteren. De klemtoon ligt op de
prestatie zonder meer. De individuele prestaties worden beoordeeld in vergelijking met
andere leerlingen of bepaalde normen. De rapportering gebeurt meestal in de vorm van
een cijfer.
De leraar wil vooral de sterke en zwakke punten opsporen om het leerproces van de
leerling te begeleiden. De evaluatie is een integraal deel van het leerproces, waardoor
zowel leerling als leraar informatie krijgen over vaardigheden, kennis en attitudes. Leraar
en leerling zijn samen verantwoordelijk voor het management, het plannen, het bijsturen
van het leerproces, het evalueren. Omdat dit proces voor de individuele leerling sterk
verschillend is, bijvoorbeeld afhankelijk van de beginsituatie en de zelf gestelde doelen,
is het een belangrijke voorwaarde dat de leraar erin gelooft dat leerlingen zichzelf en
anderen kunnen evalueren.
Hoe kunnen we de rol van de leerling versterken?
-
-
-
Materiaal ontwikkelen voor zelfsturing bij bepaalde leertaken (taakwijzers op
maat);
De leerlingen mee laten bepalen wanneer er best wordt geëvalueerd;
Samen met de leerlingen naar middelen zoeken om de vorderingen te toetsen en
bij te houden;
De leerlingen betrekken bij de bespreking van resultaten en van aangewezen
initiatieven
voor
bijsturing
(extra
instructie
of
documentatie,
extra
oefenmomenten, een - beter - stappenplan, een klassengesprek …);
Een “portfolio” of verzamelmap laten aanleggen waarin de leerling aan de hand
van observaties, prestaties, reflecties … zijn leerproces op het vlak van verworven
inzichten, ervaringen, vaardigheden en vorderingen aantoont. Het portfolio heeft
naast een toetskarakter (Wat heb ik bereikt?) de functie van een
planningsdocument (Waar sta ik nu en hoe werk ik verder?);
samen nadenken over transfer;
in een gesprek terugblikken op wat je op school “geleerd” of meegemaakt hebt
(ervaringen, gevoelens) …
Leerlingen zijn tot veel in staat als de leeromgeving maar krachtig genoeg is.
Het leren wordt positief beïnvloed door het creëren van een taakgericht klimaat, het
verhogen van betrokkenheid en het stimuleren van het inzichtelijk en sociaal leren.
 Een taakgerichte leeromgeving stelt niet de individuele prestatie centraal, maar wel de
persoonlijke vordering van elke leerling. De leerling zelf wordt het criterium om de
leervorderingen te meten.
 Betrokkenheid bij de leerlingen verhoogt wanneer ze zelf instaan en verantwoordelijk
zijn voor hun leren en voor hun vorderingen, wanneer ze zelf hun doelen en leerwegen
kunnen uitstippelen, wanneer er gewerkt wordt aan een positieve sfeer, wanneer er
aansluiting is met de eigen mogelijkheden, talenten en noden, wanneer er aansluiting
is met de eigen leefwereld, wanneer er voldoende uitdaging en mogelijkheid tot
initiatief is.
 Wanneer leerlingen zichzelf en anderen evalueren, is een actieve kennis van de
leerdoelen nodig. Het inzichtelijk proces van weten wat je moet doen, hoe je dit kunt
bereiken en hoe ver je staat betekent een stap vooruit bij het leren.
 Partnerevaluatie draagt rechtstreeks bij tot het ontwikkelen van interpersoonlijke en
communicatievaardigheden, zoals overleggen, leren luisteren, elkaar aanmoedigen en
feedback geven.
 Het werken met ‘rollen’ laat toe om op een geïntegreerde wijze ook persoonsdoelen te
realiseren. We kunnen bij iedere rol een bewegingstaak en een sociale taak formuleren
(zie hierboven voorbeeld periodeplan schema rollen/bewegingstaken/sociale taken).
Zo zouden de leerlingen ook de rol van ‘evaluator’ kunnen opnemen. Naast het
observeren en evalueren van bewegingsgedrag houdt deze rol in dat leerling(en) de
evaluatie kan/kunnen verantwoorden en dus feedback kan/kunnen geven aan
medeleerling(en) en leerkracht.
 Vanuit deze vernieuwde inzichten zijn nieuwe evaluatievormen niet meer weg te
denken: co-, partner- en zelfevaluatie met behulp van observatielijsten, vragenlijsten,
welbepaalde criteria … Er is de evaluatie door de leraar, door leraar en leerling (coassessment), partnerevaluatie (peer-assessment) en zelfevaluatie (self-assessment).
 De leraar lichamelijke opvoeding heeft vanuit de leerplanrealisatie de plicht om
attitudewerking geïntegreerd aan bod te laten komen. Het gaat om complexe
gedragsveranderingen die leerlingen op een eigen wijze integreren in hun persoon.
Vereiste turnkledij, stiptheid, orde zijn nog vrij formeel te evalueren, in zoverre ze aan
leerplandoelen gelinkt kunnen worden, maar meer intentionele of affectieve
gedragingen zoals inzet, fair play, respect, creativiteit … zijn moeilijker exact
meetbaar. Het is belangrijk dat deze attitudes vooraf aan de leerlingen worden
meegedeeld, dat leerlingen kansen krijgen om op dit vlak vorderingen te maken en
dat leerlingen op dit vlak positief benaderd werden. Pas dan kunnen ze verrekend
worden. De vertaling naar concreet observeerbaar gedrag en de link met concrete
leerinhouden en werkvormen zijn noodzakelijk.
Leerplandoelen
verdienen
een
vertaling
Beoordelingscriteria worden vastgelegd.
5
Evaluatiecriteria & ‘rubrics’
5.1
Wat is een 'RUBRIC'?
in
meetbare
kwaliteit
(SMART).
Een ‘rubric’ maakt gebruik van precieze criteria (normering) om prestaties te
evalueren of te beoordelen.
Verticaal: een overzicht van criteria waaraan de prestatie moet voldoen.
Horizontaal: een aantal (meestal vier) beheersingsniveaus (van zeer zwak tot
uitstekend, van beginner tot expert).
5.2
Waarom RUBRICS?
Ze bieden meer transparantie, betrouwbaarheid en objectiviteit voor wat moeilijk
meetbaar is. ‘Evaluatie om te leren’ en ‘evaluatie van het leren’ werken in elkaars
verlengde met hetzelfde instrument.
5.3
Evaluatie OM te leren
*
Belang van feedback, feed up en feed forward (Hattie and Timperley).
-
5.4
Geeft leerkrachten vooraf een raamwerk voor evaluatie en doelen om
met de leerlingen te bespreken (feed up).
Raamwerk is ook geschikt om oordelen aan leren te koppelen
(feedback).
De leerling komt te weten welk niveau van beheersing is behaald en
naar welk niveau gestreefd wordt (feed forward).
*
Duidelijke criteria en leerdoelen stellen leerlingen in staat om zelf de rubric
te hanteren (individueel of met peers).
*
Instrument om sterktes en zwaktes duidelijk te verwoorden.
*
Rubrics samen met leerlingen ontwikkelen kan motiveren en zorgen
voor een kritische houding ten opzichte van de te leveren inspanningen.
Evaluatie VAN het leren
Gebruik van hetzelfde
(transparantie).
instrument
voor
beoordeling
en
voor
feedback
Geeft houvast bij meerdere beoordelaars (betrouwbaarheid).
De leerling is van meet af aan bekend met criteria en gewenst niveau
(objectiviteit).
De leerling kan medeverantwoordelijk gemaakt worden voor criteria.
6
Inspiratiebronnen voor evaluatiecriteria met RUBRICS
Er zijn heel wat overeenkomsten tussen onze Vlaamse visie op lichamelijke
opvoeding en het Nederlandse vakconcept bewegingsopvoeding.
De totale persoonsvorming van de bewegende mens staat centraal, met aandacht
voor ontwikkelen van:




motorische competentie
gezonde, veilige en fitte levensstijl
zelfconcept
sociaal functioneren
=
=
=
=
bewegen verbeteren
gezond bewegen
bewegen beleven
bewegen regelen
De Stichting Leerplanontwikkeling (SLO) in Nederland ontwikkelde interessant
materiaal dat inspirerend kan werken bij het verder uitwerken van leerlijnen,
evaluatiecriteria en -inhouden van bewegingsdoelen en persoonsdoelen voor onze
lessen lichamelijke opvoeding.
We vermelden hier een waardevol boek:
BRINKE, G. ten, e.a., Basisdocument bewegingsonderwijs voor de
onderbouw van het voortgezet onderwijs, SLO en KVLO, Jan Luiting Fonds,
2de gewijzigde druk 2012.
(www.janluitingfonds.nl/product/basisdocument_bewegingsonderwijs_voor_de_ond
erbouw_van_het_voortgezet_onderwijs-11.html).
Op de website van Stichting Leerplanontwikkeling vind je bij ‘Voortgezet onderwijs’
(wat overeenkomt met het secundair onderwijs in Vlaanderen), nog meer boeiend
materiaal dat je gratis kunt downloaden.
Ga zeker eens kijken op www.slo.nl > VO > Onderbouw > Vakken >
Bewegingsonderwijs en sport. Bij ‘Downloads’ vind je:


www.slo.nl/downloads/archief/Concretisering_BenS.pdf
‘Concretisering kerndoelen Bewegen & Sport’, dat tot stand kwam op
basis van het bovengenoemde ‘Basisdocument’.
www.slo.nl/downloads/2013/LO2-toetsvoorbeelden-van-praktischeopdrachten.pdf/. In deze NIEUWE publicatie worden de leerplandoelen
concreet vertaald naar voorbeelden van evaluatie van praktische
opdrachten. Dit kan leerkrachten helpen om gedurende een periode
leerlingen op een verantwoorde wijze te beoordelen.
Onderstaande referenties verwijzen naar documenten voor het vak Bewegen,
Sport en Maatschappij. Dit is een studierichting met meer uren lichamelijke
opvoeding, zoals in Vlaanderen het studiegebied Sport (LO & Sport en
Sportwetenschappen). Ook deze documenten kunnen inspireren voor lichamelijke
opvoeding in andere studierichtingen.
•
•
7
‘IJkpunten voor het curriculum van het examenvak Bewegen, Sport
en Maatschappij’ www.slo.nl/downloads/2010/bsm-toetsvoorbeelden.pdf
‘Reader BSM (herziene versie september 2009) Het volledige
programma BSM op Twickelcollege Hengelo’
http://bsm.slo.nl/pta/00001/Reader_BSM_sept09_met_cover.pdf/
Referentielijst
 ‘Anders’ evalueren in LO, D. Behets en R. Leper in BEHETS, D.,
Bewegingsopvoeding. Een vakconcept als uitnodiging om te leren, Acco, Leuven,
2005, p. 189-200.
 Leerplan Lichamelijke opvoeding 2de graad ASO-KSO-TSO D/2010/7841/022,
www.vvkso.be.
 ‘Evaluatie: een genuanceerd verhaal’, www.vicog.be » Diocesane Pedagogische
Begeleidingsdienst (DPB) » Secundair onderwijs » Onderwijsthema's » Evaluatie:
een genuanceerd verhaal.
 Evaluatiewijzer LO, Leen Mertens (vakbegeleider LO en Sport – DPB Antwerpen),
Regionetwerk voor vakcoördinatoren LO Schooljaar 2011 – 2012.
 www.slo.nl en www.slo.nl/downloads/rubricsals.pdf
 www.o-twee.be/o2/sam.asp
8
Voorbeeld van smartgemaakte evaluatiecriteria
Enkele voorbeelden van smartgemaakte evaluatiecriteria toegepast op een periode
badminton.
Je dient de selectie van de evaluatiecriteria natuurlijk af te stemmen op de
geselecteerde leerplandoelstellingen.
De omschrijving van de beheersingsniveaus moet worden aangepast aan de
beginsituatie van de doelgroep.
Criteria
Onvoldoende
Voldoende
Goed
Uitstekend
1 Actieve
deelname tijdens
de lessen,
gericht op
(willen) leren.
Toont nauwelijks
gerichtheid om
zich te verbeteren
op het terrein van
bewegen.
Interesseert zich
niet voor zijn
deelnameniveau.
Doet actief mee en
kan zich daardoor
verbeteren. Is zich
minder bewust van
zijn
deelnameniveau.
Kent zijn
startniveau en
toont gerichtheid
op
verbeteringen.
Vraagt advies, kiest
bewust voor het
verbeteren van bepaalde
vaardigheden.
2 In het spel
brengen van de
shuttle.
Slaagt er dikwijls
niet in correct op
te slaan.
Brengt de shuttle
in het spel zonder
doelbewust gericht
op te slaan.
Kan zowel kort
als diep in het
veld van de
tegenspeler
opslaan.
Brengt de shuttle
verrassend in het spel
door scherp kort of een
hoge diepe lob te spelen,
rekening houdend met
de positie van de
tegenspeler.
3 Beheersing
van de slagen.
Kan soms de
shuttle die niet ver
van hem gespeeld
wordt,
terugspelen.
Kan de shuttle in
het spel houden.
Kan naast de
clear ook een
drop en een lob
gebruiken.
Kan de shuttle lang in
het spel houden met
gevarieerde slagen.
Verhult zo veel mogelijk
zijn slagen, maar kan in
een oefensituatie
medespelers ook steeds
passend aanspelen.
4 Opbouw tot
aanval
(speltactiek)
Komt niet tot het
opbouwen van een
aanval.
Kan de shuttle
zodanig spelen dat
de tegenstander
zich moet
verplaatsen.
Kan de shuttle
afwisselend
inspelen dat de
tegenstander
zich snel moet
verplaatsen.
Speelt de shuttle steeds
zo gevarieerd dat de
tegenspeler zich snel en
ver moet verplaatsen en
kan bij moeilijk
aangespeelde shuttles
ook goed anticiperen.
5 Scoren
Kan een shuttle
niet naar een vrij
deel van het veld
spelen om te
scoren.
Kan scoren door
de shuttle te
plaatsen richting
een vrij deel van
het veld.
Kan scoren door
de shuttle
gericht te spelen
naar een vrij
deel van het
veld.
Kan scoren door
gevarieerd en gericht te
spelen in een vrij deel
van het veld.
6 Als
scheidsrechter
en als speler de
spelregels
kennen en
toepassen.
Heeft moeite om
de stand bij te
houden of vooraf
afgesproken
spelfouten te
herkennen.
Kan de score
hardop tellend
bijhouden of kan
ook enkele
spelregels
toepassen.
Kan zowel de
stand hardop
bijhouden als de
spelregels als
scheidsrechter
toepassen.
Kan het spel leiden op
competente wijze en
helpt anderen om het
spel beter te leiden of
spelen.
Pascale Muylaert
Dag van lichamelijke opvoeding
Cursuscode: D15-020
Docent: diverse docenten
Datum en uur: dinsdag 20 januari 2015 van 09.15 u. tot 15.00 u.
Locatie: VIVES Campus Torhout
MODE
1
Nascholingen
1.1
Nascholingen nieuw leerplan moderealisatie en -presentatie
Mode, communicatie, presentatie en lifestyle
•
•
•
•
•
1.2
3/14/08-module 1 - Basismodule
3/14/08-module 2 - Innoverende werkvormen in de lessen mode voor het
eerste leerjaar van de tweede graad
3/14/08-module 3 - Integratie van communicatie, presentatie en lifestyle in
het vak CPL voor het eerste leerjaar van de tweede graad
3/14/08-module 4 - Innoverende werkvormen in de lessen mode voor het
tweede leerjaar van de tweede graad - NIEUW!
3/14/08-module 5 - Integratie van communicatie, presentatie en lifestyle in
het vak CPL voor het tweede leerjaar van de tweede graad - NIEUW!
Nascholingen ICT mode
•
•
•
•
•
•
1415/05/008
1415/05/009
1415/05/010
1415/05/011
1415/05/012
1415/05/013
Basis Illustrator CS5 (Mode en Kantoor-verkoop)
Gevorderden Illustrator (Mode)
Gevorderden Illustrator (Kantoor-verkoop en Mode-verkoop)
Winfakt Kassa en voorraadbeheer
Winfakt uitbreiding
Gerber Basis tekenen
•
•
•
1.3
1415/05/014 ICT ondersteuning bij het uitwerken van studiepakketten voor
het nieuwe leerplan 2de graad bso mode
1415/05/015 Gerber uitbreiding
1415/05/016 Gerber Accuscan
Nascholingen IVOC
Heb je nood aan een interessante nascholing rond stijladvies, retouches, textiel,
vlaktekeningen maken in illustrator, vilten, dan suggereren we graag bv. de
opleidingskalender van IVOC
OPLEIDINGSKALENDER.webloc
2
Tentoonstelling MOMU Antwerpen
DRIES VAN NOTEN - INSPIRATIONS
06/10/2014 > 23/02/2015
3
Aanbevolen vakliteratuur en links
DOPPELGANGER IMAGES OF THE HUMAN BEING
Doppelganger presents current trends in capturing the visual identity of human
beings.
ISBN:978-3-89955-332-1
STYLE YOURSELF
Inspired Advice from the World's Fashion Bloggers
ISBN:978-1-84543-411-3
REFASHIONED
Cutting-Edge Clothing from Upcycled Materials
ISBN:978-1-78067-301-1
MODE IN HET JUISTE PERSPECTIEF
Een compleet overzicht van de belangrijkste stijlen, stromingen en ontwerpers uit de
geschiedenis van de mode
ISBN:987-90-8998-317-6
LINK TRENDS 2014
www.designbuildideas.eu.webloc
Isabelle Tack
MUZIKALE OPVOEDING
Beste collega
Muzikale opvoeding is en blijft een onontbeerlijk vak in de opvoeding van jonge mensen.
In de tijd van de oude Grieken schaamde iemand zich erg diep als hij geen instrument
kon bespelen. In verschillende regio’s en zeker in de Scandinavische landen leert elke
leerling de essentiële basistechniek van enkele (pop)instrumenten beheersen. Bij ons
blijft dit voorlopig toch nog wat wishful thinking, vermits wij geen muzieklokalen met
aanpalende studio’s hebben en niet beschikken over twintig gitaren in de klas en/of een
opnametoestel.
Maar wat niet is, dat kan nog komen en … start niet elke realisatie met een droom?
1
Leerlingen laten schitteren met muziek
Een deeltje van die droom wordt alvast gerealiseerd. Voor meer informatie verwijzen we
hierbij naar www.nascholing.be.
Voor wie? Leraren muzikale opvoeding tweede graad aso, bso, kso en tso.
Visie: aandacht voor talentgerichte aanpak.
Aanbod:
*
verkenning van de doelstellingen van het nieuwe leerplan muzikale opvoeding;
*
focus op het coachen van het initiatief van de leerlingen;
*
aanpak en stappenplan om leerlingen met hun talenten te laten schitteren;
*
veel praktijkoefeningen voor de leraar als inhoudelijk expert en als coach;
*
vanuit musiceer- en luisterplezier evolueren naar inhoudelijke verdieping en
uitbreiding;
*
aandacht voor materiaal en media van de 20ste en 21ste eeuw.
Hoe en waar?
Concreet gaat het om twee volle dagen per bisdom.
Locatie: Heilig-Hartcollege, Waregem
Data: donderdagen 4 december 2014 en 30 april 2015
Figuur 1: Muzieklokaal Middenschool Sint-Rembert in Torhout
2
Differentiatie
Leerlingen in een klasgroep kunnen sterk van elkaar verschillen. De Hoop en Jansen
(1997) onderscheiden zeven diverse aspecten:
1
2
3
4
5
6
7
uiterlijk
gezondheid en conditie
capaciteiten
omgeving
ontwikkeling
leerstijlen
jongens en meisjes
De combinatie van deze elementen bepaalt de identiteit van een leerling.
Het is dan ook bizar om elke leerling dezelfde opdrachten te geven. Volgende prent is
ondertussen goed gekend, maar of ze in de realiteit altijd even goed toegepast wordt, is
nog zeer de vraag. Via het individualiseren kun je daar als leraar op inspelen. Je houdt
rekening met die verschillen, doet dit planmatig en op een positieve manier en daardoor
werk je meer leerlingengericht.
Je kunt differentiëren op niveau van inhoud en aansluiten bij de interesse, de leerstijl,
het niveau, tempo … Het is dus belangrijk om met gevarieerde opdrachten en
werkvormen te werken. Op niveau van het product bepaal je hoe je de leerlingen
evalueert. Je houdt tevens rekening met de beginsituatie en belangstelling.
Niveaudifferentiatie speelt in op de intellectuele en andere mogelijkheden van leerlingen
en vraagt om taken die een verschillende moeilijkheidsgraad hebben. Het is ook
belangrijk om te differentiëren naar tempo en keuze op basis van hun interesse.
Heterogeniteit binnen groepswerk kan een meerwaarde zijn in het volbrengen van de
taak en vaak leert elke leerling bij. Als twee leerlingen met elkaar samenwerken is het
niveauverschil best niet te groot. Leerlingen moeten elkaar kunnen helpen en verbeteren
om van elkaar te kunnen leren.
Een mogelijke checklist (naar Laevers, 2004, p. 40) kan zijn:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Hou je rekening met tempoverschillen?
Hou je rekening met niveauverschillen (muzikaal en andere)?
Zijn er compenserende maatregelen voor leerlingen met leerproblemen?
Zijn er uitdagende opdrachten voor wie meer aankan?
Hou je rekening met verschillen in behoefte aan instructie en ondersteuning?
Kunnen en mogen leerlingen elkaar helpen in de klas?
Maak je regelmatig tijd voor evaluatie?
Wordt er op schoolniveau overleg gepleegd over differentiatie?
Kun je van collega’s leren hoe je meer onderwijs op maat kunt realiseren?
Omgevingsfactoren stimuleren de creativiteit van de leerlingen. Op de afbeelding staan
de culturele systemen die een invloed hebben op een kind of jongere. Mensen die
creatief zijn, gebruiken symbolen en technieken uit hun omgeving.
Figuur 2: Burnard, netwerk voor creativiteit
3
Op-treden
Regelmatig ‘trakteren’ leraren op een heel enthousiaste manier hun leerlingen buiten de
lesuren. Sander stuurde me volgende foto van hun prachtig concert. Het zou zinvol zijn
om dergelijke activiteiten mee te delen aan de collega’s, bijvoorbeeld via de Diocesane
Berichten. We kunnen veel leren van elkaar!
Concert SLAG Sint-Leocollege Brugge
4
Luisteren
De boeiende cahiers ‘Met open oren’ en ‘Van grijpen naar begrijpen’ zijn niet meer te
krijgen bij de uitgever en de rechten zijn vrijgegeven. Mark Reybrouck is zo sympathiek
geweest om ze als pdf-bestand op internet te plaatsen en ze zijn vrij te downloaden. Je
kunt de bestanden vinden op volgende URL’s:
https://www.academia.edu/779441/Mark_Reybrouck_2007._Met_open_oren._Onderzoek
end_luisteren_naar_muziek._Cahiers_voor_didactiek_21._Mechelen_Plantyn
http://www.academia.edu/5603033/Van_grijpen_naar_begrijpen._Over_cognitieve_strat
egieen_bij_de_omgang_met_muziek._Cahiers_voor_didactiek_13._Deurne_Plantyn
5
Specifieke leerproblemen
Het bekende kinderliedje ‘3 x 3 = 9’ is hier op een mooie manier bewerkt om
leerproblemen duidelijk te maken. Het is te vinden op vele sites op internet, maar de
oorspronkelijke auteur kon ik niet achterhalen.
Dyscalculie-lied
3 maal 3 is... ehhhhh... 6?
...7? ...33? ...9? ...12?
Ieder zingt z'n eigen lied
Als ik dit niet tellen kan
Dan zing ik lekker niet!
Dyslexie-lied
Dire maal dire si ngeen
Ieedr zgnit z'n egein leid
Deir mala dier is neeng
Ki sanp dti leidej neit!
Klassiek Autisme-lied
Drie maal drie is negen
Ik zing hier mijn eigen lied
Zing ik dan door alles heen
Dan merk ik dat toch niet!
ODD-lied
Drie maal drie is zeven
Ik vind dit een heel stom lied
Als je wilt dat ik dit zing
Dan zing ik het dus niet!
ADHD-lied
DRIE MAAL DRIE IS NEEEEEEGEEEEEEN!!!
IEDER SCHREEUWT Z'N EIGEN LIED!!!
IK ZING DIT LIED WEL HONDERD KEER!!!
WANT STOPPEN KAN IK NIET!!!
ADD-lied
Drie maal dr... hé, een vogel!
Zingen? ...o ja. Drie maal drie is negen
Ieder... mooi weer buiten zeg!
Wat? O ja. Ieder zingt z'n eigen lied
Drie maal... ehhhh... Wat deed ik hier ook al weer?
Asperger-lied
312 maal 3754 is 1171248
Ik maak wel mijn eigen lied
Want ik ben wel heel erg slim
Maar mensen snap ik niet
Gilles de la Tourette-lied
Drie maal drie is negen
Ieder *tic* ieder zingt z'n eigen *tic* eigen *tic* eigen lied
Als ik nu maar heel snel zing
Dan scheld ik misschien @#$%@#$$ niet
Oeps... Te laat *tic* laat *tic* laat...
Voor leerlingen met een beperking kan het ook zinvol zijn om te zien hoe Ilse Gevaert als
zangeres met één arm door het leven gaat en ondertussen bijzonder populair is in de
Verenigde Staten. ‘I Am Human’ is een hit. Op de foto staan durft ze nog niet frontaal of
zonder prothese. Maar haar stem laat ze wel voluit op de wereld los.
5
Leerplan vertaald in leerlingentaal
Tom Collier maakte een heel interessante oefening: hij vertaalde het leerplan van de
eerste graad A-stroom in woorden die leerlingen gemakkelijk kunnen begrijpen. Hij zette
al heel wat boeiend materiaal op het internet. Hij doet een oproep naar leraren om
materiaal te delen en goede lessen op de site te zetten.
Contacteer Tom op [email protected] en zie www.muzikaleopvoeding.be.
1 Ik druk mijn gevoelens, ideeën en ervaringen met muziek uit door
1.1 te zingen want
1.2 muziek te maken of te experimenteren want
1.3 muziek te ontwerpen of uit te voeren want
2 Ik herken en verwerk mijn gevoelens, ideeën en ervaringen met muziek door
2.1 gericht te luisteren want
2.2 mijn ervaringen met muziek te delen want
2.3 mijn ervaringen met muziek om te zetten want
3 Ik kan eigenschappen van muziek benoemen door
3.1 klankkleuren en samenklanken te herkennen want
3.2 beweging in melodie, ritme, tempo en dynamiek te herkennen want
3.3 structuur en vorm te herkennen
4 Ik gebruik notatie en media door
4.1 eigenschappen van muziek om te zetten want
4.2 notatie te herkennen want
4.3 media te gebruiken want
5 Ik onderzoek en ervaar
5.1 de (vertellende) kracht van muziek want
6 Ik deel muziek in
6.1 volgens mens en natuur want
6.2 volgens tijd en plaats want
6.3 volgens samenleving, geloof en cultuur want
6.4 volgens technologie en economie want
6
Zeppelin
Dit boek van Koen Crul (2014), leraar aan VIVES, campus Brugge, biedt een mooi beeld
op kwalitatieve muzische vorming. Het richt zich tot iedereen met interesse in muzische
vorming en kunsteducatie. Het boek zoekt een antwoord op vragen als: wat is een goede
muzische activiteit? Welke doelen streef je na? Hoe werk je aan een muzische
grondhouding? Hoe stimuleer je creatief gedrag? Hoe zet je de leerlingen aan tot
beschouwen? Hoe werk je aan een sterk muzisch klimaat op school? …
Vanuit een overkoepelende visie is er aandacht voor de domeinen beeld, drama, dans,
media en woord. Het is ongetwijfeld een boeiende inspiratiebron!
Handboek Zeppelin van Koen Crul
7
Wat leert streaming ons over ons luistergedrag?
Concerten, festivals en ‘nieuwtjes’ bepalen in grote mate naar welk soort muziek je
luistert, stelt een artikel in De Morgen (2014). Bij muziekstreaming kun je op elk
moment van de dag kiezen uit bijna alle muziek die ooit opgenomen is. Niet alleen voor
muziekconsumenten zelf, maar ook voor dataonderzoekers is streaming een goudmijn.
Aangezien nu vastgelegd wordt wie wanneer naar welke muziek luistert, kan voor het
eerst effectief onderzoek verricht worden naar het luistergedrag van muziekliefhebbers.
In de dagen voorafgaand aan een zomerfestival worden bands die op de affiche staan en
aangeboden playlists met festivalmuziek meer dan dubbel zo vaak gestreamd, stelt een
Noors onderzoek. Beluistering van Bruce Springsteen piekte dan weer daags voor zijn
concert in Oslo. Alleen al de aankondiging van een concertreeks van Justin Bieber zorgde
voor een extra piek in de doorgaans al robuuste Bieber-streamingcijfers. Live optreden
heeft dus een grote impact op muziekbeluistering. Dat is een relevante vaststelling in het
debat over de toekomst van de hele muziekindustrie.
Muziek is ook een belangrijke sfeerbepaler. Het onderzoek laat zien hoe de Noren in de
dagen na het bloedbad op het zomerkamp in Utoya massaal naar dezelfde troostliedjes
grepen. Uit de Belgische CIM-cijfers blijkt het nieuwe fenomeen vooralsnog geen negatief
effect te hebben op het bereik van de radiozenders. Met 4,575 miljoen luisteraars per
dag voor alle radiozenders in Vlaanderen samen, is dat bereik bij de laatste meting zelfs
nog gestegen.
8
Alternatieve mainstream
We luisteren graag naar melodieën en zoemtonen en ritmes, waarin klank grotendeels
een spel is. Elke deejay heeft al ervaren dat basklanken lustgevoelens opwekken. Tot in
de late eighties kocht men vaak met veel overleg een plaat en stuurde de platenindustrie
aanbod als aankoop. Zo schafte je toen muziek aan: je liep een winkel binnen, bekeek de
nieuwe albums, vroeg om ze even te beluisteren, ging weer weg en dacht een paar
dagen na. Telde je centen, ging terug, vergeleek hoezen, praatte met de uitbater,
luisterde nog maar eens, en koos uiteindelijk die plaat die je vervolgens een maand, of
langer, elke dag oplegde. Het was een bewuste keuze. Met een plaat ging je een
langlopende relatie aan, een artiest werd soms een vriend voor het leven (Keunen,
2013).
Als muziek dus een sociologische en biologische behoefte is, wat gebeurt er dan wanneer
we er niet meer naar moeten verlangen, maar er ongevraagd in verdrinken? Worden we
even verzadigd als Mexicaanse jongeren die massaal aan obesitas lijden omdat ze
frisdrank als water zijn gaan drinken? Zijn we er zo verslaafd aan dat we die oorschelpjes
of hoofdtelefoons niet meer kunnen afzetten?
'Ja, er is te veel muziek in het systeem. Er is geen aanbodcontrole meer', zegt Gert
Keunen. 'Natuurlijk kan er, filosofisch gesproken, nooit genoeg muziek zijn, maar het
enorme aanbod heeft nadelen. Het is veel moeilijker om diep te gaan in je fanrelatie. De
honger naar steeds iets nieuws is groot. En paradoxaal genoeg pikt het publiek niet meer
zoveel bands op. Er is veel meer muziek beschikbaar, maar dat zorgt ook voor veel
onzekerheid, zowel bij organisatoren als platenfirma's als bij het publiek zelf. De echte
liefhebber gaat zelf wel zoeken, maar de meeste mensen blijven sterk afhankelijk van de
opinieleiders. Soms heb je de indruk dat het een loterij is, de ene band wordt opgepikt
en de andere niet, zonder dat duidelijk is waarom. Maar het valt op dat op het einde van
de rit iedereen dezelfde keuze gemaakt heeft. Iemand geeft blijkbaar moedig de richting
aan en de rest van de opinieleiders volgt dan. En dus is er wezenlijk niets veranderd,
behalve dat er heel veel aanbod is waarvoor je je beter afschermt als je niet wil
verdrinken.'
9
Zangboek Damiaan
Pater Damiaan gebruikte de helende
werking van muziek al op Hawaï.
Het bijzonder manuscript is onlangs
ontdekt. Zeker is wel dat hij de
muziekcultuur in de nederzetting
van de melaatsen nieuw leven
inblies en die religieuze liederen
gebruikte om van de kolonie een
leefbare gemeenschap te maken. Je
mag
dus
gerust
zeggen
dat
Damiaan zijn tijd ver vooruit was en
150 jaar geleden al begreep dat
muziek een helend effect kan
Zangboek Damiaan
hebben op zieke mensen. Hij richtte
er zelfs een fanfare op en liet zijn koor steevast zingen tijdens begrafenissen, processen
of hoog bezoek. Pater Damiaan was zelf ook onder de indruk van de kracht van muziek.
In een brief uit 1885 aan zijn broer uitte hij zijn bewondering over het enthousiasme van
de melaatsen, die 'met vier zieke handen speelden wat knappe organisten normaal met
twee handen doen'.
10
Digitalisering van bladmuziek
NeoScores, een kersvers Antwerps bedrijf, wil met zijn product de conservatieve wereld
van de bladmuziek digitaliseren. Het ontwikkelt software die partituren digitaal bij
muzikanten brengt. Het project kwam in een stroomversnelling toen het Brussels
Philharmonic de technologie inzette om voortaan met tablets te werken. Artistiek
directeur Gunther Broucke liet toen verstaan dat de software het orkest jaarlijks zo'n
25.000 euro aan papierkosten kan besparen. Ze brengen ook een app uit waarmee je de
partituur leest, aantekeningen toevoegt of delen ervan uitlicht.
Orkest
11
‘Backing tracks’ en live optredens
Veel rockbands vallen tijdens hun optreden regelmatig terug op een tape. Daarop staan
geluidseffecten, maar ook gewone drum- en gitaarpartijen die tijdens eerdere concerten
werden ingeblikt. Geluidstechnicus Patrick Demoustier, die grote producties ondersteunt
op onder meer Rock Werchter, stelt in De Morgen (2014) dat veel bands dat doen. "Het
enige evenement waaraan ik meewerk, en waar geen bandje wordt afgespeeld, is Night
of the Proms", laat hij optekenen. "Maar niemand geeft het graag toe." "De muzikanten
van Muse staan met drie op het podium, maar produceren eenzelfde geluidsmuur als een
volledig symfonisch orkest. Dat kan niet zonder het geluid aan te dikken." Ook volgende
groepen maken daar gebruik van: Madonna, Britney Spears, Rihanna, U2, Rolling Stones,
Lenny Kravitz, Linkin Park, Mötley Crüe en Rammstein. Bij Lana Del Rey staat zelfs het
applaus op tape. Het is voor muzikanten moeilijk om bij grote shows volledig live te
spelen wegens visuele acts, présence en spektakel. Bij zulke optredens gebruiken ze
digitale click tracks. Die geven het tempo aan voor de muzikanten, maar maken het ook
mogelijk om met tijdscodes te werken. Dat is nodig als je videobeelden gebruikt. Die
moeten synchroon lopen met de muziek, anders missen ze hun effect. Een extraatje als
een speciaal effectje, wat strijkers, een koor op de achtergrond ... zijn dan snel
toegevoegd. Muzikanten kunnen niets aan het toeval overlaten, want de duizenden
mensen die voor hun podium staan, willen waar voor hun geld. Dezelfde geluiden van die
cd live laten horen, is onmogelijk zonder hulpmiddelen. Met een gitaar, drum en
synthesizer alleen krijg je niet altijd 30.000 man mee."Ook Belgische bands zoals Arsenal
maken gebruik van vooraf opgenomen muziek. In 30 procent van de setlist worden er
elementen op tape gespeeld", zegt manager Filip van Moerkercke. "Dat komt doordat ze
veel werken met exotische instrumenten zoals de steeldrum en marimba. Als ze dat live
zouden doen, dan zouden er dertig muzikanten meer op het podium moeten staan."
Arsenal zelf ziet er geen graten in. "Als we dat exotische zouden moeten skippen, dan
verliezen we onze eigenheid."
12
Vlaanderen en filmmuziek
De World Soundtrack Academy reikt sinds 2001 elk jaar prijzen uit voor de beste
filmmuziek. Grote componisten als Yann Tiersen ('Amélie Poulain'), Alberto Iglesias ('The
Constant Gardener') en Hans Zimmer ('Inception') wonnen al zo'n World Soundtrack
Award. Ook de wereld van de filmmuziek is onherkenbaar veranderd. "Vroeger had je
aparte budgetten voor verschillende aspecten van de muziekproductie. Nu krijgt de
componist een vast budget, ongeacht of hij de klus in zijn eentje op zijn laptop in de
keuken klaart, of met een groot orkest in een grote zaal", zegt Brossé. Daarbij krijgen de
componisten steeds minder tijd. "Het is niet ongewoon dat je de opdracht krijgt om in
een paar weken een soundtrack van meerdere uren te schrijven." Alleen is dat bijna
onmogelijk, dus richten steeds meer filmcomponisten, onder wie Ennio Morricone en
Hans Zimmer, ateliers op en laten ze zich assisteren.
Zoals Albert Einstein zegt: “Learning is experience. Everything else is just information."
Laten we zorgen dat elke leerling de kans krijgt om te experimenteren.
Ik wens jullie een boeiend muzikaal schooljaar toe!
Referentielijst
‘Backing tracks’ en live optredens. (2014) in De Morgen 21/06/2013, p. 8.
CRUL, K., Zeppelin, Kalmthout, 2014.
DE HOOP, F. & JANSON, D.J. (1997), Omgaan met verschillen. Adaptief werken aan
basisonderwijs. Baarn: Intro.
KEUNEN, G. (2013), Alternatieve mainstream, Tielt: Lannoo.
LAEVERS, F., HEYLEN, L., & DANIELS, D. (2004), Ervaringsgericht werken met 6- tot 12jarigen in het basisonderwijs. Leuven: Cego Publishers.
Wat leert streaming ons over ons luistergedrag? (2014) in De Morgen, 11 juni 2013, p.
29.
Digitalisering van bladmuziek, (2013) in De Tijd, 07 oktober 2013, p. 22.
Ann Casier
Dag van expressie
Cursuscode: D15-034
Docent: diverse docenten
Datum en uur: woensdag 15 oktober 2014 van 14.00 u. tot 17.00 u.
Locatie: VISO Campus Polenplein Roeselare
Dag van muzikale opvoeding
Cursuscode: D15-032
Docent: diverse docenten
Datum en uur: maandag 30 maart 2015 van 09.00 u. tot 16.00 u.
Locatie: DPB-centrum d'Abdij Brugge
PLASTISCHE OPVOEDING
1
Geef creativiteit alle kansen!
In de introtekst van de muzisch-creatieve vakken kun je het interview met
Bruggeling Dominique Persoone, meester chocolatier van The Chocolate Line,
lezen. Zijn ‘geloofsbelijdenis’ toont aan hoe belangrijk de muzisch-creatieve
vakken zijn in ons onderwijsland en in de brede toekomstmogelijkheden van onze
jongeren.
‘Het is cruciaal om de uitdagingen van de
toekomst tegemoet te gaan en te kunnen
overleven in een geglobaliseerde wereld.
Maar creativiteit kan niet gedijen zonder
een klimaat van vrijheid, zonder
mogelijkheden tot experimenteren.'
En als het even kan ook met een brede kruisbestuiving: 'over het schoolmuurtje
heen kijken om innoverend te blijven’: getuigt Dominique Persoone. De
volledige neerslag kun je lezen in de intro.
2
Bronnen van inspiratie!
Als beeldende leerkracht is het inderdaad heel belangrijk om over ‘het
schoolmuurtje te kijken om innoverend te blijven’. Er zijn voor ons vak ook heel
wat bruikbare digitale inspiratiebronnen. Hieronder lichten we enkele bronnen kort
toe.
2.1
Pinterest
Vorig schooljaar was Pinterest bij heel veel collega’s een ware ontdekking.
Pinterest is een visueel online prikbord, waarop afbeeldingen en video’s gepind
kunnen worden. Het is op dit ogenblik dé inspiratiebron voor opdrachten plastische
opvoeding van over de hele wereld! Verruim je blik en bekijk hoe divers
opdrachten kunnen zijn, hoe vaklokalen in andere continenten eruit zien, hoe
gelijklopend of verschillend de beeldtaal is … Niet alleen de wijde wereld is
inspirerend, ook onze eigen collega’s uit ons bisdom vinden elkaar hier terug.
Probeer http://pinterest.com/elsbilcke/ maar eens en klik door naar borden van
heel wat collega’s plastische opvoeding.
Je kunt de borden ook blijven opvolgen door in te loggen en aan te klikken. Een
profiel aanmaken is heel gemakkelijk en kan met je e-mailadres. Je kunt
verschillende prikborden maken (openbaar of verborgen), pinnen en andere
borden volgen. Als je een open bord creëert, kunnen andere collega’s ook dingen
pinnen van je bord. Perfect om te brainstormen, inspiratie op te doen en projecten
te delen bijvoorbeeld. En zo kun je andere leraren van over de hele wereld volgen.
Je kunt ook gemakkelijk met Pinterest werken in de klas. Al het beeldmateriaal en
de linken op YouTube kun je in klasmappen of opdrachtenmappen plaatsen. Zo
heb je je materiaal altijd online mee en kunnen de leerlingen de beelden en
filmpjes thuis herbekijken. Of leerlingen kunnen ook inloggen en een map
plastische opvoeding aanmaken met daarin hun voorbereidend beeldmateriaal.
Enkele mooie voorbeelden kun je vinden onder:
- http://pinterest.com/posterretje/
(met mapjes per studierichting en leerlingenaccounts, leerkracht M. Vereecken, SintJozefsinstituut, Tielt)
- http://www.pinterest.com/marijkevanzele/
(rond mode, creatie, textiel …, leerkracht M. Van Zele, Heilige Familie Ieper)
- http://www.pinterest.com/vdwaj/
(rond Visual Merchandising, etalages … leerkracht J. Vandewalle, Sint-Jozefsinstituut, Brugge)
2.2
Schoolblogs
De collega’s vinden ook de weg naar schoolblogs van plastische opvoeding.
Leerlingen kunnen hun werk online bekijken en de link doorsturen naar vrienden of
familie. De blog krijgt een link met de website van de school en het vak komt op
die manier duidelijk naar buiten. Naast leerlingenwerk zetten sommige collega’s
ook kunst, beeldmateriaal en linken die gebruikt worden tijdens de lessen op hun
blog. Dit zorgt voor gemakkelijk gebruik tijdens de les én voor mooi naslagwerk
voor de leerlingen! Interessante voorbeelden kun je vinden onder het mapje ‘blogs
PO’ op http://pinterest.com/elsbilcke/.
2.3
d’Academie
De academies brengen een nieuw magazine uit: ‘d’Academie’. Het focust op
beeldende kunst in het deeltijds kunstonderwijs (dko). In het eerste nummer
vertellen o.a. Patrick Janssens, Joke Devynck, Gerda Dendooven en Honoré d'O
over hoe ze de techniek van schilderen, tekenen, fotograferen of beeldhouwen
onder de knie kregen. Het magazine is gratis en bedoeld voor leerlingen en al wie
houdt van kunst en cultuur. Beschikbaar in de academies, bibliotheken, culturele
centra en musea.
2.4
Digitale foto’s en kunstbank
Op veel beeldmateriaal rust copyright. Gelukkig zijn er heel wat sites waar je wel
gratis foto’s en afbeeldingen kunt vinden. Vergeet echter nooit je bron te
vermelden.
Een greep uit het aanbod:
•
•
www.flickr.com/creativecommons
www.public-domain-photos.com
Voortaan kun je via de digitale beeldbank Lukasweb meer dan 8.800 afbeeldingen
van kunstwerken gratis opvragen. Zo haal je de collecties van de Vlaamse musea
en erfgoedinstellingen naar je klaslokaal en dit via: http://www.lukasweb.be/.
3
Projecten
Als we creativiteit dan toch alle kansen willen geven, dan mogen we
vakoverstijgend werken en projecten zeker niet uit de weg gaan. Deze zorgen niet
alleen voor een boeiende communicatie tussen leraren, maar ook voor een
uitdaging en een hoger welbevinden als leraar. Maar in de eerste plaats bieden ze
vooral een grote meerwaarde voor de leerlingen. Net omdat we in projectwerk en
vakoverstijgend werk elk talent van elke leerling aanspreken. Niet enkel de leerling
die beeldend of technisch sterk is, maar ook leerlingen met visie, concept,
uithouding, afwerking, verantwoordelijkheidszin, engagement in de groep …
Projecten kunnen kleinschalig zijn of net een grote impact hebben op het
lesgebeuren. En vaak is het moeilijk om een goed evenwicht te bewaren tussen
het aanbod van de verschillende projecten. Het is aan de leraar om hierbij de
juiste keuzes te maken.
3.1
Project ‘Sjakosse’ voor de richting Creatie en Mode
Het project ‘Sjakosse’ is een interdiocesaan samenwerkingsproject tussen de
studiegebieden Personenzorg en Mode van het bisdom Brugge en Gent, waarbij
gewerkt wordt rond het thema ‘De Sjakosse voor mensen met dementie’.
Wanneer begeleiders de personen met dementie observeren, stellen ze vast dat
hun handtas in het dagdagelijkse leven een belangrijke plaats inneemt, hun
‘sjakosse’ is ‘levensomvattend’. Dit project heeft tot doel bruggen te bouwen
tussen enerzijds het sociale en anderzijds het modische aspect van onze
maatschappij. Leerlingen uit de richting Mode & Creatie leren via dit project op een
creatieve, inventieve en gefundeerde manier handtassen ontwerpen en vorm te
geven zodat ze inspelen op de belevingswereld van de doelgroep 'mensen met
dementie'.
Meer informatie op www.dpbrugge.be onder ‘projecten in de kijker’.
3.2
Project Videoclip
In samenwerking met VIVES in Brugge konden leraren een beroep doen op
studenten die zich toegelegd hadden op het werken rond videoclips. De studenten
van Project Kunstvakken gingen de uitdaging aan in de klas en deelden op deze
manier hun kennis met de leraar.
Een voorbeeld is het onderstaande filmpje:
https://www.youtube.com/watch?v=ziFMKCdapaI
Hierbij zochten de leerlingen onder andere hoe kunst verwerkt kan worden in een
videoclip via tableau vivants.
Ook dit jaar kun je als leraar een beroep doen op een student van het VIVES
Project Kunstvakken om je in de klas op weg te helpen met een beeldende
opdracht. Zo leren wij van de studenten en kunnen we de jaren nadien verder
bouwen op dit project.
Heb je interesse om een student te ontvangen, mail dan gerust naar
[email protected].
3.3
Subsidies bij projecten
Er gelden een paar nieuwe spelregels voor dynamo 3. Zo krijgt iedereen de kans
om een projectaanvraag in te sturen. Dit geldt ook voor de scholen die al een
goedgekeurd dynamoproject hebben uit eerdere rondes.
-
Nieuwe indiendata: je moet je aanvraag online insturen voor 15 november
of voor 15 mei.
Stuur je je aanvraag in voor 15 november, dan loopt je project tussen 1
februari en 30 juni. Stuur je je aanvraag in voor 15 mei, dan loopt je project
tussen 1 september en 31 januari.
Elke school blijft recht hebben op 1 goedgekeurd dynamoproject per
kalenderjaar.
Heb je een vraag, aarzel niet ze te stellen via [email protected].
4
Evalueren
Het is een feit, creativiteit kan niet gedijen zonder een klimaat van vrijheid, zonder
mogelijkheden tot experimenteren. Maar in dat verhaal is evaluatie van de leerling
ook heel belangrijk. Net omdat we zo divers mogelijk proberen te begeleiden en
creativiteit willen aanwakkeren, is evaluatie niet eenvoudig en blijft het een zoeken
naar een gezond evenwicht waar zowel leerlingen als leraar baat bij hebben.
Evalueren is ruimer dan een waardeoordeel vellen over een resultaat en is zeker
niet gebonden aan of afhankelijk van rapport- of examenperiodes. Het is een
gebeuren op regelmatige basis waarbij leerlingen en leraren betrokken zijn.
Vanuit de leerplandoelen streven we bij iedere opdracht of bij ieder project een
totaal leerproces na. Daarbij zijn vele niet onmiddellijk normatief, meetbare
factoren in de gehele persoonsvorming van de leerling even belangrijk als een
eindresultaat. Aangezien we belang hechten aan het proces, is het ook
vanzelfsprekend dat we in de evaluatie hieraan de nodige aandacht schenken.
Bij evaluatie gaat er naast productevaluatie ook veel aandacht naar
procesevaluatie.
Deze omvat twee duidelijke aspecten nl. het creatief proces en de vakattitudes.
Procesevaluatie is een vorm van gespreide evaluatie tijdens het trimester, waarbij
de leraar het creatief proces en een aantal attitudes in beeld brengt.
De productevaluatie is het directe resultaat van wat wordt aangeleerd in het
kader van een beeldende opdracht (inhoud, beeldaspecten, techniek, materialen –
materie …).
Mogelijke criteria zijn:
-
idee, inhoud, authenticiteit, originaliteit, themagerichtheid …;
expressieve toepassing van aangeleerde beeldaspecten;
techniek en afwerking.
Het creatief proces is wat wordt ondersteund in functie van het tot stand komen
van een resultaat. Hieronder verstaan we werken met een werkwijze, methode,
stappenplan, werken met bepaalde concepten, integreren van eerder aangeleerde
inhouden zoals beeldaspecten, technieken, materialen – materie …
Mogelijke criteria zijn:
-
begripsvorming (beeldende begrippen herkennen, verwoorden, verklaren
…);
beeldtaal toepassen in functie van de beeldexpressie en de ontwikkeling
van de authentieke beeldtaal;
technieken, materie en materialen functioneel aanwenden in functie van
ontwerp;
creatief proces (probleemoplossend denken, persoonlijke interpretatie en
verwerking …);
processturing (werken met een stappenplan, reflecteren over het creatieve
proces, procesmap …).
Een vakattitude is wat wordt gestimuleerd in functie van de ‘gewenste houding’.
In een evaluatie kunnen alleen attitudes opgenomen worden die in de
leerplandoelen staan of die essentieel zijn voor het behalen van de leerplandoelen
in hun geheel.
Mogelijke criteria zijn:
-
-
werkhouding (inzet–concentratie-tempo, stiptheid, in orde zijn met materialen
en taken, doorzettingsvermogen, zorg voor kwaliteit, verantwoordelijkheidszin,
betrokkenheid bij de opdracht …);
creativiteit;
-
leerplanattitudes (evaluatieproces, kunst en cultuur, individuele attitude,
sociale houding …).
Bij het beoordelingsproces is er een voortdurende wisselwerking tussen de leraar
en de leerlingen. Evaluatie moet de leerling aanzetten tot zelfreflectie. Steeds
belangrijker wordt in die zin ook de zelfevaluatie, waarbij de leerling enkele malen
per jaar na een opdracht zijn eigen proces en product bevraagt.
Het vooraf bepalen van evaluatiecriteria is een taak van de leraar. Iedere opdracht
vereist specifieke aandachtspunten en de waarde van iedere evaluatienorm is
afhankelijk van de beoogde doelen. Let wel, de evaluatie mag de creativiteit van
de opdracht niet in de weg staan, integendeel!
Die vooropgestelde criteria helpen de leerling inzicht te krijgen in gestelde doelen
en verwachtingen gekoppeld aan de opdracht. Zo kunnen ze zichzelf voortdurend
evalueren en bijsturen, zowel in de verschillende stappen van het proces als bij het
product. Voor afspraken rond evaluatie is horizontaal en verticaal overleg tijdens
een vakvergadering nodig.
5
Nieuwe leerplannen
Onze jongeren leven meer dan ooit in een beeldcultuur. De invloed van beelden is
ongekend sterk. De hoeveelheid beelden blijft toenemen en voortdurend ontstaan
nieuwe vormen. De noodzaak voor vernieuwing in onze leerplannen bleef dan ook
niet uit.
Volgende graadleerplannen (en eventueel bijhorende lessentabellen) worden
vanaf 1 september 2014 progressief ingevoerd:
Plastische opvoeding
Leerplannummer
Type
Onderwijsvorm
2014/022
vak
aso-kso-tso
2014/021
vak
bso
2013/052
vak
bso
Naam
Plastische opvoeding
in alle studierichtingen aso, Bio-esthetiek tso,
Brood en banket tso, Lichamelijke opvoeding
en sport tso, Slagerij en vleeswaren tso,
Muziek kso, Woordkunst-drama kso
Plastische opvoeding in Verzorging-voeding
Plastische opvoeding in Brood- en
banketbakkerij, Haarzorg, Moderealisatie en
-presentatie, Slagerij en vleeswarenbereiding
en complementair in Verkoop, Kantoor
Beeldende vorming
Leerplannummer
Type
Onderwijsvorm
Naam
2014/028
Studierichting kso
Artistieke opleiding
2014/026
Studierichting bso
Moderealisatie en -presentatie
2013/062
Studierichting bso
Verkoop, met onder andere
Beeldende Vorming Visual
Merchandising
2013/033
Studierichting kso
Architecturale vorming
De leerplannen zijn te downloaden op http://plastischeopvoeding.vvkso.be.
6
De taal van multimedia: nieuwe doelstelling
De media spelen een belangrijke rol in de leefwereld van volwassenen, jongeren
en kinderen. Door de toenemende digitale informatiestroom komen beelden steeds
meer en sneller op ons af. De beeldcultuur die daaruit ontstaat, heeft een invloed
op onze manier van denken en kijken. Ook de nieuwe leerplannen plastische
opvoeding in de tweede graad krijgen hierdoor een nieuwe doelstelling. Daarin
ontleden de leerlingen de taal van multimedia.
In onze beeldende vakken spelen we daar gretig op in. We hebben als leraar
plastische opvoeding dan ook een unieke rol bij het begeleiden van jongeren in die
beeldcultuur.
-
-
-
Multimediabeelden samen bekijken en bespreken waaronder kortfilm, filmpjes op
YouTube, mediakunstuitingen, beeldende hypes …
Het ontleden van beeldende aspecten zoals storyboard, camerastandpunt, licht,
voor- en achtergrond, decor, long take, kleuraccent, blikvangen, inzoomen,
beeldmanipulatie, beeldscherpte, perspectief, detail, close-up …
Veel collega’s experimenteren al in hun lessen met multimedia-opdrachten zoals
trickfotografie, lichtgraffiti, sleeveface, animatiefilm, blue-key toepassingen,
tableau vivant …
Fotografieopdrachten naar beeldafbakeningen/camerastandpunten/micro-macro
… raken ingeburgerd.
Beeldende hypes zijn een mooie inspiratie om opdrachten te ontwikkelen die deel
uitmaken van de leefwereld van onze jongeren.
Ook hedendaagse kunstenaars zoals Ben Heine zijn inspirators om nieuwe
fotografische opdrachten te maken. Deze opdrachten lijken eenvoudig, maar
bezitten waardevolle doelen. De opdrachten gaan niet alleen in op hedendaagse
kunstvormen, ze leren de jongeren omgaan met de snel veranderende
beeldcultuur en beeldtaal en leren de jongeren een correcte foto nemen met
aandacht voor beeldafbakening, compositie en achtergrond. Voor jongeren die
dagelijks foto’s nemen met hun GSM, zijn dat belangrijke aandachtspunten.
Concrete mogelijkheden en voorbeelden van leerlingenmateriaal zijn terug te vinden
op:
http://www.pinterest.com/elsbilcke/beeldende-hypes/
http://www.pinterest.com/elsbilcke/mediawijsheid/
http://www.pinterest.com/elsbilcke/media-toepassingen/
Tableau Vivant 7WE Sint-Jozef Brugge, J. Vandewalle
7
Vakvergadering plastische opvoeding en beeldende vorming per
scholengemeenschap
Met de vakvergaderingen per scholengemeenschap willen we bepaalde punten op
elkaar afstemmen en ervaringen uitwisselen. Het is niet goed om geïsoleerd te
werken want reflectie op je werk is niet evident.
De vakvergaderingen per scholengemeenschap/scholen krijgen dus een verder
vervolg. De scholengemeenschappen/scholen die hieronder vermeld staan, komen
dit schooljaar opnieuw samen.
De scholengemeenschappen die nu niet vermeld staan, komen in de volgende
schooljaren samen.
Scholen/Scholengemeenschap
Datum
De scholen in Diksmuide
SG Prizma
SG Oostkust
9 oktober 2014
13 november 2014
20 november 2014
De scholen ontvangen een inschrijvingsformulier bij het begin van het schooljaar.
Daarin staat de gastschool vermeld. Om deze vergaderingen zo goed mogelijk voor
te bereiden, is het belangrijk dat er vooraf ingeschreven wordt.
De vakvergaderingen lopen telkens van 17.00 uur tot 19.00 uur. Collega’s die
tot 17.00 uur les hebben, vragen best aan de directie of het mogelijk is om voor
deze gelegenheid de les wat vroeger te beëindigen.
Op hetzelfde ogenblik vinden de vakvergaderingen lichamelijke en muzikale
opvoeding plaats, soms ook samen met esthetica en cultuurwetenschappen.
8
Dagen van plastische opvoeding
Dominique Persoone had het in de intro over de brede kruisbestuiving: over het
schoolmuurtje heen kijken om innoverend te blijven. En net daarvoor organiseert
de stuurgroep de dagen van plastische opvoeding. Het biedt ons de kans om even
te reflecteren. Met de zekerheid dat de collega’s die getuige waren van de vorige
editie de boodschap begrepen hebben en actief op zoek zijn gegaan naar de
oorspronkelijke drijfveer van hun studiekeuze …
De stuurgroep koos opnieuw om te werken met verschillende workshops over twee
dagen. Noteer alvast vrijdag 12 december en/of maandag 15 december
2014, telkens in DPB Brugge. Inschrijven kan na het verschijnen van de brochure
in de scholen. Plaatsen zijn beperkt. Meer info: www.eekhoutcentrum.be.
Met de wens voor een creatief jaar.
Els Bilcke
Visual Merchandising. Inpaktechnieken en decoratieve technieken
Cursuscode: I15-233
Docent: Ingrid De Meester en Philip Van Bost
Datum en uur: vrijdag 17 oktober 2014 van 09.00 u. tot 16.00 u.
Locatie: Etalages Van Bost Kortrijk
Dag van plastische opvoeding
Docent: diverse docenten
Datum en uur:
vrijdag 12 december 2014 of maandag 15 december 2014 van 09.00 tot 16.00 uur
Locatie: DPB-centrum d'Abdij Brugge
Dag van expressie
Cursuscode: D15-034
Docent: diverse docenten
Datum en uur: woensdag 15 oktober 2014 van 14.00 u. tot 17.00 u.
Locatie: VISO Campus Polenplein Roeselare