THEMA: “Aftrappen: opstelling en speel/opbouw mogelijkheden” Wie Gans de ploeg Wat Spelers staan te statisch na aftrap en houden veld niet breed WAARDOOR tegenstrever met wat eenvoudige druk snel en makkelijk in balbezit komt en doelgevaar kan creeëren Waar INFILTRATIEZONE Wanneer Na aftrappen (middencirkel) van de eigen ploeg OPLOSSING: Wie Gans de ploeg Wat Spelers staan geconcentreerd aan de aftrap en zetten zich onmiddelijk na de aftrap op posties ZODAT het veld breed gehouden wordt en er verschillende opbouw mogelijkheden geboden worden zonder onmiddelijk gevaar van balverlies te leiden Waar INFILTRATIEZONE Wanneer Na aftrappen (middencirkel) van de eigen ploeg COACHING: Wie Gans de ploeg Wat Posities innemen om veld breed en diep te houden “POSITIES” Bewegen in de ruit om aanspeelbaar te geraken “BEWEGEN” Duidelijk maken wanneer speler aanspeelbaar is “VRAAG de BAL” “LICHAAM GEBRUIKEN” Afschermen van de bal bij druk tegenstrever Waar Naast de zijlijn, ongeveer aan het midden van de eigen speelhelft Wanneer Na aftrappen (middencirkel) van de eigen ploeg Cursus Initiator : Proef training opstellen mbt thema: “Aftrappen: opstelling en speelmogelijkheden” Naam: Philippe Barbry Thema: Aftrappen (11 & 9 of 4 & 9), opstelling en speel/opbouw mogelijkheden. (posities bij aftrap + eerste bewegingen) Aantal: 8 + 2K Categorie/niveau: U9 Materiaal: Duiveltjesveld (35x25m), 2 duiveltjesdoelen, 10 ballen, 10 hesjes (2x5), 10 kegels, rode & gele markeerhoedjes, 8 hoepels, 8 horden en 2 loopladders. Richtlijnen en coachingswoorden: 1) Posities innemen om veld breed en diep te houden “POSITIES” 2) Bewegen in de ruit om aanspeelbaar te geraken “BEWEGEN” 3) Duidelijk maken wanneer speler aanspeelbaar is “VRAAG de BAL” 4) Afschermen van de bal bij druk tegenstrever “LICHAAM GEBRUIKEN” 5) OPWARMING Driehoekenrace & integratie B.M.V. (5') Organisatie: 2 ploegen van 5 spelers (groen en blauw) 2 maal drie kegels in driehoek, kegels 8 à 10 meter uit elkaar Aan elke kegel één speler zonder bal en aan één kegel per driehoek een 2de & 3de speler waarvan één met de bal. Loopladders, hoepels en horden opgesteld zoals op tekening. Beschrijving: Speler speelt de bal naar volgende speler (in wijzerzin rondom de kegels) en speler volgt zijn bal naar de volgende positie. Spelvorm ook in tegenwijzerzijn uitvoeren Integratie Basis Motorische vaardigheden: Horden= Springen met 2 voeten samen over de horden Hoepels = Hinken op 1 been van hoepel naar hoepel Loopladder = 1 contact van L & R voet per trede Coaching: 4, 5, 6 “FUN”: Ploeg die snelst terug in begin opstelling staat verdiend 1 punt WEDSTRIJDVORM 1 4 + K / 2 + K (10') Organisatie: ¾ duiveltjesveld (26x25m) uitzetten met één duiveltjesdoel op doellijn en één duiveltjesdoel achter de middellijn. Spelers in twee ploegen verdelen, één volledige ploeg op eigen helft en 2 aanvallende tegenstrevers + keeper die vertrekken vanop de eigen helft achter de middellijn. Beschrijving: Blauwe ploeg zet op en speelt onmiddelijk achteruit terug naar de keeper (opgesteld naast zijn doel). Blauwe ploeg voetbalt vanuit hun ruit en probeert te scoren in het groene doel. De groene ploeg probeert te bal te onderscheppen en te scoren in het blauwe doel. Na ieder doelpunt (max 1’) de twee groene spelers wisselen Na 5’ wisselen groene en blauwe team van kant en wordt de wedstrijdvorm herhaald. Coaching: 1, 2, 3 en 4 “FUN”: Ploeg in de meerderheid scoort = 1 punt Ploeg in minderheid scoort = 2 punten Welk team scoort de meeste punten? TUSSENVORM 1 Positie innames & spel opbouw na aftrap (15') Organisatie: 2 veldjes uitzetten op duiveltjesveld. Middellijn van beide halve velden 2 meter naar binnen leggen vanaf middellijn gemeten. Poortjes voorzien op de middellijn (positie v/d flanken) 3 rode potjes en gele potje voorzien Beschrijving: Speler 11 speelt speler 9 aan die onmiddelijk strak achteruit legt op de keeper (opgesteld naast zijn doel). Van zodra speler 9 strak terugspeelt op de keeper gebeuren volgende positiebewegingen: • Speler 7 loopt vanuit startpositie (geel potje) breed en stelt zich op (aan rode potje) met zijn rug aan de zijlijn zodat hij zijn keeper en de opkomende tegenstrever kan zien. • Speler 11 loopt (na het inspelen op speler 9) naar zijn flank en stelt zich op (aan het rode potje) met zijn rug aan de linkerzijlijn halfweg op de eigen speelhelft • Speler 9 stelt zich op (aan het rode potje) centraal net voor de middenstip van het veld Die loopbewegingen en positie-innames moeten afgerond zijn van zodra de keeper de bal gecontroleerd heeft. Trainer heeft signaal als dit gebeurd is en iedereen blijft stil staan waar hij op dat moment staat. Doorschuiven 7 > 9 > 11 andere kant positie 7 > 9 > 11 Variatie: Nadat Keeper bal gecontroleerd heeft speelt hij strak in op speler 11/7 die een 1-2 opzet met afhakende speler 9. Speler 11/7 loopt met bal door poortjes en loopt door tot in de middencirkel waar hij bal laat liggen, en vervolgens aansluit bij positie 7 Coaching: 1 (variatie = 1, 2 en 3) “FUN”: Speler krijgt 1 punt bij correcte positie op fluitsignaal trainer WEDSTRIJDVORM 2 4 + K / 3 + K (15') Organisatie: ¾ duiveltjesveld (26x25m) uitzetten met één duiveltjesdoel op doellijn en één duiveltjesdoel achter de middellijn. Spelers in twee ploegen verdelen, één volledige ploeg op eigen helft en 3 aanvallende tegenstrevers + keeper die vertrekken vanop de eigen helft achter de middellijn. Beschrijving: Blauwe ploeg zet op en speelt onmiddelijk achteruit terug naar de keeper (opgesteld naast zijn doel). Blauwe ploeg voetbalt vanuit hun ruit en probeert te scoren in het groene doel. De groene ploeg probeert te bal te onderscheppen en te scoren in het blauwe doel. Na ieder doelpunt (max 1’) de groene wissel speler inbrengen. Na 7’ wisselen groene en blauwe team van kant en wordt de wedstrijdvorm herhaald. Coaching: 1, 2, 3 en 4 “FUN”: Ploeg in de meerderheid scoort = 1 punt Ploeg in minderheid scoort = 2 punten Welk team scoort de meeste punten? TUSSENVORM 2 Positie innames & spel opbouw na aftrap (15') Organisatie: Duiveltjesveld (35x25m) met twee duiveltjesdoelen. Geel potje op startpositie speler 7. Rode potjes op positie na aftrap voor spelers 7 en 9. Beschrijving: Speler 9 trapt af met speler 11 die onmiddelijk strak achteruit legt op de keeper (opgesteld naast zijn doel). Van zodra speler 11 strak terugspeelt op de keeper gebeuren volgende bewegingen: • Speler 7 gaat breed gaan staan (rood potje) en stelt zich op met zijn rug aan de zijlijn zodat hij zijn keeper en de keeper van de tegenstrever kan zien • Speler 11 loopt naar de ballen (bij trainer), neemt een bal aan de voet en gaat via slalom rond de twee gele kegels terug naar positie 9 • Speler 9 stelt zich op (aan het rode potje) centraal aan de rand van de zone van de waarheid Nadat Keeper (1) de bal gecontroleerd heeft speelt hij strak in op speler 7 die de bal controleert en strak inspeelt (pas) op de 9. Speler 9 neemt de bal mee richting doel en schiet op doel. Nadat speler 9 heeft afgewerkt op doel neemt hij zijn bal mee en gaat rond de twee gele kegels met de bal kort aan de voet (kappen) en brengt de bal terug bij de trainer, daarna loopt hij door achter de hoekkegel naar de rij voor positie 1 Doorschuiven 1>7>11>9>1 Na 7’ oefening via linkerflank invullen Coaching: 1, 2 en 3 “FUN”: Speler scoort = 1 punt Speler scoort van buiten de rechthoek = 2 punten WEDSTRIJDVORM 3 4 + K / 4 + K (15') Organisatie: 2 ploegen van 5 spelers (groen en groen) in ruitopstelling. Voldoende ballen bij de trainer om snel heropstarten wedstrijd bij bal buiten te garanderen Beschrijving: 2 x 7’ continue spel. Wedstrijd start aan de middenstip, de ploeg die mag opzetten speelt onmiddelijk na de aftrap terug op eigen keeper (opgesteld naast zijn doel). Na ieder doelpunt opnieuw opstarten met aftrap. Nadruk op concentratie bij de aftrap, met snel innemen van posities waarop spelers voor de keeper aanspeelbaar zijn. De man meer situatie (doordat Keeper bal aan de voet heeft) uitbuiten door de vrijstaande man aan te spelen en de opbouw te starten. Op tijd spelers laten doorschuiven op verschillende posities. Coaching: 1, 2, 3 en 4 “FUN”: Scoren = 1 punt Scoren na opbouw van achteruit (zonder interceptie) = 3 punten Welke ploeg wint? Blauw (Club Brugge) of Groen (Cercle Brugge) Scorebord dmv hoedjes op elkaar zetten (door de trainer) COOLING DOWN (5') Duiveltjesdoel met 3 kegels op de doellijn. Spelertjes stellen zich op met hun bal aan de grote baklijn (+/- 10 meter van doel) Iedere speler mag 3 maal schieten op doel en proberen om een kegel omver te trappen of om een doelpaal te raken. “FUN”: 1 punt indien kegel geraakt 2 punten indien doelpaal geraakt Huiswerk: (www.voetbalhuiswerk.be) Oefening 312 : In balbezit de bal afschermen voor tegenstrever in de rug Oefening 314 : Bal leiden en afschermen voor tegenstrever in de rug Oefening 316 : Bal leiden en afschermen voor tegenstrever vanop L en R
© Copyright 2025 ExpyDoc