Samen werken aan diergezondheid Pluimvee Hoofdpunten Rapportage Tweede kwartaal 2014 Uitbraken van Gumboro en ILT De afgelopen maanden werden geregeld uitbraken van Gumboro en ILT gemeld, bij met name vleeskuikens. De Gumborouitbraken vonden vooral plaats in Zuidoost-Brabant en Noord-Limburg, en de ILT-uitbraken in de regio ZuidoostBrabant en Oost-Drenthe (gebied rondom Meppen (Duitsland)). In het gebied rondom Meppen zijn de laatste weken diverse uitbraken geweest. Voor beide ziekten zijn vaccins beschikbaar. Deze vaccins zijn in staat opfokdieren (ILT), en vleeskuikens en opfokdieren (Gumboro) te beschermen tegen de gevolgen van ziekteverwekkende veldstammen. Zeer belangrijk daarbij is dat de vaccins op de juiste wijze en op het juiste tijdstip worden toegediend, volgens de bijsluiter van de vaccinfabrikanten. Bloedonderzoek is bij Gumborovaccinatie een belangrijk hulpmiddel om de optimale leeftijd van vaccineren te bepalen. Bij ILT-vaccinatie adviseert de GD de dieren met oogdruppel te vaccineren, omdat dit ten opzichte van drinkwatervaccinatie beter werkzaam is en omdat na oogdruppelvaccinatie minder kans op spreiding van vaccinvirus ontstaat. Wereldwijd is geaccepteerd dat ILT-vaccinvirus de bron is van ILTuitbraken bij vleeskuikens; vleeskuikens worden niet gevaccineerd tegen ILT. Voor ILT en Gumboro geldt dat de infectiedruk in een getroffen regio verlaagd moet worden. Hiervoor zijn, met name bij ILT, rigoureuze maatregelen nodig, zoals het leegdraaien van het gebied, verlengde leegstand en gesynchroniseerd opstarten. Bij verhoogde infectiedruk met Gumborovirus, adviseert de GD om hete vaccins te gebruiken. Te allen tijde moet insleep van ILT- en Gumborovirus, net als andere ziekteverwekkers, op bedrijven worden voorkomen door passende hygiënemaatregelen. Raadpleeg uw dierenarts voor bedrijfsgerichte adviezen. Kort Nieuws ■ In het tweede kwartaal werd geen AI-virus aangetoond. Wel werden er serologisch antistoffen aangetoond tegen H5, H7, H2, H6, H8 en H9. ■ In de reproductiesector werd in het tweede kwartaal een besmetting met Salmonella Enteritidis (SE) aangetoond op een vleesvermeerderingsbedrijf. Een legvermeerderingsbedrijf werd positief geverifieerd op Mycoplasma gallisepticum. ■ Eveneens werd SE aangetoond op acht leghennenbedrijven. Aantal bij de GD gemelde bedrijven met klachten als gevolg van ILT en Gumboro (periode 3e kw. 2011 t/m 2e kw. 2014) (Bron: GD) ILT in Nederland 18 16 aantal Gumboro-meldingen 35 aantal ILT-meldingen 14 12 10 8 6 4 2 0 Gumboro in Nederland 40 3e kw. 4e kw. 1e kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw. 1e kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw. 1e kw. 2e kw. 2011 2011 2012 2012 2012 2012 2013 2013 2013 2013 2014 2014 periode 30 25 20 15 10 5 0 3e kw. 4e kw. 1e kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw. 1e kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw. 1e kw. 2e kw. 2011 2011 2012 2012 2012 2012 2013 2013 2013 2013 2014 2014 periode Hobbypluimvee Vleesvermeerdering Leghennen Vleeskuikens Opfok vleesvermeerdering Opfok leghennen Opfok legvermeerdering De informatie die in de monitoring wordt gebruikt, wordt op verschillende manieren verzameld. Hierbij ligt het initiatief gedeeltelijk bij dierenartsen en veehouders en gedeeltelijk bij de GD. De informatie wordt integraal geïnterpreteerd om de doelstellingen van de monitoring, het snel signaleren van diergezondheidsproblemen enerzijds en het volgen van meer algemene trends en ontwikkelingen anderzijds, te bereiken. Het ministerie van EZ en het PPE geven financiële ondersteuning aan de monitoring. Samen werken aan diergezondheid Aanpak Mycoplasma synoviae (M.s.) en M.s.-vaccinatie De eerste resultaten van de monitoring met deze differentiërende test laten zien dat bij 8,8% (3/34) van de met deze test onderzochte opfokvleesvermeerderingskoppels (= stallen) naast de M.s.-vaccinstam ook een M.s.veldinfectie aanwezig is (zie grafiek). Voor de vleesvermeerderingskoppels ligt dit percentage op 24,7% (20/81). Deze resultaten laten zien dat vaccinatie het aanslaan van M.s.-veldstam niet per definitie voorkómt. Dat een M.s.-veldstam ondanks vaccinatie toch kan aanslaan is niet nieuw, dit is al eerder aangetoond in experimenten. Vaccinatie draagt met name bij aan een vermindering van de ziektesymptomen veroorzaakt door M.s. Ook laten de resultaten zien dat de vaccinstam lang aantoonbaar blijft. Het is onbekend in hoeverre M.s.-vaccinatie verticale transmissie (overdracht van moederdieren op nakomelingen) van een M.s.-veldstam voorkómt. Ook bij een gevaccineerd koppel blijft het belangrijk aandacht te hebben voor hygiënemaatregelen om insleep van M.s. te voorkomen. Resultaten M.s.-H-PCR op koppelniveau (=inzending) en per pluimveetype (2e kwartaal 2014) (Bron: GD) Resultaten M.s.-H-PCR op koppelniveau 90 80 Veldstam: niet aangetoond; vaccinstam: niet aangetoond 70 aanal uitslagen In de vorige monitoringsflyer werd al aandacht besteed aan de aanpak van M.s., waarbij gesteld werd dat M.s.-vaccinatie kan bijdragen tot het verminderen/voorkómen van laesies, zoals luchtzakontsteking, gewrichts ontsteking en eipuntschaalafwijkingen. Echter, informatie uit onderzoek en nieuwe veldgegevens laten duidelijk zien dat een M.s.-vaccinatie het aanslaan van een M.s.-veldinfectie niet altijd voorkómt. Omdat M.s.-vaccinatie interfereerde met de monitoring op basis van bloedonderzoek, en omdat de levende M.s.-vaccinstam kan spreiden van gevaccineerde koppels naar niet-gevaccineerde koppels, binnen en tussen stallen op eenzelfde bedrijf, kwam de sectorale aanpak in het gedrang. Om toch verder te kunnen gaan met de sectorbrede M.s.-aanpak, is sinds het tweede kwartaal voor koppels die tegen M.s. gevaccineerd zijn, of voor niet-gevaccineerde koppels afkomstig van bedrijven die tegen M.s. gevaccineerd zijn, het verplichte bloedonderzoek vervangen door een verplicht onderzoek met een differentiërende M.s.-PCR (ook hier geldt dat wanneer een M.s.-veldstam wordt aangetoond, de monitoring wordt stopgezet). De resultaten van de M.s.-monitoring (bloedonderzoek en M.s.-differentiërende PCR) op koppelniveau van het tweede kwartaal van 2014 laten zien dat, in tegenstelling tot monitoring op basis van bloedonderzoek, de monitoring op basis van de differentiërende M.s.-PCRtest bij koppels waar sprake is van een M.s.-vaccinatie, wel duidelijkheid geeft over de M.s.-infectiestatus. Met de M.s. differentiërende test wordt aangegeven of er sprake is van een vaccin- en/of veldstam. Veldstam: niet aangetoond; vaccinstam: aangetoond 60 50 Veldstam: aangetoond; vaccinstam: niet aangetoond 40 30 Veldstam: aangetoond vaccinstam: aangetoond 20 10 0 SO SV productietype SO = opfok vleesvermeerdering; SV = vleesvermeerdering Monitoringspilots van start op pluimveebedrijven In het tweede kwartaal is de GD in samenwerking met peildierenartsenpraktijken gestart met twee pilotonderzoeken op pluimveebedrijven. Het eerste onderzoek richt zich op uitval in de eerste levensweek bij vleeskuikens of bij de opfok-vleesvermeerdering. Doel is om inzicht te krijgen in ziekteverwekkers die daarbij een rol spelen. Met de andere pilot wil de GD onderzoeken wat de oorzaak is van het ‘hepatitisbeeld’ bij afgekeurde vleeskuikens. Indien u als pluimveehouder mee wilt doen aan een van deze twee pilotonderzoeken, dan kunt u contact opnemen met uw dierenarts. Voor meer informatie betreffende deze twee monitoringspilots kunt u onze website raadplegen (http://www.gddiergezondheid.nl/actueel/nieuws/2014/09/monitoringspilotsvan-start-op-pluimveebedrijven). Samen werken aan diergezondheid Dierziektebarometer Pluimvee 2e kwartaal 2014 commercieel pluimvee (op bedrijfsniveau) en hobbyvogels DIERZIEKTE AANTAL GEMELDE UITBRAKEN EN/OF AANGETOONDE BESMETTINGEN Bestrijdingsplichtige ziekten AI binnenland HPAI: niet aangetoond LPAI: Serologisch: antistoffen tegen H5, H7, H2, H6, H8, H9 PCR: niet aangetoond AI EU-regio HPAI: niet aangetoond LPAI: geen H5/H7 NCD binnenland Niet aangetoond NCD EU-regio Zweden Trends in zoönosen Chlamydia Vlekziekte Geen uitbraken S. Enteritidis Reproductiesector: 1 Opfoklegsector: 0 Leghennen: 8 Vleeskuikens: 1* S. Typhimurium Reproductiesector: 0 Opfoklegsector: 0 Leghennen: 0 Vleeskuikens: 1* S. Hadar Reproductiesector: 0 S. Infantis Reproductiesector: 0 S. Virchow Reproductiesector: 0 Trends in specifieke aandoeningen (1) S. Java Reproductiesector: 0 Vleeskuikens: 1* S. Gallinarum Geen uitbraken S. Pullorum Geen uitbraken * Bij de GD bekende besmettingen (verificatie n.a.v. positieve inlegvellen) ** Rustig n.a.v. bij de GD bekende besmettingen RUSTIG WAAKZAAM KRITIEK BRON X X X X X X X X X X X** X X X X** X X X X X** X X GD/NVWA/CVI OIE/PPE GD/NVWA/CVI OIE/PPE EWS-lijst/GDlab X X GD-lab GD-lab GD-lab GD-lab GD-lab GD-lab EWS-lijst/GDlab GD-lab >> Samen werken aan diergezondheid Vervolg tabel DIERZIEKTE AANTAL GEMELDE UITBRAKEN EN/OF AANGETOONDE BESMETTINGEN Trends in specifieke aandoeningen (2) M. gallisepticum* Reproductiesector: 1 Opfok-leghennen: 0 Leghennen: - niet gevaccineerd: 4 - gevaccineerd en besmet: 3 Kalkoenen: 0 M. synoviae Reproductiesector: - niet gevaccineerd: 41* - gevaccineerd en besmet: 6*/*** - besmet: 20** Opfok-leghennen: 19* Leghennen: 218* Kalkoenen: 0* M. meleagridis* Kalkoenen: 0 Coryza Geen uitbraken (Avibacterium paragallinarum) Ziekte van Gumboro Opfok leghennen: 1 Vleeskuikens: 7 Infectieuze Reproductiesector: 2 laryngotracheïtis Opfok-leghennen: 1 Vleeskuikens: 5 Pasteurella multocida Geen meldingen aan NVWA Infectieuze bronchitis Histomonas Reproductiesector: 2 Kalkoenen: 1 Hobbyvogels: 1 Chronische enteritis (CE) Leghennen Turkey Rhinotracheïtis Reproductiesector: 1 (TRT) Opfok-leghennen: 1 Leghennen: 1 Vleeskuikens: 1 Kalkoenen: 1 Marekse ziekte Opfok-leghennen: 1 Hobbyvogels: 3 Enterococcen * Gebaseerd op serologische monitoring ** Aangetoond via de differentiërende M.s.-PCR RUSTIG X WAAKZAAM BRON X GD-lab X X X X X KRITIEK X X X X X GD-lab X GD-lab EWS-lijst/GDlab X X X X X X X X X X X X X X X X X X EWS-lijst EWS-lijst GD GD-lab GD-lab GD-lab GD-lab X GD, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04 www.gddiergezondheid.nl, [email protected] GDOV0250/10-14 *** Wegens overgangsperiode nog enkele gevaccineerde bedrijven serologisch onderzocht
© Copyright 2024 ExpyDoc