Bekijk de presentatie van Jos Reinhoudt (MVO Nederland)

Monitoring van duurzaamheid
Data-acquisitie en –verwerking in theorie en praktijk
22 Mei 2014
Maxim Luttmer
Dirk-Jan Everts
Jeroen Hairwassers
Introductie , doel en opzet break out-sessie
Introductie
►Wie zijn wij?
– Korte introductie Maxim, Dirk-Jan en Jeroen.
►Wie zijn jullie?
– Een gevarieerde groep organisaties.
►Waar gaat deze sessie over?
– Over monitoring van duurzaamheidindicatoren.
– Wat meet je en hoe verzamel je de benodigde gegevens?
Pagina 3
Mei 2014
Introductie
►Wanneer is deze sessie een succes?
– Als je met ten minste één nieuw idee naar buiten loopt waarmee je je eigen
monitoringproces kan verbeteren.
►Korte plenaire
verwerking.
Pagina 4
Mei 2014
inventarisatie
knelpunten
rondom
dataverzameling
en
–
Agenda
►Introductie verslaggevingsproces – welke plaats heeft monitoring in het geheel?
►Basisprincipes verslaggeving en monitoring.
►Voorbeeldcases
– - opzetten monitoring impact van transport en distributie
– - borging monitoringsysteem
►Plenair bespreken case ‘personeelssterkte bij Appels en Peren’
►Tips uit de praktijk – ervaringen delen
Pagina 5
Mei 2014
De theorie – basisprincipes voor monitoring
Pagina 6
Mei 2014
Principes maatschappelijke verslaggeving
“MVO betekent in de kern dat je je als bedrijf fatsoenlijk en netjes gedraagt, en dat de
samenleving dat ook als zodanig ervaart.”
Antony Burgmans (oud-bestuurder Unilever, opsteller SER-rapport MVO 2008)
Accounting-principes zoals deze worden vertaald in diverse protocollen en guidelines
GRI-4
Principles for defining report
content
• Stakeholder inclusiveness
• Sustainability context
• Materiality
• Completeness
Verschillende guidelines en
protocols
Principles for defining report
quality
• Balance
• Comparability
• Accuracy
• Timeliness
• Clarity
• Reliability
Pagina 7
Mei 2014
•
Verslaggeving GRI-4
•
ISO 26000
•
CDP (Carbon Disclosure Project)
•
GHG-protocol
•
ISO14064
•
Scope 3 Standard
•
ISO 50001
Verslaggeving – onderdeel van een procescyclus
Commitment
Stakeholder inclusiveness
Materialiteit
Audits
Sustainability context
Completeness
Balance
Rapportage
Comparability
Materiality
Rapportagecyclus
vastgelegd in data/reportingmanagementplan
Doelstelling
Timeliness
Clarity
Monitoring
Reliability
Acties
KPI’s
Accuracy
Completeness
Pagina 8
Mei 2014
Comparability
Monitoringprincipes
►Een goed monitoringsysteem wordt gekenmerkt door de volgende eigenschappen:
► Doelgericht: weet waarom je meet.
► Compleet: goede afbakening (scope).
► Accuraat: nauwkeurigheidseisen kunnen per KPI verschillen.
► Transparant: methodologie en procedures.
► Betrouwbaar: interne beheersingsmaatregelen.
Pagina 9
Mei 2014
Verslaggeving met GRI – indicatoren-inventarisatie
►In totaal zijn er 150 indicatoren. Ongeveer de helft daarvan is kwantitatief van
aard.
►Algemene aspecten:
gelden
voor
elke
organisatie.
algemeen
►Specifieke aspecten:
worden bepaald door
een
analyse
van
relevante
(materiële)
zaken op het gebied
van duurzaamheid.
Pagina 10
Mei 2014
Verslaggeving met GRI – aspecteninventarisatie
General
Ethics and integrity
Governance
Identified material aspects and boundaries
Organizational profile
Report profile
Stakeholder engagement
Strategy and analysis
Specific
Disclosures on management approach
Economic
Economic performance
Indirect economic impacts
Market Presence
Procurement practices
Environmental
Biodiversity
Compliance
Effluents and waste
Emissions
Energy
Environmental grievance mechanisms
Materials
Overall
Products and services
Supplier environmental assessment
Transport
Water
Pagina 11
Mei 2014
Social
Human rights
Assessment
Child labor
Forced or compulsory labor
Freedom of association and collective bargaining
Humand rights grievance mechanisms
Indigenous rights
Investment
Non-discrimination
Security practices
Supplier human rights assessment
Labor practices and decent work
Diversity and equal opportunity
Employment
Equal remunerations for women and men
Labor practices grievance mechanisms
Labor/Managament relations
Occupational health and safety
Supplier assessment for labor practices
Training and education
Product responsibility
Compliance
Customer health and safety
Customer privacy
Marketing communications
Product and service labeling
Society
Anti-competitive behavior
Anti-corruption
Compliance
Grievance mechanisms for imacts on society
Local communities
Public policy
Supplier assessment for impacts on society
Definiëren en operationaliseren van KPI’s is een iteratief
proces
►Zijn de KPI’s van de materiële indicatoren op de juiste wijze gedefinieerd?
►Is de vereiste mate van nauwkeurigheid (accuracy) per KPI vastgesteld?
►Is de benodigde data beschikbaar?
KPI definiëren
►Is de benodigde data toegankelijk?
Beschikbaarheid,
toegankelijkheid en
betrouwbaarheid
data?
Voldoende
Onvoldoende
►Is de benodigde data betrouwbaar?
Verbeteren of
afbreken
Informatiesystemen
verbeteren
Pagina 12
Mei 2014
Monitoring
afbreken
Monitoring
starten
Vastleggen van methode en procedures in reporting
protocol
►Reporting Protocol zorgt voor consistentie en betrouwbaarheid van de
gerapporteerde informatie.
►Beschrijving van MVO-strategie, materiële onderwerpen en doelstellingen.
►Beschrijving van verslaggevingsproces
– Bepaling materiële onderwerpen (stakeholder consultatie).
– Beschrijving van gehanteerde normen en richtlijnen.
– Scope en afbakening.
– Borging van het proces in de organisatie.
– Consequenties bij afwijkingen van doelstellingen.
– Jaarplanning.
– Borging van kennisniveau medewerkers.
– Beschrijving van auditwerkzaamheden (intern en /of extern) en planning.
Pagina 13
Mei 2014
Vastleggen van methode en procedures in reporting
protocol
►Beschrijving van monitoringplan
– Definitie van KPI’s (per indicator) inclusief scope.
– Doelstellingen per indicator op korte en middellange termijn.
– Berekeningswijze per KPI inclusief gebruikte bronnen en inschattingen van
onzekerheden.
– Beschrijving van interne beheersingsmaatrelelen:
– Vastleggen van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden.
– Uitwerken van vier-ogen-principe.
– Vastleggen van procedures om IT-systemen te controleren, geldigheid van
certificaten te borgen, meters te kalibreren, etc.
Pagina 14
Mei 2014
Uitwerking voorbeeldcase: opzetten monitoring impact
van transport
►Situatie: een meubelproducent met meerdere productielocaties koopt
grondstoffen in bij een groot aantal leveranciers (wereldwijd). Vervolgens levert ze
haar producten aan diverse dealers. Op basis van schattingen lijkt ‘transport’ een
materiele milieu-impact te hebben. Het transport naar de dealers is op alle locaties
uitbesteed aan een externe partij.
►Opgave: monitor de significante milieu-impacts van het transport.
►Aanpak:
1. Wat zegt GRI? Indentify the significant environmental impacts of the modes of
transportation used by the organisation, this includes at a minimum the energy
use, emissions (GHG, ozone, Nox, Sox, other air emisisons), effluents, waste, noise
and spills.
Pagina 15
Mei 2014
Uitwerking voorbeeldcase: opzetten monitoring impact
van transport
2. Vaststellen van scope
–
Upstream en downstream transport?
–
GHG-emissies, of ook andere emissies (fijnstof, Nox)? Effluent, waste,
noise?
3. Definiëren van KPI’s
– Totale CO2-uitstoot in CO2-equivalenten (ton CO2-eq. / jaar) van alle
transportactiviteiten tussen alle productielocaties en hun dealers.
– CO2-uitstoot van transport per dollar omzet (ton CO2-eq. / $ revenue).
Pagina 16
Mei 2014
Uitwerking voorbeeldcase: opzetten monitoring impact
van transport
4. Vaststellen van beschikbare gegevens
– Leveringsbonnen van transporteurs (hardcopy in mappen). Op deze bonnen
staat de bestemming van de vracht en de hoeveelheid vervoerde producten
(in aantallen meubels).
– Uitdraai uit boekhoudsysteem waarin alle betalingen aan de transporteurs
staan. Dit betreft alleen financiële gegevens.
5. Vaststellen of beschikbare data toegankelijk en betrouwbaar is
– Betrouwbaarheid van leveringsbonnen is hoog, toegankelijkheid is laag.
– Toegankelijkheid van boekhoudsysteem is groot, betrouwbaarheid is laag.
Pagina 17
Mei 2014
Uitwerking voorbeeldcase: opzetten monitoring impact
van transport
5. Inrichten en vastleggen monitoringaanpak
– Upstream emissies worden buiten beschouwing gelaten vanwege
complexiteit en beperkte invloed van bedrijf op de upstream keten.
– De exacte impact van downstream emissies is nu nog niet bekend. Daarom
volstaat in eerste instantie een ruwe inschatting. Hierover wordt in het
eerste jaar intern gerapporteerd.
– Schatting van maken op basis van huidige gegevens in boekhoudsysteem.
– Op basis van steekproef van leveringsbonnen controle op schatting
uitvoeren.
Pagina 18
Mei 2014
Uitwerking voorbeeldcase: opzetten monitoring impact
van transport
5. Inrichten en vastleggen monitoringaanpak (vervolg)
– Onderzoeken of veranderingen in informatiesystemen kunnen worden
doorgevoerd:
– Bestemming en lading aan boekhoudsysteem toevoegen.
– Gewicht van meubels vastleggen.
– Bonnen inscannen.
– Evaluatie inplannen na afronding jaarverslag.
– Alle afspraken vastleggen in monitoringprotocol.
Pagina 19
Mei 2014
Uitwerking voorbeeld case: borgen van data
management (plan)
►Situatie: een engineering bureau (advies en realisatie) is gecertificeerd op de CO2prestatieladder, niveau 3 (voor een deel is dit ISO 14064 - CO2 en ISO5001 – energie). Men voert
al twee jaar een energieactieplan uit (met deelprojecten). Er is een datamanagementplan
opgesteld met de randvoorwaarden (w.o. boundary, datakwaliteit, betrokkenen) en processen
voor borging. Bij de jaarlijkse audit (certificerende partij), blijkt dat niveau 3 niet behouden kan
worden. Opmerkingen van de auditor zijn: interne betrokkenheid te laag, overal CO2 doelstelling
lijkt niet gehaald, en onvoldoende inzicht in energiestromen (en CO2) in de organisatie.
►Opgave:
Inzicht
verschaffen
in
belangrijkste KPI’s en achterliggende
informatie/data.
Rapportages
transparanter maken. Processen versterken
in het bedrijf.
►Aanpak:
1. Wat zegt GRI? Align with ISO 14064 –
GHG Inventory quality management.
Documentation retention and record
keeping.
Pagina 20
Mei 2014
Uitwerking voorbeeld case: borgen van data
management (plan)
2. Vaststellen van huidige documenten en data
–
Boundary van de organisatie (organisatieonderdelen, groei, etc)?
–
De energiestromen in de organisatie (historisch)?
–
GHG-emissies gerelateerd aan het energiegebruik?
–
Projecten die i.k.v. energieactieplan zijn uitgevoerd.
–
Vaststellen van de benodigde datakwaliteit (is deze voldoende?),
3. Helderheid verschaffen doelstellingen en KPI’s(en achterliggende data),
–
Doelstelling hele organisatie en per gevoerd project inzichtelijk maken.
–
Brandstofverbruik per m2/fte/km/jaar (apparatuur, gebouwen en vervoer)
–
Verklaringen weerverandering, gedragsverandering, bedrijfsactiviteiten, facturen
(energie), etc.
4. Documentatie en processen aanscherpen
–
Doelstelling organisatie en project en KPI doelstellingen relatief maken/weergeven.
–
Energiegebruik, energiestromen per organisatieonderdeel en emissies toelichten,
–
Huidige actieplan aanscherpen, nieuw actieplan inplannen
–
Organisatorische processen inbedden (belang, verantwoordelijken, meetings),
Pagina 21
Mei 2014
In de praktijk – valkuilen en oplossingen
Pagina 22
Mei 2014
In de praktijk – meten van personeelssterkte
►Personeelssterkte is een belangrijke grootheid
duurzaamheidindicatoren. Enkele voorbeelden:
bij
een
groot
aantal
– Totaal aantal medewerkers.
– Aantal uren scholing per medewerker.
– Percentage van het totale personeelsbestand dat gerepresenteerd is in
gezondheids- en veiligheidscommissies.
– Percentage
van
het
aantal
functioneringsgesprek heeft.
medewerkers
– Het aantal bedrijfsongevallen per medewerker.
►Vaststellen van personeelssterkte is niet altijd eenvoudig.
Pagina 23
Mei 2014
dat
een
jaarlijks
In de praktijk – meten van personeelssterkte
Appels en Peren
Appels en Peren: Een internationaal opererend groente- en fruitbedrijf. In totaal
heeft Appels en Peren vier vestigingen in Nederland (inclusief hoofdkantoor), drie in
Duitsland (net overgenomen) en één in Dubai (verkooporganisatie).
Voor het maatschappelijk verslag is de totale personeelssterkte nodig voor twee
materiële aspecten:
–Ziekteverzuim.
–Verhouding permanente en tijdelijke werknemers.
De duurzaamheidsmanager van Appels en Peren wil de personeelssterkte voor de
hele groep uitdrukken in FTE-equivalenten van daadwerkelijke gewerkte uren. Zij
moet rekening houden met de volgende situatie:
Pagina 24
Mei 2014
In de praktijk – meten van personeelssterkte
Appels en Peren
–De vaste medewerkers in Nederland (300 vaste werknemers) werken met een
geautomatiseerd tijdschrijfsysteem. Een full-time werkweek bedraagt 40 uur.
–Op de Duitse vestigingen is het verloop van personeel hoog (vanwege de recente
overname) en laat de administratie te wensen over. Er is geen tijdschrijfsysteem en
de vestigingsmanagers hebben geen tijd om precies uit te pluizen wie wanneer in
dienst is getreden op welk moment en geven daarom alleen de hoeveelheid FTE’s
aan het einde van het verslagjaar op. Het gaat volgens hen om ongeveer 100 FTE.
Een full-time werkweek bedraagt 32 uur.
–Van veel tijdelijke werknemers (in het hoogseizoen, zowel in Nederland als
Duitsland) zijn alleen de momenten van indiensttreding en uittreding bekend. De
werkelijke werktijd is in de regel veel langer dan de gecontracteerde werktijd.
–De verkooporganisatie in Qatar is in juni 2013 opgezet en daar zijn tot 1 januari
2014 tien mensen in dienst getreden die full-time werken. Zij hebben geen
tijdschrijfsysteem.
Pagina 25
Mei 2014
In de praktijk – meten van personeelssterkte
Appels en Peren
Vragen
– Welke problemen komt de duurzaamheidsmanager tegen bij het vaststellen
van het aantal FTE’s in de hele organisatie?
– Hoe kunnen deze problemen worden opgelost? Welke overwegingen spelen
hierbij een rol?
– In hoeverre herken je deze problematiek in jouw eigen organisatie? Welke
oplossingen hebben jou geholpen?
Pagina 26
Mei 2014
Afronding: tips uit de praktijk
►Leg het monitoringproces en de inhoud van de monitoring vast in een
monitoringplan – data management plan.
►Het leveren van gegevens is voor veel werknemers een extra taak in de volle
agenda. Een duidelijk commitment/betrokkenheid vanuit het management en een
bedrijfscultuur waarin duurzaamheid vanzelfsprekend is versoepelt het dataacquisitieproces. Zichtbaarheid van de werknemer en zijn rol (door het management)
wordt veelal als positief ervaren.
►Neem zeker in het eerste jaar niet te veel hooi op je vork door direct over alle
indicatoren van een bepaald aspect te willen rapporteren. Ruim minstens twee of
drie jaar de tijd om een aspect goed te monitoren. Rapporteer eerst intern, dan
extern. Dit geldt eveneens voor het laten auditen (eerst intern goed op orde, dan
extern).
►Instrueer verantwoordelijken in het dataverwervingsproces regelmatig door
middel van bijeenkomsten, webinars en ondersteunend materiaal.
Pagina 27
Mei 2014
Afronding: tips uit de praktijk
►Neem ruim de tijd voor het voorbereiden en herzien van het jaarlijkse dataacquisitieproces. Begin hier in augustus mee. Draai met nieuwe indicatoren in
september/oktober een proef zodat kinderziektes snel worden opgespoord.
►Maak gebruik van slimme, flexible IT-oplossingen om het data-acquisitieproces te
vereenvoudigen (webtools of geautomatiseerde Excel-spreadsheets). De keuze
hangt af van de omvang van de organisatie.
►Voeg meta-data (informatie over de data) toe zodat op een later moment de
oorsprong en de betrouwbaarheid van de data kan worden geverifieerd.
►Aanvullende tips vanuit de zaal?
Pagina 28
Mei 2014
Terugkoppeling op genoemde knelpunten en overige
vragen
Pagina 29
Mei 2014
Contact
Maxim Luttmer – [email protected] – +31 6 50260659
Dirk-Jan Everts – [email protected] – +31 6 29083413
Pagina 30
Mei 2014