inhoud Algemeen deel Schoolgebonden deel Bijlage LEERLINGENSTATUUT SCZ Stedelijk College Van Doornenplantsoen 1 2722 ZA Zoetermeer Tel. (079) 331 03 00 Fax (079) 331 40 40 E-mail: [email protected] Website: www.stedelijk-college.nl LEERLINGENSTATUUT 1 inhoud Inhoudsopgave Algemeen deel Preambule . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 I Algemene bepalingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 III Dagelijkse gang van zaken op school . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 IV Strafmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Algemeen deel II Het onderwijs, toelating, bevordering, inhoud, afsluiting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 V Vaststelling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Schoolgebonden deel Artikel 2. Gedragscode kleding en accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Artikel 3. Veiligheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Artikel 4. De les - verlof - verzuim - te laat - uit de les verwijderd . . . . . . . . . . . . . . . 15 Schoolgebonden deel Artikel 1. Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Artikel 5. Toetsing en beoordeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 Artikel 6. Rapportage en bevordering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 Artikel 8. Tot slot. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Bijlage Artikel 7. iPads . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Bijlage Bijlage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 LEERLINGENSTATUUT 2 inhoud Algemeen deel Preambule I Algemeen deel In dit Leerlingenstatuut zijn artikelen opgenomen die de rechten en plichten van de leerlingen regelen. Daarnaast kent de school een stelsel van ongeschreven regels, dat het sociale verkeer tussen leerlingen onderling en tussen leerlingen en medewerkers van de school regelt. Hierbij gaan wij uit van normen en waarden, die gebaseerd zijn op wederzijds respect, onderling vertrouwen en solidariteit. Wij verwachten dat de leerling hierdoor zowel in school als daarbuiten in staat is om actief en positief te participeren, conform de missie/visie van de school. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsbepaling Schoolgebonden deel Bijlage Dit leerlingenstatuut verstaat onder: 1.1. Bevoegd gezag: het bestuur van de Stichting Stedelijk Voortgezet Onderwijs Zoetermeer (SSVOZ) 1.2. School: onderdeel van de SSVOZ onder leiding van een directeur. 1.3. Leerlingen: leerlingen die op één van de scholen van de SSVOZ staan ingeschreven. 1.4. Ouders: de ouders, voogden of verzorgers van de leerlingen. 1.5. Directeur: de door het College van Bestuur doorgemandateerde eindverantwoordelijke van één van de scholen van de SSVOZ. 1.6. Directie: de directeur samen met de adjunctdirecteuren. 1.7. Voorzitter College van Bestuur: het bevoegd gezag van de SSVOZ. 1.8. Personeel: het aan de SSVOZ verbonden onderwijzend (OP) en onderwijsondersteunend personeel (OOP). 1.9. Docenten: leden van het personeel die een onderwijstaak vervullen. 1.10. Geleding: alle leerlingen, alle ouders of al het personeel. 1.11. Medezeggenschapsraad: de raad als bedoeld in art. 3 van de Wet Medezeggenschap op Scholen (WMS). 1.12. Medezeggenschapsreglement: het reglement als bedoeld in art. 23 van de WMS. 1.13. Leerlingenraad: een geledingenraad, samengesteld uit en door de leerlingen, als bedoeld in art. 20 van de WMS. 1.14. Schoolgids en schoolplan: de schooldocumenten als bedoeld in de zin van de WVO. 1.15. Inspectie: de inspecteur die belast is met het toezicht op het onderwijs als bedoeld in art. 113 WVO. 1.16. Afdelingsleiders: functionarissen, verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding over één of meerdere afdelingen, sectoren of jaarlagen. Artikel 2. Leerlingenstatuut 2.1. Dit leerlingenstatuut legt de rechten en verplichtingen van de leerlingen vast, die staan ingeschreven op één van de scholen die deel uitmaken van de Stichting Stedelijk • Stedelijk College, Van Doornenplantsoen 1, 2722 ZA Zoetermeer; www.stedelijk-college.nl • SCZ Picasso Lyceum, Paletsingel 38c, 2718 NT Zoetermeer, www.picasso-lyceum.nl • SCZ Het Atrium, Paltelaan 1, 2712 RN Zoetermeer, www.hetatrium-pro.nl en het bevat tevens de daaruit voortvloeiende opdrachten aan de andere geledingen en aan het bevoegd gezag. LEERLINGENSTATUUT 3 2.2. 2.3. 2.5. Algemeen deel 2.4. Het statuut is bindend voor alle geledingen, met inachtneming van de bepalingen in het medezeggenschapsreglement en wettelijke bepalingen. Het bevoegd gezag legt elke twee jaar in een leerlingenstatuut de rechten en plichten van de leerlingen vast. Tussentijdse wijziging van het leerlingenstatuut is mogelijk. Het bevoegd gezag legt elke wijziging van dit statuut voor aan de medezeggenschapsraad. Het leerlingenstatuut bestaat uit twee delen: I. een algemeen gedeelte, geldend voor alle leerlingen die staan ingeschreven op één van de scholen die deel uitmaken van de SSVOZ II. een schoolgebonden gedeelte, geldend voor de leerlingen van de betreffende school. De directie van een school draagt zorg voor het plaatsen van het leerlingenstatuut op de website van de school. inhoud Algemeen deel Artikel 3. Recht op informatie 3.2. 3.3. Artikel 4. 4.1. 4.2. 4.3. Recht op privacy Er is op school een leerlingenregister, waarin slechts de hierna te noemen gegevens van de leerlingen zijn opgenomen: • naam en adres; • geboorteplaats en datum; • datum van inschrijving; • naam en adres van de ouders; • naam en adres school van herkomst; • het onderwijskundig rapport • datum van verlaten school en reden daarvan; • gegevens over studievorderingen en studieverloop; • naam en adres van (eventuele) ontvangende school bij vroegtijdig schoolverlaten; • gegevens over de lichamelijke constitutie en leerstoornissen van de leerling; • gegevens die voor het functioneren van de school of voor het verkrijgen van faciliteiten onmisbaar zijn; • registratie van aanwezigheid en incidenten. Voor opname van andere dan in lid 1 genoemde gegevens wordt in overleg met de MR door het bevoegd gezag een procedure bepaald. Het leerlingenregister is slechts toegankelijk voor: • de desbetreffende leerling en indien deze minderjarig is ook de ouders; • de docenten van de desbetreffende leerlingen; LEERLINGENSTATUUT Bijlage De directie draagt er zorg voor, dat ten behoeve van de inschrijving aan de leerling en de ouders algemene informatie wordt verstrekt over de doelstelling, het onderwijsaanbod en de werkwijze van de school, de toelatingseisen, de cursusduur, over de mogelijkheden voor vervolgonderwijs dan wel over het beroepenveld waarvoor wordt opgeleid; de eventueel aan de toelating verbonden kosten, alsmede over andere aangelegenheden die van direct belang zijn voor de toekomstige leerling. Onder verantwoordelijkheid van de directie worden jaarlijks ouders en leerlingen geïnformeerd over resultaten, in-, door-, en uitstroomgegevens, en regelingen en procedures voor ouders en leerlingen van de school. Onder verantwoordelijkheid van de directie worden jaarlijks via de informatiegids van de school informatie, regelingen en procedures die betrekking hebben op de school bekend gemaakt. Schoolgebonden deel 3.1. 4 4.4. 4.5. de schooldecaan; de directie; de afdelingsleider; de leerlingbegeleiders; het bevoegd gezag; de inspecteur; daartoe door de overheid aangewezen personen met het oog op de financiële controle. Gegevens uit het register worden niet zonder toestemming van de leerling aan andere personen of instanties doorgegeven. Wanneer informatie over gedrag en/of schoolresultaten aan de ouders wordt doorgegeven, wordt de leerling -indien mogelijk- hiervan vooraf in kennis gesteld. De in het eerste lid genoemde gegevens, opgenomen in het leerlingenregister, blijven in het leerlingenregister bewaard uiterlijk tot en met de periode die op grond van weten regelgeving hiervoor is verplicht en/of toegestaan. 5.1. 5.2. 5.3. 6.2. 6.3. 6.4. 6.5. 6.6. 6.7. 6.8. Vrijheid van meningsuiting Leerlingen hebben vrijheid van meningsuiting, behoudens het gestelde dienaangaande in de wet. Leerlingen hebben klachtrecht, krachtens de voor de SSVOZ geldende klachtenregeling. De school geeft een schoolkrant uit die beschikbaar is voor alle geledingen van de school. De redactie van de schoolkrant stelt een redactiestatuut op. Het bevoegd gezag stelt het redactiestatuut vast en heeft de eindverantwoordelijkheid voor de inhoud van de schoolkrant. De leerlingen hebben het recht een eigen leerlingenblad uit te brengen. De school stelt hiervoor een jaarlijks vast te stellen budget ter beschikking. De leerlingen dragen zelf de verantwoordelijkheid voor de inhoud van het leerlingenblad. Zij worden geacht hierbij de algemene normen van fatsoen te respecteren. Er is een mededelingenbord, waarop leerlingen, leerlingenraad en andere leerlingenorganisaties, zonder toestemming vooraf, mededelingen van nietcommerciële aard kunnen ophangen. Deze mededelingen mogen niet kwetsend zijn voor anderen. Besluiten van de voorzitter van de raad van bestuur en de directie en andere informatie of maatregelen die betrekking hebben op de rechten en plichten van leerlingen worden op een voor een ieder toegankelijke wijze gepubliceerd. LEERLINGENSTATUUT Bijlage Artikel 6. 6.1. Vrijheid van vergadering Leerlingen hebben vrijheid van vergadering. In overleg met de directie worden afspraken gemaakt omtrent tijd en plaats van vergadering, indien deze in de school en/of onder schooltijd plaatsvindt. De vergaderingen van de leerlingen zijn openbaar, tenzij de meerderheid van de aanwezige leerlingen anders beslist. In het schoolgebonden gedeelte van het leerlingenstatuut kunnen nadere regels zijn opgenomen m.b.t. doelstellingen, structuur, organisatie, faciliteren e.d. van een leerlingenraad op de school. Schoolgebonden deel Artikel 5. Algemeen deel • • • • • • • inhoud Algemeen deel 5 inhoud Algemeen deel Artikel 7. Recht op medezeggenschap 7.1. 7.2. 7.4. 7.6. ll HET ONDERWIJS toelating, bevordering, inhoud, afsluiting 8.2. 8.3. 8.4. 8.5. 8.6. 8.7. Toelating en bevordering De SSVOZ is toegankelijk voor alle leerlingen. Hierbij vindt geen discriminatie plaats wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook. Aan de plaatsing tot een bepaald leerjaar, een bepaalde onderwijssoort dan wel een bepaalde opleiding op de SSVOZ kunnen nadere eisen worden gesteld in verband met de vooropleiding dan wel de prestaties in de vooropleiding. De plaatsingscommissies van de scholen beslissen over de plaatsing van de leerling. Hierbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de wensen van de ouders en de leerlingen. Een besluit tot weigering van toelating wordt schriftelijk en met opgave van redenen aan de betrokkene, en indien deze nog geen 18 jaar is, ook aan de ouders meegedeeld, waarbij tevens de mogelijkheid van beroep wordt vermeld. Binnen 30 dagen kan een herziening van een besluit tot weigering van toelating schriftelijk worden aangevraagd door de leerling en, indien deze nog niet de leeftijd van 18 jaren heeft bereikt, door de ouders bij de directeur. Op dit verzoek wordt zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 30 dagen beslist, na overleg met de inspectie en/of de ambtenaar leerplichtzaken. Er wordt pas beslist nadat de leerling en/of de ouders gehoord zijn en inzage hebben gehad in betreffende adviezen en rapporten. Nadere informatie over de normen op grond waarvan toelating tot het eerste leerjaar plaatsvindt, wordt gegeven in de schoolgidsen van de scholen van de SSVOZ. De normen alsmede de procedures tot bevordering naar een hoger leerjaar worden uitgereikt aan de leerlingen en maken deel uit van de schoolgids. LEERLINGENSTATUUT Bijlage Artikel 8. 8.1. Schoolgebonden deel 7.5. Algemeen deel 7.3. De directie bevordert het totstandkomen van een leerlingenraad op de school. De directie bevordert het functioneren van de leerlingenraad. De leerlingenraad is bevoegd gevraagd of ongevraagd advies uit te brengen aan de medezeggenschapsraad, met name over die aangelegenheden, die de leerlingen in het bijzonder aangaan. Ook kan de leerlingenraad gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen aan de directie en de voorzitter van het College van Bestuur. De leerlingenraad kan de medezeggenschapsraad verzoeken het bevoegd gezag in kennis te stellen van een schriftelijk advies als bedoeld in het tweede lid, eerste zin. Het bevoegd gezag moet binnen drie maanden schriftelijk een met redenen omklede reactie aan de medezeggenschapsraad uitbrengen, die vervolgens de geledingenraad daarvan op de hoogte moet brengen. De medezeggenschapsraad kent diverse instemming- en adviesbevoegdheden zoals geregeld in het medezeggenschapsreglement van de school, conform de WMS. De ouder/leerlingengeleding heeft voor een aantal bijzondere medezeggenschapsaangelegenheden een afzonderlijk instemmingsrecht zoals beschreven in het Medezeggenschapsstatuut en het medezeggenschapsreglement. De directie stelt een budget aan de leerlingenraad ter beschikking voor de noodzakelijke kosten die voortvloeien uit de taken en functies van de leerlingenraad in het kader van de medezeggenschap. De leden van de leerlingenraad mogen, uit hoofde van hun lidmaatschap van deze raad, op geen enkele wijze benadeeld worden in hun positie op school. 6 8.8. De directie, gehoord hebbende de docentenvergadering dan wel deelvergadering, beslist, binnen de kaders van de vastgestelde bevorderingsprocedures, over de toelating van de leerlingen tot het volgende leerjaar. De docentenvergadering adviseert daarbij over de te vervolgen loopbaan van de leerling. De leerling wordt in kennis gesteld van het uitgebrachte advies. 9.1. 9.2. 9.3. 9.5. Artikel 10. Inhoud van het onderwijs 11.1. 11.2. 11.3. 11.4. 11.5. Bijlage 10.1. De leerlingen hebben er recht op dat de docenten zich inspannen om behoorlijk onderwijs te geven, overeenkomstig het vastgestelde schoolplan en het lesrooster. 10.2. De leerlingen zijn verplicht zich in te spannen om het onderwijsproces goed te laten verlopen. 10.3. De scholen van de SSVOZ bieden meer dan één schooltype/leerwegen aan. De beslissing over de door de leerling te volgen opleiding wordt door de directie genomen na overleg met de betreffende leerling en zijn/haar ouders. 10.4. In onderling overleg tussen de leerling, de docenten die lesgeven aan de betrokken leerling en de decaan wordt een keuzeadvies opgesteld. Daarbij wordt uitgegaan van de door de leerling behaalde resultaten in en getoonde belangstelling voor de verschillende vakken. Andere factoren mogen op dit advies geen invloed hebben. Bij de uiteindelijke keuze speelt dit advies een zwaarwegende rol. De beslissing ligt echter bij de ouders en de leerling, met inachtneming van de formele toelatingsvoorwaarden of overgangsvoorwaarden. Artikel 11. Schoolgebonden deel 9.4. Kosten van het onderwijs Aan de toelating tot de SSVOZ zijn geen financiële drempels verbonden voor ouders en/of leerlingen. Hiertoe wordt een overeenkomst aangegaan als bedoeld in WVO, art. 27, lid 2. De betreffende procedures staan beschreven in de schoolgids. De school verschaft specificaties van de besteding van de ouderbijdragen. Leerlingen waarvoor door de ouders of de leerling de gevraagde bijdrage(n) niet of niet geheel is (zijn) voldaan, kunnen door de directie worden uitgesloten van de voorziening of activiteit waarvoor de bijdrage is bedoeld. Indien de bewuste activiteit uitdrukkelijk deel uitmaakt van de voorgeschreven lesgebonden activiteiten, draagt de school zorg voor een vervangende activiteit. De directie draagt er zorg voor dat de kosten voor de bijdrage(n) als hierboven bedoeld, zo laag mogelijk worden gehouden. Voor leerlingen of ouders die om aantoonbare financiële redenen de kosten van de leer- en hulpmiddelen of van bepaalde onderwijsactiviteiten waaraan kosten zijn verbonden (werkweken, excursies e.d.) niet of niet geheel kunnen opbrengen, bestaat de mogelijkheid van een betalingsregeling. Algemeen deel Artikel 9. inhoud Algemeen deel Huiswerk Leerlingen hebben de plicht het opgegeven huiswerk te maken. Docenten zien er op toe, dat het totaal van het aan leerlingen opgegeven huiswerk geen onredelijke belasting voor de leerlingen oplevert. Het huiswerk wordt zoveel als mogelijk is over de week en over het schooljaar verspreid. Leerlingen hebben er recht op dat door docenten gecorrigeerd huiswerk wordt besproken. In het schoolgebonden gedeelte kunnen specifieke huiswerkregels staan, zoals deze op de betreffende school gelden. LEERLINGENSTATUUT 7 Artikel 12. inhoud Algemeen deel ICT en digitale hulpmiddelen Artikel 13. Toetsing en beoordeling De procedures betreffende toetsing en beoordeling zijn in het schoolgebonden gedeelte opgenomen. Artikel 14. Examens (school en eindexamens) Artikel 15. Bijlage DAGELIJKSE GANG VAN ZAKEN OP SCHOOL Schoolgebonden deel 14.1. Het bevoegd gezag stelt een examenreglement vast. Het reglement bevat in elk geval de maatregelen bij onregelmatigheden en regels met betrekking tot de organisatie van en de gang van zaken tijdens het examen, en de samenstelling en het adres van de commissie van beroep. 14.2. Het bevoegd gezag stelt vóór 1 oktober een programma van toetsing en afsluiting vast. In het programma wordt in elk geval aangegeven welke onderdelen van het examenprogramma op het schoolexamen worden getoetst, de verdeling van de examenstof over de toetsen van het schoolexamen, de wijze waarop het schoolexamen plaatsvindt en de regels die aangeven op welke wijze het cijfer voor het schoolexamen voor een leerling tot stand komt. 14.3. Het examenreglement en het programma van toetsing en afsluiting worden door de directie vóór 1 oktober toegezonden aan de inspectie en de medezeggenschapsraad en beschikbaar gesteld aan de leerlingen. 14.4. Nadere regels betreffende schoolexamen en eindexamens zijn per school in het 'Examenreglement en het Programma van Toetsing en Afsluiting' opgenomen. lll Algemeen deel Het gebruik van ICT-voorzieningen en digitale hulpmiddelen in de school of ten behoeve van de school is uitsluitend toegestaan voor het volgen van het onderwijsleerproces en ten behoeve van de bedrijfsvoering van de school. Nadere uitwerking inzake het gebruik van ICT-voorzieningen en digitale hulpmiddelen liggen op schoolniveau vast in gedragsprotocollen. Aanwezigheid in lessen 15.1. De leerlingen zijn verplicht de lessen volgens het voor hen geldende rooster te volgen. Vrijstelling van het volgen van lessen kan met inachtneming van de wettelijke voorschriften slechts worden gegeven door de directie namens het bevoegd gezag. 15.2. De directeur is bevoegd om verlof te verlenen wegens "andere gewichtige omstandigheden" wanneer dit om niet meer dan 10 schooldagen per schooljaar gaat. Bij verlof over meer dan 10 schooldagen moet goedkeuring worden gevraagd aan de leerplichtambtenaar. 15.3. Nadere regels ten aanzien van aanwezigheid in lessen staan opgenomen in het schoolgebonden gedeelte van het leerlingenstatuut en/of het verzuimprotocol van de school. Artikel 16. Lesuitval 16.1. Lesuitval en tussenuren dienen zoveel mogelijk beperkt te worden. 16.2. Bij het uitvallen van lessen als gevolg van de afwezigheid van docenten wordt zo snel mogelijk aan de leerlingen bericht gegeven. 16.3. De directie legt in de schoolgids vast welke maatregelen worden genomen om lesuitval te vermijden. LEERLINGENSTATUUT 8 Artikel 17. inhoud Algemeen deel Niet-lesgebonden activiteiten 18.1. 18.2. 18.4. 18.5. 18.6. 18.7. 18.8. 18.9. 18.10. LEERLINGENSTATUUT Bijlage 18.3. Orde en gedragsregels Rechten Leerlingen hebben het recht voorstellen te doen aan de directie of het bevoegd gezag over alle zaken die betrekking hebben op hun positie binnen de school. Pauzes, vrije uren en tussenuren door lesuitval kunnen door de leerlingen worden doorgebracht in de daartoe door de directie aangewezen ruimten. De leerlingen hebben met inachtneming van algemene fatsoensnormen het recht op vrijheid van uiterlijk. Op grond van eisen m.b.t. hygiëne en / of veiligheid kunnen door de directie aanvullende kledingvoorschriften worden gegeven. De leerlingen hebben recht op gelegenheid tot lichamelijke verzorging (toiletbezoek etc.). Plichten Indien een leerling naar het oordeel van de docent de voortgang van de les verstoort, kan hij/zij verplicht worden de les te verlaten en zich bij de door de directie daartoe aangewezen functionaris te melden. Ieder is verplicht de door haar/hem gebruikte ruimten opgeruimd en schoon achter te laten. De leerling houdt zich op de terreinen en in de gebouwen van de school en bij acviteiten die onder de verantwoordelijkheid van de school vallen aan de voorschriften die op de school gelden. De scholen van de SSVOZ voeren een sterk terughoudend beleid m.b.t. het gebruik van tabak, alcohol en drugs. Roken Het is wettelijk verboden in schoolgebouwen te roken. Tijdens klassenavonden en andere (leerling)activiteiten voor de derde of hogere klassen die buiten de lesuren en/of buiten het schoolgebouw worden gehouden, geldt de volgende regel: er mag, op een daarvoor aangewezen plaats, alleen worden gerookt als dat van tevoren is afgesproken. Schoolgebonden deel Artikel 18. Algemeen deel 17.1. Onder niet-lesgebonden activiteiten wordt verstaan: activiteiten met vrijwillige deelname die buiten de lesuren en binnen of buiten het schoolgebouw plaatsvinden. Het beleid ten aanzien van deze activiteiten wordt opgenomen in de schoolgids. 17.2. De niet-lesgebonden activiteiten kunnen worden georganiseerd door de directie, ofwel onder verantwoordelijkheid van de directie door docenten, ouders en /of leerlingen, dan wel derden. 17.3. De directie doet tijdig aankondiging van de activiteiten, en geeft tevens aan bij welke de deelname verplicht is en wat de eventuele kosten zijn. 17.4. Leerlingen hebben recht op voldoende begeleiding van docenten bij niet lesgebonden activiteiten die door of onder verantwoordelijkheid van de directie worden georganiseerd. 17.5. De directie stelt zo mogelijk ruimte beschikbaar voor door leerlingen georganiseerde niet-lesgebonden activiteiten en zorgt voor voldoende begeleiding binnen de feitelijke mogelijkheden van de school. 17.6. De leerlingen zijn verplicht de door hen in het kader van niet-lesgebonden activiteiten gebruikte ruimten en materialen van de school opgeruimd achter te laten. 17.7. De orde en gedragsregels zijn tevens van toepassing op alle lesvervangende en niet-lesgebonden activiteiten. 9 Schade lV Bijlage 19.1. Ten aanzien van de aansprakelijkheid bij door of aan leerlingen toegebrachte schade gelden de hierop betrekking hebbende bepalingen van het Burgerlijk Wetboek. 19.2. De ouders van een leerling die schade heeft veroorzaakt, worden hiervan door of vanwege de school in kennis gesteld. 19.3. Tegen een leerling die opzettelijk schade toebrengt aan het schoolgebouw, eigendommen van de school of eigendommen van derden, worden door de directie disciplinaire maatregelen getroffen. 19.4. Kosten ontstaan door schade worden op (de ouders van) de leerling verhaald. 19.5. De school is niet aansprakelijk voor ontvreemding van eigendommen van leerlingen of daaraan toegebrachte schade. Schoolgebonden deel Artikel 19. Algemeen deel Alcohol 18.11. Op school is het tijdens lesdagen en op tijden waarop werk ten behoeve van het onderwijs wordt verricht, niet toegestaan om alcohol in bezit te hebben, te nuttigen of onder invloed van alcohol te zijn. 18.12. Het is verboden om op school, klassenavonden, feesten, werkweken en andere onder verantwoordelijkheid van de school georganiseerde bijeenkomsten alcoholhoudende drank mee te nemen of deze vooraf te nuttigen. Drugs 18.13. Met drugs worden bedoeld: alle bij de wet genoemde verboden stoffen, zoals cannabis, XTC en cocaïne. 18.14. Het is wettelijk verboden drugs in bezit te hebben, te verhandelen, verspreiden of te gebruiken. Daarom is het bezit van drugs op school en in de omgeving van de school verboden. 18.15. Op school en tijdens door de school georganiseerde activiteiten is men niet onder invloed van drugs. 18.16. Bij handel in drugs of verspreiding daarvan wordt de politie ingeschakeld. Gokken 18.17. Gokken om geld of goederen, in welke vorm dan ook (kaartspelen, dobbelen enz.) is verboden in de school, op de schoolterreinen en tijdens door de school georganiseerde activiteiten. inhoud Algemeen deel STRAFMAATREGELEN Artikel 20. Straffen 20.1. Tegen handelingen van de leerlingen in strijd met de voorschriften die op de school gelden, kunnen disciplinaire maatregelen worden getroffen. 20.2. Er moet een zeker verband bestaan tussen de aard van de opgelegde straf en de overtreding waarvoor deze straf wordt opgelegd. Ook moet er een redelijke verhouding bestaan tussen de zwaarte van de straf en de overtreding. 20.3. De directie en/of de afdelingsleiders kunnen voorwerpen waarvan het gebruik dan wel het bezit niet geoorloofd is voor de duur van maximaal 5 schooldagen onder hun beheer nemen. In geval van voorwerpen waarvan het gebruik dan wel het bezit wettelijk niet geoorloofd is worden deze door de directie en/of de afdelingsleiders bij de politie ingeleverd. 20.4. De volgende straffen, opklimmend in zwaarte, kunnen door de directeur aan leerlingen worden opgelegd: • een waarschuwing LEERLINGENSTATUUT 10 • • • • • een berisping het verrichten van strafwerk het ontzeggen van de toegang tot bepaalde lessen voor een nader te bepalen tijd schorsing definitieve verwijdering Schorsing 21.1. De leerling kan door de directeur de toegang tot alle lessen worden ontzegd voor ten hoogste 5 schooldagen. 21.2. De directeur deelt zijn beslissing schriftelijk mee aan de ouders. 21.3. Schorsing van meer dan één dag wordt bovendien gemeld aan het bevoegd gezag, de inspecteur en de ambtenaar leerplichtzaken van de gemeente waar de leerling woonachtig is. 21.4. Schorsing van meer dan 5 schooldagen kan uitsluitend voorkomen indien wordt voorgesteld een leerling definitief te verwijderen. Definitieve verwijdering LEERLINGENSTATUUT Bijlage 22.1. Het bevoegd gezag kan besluiten tot definitieve verwijdering van een leerling, nadat deze en, indien deze minderjarig is, ook de ouders, voogden of verzorgers van de leerling, in de gelegenheid is, onderscheidenlijk zijn, gesteld hierover te worden gehoord. Een leerling wordt niet op grond van onvoldoende vorderingen in de loop van een schooljaar verwijderd. 22.2. Definitieve verwijdering van een leerplichtige leerling geschiedt slechts na overleg met de inspectie en de ambtenaar leerplichtzaken van de gemeente waar de leerling woonachtig is. Hangende dit overleg, kan de desbetreffende leerling worden geschorst. 22.3. Het bevoegd gezag stelt de inspectie van een definitieve verwijdering schriftelijk en met opgave van redenen in kennis. 22.4. De besluiten tot definitieve verwijdering van een leerling worden schriftelijk en met opgave van redenen aan de betrokkene en, indien deze minderjarig is, ook aan de ouders, voogden of verzorgers van de betrokkene, medegedeeld, waarbij tevens de inhoud van het tweede lid wordt vermeld. 22.5. Het besluit tot definitieve verwijdering van school wordt niet eerder geëffectueerd dan nadat er vanwege het bevoegd gezag van de school, conform het gestelde in artikel 27, lid 1 WVO, zorg voor is gedragen, dat een andere school, dan wel een instelling als bedoeld in artikel 1 WVO, bereid is de leerling toe te laten. 22.6. Zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 10 schooldagen na dagtekening van het besluit tot definitieve verwijdering van school, kan door ouders, voogden of verzorgers van de betrokkene (en bij meerderjarigheid, betrokkene zelf) in het kader van de wettelijke klachtenregeling een klacht worden ingediend bij het bevoegd gezag van de school, dan wel bij de klachtencommissie, waarbij de school is aangesloten, indien en voor zover de klacht betrekking heeft op het genomen besluit, dan wel op de gevolgde procedure welke tot dit besluit heeft geleid. Het adres van het bevoegd gezag van de Stichting Stedelijk Voortgezet Onderwijs Zoetermeer luidt: Bestuur van de Stichting Stedelijk Voortgezet Onderwijs Zoetermeer, Dorpsstrat 10, 2712 AK Zoetermeer. Het adres van de klachtencommissie, waarbij het bevoegd gezag van de Stichting Stedelijk Voortgezet Onderwijs Zoetermeer is aangesloten, is: Landelijke klachtencommissie voor het openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs, Postbus 162, 3440 AD Woerden. Schoolgebonden deel Artikel 22. Algemeen deel Artikel 21. inhoud Algemeen deel 11 22.7. Het bevoegd gezag kan de desbetreffende leerling, gedurende de behandeling van het verzoek om herziening van een besluit tot definitieve verwijdering, de toegang tot de school ontzeggen. inhoud Algemeen deel Artikel 23. In de gevallen waarin dit leerlingenstatuut niet voorziet beslist de directeur na overleg met de voorzitter van de voorzitter van de centrale directie. V VASTSTELLING Schoolgebonden deel Artikel 24. Algemeen deel 23.1. Bij afwezigheid van de directeur worden diens in dit reglement genoemde bevoegdheden uitgeoefend door de waarnemend directeur of de daartoe aangewezen functionaris. 23.2. De onder artikel 21 genoemde maatregel wordt bij afwezigheid van de directeur slechts genomen wanneer te verwachten valt dat deze afwezigheid nog langer dan één week zal duren. Als de verwachte afwezigheid niet meer dan één week zal duren, wordt door de waarnemend directeur artikel 20 toegepast met mededeling aan de ouders, dat na terugkomst van de directeur een definitieve beslissing genomen zal worden. Dit leerlingenstatuut is van kracht per 1 augustus 2008 en kan worden aangehaald als "Leerlingenstatuut Stichting Stedelijk Voortgezet Onderwijs Zoetermeer". Bijlage Aldus vastgesteld d.d. 3 september 2013 Drs. P.T.E. Reenalda Voorzitter College van Bestuur. LEERLINGENSTATUUT 12 inhoud Schoolgebonden deel LEERLINGENSTATUUT • • • • • • • • • • • • LEERLINGENSTATUUT Bijlage • • • • • Schoolgebonden deel • • • • De leerling neemt zelf verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces en is daarmee ook medeverantwoordelijk voor het leerproces in de klas. Het leefklimaat op school wordt in belangrijke mate door de leerling zelf bepaald. De leerling kan daartoe bijdragen door vriendelijk voor de anderen te zijn en respect te tonen voor alle mensen die op school aanwezig zijn. De leerling wordt geacht waarde te hechten aan een nette en veilige omgeving en niet andere mensen te storen of te hinderen door houding, taalgebruik of gedrag. De leerling is tijdens schooltijden, dus van 8.00 tot 17.15 uur beschikbaar. Leerlingen van de leerjaren 1 en 2 mogen niet van het schoolterrein af. De leerling zorgt er voor dat alles in en rond het gebouw en op het plein netjes blijft. Zonwering gebruiken, ramen openen of sluiten en radiatoren open- of dichtdraaien gebeurt alleen door de docent of op diens aanwijzingen. De leerling mag de lift alleen gebruiken als hij toestemming heeft van een afdelingsleider. De leerling zet zijn (brom)fiets op slot in de daarvoor bestemde stalling. De toezichthouder (Biesieklette) en de school kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor diefstal en/of vernieling. De leerling is alleen in de stalling voor het wegzetten en ophalen van zijn (brom)fiets. Tijdens de pauzes zijn de leerlingen niet in de lokalen. De leerling gooit het afval uiteraard in de daarvoor bestemde bakken. Leerlingen hebben een aantal malen per jaar corveedienst. De leerling mag zijn mobiele telefoon overal in het gebouw gebruiken behalve in de lokalen. Als mobiele telefoons en persoonlijke geluidsdragers in lokalen worden opgemerkt, kunnen ze worden ingenomen en bij de afdelingsleider gebracht. De afdelingsleider kan besluiten deze voor de duur van maximaal een week in bewaring te houden. Tijdens schooltijden bezorgt de leerling op het schoolterrein en in het gebouw geen overlast. Het gebouw en het schoolterrein zijn uitsluitend bedoeld voor de leerling van het Stedelijk College. De leerling neemt dus geen vrienden of bekenden mee. Voor leerlingen van de leerjaren 1 en 2 is roken op het schoolterrein verboden. Kosten die ontstaan door schade die een leerling heeft veroorzaakt, worden op de ouders/verzorgers verhaald. Algemeen deel Artikel 1. Algemeen 13 inhoud Schoolgebonden deel Artikel 2. Gedragscode kleding en/of accessoires • Het Stedelijk College heeft een gedragscode ten aanzien van kleding en/of accessoires. In deze gedragscode is omschreven welke regels gelden ten aanzien het dragen van bepaalde kleding en/of accessoires en de redenen hiervan. Te denken valt aan mogelijkheden tot identificatie, communicatie, sociale veiligheid, fysieke veiligheid, fysieke hygiëne, fysieke leerervaring en afstemming arbeidsmarkt. Algemeen deel De leerling bergt zijn jas en overige overkleding op in zijn garderobekastje. De leerling neemt zijn jas dus niet verder mee het gebouw in. Kleding mag nooit de onderlinge communicatie negatief beïnvloeden. Dat betekent voor de leerling dat kleding niet provocerend, beledigend of aanstootgevend mag zijn voor anderen. De volledige tekst van de gedragscode staat op de website van de school en is als bijlage opgenomen in dit leerlingenstatuut. Het dragen van beschermende werkkleding is verplicht tijdens de praktische lessen in de onderbouw, practicumlessen natuur- en scheikunde (onder- en bovenbouw) en de lessen van de beroepsvoorbereidende programma's. Het dragen van beschermende werkkleding draagt bij aan het voorkomen van schade aan de bovenkleding, aan het voorkomen van lichamelijk letsel en aan het bevorderen van een hygiënische situatie. Bovendien is het dragen van werkkleding volgens de Arbo-wet verplicht. Schoolgebonden deel • Werkkleding De werkkleding moet worden aan- en uitgetrokken in de praktijklokalen. Buiten deze lokalen wordt geen werkkleding gedragen. Het dragen van sportkleding is tijdens de gymlessen verplicht. Het is niet toegestaan om schoenen, die buiten zijn gedragen in de gymzaal te gebruiken. Het dragen van bijvoorbeeld hoofddoekjes, sieraden en zichtbare piercings is niet toegestaan tijdens de gymlessen. Deze kleding en/of accessoires beperken de bewegingsvrijheid en kunnen ergens aan blijven hangen. Dit beperkt de lesmogelijkheden en kan letsel tot gevolg hebben. De schoolleiding staat leerlingen toe tijdens de gymlessen een sporthoofddoekje te dragen, dat voldoet aan richtlijnen van de school. • Waardevolle spullen, zoals iPads, sieraden, horloges en geld dienen door de leerling, voorafgaand aan de les, in zijn/haar garderobekastje te worden opgeborgen. De docenten nemen geen eigendommen van de leerlingen in bewaring. LEERLINGENSTATUUT Bijlage Bewegen en sport / Lichamelijke opvoeding • 14 inhoud Schoolgebonden deel Artikel 3. Veiligheid • • • • • • • • • • • • • LEERLINGENSTATUUT Bijlage • Een leerling kan alleen onderwijs op de juiste wijze volgen als hij zijn iPad, boeken, schriften, overig lesmateriaal en het opgedragen huiswerk bij zich heeft. Het is belangrijk, dat de leerling regelmatig naar school gaat. Veelvuldig schoolverzuim verstoort het leerproces en kan een slechte invloed hebben op de resultaten van de leerling en kan zelfs betekenen dat de leerling zonder diploma de school verlaat. Onder verzuim verstaan wij bijvoorbeeld ongeoorloofd afwezig zijn (spijbelen en te laat komen) en afwezigheid door ziekte. Ouders/verzorgers dienen volgens de leerplichtwet de school op de hoogte te brengen en te houden van ziekteverzuim of andere redenen van verzuim. Het is dan ook belangrijk, dat de ouder/verzorger van de leerling de afwezigheid van de leerling, indien mogelijk vóóraf, maar in ieder geval tijdig meldt aan de school. Indien de leerling verzuimt van school, wordt door zijn mentor nagegaan wat hiervan de achterliggende oorzaak is. De mentor doet navraag bij de leerling. De school is verantwoordelijk voor het bijhouden van het mogelijke verzuim van de leerling. De registratie van het verzuim wordt gedaan met behulp van het schooladministratiesysteem Magister. Bij ongeoorloofd verzuim (o), te laat komen en veelvuldig ziekteverzuim gaat de school natuurlijk eerst in gesprek met ouders/verzorgers en de leerling. Het doel van het gesprek is het beëindigen van het verzuim. De leerplichtwet stelt een grens van 18 uur waarbij de school het verzuim bij de leerplichtambtenaar moet melden. Ook bij tien maal te laat komen gaat er een melding naar de leerplichtambtenaar. Als er sprake is van meer dan gemiddeld ziekteverzuim, langdurig ziekteverzuim of een vermoeden van ziekteverzuim doet de school melding bij de Jeugdgezondheidszorg (JGZ). Tevens is de school verplicht om het te laat komen, de verzuim- en ziekmeldingen door te geven aan het landelijk digitaal verzuimloket van de overheid. Iedere melding wordt door het digitaal verzuimloket doorgestuurd naar de ambtenaar leerplichtzaken van de woonplaats van de leerling. Schoolgebonden deel Artikel 4. De les - verlof - verzuim - te laat - uit de les verwijderd Algemeen deel • • • Op het Stedelijk College zijn één of meer vertrouwenspersonen aangesteld. Er geldt een verbod op crimineel gedrag, zoals vandalisme, diefstal, intimidatie waaronder ook seksuele intimidatie, bedreiging, mishandeling en discriminatie. Er geldt een verbod op het gebruik/bezit van alcohol, drugs of wapens in of om de school. Van een strafbaar feit wordt aangifte gedaan. Ook in geval van het vermoeden van crimineel gedrag kan contact met de politie worden opgenomen. De school behoudt zich het recht voor om de verhuurde garderobekastjes te openen. Vuurwerk (afsteken) is verboden. De school draagt er zorg voor dat de schoolregels worden nageleefd en heeft een protocol waarin is opgenomen hoe te handelen in geval de regels niet worden nageleefd (convenant schoolveiligheid). De school zorgt ervoor dat ouders en leerlingen op de hoogte zijn van de afspraken die voortvloeien uit de uitvoering van het convenant. 15 • inhoud Schoolgebonden deel Verzuim- en ziekmelding leerling De leerling dient op tijd in de les aanwezig te zijn. Voor leerlingen in de onderbouw die buiten Zoetermeer woonachtig zijn en die niet op tijd kunnen komen door een ongunstige verbinding van het openbaar vervoer is bij de assistent-afdelingsleider een zgn. "OV-pas" aan te vragen. • Indien de leerling te laat komt, dient hij zich bij het Centraal-Leerling-Informatie-Punt (CLIP) te melden. Daar ontvangt hij een toegangspasje voor de desbetreffende les. Het te laat komen wordt op school geregistreerd. De leerling wordt dezelfde dag na zijn laatste lesuur bij het CLIP verwacht om daar tot uiterlijk 17.15 uur aanwezig te zijn. • Bij veelvuldig en aanhoudend te laat komen wordt een melding gedaan bij de ambtenaar Leerplichtzaken van de woonplaats van de leerling. Bijlage • Schoolgebonden deel Te laat komen Algemeen deel Indien de leerling om welke reden dan ook de school moet verzuimen, dient de ouder/ verzorger als volgt te handelen: 1. De ouder/verzorger belt 's morgens tussen 07.30 en 08.00 uur de school (0793310300) op om het verzuim en de reden ervan te melden en geeft dan zo mogelijk het gekleurde formulier "Melding van afwezigheid" mee (geen mondelinge boodschap) aan broer, zus of vriend(in) voor de desbetreffende mentor. Bij terugkomst levert de leerling het ingevulde "Melding van Afwezigheid" bij het Centraal-Leerling-Informatie-Punt (CLIP) in. Het formulier "Melding van afwezigheid" is bij het CLIP verkrijgbaar. De ouder/verzorger kan ook gebruik maken van de digitale "betermelding". Deze is te vinden op onze website: www.stedelijk-college.nl > info > aanwezigheidsmelding. 2. Bij ongeoorloofd verzuim is de school verplicht dit te melden bij de ambtenaar Leerplichtzaken van de woonplaats van de leerling. 3. Bij meer dan gemiddeld ziekteverzuim wordt er een melding gedaan bij de jeugdgezondheidszorg. Verlof • Verlof voor bezoek aan huisarts / tandarts / fysiotherapeut, enz. moet vooraf schriftelijk aangevraagd worden bij de mentor. • Alle andere vormen van (vakantie) verlof dient de ouder/verzorger van de leerling aan te vragen bij de directie. Hierbij verwijzen wij u naar de brochure "Verlof buiten de schoolvakanties en de leerplicht". Deze brochure is bij het Centraal-Leerling-Informatie-Punt van school en bij de afdeling "leerplichtzaken" van de gemeente Zoetermeer verkrijgbaar. Uit de les verwijderd • Als de leerling zich zodanig gedraagt dat de docent het nodig vindt dat de leerling de les moet verlaten, geeft hij hem een uitstuurbriefje, waarmee de leerling zich meldt bij het CLIP. • De leerling meldt zich na afloop van het lesuur bij de docent die hem eruit gestuurd heeft en bespreekt met hem de gevolgen van de verwijdering. Verwijderingen kunnen aanleiding zijn tot schorsing. LEERLINGENSTATUUT 16 inhoud Schoolgebonden deel Artikel 5. Toetsing en beoordeling Begrippen: • Overhoring Proefwerk • Een schriftelijke of mondelinge overhoring over een afgeronde hoeveelheid leerstof. Ook kan het een praktische toetsing zijn bij bepaalde vakken. De te bestuderen stof wordt minimaal één week van tevoren opgegeven. Een proefwerk telt zwaarder dan een verhoring. • Van tevoren moet de docent duidelijk vertellen welke eisen aan die toetsing worden gesteld. Ook moet vooraf duidelijk zijn of, en zo ja op welke manier, de waardering voor de toetsing (mede)bepalend is voor het rapportcijfer. • De eisen aan alle vormen van toetsing zijn vastgesteld in het PTA (Programma van Toetsing en Afsluiting). Het PTA wordt aan het begin van het schooljaar op de website www.stedelijk-college.nl (Homepage> download> PTA's) gepubliceerd. • Een leerling mag (behalve als het gaat om een herkansing) slechts twee schriftelijke werken per dag krijgen. Voor toetsweken (TalentenMavo en TechnoMavo) geldt deze regel niet. • In de week voorafgaande aan de toetsweek worden er geen proefwerken of overhoringen gegeven. Inhaalwerk of herkansingen vallen buiten deze regeling. • De docent kijkt de proefwerken en schriftelijke overhoringen binnen tien lesdagen na. • Als er sprake is van een andere manier van toetsing spreekt de docent met de leerlingen een redelijke termijn af waarbinnen het resultaat van die toetsing bekend zal zijn. Wanneer in geval van overmacht de docent niet in staat is het werk tijdig na te kijken, dan wordt de betreffende afdelingsleider hierover geïnformeerd en worden de leerlingen hiervan op de hoogte gesteld. • Een leerling is ongeoorloofd afwezig als er voor de aanvang van het proefwerk geen (ziek)melding is binnengekomen. Voor het proefwerk wordt dan het cijfer 1 toegekend. • Indien de leerling door geoorloofde afwezigheid een overhoring of proefwerk heeft gemist, moet de leerling de eerste les na het gemiste werk zelf actie ondernemen door met de docent een inhaaltijdstip af te spreken. LEERLINGENSTATUUT Bijlage De docenten gebruiken niet alleen overhoringen en proefwerken om te weten te komen of de leerling de leerstof beheerst. Het is ook mogelijk dat de toetsing gebeurt door middel van het houden van spreekbeurten, presentaties en boekbesprekingen, het uitvoeren van handelingsopdrachten, het toepassen van gespreksvaardigheid, het maken van werkstukken en (practicum-)verslagen, het afnemen van vaardigheidstoetsen, door lichamelijke oefeningen of door het toezien op het juiste gebruik van instrumenten en materialen. Schoolgebonden deel • Algemeen deel Een schriftelijke of mondelinge overhoring over een klein gedeelte van de leerstof van een bepaalde periode. Ook kan het een praktische toetsing zijn bij bepaalde vakken. Het te bestuderen gedeelte wordt ruim van tevoren opgegeven. 17 Als een overhoring of proefwerk niet op het afgesproken tijdstip is ingehaald, kan dat gevolgen hebben voor het cijfer van het werk. • De leerling heeft het recht het nagekeken werk in te zien. Is de leerling het niet eens met de beoordeling van het werk, dan kan er bezwaar worden aangetekend bij de docent. Daarna eventueel bij de mentor en de afdelingsleider (in aangegeven volgorde). • Een leerling die fraudeert tijdens een overhoring, een proefwerk of een andere toetsing, kan bestraft worden met het cijfer 1. Algemeen deel • inhoud Schoolgebonden deel Artikel 6. Rapportage en bevordering • 1e en 2e leerjaar Er zijn vier rapportagemomenten per jaar. Het rapportcijfer is een voortgangscijfer met één decimaal. Het laatste rapport van het schooljaar is tevens het toelatingsrapport tot het volgende leerjaar. • 3e en 4e leerjaar (+5DC/TC) • Magister Bijlage De leerlingen in het 3e en 4e leerjaar ontvangen cijferrapporten. De cijfers op de rapporten zijn voortgangscijfers in één decimaal. In het 3e leerjaar ontvangt de leerling rapport 1 t/m 4 en in het 4e leerjaar ontvangt hij rapport 5 t/m 7. Leerjaren 3 en 4 zijn doorlopende examenjaren. Schoolgebonden deel De school hanteert overgangsnormen waaraan moet worden voldaan. De overgangsnormen worden aan het begin van het schooljaar gepubliceerd. (zie website www.stedelijk-college.nl) De leerling kan bovendien zijn resultaten en cijfers inzien in Magister. Naast bovenstaande gegevens is het ook mogelijk het opgegeven huiswerk en de aanwezigheidsadministratie in te zien. • Fronter Alle leerlingen hebben toegang tot onze elektronische leeromgeving Fronter (ELO). Elke leerling ontvangt bij aanvang van zijn studie de inloggegevens van zijn mentor. Op Fronter staan onder andere bestanden die de leerling bij zijn lessen nodig heeft. Ook worden met deze ELO toetsen afgenomen. Fronter is via onze website benaderbaar. • Contactavonden Naar aanleiding van twee rapporten worden voor ouders/verzorgers contactavonden gehouden. Daar kunnen ouders/verzorgers met de mentor en/of vakdocent van de leerling overleg plegen en nadere informatie krijgen. Indien daartoe aanleiding is, worden ouders/verzorgers en de leerling door de school uitgenodigd voor een gesprek. De leerling moet bij de contactavond aanwezig te zijn. Onder andere zal zijn zelfevaluatie besproken worden. De leerling ontvangt een kopie van het rapport uit handen van zijn mentor. Bij het rapport ontvangen ouders/verzorgers de uitnodiging voor de contactavond. LEERLINGENSTATUUT 18 inhoud Schoolgebonden deel Artikel 7. iPads • Naast een aantal schoolboeken zullen alle leerlingen van het 1e, 2e en 3e leerjaar en klas 4TL een iPad van school in bruikleen krijgen. Ook kan de iPad in de les worden ingezet bij het maken van aantekeningen, opdrachten en toetsen of voor het opzoeken van informatie. Algemeen deel Deze iPad blijft eigendom van de school. Wel mogen de leerlingen de iPad mee naar huis nemen, mede omdat deze zal dienen als hun agenda. Tevens wordt een aantal boeken hierop digitaal aangeboden. Uiteraard zal de iPad ervoor zorgen dat de leerling een veel lichtere schooltas zal krijgen. Leerlingen van het 1e leerjaar worden voorgelicht over het gebruik van de iPad zoals in het omgangsprotocol is vastgelegd. Artikel 8. Tot slot • • • • • LEERLINGENSTATUUT Bijlage • Bij overtredingen worden passende maatregelen of sancties genomen. Bij overtreding volgt altijd een gesprek met de leerling. Hierbij kunnen de ouders/ verzorgers van de leerling worden betrokken. In ernstige gevallen kan een leerling worden geschorst. Meerdere schorsingen kunnen leiden tot definitieve verwijdering van school. Als de leerling van mening is dat de geschreven en ongeschreven regels niet juist zijn toegepast, kan hij nadere uitleg vragen aan de betreffende docent. Kunnen de leerling en de docent het niet eens worden, dan kan de leerling zich wenden tot de mentor. Vervolgens kunnen achtereenvolgens de afdelingsleider, de directie of het bevoegd gezag worden ingeschakeld. In de gevallen waarin dit statuut niet voorziet, beslist de directie (eventueel) in overleg met het bevoegd gezag. Schoolgebonden deel Voor het gebruik van internet verwijzen wij naar het protocol internetgebruik. Dit protocol staat op de website www.stedelijk-college.nl (Homepage> Download> Protocollen) en is op school in te zien. 19 inhoud Bijlage Gedragscode ten aanzien van kleding en/of accessoires Onderstaande tekst is aangepast aan de situatie op het Stedelijk College. • • • Ad. a De gedragscode ten aanzien van kleding en/of accessoires dient in samenhang te worden gelezen en geldt zowel in het schoolgebouw als op alle tot de school behorende terreinen, zoals schoolplein en sportvelden. Schoolgebonden deel De school is niet aansprakelijk voor de situatie die kan ontstaan als leerlingen zich niet aan de gedragscode kleding houden. De gedragscode ten aanzien van kleding en/of accessoires heeft zowel betrekking op leerlingen als op werknemers. Tot de werknemers behoren docenten, docentassistenten, onderwijsondersteunend personeel, administratief personeel en systeembeheerders. De gedragscode ten aanzien van kleding en/of accessoires geldt ook voor externen, zoals medewerkers van het cateringbedrijf, medewerkers van bedrijven en instellingen die gastlessen verzorgen, stagiaires en medewerkers van pedagogische opleidingen, en ingeleende werknemers, zoals het schoonmaak-, technisch- en onderhoudspersoneel. Algemeen deel De gedragscode ten aanzien van kleding en/of accessoires is op 31 januari 2006 voorgelegd aan de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) ter toetsing aan de Algemene Wet Gelijke Behandeling. Het oordeel van de CGB is te vinden op www.cgb.nl onder "Oordeel 2006-170“. Ad. b Ad. c Bijlage Voor eventueel niet genoemde kleding en/of accessoires geldt, dat deze naar het oordeel van de schoolleiding kan worden verboden als niet passend in een werkomgeving die de school vormt voor leerlingen en werknemers. Naar het oordeel van de schoolleiding kan op grond van acceptabele (medische en/of psychische) redenen het dragen van kleding, die het hoofd en het gezicht geheel of gedeeltelijk bedekt, (tijdelijk) worden toegestaan. Identificatie Het dragen van kleding, die het hoofd en het gezicht geheel of gedeeltelijk bedekt is verboden. Het gaat hierbij om kleding, waarbij de ogen, neus én mond niet zichtbaar zijn, zoals een bivakmuts, burqa, chador gezichtssluier en een nikaab. Reden: Het is lastig voor medewerkers van de school om leerlingen, werknemers en externen te identificeren als het gehele gezicht niet (goed) kan worden gezien en het bemoeilijkt bovendien het beschermen van bezittingen van leerlingen, werknemers en externen en de eigendommen van de school. Communicatie Het dragen van kleding, die het hoofd en het gezicht geheel of gedeeltelijk bedekt is verboden. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om een bivakmuts, burqa, chador gezichtssluier en een nikaab. LEERLINGENSTATUUT 20 Reden: Het is enerzijds lastig voor een docent les te geven, voor een docentassistent lesondersteunende werkzaamheden te verrichten, voor externen om (gast-)lessen te verzorgen en anderzijds voor leerlingen om optimaal onderwijs te ontvangen als het gehele gezicht (ogen, neus én mond) niet (goed) kan worden gezien, omdat hierdoor de mogelijkheid tot een goede communicatie en non-verbale interactie wordt belemmerd. Ook het onderwijsondersteunend personeel moet goed kunnen communiceren met de leerlingen, onder meer om de orde te kunnen handhaven. Het onderwijsondersteunend en administratief personeel staat ook in communicatieve relatie tot elkaar, tot de leerlingen, tot de overige werknemers en tot externen. Om hun werkzaamheden goed te kunnen uitvoeren dienen zij gemakkelijk gesprekken te kunnen voeren met elkaar, met de leerlingen, met de overige werknemers en met externen. Het dragen van kleding en/of accessoires, die als aanstootgevend kunnen worden beschouwd, is verboden. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om bivakmutsen, te blote kleding, baseballpetten, jassen, modehoofddoekjes en sjaals (uitsluitend van toepassing in het schoolgebouw), kleding en/of accessoires voorzien van teksten en/of afbeeldingen, die voor anderen beledigend (kunnen) zijn. Fysieke veiligheid (lessen lichamelijke opvoeding) Bijlage Reden: Het dragen van de genoemde kleding en/of accessoires is verboden in verband met het overschrijden van de fatsoensnormen en het voorkomen van wanordelijkheden. Schoolgebonden deel Sociale veiligheid Algemeen deel Het onderwijsleerproces beperkt zich echter niet tot een leslokaal. Een goede communicatie is niet alléén van belang in de lessen, maar ook in pauzes en op het schoolplein. inhoud Bijlage Het verwijderen van de volgende kleding en/of accessoires is tijdens de lessen lichamelijke opvoeding verplicht. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om kleding en/of accessoires (zoals sjaals en riemen), baseballpet, bivakmuts, burqa, chador, gezichtssluier, hoofddoek, modehoofddoekje, nikaab, lange rok, tulband, sieraden (zoals horloges, kettingen, oorbellen, oorringen en ringen) en zichtbare piercings. Reden: De genoemde kleding en/of accessoires beperken de bewegingsvrijheid en kunnen ergens aan blijven hangen, hetgeen de lesmogelijkheden beperkt en letsel tot gevolg kan hebben. Opmerking: De schoolleiding staat leerlingen, die vanwege hun religieuze overtuiging een hoofddoek dragen toe tijdens de lessen lichamelijke opvoeding een sporthoofddoekje te dragen. Het gaat hierbij uitsluitend om een sporthoofddoekje van het merk "Capsters", type "Aerobics", dat uit hygiënisch oogpunt als eigendom van de leerling door de leerling of diens ouders/verzorgers wordt aangeschaft. Het genoemde sporthoofddoekje kost ca. € 25,00 en is verkrijgbaar via www.capsters.com. LEERLINGENSTATUUT 21 inhoud Bijlage Fysieke veiligheid (practicumlessen) Reden: De genoemde kleding en/of accessoires beperken de bewegingsvrijheid, kunnen ergens aan blijven hangen of vlamvatten, hetgeen de lesmogelijkheden beperkt en letsel tot gevolg kan hebben. Algemeen deel Het verwijderen van de volgende kleding en/of accessoires is tijdens practicumlessen natuuren scheikunde, techniek en handvaardigheid verplicht. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om kleding en/of accessoires (zoals sjaals en riemen), baseballpet, bivakmuts, burqa, chador, gezichtssluier, hoofddoek, modehoofddoekje, nikaab, lange rok,tulband, sieraden (zoals horloges, kettingen, oorbellen, oorringen en ringen) en zichtbare piercings. Opmerking: Zie ook opmerking bij ›Fysieke veiligheid en hygiëne“. Het dragen van beschermende en/of brandwerende kleding tijdens practicumlessen natuuren scheikunde, techniek en handvaardigheid kan verplicht worden gesteld. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om katoenen bodywarmers, (latex) werkhandschoenen, katoenen (jas)schorten, kaplaarzen, monddoekjes, katoenen overalls, veiligheidsbrillen, veiligheidshandschoenen, veiligheidshelmen, veiligheidsschoenen en katoenen werkjassen. Opmerking: De schoolleiding verplicht leerlingen, die vanwege hun religieuze overtuiging een hoofddoek dragen, tijdens de practicumlessen natuur-en scheikunde, techniek en handvaardigheid, uit het oogpunt van fysieke veiligheid en/of hygiëne, een katoenen hoofddoek te dragen. Bijlage Reden: Het dragen van beschermende en/of brandwerende kleding draagt bij aan het voorkomen van schade aan de bovenkleding, aan het voorkomen van lichamelijk letsel en aan het bevorderen van een hygiënische situatie. Schoolgebonden deel Fysieke veiligheid en hygiëne Fysieke veiligheid en hygiëne (sieraden) Het verwijderen van sieraden tijdens de practicumlessen natuur-en scheikunde, techniek en handvaardigheid is verplicht. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om horloges, kettingen, lange oorbellen, oorringen en ringen. Reden: Het verwijderen van sieraden draagt bij aan het voorkomen van lichamelijk letsel (kunnen namelijk ergens achter blijven hangen), aan het voorkomen van schade aan de sieraden en aan het bevorderen van een hygiënische situatie. LEERLINGENSTATUUT 22 inhoud Algemeen deel Schoolgebonden deel Bijlage @ 2014 SCZ Stedelijk College, Zoetermeer, Het Stedelijk College (vmbo: TalentenMavo, TechnoMavo, Vakcollege Techniek, Vakcollege Mens & Dienstverlenen, Brede opleidingen, tevens lwoo en lwt) vormt samen met het Picasso Lyceum (gymnasium, atheneum, havo en TOPmavo) de Scholen Combinatie Zoetermeer (SCZ). De SCZ en Het Atrium (school voor praktijkonderwijs) zijn onderdeel van de Stichting Stedelijk Voortgezet Onderwijs Zoetermeer (SSVOZ). LEERLINGENSTATUUT 23
© Copyright 2024 ExpyDoc