Jaarverslag 2013 Bezoekadres Heuvel 1 5737 BX Lieshout Postadres Postbus 70 5737 ZH Lieshout T: (0499) 42 33 70 F: (0499) 42 19 47 E: [email protected] I: www.wonenlaarbeek.nl Inhoud Voorwoord 1 Volkshuisvestingsverslag 2 1 Algemene gegevens 2 2 Governance 3 3 Verslag van de Raad van Commissarissen 10 4 Werken aan een Vitaal Vierluik 15 5 Werken aan de agenda van Laarbeek 18 6 Werken aan de agenda van de klant 23 7 Werken aan vitale kernen 34 8 Werken aan kwaliteit en energiebesparing 39 9 Bedrijfsvoering 44 10 Financieel beleid en beheer 47 Jaarrekening Balans per 31 december 2013 50 Verlies- en winstrekening over 2013 52 Kasstroomoverzicht 63 Toelichting op de jaarrekening 54 Toelichting op de balans 60 Toelichting op de verlies- en winstrekening 69 Ondertekening van de jaarrekening 74 Overige gegevens 75 Bijlage: Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Voorwoord Het decor Eind 2013 zijn de politieke contouren voor de corporaties duidelijker geworden. Aedes en kabinet hebben voor de huidige regeringsperiode een akkoord gesloten. Vertrekpunt van dit akkoord is dat voor deze kabinetsperiode de verhuurdersheffing moet worden geaccepteerd als een politiek voldongen feit. Vervolgens zijn er afspraken gemaakt over het taakgebied van de corporaties, de huursombenadering, een stimuleringsbijdrage voor energiebesparende maatregelen. Het akkoord leidt maatschappelijk tot veel discussie over de bereikbaarheid en de betaalbaarheid van de sociale huursector. Ook lokaal komt dit thema sterk op de agenda. Verder is er een parlementaire enquête gestart naar het functioneren van en het toezicht op de woningcorporaties. In mei 2014 vinden de openbare verhoren plaats. In 2013 is de woningmarkt nog nauwelijks in beweging gekomen. We merken dit aan den lijve met de stagnerende woningverkoop in Zonnetij en Waterpoort en de moeizame verkoop van gronden. Echter voor het eerst sinds jaren worden voor de koopmarkt weer licht positieve signalen afgegeven, met name voor starters. Het afgelopen jaar is de regionale samenwerking tussen de gemeenten op de agenda gekomen ten gevolge van de decentralisatie van rijkstaken naar het lokale bestuur. Het kabinet stuurt aan op een ontwikkeling naar gemeenten met een minimale omvang van 100.000 inwoners. De Provincie Noord Brabant stuurt aan op versterking van de bestuurskracht door intensivering van de regionale samenwerking. Helmond en de omliggende gemeenten willen hun samenwerking intensiveren onder de noemer “Peelgemeenten 6.1”. Het SRE gaat door deze ontwikkeling verdwijnen. Strategische keuze De ontwikkelingen, die vanuit de markt en de maatschappij op ons afkomen, zijn voor ons reden geweest om medio 2013 eens fundamenteel stil te staan bij de consequenties voor de koers en de positie van Woningstichting Laarbeek. Dit heeft geleid tot een ingrijpende strategische keuze. Op basis van een SWOT-analyse zijn we tot de conclusie gekomen dat het verstandig is om een traject naar fusie in te slaan. De belangrijkste overwegingen hiertoe vloeien voort uit de regionalisering van het openbaar bestuur naar het niveau van Peelgemeente 6.1 en de wens om de expertise van de organisatie te versterken met betrekking tot het transformeren van de vastgoedportefeuille. Nadat we voor onszelf hebben bepaald wat we met deze fusie willen bereiken, is eind 2013 een verkenning gestart. Tot slot Er is in 2013 veel werk verzet waar we trots op mogen zijn! Graag wil ik op deze plaats de medewerkers, de leden van de RvC en de leden van de bewonersraad enorm bedanken voor de inzet en betrokkenheid en de resultaten die we extern en intern hebben bereikt. Toine Brosens Directeurbestuurder 1 Volkshuisvestingsverslag 1. Algemene gegevens Woningstichting Laarbeek Heuvel 1 5737 BX LIESHOUT Postbus 70 5737 ZH LIESHOUT Kantoor Woningstichting Laarbeek Inschrijving Nationaal Register Volkshuisvestingsinstellingen (NRV), nummer 2771 Inschrijving Kamer van Koophandel, nummer 17024190 Woningstichting Laarbeek is aangesloten bij Aedes, vereniging voor woningcorporaties. Geschiedenis Woningstichting Laarbeek is een voortzetting van Woningstichting Beek en Donk en Woningstichting Laarbeek. Zij fuseerden op 29 mei 2008. Woningstichting Beek en Donk is voortgekomen uit de Beek en Donksche Woningbouwvereeniging, opgericht op 23 januari 1920 en bij Koninklijk Besluit van 9 april 1920, nr. 81 toegelaten in de zin van de Woningwet. Op 30 december 1993 is de vereniging omgevormd tot Woningstichting Beek en Donk. Woningstichting Laarbeek is een voortzetting van Woningstichting Lieshout, welke op 4 juli 1997 is gefuseerd met Woningstichting Aarle-Rixtel. Woningstichting Lieshout (opgericht op 20 juni 1995 in verband met de overname van het gemeentelijk woningbedrijf in Lieshout) is een voortzetting van Stichting Ouderenhuisvesting Lieshout, bij koninklijk Besluit van 1 mei 1990, nr. 90.010436 toegelaten in de zin van de Woningwet. Woningstichting Aarle-Rixtel is voor de omzetting op 20 mei 1994 als vereniging toegelaten in de zin van de Woningwet bij Koninklijk Besluit van 1 september 1988, nr. 35. 2 2. Governance 2.1 Bestuurlijke structuur De bestuurlijke structuur van Woningstichting Laarbeek bestaat uit een directeurbestuurder en een Raad van Commissarissen. Per 1 januari 2011 is de heer ir. A.S. Brosens benoemd tot directeurbestuurder. Per 1 april 2011 is hij in dienst getreden van de woningstichting voor een periode van vier jaar. 2.2 Ondernemingsplan 2011-2014 Missie Begin 2011 hebben wij ons ondernemingsplan “Werken aan een vitaal vierluik” vastgesteld. Voor de uitwerking van dit ondernemingsplan staan de volgende missie en focus centraal: “Wij willen een optimale bijdrage leveren aan het behouden en het versterken van de woon- en leefkwaliteit in de afzonderlijke kernen.” Focus: Woningstichting Laarbeek (WSL) wil dé woningcorporatie van Laarbeek zijn. Door allerlei demografische (vergrijzing/ontgroening), economische (urbanisatie) en politieke (scheiden wonen en zorg) factoren staat de vitaliteit van de plattelandskernen onder druk. Gemeente Laarbeek heeft het behouden en versterken van de vitaliteit van de vier woonkernen Aarle-Rixtel, Beek en Donk, Lieshout en Mariahout in haar beleid centraal gesteld. WSL wil hier een optimale volkshuisvestelijke bijdrage aan leveren. Onze zorg gaat daarbij primair uit naar de kwaliteit van de woon- en leefomgeving ten behoeve van huurders en woningzoekenden die qua inkomen, zorg of begeleiding op de sociale huursector zijn aangewezen. “Dit doen wij in samenwerking met gemeente Laarbeek en de lokaal werkzame maatschappelijke organisaties”. Focus: De maatschappelijke opdracht aan woningcorporaties staat de laatste jaren sterk in de politieke belangstelling. Deze discussie, die zijn neerslag gaat krijgen in de Herzieningswet, leidt ertoe dat van de corporaties wordt verwacht dat zij zich sterker gaan concentreren op de sociale kerntaken. Vanuit deze specifieke kerncompetentie zijn wij een professionele partner in “local social business” en werken wij intensief samen met andere maatschappelijke organisaties op het gebied van zorg, welzijn en leefbaarheid. Voor wat betreft de ontwikkeling en beheer van maatschappelijk vastgoed beperken wij ons (tegenwoordig) tot het faciliteren van accommodaties voor ontmoeting en welzijn bij seniorencomplexen. “De agenda van de klant staat hierbij centraal.” Focus: WSL heeft de afgelopen jaren hard gewerkt om haar profiel van een op vastgoed georiënteerde beheerder te veranderen in een op klant georiënteerde dienstverlener. “Wat” we daarbij willen bereiken, het maatschappelijke rendement, is uitgewerkt naar de gewenste effecten voor markt (woningzoekenden) en klant (huurders). “Hoe” we dit willen bereiken wordt intern vormgegeven door een sterke focus op procesbeheersing en samenwerking. Extern streven we naar een toetsbare kwaliteit van de dienstverlening en participatie. Accentverschuiving In 2011/12 lag het accent in de bedrijfsvoering sterk op het verbeteren van de primaire processen en de daarbij behorende bedrijfscultuur. Zowel voor de service naar de klant als voor de interne samenwerking tussen de teams had dit op dat moment de hoogste prioriteit. In 2013 is het accent in de bedrijfsvoering verschoven naar de maatschappelijke effecten die we willen bereiken voor de markt (woningzoekende) en de klant (huurder). Op basis van de Balanced Scorecard is het ondernemingsplan vanuit de perspectieven belanghouders, vastgoed, organisatie en financiën aangescherpt. 3 Koerswijziging De ontwikkelingen die vanuit de markt en de maatschappij op ons afkomen, zijn voor ons reden geweest om eens fundamenteel stil te staan bij de consequenties voor de koers en de positie van de organisatie. Op basis van een SWOT-analyse zijn we tot de conclusie gekomen dat het verstandig is om een traject naar fusie in te slaan. De belangrijkste overwegingen hiertoe vloeien voort uit de regionalisering van het openbaar bestuur naar het niveau van Peelgemeente 6.1, de gewenste versterking van de expertise van de organisatie met betrekking tot het transformeren van de vastgoedportefeuille en de begrenzing door de staffel Wet Normering Topinkomens. Nadat we voor onszelf hebben bepaald wat we met deze fusie willen bereiken, is met woCom te Someren een verkenningsfase gestart. Doel van beide organisaties is om in de toekomst in de regionale woningmarkt en op het bestuurlijke niveau Peelgemeente 6.1 een robuuste partner te zijn. 2.3 Maatschappelijke verankering Maatschappelijke verankering is een belangrijke voorwaarde om effectief te zijn. Samen met onze belanghouders verkennen we de maatschappelijke ontwikkelingen en geven we de volkshuisvestelijke opgave vorm en inhoud. Kort samengevat hebben wij met de lokale en regionale belanghouders en partners als volgt samengewerkt: Direct belanghebbenden Bewonersraad (BRL) Beleidsmatige afstemming De relatie met de bewonersraad is gebaseerd op een samenwerkingsovereenkomst. Er vindt periodiek overleg plaats over de beleidsvoornemens van de woningstichting. Hun adviezen worden daarin serieus genomen. Gemeente Laarbeek In 2011 hebben we samen met de gemeente een woonvisie opgesteld. Deze is in 2012 vertaald naar een Raamafspraak 20132017 die ook door de bewonersraad is ondertekend. In een periodiek overleg met de wethouder(s) worden de voortgang, nieuwe ontwikkelingen en het Trendrapport besproken. Partners in business ViERBINDEN Samenwerkingsprojecten Op basis van de samenwerkingsovereenkomst zijn we aan de slag gegaan met de integrale wijkaanpak. De gemeente heeft zich hierbij aangesloten. ViERBINDEN huurt de maatschappelijke accommodaties in Waterpoort ten behoeve van welzijnsactiviteiten. Daarnaast is zij de beheerder van de maatschappelijke accommodaties in Zonnetij. Savant Zorg Savant heeft op basis van een beschikking voor het opzetten van een zorginfrastructuur in Aarle-Rixtel de maatschappelijke accommodaties in Zonnetij gehuurd voor een periode van vijf jaar. ORO Met ORO is een intentieovereenkomst gesloten voor planontwikkeling Moreeshof te Lieshout ten behoeve van de huisvesting van circa 24 jongeren met een beperking. de Zorgboog De afgelopen jaren hebben we intensief samengewerkt met de Zorgboog. In Beek en Donk is gezamenlijk het woonzorgcentrum ontwikkeld; in Aarle-Rixtel zijn woningen geleverd voor de herhuisvesting van bewoners van Mariëngaarde en in Lieshout hebben we samen een kernvisie ontwikkeld op basis van een zorgzonering rondom Franciscushof. 4 LEVgroep De onderlinge samenwerking ten aanzien van de inzet van maatschappelijk werk is geïntensiveerd. Deze samenwerking wordt jaarlijks geëvalueerd. Sinds 2012 zijn hierbij ook de dorpsondersteuners van ViERBINDEN betrokken. Politie Met de politie vindt periodiek overleg plaats over beheersvraagstukken en de integrale wijkaanpak. Stichting Maatschappelijke Opvang Helmond e.o. Met SMO te Helmond is de samenwerkingsovereenkomst voor het leveren van een aantal woningen op jaarbasis gecontinueerd. Regionaal Autisme Centrum We hebben afgesproken om de woningen in het complex Lage Heesplein in Beek en Donk voortaan toe te wijzen aan cliënten van het Regionaal Autisme Centrum. Klankbordgroepen Thematisch Informatief jaarlijks overleg met Platform Gehandicaptenbeleid Laarbeek Seniorenraad Laarbeek Per dorpskern Dorpsraad Lieshout Zorg om ’t Dorp Mariahout Dorpsplatform Aarle-Rixtel Dorpsraad Beek en Donk Platform Vitaal Laarbeek Dit platform organiseert een paar keer per jaar een themabijeenkomst. Wij bereiden deze mee voor. Regionaal Regionale Geschillencommissie Samenwerking Samen met drie andere corporaties en de betreffende huurdersorganisaties hebben wij een regionale geschillencommissie in het leven geroepen. Het functioneren wordt jaarlijks, samen met de betreffende corporaties en huurdersorganisaties, geëvalueerd. PK-overleg De woningcorporaties in de regio Peel-Kempen hebben zich verenigd in het PK-overleg. Door de subregionale ontwikkelingen is dit platform zijn betekenis aan het verliezen. Een intensieve samenwerking op het niveau van Peel 6.1 is nog niet ontstaan. SRE De lokale woningmarkt is onlosmakelijk verbonden met de regionale woningmarkt. Wij volgen de ontwikkelingen ten aanzien van de regionale woonvisie en de regionale woningbouwprogrammering op de voet en implementeren de uitgangspunten in ons beleid. Het SRE wordt echter ontmanteld. Voor de informatievoorziening over de werking van de regionale woningmarkt is dit een verlies. 2.4 Governancecode en -reglement Governancecode Wij onderschrijven de beginselen die in de Aedescode en de Governancecode Woningcorporaties zijn vastgelegd. De Governancecode Woningcorporaties wordt gehanteerd voor het inrichten van de bestuurlijke organisatie. Vanuit het principe “pas toe of leg uit” verantwoorden wij ons in deze 5 paragraaf over de inrichting van de governancestructuur binnen onze organisatie. Het bestuur is met ingang van 1 januari 2011 in handen gelegd van de directeurbestuurder. Conform de governancecode is deze benoemd voor een periode van vier jaar. De arbeidsrechtelijke positie is hiermee in overeenstemming gebracht. De Raad van Commissarissen bestond geheel 2013 uit vijf personen. Twee van hen zijn benoemd op voordracht van de bewonersraad. Bij de samenstelling is rekening gehouden met het principe om verschillende deskundigheden in de raad vertegenwoordigd te hebben. Hiervoor is een profiel opgesteld. De RvC heeft uit zijn midden een auditcommissie en een remuneratiecommissie ingesteld. Deze commissies komen in beginsel tweemaal per jaar bijeen. De aanstelling en bezoldiging van de directeurbestuurder is conform de Sectorbrede beloningscode voor bestuurders van woningcorporaties. De benoeming en bezoldiging van de RvC-leden is conform de honoreringscode van de Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties. In het Governancereglement is vastgesteld welke belanghouders voor de uitvoering van de missie van de woningstichting relevant zijn. Met hen wordt overleg gevoerd en intensief samengewerkt om de volkshuisvestelijke opgave van Laarbeek gestalte te geven. Medio 2010 is voor de eerste maal een visitatie uitgevoerd. In 2014 geschiedt dit voor de tweede keer. De organisatie beschikt over een treasurystatuut en investeringsstatuut. Wij hebben ervoor gekozen om geen verbindingenstatuut op te stellen aangezien dit aspect niet speelt. Governancereglement In 2013 is een governancereglement opgesteld met betrekking tot de besturing van de organisatie, de externe legitimatie en het intern toezicht. Dit reglement regelt enerzijds de verhouding tussen RvC en directeurbestuurder en anderzijds de verhouding tussen de directeurbestuurder en het management. Het reglement is op onze website geplaatst. 2.5 Integriteit De integriteitscode (versie 2012) bestaat uit een separate gedragscode uitsluitend voor de medewerkers en een integriteitscode voor de gehele organisatie. Daarnaast beschikt WSL over een klokkenluiderregeling. Genoemde documenten zijn op onze website geplaatst. Onze zakelijke relaties zijn geïnformeerd over de integriteitscode. Er zijn geen meldingen gedaan van (mogelijke) integriteitsschendingen. 2.6 Risicobeheersing en controlesystemen Risicobeheersing Bij de start van het huidige ondernemingsplan is onder begeleiding van Deloitte in 2011 een integrale risicoanalyse uitgevoerd. Hieraan hebben de leden van het MT en de RvC samen deelgenomen. In deze analyse zijn de risico’s naar kans en impact geclassificeerd. De belangrijkste risico’s zijn: de landelijke politiek, de afnameverplichting van gronden, de ontwikkeling van projecten en de verkoop van nieuwbouwwoningen. Deze majeure risico’s gelden nog steeds. Op advies van de accountant hebben we de risico’s van fraudegevoeligheid en ITcriminaliteit hieraan toegevoegd. Maatregelen: Om de politieke ontwikkelingen op landelijk niveau te volgen en onze belangen op dat niveau te behartigen, zijn wij lid van Aedes. We nemen actief deel aan de ledenbijeenkomsten. Voor wat betreft de afnameverplichting van gronden hebben we besloten om de locaties De Raagten en Wijnkelderweg niet zelf te ontwikkelen. KUBLO heeft voor ons onderzocht of deze gronden zijn door te verkopen aan een projectontwikkelaar/belegger. Deze weg bleek in 6 de huidige marktomstandigheden niet haalbaar. We hebben daarom de gemeente verzocht om de overeenkomst voorzieningenclusters op dit punt open te breken. Dit gesprek loopt. Voor het aangaan van nieuwe investeringsverplichtingen in projecten hanteerden wij het sturingsprincipe “ja, mits”. Dit betekent dat alle nieuwe investeringsbeslissingen on-hold staan zolang onzekere (verkoop)opbrengsten nog niet zijn gerealiseerd. Op grond van de Toezichtbrief 2013 van het CFV is dit sturingsprincipe in de begroting 2014 omgezet in “nee, tenzij”. Dit betekent dat de (her)ontwikkelingsprojecten formeel zijn stopgezet. Op advies van de makelaar is begin 2014 besloten om de verkoopprijs van de nieuwbouwwoningen in Zonnetij en Waterpoort substantieel te verlagen en aanvullende marketingacties in te zetten. We willen hiermee profiteren van de prille opleving in de woningmarkt. Een risicoanalyse voor fraudegevoeligheid en IT-criminaliteit is geagendeerd voor 2014. Controlesystemen In het verslagjaar hebben de volgende controlesystemen gefunctioneerd: Externe toezicht De externe controle wordt uitgeoefend door het Centraal Fonds Volkshuisvesting en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Beide instanties worden door ons actief geïnformeerd over de risico’s van verkoop en aangegane verplichtingen en de maatregelen die wij dienaangaande treffen om onze vermogens- en liquiditeitspositie gezond te houden. Accountantscontrole Eind 2013 heeft Deloitte haar jaarlijkse managementletter uitgebracht. Deze is besproken met de directeurbestuurder en de RvC. De aanbevelingen worden in 2014 opgepakt. Intern toezicht Het interne toezicht wordt uitgeoefend door de RvC. Om zijn rol goed te vervullen, onderhoudt hij contacten met de accountant, de bewonersraad, het college van B&W, het managementteam. Om de externe ontwikkelingen te monitoren, is hij lid van de Vereniging Toezichthouders Woningcorporaties. Interne controle De teamleider Financiën vervult tevens de rol van intern controller. De omvang van de organisatie maakt een taaksplitsing niet mogelijk. Alle (des)investeringsverplichtingen worden pas aangegaan na fiattering vooraf. Planning en controlecyclus Deze wordt jaarlijks geactualiseerd. Voor het monitoren van de voortgang ten aanzien van jaarplan en begroting worden gedurende het jaar twee managementrapportages opgesteld. De resultaten worden verantwoord in het jaarverslag en de jaarrekening. Het Trendrapport en de volkshuisvestelijke effectrapportage zijn als vaste elementen in de P&C-cyclus opgenomen. Beheersing bedrijfsprocessen Alle primaire bedrijfsprocessen zijn beschreven en worden jaarlijks geëvalueerd door de proceseigenaren. Het proces van verkoop en projectontwikkeling zijn het meest kritisch. Alle beslissingen die hierin worden genomen, worden onderbouwd met beslis- en fasedocumenten. Deze werkwijze wordt ook gehanteerd voor investeringen van groot onderhoud bij mutatie > € 25.000. Projectontwikkeling De voortgang van de projecten wordt iedere vergadering gerapporteerd aan de RvC. Bij ieder project is een risicoanalyse opgenomen. Voor iedere stap in de projectontwikkeling wordt een fasedocument opgesteld. Met behulp van een rekenmodel wordt het rendement op de grond(GREX), vastgoed- (VEX) of beheerexploitatie (BEX) berekend. De RvC verleent goedkeuring na de HBO-fase en controleert de gunning. Projectoverleg Voor de interne coördinatie ten aanzien van nieuwbouw- en herontwikkelingsprojecten is een periodiek projectoverleg ingesteld. Voor de ontwikkeling van groot onderhoudsprojecten hebben we een ad hoc afstemmingsoverleg ingevoerd. Dit is vooral bedoeld om de nieuwe werkwijze te implementeren. Treasurystatuut In september 2012 zijn door de Minister van BZK beleidsregels afgegeven voor het gebruik 7 2.7 van financiële derivaten door toegelaten instellingen volkshuisvesting. Naar aanleiding daarvan is het vigerende treasurystatuut geactualiseerd. Belangrijkste wijziging is dat wij het gebruiken van derivaten uitsluiten. Investeringsstatuut In 2012 is een investeringsstatuut vastgesteld. Op basis van dit statuut wordt een financieel dashboard ontwikkeld. Hiermee kunnen investeringsbeslissingen worden afgewogen op rendement, risico, vermogenseffect en kasstroomprognose. Procuratiereglement De bevoegdheden voor het aangaan van externe verplichtingen en het fiatteren van facturen zijn voor alle medewerkers vastgelegd in een procuratiereglement. HRM cyclus Vanaf 2012 wordt gewerkt met een nieuwe HRM systematiek. De cyclus kent formele momenten voor planning, voortgang en beoordeling. Deze cyclus richt zich niet alleen op resultaten, competenties en persoonlijke ontwikkeling, maar ook op proces- en systeembeheersing, Arbo, integriteit en gedrag. Stuurgroep Kwaliteitszorg Om de kwaliteit van de dienstverlening en de beheersing van de primaire processen te monitoren en te verbeteren, is de Stuurgroep Kwaliteitszorg in het leven geroepen. De resultaten van de KWH metingen, de 0-meting van het KWH-Participatielabel en de uitkomst van het woonsatisfactieonderzoek vormen de input voor het nemen van maatregelen. Klachtenprocedure Samen met drie collega-corporaties hebben we de Regionale Geschillencommissie ingesteld. In het traject daaraan voorafgaand worden alle klachten persoonlijk door de directeurbestuurder met de beleidsmedewerker opgepakt. Integriteitscode Woningstichting Laarbeek heeft een integriteitscode, gedragscode en klokkenluiderregeling. Toekomstverwachting In een aantal opzichten wordt 2014 een spannend jaar. Woningstichting Laarbeek laat zich begin 2014 voor de tweede maal visiteren. De vorige visitatie in 2010 was uitermate kritisch. De afgelopen jaren is hard gewerkt om hierin verbetering aan te brengen. We zien de beoordeling met vertrouwen tegemoet. Het komende jaar staat volledig in het teken van de verkenning en de uitwerking van de fusie. Deze schaalsprong is belangrijk om onze positie extern en onze expertise intern te versterken. De aandacht gaat ook uit naar het herstel van de financiële positie, zodat we op middellange termijn weer voldoen aan de minimale risiconorm die door het CFV wordt gesteld. Dit gegeven legt ons nu een enorme beperking op ten aanzien van de realisatie van nieuwe investeringen in (her)ontwikkeling. Het sturingsprincipe is met ingang van 2014 gewijzigd van “ja, mits de kasstroom het toelaat” in “nee, tenzij de kasstroom én het vermogen het toelaten”. Dit betekent dat de projecten uit de begroting 2014 zijn gehaald. Het beleid is er (vooralsnog) op gericht om geen aanvullende maatregelen te treffen ten aanzien van onderhoud, energiebesparing en huurverhoging. Wel wordt de mogelijkheid uitgewerkt om de verkoopportefeuille te vergroten. Een belangrijke maatregel om de financiële positie te verbeteren, is het openbreken van de “overeenkomst voorzieningenclusters” met gemeente Laarbeek met betrekking tot de verplichte grondafname locatie “De Raagten” en de locatie “Wijnkelderweg”. In de huidige marktomstandigheden kan de oorspronkelijke gedachte van de overeenkomst niet meer worden gerealiseerd en is een groot risico ontstaan. We zijn hierover het gesprek met de gemeente aangegaan. 8 2.8 Verklaring van het bestuur Als bestuurder stel ik vast dat alle financiële middelen van Woningstichting Laarbeek in 2013 uitsluitend zijn ingezet in het belang van de volkshuisvesting. Was getekend d.d. 14 april 2014 ir. A.S. Brosens Directeurbestuurder 9 3. Verslag van de Raad van Commissarissen In dit jaarverslag legt de Raad van Commissarissen publiekelijk verantwoording af over de wijze waarop hij invulling heeft gegeven aan de uitvoering van zijn toezichthoudende taken en bevoegdheden in het afgelopen jaar. 3.1 Samenstelling en deskundigheid Samenstelling Met ingang van 1 januari 2013 is de heer Prüst afgetreden en is het voorzitterschap overgedragen aan mevrouw Boon. Gedurende het verslagjaar 2013 was de RvC als volgt samengesteld: Persoon Mevrouw drs. G.M. Boon, 1956 Voorzitter Beroep Nevenfuncties Lid RvT Openbare Bibliotheek Eindhoven Voorzitter Ypsilon Eindhoven en de Kempen De heer ir. R.A.M.M. Gradus, 1963 Eigen management Farcha B.V. Directeur Oskomera Groep te Deurne Voorzitter RvT Woningbelang te Valkenswaard Lid RvT Kleine Meierij te Rosmalen Commissaris Maasveste Berben Bouw te Roermond Adviseur Droomparken te Beekbergen De heer drs. C.T.G.J. Nauta, 1954 Adviseur/onderzoeker bij het PON, kennis in uitvoering Lid Raad van belanghouders, adviesorgaan van woningcorporatie Wooninc Eindhoven Mevrouw drs. C.F.H. Grootjen, 1956 Voorzitter College van Bestuur Commanderij College Gemert-Bakel Voorzitter St. Jan van Gemert Lid ledenraad Rabobank Peel Noord Lid Algemeen Bestuur VO-raad De heer H.F.M. Beniers, 1957 Zelfstandig ondernemer: organisatieadvies, projecten interim management Voorzitter RvC Rabo Peel Noord Lid RvT Stichting Bedrijfsterreinen Helmond (SBH) Lid van bestuurlijke Kernteam Actieplan Bedrijventerreinen Deskundigheid De omvang en samenstelling van de RvC is gebaseerd op een profielschets. Om de kwaliteit van het intern toezicht verder te ontwikkelen, is de RvC lid van de Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties (VTW). In beginsel neemt de voorzitter actief deel aan bijeenkomsten en koppelt de bevindingen terug in de vergadering van de RvC. Zelfevaluatie De RvC is verantwoordelijk voor zijn eigen functioneren en evalueert dit jaarlijks. Met behulp van de evaluatiekaarten van de VTW heeft de RvC medio 2013 onder externe begeleiding van de heer M. de Loor van Gevoel voor de Zaak een zelfevaluatie uitgevoerd. De directeurbestuurder heeft aan de zelfevaluatie deelgenomen. De aandachtspunten die uit de evaluatie naar voren zijn gekomen, worden door de voorzitter bewaakt. 10 Rooster van aftreden Leden van de RvC worden op grond van de statuten voor een periode van vier jaar benoemd. Het rooster van aftreden ziet er als volgt uit: Naam De heer R.A.M.M. Gradus De heer C.T.G.J. Nauta Mevrouw G.M. Boon Mevrouw C.F.H. Grootjen De heer H.F.M. Beniers 3.2 Benoemd per januari 2011 januari 2011 januari 2011 januari 2011 januari 2012 Herbenoemd per - Aftredend per 31-12-2014 31-12-2014 31-12-2014 31-12-2014 31-12-2015 Commissies Conform principe III.5 uit de governancecode heeft de RvC uit zijn midden een auditcommissie en een remuneratiecommissie ingesteld. Daarnaast zijn twee commissarissen benoemd op voordracht van Bewonersraad Laarbeek. De commissies brengen verslag en advies uit aan de voltallige RvC. De commissies waren als volgt samengesteld: Commissie Auditcommissie Auditcommissie Auditcommissie Remuneratiecommissie Remuneratiecommissie Bewonersraad Bewonersraad Naam De heer H.F.M. Beniers Mevrouw G.M. Boon De heer R.A.M.M. Gradus Mevrouw G.M. Boon Mevrouw C.F.H. Grootjen Mevrouw G.M. Boon De heer C.T.G.J. Nauta Benoemd per januari 2012 januari 2013 januari 2011 januari 2013 januari 2011 januari 2011 januari 2011 De auditcommissie is in 2013 tweemaal bijeen geweest ter voorbespreking van de jaarrekening 2012 en de begroting 2014. Aan dit overleg hebben ook de directeurbestuurder, de controller en de accountant deelgenomen. De remuneratiecommissie heeft in het verslagjaar tweemaal overleg gevoerd met de directeurbestuurder. Voorafgaand aan dit gesprek heeft de commissie het functioneren van de directeurbestuurder besproken met het managementteam. De RvC leden die zijn benoemd op voordracht van de huurders zijn onafhankelijk en functioneren zonder last of ruggenspraak. Om de belangen van de huurders te kennen en te wegen, voeren zij tweemaal per jaar overleg met de voltallige Bewonersraad Laarbeek. 3.3 Toezichts- en toetsingskader Voor het uitoefenen van zijn taak hanteert de Raad van Commissarissen een toezichts- en toetsingskader. Dit kader is in 2013 in samenspraak met de directeurbestuurder nader uitgewerkt in het governancereglement. In dit reglement is de interne besturing van de organisatie uitgewerkt, de externe legitimatie naar belanghouders en het intern toezicht zelf. Gespecificeerd naar de diverse aandachtsgebieden is gedurende het verslagjaar het volgende toezichts- en toetsingskader gehanteerd en aangevuld: 11 Aandachtsveld Governance Extern BBSH Aedescode Governancecode Integriteit Maatschappelijke verankering Visitatie (laatst 2010) Volkshuisvestelijke prestaties Raamafspraak 2011-2017 met gemeente en bewonersraad. Corporatie in Perspectief. Projectontwikkeling Structuurvisie Laarbeek 2010 Woonvisie Laarbeek 2011 Reg. woningbouwprogramma Overlegwet huurder/verhuurder Kwaliteit dienstverlening Financiële continuïteit Beoordeling CFV Beoordeling WSW Corporatie in Perspectief Bedrijfsvoering Managementletter Deloitte Werkgeverschap Wet Normering Topinkomens CAO woondiensten Fusie Peelgemeente 6.1 3.4 Intern Statuten Governancereglement Zelfevaluatie Integriteitscode Klokkenluidersregeling Honoreringscode RvC Governancereglement m.b.t. specificatie belanghouders. Monitor maatschappelijke claims Ondernemingsplan Balanced Scorecard Strategisch Voorraadbeleid Effectrapportage Huurprijsbeleidskader Volkshuisvestingsverslag Trendrapport/transformatieplan Projectrapportage inclusief risicomanagement Samenwerkingsovereenkomst met Bewonersraad Laarbeek KWH-Huurlabel Reg. Geschillencommissie Treasurystatuut Investeringsstatuut Financiële Meerjarenbegroting Jaarrekening P&C cyclus 2013 Jaarplan Sectorbrede Beloningscode voor bestuurders van wcp’s HRM cyclus SWOT-analyse Ambitienotitie Omgevingsanalyse Taakuitoefening Als toezichthouder Voor het uitoefenen van zijn taak als toezichthouder hanteert de RvC de Governancecode voor woningcorporaties. De algemene principes van deze code zijn verder uitgewerkt in een governancereglement. Hiermee is de verhouding ten opzichte van de bestuurder nader geconcretiseerd. De RvC vergaderde zevenmaal met de directeurbestuurder en besprak in het kader van intern toezicht de volgende onderwerpen: Jaarverslag en jaarrekening 2012 Jaarplan 2014 Financiële meerjarenprognose en begroting 2014 Managementrapportages Projectrapportages Governancereglement Opdracht tot visitatie 2014 Toezichtbrieven van CFV, WSW en Ministerie BZK Machtiging WSW inzake recht tot vestiging van hypotheek Raambesluit tot verkoop van 10 woningen 12 Als adviesorgaan Naast de rol van toezichthouder vervult de RvC ook de rol van adviesorgaan voor de directeurbestuurder. In dit kader wordt over en weer gesproken over de strategische en beleidsmatige richting van organisatie. Vanuit deze rol zijn de volgende onderwerpen besproken: Trendrapport 2013 De volkshuisvestelijke effectrapportage 2013 Huurprijsbeleidskader Monitor van maatschappelijke claims van belanghouders en beleidsmatige vertaling De Balanced Scorecard ter aanscherping van het ondernemingsplan De SWOT-analyse en de conclusie om tot fusie over te gaan Beoordelingskader voor de fusie; doelstelling en uitwerking Omgevingsanalyse betreffende de selectie van een potentiële fusiekandidaat De verhouding met de gemeente inzake de overeenkomst voorzieningenclusters Standpunt WSL inzake Woonakkoord sociale huursector tussen Kabinet en Aedes Als werkgever De heer A.S. Brosens is per 1 januari 2011 benoemd tot directeurbestuurder. Tot 1 april 2011 heeft hij deze rol ad interim vervuld vanuit BMC|interlink en vanaf 1 april 2011 is hij voor een periode van vier jaar in dienst getreden. De arbeidsvoorwaarden zijn vastgesteld overeenkomstig de “Sectorbrede Beloningscode van bestuurders van woningcorporaties”. De functie is gewaardeerd op D. Deze inschaling is conform de aanstellingsduur vastgesteld voor een periode van vier jaar. De beloning in 2013 bedroeg € 110.753 inclusief vakantiegeld, fiscale bijtelling auto en exclusief werkgeverslasten. Er zijn geen vaste onkostenvergoeding en variabele beloning overeengekomen. De secundaire arbeidsvoorwaarden zoals pensioen en verlof zijn gebaseerd op de CAO Woondiensten. Op voorstel van de remuneratiecommissie is door de RvC een kader vastgesteld dat als leidraad dient bij de evaluatie van het functioneren van de directeurbestuurder. De jaarlijkse evaluatiecyclus omvat twee gesprekken waarin planning, voortgang en beoordeling aan de orde komen. Ter voorbereiding spreekt de remuneratiecommissie met het managementteam. 3.5 Externe accountant Accountantskantoor Deloitte is benoemd tot externe accountant. Door de auditcommissie wordt hiermee tenminste tweemaal per jaar overleg gevoerd. In het licht van de fusie is besloten om de geplande evaluatie achterwege te laten. 3.6 Bezoldiging RvC leden De bezoldiging van de leden is gebaseerd op de honoreringscode voor toezichthouders van woningcorporaties. Met ingang van 2013 zijn de vergoedingen geïndexeerd. De honorering per jaar exclusief btw bedroeg € 6.210 voor de leden en € 7.762 voor de voorzitter. 3.7 Verklaring van de Raad van Commissarissen De Raad van Commissarissen verklaart: a. Overeenkomstig artikel 26 van onze statuten heeft de RvC onderzoek gedaan naar de jaarrekening 2013 en het verslag van de werkzaamheden over het gevoerde beleid van de woningstichting in 2013. Accountantskantoor Deloitte heeft in opdracht van de RvC het jaarverslag en de jaarrekening onderzocht en daaromtrent een goedkeurende controleverklaring afgegeven, die bij het jaarverslag is gevoegd. De RvC heeft in het bijzijn van de directeurbestuurder en de accountant de jaarrekening, het volkshuisvestingsverslag 13 b. c. d. e. en de accountantsrapportage besproken. De RvC kan zich met de controleverklaring verenigen en heeft de stukken op <datum> goedgekeurd. De leden van de RvC zijn onafhankelijk in de zin van de in de Governancecode Woningcorporaties bepaling III 2.2 aangeduide criteria. Met uitzondering van het volgende: de heer H. Beniers is voorzitter van de RvC van de plaatselijk werkzame Rabobank. Vanuit deze rol heeft hij geen invloed op de uitoefening van het bankbedrijf. De nevenfuncties van de leden van de Raad van Commissarissen zijn verenigbaar met de functie van toezichthouder. Voor zover ons bekend, hebben geen transacties plaatsgevonden met tegenstrijdige belangen. Ook in het gesprek met onze externe accountant is ons hierin niets gebleken. Besloten is dat leden van de RvC zich bij conflicterende belangen onthouden van de meningsvorming en besluitvorming. Deze situatie heeft zich in 2013 niet voorgedaan. Was getekend d.d. 14 april 2014 G.M. Boon C.F.H. Grootjen C.T.G.J. Nauta H.F.M. Beniers 14 R.A.M.M. Gradus 4. Werken aan een Vitaal Vierluik Met "Werken aan een Vitaal Vierluik” geven we uitdrukking aan het feit dat we uitsluitend werkzaam willen zijn binnen de gemeente Laarbeek. Door allerlei demografische (vergrijzing), economische (urbanisatie) en politieke (scheiding wonen-zorg) factoren staat de vitaliteit van de plattelandskernen onder druk. Aarle-Rixtel, Beek en Donk, Lieshout en Mariahout kennen een bovenmatige vergrijzing en ontgroening. Woningstichting Laarbeek wil vanuit haar kerncompetentie een optimale volkshuisvestelijke bijdrage leveren om de vitaliteit van de vier dorpen te behouden en te versterken. Daartoe streven wij de onderstaande maatschappelijke effecten na vanuit het markt- en huurdersperspectief. Wat hebben we in 2013 gedaan en bereikt? Marktperspectief Slaagkans voor lage mkkmmkmkmkmkmkmkmkmkm inkomensgroepen vergroten Huurdersperspectief Een kwalitatief goede woning bieden Slaagkans voor de middeninkomens vergroten Een betaalbare huurprijs c.q. woonlast bieden Slaagkans voor senioren vergroten Een prettige woonomgeving bieden Slaagkans voor jongeren vergroten Een klantgerichte dienstverlening bieden Maatschappelijke opvang Huisvesting primaire doelgroep bieden 4.1 Maatschappelijke effecten voor de markt Slaagkans van lage inkomensgroepen vergroten De eerste opgave voor WSL is het huisvesten van de primaire doelgroep. WSL wil voor deze doelgroep in Laarbeek voldoende woningen in de sociale huursector beschikbaar hebben en de vrijkomende woningen bij voorrang aan de primaire doelgroep verhuren. Het streven is om in 2020 een kernvoorraad (sociale huursector onder de huurtoeslaggrens) van minimaal 20% van de gemeentelijke woningvoorraad beschikbaar te hebben, ofwel > 1.850 woningen. Eind 2013 bedroeg de kernvoorraad 1.904 woningen. Om de hiervoor genoemde doelstelling te bereiken, hanteren wij een gemiddeld streefhuurplafond van 69% van de maximaal redelijke huurprijs (inclusief schaarstepunten). De gemiddelde streefhuur blijft met 61% onder dit plafond. Van de beschikbare sociale huurwoningen is 95,9% toegewezen aan de lage inkomensgroep. Slaagkans van middeninkomens vergroten In de raamovereenkomst met gemeente Laarbeek is opgenomen dat WSL zich ook wil inspannen om de slaagkans voor de middeninkomens te vergroten. Deze beleidslijn kwam voort uit de gedachte dat deze inkomensgroep tussen wal en schip gaat vallen doordat de toegang tot de sociale huurmarkt is afgesneden en de koopmarkt voor deze doelgroep niet gemakkelijk toegankelijk is. De vraag of corporaties ook voor dit marktsegment actief moeten zijn, is stevig in discussie geweest met betrekking tot de Herzieningswet. Het taakveld wordt niet geschrapt, maar de invulling moet wel plaatsvinden op uitdrukkelijk verzoek van de gemeente indien de particuliere 15 beleggers het laten afweten. Wij gaan dit punt bespreken met de gemeente, maar vooralsnog gaan wij ervan uit dat hier voor ons in Laarbeek geen expliciete taak ligt. Van de totale woningvoorraad is ultimo 2013 3,4% geliberaliseerd. Uitbreiding van dit huursegment staat ter discussie. Koopgarant wordt omwille van de inkomensdifferentiatie uitsluitend aangeboden aan middeninkomens in wijk De Regt tot een maximum van 25% van onze woningvoorraad in deze wijk. Het kortingspercentage is afhankelijk van het inkomen variabel. In 2013 zijn acht woningen onder voorwaarden verkocht. Slaagkans van senioren vergroten In het licht van de vitaliteit van de woonkernen is het van belang dat ouderen zolang mogelijk zelfstandig in hun kern kunnen blijven wonen. Met betrekking tot deze doelstelling is het volgende gerealiseerd: De slaagkans voor senioren is de verhouding tussen actief woningzoekenden ouder dan 60 jaar versus het potentieel aanbod 0-trede woningen per jaar (= voorraad x mutatiepercentage). De slaagkans ultimo 2013 bedroeg 1,5 (2012: 1,9). De slaagkans voor senioren is toegenomen door de daling van het aantal actief woningzoekende senioren, de uitbreiding van de voorraad 0-trede woningen met 10 woningen in Hertog Janstraat te Lieshout en een hoger mutatiepercentage in de geschikte woningvoorraad. Zes geschikte woningen in de nabijheid van zorgvoorzieningen zijn bij voorrang toegewezen aan CIZ-geïndiceerden. In overleg met de gemeente zijn drie woningen aangepast vanuit zorgbehoefte (Wmo). Wij ondersteunen en stimuleren de sociale cohesie in seniorencomplexen door het faciliteren van accommodaties voor welzijnsactiviteiten en het sponsoren van bewonersactiviteiten. Slaagkans van jongeren vergroten Veel jongeren uit Laarbeek verhuizen naar de stad. We hebben niet de illusie dat we deze maatschappelijke trend kunnen keren. Voor de vitaliteit van de kernen is het echter van belang om de slaagkans van jongeren, die wel in Laarbeek willen blijven wonen, te vergroten. We hoeven voor deze doelgroep geen specifieke woningen te bouwen. Er zijn voldoende betaalbare begane grond woningen in portefeuille die prima kunnen worden ingezet voor het huisvesten van deze doelgroep. Resultaat: De slaagkans is de verhouding tussen de actief woningzoekenden jonger dan 60 jaar versus het potentieel aanbod woningen per jaar (= voorraad niet zijnde 0-trede woningen x mutatiepercentage) De slaagkans voor jongeren bedroeg 2,1 (2012: 4,0). De toename van de slagingskans is toe te schrijven aan de sterke daling van het aantal actief woningzoekenden ten opzichte van vorig jaar. Voor jongeren onder de 25 jaar houden wij minimaal 200 goedkope woningen (< € 374) beschikbaar. Om betaalbare begane grond woningen voor jongeren beschikbaar te krijgen, wordt doorstroming van degenen die “te goedkoop” wonen gestimuleerd. De gap tussen de werkelijke huur en gemiddelde streefhuur is afgenomen naar 53,2% (2012: 52,5%). Dertien bestaande eengezinswoningen zijn verkocht, met name aan starters op de koopmarkt. Indien gewenst, treden wij voor maximaal 25% op als achtervang bij CPO projecten. In 2013 is deze rol niet vervuld. Maatschappelijke opvang bieden Er zijn bijzondere doelgroepen die zonder extra steun niet aan woonruimte kunnen komen. Met de gemeente Laarbeek en maatschappelijke organisaties zijn hiertoe afspraken gemaakt en als volgt ingevuld. Voor het huisvesten van statushouders nemen wij de jaarlijkse taakstelling van gemeente Laarbeek voor 100% voor onze rekening. In 2013 zijn 10 personen geplaatst (vier woningen). Voor “wonen onder begeleiding” is één woning geleverd aan SMO, één woning aan ORO en zes woningen aan het Regionaal Autisme Centrum. 16 4.2 De woningbehoefte voor de tijdelijke huisvesting van arbeidsmigranten (mid-stay) wordt onderzocht qua aantal en woonvorm. Maatschappelijke effecten voor de huurder Een kwalitatief goede woning bieden Wij stellen ons ten doel om onze woningen kwalitatief goed te onderhouden en te verbeteren. Samen met de huurders werken wij aan een verlaging van de woonlasten door het aanbrengen van energiebesparende maatregelen. Resultaat: bij 23 woningen is groot onderhoud bij mutatie uitgevoerd; bij 130 woningen is projectmatig groot onderhoud uitgevoerd. Deze aanpak wordt vaak gecombineerd met een energetische verbetering en een individuele comfortverbetering naar keuze. In overleg met de huurders is onderzocht en besloten om vraaggestuurd groot onderhoud mogelijk te maken voor de vervanging van keuken, badkamer en toilet. De woningvoorraad wordt energetisch verbeterd zodat deze in 2020 voldoet aan de doelstelling van het Nationaal Akkoord Energiebesparing ofwel een gemiddelde energie-index van 1,25 (label B). In 2013 is de index verbeterd naar 1,40 (2012: 1,57). Voor het saneren van asbest zijn een beleidskader en plan van aanpak opgesteld en in uitvoering genomen. Een betaalbare huurprijs c.q. woonlast bieden Woningen moeten voor de primaire doelgroep betaalbaar zijn en blijven. De verwachting is dat de komende jaren de woonlastenquote voor huurders gaat stijgen door een daling van het besteedbaar inkomen (door de crisis en bezuinigingen) en een stijging van de huur- en energieprijzen. Streefhuren worden marktconform vastgesteld. Uitgangspunten zijn de kwaliteit van de woning en een evenwichtige verdeling over de verschillende prijssegmenten. Het percentage huurachterstand ten opzichte van de totale huur bedraagt 0,86%. De LEVgroep is 24 maal door ons ingeschakeld bij het vermoeden van meervoudige betalingsproblematiek. Een prettige en veilige woonomgeving bieden Wij hebben aangegeven dat wij ons inzetten voor de vitaliteit van de Laarbeekse kernen. In dat kader investeren wij in de leefbaarheid van de woon- en leefomgeving. In 2013 is 70% (2012: 67%) van de aanmeldingen van burenoverlast door Buurtbemiddeling opgelost. Leefbaarheidsvraagstukken zijn actief opgepakt in het Leefbaarheidsnetwerk. De positief afgeronde wijkaanpak De Regt is in beheer genomen. In wijk De Voorbeemd is een gestart gemaakt met een 0-meting. Een klantgerichte dienstverlening bieden Wij willen tevreden klanten en streven daarom naar een goed niveau van dienstverlening. Het resultaat ten aanzien van service, participatie en klachten is als volgt: De score op het KWH-Huurlabel bedraagt gemiddeld een 7,5. Voor reparatieverzoeken hebben we de lat hoger gelegd (8,0). De score bedraagt gemiddeld een 7,8. We streven ernaar om het KWH-Participatielabel te behalen. In 2013 is hard gewerkt aan de punten die uit de 0-meting in 2012 ter verbetering naar voren zijn gekomen. In 2013 zijn tien klachten afgehandeld op directieniveau. Daarnaast zijn twee geschillen voorgelegd aan de onafhankelijke Regionale Geschillencommissie. 17 5. Werken aan de agenda van Laarbeek De demografische ontwikkeling van de gemeente Laarbeek kenmerkt zich door vergrijzing en ontgroening. Woningstichting Laarbeek stelt zich ten doel om haar woningportefeuille zodanig te transformeren dat deze optimaal blijft voldoen aan de eisen die hieraan in de toekomst worden gesteld. Voor de transformatieopgave gaat onze aandacht vooral uit naar de huisvesting van lagere inkomens, ouderen en specifieke aandachtsgroepen. In de projecten speelt de afstemming met zorg en welzijn daarom ook een grote rol. Wat hebben we in 2013 gedaan en bereikt? 5.1 Beleidsontwikkeling Dialoog met belanghouders Voor het werken aan de volkshuisvestelijke agenda van Laarbeek is de gemeente onze belangrijkste gesprekspartner. In 2013 hebben we periodiek overleg gevoerd op wethoudersniveau. In dit overleg stond de ontwikkeling van de woningmarkt en de voortgang van de diverse projecten centraal. Op projectniveau is met de gemeente samengewerkt aan de woningbouwlocaties die voortvloeien uit de overeenkomst voorzieningenclusters (Hertog Janstraat en De Fontein). Ten aanzien van de locaties De Raagten en Wijnkelderweg zijn we met de gemeente in gesprek gegaan over het openbreken van de overeenkomst. Het SRE wordt ontmanteld. De dialoog op regioniveau met betrekking tot de regionale woonvisie en woningbouwprogrammering is daarmee op een laag pitje komen te staan. Voor de ontwikkeling van projecten is intensief samengewerkt met zorg- en welzijnsinstellingen. De ontwikkeling van Moreeshof voor jongeren met een verstandelijke beperking geschiedt in samenwerking met ORO. Projecten worden in de ontwerpfase doorgesproken met een toetsingscommissie vanuit de Seniorenraad Laarbeek en het Platform Gehandicaptenbeleid Laarbeek. Daarnaast wordt getracht om een nieuwbouwproject te bespreken met een klantenpanel. Woonvisie en raamafspraak De gemeenteraad heeft in februari 2012 de Woonvisie Laarbeek vastgesteld. WSL heeft deze woonvisie volledig onderschreven, behoudens ten aanzien van het gelijktijdig in productie nemen van de diverse bouwlocaties in Beek en Donk. Op basis van de woonvisie is op 26 november 2012 een Raamafspraak 2013-2017 ondertekend. De bewonersraad was hierin betrokken. Trendrapport 2013 De crisis op de (lokale) woningmarkt heeft in 2013 onveranderd voortgeduurd. Met het Trendrapport volgen we de woningmarktontwikkelingen op de voet en stellen we het transformatieprogramma jaarlijks bij. Het trendrapport is besproken met de gemeente en de bewonersraad. Hiermee sorteren we voor op de invoering van de Herzieningswet die eisen gaat stellen aan de lokaal te maken jaarlijkse prestatieafspraken. 18 5.2 Ontwikkeling van de vastgoedportefeuille In 2013 is de vastgoedportefeuille door nieuwbouw, sloop en verkoop als volgt getransformeerd: Vastgoedportefeuille Aantal woningen per 1-1-2013 Aantal opgeleverd in 2013 Aantal uit exploitatie in 2013 Aantal gesloopt in 2013 Aantal aangekocht in 2013 Aantal verkocht in 2013 Aantal verkocht in 2013 (koopgarant) Totaal aantal woningen (inclusief woonwagens) in exploitatie Garages Aantal nieuwe garages Aantal garages verkocht Maatschappelijke accommodaties Bedrijfsmatig vastgoed Totaal aantal verhuureenheden 5.3 AarleRixtel 553 0 0 Beek en Donk 1.345 0 0 Lieshout Mariahout Totaal 295 12 0 47 0 0 2.240 12 0 -3 0 -8 -8 -2 0 0 0 -13 -8 550 2 0 0 1 1.329 88 0 0 1 5 1.423 305 4 0 0 47 3 0 0 309 50 2.231 97 0 0 2 5 2.335 553 Opgeleverd Hertog Janstraat te Lieshout Aan de Hertog Janstraat te Lieshout zijn 12 sociale huurwoningen gebouwd, waarvan 10 levensloopbestendig. Bijzonder aan dit project zijn de architectuur, de methode van houtskeletbouw en het lage energieverbruik. De bouwopdracht is in januari 2013 verstrekt. De oplevering aan de bewoners was in september 2013. 5.4 In ontwikkeling Moreeshof te Lieshout In het centrum van Lieshout, op de locatie achter ons kantoor, ontwikkelen we samen met ORO 24 wooneenheden/zorgplaatsen voor mensen met een verstandelijke beperking. Begin 2014 wordt de samenwerkingsovereenkomst met ORO getekend. Voor de begeleiding van de planontwikkeling hebben we 19 Hevo gecontracteerd omdat zij specialistische kennis heeft van planontwikkelingen in de zorgsector. De Fontein te Lieshout Dit plan wordt ontwikkeld op de locatie van basisschool De Fontein te Lieshout. Het plan bestaat uit een mix van koop- en huurwoningen. In het huidige ontwerp worden totaal 24 woningen gerealiseerd: 4 twee-ondereen-kap-koopwoningen aan De Klumper, 6 twee-onder-een-kaphuurwoningen aan de Nieuwstraat en 14 compacte patiobungalows voor verhuur aan senioren. Het plan wordt ontwikkeld in samenwerking met een partij die risicodragend is voor de koopwoningen. Locatie D’n Hoge Suute te Mariahout In samenspraak met Wijdeven Totaalbouw wordt op de locatie D’n Hoge Suute te Mariahout een project ontwikkeld van vijf woningen, waarvan vier in de sociale huursector. Deze vier woningen dienen ter vervanging van de vier te slopen woningen aan de Bernadettestraat (zie 5.5). De vijfde woning wordt door Wijdeven Totaalbouw particulier verkocht. 5.5 Herontwikkeling In 2013 zijn geen sloopbesluiten genomen. Ten aanzien van eerdere sloopbesluiten kan het volgende worden gemeld: Baverdestraat te Lieshout De herontwikkeling van deze locatie wordt pas ter hand genomen na De Fontein. Servaasstraat, Nieuwstraat te Lieshout De herontwikkeling van deze locatie ligt na 2017. Bosscheweg te Aarle-Rixtel In 2013 is gestart met de scenariofase. Onderzocht wordt welke ontwikkeling op deze locatie mogelijk is. Bernadettestraat te Mariahout Besloten is om de sloop van deze vier sociale huurwoningen te koppelen aan de nieuwbouwontwikkeling van vier sociale huurwoningen in D’n Hoge Suute. De grond wordt verkocht aan een project ontwikkelende bouwer ten behoeve van woningen in de vrije sector. 20 5.6 Verkoop gronden en woningen Verkoop bestaand bezit Begin 2013 bestond de verkoopportefeuille uit 191 huurwoningen. De portefeuille is in de loop van 2013 uitgebreid met 10 woningen. Deze woningen zijn in eerste instantie met 10% korting aangeboden aan de zittende huurders. De niet-verkochte woningen worden vervolgens verkocht bij mutatie. In 2013 zijn 11 woningen bij mutatie op de vrije markt verkocht en 2 woningen zijn verkocht aan de zittende huurder. Verkoop onder voorwaarden In het kader van de integrale wijkaanpak De Regt wordt uitsluitend in deze wijk het product Koopgarant aangeboden. In 2013 is besloten om dit te doen tot maximaal 25% van onze woningvoorraad in deze wijk. In 2013 zijn 8 woningen onder koopgarantvoorwaarden verkocht. Verkoop nieuwbouw De aanhoudende malaise op de woningmarkt houdt ook de woningstichting in zijn greep. In de projecten Waterpoort en Zonnetij zijn koopappartementen gebouwd in het prijssegment rond € 300.000. De afzet daarvan stagneert. In 2013 is één appartement in Zonnetij verkocht. Locatie De Raagten (cluster Donk) Op grond van de overeenkomst voorzieningenclusters met de gemeente was de overname van de grond op deze locatie (basisschool De Raagten) gepland voor medio 2013. In de overeenkomst en het bestemmingsplan is rekening gehouden met de realisatie van maximaal 40 woningen. Door gewijzigde inzichten en marktomstandigheden past de ontwikkeling van vrije sector koopwoningen niet meer bij de primaire doelstellingen van de corporatie. Gebleken is dat het doorverkopen van deze grond geen optie is. We zijn daarom met de gemeente in gesprek gegaan om de overeenkomst ten aanzien van deze locatie open te breken. Locatie Wijnkelderweg (cluster Beek) Op grond van de overeenkomst voorzieningenclusters is de overname van de grond voor deze locatie gefaseerd gepland voor medio 2014, 2015 en 2016. In de overeenkomst is rekening gehouden met de realisatie van 72 woningen in de vrije koopsector. Ook voor deze locatie geldt dat we met de gemeente in gesprek zijn gegaan om de overeenkomst open te breken. 5.7 Gerealiseerde effecten Woningportefeuille per 31-12-2013 De woningvoorraad wordt onderscheiden naar sociaal en commercieel, respectievelijk onder en boven de huurtoeslaggrens. De voorraad sociale huurwoningen is gesegmenteerd in goedkoop, betaalbaar en duur en is primair bestemd voor de lagere inkomens. De commerciële woningvoorraad is gesegmenteerd in vrije verhuur en Koopgarant en is primair bestemd voor de middenen hogere inkomens. Woningtype BG/klein BG/groot 0-trede App App/lift App/zorg Woonwagen Eindtotaal Goedkoop Betaalbaar 60 67 37 1.025 13 199 197 64 23 115 64 14 330 1.548 Duur 14 75 24 8 47 109 Vrije huur Koopgarant 7 31 4 13 21 10 277 76 10 Eindtotaal 141 1.154 267 273 198 194 14 2.241 21 Toelichting BG/klein BG/groot BG/0-trede App App/lift App/zorg : : : : : : Woonwagen Goedkoop Betaalbaar Duur Vrije huur Koopgarant : : : : : : begane grondwoning met tuin met 1 of 2 slaapkamers, geen gestapelde bouw begane grondwoning met tuin met 3 of meer slaapkamers begane grondwoning met tuin; het complete woonprogramma op de begane grond appartement op de begane grond of verdieping, zonder lift appartement op de begane grond of verdieping in een woongebouw met lift appartement op de begane grond of verdieping in een woongebouw met lift in de directe nabijheid van zorg specifieke woonvorm met een standplaats en berging. huur tot € 374,44 huur van € 374,44 tot € 574,35 huur van € 574,35 tot € 681,02 huur vanaf € 681,02 woningen verkocht met Koopgarant (terugkoopverplichting) Als we de samenstelling van de woningvoorraad per 31-12-2013 vergelijken met die van 31-12-2012, zien we de volgende verschuivingen per woningtype/segment: Woningtype Goedkoop Betaalbaar Duur BG/klein BG/groot BG/0-trede App App/lift App/zorg Woonwagen Eindtotaal -11 -15 -3 -9 -4 11 -38 -5 9 4 -16 0 -35 2 29 18 0 2 16 3 0 0 -2 0 8 67 1 8 -42 Vrije huur Koopgarant Eindtotaal 2 -13 10 0 0 0 0 -1 Door de nieuwbouw aan de Hertog Janstraat zijn 12 woningen in het duurdere segment toegevoegd. Door huurharmonisatie bij mutatie is een verschuiving zichtbaar van het betaalbare segment BG/groot naar het duurdere segment. De afname van 13 woningen BG/groot zijn de woningen die in 2013 zijn verkocht. Verdeling segmenten 31-12-2012 31-12-2013 Goedkoop 16,6% 14,7% Betaalbaar 70,8% 69,1% Duur 9,3% 12,4% Vrije huur 3,2% 3,4% Koopgarant 0,1% 0,4% De woningvoorraad is in 2013 iets afgenomen. Er zijn meer woningen verkocht dan bijgebouwd. De toevoeging van nieuwbouw in het dure segment en het optrekken van de huur bij mutatie leidt langzaam maar zeker tot een betere prijs-kwaliteitverhouding. 22 6. Werken aan de agenda van de klant Het huisvesten van de primaire doelgroep (huishoudinkomen tot € 34.229) en de bijzondere aandachtsgroepen heeft voor ons de hoogste prioriteit. Dit is onze sociale taakstelling. Centraal thema in deze is de betaalbaarheid van het wonen. Wij streven naar een optimale verhouding tussen een marktconforme huurprijs op basis van de kwaliteit van de woning enerzijds en de betaalbaarheid van het wonen voor de diverse marksegmenten anderzijds. Wat hebben we in 2013 gedaan en bereikt? 6.1 Beleidsontwikkeling Dialoog met belanghouders De belangrijkste partner voor ons op dit terrein is Bewonersraad Laarbeek. Wij voeren met hem periodiek overleg aan de hand van de beleidsstukken die door ons worden opgesteld. Met de bewonersraad is een samenwerkingsovereenkomst afgesloten. Hierin is geregeld hoe we met elkaar samenwerken, op welke punten hij advies- of instemmingsrecht heeft en hoe wij de bewonersraad faciliteren. Voor zijn werkzaamheden laat hij zich ondersteunen door de Woonbond. Samen met drie andere corporaties hebben we een regionale geschillencommissie ingesteld. Hierdoor functioneert het professioneler en onafhankelijker. Scheiden wonen en zorg Met ingang van 1 januari 2013 start het rijksbeleid ten aanzien van het scheiden van wonen en zorg. In het overleg met de Zorgboog is gebleken dat zij haar intramurale voorzieningen in Laarbeek steeds meer wil gaan toesnijden op de zware zorgcategorieën. Deze ontwikkeling is voor ons reden geweest om een nieuwe beleidsvisie op te stellen voor de toewijzing van onze appartementen die in de nabijheid van zorg gelegen zijn. De appartementen in De Burcht/De Oever in Beek en Donk en Zonnetij in Aarle-Rixtel worden in eerste instantie toegewezen aan CIZgeïndiceerden. Het gaat hierbij om mensen die voorheen nog op basis van de indicatiestelling in het verzorgingshuis terecht konden, maar door wijziging in het rijksbeleid de zorg voortaan thuis krijgen. 6.2 Woning zoeken Aantal woningzoekenden In 2012 was het aantal woningzoekenden met 10% gedaald ten opzichte van het jaar daarvoor. Deze daling zet zich in 2013 verder voort. Er schrijven minder woningzoekenden zich in voor een (andere) woning. Onbekend is waardoor dit wordt veroorzaakt. Per 31 december 2013 staan 924 woningzoekenden ingeschreven voor een huurwoning (2012: 975). Samenstelling naar leeftijd We onderscheiden de woningzoekenden naar starter tot en met 28 jaar, niet-starter en senior vanaf 60 jaar. Senioren vormen de grootste doelgroep. Er is sprake van een lichte stijging van het aantal senioren en een kleine afname van het aantal starters. 23 Samenstelling naar leeftijd 17% starter t/m 28 jaar 18-60 (niet zijnde starter) 50% 60 jaar en ouder 33% Samenstelling naar actief/passief woningzoekend Van alle woningzoekenden staat 36% als actief woningzoekend geregistreerd. Zij willen actief benaderd worden voor een woning. De overige 64% staat als passief geregistreerd. Zij hebben op eigen initiatief aangegeven dat zij een woning op een later tijdstip wensen, bijvoorbeeld over één jaar. De senioren vormen de grootste groep passief woningzoekenden. Slechts 20% van de senioren is actief op zoek naar een woning. De overige 80% staat uit voorzorg ingeschreven. Actief/passief woningzoekende 80% 80% 70% 60% 50% 40% starter t/m 28 jaar 56% 50% 50% 44% 30% 18-60 (niet zijnde starter) 60 jaar en ouder 20% 20% 10% 0% actief passief Samenstelling naar inkomen Het percentage woningzoekenden met een inkomen lager dan € 34.229 is ten opzichte van 2012 iets gedaald (78%). 95% van de starters heeft een inkomen lager dan € 34.229. Senioren hebben gemiddeld een beter inkomen dan de overige woningzoekenden. Voor 27% van de woningzoekenden van 60 jaar en ouder geldt dat zij een inkomen hebben boven de grens van € 34.229. Naast het inkomen beschikken senioren vaak ook over een vermogen. Dit vermogen zit meestal in de woning. De woningmarkt zit nog steeds op slot. Dat is ook een reden dat veel senioren hun inschrijving op passief hebben gezet. De mensen hebben er geen vertrouwen in dat zij hun woning kunnen verkopen. 24 Samenstelling naar inkomen Starters tot en met 28 jaar Inkomen < 34.229 Inkomen tussen 34.229 en 43.000 Inkomen > 43.000 Woningzoekenden 18 - 59 jaar Inkomen < 34.229 Inkomen tussen 34.229 en 43.000 Inkomen > 43.000 Senioren Inkomen < 34.229 Inkomen tussen 34.229 en 43.000 Inkomen > 43.000 Totaal Inkomen < 34.229 Inkomen tussen 34.229 en 43.000 Inkomen > 43.000 Aantal 2013 % Aantal 2012 % 146 4 3 95 3 2 176 9 2 94 5 1 239 36 34 77 12 11 266 34 34 80 10 10 339 56 67 73 12 15 335 59 60 74 13 13 724 96 104 78 10 11 777 102 96 80 10 10 Samenstelling naar huishoudtype Het aantal inschrijvingen van kleine huishoudens (1 of 2 personen) is iets toegenomen ten opzichte van 2012. In totaal bestaat 85% van alle woningzoekenden uit 1 of 2 persoonshuishoudens. Het traditionele gezin staat nagenoeg niet meer ingeschreven. Het gaat hierbij om 5% van de woningzoekenden. Samenstelling naar type huishouden Alleenstaand Tweepersoonshuishouden zonder kinderen Tweepersoonshuishouden met kinderen Eenoudergezin Anders Totaal Aantal 431 351 42 100 0 924 2013 % 47 38 5 11 Aantal 460 355 41 118 1 975 2012 % 47 36 4 12 0 Samenstelling naar voorkeur per woonkern Seniorenwoningzoekenden hebben over het algemeen maar één kernvoorkeur en vaak ook een specifieke voorkeur voor een wooncomplex. Starters zijn het minst honkvast en hebben over het algemeen meerdere kernvoorkeuren. Hierdoor vergroten zij ook hun kans op een woning. De vraag naar woningen in de kern Beek en Donk is het grootst. Dit is ook de grootste woonkern in de gemeente Laarbeek. 25 Voorkeur woonkern 250 200 150 100 Starter t/m 28 jaar 18-60 (niet zijnde starter) 50 60 jaar en ouder 0 Woonruimteverdeelsysteem Woningzoekenden schrijven zich bij ons in. Hierbij geven zij duidelijk aan wat hun woonwensen zijn. Op basis van deze woonwensen en voldoende wachttijd komt de woningzoekende in aanmerking voor een woning. Wij benaderen de mogelijke kandidaat en polsen zijn interesse. Bij interesse wordt de woning schriftelijk aangeboden. Het sterke punt van het woningzoekendensysteem is dat er met alle woningzoekenden een persoonlijk intakegesprek gehouden wordt. Er ontstaat dan een duidelijk beeld van de woningzoekende en zijn wensen. Ook weet de woningzoekende waar hij aan toe is en of zijn woonwensen op basis van zijn persoonlijke gegevens realiseerbaar zijn. 6.3 Woning verlaten Woningaanbod vanuit huuropzegging In totaal waren er in 2013 186 huuropzeggingen. Hiervan zijn 154 woningen opnieuw verhuurd, acht woningen zijn verhuurd via de leegstandswet/anti-kraak en 24 woningen zijn in verkoop gegaan. Om een beeld te krijgen van het beschikbaar gekomen woningaanbod naar woningtype, prijssegment en woonkern zijn in onderstaand overzicht de 32 woningen die via de leegstandswet verhuurd zijn en de woningen die in verkoop zijn gegaan buiten beschouwing gelaten. Huuropzeggingen 2013 Woningtype BG/klein BG/groot BG/0-trede App App/lift App/zorg Totaal Toelichting htg 26 Goedkoop Betaalbaar 2 - 10 25 18 6 14 5 78 38 1 41 : huurtoeslaggrens Duur < htg 1 18 Vrije huur 1 4 7 31 3 4 1 Totaal 2013 13 44 18 45 19 15 154 Totaal 2012 9 52 18 44 12 7 142 In 2013 is het aantal huuropzeggingen ten opzichte van 2012 gestegen met 8,5%. De mutatiegraad komt uit op 7,8% (2012: 7,0%). Mutatiegraad per woonkern In Beek en Donk en in Lieshout is sprake van een toename van het aantal huuropzeggingen. In Aarle-Rixtel is een afname in het aantal mutaties te zien. Mutatiegraad naar woonkern Aarle-Rixtel Beek en Donk Lieshout Mariahout 2013 6,1% 8,5% 7,9% 4,9% 2012 7,1% 7,2% 5,4% 12,2% Mutatiegraad naar woningtype Ten opzichte van 2012 is het aantal huuropzeggingen van BG/groot met ruim 15% afgenomen. Voor alle andere woningtypes was er sprake van een toename van het aantal huuropzeggingen. Het aantal huuropzeggingen app/zorg is ten opzichte van 2012 verdubbeld. In deze woningen wonen relatief veel ouderen op hogere leeftijd. Dit zorgt voor een hogere mutatiegraad. Mutatiegraad naar woningtype BG/klein BG/groot 0-trede App App/lift App/zorg 2013 9,8% 4,9% 6,7% 16,5% 9,6% 7,7% 2012 6,9% 5,5% 7,0% 16,1% 6,2% 3,6% Reden voor verhuizing De afgelopen jaren was er sprake van een afname van het aantal verhuizingen naar een koopwoning. In 2010 gaf 25% aan te verhuizen omdat zij een woning had gekocht. Dit aantal lag in 2012 nog maar op 13%. In 2013 is de doorstroming naar een koopwoning weer wat op gang gekomen en ligt bijna op het niveau van 2011. Reden voor verhuizing Woning gekocht Huurder overleden Verhuizing andere huurwoning WSL Verhuizing naar zorgcentrum/ verpleeghuis Samenwonen Overige redenen 6.4 2013 19% 18% 15% 14% 8% 26% 2012 13% 13% 24% 12% 13% 25% 2011 20% 13% 23% 14% 5% 26% Woning betrekken In 2013 zijn 175 woningen betrokken. In deze paragraaf wordt uiteengezet aan wie deze woningen zijn toegewezen qua inkomen en aandachtsgroep. Ook besteden we speciaal aandacht aan de toewijzing van de nieuwbouw. Toewijzing naar inkomen (conform aanhangsel E van het BBSH) Conform de primaire doelstelling van Woningstichting Laarbeek worden woningen bij voorrang toegewezen aan de primaire doelgroep van beleid c.q. de lagere inkomens. In onderstaande tabellen zijn de inkomens- en huurprijsgrenzen weergegeven conform de Huurtoeslagwet vanaf 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013. 27 Van de betrokken woningen is 62% toegewezen aan huishoudens met een inkomen conform de Huurtoeslagwet. Van de nieuwe huurders heeft 32% een inkomen tussen de huurtoeslaggrens en de grens van € 34.229. Hiervan is weer 17% alleenstaand met een inkomen tussen de € 21.025 en de € 28.550. De overige 6% heeft een inkomen hoger dan € 34.229. Hiervan is 4% een woning gaan huren in de sociale woningvoorraad (tot € 681,02). Toegewezen aan eenpersoonshuishoudens Leeftijd < 65 jaar ≥ 65 jaar Inkomen € < 21.025 > 21.025 < 21.100 > 21.100 Totaal Huurprijs € <374 26 14 40 374 - 536 15 11 5 2 33 536 - 681 8 17 6 4 35 >681 374 - 536 3 536 - 681 14 10 10 3 37 >681 374 – 574 8 1 574 - 681 10 >681 9 10 1 1 2 Toegewezen aan tweepersoonshuishoudens Leeftijd < 65 jaar ≥ 65 jaar Inkomen € < 28.550 > 28.550 < 28.725 > 28.725 Totaal Huurprijs € <374 3 1 3 4 1 1 Toegewezen aan drie of meerpersoonshuishoudens Leeftijd < 65 jaar ≥ 65 jaar Totaal Inkomen € < 28.550 > 28.550 < 28.725 > 28.725 Huurprijs € <374 1 1 Toewijzingen aan CIZ-geïndiceerden Voor een aantal complexen geldt dat de vrijkomende woningen bij voorrang worden toegewezen aan woningzoekenden met een CIZ-indicatie. Dit vanwege de ideale ligging van onze woningen in de nabijheid van zorg (Zonnetij en De Burcht/De Oever). In 2013 zijn zes woningen toegewezen aan woningzoekenden met een CIZ-indicatie. Toewijzing naar urgentie Een urgentie wordt slechts bij hoge uitzondering afgegeven. Het moet dan gaan om een noodsituatie. Het kan alleen in uitzonderlijke situaties waar de woningzoekende zelf niets aan kan doen. Men heeft dan op korte termijn een dak boven het hoofd nodig. De tijdsfactor weegt zwaarder dan de woonwensen. In 2013 zijn vier urgenties op sociale gronden verstrekt. Twee huishoudens zijn met voorrang gehuisvest in verband met herstructurering. Toewijzing naar bijzondere doelgroep Wij huisvesten ook bijzondere doelgroepen binnen de samenleving. Het betreft statushouders en personen met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking. 28 Statushouders In 2013 is de werkwijze van het COA veranderd. Voortaan koppelt het COA een statushouder aan een gemeente. De gemeente heeft dan 10 weken de tijd om deze statushouder te huisvesten. Hiervoor doet de gemeente een beroep op de woningstichting. In oktober 2013 is de taakstelling voor 2013 extra verhoogd in verband met de toename van het aantal asielaanvragen. In 2013 was de taakstelling om 15 statushouders te huisvesten. Dit aantal is niet gehaald. In totaal zijn er 10 personen gehuisvest (vier woningen). ORO ORO biedt totaalzorg aan kinderen en volwassenen met een verstandelijke beperking om hen mogelijkheden te geven zich optimaal te ontplooien. Aan ORO is in 2013 één woning toegewezen. Deze huurovereenkomst is op naam van ORO gesteld. Regionaal Autisme Centrum Regionaal Autisme Centrum (voorheen Autismebegeleiding.nl) geeft gespecialiseerde begeleiding, advies en praktische hulp aan mensen met een autismestoornis. In 2011 stelde de stichting ons de vraag of wij willen meewerken aan huisvesting haar hun cliënten in Laarbeek. Het gaat om cliënten die wel zelfstandig kunnen wonen, maar hierbij begeleiding nodig hebben. In 2013 is het verzoek binnengekomen om de cliënten vooral te huisvesten aan het Lage Heesplein in Beek en Donk. Deze locatie is erg geschikt voor mensen met een autismestoornis. Woningen aan dit pleintje worden voortaan aan cliënten van het Regionaal Autisme Centrum toegewezen. Hierdoor ontstaat een unieke woonvorm in Laarbeek. In 2013 hebben wij zes woningen rechtstreeks aan een cliënt toegewezen. Stichting Maatschappelijke Opvang Helmond e.o. (SMO) SMO biedt woonbegeleiding aan alleenstaanden en gezinnen die niet in staat zijn tot zelfstandig wonen. Problemen op het gebied van het voeren van een huishouden, psychosociale problemen, opvoedingsproblemen, het onderhouden van een sociaal netwerk, problemen met vrijetijdsbesteding of problemen op financieel gebied worden samen met de cliënt opgepakt en opgelost. Ook mensen die vanuit 24-uursopvang weer zelfstandig gaan wonen, kunnen een beroep doen op woonbegeleiding. In het contract dat wij met SMO hebben gesloten, is afgesproken dat er drie woningen per jaar ter beschikking worden gesteld aan cliënten van SMO ten behoeve van doorstroommogelijkheden in zelfstandige woningen na de 24-uursopvang. Zij doen daarvoor aan ons zelf een verzoek. In 2013 is één woning op verzoek van SMO aan een cliënt van SMO ter beschikking gesteld. Intensieve woonbegeleiding Door SMO SMO verzorgt in onze opdracht voor twee huurders intensieve woonbegeleiding. Het streven van intensieve woonbegeleiding is om structuur te brengen in het dagelijkse leven van bepaalde personen/gezinnen. Belangrijk onderdeel van de begeleiding vormt de schuldhulpverlening. Door het volgen van een begeleidingstraject kan ontruiming voorkomen worden. Op dit moment zijn de twee ingekochte plaatsen voldoende. Er is geen noodzaak tot uitbreiding. In 2013 is aan SMO een bijdrage betaald van € 15.773 voor intensieve woonbegeleiding. Door de LEVgroep Er is een groep jongeren in Laarbeek die vanwege zijn achtergrond niet zonder hulp zelfstandig kan gaan wonen. Het betreft jongeren die zich veelal laten zien met hanggedrag en alcohol- en drugsgebruik. Het ontbreekt hen aan vaardigheden en hun zelfredzaamheid is beperkt, waardoor zelfstandige huisvesting niet zonder meer haalbaar is. De jongerenwerker verwijst ze door naar de LEVgroep voor verdere begeleiding. Als de begeleiding een tijdje loopt, kunnen de jongeren zelfstandig gaan wonen. Maar die kunnen dit niet zonder extra hulp van de LEVgroep, omdat zij naast de reguliere hulp van de LEVgroep ook extra woonbegeleiding moeten krijgen om zelfstandig te leren wonen. Om deze begeleidingsvorm te realiseren, hebben wij in 2012 met de LEVgroep een samenwerkingsovereenkomst 29 afgesloten. In eerste instantie ging het om een pilot van één jaar. In december 2013 is de woonbegeleiding beëindigd. De driepartijenovereenkomst is vervallen en de huurder heeft een zelfstandige huurovereenkomst gekregen. Begin 2014 vindt een evaluatie plaats of woonbegeleiding in deze vorm daadwerkelijk meerwaarde biedt aan de cliënt op het gebied van wonen, welzijn en inkomen. De kosten van het totale traject bedragen € 7.253. Doorstroming Er zijn in totaal 23 huurders verhuisd naar een andere huurwoning. De grootste verhuisstroom vindt plaats naar levensloopbestendige woningen (0-tredewoningen, app/lift of app/zorg). In totaal zijn elf huurders met de doorstroomregeling verhuisd naar een andere huurwoning (BG/groot, BG/klein en app). De gemiddelde woonduur van deze doorstromers was vier en een half jaar. De doorstroomregeling is in het woonruimteverdelingbeleid vastgelegd. Als een huurder langer dan twee jaar in dezelfde woning woont en wil verhuizen naar een andere huurwoning, noemen wij deze huurder een doorstromer. De huurder krijgt dan voorrang op een starter omdat hij bij verhuizing een huurwoning achterlaat. Daar kan bijvoorbeeld een starter gaan wonen. Hebben meer doorstromers belangstelling voor dezelfde huurwoning, dan gaat de doorstromer met de langste woonduur voor. Deze regel geldt niet bij seniorenwoningen. Verhuisstroom van … Levensloopbestendig naar levensloopbestendig BG/klein of App naar levensloopbestendig BG/groot naar levensloopbestendig BG/klein of App naar BG/groot BG/groot naar BG/groot BG/klein of App naar BG/klein of App Totaal Aantal 4 3 5 7 2 2 23 Toewijzing van de nieuwbouwcomplexen In 2013 zijn in totaal 12 nieuwbouwwoningen in Lieshout opgeleverd. Het gaat hierbij om tien 0trede woningen en twee woningen van het type BG/klein. De 0-trede woningen waren in eerste instantie bedoeld voor de doelgroep 55 jaar en ouder. Door te geringe belangstelling zijn de meeste woningen verhuurd aan de overige doelgroep. Onderstaande tabel laat zien de herkomst naar woonplaats en de leeftijdscategorie. 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 30 Uit Laarbeek Buiten Laarbeek < 55 jaar > 55 jaar Tijdelijke verhuur Per 31 december 2013 zijn in totaal 20 woningen verhuurd in het kader van de leegstandswet en acht woningen anti-kraak. Woningen in de tijdelijke verhuur worden verhuurd met een leegstandsvergunning van de gemeente. Dit kan voor een periode van twee jaar, waarna jaarlijks een verlenging aangevraagd kan worden tot een maximum van 7 jaar. Bij anti-kraak worden de woningen beheerd door een professionele leegstandsbeheerder. De woning wordt dan in bruikleen gegeven aan de bewoner. Dit ter voorkoming van kraak. Kern Aarle-Rixtel Beek en Donk Lieshout Mariahout Totaal 6.5 Tijdelijke verhuur 2 5 13 0 20 Anti-kraak 2 0 3 3 8 Huur betalen Huurprijsbeleid Het eerste uitgangspunt voor het huurprijsbeleid is een evenwichtige verhouding tussen de kwaliteit van een woning en de huurprijs die ervoor wordt betaald. Het tweede uitgangspunt is dat de woningen betaalbaar moeten blijven voor de primaire doelgroep. In de raamafspraak met de gemeente en de bewonersraad hebben wij vastgelegd dat de kernvoorraad in 2020 tenminste 1.850 woningen moet omvatten. Huurverhoging Het voornemen was om de inkomensafhankelijke huurverhoging door te voeren. Door de inkomensafhankelijke huurverhoging is het mogelijk om versneld naar het streefhuurniveau door te groeien. Door een fout in de WOZ administratie was het niet mogelijk om de gegevens bij de Belastingdienst op te vragen. De inkomensafhankelijke huurverhoging is daarom niet doorgevoerd. De huren van de woningen die nog niet op streefhuurniveau zitten, zijn per 1 juli 2013 verhoogd met 4%. De woningen waarbij de huur wel op streefhuurniveau zit, zijn inflatievolgend verhoogd met 2,5%. Gemiddeld zijn de huren met 3,6% verhoogd. Huurincasso We voeren een strak incassobeleid. Van alle huurders heeft 83% een machtiging getekend voor een automatische incasso. Huurders met een betalingsachterstand ontvangen een betalingsherinnering en als de huur dan nog niet ontvangen is, een aanmaning. Zo mogelijk worden betaalafspraken gemaakt. Is dit niet mogelijk of worden betaalafspraken niet nagekomen, dan gaat de vordering naar de deurwaarder. Bij een huurachterstand van meer dan drie maanden wordt in principe gedagvaard, waarbij ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning worden gevraagd. In 2013 zijn 23 huurders doorgestuurd naar de gerechtsdeurwaarder. Per ultimo 2013 zijn nog 15 achterstanden van huurders en 4 van ex-huurders in handen van de deurwaarder. Uitzettingen In 2013 vonden er 5 uitzettingen plaats (2012: 1). De ontruimingen vonden plaats op basis van huurachterstand. Dit aantal komt overeen met het aantal ontruimingen in de jaren daarvoor (2011: 5, 2010: 7). 31 6.6 Kwaliteit van de dienstverlening KWH-Huurlabel We streven naar een goed niveau van dienstverlening en willen tevreden klanten. Daarom laten we onze dienstverlening meten door het Kwaliteitscentrum Woningcorporaties Huursector (KWH). Woningstichting Laarbeek is gecertificeerd voor het KWH-Huurlabel. Dit label is met ingang van 2012 ingrijpend gewijzigd. De kwaliteit van onze dienstverlening naar de huurders wordt nu permanent gemeten. De dienstverlening wordt in 2013 volgens de meting van KWH gewaardeerd op 7,5. In 2012 kregen we een 7,9. KWH-Participatielabel Het Participatielabel is een instrument om de kwaliteit van bewonersparticipatie te meten. We willen dit label gaan halen. Na de voorbereidingen in 2011 zijn we in 2012 gestart met een 0meting. We hebben het label net niet gehaald, maar wel duidelijke aanwijzingen gekregen waar we een en ander kunnen verbeteren. Daar zijn we mee aan de slag gegaan. In het najaar hebben we de bewonerscommissies en bewonersraad uitgenodigd met ons mee te denken over de actualisatie van ons Beleidskader participatie. Tijdens een bijeenkomst hebben we hen gevraagd hoe zij door ons betrokken willen worden bij wat er leeft in hun buurt en complex. De uitkomsten van de bijeenkomst zijn gebruikt voor het nieuwe beleidskader. Dit concept wordt begin 2014 voorgelegd aan de bewonerscommissies. Het uiteindelijke doel is komen tot een nieuwe samenwerkingsovereenkomst met bewonersraad en bewonerscommissies. Een adviseur van de Woonbond ondersteunt ons bij dit traject. Werkgroep communicatie De uitslag van de 0-meting van het Participatielabel, alsmede signalen dat de communicatie bij groot onderhoudsprojecten beter kan, hebben ertoe geleid dat we in 2013 samen met de Bewonersraad Laarbeek de werkgroep communicatie zijn gestart. De werkgroep bestaat uit twee leden van de bewonersraad, de directeurbestuurder en de beleidsmedewerker. De werkgroep heeft als speerpunt de communicatie rondom groot onderhoudsprojecten en bespreekt onderwerpen die daarmee samen hangen. 6.7 Klacht afhandelen Interne klachtenprocedure Als een ontevreden klant er niet uitkomt met de medewerker waarmee hij een verschil van mening heeft, kan deze zijn klacht schriftelijk melden bij de directeurbestuurder. Die zoekt de kwestie uit, geeft binnen twee weken schriftelijk antwoord of maakt met klager een afspraak voor een gesprek. Als het probleem daarna nog niet uit de wereld is, is er sprake van een geschil. De klager kan het geschil voorleggen aan de Regionale Geschillencommissie. In 2013 hebben 10 huurders een klacht ingediend bij de directeurbestuurder. In zeven situaties heeft vervolgens een persoonlijk gesprek plaatsgevonden, bij de huurder thuis of in ons kantoor. Regionale Geschillencommissie In september 2011 is de Regionale Geschillencommissie geïnstalleerd. De commissie behandelt geschillen tussen huurders en de woningcorporaties Peelrand Wonen Boekel, Stichting Goed Wonen Gemert, Bergopwaarts Deurne en Woningstichting Laarbeek. De geschillencommissie heeft in 2013 twee geschillen van Woningstichting Laarbeek behandeld. De eerste zaak betrof een verschil van mening over het vergoeden van een schade door de huurder. De commissie was van mening dat er geen sprake was van onjuiste toepassing van beleid. De huurder moest de schade betalen. Bij de tweede zaak ging het om geluidsoverlast. We kregen het bindende advies om gedegen onderzoek naar geluidsoverlast tussen twee woningen door een onafhankelijk bureau te laten uitvoeren en het initiatief te nemen voor het maken van werkbare afspraken tussen de betreffende huurders. Dit hebben we eind 2013 in gang gezet. 32 Huurcommissie In 2013 waren er drie zaken, waarvan twee ingediend in 2012, in behandeling bij de Huurcommissie. Ultimo 2013 was de uitslag hiervan nog niet bekend. 6.8 Gerealiseerde effecten Ten aanzien van huur en verhuur hebben wij de volgende maatschappelijke effecten gerealiseerd. Prijs-kwaliteitverhouding In het huurbeleid hebben wij ons ten doel gesteld om de prijs-kwaliteitsverhouding te verbeteren. De bovenmatige huurverhoging en huurharmonisatie bij mutatie zijn middelen om versneld naar de streefhuur toe te groeien. Verder hebben extra punten voor energie en de daling van de wozwaarde in relatie tot schaarstepunten effect op de maximaal redelijke huur. Opvallend is dat ondanks de hogere huurverhoging en de huurharmonisatie de uiteindelijke effecten klein zijn. Huidige huur t.o.v. maximaal redelijke huur Woningtype BG/klein BG/groot BG/0-trede App App/lift App/zorg Eindtotaal 31-12-2013 31-12-2012 49,9% 50,1% 53,7% 51,7% 60,0% 67,7% 53,2% 48,9% 49,5% 52,9% 50,4% 60,8% 67,3% 52,5% Toewijzing van huurwoningen aan de primaire doelgroep De huurwoningen onder de huurtoeslaggrens zijn voor 95,9% toegewezen aan huishoudens met een inkomen lager dan € 34.229. De overige 4,1% (7 huishoudens) is toegewezen aan huishoudens met een inkomen tussen de € 34.229 en € 43.000. Verhuringen huurwoningen huurprijs < € 681,02 Waarvan inkomen tot € 34.229 Inkomen > € 34.229 Inkomen > € 34.229 maar CIZ-indicatie min. 10 uur Verhuringen huurwoningen huurprijs > € 681,02 171 164 5 2 4 95,9% 2,9% 1,2% In ons toewijzingsbeleid is opgenomen dat alle woningzoekenden met een inkomen lager dan € 34.229 in aanmerking kunnen komen voor een huurwoning met een huurprijs lager dan € 681,02. Er wordt verder geen onderscheid meer gemaakt. Het resultaat hiervan is dat 32% van de verhuurde woningen naar woningzoekenden met een inkomen hoger dan de huurtoeslaggrens, maar lager dan € 34.229 is gegaan. 33 7. Werken aan vitale kernen De verzorgingsstaat wordt afgebouwd en het geloof in de marktwerking als oplossing voor alle problemen is tanende. De vitaliteit van de kernen hangt in de toekomst voor een belangrijk deel af van burgerinitiatieven. Daarom investeren wij in de leefbaarheid van de woon- en leefomgeving; niet alleen fysiek, maar ook sociaal. Het kan hierbij gaan om iets kleins, zoals een donatie. Het kan ook een structurele activiteit zijn, zoals het participeren in het leefbaarheidsnetwerk en de integrale wijkaanpak. Wij vinden het ook belangrijk om onze huurders te ondersteunen bij het zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. Daartoe realiseren wij maatschappelijke accommodaties voor zover deze een samenhangend geheel vormen met de woonvoorziening. Voor de invulling van de welzijns- en zorgarrangementen werken we samen met maatschappelijke partners die hierin gespecialiseerd zijn. Wat hebben we in 2013 gedaan en bereikt? 7.1 Beleidsontwikkeling Dialoog met belanghouders Woningstichting Laarbeek neemt actief deel aan het Platform Vitaal Laarbeek. Dit is een initiatief van burgers om maatschappelijke ontwikkelingen te bespreken en kennis te delen. Centraal thema is de leefbaarheid van de kernen in relatie tot de afbouw van de verzorgingsstaat en de zelfredzaamheid van de burger. Voor de integrale wijkaanpak werken we in een stuurgroep en projectgroep intensief samen met de gemeente en ViERBINDEN. In de wijk wordt een klankbordgroep van bewoners geformeerd om de voorbereiding en uitvoering van het project te bespreken. In 2013 is overleg gevoerd met de dorpsraden van de vier afzonderlijke kernen. Centraal thema was de volkshuisvestelijke kernvisie. Hoe zien zij de ontwikkelingen en waar zouden de accenten moeten liggen ten aanzien van de programmering van de nieuwbouw- en herontwikkelingsprojecten. Hun input nemen we mee in de ontwikkeling van de kernvisies. Woningstichting Laarbeek vormt samen met diverse maatschappelijke instellingen het leefbaarheidsnetwerk. In het overleg vindt praktische afstemming plaats over de aanpak van leefbaarheidsvraagstukken. Eveneens wordt met maatschappelijke instellingen samengewerkt om het project buurtbemiddeling gestalte te geven. Voor de exploitatie en het beheer van de maatschappelijke accommodaties wordt intensief samengewerkt met ViERBINDEN, Savant en de Zorgboog. Eind 2013 hebben we op bestuurlijk niveau een “Ronde Tafel” georganiseerd met de gemeente en de maatschappelijke partners. Onder begeleiding van het PON is gediscussieerd over de maatschappelijke beweging naar een participatiesamenleving en de consequenties voor burgers en maatschappelijke organisaties. Kernvisies Om het strategisch voorraadbeleid aan te scherpen willen wij voor ieder dorp een kernvisie opstellen. De kernvisies voor Mariahout en Lieshout zijn in 2013 afgerond. De visie is getoetst aan de inzichten van de dorpsraden. 7.2 Accommodaties voor zorg en welzijn Volgens de Herzieningswet blijft het exploiteren van maatschappelijk vastgoed een taak voor corporaties. Wij hebben de keuze gemaakt om uitsluitend maatschappelijke accommodaties te realiseren en te exploiteren als deze een samenhangend geheel vormen met de woonvoorziening. Op deze wijze wordt een infrastructuur voor welzijn en zorg gecreëerd die ondersteunend werkt ten aanzien van het langer zelfstandig blijven wonen. 34 Medisch centrum in Beek en Donk Dit vastgoed past dus eigenlijk niet meer in onze strategie. Gezien de situatie op de vastgoedmarkt wordt vooralsnog afgezien van afstoten. Eetpunt Dorus van den Elsenhof in Beek en Donk In samenwerking met ViERBINDEN is in 2009 een eetpunt gerealiseerd in de ontmoetingsruimte van de Dorus van den Elsenhof. Eetpunten worden onder andere ingezet om mensen uit hun sociaal isolement te halen. Uit onderzoek is gebleken dat gezamenlijk eten hier positief aan bijdraagt. Eind 2013 zijn er gemiddeld 28 deelnemers per week. Ten opzichte van 2012 is er sprake van een kleine daling in het deelnemersaantal (2012:29,4 deelnemers). Op werkdagen is er een bezetting van gemiddeld 96,5%. Op zaterdag is de bezetting 61% en op zondag 52%. Het aantal deelnemers wisselt regelmatig als gevolg van opnames in verzorgings- en verpleeghuizen, overlijden of opnames in de dagverzorging. De opengevallen plekken worden vrijwel meteen weer ingevuld door nieuwe belangstellenden. Zo was er in 2013 geen wachtlijst en bleef het eetpunt goed bezet. Ontmoetingsruimten bij seniorencomplexen De appartementencomplexen aan het Rembrandtplein, Dorus van den Elsenhof en De Harmonie in Beek en Donk en het complex aan de Klumper in Lieshout hebben een ontmoetingsruimte. In de complexen Rembrandtplein en Dorus van den Elsenhof beheren de bewoners de ontmoetingsruimten. In het complex aan de Klumper in Lieshout zijn twee gastvrouwen en een huismeester actief. De dienstverlening is een combinatie van zorg en beheer. De nadruk van de taak van de gastvrouw ligt op het sociale vlak. Zorg en oog hebben voor het welzijn van de bewoners en voor een goed woon- en leefklimaat zijn kerntaken van de gastvrouw. De taak van de huismeester is meer gericht op het technisch en algemeen beheer van het woongebouw. Daarnaast kan iedere huurder een beroep doen op de huismeester voor verschillende zaken, zoals bijvoorbeeld klein huurdersonderhoud. Waterpoort In het project Waterpoort zijn in 2012 nieuwe maatschappelijke accommodaties gerealiseerd. We hebben ViERBINDEN bereid gevonden om de collectieve ruimten in Waterpoort te exploiteren en beheren ten behoeve van de dorpsgemeenschap. Zonnetij Ook in het project Zonnetij zijn collectieve ruimten gerealiseerd en verhuurd aan Savant. Zij had hiervoor een beschikking ontvangen van het Zorgkantoor om een zorginfrastructuur te organiseren voor Aarle-Rixtel. Het beheer van de ruimten wordt door Savant uitbesteed aan ViERBINDEN. De Zorgboog is door de herhuisvesting van de bewoners van Mariëngaarde in dit complex van meet af aan een grote gebruiker van deze accommodatie. De collectieve ruimten kunnen ook worden gebruikt door andere groepen. 35 7.3 Voorzieningenclusters Met gemeente Laarbeek is in 2009 een overeenkomst gesloten voor de ontwikkeling van de voorzieningenclusters in de diverse kernen van Laarbeek. Deze overeenkomst is in 2011 herzien. Centraal doel van deze overeenkomst is om met de ontwikkeling van de woningbouwlocaties via de grondtransacties een substantiële financiële bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de voorzieningenclusters. De projecten in dit kader zijn: verkoop van Grotenhof en ontwikkeling van de locaties Hertog Janstraat en De Fontein in Lieshout, De Raagten op Donk en een locatie in het voorzieningencluster Beek. Voor de toelichting per project wordt verwezen naar het vorige hoofdstuk. 7.4 Integrale wijkaanpak In de wijken De Regt, De Voorbeemd en Opstal staat de verhuurbaarheid onder druk. In november 2010 hebben we met Stichting Welzijn Laarbeek (nu ViERBINDEN) een samenwerkingsovereenkomst gesloten om hier de komende jaren gezamenlijk aan te gaan werken, om te beginnen in wijk De Regt in Beek en Donk. Gemeente Laarbeek heeft zich hierbij aangesloten. In 2013 hebben we samen met de gemeente en ViERBINDEN een samenwerkingsovereenkomst gesloten voor de wijkaanpak in De Voorbeemd. Wijkaanpak De Regt We zijn de integrale wijkaanpak gestart in wijk De Regt in Beek en Donk. Dit is eind 2012 afgerond met een schriftelijke enquête: 83% van de ondervraagden geeft aan dat het project een succes is. Er is een aantal vervolgafspraken gemaakt. Twee keer per jaar worden bewoners uitgenodigd voor een wijkbijeenkomst. Hier zijn vertegenwoordigers van de gemeente, ViERBINDEN en woningstichting bij aanwezig. De nieuwsbrief blijft twee keer per jaar verschijnen en een werkgroepje van wijkbewoners is gefaciliteerd om aanvullend op het reguliere groenonderhoud werkzaamheden aan het groen in de wijk te verrichten. Wijkaanpak De Voorbeemd In oktober 2012 is een verkennend gesprek gevoerd met een aantal wijkbewoners van De Voorbeemd over de leefbaarheid in hun wijk. Ze vinden dat het er goed wonen is, maar geven tegelijkertijd een aantal punten aan dat voor verbetering vatbaar is. Ook missen ze een georganiseerd wijkoverleg of buurtvereniging. In nauwe samenwerking met deze wijkbewoners is in de eerste helft van 2013 een 0-meting gehouden. Na de zomer is het resultaat in een nieuwsbrief gepresenteerd aan de bewoners: de verkeersveiligheid, groenonderhoud en de aanwezigheid van zwerfvuil en hondenpoep worden als knelpunten genoemd. Uitgangspunt is dat bewoners zelf actief aan de slag gaan met het aanpakken van de knelpunten in hun woonomgeving. Ultimo 2013 is de aanpak nog niet duidelijk. We hebben wel een begin gemaakt met groot onderhoud aan een aantal woningen. 36 Buurtconciërge In de gemeente Laarbeek is sinds 2002 een buurtconciërge werkzaam. Hij is een direct aanspreekpunt voor de bewoners. De buurtconciërge kan het complete beheer van wijken overzien, heeft zorg voor wijken die extra aandacht nodig hebben, onderhoudt contacten met bewoners en voert met daadkracht klusjes uit in de wijk. De buurtconciërge is in dienst van de gemeente. In het kader van de leefbaarheid en de integrale wijkaanpak levert de woningstichting een financiële bijdrage in de kosten. In 2013 was dit € 17.413. 7.5 Bevordering leefbaarheid Leefbaarheidsnetwerk Het leefbaarheidsnetwerk is een overleg tussen de ketenpartners LEVgroep (maatschappelijke dienstverlening), gemeente Laarbeek, Regiopolitie Brabant Zuid-Oost (afdeling Gemert-Laarbeek), ViERBINDEN, Bemoeizorg Geestelijke Gezondheidszorg Zuid Oost Brabant (GGZ)/NovadicKentron, Centrum voor Jeugd en Gezin, Stichting Maatschappelijke Opvang en Woningstichting Laarbeek. Dit overleg is geformaliseerd door een leefbaarheidsconvenant. In dit convenant zijn regels opgesteld die met name betrekking hebben op de wijze waarop de betrokken ketenpartners omgaan met het verstrekken van informatie. Medewerkers van de hiervoor genoemde organisaties komen om de zes weken voor overleg bij elkaar. Het overleg heeft een lokale signaal-, advies- en regiefunctie op het gebied van leefbaarheid en hulpverlening bij meervoudige problematieken voor alle inwoners van Laarbeek. In 2013 zijn 43 nieuwe casussen ingebracht. Er zijn in totaal 31 casussen afgesloten. De casuïstiek was onder andere alcohol/drugs gerelateerd, verwaarlozing en problemen die psychisch van aard zijn. Het lijkt erop dat er, ten opzichte van voorgaande jaren, steeds meer cliënten komen met een psychiatrische achtergrond/problematiek. Buurtbemiddeling In juli 2009 is gestart met het project Buurtbemiddeling. Medewerkers van politie, LEVgroep, ViERBINDEN en de woningstichting worden met regelmaat geconfronteerd met de hulpvraag om problemen op te lossen tussen buren. Het betreft problemen waarbij de betrokken mensen vaak zeer indirect met elkaar communiceren. Ze vragen aan de woningstichting of de politie om hun probleem met de buren op te lossen. Uit navraag blijkt dan dat mensen moeite hebben elkaar aan te spreken op het gedrag. Daar waar dit al wel geprobeerd is, blijkt de communicatie vervolgens soms flink verstoord te zijn. Voor de buurtbemiddeling worden getrainde vrijwilligers ingeschakeld. De buurtbemiddelaars brengen de buren weer in gesprek met elkaar om gezamenlijk naar oplossingen te zoeken. Zij helpen met het maken van afspraken die voor beide bewoners goed werken. In Laarbeek zijn op dit moment acht vrijwilligers actief. In 2013 zijn er 20 aanmeldingen voor buurtbemiddeling geweest. Veertien bemiddelingen zijn positief afgesloten. Zes bemiddelingen zijn niet tot een afsluitend contract gekomen. Echter, van vijf casussen zijn verder geen klachten/meldingen meer binnengekomen bij de diverse instanties. Wij hebben vijf bemiddelingen aangemeld. De meeste aanmeldingen worden gedaan door de politie en de woningstichting. De problematiek gaat met name over geluidsoverlast, overlast van huisdieren en erfafscheidingen. In 2013 hebben we € 3.776 bijgedragen. 7.6 Sponsoring Sinds 2009 stellen we jaarlijks € 5.000 beschikbaar voor activiteiten die de leefbaarheid bevorderen in de buurten en wijken waar wij woningen hebben. Organisaties kunnen een aanvraag indienen voor een bijdrage. Aan de hand van criteria die zijn opgenomen in ons sponsorbeleid wordt beoordeeld of organisaties in aanmerking komen voor een bijdrage. In 2013 hebben we ons sponsorbeleid aangescherpt. Globaal tekende zich een driedeling af in de bestedingsdoelen. Deze categorieën corresponderen met de maatschappelijke ontwikkelingen en ons jaarplan. 37 Het beschikbare budget wordt ingezet voor activiteiten en projecten in het kader van: 1. bevordering sociale samenhang (wijk- en buurtactiviteiten); 2. ondersteuning Eigen kracht (o.a. Stichting AED-Alert Laarbeek); 3. vangnet (Stichting Leergeld). In 2013 ontvingen de volgende initiatieven een bijdrage: Initiatieven Stichting AED-Alert Laarbeek Stichting Leergeld Rembrandtplein Buurt Ekelcamp Buurt Franciscushof Stichting AED-Alert Laarbeek (toegekend in 2012, uitgekeerd in 2013) Totaal sponsorbedrag 2013 7.7 Bedrag in € 2.400 1.500 290 150 150 4.490 1.600 6.090 Gerealiseerde effecten Ten aanzien van de vitaliteit en leefbaarheid van de woonkernen hebben onze inspanningen de volgende maatschappelijke effecten opgeleverd. Integrale wijkaanpak De uitkomsten van de evaluatie van de wijkaanpak onder de bewoners van wijk De Regt geven onomwonden aan dat de leefbaarheid in hun wijk in zijn algemeenheid is verbeterd. Bewoners zijn heel tevreden over de verbeteringen aan de woonomgeving en het uitgevoerde groot onderhoud aan hun woning. Het sociale traject, dat met name door de buurtvereniging is uitgevoerd, heeft gezorgd voor een grotere betrokkenheid van wijkbewoners onderling. De aanpak en het resultaat zijn zeer goed gewaardeerd met een 8,3. De effecten van de overige inspanningen en investeringen in de woon- en leefomgeving zijn nu nog niet meetbaar. Hier ligt een aandachtspunt. 38 8. Werken aan kwaliteit en energiebesparing Wij stellen ons ten doel om onze woningen kwalitatief goed te onderhouden en te verbeteren. In onze aanpak zijn wij op weg van een op vastgoed georiënteerde beheerder naar een op klant gerichte dienstverlener. Vanuit deze optiek worden de bedrijfsprocessen vormgegeven en geoptimaliseerd. Wij streven naar duurzaamheid. Samen met de huurders willen wij werken aan een verhoging van het wooncomfort en een verlaging van de woonlasten door het aanbrengen van energiebesparende maatregelen. Op dit punt willen wij graag voldoen aan het Nationaal Akkoord Energiebesparing, ofwel in 2020 een gemiddelde energie-index van 1,25 (label B). We streven ook naar maatwerk. Voor het aanpassen of moderniseren van de woning willen wij de wensen van de individuele klant veel ruimte geven. Het is per slot van rekening zijn of haar woonsituatie en geen enkele is gelijk. Individuele keuzes worden geboden tegen een kostendekkende huurverhoging. Wat hebben we in 2013 gedaan en bereikt? 8.1 Beleidsontwikkeling Dialoog met belanghouders Ook op dit terrein vormt de bewonersraad voor ons een belangrijke gesprekspartner. Vooral de participatie, informatie en communicatie bij groot onderhoudsprojecten is in een aparte werkgroep een belangrijk onderwerp van gesprek geweest. Voor het uitwerken en uitvoeren van groot onderhoudsprojecten wordt de agenda van de huurder opgehaald. Afhankelijk van de situatie doen we dit door het afleggen van huisbezoeken of door het instellen van een bewonerscommissie waarmee het plan wordt voorbereid. In deze aanpak valt groot onderhoud altijd samen met een collectieve aanpak voor energiebesparing en de realisatie van individuele woonwensen. Voor de woningverbetering wordt een huurverhoging gevraagd. Na afronding worden de projecten geëvalueerd. Uit het woonsatisfactieonderzoek dat in 2012 is uitgevoerd kwam de wens naar voren om meer invloed te hebben op het tijdstip van uitvoering van groot onderhoud. In 2013 is in samenspraak met een klankbordgroep van huurders een aanzet gegeven voor een beleidskader “vraaggestuurd groot onderhoud” met betrekking tot de binnenkant van de woning. Dit beleid wordt in 2014 geïntroduceerd. Beleidskader groot onderhoud Groot onderhoud en woningverbetering worden bij voorkeur projectmatig uitgevoerd. We gaan e e daarbij uit van een planning van groot onderhoud in het 30 of 55 jaar. De levensduur van de woning wordt in dat geval verlengd van 50 naar 55 jaar of van 55 naar 75 jaar. Vooruitlopend op e deze ingreep krijgen individuele woningen vanaf het 25e of 50 jaar bij mutatie een groot onderhoudsbeurt. Beleidskader energiebesparing Woningstichting Laarbeek wil voldoen aan het Nationaal Akkoord Energiebesparing dat op landelijk niveau is afgesloten. Dit betekent dat de woningvoorraad in 2020 een gemiddelde energie-index heeft van 1,25 (label B). In 2013 hebben wij het volgende gedaan: Nagenoeg de gehele woningvoorraad is gelabeld zodat we een scherp beeld hebben van de huidige energieprestatie. In 2012 is met behulp van Atriensis in kaart gebracht welke maatregelen we moeten treffen om de gehele woningvoorraad in 2020 op het gewenste niveau te krijgen. Eveneens is berekend wat deze investering ons gaat kosten. In 2013 is een aantal van deze maatregelen vertaald naar de meerjarenonderhoudsbegroting. Voor het uitvoeren van de maatregelen zoeken we aansluiting bij de natuurlijke momenten, zoals mutatie, planmatig- en projectmatig onderhoud. 39 De groot onderhoudsprojecten worden uitgevoerd conform het beleidskader dat met de bewonersraad in 2012 is afgesproken met betrekking tot huurverhoging (50% van de theoretische energiebesparing) en de garantie van woonlastenbesparing. Om de doelstelling op nationaal niveau te monitoren, nemen we deel aan Shaere. Op deze wijze kunnen we de ontwikkeling van de energieprestatie van onze woningvoorraad vergelijken met het landelijk gemiddelde. Beleidskader asbestsanering In 2013 is een beleidskader asbest opgesteld alsmede een plan van aanpak. We bouwen onze bezitsinventarisatie in 2013 en 2014 ten aanzien van asbest verder uit. Bij mutaties van woningen van voor 1994 worden standaard asbestinventarisaties uitgevoerd. Dit doen we vooral om calamiteiten bij het verwijderen van asbesthoudende vloerbedekking te voorkomen. Bewoners worden beter geïnformeerd over de aanwezigheid van asbest in de woningen. 8.2 Onderhoudskosten naar soort onderhoud en energiebesparende maatregelen (bedragen onder voorbehoud) Soort onderhoud Reparaties en storingen Mutatiekosten Totaal dagelijks onderhoud 2013 542 93 635 2012 589 77 666 Planmatig en groot onderhoud Groot onderhoud bij mutatie Groot onderhoud tussentijds Subtotaal planmatig en groot onderhoud 2.970 417 76 3.463 1.712 530 59 2.301 Activering verbeteringen Totaal planmatig en groot onderhoud -725 2.738 -455 1.846 Totaal onderhoud 3.373 2.512 2013 376 2012 0 (Bedragen x € 1.000) Energiebesparende maatregelen Energiebesparende maatregelen (Bedragen x € 1.000) 8.3 Reparatieverzoek uitvoeren Voor de kleine reparaties onder € 150 kunnen de huurders zelf contact opnemen met de aannemer. Circa 80% van de meldingen betreft een dergelijke reparatie, terwijl het slechts 20% van de reparatiekosten uitmaakt. Doordat de bewoners direct een afspraak kunnen maken, is de doorlooptijd versneld. Bedrijven die voor ons werken, laten een aftersaleskaartje achter waarop bewoners aan kunnen geven of ze tevreden zijn over het resultaat of de afspraken zijn nagekomen en of er netjes gewerkt is. Eventueel kunnen ze ook nog een toelichting geven. De reacties zijn in het algemeen heel positief. Slechts enkele kaartjes vragen om een vervolgactie. 40 Serviceplus regeling In de Reparatiewijzer kunnen huurders lezen hoe het zit met onderhoud en reparaties en wie waarvoor verantwoordelijk is. Materiaalkosten van kleine reparaties worden vergoed onder de noemer ‘serviceplus’. Daardoor stimuleren wij huurders om kleine en eenvoudige reparaties zelf uit te voeren. Huurders die dat zelf niet kunnen, kunnen het serviceteam inschakelen. De kosten bedroegen in 2013 € 3.091 (2012: € 2.338). Serviceteam Huurders vanaf 65 jaar en huurders met een beperking kunnen, als het hen ontbreekt aan een helpende hand in hun omgeving, een beroep doen op ons serviceteam. Het gaat vooral om kleine werkzaamheden. De werkzaamheden worden kosteloos verricht. De materiaalkosten komen wel voor rekening van de huurder. De medewerkers van het serviceteam zijn in dienst van de Atlant Groep en worden van daaruit bij ons gedetacheerd. Deze serviceverlening heeft in 2013 € 23.320 gekost (2012: € 20.103). Tussentijds groot onderhoud Naar aanleiding van reparatieverzoeken is bij 8 woningen tussentijds groot onderhoud uitgevoerd. De gemiddelde kosten bedroegen € 9.454 per woning (2012:10 woningen, € 5.862 per woning). 8.4 Mutatieonderhoud uitvoeren In 2013 zijn we scherper gaan sturen op de relatie tussen de investering enerzijds en de huuraanpassing anderzijds. Voor het afwegen van de prijs-kwaliteitverhouding in de nieuwe situatie is een beslisdocument ontwikkeld dat wordt gebruikt bij investeringen vanaf € 5.000. In 2013 is bij 118 woningen normaal mutatieonderhoud uitgevoerd. De gemiddelde onderhoudskosten bedroegen € 790 per woning (2012: 104 woningen, € 744 per woning). Groot onderhoud bij mutatie e Vanaf het 25 jaar wordt groot onderhoud bij mutatie uitgevoerd. Dit moment wordt ook aangegrepen om de woning energetisch te verbeteren ten behoeve van meer wooncomfort en minder woonlasten. De labelsprong leidt tot een aanpassing van de huurprijs. Moderniseringen worden op basis van kostprijs verwerkt in de nieuwe huurprijs. Bij 23 woningen is groot onderhoud bij mutatie uitgevoerd. De gemiddelde kosten bedroegen € 18.125 per woning (2012: 25 woningen, € 21.218 per woning). 8.5 Woning veranderen Wmo-aanpassingen In 3 woningen (2012: 24) zijn aanpassingen uitgevoerd in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Dit aantal is aanzienlijk lager omdat de gemeente kleinere aanpassingen niet meer vergoedt. Twee keer per jaar vindt overleg met gemeente Laarbeek plaats over de woningaanpassingen. Individuele comfortverbeteringen In 2013 zijn op individueel verzoek van bewoners bij 15 woningen (2012: 28) verbeteringen e uitgevoerd. De verbeteringen betroffen voornamelijk het plaatsen van een dakraam, een 2 toilet en het vroegtijdig vervangen van de cv-ketel door een combiketel. In alle gevallen is een huurverhoging doorgevoerd. Zelf aangebrachte voorzieningen Op basis van het op 15 maart 2010 vastgestelde beleid beoordelen wij de door huurders aangevraagde wijzigingen aan hun woning. Het geven van technische begeleiding en toezicht bevordert de kwaliteit van de wijzigingen. In 2013 zijn 125 aanvragen behandeld (2012: 158). 41 8.6 Woning planmatig onderhouden Een overzicht van de uitgevoerde werkzaamheden in 2013: Bij 146 woningen en garages is schilderwerk uitgevoerd. Bij 1 kantoorpand is schilderwerk uitgevoerd. Bij 1 appartementencomplex zijn schoorstenen vernieuwd. Bij 1 appartementencomplex zijn gootplanken vervangen. Bij 18 woningen is dakbedekking vervangen. Bij 1 appartementencomplex zijn de balkonhekken vervangen. Bij 2 appartementencomplexen zijn liften gereviseerd. Bij 1 kantoorpand is de lift gereviseerd. Bij 13 woningen zijn de dakramen vervangen. Bij 30 woningen zijn de cv-ketels vervangen. Bij 3 woningen zijn keukenblokken vervangen. 8.7 Woning projectmatig onderhouden en verbeteren In 2013 zijn de volgende projecten uitgevoerd: Complex 417: 31 woningen De Wieken en Zaagmolenweg Energiebesparende maatregelen: energielabel overwegend van C naar B Bewonerstevredenheid: 7,4 Complex 322: 30 woningen Terlingenplein Groot onderhoud en verbeteringen uitgevoerd Energiebesparende maatregelen: energielabel van C, D, E naar B Bewonerstevredenheid: 8,6 Complex 222: 14 woningen Holenboest en Ekelcamp Asbesthoudende materialen verwijderd Bewonerstevredenheid: nog niet gemeten Complex 418: 28 woningen Lange Zwaard, Molenhoek en Pater Becanusstraat Groot onderhoud en verbeteringen uitgevoerd Energiebesparende maatregelen: geen Bewonerstevredenheid: 7,9 Complex 420: 12 woningen Korte Zwaard in Beek en Donk Groot onderhoud en verbeteringen uitgevoerd Energiebesparende maatregelen: energielabel overwegend van C naar B Bewonerstevredenheid: 7,5 Complex 423: 15 woningen De Meidoorn en Oude Bemmerstraat Groot-onderhoud en verbeteringen uitgevoerd Energiebesparende maatregelen: energielabel overwegend van C naar B Bewonerstevredenheid: 8,0 8.8 Inkopen en aanbesteden In 2013 hebben we de raamovereenkomsten met aannemers voor het dagelijks onderhoud geëvalueerd en geactualiseerd. 42 8.9 Gerealiseerde effecten Ten aanzien van het onderhouden en verbeteren van de woningvoorraad zijn de volgende maatschappelijke effecten gerealiseerd: Met het uitgevoerde onderhoud hebben we de kwaliteit van onze woningen in stand gehouden, een gedeelte van onze asbesthoudende bouwdelen verwijderd en de levensduur van een aantal woningen verlengd. In 2013 hebben we bij een aantal woningen de energie-index verbeterd. De gemiddelde energie-index scoort op het einde van 2013 1,40 (2012 1,57). Het aandeel groene labels is gegroeid van 79% naar 82%. We streven ernaar om in 2020 een gemiddelde energie-index van 1,25 te hebben. Label 2013 2012 A/A+ B C D E F G 16% 23% 43% 10% 5% 2% 1% 10% 21% 48% 10% 7% 3% 1% Overzicht energielabels op 31-12-2013 op basis van afgemelde labels G 1% F E 2% 5% D 10% A/A+ 16% B 23% C 43% 43 9. Bedrijfsvoering De visitatie in 2010 was voor ons aanleiding om stevig aan de slag te gaan met een verdere professionalisering van de organisatie. Voor dit doel hebben we de focus gericht op drie sporen, namelijk: het verbeteren van de verticale sturing die gericht is op het bereiken van de gewenste resultaten door middel van een samenhangende planning & control-cyclus; het verbeteren van de horizontale sturing die gericht is op het beter beheersen van de operationele uitvoering door middel van procesmanagement; het intensiveren van de interne en externe samenwerking en het vergroten van de professionele competenties. Wat hebben we in 2013 gedaan en bereikt? 9.1 44 De werkorganisatie Formatie Bij Woningstichting Laarbeek werken 20 mensen. De leiding is in handen van de directeurbestuurder. De werkorganisatie kent de volgende teams: Wonen, Vastgoed en Financiën. Elk team staat onder leiding van een teamleider. De beleidsmedewerker, managementassistente en de projectleider ontwikkeling zijn in de staf opgenomen. Het aantal formatieplaatsen bedraagt eind 2013 16,92 fte’s. Er werken 7 mannen en 13 vrouwen. Elf medewerkers werken in een deeltijdfunctie. De directeurbestuurder en de teamleiders vormen het managementteam. Formatieplaatsen per ultimo Directie Wonen Vastgoed Financiën Beleid & ondersteuning Projectontwikkeling Fte 1,00 5,33 5,56 2,47 1,56 1,00 16,92 2013 Mdw. 1 7 6 3 2 1 20 Fte 1,00 5,33 5,67 2,47 1,56 1,00 17,03 2012 Mdw. 1 7 6 3 2 1 20 Ziekteverzuim 2013 0,73% 2012 2,36% HR management HR cyclus De cyclus vormt de basis voor het jaarlijks plannen van de werkzaamheden, het monitoren van de voortgang en het beoordelen en belonen van de resultaten. Deze cyclus wordt tevens gebruikt voor het ontwikkelen van de professionaliteit ten aanzien van vakkennis en persoonlijke competenties. In 2013 is het systeem door Arsis geëvalueerd op effectiviteit. Op grond van deze evaluatie is besloten om geen gedifferentieerd beloningssysteem in te voeren. HR ondersteuning Met ingang van 1 januari 2011 is Arsis gecontracteerd voor professionele ondersteuning op HRM gebied. Opleiding en training Wij investeren voortdurend in de functionele en persoonlijke ontwikkeling van onze medewerkers. In tegenstelling tot voorgaande jaren is in 2013 meer ingezet op de individuele ontwikkeling en minder op in-company trainingen. Dit past bij de ontwikkelingsfase van het bedrijf. Arbo In 2013 is een RI&E uitgevoerd en is het Arboplan geactualiseerd. Belangrijkste aandachtspunten zijn de veiligheid en ergonomie van de balie en de werkwijze rondom asbestsanering. Beide punten zijn inmiddels opgepakt danwel opgelost. De bedrijfshulpverlening en het calamiteitenplan zijn geëvalueerd. Daarnaast is door de Inspectie een onderzoek gedaan naar de Arbo-aspecten inzake agressie en geweld. Hieruit kwam een tweetal punten naar voren ter verbetering. Deze punten worden in 2014 opgelost. Personeelsbijeenkomsten Eens per zes weken is er een lunchbijeenkomst met als belangrijkste doel elkaar te informeren over de zaken waar we mee bezig zijn. Het jaarlijkse personeelsuitje staat in het teken van onderlinge samenwerking. Dit jaar is in het kantoor een lipdub gemaakt. In het licht van de fusie een mooie herinnering. 45 Nieuwsbrief De medewerkers worden regelmatig schriftelijk geïnformeerd met een nieuwsbrief via e-mail. Deze verscheen 30 keer. Ondernemingsraad Sinds augustus 2010 hebben we een ondernemingsraad (OR). Door het vertrek van de voorzitter en de reeds bestaande vacature had de OR in 2013 onvoldoende legitimiteit en draagvlak. In het licht van de fusie is onder het personeel toch de behoefte ontstaan om de OR nieuw leven in te blazen. 9.2 Sturing De besturing van de organisatie is uitgebreid beschreven in het Governancereglement. Voor het aansturen van de organisatie maken we onderscheid in de verticale en horizontale sturing. De verticale sturing vindt plaats in het managementteam en in het projectenoverleg. Deze sturing is gericht op “wat” we als organisatie willen realiseren ofwel welke resultaten we willen boeken. De horizontale sturing vindt met name plaats in de stuurgroep kwaliteitszorg en is gericht op “hoe” we willen werken. De beheersing en optimalisering van de bedrijfsprocessen en de kwaliteit van de dienstverlening staan hierin centraal. Met name de KWH meetgegevens vormen hiertoe de input. Een specificatie van de interne controlesystemen is opgenomen in paragraaf 2.6. 9.3 Informatisering In 2012 is met ondersteuning met het NCCW een informatieplan opgesteld. Op basis van dit plan zijn met ingang van 2013 de volgende implementaties opgepakt: BIS/NOA reporting, woningcartotheek, mutatieopnamemodule. 9.4 PR & Communicatie Gewoon Gewoon wordt verspreid onder huurders, woningzoekenden en relaties. Het verscheen drie keer. Bewonersraad Laarbeek heeft een vaste rubriek. Website In 2013 is, voortbordurend op de nieuwe vormgeving van ons infoblad, gestart met de vernieuwing van de website. Naar verwachting is hij medio april 2014 in de lucht. Nieuwsbrieven Regteropaf De nieuwsbrief Regteropaf informeert de bewoners van wijk De Regt in Beek en Donk en andere betrokkenen over de wijkaanpak. Hij verscheen in 2013 drie keer. Na de afronding van de wijkaanpak blijft de nieuwsbrief twee keer per jaar verschijnen. De Voorbeemd Begin 2013 is gestart met de wijkaanpak in De Voorbeemd. Sindsdien zijn twee nieuwsbrieven verspreid onder wijkbewoners en andere betrokkenen. 9.5 Gerealiseerde effecten Ten aanzien van de beperking van de beheerskosten zijn de volgende effecten gerealiseerd: De beheerkosten per gewogen vhe zijn € 861 (2012: € 817). Het aantal verhuureenheden per fte bedraagt 138 (2012: 139). 46 10. Financieel beleid en beheer Jaarresultaat Het jaarresultaat bedraagt € 1,6 miljoen positief (2012: € 11,0 miljoen negatief). 2013 13.010 € 7.149- € 5.861 € 2012 12.218 5.4226.796 € € € € 3.25712.82737 - € 3.997- € 3.892- Verkoopresultaat € 1.641 € 2.189 Vennootschapsbelasting € - € - Totaal resultaat € 1.554 € Bedrijfsopbrengsten Bedrijfslasten Opbrengsten - lasten € € € Afschrijvingskosten Waardeveranderingen MVA Niet gerealiseerde waardeveranderingen beleggingen Waardeveranderingen Financiële vast activa € € € € 3.1351.313 393 522- Rente 10.954(Bedragen x € 1.000) Het resultaat uit gewone bedrijfsvoering (opbrengsten – lasten) is ruim € 0,9 miljoen lager dan in 2012. De belangrijkste oorzaken van dit verschil zijn enerzijds de hogere opbrengsten (€ 0,8 miljoen) en anderzijds hogere kosten voor onderhoud (€ 0,9 miljoen), saneringsheffing (€ 0,5 miljoen) en overige directe bedrijfslasten (€ 0,3 miljoen). In 2013 hebben we € 1,3 miljoen positief resultaat uit waardeveranderingen op materiële vaste activa. In 2012 was dit vanwege het inrekenen van de verhuurdersheffing nog € 12,8 miljoen negatief. De waardeontwikkeling op onze commerciële vastgoedportefeuille is gestegen met € 0,4 miljoen. Tenslotte hebben we onze certificaten in het Wooninvesteringsfonds vanwege de slechte financiële situatie met € 0,5 miljoen afgewaardeerd. De rentelast is per saldo € 0,1 miljoen hoger vanwege lagere rentebaten. De verkoopresultaten over 2013 waren € 0,5 miljoen lager dan in 2012. Extern toezicht CFV Het CFV beoordeelt jaarlijks onze financiële continuïteit. Op basis van door ons aangeleverde prognosegegevens (dPi 2012) en verantwoordingsinformatie (dVi 2012) en andere informatie heeft het CFV risicogericht onderzoek gedaan op een zestal toezichtsterreinen. Deze terreinen zijn: kwaliteit financiële informatie, behoud maatschappelijk gebonden vermogen, financieel risicobeheer, liquiditeit, solvabiliteit en draagkracht vermogen. De uitkomsten van het onderzoek zijn verwoord in de Toezichtbrief 2013 die we op 22 oktober hebben ontvangen. Het CFV maakt kritische kanttekeningen ten aanzien van de vermogensontwikkeling op termijn. Dit is voor ons reden geweest om corrigerende maatregelen te treffen, te weten: overleg met gemeente Laarbeek over het openbreken van de overeenkomst rondom de voorzieningenclusters; het uit de begroting halen van nieuwbouwprojecten; 47 het nemen van extra verkoopbevorderende maatregelen op de onverkochte nieuwbouwwoningen Zonnetij en Waterpoort; onderzoek naar verruiming van de verkoopportefeuille. Het CFV gaat de effecten van deze maatregelen monitoren. WSW Het WSW heeft ons op 25 november 2013 als kredietwaardig beoordeeld. Het WSW heeft een faciliteringsvolume afgegeven voor € 640.000 gebaseerd op de investerings- en herfinancieringsbehoefte in de jaren 2013 tot en met 2015. We verwachten daar geen gebruik van te maken. Vermogenspositie De vermogenspositie wordt met name beoordeeld aan de hand van de solvabiliteit. De solvabiliteit geeft de mate aan waarin een onderneming op middellange termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. De solvabiliteit geeft de verhouding weer tussen het eigen vermogen en het totale vermogen en hangt sterk af van de gekozen waarderingsgrondslagen. Op basis van de door ons gekozen waarderingsgrondslagen steeg de solvabiliteit van 10,0% eind 2012 naar 12,2% ultimo 2013. Liquiditeiten en financieringen Per ultimo 2013 had de woningstichting voor € 91,8 miljoen aan langlopende leningen opgenomen met een gemiddeld rentepercentage van 4,3%. De gemiddelde rentevastperiode bedraagt 18,6 jaar. De gehele leningenportefeuille is geborgd door het WSW. In het verslagjaar zijn de liquide middelen met € 3,6 miljoen afgenomen. Dit is voor een belangrijk deel veroorzaakt door € 3,4 miljoen aan eindaflossingen van vijf leningen waarvan twee vervroegd. Aan herfinanciering van deze leningen was gegeven de liquiditeitenpositie en -planning geen behoefte. In het kasstroomoverzicht wordt inzicht gegeven in de kasstromen van het afgelopen en voorgaand boekjaar. In 2012 was sprake van forse investeringsuitgaven waartegenover een terugontvangst van tijdelijk uitgezette middelen stond. Hierdoor is per saldo een positieve kasstroom ontstaan. In 2013 zijn de investeringen doorgelopen en is geen aanvullende financiering meer ontvangen. De komende vijf jaar wordt op 14% van de bestaande leningenportefeuille renterisico gelopen als gevolg van een spreadherziening (13%) en renteconversies (1%). Er zijn geen contractuele eindaflossingen de komende vijf jaar. Bij een spreadherziening is het renterisico beperkt tot de hoogte van de opslag die de bank in rekening brengt bovenop de gecontracteerde basisrente. De komende 5 jaar wordt 7% van de leningenportefeuille op reguliere basis afgelost. De rentedekkingsgraad geeft aan hoe vaak vanuit de operationele kasstroom de verschuldigde rente betaald kan worden. Deze ligt in 2013 met 1,43 (2012: 1,69) net boven de norm van het WSW (1,4). We hebben geen derivatenposities en ook geen afspraken gemaakt over rente na conversiemomenten. In september 2012 zijn door de Minister van BZK beleidsregels afgegeven voor het gebruik van financiële derivaten door toegelaten instellingen volkshuisvesting. Ons bestaande treasurystatuut is aangepast als gevolg van die beleidsregels. Daarin is opgenomen dat we het gebruik van derivaten uitsluiten. 48 JAARREKENING 49 Balans per 31 december 2013 (voor resultaatbestemming) ACTIVA 31-12-2013 31-12-2012 Vaste activa Materiële vaste activa Sociaal vastgoed in exploitatie Vastgoed in ontwikkeling voor eigen exploitatie Onroerende en roerende zaken ten dienste van exploitatie Vastgoedbeleggingen Commercieel vastgoed in exploitatie (woningen) Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Vastgoed in ontwikkeling voor eigen exploitatie Financiële vaste activa Te vorderen bws subsidies Leningen u/g Belastinglatentie € € 87.041.352 435.281 € € 87.645.462 408.155 € 1.409.957 € 1.499.608 € 88.886.590 € 89.553.225 € € € € 14.034.343 1.253.201 15.287.544 € € € € 12.833.890 270.000 13.103.890 € € € € 4.179 500.000 504.179 € € € € 17.428 1.022.500 1.039.928 € € € € 2.626.533 611.705 3.238.238 € € € € 2.772.077 611.705 3.383.782 € - € - € € € € € 58.206 158.903 499 182.247 399.855 € € € € € 40.074 163.724 409.604 613.402 € 4.872.800 € 8.435.094 € 113.189.206 € 116.129.321 Vlottende activa Voorraden Vastgoed bestemd voor verkoop Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop Overige voorraden Onderhanden projecten in opdracht van derden Vorderingen Huurdebiteuren Vorderingen belastingen Overige vorderingen Overlopende activa Liquide middelen 50 PASSIVA Eigen vermogen Overige reserves Resultaat Koopgarant Jaarresultaat Voorzieningen Voorziening onrendabele investeringen Langlopende schulden Leningen kredietinstellingen Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Leningen huurders Waarborgsommen Kortlopende schulden Kasgeldlening Schulden aan leveranciers Schulden aan gemeente Schulden belastingen en premies sociale verzekeringen Overlopende passiva 31-12-2013 31-12-2012 € € € € 11.574.657 708.870 1.554.127 13.837.654 € € € € 22.340.567 187.920 10.953.83011.574.657 € 2.331.122 € 2.910.464 € 2.331.122 € 2.910.464 € 91.781.332 € 96.349.599 € 1.254.840 € 270.000 € € 11.720 € € 180.000 10.346 € 93.047.892 € 96.809.945 € € € 1.000.000 630.993 3.982 € € € 1.000.000 1.014.683 3.451 € - € 18.473 € 2.337.563 € 2.797.648 € 3.972.538 € 4.834.255 € 113.189.206 € 116.129.321 51 Verlies- en winstrekening over 2013 2013 2012 Bedrijfsopbrengsten Huren Vergoedingen Verkoop onroerende zaken Overige bedrijfsopbrengsten € € € € 12.580.664 240.648 1.641.163 188.849 € € € € 11.704.709 222.603 2.188.561 291.078 Totaal bedrijfsopbrengsten € 14.651.324 € 14.406.951 Bedrijfslasten Afschrijving op vaste activa Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Lasten onderhoud Waardeveranderingen materiële vaste activa Overige bedrijfslasten € € € € € € € 3.134.892 902.711 131.549 179.844 3.373.474 1.313.2252.561.518 € € € € € € € 3.256.817 852.252 146.220 171.560 2.512.195 12.827.123 1.739.600 Totaal bedrijfslasten € 8.980.763 € 21.505.767 Bedrijfsresultaat € 5.682.561 € Niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille € 393.011 € 37.368 Waardeveranderingen financiële vaste activa Rentebaten Opbrengsten financiële vaste activa Rentelasten € € € € 522.50065.420 533 4.062.898 € € € € 203.618 13.737 4.109.737 Jaarresultaat voor belasting € 1.554.127 € 10.953.830- Vennootschapsbelasting € - € Jaarresultaat € 1.554.127 € 52 7.098.816- 10.953.830- Kasstroomoverzicht 2013 Kasstroom uit operationele activiteiten Huren Vergoedingen Overige ontvangsten € € € € 12.504.173 291.079 263.384 13.058.636 2012 € € € € 11.715.239 220.984 271.154 12.207.377 Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Onderhoud Leefbaarheid Sectorspecifieke heffing Verhuurdersheffing Overige bedrijfsuitgaven € € € € € € € € € 901.916144.580170.8473.234.29664.232502.53847.4762.000.5627.066.447- € € € € € € € € € 848.694137.673174.7632.581.64358.62740.8161.677.8225.520.038- Kasstroom uit bedrijfsoperaties € 5.992.189 € 6.687.339 Rente ontvangsten Rente betalingen Vennootschapsbelasting € € € € 130.145 4.180.5884.050.443- € € € € 242.934 3.953.446837.852 2.872.660- Totaal kasstroom uit operationele activiteiten € 1.941.746 € 3.814.679 Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa Investeringen in beleggingen Investeringen in financiële vaste activa Investeringen in voorraden/onderhanden werk Desinvesteringen in voorraden/onderhanden werk € € € € € € 3.843.3062.883.512 27.385231.405 € € € € € € 10.441.9992.195.301 803.67110.000.000 2.950.2803.456.600 Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten € 755.774- € 1.455.951 Kasstroom uit financieringsactiviteiten Ontvangsten langlopende schulden Aflossingen langlopende schulden € € 4.748.266- € € 2.056.549- Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten € 4.748.266- € 2.056.549- Mutatie geldmiddelen € 3.562.294- € 3.214.081 2013 Stand liquide middelen per 1-1 Mutatie Stand liquide middelen per 31-12 € € € 8.435.094 3.562.2944.872.800 2012 € € € 5.221.013 3.214.081 8.435.094 53 Toelichting op de jaarrekening Algemeen Deze jaarrekening heeft betrekking op de periode 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013. Alle bedragen luiden in euro’s. Activiteiten De activiteiten van Woningstichting Laarbeek, statutair gevestigd en kantoor houdende op de Heuvel 1, Lieshout, zijn erop gericht om in de gemeente Laarbeek voldoende geschikte goede en betaalbare woningen te realiseren en te behouden en deze bij voorrang toe te wijzen aan de primaire doelgroep van beleid. Algemene grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening De jaarrekening is opgesteld volgens de bepalingen van het Besluit beheer sociale huursector (Bbsh). In dit besluit wordt voorgeschreven Titel 9 Boek 2 BW toe te passen, behoudens enkele uitzonderingen van specifieke aard. Tevens is de jaarrekening opgesteld volgens de door de Raad voor de Jaarverslaggeving uitgegeven Richtlijn 645 Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting. Deze richtlijn is in 2011 herzien. De herziene Richtlijn wordt vanaf het huidige verslagjaar toegepast. De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden de activa en passiva gewaardeerd volgens het kostprijsmodel. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Voor de vergelijkbaarheid is in de toelichting een aantal cijfers over 2012 op een andere wijze gerubriceerd. Grondslagen voor de waardering van de activa en passiva 1. Materiële vaste activa 1.1 Sociaal vastgoed in exploitatie Deze categorie omvat woningen in exploitatie met een huur onder de huurtoeslaggrens, het maatschappelijk vastgoed en het overige sociale vastgoed. Ultimo 2013 bedraagt de huurtoeslaggrens € 681,02 (2012: € 664,66). Het sociaal vastgoed is gekwalificeerd als bedrijfsmiddel, aangezien het beleid gericht is op de realisatie van de volkshuisvestelijke taken. Sociaal vastgoed in exploitatie wordt gewaardeerd op de verkrijgingsprijs, verminderd met cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere (duurzame) waardeverminderingen. Voor de bepaling van een eventuele bijzondere waardevermindering zijn de grond- en opstalexploitatie gescheiden. De verkrijgingsprijs van de grond wordt getoetst aan de restwaarde. De restwaarde is het saldo van de huidige actuele grondwaarde gebaseerd op de door de gemeente gehanteerde sociale grondprijs verminderd met de kosten voor sloop- en uitplaatsing. Hierbij wordt aangetekend dat de waarde is gemaximeerd op basis van een 2 oppervlakte van 160 m . Van een duurzame waardevermindering is sprake als de huidige actuele 54 waarde onder de verkrijgingsprijs ligt. Voor de opstal wordt de verkrijgingsprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen getoetst aan de bedrijfswaarde exclusief restwaarde. Het bezit is ingedeeld naar Product Markt Combinaties (PMC’s). Op PMC-niveau zijn bedrijfswaardeberekeningen opgesteld. De bedrijfswaarde is sterk afhankelijk van de gebruikte (lange termijn) parameters. Essentieel is dat deze berekening laat zien dat de stichting op lange termijn een positief resultaat bereikt en de omvang hiervan voldoende is voor de continuïteit. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. Er wordt niet afgeschreven op grond. Indien de uitgaven van groot onderhoud meer dan € 10.000 per woning bedragen en er sprake is van levensduurverlenging, worden de uitgaven geactiveerd voor zover de sprong in de bedrijfswaarde als gevolg van de levensduurverlenging dit toelaat. Investeringen in energiebesparende maatregelen worden volledig geactiveerd. 1.2 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie wordt gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs onder aftrek van een bijzondere (duurzame) waardevermindering. Indien de bijzondere waardevermindering hoger is dan de boekwaarde van het onroerend goed in ontwikkeling, wordt de onroerende zaak op nihil gewaardeerd en wordt een voorziening aan de creditzijde van de balans opgenomen. 1.3 Onroerende en roerende goederen ten dienste van de exploitatie Deze activa zijn gewaardeerd tegen aanschafwaarde verminderd met afschrijvingen, bepaald op basis van de verwachte economische levensduur. De afschrijvingen zijn berekend volgens het lineaire systeem. 2. Vastgoedbeleggingen 2.1 Commercieel vastgoed in exploitatie Het commercieel vastgoed omvat woningen in exploitatie met een huurprijs boven de huurtoeslaggrens, het bedrijfsmatige vastgoed (niet zijnde maatschappelijk vastgoed) en het overige commercieel vastgoed. Commercieel vastgoed in exploitatie wordt gewaardeerd op de verkrijgingsprijs, verminderd met cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere (duurzame) waardeverminderingen. Of sprake is van een bijzondere (duurzame) waardevermindering wordt jaarlijks getoetst op basis van boekwaarde versus marktwaarde of hogere bedrijfswaarde. Het bezit is ingedeeld naar Product Markt Combinaties (PMC’s). Op PMC-niveau is de marktwaarde bepaald op basis van een 15 jarig exploitatiemodel conform de Discounted Cash Flow (DCF) methode met een door een onafhankelijke taxateur aangeleverde exit-yield. Tevens is de bedrijfswaarde berekend. Indien de bedrijfswaarde boven de marktwaarde ligt, wordt deze gehanteerd aangezien nooit tot verkoop van een PMC wordt overgegaan als de marktwaarde onder de bedrijfswaarde ligt. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. Er wordt niet afgeschreven op grond. Indien de uitgaven van groot onderhoud/verbetering meer dan € 10.000 per woning bedragen, worden de uitgaven geactiveerd voor zover de sprong in de marktwaarde dit toelaat. Investeringen in energiebesparende maatregelen worden volledig geactiveerd. 55 2.2 Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden (vov) worden gewaardeerd op basis van actuele waarde. De actuele waarde wordt vastgesteld aan de hand van courante prijzen op een actieve markt voor soortgelijke onroerende zaken op dezelfde locatie en in dezelfde staat. Winsten en verliezen ontstaan door een wijziging in de actuele waarde van onroerende zaken vov, worden verantwoord in de verlies- en winstrekening over de periode waarin de wijziging zich voordoet, onder de categorie “niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedbeleggingen”. Daarnaast wordt ten laste van de resultaatbestemming een herwaarderingsreserve gevormd. De herwaarderingsreserve betreft het ongerealiseerde positieve verschil tussen de actuele waarde en de historische kostprijs. 2.3 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie wordt gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs onder aftrek van een bijzondere (duurzame) waardevermindering. Indien de bijzondere waardevermindering hoger is dan de boekwaarde van het onroerend goed in ontwikkeling, wordt de onroerende zaak op nihil gewaardeerd en wordt een voorziening aan de creditzijde van de balans opgenomen. 3. Financiële vaste activa 3.1 Te vorderen BWS-subsidies De voorcalculatorisch bepaalde te ontvangen bijdrage in het kader van het Besluit Woninggebonden Subsidies wordt gewaardeerd door aan de contante waarde van de subsidie bij aanvang van de exploitatie jaarlijks rente toe te rekenen tegen het subsidierendement onder aftrek van de te ontvangen bijdrage. 3.2 Leningen u/g Leningen u/g worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Op de leningen u/g is een noodzakelijk geachte voorziening voor oninbaarheid in mindering gebracht. 3.3 Belastinglatentie Een actieve belastinglatentie die het gevolg is van waarderingsverschillen tussen de commerciële en fiscale jaarrekening wordt in de balans op nihil gewaardeerd in verband met de onzekerheid over de realisatie van de latentie. 4. Voorraden De voorraden zijn opgenomen tegen vervaardigingsprijs of de lagere marktwaarde. 5. Onderhanden projecten in opdracht van derden Onderhanden projecten in opdracht van derden zijn opgenomen tegen vervaardigingsprijs onder aftrek van de reeds in rekening gebrachte termijnen. De winst wordt genomen naar rato van de voortgang van het werk (percentage of completion methode). 6. Vorderingen Vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Op de vorderingen op huurdebiteuren is een noodzakelijk geachte voorziening voor oninbaarheid in mindering gebracht. 7. Liquide middelen De liquide middelen bestaan uit kas- en banktegoeden en zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Indien middelen niet ter vrije beschikking staan, wordt hiermee bij de waardering rekening gehouden. 8. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare en feitelijke verplichtingen en verliezen die op balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de hoogte redelijkerwijs kan worden ingeschat. Voorzieningen worden 56 tegen nominale/contante waarde opgenomen. In de jaarrekening worden naast juridisch afdwingbare verplichtingen tevens feitelijke verplichtingen verwerkt die kunnen worden gekwalificeerd als “intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd”. Hiervan is sprake wanneer uitingen namens de woningcorporatie zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen inzake toekomstige herstructureringen en toekomstige nieuwbouwprojecten. 8.1 Voorziening onrendabele investeringen Deze voorziening dient ter dekking van, op basis van voorcalculatie of ervaringsgegevens in te schatten onrendabele investeringen in nieuwbouwprojecten. De onrendabele investering wordt in mindering gebracht op de onroerende zaken in ontwikkeling tot waarde nihil. Voor het resterende bedrag wordt een voorziening gevormd. 9. Langlopende schulden Er wordt geen gebruik gemaakt van derivaten om het rente- en kasstroomrisico af te dekken. 9.1 Leningen kredietinstellingen De leningen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde (indien deze lager is dan de verkrijgings-/vervaardigingsprijs) en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs (reële waarde), welke gelijk kan zijn aan de nominale waarde. 9.2 Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden In het kader van de verkoop van woningen onder voorwaarden (Koopgarant) is er een terugkoopverplichting die afhankelijk is van de waardeontwikkeling van de woningen. De terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd. 9.3 Leningen huurders Deze leningen zijn tegen nominale waarde opgenomen. 9.4 Waarborgsommen De waarborgsommen zijn opgenomen tegen nominale waarde vermeerderd met rente die jaarlijks wordt bijgeschreven. 10. Kortlopende schulden De leningen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde (indien deze lager is dan de verkrijgings-/vervaardigingsprijs) en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, welke gelijk kan zijn aan de nominale waarde. Grondslagen voor de bepaling van het resultaat 11. Huren Betreft de te ontvangen nettohuren, exclusief de vergoedingen voor leveringen en diensten en onder aftrek van huurderving. 12. Vergoedingen Betreft van huurders (boven de netto huurprijs) ontvangen vergoedingen voor leveringen en diensten. 13. Verkoop onroerende zaken Betreft het saldo van de behaalde netto verkoopopbrengst minus de boekwaarde (bestaand bezit) dan wel de vervaardigingsprijs (projecten voor derden). Opbrengsten worden verantwoord op het moment van levering. Mogelijke verliezen op nieuwbouw koopprojecten worden verantwoord zodra deze voorzienbaar zijn. Projectopbrengsten uit hoofde van de onderhanden projecten worden als opbrengsten verwerkt in de winst- en verliesrekening naar rato van de verrichte prestaties op balansdatum. 57 14. Overige bedrijfsopbrengsten Hieronder zijn onder meer opgenomen de opbrengsten uit de Warmte Koude Opslag-systemen (WKO), teruggevorderde BTW algemene kosten, inschrijfgelden en aan derden doorberekende kosten. 15. Afschrijvingen De afschrijvingen op materiële vaste activa zijn gebaseerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs dan wel lagere bedrijfswaarde. Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de verwachte economische levensduur. 16. Lonen en salarissen Lonen en salarissen worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst-enverliesrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden door de werknemers. 17. Sociale lasten Sociale lasten op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst-en-verliesrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden door de werknemers. 18. Pensioenlasten Woningstichting Laarbeek heeft een pensioenregeling bij het pensioenuitvoerder SPW (bedrijfstakpensioenfonds). De regeling wordt gefinancierd door afdrachten aan pensioenuitvoerders, te weten het bedrijfstakpensioenfonds. De pensioenverplichtingen worden gewaardeerd volgens de ‘verplichting aan de pensioenuitvoerder benadering’. In deze benadering wordt de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie als last in de winst-en-verliesrekening verantwoord. Aan de hand van de uitvoeringsovereenkomst wordt beoordeeld of en zo ja welke verplichtingen naast de betaling van de jaarlijkse aan de pensioenuitvoerder verschuldigde premie op balansdatum bestaan. Deze additionele verplichtingen, waaronder eventuele verplichtingen uit herstelplannen van de pensioenuitvoerder, leiden tot lasten en worden in de balans opgenomen in een voorziening. De waardering van de verplichting is de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om deze per balansdatum af te wikkelen. Indien het effect van de tijdswaarde van geld materieel is, wordt de verplichting gewaardeerd tegen de contante waarde. Discontering vindt plaats op basis van rentetarieven van hoogwaardige ondernemingsobligaties. Toevoegingen aan en vrijval van de verplichtingen komen ten laste respectievelijk ten gunste van de verlies- en winstrekening. Een pensioenvordering wordt in de balans opgenomen wanneer Woningstichting Laarbeek beschikkingsmacht heeft over de pensioenvordering, wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen die de pensioenvordering in zich bergt, zullen toekomen aan Woningstichting Laarbeek en wanneer de pensioenvordering betrouwbaar kan worden vastgesteld. Ultimo 2013 (en 2012) waren er geen pensioenvorderingen en geen verplichtingen naast de betaling van de jaarlijkse aan de pensioenuitvoerder verschuldigde premie. 19. Lasten onderhoud Het betreft de werkelijke uitgaven aan dagelijks- en planmatig onderhoud in de woningvoorraad. 20. Waardeveranderingen materiële vaste activa Dit betreffen winsten of mogelijke verliezen, die ontstaan door een wijziging van de waarde van de materiële vaste activa in het verslagjaar. Daarnaast zijn hier opgenomen de waardemutaties die ontstaan zijn door gedurende het verslagjaar nieuw aangegane juridische en feitelijke verplichtingen met betrekking tot investeringen in nieuwbouw en herstructurering 58 21. Overige bedrijfslasten Hieronder worden de overige kosten verantwoord die zijn gemaakt in het kader van de normale bedrijfsvoering, zoals huisvestingskosten, bestuurskosten, algemene kosten, overige personeelskosten, belastingen, verzekeringen, levering goederen en diensten en dergelijke. 22. Niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille Dit betreffen winsten of mogelijke verliezen die ontstaan door een wijziging van de waarde van de vastgoedbeleggingen in het verslagjaar. 23. Waardeveranderingen financiële vaste activa Dit betreffen winsten of mogelijke verliezen die ontstaan door een wijziging van de waarde van de financiële vaste activa in het verslagjaar. 24. Rentebaten Onder de rentebaten zijn verantwoord de renteopbrengsten uit vorderingen, beleggingen en liquide middelen. 25. Opbrengsten financiële vaste activa Hieronder vallen de rente op leningen u/g, rente op herbeleggingen en rente op te vorderen BWSsubsidies. 26. Rentelasten Hieronder vallen de betaalde en verschuldigde rentelasten inzake kort- en langlopende schulden. 27. Vennootschapsbelasting De vennootschapsbelasting wordt berekend tegen het geldende tarief over het resultaat van het boekjaar, rekening houdend met fiscaal vrijgestelde posten en geheel of gedeeltelijk nietaftrekbare kosten. Hierbij zijn de afspraken gehanteerd uit de VSO 2, die door de woningstichting is ondertekend. Grondslagen voor de opstelling van het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de directe methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen. Winstbelastingen, ontvangen en betaalde interest worden opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Transacties waarbij geen ruil van geldmiddelen plaatsvindt, worden niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. 59 Toelichting op de balans ACTIVA Vaste activa Materiële vaste activa (bedragen in €) Onroerende zaken in exploitatie Onroerende zaken in ontwikkeling (On)roerende zaken ten dienste van exploitatie Totaal 1.860.531 360.9231.499.608 128.820.885 39.267.66089.553.225 Stand per 1 januari: Oorspronkelijke kosten Waardeverandering 124.847.844 37.202.38287.645.462 2.112.510 1.704.355408.155 Mutaties in de boekwaarde: Waardeverandering 1.363.225 Oplevering Idem (waardeverandering) 2.572.012 1.200.000- Overboeking vg.beleggingen Idem (waardeverandering) 1.319.142260.051 1.319.142260.051 724.666 376.371 - 724.666 376.371 2.044.783 Verbeteringen Energiemaatregelen Investeringen Afschrijving 2.791.953- Verkoop Idem (waardeverandering) 1.021.674432.334 80.000- 1.283.225 2.572.012634.355 565.645- 2.044.783 89.651- 2.881.6041.021.674432.334 Stand per 31 december: Oorspronkelijke kosten Waardeverandering 126.180.077 39.138.72587.041.352 1.585.281 1.150.000435.281 1.860.531 450.5731.409.957 129.625.889 40.739.29988.886.590 De post waardeverandering in de standen per 1 januari en 31 december bestaat uit waardeveranderingen (onrendabele investeringen) en afschrijvingen. De oorspronkelijke kosten en waardeverandering op de beginbalans zijn aangepast ten opzichte van de eindbalans 2012. Dit is het gevolg van het wegboeken van in 2012 volledig afgeschreven componenten. De totale boekwaarde verandert hierdoor niet. 60 Afschrijvingsmethoden en -termijnen (aantal in jaren) Onroerende zaken in exploitatie Onroerende en roerende zaken ten dienste van exploitatie Lineair Lineair 50 20 20 25 25 - Methode Grond Gebouwen- en installaties Installaties nieuwbouw Inrichting nieuwbouw Verbeteringen Energiemaatregelen Eigen kantoorgebouw Vervoermiddelen Inventaris Kantoormachines Automatiseringsapparatuur 25 5 10 5 5 WOZ-waarde De meest recente WOZ-waarde (waardepeildatum 1-1-2013) van de portefeuille bedraagt € 315,0 miljoen. Bedrijfswaarde De bedrijfswaarde wordt bepaald als het saldo van de contante waarde van de toekomstige kasstromen over de geschatte resterende economische levensduur. De gemiddelde restant levensduur is 25 jaar. Bedrijfswaarde exclusief restwaarde Restwaarde Totaal € € € 31-12-2013 106.526.938 19.398.062 125.925.000 € € € 31-12-2012 110.638.300 22.795.354 133.433.654 Het cijfer over 2012 is gewijzigd. In die bedrijfswaarde is de WKO-installatie van complex de Regt opgenomen. In 2013 zijn de volgende eenduidige parameters gehanteerd voor het gehele bezit: Levensduur woningbezit Huurverhoging eerste jaar Huurverhoging vanaf tweede jaar Huuropslag tot streefhuur in jaar 1 t/m 5 ¹ Huurderving ² Prijsontwikkeling eerste jaar (alle kosten) Prijsontwikkeling jaar 2 t/m 5 (alle kosten) Prijsontwikkeling vanaf zesde jaar (alle kosten) Disconteringsvoet ¹ ² ³ 2013 initieel 50 jaar 2,50% 2,00% 1,50% 0,50% 1,50% 3,00% 3,00% 5,25% 2012 initieel 50 jaar 2,50% 2,00% 1,50% 0,60% 2,25% Ortec³ 3,00% 5,25% Huuropslag: In de eerste vijf jaren maken we gebruik van de mogelijkheid om de huren conform het Regeerakkoord boven inflatie te verhogen. Dit vindt plaats tot maximaal streefhuur. Huurderving; op complexniveau is hier in een aantal gevallen van afgeweken. Ortec; voor de jaren 2014 tot en met 2016 is in 2012 respectievelijk 2,48%, 2,63% en 2,74% gehanteerd die afkomstig waren van een externe bron (Ortec Finance). 61 De kosten zijn conform de goedgekeurde meerjarenbegroting ingerekend. Vastgoedbeleggingen (bedragen in €) Onroerende zaken in exploitatie Onroerende zaken in ontwikkeling Onroerende zaken vov Totaal Stand per 1 januari: Oorspronkelijke kosten Waardeverandering 15.800.815 2.966.92512.833.890 - 270.000 270.000 16.070.815 2.966.92513.103.890 Mutaties in de boekwaarde: Waardeverandering Overboeking sociaal vastgoed Idem (waardeverandering) Afschrijving 394.650 394.650 1.319.142 260.051- 1.319.142 260.051- 253.288- 253.288- Koopgarant Waardeontwikkeling 989.013 5.812- 989.013 5.812- 1.259.013 5.8121.253.201 18.378.970 3.091.42615.287.544 Stand per 31 december: Oorspronkelijke kosten Waardeverandering 17.119.957 3.085.61414.034.343 - De post waardeverandering in de standen per 1 januari en 31 december bestaat uit waardeveranderingen (onrendabele investeringen) en afschrijvingen. WOZ-waarde De meest recente WOZ-waarde (waardepeildatum 1-1-2013) van de portefeuille bedraagt € 16,5 miljoen. Bedrijfswaarde Woningen in exploitatie Overige onroerende zaken Totaal € € € 31-12-2013 11.075.456 1.961.218 13.036.674 € € € 31-12-2012 9.462.290 1.990.231 11.452.521 De gehanteerde parameters zijn gelijk aan de parameters die bij sociaal vastgoed zijn gehanteerd. Marktwaarde Woningen in exploitatie Overige onroerende zaken Totaal 62 € € € 31-12-2013 11.665.860 2.191.862 13.857.722 € € € 31-12-2012 11.503.515 2.211.200 13.714.715 Financiële vaste activa Te vorderen BWS-subsidies € € € € € € Saldo per 1 januari Bij: toegerekende rente Correctie voorgaande jaren Af: ontvangst subsidie Af: ontvangst i.v.m. verplichte afkoop Saldo per 31 december De vordering heeft betrekking op: 11 woningen De Schoffel/De Ploeg 31-12-2013 17.427 533 13.7814.179 € € € € € € € Lieshout 31-12-2012 32.526 1.079 16.17717.428 4.179 Leningen u/g Certificaat van het Wooninvesteringsfonds (Wif) Rente Voorziening Saldo per 31 december € € € € 31-12-2013 1.022.500 45.721 568.221500.000 € € € € 31-12-2012 1.022.500 23.006 23.0061.022.500 Gezien de slechte financiële situatie van het Wif is besloten de hoofdsom met € 522.500 af te waarderen. Tevens is de niet uitgekeerde rente over 2013 als dubieus voorzien. Belastinglatentie Belastinglatentie € 31-12-2013 - € 31-12-2012 - Er is sprake van een actieve belastinglatentie als gevolg van waarderingsverschillen tussen de commerciële en fiscale jaarrekening. De latentie is in de balans op nihil gewaardeerd in verband met de onzekerheid over de realisatie van de latentie. Vlottende activa Voorraden Vastgoed bestemd voor verkoop Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop Overige voorraden € € € € 31-12-2013 2.626.533 611.705 3.238.238 € € € € 31-12-2012 2.772.077 611.705 3.383.782 Verloopoverzicht vastgoed bestemd voor verkoop Stand per 1 januari 2013 Verkocht Investeringen Aankoop grond Waardeontwikkeling Saldo per 31 december 2013 € € € € € € 2.772.077 175.54430.000 2.626.533 63 Vorderingen Huurdebiteuren Zittende huurders Vertrokken huurders Voorziening dubieuze debiteuren Totaal € € € € 31-12-2013 57.706 52.308 51.80858.206 € € € € 31-12-2012 41.563 68.601 70.09040.074 De te vorderen bedragen naar maand van ontstaan en aantal huurders: Achterstand Tot 1 maand 1 tot 2 maanden 2 tot 3 maanden 3 maanden of meer Totaal Aantal huurders 31-12-2013 31-12-2012 53 55 20 16 6 3 41 30 120 104 € € € € € Achterstand 31-12-2013 31-12-2012 16.539 € 15.805 13.962 € 10.920 4.863 € 3.487 74.650 € 79.952 110.014 € 110.164 De totale achterstand per 31 december 2013 bedraagt 0,86% van de huren plus vergoedingen (per 31 december 2012: 0,92%). De totale achterstand is inclusief € 36.764 aan bijkomende kosten zoals mutatieschade en deurwaarderskosten. In 2012 was dit een bedrag van € 64.396. Vorderingen belastingen Loon- en omzetbelasting en sociale premies € 31-12-2013 158.903 € 31-12-2012 - € € € 31-12-2013 499 499 € € € 31-12-2012 156.617 7.107 163.724 € € € € 31-12-2013 62.880 28.343 91.024 182.247 € € € € 31-12-2012 127.074 208.335 74.195 409.604 € € € € 31-12-2013 2.331 28.355 4.842.114 4.872.800 € € € € 31-12-2012 1.764 371.128 8.062.202 8.435.094 Overige vorderingen Zorgboog inzake nieuwbouw de Regt Overige Totaal Overlopende activa Te ontvangen rente liquide middelen Te ontvangen bedragen Vooruitbetaalde kosten Totaal Liquide middelen Kas Lopende rekening bank Rekening courant banken Totaal De liquide middelen staan volledig ter vrije beschikking van Woningstichting Laarbeek. 64 PASSIVA Eigen vermogen € € € € Stand per 1 januari Resultaat Koopgarant Jaarresultaat Saldo per 31 december 31-12-2013 11.574.657 708.870 1.554.127 13.837.654 € € € € 31-12-2012 22.340.567 187.920 10.953.83011.574.657 In het eigen vermogen is aan resultaat inzake Koopgarant het volgende opgenomen: € € 31-12-2012 0 187.920 1.639895.151 € € 0 187.920 € € € € 31-12-2013 2.910.464 579.3422.331.122 € € € € 31-12-2012 2.052.742 1.800.000 942.2782.910.464 € € € € € € 31-12-2013 96.349.599 96.349.599 4.568.26791.781.332 € € € € € € 31-12-2012 98.406.147 98.406.147 2.056.54896.349.599 Stand per 1 januari Resultaat in boekjaar verkochte woningen € € Waardevermindering boekjaar Saldo per 31 december € € 31-12-2013 187.920 708.870 Voorzieningen Voorziening onrendabele investeringen Saldo per 1 januari Toevoeging aan de voorziening Vrijval voorziening/overboeking Saldo per 31 december Langlopende schulden Leningen kredietinstellingen Saldo per 1 januari Nieuwe leningen Bijschrijvingen Subtotaal Aflossing Saldo per 31 december De te vervallen bedragen van langlopende schulden: 2014 Algehele aflossingen Reguliere aflossingen Rente herziening Spread herziening aantal 0 29 2 0 € € € € bedrag 1.219.432 594.079 - 2014 t/m 2018 aantal Bedrag 0 € 29 € 6.611.250 3 € 990.483 2 € 12.100.000 Rentevoet en aflossingssyteem: Gemiddeld rentepercentage Gemiddelde rentevastperiode Gemiddelde restant looptijd 31-12-2013 4,29% 18,6 jaar 29,1 jaar 31-12-2012 4,29% 18,7 jaar 29,3 jaar 65 Zekerheden: Alle leningen worden geborgd door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden 31-12-2013 31-12-2012 1 januari Terugkoopverplichting ontstaan bij overdracht Vermeerderingen/verminderingen Boekwaarde per 1 januari € € € 270.000 270.000 € € € - Mutaties Opwaarderingen Afwaarderingen Saldo mutaties € € € 989.014 4.174 984.840 € € € 270.000 270.000 31 december Terugkoopverplichting ontstaan bij overdracht Vermeerderingen/verminderingen Boekwaarde per 31 december € € € 1.259.014 4.1741.254.840 € € € 270.000 270.000 Gedurende 2013 zijn 10 woningen (2012: 2) onder Koopgarantregeling overgedragen aan derden. Leningen huurders Stand per 1 januari Afgelost Opgenomen Saldo per 31 december € € € € 31-12-2013 180.000 180.000- € € € € 31-12-2012 180.000 180.000 € € € 31-12-2013 9.138 2.582 11.720 € € € 31-12-2012 9.341 1.005 10.346 € 31-12-2013 1.000.000 € 31-12-2012 1.000.000 € 31-12-2013 630.993 € 31-12-2012 1.014.683 € 31-12-2013 3.982 € 31-12-2012 3.451 Waarborgsommen Ontvangen waarborgsommen Rente waarborgsommen Totaal Kortlopende schulden Kasgeldlening Flexlening BNG Schulden aan leveranciers Diverse crediteuren Schulden aan gemeente Schulden aan gemeente 66 Schulden belastingen en premies sociale verzekeringen Loon- en omzetbelasting en sociale premies € 31-12-2013 - € 31-12-2012 18.473 € € € € € € € € € € 31-12-2013 1.942.439 176.740 1.151 47.510 47.559 29.785 25.707 64.754 1.918 2.337.563 € € € € € € € € € € 31-12-2012 2.060.128 514.078 64.535 48.961 39.696 26.844 16.710 15.026 11.670 2.797.648 Overlopende passiva Rente leningen Nog te ontvangen facturen Vooruitontvangen huurtoeslag Vooruitontvangen huren Huurgewenning Reservering vakantiedagen Nog te betalen pensioenpremie Te verrekenen servicekosten Overige Totaal 67 Niet uit de balans blijkende verplichtingen Voorwaardelijke verplichtingen Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) staat ten behoeve van geldverschaffers garant voor de betaling van rente en aflossing van geldleningen, indien de geldnemer niet meer in staat is om hieraan te voldoen. Voor het geval dat het WSW niet voldoende middelen heeft om eventuele aanspraken te kunnen dekken, dienen de aangesloten leden een obligo aan te houden. Het obligopercentage bedraagt 3,85%. De grondslag is de schuldrestant van de geborgde leningen. Voor de flexleningen is de grondslag 75% van de maximale hoofdsom. Voor ons komt dit neer op een voorwaardelijke verplichting van circa € 3,6 miljoen. Er is geen verwachting dat het WSW op het obligo een beroep zal gaan doen. De pensioenregeling van corporaties wordt gekwalificeerd als een zogenaamd toegezegd pensioen. De woningstichting is aansprakelijk voor tekorten van het pensioenfonds ASW als gevolg van een ontoereikende dekkingsgraad. De afzonderlijke verplichting kan niet worden berekend wegens het ontbreken van de benodigde detailgegevens van het pensioenfonds ASW. Aangegane verplichtingen Per 31 december 2013 bedragen de aangegane verplichtingen circa € 40.000. Dit bedrag bestaat diverse lopende onderhoudsopdrachten. In 2011 is een herziene overeenkomst gesloten met gemeente Laarbeek voor de gezamenlijke ontwikkeling van vier voorzieningenclusters. Wij kopen binnen de vier clusters nog woningbouwgronden aan voor een totaalbedrag van circa € 8.000.000. In de overeenkomst is de aankoop gefaseerd opgenomen en gepland in de periode tussen 2014 en 2017. We zijn momenteel in gesprek met de gemeente over het openbreken van de overeenkomst. Verplichtingen persoonsgebonden loopbaanbudget In de CAO Woondiensten is een persoonsgebonden loopbaanbudget per medewerker afgesproken. Elke medewerker heeft recht, afhankelijk van indiensttreding, op een budget ten behoeve van zijn loopbaanontwikkeling. Ultimo 2013 bedraagt het budget € 44.502. Eind 2012 was dit € 45.257. 68 Toelichting op de verlies- en winstrekening Bedrijfsopbrengsten Huren Woningen Onroerende goederen niet zijnde woningen Af: huurderving oninbaar Af: huurderving leegstand Af: huurderving huurvrij Totaal € € € € € € € 2013 12.388.829 303.586 12.692.415 12.21799.02550912.580.664 € € € € € € € 2012 11.566.210 256.698 11.822.908 1.297107.4229.48011.704.709 In 2013 is 7,5% meer huur in rekening gebracht. Belangrijke oorzaak van de stijging is de huurverhoging. Deze was in 2013 gemiddeld 3,6% (2012: 2,13%). Verder veroorzaken mutaties in de portefeuille vanwege opleveringen en verkopen in 2012 en 2013 per saldo een positieve bijdrage. Ook het harmoniseren van huren bij mutatie naar streefhuur levert een positieve bijdrage. Vergoedingen Vergoedingen € 2013 240.648 € 2012 222.603 € € € € € 2013 1.955.750 309.19755.861 61.2511.641.163 € € € € € 2012 2.458.339 1.061.562825.484 33.7002.188.561 € € € € € € € € € 2013 15.224 44.941 87.930 13.201 3.252 3.855 10.000 10.446 188.849 € € € € € € € € € 2012 56.003 41.089 175.739 7.083 6.099 4.365 700 291.078 Verkoop onroerende zaken Opbrengst verkopen Boekwaarde woningen Verkooprealisatie nieuwbouwwoningen Verkoopkosten Totaal Overige bedrijfsopbrengsten Teruggevorderde BTW algemene kosten Vergoedingen niet verrekenbare servicekosten Opbrengsten Warmte Koude Opslag (WKO) Vergoeding administratie- en toezichtskosten Vergoeding beheer woonwagens Inschrijfgeld woningzoekenden Bijdragen gemeente in wijkaanpak Overige Totaal 69 Bedrijfslasten Afschrijving op vaste activa Onroerende zaken in exploitatie Onroerende en roerende zaken ten dienste van exploitatie Totaal € 2013 3.045.241 € 2012 3.152.176 € 89.651 € 104.641 € 3.134.892 € 3.256.817 € 2013 902.711 € 2012 852.252 € 2013 131.549 € 2012 146.220 € 2013 179.844 € 2012 171.560 € € € € € 2013 3.462.605 724.666542.320 93.215 3.373.474 € € € € € 2012 2.301.007 454.873588.670 77.391 2.512.195 € € € € 2013 1.363.22580.000 30.0001.313.225- € € € € Lonen en salarissen Lonen en salarissen Eind 2013 bedroeg het aantal fte’s 16,9. Eind 2012 was dit 17,0. Sociale lasten Sociale lasten Pensioenlasten Pensioenlasten Lasten onderhoud Planmatig en groot onderhoud Af: activering verbeteringen Dagelijks onderhoud Mutatieonderhoud Totaal Waardeveranderingen materiële vaste activa Waardeverandering onroerende zaken in exploitatie Onrendabele investeringen MVA in ontwikkeling Waardeverandering voorraden Totaal 70 2012 9.927.123 1.470.000 1.430.000 12.827.123 Overige bedrijfslasten 2013 2012 Directe bedrijfslasten Belastingen Verzekeringen Leefbaarheid Energie- en servicekosten Niet verrekenbare servicekosten (geen vergoeding) Niet verrekende servicekosten (wel vergoeding) Kosten Warmte Koude Opslag (WKO) Oninbaar overige kosten Contributie Aedes CFV-heffingen Verhuurdersheffing Projectkosten niet uitgevoerde plannen Kosten verenigingen van eigenaars Kosten overige onroerende zaken Overige Subtotaal directe bedrijfslasten € € € € € € € € € € € € € € € € 404.960 36.338 65.822 240.648 53.660 39.575 214.062 2.388 20.713 502.538 47.476 169.154 17.882 18.342 1.833.558 € € € € € € € € € € € € € € € € 363.621 30.169 58.823 222.199 45.259 34.523 97.807 9.033 22.175 40.816 568 116.117 18.038 16 1.059.164 Kosten beheer Overige personeelskosten Huisvestingskosten Toezichtskosten * Algemene kosten ** Subtotaal kosten beheer € € € € € 41.380 32.160 42.717 611.703 727.960 € € € € € 50.114 32.192 43.702 554.428 680.436 Totaal € 2.561.518 € 1.739.600 € € € 2013 36.840 5.877 42.717 € € € 2012 37.500 6.202 43.702 2013 7.762 6.210 6.210 6.210 6.210 32.602 € € € € € € € 2012 6.000 6.000 6.000 6.000 6.000 7.500 37.500 * Toezichtskosten Beloningskosten Raad van Commissarissen Overige toezichtskosten Totaal Specificatie beloning Raad van Commissarissen conform WNT Boon, G.M. Gradus, R.A.M.M. Grootjen, C.F.H. Nauta, C.T.H.G.J. Beniers, H.F.M. Prüst, A.L.J.M. Totaal € € € € € € € Er is geen sprake van belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen, voorzieningen beloning op termijn en uitkeringen vanwege beëindiging dienstverband. Het totaal van de specificatie wijkt af van de beloningskosten vanwege de BTW. 71 Specificatie beloningskosten directeurbestuurder A.S. Brosens conform WNT Beloning Belastbare vaste & variabele onkostenvergoedingen Voorzieningen beloning op termijn Uitkeringen vanwege beëindiging dienstverband Totale beloningskosten € € € € € 2013 110.753 22.961 133.714 € € € € € 2012 108.780 22.437 131.217 Zowel in 2013 als 2012 was de directeurbestuurder werkzaam van 1-1 tot en met 31-12 op basis van een fulltime contract (1,0 fte). ** Algemene kosten Kosten automatisering en telecommunicatie Diverse kantoorkosten Accountant en dienstverlening door derden Kosten bewonersraad Voorlichtingsmateriaal huurders Correctie BTW Overig Totaal € € € € € € € € 2013 198.707 82.891 238.534 24.190 16.636 50.745 611.703 € € € € € € € € 2012 127.401 75.472 249.280 24.467 22.991 54.817 554.428 € € € € € 2013 10.890 17.569 25.949 54.408 € € € € € 2012 14.480 13.685 46.706 74.871 Kosten accountantsorganisatie Controlewerkzaamheden 2013 (interim) Controlewerkzaamheden 2012 (interim + jaarwerk) Controlewerkzaamheden 2011 (interim + jaarwerk) Fiscaal advies Totaal Een deel van de fiscale advieskosten zijn geactiveerd onder materiële vaste activa in ontwikkeling. Niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille 2013 Waardevermeerdering commercieel vastgoed in exploitatie Waardevermindering commercieel vastgoed in exploitatie Waardevermeerdering onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Waardevermindering onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Totaal 2012 € 394.650 € 37.368 € - € - € - € - € - € 1.639- € 393.011 € 37.368 € 2013 522.500- € 2012 - Waardeverandering financiële vaste activa Afwaardering certificaat Wif 72 Rente en opbrengsten financiële vaste activa 2013 2012 Rentebaten Vorderingen Rente belastingdienst Rente huurdebiteuren € € 520 1.056 € € 60.446 153 Liquide middelen Rente spaarrekening en rekening courant € 63.844 € 143.019 Totaal rentebaten € 65.420 € 203.618 Rente Wif-belegging Rente op herbelegging Rente op te vorderen subsidies BWS € € € 533 € € € 400 12.259 1.078 Totaal opbrengsten financiële vaste activa € 533 € 13.737 Langlopende schulden Rente kredietinstellingen Rente leningen huurders Rente waarborgsommen € € € 4.023.763 6.043 1.577 € € € 4.080.300 8.100 - Kortlopende schulden Borgstellingsvergoeding WSW Debetstand rekening courant/flexleningen Rente belastingdienst € € € 29.218 2.297 - € € € 16.462 4.875 - Totaal rentelasten € 4.062.898 € 4.109.737 € 2013 - € 2012 - Opbrengsten financiële vaste activa Rentelasten Vennootschapsbelasting Totaal 73 Ondertekening van de jaarrekening Opmaken van de jaarrekening A.S. Brosens Directeurbestuurder Lieshout, 14 april 2014 Vaststellen van de jaarrekening G.M. Boon C.F.H. Grootjen C.T.G.J. Nauta H.F.M. Beniers Lieshout, 14 april 2014 74 R.A.M.M. Gradus Overige gegevens Controleverklaring van de onafhankelijk accountant Hiervoor wordt verwezen naar de hierna opgenomen verklaring. Bestemming van het resultaat over het boekjaar 2012 De jaarrekening 2012 is vastgesteld in de vergadering van de Raad van Commissarissen gehouden op 5 juni 2013. De vergadering heeft de bestemming van het resultaat vastgesteld conform het daartoe gedane voorstel en toegevoegd aan de overige reserves. Voorstel tot bestemming van het resultaat over het boekjaar 2013 Het bestuur stelt met goedkeuring van de Raad van Commissarissen voor het positieve resultaat over het boekjaar 2013 ten bedrage van € 1.554.127 geheel ten gunste van de overige reserves te brengen. Gebeurtenissen na balansdatum Na balansdatum vonden geen belangrijke gebeurtenissen plaats die van invloed zijn op de jaarrekening. 75 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan de raad van commissarissen van Woningstichting Laarbeek Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de (in dit jaarverslag op de pagina’s 50 tot en met 74 opgenomen) jaarrekening 2013 van Woningstichting Laarbeek te Lieshout gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en de winst-en-verliesrekening over 2013 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de toegelaten instelling is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met het in Nederland geldende artikel 26, eerste lid van het Besluit beheer sociale-huursector (Bbsh), Richtlijn 645 van de Raad voor de Jaarverslaggeving en de Beleidsregels toepassing Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector WNT, alsmede voor het opstellen van het volkshuisvestingsverslag in overeenstemming met het in Nederland geldende artikel 26, eerste lid, van het Bbsh en Richtlijn 645 van de Raad voor de Jaarverslaggeving. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die voldoet aan de WNT-eisen van financiële rechtmatigheid zoals opgenomen in het Controleprotocol WNT van de Beleidsregels toepassing WNT. Het bestuur van de toegelaten instelling is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die WNT-eisen van financiële rechtmatigheid mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het controleprotocol in rubriek A van bijlage III bij het Bbsh en de Beleidsregels toepassing WNT, inclusief het Controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controleinformatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede voor de naleving van de WNT-eisen financiële rechtmatigheid, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de toegelaten instelling. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte WNT-eisen van financiële rechtmatigheid en van de redelijkheid van de door het bestuur van de toegelaten instelling gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Woningstichting Laarbeek per 31 december 2013 en van het resultaat over 2013 in overeenstemming met artikel 26, eerste lid, van het Bbsh en Richtlijn 645 van de Raad voor de Jaarverslaggeving en de Beleidsregels toepassing WNT. Voorts zijn wij van oordeel dat de jaarrekening 2013 in alle van materieel belang zijnde aspecten voldoet aan de WNT-eisen van financiële rechtmatigheid, zoals opgenomen in het Controleprotocol WNT van de Beleidsregels toepassing WNT. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 28, onderdeel b, van het Bbsh, voor wat betreft het in dit artikel genoemde volkshuisvestingsverslag, melden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig de van toepassing zijnde bepalingen van Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek is opgesteld en of de in artikel 2: 392 lid 1, onder g van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 391 lid 4 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Eindhoven, 14 april 2014 Deloitte Accountants B.V. was getekend: drs. C.H.L.J. Bergmans RA
© Copyright 2025 ExpyDoc