SAMENVATTEND ARTIKEL Eindproef “(H)erkennen van spirituele

SAMENVATTEND ARTIKEL
Eindproef “(H)erkennen van spirituele dimensie en spirituele pijn, een verkennend
onderzoek bij verpleegkundigen op een palliatieve eenheid” door Martine Van de
Wiele tot het behalen van de graad Bachelor na Bachelor Verpleegkundige in de
Palliatieve Zorg.
Academiejaar: 2010-2011
Interne promotor: Dr. Katrien Cornette
Externe promotor: Corinne Assenheimer
Kernwoorden: (h)erkennen – spirituele dimensie – spirituele pijn – verpleegkundigen –
palliatieve eenheid
Dit eindwerk beschrijft een theoretische literatuurstudie en de resultaten van een praktisch
onderzoek over bepaalde thema‟s m.b.t. het (h)erkennen van de spirituele dimensie en
spirituele pijn door verpleegkundigen op een palliatieve eenheid. We trachten de
onderbouwde wetenschappelijke literatuur te vergelijken met de concrete
onderzoeksresultaten om een besluit te vormen over dit onderwerp op de Vlaamse palliatieve
werkvloer.
Deze studie heeft twee doelstellingen. Enerzijds beogen we meer duidelijkheid te krijgen over
de belevingen van de Vlaamse palliatieve zorgverpleegkundigen i.v.m. de spirituele dimensie
op een palliatieve zorgeenheid en het (h)erkennen van spiritueel lijden bij palliatieve
patiënten. Daarnaast trachten we te peilen naar reële behoeften van deze beroepsgroep om dit
deelaspect van de zorg kwalitatief meer tot zijn recht te laten komen.
Het onderzoek bestond uit een kwantitatieve studie door middel van een schriftelijke
vragenlijst aan de verpleegkundigen van drie Vlaamse palliatieve zorgeenheden.
Resultaten
Het grootste deel van de onderzoekspopulatie ervaart dat de spirituele dimensie wél aan bod
komt op de afdeling, maar dat het expliciet herbekijken van dit zorgaspect in teamverband
zinvol kan zijn om verbeteringen aan te brengen.
[1]
Palliatieve zorgverpleegkundigen kijken met een brede bril naar het begrip „spiritualiteit‟.
Voor hen omvat dit begrip méér dan religie, wat we alleen maar kunnen toejuichen met het
oog op de terminologie gehanteerd in de internationale literatuur.
Uit deze studie blijkt dat verpleegkundigen, werkzaam in de palliatieve zorg, sterk begaan zijn
met hun eigen spiritueel leven. Tevens willen ze de spirituele dimensie een evenwaardige
plaats toekennen naast de fysische en psycho-sociale zorg in de palliatieve hulpverlening. Zij
hechten duidelijk belang aan het holistisch verplegen in de praktijk. De meesten onder hen
ervaren dat er in de basisopleiding tot verpleegkundige geen aandacht was voor dit
zorgaspect. De meerderheid geeft aan geïnteresseerd te zijn om via verdere opleidingen de
kennis rond dit deelaspect van de zorg te verruimen.
De meeste respondenten ervaren dat ze in de praktijk voldoende aandacht kunnen geven aan
het (h)erkennen van spirituele pijn. Een tekort aan communicatieve vaardigheden in de
spirituele zorg bij de verpleegkundige wordt als meest belemmerende factor ervaren.
Daarnaast worden opleidingen i.v.m. communicatie in de spirituele zorg als meest triggerend
element beschouwd om de gevoeligheid van de verpleegkundige voor de spirituele dimensie
in de palliatieve zorg te verhogen. Dit is naar ons gevoel een belangrijke bevinding waar
leidinggevenden, die het toekomstig beleid uitstippelen voor een kwaliteitsvolle palliatieve
zorg, best even bij stil staan.
In het algemeen blijkt dat de verpleegkundigen uit deze studie de beschreven indicatoren uit
de literatuur (h)erkennen als mogelijke signalen voor een diepere onderliggende pijn. Zij zijn
zich ook duidelijk bewust van de meest belangrijke grondhoudingen nl. er-zijn, luisteren,
empathie en respect betonen, opdat patiënten hun spirituele noden zouden kunnen uiten. De
vaardigheid „intuïtief weten en timing kunnen inschatten bij eventuele interventies‟ scoorde
hierbij verrassend hoog, zoals ook beschreven werd in een wetenschappelijk artikel uit de
literatuurstudie.
Uit deze studie konden we niet opmaken of de invloed van het persoonlijk spiritueel leven,
meer bepaald de aandacht voor de eigen spiritualiteit, een sterk bepalende factor is bij het
toekennen van aandacht aan de spirituele dimensie in het professionele leven van de
zorgverlener. Ook de invloed van leeftijd van de zorgverlener als medebepalende factor bij
het (h)erkennen van spirituele noden konden we niet afleiden uit de onderzoeksresultaten.
Deze studie was té beperkt om correlaties op te merken.
We merken wel op dat het overgrote deel van de verpleegkundigen, werkzaam in de
palliatieve zorg, van middelbare leeftijd is. Zij hebben dan ook een ruime levens- en
werkervaring, wat vermoedelijk toch wel een medebepalende factor is in de resultaten.
Analyse geeft weer dat er geen opmerkelijk verschil is wat betreft het geslacht i.v.m. de
beleving van de eigen spiritualiteit en het belang van het (h)erkennen van spirituele pijn.
[2]
Betekenis van het onderzoek
Deze studie toont aan dat er in de Vlaamse palliatieve zorgwereld bij de verpleegkundigen
reeds sterke fundamenten gebouwd zijn om de spirituele zorg tot zijn recht te laten komen.
We sommen even op: er leeft zeker interesse voor dit zorgconcept, verpleegkundigen hebben
de intentie om de spirituele dimensie „waar‟ te maken in hun holistische zorg. Zij vinden dat
de spirituele dimensie een evenwaardige plaats heeft naast de fysische en psycho-sociale zorg.
Ze omschrijven het begrip „spiritualiteit‟ ruimer dan religie en zijn zelf sterk begaan met hun
eigen spiritualiteit, hetgeen volgens de literatuur ook impact heeft op de mate van aandacht
voor de spirituele dimensie in het professioneel leven.
Conclusie
De spirituele dimensie in de palliatieve zorg wordt door de Vlaamse verpleegkundigen niet
ondergewaardeerd in het verpleegconcept. Zij hebben duidelijk de intentie om deze zorg tot
zijn recht te laten komen in de dagelijkse praktijk. Er blijft nog wel een lange weg te gaan, om
deze intentie op een professionele en transparante manier verder uit te bouwen.
[3]