Communiqué Klankbordgroep november 2014 Aan het congres van FNV KIEM wordt in december gevraagd in te stemmen met de voorbereidingen voor fusie met FNV ongedeeld, onder voorbehoud dat de fusie tussen Abvakabo, Bondgenoten, Bouw en Sport die daaraan vooraf moet gaan, doorgang vindt. Wat vooraf ging Congres maart 2013 het congres koos er met de kleinst mogelijke meerderheid voor om deel te nemen aan het fusieproces binnen FNV in beweging, een fusie waarover de congressen in het najaar van 2014 een besluit zouden nemen. en gelijktijdig de mogelijkheden te onderzoeken hoe KIEM als zelfstandige bond binnen de federatie zou kunnen voortbestaan. Ondanks de grote druk die vanuit de beoogde fusiepartners ontstond toen de besturen besloten al in juni te tekenen voor de fusie (dus voordat de congressen zich daarover hadden uitgesproken), heeft KIEM vastgehouden aan het serieus onderzoeken van beide opties. Congres juni 2014 Op dit extra congres van KIEM, nodig vanwege het besluit van de fusiepartners om dan al voor de fusie te tekenen, waren de aanbevelingen uit het onderzoek van A. van den Born nog niet beschikbaar en waren er nog een aantal zaken rond de fusie te onduidelijk, onder meer op het financiële vlak. Reden waarom met ruime meerderheid besloten werd om niet voor de druk te zwichten, maar om vast te houden aan de afgesproken periode, om als vereniging een goed afgewogen besluit te kunnen nemen. Daarbij was duidelijk dat deze keuze als consequentie heeft dat KIEM opnieuw zal moeten onderhandelen als voor een fusie gekozen wordt, omdat er dan inmiddels sprake is van een nieuwe fusiepartner. Congres december 2014 Hieruit volgt dat op het congres van december 2014 het volgende aan de orde zou moeten komen: 1. Zet KIEM in op fusie, dan moeten de randvoorwaarden waarop de fusie daadwerkelijk tot stand kan komen duidelijk zijn, omdat er anders sprake zou zijn van een blanco mandaat voor het bestuur van KIEM in de onderhandelingen. Gezien de discussie daarover binnen KIEM kan verwacht worden dat dit onder meer gaat over: verenigingsdemocratie: op basis van ledentallen is de mogelijke invloed van KIEM in geval van fusie zeer bescheiden. Daarnaast hebben leden van KIEM op dit ogenblik meer zeggenschap over de invulling van de arbeidsvoorwaarden dan in de plannen van de fusiepartners. zeggenschap over het vermogen ledenwerving en het eigen gezicht van de creatieve sector. Uit het onderzoek van A van den Born blijkt duidelijk dat opgaan in de grote FNV door vele potentiële leden uit de creatieve sector als negatieve ontwikkeling wordt gezien*: in hoeverre kan de sector KIEM eigen beleid voeren en een eigen gezicht tonen en welke middelen moeten daar minimaal voor beschikbaar zijn. 2. Kiest KIEM voor zelfstandig blijven, dan zullen op basis van een voorstel plannen ontwikkeld moeten worden om KIEM toekomstbestendig(er) te maken. Keuze voor fusie Het bestuur van KIEM heeft inmiddels haar voorkeur uitgesproken voor fusie en heeft die keuze toegelicht. Daarbij valt het volgende op: mogelijkerwijze** is er geen fusiepartner vanwege de ontbrekende 2/3 meerderheid bij Bondgenoten. Onduidelijk is nog, wat het effect zal zijn van de aanpassingen die worden gedaan om de fusie alsnog mogelijk te maken. Met andere woorden, het bestuur van KIEM kan niet duidelijk aangeven hoe de mogelijke fusiepartner er uit zal zien. Randvoorwaarden om akkoord te gaan met fusie worden niet in de congresvoorstellen geformuleerd, alleen hoop en verwachtingen. Met andere woorden, wat er ook de resultaten van een onderzoek naar fusie zullen zijn, ze moeten door het bestuur worden voorgelegd aan een volgend congres. Anders zou het bestuur feitelijk aangeven dat het zich in alle gevallen naar de fusiepartner zou schikken. Ondanks de keuze voor fusie heeft het bestuur wel voor een plan B gezorgd, om tegemoet te komen aan de afspraak dat op het congres in december een keuze voorligt. Visie klankbordgroep op het proces De klankbordgroep maakt zich grote zorgen over de wijze waarop de beoogde fusiepartners omgaan met de uitslag van het congres van Bondgenoten. Daarnaast is er bij KIEM op dit ogenblik sprake van een ondoorzichtig proces. De klankbordgroep constateert dat de twee opties die aan het congres voorgelegd zouden worden niet vergelijkbaar zijn. Om daar het opvallendste voorbeeld van te geven: Eén van de grote struikelblokken voor fusie is wat er met het vermogen van KIEM gebeurt. Mogelijk zou het voor een periode vastgezet kunnen worden voor gebruik voor de sectoren van KIEM, maar de zeggenschap over het vermogen is niet goed te regelen en gezien de binnen afzienbare tijd verwachte verschuivingen in de sectoren van FNV, niet uitsluitend inzetbaar voor de leden van KIEM. Plan B wordt gepresenteerd op basis van de keuze om het vermogen niet in te zetten. Er wordt niet onderbouwd waarom dit het uitgangspunt is en de vereniging ten behoeve van de toekomst van KIEM niet een andere afweging zou kunnen maken. Hoewel Van den Born aantoont dat het beleid van de afgelopen jaren schade heeft toegebracht aan KIEM en er investeringen nodig zijn om het ledenverlies/tij te keren, kan door dit uitgangspunt alleen geïnvesteerd worden door verschuiving van middelen, waarbij vrijwel alleen nog op de primaire taken, IBB en CBB bezuinigd kan worden. Door dit uitgangspunt wordt een zelfstandig KIEM onnodig niet-levensvatbaar voorgesteld. Kortom: in het ene geval (fusie) is het mogelijke opgaan van het vermogen in de grote fusiepot geen issue, in het andere geval (zelfstandig blijven) wordt de mogelijkheid om de benodigde investeringen te doen vanuit het vermogen -alsof dat vanzelfsprekend is- niet voorgesteld. Hieruit kan de klankbordgroep alleen maar de conclusie trekken dat het bestuur er voor gekozen heeft af te wijken van de afspraken die over de inzet voor het congres in december zijn gemaakt en roept het bestuur op om: Plan B aan te vullen op zodanige wijze dat er een evenwichtige vergelijking van voor- en nadelen mogelijk is tussen fusieplan en zelfstandigheid. Helder weer te geven waaraan de fusieplannen moeten voldoen om de sectoren van KIEM binnen de grote FNV levensvatbaar te houden en aan te geven hoe de aanbevelingen uit het onderzoek van A. van den Born aansluiten op de inrichting en werkwijze van FNV ongedeeld. Te onderbouwen waarom sommige aanbevelingen wel en andere niet uit dit onderzoek worden overgenomen. De keuze voor een van beide opties wordt gedaan met een meerderheid van 50% plus1. Pas voor een definitief ja voor fusie, op een volgend congres, is 2/3 meerderheid nodig, om de vereniging op te heffen. Binnen FNV KIEM is in deze afgelopen 1,5 jaar de verdeeldheid verhardt, en de klankbordgroep dringt er op aan om de keuze waar we voor staan rustig en zakelijk onder ogen te zien, om te voorkomen dat misverstanden de tegenstellingen op het congres onoverbrugbaar maken. * eindrapport creatieve coalitie hoofdstuk 5 Mogelijkheden tot samenwerking:” …wordt door bijna alle partijen aangegeven dat de samenwerking erg bemoeilijkt zal worden als KIEM op zou gaan in het ongedeelde FNV” ** op het moment van schrijven is nog niet duidelijk hoe de situatie bij bondgenoten zich zal ontwikkelen.
© Copyright 2025 ExpyDoc