“Ik vind het belangrijk dat mijn vrouw blijft werken. In - g

gspot
“Ik vind het
belangrijk dat mijn
vrouw blijft werken.
In een relatie mag
je niet te
afhankelijk zijn.”
Wouter Beke
20
620
g
wiki
Kinderopvang
VRAAG Hoe heeft jouw partij tijdens deze regeerperiode ingezet
op kinderopvang en wat wil jouw partij nog verwezenlijken?
ANTWOORDEN
Wouter Beke (CD&V): “Als we willen
dat meer mensen keuzes kunnen maken, en dus ook kunnen kiezen om op
de arbeidsmarkt mee te draaien, dan
moeten we extra inzetten op kinderopvang. De overheid heeft als functie
om een kader te creëren waarin dit
mogelijk is. Jo Vandeurzen heeft in
de voorbije jaren hard gewerkt aan het
nieuwe decreet kinderopvang. Natuurlijk is het aan de volgende regering
om dit verder uit te werken, daar zetten wij zeker op in als we terug in de
Vlaamse regering zitten. Dit is volgens
mij de meest fundamentele manier om
mensen te emanciperen, om mensen
de kans te geven op werk. Dan heb ik
het over kinderopvang maar ook over
dienstencheques. Dit laatste maakt
een betere gezinsondersteuning mogelijk. Ook de gezinsbijslag komt naar
Vlaanderen, we kunnen dus meer vanuit één hand gezinnen ondersteunen.”
CD&V heeft sinds 2009 met Jo Vandeurzen de minister van welzijn, volksgezondheid en gezin in de Vlaamse regering Peeters. De minister van welzijn,
volksgezondheid en gezin is bevoegd
voor kinderopvang.
Liesbeth Homans (N-VA): “Ik weet
dat er in ieder geval inspanningen
zijn gebeurd. Dat er in moeilijke budgettaire tijden wel zaken zijn gebeurd
om de capaciteit te verhogen. Waar
ik het wel moeilijk mee heb, is dat er
nog altijd een regel is in het kaderdecreet waar niet-werkenden voorrang
krijgen. In een stad als Antwerpen kan
je dit aan de praktijk toetsen. Ik vind
het niet kunnen dat iemand die al jaren van een uitkering leeft en ook zelf
geen moeite doet om van die uitkering
af te geraken, zijn of haar kind in een
kinderopvang steekt, en zo een plaats
wegneemt van een kind van een ouder die wel gaat werken. Het systeem
is ook redelijk pervers. Je moet 2,5
euro betalen per dag om je kind in een
stedelijke crèche te laten opvangen,
daar zitten pampers bij, voeding, enz.
Thuis kan je dat niet aan die prijs. Het
systeem laat het toe, dus je kunt het de
mensen die er gebruik van maken, niet
kwalijk nemen.”
Bruno Tobback (SP.A): “We moeten
alles doen om mogelijk te maken dat
koppels die kinderen willen, die kunnen hebben. En als ze dan willen blijven werken, ook kunnen blijven werken. Bijvoorbeeld door een absoluut
recht op kinderopvang. We hebben
het recht op betaalbare en toegankelijke kinderopvang voor iedereen
ingeschreven in een Vlaams decreet.
We moeten ervoor zorgen dat er zoveel mogelijk kinderopvang is. Daarvoor hebben we geld nodig. Daarnaast
moeten we oog hebben voor het feit
dat de regelgeving om kinderopvang
te organiseren te streng begint te worden. In steden, waar er veel meer kinderopvang is bijgekomen, zitten we
nog altijd met een tekort en dat is een
probleem. Het aanbod kan de vraag
niet bijhouden. Vlaanderen heeft het
moeilijk om initiatieven van de grond
te laten komen, daar waar de nood het
hoogst is. Ik verkies inkomensgebonden, gecontroleerde en goed georganiseerde kinderopvang. “
:
Wouter Beke (Lommel,
9 augustus 1974) is
een Belgisch politicus,
senator en burgemeester van Leopoldsburg
en huidig partijvoorzitter van CD&V. Beke
studeerde politieke wetenschappen aan de
katholieke universiteit Leuven. Van 1996 tot
2003 was hij aan de KUL assistent aan de
afdeling politicologie van de faculteit sociale
wetenschappen. In 2004 behaalde hij er zijn
doctoraat in de sociale wetenschappen.
Aan de vrije universiteit Brussel volgde hij
ook een bijzondere licentie sociaal recht.
In 2003 werd Beke ondervoorzitter van
de christendemocratische CD&V, een jaar
later was hij senator. Hij werd gezien als de
huisideoloog van de partij tot hij eind 2010
verkozen werd tot voorzitter van de CD&V.
Zijn tweede voorzitterstermijn van 3 jaar
loopt in principe tot het najaar van 2016.
Hij was in 2011 in opdracht van Koning
Albert II onderhandelaar om de zesde
staatshervorming voor te bereiden. In 2012
werd zijn wetsvoorstel tot splitsing van het
kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde
goedgekeurd. Beke schreef verschillende
politieke boeken en bijdragen in boeken. Hij
is getrouwd en heeft drie kinderen.
www.wouterbeke.be
www.facebook.com/wouter.beke
www.twitter.com/wbeke
21
gvisie
“Permanente voorrang in de
kinderopvang voor werklozen,
daar zijn we tegen. Dit was
een voorstel van Vlaams sp.aminister Pascal Smet, en we
begrijpen de filosofie erachter
om meer mensen aan het werk
te krijgen, maar in de
praktijk werkt dit niet.
Ik ben voorstander van
voorrangsregels bij
kinderopvang. Mensen die
moeten gaan solliciteren, een
opleiding volgen of bezig zijn
met werk zoeken, moeten
voorrang krijgen. Wij zorgen
in Antwerpen ook voor de
kinderopvang van leefloners
om die mensen kansen op
werk te geven.”
Liesbeth Homans (N-VA)
22
“Iedereen wordt geboren in een “Naast het stelsel van
samenleving en dat is geen
dienstencheques, willen we ook
keuze. Dus moet niemand je
een klussenplatform dat voor
zeggen dat je helemaal alleen
kinderopvang zorgt. Een platform
verantwoordelijk bent voor
waarin particulieren voor elkaar
wat er met jou gebeurt in de
diensten kunnen opknappen. Wil
samenleving. We hebben de
je buurvrouw één namiddag in
plicht om op een of andere
de week op jouw kinderen komen
manier voor mekaar te zorgen, passen? Dan kan dat voor een
op een wijze dat je vrij bent om beperkt bedrag in ons voorstel.
te zijn wie je bent. Dit houdt ook Op die manier maken we taken
in dat iedereen bijdraagt tot
die sowieso in het zwart
onze samenleving, met rechten, gebeuren wit.”
Gwendolyn Rutten (Open VLD)
maar ook met plichten. Ons
collectief systeem, onze sociale
zekerheid, biedt vrijheid.”
Bruno Tobback (SP.A)
gvisie
VRAAG Kan de kinderopvang in Vlaanderen beter?
ANTWOORDEN
Wouter Van Besien (Groen): “Onze
evaluatie van de voorbije regeerperiode is negatief. Er is nog steeds een
tekort, zeker in de steden en in plaats
van een versoepeling van de regelgeving, wordt deze strenger. Hierdoor
krijgen kleinschalige initiatieven geen
kansen meer en moeten afhaken. We
vinden ook dat de buitenschoolse opvang, voor en na de schooluren, kwalitatief sterker moet. De kwaliteit van
dat aanbod kan bijvoorbeeld meer
geïntegreerd worden in een brede
schoolomgeving waar organisaties
uit de gemeente, uit de buurt van
de school aan meewerken. We denken daarbij aan de muziekschool, de
sportschool, enz. Er zijn nog heel wat
opties tot verbetering.”
Gwendolyn Rutten (Open VLD):
“Wanneer je spreekt met jonge ouders, hoor je dat ze vaak heel lang op
een wachtlijst moeten staan, vooraleer ze hun peuter naar een opvang
kunnen sturen. Dat kan voor ons niet.
Wij willen meer kinderopvang van
hoge kwaliteit, en dat kan je realiseren
door niet te betuttelen of te over reguleren. De kansen om de capaciteit
op te drijven liggen volgens ons bij
private ondernemers. Onze partij wil
dus betaalbare opvang voor elk kind
garanderen door in te zetten op private kinderopvang. Hierdoor creëren we
voldoende opvangplaatsen, die kwalitatief evenwaardig en bovendien
goedkoper zijn voor de overheid.”
“We hadden met het oog op
verbetering veel verwacht van
het nieuwe decreet. Dat moest
zorgen voor gelijke behandeling
van alle initiatiefnemers
inzake kinderopvang. Nu blijkt
echter dat het nieuwe decreet
opvangplaatsen doet verloren
gaan in plaats van creëert en
dat het de flexibiliteit van de
opvang nog eens extra afstraft.”
“Bij de voorschoolse initiatieven
zal het hoe dan ook een financiële
kwestie blijven. Het moet een
prioriteit zijn. We hebben nu een
decreet tot 2020 maar het is totaal
onduidelijk welke financiering
daar tegenover staat. Het aanbod
moet verhogen, door mensen te
ondersteunen in voorzieningen.”
Wouter Van Besien (Groen)
Gwendolyn Rutten (Open VLD)
“Het is allemaal niet evident om alles geregeld te krijgen met
kinderopvang en scholen. Als ik zelf kijk naar de school van mijn
kind, die is gedaan om 15.20u, als je dan geen netwerk hebt,
zoals van grootouders, om op terug te vallen, heb je echt grote
problemen. Ik ben recent gescheiden, ik ben een alleenstaande
mama met twee kinderen in co-ouderschap.”
Liesbeth Homans (N-VA)
:
23
gitem
gvisie
VRAAG Zijn zorgvriendelijke ondernemingen een oplossing?
ANTWOORDEN
Bruno Tobback (SP.A): “Soepeler,
flexibeler werk kan, als je het verstandig toepast, voor werknemers een
goede zaak zijn om het gezinsleven
beter te organiseren. Net zoals thuiswerken kan meer flexibel werken beantwoorden aan een nood, als je het
niet te ver drijft.”
Wouter Van Besien (Groen): “Het
heeft niet alleen te maken met al de
zorgverloven maar ook met de kwaliteit van het werk zelf, met werkbaar
werk dus. Is er genoeg uitdaging in je
job? Heb je genoeg verantwoordelijkheid? Is het niet té stressvol? Die zaken zijn maatwerk, een mens wordt
door andere dingen uitgedaagd. Maar
via het sociaal overleg moet hier aandacht aan besteed worden. Wij vinden dat een minister geen cao meer
mag ondertekenen als er niet ook het
aspect van werkbaar werk in terug te
vinden is.”
Liesbeth Homans (N-VA): “Je moet
vooral zien dat de randvoorwaarden
in orde zijn, bijvoorbeeld door vergadervriendelijke uren. Ik erger mij een
beetje dood dat er mensen zitten te
pleiten voor quota en dan hun vergadering plannen op een uur waar
je van zegt: dit is zeer gezinsonvriendelijk, bijvoorbeeld om 18u. Ik plan
mijn vergaderingen die ik voorzit om
20.30u. Ik moet zeggen, verschillende
jonge vaders, kwamen mij zeggen dat
dit uur voor hen beter uitkomt. Dan
konden ze even langs huis, samen
eten met de kinderen, of wat helpen
met huiswerk.”
Wouter Beke (CD&V): “Het probleem
bij ons is dat zowel mannen als vrouwen heel actief zijn op het werk, maar
in een heel korte periode. Tussen de
25 en de 45 jaar heb je een generatie
die wordt uitgeperst. Ik denk dat de
arbeidsorganisatie in de toekomst, en
ook het sociaal overleg, ervoor moeten zorgen dat mensen op de arbeidsmarkt langer actief kunnen zijn. Ik las
in de krant dat een autoconstructeur
het recht op onbereikbaarheid heeft
uitgeroepen, wat een fascinerend
idee is. Mogen de werknemers voor
de werkgever onbereikbaar zijn? Werk
en privé lopen als maar meer door elkaar. Daar moet terug een volwassen
debat over gevoerd worden, ook in
het sociaal overleg. Het is een zaak
van werkbaar werk. Het is werkbaar
werk dat de combinatie arbeid en gezin meer mogelijk maakt.”
“We moeten vooral de perceptie
wegwerken dat het de man is
die voor een carrière gaat en dat
de vrouw voor het gezin zorgt.
Dat kan best andersom zijn als
je daar heel goede afspraken
over maakt. Dat een man niet
altijd een sloef is als hij huisman
is. Onze maatschappij bekijkt
het nog altijd op deze manier,
dat vind ik wel jammer.”
Liesbeth Homans (N-VA)
24
“Wanneer mannen een stapje
terug zetten en wat minder
gaan werken om hun vrouw te
ondersteunen in haar carrière
wordt er al vaak gezegd dat
het mietjes zijn. Dit is een
cultuurverandering die moet
doorgevoerd worden. Ikzelf
kan partijvoorzitter zijn net
omdat ik een vrouw heb die
voor de kinderen zorgt en de
huishoudelijke taken op zich
neemt. Op dat vlak ben ik geen
goed voorbeeld. Mijn vrouw
werkte voordien voor een
financiële instelling en heeft
daar offers voor gebracht zodat
ik actief kon zijn in de politiek
en om de combinatie met het
gezin mogelijk te maken.”
Wouter Beke (CD&V)
Hoe werkt ons stelsel van kinderbijslag en wanneer
wordt het geregionaliseerd?
Een ouder krijgt kinderbijslag voor de kinderen waarmee die een bepaalde
band heeft (verwantschap, adoptiekind, ...). Met de huidige reglementering
geven bijna alle in België verblijvende kinderen recht op kinderbijslag. Normaal wordt de kinderbijslag uitbetaald aan de persoon die het kind grootbrengt, dit is de moeder of anders de (rechts)persoon die haar vervangt. Om
de kinderbijslag te krijgen, wordt er rekening gehouden met de familiale
toestand en de uitbetalingsinstelling waarvan de rechthebbende afhangt.
De rechthebbende is in principe de vader. Er is een voorrangsregeling met
de volgende volgorde: eerst de vader, dan de moeder, vervolgens de stiefvader en de stiefmoeder en tenslotte de oudste van de rechthebbenden die
het kind bij zich in het gezin heeft (bv. oudere broer of zus).
Elk kind geeft onvoorwaardelijk recht op kinderbijslag tot 31 augustus van
het jaar waarin het 18 jaar wordt. Studerende kinderen kunnen kinderbijslag
krijgen tot 25 jaar. Kinderen met een handicap tot 21 jaar.
“De totale kost van een bevalling
bedraagt ongeveer 5000
euro. Als de mensen zouden
moeten sparen vooraleer ze
een kind op de wereld kunnen
zetten, zouden de meesten
lang moeten wachten. Onze
gezondheidszorg creëert de
vrijheid om een kind te maken,
zonder dat je met de werkelijke
kost van een bevalling moet
rekening houden.”
Bruno Tobback (SP.A)
De aanvraag en uitbetaling van de kinderbijslag gebeurt op verschillende
manieren: door het kinderbijslagfonds waarbij de werkgever van de rechthebbende is aangesloten of via de personeelsdienst in de openbare sector
of door de rijksdienst voor kinderbijslag van werknemers (RKW), bijvoorbeeld voor personeel in het onderwijs. Bij de aangifte van de geboorte levert
het gemeentebestuur een specifiek attest af, dat moet bezorgd worden aan
de bevoegde uitbetalingsdienst.
Het bedrag van de kinderbijslag omvat een basisbedrag: 90,28 euro voor
het eerste kind, 167,05 euro voor het tweede kind, 249,41 euro voor elk kind
vanaf het derde. Dit basisbedrag kan verhoogd worden met: een sociale toeslag op basis van de situatie van het gezin, een leeftijdstoeslag (op 6, 12 en
18 jaar), een schoolpremie, een toeslag voor eenoudergezinnen. Het exacte
bedrag van de kinderbijslag, dat dus afhankelijk is van heel wat factoren,
kan je zelf berekenen via de site van de rijksdienst voor kinderbijslag voor
werknemers (www.rkw.be).
De uitbetaling van de kinderbijslagen gebeurde tot dusver door de federale
overheid. Na de laatste staatshervorming en de komende verkiezingen van
25 mei 2014 zullen Vlaanderen, Wallonië, Brussel en de Duitstalige gemeenschap bevoegd worden voor de uitbetaling, de regionalisering van de kinderbijslag wordt tijdens de volgende regeerperiode dus een feit. De overdracht van de kinderbijslag van het federale naar het gemeenschapsniveau
moet tegen 2019 afgerond zijn.
“Hoeveel vrouwen er na een
echtscheiding in armoede
belanden, die cijfers, dat is
echt tragisch en dramatisch.
Daarom dat ik in Antwerpen
een armoedebeleidsplan heb,
met de focus op kinderarmoede.
Er zit een heel belangrijk aspect
in van financiële middelen en
projecten die we opzetten net
gericht op die alleenstaande
moeders.”
Liesbeth Homans (N-VA)
25