Programma van Eisen Coöperatie Amaryllis

!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
Programma van Eisen
2014
Coöperatie Sociale Wijkteams
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
Blad 2
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
College van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden,
!
!
DATUM: !
!
!
Blad 3
!
I. INLEIDING, VOORBEHOUDEN EN RELEVANTE STUKKEN
!
Naar aanleiding van het advies “Advies Rechtsvorm WNS” (H. de Boer) heeft u
gezamenlijk besloten over te gaan tot oprichting van een bedrijfscoöperatie.
De sociale wijkteams gaan onder deze coöperatie vallen. Deze coöperatie is
een tussenvorm tussen de huidige situatie en de gewenste toekomstige
situatie (de stip aan de horizon ligt in 2016/ 2017). De regierol die de
gemeente naar zich toe heeft getrokken, kan nu daarom (gefaseerd) worden
overgedragen aan de coöperatie. De rol van de gemeente wijzigt van
regievoerder naar subsidieverlener. Vanuit de rol van subsidieverlener geven
we met dit document een programma van eisen voor de op- en inrichting van
de coöperatie in het jaar 2014. Het definitieve fundament zal uiterlijk 1
september 2014 staan. In augustus 2014 ontvangt u het programma van eisen
voor het volgend jaar, op basis waarvan u de begroting 2015 kunt opstellen.
!
In januari 2014 heeft u een globaal programma van eisen ontvangen. Dit
document geeft het definitieve programma van eisen aan de coöperatie in
oprichting.
!
!
Voorbehoud
-
Gedurende de oprichting en verdere ontwikkeling van de coöperatie
moet rekening gehouden worden met een veranderende werkelijkheid
waarbij taken en activiteiten kunnen worden toegevoegd, of komen te
vervallen.
-
Gewijzigde omstandigheden en nadere inzichten kunnen leiden tot
een aanscherping van het programma van eisen en nadere
randvoorwaarden. De gemeenteraad stelt gedurende de komende
jaren verschillende uitgangspunten vast die van invloed kunnen zijn op
de door de coöperatie uit te voeren taken en activiteiten en
veranderende wet en regelgeving.
!
Relevante stukken
Onderstaande stukken vormen de context voor de coöperatie:
-
Boekje: ‘Amaryllis: Welzijn Nieuwe Stijl in de praktijk’;
-
Informerende brief aanpak doorontwikkeling Amaryllis/WNS dd. 26
maart 2013 met bijlage Plan van Aanpak kwartiermaker;
!
!
!
Blad 4
!
-
Richtinggevende kaders voor de drie decentralisaties en
doorontwikkeling Amaryllis, vastgesteld in de gemeenteraad, d.d. 24
juni 2013;
-
Reactie van het College op het advies dd. 12-06-2013, met Advies van
de kwartiermaker mei 2013;
-
Advies Rechtsvorm WNS, H. de Boer, d.d. 26 november 2013;
-
De profielen van de sociaal werker en de teamleider.
-
De beleidsnota 3D die in mei 2014 wordt vastgesteld.
-
Plan personeel van 29-11-2013.
!
Bijlage
-
!
!
Verantwoordingsinformatie
!
!
!
!
!
Blad 5
!
II. DOEL VAN DE COÖPERATIE
De randvoorwaarden en kaders waarbinnen de coöperatie zich zal gaan
bewegen, zijn samengevat in de programmadoelen en de zes principes 3D.
!
Programmadoelen decentralisaties (vastgesteld door de gemeenteraad)
1. Op basis van de tien uitgangspunten van Amaryllis zijn de volgende
gemeenschappelijke doelstellingen van de decentralisaties
vastgesteld:
a. Versterken van het zelfoplossend vermogen van mensen en
hun omgeving (0e lijn)
b. Versterken van de algemene voorzieningen ( 1e lijn), mede
door ondersteuning van de 2e lijn.
c. Terugdringing van de inzet van de specialistische
voorzieningen ( 2e lijn) en het aansluiten van de 2e op de 1e en
de 0e lijn.
2. De decentralisaties worden uitgevoerd binnen het geheel van de
budgettaire kaders op het sociale domein.
3. Burgers worden aangesproken op hun zelf oplossend vermogen en de
ondersteuning sluit daarop aan. Voor de kwetsbaren wordt een
vangnet van ondersteuning en bescherming geborgd.
!
Bij het tot uitvoering brengen van deze programmadoelen dienen
onderstaande zes principes als kapstok;
!
1. Iedereen doet mee
-
Stimuleren werk, binnen eigen mogelijkheden.
-
Eerst proberen zelf problemen op te lossen, soms met hulp van eigen
netwerk.
-
Niemand valt buiten de boot: er is altijd een vangnet.
!
2. Dienstverlening dichtbij
-
Ondersteuning in vertrouwde woonomgeving door sociale wijkteams.
-
Het sociale wijkteam is zichtbaar en laagdrempelig.
-
Er wordt een groter beroep gedaan op zorg voor elkaar: hulp van
mensen die dichtbij staan.
3. Eén huishouden, één plan, één werker
-
Eén aanspreekpunt voor inwoners.
!
!
!
Blad 6
!
-
Indien nodig wordt tweede lijn ingeschakeld.
-
Wijkteamwerker is coördinator en eindverantwoordelijk.
4. Als het nodig is gaan we er-op-af
-
Goede bemoeizorg leidt tot minder escalaties.
-
Het sociaal wijkteam gaat erop af als dat nodig is
5. Budget per wijkgebied en zorgtraject
-
Het streven is de Sociale wijkteams een taakstellend jaarbudget toe
te kennen.
-
Er komen vaste prijzen voor zorgtrajecten.
-
Het sociaal wijkteam koopt straks zelf de zorg in die nodig is.
!
6. Eén loket
-
Inwoners kunnen fysiek, telefonisch en digitaal terecht bij een
centraal loket.
-
Bij complexe problemen wordt doorverwezen naar het sociaal
wijkteam.
-
In de toekomst komt er ook een centraal informatiesysteem.
!
Het inhoudelijk en maatschappelijk doel van de coöperatie
Het inhoudelijk doel van de coöperatie is: Samen doen wat nodig is om iemand
verantwoordelijkheid te laten nemen over z’n leven. Om dit doel te realiseren zal de coöperatie (mensen en werkwijze) aan een
aantal voorwaarden moeten voldoen. De onderstaande voorwaarden vormen
de pijlers onder de organisatie.
1. Daadkrachtig
2. Vraaggericht
3. Verbindend
4. Onafhankelijk
!
!
!
!
Blad 7
!
Dit moet uiteindelijk zichtbaar worden bij inwoners op onderstaande wijze:
-
!
Mensen zijn meer zelfredzaam of krijgen daarbij die ondersteuning die
nodig is
Mensen kunnen langer zelfstandig wonen
Mensen participeren naar vermogen in de maatschappij.
Kinderen groeien gezonder op en hebben voldoende
ontwikkelingsmogelijkheden
Het doel van de oprichting van de coöperatie
Het doel van de oprichting van de coöperatie betreft het formeel versterken
van de positie en slagkracht voor de huidige sociale wijkteams. Een sterk
sociaal wijkteam is een speerpunt binnen de decentralisaties die bijdraagt aan
de maatschappelijke opgave om de zorgkosten te reduceren. De opgave voor
de coöperatie is om kwalitatieve dienstverlening neer te zetten die de
maatschappelijke kosten voor zorg en ondersteuning kosteneffectief te
reduceren, dus beter voor minder.
!
Naast de hierboven omschreven doelstelling van de coöperatie geldt het
volgende omschreven inhoudelijke doel. De coöperatie heeft als doel om
generalistische ondersteuning te verlenen binnen kwetsbare huishoudens en
daar te doen wat nodig is om hulpbehoevende inwoners van de gemeente
Leeuwarden de eigen verantwoordelijkheid en regie over diens leven en
leefomgeving terug te geven ten behoeve van een zo adequaat en efficiënt
mogelijke hulpverlening die door de aangesloten leden van de coöperatie
wordt gegeven. Taken rondom de vroeg- signalering van problematiek,
preventie van langdurige zware hulpverlening, lichte wijkgerichte
hulpverlening en het coördineren van hulpverlening uit verschillende
specialisme aan kwetsbare huishoudens op alle leefgebieden behoren tot het
takenpakket van de coöperatie.
!
Het Leeuwarder model voor de inrichting van het sociaal domein is
randvoorwaardelijk voor de rol en plaats van de coöperatie. Dit model wordt
in de beleidsnota 3D’s beschreven.
!
!
!
!
!
Blad 8
!
De taken
De taken van de sociaal werkers betreffen globaal in ieder geval: het
versterken van leefbaarheid en sociale cohesie in de wijk, het signaleren van
sociale problematiek, het samen met hulpzoekenden opstellen van een plan
van aanpak, mobiliseren van eigen kracht per individuele burger als per wijk
(vergroten van de zelfredzaamheid en zelfregie), het bieden van
generalistische ondersteuning en activering op alle leefgebieden (volgens de
ZelfRedzaamheidsMatrix), regie voeren op het totaal van professionele
ondersteuningen. Deze taken/activiteiten zullen in de wijken worden
uitgevoerd. De inrichting van een stedelijke (informatie)punt is geen
onderdeel van dit programma van eisen. Dit wordt door de gemeente breed
opgepakt binnen het geheel van de 3 decentralisaties.
!
Doelgroep
De doelgroepen die de sociaal werkers verder helpen zijn:
Alle mensen die zelfstandig wonen in een gebied/wijk in Leeuwarden
met vraagstukken op het sociaal domein1.
Alle burgers die kunnen bijdragen aan collectieve arrangementen en
de sociale cohesie in de wijk.
Er wordt een plan van aanpak gemaakt en ondersteuning geboden
indien nodig voor de doelgroep waarbij sprake is van meervoudige
problematiek (uitgaande van beperkte zelfredzaamheid op meer dan
twee leefgebieden).
!
Innovatie
Vanuit de gemeenschappelijke ambitie ‘samen doen wat nodig is om iemand
verantwoordelijkheid te laten nemen over z’n leven’ wordt de coöperatie
gevraagd te komen tot innovatieve werkwijzen die aansluiten op de
ontwikkelingen van de drie decentralisaties. Er wordt ruimte gegeven om
inhoudelijk te komen tot vernieuwing. Hiervoor zijn een aantal experimenten
benoemd, zoals de jeugd en gezinsteams en het dorpenteam. Tevens zijn de
volgende thema’s vanuit gemeentelijk oogpunt van belang nader uit te werken
om te kunnen fungeren als landingsbaan voor de drie decentralisaties.
-
-
-
Specialisten; Sneller en beter schakelen met de specialistische zorg
voor alle leefgebieden met als doel dat de inzet van specialisten af zal
nemen en er altijd sprake is van één gezin, één plan, één werker.
Wettelijk zal de taak van de wijkverpleegkundig hierbij een rol krijgen
in het wijkteam.
Participatie; Participatie als hefboom hanteren voor de wijkteams met
als doel dat meer mensen meedoen in de maatschappij. De wijkteams
worden voorbereid op taken die vanuit sociale zaken van de gemeente
Leeuwarden overgedragen worden naar de wijkteams. Hierbij valt te
denken aan beoordeling bijzondere bijstand, tegenprestatie,
armoedebestrijding.
Signaleren; Op alle leefgebieden komen tot werkwijzen met
aansluitfunctionarissen (woningbouwcoöperatie, scholen, huisartsen,
Leefgebieden zijn; financiën, dagbesteding, huisvesting, huiselijke relaties,
opvoeding, geestelijke gezondheid, lichamelijke gezondheid, verslaving,
activiteiten dagelijks leven, sociaal netwerk, maatschappelijke participatie en
justitie.
1
!
!
!
!
Blad 9
!
-
-
mo-zaak etc.) zodat problemen vroeg gesignaleerd worden en
escalaties, zoals huisuitzetting, schooluitval en OTS worden
voorkomen.
Toegang; Een duidelijke toegang realiseren voor de wijkbewoners
waarbij duidelijk is wat het wijkteam kan betekenen. Hierbij vindt
een goede afstemming plaats met de stedelijke toegang, zijnde de
gemeente. De mogelijkheden in het komen tot toegang naar
specialistische hulp wordt hierin ook meegenomen.
Eigen kracht; Het versterken van de zelfredzaamheid van (kwetsbare)
bewoners, het versterken van collectieve voorzieningen en het
verbeteren van de leefbaarheid in de wijken en dorpen. Er is daarbij
expliciete aandacht voor de ontwikkelingsmogelijkheden en veiligheid
(het veilig kunnen opgroeien) van kinderen en jongeren.
Voorts zullen er mogelijk thema’s zijn die vanuit het perspectief van de
coöperatie van belang kunnen zijn om nader uit te werken of om te innoveren
om zo optimaal mogelijk te kunnen voldoen aan de ambities en gestelde
doelen.
!
Verantwoording
Ten behoeve van het businessplan, wordt in de bijlage een overzicht gegeven
van de gewenste verantwoordingsinformatie.
!
!
!
Blad 1
! 0
III. OPRICHTING
!
!
A.
Activiteiten en resultaten
!
ALGEMENE INHOUDELIJKE OPDRACHT
1.
Er wordt gezamenlijk tussen 1 april 2014 en 1 juni 2014 een
coöperatie opgericht. Uiterlijk 1 september 2014 is de coöperatie
operationeel om in ieder geval voor de duur van twee jaren de taken
en activiteiten van de huidige sociale wijkteams uit te voeren. De
sociale werkers, hun teamleiders en taken van de huidige wijkteams
zullen vanaf 1 april 2014 gefaseerd formeel ondergebracht worden bij
de coöperatie;
2.
Tijdens de oprichting wordt gezorgd voor een effectieve en efficiënte
aansluiting met gespecialiseerde zorg en hulpverlening en de daar
aanwezige inhoudelijk kennis;
3.
Vanaf 1 april 2014 is er een dekkend netwerk aan wijkteams,
bestaande uit bestaand personeel van de deelnemende organisaties en
personeel buiten de deelnemers voor de gehele gemeente Leeuwarden
(incl. dorpen) met 8 sociale wijkteams volgens de wijkindeling zoals
deze gezamenlijk is vastgesteld. Indicatief is hier 80 fte aan sociale
werkers en teamleiding mee gemoeid;
4.
De coöperatie conformeert zich aan de inhoudelijke doorontwikkeling
van de wijkteams, zoals die door de huidige programmamanager
Amaryllis (Astrid de Bue) is ingezet. De programmamanager krijgt van
de coöperatie het mandaat voor deze inhoudelijke vormgeving van de
sociale wijkteams. die nu in gang wordt gezet;
5.
Er wordt gezamenlijk met de gemeente een escalatieroute beschreven
voor gevaarlijke en urgente situaties en sociale problematiek die uit
de hand (dreigen te) lopen.
6.
De coöperatie werkt samen met kleinschalige initiatieven in de
tweede lijn.
!
OPRICHTINGSPROCES
1.
Op 1 april 2014 levert de coöperatie een businessplan op waarin
uiteengezet wordt hoe de coöperatie wordt vormgegeven en hoe de
coöperatie in de uiteindelijke vorm opereert;
!
!
!
Blad 1
! 1
2.
Bij de oprichting stelt de coöperatie de inhoudelijk programmamanager in de persoon van de huidige programmamanager Astrid de
Bue, aan die inhoudelijke doorontwikkeling van de sociale wijkteams
op zich neemt. De coöperatie geeft volledig mandaat aan de
programmamanager en faciliteert waar nodig.
3.
Personele kwesties worden tussen programmamanager en technisch
directeur besproken.
!
!
B.
Randvoorwaarden
!
RANDVOORWAARDEN ALGEMEEN
1.
Inhoudelijke vormgeving van de uitvoering van de activiteiten voldoet
aan de wettelijke kaders en de vastgestelde ambtelijke
uitgangspunten;
2.
Tijdens de opbouw van de organisatie is de kwaliteit van de
dienstverlening van de sociale wijkteams gegarandeerd en wordt deze
dienstverlening voortgezet.
3.
De coöperatie faciliteert de inhoudelijke doorontwikkeling van de
Sociale Wijkteams. Deze inhoudelijke doorontwikkeling vindt plaats
van onderop.
4.
Bij de inrichting van de coöperatie wordt de veiligheid van de sociaal
werkers tijdens hun werkzaamheden gewaarborgd conform de
wettelijke verplichtingen van werkgevers omtrent een veilige
werkomgeving.
!
RANDVOORWAARDEN COMMUNICATIE
1.
In de communicatie richting inwoners, cliënten en werkveld sluit de
coöperatie aan bij het gemeentelijke communicatieplan rondom de
decentralisaties zodat eenduidig naar de doelgroepen wordt
gecommuniceerd.
!
RANDVOORWAARDEN ORGANISATIE
1.
De coöperatie is een “platte” organisatie met een lage overhead,
waar verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie wordt
ondergebracht.
!
!
!
Blad 1
! 2
2.
Er bestaat een effectieve en efficiënte aansluiting met werkers van
gespecialiseerde zorg en hulpverlening en de daar aanwezige
inhoudelijke kennis.
!
PERSONEEL
1.
De procedure van plaatsing in de wijkteams (oude en nieuwe
medewerkers) vindt plaats volgens het eerder besproken plan, d.d. 29
november 2013. De coöperatie kan dit verwerken in haar
personeelsplan.
!
ADMINISTRATIEVE ORGANISATIE
1.
2.
Het dagelijks bestuur (DB) van de coöperatie wordt in de zin van de
Archiefwet als zorgdrager bestuurlijk verantwoordelijk voor de
informatiehuishouding en zal ter uitvoering daarvan beheersregels
moeten opstellen (AW art. 40 lid 3).
De stedelijke toegang wordt verzorgd door de Gemeente Leeuwarden.
De wijkgerichte frontoffice-contacten moeten aansluiten bij de
werkwijze van het KCC van Gemeente Leeuwarden. Voor de
vraagroutering (enkelvoudig, meervoudig) wordt gebruik gemaakt van
een door de gemeente ontwikkelde Quick Scan.
3.
De uitvoering van de eerstelijnsactiviteiten maken onderdeel uit van
een keten van dienstverlening binnen het sociaal domein. De
Gemeente Leeuwarden voert regie op deze keten en maakt afspraken
met de coöperatie over de benodigde informatie-uitwisseling tussen
de ketenpartners (gemeente en coöperatie, coöperatie en
zorgaanbieders, coöperatie en crisisteams etc.) De
informatiebehoefte en uitwisseling zijn in ieder geval van belang in
het proces van aanmelding, onderzoek, plan van aanpak, vervolgacties
en afronding. Het BSN-nummer is hierbij cruciaal.
4.
Gemeente is verantwoordelijk voor regie over en zorgvuldigheid van
het delen van gegevens binnen de integrale dienstverlening en maakt
daartoe (raam)afspraken met de coöperatie. Het betreft afspraken
over onder meer de positie van de regisseur, triage, het
afwegingskader rondom gegevensdeling en omgaan met vroegsignalen.
!
!
!
FINANCIËN
!
!
!
Blad 1
! 3
1.
De financiering van de coöperatie door de gemeente zal via een
subsidie zijn, conform de wettelijke voorwaarden van de Algemene
wet bestuursrecht en de Algemene Subsidieverordening Leeuwarden
2014;
2.
De financiering van additionele formatie voor de coöperatie die niet
kan komen uit de financiering van de instellingen, komt in 2014 voor
rekening van de gemeente binnen haar bestaande mogelijkheden en
subsidieringen. Van de instellingen wordt gevraagd hier coöperatief in
mee te werken.
3.
We maken onderscheid tussen een opstartjaar 2014 en het eerste
volledige exploitatiejaar 2015. Het businessplan zal zowel duidelijk
moeten maken wat de opstartkosten voor 2014 zijn als ook de
structurele exploitatielast voor 2015 en verder. De volgende kaders en
uitgangspunten worden hierin meegegeven.
Voor 2014 zijn dit:
De inzet van gedetacheerd personeel naar het SWT wordt
gefinancierd vanuit de huidige budgetten van de instellingen.
De kosten van het opplussen van wijkteams, aanstellen van
directeur, kosten van op- en inrichting komen voor rekening van de
gemeente. Definitieve beoordeling/budgettoekenning vindt plaats
op basis van het businessplan.
Voor 2015 zijn dit:
Uitgangspunt: Vanaf begin 2015 zijn de sociaal werkers van de
zeven wijkteams, één dorpenteam en twee jeugd en gezinsteams
in dienst bij de coöperatie.
De verhouding indirect ten opzichte van het totaal aantal
personeelsleden, wordt gestreefd naar 10% (direct personeel =
sociaal werkers)
De verhouding materiele kosten /totale kosten bedraagt 10 tot
15%. Materiele kosten = totale kosten minus salarislasten
personeel.
4. Toekenning van budgetten vindt plaats op basis van beoordeling van
het ingediende businessplan waarin inhoud, proces en financiën
beschreven staan. Het definitieve budget zal op basis van
besluitvorming van het college plaatsvinden.
!
INFORMATIEVOORZIENING
1.
De gemeentelijke informatie-architectuur ten behoeve van het sociaal
domein is nog in ontwikkeling. Keuzes rondom de organisatie van
informatieknooppunten/ informatieverkeer ten behoeve van
verantwoording, beleidsinformatie en statistiek moeten nog gemaakt
worden.
2.
De volgende architectuurkeuzes ten behoeve van de
informatievoorziening voor het Sociaal Domein zijn al wel bekend:
!
!
!
Blad 1
! 4
3.
a.
Registratie van frontoffice-activiteiten (centraal en in de wijk)
vindt plaats in het registratiesysteem van het Klant Contact
Centrum van de gemeente.
b.
De gemeente ontwikkelt een burgerportaal. Het burgerportaal
ondersteunt de burger bij het zelfstandig aanpakken en
oplossen van zijn vragen. Deze website valt onder de regie
van Gemeente Leeuwarden en wordt ontwikkeld samen met
professionals in het werkveld en burgers. Het burgerportaal
bestaat in ieder geval uit elementen als “Informatie en
advies”, “Sociale kaart”, “Vraagverheldering”,
“Vraaggeleiding”, “Ondersteuning signaleringsfunctie”,
“Handige zelfhulp-apps en links”, “Contact opnemen (KCC of
wijkteams) en op termijn “Inzage in mijn plan”.
c.
De gemeente kiest het systeem ter ondersteuning van de
regietaak van de wijkteams. Deze omgeving moet passen in de
informatie-architectuur en verantwoordingsstructuur die 3dbreed door de gemeente wordt ingericht. De inhoudelijk
programmanager organiseert dat er per 1 april 2014 een
ondersteunend regiesysteem is voor de sociale wijkteams. Dit
systeem is getoetst op gebruikerswensen, optimale
ondersteuning van de werkwijze en informatie-architectuur
van de gemeente. De contractperiode zal lopen tot 1 januari
2017. In 2016 zorgt de gemeente voor de aanbesteding van
een regiesysteem. De functionele vereisten die de coöperatie
stelt, worden als selectiecriteria opgenomen in het bestek van
een ICT-systeem voor de langere termijn. Gemeente
Leeuwarden levert de benodigde technische en functionele
dienstverlening.
Via de zelfredzaamheidsmatrix wil de gemeente zicht krijgen op
resultaten. In relatie tot de zelfredzaamheidsmatrix is er vanuit de
gemeente behoefte om inzicht te krijgen in de vraag, de
cliëntprofielen, resultaten en wordt het gezien als input voor de
wijkanalyse.
!
JURIDISCH
1.
In de statuten zal een door of namens het college van burgemeester
en wethouders goedgekeurde doelomschrijving worden opgenomen,
gelet op het maatschappelijk belang van de door de coöperatie uit te
voeren taken en verantwoordelijkheden en de wettelijke taak van de
gemeente om hulpverlening wijkgericht aan te bieden;
2.
In de statuten zullen drempelvoorwaarden rondom de toetreding tot
de coöperatie worden opgenomen, waaruit in ieder geval blijkt dat
toetreding enkel mogelijk is wanneer de leden van de coöperatie een
inhoudelijke of feitelijke bijdrage leveren aan de werkzaamheden van
de sociale wijkteams. Het uitgangspunt bij het toelaten van nieuwe
!
!
!
Blad 1
! 5
partners in 2014 zal bestaan uit het leveren van personeel om niet. Dit
betekent inherent dat de nieuwe partner reeds uitvoering geeft aan
de in de doelomschrijving van dit Programma van Eisen omschreven
genoemde taken en de intentie heeft deze taken uit te voeren vanuit
de coöperatie. Een kandidaat-lid zal zich daarbij moeten conformeren
aan de doelstelling van de coöperatie. Vanaf het begin is toetreding
mogelijk voor organisaties die uitvoering geven aan hulp en
ondersteuning waar de gemeente gelet op de wettelijke taak
verantwoordelijk voor is. Dit kunnen ook wijkondernemerschappen
zijn. Van belang is dat de leden bijdragen aan de doelen van de
coöperatie;
3.
In de statuten wordt rekening gehouden met de mogelijkheid tot het
hervormen van de coöperatie naar een andere rechtsvorm of
organisatiestructuur. In de statuten zal dan ook een procedureschets
worden gegeven voor deze hervorming, waarbij het college van
burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden
goedkeuring geeft over de definitieve rechtsvorm en organisatieinrichting.
4.
Er wordt een onafhankelijk (van buiten de bestaande organisaties)
dagelijks bestuur en directeur aangesteld die de feitelijke op- en
inrichting verzorgen en intern verantwoordelijk zijn voor het
uitvoeren van het programma van eisen. Het mandaat, de
beslissingsbevoegdheden, de vertegenwoordigingsbevoegdheid en
overige bevoegdheden van de directeur zullen worden vastgelegd in
een directiestatuut.
!
HUISVESTING
1.
De huisvesting van de wijkteams vindt plaats op een herkenbare,
laagdrempelige en toegankelijke locatie binnen het aandachtsgebied
correlerend met de wijkindeling zoals opgesteld door de
programmamanager Astrid de Bue;
2.
De locaties bieden flexibel de ruimte om naast de sociaal werkers ook
een werkplek te bieden aan andere hulpverleners die met de sociaal
werkers samenwerken;
3.
Bij het vaststellen van de locaties moet rekening gehouden worden
met een eventuele uitbreiding van de teams;
4.
Bij de inrichting van de locaties zal rekening worden gehouden met de
veiligheid van de sociaal werkers en de bezoekers van een sociaal
wijkteam.
!
RANDVOORWAARDEN BUSINESSPLAN
!
!
!
Blad 1
! 6
!
!
1.
Het businessplan geeft inzicht in de omvang van de overhead (de
verhouding van het aantal fte van het ondersteunend personeel ten
opzicht van de totale fte en de verhouding tussen de kosten van de
ondersteunende functies ten opzichte van het totale kostenvolume);
2.
Onderdeel van het businessplan is een uitgewerkte
(meerjaren)begroting die inzicht geeft in de kosten van de diverse
bedrijfsvoeringsfuncties (PIOFACH) en de kosten bestemd voor
activiteiten;
3.
Het businessplan vermeldt indicatoren die gekoppeld zijn aan de
resultaatafspraken die de gemeente als financier stelt. Het gaat
hierbij in ieder geval om het leveren van kwaliteit in de
dienstverlening, het leveren van de dienstverlening vanuit samenhang
en het terugdringen van zorgkosten in relatie tot de gewenste
maatschappelijke doelen.
4.
In het bedrijfsplan zal aantoonbaar worden gemaakt hoe innovatie
wordt gecreëerd in de organisatie om transitie-proof (vernieuwing en
verbetering van de dienstverlening met het oog op maatschappelijke
kostenreductie) te zijn;
5.
In het businessplan is vermeld welke cao van toepassing is en geeft
inzicht in de verwachte ontwikkeling van de formatie van 2014 tot
2017;
6.
In een bijlage bij het businessplan zal voor het jaar 2014 een
uitwerking van het plan conform het INK en HKZ model worden
toegevoegd.
!
!
!
Blad 1
! 7
!
C.
BIJZONDERE TRAJECTEN
!
1.
Jeugd- en Gezinsteams
De gemeente is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de pilots
binnen de Jeugd- en Gezinsteams. Het experiment dat onderdeel is
van het wijkteam zal zo spoedig mogelijk overgaan naar de
coöperatie. Ook het experiment dat apart is van het wijkteam zal
overgaan, maar wel apart van de wijkteams als pilot draaien onder
aansturing van de kwartiermaker die daarvoor is aangesteld. Sociaal
werkers kunnen vanuit de coöperatie ingebracht worden in de
experimenten op de scholen op basis van de vraag van de scholen.
Goede afstemming met de experimenten JGT en de scholen ten
behoeve van één gezin, één plan en één werker is hierbij een
vereiste. Op basis van de resultaten gerelateerd aan het
beoordelingskader JGT wordt in het najaar 2015 door de gemeente
besloten of er aparte JGT komen of geïntegreerd met de wijkteams.
2.
Dorpenteam
Het Dorpenteam valt nu onder de verantwoordelijkheid van Stichting
Mienskipssoarch die onderdeel uitmaakt van deze coöperatie. Het
Dorpenteam wordt vanuit de gemeente als een wijkteam beschouwd
met een geheel eigen dynamiek en cliëntenondersteuning. Hierbinnen
zal een nadere ontwikkeling worden gemaakt om de werkwijzen van
de wijkteams op het dorpenteam aan te laten sluiten. Er ligt een
separate subsidieverlening aan de Stichting Mienskipssoarch, waar de
coöperatie zich aan conformeert.
3.
Pilots en experimenten
Er vinden in 2014 meerdere experimenten en pilots plaats die in de
wijken plaats vinden. De coöperatie onderzoekt op welke manier deze
pilots en experimenten gefaciliteerd kunnen worden door de sociaal
werkers en op welke wijze de coöperatie deelneemt aan deze pilots
en experimenten.
!
!
!
IV. RAPPORTAGE EN MIJLPALEN
A. Mijlpalen
!
1.
De volgende verantwoordingsmomenten en mijlpalen bestaan in ieder
geval:
!
!
!
!
Blad 1
! 8
-4 maart 2014:
- 1 april 2014:
- 1 mei 2014:
- 1 juni 2014:
- 15 augustus 2014:
- 1 september 2014:
Vaststellen PVE
Opleveren businessplan coöperatie;
Toetsing gemeente businessplan coöperatie;
Definitieve coöperatie opgericht;
Programma van eisen 2015
Operationele coöperatie en wijkteams;
– 1 december 2014:
Evaluatiemoment
!
Tijdens de oprichtingsfase wordt de gemeente op 1 juli, 1 oktober en 1
december geïnformeerd over de voortgang en de financiële ontwikkeling.
!
B.
Evaluatie en Toetsing
Evaluatie zal na een half jaar plaats vinden aan de hand van dit
programma van eisen, in onderling overleg gemaakte en vastgelegde
afspraken en het op te leveren businessplan.
!
C.
Escalatietraject
Eventuele geschillen en onenigheden tussen de gemeente en de coöperatie
zullen worden voorgelegd aan een commissie voor een bindend advies. De
commissie bestaat uit drie personen waarbij één door de gemeente en één
door de coöperatie wordt aangewezen. De derde zal door de personen die
door de gemeente en de coöperatie zijn aangewezen worden gezocht. De
gemeente en de coöperatie blijven gedurende dit traject bevoegd om in
onderling overleg tot overeenstemming te komen. Het advies of de
overeenstemming zal schriftelijk worden vastgelegd.
!
V. ZIENSWIJZE RAAD
De gemeenteraad heeft op 19 februari 2014 een aantal moties aangenomen
waarin een aantal scherpe randvoorwaarden en verzoeken ten aanzien van de
op te richten coöperatie zijn gesteld. Daarnaast heeft de gemeenteraad ook
criteria meegegeven waarop in de evaluaties moet worden getoetst. De inhoud
van de moties is hieronder integraal overgenomen.
Als kader aan de op te richten bedrijfscoöperatie mee te geven dat de
Stichting Mienskipssoarch tot 1 januari 2016 haar aanpak kan blijven
continueren vanuit het lidmaatschap van de coöperatie, inclusief de
bijbehorende middelen en als de coöperatie afwijkt van de
opgedragen beleidslijn ze voor een deel op de subsidie gekort worden.
In het programma van eisen vast te leggen dat de coöperatie in haar
statuten maximale ruimte biedt voor de toetreding van nieuwe
marktpartijen die op innovatieve wijze vorm geeft aan de uitvoering
van eerstelijns taken.
!
!
!
Blad 1
! 9
-
-
-
-
-
-
!
In het programma van eisen vast te leggen op welke manier
wijkorganisaties zich kunnen aansluiten bij de coöperatie en vast te
leggen op welke manier de coöperatie zich inspant om deze
initiatieven te laten slagen, binnen gelijkblijvende financiële kaders.
Tevens vast te leggen dat in de samenwerking tussen beiden,
wijkorganisaties ook lichte, generieke ondersteuning kunnen gaan
bieden.
Tot een uitwerking te komen van de geschatte kosten voor de
uitvoering van eerstelijnstaken in 2014 (inclusief oprichting) en de
raad hierover in april 2014 te informeren, en daarbij specifiek de
dekking aan te geven en tevens tot een uitwerking te komen van
geschatte kosten uitvoering eerstelijnstaken in 2015. De raad hierover
voor de vaststelling van beleidsnota 3D’s in mei 2014 informeren. De
raad bij de vaststelling van beleidsnota 3D’s te informeren over de te
behalen besparing op uitvoeringskosten binnen het domein van zorg
en welzijn over het jaar 2015 en 2016.
De aansturing en financiering van het sociaal domein op korte termijn
te willen bespreken om daarna invulling te kunnen geven aan haar
kaderstellende rol;
De kwaliteits(toetsing) binnen het sociaal domein op korte termijn te
willen bespreken om daarna invulling te kunnen geven aan haar
kaderstellende rol;
De bedrijfscoöperatie in ieder geval te willen evalueren op de mate
waarin:
a) De wens ‘één gezin, één plan, één werker gefaciliteerd wordt;
b) Geborgd is dat de sociaal werker onafhankelijk en naar eigen
professioneel inzicht kan werken, zonder gehinderd te worden
door instellingenbelangen;
c) De hoeveelheid registratie en bureaucratie teruggedrongen is
tot een minimum;
d) Innovatie door ontwikkeling en training van hulp- en
zorgverlening mogelijk is en plaatsvindt;
e) Initiatieven vanuit de wijk zich kunnen verbinden aan de
bedrijfscoöperatie;
f) De niet door de gemeente gefinancierde eerstelijn, waaronder
de huisarts en wijkverpleegkundige, zich kunnen verbinden
aan de bedrijfscoöperatie.
Bij het evalueren van de bedrijfscoöperatie de opinie en ervaringen
van de werknemers van de wijkteams, cliënten en bewoners op in
ieder geval voornoemde evaluatiecriteria te benutten;
De resultaten en conclusies van de evaluatie aan de gemeenteraad
voor te leggen ten behoeve van de besluitvorming over een nieuwe,
toekomstbestendige en organisatie- en rechtsvorm om de
eerstelijnstaken te borgen.
Zolang de gemeenteraad nog geen definitieve organisatie- en
rechtsvorm voor de eerstelijnstaken in het sociale domein heeft
gekozen, het zeer ongewenst te vinden dat er onomkeerbare stappen
genomen worden omtrent het voortbestaan van de bij de
bedrijfscoöperatie aangesloten organisaties voor Leeuwarden en haar
dorpen.
Aan bovenstaande uitspraken gestalte te geven in haar besluit over de
uitvoering van de eerstelijnstaken in het sociale domein in de vorm
van een bedrijfscoöperatie als tussenvorm.
!
!
!
!
Blad 2
! 0
BIJLAGE
Verantwoordingsinformatie Coöperatie en Sociale Wijkteams
!
De coöperatie zal in ieder geval de onderstaande informatie aan de hand van
nader te bepalen indicatoren meten. Deze nader te bepalen indicatoren zullen
in augustus 2014 worden vastgesteld. In de subsidieverlening aan de
coöperatie kan om aanvullende informatie worden gevraagd. Deze aanvullende
vraag is onder andere afhankelijk van de wensen van het gemeentelijke
bestuur (gemeenteraad en college van B&W), het Rijk en andere instanties
waar de gemeente Leeuwarden verantwoording aan verschuldigd is.
!
!
Doelstellingen en benodigde informatie
1.
Iedereen doet mee (zelfredzaamheid)
- Indicator: Zelfredzaamheidsmatrix (% zelf, % eerste lijn, % tweede
lijn)
- Indicator: Verwijzingen naar specialistische hulp en ondersteuning
(2de lijn);
- Indicator: Totaal aantal hulpvragen per wijk
!
2.
Er-op-af
Indicator: aantal escalaties
!
3.
Effectieve, efficiënte en kwalitatieve hulpverlening
Indicator: gemiddelde doorlooptijden hulpverlening per wijkteam
Indicator: aantal hulpvragen van buiten het aandachtsgebied
Indicator: Klanttevredenheidsonderzoek (waarbij ook niet-cliënten
worden bevraagd)
Indicator: Aantal klachten
!
!
Uit het bovenstaande kunnen we in ieder geval de voor de gemeente relevante
informatiebehoefte distilleren:
1.
Klanttevredenheid (incl. bekendheid onder niet-cliënten);
2.
aantal klachten;
3.
aantal escalaties;
4.
verwijzingen naar specialistische hulp en ondersteuning (2de lijn);
!
!
!
Blad 2
! 1
5.
Aantallen op basis van hulpbehoefte conform ZRM (% zelf, % eerste
lijn, % tweede lijn);
6.
Aantal burgerinitiatieven
7.
Doorlooptijden hulpverlening
!
Randvoorwaarden:
1.
Per wijk en wijkteam de bovenstaande informatie inzichtelijk
gemaakt;
2.
Meerjarenraming en –ambitie;
In het businessplan willen we dat de coöperatie meerjarig de effecten
op deze indicatoren weergeeft. Bijv.: we verwachten binnen drie jaar
in totaal 20% minder doorverwijzingen:
2015 -5%
2016 -10%
2017 -20%
3.
De volgende stukken zijn in ieder geval aanwezig bij:
- jaarlijks deskundigheidsbevorderingsplan;
- jaarlijks cliënttevredenheidsrapportage;
- Behandelplannen per cliënt;
- indien van toepassing: een gemotiveerde doorverwijzing naar
specialistische hulp per cliënt.