Consultatiedocument ontwerverordening

Dit document maakt gebruik van bladwijzers
Consultatiedocument ontwerpverordening
accountantsorganisaties
Inhoudsopgave
1. VOORWOORD........................................................................................................................ 3
2. UITGANGSPUNTEN EN TOTSTANDKOMINGSPROCES ONTWERPVERORDENING ....................... 4
2.1
2.2
2.3
2.4
3.
WAAROM LEGT DE NBA EEN GEHELE ONTWERPVERORDENING VOOR? .................................................. 4
OP WELKE ONDERWERPEN HEBBEN DE WIJZIGINGEN IN DE ONTWERPVERORDENING BETREKKING ................. 4
BELANGRIJKSTE UITGANGSPUNTEN ............................................................................................... 4
DIRECTE ONDERSTEUNING .......................................................................................................... 5
DOORGEVOERDE WIJZIGINGEN NAAR AANLEIDING VAN DE INFORMELE CONSULTATIE ........... 5
3.1
3.2
3.3
3.4
ALGEMEEN ............................................................................................................................. 5
AFSTEMMING MET AFM BIJ EEN JURIDISCH GESCHIL ......................................................................... 5
PRESTATIE-AFHANKELIJKE BELONING ............................................................................................. 5
BESCHRIJVEN VAN DE TAKEN VAN DE AANGESTELDE FUNCTIONARIS BIJ GESCHENKEN EN LANGDURIGE
BETROKKENHEID ............................................................................................................................... 6
3.5 EXTRATERRITORIALE WERKING..................................................................................................... 6
3.6 BEKEND MAKEN INFORMATIE DOOR ACCOUNTANTSORGANISATIE AAN HAAR MEDEWERKERS ...................... 6
3.7 CONTROLE-OPDRACHT UITGEVOERD VOOR DE EIGENAAR VAN DE ACCOUNTANTSORGANISATIE .................... 6
3.8 “DOOR DE ACCOUNTANTSORGANISATIE GESTELDE REGELS” NIET LANGER APART VERMELDEN IN DE NORM ...... 7
3.9 DE TERM “PERSONEN WERKZAAM BIJ OF VERBONDEN AAN” VERVANGEN DOOR “MEDEWERKERS” ............... 7
3.10 NADER DUIDEN WELKE FUNCTIONARIS IN DE DIVERSE ARTIKELEN WORDT BEDOELD ................................... 7
BIJLAGE ........................................................................................................................................ 7
BIJLAGE 1: TOELICHTING BIJ DE UITGANGSPUNTEN .................................................................................... 8
2
1.
Voorwoord
Hierbij legt de NBA een Ontwerpverordening accountantsorganisaties (VAO) voor.
In dit document wordt de ontwerpverordening toegelicht. Hierbij wordt ingegaan op:

De uitgangspunten en het totstandkomingsproces van de ontwerpverordening;

Doorgevoerde wijzigingen ten aanzien van de op 1 april 2014 geconsulteerde versie.
NBA-leden en andere belanghebbenden kunnen gedurende vier weken na de publicatie van een
ontwerpverordening bij het bestuur een zienswijze op de voorstellen indienen. Daarnaast kunnen tot 2
weken voor de ledenvergadering amendementen worden ingediend op de ontwerpverordening van de
VAO. Voor de wijze van indienen van een amendement wordt verwezen naar artikel 10 van de
verordening op de ledenvergadering.
De ontvangen zienswijzen zullen openbaar worden gemaakt tenzij u bij de indiening expliciet aangeeft
dat u hier bezwaar tegen heeft.
Met vriendelijke groet.
Namens het Bestuur van de NBA
Huub Wieleman
Voorzitter Bestuur
3
2.
2.1
Uitgangspunten en totstandkomingsproces
ontwerpverordening
Waarom legt de NBA een gehele ontwerpverordening voor?
In tegenstelling tot het eerder geconsulteerde wijzigingsvoorstel heeft de NBA besloten een gehele
ontwerpverordening aan de leden voor te leggen. Daardoor worden de oude NIVRA en NOvAA
verordeningen ingetrokken en vervangen door een nieuwe NBA verordening.
De aanpassingen in de tekst van de VAO (ex. hoofdstuk 3) beperken zich tot technische
aanpassingen. Het gaat om aanpassingen van verwijzingen naar wetten, verordeningen, nadere
voorschriften en organisaties. De aanpassingen in hoofdstuk 3 hebben betrekking op
onafhankelijkheid. Met de inwerkingtreding van de ViO is de regelgeving voor onafhankelijkheid
verduidelijkt en vernieuwd. Hierdoor is hoofdstuk 3 van de VAO op een aantal punten niet consistent
met de VIO.
Met de voorstellen worden deze inconsistenties opgelost en de onafhankelijkheidsvereisten in de VAO
geactualiseerd.
Aanpassingen ten opzichte van de huidige VAO zijn in de tekst in zwart weergegeven, niet gewijzigde
teksten zijn grijs.
2.2
Op welke onderwerpen hebben de wijzigingen in de ontwerpverordening
betrekking?
De VAO stelt regels ten aanzien van de onafhankelijkheid, het stelsel van kwaliteitsbeheersing en de
integere bedrijfsvoering van accountantsorganisaties. De regels in de VAO dienen in samenhang met
de Wta en het Bta te worden gelezen. Met de VAO wordt invulling gegeven aan Artikel 19 lid 2 onder
b van de Wet op het accountantsberoep (Wab).
Op al de hierboven genoemde onderwerpen zijn wijzigingen gewenst als gevolg van de
inwerkingtreding van de ViO en de binnenkort wijzigende Europese Regelgeving. Het bestuur heeft
ervoor gekozen het doorvoeren van wijzigingen in de VAO gefaseerd op te pakken. De eerste fase is
bedoeld om wijzigingen die nodig zijn voor de consistentie met de ViO aan te brengen en besteedt
tevens aandacht aan een onafhankelijkheidsonderwerp dat bij de totstandkoming van de ViO is
doorgeschoven naar 2014.
Gelijktijdig is de NBA voornemens om voor accountantskantoren en accountantsafdelingen de
regelgeving op het gebied van onafhankelijkheid, het stelsel van kwaliteitsbeheersing en de integere
bedrijfsvoering te herzien respectievelijk te implementeren. Hiertoe is het Adviescollege voor
beroepsreglementering (ACB) gestart met het project kwaliteitssystemen. De overige wijzigingen in de
VAO, onder andere als gevolg van veranderende Europese regelgeving, worden in dat project
betrokken.
De uitkomsten van dit ‘project kwaliteitssystemen’ worden in een latere fase geconsulteerd.
2.3
Belangrijkste uitgangspunten
Bij het opstellen van de ontwerpverordening zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:
1. De ontwerpverordening is opgesteld volgens de Aanwijzingen voor de regelgeving;
2. Het normadressaat is de accountantsorganisatie
3. De ontwerpverordening ziet toe op wettelijke controles;
4
4. De ontwerpverordening regelt niet wat al in de Wet toezicht accountantsorganisatie (Wta) of
het Besluit toezicht accountantsorganisaties is geregeld (Bta) is geregeld;
5. Doublures en afwijkende terminologie met de ViO zijn voorkomen;
6. Specifieke eisen die de ViO stelt aan de inrichting van de organisatie zijn in de VAO nader
geregeld;
7. De regelgeving in de ontwerpverordening is conceptueel ingestoken.
In bijlage I bij deze uitleg wordt een nadere toelichting gegeven per uitgangspunt.
2.4
Directe ondersteuning
Bij de informele consultatie heeft de NBA consultatievragen gesteld over het onderwerp directe
ondersteuning. Tussen 3 april 2014 en het voorleggen van de ontwerpverordening zijn een ronde
tafelbijeenkomst en een aanvullende consultatie over het onderwerp gehouden. De NBA zal u
separaat nader informeren over de uitkomsten van deze consultatie en haar standpunt ten aanzien
van directe ondersteuning. Vooralsnog is in de ontwerpverordening geen verbod opgenomen.
3.
Doorgevoerde wijzigingen naar aanleiding van de informele
consultatie
3.1
Algemeen
Tot 3 april 2014 hadden accountants en andere belanghebbenden de tijd om te reageren op de
informele consultatie die op 5 maart was gestart. De NBA heeft naar aanleiding van de informele
consultatie van de wijzigingsvoorstellen VAO in totaal 25 reacties ontvangen. Deze reacties zijn
gepubliceerd op de website van de NBA. Naar aanleiding van de analyse van de ontvangen
commentaren zijn de volgende aanpassingen doorgevoerd.
3.2
Afstemming met AFM bij een juridisch geschil
Uit de consultatie bleek een groot aantal respondenten geen bezwaar te hebben tegen een
afstemming met de AFM bij een juridisch geschil. Belangrijke voorwaarden voor deze afstemming zijn
volgens de respondenten wel dat:



De keuze over het beëindigen van de opdracht aan de accountantsorganisatie blijft
Er sprake moet zijn van een maatschappelijk belang
De afstemming niet strijdig is met de geheimhouding
Over de tekst en toelichting heeft met de betrokken respondenten nadere afstemming plaatsgevonden
over de tekst van de norm en toelichting. Aan de hand van de uitkomst van deze aanvullende
afstemming is in de ontwerpverordening een artikel over dit onderwerp opgenomen.
3.3
Prestatie-afhankelijke beloning
Artikel 46 van de ViO verbiedt onder voorwaarden de uitvoering van assurance-opdrachten als sprake
is van prestatieafhankelijke beoordeling en beloning. Eén respondent was van mening dat in lijn met
dit artikel het de accountantsorganisatie moet worden verboden dergelijke prestatieafhankelijke
beoordelingen en beloningen te verstrekken voor zover deze werkzaamheden worden verricht door
een lid van het assurance-team.
Eén van de uitgangspunten bij het opstellen van de ontwerpverordening is om herhaling van de
normen uit de ViO te voorkomen. Na bestudering van de gemaakte opmerking komt de NBA tot de
conclusie dat artikel 46 van de ViO het enige artikel in de ViO is waar een handeling van de
5
accountantsorganisatie zelf een directe bedreiging kan vormen voor de onafhankelijkheid van een
teamlid.
Om die reden is ervoor gekozen deze handeling van de accountantsorganisatie expliciet in de VAO te
verbieden.
3.4
Beschrijven van de taken van de aangestelde functionaris bij
geschenken en langdurige betrokkenheid
De ViO beschrijft situaties waarin bij een geschenk, uiting van gastvrijheid of bij langdurige
betrokkenheid melding moet plaatsvinden bij een daartoe aangewezen functionaris. Het aanstellen
van deze functionaris was in de wijzigingsvoorstellen VAO als norm opgenomen.
Naar aanleiding van de ontvangen reacties is besproken of de VAO meer invulling moest geven aan
de wijze waarop de functionaris met dergelijke meldingen omgaat. De NBA is er voorstander van dat
accountantsorganisatie zelf invult hoe met deze meldingen om te gaan. Zoals aangekondigd zal de
NBA een voortgangsonderzoek doen om na te gaan of het gewenst gedrag inderdaad door de
gestelde regels wordt ontwikkeld. Nadere restricties of voorschriften vóór die tijd uitvaardigen is
prematuur. Wel is besloten om in de ontwerpverordening duidelijker aan te gegeven dat de
accountantsorganisatie moet beschrijven welke rechten en bevoegdheden de functionaris heeft om
met de bedoelde meldingen om te gaan.
3.5
Extraterritoriale werking
In de achtste EU-richtlijn is geregeld dat een bepaalde lidstaat geen nadere eisen mag stellen aan een
accountant die in een andere lidstaat gerechtigd is een wettelijke controle uit te voeren. Ook op
andere vlakken is het gebruikelijk dat regelgeving geacht wordt geen extraterritoriale werking te
hebben. Ook het indirect afdwingen van eisen aan de accountant uit een andere lidstaat valt
hieronder. In de ViO is dit uitgangspunt geregeld. Hierbij is het uitgangspunt dat werkzaamheden
verricht in het buitenland tenminste aan de onafhankelijkheidseisen in de IESBA Code of Ethics of
strengere lokale regelgeving moeten voldoen. Om geen verschil in werkingssfeer van de
onafhankelijkheidsregels tussen de VAO en de ViO te laten ontstaan is de hardheidsclausule
eveneens opgenomen in de VAO.
3.6
Bekend maken informatie door accountantsorganisatie aan haar
medewerkers
In de huidige VAO staat in artikel 16 lid 2 geregeld dat de accountantsorganisatie informatie die zij
heeft ontvangen en die van belang kan zijn voor haar medewerkers om een bedreiging voor de
onafhankelijkheid te identificeren, bekend maakt aan die medewerkers. Een dergelijke terugkoppeling
was ten onrechte niet opgenomen in het geconsulteerde wijzigingsvoorstel. Derhalve is besloten deze
bepaling alsnog in de ontwerpverordening op te nemen.
3.7
Controle-opdracht uitgevoerd voor de eigenaar van de
accountantsorganisatie
In de huidige VAO en het wijzigingsvoorstel waren bepalingen opgenomen ten aanzien van het
verrichten van de wettelijke controle bij een entiteit waarmee de eigenaar van de
accountantsorganisatie een benoemde relatie had. Mede door invoering van de ViO waren enkele van
deze benoemde relaties reeds via de ViO niet langer toegestaan. Om herhaling van de norm in de ViO
te voorkomen zijn deze relaties niet langer opgenomen in de ontwerpverordening.
6
“Door de accountantsorganisatie gestelde regels” niet langer apart
vermelden in de norm
3.8
De VAO is bedoeld als invulling van de Wta en Bta. In de geconsulteerde wijziging werd gesproken
over regels die bij of krachtens de Wta en Wab zijn gesteld, alsmede over regels die de
accountantsorganisatie zelf heeft gesteld.. De procedures en richtlijnen (interne regels) die de
accountantsorganisatie zelf stelt zijn echter ook krachtens wet gesteld, zij geven immers invulling aan
de Wta en het Bta.. Een aparte vermelding van deze regels in de norm is derhalve niet nodig.
De term “personen werkzaam bij of verbonden aan” vervangen door
“medewerkers”
3.9
De term ‘personen werkzaam bij of verbonden aan’ riep vragen op bij respondenten. Feitelijk werden
hier de personen bedoeld die in de Wta en het Bta aangeduid werden met de term ‘medewerkers’. Ter
voorkoming van verwarring is ervoor gekozen om in deze term dan ook te gebruiken in hoofdstuk 3.
3.10 Nader duiden welke functionaris in de diverse artikelen wordt bedoeld
De geconsulteerde wijzigingsvoorstellen spraken in artikel 17 meerdere keren over een functionaris.
Bij verschillende respondenten bleek onduidelijkheid te bestaan over welke functionaris wordt
bedoeld. De VAO stelt dat een functionaris toezicht moet houden op de naleving van de
onafhankelijkheidsregels. Het ligt is logisch dat deze persoon eveneens de functionaris is die
geïnformeerd wordt over mogelijke bedreigingen voor de onafhankelijkheid.
Om te verduidelijken welke functionaris wordt bedoeld is besloten artikel 17 op te splitsen in meerdere
artikelen en indien sprake is van één en dezelfde functionaris dit via verwijzingen duidelijk te maken.
Toelichting bij wijziging 7 (artikel 24): herformulering artikel beloningen
Het ACB was van mening dat de wijze waarop dit artikel was geformuleerd een dubbele ontkenning
bevatte en daarmee onduidelijk was. Het ACB heeft dan ook gekozen voor een gewijzigde
formulering.
Bijlage

Bijlage 1: Toelichting bij de uitgangspunten
7
Bijlage 1: Toelichting bij de uitgangspunten
De ontwerpverordening is opgesteld volgens de Aanwijzingen voor de regelgeving
Door de Nederlandse overheid is aangegeven hoe regels bij of krachtens wet moeten worden
opgesteld. Als verordening is de VAO een regel krachtens wet. De wijzigingen in de
ontwerpverordening zijn in overeenstemming met de Aanwijzingen voor de regelgeving opgesteld.
Het normadressaat van is de accountantsorganisatie
De VIO heeft de eindverantwoordelijke accountant als normadressaat, de VAO de
accountantsorganisatie. Hiermee is een verplichting die voortkomt uit de ViO niet meteen een
verplichting voor de accountantsorganisatie. Uit de ontwerpverordening moet direct duidelijk blijken
dat de accountantsorganisatie samen met de eindverantwoordelijke accountant een ongedeelde
verantwoordelijkheid heeft voor de onafhankelijke uitvoering van de wettelijke controle.
De ontwerpverordening ziet toe op wettelijke controles
De VAO is gebaseerd op artikel 19 lid 2 onder b van de Wet op het accountantsberoep (Wab) en is
gericht op accountantsorganisaties. Accountantsorganisaties zijn ondernemingen of instellingen die
bedrijfsmatig wettelijke controles verrichten. Voor andere assurance-opdrachten zijn de Nadere
Voorschriften accountantskantoren ter zake van assurance-opdrachten en de tijdelijke nadere
voorschriften kwaliteitssystemen van toepassing.
De ontwerpverordening regelt niet wat al in de Wet toezicht accountantsorganisaties of het
Besluit toezicht accountantsorganisaties is geregeld
De VAO maakt deel uit van een getrapt stelsel van wet- en regelgeving voor accountantsorganisaties
met betrekking tot onafhankelijkheid, het stelsel van kwaliteitsbeheersing en de integere
bedrijfsvoering. De hoofdregels liggen vast in de Wta. De bepalingen van de Wta zijn nader uitgewerkt
in het Bta. De wetgever heeft als uitgangspunt genomen dat nadere invulling en verdere uitwerking
van de in Wta en Bta gestelde normen zal plaatsvinden door middel van een verordening.
Belangrijke artikelen in Wta en Bta hierbij zijn: Artikel 14, 19 en 25a Wta die de onafhankelijkheid
regelen van de accountantsorganisatie, de extern accountant en de zorgplicht voor de
accountantsorganisatie en artikel 8 Bta die eisen stelt aan het stelsel van kwaliteitsbeheersing
waaronder onafhankelijkheid.
Doublures en afwijkende terminologie met de ViO zijn voorkomen
Door doublures kunnen verschillende interpretaties tussen beide verordeningen ontstaan. Daarnaast
zal bij een herhalende norm een eventuele wijziging in de ViO ook leiden tot een aanpassing in de
VAO.
In de ontwerpverordening worden derhalve geen specifieke onderwerpen uit de ViO herhaald maar is
via specifieke verwijzingen de relatie met de ViO zichtbaar gemaakt.
Specifieke eisen die de ViO stelt aan de inrichting van de accountantsorganisatie zijn in de
VAO nader geregeld
In artikel 27 (geschenken en uitingen van gastvrijheid) en artikel 28 (langdurige betrokkenheid) stelt de
ViO dat melding wordt gedaan bij respectievelijk goedkeuring wordt verkregen van een door de
accountantsorganisatie aangewezen functionaris. In de ontwerpverordening is opgenomen dat de
accountantsorganisatie een dergelijke functionaris aanwijst en dat zij de bevoegdheden en
verplichtingen van deze functionaris met betrekking tot die meldingen beschrijft.
8
De regelgeving in de ontwerpverordening is conceptueel ingestoken
Een conceptuele insteek stelt de accountantsorganisaties in staat om de ontwerpverordening in hun
bestaande structuur te implementeren. Daarnaast heeft de ontwerpverordening betrekking op ethisch
handelen. De NBA is ervan overtuigd dat op principes gebaseerde regelgeving het fundament moet
blijven van ethisch handelen. Ethisch handelen moet gebaseerd zijn op ethische waarden die ook
intrinsiek worden gedragen en die invulling geven aan de verwachtingen van het maatschappelijk
verkeer. Verboden kunnen worden ingevoerd, maar daarmee zijn ze niet vanzelfsprekend
geaccepteerd. Wanneer regels worden begrepen zullen ze ook eerder worden nageleefd. Daar wil de
NBA dan ook op inzetten.
9