Artikel 9 van de Wet Breyne voorziet enerzijds in een

HELPDESK
van buur rechts, werd door buur links bekleed met
metalen profielplaten. Deze muur loopt namelijk
nog een stuk door als tuinmuur achter de woning
van buur links. Buur rechts wil nu de muur slopen
om een nieuw gebouw op te trekken. Wie staat
in voor de kosten van de verwijdering van de
bekleding en voor de eventuele terugplaatsing na
bouw van de nieuwe muur?
Ik ga er van uit 1) dat de muur eigendom is (gebleven) van de
buur rechts die de muur op zijn eigendom bouwde en 2) dat
de buur links om esthetische redenen de muur langs zijn zijde
met profielplaten bekleedde, zonder de muur over te nemen.
In deze situatie dient de buur links de metalen profielplaten
te verwijderen, waarna de buur rechts zijn muur tegen de
scheiding kan afbreken.
Wat de nieuw te bouwen muur betreft, kunnen buur rechts
en buur links best afspraken maken, in functie van hun wederzijdse belangen.
Zij kunnen het eens worden om een volwaardige scheimuur
(28 cm dikte, zo nodig met isolatie ) op de scheiding te bouwen. De muur kan later door de buur links gebruikt en overgenomen worden. Dit kan nuttig en kostenbesparend zijn
wanneer de buur links eveneens plannen heeft om achterwaarts te bouwen.
Indien de buur links dergelijke intentie niet heeft of niet in
een dergelijke afspraak mee wil, dan kan de buur rechts de
scheimuur op zijn eigendom bouwen. Dit kan een dubbele
muur met isolatie worden (parament-isolatie-dragende binnenmuur) – die dan later niet als dragende scheimuur voor
de buur links zal kunnen dienst doen.
Het kan ook een dragende muur tegen de scheiding worden,
waarbij met de buur links eventueel afspraken kunnen worden gemaakt over links overhangende isolatie en gevelbekleding. De buur links krijgt dan een afgewerkte muur (moet
geen eigen profielplaten meer terugzetten) en behoudt de mogelijkheid om de scheimuur over te nemen. De buur rechts
spaart ruimte. De buur rechts zal de bekleding die hij over
het eigendom van de buur links zou aanbrengen, op zijn kosten moeten wegnemen indien de buur links tegen de muur
zou gaan aanbouwen en dan mogelijks ook de muur moeten
overnemen.
Dirk Erreygers, GSJ Advocaten
03 Mogen er bij de definitieve oplevering nog
opmerkingen geformuleerd worden?
Artikel 9 van de Wet Breyne voorziet enerzijds in een voorlopige oplevering en anderzijds in een definitieve oplevering.
De voorlopige oplevering heeft tot doel de beëindiging van
de werken vast te stellen waarbij er wordt van uitgegaan dat
de voorlopige oplevering tevens een aanvaarding inhoudt. Op
het moment van de voorlopige oplevering gaan bouwheer en
de aannemer na of de werken conform de afspraken zijn uitgevoerd. Meestal worden er hierbij nog een aantal kleinere
gebreken vastgesteld die binnen een bepaalde termijn dienen
verbeterd te worden. De definitieve oplevering daarentegen
houdt de definitieve aanvaarding in van de werken.
De termijn tussen de voorlopige en definitieve oplevering bedraagt minstens 1 jaar. Deze periode is de waarborgtermijn.
Na het verstrijken van deze termijn kent de bouwheer de definitieve oplevering toe, voor zover de aannemer ondertussen
de bij de voorlopige oplevering vastgestelde gebreken heeft
hersteld, evenals die welke tijdens de waarborgperiode aan
het licht zijn gekomen.
Het aanvaarden van een definitieve oplevering met opmerkingen lijkt tegenstrijdig. Indien bij de definitieve oplevering
nog opmerkingen kunnen geformuleerd worden, zijn de
werken niet in staat van oplevering en dient de oplevering
geweigerd te worden. In die optiek is geen definitieve oplevering met opmerkingen mogelijk nu de aannemer aan al deze
opmerkingen dient te verhelpen tijdens de waarborgtermijn.
Mogelijks kan een deel van de werken wel definitief aanvaard
worden en een ander deel niet. Een andere mogelijkheid zou
er mogelijks in kunnen bestaan dat de definitieve oplevering
wordt aanvaard onder de opschortende voorwaarde van het
voldoen door de aannemer aan een aantal opmerkingen binnen een bepaalde termijn (hierover kan betwisting bestaan).
Indien de aannemer dan niet tijdig tegemoet komt aan deze
opmerkingen, is de definitieve oplevering niet verworven.
Lotte Bertjens, GSJ Advocaten
De NAV-helpdesk heeft als doel eerstelijnsvragen van zijn leden
op te lossen binnen een redelijke termijn van enkele dagen.
NAV doet in dit kader een beroep op een netwerk van adviseurs
en specialisten: architecten, UNIZO/Federatie Vrije Beroepen,
SBB Accountants & Adviseurs, het advocatenkantoor GSJAdvocaten en het adviesbureau VEKMO. NAV en de beantwoorders zijn niet verantwoordelijk voor de inhoud en interpretatie
van de antwoorden.
DIMENSION
02 Een scheidingsmuur, volledig op eigendom
05