05 mei 2014 , pag. 20 Drenthe ontdekt recrea eatievaar aart recreatievaart Ed van Tellingen ASSEN Met de opening van de Veenvaart tussen Ter Apel en Erica heeft de vaarrecreatie in Drenthe een grote impuls gekregen. Het blijkt ook uit het boek Drenthe zien vanaf het water. ‘Dit is het moment om aandacht te geven aan Drenthe als vaarprovincie’ Olav Reijers stelde dit boek samen op initiatief van het Recreatieschap Drenthe. ,,Dit is het moment om Drenthe als vaarprovincie onder brede aandacht te brengen, juist buiten Drenthe’’, zegt Reijers, cultuurhistoricus en oud-directeur van het Drents Plateau. Het rondje Drenthe over het water, met uitstapjes naar Groningen, wint razendsnel aan populariteit. Dankzij het nieuwe kanaal, dat juni vorig jaar openging, ontstaat een compleet netwerk van vaarwegen dat de noordelijke provincies en Duitsland met elkaar verbindt. Tijd voor een boekje over de vaarrecreatie in Drenthe. En dat niet alleen. Het boek biedt tal van (historische) wetenswaardigheden en is rijk geïllustreerd. ,,Ik schreef het boek vanuit het perspectief van de recreatievaarder’’, vertelt Olav Reijers. Wat zie je vanaf het water en wat ligt er aan bezienswaardigheden in de buurt. Daarmee is het boek tegelijk aantrekkelijk voor iedereen die meer wil weten van de provincie Opmerkelijk veel historische plaatjes uit de tijd van vervening. Als het rondje Drenthe één ding duidelijk maakt, dan is het wel dat de turfwinning de provincie heeft gekneed tot wat het nu is. De verlenging van de Hoogeveense Vaart in de 19de eeuw verlegde de aandacht naar de Bargervenen, zuidelijk van Emmen. En rond 1900 kwamen er verbindingen met de Groningse en Duitse kanalenstelsels. Turf is ook het trefwoord voor de ontwikkeling van de Drentse Hoofdvaart tussen Assen en Meppel en het ontstaan van de lintbebouwing tussen Hoogersmilde en Assen. Later volgde de aanleg van het Noord-Willemskanaal. Systematisch werd in Drenthe de turf afgegraven. De rechtlijnige wijkverkaveling in deze streken doet weinig onder voor de ontginning van Zuidoost-Drenthe en het veenkoloniaal gebied. Al die turf werd afgevoerd naar Meppel, dat de turf verder verscheepte naar het westen. De Drent- se Hoofdvaart en Hoogeveense Vaart liepen nog in de jaren zeventig door het centrum van de stad. In 1965 verscheepte de Meppeler turfschipper Lieuwe de Harder de laatste turf naar zijn stad. Het oostelijk deel van Drenthe voerde zijn turf af naar Groningen via het Stadskanaal, dat aan het eind van de 18de eeuw werd gegraven. Bedoeld voor de turfwinning in Zuidoost-Drenthe en Zuidoost-Groningen. Pikant: Groningen had veel belang bij de Drentse turf, maar wilde wel de regie houden. ‘Dus’ ligt het Stadskanaal nog net op Gronings grondgebied, 60 meter landinwaarts. ,,Juist in dit boek belichten we een deel van de Drentse geschiedenis dat niet zo bekend is’’, benadrukt Reijers. Kanalen voor de afvoer van turf en tegelijk levensaders voor gebieden die werden ontsloten. In dat opzicht is er niet zo veel veranderd: de infrastructuur van snelwegen en spoorlijnen volgt de loop van de kanalen. Alleen heeft de boot plaatsgemaakt voor auto en trein. Als oud-directeur van het Drents Plateau is Drenthe allesbehalve een onbeschreven blad voor Reijers. ,,Maar ik stuitte nog op veel verrassingen", vertelt hij. De streek tussen Hoogeveen en Emmen is zo’n verrassing. Bomenrijen, wat huisjes en bruggetjes met een brugwachterswoning. ,,Een prachtig mooi, verstild gebied vanaf het water." ¬ Blik op Bleekerseiland van Meppel, waterstad van Drenthe, met korenmolen De Vlijt. Foto Olav Reijers
© Copyright 2024 ExpyDoc