Sociaal doe je niet alleen Over het succes van

Sociaal doe je niet alleen
Over het succes van de
Drentse sociale allianties
Sociaal doe je niet alleen
Over het succes van de
Drentse sociale allianties
3
Colofon
Grafische verzorging Docucentrum, provincie Drenthe
Fotografie Martine Hoving, Marieke Opmeer, Willem-Jan Kleppe,
Rudy Leukfeldt, Hans Dekker, Jurjen Veerman
Illustraties Nicole van der Veen-Kerssies
Teksten Kees Opmeer
© Assen, 2014
CMV14052205
4
Voorwoord
Provincie en gemeenten vinden het belangrijk dat onze inwoners, jong en oud, met plezier
in Drenthe kunnen wonen. Dat vraagt om een prettig leefklimaat met goede voorzieningen
op het gebied van onderwijs, zorg en cultuur. Voorzieningen waarbij we rekening houden
met de behoeften en wensen van onze inwoners.
Provincie en gemeenten hebben verschillende verantwoordelijkheden, maar ze kunnen
elkaar goed aanvullen; ieder vanuit de eigen rol en mogelijkheden. Met dat doel is de
Sociale Agenda 2009-2012 opgesteld; een gezamenlijke en inspirerende agenda om het
sociaal beleid voor onze inwoners zo goed mogelijk vorm te geven. Het motto van deze
agenda was: ‘Sociaal doe je niet alleen…’ Dat geldt niet alleen voor ons als overheden,
maar ook voor onze uitvoerende organisaties en niet in het minst voor onze inwoners.
De samenwerking rond de voorbereiding en uitvoering van de Sociale Agenda durf ik gerust
uniek te noemen. Vertegenwoordigers van provincie en gemeenten zijn enthousiast met elkaar aan de slag
gegaan om de agenda uit te werken in sociale allianties. In deze allianties zijn afspraken gemaakt over de
uitvoering van sociaal beleid. Met deze brochure willen wij u daar graag deelgenoot van maken.
Naast de mooie projecten die tot stand zijn gekomen hebben provincie en gemeenten een uitgebreid
netwerk opgebouwd, waardoor we elkaar goed weten te vinden. Ook dat is een belangrijke meerwaarde.
Terugkijkend zien we dat de sociale allianties hebben ingespeeld op actuele maatschappelijke ontwikkelingen. Vergrijzing en krimp van de bevolking zijn daar duidelijke voorbeelden van. Dat geldt ook voor het
combineren van arbeid en zorg.
Vanuit een groot maatschappelijk belang, bereikbare en betaalbare zorg in Drenthe, geven wij samen met
gemeenten en andere betrokkenen een verdere invulling aan het thema zorg vanuit de provinciale kaders
van vitaal platteland (demografie), arbeidsmarkt en zorgeconomie. We doen dit niet vanuit een wettelijke
taak maar vanuit onze agenderende en signalerende rol.
De looptijd van de Sociale Agenda is voorbij, maar de allianties hebben een stevige basis gelegd voor een
blijvende samenwerking tussen de Drentse gemeenten en de provincie.
Ard van der Tuuk,
gedeputeerde provincie Drenthe
5
6
Inleiding
Sociaal doe je niet alleen… Dat was het motto van de Sociale Agenda 2009 – 2012 die op
initiatief van de provincie Drenthe tot stand is gekomen.
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor sociaal beleid, maar op een aantal thema’s kan
de provincie het verschil maken. Door de handen ineen te slaan kunnen de gezamenlijke
overheden meer betekenen voor hun inwoners. De Sociale Agenda vormde het vertrekpunt
voor sociale allianties; niet vrijblijvende afspraken tussen provincie en individuele gemeenten
over verschillende speerpunten. Hiermee ontstond een unieke vorm van samenwerking.
Veel bereikt
Met deze brochure willen we laten zien wat we met zijn allen hebben bereikt en hoe we dat
hebben gedaan. Nieuwe ontwikkelingen zijn in gang gezet. Er is een stevig netwerk neergezet
van overheden en uitvoerende instanties. Verbeteringen zijn tot stand gekomen als het gaat om
de leefbaarheid van het platteland. Er is veel geïnvesteerd in een positief opvoedklimaat. Brede
scholen hebben een grote vlucht genomen. Mantelzorgers en vrijwilligers krijgen meer ondersteuning. Combinatiefunctionarissen zijn met veel succes geïntroduceerd en niet meer weg te
denken uit onze provincie. En dat alles dankzij maatwerk.
Speerpunten
Gemeenten en provincie hebben gezamenlijk de 4 speerpunten van de Sociale Agenda vastgesteld: Mijn jeugd, mijn ontwikkeling, mijn dag en mijn beweging.
Mijn jeugd was bedoeld om jeugdzorg dichter bij ouders en jeugdigen te brengen, als onderdeel
van lokaal jeugdbeleid.
Mijn ontwikkeling was gericht op verbeteringen in het onderwijs, zoals de brede school, uitvoering onderwijskansenplan en meer leerlingen die een startkwalificatie behalen.
Mijn dag wilde meer mogelijkheden om betaalde arbeid en zorg te combineren, met extra
aandacht voor mantelzorg en dagarrangementen.
Mijn beweging wilde van Drenthe een echte sportprovincie maken door een actieve leefstijl te
stimuleren, breedtesport te ondersteunen en topsportevenementen mogelijk te maken.
7
Werkwijze
Het doel van de provincie was aan te sluiten bij
ontwikkelingen die in de verschillende gemeenten
al in gang waren gezet. Dit leidde tot intensief en
vruchtbaar overleg tussen provincie en individuele
gemeenten, zowel ambtelijk als bestuurlijk. Op deze
manier ontstond er voor elke gemeente een pakket
aan afspraken, voornemens en financiële afspraken, de
'sociale allianties' genoemd. Gemeenteraden en provinciale staten hebben daarmee ingestemd.
Het voert te ver om in deze brochure alle resultaten de
revue te laten passeren. We kiezen ervoor om een aantal
aansprekende voorbeelden te noemen dat het sociaal
beleid blijvend heeft beïnvloed. Achtereenvolgens leest u
over onze combinatiefunctionarissen, de brede school en
tijdbeleid, mantelzorg en arbeid en Positief Opgroeien
Drenthe.
8
Meer dan
100 combinatiefunctionarissen
9
Combinatiefunctionarissen vormen de verbinding
tussen onderwijs en sport of onderwijs en cultuur.
Zowel scholen als sportverenigingen en cultuurorganisaties kunnen de hulp inroepen van combinatiefunctionarissen. Zij verzorgen onder meer bewegingslessen op school en naschoolse activiteiten.
Gezondere leefstijl
De ambitie van de Sociale Agenda was om in Drenthe 100 combinatiefunctionarissen aan te
stellen. Dat zijn er veel meer geworden! Drenthe is de enige provincie waar elke gemeente
gebruik maakt van combinatiefunctionarissen.
We zien dat door hun inzet sportverenigingen meer leden hebben gekregen en dat het aanbod
van sportactiviteiten op scholen is verbreed. De combinatiefunctionarissen leveren een belangrijke bijdrage aan een gezondere leefstijl en de leefbaarheid van het platteland.
Maatwerk
Elke gemeente kent haar eigen activiteiten en prioriteiten, zoals hoort bij maatwerk. In de
gemeente Hoogeveen bijvoorbeeld ondersteunt de combinatiefunctionaris de leerkrachten
in het basisonderwijs bij het geven van gymlessen. Kinderen met een bewegingsachterstand
komen in een speciaal beweegprogramma terecht. In de gemeente Aa en Hunze worden onder
meer activiteiten georganiseerd voor inwoners met een beperking, van kleuters tot senioren. De
combinatiefunctionarissen in de gemeente Noordenveld werken nauw samen met de sportverenigingen. Ouderen en kwetsbare groepen krijgen extra aandacht. In de gemeente Tynaarlo
rijdt het sportteam met een Sport & Spelbus langs scholen en wijkverenigingen. Gemeente De
Wolden kent een Combiteam Brede School waarin combinatiefunctionarissen, jongerenwerkers
en cultuurcoaches samenwerken. En in Emmen worden veel sporttoernooien en bijzondere
evenementen als de Emmense Jeugd Olympiade georganiseerd.
Deze positieve resultaten willen we graag met elkaar vasthouden, we zien dat het werkt.
Gemeenten hebben voor de komende periode met provinciale cofinanciering een ruime bijdrage
van het Rijk ontvangen om de positieve inzet vast te houden en te continueren.
10
Motorische en sociaal-emotionele problemen
Elly Buursema, combinatiefunctionaris van Team Sport van
de gemeente Assen organiseert en verzorgt bewegingslessen voor kinderen die problemen hebben op motorisch
en sociaal-emotioneel gebied. Deze kinderen hebben
moeite met bewegen zoals vangen, klimmen of met hun
evenwicht. Bovendien hebben ze vaak faalangst of weinig
zelfvertrouwen waardoor ze niet mee kunnen komen met
de andere kinderen uit hun klas.
‘Mijn kind
speelt weer
met plezier
buiten’
Club Extra
Het programma dat Elly aanbiedt kent verschillende
niveaus. Het begint met Motorische Remedial Teaching
waarbij kinderen individueel worden begeleid bij het
uitvoeren van basisoefeningen. Een volgende stap is
Club Extra. Hierin werken kinderen aan de ontwikkeling
van specifieke bewegingen waar ze moeite mee hebben.
‘Ze beginnen vaak met tegenzin,’ vertelt Elly, ‘maar
langzaamaan zie je dat ze bewegen leuk gaan vinden.’ Ze
herinnert zich een tweeling die moeite had met gooien en
vangen. ‘De jongens kregen desondanks zoveel plezier in
sporten dat ze lid werden van een badmintonvereniging.’
Geluksmoment
Na Club Extra kunnen kinderen doorstromen naar ‘Sporten
met een extraatje’ en ‘Sportinstuif.’ Deze activiteiten laten
kinderen kennis maken met verschillende sporten en
11
sportclubs in hun omgeving. Elly: ‘Laatst zei een moeder
tegen mij dat ze dankzij mijn programma een nieuw kind
terug heeft dat weer met veel plezier buiten speelt. En een
meisje gaf aan dat ze mijn les als een geluks­moment
ervaart. Als ik dat hoor, maakt dat mij ook gelukkig.
Ik hoop dit werk nog lang te mogen blijven doen.’
12
Tijdbeleid
en
brede school
13
De traditionele rolverdeling in het gezin is aan het
verdwijnen. Het komt steeds meer voor dat beide ouders
betaalde arbeid verrichten. Zij zoeken oplossingen om
werk en zorg goed te kunnen combineren, maar dat is
niet eenvoudig. Veel voorzieningen en instanties hebben
openingsuren die samenvallen met werktijden. Denk aan
winkels, huisartsen­praktijk, gemeenteloket en school.
Dagarrangement
Wat wij als provincie via tijdbeleid wilden bereiken is dat elke inwoner de kans krijgt een eigen
dagarrangement samen te stellen, van 7 uur ’s morgens tot 7 uur ’s avonds. Daarvoor is veel
nodig: een aangepast aanbod van jeugdvoorzieningen, flexibele werktijden, slimme openingsuren van voorzieningen en dienstverlening die niet gebonden zijn aan een vaste plek. De brede
school speelt hierin een belangrijke rol. Ouders kunnen hun werk en zorgtaken beter combineren als kinderen overdag langer op hun school terecht kunnen.
Provincie en gemeenten hebben met succes de ontwikkeling van brede scholen gestimuleerd.
In de afgelopen jaren zijn in veel Drentse gemeenten brede scholen van de grond gekomen.
De invulling verschilt op
onderdelen, afhankelijk
van de behoefte in dorp
of wijk.
14
Het Marseland
Een voorbeeld van een brede school in een plattelandsgemeente is Kindercentrum Het Marseland in Ruinen,
een dorp van ruim 4000 inwoners in gemeente De
Wolden. Dit kindercentrum bestaat naast de basisschool
uit een peuterspeelzaal en kinderopvang. Het Marseland
heeft de beschikking over schoolmaatschappelijk werk.
Een logopediste is op bepaalde uren aanwezig. Er zijn
inloopuren van Icare en GGD (jeugdgezondheidszorg).
Het Centrum voor Jeugd en Gezin is een belangrijke
samenwerkingspartner. Kinderen kunnen gebruik maken
van tussenschoolse opvang (lunchplein) en buitenschoolse opvang.
15
Een compleet
aanbod van
(para) medische
zorg
Het kindercentrum is via een gang verbonden met
sporthal De Marse. Hier kunnen de kinderen terecht voor
gymlessen, theatervoorstellingen en allerlei culturele
activiteiten. Aan het kindercentrum grenzen sportvelden
waarvan de kinderen gebruik maken voor buiten­
activiteiten.
Het Palet
Een ander voorbeeld is multifunctioneel kindcentrum Het
Palet in Meppel dat in 2012 zijn deuren heeft geopend.
Dit centrum is gericht op kinderen en hun ouders in
de wijken Koedijkslanden en Bergierslanden. Het Palet
bestaat uit een christelijke en een openbare basisschool
en uit een groot aantal voorzieningen, zoals we ook
tegenkomen bij het Marseland en andere brede scholen.
16
Uniek concept
Wat het concept uniek maakt, is dat het Palet kiest
voor een opzet die inspeelt op de behoefte van alle
wijkbewoners. Een voorbeeld hiervan is de in dezelfde
accommodatie ondergebrachte sporthal, gecombineerd
met een grand café. Hier kunnen alle bewoners terecht
voor sportactiviteiten, buurtfeesten, verjaardagspartijen en noem maar op. Bijzonder is ook het gezondheidscentrum, speciaal gericht op kinderen van 0 tot
18 jaar, met een compleet aanbod van (para) medische
zorg.
Naast partners die in het gebouw een plek hebben
gevonden, kent Het Palet bondgenoten met wie samenwerkingsafspraken zijn gemaakt, zoals het zwembad, de
bibliotheek en Scala Centrum voor de Kunsten.
illustratie: Anne van Wieren
Mantelzorg
en
arbeid
17
Veel mensen zorgen voor een familielid, kennis of buur. De verwachting is dat het aantal
mantelzorgers blijft groeien. Dat heeft te maken met de toenemende vergrijzing en de
wens van ouderen en zieken om zo lang mogelijk thuis te blijven wonen. Een belangrijke
ambitie van de Sociale Agenda is om (werkende) mantelzorgers te ondersteunen.
Vernieuwende projecten
Mantelzorgers zijn belangrijk voor onze samenleving en verdienen onze steun en waardering.
Zij vinden het vanzelfsprekend wat zij doen. Wat zij vooral willen is herkenning en erkenning.
Mantelzorg vraagt veel van mensen. De zorg is vaak langdurig en intensief. Daar komt bij dat
de meeste mantelzorgers een baan hebben. Dat maakt de belasting extra zwaar. Om mantelzorgers te ondersteunen zijn allerlei vernieuwende projecten ontwikkeld. Een belangrijke rol is
hierin weggelegd voor het (provinciale) kenniscentrum en adviesbureau voor de sociale sector
STAMM.
Rol van STAMM
STAMM adviseert werkgevers, waaronder gemeenten, hoe ze een mantelzorgvriendelijke
organisatie kunnen worden. Nu al is 1 op de 8 werknemers mantelzorger. In de komende
jaren stijgt dat aantal naar 1 op de 4 werknemers. Het mes snijdt aan twee kanten. Werkgevers
houden gemotiveerde werknemers in dienst die productief en fit zijn en die op hun beurt arbeid
en zorg goed kunnen combineren.
STAMM is betrokken bij het Interreg IVb project iAge, waarvan de provincie
Drenthe leadpartner is, dat zich richt op regio’s waar krimp en vergrijzing
optreden. Met behulp van ICT en sensortechnologie kunnen mensen langer
thuis blijven wonen en worden mantelzorgers ontlast.
Nog een voorbeeld is de ondersteuning van allochtone mantelzorgers. Voor hen is dit werk zo
vanzelfsprekend dat zij zich hiervan nauwelijks bewust zijn. Zij zijn vaak slecht op de hoogte
van regels en voorzieningen voor ondersteuning. Door voorlichting wil STAMM deze groep
bekend maken met mogelijkheden om hun zorgtaken te verlichten.
18
Zij vinden het
vanzelfsprekend
wat zij doen
Mantelzorgvriendelijke organisatie
In veel gemeenten zijn initiatieven van de grond
gekomen om mantelzorgers te ondersteunen. De
gemeenten Borger-Odoorn en Meppel zijn zelfs
erkend als mantelzorgvriendelijke organisatie
door de landelijke Stichting Werk & Mantelzorg
(onderdeel van Mezzo).
Uit onderzoek bleek dat Meppel relatief veel
mantelzorgers kent (1 op de 5). De meeste mantelzorgers zijn vrouwen tussen de 45 en 65 jaar. Een
deel van hen gaf aan behoefte aan ondersteuning
te hebben. Dit was voor de gemeente aanleiding
nader onderzoek te laten doen.
Uitreiking predikaat mantelzorgvriendelijk aan de gemeente Meppel.
Op de foto van links naar rechts: Fenna Bolding van STAMM, Ragna
Hooijer en wethouder Myriam Jansen, gemeente Meppel.
Project Werk & Mantelzorg
Met steun van STAMM hebben de gemeenten Borger-Odoorn en Meppel deelgenomen aan het
project Werk & Mantelzorg, met als doel werk en zorg beter te kunnen combineren. Dit heeft
geleid tot verschillende maatregelen. In de eerste plaats zijn de mogelijkheden voor verlof uitgebreid. Werknemers kunnen bijvoorbeeld gebruik maken van kortdurig of langdurig zorgverlof.
De mogelijkheden voor thuiswerken zijn verruimd. Werknemers kunnen ook tijdelijk minder
gaan werken als hun mantelzorgtaken daar om vragen. Zij mogen dan taken overdragen aan
collega’s. Bovendien kunnen werknemers gebruik maken van flexibele begin- en eindtijden.
19
20
Positief
opgroeien
21
Provincie en gemeenten werken samen aan een positief
opvoedklimaat waarin kinderen veilig en gezond
kunnen opgroeien. Het programma Positief Oproeien
Drenthe speelt daarin een centrale rol. Uitvoering van
dit programma was een van de ambities van de Sociale
Agenda. Inmiddels is Positief Opgroeien door alle
Drentse gemeenten erkend als basiswerkwijze bij de
transitie van de jeugdzorg.
Opvoedprincipes
Positief Opgroeien maakt gebruik van een aantal principes dat op alle kinderen van toepassing
is. Een van die principes is kinderen een veilige en stimulerende omgeving te bieden waarin ze
voldoende ruimte en prikkels krijgen om zich te ontwikkelen. Het is ook belangrijk dat ouders
realistische verwachtingen hebben van hun kind. Kinderen maken fouten, net als volwassenen,
maar doen dat meestal niet met opzet. Opvoeders moeten begrijpen dat ieder kind uniek is en
zich in zijn eigen tempo ontwikkelt.
Kenmerkend voor het programma is dat kinderen positieve aandacht en aanmoediging krijgen.
Gericht prijzen en belonen leidt tot positief gedrag en geeft kinderen zelfvertrouwen.
22
Positieve aandacht
Jannet kon de opvoeding van haar dochter Roos
niet meer aan. ‘Ze wilde niets meer van me weten.
Ik mocht haar zelfs niet meer aanraken. Voor mijn
gevoel was ik mijn dochter kwijt.’ Via het Centrum
voor Jeugd en Gezin kwam ze in contact met een
hulpverlener die het programma Positief Opgroeien
had gevolgd. Op advies van de hulpverlener
gebruikte Jannet een zogenaamd beloningsbord.
Daar schreef ze taken op die Roos moest uitvoeren,
zoals douchen, tanden poetsen en aankleden. ‘Als
ze zich aan de afspraak hield, kreeg ze als beloning
een speciale button die we op het bord klikten.’
Een herinnering die Jannet altijd bij zal blijven is de
keer dat ze met Roos schoenen ging kopen. ‘Toen
ze de schoenen zag die ze mooi vond, zei ik dat ze
die zelf mocht betalen. Ik gaf haar geld en liet haar
alleen naar de kassa gaan. Ze straalde van trots
toen ik haar daarna een compliment gaf.’
Het contact met haar dochter is weer goed. Ze doen
weer spelletjes samen en ze gaan vertrouwelijk met
elkaar om. ‘Ik heb mijn dochter weer terug,’ zegt
Jannet.
‘Ik heb
mijn dochter
weer terug’
23
Schoolklimaat
PBS, Positive Behavior Support, is een werkwijze die
onderdeel uitmaakt van Positief Opgroeien. Steeds meer
basisscholen in Drenthe maken hiervan gebruik, zoals De
Weidebloem in Hoogeveen. ‘We belonen positief gedrag van
onze leerlingen,’ zegt directeur Wim van Dijken, ‘waardoor
het schoolklimaat ten goede verandert.’
‘Je leert op een andere manier denken,’ zegt praatjuf Marian.
Ze wijst op de posters en mascottes die je in elk lokaal
tegenkomt. ‘Het gaat vaak om kleine dingen. Je spullen opruimen, elkaar helpen, rustig door de
gang lopen. We belonen dat gedrag door complimenten te geven of door kinderen bijvoorbeeld
een tijdje op de stoel van juf of meester te laten zitten.’
Dankzij PBS kan de school ook meer betekenen voor leerlingen die problemen hebben.
Kinderen kunnen altijd bij de praatjuf terecht. De briefjes op haar kamer getuigen daarvan.
24
Doorkijk
naar
de toekomst
25
26
De Sociale Agenda had een looptijd tot 2013, maar dat betekent niet dat de hierop gebaseerde
sociale allianties over de houdbaarheidsdatum heen zijn; integendeel. De sociale allianties
hebben geleid tot blijvende voorzieningen die in veel gevallen een inspiratiebron vormen voor
nieuwe projecten. Met een aantal voorbeelden heeft u hiervoor al kennis kunnen maken.
Sommige voorzieningen zijn in vrijwel alle gemeenten tot stand gekomen, zoals de Centra voor
Jeugd en Gezin, combinatiefunctionarissen en brede scholen. De sociale allianties hebben ook
voorzieningen en activiteiten opgeleverd die aansluiten op specifieke behoeften van individuele
gemeenten.
Terugkijkend zien we dat de sociale allianties hebben ingespeeld op actuele, maatschappelijke
ontwikkelingen. Vergrijzing en krimp van de bevolking zijn daar duidelijke voorbeelden van.
Dat geldt ook voor het combineren van arbeid en zorg. Een gezonde leefstijl wordt steeds
belangrijker. En zorg voor onze jeugd stond en staat hoog op de agenda.
De samenwerking tussen provincie, gemeenten en maatschappelijke partners eindigt niet met
het aflopen van de sociale allianties. Deze hebben een stevige basis gelegd voor blijvende samenwerking.
Ter illustratie: Vanaf 2013 nemen we deel aan het programma ‘Drenthe Beweegt!’, waarin we
samen met de Drentse gemeenten en maatschappelijke partners werken aan een vitaler, gezonder
en economisch sterker Drenthe. Een mooi gevolg van deze bundeling van krachten is dat we
met elkaar het succes van de combinatiefunctionarissen voor Drenthe kunnen behouden.
Een ander voorbeeld is het Regionaal Transitie Arrangement waarin gemeenten een bedrag
hebben gereserveerd voor de voortgang en verdere uitbouw van Positief Opgroeien Drenthe
(gecombineerd met de aanpak van kindermishandeling).
Met het project ‘sportpedagoog of sportmaatschappelijk werker’ zetten gemeenten en provincie
zich in voor een duurzame combinatie van sport en jeugdzorg. Inhoudelijk ligt er een verbinding met Positief Opgroeien Drenthe en de combinatiefunctionarissen.
27
Tenslotte noemen we de campagne van de provincie Drenthe, STAMM,
Hanzehoge­school en gemeente Aa en Hunze die in 2014 van start is
gegaan. Doel is om werkgevers en werkende mantelzorgers bewust
te maken van de knelpunten die de combinatie van mantelzorg en
werk oplevert. De bewustwordingscampagne zal bijdragen aan de duurzame inzetbaarheid
van werkende mantelzorgers. Als provincie zetten wij in de tweede helft van 2014 in op het
verkrijgen van de erkenning 'Wij werken mantelzorgvriendelijk'.
De looptijd van de Sociale Agenda is voorbij, maar de allianties hebben een stevige basis gelegd
voor een blijvende samenwerking tussen de Drentse gemeenten en de provincie.
28
29