De Juridische Snit Een abc’tje van het moderecht Ron Ritzen Unibook/ShopMyBook Peleman Industries NV Rijksweg 7 2870 Puurs Belgium Ontwerp omslag: RiCo Foto achterzijde: Cheryll van Weert Trefwoorden: intellectueeleigendomsrecht, moderecht Alles uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, geluidsband, elektronisch of op welke wijze dan ook, onder de vereisten van de Creative Commons licentie Naamsvermelding-Gelijkdelen versie 2.5 Nederlands. Zie: http://creativecommons.org/licenses/by-sa/2.5/nl/, Geldt niet voor de foto’s van Shuttershock, GettyImages, hollandse hoogte en Gaby Fling. De foto van Cheryll van Weert mag gebruikt worden onder vermelding de naam van de fotografe. ISBN 97816160858 NUR 822 www.ShopMyBook.com III VOORWOORD Dit boek komt voort uit een mix van verwondering en bewondering. Verwondering over het feit dat er zo veel geld in een sector omgaat, waar feitelijk niet zo veel tegenover staat. Wat is nu zo briljant aan een rode zool? Of aan rode kapjes op het einde van een veter? Dat er kwaliteitsverschillen bestaan tussen bepaalde tassen wil ik best aannemen. Maar mijn verwondering blijft hardnekkig de kop opsteken als ik zie dat de meest begeerde tas, de Birkinbag, een paar duizend euro blijkt te kosten. Toch kan ik een bepaalde mate gevoel van bewondering toch ook niet ontkennen. Iemand als Charles Louboutin heeft feitelijk uit het niets een compleet imperium weten op te bouwen met als belangrijkste troef een rode zool. Dit boek is geen inleiding in het moderecht of in het intellectueel eigendomsrecht. Wie een toegankelijk en erg prettig geschreven overzicht op dit terrein wil lezen, kan terecht bij de masterscriptie ‘Intellectueel eigendomsrecht: in de mode!’ van advocate Joyce van Lith. Bij de totstandkoming van dit boek is dankbaar gebruik gemaakt van de altijd boeiende website van SOVL en in het bijzonder van de bijdragen van advocate Marijke Neervoort. De New York Times en The Guardian bieden op het vlak van moderecht incidenteel zeer lezenswaardige artikelen. Uiteraard is jurisprudentie de belangrijkste bron. Voor de redactionele aanwijzingen dank ik Yolanda Steijns en Lonneke Janssen. Verder dank ik Gaby Fling voor haar toestemming om de foto van het billenmeisje te plaatsen. Fotografe Cheryll van Weert dank ik voor de foto op de achterflap. En Nadia Plesner voor de toestemming om Simple Living en Darfurnica te mogen opnemen. Ulla Remer dank ik voor het uitlenen van haar Louboutins. Tilburg, augustus 2014 I INHOUD Inleiding Angels & the lawyer of hell Ajax Barneys Billenmeisje Birkinbag Coco Chanel Converse Donald vs. Fédération Elle Fucking Freeze Grisogono G-Star Gucci’s replica’s Hailey Clauson Karen Millen Kim Kardashian Louboutin Louis Vuitton Maybelline Michael Kors Power Dress Prada Rihanna Raw Think Tilted Kilt Tommy Hilfiger True Religion UGG vs. EMU Vans Victoria’s secret Vlaams Belang Zwart Afsluiting 7 10 14 18 23 27 30 32 35 37 40 42 45 47 51 53 58 63 68 73 76 80 84 87 89 91 91 94 96 97 98 101 102 104 108 II III INLEIDING “Eerlijk gezegd stonden we natuurlijk voor aap in die kleren. Geen enkele artiest moet er zo beroerd uitgezien hebben als wij destijds”, zegt Björn Ulvaeus, een van de vier leden van de Zweedse popgroep Abba. Die beroerde outfit heeft te maken met het fiscaal recht. In het voorwoord in het ‘Official photo book’ verklapt Ulvaeus waarom de groep er bij vlagen zo belachelijk ex extravagant bij heeft gelopen. De reden is dat “die rare kledij aftrekbaar was van de belastingen”. De Zweedse fiscus kent op het gebied van professionele outfit, namelijk alleen een fiscaal voordeel toe als de kledij overduidelijk niet in het dagelijks leven kan worden gedragen. ABBA (Ferenc Szelepcsenyi/Shutterstock.com) De leden van ABBA laten niets aan het toeval over. Hun keuze is in elk geval fiscaal verantwoord. Het is maar een van de vele voorbeelden van de wijze waarop juridische regels de keuze voor het dragen van bepaalde kleren stuurt. Een ander voorbeeld van die juridische sturing is het dragen van een broek in Parijs. Zo hebben veel vrouwen in Parijs de afgelopen jaren onbewust de wet overtreden. Tot 1 januari 7 2013 is het verboden voor vrouwen verboden om een broek in de Franse hoofdstad te dragen. Deze wet, die uit 1799 stamt, bepaalt dat elke Parisienne die zich als een man wil kleden dat alleen mag als ze daarvoor toestemming heeft gekregen van de Parijse politie. Die wet is in het verleden een aantal keren aangepast. In 1892 wordt bijvoorbeeld bepaald dat een vrouw wel een broek mag dragen als zij ‘de teugels van een paard vasthoudt’. In 1909 vindt er weer een aanpassing plaats. Vrouwen die fietsen en vrouwen die met een fiets aan de hand lopen, mogen wel een broek aan. In 1969 wil men de wet afschaffen, maar dat lukt niet. Net als in 2003. Soms, zo is de redenering, is het beter om iets in onbruik te laten dan om de wet aan te passen aan veranderende gewoonten. Maar in 2013 is de - in feite toch al dode - wet toch afgeschaft. Het dragen van een broek is in Barcelona geen probleem, maar ‘naakt of bijna naakt’ rondlopen op openbare plaatsen wel. De gemeenteraad is de aanblik van zwembroeken, bikini’s en zwempakken beu. Die kledij is sinds 2011 alleen nog toegestaan in zwembaden en op en rondom stranden. Wie lak heeft aan die APV-bepaling kan rekenen op een boete van 120 euro, die kan oplopen tot 300 euro. Nudisten die al dan niet per ongeluk op het verkeerde stuk strand wandelen, krijgen een boete die tussen de 300 en 500 euro ligt. Florida heeft zijn eigen variant van het Parijse verbod. Zo mag de zeventienjarige Julius Hart een nacht in de cel doorbrengen, omdat hij een ‘saggy pants’ draagt. Dat is een afgezakte broek, waarbij een groot deel van de onderbroek in het zicht komt. Begin 2008 wordt in Riviera Beach (Florida) een ‘ordinance’ (verordening) aangenomen, waarin het dragen van een saggy pants strafbaar is gesteld. Op deze overtreding staat een heuse boete van 150 dollar en wie daarna weigert zijn broek op te hijsen, kan rekenen op 300 dollar boete. De echte diehards 8 kunnen maximaal zestig dagen in de cel nadenken over hun onderbroek. Tenminste, als het aan de burgemeester van Riviera Beach ligt. Inmiddels heeft de rechter echter geoordeeld dat deze verordening in strijd is met de grondwet. De saggy pants komen we in eerste instantie uitsluitend in gevangenissen tegen. De gedetineerden moeten hun riem afgeven als ze opgesloten worden, waardoor hun broek voortdurend afzakt. Maar nu blijken de gedetineerden op het gebied van de mode kennelijk tot de avant-garde te behoren. In de gevangenissen van New York zijn Nikes taboe. De gevangenisdiensten hebben alle gevangenen de opdracht gegeven om identieke schoenen te dragen. Ze kosten maar twee dollar. “Het is een maatregel om het geweld tussen de gevangenen te verminderen en te kunnen controleren. Vooral tussen die gedetineerden die graag merkschoenen dragen”, zei Stephen Morello, woordvoerder van de gevangenis. Nikes zijn ook binnen de vier muren van een gevangenis een gewild object. In België blijkt de beha soms voor problemen te zorgen. In de gevangenis van het Belgische Hasselt heerst een streng regiem waar vooral vrouwelijke advocaten last van hebben. Zo moeten zij hun beha uitdoen als de sluiting van metaal is. In 2010 wordt een advocate gesommeerd haar slip uit te doen, omdat er iets van metaal in zit. “Alle metaaldetectoren in Belgische gevangenissen staan hetzelfde afgesteld. Wie piept, komt er niet in. Dat zijn de regels”, aldus de Hasseltse gevangenisdirectrice Coucke, die van geen wijken weet. Dat strenge regiem geldt voor iedereen, dus ook voor advocaten die hun verdachten willen bezoeken. Een aantal advocaten heeft inmiddels maatregelen genomen en draagt bijvoorbeeld bij een bezoek het bovenstukje van een bikini omdat deze in de regel een plastic sluiting heeft. Coucke vindt het geklaag gezeur: “Iedereen ondergaat dezelfde proce- 9 dure, ook het personeel en ikzelf. Niemand klaagt, behalve de Limburgse advocaten.” De meeste juridische regels gaan echter over eigendomsrechten. Dat die rechten zwaar beschermd worden, is niet vreemd aangezien er heel veel geld in die sector circuleert. Alleen al in de Verenigde Staten besteden vrouwen 250 miljard dollar aan luxe producten. Per jaar kopen ze gemiddeld drie nieuwe tassen. Die kosten dan niet drie miljoen euro, zoals de Mouawad 1001 Nights Diamond Purse, een hartvormige tas, gemaakt van 18 karaat goud en bezet met 4517 diamanten, maar de prijzen zijn aan de stevige kant. ’s Werelds grootste maker van stevig geprijsde luxespullen, LVMH, heeft in 2011 een omzet van 20,3 miljard. De winst is 3 miljard. Dat LV, die 30 procent van de handtassenmarkt in handen heeft, zijn ontwerpen en ideeën beschermt, is voor iedereen begrijpelijk. In dit boek beperken we ons tot een juridisch doorkijkje in de wereld van de mode, waarbij we ons vooral richten op het intellectueel eigendomsrecht. ANGELS & THE LAWYER FROM HELL Wie aan moderecht denkt, zal in eerste instantie niet meteen aan The Hells Angels denken. En wie aan The Hells Angels denkt, zal in eerste instantie niet aan moderecht denken (maar waarschijnlijk wel aan het strafrecht). Toch blijkt deze club zich regelmatig bij de private rechter te melden, niet als gedaagde, maar als eisende partij. Het gaat dan om de verdediging van hun logo, dat uit een doodshoofd met vleugels bestaat. Onlangs heeft de Chapter van de Hells Angels in San Francisco met succes enkele juridische pijlen gericht op Wildfox, een modebedrijf uit Los Angeles. Het vergrijp van de laat10 ste is dat ze een T-shirt hebben gemaakt met het opschrift: “My boyfriend is a Hells Angel”. Op de achterkant prijken de vleugels van het embleem van de motorclub. Die vleugels zijn overgenomen uit het embleem van de Angels, die geen genade kennen als het om de verdediging van hun rechten gaat. De Hells Angels hebben het ‘wings and skull’-logo laten registreren en het gebruik ervan zonder toestemming is dan ook verboden. De afgelopen zeven jaar hebben de Angels meer dan twaalf rechtszaken tegen bedrijven aangespannen. Eerder hebben Disney, Marvel Comics, Alexander McQueen, Saks Fifth Avenue en Zappos zich verplicht moeten melden bij de rechtbank om tekst en uitleg te geven over de wijze waarop zij de rechten van de Angels geschonden hebben. De motorclub krijgt alle McQueen-items met de naam en het logo van de Angels uit de winkels, enkel met juridische middelen. Lawyer form Hell De advocaat van de motorclub is de zevenenzestigjarige Fritz Clapp, die met zijn rode hanenkam niet meteen doet denken aan een raadsman. Hij heeft de afgelopen jaren verschillende ondernemingen gedagvaard: onder meer Toys “R” Us, Alexander McQueen, Amazon, Saks, Zappos, Walt Disney en Marvel Comics, the rapper’s clothing company, Dillard’s en een tiener die op eBay applicaties met het ‘Death Head’-logo heeft verkocht. Fritz Clapp (Foto: Julie Platner/The New York Times/ hollandse hoogte) Clapp, the Lawyer from Hell, wordt in de New York Times omschreven als een eloquente en koppige man die tijdens onderhandelingen met andere advocaten bij voorkeur een paarse fez draagt. Kevin Drucker, een van de advocaten van een partij 11 die door de Angels gedagvaard wordt, vraagt zich voorafgaande aan zijn ontmoeting met Clapp af of hij zich zorgen moet maken over zijn veiligheid. Dat blijkt niet nodig te zijn. Als ze procederen, dan doen ze dat volgens Drucker netjes. Hells Angels (uncleru / Shutterstock.com) De eerste zaak van Fritz Clapp dateert uit 1992. Hij dagvaart Marvel Comics, die een strip uitbrengt met een Hells Angel als hoofdpersoon. Het geschil wordt beslecht in het voordeel van de Angels. De hoofdpersoon krijgt een andere naam (Dark Angel) en Marvel doneert 35.000 dollar voor een liefdadigheidsfonds voor kinderen. De Dark Angel, destijds inzet van Clapps eerste zaak. De stripfiguur heeft in feite geen gelijkenis met een biker, maar toch won Clapp deze zaak. “Een deel van de strategie is om ‘shockand-awe’-zaken aan te brengen en een helder licht te laten schijnen in de federale rechtbank en de media”, aldus Clapp. “De intentie is niet alleen om de overtreder te bestraffen, maar ook om iedereen ervan te doordringen dat de mer12 ken van de Hells Angels goed bewaakt worden en dat je niet zomaar een inbreuk op die merken kan maken.” Van imago naar merk De motorclub heeft sinds jaar en dag het imago van norse, gespierde mannen in leren vesten en donkere zonnebrillen die korte metten maken met iedereen die hen dwarszit of zonder hun toestemming het ‘death & scull’- logo draagt. Het zijn rebellen met een eigen geritualiseerde broederschap. Het logo (360b / Shutterstock.com) Recent is het merk steeds nadrukkelijker in het vizier gekomen. Nauwgezet beschermt de jurist van de club niet alleen het logo, maar maakt hij in opdracht van de club –juridisch – jacht op allerlei namaakproducten. Het gaat dan niet alleen om T-shirts, koffiemokken en zonnebrillen, maar ook om de letters ‘81’. De ‘8’ staat voor de achtste letter in alfabet (H) en de ‘1’ voor de eerste (A). Zelfs de eigen leden moeten buigen voor het eigendomsrecht. Een lid van de club krijgt toestemming om het logo te gebruiken. Als hij de club verlaat, moet hij die tekens afgeven. Het doodshoofd is exclusief voor de leden, maar niet van de leden. 13
© Copyright 2025 ExpyDoc