AANVULLENDE ALGEMENE VOORWAARDEN ZORG- EN DIENSTVERLENING STICHTING TANTELOUISE-VIVENSIS Bergen op Zoom, januari 2014. Inhoudsopgave Onderdeel Algemene bepalingen Definities Toepasselijkheid algemene voorwaarden Vertegenwoordiging Zorg- en dienstverlening Grondslag Toegang tot en levering van zorg en dienstverlening Aanvullende diensten Toestemming in bijzondere situaties Afspraken betreffende reanimatie en euthanasie Gebruik door de organisatie van gegevens van de cliënt in het kader van controles en inspecties Aanvulling en/of wijziging van de overeenkomst Aanvullende bepalingen Kosten Facturering, betaling en wijziging van de tarieven Aansprakelijkheid Voorwaarden bij BOPZ-verpleging Toestemming en bijzondere situaties BOPZ: dwangbehandeling Middelen en maatregelen in noodsituaties bij de BOPZ Melden bij BOPZ situaties Bewaartermijn bij BOPZ situatie BOPZ-klachtenregeling Wonen en dienstverlening De woonruimte Aanvaarding woonruimte Gebruik woonruimte Onderhoud en gebreken Interne verhuizing Het overplaatsen van cliënten Beëindiging overeenkomst; opzegging Oplevering woonruimte na overlijden of andere redenen Persoonlijke leefsfeer Algemene ruimten en voorzieningen Schade en Vermissingen Maaltijden Schoonmaken woonruimte De was Medewerkers, zorg- en dienstverleners van de zorgaanbieder Algemeen Arbeidsomstandigheden voor medewerkers in de thuiszorg Overmacht Bladzijde 3 4 4 5 5 5 6 6 6 7 7 8 8 9 9 9 9 10 10 10 11 11 12 12 13 13 13 14 14 14 14 14 15 16 17 2 Deze Aanvullende Algemene Voorwaarden zijn een aanvulling op de landelijke Algemene Voorwaarden van ActiZ en BTN. Zij bevatten een verdere praktische uitwerking van de wederzijdse rechten en plichten in de relatie tussen cliënt en zorgaanbieder. Deze voorwaarden zijn in het verleden tussen de stichting en de cliënten overeengekomen en behouden hun geldigheid zolang zij niet strijdig zijn met de nieuwe landelijk geldende voorwaarden. I. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Definities De meest gebruikte definities zijn vermeld in artikel 1 van de landelijke Algemene Voorwaarden. Hieronder zijn enkele aanvullende begripsbepalingen opgenomen. 1. Mentor De door de rechter benoemde vertegenwoordiger die de niet-vermogensrechtelijke belangen van de cliënt waarneemt, in het bijzonder rechtshandelingen in aangelegenheden met betrekking tot verzorging, behandeling, verpleging en begeleiding van de cliënt. 2. Curator De door de rechter benoemde vertegenwoordiger die zowel de vermogens- als de nietvermogensrechtelijke belangen van de cliënt behartigt. 3. Bewindvoerder De door de rechter benoemde vertegenwoordiger die de vermogensrechtelijke belangen van de cliënt behartigt. 4. Cliëntleefplan Dit is de naam die binnen Stichting tanteLouise-Vivensis wordt gebruikt voor het begrip “Zorgleefplan” uit de landelijke Algemene Voorwaarden. 5. Persoonsgebonden budget Een door het zorgkantoor toegekend budget gebaseerd op het indicatiebesluit van de cliënt, waarmee de cliënt de aan hem te verlenen zorg kan inkopen. 6. Zorg in natura Een van het indicatiebesluit afgeleide kostenvergoeding die de zorgaanbieder ontvangt ten behoeve van de aan de cliënt te verlenen hoeveelheid zorg. 7. Wet BOPZ De Wet Bijzondere Opnemingen Psychiatrische Ziekenhuizen. Deze wet regelt de rechtspositie van cliënten die niet vrijwillig zijn opgenomen. Zij zijn met een rechterlijke machtiging, een inbewaringstelling of met een BOPZ-indicatie opgenomen op een BOPZerkende afdeling van een Woonzorgcentrum, dan wel in een psychogeriatrisch verpleeghuis of een kleinschalige verpleeghuisvoorziening. 8. Rechterlijke machtiging Een cliënt die zich verzet tegen opneming of verblijf in een verpleeginrichting als bedoeld in de Wet BOPZ kan alleen na een besluit van de rechter (RM) worden opgenomen of verblijven in die verpleeginrichting. 3 9. Inbewaringstelling Indien een cliënt zich verzet tegen een opname terwijl er een spoedeisend belang is hem direct op te nemen, dan moet de Burgemeester een beslissing nemen tot opname. De beslissing van de Burgemeester wordt inbewaringstelling genoemd. 10. BOPZ-indicatie Het indicatieorgaan beoordeelt of iemand de nodige bereidheid toont tot opname. Indien de opnamecommissie opname noodzakelijk acht en de cliënt geen bereidheid toont tot opname, maar ook geen verzet toont, geeft het indicatieorgaan een BOPZ-indicatie af. Artikel 2. Toepasselijkheid aanvullende algemene voorwaarden 1. Deze aanvullende voorwaarden maken integraal deel uit van elke individuele Zorgleveringsovereenkomst. Zij zijn van toepassing op alle rechtsbetrekkingen waarbij rechtspersonen behorend tot de zorgaanbieder, optreden als (potentiële) leverancier van zorg en diensten van welke aard dan ook. 2. Deze aanvullende voorwaarden zijn geldig totdat de zorgaanbieder gewijzigde of nieuwe aanvullende voorwaarden heeft vastgesteld en haar cliënten op de hoogte heeft gebracht van de daarvoor geldende ingangsdatum. De zorgaanbieder zal voorafgaand aan de vaststelling van gewijzigde of nieuwe Algemene Voorwaarden, conform de vigerende wetgeving advies vragen aan de Centrale Cliëntenraad. 3. Van deze aanvullende voorwaarden kan slechts schriftelijk worden afgeweken. 4. De zorgaanbieder is uit hoofde van wet- en regelgeving verplicht een deugdelijke administratie te voeren. Om hieraan uitvoering te geven is de cliënt gehouden zijn medewerking te geven aan algemene afspraken binnen de werkorganisatie van de zorgaanbieder, over de hiervoor noodzakelijke registratie van gegevens, ook als dit niet nader is omschreven in deze aanvullende voorwaarden. 5. In geval een bepaling uit deze aanvullende voorwaarden strijdig mocht blijken te zijn met het bepaalde in de landelijke Algemene Voorwaarden van ActiZ en BTN, dan zijn deze laatste geldig. Artikel 3. Vertegenwoordiging Indien de cliënt geen vertegenwoordiger heeft aangewezen en er geen mentor of curator is aangesteld, dan kan in aangelegenheden die betrekking hebben op de zorgverlening de echtgenoot of andere levensgezel als vertegenwoordiger optreden. Ontbreekt een echtgenoot of andere levensgezel of wenst deze niet als zodanig op te treden, dan treedt een ouder, kind, broer of zuster van de cliënt als vertegenwoordiger op. Ontbreken ook zij of wensen zij niet als zodanig op te treden dan zal de zorgaanbieder de familie verzoeken om de kantonrechter een mentor aan te laten stellen. Indien er geen familie is of zij dit niet wenst te doen, dan kan de zorgaanbieder zelf een verzoek indienen om een mentor aan te laten stellen. 4 II. ZORG- EN DIENSTVERLENING Artikel 4. Grondslag De zorg van de zorgaanbieder is gebaseerd op de volgende wettelijke regelingen: - de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ); - de Zorgverzekeringswet (Zvw); - het Besluit Zorgaanspraken; - het Zorgindicatiebesluit; - de beleidsregels van de NZa (Nederlandse Zorgautoriteit). Deze wettelijke voorschriften, indien en voor zover van toepassing, bepalen de aard en de omvang van de verstrekking aan cliënten, alsmede de hoogte van de eigen bijdrage. De diensten van de zorgaanbieder worden tevens verleend conform overige van toepassing zijnde wet- en regelgeving, zoals de: - Wet inzake de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO); - Kwaliteitswet Zorginstellingen (KWZ); - Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ); - Wet Klachtrecht Cliënten Zorginstellingen (WKCZ); - Wet Bijzondere Opneming Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ); - Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP); - Wet Arbeidsomstandigheden (ARBO); - Wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG); - CAO Verpleging, Verzorging, Thuiszorg. Indien van overheidswege andere of nieuwe regelgeving met betrekking tot de door de zorgaanbieder geleverde zorg en diensten wordt voorgeschreven, of nadere aanwijzingen worden gegeven door de Inspectie voor de Gezondheidszorg, wordt deze regelgeving geacht mede de basis te vormen voor de zorg- en dienstverlening. Voor zorg met verblijf is nadrukkelijk van toepassing de meest recente versie van het door het College voor Zorgverzekeringen (CvZ) in juni 2009 uitgegeven overzicht van AWBZverstrekkingen: “Daar hebt u recht op in een AWBZ-instelling”. Artikel 5. Toegang tot en levering van zorg en dienstverlening 1. De toegang tot wettelijk verzekerde zorg wordt verkregen met een geldig indicatiebesluit voor AWBZ-zorg of een machtiging voor eerstelijnszorg uit de ZVW. 2. De zorgaanbieder levert AWBZ-zorg op basis van het indicatiebesluit en het met de cliënt overeen te komen cliëntleefplan, conform wettelijke bepalingen, landelijke regelgeving en in de branche geldende normen. 3. De zorgaanbieder levert ook particuliere zorg die buiten enige wettelijke verzekering met de cliënt wordt overeengekomen, al dan niet in combinatie met wettelijk verzekerde zorg. Artikel 6. Beschikbaarheid zorg en dienstverlening 1. De toewijzing van de zorg wordt enerzijds begrensd door het indicatiebesluit en anderzijds door de op dat moment beschikbare plaatsen en medewerkers. De zorgaanbieder verplicht zich er naar te streven dat personele beperkingen zo min mogelijk voor komen. Indien de vraag naar zorg de capaciteit van tanteLouise-Vivensis overtreft, wordt een wachtlijst gehanteerd. De zorgaanbieder is verantwoordelijk voor het organiseren van overbruggingszorg voor cliënten op de wachtlijst. 5 2. Waar dat geïndiceerd is, garandeert de zorgaanbieder voor persoonlijke verzorging en verpleging 24-uurs bereikbaarheid en beschikbaarheid gedurende zeven dagen per week. 3. Afspraken betreffende verpleging, verzorging en begeleiding in de thuiszorg en geplande deelname aan dagactiviteiten in één der zorglocaties, dienen uiterlijk 24 uur voor de aanvang door de cliënt te worden afgemeld. Indien dit niet tijdig gebeurt, wordt de geplande tijd in rekening gebracht. Artikel 7. Toestemming in bijzondere situaties 1. Indien zich tussentijds ontwikkelingen of gebeurtenissen voordoen die zorghandelingen noodzakelijk maken die niet in het cliëntleefplan zijn opgenomen, is daarvoor de gerichte toestemming van de cliënt of ingeval van wilsonbekwaamheid diens vertegenwoordiger vereist. 2. Als een cliënt een zorghandeling weigert wordt deze niet uitgevoerd, behoudens het bepaalde in lid 3 en 4. 3. In een noodsituatie kan een zorghandeling die niet in het cliëntleefplan is opgenomen zonder toestemming van de cliënt worden verricht, indien: a. deze niet in staat is de toestemming te verlenen; b. evenmin tijdig de toestemming van zijn vertegenwoordiger kan worden verkregen; c. de handeling strikt noodzakelijk is om ernstig nadeel voor de cliënt te voorkomen; en d. onmiddellijk tot deze handeling moet worden overgegaan. 4. Indien een cliënt zich verzet tegen een zorghandeling die in het cliëntleefplan is opgenomen, mag deze handeling uitsluitend worden uitgevoerd, indien: a. de cliënt ter zake niet in staat is tot een redelijke belangenafweging (hij is wilsonbekwaam); b. er is toestemming voor de betreffende handeling van diens vertegenwoordiger; c. het gaat om een handeling van ingrijpende aard; d. de handeling is strikt noodzakelijk om ernstig nadeel voor de cliënt te voorkomen. Artikel 8. Afspraken betreffende reanimatie en euthanasie De zorgaanbieder heeft beleid vastgesteld ter zake reanimatie en euthanasie. Tussen de zorgaanbieder en de cliënt kunnen afspraken worden gemaakt betreffende de wensen van de cliënt op het gebied van reanimatie en euthanasie, in geval de zorgaanbieder verantwoordelijk is voor de medische behandeling van de cliënt; afspraken hierover kunnen dan worden gemaakt met de behandelend specialist ouderengeneeskunde die de cliënt hierover uitvoerig uitleg kan geven. In geval de eigen huisarts van de cliënt verantwoordelijk is voor de medische behandeling van de cliënt, moeten de afspraken worden gemaakt tussen de huisarts en de cliënt. Zorgaanbieder dient door de cliënt op de hoogte te worden gebracht van de gemaakte afspraken. Artikel 9. Gebruik door de organisatie van gegevens van de cliënt in het kader van controles en inspecties. 6 De zorgaanbieder is verplicht jaarlijks de kwaliteit van de zorg te meten (Kwaliteitskader Normen voor Verantwoorde Zorg). Hiertoe wordt o.a. het cliëntleefplan gebruikt. De gegevens van de metingen van zorginhoudelijke indicatoren worden gebruikt voor interne kwaliteitsverbetering. De zorgaanbieder zal uw gegevens alleen geanonimiseerd doorleveren aan derden. Dit geldt voor de thuiszorg. In de verpleeghuizen en de zorgcentra geldt bovendien het volgende: Hier vindt meting plaats van een aantal zorginhoudelijke indicatoren (o.a. huidletsel, voedingstoestand, depressieve verschijnselen, incontinentie en probleemgedrag). Zorgaanbieder gaat ervan uit dat cliënt – onder de nadrukkelijke voorwaarde dat zorgaanbieder hier alle zorgvuldigheidseisen in acht neemt – toestemming geeft voor het gebruik van zijn gegevens in het kader van verplicht gestelde metingen, controles en extern toezicht. Wanneer de cliënt aangeeft hiervoor geen toestemming te willen geven, wordt dit op zijn verzoek expliciet vastgelegd in zijn cliëntleefplan. Het betreft hier de volgende zaken: - regelmatige materiële controles door het Zorgkantoor voor de AWBZ, waarbij via controles van een aantal dossiers wordt nagegaan of de door de instelling in rekening gebrachte kosten terecht zijn, - algemeen toezicht door de Inspectie voor de Volksgezondheid in het kader van o..a. het opsporen van medische risico’s in instellingen. Artikel 10. Aanvulling en/of wijziging overeenkomst 1. Een overeenkomst kan worden aangevuld en/of gewijzigd op initiatief van de cliënt of op initiatief van de zorgaanbieder. Een aanvulling of wijziging is alleen mogelijk indien daarover overeenstemming is bereikt tussen de cliënt en de zorgaanbieder. Overeengekomen aanvullingen/wijzigingen worden met vermelding van de datum van inwerkingtreding als bijlage aan de Zorgleveringsovereenkomst gehecht. Een bijlage is alleen rechtsgeldig wanneer deze is ondertekend door beide partijen. 2. Indien en voor zover wettelijke bepalingen en/of landelijke regelgeving dat noodzakelijk maken, is de zorgaanbieder - in afwijking van het bepaalde in lid 1 - gerechtigd eenzijdig de overeenkomst te wijzigen. De zorgaanbieder informeert de cliënt zo spoedig mogelijk over de wijzigingen en legt deze vast in een aan de zorgleveringsovereenkomst te hechten bijlage. 3. Onder bepaalde omstandigheden, zoals het verhuizen naar een andere locatie dan wel het overgaan van thuiszorg naar zorg met verblijf of vice versa, of van dagverzorging of – behandeling naar een andere vorm van zorg, zal tussen de cliënt en de zorgaanbieder een nieuwe overeenkomst worden afgesloten. III. AANVULLENDE BEPALINGEN Artikel 11. Kosten 1. De zorgaanbieder informeert de cliënt over de eigen bijdrageregeling in de AWBZ en de praktische gang van zaken daarbij (rol CAK). 2. de zorgaanbieder brengt de cliënt uitsluitend de kosten in rekening voor zorg, service en dienstverlening die niet AWBZ -geïndiceerd is. 7 3. Indien cliëntgebonden financiering aan de zorgaanbieder vanwege de rijksoverheid, weten regelgeving of door het beleid van het zorgkantoor verandert, worden de meerkosten van deze verandering doorbelast aan de cliënt of diens vertegenwoordiger. 4. Als kleinste eenheid voor in rekening te brengen tijdsinzet van medewerkers in de thuiszorg hanteert de zorgaanbieder 15 minuten. 5. De zorgaanbieder informeert de cliënt vooraf over prijzen en tarieven. De zorgaanbieder is gerechtigd zijn tarieven jaarlijks te verhogen overeenkomstig het jaarlijkse door het CBS gepubliceerde consumentenprijsindexcijfer CPI Alle Huishoudens (2006=100). De zorgaanbieder draagt zorg voor tijdige berichtgeving over prijs- en tariefwijzigingen. 6. Bij kostenstijgingen waarin niet kon worden voorzien, kunnen tarieven zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd, mits niet strijdig met richtlijnen van de overheid. Een cliënt die niet akkoord gaat met een dergelijke verhoging, is gerechtigd de overeenkomst te ontbinden. Artikel 12. Facturering, betaling en wijziging van de tarieven 1. De kosten van de aanvullende diensten worden door de zorgaanbieder door middel van een automatische incasso geïncasseerd. De cliënt zal de zorgaanbieder daartoe machtigen. Hierbij geldt dat de zorgaanbieder minimaal eenmaal per drie maanden een overzicht verstuurt van de in rekening gebrachte kosten. 2. Mocht de cliënt afwijken van betaling via automatische incasso zoals beschreven in lid 1 van dit artikel, dan dient de cliënt op basis van de toegestuurde rekening binnen 14 dagen te betalen. In dat geval is de zorgaanbieder gerechtigd administratiekosten in rekening te brengen. 3. De zorgaanbieder zal de door de cliënt verschuldigde kosten in beginsel 1 maal per maand / 1 maal per 4 weken over de onmiddellijk daaraan voorafgaande periode van een kalendermaand / 4 weken aan de cliënt factureren, voorzien van een deugdelijke specificatie. 4. Betaling van de facturen van de zorgaanbieder dient in ieder geval – zonder enige korting, opschorting, of verrekening – plaats te vinden binnen 14 dagen na factuurdatum. Bezwaren van de cliënt dienen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 14 dagen na factuurdatum schriftelijk en gemotiveerd aan zorgaanbieder kenbaar te worden gemaakt, onder betaling van het nietbetwiste gedeelte van de factuur. 5. Indien de cliënt niet tijdig aan zijn betalingsverplichtingen voldoet, is hij met ingang van de vervaldatum van de desbetreffende factuur van rechtswege in verzuim. Vanaf dat moment is hij tevens de wettelijke rente verschuldigd over het bruto factuurbedrag, waarbij een gedeelte van de maand voor een hele maand wordt gerekend. Daarnaast is de cliënt in dat geval gehouden de gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten te vergoeden, welke worden vastgesteld op 15% van het te incasseren bedrag, met een minimum van € 175,-. Artikel 13. Aansprakelijkheid 1. De zorgaanbieder is aansprakelijk voor schade die de cliënt lijdt als gevolg van een toerekenbare tekortkoming van de zorgaanbieder in de uitvoering van deze zorgleveringsovereenkomst. 8 2. De cliënt is aansprakelijk voor schade die de zorgaanbieder lijdt als gevolg van een toerekenbare tekortkoming van de cliënt in de uitvoering van deze zorgleveringsovereenkomst. IV. VOORWAARDEN BIJ BOPZ-VERPLEGING Artikel 14. Toestemming en bijzondere situaties BOPZ: dwangbehandeling 1. Indien de cliënt zich verzet tegen een behandeling waarvoor hijzelf of de vertegenwoordiger toestemming heeft gegeven, mag die behandeling alleen uitgevoerd worden indien dit volstrekt noodzakelijk is om gevaar voor de cliënt of voor anderen te voorkomen. 2. Het gevaar, zoals genoemd in lid 1. van dit artikel, moet voortvloeien uit de stoornis waarvoor de cliënt opgenomen is. Artikel 15. Middelen of maatregelen in noodsituaties bij de BOPZ 1. Indien zich een tijdelijke noodsituatie voordoet, waarin het cliëntleefplan niet voorziet, kunnen middelen of maatregelen toegepast worden. 2. Het besluit om middelen of maatregelen, zoals bedoeld in artikel 14.1, toe te passen wordt door de specialist ouderengeneeskunde genomen. Bij de besluitvorming wordt telkens een afweging gemaakt tussen de risico’s die de cliënt loopt wanneer geen middelen of maatregelen worden toegepast en de beperkingen die de cliënt ondervindt indien wel toepassing plaatsvindt. 3. De middelen of maatregelen zoals bedoeld in artikel 14.1 kunnen maximaal zeven dagen worden toegepast. Is toepassing langer nodig dan dient in deze zeven dagen het cliëntleefplan in overleg met de cliënt of zijn vertegenwoordiger te worden bijgesteld. 4. De door de zorgaanbieder als verantwoordelijke voor de BOPZ aangestelde arts, draagt er zorg voor dat er een register wordt ingericht waarin elke maatregel of middel wordt opgenomen. Artikel 16. Melden bij BOPZ situaties 1. De zorgaanbieder draagt er zorg voor dat – uiterlijk bij aanvang – de toepassing van de dwangbehandeling wordt gemeld bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg. De toepassing van de dwangbehandeling moet na aanvang eveneens worden gemeld bij de vertegenwoordiger. De zorgaanbieder draagt er zorg voor dat de beëindiging van de toepassing van de dwangbehandeling wordt gemeld bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg en bij de vertegenwoordiger. 2. De zorgaanbieder draagt er zorg voor dat de toepassing van een middel of maatregel direct na aanvang van de toepassing gemeld wordt bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de vertegenwoordiger. Artikel 17. Bewaartermijn bij BOPZ situatie 9 1. De instelling bewaart de gegevens gedurende 5 jaar na beëindiging van de opname/behandeling in het kader van de wet BOPZ. Gedurende deze 5 jaren hebben patiënten geen vernietigingsrecht. 2. Wanneer de zorgaanbieder uit het oogpunt van een goede hulpverlening een dossier langer dan 5 jaar wil bewaren, moet hij dit echter toch vernietigen, als hij een daartoe strekkend verzoek van de cliënt krijgt. Artikel 18. BOPZ- klachtenregeling De klachten die betrekking hebben op onderstaande punten vallen onder de BOPZklachtenregeling: a. de beslissing dat de cliënt niet in staat is om zijn wil met betrekking tot de voorgestelde behandeling te bepalen (wilsonbekwaamheidsbepaling); b. toepassing van middelen of maatregelen in noodsituaties; c. toepassing van één van de maatregelen die in artikel 40 BOPZ worden beschreven; d. toepassing van dwangbehandeling; e. het niet uitvoeren van het overeengekomen cliëntleefplan. V. WONEN EN DIENSTVERLENING Artikel 19. De woonruimte Verblijf in een Woonzorgcentrum of een Verpleeghuisvoorziening met éénpersoonskamers 1. Gedurende de duur van de overeenkomst heeft de cliënt het exclusieve gebruiksrecht van het appartement / de kamer c.q. de woning. 2. De zorgaanbieder stelt aan de cliënt inventarisgoederen ter beschikking zoals vermeld op de inventarislijst. Deze maakt onderdeel uit van de Zorgleveringsovereenkomst. 3. De cliënt zal het appartement c.q. de woning of de kamer en de op de lijst vermelde inventarisgoederen gebruiken overeenkomstig hun bestemming. Verblijf in een verpleeghuis met meerpersoonskamers 4. De zorgaanbieder stelt een (verpleegplaats op een) kamer ter beschikking die gestoffeerd is. De kamer is standaard voorzien van een hoog/laag bed en een kledingkast. 5. De cliënt zal de kamer, het meubilair en de stoffering gebruiken overeenkomstig hun bestemming. Artikel 20. Aanvaarding woonruimte Verblijf in een Woonzorgcentrum of een Verpleeghuisvoorziening met éénpersoonskamers 1. De zorgaanbieder levert een appartement c.q. woning op die bij ingebruikname door de cliënt in goede staat verkeert en zorgt ervoor dat de daarin aanwezige voorzieningen naar 10 behoren functioneren. Onder goede staat wordt onder meer verstaan dat het appartement c.q. de woning in een neutrale kleur geschilderd of behangen wordt opgeleverd, dat grote gaten zijn gerepareerd en dat de inventaris naar behoren functioneert. Onder “goede staat” wordt niet verstaan dat voor elke nieuwe cliënt opnieuw gewit of behangen wordt. 2. De kosten van het (aanvullend) stofferen van het appartement c.q. de woning zijn voor rekening van de cliënt. 3. Na aanvaarding en ingebruikname van het appartement / de kamer c.q. de woning komen de kosten voor het schilderen en behangen, voor rekening van de cliënt. Deze werkzaamheden kunnen ook door de zorgaanbieder, voor rekening van de cliënt uitgevoerd worden. Voor aanvang van de werkzaamheden worden de kosten afgestemd met de cliënt. Verblijf in een verpleeghuis met meerpersoonskamers 4. De zorgaanbieder levert een (verpleegplaats op een) kamer op die bij ingebruikname door de cliënt in goede staat verkeert en zorgt ervoor dat de daarin aanwezige voorzieningen naar behoren functioneren. Onder goede staat wordt onder meer verstaan dat de kamer in een neutrale kleur geschilderd of behangen wordt opgeleverd, dat grote gaten zijn gerepareerd en dat de inventaris naar behoren functioneert. Onder “goede staat” wordt niet verstaan dat voor elke nieuwe cliënt opnieuw gewit of behangen wordt. Artikel 21. Gebruik woonruimte 1. De medewerkers van de zorgaanbieder zijn uitsluitend gerechtigd de woonruimte te betreden met toestemming van de cliënt of partner. Deze toestemming is echter niet nodig wanneer het om redenen van veiligheid of gezondheid noodzakelijk is om de woonruimte te betreden. 2. Het is de cliënt niet toegestaan de woonruimte zonder schriftelijke toestemming van zorgaanbieder tijdelijk of duurzaam aan derden in gebruik te geven onder welke titel dan ook. 3. Het is de cliënt niet toegestaan (bouwkundige) wijzigingen in of aan de woonruimte aan te brengen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de zorgaanbieder. De zorgaanbieder kan voorwaarden stellen aan zijn toestemming. Artikel 22. Onderhoud en gebreken 1. De zorgaanbieder is verantwoordelijk voor het onderhoud en herstelwerk aan de woonruimte, de aanwezige voorzieningen en de beschikbaar gestelde inventaris. De kosten voor het onderhoud en herstelwerk zijn voor rekening van de zorgaanbieder. 2. De cliënt is verplicht het uitvoeren van noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden toe te staan. De zorgaanbieder houdt bij de uitvoering van deze werkzaamheden zoveel mogelijk rekening met de wensen van de cliënt. 3. Indien herstelwerk noodzakelijk is ten gevolge van grove schuld of opzet van de cliënt is de zorgaanbieder gerechtigd de door hem in redelijkheid gemaakte kosten van herstel of vervanging aan de cliënt in rekening te brengen. 11 4. Wanneer de zorgaanbieder zijn verplichtingen op grond van dit artikel niet tijdig nakomt, is de cliënt bevoegd de in lid 1 genoemde werkzaamheden voor rekening van de zorgaanbieder te laten uitvoeren. De cliënt moet daarbij eerst de zorgaanbieder schriftelijk in gebreke stellen en hem een redelijke termijn gunnen om de werkzaamheden alsnog uit te voeren. Indien de cliënt en de zorgaanbieder een verschil van inzicht hebben over de noodzaak van de werkzaamheden dient de cliënt dit volgens de klachtenregeling van de zorgaanbieder aanhangig te maken. 5. Indien een cliënt in zijn kamer of appartement tussentijds schilder- en behangwerk wil laten verrichten is dat voor zijn rekening. Bij onafgebroken bewoning van eenzelfde kamer of appartement door eenzelfde cliënt gedurende een periode langer dan 10 jaren, zal de zorgaanbieder de kosten van schilder- en behangwerk dragen. Vervanging van stoffering is voor rekening van de cliënt, tenzij dit op advies van de organisatie dient te gebeuren. Artikel 23. Interne verhuizing 1. De zorgaanbieder biedt de cliënt, indien deze hiertoe het initiatief neemt, waar mogelijk de gelegenheid om te verhuizen naar een vrijkomende woonruimte. Wanneer de cliënt van deze mogelijkheid gebruik maakt, is artikel 19 van toepassing. De verhuizing is voor rekening van de cliënt. De zorgovereenkomst wordt in overeenstemming hiermee aangepast. 2.De zorgaanbieder kan de cliënt andere woonruimte aanbieden, wanneer hij de woonruimte die de cliënt ter beschikking is gesteld dringend nodig heeft voor andere doeleinden. Een aanbod van andere woonruimte is een voorstel tot wijziging van de overeenkomst zoals bedoeld in artikel 9. 3. De kosten van een verhuizing op initiatief van de zorgaanbieder komen voor rekening van de zorgaanbieder. Onder de kosten van verhuizing vallen in dit verband de redelijke kosten van het verhuizen van eigendommen en het opknappen c.q. de stoffering van de nieuwe woonruimte. Onder de kosten van verhuizing vallen ook de redelijke kosten van het in de nieuwe woonruimte aanbrengen van hulpmiddelen die op basis van de indicatie of het cliëntleefplan voor de cliënt noodzakelijk zijn. Artikel 24. Het overplaatsen van cliënten 1. Onder bepaalde omstandigheden kan het wenselijk dan wel noodzakelijk zijn een cliënt over te plaatsen: - overplaatsing van een cliënt van thuiszorg naar verpleeghuis en van verzorgingshuis naar verpleeghuis gebeurt altijd aan de hand van volgende criteria: indicatie behandeling noodzakelijk; regelmatig1, intensief2 of verplicht toezicht noodzakelijk; palliatieve/terminale fase; psychiatrische/psychogeriatrische problematiek; ernstige gedragsstoornissen en/of forensische problematiek; grote lichamelijke beperkingen / intensieve zorg (coma, beademing); aangewezenheid op niet-planbare zorg; 1 2 Regelmatig toezicht: meerdere malen per dag monitoren. Intensief toezicht: continue aanwezigheid en toezicht van medewerkers. 12 vraag voor revalidatie. - van revalidatie naar chronische afdeling: een onderzoek door een medisch specialist (specialist ouderengeneeskunde, revalidatiearts) is noodzakelijk. - van somatisch naar psychogeriatrisch: een onderzoek door de psycholoog is noodzakelijk. - overplaatsing om andere redenen is aan de orde wanneer: - de cliënt zich zodanig gedraagt dat medecliënten of medewerkers daar ernstige hinder van ondervinden, zoals bij agressief en/of (seksueel) intimiderend, onaanvaardbaar gedrag en/of alcohol- of drugsmisbruik; - door de voor de zorg verantwoordelijke leidinggevende aan de cliënt en/of de vertegenwoordiger wordt aangegeven dat de kwaliteit van zorg en/of de persoonlijke veiligheid of die van anderen niet langer gewaarborgd is binnen de gegeven verblijfsomstandigheden; de cliënt dient mee te werken aan het zoeken naar een andere, passende woonvorm en de aanvraag voor een herindicatie door het indicatieorgaan te ondersteunen. De zorgovereenkomst waarvan deze Algemene Voorwaarden onderdeel uit maken wordt in dat geval ontbonden; - één van de cliënten vertrekt uit een tweepersoons appartement of overlijdt. Dw zorgaanbieder kan de achterblijvende cliënt zodra zich hiertoe de mogelijkheid voordoet, een vrijkomend éénpersoonsappartement aanbieden. Zorgaanbieder neemt hierbij een opzegtermijn van één maand in acht. Indien de cliënt niet bereid is zijn medewerking te verlenen aan een interne verhuizing, kan zorgaanbieder de overeenkomst opzeggen. In dat geval geschiedt de opzegging tegen de eerste dag van de maand. 2. Bij partneropname op een tweepersoons appartement geldt dat de cliënt en diens partner akkoord gaan met de regeling dat bij overlijden of vertrek van een van de partners, de overblijvende partner verplicht is – zodra passende woonruimte beschikbaar komt bij de zorgaanbieder – binnen een maand te verhuizen naar een ander appartement binnen de betreffende instelling. Artikel 25. Oplevering woonruimte na overlijden of om andere redenen 1. Bij overlijden van de cliënt zal de zorgaanbieder de sleutel van de woonruimte innemen en deze afsluiten. Het familielid of de relatie die bij opname van de cliënt is aangewezen als eerste contactpersoon voor de cliënt (en aan wie eventueel bij de opname al een reservesleutel van de ruimte is overhandigd), heeft toegang tot de verblijfsruimte van de cliënt, tenzij dit vanwege bijzondere omstandigheden door een notaris anders wordt geregeld. 2. Bij beëindiging van de overeenkomst is de cliënt verantwoordelijk voor het herstellen en terugbrengen van de woonruimte in de oorspronkelijke staat. Deze werkzaamheden kunnen ook door de zorgaanbieder uitgevoerd worden. Voor aanvang van de werkzaamheden worden de kosten afgestemd met de cliënt. Artikel 26. Persoonlijke levenssfeer 1. De zorgaanbieder schept zodanige voorwaarden dat de keuzemogelijkheden voor de cliënt ten aanzien van zijn eigen leefsituatie zo ruim zijn als redelijkerwijs mogelijk is. 2. De zorgaanbieder respecteert en beschermt de autonomie en de persoonlijke levenssfeer van de cliënt. 13 Artikel 27. Algemene ruimten en voorzieningen 1. De cliënt is gerechtigd tot een zodanig gebruik van algemene ruimten en overige algemene voorzieningen als waarvoor deze bestemd zijn. Artikel 28. Schade en vermissingen 1. De zorgaanbieder neemt geen verantwoordelijkheid bij vermissingen en / of beschadigingen aan eigendommen van haar cliënten, waarvan niet kan worden aangetoond dat deze door medewerkers of vrijwilligers van de zorgaanbieder zijn veroorzaakt. Ook in het geval van aantoonbare schade of vermissing, veroorzaakt door een medewerker of vrijwilliger, geldt een eigen risico voor de cliënt van € 50,--. De zorgaanbieder doet er alles aan om schade aan om vermissingen van eigendommen van cliënten te voorkomen. Artikel 29. Maaltijden 1. De zorgaanbieder verstrekt de cliënt dagelijks de gebruikelijke voeding: drie maaltijden per dag en voldoende drinken zoals koffie, thee en frisdranken. De zorgaanbieder zorgt ook voor fruit en tussendoortjes; de voeding voldoet aan eisen voor gezonde voeding zoals bijvoorbeeld het Voedingscentrum die stelt. 2. De zorgaanbieder overlegt met de cliëntenraad welk eten wordt gegeven en maakt afspraken over de wijze en plaats van serveren van de maaltijden. 3. Indien de cliënt en de zorgaanbieder overeenkomen dat de cliënt zelf de broodmaaltijd verzorgt, ontvangt de cliënt daarvoor een vergoeding. Deze vergoeding gaat in met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de cliënt zijn wensen kenbaar heeft gemaakt. 4. De zorgaanbieder zorgt voor een dieet dat medisch noodzakelijk is vanwege een ziekte of aandoening. Ook medisch noodzakelijke dieetproducten die niet op grond van de Zorgverzekeringswet worden vergoed, worden door de zorgaanbieder verstrekt. Een cliënt kan de zorgaanbieder vragen om een niet medisch noodzakelijk dieet of aangepaste voeding te verzorgen. De zorgaanbieder is echter niet verplicht deze te verstrekken. Dergelijke voeding komt altijd voor rekening van de cliënt. De kosten hiervoor worden aan de cliënt in rekening gebracht als deze de reguliere, gemiddelde voedingskosten te boven gaan. Artikel 30. De was 1. De zorgaanbieder biedt aan zijn cliënten de mogelijkheid de kleding te laten wassen tegen een realistische kostprijs. 2. De cliënt betaalt zelf de werkelijke kosten voor het wassen, drogen, strijken en stomen van zijn kleding, evenals voor het verplicht aanbrengen van naamlabels in de kleding. Het stomen en chemisch reinigen van wasgoed is altijd voor rekening van de cliënt. 3. Wanneer de kleding extra vaak moet worden gewassen ten gevolge van een ziekte of aandoening en er dus sprake is van een structureel verhoogde wasfrequentie, komt dit voor rekening van de zorgaanbieder. Met extra wassen wordt bedoeld: onderkleding, overhemden en shirts meer dan één keer per dag; overige kleding vrijwel iedere dag. 14 4. De zorgaanbieder betaalt de kosten voor het wassen, drogen en strijken van alle platgoed zoals beddengoed, handdoeken, washandjes en theedoeken 5. Wanneer de cliënt er voor kiest de was van de kleding zelf te verzorgen (bijvoorbeeld door familie), zal de zorgaanbieder die mogelijkheid bieden en dit opnemen in de zorgleveringsovereenkomst. De cliënt (of zijn familie) is dan volledig verantwoordelijk voor deze was. Eventuele meerkosten wegens extra vervuiling komen ten laste van de zorgaanbieder. De zorgaanbieder maakt met de Cliëntenraad afspraken over de manier waarop dit wordt uitgevoerd. 6. Voor de cliënt die vòòr 01-01-2009 is opgenomen in een Woonzorgcentrum, blijft de regeling van toepassing die met hem in de zorgleveringsovereenkomst is vastgelegd: de zorgaanbieder betaalt de cliënt een bedrag voor de kosten voor het wassen, drogen en strijken van zijn kleding. VI. MEDEWERKERS, ZORG- EN DIENSTVERLENERS VAN DE ZORGAANBIEDER Artikel 31. Algemeen 1. De zorgaanbieder werft en selecteert de medewerkers die bij de zorg- en dienstverlening aan de cliënt worden ingezet. 2. De zorgaanbieder verplicht zich tot het inzetten van voldoende gekwalificeerde medewerkers die regelmatig op deskundigheid worden bijgeschoold. 3. Het deskundigheidsniveau van medewerkers wordt zoveel mogelijk afgestemd op de zorgbehoefte van de cliënt. 4. Bij zorgverlening door stagiaires of leerlingen vindt steeds begeleiding plaats door gediplomeerde medewerkers. 5. Voor alle medewerkers is een gedragsstatuut (samengevat in ‘gouden regels’) van toepassing die richting geeft aan het handelen in de praktijk. De code is gebaseerd op de doelstelling en missie van de zorgaanbieder. 6. De zorgaanbieder tolereert geen discriminatie op basis van leeftijd, levensovertuiging/religie, seksuele geaardheid, huidskleur of geslacht. Dit geldt zowel voor cliënten als medewerkers. De zorgaanbieder gaat ervan uit dat zowel medewerkers als cliënten zich gedragen naar algemeen aanvaarde gedragsnormen. Als door medewerkers deze gedragsnormen niet in acht worden genomen (bijvoorbeeld in de vorm van agressie, geweld, discriminatie, vooroordelen, seksuele intimidatie) kan de cliënt een klacht indienen. Hiervoor wordt een klachtenregeling gehanteerd. Als door de cliënt de normen niet in acht worden genomen, kan de zorgaanbieder de zorgen dienstverlening beëindigen en de overeenkomst met de cliënt opzeggen. Artikel 32. Arbeidsomstandigheden voor medewerkers in de thuiszorg 1. De zorgaanbieder stelt voorwaarden aan de omstandigheden waaronder de medewerkers hun werkzaamheden verrichten, dus ook indien een zorgverlener bij de cliënt thuis werkt. 15 Deze voorwaarden betreffen o.a. veiligheid, hygiëne, lichamelijke belasting, werkmateriaal, de inrichting, voorzieningen (gas, elektra, verwarming, water) en roken. Bij onveilige, ongewenste of ongezonde arbeidsomstandigheden bij de cliënt kan de aanbieder besluiten de zorg te weigeren. 2. De medewerkers verrichten hun werkzaamheden op ergonomisch verantwoorde wijze. Deze werkwijze is gebaseerd op de normen uit de Arbeidsomstandighedenwet (Arbo-wet). Om lichamelijke klachten van medewerkers te voorkomen is met name het volgende nodig: - bij het helpen op bed moet het bed op heuphoogte (kunnen) worden ingesteld; - bij het helpen op bed moet de cliënt aan beide kanten van het bed vanaf armlengte bereikbaar zijn; - in de kamer of douche moet voldoende bewegingsruimte aanwezig zijn om verzorgende handelingen verantwoord uit te kunnen voeren; - bij werkzaamheden onder heuphoogte of boven schouderhoogte kunnen per situatie aanpassingen nodig zijn. - om de cliënt te kunnen tillen kan het nodig zijn dat hulpmiddelen voor het tillen (tilliften) geleend of gehuurd moeten worden dan wel dat de mantelzorg gevraagd wordt te assisteren; - het gebruik van eigen hulpmiddelen of bij een andere organisatie dan die van de aanbieder gehuurde dan wel geleende hulpmiddelen geschiedt voor risico en rekening van de cliënt; - daarnaast is de cliënt verantwoordelijk voor het regelmatige onderhoud van de betreffende hulpmiddelen, waarbij de zorgaanbieder adviseert een onderhoudscontract af te sluiten. 3. De medewerkers werken op basis van hygiënerichtlijnen van de zorgaanbieder. 4. In geval een medewerker zich bedreigd voelt door een huisdier zal in overleg met de cliënt naar een bevredigende oplossing voor het uitvoeren van de werkzaamheden gestreefd worden. 5. Tussen de cliënt en de medewerker worden redelijke afspraken gemaakt met betrekking tot eten, roken (ook door de cliënt) en het gebruik van telefoon. 6. Wanneer de cliënt een medewerker gebruik laat maken van een vervoermiddel (fiets auto), dan dient de cliënt de verzekeringsvoorwaarden te raadplegen bij gebruik door derden. Eventuele schade kan niet op de medewerker of op onze organisatie worden verhaald. 7. Het kan niet van een medewerker worden gevraagd zijn eigen vervoermiddel in te zetten voor vervoer van de cliënt of derden, of een vervoermiddel van de cliënt te besturen. Als de cliënt is aangewezen op vervoer door derden dient dit te gebeuren door mantelzorgers dan wel te worden geregeld door middel van één van de vele vervoersvoorzieningen voor zieken en gehandicapten. 8. Het is de medewerkers van de zorgaanbieder niet toegestaan met een pinpas van de cliënt geld af te halen. Artikel 33. Overmacht 1. In alle gevallen van overmacht, met inbegrip van ziekte van medewerkers en/of andere medewerkers, van epidemie, brand, extreme weersomstandigheden, staking en uitsluiting, bedrijfsstoringen, overheidsbesluiten en overheidsmaatregelen, beslagleggingen van welke aard dan ook, oorlog(sgevaar), staat van beleg en dergelijke, zal de zorgaanbieder de te 16 verlenen zorg en diensten in overleg met de cliënt aanpassen, dan wel het cliëntleefplan zonder rechterlijke tussenkomst geheel of gedeeltelijk mogen ontbinden, zonder dat dit tot schadeplichtigheid van de zorgaanbieder jegens de cliënt zal kunnen leiden. 2. Daar waar de situatie van overmacht het toelaat met de cliënt contact op te nemen, wordt deze tijdig geïnformeerd over de afwijking en de geschatte duur ervan. De zorg- en dienstverlening wordt zo snel mogelijk, conform het cliëntleefplan, hervat. 17
© Copyright 2024 ExpyDoc