310446 (1.8 MB) - TU Delft Institutional Repository

J U N I 2014
i;llT.1llU^arlct
Exploitatieversehil woningbouw inzichtelijk gemaakt
In de stad bouwen of daarbuiten?
Het binnenstedelijk b o u w e n van w o n i n gen is duurder dan b o u w e n op uitleglocaties en levert per w o n i n g minder op.
Hoeveel p r e c i e s is nu inzichtelijk gemaakt. V e r r a s s e n d is dat de k o s t e n elkaar w e i n i g ontlopen en dat, per m^
o p b r e n g s t , binnenstedelijk gebied het
w i n t v a n uitleglocaties.
Dirk D u b b e l i n g
Wat is nu eigenlijk precies iiet verschiil in kosten en opbrengsten
tussen nieuwbouw van woningen in binnenstedelijk gebied en
nieuwbouw van woningen buiten bebouwd gebied, en waardoor
worden deze versciiillen veroorzaakt? De provincie Noord-Holland
heeft dat laten uitzoeken en de tabellen 1 en 2 vatten de uitkomsten
samen. Grondexploitaties van binnenstedelijke woningbouwprojecten in die provincie hebben een tekort van gemiddeld bijna € 15.700
per woning (daarbij zijn subsidies niet meegerekend). De opbrengsten, voornamelijk grondopbrengsten, wegen niet op tegen de kosten (van onder andere verwerving, sloop, sanering, ambtelijke
voorbereiding en bouw- en woonrijp maken). Woningen op uitleglocaties hebben daarentegen een overschot op de grondexploitatie
van gemiddeld bijna € 6.900 per woning, inclusief de kosten voor
infrastructurele werken die nodig zijn om de wijk bereikbaar en bewoonbaar te maken. Het exploitatieverschil tussen de bouw op
beide soorten locaties bedraagt daarmee bijna € 22.600 per woning.
Het negatieve exploitatiesaldo op binnenstedelijke locaties wordt
Een nieuwe
woonwijk
aan de rand van
Zaandam.
voor iets meer dan 60% aangevuld door subsidies, vooral vanuit
het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) en in mindere
mate met BLS-gelden (Besluit Locatiegebonden Subsidie). Het resterende deel van het tekort komt meestal voor rekening van de gemeente. Doordat rijkssubsidies meer en meer wegvallen, krijgen
gemeenten te maken met hogere lasten; de BLS-gelden zijn reeds
afgelopen en het ISV loopt in 2014 af.
Kosten
De totale ontwikkelingskosten van binnenstedelijke locaties zijn per
woning € 2.900 hoger dan de ontwikkelingskosten van het bouwen
op uitleglocaties (€ 62.600 versus € 59.700). Dat is een bescheiden
verschil. Onderdeel van binnenstedelijk bouwen zijn de hoge kosten
voor het verwerven, saneren en in mindere mate slopen van de locatie (€ 25.100). Op voormalige bedrijventerreinen en fabrieksterreinen zijn de directe kosten ruim 40% hoger, onder andere door hoge
saneringskosten. De grootste post van uitleglocaties is het bouwen woonrijp maken van de locaties (€ 24.600). De plankosten van
binnenstedelijke locaties liggen € 3.700 hoger dan op uitleglocatles(
€ 10.000 versus € 6.300). De overige kosten bestaan voor een groot
deel uit rentekosten (53% bij binnenstedelijke projecten, 66% op uitleglocaties).
Per m^ uitgeefbare grond bedragen de totale kosten op binnenstedelijke locaties € 640. Dit is bijna 2,5 keer zoveel als op uitleglocaties (€ 270). Het verschil zit 'm in de dichtheid van de plannen: op
uitleglocaties is de kavelgrootte per woning 225 m^ terwijl op binnenstedelijke locaties de kavelgrootte per woning slechts 100 m^ is.
Opbrengsten
Kijken we naar de opbrengsten van woningen op uitleglocaties en
binnenstedelijke locaties, dan zijn de verschillen groter: respectievelijk € 66.600 en € 46.900, een verschil van € 19.700. Het zijn de
grondopbrengsten die dit verschil bijna geheel verklaren. De opbrengsten per woning op binnenstedelijke locaties zijn fors lager
omdat in hogere dichtheden wordt gebouwd dan op uitleggebieden.
^
bouw. fnarlctQ
T b 11 Verschillen in grondexploitaties tussen binnenstedelijke woningbouwlocaties en uitleggebieden in Woord-Holland, prijspeil 2013, in euro per woning
Binnenstedelijke locaties
Ultleglocaties
1.800
25.100
•24.600
19.300
6.300
10.000
Verwerving, sloop, sanering
B o u w - en w o o n r i j p m a k e n
Plankosten
Overige k o s t e n ( v o o r a l r e n t e !
Totaal kosten
Grondopbrengsten woningbouw
10.000
8.200
59.700
62.600
63.200
40.000
200
-1.900
1.300
3.100
Bijdragen van derden
Overige o p b r e n g s t e n
1.900
5.700
66.600
46.900
6.900
-15.700
Binnenplanse v e r e v e n i n g * *
Totaal opbrengsten
Exploitatiesaldo
-3.300
Subsidies
9.700
9.100
200
w.v. Rijk en p r o v i n c i e
600
-3.500
w.v. G e m e e n t e
-6.000
3.600
Exploitatiesaldo i n c l . s u b s i d i e s
Appartementen
* Inclusief bovenwijkse infrastructuur.
"
in tiet centrum
van
Alkmaar
B i j d r a g e n uit a n d e r e f u n c t i e s , zoals v o o r z i e n i n g e n . Voor h e t b e p a l e n v a n h e t g e m i d -
d e l d e zijn deze f u n c t i e s m e e g e n o m e n in h e t t o t a a l .
B r o n : Oecisio, EIB
Tabel 2 Projectgegevens van binnenstedelijke woningbouwlocaties en uitleggebieden in
Noord-Holland, prijspeil 2013, in euro per
Binnenstedelijke ocaties*
Uitleglocati es
19
29
Kavelgrootte
225 m '
100 m^
Percentage sociale huurwoningen
50%
33%
£ 270
€640
Aantal projecten
Kosten per nf
€250
€85
V e r w e r v i n g , s l o o p en s a n e r i n g
B o u w - en w o o n r i j p m a k e n
Plankosten
€110
€195
€30
€110
€85
€45
Overige
Opbrengsten per
€480
£ 295
Bijdragen van derden
Binnenplanse verevening
€280
€385
€10
€65
€30
€5
Overige
Saldo per
€25
-€160
B r o n : D e c i s i o , EIB
* M a x . 200 w o n i n g e n per p r o j e c t .
Hoewel de opbrengsten binnenstedelijk met € 480 per m^ uitgeefbare grond hoger zijn dan op uitleggebieden (€ 295 per m^), is dit
verschil onvoldoende om het verschil in kosten goed te maken. Het
grondexploitatiesaldo is binnenstedelijk € 160 per m^ negatief. Op
uitleggebieden is het saldo € 25 per m^ positief
Door beëindiging van subsidies
meer lasten voor gemeenten
Op uitleglocaties wordt gemiddeld een exploitatiesaldo geboekt
van € 6.900 per woning. Het merendeel van de woningen heeft een
positief exploitatiesaldo t o t € 10.000. Ruim 12% van de woningen
op ultleglocaties heeft een positief saldo van meer dan € 20.000 per
woning. Een kwart van de woningen daar heeft een negatief saldo,
het merendeel dicht bij nul. Zeer grote negatieve saldi op uitleglocaties komen nauwelijks voor.
Op binnenstedelijke locaties is het saldo per woning gemiddeld
€ 15.700 negatief. Op voormalige bedrijventerreinen en fabriekslocaties komt het tekort gemiddeld uit op ruim € 27000 per woning;
van de woningen daar heeft 7% zelfs een tekort van meer dan
€ 40.000. Niet alle binnenstedelijke projecten zijn verliesgevend:
15% van het totaal aantal woningen op binnenstedelijke locaties,
voornamelijk de kleine projecten, heeft een positief saldo.
Dat woningen niet altijd het maximaal haalbare exploitatiesaldo opleveren is veelal het gevolg van de beleidskeuze om sociale huurwoningen te bouwen. Daarvoor wordt vaak een lagere grondprijs
gehanteerd dan voor koopwoningen, zowel in bebouwd gebied als
daarbuiten. Op uitleglocaties wordt 33% aan sociale huurwoningen
gebouwd, terwijl dat op binnenstedelijke locaties 50% is.
Het verschil in exploitatie tussen binnenstedelijke locaties en uitleggebieden wordt echter niet verklaard door sociale huurwoningen in
de plannen; op beide typen locaties is de opbrengstenderving even
groot, gemiddeld circa € 10.000 per woning, verrekend over alle
woningen per project. Evenmin vormen voorzieningen, zoals een
ondergrondse garage (in 20% van de plannen zijn gebouwde parkeeroplossingen voorzien); deze voorzieningen drukken in vergelijkbare mate op het exploitatiesaldo van beide typen locaties.
Subsidies
Het uiteindelijke exploitatiesaldo van zowel binnenstedelijke woningbouwprojecten als woningbouw op uitleglocaties wordt in veel
gevallen sterk beïnvloed door subsidies. Ongeveer 60% van de
Noord-Hollandse binnenstedelijke plannen met een negatief exploitatiesaldo die zijn onderzocht, heeft subsidie gekregen van het Rijk
of de provincie. Van deze projecten wordt het negatief exploitatiesaldo aangevuld met gemiddeld € 9.700 per woning. Het Rijk en de
provincie subsidiëren binnenstedelijke locaties met gemiddeld
€ 9.100 per woning De subsidies zijn bij elkaar echter niet voldoende om het tekort te compenseren; bijna twee derde van het tekort wordt op deze wijze gedekt. Zo'n € 600 komt ten laste van de
gemeente.
Nieuwbouw op uitleggebieden krijgt minder vaak subsidies: ongeveer een derde van de projecten met een negatief exploitatiesaldo
wordt voor een deel gecompenseerd door subsidies van het Rijk of
de provincie. Op uitleglocaties subsidiëren deze samen de woningbouw met gemiddeld € 200 per woning. De gemeenten onttrekken
juist geld aan deze locaties (€ 3.500 per woning).
Ook aan binnenstedelijke plannen en plannen op uitleglocaties
waar het exploitatiesaldo positief is, hebben Rijk en provincie subsidies verstrekt.
Dit a r t i k e l is g e b a s e e r d op h e t r a p p o r t ' K o s t e n v e r s c h i l b i n n e n s t e d e l i j k b o u w e n en b o u w e n
op u i t l e g l o c a t i e s in N o o r d - H o l l a n d ' ( G e r w i n v a n d e r M e u l e n , M i c h i e l M u l d e r , Frank Verw o e r d & J a s p e r W i l l e m s ) v a n h e t E c o n o m i s c h I n s t i t u u t v o o r de B o u w en e c o n o m i s c h o n d e r z o e k s b u r e a u D e c i s i o , 2013. Het r a p p o r t is als pdf b e s c h i k b a a r op w w w . e i b . n l .