VERSLAG VAN DE FRANS-BELGISCHE AKKERVOGELINVENTARISATIE 2013 Olivier Dochy Provincie West-Vlaanderen Maart 2014 INHOUD # 1. INLEIDING 2. METHODE 3. RESULTATEN EN DISCUSSIE 4. SOORTBESPREKING 5. CONCLUSIES REFERENTIES BIJLAGEN 1. 2 3. VERSLAG VAN DE FRANS-BELGISCHE AKKERVOGELINVENTARISATIE 2013 1. INLEIDING 1.1.Aanleiding project De Geelgors is al sinds 2004 een doelsoort voor agrarisch natuurbeheer in West-Vlaanderen. De soort is sterk achteruitgegaan in de voorbije decennia. Sindsdien zijn her en der al maatregelen getroffen. Maar de huidige toestand is onvoldoende gekend om te kunnen oordelen of de soort standhoudt, toeneemt of verder achteruitgaat. Daarom werd in 2013 besloten tot een nieuwe grootscheepse inventarisatie, met de hulp van vrijwillige vogelkijkers. Naast de Geelgors zijn er nog tal van andere akkervogels die sterk achteruitgaan of waarvan de huidige toestand slecht gekend is: Veldleeuwerik, Patrijs, Grauwe gors (al verdwenen in WestVlaanderen), Gele kwikstaart, Kievit, enz. Die werden meegenomen in de telling, net als soorten van kleine landschapselementen, zoals Zomertortel, Grasmus, Braamsluiper, Spotvogel, Putter en Ringmus. Het veldwerk voor de inventarisatie werd uitgevoerd in het voorjaar van 2013. Omdat er ook belangstelling was van vrijwilligers aan Franse kant werd het project uitgebreid tot de allereerste grensoverschrijdende broedvogelinventarisatie van de regio. Dit verslag presenteert de resultaten. 1.2. Aanwezigheid van de Geelgors in de grensregio - als doelsoort voor acties Tot in de jaren 1980 broedde de Geelgors nog zowat overal in de provincie, van de duinen tot de Scheldevallei. Lippens & Wille (1972) schatten het aantal eind jaren 1960 nog op 3.000 koppels in West-Vlaanderen. In 1973-1977 was dit al geslonken tot zo’n 1.400 paartjes (Devillers et al., 1988). Daarna ging het nog steiler bergaf. Anno 2013 is de verspreiding sterk teruggedrongen tot de Westhoek, in een smalle strook van pakweg 5 km langs de Franse grens. In 2003 schatten we het aantal resterende koppels in de provincie op 87 à 100 (Dochy, 2013). Sindsdien is geen betrouwbare schatting meer gemaakt. Voor de Henegouwse enclave Komen-Waasten vermeldt de atlas van 1973-1977 minimum 100 paar. Anno 2001-2007 was dit geslonken tot 5 à 10 koppels (Jacob et al., 2010). In Frankrijk lijkt de Geelgors nog vrij algemeen en overal verspreid. De broedvogelatlas van NoordFrankrijk (periode 1985-1995, Tombal et al. (1996)) vermeldt een vlakdekkend en algemeen voorkomen, duinen en polders inbegrepen. De dichtheden in dit laatste gebied en de Leievallei waren er wel wat lager dan elders, wat nu ook nog zo is. Dat is dus duidelijk een veel ruimere verspreiding dan in West-Vlaanderen. Een ruwe schatting levert zo’n 400 à 500 koppels voor het Franse deel van het studiegebied. Is dat nog altijd zo of is de achteruitgang ook daar ingezet? En 1 waarom zouden er in Frankrijk dan meer zitten dan in West-Vlaanderen? Kunnen we uit deze verschillen iets leren voor de beschermingsaanpak? Daarom werd voorgesteld om de inventarisatie langs beide zijden van de grens te doen, en tegelijkertijd extra soorten en biotoopelementen te noteren. Dankzij de grensoverschrijdende samenwerking in de Interreg-projecten BiPS1 en Petliv2 (nu gebundeld in vervolgproject Terco3), sloten de Franse projectpartners zich ook bij dit project aan, het eerste in zijn soort. 1.3. Onderzoeksvragen De vragen die deze studie hoopt op te lossen, zijn de volgende: 1. Zijn er verschillen tussen Frankrijk en België ? - in aantal telpunten met een bepaalde soort = presentie van soort X ? - in aantal vogels per telpunt = talrijkheid van soort X ? - in landschap en aanbod aan kleine landschapselementen (KLE’s) ? 2. Welke zijn de landschaps- of KLE-eisen van soort X ? 3. Welke beschermingsmaatregelen kunnen we hieruit destilleren ? 2. METHODE 2.1. Selectie studiegebied en telmethode Het studiegebied strekt zich uit over een strook van 12 km aan weerszijden van de Frans-Belgische grens, van de zeereep tot aan de grens met Henegouwen (fig. @2). Aan de West-Vlaamse kant omvat dit het hele verspreidingsgebied van de Geelgors waardoor het hier en daar iets breder is. De Henegouwse enclave Komen-Waasten werd mee opgenomen. Het aantal geoefende vrijwilligers was niet zo hoog. Een gebiedsdekkende territoriumkartering was daarom niet mogelijk. Om toch een beeld te krijgen van de aanwezigheid van de Geelgors in een groot gebied, werd daarom geopteerd voor een steekproefmethode. De beste methode hiervoor is de punttellingenmethode, zoals ook in Nederland al jaren wordt gedaan in het akkervogelmeetnet (Roodbergen et al., 2013). Een nadeel is natuurlijk dat je geen compleet zicht krijgt op het totaal aantal territoria. De voordelen zijn anderzijds de hogere reproduceerbaarheid voor latere vergelijking (gelijke inspanning op elk punt), en het feit dat ook op het oog ‘oninteressante’ of meer afgelegen gebieden binnen dezelfde werktijd toch bezocht konden worden. 1 BiPS = Biodiversité périurbaine / Biodiversiteit in de stadsrand (Interreg IV): zie www.bipsweb.eu Petliv = Paysage en transformation / Landschap in verandering (Interreg IV): zie www.petliv.caue-nord.com 3 Terco = Territoriale coöperatie (Interreg IV) 2 2 Op plaatsen met zeer lage dichtheden is de kans groter dat een soort niet werd opgemerkt terwijl ze wel aanwezig was. De methode is dan ook niet zo ‘gevoelig’ voor lage dichtheden. De bedoeling van het onderzoek is echter om de grote dichtheden te vinden, de gebieden waar nog kernpopulaties zijn. De telpunten zijn gekozen door een raster van zeshoeken met zijden van 1 km over de regio te leggen, zie figuur @2. Elk hoek- en middelpunt is een mogelijk telpunt en ligt even ver van elke ‘buur’, namelijk één kilometer. Telpunten die, rekening houdend met een straal van 300 m, voor de helft of meer in bos of bebouwde kom gelegen zijn, zijn uit de selectie verwijderd. Wat overblijft is een gebied met precies 1000 potentiële telpunten. Hiervan werden 10% of 100 telpunten random gekozen. Dit is de statistische basis voor de ‘achtergrondwaarde’ van het grondgebruik en de dichtheden. Vrijwilligers werden aangespoord om eerst deze punten te kiezen. Daarnaast mochten ze zo veel extra punten tellen als ze konden. Op één voormiddag is het mogelijk om 8-12 punten te tellen, afhankelijk van hun onderlinge afstand. Telpunten die op een onbereikbare plaats lagen, werden verschoven naar de dichtstbijzijnde wel bereikbare plaats met vergelijkbaar landschap. De telcirkel verplaatste zich uiteraard mee en mocht de telcirkel van een naburig punt niet overlappen. In bijlage 2 is de handleiding van het onderzoek opgenomen (handouts van presentatie). In totaal werd vanop 391 telpunten minstens tweemaal geteld (tabel @1). Tabel 1: Aantal telpunten en verdeling volgens regio. Regio België Frankrijk Totaal Beschikbaar aantal 471 529 1.000 Aantal geteld 247 144 391 Aantal random 44 56 100 3 Aantal met 2 telrondes 11 60 71 Aantal met 3 telrondes 236 84 320 Figuur 1: Configuratie van het raster telpunten volgens een zeshoekig ratenpatroon. Elk telpunt ligt op 1 km van zijn naaste buur. In de praktijk werden de meeste telpunten enkele tientallen tot een paar honderd meter verschoven tot op een toegankelijke plaats langs een openbare weg of pad. Figuur 2: Situering van het studiegebied met alle prioritaire random telpunten (rood), de andere door vrijwilligers getelde telpunten (bruin) en de overige set aan potentiële maar niet getelde telpunten (geel). 4 Figuur 3: Situering van de grote landschappelijke eenheden in het studiegebied. 5 2.2. Methode punttelling vogels De telling bestaat erin van gedurende exact 7 minuten alle vogels te noteren die binnen een straal van 300 m rond het telpunt worden waargenomen (gezien of gehoord). Daarbij hoort één vlotte “scan” met de verrekijker 360° rondom om verderafgelegen plekken af te speuren (duur: 1 minuut). Alle verdere waarnemingen gebeuren met het blote oog en oor. De verrekijker wordt enkel gebruikt om de determinatie te bevestigen, de vogels te tellen of details te zien zoals geslacht of leeftijd. De laatste 2 minuten van een telronde worden gebruikt om het formulier in te vullen. De tellingen gebeuren tussen zonsopgang en 5 uur daarna. Per telpunt zijn minstens 2 en liefst 3 telrondes nodig, in de volgende periodes: - telronde 1: 1 - 30 april - telronde 2: 1 - 31 mei - telronde 3: 1 - 30 juni De vogels worden op een gedetailleerde luchtfoto genoteerd op de plaats waar ze zijn gehoord of gezien, met een code die de broedzekerheid of het gedrag aangeeft. Een baltsende vogel of een vogel die voedsel transporteert naar zijn jongen heeft ter plaatse zeker een territorium, terwijl een ‘zittende’ of ‘gewoon voedselzoekende’ vogel dat niet met zekerheid betekent. Louter overvliegende vogels die geen binding met het terrein vertonen (niet vertrekken of landen, niet jagen) worden niet meegeteld. Op de luchtfoto staat de straal van 300 m aangegeven. Zie bijlage 1 voor een voorbeeldformulier. De te gebruiken codes voor het noteren van vogels staan in de tabel rechtsboven op dat formulier. De te onderzoeken soorten zijn voor het merendeel typisch voor agrarisch gebied, maar een aantal horen meer thuis op erven of in tuinen. Het is de lijst van figuur @, aangevuld met Blauwe en Grauwe kiekendief, Orpheusspotvogel, Grutto en Grauwe gans. Van elk van deze soorten waren er nauwelijks waarnemingen. Daarom zijn ze niet opgenomen in de analyses. De makkelijk waarneembare zoogdieren Haas, Konijn en Ree werden ook genoteerd. Daarnaast komen nog een pak andere soorten voor in landbouwgebied. Om de aandacht van de tellers niet te overbelasten zijn ze met deze tellingenronde niet meegenomen. Het betreft o.a. duiven, kraaien (behalve Roek), water- en rietvogels, lijsters, Spreeuw, mezen, allerlei zangers (Tjiftjaf, Zwartkop, Winterkoning, Heggenmus, Tuinfluiter, enz.), bosvogels, Vink, Huismus, andere roofvogels (bv. Boomvalk en Sperwer), uilen, enzovoort. Na het veldwerk dient de waarnemer per soort het aantal vastgestelde exemplaren samen te tellen, en voor een selectie van duidelijk territoriale soorten ook het aantal territoria af te leiden uit de verzamelde informatie. Een zingend mannetje geeft duidelijk de aanwezigheid van een territorium aan, maar een vogel die gewoon op de grond zit en wat voedsel zoekt niet. Aangezien het broedseizoen was en die laatste vogel dus waarschijnlijk wel binnen zijn territorium verbleef, wordt zo’n vogel als een half territorium meegeteld. Voor niet territoriale soorten of voor soorten met hele grote territoria zoals roofvogels, wordt enkel gerekend met het aantal waargenomen exemplaren. Deze aantallen worden ingevuld op de achterkant van het formulier, zie bijlage 1. Tabel @2 geeft de lijst van onderzochte soorten. Naast tal van vogels die vaak in agrarisch gebied voorkomen, zijn ook 3 opvallende zoogdieren opgenomen: Haas, Konijn en Ree. 6 Tabel 2: Lijst van onderzochte soorten met hun afkorting voor gebruik op de veldformulieren Soort Afk. Soort Afk. Bergeend Blauwborst Blauwe kiekendief Boerenzwaluw Braamsluiper Bruine kiekendief Buizerd Canadese Gans Fazant Geelgors Gekraagde roodstaart Gele kwikstaart Grasmus Graspieper Grauwe Gans Grauwe gors Grauwe kiekendief Grauwe vliegenvanger Groenling Grote Lijster Grutto Huiszwaluw BE BB BlK BZw BS BrK Bui CGa Fa GG GR GKw GM GP GGa GrG GrK GVl Gr GL Gr HZw Kievit Kneu Koekoek Kwartel Nijlgans Patrijs Putter Rietgors Ringmus Roek Roodborsttapuit Scholekster Spotvogel Orpheusspotvogel Torenvalk Veldleeuwerik Witte kwikstaart Zomertortel Zwarte roodstaart Haas Konijn Ree Ki Kn Koe Kw NGa Pa Pu RG RM Ro RT Sc SV OSV TV VL WKw ZoT ZR Hs Kon Re 2.3. Methode evaluatie van het landschap: “landschapsscore” Naast de vogels werd ook het landschap omschreven. Een algemeen beeld wordt verkregen door de “landschapsscore”. Per telpunt worden 8 gehele punten toegekend, te verdelen over 5 grove grondgebruikstypes: Agrarisch = akker, grasland Bebouwd = alle gebouwen (ook hoeve), wegen, infrastructuur, hoogspanningsmast, … Natuur droog = ruigte, struweel, bloemrijke percelen of bermen, taluds met deze vegetatie, … Natuur nat = riet, lisdodde, zegge, pitrus, … maar ook vijvers, grote sloten, … Bos = bos, bomenrijk park, opvallende grote dreef of houtkant De punten worden gegeven in verhouding tot de relatieve oppervlakte van elk grondgebruik. Voor relatieve oppervlaktes van minder dan 1/8 kan toch een punt gegeven worden wanneer de factor een belangrijke impact heeft op het landschap, bv. een klein maar oud bos. Voor bebouwing wordt de ondergrens voor 1 punt vastgesteld op 1 gebouw. Voor oppervlaktes van meer dan 1/8 telt de reële oppervlakteinname. De som van alle scores is altijd 8. De in te vullen tabel staat links onderaan de voorzijde van het formulier in bijlage 1. Enkele voorbeelden: 7 Figuur 4: Voorbeelden van toekennen van de landschapsscore aan verschillende grondgebruiksvormen. Zie tekst voor details. Een handleiding met meer voorbeelden zit in bijlage 2. 8 2.4. Methode evaluatie landschapselementen: “KLE-score” Een fijnere benadering gebeurt via het aanduiden van de aanwezigheid van bepaalde kleine landschapselementen (KLE’s). Hier wordt geen oppervlakte gevraagd omdat dit moeilijk en tijdrovend is, maar enkel de aan- of afwezigheid. De te beoordelen KLE’s kunnen algemeen als belangrijk voor akkervogels beschouwd worden. Andere KLE’s die van belang zijn, zoals kleine waterlopen en drukke wegen, moesten niet genoteerd worden omdat ze via GIS automatisch kunnen achterhaald worden. De tabel om KLE’s aan te vinken staat rechts onderaan de voorzijde van het formulier in bijlage 1. Bijlage 2 verduidelijkt de beoordeling van de vermelde KLE’s en geeft een reeks voorbeelden. 2.5. Verwerking gegevens 2.5.1. Verwerking vogeltellingen We gaan uit van de veronderstelling dat hoe hoger de broedvogeldichtheid is in een gebied, hoe meer vogels in een telpunt zullen zijn waargenomen. Als maat hiervoor nemen we het maximum waargenomen aantal dat werd vastgesteld tijdens één van de 2 of 3 tellingen. Voor de territoriale soorten wordt analoog met het maximum vastgesteld aantal territoria gewerkt. Bemerk: voor Kievit worden de gegevens van de derde ronde niet in rekening gebracht. Voor die soort is het broedseizoen dan al grotendeels voorbij en zijn de meeste vogels niet meer aan hun territorium gebonden. Ze zwerven dan rond in groepjes wat een sterk vertekend beeld kan opleveren. Voor die soort zijn enkel de telpunten in rekening gebracht waar ronde 1 én ronde 2 zijn uitgevoerd. In eerste instantie willen we weten of soort X anders verspreid is in Frankrijk dan in België. Dat kan door de presentie in beide landen te vergelijken. Dit is het percentage van de telpunten waar de soort aanwezig is, d.w.z. minstens eenmaal met één of meerdere exemplaren is vastgesteld. De significantie wordt getoetst met een χ²-test (df=1). In tweede instantie willen we weten welke soorten talrijker zijn in België dan in Frankrijk of omgekeerd. We baseren ons hiervoor op het verschil tussen het gemiddelde per land, van het maximum aantal vogels (van die soort) dat op elk telpunt is vastgesteld tijdens de 2 of 3 tellingen. Dit eventuele verschil wordt getoetst met een ‘generalised linear model’ met het programma ‘R’. 2.5.2. Verwerking landschaps- en KLE-informatie We wensen te weten of een soort een voorkeur of afkeer vertoont voor elk grondgebruikstype (uit landschapsscore) of KLE. Dit kan door de gemiddelde landschaps- of KLE-score voor de telpunten waar soort X minstens één keer is vastgesteld, te vergelijken met de gemiddelde score in de hele steekproef (= van alle getelde punten). De meetwaarden per telpunt zijn Poisson-verdeeld want ze 9 hebben waarde 0 of 1. Door gebruik te maken van een hiervoor aangepast ‘generalised linear mixed model’ kan afgeleid worden of deze twee waarden significant van elkaar afwijken (met programma ‘R’). Zo ja, dan kan besloten worden dat er een voorkeur of afkeer is van soort X voor dat kenmerk, of m.a.w. of de soort die elementen verkiest, dan wel mijdt. We willen ook weten of er een verschil is tussen België en Frankrijk in landschapsscore of in het aanbod aan KLE’s. Dit wordt op analoge manier berekend als hierboven. Misschien verklaart dat wel de verschillen in vogeldichtheden uit vorig punt ? Een analyse van het effect van combinaties van KLE’s (bv. haag + lage bomen + waterloop) op de aanof afwezigheid van elke soort zou heel interessant zijn. Maar dit is erg tijdrovend en valt daarom buiten het bestek van deze studie De statistische testen zijn uitgevoerd door Dirk Maes van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO), waarvoor onze beste dank. Relaties die via deze berekeningen als "significant" worden aangemerkt, worden beschouwd als "zo goed als zeker": p<0,05 betekent dat er minder dan 5% kans is dat de stelling verkeerd is, of voor 95% zeker juist, en dat wordt beschouwd als voldoende zekerheid. 10 3. RESULTATEN EN DISCUSSIE 3.1. Zijn er verschillen tussen Frankrijk en België ? 3.1.1. Inleiding De natuur kent geen grenzen, dat is bekend. Maar ze herkent er wel als er duidelijk andere gebruiken zijn. Wie door het landschap van België naar Frankrijk wandelt ziet snel een verschil. In Frankrijk is er minder verspreide bebouwing, zijn er meer graanvelden, meer graanstoppels, minder maïs en minder grote veestallen. En er zijn nog heel wat huisweiden met geschoren hagen. In België vind je over het algemeen kleinere percelen en een grotere gewasdiversiteit, met o.a. meer groenten. Dit zijn indrukken, die echter niet gemeten werden in dit onderzoek omdat dit te tijdrovend was. We hebben ons beperkt tot het noteren van de algemeen herkenbare kleine en grote landschapselementen. Hier bekijken we welke weerslag dit heeft op de vogelbevolking. 3.1.2. Verschilt het globale landschap tussen België en Frankrijk ? Als je de landschapsscores vergelijkt tussen de verondersteld representatieve steekproef van 100 random gekozen telpunten, en die van alle getelde telpunten bij elkaar, dan zien we praktisch geen verschil. Geen enkel van die verschillen is significant. De random steekproef beschrijft dus goed het landschap van beide landen samen. Vergelijk je echter de landschapsscores van de random telpunten met die van alle telpunten per land, dan is de overeenkomst minder goed. Op basis van de random gekozen telpunten heeft België een significant hogere graad aan bebouwing (p<0,05). Op basis van alle telpunten samen is dit echter niet zo maar is er wel een hoger aandeel natte natuur in Frankrijk (p<0,010). Het verschil is allicht te wijten aan een niet-random bemonstering in België. Daar is vooral het huidige verspreidingsgebied van de Geelgors geteld. De keuze van de waarnemers zal er toe geleid hebben dat er wat minder nabij bebouwing of bos is geteld en wat meer in puur agrarisch gebied. Tabel 3: Vergelijking landschap tussen studiegebied in België en in Frankrijk. Verdeling van grondgebruikstypes in score op een totaal van 8 punten. In groen: significant grotere waarde dan het buurland. Kolom ‘random’ = resultaat van set van 100 willekeurig gekozen telpunten over hele projectregio (1000 potentiële telpunten). Kolom ‘alle’ = resultaat van alle 391 effectief getelde telpunten. België Frankrijk Hele gebied alles random alles random alles random Agrarisch 6,57 6,34 6,47 6,65 6,53 6,52 Bebouwd 1,04 1,11 0,99 0,89 1,02 0,99 Droge natuur 0,14 0,23 0,13 0,07 0,14 0,14 Natte natuur 0,09 0,09 0,19 0,22 0,13 0,16 Bos 0,16 0,23 0,22 0,16 0,18 0,19 Aantal telpunten 247 44 144 56 391 100 Bemerk dat een score van 1 op 8 voor bebouwing niet direct betekent dat 12,5 % van de oppervlakte bebouwd is. Vanaf één gebouw binnen de telcirkel met straal van 300 meter moest hier een score 1 11 gegeven worden. Het kleine verschil tussen beide landen betekent dat in Frankrijk iets meer telpunten gelegen zijn op meer dan 300 meter van enige bebouwing. België heeft meer verspreide bebouwing op het platteland waardoor er bijna altijd wel een huis, hangar of hoeve in een telcirkel viel. Hoe je het ook bekijkt, het globale verschil in landschap tussen België en Frankrijk is klein, zoals te zien in figuur @5. Voor verdere berekeningen van de landschaps- of KLE-voorkeur van soorten wordt met de totale set aan telpunten gewerkt. Er wordt aangenomen dat de biotoopvoorkeur van een soort niet verschilt van land tot land. De steekproef wordt dan groter en de resultaten robuuster. 100% 90% 80% 70% Bos 60% Natuur nat 50% Natuur droog 40% Bebouwd 30% Agrarisch 20% 10% 0% Alle telpunten België Frankrijk Figuur 5: Verdeling van de gemiddelde score van de landschapstypes per telpunt in België en Frankrijk, omgerekend in percentage. De foto’s hierna (uit 2008-2009) geven een impressie van enkele typische landschappen in het studiegebied in België en Frankrijk. 12 Figuur 6a: De grens met links in Frankrijk de Dunes du Perroquet en rechts in België de Westhoek. Figuur 6b: De Moeren, Belgische kant, noordkant gebied. Links van snelweg liggen de Cabourgduinen en de Noordzee. 13 Figuur 6c: De Franse Moeren: nog grootschaliger en rechthoekiger percelen dan aan de Belgische zijde. Koolzaad was in 2013 afwezig rond de Belgische telpunten. Figuur 6d: Frankrijk heeft meer “natte natuur”, maar dit is vaak in de vorm van jachtputten. Hier vlakbij Noordschote op de overgang tussen polders (vooraan) en zandleemstreek (achteraan) liggen er heel wat. In de verte zie je ‘de bergen’. 14 Figuur 6e: Grasbufferstroken of ‘perceelsranden’ in hun meest gewone vorm als uniforme, jaarlijks één- tot tweemaal gemaaide grasstroken (polders nabij Veurne). Figuur 6f: IJzervallei (vooraan) t.h.v. het Eversambos in Elzendamme (Stavele), met de zandleemstreek en ‘de bergen’ op de achtergrond. Vooral grasland in de vallei zelf en gemengde eerder kleinschalige landbouw daarbuiten. 15 Figuur 6g: Bloemrijk grasland langs de bovenloop van de IJzer in Bambecque (F). Dergelijke percelen zijn erg zeldzaam en komen duidelijk meer in Frankrijk voor dan in België. De combinatie met een gevarieerde haag, met lage en hoge bomen, en zowel hooiland, weiland als akkers, en nog een waterloop erbij zorgt voor een hoge diversiteit aan vogels. Figuur 6h: Vallei van de Heidebeek in Haringe. Links van de beek is Frankrijk, rechts is België. In België probeert men vaak valleigraslanden in akker om te zetten. In Frankrijk maakt men er jachtputten van... De struiken langs de beek staan vooral op Franse zijde, op de Belgische oever zijn ze meestal verwijderd (met meer erosie tot gevolg). “De natuur kent geen grenzen” zegt het spreekwoord, maar ze zijn er wel. 16 Figuur 6i: Typisch beeld van de Franse zandleemstreek. Kleine hoeves met her en der een perceeltje grasland omzoomd met een haag. Veel graan en weinig mais (omgeving Herzeele-Houtkerque). Figuur 6j: Typisch beeld van de Belgische zandleemstreek, tussen Reningelst (‘achter fotograaf’) en de Kemmelberg (rechtsachter in beeld). Gemengde landbouw, weinig KLE’s, vaak kale waterlopen, her en der grote stallen en verspreide bebouwing. De onderzochte regio is wat dit betreft nog niet zo sterk bebouwd als de andere delen van zandlemig WestVlaanderen. Afwisseling van relatieve openheid van akkerpercelen (voorgrond en links), en eerder besloten terrein langs waterlopen en rond hoevegebouwen zorgt toch voor relatief hoge dichtheden en diversiteit aan akkervogels in dit gebied. 17 Figuur 6k: De westkant van de Kemmelberg (Dranouter). Kleine percelen, grote variatie, veel struiken en kleine haagrestanten. Zelden of geen ‘volledige’ hagen rond huisweiden zoals in Frankrijk. Voornamelijk bos op de ‘bergen’ zelf. Vrij veel (nat) grasland op de flanken en in de beekvalleien. Figuur 6l: In Frankrijk is de omgeving van ‘de bergen’ nog kleinschaliger en met minder verspreide bebouwing. Ook minder graslanden, de natte percelen liggen er vaker nog onder bos. Hier de Zwarteberg (Boeschepe). 18 Figuur 6m: Leemstreek in Wijtschate: relatief grote percelen, weinig KLE’s. Enkele W.O. I-relicten (mijnkraters), graan, aardappelen en mais als overheersende gewassen maar grasland vormt een minderheid. Figuur 6n: Overgang van de leemstreek (hoger gelegen deel rechts) naar de brede alluviale (pleistocene) Leievallei t.h.v. de Breemeersen te Nieuwkerke. Op de flank zelf zijn nog veel oude KLE’s te vinden (bolwerk Zomertortel), in de vallei is er veel intensief grasland, maar verder van de flank is er weer gevarieerd kleinschalig agrarisch gebied. Achterste helft foto is Frankrijk (Bailleul). 19 3.1.3. Verschilt de aanwezigheid van kleine landschapselementen tussen België en Frankrijk ? Van de KLE’s werd enkel de aan- of afwezigheid in de telcirkel genoteerd. Het aantal of de kwaliteit werd niet beoordeeld. Tabel @9 toont de gelijkenissen en verschillen tussen beide landen. De resultaten zijn uitgedrukt in percentage van de telpunten waar het element aanwezig was (presentie). De laatste kolom geeft aan welk land de statistisch significant hoogste score haalt. De parameter ‘SomKLE’ geeft het gemiddeld aantal KLE’s per telpunt weer. Er wordt hier enkel gewerkt met de totale set aan telpunten. De random set werd als minder representatief beschouwd, vooral voor het studiegebied in België (cfr. hoger). Tabel 4: Procentuele aanwezigheid van kleine landschapselementen (KLE’s) op alle getelde telpunten. Laatste kolom geeft significante verschillen weer: B (België) of F (Frankrijk) is land met hoogste waarde. Aantal letters komt overeen met significantie: x = p<0,050, xx = p<0,010, xxx = p<0,001. Tussen haakjes is net niet significant (p<0,100). Oranje: significant hoger gemiddeld maximum in België, donkerblauw: significant hoger in Frankrijk. Lichtblauw: net niet significant hoger in Frankrijk. Presentie (%) Hele gebied België Frankrijk Verschil B-F Lage bomen 80 % 85 % 72 % BB Boerderij 76 % 79 % 72 % Grote bomen 68 % 68 % 68 % Solitaire struik 56 % 62 % 47 % Haag 54 % 52 % 57 % Poel 53 % 68 % 28 % Knotboom 46 % 55 % 32 % Onverharde weg 43 % 40 % 49 % Braam 21 % 19 % 24 % Droge ruigte 15 % 13 % 17 % Perceelsrand 14 % 9% 23 % Moeras 13 % 9% 20 % Bloemrijk grasland 10 % 5% 18 % Dode boom 10 % 9% 11 % Hoogstamboomgaard 7% 8% 5% Koolzaad 2% 0% 6% Onkruidstoppel 1% 1% 1% Wildakker 1% 1% 0% SomKLE’s 5,7 5,8 5,5 Waterloop 52 53 % 49 % Drukke weg 37 37 % 38 % Aantal telpunten n 391 247 144 20 BB FF BBB BBB (F) FFF FF FFF (F) 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% België Hele gebied Frankrijk Figuur 7: Vergelijking presentie KLE's (in % aanwezigheid) in beide landen t.o.v. het gemiddelde voor het hele studiegebied. Volgorde van gemiddeld hoog naar laag. Significante verschillen tussen België en Frankrijk zijn aangegeven met *** (p<0,001), ** (p<0,010) of * (p<0,05). De top 3 van KLE’s is voor beide landen gelijk: op minstens 2/3 van de telpunten vinden we lage en hoge bomen en actieve boerderijen. Het gemiddeld aantal KLE’s per telpunt is ook nagenoeg gelijk, net als de aanwezigheid van waterlopen of drukke wegen. Dit zijn de relatief grote KLE’s. Deze conclusie loopt daarom niet toevallig gelijk met die voor de landschapsscores waar ook een grote gelijkenis tussen beide landen te vinden was. Daarna loopt het beeld meer uiteen. België heeft duidelijk vaker de “standaard” KLE’s: solitaire struik, poel en knotboom. Deze twee laatste hebben typisch nog altijd een gebruiksdoel in de landbouw. De knotbomen zijn normaal ook als lage of hoge boom genoteerd. Frankrijk heeft meer hagen(-traditie?), onverharde wegen en (vaak verplichte) perceelsranden. En opvallend vaker KLE’s in de ‘spontane natuursfeer’: moeras (x2) en bloemrijk grasland (x4 !) in het bijzonder, maar ook wel (maar niet significant) braamstruweel, droge ruigte en dode bomen. Hoogstamboomgaarden kwamen ietsje meer in België voor maar hoedanook zeldzaam. Onkruidenrijke stoppels en ingezaaide wildakkers waren zo goed als afwezig. Koolzaad was afwezig als gewas in België, maar haalde toch 6 % in Frankrijk. Het is bekend dat soorten als Rietgors, Blauwborst en Kneu van dit gewas profiteren (Gruar et al., 2006). Verderop gaan we na of dit hier ook zo is. Globaal kan gesteld worden dat België en Frankrijk vooral in de kleinere KLE’s van elkaar verschillen, met uitzondering van poelen en knotbomen die duidelijk talrijker zijn in België. 3.1.4. Is er een verschil tussen België en Frankrijk in presentie ? Figuur @5 toont de verschillen in procentuele aanwezigheid (presentie) van elke soort tussen beide landen. Het gaat hier dus louter om aan- of afwezigheid in telpunten, niet over aantallen of dichtheden. Tabel @4 geeft de bijhorende cijfers en significanties die aangeven of de verschillen beduidend zijn of niet. Voor de meeste soorten zijn er markante verschillen tussen Frankrijk en België. De meeste soorten verschillen sterk in presentie. Bij de top-10 van soorten met hoogste presentie (tabel @3) vertonen 21 enkel Patrijs, Grasmus en Kneu een onbeduidend verschil. Sommige verschillen zijn heel uitgesproken, zoals bij Gele kwikstaart, Kievit, Fazant, Boerenzwaluw, Ringmus, Geelgors, Huiszwaluw en Koekoek (zie figuur @5grafiek). De Veldleeuwerik is globaal de meest verspreide soort, maar daarna zit er meer verschil op de top10. De Belgische lijst wordt aangevoerd door soorten van open landschappen, terwijl de Franse lijst eerst meer soorten van KLE’s telt. Nochtans houdt de Franse nummer 1, de Veldleeuwerik, net niet van opgaande KLE’s. Zeer opmerkelijk is ook het grote verschil tussen presenties van Boerenzwaluw (vnl. België) en Huiszwaluw (vnl. Frankrijk). Verderop kijken we of landschappelijke kenmerken deze verschillen kunnen verklaren. Het Franse agrarisch gebied is belangrijker voor (Vlaamse) Rode Lijst-soorten dan België: 6 soorten komen meer voor in Frankrijk (en 2 net niet significant), tegenover slechts 3 voor België (tabel @3). Tabel 5: Top 10 van meest verspreide soorten in België en Frankrijk, op basis van de presentie uit tabel @4. Presentie Top 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 België Frankrijk Gele kwikstaart Veldleeuwerik Fazant Kievit Haas Boerenzwaluw Patrijs Grasmus Ringmus Kneu Veldleeuwerik Patrijs Grasmus Huiszwaluw Geelgors Gele kwikstaart Haas Kievit Kneu Fazant 22 *** Gele kwik ** Veldleeuwerik *** Fazant *** Kievit ** Haas *** Boerenzwaluw Patrijs Grasmus *** Ringmus Kneu Witte kwikstaart Spotvogel *** Geelgors Groenling Zwarte roodstaart Torenvalk * Koekoek Blauwborst Rietgors *** Huiszwaluw Grote lijster Bruine kiek Putter Bergeend Zomertortel Konijn * Scholekster *** Graspieper Kwartel Buizerd Canadese gans Nijlgans Ree Braamsluiper Grauwe vliegenvanger * Roodborsttapuit ** Grauwe gors ** Roek 0% 10% 20% Presentie België (n=247) 30% 40% 50% 60% 70% 80% Presentie Frankrijk (n=144) Figuur 8: Vergelijking van de aanwezigheid (presentie), in procent van het aantal telpunten in België en in Frankrijk van de onderzochte soorten. Volgorde volgens Belgische presentie. Enkel die soorten zijn weergegeven die in totaal op minstens 5 telpunten werden vastgesteld. Significante verschillen tussen België en Frankrijk zijn aangegeven met *** (p<0,001), ** (p<0,010) of * (p<0,05). 23 Tabel 6: Aanwezigheid per soort in % van het aantal telpunten ("Presentie") en vergelijking tussen België en Frankrijk. Significante verschillen (p<0,05) in kleur: (donker oranje, donker blauw). Net niet significant (p<0,100): lichter gekleurd. Hoogste presentie van beide landen staat in vet. De soorten zijn alfabetisch geordend. Kolom Sign.=significantie met *** (p<0,001), ** (p<0,010) of * (p<0,05). Kolom RL = rodelijstcategorie voor Vlaanderen, B=bedreigd, K=kwetsbaar, A=achteruitgaand, ?=onvoldoende gekend, blanco=momenteel niet bedreigd. Enkel soorten die op minstens 5 telpunten werden gezien. Soort Bergeend Blauwborst Boerenzwaluw Braamsluiper Bruine kiek Buizerd Canadese gans Fazant Geelgors Gele kwik Grasmus Graspieper Grauwe gors Grauwe vliegenvanger Groenling Grote lijster Huiszwaluw Kievit Kneu Koekoek Kwartel Nijlgans Patrijs Putter Rietgors Ringmus Roek Roodborsttapuit Scholekster Spotvogel Torenvalk Veldleeuwerik Witte kwikstaart Zomertortel Zwarte roodstaart Haas Konijn Ree Aantal telptn 15 38 132 8 19 9 7 157 87 216 149 30 5 5 45 30 80 160 89 48 13 7 167 25 38 75 5 9 9 44 42 258 80 23 36 164 18 5 Presentie totaal (n=391) 3,8% 9,7% 33,8% 2,0% 4,9% 2,3% 1,8% 40,2% 22,3% 55,2% 38,1% 7,7% 1,3% 1,3% 11,5% 7,7% 20,5% 40,9% 22,8% 12,3% 3,3% 1,8% 42,7% 6,4% 9,7% 19,2% 1,3% 2,3% 2,3% 11,3% 10,7% 66,0% 20,5% 5,9% 9,2% 41,9% 4,6% 1,3% Presentie België (n=247) 5,3% 7,7% 44,1% 1,2% 5,7% 2,8% 2,8% 51,4% 10,9% 63,6% 35,2% 3,2% 0,0% 1,2% 10,5% 6,5% 7,3% 50,2% 21,9% 8,9% 3,2% 2,0% 41,7% 5,3% 7,7% 26,3% 0,0% 0,8% 3,6% 13,0% 9,7% 61,1% 21,5% 4,0% 10,5% 47,8% 3,6% 1,6% 24 Presentie Frankrijk (n=144) 1,4% 13,2% 16,0% 3,5% 3,5% 1,4% 0,0% 20,8% 41,7% 41,0% 43,1% 15,3% 3,5% 1,4% 13,2% 9,7% 43,1% 25,0% 24,3% 18,1% 3,5% 1,4% 44,4% 8,3% 13,2% 6,9% 3,5% 4,9% 0,0% 8,3% 12,5% 74,3% 18,8% 9,0% 6,9% 31,9% 6,3% 0,7% Sign. RL net niet net niet *** A net niet *** *** *** B A *** ** B B *** *** K * A A ? K net niet *** ** * * B A ** K net niet B ** 3.1.3. Is er een verschil tussen België en Frankrijk in vogeldichtheid: aantal vogels of territoria ? De verschillen tussen beide landen voor het gemiddeld maximum aantal vogels per telpunt, staan voor elke soort vermeld in tabel @6 en in figuur @6. Tabel @5 geeft de Top 10 voor beide landen. Dezelfde oefening werd ook gedaan voor het gemiddelde van het maximaal aantal territoria per telpunt, voor sterk territoriale soorten zoals Patrijs, Kievit, Geelgors of Zomertortel (zie § 2.2). Dit blijkt echter precies dezelfde resultaten op te leveren als wanneer je met het aantal individuen rekent. We werken daarom alleen met deze laatste methode verder. Tabel 7: Top 10 van de talrijkste soorten in België en Frankrijk, op basis van het gemiddeld maximum per telpunt (zie tabel @6). Aantal TOP 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 België Frankrijk Kievit Boerenzwaluw Gele kwikstaart Haas Veldleeuwerik Fazant Patrijs Ringmus Grasmus Kneu Veldleeuwerik Huiszwaluw Kievit Patrijs Geelgors Kneu Boerenzwaluw Grasmus Gele kwikstaart Haas Wat zien we ? Frankrijk heeft: - hogere aantallen vogels per telpunt - meer soorten met hoogste aantal: 23 soorten hebben hoger gemiddeld maximum in Frankrijk t.o.v. 15 soorten in België - meer soorten die op de Vlaamse Rode Lijst staan (6 à 8 t.o.v. 3) - meer soorten van KLE’s: Geelgors, Kneu, Koekoek, Roodborsttapuit en Zomertortel, al is Ringmus talrijker in België - meer soorten van vochtige gebieden: Blauwborst, Rietgors, Graspieper - enkele “exclusieve” soorten: Roodborsttapuit, Grauwe gors, Orpheusspotvogel, Roek minder Kievit, Fazant en Haas: hogere jachtdruk in Frankrijk ? Maar wel even veel Patrijs ? meer Torenvalk, maar minder Buizerd veel meer Huiszwaluw, maar veel minder Boerenzwaluw dan België de talrijkste soorten (top 5) bevat zowel soorten van open als kleinschalig landschap België heeft: - iets meer exoten (Canadese gans, Nijlgans) en beduidend meer Fazant - lijkt meer vogels te tellen van erven en grote tuinen: meer Boerenzwaluw en in mindere mate Spotvogel, Witte kwikstaart, Zwarte roodstaart maar daar tegenover (iets) minder Grauwe vliegenvanger, Putter en Groenling en veel minder Huiszwaluw - meer Gele kwikstaart - meer Ringmus 25 - meer broedvogels van maïsakkers: Kievit en Scholekster enkele “exclusieve” soorten: Scholekster en Canadese gans de Geelgors komt pas op de 13e plaats, in Frankrijk is dit de 5e talrijkste soort van het onderzochte assortiment de talrijkste soorten (top 5) komen vooral in open gebied voor Waarom die verschillen zo zijn, proberen we verderop aan de hand van de landschaps- en KLEverschillen te verklaren. ***Kievit ***Boerenzwaluw ***Gele kwikstaart ***Haas Veldleeuwerik ***Fazant Patrijs ***Ringmus Grasmus ***Kneu ***Huiszwaluw Witte kwikstaart ***Geelgors Spotvogel Groenling Zwarte roodstaart *Bergeend *Koekoek Torenvalk *Blauwborst **Rietgors Putter Grote lijster Bruine kiekendief Scholekster ***Graspieper Zomertortel Canadese gans *Konijn Nijlgans Kwartel Buizerd *Ree Braamsluiper Grauwe vliegenvanger **Roodborsttapuit Roek Grauwe gors 0,0 Figuur 9: Vergelijking van het gemiddeld maximum aantal vogels per telpunt in België en in Frankrijk van de onderzochte soorten. Volgorde volgens Belgische presentie. Enkel die soorten zijn weergegeven die in totaal op minstens 5 telpunten werden vastgesteld. Significante verschillen tussen België en Frankrijk zijn aangegeven met *** (p<0,001), ** (p<0,010) of * (p<0,05). 0,5 België 1,0 1,5 Frankrijk 26 2,0 Tabel 8: Gemiddelde van het maximum aantal vogels per soort dat tijdens de verschillende tellingen op elk telpunt werd gezien, en vergelijking tussen België en Frankrijk. Oranje: significant hoger gemiddeld maximum in België, donkerblauw: significant hoger in Frankrijk. Lichtblauw: net niet significant hoger in Frankrijk (p<0,100). Kolom “sign.” geeft significantie van het resultaat: ***=p<0,001 (= veruit zekerste resultaat); **=p<0,010; *=p<0,050; geen waarde: resultaat niet significant en dus geen beduidend verschil tussen beide landen. Hoogste waarde van beide landen staat in vet. Kolom RL = rodelijstcategorie, B=bedreigd, K=kwetsbaar, A=achteruitgaand, ?=onvoldoende gekend, blanco=momenteel niet bedreigd. Enkel soorten die op minstens 5 telpunten werden gezien. AANTAL VOGELS/telpunt Alle vogels samen Bergeend Blauwborst Boerenzwaluw Braamsluiper Bruine kiekendief Buizerd Canadese gans Fazant Geelgors Gele kwikstaart Grasmus Graspieper Grauwe gors Grauwe vliegenvanger Groenling Grote lijster Huiszwaluw Kievit Kneu Koekoek Kwartel Nijlgans Patrijs Putter Rietgors Ringmus Roek Roodborsttapuit Scholekster Spotvogel Torenvalk Veldleeuwerik Witte kwikstaart Zomertortel Zwarte roodstaart Konijn Haas Ree Hele gebied 7,73 0,08 0,12 1,16 0,02 0,06 0,02 0,03 0,63 0,43 0,98 0,56 0,10 0,01 0,02 0,15 0,09 0,63 1,39 0,50 0,13 0,03 0,03 0,85 0,09 0,12 0,51 0,18 0,03 0,04 0,12 0,11 1,04 0,24 0,06 0,10 0,06 0,91 0,02 België 7,50 0,11 0,09 1,45 0,01 0,06 0,03 0,04 0,84 0,23 1,23 0,50 0,05 0,00 0,01 0,13 0,07 0,35 1,62 0,36 0,10 0,03 0,04 0,81 0,08 0,08 0,72 0,00 0,01 0,06 0,14 0,10 0,98 0,26 0,04 0,12 0,04 1,13 0,02 Frankrijk 8,14 0,03 0,17 0,65 0,03 0,06 0,01 0,00 0,26 0,77 0,55 0,65 0,18 0,03 0,03 0,19 0,11 1,13 0,99 0,74 0,19 0,03 0,01 0,93 0,13 0,19 0,15 0,50 0,06 0,00 0,09 0,13 1,15 0,20 0,10 0,08 0,10 0,53 0,01 27 sign. ** * * *** *** *** *** net niet *** *** *** *** * RL A B A B B K A A ? K ** *** B A ** net niet K net niet B * *** * 3.1.6. Valt er iets te leren uit het verschil tussen presentie en dichtheid ? De samenvattende tabel @7 leert dat er nauwelijks een verschil is in de lijsten per land met de soorten met de hoogste score, of je nu het maximum aantal per telpunt neemt, dan wel de presentie. De enkele verschillen worden hieronder vermeld. Tabel 9: Welke soort heeft de hoogste aanwezigheid in welk land ? Significante verschillen staan in vet. De andere verschillen zijn veel kleiner en kunnen onbeduidend zijn of op toeval berusten. De linker helft van de tabel is gebaseerd op het gemiddelde van het hoogste aantal per telpunt. De rechter helft is gebaseerd op de presentie: % van aantal telpunten waar de soort is vastgesteld. Enkel die soorten zijn weergegeven die in totaal op minstens 5 telpunten werden vastgesteld. Hoogste AANTAL in België Bergeend Boerenzwaluw Buizerd Canadese gans Fazant Gele kwikstaart Kievit Nijlgans Ringmus Scholekster Spotvogel Witte kwikstaart Zwarte roodstaart Hoogste AANTAL in Frankrijk Blauwborst Braamsluiper Geelgors Grasmus Graspieper Grauwe gors Grauwe vliegenvanger Groenling Grote lijster Huiszwaluw Kneu Koekoek Patrijs Putter Rietgors Roek Roodborsttapuit Torenvalk Veldleeuwerik Zomertortel Hoogste PRESENTIE in België Bergeend Boerenzwaluw Bruine kiekendief Buizerd Canadese gans Fazant Gele kwikstaart Kievit Nijlgans Ringmus Scholekster Spotvogel Witte kwikstaart Zwarte roodstaart Haas Ree Konijn Haas Ree Hoogste PRESENTIE in Frankrijk Blauwborst Braamsluiper Geelgors Grasmus Graspieper Grauwe gors Grauwe vliegenvanger Groenling Grote lijster Huiszwaluw Kneu Koekoek Kwartel Patrijs Putter Rietgors Roek Roodborsttapuit Torenvalk Veldleeuwerik Zomertortel Konijn Blauwborst, Kneu, Rietgors en Konijn zijn soorten die significant meer voorkwamen in Frankrijk als je rekent met het maximum aantal. Maar ze scoren ongeveer gelijk voor presentie. Dat betekent dat ze op naar verhouding even veel telpunten in België vastgesteld zijn, maar met gemiddeld dus een lagere populatiedichtheid in België dan in Frankrijk. M.a.w. ze zijn in België dunner gezaaid. Canadese gans en Scholekster (België) en Grauwe gors, Roek en Veldleeuwerik (Frankrijk) blijken voor presentie wel een significant verschil te vertonen, maar niet voor gemiddeld maximaal aantal. Op Veldleeuwerik na zijn dit soorten die in het andere land niet gezien zijn. Dat betekent dat er in België minder plaatsen zijn waar Veldleeuwerik voorkomt, maar dat de dichtheden op die locaties vaak hoger zijn dan in Frankrijk. Voor het overige kunnen we besluiten dat Frankrijk dus globaal het best scoort voor de meeste typische soorten van agrarisch gebied en ook voor achteruitgaande of bedreigde soorten. Die soorten komen daar dus niet alleen ruimer voor, ze zijn er ook talrijker. 28 3.2. Welke impact heeft het landschap op de aanwezigheid van akkervogels ? Tabel @10 toont dat er behoorlijke voorkeurverschillen zijn tussen al die soorten die in doorsnee landbouwgebied voorkomen. Wel zijn er duidelijke groepen te onderscheiden volgens hun voorkeur of afkeer voor bepaalde landschapscategorieën (tabel @10). Tabel 10: Weergave van voorkeur “+” of afkeer “-“ van een soort voor een grondgebruikstype. Gesorteerd op voorkeur per kolom van links naar rechts. Enkel significante resultaten zijn weergegeven (p < 0,05). Tussen haakjes is de relatie net niet significant (p < 0,100). Indien niets ingevuld staat, werd geen invloed opgemerkt. Soort Gele kwikstaart Veldleeuwerik Patrijs Blauwborst Kievit Haas Scholekster Putter Grauwe Vliegenvanger Groenling Konijn Fazant Grote Lijster Ree Spotvogel Zwarte Roodstaart Grasmus Bruine kiekendief Graspieper Rietgors Roodborsttapuit Koekoek Zomertortel Huiszwaluw Nijlgans Braamsluiper Bergeend Canadese Gans Roek Boerenzwaluw Buizerd Geelgors Grauwe Gors Kneu Kwartel Agrarisch Bebouwd Natuur Droog Natuur Nat Bos +++ +++ ++ + + + (+) ----(-) ----- -- - ----(-) -- ----(-) + (+) (+) (+) ++ (+) ++ + + + +++ +++ + + ++ (+) (-) (-) (+) (+) ++ (+) + + + (-) ++ + + (+) 29 Soort Agrarisch Bebouwd Natuur Droog Natuur Nat Bos Ringmus Torenvalk Witte Kwikstaart Figuur @9 maakt duidelijk dat er even veel soorten zijn die landbouw of bos prefereren dan er zijn die het mijden. Er zijn veel meer soorten die bebouwing mijden maar dit is natuurlijk ook te wijten aan de lijst onderzochte soorten zelf. Droge en natte natuur is populair bij vogels. Het is daarom belangrijk dat in een landbouwgebied natuurelementen aanwezig blijven ! Agrarisch Bebouwd Natuur Droog Natuur Nat Bos 10 8 6 4 duidelijk ja 2 licht ja 0 licht nee -2 duidelijk nee -4 -6 -8 -10 Figuur 10: Aantal soorten (van in totaal 40) met voorkeur of afkeer van een landschapscategorie, gebaseerd op tabel @10. Tabellen @11a-e groeperen de soorten duidelijker per landschapscategorie. Ten eerste zijn er de “echte” landbouwsoorten: Gele kwikstaart, Veldleeuwerik, Patrijs, Blauwborst, Kievit en Haas. Zij hadden een significante voorkeur voor een hoog aandeel landbouwgebied rond het telpunt. Het is opmerkelijk dat de Blauwborst- sinds oudsher een moerasvogel - bij de landbouwsoorten kan gerekend worden, maar dit zal te wijten zijn aan het feit dat binnen de landschappelijke omgeving de nodige rietkragen, greppels en sloten zich vooral in het landbouwgebied zelf bevonden. Op Patrijs na mijdt deze groep bebouwing en op Haas na mijden ze bos. Patrijs is inderdaad regelmatig op erven en huisweiden te vinden, en Hazen schuilen graag in bos(jes). Dat Kievit en Blauwborst een lichte voorkeur voor natte natuur hebben, is ook geen verrassing. Het mijden van droge natuur door het trio akkervogels Gele kwikstaart, Veldleeuwerik en Patrijs is moeilijker te verklaren. Waarschijnlijk bestond dit type grondgebruik vooral uit struwelen of ruige bermen langs wegen, al dan niet omzoomd met hoge bomen, enzovoort, wat deze soorten inderdaad zou afstoten. 30 Soorten die landbouw mijden zijn er ook. Met uitzondering van de Grote lijster hebben ze daarnaast een voorkeur voor één of meer andere types grondgebruik. Al deze soorten tonen een voorkeur voor opgaand groen en/of ruigte, in tuinen of bos. Figuur @9 toont dat er (in het onderzochte assortiment soorten) even veel soorten zijn die landbouw verkiezen dan dat er zijn die landbouw mijden. Tabel 11a: Soorten met een uitgesproken voorkeur of afkeer voor agrarisch gebied. Soort Agrarisch Gele kwikstaart Veldleeuwerik Patrijs Blauwborst Kievit Haas Scholekster Ree Groenling Konijn Fazant Grote Lijster Putter Grauwe Vliegenvanger +++ +++ ++ + + + (+) (-) ----- Een tweede typische groep zijn de generalisten. Zij hebben nergens een voorkeur of afkeer voor en zijn dus best tevreden met het landschap zoals het zich aandient. Dit is logisch voor wijd verspreide soorten als Buizerd, Torenvalk en Witte kwikstaart. Er zitten echter ook meer typische landbouwsoorten bij zoals Boerenzwaluw, Geelgors, Grauwe gors, Ringmus, Kneu en Kwartel. Voor die soorten zal de aan- of afwezigheid van ‘kleinere’ factoren afhangen, of juist wel degelijk van de mix tussen landbouwgebied en ander grondgebruik. Huis-, tuin- en keukenvogels die een voorkeur hebben voor bebouwing zijn Zwarte roodstaart (zwak), Spotvogel, Groenling en Putter. Witte kwikstaart ontbreekt merkwaardig genoeg in dit lijstje. Nochtans broedt hij veel op erven, maar voedsel gaat hij vaak verderop zoeken waardoor de link met bebouwing zwakker is. Enkele typische soorten van het buitengebied die bebouwing juist mijden zijn de eerder genoemde “echte” landbouwsoorten natuurlijk. Daarnaast ook Grasmus, Bruine kiekendief, Graspieper, Rietgors, Roodborsttapuit, en in mindere mate Koekoek en Zomertortel. Tabel 11b: Soorten met een uitgesproken voorkeur of afkeer voor bebouwd gebied. Soort Groenling Spotvogel Putter Zwarte Roodstaart Scholekster Koekoek Bebouwd +++ ++ + (+) (-) (-) 31 Soort Bebouwd Zomertortel Grasmus Bruine kiekendief Graspieper Rietgors Roodborsttapuit Kievit Haas Gele kwikstaart Veldleeuwerik Blauwborst (-) --------- Soorten die het moeten hebben van droge natuur zijn er weinig. Konijn, Fazant, Grauwe vliegenvanger en (zwak) Putter en Grasmus zijn voor de hand liggende ruigtesoorten. Huiszwaluw blijkt er sterk aan gebonden, allicht omwille van het grotere aanbod insecten ? Waarom de Nijlgans droge natuur verkiest is onduidelijk. Deze relatie is mogelijk onrechtstreeks en eerder gebonden aan de reden waarom die droge natuur er is (verlaten terreinen met broedmogelijkheid ?). Tabel 11c: Soorten met een uitgesproken voorkeur of afkeer voor droge natuur (bloemrijk grasland, struweel, ruigte, e.d.). Soort Natuur Droog Grauwe Vliegenvanger Konijn Fazant Huiszwaluw Nijlgans Putter Grasmus Veldleeuwerik Patrijs Gele kwikstaart ++ ++ + + + (+) (+) -- Dat Rietgors, Grutto en Bergeend natte natuur verkiezen is geen verrassing, en ook niet de zwakke voorkeur van Blauwborst, Kievit en Koekoek (waardvogels). Verrassend is wel de voorkeur van soorten van breed struweel zoals Grauwe vliegenvanger, Braamsluiper, Zomertortel, Grasmus, Putter en in feite ook Konijn. De link zal hier ook onrechtstreeks zijn, namelijk dat er in de nabijheid van die natte natuur ook meer brede struwelen zijn, zoals wilg- of sleedoornstruweel, of een grote tuin. Tabel 11d: Soorten met een uitgesproken voorkeur of afkeer voor natte natuur. Soort Rietgors Braamsluiper Konijn Zomertortel Natuur Nat ++ ++ + + 32 Soort Natuur Nat Bergeend Blauwborst Kievit Putter Grasmus Koekoek Gele kwikstaart + (+) (+) (+) (+) (+) - Tenslotte zijn er de bossoorten: Fazant, Ree, Grauwe vliegenvanger, Putter, Roek (zwak) en blijkbaar ook Canadese gans. Deze laatste soort broedt graag op eilandjes in bos- en parkvijvers, en vandaar wellicht deze relatie. Tabel 11e: Soorten met een uitgesproken voorkeur of afkeer voor bos. Soort Bos Grauwe Vliegenvanger Putter Fazant Ree Canadese Gans Roek Blauwborst Huiszwaluw Patrijs Kievit Gele kwikstaart Veldleeuwerik +++ + + + + (+) (-) (-) ------ Conclusie: een gevarieerd landschap biedt aan tal van soorten een plek, maar voor de kenmerkende landbouwsoorten moet het niet te bont worden. 33 3.3. Welke kleine landschapselementen zijn van belang voor akkervogels ? 3.3.1. Globaal Tabel @ vat de voorkeur of afkeer samen van elke soort voor elk type KLE. Hoofdstuk 4 geeft een toelichting per soort. De som van het aantal KLE’s is een maat voor de complexiteit van het landschap. De "Open Landschappen Akkervogels" of "OLA’s"4 Gele kwikstaart, Veldleeuwerik, Kievit en Blauwborst willen een zo “simpel” mogelijke omgeving, met zo weinig mogelijk opgaand groen. Dat kwam ook al bij de evaluatie van de landschapsscore naar voor (zie § 3.2). De Roek zoekt naar voedsel in open gebied maar wenst bosjes (staat niet in lijst KLE) om te slapen of te broeden. Heel wat soorten houden juist wel van een groot aantal KLE’s in hun buurt. Dit zijn de typische "Kleinschalige Landschappen Akkervogels" of "KLA’s" Geelgors, Grasmus, Ringmus, Zomertortel, Fazant, Spotvogel e.a. Bij de zoogdieren hoort hier ook het Konijn bij. Tenslotte is er een groot aantal soorten waar het aantal KLE’s niet zozeer een rol speelt, maar die wel de aanwezigheid van specifieke KLE’s op prijs stellen. Enkel Grauwe vliegenvanger vertoonde geen enkele voorkeur of afkeer t.o.v. een KLE-categorie. Enkel zwakke relaties met één of meer KLE’s waren er bij Groenling, Nijlgans, Scholekster, Torenvalk, Witte kwikstaart en Ree die dus allemaal als weinig kieskeurig kunnen bestempeld worden. Tabel @: Weergave van voorkeur “+” of afkeer “-“ van een soort voor een landschapselement. Enkel significante resultaten zijn weergegeven (p < 0,05). Tussen haakjes is de relatie net niet significant (p < 0,100). Indien niets ingevuld staat, werd geen invloed opgemerkt. Kolom ‘n’ geeft het aantal telpunten waar de soort aanwezig was (n totaal = 391). Enkel de soorten met n≥5 zijn vermeld. Mix Houtig n Som KLE Grote bomen Gele kwikstaart 216 --- -- Veldleeuwerik 258 --- - Blauwborst 38 - -- - Kievit 160 - - Roek 5 - (-) Braamsluiper 8 (+) Huiszwaluw 80 (+) Soort 4 Lage bomen Haag Dode boom -- --- (-) -- - -- (-) --- (-) -- - ++ - (-) (+) Ruigte Solitaire struik -- Hoogst. boomg. (-) Knotboom + (+) + --- (-) Bloemrijk Perceelsrand Bloemrijk grasland Gewas Onkruid- Wildakker akker Koolzaad Water Poel Moeras Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg - (+) Braam Droge ruigte (-) ++ - (+) + + ++ (+) (+) OLA en KLA geven twee groepen vogels weer met min of meer gelijkaardige landschapseisen. Terminologie volgens Dochy & Hens (2005). 34 --- --- +++ + --- - (-) +++ + - --- Mix Houtig n Som KLE Buizerd 9 + Ringmus 75 + Zomertortel 23 + Koekoek 48 ++ + Boerenzwaluw 132 +++ ++ Fazant 157 +++ ++ Geelgors 87 +++ (+) Grasmus 149 +++ Spotvogel 44 +++ Bergeend 15 Bruine kiekendief 19 Canadese gans 7 Graspieper 30 Grauwe gors 5 Grauwe vliegenv. 5 Groenling 45 Grote lijster 30 Kneu 89 Kwartel 13 Nijlgans 7 Soort Patrijs 167 Putter 25 Rietgors 38 Roodborsttapuit 9 Scholekster 9 Torenvalk 42 Witte kwikstaart 80 Grote bomen Lage bomen Hoogst. boomg. Haag Ruigte Solitaire struik Dode boom Knotboom Braam Bloemrijk Droge ruigte Perceelsrand + + + ++ (+) ++ Water Poel Moeras Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg (+) + + (+) (+) (+) (-) ++ +++ + +++ ++ ++ ++ ++ ++ ++ (+) + + (-) (-) (+) ++ + (+) +++ Koolzaad + +++ (+) (+) Gewas Onkruid- Wildakker akker + + + Bloemrijk grasland + ++ + ++ + ++ +++ ++ (-) - +++ ++ + + (+) (+) + -- +++ -+ ++ + (-) (-) (+) - + (+) (+) - (+) (+) + + -- + -- - - + +++ + +++ (-) (+) (-) (-) (+) 35 ++ - (-) (+) +++ (-) ++ Mix Soort n Zwarte roodstaart 36 Haas 164 Konijn 18 Ree 5 Som KLE Houtig Grote bomen Lage bomen Hoogst. boomg. Haag Ruigte Solitaire struik Dode boom Knotboom Braam Droge ruigte Bloemrijk Perceelsrand Bloemrijk grasland Gewas Onkruid- Wildakker akker + (+) + Water Poel + (-) ++ Koolzaad (+) (+) (+) Hierna bespreken we de KLE's apart. In hoofdstuk 4 bespreken we elke soort apart. 36 (+) Moeras Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg + + 3.3.2. Houtige KLE’s Geelgors en Spotvogel verkiezen 5 van de 7 types en zijn daarmee het meest aan houtige KLE’s gebonden. De Rietgors wil geen bomen maar ook geen solitaire struiken. Dit laatste strookt niet echt met de gangbare opinie dat Rietgorzen graag vanuit solitaire struiken zingen. De hypothese dat dode bomen gunstig zijn als zangpost voor bv. Zomertortel en Koekoek blijkt niet uit de gegevens. Blijkbaar is er geen gebrek aan geschikte andere zangposten. De Koekoek gebruikt bv. grote bomen en hoogstamboomgaarden. Zomertortel houdt meest van hagen en solitaire struiken. Hoge of lage bomen blijken niet zo belangrijk. Terreinwaarnemingen leren dat het in elk geval niet-geschoren brede en hoge hagen moeten zijn, net als voor Braamsluiper of Spotvogel trouwens. Hoge bomen zijn interessanter voor Fazant, Koekoek en Spotvogel dan lage bomen. Boerenzwaluw houdt van de twee. Een lichte voorkeur voor lage bomen was er bij Geelgors, Grasmus en Spotvogel. Bruine kiekendief mijdt een aantal houtige KLE’s maar niet noodzakelijk hoge bomen: is hij tolerant voor polderdreven in voor de rest open landschap ? De duidelijkste links zijn knotbomen en hagen voor de Ringmus en de Geelgors. In Frankrijk zijn knotbomen een stuk zeldzamer dan in België (zie hoger, § 3.1.3.) en daar kan een groot deel van de verklaring liggen waarom Ringmus in Frankrijk zo veel zeldzamer is (zie hoger, § 3.1.4.). De holtes in knotbomen zijn noodzakelijk als nestholte. Voor de Geelgors gaat die redenering niet op want dit is geen holenbroeder. De Geelgors broedt liefst in ruigte tegen de grond onderaan hagen en braamstruwelen. Konijnen houden ook van knotbomen, maar die relatie is natuurlijk indirect. Knoestige knotbomen zijn oude objecten die niet in de weg staan van drukke activiteiten (anders waren ze al gekapt) en waardoor er in de buurt allicht ook al vele jaren rustige plekken zijn waar Konijnen hun gang kunnen gaan. Opmerkelijk is dat Boeren- én Huiszwaluw graag houtige KLE’s hebben. Dat werd ook al eerder gezien bij een onderzoek naar de vogels van landschapsbedrijfsplannen (Dochy, 2009). Naast een brongebied voor vliegende insecten bieden deze KLE’s ook een windscherm en daarom meer kans op prooien op dagen met slecht weer of veel wind. 3.3.3. Ruigte De meeste soorten die houden van houtige KLE’s houden ook van droge ruigtes en braamstruwelen. Rietgors en zeker Roodborsttapuit verkiezen ook droge ruigtes. Gele kwikstaart en Kievit moeten niets weten van braamstruwelen. Dit is logisch omdat die braamstruwelen meestal geassocieerd zijn met hagenrijk landschap. Bij de zoogdieren vertonen Ree en Konijn een lichte voorkeur voor bramen. 3.3.4. Bloemrijk Deze categorie omdat nogal diverse KLE’s. Onkruidrijke stoppels en ingezaaide wildakkers kwamen maar heel zelden voor. Er kan niet veel zinnigs over gezegd worden, al blijkt er toch een link te zijn tussen Ringmus, Canadese gans en onkruidenrijke stoppel. Ringmussen foerageren ’s winters graag op dergelijke stoppels, maar in het broedseizoen komen ze maar zelden op de grond en foerageren ze het meest in struiken en bomen (eigen obs.). De relatie met die stoppel is dus minder duidelijk. 37 Bloemrijk grasland had van deze KLE’s het grootste effect op vogels. Niet minder dan 9 soorten vertonen een significante voorkeur voor bloemrijk grasland. Het is daarmee de meest verkozen KLE ! Een obligate zaadeter als de Kneu profiteert van een groter zadenaanbod (Paardenbloem!). Ook de Putter zal de zaden waarderen. Fazant, Geelgors en Rietgors eten ’s zomers veel insecten en die zijn ook talrijker in bloemrijk grasland. Idem voor de obligate insecteneters als Roodborsttapuit, Grasmus, Braamsluiper en Graspieper. Voor Graspieper, Putter en Kneu is het zelfs de enige KLE die hun significante voorkeur wegdraagt. Ook de Buizerd profiteert van bloemrijk grasland. Perceelsranden zijn zelden bloemrijk, maar kunnen dat na meerdere jaren beheer of door inzaai wel worden. In de polders maken ze bij voorkeur deel uit van het leefgebied van Bruine kiekendief, Grauwe gors en Rietgors. De Boerenzwaluw lijkt er niet van te houden, maar het kan ook aan het overwegend zeer open landschap liggen waar perceelsranden het meest voorkomen (polders). 3.3.5. Gewas Koolzaad is het enige gewas dat diende genoteerd te worden. Het gewas ontbrak op de Belgische telpunten. Toch bleek dat meerdere soorten er een positief verband mee hadden: Blauwborst (gekend, zie hoger), Boerenzwaluw (veel insecten boven bloei ?) en Grasmus (geen idee van link). In mindere mate ook Ringmus (insecten, zaden?), Nijlgans en Braamsluiper, waar voor de laatste twee geen zinnig direct verband kan gelegd worden. We verwachtten ook een positief verband voor Kneu en Rietgors, maar dat blijkt niet uit onze resultaten (Gruar et al., 2006). 3.3.6. Water Maar weinig van de onderzochte soorten houden van moeras en waterlopen: enkel Blauwborst, Kievit, Bruine kiekendief en Rietgors, al houden ze dan weer niet van (gebieden met) poelen. De Veldleeuwerik mijdt ook poelen. Vaker zal het echter gaan over het landschap rond die poel, vaak een banale raaigrasweide. Beregeningsputten hebben dikwijls te steile en kale oevers en hebben de natuur dan weinig te bieden. Dat Geelgors en Roodborsttapuit waterlopen mijden is wel onverwacht. In het West-Vlaamse Heuvelland leeft het omgekeerde idee. Dit komt allicht omdat de polderwaterlopen en laaglandbeken als één type KLE zijn genoteerd, hoewel ze er in de praktijk helemaal anders uitzien. Polderwaterlopen met kale of met rietkragen afgezoomde oevers zijn inderdaad geen typisch leefgebied voor beide soorten. Kleine beekjes met ruigte en hier en daar bomen en struiken zijn dat wel. Dat Bergeenden poelen verkiezen is logisch. Voor de andere soorten is het verband vaker onrechtstreeks te zoeken. In monotone en relatief droge graangebieden in zuidelijk Engeland verkiest de Gele kwikstaart de nabijheid van poelen, waar ze tijdens droge periodes op de oevers insecten kunnen zoeken (pers. med. dr. R. Bradbury). In onze studie blijkt er geen relatie te zijn. De nood aan vochtige plaatsen is hier blijkbaar minder acuut. De Zwarte roodstaart kwam dan weer wel meer voor in telpunten met poelen. Het is me niet duidelijk of die soort vaak langs poelen voedsel zoekt (eerder niet?). De Boerenzwaluw kan wel gelinkt worden aan poelen, om modder te halen voor de nestbouw, maar ook om te drinken en voor de talloze insecten. Voor de Huiszwaluw was dit positief verband er dan weer niet. 38 De link tussen poelen en Fazant, Spotvogel en Koekoek is ook onduidelijk. Langs of nabij poelen en andere vochtige zones zijn allicht meer hoge bomen en (populieren)bosjes te vinden waar deze soorten hun gading vinden, eerder dan bij de poel zelf. De Geelgors verkiest duidelijk poelen. Persoonlijke waarnemingen bevestigen dat Geelgorzen geregeld voedsel zoeken in de modder/trapgaten langs veedrinkpoelen. Er liggen in de onderzochte regio nog heel wat poelen in oude graslanden met haagrestanten rond. Dit kan ook een effect hebben gehad. 3.3.7. Bebouwd De ene bebouwing is de andere niet. Actieve hoeves - groot of klein - werden apart genoteerd. Het is geen verrassing dat Boerenzwaluw en Zwarte roodstaart hier een voorkeur voor hadden. Zoals hoger al gezegd, is de Patrijs ook vaak in de rommelhoekjes nabij erven te vinden. Kievit en Blauwborst blijven echter weg van hoevegebouwen. Naast het doorbreken van de openheid, is voor de Kievit als grondbroeder - mogelijk de aanwezigheid van (’s nachts) loslopende katten en honden een probleem. Onverharde wegen zijn geschikte plaatsen voor vogels om een stofbad te nemen, om makkelijk zaden of insecten van de grond te pikken en het zijn groeiplaatsen van zadenrijke onkruiden zoals Grote weegbree. We verwachtten een positieve relatie voor heel wat soorten, maar dat blijkt toch niet zo te zijn. Enkel Rietgors en Konijn vertoonden een duidelijk positief verband, in mindere mate Kneu. Grote lijster en Haas meden deze paden. Zeker voor de Haas is het niet duidelijk waarom dit zo zou zijn, Hazen zijn ’s morgens vroeg vaak op dergelijke paden te zien (pers. obs.). Drukke wegen hebben een veel negatievere impact. Enkel de Grote lijster zou er licht van profiteren, waarschijnlijk omdat er vaak dreven langs deze wegen staan (zangpostbomen). Blauwborst, Koekoek, Patrijs, Kievit en Veldleeuwerik mijden drukke wegen sterk. 3.3.8. Slotbeschouwing bij de KLE’s Bovenstaande analyse bekijkt de aanwezigheid van KLE’s in de hele telpuntcirkel die uiteraard vaak ruimer is dan de grootte van het territorium van een broedvogel. Er zit dus een zekere ruis op de resultaten, zeker voor de soorten die maar op een handvol locaties zijn gemeld. Hoedanook zijn de bekomen resultaten bruikbaar om de juiste terreinmaatregelen te helpen kiezen voor bepaalde soorten, zoals knotwilgen en hagen die zeker gunstig zullen zijn voor Ringmus en Geelgors. Anderzijds toonde vroeger onderzoek naar de aanwezigheid van vogels op recent aangeplante KLE’s van landschapsbedrijfsplannen aan dat de doelsoorten akkervogels (met name de KLA’s) zich niet zomaar op nieuwe locaties vestigen (Dochy, 2009). De oorzaken van de aanwezigheid van een soort zijn misschien meer nog dan in de macrobiotopen en KLE’s te zoeken in fijnmaziger kenmerken van een gebied. Voorbeelden hiervan kunnen zijn: - beheer op perceelsniveau (bemesting, maaibeheer, doorzaaien van grasland, enz.) - toestand bodemorganismen, als basis voor de hele verdere voedselketen in agrarisch gebied (veel minder bodemfauna en -schimmels bij bodemverslemping, bij injectie van drijfmest, bij verzuring, enz.) 39 - - pesticidengebruik kwaliteit van de KLE's hoeveelheid KLE's en de mate waarin ze een lokaal ecologisch netwerk vormen predatiedruk, op zich ook afhankelijk van omgevingskarakteristieken (schuilmogelijkheden of kansen op verrassingsaanval van predator, ecologische val, enz.) juiste combinaties van KLE’s dicht bij elkaar de aanwezigheid van clusters van dezelfde soort (= buren) kan mogelijk sterker aanzetten tot vestiging of broeden; we vermoeden zo’n effect bij de Geelgors, maar dit is met onze gegevens niet hard te maken traditionele locaties die mogelijk ook nog een paar jaar na het ongeschikt worden, worden gebruikt door zeer plaatstrouwe soorten zoals Kievit en Geelgors Voor zover mogelijk geeft de soortbespreking hierna per soort een overzicht van welke maatregelen goed of slecht zijn voor die soort. 4. SOORTBESPREKING Per soort wordt hier de relevante info uit de tabellen van hoofdstuk 3 geselecteerd. Voor de legende wordt naar dit hoofdstuk verwezen. Naast een beknopte uitleg worden ook geschikte beschermingsmaatregelen vermeld. De soorten komen in alfabetische volgorde aan bod. Verwijzingen naar dichtheden elders of biotoopgebruik komen uit volgende referenties, tenzij anders vermeld: - algemene info ecologie en maatregelen akkervogels: Dochy & Hens (2005) - gebiedsinfo polders Oostkust en onderzoeksproject trioranden: Dochy (2010+2012) - gebiedsinfo akkergebied Heuvelland en Zwevegem: Dochy (2007+2013) - gebiedsinfo Noord-Frankrijk: Tombal (1996) - onderzoeksproject vogels van landschapsbedrijfsplannen: Dochy (2009) 40 4.1. BERGEEND Mix Soort n Bergeend 15 Soort Som KLE Houtig Grote bomen Lage bomen Hoogst. boomg. Ruigte Solitaire struik Haag Dode boom Knotboom AANTAL VOGELS/telpunt Bergeend Perceelsrand Bloemrijk grasland (+) Agrarisch Bebouwd Natuur Droog Natuur Nat Bos + n telptn 15 Onkruid- Wildakker akker Gewas Koolzaad Water Poel + Bergeend PRESENTIE Bergeend Braam Bloemrijk Droge ruigte % globaal 3,8% Hele gebied 0,08 België 0,11 % België 5,3% % Frankrijk 1,4% Frankrijk 0,03 sign. * Sign. RL niet niet RL Algemener in België dan in Frankrijk. Bijna altijd met open water in de buurt of stoppel met plas water. Grootste dichtheid in Belgische IJzervallei e.o. Daarbuiten lokaal en schaars in kustpolders. Hier en daar komen allicht ook koppels voor op kunstmatige waterrijke locaties in industriezones (kleiputten, bezinkingsbekkens), maar die maakten geen deel uit van de telpunten. Voorkeur voor natte natuur (waterplassen). Geen bijzondere voorkeur of afkeer van andere elementen in landschap of biotoop. Aan Oostkust wel duidelijk gebonden aan microreliëfrijk grasland. Er is geen directe relatie met de verspreiding van Konijn (zie 4.). Waarschijnlijk broeden veel Bergeenden niet in konijnenholen maar onder rommelhopen en holtes onder (boerderij)gebouwen (pers. obs.). Wat doen voor Bergeend ? Leg poelen en plassen aan. Behoud oud grasland met veel microreliëf in open gebieden (zeker in de polders). 41 Moeras Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg 4.2. BLAUWBORST Mix KLE n Som KLE Blauwborst 38 - Houtig Grote bomen Lage bomen -- - Hoogst. boomg. Agrarisch Bebouwd Blauwborst + --- AANTAL VOGELS/telpunt Blauwborst n telptn 38 % globaal 9,7% Hele gebied 0,12 Haag Dode boom Knotboom Braam - (-) - LANDSCHAP PRESENTIE Blauwborst Ruigte Solitaire struik België 0,09 Natuur Droog % België 7,7% Perceelsrand Bos (+) (-) sign. * Bloemrijk grasland ++ Natuur Nat % Frankrijk 13,2% Frankrijk 0,17 Bloemrijk Droge ruigte Sign. RL net niet RL Is hooguit sinds de jaren 1970-80 verschenen in moerassen in de streek. Verovert sinds ongeveer 2000 nu ook greppels en grachten in het agrarisch gebied en is al op ongeveer 10% van de telpunten aanwezig. Is iets talrijker in Frankrijk dan in België. De kolonisatie lijkt vooral te verlopen vanuit de IJzervallei en zijbeken. Er is ook een kolonisatiebeweging vanuit de Leievallei en omgeving (met kern in Kleiputten Ploegsteert) (bv. Douvevallei, omgeving Dikkebus). Is intussen talrijk in polderrietgrachten in en rond de Moeren. Komt in de zandleemstreek meestal langs waterlopen of in zeer eenvoudige greppels tussen akkers voor, soms schijnbaar zonder verdere natuurelementen. Is iets talrijker in Frankrijk dan in België. Houdt niet van bebouwing/wegen en bomen/bos. Natte natuurelementen worden geprefereerd, met inbegrip van waterlopen. Ook perceelsranden zijn goed, mogelijk omdat die zorgt voor een betere slootkwaliteit (idem Oostkustpolders). Benut ook graag koolzaad, maar de reden waarom is onduidelijk. Mogelijk verschaft dit gewas een goede dekking en terzelfdertijd openheid onderaan voor deze grondfoerageerder. Wat doen voor Blauwborst? Creëer of behoud moerassige plaatsen op minstens 300 m van gebouwen, leg perceelsranden langs waterlopen en laat er riet groeien dat niet elk jaar wordt gemaaid. 42 Onkruid- Wildakker akker Gewas Water Koolzaad Poel Moeras + --- +++ Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg + --- - 4.3. BOERENZWALUW Mix Soort Boerenzwaluw Houtig n Som KLE Grote bomen Lage bomen 132 +++ ++ + Soort Agrarisch Hoogst. boomg. Ruigte Solitaire struik Haag Dode boom Knotboom (+) Bebouwd Braam Bloemrijk Droge ruigte Perceelsrand + Natuur Droog Bloemrijk grasland (-) Natuur Nat Bos Boerenzwaluw PRESENTIE Boerenzwaluw AANTAL VOGELS/telpunt Boerenzwaluw n telptn 132 % globaal 33,8% Hele gebied 1,16 België 1,45 % België 44,1% % Frankrijk 16,0% Frankrijk 0,65 sign. *** Sign. *** RL A RL A Is opmerkelijk talrijker in België dan in Frankrijk ! Komt in België op bijna de helft van de telpunten voor (44%), in Frankrijk is dit maar een zesde (16%). De beste gebieden waren het plateau van Izenberge, de IJzervallei, de vallei van de Heidebeek en de omgeving van 'de bergen'. Dit laatste gebied was het beste aan Franse kant. Tussen Bergues en Steenvoorde kwamen nauwelijks Boerenzwaluwen voor, en ook ten zuiden van Bailleul vrijwel geen. In het westen van de Franse Moeren waren er dan weer wel hier en daar. Heeft geen specifieke voorkeur voor de grote landschapsindeling, maar wel voor de aanwezigheid van een mix van opgaande KLE's (bomen, haag), poelen en uiteraard hoevegebouwen. Naast een bron van vliegende insecten, bieden deze KLE’s ook windluwe plaatsen waar ze bij winderig weer beter kunnen jagen. Ook koolzaad wordt geprefereerd, waarschijnlijk door een rijker aanbod bloembezoekende insecten. Voor bloemrijk grasland vonden we echter geen dergelijke voorkeur. Perceelsranden lijken gemeden te worden, maar dit kan ook omdat dergelijke randen (in België) talrijker zijn in open polders, wat een minder geschikt gebied is. Inderdaad, in de Moeren zijn er nauwelijks gezien. Waarschijnlijk speelt de aan- of afwezigheid van (kleinschalige) runderteelt een rol, maar dit kunnen we niet uit onze gegevens afleiden. In eerder onderzoek bleek de soort vaakst over kort (begraasd) grasland te jagen (Dochy, 2009). Wat doen voor Boerenzwaluw ? Zorg voor bomen, hagen, poelen, bloemen (insecten), zwaluwvriendelijke gebouwen, aanwezigheid modder als nestbouwmateriaal, zuinig insecticidengebruik, ... 43 Onkruid- Wildakker akker Gewas Water Koolzaad Poel + ++ Moeras Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg ++ 4.4. BRAAMSLUIPER Mix Soort n Som KLE Braamsluiper 8 (+) Soort Houtig Grote bomen Lage bomen Hoogst. boomg. (-) Agrarisch Ruigte Solitaire struik Haag (+) Bebouwd Dode boom Knotboom + Natuur Droog AANTAL VOGELS/telpunt Braamsluiper Perceelsrand + Bloemrijk grasland ++ Natuur Nat Braamsluiper PRESENTIE Braamsluiper Braam Bloemrijk Droge ruigte Bos ++ n telptn 8 % globaal 2,0% Hele gebied 0,02 België 0,01 % België 1,2% % Frankrijk 3,5% Frankrijk 0,03 sign. Sign. RL RL Schaarse soort, op gemiddeld 2% van de telpunten aanwezig. Iets algemener in Frankrijk, maar blijft ook daar een zeldzame soort. Is enkel buiten de polders aangetroffen, het merendeel op en rond 'de bergen'. Is normaal wat algemener in de duinen, maar hij bleef daar onopgemerkt tijdens onze tellingen. Zit graag in dicht én doornig struweel, maar dit moet niet noodzakelijk een haag zijn. Een oude tuin is ook goed. Eén van de weinige soorten die dode bomen prefereert, al wijst dit waarschijnlijk nog het meest op de voorkeur voor een breed uitgegroeide "gerijpte" haag of houtkant. Idem voor bramen. De voorkeur voor bloemrijk grasland en natte natuur (op landschapsschaal), die enkel aanwezig zijn wanneer minder intensieve landbouw wordt bedreven, is ook een aanduiding dat er op die plaatsen meer kans is op oude houtkanten. Wat doen voor Braamsluiper ? Hagen en houtkanten oud laten worden en breed laten uitgroeien, vooral wanneer die grenzen aan een vochtig tot nat bloemrijk grasland. Combineer meerdere types KLE's. 44 Onkruid- Wildakker akker Gewas Koolzaad (+) Water Poel Moeras Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg 4.5. BRUINE KIEKENDIEF Mix Soort n Bruine kiekendief 19 Soort Som KLE Houtig Grote bomen Lage bomen Hoogst. boomg. -- Agrarisch AANTAL VOGELS/telpunt Bruine kiekendief Haag Dode boom Knotboom (-) Bebouwd Bruine kiekendief PRESENTIE Bruine kiek Ruigte Solitaire struik Braam Bloemrijk Droge ruigte Perceelsrand (-) Natuur Droog Bloemrijk grasland +++ Natuur Nat Bos - n telptn 19 % globaal 4,9% Hele gebied 0,06 België 0,06 % België 5,7% % Frankrijk 3,5% Frankrijk 0,06 sign. Sign. RL RL Verspreiding beperkt tot de polders, vooral in de Moeren. Presentie iets hoger in België, mogelijk door actieve nestbeschermende initiatieven door Natuurwerkgroep De Kerkuil. De broedvogels van de IJzervallei broeden en jagen blijkbaar hoofdzakelijk ten oosten van het studiegebied. Houdt niet van bebouwd gebied, en ook niet van gebieden met lage bomen of hagen en poelen (merk op: de meeste poelen liggen in kleinschalig landschap). Moerassen en waterlopen zijn door deze soort zeer geliefd, wat natuurlijk geen verrassing is. Ook perceelsranden zijn uitverkoren, al hangt dit voor een deel samen met het talrijker voorkomen ervan in de polders dan daarbuiten. Langs perceelsranden wordt vaak gejaagd, vooral vlak na een maaibeurt wanneer muizen makkelijker bereikbaar zijn. Wat doen voor Bruine kiekendief ? Openheid landschap bewaren in de polders, perceelsranden naast waterlopen en moerassen aanleggen, rietkragen in de polders natuurvriendelijk beheren (af en toe wintermaaibeurt, niet alles tegelijk, waterpeil voldoende hoog in zomer om bereikbaarheid van nesten voor grondpredatoren te verminderen), actieve nestbescherming van nesten in akkers, algemene akkervogelmaatregelen om prooiaanbod te verhogen. 45 Onkruid- Wildakker akker Gewas Koolzaad Water Poel Moeras -- +++ Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg ++ 4.6. BUIZERD Mix Soort n Som KLE Buizerd 9 + Soort Houtig Grote bomen Lage bomen Hoogst. boomg. Ruigte Solitaire struik Haag Dode boom Knotboom Braam Bloemrijk Droge ruigte Perceelsrand + Agrarisch Bebouwd Natuur Droog Bloemrijk grasland + Natuur Nat Bos Buizerd PRESENTIE Buizerd AANTAL VOGELS/telpunt Buizerd n telptn 9 % globaal 2,3% Hele gebied 0,02 België 0,03 % België 2,8% % Frankrijk 1,4% Frankrijk 0,01 Sign. sign. RL RL Zeldzaam in België, zeer schaars in Frankrijk (meer last van illegale vervolging ?). Vooral op en rond de ‘Bergen’, waar wat grotere boscomplexen zijn. Is waarschijnlijk onderschat met deze telmethode en de korte waarnemingstijd. Heeft geen bijzondere algemene landschapseisen, maar verkiest wel een structuurrijk landschap, d.w.z. met zo veel mogelijk KLE’s, al speelt het minder een rol welke dat dan zijn. De aanwezigheid van braamstruweel en van bloemrijk grasland blijkt wel gunstig voor de Buizerd. Dit zijn biotopen waar zijn hoofdvoedsel (muizen en andere kleine dieren) goed gedijt. Jaagt meestal vanuit zit. Bomen zijn daarvoor gunstig, maar weidepalen evenzeer. Vandaar dat er geen preferentie lijkt voor bomen of bos. De afwezigheid in Frankrijk is opmerkelijk. Worden daar nog steeds Buizerds vervolgd ? Wat doen voor Buizerd ? Broedlocaties (kleine of grote bossen) rustig houden, KLE’s aanleggen, zorg dragen voor bloemrijk grasland en (bramenrijke) ruigtes. 46 Onkruid- Wildakker akker Gewas Koolzaad Water Poel Moeras Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg 4.7. CANADESE GANS Mix Soort n Canadese gans 7 Soort Som KLE Houtig Grote bomen Lage bomen Hoogst. boomg. Ruigte Solitaire struik Haag Dode boom Knotboom Braam Bloemrijk Droge ruigte Perceelsrand AANTAL VOGELS/telpunt Canadese gans Gewas Onkruid- Wildakker akker + Agrarisch Bebouwd Natuur Droog Natuur Nat Bos Canadese Gans PRESENTIE Canadese gans Bloemrijk grasland + n telptn 7 % globaal 1,8% Hele gebied 0,03 België 0,04 % België 2,8% % Frankrijk 0,0% Frankrijk 0,00 sign. Sign. RL net niet RL Kwam niet voor in Frankrijk en sporadisch in België, maar daar wel over het hele studiegebied. Voorkeur op landschapsschaal voor nabijheid van ‘bos’ (= incl. oud park). Aantallen zeer beperkt. Er blijkt een positieve relatie met onkruidenrijke stoppels, nochtans een biotoop dat erg schaars aanwezig was. Broedlocaties veelal buiten agrarisch gebied, op plassen in bossen en parken, of langs sloten in natte weilanden (echter niet zo in de westelijke IJzervallei). Voedselzoekende vogels kunnen zowat overal gezien worden op graslanden of (mais)stoppelvelden Wat doen voor Canadese gans ? Dit is een invasieve exoot waarvoor een bestrijdingsplan bestaat (Van Daele et al., 2012). Bestrijdingsmaatregelen bestaan uit het voorkomen van broedsucces door het schudden van eieren en het afvangen van niet-vliegvlugge groepen dieren tijdens de gezamenlijke slagpenrui. 47 Koolzaad Water Poel Moeras Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg 4.8. FAZANT Mix Soort Fazant Houtig n Som KLE Grote bomen 157 +++ ++ Lage bomen Agrarisch Fazant - AANTAL VOGELS/telpunt Fazant n telptn 157 Ruigte Solitaire struik Braam (+) ++ +++ Natuur Droog Natuur Nat Haag Bebouwd Dode boom Knotboom Bloemrijk Droge ruigte (+) Soort PRESENTIE Fazant Hoogst. boomg. Perceelsrand + Bos + % globaal 40,2% Hele gebied 0,63 België 0,84 % België 51,4% + % Frankrijk 20,8% Frankrijk 0,26 Bloemrijk grasland sign. *** Sign. *** RL RL Is 2,5x meer verspreid (presentie) in België, met aantallen per telpunt die ruim 3x zo hoog liggen. Vooral het plateau van Izenberge en de aanpalende IJzervallei herbergen hoge dichtheden, die niet tot over de Franse grens reiken. In de ‘bergen’ komen ook veel Fazanten voor maar in lagere dichtheden. Is er (veel) meer jachtdruk in Frankrijk op de soort (of haar vijanden) of worden er daar gewoon veel minder uitgezet ? Houdt niet van een overmaat aan agrarisch grondgebruik en verkiest een mix met bos en droge natuur. Bebouwing is geen probleem. Op kleinere schaal is een mix van KLE’s belangrijk, en dat zijn meest dekking gevende structuren: bomen, bramen, ruigtes. Bloemrijke graslanden zijn ongetwijfeld ook belangrijk voor insecten. Het nut van poelen voor de Fazant is minder duidelijk. In de Oostkustpolders werden grasakkers (tijdelijk grasland) veel gebruikt. Het is goede dekking en de vogels kunnen makkelijk doorheen de vrij open vegetatie stappen. Wat doen voor Fazant ? De Fazant is een exoot die hier al eeuwen ingeburgerd is, maar wel onnatuurlijk hoge dichtheden behoudt door bijvoederen en al dan niet illegaal uitzetten door de jagerij. Extra maatregelen zijn voor zo’n soort niet nodig. Zou overigens profiteren van gewone algemene akkervogelmaatregelen (voor dekking, insecten, zaden). 48 Onkruid- Wildakker akker Gewas Koolzaad Water Poel ++ Moeras Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg 4.9. GEELGORS Mix Soort n Som KLE Geelgors 87 +++ Soort Houtig Grote bomen Lage bomen (+) (+) Agrarisch Hoogst. boomg. Bebouwd Ruigte Haag Solitaire struik +++ + Dode boom Natuur Droog Knotboom Braam +++ ++ Bloemrijk Droge ruigte Perceelsrand Bloemrijk grasland + Natuur Nat Bos Geelgors PRESENTIE Geelgors AANTAL VOGELS/telpunt Geelgors n telptn 87 % globaal 22,3% Hele gebied 0,43 België 0,23 % België 10,9% % Frankrijk 41,7% Frankrijk 0,77 sign. *** Sign. *** RL B RL B Duidelijk talrijker in Frankrijk waar hij voorkomt op 41,7 % van de telpunten en enkel in de polders en duinen ontbreekt. Overigens is het verdwijnen uit de polders daar een erg recent gegeven (grootte-orde enkele jaren). Komt in België enkel nog in een smalle strook langs de Franse grens voor, met kernen rond Beveren-aan-de-IJzer, rond Watou en in het gebied tussen Poperinge en de ‘bergen’ met een opmerkelijke concentratie tussen Reningelst en Westouter. Ten zuiden van de bergen (Nieuwkerke, Wulvergem) is de soort in de laatste vijf jaar verdwenen. Enkele vooruitgeschoven koppels houden stand langs de Wijtschaatsebeek tot in Voormezele (nabij Ieper). De verspreiding in Frankrijk is veel ruimer, vrijwel zonder ‘gaten’ en loopt door tot het uiterste zuiden van het studiegebied. Is een typische soort van kleinschalig landschap met veel KLE’s van houtige aard en braamstruwelen, in combinatie met bloemrijk grasland. Of er bebouwing of bos aanwezig is, is niet van belang. Een schijnbare afkeer van waterlopen is in tegenspraak met de Belgische inschatting dat de meeste koppels nog langs kleine beken voorkomen, waar nog ruigtes zijn en struwelen. In Frankrijk is deze relatie duidelijk minder. Daarnaast houden ze wel van poelen, maar niet zozeer van moeras. Wat doen voor Geelgors ? Behoud en aanleg van houtige KLE’s, met name hagen, knotbomen en solitaire struiken die veel als zangpost worden gebruikt. Zorg dragen voor of aanleggen van bloemrijke graslanden (en bermen), als het kan met een poel erin. Te nette hagen zijn niet geschikt, de wat ruigere varianten met braamstruwelen en vooral een gesloten onderkant (nestlocatie) zijn veel beter. Het 'leggen' van hagen is hiervoor ideaal. 49 Onkruid- Wildakker akker Gewas Koolzaad Water Poel Moeras ++ (-) Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg - 4.10. GELE KWIKSTAART Mix Soort Gele kwikstaart Houtig n Som KLE Grote bomen 216 --- -- Soort Gele kwikstaart PRESENTIE Gele kwikstaart AANTAL VOGELS/telpunt Gele kwikstaart Lage bomen Hoogst. boomg. Ruigte Haag Solitaire struik Dode boom -- --- Knotboom Bloemrijk Braam Droge ruigte (-) --- (-) Perceelsrand Agrarisch Bebouwd Natuur Droog Natuur Nat Bos +++ --- -- - --- n telptn 216 % globaal 55,2% Hele gebied 0,98 België 1,23 % België 63,6% % Frankrijk 41,0% Frankrijk 0,55 sign. *** Sign. *** Bloemrijk grasland RL A RL A In België de meest verspreide akkervogelsoort, en duidelijk talrijker dan in Frankrijk waar de Gele kwikstaart pas op e de 6 plaats komt. Is een uitgesproken soort van open agrarisch gebied, met zo weinig mogelijk (opgaande) KLE’s, bos of bebouwing. De akkers ten zuiden van Poperinge, met uitzondering van het minder open gebied rond de ‘bergen’, herbergen de hoogste dichtheden, met vaak meerdere koppels per telpunt. Ontbreekt in België vrijwel nergens. Komt in Frankrijk duidelijk minder aaneengesloten voor, én in merkelijk lagere dichtheden (minder dan de helft), zelfs in de toch zeer e open Franse Moeren. Ook eind 20 eeuw was dit Franse gebied duidelijk armer aan Gele kwikken dan de open grootschalige akkergebieden verder naar het westen en zuiden. Uit onze gegevens kunnen we niet afleiden wat het verschil juist veroorzaakt. Mogelijk ligt het aan de combinatie van gewassen. In België zijn de percelen gemiddeld kleiner en vind je binnen de oppervlakte van een territorium dan ook vaker de combinatie graan/aardappelen/bieten terug. De eerste broedronde is meestal in graan, de tweede in aardappelen of bieten (Gilroy et al, 2009; Kragten, 2011). De talrijker perceelsranden en onverharde wegen in Frankrijk hebben blijkbaar geen effect, hoewel dit elders wel werd vastgesteld (Gilroy et al, 2009). Wat doen voor Gele kwikstaart ? Openheid landschap bewaren. En mogelijk ook mix aan gewassen bevorderen, met zo weinig mogelijk mais. Uit andere studies blijkt ook een voorkeur voor perceelsranden en onverharde wegen. 50 Onkruid- Wildakker akker Gewas Koolzaad Water Poel Moeras Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg 4.11. GRASMUS Mix Soort Grasmus n Som KLE 149 +++ Soort Houtig Grote bomen Lage bomen Hoogst. boomg. AANTAL VOGELS/telpunt Grasmus Haag (+) Agrarisch n telptn 149 Braam Droge ruigte ++ ++ ++ Natuur Droog Natuur Nat - (+) (+) België 0,50 % België 35,2% % Frankrijk 43,1% Frankrijk 0,65 Bloemrijk Knotboom Bebouwd % globaal 38,1% Hele gebied 0,56 Dode boom ++ Grasmus PRESENTIE Grasmus Ruigte Solitaire struik sign. net niet Perceelsrand Bloemrijk grasland +++ Bos Sign. RL RL Is ongeveer even ruim verspreid in België als Frankrijk, maar toch net iets meer in Frankrijk. Zeldzaam tot afwezig in struikloze polders en in de meest intensieve landbouwgebieden. Opmerkelijke concentratie aan de bovenloop van de IJzer in Noord-Frankrijk (max. 5 territoria vanaf 1 telpunt). Houdt niet van bebouwd gebied en heeft een voorkeur voor natuurelementen (droog of nat) in het landschap. Een hoge diversiteit aan KLE’s is vereist, met een belangrijk aandeel ruigte en bloemrijk grasland. Ook het gewas koolzaad had een gunstig effect. Lijkt qua eisen zeer goed op de Geelgors, maar de Grasmus is niet zo aan hagen gebonden. Meerdere individuele boompjes of struiken zijn genoeg. Neemt de laatste jaren terug toe omdat de grote droogtes in zijn overwinteringsgebied in de Sahel van eind 20 eeuw (momenteel) voorbij zijn. e Wat doen voor Grasmus ? Lage houtige KLE’s verzorgen en aanplanten op enige afstand van bebouwing. Combinatie maken van lage (knot)bomen en/of her en der solitaire struiken laten uitgroeien. Combineren met ruigtes, vooral aan de voet van de opgaande KLE’s (nestlocatie), en met bloemrijk grasland. 51 Onkruid- Wildakker akker Gewas Koolzaad + Water Poel Moeras Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg 4.12. GRASPIEPER Mix Soort n Graspieper 30 Soort Som KLE Houtig Grote bomen Lage bomen Hoogst. boomg. AANTAL VOGELS/telpunt Graspieper Haag Dode boom Knotboom Braam Bloemrijk Droge ruigte Perceelsrand Bloemrijk grasland ++ Agrarisch Bebouwd Graspieper PRESENTIE Graspieper Ruigte Solitaire struik Natuur Droog Natuur Nat Bos - n telptn 30 % globaal 7,7% Hele gebied 0,10 België 0,05 % België 3,2% % Frankrijk 15,3% Frankrijk 0,18 sign. *** Sign. *** RL B RL B Is bijna uitgestorven als broedvogel in het Belgisch deel van het studiegebied. Er is nog een kleine concentratie tussen Dikkebus en Reningelst waar (voor de regio) relatief grote akkerpercelen omzoomd worden met greppels en relatief brede en bloemrijke wegbermen. Was en is duidelijk talrijker in Frankrijk, en daar ook nog over het hele studiegebied verspreid, zij het vaak zeer lokaal. Komt in de Franse duinen iets vaker voor (duinen niet onderzocht aan Vlaamse kant). Is verdwenen uit Leievallei waar nog talrijk in 1985-1995. Houdt niet van bebouwing. Qua KLE wordt enkel bloemrijk grasland duidelijk geprefereerd. In de Oostkustpolders was er een duidelijke voorkeur voor soortenrijk grasland met veel microreliëf. Al bij al is het niet zo duidelijk wat de achteruitgang van de soort drijft. Het verdwijnen van bloemrijke bermen en graslanden door hoge bemestingsdruk, herbicidengebruik en intensief graas- of maaibeheer zal er zeker toe bijgedragen hebben. Drainage van vochtige (delen van) percelen is ook negatief voor de soort. Wat doen voor de Graspieper ? Behoud en ontwikkeling van bloemrijke graslanden en brede wegbermen in open gebied, liefst in eerder vochtig terrein. Aanleg en beheer van perceelsranden met ijle vegetatie is ook gunstig (Dochy, 2013). 52 Onkruid- Wildakker akker Gewas Koolzaad Water Poel Moeras Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg 4.13. GRAUWE GORS Mix Soort n Grauwe gors 5 Soort Som KLE Houtig Grote bomen Lage bomen Hoogst. boomg. Ruigte Solitaire struik Haag Dode boom Knotboom Braam Bloemrijk Droge ruigte Perceelsrand Bloemrijk grasland + Agrarisch Bebouwd Natuur Droog Natuur Nat Bos Grauwe Gors PRESENTIE Grauwe gors AANTAL VOGELS/telpunt Grauwe gors n telptn 5 % globaal 1,3% Hele gebied 0,01 België 0,00 % België 0,0% % Frankrijk 3,5% Frankrijk 0,03 sign. Sign. ** RL B RL B Is al een tijdje zo goed als uitgestorven in West-Vlaanderen. Duikt jaarlijks nog wel ergens op, maar vaak alleen tijdelijk. Rond 2000 waren er nog minstens 180 territoria in West-Vlaanderen (Vermeersch et al., 2004), waarvan 100 in de hooilanden van de IJzerbroeken alleen al. Vanaf 2001 crashte de populatie, werden de hooilanden binnen een paar jaar helemaal verlaten en kwamen we in het huidige scenario. In Frankrijk is de achteruitgang ook fel, maar de soort is nog niet niet verdwenen. Er was één telpunt met Grauwe gors in de Moeren en 4 in het oude bolwerk met de vrij open akkers tussen Wormhout en Rexpoëde. Via bips.waarnemingen.be waren er in 2013 nog 3 extra in Vlaanderen (Watou, Nieuwkerke, Wijtschate), telkens eenmalig, en enkele extra in Frankrijk in dezelfde gebieden. De zeldzaamheid is niet te verklaren aan de hand van het landschap noch de KLE’s (geen voorkeur of afkeer, dus lijkt “tevreden” met het aanbod), al is er toch een voorkeur voor perceelsranden. Aangezien het een late broeder is, is het uitmaaien van nesten mogelijk een hoofdoorzaak, in combinatie met de schaarste aan wintervoedsel op (zadenrijke stoppels). Komt in oostelijk Vlaanderen ’s winters wel vaak op de korrelrijke stoppels van dorsmais. Mogelijk biedt dit nog enig perspectief in ons studiegebied omdat er hiervan een immens aanbod is. De laatste winters worden wel één of enkele Grauwe gorzen gezien op overwinterende graanveldjes ten bate van de Geelgors. Wat doen voor Grauwe gors ? Aangezien er geen duidelijkheid is over de hoofdoorzaken in de achteruitgang, mikken we op bloemrijke perceelsranden met late maaibeurt (niet voor 15 juli !), in open gebied met eventueel hier en daar een lage boom of struik als zangpost, en overwinterend graan als wintermaatregel. 53 Onkruid- Wildakker akker Gewas Koolzaad Water Poel Moeras Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg 4.14. GRAUWE VLIEGENVANGER Mix Soort n Grauwe vliegenv. 5 Soort Grauwe Vliegenvanger PRESENTIE Grauwe vliegenvanger AANTAL VOGELS/telpunt Grauwe vliegenvanger Som KLE Houtig Grote bomen Lage bomen Agrarisch Hoogst. boomg. Bebouwd Ruigte Solitaire struik Haag Natuur Droog --- n telptn 5 Dode boom Knotboom Braam Natuur Nat Hele gebied 0,02 België 0,01 % België 1,2% Bloemrijk grasland +++ % Frankrijk 1,4% Frankrijk 0,03 Perceelsrand Bos ++ % globaal 1,3% Bloemrijk Droge ruigte sign. Sign. RL RL Dit is geen akkervogel maar een tuin- en bosvogel. Is maar op enkele plaatsen gezien, vooral in de zone van de ‘bergen’. Geen verschil tussen Frankrijk en België. Geen link met KLE’s, maar wel met de grote landschappelijke indeling waar een grote voorkeur is voor de aanwezigheid van bos en ‘droge natuur’. Is dus zeer schaars maar niet afwezig buiten de bebouwde kom. Waarschijnlijk wel enigszins onderschat want deze soort valt niet op als je het geluid niet goed kent. Gaat al een tijdje langzaam achteruit maar de verspreiding lijkt nog sterk op die van de atlassen van 15 à 25 jaar geleden. Wat doen voor Grauwe vliegenvanger ? Natuurvriendelijk tuin-, park- en bosbeheer met aandacht voor structuurdiversiteit in de beplanting, zoals een afwisseling van open plekken en bebost terrein, alleenstaande bomen, een gekartelde bosrand met bomen of struiken met horizontale takken die “uit de rij springen”. In gesloten bos zones voorzien met een vrij open kroonlaag, bv. via middelhoutbeheer. 54 Onkruid- Wildakker akker Gewas Koolzaad Water Poel Moeras Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg 4.15. GROENLING Mix Soort n Groenling 45 Soort Som KLE Houtig Grote bomen AANTAL VOGELS/telpunt Groenling Hoogst. boomg. Ruigte Solitaire struik Haag Dode boom Knotboom Braam Bloemrijk Droge ruigte Perceelsrand Bloemrijk grasland (-) Agrarisch Bebouwd - +++ Groenling PRESENTIE Groenling Lage bomen n telptn 45 % globaal 11,5% Hele gebied 0,15 België 0,13 Onkruid- Wildakker akker Gewas Koolzaad Water Poel Moeras (-) Natuur Droog % België 10,5% Natuur Nat % Frankrijk 13,2% Frankrijk 0,19 sign. Bos Sign. RL RL Komt ongeveer even veel voor in België als Frankrijk, in vergelijkbare aantallen (lichtjes meer in Frankrijk). Is duidelijk gebonden aan tuinen nabij bebouwing en niet aan het agrarisch gebied op zich. Er is een lichte (niet significante) afkeer voor gebied met hagen (buiten tuinen) en moeras, waar niet direct een verklaring voor is. Wat doen voor Groenling ? De habitateisen van de Groenling zijn niet goed gekend. Complexen van relatief grote tuinen met een aanbod aan coniferen lijken het meest geliefd. In agrarisch gebied is het planten of behouden van Hondsroos en andere rozen aangewezen omdat ze dol zijn op de zaden in de rozenbottels. Wintervoedselakkers voor akkervogels die oliehoudende zaden herbergen worden in najaar en winter vaak door groepen Groenlingen bezocht. De beste dergelijke gewassen voor Groenling zijn bladrammenas en zonnebloem. 55 Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg 4.16. GROTE LIJSTER Mix Soort n Grote lijster 30 Soort Som KLE Houtig Grote bomen AANTAL VOGELS/telpunt Grote lijster Hoogst. boomg. Ruigte Solitaire struik Haag Dode boom Knotboom Braam Bloemrijk Droge ruigte Perceelsrand Bloemrijk grasland Onkruid- Wildakker akker Gewas Koolzaad Water Poel Moeras (+) Agrarisch GroteLijster PRESENTIE Grote lijster Lage bomen Bebouwd Natuur Droog Natuur Nat Bos - n telptn 30 % globaal 7,7% Hele gebied 0,09 België 0,07 % België 6,5% % Frankrijk 9,7% Frankrijk 0,11 sign. Sign. RL RL Deze voorheen overal algemene maar weinig opvallende soort, scoort tegenwoordig erg matig. Komt nog op minder dan 10 % van de telpunten voor, en nog ietsje meer in Frankrijk dan in België. Wel lijkt er een concentratie in de buurt van Beveren-aan-de-IJzer te zijn, in een gemengd agrarisch gebied met her en der hoogstambomen (populieren). Het beeld aan Belgische zijde is nog identiek aan dat uit 2000-2002 (Vermeersch et al, 2004). De soort verkiest in principe parkachtige landschappen, vandaar de afkeer voor (een zeer groot aandeel) agrarisch gebied. Agrarisch gebied op zich wordt wel gebruikt om voedsel te zoeken, vooral in graslanden en op oude stoppels waar ze goed gecamoufleerd zijn. Hoge bomen zijn nodig als zangpost maar dit blijkt merkwaardig genoeg niet uit onze gegevens. Drukke wegen zijn licht geliefd, maar vermoedelijk omwille van de dreven die daar vaak langs voorkomen. De (zwakke) associatie met moeras is misschien toe te schrijven aan de bijhorende vochtige graslanden waar ze makkelijk regenwormen kunnen opsporen, en de aanwezigheid van populieren ? Blijkbaar is er een afkeer voor onverharde wegen maar het is niet duidelijk waarom dit zo zou zijn. Het gebrek aan duidelijke habitateisen levert geen verklaring voor de huidige zeldzaamheid. Mogelijk is die te zoeken bij de trek en overwintering, of bij predatieverliezen in de broedperiode ? Of een gebrek aan geschikt grasland ? Dit is duidelijk een soort die nader onderzoek vereist Wat doen voor de Grote lijster ? De combinatie van hoge bomen en open kortgegraasd of -gemaaid grasland is gekend als favoriet habitat. Andere KLE’s blijken nauwelijks een rol te spelen. 56 Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg - (+) 4.17. HUISZWALUW Mix Soort n Som KLE Huiszwaluw 80 (+) Soort Houtig Grote bomen (+) Lage bomen Agrarisch Hoogst. boomg. Haag (-) (+) Bebouwd Ruigte Solitaire struik AANTAL VOGELS/telpunt Huiszwaluw Knotboom Braam Bloemrijk Droge ruigte Perceelsrand Natuur Droog % globaal 20,5% Hele gebied 0,63 België 0,35 % België 7,3% Natuur Nat Bos (-) % Frankrijk 43,1% Frankrijk 1,13 Gewas Onkruid- Wildakker akker (+) + n telptn 80 Bloemrijk grasland + Huiszwaluw PRESENTIE Huiszwaluw Dode boom sign. *** Sign. *** RL K RL K Er is een duidelijk verschil tussen Frankrijk en België! In België lijkt de Huiszwaluw maar zeer puntsgewijs (meer) voor te komen, maar soms wel in flinke kolonies. In Frankrijk is de soort maar liefst 6x meer verspreid! De Belgische Moeren lijken verlaten, terwijl dit tot voor kort een bolwerk was. Ook voor het plateau van Izenberge was 2013 een uitgesproken daljaar (Dewitte, 2014). De binnenduinrand is blijkbaar ook een goed gebied. Opmerkelijk: de situatie lijkt omgekeerd aan die van de Boerenzwaluw (4.3) ! De aanwezigheid van “droge natuur” is positief voor de soort, allicht door een hoger aanbod aan insecten. Bos wordt dan weer lichtjes gemeden. Voor de KLE’s is er enkel een positief verband met dode bomen. Waarschijnlijk wijst dit eerder op het belang van ‘verwaarloosde’ natuurelementen dan dat ze er veel gebruik van zouden maken als zitplaats. Licht positieve verbanden zijn er met de mix aan KLE’s en dan vooral hoge bomen en hagen. Naast een bron van vliegende insecten, bieden deze KLE’s ook windluwe plaatsen waar ze bij winderig weer beter kunnen jagen. Onkruidrijke akkers zijn ook positief, waarschijnlijk opnieuw omwille van het insectenaanbod. De aanwezigheid van water bleek niet belangrijk. Uit eerder onderzoek (Dochy, 2009) bleek dat Huiszwaluwen meer vlakbij het erf jagen dan Boerenzwaluwen, en anders meer boven lang gras dan kort gras. Voor Boerenzwaluw was dit omgekeerd wegens de associatie met grazend vee. Wat doen voor de Huiszwaluw ? Een gemengd landschap met opgaande oude houtige KLE’s en “droge natuur” is gunstig. Verder dient de nestgelegenheid geschikt te zijn: dakoversteek, modder in de buurt, tolerantie door bewoners, zuinig insecticidengebruik, enz. 57 Koolzaad Water Poel Moeras Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg 4.18. KIEVIT Mix Soort n Som KLE Kievit 160 - Houtig Grote bomen Lage bomen Hoogst. boomg. Haag - --- (-) -- Soort Agrarisch Bebouwd Kievit + -- PRESENTIE Kievit AANTAL VOGELS/telpunt Kievit n telptn 160 % globaal 40,9% Hele gebied 1,39 België 1,62 Ruigte Solitaire struik Dode boom Knotboom Braam Bloemrijk Droge ruigte Perceelsrand - Natuur Droog % België 50,2% Frankrijk 0,99 (+) Natuur Nat Bos (+) -- % Frankrijk 25,0% sign. *** Bloemrijk grasland Sign. *** RL RL Opvallend: is dubbel zo algemeen in België dan in Frankrijk. Aantallen van meer dan 3 koppels per telpunt worden in Frankrijk bijna nergens (meer?) aangetroffen, maar broeden in semikolonieverband is nog frequent in België. In de Moeren is het verschil in dichtheid aan beide zijden van de grens opmerkelijk. De schaarste aan Franse Kieviten buiten de polders werd ook al in 1985-1995 opgemerkt. Heeft een duidelijke en begrijpelijke voorkeur voor agrarisch gebied. De afkeer voor bebouwing, bos en de meeste opgaande KLE’s wijst op de grote voorkeur voor open gebied. Moerassige terreinen, waterlopen en in mindere mate perceelsranden zijn de KLE’s die in open gebied de voorkeur genieten. Drukke wegen worden ook duidelijk gemeden. Aan de Oostkust bleek een duidelijk voorkeur voor soortenrijk grasland met veel microreliëf. Het is niet gekend waarom Frankrijk zo veel minder Kieviten telt. In België broedt de soort buiten de ‘echte’ weidevogelgebieden het meest op stoppels en op pas gezaaide mais. In Frankrijk is er minder mais en meer wintergraan dat ongeschikt is om in te broeden. Ook is de landbouw er vaak minder gemengd, t.t.z. minder graslanden in akkergebieden. En die graslanden zijn nodig om te foerageren en voor de kuikens om zich te verstoppen. Waarschijnlijk speelt ook de immense jachtdruk een rol. De soort mag bejaagd worden in Frankrijk, maar is strikt beschermd in Vlaanderen. Het is onduidelijk hoe het broedsucces in Vlaanderen is. Veel nesten en kuikens worden uitgemaaid of omgeploegd en/of gepredeerd door kraaien en andere predatoren. Wat doen voor Kievit ? Behoud of herstel kort grasland en ‘vochtige plekken’ in akkers. Behoud openheid van het landschap. Latere maai-, ploeg- of zaaibeurt van percelen met broedkoppels, laat inscharen van vee (na 1 juni). 58 Onkruid- Wildakker akker Gewas Koolzaad Water Poel Moeras (-) +++ Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg + - --- 4.19. KNEU Mix Soort n Kneu 89 Soort Som KLE Houtig Grote bomen Lage bomen Hoogst. boomg. Ruigte Solitaire struik Haag Dode boom Knotboom Braam Bloemrijk Droge ruigte Perceelsrand Bloemrijk grasland + Agrarisch Bebouwd Natuur Droog Natuur Nat Bos Kneu PRESENTIE Kneu AANTAL VOGELS/telpunt Kneu n telptn 89 % globaal 22,8% Hele gebied 0,50 België 0,36 % België 21,9% % Frankrijk 24,3% Frankrijk 0,74 sign. *** Sign. RL A RL A Talrijker in Frankrijk (meer individuen per telpunt), maar daar niet veel meer verspreid voorkomend (presentie nagenoeg gelijk). Is nog op een vijfde van de telpunten te zien in West-Vlaanderen, wat waarschijnlijk veel is in vergelijking met de rest van de provincie. Op en rond de 'bergen' en in en nabij de IJzervallei is de soort nog goed vertegenwoordigd, in beide landen. In de polders en nabij de duinen zijn ze her en der te vinden. Maar in 'doorsnee' landbouwgebied en in de Leievallei is de Kneu schaars tot afwezig. De aard van het landschap is niet zo belangrijk. De Kneu is samen met de Zomertortel onze enige volledig vegetarische broedvogel en is net als die soort volledig op kleine zaden aangewezen. Beide soorten zoeken tot ver van het nest voedsel (tot 2 km en meer). De voorkeur voor bloemrijk grasland en in mindere mate voor onverharde wegen is dan ook niet toevallig. Daar groeien composieten zoals Paardenbloem en talloze kleine (on)kruiden waarvan ze van de zaden leven. Uit andere studies bleek koolzaadteelt gunstig voor Kneu, maar dat blijkt niet uit onze resultaten (Gruar et al., 2006). Opgaande houtige KLE's bleken niet van belang. Wat doen voor de Kneu ? Bloemrijke graslanden en bermen bewaren of ontwikkelen. Herbicidengebruik tegen dicotylen terugschroeven. Onbespoten stoppels laten overwinteren. Wintervoedselgewassen laten overwinteren met o.a. Bladrammenas, Gele mosterd en andere kleine zaden. Broeden doen ze in dichte hagen en coniferen, vaak in los kolonieverband, dikwijls in landelijke tuinen. 59 Onkruid- Wildakker akker Gewas Koolzaad Water Poel Moeras Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg (+) 4.20. KOEKOEK Mix Soort n Som KLE Koekoek 48 ++ Soort Houtig Grote bomen + Lage bomen Hoogst. boomg. AANTAL VOGELS/telpunt Koekoek Haag Dode boom Knotboom + Agrarisch Bebouwd Koekoek PRESENTIE Koekoek Ruigte Solitaire struik Natuur Droog n telptn 48 % globaal 12,3% Hele gebied 0,13 België 0,10 Braam (+) + Natuur Nat (-) Bloemrijk Droge ruigte Perceelsrand Bloemrijk grasland % Frankrijk 18,1% Bos Frankrijk 0,19 sign. * Sign. * RL A RL A Is dubbel zo algemeen in Frankrijk dan in België. Is in Frankrijk nog vrij ruim verspreid, behalve in de grotere akkercomplexen tussen Wormhout en de polders, en ten zuiden van Steenvoorde. In België is het vooral een soort van de polders, de 'bergen' en de IJzervallei waar hij nog het talrijkst van al is. De Koekoek heeft geen uitgesproken mening voor de aard van het landschap, maar waardeert de aanwezigheid van natte natuur (rietvogels als waardvogel!), bv. in de polders en IJzervallei, en mijdt (dichte) bebouwing en drukke wegen. Op fijnere schaal verkiest de Koekoek een structuurrijk landschap met veel verschillende KLE's, in het bijzonder grote bomen en hoogstamboomgaarden, droge ruigtes en braamstruweel. Dit zijn biotopen waar veel insecten én veel kleine zangvogels (als waardvogel) te vinden zijn. Een voorkeur voor moeras(vogels) blijkt echter niet uit de KLEanalyse, hoogstens een lichte voorkeur voor poelen maar daar zijn hun waardvogels maar zelden rond aanwezig. Wat doen voor de Koekoek ? Hou een gevarieerd landschap in stand, met bomen, ruigtes en/of rietmoeras. Grote insecten zijn noodzakelijk, wees dus zuinig met insecticiden. 60 Gewas Koolzaad Water Poel (+) (+) % België 8,9% Onkruid- Wildakker akker Moeras Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg - 4.21. KWARTEL Mix Soort n Kwartel 13 Soort Som KLE Houtig Grote bomen Lage bomen Hoogst. boomg. Ruigte Solitaire struik Haag Dode boom Knotboom Braam Bloemrijk Droge ruigte Perceelsrand Bloemrijk grasland AANTAL VOGELS/telpunt Kwartel Gewas Koolzaad Water Poel - Agrarisch Bebouwd Natuur Droog Natuur Nat Bos Kwartel PRESENTIE Kwartel Onkruid- Wildakker akker n telptn 13 % globaal 3,3% Hele gebied 0,03 België 0,03 % België 3,2% % Frankrijk 3,5% Frankrijk 0,03 sign. Sign. RL ? RL ? 2013 was een 'gemiddeld' jaar voor Kwartels: niet erg veel maar ook niet erg weinig (www.bips.waarnemingen.be). Grote populatieschommelingen zijn heel gewoon bij deze nomadische soort. De aantallen en verspreiding in Frankrijk en België zijn gelijk. De Belgische Moeren en de zuidelijke (zand)leemstreek leken het meeste Kwartels aan te trekken, al waren ze zeker niet dik gezaaid. Er zijn geen landschappelijke kwaliteiten af te leiden uit de gegevens. Voor KLE's is er blijkbaar een afkeer van (gebieden met) poelen. Dit zijn vaak landschappen met veel (meestal intensieve) weiden ofwel kunstmatige waterputten voor beregening van bv. maisakkers. Beide landschappen zijn niet geschikt voor de Kwartel. Waterlopen lijken wel een licht gunstig effect te hebben, misschien omwille van een vochtiger microklimaat in de gewassen erlangs ? In de Oostkustpolders bleek een duidelijke voorkeur voor (met name zomer-)graan en grasakkers. Wat doen voor Kwartel ? Het is normaal een soort van eerder open en graanrijke gebieden. Onze gegevens voegen daar niets aan toe. Door de verborgen levenswijze is het moeilijk om de habitateisen in detail te kennen. Zaden- en insectenrijke zones in of nabij graan zijn vermoedelijk wel belangrijk, bv. onder de vorm van perceelsranden of bloemrijk grasland. 61 Moeras Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg (+) 4.22. NIJLGANS Mix Soort n Nijlgans 7 Soort Som KLE Houtig Grote bomen Lage bomen Hoogst. boomg. Ruigte Solitaire struik Haag AANTAL VOGELS/telpunt Nijlgans Knotboom Braam Bloemrijk Droge ruigte Perceelsrand Bloemrijk grasland Onkruid- Wildakker akker Gewas Koolzaad (+) Agrarisch Bebouwd Natuur Droog Nijlgans PRESENTIE Nijlgans Dode boom Natuur Nat Bos + n telptn 7 % globaal 1,8% Hele gebied 0,03 België 0,04 % België 2,0% % Frankrijk 1,4% Frankrijk 0,01 sign. Sign. RL RL Invasieve exoot die aan een gestage opmars bezig is en ook Noord-Frankrijk heeft bereikt. Is (nog) schaars in het studiegebied. Komt overal voor. Heeft paradoxaal genoeg een voorkeur voor de aanwezigheid van droge natuur en ook licht voor koolzaad. Deze vreemde kronkel in de cijfers kan echter ook aan de kleine steekproef liggen (n=7). Is 's winters vaak in groepen te vinden op stoppels met oogstresten van dorsmais, zeker als er ook nog modderige plassen op het perceel staan. Wat doen voor de Nijlgans ? Dit is een invasieve exoot waarvoor een bestrijdingsplan bestaat (Van Daele et al, 2012). Bestrijdingsmaatregelen zijn moeilijk door het verspreide voorkomen in territoriale koppels die zeer discreet in boomnesten broeden. Afvangen met kooien met lokvogels of afschot tijdens de wintermaanden lijken vooralsnog de enige maatregelen die enig effect kunnen hebben. 62 Water Poel Moeras Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg 4.23. PATRIJS Mix Soort n Patrijs 167 Som KLE Houtig Grote bomen Lage bomen Agrarisch Patrijs ++ AANTAL VOGELS/telpunt Patrijs Ruigte Solitaire struik Haag Dode boom Knotboom Braam Bloemrijk Droge ruigte Perceelsrand Bloemrijk grasland + Soort PRESENTIE Patrijs Hoogst. boomg. n telptn 167 Bebouwd Natuur Droog Hele gebied 0,85 België 0,81 % België 41,7% Natuur Nat Bos - % Frankrijk 44,4% Frankrijk 0,93 sign. Gewas Koolzaad Water Poel Moeras Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg + - % globaal 42,7% Onkruid- Wildakker akker Sign. RL K RL K De Patrijs houdt nog goed stand in deze regio, en is ongeveer even algemeen in beide landen. Enkel in de zeer e grootschalige Franse Moeren is er een relatief groot gebied zonder Patrijzen (eind 20 eeuw was hier nochtans een hoge dichtheid). Dit is merkwaardig genoeg ook het geval ten oosten van Wijtschate en Mesen. Ook in bosrijk gebied ontbreekt hij vaak. Landschappelijk is er een grote voorkeur voor agrarisch gebied en zelfs voor de aanwezigheid van hoeves. Daar scharrelen ze graag rond op kort gegraasde huisweiden en overhoekjes. Er is een afkeer van bos en blijkbaar ook van droge natuur (struwelen, grote ruigtes, e.d.). Ook drukke wegen worden gemeden. De aanwezigheid van KLE's is minder belangrijk, met uitzondering van knotbomen. De bomen zelf zullen niet zo belangrijk zijn, wel het bijhorende 'ouderwetse' (?) en veelal kleinschalige landschap. Andere studies toonden aan dat braakliggend terrein en stoppelvelden 's winters geliefd zijn, en dat ze een gemiddelde perceelsgrootte van 2 à 3 ha verkiezen. Wat doen voor de Patrijs ? Een gemengd kleinschalig landschap behouden (met percelen 2 à 3 ha) met afwisseling van KLE's (maar geen gesloten landschap) en types gewassen is het best. Dekking is gewenst onder de vorm van kleinschalige ruigtes, vooral voor de winter. Dergelijke zones mogen maar laat worden gemaaid, ten vroegste 15 juli, ofwel met rust gelaten. Perceelsranden (type duo- of triorand met ongemaaide strook) en oude niet agronomisch 'verbeterde' graslanden zijn ook geliefd (Dochy, 2013). 's Winters zijn onbespoten stoppelvelden aangewezen. 63 -- 4.24. PUTTER Mix Soort n Putter 25 Som KLE Houtig Grote bomen Lage bomen Hoogst. boomg. Ruigte Solitaire struik Haag Dode boom Knotboom Braam Bloemrijk Droge ruigte Perceelsrand + Soort Agrarisch Bebouwd Natuur Droog Natuur Nat Bos Putter --- + (+) (+) + PRESENTIE Putter AANTAL VOGELS/telpunt Putter Bloemrijk grasland n telptn 25 % globaal 6,4% Hele gebied 0,09 België 0,08 % België 5,3% % Frankrijk 8,3% Frankrijk 0,13 sign. Sign. RL RL De Putter is een schaarse broedvogel in West-Vlaanderen, en was rond 2000 nog het meest talrijk in 'de bergen' (Vermeersch et al, 2004). Dit blijkt ook nu nog zo te zijn. In Frankrijk zijn ze iets algemener. Dit komt vermoedelijk door een grotere tolerantie van landbouwers tegenover oude ruigtes en distels, en het talrijker aanwezig zijn van bloemrijke graslanden. In de omgeving van 'de bergen' is de Putter ook daar het best vertegenwoordigd. Voor de rest kan hij overal opduiken. Landschappelijk worden gebieden met overwegend agrarisch gebruik gemeden. De aanwezigheid van bebouwing (met tuinen of parken) wordt verkozen, net als bos. Droge of natte natuur zijn aanbevolen. Als KLE komt enkel bloemrijk grasland naar voor als positief biotoopelement. De Putter leeft vooral van zaden van composieten, zoals Paardenbloem, streepzaad sp., biggenkruid sp. en vooral distels zoals Kale jonker (natte plaatsen), Speerdistel en Akkerdistel. In ruigtes ook zaden van klitsoorten en Grote kaardenbol, in bos ook zaden van elzen. Wat doen voor de Putter ? Bloemrijke graslanden en bermen in ere houden of herstellen. Dicotylenbestrijding in grasland verminderen. Distelbestrijding terugschroeven op plaatsen waar dit overbodig is, bv. op meer dan 50 meter van landbouwpercelen. Aanplant van elzen langs kleine waterlopen is ook een goede oeverversteviging. 64 Onkruid- Wildakker akker Gewas Koolzaad Water Poel Moeras Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg 4.25. RIETGORS Mix Soort n Rietgors 38 Soort Som KLE Houtig Grote bomen Lage bomen -- - Agrarisch Hoogst. boomg. AANTAL VOGELS/telpunt Rietgors Haag Dode boom Knotboom Bebouwd Natuur Droog % globaal 9,7% Hele gebied 0,12 Perceelsrand Bloemrijk grasland + + +++ Natuur Nat - n telptn 38 Braam België 0,08 Bloemrijk Droge ruigte - Rietgors PRESENTIE Rietgors Ruigte Solitaire struik Bos ++ % België 7,7% % Frankrijk 13,2% Frankrijk 0,19 sign. ** Sign. RL B net niet RL B Is dubbel zo talrijk qua aantallen in Frankrijk, maar het verschil in presentie bleek net niet significant maar nochtans ook bijna een tweevoud verschil. Komt algemeen voor in de Franse Moeren, iets minder in de IJzervallei. Is een echte soort van landbouwgebied in het zuidelijke zandleemgebied van Dikkebus-Reningelst en tussen Wormhout en Killem (in greppels met hier en daar een wilg of wat riet). Ook hier en daar in de Douvevallei ten zuiden van de Kemmelberg. Elders maar heel sporadisch. Is in Frankrijk duidelijk achteruitgegaan sinds 1985-1995. Aan Vlaamse kant lijkt zich een lichte toename (of allicht: beter onderzoek?) te hebben voorgedaan sinds 2000 ten zuiden van Poperinge. Poldergrachten zijn er het bolwerk van de Rietgors. Mijdt bebouwing en verkiest natte natuur, wat uiteraard geen verrassing is. Houdt ook van open landschap (geen houtige KLE's), maar het vermijden van solitaire struiken is eigenaardig want ze gebruiken die nochtans heel vaak als zangpost. Het is mogelijk dat ze in de meer open Moeren (met een groot aandeel in het totaal) vooral vanaf rietstengels of weidepaaltjes zingen. Niet opgaande KLE's zijn belangrijk voor de Rietgors: bloemrijke terreinen zoals droge ruigtes en bloemrijke graslanden en natuurlijk moerasgebieden en waterlopen. Ook onverharde wegen en perceelsranden blijken hun voorkeur weg te dragen. Wat doen voor de Rietgors ? De soort heeft een duidelijke voorkeur voor open gebied met daarin een reeks 'onbespoten en onbemeste' KLE's die niet van het opgaande houtige type zijn. Dus geen bomen en struiken, maar bloemrijke stroken of percelen en moerasvegetaties. 65 Onkruid- Wildakker akker Gewas Koolzaad Water Poel Moeras (-) +++ Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg ++ (-) ++ 4.26. RINGMUS Mix Soort n Som KLE Ringmus 75 + Soort Houtig Grote bomen Lage bomen Agrarisch Hoogst. boomg. Haag + + Bebouwd Ruigte Solitaire struik Dode boom Knotboom Braam Bloemrijk Droge ruigte Perceelsrand Bloemrijk grasland +++ Natuur Droog + Natuur Nat Bos Ringmus PRESENTIE Ringmus AANTAL VOGELS/telpunt Ringmus n telptn 75 % globaal 19,2% Hele gebied 0,51 België 0,72 % België 26,3% % Frankrijk 6,9% Frankrijk 0,15 sign. *** Gewas Onkruid- Wildakker akker Sign. *** RL A RL A Is zeer opvallend (4x!) talrijker in België dan in Frankrijk. Het gevarieerde en relatief kleinschalige landschap ten zuiden van Poperinge en de knotbomenrijke omgeving van ‘de bergen’ telt nog heel wat locaties met Ringmussen. In de IJzervallei en het plateau van Izenberge zijn er al wat minder. In de polders zijn er quasi geen. De aantallen op de meeste vindplaatsen zijn eerder laag voor een kolonievogel, hooguit een tiental als maximum en meestal maar enkele. Dit kan verband houden met de sterke achteruitgang in heel West-Europa. T.o.v. 1985-1995 is de achteruitgang in Frankrijk nog groter dan die in het Belgische deel van het studiegebied. Op landschapsschaal speelt geen bijzondere voorkeur of afkeer, maar dat is wel zo op het niveau van de KLE’s. De soort houdt van een mix van KLE’s en dan met name knotbomen, hagen, hoogstamboomgaarden en onkruidenrijke akkers. Koolzaad heeft een licht positief effect. Er zijn geen KLE’s die gemeden worden. De quasi afwezigheid op veel plaatsen in Frankrijk is moeilijk te duiden. De sterke voorkeur voor knotbomen is voor deze holenbroeder erg logisch en daarvan zijn er beduidend meer in België dan in Frankrijk. Zit daar het verschil? Bij hagen en koolzaad is de situatie omgekeerd: er zijn er meer in Frankrijk. Solitaire struiken en lage bomen worden vaak benut om voedsel te zoeken (Dochy, 2009) en daarvan zijn er ook meer in België. Misschien is een juiste combinatie van KLE’s nodig, of spelen fijnere mechanismen. Detailonderzoek is hier aanbevolen. Wat doen voor de Ringmus ? Oude knotbomen goed onderhouden. Hagen en bomen combineren. Extra nestkasten hangen waar geen oude knotbomen zijn. Nieuwe knotbomen blijven planten voor de lange termijn. Hagen en hoogstamboomgaarden promoten. Onbespoten stoppels en vogelvoedselgewassen laten overwinteren. 66 Koolzaad (+) Water Poel Moeras Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg 4.27. ROEK Mix Soort n Som KLE Roek 5 - Soort Houtig Grote bomen Lage bomen Hoogst. boomg. (-) - ++ Agrarisch Bebouwd Ruigte Solitaire struik Haag Dode boom Natuur Droog Knotboom Braam Bloemrijk Droge ruigte Natuur Nat Perceelsrand Bos Roek PRESENTIE Roek AANTAL VOGELS/telpunt Roek Bloemrijk grasland (+) n telptn 5 % globaal 1,3% Hele gebied 0,18 België 0,00 % België 0,0% % Frankrijk 3,5% Frankrijk 0,50 sign. Sign. ** RL RL De Roek is een vaste wintergast in de streek, maar als broedvogel ontbrak hij tot 2013 aan de Belgische kant. In 2013 werd een eerste kleine kolonie gevonden net ten zuiden van Veurne (melding K. Degraeve). In Frankrijk waren er 4 locaties met Roeken in het broedseizoen. Op één telpunt bedroeg het maximum 60 exemplaren. De soort is aan een langzame maar gestage opmars bezig vanuit kolonies ten westen, zuiden en zuidoosten van het studiegebied en kan in de toekomst op meer plaatsen verwacht worden. De Roek broedt koloniegewijs in bosjes maar zoekt zijn voedsel in eerder open gebied in kort grasland (veel emelten) en 's winters ook veel op stoppels van dorsmais. De voorkeur voor bos speelt in onze resultaten maar licht mee. De soort is tevreden met kleine bosjes of grote parktuinen die nauwelijks als bos bestempeld kunnen worden. KLE’s hebben ze inderdaad liever weinig, en liefst geen lage of hoge bomen. Hoogstamboomgaarden verkiezen ze duidelijk wel. Wat doen voor de Roek ? Verspreide bosjes met kolonies beschermen. Graslanden in open gebied en nabij die bosjes niet te intensief beheren zodat er een rijke bodemfauna kan leven. 67 Onkruid- Wildakker akker Gewas Koolzaad Water Poel Moeras Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg 4.28. ROODBORSTTAPUIT Mix Soort n Roodborsttapuit 9 Soort Som KLE Houtig Grote bomen Lage bomen Hoogst. boomg. AANTAL VOGELS/telpunt Roodborsttapuit Haag Dode boom Knotboom Braam Bloemrijk Droge ruigte Perceelsrand +++ Agrarisch Bebouwd Roodborsttapuit PRESENTIE Roodborsttapuit Ruigte Solitaire struik Natuur Droog Natuur Nat Bloemrijk grasland (+) Bos - n telptn 9 % globaal 2,3% Hele gebied 0,03 België 0,01 % België 0,8% % Frankrijk 4,9% Frankrijk 0,06 sign. ** Sign. * RL RL Een schaarse soort maar die in Frankrijk toch beduidend minder zeldzaam is dan in België. Kan overal opduiken in het studiegebied, er is geen voorkeur voor bepaalde regio’s. De situatie rond de eeuwwisseling was gelijkaardig. Mijdt een bebouwde omgeving. Qua KLE’s houdt de soort van eerder droge gebieden, met droge ruigte en liefst zonder waterlopen. Vertoont ook lichte voorkeur voor bloemrijk grasland. Dit was ook zo aan de Oostkust waar vooral soortenrijk grasland met veel microreliëf in trek was. Andere KLE’s zijn niet belangrijk. Wat doen voor Roodborsttapuit ? Droge ruigtes en bloemrijke graslanden goed beheren opdat ze in stand blijven, ofwel dergelijke terreinen ontwikkelen. Her en der een struikje of paaltjes zijn nodig als uitkijkpost. Dit kan zowel op hele percelen als op perceelsranden (bv. triorand, zie Dochy (2012)) of in brede weg- of spoorwegbermen. Braakliggende restgronden van industriezones zijn ook erg geschikt. 68 Onkruid- Wildakker akker Gewas Koolzaad Water Poel Moeras Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg - 4.29. SCHOLEKSTER Mix Soort n Scholekster 9 Soort Scholekster PRESENTIE Scholekster AANTAL VOGELS/telpunt Scholekster Som KLE Houtig Grote bomen Lage bomen Hoogst. boomg. Ruigte Solitaire struik Haag Dode boom Knotboom Braam Bloemrijk Droge ruigte Perceelsrand Bloemrijk grasland (-) Agrarisch Bebouwd (+) (-) n telptn 9 % globaal 2,3% Hele gebied 0,04 België 0,06 Natuur Droog % België 3,6% Natuur Nat % Frankrijk 0,0% Frankrijk 0,00 sign. Bos Sign. * RL RL De Scholekster blijkt een exclusief Belgische broedvogel te zijn. Hij komt vooral voor in de Moeren, maar ook buiten de polders op uiteenlopende plaatsen. Is nogal mobiel in het broedseizoen waardoor het niet altijd duidelijk is waar de vogels effectief broeden. Aan de Oostkust was dit het vaakst op een pas gezaaide mais-, aardappel- of soms bietenakker in vrij open gebied, en steevast naast een graslandperceel. Dit blijkt ook uit de landschapspreferenties die evenwel niet erg uitgesproken zijn. Tombal (1996) wijt de (quasi) afwezigheid in Frankrijk aan de jachtdruk. Er broeden maar een paar koppels in havengebieden en reservaten aan de kust, de kolonisatie van het binnenland is nooit gelukt. KLE’s zijn niet nodig voor de Scholekster, maar schrikken hem ook niet echt af. De combinatie van grasland om voedsel te zoeken (meestal regenwormen) en kale akkers (in mei) om te broeden is allicht van doorslaggevend belang. Wat doen voor Scholekster ? Behoud van graslanden in akkergebieden in het algemeen en van oude graslanden met rijke bodemfauna in het bijzonder. Nestbescherming op kale stoppels die nog moeten geploegd worden. 69 Onkruid- Wildakker akker Gewas Koolzaad Water Poel Moeras Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg 4.30. SPOTVOGEL Mix Soort n Som KLE Spotvogel 44 +++ Soort Houtig Grote bomen Lage bomen Hoogst. boomg. Haag ++ (+) ++ ++ Agrarisch Bebouwd Spotvogel PRESENTIE Spotvogel AANTAL VOGELS/telpunt Spotvogel Ruigte Solitaire struik Dode boom Natuur Droog Bloemrijk Knotboom Braam Droge ruigte (+) + + Natuur Nat Perceelsrand Bloemrijk grasland + Bos ++ n telptn 44 % globaal 11,3% Hele gebied 0,12 België 0,14 % België 13,0% % Frankrijk 8,3% Frankrijk 0,09 sign. Sign. RL RL Is ietsje algemener in de Belgische tuinen van het platteland. Het studiegebied ligt op minder dan 100 km van de westgrens van het areaal van deze hoofdzakelijk Oost-Europese soort. Het is nog onduidelijk of de opkomst van de Orpheusspotvogel vanuit het zuiden en westen de gewone Spotvogel weg zou concurreren. Want komt vooral voor nabij bebouwing, en dan vooral in tuinen met veel dicht struweel. Dit kan overal zijn, van de kust tot de Leievallei. Territoria in dichte brede hagen buiten bebouwing zijn tegenwoordig zeer schaars. Houdt verder van een veelheid aan KLE’s, in het bijzonder de houtige types. Is één van de weinige soorten uit ons onderzoek die graag grote bomen heeft. Maar ook ruigtes, braamstruweel en wildakkers worden verkozen, vermoedelijk door een groter insectenaanbod. De lichte voorkeur voor poelen is minder duidelijk. Wat doen voor Spotvogel ? Ecologisch beheerde tuinen met veel opgaand groen, hagen en grote bomen, waar ook nog ruimte is voor insectenrijke ruigtes. Kortom: een grote oude tuin waar niet te veel in wordt gewerkt. 70 Gewas Onkruid- Wildakker akker Koolzaad Water Poel (+) Moeras Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg 4.31. TORENVALK Mix Soort n Torenvalk 42 Soort Som KLE Houtig Grote bomen Lage bomen Hoogst. boomg. Ruigte Solitaire struik Haag Dode boom Knotboom Braam Bloemrijk Droge ruigte Perceelsrand Bloemrijk grasland (-) Agrarisch Bebouwd Natuur Droog Natuur Nat Bos Torenvalk PRESENTIE Torenvalk AANTAL VOGELS/telpunt Torenvalk n telptn 42 % globaal 10,7% Hele gebied 0,11 België 0,10 % België 9,7% % Frankrijk 12,5% Frankrijk 0,13 sign. Sign. RL RL Voor de Torenvalk was 2013 een zeer zwak jaar omdat er erg weinig muizen waren (bron: statistieken op www.bips.waarnemingen.be). Op maar 10% van de telpunten werd de soort opgemerkt. De situatie was in beide landen gelijk. In grote gebieden leek de soort zelfs geheel te ontbreken. De Torenvalk stelt geen speciale eisen aan het landschap noch aan de KLE’s. Als specialist-muizenjager heeft de soort vooral grasland nodig met (Veld)muizen. Dit kunnen even goed weilanden zijn als wegbermen of braakliggende percelen. Wat doen voor Torenvalk ? Als specialist-muizenjager heeft de soort vooral grasland nodig met Veldmuizen en aanverwanten. Dit kunnen even goed weilanden zijn als wegbermen, droge ruigtes of braakliggende percelen. Om te broeden gebruiken ze oude kraaiennesten, maar nestkasten die bevestigd zijn aan hoogstambomen of een paal, worden ook graag benut. 71 Onkruid- Wildakker akker Gewas Koolzaad Water Poel Moeras Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg 4.32. VELDLEEUWERIK Mix Soort Veldleeuwerik Houtig n Som KLE Grote bomen Lage bomen Hoogst. boomg. 258 --- - -- -- Soort Veldleeuwerik PRESENTIE Veldleeuwerik AANTAL VOGELS/telpunt Veldleeuwerik Ruigte Haag Solitaire struik Dode boom - -- (-) Agrarisch Bebouwd Natuur Droog +++ --- - n telptn 258 % globaal 66,0% Hele gebied 1,04 België 0,98 % België 61,1% Knotboom Perceelsrand Bloemrijk grasland Onkruid- Wildakker akker Gewas Koolzaad Water Poel - Natuur Nat Bos --- % Frankrijk 74,3% Frankrijk 1,15 Braam Bloemrijk Droge ruigte sign. net niet Sign. ** RL K RL K Dé akkervogel bij uitstek is duidelijk algemener in Frankrijk dan in België. Hij komt er op 3/4 van de telpunten voor (in België 61%) en ook de dichtheid is iets hoger. De hoogste dichtheden werden aangetroffen in de Douvevallei ten zuiden van de Kemmelberg. Daar konden tot 4 zingende mannetjes per telpunt gehoord worden. Ontbreekt grotendeels op en rond ‘de bergen’. De voorkeur voor open terrein is zeer duidelijk, voor zowel landschap als KLE’s. Op landschapsschaal is er een absolute voorkeur voor puur agrarisch gebied, en een absolute afkeer van bebouwing en bos. Droge natuur (struwelen e.d.) wordt gemeden, en hij is neutraal voor natte natuur. Op het vlak van KLE’s heeft de Veldleeuwerik liefst zo weinig mogelijk houtige KLE’s. Drukke wegen worden echt gemeden. Aan de Oostkust bleek een voorliefde voor grasakkers (maar: groot risico op uitmaaien), zomergraan en soortenrijk grasland met veel microreliëf. Wat doen voor Veldleeuwerik ? Openheid landschap bewaren waar dit een kwaliteit is. Meer zomergraan telen. Voor de overwintering zijn onbespoten graanstoppels belangrijk. Als broedbiotoop is het nodig om over een divers aanbod aan gewassen te beschikken, zodat de structuur van het gewas het hele seizoen (april-juli) geschikt is om de 2 à 3 broedrondes te volbrengen. Onverharde wegen en perceelsranden van het type triorand kunnen een gunstig effect hebben op het aanbod aan insecten als zomervoedsel, zeker in voor de rest kale gebieden. De soort komt nauwelijks of niet voor op minder dan 100 m van bos of bebouwing. In open gebieden daarom nieuwe beplanting best rond bedrijfszetels concentreren. 72 Moeras Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg --- 4.33. WITTE KWIKSTAART Mix Soort n Witte kwikstaart 80 Soort Som KLE Houtig Grote bomen Lage bomen Hoogst. boomg. Ruigte Solitaire struik Haag (+) Agrarisch Dode boom Knotboom Braam Bloemrijk Droge ruigte Perceelsrand Bloemrijk grasland (-) Bebouwd (+) Natuur Droog Natuur Nat Bos Witte Kwikstaart PRESENTIE Witte kwikstaart AANTAL VOGELS/telpunt Witte kwikstaart n telptn 80 % globaal 20,5% Hele gebied 0,24 België 0,26 % België 21,5% Gewas Onkruid- Wildakker akker % Frankrijk 18,8% Frankrijk 0,20 sign. Sign. RL RL Vrij ruim verspreide soort, op ongeveer 1/5 van alle telpunten, en dit zowel in België als Frankrijk. Echte kerngebieden zijn er niet, maar de gegevens suggereren een grotere aanwezigheid in het relatief kleinschalige gemengde landbouwgebied ten noorden en zuiden van ‘de bergen’, in of langs de IJzervallei en in de Moeren. Was in 1985-1995 in Frankrijk het talrijkst in de Leievallei, maar ontbrak daar tijdens de tellingen. Er moet daar een sterke achteruitgang zijn opgetreden. De soort heeft geen merkbare voorkeur voor grote landschapskenmerken, en ook nauwelijks voor KLE’s. Er is een lichte voorkeur voor hoogstamboomgaarden en wildakkers, en een lichte afkeer van solitaire struiken, maar erg informatief is dit niet. Broedt vaak op en rond hoevegebouwen en serres maar kan ver daarbuiten voedsel gaan zoeken. Er werd geen link gevonden met natte biotopen. Wat doen voor de Witte kwikstaart ? Het is niet goed gekend wat de soort echt nodig heeft. Boerderijgebouwen en serres zijn er alvast genoeg. Foerageert graag in kort grasland naast vee om opvliegende insecten te vangen (ook duingraslanden), maar even goed op stoppels met korte vegetatie, onverharde wegen, op modder langs plassen en poelen, op mesthopen, enzovoort. Allicht is een gevarieerd en niet te open landschap voldoende. 73 Koolzaad Water Poel Moeras Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg 4.34. ZOMERTORTEL Mix Soort n Som KLE Zomertortel 23 + Soort Houtig Grote bomen Lage bomen Agrarisch Hoogst. boomg. Bebouwd Zomertortel PRESENTIE Zomertortel AANTAL VOGELS/telpunt Zomertortel Ruigte Haag Solitaire struik ++ + Dode boom Natuur Droog Knotboom Natuur Nat (-) n telptn 23 % globaal 5,9% Hele gebied 0,06 België 0,04 Braam Bloemrijk Droge ruigte Perceelsrand Bloemrijk grasland Bos + % België 4,0% % Frankrijk 9,0% Frankrijk 0,10 sign. net niet Sign. RL B net niet RL B De Zomertortel verdwijnt razendsnel uit ons landschap. Frankrijk telt er nog ruim dubbel zo veel als België maar talrijk zijn ze ook daar niet meer. In beide landen bevinden de restpopulaties zich op en rond ‘de bergen’, de heuvelrug van Nieuwkerke (= noordrand Leievallei), hier en daar in de IJzervallei en op het plateau van Izenberge tot de rand van de Moeren. Enkel in Frankrijk zijn buiten die kernzones nog territoria aangetroffen. Landschappelijk is er een voorkeur voor natte natuur, mogelijk omdat daar ook vaak struweel aanwezig is. Bebouwde omgeving wordt licht gemeden. Op het vlak van KLE’s is een mix aan KLE’s van belang. Hagen en solitaire struiken hebben de voorkeur. Zingt graag vanuit dode bomen, maar dat blijkt niet zo structureel noodzakelijk (idem als Koekoek). Ook hadden we een link met lage of hoge bomen verwacht (Dochy, 2009), maar ook dat is niet zo. Blijkbaar zijn er altijd wel zangposten te vinden als er maar de geschikte (brede en hoge) haag staat. Dat kan ook een elektriciteitsleiding zijn. Het is een strikte vegetariër die leeft van (on)kruidzaden. Die zijn er steeds minder. Lijdt bovendien onder intensieve jacht tijdens trek en overwintering. Dichte hagen en struwelen zijn niet zo zeldzaam om de zeldzaamheid van de Zomertortel te verklaren. Wat doen voor de Zomertortel ? Verhogen voedselaanbod door onbespoten stoppels tot in de zomer onaangeroerd te laten, of vogelvoedselgewassen in te zaaien die al vroeg op het seizoen zaden beschikbaar hebben (experimenten nodig). Ook bloemrijke graslanden en onverharde wegen zijn hiervoor goed. Een paar weken wachten met het omploegen van graanstoppels na de graanoogst kan de vogels toelaten een graantje mee te pikken net voor de trek naar het zuiden (in augustus). 74 Onkruid- Wildakker akker Gewas Koolzaad Water Poel Moeras Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg 4.35. ZWARTE ROODSTAART Mix Soort n Zwarte roodstaart 36 Soort Som KLE Houtig Grote bomen Lage bomen Hoogst. boomg. AANTAL VOGELS/telpunt Zwarte roodstaart Haag Dode boom Knotboom Braam Bloemrijk Droge ruigte Perceelsrand Bloemrijk grasland + Agrarisch Bebouwd Zwarte Roodstaart PRESENTIE Zwarte roodstaart Ruigte Solitaire struik Natuur Droog % globaal 9,2% Hele gebied 0,10 België 0,12 % België 10,5% Natuur Nat % Frankrijk 6,9% Frankrijk 0,08 sign. Gewas Koolzaad Water Poel + Bos (+) n telptn 36 Onkruid- Wildakker akker Sign. RL RL Komt wat meer voor in België dan in Frankrijk, zij het niet significant. Vermoedelijk is dit vooral zo omdat er meer verspreide landelijke bebouwing is in België, waar die in Frankrijk meer geconcentreerd is. Bizar genoeg is hij niet talrijker opgemerkt in de polders en zelfs nauwelijks in het ogenschijnlijk zeer geschikte plateau van Izenberge, waar hij in 2000-2002 wel goed vertegenwoordigd was (Vermeersch et al, 2004). De link met bebouwde omgeving (landschap) en hoevegebouwen (KLE) is kenmerkend voor de soort. Verder verkiest hij knotbomen en poelen, m.a.w. een insectenrijk terrein zoals een oude huisweide, en dit vlakbij het erf, zijn broedgebied. Wat doen voor de Zwarte roodstaart ? Natuurvriendelijk groen rond de hoeve lijkt het belangrijkste. De aanwezigheid van knotbomen (= goede uitkijkplaatsen om insecten op te sporen) en poelen (insecten bij droog weer) is nuttig. 75 Moeras Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg + 4.36. ANDERE VOGELSOORTEN Deze soorten waren erg zeldzaam in het studiegebied. Er kon daarom geen verdere analyse worden gemaakt. Blauwe kiekendief: één waarneming op de grens in de Moeren. Broedt schaars in de Noord-Franse kustpolders (www.atlas-ornitho.fr). Frankrijk heeft een grote populatie die in akkers broedt (ca. 10.000 koppels rond 2000, www.busards.com), maar daarvan komen er niet zo veel tot in het uiterste noorden. Grauwe gans: slechts één waarneming van een koppel in de Petites Moëres nabij Hondschoote, een gebied met veel jachtputten; is in opmars in waterrijke gebieden in de polders (bv. Uitkerke, Blankaart, Stuivekenskerke), maar blijkbaar (nog?) niet zo ver westelijk. Grutto: twee locaties in de Petites Moëres nabij Hondschoote, een gebied met veel jachtputten en de enige broedplaats in Noord-Frankrijk. In het Belgische studiegebied was er één locatie in Bulskamp net ten zuiden van Veurne. De echte weidevogelgebieden liggen in de kust- en IJzerpolders ten oosten van het studiegebied. Orpheusspotvogel: is een soort van westelijk Zuid-Europa die op zo’n 15 km ten westen en zuiden van het studiegebied de noordgrens van haar areaal bereikt, en daar bijna overal vrij algemeen is. Kan in de toekomst door o.a. klimaatverandering meer verwacht worden in grote hagen bij ons. Eén waarneming in de Leievallei in Erquinghem-Lys (Frankrijk) ten zuidwesten van Armentières betekent op dat vlak nog geen doorbraak. Soorten die wel moesten genoteerd worden, maar die niet zijn gezien: Grauwe kiekendief (zeer schaarse broedvogel Franse polders) en Gekraagde roodstaart (inderdaad nagenoeg afwezig). 76 4.37. HAAS Mix Soort n Haas 164 Som KLE Houtig Grote bomen Lage bomen Hoogst. boomg. Knotboom Braam Bloemrijk Droge ruigte Perceelsrand Bloemrijk grasland Bebouwd Haas + -- n telptn 164 % globaal 41,9% Hele gebied 0,91 Onkruid- Wildakker akker Gewas Koolzaad Water Poel Moeras Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg - Agrarisch AANTAL VOGELS/telpunt Haas Haag Dode boom (-) Soort PRESENTIE Haas Ruigte Solitaire struik België 1,13 Natuur Droog % België 47,8% Natuur Nat % Frankrijk 31,9% Frankrijk 0,53 sign. *** Bos Sign. ** RL RL De Haas is duidelijk ruimer verspreid en ook talrijker in België dan in Frankrijk. De alluviale Leievallei (met de Douvevallei) heeft de hoogste dichtheden, tot meer dan 5 per telpunt. De ‘bergen’ hebben duidelijk lagere dichtheden. Komt zo goed als vlakdekkend voor in de polders, het plateau van Izenberge en de IJzervallei. Verder is er een goede concentratie in het gebied Reningelst-Dikkebus en tussen Poperinge en Westouter. Aan Franse kant zijn de aantallen erg pover en is de verspreiding discontinu. De soort verkiest vooral agrarisch gebied en zeker geen bebouwing. Natte of droge natuurterreinen zijn minder belangrijk alsook bos. KLE’s lijken ook weinig belangrijk. Er is een lichte afkeer voor lage bomen en een vrij duidelijke voor onverharde wegen. Waarom ze onverharde wegen zouden mijden is niet bekend. Het is niet duidelijk waarom de Haas in Frankrijk zo veel zeldzamer is. Ligt de jachtdruk te hoog ? Te weinig grasland tussen de grootschaliger akkers ? Wat doen voor de Haas ? De Haas komt qua biotoopeisen goed overeen met de Patrijs. Een gemengd kleinschalig landschap behouden met afwisseling van KLE's en types gewassen is het best. Dekking is gewenst onder de vorm van kleinschalige ruigtes en bloemrijk grasland. Dergelijke zones laat maaien, ten vroegste 15 juli. Perceelsranden (type duo- of triorand met ongemaaide strook) en oude niet agronomisch 'verbeterde' graslanden zijn ook geliefd (Dochy, 2013). 77 4.38. KONIJN Mix Soort n Som KLE Konijn 18 ++ Houtig Grote bomen Lage bomen Soort Agrarisch Konijn - PRESENTIE Konijn AANTAL VOGELS/telpunt Konijn n telptn 18 Hoogst. boomg. Bebouwd % globaal 4,6% Hele gebied 0,06 België 0,04 Ruigte Solitaire struik Haag Dode boom Knotboom Braam (+) + (+) Natuur Droog Natuur Nat ++ + % België 3,6% % Frankrijk 6,3% Frankrijk 0,10 sign. * Bloemrijk Droge ruigte Perceelsrand Bloemrijk grasland (+) Bos Sign. RL RL Het Konijn is voornamelijk schemer- en nachtactief. Na een aantal magere jaren door diverse virusziektes, komt de soort langzaam terug uit het dal gekropen. Toch is de aanwezigheid vaak nog erg lokaal. Frankrijk heeft wat meer Konijnen dan België, maar het verschil is niet significant. Het zijn geen dieren van het agrarisch gebied, maar eerder van restgronden en natuurterreinen. Dit is duidelijk te zien aan de voorkeur voor droge en natte natuur op landschapsschaal, en de voorkeur voor een mix aan KLE’s op kleinere schaal. Bomen zijn daar niet bij, behalve dode en knotbomen, die eerder wijzen op oude landschapselementen en dus een vrij rustige omgeving. Verder is er vooral een lichte voorkeur voor bramen, perceelsranden, onkruidenrijke stoppels en een duidelijke voorkeur voor onverharde wegen. Wat doen voor Konijn ? Een toename van Konijnen is meestal niet gewenst door landbouwers om vraatschade te vermijden. Los daarvan heeft de soort baat bij rustige restgronden. 78 Gewas Onkruid- Wildakker akker (+) Koolzaad Water Poel Moeras Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg + 4.39. REE Mix Soort n Ree 5 Soort Ree PRESENTIE Ree AANTAL VOGELS/telpunt Ree Som KLE Houtig Grote bomen Lage bomen Hoogst. boomg. Ruigte Solitaire struik Haag Dode boom Knotboom Braam Bloemrijk Droge ruigte Perceelsrand Bloemrijk grasland (+) Agrarisch Bebouwd Natuur Droog Natuur Nat Bos (-) n telptn 5 + % globaal 1,3% Hele gebied 0,02 België 0,02 % België 1,6% % Frankrijk 0,7% Frankrijk 0,01 sign. * Sign. RL RL De Ree is voornamelijk schemer- en nachtactief. Toch werden er er enkele gezien. De soort neemt al jaren langzaam toe in de regio. Werd meer in België gezien dan in Frankrijk, maar telkens in laag aantal. Bos is favoriet, agrarisch gebied eerder niet. Braamstruwelen zijn de enige KLE waar er een (klein) positief verband werd vastgesteld. De soort gedijt dus in een gewoon gevarieerd landschap, als er maar verspreid bos aanwezig is. Wat doen voor de Ree ? Vermits de soort al jaren toeneemt, zijn geen speciale acties nodig. Verspreide rustige struwelen en bosjes zijn goede schuilplaatsen. 'Reeënspiegels' kunnen de sterfte door het verkeer doen dalen. 79 Onkruid- Wildakker akker Gewas Koolzaad Water Poel Moeras Bebouwd WaterOnverhar- Drukke Hoeve loop de weg weg 5. CONCLUSIES Het landschap blijkt in grote lijnen gelijkaardig tussen Frankrijk en België. De aanwezige vogelsoorten kunnen opgedeeld worden in drie groepen: - de soorten van open en zo veel mogelijk door landbouw gedomineerde landschappen (OLA’s) - de soorten van zo gevarieerd en complex mogelijke landschappen (KLA’s) - de soorten die het blijkbaar niet zo veel kan schelen of er nu veel of weinig bebouwing of bos is in het agrarische gebied (generalisten) Maatregelen ten gunste van doelsoorten uit het agrarisch gebied bestaan meestal uit het aanleggen of onderhouden van kleine landschapselementen. Uit ons onderzoek kunnen hiervoor een aantal aanbevelingen worden afgeleid : 1) Gebieden met concentraties aan OLA’s worden best gevrijwaard van aanplantingen allerhande in de open gebieden. De openheid en juist het gebrek aan houtige KLE’s vormt de kwaliteit die soorten als Veldleeuwerik, Gele kwikstaart, Kievit en Blauwborst vereisen. Extra bloemrijke graslanden en perceelsranden zijn hier de beste optie om extra natuurwaarde toe te voegen. 2) In minder open gebieden kan het aantal soorten en de dichtheid van veel vogels verhoogd worden door combinaties van KLE’s te creëren, met name: o bloemrijke graslanden o hagen o solitaire struiken o oude knotbomen: bestaande onderhouden en nieuwe aanplanten (alternatief in afwachting van holtevorming: nestkasten hangen voor holenbroeders als Ringmus en Steenuil) o droge ruigtes en braamstruwelen o poelen o ook moerasjes dragen bij aan extra soortenrijkdom 3) Maatregelen langs drukke wegen zijn minder zinvol, want veel vogels mijden dit Niet alle verbanden tussen landschap, KLE's en de aanwezige soorten kunnen verklaard worden. Het is duidelijk dat veel effecten zich op een fijner niveau afspelen. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de intensiteit van het beheer van percelen, de kwaliteit van de KLE's of de vraag of er wel genoeg KLE's aanwezig zijn. Frankrijk telt merkelijk meer Rode Lijst-soorten dan België. Maar Frankrijk is zeker niet voor alle soorten beter. Gele kwikstaart, Ringmus, Kievit, Boerenzwaluw en Haas zijn veel talrijker in België. Een meer gedetailleerde analyse van het grondgebruik kan ons leren hoe dat komt, maar dit kon niet in het bestek van deze studie. Hoedanook is het nodig om maatregelen te nemen voor het voortbestaan van heel wat van deze soorten. Het komt er op aan te starten in kerngebieden, namelijk daar waar er nog concentraties OLA's of KLA's zijn. De soortbespreking van hoofdstuk 4 geeft heel wat inspiratie voor de aard van de te nemen maatregelen. 80 DANKWOORD Alle tellers verdienen een welgemeend woord van dank. Ze hebben er heel wat uren hopelijk aangenaam veldwerk aan besteed. Dit zijn ze: Becuwe Dirk Bollengier Bart Bril Bernard Bruneel Filip Calesse Louis Clarysse Korneel Coelembier Dieter Debeuf Patrick Degraeve Kris Delbecque Christophe Demeulemeester Miguel Depoortere Miguel Derouin Delfine Dubrulle Guillaume Dochy Olivier Goemaere Kristof Goetgheluck Pierre Gouwy Jan Hars David Juignet Christelle Leboucher Hugues Lemahieu Isabel Morvan Romain Olivier Monique Piette Julien Pischuitta Rudy Planquelle Daniel Quaghebeur Guido Ryckelynck Thierry Salenbier Christophe Salenbier Victor Vandeputte Willy Vanhoutte Edwin Veramme Willem Verhalle Patrick Vermeersch Hans Vermersch Gérard Dirk Maes van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) verdient een dikke pluim voor zijn hulp bij het analyseren van de data en het berekenen van de significanties. Verder verleenden ook de Provincie West-Vlaanderen en de Regionale Landschappen West-Vlaamse Heuvels en IJzer & Polder logistieke medewerking. Deze organisaties en de VLM lieten ook een medewerker een aanzienlijk deel van de telpunten inventariseren, wat sterk bijgedragen heeft tot het succes van de telling. Aan Franse kant werden de contacten verzorgd door Christophe Delbecque van @#“Pays de Flandre”. Ook Bart Bollengier van het Centre Permanent d'Initiatives pour l'Environnement Flandre Maritime (CPIE) zette zich volop in voor de mobilisatie van Franse vrijwilligers. Aan allen onze welgemeende dank/merci ! 81 REFERENTIES - - - - - - - - Devillers P., Roggeman W., Tricot J., del Marmol P., Kerwijn C., Jacob J.-P. & Anselin A. (editors.), 1988. Atlas van de Belgische broedvogels. Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, Brussel. 395 p. Dewitte E., 2014. Toestand zwaluwen 2013. Artikel raadpleegbaar via http://natuurwerkgroepdekerkuil.be, 4 p. Dochy O. & Hens M., 2005. Van de stakkers van de akkers naar de helden van de velden. Beschermingsmaatregelen voor akkervogels. Rapport van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek IN.R.2005.01. INBO, Brussel, i.s.m. het provinciebestuur West-Vlaanderen, Brugge. Dochy O., 2007. Broedende akkervogels in het West-Vlaamse Heuvelland. De Bron jg. 15 (3): 39-46. Dochy O., 2009. De vogels van landbouwbedrijven met een landschapsbedrijfsplan. Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek 2009 (42). INBO, Brussel. Dochy O., 2010. Akkervogels in het Brugse Ommeland. De Spille jg. 7 (4): 4-10. Dochy O., 2012. Broedvogels en overwinterende akkervogels op gewone perceelsranden en experimentele trioranden in de West-Vlaamse polders. Studie in opdracht van het provinciebestuur van West-Vlaanderen in het kader van het Interreg IVa-project ‘SOLABIO’. Brugge, 145 p. Dochy O., 2013. Milieubarometer 2012 provincie West-Vlaanderen. Fiche ‘Broedpopulatie van de Geelgors in West-Vlaanderen’. Provincie West-Vlaanderen, Brugge. Fiche te downloaden via http://www.westvlaanderen.be/kwaliteit/Leefomgeving/milieu/ milieubeleid/provincialebarometer/Pages/milieubarometer2012.aspx. Gilroy J., Anderson G., Grice P. & J. Vickery, 2009. Foraging habitat selection, diet and nestling condition in Yellow Wagtails Motacilla flava breeding on arable farmland. Bird Study 56: 221-232. Gruar D., Barrit D. & Peach W.J., 2006. Summer utilization of Oilseed Rape by Reed Buntings Emberiza schoeniclus and other farmland birds. Bird Study 53:47-54. Kragten S., 2011. Shift in crop preference during the breeding season by Yellow Wagtails Motacilla flava flava on arable farms in The Netherlands. Journal of Ornithology 152: 751-757. Lippens L. & Wille H., 1972. Atlas van de vogels in België en West-Europa. Uitgeverij Lannoo, Tielt. 847 p. Roodbergen M., W.A Teunissen, B. Koks, C. van Scharenburg, M. van Leeuwen & J. Postma, 2013. Handleiding voor het Meetnet Agrarische Soorten. Sovon Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen. Te downloaden via https://www.sovon.nl/nl/MAS. Tombal J.-Ch. (coord.), 1996. Les oiseaux de la région Nord – Pas-de-Calais. Effectifs et distribution des espèces nicheuses, période 1985-1995. Groupe Ornithologique Nord, région Nord-Pas-de-Calais, DIREN. Lille, 336 p. Van Daele P., Adriaens T., Devisscher S., Huysentruyt F., Voslamber B., De Boer V., Devos K. & Casaer J., 2012. Beheer van Zomerganzen in Vlaanderen en Zeeuws-Vlaanderen. Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek 2012 (INBO.R.2012.58). Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel. Vermeersch G., Anselin A., Devos K., Herremans M., Stevens J., Gabriëls J. & Van Der Krieken B., 2004. Atlas van de Vlaamse broedvogels 2000-2002. Mededelingen van het Instituut voor Natuurbehoud 23, Brussel, 496 p. 82 BIJLAGEN 1. Voorbeeld van een inventarisatieformulier (voor- en achterzijde) 2. Handleiding voor de telling (handouts van presentatie) 3. Informatie per telpunt: X-Y-coördinaten, teller, KLE- en landschapsscores 83 BIJLAGE 1 INVENTARISATIEMETHODE #Zie handouts van presentatie. 84 BIJLAGE 2 Voorbeeld van TELFORMULIER In dit voorbeeld: telpunt v62 wordt in de praktijk verschoven tot een beter toegankelijk en landschappelijk gelijkaardig punt vlakbij het oorspronkelijke telpunt. Op het formulier is de telcirkel met straal van 300 m mee verschoven. 85 Achterzijde telformulier : 86 BIJLAGE 3 INFORMATIE TELPUNTEN De X,Y-coördinaten zijn direct in GIS inleesbaar mits de projectie ‘Belge Lambert 1972’ wordt gebruikt. De kolom ‘Grid’ vermeldt of het telpunt behoort tot de ‘random’ gekozen selectie van 100 telpunten, dan wel of het door vrijwilligers zelf werd gekozen uit de 900 andere punten uit het hele grid (‘voluntary’). Nummers die beginnen met F liggen in Frankrijk, met V in Vlaanderen en met W in Wallonië. V en W worden in dit rapport samen gerekend als 'België'. Alle verdere details van de tellingen zijn bij de auteur te verkrijgen. Telpunt f1 f10 f100 f103 f106 f1095 f11 f111 f1114 f1115 f1116 f112 f1138 f115 f117 f122 f128 f13 f130 f131 f133 f134 f135 f136 f137 f14 f141 f142 f145 Naam teller Juignet C. Juignet C. Bollengier B. & Olivier M. Bollengier B. & Olivier M. Vermersch G. Delbecque C. Delbecque C. Bril B. Delbecque C. Delbecque C. Delbecque C. Vermersch G. Delbecque C. Derouin D. Vermersch G. Derouin D. Goetgheluck P. Delbecque C. Pischuitta R. Pischuitta R. Pischuitta R. Juignet C. Juignet C. Delbecque C. Juignet C. Delbecque C. Delbecque C. Juignet C. Delbecque C. Agrarisch 6 7 LANDSCHAPSSCORE Natuur Natuur Bebouwd droog nat 2 0 0 1 0 0 X 34761,549 35851,901 Y 151489,935 156644,601 Grid random random 25824,274 184412,736 voluntary 7 1 0 20887,065 22820,588 22320,588 30534,485 17960,170 17320,588 18320,588 19320,588 23746,835 17320,588 16564,725 22929,505 17754,244 17780,377 28542,135 45441,272 46327,026 43342,324 36306,464 39312,658 32298,029 41279,253 37754,026 32245,133 36307,909 27184,398 186153,243 187822,197 176563,866 158381,079 191395,906 181760,019 181760,019 181760,019 191264,457 186956,171 192991,628 192868,489 194684,713 196447,811 160053,149 148909,858 148805,156 152327,217 155891,691 155952,807 157554,393 157494,106 160323,676 159051,928 159232,060 161153,577 random random voluntary random voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary random voluntary voluntary voluntary random random random random random random random random voluntary random random random 8 3 7 7 6 8 8 6 7 7 6 7 7 0 7 6 8 7 6 6 8 6 6 7 7 7 0 0 1 1 2 0 0 1 1 1 2 1 1 3 1 1 0 1 1 1 0 2 1 1 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Bos 0 0 Boerderij 1 1 0 0 1 1 0 1 1 1 0 0 1 1 1 0 5 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 5 0 1 0 0 1 1 0 0 1 0 0 0 0 0 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 0 1 0 0 1 0 1 0 1 1 1 1 1 1 1 0 1 0 0 1 0 0 1 1 0 1 1 0 1 0 0 1 0 0 0 0 0 0 1 0 1 1 1 0 0 0 1 0 1 0 0 0 0 1 0 0 0 1 0 1 0 1 1 1 1 1 1 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 1 0 1 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 1 1 0 0 0 0 1 1 0 1 1 0 0 0 1 0 0 1 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 1 1 0 1 0 1 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0 1 1 1 1 0 1 0 1 1 1 1 1 0 0 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 0 0 1 1 0 1 0 0 0 1 1 1 0 1 1 0 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 Poel 1 1 Moeras 0 0 Bloemrijk grasland 0 0 Braam 1 1 SCORE KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN (KLE) Droge HoogstGrote Lage Solitaire ruigte bg Haag bomen bomen struik 0 0 1 1 1 1 0 0 1 1 1 1 Onverh weg 0 0 87 Dode boom 1 0 Knotboom 0 0 Onkruid 0 0 Wildakker 0 0 Perceels -rand 0 0 Kool-zaad 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 1 1 0 0 0 0 1 1 1 0 0 1 1 1 1 0 1 1 1 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 1 0 0 1 0 0 0 1 0 1 0 0 0 1 1 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1 0 1 0 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1 0 0 0 1 0 0 1 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Telpunt f146 f147 f151 f152 f158 f159 f160 f17 f176 f18 f182 f192 f193 f197 f198 f2 f201 f202 f203 f206 f210 f211 f212 f216 f220 f221 f225 f226 f230 f231 f239 f24 f240 f241 f246 f247 f248 f25 f254 f273 f275 f276 Naam teller Delbecque C. Demeulemeester M. Ryckelynck T. Vermeersch Hans Ryckelynck T. Ryckelynck T. Demeulemeester M. Ryckelynck T. Demeulemeester M. Demeulemeester M. Ryckelynck T. Planquelle D. & Calesse L. Planquelle D. & Calesse L. Planquelle D. & Calesse L. Planquelle D. & Calesse L. Juignet C. Planquelle D. & Calesse L. Planquelle D. & Calesse L. Planquelle D. & Calesse L. Leboucher H. Leboucher H. Leboucher H. Leboucher H. Leboucher H. Bollengier B. & Olivier M. Bollengier B. & Olivier M. Bollengier B. & Olivier M. Bollengier B. & Olivier M. Bollengier B. & Olivier M. Bollengier B. & Olivier M. Bril B. Demeulemeester M. Bril B. Vermersch G. Bril B. Bril B. Vermersch G. Vermeersch Hans Vermersch G. Piette J. Salenbier V. & C. Salenbier V. & C. LANDSCHAPSSCORE Natuur Natuur Bebouwd droog nat 0 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 1 1 0 0 0 0 0 1 1 0 1 1 0 1 0 0 1 1 0 1 0 0 Bos 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Boerderij 0 1 1 1 1 0 1 0 1 1 1 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 1 1 1 1 0 0 0 0 0 0 0 1 0 1 1 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 1 1 7 1 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 voluntary 7 1 0 0 0 1 1 0 0 0 1 0 174885,993 176530,577 178058,952 178313,612 178336,306 180312,285 random voluntary random random random random 7 6 6 6 5 7 1 1 1 1 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 2 0 0 1 0 0 0 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 0 1 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 1 0 0 22349,714 181770,504 random 7 1 0 0 0 1 1 1 0 1 26232,542 181707,103 voluntary 7 1 0 0 0 1 1 1 0 18320,588 183492,070 random 7 1 0 0 0 1 0 0 23420,286 183504,044 random 7 1 0 0 0 1 1 1 18587,026 185109,124 random 7 1 0 0 0 0 0 21120,566 16021,686 33806,288 20316,671 24238,448 16590,878 19128,726 21301,098 35819,596 21300,054 22411,910 22912,596 23492,660 185152,740 188663,097 163596,448 188721,427 188604,306 190451,626 190467,709 190590,961 163589,563 192232,683 197467,189 194572,454 193886,105 random random random voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary random voluntary voluntary voluntary 6 8 7 6 7 8 8 7 7 8 5 6 7 2 0 1 0 1 0 0 1 1 0 3 1 0 0 0 0 2 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 1 1 1 0 0 1 1 0 1 1 0 0 1 1 1 0 1 1 0 1 0 0 1 1 X 29276,854 33320,588 24319,658 35331,229 24193,873 28398,998 31320,367 23820,588 32364,993 30837,174 25357,244 Y 161019,967 160975,409 162788,986 162703,213 164469,508 164455,883 164468,120 161841,435 167858,217 161839,399 169504,426 Grid random random random voluntary random voluntary random random random random voluntary Agrarisch 8 7 7 6 7 8 6 6 7 6 7 18271,986 171471,070 voluntary 7 1 0 21192,339 171499,325 voluntary 7 1 18206,560 173182,325 random 7 1 21560,820 35785,202 173025,306 151367,761 random random 7 8 18220,273 174623,360 voluntary 20139,090 174801,603 23241,750 23449,070 17350,699 19306,539 25480,428 17260,934 Dode boom 0 1 0 1 0 0 0 0 0 0 0 Knotboom 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 1 Onkruid 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Wildakker 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Perceels -rand 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Kool-zaad 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 1 0 1 0 0 0 0 0 0 0 1 0 1 1 1 1 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 1 0 0 1 0 0 1 0 0 0 1 1 1 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1 0 0 1 1 0 1 0 0 1 1 1 1 0 1 0 0 1 0 1 0 1 0 1 1 0 0 0 0 0 1 0 1 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 1 0 0 1 0 0 0 0 1 0 0 0 1 1 1 1 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 1 1 1 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 1 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 1 0 1 1 1 0 1 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 1 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 1 0 0 0 0 0 1 0 1 0 0 1 0 1 1 0 0 0 0 0 0 1 0 0 1 1 1 0 1 0 0 1 1 1 1 0 0 0 0 1 1 1 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 1 1 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 Poel 0 0 0 1 0 0 0 0 1 0 1 Moeras 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Bloemrijk grasland 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Braam 0 0 0 1 0 0 0 1 0 0 0 SCORE KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN (KLE) Droge HoogstGrote Lage Solitaire ruigte bg Haag bomen bomen struik 0 0 0 1 0 1 0 0 1 1 1 0 0 0 1 0 1 0 0 0 1 1 1 1 1 0 0 0 1 0 0 0 1 0 1 1 1 0 1 1 0 1 0 0 1 0 1 1 1 0 1 1 1 1 0 0 1 1 0 1 0 0 0 1 1 0 Onverh weg 1 0 0 1 1 1 0 1 1 0 1 88 Telpunt f277 f282 f284 f287 f288 f289 f293 f296 f297 f298 f299 f3 f300 f301 f302 f303 f304 f305 f306 f307 f308 f309 f310 f311 f312 f314 f317 f318 f319 f321 f322 f326 f328 f33 f331 f337 f338 f34 f340 f341 f343 f344 f346 f347 f348 f349 f35 f350 f45 f46 f47 f48 f511 f543 Naam teller Salenbier V. & C. Salenbier V. & C. Salenbier V. & C. Vermersch G. Vermersch G. Vermersch G. Bril B. Dubrulle G. Hars D. Hars D. Hars D. Juignet C. Hars D. Ryckelynck T. Ryckelynck T. Ryckelynck T. Ryckelynck T. Ryckelynck T. Piette J. Piette J. Piette J. Piette J. Goetgheluck P. Goetgheluck P. Goetgheluck P. Derouin D. Derouin D. Salenbier V. & C. Bril B. Salenbier V. & C. Vermersch G. Bril B. Bril B. Demeulemeester M. Bril B. Goetgheluck P. Goetgheluck P. Demeulemeester M. Salenbier V. & C. Salenbier V. & C. Dubrulle G. Dubrulle G. Dubrulle G. Dubrulle G. Hars D. Hars D. Demeulemeester M. Hars D. Hars D. Hars D. Ryckelynck T. Goemaere K. Dochy O. Leboucher H. X 21821,761 19304,744 19868,806 23964,528 22779,827 21571,159 18270,097 19254,840 20774,972 22243,145 19907,468 36772,840 21847,809 25154,905 26883,251 26353,668 29264,713 29746,773 21314,451 23006,847 21837,380 20956,379 19755,199 18719,219 18300,810 17326,321 15823,583 18405,821 17280,314 21214,385 21866,146 16798,541 17861,618 30754,582 19175,716 18519,175 19457,311 32837,544 21641,260 22281,937 18872,154 17950,008 18656,796 19538,258 20816,080 19972,814 33826,216 21358,943 21820,668 23836,605 27751,627 33715,294 38709,449 25393,680 Y 193013,803 192170,723 191237,355 189573,885 189685,121 189427,495 190712,405 169684,898 168861,855 169552,986 166793,302 151713,664 165332,000 166293,625 168705,047 164536,868 164412,465 167070,726 197489,090 196372,515 196487,370 196527,081 196479,195 196546,303 197373,430 193869,889 192568,007 192170,388 192161,398 191375,817 191299,856 191214,083 189621,913 165234,204 188904,751 195530,797 195581,589 165566,737 194596,975 193979,443 170502,173 170303,525 168719,458 168701,968 170491,410 170595,819 165143,583 169612,664 167127,828 166904,985 167034,691 167012,764 158545,568 176643,763 Grid voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary random voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary random voluntary voluntary voluntary random voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary random voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary Agrarisch 7 6 6 7 7 8 7 7 7 7 6 5 7 7 5 7 6 7 0 3 5 7 7 7 0 8 7 5 5 7 8 7 7 2 6 8 2 6 5 8 7 7 4 6 7 7 6 7 7 7 7 6 6 7 LANDSCHAPSSCORE Natuur Natuur Bebouwd droog nat 1 0 0 1 0 1 2 0 0 1 0 0 1 0 0 0 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 1 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 2 5 0 1 4 0 1 0 1 1 0 0 1 0 0 1 0 0 2 1 2 0 0 0 1 0 0 2 0 0 3 0 0 0 0 1 0 0 0 1 0 0 1 0 0 1 1 1 1 0 1 0 0 0 1 3 1 1 0 0 3 0 0 0 0 0 1 0 0 1 0 0 4 0 0 1 0 1 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 Bos 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0 2 0 1 0 1 0 1 0 0 0 3 0 0 1 0 0 0 0 0 3 0 0 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1 1 0 Boerderij 1 1 1 0 1 0 1 1 1 0 1 1 1 0 0 1 0 1 1 1 1 1 1 1 0 1 0 1 1 0 0 0 1 1 1 0 0 1 1 0 1 1 1 1 0 0 1 1 1 1 1 1 1 1 Onverh weg 1 1 0 1 0 1 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 1 1 0 1 0 0 1 1 0 1 0 0 1 1 1 0 1 1 0 1 1 1 1 0 0 1 1 1 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 Poel 1 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 1 1 0 0 0 1 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 1 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 Moeras 0 1 1 1 1 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1 0 0 1 1 0 0 0 1 1 0 1 0 1 1 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 89 Bloemrijk grasland 0 0 0 0 0 0 1 0 1 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 1 0 1 1 0 0 1 0 0 1 0 0 0 0 1 1 0 0 0 1 Braam 0 0 0 0 0 0 0 1 0 1 0 1 1 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 1 0 0 1 0 0 0 1 0 0 0 SCORE KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN (KLE) Droge HoogstGrote Lage Solitaire ruigte bg Haag bomen bomen struik 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 1 1 0 0 0 1 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 1 1 1 1 0 0 1 1 1 0 1 0 1 1 1 0 1 0 1 1 1 0 0 0 0 1 1 1 1 0 1 1 1 1 0 0 1 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 1 0 1 0 1 1 1 1 0 0 1 1 1 0 1 0 0 1 0 1 1 0 0 1 1 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 1 1 1 0 0 1 1 1 1 1 0 0 0 1 1 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 0 0 0 1 1 1 1 0 0 1 1 1 0 0 0 1 1 0 0 0 1 1 0 0 1 0 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 1 0 0 1 1 1 1 0 0 1 1 1 1 0 0 1 1 1 1 1 0 0 1 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1 1 1 1 0 0 0 1 0 0 0 0 1 1 1 1 0 0 1 1 1 1 0 0 1 0 1 1 0 0 0 1 1 1 0 0 1 1 1 1 0 0 1 0 1 0 Dode boom 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 Knotboom 0 0 0 0 1 0 0 1 0 0 1 1 1 1 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0 1 0 1 1 1 0 1 0 Onkruid 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Wildakker 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Perceels -rand 0 0 0 0 1 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 1 1 0 1 0 1 1 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 1 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Kool-zaad 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 Telpunt f6 f627 f650 f7 f70 f75 f825 f826 f83 f87 f870 f9 f90 f908 f91 f94 f953 f98 f99 v101 v102 v104 v105 v1058 v107 v1079 v108 v1080 v1081 v110 v113 v1147 v118 v119 v120 v124 v126 v148 v149 v15 v153 v154 v155 v156 v161 v162 v163 v164 v165 v166 Naam teller Juignet C. Pischuitta R. Pischuitta R. Juignet C. Planquelle D. & Calesse L. Planquelle D. & Calesse L. Delbecque C. Delbecque C. Leboucher H. Leboucher H. Delbecque C. Delbecque C. Leboucher H. Pischuitta R. Leboucher H. Bollengier B. & Olivier M. Pischuitta R. Bollengier B. & Olivier M. Bollengier B. & Olivier M. Dochy O. Dochy O. Veramme W. Veramme W. Clarysse K. Depoortere M. Becuwe D. Dochy O. Becuwe D. Becuwe D. Depoortere M. Depoortere M. Veramme W. Degraeve K. Degraeve K. Degraeve K. Depoortere M. Degraeve K. Dochy O. Dochy O. Dochy O. Vermeersch Hans Vermeersch Hans Clarysse K. Dochy O. Vermeersch Hans Clarysse K. Dochy O. Goemaere K. Goemaere K. Goemaere K. LANDSCHAPSSCORE Natuur Natuur Bebouwd droog nat 1 0 0 2 0 0 0 0 2 1 0 0 Bos 1 1 0 0 Boerderij 1 0 0 1 1 0 1 0 1 1 0 1 0 0 1 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 1 1 1 1 1 1 0 1 0 0 0 1 0 1 0 0 1 0 0 0 1 0 0 1 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 1 0 0 0 1 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0 1 1 0 1 1 0 0 1 1 1 0 0 0 1 0 1 1 1 2 0 0 0 2 0 0 1 0 1 0 1 1 0 0 1 0 0 1 0 1 0 0 1 1 7 1 0 0 0 1 0 0 0 1 1 0 0 7 7 5 6 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6 6 8 7 8 7 7 8 7 7 7 7 3 5 6 7 6 6 1 1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 0 0 0 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 1 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2 1 0 0 0 0 0 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 0 0 1 1 1 0 1 1 1 1 1 0 1 1 0 0 0 0 0 1 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 1 0 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 0 0 1 1 1 1 1 0 1 1 0 0 0 0 0 0 1 0 1 0 0 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1 1 1 0 0 0 0 0 1 1 1 0 1 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 1 0 0 0 0 1 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 1 1 0 0 0 0 1 0 0 0 1 0 1 1 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0 X 35915,089 39820,588 40820,588 37883,526 Y 153241,093 149717,079 153181,181 153164,054 Grid random voluntary voluntary random Agrarisch 6 5 6 7 24665,772 172480,907 random 6 1 0 24820,588 21820,588 22820,588 19789,687 22059,930 17820,588 31894,600 19820,588 42320,588 23648,343 173965,790 177429,892 177429,892 177275,512 179102,710 187822,197 156641,956 180893,993 150583,104 180790,013 random voluntary voluntary random random voluntary random random voluntary voluntary 7 7 8 7 8 7 8 7 6 7 1 1 0 1 0 1 0 1 2 1 22754,950 43320,588 182696,416 155779,257 random voluntary 7 4 20725,057 184293,383 random 24967,443 31744,644 33809,723 32801,757 33863,073 48320,588 26701,219 38304,858 30742,228 39395,392 40226,400 28686,924 26820,211 33258,487 23834,018 24758,389 26453,452 25738,485 30224,311 38340,459 39320,588 38746,013 36320,588 37299,274 39331,535 43335,234 36219,993 38321,723 39329,096 34478,540 35349,430 36276,204 184462,842 184360,648 184410,313 186143,860 186198,445 166171,562 187821,688 171615,279 187813,730 171242,975 171367,602 189735,274 191270,335 188955,927 193020,438 192983,917 192895,312 194719,104 194560,204 160970,960 160975,409 160113,978 162707,460 162777,443 162715,079 162741,275 164349,275 164379,058 164401,834 166119,894 166141,510 166117,282 voluntary random random voluntary voluntary voluntary random voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary random random random voluntary random voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary Poel 0 0 0 0 Moeras 0 0 1 0 Bloemrijk grasland 0 0 0 0 Braam 0 1 0 0 SCORE KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN (KLE) Droge HoogstGrote Lage Solitaire ruigte bg Haag bomen bomen struik 0 0 1 1 1 1 0 1 1 1 1 0 0 0 1 0 1 0 0 0 1 1 1 1 Onverh weg 0 0 1 1 90 Dode boom 0 0 1 0 Knotboom 0 0 1 1 Onkruid 0 0 0 0 Wildakker 0 0 0 0 Perceels -rand 0 1 0 0 Kool-zaad 1 0 0 0 1 0 1 0 0 0 0 1 0 0 1 0 1 1 1 0 0 1 0 1 1 0 0 1 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1 1 1 1 1 1 0 1 0 0 0 0 0 0 1 0 0 1 0 1 0 0 1 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1 1 1 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 0 1 1 1 0 1 0 1 1 1 1 1 1 0 1 0 1 1 0 0 1 1 1 0 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0 1 1 1 0 0 0 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 0 1 0 1 1 0 0 0 0 1 1 1 0 0 0 0 0 1 0 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 1 0 1 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0 1 1 1 1 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 1 0 0 0 0 1 0 0 1 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Telpunt v167 v168 v169 v170 v171 v172 v173 v177 v178 v179 v180 v181 v183 v184 v185 v186 v187 v188 v189 v19 v190 v191 v194 v195 v196 v199 v20 v200 v204 v205 v207 v208 v209 v21 v213 v214 v215 v217 v218 v219 v222 v223 v224 v227 Naam teller Goemaere K. Gouwy J. Gouwy J. Gouwy J. Gouwy J. Verhalle P. Clarysse K. Goemaere K. Goemaere K. Goemaere K. Becuwe D. Becuwe D. Quaghebeur G. & Bruneel F. Quaghebeur G. & Bruneel F. Quaghebeur G. & Bruneel F. Dochy O. Dochy O. Goemaere K. Becuwe D. Vermeersch Hans Becuwe D. Becuwe D. Quaghebeur G. & Bruneel F. Quaghebeur G. & Bruneel F. Becuwe D. Quaghebeur G. & Bruneel F. Vermeersch Hans Quaghebeur G. & Bruneel F. Vandeputte W. Vandeputte W. Vandeputte W. Vandeputte W. Debeuf P. & Lemahieu I. Dochy O. Vandeputte W. Vandeputte W. Debeuf P. & Lemahieu I. Coelembier D. Coelembier D. Debeuf P. & Lemahieu I. Coelembier D. Coelembier D. Debeuf P. & Lemahieu I. Coelembier D. LANDSCHAPSSCORE Natuur Natuur Bebouwd droog nat 1 1 0 1 1 1 1 1 0 1 0 0 1 1 0 1 0 0 2 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 Bos 1 2 2 0 0 0 1 0 0 0 0 0 Boerderij 0 1 1 1 1 1 1 1 0 1 0 1 0 0 1 0 1 0 0 0 0 0 1 1 1 0 0 0 1 0 1 0 0 1 0 0 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0 1 0 1 1 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 1 0 1 1 0 1 1 1 1 0 0 1 0 0 2 0 0 0 1 0 1 0 0 0 0 0 1 7 7 1 1 0 0 0 0 0 0 1 1 1 0 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 voluntary voluntary 7 8 1 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 173246,755 174843,723 174721,886 176648,472 176551,206 voluntary voluntary voluntary random voluntary 6 6 7 7 7 1 1 1 1 1 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 1 0 0 0 0 1 0 0 1 1 1 0 0 0 0 1 1 1 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 32363,275 38971,403 26361,804 27320,588 176676,688 161987,240 178102,564 178295,917 random random voluntary voluntary 3 7 7 7 1 1 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 4 0 0 0 0 0 1 1 1 1 1 0 1 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 29498,212 25252,612 26316,912 178260,629 180027,405 180150,496 random voluntary voluntary 6 7 7 2 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 0 0 1 1 1 1 0 0 1 33320,588 27578,508 28397,933 180027,968 181606,863 181790,068 random voluntary voluntary 6 7 6 2 1 1 0 0 0 0 0 1 0 0 0 1 1 1 1 0 1 1 0 1 34257,844 28358,241 181729,862 183387,219 random voluntary 8 6 0 2 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0 1 1 X 37320,588 38228,290 39320,588 40429,582 41380,677 42068,941 44280,435 34288,931 35395,627 36528,352 38415,229 39426,711 Y 166171,562 166070,285 166171,562 166106,750 166120,344 166287,830 166059,424 167862,064 167925,365 167797,395 167808,379 168006,087 Grid voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary Agrarisch 5 3 4 7 6 7 5 7 7 7 7 7 27417,520 169661,793 voluntary 7 1 0 28333,222 169638,711 voluntary 7 1 31228,165 32342,878 34320,588 35346,769 38245,524 36801,795 39206,113 40284,417 169725,724 169658,550 169635,663 169737,409 169533,444 161833,298 169830,816 169895,845 voluntary voluntary voluntary random voluntary voluntary voluntary voluntary 7 7 7 7 6 6 7 7 1 1 1 1 2 1 1 1 28289,798 171411,852 voluntary 6 32314,434 37275,700 171373,280 171327,693 random voluntary 26282,261 37905,121 173050,585 161651,876 27394,387 26339,942 27384,765 26276,884 27120,878 Poel 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 Moeras 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Bloemrijk grasland 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Braam 1 1 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 SCORE KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN (KLE) Droge HoogstGrote Lage Solitaire ruigte bg Haag bomen bomen struik 0 0 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 0 0 1 1 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 1 1 0 0 0 0 1 1 1 0 0 0 0 1 0 0 0 1 1 0 1 1 0 1 1 1 0 0 0 0 1 1 1 0 0 1 0 1 1 1 0 1 1 1 1 Onverh weg 1 0 0 0 0 0 1 1 0 1 0 1 91 Dode boom 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Knotboom 0 1 0 0 1 0 0 1 1 1 1 0 Onkruid 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 Wildakker 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Perceels -rand 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Kool-zaad 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 0 0 0 0 1 1 1 1 0 0 0 0 1 1 1 0 1 1 1 0 1 1 0 1 1 1 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 1 1 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 1 0 0 0 0 0 1 1 1 0 1 1 1 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 1 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 1 0 1 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0 0 0 1 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0 1 0 0 0 1 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0 1 1 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 Telpunt v228 v229 v232 v233 v235 v237 v238 v242 v244 v245 v249 v250 v252 v253 v256 v257 v258 v26 v260 v263 v265 v266 v268 v27 v28 v29 v30 v31 v32 v351 v352 v353 v355 v357 v358 v359 v36 v360 v361 v362 v363 v365 v368 v369 v37 v370 v371 v372 v38 v381 v382 v383 v384 v385 Naam teller Coelembier D. Coelembier D. Coelembier D. Coelembier D. Depoortere M. Dochy O. Veramme W. Depoortere M. Depoortere M. Veramme W. Depoortere M. Degraeve K. Degraeve K. Veramme W. Depoortere M. Depoortere M. Degraeve K. Vermeersch Hans Degraeve K. Depoortere M. Vanhoutte E. Vanhoutte E. Clarysse K. Vermeersch Hans Clarysse K. Clarysse K. Dochy O. Dochy O. Dochy O. Depoortere M. Depoortere M. Depoortere M. Depoortere M. Depoortere M. Coelembier D. Coelembier D. Goemaere K. Coelembier D. Coelembier D. Coelembier D. Dochy O. Dochy O. Dochy O. Coelembier D. Goemaere K. Dochy O. Dochy O. Dochy O. Gouwy J. Depoortere M. Depoortere M. Depoortere M. Depoortere M. Depoortere M. X 29297,368 30189,909 27225,879 28325,510 29314,433 31329,920 33359,807 25413,904 28376,884 32349,857 24357,713 25320,588 29213,538 32411,561 25320,588 28333,659 24366,757 36931,288 28292,387 27222,497 28395,918 22320,588 44801,915 37738,427 38842,829 39759,071 40995,262 42560,738 43915,816 30303,750 30780,552 29777,451 30842,400 28636,615 27909,740 26780,969 34900,191 27666,957 28600,142 29774,697 30854,239 32254,382 29983,066 29439,119 35874,367 31329,240 32336,628 33320,588 37885,084 32769,813 32408,209 31937,883 31272,021 30084,761 Y 183441,620 183476,073 185202,362 185206,017 186978,793 186889,355 186977,939 188751,745 188583,038 188683,567 190465,307 190420,273 190523,924 190548,009 192152,324 192112,095 193752,216 163441,142 193964,195 195600,300 197363,249 199080,527 167109,558 163556,392 163513,943 163554,152 163404,385 163426,708 163669,829 192140,720 191363,215 192981,563 189593,251 187760,894 186136,259 186043,228 165464,105 184367,334 184328,220 184440,971 184638,110 185339,245 186324,975 185041,077 165310,721 183373,103 183475,599 183492,070 165448,500 182716,188 181609,369 182464,966 181767,583 181591,365 Grid random voluntary voluntary voluntary random voluntary random voluntary voluntary voluntary voluntary random random voluntary voluntary voluntary random voluntary random voluntary random random random voluntary random random voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary random voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary random voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary Agrarisch 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6 7 7 7 0 7 4 4 2 6 7 5 7 7 7 7 7 7 7 5 7 7 7 7 6 6 7 6 6 6 5 4 6 7 6 7 7 LANDSCHAPSSCORE Natuur Natuur Bebouwd droog nat 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 1 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 3 3 2 1 0 0 1 2 0 1 2 0 1 3 0 1 0 0 1 0 0 1 0 1 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 2 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 0 0 2 1 0 1 1 0 1 1 1 1 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 Bos 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 2 1 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0 1 0 0 1 1 1 0 1 0 0 Boerderij 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 0 0 1 1 0 1 1 0 1 1 Onverh weg 0 0 1 0 1 0 0 0 0 0 1 0 1 0 1 0 0 1 0 0 0 2 1 1 1 1 1 1 0 0 0 0 1 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 1 0 0 0 0 1 Poel 1 0 0 1 1 0 0 1 1 1 0 0 1 0 1 1 0 1 0 0 0 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 Moeras 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 1 0 0 0 0 0 92 Bloemrijk grasland 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 1 0 0 0 0 0 0 Braam 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 1 0 0 0 0 1 1 0 1 1 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 1 0 0 1 1 0 0 SCORE KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN (KLE) Droge HoogstGrote Lage Solitaire ruigte bg Haag bomen bomen struik 0 0 0 1 1 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 1 1 1 0 0 1 1 1 1 0 0 0 1 1 1 0 1 1 1 1 0 0 0 0 1 1 1 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1 1 0 0 0 1 1 1 0 0 0 1 1 1 1 0 0 1 1 0 0 1 1 1 1 1 0 0 1 1 1 0 0 0 1 1 1 1 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 1 0 1 1 0 1 0 0 1 1 0 0 0 1 1 1 0 1 1 1 0 0 0 1 0 1 1 1 0 1 1 1 1 0 0 1 1 1 1 0 0 1 1 1 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 1 1 1 0 0 0 1 1 1 0 0 1 1 1 1 0 0 0 1 0 1 0 0 0 1 1 0 0 0 1 1 1 1 0 0 1 1 1 1 0 0 1 1 1 1 0 0 0 1 1 0 0 0 0 1 1 1 0 0 0 1 1 0 0 0 0 1 1 1 0 1 1 1 1 0 0 0 0 1 1 1 0 0 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 0 1 0 1 1 0 1 0 1 1 1 0 0 1 1 1 1 0 0 1 1 1 1 0 0 1 1 1 1 0 0 1 1 1 0 Dode boom 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 1 0 0 0 0 0 0 Knotboom 1 0 0 1 0 1 0 0 0 0 0 1 1 0 0 1 0 1 0 1 0 0 1 0 1 0 1 1 0 1 1 1 1 0 1 1 0 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 Onkruid 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Wildakker 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Perceels -rand 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 1 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 Kool-zaad 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Telpunt v387 v388 v39 v390 v391 v393 v40 v41 v413 v414 v42 v43 v430 v431 v433 v437 v438 v44 v440 v441 v442 v444 v446 v448 v449 v451 v453 v456 v457 v467 v468 v470 v473 v474 v475 v476 v477 v478 v479 v480 v481 v483 v486 v487 v488 v49 v491 v494 v495 v497 v50 v500 v502 v503 Naam teller Depoortere M. Coelembier D. Dochy O. Depoortere M. Depoortere M. Depoortere M. Dochy O. Dochy O. Depoortere M. Depoortere M. Dochy O. Gouwy J. Quaghebeur G. & Bruneel F. Dochy O. Dochy O. Becuwe D. Becuwe D. Gouwy J. Becuwe D. Dochy O. Dochy O. Goemaere K. Clarysse K. Clarysse K. Dochy O. Dochy O. Dochy O. Dochy O. Dochy O. Clarysse K. Clarysse K. Clarysse K. Clarysse K. Clarysse K. Clarysse K. Clarysse K. Clarysse K. Clarysse K. Verhalle P. Verhalle P. Verhalle P. Dochy O. Dochy O. Clarysse K. Clarysse K. Goemaere K. Clarysse K. Dochy O. Clarysse K. Dochy O. Goemaere K. Dochy O. Dochy O. Dochy O. X 29865,378 27761,274 39771,727 31725,185 33088,803 30878,858 40740,343 42018,597 30491,457 29721,611 42850,505 47822,148 Y 182588,899 181070,149 165353,999 180896,696 180943,343 180911,074 165332,173 165296,981 180135,705 179172,940 165332,882 165261,923 Grid voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary random voluntary voluntary voluntary random random Agrarisch 6 6 7 7 6 7 6 5 7 7 7 6 28656,293 31769,251 30511,237 37292,053 37884,843 49620,282 36383,933 33338,419 32648,553 35852,968 37215,507 38104,386 39818,418 40812,926 41820,552 44297,166 45363,329 50270,710 49224,422 48798,561 47855,442 46790,583 47318,511 46393,164 45474,939 45830,459 42749,466 43348,478 43624,795 43206,422 44665,080 46343,046 46762,069 34681,564 47902,775 41808,152 40323,097 42358,163 35820,588 41026,849 39584,189 41855,870 168713,886 168779,817 169554,532 169646,121 170477,849 165463,523 169648,340 169759,378 168657,920 168835,254 164336,512 162577,319 161839,474 161843,668 161836,113 162903,873 162994,129 164350,408 164517,560 163387,031 166925,259 167224,588 166293,623 166167,564 166164,166 166957,781 167126,261 166149,836 166867,367 164450,933 163603,275 164474,052 163735,379 166969,559 163412,751 163891,286 162708,074 162654,814 167037,587 159203,934 159355,550 160138,170 voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary random voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary random voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary 7 7 6 7 7 7 7 7 7 6 5 6 7 7 8 7 7 8 7 7 5 6 6 7 6 6 5 7 7 7 7 7 7 8 7 7 7 7 6 8 7 8 LANDSCHAPSSCORE Natuur Natuur Bebouwd droog nat 1 0 1 1 0 1 1 0 0 1 0 0 1 0 1 1 0 0 2 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 1 2 1 1 1 1 1 1 2 2 2 1 1 0 1 1 0 1 1 1 2 1 1 1 1 3 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 2 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Bos 0 0 0 0 0 0 0 2 0 0 0 1 Boerderij 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 Onverh weg 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2 0 1 0 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 1 1 0 1 0 1 1 1 0 1 1 0 0 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 0 0 1 1 1 0 0 1 0 0 1 0 1 1 1 0 1 1 1 0 1 0 0 0 0 0 0 1 0 0 1 0 1 0 0 0 0 1 0 1 0 0 1 0 0 1 0 1 1 0 0 Poel 0 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 0 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 0 1 0 0 0 1 Moeras 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Bloemrijk grasland 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Braam 1 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 93 SCORE KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN (KLE) Droge HoogstGrote Lage Solitaire ruigte bg Haag bomen bomen struik 0 1 1 1 1 1 0 0 0 0 1 1 0 0 0 1 1 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 1 1 1 0 0 0 0 1 0 0 1 1 0 1 0 0 0 1 1 1 1 0 0 0 1 1 1 0 0 0 1 1 0 0 0 1 1 1 1 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 1 0 0 1 1 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0 1 1 0 1 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1 0 0 0 1 0 0 1 1 0 0 1 1 1 1 0 0 0 1 0 0 0 1 1 1 1 0 0 0 1 0 0 1 0 0 0 0 0 0 1 0 1 1 0 0 0 0 0 0 1 1 1 1 1 1 0 1 0 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 0 0 1 1 1 1 0 0 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 0 0 0 0 1 0 1 0 1 1 0 0 0 0 1 1 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 1 1 0 1 0 1 0 0 0 1 0 0 0 1 1 1 0 1 Dode boom 0 1 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 Knotboom 1 0 0 0 1 0 1 1 1 1 1 0 Onkruid 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Wildakker 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Perceels -rand 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Kool-zaad 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0 1 0 1 1 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Telpunt v505 v507 v51 v512 v513 v514 v52 v53 v54 v541 v547 v549 v550 v553 v555 v56 v560 v561 v569 v57 v570 v571 v574 v579 v58 v581 v585 v59 v590 v591 v599 v60 v600 v61 v62 v64 v65 v66 v67 v68 v69 v72 v73 v74 v76 v77 v80 v81 v85 Naam teller Dochy O. Dochy O. Goemaere K. Gouwy J. Gouwy J. Becuwe D. Becuwe D. Becuwe D. Gouwy J. Vandeputte W. Depoortere M. Depoortere M. Depoortere M. Depoortere M. Depoortere M. Dochy O. Depoortere M. Depoortere M. Vanhoutte E. Goemaere K. Depoortere M. Depoortere M. Vanhoutte E. Depoortere M. Becuwe D. Depoortere M. Depoortere M. Becuwe D. Depoortere M. Depoortere M. Becuwe D. Becuwe D. Becuwe D. Quaghebeur G. & Bruneel F. Quaghebeur G. & Bruneel F. Dochy O. Dochy O. Becuwe D. Becuwe D. Becuwe D. Becuwe D. Quaghebeur G. & Bruneel F. Quaghebeur G. & Bruneel F. Dochy O. Quaghebeur G. & Bruneel F. Quaghebeur G. & Bruneel F. Vandeputte W. Vandeputte W. Vandeputte W. LANDSCHAPSSCORE Natuur Natuur Bebouwd droog nat 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 1 0 1 1 0 1 0 0 2 0 0 1 0 0 0 1 0 1 0 0 1 0 0 0 0 0 1 1 0 1 0 0 1 0 0 2 0 0 1 0 0 0 0 0 0 5 0 1 0 0 1 0 0 1 1 0 1 0 0 1 1 0 1 0 0 1 0 0 3 0 0 1 0 0 0 0 1 0 0 0 1 0 0 2 0 0 1 0 0 Bos 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 Boerderij 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 0 0 0 0 1 1 0 0 1 1 1 1 0 1 1 1 1 0 0 1 1 0 0 0 1 1 1 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 1 1 1 1 0 0 1 0 1 1 0 1 1 1 0 0 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 0 1 0 1 1 1 0 1 1 1 0 1 1 0 2 0 0 0 1 0 1 0 0 1 0 0 0 6 5 2 1 0 1 0 1 0 0 1 1 0 1 1 1 0 1 0 1 0 1 0 1 0 0 random 7 1 0 0 0 1 1 1 1 0 0 0 random voluntary voluntary voluntary 7 7 7 7 1 1 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 1 0 0 0 0 0 1 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 X 42203,918 40807,487 36935,284 38816,857 41002,278 40254,857 37865,063 38808,668 41638,826 26579,257 26867,689 24891,257 26250,335 27719,899 28318,101 33804,127 27771,821 27323,984 23671,388 34829,555 26864,016 26092,710 27828,826 24881,567 37717,187 28075,446 27869,038 38736,815 33681,160 33476,408 41321,373 39771,330 40797,202 Y 159195,475 158182,261 167007,235 165307,636 167185,309 168067,340 167001,537 167084,454 167093,573 174123,745 189493,311 194774,697 195576,167 196402,767 195578,399 168752,627 193074,544 192135,231 197983,830 168748,854 194733,229 193828,436 198104,990 191304,156 168943,580 191183,890 187894,251 168726,382 182659,397 181782,228 169633,687 168716,352 168833,803 Grid voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary Agrarisch 7 7 7 6 6 7 6 7 7 7 7 8 6 7 7 6 7 8 3 6 7 6 7 6 7 7 5 7 6 7 7 6 7 27820,082 170515,899 random 7 1 0 31864,736 33699,959 34937,149 36844,752 38756,803 39862,079 40937,760 170535,617 170417,410 170572,219 170480,177 170559,572 170541,230 170486,179 voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary 6 7 7 7 7 7 8 2 1 1 1 1 1 0 26733,370 172180,869 voluntary 6 28759,308 32979,359 172208,443 172067,083 random voluntary 27933,036 174079,344 28918,970 26624,307 27962,083 26577,823 173935,469 175831,962 175566,378 177536,483 Poel 0 0 1 1 1 0 0 0 1 1 1 0 1 1 1 1 0 0 1 1 0 0 0 0 0 1 1 0 1 1 1 1 1 Moeras 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Bloemrijk grasland 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Braam 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0 1 0 0 0 SCORE KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN (KLE) Droge HoogstGrote Lage Solitaire ruigte bg Haag bomen bomen struik 0 0 1 1 1 1 0 0 0 1 1 1 0 0 0 1 1 1 0 0 1 1 1 1 0 0 1 1 1 0 0 0 0 0 0 1 0 0 1 0 1 1 0 0 0 0 0 1 1 0 0 1 1 1 0 0 1 1 1 1 0 0 0 1 1 1 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 1 0 0 1 1 1 1 0 0 1 0 1 0 0 0 1 1 1 0 1 0 1 1 1 0 0 0 1 0 1 1 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 1 0 0 0 0 1 1 0 1 0 0 0 1 0 0 0 1 0 1 1 1 0 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 0 0 0 0 1 0 0 0 1 1 1 1 0 0 1 0 1 1 0 0 1 0 1 0 0 0 1 1 1 1 0 0 1 0 1 1 Onverh weg 1 0 0 0 1 0 1 1 1 1 1 1 0 0 0 0 0 0 1 0 1 0 1 1 0 1 0 1 0 0 0 0 0 94 Dode boom 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 Knotboom 1 0 1 1 0 0 0 0 1 1 1 0 0 0 0 1 0 1 0 1 0 0 1 0 1 1 0 1 1 1 0 0 0 Onkruid 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Wildakker 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Perceels -rand 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 1 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Kool-zaad 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 1 0 0 0 0 1 1 1 1 0 1 1 1 1 0 0 1 1 1 0 0 0 0 1 0 0 1 1 1 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 1 1 0 1 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 1 1 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 1 0 0 0 1 1 1 1 1 0 1 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Telpunt v86 v878 v879 v88 v883 v89 v92 v93 v95 v96 v97 w157 w174 w175 w23 Naam teller Vandeputte W. Veramme W. Veramme W. Vandeputte W. Veramme W. Debeuf P. & Lemahieu I. Coelembier D. Depoortere M. Bollengier B. & Olivier M. Coelembier D. Coelembier D. Debeuf P. & Lemahieu I. Debeuf P. & Lemahieu I. Debeuf P. & Lemahieu I. Debeuf P. & Lemahieu I. LANDSCHAPSSCORE Natuur Natuur Bebouwd droog nat 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 Bos 0 0 0 0 0 Boerderij 1 1 1 1 1 0 0 0 0 0 0 1 1 1 0 0 1 1 0 1 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 1 1 1 1 1 1 0 0 0 1 0 1 0 0 0 1 1 0 0 0 1 0 1 1 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0 1 1 1 0 0 0 1 0 1 0 0 0 0 1 1 7 1 0 0 0 1 0 0 1 0 0 0 0 random 7 1 0 0 0 1 0 1 0 0 0 0 voluntary 7 1 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 X 27549,113 32730,080 33830,030 26809,917 32573,246 Y 177517,517 187844,198 187561,991 179188,043 189593,097 Grid voluntary voluntary voluntary voluntary voluntary Agrarisch 7 7 7 7 7 30755,388 25820,588 29923,614 179118,406 180893,993 180703,622 random random voluntary 7 6 7 1 2 1 0 0 0 26838,592 27729,794 28961,247 182622,916 182600,213 182379,468 random voluntary voluntary 6 7 6 1 1 1 51355,815 162797,113 random 7 52342,271 166219,963 random 53448,344 166283,528 51838,647 161828,318 Poel 1 1 0 1 0 Moeras 0 0 0 0 0 Bloemrijk grasland 0 0 0 0 0 Braam 1 0 0 0 0 SCORE KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN (KLE) Droge HoogstGrote Lage Solitaire ruigte bg Haag bomen bomen struik 0 0 1 1 1 1 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 1 0 0 0 1 1 1 1 0 0 0 1 1 1 Onverh weg 1 0 0 0 0 95 Dode boom 0 0 0 0 0 Knotboom 1 0 0 1 0 Onkruid 0 0 0 0 0 Wildakker 0 0 0 0 0 Perceels -rand 0 0 0 0 0 Kool-zaad 0 0 0 0 0 1 0 1 0 0 0 1 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 0 1 1 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 1 1 1 0 0 0 0 0 1 0 1 1 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 1 0 1 0 0 0 0
© Copyright 2024 ExpyDoc