1 EINDVERSLAG-Akkv-Inventarisatie Fr-B 2013

VERSLAG
VAN DE FRANS-BELGISCHE
AKKERVOGELINVENTARISATIE
2013
Olivier Dochy
Provincie West-Vlaanderen
Maart 2014
INHOUD #
1. INLEIDING
2. METHODE
3. RESULTATEN EN DISCUSSIE
4. SOORTBESPREKING
5. CONCLUSIES
REFERENTIES
BIJLAGEN
1.
2
3.
VERSLAG VAN DE
FRANS-BELGISCHE AKKERVOGELINVENTARISATIE 2013
1. INLEIDING
1.1.Aanleiding project
De Geelgors is al sinds 2004 een doelsoort voor agrarisch natuurbeheer in West-Vlaanderen. De
soort is sterk achteruitgegaan in de voorbije decennia. Sindsdien zijn her en der al maatregelen
getroffen. Maar de huidige toestand is onvoldoende gekend om te kunnen oordelen of de soort
standhoudt, toeneemt of verder achteruitgaat. Daarom werd in 2013 besloten tot een nieuwe
grootscheepse inventarisatie, met de hulp van vrijwillige vogelkijkers.
Naast de Geelgors zijn er nog tal van andere akkervogels die sterk achteruitgaan of waarvan de
huidige toestand slecht gekend is: Veldleeuwerik, Patrijs, Grauwe gors (al verdwenen in WestVlaanderen), Gele kwikstaart, Kievit, enz. Die werden meegenomen in de telling, net als soorten van
kleine landschapselementen, zoals Zomertortel, Grasmus, Braamsluiper, Spotvogel, Putter en
Ringmus.
Het veldwerk voor de inventarisatie werd uitgevoerd in het voorjaar van 2013. Omdat er ook
belangstelling was van vrijwilligers aan Franse kant werd het project uitgebreid tot de allereerste
grensoverschrijdende broedvogelinventarisatie van de regio. Dit verslag presenteert de resultaten.
1.2. Aanwezigheid van de Geelgors in de grensregio - als doelsoort voor acties
Tot in de jaren 1980 broedde de Geelgors nog zowat overal in de provincie, van de duinen tot de
Scheldevallei. Lippens & Wille (1972) schatten het aantal eind jaren 1960 nog op 3.000 koppels in
West-Vlaanderen. In 1973-1977 was dit al geslonken tot zo’n 1.400 paartjes (Devillers et al., 1988).
Daarna ging het nog steiler bergaf. Anno 2013 is de verspreiding sterk teruggedrongen tot de
Westhoek, in een smalle strook van pakweg 5 km langs de Franse grens. In 2003 schatten we het
aantal resterende koppels in de provincie op 87 à 100 (Dochy, 2013). Sindsdien is geen betrouwbare
schatting meer gemaakt.
Voor de Henegouwse enclave Komen-Waasten vermeldt de atlas van 1973-1977 minimum 100 paar.
Anno 2001-2007 was dit geslonken tot 5 à 10 koppels (Jacob et al., 2010).
In Frankrijk lijkt de Geelgors nog vrij algemeen en overal verspreid. De broedvogelatlas van NoordFrankrijk (periode 1985-1995, Tombal et al. (1996)) vermeldt een vlakdekkend en algemeen
voorkomen, duinen en polders inbegrepen. De dichtheden in dit laatste gebied en de Leievallei
waren er wel wat lager dan elders, wat nu ook nog zo is. Dat is dus duidelijk een veel ruimere
verspreiding dan in West-Vlaanderen. Een ruwe schatting levert zo’n 400 à 500 koppels voor het
Franse deel van het studiegebied. Is dat nog altijd zo of is de achteruitgang ook daar ingezet? En
1
waarom zouden er in Frankrijk dan meer zitten dan in West-Vlaanderen? Kunnen we uit deze
verschillen iets leren voor de beschermingsaanpak?
Daarom werd voorgesteld om de inventarisatie langs beide zijden van de grens te doen, en
tegelijkertijd extra soorten en biotoopelementen te noteren. Dankzij de grensoverschrijdende
samenwerking in de Interreg-projecten BiPS1 en Petliv2 (nu gebundeld in vervolgproject Terco3),
sloten de Franse projectpartners zich ook bij dit project aan, het eerste in zijn soort.
1.3. Onderzoeksvragen
De vragen die deze studie hoopt op te lossen, zijn de volgende:
1. Zijn er verschillen tussen Frankrijk en België ?
- in aantal telpunten met een bepaalde soort = presentie van soort X ?
- in aantal vogels per telpunt = talrijkheid van soort X ?
- in landschap en aanbod aan kleine landschapselementen (KLE’s) ?
2. Welke zijn de landschaps- of KLE-eisen van soort X ?
3. Welke beschermingsmaatregelen kunnen we hieruit destilleren ?
2. METHODE
2.1. Selectie studiegebied en telmethode
Het studiegebied strekt zich uit over een strook van 12 km aan weerszijden van de Frans-Belgische
grens, van de zeereep tot aan de grens met Henegouwen (fig. @2). Aan de West-Vlaamse kant omvat
dit het hele verspreidingsgebied van de Geelgors waardoor het hier en daar iets breder is. De
Henegouwse enclave Komen-Waasten werd mee opgenomen.
Het aantal geoefende vrijwilligers was niet zo hoog. Een gebiedsdekkende territoriumkartering was
daarom niet mogelijk. Om toch een beeld te krijgen van de aanwezigheid van de Geelgors in een
groot gebied, werd daarom geopteerd voor een steekproefmethode. De beste methode hiervoor is
de punttellingenmethode, zoals ook in Nederland al jaren wordt gedaan in het akkervogelmeetnet
(Roodbergen et al., 2013).
Een nadeel is natuurlijk dat je geen compleet zicht krijgt op het totaal aantal territoria. De voordelen
zijn anderzijds de hogere reproduceerbaarheid voor latere vergelijking (gelijke inspanning
op elk punt), en het feit dat ook op het oog ‘oninteressante’ of meer afgelegen gebieden binnen
dezelfde werktijd toch bezocht konden worden.
1
BiPS = Biodiversité périurbaine / Biodiversiteit in de stadsrand (Interreg IV): zie www.bipsweb.eu
Petliv = Paysage en transformation / Landschap in verandering (Interreg IV): zie www.petliv.caue-nord.com
3
Terco = Territoriale coöperatie (Interreg IV)
2
2
Op plaatsen met zeer lage dichtheden is de kans groter dat een soort niet werd opgemerkt terwijl ze
wel aanwezig was. De methode is dan ook niet zo ‘gevoelig’ voor lage dichtheden. De bedoeling van
het onderzoek is echter om de grote dichtheden te vinden, de gebieden waar nog kernpopulaties
zijn.
De telpunten zijn gekozen door een raster van zeshoeken met zijden van 1 km over de regio te
leggen, zie figuur @2. Elk hoek- en middelpunt is een mogelijk telpunt en ligt even ver van elke
‘buur’, namelijk één kilometer. Telpunten die, rekening houdend met een straal van 300 m, voor de
helft of meer in bos of bebouwde kom gelegen zijn, zijn uit de selectie verwijderd. Wat overblijft is
een gebied met precies 1000 potentiële telpunten. Hiervan werden 10% of 100 telpunten random
gekozen. Dit is de statistische basis voor de ‘achtergrondwaarde’ van het grondgebruik en de
dichtheden. Vrijwilligers werden aangespoord om eerst deze punten te kiezen. Daarnaast mochten
ze zo veel extra punten tellen als ze konden. Op één voormiddag is het mogelijk om 8-12 punten te
tellen, afhankelijk van hun onderlinge afstand.
Telpunten die op een onbereikbare plaats lagen, werden verschoven naar de dichtstbijzijnde wel
bereikbare plaats met vergelijkbaar landschap. De telcirkel verplaatste zich uiteraard mee en mocht
de telcirkel van een naburig punt niet overlappen.
In bijlage 2 is de handleiding van het onderzoek opgenomen (handouts van presentatie).
In totaal werd vanop 391 telpunten minstens tweemaal geteld (tabel @1).
Tabel 1: Aantal telpunten en verdeling volgens regio.
Regio
België
Frankrijk
Totaal
Beschikbaar
aantal
471
529
1.000
Aantal
geteld
247
144
391
Aantal
random
44
56
100
3
Aantal met 2
telrondes
11
60
71
Aantal met 3
telrondes
236
84
320
Figuur 1: Configuratie van het raster telpunten volgens een zeshoekig ratenpatroon. Elk telpunt ligt op 1 km van zijn
naaste buur. In de praktijk werden de meeste telpunten enkele tientallen tot een paar honderd meter verschoven tot op
een toegankelijke plaats langs een openbare weg of pad.
Figuur 2: Situering van het studiegebied met alle prioritaire random telpunten (rood), de andere door vrijwilligers
getelde telpunten (bruin) en de overige set aan potentiële maar niet getelde telpunten (geel).
4
Figuur 3: Situering van de grote landschappelijke eenheden in het studiegebied.
5
2.2. Methode punttelling vogels
De telling bestaat erin van gedurende exact 7 minuten alle vogels te noteren die binnen een straal
van 300 m rond het telpunt worden waargenomen (gezien of gehoord). Daarbij hoort één vlotte
“scan” met de verrekijker 360° rondom om verderafgelegen plekken af te speuren (duur: 1 minuut).
Alle verdere waarnemingen gebeuren met het blote oog en oor. De verrekijker wordt enkel gebruikt
om de determinatie te bevestigen, de vogels te tellen of details te zien zoals geslacht of leeftijd. De
laatste 2 minuten van een telronde worden gebruikt om het formulier in te vullen. De tellingen
gebeuren tussen zonsopgang en 5 uur daarna.
Per telpunt zijn minstens 2 en liefst 3 telrondes nodig, in de volgende periodes:
- telronde 1: 1 - 30 april
- telronde 2: 1 - 31 mei
- telronde 3: 1 - 30 juni
De vogels worden op een gedetailleerde luchtfoto genoteerd op de plaats waar ze zijn gehoord of
gezien, met een code die de broedzekerheid of het gedrag aangeeft. Een baltsende vogel of een
vogel die voedsel transporteert naar zijn jongen heeft ter plaatse zeker een territorium, terwijl een
‘zittende’ of ‘gewoon voedselzoekende’ vogel dat niet met zekerheid betekent. Louter overvliegende
vogels die geen binding met het terrein vertonen (niet vertrekken of landen, niet jagen) worden niet
meegeteld. Op de luchtfoto staat de straal van 300 m aangegeven. Zie bijlage 1 voor een
voorbeeldformulier. De te gebruiken codes voor het noteren van vogels staan in de tabel
rechtsboven op dat formulier. De te onderzoeken soorten zijn voor het merendeel typisch voor
agrarisch gebied, maar een aantal horen meer thuis op erven of in tuinen. Het is de lijst van figuur @,
aangevuld met Blauwe en Grauwe kiekendief, Orpheusspotvogel, Grutto en Grauwe gans. Van elk
van deze soorten waren er nauwelijks waarnemingen. Daarom zijn ze niet opgenomen in de analyses.
De makkelijk waarneembare zoogdieren Haas, Konijn en Ree werden ook genoteerd.
Daarnaast komen nog een pak andere soorten voor in landbouwgebied. Om de aandacht van de
tellers niet te overbelasten zijn ze met deze tellingenronde niet meegenomen. Het betreft o.a.
duiven, kraaien (behalve Roek), water- en rietvogels, lijsters, Spreeuw, mezen, allerlei zangers
(Tjiftjaf, Zwartkop, Winterkoning, Heggenmus, Tuinfluiter, enz.), bosvogels, Vink, Huismus, andere
roofvogels (bv. Boomvalk en Sperwer), uilen, enzovoort.
Na het veldwerk dient de waarnemer per soort het aantal vastgestelde exemplaren samen te tellen,
en voor een selectie van duidelijk territoriale soorten ook het aantal territoria af te leiden uit de
verzamelde informatie. Een zingend mannetje geeft duidelijk de aanwezigheid van een territorium
aan, maar een vogel die gewoon op de grond zit en wat voedsel zoekt niet. Aangezien het
broedseizoen was en die laatste vogel dus waarschijnlijk wel binnen zijn territorium verbleef, wordt
zo’n vogel als een half territorium meegeteld. Voor niet territoriale soorten of voor soorten met hele
grote territoria zoals roofvogels, wordt enkel gerekend met het aantal waargenomen exemplaren.
Deze aantallen worden ingevuld op de achterkant van het formulier, zie bijlage 1.
Tabel @2 geeft de lijst van onderzochte soorten. Naast tal van vogels die vaak in agrarisch gebied
voorkomen, zijn ook 3 opvallende zoogdieren opgenomen: Haas, Konijn en Ree.
6
Tabel 2: Lijst van onderzochte soorten met hun afkorting voor gebruik op de veldformulieren
Soort
Afk.
Soort
Afk.
Bergeend
Blauwborst
Blauwe kiekendief
Boerenzwaluw
Braamsluiper
Bruine kiekendief
Buizerd
Canadese Gans
Fazant
Geelgors
Gekraagde roodstaart
Gele kwikstaart
Grasmus
Graspieper
Grauwe Gans
Grauwe gors
Grauwe kiekendief
Grauwe vliegenvanger
Groenling
Grote Lijster
Grutto
Huiszwaluw
BE
BB
BlK
BZw
BS
BrK
Bui
CGa
Fa
GG
GR
GKw
GM
GP
GGa
GrG
GrK
GVl
Gr
GL
Gr
HZw
Kievit
Kneu
Koekoek
Kwartel
Nijlgans
Patrijs
Putter
Rietgors
Ringmus
Roek
Roodborsttapuit
Scholekster
Spotvogel
Orpheusspotvogel
Torenvalk
Veldleeuwerik
Witte kwikstaart
Zomertortel
Zwarte roodstaart
Haas
Konijn
Ree
Ki
Kn
Koe
Kw
NGa
Pa
Pu
RG
RM
Ro
RT
Sc
SV
OSV
TV
VL
WKw
ZoT
ZR
Hs
Kon
Re
2.3. Methode evaluatie van het landschap: “landschapsscore”
Naast de vogels werd ook het landschap omschreven. Een algemeen beeld wordt verkregen door de
“landschapsscore”. Per telpunt worden 8 gehele punten toegekend, te verdelen over 5 grove
grondgebruikstypes:
 Agrarisch = akker, grasland
 Bebouwd = alle gebouwen (ook hoeve), wegen, infrastructuur, hoogspanningsmast, …
 Natuur droog = ruigte, struweel, bloemrijke percelen of bermen, taluds met deze vegetatie, …
 Natuur nat = riet, lisdodde, zegge, pitrus, … maar ook vijvers, grote sloten, …
 Bos = bos, bomenrijk park, opvallende grote dreef of houtkant
De punten worden gegeven in verhouding tot de relatieve oppervlakte van elk grondgebruik. Voor
relatieve oppervlaktes van minder dan 1/8 kan toch een punt gegeven worden wanneer de factor
een belangrijke impact heeft op het landschap, bv. een klein maar oud bos. Voor bebouwing wordt
de ondergrens voor 1 punt vastgesteld op 1 gebouw. Voor oppervlaktes van meer dan 1/8 telt de
reële oppervlakteinname. De som van alle scores is altijd 8. De in te vullen tabel staat links onderaan
de voorzijde van het formulier in bijlage 1.
Enkele voorbeelden:
7
Figuur 4: Voorbeelden van toekennen van de landschapsscore aan verschillende grondgebruiksvormen. Zie tekst voor
details.
Een handleiding met meer voorbeelden zit in bijlage 2.
8
2.4. Methode evaluatie landschapselementen: “KLE-score”
Een fijnere benadering gebeurt via het aanduiden van de aanwezigheid van bepaalde kleine
landschapselementen (KLE’s). Hier wordt geen oppervlakte gevraagd omdat dit moeilijk en
tijdrovend is, maar enkel de aan- of afwezigheid. De te beoordelen KLE’s kunnen algemeen als
belangrijk voor akkervogels beschouwd worden. Andere KLE’s die van belang zijn, zoals kleine
waterlopen en drukke wegen, moesten niet genoteerd worden omdat ze via GIS automatisch kunnen
achterhaald worden. De tabel om KLE’s aan te vinken staat rechts onderaan de voorzijde van het
formulier in bijlage 1.
Bijlage 2 verduidelijkt de beoordeling van de vermelde KLE’s en geeft een reeks voorbeelden.
2.5. Verwerking gegevens
2.5.1. Verwerking vogeltellingen
We gaan uit van de veronderstelling dat hoe hoger de broedvogeldichtheid is in een gebied, hoe
meer vogels in een telpunt zullen zijn waargenomen. Als maat hiervoor nemen we het maximum
waargenomen aantal dat werd vastgesteld tijdens één van de 2 of 3 tellingen.
Voor de territoriale soorten wordt analoog met het maximum vastgesteld aantal territoria gewerkt.
Bemerk: voor Kievit worden de gegevens van de derde ronde niet in rekening gebracht. Voor die
soort is het broedseizoen dan al grotendeels voorbij en zijn de meeste vogels niet meer aan hun
territorium gebonden. Ze zwerven dan rond in groepjes wat een sterk vertekend beeld kan
opleveren. Voor die soort zijn enkel de telpunten in rekening gebracht waar ronde 1 én ronde 2 zijn
uitgevoerd.
In eerste instantie willen we weten of soort X anders verspreid is in Frankrijk dan in België. Dat kan
door de presentie in beide landen te vergelijken. Dit is het percentage van de telpunten waar de
soort aanwezig is, d.w.z. minstens eenmaal met één of meerdere exemplaren is vastgesteld. De
significantie wordt getoetst met een χ²-test (df=1).
In tweede instantie willen we weten welke soorten talrijker zijn in België dan in Frankrijk of
omgekeerd. We baseren ons hiervoor op het verschil tussen het gemiddelde per land, van het
maximum aantal vogels (van die soort) dat op elk telpunt is vastgesteld tijdens de 2 of 3 tellingen. Dit
eventuele verschil wordt getoetst met een ‘generalised linear model’ met het programma ‘R’.
2.5.2. Verwerking landschaps- en KLE-informatie
We wensen te weten of een soort een voorkeur of afkeer vertoont voor elk grondgebruikstype (uit
landschapsscore) of KLE. Dit kan door de gemiddelde landschaps- of KLE-score voor de telpunten
waar soort X minstens één keer is vastgesteld, te vergelijken met de gemiddelde score in de hele
steekproef (= van alle getelde punten). De meetwaarden per telpunt zijn Poisson-verdeeld want ze
9
hebben waarde 0 of 1. Door gebruik te maken van een hiervoor aangepast ‘generalised linear mixed
model’ kan afgeleid worden of deze twee waarden significant van elkaar afwijken (met programma
‘R’). Zo ja, dan kan besloten worden dat er een voorkeur of afkeer is van soort X voor dat kenmerk, of
m.a.w. of de soort die elementen verkiest, dan wel mijdt.
We willen ook weten of er een verschil is tussen België en Frankrijk in landschapsscore of in het
aanbod aan KLE’s. Dit wordt op analoge manier berekend als hierboven. Misschien verklaart dat wel
de verschillen in vogeldichtheden uit vorig punt ?
Een analyse van het effect van combinaties van KLE’s (bv. haag + lage bomen + waterloop) op de aanof afwezigheid van elke soort zou heel interessant zijn. Maar dit is erg tijdrovend en valt daarom
buiten het bestek van deze studie
De statistische testen zijn uitgevoerd door Dirk Maes van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek
(INBO), waarvoor onze beste dank. Relaties die via deze berekeningen als "significant" worden
aangemerkt, worden beschouwd als "zo goed als zeker": p<0,05 betekent dat er minder dan 5% kans
is dat de stelling verkeerd is, of voor 95% zeker juist, en dat wordt beschouwd als voldoende
zekerheid.
10
3. RESULTATEN EN DISCUSSIE
3.1. Zijn er verschillen tussen Frankrijk en België ?
3.1.1. Inleiding
De natuur kent geen grenzen, dat is bekend. Maar ze herkent er wel als er duidelijk andere gebruiken
zijn. Wie door het landschap van België naar Frankrijk wandelt ziet snel een verschil. In Frankrijk is er
minder verspreide bebouwing, zijn er meer graanvelden, meer graanstoppels, minder maïs en
minder grote veestallen. En er zijn nog heel wat huisweiden met geschoren hagen. In België vind je
over het algemeen kleinere percelen en een grotere gewasdiversiteit, met o.a. meer groenten. Dit
zijn indrukken, die echter niet gemeten werden in dit onderzoek omdat dit te tijdrovend was. We
hebben ons beperkt tot het noteren van de algemeen herkenbare kleine en grote
landschapselementen. Hier bekijken we welke weerslag dit heeft op de vogelbevolking.
3.1.2. Verschilt het globale landschap tussen België en Frankrijk ?
Als je de landschapsscores vergelijkt tussen de verondersteld representatieve steekproef van 100
random gekozen telpunten, en die van alle getelde telpunten bij elkaar, dan zien we praktisch geen
verschil. Geen enkel van die verschillen is significant. De random steekproef beschrijft dus goed het
landschap van beide landen samen.
Vergelijk je echter de landschapsscores van de random telpunten met die van alle telpunten per land,
dan is de overeenkomst minder goed. Op basis van de random gekozen telpunten heeft België een
significant hogere graad aan bebouwing (p<0,05). Op basis van alle telpunten samen is dit echter niet
zo maar is er wel een hoger aandeel natte natuur in Frankrijk (p<0,010).
Het verschil is allicht te wijten aan een niet-random bemonstering in België. Daar is vooral het
huidige verspreidingsgebied van de Geelgors geteld. De keuze van de waarnemers zal er toe geleid
hebben dat er wat minder nabij bebouwing of bos is geteld en wat meer in puur agrarisch gebied.
Tabel 3: Vergelijking landschap tussen studiegebied in België en in Frankrijk. Verdeling van grondgebruikstypes in score op
een totaal van 8 punten. In groen: significant grotere waarde dan het buurland. Kolom ‘random’ = resultaat van set van 100
willekeurig gekozen telpunten over hele projectregio (1000 potentiële telpunten). Kolom ‘alle’ = resultaat van alle 391
effectief getelde telpunten.
België
Frankrijk
Hele gebied
alles
random
alles
random
alles
random
Agrarisch
6,57
6,34
6,47
6,65
6,53
6,52
Bebouwd
1,04
1,11
0,99
0,89
1,02
0,99
Droge natuur
0,14
0,23
0,13
0,07
0,14
0,14
Natte natuur
0,09
0,09
0,19
0,22
0,13
0,16
Bos
0,16
0,23
0,22
0,16
0,18
0,19
Aantal telpunten
247
44
144
56
391
100
Bemerk dat een score van 1 op 8 voor bebouwing niet direct betekent dat 12,5 % van de oppervlakte
bebouwd is. Vanaf één gebouw binnen de telcirkel met straal van 300 meter moest hier een score 1
11
gegeven worden. Het kleine verschil tussen beide landen betekent dat in Frankrijk iets meer
telpunten gelegen zijn op meer dan 300 meter van enige bebouwing. België heeft meer verspreide
bebouwing op het platteland waardoor er bijna altijd wel een huis, hangar of hoeve in een telcirkel
viel.
Hoe je het ook bekijkt, het globale verschil in landschap tussen België en Frankrijk is klein, zoals te
zien in figuur @5.
Voor verdere berekeningen van de landschaps- of KLE-voorkeur van soorten wordt met de totale set
aan telpunten gewerkt. Er wordt aangenomen dat de biotoopvoorkeur van een soort niet verschilt
van land tot land. De steekproef wordt dan groter en de resultaten robuuster.
100%
90%
80%
70%
Bos
60%
Natuur nat
50%
Natuur droog
40%
Bebouwd
30%
Agrarisch
20%
10%
0%
Alle telpunten
België
Frankrijk
Figuur 5: Verdeling van de gemiddelde score van de landschapstypes per telpunt in België en Frankrijk, omgerekend in
percentage.
De foto’s hierna (uit 2008-2009) geven een impressie van enkele typische landschappen in het
studiegebied in België en Frankrijk.
12
Figuur 6a: De grens met links in Frankrijk de Dunes du Perroquet en rechts in België de Westhoek.
Figuur 6b: De Moeren, Belgische kant, noordkant gebied. Links van snelweg liggen de Cabourgduinen en de Noordzee.
13
Figuur 6c: De Franse Moeren: nog grootschaliger en rechthoekiger percelen dan aan de Belgische zijde. Koolzaad was in
2013 afwezig rond de Belgische telpunten.
Figuur 6d: Frankrijk heeft meer “natte natuur”, maar dit is vaak in de vorm van jachtputten. Hier vlakbij Noordschote op de
overgang tussen polders (vooraan) en zandleemstreek (achteraan) liggen er heel wat. In de verte zie je ‘de bergen’.
14
Figuur 6e: Grasbufferstroken of ‘perceelsranden’ in hun meest gewone vorm als uniforme, jaarlijks één- tot tweemaal
gemaaide grasstroken (polders nabij Veurne).
Figuur 6f: IJzervallei (vooraan) t.h.v. het Eversambos in Elzendamme (Stavele), met de zandleemstreek en ‘de bergen’ op de
achtergrond. Vooral grasland in de vallei zelf en gemengde eerder kleinschalige landbouw daarbuiten.
15
Figuur 6g: Bloemrijk grasland langs de bovenloop van
de IJzer in Bambecque (F). Dergelijke percelen zijn erg
zeldzaam en komen duidelijk meer in Frankrijk voor
dan in België. De combinatie met een gevarieerde
haag, met lage en hoge bomen, en zowel hooiland,
weiland als akkers, en nog een waterloop erbij zorgt
voor een hoge diversiteit aan vogels.
Figuur 6h: Vallei van de Heidebeek in Haringe. Links van de beek is Frankrijk, rechts is België. In België probeert men vaak
valleigraslanden in akker om te zetten. In Frankrijk maakt men er jachtputten van... De struiken langs de beek staan vooral
op Franse zijde, op de Belgische oever zijn ze meestal verwijderd (met meer erosie tot gevolg). “De natuur kent geen
grenzen” zegt het spreekwoord, maar ze zijn er wel.
16
Figuur 6i: Typisch beeld van de Franse zandleemstreek. Kleine hoeves met her en der een perceeltje grasland omzoomd
met een haag. Veel graan en weinig mais (omgeving Herzeele-Houtkerque).
Figuur 6j: Typisch beeld van de Belgische zandleemstreek, tussen Reningelst (‘achter fotograaf’) en de Kemmelberg
(rechtsachter in beeld). Gemengde landbouw, weinig KLE’s, vaak kale waterlopen, her en der grote stallen en verspreide
bebouwing. De onderzochte regio is wat dit betreft nog niet zo sterk bebouwd als de andere delen van zandlemig WestVlaanderen. Afwisseling van relatieve openheid van akkerpercelen (voorgrond en links), en eerder besloten terrein langs
waterlopen en rond hoevegebouwen zorgt toch voor relatief hoge dichtheden en diversiteit aan akkervogels in dit gebied.
17
Figuur 6k: De westkant van de Kemmelberg (Dranouter). Kleine percelen, grote variatie, veel struiken en kleine
haagrestanten. Zelden of geen ‘volledige’ hagen rond huisweiden zoals in Frankrijk. Voornamelijk bos op de ‘bergen’ zelf.
Vrij veel (nat) grasland op de flanken en in de beekvalleien.
Figuur 6l: In Frankrijk is de omgeving van ‘de bergen’ nog kleinschaliger en met minder verspreide bebouwing. Ook minder
graslanden, de natte percelen liggen er vaker nog onder bos. Hier de Zwarteberg (Boeschepe).
18
Figuur 6m: Leemstreek in Wijtschate: relatief grote percelen, weinig KLE’s. Enkele W.O. I-relicten (mijnkraters), graan,
aardappelen en mais als overheersende gewassen maar grasland vormt een minderheid.
Figuur 6n: Overgang van de leemstreek (hoger gelegen deel rechts) naar de brede alluviale (pleistocene) Leievallei t.h.v. de
Breemeersen te Nieuwkerke. Op de flank zelf zijn nog veel oude KLE’s te vinden (bolwerk Zomertortel), in de vallei is er veel
intensief grasland, maar verder van de flank is er weer gevarieerd kleinschalig agrarisch gebied. Achterste helft foto is
Frankrijk (Bailleul).
19
3.1.3. Verschilt de aanwezigheid van kleine landschapselementen tussen België en Frankrijk ?
Van de KLE’s werd enkel de aan- of afwezigheid in de telcirkel genoteerd. Het aantal of de kwaliteit
werd niet beoordeeld. Tabel @9 toont de gelijkenissen en verschillen tussen beide landen. De
resultaten zijn uitgedrukt in percentage van de telpunten waar het element aanwezig was
(presentie). De laatste kolom geeft aan welk land de statistisch significant hoogste score haalt. De
parameter ‘SomKLE’ geeft het gemiddeld aantal KLE’s per telpunt weer.
Er wordt hier enkel gewerkt met de totale set aan telpunten. De random set werd als minder
representatief beschouwd, vooral voor het studiegebied in België (cfr. hoger).
Tabel 4: Procentuele aanwezigheid van kleine landschapselementen (KLE’s) op alle getelde telpunten. Laatste kolom geeft
significante verschillen weer: B (België) of F (Frankrijk) is land met hoogste waarde. Aantal letters komt overeen met
significantie: x = p<0,050, xx = p<0,010, xxx = p<0,001. Tussen haakjes is net niet significant (p<0,100). Oranje: significant
hoger gemiddeld maximum in België, donkerblauw: significant hoger in Frankrijk. Lichtblauw: net niet significant hoger in
Frankrijk.
Presentie (%)
Hele gebied
België
Frankrijk
Verschil B-F
Lage bomen
80 %
85 %
72 %
BB
Boerderij
76 %
79 %
72 %
Grote bomen
68 %
68 %
68 %
Solitaire struik
56 %
62 %
47 %
Haag
54 %
52 %
57 %
Poel
53 %
68 %
28 %
Knotboom
46 %
55 %
32 %
Onverharde weg
43 %
40 %
49 %
Braam
21 %
19 %
24 %
Droge ruigte
15 %
13 %
17 %
Perceelsrand
14 %
9%
23 %
Moeras
13 %
9%
20 %
Bloemrijk grasland
10 %
5%
18 %
Dode boom
10 %
9%
11 %
Hoogstamboomgaard
7%
8%
5%
Koolzaad
2%
0%
6%
Onkruidstoppel
1%
1%
1%
Wildakker
1%
1%
0%
SomKLE’s
5,7
5,8
5,5
Waterloop
52
53 %
49 %
Drukke weg
37
37 %
38 %
Aantal telpunten n
391
247
144
20
BB
FF
BBB
BBB
(F)
FFF
FF
FFF
(F)
90%
80%
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0%
België
Hele gebied
Frankrijk
Figuur 7: Vergelijking presentie KLE's (in % aanwezigheid) in beide landen t.o.v. het gemiddelde voor het hele
studiegebied. Volgorde van gemiddeld hoog naar laag. Significante verschillen tussen België en Frankrijk zijn aangegeven
met *** (p<0,001), ** (p<0,010) of * (p<0,05).
De top 3 van KLE’s is voor beide landen gelijk: op minstens 2/3 van de telpunten vinden we lage en
hoge bomen en actieve boerderijen. Het gemiddeld aantal KLE’s per telpunt is ook nagenoeg gelijk,
net als de aanwezigheid van waterlopen of drukke wegen. Dit zijn de relatief grote KLE’s. Deze
conclusie loopt daarom niet toevallig gelijk met die voor de landschapsscores waar ook een grote
gelijkenis tussen beide landen te vinden was.
Daarna loopt het beeld meer uiteen. België heeft duidelijk vaker de “standaard” KLE’s: solitaire
struik, poel en knotboom. Deze twee laatste hebben typisch nog altijd een gebruiksdoel in de
landbouw. De knotbomen zijn normaal ook als lage of hoge boom genoteerd. Frankrijk heeft meer
hagen(-traditie?), onverharde wegen en (vaak verplichte) perceelsranden. En opvallend vaker KLE’s in
de ‘spontane natuursfeer’: moeras (x2) en bloemrijk grasland (x4 !) in het bijzonder, maar ook wel
(maar niet significant) braamstruweel, droge ruigte en dode bomen. Hoogstamboomgaarden
kwamen ietsje meer in België voor maar hoedanook zeldzaam. Onkruidenrijke stoppels en ingezaaide
wildakkers waren zo goed als afwezig. Koolzaad was afwezig als gewas in België, maar haalde toch 6
% in Frankrijk. Het is bekend dat soorten als Rietgors, Blauwborst en Kneu van dit gewas profiteren
(Gruar et al., 2006). Verderop gaan we na of dit hier ook zo is.
Globaal kan gesteld worden dat België en Frankrijk vooral in de kleinere KLE’s van elkaar verschillen,
met uitzondering van poelen en knotbomen die duidelijk talrijker zijn in België.
3.1.4. Is er een verschil tussen België en Frankrijk in presentie ?
Figuur @5 toont de verschillen in procentuele aanwezigheid (presentie) van elke soort tussen beide
landen. Het gaat hier dus louter om aan- of afwezigheid in telpunten, niet over aantallen of
dichtheden. Tabel @4 geeft de bijhorende cijfers en significanties die aangeven of de verschillen
beduidend zijn of niet.
Voor de meeste soorten zijn er markante verschillen tussen Frankrijk en België. De meeste soorten
verschillen sterk in presentie. Bij de top-10 van soorten met hoogste presentie (tabel @3) vertonen
21
enkel Patrijs, Grasmus en Kneu een onbeduidend verschil. Sommige verschillen zijn heel
uitgesproken, zoals bij Gele kwikstaart, Kievit, Fazant, Boerenzwaluw, Ringmus, Geelgors,
Huiszwaluw en Koekoek (zie figuur @5grafiek).
De Veldleeuwerik is globaal de meest verspreide soort, maar daarna zit er meer verschil op de top10. De Belgische lijst wordt aangevoerd door soorten van open landschappen, terwijl de Franse lijst
eerst meer soorten van KLE’s telt. Nochtans houdt de Franse nummer 1, de Veldleeuwerik, net niet
van opgaande KLE’s. Zeer opmerkelijk is ook het grote verschil tussen presenties van Boerenzwaluw
(vnl. België) en Huiszwaluw (vnl. Frankrijk). Verderop kijken we of landschappelijke kenmerken deze
verschillen kunnen verklaren.
Het Franse agrarisch gebied is belangrijker voor (Vlaamse) Rode Lijst-soorten dan België: 6 soorten
komen meer voor in Frankrijk (en 2 net niet significant), tegenover slechts 3 voor België (tabel @3).
Tabel 5: Top 10 van meest verspreide soorten in België en Frankrijk, op basis van de presentie uit tabel @4.
Presentie
Top 10
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
België
Frankrijk
Gele kwikstaart
Veldleeuwerik
Fazant
Kievit
Haas
Boerenzwaluw
Patrijs
Grasmus
Ringmus
Kneu
Veldleeuwerik
Patrijs
Grasmus
Huiszwaluw
Geelgors
Gele kwikstaart
Haas
Kievit
Kneu
Fazant
22
*** Gele kwik
** Veldleeuwerik
*** Fazant
*** Kievit
** Haas
*** Boerenzwaluw
Patrijs
Grasmus
*** Ringmus
Kneu
Witte kwikstaart
Spotvogel
*** Geelgors
Groenling
Zwarte roodstaart
Torenvalk
* Koekoek
Blauwborst
Rietgors
*** Huiszwaluw
Grote lijster
Bruine kiek
Putter
Bergeend
Zomertortel
Konijn
* Scholekster
*** Graspieper
Kwartel
Buizerd
Canadese gans
Nijlgans
Ree
Braamsluiper
Grauwe vliegenvanger
* Roodborsttapuit
** Grauwe gors
** Roek
0%
10%
20%
Presentie België (n=247)
30%
40%
50%
60%
70%
80%
Presentie Frankrijk (n=144)
Figuur 8: Vergelijking van de aanwezigheid (presentie), in procent van het aantal telpunten in België en in Frankrijk van de
onderzochte soorten. Volgorde volgens Belgische presentie. Enkel die soorten zijn weergegeven die in totaal op minstens 5
telpunten werden vastgesteld. Significante verschillen tussen België en Frankrijk zijn aangegeven met *** (p<0,001), **
(p<0,010) of * (p<0,05).
23
Tabel 6: Aanwezigheid per soort in % van het aantal telpunten ("Presentie") en vergelijking tussen België en Frankrijk.
Significante verschillen (p<0,05) in kleur: (donker oranje, donker blauw). Net niet significant (p<0,100): lichter gekleurd.
Hoogste presentie van beide landen staat in vet. De soorten zijn alfabetisch geordend. Kolom Sign.=significantie met ***
(p<0,001), ** (p<0,010) of * (p<0,05). Kolom RL = rodelijstcategorie voor Vlaanderen, B=bedreigd, K=kwetsbaar,
A=achteruitgaand, ?=onvoldoende gekend, blanco=momenteel niet bedreigd. Enkel soorten die op minstens 5 telpunten
werden gezien.
Soort
Bergeend
Blauwborst
Boerenzwaluw
Braamsluiper
Bruine kiek
Buizerd
Canadese gans
Fazant
Geelgors
Gele kwik
Grasmus
Graspieper
Grauwe gors
Grauwe vliegenvanger
Groenling
Grote lijster
Huiszwaluw
Kievit
Kneu
Koekoek
Kwartel
Nijlgans
Patrijs
Putter
Rietgors
Ringmus
Roek
Roodborsttapuit
Scholekster
Spotvogel
Torenvalk
Veldleeuwerik
Witte kwikstaart
Zomertortel
Zwarte roodstaart
Haas
Konijn
Ree
Aantal
telptn
15
38
132
8
19
9
7
157
87
216
149
30
5
5
45
30
80
160
89
48
13
7
167
25
38
75
5
9
9
44
42
258
80
23
36
164
18
5
Presentie totaal
(n=391)
3,8%
9,7%
33,8%
2,0%
4,9%
2,3%
1,8%
40,2%
22,3%
55,2%
38,1%
7,7%
1,3%
1,3%
11,5%
7,7%
20,5%
40,9%
22,8%
12,3%
3,3%
1,8%
42,7%
6,4%
9,7%
19,2%
1,3%
2,3%
2,3%
11,3%
10,7%
66,0%
20,5%
5,9%
9,2%
41,9%
4,6%
1,3%
Presentie België
(n=247)
5,3%
7,7%
44,1%
1,2%
5,7%
2,8%
2,8%
51,4%
10,9%
63,6%
35,2%
3,2%
0,0%
1,2%
10,5%
6,5%
7,3%
50,2%
21,9%
8,9%
3,2%
2,0%
41,7%
5,3%
7,7%
26,3%
0,0%
0,8%
3,6%
13,0%
9,7%
61,1%
21,5%
4,0%
10,5%
47,8%
3,6%
1,6%
24
Presentie Frankrijk
(n=144)
1,4%
13,2%
16,0%
3,5%
3,5%
1,4%
0,0%
20,8%
41,7%
41,0%
43,1%
15,3%
3,5%
1,4%
13,2%
9,7%
43,1%
25,0%
24,3%
18,1%
3,5%
1,4%
44,4%
8,3%
13,2%
6,9%
3,5%
4,9%
0,0%
8,3%
12,5%
74,3%
18,8%
9,0%
6,9%
31,9%
6,3%
0,7%
Sign.
RL
net niet
net niet
***
A
net niet
***
***
***
B
A
***
**
B
B
***
***
K
*
A
A
?
K
net niet
***
**
*
*
B
A
**
K
net niet
B
**
3.1.3. Is er een verschil tussen België en Frankrijk in vogeldichtheid: aantal vogels of territoria ?
De verschillen tussen beide landen voor het gemiddeld maximum aantal vogels per telpunt, staan
voor elke soort vermeld in tabel @6 en in figuur @6. Tabel @5 geeft de Top 10 voor beide landen.
Dezelfde oefening werd ook gedaan voor het gemiddelde van het maximaal aantal territoria per
telpunt, voor sterk territoriale soorten zoals Patrijs, Kievit, Geelgors of Zomertortel (zie § 2.2). Dit
blijkt echter precies dezelfde resultaten op te leveren als wanneer je met het aantal individuen
rekent. We werken daarom alleen met deze laatste methode verder.
Tabel 7: Top 10 van de talrijkste soorten in België en Frankrijk, op basis van het gemiddeld maximum per telpunt (zie
tabel @6).
Aantal
TOP 10
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
België
Frankrijk
Kievit
Boerenzwaluw
Gele kwikstaart
Haas
Veldleeuwerik
Fazant
Patrijs
Ringmus
Grasmus
Kneu
Veldleeuwerik
Huiszwaluw
Kievit
Patrijs
Geelgors
Kneu
Boerenzwaluw
Grasmus
Gele kwikstaart
Haas
Wat zien we ?
Frankrijk heeft:
- hogere aantallen vogels per telpunt
- meer soorten met hoogste aantal: 23 soorten hebben hoger gemiddeld maximum in
Frankrijk t.o.v. 15 soorten in België
- meer soorten die op de Vlaamse Rode Lijst staan (6 à 8 t.o.v. 3)
- meer soorten van KLE’s: Geelgors, Kneu, Koekoek, Roodborsttapuit en Zomertortel, al is
Ringmus talrijker in België
- meer soorten van vochtige gebieden: Blauwborst, Rietgors, Graspieper
- enkele “exclusieve” soorten: Roodborsttapuit, Grauwe gors, Orpheusspotvogel, Roek
minder Kievit, Fazant en Haas: hogere jachtdruk in Frankrijk ? Maar wel even veel Patrijs ?
meer Torenvalk, maar minder Buizerd
veel meer Huiszwaluw, maar veel minder Boerenzwaluw dan België
de talrijkste soorten (top 5) bevat zowel soorten van open als kleinschalig landschap
België heeft:
- iets meer exoten (Canadese gans, Nijlgans) en beduidend meer Fazant
- lijkt meer vogels te tellen van erven en grote tuinen: meer Boerenzwaluw en in mindere
mate Spotvogel, Witte kwikstaart, Zwarte roodstaart maar daar tegenover (iets) minder
Grauwe vliegenvanger, Putter en Groenling en veel minder Huiszwaluw
- meer Gele kwikstaart
- meer Ringmus
25
-
meer broedvogels van maïsakkers: Kievit en Scholekster
enkele “exclusieve” soorten: Scholekster en Canadese gans
de Geelgors komt pas op de 13e plaats, in Frankrijk is dit de 5e talrijkste soort van het
onderzochte assortiment
de talrijkste soorten (top 5) komen vooral in open gebied voor
Waarom die verschillen zo zijn, proberen we verderop aan de hand van de landschaps- en KLEverschillen te verklaren.
***Kievit
***Boerenzwaluw
***Gele kwikstaart
***Haas
Veldleeuwerik
***Fazant
Patrijs
***Ringmus
Grasmus
***Kneu
***Huiszwaluw
Witte kwikstaart
***Geelgors
Spotvogel
Groenling
Zwarte roodstaart
*Bergeend
*Koekoek
Torenvalk
*Blauwborst
**Rietgors
Putter
Grote lijster
Bruine kiekendief
Scholekster
***Graspieper
Zomertortel
Canadese gans
*Konijn
Nijlgans
Kwartel
Buizerd
*Ree
Braamsluiper
Grauwe vliegenvanger
**Roodborsttapuit
Roek
Grauwe gors
0,0
Figuur 9: Vergelijking van
het gemiddeld maximum
aantal vogels per telpunt in
België en in Frankrijk van
de onderzochte soorten.
Volgorde volgens Belgische
presentie.
Enkel
die
soorten zijn weergegeven
die in totaal op minstens 5
telpunten
werden
vastgesteld.
Significante
verschillen tussen België
en
Frankrijk
zijn
aangegeven
met
***
(p<0,001), ** (p<0,010) of
* (p<0,05).
0,5
België
1,0
1,5
Frankrijk
26
2,0
Tabel 8: Gemiddelde van het maximum aantal vogels per soort dat tijdens de verschillende tellingen op elk telpunt werd
gezien, en vergelijking tussen België en Frankrijk. Oranje: significant hoger gemiddeld maximum in België, donkerblauw:
significant hoger in Frankrijk. Lichtblauw: net niet significant hoger in Frankrijk (p<0,100). Kolom “sign.” geeft significantie
van het resultaat: ***=p<0,001 (= veruit zekerste resultaat); **=p<0,010; *=p<0,050; geen waarde: resultaat niet significant
en dus geen beduidend verschil tussen beide landen. Hoogste waarde van beide landen staat in vet. Kolom RL =
rodelijstcategorie, B=bedreigd, K=kwetsbaar, A=achteruitgaand, ?=onvoldoende gekend, blanco=momenteel niet bedreigd.
Enkel soorten die op minstens 5 telpunten werden gezien.
AANTAL VOGELS/telpunt
Alle vogels samen
Bergeend
Blauwborst
Boerenzwaluw
Braamsluiper
Bruine kiekendief
Buizerd
Canadese gans
Fazant
Geelgors
Gele kwikstaart
Grasmus
Graspieper
Grauwe gors
Grauwe vliegenvanger
Groenling
Grote lijster
Huiszwaluw
Kievit
Kneu
Koekoek
Kwartel
Nijlgans
Patrijs
Putter
Rietgors
Ringmus
Roek
Roodborsttapuit
Scholekster
Spotvogel
Torenvalk
Veldleeuwerik
Witte kwikstaart
Zomertortel
Zwarte roodstaart
Konijn
Haas
Ree
Hele gebied
7,73
0,08
0,12
1,16
0,02
0,06
0,02
0,03
0,63
0,43
0,98
0,56
0,10
0,01
0,02
0,15
0,09
0,63
1,39
0,50
0,13
0,03
0,03
0,85
0,09
0,12
0,51
0,18
0,03
0,04
0,12
0,11
1,04
0,24
0,06
0,10
0,06
0,91
0,02
België
7,50
0,11
0,09
1,45
0,01
0,06
0,03
0,04
0,84
0,23
1,23
0,50
0,05
0,00
0,01
0,13
0,07
0,35
1,62
0,36
0,10
0,03
0,04
0,81
0,08
0,08
0,72
0,00
0,01
0,06
0,14
0,10
0,98
0,26
0,04
0,12
0,04
1,13
0,02
Frankrijk
8,14
0,03
0,17
0,65
0,03
0,06
0,01
0,00
0,26
0,77
0,55
0,65
0,18
0,03
0,03
0,19
0,11
1,13
0,99
0,74
0,19
0,03
0,01
0,93
0,13
0,19
0,15
0,50
0,06
0,00
0,09
0,13
1,15
0,20
0,10
0,08
0,10
0,53
0,01
27
sign.
**
*
*
***
***
***
***
net niet
***
***
***
***
*
RL
A
B
A
B
B
K
A
A
?
K
**
***
B
A
**
net niet
K
net niet
B
*
***
*
3.1.6. Valt er iets te leren uit het verschil tussen presentie en dichtheid ?
De samenvattende tabel @7 leert dat er nauwelijks een verschil is in de lijsten per land met de
soorten met de hoogste score, of je nu het maximum aantal per telpunt neemt, dan wel de
presentie. De enkele verschillen worden hieronder vermeld.
Tabel 9: Welke soort heeft de hoogste aanwezigheid in welk land ? Significante verschillen staan in vet. De andere
verschillen zijn veel kleiner en kunnen onbeduidend zijn of op toeval berusten. De linker helft van de tabel is gebaseerd
op het gemiddelde van het hoogste aantal per telpunt. De rechter helft is gebaseerd op de presentie: % van aantal
telpunten waar de soort is vastgesteld. Enkel die soorten zijn weergegeven die in totaal op minstens 5 telpunten werden
vastgesteld.
Hoogste AANTAL
in België
Bergeend
Boerenzwaluw
Buizerd
Canadese gans
Fazant
Gele kwikstaart
Kievit
Nijlgans
Ringmus
Scholekster
Spotvogel
Witte kwikstaart
Zwarte roodstaart
Hoogste AANTAL
in Frankrijk
Blauwborst
Braamsluiper
Geelgors
Grasmus
Graspieper
Grauwe gors
Grauwe vliegenvanger
Groenling
Grote lijster
Huiszwaluw
Kneu
Koekoek
Patrijs
Putter
Rietgors
Roek
Roodborsttapuit
Torenvalk
Veldleeuwerik
Zomertortel
Hoogste PRESENTIE
in België
Bergeend
Boerenzwaluw
Bruine kiekendief
Buizerd
Canadese gans
Fazant
Gele kwikstaart
Kievit
Nijlgans
Ringmus
Scholekster
Spotvogel
Witte kwikstaart
Zwarte roodstaart
Haas
Ree
Konijn
Haas
Ree
Hoogste PRESENTIE
in Frankrijk
Blauwborst
Braamsluiper
Geelgors
Grasmus
Graspieper
Grauwe gors
Grauwe vliegenvanger
Groenling
Grote lijster
Huiszwaluw
Kneu
Koekoek
Kwartel
Patrijs
Putter
Rietgors
Roek
Roodborsttapuit
Torenvalk
Veldleeuwerik
Zomertortel
Konijn
Blauwborst, Kneu, Rietgors en Konijn zijn soorten die significant meer voorkwamen in Frankrijk als je
rekent met het maximum aantal. Maar ze scoren ongeveer gelijk voor presentie. Dat betekent dat ze
op naar verhouding even veel telpunten in België vastgesteld zijn, maar met gemiddeld dus een
lagere populatiedichtheid in België dan in Frankrijk. M.a.w. ze zijn in België dunner gezaaid.
Canadese gans en Scholekster (België) en Grauwe gors, Roek en Veldleeuwerik (Frankrijk) blijken
voor presentie wel een significant verschil te vertonen, maar niet voor gemiddeld maximaal aantal.
Op Veldleeuwerik na zijn dit soorten die in het andere land niet gezien zijn. Dat betekent dat er in
België minder plaatsen zijn waar Veldleeuwerik voorkomt, maar dat de dichtheden op die locaties
vaak hoger zijn dan in Frankrijk.
Voor het overige kunnen we besluiten dat Frankrijk dus globaal het best scoort voor de meeste
typische soorten van agrarisch gebied en ook voor achteruitgaande of bedreigde soorten. Die
soorten komen daar dus niet alleen ruimer voor, ze zijn er ook talrijker.
28
3.2. Welke impact heeft het landschap op de aanwezigheid van akkervogels ?
Tabel @10 toont dat er behoorlijke voorkeurverschillen zijn tussen al die soorten die in doorsnee
landbouwgebied voorkomen. Wel zijn er duidelijke groepen te onderscheiden volgens hun voorkeur
of afkeer voor bepaalde landschapscategorieën (tabel @10).
Tabel 10: Weergave van voorkeur “+” of afkeer “-“ van een soort voor een grondgebruikstype. Gesorteerd op
voorkeur per kolom van links naar rechts. Enkel significante resultaten zijn weergegeven (p < 0,05). Tussen
haakjes is de relatie net niet significant (p < 0,100). Indien niets ingevuld staat, werd geen invloed opgemerkt.
Soort
Gele kwikstaart
Veldleeuwerik
Patrijs
Blauwborst
Kievit
Haas
Scholekster
Putter
Grauwe Vliegenvanger
Groenling
Konijn
Fazant
Grote Lijster
Ree
Spotvogel
Zwarte Roodstaart
Grasmus
Bruine kiekendief
Graspieper
Rietgors
Roodborsttapuit
Koekoek
Zomertortel
Huiszwaluw
Nijlgans
Braamsluiper
Bergeend
Canadese Gans
Roek
Boerenzwaluw
Buizerd
Geelgors
Grauwe Gors
Kneu
Kwartel
Agrarisch
Bebouwd
Natuur Droog
Natuur Nat
Bos
+++
+++
++
+
+
+
(+)
----(-)
-----
--
-
----(-)
--
----(-)
+
(+)
(+)
(+)
++
(+)
++
+
+
+
+++
+++
+
+
++
(+)
(-)
(-)
(+)
(+)
++
(+)
+
+
+
(-)
++
+
+
(+)
29
Soort
Agrarisch
Bebouwd
Natuur Droog
Natuur Nat
Bos
Ringmus
Torenvalk
Witte Kwikstaart
Figuur @9 maakt duidelijk dat er even veel soorten zijn die landbouw of bos prefereren dan er zijn
die het mijden. Er zijn veel meer soorten die bebouwing mijden maar dit is natuurlijk ook te wijten
aan de lijst onderzochte soorten zelf. Droge en natte natuur is populair bij vogels. Het is daarom
belangrijk dat in een landbouwgebied natuurelementen aanwezig blijven !
Agrarisch
Bebouwd
Natuur Droog
Natuur Nat
Bos
10
8
6
4
duidelijk ja
2
licht ja
0
licht nee
-2
duidelijk nee
-4
-6
-8
-10
Figuur 10: Aantal soorten (van in totaal 40) met voorkeur of afkeer van een landschapscategorie, gebaseerd op tabel
@10.
Tabellen @11a-e groeperen de soorten duidelijker per landschapscategorie.
Ten eerste zijn er de “echte” landbouwsoorten: Gele kwikstaart, Veldleeuwerik, Patrijs, Blauwborst,
Kievit en Haas. Zij hadden een significante voorkeur voor een hoog aandeel landbouwgebied rond
het telpunt. Het is opmerkelijk dat de Blauwborst- sinds oudsher een moerasvogel - bij de
landbouwsoorten kan gerekend worden, maar dit zal te wijten zijn aan het feit dat binnen de
landschappelijke omgeving de nodige rietkragen, greppels en sloten zich vooral in het
landbouwgebied zelf bevonden.
Op Patrijs na mijdt deze groep bebouwing en op Haas na mijden ze bos. Patrijs is inderdaad
regelmatig op erven en huisweiden te vinden, en Hazen schuilen graag in bos(jes). Dat Kievit en
Blauwborst een lichte voorkeur voor natte natuur hebben, is ook geen verrassing. Het mijden van
droge natuur door het trio akkervogels Gele kwikstaart, Veldleeuwerik en Patrijs is moeilijker te
verklaren. Waarschijnlijk bestond dit type grondgebruik vooral uit struwelen of ruige bermen langs
wegen, al dan niet omzoomd met hoge bomen, enzovoort, wat deze soorten inderdaad zou afstoten.
30
Soorten die landbouw mijden zijn er ook. Met uitzondering van de Grote lijster hebben ze daarnaast
een voorkeur voor één of meer andere types grondgebruik. Al deze soorten tonen een voorkeur voor
opgaand groen en/of ruigte, in tuinen of bos.
Figuur @9 toont dat er (in het onderzochte assortiment soorten) even veel soorten zijn die landbouw
verkiezen dan dat er zijn die landbouw mijden.
Tabel 11a: Soorten met een uitgesproken voorkeur of afkeer voor agrarisch gebied.
Soort
Agrarisch
Gele kwikstaart
Veldleeuwerik
Patrijs
Blauwborst
Kievit
Haas
Scholekster
Ree
Groenling
Konijn
Fazant
Grote Lijster
Putter
Grauwe Vliegenvanger
+++
+++
++
+
+
+
(+)
(-)
-----
Een tweede typische groep zijn de generalisten. Zij hebben nergens een voorkeur of afkeer voor en
zijn dus best tevreden met het landschap zoals het zich aandient. Dit is logisch voor wijd verspreide
soorten als Buizerd, Torenvalk en Witte kwikstaart. Er zitten echter ook meer typische
landbouwsoorten bij zoals Boerenzwaluw, Geelgors, Grauwe gors, Ringmus, Kneu en Kwartel. Voor
die soorten zal de aan- of afwezigheid van ‘kleinere’ factoren afhangen, of juist wel degelijk van de
mix tussen landbouwgebied en ander grondgebruik.
Huis-, tuin- en keukenvogels die een voorkeur hebben voor bebouwing zijn Zwarte roodstaart
(zwak), Spotvogel, Groenling en Putter. Witte kwikstaart ontbreekt merkwaardig genoeg in dit lijstje.
Nochtans broedt hij veel op erven, maar voedsel gaat hij vaak verderop zoeken waardoor de link met
bebouwing zwakker is. Enkele typische soorten van het buitengebied die bebouwing juist mijden zijn
de eerder genoemde “echte” landbouwsoorten natuurlijk. Daarnaast ook Grasmus, Bruine
kiekendief, Graspieper, Rietgors, Roodborsttapuit, en in mindere mate Koekoek en Zomertortel.
Tabel 11b: Soorten met een uitgesproken voorkeur of afkeer voor bebouwd gebied.
Soort
Groenling
Spotvogel
Putter
Zwarte Roodstaart
Scholekster
Koekoek
Bebouwd
+++
++
+
(+)
(-)
(-)
31
Soort
Bebouwd
Zomertortel
Grasmus
Bruine kiekendief
Graspieper
Rietgors
Roodborsttapuit
Kievit
Haas
Gele kwikstaart
Veldleeuwerik
Blauwborst
(-)
---------
Soorten die het moeten hebben van droge natuur zijn er weinig. Konijn, Fazant, Grauwe
vliegenvanger en (zwak) Putter en Grasmus zijn voor de hand liggende ruigtesoorten. Huiszwaluw
blijkt er sterk aan gebonden, allicht omwille van het grotere aanbod insecten ? Waarom de Nijlgans
droge natuur verkiest is onduidelijk. Deze relatie is mogelijk onrechtstreeks en eerder gebonden aan
de reden waarom die droge natuur er is (verlaten terreinen met broedmogelijkheid ?).
Tabel 11c: Soorten met een uitgesproken voorkeur of afkeer voor droge natuur (bloemrijk grasland, struweel, ruigte,
e.d.).
Soort
Natuur Droog
Grauwe Vliegenvanger
Konijn
Fazant
Huiszwaluw
Nijlgans
Putter
Grasmus
Veldleeuwerik
Patrijs
Gele kwikstaart
++
++
+
+
+
(+)
(+)
--
Dat Rietgors, Grutto en Bergeend natte natuur verkiezen is geen verrassing, en ook niet de zwakke
voorkeur van Blauwborst, Kievit en Koekoek (waardvogels). Verrassend is wel de voorkeur van
soorten van breed struweel zoals Grauwe vliegenvanger, Braamsluiper, Zomertortel, Grasmus, Putter
en in feite ook Konijn. De link zal hier ook onrechtstreeks zijn, namelijk dat er in de nabijheid van die
natte natuur ook meer brede struwelen zijn, zoals wilg- of sleedoornstruweel, of een grote tuin.
Tabel 11d: Soorten met een uitgesproken voorkeur of afkeer voor natte natuur.
Soort
Rietgors
Braamsluiper
Konijn
Zomertortel
Natuur Nat
++
++
+
+
32
Soort
Natuur Nat
Bergeend
Blauwborst
Kievit
Putter
Grasmus
Koekoek
Gele kwikstaart
+
(+)
(+)
(+)
(+)
(+)
-
Tenslotte zijn er de bossoorten: Fazant, Ree, Grauwe vliegenvanger, Putter, Roek (zwak) en blijkbaar
ook Canadese gans. Deze laatste soort broedt graag op eilandjes in bos- en parkvijvers, en vandaar
wellicht deze relatie.
Tabel 11e: Soorten met een uitgesproken voorkeur of afkeer voor bos.
Soort
Bos
Grauwe Vliegenvanger
Putter
Fazant
Ree
Canadese Gans
Roek
Blauwborst
Huiszwaluw
Patrijs
Kievit
Gele kwikstaart
Veldleeuwerik
+++
+
+
+
+
(+)
(-)
(-)
------
Conclusie: een gevarieerd landschap biedt aan tal van soorten een plek, maar voor de kenmerkende
landbouwsoorten moet het niet te bont worden.
33
3.3. Welke kleine landschapselementen zijn van belang voor akkervogels ?
3.3.1. Globaal
Tabel @ vat de voorkeur of afkeer samen van elke soort voor elk type KLE. Hoofdstuk 4 geeft een toelichting per soort.
De som van het aantal KLE’s is een maat voor de complexiteit van het landschap. De "Open Landschappen Akkervogels" of "OLA’s"4 Gele kwikstaart,
Veldleeuwerik, Kievit en Blauwborst willen een zo “simpel” mogelijke omgeving, met zo weinig mogelijk opgaand groen. Dat kwam ook al bij de evaluatie
van de landschapsscore naar voor (zie § 3.2). De Roek zoekt naar voedsel in open gebied maar wenst bosjes (staat niet in lijst KLE) om te slapen of te
broeden.
Heel wat soorten houden juist wel van een groot aantal KLE’s in hun buurt. Dit zijn de typische "Kleinschalige Landschappen Akkervogels" of "KLA’s"
Geelgors, Grasmus, Ringmus, Zomertortel, Fazant, Spotvogel e.a. Bij de zoogdieren hoort hier ook het Konijn bij.
Tenslotte is er een groot aantal soorten waar het aantal KLE’s niet zozeer een rol speelt, maar die wel de aanwezigheid van specifieke KLE’s op prijs stellen.
Enkel Grauwe vliegenvanger vertoonde geen enkele voorkeur of afkeer t.o.v. een KLE-categorie. Enkel zwakke relaties met één of meer KLE’s waren er bij
Groenling, Nijlgans, Scholekster, Torenvalk, Witte kwikstaart en Ree die dus allemaal als weinig kieskeurig kunnen bestempeld worden.
Tabel @: Weergave van voorkeur “+” of afkeer “-“ van een soort voor een landschapselement. Enkel significante resultaten zijn weergegeven (p < 0,05). Tussen haakjes is de
relatie net niet significant (p < 0,100). Indien niets ingevuld staat, werd geen invloed opgemerkt. Kolom ‘n’ geeft het aantal telpunten waar de soort aanwezig was (n totaal =
391). Enkel de soorten met n≥5 zijn vermeld.
Mix
Houtig
n
Som
KLE
Grote
bomen
Gele kwikstaart
216
---
--
Veldleeuwerik
258
---
-
Blauwborst
38
-
--
-
Kievit
160
-
-
Roek
5
-
(-)
Braamsluiper
8
(+)
Huiszwaluw
80
(+)
Soort
4
Lage
bomen
Haag
Dode
boom
--
---
(-)
--
-
--
(-)
---
(-)
--
-
++
-
(-)
(+)
Ruigte
Solitaire
struik
--
Hoogst.
boomg.
(-)
Knotboom
+
(+)
+
---
(-)
Bloemrijk
Perceelsrand
Bloemrijk
grasland
Gewas
Onkruid- Wildakker
akker
Koolzaad
Water
Poel
Moeras
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
-
(+)
Braam
Droge
ruigte
(-)
++
-
(+)
+
+
++
(+)
(+)
OLA en KLA geven twee groepen vogels weer met min of meer gelijkaardige landschapseisen. Terminologie volgens Dochy & Hens (2005).
34
---
---
+++
+
---
-
(-)
+++
+
-
---
Mix
Houtig
n
Som
KLE
Buizerd
9
+
Ringmus
75
+
Zomertortel
23
+
Koekoek
48
++
+
Boerenzwaluw
132
+++
++
Fazant
157
+++
++
Geelgors
87
+++
(+)
Grasmus
149
+++
Spotvogel
44
+++
Bergeend
15
Bruine kiekendief
19
Canadese gans
7
Graspieper
30
Grauwe gors
5
Grauwe vliegenv.
5
Groenling
45
Grote lijster
30
Kneu
89
Kwartel
13
Nijlgans
7
Soort
Patrijs
167
Putter
25
Rietgors
38
Roodborsttapuit
9
Scholekster
9
Torenvalk
42
Witte kwikstaart
80
Grote
bomen
Lage
bomen
Hoogst.
boomg.
Haag
Ruigte
Solitaire
struik
Dode
boom
Knotboom
Braam
Bloemrijk
Droge
ruigte
Perceelsrand
+
+
+
++
(+)
++
Water
Poel
Moeras
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
(+)
+
+
(+)
(+)
(+)
(-)
++
+++
+
+++
++
++
++
++
++
++
(+)
+
+
(-)
(-)
(+)
++
+
(+)
+++
Koolzaad
+
+++
(+)
(+)
Gewas
Onkruid- Wildakker
akker
+
+
+
Bloemrijk
grasland
+
++
+
++
+
++
+++
++
(-)
-
+++
++
+
+
(+)
(+)
+
--
+++
-+
++
+
(-)
(-)
(+)
-
+
(+)
(+)
-
(+)
(+)
+
+
--
+
--
-
-
+
+++
+
+++
(-)
(+)
(-)
(-)
(+)
35
++
-
(-)
(+)
+++
(-)
++
Mix
Soort
n
Zwarte roodstaart
36
Haas
164
Konijn
18
Ree
5
Som
KLE
Houtig
Grote
bomen
Lage
bomen
Hoogst.
boomg.
Haag
Ruigte
Solitaire
struik
Dode
boom
Knotboom
Braam
Droge
ruigte
Bloemrijk
Perceelsrand
Bloemrijk
grasland
Gewas
Onkruid- Wildakker
akker
+
(+)
+
Water
Poel
+
(-)
++
Koolzaad
(+)
(+)
(+)
Hierna bespreken we de KLE's apart. In hoofdstuk 4 bespreken we elke soort apart.
36
(+)
Moeras
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
+
+
3.3.2. Houtige KLE’s
Geelgors en Spotvogel verkiezen 5 van de 7 types en zijn daarmee het meest aan houtige KLE’s
gebonden. De Rietgors wil geen bomen maar ook geen solitaire struiken. Dit laatste strookt niet echt
met de gangbare opinie dat Rietgorzen graag vanuit solitaire struiken zingen. De hypothese dat dode
bomen gunstig zijn als zangpost voor bv. Zomertortel en Koekoek blijkt niet uit de gegevens. Blijkbaar
is er geen gebrek aan geschikte andere zangposten. De Koekoek gebruikt bv. grote bomen en
hoogstamboomgaarden. Zomertortel houdt meest van hagen en solitaire struiken. Hoge of lage
bomen blijken niet zo belangrijk. Terreinwaarnemingen leren dat het in elk geval niet-geschoren
brede en hoge hagen moeten zijn, net als voor Braamsluiper of Spotvogel trouwens.
Hoge bomen zijn interessanter voor Fazant, Koekoek en Spotvogel dan lage bomen. Boerenzwaluw
houdt van de twee. Een lichte voorkeur voor lage bomen was er bij Geelgors, Grasmus en Spotvogel.
Bruine kiekendief mijdt een aantal houtige KLE’s maar niet noodzakelijk hoge bomen: is hij tolerant
voor polderdreven in voor de rest open landschap ?
De duidelijkste links zijn knotbomen en hagen voor de Ringmus en de Geelgors. In Frankrijk zijn
knotbomen een stuk zeldzamer dan in België (zie hoger, § 3.1.3.) en daar kan een groot deel van de
verklaring liggen waarom Ringmus in Frankrijk zo veel zeldzamer is (zie hoger, § 3.1.4.). De holtes in
knotbomen zijn noodzakelijk als nestholte. Voor de Geelgors gaat die redenering niet op want dit is
geen holenbroeder. De Geelgors broedt liefst in ruigte tegen de grond onderaan hagen en
braamstruwelen. Konijnen houden ook van knotbomen, maar die relatie is natuurlijk indirect.
Knoestige knotbomen zijn oude objecten die niet in de weg staan van drukke activiteiten (anders
waren ze al gekapt) en waardoor er in de buurt allicht ook al vele jaren rustige plekken zijn waar
Konijnen hun gang kunnen gaan.
Opmerkelijk is dat Boeren- én Huiszwaluw graag houtige KLE’s hebben. Dat werd ook al eerder gezien
bij een onderzoek naar de vogels van landschapsbedrijfsplannen (Dochy, 2009). Naast een
brongebied voor vliegende insecten bieden deze KLE’s ook een windscherm en daarom meer kans op
prooien op dagen met slecht weer of veel wind.
3.3.3. Ruigte
De meeste soorten die houden van houtige KLE’s houden ook van droge ruigtes en braamstruwelen.
Rietgors en zeker Roodborsttapuit verkiezen ook droge ruigtes. Gele kwikstaart en Kievit moeten
niets weten van braamstruwelen. Dit is logisch omdat die braamstruwelen meestal geassocieerd zijn
met hagenrijk landschap.
Bij de zoogdieren vertonen Ree en Konijn een lichte voorkeur voor bramen.
3.3.4. Bloemrijk
Deze categorie omdat nogal diverse KLE’s. Onkruidrijke stoppels en ingezaaide wildakkers kwamen
maar heel zelden voor. Er kan niet veel zinnigs over gezegd worden, al blijkt er toch een link te zijn
tussen Ringmus, Canadese gans en onkruidenrijke stoppel. Ringmussen foerageren ’s winters graag
op dergelijke stoppels, maar in het broedseizoen komen ze maar zelden op de grond en foerageren
ze het meest in struiken en bomen (eigen obs.). De relatie met die stoppel is dus minder duidelijk.
37
Bloemrijk grasland had van deze KLE’s het grootste effect op vogels. Niet minder dan 9 soorten
vertonen een significante voorkeur voor bloemrijk grasland. Het is daarmee de meest verkozen KLE !
Een obligate zaadeter als de Kneu profiteert van een groter zadenaanbod (Paardenbloem!). Ook de
Putter zal de zaden waarderen. Fazant, Geelgors en Rietgors eten ’s zomers veel insecten en die zijn
ook talrijker in bloemrijk grasland. Idem voor de obligate insecteneters als Roodborsttapuit,
Grasmus, Braamsluiper en Graspieper. Voor Graspieper, Putter en Kneu is het zelfs de enige KLE die
hun significante voorkeur wegdraagt. Ook de Buizerd profiteert van bloemrijk grasland.
Perceelsranden zijn zelden bloemrijk, maar kunnen dat na meerdere jaren beheer of door inzaai wel
worden. In de polders maken ze bij voorkeur deel uit van het leefgebied van Bruine kiekendief,
Grauwe gors en Rietgors. De Boerenzwaluw lijkt er niet van te houden, maar het kan ook aan het
overwegend zeer open landschap liggen waar perceelsranden het meest voorkomen (polders).
3.3.5. Gewas
Koolzaad is het enige gewas dat diende genoteerd te worden. Het gewas ontbrak op de Belgische
telpunten. Toch bleek dat meerdere soorten er een positief verband mee hadden: Blauwborst
(gekend, zie hoger), Boerenzwaluw (veel insecten boven bloei ?) en Grasmus (geen idee van link). In
mindere mate ook Ringmus (insecten, zaden?), Nijlgans en Braamsluiper, waar voor de laatste twee
geen zinnig direct verband kan gelegd worden. We verwachtten ook een positief verband voor Kneu
en Rietgors, maar dat blijkt niet uit onze resultaten (Gruar et al., 2006).
3.3.6. Water
Maar weinig van de onderzochte soorten houden van moeras en waterlopen: enkel Blauwborst,
Kievit, Bruine kiekendief en Rietgors, al houden ze dan weer niet van (gebieden met) poelen. De
Veldleeuwerik mijdt ook poelen. Vaker zal het echter gaan over het landschap rond die poel, vaak
een banale raaigrasweide. Beregeningsputten hebben dikwijls te steile en kale oevers en hebben de
natuur dan weinig te bieden.
Dat Geelgors en Roodborsttapuit waterlopen mijden is wel onverwacht. In het West-Vlaamse
Heuvelland leeft het omgekeerde idee. Dit komt allicht omdat de polderwaterlopen en
laaglandbeken als één type KLE zijn genoteerd, hoewel ze er in de praktijk helemaal anders uitzien.
Polderwaterlopen met kale of met rietkragen afgezoomde oevers zijn inderdaad geen typisch
leefgebied voor beide soorten. Kleine beekjes met ruigte en hier en daar bomen en struiken zijn dat
wel.
Dat Bergeenden poelen verkiezen is logisch. Voor de andere soorten is het verband vaker
onrechtstreeks te zoeken. In monotone en relatief droge graangebieden in zuidelijk Engeland
verkiest de Gele kwikstaart de nabijheid van poelen, waar ze tijdens droge periodes op de oevers
insecten kunnen zoeken (pers. med. dr. R. Bradbury). In onze studie blijkt er geen relatie te zijn. De
nood aan vochtige plaatsen is hier blijkbaar minder acuut. De Zwarte roodstaart kwam dan weer wel
meer voor in telpunten met poelen. Het is me niet duidelijk of die soort vaak langs poelen voedsel
zoekt (eerder niet?). De Boerenzwaluw kan wel gelinkt worden aan poelen, om modder te halen voor
de nestbouw, maar ook om te drinken en voor de talloze insecten. Voor de Huiszwaluw was dit
positief verband er dan weer niet.
38
De link tussen poelen en Fazant, Spotvogel en Koekoek is ook onduidelijk. Langs of nabij poelen en
andere vochtige zones zijn allicht meer hoge bomen en (populieren)bosjes te vinden waar deze
soorten hun gading vinden, eerder dan bij de poel zelf. De Geelgors verkiest duidelijk poelen.
Persoonlijke waarnemingen bevestigen dat Geelgorzen geregeld voedsel zoeken in de
modder/trapgaten langs veedrinkpoelen. Er liggen in de onderzochte regio nog heel wat poelen in
oude graslanden met haagrestanten rond. Dit kan ook een effect hebben gehad.
3.3.7. Bebouwd
De ene bebouwing is de andere niet. Actieve hoeves - groot of klein - werden apart genoteerd. Het is
geen verrassing dat Boerenzwaluw en Zwarte roodstaart hier een voorkeur voor hadden. Zoals hoger
al gezegd, is de Patrijs ook vaak in de rommelhoekjes nabij erven te vinden. Kievit en Blauwborst
blijven echter weg van hoevegebouwen. Naast het doorbreken van de openheid, is voor de Kievit als grondbroeder - mogelijk de aanwezigheid van (’s nachts) loslopende katten en honden een
probleem.
Onverharde wegen zijn geschikte plaatsen voor vogels om een stofbad te nemen, om makkelijk
zaden of insecten van de grond te pikken en het zijn groeiplaatsen van zadenrijke onkruiden zoals
Grote weegbree. We verwachtten een positieve relatie voor heel wat soorten, maar dat blijkt toch
niet zo te zijn. Enkel Rietgors en Konijn vertoonden een duidelijk positief verband, in mindere mate
Kneu. Grote lijster en Haas meden deze paden. Zeker voor de Haas is het niet duidelijk waarom dit zo
zou zijn, Hazen zijn ’s morgens vroeg vaak op dergelijke paden te zien (pers. obs.).
Drukke wegen hebben een veel negatievere impact. Enkel de Grote lijster zou er licht van profiteren,
waarschijnlijk omdat er vaak dreven langs deze wegen staan (zangpostbomen). Blauwborst, Koekoek,
Patrijs, Kievit en Veldleeuwerik mijden drukke wegen sterk.
3.3.8. Slotbeschouwing bij de KLE’s
Bovenstaande analyse bekijkt de aanwezigheid van KLE’s in de hele telpuntcirkel die uiteraard vaak
ruimer is dan de grootte van het territorium van een broedvogel. Er zit dus een zekere ruis op de
resultaten, zeker voor de soorten die maar op een handvol locaties zijn gemeld. Hoedanook zijn de
bekomen resultaten bruikbaar om de juiste terreinmaatregelen te helpen kiezen voor bepaalde
soorten, zoals knotwilgen en hagen die zeker gunstig zullen zijn voor Ringmus en Geelgors.
Anderzijds toonde vroeger onderzoek naar de aanwezigheid van vogels op recent aangeplante KLE’s
van landschapsbedrijfsplannen aan dat de doelsoorten akkervogels (met name de KLA’s) zich niet
zomaar op nieuwe locaties vestigen (Dochy, 2009). De oorzaken van de aanwezigheid van een soort
zijn misschien meer nog dan in de macrobiotopen en KLE’s te zoeken in fijnmaziger kenmerken van
een gebied. Voorbeelden hiervan kunnen zijn:
- beheer op perceelsniveau (bemesting, maaibeheer, doorzaaien van grasland, enz.)
- toestand bodemorganismen, als basis voor de hele verdere voedselketen in agrarisch gebied
(veel minder bodemfauna en -schimmels bij bodemverslemping, bij injectie van drijfmest, bij
verzuring, enz.)
39
-
-
pesticidengebruik
kwaliteit van de KLE's
hoeveelheid KLE's en de mate waarin ze een lokaal ecologisch netwerk vormen
predatiedruk, op zich ook afhankelijk van omgevingskarakteristieken (schuilmogelijkheden of
kansen op verrassingsaanval van predator, ecologische val, enz.)
juiste combinaties van KLE’s dicht bij elkaar
de aanwezigheid van clusters van dezelfde soort (= buren) kan mogelijk sterker aanzetten tot
vestiging of broeden; we vermoeden zo’n effect bij de Geelgors, maar dit is met onze
gegevens niet hard te maken
traditionele locaties die mogelijk ook nog een paar jaar na het ongeschikt worden, worden
gebruikt door zeer plaatstrouwe soorten zoals Kievit en Geelgors
Voor zover mogelijk geeft de soortbespreking hierna per soort een overzicht van welke maatregelen
goed of slecht zijn voor die soort.
4. SOORTBESPREKING
Per soort wordt hier de relevante info uit de tabellen van hoofdstuk 3 geselecteerd. Voor de legende
wordt naar dit hoofdstuk verwezen. Naast een beknopte uitleg worden ook geschikte
beschermingsmaatregelen vermeld. De soorten komen in alfabetische volgorde aan bod.
Verwijzingen naar dichtheden elders of biotoopgebruik komen uit volgende referenties, tenzij anders
vermeld:
- algemene info ecologie en maatregelen akkervogels: Dochy & Hens (2005)
- gebiedsinfo polders Oostkust en onderzoeksproject trioranden: Dochy (2010+2012)
- gebiedsinfo akkergebied Heuvelland en Zwevegem: Dochy (2007+2013)
- gebiedsinfo Noord-Frankrijk: Tombal (1996)
- onderzoeksproject vogels van landschapsbedrijfsplannen: Dochy (2009)
40
4.1. BERGEEND
Mix
Soort
n
Bergeend
15
Soort
Som
KLE
Houtig
Grote
bomen
Lage
bomen
Hoogst.
boomg.
Ruigte
Solitaire
struik
Haag
Dode
boom
Knotboom
AANTAL VOGELS/telpunt
Bergeend
Perceelsrand
Bloemrijk
grasland
(+)
Agrarisch
Bebouwd
Natuur Droog
Natuur Nat
Bos
+
n telptn
15
Onkruid- Wildakker
akker
Gewas
Koolzaad
Water
Poel
+
Bergeend
PRESENTIE
Bergeend
Braam
Bloemrijk
Droge
ruigte
% globaal
3,8%
Hele gebied
0,08
België
0,11
% België
5,3%
% Frankrijk
1,4%
Frankrijk
0,03
sign.
*
Sign.
RL
niet niet
RL
Algemener in België dan in Frankrijk. Bijna altijd met open water in de buurt of stoppel met plas water. Grootste
dichtheid in Belgische IJzervallei e.o. Daarbuiten lokaal en schaars in kustpolders. Hier en daar komen allicht ook
koppels voor op kunstmatige waterrijke locaties in industriezones (kleiputten, bezinkingsbekkens), maar die
maakten geen deel uit van de telpunten.
Voorkeur voor natte natuur (waterplassen). Geen bijzondere voorkeur of afkeer van andere elementen in
landschap of biotoop. Aan Oostkust wel duidelijk gebonden aan microreliëfrijk grasland.
Er is geen directe relatie met de verspreiding van Konijn (zie 4.). Waarschijnlijk broeden veel Bergeenden niet in
konijnenholen maar onder rommelhopen en holtes onder (boerderij)gebouwen (pers. obs.).
Wat doen voor Bergeend ? Leg poelen en plassen aan. Behoud oud grasland met veel microreliëf in open
gebieden (zeker in de polders).
41
Moeras
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
4.2. BLAUWBORST
Mix
KLE
n
Som
KLE
Blauwborst
38
-
Houtig
Grote
bomen
Lage
bomen
--
-
Hoogst.
boomg.
Agrarisch
Bebouwd
Blauwborst
+
---
AANTAL VOGELS/telpunt
Blauwborst
n telptn
38
% globaal
9,7%
Hele gebied
0,12
Haag
Dode
boom
Knotboom
Braam
-
(-)
-
LANDSCHAP
PRESENTIE
Blauwborst
Ruigte
Solitaire
struik
België
0,09
Natuur Droog
% België
7,7%
Perceelsrand
Bos
(+)
(-)
sign.
*
Bloemrijk
grasland
++
Natuur Nat
% Frankrijk
13,2%
Frankrijk
0,17
Bloemrijk
Droge
ruigte
Sign.
RL
net niet
RL
Is hooguit sinds de jaren 1970-80 verschenen in moerassen in de streek. Verovert sinds ongeveer 2000 nu ook
greppels en grachten in het agrarisch gebied en is al op ongeveer 10% van de telpunten aanwezig. Is iets talrijker in
Frankrijk dan in België. De kolonisatie lijkt vooral te verlopen vanuit de IJzervallei en zijbeken. Er is ook een
kolonisatiebeweging vanuit de Leievallei en omgeving (met kern in Kleiputten Ploegsteert) (bv. Douvevallei,
omgeving Dikkebus). Is intussen talrijk in polderrietgrachten in en rond de Moeren. Komt in de zandleemstreek
meestal langs waterlopen of in zeer eenvoudige greppels tussen akkers voor, soms schijnbaar zonder verdere
natuurelementen. Is iets talrijker in Frankrijk dan in België.
Houdt niet van bebouwing/wegen en bomen/bos. Natte natuurelementen worden geprefereerd, met inbegrip van
waterlopen. Ook perceelsranden zijn goed, mogelijk omdat die zorgt voor een betere slootkwaliteit (idem
Oostkustpolders). Benut ook graag koolzaad, maar de reden waarom is onduidelijk. Mogelijk verschaft dit gewas een
goede dekking en terzelfdertijd openheid onderaan voor deze grondfoerageerder.
Wat doen voor Blauwborst? Creëer of behoud moerassige plaatsen op minstens 300 m van gebouwen, leg
perceelsranden langs waterlopen en laat er riet groeien dat niet elk jaar wordt gemaaid.
42
Onkruid- Wildakker
akker
Gewas
Water
Koolzaad
Poel
Moeras
+
---
+++
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
+
---
-
4.3. BOERENZWALUW
Mix
Soort
Boerenzwaluw
Houtig
n
Som
KLE
Grote
bomen
Lage
bomen
132
+++
++
+
Soort
Agrarisch
Hoogst.
boomg.
Ruigte
Solitaire
struik
Haag
Dode
boom
Knotboom
(+)
Bebouwd
Braam
Bloemrijk
Droge
ruigte
Perceelsrand
+
Natuur Droog
Bloemrijk
grasland
(-)
Natuur Nat
Bos
Boerenzwaluw
PRESENTIE
Boerenzwaluw
AANTAL VOGELS/telpunt
Boerenzwaluw
n telptn
132
% globaal
33,8%
Hele gebied
1,16
België
1,45
% België
44,1%
% Frankrijk
16,0%
Frankrijk
0,65
sign.
***
Sign.
***
RL
A
RL
A
Is opmerkelijk talrijker in België dan in Frankrijk ! Komt in België op bijna de helft van de telpunten voor (44%), in
Frankrijk is dit maar een zesde (16%). De beste gebieden waren het plateau van Izenberge, de IJzervallei, de vallei van
de Heidebeek en de omgeving van 'de bergen'. Dit laatste gebied was het beste aan Franse kant. Tussen Bergues en
Steenvoorde kwamen nauwelijks Boerenzwaluwen voor, en ook ten zuiden van Bailleul vrijwel geen. In het westen
van de Franse Moeren waren er dan weer wel hier en daar.
Heeft geen specifieke voorkeur voor de grote landschapsindeling, maar wel voor de aanwezigheid van een mix van
opgaande KLE's (bomen, haag), poelen en uiteraard hoevegebouwen. Naast een bron van vliegende insecten, bieden
deze KLE’s ook windluwe plaatsen waar ze bij winderig weer beter kunnen jagen. Ook koolzaad wordt geprefereerd,
waarschijnlijk door een rijker aanbod bloembezoekende insecten. Voor bloemrijk grasland vonden we echter geen
dergelijke voorkeur. Perceelsranden lijken gemeden te worden, maar dit kan ook omdat dergelijke randen (in België)
talrijker zijn in open polders, wat een minder geschikt gebied is. Inderdaad, in de Moeren zijn er nauwelijks gezien.
Waarschijnlijk speelt de aan- of afwezigheid van (kleinschalige) runderteelt een rol, maar dit kunnen we niet uit onze
gegevens afleiden. In eerder onderzoek bleek de soort vaakst over kort (begraasd) grasland te jagen (Dochy, 2009).
Wat doen voor Boerenzwaluw ? Zorg voor bomen, hagen, poelen, bloemen (insecten), zwaluwvriendelijke
gebouwen, aanwezigheid modder als nestbouwmateriaal, zuinig insecticidengebruik, ...
43
Onkruid- Wildakker
akker
Gewas
Water
Koolzaad
Poel
+
++
Moeras
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
++
4.4. BRAAMSLUIPER
Mix
Soort
n
Som
KLE
Braamsluiper
8
(+)
Soort
Houtig
Grote
bomen
Lage
bomen
Hoogst.
boomg.
(-)
Agrarisch
Ruigte
Solitaire
struik
Haag
(+)
Bebouwd
Dode
boom
Knotboom
+
Natuur Droog
AANTAL VOGELS/telpunt
Braamsluiper
Perceelsrand
+
Bloemrijk
grasland
++
Natuur Nat
Braamsluiper
PRESENTIE
Braamsluiper
Braam
Bloemrijk
Droge
ruigte
Bos
++
n telptn
8
% globaal
2,0%
Hele gebied
0,02
België
0,01
% België
1,2%
% Frankrijk
3,5%
Frankrijk
0,03
sign.
Sign.
RL
RL
Schaarse soort, op gemiddeld 2% van de telpunten aanwezig. Iets algemener in Frankrijk, maar blijft ook daar een
zeldzame soort. Is enkel buiten de polders aangetroffen, het merendeel op en rond 'de bergen'. Is normaal wat
algemener in de duinen, maar hij bleef daar onopgemerkt tijdens onze tellingen.
Zit graag in dicht én doornig struweel, maar dit moet niet noodzakelijk een haag zijn. Een oude tuin is ook goed. Eén
van de weinige soorten die dode bomen prefereert, al wijst dit waarschijnlijk nog het meest op de voorkeur voor een
breed uitgegroeide "gerijpte" haag of houtkant. Idem voor bramen. De voorkeur voor bloemrijk grasland en natte
natuur (op landschapsschaal), die enkel aanwezig zijn wanneer minder intensieve landbouw wordt bedreven, is ook
een aanduiding dat er op die plaatsen meer kans is op oude houtkanten.
Wat doen voor Braamsluiper ? Hagen en houtkanten oud laten worden en breed laten uitgroeien, vooral wanneer
die grenzen aan een vochtig tot nat bloemrijk grasland. Combineer meerdere types KLE's.
44
Onkruid- Wildakker
akker
Gewas
Koolzaad
(+)
Water
Poel
Moeras
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
4.5. BRUINE KIEKENDIEF
Mix
Soort
n
Bruine kiekendief
19
Soort
Som
KLE
Houtig
Grote
bomen
Lage
bomen
Hoogst.
boomg.
--
Agrarisch
AANTAL VOGELS/telpunt
Bruine kiekendief
Haag
Dode
boom
Knotboom
(-)
Bebouwd
Bruine kiekendief
PRESENTIE
Bruine kiek
Ruigte
Solitaire
struik
Braam
Bloemrijk
Droge
ruigte
Perceelsrand
(-)
Natuur Droog
Bloemrijk
grasland
+++
Natuur Nat
Bos
-
n telptn
19
% globaal
4,9%
Hele gebied
0,06
België
0,06
% België
5,7%
% Frankrijk
3,5%
Frankrijk
0,06
sign.
Sign.
RL
RL
Verspreiding beperkt tot de polders, vooral in de Moeren. Presentie iets hoger in België, mogelijk door actieve
nestbeschermende initiatieven door Natuurwerkgroep De Kerkuil. De broedvogels van de IJzervallei broeden en jagen
blijkbaar hoofdzakelijk ten oosten van het studiegebied.
Houdt niet van bebouwd gebied, en ook niet van gebieden met lage bomen of hagen en poelen (merk op: de meeste
poelen liggen in kleinschalig landschap). Moerassen en waterlopen zijn door deze soort zeer geliefd, wat natuurlijk
geen verrassing is. Ook perceelsranden zijn uitverkoren, al hangt dit voor een deel samen met het talrijker
voorkomen ervan in de polders dan daarbuiten. Langs perceelsranden wordt vaak gejaagd, vooral vlak na een
maaibeurt wanneer muizen makkelijker bereikbaar zijn.
Wat doen voor Bruine kiekendief ? Openheid landschap bewaren in de polders, perceelsranden naast waterlopen
en moerassen aanleggen, rietkragen in de polders natuurvriendelijk beheren (af en toe wintermaaibeurt, niet alles
tegelijk, waterpeil voldoende hoog in zomer om bereikbaarheid van nesten voor grondpredatoren te verminderen),
actieve nestbescherming van nesten in akkers, algemene akkervogelmaatregelen om prooiaanbod te verhogen.
45
Onkruid- Wildakker
akker
Gewas
Koolzaad
Water
Poel
Moeras
--
+++
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
++
4.6. BUIZERD
Mix
Soort
n
Som
KLE
Buizerd
9
+
Soort
Houtig
Grote
bomen
Lage
bomen
Hoogst.
boomg.
Ruigte
Solitaire
struik
Haag
Dode
boom
Knotboom
Braam
Bloemrijk
Droge
ruigte
Perceelsrand
+
Agrarisch
Bebouwd
Natuur Droog
Bloemrijk
grasland
+
Natuur Nat
Bos
Buizerd
PRESENTIE
Buizerd
AANTAL VOGELS/telpunt
Buizerd
n telptn
9
% globaal
2,3%
Hele gebied
0,02
België
0,03
% België
2,8%
% Frankrijk
1,4%
Frankrijk
0,01
Sign.
sign.
RL
RL
Zeldzaam in België, zeer schaars in Frankrijk (meer last van illegale vervolging ?). Vooral op en rond de ‘Bergen’, waar
wat grotere boscomplexen zijn. Is waarschijnlijk onderschat met deze telmethode en de korte waarnemingstijd.
Heeft geen bijzondere algemene landschapseisen, maar verkiest wel een structuurrijk landschap, d.w.z. met zo veel
mogelijk KLE’s, al speelt het minder een rol welke dat dan zijn. De aanwezigheid van braamstruweel en van bloemrijk
grasland blijkt wel gunstig voor de Buizerd. Dit zijn biotopen waar zijn hoofdvoedsel (muizen en andere kleine dieren)
goed gedijt. Jaagt meestal vanuit zit. Bomen zijn daarvoor gunstig, maar weidepalen evenzeer. Vandaar dat er geen
preferentie lijkt voor bomen of bos.
De afwezigheid in Frankrijk is opmerkelijk. Worden daar nog steeds Buizerds vervolgd ?
Wat doen voor Buizerd ? Broedlocaties (kleine of grote bossen) rustig houden, KLE’s aanleggen, zorg dragen voor
bloemrijk grasland en (bramenrijke) ruigtes.
46
Onkruid- Wildakker
akker
Gewas
Koolzaad
Water
Poel
Moeras
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
4.7. CANADESE GANS
Mix
Soort
n
Canadese gans
7
Soort
Som
KLE
Houtig
Grote
bomen
Lage
bomen
Hoogst.
boomg.
Ruigte
Solitaire
struik
Haag
Dode
boom
Knotboom
Braam
Bloemrijk
Droge
ruigte
Perceelsrand
AANTAL VOGELS/telpunt
Canadese gans
Gewas
Onkruid- Wildakker
akker
+
Agrarisch
Bebouwd
Natuur Droog
Natuur Nat
Bos
Canadese Gans
PRESENTIE
Canadese gans
Bloemrijk
grasland
+
n telptn
7
% globaal
1,8%
Hele gebied
0,03
België
0,04
% België
2,8%
% Frankrijk
0,0%
Frankrijk
0,00
sign.
Sign.
RL
net niet
RL
Kwam niet voor in Frankrijk en sporadisch in België, maar daar wel over het hele studiegebied. Voorkeur op
landschapsschaal voor nabijheid van ‘bos’ (= incl. oud park). Aantallen zeer beperkt.
Er blijkt een positieve relatie met onkruidenrijke stoppels, nochtans een biotoop dat erg schaars aanwezig was.
Broedlocaties veelal buiten agrarisch gebied, op plassen in bossen en parken, of langs sloten in natte weilanden
(echter niet zo in de westelijke IJzervallei). Voedselzoekende vogels kunnen zowat overal gezien worden op
graslanden of (mais)stoppelvelden
Wat doen voor Canadese gans ? Dit is een invasieve exoot waarvoor een bestrijdingsplan bestaat (Van Daele et al.,
2012). Bestrijdingsmaatregelen bestaan uit het voorkomen van broedsucces door het schudden van eieren en het
afvangen van niet-vliegvlugge groepen dieren tijdens de gezamenlijke slagpenrui.
47
Koolzaad
Water
Poel
Moeras
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
4.8. FAZANT
Mix
Soort
Fazant
Houtig
n
Som
KLE
Grote
bomen
157
+++
++
Lage
bomen
Agrarisch
Fazant
-
AANTAL VOGELS/telpunt
Fazant
n telptn
157
Ruigte
Solitaire
struik
Braam
(+)
++
+++
Natuur Droog
Natuur Nat
Haag
Bebouwd
Dode
boom
Knotboom
Bloemrijk
Droge
ruigte
(+)
Soort
PRESENTIE
Fazant
Hoogst.
boomg.
Perceelsrand
+
Bos
+
% globaal
40,2%
Hele gebied
0,63
België
0,84
% België
51,4%
+
% Frankrijk
20,8%
Frankrijk
0,26
Bloemrijk
grasland
sign.
***
Sign.
***
RL
RL
Is 2,5x meer verspreid (presentie) in België, met aantallen per telpunt die ruim 3x zo hoog liggen. Vooral het plateau
van Izenberge en de aanpalende IJzervallei herbergen hoge dichtheden, die niet tot over de Franse grens reiken. In
de ‘bergen’ komen ook veel Fazanten voor maar in lagere dichtheden. Is er (veel) meer jachtdruk in Frankrijk op de
soort (of haar vijanden) of worden er daar gewoon veel minder uitgezet ?
Houdt niet van een overmaat aan agrarisch grondgebruik en verkiest een mix met bos en droge natuur. Bebouwing is
geen probleem. Op kleinere schaal is een mix van KLE’s belangrijk, en dat zijn meest dekking gevende structuren:
bomen, bramen, ruigtes. Bloemrijke graslanden zijn ongetwijfeld ook belangrijk voor insecten. Het nut van poelen
voor de Fazant is minder duidelijk. In de Oostkustpolders werden grasakkers (tijdelijk grasland) veel gebruikt. Het is
goede dekking en de vogels kunnen makkelijk doorheen de vrij open vegetatie stappen.
Wat doen voor Fazant ? De Fazant is een exoot die hier al eeuwen ingeburgerd is, maar wel onnatuurlijk hoge
dichtheden behoudt door bijvoederen en al dan niet illegaal uitzetten door de jagerij. Extra maatregelen zijn voor
zo’n soort niet nodig. Zou overigens profiteren van gewone algemene akkervogelmaatregelen (voor dekking,
insecten, zaden).
48
Onkruid- Wildakker
akker
Gewas
Koolzaad
Water
Poel
++
Moeras
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
4.9. GEELGORS
Mix
Soort
n
Som
KLE
Geelgors
87
+++
Soort
Houtig
Grote
bomen
Lage
bomen
(+)
(+)
Agrarisch
Hoogst.
boomg.
Bebouwd
Ruigte
Haag
Solitaire
struik
+++
+
Dode
boom
Natuur Droog
Knotboom
Braam
+++
++
Bloemrijk
Droge
ruigte
Perceelsrand
Bloemrijk
grasland
+
Natuur Nat
Bos
Geelgors
PRESENTIE
Geelgors
AANTAL VOGELS/telpunt
Geelgors
n telptn
87
% globaal
22,3%
Hele gebied
0,43
België
0,23
% België
10,9%
% Frankrijk
41,7%
Frankrijk
0,77
sign.
***
Sign.
***
RL
B
RL
B
Duidelijk talrijker in Frankrijk waar hij voorkomt op 41,7 % van de telpunten en enkel in de polders en duinen
ontbreekt. Overigens is het verdwijnen uit de polders daar een erg recent gegeven (grootte-orde enkele jaren). Komt
in België enkel nog in een smalle strook langs de Franse grens voor, met kernen rond Beveren-aan-de-IJzer, rond
Watou en in het gebied tussen Poperinge en de ‘bergen’ met een opmerkelijke concentratie tussen Reningelst en
Westouter. Ten zuiden van de bergen (Nieuwkerke, Wulvergem) is de soort in de laatste vijf jaar verdwenen. Enkele
vooruitgeschoven koppels houden stand langs de Wijtschaatsebeek tot in Voormezele (nabij Ieper). De verspreiding
in Frankrijk is veel ruimer, vrijwel zonder ‘gaten’ en loopt door tot het uiterste zuiden van het studiegebied.
Is een typische soort van kleinschalig landschap met veel KLE’s van houtige aard en braamstruwelen, in combinatie
met bloemrijk grasland. Of er bebouwing of bos aanwezig is, is niet van belang. Een schijnbare afkeer van
waterlopen is in tegenspraak met de Belgische inschatting dat de meeste koppels nog langs kleine beken
voorkomen, waar nog ruigtes zijn en struwelen. In Frankrijk is deze relatie duidelijk minder. Daarnaast houden ze wel
van poelen, maar niet zozeer van moeras.
Wat doen voor Geelgors ? Behoud en aanleg van houtige KLE’s, met name hagen, knotbomen en solitaire struiken
die veel als zangpost worden gebruikt. Zorg dragen voor of aanleggen van bloemrijke graslanden (en bermen), als
het kan met een poel erin. Te nette hagen zijn niet geschikt, de wat ruigere varianten met braamstruwelen en vooral
een gesloten onderkant (nestlocatie) zijn veel beter. Het 'leggen' van hagen is hiervoor ideaal.
49
Onkruid- Wildakker
akker
Gewas
Koolzaad
Water
Poel
Moeras
++
(-)
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
-
4.10. GELE KWIKSTAART
Mix
Soort
Gele kwikstaart
Houtig
n
Som
KLE
Grote
bomen
216
---
--
Soort
Gele kwikstaart
PRESENTIE
Gele kwikstaart
AANTAL VOGELS/telpunt
Gele kwikstaart
Lage
bomen
Hoogst.
boomg.
Ruigte
Haag
Solitaire
struik
Dode
boom
--
---
Knotboom
Bloemrijk
Braam
Droge
ruigte
(-)
---
(-)
Perceelsrand
Agrarisch
Bebouwd
Natuur Droog
Natuur Nat
Bos
+++
---
--
-
---
n telptn
216
% globaal
55,2%
Hele gebied
0,98
België
1,23
% België
63,6%
% Frankrijk
41,0%
Frankrijk
0,55
sign.
***
Sign.
***
Bloemrijk
grasland
RL
A
RL
A
In België de meest verspreide akkervogelsoort, en duidelijk talrijker dan in Frankrijk waar de Gele kwikstaart pas op
e
de 6 plaats komt. Is een uitgesproken soort van open agrarisch gebied, met zo weinig mogelijk (opgaande) KLE’s,
bos of bebouwing.
De akkers ten zuiden van Poperinge, met uitzondering van het minder open gebied rond de ‘bergen’, herbergen de
hoogste dichtheden, met vaak meerdere koppels per telpunt. Ontbreekt in België vrijwel nergens. Komt in Frankrijk
duidelijk minder aaneengesloten voor, én in merkelijk lagere dichtheden (minder dan de helft), zelfs in de toch zeer
e
open Franse Moeren. Ook eind 20 eeuw was dit Franse gebied duidelijk armer aan Gele kwikken dan de open
grootschalige akkergebieden verder naar het westen en zuiden.
Uit onze gegevens kunnen we niet afleiden wat het verschil juist veroorzaakt. Mogelijk ligt het aan de combinatie
van gewassen. In België zijn de percelen gemiddeld kleiner en vind je binnen de oppervlakte van een territorium dan
ook vaker de combinatie graan/aardappelen/bieten terug. De eerste broedronde is meestal in graan, de tweede in
aardappelen of bieten (Gilroy et al, 2009; Kragten, 2011). De talrijker perceelsranden en onverharde wegen in
Frankrijk hebben blijkbaar geen effect, hoewel dit elders wel werd vastgesteld (Gilroy et al, 2009).
Wat doen voor Gele kwikstaart ? Openheid landschap bewaren. En mogelijk ook mix aan gewassen bevorderen,
met zo weinig mogelijk mais. Uit andere studies blijkt ook een voorkeur voor perceelsranden en onverharde wegen.
50
Onkruid- Wildakker
akker
Gewas
Koolzaad
Water
Poel
Moeras
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
4.11. GRASMUS
Mix
Soort
Grasmus
n
Som
KLE
149
+++
Soort
Houtig
Grote
bomen
Lage
bomen
Hoogst.
boomg.
AANTAL VOGELS/telpunt
Grasmus
Haag
(+)
Agrarisch
n telptn
149
Braam
Droge
ruigte
++
++
++
Natuur Droog
Natuur Nat
-
(+)
(+)
België
0,50
% België
35,2%
% Frankrijk
43,1%
Frankrijk
0,65
Bloemrijk
Knotboom
Bebouwd
% globaal
38,1%
Hele gebied
0,56
Dode
boom
++
Grasmus
PRESENTIE
Grasmus
Ruigte
Solitaire
struik
sign.
net niet
Perceelsrand
Bloemrijk
grasland
+++
Bos
Sign.
RL
RL
Is ongeveer even ruim verspreid in België als Frankrijk, maar toch net iets meer in Frankrijk. Zeldzaam tot afwezig in
struikloze polders en in de meest intensieve landbouwgebieden. Opmerkelijke concentratie aan de bovenloop van de
IJzer in Noord-Frankrijk (max. 5 territoria vanaf 1 telpunt).
Houdt niet van bebouwd gebied en heeft een voorkeur voor natuurelementen (droog of nat) in het landschap. Een
hoge diversiteit aan KLE’s is vereist, met een belangrijk aandeel ruigte en bloemrijk grasland. Ook het gewas
koolzaad had een gunstig effect. Lijkt qua eisen zeer goed op de Geelgors, maar de Grasmus is niet zo aan hagen
gebonden. Meerdere individuele boompjes of struiken zijn genoeg.
Neemt de laatste jaren terug toe omdat de grote droogtes in zijn overwinteringsgebied in de Sahel van eind 20
eeuw (momenteel) voorbij zijn.
e
Wat doen voor Grasmus ? Lage houtige KLE’s verzorgen en aanplanten op enige afstand van bebouwing. Combinatie
maken van lage (knot)bomen en/of her en der solitaire struiken laten uitgroeien. Combineren met ruigtes, vooral
aan de voet van de opgaande KLE’s (nestlocatie), en met bloemrijk grasland.
51
Onkruid- Wildakker
akker
Gewas
Koolzaad
+
Water
Poel
Moeras
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
4.12. GRASPIEPER
Mix
Soort
n
Graspieper
30
Soort
Som
KLE
Houtig
Grote
bomen
Lage
bomen
Hoogst.
boomg.
AANTAL VOGELS/telpunt
Graspieper
Haag
Dode
boom
Knotboom
Braam
Bloemrijk
Droge
ruigte
Perceelsrand
Bloemrijk
grasland
++
Agrarisch
Bebouwd
Graspieper
PRESENTIE
Graspieper
Ruigte
Solitaire
struik
Natuur Droog
Natuur Nat
Bos
-
n telptn
30
% globaal
7,7%
Hele gebied
0,10
België
0,05
% België
3,2%
% Frankrijk
15,3%
Frankrijk
0,18
sign.
***
Sign.
***
RL
B
RL
B
Is bijna uitgestorven als broedvogel in het Belgisch deel van het studiegebied. Er is nog een kleine concentratie
tussen Dikkebus en Reningelst waar (voor de regio) relatief grote akkerpercelen omzoomd worden met greppels en
relatief brede en bloemrijke wegbermen. Was en is duidelijk talrijker in Frankrijk, en daar ook nog over het hele
studiegebied verspreid, zij het vaak zeer lokaal. Komt in de Franse duinen iets vaker voor (duinen niet onderzocht
aan Vlaamse kant). Is verdwenen uit Leievallei waar nog talrijk in 1985-1995.
Houdt niet van bebouwing. Qua KLE wordt enkel bloemrijk grasland duidelijk geprefereerd. In de Oostkustpolders
was er een duidelijke voorkeur voor soortenrijk grasland met veel microreliëf.
Al bij al is het niet zo duidelijk wat de achteruitgang van de soort drijft. Het verdwijnen van bloemrijke bermen en
graslanden door hoge bemestingsdruk, herbicidengebruik en intensief graas- of maaibeheer zal er zeker toe
bijgedragen hebben. Drainage van vochtige (delen van) percelen is ook negatief voor de soort.
Wat doen voor de Graspieper ? Behoud en ontwikkeling van bloemrijke graslanden en brede wegbermen in open
gebied, liefst in eerder vochtig terrein. Aanleg en beheer van perceelsranden met ijle vegetatie is ook gunstig (Dochy,
2013).
52
Onkruid- Wildakker
akker
Gewas
Koolzaad
Water
Poel
Moeras
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
4.13. GRAUWE GORS
Mix
Soort
n
Grauwe gors
5
Soort
Som
KLE
Houtig
Grote
bomen
Lage
bomen
Hoogst.
boomg.
Ruigte
Solitaire
struik
Haag
Dode
boom
Knotboom
Braam
Bloemrijk
Droge
ruigte
Perceelsrand
Bloemrijk
grasland
+
Agrarisch
Bebouwd
Natuur Droog
Natuur Nat
Bos
Grauwe Gors
PRESENTIE
Grauwe gors
AANTAL VOGELS/telpunt
Grauwe gors
n telptn
5
% globaal
1,3%
Hele gebied
0,01
België
0,00
% België
0,0%
% Frankrijk
3,5%
Frankrijk
0,03
sign.
Sign.
**
RL
B
RL
B
Is al een tijdje zo goed als uitgestorven in West-Vlaanderen. Duikt jaarlijks nog wel ergens op, maar vaak alleen
tijdelijk. Rond 2000 waren er nog minstens 180 territoria in West-Vlaanderen (Vermeersch et al., 2004), waarvan 100
in de hooilanden van de IJzerbroeken alleen al. Vanaf 2001 crashte de populatie, werden de hooilanden binnen een
paar jaar helemaal verlaten en kwamen we in het huidige scenario. In Frankrijk is de achteruitgang ook fel, maar de
soort is nog niet niet verdwenen. Er was één telpunt met Grauwe gors in de Moeren en 4 in het oude bolwerk met
de vrij open akkers tussen Wormhout en Rexpoëde. Via bips.waarnemingen.be waren er in 2013 nog 3 extra in
Vlaanderen (Watou, Nieuwkerke, Wijtschate), telkens eenmalig, en enkele extra in Frankrijk in dezelfde gebieden.
De zeldzaamheid is niet te verklaren aan de hand van het landschap noch de KLE’s (geen voorkeur of afkeer, dus lijkt
“tevreden” met het aanbod), al is er toch een voorkeur voor perceelsranden. Aangezien het een late broeder is, is
het uitmaaien van nesten mogelijk een hoofdoorzaak, in combinatie met de schaarste aan wintervoedsel op
(zadenrijke stoppels). Komt in oostelijk Vlaanderen ’s winters wel vaak op de korrelrijke stoppels van dorsmais.
Mogelijk biedt dit nog enig perspectief in ons studiegebied omdat er hiervan een immens aanbod is. De laatste
winters worden wel één of enkele Grauwe gorzen gezien op overwinterende graanveldjes ten bate van de Geelgors.
Wat doen voor Grauwe gors ? Aangezien er geen duidelijkheid is over de hoofdoorzaken in de achteruitgang,
mikken we op bloemrijke perceelsranden met late maaibeurt (niet voor 15 juli !), in open gebied met eventueel hier
en daar een lage boom of struik als zangpost, en overwinterend graan als wintermaatregel.
53
Onkruid- Wildakker
akker
Gewas
Koolzaad
Water
Poel
Moeras
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
4.14. GRAUWE VLIEGENVANGER
Mix
Soort
n
Grauwe vliegenv.
5
Soort
Grauwe Vliegenvanger
PRESENTIE
Grauwe vliegenvanger
AANTAL VOGELS/telpunt
Grauwe vliegenvanger
Som
KLE
Houtig
Grote
bomen
Lage
bomen
Agrarisch
Hoogst.
boomg.
Bebouwd
Ruigte
Solitaire
struik
Haag
Natuur Droog
---
n telptn
5
Dode
boom
Knotboom
Braam
Natuur Nat
Hele gebied
0,02
België
0,01
% België
1,2%
Bloemrijk
grasland
+++
% Frankrijk
1,4%
Frankrijk
0,03
Perceelsrand
Bos
++
% globaal
1,3%
Bloemrijk
Droge
ruigte
sign.
Sign.
RL
RL
Dit is geen akkervogel maar een tuin- en bosvogel. Is maar op enkele plaatsen gezien, vooral in de zone van de
‘bergen’. Geen verschil tussen Frankrijk en België. Geen link met KLE’s, maar wel met de grote landschappelijke
indeling waar een grote voorkeur is voor de aanwezigheid van bos en ‘droge natuur’.
Is dus zeer schaars maar niet afwezig buiten de bebouwde kom. Waarschijnlijk wel enigszins onderschat want deze
soort valt niet op als je het geluid niet goed kent. Gaat al een tijdje langzaam achteruit maar de verspreiding lijkt nog
sterk op die van de atlassen van 15 à 25 jaar geleden.
Wat doen voor Grauwe vliegenvanger ? Natuurvriendelijk tuin-, park- en bosbeheer met aandacht voor
structuurdiversiteit in de beplanting, zoals een afwisseling van open plekken en bebost terrein, alleenstaande bomen,
een gekartelde bosrand met bomen of struiken met horizontale takken die “uit de rij springen”. In gesloten bos zones
voorzien met een vrij open kroonlaag, bv. via middelhoutbeheer.
54
Onkruid- Wildakker
akker
Gewas
Koolzaad
Water
Poel
Moeras
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
4.15. GROENLING
Mix
Soort
n
Groenling
45
Soort
Som
KLE
Houtig
Grote
bomen
AANTAL VOGELS/telpunt
Groenling
Hoogst.
boomg.
Ruigte
Solitaire
struik
Haag
Dode
boom
Knotboom
Braam
Bloemrijk
Droge
ruigte
Perceelsrand
Bloemrijk
grasland
(-)
Agrarisch
Bebouwd
-
+++
Groenling
PRESENTIE
Groenling
Lage
bomen
n telptn
45
% globaal
11,5%
Hele gebied
0,15
België
0,13
Onkruid- Wildakker
akker
Gewas
Koolzaad
Water
Poel
Moeras
(-)
Natuur Droog
% België
10,5%
Natuur Nat
% Frankrijk
13,2%
Frankrijk
0,19
sign.
Bos
Sign.
RL
RL
Komt ongeveer even veel voor in België als Frankrijk, in vergelijkbare aantallen (lichtjes meer in Frankrijk).
Is duidelijk gebonden aan tuinen nabij bebouwing en niet aan het agrarisch gebied op zich. Er is een lichte (niet
significante) afkeer voor gebied met hagen (buiten tuinen) en moeras, waar niet direct een verklaring voor is.
Wat doen voor Groenling ? De habitateisen van de Groenling zijn niet goed gekend. Complexen van relatief grote
tuinen met een aanbod aan coniferen lijken het meest geliefd. In agrarisch gebied is het planten of behouden van
Hondsroos en andere rozen aangewezen omdat ze dol zijn op de zaden in de rozenbottels. Wintervoedselakkers voor
akkervogels die oliehoudende zaden herbergen worden in najaar en winter vaak door groepen Groenlingen bezocht.
De beste dergelijke gewassen voor Groenling zijn bladrammenas en zonnebloem.
55
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
4.16. GROTE LIJSTER
Mix
Soort
n
Grote lijster
30
Soort
Som
KLE
Houtig
Grote
bomen
AANTAL VOGELS/telpunt
Grote lijster
Hoogst.
boomg.
Ruigte
Solitaire
struik
Haag
Dode
boom
Knotboom
Braam
Bloemrijk
Droge
ruigte
Perceelsrand
Bloemrijk
grasland
Onkruid- Wildakker
akker
Gewas
Koolzaad
Water
Poel
Moeras
(+)
Agrarisch
GroteLijster
PRESENTIE
Grote lijster
Lage
bomen
Bebouwd
Natuur Droog
Natuur Nat
Bos
-
n telptn
30
% globaal
7,7%
Hele gebied
0,09
België
0,07
% België
6,5%
% Frankrijk
9,7%
Frankrijk
0,11
sign.
Sign.
RL
RL
Deze voorheen overal algemene maar weinig opvallende soort, scoort tegenwoordig erg matig. Komt nog op minder
dan 10 % van de telpunten voor, en nog ietsje meer in Frankrijk dan in België. Wel lijkt er een concentratie in de
buurt van Beveren-aan-de-IJzer te zijn, in een gemengd agrarisch gebied met her en der hoogstambomen
(populieren). Het beeld aan Belgische zijde is nog identiek aan dat uit 2000-2002 (Vermeersch et al, 2004).
De soort verkiest in principe parkachtige landschappen, vandaar de afkeer voor (een zeer groot aandeel) agrarisch
gebied. Agrarisch gebied op zich wordt wel gebruikt om voedsel te zoeken, vooral in graslanden en op oude stoppels
waar ze goed gecamoufleerd zijn. Hoge bomen zijn nodig als zangpost maar dit blijkt merkwaardig genoeg niet uit
onze gegevens. Drukke wegen zijn licht geliefd, maar vermoedelijk omwille van de dreven die daar vaak langs
voorkomen. De (zwakke) associatie met moeras is misschien toe te schrijven aan de bijhorende vochtige graslanden
waar ze makkelijk regenwormen kunnen opsporen, en de aanwezigheid van populieren ? Blijkbaar is er een afkeer
voor onverharde wegen maar het is niet duidelijk waarom dit zo zou zijn. Het gebrek aan duidelijke habitateisen
levert geen verklaring voor de huidige zeldzaamheid. Mogelijk is die te zoeken bij de trek en overwintering, of bij
predatieverliezen in de broedperiode ? Of een gebrek aan geschikt grasland ? Dit is duidelijk een soort die nader
onderzoek vereist
Wat doen voor de Grote lijster ? De combinatie van hoge bomen en open kortgegraasd of -gemaaid grasland is
gekend als favoriet habitat. Andere KLE’s blijken nauwelijks een rol te spelen.
56
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
-
(+)
4.17. HUISZWALUW
Mix
Soort
n
Som
KLE
Huiszwaluw
80
(+)
Soort
Houtig
Grote
bomen
(+)
Lage
bomen
Agrarisch
Hoogst.
boomg.
Haag
(-)
(+)
Bebouwd
Ruigte
Solitaire
struik
AANTAL VOGELS/telpunt
Huiszwaluw
Knotboom
Braam
Bloemrijk
Droge
ruigte
Perceelsrand
Natuur Droog
% globaal
20,5%
Hele gebied
0,63
België
0,35
% België
7,3%
Natuur Nat
Bos
(-)
% Frankrijk
43,1%
Frankrijk
1,13
Gewas
Onkruid- Wildakker
akker
(+)
+
n telptn
80
Bloemrijk
grasland
+
Huiszwaluw
PRESENTIE
Huiszwaluw
Dode
boom
sign.
***
Sign.
***
RL
K
RL
K
Er is een duidelijk verschil tussen Frankrijk en België! In België lijkt de Huiszwaluw maar zeer puntsgewijs (meer) voor
te komen, maar soms wel in flinke kolonies. In Frankrijk is de soort maar liefst 6x meer verspreid! De Belgische
Moeren lijken verlaten, terwijl dit tot voor kort een bolwerk was. Ook voor het plateau van Izenberge was 2013 een
uitgesproken daljaar (Dewitte, 2014). De binnenduinrand is blijkbaar ook een goed gebied. Opmerkelijk: de situatie
lijkt omgekeerd aan die van de Boerenzwaluw (4.3) !
De aanwezigheid van “droge natuur” is positief voor de soort, allicht door een hoger aanbod aan insecten. Bos wordt
dan weer lichtjes gemeden. Voor de KLE’s is er enkel een positief verband met dode bomen. Waarschijnlijk wijst dit
eerder op het belang van ‘verwaarloosde’ natuurelementen dan dat ze er veel gebruik van zouden maken als
zitplaats. Licht positieve verbanden zijn er met de mix aan KLE’s en dan vooral hoge bomen en hagen. Naast een
bron van vliegende insecten, bieden deze KLE’s ook windluwe plaatsen waar ze bij winderig weer beter kunnen
jagen. Onkruidrijke akkers zijn ook positief, waarschijnlijk opnieuw omwille van het insectenaanbod. De
aanwezigheid van water bleek niet belangrijk. Uit eerder onderzoek (Dochy, 2009) bleek dat Huiszwaluwen meer
vlakbij het erf jagen dan Boerenzwaluwen, en anders meer boven lang gras dan kort gras. Voor Boerenzwaluw was
dit omgekeerd wegens de associatie met grazend vee.
Wat doen voor de Huiszwaluw ? Een gemengd landschap met opgaande oude houtige KLE’s en “droge natuur” is
gunstig. Verder dient de nestgelegenheid geschikt te zijn: dakoversteek, modder in de buurt, tolerantie door
bewoners, zuinig insecticidengebruik, enz.
57
Koolzaad
Water
Poel
Moeras
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
4.18. KIEVIT
Mix
Soort
n
Som
KLE
Kievit
160
-
Houtig
Grote
bomen
Lage
bomen
Hoogst.
boomg.
Haag
-
---
(-)
--
Soort
Agrarisch
Bebouwd
Kievit
+
--
PRESENTIE
Kievit
AANTAL VOGELS/telpunt
Kievit
n telptn
160
% globaal
40,9%
Hele gebied
1,39
België
1,62
Ruigte
Solitaire
struik
Dode
boom
Knotboom
Braam
Bloemrijk
Droge
ruigte
Perceelsrand
-
Natuur Droog
% België
50,2%
Frankrijk
0,99
(+)
Natuur Nat
Bos
(+)
--
% Frankrijk
25,0%
sign.
***
Bloemrijk
grasland
Sign.
***
RL
RL
Opvallend: is dubbel zo algemeen in België dan in Frankrijk. Aantallen van meer dan 3 koppels per telpunt worden in
Frankrijk bijna nergens (meer?) aangetroffen, maar broeden in semikolonieverband is nog frequent in België. In de
Moeren is het verschil in dichtheid aan beide zijden van de grens opmerkelijk. De schaarste aan Franse Kieviten
buiten de polders werd ook al in 1985-1995 opgemerkt.
Heeft een duidelijke en begrijpelijke voorkeur voor agrarisch gebied. De afkeer voor bebouwing, bos en de meeste
opgaande KLE’s wijst op de grote voorkeur voor open gebied. Moerassige terreinen, waterlopen en in mindere mate
perceelsranden zijn de KLE’s die in open gebied de voorkeur genieten. Drukke wegen worden ook duidelijk gemeden.
Aan de Oostkust bleek een duidelijk voorkeur voor soortenrijk grasland met veel microreliëf.
Het is niet gekend waarom Frankrijk zo veel minder Kieviten telt. In België broedt de soort buiten de ‘echte’
weidevogelgebieden het meest op stoppels en op pas gezaaide mais. In Frankrijk is er minder mais en meer
wintergraan dat ongeschikt is om in te broeden. Ook is de landbouw er vaak minder gemengd, t.t.z. minder
graslanden in akkergebieden. En die graslanden zijn nodig om te foerageren en voor de kuikens om zich te
verstoppen. Waarschijnlijk speelt ook de immense jachtdruk een rol. De soort mag bejaagd worden in Frankrijk, maar
is strikt beschermd in Vlaanderen. Het is onduidelijk hoe het broedsucces in Vlaanderen is. Veel nesten en kuikens
worden uitgemaaid of omgeploegd en/of gepredeerd door kraaien en andere predatoren.
Wat doen voor Kievit ? Behoud of herstel kort grasland en ‘vochtige plekken’ in akkers. Behoud openheid van het
landschap. Latere maai-, ploeg- of zaaibeurt van percelen met broedkoppels, laat inscharen van vee (na 1 juni).
58
Onkruid- Wildakker
akker
Gewas
Koolzaad
Water
Poel
Moeras
(-)
+++
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
+
-
---
4.19. KNEU
Mix
Soort
n
Kneu
89
Soort
Som
KLE
Houtig
Grote
bomen
Lage
bomen
Hoogst.
boomg.
Ruigte
Solitaire
struik
Haag
Dode
boom
Knotboom
Braam
Bloemrijk
Droge
ruigte
Perceelsrand
Bloemrijk
grasland
+
Agrarisch
Bebouwd
Natuur Droog
Natuur Nat
Bos
Kneu
PRESENTIE
Kneu
AANTAL VOGELS/telpunt
Kneu
n telptn
89
% globaal
22,8%
Hele gebied
0,50
België
0,36
% België
21,9%
% Frankrijk
24,3%
Frankrijk
0,74
sign.
***
Sign.
RL
A
RL
A
Talrijker in Frankrijk (meer individuen per telpunt), maar daar niet veel meer verspreid voorkomend (presentie
nagenoeg gelijk). Is nog op een vijfde van de telpunten te zien in West-Vlaanderen, wat waarschijnlijk veel is in
vergelijking met de rest van de provincie. Op en rond de 'bergen' en in en nabij de IJzervallei is de soort nog goed
vertegenwoordigd, in beide landen. In de polders en nabij de duinen zijn ze her en der te vinden. Maar in 'doorsnee'
landbouwgebied en in de Leievallei is de Kneu schaars tot afwezig.
De aard van het landschap is niet zo belangrijk. De Kneu is samen met de Zomertortel onze enige volledig
vegetarische broedvogel en is net als die soort volledig op kleine zaden aangewezen. Beide soorten zoeken tot ver
van het nest voedsel (tot 2 km en meer). De voorkeur voor bloemrijk grasland en in mindere mate voor onverharde
wegen is dan ook niet toevallig. Daar groeien composieten zoals Paardenbloem en talloze kleine (on)kruiden
waarvan ze van de zaden leven. Uit andere studies bleek koolzaadteelt gunstig voor Kneu, maar dat blijkt niet uit
onze resultaten (Gruar et al., 2006). Opgaande houtige KLE's bleken niet van belang.
Wat doen voor de Kneu ? Bloemrijke graslanden en bermen bewaren of ontwikkelen. Herbicidengebruik tegen
dicotylen terugschroeven. Onbespoten stoppels laten overwinteren. Wintervoedselgewassen laten overwinteren
met o.a. Bladrammenas, Gele mosterd en andere kleine zaden. Broeden doen ze in dichte hagen en coniferen, vaak
in los kolonieverband, dikwijls in landelijke tuinen.
59
Onkruid- Wildakker
akker
Gewas
Koolzaad
Water
Poel
Moeras
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
(+)
4.20. KOEKOEK
Mix
Soort
n
Som
KLE
Koekoek
48
++
Soort
Houtig
Grote
bomen
+
Lage
bomen
Hoogst.
boomg.
AANTAL VOGELS/telpunt
Koekoek
Haag
Dode
boom
Knotboom
+
Agrarisch
Bebouwd
Koekoek
PRESENTIE
Koekoek
Ruigte
Solitaire
struik
Natuur Droog
n telptn
48
% globaal
12,3%
Hele gebied
0,13
België
0,10
Braam
(+)
+
Natuur Nat
(-)
Bloemrijk
Droge
ruigte
Perceelsrand
Bloemrijk
grasland
% Frankrijk
18,1%
Bos
Frankrijk
0,19
sign.
*
Sign.
*
RL
A
RL
A
Is dubbel zo algemeen in Frankrijk dan in België. Is in Frankrijk nog vrij ruim verspreid, behalve in de grotere
akkercomplexen tussen Wormhout en de polders, en ten zuiden van Steenvoorde. In België is het vooral een soort
van de polders, de 'bergen' en de IJzervallei waar hij nog het talrijkst van al is.
De Koekoek heeft geen uitgesproken mening voor de aard van het landschap, maar waardeert de aanwezigheid van
natte natuur (rietvogels als waardvogel!), bv. in de polders en IJzervallei, en mijdt (dichte) bebouwing en drukke
wegen.
Op fijnere schaal verkiest de Koekoek een structuurrijk landschap met veel verschillende KLE's, in het bijzonder
grote bomen en hoogstamboomgaarden, droge ruigtes en braamstruweel. Dit zijn biotopen waar veel insecten én
veel kleine zangvogels (als waardvogel) te vinden zijn. Een voorkeur voor moeras(vogels) blijkt echter niet uit de KLEanalyse, hoogstens een lichte voorkeur voor poelen maar daar zijn hun waardvogels maar zelden rond aanwezig.
Wat doen voor de Koekoek ? Hou een gevarieerd landschap in stand, met bomen, ruigtes en/of rietmoeras. Grote
insecten zijn noodzakelijk, wees dus zuinig met insecticiden.
60
Gewas
Koolzaad
Water
Poel
(+)
(+)
% België
8,9%
Onkruid- Wildakker
akker
Moeras
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
-
4.21. KWARTEL
Mix
Soort
n
Kwartel
13
Soort
Som
KLE
Houtig
Grote
bomen
Lage
bomen
Hoogst.
boomg.
Ruigte
Solitaire
struik
Haag
Dode
boom
Knotboom
Braam
Bloemrijk
Droge
ruigte
Perceelsrand
Bloemrijk
grasland
AANTAL VOGELS/telpunt
Kwartel
Gewas
Koolzaad
Water
Poel
-
Agrarisch
Bebouwd
Natuur Droog
Natuur Nat
Bos
Kwartel
PRESENTIE
Kwartel
Onkruid- Wildakker
akker
n telptn
13
% globaal
3,3%
Hele gebied
0,03
België
0,03
% België
3,2%
% Frankrijk
3,5%
Frankrijk
0,03
sign.
Sign.
RL
?
RL
?
2013 was een 'gemiddeld' jaar voor Kwartels: niet erg veel maar ook niet erg weinig (www.bips.waarnemingen.be).
Grote populatieschommelingen zijn heel gewoon bij deze nomadische soort. De aantallen en verspreiding in Frankrijk
en België zijn gelijk. De Belgische Moeren en de zuidelijke (zand)leemstreek leken het meeste Kwartels aan te
trekken, al waren ze zeker niet dik gezaaid.
Er zijn geen landschappelijke kwaliteiten af te leiden uit de gegevens. Voor KLE's is er blijkbaar een afkeer van
(gebieden met) poelen. Dit zijn vaak landschappen met veel (meestal intensieve) weiden ofwel kunstmatige
waterputten voor beregening van bv. maisakkers. Beide landschappen zijn niet geschikt voor de Kwartel. Waterlopen
lijken wel een licht gunstig effect te hebben, misschien omwille van een vochtiger microklimaat in de gewassen
erlangs ? In de Oostkustpolders bleek een duidelijke voorkeur voor (met name zomer-)graan en grasakkers.
Wat doen voor Kwartel ? Het is normaal een soort van eerder open en graanrijke gebieden. Onze gegevens voegen
daar niets aan toe. Door de verborgen levenswijze is het moeilijk om de habitateisen in detail te kennen. Zaden- en
insectenrijke zones in of nabij graan zijn vermoedelijk wel belangrijk, bv. onder de vorm van perceelsranden of
bloemrijk grasland.
61
Moeras
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
(+)
4.22. NIJLGANS
Mix
Soort
n
Nijlgans
7
Soort
Som
KLE
Houtig
Grote
bomen
Lage
bomen
Hoogst.
boomg.
Ruigte
Solitaire
struik
Haag
AANTAL VOGELS/telpunt
Nijlgans
Knotboom
Braam
Bloemrijk
Droge
ruigte
Perceelsrand
Bloemrijk
grasland
Onkruid- Wildakker
akker
Gewas
Koolzaad
(+)
Agrarisch
Bebouwd
Natuur Droog
Nijlgans
PRESENTIE
Nijlgans
Dode
boom
Natuur Nat
Bos
+
n telptn
7
% globaal
1,8%
Hele gebied
0,03
België
0,04
% België
2,0%
% Frankrijk
1,4%
Frankrijk
0,01
sign.
Sign.
RL
RL
Invasieve exoot die aan een gestage opmars bezig is en ook Noord-Frankrijk heeft bereikt. Is (nog) schaars in het
studiegebied. Komt overal voor.
Heeft paradoxaal genoeg een voorkeur voor de aanwezigheid van droge natuur en ook licht voor koolzaad. Deze
vreemde kronkel in de cijfers kan echter ook aan de kleine steekproef liggen (n=7). Is 's winters vaak in groepen te
vinden op stoppels met oogstresten van dorsmais, zeker als er ook nog modderige plassen op het perceel staan.
Wat doen voor de Nijlgans ? Dit is een invasieve exoot waarvoor een bestrijdingsplan bestaat (Van Daele et al,
2012). Bestrijdingsmaatregelen zijn moeilijk door het verspreide voorkomen in territoriale koppels die zeer discreet
in boomnesten broeden. Afvangen met kooien met lokvogels of afschot tijdens de wintermaanden lijken vooralsnog
de enige maatregelen die enig effect kunnen hebben.
62
Water
Poel
Moeras
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
4.23. PATRIJS
Mix
Soort
n
Patrijs
167
Som
KLE
Houtig
Grote
bomen
Lage
bomen
Agrarisch
Patrijs
++
AANTAL VOGELS/telpunt
Patrijs
Ruigte
Solitaire
struik
Haag
Dode
boom
Knotboom
Braam
Bloemrijk
Droge
ruigte
Perceelsrand
Bloemrijk
grasland
+
Soort
PRESENTIE
Patrijs
Hoogst.
boomg.
n telptn
167
Bebouwd
Natuur Droog
Hele gebied
0,85
België
0,81
% België
41,7%
Natuur Nat
Bos
-
% Frankrijk
44,4%
Frankrijk
0,93
sign.
Gewas
Koolzaad
Water
Poel
Moeras
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
+
-
% globaal
42,7%
Onkruid- Wildakker
akker
Sign.
RL
K
RL
K
De Patrijs houdt nog goed stand in deze regio, en is ongeveer even algemeen in beide landen. Enkel in de zeer
e
grootschalige Franse Moeren is er een relatief groot gebied zonder Patrijzen (eind 20 eeuw was hier nochtans een
hoge dichtheid). Dit is merkwaardig genoeg ook het geval ten oosten van Wijtschate en Mesen. Ook in bosrijk gebied
ontbreekt hij vaak.
Landschappelijk is er een grote voorkeur voor agrarisch gebied en zelfs voor de aanwezigheid van hoeves. Daar
scharrelen ze graag rond op kort gegraasde huisweiden en overhoekjes. Er is een afkeer van bos en blijkbaar ook van
droge natuur (struwelen, grote ruigtes, e.d.). Ook drukke wegen worden gemeden. De aanwezigheid van KLE's is
minder belangrijk, met uitzondering van knotbomen. De bomen zelf zullen niet zo belangrijk zijn, wel het bijhorende
'ouderwetse' (?) en veelal kleinschalige landschap. Andere studies toonden aan dat braakliggend terrein en
stoppelvelden 's winters geliefd zijn, en dat ze een gemiddelde perceelsgrootte van 2 à 3 ha verkiezen.
Wat doen voor de Patrijs ? Een gemengd kleinschalig landschap behouden (met percelen 2 à 3 ha) met afwisseling
van KLE's (maar geen gesloten landschap) en types gewassen is het best. Dekking is gewenst onder de vorm van
kleinschalige ruigtes, vooral voor de winter. Dergelijke zones mogen maar laat worden gemaaid, ten vroegste 15 juli,
ofwel met rust gelaten. Perceelsranden (type duo- of triorand met ongemaaide strook) en oude niet agronomisch
'verbeterde' graslanden zijn ook geliefd (Dochy, 2013). 's Winters zijn onbespoten stoppelvelden aangewezen.
63
--
4.24. PUTTER
Mix
Soort
n
Putter
25
Som
KLE
Houtig
Grote
bomen
Lage
bomen
Hoogst.
boomg.
Ruigte
Solitaire
struik
Haag
Dode
boom
Knotboom
Braam
Bloemrijk
Droge
ruigte
Perceelsrand
+
Soort
Agrarisch
Bebouwd
Natuur Droog
Natuur Nat
Bos
Putter
---
+
(+)
(+)
+
PRESENTIE
Putter
AANTAL VOGELS/telpunt
Putter
Bloemrijk
grasland
n telptn
25
% globaal
6,4%
Hele gebied
0,09
België
0,08
% België
5,3%
% Frankrijk
8,3%
Frankrijk
0,13
sign.
Sign.
RL
RL
De Putter is een schaarse broedvogel in West-Vlaanderen, en was rond 2000 nog het meest talrijk in 'de bergen'
(Vermeersch et al, 2004). Dit blijkt ook nu nog zo te zijn. In Frankrijk zijn ze iets algemener. Dit komt vermoedelijk
door een grotere tolerantie van landbouwers tegenover oude ruigtes en distels, en het talrijker aanwezig zijn van
bloemrijke graslanden. In de omgeving van 'de bergen' is de Putter ook daar het best vertegenwoordigd. Voor de rest
kan hij overal opduiken.
Landschappelijk worden gebieden met overwegend agrarisch gebruik gemeden. De aanwezigheid van bebouwing
(met tuinen of parken) wordt verkozen, net als bos. Droge of natte natuur zijn aanbevolen.
Als KLE komt enkel bloemrijk grasland naar voor als positief biotoopelement. De Putter leeft vooral van zaden van
composieten, zoals Paardenbloem, streepzaad sp., biggenkruid sp. en vooral distels zoals Kale jonker (natte
plaatsen), Speerdistel en Akkerdistel. In ruigtes ook zaden van klitsoorten en Grote kaardenbol, in bos ook zaden van
elzen.
Wat doen voor de Putter ? Bloemrijke graslanden en bermen in ere houden of herstellen. Dicotylenbestrijding in
grasland verminderen. Distelbestrijding terugschroeven op plaatsen waar dit overbodig is, bv. op meer dan 50 meter
van landbouwpercelen. Aanplant van elzen langs kleine waterlopen is ook een goede oeverversteviging.
64
Onkruid- Wildakker
akker
Gewas
Koolzaad
Water
Poel
Moeras
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
4.25. RIETGORS
Mix
Soort
n
Rietgors
38
Soort
Som
KLE
Houtig
Grote
bomen
Lage
bomen
--
-
Agrarisch
Hoogst.
boomg.
AANTAL VOGELS/telpunt
Rietgors
Haag
Dode
boom
Knotboom
Bebouwd
Natuur Droog
% globaal
9,7%
Hele gebied
0,12
Perceelsrand
Bloemrijk
grasland
+
+
+++
Natuur Nat
-
n telptn
38
Braam
België
0,08
Bloemrijk
Droge
ruigte
-
Rietgors
PRESENTIE
Rietgors
Ruigte
Solitaire
struik
Bos
++
% België
7,7%
% Frankrijk
13,2%
Frankrijk
0,19
sign.
**
Sign.
RL
B
net niet
RL
B
Is dubbel zo talrijk qua aantallen in Frankrijk, maar het verschil in presentie bleek net niet significant maar nochtans
ook bijna een tweevoud verschil. Komt algemeen voor in de Franse Moeren, iets minder in de IJzervallei. Is een echte
soort van landbouwgebied in het zuidelijke zandleemgebied van Dikkebus-Reningelst en tussen Wormhout en Killem
(in greppels met hier en daar een wilg of wat riet). Ook hier en daar in de Douvevallei ten zuiden van de Kemmelberg.
Elders maar heel sporadisch. Is in Frankrijk duidelijk achteruitgegaan sinds 1985-1995. Aan Vlaamse kant lijkt zich een
lichte toename (of allicht: beter onderzoek?) te hebben voorgedaan sinds 2000 ten zuiden van Poperinge.
Poldergrachten zijn er het bolwerk van de Rietgors.
Mijdt bebouwing en verkiest natte natuur, wat uiteraard geen verrassing is. Houdt ook van open landschap (geen
houtige KLE's), maar het vermijden van solitaire struiken is eigenaardig want ze gebruiken die nochtans heel vaak als
zangpost. Het is mogelijk dat ze in de meer open Moeren (met een groot aandeel in het totaal) vooral vanaf
rietstengels of weidepaaltjes zingen. Niet opgaande KLE's zijn belangrijk voor de Rietgors: bloemrijke terreinen zoals
droge ruigtes en bloemrijke graslanden en natuurlijk moerasgebieden en waterlopen. Ook onverharde wegen en
perceelsranden blijken hun voorkeur weg te dragen.
Wat doen voor de Rietgors ? De soort heeft een duidelijke voorkeur voor open gebied met daarin een reeks
'onbespoten en onbemeste' KLE's die niet van het opgaande houtige type zijn. Dus geen bomen en struiken, maar
bloemrijke stroken of percelen en moerasvegetaties.
65
Onkruid- Wildakker
akker
Gewas
Koolzaad
Water
Poel
Moeras
(-)
+++
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
++
(-)
++
4.26. RINGMUS
Mix
Soort
n
Som
KLE
Ringmus
75
+
Soort
Houtig
Grote
bomen
Lage
bomen
Agrarisch
Hoogst.
boomg.
Haag
+
+
Bebouwd
Ruigte
Solitaire
struik
Dode
boom
Knotboom
Braam
Bloemrijk
Droge
ruigte
Perceelsrand
Bloemrijk
grasland
+++
Natuur Droog
+
Natuur Nat
Bos
Ringmus
PRESENTIE
Ringmus
AANTAL VOGELS/telpunt
Ringmus
n telptn
75
% globaal
19,2%
Hele gebied
0,51
België
0,72
% België
26,3%
% Frankrijk
6,9%
Frankrijk
0,15
sign.
***
Gewas
Onkruid- Wildakker
akker
Sign.
***
RL
A
RL
A
Is zeer opvallend (4x!) talrijker in België dan in Frankrijk. Het gevarieerde en relatief kleinschalige landschap ten
zuiden van Poperinge en de knotbomenrijke omgeving van ‘de bergen’ telt nog heel wat locaties met Ringmussen. In
de IJzervallei en het plateau van Izenberge zijn er al wat minder. In de polders zijn er quasi geen. De aantallen op de
meeste vindplaatsen zijn eerder laag voor een kolonievogel, hooguit een tiental als maximum en meestal maar
enkele. Dit kan verband houden met de sterke achteruitgang in heel West-Europa. T.o.v. 1985-1995 is de
achteruitgang in Frankrijk nog groter dan die in het Belgische deel van het studiegebied.
Op landschapsschaal speelt geen bijzondere voorkeur of afkeer, maar dat is wel zo op het niveau van de KLE’s. De
soort houdt van een mix van KLE’s en dan met name knotbomen, hagen, hoogstamboomgaarden en onkruidenrijke
akkers. Koolzaad heeft een licht positief effect. Er zijn geen KLE’s die gemeden worden.
De quasi afwezigheid op veel plaatsen in Frankrijk is moeilijk te duiden. De sterke voorkeur voor knotbomen is voor
deze holenbroeder erg logisch en daarvan zijn er beduidend meer in België dan in Frankrijk. Zit daar het verschil? Bij
hagen en koolzaad is de situatie omgekeerd: er zijn er meer in Frankrijk. Solitaire struiken en lage bomen worden
vaak benut om voedsel te zoeken (Dochy, 2009) en daarvan zijn er ook meer in België. Misschien is een juiste
combinatie van KLE’s nodig, of spelen fijnere mechanismen. Detailonderzoek is hier aanbevolen.
Wat doen voor de Ringmus ? Oude knotbomen goed onderhouden. Hagen en bomen combineren. Extra nestkasten
hangen waar geen oude knotbomen zijn. Nieuwe knotbomen blijven planten voor de lange termijn. Hagen en
hoogstamboomgaarden promoten. Onbespoten stoppels en vogelvoedselgewassen laten overwinteren.
66
Koolzaad
(+)
Water
Poel
Moeras
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
4.27. ROEK
Mix
Soort
n
Som
KLE
Roek
5
-
Soort
Houtig
Grote
bomen
Lage
bomen
Hoogst.
boomg.
(-)
-
++
Agrarisch
Bebouwd
Ruigte
Solitaire
struik
Haag
Dode
boom
Natuur Droog
Knotboom
Braam
Bloemrijk
Droge
ruigte
Natuur Nat
Perceelsrand
Bos
Roek
PRESENTIE
Roek
AANTAL VOGELS/telpunt
Roek
Bloemrijk
grasland
(+)
n telptn
5
% globaal
1,3%
Hele gebied
0,18
België
0,00
% België
0,0%
% Frankrijk
3,5%
Frankrijk
0,50
sign.
Sign.
**
RL
RL
De Roek is een vaste wintergast in de streek, maar als broedvogel ontbrak hij tot 2013 aan de Belgische kant. In
2013 werd een eerste kleine kolonie gevonden net ten zuiden van Veurne (melding K. Degraeve). In Frankrijk waren
er 4 locaties met Roeken in het broedseizoen. Op één telpunt bedroeg het maximum 60 exemplaren. De soort is aan
een langzame maar gestage opmars bezig vanuit kolonies ten westen, zuiden en zuidoosten van het studiegebied en
kan in de toekomst op meer plaatsen verwacht worden.
De Roek broedt koloniegewijs in bosjes maar zoekt zijn voedsel in eerder open gebied in kort grasland (veel
emelten) en 's winters ook veel op stoppels van dorsmais. De voorkeur voor bos speelt in onze resultaten maar licht
mee. De soort is tevreden met kleine bosjes of grote parktuinen die nauwelijks als bos bestempeld kunnen worden.
KLE’s hebben ze inderdaad liever weinig, en liefst geen lage of hoge bomen. Hoogstamboomgaarden verkiezen ze
duidelijk wel.
Wat doen voor de Roek ? Verspreide bosjes met kolonies beschermen. Graslanden in open gebied en nabij die
bosjes niet te intensief beheren zodat er een rijke bodemfauna kan leven.
67
Onkruid- Wildakker
akker
Gewas
Koolzaad
Water
Poel
Moeras
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
4.28. ROODBORSTTAPUIT
Mix
Soort
n
Roodborsttapuit
9
Soort
Som
KLE
Houtig
Grote
bomen
Lage
bomen
Hoogst.
boomg.
AANTAL VOGELS/telpunt
Roodborsttapuit
Haag
Dode
boom
Knotboom
Braam
Bloemrijk
Droge
ruigte
Perceelsrand
+++
Agrarisch
Bebouwd
Roodborsttapuit
PRESENTIE
Roodborsttapuit
Ruigte
Solitaire
struik
Natuur Droog
Natuur Nat
Bloemrijk
grasland
(+)
Bos
-
n telptn
9
% globaal
2,3%
Hele gebied
0,03
België
0,01
% België
0,8%
% Frankrijk
4,9%
Frankrijk
0,06
sign.
**
Sign.
*
RL
RL
Een schaarse soort maar die in Frankrijk toch beduidend minder zeldzaam is dan in België. Kan overal opduiken in
het studiegebied, er is geen voorkeur voor bepaalde regio’s. De situatie rond de eeuwwisseling was gelijkaardig.
Mijdt een bebouwde omgeving. Qua KLE’s houdt de soort van eerder droge gebieden, met droge ruigte en liefst
zonder waterlopen. Vertoont ook lichte voorkeur voor bloemrijk grasland. Dit was ook zo aan de Oostkust waar
vooral soortenrijk grasland met veel microreliëf in trek was. Andere KLE’s zijn niet belangrijk.
Wat doen voor Roodborsttapuit ? Droge ruigtes en bloemrijke graslanden goed beheren opdat ze in stand blijven,
ofwel dergelijke terreinen ontwikkelen. Her en der een struikje of paaltjes zijn nodig als uitkijkpost. Dit kan zowel op
hele percelen als op perceelsranden (bv. triorand, zie Dochy (2012)) of in brede weg- of spoorwegbermen.
Braakliggende restgronden van industriezones zijn ook erg geschikt.
68
Onkruid- Wildakker
akker
Gewas
Koolzaad
Water
Poel
Moeras
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
-
4.29. SCHOLEKSTER
Mix
Soort
n
Scholekster
9
Soort
Scholekster
PRESENTIE
Scholekster
AANTAL VOGELS/telpunt
Scholekster
Som
KLE
Houtig
Grote
bomen
Lage
bomen
Hoogst.
boomg.
Ruigte
Solitaire
struik
Haag
Dode
boom
Knotboom
Braam
Bloemrijk
Droge
ruigte
Perceelsrand
Bloemrijk
grasland
(-)
Agrarisch
Bebouwd
(+)
(-)
n telptn
9
% globaal
2,3%
Hele gebied
0,04
België
0,06
Natuur Droog
% België
3,6%
Natuur Nat
% Frankrijk
0,0%
Frankrijk
0,00
sign.
Bos
Sign.
*
RL
RL
De Scholekster blijkt een exclusief Belgische broedvogel te zijn. Hij komt vooral voor in de Moeren, maar ook buiten
de polders op uiteenlopende plaatsen. Is nogal mobiel in het broedseizoen waardoor het niet altijd duidelijk is waar
de vogels effectief broeden. Aan de Oostkust was dit het vaakst op een pas gezaaide mais-, aardappel- of soms
bietenakker in vrij open gebied, en steevast naast een graslandperceel. Dit blijkt ook uit de landschapspreferenties
die evenwel niet erg uitgesproken zijn. Tombal (1996) wijt de (quasi) afwezigheid in Frankrijk aan de jachtdruk. Er
broeden maar een paar koppels in havengebieden en reservaten aan de kust, de kolonisatie van het binnenland is
nooit gelukt.
KLE’s zijn niet nodig voor de Scholekster, maar schrikken hem ook niet echt af. De combinatie van grasland om
voedsel te zoeken (meestal regenwormen) en kale akkers (in mei) om te broeden is allicht van doorslaggevend
belang.
Wat doen voor Scholekster ? Behoud van graslanden in akkergebieden in het algemeen en van oude graslanden met
rijke bodemfauna in het bijzonder. Nestbescherming op kale stoppels die nog moeten geploegd worden.
69
Onkruid- Wildakker
akker
Gewas
Koolzaad
Water
Poel
Moeras
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
4.30. SPOTVOGEL
Mix
Soort
n
Som
KLE
Spotvogel
44
+++
Soort
Houtig
Grote
bomen
Lage
bomen
Hoogst.
boomg.
Haag
++
(+)
++
++
Agrarisch
Bebouwd
Spotvogel
PRESENTIE
Spotvogel
AANTAL VOGELS/telpunt
Spotvogel
Ruigte
Solitaire
struik
Dode
boom
Natuur Droog
Bloemrijk
Knotboom
Braam
Droge
ruigte
(+)
+
+
Natuur Nat
Perceelsrand
Bloemrijk
grasland
+
Bos
++
n telptn
44
% globaal
11,3%
Hele gebied
0,12
België
0,14
% België
13,0%
% Frankrijk
8,3%
Frankrijk
0,09
sign.
Sign.
RL
RL
Is ietsje algemener in de Belgische tuinen van het platteland. Het studiegebied ligt op minder dan 100 km van de
westgrens van het areaal van deze hoofdzakelijk Oost-Europese soort. Het is nog onduidelijk of de opkomst van de
Orpheusspotvogel vanuit het zuiden en westen de gewone Spotvogel weg zou concurreren.
Want komt vooral voor nabij bebouwing, en dan vooral in tuinen met veel dicht struweel. Dit kan overal zijn, van de
kust tot de Leievallei. Territoria in dichte brede hagen buiten bebouwing zijn tegenwoordig zeer schaars.
Houdt verder van een veelheid aan KLE’s, in het bijzonder de houtige types. Is één van de weinige soorten uit ons
onderzoek die graag grote bomen heeft. Maar ook ruigtes, braamstruweel en wildakkers worden verkozen,
vermoedelijk door een groter insectenaanbod. De lichte voorkeur voor poelen is minder duidelijk.
Wat doen voor Spotvogel ? Ecologisch beheerde tuinen met veel opgaand groen, hagen en grote bomen, waar ook
nog ruimte is voor insectenrijke ruigtes. Kortom: een grote oude tuin waar niet te veel in wordt gewerkt.
70
Gewas
Onkruid- Wildakker
akker
Koolzaad
Water
Poel
(+)
Moeras
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
4.31. TORENVALK
Mix
Soort
n
Torenvalk
42
Soort
Som
KLE
Houtig
Grote
bomen
Lage
bomen
Hoogst.
boomg.
Ruigte
Solitaire
struik
Haag
Dode
boom
Knotboom
Braam
Bloemrijk
Droge
ruigte
Perceelsrand
Bloemrijk
grasland
(-)
Agrarisch
Bebouwd
Natuur Droog
Natuur Nat
Bos
Torenvalk
PRESENTIE
Torenvalk
AANTAL VOGELS/telpunt
Torenvalk
n telptn
42
% globaal
10,7%
Hele gebied
0,11
België
0,10
% België
9,7%
% Frankrijk
12,5%
Frankrijk
0,13
sign.
Sign.
RL
RL
Voor de Torenvalk was 2013 een zeer zwak jaar omdat er erg weinig muizen waren (bron: statistieken op
www.bips.waarnemingen.be). Op maar 10% van de telpunten werd de soort opgemerkt. De situatie was in beide
landen gelijk. In grote gebieden leek de soort zelfs geheel te ontbreken.
De Torenvalk stelt geen speciale eisen aan het landschap noch aan de KLE’s. Als specialist-muizenjager heeft de soort
vooral grasland nodig met (Veld)muizen. Dit kunnen even goed weilanden zijn als wegbermen of braakliggende
percelen.
Wat doen voor Torenvalk ? Als specialist-muizenjager heeft de soort vooral grasland nodig met Veldmuizen en
aanverwanten. Dit kunnen even goed weilanden zijn als wegbermen, droge ruigtes of braakliggende percelen. Om te
broeden gebruiken ze oude kraaiennesten, maar nestkasten die bevestigd zijn aan hoogstambomen of een paal,
worden ook graag benut.
71
Onkruid- Wildakker
akker
Gewas
Koolzaad
Water
Poel
Moeras
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
4.32. VELDLEEUWERIK
Mix
Soort
Veldleeuwerik
Houtig
n
Som
KLE
Grote
bomen
Lage
bomen
Hoogst.
boomg.
258
---
-
--
--
Soort
Veldleeuwerik
PRESENTIE
Veldleeuwerik
AANTAL VOGELS/telpunt
Veldleeuwerik
Ruigte
Haag
Solitaire
struik
Dode
boom
-
--
(-)
Agrarisch
Bebouwd
Natuur Droog
+++
---
-
n telptn
258
% globaal
66,0%
Hele gebied
1,04
België
0,98
% België
61,1%
Knotboom
Perceelsrand
Bloemrijk
grasland
Onkruid- Wildakker
akker
Gewas
Koolzaad
Water
Poel
-
Natuur Nat
Bos
---
% Frankrijk
74,3%
Frankrijk
1,15
Braam
Bloemrijk
Droge
ruigte
sign.
net niet
Sign.
**
RL
K
RL
K
Dé akkervogel bij uitstek is duidelijk algemener in Frankrijk dan in België. Hij komt er op 3/4 van de telpunten voor (in
België 61%) en ook de dichtheid is iets hoger. De hoogste dichtheden werden aangetroffen in de Douvevallei ten
zuiden van de Kemmelberg. Daar konden tot 4 zingende mannetjes per telpunt gehoord worden. Ontbreekt
grotendeels op en rond ‘de bergen’.
De voorkeur voor open terrein is zeer duidelijk, voor zowel landschap als KLE’s. Op landschapsschaal is er een
absolute voorkeur voor puur agrarisch gebied, en een absolute afkeer van bebouwing en bos. Droge natuur
(struwelen e.d.) wordt gemeden, en hij is neutraal voor natte natuur. Op het vlak van KLE’s heeft de Veldleeuwerik
liefst zo weinig mogelijk houtige KLE’s. Drukke wegen worden echt gemeden. Aan de Oostkust bleek een voorliefde
voor grasakkers (maar: groot risico op uitmaaien), zomergraan en soortenrijk grasland met veel microreliëf.
Wat doen voor Veldleeuwerik ? Openheid landschap bewaren waar dit een kwaliteit is. Meer zomergraan telen.
Voor de overwintering zijn onbespoten graanstoppels belangrijk. Als broedbiotoop is het nodig om over een divers
aanbod aan gewassen te beschikken, zodat de structuur van het gewas het hele seizoen (april-juli) geschikt is om de 2
à 3 broedrondes te volbrengen. Onverharde wegen en perceelsranden van het type triorand kunnen een gunstig
effect hebben op het aanbod aan insecten als zomervoedsel, zeker in voor de rest kale gebieden. De soort komt
nauwelijks of niet voor op minder dan 100 m van bos of bebouwing. In open gebieden daarom nieuwe beplanting
best rond bedrijfszetels concentreren.
72
Moeras
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
---
4.33. WITTE KWIKSTAART
Mix
Soort
n
Witte kwikstaart
80
Soort
Som
KLE
Houtig
Grote
bomen
Lage
bomen
Hoogst.
boomg.
Ruigte
Solitaire
struik
Haag
(+)
Agrarisch
Dode
boom
Knotboom
Braam
Bloemrijk
Droge
ruigte
Perceelsrand
Bloemrijk
grasland
(-)
Bebouwd
(+)
Natuur Droog
Natuur Nat
Bos
Witte Kwikstaart
PRESENTIE
Witte kwikstaart
AANTAL VOGELS/telpunt
Witte kwikstaart
n telptn
80
% globaal
20,5%
Hele gebied
0,24
België
0,26
% België
21,5%
Gewas
Onkruid- Wildakker
akker
% Frankrijk
18,8%
Frankrijk
0,20
sign.
Sign.
RL
RL
Vrij ruim verspreide soort, op ongeveer 1/5 van alle telpunten, en dit zowel in België als Frankrijk. Echte
kerngebieden zijn er niet, maar de gegevens suggereren een grotere aanwezigheid in het relatief kleinschalige
gemengde landbouwgebied ten noorden en zuiden van ‘de bergen’, in of langs de IJzervallei en in de Moeren. Was in
1985-1995 in Frankrijk het talrijkst in de Leievallei, maar ontbrak daar tijdens de tellingen. Er moet daar een sterke
achteruitgang zijn opgetreden.
De soort heeft geen merkbare voorkeur voor grote landschapskenmerken, en ook nauwelijks voor KLE’s. Er is een
lichte voorkeur voor hoogstamboomgaarden en wildakkers, en een lichte afkeer van solitaire struiken, maar erg
informatief is dit niet. Broedt vaak op en rond hoevegebouwen en serres maar kan ver daarbuiten voedsel gaan
zoeken. Er werd geen link gevonden met natte biotopen.
Wat doen voor de Witte kwikstaart ? Het is niet goed gekend wat de soort echt nodig heeft. Boerderijgebouwen en
serres zijn er alvast genoeg. Foerageert graag in kort grasland naast vee om opvliegende insecten te vangen (ook
duingraslanden), maar even goed op stoppels met korte vegetatie, onverharde wegen, op modder langs plassen en
poelen, op mesthopen, enzovoort. Allicht is een gevarieerd en niet te open landschap voldoende.
73
Koolzaad
Water
Poel
Moeras
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
4.34. ZOMERTORTEL
Mix
Soort
n
Som
KLE
Zomertortel
23
+
Soort
Houtig
Grote
bomen
Lage
bomen
Agrarisch
Hoogst.
boomg.
Bebouwd
Zomertortel
PRESENTIE
Zomertortel
AANTAL VOGELS/telpunt
Zomertortel
Ruigte
Haag
Solitaire
struik
++
+
Dode
boom
Natuur Droog
Knotboom
Natuur Nat
(-)
n telptn
23
% globaal
5,9%
Hele gebied
0,06
België
0,04
Braam
Bloemrijk
Droge
ruigte
Perceelsrand
Bloemrijk
grasland
Bos
+
% België
4,0%
% Frankrijk
9,0%
Frankrijk
0,10
sign.
net niet
Sign.
RL
B
net niet
RL
B
De Zomertortel verdwijnt razendsnel uit ons landschap. Frankrijk telt er nog ruim dubbel zo veel als België maar
talrijk zijn ze ook daar niet meer. In beide landen bevinden de restpopulaties zich op en rond ‘de bergen’, de
heuvelrug van Nieuwkerke (= noordrand Leievallei), hier en daar in de IJzervallei en op het plateau van Izenberge tot
de rand van de Moeren. Enkel in Frankrijk zijn buiten die kernzones nog territoria aangetroffen.
Landschappelijk is er een voorkeur voor natte natuur, mogelijk omdat daar ook vaak struweel aanwezig is. Bebouwde
omgeving wordt licht gemeden. Op het vlak van KLE’s is een mix aan KLE’s van belang. Hagen en solitaire struiken
hebben de voorkeur. Zingt graag vanuit dode bomen, maar dat blijkt niet zo structureel noodzakelijk (idem als
Koekoek). Ook hadden we een link met lage of hoge bomen verwacht (Dochy, 2009), maar ook dat is niet zo.
Blijkbaar zijn er altijd wel zangposten te vinden als er maar de geschikte (brede en hoge) haag staat. Dat kan ook een
elektriciteitsleiding zijn. Het is een strikte vegetariër die leeft van (on)kruidzaden. Die zijn er steeds minder. Lijdt
bovendien onder intensieve jacht tijdens trek en overwintering. Dichte hagen en struwelen zijn niet zo zeldzaam om
de zeldzaamheid van de Zomertortel te verklaren.
Wat doen voor de Zomertortel ? Verhogen voedselaanbod door onbespoten stoppels tot in de zomer onaangeroerd
te laten, of vogelvoedselgewassen in te zaaien die al vroeg op het seizoen zaden beschikbaar hebben (experimenten
nodig). Ook bloemrijke graslanden en onverharde wegen zijn hiervoor goed. Een paar weken wachten met het
omploegen van graanstoppels na de graanoogst kan de vogels toelaten een graantje mee te pikken net voor de trek
naar het zuiden (in augustus).
74
Onkruid- Wildakker
akker
Gewas
Koolzaad
Water
Poel
Moeras
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
4.35. ZWARTE ROODSTAART
Mix
Soort
n
Zwarte roodstaart
36
Soort
Som
KLE
Houtig
Grote
bomen
Lage
bomen
Hoogst.
boomg.
AANTAL VOGELS/telpunt
Zwarte roodstaart
Haag
Dode
boom
Knotboom
Braam
Bloemrijk
Droge
ruigte
Perceelsrand
Bloemrijk
grasland
+
Agrarisch
Bebouwd
Zwarte Roodstaart
PRESENTIE
Zwarte roodstaart
Ruigte
Solitaire
struik
Natuur Droog
% globaal
9,2%
Hele gebied
0,10
België
0,12
% België
10,5%
Natuur Nat
% Frankrijk
6,9%
Frankrijk
0,08
sign.
Gewas
Koolzaad
Water
Poel
+
Bos
(+)
n telptn
36
Onkruid- Wildakker
akker
Sign.
RL
RL
Komt wat meer voor in België dan in Frankrijk, zij het niet significant. Vermoedelijk is dit vooral zo omdat er meer
verspreide landelijke bebouwing is in België, waar die in Frankrijk meer geconcentreerd is. Bizar genoeg is hij niet
talrijker opgemerkt in de polders en zelfs nauwelijks in het ogenschijnlijk zeer geschikte plateau van Izenberge, waar
hij in 2000-2002 wel goed vertegenwoordigd was (Vermeersch et al, 2004).
De link met bebouwde omgeving (landschap) en hoevegebouwen (KLE) is kenmerkend voor de soort. Verder
verkiest hij knotbomen en poelen, m.a.w. een insectenrijk terrein zoals een oude huisweide, en dit vlakbij het erf,
zijn broedgebied.
Wat doen voor de Zwarte roodstaart ? Natuurvriendelijk groen rond de hoeve lijkt het belangrijkste. De
aanwezigheid van knotbomen (= goede uitkijkplaatsen om insecten op te sporen) en poelen (insecten bij droog
weer) is nuttig.
75
Moeras
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
+
4.36. ANDERE VOGELSOORTEN
Deze soorten waren erg zeldzaam in het studiegebied. Er kon daarom geen verdere analyse worden gemaakt.
Blauwe kiekendief: één waarneming op de grens in de Moeren. Broedt schaars in de Noord-Franse kustpolders (www.atlas-ornitho.fr). Frankrijk heeft een grote populatie die in akkers
broedt (ca. 10.000 koppels rond 2000, www.busards.com), maar daarvan komen er niet zo veel tot in het uiterste noorden.
Grauwe gans: slechts één waarneming van een koppel in de Petites Moëres nabij Hondschoote, een gebied met veel jachtputten; is in opmars in waterrijke gebieden in de polders (bv.
Uitkerke, Blankaart, Stuivekenskerke), maar blijkbaar (nog?) niet zo ver westelijk.
Grutto: twee locaties in de Petites Moëres nabij Hondschoote, een gebied met veel jachtputten en de enige broedplaats in Noord-Frankrijk. In het Belgische studiegebied was er één locatie
in Bulskamp net ten zuiden van Veurne. De echte weidevogelgebieden liggen in de kust- en IJzerpolders ten oosten van het studiegebied.
Orpheusspotvogel: is een soort van westelijk Zuid-Europa die op zo’n 15 km ten westen en zuiden van het studiegebied de noordgrens van haar areaal bereikt, en daar bijna overal vrij
algemeen is. Kan in de toekomst door o.a. klimaatverandering meer verwacht worden in grote hagen bij ons. Eén waarneming in de Leievallei in Erquinghem-Lys (Frankrijk) ten zuidwesten
van Armentières betekent op dat vlak nog geen doorbraak.
Soorten die wel moesten genoteerd worden, maar die niet zijn gezien: Grauwe kiekendief (zeer schaarse broedvogel Franse polders) en Gekraagde roodstaart (inderdaad nagenoeg afwezig).
76
4.37. HAAS
Mix
Soort
n
Haas
164
Som
KLE
Houtig
Grote
bomen
Lage
bomen
Hoogst.
boomg.
Knotboom
Braam
Bloemrijk
Droge
ruigte
Perceelsrand
Bloemrijk
grasland
Bebouwd
Haas
+
--
n telptn
164
% globaal
41,9%
Hele gebied
0,91
Onkruid- Wildakker
akker
Gewas
Koolzaad
Water
Poel
Moeras
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
-
Agrarisch
AANTAL VOGELS/telpunt
Haas
Haag
Dode
boom
(-)
Soort
PRESENTIE
Haas
Ruigte
Solitaire
struik
België
1,13
Natuur Droog
% België
47,8%
Natuur Nat
% Frankrijk
31,9%
Frankrijk
0,53
sign.
***
Bos
Sign.
**
RL
RL
De Haas is duidelijk ruimer verspreid en ook talrijker in België dan in Frankrijk. De alluviale Leievallei (met de
Douvevallei) heeft de hoogste dichtheden, tot meer dan 5 per telpunt. De ‘bergen’ hebben duidelijk lagere
dichtheden. Komt zo goed als vlakdekkend voor in de polders, het plateau van Izenberge en de IJzervallei. Verder is
er een goede concentratie in het gebied Reningelst-Dikkebus en tussen Poperinge en Westouter. Aan Franse kant
zijn de aantallen erg pover en is de verspreiding discontinu.
De soort verkiest vooral agrarisch gebied en zeker geen bebouwing. Natte of droge natuurterreinen zijn minder
belangrijk alsook bos. KLE’s lijken ook weinig belangrijk. Er is een lichte afkeer voor lage bomen en een vrij duidelijke
voor onverharde wegen. Waarom ze onverharde wegen zouden mijden is niet bekend. Het is niet duidelijk waarom
de Haas in Frankrijk zo veel zeldzamer is. Ligt de jachtdruk te hoog ? Te weinig grasland tussen de grootschaliger
akkers ?
Wat doen voor de Haas ? De Haas komt qua biotoopeisen goed overeen met de Patrijs. Een gemengd kleinschalig
landschap behouden met afwisseling van KLE's en types gewassen is het best. Dekking is gewenst onder de vorm van
kleinschalige ruigtes en bloemrijk grasland. Dergelijke zones laat maaien, ten vroegste 15 juli. Perceelsranden (type
duo- of triorand met ongemaaide strook) en oude niet agronomisch 'verbeterde' graslanden zijn ook geliefd (Dochy,
2013).
77
4.38. KONIJN
Mix
Soort
n
Som
KLE
Konijn
18
++
Houtig
Grote
bomen
Lage
bomen
Soort
Agrarisch
Konijn
-
PRESENTIE
Konijn
AANTAL VOGELS/telpunt
Konijn
n telptn
18
Hoogst.
boomg.
Bebouwd
% globaal
4,6%
Hele gebied
0,06
België
0,04
Ruigte
Solitaire
struik
Haag
Dode
boom
Knotboom
Braam
(+)
+
(+)
Natuur Droog
Natuur Nat
++
+
% België
3,6%
% Frankrijk
6,3%
Frankrijk
0,10
sign.
*
Bloemrijk
Droge
ruigte
Perceelsrand
Bloemrijk
grasland
(+)
Bos
Sign.
RL
RL
Het Konijn is voornamelijk schemer- en nachtactief. Na een aantal magere jaren door diverse virusziektes, komt de
soort langzaam terug uit het dal gekropen. Toch is de aanwezigheid vaak nog erg lokaal. Frankrijk heeft wat meer
Konijnen dan België, maar het verschil is niet significant.
Het zijn geen dieren van het agrarisch gebied, maar eerder van restgronden en natuurterreinen. Dit is duidelijk te zien
aan de voorkeur voor droge en natte natuur op landschapsschaal, en de voorkeur voor een mix aan KLE’s op kleinere
schaal. Bomen zijn daar niet bij, behalve dode en knotbomen, die eerder wijzen op oude landschapselementen en dus
een vrij rustige omgeving. Verder is er vooral een lichte voorkeur voor bramen, perceelsranden, onkruidenrijke
stoppels en een duidelijke voorkeur voor onverharde wegen.
Wat doen voor Konijn ? Een toename van Konijnen is meestal niet gewenst door landbouwers om vraatschade te
vermijden. Los daarvan heeft de soort baat bij rustige restgronden.
78
Gewas
Onkruid- Wildakker
akker
(+)
Koolzaad
Water
Poel
Moeras
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
+
4.39. REE
Mix
Soort
n
Ree
5
Soort
Ree
PRESENTIE
Ree
AANTAL VOGELS/telpunt
Ree
Som
KLE
Houtig
Grote
bomen
Lage
bomen
Hoogst.
boomg.
Ruigte
Solitaire
struik
Haag
Dode
boom
Knotboom
Braam
Bloemrijk
Droge
ruigte
Perceelsrand
Bloemrijk
grasland
(+)
Agrarisch
Bebouwd
Natuur Droog
Natuur Nat
Bos
(-)
n telptn
5
+
% globaal
1,3%
Hele gebied
0,02
België
0,02
% België
1,6%
% Frankrijk
0,7%
Frankrijk
0,01
sign.
*
Sign.
RL
RL
De Ree is voornamelijk schemer- en nachtactief. Toch werden er er enkele gezien. De soort neemt al jaren langzaam
toe in de regio. Werd meer in België gezien dan in Frankrijk, maar telkens in laag aantal.
Bos is favoriet, agrarisch gebied eerder niet. Braamstruwelen zijn de enige KLE waar er een (klein) positief verband
werd vastgesteld. De soort gedijt dus in een gewoon gevarieerd landschap, als er maar verspreid bos aanwezig is.
Wat doen voor de Ree ? Vermits de soort al jaren toeneemt, zijn geen speciale acties nodig. Verspreide rustige
struwelen en bosjes zijn goede schuilplaatsen. 'Reeënspiegels' kunnen de sterfte door het verkeer doen dalen.
79
Onkruid- Wildakker
akker
Gewas
Koolzaad
Water
Poel
Moeras
Bebouwd
WaterOnverhar- Drukke
Hoeve
loop
de weg
weg
5. CONCLUSIES
Het landschap blijkt in grote lijnen gelijkaardig tussen Frankrijk en België. De aanwezige vogelsoorten
kunnen opgedeeld worden in drie groepen:
- de soorten van open en zo veel mogelijk door landbouw gedomineerde landschappen
(OLA’s)
- de soorten van zo gevarieerd en complex mogelijke landschappen (KLA’s)
- de soorten die het blijkbaar niet zo veel kan schelen of er nu veel of weinig bebouwing of bos
is in het agrarische gebied (generalisten)
Maatregelen ten gunste van doelsoorten uit het agrarisch gebied bestaan meestal uit het aanleggen
of onderhouden van kleine landschapselementen. Uit ons onderzoek kunnen hiervoor een aantal
aanbevelingen worden afgeleid :
1)
Gebieden met concentraties aan OLA’s worden best gevrijwaard van aanplantingen
allerhande in de open gebieden. De openheid en juist het gebrek aan houtige KLE’s vormt de
kwaliteit die soorten als Veldleeuwerik, Gele kwikstaart, Kievit en Blauwborst vereisen. Extra
bloemrijke graslanden en perceelsranden zijn hier de beste optie om extra natuurwaarde toe
te voegen.
2)
In minder open gebieden kan het aantal soorten en de dichtheid van veel vogels verhoogd
worden door combinaties van KLE’s te creëren, met name:
o bloemrijke graslanden
o hagen
o solitaire struiken
o oude knotbomen: bestaande onderhouden en nieuwe aanplanten (alternatief in
afwachting van holtevorming: nestkasten hangen voor holenbroeders als Ringmus en
Steenuil)
o droge ruigtes en braamstruwelen
o poelen
o ook moerasjes dragen bij aan extra soortenrijkdom
3)
Maatregelen langs drukke wegen zijn minder zinvol, want veel vogels mijden dit
Niet alle verbanden tussen landschap, KLE's en de aanwezige soorten kunnen verklaard worden. Het
is duidelijk dat veel effecten zich op een fijner niveau afspelen. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de
intensiteit van het beheer van percelen, de kwaliteit van de KLE's of de vraag of er wel genoeg KLE's
aanwezig zijn.
Frankrijk telt merkelijk meer Rode Lijst-soorten dan België. Maar Frankrijk is zeker niet voor alle
soorten beter. Gele kwikstaart, Ringmus, Kievit, Boerenzwaluw en Haas zijn veel talrijker in België.
Een meer gedetailleerde analyse van het grondgebruik kan ons leren hoe dat komt, maar dit kon niet
in het bestek van deze studie. Hoedanook is het nodig om maatregelen te nemen voor het
voortbestaan van heel wat van deze soorten. Het komt er op aan te starten in kerngebieden,
namelijk daar waar er nog concentraties OLA's of KLA's zijn. De soortbespreking van hoofdstuk 4
geeft heel wat inspiratie voor de aard van de te nemen maatregelen.
80
DANKWOORD
Alle tellers verdienen een welgemeend woord van dank. Ze hebben er heel wat uren hopelijk
aangenaam veldwerk aan besteed. Dit zijn ze:
Becuwe Dirk
Bollengier Bart
Bril Bernard
Bruneel Filip
Calesse Louis
Clarysse Korneel
Coelembier Dieter
Debeuf Patrick
Degraeve Kris
Delbecque Christophe
Demeulemeester Miguel
Depoortere Miguel
Derouin Delfine
Dubrulle Guillaume
Dochy Olivier
Goemaere Kristof
Goetgheluck Pierre
Gouwy Jan
Hars David
Juignet Christelle
Leboucher Hugues
Lemahieu Isabel
Morvan Romain
Olivier Monique
Piette Julien
Pischuitta Rudy
Planquelle Daniel
Quaghebeur Guido
Ryckelynck Thierry
Salenbier Christophe
Salenbier Victor
Vandeputte Willy
Vanhoutte Edwin
Veramme Willem
Verhalle Patrick
Vermeersch Hans
Vermersch Gérard
Dirk Maes van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) verdient een dikke pluim voor zijn
hulp bij het analyseren van de data en het berekenen van de significanties.
Verder verleenden ook de Provincie West-Vlaanderen en de Regionale Landschappen West-Vlaamse
Heuvels en IJzer & Polder logistieke medewerking. Deze organisaties en de VLM lieten ook een
medewerker een aanzienlijk deel van de telpunten inventariseren, wat sterk bijgedragen heeft tot
het succes van de telling. Aan Franse kant werden de contacten verzorgd door Christophe Delbecque
van @#“Pays de Flandre”. Ook Bart Bollengier van het Centre Permanent d'Initiatives pour
l'Environnement Flandre Maritime (CPIE) zette zich volop in voor de mobilisatie van Franse
vrijwilligers. Aan allen onze welgemeende dank/merci !
81
REFERENTIES
-
-
-
-
-
-
-
-
Devillers P., Roggeman W., Tricot J., del Marmol P., Kerwijn C., Jacob J.-P. & Anselin A. (editors.), 1988.
Atlas van de Belgische broedvogels. Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, Brussel. 395
p.
Dewitte E., 2014. Toestand zwaluwen 2013. Artikel raadpleegbaar via http://natuurwerkgroepdekerkuil.be,
4 p.
Dochy O. & Hens M., 2005. Van de stakkers van de akkers naar de helden van de velden.
Beschermingsmaatregelen voor akkervogels. Rapport van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek
IN.R.2005.01. INBO, Brussel, i.s.m. het provinciebestuur West-Vlaanderen, Brugge.
Dochy O., 2007. Broedende akkervogels in het West-Vlaamse Heuvelland. De Bron jg. 15 (3): 39-46.
Dochy O., 2009. De vogels van landbouwbedrijven met een landschapsbedrijfsplan. Rapporten van het
Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek 2009 (42). INBO, Brussel.
Dochy O., 2010. Akkervogels in het Brugse Ommeland. De Spille jg. 7 (4): 4-10.
Dochy O., 2012. Broedvogels en overwinterende akkervogels op gewone perceelsranden en experimentele
trioranden in de West-Vlaamse polders. Studie in opdracht van het provinciebestuur van West-Vlaanderen
in het kader van het Interreg IVa-project ‘SOLABIO’. Brugge, 145 p.
Dochy O., 2013. Milieubarometer 2012 provincie West-Vlaanderen. Fiche ‘Broedpopulatie van de Geelgors
in West-Vlaanderen’. Provincie West-Vlaanderen, Brugge. Fiche te downloaden via http://www.westvlaanderen.be/kwaliteit/Leefomgeving/milieu/
milieubeleid/provincialebarometer/Pages/milieubarometer2012.aspx.
Gilroy J., Anderson G., Grice P. & J. Vickery, 2009. Foraging habitat selection, diet and nestling condition in
Yellow Wagtails Motacilla flava breeding on arable farmland. Bird Study 56: 221-232.
Gruar D., Barrit D. & Peach W.J., 2006. Summer utilization of Oilseed Rape by Reed Buntings Emberiza
schoeniclus and other farmland birds. Bird Study 53:47-54.
Kragten S., 2011. Shift in crop preference during the breeding season by Yellow Wagtails Motacilla flava
flava on arable farms in The Netherlands. Journal of Ornithology 152: 751-757.
Lippens L. & Wille H., 1972. Atlas van de vogels in België en West-Europa. Uitgeverij Lannoo, Tielt. 847 p.
Roodbergen M., W.A Teunissen, B. Koks, C. van Scharenburg, M. van Leeuwen & J. Postma, 2013.
Handleiding voor het Meetnet Agrarische Soorten. Sovon Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen. Te
downloaden via https://www.sovon.nl/nl/MAS.
Tombal J.-Ch. (coord.), 1996. Les oiseaux de la région Nord – Pas-de-Calais. Effectifs et distribution des
espèces nicheuses, période 1985-1995. Groupe Ornithologique Nord, région Nord-Pas-de-Calais, DIREN.
Lille, 336 p.
Van Daele P., Adriaens T., Devisscher S., Huysentruyt F., Voslamber B., De Boer V., Devos K. & Casaer J.,
2012. Beheer van Zomerganzen in Vlaanderen en Zeeuws-Vlaanderen. Rapporten van het Instituut voor
Natuur- en Bosonderzoek 2012 (INBO.R.2012.58). Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel.
Vermeersch G., Anselin A., Devos K., Herremans M., Stevens J., Gabriëls J. & Van Der Krieken B., 2004.
Atlas van de Vlaamse broedvogels 2000-2002. Mededelingen van het Instituut voor Natuurbehoud 23,
Brussel, 496 p.
82
BIJLAGEN
1.
Voorbeeld van een inventarisatieformulier (voor- en achterzijde)
2.
Handleiding voor de telling (handouts van presentatie)
3.
Informatie per telpunt: X-Y-coördinaten, teller, KLE- en landschapsscores
83
BIJLAGE 1
INVENTARISATIEMETHODE
#Zie handouts van presentatie.
84
BIJLAGE 2
Voorbeeld van TELFORMULIER
In dit voorbeeld: telpunt v62 wordt in de praktijk verschoven tot een beter toegankelijk en landschappelijk gelijkaardig punt
vlakbij het oorspronkelijke telpunt.
Op het formulier is de telcirkel met straal van 300 m mee verschoven.
85
Achterzijde telformulier :
86
BIJLAGE 3
INFORMATIE TELPUNTEN
De X,Y-coördinaten zijn direct in GIS inleesbaar mits de projectie ‘Belge Lambert 1972’ wordt gebruikt. De kolom ‘Grid’ vermeldt of het telpunt behoort tot
de ‘random’ gekozen selectie van 100 telpunten, dan wel of het door vrijwilligers zelf werd gekozen uit de 900 andere punten uit het hele grid (‘voluntary’).
Nummers die beginnen met F liggen in Frankrijk, met V in Vlaanderen en met W in Wallonië. V en W worden in dit rapport samen gerekend als 'België'.
Alle verdere details van de tellingen zijn bij de auteur te verkrijgen.
Telpunt
f1
f10
f100
f103
f106
f1095
f11
f111
f1114
f1115
f1116
f112
f1138
f115
f117
f122
f128
f13
f130
f131
f133
f134
f135
f136
f137
f14
f141
f142
f145
Naam teller
Juignet C.
Juignet C.
Bollengier B. &
Olivier M.
Bollengier B. &
Olivier M.
Vermersch G.
Delbecque C.
Delbecque C.
Bril B.
Delbecque C.
Delbecque C.
Delbecque C.
Vermersch G.
Delbecque C.
Derouin D.
Vermersch G.
Derouin D.
Goetgheluck P.
Delbecque C.
Pischuitta R.
Pischuitta R.
Pischuitta R.
Juignet C.
Juignet C.
Delbecque C.
Juignet C.
Delbecque C.
Delbecque C.
Juignet C.
Delbecque C.
Agrarisch
6
7
LANDSCHAPSSCORE
Natuur Natuur
Bebouwd droog
nat
2
0
0
1
0
0
X
34761,549
35851,901
Y
151489,935
156644,601
Grid
random
random
25824,274
184412,736
voluntary
7
1
0
20887,065
22820,588
22320,588
30534,485
17960,170
17320,588
18320,588
19320,588
23746,835
17320,588
16564,725
22929,505
17754,244
17780,377
28542,135
45441,272
46327,026
43342,324
36306,464
39312,658
32298,029
41279,253
37754,026
32245,133
36307,909
27184,398
186153,243
187822,197
176563,866
158381,079
191395,906
181760,019
181760,019
181760,019
191264,457
186956,171
192991,628
192868,489
194684,713
196447,811
160053,149
148909,858
148805,156
152327,217
155891,691
155952,807
157554,393
157494,106
160323,676
159051,928
159232,060
161153,577
random
random
voluntary
random
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
random
voluntary
voluntary
voluntary
random
random
random
random
random
random
random
random
voluntary
random
random
random
8
3
7
7
6
8
8
6
7
7
6
7
7
0
7
6
8
7
6
6
8
6
6
7
7
7
0
0
1
1
2
0
0
1
1
1
2
1
1
3
1
1
0
1
1
1
0
2
1
1
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Bos
0
0
Boerderij
1
1
0
0
1
1
0
1
1
1
0
0
1
1
1
0
5
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
5
0
1
0
0
1
1
0
0
1
0
0
0
0
0
1
1
1
1
1
0
1
1
1
1
1
0
1
0
0
1
0
1
0
1
1
1
1
1
1
1
0
1
0
0
1
0
0
1
1
0
1
1
0
1
0
0
1
0
0
0
0
0
0
1
0
1
1
1
0
0
0
1
0
1
0
0
0
0
1
0
0
0
1
0
1
0
1
1
1
1
1
1
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
1
0
1
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
1
1
0
0
0
0
1
1
0
1
1
0
0
0
1
0
0
1
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
1
1
0
1
0
1
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
1
1
1
1
1
1
1
1
0
0
1
1
1
1
0
1
0
1
1
1
1
1
0
0
1
1
1
1
1
1
1
1
0
1
0
0
1
1
0
1
0
0
0
1
1
1
0
1
1
0
0
1
1
1
1
1
1
1
1
1
Poel
1
1
Moeras
0
0
Bloemrijk
grasland
0
0
Braam
1
1
SCORE KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN (KLE)
Droge HoogstGrote
Lage
Solitaire
ruigte
bg
Haag bomen bomen
struik
0
0
1
1
1
1
0
0
1
1
1
1
Onverh
weg
0
0
87
Dode
boom
1
0
Knotboom
0
0
Onkruid
0
0
Wildakker
0
0
Perceels
-rand
0
0
Kool-zaad
0
0
0
1
1
0
0
0
0
0
0
1
1
0
0
0
1
1
0
0
0
0
1
1
1
0
0
1
1
1
1
0
1
1
1
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
1
0
0
1
0
0
0
1
0
1
0
0
0
1
1
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
1
0
1
0
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
1
0
0
0
1
0
0
1
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Telpunt
f146
f147
f151
f152
f158
f159
f160
f17
f176
f18
f182
f192
f193
f197
f198
f2
f201
f202
f203
f206
f210
f211
f212
f216
f220
f221
f225
f226
f230
f231
f239
f24
f240
f241
f246
f247
f248
f25
f254
f273
f275
f276
Naam teller
Delbecque C.
Demeulemeester M.
Ryckelynck T.
Vermeersch Hans
Ryckelynck T.
Ryckelynck T.
Demeulemeester M.
Ryckelynck T.
Demeulemeester M.
Demeulemeester M.
Ryckelynck T.
Planquelle D. &
Calesse L.
Planquelle D. &
Calesse L.
Planquelle D. &
Calesse L.
Planquelle D. &
Calesse L.
Juignet C.
Planquelle D. &
Calesse L.
Planquelle D. &
Calesse L.
Planquelle D. &
Calesse L.
Leboucher H.
Leboucher H.
Leboucher H.
Leboucher H.
Leboucher H.
Bollengier B. &
Olivier M.
Bollengier B. &
Olivier M.
Bollengier B. &
Olivier M.
Bollengier B. &
Olivier M.
Bollengier B. &
Olivier M.
Bollengier B. &
Olivier M.
Bril B.
Demeulemeester M.
Bril B.
Vermersch G.
Bril B.
Bril B.
Vermersch G.
Vermeersch Hans
Vermersch G.
Piette J.
Salenbier V. & C.
Salenbier V. & C.
LANDSCHAPSSCORE
Natuur Natuur
Bebouwd droog
nat
0
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
1
1
0
0
0
0
0
1
1
0
1
1
0
1
0
0
1
1
0
1
0
0
Bos
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Boerderij
0
1
1
1
1
0
1
0
1
1
1
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
1
1
1
0
0
0
1
1
0
0
0
0
0
0
1
1
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
1
1
1
1
0
0
0
0
0
0
0
1
0
1
1
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
1
1
7
1
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
voluntary
7
1
0
0
0
1
1
0
0
0
1
0
174885,993
176530,577
178058,952
178313,612
178336,306
180312,285
random
voluntary
random
random
random
random
7
6
6
6
5
7
1
1
1
1
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
2
0
0
1
0
0
0
0
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
0
1
0
1
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
0
0
0
0
1
0
0
22349,714
181770,504
random
7
1
0
0
0
1
1
1
0
1
26232,542
181707,103
voluntary
7
1
0
0
0
1
1
1
0
18320,588
183492,070
random
7
1
0
0
0
1
0
0
23420,286
183504,044
random
7
1
0
0
0
1
1
1
18587,026
185109,124
random
7
1
0
0
0
0
0
21120,566
16021,686
33806,288
20316,671
24238,448
16590,878
19128,726
21301,098
35819,596
21300,054
22411,910
22912,596
23492,660
185152,740
188663,097
163596,448
188721,427
188604,306
190451,626
190467,709
190590,961
163589,563
192232,683
197467,189
194572,454
193886,105
random
random
random
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
random
voluntary
voluntary
voluntary
6
8
7
6
7
8
8
7
7
8
5
6
7
2
0
1
0
1
0
0
1
1
0
3
1
0
0
0
0
2
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
1
1
1
0
0
1
1
0
1
1
0
0
1
1
1
0
1
1
0
1
0
0
1
1
X
29276,854
33320,588
24319,658
35331,229
24193,873
28398,998
31320,367
23820,588
32364,993
30837,174
25357,244
Y
161019,967
160975,409
162788,986
162703,213
164469,508
164455,883
164468,120
161841,435
167858,217
161839,399
169504,426
Grid
random
random
random
voluntary
random
voluntary
random
random
random
random
voluntary
Agrarisch
8
7
7
6
7
8
6
6
7
6
7
18271,986
171471,070
voluntary
7
1
0
21192,339
171499,325
voluntary
7
1
18206,560
173182,325
random
7
1
21560,820
35785,202
173025,306
151367,761
random
random
7
8
18220,273
174623,360
voluntary
20139,090
174801,603
23241,750
23449,070
17350,699
19306,539
25480,428
17260,934
Dode
boom
0
1
0
1
0
0
0
0
0
0
0
Knotboom
0
0
0
1
1
0
0
0
0
0
1
Onkruid
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Wildakker
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Perceels
-rand
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Kool-zaad
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
0
0
0
0
1
0
1
0
0
0
0
0
0
0
1
0
1
1
1
1
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
1
1
0
0
1
0
0
1
0
0
0
1
1
1
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
1
0
0
1
1
0
1
0
0
1
1
1
1
0
1
0
0
1
0
1
0
1
0
1
1
0
0
0
0
0
1
0
1
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
1
0
0
1
0
0
0
0
1
0
0
0
1
1
1
1
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
1
1
1
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
1
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
1
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
1
0
1
1
1
0
1
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
1
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
1
1
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
1
0
0
0
0
0
1
0
1
0
0
1
0
1
1
0
0
0
0
0
0
1
0
0
1
1
1
0
1
0
0
1
1
1
1
0
0
0
0
1
1
1
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
1
1
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
Poel
0
0
0
1
0
0
0
0
1
0
1
Moeras
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Bloemrijk
grasland
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Braam
0
0
0
1
0
0
0
1
0
0
0
SCORE KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN (KLE)
Droge HoogstGrote
Lage
Solitaire
ruigte
bg
Haag bomen bomen
struik
0
0
0
1
0
1
0
0
1
1
1
0
0
0
1
0
1
0
0
0
1
1
1
1
1
0
0
0
1
0
0
0
1
0
1
1
1
0
1
1
0
1
0
0
1
0
1
1
1
0
1
1
1
1
0
0
1
1
0
1
0
0
0
1
1
0
Onverh
weg
1
0
0
1
1
1
0
1
1
0
1
88
Telpunt
f277
f282
f284
f287
f288
f289
f293
f296
f297
f298
f299
f3
f300
f301
f302
f303
f304
f305
f306
f307
f308
f309
f310
f311
f312
f314
f317
f318
f319
f321
f322
f326
f328
f33
f331
f337
f338
f34
f340
f341
f343
f344
f346
f347
f348
f349
f35
f350
f45
f46
f47
f48
f511
f543
Naam teller
Salenbier V. & C.
Salenbier V. & C.
Salenbier V. & C.
Vermersch G.
Vermersch G.
Vermersch G.
Bril B.
Dubrulle G.
Hars D.
Hars D.
Hars D.
Juignet C.
Hars D.
Ryckelynck T.
Ryckelynck T.
Ryckelynck T.
Ryckelynck T.
Ryckelynck T.
Piette J.
Piette J.
Piette J.
Piette J.
Goetgheluck P.
Goetgheluck P.
Goetgheluck P.
Derouin D.
Derouin D.
Salenbier V. & C.
Bril B.
Salenbier V. & C.
Vermersch G.
Bril B.
Bril B.
Demeulemeester M.
Bril B.
Goetgheluck P.
Goetgheluck P.
Demeulemeester M.
Salenbier V. & C.
Salenbier V. & C.
Dubrulle G.
Dubrulle G.
Dubrulle G.
Dubrulle G.
Hars D.
Hars D.
Demeulemeester M.
Hars D.
Hars D.
Hars D.
Ryckelynck T.
Goemaere K.
Dochy O.
Leboucher H.
X
21821,761
19304,744
19868,806
23964,528
22779,827
21571,159
18270,097
19254,840
20774,972
22243,145
19907,468
36772,840
21847,809
25154,905
26883,251
26353,668
29264,713
29746,773
21314,451
23006,847
21837,380
20956,379
19755,199
18719,219
18300,810
17326,321
15823,583
18405,821
17280,314
21214,385
21866,146
16798,541
17861,618
30754,582
19175,716
18519,175
19457,311
32837,544
21641,260
22281,937
18872,154
17950,008
18656,796
19538,258
20816,080
19972,814
33826,216
21358,943
21820,668
23836,605
27751,627
33715,294
38709,449
25393,680
Y
193013,803
192170,723
191237,355
189573,885
189685,121
189427,495
190712,405
169684,898
168861,855
169552,986
166793,302
151713,664
165332,000
166293,625
168705,047
164536,868
164412,465
167070,726
197489,090
196372,515
196487,370
196527,081
196479,195
196546,303
197373,430
193869,889
192568,007
192170,388
192161,398
191375,817
191299,856
191214,083
189621,913
165234,204
188904,751
195530,797
195581,589
165566,737
194596,975
193979,443
170502,173
170303,525
168719,458
168701,968
170491,410
170595,819
165143,583
169612,664
167127,828
166904,985
167034,691
167012,764
158545,568
176643,763
Grid
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
random
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
random
voluntary
voluntary
voluntary
random
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
random
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
Agrarisch
7
6
6
7
7
8
7
7
7
7
6
5
7
7
5
7
6
7
0
3
5
7
7
7
0
8
7
5
5
7
8
7
7
2
6
8
2
6
5
8
7
7
4
6
7
7
6
7
7
7
7
6
6
7
LANDSCHAPSSCORE
Natuur Natuur
Bebouwd droog
nat
1
0
0
1
0
1
2
0
0
1
0
0
1
0
0
0
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
1
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
2
5
0
1
4
0
1
0
1
1
0
0
1
0
0
1
0
0
2
1
2
0
0
0
1
0
0
2
0
0
3
0
0
0
0
1
0
0
0
1
0
0
1
0
0
1
1
1
1
0
1
0
0
0
1
3
1
1
0
0
3
0
0
0
0
0
1
0
0
1
0
0
4
0
0
1
0
1
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
Bos
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
0
0
2
0
1
0
1
0
1
0
0
0
3
0
0
1
0
0
0
0
0
3
0
0
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
1
1
0
Boerderij
1
1
1
0
1
0
1
1
1
0
1
1
1
0
0
1
0
1
1
1
1
1
1
1
0
1
0
1
1
0
0
0
1
1
1
0
0
1
1
0
1
1
1
1
0
0
1
1
1
1
1
1
1
1
Onverh
weg
1
1
0
1
0
1
0
0
0
0
1
1
0
0
0
0
1
1
0
1
0
0
1
1
0
1
0
0
1
1
1
0
1
1
0
1
1
1
1
0
0
1
1
1
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
Poel
1
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
1
1
0
0
0
1
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
1
0
0
0
0
0
1
1
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
Moeras
0
1
1
1
1
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
1
0
0
1
1
0
0
0
1
1
0
1
0
1
1
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
89
Bloemrijk
grasland
0
0
0
0
0
0
1
0
1
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
1
0
1
1
0
0
1
0
0
1
0
0
0
0
1
1
0
0
0
1
Braam
0
0
0
0
0
0
0
1
0
1
0
1
1
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
0
0
0
0
0
1
0
0
1
0
0
0
1
0
0
0
SCORE KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN (KLE)
Droge HoogstGrote
Lage
Solitaire
ruigte
bg
Haag bomen bomen
struik
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
0
0
0
0
1
1
0
0
0
1
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
0
0
0
1
1
1
1
0
0
1
1
1
0
1
0
1
1
1
0
1
0
1
1
1
0
0
0
0
1
1
1
1
0
1
1
1
1
0
0
1
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
1
0
1
0
1
1
1
1
0
0
1
1
1
0
1
0
0
1
0
1
1
0
0
1
1
0
0
0
0
1
1
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
1
1
1
0
0
1
1
1
1
1
0
0
0
1
1
0
0
0
0
1
0
0
0
0
1
1
0
0
0
0
1
1
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
1
0
0
0
1
1
1
1
0
0
1
1
1
0
0
0
1
1
0
0
0
1
1
0
0
1
0
1
1
1
1
0
1
1
1
1
1
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
1
1
0
0
1
1
1
1
0
0
1
1
1
1
0
0
1
1
1
1
1
0
0
1
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
1
1
1
1
0
0
0
1
0
0
0
0
1
1
1
1
0
0
1
1
1
1
0
0
1
0
1
1
0
0
0
1
1
1
0
0
1
1
1
1
0
0
1
0
1
0
Dode
boom
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
Knotboom
0
0
0
0
1
0
0
1
0
0
1
1
1
1
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
0
0
1
0
1
1
1
0
1
0
Onkruid
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Wildakker
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Perceels
-rand
0
0
0
0
1
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
1
1
0
1
0
1
1
0
0
0
1
1
0
0
0
0
0
1
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Kool-zaad
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
Telpunt
f6
f627
f650
f7
f70
f75
f825
f826
f83
f87
f870
f9
f90
f908
f91
f94
f953
f98
f99
v101
v102
v104
v105
v1058
v107
v1079
v108
v1080
v1081
v110
v113
v1147
v118
v119
v120
v124
v126
v148
v149
v15
v153
v154
v155
v156
v161
v162
v163
v164
v165
v166
Naam teller
Juignet C.
Pischuitta R.
Pischuitta R.
Juignet C.
Planquelle D. &
Calesse L.
Planquelle D. &
Calesse L.
Delbecque C.
Delbecque C.
Leboucher H.
Leboucher H.
Delbecque C.
Delbecque C.
Leboucher H.
Pischuitta R.
Leboucher H.
Bollengier B. &
Olivier M.
Pischuitta R.
Bollengier B. &
Olivier M.
Bollengier B. &
Olivier M.
Dochy O.
Dochy O.
Veramme W.
Veramme W.
Clarysse K.
Depoortere M.
Becuwe D.
Dochy O.
Becuwe D.
Becuwe D.
Depoortere M.
Depoortere M.
Veramme W.
Degraeve K.
Degraeve K.
Degraeve K.
Depoortere M.
Degraeve K.
Dochy O.
Dochy O.
Dochy O.
Vermeersch Hans
Vermeersch Hans
Clarysse K.
Dochy O.
Vermeersch Hans
Clarysse K.
Dochy O.
Goemaere K.
Goemaere K.
Goemaere K.
LANDSCHAPSSCORE
Natuur Natuur
Bebouwd droog
nat
1
0
0
2
0
0
0
0
2
1
0
0
Bos
1
1
0
0
Boerderij
1
0
0
1
1
0
1
0
1
1
0
1
0
0
1
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
1
1
1
1
1
1
0
1
0
0
0
1
0
1
0
0
1
0
0
0
1
0
0
1
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
1
0
0
0
1
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
0
1
1
1
0
0
0
1
0
1
1
1
2
0
0
0
2
0
0
1
0
1
0
1
1
0
0
1
0
0
1
0
1
0
0
1
1
7
1
0
0
0
1
0
0
0
1
1
0
0
7
7
5
6
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
6
6
8
7
8
7
7
8
7
7
7
7
3
5
6
7
6
6
1
1
2
2
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
2
1
0
0
0
1
1
0
1
1
1
1
1
1
1
1
2
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
1
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2
1
0
0
0
0
0
1
0
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
0
1
0
0
1
1
1
0
1
1
1
1
1
0
1
1
0
0
0
0
0
1
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
1
0
1
1
1
1
1
1
0
1
1
1
1
1
1
1
0
1
1
0
0
1
1
1
1
1
0
1
1
0
0
0
0
0
0
1
0
1
0
0
1
1
1
1
1
1
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
1
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
1
1
1
0
0
0
0
0
1
1
1
0
1
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
1
0
0
0
0
1
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
1
1
0
0
0
0
1
0
0
0
1
0
1
1
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
0
0
X
35915,089
39820,588
40820,588
37883,526
Y
153241,093
149717,079
153181,181
153164,054
Grid
random
voluntary
voluntary
random
Agrarisch
6
5
6
7
24665,772
172480,907
random
6
1
0
24820,588
21820,588
22820,588
19789,687
22059,930
17820,588
31894,600
19820,588
42320,588
23648,343
173965,790
177429,892
177429,892
177275,512
179102,710
187822,197
156641,956
180893,993
150583,104
180790,013
random
voluntary
voluntary
random
random
voluntary
random
random
voluntary
voluntary
7
7
8
7
8
7
8
7
6
7
1
1
0
1
0
1
0
1
2
1
22754,950
43320,588
182696,416
155779,257
random
voluntary
7
4
20725,057
184293,383
random
24967,443
31744,644
33809,723
32801,757
33863,073
48320,588
26701,219
38304,858
30742,228
39395,392
40226,400
28686,924
26820,211
33258,487
23834,018
24758,389
26453,452
25738,485
30224,311
38340,459
39320,588
38746,013
36320,588
37299,274
39331,535
43335,234
36219,993
38321,723
39329,096
34478,540
35349,430
36276,204
184462,842
184360,648
184410,313
186143,860
186198,445
166171,562
187821,688
171615,279
187813,730
171242,975
171367,602
189735,274
191270,335
188955,927
193020,438
192983,917
192895,312
194719,104
194560,204
160970,960
160975,409
160113,978
162707,460
162777,443
162715,079
162741,275
164349,275
164379,058
164401,834
166119,894
166141,510
166117,282
voluntary
random
random
voluntary
voluntary
voluntary
random
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
random
random
random
voluntary
random
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
Poel
0
0
0
0
Moeras
0
0
1
0
Bloemrijk
grasland
0
0
0
0
Braam
0
1
0
0
SCORE KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN (KLE)
Droge HoogstGrote
Lage
Solitaire
ruigte
bg
Haag bomen bomen
struik
0
0
1
1
1
1
0
1
1
1
1
0
0
0
1
0
1
0
0
0
1
1
1
1
Onverh
weg
0
0
1
1
90
Dode
boom
0
0
1
0
Knotboom
0
0
1
1
Onkruid
0
0
0
0
Wildakker
0
0
0
0
Perceels
-rand
0
1
0
0
Kool-zaad
1
0
0
0
1
0
1
0
0
0
0
1
0
0
1
0
1
1
1
0
0
1
0
1
1
0
0
1
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
0
0
0
1
1
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
1
1
1
1
1
1
0
1
0
0
0
0
0
0
1
0
0
1
0
1
0
0
1
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
1
1
1
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
1
1
1
1
1
0
1
1
1
1
1
1
1
1
0
1
0
1
1
1
0
1
0
1
1
1
1
1
1
0
1
0
1
1
0
0
1
1
1
0
1
1
1
1
1
0
1
1
1
1
1
1
1
1
0
0
1
1
1
0
0
0
1
1
1
0
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
0
1
0
1
0
1
1
0
0
0
0
1
1
1
0
0
0
0
0
1
0
1
0
1
1
1
1
1
1
1
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
1
0
1
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
0
1
1
1
1
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
1
1
1
1
1
1
1
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
1
1
0
0
0
0
1
0
0
1
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Telpunt
v167
v168
v169
v170
v171
v172
v173
v177
v178
v179
v180
v181
v183
v184
v185
v186
v187
v188
v189
v19
v190
v191
v194
v195
v196
v199
v20
v200
v204
v205
v207
v208
v209
v21
v213
v214
v215
v217
v218
v219
v222
v223
v224
v227
Naam teller
Goemaere K.
Gouwy J.
Gouwy J.
Gouwy J.
Gouwy J.
Verhalle P.
Clarysse K.
Goemaere K.
Goemaere K.
Goemaere K.
Becuwe D.
Becuwe D.
Quaghebeur G. &
Bruneel F.
Quaghebeur G. &
Bruneel F.
Quaghebeur G. &
Bruneel F.
Dochy O.
Dochy O.
Goemaere K.
Becuwe D.
Vermeersch Hans
Becuwe D.
Becuwe D.
Quaghebeur G. &
Bruneel F.
Quaghebeur G. &
Bruneel F.
Becuwe D.
Quaghebeur G. &
Bruneel F.
Vermeersch Hans
Quaghebeur G. &
Bruneel F.
Vandeputte W.
Vandeputte W.
Vandeputte W.
Vandeputte W.
Debeuf P. &
Lemahieu I.
Dochy O.
Vandeputte W.
Vandeputte W.
Debeuf P. &
Lemahieu I.
Coelembier D.
Coelembier D.
Debeuf P. &
Lemahieu I.
Coelembier D.
Coelembier D.
Debeuf P. &
Lemahieu I.
Coelembier D.
LANDSCHAPSSCORE
Natuur Natuur
Bebouwd droog
nat
1
1
0
1
1
1
1
1
0
1
0
0
1
1
0
1
0
0
2
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
Bos
1
2
2
0
0
0
1
0
0
0
0
0
Boerderij
0
1
1
1
1
1
1
1
0
1
0
1
0
0
1
0
1
0
0
0
0
0
1
1
1
0
0
0
1
0
1
0
0
1
0
0
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
1
1
1
1
1
1
1
1
1
0
0
1
0
1
1
0
0
0
0
0
0
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
1
1
0
1
1
0
1
1
1
1
0
0
1
0
0
2
0
0
0
1
0
1
0
0
0
0
0
1
7
7
1
1
0
0
0
0
0
0
1
1
1
0
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
voluntary
voluntary
7
8
1
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
173246,755
174843,723
174721,886
176648,472
176551,206
voluntary
voluntary
voluntary
random
voluntary
6
6
7
7
7
1
1
1
1
1
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
1
0
0
0
0
1
0
0
1
1
1
0
0
0
0
1
1
1
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
32363,275
38971,403
26361,804
27320,588
176676,688
161987,240
178102,564
178295,917
random
random
voluntary
voluntary
3
7
7
7
1
1
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
4
0
0
0
0
0
1
1
1
1
1
0
1
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
29498,212
25252,612
26316,912
178260,629
180027,405
180150,496
random
voluntary
voluntary
6
7
7
2
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
1
0
0
1
1
1
1
0
0
1
33320,588
27578,508
28397,933
180027,968
181606,863
181790,068
random
voluntary
voluntary
6
7
6
2
1
1
0
0
0
0
0
1
0
0
0
1
1
1
1
0
1
1
0
1
34257,844
28358,241
181729,862
183387,219
random
voluntary
8
6
0
2
0
0
0
0
0
0
0
1
1
0
1
1
X
37320,588
38228,290
39320,588
40429,582
41380,677
42068,941
44280,435
34288,931
35395,627
36528,352
38415,229
39426,711
Y
166171,562
166070,285
166171,562
166106,750
166120,344
166287,830
166059,424
167862,064
167925,365
167797,395
167808,379
168006,087
Grid
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
Agrarisch
5
3
4
7
6
7
5
7
7
7
7
7
27417,520
169661,793
voluntary
7
1
0
28333,222
169638,711
voluntary
7
1
31228,165
32342,878
34320,588
35346,769
38245,524
36801,795
39206,113
40284,417
169725,724
169658,550
169635,663
169737,409
169533,444
161833,298
169830,816
169895,845
voluntary
voluntary
voluntary
random
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
7
7
7
7
6
6
7
7
1
1
1
1
2
1
1
1
28289,798
171411,852
voluntary
6
32314,434
37275,700
171373,280
171327,693
random
voluntary
26282,261
37905,121
173050,585
161651,876
27394,387
26339,942
27384,765
26276,884
27120,878
Poel
0
1
1
1
1
1
1
1
1
1
0
1
Moeras
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Bloemrijk
grasland
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Braam
1
1
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
SCORE KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN (KLE)
Droge HoogstGrote
Lage
Solitaire
ruigte
bg
Haag bomen bomen
struik
0
0
1
1
1
1
1
0
1
1
1
1
1
0
0
1
1
0
0
0
0
0
1
1
0
0
0
1
1
0
0
0
0
1
1
1
0
0
0
0
1
0
0
0
1
1
0
1
1
0
1
1
1
0
0
0
0
1
1
1
0
0
1
0
1
1
1
0
1
1
1
1
Onverh
weg
1
0
0
0
0
0
1
1
0
1
0
1
91
Dode
boom
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Knotboom
0
1
0
0
1
0
0
1
1
1
1
0
Onkruid
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
Wildakker
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Perceels
-rand
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Kool-zaad
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
1
0
0
0
0
1
1
1
1
0
0
0
0
1
1
1
0
1
1
1
0
1
1
0
1
1
1
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
1
1
1
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
1
1
0
0
0
0
0
1
1
1
0
1
1
1
0
0
0
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
1
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
0
1
1
1
1
1
1
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
1
0
1
0
0
0
0
0
1
1
0
0
0
0
1
1
1
0
1
1
1
1
1
1
1
0
1
1
0
0
0
0
0
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
1
0
1
1
1
1
1
1
1
1
0
0
0
0
1
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
1
1
1
1
1
1
1
0
0
1
0
0
0
1
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
0
1
1
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
Telpunt
v228
v229
v232
v233
v235
v237
v238
v242
v244
v245
v249
v250
v252
v253
v256
v257
v258
v26
v260
v263
v265
v266
v268
v27
v28
v29
v30
v31
v32
v351
v352
v353
v355
v357
v358
v359
v36
v360
v361
v362
v363
v365
v368
v369
v37
v370
v371
v372
v38
v381
v382
v383
v384
v385
Naam teller
Coelembier D.
Coelembier D.
Coelembier D.
Coelembier D.
Depoortere M.
Dochy O.
Veramme W.
Depoortere M.
Depoortere M.
Veramme W.
Depoortere M.
Degraeve K.
Degraeve K.
Veramme W.
Depoortere M.
Depoortere M.
Degraeve K.
Vermeersch Hans
Degraeve K.
Depoortere M.
Vanhoutte E.
Vanhoutte E.
Clarysse K.
Vermeersch Hans
Clarysse K.
Clarysse K.
Dochy O.
Dochy O.
Dochy O.
Depoortere M.
Depoortere M.
Depoortere M.
Depoortere M.
Depoortere M.
Coelembier D.
Coelembier D.
Goemaere K.
Coelembier D.
Coelembier D.
Coelembier D.
Dochy O.
Dochy O.
Dochy O.
Coelembier D.
Goemaere K.
Dochy O.
Dochy O.
Dochy O.
Gouwy J.
Depoortere M.
Depoortere M.
Depoortere M.
Depoortere M.
Depoortere M.
X
29297,368
30189,909
27225,879
28325,510
29314,433
31329,920
33359,807
25413,904
28376,884
32349,857
24357,713
25320,588
29213,538
32411,561
25320,588
28333,659
24366,757
36931,288
28292,387
27222,497
28395,918
22320,588
44801,915
37738,427
38842,829
39759,071
40995,262
42560,738
43915,816
30303,750
30780,552
29777,451
30842,400
28636,615
27909,740
26780,969
34900,191
27666,957
28600,142
29774,697
30854,239
32254,382
29983,066
29439,119
35874,367
31329,240
32336,628
33320,588
37885,084
32769,813
32408,209
31937,883
31272,021
30084,761
Y
183441,620
183476,073
185202,362
185206,017
186978,793
186889,355
186977,939
188751,745
188583,038
188683,567
190465,307
190420,273
190523,924
190548,009
192152,324
192112,095
193752,216
163441,142
193964,195
195600,300
197363,249
199080,527
167109,558
163556,392
163513,943
163554,152
163404,385
163426,708
163669,829
192140,720
191363,215
192981,563
189593,251
187760,894
186136,259
186043,228
165464,105
184367,334
184328,220
184440,971
184638,110
185339,245
186324,975
185041,077
165310,721
183373,103
183475,599
183492,070
165448,500
182716,188
181609,369
182464,966
181767,583
181591,365
Grid
random
voluntary
voluntary
voluntary
random
voluntary
random
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
random
random
voluntary
voluntary
voluntary
random
voluntary
random
voluntary
random
random
random
voluntary
random
random
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
random
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
random
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
Agrarisch
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
6
7
7
7
0
7
4
4
2
6
7
5
7
7
7
7
7
7
7
5
7
7
7
7
6
6
7
6
6
6
5
4
6
7
6
7
7
LANDSCHAPSSCORE
Natuur Natuur
Bebouwd droog
nat
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
1
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
3
3
2
1
0
0
1
2
0
1
2
0
1
3
0
1
0
0
1
0
0
1
0
1
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
2
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
0
0
2
1
0
1
1
0
1
1
1
1
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
Bos
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
2
1
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
0
1
0
0
1
1
1
0
1
0
0
Boerderij
1
0
1
1
1
1
1
1
1
1
0
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
0
1
1
1
0
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
0
1
1
1
1
1
1
1
0
0
1
1
0
1
1
0
1
1
Onverh
weg
0
0
1
0
1
0
0
0
0
0
1
0
1
0
1
0
0
1
0
0
0
2
1
1
1
1
1
1
0
0
0
0
1
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
1
1
0
0
0
1
0
0
0
0
1
Poel
1
0
0
1
1
0
0
1
1
1
0
0
1
0
1
1
0
1
0
0
0
0
1
1
1
1
1
1
1
1
1
0
1
1
1
1
1
1
1
0
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
Moeras
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
1
1
0
0
0
0
0
92
Bloemrijk
grasland
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
1
0
0
0
0
0
0
Braam
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
1
0
0
0
0
1
1
0
1
1
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
1
1
0
0
1
1
0
0
SCORE KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN (KLE)
Droge HoogstGrote
Lage
Solitaire
ruigte
bg
Haag bomen bomen
struik
0
0
0
1
1
0
0
0
0
1
1
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
1
1
0
0
0
0
1
1
1
0
0
1
1
1
1
0
0
0
1
1
1
0
1
1
1
1
0
0
0
0
1
1
1
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
1
1
0
0
0
1
1
1
0
0
0
1
1
1
1
0
0
1
1
0
0
1
1
1
1
1
0
0
1
1
1
0
0
0
1
1
1
1
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
1
1
0
0
0
1
0
1
1
0
1
0
0
1
1
0
0
0
1
1
1
0
1
1
1
0
0
0
1
0
1
1
1
0
1
1
1
1
0
0
1
1
1
1
0
0
1
1
1
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
1
1
0
0
0
0
1
1
1
0
0
0
1
1
1
0
0
1
1
1
1
0
0
0
1
0
1
0
0
0
1
1
0
0
0
1
1
1
1
0
0
1
1
1
1
0
0
1
1
1
1
0
0
0
1
1
0
0
0
0
1
1
1
0
0
0
1
1
0
0
0
0
1
1
1
0
1
1
1
1
0
0
0
0
1
1
1
0
0
1
1
1
1
1
0
1
1
1
1
1
0
1
1
1
1
1
0
1
1
1
1
1
0
1
0
1
1
0
1
0
1
1
1
0
0
1
1
1
1
0
0
1
1
1
1
0
0
1
1
1
1
0
0
1
1
1
0
Dode
boom
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
1
1
0
0
0
0
0
0
Knotboom
1
0
0
1
0
1
0
0
0
0
0
1
1
0
0
1
0
1
0
1
0
0
1
0
1
0
1
1
0
1
1
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
Onkruid
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Wildakker
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Perceels
-rand
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
1
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
Kool-zaad
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Telpunt
v387
v388
v39
v390
v391
v393
v40
v41
v413
v414
v42
v43
v430
v431
v433
v437
v438
v44
v440
v441
v442
v444
v446
v448
v449
v451
v453
v456
v457
v467
v468
v470
v473
v474
v475
v476
v477
v478
v479
v480
v481
v483
v486
v487
v488
v49
v491
v494
v495
v497
v50
v500
v502
v503
Naam teller
Depoortere M.
Coelembier D.
Dochy O.
Depoortere M.
Depoortere M.
Depoortere M.
Dochy O.
Dochy O.
Depoortere M.
Depoortere M.
Dochy O.
Gouwy J.
Quaghebeur G. &
Bruneel F.
Dochy O.
Dochy O.
Becuwe D.
Becuwe D.
Gouwy J.
Becuwe D.
Dochy O.
Dochy O.
Goemaere K.
Clarysse K.
Clarysse K.
Dochy O.
Dochy O.
Dochy O.
Dochy O.
Dochy O.
Clarysse K.
Clarysse K.
Clarysse K.
Clarysse K.
Clarysse K.
Clarysse K.
Clarysse K.
Clarysse K.
Clarysse K.
Verhalle P.
Verhalle P.
Verhalle P.
Dochy O.
Dochy O.
Clarysse K.
Clarysse K.
Goemaere K.
Clarysse K.
Dochy O.
Clarysse K.
Dochy O.
Goemaere K.
Dochy O.
Dochy O.
Dochy O.
X
29865,378
27761,274
39771,727
31725,185
33088,803
30878,858
40740,343
42018,597
30491,457
29721,611
42850,505
47822,148
Y
182588,899
181070,149
165353,999
180896,696
180943,343
180911,074
165332,173
165296,981
180135,705
179172,940
165332,882
165261,923
Grid
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
random
voluntary
voluntary
voluntary
random
random
Agrarisch
6
6
7
7
6
7
6
5
7
7
7
6
28656,293
31769,251
30511,237
37292,053
37884,843
49620,282
36383,933
33338,419
32648,553
35852,968
37215,507
38104,386
39818,418
40812,926
41820,552
44297,166
45363,329
50270,710
49224,422
48798,561
47855,442
46790,583
47318,511
46393,164
45474,939
45830,459
42749,466
43348,478
43624,795
43206,422
44665,080
46343,046
46762,069
34681,564
47902,775
41808,152
40323,097
42358,163
35820,588
41026,849
39584,189
41855,870
168713,886
168779,817
169554,532
169646,121
170477,849
165463,523
169648,340
169759,378
168657,920
168835,254
164336,512
162577,319
161839,474
161843,668
161836,113
162903,873
162994,129
164350,408
164517,560
163387,031
166925,259
167224,588
166293,623
166167,564
166164,166
166957,781
167126,261
166149,836
166867,367
164450,933
163603,275
164474,052
163735,379
166969,559
163412,751
163891,286
162708,074
162654,814
167037,587
159203,934
159355,550
160138,170
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
random
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
random
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
7
7
6
7
7
7
7
7
7
6
5
6
7
7
8
7
7
8
7
7
5
6
6
7
6
6
5
7
7
7
7
7
7
8
7
7
7
7
6
8
7
8
LANDSCHAPSSCORE
Natuur Natuur
Bebouwd droog
nat
1
0
1
1
0
1
1
0
0
1
0
0
1
0
1
1
0
0
2
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
1
2
1
1
1
1
1
1
2
2
2
1
1
0
1
1
0
1
1
1
2
1
1
1
1
3
1
1
1
1
1
1
0
1
1
1
1
2
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Bos
0
0
0
0
0
0
0
2
0
0
0
1
Boerderij
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
Onverh
weg
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2
0
1
0
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
1
1
0
1
0
1
1
1
0
1
1
0
0
1
1
0
1
1
1
1
1
1
1
0
1
1
1
1
1
1
1
0
0
1
1
1
0
0
1
0
0
1
0
1
1
1
0
1
1
1
0
1
0
0
0
0
0
0
1
0
0
1
0
1
0
0
0
0
1
0
1
0
0
1
0
0
1
0
1
1
0
0
Poel
0
1
0
1
1
1
1
1
1
1
1
1
0
0
0
0
0
0
0
1
1
1
1
1
0
1
1
1
1
0
1
0
1
1
1
1
1
1
1
1
0
1
1
1
1
1
1
1
0
1
0
0
0
1
Moeras
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Bloemrijk
grasland
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Braam
1
0
0
0
0
0
0
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
93
SCORE KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN (KLE)
Droge HoogstGrote
Lage
Solitaire
ruigte
bg
Haag bomen bomen
struik
0
1
1
1
1
1
0
0
0
0
1
1
0
0
0
1
1
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
1
1
1
0
0
0
0
1
0
0
1
1
0
1
0
0
0
1
1
1
1
0
0
0
1
1
1
0
0
0
1
1
0
0
0
1
1
1
1
0
0
0
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
1
0
0
1
1
0
0
0
0
0
0
0
1
1
0
1
1
0
1
0
0
0
0
1
0
0
0
0
1
0
0
0
1
0
0
1
1
0
0
1
1
1
1
0
0
0
1
0
0
0
1
1
1
1
0
0
0
1
0
0
1
0
0
0
0
0
0
1
0
1
1
0
0
0
0
0
0
1
1
1
1
1
1
0
1
0
1
1
1
1
1
0
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
0
1
1
1
0
0
1
1
1
1
0
0
1
1
0
1
1
1
1
1
1
1
0
0
0
0
1
0
1
0
1
1
0
0
0
0
1
1
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
1
1
0
1
0
1
0
0
0
1
0
0
0
1
1
1
0
1
Dode
boom
0
1
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
Knotboom
1
0
0
0
1
0
1
1
1
1
1
0
Onkruid
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Wildakker
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Perceels
-rand
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Kool-zaad
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
1
1
0
0
0
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
0
0
1
0
1
1
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Telpunt
v505
v507
v51
v512
v513
v514
v52
v53
v54
v541
v547
v549
v550
v553
v555
v56
v560
v561
v569
v57
v570
v571
v574
v579
v58
v581
v585
v59
v590
v591
v599
v60
v600
v61
v62
v64
v65
v66
v67
v68
v69
v72
v73
v74
v76
v77
v80
v81
v85
Naam teller
Dochy O.
Dochy O.
Goemaere K.
Gouwy J.
Gouwy J.
Becuwe D.
Becuwe D.
Becuwe D.
Gouwy J.
Vandeputte W.
Depoortere M.
Depoortere M.
Depoortere M.
Depoortere M.
Depoortere M.
Dochy O.
Depoortere M.
Depoortere M.
Vanhoutte E.
Goemaere K.
Depoortere M.
Depoortere M.
Vanhoutte E.
Depoortere M.
Becuwe D.
Depoortere M.
Depoortere M.
Becuwe D.
Depoortere M.
Depoortere M.
Becuwe D.
Becuwe D.
Becuwe D.
Quaghebeur G. &
Bruneel F.
Quaghebeur G. &
Bruneel F.
Dochy O.
Dochy O.
Becuwe D.
Becuwe D.
Becuwe D.
Becuwe D.
Quaghebeur G. &
Bruneel F.
Quaghebeur G. &
Bruneel F.
Dochy O.
Quaghebeur G. &
Bruneel F.
Quaghebeur G. &
Bruneel F.
Vandeputte W.
Vandeputte W.
Vandeputte W.
LANDSCHAPSSCORE
Natuur Natuur
Bebouwd droog
nat
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
1
0
1
1
0
1
0
0
2
0
0
1
0
0
0
1
0
1
0
0
1
0
0
0
0
0
1
1
0
1
0
0
1
0
0
2
0
0
1
0
0
0
0
0
0
5
0
1
0
0
1
0
0
1
1
0
1
0
0
1
1
0
1
0
0
1
0
0
3
0
0
1
0
0
0
0
1
0
0
0
1
0
0
2
0
0
1
0
0
Bos
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
0
0
0
Boerderij
1
1
1
1
1
1
1
1
0
1
1
0
0
0
0
1
1
0
0
1
1
1
1
0
1
1
1
1
0
0
1
1
0
0
0
1
1
1
0
0
0
0
0
0
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
1
1
1
1
0
0
1
0
1
1
0
1
1
1
0
0
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
0
0
0
0
0
0
1
0
1
1
1
0
1
1
1
0
1
1
0
2
0
0
0
1
0
1
0
0
1
0
0
0
6
5
2
1
0
1
0
1
0
0
1
1
0
1
1
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
0
random
7
1
0
0
0
1
1
1
1
0
0
0
random
voluntary
voluntary
voluntary
7
7
7
7
1
1
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
1
1
0
0
0
0
0
1
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
X
42203,918
40807,487
36935,284
38816,857
41002,278
40254,857
37865,063
38808,668
41638,826
26579,257
26867,689
24891,257
26250,335
27719,899
28318,101
33804,127
27771,821
27323,984
23671,388
34829,555
26864,016
26092,710
27828,826
24881,567
37717,187
28075,446
27869,038
38736,815
33681,160
33476,408
41321,373
39771,330
40797,202
Y
159195,475
158182,261
167007,235
165307,636
167185,309
168067,340
167001,537
167084,454
167093,573
174123,745
189493,311
194774,697
195576,167
196402,767
195578,399
168752,627
193074,544
192135,231
197983,830
168748,854
194733,229
193828,436
198104,990
191304,156
168943,580
191183,890
187894,251
168726,382
182659,397
181782,228
169633,687
168716,352
168833,803
Grid
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
Agrarisch
7
7
7
6
6
7
6
7
7
7
7
8
6
7
7
6
7
8
3
6
7
6
7
6
7
7
5
7
6
7
7
6
7
27820,082
170515,899
random
7
1
0
31864,736
33699,959
34937,149
36844,752
38756,803
39862,079
40937,760
170535,617
170417,410
170572,219
170480,177
170559,572
170541,230
170486,179
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
6
7
7
7
7
7
8
2
1
1
1
1
1
0
26733,370
172180,869
voluntary
6
28759,308
32979,359
172208,443
172067,083
random
voluntary
27933,036
174079,344
28918,970
26624,307
27962,083
26577,823
173935,469
175831,962
175566,378
177536,483
Poel
0
0
1
1
1
0
0
0
1
1
1
0
1
1
1
1
0
0
1
1
0
0
0
0
0
1
1
0
1
1
1
1
1
Moeras
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Bloemrijk
grasland
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Braam
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
1
1
0
0
1
0
0
0
SCORE KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN (KLE)
Droge HoogstGrote
Lage
Solitaire
ruigte
bg
Haag bomen bomen
struik
0
0
1
1
1
1
0
0
0
1
1
1
0
0
0
1
1
1
0
0
1
1
1
1
0
0
1
1
1
0
0
0
0
0
0
1
0
0
1
0
1
1
0
0
0
0
0
1
1
0
0
1
1
1
0
0
1
1
1
1
0
0
0
1
1
1
0
0
0
0
0
1
1
0
0
0
0
1
0
0
0
0
1
1
0
0
0
0
0
1
0
0
1
1
1
1
0
0
1
0
1
0
0
0
1
1
1
0
1
0
1
1
1
0
0
0
1
0
1
1
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
1
0
0
0
0
1
1
0
1
0
0
0
1
0
0
0
1
0
1
1
1
0
1
1
1
1
1
0
1
1
1
1
0
0
0
0
1
0
0
0
1
1
1
1
0
0
1
0
1
1
0
0
1
0
1
0
0
0
1
1
1
1
0
0
1
0
1
1
Onverh
weg
1
0
0
0
1
0
1
1
1
1
1
1
0
0
0
0
0
0
1
0
1
0
1
1
0
1
0
1
0
0
0
0
0
94
Dode
boom
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
Knotboom
1
0
1
1
0
0
0
0
1
1
1
0
0
0
0
1
0
1
0
1
0
0
1
0
1
1
0
1
1
1
0
0
0
Onkruid
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Wildakker
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Perceels
-rand
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
1
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Kool-zaad
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
1
0
0
0
0
1
1
1
1
0
1
1
1
1
0
0
1
1
1
0
0
0
0
1
0
0
1
1
1
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
1
0
0
0
0
0
0
0
1
1
1
1
1
0
1
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
1
1
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
1
1
0
0
0
1
1
1
1
1
0
1
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Telpunt
v86
v878
v879
v88
v883
v89
v92
v93
v95
v96
v97
w157
w174
w175
w23
Naam teller
Vandeputte W.
Veramme W.
Veramme W.
Vandeputte W.
Veramme W.
Debeuf P. &
Lemahieu I.
Coelembier D.
Depoortere M.
Bollengier B. &
Olivier M.
Coelembier D.
Coelembier D.
Debeuf P. &
Lemahieu I.
Debeuf P. &
Lemahieu I.
Debeuf P. &
Lemahieu I.
Debeuf P. &
Lemahieu I.
LANDSCHAPSSCORE
Natuur Natuur
Bebouwd droog
nat
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
Bos
0
0
0
0
0
Boerderij
1
1
1
1
1
0
0
0
0
0
0
1
1
1
0
0
1
1
0
1
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
1
1
1
1
1
1
0
0
0
1
0
1
0
0
0
1
1
0
0
0
1
0
1
1
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
0
1
1
1
0
0
0
1
0
1
0
0
0
0
1
1
7
1
0
0
0
1
0
0
1
0
0
0
0
random
7
1
0
0
0
1
0
1
0
0
0
0
voluntary
7
1
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
X
27549,113
32730,080
33830,030
26809,917
32573,246
Y
177517,517
187844,198
187561,991
179188,043
189593,097
Grid
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
voluntary
Agrarisch
7
7
7
7
7
30755,388
25820,588
29923,614
179118,406
180893,993
180703,622
random
random
voluntary
7
6
7
1
2
1
0
0
0
26838,592
27729,794
28961,247
182622,916
182600,213
182379,468
random
voluntary
voluntary
6
7
6
1
1
1
51355,815
162797,113
random
7
52342,271
166219,963
random
53448,344
166283,528
51838,647
161828,318
Poel
1
1
0
1
0
Moeras
0
0
0
0
0
Bloemrijk
grasland
0
0
0
0
0
Braam
1
0
0
0
0
SCORE KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN (KLE)
Droge HoogstGrote
Lage
Solitaire
ruigte
bg
Haag bomen bomen
struik
0
0
1
1
1
1
0
0
0
1
1
0
0
0
0
0
1
0
0
0
1
1
1
1
0
0
0
1
1
1
Onverh
weg
1
0
0
0
0
95
Dode
boom
0
0
0
0
0
Knotboom
1
0
0
1
0
Onkruid
0
0
0
0
0
Wildakker
0
0
0
0
0
Perceels
-rand
0
0
0
0
0
Kool-zaad
0
0
0
0
0
1
0
1
0
0
0
1
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
1
0
1
1
0
0
0
1
1
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
1
1
1
1
1
1
0
0
0
0
0
1
0
1
1
0
0
0
0
0
0
0
1
1
1
1
0
1
0
0
0
0