Schoolondersteuningsprofiel Berger Scholengemeenschap (BSG) te Bergen 1. Inleiding Passend onderwijs is de nieuwe manier waarop onderwijs aan leerlingen, die extra ondersteuning nodig hebben, wordt georganiseerd. Het gaat om zowel lichte als zware vormen van ondersteuning. Bijvoorbeeld extra begeleiding op school, aangepast lesmateriaal, hulpmiddelen of onderwijs op een speciale school. Onderscheiden worden de basisondersteuning en extra ondersteuning. Basisondersteuning is door het samenwerkingsverband afgesproken ondersteuning die een school aan alle leerlingen moet kunnen bieden. Het samenwerkingsverband van scholen voor voortgezet (speciaal) onderwijs in Noord-Kennemerland geeft scholen ook de beschikking over ondersteuningsmiddelen waarmee zij extra ondersteuning op maat kunnen inzetten. Een school kan deze extra middelen gebruiken om de basisondersteuning verder te verbreden met expertise vanuit de school zelf of met expertise van buitenaf. De school kan er ook voor kiezen om de ondersteuningsmiddelen te gebruiken om een tijdelijke plaatsing op het speciaal onderwijs of het speciaal basisonderwijs in te kopen. Extra ondersteuning kan licht en kortdurend van aard zijn, maar ook zwaar en langdurig en plaatsvinden binnen of buiten de school. Het schoolondersteuningsprofiel is als het ware een foto van de stand van zaken en bevat tevens de ambities van de school. Het biedt het ouders de mogelijkheid om per school te beoordelen of het ondersteuningsniveau van een school past bij wat hun kind nodig heeft. Het schoolondersteuningsprofiel is een beknopt document: voor meer informatie kan worden gekeken in het schoolplan of het zorgplan van de school of op ‘Vensters voor Verantwoording’. Deze laatste website is een project van de VO-raad waarbij allerlei cijfermatige informatie over scholen voor voortgezet onderwijs, afkomstig van de onderwijsinspectie en van de scholen zelf, verzameld en gevisualiseerd wordt in één systeem. Het schoolondersteuningsprofiel is tot stand gekomen op basis van een format van het Samenwerkingsverband VO en is door de school verder ingevuld. De medezeggenschapsraad van de school heeft op 17 maart 2014 ingestemd met dit schoolondersteuningsprofiel. Op 2 juli 2014 is het schoolondersteuningsprofiel vervolgens vastgesteld door het bestuur van de Sovon. Alle in dit schoolondersteuningsprofiel genoemde websites en documenten zijn te bereiken via de website van de school. 2. Algemene informatie In dit hoofdstuk worden de contactgegevens van de school en de kengetallen van de leerlingpopulatie weergegeven. Ook wordt kort weergegeven wat de school als haar opdracht ziet, vooral in het kader van passend onderwijs: de onderwijsvisie. 2.1 Contactgegevens Naam Type school Adres Telefoon E-mail Website Berger Scholengemeenschap Mavo / Vmbo-tl / Havo / Atheneum Rondelaan 34, 1861ED Bergen (NH) 072 - 58 94 118 [email protected] www.berger-sg.nl 2.2 Onderwijsvisie en visie op ondersteuning ‘De kunst van het leren’ De Berger Scholengemeenschap (BSG) stimuleert leerlingen om hun talenten maximaal te benutten en zorgt voor een hoge onderwijskwaliteit. Maar de BSG doet nog meer: de school bevordert creativiteit en kunstbeleving en leert leerlingen het anders zijn van de ander als welkome aanvulling op hen zelf te zien. Om vorm te geven aan deze missie en de visie werkt de school bewust aan de ontwikkeling van de volgende kernwaarden: Creativiteit Creativiteit staat centraal op de BSG en docenten integreren dit zowel binnen alle vakken als binnen de vakoverstijgende activiteiten. Hierdoor leert de leerling allerlei vraagstukken creatief op te lossen. De leerling leert verbanden te zien, onderzoeken en oplossingsgericht te denken. Ook leert de leerling op een communicatief vaardige wijze samen te werken en te presenteren. In de overlegstructuur en bij de ontwikkeling van het onderwijs past het personeel dezelfde creatieve vaardigheden toe en spreekt elkaar hierop aan. Kwaliteit De BSG biedt kwalitatief hoogstaand onderwijs. Dat blijkt uit de examenresultaten en het goede rendement. Docenten houden rekening met de verschillende leerstijlen van de leerling, zodat elke leerling op zijn eigen niveau wordt uitgedaagd. Personeel en leerlingen onderschrijven het optimaal bieden van kansen, leveren hier een actieve bijdrage aan en dragen het uit. Inhoudelijk profileert de BSG zich als kunst- en cultuurschool waarin de onderzoekende houding wordt gestimuleerd. De onderzoekende houding maakt dat ook de exacte poot van de school sterk is. Verantwoordelijkheid Leerlingen van de BSG leren als voorbereiding op de maatschappij geleidelijk aan zelfstandig te werken en krijgen steeds meer verantwoordelijkheid voor hun leerproces. Deze toenemende verantwoordelijkheid van leerlingen wordt ook zichtbaar in de lessituatie. Bij het aanbieden van de lesstof stimuleert de docent de leerlingen om zelf na te denken en initiatief te tonen. Leerlingen krijgen een planning van de leerstof die houvast geeft voor het werktempo, over wat er van hen verwacht wordt en hoe zij zullen worden beoordeeld. De docent is verantwoordelijk voor het onderwijs op de school en levert een bijdrage aan de ontwikkeling daarvan. Hij kent zijn leerlingen en weet waar zij mee bezig zijn. Daarnaast leert hij leerlingen goed om te gaan met het gebouw, het interieur en de omgeving. Hij heeft daarbij een voorbeeldfunctie en spreekt leerlingen en collega’s indien nodig aan. Veiligheid De BSG is een veilige school in de breedste zin van het woord, gelegen in een prachtige omgeving waarbinnen het voor leerlingen en personeel prettig werken is. Men kent elkaar en werkt bewust aan saamhorigheid en aan een professionele cultuur. De school heeft huisregels die leerlingen en personeel naleven en waar men elkaar op aanspreekt. De mentoren hebben een spilfunctie bij het stimuleren van een gevoel van veiligheid bij leerlingen. Er is een goede zorg- en begeleidingsstructuur, waardoor leerlingen de extra zorg krijgen die ze nodig hebben. 2 Schoolondersteuningsprofiel Berger Scholengemeenschap, 2014 Visie op ondersteuning De Berger Scholengemeenschap is een school die leerlingenondersteuning beschouwt als een integraal onderdeel van het onderwijsleerproces. De school wil leerlingen een veilige leeromgeving bieden, waarbinnen men zich optimaal kan ontplooien, met als einddoel een afsluitend diploma. De school wil voorkomen dat leerlingen onnodig voortijdig de school verlaten. Hiertoe wordt naast de gangbare algemene studiebegeleiding ook extra ondersteuning bij gesignaleerde problemen geboden in de vorm van interne of externe hulp. De school huldigt daarbij het standpunt dat er geen sprake kan zijn van enige ondersteuning voor leerlingen als de noodzakelijke zorg en ondersteuning voor docenten ontbreekt. De docenten dienen zodanig gesteund en gefaciliteerd te worden dat zij de leerlingen in de klassituatie en daaromheen adequaat kunnen begeleiden. De docenten wordt houvast geboden door een duidelijk omschreven ondersteuningsaanbod, door een overzichtelijke ondersteuningsstructuur, door steun, begeleiding, scholing, overlegtijd en –ruimte, omlijnde taakomschrijvingen en heldere protocollen. De school onderschrijft de doelstellingen van adaptief onderwijs en past de principes hiervan reeds in de meeste onderwijssituaties toe. Bij adaptief onderwijs wordt uitgegaan van individuele verschillen tussen leerlingen binnen één onderwijsniveau of klas en wordt hiermee zoveel als mogelijk is rekening gehouden. Problemen worden niet uitsluitend in termen van hiaten en beperkingen geformuleerd, maar vooral ook benaderd vanuit mogelijkheden van de leerling. De geboden ondersteuning gaat uit van interactie tussen kind en omgeving. Zodoende zal niet alleen gefocust worden op kindkenmerken, maar completeren daarnaast de onderwijssituatie en de thuissituatie het beeld. 2.3 Kengetallen leerlingpopulatie Hieronder worden de belangrijkste kengetallen van de school weergegeven. Meer spe1 cifieke informatie is te vinden op Vensters voor Verantwoording. Aantal leerlingen per 1/10 Verwijzing naar Leerlingen met SVO REC-indicatie Leerlingen met dyslexieverklaring 2010-2011 839 0 13 83 2011-2012 796 0 13 80 2012-2013 829 0 12 74 Onderwijsresultaten Slaagpercentages 1 Atheneum HAVO VMBO-TL / MAVO 2011 85% 84% 96% 2012 92% 96% 98% 2013 83% 93% 98% www.venstersvoorverantwoording.nl 3 Schoolondersteuningsprofiel Berger Scholengemeenschap, 2014 Doorstroom van leerlingen De inspectie heeft bij haar periodieke kwaliteitsonderzoeken van de school geen afwijkingen geconstateerd en dit als voldoende gekwalificeerd. Vervolgopleiding oud-leerlingen 2011-2012 | vmbo-(g)t Landelijk gemiddelde VO MBO UIT 2011-2012 | havo Landelijk gemiddelde VO MBO HBO UIT 2011-2012 | vwo Landelijk gemiddelde HBO WO UIT De Berger Scholengemeenschap is een kleine school. De school had in 2012-2013 32 klassen. De klassengrootte varieerde tussen de 18 en 32 leerlingen. Er waren in dat jaar 100 medewerkers aan de school verbonden. 4 Schoolondersteuningsprofiel Berger Scholengemeenschap, 2014 3 Basisondersteuning 3.1 Inleiding Op de scholen voor regulier voortgezet onderwijs in Noord-Kennemerland wordt een schematisch overzicht van aspecten van basisondersteuning gehanteerd. U vindt dit formulier in bijlage 1. Basisondersteuning kenmerkt zich door het nauwgezet volgen van de ontwikkeling van de leerlingen en een intensief intern overleg daarover. Basisondersteuning is geen vast gegeven: scholen zijn en blijven in ontwikkeling en de inhoud van de basisondersteuning zal dan ook regelmatig worden aangepast. Voor alle scholen geldt dat het onderwijs wordt zoveel mogelijk wordt afgestemd op de onderwijs- en ontwikkelingsbehoeften van de leerling en waar nodig wordt extra tijd en aandacht aan de individuele leerling geschonken. Indien nodig biedt de school een scala aan ondersteuningsmogelijkheden en hulpmaterialen en onderhoudt zij - waar nodig actief werkrelaties met externe deskundigen. De scholen ontwikkelen zich daarbij voortdurend en besteden veel aandacht aan de professionalisering van de medewerkers. 3.2 Basisondersteuningsprofiel De Berger Scholengemeenschap heeft recent in kaart gebracht hoe zij staat ten opzichte van het gewenste niveau van basisondersteuning met behulp van het genoemde overzicht van de basisondersteuning. De uitkomst van deze analyse is als bijlage bij dit schoolondersteuningsprofiel gevoegd. (bijlage 1). Uit de analyse blijkt dat de school al zeer ver is gevorderd in haar ontwikkeling van de basisondersteuning. Het is van belang om duidelijk te maken dat de school de basis- en extra ondersteuning alleen waar kan maken binnen de grenzen van de mogelijkheden van de school en haar externe partners. Indien de ondersteuningsbehoefte van een leerling de mogelijkheden van de school te boven gaat, zal de school hierover met de ouders/verzorgers communiceren en deze op alternatieven buiten de school (indien aanwezig) wijzen. 3.3 Onderwijsondersteuningsstructuur e e e De school onderscheidt dan 1 -, 2 - en 3 -lijnsondersteuning.Uitgangspunt is dat de leerling zoveel mogelijk wordt opgevangen in de eigen groep door de eigen docent, e mentor en afdelingsleider: de 1 -lijns ondersteuning. Indien deze ondersteuning niet voldoende is, worden de interne deskundigen ingeschae keld: de 2 -lijns ondersteuning. In het interne ondersteuningsteam wordt besproken welke specifieke ondersteuning leerlingen nodig hebben. De school biedt deze ondersteuning meestal zelf. Indien de school vermoedt de ondersteuning niet (geheel) zelf te kunnen bieden, vindt doorverwijzing plaats naar het Zorg- & Adviesteam, het ZAT. Dit is een multidisciplinair e overleg waarin externe deskundigen participeren. (3 -lijns ondersteuning). Het aantal leerlingen dat de afgelopen jaren in het ZAT van de school is besproken: Aantal leerlingen besproken in het ZAT 2010-2011 20 2011-2012 12 2012-2013 11 5 Schoolondersteuningsprofiel Berger Scholengemeenschap, 2014 In schema ziet de ondersteuningsstructuur van de Berger Scholengemeenschap er als volgt uit: e Interne deskundigen e 2 -lijns ondersteuning e 3 -lijns ondersteuning (zie overzicht onder het schema) Externe deskundigen en instellingen Zorg- & Advies Team (ZAT) Interne en externe deskundigen Leerling Interne Zorgteam 1 -lijns ondersteuning Mentoren Vakdocenten Afdelingsleiders Opmerking Naast dit overzicht beschikt de Berger Scholengemeenschap over een ondersteuningsdiagram waarin de achtereenvolgende stappen gedetailleerder zijn beschreven. Dit ondersteuningsdiagram is opgenomen als bijlage 2 bij dit document. Toelichting op de niveaus van ondersteuning Niveau e 1 -lijns ondersteuning Ondersteuningsmogelijkheden Eerstelijnsfunctionarissen hebben continue contacten met leerlingen met betrekking tot het onderwijsaanbod en toezicht op de schoolloopbaan van leerlingen. Zij zijn verantwoordelijk voor dagelijkse werkprocessen binnen de lessituatie. De docent signaleert afwijkend gedrag met betrekking tot onder meer absentie, teruglopende leerprestaties, gedrag, algemeen (dis)functioneren en informeert indien nodig hierover de mentor. 6 Schoolondersteuningsprofiel Berger Scholengemeenschap, 2014 Niveau e 2 -lijns ondersteuning Ondersteuningsmogelijkheden De vakdocent geeft uitvoering aan opgestelde handelingsplannen en volgt aanwijzingen van tweedelijnsfunctionarissen. Indien gewenst of noodzakelijk wordt de docent hierbij door de mentor, de afdelingsleider, eerste- of tweedelijnsfunctionarissen begeleid en ondersteund. De mentor speelt binnen de leerlingenzorg een centrale en cruciale rol. Naast de bewaking van het groepsproces binnen de klas en is hij nauw betrokken bij individuele leerlingen. Behalve studieresultaten controleert hij ook het sociaal en emotioneel functioneren van leerlingen.. Afwijkend gedrag van leerlingen wordt door de mentor opgemerkt of door docenten bij hem gemeld. In samenwerking met de afdelingsleider en de orthopedagoog maakt hij handelingsgerichte afspraken en geeft hij hieraan uitvoering. De communicatie met de ouders en vakdocenten wordt door de mentor verzorgd. Bij voortdurende problemen of ernstige problematiek start de mentor een aanmelding tot (extra) ondersteuning en kan een andere functionaris de verantwoordelijkheid voor de problematiek op zich nemen. Leerling relevante informatie wordt te allen tijde teruggekoppeld naar de mentor. Indien gewenst of noodzakelijk wordt de mentor hierbij door de afdelingsleider en tweedelijnsfunctionarissen begeleid en ondersteund. De afdelingsleider heeft binnen zijn afdeling de eindverantwoordelijkheid. Tweedelijnsfunctionarissen hebben geen continue, maar geïndiceerde contacten met leerlingen. We onderscheiden aan de Berger Scholengemeenschap de volgende: De decanen coördineren de mentoren bij de lessen loopbaanorientatie, ze ondersteunen en begeleiden de (voor)sectorkeuze, de profielkeuze en het studiekeuzeproces van de leerlingen, geven voorlichting op het gebied van beroepskeuze en vervolgopleiding en informeren ouders. Zij voeren individuele gesprekken met leerlingen, zijn betrokken bij uitstroom van leerlingen en beheren de decanensites voor vmbo-t en havo/vwo en het Loopbaan Informatie Systeem. De contactpersoon heeft voor leerlingen, ouders en werknemers een begeleidende en adviserende functie inzake klachten die de schoolsituatie betreffen. Dit kunnen klachten zijn over lesontzegging of schorsing, (cyber)pesten, intimidatie, agressie, discriminatie, e.d. De faalangstreductietrainer verzorgt en coördineert de cursus faalangstreductie voor leerlingen die hiervoor door mentoren en op grond van screening geselecteerd worden. De orthopedagoog van de BSG kan ingezet worden overal waar sprake is van problematische opvoedsituaties, die relevant zijn voor de schoolsituatie. Zij verbindt de taken van intern begeleider van rugzakleerlingen, zorgcoördinator en counselor. Zij heeft een onderzoekende en adviserende functie bij de aanname en plaatsing van leerlingen met een ondersteuningsbehoefte en coördineert het proces van aanmelding van leerlingen met een Leerling Gebonden Financiering (rugzakje). Ook is de orthopedagoog verantwoordelijk voor de gang van zaken rondom het Intern Zorgoverleg (IZO), het Zorg- & Adviesteam (ZAT) en de zorg voor leerlingen die externe hulpverleningstrajec- 7 Schoolondersteuningsprofiel Berger Scholengemeenschap, 2014 Niveau Ondersteuningsmogelijkheden ten ingaan. Zij is het aanspreekpunt voor justitiële instanties en externe hulpverleners. Daarnaast informeert de orthopedagoog direct betrokkenen over het beleid met betrekking tot zorgleerlingen, adviseert zij schoolfunctionarissen en is zij betrokken bij het opstellen van individuele handelingsplannen voor zorgleerlingen en geeft hieraan zo nodig uitvoering. De orthopedagoog wordt ingezet bij problemen rondom klasmanagement en heeft een ondersteunende functie ten aanzien van het onderwijzend personeel. De begeleiding van de rugzakleerlingen impliceert het schrijven van handelingsplannen en evaluatieverslagen, het voeren van evaluatiegesprekken en het onderhouden van contacten met ouders, het bijwonen van rapportvergaderingen en adviseren en informeren van docenten. Aandachtspunten zijn: leren, lezen, rekenen, kiezen en de sociaal-emotionele ontwikkeling. e e 3 -lijns ondersteuning In de 2 -lijns ondersteuning speelt het interne zorgteam van de school een essentiële rol. Het Interne Zorgoverleg wordt gevormd door de afdelingsleiders en de orthopedagoog. Hier worden naast algemene zorgonderwerpen eventueel ook leerlingen besproken voordat ze in het Zorg- en Adviesteam worden ingebracht. Het Intern Zorgoverleg komt eens per zes weken bijeen, vaker indien noodzakelijk en gewenst. Als het probleem van dien aard is, dat het niet binnen de school kan worden opgevangen, wordt advies ingewonnen bij externe instanties: de 3e lijn. Advisering door of verwijzing naar externe instanties loopt via het zorgadviesteam (ZAT). Hierbij is overleg met de afdelingsleider, mentor en leerlingbegeleider. Het SOVON beschikt over de diensten van een schoolpsycholoog, inzetbaar voor diagnostiek en advies. In het ZAT worden leerlingen met een gerichte hulpvraag ingebracht en voorgelegd aan de genoemde externe hulpverleners. Dit levert ofwel een advies op waarmee de school intern tot een oplossing van de problematiek kan komen, ofwel een doorverwijzing naar buitenschoolse hulpverleningsinstanties. De vergaderfrequentie is eens per zes weken. Zorgteams De afdelingsleiders dragen eindverantwoordelijkheid voor de begeleiding en ondersteuning van de leerlingen in hun afdeling. Samen met de orthopedagoog vormen zij het interne zorgteam van de BSG. Dit team wordt ingeschakeld als leerlingen problemen hebben die de mogelijkheden van de mentor overstijgen. Hierbij hecht de BSG aan goed contact en overleg met ouders en verzorgers. Naast het interne zorgteam is er ook een Zorg- en Adviesteam (ZAT), waarin naast orthopedagoog en de afdelingsleiders van de BSG externe deskundigen zitten, zoals de schoolarts, de schoolmaatschappelijk werker, een leerplichtambtenaar en medewerkers van Bureau Jeugdzorg en jeugdpolitie. Het ZAT wordt voorgezeten door de orthopedagoog. In dit overlegorgaan worden leerlingproblemen aan de leden voorgelegd voor een professioneel advies. Vervolgens kan - indien noodzakelijk - snel hulpverlening worden gestart. Een leerling wordt alleen in het ZAT ingebracht, indien de ouders hiervoor toestemming hebben verleend. 8 Schoolondersteuningsprofiel Berger Scholengemeenschap, 2014 Externe deskundigen en instellingen, waarmee de school samenwerkt, zijn: GGD; GGZ; Bureau Jeugdzorg; Politie/Bureau HALT; Leerplichtambtenaar; (School) Maatschappelijk Werk; Gedragpunt (v/h REC-4); Ambulante begeleiders REC-1, -2 en -3; Centrum Jeugd en Gezin (CJG). Verder wordt door de BSG samengewerkt met de volgende externe organisaties: Samenwerkingsverband VO/VSO Noord-Kennemerland Het Samenwerkingsverband beheert twee bovenschoolse voorzieningen, het Orthopedagogisch en didactisch centrum (OPDC) en de Rebound Voorziening. Het Orthopedagogisch en Didactisch Centrum (opdc) richt zich vooral op vmboleerlingen, die gebruik maken van Leerweg Ondersteunend Onderwijs (LWOO) en is daarmee voor onze school niet relevant . Rebound Voorziening/Keerpunt De Rebound bestaat uit twee Opvangklassen en Het Keerpunt, die samen over 27 plaatsen beschikken. In de Opvangklassen worden leerlingen geplaatst in de leeftijd van 12 tot en met 15 jaar die op de school waar zij staan ingeschreven in een probleemsituatie zijn geraakt. Het is de bedoeling deze leerlingen binnen maximaal één jaar terug te leiden naar het regulier onderwijs, zodat zij daar hun diploma kunnen halen. Gedurende de periode in de Opvangklas blijven de leerlingen ingeschreven staan bij hun school van herkomst en volgen zij het door de school gedicteerde, veelal normale programma en leggen zij de benodigde toetsen af. De doelgroep van het Keerpunt zijn jongeren van 13 tot en met 16 jaar, die geen onderwijs meer volgen en voor wie het perspectief op een afsluitend schooldiploma ontbreekt. Zij moeten vooral veel sociale en doorgaans ook praktische vaardigheden aanleren om zichzelf maatschappelijk te kunnen handhaven. Binnen het reguliere schoolcircuit zijn zij niet meer te handhaven. De doelstelling is om voor hen in een periode van maximaal één jaar via een gericht en aantrekkelijk programma van onderwijs en hulpverlening een dagbesteding te verzorgen en hen zo mogelijk terug of verder te leiden naar een passende vorm van onderwijs of werkend leren. PCL-breed Het Samenwerkingsverband beschikt over een Permanente Commissie Leerlingzorg (PCL-breed), een forum van vmbo-orthopedagogen van de aangesloten scholen. Deze commissie ontwikkelt beleid ter besteding van het regionale zorgbudget. Het PCL-breed komt elke vier weken bijeen. Doel van het PCL-breed is het verbeteren van de zorgstructuur door scholing, overleg met collega’s en met externe deskundigen. De BSG ontvangt wel de vergadernotulen van de PCL-breed, maar is hierin niet vertegenwoordigd. PCL-smal De PCL-smal bestaat uit een kleine groep ervaren orthopedagogen, die de lopende zaken coördineert rondom vmbo-leerlingen die niet goed functioneren. Het PCLsmal bemiddelt bij conflicten tussen ouders en school inzake inschrijvingsproblematiek, verwijst leerlingen door naar de Rebound Voorziening en heeft een adviserende functie. Er wordt eens per twee weken vergaderd. 9 Schoolondersteuningsprofiel Berger Scholengemeenschap, 2014 Havo/Vwo-Platform Hoewel het Samenwerkingsverband wettelijk gezien niet optreedt namens havo- en vwo-scholen, blijkt in de praktijk deze behoefte wel te bestaan. Daarom is in 2005 het havo-vwo zorgplatform opgericht, waarin alle havo- en vwo-scholen door hun orthopedagogen zijn vertegenwoordigd. Het platform heeft dezelfde functie voor de schooltypen havo en atheneum als de PCL-breed heeft voor de vmbo-scholen en komt eens per zes weken bijeen. De BSG wordt door haar orthopedagoog vertegenwoordigd. In de schoolgids en het zorgplan van de school is meer informatie over het bovenstaande te vinden. 3.4 Planmatig werken Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) In het reguliere voortgezet onderwijs moeten scholen met ingang van 1 augustus 2014 een zogeheten ‘ontwikkelingsperspectiefplan’ opstellen voor leerlingen die extra ondersteuning krijgen. In het ontwikkelingsperspectiefplan wordt beschreven wat de verwachte uitstroombestemming van de leerling is en wat de onderbouwing van deze verwachting is. Wat dit laatste betreft gaat het om de belemmerende en bevorderende factoren die van invloed kunnen zijn op het onderwijsleerproces. Het bevoegd gezag van de school stelt het ontwikkelingsperspectiefplan vast nadat hierover op overeenstemming gericht overleg (OOGO) met de ouders heeft plaatsgevonden. De school evalueert het ontwikkelingsperspectief jaarlijks met de ouders en stelt het zo nodig bij. Scholen voor regulier voortgezet onderwijs moeten vanaf 1 augustus 2014 in het Basisregister Onderwijs (BRON) aangeven welke leerling een ontwikkelingsperspectief heeft. De inspectie ziet toe op de kwaliteit van deze werkwijze binnen de scholen. Het opstellen van een OPP vraagt om een integrale werkwijze waarin de opsteller de informatie en expertise vanuit alle betrokkenen meeneemt: van de leerling zelf, van de ouders, de docenten, mentoren en andere schoolinterne deskundigen en van de ketenpartners van de school (de externe deskundigen die bij de leerling betrokken zijn). Handelingsplannen werden vooral geschreven om hiaten op te vullen, een OPP is meer bedoeld om hiaten te voorkomen. Het OPP wordt meer opgesteld vanuit de ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling op de langere termijn, met einddoelen die passen bij het perspectief (uitstroom) van de leerling. Het OPP richt zich meer op de doelen die in de onderwijsinstelling behaald dienen te worden. De positie van de ouders is hiermee flink veranderd: zij zijn nu meer betrokken partners bij het leren en opgroeien van hun kind. Indien geen overeenstemming wordt bereikt bij het vaststellen of bijstellen van het OPP kunnen ouders zich wenden tot de ‘Geschillencommissie Passend Onderwijs’ (v/h de ‘Geschillencommissie OPP’). Ten tijde van het opstellen van dit schoolondersteuningsprofiel zijn de scholen druk bezig zich voor te bereiden op deze nieuwe maatregel. Werkwijze handelingsplannen/OPP In principe komt elke leerling van de Berger Scholengemeenschap in aanmerking voor de extra ondersteuning die hij nodig heeft, mits de school in deze ondersteuning kan voorzien. Hierbij vormen de onderwijsbehoeften van de leerling het uitgangspunt. De ondersteuningsvraag kan geformuleerd worden door de leerling, de ouders of de school. De ondersteuningsvraag moet zijn onderbouwd met relevante informatie, waaronder de benodigde rapporten van deskundigen, zoals verklaringen over leerstoornissen (dyslexie) en psychologische en medische diagnostische verslagen. In overleg met ouders en leerling beslist de school uiteindelijk over de inzet van de ondersteuning. 10 Schoolondersteuningsprofiel Berger Scholengemeenschap, 2014 Voor leerlingen, die op structurele basis extra ondersteuning nodig hebben, wordt een individueel handelingsplan/ OPP opgesteld. De orthopedagoog is de regisseur van de opgestelde plannen: zij bewaakt de uitvoering en evaluatie en ondersteunt het personeel hierbij. De geboden ondersteuning en de handelingsplannen worden in het leerlingvolgsysteem vastgelegd. Op deze manier is het mogelijk om op doelmatige en efficiënte wijze de ontwikkeling van leerlingen met speciale onderwijsbehoeften te volgen. 3.5 Basiskwaliteit van het onderwijs De inspectie Voortgezet Onderwijs heeft de Berger Scholengemeenschap het zogenaamde basisarrangement (basistoezicht) toegekend. Hiermee wordt uitgedrukt dat de kwaliteit van het geboden onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving in orde is. Maar ook de school zelf hanteert tal van instrumenten om de kwaliteit van de school te borgen en verder te optimaliseren: Beleidscyclus De verantwoordelijkheid voor de uitvoering en ontwikkeling van het primaire proces ligt bij de afdelingen, vaksecties en individuele docenten. Deze leggen hun doelen jaarlijks vast in een afdelingsdeel van het jaarplan, vakwerkplan en bij het doelstellingengesprek. Alle plannen worden cyclisch geëvalueerd en bijgesteld. Resultaten Voor de opbrengsten van het onderwijsproces wordt gekeken naar het oordeel van de inspectie zoals verwoord in de kwaliteitskaart. Tevredenheid over processen is een andere indicator die belangrijk is. Tevredenheidsonderzoek De school probeert open te staan voor verschillende geluiden en in gesprek te gaan met verschillende belanghebbenden. Deze gesprekken geven natuurlijk al een inzicht in de mate van tevredenheid. Het is echter belangrijk om dit ook systematisch te onderzoeken. De school maakt hiervoor gebruik van kwaliteitscholen. In de bijlage is te vinden welke onderzoeken gepland zijn. Leerlingen Reeds een aantal jaren neemt de BSG enquêtes af onder leerlingen. Om daarbij de leerlingen ruimte te geven om meer vorm te geven aan hun wensen en mening werkt de school met leerling- en ouderklankbordgroepen. Hier worden onderwerpen besproken die de leerlingen en ouders belangrijk vinden of die de schoolleiding aan hen voor wil leggen. Onderzoeken die de laatste jaren zijn afgenomen zijn: o o Brugklasonderzoek Dit onderzoek wordt afgenomen sinds 2010. De leerlingen zijn steeds erg tevreden met de BSG en waarderen de school in 2012 – 2013 met 8,95 (landelijk 8,27). Dit mooie resultaat proberen we te borgen. Derde klas onderzoek In 2010-2011 scoorde de BSG 6,3, in 2011-2012 een 6,7 en in 2011 -2013 een 7,31 (0,59 hoger dan landelijk gemiddeld). Leerlingen zijn met name te spreken over de sfeer, de begeleiding en de mentor. Ook de resultaten van deze onderzoeken vormen de basis voor beleid. We zijn dan ook erg blij met de stijgende lijn. o Onderzoek onder examenkandidaten Dit onderzoek wordt volgend schooljaar voor het eerst uitgezet. o Leerling-tevredenheid over individuele docenten 11 Schoolondersteuningsprofiel Berger Scholengemeenschap, 2014 Over het algemeen worden de docenten hoog gewaardeerd door leerlingen. Aandachtspunt is echter, net als in het derde klas onderzoek, de afwisseling en uitdaging in de lessen. Ouders In schooljaar 2012 – 2013 is het voor het eerst gelukt om voldoende respons te krijgen voor een valide uitslag. De ouders waarderen de school met een 7,66 (dit ligt 0,50 hoger dan landelijk). De school probeert dit resultaat te borgen. Personeel Personeel geeft aan dat de input die zij krijgen uit de leerling-enquêtes die over hen worden afgenomen, waardevol is voor hun ontwikkeling. Het algemene onderzoek naar personeelstevredenheid is in 2012 voor het eerst uitgezet en de totale waardering kwam op 8,22 (landelijk 7,67). . De BSG geeft de verschillende doelgroepen in en om de school informatie op maat. Daarnaast geeft de school op ‘Vensters voor verantwoording’ inzicht in alle beschikbare gegevens en indicatoren. Zie http://www.schoolvo.nl/?p_schoolcode=13652-16ST-000 Naast gegevens over kwaliteit, onderwijs en begeleiding zijn hier ook gegevens te vinden over leerlingenstromen, personeel, financiën. 4 Extra ondersteuning 4.1 Inleiding Het samenwerkingsverband geeft scholen ook de beschikking over ondersteuningsmiddelen waarmee zij naast de basisondersteuning voor leerlingen extra ondersteuning op maat kan inzetten. De scholen kunnen deze extra middelen gebruiken om de basisondersteuning verder te verbreden met expertise vanuit de school zelf of met expertise van buitenaf. De scholen kunnen er ook voor kiezen om de ondersteuningsmiddelen te gebruiken om een tijdelijke plaatsing op het speciaal onderwijs of het speciaal basisonderwijs in te kopen. Deze extra ondersteuning werd voorheen bekostigd vanuit de zogenaamde ‘rugzakjes’, die op korte termijn worden afgeschaft. 4.2 Arrangementen De Berger Scholengemeenschap kent in het kader van de extra ondersteuning het volgende arrangement: Schoolorthopedagoog Doelgroep Ondersteuning Nieuwe leerlingen die extra ondersteuning behoeven Geïndiceerde leerlingen Docenten 12 Schoolondersteuningsprofiel Berger Scholengemeenschap, 2014 Schoolorthopedagoog Doelstellingen Ondersteuning Beschikbare materialen Ruimtelijke omgeving Deskundigheid Samenwerking met externe instanties 5 Adviseren bij aanname en plaatsing van nieuwe leerlingen die extra ondersteuning behoeven. Aanspreekpunt voor leerlingen met een cluster-indicatie naast de jaarlijks wisselende mentor Informatieverstrekking naar en geven van praktische adviezen aan het team ten behoeve van een adequate benadering van leerlingen met een ondersteuningsbehoefte. Door middel van presentaties en trainingen de deskundigheid van het personeel ten aanzien van kinderen die speciale steun behoeven vergroten. Bewaken van de driehoek school-leerling-ouders. Contactpersoon voor externe deskundigen en hulpverleningsinstanties. Counselor voor leerlingen die om welke reden dan ook stagneren in hun ontwikkeling. In overleg met de ouders doorverwijzen naar externe deskundigen indien de ondersteuningsbehoefte van de leerling het ondersteuningsaanbod van de school overvraagt, Schrijven en actualiseren van de ondersteuningsdocumenten. Hanteren van een transparante werkwijze volgens zorgvuldige procedures. Voorzitter van het Zorg- en Adviesteam. Lid van het Interne Zorgoverleg samen met de afdelingsleiders. Bewaken van het pedagogisch klimaat, de kwaliteit van klasmanagement Ontwikkelen van zorgbeleid. Alle gebruikelijke instrumenten en hulpmiddelen van een orthopedagoog. Eigen werkruimte/spreekkamer. Orthopedagoog. Onderhouden van werkrelaties met alle externe deskundigen en instanties, zoals genoemd in dit schoolondersteuningsprofiel. Ambities Allereerst is het de ambitie van de Berger Scholengemeenschap om geheel te gaan voldoen aan de kwaliteitseisen, die aan de basisondersteuning, zoals weergegeven in bijlage 1, mogen worden gesteld. Andere ambities in het kader van passend onderwijs zijn de volgende. Beleid ontwikkelen op de inzet van de beperkte zorgmiddelen. De aanname van zorgleerlingen blijft minstens op zelfde peil als voorheen. Het leerlingvolgsysteem verder verbeteren. Duidelijker aangeven van grenzen en onmogelijkheden: als de onderwijsbehoeften van een leerling de in de school aanwezige expertise overstijgen, dan heeft de school een sturende en adviserende functie bij de doorverwijzing naar instanties die wel in de behoeften kunnen voorzien. 13 Schoolondersteuningsprofiel Berger Scholengemeenschap, 2014 6 Ontwikkelen expertise binnen de school met betrekking tot specifieke ondersteuningsbehoeften van leerlingen. Afsluiting Voor alle vragen, die tijdens het lezen van dit schoolondersteuningsprofiel bij u zijn gerezen, kunt u zich wenden tot de school. Overigens vindt u ook op de website van de school en in de vele documenten die u via de website gemakkelijk kunt bereiken, uitgebreide informatie over wat in deze notitie aan de orde is gesteld. 14 Schoolondersteuningsprofiel Berger Scholengemeenschap, 2014 Bijlage 1 Overzicht basisondersteuning Berger Scholengemeenschap te Bergen Vooropmerking Indien in onderstaand schema het kruisje in de kolom ‘In ontwikkeling’ uiterst rechts is geplaatst, dan betekent dat dat de ontwikkeling reeds in een vergevorderd stadium is. In ontwikkeling Aspecten 1 a b c d e 2 a b c d e f g h i j k l m n o 3 a b c d e 4 a b c d e f Beleid met betrekking tot passend onderwijs De school heeft de intentie om leerlingen met een (extra) ondersteuningsbehoefte in principe aan te nemen, mits het ondersteuningsaanbod toereikend kan zijn De school meet minimaal één keer per twee jaar de tevredenheid van leerlingen en ouders/verzorgers De school bepaalt jaarlijks hoe de zorgmiddelen worden ingezet De school evalueert jaarlijks het rendement van geboden ondersteuning en gebruikt de conclusie als input voor het ondersteuningsbeleid Middelen die toegekend zijn voor ondersteuning worden daarvoor ingezet Passende begeleiding De school brengt onderwijsbehoeften in kaart door het verzamelen van informatie uit overdrachtsgegevens, warme overdracht en gesprek met de ouders De school voorziet in op maat gemaakte onderwijsarrangementen voor leerlingen die dat nodig hebben De school werkt met (groeps)handelingsplannen met een vaste structuur (Groeps)handelingsplannen bevatten handelingsgerichte, direct toepasbare adviezen De school gaat altijd na welke opbrengsten handelingsplannen opleveren De school beschikt over een goed functionerend leerling volg systeem (LVS) waarin de ondersteuning wordt vastgelegd Docenten en mentoren voeren leerlinggegevens m.b.t. onderwijsresultaten, sociaalemotionele ontwikkeling en andere relevante informatie structureel in in het LVS Minimaal twee keer per jaar vinden leerlingbesprekingen plaats op basis van deze individuele informatie en m.b.t. groepssituaties De school stelt de informatie over onderwijsbehoeften van leerlingen ter beschikking van professionals, waarmee wordt samengewerkt. De mentor stelt informatie over onderwijsbehoeften van leerlingen structureel beschikbaar aan medewerkers van de school die hiervan op de hoogte dienen te zijn De school besteedt structureel aandacht aan de competenties van docenten en begeleiders in relatie tot de ondersteuningsproblematiek die speelt De school beschikt over goed getrainde mentoren die in staat zijn adequaat te signaleren en te interveniëren (binnen hun taakstelling) De school maakt gebruik van (eventueel externe)( specialisten als het gaat om extra ondersteuning De school zet externe zorgpartners preventief in ten behoeve van een vroegtijdige signalering, zodat eerder lichte ondersteuning kan worden ingezet Voor speciale onderwijsbehoeften schakelt de school zo nodig diagnostische expertise van buiten de school in De continuïteit van de passende begeleiding De verantwoordelijkheid voor de continuïteit van de ondersteuning is ondergebracht bij één of meer functionarissen Begeleidingsgegevens (al vanaf het BaO) worden vastgelegd in het leerlingvolgsysteem De school participeert in de overgangsprocedures BaO/VO zoals afgesproken De school participeert in de overgangsprocedures VO/MBO zoals afgesproken De school heeft afspraken over hoe de ‘warme overdracht’ wordt vormgegeven vastgelegd Basisondersteuning voorziet in opvang van leerlingen met een algemene hulpvraag De school verzorgt leerwegondersteuning (LWO) De school vangt leerlingen met een PRO-beschikking op in het VMBO met LWO Inzetten LWOO-ondersteuningsmiddelen (verantwoording begroting/jaarverslag) De school biedt leerwerktrajecten De school beschikt over een onderwijsaanbod voor hoogbegaafden De school werkt met het doorstartconvenant Samenwerkingsverband Aanwezig x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. x 15 Schoolondersteuningsprofiel Berger Scholengemeenschap, 2014 In ontwikkeling Aspecten g h 5 a b c d e f g g h i j 6 a b c d e f g h i j k 2 3 4 De school biedt schoolloopbaan begeleiding De school heeft een verzuimcoördinatie en -registratie Differentiatie en competenties docenten Mentoren zijn in staat te bepalen wanneer basisondersteuning niet meer toereikend is Docenten kunnen reflecteren op eigen handelen en op grond van reflectie bijstellen Docenten zijn in staat handelingsgerichte leerlingbesprekingen te voeren Docenten zijn in staat handelingsgerichte gesprekken met leerlingen, ouders en collega’s te voeren Docenten betrekken ouders bij de onderwijsondersteuning Docenten reageren op signalen van leerlingen en/of ouders door zelf actie te ondernemen of door de signalen door te spelen Docenten kunnen beperkingen van leerlingen vertalen in behoeften en daar de vereiste ondersteuning aan koppelen Docenten maken zo nodig aanpassingen in de lessen Er wordt door de docenten tijdens de lessen gedifferentieerd op grond van: . Docenten kunnen differentiëren naar tempo en niveau . Speciale psychologische of soc. emotionele kenmerken . Een meer of minder dan gemiddelde intelligentie . Verschillende leerstijlen Gedifferentieerde onderwijsprogramma’s zijn beschikbaar in het vakwerkplan Onderwijsprogramma’s voor leerlingen met fysieke beperkingen: . Goed ingerichte Elektronische Leer Omgeving (ELO) . Aangepaste onderwijskundige leer- en hulpmiddelen . Aangepast rooster . Beperkte lokaalwisseling . Ruimte voor verrichten van medische handelingen Expertise op het gebied van deskundigheid, materialen en omgeving Er is binnen de school een cultuur waarin professionaliteit met elkaar gedeeld wordt (intervisie) Docenten kunnen extra aandacht besteden aan leerlingen met speciale onderwijsbehoeften Het zorgteam/ondersteuningsteam heeft expertise in: . Handelingsgericht werken . Individueel ontwikkelingsperspectief . Individuele leerlijnen Er is een teamaanpak op gedrag in de klassen- en vrije situatie Binnen school is kennis over onderwijszorgvoorzieningen in regio Samenwerkingsverband Bekwaamheid/kennis van docenten wordt op peil gehouden voor wat betreft: . Signaleren speciale onderwijsbehoeften voor leren en gedrag . Kennis en aanpak dyslexie . Kennis en aanpak dyscalculie . Kennis en aanpak AD(H)D . Kennis en aanpak ASS . Kennis en aanpak faalangst Binnen school is kennis over gedragsontwikkelingsstoornissen en gedragsproblemen Binnen school is kennis over onderwijsachterstanden andere culturen Er zijn programma’s gericht op vergroten van sociale vaardigheden Er zijn programma’s gericht op vergroten van studievaardigheid Beschikbare trainingen en andere ondersteuning . Faalangst reductie training . Weerbaarheidstraining/ assertiviteitstraining . Dyslexie-ondersteuning (r.t.) . Dyscalculie-ondersteuning (r.t.) Aanwezig x x x x x x x x x x x x x x x x x x x 2 x x x x x x x x x x x x x x x n.v.t. x x x x 3 n.v.t. 4 n.v.t. Er is geen aparte hierop ingerichte ruimte beschikbaar. De school verwijst indien nodig naar externe deskundigen. Idem. 16 Schoolondersteuningsprofiel Berger Scholengemeenschap, 2014 In ontwikkeling Aspecten l m n o p q 7 a b c d e f g h i j k l m 8 a b c d 5 6 . Inzet externe coaches (o.a. OPDC, REC, Keerpunt) Leerlingen met speciale onderwijsbehoeften kunnen gebruik maken van een eigen plek Er is voor mentoren en docenten tijd beschikbaar van het Zorg Advies Team (ZAT) Leerlingen krijgen de gelegenheid elkaar te helpen De school heeft expertise m.b.t. de volgende moeilijke doelgroepen: . Leerlingen die voortdurend drugs gebruiken . Leerlingen met een schoolfobie/ zware blokkade om op school te komen . Leerlingen die een bedreiging zijn voor de veiligheid . Leerlingen die blijven spijbelen . Hoogbegaafde onderpresteerders . Leerlingen in het Praktijkonderwijs met frequent optredende, ernstige gedragsproblemen . Leerlingen met ASS (stoornis in het autistische spectrum) met een ondersteuningsbehoefte, waaraan het regulier onderwijs niet aan kan voldoen, maar die ook niet verwezen kunnen worden naar het VSO omdat het onderwijsaanbod daar tekort schiet De school heeft een werkend protocol voor medische handelingen Samenwerking externen met betrekking tot ondersteuning en zorg De school heeft een goed functionerend Zorg Advies Team (ZAT) De doelstellingen van en de procedures rond het ZAT zijn voor alle medewerkers duidelijk Het beleid rond het ZAT is vastgelegd in een beleidsdocument (zorgplan) De school participeert in de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL)- POVO De school participeert in het VMBO-MBO-overleg De school participeert in het VO-MBO Project De school maakt gebruik van VAVO De school kent samenwerking met het HBO De school kent samenwerking met de Universiteit De school werkt samen met de voorzieningen van het samenwerkingsverband (OPDC, Keerpunt, Herstart/Op de Rails De wijze van samenwerking met de ouders van leerlingen die extra zorg en ondersteuning behoeven is beschreven Ouders kunnen problemen m.b.t. de zorgplicht aankaarten bij de Medezeggenschapsraad: procedures zijn opgenomen in het reglement van de MR De school kent een klachtenprocedure Arbitragezaken worden voorgelegd aan de geschillencommissie Passend Onderwijs, waarbij het bestuur van de school is aangesloten Veilige school Er is een programma voor een veilig klimaat De school heeft de volgende voorzieningen in het kader van een veilig schoolklimaat: . Pestprotocol . Vertrouwenspersoon . Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld . Er zijn gezamenlijke afspraken en gedragscodes voor docenten . Verzuimprotocol De school zorgt voor fysieke toegankelijkheid De school is bereid om in verband met fysieke beperkingen aanpassingen te realiseren Aanwezig x n.v.t. x x n.v.t. x 5 n.v.t. x x n.v.t. x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x 6 x x De capaciteit van het gebouw van de Berger Scholengemeenschap is maximaal belast en is daarom niet geschikt voor de opvang van deze leerlingen. De school is voor een groot deel niet rolstoeltoegankelijk. 17 Schoolondersteuningsprofiel Berger Scholengemeenschap, 2014 Bijlage 1 Ondersteuningsdiagram Berger Scholengemeenschap Docent signaleert problematiek of ondersteuningsbehoefte Docent biedt zelf hulp en komt tot een oplossing Ouders Mentor Mentor biedt zelf hulp en komt tot een oplossing Afdelingsleider biedt zelf hulp en komt tot een oplossing Afdelingsleider Afdelingsleider verwijst naar externe deskundige Orthopedagoog biedt zelf hulp en komt tot een oplossing Schoolorthopedagoog Orthopedagoog verwijst naar externe deskundige ZAT adviseert intern oplossing Zorg- & Adviesteam (ZAT) ZAT verwijst naar externe ondersteuning 18 Schoolondersteuningsprofiel Berger Scholengemeenschap, 2014
© Copyright 2024 ExpyDoc