Verslag

Verslag
Masterclass: Toekomst van Inlichtingendiensten
Donderdag 13 november 2014
Marine Etablissement, Amsterdam
Op donderdagavond 13 november organiseerde Jonge Atlantici een masterclass over
Inlichtingendiensten met prof. dr. Bob de Graaff, hoogleraar Intelligence en Security
Studies op de Universiteit Utrecht en hoogleraar Inlichtingen en Veiligheid aan de NLDA.
De bijeenkomst werd gehouden in het Marine Etablissement te Amsterdam en werd
bijgewoond door 40 mensen.
Wat is intelligence? Hoe heeft intelligence zich ontwikkeld? Deze twee vragen stonden
centraal tijdens de presentatie van Bob de Graaff over Inlichtingendiensten. De Graaff ging in
het eerste deel van zijn presentatie dieper in op de eerste vraag. Intelligence is in termen
van informatie, proces/activiteit en organisatie te definiëren. Intelligence wordt meestal in
termen van informatie gedefinieerd. Er zijn meerdere aspecten die te maken hebben met
intelligence in termen van informatie.
Ten eerste moet het relevant zijn
en als ondersteuningsfunctie
fungeren voor besluitvormers. Er
moet dus geen onzekerheid
bestaan. Ten tweede moet de
informatie tijdig zijn dus geen
geschiedenis. Ten derde moet er
wat gezegd kunnen worden over
de betrouwbaarheid van de
intelligence die verzameld is. Ten
vierde moet het om informatie
gaan die afgeschermd is en waar
derde personen en partijen geen
toegang tot hebben. Ten vijfde
opereert intelligence in een competitieve omgeving waar meerdere partijen elkaar proberen
af te troeven. Door deze competitieve omgeving heeft informatie dus betrekking op
bedreigingen en kansen. Met intelligence wil je de bedreiging verminderen en de kansen tot
succes vergroten.
De Graaff vertelde dat door de competitieve wereld van intelligence er niet zoiets als een
“bevriende” inlichtingendienst bestaat. Als de AIVD bijvoorbeeld veel intelligence van
1
Amerika ontvangt denkt ze allereerst: Waarom? Wat willen de Amerikanen van ons? Dit
soort zaken zijn belangrijk in zo’n competitieve omgeving.
De tweede manier om intelligence te definiëren is als proces/activiteit. Dit wordt ook wel de
inlichtingencirkel genoemd. Deze definitie legt met behulp van een cirkeldiagram het
verloop van intelligence uit. De inlichtingencyclus verloopt als volgt: behoefte -> verzamelen
-> verwerken -> analyse en productie -> disseminatie.
Kritiek op deze definitie is dat inlichtingendiensten hun eigen plan kunnen gaan trekken
binnen deze cyclus door bijvoorbeeld ‘target intelligence’. Bovendien gaat het verzamelen
en verwerken van intelligence ook niet altijd via deze stappen. Daarnaast is dit een cyclus die
louter voorwaarts gaat, terwijl in de realiteit er ook stappen achteruit kunnen gemaakt
worden in de intelligence cyclus.
In het tweede deel van zijn
presentatie ging De Graaff
dieper in op de vraag hoe
inlichtingendiensten zich
hebben ontwikkeld. Waar
inlichtingendiensten zich
voorheen vooral bezig
hielden met spionage, zijn
deze zich door maatschappelijke ontwik-kelingen als
globalisering meer gaan
focussen op counterinsurgency. Naast deze
ontwikkeling lichtte De
Graaff
acht
andere
ontwikkelingen toe:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Van overheid monopolie naar iedereen zijn eigen inlichtingendienst;
Van nationale soevereiniteit naar transnationaal;
Dreigingen van zichtbaar naar onzichtbaar;
Van technologische voorsprong naar technologische nivellering;
Van ‘early-warning’ naar ‘permanent failure’;
Van ‘need to know’ naar ‘obligation to share’;
Van hiërarchie (vroeger vocht men tegen staten en andere organisaties) naar
netwerkorganisaties als Al Qaida;
8. Van ‘bean-counting’ naar ‘sense-making’. Dit is een consequentie van het CNN-effect en
social media.
De laatste 10 minuten waren open voor vragen. De meeste vragen gingen over de AIVD. Hoe
kan het bijvoorbeeld dat de AIVD heeft geblunderd in zaken met betrekking tot
Syriëstrijders. Door de paspoorten af te nemen van de verkeerde personen? De Graaff zegt
dat de AIVD niet de capaciteiten heeft om alles en iedereen 24 uur per dag, 7 dagen in de
week in de gaten te houden. De AIVD kan dus niet alles weten. Financieel gezien en qua
2
personeel is dat onmogelijk. Ten tweede zijn dit soort vragen het gevolg van de
verwachtingen die mensen hebben van de AIVD op basis van het imago van de AIVD. Dit
imago heeft de AIVD zelf gecreëerd; dat de AIVD alles kan en alles in de gaten houdt. Dit is
natuurlijk niet waar. Maar door dit imago reageren mensen soms onthutst als de AIVD
fouten maakt.
Bas Braun
3