Bob de bilnaad - Free Musketeers

Bob de bilnaad
Eerste druk, 2014
© 2014 Simone van Leeuwen
Correctoren: Judith van der Bend en Olav Lammers
Coverontwerp: Gosia Kurek en Olle Lammers
Portretfoto: Ilja Lammers
isbn:
nur:
9789048432479
312
Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer
www.freemusketeers.nl
Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is
besteed, aanvaarden de auteur en uitgever geen aansprakelijkheid
voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor de directe of
indirecte gevolgen hiervan.
Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd,
waaronder begrepen het reproduceren door middel van druk, offset,
fotokopie of microfilm of in enige digitale, elektronische, optische of
andere vorm of (en dit geldt zonodig in aanvulling op het auteursrecht)
het reproduceren (I) ten behoeve van een onderneming, organisatie of
instelling of (II) voor eigen oefening, studie of gebruik welk(e) niet strikt
privé van aard is.
BOB DE BILNAAD
SIMONE VAN LEEUWEN
Dank aan allen die mij hebben gestimuleerd
om te gaan schrijven.
1. Vakantiepret
De lange man liep naar zijn plek op het strand. Zijn parasol
stond nog overeind, ondanks het onweer van die nacht. Hij
was vooruit gegaan met alle spullen van zijn vriendin en hun
driejarig dochtertje. Hierdoor zag Herman vrij laat dat zijn
handdoek op de ligstoel bezet was: Daar lag een flink behaarde man op zijn buik, zijn bilspleet zichtbaar boven een
bontgestreepte zwembroek.
‘Meneer, dit is mijn plek,’ zei hij in het Engels. De zee-egel
rees overeind.
Het blikje bier in zijn hand liep langzaam leeg op de handdoek.
‘Wat mot je?’
‘O, u bent ook Nederlander. Zou u zo vriendelijk willen
zijn ergens anders te gaan liggen? Dit is namelijk mijn plek,
mijn parasol en mijn handdoek.’
‘Waar staat je naam?
‘Nergens, maar ik heb mijn spullen laten liggen zodat iedereen weet dat deze plek bezet is.’
‘Jammer voor jou, nu leg ik hier.’
‘We kunnen dit toch netjes bespreken en oplossen?’
‘Ik dacht het niet. Ga uit mijn zon!’
‘Ik zie mij genoodzaakt de stoelenverhuurder erbij te halen.’
‘Je doet maar, brillenmans.’
Herman keek uit naar de verhuurder en begon intussen
zijn parasol in te klappen. Waarschijnlijk prikte hij de man
met de punt van de parasol want de behaarde man schoot als
7
door een wesp gestoken omhoog. Onverwacht snel voor zijn
omvang.
‘Hier!’ Een harde dreun velde Herman. Hij viel voorover
op zijn bierdoordrenkte handdoek.
‘Trouwens, ik heet Bob,’ zei de bilnaad. ‘Nog een fijne vakantie.’
Nadat hij twee weken in het ziekenhuis had gelegen, was
Herman weer thuis. Het was een geluk bij een ongeluk dat
hij nu de start van de verbouwing bij hem thuis in de gaten
kon houden.
De aannemer kwam aanrijden met twee bouwvakkers in
zijn kielzog. Hij stelde hen aan Herman voor: ‘Dit is Hein
en dat is Bob.’
8
2. Bob de bilnaad
Godzijdank, dacht Herman. Bob had geen enkel teken van
herkenning gegeven. Hermans gezicht vertrok naar een soort
van grijns en hij vroeg of zij koffie wilden. Natuurlijk wilden
zij dat. De aannemer en zijn mannen gingen met hun witte
stofbroeken op zijn zwartleren bank zitten.
Had hij er geen doek op moeten leggen? Nu kon hij dat
niet meer doen zonder hen te beledigen.
Hij liep naar de keuken. Welke kopjes moest hij nemen?
Hij had alleen dure van Metz. Zijn vriendin wilde alleen
smaakvolle spullen in huis. Hij had helemaal geen smaak,
vond zij.
De mokken die eruit zagen of ze van de Hema kwamen,
maar drie keer zoveel kostten, die wilde hij zeker niet in de
handen van Bob hebben.
Na een zoektocht door alle kastjes, waar hij zenuwachtig
door de inhoud rommelde, vond hij onderin het gootsteenkastje gelukkig zijn studentenmokken. Terwijl de koffie uit
zijn Nespressoapparaat in de rommelige mokken liep, probeerde hij rustiger te worden.
Zijn litteken achterop zijn hoofd begon weer te kloppen.
Hechting na hechting begon te spannen.
Wat haatte hij die man.
‘Suiker en melk?’ vroeg hij bij binnenkomst. Hij had in de
keuken even met het zout in zijn handen gestaan. Nee, niet
doen; zijn huis moest goed worden gerenoveerd. Ook was hij
te bang om de confrontatie nogmaals aan te gaan. Het was
9
beter zo. Nu Bob niet wist wie hij was, had hij de tijd om
rustig na te denken.
Tijdens het derde kopje koffie, anderhalf uur later, was besloten in welke volgorde het huis zou worden aangepakt. Eerst
het dak en vervolgens de bedrading en de leidingen. Daarna
zou een muur worden doorgebroken, zodat zij een grote
woonkeuken zouden krijgen. De bedoeling was dat Herman
en zijn gezin er tijdens de verbouwing zouden blijven wonen.
Dat zou lastig zijn, maar de aannemer garandeerde dat het
mogelijk was.
‘Bob breng jij de vaat effe naar de keuken,’ zei de aannemer.
Bob greep met zijn grote harige handen de kopjes bij elkaar
en liep de kamer uit.
Een enorm gekinkel volgde. Herman sprong geschrokken
op en rende naar de keuken. Daar zag hij dat zijn Nespresso­
machine totaal uit elkaar was gespat op de vloer.
‘Nou, die staat op een lekkere plek,’ zei Bob. ‘Je kan nu een
normaal apparaat kopen. Deze koffie is niet te zuipen.’
10