Weer leren koersen om te winnen - TWC Maaslandster Zuid

© Copyright 2013 Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad.
Het auteursrecht, ook ten aanzien van artikel 15 AW, wordt
uitdrukkelijk voorbehouden. Dinsdag, 18 maart 2014
WIELRENNEN
Weer leren koersen om te winnen
Na een mentaal zware winter, waarin hij
zelfs overwoog te stoppen met wielrennen,
wil Bob Schoonbroodt toch een profcontract afdwingen. „Ik doe er nog één sei-
zoen alles voor.”
door Robin van der Kloor
B
ijna honderd trainingsuren maakte Bob Schoonbroodt de afgelopen
maand. Dat is een arbeid
waar zelfs menig wielerprof niet
aan kan tippen. „Ik moet ook toegeven: het was wat te veel. Ik ben net
iets over de grens gegaan en ben
nu niet helemaal fit”, zegt de 23-jarige renner uit Hoensbroek. „Waarom ik zoveel heb getraind? Drang
om te presteren: ik wil sterk voor
de dag komen in het voorseizoen.”
In de tuin van zijn ouderlijk huis
vertelt hij eerlijk over zijn pogingen om profwielrenner te worden.
„Het is vallen en opstaan.” Schoonbroodt koerste vorig jaar nog bij
het continentale Cyclingteam De
Rijke Shanks, waar hij knap vierde
werd op het NK voor beloften in
Kerkrade. Toch wilde De Rijke niet
verder met hem. Schoonbroodt
kreeg dat kort na het NK te horen.
„Omdat Bob moeilijk te coachen
is”, zegt ploegleider Bennie Lambregts daarover. De kring van mensen die zich bemoeien met Bob is
te groot, stelt Lambregts.
De renner zelf: „Ik wilde juist weg
daar, ik had het niet naar mijn zin
bij De Rijke en verloor het plezier
in de sport.” De sfeer in die ploeg
Paspoort Bob
Schoonbroodt
Geboren: 12 februari 1991,
Hoensbroek.
Lengte: 1 meter 93.
Gewicht: 77 kilo.
Ploegen: Maaslandster (clubteam, 2014), De Rijke Shanks
(20102013).
Belangrijkste resultaten 2013:
vierde NK beloften (Kerkrade),
achtste NK tijdrijden beloften.
was er niet best. „Daar rijden renners rond die denken dat ze ploegleider zijn. En als ik daar wat van
zei, was ik ‘die domme Limburger’.” Schoonbroodt erkent wel dat
zijn ‘kring’ te groot was. „Achteraf
gezien bemoeiden te veel mensen
zich met mij. Nu heb ik nog drie
mensen in mijn begeleiding: een
trainer (Danny Stevens, red.), een
arts en een masseur, die allemaal
in de buurt wonen.”
Schoonbroodt had via zijn manager
en oud-wielrenner Rini Wagtmans
contact met verschillende ploegen,
maar telkens liep het spaak op het
laatste moment. „Ploegen die uit
sponsoroverwegingen toch een buitenlandse renner aantrokken, dat
soort dingen. Een team liet pas zijn
interesse blijken toen de ploeg al
vol zat. Er was elke keer wel iets
waardoor het misliep.”
Van de winter overwoog Schoonbroodt zelfs te stoppen. „Daar heb
ik zeker over nagedacht, maar uiteindelijk vond ik in fietsenzaakeigenaar Ralph Salden een persoonlijke
materiaalsponsor en in TWC Maaslandster een club waar ik terecht
kon. En ik heb bij Maaslandster
vooral het plezier in fietsen teruggevonden. Er heerst een ongedwongen sfeer en ik zit met aardige gasten in een ploeg.”
Koersen bij een clubteam vergt
vooral een mentale switch. „Bij De
Rijke kon ik bijna nooit voor eigen
kans gaan, maar nu heb ik juist alle
vrijheid. Dat is op zich een groot
voordeel, maar ik moet weer leren
te koersen voor de overwinning.
Neem vorige week: in de Ronde
van Zuid-Holland reed ik heel
sterk, ik voelde mijn benen niet.
Toch miste ik de slag en werd
slechts 21ste. En dat terwijl ik niet
eens echt moe was. Dat moet dus
beter.”
Dit weekeinde heeft hij twee koersen laten schieten. „Als je niet fit
bent, moet je ook niet koersen. Ik
rijd wedstrijden voor het resultaat
Bob Schoonbroodt: „Waarom ik zoveel heb getraind? Drang om te presteren:
en dat zit er nu niet in. De conditie
is prima, maar ik zet nu even de
rem erop.”
De Volta Limburg Classic (Hel van
het Mergelland) begin april wordt
een hoofddoel in het voorseizoen.
„Daar wil ik mezelf in de kijker rijden. Als eerstejaars belofte reed ik
die wedstrijd bijna uit. Dit moet
mijn koers worden, dacht ik toen.
Dat moet ik maar eens gaan bewijzen.”
ik wil sterk voor de dag komen in het voorseizoen.”
Schoonbroodt geeft zichzelf dit seizoen een laatste kans. „Ik doe er
nog een keer alles aan om prof te
worden. Het liefst scoor ik voor de
zomer nog een stagecontract bij
een continentaal team. Als het dit
jaar niet lukt, ga ik terug naar
school, een opleiding volgen. Ik
ben nu 23 jaar en heb een CIOS-diploma op zak, het wordt ook tijd
om op eigen benen te gaan staan.
Er zijn genoeg jongens van 27 die
foto Bas Quaedvlieg
nog steeds bij hun ouders wonen
en vergeefs proberen om prof te
worden. Dan denk ik: jongens,
wordt wakker, dat gaat niet meer
lukken. Zover laat ik het niet komen.”