Persoonlijkheidsstoornissen Psychiatrie in de thuiszorg 14 februari 2014 Dr. Barbara Stringer Valentijnsdag! Persoonlijkheidsstoornissen: Relevantie: Persoonlijkheidsstoornissen komen veel voor Lijdensdruk bij patiënt en naasten is groot Hebben grote invloed op sociaalmaatschappelijk functioneren Gaan samen met slecht herstel, grotere kans op terugval én chroniciteit van AS I pathologie Zijn kostbaar voor de maatschappij Definitie persoonlijkheidsstoornis Een duurzaam, star, pervasief en stabiel patroon van innerlijke ervaringen en gedragingen dat afwijkend is van de verwachtingen binnen de cultuur, tot uiting komt in de jong volwassenheid en leidt tot beperkingen in sociaal en beroepsmatig functioneren Persoonlijkheidsstoornissen 3 clusters: A. B. C. Vreemde, excentrieke cluster Dramatische, emotionele & impulsieve cluster Angstige, vermijdende cluster Cluster A Paranoide Schizoide Schizotypische Cluster B Antisociale Borderline Theatrale Narcistische Cluster C Ontwijkende Afhankelijke Obsessief-compulsieve Cluster A: 1. ‘Weer in de hoek gezet’ 10. Bij anderen uit de buurt 11. ‘Intergalactisch parkeren’ Cluster B: 6. Blokkeren van andere auto 5. Rammen van auto ex 2. Mercedes met spoiler 7. In middelpunt Cluster C: 3. Nodig zich beschermd te voelen 9. Verdekt in de hoek opgesteld 8. Perfect in het midden van het vak geparkeerd Oorzaken Kwetsbaarheid Onveilige jeugd Gebrekkige hechting Beperkt vermogen tot mentaliseren Maatschappelijke factoren Behandeling Psychotherapie (Cure) MBT SFT DGT TFP Begeleidingsmodellen (Care) Collaborative Care Programma Interpersoonlijke Sociaal Psychiatrische Begeleiding Structured Clinical Management Prognose Afgelopen decennia sterk verbeterd Met stijgen leeftijd vaak afname klachten (vooral cluster B) 10 % suicideert zich uiteindelijk Iatrogene schade door inadequate behandeling Het belang van contact Aansluiten Valideren Neutraliteit Niet veroordelen Kwaliteit van de relatie zit hem in de kunst van het herstellen!! Casus Een alleenstaande mw. met een BPS, moeder van 3 jonge kinderen, heeft een zware buikoperatie ondergaan en mag 3 weken niet tillen. Ze krijgt thuiszorg. Ze heeft ook DGT. In eerste instantie is mw. erg blij en enthousiast met je hulp. Na twee weken slaat de stemming om en kan je niets meer goed doen. De kinderen reageren schuw en schrikachtig. Mw. heeft verband om haar armen waar het bloed soms doorheen lekt. Wat is goede zorg bij deze mw? Wederzijdse verwachtingen uitspreken over samenwerking Duidelijk het doel afbakenen Vragen of mw een crisiskaart/signaleringsplan heeft Neutrale empathische houding Toestemming vragen of je contact op mag nemen met DGT therapeut Denk aan eventuele AMK melding Bedankt! Contact: [email protected]
© Copyright 2024 ExpyDoc