AANTEKENEN BNN en VARA T.a.v. de besturen p/a postbus 175

AANTEKENEN
BNN en VARA
T.a.v. de besturen
p/a postbus 175
1200 AD HILVERSUM
Datum
Onderwerp
13 maart 2014
Nevenactiviteit – toestemming cluster 2
Uw kenmerk
Ons kenmerk
Contactpersoon
Doorkiesnummer
620310/620480
mr. Juvira Kelly
+31 (0 ) 35 773 77 82
Geacht bestuur,
Bij e-mail van 7 januari 2014 heeft BNN-VARA om goedkeuring verzocht voor de
nevenactiviteit “Het verlenen van een licentie van het woord- en beeldmerk Kinderen voor
Kinderen ten behoeve van ijsjes”.
Op 10 januari 2014 heeft BNN-VARA deze nevenactiviteit telefonisch toegelicht.
Op grond van het hiernavolgende wordt toestemming verleend voor de nevenactiviteit
“Licentieverlening zonder inhoudelijke bemoeienis” (cluster 2).
Zoals volgt uit onze brief van 15 september 2009 (kenmerk 18571/2009013905) vormt cluster
2 een uitzondering op de systematiek van de cluster vervolgmeldingen en vindt er voor iedere
nevenactiviteit in dit cluster separate toetsing plaats.
A.
De activiteit
1.
De nevenactiviteit betreft een licentieverlening van het woord- en beeldmerk Kinderen
voor Kinderen ten behoeve van ijsjes. In 2014 bestaat Kinderen voor Kinderen 35 jaar en
dat gaat BNN-VARA vieren met Kinderen voor Kinderen ijsjes. Het gaat om een
verpakking met drie ijsjes. BNN-VARA licht toe dat het thema van het 35 jarig bestaan
feest is en dat bij een feest een ijsje hoort. Voor deze nevenactiviteit wordt samengewerkt
met Green & White B.V., die gespecialiseerd is in ijs- en dessertsoorten.
2.
Conform de clusterindeling zoals vermeld in onze brief van 23 december 2008 valt deze
nevenactiviteit in cluster 2.
B.
3.
Relevante bepalingen
Artikel 2.132 Mediawet 2008
1. De publieke media-instellingen mogen alleen na voorafgaande toestemming van het
Commissariaat nevenactiviteiten verrichten.
2. Nevenactiviteiten zijn activiteiten, directe of indirecte deelnemingen in rechtspersonen
daaronder begrepen, die niet rechtstreeks verband houden met of ten dienste staan
van de uitvoering van de publieke media-opdracht, met uitzondering van
verenigingsactiviteiten.
3. Toestemming kan alleen worden gegeven als een nevenactiviteit verband houdt met
of ten dienste staat van de verwezenlijking van de publieke media-opdracht en direct
gerelateerd is aan het media-aanbod van de publieke omroep, op marktconforme
wijze wordt verricht en ten minste kostendekkend is.
4.
C.
Voorts wordt gewezen op de Regeling van het Commissariaat voor de Media van
10 april 2009 houdende beleidsregels omtrent nevenactiviteiten publieke mediainstellingen (hierna: Beleidsregels nevenactiviteiten 2009).
Status
5.
Volgens artikel 2, onderdeel c, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009 is een
nevenactiviteit een activiteit als bedoeld in artikel 2.132, tweede lid, van de Mediawet
2008.
6.
Op grond van artikel 2.132, tweede lid, van de Mediawet 2008, worden alle activiteiten,
directe of indirecte deelnemingen in rechtspersonen daaronder begrepen, die niet
rechtstreeks verband houden met of ten dienste staan van de uitvoering van de publieke
media-opdracht, met uitzondering van verenigingsactiviteiten, aangemerkt als
nevenactiviteiten.
7.
Het verlenen van een licentie voor het woord- en beeldmerk Kinderen voor Kinderen
houdt niet rechtstreeks verband met en staat niet rechtstreeks ten dienste van de
uitvoering van de publieke media-opdracht van de publieke media-instelling en is evenmin
een verenigingsactiviteit.
8.
De activiteit is derhalve een nevenactiviteit als bedoeld in artikel 2.132, tweede lid, van de
Mediawet 2008.
D.
9.
Toetsing
Op grond van artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008 kan toestemming alleen
worden gegeven als een nevenactiviteit verband houdt met of ten dienste staat van de
verwezenlijking van de publieke media-opdracht en direct gerelateerd is aan het mediaaanbod van de publieke media-instelling, op marktconforme wijze wordt verricht en ten
minste kostendekkend is.
Relatietoets
10. Op grond van artikel 3, eerste lid, sub b, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009,
houdt een nevenactiviteit verband met of staat deze ten dienste van de verwezenlijking
van de publieke media-opdracht indien er sprake is van het gebruik of in licentie geven
van een naam of (beeld)merk van de publieke media-instelling ten behoeve van een
product bij het media-aanbod.
11. Het gaat om licentieverlening van het (beeld)merk Kinderen voor Kinderen. Door de
VARA is aangegeven dat het een licentieverlening betreft voor een verpakking met drie
-2-
ijsjes. Nu er sprake is van licentieverlening zonder inhoudelijke bemoeienis ten behoeve
van een product bij het media-aanbod wordt aan deze voorwaarde voldaan.
12. Het Commissariaat is dan ook van oordeel dat de nevenactiviteit verband houdt met of
ten dienste staat van de verwezenlijking van de publieke media-opdracht zoals bedoeld in
artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008.
Marktconformiteit
13. Overeenkomstig artikel 7 van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009 wordt bij de
beoordeling of het verrichten van de nevenactiviteit marktconform is, de hoogte van de
licentievergoeding als uitgangspunt genomen. Een publieke media-instelling dient voor
haar nevenactiviteiten een marktconforme licentievergoeding te hanteren. De publieke
media-instelling heeft derhalve een zorgplicht om deze eis van marktconformiteit mee te
nemen in de onderhandelingen voorafgaand aan de totstandkoming van de
nevenactiviteit. Op grond van artikel 7, tweede lid, van de Beleidsregels nevenactiviteiten
2009 kan het Commissariaat bij de beoordeling of het verrichten van de nevenactiviteit
marktconform is, ook het imago van de publieke media-instelling betrekken. Onder imago
wordt in ieder geval verstaan beeldmerk of logo.
14. Het Commissariaat is vooralsnog van oordeel dat de nevenactiviteit, op basis van de nu
bekende feiten en omstandigheden, aan deze voorwaarde voldoet. Hierbij heeft het
Commissariaat het volgende overwogen.
15. In het onderhavige geval gaat het om het in licentie geven van het woord- en beeldmerk
Kinderen voor Kinderen aan Green & White B.V. BNN-VARA heeft toegelicht dat de
licentievergoeding door concurrentieonderzoek en onderhandelingen tot stand is
gekomen. Het Commissariaat ziet, mede in het licht van eerder door het Commissariaat
beoordeelde vergelijkbare nevenactiviteiten, voorshands geen reden om aan te nemen
dat deze licentievergoeding niet marktconform zou zijn.
16. Het Commissariaat is vooralsnog dan ook van oordeel dat de nevenactiviteit
marktconform wordt verricht zoals bedoeld in artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet
2008.
Kostendekkendheid
17. Overeenkomstig artikel 11 van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009 is er geen sprake
van kostendekkendheid indien de nevenactiviteit direct of indirect wordt bekostigd uit of
anderszins ten laste komt van de publieke omroepmiddelen.
18. Het Commissariaat is vooralsnog van oordeel dat de nevenactiviteit voldoet aan de
voorwaarde van kostendekkendheid zoals bedoeld in artikel 2.132, derde lid, van de
Mediawet 2008. Hierbij heeft het Commissariaat het volgende overwogen.
19. Door BNN-VARA is ter toelichting aangegeven dat de nevenactiviteit tot stand komt voor
eigen rekening en risico van de licentienemer. BNN-VARA loopt derhalve geen enkel
financieel risico.
20. Het Commissariaat zal de kostendekkendheid jaarlijks controleren aan de hand van de
jaarrekening.
-3-
E.
Besluit
21. Op grond van bovenstaande toetsen is de nevenactiviteit “Het verlenen van een licentie
van het woord- en beeldmerk Kinderen voor Kinderen ten behoeve van ijsjes” toegestaan
op grond van artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008.
22. De toestemming wordt (afzonderlijk) aan BNN en de VARA verleend nu zij op grond van
artikel 2.24, eerste lid, van de Mediawet 2008 (oud) op dit moment de erkende publieke
media-instellingen zijn. Indien en zodra BNN-VARA een erkenning verkrijgt als bedoeld in
artikel 2.23, eerste lid, van de Mediawet 2008, wordt deze toestemming geacht te zijn
verleend aan BNN-VARA.
F.
Register
23. De nevenactiviteit is als het “Het verlenen van een licentie van het woord- en beeldmerk
Kinderen voor Kinderen ten behoeve van ijsjes” opgenomen in het openbare Register
nevenactiviteiten, te vinden op de website van het Commissariaat (www.cvdm.nl).
G.
Publicatie
24. Op grond van artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur besluit het Commissariaat
de volledige tekst van dit besluit twee weken na bekendmaking daarvan op zijn website te
publiceren. Het Commissariaat heeft het algemeen belang bij onverkorte openbaarmaking
van het besluit afgewogen tegen het belang van BNN en de VARA. Aan het algemeen
belang dat door (onverkorte) openbaarmaking wordt gediend, komt een groot gewicht toe.
Mede gelet hierop is het Commissariaat van oordeel dat de belangen van BNN en de
VARA door onverkorte openbaarmaking van dit besluit niet onevenredig worden
benadeeld.
Een afschrift van dit besluit zenden wij aan de NPO.
Hilversum, 11 maart 2014
COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA,
prof. mr. dr. Madeleine de Cock Buning
voorzitter
drs. Eric Eljon
commissaris
Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen op grond van de Algemene wet
bestuursrecht binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt bezwaar maken bij het
Commissariaat voor de Media, Postbus 1426, 1200 BK te Hilversum.
-4-