Advies Adviesgroep de Ruit inzake het voorlopig

Advies Adviesgroep de Ruit
inzake het voorlopig voorkeursalternatief de Ruit
Advisering inzake het voorlopig Voorkeursalternatief de Ruit op basis van de
onderzoeksresultaten van de projectMER Noordoostcorridor, MKBA en het SREonderzoek door Bureau Raadhuis d.d. 28 oktober 2014
1. Vooraf
De Adviesgroep benadrukt dat zij haar rol ziet als vertegenwoordiger van
verschillende belangen in de regio. De Adviesgroep heeft als meerwaarde dat
zij de integrale besluitvorming door de overheden voorziet van extra adviezen
vanuit specifieke invalshoeken.
2. Algemeen
De meerderheid van de Adviesgroep, bestaande uit de volgende partijen:
Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO), Brabants Zeeuwse
Werkgevers (BZW), Peelnetwerk, Transport en Logistiek Nederland/Eigen
Vervoerders Organisatie (TLN/EVO), Toeristisch Ondernemers Platform (TOP),
adviseert positief ten aanzien van het voorlopig voorkeursalternatief.
De ANWB stelt zich neutraal op.
De Brabantse Milieufederatie (BMF) en Stichting Middengebied wijzen het
voorlopige voorkeursalternatief af.
Staatsbosbeheer en Stichting Archeologisch Samenwerkingsverband (S.A.S.)
zijn niet aanwezig.1
Daarbij zijn de volgende opmerkingen gemaakt:
De aanpak van de A67 kan rekenen op een unaniem draagvlak van de
Adviesgroep.
Het advies van het Peelnetwerk geldt niet namens alle acht gemeenten, die
vertegenwoordigd zijn in het Peelnetwerk, omdat deze zelfstandig een
advies afgeven.
Beide partijen hebben achteraf per mail een reactie laten weten. De voorzitter zal deze
mondeling in de Stuurgroep inbrengen. SAS staat niet positief tegenover het voorlopig
voorkeursalternatief de Ruit. Staatsbosbeheer stemt niet in met het voorlopig
voorkeursalternatief de Ruit.
1
3. Wensen en bedenkingen bij vervolgproces
Ten aanzien van de keuzes en het vervolgproces zijn door de individuele
partijen de volgende opmerkingen gemaakt:
ZLTO
Instemming met het voorlopig voorkeursalternatief, dient gepaard te gaan
met goed flankerend beleid onder andere in de vorm van een goed
kavelruilplan, waarbij ook de gemeenten, BBL, de Waterschappen en de
Provincie hun gronden voor kavelruil inbrengen. De aanpak zoals bij de
N69 is gevolgd is een voorbeeld;
Ten aanzien van de natuurcompensatie: deze gronden zoveel mogelijk in
beheer brengen bij lokale agrarische ondernemers bijvoorbeeld door
middel van de ondernemende EHS en agrarisch natuurbeheer;
Vraagt aandacht voor verbetering van de veiligheidssituatie bij de bruggen
over het Wilhelminakanaal;
Vraagt om een goede landschappelijke inpassing ter hoogte van de
kruising Driehoek en de nieuwe oostwestverbinding.
Peelnetwerk
Staat positief ten aanzien van het voorlopig voorkeursalternatief, omdat
zowel vanuit leefbaarheid als vanuit economie de gevolgen positief zijn;
Heeft daarnaast geen vertrouwen in het oplossend vermogen van
alternatieven zoals de onvoldoende concrete Smart Mobility maatregelen;
Roept op om de verdere uitwerking vanuit een overkoepelende visie op de
kwaliteit van de omgeving met elan en allure op te pakken;
Speciaal aandacht te geven aan de cultuurhistorische en landbouwkundige
aspecten.
TOP Brabant
Vraagt aandacht voor het proces rondom het uitwerken van de lage brug
over het Dommeldal. Belangrijk om de uitwerking met draagvlak van de
omgeving en met hoge kwaliteit op te pakken;
Is positief over de keuze voor een aquaduct ter hoogte van Aarle-Rixtel;
Is geen voorstander van de omleiding Dierdonk, omdat de Bakelse bossen
worden doorsneden en de recreatieve poort daar minder goed
toegankelijk wordt. Dit wordt ook door Stichting Archeologisch
Samenwerkingsverband (SAS) onderschreven;
De eerdere keuze voor een snelheid van 80 km/uur moet worden
gehandhaafd;
De vrijetijdssector is gebaat bij goed bereikbare regio's. Verdere vertraging
van De Ruit kan leiden tot een uitholling van het financiële fundament van
deze ontwikkeling (terugtrekking van Rijksbijdrage). Dit is ongewenst.
Stichting Middengebied
Verzoekt het alternatief waarbij alleen de belangrijkste knelpunten in het
bestaande wegennet worden opgelost toe te voegen aan de afwegingen;
2/4
Geeft aan dat op grond van het onvoldoende betrekken van de nadelen
van de Ruit bij de berekening van de MKBA en het ontbreken van het
alternatief waarbij de knelpunten in het bestaande wegennet worden
opgelost, het niet mogelijk is om nu evenwichtige besluiten te nemen;
Betwijfelt of de eerste drie doelstellingen worden behaald, gezien de vele
negatieve gevolgen voor de bereikbaarheid vanwege de toename van
verkeer op vele plaatsen in het middengebied;
Is van mening dat doelstelling 4 (robuuster maken hoofdwegennet),
effectiever en veel goedkoper bereikt kan worden door opwaardering van
de A67 dan door de aanleg van een oostwestverbinding;
Stelt dat het saldo van Baten en Kosten voor het lage scenario,
herberekend moet worden, waarbij dient te worden uitgegaan van
verkeerskrimp in plaats van groei. De nu gepresenteerde getallen zijn als
onbruikbaar te beschouwen;
Acht een meerprijs voor de alternerende uitvoering van 160 miljoen zeer
onwaarschijnlijk hoog, en verzoekt een herberekening, waarna een
alternerende uitvoering heroverwogen dient te worden.
BMF
Vindt dat het nut van en de noodzaak tot realisatie van de verkeersruit
conform het voorlopig Voorkeursalternatief onvoldoende is aangetoond;
Verwijst naar de notitie over het pakket Verdaas Intensief van de BMF en
het Platform NOC van 19 september 2014 en de Raadsinformatiebrief van
het college van B&W in Eindhoven voor een andere aanpak;
De probleemanalyse is vooringenomen. Er is onvoldoende gekeken naar
alternatieven, ontwikkelingen in demografie/economie/mobiliteit en
aanzuigende werking;
Het voorstel lost de problemen onvoldoende op en leidt soms tot nieuwe
problemen;
Het voorstel is overwegend meest schadelijk voor natuur, landschap en
recreatie en houdt onvoldoende rekening met lokale
inpassingsvoorwaarden van gemeenten;
Het (maatschappelijk) rendement is met de (concept-) MKBA niet
aangetoond, mede omdat de schade aan natuur niet wordt afgewogen;
Ruimtelijk economisch ‘model’ onder de MIRT-verkenning en
Bereikbaarheidsakkoord 2007 is eigenlijk losgelaten.
ANWB
Stelt zich vooralsnog neutraal op;
Constateert dat de Ruit bijdraagt aan de oplossing van een deel van de
problemen in de regio;
Echter het draagvlak in regio wordt als te beperkt beoordeeld om nu
volledig positief in te stemmen met het voorstel. Bij het verbeteren van het
draagvlak in de regio zal de balans voor de ANWB positiever gaan
uitvallen;
Ook is er in het voortraject onvoldoende naar alternatieven gekeken;
3/4
Vraagt aandacht voor de toename van geluidoverlast en de bijbehorende
geluidwerende maatregelen, zowel wat betreft omvang als inpassing;
Vraagt aandacht voor de kansen om het fietspadennetwerk te verbeteren.
Bijvoorbeeld langs het Wilhelminakanaal en de route Gemert–Beek en
Donk–Nuenen–Eindhoven.
EVO/TLN
Beoordeelt het voorstel zeer positief en merkt op dat de regio zich goed
maatschappelijk en economisch ontwikkelt, terwijl dat in Nederland niet
vanzelfsprekend is. Dat vergt onverminderde inzet, met name in de
infrastructuur, om dat vol te houden;
De Ruit vergroot de robuustheid van het wegennet en is van regionaal en
nationaal belang;
Dit project krijgt steun bij hun achterbannen, zo’n 26 duizend bedrijven uit
alle branches, zowel het MKB als multinationals uit het hele land en in het
bijzonder uit deze regio;
Constateert dat alle cijfers en onderzoeken het voorlopige
voorkeursalternatief ondersteunen.
BZW
De werkgevers zijn unaniem voor en merken daarbij op dat er geen enkele
weerstand is bij hun achterban. Zij zijn tevreden met het voorlopig
voorkeursalternatief;
Heeft de indruk dat de meerderheid van de bevolking voor de Ruit is;
Vindt dat er inmiddels genoeg is onderzocht, meer onderzoeken voegen
niets meer toe;
Is van mening dat met dit voorstel de balans is gevonden tussen de
verschillende belangen die spelen in het gebied, zoals verwoord in het
BZW visiestuk ‘Ruit In Balans’.
4/4