Rapport Sport BSO

Inspectierapport
O&Ki kindercentrum (BSO)
Asserstraat 33b
9461GB GIETEN
Registratienummer 230238567
Toezichthouder:
In opdracht van gemeente:
Datum inspectie:
Type onderzoek:
Status:
Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Drenthe
AA EN HUNZE
21-08-2014
Regulier onderzoek
Definitief
05-09-2014
Inhoudsopgave
Het onderzoek .................................................................................................................... 3
Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4
Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4
Personeel en groepen ....................................................................................................... 5
Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 6
Inspectie-items ................................................................................................................... 7
Gegevens voorziening ......................................................................................................... 10
Gegevens toezicht .............................................................................................................. 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 11
2 van 11
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 21-08-2014
O&Ki kindercentrum te GIETEN
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en
kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek.
Beschouwing
BSO O&Ki aan de Asserstraat is een SportBSO. De groepsruimte is de tenniskantine, Tulp, waar de
kinderen ruimte hebben om binnen te spelen. De buitenruimte is omheind. Daarnaast mag de BSO
gebruik maken van een aantal tennisbanen. Ook biedt O&Ki de mogelijkheid om kinderen naar
sport te laten gaan: de sportvelden en sporthal liggen dichtbij elkaar.
De inspectie is prettig verlopen: het team is open en enthousiast. De documenten zijn ruim binnen
de gestelde termijn naar de toezichthouder gestuurd.
BSO O&Ki voldoet aan de eisen uit de Wet Kinderopvang.
Advies aan College van B&W
Geen handhaving.
3 van 11
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 21-08-2014
O&Ki kindercentrum te GIETEN
Observaties en bevindingen
Pedagogisch klimaat
Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld:

emotionele veiligheid;

persoonlijke competentie;

sociale competentie;

overdracht van normen en waarden.
Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument
observatie kindercentrum.
Pedagogisch beleid
Het pedagogisch beleid van O&Ki voldoet aan de eisen na overleg en overreding.
Tijdens de inspectie heeft de toezichthouder aangegeven dat bij de BSO de term basisgroep
gebruikt wordt (en niet stamgroep):
Dit punt is direct toegevoegd en het pedagogisch beleid is dezelfde avond nog naar de
toezichthouder verstuurd.
Pedagogische praktijk
Tijdens de observatie zijn een paar kinderen aan het voetballen. De rest speelt binnen. De
binnenuimte is de tenniskantine: Er zijn activeiten per tafel: aan de ene zitten kinderen te tekenen,
aan de andere zijn ze bezig met Loombandjes, op de grond ligt een kleed waar meiden met barbies
spelen. Op het andere kleed zijn een aantal kinderen bezig een baan te bouwen en spelen met
Knex.
Er ontstaat een conflict bij het Barbiekleed, de beroepskracht kijkt eerst op de kinderen het zelf
oplossen maar ziet al gauw dat ze moet begeleiden: met humor lost ze het probleem op en de
meiden spelen weer verder.
Er is een nieuw kind, de beroepskracht begint regelmatig een gesprekje en houdt goed in de gaten
hoe het kind zich voelt, hij is duidelijk nog zoekend om zijn plek in de groep te vinden.
Een ander kind is moe van de eerste schoolweek na de zomervakantie: de beroepskracht geeft
haar een knuffel en verwoordt wat er speelt. Het kind voelt zich gezien.
Er gaan kinderen sporten, voor die tijd krijgen ze een warme maaltijd. Een beroepskracht bereidt
dit voor, de andere gaat met de groep crackers eten. De beroepskracht vraagt wie een cracker wil
en de kinderen komen bij de tafel om een cracker op te halen en gaan dan al etend verder met hun
spel.
De toezichthouder concludeert uit bovenstaande bevindingen dat er voldoende aandacht wordt
besteed aan de vier pedagogische basisdoelen.
Gebruikte bronnen:

Interview houder en/of locatieverantwoordelijke

Interview anderen

Observaties

Pedagogisch beleidsplan

Pedagogisch werkplan
4 van 11
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 21-08-2014
O&Ki kindercentrum te GIETEN
Personeel en groepen
Binnen dit domein zijn zowel de pedagogisch medewerkers als het kantoorpersoneel
steekproefsgewijs gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring
omtrent het gedrag.
De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd door middel van roosters,
presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt.
Verklaring omtrent het gedrag
De VOG's voldoen aan de eisen. Er zijn in 2013 nieuwe VOG's aangevraagd in het kader van de
continue screening.
Opvang in groepen
Er is één BSO groep, met maximaal 16 kinderen. De kinderen zitten in groep 3 t/m 8.
Beroepskracht-kindratio
De roosters en presentielijsten van week 33 en 34 zijn bekeken en er wordt een steekproef
gedaan:
Er wordt voldaan aan de BeroepskrachtKindRatio (BKR).
Gebruikte bronnen:

Interview houder en/of locatieverantwoordelijke

Observaties

Verklaringen omtrent het gedrag

Diploma's beroepskrachten

Presentielijsten

Personeelsrooster
5 van 11
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 21-08-2014
O&Ki kindercentrum te GIETEN
Veiligheid en gezondheid
Binnen dit domein is gekeken naar de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid.
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
O&Ki maakt gebruik van de Risicomonitor. De meest recente RIE is van 1-7-2014.
Gebruikte bronnen:

Interview houder en/of locatieverantwoordelijke

Risico-inventarisatie veiligheid

Risico-inventarisatie gezondheid
6 van 11
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 21-08-2014
O&Ki kindercentrum te GIETEN
Inspectie-items
Pedagogisch klimaat
Pedagogisch beleid
De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie
op de omgang met kinderen is beschreven.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende
beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de
mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en
de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de
maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke
(spel)activiteiten kinderen hun basisgroep verlaten.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Bij activiteiten in groepen groter dan dertig kinderen besteedt de houder in het pedagogisch
beleidsplan aantoonbaar extra aandacht aan de omgang met de basisgroep.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 en art 5 lid 2, 3 en 4
Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 7 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten
bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is
vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is
vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van
de beroepskracht-kindratio.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop
kinderen kunnen wennen aan een nieuwe basisgroep waarin zij zullen worden opgevangen.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten
aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen)
7 van 11
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 21-08-2014
O&Ki kindercentrum te GIETEN
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van
persoonlijke competentie te komen.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van
sociale competentie te komen.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang
van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd.
(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang
van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.
(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee
jaar.
(art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie
zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen
Ieder kind behoort bij een basisgroep.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang
en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop
het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF
De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop
het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 11
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 21-08-2014
O&Ki kindercentrum te GIETEN
Beroepskracht-kindratio
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige
kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar.
- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten
berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige
kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8
jaar.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt
afgeweken van de beroepskracht-kindratio.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
9 van 11
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 21-08-2014
O&Ki kindercentrum te GIETEN
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening
Website
Aantal kindplaatsen
: O&Ki kindercentrum
: http://www.oenki.nl
: 16
Gegevens houder
Naam houder
KvK nummer
: Daphne Joyce Oldenziel-deVrieze
: 52707695
Gegevens toezicht
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD
Adres
Postcode en plaats
Telefoonnummer
Onderzoek uitgevoerd door
:
:
:
:
:
Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam gemeente
Adres
Postcode en plaats
: AA EN HUNZE
: Postbus 93
: 9460AB GIETEN
Planning
Datum inspectie
Opstellen concept inspectierapport
Zienswijze houder
Vaststelling inspectierapport
Verzenden inspectierapport naar houder
en oudercommissie
Verzenden inspectierapport naar
gemeente
Openbaar maken inspectierapport
:
:
:
:
:
GGD Drenthe
Postbus 144
9400AC ASSEN
0592-306300
M. Booij
21-08-2014
29-08-2014
02-09-2014
05-09-2014
08-09-2014
: 08-09-2014
: 08-09-2014
10 van 11
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 21-08-2014
O&Ki kindercentrum te GIETEN
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
Hartelijk dank voor de rapporten, wij hebben verder geen opmerkingen of aanvullingen.
Met vriendelijke groet,
Daphne Oldenziel O&Ki kindercentrum
11 van 11
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 21-08-2014
O&Ki kindercentrum te GIETEN