Operationalisering Rendementsondersteuning

Departement Bestuurszaken
Nota aan de Vlaamse
overheidsadministratie
Dienst Emancipatiezaken
Boudewijnlaan 30, 1000 Brussel
Tel. 02 553 49 65 - Fax 02 553 50 52
[email protected]
vragen naar / e-mail
telefoonnummer datum
[email protected] 0491 966042
24.02.2014
4242
Betreft:
1
bijlagen
Operationalisering rendementsondersteuning (RO) voor bepaalde personen
met arbeidshandicap bij de Vlaamse overheid als werkgever.
Versie geldig vanaf 1 januari 2014: wijzigingen t.a.v. nota 2013 zijn gearceerd.
Situering
De Vlaamse minister van Bestuurszaken richt een systeem op van
rendementsondersteuning binnen de diensten van de Vlaamse overheid. Het kader
hiervan is opgenomen in de mededeling aan de Vlaamse regering van 9 maart 2007
betreffende ‘Een rendementsondersteuning voor bepaalde personen met een
handicap bij de Vlaamse overheid’.
Deze nota operationaliseert deze mededeling en schetst de praktische gang van
zaken.
Dit is de zesde versie. Ze geldt voor alle dossiers met ingangsdatum 1.01.2014.
Ze kwam tot stand na bespreking van de voorstellen op het SOPO (schriftelijke
procedure december 2013) en het kabinet Bestuurszaken op 31.01.2014.
2
2.1
Operationalisering van de mededeling
Doelstelling
De rendementsondersteunende maatregel (RO) beoogt de volgende effecten:
 Macro: een groei van het aantal mensen met een arbeidshandicap bij de Vlaamse
overheid.
 Meso: ondersteuning van de teams waarin de personen met een arbeidshandicap
met rendementsverlies zijn tewerkgesteld, zodat dezelfde output kan gerealiseerd
worden en de drempel voor aanwerving verkleint.
rendementsondersteuning afsprakennota 2014 – p.1
 Micro: ondersteuning van de persoon met een arbeidshandicap zodat hij/zij
optimaal kan functioneren en hetzelfde loon en dezelfde loopbaanperspectieven
krijgt als zijn/haar collega's.
2.2
Het toepassingsgebied
2.2.1 Wie komt in aanmerking?
Personen met een arbeidshandicap die in aanmerking komen voor een
loonkostsubsidie vanwege een arbeidshandicap.
Te herkennen aan:
 Beslissing VFSIPH of VAPH die een W2 of W3 beslissing vermeldt en/of expliciet
VIP en/of CAO26. Indien de betrokkene deze beslissing niet meer heeft, kan een
attest aangevraagd worden bij de VDAB.
 Beslissing van de VDAB dat de betrokkene in aanmerking komt voor de Vlaamse
Ondersteuningspremie (VOP).
Het bewijsstuk wordt bij het integratieprotocol gevoegd.
De rendementsondersteuning geldt voor nieuwe aanwervingen. Vanaf 1 januari 2014
mag de begindatum van het contract of statutaire aanstelling niet voor de datum van
1 juli 2013 liggen.
Alle nieuwe contracten van na 1 juli 2013 en zonder voorgaande tewerkstelling in de
entiteit (startbaan, bepaalde of onbepaalde duur, stages en statutaire aanstellingen)
komen in aanmerking.
Aanvullend komen volgende situaties van personeelsleden, al in dienst voor 1 juli
2013, in aanmerking als de nieuwe situatie zich voordoet na 1 juli 20131:
1. Iemand die is aangeworven als persoon zonder handicap en gehandicapt wordt.
Hier telt de feitelijke situatie, niet het moment van erkenning door de VDAB.
2. Iemand die een aangepaste functie krijgt na een ‘verbetertraject’ vanuit HRM of
na herplaatsing via Werkwijzer.
3. Iemand die een aangepaste functie krijgt na advies van de arbeidsarts voor
blijvend aangepast werk.
Bijkomende voorwaarde is dat in deze drie situaties een oplossing geboden wordt
aan een functioneringsprobleem. Voorwaarde voor de rendementsondersteuning is
dat het om een reëel functioneringsprobleem, traject en oplossing gaat. De
oplossingen moeten verder gaan dan de gewone hr-instrumenten en de
mogelijkheden voorzien omtrent arbeidspostaanpassingen.
Oplossingen uitgewerkt voor 1 juli 2013 komen niet meer in aanmerking.
Deze aanvullende situaties 1 t.e.m. 3 worden verder gevat onder de term reintegratiedossiers.
De dienst Emancipatiezaken vraagt hiervoor een CV, eventuele vroegere
contracten/aanstelling en eventueel vroegere en huidige functieomschrijving.
1
De motivaties hiervoor zijn: het ondersteunen van de loopbaan, oplossingen aanreiken
voor problemen als gevolg van een handicap in de tewerkstelling en uitstroom
voorkomen. Door budgettaire beperkingen worden niet alle situaties door deze lijst
gedekt.
rendementsondersteuning afsprakennota 2014 – p.2
Elke aanvraag die niet volgens de formele criteria en/of de geest van de maatregel
is, kan door de dienst Emancipatiezaken gemotiveerd geweigerd worden. De
betreffende entiteit kan bezwaar aantekenen. Voorafgaand overleg voorkomt
problemen.
2.2.2 Welke entiteiten komen in aanmerking?
De entiteiten die vallen onder het toepassingsgebied van het Uitvoeringsbesluit van
24.12.2004 houdende maatregelen ter bevordering en ondersteuning van het
gelijkekansen- en diversiteitsbeleid in de Vlaamse administratie, kunnen een beroep
doen op de rendementsondersteuning.
Dit zijn volgens art. 1 van het voormeld besluit van 24.12.2004:
1° de departementen;
2° de intern verzelfstandigde agentschappen zonder rechtspersoonlijkheid;
3° de intern verzelfstandigde agentschappen met rechtspersoonlijkheid;
4° de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen;
5° de strategische adviesraden;
6° het Universitair Ziekenhuis Gent;
7° de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening;
8° de administratie van het Gemeenschapsonderwijs GO!
Het betreft dus niet de volledige Vlaamse overheid. Onder andere de EVA’s van
privaat recht, enkele EVA’s van publiek recht en vzw’s vallen niet onder het besluit. 2
De EVA’s van privaat recht en vzw’s kunnen een beroep doen op de maatregelen
voor de private sector.
2 vzw De Rand (EVA privaatrechtelijk vormgegeven);
Vlaams Agentschap voor Rekrutering en Selectie (EVA privaatrechtelijk vormgegeven);
NV Participatiemaatschappij Vlaanderen (EVA privaatrechtelijk vormgegeven);
NV Limburgse Reconversiemaatschappij (EVA privaatrechtelijk vormgegeven);
NV Vlaamse Participatiemaatschappij (EVA privaatrechtelijk vormgegeven);
Vlaamse Radio- en Televisieomroep;
Vlaamse Opera.
NV met sociaal oogmerk Werkholding (EVA privaatrechtelijk vormgegeven).
vzw Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (EVA privaatrechtelijk
vormgegeven).
rendementsondersteuning afsprakennota 2014 – p.3
2.3
Het bedrag van de rendementsondersteuning
De rendementsondersteuning bij de Vlaamse overheid is een vast bedrag afhankelijk
van het niveau A, B, C of D. Het vermindert van het eerste tot het derde jaar.
Deze bedragen zijn berekend volgens een afstemming tussen de beschikbare
middelen (€ 800.000) en de begrote behoeften (€ 857.000). De bedragen liggen 7%
lager dan in 2013. Desgevallend kan de uiteindelijke uitvoering nog leiden tot een
lichte stijging of daling in functie van de verhouding tussen het reële aantal dossiers
versus de beschikbare middelen.
Basisbedrag rendementsondersteuning in 2014
en volgende jaren per niveau voor een voltijdse
tewerkstelling
Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3 tem 5
Niveau D
Niveau C
Niveau B
Niveau A
7.844
9.770
10.982
13.128
5.229
6.513
7.321
8.752
3.922
4.885
5.491
6.564
Dit is de berekeningsformule: Bnj. x n/12 x %VT:
 Bnj.: basisbedrag per niveau per jaar
 n/12: aantal maanden tewerkstelling
 %VT: tewerkstellingsregime uitgedrukt in % van een voltijdse tewerkstelling
Voor de re-integratiedossiers wordt voor de bepaling van het berekeningsjaar
gekeken naar de datum van het eerste contract bij de betreffende entiteit.
De tewerkstellende entiteit hoeft geen loonkostgegevens door te geven.
Het principe dat de indexering van de bedragen gelijk loopt met de indexering van de
lonen, wordt sinds 2009 verlaten.
Een jaar loopt vanaf de datum van ingang van de maatregel tot 12 maanden later.
De rendementsondersteuning wordt opgeschort gedurende een voltijdse afwezigheid
met loonverlies van drie maanden of meer.
Na het vijfde jaar stopt de rendementsondersteuning. Verlenging is mogelijk na
evaluatie van de noden.
Alle in 2013 geëvalueerde personen worden omtrent het gevolg voor 2014
geïnformeerd. De stopzettingen op basis van de evaluatie in 2013 gaan in na de
volledige betoelaging van 5 jaar en ten vroegste vanaf 1 januari 2014.
De evaluatie in 2014 zal gebeuren door de provinciale experten arbeidshandicap van
VDAB.
In de eerste helft van 2014 zullen deze experten de dossiers evalueren van de
personen die sinds 2010 RO ontvangen, aan de hand van een gesprek met de
rendementsondersteuning afsprakennota 2014 – p.4
betrokkenen en hun leidinggevenden, mogelijk aangevuld met een observatie op de
werkplek.
De betrokken personen en hun leidinggevenden zullen hiervan vooraf door de dienst
Emancipatiezaken op de hoogte gebracht worden.
De stopzetting is ten vroegste vanaf januari 2015.
2.4
De bestedingsvrijheid van de middelen
Aangezien de rendementsondersteuning aan de tewerkstellende entiteit wordt
toegekend, moet zij ervoor zorgen dat de middelen gebruikt worden ter
ondersteuning van de tewerkstellingssituatie van de persoon met een
arbeidshandicap in kwestie.
Deze rendementsondersteuning komt niet in de plaats van de voorzieningen op het
vlak van arbeidspostaanpassingen en arbeidsgereedschap zoals beschikbaar in het
centrale budget arbeidspostaanpassingen van het ministerie en de voorzieningen
hieromtrent via de VDAB.
Alle andere redelijke aanpassingen en compensatie van rendementsverlies worden
gefinancierd vanuit het ontvangen bedrag voor RO.
Er wordt geen systematische verantwoording gevraagd voor de besteding van de
middelen. Echter voor entiteiten die zonder aanvaardbare reden de toegezegde
redelijke aanpassingen van het integratieprotocol niet uitvoeren, kan de betoelaging
stopgezet worden.
2.5
Een integratieprotocol (IP) als voorwaarde
Bij aanwerving wordt een integratieprotocol opgemaakt tussen de leidinggevende, de
betrokken werknemer met een arbeidshandicap, de P&O-functie van de entiteit en de
dienst Emancipatiezaken. Dat integratieprotocol bevat naast de nodige
administratieve gegevens, een beschrijving van de effecten van de handicap op de
functie-uitvoering en de te nemen ondersteunende maatregelen. Het protocol wordt
bevestigd door de leidend ambtenaar van de entiteit.
Het ondersteuningssysteem is dus niet alleen financieel, het heeft ook een
inhoudelijke component, zodat de kansen op een kwalitatieve en duurzame
tewerkstelling worden gemaximaliseerd.
Het akkoord van alle betrokkenen over het integratieprotocol geeft recht op de
rendementsondersteuning, met terugwerkende kracht tot de datum van de aanvraag.
rendementsondersteuning afsprakennota 2014 – p.5
3
3.1
Praktische aanpak
Opstart
De rendementsondersteuning treedt in voege, als aan de voorwaarden onder ‘2.2
toepassingsgebied’ voldaan is en als er een door alle partijen ondertekend
integratieprotocol voorhanden is.
De tewerkstellende entiteit neemt contact op met de dienst Emancipatiezaken.
Volgende gegevens worden digitaal bezorgd:
 kopie contract, stage-aanwijzing of statutaire aanstelling
 cv beroepsverleden
 indien voorgaande tewerkstelling bij de Vlaamse overheid: kopie contract
voorgaande tewerkstelling
 beslissing/attest dat betrokkene in aanmerking komt voor de Vlaamse
Ondersteuningspremie.
 coördinaten werknemer, direct leidinggevende, aanspreekpersoon HRM.
In overleg tussen de dienst Emancipatiezaken, de betrokken werknemer, de
leidinggevende en de plaatselijke P&O-medewerker maakt de dienst
Emancipatiezaken een integratieprotocol op. Dat overleg kan in afspraak vervangen
worden door een verslaggeving van een trajectbegeleider, jobcoach of elke andere
relevante persoon. De dienst Emancipatiezaken maakt op basis van dit verslag het
integratieprotocol.
Als iedereen akkoord gaat met het opgemaakte integratieprotocol, kan de
rendementsondersteuning starten.
Door de aangifte in aanmerking te komen voor een loonkostsubsidie (VIP, CAO26 of
VOP) en zo ook voor de RO, laat het personeelslid met een handicap zich vrijwillig
registreren. In Vlimpers is hiervoor een apart veld voorzien. Voor de ministeries wordt
dat aangeduid in Vlimpers door de MOD.
3.2
Betaling
3.2.1 Algemeen
De RO wordt ter beschikking gesteld via een kredietherverdeling vanuit het
departement Bestuurszaken.
De beschikbare middelen zijn voor 5/12 geblokkeerd. Er wordt aan de minister van
Begroting een vrijstelling gevraagd. Indien dit wordt toegestaan, is er één
betalingsronde gepland voor dossiers die volledig zijn tot en met juni 2014. De dienst
Emancipatiezaken toetst bij de entiteiten de stand van de tewerkstellingen af in mei
2014.
De kredietherverdeling gebeurt vanuit basisallocatie BC0 BB200 01 ressorterend
onder begrotingsartikel BC0/BB-C-2-Z/PR naar het gepaste begrotingsartikel in
rendementsondersteuning afsprakennota 2014 – p.6
principe op weddekredieten, tenzij volgens de ondersteunende maatregelen in het
integratieprotocol een ander krediet meer aangewezen blijkt te zijn.
De herverdeling loopt van januari 2014 tot en met december van het lopend jaar.
Sinds 2012 worden de lonen van december in het lopende jaar aangerekend.
Historisch hebben we hier een achterstand. Deze wordt rechtgezet door vanaf 2014
volgens de jaarkalender te betoelagen: i.p.v. december 2013 t.e.m. november 2014,
wordt dit januari 2014 tot en met december 2014. Dit betekent dat de maand
december 2013 niet betoelaagd wordt. Deze overgang betekent voor alle entiteiten
samen een daling van de betoelaging in 2014 van € 7.000.
Ronde
15.05
5.05
Wie
EZ
EZ
2.06
Entiteit
30.06
EZ
10.07
31.07
14.08
DBZ
IF
DBZ
22.08
Minister
Bestuurszaken
Minister
Begroting
Minister
Bestuurszaken
EZ
Entiteiten buiten
ministeries
12.09
19.09
26.09
01.10
Wat
opstart opmaak dossier
toetst bij de entiteiten (P&Ocontactpersoon in integratieprotocol) de
gegevens van de dossiers af: juistheid,
volledigheid
koppelt terug
bezorgt gegevens aan departement BZ
(enkel volledige dossiers)
dossier ter advies aan IF
advies aan departement BZ
(aangepast) dossier aan minister van
Bestuurszaken
vraag begrotingsakkoord en vrijstelling
5/12 blokkering
akkoord
herverdelingsbesluit op Vlareg
informeren entiteiten buiten de ministeries
maken eigen besluiten
3.2.2 Buiten de ministeries
Om de entiteiten buiten de ministeries te ondersteunen met het oog op beperking
van extra administratief werk, worden de volgende formuleringen aan het
herverdelingsbesluit toegevoegd:
Als ingevolge de goedkeuring van dit besluit aanpassingen nodig zijn aan de
begrotingen van Vlaamse openbare instellingen, de intern verzelfstandigde agentschappen met rechtspersoonlijkheid of de publiekrechtelijk extern verzelfstandigde
agentschappen om de dotatieverhogingen op te nemen op de begrotingsposten die
rendementsondersteuning afsprakennota 2014 – p.7
weerslag ondervinden van dit besluit, stellen de instellingen een aangepaste begroting
op. De aangepaste begroting wordt voor advies voorgelegd aan de vertegenwoordiger
van de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, bij de
instellingen en wordt bij gunstig advies geacht te zijn goedgekeurd. Als de
vertegenwoordiger van de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de
begrotingen, met een voorstel niet akkoord kan gaan, zal hij het voorstel met advies
voorleggen aan de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen.
Als ingevolge de goedkeuring van dit besluit aanpassingen nodig zijn aan de
begrotingen van de diensten met afzonderlijk beheer om de dotatieverhogingen op te
nemen op de begrotingsposten die weerslag ondervinden van dit besluit, stellen de
diensten een aangepaste begroting op. De aangepaste begroting wordt voor advies
voorgelegd aan de Inspectie van Financiën en wordt bij gunstig advies geacht te zijn
goedgekeurd. Als de Inspectie van Financiën met een voorstel niet akkoord kan gaan,
zal ze het voorstel met advies voorleggen aan de Vlaamse minister, bevoegd voor de
financiën en de begrotingen.
Contact:
 Voor de aanvraag van de RO en voor een afspraak voor de opmaak van het
integratieprotocol: Dienst Emancipatiezaken, Paul Huys, Boudewijnlaan 30 bus
33, 1000 Brussel, 0499 94 95 51, [email protected]
 Voor inhoudelijke toelichting: Johan Vermeiren 0491 96 60 42,
[email protected]
rendementsondersteuning afsprakennota 2014 – p.8