VGG 2004 - 2014

juli 2014
VGG 2004 - 2014
Makers van de Voorplaat
Jan Cobelens en Henny Looijestein
Door de redactie
Ga d'r maar eens aanstaan.
Toen we in de redactie de
Voorplaat van het jubileumnummer bespraken, werd er voorgesteld nu eens geen foto maar een
tekening te nemen. We wisten dat
Jan en Henny op tekenles zitten en
het thema moest nattuurlijk het
10-jarig bestaan van de VGG zijn.
Gelukkig werd ons verzoek aanvaard, maar de tijd om een geheel
nieuwe creatie te maken was te
kort. Maar daar wisten ze wel raad
mee.
Op de voorkant hebben we de tekening uit de lijst gehaald, maar
hiernaast ziet u hoe hij bij ons is
aangeboden.
Jan: "Zelf ben ik niet zo tevreden over
de tekening. Het is gewoon niet kunstzinnig. Ik hoop dat je begrijpt wat ik
bedoel. Henny en ook ik -geloof het of
niet- maken betere werken waar diepte,
perspectief en bijvoorbeeld karakter en
snelheid beter tot hun recht komen".
Het ontstaan van de VGG
Door Chris van Teeseling
Kort voor mijn VUT-datum op
1 mei 2002 ging ik naar een door
Getronics gesubsidieerd concert
van de Amsterdamse
Bach Solisten. In de pauze ging ik
naar dhr. Van Voorst met de vraag
of ik ook nog naar die concerten
zou kunnen in mijn VUT-periode.
Hij keek mij meewarig aan en
zei: ”nee, meneer van Teeseling en
ik besef dat
Getronics slecht met zijn vutters en
gepensioneerden omgaat.” Ik zei
hem dat dhr. Willemsen, de directeur van Raet ‘salarissen en personeel’, mij had gevraagd om in mijn
VUT-periode een pensioenvereniging voor mijn werkmaatschappij
op te richten, en dat ik dat best voor
heel Getronics wilde doen!
Hij vond dat een goed idee en zou
Willemsen daarover bellen.
Van mei tot juli 2002 heb ik een
voettocht naar Italië gemaakt. Toen
2
ik terugkwam lag er een mail dat
ik contact moest opnemen met dhr.
Willemsen. Hij vertelde mij dat
dhr. Van Voorst hem had gevraagd
of ik de ‘pensioenvereniging
Getronics’ wilde oprichten. Mijn
voorwaarde was dat ik in de oprichtingsperiode mijn bedrijfsauto
kon houden, ook omdat ik aanvankelijk veel overleg in een aantal
Getronics-vestigingen zou hebben
om een eenheid te smeden van de
al bestaande Olivetti- en Raet-pensioenverenigingen, en nog één of
twee anderen. Mijn verzoek werd
gehonoreerd en in september 2002
ben ik begonnen met veel moeizame besprekingen met de toenmalige bestuursleden van de bestaande
clubs. Die wilden hun eigen blaadje en hun financiële bijdrage van
Getronics niet prijsgeven. Wel
werden allerlei gezamenlijke initiatieven besproken. Aanvankelijk
wilde Getronics één vereniging,
Dat zal wel Jan, maar de redactie
neemt haar petje af voor deze
kunstenaars.
maar toen wij met een budget kwamen van ongeveer 30.000 euro gebeurden er twee belangrijke dingen:
1) Getronics wilde een echte
Getronics-man als voorzitter;
dat werd dhr. Henk Janssen
Groesbeek. Deze stelde bij zijn benoeming min of meer als voorwaarde dat het budget zou worden
goedgekeurd. Zijn argument daarbij was: jullie doen veel bij werknemers die overlijden, maar niets
voor gepensioneerden!
2) De directie stelde dat de bestaande verenigingen geen geld meer
zouden krijgen. Na enig gemopper
gingen alle verenigingen op in een
grote nieuwe pensioenvereniging.
In 2003 werd de Vereniging voor
Gepensioneerden Getronics statutair door een notaris opgericht.
Ik moest na oprichting meteen
verder met het oprichten van de
pensioenvereniging van het net
door Getronics verkochte Raet.
Ik kon en wilde dus geen zitting
nemen in het bestuur van de
Getronics pensioenvereniging.
Hartelijke groet!
www.vggetronics.nl
Van de redactie
Deze uitgave van het VGGmagazine staat in het teken van
het tienjarig jubileum van de Vereniging voor
Gepensioneerden Getronics. Ook het VGGmagazine bestaat
dus tien jaar.
Vanaf de eerste editie heeft de redactie een tijdschrift willen
maken dat naast de berichtgeving vanuit het bestuur ook
artikelen brengt die er toe doen. De betrokkenheid van de
leden is daarbij steeds van groot belang geweest.
De voorpagina van deze uitgave geeft een beeld van de
veelkleurigheid van de VGG: met elkaar vertegenwoordigen de leden vele bloedgroepen.
2 3
4/5
6/7
8/10
11 12/13 14/17
17/19
20/22
23
24
Het ontstaan van de VGG
Van de Redactie
Uit de Bestuurskamer
Leuke Musea Johannes Vermeer (in chocola)
Bedrijfshistorisch Archief
10 jaar VGGmagazines
Interview met Frans Sijswerda
Van Ruys Handelsvereniging tot ...
In Holland staat een huis
Jubileum Ontmoetingsdag
Puzzel
Maarten gaat op bezoek bij Frans Sijswerda en in dat interview wordt weer eens duidelijk hoe Getronics is ontstaan.
Chris van Teeseling was betrokken bij het ontstaan van onze
vereniging, lees erover op pagina twee.
Hugo trakteert op chocola en Janny verhaalt dit keer over
een paleis.
Maar vergeet niet
ook de rest te lezen.
De redactie wenst
u veel leesplezier
en een fijne zomer.
Namens de
redactie,
Piet Riemens
COLOFON
UITGAVE: juli 2014, jaargang 11
REDACTIETEAM:
Hans Elsinger, Hugo Groeneveld,
Janny Jonkman, Hans Kalkman,
Theo de Lange, Henny Looijestein,
Piet Riemens, Roland van Rossum,
Maarten Sirag
DRUKKER:
Editoo B.V. te Arnhem
REDACTIEADRES:
Piet Riemens, Zülpichhof 37, 6662 CC ELST
Telefoon: 0481 350374
E-mail: [email protected]
WEBSITE: www.vggetronics.nl
3
Uit de Bestuurskamer
Rob van der Velden - voorzitter
Tot ziens op de
Jubileumdag
10 jaar Vereniging voor Ge(pré)pensioneerden Getronics - VGG
Tijdens de Algemene Leden Vergadering van februari 2014 heeft het
bestuur de leden verteld dat dit
jubileum uiteraard feestelijk gevierd moet worden. Het bestuur
heeft hiervoor in de voorgaande
jaren gelden gereserveerd.
De feestcommissie is al geruime
tijd met de voorbereidingen bezig.
Eerst heeft zij een locatie vastgesteld. Daaraanvolgend is de datum
vastgesteld: maandag 8 september.
Waarom op maandag? De gekozen
vrolijkste locatie van Nederland is
dan in zijn geheel en exclusief voor
onze vereniging beschikbaar. Zie
verder in dit magazine de aankondiging, de mogelijkheid voor inschrijven en specifieke informatie
over het jubileum/ontmoetingsfeest.
Het ontstaan van de VGG
De VGG is statutair opgericht op
3 februari 2004.
Initiatieven hiertoe zijn destijds
genomen door de heer
Chris van Teeseling van RAET, die
het voorstel respectievelijk aan
dhr. Van Voorst van Getronics en
dhr. Willemsen van RAET heeft
voorgelegd om uiteindelijk tot één
vereniging voor gepensioneerden
te komen. In verband met de aanvraag voor subsidie aan Getronics
heeft dhr. Van Voorst twee voorwaarden gesteld:
- de voorzitter moest uit Getronics
gelederen komen; het werd
Henk Janssen Groesbeek.
- de bestaande pensioenverenigingen zouden geen subsidie meer
krijgen.
Vervolgens is hiervoor op 25 mei
2004 een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen Getronics
4
BV en de Vereniging voor
Ge(pré)pensioneerden Getronics.
Lees ook de gedetailleerde informatie over het ontstaan van de
VGG in het artikel van
Chris van Teeseling op pagina 2.
Per 1 januari 2013 is de VGG
aangesloten bij de Stichting
Personeelsvoorzieningen KPN
(PVKPN), die tevens onze subsidieverstrekker is.
Leden van het 1e uur
Henk Janssen Groesbeek
(Voorzitter)
Pieter van den Heuvel
(Sociale contacten / VGG magazine)
Jan van der Goorbergh
(Penningmeester)
Niek de Ridder †
(Secretaris)
Werkachtergronden
De VGG-leden komen voort uit een
bonte verzameling ICT-bedrijven
binnen Getronics. Voor de oorsprong van Getronics moeten we
127 jaar terug in de tijd.
In 1887 werd in Amsterdam de
"Elektrotechnische Fabriek N.V."
van Groeneveld, Van der Pol & Co
opgericht. Voor nadere informatie
zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/
Getronics
Gerangschikt naar het aantal bedrijven/werkmaatschappijen (bloedgroepen) met betrekking tot de
werkachtergrond laat het ledenbestand de volgende aantallen zien:
- De werkachtergrond van de leden
komt voort uit dertig zelfstandige
bedrijven.
- Aanvullende werkachtergronden
laten een aantal van zeventig bedrijven c.q. werkmaatschappijen
zien.
Hoogtepunten afgelopen 10 jaar
2004-2014
- Jaarlijkse ontmoetingsdagen.
- Jaarlijks 2 keer het VGGmagazine.
- Wenskaarten leden en partners.
2007
- Regio 's met regioconsulenten.
- Vernieuwde ledenadministratie.
2008
- Nieuwsbrief en Regioactiviteiten.
2009
- Bouw van de VGG-website.
2010-2011
- Ledenadministratie in de website.
2013
- Aansluiting bij PVKPN.
Met dank aan alle…
Regioconsulenten - Redactie
VGGmagazine - Organisatie van de
ontmoetingsdagen - Leden en
Bestuursleden, die hebben meegewerkt aan het realiseren van onze
doelstellingen om de leden een
gevarieerd aanbod van informatie
en activiteiten gedurende de afgelopen 10 jaar te bieden.
Natuurlijk gaat onze bijzondere
dank uit naar Getronics, die ons
8 jaar lang met een jaarlijkse subsidie heeft gesteund. En wij bedanken het bestuur van PVKPN voor
de jaarlijkse bijdrage en de geboden faciliteiten, zoals Personeelswinkel, PVKPN-activiteiten en
vergaderruimten.
Jan Joost Beeke
secretaris
Ter gelegenheid van het 10-jarig
bestaan van onze vereniging heeft
de redactie ook mij gevraagd iets te
schrijven.
www.vggetronics.nl
Met pas anderhalf jaar lidmaatschap van de VGG en net één jaar
VGG- secretariaatervaring voor
mij geen eenvoudige opgave.
Te meer gezien het feit dat het een
goed lopende vereniging is en het
secretariaat bij de overdracht op 2
juli 2013 er goed uitzag. Nagenoeg
alles is digitaal opgeslagen.
Voor zover ik kan nagaan heb ik
slechts 2 voorgangers gehad;
Niek de Ridder (03-02-2004 tot
18-03-2010) en
Cor Roelofs (van 18-03-2010 tot
02-07-2013).
Van Niek is ook nog veel in de
archieven terug te vinden betreffende van alles om tot de oprichting van de vereniging te geraken.
Hij heeft er duidelijk heel veel werk
aan gehad. Jammer dat hij ons
vorig jaar is ontvallen. Ik had heel
graag nog een tijdje met hem willen
samenwerken, ook omdat ik Niek
al in mei 1966 heb leren kennen.
De huidige functie van secretaris
bestaat hoofdzakelijk uit het verzorgen van de agenda’s voor en de
notulen van de vergaderingen.
Daarnaast het beantwoorden van
vragen van de leden, en het onderhouden van contacten met officiële
instanties en met de PVKPN.
De PVKPN is sinds eind 2012 de
‘moederorganisatie’ van de VGG
geworden. Ons bestuur moest wel
even wennen aan de strakke structuren, richtlijnen en werkwijze van
deze wel heel grote personeelsverenigingenorganisatie. De PVKPN
heeft een kleine zestig onderliggende personeelsverenigingen, en
een paar hebben ook weer onderliggende verenigingen.
Door de meer dan uitstekende
wijze van samenwerken binnen het
bestuur en met de regioconsulenten voelen we ons goed binnen het
grote PVKPN-geheel en is het tot
op heden een win-win situatie.
Jan van der Goorbetrgh
penningmeester
De redactie vroeg ons om een stukje te schrijven over 10 jaar VGG.
U begrijpt dat dit niet echt spectaculair kan zijn – misschien heeft u
ooit dubbel betaald of een aanmaning van mij ontvangen.
Ten tijde van Getronics was het
altijd spannend of de door ons ingediende begroting ook geaccepteerd zou worden. Tegenwoordig
bij de PVKPN staat eigenlijk alles
vast.
Er waren jaren dat het in de zomer
nog wel eens nodig was een grote
mailing als aanmaning uit te sturen. Op het ogenblik is het mogelijk
om via de website een algemene
mail te doen en dat geeft dan een
push om te betalen. Veel leden
maken automatisch over, wel oppassen als het contributiebedrag
verandert. Misschien weet u het,
maar op de website is het mogelijk
om te zien of u al betaald heeft, via
de gegevens van uzelf.
Op dit ogenblik hebben vijfentwintig leden nog niet betaald. U wel?
Bedankt voor uw medewerking in
de afgelopen 10 jaar en hou dat zo
in de toekomst.
Arie Kamphuis
ledenadministratie
De cirkel is rond.
In 1971 ben ik in de automatisering
gestapt en ben ik in dienst getreden
bij het toenmalige Rijks Computer
Centrum aan de Fauststraat in
Apeldoorn.
Na vijftien jaar overheidsdienst
heb ik de overstap gemaakt naar
het bedrijfsleven. ICG, een softwarebureau in Utrecht, was mijn
werkgever. ICG is later opgegaan
in Topdata. Na het faillissement
van Topdata ben ik in dienst gekomen van RAET, met als standplaats
Nieuwegein. RAET is vervolgens
overgenomen door Getronics,
waarbij ik weer een werkplek kreeg
aan de Fauststraat in Apeldoorn.
De overgang naar KPN heeft hier
niets aan veranderd.
Na al deze omzwervingen ben ik
dus met de VUT gegaan vanuit
dezelfde locatie als waar ik in 1971
mijn loopbaan in de automatisering ben gestart.
In Memoriam
Op zaterdag 15 juni 2014 is Eric Roqué overleden.
Begin februari 2006 was hij toegetreden tot het VGG-Bestuur.
Eric was functioneel verantwoordelijk voor Public Relations.
Zo heeft hij het VGG-logo en de huisstijl ontworpen, herkenbaar op ons
drukwerk, de website en de presentaties voor de jaarlijkse ALV.
Ook was Eric voor de redactie van het VGGmagazine de brug naar het
Bestuur. Hij was vooral kritisch over de opmaak en de taalkundige
aspecten. Ook stond hij aan de basis van de regio-indeling, met de
succesvolle regionale activiteiten.
Het bestuur kon altijd een beroep op Eric doen, ook was hij de huisfotograaf.
Wij zullen Eric blijven herinneren als een enthousiaste collega met wie
wij op een uiterst prettige wijze hebben samengewerkt.
Eric, wij zullen je missen.
5
Leuke Musea
Door Roland van Rossum
Als je vanuit Deventer de weg
langs de IJssel in de richting van
Olst neemt, dan zie je na een minuut of tien een wegwijzer naar
rechts met het opschrift
‘Museum IJssellinie’. Als je deze
afslag volgt (let op, je bent er zo
voorbij!) dan kom je bij het tot in de
jaren negentig grootst bewaarde
staatsgeheim.
Net hoog genoeg om een opmars
over land te vertragen.
Hiertoe moesten de Waal bij Bemmel en de IJssel bij Olst afgedamd
worden. Maar een voorwaarde
was wel dat in vredestijd het
scheepvaartverkeer niet gehinderd
mocht worden.
Wat is er te zien
Ter hoogte van het landgoed de
Haere bij Olst is in de dijk een sluizencomplex gemaakt. Even hier
voorbij zou de rivier met caissons
afgedamd worden, met als gevolg
dat het achterland zou onderlopen.
De IJssellinie is drie keer in staat
van paraatheid gebracht, nl.:
- tijdens de Hongaarse opstand
(1956);
- tijdens de bouw van de Berlijnse
muur (1961);
- tijdens de Cuba crisis (1962).
Deze militaire stelling is omgeven
door een ring van verdedigingsposten (kazematten).
In het centrum van de ring bij
de Haere bevindt zich de commandobunker en een noodhospitaal.
Hierin bevindt zich momenteel het
kleine museum IJssellinie.
Een beetje geschiedenis
Na de Tweede Wereldoorlog was
men er niet gerust op dat de
Sovjet-Unie toch een aanval op
West-Europa zou doen. Het was de
tijd van de Koude Oorlog, en men
vreesde dat het Rode Leger in staat
zou zijn een grote troepenmacht op
de been te brengen om
West-Europa in korte tijd te bezetten. Het was voor Nederland onaanvaardbaar, dat de Randstad
met de grote steden al bij een eerste
aanval opgegeven zou moeten
worden.
Nederland had zich na jarenlange
neutraliteit in 1949 aangesloten bij
de NAVO, maar de politiek was
geheel gericht op behoud van het
koloniale rijk. Door de politionele
acties konden we niet aan de
NAVO-eisen voldoen om drie divisies te leveren. Tot aan de toetreding van Duitsland tot de NAVO
behoorden wij tot de meest oostelijk gelegen NAVO-landen. Daarom werd een oude bondgenoot van
stal gehaald, namelijk het water.
Zo ontstond het plan van de IJssellinie.
Het idee achter de IJsselinie is om
een gebied van IJsselmuiden tot
Nijmegen met een breedte tot vijftien km onder water te zetten.
6
www.vggetronics.nl
Bij openstelling word je door een
gids rondgeleid. Na de ingang tot
het hospitaal passeer je eerst een
sluis met douches om na een kernwapenaanval de ‘fall-out’ van je
kleding en lichaam te verwijderen.
Daarna kom je langs een machinekamer met o.a. een luchtverversingssysteem. In de bunker moest
overdruk zijn om besmette lucht
buiten te houden. Loop je verder
dan kom je alles tegen wat in een
hospitaal nodig is, van operatiekamer tot verpleegafdeling.
Toen de Stichting de IJssellinie
begin 2000 over de bunkers kon
beschikken waren deze leeg en
volgestort met puin. Men heeft
alles met veel inzet van vrijwilligers opgeknapt en de ruimtes zoveel mogelijk heringericht met authentieke voorwerpen.
Ook de röntgenapparatuur is uit de
jaren vijftig.
Overigens vind ik het meest verrassend dat het museum beschikt over
een kaart die in Warschau is gevonden. Hieruit blijkt dat het Oostblok
volledig op de hoogte was.
Maar de in de omgeving wonende
burgers wisten niet dat ze kans
liepen op natte voeten. Alleen de
burgemeesters kenden de evacuatieplannen voor de bevolking.
Je komt weer buiten via de commandobunker. Daar zie je verbindingsapparatuur uit die tijd.
De omgeving rond het museum is
een vrij toegankelijk wandelgebied. Je komt dan de kazematten
tegen, die voorzien kunnen zijn
van een in beton gegoten oude
tank. Verder zie je de opstelling van
een luchtdoelgeschut. En natuurlijk loop je langs het volledig gerestaureerde sluizencomplex.
Ga je met het autoveer bij Olst de
IJssel over en neem je de richting
Welsum/Terwolde dan zijn er bij
Welsum de resten van een caissonhaven en zie je rechts van de weg
een bouwsel wat op een landbouwschuur lijkt met een merkwaardig
platform. In werkelijkheid is dit
ook een bunker met metersdikke
muren waarop luchtdoelgeschut
geplaatst kon worden. Dit was de
commandopost van het luchtdoelafweer, de zogenaamd Light AntiAircraft Control Center.
In dienst
Zelf ben ik in het midden van de
jaren zestig dienstplichtig geweest
bij het GFPI Prinses Irene in
Schalkhaar op twintig km afstand.
Op de kazerne werd er met geen
woord over gepraat, ondanks dat
er een infanterie-eenheid paraat
stond om onmiddellijk de stellingen bij Olst te betrekken. Ik had als
chauffeur/verkenner regelmatig
kaartleesoefeningen in Salland en
Twente, maar het is me nu volkomen duidelijk waarom Olst gemeden werd.
Bezoek
Dit museum is toegankelijk tegen
een kleine vergoeding.
Zie voor openstelling de website:
http://www.ijssellinie.nl/
Als je belangstelling hebt om het
complex te bezoeken kan je reageren op het forum van de
VGG-website. Bij voldoende belangstelling kan ik dan een groepsbezoek organiseren.
7
Johannes Vermeer
(in chocola)
Door Hugo Groeneveld
Ons kerstpakket anno 2013 van
KPN bestond onder andere uit een
doosje overheerlijke chocola. Maar
de chocola is bijzaak, de verpakking van de kleine tabletjes maakte
het kerstpakket tot een absolute
topper. Vermeer, Vermeer! juichten mijn door de schilderkunst geraakte zintuigen. De aanblik van de
chocolaatjes met, De liefdesbrief,
De melkmeid, Brieflezende vrouw
in het blauw en Het straatje, zorgde
voor een culturele tegenhanger van
de jingelende bellen en het gesnuif
van roodgeneusde rendieren in de
Kersttijd. Voeg daarbij een mailtje
van Jan van de Goorbergh in de
trant van “iets voor hét magazine?”
en mijn keus was gemaakt:
Vermeer moest in het zomerzonnetje van 10 jaar VGG. En zo is het
gekomen. De ‘Sfinx van Delft’,
zoals Vermeer door kunstminnend
Nederland wordt genoemd, moet
met vier of vijf schilderijen, dat
hangt af van de ruimte die mij gegund is, weer eens stevig onder de
aandacht van de VGG-ers worden
gebracht. Hier komen ze!
De melkmeid
1658-1660, 45 x 40 cm,
Rijksmuseum
8
Daar staat ze op een schilderijtje
van nog geen kwart vierkante
meter en ze hangt in het Rijksmuseum. Er schuifelen dagelijks duizenden mensen voorbij die gemiddeld maar 9 seconden kijken naar
één van de mooiste stukken van het
Rijks.
Ondanks haar eenvoudige kledij
staat de meid daar te gloriëren.
Of is het juist dankzij haar dienstmeidenkleding dat ze voornaamheid uitstraalt? Ik denk het.
Het hoge voorhoofd, de geloken
ogen, de gladde gelaatstrekken, het
is alles van ongekende gratie.
Ze doet haar werk in een aftandse
omgeving die ver beneden haar
waardigheid ligt. Starend naar de
langdurig vloeiende melk, is ze in
het geheel niet van plan dit te blijven doen. Haar postuur zal niet
misstaan in de pronkkamers van de
gegoede burgerij. Haar trui of jack
zal ze verruilen voor een met hermelijn afgezette cape, waaronder
ze haar satijnen japon zal laten
ruisen. Haar voorname voorhoofd
zal schuilgaan onder een met allure
gedragen, met veren bezette hoed.
Daarom sieren lichte blosjes haar
wangen. Want de ridder op het
witte paard is in aantocht. Hij zal
haar op galante wijze leiden naar
de salons waar de ‘upperclass’
verzameld is.
In de 17e eeuw bestond al het vermoeden dat er iets in dit leven te
dromen en te wensen over moet
blijven. Het voorbeeld hangt ongeveer 350 jaar later in het Rijks.
Een schilderij van beperkte afmetingen, maar wat een impact!
Brieflezende vrouw in het blauw
1663-1664, 46 x 39 cm,
Rijksmuseum
Alweer
zo'n meesterwerk van een
'beauty' uit de hogere kringen die
een brief leest. Het beeld lijkt rustig, maar de compositie zindert van
ingehouden spanning. De vrouw
heeft de brief zojuist ontvangen
want ze heeft er haar toilet voor
onderbroken. Op tafel ligt namelijk
een parelketting die ze nog om haar
bevallige hals moet bevestigen.
En ze leest gespannen: de mond
staat iets open. De landkaart aan de
wand en de lege stoel zijn toespelingen op een afwezige geliefde.
De vrouw vormt zelfs een onderdeel van de landkaart en
doorgaans wordt hiermee een
duidelijke relatie aangegeven.
Om de vrouw als middelpunt van
de afbeelding te accentueren hebben de stoel en de stang van de
landkaart slagschaduwen. De vrouw
heeft die niet en komt daardoor
geheel vrij te staan, wat haar nog
meer op de voorgrond plaatst.
Na een zwerftocht langs veilingen
en verzamelaars is het schilderij in
1885 in het Rijksmuseum beland.
Daar vertoeft het nu met de andere
chocolade-Vermeers.
www.vggetronics.nl
Het straatje
1657-1658, 53 x 43 cm,
Rijksmuseum
Dit 350 jaar geleden geschilderde
straatje is ook weer zo'n intiem
juweeltje! Een straatje in het stadje
Delft in de tijd van Vermeer, dat is
het, niet meer en niet minder.
Onmiddellijk rijst de vraag waardoor de intimiteit wordt opgeroepen. Ook die vraag is niet moeilijk
te beantwoorden. Het zijn namelijk
twee zestiende-eeuwse huizen in
een met keien geplaveide straat.
De huizen zijn verbonden door een
muurtje waarin de rechter poort
een doorkijkje biedt en de andere
poort gesloten is.
Op deze röntgenfoto is duidelijk te zien dat
de contourlijn van de rug van de vrouw is
veranderd. Infraroodreflectografie heeft
verder uitgewezen dat het blauwe manteltje in een eerder stadium met bont was afgewerkt. We kunnen slechts gissen naar de
redenen van de aangebrachte veranderingen.
Het rechter huis toont het leven van
alle dag. In de deuropening zit een
vrouw en moeder die verdiept is in
haar handwerk. De meid is bezig
op het hofje en de kinderen gaan op
in hun spel. De vier afgebeelde
mensen zijn anoniem. Ze hebben
totaal geen belangstelling voor de
schilder. Ze poseren niet, ze zijn
zichzelf. Ze keuren de schilder
geen blik waardig.
Het is hun wereld, hun huis en hun
straatje waarin we slechts even een
blik mogen werpen.
De wijnrank op het huis links staat
al sinds de oudheid symbool voor
liefde, huwelijk en trouw, en kan
ook hier worden gezien als een
toespeling op de burgerdeugd.
De witte band die van links naar
rechts over het schilderij loopt, is
als het ware het vangnet waarbinnen de figuren zich bewegen. Met
deze schilderkunstige aandachttrekker wordt aan de beschouwer
duidelijk gemaakt dat het straatje
pas tot leven komt als de bewoners
er hun eigen leven leven.
Digitale technieken waren nog
volmaakt onbekend.
Keitjes of klinkertjes voor de karren
en paarden waren toereikend.
Met nostalgie dient daarom naar
het straatje te worden gekeken.
9
De liefdesbrief
1669-1670, 44 x 38 cm,
Rijksmuseum
In dit schilderij heeft Vermeer het
perspectief (zie de tegels op de
grond) gebruikt om de illusie te
wekken van een doorkijkje naar
een vertrouwelijk tafereel.
Op enige afstand van de meid en
de vrouw lijkt de toeschouwer getuige van een privégebeurtenis:
een vrouw die verrast opkijkt van
haar spel naar een meid die zojuist
een brief heeft gebracht. Ook het
gedrapeerde gordijn, de bezem en
de schoenen scheppen afstand.
Wat gebeurt hier?
De meid brengt een brief, de vrouw
stopt met haar spel en kijkt met
angst op het gezicht naar haar
dienstbode. Komt die brief haar
zekerheid van bestaan en liefde
verstoren? Maar let dan eens op de
glimlach op het gezicht van de
dienstbode. Dat is heel apart. Die
glimlach betekent namelijk:
"mevrouw, geen zorgen, het zit wel
goed met de liefde!" Maar hoe kon
ze dat weten? Niet uit het stiekem
lezen van de brief, want er zit een
lakzegel achterop. Dan moet het
vrouwelijke intuïtie zijn.
Vrouwen onder elkaar zogezegd.
Ach, ze zal al wel een paar jaartjes
meelopen in dat huis en dan ken je
het klappen van de liefdeszweep!
10
Gezicht op Delft
1660-1661, 96 x 115 cm,
Mauritshuis
Opgelet! We verhuizen van het
Rijksmuseum in Amsterdam naar
het Mauritshuis in Den Haag, alwaar genoemd schilderij niet in
chocola te koop is. De woonplaats
van de ‘Sfinx van Delft’ moet even
onder de aandacht worden gebracht. Hijzelf heeft er doek, verf
en kwasten aan gewijd om een
zicht op Delft op >>
onnavolgbare wijze vast te leggen.
Een absolute noviteit is de in schaduw gehulde voorgrond. Er ontstaat dieptewerking, en de over de
gehele breedte van het doek hangende wolkenpartijen doen daar
driftig aan mee. En dan ook nog het
‘lichtovergoten’ hart van de stad.
Want daar gebeurt het, op de
Markt, met de Nieuwe Kerk als
middelpunt, centrum van religiositeit met het praalgraf van de
Vader des Vaderlands.
Vermeer legde het ‘perspectivische gezicht’ op Delft waarschijnlijk vast vanaf een hogere etage van een huis. Anders dan de topografisch geïnteresseerde veduteschikders in
zijn tijd beeldt hij de stad niet van verre als overzicht af, maar van dichtbij en slechts ten
dele. Dat het door de bewolking brekende zonlicht de gebouwen achter de aan de oever
gelegen huizen treft, heeft waarschijnlijk een politieke betekenis: de oplichtende Nieuwe
Kerk, waar zich sinds de eerste helft van de eeuw het grafmonument van Willem I van
Oranje bevond, was een monument met nationale symboliek.
Dit was mijn bijdrage aan het
jubileumnummer van het
VGGmagazine. In de 20 uitgaven
van het magazine heb ik mij 20 keer
mogen uitleven in kunst en cultuur. De onderwerpen waren zeer
uiteenlopend en elke bijdrage was
voor mij een bron van studie.
Ik houd mij aanbevolen voor nog
een aantal bijdragen!
Ik eindig op de voor mij gebruikelijke wijze: “Zijn moeiten en zorg
uw deel? Kijk omhoog, om desondanks het positieve deel van ons
bestaan te blijven zien!
God Bless You All!”
www.vggetronics.nl
Bedrijfshistorisch Archief
BhA-activiteiten bij KPN beëindigd
Door Hans Elsinger
Toen wij ons aanmeldden als vrijwilliger bij het BhA, werd ons als
eerste duidelijk gemaakt dat we
rekening moesten houden met het
feit dat moederbedrijf KPN geen
enkele interesse had in zaken die
geen verband hielden met de gewone business. Het was dus mogelijk dat op elk moment het voortbestaan van het BhA kon worden
beëindigd.
Getronics was op dat moment net
begonnen met het in stappen transformeren tot nieuw bedrijfsonderdeel van KPN. We maakten kennis
met het gewijzigde logo en bedrijfsvlag (zwarte ondergrond).
Vooralsnog was er groen licht voor
het BhA. (Steun van het eigen Getronics management?
Jos Weesie, in zijn functie als Record Manager (archivaris) belast
met het opruimen van de magazijnen in de verschillende vestigingen, wilde graag een Bedrijfshistorisch Archief inrichten om het verleden van alle ondernemingen die
opgingen in het huidige Getronics
te bewaren als erfgoed. (Zie ook de
stukjes in de eerste VGG magazines , jaargangen 2004 en 2005). De
echte start was in juni 2007 met het
aanstellen van een externe museoloog, gespecialiseerd in erfgoed.
Als eerste werd ons VGG-lid
Geert Fokkema als vrijwilliger bij
het BhA aangenomen. Leo Smoltsak
en ondergetekende kwamen een
klein jaar later.
Het BhA was aanvankelijk gehuisvest op de Donauweg, tegenover
onze Getronics Service vestiging.
De hoeveelheid werk was enorm,
en voor ons fantastisch vanwege de
diversiteit.
Er werden door Jos wekelijks apparatuur, kunst, documenten en informatiedragers (diskettes, tapes,
videobanden, cd’s en dvd’s, enzovoort) aangeleverd. Veel oude vestigingen werden door verhuizingen overbodig en moesten worden
uitgeruimd.
Door ons werd alles zo nodig
schoongemaakt, gefotografeerd,
geregistreerd en gereed gemaakt
voor opslag in een geconditioneerd
magazijn (bij Saan in Almere).
In de periode 2007-2013 zijn we een
paar keer verhuisd; intern in gebouw Donauweg, later naar de
Paalbergweg (Amsterdam Zuidoost).
Na het vertrek van (inmiddels
VGG-lid) Jos Weesie kwam
Leo Koekkoek (Record Manager en
leidinggevende voor het BhA) ons
groepje versterken. Hij breidde ons
werk uit met het verzamelen van
de nieuwste ontwikkelingen bin-
nen KPN om zo de continuering
van het BhA binnen het huidige
KPN veilig te stellen.
Het heeft niet geholpen.
Op 18 november 2013 kwam Leo
uit een bespreking om te vertellen
dat de laatste restanten van het
oude Getronics per 31 december
2013 werden opgeruimd. Zijn
eigen functie Record Manager was
niet gewenst binnen KPN, dus
volgde ontslag per 1 januari.
Het BhA had geen bestaansrecht.
Leo was met onmiddellijke ingang
niet meer verantwoordelijk voor
ons en wij konden vertrekken. We
hebben helaas met niemand kunnen spreken over de toekomst van
de door ons beheerde apparatuur
en de erbij verzamelde informatie.
Als afsluiting willen we alle
VGGcollega’s, die in de afgelopen
jaren geholpen hebben bij het vergaren van informatie, documentatie en apparatuur, bedanken voor
hun inzet.
Hopelijk wordt een keer beseft dat
onze collectie deel uitmaakt van de
ontwikkelingsgeschiedenis van de
automatisering in Nederland en
meer verdient dan opslag in een
stoffig magazijn en registratie in
een ongebruikt stuk museale automatisering.
Nelleke Persoons en de 3 BhA-vrijwilligers, Hans Elsinger, Leo Smoltzak en Geert Fokkema.
11
Juni 2014
Oktober 2004
Februari 2005
Augustus 20
Juni 2007
December 2007
Juni 2008
December 2
December 2010
Juni 2011
December 2011
Juni 2012
005
December 2005
Augustus 2006
December 2006
2008
Juni 2009
December 2009
Juni 2010
December 2012
Juni 2013
December 2013
Frans Sijswerda
een Getronics Service man in hart en nieren
Door Maarten Sirag
Daar zaten we dan aan tafel bij
Frans. Twee mannen in ruste die
het automatiseringsverleden bespiegelden. “Dus jij werkte bij
Getronics. Eigenlijk niet te geloven;
een toonaangevend automatiseringsconcern waar pakweg tien
jaar geleden nog wereldwijd incl.
partners 26.000 mensen werkten.
En nu, nu is er niets meer van over.
In 2011 verdween de naam
Getronics. KPN heeft de laatste
restjes verkocht en vanaf 1 januari
2014 is de afdeling IT Solutions,
met ex -Getronics medewerkers,
volledig opgegaan in de KPN-divisie Zakelijke Markt. Foetsie, één
van de grootste bedrijven van
Nederland.”
Frans knikt instemmend. Hij heeft
de opkomst en teloorgang in een
mensenleven meegemaakt.
“Maar het staat niet op zichzelf.
Neem IBM. Wie had er tien jaar
geleden gedacht dat deze computerreus zou switchen van hardware-boer naar dienstverlener?
Niemand. Toch gebeurd. In 2005 is
de pc-divisie verkocht, en nu de
server-divisie, aan Lenovo voor 2,3
miljard. Maar de wereld draait
door. Kaarten worden opnieuw
geschud. In het Bijbelboek Prediker
was het al opgetekend: ”IJdelheid
der ijdelheden. Alles is ijdelheid!
Welk voordeel heeft de mens van
al zijn zwoegen, waarmee hij zich
aftobt onder de zon? ”
Als ik naar Frans kijk dan ziet hij er
niet bepaald afgetobd uit. Een vitale, dynamische kerel die nog volop
in het leven staat. Het wordt tijd om
eens te luisteren naar zijn
Geveke-story.
14
Bij de marine
“Frans, hoe is jouw carrière begonnen?”
“Ik ben begonnen als beroeps bij de
marine. Van 1960 tot 1968 als radioen radarmonteur. Ik heb gevaren
op het fregat Van Speyk en later op
Hr. Ms. De Holland, een kustwacht
patrouilleschip, gespecialiseerd in
het uitvoeren van maritieme veiligheidstaken. Mijn maat en latere
collega was Hans Elsinger. Ik heb
daar ontzettend veel geleerd. Zo
moest ik van 1962 tot 1963 in Curaçao een zendstation onderhouden. Na terugkomst uit de tropen
heb ik mij aangemeld voor de opleiding marinepiloot. De opleiding
heb ik in Woensdrecht gevolgd
maar helaas was het landen niet
mijn ding; ik zat telkens een meter
te hoog. Later kreeg ik de opdracht
om de elektrotechnische apparatuur van Holland Signaal op boten,
die bij de NDSM werden gebouwd,
te testen voor de overdracht aan de
marine.”
Tekst
van hoe
document
“Frans,
kwam
je aan die
kennis?”
“Ik moest veel cursussen in
Engeland volgen. Het was de tijd
van de Koude Oorlog en de elektronische oorlogsvoering deed zijn
intrede. Marineschepen werden
voorzien van een sonar dome, een
grote bult onder de boeg, die door
het uitzenden van een actieve ping
(signaal) onderzeeboten kon lokaliseren -met de passieve sonar luisterden we alleen maar naar de geluiden in de zee-. Zo konden we
bijvoorbeeld vaststellen of het een
boot met enkele of dubbele schroef
was. Aan de hand van de manier
waarop de morsesignalen werden
getikt, kon je vaak herkennen wie
de seiner was en zo het type schip
vaststellen. Eigen eskader of een
vijandelijk schip.
Ik heb gevaren op diverse schepen
van een internationaal eskader van
acht boten, genaamd
STANAVFORLANT, bedoeld als
een antionderzeeboot eenheid.
Canada, Nederland,
het Verenigd Koninkrijk en de
Verenigde Staten stelden ieder één
schip beschikbaar voor oefeningen
onder een wisselend commando
per land. Zo voer ik regelmatig het
rondje Nederland, Azoren,
Caribbean, USA, Canada. Je kwam
op allerlei marinebases, zoals de
Amerikaanse in Porto Rico.
Erg fascinerend allemaal.
www.vggetronics.nl
Op één van die reizen met
De Holland, waarbij we dertig
mariniers vervoerden, kwamen we
terecht in een loeiende orkaan met
golven van tien tot twintig meter
hoog.
Het plaatwerk van ca. twee en een
halve cm dik bezweek onder de
golven. Een noodsituatie dreigde.
Het commando ‘rood en blauw
sluiten’ werd gegeven. Dat wil
zeggen dat de deuren van de compartimenten met die kleuren onder
de waterlijn werden gesloten. De
mariniers zaten als ratten in de val.
Het is gelukkig goed afgelopen
maar vergeten doe je zoiets niet.”
Frans begint goed in zijn verhaal te
komen; zo te horen voor hem een
boeiende tijd. Hij gaat verder:
“In 1967 waren we op weg naar
Canada toen we ergens tegenaan
voeren. De schroef raakte in onbalans zodat we geen snelheid konden maken. Wat bleek, we waren
op een wal- of potvis gevaren.
En zo beland je dan in een dok in
Halifax. De nieuwe schroef en
schroefas werden vanuit
Nederland ingevlogen en ter plaatse gerepareerd. Daarna konden we
in de winter de zeereis weer vervolgen.
Vervolgens kwam ik terecht op een
mijnenveger. We voeren dagelijks
vanuit Den Helder door de
Duitse Bocht met een flottielje van
vier mijnenvegers in kiellinie en
veegden verankerde mijnen waarvan we de verankeringskabel doorsneden. Dat gaat zo: achter de mijnenveger wordt een speciaal gevlochten staaldraad gesleept. Deze
draden zijn voorzien van een snijmechanisme, de zogenaamde paravaan. Wanneer een verankeringskabel langs het staaldraad
schuift en in de klauw wordt gevangen, wordt de kabel doorgesneden. De mijnbol drijft naar de op-
pervlakte en wordt door de boordwapens onschadelijk gemaakt of
gemarkeerd voor latere afhandeling. Soms was je voor het onderhoud op een ander schip nodig en
werd je in een broekzak overgeheveld. Het was dan de gewoonte om
het touw zover te laten vieren dat
je met een natte kont aan boord
kwam. Na deze tochtjes kwam je
’s avonds gewoon weer thuis in
Broek op Langedijk.”
Naar Getronics
“En toen Frans?”
“Ik wilde wat anders.”
“Dat meen je niet, waarom ben je
niet bij de marine gebleven? Daar
lag toch je passie?”
“Maarten, ik heb er veel geleerd
maar ik zat teveel vast op het schip.
Als radiotechneut moest je altijd
paraat zijn. De jongens gingen de
wal op maar ik had meestal storingsdienst; dat was de keerzijde.
In augustus 1968 ging de kogel
door de kerk en begon ik te solliciteren. Via mijn ex-marine maat
Hans Elsinger kon ik terecht bij
Koopman & Co. , handelsbedrijf in
elektrotechniek in Amsterdam, eigendom van R.S. Stokvis en daarna
in 1972 overgenomen door de
S.H.V.
Dagelijks van Broek op Langedijk
naar Amsterdam, op het scootertje
van Hans. Daar kreeg ik te maken
met de half mechanische, half elektronische Teletype machine, een
Amerikaanse vinding die door
Koopman was omgebouwd van
115 V naar 220 V. Een apparaat dat
aan de bakermat stond van het latere concern Getronics.”
“Hoe verliep die ontwikkeling?”
“Koopman werd
Geveke & Groenpol en daarna
GEA (Geveke Electronica & Automatie) waaruit vervolgens in 1975
Geveke Electronics Service ontstond. Via een management buyout van Ton Risseeuw werd het
bedrijf daarna in 1977 naar de beurs
gebracht als Getronics N.V.
Talloze overnames volgden, zoals
die van:
1986 Electric Engineering met o.a.
Gerrit de Greef,
1988 Datex Software Services and
Consulting met o.a.
Rob van der Velden,
1989 XTEC met o.a.
Hans van Helden, Ad de Fouw en
Frans Hoddenbagh,
1990 Synergie Consultancy - Information consulting services,
1991 Van Andel, Computer Uitwijk
Centrum, Koning en Hartman met
o.a. Ton Kersbergen en
Martin de Groot,
1992 Datatraffic,
Computer Service Holland,
1993 Cinet,
1995 RAET,
1997 Business Management Group,
1998 Grupo CP - Software solutions
IBM/Asap HR Solutions,
1999 WANG Global, incl.
Olivetti Systems & Services,
2005 PinkRoccade.”
“Maar het begon toch allemaal met
de Teletype?”
“Ja, de eerste modellen 32, 33 en 35
werden ingezet voor de procesbesturing bij Philips. Programmaatje
maken, ponsbandje uit-en inlezen
in draaibank, productielijn of salarissysteem.
We hadden voor de nazorg een
Tekst van document
15
Motorola/Codex, 326X Familie
serviceteam dat het onderhoud
verrichtte aan deze Teletypes.
Dit werd in heel Nederland uitgevoerd.
Voor deze service werden lucratieve ‘all-in’ service- en onderhoudsovereenkomsten afgesloten: ‘time
and materials’ werd uitgebreid met
preventief onderhoud (smeren en
afstellen). Zo ontstond de contractadministratie van Jan Gerritse.
Ook de verkoop van deze contracten met Wim Herfst als manager
heeft een belangrijke rol gespeeld
in de groei van Getronics Service.
Met onze gedegen onderhoudskennis gingen we op zoek naar
opdrachten voor andere apparatuur.
Zo ging Peter van Voorst op onderzoek in Amerika. Hij hoorde daar
voor het eerst van het fenomeen
‘third party maintenance’ en dacht:
“dat kunnen wij ook.” Binnen
Getronics Electronics Service werden onder zijn bezielende leiding
vier afdelingen opgezet:
- Randapparatuur
o.l.v. Cees van Ederen
- Minicomputers
o.l.v. Ad van der Velde
- Pc’s o.l.v. Hans Elsinger
- Datacommunicatie
o.l.v. Frans Sijswerda
Ik werd gevraagd om leiding te
geven aan de afdeling datacommunicatie met dertig onderhouds- en
installatietechnici. We importeerden het excellente codexmodem uit
Amerika. Met goed gemotiveerde
en goed geschoolde mensen vero-
16
verden we hiermee Nederland.
Ondernemingsgeest was het parool. Toen we bijvoorbeeld hoorden dat er bij de afgelegen NAM in
Drenthe installatiewerk gedaan
moest worden, wonnen we de opdracht door te stellen dat wij een
steunpunt voor onze technici in
Assen zouden inrichten. Via de
NAM kwamen we binnen bij Shell,
gebruiker van een Ungermann
Bass netwerk, waar we een landelijk ethernet netwerk mochten uitrollen. Deze klus werd goed geklaard en zo mochten we vervolgens het pc-onderhoud doen. Met
die referentie lukte het om het netwerk- en pc-onderhoud van de
Belastingdienst te doen. Daarna
ABN AMRO, ING en het GAK,
waar via pc- en telecomdochter
Svianed het eerste breedband netwerk is aangelegd. De policy was:
een klant heeft een technisch
ICTprobleem of een netwerkbeheerprobleem, zet hier deskundige
mensen op en vraag niet de hoofdprijs. Je bouwt een klantrelatie op
en krijgt vervolgens grotere vervolgopdrachten.
Succes creëert vaak nieuw succes.
Zo waren we eens in San Francisco
voor een seminar samen met
Brian Coe. In hetzelfde hotel gaf de
grote CEO John Chambers van
CISCO Systems een presentatie.
We proberen met hem in contact te
komen, het lukt en uiteindelijk resulteert dat in een opdracht voor
levering en onderhoud van CISCO
netwerkcomponenten voor de
Nederlandse markt.”
“Frans, wat verklaart het succes dat
je meemaakte?”
“Verzamel de goede mensen om je
heen en blijf met hen in contact, ook
als zij worden ze overgeplaatst
naar een andere afdeling of als ze
naar een klant overstappen. Zorg
ook voor een uitstekende samenwerking met andere afdelingen
zoals Sales (Joop Smit) en
Datacommunicatie
(Dick Odolphy) zodat je voor de
klant een eenheid bent.
Vervolgens hebben we in 1988
binnen Getronics Service een afdeling Customer Management opgezet o.l.v. Rob van der Velden.
Deze afdeling voerde het beheer uit
voor de grote klanten.
Eerst in Amsterdam, later in alle
vestigingen. Deze customer managers wisten de kwaliteit van de
dienstverlening naar een hoger peil
te trekken en daar hadden de accountmanagers van sales weer baat
bij. We verloren (bijna) geen enkele
klant meer. Netwerken in brede zin
was het succes, niet alleen op productniveau, maar ook op relatieniveau.“
Het blijft even stil en de telefoon
gaat. “Sorry Maarten, een kennis
die met een ander overhoop ligt.
Ik heb zojuist een afspraak gemaakt om hen als mediator bij te
staan.”
www.vggetronics.nl
Met pensioen?
“En toen hield je er bij Getronics
mee op.”
“Ja, ik was 60.
Ik ben nog een tijdje doorgegaan als
Projectmanagement zzp ’er.
Zo heb ik o.a. een computerbedrijf
in Breda geholpen om een serviceorganisatie op te bouwen.”
“En wat doe je verder in dit mooie
dorp St. Pancras?“
Ik zie in zijn ogen dat het vuur nog
niet is gedoofd en dat klopt.
“Maarten, ik coach het 6e seniorenvoetbalteam van SV Vrone.
Dat doe ik al vanaf de tijd dat mijn
zoon bij de f-jes zat. Er waren ook
steeds problemen met het fluiten,
toen ben ik ook maar een scheidsrechterstraining gaan volgen.
En omdat ze bij de afdeling veldvoetbal omhoog zaten ben ik uiteindelijk ook voorzitter van deze
afdeling met tweehonderd senioren en vierhonderdvijftig jeugdleden geworden. We moeten ook
hier door het teruglopen van gemeentelijke subsidies bezuinigen
en daarom heb ik recent een goed
lopende vrijwilligersorganisatie opgezet.
Verder vertegenwoordig ik de inwoners van St. Pancras in het
Dorpsplatform dat één keer in de
twee maanden met de gemeenteraad overlegt over allerhande wijken inrichtingsproblemen. ”
En tussen neus en lippen door is hij
ook nog actief bij Tafeltje Dekje.
We lopen de tuin in om een paar
foto’s van zijn sloep te maken.
En daar botsen we op zijn volgende
hobby.
Het restaureren van tuinkabouters
en –ornamenten.
Hij restaureert alles en laat ze vervolgens gewoon in zijn eigen tuin
staan.
Een vrolijke boel.
We naderen het eind van het gesprek.
“Tot slot, was het bij Getronics allemaal de moeite waard?”
“Er was ruimte voor persoonlijke
ontwikkeling en veel avontuur.
We hebben de gouden tijd meegemaakt en gepakt. Het was een
prachtige tijd, waaraan ik vele
vrienden heb overgehouden.
Het was soms vreemd om je vroegere tegenstander later als collega
terug te zien, maar dat is in alle
gevallen heel plezierig verlopen.
Ik hoop dat iemand uit een andere
bloedgroep van Getronics zijn verhaal wil vertellen en ben benieuwd
hoe hij of zij het heeft ervaren om
eerst bij een (kleinere) zelfstandige
organisatie te werken en daarna bij
het grote Getronics. Wie pakt de
handschoen op?”
Wat heb ik, Maarten, als commerciële ICT ’er, van deze Getronics
story geleerd? ‘Customer intimacy’
creëer je niet alleen door betrouwbaar zaken te doen maar ook door
uitstekende technische mensen
hun werk tot volle tevredenheid te
laten uitvoeren. Investeer in kundigheid van de man op de werkvloer. Een tevreden klant is vervolgens bereid om ook het volgende
product bij jou te bestellen.
Technici kunnen de meest waardevolle wegbereiders zijn voor de
commerciant.
Als Frans echt tot rust wil komen, vaart hij bij de helling van Dam 29 van Botenvisvereniging ’t Hontbos aan de Hondsbossche Zeewering uit met zijn Rana, een Noorse zeewaardige sloep. “Lekker met wat vrienden vissen op kabeljauw, schar of tong”.
17
Van Ruys Handelsvereniging tot ...
Gé Brummelkamp, geboren in 1925
Door Henny Looijestein
We ontmoeten Gé in Marlot, een
rustige wijk van Den Haag vlakbij
de oude renbaan Duindigt. Hier
geniet Gé samen met Jopie van een
rustige oude dag na zijn lange
loopbaan als commerciële rakker
in de kantoormachinebusiness.
Aan het werk
Na zijn diensttijd en de handelsavondschool meldt hij zich eind
1949 bij het arbeidsbureau op zoek
naar werk. Het was in die dagen na
de oorlog niet gemakkelijk om
werk te vinden. Hij komt er terecht
bij een bedrijf waar, naar hij zelf
zegt, dames werkten die nogal onfris roken en ongewild over je
schouder kwamen hangen. In die
tijd had hij Jopie al leren kennen.
De vader van Jopie had hier en daar
wat connecties en hielp onze Gé
aan een baantje in het verzekeringswezen. Maar ook daar had Gé
het snel gezien, want polissen verkopen in de avonduren was niet
helemaal zijn ding.
Toen de ‘kruiwagen’ maar weer
geraadpleegd en ja, die had
via via contacten bij
Ruys Handelsvereniging waar Gé
aan de slag kon als verkoper van
Anker kasregisters. Hij trok in bij
de ouders van Jopie, maar moest
wel op een aparte kamer.
Tekst van document
18
Accountmanager
Het verkopen ging hem blijkbaar
goed af want al snel werd hij aangesteld in Utrecht bij dhr. Mulder
om de kasregisters te gaan slijten
bij grote bedrijven. Vanuit Utrecht
heeft hij dit twee jaar lang kunnen
doen. In 1953 zijn Gé en Jopie in het
huwelijksbootje gestapt en zijn ze
in Gouda gaan wonen. Vervolgens
heeft hij zijn scala verbreed en is hij
ca. tien jaar kantoormachines gaan
verkopen in de regio Gouda. Inmiddels had Ruys Handelsvereniging de vertegenwoordiging van
het merk Olivetti in Nederland
verworven waarmee het assortiment, naast de klassieke kasregisters en frankeermachines, aanzienlijk werd uitgebreid. Toen Olivetti
besloot in Nederland rechtstreeks
zaken te gaan doen werd ook een
gedeelte van het personeel overgenomen in de nieuwe organisatie,
Olivetti Nederland B.V. Bij deze
reorganisatie werd Gé op voorspraak van dhr. Van Schrei, een
ex-directielid van Ruys die zijn
commerciële vaardigheden wel
kon waarderen, aangesteld als
Accountmanager Grote Bedrijven
in het kantoor Utrecht. Vervolgens
werd Gé gevraagd om het verkoopkantoor in Enschede te gaan
bestieren waardoor hij en Jopie ook
naar deze stad verhuisden. Hier
heeft Gé een cursus vakhandelaar
gevolgd en slaagde hij als beste van
de groep. Dit kwam de directie in
Den Haag ter ore.
Gé werd om 12:00 uur gebeld door
dhr. Bortolussi; hij moest direct
naar Den Haag komen voor een
gesprek om 14:00 uur – terwijl hij
een afspraak had – want “ik heb
goed nieuws voor je”. “Ik ben aan
het werk, maar ik kom zo.”
Het ‘IJzeren Duo’
Bortolussi bombardeerde hem
naar aanleiding van deze cursusresultaten meteen tot Hoofd Verkoop
Nederland van de vakhandelaren,
met een kantoor op het
Lange Voorhout in Den Haag.
Gé kon deze kans niet laten lopen
en verhuisde met Jopie naar een
hotel in Den Haag om deze nieuwe
uitdaging aan te gaan. Na enkele
maanden vonden ze een woning in
Den Haag waar ze tot zijn pensioen
hebben gewoond en waar Gé op
het Lange Voorhout een gouden
tijd heeft gehad. Al snel komen de
verhalen en vertelt hij met een
twinkeling in zijn ogen over zijn
handel met Italië in tweedehands
machines. Samen met Jan Bosman
(ook een commerciële rakker) zette
hij deze handel in ingeruilde machines op die met duizenden tegelijk werden verkocht aan zakenrelaties in Italië en andere landen.
Het ging zover dat er vanuit
Olivetti Italië vragen werden gesteld hoe het toch mogelijk was dat
er oude machines op de Italiaanse
markt verschenen die oorspronkelijk in Nederland verkocht waren.
Wij in Nederland begrepen er ook
niets van.
www.vggetronics.nl
Tekst
van document
Ook zijn
samenwerking
met Klaas
van Leeuwen -in de wandelgangen
werd dit ‘het ijzeren duo’ genoemd
n.a.v. hun handel in oud ijzer- en
Marieke Jansen brengt goede herinneringen in hem naar boven.
Gé en Jopie bewaren ook goede
herinneringen aan de bonusreisjes
en feesten van Olivetti, want hier
mochten de partners wel mee op de
reisjes, in tegenstelling tot de
‘Ruys-tijd’ waar de partners niet
werden gewaardeerd (aldus
Jopie). Jopie vertelt met plezier
over een reisje naar Oostenrijk met
Franc Leloux, waar ze zelfs nog op
de tafels heeft staan dansen. Ook
bodega De Posthoorn op het Lange
Voorhout brengt een grijns op het
gezicht van Gé, want vaak werd
daar de werkdag met de collega’s
afgesloten met een drankje.
waar hij was, maar dan liep Gé op
de baan en was hij aan het
‘netwerken’. Zolang de handel
maar doorging was er niets aan de
hand en werd alles gedoogd. Gé
had bijna een eigen bedrijf binnen
het bedrijf; hij genoot alle vrijheid
en kreeg ook alle vrijheid. Hij heeft
Karel van Osch (directeur Olivetti
Nederland) aangezet tot het spelen
van cricket en later ook van golf.
Olivetti is deze sport zelfs gaan
sponsoren en promoten bij het
personeel waardoor vele collega’s
en relaties de baan in zijn gestapt.
Gé heeft nog jaren lang samen met
Jopie de golfsport beoefend, tot aan
het fanatieke toe. Er zijn jaren geweest dat ze drie keer per week op
de baan stonden en minstens één
keer per maand een wedstrijd
speelden. Gé was captain van de
SGS-club (Stil Going Strong) en
heeft met dat clubje oude mannen
vele prijzen binnengesleept.
Eén van de laatste was de gouden
klomp in 2002, die dan ook staat te
pronken tussen alle andere
trofeeën in de kamer.
Naast zijn Olivetti bureau staat
zelfs een heuse Valentine te pronken waar hij zo af en toe nog een
briefje op tikt. Vol trots haalt hij nog
een andere Valentine uit de kast en
wel een heel bijzonder exemplaar.
Tot mijn verbazing komt er een
witte Valentine op tafel waarvan ik
het bestaan nooit heb geweten;
maar het is heus waar, ik heb hem
in mijn handen gehad. (Op de foto
staan wit en rood gebroederlijk
naast elkaar).
De golfset is in 2011 naar zijn zoon
gegaan -want dat lukt nu niet meeren die van Jopie naar de schoondochter die de passie van Gé en
Jopie voortzetten.
Gé geniet samen met zijn Jopie
van zijn pensioen en kijkt terug op
een mooie carrière van
Ruys tot Olivetti.
Met pensioen
De laatste verhuizing was naar het
nieuwe Kantoor in Leiden waar Gé
samen met Klaas en Marieke de
handel in de tel-en rekenmachines
heeft afgerond. In 1990 is Gé na een
loopbaan van zo’n veertig jaar in
de commercie op 65-jarige leeftijd
met pensioen gegaan.
Nu kwam er veel tijd vrij voor zijn
sportieve passies, cricket en golf.
Al in zijn tijd in Gouda was hij bezeten geraakt van cricket. Vaak was
hij op de cricketvelden te vinden en
later met Franc Leloux ook op de
golfbaan. Marieke wist vaak niet
19
In Holland staat een huis, het 'Huys int Noorteynde'
Ofwel, Paleis Noordeinde
Door Janny Jonkman
Paleis Noordeinde, het werkpaleis
van koningin Beatrix en nu van
koning Willem Alexander, is zo'n
huis dat tot de verbeelding spreekt;
het is ook een ‘huis’ dat je verrast.
Want aan de voorkant lijkt het
maar een bescheiden paleis; niet te
vergelijken met bijv. Buckingham
Palace, of zelfs maar met het paleis
op de Dam (dat zijn leven trouwens
begon als stadhuis), maar het is
groter dan je zou denken, want
achter de huizen van winkelstraat
Noordeinde loopt het paleis nog
een heel stuk door. Dat heb je beter
in de gaten als je het aan de achterkant bekijkt, vanaf de Prinsessewal. Dan kan je ook de fraaie paleistuin zien. Sterker nog, daar kan
je gewoon inlopen. Want die tuin
is open voor het publiek. Slechts
een heel klein stukje, in de buurt
van de achteringang van het paleis,
is door een hek afgesloten voor het
publiek. Voor de rest is het dus
gewoon een openbaar park!
Het heet de Prinsessetuin – en niet
voor niets zo. Ik wil u er graag het
een en ander over vertellen.
Paleis aan het Noordeinde anno 2010
20
Historisch Den Haag
Paleis Noordeinde heeft een lange
geschiedenis. Net als de meeste
steden, is ook Den Haag momenteel een stuk groter dan het begon.
U weet vast, dat het in Den Haag
allemaal begonnen is met de bouw
van het tegenwoordige Binnenhof
en de Ridderzaal.
We hebben in Den Haag ook nog
een officiële naam, en wel:
's-Gravenhage. Dat betekent: de
haag (= Oudhollands voor tuin)
van de graaf; later werd die naam
voor het gemak afgekort tot
Den Haag (de tuin dus). Het was
zo'n beetje midden 1200 – we houden 1248 aan – toen de toenmalige
graaf Willem II hier dat kasteel
begon te bouwen. Op een wel heel
gunstige plek: naast een groot
meer, vlak bij een bosgebied, aan
een kruispunt van in die tijd belangrijke wegen. Het meer bood
hem vers stromend water, vis en
gevogelte; het bos bood wild en
hout. Het meer werd later tot vijver
gemaakt (de Hofvijver), het deel
van het bos dat in deze streken
stond (destijds liep het door tot wel
Haarlem) werd het tegenwoordige
Haagse Bos. Rondom dat kasteel is
het huidige Den Haag ontstaan.
Wat de graven betreft hadden we
eerst het Hollandse Huis; daarna
het Beierse, het Henegouwse,
het Bourgondische en ten slotte
het Habsburgse Huis. Toen hadden we te maken met Karel V, die,
behalve dat hij hier graaf was, ook
koning van Spanje en zelfs keizer
van o.a. Duitsland was.
Deze Karel V heeft in die landen
heel veel goeds gedaan, en als vorst
was hij ook ons goed gezind.
Zijn page was de nog jeugdige
Willem van Oranje. Die was zijn
‘heer’, de koning van Hispanje,
zeer toegedaan, zoals uit ons volkslied nog blijkt – immers: “de koning
van Hispanje heb ik altijd geëerd.”
Maar Karel V werd ouder en
Willem van Oranje groeide uit tot
volwassen man. Karel V benoemde
hem hier tot zijn stadhouder.
Dus Willem was prins van Oranje
maar had als functie stadhouder.
Zolang Karel V nog leefde ging
alles naar wens, maar na zijn overlijden kwam Karels zoon Philips II
aan de macht in Spanje, en die was
ons heel wat minder goed gezind.
Hij wilde bijvoorbeeld het rooms-katholieke geloof ten koste van
alles handhaven, en gedoogde het
protestantisme niet.
www.vggetronics.nl
Acte van Verlatinghe
Kort samengevat leidde dit hier tot
onplezierige situaties; zó erg, dat
onze Staten-Generaal deze vorst
‘naar huis stuurde’: in 1581 kwam
de Acte van Verlatinghe tot stand,
waarin wij Philip de dienst opzegden.
Een ongehoorde actie: een volk dat
de koning wegstuurt! Wij hadden
Willem van Oranje nog steeds als
stadhouder, maar nu niet meer als
plaatsvervanger van de koning
(van Hispanje),
Willem werd stadhouder van de
Staten-Generaal. Dat is gedurende
het hele stadhouders-tijdperk zo
gebleven; zij waren stadhouders
van de Staten-Generaal (van het
volk dus), hoewel zij prinsen
waren: prins van Oranje Nassau.
Als we spreken over
Prins Willem I, dan hebben wij het
over Willem van Oranje Nassau
(kortweg Willem van Oranje genoemd), de Vader des Vaderlands.
Titel: prins; functie: stadhouder.
Huis van Brandtwijk
In die tijden was het in de buurt van
het tegenwoordige paleis
Noordeinde nog een erg landelijk
gebeuren. Veel van de velden en
weiden, boomgaarden en moestuinen was eigendom van het
Sint Nicolaas Gasthuis. Maar zij
hadden een buurman, ene heer
Goudt, die er ook grond had met
daarop een huis.
De heer Goudt was in zijn tijd een
belangrijk man, met functies waar
je "u" tegen zegt: griffier van het
hof, rentmeester der domeinen,
ontvanger-generaal van Karel V,
om maar wat te noemen. Hij breidde dan ook graag zijn bezit uit, en
kon ‘recht van overpad’ bedingen
bij het Sint Nicolaas Gasthuis – hij
kon zelfs geld voorschieten aan
Karel V – en met de bouw van een
imposant nieuw huis wilde hij respect afdwingen bij de toenmalige
adel. Hij stierf in 1544 en liet een
imponerend huis achter. Na zijn
dood is het huis diverse malen van
eigenaar verwisseld, totdat het
deels in bezit kwam van ene mevr.
Adriana Persijn, weduwe van de
Heer van Brandtwijk.
En vanaf die tijd heet het huis:
Huis van Brandtwijk.
Maar… in die tijd was een huwelijk
tussen een protestant en een
rooms-katholiek een onmogelijkheid.
Prins Maurits had dus wel bastaards met zijn rooms-katholieke
geliefde, maar kon niet met haar
trouwen, en dus werden zijn kinderen van opvolging uitgesloten.
Daarom moedigde hij zijn jongere
halfbroer aan om te gaan trouwen
en wettige erfgenamen te verwekken. Frederik Hendrik trouwde
daarop met Amalia van Solms en
zij stichtten in Den Haag een wervelend hofleven, en hun kinderen
werden met verstand uitgehuwelijkt, zodat het Huis van Oranje
binnen Europa vaste voet kreeg.
Frederik Hendrik was de zoon
van Willem van Oranje en
Louise de Coligny.
Even wat vertellen over
Willem van Oranje en zijn nakomelingen. Toen Willem van Oranje
(prins Willem I dus) in 1584 in Delft
werd vermoord, volgde zijn zoon
prins Maurits hem op als stadhouder. Deze was toen pas zeventien
jaar oud. Toch had hij veel inzicht
in de strijd (inmiddels waren wij in
een oorlog met Spanje verwikkeld
die tachtig jaar zou duren), en één
van zijn daden was de beroemde
truc met het Turfschip van Breda.
Ook richtte hij een geregeld
Nederlands leger op, was hij de
eerste Oranje die in Den Haag
woonde en liet hij onder andere de
Singelgracht graven.
21
Noordeinde achterom
Paleis Noordeinde en Princessetuin
Zij was een Franse Hugenote, die
haar vader had verloren tijdens de
meedogenloze afslachting van
protestanten (Hugenoten) tijdens
Verbouwingen ten tijde van Frederik Hendrik
de beruchte Bartholomeusnacht.
De stadhouders woonden aan
In de eeuwen na het overlijden van Maar, als u nog eens herleest
het Binnenhof, maar het
Louise de Coligny is dit zogenaam- dat Frederik Hendrik dit
Huis van Brandtwijk werd door de ‘Oude Hof’ door zeer velen ge- ‘Huys int Noorteynde’ liet gereedFrederik Hendrik ten behoeve
bruikt; nu en dan als woning, dan maken voor zijn moeder, prinses
van zijn moeder, prinses
weer als gastenverblijf, soms voor Louise de Coligny, dan vertel ik u
Louise de Coligny, voor bewoning grote feesten, dan weer om er bur- nog even, dat hij voor haar ook een
geschikt gemaakt, waarvoor het gerlijke huwelijken te voltrekken, tuin achter het paleis liet aanlegvele aanpassingen onderging.
en tegenwoordig als werkpaleis gen. En dán snapt u gelijk, waarom
die tuin/dat park nog altijd ‘de
Ook later nog, door de eeuwen voor onze vorsten.
heen, werd het voortdurend aan- Ooit vond de koning van Pruisen Prinsessetuin’ heet, en de aangrengepast en verbouwd, zodat het dat hij er recht op had, en nadat het zende straat, die langs een gracht
uiteindelijk, na vele en drastische paleis geforceerd door hem en zijn loopt, de Prinsessewal.
ingrepen, verbouwingen, uitbrei- mensen is bewoond, konden wij
dingen, restauraties (bijvoorbeeld Hollanders – nadat die erfenistoen er ooit een flinke brand had kwestie uiteindelijk was opgelost –
gewoed), paleis Noordeinde werd. de reparaties ter hand gaan nemen.
Over de diverse verbouwingen en Maria de’ Medici heeft er gewoond,
uitbreidingen, verfraaiingen en Voltaire heeft er gewoond, en de
inrichtingen heb ik een dik boek, stadhouders soms ook. Maar dan
maar dat alles is in het kader van tijdelijk, bijvoorbeeld als het
Ingang Princessentuin (1857) Hoge Wal
dit artikel niet samen te vatten.
Stadhouderlijk kwartier (op het
Ik kan u het echt alleen maar in Binnenhof, waar de stadhouders
deze wel zeer beknopte vorm mee- woonden) moest worden opgedelen.
knapt.
__________________________________________________________________________________________________________
Uit de ledenadministratie
Het huidige aantal leden is 315.
In 2014 hebben zich 5 nieuwe leden aangemeld: J.W. Veen, D. Melssen, M. van Gelder, H. Verbiesen en F. Bosma
In 2014 zijn 3 leden overleden: D. Rutting (9 feb.), L. de Keijzer (4 mei) en E.F. Roqué (15 juni).
22
www.vggetronics.nl
23
www.editoo.nl
Indien onbestelbaar: Zülpichhof 37, 6662 CC Elst
Puzzel
ZINZOEKER
Door Theo de Lange
Beste mensen,
Deze keer weer een zinzoeker. De woorden hebben betrekking op de VGG. Streep de woorden uit de lijst in
het vierkant door. Dit kan weer horizontaal, vertikaal, kruiselings en ook in spiegelschrift. Letters kunnen
meer keren worden gebuikt. De overgebleven letters vormen een toepasselijke zin. Veel genoegen.
AMSTERDAM; BIESBOSCH; DOKKUM; FOTO; GEVEKE; KOFFIE; MUSEUM; PINKROCCADE; PROEVEN;
REGIOUITJES; ARCHEON; BOOTTOCHT; DORDRECHT; FUTURELAND; GROENPOL; KPN; NOSTALGIE; PITCH&PUTT; PUZZELS; SCHILDERIJEN; ARTIKELEN; DATEX; ELEKTRA; GEBAKJE; HAVENS;
LEEUWARDEN; OLIVETTI; PRAAM; RAET; STADSGIDS; BESTUUR; DENHAAG; FIETS; GETRONICS;
KAJUIT; LUNCHTYD; PENSIOEN; PRET; REDACTIE; STOKERYTekst van document
Inzenders met de goede oplossing krijgen hier een eervolle vermelding.