Nadere uitwerking van de Onderwijs en examenregeling (OER) van

Nadere uitwerking van de Onderwijs en examenregeling (OER) van
de bacheloropleiding tot leraar in de tweede graad biologie (voltijd).
In dit document zijn een aantal bijlagen opgenomen die horen bij de OER.
In deze bijlagen wordt nader uitgewerkt hoe de opleiding tot leraar in de tweede
graad biologie (voltijd) is opgebouwd.
De beschrijvingen betreffen het majordeel van de opleiding (210 studiepunten). Het
minordeel (30 studiepunten) het deel van de opleiding waarin je keuzes maakt om je
te verbreden of verdiepen om je in jouw beroepsuitoefening te kunnen profileren is
hier niet opgenomen.
De belangrijkste en ook de grootste bijlagen, zijn die welke de inhoud van de onderwijseenheden (OWE’s) van de bacheloropleiding tot leraar in de tweede graad biologie (voltijd) beschrijven. Die geven je een gedetailleerd beeld van de inrichting van
deze opleiding. Ze beschrijven de vier studiejaren zoals ze in het studiejaar 20142015 zijn ingericht. Je kunt hier ook zien welke prestaties je moet verrichten om voldoendes te behalen in deze opleiding.
Verder zijn de integrale toetsen opgenomen. Dit zijn tentamens waarin de student
aantoont dat hij de onderlinge samenhang van onderwijsinhouden begrijpt en kan
hanteren in het praktische handelen. Over de gehele opleiding leg je in totaal drie
keer een integrale toets af.
1
Nadere uitwerking OER ILS-lerarenopleidingen 2014-2015.
Bacheloropleiding tot leraar in de 2de graad biologie VOLTIJD.
Inhoud
1: Onderwijseenheden propedeutische fase OER ILS-2014-2015
Opleiding tot leraar in de 2de graad Biologie, VOLTIJD. ......................................................................... 3 2: Beschrijving integrale toets propedeutische fase OER ILS-2014-2015, VOLTIJD. ......................... 36 3: Onderwijseenheden POSTpropedeutische fase OER ILS-2014-2015
Opleiding tot leraar in de 2de graad Biologie, VOLTIJD. ...................................................................... 40 4: Beschrijving integrale toetsen POSTpropedeutische fase OER ILS-2014-2015, VOLTIJD. ............ 99 2
1: Onderwijseenheden propedeutische fase OER ILS-2014-2015
Opleiding tot leraar in de 2de graad Biologie, VOLTIJD.
3
Programma‐ en tentamenoverzicht Propedeuse – Leerjaar 1 Onderwijseenheid Code Centrale beroepstaak Semester en periode Tentaminering Code Alluris Cijfer / V en eis Oriëntatie op lesge‐
ven (7,5 studiepunten) Cel 1 ‐ Chemie voor biologie (7,5 studiepunten) ILS‐Bi630/1 BT 1 Lesgeven en trainen in het vak Biologie BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid Semester 1. Perioden 1 en 2 Semester 1. Perioden 1 en 2 Dossier onderwijskunde (OWK 1A) DS OWK 1A C ≥ 5.5 P2 P3 Kennistoets Oriëntatie op lesgeven (OWK 1A) KT ori lesg1A C ≥ 5.5 P 1 P 2 Plant 1 & Biologie als wetenschap 1 (7,5 studiepunten) ILS‐Bi629/1 BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid Semester 1. Periode 1 ILS‐taaltoets Kennis‐ en practicumvaardighedentoets Basisscheikunde Kennis‐ en practicumvaardighedentoets Biomoleculen Vaardighedentoets Rekenen Vaardigheidstoets ICT Kennistoets plantensystematiek en evolutie Dossier practicum plantensystematiek en evolutie Kennistoets Biologie als wetenschap Dossier Biologie als wetenschap ILS‐taaltoe/0 KT + PT Bsk KT+PT Biomol VT Rekenen VT ICT KT Plant 1 DS Plant 1 KT BAW 1 DS BAW 1 V C ≥ 5.5 C ≥ 5.5 C ≥ 5.5 C ≥ 5.5 C ≥ 5.5 C ≥ 5.5 C ≥ 5.5 C ≥ 6.0 P 1 P1 P2 P1 P1 P1 P1 P1 P1 P 3 P2 P3 P2 P2 P2 P2 P2 P2 Dier 1 Bouw en Func‐
tie 1 (7,5 studiepunten) Dier 2 ‐ Voortplanting 1, Balans 1 (7,5 studiepunten) Vakdidactiek 1 en Ecologie 2 (7,5 studiepunten) Ecologie 1 – Inleiding in de Ecologie (7,5 studiepunten) ILS‐Bi646/1 BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid Semester 1. Periode 2 Kennistoets Bouw en functie 1 KT Dier 1 C ≥ 5.5 P2 P3 Practicumvaardigheden Dier 1 DS Dier 1 C ≥ 5.5 P2 P2 Kennistoets Voortplanting 1 en balans 1 KT VP1&B1 C ≥ 5.5 P4 P4 Seksuele en relationele vorming Sex&relat vr C ≥ 5.5 P3 P4 Dossier Dier 2 DS dier 2 C ≥ 5.5 P4 P4 ILS‐Bi628/1 ILS‐Bi647/1 ILS‐Bi633/1 ILS‐Bi634/1 BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid Semester 2. Perioden 3 en 4 BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak biologie Semester 2. Perioden 3 en 4 BT 1 Lesgeven en trainen in het vak biologie Semester 2. Perioden 3 en 4 Toetsperiode 1ste kans 2de kans Dossier Vakdidactiek 1 DS vakdid1 C ≥ 5.5 P3 P4 Dossier Zuid‐Limburg DS Z‐Limburg C ≥ 5.5 P4 P4 Theorietoets Limburg TT Z‐Limburg C ≥ 5.5 P3 P4 Kennistoets Ecologie 1 KT Ecologie1 C ≥ 5.5 P1 P4 Practicumdossier Ecologie 1 DS Ecologie1 C ≥ 5.5 P4 P4 Kennis‐ en vaardighedentoets Flora & fauna KT+VT FF C ≥ 5.5 P4 P4 4
Integraal handelen in de beroepspraktijk 1 (7,5 studiepunten) ILS‐Bi635/1 BT 1 Lesgeven en trainen in het vak biologie BT 2 Begeleiden van lerende(n) BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak biologie BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid Semester 2. Perioden 3 en 4 Integrale toets Deeltoetsen Portfoliobeoordeling integraal handelen 1 Eindbeoordeling wpl1 Kennistoets onderwijskunde 1B Dossier onderwijskunde 1B Vaardigheidstoets Drama 1 Portbeoor C ≥ 5.5 P4 P4 Eindbeoor KT OWK 1B DS OWK 1B C ≥ 6.0 C ≥ 5.5 C ≥ 5.5 P3 P4 P4 n.v.t. P4 P4 VT Drama 1 C ≥ 5.5 P4 P4 5
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten Studiepunten, studie‐
last (les‐ en contactu‐
ren) Cel 1 – Chemie voor biologie ILS‐Bi628/1 Opleiding tot leraar van de 2de graad biologie Studenten propedeuse voltijd van de opleiding tot leraar biologie Leerjaar 1, Semester 1, Periode 1 en 2 BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid Onderzoeksverslagen van diverse proeven. 7,5 studiepunten (stp), 210 studielasturen (slu) Periode 1 Basisscheikunde (3,0 stp) Rekenvaardigheden (1,0 stp) ICT (0,5 stp) 40 uur contacttijd (5 uur hoorcolleges/werkbijeenkomsten per week) 80 uur zelfstudie (10 uur per week) Periode 2 Biomoleculen (3,0 stp) 24 uur contacttijd (3 uur hoorcolleges /werkbijeenkomsten per week) 56 uur zelfstudie (7 uur per week) Samenhang met ande‐ Deze onderwijseenheid is er op gericht je de basale chemiekennis en rekenvaardighe‐
re onderwijseenheden den bij te brengen die nodig is/zijn voor o.a. de latere OWE’s celfysiologie, genetica en microbiologie & moleculaire genetica. Er wordt ook een begin gemaakt met het aanle‐
ren van ICT vaardigheden die relevant zijn voor presentatievaardigheden en onder‐
zoeksvaardigheden (verslaggeving). Ingangseisen en aan‐
Deelname aan de (werk)colleges basisscheikunde, biomoleculen en rekenvaardigheden wezigheidsverplichting is verplicht. Studenten wordt de toegang tot de les ontzegd wanneer de voorbereiden‐
de opdrachten/practica niet gemaakt zijn. Wanneer de student zich vóór de practicum‐
les bij de docent heeft afgemeld met een geldige reden mag het practicum maximaal 2 maal ingehaald worden. Meldt de student zich niet af of doet hij dit met een ongeldige reden, mag het practicum wel ingehaald worden, maar zal het practicum(verslag) als herkansing worden beschouwd. Wanneer een student meer dan 2 practica mist, zal het practicumonderdeel van de OWE in een volgend schooljaar opnieuw gedaan moeten worden. Algemene omschrij‐
In deze OWE komen scheikunde, rekenvaardigheden en ICT vaardigheden aan bod. In ving de eerste periode wordt een korte herhaling gegeven van de scheikunde op HAVO niveau en vervolgens iets verder uitgediept. In de 2e periode wordt ingegaan op de koolstofchemie waarbij de biomoleculen behandeld worden. Scheikundige onderwer‐
pen die o.a. behandeld worden zijn: atoombouw, atoombinding, chemisch rekenen, elektronegativiteit, edelgasconfiguratie, sterke en zwakke zuren & basen, zouten, pH, waterevenwicht, concentratie, redoxreacties, organische chemie, bouw en (chemische) eigenschappen van koolhydraten, eiwitten, vetten, DNA en RNA. Er zal gedifferentieerd worden in studentgroepen. Studenten met weinig/geen voorkennis scheikunde zullen meer contacturen krijgen dan studenten die wel deze voorkennis hebben. Dit wordt bij de eerste bijeenkomst toegelicht. Parallel aan deze onderdelen wordt rekenvaardig‐
heid & ICT aangeboden die ondersteunend zijn voor o.a. de scheikunde onderdelen. Onderwerpen voor rekenvaardigheid die behandeld worden zijn: breuk rekenen, maat‐
rekenen, wetenschappelijke notatie, grootheden en eenheden, verhoudingstabellen, verbanden bepalen, vergelijkingen oplossen, procent rekenen, statistiek, machten en logaritmen. Bij ICT staat het kunnen werken met officepakketten centraal; tekstver‐
werkers (Word), rekenbladen (Excel) en presentatieprogramma’s (Ppt). 6
Kennisbases Domein Concept(en) Cel 1 Scheikunde Natuurkunde Alle genoemde concepten Molecuul, optica, massa en gewicht, elektriciteit, soortelijke warmte, warm‐
tecapaciteit, verbrandingswarmte Alle genoemde concepten Aanpalen‐
de vakken Competenties Beoordelingscriteria Wiskunde 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent
7. Competent in reflectie en ontwikkeling De uitwerking van de competenties op de drie niveaus staat beschreven in de Ruggen‐
graat van de lerarenopleiding. Deeltentamen: Kennis‐ en practicumvaardighedentoets Basisscheikunde Kennis ‐ De student beheerst de kennis van alle concepten van het aanpalend vak scheikunde op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke kennisbasis. Practicumvaardigheden ‐ De student kan eenvoudige laboratorium oplossingen maken ‐ De student maakt juist gebruik van de verschillende laboratorium materialen. ‐ De student kan rekenen met chemische evenwichten in water zoals de watercon‐
stante, pH, zwakke zuren, buffers. ‐ De student kan rekenen met concentraties en deze omrekenen naar mol en dicht‐
heid. ‐ De student kan de concentratie van zuren of basen te bepalen d.m.v. titraties uit te voeren. ‐ De student kan reductie en oxidatiereacties uitvoeren. ‐ De student kan een verslag schrijven volgend de natuurwetenschappelijke methode Deeltentamen: Vaardighedentoets Rekenen
De student beheerst de kennis van alle concepten van het aanpalend vak wiskunde op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke kennisbasis. Deeltentamen: Kennis‐ en practicumvaardighedentoets Biomoleculen De student beheerst de kennis van alle concepten van het aanpalend vak scheikunde op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke kennisbasis en de practische toe‐
passing hiervan via de natuurwetenschappelijke methode. De student moet de verschillende biomoleculen van elkaar kunnen onderscheiden in een practische situatie d.m.v. indicatoren of andere bepalende reacties. Hierbij moet de student genoeg kennis bezitten van de bouw van de biomoleculen om dit onder‐
scheid te kunnen maken en weten welke behandeling, welk effect heeft op welk bio‐
molecuul. Deeltentamen: Vaardigheidstoets ICT
De student toont aan dat hij:
‐ in een tekstverwerker een automatische inhoudsopgave kan maken ‐ kop‐ en voetteksten kan toevoegen en bewerken, afbeeldingen kan toevoegen en opmaken, hyperlinks kan toevoegen en dit document kan exporteren als webpagi‐
na. ‐ in een rekenblad binnen het vakgebied Biologie relevante formules en functies kan invoeren en op deze gegevens bewerkingen kan uitvoeren. ‐ op basis van onderzoeksgegevens een logische grafiek of tabel kan samenstellen en dat hij/zij deze tabellen en grafieken kan opmaken en opnemen in een tekstver‐
werker of presentatieprogramma. ‐ in een presentatieprogramma dia’s met verschillende indelingen kan toevoegen en bewerken: o.a. afbeeldingen, geluidsfragmenten of animaties toevoegen ‐ vanuit een sjabloon, timing en volgorde kan toepassen. 7
Tentaminering Deeltentamen: Kennis‐ en practicumvaardighedentoets Basis‐
scheikunde C/V Minimale eis
Aantal kansen
Toetsperiodes C 5,5 2
1 en 2
Aantal examinatoren
Voorlopige cesuur
2 55% van de te behalen punten Deeltentamen: Vaardighedentoets Rekenen C/V Minimale eis
Aantal kansen
Toetsperiodes C 5,5 2
1 en 2
Aantal examinatoren
Voorlopige cesuur
2 70% van de te behalen punten Deeltentamen: Kennis en practicumvaardighedentoets Biomolecu‐
len C/V Minimale eis
Aantal kansen
Toetsperiodes C 5,5 2
2 en 3
Aantal examinatoren
Voorlopige cesuur
2 55% van de te behalen punten Verplicht onderwijsmateriaal Code KT + PT Bsk Weging
3
Duur tentamen
90 minuten (ken‐
nistoets) en prac‐
ticumverslagen Code VT Rekenen Weging
1
Duur tentamen
90 minuten
Code KT+PT Biomol Weging
3
Duur tentamen
90 minuten (ken‐
nistoets) en 120 minuten (practi‐
cumtoets) Code VT ICT Deeltentamen: Vaardigheidstoets ICT
C/V Minimale eis
Aantal kansen
Toetsperiodes Weging
C 5,5 2
1 en 2
1
Aantal examinatoren
Voorlopige cesuur
Duur tentamen
1 70% van de te behalen punten 60 minuten
e
‐ Vermaat, H.J. & Weierink, J.J.H (2010). Basischemie (6 druk), Kavanah, ISBN 9789057400728 ‐ Reece J.B. et al. (2011). Campbell Biology met MasteringBiology & Dutch Glossary. (9e druk). USA, Pearson ‐ ISBN13: 9781780164908. (Hoofdstukken: 2 t/m 5) ‐ Redacteur: Verkerk e.a. (2004). BINAS informatieboek Vwo/havo. (5e druk). Gronin‐
gen, Wolters Groep. ISBN 9789001893804. ‐ Van Meer, M.M. & Bouwens, A. (2014) Reader Biomoleculen. Nijmegen HAN‐ILS (zie HAN‐scholar) ‐ Lucassen, S., Linden, van der, J.B., Heynen, R. & Meer, van, M.M. (2014). Reader Bio‐
logische Rekenkundige‐ & ICT vaardigheden. Nijmegen: HAN‐ILS. (zie HAN‐scholar) HAVO en VWO onderbouw & bovenbouw scheikunde methodes Aanbevolen onderwijsmateriaal Werkwijze (activiteiten Chemie voor biologie
en ‐ Hoorcolleges en werkcolleges: Iedereen maakt vragen naar aanleiding van het (werk) werkvormen) college zodat naderhand interactief (in groepjes) de kennis verwerkt kan worden ‐ Practicumbijeenkomsten: theorie in de praktijk, waarbij de chemische concepten verduidelijkt worden. Voor studenten zonder scheikunde voorkennis worden extra hoorcolleges en practica verzorgd Rekenvaardigheden Hoor/werkcolleges. Aanwezigheid verplicht indien de instaptoets niet wordt behaald. Verwerkingsopdrachten in zelfstudie. Maximum aantal deelnemers ICT Iedereen werkt zelfstandig aan de opdrachten in de reader waarbij studenten elkaar kunnen helpen. Er zijn twee facultatieve werkbijeenkomsten waarbij studenten onder‐
steuning kunnen krijgen. Aan het einde van periode 1 worden de vaardigheden ge‐
toetst. n.v.t. 8
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten Plant 1 & Biologie als wetenschap 1 ILS‐Bi629/1 Opleiding tot leraar van de 2de graad biologie Studenten propedeuse voltijd van de opleiding tot leraar biologie Leerjaar 1, Semester 1, Periode 1 BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid Plant 1: Dossier systematiek met aandacht voor ontwikkeling van microscopiegebruik en tekenvaardigheden. Paddenstoelen veldwerkopdracht Dossier Biologie als wetenschap 1 (variatie aan verslagen) Studiepunten, studie‐
7,5 studiepunten (stp) ‐ 210 studiebelastingsuren (60 uur contacttijd, 150 uur zelfstu‐
last (les‐ en contactu‐
die) waaronder: ren) Plant 1 ‐ Plantensystematiek (4,5 stp) - Theoriecolleges: 12 uur (1 ½ uur per week) - Practicum: 24 uur (3 uur per week) - Zelfstudietijd: 90 uur (10 uur per week) Biologie als wetenschap 1 – Onderzoek en vaardigheden (3,0 stp) - Practicum/theorie/werkcolleges: 24 uur (3 uur per week) - Zelfstudietijd: 60 uur (7,5 uur per week) Samenhang met ande‐ Deze OWE bevat onderdelen die behoren tot de leerlijn “Plant” en de leerlijn “biologie re onderwijseenheden als wetenschap” van het biologiecurriculum. De vakinhoud van plant komt terug bij de verschillende OWE’s van ecologie (1,2) in de propedeuse en de OWE’s ecologie (3, 4) en plant (2, 3) van de hoofdfase. Het onderdeel “Biologie als wetenschap” (BaW) geeft een eerste basis in de onderzoeksvaardigheden die in allerlei vak‐OWE’s in praktijksitu‐
atie toegepast kunnen gaan worden en waarin tijdens de vervolgcursussen van BaW op voort wordt gebreid. Plant 1 Ingangseisen en aan‐
wezigheidsverplichting Deelname aan de werkcolleges is een verplicht onderdeel van de cursus. Wanneer de student zich vóór de practicumles bij de docent heeft afgemeld met een geldige reden mag het practicum maximaal twee maal ingehaald worden. Meldt de student zich niet af of doet hij dit met een ongeldige reden, mag het practicum wel ingehaald worden, maar zal het practicum(verslag) als herkansing worden beschouwd. Wanneer een stu‐
dent meer dan 2 practica mist, zal het practicumonderdeel van de OWE in een volgend schooljaar opnieuw gedaan moeten worden. Biologie als wetenschap 1 Deelname aan de lessen is een verplicht onderdeel van de cursus. De student mag zich maximaal twee maal indien met een geldige reden afmelden vooraf bij de docent. Wanneer het een les betreft waarbij de inbreng van de student verwacht wordt, zal de student zelf met een voorstel voor een vervangende opdracht moeten komen. Wan‐
neer de student zich niet heeft afgemeld of wanneer dit met een ongeldige reden ge‐
beurd, zal in overleg met de SLB besloten worden wat de consequentie van het ver‐
zuim zal zijn. Algemene omschrij‐
De OWE is de eerste van de opleiding in het propedeuse jaar en laat de student ken‐
ving nismaken met het Engelstalige handboek en de natuurwetenschappelijke denk‐ en werkwijze van het vak biologie. Het onderdeel plantensystematiek bestaat uit een theoriedeel als onderdeel van de kennisbasis en een practicumdeel, waarbij de verbin‐
ding gelegd wordt met het onderdeel Biologie als wetenschap. 9
Kennisbases Plant 1 Vakkennis Biologie Vakkennis als we‐
& Vaardig‐
tenschap heden 1 Competenties Plant 1‐ Plantsystematiek
In deze owe krijgt de student inzicht in de systematische plaats en de levenscycli van schimmels, groenwieren, sporenplanten en zaadplanten en daarnaast in de aanpassin‐
gen in bouw en functie aan het landleven van planten. De student kan na afloop van de owe aangeven waarop deze indeling is gebaseerd en kent de belangrijkste evolutionai‐
re ordeningsprincipes. De student kan aan het eind van de cursus de voortplantingscy‐
cli van planten‐ en schimmelgroepen zelf weergeven en de aanpassingen aan het land van elke plantengroep benoemen. ‐ Eerste kennismaking met het biologie handboek Campbell en het werken met con‐
cepten ‐ Evolutie als basis van de biologie kennisbasis ‐ Evolutionaire principes en systematiek ‐ Ordening van planten met focus op de voortplantingscycli en aanpassingen aan het milieu en de evolutionaire ontwikkelingslijn. ‐ Microscopiegebruik en tekenvaardigheden. ‐ Analyseren van schoolboeken m.b.t. het thema ordening. ‐ Introductie op het werken met (mis)concepten wat betreft ordening. ‐ Motiveren voor en betekenis geven aan ordening in de klas. ‐ Veldwerk Heumensoord (schimmel). Biologie als wetenschap 1 ‐ Onderzoek en vaardigheden ‐ Onderzoeksmethoden: beschrijvend en empirisch ‐ Onderzoeksvaardigheden ‐ Wetenschappelijk onderzoek opzetten en uitvoeren ‐ Vragen kunnen vertalen in toetsbare hypotheses die door natuurwetenschappelijk onderzoek te beantwoorden zijn ‐ Antwoord kunnen geven hoe wetenschappelijke kennis tot stand komt (drogrede‐
nen, falsificeren en verifiëren) ‐ Kwantitatief en kwalitatief onderzoek ‐ Toegepast en fundamenteel onderzoek ‐ Verslaglegging met betrekking tot beschrijvend en empirisch onderzoek ‐ De basisprincipes van evolutionaire processen (ideeën van Darwin, aanpassing aan milieu, natuurlijke selectie, ondersteunende elementen evolutietheorie) ‐ Elementaire veiligheidskennis van chemicaliën, glaswerk, apparatuur en practicum‐
ruimte. ‐ Materiaalkennis en juist gebruik van laboratoriummaterialen (o.a. het gebruik van pipetten, maatkolven enz.). ‐ Apparatuurgebruik d.w.z. centrifuges, pH meters en branders. Domein Concept(en) A 1.5 – organisme - soort A 2.3 – organisme - levenscyclus A 4.3 – organisme - voortplanting A 5.2 – organisme - fossielen B2 – kennis over biologische kennis C2 – vaardigheden binnen het vak - Natuurwetenschappelijke vaardigheden - Biologische vaardigheden - natuurlijke selectie Ontstaan van leven A 5.3 – populatie A 5.1 aarde 1. Interpersoonlijk competent 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 4. Organisatorisch competent 5. Competent in het samenwerken met collega’s 7. Competent in reflectie en ontwikkeling 10
Beoordelingscriteria Tentaminering De uitwerking van de competenties op de drie niveaus staat beschreven in de Ruggen‐
graat van de lerarenopleiding. Deeltentamen: Kennistoets plantensystematiek en evolutie De student beheerst de kennis van de hierboven genoemde domeinen (A 1.5, 2.3, 4.3 en 5.2) op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke kennisbasis. Deeltentamen: Dossier practicum plantensystematiek en evolutie De student toont in een dossier aan dat hij: ‐ de fylogenie en systematiek van planten en zijn directe voorouders kan uitleggen en in evolutionair perspectief kan plaatsen. ‐ de relaties kan benoemen tussen vorm en functies van de weefsels en organen van planten uit diverse plantengroepen vooral m.b.t. tot de voortplanting en fylogenie. ‐ schimmels kan indelen in hoofdgroepen, tevens m.b.v. een determinatiegids pad‐
denstoelen in het veld kan ordenen en (gedeeltelijk) op naam brengen ‐ de basisvaardigheden beheerst voor het werken met binoculair en microscoop evenals de bijbehorende tekenregels. ‐ macroscopische en microscopische onderdelen uit de levenscycli van schimmels, groenwieren, mossen, varens, zaadplanten kan herkennen, tekenen en benoemen. ‐ plantenweefsels in microscopische preparaten kan herkennen en tekenen. Deeltentamen: Kennistoets biologie als wetenschap De student beheerst de kennis van de hierboven genoemde domeinen op het eindni‐
veau zoals beschreven in de landelijke kennisbasis. Deeltentamen: Dossier biologie als wetenschap * De onderzoeker (vink) De student maakt een grondige beschrijving van het leven van een biologische onder‐
zoeker en presenteert deze aan klasgenoten en is daarbij in staat om gebruik te maken van betrouwbare bronnen. * Broodje Aap (cijfer) De student is in staat onderscheid te maken tussen betrouwbare en onbetrouwbare bronnen. De student is in staat om een klein opinieonderzoekje uit te voeren De student is in staat om conclusies te trekken op basis van het onderzoek De student kan gegevens op een duidelijke manier presenteren aan klasgenoten. * Toepassen natuurwetenschappelijke methode in verslaglegging (vink) De student kan de regels rondom natuurwetenschappelijke verslaglegging toepassen in een wetenschappelijk verslag (wordt getoetst tijdens OWE Dier 1) * De student toont in een practicumtoets aan dat hij/zij: ‐ op de hoogte is van de ARBO regels en veilig kan werken in een laboratorium ‐ op juiste wijze met chemicaliën omgaat, o.a. etiket kan ‘lezen’ en de juiste veilig‐
heidsregels daarbij toepast. ‐ correct gebruik maakt van glaswerk waaronder pipet, maatkolf en buret. ‐ een titratie op juiste wijze kan uitvoeren ‐ correct gebruik maakt van apparatuur waaronder balans en pH meter. ‐ op juiste wijze een microscoop kan instellen en een microscoop beeld correct in‐
terpreteert (cijfer). Code KT Plant 1 Deeltentamen: Kennistoets plantensystematiek en evolutie C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C ≥ 5.5 2 1 en 2 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55% van de te behalen punten 90 minuten 11
Verplicht onderwijsmateriaal Aanbevolen onderwijsmateriaal Werkwijze (activiteiten en werkvormen) Maximum aantal deelnemers Code DS Plant 1 Deeltentamen: Dossier practicum plantensystematiek en evolutie C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C ≥ 5.5 2 1 en 2 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55% van de te behalen punten Nvt Code KT BAW 1 Deeltentamen: Kennistoets biologie als wetenschap C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C ≥ 5.5 2 1 en 2 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55% van de antwoorden goed 90 minuten Code DS BAW 1 Deeltentamen: Dossier biologie als wetenschap C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C ≥ 6.0 2 1 en 2 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 60 % van de punten N.v.t. - Reece J.B. et. al. (2011). Campbell biology met MasteringBiology & Dutch Glossary (10e druk). USA, Pearson, ISBN‐13: 9781780164908. Hst 1, (H25), Hst 1, 22, 26, 29, 30, 31 - Meijden, R. van der. (2005). Heukels flora van Nederland (23e druk), ISBN 9789001583446 - Waas, B.M.(2008) Biologie voor jou,1THV Handboek 1a (6e druk). ISBN 9789034547637 - Waas, B.M.(2008) Biologie voor jou,1THV Handboek 1b (6e druk). ISBN 9789034547620 - Readers en handleidingen vanuit de opleiding (zie scholar) Gerhardt, E. (2009). De grote paddenstoelengids voor onderweg, Tirion Plantsystematiek ‐ Hoorcolleges: verhelderen van de leerstof uit Biology (Campbell) en aanbrengen van een rode draad, met ruimte voor het bespreken van studievaardigheden en (mis)concepten ‐ Werkcolleges, waarin de stof uit het handboek Campbell met elkaar doorgenomen wordt. ‐ Practica binnen Plantensystematiek en evolutie: Ondersteuning van de theorie door middel van het bestuderen van plantengroepen, met name de organen betrokken bij generatiewisseling en fylogenie. ‐ Veldwerkexcursie “Heumensoord”. ‐ Vakdidactische plantensystematiek opdrachten ‐ Uitvoeren van simpele proeven om laboratoriumvaardigheden aan te leren ‐ Bestuderen en uitvoeren van proeven voor aanleren van onderzoeksvaardigheden Biologie als wetenschap ‐ Practicum/werk‐/hoorcolleges: verhelderen van de leerstof uit Biology (Campbell) en reader waarin begrippen binnen de natuurwetenschap zijn opgenomen. Hierbij wordt aandacht besteed aan en bespreken van studievaardigheden en (mis)concepten. Ondersteuning van de theorie door middel van het bestuderen van onderzoeksvaardigheden onderdeel materiaal en methoden (veiligheid, materialen en apparatuur). Niet van toepassing 12
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten Studiepunten, studielast (les‐ en contacturen) Samenhang met andere onderwijseenheden Ingangseisen en aanwe‐
zigheidsverplichting Algemene omschrijving Kennis‐
basis Generieke kennisbasis Oriëntatie op lesgeven ILS‐Bi630/1 Opleiding tot leraar van de 2de graad biologie Studenten voltijd propedeuse Semester 1, periode 1 en 2 BT 1 Lesgeven en trainen in het vak biologie BT 1 Lesgeven en trainen in het vak biologie In periode 2 werken we aan het dossier leertaken ‘onderwijskunde 1A’. In dit dos‐
sier zullen de beginselen van het lesgeven centraal staan en het uitvoeren van een klein praktijkonderzoek. 7.5 studiepunten, 210 studielasturen  Werkplekleren 64 uur  Contacttijd 48 uur  Dossier leertaken onderwijskunde 45 uur  Zelfstudietijd 53 uur Deze onderwijseenheid maakt deel uit van de leerlijn onderwijskunde/drama/ spreken voor de klas en is gebaseerd op de landelijk vastgestelde generieke kennis‐
basis. In jaar 1 maakt ook de onderwijseenheid ‘integraal handelen in de beroeps‐
praktijk 1’ deel uit van deze leerlijn. Deze onderwijseenheid wordt in semester 2 van het eerste leerjaar aangeboden. Een goedgekeurd concept leerwerkplan is een voorwaarde om te kunnen starten met werkplekleren 1. In deze onderwijseenheid komen vier domeinen uit de generieke kennisbasis aan bod. Eveneens zal er gewerkt worden aan het ontwikkelen van de juiste beroeps‐
houding. Met betrekking tot de beroepshouding zullen de thema’s ‘leren’, ‘presen‐
teren/lesgeven’ en ‘communiceren’ besproken en geoefend worden. In periode 1 zullen tijdens de bijeenkomsten vaardigheden en theorie centraal staan. Gestart wordt met het oefenen van de vaardigheid presenteren. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan de groepsprocessen, de motivatie van individuele leerlingen, leerling‐behoeften en tot slot orde houden. Daarnaast leert de student waar aan een leerwerkplan moet voldoen ter voorbe‐
reiding op het werkplekleren 1. In periode 2 vindt het eerste deel van het werkplek‐
leren 1 plaats op een opleidingsschool, samenwerkingsschool of stageschool. Eén van de leertaken in het dossier onderwijskunde vormt een introductie op het doen van praktijkgericht onderzoek. In deze taak leert de student dat een goed klassenklimaat voorwaardelijk is voor de ontwikkeling en het welbevinden van de leerlingen. De veronderstelling hierbij is dat het gedrag van de docent van grote invloed is op dit klassenklimaat. Centraal in deze leertaak staat de vraag; Hoe heeft het gedrag van docenten invloed op klassenklimaat? Met deze leertaak wordt ge‐
zocht naar een antwoord door het doen van onderzoek. De student leert hierbij gebruik te maken van twee veelvoorkomende dataverzamelingsmethoden: obser‐
veren en interviewen. Het geheel van de leertaak met aansluitende bijeenkomsten is onderdeel van een doorlopende leerlijn onderzoek. Domein Subdomein 1: Leren in diverse contexten 1.1 Het concept ‘leren’ 1.4 Leerling‐kenmerken 2: Didactiek en leren 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen 3: Communicatie, interactie en groepsdynamica 3.1 Mentale modellen bij communicatie 3.3 Groepsdynamica 13
Competenties Beoordelingscriteria Tentaminering Verplicht onderwijsmateriaal 6: Professionele docent 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling 6.2 Praktijk onderzoek 1. Interpersoonlijk competent 2. Pedagogisch competent 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 4. Organisatorisch competent 5. Competent in het samenwerken met collega’s 6. Competent in het samenwerken met de omgeving 7. Competent in reflectie en ontwikkeling De uitwerking van de competenties op de drie niveaus staat beschreven in de Rug‐
gengraat van de lerarenopleiding. Deeltentamen: Kennistoets Oriëntatie op lesgeven 1a (OWK 1a) De student beheerst de kennis van eerder genoemde domeinen en subdomeinen uit de generieke kennisbasis op het niveau van onthouden/kennis, het begrij‐
pen/herkennen en het toepassen in eenvoudige situaties. Tijdens dit deeltentamen staan de onderwerpen ‘groepsprocessen’, ‘de motivatie van individuele leerlingen’, ’leerling‐behoeften’ en ‘orde houden’ centraal. Deeltentamen: Dossier onderwijskunde 1a (OWK 1a) De student laat in het dossier aan de hand van vastgestelde opdrachten zien dat hij de aangeboden leerstof (theorie) in zijn eigen onderwijspraktijk kan toepassen. De tussenbeoordeling wpl 1 is aanwezig. Deeltentamen: ILS‐taaltoets De student beheerst het taalniveau B2 volgens ‘Talige startcompetenties Hoger Onderwijs’, SLO, Enschede 2009.Het gaat hierbij om de onderdelen: ‐ formuleren; ‐ werkwoordspelling; ‐ niet‐werkwoordspelling; ‐ interpunctie; ‐ woordkeuze en woordenschat. Code: KT ori lesg1A Deeltentamen: Kennistoets oriëntatie op lesgeven 1a C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 Periode 1 en 2 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen n.v.t. 1.5 uur 65% van het totale aantal punten is voldoende Code : DS OWK 1A Deeltentamen: Dossier onderwijskunde 1a C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 Periode 2 en 3 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 1 n.v.t. Alle leertaken die deel uit maken van het dossier moeten voldoende worden afgesloten. Code : ILS taaltoets Deeltentamen: ILS taaltoets C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging V V 2x Periode 1 en 3 N.v.t. Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen n.v.t. 1,5 uur 105 punten van het totale aantal pun‐
ten is voldoende - Donk, C. van der, Lanen, B. van (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho. ISBN: 9789046903001 14
-
Aanbevolen onderwijsmateriaal -
Ebbens, S. & Ettekoven, S. (2013). Effectief leren. Groningen: Noordhoff Uitge‐
vers. ISBN: 9789001815448 Geerts, W., Kralingen, R. van (2011). Handboek voor leraren. Bussum: Uitgeverij Coutinho ISBN 9789046902509 Reader onderwijskunde 1a Kas, W. (2006). Zinnen schrijven. Taalconditietraining. Den Haag: Sdu Uitgevers. ISBN 9012114829 Marzano, R. & Miedema, W. (2008). Leren in vijf dimensies. Assen: Van Gor‐
cum. ISBN 13: 9789023241294 15
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten Studiepunten, studielast (les‐ en contacturen) Samenhang met andere onderwijseenheden Ingangseisen en aanwe‐
zigheidsverplichting Algemene omschrijving Dier 1 – Bouw & functie 1 ILS‐Bi646/1 Opleiding tot leraar van de 2de graad biologie Studenten propedeuse voltijd van de opleiding tot leraar biologie Leerjaar 1, Semester 1, Periode 2 BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak biologie BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid Practica & vakdidactiek producten 7,5 studiepunten, 210 studielasturen 59 uur contacttijd (lessen, hoorcolleges, werkbijeenkomsten, excursie) 151 uur zelfstudie In deze onderwijseenheid wordt met name inhoudelijk de basis gelegd voor de Dier OWE’s die op deze zullen volgen. Deze OWE is de eerste in de leerstoflijn van het concept ‘Dier’. Aspecten aangeleerd tijdens de cursus ‘Biologie als wetenschap 1’ zullen ook tijdens deze OWE uitgevoerd worden. Daarnaast zullen de begrippen ‘anatomie’ en ‘fysiologie’ tijdens vrijwel alle volgende OWE’s als bekend worden beschouwd. Deelname aan de werkcolleges is een verplicht onderdeel van de cursus. Studenten wordt de toegang tot de les ontzegd wanneer de voorbereidende opdrachten/ practica niet gemaakt zijn. Bij meer dan 2 keer afwezig/opdrachten niet in orde mag aan de kennistoets niet worden deelgenomen. Wanneer de student zich vóór de practicumles bij de docent heeft afgemeld met een geldige reden mag het practi‐
cum maximaal twee maal ingehaald worden. Meldt de student zich niet af of doet hij dit met een ongeldige reden, mag het practicum wel ingehaald worden, maar zal het practicum(verslag) als herkansing worden beschouwd. Wanneer een student meer dan 2 practica mist, zal het practicumonderdeel van de OWE in een volgend schooljaar opnieuw gedaan moeten worden. De thema’s besproken tijdens deze OWE zijn gericht op het behalen van onder‐
staande doelen: Theorie: ‐ De student kan het begrip ‘systematiek’ beschrijven. ‐ De student kan beschrijven wat de kenmerken van een dier zijn. ‐ De student kan de kenmerken op basis waarvan stammen (of andere groepen) binnen het dierenrijk van elkaar verschillen benoemen en toelichten. ‐ De student kan van iedere stam binnen het dierenrijk karakteristieke kenmerken benoemen en herkennen bij leden van die stam. ‐ De student kan kenmerken van de bouw van organen/organismen verklaren vanuit hun functie. ‐ De student kan organen en weefsels herkennen. ‐ De student kan de bouw en werking van het spijsverteringsstelsel beschrijven. ‐ De student kan de bouw en werking van diverse circulatiesystemen beschrijven. ‐ De student kan de bestanddelen van bloed noemen met hun functies. ‐ De student kan de bouw en werking van diverse organen voor gaswisseling be‐
schrijven. ‐ De student kan de bouw en werking van diverse uitscheidingsorganen beschrij‐
ven. ‐ De student kan uitleggen hoe CO2 en O2 door het bloed/hemoglobine worden getransporteerd. ‐ De student kan gezondheidsproblemen door ziekte, dopinggebruik of sport ver‐
klaren vanuit bovenstaande kennis. 16
Practicum: ‐ De student kan een verteringspracticum uitvoeren en er een natuurwetenschap‐
pelijk verslag van maken. ‐ De student kan een big en een vis ontleden en de orgaanstelsels van deze dieren vergelijken. ‐ De student kan dieren op basis van uiterlijke kenmerken ordenen en op basis hiervan een (fylogenetische) stamboom maken. ‐ De student kan een hart ontleden en hierin de onderdelen benoemen. ‐ De student kan practica met bloed uitvoeren (bufferwerking, stolling, osmotische resistentie) en de resultaten kort en krachtig op een poster presenteren. ‐ De student kan met IP‐Coach een ECG maken en het verloop hiervan toelichten. ‐ De student ontwikkelt zijn snijvaardigheden door een mossel, zeepier en zeester te ontleden en kan de belangrijkste organen van deze dieren in zijn preparaten benoemen. Kennisbasis Dier 1 Vakkennis Vakdidactiek Aanpalende vakken Competenties Beoordelingscriteria Vakdidacktiek: De student kan op een voor medestudenten boeiende/inspirerende manier vertel‐
len/tonen op basis van welke kenmerken stammen (of andere groepen) binnen het dierenrijk van elkaar verschillen. Domein Concept(en) A 1.3 – orgaansysteem A 1.5 ‐ organisme A 1.5 – organism A 2.2 – orgaansysteem A 2.4 – organisme B 1.1 ‐ Biologie leren Gezondheidszorg en welzijn Weefsel, orgaan, orgaanstelsel Soort Levenscyclus Gaswisseling, circulatie, spijsvertering, uitscheiding, stevigheid en beweging - Homeostase, voeding Biologische denk‐ en werkwijzen: vorm en functie denken Alle concepten -
3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 5. Competent in het samenwerken met collega’s Deeltentamen: Kennistoets dier 1 De student beheerst de kennis van bovengenoemde domeinen en bijbehorende concepten op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke kennisbasis. Deeltentamen: Practicumvaardigheden Dier 1 Practicum vertering (1x) ‐ De student kan tijdens een kookboekpracticum uitleggen waarom hij bepaalde handelingen uitvoert, incl. de inzet van bepaalde indicatoren, blanco‐ en contro‐
leproeven. ‐ De student kan nauwkeurig pipetteren. ‐ De student kan tijdens een practicum een nette, overzichtelijke werkomgeving handhaven. ‐ De student kan een inhoudelijk krachtig practicumverslag schrijven volgens de standaard natuurwetenschappelijke opbouw. De voorwaarden om tot inhoudelijke beoordeling over te gaan zijn dat het verslag er verzorgd uitziet, de lay‐out overzichtelijk is en de tekst niet meer dan drie taal‐ of spellingsfouten per bladzijde bevat. Wordt aan deze voorwaarden niet voldaan, dan krijgt de student het cijfer 1 toegekend. Vergelijking orgaanstelsel vis/big (2x) - De student kan tijdens een snijdpracticum een nette, overzichtelijke werkomge‐
ving handhaven. - De student kan prepareerbestek, in het bijzonder de messen, op een veilige ma‐
nier gebruiken. 17
Tentaminering - De student kan een big en een vis zodanig ontleden dat hij ligging, vorm en aan‐
hechting van de organen van het spijsverterings‐, circulatie‐, gaswisselings‐ en urogenitaalstelsel kan bestuderen. - De student kan schematische biologische tekeningen maken van deze organen en ze hierin benoemen. - De student kan per orgaanstelsel een verschil tussen de big en de vis beschrijven met betrekking tot de (waargenomen) morfologie (bouw/uiterlijk) van de bestu‐
deerde organen en dit verschil koppelen aan het verschil in levenswijze tussen de dieren. - De student kan krachtig formuleren en zijn bronnen vermelden volgens de APA richtlijnen. De voorwaarden om tot inhoudelijke beoordeling over te gaan zijn dat het verslag er verzorgd uitziet, de voorgeschreven opbouw heeft, de lay‐out overzichtelijk is en de tekst niet meer dan drie taal‐ of spellingsfouten per bladzijde bevat. Wordt aan deze voorwaarden niet voldaan, dan krijgt de student het cijfer 1 toegekend. Vakdidactische opdracht dierensystematiek (2x) ‐ De student kan op basis van voorbeelden uitleggen op basis van welke kenmer‐
ken stammen (of andere groepen) binnen het dierenrijk van elkaar verschillen met betrekking tot één bepaald orgaansysteem. ‐ De student kan hoofd‐ van bijzaken onderscheiden. ‐ De student is in staat klasgenoten/leerlingen te boeien en te inspireren qua in‐
houd en manier van presenteren. ‐ De student houdt zich in samenwerkingsverband aan afspraken en neemt initia‐
tief: neemt een evenredige hoeveelheid taken op zich en komt met interessante ideeën. Hij motiveert groepsgenoten ditzelfde te doen. Poster Bloed (V) - De student kan met behulp van een poster een proef op een overzichtelijke en inhoudelijk krachtige manier presenteren binnen de eigen onderzoeksgroep. Hij kan daartoe hoofd‐ en bijzaken onderscheiden. - De student kan met behulp van een poster een proef op een aantrekkelij‐
ke/verzorgde manier presenteren binnen de onderzoeksgroep. En één van onderstaande criteria: - De student kan op basis van onderzoeksresultaten concluderen of bloed een ho‐
gere buffercapaciteit heeft dan water en benoemen welke stoffen in het bloed voor deze capaciteit zorgen. - De student kan aangeven welke rol Ca2+ speelt in de bloedstolling en op basis van onderzoeksresultaten aangeven of deze rol ook door een ander tweewaardig po‐
sitief ion gespeeld zou kunnen worden. - De student kan op basis van onderzoeksresultaten uitspraken doen over de os‐
motische resistentie van rode bloedcellen tegen oplossingen van NaCl, ureum en glucose en verschillen hiertussen verklaren vanuit de theorie. Aan alle drie de criteria moet zijn voldaan voor een voldoende (=V) Code KT Dier 1 Deeltentamen: Kennistoets Bouw & functie 1 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5.5 2 2, 3 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 60% goed is een voldoende 120 minuten Code DS Dier 1 Deeltentamen: Practicumvaardigheden Dier 1 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5.5 2 2 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 12 uur 55% goed / V voor elke deelopdracht is een voldoende 18
Verplicht onderwijsmateriaal Aanbevolen onderwijsmateriaal Werkwijze (activiteiten en werkvormen) Maximum aantal deelnemers ‐
‐
ILS handleiding: Dier 1 (zie scholar) Reece J.B. et al. (2011). Campbell Biology met MasteringBiology & Dutch Glos‐
sary. (9e druk). USA, Pearson ‐ ISBN13: 9781780164908. (Hoofdstukken:32, 33, 34, 40, 41, 42, 44) ‐ Onderwijsmateriaal ‘Biologie als wetenschap 1’ ‐ Reece, J.B., Taylor, M.R., Simon, E.J. & Dickey, J.L. (2011) Campbell Biology: Concepts & Connections with MasteringBiology® (7e druk). USA Pearson – ISBN13: 978‐0321696489 ‐ Bionieuws, Nederlands instituut voor de biologie (NIBI), Utrecht ‐ Hoorcolleges: met als doel de ingewikkelde gedeelten van de leerstof te verhel‐
deren. ‐ Practicumbijeenkomsten: theorie in de praktijk, waarbij diverse fysiologische biologische concepten verhelderd worden en (ICT) vaardigheden worden ont‐
wikkeld. ‐ Excursie naar Naturalis (onderdeel vakdidactische opdracht) ‐ Werkcolleges: expertlessen: Individuele studenten bereiden een onderdeel van de lesstof voor en begeleiden andere studenten bij opgaven die over dit hoofd‐
stuk gaan. ‐ Zelfstudie: theorie verwerken, o.a. door het werken aan opdrachten. Niet van toepassing 19
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten Studiepunten, studielast (les‐ en contacturen) Samenhang met andere onderwijseenheden Ingangseisen en aanwe‐
zigheidsverplichting Algemene omschrijving Kennisbases Ecologie 1 Vakkennis Vakdidac‐
tiek Ecologie 1 – Inleiding in de Ecologie ILS‐Bi634/1 Opleiding tot leraar van de 2de graad biologie Studenten propedeuse voltijd van de opleiding tot leraar biologie Leerjaar 1, Semester 2, Periode 3 en 4 BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid BT 1 Lesgeven en trainen in het vak biologie Practicum en veldwerkverslag 7,5 studiepunten, 210 studielasturen  Contacttijd ‐ theorie in P3, 18 uur (per week: 2 ¼ uur theorie / werkcolleges) ‐ practicum in P4, 49 uur (7 uur practicumlessen per week)  zelfstudie 140 uur (9 uur per week) De OWE Ecologie is onderdeel van de leerlijn Ecologie van het biologiecurriculum en is het basisvak in jaar 1. De aangeleerde concepten zullen verder verdiept en toegepast worden bij Ecologie 2 (Veldwerk & geologie) in de propedeuse en bij Ecologie 3 en 4 (aquatische ecologie) in de hoofdfase. Het taxonomisch onderdeel (determineren van flora &fauna ) van ecologie sluit nauw aan bij de OWE plant 1 ‐ plantensystematiek en evolutie. De theoriecolleges zijn facultatief. De werkcolleges, practicum‐ en veldwerkactivi‐
teiten zijn echter verplicht. Wanneer de student zich vóór de practicumles bij de docent heeft afgemeld met een geldige reden mag het practicum maximaal twee maal ingehaald worden. Meldt de student zich niet af of doet hij dit met een ongel‐
dige reden, mag het practicum wel ingehaald worden, maar zal het practi‐
cum(verslag) als herkansing worden beschouwd. Wanneer een student meer dan 2 practica mist, zal het practicumonderdeel van de OWE in een volgend schooljaar opnieuw gedaan moeten worden. ‐ Inleiding op de ecologie, biotische en abiotische factoren, levensgemeenschap‐
pen, voedselnet, kringlopen, energiestromen, biodiversiteit, natuurbehoud ‐ Kennis van de Nederlandse flora & fauna ‐ Determinatievaardigheden ‐ Veldwerktechnieken ‐ Studie van de landschapsgeologie in relatie tot de ecologie Domein Concept(en) A 1.5 – Populatie ‐
Soort A 1.6 – Ecosysteem ‐
Ecosysteem A 1.7 – Ecosysteem ‐
Biosfeer A 2.4 – Aarde ‐
‐
‐
‐
Energiestromen Kringloop Dynamiek Evenwicht A 2.5 – Aarde ‐
Duurzame ontwikkeling A 3.5 – Populatie ‐
Dynamiek A 3.6 – Ecosysteem ‐
Voedselrelaties B1.1 Biologie leren ‐
‐
‐
‐
‐
Leren van biologische vaardigheden Technisch‐instrumentele vaardigheden Veldwerk Biologische systeem denk‐ en werkwijzen Ecologisch denken 20
Competenties Beoordelingscriteria Tentaminering B 1.4 De leeromgeving ‐
‐
Veldwerk Kent de benodigde veldwerkmaterialen en beheerst de veldwerktechnieken om een buitengebied te beschrijven en te onder‐
zoeken 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 4. Organisatorisch competent 7. Competent in reflectie en ontwikkeling De uitwerking van de competenties op de drie niveaus staat beschreven in de Rug‐
gengraat van de lerarenopleiding. Deeltentamen: Kennistoets Ecologie De student beheerst de kennis van bovengenoemde domeinen en bijbehorende concepten op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke kennisbasis. Deeltentamen: Dossier veldwerk & didactiek ecologie Practicumvaardigheden: ‐ De student kan verschillende typen bodem fysisch en chemisch karakteriseren ‐ De student kan een kaart lezen, interpreteren (geografisch, bodemkundig) en koppelen aan een gelopen traject of onderzoeksgebied. ‐ De student kan een landschap beschrijven en de vorm koppelen aan histori‐
sche, geologische en klimatologische verschijnselen (Excursie Duivelsberg). ‐ De student kan de overlevingsstrategieën/levensgeschiedeniskenmerken van planten in een voorjaarsbos beschrijven en verklaren ‐ De student kan onderzoeksmatig een gebied abiotisch en biotisch karakterise‐
ren en daarin onderliggende relaties vinden. ‐ De student kan van een ecologisch onderzoek volgens de natuurwetenschappe‐
lijke methode (zie ook BaW1) verslag leggen. ‐ De student is in staat klasgenoten/leerlingen te boeien en te inspireren qua inhoud en manier van presenteren (Spreken vanuit het hart). ‐ De student kan fenologische informatie vinden en eigen waarnemingen koppe‐
len aan het landelijk onderzoek. Deeltentamen: Vaardigheidstoets Determineren van flora&fauna ‐ De student kan soorten van de behandelde plantenfamilies herkennen en enke‐
le karakteristieke kenmerken benoemen. ‐ De student kan de meest voorkomende plantensoorten van NL m.b.v. de flora op naam brengen. ‐ De student kan de meest voorkomende geleedpotigen op orde en suborde brengen. ‐ De student kan een zelf gekozen plantenlijst aanleggen van 75 veel voorko‐
mende planten in de nabijheid van de opleiding, deze in het veld herkennen en enkele typische veldkenmerken benoemen. Code KT Ecologie1 Deeltentamen: Kennistoets Ecologie 1 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiode Weging C 5,5 2 3 en 4 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55% van de punten 1 ½ uur Code DS Ecologie1 Deeltentamen: Practicumdossier Ecologie 1 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiode Weging C 5,5 2 4 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55% van de punten N.v.t. 21
Verplicht Onderwijsmateriaal Aanbevolen onderwijsmateriaal Werkwijze (activiteiten en werkvormen) Maximum aantal deelnemers Code KT+VT FF Deeltentamen: Kennis‐ en vaardighedentoets Flora & Fauna C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiode Weging C 5,5 2 4 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 60% van de punten N.v.t. ‐ ILS theoriehandleiding: Ecologie 1 (zie scholar) ‐ ILS practicumhandleiding Ecologie 1 (zie scholar) ‐ Reece J.B. et al. (2011). Campbell Biology met MasteringBiology & Dutch Glos‐
sary. (9e druk). USA, Pearson ‐ ISBN13: 9781780164908. (Hoofdstukken: 52, 53, 54, 55) ‐ Meijden, R. van der (2005). Heukels flora van Nederland (23e druk), ISBN 9789001583446 ‐ Chinery, M. (2012). Nieuwe insectengids (9e druk) ISBN 9789052108711 ‐ Waas, B.M.(2008) Biologie voor jou, 1THV Handboek 1a. (6e druk). ISBN 9789034547637 ‐ Waas, B.M. (2008) Biologie voor jou, 1THV Handboek 1b (6e druk). ISBN 9789034547620 ‐ Nieuwe Bloemengids, Fitter, R. e.a. Tirion, ISBN 9052101280 ‐ Een vogelgids (zie ook http://www.birdsnetherlands.nl/vogelgidsen%20winkel%20buitenland.htm) ‐ Bionieuws, Nederlands instituut voor de biologie (NIBI), Utrecht ‐ Werkcolleges, waar de stof uit het handboek Campbell met elkaar doorgeno‐
men wordt. ‐ Practica binnen “determineren en flora & fauna kennis” ‐ Practica binnen “Terrestrische ecologie“ ‐ Veldwerkexcursie “De Duivelsberg” ‐ Veldwerk buiten; onderzoek en veldwerktechnieken ‐ Vakdidactische ecologie opdrachten Niet van toepassing 22
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten Studiepunten, studielast (les‐ en contacturen) Samenhang met andere onderwijseenheden Ingangseisen en aanwe‐
zigheidsverplichting Algemene omschrijving Vakdidactiek 1 & Ecologie 2 ILS‐Bi633/1 Opleiding tot leraar van de 2de graad biologie Studenten propedeuse voltijd van de opleiding tot leraar biologie Leerjaar 1, Semester 2, Periode 3 en 4 BT 1 Lesgeven en trainen in vak Biologie BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak Biologie BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak Biologie Miniles werkvormen Leertaak directe instructie Leuke weetjes boek Dossier vakdidaktiek Dossier Zuid‐Limburg 7,5 studiepunten (stp), 210 studielasturen  Vakdidactiek 1 (5,0 stp) 50 uur contacttijd (lessen, hoorcolleges, werkbijeenkomsten) 90 uur zelfstudie  Ecologie 2 (2,5 stp) 12 uur contacttijd (lessen, hoorcolleges, werkbijeenkomsten 18 uur zelfstudie 40 uur Veldwerk Limburg en dossier In het biologiecurriculum is de leerlijn vakdidactiek opgenomen waarin alle vakdidac‐
tiek onderwerpen uit de landelijke kennisbasis zijn opgenomen. In elk leerjaar van de opleiding wordt een vakdidactiek OWE/module aangeboden om je vakdidactisch te bekwamen ter voorbereiding en ondersteuning van de werkplekstages. Het onderdeel Veldwerk & geologie van deze OWE behoort tot de leerlijn ecologie. Dit onderdeel sluit aan bij de OWE Ecologie 1 dat ook in de propedeuse wordt aangeboden. In de OWE ecologie wordt de basis gelegd tot de ecologische concepten, in de OWE Vakdi‐
dactiek & Ecologie II worden deze concepten in de praktijk bestudeerd en verder verdiept met aansluitende relevante geologische en evolutionaire concepten. Tijdens de veldwerkexcursie wordt ook veel aandacht besteed aan veldwerkdidactiek en sluit daarbij aan met het eerste onderdeel van deze OWE: Vakdidactiek 1. Deelname aan de (werk)colleges en practica is een verplicht onderdeel van de cursus. Wanneer de student zich vóór de practicumles of (werk)college bij de docent heeft afgemeld met een geldige reden mag dit onderdeel maximaal twee maal ingehaald worden. Meldt de student zich niet af of doet hij dit met een ongeldige reden, mag het practicum/(werk)college wel ingehaald worden, maar zal het bijbehorend product (o.a. verslag) als herkansing worden beschouwd. Wanneer een student meer dan 2 practica mist, zal het practicum of (werk)college van de OWE in een volgend school‐
jaar opnieuw gedaan moeten worden. Deelname aan de veldwerkweek is alleen mogelijk als je de voorbereidende colleges gevolgd en de opdrachten gemaakt hebt. Voor deelname moet ook het verschuldigde bedrag op tijd zijn overgemaakt. In deze OWE wordt een basis gelegd in de vakdidactiek. Deze OWE bestaat uit twee onderdelen namelijk vakdidactiek 1, waarin een basis wordt gelegd in de vakdidactiek en veldexcursie Zuid‐Limburg, waarin verschillende aangeleerde methoden wordt gebruikt om kennis te delen. De volgende onderwerpen komen aan bod: Vakdidactiek 1 ‐ Introductie en toepassen van biologisch didactisch model ‐ Curriculum en doelen 23
‐
‐
‐
‐
‐
Inleiding en oefenen werkvormen
Directe instructie herkennen en lesfasen van model van Ebbens Huiswerkdidactiek Begripsontwikkeling Onderwijsleermiddelen Ecologie 2 (Excursie Zuid‐Limburg) Theorie ‐ Geeft een inleiding in de ontstaansgeschiedenis van Zuid‐Limburg, haar geomorfologie, landschappen en ecologie. De student krijgt een aantal hoorcolleges en een gesteenteopdracht ter voorbereiding op de excursie naar Zuid‐Limburg. Practicum & veldwerk – Aan het einde van periode 4 gaan studenten onder begelei‐
ding van docenten naar Epen (Zuid‐Limburg). Daar vindt een eerste kennismaking plaats met het unieke karakter van het Zuid Limburgse landschap, haar geologie, ge‐
omorfologie en flora en fauna. Na de kennismaking is er ruimte voor het doen van verschillende onderzoeken in verschillende gebieden. Daarbij maakt de student ge‐
bruik van zijn/haar aangeleerde veldwerktechnieken uit de OWE ecologie 1. De resul‐
taten van de meeste onderzoeken worden elke avond uitgewerkt en gepresenteerd aan de medestudenten in verschillende werk‐/presentatievormen. Op deze werkvor‐
men wordt feedback gegeven door docenten en medestudenten ter oefening en voorbereiding voor het eindproduct ‘onderzoeksverslag Hohndal’. In dit eindverslag kan de student zijn aangeleerde kennis en vaardigheden van de veldwerkweek aanto‐
nen. Domein Concept(en) Kennisbasis Ecologie 2 Vakkennis A 1.6 Ecosysteem A 1.7 Biosfeer A 2.4 Ecosysteem A 3.5 Populatie Aanpalende Aardrijkskunde vakken Vakdidactiek B 1.1 – Biologie leren B 1.2 – Biologie lesgeven Ecosysteem Biosfeer Dynamiek  Abiotische en biotische factoren in een ecosysteem zijn veranderlijk  Een ecosysteem is een dynamisch systeem Populatiedynamica - Biotische en abiotische interacties die van invloed zijn op de grootte van populaties Geogenese en geomorfologie -
‐
‐
‐
B 1.3 – Het biologiecurricu‐
lum ‐
‐
‐
‐
Begripsontwikkeling en jargon (taalgebruik; biolo‐
gische begrippen, relaties en context lesmateriaal analyseren op niveau; beperkingen en mogelijkhe‐
den biologische modellen) Leren van biologische vaardigheden Biologie als levenswetenschap en biologie in de maatschappij Biologie methodes gebruiken, vergelijken, beoor‐
delen en selecteren (kennis van methodes; kritisch vergelijken en beoordelen) Verbanden leggen tussen biologie en andere vak‐
ken Didactische werkvormen en media Het curriculum (kennis ontwikkelingen en inhoud biologiecurriculum incl. MBO; kennis examenpro‐
gramma’s en eindtermen) Centrale concepten (kennis centrale concepten en samenhang) 24
B 1.4 – De leeromgeving Generiek 2.1 Model didactische analy‐
se 2.2 Leerdoelen en instruc‐
tiemodellen ‐
‐
‐
‐
‐
‐
‐
‐
‐
Competenties Beoordelingscriteria Theorielokaal/Practicumlokaal (inrichting uit didac‐
tische overwegingen) Veldwerk Didactiek en didactisch handelen van de docent Modellen voor didactische analyse Taxonomie als structurering van leerinhouden en beheersingsniveaus Formulering van doelen Directe instructie Huiswerkdidactiek Taalgericht vakonderwijs en bijdragen aan taal‐
verwerving Doel, functie en soorten onderwijsleermiddelen Onderscheid tussen DAT, CAT en vaktaal (verschillende docentrollen) 2.3 Vormgeving van leerpro‐
cessen 2.4 Selectie van ontwerp van ‐
leermiddelen ‐
‐
2.5 Begeleiden van leerpro‐
cessen 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 4. Organisatorisch competent 5. Competent in het samenwerken met collega’s 7. Competent in reflectie en ontwikkeling De uitwerking van de competenties op de drie niveaus staat beschreven in de Rug‐
gengraat van de lerarenopleiding. Deeltentamen: Dossier vakdidactiek 1 De beoordelingscriteria zijn afgeleid van de landelijke vakkennisbasis biologie, onder‐
deel vakdidactiek en een aantal onderdelen van domein 2 uit de generieke kennisba‐
sis. Dossieropdracht 1 bestaat uit het geven van een miniles en een maken van een verslag daarvan. De student wordt getoetst op: ‐ Het kunnen toepassen van het biologisch didactisch model ‐ Het toepassen van werkvormen die aansluit bij de geformuleerde leerdoelen ‐ Het herkenbaar toepassen van enkele fases van het directe instructie model ‐ Het beargumenteerd inzetten van onderwijsleermiddelen ‐ Het rekening houden met voorkennis en niveau van de leerling ‐ Het kunnen reflecteren op eigen les (zie competent in reflectie en ontwikkeling, niveau 1). ‐ Aandragen van leuke weetjes, ingepast in belevingswereld van leerling en inge‐
past in perspectief en plaats in les. Dossieropdracht 2 is een leerwerktaak op de stageschool. Daarin geeft de student meerdere lessen waarin de student getoetst wordt op: ‐ Het herkenbaar toepassen van enkele fases van het directe instructie model ‐ Een zelfreflectie op de eigen gegeven instructie aan de klas (zie competent in re‐
flectie en ontwikkeling, ruggengraatboekje, niveau 1). Deeltentamen: Kennistoets Ecologie 2 ‐ Zuid‐Limburg De student wordt getoetst op: ‐ De student kan de voor Nederland belangrijkste geologische tijdperken en ge‐
beurtenissen in de aardgeschiedenis plaatsen en chronologisch rangschikken. ‐ De student kan de aanwezigheid van steenkool en kalksteen in Zuid Limburg van‐
uit geologisch perspectief verklaren. ‐ De student kan de ontstaanswijze van de belangrijkste geologische formaties in Zuid Limburg verklaren en herkennen ‐ De student kan de unieke geologische situatie van Zuid Limburg, waarbij oude aardlagen aan het oppervlak komen, verklaren. 25
‐
Tentaminering Verplicht onderwijsmateriaal Aanbevolen onderwijsmateriaal Werkwijze (activiteiten en werkvormen) De student kan de geomorfologie van het huidige Zuid Limburgse landschap ver‐
klaren ‐ De student kan de aanwezigheid van krijtformaties verklaren en uitleggen wat de invloed is op het huidige landgebruik en vegetatie. ‐ De student kan relatie leggen tussen de aanwezige geomorfologie, bodems en vegetatie in Zuid Limburg ‐ De student kan belangrijke kensoorten van de Zuid Limburgse flora en fauna be‐
noemen en ze plaatsen in hun specifieke biotoop. Deeltentamen: Dossier Ecologie 2 ‐ Zuid‐limburg ‐ De student kan een kaart lezen, interpreteren (geografisch, bodemkundig) en koppelen aan een gelopen traject of onderzoeksgebied. ‐ De student kan een landschap beschrijven en de vorm koppelen aan historische, geologische en klimatologische verschijnselen. ‐ De student kan onderzoeksmatig een gebied abiotisch en biotisch karakteriseren en daarin onderliggende relaties vinden. ‐ De student kan van een ecologisch onderzoek volgens de natuurwetenschappelij‐
ke methode (zie ook OWE BaW1) verslag leggen. ‐ De student kan de grote hoeveelheid veldgegevens ordenen en overzichtelijk weergeven waarbij de koppeling van biotische en abiotische factoren duidelijk zichtbaar is. ‐ De student kan geologische en biologische informatie vinden van het onderzoeks‐
gebied en eigen waarnemingen koppelen aan de theorie. ‐ De student kan het voorkomen van zinkflora ecofysiologisch verklaren en haar bedreigingen beschrijven. Code DS vakdid1 Deeltentamen: Dossier vakdidactiek 1 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 3 en 4 2 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 1 55 % van de te behalen punten N.v.t. Code TT Z‐Limburg Deeltentamen: Theorietoets Limburg C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 3 en 4 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55 % van de te behalen punten 50 min. Code DS Z‐Limburg
Deeltentamen: Dossier Zuid –Limburg C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiode Weging C 5,5 2 4 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 3 55 % van de te behalen punten nvt ‐ Reader Veldwerk & geologie (2013). HAN‐ILS (zie HAN‐scholar) ‐ Ebbens S. & Ettekoven, S. (2005). Effectief leren ( 2e druk). Wolters Noordhoff. ‐ Waas, B.M.(2008) Biologie voor jou, 1THV Handboek 1a. (6e druk). ‐ Waas, B.M.(2008) Biologie voor jou, 1THV Handboek 1b. (6e druk). ‐ Geers W. en van Kralingen R. (2011) Handboek voor leraren. Uitgeverij Coutinho ‐ Gans, W. de (2008). ANWB geologieboek Nederland (1e druk). Den Haag, ANWB ‐ http://www.ecent.nl/index.do ‐ http://www.leraar24.nl ‐ Campbell hst 52 Vakdidactiek 1 ‐ Colleges en werkcolleges, waarbij diverse werkvormen worden uitgetest en op elkaar geoefend worden. 26
Maximum aantal deelnemers Ecologie 2: Veldwerk & geologie ‐ Hoor‐ en werkcolleges ter voorbereiding van de veldwerkweek in Zuid‐Limburg ‐ Expertmethode (elk student wordt expert op een bepaald gesteente/grondsoort en kan deze kennis overbrengen) ‐ Veldwerkweek in Zuid‐Limburg (excursie, veldwerkonderzoek, presentaties van onderzoeksgegevens op diverse manieren) Niet van toepassing 27
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten Studiepunten, studielast (les‐ en contacturen) Samenhang met andere onderwijseenheden Ingangseisen en aanwe‐
zigheidsverplichting Algemene omschrijving Dier 2 – Voortplanting 1 & Balans 1 ILS‐BI647/1 Opleiding tot leraar van de 2de graad biologie Studenten propedeuse voltijd van de opleiding tot leraar biologie Semester 2, Periode 3 en 4 BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak biologie BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid Werkvormen seksuele en relationele vorming 7,5 studiepunten, 210 studielasturen  73 uur contacttijd (lessen, hoorcolleges, werkbijeenkomsten, practica, excursie)  137 uur zelfstudie Deze onderwijseenheid is de tweede uit de leerlijn ‘Dier’. Voor het eerst tijdens de opleiding komt het thema ‘voortplanting’ op het programma. Ook onderdeel van deze OWE is het onderdeel ‘balans’. Deze OWE bouwt voort op Dier 1 (Bouw en functie I). Zowel het thema bouw en functie, als de thema’s voortplanting en balans kennen in de hoofdfase een vervolg. Bovendien sluit het vakdidactische deel (sek‐
suele en relationele vorming) aan op de leerlijn vakdidactiek. Deelname aan de (werk‐)colleges is niet verplicht, met uitzondering van de bijeen‐
komsten geëxpliciteerd in de studiewijzer. Deelname aan de vakdidactische bijeen‐
komsten is wel verplicht. Afwezigheid is voor de verplichte bijeenkomsten maxi‐
maal 1 keer (werkcolleges) of 2 keer (vakdidactische bijeenkomsten) geoorloofd indien een student zich vooraf (tenminste 1 uur voor aanvang van de les) met een goed beargumenteerde reden bij de docent heeft afgemeld. Wanneer aan deze voorwaarde niet wordt voldaan, zal de student voor de opdracht (thema van die bijeenkomst) het cijfer 1 krijgen. Student komt vervolgens in beide gevallen (afge‐
meld met goede reden of niet afgemeld) binnen 3 werkdagen met een voorstel voor een vervangende opdracht. De thema’s besproken tijdens deze OWE zijn gericht op het behalen van onder‐
staande doelen: Theorie balans 1: ‐ De student kan het begrip homeostase definiëren en toelichten. ‐ De student kan (homeostatische) regulatiemechanismen schematisch weergeven.
‐ De student kan osmoregulatie en thermoregulatie met behulp van schema’s be‐
schrijven, alsmede processen die zorgen voor de water‐ en energiebalans. Hierbij benoemt hij de hormonen en onderdelen van het zenuwstelsel die hierbij een be‐
langrijke rol spelen. ‐ De student kan een abstract (regulatie‐)mechanisme concretiseren door het ont‐
werpen van een visualisatie in de vorm van een groepsopdracht. Theorie voortplanting 1: ‐ De student kan de functie van voortplanting & voortplantingsorganen) benoe‐
men. ‐ De student kan beschrijven hoe onder invloed van hormonen gameten worden gevormd ‐ De student kan beschrijven hoe de embryonale ontwikkeling van dieren (met name zoogdieren) in zijn werk gaat. ‐ De student kan uitleggen wat de functie van seksueel gedrag is. ‐ De student kan uitleggen wat een levenscyclus is en kan voorbeelden hiervan benoemen. ‐ De student kan een mening formuleren op basis van argumenten over het toe‐
passen van vruchtbaarheidsbehandelingen en het kloneren van dierlijke organis‐
men. 28
Kennisbases Dier 2 Vakkennis Aanpalende vakken Vakdidactiek Competenties Beoordelingscriteria ‐ De student kan beredeneren welke voortplantingsstrategie vanuit evolutionair oogpunt het beste past bij diergroepen. ‐ De student kan op basis van afwijkende kenmerken van een kind beredeneren wat er tijdens de embryonale ontwikkeling niet volgens plan is verlopen. Vakdidactiek voortplanting en seksualiteit: ‐ De student kan in het kader van seksuele en relationele vorming persoonlijke werkvormkeuzes maken op basis van kennis over de seksuele ontwikkeling van jongeren en factoren die deze ontwikkeling beïnvloeden, met oog voor vertrou‐
wen en veiligheid. ‐ De student kan een onderwijsleergesprek voorbereiden (en leiden) met een dui‐
delijk doel, gebruik makend van hogere orde denkvragen, waarbij alle leerlingen worden uitgenodigd mee te praten. Domein Concept(en) A 1.3 – orgaansysteem ‐ Weefsel, orgaan, orgaanstelsel A 1.5 ‐ organisme ‐ Soort A 1.5 – organisme ‐ Levenscyclus A2.3 – organisme ‐ Homeostase, voeding ‐ Gezondheid A 3.3 – organisme ‐ Hormoonhuishouding A 3.4 – organisme ‐ Gedrag A 4.3 – organism ‐ Seksualiteit en relaties, voortplanting Gezondheidszorg en welzijn Alle concepten B 1.1‐ biologie leren Verschillen tussen leerlingen: sekse‐
verschillen, culturele en religieuze ach‐
tergrond 1. Interpersoonlijk competent 2. Pedagogisch competent 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 4. Organisatorisch competent 5. Competent in het samenwerken met collega’s 6. Competent in het samenwerken met de omgeving 7. Competent in reflectie en ontwikkeling De uitwerking van de competenties op de drie niveaus staat beschreven in de Rug‐
gengraat van de lerarenopleiding. Deeltentamen: Kennistoets Voortplanting 1 & Balans 1 De student beheerst de kennis van bovengenoemde domeinen en bijbehorende concepten op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke kennisbasis. Deeltentamen: Seksuele en relationele vorming Opdracht seksuele ontwikkeling jongeren (cijfer, 1x) Op basis van de poster (tijdslijn plus informatie) wordt bepaald in hoeverre onder‐
staande doelen zijn behaald: ‐ De student kan beschrijven wat het belang van seksuele en relationele vorming voor leerlingen is. ‐ De student kan uitleggen hoe hij zijn rol bij het geven van seksuele en relatione‐
le vorming wil invullen en onderkent zijn of haar leerpunten hierbij. ‐ De student kan de seksuele ontwikkeling van jongeren beschrijven inclusief de problematiek die hierbij hoort. ‐ Als voorwaarde voor de beoordeling geldt dat de poster netjes verzorgd en goed leesbaar moet zijn. Ook mogen er niet meer dan 4 spelling/taalfouten in staan. Als aan deze voorwaarden niet wordt voldaan dan wordt de poster niet nagekeken en vervalt de 1e kans op beoordeling. 29
Opdracht werkvormen seksuele en relationele vorming (cijfer, 2x) Op basis van het verslag wordt bepaald in hoeverre onderstaande doelen zijn be‐
haald: ‐ De student kan beschrijven wat het belang van seksuele en relationele vorming voor leerlingen is. ‐ De student kan uitleggen hoe hij zijn rol bij het geven van seksuele en relationele vorming wil invullen en onderkent zijn of haar leerpunten hierbij. ‐ De student kan de seksuele ontwikkeling van jongeren beschrijven inclusief de problematiek die hierbij hoort. ‐ De student houdt bij het kiezen van werkvormen in het kader van seksuele en relationele vorming rekening met het ontwikkelingsniveau, de ervaring, kennis en behoeften van leerlingen en de factoren die hen hierin beïnvloeden. ‐ De student kan uitleggen hoe hij tijdens lessen over seksuele en relationele vor‐
ming, een zodanige veilige, vertrouwde leeromgeving tot stand wil brengen en bewaken dat leerlingen op een respectvolle manier met elkaar praten over sek‐
sualiteit en relaties. ‐ De student maakt bij de vormgeving van werkvormen in het kader van seksuele en relationele vorming gebruik van (elementen van) bestaande methodieken. ‐ De student kan een onderwijsleergesprek voorbereiden en richt zich hierbij op hogere orde denkvragen. Als voorwaarde voor de beoordeling geldt dat het verslag netjes verzorgd en goed leesbaar moet zijn. Ook mogen er niet meer dan 3 spelling/taalfouten per bladzijde in staan. Als aan deze voorwaarden niet wordt voldaan dan wordt het verslag niet nagekeken en vervalt de 1e kans op beoordeling. Deeltentamen: Dossier Dier 2 Opdracht visualisatie balans (1x) De student kan een abstract (regulatie‐)mechanisme concretiseren door het ont‐
werpen van een visualisatie in de vorm van een groepsopdracht. Opdracht levenscyclus (1x) ‐ De student is in staat om op een zelf gekozen vorm de verschillende aspecten van de levenscyclus van een organisme weer te geven. ‐ De student kan de keuze voor de vorm verantwoorden en met argumenten on‐
derbouwen. ‐ De student is in staat klasgenoten/leerlingen te boeien en te inspireren qua in‐
houd en manier van presenteren. ‐ De student kan de algemene kenmerken van het organisme in kwestie beschrij‐
ven. ‐ De student is in staat om vragen over de presentatie te beantwoorden (op in‐
houd). De beoordeling wordt uitgevoerd door klasgenoten en de docenten. Opdracht anatomisch museum (cijfer: 1x) ‐ De student participeert aan de rondleiding door het anatomisch museum. ‐ De student kan de ontwikkeling van de mens koppelen aan de zaken die in het museum te zien zijn. ‐ De student kan twee voorbeelden uitwerken van ontwikkelingsafwijkingen bij de mens. Als voorwaarde voor de beoordeling geldt dat het verslag netjes verzorgd en goed leesbaar moet zijn. Ook mogen er niet meer dan 3 spelling/taalfouten per bladzijde in staan. Als aan deze voorwaarden niet wordt voldaan dan wordt het verslag niet nagekeken en vervalt de 1e kans op beoordeling. 30
Tentaminering Verplicht onderwijsmateriaal Aanbevolen onderwijsmateriaal Werkwijze (activiteiten en werkvormen) Maximum aantal deelnemers Code KT VP1&B1 Deeltentamen: Kennistoets Voortplanting 1 & Balans 1 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5.5 2 4 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 60% goed is een voldoende 120 minuten Code sex relat vr Deeltentamen: Seksuele en relationele vorming C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5.5 2 3,4 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 60% goed is een voldoende 120 minuten Code DS Dier 2 Deeltentamen: Dossier Dier 2 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5.5 2 4 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 60% goed is een voldoende 120 minuten ‐ ILS handleiding/colleges: Dier 2 (zie scholar) ‐ Reece J.B. et al. (2011). Campbell Biology met MasteringBiology & Dutch Glossary (9e druk). USA, Pearson ‐ ISBN13: 9781780164908. (Hoofdstukken:32, 33, 34, 40, 41, 42, 44) ‐ Onderwijsmateriaal ‘OWE Dier 1’ ‐ Diverse documenten op internetsites ‐ Reece, J.B., Taylor, M.R., Simon, E.J. & Dickey, J.L. (2011) Campbell Biology: Con‐
cepts & Connections with MasteringBiology® (7e druk). USA Pearson – ISBN13: 978‐0321696489 ‐ Bionieuws, Nederlands instituut voor de biologie (NIBI), Utrecht ‐ Werk‐/hoorcolleges: met als doel de ingewikkelde gedeelten van de leerstof te verhelderen ‐ Vakdidactische bijeenkomsten: verdieping in seksuele en relationele vorming en werkvormen die hierbij ingezet kunnen worden. ‐ Excursie naar het Anatomisch museum (onderdeel vakdidactische opdracht). Niet van toepassing 31
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten Studiepunten, studielast (les‐ en contacturen) Samenhang met andere onderwijseenheden Ingangseisen en aanwe‐
zigheidsverplichting Algemene omschrijving Kennis‐ bases Generieke kennisbasis Integraal handelen in de beroepspraktijk 1 ILS‐Bi635/1 Opleiding tot leraar van de 2de graad biologie Studenten propedeuse Semester 2, periode 3 en 4 BT 1 Lesgeven en trainen in het vak biologie BT 2 Begeleiden van lerende(n) BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak biologie BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid BT 2 Begeleiden van lerende(n) Onderwijskunde: Dossier leertaken over het volgende kernthema: Oriëntatie op de leeftijdsfase van adolescenten Drama: Vaardigheidstoets bestaande uit: Presentatie, Werkboek, Deelname lessen Bewijsmaterialen in het portfolio. 7.5 studiepunten, 210 studielasturen Onderwijskunde: ‐ 48 uur contacttijd (lessen, hoorcolleges, werkbijeenkomsten) ‐ 58 uur zelfstudie Drama: ‐ 20 uur contacttijd (lessen en werkbijeenkomsten) ‐ 17 uur zelfstudie ‐ 3 uur tentaminering Werkplekleren ‐ 64 uur werkplekleren (8 x 8 uur per vrijdag) Deze onderwijseenheid maakt deel uit van de leerlijn onderwijskunde/drama /spreken voor de klas. De leerlijn onderwijskunde is gebaseerd op de landelijk vastgestelde generieke kennisbasis. In jaar 1 maakt ook de onderwijseenheid ‘ori‐
entatie op lesgeven’ deel uit van deze leerlijn. Deze onderwijseenheid is in semes‐
ter 1 van het eerste leerjaar aan bod geweest. Om te kunnen deelnemen aan de portfoliobeoordeling moet je werkplekleren 1 met minimaal een voldoende beoordeling (6 of hoger) hebben afgesloten. In deze onderwijseenheid komen inhouden uit de vakken onderwijskunde en dra‐
ma aan bod en vindt de uitvoering van het tweede deel wpl1 plaats. Tijdens lessen onderwijskunde staan de thema’s “Leren en leerprocessen” en “Oriëntatie op de leeftijdsfase van adolescenten” centraal. Onderliggende theore‐
tische concepten worden in dit semester systematisch aan de orde gesteld. Daar‐
naast zal er verder gewerkt worden aan het ontwikkelen van de beroepshouding. Aan de hand van de logboekverslagen van het werkplekleren en de houding van de student in de onderwijskunde lessen zal de beroepshouding geoefend en ge‐
evalueerd worden. Tijdens de lessen drama is aandacht voor de basisvaardigheden van spel en pre‐
senteren. De lessen drama 1 zijn bedoeld om plezier en kennis te ontwikkelen om voor een groep te staan. Communicatie, expressie en lichaamstaal staan hierin centraal. Domein Subdomein 1: Leren in diverse contexten 1.1 Het concept ‘leren’ 1.2 Visies op leren 1.3 Cognitie, werking van de hersenen en leren 32
Competenties Beoordelingscriteria 4: Ontwikkeling van de adolescent 4.1 identiteitsontwikkeling 4.3 Adolescent en seksualiteit 6: Professionele docent 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling 9: Diversiteit en onderwijs 9.1 Onderwijskansen 9.3 Omgaan met diversiteit 1. Interpersoonlijk competent 2. Pedagogisch competent 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 4. Organisatorisch competent 5. Competent in het samenwerken met collega’s 6. Competent in het samenwerken met de omgeving 7. Competent in reflectie en ontwikkeling De uitwerking van de competenties op de drie niveaus staat beschreven in de Ruggengraat van de lerarenopleiding. Deeltoets: Portfoliobeoordeling integraal handelen 1 Bij de integrale toetsing onderdeel portfoliobeoordeling wordt de student getoetst op het in samenhang toepassen van kennis, inzicht en vaardigheden bij het uitvoe‐
ren van de beroepstaken. De student wordt beoordeeld op volledigheid van het portfolio en op het niveau. ‐ De student heeft alle verplichte bewijsstukken zoals beschreven in de hand‐
leiding integrale toetsing in zijn portfolio opgenomen. ‐ De student bewijst met opgenomen bewijsstukken (en eventueel het gesprek) de competenties op het niveau ‘hoofdfasebekwaam’ zoals beschreven in ‘de ruggengraat van de lerarenopleiding’ te beheersen. Deeltoets: Eindbeoordeling wpl1 De student laat in zijn handelen bij wpl 1 zien dat hij op de zeven competenties op niveau 1 een ontwikkeling heeft doorgemaakt én dat hij ten minste de knock‐out criteria zoals beschreven in de Handleiding Werkplekleren op voldoende niveau heeft aangetoond. Deeltoets: Kennistoets onderwijskunde 1B De student beheerst de kennis van eerder genoemde domeinen en subdomeinen uit de generieke kennisbasis op het niveau van onthouden/kennis, het begrijpen/ herkennen en het toepassen in eenvoudige situaties. Tijdens dit deeltentamen staan de onderwerpen “Leren en leerprocessen” en “Oriëntatie op de leeftijdsfase van adolescenten” centraal. Deeltoets: Dossier onderwijskunde 1B De student laat in het dossier aan de hand van vastgestelde opdrachten zien dat hij de aangeboden leerstof (theorie) in zijn eigen onderwijspraktijk kan toepassen. Deeltoets: Vaardigheidstoets drama 1 Een goede docent moet ontspannen van de groep kunnen staan. De student laat door middel van een theatrale groepspresentatie en het werkboek zien dat hij gewerkt heeft een professionele docenthouding, presentatievaardigheden voor een groep en een bewustwordingsvergroting van non‐verbale communicatiemo‐
gelijkheden. De student heeft voldaan aan 100% aanwezigheidsplicht. 33
Integrale toetsing Verplicht onderwijsmateriaal Aanbevolen onderwijsmateriaal Deeltoets: Portfoliobeoordeling C/V Minimale eis Aantal kansen C 5,5 2 Code: Portbeoor Toetsperiodes Weging 2 Periode 4 Periode 4 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 1 n.v.t. Voldoende wanneer alle verplichte documenten aanwezig zijn en alle competenties minstens voldoende zijn aangetoond op het niveau ‘hoofdfasebekwaam’ zoals beschre‐
ven in de ruggengraat van de lera‐
renopleiding. Code: Eindbeoor Deeltoets: Eindbeoordeling wpl1 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 6,0 1 Periode 3 2 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 1 of 2 N.v.t. Alle knock‐out criteria minimaal voldoende aangetoond Code: KT OWK 1B Deeltoets: Kennistoets onderwijskunde 1b C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 Periode 4 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen n.v.t. 1.5 uur 65% van het totale aantal punten is voldoende Code: DS OWK1b Deeltoets: Dossier onderwijskunde 1b C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 1 Periode 3 Periode 4 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 1 n.v.t. Alle leertaken die deel uit maken van het dossier moeten voldoende wor‐
den afgesloten Code: VT Drama 1 Deeltoets: Vaardigheidstoets drama 1 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 Periode 4 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen - Presentatie: 55% van de te be‐
- Presentatie 1 halen punten 20 minuten. - Werkboek: 55% van de te beha‐
- Werkboek: len punten 7 uur - Deelname lessen 55% van de te - Deelname behalen punten lessen: 20 uur Onderwijskunde: - Geerts, W., Kralingen, R. van (2011). Handboek voor leraren. Bussum. Uitgeve‐
rij Coutinho - Wal, J. van de, Wilde, J. de & Mooij, I. de (2006). Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding. Bussum: Coutinho. - Reader onderwijskunde 1b Onderwijskunde: - Marzano, R. & Miedema, W. (2008). Leren in vijf dimensies. Assen: Van Gor‐
cum. 34
Werkwijze (activiteiten en werkvormen) Maximum aantal deelnemers Drama: - Ed Nissink, 2009, Je bent sprekend je lichaam, p.66, 67, 68 (Scholar) - Ed Nissink, 2009, Je bent sprekend je lichaam, p.124 (Scholar) - V. van Geel, 1997, Lichaamssignalen, hoofdstuk 2, p.17‐25 (Scholar) - F. Haan, Leraar, boei of ga ten onder, 12 juni 2012, Volkskrant (Scholar) - Besseling, 1999, Verhaaltechnieken (Status), hoofdstuk 10, p. 166‐168 (Scholar) - J. de Jong, 1998, Waar laat ik mijn handen, maandblad Psychologie (Scholar) - (Werk)colleges waarin theorie wordt afgewisseld met praktische oefeningen en verwerkingsopdrachten. - In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals powerpoints, video en sociale media. - Tijdens het werkplekleren werk je d.m.v. het uitvoeren van leertaken aan je competentieontwikkeling. - Drama omvat praktijkoefeningen rondom presentatievaardigheden tijdens werkcolleges met ondersteunende zelfstudieopdrachten. N.v.t. 35
2: Beschrijving integrale toets propedeutische fase
OER ILS-2014-2015, VOLTIJD.
36
Integrale toets niveau 1, hoofdfasebekwaam voltijd Titel integrale Toets 1. 2. Opleiding Doelgroep 3. Beroepstaken 4. 5. 6. 7. 8. (Beroeps)produ
cten Studiepunten en/of samenval met reguliere tentamens Samenhang met andere integrale toetsen en tentamens Ingangseisen Algemene omschrijving 9. Competenties 10. Beoordelings‐
criteria Integraal handelen in de beroepspraktijk 1 Opleidingen tot leraar van de tweede graad ILS‐HAN Propedeusestudenten voltijd BT 1 Lesgeven en trainen BT 2 Begeleiden van lerenden (centrale beroepstaak) BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid Portfolio, leertaken 7,5 studiepunten De onderwijseenheid integraal handelen in de beroepspraktijk komt op drie niveaus in de opleiding terug (hoofdfasbekwaam, lio‐bekwaam en startbekwaam). Deze onderwijseenheden zijn verbonden aan het werkplekleren en maken tevens deel uit van de leerlijn beroepscomponent. Een goedgekeurd leerwerkplan is voorwaarde om te kunnen starten met werkplek‐
leren 1. Het kenmerkende van de integrale toets is de beoordeling van het portfolio van de student. Daarnaast maakt een aantal andere deeltoetsen (bijvoorbeeld kennistoet‐
sen, leertaken) deel uit van de integrale toets. De precieze richtlijnen voor de integrale toetsing onderdeel ‘portfoliobeoordeling’ staat beschreven in de handleiding integrale toetsing ILS‐HAN. 1. Interpersoonlijk competent 2. Pedagogisch competent 3. Vakinhoudelijk en didactisch competent 4. Organisatorisch competent 5. Competent in samenwerken met collega’s 6. Competent in reflectie en ontwikkeling Portfoliobeoordeling integraal handelen 1
Bij de integrale toetsing onderdeel portfoliobeoordeling wordt de student getoetst op het in samenhang toepassen van kennis, inzicht en vaardigheden bij het uitvoe‐
ren van de beroepstaken. De student wordt beoordeeld op volledigheid van het portfolio en op het niveau: ‐ De student heeft alle verplichte bewijsstukken zoals beschreven in de handlei‐
ding integrale toetsing in zijn portfolio opgenomen. ‐ De student bewijst met opgenomen bewijsstukken (en eventueel het gesprek) de competenties op het niveau ‘hoofdfasebekwaam’ zoals beschreven in ‘de ruggengraat van de lerarenopleiding’ te beheersen. 37
Deeltoets: eindbeoordeling wpl1 De student laat in zijn handelen bij wpl 1 zien dat hij op de zeven competenties op niveau 1 een ontwikkeling heeft doorgemaakt én dat hij ten minste de knock‐out criteria zoals beschreven in de Handleiding Werkplekleren op voldoende niveau heeft aangetoond. Deeltoets: Kennistoets onderwijskunde 1B De student beheerst de kennis van eerder genoemde domeinen en subdomeinen uit de generieke kennisbasis op het niveau van onthouden /kennis, het begrij‐
pen/herkennen en het toepassen in eenvoudige situaties. Tijdens dit deeltentamen staan de onderwerpen “Leren en leerprocessen” en “Oriëntatie op de leeftijdsfase van adolescenten”centraal. Deeltoets: Dossier onderwijskunde 1B De student laat in het dossier aan de hand van vastgestelde opdrachten zien dat hij de aangeboden leerstof (theorie) in zijn eigen onderwijspraktijk kan toepassen. Deeltoets: Vaardigheidstoets drama 1 Een goede docent moet ontspannen van de groep kunnen staan. De student laat door middel van een theatrale groepspresentatie en het werkboek zien dat hij ge‐
werkt heeft een professionele docenthouding, presentatievaardigheden voor een groep en een bewustwordingsvergroting van non‐verbale communicatiemogelijkhe‐
den. De student heeft voldaan aan 100% aanwezigheidsplicht. Deeltentamen: Portfoliobeoordeling Integrale toets‐
kenmerken en ‐
vormen C
Aantal examinato‐
ren 1
11. C/V Minimale eis 5.5 Aantal kansen
Toetsperiodes
Weging 2
Periode 4
Periode 4 3 Voorlopige cesuur
De student heeft een voldoende wanneer alle verplichte documenten aanwezig zijn en alle competenties en Dublin‐descriptoren (professionele standaard) minstens vol‐
doende zijn aangetoond op het niveau ‘hoofdfasebekwaam’ zoals beschreven in de ruggengraat van de lerarenopleiding. Deeltoets: Eindbeoordeling wpl1 C/V Minimale Aantal kansen
Toetsperiodes
eis C
6,0 1
Periode 3
Aantal examinato‐
Voorlopige cesuur
ren 1 of 2 Alle knock‐out criteria minimaal voldoende aangetoond Deeltoets: Kennistoets onderwijskunde 1b
C/V Minimale Aantal kansen
Toetsperiodes
eis C
5,5 2
Periode 4
Aantal examinato‐
Voorlopige cesuur
ren n.v.t. 65% van het totale aantal punten is vol‐
doende Duur tenta‐
men n.v.t. Code: Weging 2 Duur tenta‐
men N.v.t. Code: Weging 1 Duur tenta‐
men 1.5 uur 38
Deeltoets: Dossier onderwijskunde 1b
C/V Minimale Aantal kansen
eis C
5,5 2
Aantal examinato‐
ren 1
Toetsperiodes
Periode 3
Periode 4 Voorlopige cesuur
Alle leertaken die deel uit maken van het dossier moeten voldoende worden afgeslo‐
ten Deeltoets: Vaardigheidstoets drama 1
C/V Minimale eis C
5,5 Aantal examinato‐
ren 1
12. Verplicht en aanbevolen materiaal 13. Onderwijs‐
periode Aantal kansen
Toetsperiodes
2
Periode 4
Voorlopige cesuur
Presentatie: 55% van de te behalen punten Werkboek: 55% van de te behalen punten Deelname lessen 55% van de te behalen punten Code: Weging 1 Duur tenta‐
men n.v.t. Code: VT Drama 1 Weging 1 Duur tenta‐
men Presentatie 20 minuten. Werkboek: 7 uur Deelname lessen: 20 uur Verplicht: - Geerts, W., Kralingen, R., van. (2011). Handboek voor leraren. Bussum. Uitgeverij Coutinho - Wal, J. van de, Wilde, J. de & Mooij, I. de (2006). Identiteitsontwikkeling en leer‐
lingbegeleiding. Bussum: Coutinho. - Reader onderwijskunde 1b Aanbevolen: Onderwijskunde: Marzano, R. & Miedema, W. (2008). Leren in vijf dimensies. Assen: Van Gorcum. Drama:  Ed Nissink, 2009, Je bent sprekend je lichaam, p.66,67,68 (Scholar)  Ed Nissink, 2009, Je bent sprekend je lichaam, p.124 (Scholar)  V. van Geel, 1997, Lichaamssignalen, hoofdstuk 2, p.17‐25 (Scholar)  F. Haan, Leraar, boei of ga ten onder, 12 juni 2012, Volkskrant (Scholar)  Besseling, 1999, Verhaaltechnieken (Status), hoofdstuk 10, p. 166‐168 (Scholar)  J. de Jong, 1998, Waar laat ik mijn handen, maandblad Psychologie (Scholar) Jaar 1 periode 4 39
3: Onderwijseenheden POSTpropedeutische fase OER ILS-2014-2015
Opleiding tot leraar in de 2de graad Biologie, VOLTIJD.
40
Programma‐ en tentamenoverzicht Hoofdfase, leerjaar 2 Onderwijseenheid Code Centrale beroepstaak BT 1 Lesgeven en trainen in het vak Biologie Semester en periode Ecologie 3 – Biologie als wetenschap 2 – Plant 2 (7,5 studiepunt) ILS‐
BI641/2 Dier 3 – Voortplanting 2 & Balans 2 (7,5 studiepunt) ILS‐
Bi642/2 BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid Semester 1, Periode 1 Cel 2 – Celfysiologie (7,5 studiepunt) ILS‐
Bi643/1 BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid Semester 1. Periode 2 Cel 3 ‐ Microbiologie & Moleculaire genetica (7,5 studiepunten) ILS‐
Bi621/1 Leren lesgeven (7,5 studiepunt) ILS‐
Bi620/1 BT 1 Lesgeven en trainen in het vak Biologie Semester 1, Perioden 1 en 2 Leren begeleiden (7,5 studiepunt) ILS‐
Bi623/2 BT 2 Begeleiden van lerende(n) Semester 2, Periode 3 en 4 Vakdidactiek 2 (7,5 studiepunt) ILS‐
BI644/1 BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak Biologie Semester 1, Perioden 1 en 2 Semester 2 Periode 3 Semester 2. Perioden 3 en 4 Tentaminering Code Alluris Cijfer / V en eis 2de kans Dossier ecologie 3 DS Ecologie C ≥ 5.5 P1 P1 Dossier BaW2 – Practicum DS Baw2‐Prac C ≥ 5.5 P2 P3 Kennistoets Plant 2 KT Plant2 C ≥ 5.5 P2 P3 Dossier Plant 2 DS Plant2 C ≥ 5.5 P2 P3 Kennistoets Voortplanting 2 Dossier Voortplanting 2 Kennistoets Balans 2 Dossier Balans 2 KT Voortpl 2 DS Voortpl 2 KT Balans 2 DS Balans 2 C ≥ 5.5 C ≥ 5.5 C ≥ 5.5 C ≥ 5.5 P1 P1 P1 P1 P2 P1 P2 P1 Kennistoets Celfysiologie KT Cel 2 C ≥ 5.5 P2 P3 Dossier Celfysiologie DS Cel 2 C ≥ 5.5 P2 P3 Kennistoets Microbiologie & Molecu‐
laire genetica KT Cel 3 C ≥ 5.5 P3 P4 Dossier Microbiologie DS microbi C ≥ 5.5 P3 P4 Dossier Moleculaire genetica DS molec gen C ≥ 5.5 P3 P4 Kennistoets Leren lesgeven Leertaak Persoonlijk beroepsbeeld Vaardigheidstoets Drama 2 Spreken voor de klas Kennistoets leren begeleiden Eindbeoordeling WPL2A KT Leren lesg LT Prs berbld VT Drama 2 VT Spreken KT Leren beg Eindbeoor C ≥ 5.5 C ≥ 5.5 C ≥ 5.5 V C ≥ 5.5 C ≥ 6.0 P2 P2 P1 P1‐41 P4 P4 P3 P3 P2 P1‐42 P4 N.v.t. Leertaak positief leef‐ en leerklimaat DS LT Pos LL C ≥ 5.5 P4 P4 Leertaak Practicum (evaluatieformulier en poster) LT Practicum C ≥ 5.5 P4 P4 LT Leerstof C ≥ 5.5 P4 P4 LT TweeLessen C ≥ 5.5 P3 P4 Leertaak Leerstofanalyse (verslag) Leertaak Twee lessen om trots op te zijn (lesvoorbereiding en reflectie) Toetsperiode 1ste kans 1
Afhankelijk van wanneer de lessen ‘spreken voor de klas’ geroosterd worden Afhankelijk van wanneer de lessen ‘spreken voor de klas’ geroosterd worden
2
41
Dier 4 – Bouw en Func‐
tie 2 & Balans 3 (7,5 Studiepunten) ILS‐
BI645/2 BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid Semester 2 Periode 4 Kennistoets Bouw en Functie 2 & Ba‐
lans 3 KT BF2&B3 C ≥ 5.5 P4 P4 Dossier Bouw en Functie 2 & Balans 3 DS BF2&B3 C ≥ 5.5 P4 P4 42
OWE ´s leerjaar 2 43
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten Studiepunten, studielast (les‐ en contacturen) Samenhang met andere onderwijseenheden Ecologie 3 ‐ Biologie als wetenschap 2 ‐ Plant 2 ILS‐BI641/2 Opleiding tot leraar van de 2e graad biologie Studenten voltijd hoofdfase leerjaar 2 Leerjaar 2, Semester 1, Periode 1 en 2 BT 1 Lesgeven en trainen in het vak biologie BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak biologie BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid BT 1 Lesgeven en trainen in het vak Ecologie 3: Onderzoeksverslag Wadden Biologie als wetenschap 2 (BaW2): Dossier practicum met daarin resultaten van een eigen onderzoek naar eigen ontwikkeld practicum. Plant 2: Tekeningen, practicumverslagen, poster, presentatie 7,5 studiepunten (stp.), 210 studielasturen Ecologie 3 – Aquatische ecologie 1 (2,5 stp) ‐ Theorie/werkcolleges: 9 uur (in week 1.1) ‐ Practicum: 40 uur (in week 1.2) ‐ Zelfstudietijd: 60 uur (6 uur per week) BaW 2 ‐ Practicum (2,5 stp) ‐ Theorie/werkcolleges: 28 uur contacttijd (4 uur per week) ‐ Zelfstudietijd: 42 uur (6 uur per week) Plant 2 ‐ Plantanatomie & fysiologie 1 (2,5 stp) ‐ Theorie/werkcolleges: 28 uur contacttijd (4 uur per week) ‐ Zelfstudietijd: 42 uur (6 uur per week) Deze OWE bevat onderdelen die behoren tot de leerlijn “ecologie”, de leerlijn “bio‐
logie in de wetenschap” en de leerlijn plant van het biologiecurriculum. In ecologie 3 worden de opgedane vakkennis en practicumvaardigheden van de propedeuse verder verdiept met focus op het aquatisch milieu. Het onderdeel “Biologie in de wetenschap” onderzoek doen geeft een vervolg op de basis in de onderzoeksvaardigheden (uit de propedeuse) die in allerlei vakOWE’s in praktijksituatie toegepast kunnen gaan worden. De student gaat zich verder bekwamen op het gebied van onderzoek doen. Hierbij richt de student zich op vak‐
didactische aspecten. Inzicht verwerven in de vakdidactische inrichting van een leerarrangement is hierbij van basaal belang om dit arrangement beargumenteerd te kunnen gebruiken in de les. Hierbij zal de student een onderzoeksmatige en vakdidactische analyse en/of vergelijking van een leerarrangement uitvoeren. Het vak plant 2 borduurt voort op de biologische vakken die eerder in de propedeu‐
se‐ en hoofdfase zijn aangeboden. Er wordt dieper ingegaan op de bouw en de fysiologie van de plant in relatie tot zijn omgeving (samenhang met ecologie) en hoe deze ontwikkeld zijn in evolutionair opzicht (samenhang met plantsystematiek & evolutie). Daarnaast wordt aandacht besteed aan hoe het concept plant op een zinvolle een aantrekkelijke manier besproken kan worden in een klas (samenhang met vakdidactiek 1). Bij de bespreking van de relatie tussen cellen, weefsels en organen wordt teruggekoppeld naar de kennis uit het vak Dier 1 en Dier 2 (voor‐
heen ‘dieranatomie en –fysiologie’) 44
Ingangseisen en aanwe‐
zigheidsverplichting Algemene omschrijving Deelname aan de werkcolleges en veldwerkactiviteiten is een verplicht onderdeel van de cursus. Wanneer de student zich vóór de werkcolleges/veldwerkactiviteit bij de docent heeft afgemeld met een geldige reden mag dit onderdeel maximaal 2 maal ingehaald worden. Meldt de student zich niet af of doet hij dit met een ongel‐
dige reden, mag het werkcolleges/veldwerkactiviteit wel ingehaald worden, maar zal het bijbehorend practicum(verslag) als herkansing worden beschouwd. Wan‐
neer een student meer dan 2 werkcolleges/veldwerkactiviteiten mist, zal dit onder‐
deel van de OWE in een volgend schooljaar opnieuw gedaan moeten worden. De OWE is onderdeel van de leerlijn ecologie, plant en biologie als wetenschap en is opgebouwd uit 3 onderdelen: Ecologie 3 – Aquatische ecologie 1: Deze module richt zich op de ecologie van het zoute water en heeft als doel de student de belangrijkste concepten van de zout‐
waterecologie te leren. Deze concepten worden in de praktijk bestudeerd op het waddeneiland Schiermonnikoog. Opleidingsdidactiek; Aanleren en toepassen van veldwerktechnieken rond het zou‐
te water met flora en fauna kennis. Practicumvaardigheden; - Onderzoeksvaardigheden - Presentatievaardigheden - Veldwerktechnieken aanleren, oefenen en toepassen. - Zoekkaarten kunnen maken BaW 2 ‐ Practicum In deze module leert de student waartoe je practicum inzet, hoe je een goed practi‐
cum inzet en hoe je voor een ordelijk en veilig verloop van een praktijkles zorgt. De werkvorm practicum wordt nader belicht en de volgende aspecten worden hierin meegenomen: a. Didactiek van praktische opdrachten: practicum en demonstraties; activerende didactiek, oriëntatie op mogelijke practicumwerkvormen, ontwikkelen en evalue‐
ren van leerling‐opdrachten, beoordelen van praktische leerling‐opdrachten, ge‐
bruik van concreet materiaal in de klas, b. Leer‐ en hulpmiddelen. Materialen en inrichting lokaal, veiligheid en ARBO‐
zaken, beheertechnieken, leermiddelenfirma's, gebruik en mogelijkheid van huis‐ tuin‐ en keukenmiddelen, kosten en begrotingen c. Vaardigheden: vakdidactisch onderzoek en verwerking, samenwerken, practi‐
cum kunnen opzetten; Plant 2 Deze module richt zich op de anatomie en fysiologie van de plant. De module, plant 2, bestaat uit een theoriedeel als onderdeel van de kennisbasis en een practicum‐
deel, waarbij de verbinding gelegd wordt met het onderdeel Biologie als weten‐
schap. Theorie: - anatomie van mono‐ en dicotyle planten - eisen voor het groeien van planten - transport van stoffen in planten op drie niveaus - popularisering van een actueel plantenonderwerp Praktijk: - (microscopische) anatomie van organen van de plant - Transport bij planten - Regulatie en werking van mechaniosmen onderdelen plant 45
Onderzoek doen naar eigen onderzoeksvraag en ontwerpen van een eigen practicum waarin planten een centrale rol spelen Domein Concept(en) -
Kennisbasis VAK Ecologie 3 Plant 2 VAK‐
DIDAC‐
TIEK Ecologie 3 BaW2 Plant 2 A 1.6 – ecosystem A 2.4 – ecosysteem A 2.5 – biosfeer A 3.4 – organismen‐ interactie met (a)biotische factoren A 3.6 – voedselrelaties A 5.4 ‐ biodiversiteit A 1.3 – Cel A 1.3 – Orgaansysteem A 2.1 – cel A 2.2 – Orgaansysteem A 2.3 – Organisme A 2.4 – Ecosysteem A 3.2 – Cel A 3.4 – Organisme B1.1 De leerling: Biologie leren B 1.4 De (fysieke) leeromgeving B1.1 De leerling: Biologie leren B1.2 Biologie lesgeven B1.3 Het biologiecurriculum B 1.4 De (fysieke) leeromgeving B1.1 De leerling: Biologie leren B 1.4 De (fysieke) leeromgeving 






Ecosysteem Energiestroom Kringloop Dynamiek Evenwicht Duurzame ontwikkeling Voedselrelaties 







Cel Alle Transport Circulatie en gaswisseling fotosynthese kringloop celcommunicatie Interactie met (a‐)biotische factoren b. Leren van biologische vaardigheden ‐veldwerk d. Biologische en systeem denk‐ en werkwijzen ‐ecologisch denken b. Veldwerk ‐materialen en technieken ‐activiteiten ontwerpen buitengebied ‐veiligheid 









Competenties Begripsontwikkeling en jargon Leren van biologische vaardigheden Organisatie van diverse biologie (practicum) lessen Praktijkonderzoek aan vakdidactisch handelen in de klas Ontwikkelen van een practicum‐ en onderzoeksleerlijn Theorielokaal/Practicumlokaal Begripsontwikkeling en jargon Leren van biologische vaardigheden Practicum: materialen en tech‐
nieken Eigen onderzoek opzetten 1. Interpersoonlijk competent 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 4. Organisatorisch competent 5. Competent in het samenwerken met collega’s 6. Competent in het samenwerken met de omgeving 7. Competent in reflectie en ontwikkeling De uitwerking van de competenties op de drie niveaus staat beschreven in de Rug‐
gengraat van de lerarenopleiding. 46
Beoordelingscriteria Deeltentamen Dossier Ecologie 3 Het dossier bestaat uit een: Kennistoets: De student beheerst de kennis van de domeinen bij ecologie 3 (zie boven) en bijbehorende concepten op het eindniveau zoals beschreven in de lande‐
lijke kennisbasis. Practicumverslag: De student verzamelt bewijs, in een eindverslag, voor de volgen‐
de eindtermen:  kan de flora en fauna van het zoute water en de Waddeneilanden determineren.  kan de ontstaansgeschiedenis en geologie van de Wadden beschrijven.  kan de landschapsstructuren van een Waddeneiland en het gebruik en bedreigin‐
gen herkennen en beschrijven.  kan eenvoudig onderzoek en bepaling van de milieu‐ en voedselkwaliteit a.d.h.v. flora en fauna uitvoeren.  kan voor Strand/Duin en voor de Kwelder zonering en vegetatie veranderingen langs een lijn landinwaarts in kaart brengen en daar een successiestadium aan verbinden.  kan de ecologie en habitats van een aantal karakteristieke kwelder, duin en zoutwaterorganismen benoemen met aanpassingen aan zout, wind en droogte.  kan de energie en voedselkringlopen van zoutwater systemen beschrijven en aangeven welke ecologische relaties er zijn tussen de organismen.  kan het belang en de werking van getijden uitleggen en van daaruit een relatie leggen naar landschapsvormen en aanpassingen van organismen.  kan zelfstandig eenvoudig onderzoek doen op het Wad, Strand, Kwelder en in de Duinen. Deeltentamen: BaW2 – Practicum De student kan de werkvorm practicum vormgeven en uitvoeren. Het gemaakte product moet aantonen dat de student, op niveau 2, organisatorisch, vakinhoude‐
lijk en vakdidactisch competent is en dat hij competent is in reflectie en ontwikke‐
ling. De uitwerking van de competenties op de twee niveaus staat beschreven in de Ruggengraat van de lerarenopleiding. Deeltentamen: Theorietoets Plant 2 De student beheerst de kennis van de domeinen bij plant 2 (zie boven) en bijbeho‐
rende concepten op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke kennisbasis. Deeltentamen: Dossier Plant 2 De student toont in een dossier aan dat hij: ‐ de relaties kan benoemen tussen vorm en functies van de weefsels en organen van planten vooral m.b.t. groei en ontwikkeling. ‐ de basisvaardigheden beheerst voor het werken met binoculair en microscoop evenals de bijbehorende tekenregels. ‐ plantenweefsels in microscopische preparaten kan herkennen en tekenen. ‐ diverse plantfysiologische practica op gestructureerde en natuurwetenschappe‐
lijke wijze kan uitvoeren ‐ een natuurwetenschappelijk verslag kan maken van de plantfysiologische proe‐
ven ‐ een plantpracticum kan ontwikkelen met duidelijke leerdoelen, beargumen‐
teerde vakdidactische keuzes en waarin rekening gehouden wordt met voor‐
kennis en niveau van de leerling ‐ kan reflecteren op eigen ontwikkelde les (zie competent in reflectie en ontwik‐
keling, niveau 2). 47
Tentaminering Verplicht onderwijsmateriaal Code: DSecologie3 Deeltentamen: Dossier ecologie 3 C /V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiode Weging C ≥ 5.5 2 1 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55% van de te behalen punten 50 minuten Code: DS Baw2‐Prac Deeltentamen: Dossier BaW2 – Practicum C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C ≥ 5.5 2 2 en 3 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55 % van de te behalen punten n.v.t. Code: KT Plant2 Deeltentamen: Kennistoets Plant 2 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C ≥ 5.5 2 2 en 3 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55 % van de te behalen punten 90 minuten Code: DS Plant2 Deeltentamen: Dossier Plant 2 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C ≥ 5.5 2 2 en 3 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55 % van de te behalen punten N.v.t. Ecologie 3 – Aquatische ecologie 1 (Zoutwaterecologie) ‐ Campbell & Reece, Biology 8th Edition, (2008) ISBN 13: 9780321536167 ‐ Handleiding Aquatische ecologie Schiermonnikoog (zout): opdrachten bij het bestuderen van de stof, practica en veldwerkopdrachten ‐ Heukels flora van Nederland, R. v.d. Meijden, Wolters‐Noordhoff 2005 (23e druk. ISBN 13: 9789001583446 ‐ Readers vanuit de opleiding (zie scholar) Plant 2 ‐ ILS handleiding: plant 2 (zie scholar) ‐ Reece J.B. et al. (2011). Campbell Biology met MasteringBiology & Dutch Glossa‐
ry. (9e druk). USA, Pearson ‐ ISBN13: 9781780164908 (Hoofdstukken: 35, 36, 37) ‐ Reader practicumvaardigheden (zie scholar) Aanbevolen onderwijsmateriaal Werkwijze (activiteiten en werkvormen) Baw2 ‐ Readers vanuit de opleiding (zie scholar) Ecologie 3 – Aquatische ecologie 1 (Zoutwaterecologie) - Veldwerkgidsen van het zoute water Plant 2 - Reece, J.B., Taylor, M.R., Simon, E.J. & Dickey, J.L. (2011) Campbell Biology: Con‐
cepts & Connections with MasteringBiology® (7e druk). USA Pearson – ISBN13: 978‐0321696489 - Bionieuws, Nederlands instituut voor de biologie (NIBI), Utrecht - Artikelen gerelateerd aan plant Ecologie 3 – Aquatische ecologie 1 (Zoutwaterecologie) De cursus bestaat uit theorie‐ en practicumbijeenkomsten. De theoriebijeenkom‐
sten behandelen de belangrijkste processen en begrippen uit de zoutwaterecologie De praktische opdrachten bestaan uit practica aansluitend bij de theorie en uit veldwerkopdrachten. De veldwerkopdrachten zijn gesitueerd op Schiermonnikoog en behandelen een zo breed mogelijk spectrum aan aquatische systemen van het Waddengebied. 48
Maximum aantal deelnemers BaW 2 – Practicum In deze module zullen zowel theoriebijeenkomsten als werkcolleges worden aangeboden. De theoriebijeenkomsten behandelen de inhoud, verschillende begrippen en de toepassing van de werkvorm practicum. Tijdens de theorie‐ en werkcolleges worden onderzoeksgegevens met betrekking tot het practicum uitgewerkt, gepresenteerd en nabesproken. De practische opdracht bestaat uit het ontwikkelen van een practicum leerarangement. Plant 2 De cursus zal uit hoor‐ werkcolleges en practicumbijeenkomsten bestaan. De hoor‐
colleges hebben als doel de ingewikkelde gedeelten van de leerstof te verhelderen. Tijdens de werkcolleges bespreken studenten met elkaar en de docent lastige con‐
cepten en bereiden een korte presentatie over een actueel plantonderwerp voor. In de practicumbijeenkomsten wordt de theorie in de praktijk gebracht, waarbij diver‐
se plantfysiologische concepten verhelderd worden. Niet van toepassing 49
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten Studiepunten, studielast (les‐ en contacturen) Samenhang met andere onderwijseenheden Ingangseisen en aanwezig‐
heidsverplichting Algemene omschrijving Dier 3 – Voortplanting 2 & Balans 2 ILS‐Bi642/2 Opleiding tot leraar van de 2de graad biologie Studenten voltijd hoofdfase leerjaar 2 Leerjaar 2, Semester 1, Periode 1 BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak biologie BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid Drama opdracht, wetenschappelijk verslag, uitwerking kookopdracht 7,5 studiepunten, 210 studielasturen ‐ 60 uur contacttijd (lessen, hoorcolleges, werkbijeenkomsten, evt. excursie) ‐ 150 uur zelfstudie Deze onderwijseenheid is de derde uit de leerlijn ‘Dier’. Deze OWE gaat verder waar OWE Dier 2 eindigde. Het genetische aspect van de voortplantingsbiologie komt uitgebreid ter sprake en binnen de ‘balans’‐leerlijn binnen deze OWE wordt ingegaan op de manieren hoe het dierlijk lichaam de energiehuishouding regu‐
leert. OWE Dier 4 zal voortborduren op de kennis die in de voorgaande OWE’s uit de lijn Dier aan de orde is gekomen. Deelname aan de (werk‐)colleges is niet verplicht, met uitzondering van de bij‐
eenkomsten geëxpliciteerd in de studiewijzer. Deelname aan de vakdidactische bijeenkomsten is wel verplicht. Afwezigheid is voor de verplichte bijeenkomsten maximaal 1 keer (hoorcolleges) of 2 keer (vakdidactische bijeenkomsten) geoor‐
loofd indien een student zich vooraf (tenminste 1 uur voor aanvang van de les) met een goed beargumenteerde reden zich bij de docent heeft afgemeld. Wan‐
neer aan deze voorwaarde niet wordt voldaan, zal de student voor de opdracht (thema van die bijeenkomst) het cijfer 1 krijgen. Student komt vervolgens in beide gevallen (afgemeld met goede reden of niet afgemeld) binnen 3 werkdagen met een voorstel voor een vervangende opdracht. De thema’s besproken tijdens deze OWE zijn gericht op het behalen van onder‐
staande doelen: Balans 2  De student kan uitleggen hoe zelfs homeostase aan verandering onderhevig kan zijn (incl. ritmiek).  De student kan beschrijven op welke manieren dieren hun temperatuur, wa‐
terbalans en energieverbruik (middels fysiologie en gedrag) reguleren (incl. torpor).  De student kan verklaren waarom altruïstisch gedrag een goede investering van energie kan zijn in termen van evolutionaire fitness.  De student kan toelichten dat voedsel zoekgedrag een compromis is tussen de kosten en baten van dit gedrag.  De student kan benoemen welke stoffen er nodig zijn in gezonde voeding en kent van een aantal vitaminen en mineralen de bron, functie en deficiëntie‐
symptomen.  De student kan beschrijven hoe het hongergevoel wordt beïnvloed.  De student kan de (hormonale) werking van de nier uitleggen.  De student kan verschillende werkvormen inzetten om leerlingen zicht te geven op een/hun (gezond) eetpatroon.  De student kan symptomen die horen bij eetstoornissen herkennen in de onderwijspraktijk.  De student erkent het sociale belang van maaltijden. 50
Kennis‐ bases Vakkennis Voortplantings‐
biologie II (Ge‐
netica ) Voortplanting 2 (Genetica )
 De student kent de verschillende fases van de celcyclus inclusief de subfases van de mitose en meiose  De student kan de volgende typen genetische vraagstukken oplossen: mono‐
hybride kruisingen, dihybride kruisingen, X‐chromosomale overerving, ge‐
koppelde overerving inclusief crossing over, extranucleaire overerving, popu‐
latiegenetica.  De student kan bij de bovenstaande vraagstukken de juiste statistische bere‐
keningen (kansberekening, Chi2 toets, Hardy Weinberg vergelijking) toepas‐
sen  De student kan van minimaal twee verschillende erfelijke ziekten de effecten beschrijven op moleculaire t/m organisme niveau (jo‐jo strategie)  De student kent de belangrijkste misconcepten van mitose en meiose en kent tenminste 3 verschillende werkvormen om deze misconcepten om te buigen Domein Concept(en) A 3.1 ‐ Molecuul  Genexpressie A 4.3 – Organisme  Voortplanting  Erfelijkheid  Seksualiteit & relaties A 5.1 – Molecuul  Mutatie  Recombinatie A 5.3 ‐ Populatie  Genetische variatie Vakkennis A 2.3 ‐ Organisme  Levenscyclus  Homeostase  Gezondheid Balans II A 2.2 – Orgaansysteem A 3.4 Organisme  Spijsvertering  Uitscheiding ‐ Gedrag A 2.4 – Ecosysteem  Energiestroom Aanpalende vakken Concept(en) Gezondheidszorg en welzijn Alle concepten Vakdidactiek Competenties Beoordelingscriteria  Verschillen tussen leerlingen (cultuur en religie)  Biologische en systeem denk‐ en werkwijzen 3. Vakinhoudelijk vak didactisch competent 4. Organisatorisch competent 5. Competent in het samenwerken met collega’s 7. Competent in reflectie en ontwikkeling De uitwerking van de competenties op de drie niveaus staat beschreven in de Ruggengraat van de lerarenopleiding. Deeltentamen: Kennistoets Voortplanting 2 De student beheerst de kennis van domeinen bij voortplanting 2 (zie boven) en bijbehorende concepten op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke ken‐
nisbasis. B 1.1 – De leerling: biologie leren 51
Tentaminering Deeltentamen: Dossier voortplanting 2 1. Drama werkvorm Mitose of Meiose  De student heeft kennis van de verschillende fases van de celcyclus  De studenten werken coherent samen om een drama groepspresentatie te geven over de celcyclus  De verschillende fases van de celcyclus worden creatief en correct weer‐
gegeven 2. Presentatie vakdidactiek genetica  De student (of groepje studenten) heeft kennis van de jojo strategie  De posterpresentatie wordt organisatorisch goed uitgevoerd door de stu‐
dent  De inhoud is biologisch correct en heeft alle elementen van de jojostruc‐
tuur in zich (o.a. alle organisatieniveaus, juiste volgorde van behandeling van organisatieniveaus) Deeltentamen: Kennistoets Balans 2 De student beheerst de kennis van de domeinen bij Balans 2 (zie boven) en bijbe‐
horende concepten op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke kennisba‐
sis. Deeltentamen: Dossier Balans 2 1. Gezondheidsrapport urine analyse (O/V)  De student kan tijdens het uitvoeren van een ‘kookboekpracticum’ uitleg‐
gen wat het doel is van de stappen die in het protocol worden doorlopen.  De student kan aan de hand van zijn eigen urineanalyse bepalen of hij wat de onderzochte stoffen/factoren betreft (pH, glucose, eiwit, bloede‐
lementen, jodide, sulfaat, chloride, calcium, fosfaat) gezond is.  De student kan beschrijven wat er mis kan zijn in het lichaam wanneer de bovenstaande factoren niet binnen de ‘gezonde’ range vallen. 2. Presentatie kookopdracht (O/V)  De student kan aan de hand van de schijf van vijf beschrijven wat gezon‐
de voeding inhoudt.  De student kan een maaltijd organiseren waarbij medestudenten kennis maken met nieuwe eetgewoonten.  De student kan als gastheer/‐vrouw een prettige sfeer creëren waarbin‐
nen de gasten nieuwe ervaringen durven aangaan. 3. Reflectie op de gastles van Ixta Noa (O/V)  De student kan beschrijven wat de eetstoornissen anorexia, boulimia en BED inhouden.  De student kan de symptomen die horen bij eetstoornissen herkennen in de onderwijspraktijk.  De student kan een leerling doorverwijzen wanneer een leerling een eet‐
stoornis vermoedt/erkent.  De student kan beschrijven hoe de persoonlijke verhalen van ervarings‐
deskundigen op het gebied van eetstoornissen hem hebben geraakt en maakt hierbij de koppeling naar eigen ervaringen. 4. Excursie In Balans (O/V)  De student is in staat om op een constructieve manier op te gaan in een verhalend ontwerp. Code: KT Voortpl 2 Deeltentamen: Kennistoets voortplanting 2 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C ≥ 5.5 2 1,2 2 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 60% goed is een voldoende 2 uur 52
Verplicht Onderwijsmateriaal Aanbevolen onderwijsmateriaal Werkwijze (activiteiten en werkvormen) Maximum aantal deelnemers Code: DS Voortpl 2 Deeltentamen: Dossier voortplanting 2 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C ≥ 5.5 2 1 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55% goed is een voldoende N.v.t. Code KT Balans 2 Deeltentamen: Kennistoets balans 2 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C ≥ 5.5 2 1,2 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 60% goed is een voldoende 1 uur Code DS Balans 2 Deeltentamen: Dossier Balans 2 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C ≥ 5.5 2 1 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55% goed is een voldoende N.v.t. - ILS handleiding/onderwijsmateriaal: Dier 3 (zie scholar) - Reece J.B. et al. (2011). Campbell Biology met MasteringBiology & Dutch Glos‐
sary. (9e druk). USA, Pearson ‐ ISBN13: 9781780164908. (Hoofdstukken:32, 33, 34, 40, 41, 42, 44) - Knippels, M.C. et al.(2001) Betekenisvol Geneticaonderwijs: Een chromosomen practicum. Niche(5), 14‐17 - Knippels, M.C. et al.(2002) Heen en Weer op en Neer. Niche, 5‐9 - Reece, J.B., Taylor, M.R., Simon, E.J. & Dickey, J.L. (2011) Campbell Biology: Concepts & Connections with MasteringBiology® (7e druk). USA Pearson – ISBN13: 978‐0321696489 - Domis‐Hoos, M., Kapteijn, M. en Boerwinkel, D.J. (2012). Genetica in beweging (1e druk). NVON. ISBN:978‐908797‐008‐6 - Bionieuws, Nederlands instituut voor de biologie (NIBI), Utrecht - Diverse artikelen zie link: http://www.ecent.nl/zoeken/search.do?queryString=genetica - Hoorcolleges: met als doel de ingewikkelde gedeelten van de leerstof te verhel‐
deren - Practicumbijeenkomsten: theorie in de praktijk, waarbij diverse fysiologische biologische concepten verhelderd worden - Werkcolleges:  Vakinhoudelijke verheldering van de stof  Vraagstukken genetica  Werkvormen Oordeelsvorming  Gastles Ixta Noa  Presentaties Kookopdracht  Diverse werkvormen gezondheidseducatie (o.a. energieberekeningen). - Excursie In Balans - Kookopdracht Niet van toepassing 53
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten Studiepunten, studielast (les‐ en contacturen) Samenhang met andere onderwijseenheden Ingangseisen en aanwezig‐
heidsverplichting Algemene omschrijving Cel 2 – Celfysiologie ILS‐Bi643/1 Opleiding tot leraar van de 2de graad biologie Studenten voltijd, hoofdfase Jaar 2, Semester 1, Periode 2 BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid Onderzoeksposter, onderzoeksverslagen van diverse proeven 7,5 studiepunten, 210 studielasturen ‐ 60 uur contacttijd (7,5 u per week, hoorcolleges, werkbijeenkomsten) ‐ 150 uur zelfstudie (18 uur per week) In de OWE Cel 2 staat de cel centraal, waarin de bouw, functie en interactie van de cel met de omgeving wordt behandeld. Hier wordt de basis gelegd om fysiolo‐
gische reacties op moleculair niveau te begrijpen. Deze processen kunnen gekop‐
peld worden naar verschijnselen (o.a. genetische afwijkingen en ziektes) op hoge‐
re organisatieniveaus. Tenslotte, deze OWE sluit nauw aan bij de OWE Cel 3 waar‐
in de moleculaire genetische aspecten van de cel behandeld zullen worden. De theorielessen zijn facultatief. Deelname aan de werkcolleges en practica is een verplicht onderdeel van de cursus. Wanneer de student zich vóór de practicumles of werkcollege bij de docent heeft afgemeld met een geldige reden mag dit on‐
derdeel maximaal 2 maal ingehaald worden. Meldt de student zich niet af of doet hij dit met een ongeldige reden, mag het practicum/werkcollege wel ingehaald worden, maar zal het bijbehorend product (o.a. verslag) als herkansing worden beschouwd. Wanneer een student meer dan 2 practica mist, zal het practicum of werkcollege van de OWE in een volgend schooljaar opnieuw gedaan moeten wor‐
den. De thema’s besproken tijdens deze OWE zijn gericht op het behalen van onder‐
staande doelen: Theorie: - De student kan beschrijven wat de structuurkenmerken van een cel zijn. - De student kent de verschillende celorganellen (bouw en functie en de interac‐
tie tussen de verschillende celorganellen). - De student kent de thermodynamische wetten en kan deze wetten koppelen aan de stofwisselingsprocessen binnen de cel/organisme - De student kent de naamgeving, globale bouw en functies van enzymen en de bijbehorende relevante biochemische parameters (Km, V max) - De student kan de verschillende mogelijke interacties tussen enzymen en rem‐
stoffen benoemen en het effect van deze remstoffen op de biochemische pa‐
rameters van het enzym beschrijven. - De student kan de aërobe en anaërobe afbraak van biomoleculen globaal be‐
schrijven inclusief de regulatie van deze afbraak. - De student kan de fotosynthese reacties (licht en donkerreacties) globaal be‐
schrijven inclusief de regulatie van deze reacties. - De student kent verschillende plantentypen die op alternatieve manier aan Koolstoffixatie (C4 en CAM) doen, de specifieke aanpassingen van deze planten benoemen en kan deze ontwikkeling evolutionair plaatsen. - De student kan het algemene bouwschema en werking van een signaaltrans‐
ductieketen beschrijven. - De student kan de belangrijkste aspecten van de verschillende fases van de signaaltransductieketen beschrijven. - De student kent de verschillende typen receptoren met bijbehorende specifieke signaaltransductieketen en de biologische relevantie van het bestaan van deze verschillende typen receptoren. 54
Kennis‐ bases Vakinhoudelijk Cel 2 Vakdidactisch Cel 2 Competenties Beoordelingscriteria - De student kent de verschillende fases van de celcyclus en de moleculaire regu‐
latie van dit proces. - De student kent de (moleculaire) verschillen tussen gezonde cellen en kanker‐
cellen. Practicum: - De student kan diverse celfysiologische practica uitvoeren en een natuurweten‐
schappelijk verslag van maken. - De student kan de verschillende instrumenten gebruiken die specifiek zijn voor celbiologie waaronder microscopie, chemische indicatoren, spectrofotometrie . - De student kan (ultra)microscopisch beeldmateriaal analyseren en interprete‐
ren Vakdidactiek: De student beheerst specifieke didactische vaardigheden: - om abstract denken bij zichzelf of bij leerlingen aan te leren/bevorderen. (o.a. modellering, dramawerkvormen, etc.) - ter bevordering van inzicht in horizontale en verticale samenhang van verschil‐
lende biologische concepten (jo‐jo strategie, systeembiologie) Domein Concept A 1.2 – Cel A 2.1 – Cel A 2.3 – organism Cel 5. Transport 6. Metabolisme 7. Apoptose Fotosynthese A 3.2 – Cel Communicatie A 4.2 – Cel Celcyclus Aanpalende vakken – Natuurkunde Elektromagnetisch spectrum Domein Indicatoren B 1.1 Begripsont‐
wikkeling en jargon Biologische begrippen omschrijven, schematisch plaat‐
sen in hun onderlinge relaties en toepassen in verschil‐
lende contexten. Technisch‐instrumentele vaardigheden B 1.1 Leren van biolo‐
gische vaardigheden 3. Vakinhoudelijk en didactisch competent 5. Competent in samenwerken met collega’s Deeltentamen: Kennistoets Celfysiologie De student beheerst de kennis van de Cel 2 domeinen (zie boven) en bijbehoren‐
de concepten op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke kennisbasis. Deeltentamen: Dossier Celfysiologie Practicum‐ en onderzoekvaardigheden: De verslagen worden beoordeeld op de volgende criteria: - De student kan een practicumverslag schrijven volgens een natuurwetenschap‐
pelijke opbouw. - Bij tekeningen worden de standaard biologische tekenregels gebruikt als crite‐
rium - De student kan diverse plant of dier‐ celpreparaten maken - De student kan m.b.v. oculairmeter de grootte van celorganellen bepalen. - De student kan membraaneigenschappen aan de hand van experimenteel on‐
derzoek beredeneren. 55
Tentaminering Verplicht Onderwijsmateriaal Aanbevolen onderwijsmateriaal Werkwijze (activiteiten en werkvormen) Maximum aantal deelnemers - De student kan een enzym m.b.v. enzymkinetische experimenten biochemisch karakteriseren - De student kan de juiste theorie koppelen aan diverse uitgevoerde celfysiolo‐
gische experimenten Code KT Cel 2 Deeltentamen: Kennistoets Celfysiologie C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 2 en 3 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55% van de totaal te behalen punten 2 uur Code DS Cel 2 Deeltentamen: Dossier Celfysiologie C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 en 3 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55% van de totaal te behalen punten N.v.t. - ILS handleiding: Cel 2 ‐ Celfysiologie (zie scholar) - Reece, J.B. et al. (2011). Campbell Biology met MasteringBiology & Dutch Glos‐
sary. (9e druk). USA, Pearson ‐ ISBN13: 9781780164908. (Hoofdstukken:6, 7, 8, 9, 10, 11 en 12) ‐ Bionieuws, Nederlands instituut voor de biologie (NIBI), Utrecht ‐ Reece, J.B., Taylor, M.R., Simon, E.J. & Dickey, J.L. (2011) Campbell Biology: Concepts & Connections with MasteringBiology® (7e druk). USA Pearson – ISBN13: 978‐0321696489 - Hoorcolleges: met als doel de ingewikkelde gedeelten van de leerstof te verhel‐
deren en waarin vakdidactische aspecten aan de orde komen - Practicumbijeenkomsten: theorie in de praktijk, waarbij diverse celfysiologische biologische concepten verhelderd worden Niet van toepassing 56
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Leren lesgeven ILS‐Bi620/1 Opleiding tot leraar van de 2de graad biologie Studenten voltijd hoofdfase Semester 1, periode 1 en 2 (voor een deel van de studenten vinden de lessen ‘spreken voor de klas’ plaats in semester 2) Beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten Studiepunten, studielast (les‐ en contacturen) Samenhang met andere onderwijseenheden Ingangseisen en aanwe‐
zigheidsverplichting Algemene omschrijving BT 1 Lesgeven en trainen in het vak biologie BT 1 Lesgeven en trainen in het vak biologie Persoonlijk beroepsbeeld:
In een beschrijving van het persoonlijk beroepsbeeld maakt de student duidelijk wat het beroep voor hem inhoudt, uit welke onderdelen of aspecten het beroep bestaat en welke waardering wordt toegekend aan deze verschillende aspecten. Het persoonlijk beroepsbeeld van een leraar is een dynamische verzameling van opvattingen en beelden van het leraarschap. Het breidt zich uit en wijzigt zich steeds. 7.5 studiepunten, 210 studielasturen Onderwijskunde: - Contacttijd onderwijskunde: 36 uur - Zelfstudie onderwijskunde: 55 uur - Leertaak onderwijskunde: 40 uur Drama: - Werkcolleges: 20 uur - Tentamen: 3 uur - Zelfstudie: 22 uur Spreken voor de klas: - Contacttijd: 20 uur - Zelfstudie: 14 uur Deze onderwijseenheid maakt deel uit van de leerlijn onderwijskunde/drama /spreken voor de klas. De leerlijn is gebaseerd op de landelijk vastgestelde generie‐
ke kennisbasis. In jaar 1 maken ook de onderwijseenheden ‘oriëntatie op lesgeven’ en ‘oriëntatie op begeleiden’ deel uit van deze leerlijn. Spreken voor de klas: Screening: deelname is verplicht om deel te mogen nemen aan het tentamen. Aanwezigheid lessen: omdat het hier gaat om praktische lessen waarbij interactie met medestudenten en docent van groot belang zijn geldt als ingangseis voor het tentamen een aanwezigheidsplicht. Wanneer je meer dan 2 lessen niet aanwezig bent (om welke reden dan ook) kun je niet deelnemen aan het tentamen. Om als‐
nog te kunnen voldoen aan de gestelde ingangseis dien je de gemiste lessen in te halen in een volgende onderwijsperiode. Neem hiervoor contact op met je docent.
In deze periode staan met name de didactische, pedagogische en reflectieve com‐
petenties centraal. De vraag ‘Wat is leren?’ wordt vanuit verschillende leertheorie‐
en beantwoord. Verschillende didactische modellen worden verkend, met name vanuit pedagogische invalshoek; betekenisvolle leerroutes ontwerpen, het coöpera‐
tief leren model, Meervoudige intelligentie. Coöperatief leren (of samenwerkend leren) en Meervoudige Intelligentie zijn ook modellen om te kunnen differentiëren in de klas. In een beschrijving van jouw persoonlijk beroepsbeeld probeer je duide‐
lijk te maken wat het beroep voor jou is, uit welke onderdelen of aspecten het be‐
roep bestaat en welke waardering wordt toegekend aan deze verschillende aspec‐
ten. Tijdens de lessen drama worden diverse dramawerkvormen aangeboden door de docent. Daarnaast worden werkvormen die door de student zijn ontworpen uitge‐
voerd. Ervarend verken je de mogelijkheden hoe je de dramawerkvormen in kan 57
Kennis‐ bases Generieke kennisbasis zetten voor je vak en voor mentoruren; welke werkvormen zijn geschikt en hoe begeleid je dat. Tijdens lessen ‘spreken voor de klas’ komen kennis en vaardigheden met betrekking tot professioneel spreekgedrag aan de orde. Domein Subdomein 1: Leren in diverse contexten 2. Didactiek en leren 4. Ontwikkeling van de adoles‐
cent 6. Professionele docenten Competenties Beoordelingscriteria 1.1 Het concept ‘leren’ 1.2 Visies op leren 1.3 Cognitie, werking van de hersenen en leren 2.1 Model didactische analyse 2.2 Leerdoelen en Instructiemodellen 4.2 Morele ontwikkeling van de adolescent 6.1 Professionele ontwikkeling 7. Nederlands onderwijssysteem 7.1 Nederlands onderwijsstelsel 7.2 Onderwijsconcepten 9. Diversiteit en onderwijs 9.2 Burgerschapsvorming 1. Interpersoonlijk competent 2. Pedagogisch competent 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 4. Organisatorisch competent 5. Competent in het samenwerken met collega’s 6. Competent in het samenwerken met de omgeving 7. Competent in reflectie en ontwikkeling De uitwerking van de competenties op de drie niveaus staat beschreven in de Rug‐
gengraat van de lerarenopleiding. Deeltentamen: Kennistoets leren lesgeven De student beheerst de kennis van eerder genoemde domeinen en subdomeinen uit de generieke kennisbasis (m.u.v. domein 6.1) op het niveau van onthouden/ kennis, het begrijpen/herkennen en het toepassen in eenvoudige situaties. Tijdens dit deeltentamen staan de onderwerpen uit het thema ‘wat is leren?’ centraal. Deeltentamen: Leertaak persoonlijk beroepsbeeld De student kan het beeld dat hij heeft gevormd van de soort leraar die hij wil zijn beschrijven a.d.h.v. (minimaal) 8 van de 14 aangeboden thema’s. De student kan formuleren welke pedagogische en didactische keuzes hij gaat ma‐
ken ten aanzien van werkplekleren 2A. Hij kan hierin ideeën voor observaties ver‐
woorden waarin hij de opgedane theoretische kennis kan vertalen naar de praktijk. Deeltentamen: Vaardigheidstoets Drama 2 De student laat door middel van een individuele presentatie, dramawerkvormen en een werkboek een professionele docenthouding zien; de student zet dramawerk‐
vormen in bij activerende didactiek en in zijn begeleidingsvaardigheden. De student laat door middel van digital storytelling zien verteltechnieken te be‐
heersen. De student heeft voldaan aan 100% aanwezigheidsplicht. Deeltentamen: Vaardigheidstoets spreken voor de klas De student laat zien en horen dat hij 1. zich bewust is van het eigen spreekgedrag; 2. de verschillende aspecten van het spreekgedrag, zoals behandeld in de lessen, kan toepassen. 58
Tentaminering Verplicht onderwijsmateriaal Deeltentamen: Kennistoets leren lesgeven C/V Minimale eis Aantal kansen C 5,5 2 Code: LT Leren lesg Toetsperiodes Weging Periode 2 2 Periode 3 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen n.v.t. 1.5 uur 65% van het totale aantal punten is voldoende Code: LT prs berbld Deeltentamen: Leertaak persoonlijk beroepsbeeld C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 Periode 2 1 Periode 3 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 1 N.v.t. Bij alle beoordelingen in “V” is het cijfer een 5.5 per “+”cijfer met 0,22 verhoogd & Per “‐“ cijfer met 0,22 verlaagd Code: VT drama 2 Deeltentamen: Vaardigheidstoets drama 2 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 Periode 1 1 Periode 2 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen Individuele presentatie: 5,5. Individuele pre‐
1 55% van de te behalen pun‐
sentatie ca. 3‐ 5 ten minuten, - Dramawerkvorm als leson‐
- Dramawerkvorm derdeel ontwerpen en uit‐
als lesonderdeel voeren: 5,5. 55% van de te ontwerpen en uitvoeren: duur behalen punten oefening 10 mi‐
- Werkboek en deelname nuten lessen: 5,5. 55% van de te behalen punten Code: VT Spreken Deeltentamen: Vaardigheidstoets spreken voor de klas C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging 3
V voldaan 2 Periode 1‐4 N.v.t. Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 1 1,5 uur Alle beoordelingscriteria moeten voldoende beoordeeld zijn. Onderwijskunde - Ebbens, S. & Ettekoven, S. (2005). Effectief leren. Groningen: Noordhoff Uitge‐
vers. ISBN 13: 9789001307523 - Ebbens, S. & Ettekoven S. (2013). Samenwerkend leren. Groningen: Noordhoff Uitgevers. ISBN: 9789001815462 - Geerts, W., Kralingen, R. van (2011). Handboek voor leraren. Bussum. Uitgeverij Coutinho - Veen T. van der, Wal, J. van de (2012). Van leertheorie naar onderwijspraktijk. Groningen: Noordhoff Uitgevers. - Wal, J. van de, Wilde, J. de & Mooij, I. de (2006). Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding. Bussum: Coutinho. - Reader onderwijskunde 2A (scholar) Drama: artikelen op scholar. 3
Afhankelijk van wanneer de lessen ‘spreken voor de klas’ geroosterd worden 59
Aanbevolen onderwijsmateriaal Werkwijze (activiteiten en werkvormen) Maximum aantal deelnemers Spreken voor de klas: Reader “Spreken voor de klas” (scholar) Onderwijskunde - Donk, C. van der, Lanen, B. van (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho. ISBN: 9789046903001 - Marzano, R. & Miedema, W. (2008). Leren in vijf dimensies. Assen: Van Gor‐
cum. ISBN 13: 9789023241294 - (Werk)colleges waarin theorie wordt afgewisseld met praktische oefeningen en verwerkingsopdrachten. - Tijdens het werkplekleren werk je d.m.v. het uitvoeren van leertaken aan je competentieontwikkeling. - Drama omvat praktijkoefeningen rondom presentatievaardigheden tijdens werkcolleges met ondersteunende zelfstudieopdrachten. - Spreken voor de klas omvat oefeningen betreffende het eigen spreken, zowel klassikaal als in kleine groepjes N.v.t. 60
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten Studiepunten, studielast (les‐ en contacturen) Samenhang met andere onderwijseenheden Ingangseisen en aanwe‐
zigheidsverplichting Algemene omschrijving Kennis‐ bases Generieke kennisbasis Leren begeleiden ILS‐Bi623/2 Opleiding tot leraar van de 2de graad biologie Studenten voltijd hoofdfase Semester 2, periode 3 en 4 BT 2 Begeleiden van lerenden BT 2 Begeleiden van lerenden Leertaak Een positief leef‐ en leerklimaat’ De student beschrijft in de leertaak ‘Een positief leef‐ en leerklimaat’ wat hij con‐
creet met de inhoud van de bijeenkomsten denkt te kunnen en te gaan doen tij‐
dens de stage. Voor deze leertaak maakt hij ook een filmopname van zichzelf, zodat hij zijn gedragingen om een positief leef‐ en leerklimaat te organiseren, kan analy‐
seren. Deze leertaak verandert weer zijn persoonlijk beroepsbeeld dat in de eerste helft van het jaar expliciet gemaakt is. 7.5 studiepunten, 210 studielasturen Onderwijskunde: ‐ Werkplekleren inclusief leertaak ‘Leef‐ en werkklimaat’ 128 uur ‐ Contacttijd 36 uur ‐ Zelfstudie 46 uur Deze onderwijseenheid maakt deel uit van de generieke leerlijn. De leerlijn is geba‐
seerd op de landelijk vastgestelde generieke kennisbasis. De onderwijseenheden ‘oriëntatie op lesgeven’, ‘oriëntatie op begeleiden’ en ‘leren lesgeven’ maken ook deel uit van deze leerlijn. Een goedgekeurd leerwerkplan is voorwaarde om te kunnen starten met werkplek‐
leren 2A. Deze onderwijseenheid is opgebouwd rondom het thema ‘leef‐ en leerklimaat’. Pas als de sfeer goed is, is er ruimte voor goed onderwijs waar de leerlingen optimaal kunnen leren. In periode 3 wordt er gestart met de invloed die de leraar heeft op het leefklimaat in de klas. Hoe creëert de docent een ‘goed’ leefklimaat? Welke kennis, vaardigheden en houding zijn nodig om dit te verkrijgen? Om een professi‐
onele docent te worden is de ontwikkeling van de interpersoonlijke competentie nodig als basis waarop de andere competenties zich kunnen ontwikkelen (net als de reflectieve competentie). Bij de interpersoonlijke competentie gaat het om de rela‐
tionele boodschappen in de communicatie. Om die relationele boodschappen ef‐
fectief te laten zijn voor het leerproces van de leerlingen, gaan we in deze periode onder andere ook met concrete vaardigheden voor de ontwikkeling van de inter‐
persoonlijke competentie aan de slag. In periode 3 wordt met name op microniveau gekeken; hoe is de communicatie in een klas? In periode 4 bekijken we het leef‐ en leerklimaat vanuit organisatorisch, pedago‐
gisch en didactisch perspectief. Op microniveau stellen we ons vragen als: Wat zijn leerling‐behoeften? Hoe wordt op klassenniveau omgegaan met diversiteit (ver‐
schillen)? In periode 4 wordt op mesoniveau naar diversiteit gekeken. Domein Subdomein 1: Leren in diverse contexten 1.4 Leerling‐kenmerken 2: Didactiek en leren 2.5 Begeleiden van leerprocessen 3: Communicatie, interactie en groepsdynamica 3.1 3.2 3.3 6.1 6.4 6: Professionele docenten Mentale modellen van communicatie Gespreksvoering Groepsdynamica Professionele ontwikkeling Onderwijsvisie en –ethiek 61
7: Nederlands onderwijssysteem 8: Pedagogische kwaliteit 9: Diversiteit en onderwijs Competenties Beoordelingscriteria Tentaminering 7.3 De school als organisatie: structuur en cultuur 8.1 Pedagogische driehoek 8.2 Doel, arrangement en voorwaarden in de pedagogiek 8.3 Verbinding pedagogisch leerplan met schools curriculum 9.3 Omgaan met diversiteit 9.4 Culturen en levensbeschouwing 1. Interpersoonlijk competent 2. Pedagogisch competent 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 4. Organisatorisch competent 5. Competent in het samenwerken met collega’s 6. Competent in het samenwerken met de omgeving 7. Competent in reflectie en ontwikkeling De uitwerking van de competenties op de drie niveaus staat beschreven in de Rug‐
gengraat van de lerarenopleiding. Deeltentamen: Kennistoets leren begeleiden De student beheerst de kennis van eerder genoemde domeinen en subdomeinen uit de generieke kennisbasis (m.u.v. domein 6.1) op het niveau van onthouden/ kennis, het begrijpen/herkennen en het toepassen in eenvoudige situaties. Tijdens dit deeltentamen staan de onderwerpen uit het thema ‘leef‐ en leerklimaat’ cen‐
traal. Deeltentamen: Eindbeoordeling WPL2A De student laat in zijn handelen bij wpl 2A zien dat hij op de zeven competenties op niveau 2 een ontwikkeling heeft doorgemaakt én dat hij ten minste de knock‐out criteria zoals beschreven in de Handleiding Werkplekleren op voldoende niveau heeft aangetoond. Deeltentamen: Dossier leertaak positief leef‐ en leerklimaat en beoordeling wpl2A De student laat zien dat hij op basis van literatuur: ‐ leerdoelen voor de stage kan formuleren in het kader van een positief leef‐ en leerklimaat; ‐ de thema’s die tijdens de onderwijskundebijeenkomsten aan bod komen (op het gebied van de interpersoonlijke, didactische, pedagogische en organisatori‐
sche competentie) kan uitvoeren in eenvoudige praktijksituaties; ‐ kan reflecteren op zijn filmfragment. De tussenbeoordeling wpl 2A is aanwezig. De eindbeoordeling wpl 2A is voldoende. Code: KT Leren beg Deeltentamen: Kennistoets leren begeleiden C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 Periode 4 1 Periode 4 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 1 1.5 uur 65% van het totale aantal punten is voldoende Code: Eindbeoor Deeltentamen: Eindbeoordeling WPL2A C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 6,0 1 Periode 4 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 1 of 2 1.5 uur Alle knock‐out criteria minimaal voldoende aangetoond 62
Verplicht onderwijsmateriaal Aanbevolen onderwijsmateriaal Werkwijze (activiteiten en werkvormen) Maximum aantal deelnemers Code: DS LT Pos LL Deeltentamen: Leertaak positief leef & leerklimaat C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 Periode 4 1 Periode 4 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 1 n.v.t. Alle beoordelingscriteria zijn met minimaal een voldoende beoor‐
deeld. Onderwijskunde - Geerts, W., Kralingen, R. van (2011). Handboek voor leraren. Bussum. Uitgeverij Coutinho - Teitler, P. (2013). Lessen in orde; handboek voor de onderwijspraktijk. Bussum: Coutinho. - Reader onderwijskunde 2b (scholar) - Donk, C. van der, Lanen, B. van (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho. ISBN: 9789046903001 - Marzano, R. & Miedema, W. (2008). Leren in vijf dimensies. Assen: Van Gor‐
cum. ISBN 13: 9789023241294 - (Werk)colleges waarin theorie wordt afgewisseld met praktische oefeningen en verwerkingsopdrachten. - Tijdens het werkplekleren werk je d.m.v. het uitvoeren van de leertaak aan je competentieontwikkeling. N.v.t. 63
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten Studiepunten, studielast (les‐ en contacturen) Samenhang met andere onderwijseenheden Ingangseisen en aanwezig‐
heidsverplichting Algemene omschrijving Vakdidactiek 2 ILS‐BI644/1 Opleiding tot leraar van de 2de graad biologie Studenten voltijd hoofdfase leerjaar 2 Leerjaar 2, Semester 2, Periode 3 en 4 BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen Nvt 7,5 studiepunten (stp), 210 studielasturen  24 uur contacttijd (werkcolleges)  58 uur zelfstudie  128 uur werkplekleren De OWE vakdidactiek maakt deel uit van de leerlijn vakdidactiek van de leraren‐
opleiding biologie. In deze OWE wordt voortgeborduurd op datgene wat geleerd is bij de OWE vakdidactiek 1 (leerjaar 1) en bereidt voor op de OWE Vakdidactiek 3 (leerjaar 3). Onderdeel van deze leerlijn is ook (een deel van) het werkplekleren waar de vakdidactiek wordt toegepast. Inzichten met betrekking tot practicumdi‐
dactiek, opgedaan tijdens de OWE Biologie als wetenschap 2, worden tijdens deze OWE toegepast. Deelname aan de werkcolleges is een verplicht onderdeel van de OWE. Wanneer de student zich vóór het werkcollege bij de docent heeft afgemeld met een geldi‐
ge reden mag dit onderdeel maximaal 3 maal door middel van een vervangende opdracht ingehaald worden. Wanneer een student meer dan 3 werkcolleges mist, zal het werkcollege van de OWE in een volgend schooljaar opnieuw gedaan moe‐
ten worden. Onderdeel van deze OWE is het werkplekleren waar studenten onder andere biologielessen geven. Tijdens dit werkplekleren worden inzichten met betrekking tot practicumdidactiek, opgedaan tijdens de OWE Biologie als wetenschap 2, in praktijk gebracht. Ter ondersteuning van het vakdidactisch handelen tijdens het werkplekleren nu en in de toekomst wordt gewerkt aan de volgende vakdidacti‐
sche thema’s. Aan de hand van diverse casus wordt de toepassing van het biologisch didactisch model geoefend. Er wordt ingezoomd op het formuleren van operationele doelen van diverse aard en vanuit verschillende perspectieven, het kiezen van effectieve werkvormen en het evalueren van de doelen. Om tot effectieve werkvormen te komen wordt een leerstofanalyse en –
verdieping uitgevoerd waarbij de cyclus voor praktijkonderzoek wordt doorlopen. In het bijzonder wordt literatuur bestudeerd over leerling‐denkbeelden (precon‐
cepten) en manieren waarop je hiermee kunt omgaan. Ook wordt in het kader van het stellen van doelen en het kiezen van werkvormen aandacht besteed aan differentiatie. In het kader van het evalueren van doelen wordt onderscheid gemaakt tussen formatief en summatief toetsen. Verder wordt de taxonomie van Bloom geïntro‐
duceerd als instrument om toetstermen te formuleren. Er wordt aandacht besteed aan het structureren van de ‘standaardles’ aan de hand van het ‘Directe Instructiemodel’, met een focus op de bijbehorende sleu‐
telbegrippen. Tevens wordt er een begin gemaakt met de toepassing van samen‐
werkend leren en activerende didactiek. Het gaat hierbij om het kennismaken met en uitproberen van enkele basisvormen. Studenten oriënteren zich tot slot op het (werken in het) MBO en de beroepscon‐
texten die daarbij horen. 64
Kennis‐ bases Vakdidactiek Domein Indicatoren B1.1. De leerling: biologie leren a.
b.
c.
d.
e.
B1.2. De docent: biologie lesgeven B1.3. Het schoolvak B1.4 De (fysieke) omgeving Generieke ken‐
nisbasis B1.5. Toetsen en evaluatie in het schoolvak biologie B1.6. Professionele ontwikkeling van een biologiedocent Domein 2. Didactiek en leren 6. Professionele docenten Competenties Beoordelingscriteria Begripsontwikkeling en jargon Leren van biologische vaardigheden Verschillen tussen leerlingen Didactische werkvormen en media Organisatie van de diverse biologie onderwijsleeractiviteiten a. Het curriculum d. Verder studeren c. Gebruik van publieke faciliteiten ten behoeve van biologieonderwijs a. Weten wat getoetst kan worden a.
Vak‐ en vakdidactische kennis Subdomein 2.1. Model didactische analyse (a,c,d,e) 2.2. Leerdoelen en instructiemodellen (a,b,c,d,e,g,h,i) 2.3. Vormgeving van leerprocessen (a,b,f) 2.4. Selectie en ontwerp van leermidde‐
len (b) 2.5. Begeleiden van leerprocessen (b) 2.6. Evaluatie en toetsing (a) 6.2 Praktijkonderzoek 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 4. Organisatorisch competent 5. Competent in het samenwerken met collega’s 7. Competent in reflectie en ontwikkeling De uitwerking van de competenties op de drie niveaus staat beschreven in de Ruggengraat van de lerarenopleiding. Deeltentamen: Leertaak practicum ‐ De student kan het doel van het practicum helder en eenduidig formuleren. ‐ De student heeft het geformuleerde doel zodanig opgesteld dat het naadloos aansluit op de typering van het practicum volgens van den Berg en Buning (1994). ‐ De student heeft de volledige instructie beschreven (wat, hoe, hulp, tijd, uit‐
komst, klaar, waarom) waarbij de veiligheid tijdens het practicum is gewaar‐
borgd. ‐ De student heeft de evaluatie gericht op het leerling‐doel en de practicumopzet is gebaseerd op observaties en (indien van toepassing) leerling‐materiaal. ‐ De student geeft blijk van een positieve maar realistische en kritische houding bij de evaluatie en reflectie. Deeltentamen: Leertaak Leerstofanalyse ‐ De student kan verbanden leggen en discrepanties aangeven tussen zijn eigen onderwijsvisie, kerndoelen/eindtermen en op school gebruikte leerdoelen en ‐
middelen met betrekking tot een bepaald thema. ‐ De student kan op basis van deze verbanden/discrepanties aangeven waar voor hem een uitdaging ligt in het ontwikkelen/verbeteren van zijn onderwijs. ‐ De student kan bij zijn uitdaging een heldere onderzoeksvraag formuleren. ‐ De student boort gericht diverse typen inhoudelijk deskundige bronnen aan op zoek naar relevante informatie om zijn onderwijs te ontwikkelen. 65
Tentaminering Verplicht Onderwijsmateriaal Aanbevolen onderwijsmateriaal Werkwijze (activiteiten en werkvormen) Maximum aantal deelnemers ‐ De student kan uit de informatie die hij verzamelt de voor zijn vraag/uitdaging relevante onderdelen selecteren. ‐ De student formuleert innovatieve lesideeën om zijn onderwijs te verbeteren, gebaseerd op zijn eigen visie en inzichten van anderen/geraadpleegde bronnen. Deeltentamen: Twee lessen om trots op te zijn ‐ De student bereidt zijn lessen gedegen voor (lesvoorbereiding: regieformulier, uitgewerkte uitleg en instructie, leerling‐materiaal). ‐ De student kiest werkvormen die aansluiten op helder geformuleerde leerling‐
doelen. ‐ De student geeft zijn les structuur (organisatie en planning). ‐ De student reflecteert op een succesvol vakdidactisch aspect van zijn les en doorloopt daarbij alle stappen van het reflectiemodel van Korthagen. ‐ De student kan aangeven welke theoretische inzichten hij bewust of onbewust heeft ingezet. Deeltentamen: Leertaak practicum (evaluatieformulier en Code LT Practicum poster) C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 4 1x Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 1 55% van de te behalen punten N.v.t. Code LT Leerstof Deeltentamen: Leertaak ‘leerstofanalyse’ (verslag) C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 4 1x Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 1 55% van de te behalen punten N.v.t. Deeltentamen: Leertaak ‘twee lessen om trots op te zijn ‘ Code LT TweeLessen (lesvoorbereiding en reflectie) C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 3,4 1x Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 1 55% van de te behalen punten N.v.t. - Ebbens, S. & Ettekoven, S. (2005). Effectief leren. Groningen: Noordhoff Uitge‐
vers. - Geerts, W., Kralingen, R. van (2011). Handboek voor leraren. Bussum. Uitgeverij Coutinho - Donk, C. van der & Lanen, B. van (2009). Praktijkonderzoek in de school. Bus‐
sum: Coutinho. - Berg, E. van den en Buning, J.(1994). Practicum, leren ze er wat?. NVOX, 19(6), 245‐249 Deze OWE is in ontwikkeling. Aanvullend verplicht materiaal wordt in de studie‐
wijzer opgenomen. - Hoogeveen, P. & Winkels, J. (2009) Het didactische werkvormenboek. (8e druk). Assen: Van Gorkum. Deze OWE is in ontwikkeling. Aanvullend aanbevolen materiaal wordt in de stu‐
diewijzer opgenomen. Werkplekleren, incl. de uitvoer van leertaken. Werkcolleges waarin onder andere casus worden besproken, (deel)lessen worden ontworpen en gegeven en onderwijsmateriaal wordt ontwikkeld. Indien mogelijk wordt er ook een bezoek gebracht aan een MBO instelling. Niet van toepassing 66
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten Studiepunten, studielast (les‐ en contacturen) Samenhang met andere onderwijseenheden Ingangseisen en aanwezig‐
heidsverplichting Algemene omschrijving Cel 3 – Microbiologie & Moleculaire genetica ILS‐Bi621/1 Opleiding tot leraar van de 2de graad biologie Studenten voltijd, hoofdfase Leerjaar 2, Semester 2, Periode 3 BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid Onderzoekspresentatie, onderzoeksverslagen van diverse proeven 7,5 studiepunten, 210 studielasturen ‐ 60 uur contacttijd (7,5 u per week, practica, hoorcolleges, werkbijeenkomsten) ‐ 150 uur zelfstudie (18 uur per week) In de OWE cel 3 staat onder andere de microbiologie centraal, waarin de bouw, fysiologie en voortplanting van de prokaryoten wordt behandeld. Naast de micro‐
biologie worden ook de moleculair genetische aspecten (replicatie, transcriptie, translatie, regulatie van eiwitexpressie) van de cel behandeld. Deze OWE is een vervolg van OWE Cel 2 (celfysiologie). De theorielessen zijn facultatief. Deelname aan de werkcolleges en practica is een verplicht onderdeel van de cursus. Wanneer de student zich vóór de practicumles of werkcollege bij de docent heeft afgemeld met een geldige reden mag dit on‐
derdeel maximaal 2 maal ingehaald worden. Meldt de student zich niet af of doet hij dit met een ongeldige reden, mag het practicum/werkcollege wel ingehaald worden, maar zal het bijbehorend product (o.a. verslag) als herkansing worden beschouwd. Wanneer een student meer dan 2 practica mist, zal het practicum of werkcollege van de OWE in een volgend schooljaar opnieuw gedaan moeten wor‐
den. De thema’s besproken tijdens deze OWE zijn gericht op het behalen van onder‐
staande doelen: Theorie: MICROBIOLOGIE De student kan aangeven wat kenmerken van prokaryoten zijn. De student kan beschrijven hoe genetische diversiteit binnen de prokaryoten gewaarborgd blijft. De student kan aangeven welke aanpassingen op het gebied van voeding en me‐
tabolisme tijdens de evolutie binnen de prokaryoten ontstaan zijn. De student kan beredeneren wat de bijdrage van prokaryoten aan ecologische systemen zijn De student moet kunnen beschrijven wat het algemene bouwplan van virussen is. De student kan uitleggen hoe een virus zich vermenigvuldigd De student kan toelichten welke invloed virussen, prionen en viroïden invloed hebben op planten en dieren. MOLECULAIRE GENETICA De student kan uitleggen hoe een DNA‐molecuul is opgebouwd De student kan alle enzymen, betrokken bij de replicatie, benoemen en toelichten wat de functie van deze enzymen is. De student kan de relatie tussen genen en eiwitten toelichten De student kan de basisprincipes van de eiwitsynthese uit leggen. De student kan tenminste 3 voorbeelden van mutaties noemen. De student kan het operonconcept uitleggen in termen van regulatie. 67
Kennis‐ bases Vakinhoudelijk Cel 3 Vakdidactisch Cel 3 Competenties Beoordelingscriteria Practicum: - De student kan diverse microbiologische en moleculair genetische practica uit‐
voeren en een natuurwetenschappelijk verslag van maken. - De student kan verschillende instrumenten gebruiken die specifiek zijn voor microbiologie & moleculaire genetica waaronder microscopie, gel elektrofore‐
se, PCR, micropipet, DNA isolatie. Vakdidactiek: De student beheerst specifieke didactische vaardigheden: - om abstract denken bij zichzelf of bij leerlingen aan te leren/bevorderen. (o.a. ter bevordering van inzicht in horizontale en verticale samenhang van verschil‐
lende biologische concepten Domein Concept A 1.2 – Cel Cel A 2.1 – Cel A 2.3 – Organisme A 3.2 – Cel A 4.2 – Cel 8. Transport 9. Metabolisme 10. Apoptose Fotosynthese Communicatie Celcyclus Domein Indicatoren B 1.1 Begripsont‐
wikkeling en jargon Biologische begrippen omschrijven, schematisch plaat‐
sen in hun onderlinge relaties en toepassen in verschil‐
lende contexten. Technisch‐instrumentele vaardigheden B 1.1 Leren van biolo‐
gische vaardigheden 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 5. Competent in het samenwerken met collega’s Deeltentamen: Kennistoets Microbiologie & Moleculaire genetica Kennistoets: Kennis op het eindniveau van de kennisbasis biologie. Per meerkeu‐
zevraag is één antwoord goed, tenzij anders is aangegeven. De antwoorden op de open vragen worden beoordeeld op de aanwezigheid van vooraf geformuleerde essentiële aspecten. Naast de kennistoets wordt ook beoordeeld in hoeverre studenten de leerstof kunnen overbrengen op hun medestudenten. Deze vakdidactische opdracht wordt beoordeeld op de volgende criteria:  De student kan verschillende werkvormen gebruiken bij de bespreking van een Campbell hoofdstuk of een microbiologisch experiment  De student neemt de leiding bij de bespreking van de theorie  De student beheerst de theorie waarover hijj toelichting geeft aan de mede‐
studenten  De student gaat actief na of iedereen de theorie begrijpt en neemt adequaat actie als dit niet het geval is Deeltentamen: Dossier Microbiologie De practicumverslagen worden beoordeeld op de volgende criteria:  De student kan micro‐organismen typeren/op naam brengen m.b.v. gram‐
kleuringen of een API test.  De student kan een logboek maken ter voorbereiding van de experimenten  De student kan het aantal micro‐organismen (bacteriën en fagen) bepalen m.b.v. verdunningsreeksen, diverse uitplaattechnieken en juiste berekenin‐
gen. 68
Tentaminering Verplicht Onderwijsmateriaal Aanbevolen onderwijsmateriaal Werkwijze (activiteiten en werkvormen) Max. aantal deelnemers  De student kan een reincultuur maken vanuit een mengsel van bacteriën.  De student kan de juiste theorie koppelen aan de verschillende uitgevoerde microbiologische experimenten  De student kan een practicumverslag schrijven volgens de standaard natuur‐
wetenschappelijke opbouw (zie ook OWE BaW1).  De student kan een verslag van een microbiologische proef omzetten in een “flipping the classroom” filmpje. Deeltentamen: Dossier Moleculaire Genetica  De student kan m.b.v. diverse moleculair biologische technieken een recom‐
binant micro‐organisme maken dat het groen fluorescerend eiwit tot expres‐
sie brengt.  De student kan een logboek maken ter voorbereiding van de experimenten  De student kan de juiste theorie koppelen aan de verschillende uitgevoerde moleculair genetische experimenten  De student kan een practicumverslag schrijven volgens de standaard natuur‐
wetenschappelijke opbouw (zie ook OWE BaW1). Deeltentamen: Kennistoets Microbiologie & moleculaire Code KT Cel 3 genetica C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 3 en 4 2 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55% van de totaal te behalen punten 2 uur Code DS microbi Deeltentamen: Dossier Microbiologie C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 3 en 4 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55% van de totaal te behalen punten N.v.t. Code: DS molec gen Deeltentamen: Dossier Moleculaire genetica C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 3 en 4 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55% van de totaal te behalen punten N.v.t. - ILS handleiding: Cel 3 – Theoriehandleiding: microbiologie & moelculaire gene‐
tica (zie scholar) - ILS handleiding: Cel 3 – Practicumhandleiding: microbiologie & moelculaire genetica (zie scholar) - Reece, J.B. et al. (2011). Campbell Biology met MasteringBiology & Dutch Glos‐
sary. (9e druk). USA, Pearson ‐ ISBN13: 9781780164908. (Hoofdstukken: 16,17, 18, 19, 20, 21 en 27) - Ong. (2010). A play of protein synthesis in the classroom. The American Biology Teacher vol. 72, no. 9, p. 564‐566. Bionieuws, Nederlands instituut voor de biologie (NIBI), Utrecht - Hoorcolleges: met als doel de ingewikkelde gedeelten van de leerstof te verhel‐
deren - Practicumbijeenkomsten: theorie in de praktijk, waarbij diverse microbiolo‐
gische en moleculaire biologische concepten verhelderd worden - Vakdidactiekbijeenkomsten waarin de student kan aantonen dat hij vakdidac‐
tisch bekwaam is in de microbiologie/moleculaire genetica - ICT: “Flipping the classroom” filmpje maken Niet van toepassing 69
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten Studiepunten, studielast (les‐ en contacturen) Samenhang met andere onderwijseenheden Ingangseisen en aanwezig‐
heidsverplichting Algemene omschrijving Dier 4 – Bouw en Functie 2 & Balans 3 ILS‐Bi645/2 Opleiding tot leraar van de 2de graad biologie Studenten voltijd hoofdfase leerjaar 2 Leerjaar 2, semester 2, periode 4 BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak biologie BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid Immunologieopdracht 7,5 studiepunten, 210 studielasturen ‐ 59 uur contacttijd (lessen, hoorcolleges, werkbijeenkomsten, excursie) ‐ 151 uur zelfstudie Deze onderwijseenheid is de vierde en laatste uit de leerlijn ‘Dier’. Deze OWE gaat verder waar OWE Dier 3 eindigde. Het onderdeel ‘Bouw en functie’ richt zich met name op de aansturing van het bewegingsapparaat en het gedrag van dieren. Het onderdeel ‘balans’ gaat over de immunologische processen van dieren. OWE Dier 4 zal de leerlijn Dier afsluiten. Deelname aan de (werk‐)colleges is niet verplicht, met uitzondering van de bij‐
eenkomsten geëxpliciteerd in de studiewijzer. Deelname aan de practica is wel verplicht. Afwezigheid is voor de verplichte bijeenkomsten maximaal 1 keer (hoorcolleges) of 2 keer (practica) geoorloofd indien een student zich vooraf (tenminste 1 uur voor aanvang van de les) met een goed beargumenteerde reden zich bij de docent heeft afgemeld. Wanneer aan deze voorwaarde niet wordt voldaan, zal de student voor de opdracht (thema van die bijeenkomst) het cijfer 1 krijgen. Student komt vervolgens in beide gevallen (afgemeld met goede reden of niet afgemeld) binnen 3 werkdagen met een voorstel voor een vervangende op‐
dracht. De thema’s besproken tijdens deze OWE zijn gericht op het behalen van onder‐
staande doelen: ‐ De student kan een demonstratiepracticum uitvoeren voorzien van een staps‐
gewijze uitleg op uitdagend leerling‐niveau. ‐ De student kan theoretische kennis kort en krachtig samenvatten aan de hand van een afbeelding. ‐ De student kan aan de hand van tekeningen, modellen en afbeeldingen de bouw van het zenuwstelsel op orgaan‐, weefsel‐ en celniveau duidelijk maken (hersenen, ruggenmerg, zenuwen). ‐ De student kan de werking van zintuigen en het zenuwstelsel toelichten aan de hand van kennis over membraanpotentialen, actiepotentialen, impulsge‐
leiding en synapsen. ‐ De student kan een beeld schetsen van de ontwikkeling van de hersenen in de embryologie en evolutie. ‐ De student kan aan de hand van tekeningen de aansturing, bouw en werking van spieren uitleggen. ‐ De student kan aan de hand van schematische tekeningen de hefboomwer‐
king van spieren en gewrichten uitleggen en hier eenvoudige berekeningen op loslaten. ‐ De student kan met behulp van eenvoudige tekeningen de werking van een reflex uitleggen. ‐ De student kan eenvoudig ethologisch onderzoek opzetten, uitvoeren, analy‐
seren en presenteren (o.a. ethogram, protocol). 70
Kennis‐ bases Vakkennis / vakdidactiek Dier 4 Competenties Beoordelingscriteria Tentaminering De student kan leerling‐practica beoordelen op bruikbaarheid voor mijn eigen lespraktijk. ‐ De student kan met behulp van schema’s en afbeeldingen beschrijven hoe het aangeboren en verworven immuunsysteem de mens beschermt tegen bacte‐
riën, virussen en andere pathogenen. ‐ De student kan uitleggen hoe het immuunsysteem transfusie‐ en transplanta‐
tiemogelijkheden beperkt. Domein Concept(en) A 1.3 orgaansysteem  Vorm, opbouw en functie van orgaan‐
stelsel voor afweer en regeling A 2.2 – Orgaansysteem  Stevigheid en beweging  Afweer A 3.2 ‐ Cel  Celcommunicatie (zenuwcellen) A 3.3 ‐ Orgaansysteem  Zintuig en zenuwstelsel A 3.4 – organism ‐ Gedrag Aanpalende vakken Concept(en) Gezondheidszorg en welzijn Alle concepten 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 5. Competent in het samenwerken met collega’s De uitwerking van de competenties op de drie niveaus staat beschreven in de Ruggengraat van de lerarenopleiding. Deeltentamen: Kennistoets Dier 4 De student beheerst de kennis van bovengenoemde dier 4 domeinen (zie boven) en bijbehorende concepten op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke kennisbasis. Deeltentamen: Dossier Dier 4 Immunologieopdracht (balans 3, telt 1x mee) ‐ De student kan met behulp van schema’s en afbeeldingen beschrijven hoe het aangeboren en verworven immuunsysteem de mens beschermt tegen bacteriën, virussen en andere pathogenen. ‐ De student kan in eigen woorden een toelichting maken bij een schematisch overzicht van het immuunsysteem. Als voorwaarde voor de beoordeling geldt dat het verslag netjes verzorgd en goed leesbaar moet zijn. Ook mogen er niet meer dan 3 spelling/taalfouten per bladzij‐
de in staan. Als aan deze voorwaarden niet wordt voldaan dan wordt het verslag niet nagekeken en vervalt de 1e kans op beoordeling. Dossier (Bouw en Functie 2) met practica waarbij de student: ‐ Een onderzoekbare gedragsvraag kan stellen ‐ Een gedragsprotocol maken ‐ Een objectief ethogram maken ‐ Zijn onderzoeksresultaten helder kan samenvatten ‐ Een juiste conclusie kan trekken op basis van de getoonde resultaten ‐ Een correct onderzoeksverslag schrijven volgens de stappen van de natuur‐
wetenschappelijke methode Code KT BF2&B3 Deeltentamen: Kennistoets Bouw en Functie 2 & Balans 3 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C ≥ 5.5 2 4,4 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 60% goed is een voldoende 120 minuten 71
Deeltentamen: Dossier Bouw en Functie 2 & Balans 3 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes C ≥ 5.5 2 4,4 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur 2 55% goed is een voldoende Code DS BF2&B3 Weging 1 Duur tentamen 12 uur Verplicht onderwijsmateriaal 

ILS handleiding/onderwijsmateriaal: Dier 4 (zie scholar) Reece, J.B. et al. (2011). Campbell Biology met MasteringBiology & Dutch Glossary. (9e druk). USA, Pearson ‐ ISBN13: 9781780164908. (Hoofdstuk‐
ken:32, 33, 34, 40, 41, 42, 44) Aanbevolen onderwijsmateriaal 
Reece, J.B., Taylor, M.R., Simon, E.J. & Dickey, J.L. (2011) Campbell Biology: Concepts & Connections with MasteringBiology® (7e druk). USA Pearson – ISBN13: 978‐0321696489 Werkwijze (activiteiten en werkvormen) 
Maximum aantal deelnemers Hoorcolleges: met als doel de ingewikkelde gedeelten van de leerstof te ver‐
helderen  Practicumbijeenkomsten: theorie in de praktijk, waarbij diverse fysiologische biologische concepten verhelderd worden  Werkcolleges: uitleg door studenten (toelichten cruciale afbeeldingen Camp‐
bell)  Internationalisering: vergelijking donorschap internationaal. Niet van toepassing 72
OWE’s leerjaar 3 73
Programma‐ en tentamenoverzicht Hoofdfase, leerjaar 3 Onderwijseenheid Code Centrale beroepstaak Semester en periode Tentaminering Code Alluris Cijfer / V en eis Baw3 (Evolutie) – Ecologie 4 & Plant 3 (7,5 studiepunten) ILS‐
Bi646/1 5. Ontwikkelen van vakdeskundigheid Semester 1, Periode 1 Dossier Aquatische ecologie 2 DS Aq eco2 C ≥ 5.5 P1 P2 Dossier BaW3 (Evolutie) DS BAW3 C ≥ 5.5 P1 P2 Dossier Plant 3 DS plant 3 C ≥ 5.5 P1 P2 Integraal handelen in de beroepspraktijk 2 (22,5 studiepunten) ILS‐
Bi637/1 KT plant 3 C ≥ 5.5 P1 P2 PF beo WPL2b C ≥ 5.5 P2 P3/4 Eindbeoordeling wpl 2B Eindbeoor C ≥ 6.0 P2 N.v.t. Dossier leertaken onder‐
wijskunde LT OK C ≥ 5.5 P2 P3 Leertaak lessenserie LT lesserie C ≥ 5.5 P2 P3 Dossier NME DS NME C ≥ 5.5 P2 P3 BT 2 Begeleiden van lerende(n) BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak biologie BT 4 Bijdragen aan de onderwijsorganisatie Semester 1. Perioden 1 en 2 Kennistoets Plant 3 Integrale toets Deeltoetsen Portfoliobeoordeling integraal handelen 2 Toetsperiode 1ste kans 2de kans 74
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten Studiepunten, studielast (les‐ en contacturen) Samenhang met andere onderwijseenheden Ingangseisen en aanwezig‐
heidsverplichting Baw3 (Evolutie) – Ecologie 4 & Plant 3 ILS‐Bi646/1 Opleiding tot leraar van de 2de graad biologie Studenten voltijd hoofdfase leerjaar 3 Semester 1, Periode 1 BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid Aquatische ecologie 4: Onderzoeksverslag van de Wadden BaW3 (Evolutie): een zelf ontworpen presentatie waarin een biologische concept in evolutionair perspectief is uitgewerkt. Plant 3: Een eigen ontworpen plantenpracticum 7,5 studiepunten (stp.) ‐ 210 studielasturen Ecologie 4 – (2,5 stp) ‐ Theorie/werkcolleges: 9 uur (in week 1.1) ‐ Practicum: 40 uur (in week 1.2) ‐ Zelfstudietijd: 60 uur (6 uur per week) BaW3 (Evolutie) (3,0 stp.) ‐ Theorie/werkcolleges: 21 uur contacttijd (3 uur per week) ‐ Zelfstudietijd: 54 uur (9uur per week) Plant 3 (2,0 stp.) - Theorie/werkcolleges: 15 uur (3 uur per week) - Zelfstudietijd: 41 uur (7 uur per week) Aquatische ecologie 4 sluit aan bij het propedeusevak ecologie, waarin de ecolo‐
gische basisbegrippen en practicumvaardigheden zijn behandeld. Deze OWE is specifiek gericht op het aquatische milieu en is verdeeld in 2 blokken (jaar 2 en 3) zout en zoetwater. In 2014‐2015 staat zouwaterecologie centraal. In BaW3 (Evolutie) staat evolutie centraal en dit concept sluit eigenlijk bij alle OWE’s aan. In elk ‘Campbell Biology’ hoofdstuk worden allerlei biologische con‐
cepten in evolutionair perspectief geplaatst. In deze OWE ligt de nadruk vooral op uitleg van de verschillende evolutionaire processen. Plant 3 borduurt voort op de biologische vakken die eerder in de propedeuse‐ en hoofdfase zijn aangeboden. Er wordt dieper ingegaan op de voortplanting en de fysiologie (plantenhormonen) van de plant in relatie tot zijn omgeving (samen‐
hang met ecologie) en hoe deze ontwikkeld zijn in evolutionair opzicht (samen‐
hang met plantsystematiek & evolutie). Daarnaast wordt aandacht besteed aan groei, morfogenese en celdifferentiatie bij de plant. Ook wordt aandacht besteed aan hoe het concept plant op een zinvolle een aantrekkelijke manier besproken kan worden in een klas (samenhang met vakdidactiek 1 en 2). Bij de bespreking van de relatie tussen cellen, weefsels en organen wordt teruggekoppeld naar de kennis uit het vak Dier 1 en Dier 2. - Deelname aan de werkcolleges is een verplicht onderdeel van de cursus. - Wanneer de student zich vóór de practicumles bij de docent heeft afgemeld met een geldige reden mag het practicum maximaal 1 maal ingehaald wor‐
den. Meldt de student zich niet af of doet hij dit met een ongeldige reden, mag het practicum wel ingehaald worden, maar zal het practicum(verslag) als herkansing worden beschouwd. Wanneer een student meer dan 1 practica mist, zal het practicumonderdeel van de OWE in een volgend schooljaar op‐
nieuw gedaan moeten worden. 75
Algemene omschrijving Kennis‐ bases Ecologie 4 –: Deze module richt zich op de ecologie van het zoute water en heeft als doel de student de belangrijkste concepten van de zoutwaterecologie te leren. Deze concepten worden in de praktijk bestudeerd op het Waddeneiland Schier‐
monnikoog. Opleidingsdidactiek: Aanleren en toepassen van veldwerktechnieken rond het zoute water met flora en fauna kennis. Practicumvaardigheden: - Onderzoeksvaardigheden - Presentatievaardigheden - Veldwerktechnieken aanleren, oefenen en toepassen. - Zoekkaarten kunnen maken BaW3 (Evolutie) - Evolutie wordt op verschillende organisatieniveaus bestudeerd. - De processen die van belang zijn in de evolutie worden bestudeerd. - De evolutionaire lijn van de ontwikkeling van diverse weefsels/organen wordt bestudeerd. Vakkennis Plant 3 Deze module richt zich op de fysiologie van de plant. De cursus bestaat uit een theoriedeel als onderdeel van de kennisbasis en een practicumdeel, waarbij de verbinding gelegd wordt met het onderdeel Biologie als wetenschap. Theorie: - Groei, morfogenese en celdifferentiatie bij de plant - Geslachtelijk en ongeslachtelijke voortplanting bij planten - De bouw, vorming, ontwikkeling en functie van gameten en van de zygote - De levenscyclus van de plant waaronder de mitose en meiose - Technieken die ingrijpen in de reproductie en levenscyclus van de plant - Productie van specifieke hormonen op het functioneren van de plant Praktijk: - Voortplanting bij planten - Regulatie en werking van planthormonen op de plant - Onderzoek doen naar eigen onderzoeksvraag en ontwerpen van een eigen practicum waarin planten een centrale rol spelen Domein Concept(en) BaW3 (Evolutie) Geheel domein A5 - Alle concepten Ecologie 4 Aquatische ecologie A 1.6 – ecosysteem  Ecosysteem A 2.4 – ecosysteem 



A 2.5 – biosfeer  Duurzame ontwikkeling A 3.4 – organisme A 3.6 – ecosysteem - organismen‐ interactie met (a)biotische factoren  Gedrag - Voedselrelaties A 5.4 – biosfeer - Biodiversiteit Energiestroom Kringloop Dynamiek Evenwicht 76
Plant 3 Competenties Beoordelingscriteria A 1.3 – Orgaansysteem A 2.3 – Organisme A 2.4 – Ecosysteem A 3.2 – Cel A 3.3 – Orgaansysteem A 3.4 – Organisme A 4.3 – Organisme B1.1 De leerling: Biologie leren B 1.4 De (fysieke) leeromgeving ‐
‐
‐
‐
‐
‐
‐
Alle homeostase kringloop celcommunicatie hormoonhuishouding Interactie met (a‐)biotische facto‐
ren Voortplanting ‐ Begripsontwikkeling en jargon ‐ Leren van biologische vaardigheden ‐ Practicum: materialen en technieken ‐ Eigen onderzoek opzetten 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 4. Organisatorisch competent 7. Competent in reflectie en ontwikkeling De uitwerking van de competenties op de drie niveaus staat beschreven in de Ruggengraat van de lerarenopleiding. Deeltentamen: BaW 3 ‐ Dossier evolutie Kennistoets (2x): De student beheerst de kennis van op het eindniveau zoals be‐
schreven in de landelijke kennisbasis (domein A5). Vakpresentatie: De evolutionaire ontwikkeling van gespecialiseerde organen (b.v. lichtperceptie, gehoor, bloedsomloop, etc.) - de student heeft zich vakinhoudelijk verdiept (Campbell niveau) in het onder‐
werp - de student heeft de juiste chronologische evolutionaire ontwikkeling uitgewerkt van een bepaald orgaan/orgaanstelsel - de student heeft de uitgewerkte kennis didactisch verwerkt in een ppt, prezi, video of smartboard presentatie Deeltentamen: Dossier aquatische ecologie 2 Het dossier bestaat uit een: Kennistoets: De student beheerst de kennis van bovengenoemde domeinen en bijbehorende concepten op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke ken‐
nisbasis. Practicumverslag: De student verzamelt bewijs, in een eindverslag, voor de vol‐
gende eindtermen: - kan de flora en fauna van het zoute water en de Waddeneilanden determine‐
ren. - kan de ontstaansgeschiedenis en geologie van de Wadden beschrijven. - Kan de landschapsstructuren van een Waddeneiland en het gebruik en be‐
dreigingen herkennen en beschrijven. - kan eenvoudig onderzoek en bepaling van de milieu en voedselkwaliteit a.d.h.v. flora en fauna uitvoeren. - kan voor Strand/Duin en voor de Kwelder zonering en vegetatie veranderin‐
gen langs een lijn landinwaarts in kaart brengen en daar een successiestadi‐
um aan verbinden. - kan de ecologie en habitats van een aantal karakteristieke kwelder, duin en zoutwaterorganismen benoemen met aanpassingen aan zout, wind en droog‐
te. - kan de energie en voedselkringlopen van zoutwater systemen beschrijven en aangeven welke ecologische relaties er zijn tussen de organismen. - kan het belang en de werking van getijden uitleggen en van daaruit een rela‐
tie leggen naar landschapsvormen en aanpassingen van organismen. 77
kan zelfstandig eenvoudig onderzoek doen op het Wad, Strand, Kwelder en in de Duinen. Deeltentamen: Kennistoets Plant 3 De student beheerst de kennis van de domeinen bij Plant 3 (zie boven) en bijbe‐
horende concepten op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke kennisba‐
sis. Deeltentamen: Dossier Plant 3 De student toont in een dossier aan dat hij: - een verband kan leggen tussen de groei, morfogenese en celdifferentiatie bij de plant en de (a)biotische factoren - de verschillen tussen geslachtelijk en ongeslachtelijke voortplanting bij plan‐
ten kan aangeven ‐ de bouw, vorming, ontwikkeling en functie van gameten en van de zygote kan beschrijven ‐ de levenscyclus van de plant waaronder de mitose en de meiose begrijpt ‐ kan bediscussiëren dat het ingrijpen in de reproductie en levenscyclus van de plant geen waardevrije techniek is ‐ Het verband kan leggen tussen de productie van specifieke hormonen en het functioneren van de plant ‐ de basisvaardigheden beheerst voor het werken met binoculair en micro‐
scoop evenals de bijbehorende tekenregels ‐ diverse plantfysiologische practica op gestructureerde en natuurwetenschap‐
pelijke wijze kan uitvoeren ‐ een natuurwetenschappelijk verslag kan maken van de plantfysiologische proeven ‐ een plantpracticum kan ontwikkelen met duidelijke leerdoelen, beargumen‐
teerde vakdidactische keuzes en waarin rekening gehouden wordt met voor‐
kennis en niveau van de leerling ‐ kan reflecteren op eigen ontwikkelde les (zie competent in reflectie en ont‐
wikkeling, niveau 2). Code: DS BAW 3 Deeltentamen: Dossier BaW3 (Evolutie) C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C ≥ 5.5 2 1 en 2 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55 % van de punten N.v.t. Code: DS Aq eco2 Deeltentamen: Dossier Aquatische ecologie 2 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C ≥ 5.5 2 1 en 2 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55% van de antwoorden goed N.v.t. Code: DS plant 3 Deeltentamen: Dossier Plant 3 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C ≥ 5.5 2 1 en 2 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55% van de antwoorden goed N.v.t. Code: KT plant 3 Deeltentamen: kennistoets plant 3 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C ≥ 5.5 2 1 en 2 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 1 55% van de antwoorden goed 90 minuten -
Tentaminering 78
Verplicht onderwijsmateriaal Aanbevolen onderwijsmateriaal Werkwijze (activiteiten en werkvormen) Maximum aantal deelnemers BaW3 (Evolutie) - Campbell & Reece, Biology 8th Edition, (2008) ISBN 13: 9780321536167 - Diverse bionieuwsartikelen. Ecologie 4 – Aquatische ecologie 2 (Zoutwaterecologie) - Campbell & Reece, Biology 8th Edition, (2008) ISBN 13: 9780321536167 - Handleiding Aquatische ecologie Schiermonnikoog (zout): opdrachten bij het bestuderen van de stof, practica en veldwerkopdrachten - Heukels flora van Nederland, R. v.d. Meijden, Wolters‐Noordhoff 2005 (23e druk. ISBN 13: 9789001583446 - Readers vanuit de opleiding (zie scholar) Plant 3 - ILS handleiding: plant 2 (zie scholar) - Reece, J.B. et al. (2011). Campbell Biology met MasteringBiology & Dutch Glossary. (9e druk). USA, Pearson ‐ ISBN13: 9781780164908 (Hoofdstukken: 35, 36, 37) - Reader practicumvaardigheden (zie scholar) - Veldwerkgidsen van het zoute water - www.ecent.nl (zoekterm evolutie) Plant 3 - Reece, J.B., Taylor, M.R., Simon, E.J. & Dickey, J.L. (2011) Campbell Biology: Concepts & Connections with MasteringBiology® (7e druk). USA Pearson – ISBN13: 978‐0321696489 BaW3 (Evolutie ) De cursus bestaat uit theorie‐ en werkcolleges. In de theoriebijeenkomsten wor‐
den de belangrijkste concepten uit de evolutie behandeld. In de werkcolleges wordt ingegaan op de onderzoekscomponent van de evolutie en op de verwer‐
kingsopdrachten van de theorie. In de praktische opdracht worden de verschil‐
lende evolutionaire stadia van bepaalde organen/orgaanstelsels onderzocht en gepresenteerd. Ecologie 4 ‐ Aquatische ecologie 2 – zoutwaterecologie De cursus bestaat uit theorie‐ en practicumbijeenkomsten. De theoriebijeenkom‐
sten behandelen de belangrijkste processen en begrippen uit de aquatische eco‐
logie. De praktische opdrachten bestaan uit practica aansluitend bij de theorie en uit veldwerkopdrachten. De veldwerkopdrachten zijn gesitueerd op Schiermon‐
nikoog en behandelen een zo breed mogelijk spectrum aan aquatische systemen. Plant 3 De cursus zal uit hoor‐ werkcolleges en practicumbijeenkomsten bestaan. De hoorcolleges hebben als doel de ingewikkelde gedeelten van de leerstof te ver‐
helderen. Tijdens de werkcolleges bespreken studenten met elkaar en de docent lastige concepten. In de practicumbijeenkomsten wordt de theorie in de praktijk gebracht, waarbij diverse plantfysiologische concepten verhelderd worden. Niet van toepassing 79
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten Studiepunten, studielast (les‐ en contacturen) Samenhang met andere onderwijseenheden Ingangseisen en aanwezig‐
heidsverplichting Algemene omschrijving Integraal handelen in de beroepspraktijk 2 ILS‐Bi637/1 Opleiding tot leraar van de 2de graad biologie Studenten voltijd hoofdfase leerjaar 3 Leerjaar 3, Periode 1 en 2 BT 1 Lesgeven en trainen in het vak biologie BT 2 Begeleiden van lerende(n) BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak biologie BT 4 Bijdragen aan de onderwijsorganisatie BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid BT 2 Begeleiden van lerende(n) BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak biologie BT 4 Bijdragen aan de onderwijsorganisatie Portfolio (incl. video‐opnames en reflecties) Essay, dossier, mondelinge toets 22,5 studiepunten, 630 studielasturen 42 uur contacttijd onderwijskunde 24 uur contacttijd vakdidactiek 308 uur zelfstudie (inclusief leertaken) 256 uur werkplekleren Deze onderwijseenheid maakt deel uit van zowel de leerlijn onderwijskunde/ drama/logopedie als de vakdidactische lijn en de leerlijn onderzoek. Een voldoende beoordeling voor werkplekleren 2A is een voorwaarde voor deel‐
name aan de bijeenkomsten voor OWK in periode 1 en 2. Een goedgekeurd concept leerwerkplan is een voorwaarde om te kunnen starten met werkplekleren 2B. In deze onderwijseenheid staat het integraal handelen en een aantal domeinen uit de generieke kennisbasis centraal. Een deel daarvan wordt verzorgd door de onderwijskundigen en een deel door de vakdidactici. In deze onderwijseenheid werk je ook aan je onderzoeksvaardigheden. Tijdens de eerste lessen werkt de student aan het schrijven van een concept leerwerkplan als voorbereiding op WPL2b in periode 2. In het leerwerkplan laat de student zien dat hij de inhoud van het thema ‘de school op mesoniveau’ kan vertalen naar zijn eigen praktijksituatie. In de lessen onderwijskunde staan 3 thema’s centraal: klassenmanagement, het omgaan met verschillen (o.a. zorgleerlingen en culturele diversiteit) en de school op mesoniveau. Binnen deze thema’s is specifieke aandacht voor (interculturele) gespreksvoering, groepsprocessen, onderwijsvisie, de omgang met ethiek en ethische dilemma’s en professionele verantwoordelijkheid, waarbij het mbo‐veld nadrukkelijk de aandacht krijgt. Tijdens de instituutsdagen in periode 2 is er nadrukkelijk aandacht voor het leren van elkaar tijdens begeleide intervisiebijeenkomsten. De student werkt tijdens deze onderwijseenheid aan zijn professionele beroeps‐
houding. Deze wordt gekenmerkt door aspecten als het houden aan afspraken, het tonen van inzet, het effectief samenwerken met medestudenten waaronder het geven van adequate (peer)feedback, de gerichtheid op adequaat en correct taalgebruik en op effectieve communicatie, verantwoordelijkheidszin, organisa‐
tievermogen, beslissingsvermogen en de bereidheid tot het voortdurend en zelf‐
standig leren van praktijkervaringen. 80
Kennis‐ bases Vakdidactiek Voor het vakdidactisch gedeelte staan de volgende thema’s centraal: - Vormgeven aan complexe vormen van activerend / samenwerkend leren, inclusief huiswerkdidactiek - Vormgeven aan zelfstandig en zelfverantwoordelijk leren - Ontwerpen en hanteren van vormen van toetsing en evaluatie - Ontwerpen van een didactisch verantwoorde lessenserie, c.q. reeks onder‐
wijsactiviteiten Daarnaast wordt aandacht geschonken aan natuur‐ en milieu‐educatie (NME) waarin de volgende thema’s aan bod komen: - De relatie tussen de mens en de natuur en het concept van duurzame ontwikkeling. - Milieukundige en natuur & milieu educatieve aspecten in relatie met de lespraktijk. - NME als vakoverstijgende educatie met eigenheid aan doelen en werkvormen o.a. bewustwordingsprocessen en gedragbeinvloeding. - Natuurbeleving en natuureducatie binnen NME Tijdens de instituutsdagen in periode 2 is er nadrukkelijk aandacht voor het leren van elkaar tijdens begeleide intervisiebijeenkomsten. De student werkt tijdens deze onderwijseenheid aan zijn professionele beroeps‐
houding. Deze wordt gekenmerkt door aspecten als het houden aan afspraken, het tonen van inzet, het effectief samenwerken met medestudenten waaronder het geven van adequate (peer)feedback, de gerichtheid op adequaat en correct taalgebruik en op effectieve communicatie, verantwoordelijkheidszin, organisa‐
tievermogen, beslissingsvermogen en de bereidheid tot het voortdurend en zelf‐
standig leren van praktijkervaringen. Onderzoek doen: De student gaat zich verder bekwamen op het gebied van onderzoek doen. Hierbij richt de student zich op vakdidactische aspecten. Inzicht verwerven in de vakdi‐
dactische inrichting van een leerarrangement is hierbij van basaal belang om dit arrangement beargumenteerd te kunnen gebruiken in de les. Hierbij zal de stu‐
dent een onderzoeksmatige en vakdidactische analyse en/of vergelijking van een leerarrangement uitvoeren. Tijdens de instituutsdag zal ook het systematisch reflecteren (volgens reflectie‐
model van Korthagen) en intervisie worden aangeleerd. Het toepassen, gebruiken en verwijzen naar relevante literatuur is hierbij een belangrijk aspect. Ter voorbe‐
reiding van op de hoofdfase assessment leerjaar 3 wordt de ontwikkelportfolio vormgegeven. Domein Concept(en) B1.1. De leerling: biologie leren B 1.2 ‐ Biologie lesgeven B 1.3 ‐ Het schoolvak Begripsontwikkeling en jargon Leren van biologische vaardigheden Verschillen tussen leerlinge vorm‐ en functie denken Didactische werkvormen en media Organisatie van de diverse biologie lessen Lesmateriaal ontwikkelen Centrale concepten Concept‐context benadering Ontwikkelen van een practicum‐ en een onderzoeksleerlijn 81
B 1.4 ‐ De (fysieke) leeromgeving B 1.5 ‐ Toetsen en evaluatie in de school vak biologie B 1.6 ‐ Professionele ontwikkeling van een biologie docent Generieke kennisbasis Domein 1. Leren in diverse contexten 2. Didactiek en leren 3. Communicatie, interactie en groepsdynamica 5. Leerlingen met speciale behoef‐
ten 6. Professionele docent 7. Nederlands onderwijssysteem 8. Pedagogisch klimaat 9. Diversiteit en onderwijs Competenties Theorielokaal / Practicumlokaal Veldwerk Gebruik van publieke faciliteiten ten be‐
hoeve van biologieonderwijs Weten wat getoetst kan worden Maken en afnemen van toetsen Analyse van toetsen Vak‐ en vakdidactische kennis Subdomein 1.3 Cognitie, werking van de hersenen en leren 1.4 Leerling‐kenmerken 2.1 Model didactische analyse 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen 2.3 Vormgeven van leerprocessen 2.4 selectie en ontwerp van leermiddelen. 2.5 Begeleiden van leerprocessen 2.6 Toetsing en evaluatie 3.1 Mentale modellen bij communicatie 3.2 Gespreksvoering 3.3 Groepsdynamica 5.1 Leerlingbegeleiding in de school 5.2 Passend onderwijs voor iedereen? 5.3 leerproblemen 5.4 Andere belemmeringen 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling 6.2 Praktijkonderzoek 6.4 Onderwijsvisie en ethiek 7.3 De school als organisatie: structuur en cultuur 8.1 Pedagogische driehoek 8.3 Verbinding pedagogisch leerplan met schools curriculum 8.4 de pedagogiek van het (v)mbo 9.1 Onderwijskansen 9.3 Omgaan met diversiteit 9.4 Culturen en levensbeschouwing 1. Interpersoonlijk competent 2. Pedagogisch competent 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 4. Organisatorisch competent 5. Competent in hetsamenwerken met collega’s 6. Competent in het samenwerken met de omgeving 7. Competent in reflectie en ontwikkeling De uitwerking van de competenties op de drie niveaus staat beschreven in de Ruggengraat van de lerarenopleiding. 82
Beoordelingscriteria Deeltoets: Portfoliobeoordeling integraal handelen 2 Bij de integrale toetsing onderdeel portfoliobeoordeling wordt de student ge‐
toetst op het in samenhang toepassen van kennis, inzicht en vaardigheden bij het uitvoeren van de beroepstaken. De student wordt beoordeeld op volledigheid van het portfolio en op het niveau. De student heeft alle verplichte bewijsstukken, zoals beschreven in de handlei‐
ding integrale toetsing, in zijn portfolio opgenomen. De student bewijst met opgenomen bewijsstukken (en eventueel het gesprek) de competenties en dublindescriptoren (professionele standaard) op het niveau ‘eindfasebekwaam’, zoals beschreven in ‘de ruggengraat van de lerarenopleiding’, te beheersen. Deeltoets: Eindbeoordeling WPL 2B De student laat in zijn handelen bij wpl 2B zien dat hij op de zeven competenties op niveau 2 een ontwikkeling heeft doorgemaakt én dat hij ten minste de knock‐
out criteria, zoals beschreven in de Handleiding Werkplekleren, op voldoende niveau heeft aangetoond. Deeltoets: Dossier Leertaken onderwijskunde Het dossier bestaat uit drie deeltaken. Er wordt een miniles gegeven op het ge‐
bied van gedrags‐ en leerproblemen. De tweede taak bestaat uit het maken van een plan van aanpak ter verbetering van het leef‐ en of werkklimaat van de groep. De derde taak bestaat uit het vergaren en verwerken van peerfeedback op het gebied van gespreksvaardigheden. In leerjaar 3 wordt de student, afhankelijk van het subdomein, met name beoor‐
deeld op het niveau van het begrijpen/herkennen en het toepassen in eenvoudige en complexe situaties. Deeltoets: Leertaak lessenserie Voor vakdidactiek zijn de beoordelingscriteria afgeleid van de landelijke kennisba‐
sis vakdidactiek: ‐ De student kan het biologisch didactisch model toepassen op een zelf ontwik‐
keld leerarrangement ‐ De student kan doelgericht gebruik maken van NME thema’s in het onderwijs om waardeverheldering te bewerkstellingen en om natuur‐ en milieuverant‐
woord handelen mogelijk te maken. Hij ontwikkelt hiervoor een leerarrange‐
ment. De gemaakte producten moeten aantonen dat de student, op niveau 2, organisa‐
torisch, vakinhoudelijk vakdidactisch competent is en dat hij competent is in re‐
flectie en ontwikkeling. De uitwerking van de competenties op de drie niveaus staat beschreven in de Ruggengraat van de lerarenopleiding. Deeltentamen: NME De gemaakte producten moeten aantonen dat de student, op niveau 2, organisa‐
torisch, vakinhoudelijk en didactisch competent is en dat hij/zij competent is in reflectie en ontwikkeling. De uitwerking van de competenties op de drie niveaus staat beschreven in de Ruggengraat van de lerarenopleiding. 83
Integrale toetsing Verplicht onderwijsmateriaal Code: PF beo integr Deeltoets: Portfoliobeoordeling integraal handelen 2 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 Periode 2, 3 en 4 2 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 1 N.v.t. Voldoende wanneer alle verplichte documenten aanwezig zijn en alle competenties minstens voldoende zijn aangetoond op het niveau ‘eindfasebekwaam’ zoals beschre‐
ven in de ruggengraat van de lera‐
renopleiding. Code: Eindbeoor Deeltoets: Eindbeoordeling wpl2B C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 6,0 1 Periode 2 2 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 1 of 2 N.v.t. Alle knock‐out criteria minimaal voldoende aangetoond Code: LT OK Deeltoets: Dossier leertaken onderwijskunde C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5.5 2 2 en 3 2 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 1 N.v.t. Alle beoordelingscriteria zijn met minimaal een voldoende beoor‐
deeld. Code: LT lesserie Deeltoets: Leertaak Lessenserie C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5.5 2 2 en 3 2 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55 % van de te behalen punten N.v.t. Code: DS NME Deeltoets: Dossier NME C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging 2 5.5 2 2 en 3 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55 % van de te behalen punten N.v.t. Onderwijskunde: Onderwijskunde: - Geerts, W., Kralingen, R., van. (2011). Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho. ISBN: 9789046902509 - Teitler, P. (2009/2013). Lessen in orde. Bussum: Coutinho. ISBN 9789046901236 - Wal, J. van de, Wilde, J. de & Mooij, I. de (2006). Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding. Bussum: Coutinho. ISBN 13: 9789046900161. - Nauta, P., Giesing, M. (2006). Leerlingen met een specifieke hulpvraag. Uitge‐
verij: Nauta en Giesing. ISBN: 90‐810460‐1‐2 - Donk, C. van der & Lanen, B. van (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bus‐
sum: Coutinho. ISBN10: 9046903001 - Uitgereikte artikelen tijdens de instituutsdagen - Reader en verplichte artikelen van jaar 1 en 2 84
Aanbevolen onderwijsmateriaal Werkwijze (activiteiten en werkvormen) Maximum aantal deelnemers Vakdidactiek
‐ Ebbens, ., & Ettekoven, S. (2005). Effectief leren. Groningen: Noordhoff Uitge‐
vers. ISBN 13: 9789001307523 ‐ Ebbens, S. & Ettekoven S. (2005). Samenwerkend leren. Groningen: Noordhoff Uitgevers. ISBN 13: 9789001307493 ‐ Artikelen vanuit de opleiding (zie scholar) Onderwijskunde: - Bakker, M., Mijland, I. (2009). Handboek voor positieve groepsvorming. Esch: Quirijn. ISBN: 978‐90‐79596‐07‐2 - Bakker‐de Jong, M., Mijland, I. (2009). Handboek voor elke mentor. Esch: Quirijn. ISBN: 90‐808555‐3‐7 - Bijkerk, L. & Heide, W. van der. (2006). Het gaat steeds beter! Houten: Bohn Stafleu van Loghum. ISBN 9031347337 - Fiddelaers‐Jaspers, R. & Ruigrok, J. (2012). Leraar in hart en nieren. Heeze: In de Wolken. ISBN 978‐90‐77179‐12‐3 - Geerlings, T. & Veen, T. van der. (2010). Lesgeven en zelfstandig leren. (14e druk). Assen: Van Gorkum. ISBN 13: 9789023231295 - Gielis, P., Konig, A. & Lap, J. (1996) Begeleiden van de groep. Houten: EPN. ISBN 13: 9789040200311 - Good, T. L., Brophy, J. E., (2007). Looking in Classrooms (10th Edition). Pear‐
son Education.ISBN13 9780205496785 [Paperback]. - Hajer, M. (2007). Open ogen in de kleurrijke klas. Bussum: Coutinho. ISBN‐13: 9789046900406 - Luijtjes, M., Zeeuw‐Jans, I de. (2011). Ontwikkeling in de groep. Bussum: Coutinho. ISBN: 9789046902493 - Nunez, C. Nunez, R. & Popma, L. (2010). Interculturele communicatie. Assen: Van Gorcum. - Wijsman, E. (2008). Psychologie en Sociologie, basiscursus. Groningen: Noordhoff Uitgevers. ISBN 978‐90‐01‐76375‐6 Vakdidactiek ‐ Donk, C. van der & Lanen, B. van (2009). Praktijkonderzoek in de school. Bus‐
sum: Coutinho. ISBN: 978‐90‐469‐0162‐5 ‐ Hoogeveen, P. & Winkels, J. (2009) Het didactische werkvormenboek. (8e druk). Assen: Van Gorkum. ISBN 13: 9789023240679 ‐ Heide, W. van der, Bijkerk, L. van der (2006). Het gaat steeds beter. Activeren‐
de werkvormen voor de opleidingspraktijk. Bohn Stafleu Van Loghum. De ondersteunende onderwijsactiviteiten tijdens de instituutsdag in het kader van wpl2B worden vormgegeven door de onderwijskundigen en de vakdidactici en bestaan o.a. uit werkcolleges en zelfstudieopdrachten en begeleide intervisie. Werkplekleren 2B omvat per week 4 stagedagen van elk 8 uur en een instituuts‐
dag. Niet van toepassing 85
OWE’s Leerjaar 4 86
Programma‐ en tentamenoverzicht Hoofdfase, leerjaar 4 Onderwijseenheid Code Centrale beroepstaak Semester en periode Tentaminering Code Alluris Cijfer / V en eis Biologie als weten‐
schap & Vakdidactiek 4
(15 studiepunten) ILS‐
Bi638/2 BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid Semester 1 en 2. Perioden 1, 2 en 3 Dossier Theoretische biologie DS Theor bi C ≥ 5.5 P2 P3 Dossier Biologie in de samenleving DS bio+smnl C ≥ 5.5 P3 P4 V V P1‐4 P2 ILS‐
Bi639/2 DS ISA KT alg vakk P1‐4 P1 Integraal handelen in de beroepspraktijk 3 (30 studiepunten) Dossier ISA Dossier Algemene vakkennis Integrale toets Deeltoetsen Portfoliobeoordeling integraal handelen 3 PFbeo integr C ≥ 5.5 P3/4 P3/4 Eindbeoordeling wpl 3 eindbeoor C ≥ 6.0 P3/4 N.v.t. OZ verslag C ≥ 6,0 P1‐4 P1‐4 Afstudeeronderzoek (15 studiepunten) ILS‐
BI640/2 BT 1 Lesgeven en trainen in het vak biologie BT 2 Begeleiden van lerende(n) BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak biologie BT 4 Bijdragen aan de onderwijsorganisatie BT 1 Lesgeven en trainen in het vak biologie BT 2 Begeleiden van lerende(n) Semester 1 en 2. Perioden 1 tot en met 4 Semester 1 en 2. Perioden 1 tot en met 4 Onderzoeksverslag (schriftelijke verslaglegging) Toetsperiode 1ste kans 2de kans 87
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten Studiepunten, studielast (les‐ en contacturen) Samenhang met andere onderwijseenheden Ingangseisen en aanwezig‐
heidsverplichting Algemene omschrijving Biologie als wetenschap & Vakdidactiek 4 ILS‐BI638/2 Opleiding tot leraar van de 2de graad biologie Studenten voltijd hoofdfase leerjaar 4 Leerjaar 4, Semester 1, Periode 1, 2 en 3 BT 1 Lesgeven en trainen in het vak biologie BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid 5. Ontwikkelen van vakdeskundigheid Dossier theoretische biologie, Dossier biologie als wetenschap, Dossier Individuele studie activiteit (ISA) 15 studiepunten (stp) 420 studielasturen (48 uur contacttijd, 372 uur zelfstudie) waaronder: - Theoretische biologie (4,5 stp) - Biologie in de samenleving (4,5 stp) - ISA (5 stp) - Analyse van je eigen vakkennis (1 stp) In deze OWE wordt biologie als wetenschap in historisch en filosofisch perspectief geplaatst als sluitstuk van de leerlijn onderzoek biologie. Verder vindt vakdidacti‐
sche verbreding en verdieping plaats. Studenten komen ook in aanraking met buitenschoolse instellingen die op een of andere manier met het vakgebied biolo‐
gie verbonden zijn. Dit om te bepalen wat hun betekenis kan zijn voor het biolo‐
gieonderwijs. Tenslotte de gehele vakkennisbasis biologie wordt bestudeerd met als doel een zelfanalyse van je hiaten in de biologiekennis. Deelname aan de instituutsdagen is een verplicht onderdeel van de cursus. Deel‐
name aan de werkcolleges is een verplicht onderdeel van de cursus. Wanneer de student zich voor het (werk)college bij de docent heeft afgemeld met een geldige reden mag dit onderdeel maximaal 2 maal ingehaald worden. Meldt de student zich niet af of doet hij dit met een ongeldige reden, mag het werkcollege wel ingehaald worden, maar zal het bijbehorend product (o.a. verslag of presentatie etc.) als herkansing worden beschouwd. Wanneer een student meer dan 2 werk‐
colleges van de OWE mist, moet hij dit in een volgend schooljaar opnieuw doen. Theoretische biologie Wetenschapsfilosofische achtergrond van de biologie, bio‐historie, modelbe‐
grip; uitwerking aan en rondom een bepaald thema zoals de kennisontwikkeling van een bepaalde tijdsperiode of de kennisontwikkeling van een bepaald vak‐
onderwerp zoals evolutie, immunologie, genetica. Je eigen visie en de visie van anderen spelen hierbij een belangrijke rol. Discus‐
sie‐ en schrijfvaardigheden (essay) komen aan bod om de visie van de student naar voren te laten komen. Biologie in de samenleving De competentie samenwerken met de omgeving krijgt sterk de aandacht tijdens deze OWE. Studenten bezoeken een bedrijf of instelling en verkennen met hen de mogelijkheden tot samenwerking met het VO. Door het nadenken over de link tussen het biologieonderwijs en het (toekomsti‐
ge) functioneren van leerlingen in de maatschappij wordt de vakdidactische visie van de studenten verder ontwikkeld. Hierbij worden ook de nieuwste vakdidacti‐
sche inzichten betrokken, onder andere het concept‐context onderwijs. 88
Individuele studieactiviteit (ISA)
Dit onderdeel geldt in principe vooral voor de 4e jaars. De 1e, 2e en 3e jaars kunnen wel reeds een keuzeactiviteit ondernemen maar de verzilvering van de studiepun‐
ten vindt plaats in jaar 4. De keuzeactiviteiten moeten in ruime zin betrekking hebben op vakinhoudelijke of vakdidactische onderwerpen of op vakverbreding b.v. natuurwetenschappen of verzorging. Je moet tenminste 2 verschillende ISA’s uitvoeren. Coördinator van het keuzeprogramma is Arjo Hammink. Onderdelen van beoordeelde dossiers kunnen ingezet worden als bewijslast bij de integrale toets ‘integraal handelen in de beroepspraktijk 3’. Analyse van je eigen vakkennis (AVK) Tijdens deze OWE wordt aandacht besteed aan de gehele vakkennisbasis biologie. De volgende werkwijzen komen in werkcolleges of zelfstudie aan bod: - Oriëntatie op en beheersing van de gehele leerstof van de middelbare school‐
biologie. - Het bekijken van de verschillen met de leerstof voor VMBO en BVE waarvoor hij bevoegd is. - Methodevergelijking (zelfstudie) - Zelfanalyse van hiaten in biologiekennis m.b.v. HAVO en VWO‐examens - Plenaire bespreking oefenexamens Kennis‐ bases Vakkennis & Vakdidactiek AVK Theoretische biologie & bio‐
logie in de sa‐
menleving Competenties Beoordelingscriteria Domein Concept(en) Alle domeinen A1 t/m A5 Alle concepten  B1.2 Biologie lesgeven  Biologie als levenswetenschap en biologie in de maatschappij  Verbanden leggen tussen biologie en andere vakken  Didactische werkvormen en media gebruiken, vergelijken, beoordelen en selecteren  Verbanden leggen tussen biologie en andere vakken  B1.3 Het biologiecurriculum  Centrale concepten  Concept‐context benadering  Verder studeren  B 1.4 De leeromgeving  Gebruik van publieke /en of com‐
merciële faciliteiten ten behoeve van biologieonderwijs  B 1.6 Professionele ontwikkeling  Vak‐ en vakdidactische kennis van een biologiestudent 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 7. Competent in reflectie en ontwikkeling De uitwerking van de competenties op de drie niveaus staat beschreven in de Ruggengraat van de lerarenopleiding. Dossier Theoretische biologie De student bouwt een dossier op. De centrale beroepstaak ontwikkelen van des‐
kundigheid staat hierbij centraal. Met de gemaakte producten toont de student aan dat hij op niveau 3, vakinhoudelijk vakdidactisch competent is en dat hij com‐
petent is in reflectie en ontwikkeling. De uitwerking van de competenties op de drie niveaus staat beschreven in de Ruggengraat van de lerarenopleiding. 89
Tentaminering Verplicht onderwijsmateriaal Aanbevolen onderwijsmateriaal Dossier Biologie in de samenleving De student bouwt een dossier op. De gemaakte producten moeten aantonen dat de student, op niveau 3, vakinhoudelijk vakdidactisch competent is. De beroeps‐
taak ontwikkelen van vakdeskundigheid staat in deze module centraal met daar‐
naast de beroepstaak ontwerpen. De centrale competenties die in deze module verder door de student worden ontwikkeld zijn de vakinhoudelijke competentie en de competentie samenwerken met de omgeving. Daarnaast is de student or‐
ganisatorisch competent en competent in reflectiereflectie en ontwikkeling. De uitwerking van de competenties op de drie niveaus staat beschreven in de Rug‐
gengraat van de lerarenopleiding. Deeltentamen: ISA ISA dossier met individuele toetscontracten. De student kan gedurende zijn hele studie een schriftelijk voorstel voor een ISA leerwerktaak indienen bij een van de biologiedocenten. De betrokken docent beoordeelt de aanvraag op relevantie, inhoud en bewijsvoering. De gemaakte producten moeten aantonen dat de stu‐
dent, op niveau 3, vakinhoudelijk vakdidactisch competent is en dat hij competent is in reflectie en ontwikkeling. De uitwerking van de competenties op de drie niveaus staat beschreven in de Ruggengraat van de lerarenopleiding. Deeltentamen: Dossier Algemene vakkennis De student heeft inzicht in zijn hiaten wat betreft de kennis op het eindniveau van de kennisbasis, domeinen A1 t/m A5. Studenten van cohort 2011 en eerder krij‐
gen ook een kennistoets hierover. Overige studenten (vanaf cohort 2012) nemen deel aan de landelijke kennistoets. Code DS theor BI Deeltentamen: Dossier Theoretische biologie C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C ≥ 5.5 2 2 en 3 2 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 1 55 % van de punten N.v.t. Code BI smnl Deeltentamen: Dossier Biologie in de samenleving C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C ≥ 5.5 2 3 en 4 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 1 55 % van de punten N.v.t. Code DS ISA Deeltentamen: Dossier ISA C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging V V 2 1,2,3 en 4 N.v.t. Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 1 Per deelcontract vastgelegd N.v.t. Code DS Alg vakk Deeltentamen: Dossier Algemene vakkennis C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging V V 2 1 en 2 N.v.t. Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 1 55% N.v.t. - Analyse van je eigen vakkennis: diverse internetpagina’s - Boersma, K. (2007). Leerlijn biologie van 4 tot 18 jaar. Uitgeverij Cvbo. - Alle verplichte literatuur van de propedeusefase en de hoofdfase - Readers en handleidingen vanuit de opleiding (zie scholar) - Nuijten R. & Mol, C. (2011). Biologie in de 21e eeuw.(1e druk). Uitgeverij de Graaff. ISBN:9789077024607 90
Werkwijze (activiteiten en werkvormen) Maximum aantal deelnemers ‐ (Werk)colleges theoretische biologie, biologie in de samenleving ‐ Uitvoeren van een korte stage bij een instelling of bedrijf. ‐ Het uitwerken, presenteren en nabespreken van verschillende vak(didactische) opdrachten. ‐ Individuele studieactiviteit organiseren en uitvoeren ‐ Werkcolleges (AVK). Niet van toepassing 91
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten Studiepunten, studielast (les‐ en contacturen) Integraal handelen in de beroepspraktijk 3 ILS‐BI639/2 Opleiding tot leraar van de 2de graad biologie Studenten eindfase leerjaar 4. Semester 1 en 2, periode 1 t/m 4. BT 1 Lesgeven en trainen in het vak biologie BT 2 Begeleiden van lerende(n) BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak biologie BT 4 Bijdragen aan de onderwijsorganisatie BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid BT 1 Lesgeven en trainen in het vak biologie BT 2 Begeleiden van lerende(n) BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak biologie BT 4 Bijdragen aan de onderwijsorganisatie Portfolio: in portfolio zijn bewijzen van competentieverwerving t.a.v. specifieke thema's opgenomen. 30 studiepunten 840 studiebelastingsuren: - 72 uur contacttijd - 128 uur zelfstudie - 640 uur werkplekleren (verdere specificatie in studiewijzer) Samenhang met andere onderwijseenheden Ingangseisen en aanwe‐
zigheidsverplichting Algemene omschrijving Kennis‐ bases Generieke kennisbasis Deze onderwijseenheid vormt samen met de onderwijseenheid ‘het afstudeeron‐
derzoek’ en de vakinhoudelijke onderwijseenheden de eindfase van de opleiding. Voldoende beoordeling van de onderwijseenheid ‘integraal handelen in de be‐
roepspraktijk 2’, 150 studiepunten verzilverd (met uitzicht op 180 studiepunten). Een goedgekeurd leerwerkplan is voorwaarde om te kunnen starten met werkplekleren 3. In deze onderwijseenheid staat het integraal handelen centraal en bestaat voor een groot deel uit het werkplekleren 3. Naast het werkplekleren worden er tijdens de instituutsdag diverse thema’s m.b.t. GKB en vakdidactiek behandeld. Voor de integrale toets dient de student op de volgende drie thema’s bewijslast te verzamelen, het betreffen de thema’s: klassenmanagement, omgaan met verschillen en de school op mesoniveau. Tijdens de instituutdagen staat de relatie met de werkplek centraal. Intercollegiaal leren neemt een duidelijke plek in. De inhoud betreft met name verdieping en uitbreiding van stof uit voorgaande jaren. Geef een heldere verwijzing naar de landelijke generieke kennisbasis. Domein Subdomein 1. Leren in diverse contexten 1.3 Cognitie, werking van de hersenen en leren 1.4 Leerling‐kenmerken 2.1 Model didactische analyse 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen 2.3 Vormgeven van leerprocessen 2.4 selectie en ontwerp van leermiddelen. 2.5 Begeleiden van leerprocessen 2.6 Toetsing en evaluatie 3.1 Mentale modellen bij communicatie 3.2 Gespreksvoering 3.3 Groepsdynamica 2. Didactiek en leren 3. Communicatie, interactie en groepsdynamica 92
5. Leerlingen met speciale behoef‐
ten 6. Professionele docent 7. Nederlands onderwijssysteem 8. Pedagogisch klimaat 9. Diversiteit en onderwijs Competenties Beoordelingscriteria Integrale toetsing 5.1 Leerlingbegeleiding in de school 5.2 Passend onderwijs voor iedereen? 5.3 leerproblemen 5.4 Andere belemmeringen 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling 6.2 Praktijkonderzoek 6.4 Onderwijsvisie en ethiek 7.3 De school als organisatie: structuur en cultuur 8.1 Pedagogische driehoek 8.3 Verbinding pedagogisch leerplan met schools curriculum 9.1 Onderwijskansen 9.2 Burgerschapsvorming 9.3 Omgaan met diversiteit 9.4 Culturen en levensbeschouwing 1. Interpersoonlijk competent 2. Pedagogisch competent 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 4. Organisatorisch competent 5. Competent in het samenwerken met collega’s 6. Competent in het samenwerken met de omgeving 7. Competent in reflectie en ontwikkeling Deeltoets: Portfoliobeoordeling integraal handelen 3 Bij de integrale toetsing onderdeel portfoliobeoordeling worden studenten getoetst op het in samenhang toepassen van kennis, inzicht en vaardigheden bij het uitvoe‐
ren van de beroepstaken. De student wordt beoordeeld op volledigheid van het portfolio en op het niveau. De student heeft alle verplichte bewijsstukken, zoals beschreven in de handleiding integrale toetsing, in zijn portfolio opgenomen. De student bewijst met opgenomen bewijsstukken (en eventueel het gesprek) de competenties en dublindescriptoren (professionele standaard) op het niveau ‘start‐
bekwaam’, zoals beschreven in ‘de ruggengraat van de lerarenopleiding’, te be‐
heersen. Deeltoets: Eindbeoordeling WPL 3 De student laat in zijn handelen bij wpl 3 zien dat hij op de zeven competenties op niveau 3 een ontwikkeling heeft doorgemaakt én dat hij ten minste de knock‐out criteria, zoals beschreven in de Handleiding Werkplekleren, op voldoende niveau heeft aangetoond. Code: PFbeo integr Deeltoets: Portfoliobeoordeling integraal handelen 3 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 3 en 4 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 N.v.t. De student heeft een voldoende wanneer alle verplichte documen‐
ten aanwezig zijn en alle compe‐
tenties minstens voldoende zijn aangetoond op het niveau ‘start‐
bekwaam’ zoals beschreven in de ruggengraat van de lerarenoplei‐
ding. 93
Verplicht onderwijsmateriaal Aanbevolen onderwijsma‐
teriaal Werkwijze (activiteiten en werkvor‐
men) Maximum aantal deelnemers Code: eindbeoor Deeltoets: Eindbeoordeling wpl3 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 6,0 1 3 en 4 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 1 of 2 N.v.t. Alle knock‐out criteria minimaal voldoende aangetoond - Donk, C. van der & Lanen, B. van (2009). Praktijkonderzoek in de school. Bus‐
sum: Coutinho. ISBN: 978‐90‐469‐0162‐5 - Fiddelaers‐Jaspers, R. & Ruigrok, J. (2012). Leraar in hart en nieren. Heeze: In de Wolken. ISBN 978‐90‐77179‐12‐3 - Lieshout, T. van (2009). Pedagogische adviezen voor speciale kinderen. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. ISBN: 9789031337279 - Slooter, M. (2009). De vijf rollen van de leraar. Amersfoort: CPS Uitgeverij. ISBN 978‐90‐6508‐616‐7 - Readers vanuit de opleiding - Alle verplichte literatuur van de propedeusefase en hoofdfase - Crone, E. (2008). Het puberende Brein. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker. ISBN: 9789035132696 - Good, T. L., Brophy, J. E., (2007). Looking in Classrooms (10th Edition). Pearson Education. ISBN13 9780205496785 [Paperback]. - Hermes, J., Naber, P. & Dieleman, A. (2007). Leefwerelden van jongeren. Bus‐
sum: Coutinho. ISBN: 9789046900512 - Alle aanbevolen literatuur vanuit de propedeusefase en hoofdfase De instituutsdagen staan in het teken van de ondersteuning en begeleiding van de eindstage. Tijdens de dagen vinden er vormen van intercollegiaal leren plaats en worden er thema’s aangeboden. Deze sluiten nauw aan bij de praktijkervaringen tijdens de eindstage. De thema’s worden enerzijds door de verschillende kerndocenten van de opleidingsdagen vastgesteld (curriculumgestuurde thema’s) en anderzijds door de studenten zelf bepaald (concerngestuurde thema’s). De thema’s hebben inhoudelijk een trapsgewijze opbouw, namelijk volgens de fasen die de lio’s tijdens hun ontwikkeling als beginnend leraar doorlopen. Deze opbouw is van ”overleven als beginnend leraar” naar “stabilisatie”, naar “verbre‐
ding”, naar “verdieping”. Aan het eind van elke instituutsdag is tijd ingeruimd voor mentoring/slb‐gesprekken. N.v.t. 94
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten Studiepunten, studielast (les‐ en contacturen) Samenhang met andere onderwijseenheden Ingangseisen en aanwezig‐
heidsverplichting Algemene omschrijving Kennis‐ bases Vakkennisbasis Generieke kennisbasis Competenties Afstudeeronderzoek (AFO) ILS‐BI640/2 Opleiding tot leraar van de 2de graad biologie Studenten voltijd/deeltijd eindfase Semester 1 en 2, periode 1‐4 BT 1 Lesgeven en trainen in het vak biologie BT 2 Begeleiden van lerende(n) BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak biologie BT 4 Bijdragen aan de onderwijsorganisatie BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid BT 1 Lesgeven en trainen in het vak biologie BT 2 Begeleiden van lerende(n) Onderzoeksvoorstel, onderzoeksplan, onderzoeksverslag. 15 studiepunten, 420 studielasturen ‐ 30 uur contacttijd (lessen, hoorcolleges, werkbijeenkomsten) ‐ 390 uur zelfstudie Deze onderwijseenheid vormt samen met de onderwijseenheid ‘integraal hande‐
len in de beroepspraktijk 3’ en de vakinhoudelijke onderwijseenheden de eindfase van de opleiding. Deze onderwijseenheid vormt de afsluiting van de leerlijn onderzoek. Voldoende beoordeling voor de leertaak onderzoek uit de onderwijseenheid ‘in‐
tegraal handelen in de beroepspraktijk 2’. In het afstudeeronderzoek komen alle elementen uit de leerlijn onderzoek samen en moeten studenten een onderzoek zelfstandig kunnen voorbereiden en uitvoe‐
ren. Algemene doelen afstudeeronderzoek: ‐ Zelfstandig toepassen van de praktijkgerichte onderzoekscyclus op hbo‐
bachelorniveau ‐ Zoeken, bestuderen en aanwenden van (vak)literatuur ‐ Werken met theoretische kijkkaders/perspectieven ‐ Toepassen van geschikte dataverzamelingsmethoden ‐ Toepassen van de begrippen betrouwbaarheid, validiteit en triangulatie ‐ Toepassen van analyseren en concluderen ‐ Schrijven van een onderzoeksplan en onderzoeksverslag ‐ Onderkennen hoe praktijkgericht onderzoek een bijdrage kan leveren aan de eigen onderwijspraktijk en die van anderen Thema Categorie/kernconcept mogelijke relatie met de vakkennisba‐
sis mogelijke relatie met de vakkennisbasis Domein Subdomein 6. Professionele docent 6.2. Praktijkonderzoek 1. Interpersoonlijk competent 2. Pedagogisch competent 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 4. Organisatorisch competent 5. Competent in het samenwerken met collega’s 6. Competent in het samenwerken met de omgeving 7. Competent in reflectie en ontwikkeling De uitwerking van de competenties op de drie niveaus staat beschreven in de Ruggengraat van de lerarenopleiding. 95
Beoordelingscriteria Tentaminering Verplicht onderwijsmateriaal Aanbevolen onderwijsmateriaal Werkwijze (activiteiten en werkvormen) Maximum aantal deelnemers Deeltentamen: Onderzoeksverslag Basis voor deze beoordeling is het definitieve onderzoeksverslag met toebehoren. Dit verslag wordt gezien als het resultaat van de activiteiten oriënteren, richten, plannen, data verzamelen, (ontwerpen), analyseren, concluderen, rapporteren en presenteren. Met behulp van de Dublindescriptoren wordt het HBO‐niveau beoordeeld op kennis en inzicht, toepassen van kennis en inzicht, oordeelsvorming, communica‐
tie en leervaardigheden. De uitgewerkte beoordelingscriteria (het beoordelingsmodel inclusief weging en cesuur) zijn te vinden in bijlage bij de Studiewijzer Afstudeeronderzoek. Deeltentamen: Onderzoeksverslag (schriftelijk verslaglegging) Code OZverslag C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 6,0 2 1‐4 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen Minimaal 39 van de 65 punten én 2 n.v.t. de knock‐out criteria ‘voldaan’ is voldoende Donk, C. van der & Lanen, B. van (2009 of 2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho. Afhankelijk van het onderzoeksthema. Colleges, workshops en individuele begeleidingsgesprekken. Niet van toepassing 96
Landelijke kennistoets Biologie (Let op: alleen voor studenten die in studiejaar 2012‐2013 zijn gestart met de opleiding). Titel Toets Landelijke kennistoets Biologie 1. Opleiding Opleiding tot leraar in de 2de graad Biologie 2. Studenten opleiding tot leraar Biologie in de 2de graad postpropedeutische Doelgroep fase (hoofd‐ en eindfase) die in studiejaar 2012‐2013 of later zijn ingestroomd in het nominale voltijds‐ en deeltijdprogramma.
3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Beroepstaken Beroepstaak 5: ontwikkelen van vakdeskundigheid (Beroeps)producten N.v.t. 0 studiepunten. Studiepunten en/of samenval met reguliere Het met voldoende resultaat afsluiten van de landelijke kennistoets vormt tentamens een afzonderlijk onderdeel van het bachelorexamen. Samenhang met andere De landelijke kennistoets toetst of de student voldoet aan het landelijk integrale toetsen en vastgestelde basisniveau voor het betreffende vak. Toetstof is al eerder in tentamens de vakinhoudelijke en vakdidactische onderwijseenheden behandeld. Ingangseisen Alle vakinhoudelijke en vakdidactische onderwijseenheden uit jaar 2 dienen behaald te zijn. Dat houdt in: alle onderwijseenheden uit jaar 2, met uitzondering van de onderwijseenheden die horen bij de leerlijn onderwijskunde/drama/spreken voor de klas (voltijd: OWE ‘Leren lesgeven’ en de OWE ‘Leren begeleiden’, voor deeltijd OWE ‘leren lesgeven in vo en mbo’ en OWE ‘leren begeleiden in vo en mbo’). De toets bevat 100 vragen. Ze gaan over de inhoud van de kennisbasis. Algemene 4
omschrijving . De toets is opgesteld in de Nederlandse taal. Een antwoord is ofwel goed, ofwel fout. Iedere vraag levert 1 punt op. Een fout antwoord of geen antwoord 0 punten. In totaal zijn er 100 punten te behalen in deze toets. Toetmatrijs De vakcommissie biologie heeft de toetsmatrijs vastgesteld. Hierin is aan‐
gegeven welke domeinen van de kennisbasis geschikt zijn voor landelijke digitale toetsing. In de toetsmatrijs is er een verdere uitsplitsing gemaakt naar onderwerpen om de toets evenwichtig samen te kunnen stellen. Van de domeinen die niet in de toetsmatrijs zijn opgenomen vindt toetsing op instellingsniveau plaats. De toetsmatrijs vind je in de toetsgids van Biologie op http://www.10vdl.nl/toetsen/oefenen‐en‐informatie. De landelijke kennistoets test vooral de beheersing van kennis, inzicht en toepassing. De cesuur (grens tussen zakken en slagen) wordt landelijk bepaald door toetsdeskundigen en vakexperts. Competenties 3: Vakinhoudelijk en –didactisch competent. 4
Uit: toetsgids tweedegraads lerarenopleiding biologie op www.10voordeleraar.nl 97
10. Beoordelingscriteria 11. Toetskenmerken en ‐
vormen 12. Verplicht en aanbevolen materiaal 13. Onderwijsperiode (afnamemomenten) De student wordt beoordeeld op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke kennisbasis. De toets bestaat uit meerkeuzevragen met 4 antwoordalternatieven. Meer informatie over de landelijke kennistoets biologie is te vinden in de toetsgids op de website http://www.10vdl.nl/toetsen/oefenen‐en‐
informatie. Zie landelijke kennisbasis biologie op http://www.10vdl.nl/toetsen/oefenen‐en‐informatie. De landelijke kennistoets wordt drie keer per jaar aangeboden. De student kan per studiejaar maximaal twee keer deelnemen aan de landelijke kennistoets. De toetsafname vindt op maandag t/m donderdag altijd plaats tussen 17.00 en 20.30 uur en op vrijdagen tussen 13.00 en 17.00 uur (de toetsduur is verschillend per opleiding, precieze afnametijden volgen voor afname van de toets). De toetsdata voor biologie in studiejaar 2014‐2015 zijn:  Maandag 29 september 2014  Donderdag 22 januari 2015  Dinsdag 9 juni 2015 98
4: Beschrijving integrale toetsen POSTpropedeutische fase
OER ILS-2014-2015, VOLTIJD.
U:\OER OS\2014-2015\Voor Insite en ILS\ILS lero\hannl Biologie voltijd 2014-2015 nov. 2014.docx, v, 12-112014
Integrale toets niveau 2, liobekwaam voltijd Titel integrale Toets 1. 2. Opleiding Doelgroep 3. Beroepstaken 4. 5. 6. 7. 8. (Beroeps) producten Studiepunten en/of samenval met reguliere tentamens Samenhang met andere integrale toetsen en tentamens Ingangseisen Algemene omschrijving 9. Competenties 10. Beoordelings‐ criteria Integraal handelen in de beroepspraktijk 2 Opleidingen tot leraar van de tweede graad voltijd Studenten hoofdfase leerjaar 3 voltijd BT 1 Lesgeven en trainen BT 2 Begeleiden van lerenden (centrale beroepstaak) BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen (centrale beroepstaak) BT 4 Bijdragen aan de onderwijsorganisatie (centrale beroepstaak) BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid Portfolio, leertaken 22,5 studiepunten De onderwijseenheid integraal handelen in de beroepspraktijk komt op drie niveaus in de opleiding terug (hoofdfasbekwaam, lio‐bekwaam en startbekwaam). Deze onderwijseenheden zijn verbonden aan het werkplekleren en maken tevens deel uit van de leerlijn beroepscomponent. Een voldoende beoordeling voor werkplekleren 2A en een goedgekeurd leerwerk‐
plan is voorwaarde om te kunnen starten met werkplekleren 2B. Het kenmerkende van de integrale toets is de beoordeling van het portfolio van de student. Daarnaast maakt een aantal andere deeltoetsen (bijvoorbeeld kennistoet‐
sen, leertaken) deel uit van de integrale toets. De precieze richtlijnen voor de integrale toetsing onderdeel ‘portfoliobeoordeling’ staat beschreven in de handleiding integrale toetsing ILS‐HAN. 1. Interpersoonlijk competent 2. Pedagogisch competent 3. Vakinhoudelijk en didactisch competent 4. Organisatorisch competent 5. Competent in samenwerken met collega’s 6. Competent in samenwerken met de omgeving 7. Competent in reflectie en ontwikkeling Deeltoets: Portfoliobeoordeling integraal handelen 2 Bij de integrale toetsing onderdeel portfoliobeoordeling wordt de student getoetst op het in samenhang toepassen van kennis, inzicht en vaardigheden bij het uitvoe‐
ren van de beroepstaken. De student wordt beoordeeld op volledigheid van het portfolio en op het niveau: ‐ De student heeft alle verplichte bewijsstukken zoals beschreven in de handlei‐
ding integrale toetsing in zijn portfolio opgenomen. ‐ De student bewijst met opgenomen bewijsstukken (en eventueel het gesprek) de competenties en dublindescriptoren (professionele standaard) op het niveau ‘eindfasebekwaam’ zoals beschreven in ‘de ruggengraat van de lerarenoplei‐
ding’ te beheersen. 100
11. Integrale toets‐
kenmerken en ‐
vormen Deeltoets: eindbeoordeling WPL 2B De student laat in zijn handelen bij wpl 2B zien dat hij op de zeven competenties op niveau 2 een ontwikkeling heeft doorgemaakt én dat hij ten minste de knock‐out criteria zoals beschreven in de Handleiding Werkplekleren op voldoende niveau heeft aangetoond. Deeltoets: Dossier leertaken onderwijskunde Het dossier bestaat uit drie deeltaken. Er wordt een miniles gegeven op het gebied van gedrags‐ en leerproblemen. De tweede taak bestaat uit het maken van een plan van aanpak ter verbetering van het leef‐ en of werkklimaat van de groep. De derde taak bestaat uit het vergaren en verwerken van peerfeedback op het gebied van gespreksvaardigheden. In leerjaar 3 wordt de student, afhankelijk van het subdomein, met name beoor‐
deeld op het niveau van het begrijpen/herkennen en het toepassen in eenvoudige en complexe situaties. Deeltoets: Vakdidactiek Verschilt per opleiding, zie OWE‐beschrijving ‘integraal handelen in de beroepsprak‐
tijk 2’. Deeltoets: portfoliobeoordeling inclusief wpl2B
C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 Aantal examinatoren 1 2 Periode 2,3 en 4 2 Voorlopige cesuur Duur tentamen N.v.t. Voldoende wanneer alle verplich‐
te documenten aanwezig zijn en alle competenties minstens vol‐
doende zijn aangetoond op het niveau ‘eindfasebekwaam’ zoals beschreven in de ruggengraat van de lerarenopleiding. Deeltoets: Eindbeoordeling wpl2B Code: PF beo WPL2b C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 6,0 1 Periode 2 2 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen Alle knock‐out criteria minimaal 1 of 2 N.v.t. voldoende aangetoond Deeltoets: Dossier leertaken onderwijskunde Code: LT OWK C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 Periode 2 en 3 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 1 N.v.t. Alle beoordelingscriteria zijn met minimaal een voldoende beoor‐
deeld. Deeltoets: vakdidactiek Verschilt per opleiding, zie OWE‐beschrijving ‘integraal handelen in de beroepsprak‐
tijk 2’. 101
12. Verplicht en aanbevolen materiaal 13. Onderwijs‐
periode 102
Verplicht: Onderwijskunde: - Geerts, W., Kralingen, R., van. (2011). Handboek voor leraren. Bussum: Coutin‐
ho. ISBN: 9789046902509 - Teitler, P. (2009/2013). Lessen in orde. Bussum: Coutinho. ISBN 9789046901236 - Wal, J. van de, Wilde, J. de & Mooij, I. de (2006). Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding. Bussum: Coutinho. ISBN 13: 9789046900161. - Nauta, P., Giesing, M. (2006). Leerlingen met een specifieke hulpvraag. Uitgeve‐
rij: Nauta en Giesing. ISBN: 90‐810460‐1‐2 - Donk, C. van der & Lanen, B. van (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bus‐
sum: Coutinho. ISBN10: 9046903001 - Uitgereikte artikelen tijdens de instituutsdagen - Reader en verplichte artikelen van jaar 1 en 2 Vakdidactiek Verschilt per opleiding, zie OWE‐beschrijving ‘integraal handelen in de beroepsprak‐
tijk 2’. Aanbevolen: Voor onderwijskunde: - Bakker, M., Mijland, I. (2009). Handboek voor positieve groepsvorming. Esch: Quirijn. ISBN: 978‐90‐79596‐07‐2 - Bakker‐de Jong, M., Mijland, I. (2009). Handboek voor elke mentor. Esch: Qui‐
rijn. ISBN: 90‐808555‐3‐7 - Bijkerk, L. & Heide, W. van der. (2006). Het gaat steeds beter! Houten: Bohn Stafleu van Loghum. ISBN 9031347337 - Fiddelaers‐Jaspers, R. & Ruigrok, J. (2012). Leraar in hart en nieren. Heeze: In de Wolken. ISBN 978‐90‐77179‐12‐3 - Geerlings, T. & Veen, T. van der. (2010). Lesgeven en zelfstandig leren. (14e druk). Assen: Van Gorkum. ISBN 13: 9789023231295 - Gielis, P., Konig, A. & Lap, J. (1996) Begeleiden van de groep. Houten: EPN. ISBN 13: 9789040200311 - Good, T. L., Brophy, J. E., (2007). Looking in Classrooms (10th Edition). Pearson Education.ISBN13 9780205496785 [Paperback]. - Hajer, M. (2007). Open ogen in de kleurrijke klas. Bussum: Coutinho. ISBN‐13: 9789046900406 - Luijtjes, M., Zeeuw‐Jans, I de. (2011). Ontwikkeling in de groep. Bussum: Coutinho. ISBN: 9789046902493 - Nunez, C. Nunez, R. & Popma, L. (2010). Interculturele communicatie. Assen: Van Gorcum. Wijsman, E. (2008). Psychologie en Sociologie, basiscursus. Groningen: Noord‐
hoff Uitgevers. ISBN 978‐90‐01‐76375‐6 Vakdidactiek Verschilt per opleiding, zie OWE‐beschrijving ‘integraal handelen in de beroepsprak‐
tijk 2’. Jaar 3 periode 2‐3
Integrale toets niveau 3, startbekwaam voltijd Titel integrale Toets 1. 2. Opleiding Doelgroep 3. Beroepstaken 4. 5. 6. 7. 8. (Beroeps) producten Studiepunten en/of samenval met reguliere tentamens Samenhang met andere integrale toetsen en tentamens Ingangseisen Algemene omschrijving 9. Competenties 10. Beoordelings‐
criteria 103
Integraal handelen in de beroepspraktijk 3 Opleidingen tot leraar van de tweede graad voltijd Studenten hoofdfase leerjaar 4 voltijd BT 1 Lesgeven en trainen (centrale beroepstaak) BT 2 Begeleiden van lerenden (centrale beroepstaak) BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen (centrale beroepstaak) BT 4 Bijdragen aan de onderwijsorganisatie (centrale beroepstaak) BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid Portfolio, leertaken 30 studiepunten De onderwijseenheid integraal handelen in de beroepspraktijk komt op drie niveaus in de opleiding terug (hoofdfasbekwaam, lio‐bekwaam en startbekwaam). Deze onderwijseenheden zijn verbonden aan het werkplekleren en maken tevens deel uit van de leerlijn beroepscomponent. Een goedgekeurd leerwerkplan is voorwaarde om te kunnen starten met werkplekle‐
ren 3. Het kenmerkende van de integrale toets is de beoordeling van het portfolio van de student. De precieze richtlijnen voor de integrale toetsing onderdeel ‘portfoliobeoor‐
deling’ staat beschreven in de handleiding integrale toetsing ILS‐HAN. 1. Interpersoonlijk competent 2. Pedagogisch competent 3. Vakinhoudelijk en didactisch competent 4. Organisatorisch competent 5. Competent in samenwerken met collega’s 6. Competent in samenwerken met de omgeving 7. Competent in reflectie en ontwikkeling Deeltoets: Portfoliobeoordeling integraal handelen 3
Bij de integrale toetsing onderdeel portfoliobeoordeling worden studenten getoetst op het in samenhang toepassen van kennis, inzicht en vaardigheden bij het uitvoeren van de beroepstaken. De student wordt beoordeeld op volledigheid van het portfolio en op het niveau: ‐ De student heeft alle verplichte bewijsstukken zoals beschreven in de handleiding integrale toetsing in zijn portfolio opgenomen. ‐ De student bewijst met opgenomen bewijsstukken (en eventueel het gesprek) de competenties en dublindescriptoren (professionele standaard) op het niveau ‘startbekwaam’ zoals beschreven in ‘de ruggengraat van de lerarenopleiding’ te beheersen. Eindbeoordeling WPL 3 De student laat in zijn handelen bij wpl 3 zien dat hij op de zeven competenties op niveau 3 een ontwikkeling heeft doorgemaakt én dat hij ten minste de knock‐out criteria zoals beschreven in de Handleiding Werkplekleren op voldoende niveau heeft aangetoond. 11. Integrale toets‐
kenmerken en ‐
vormen 12. Verplicht en aanbevolen materiaal 13. Onderwijsperiode 104
Deeltoets: portfoliobeoordeling incl. eindbeoordeling wpl3
C/V Minimale Aantal kansen Toetsperiodes
Weging eis C
5,5 2
3 en 4
1 Aantal examinatoren
Voorlopige cesuur
Duur tentamen
2 N.v.t. De student heeft een voldoende wan‐
neer alle verplichte documenten aanwe‐
zig zijn en alle competenties minstens voldoende zijn aangetoond op het ni‐
veau ‘startbekwaam’ zoals beschreven in de ruggengraat van de lerarenopleiding. Deeltoets: Eindbeoordeling wpl3
C/V Minimale Aantal kansen Toetsperiodes
Weging eis C 6,0 1 3 en 4 1 Aantal examinatoren
Voorlopige cesuur
Duur tentamen
Alle knock‐out criteria minimaal vol‐
1 of 2 N.v.t. doende aangetoond Verplicht: - Donk, C. van der & Lanen, B. van (2009). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho. ISBN: 978‐90‐469‐0162‐5 - Fiddelaers‐Jaspers, R. & Ruigrok, J. (2012). Leraar in hart en nieren. Heeze: In de Wolken. ISBN 978‐90‐77179‐12‐3 - Lieshout, T. van (2009). Pedagogische adviezen voor speciale kinderen. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. ISBN: 9789031337279 - Slooter, M. (2009). De vijf rollen van de leraar. Amersfoort: CPS Uitgeverij. ISBN 978‐90‐6508‐616‐7 - Readers vanuit de opleiding Alle verplichte literatuur van de propedeusefase en hoofdfase Aanbevolen: - Crone, E. (2008). Het puberende Brein. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker. ISBN: 9789035132696 - Good, T. L., Brophy, J. E., (2007). Looking in Classrooms (10th Edition). Pearson Education. ISBN13 9780205496785 [Paperback]. - Hermes, J., Naber, P. & Dieleman, A. (2007). Leefwerelden van jongeren. Bussum: Coutinho. ISBN: 9789046900512 - Alle aanbevolen literatuur vanuit de propedeusefase en hoofdfase Jaar 4 semester 2.