Vragen/opmerkingen aanbieders n.a.v. de concept Deelovereenkomst Maatwerk Begeleiding ISD Bollenstreek/gemeente Katwijk (eerste ronde) Betreft Algemeen # A1 A2 A3 Vraag Alle ondernemingen, en zorg- en/of welzijnsorganisaties vallen hier ook onder, zijn gehouden aan de regels van het mededingingsrecht (Mededingingswet) waarop de ACM nauw toeziet. Dit betekent dat het in beginsel niet is toegestaan dat concurrenten informatie uitwisselen over prijzen, verdeling van klanten, capaciteit van producten of diensten of gebieden. Ook is het niet toegestaan concurrentiegevoelige informatie uit te wisselen. De ACM zal hier zowel gemeenten als aanbieders op toetsen. Het delen van informatie is slechts mogelijk onder strikte voorwaarden, namelijk bij een expliciet schriftelijk verzoek van de aanbestedende partij en onder diens strikte regie. Welke informatie is naar soort en inhoud naar de mening van de gemeente expliciet noodzakelijk om uit te wisselen mbt. het bestuurlijk contracteren, en meer specifiek van toepassing zijnde op de deelovereenkomst Maatwerk Begeleiding 20140207, zoals dat nu voorligt? Als de overeenkomst door drie partijen wordt gesloten (aanbieder, gemeenten/ISD en Katwijk) moet deze ook door drie partijen worden ondertekend en formeel dus ook in drievoud worden opgemaakt. Past u dit aan, in verband met rechtsgeldigheid van de overeenkomst? De overeenkomst moet gelet op mededingingsregelgeving, tot stand komen op basis van individueel overleg tussen gemeenten/ISD, Katwijk en de aanbieder. Maw: er mag geen Antwoord Het proces bestaat uit onderhandelingen met alle aanbieders (ook die niet aan tafel zitten, maar via internetrondes mee onderhandelen) over 1) toeleiding van klanten door de gemeente (hoe dat het beste te regelen?), 2) eisen aan kwaliteit (door alle huidige en toekomstige leveranciers minimaal aan te voldoen), 3) activiteiten en resultaten (wat gaan de huidige en toekomstige leveranciers leveren, wat is mogelijk en hoe?), 4) monitor (hoe kan de voorziening het beste worden gemonitord?) en 5) prijs en bekostiging (wat zijn reële normen in een kostprijsberekening en hoe kan de gemeente de prijsstelling het beste financieren, bv. per uur achteraf of met bevoorschotting, etc. – NB. Er worden geen prijzen plenair gedeeld of besproken). Informatie met betrekking tot bovenstaande elementen is noodzakelijk. Overigens ziet de externe begeleider, mr. drs. T.H.G. Robbe, erop toe dat geen mededingingsrechtelijk verboden informatie wordt gedeeld of informatie op verboden wijze wordt gedeeld. De overeenkomst wordt (naar verwachting) door 3 partijen getekend, de betreffende aanbieder, de gemeente Katwijk en/of de ISD Bollenstreek. Er zal 1 getekend exemplaar voor de deelnemende partijen beschikbaar komen. Het sluiten van een overeenkomst in collectiviteit is niet verboden. Het overtreden van de mededingingswet is verboden. Als het sluiten van een overeenkomst in collectiviteit LEIDT tot overtreding, is het sluiten van de A4 A5 overleg en/of afstemming en/of informatie-uitwisseling plaatsvinden tussen partijen over prijzen, aanbod, markten etc., ook niet belegd in overeenkomst of andere documentatie. Hoe garandeert u dit, gelet op het feit dat in bijlage 1 alle gecontracteerde aanbieders genoemd worden? Deze bijlage suggereert immers dat de overeenkomst in collectiviteit wordt gesloten, hetgeen verboden is. In het kader van de mededingingsregelgeving is het noodzakelijk dat als samenwerking tussen partijen gewenst/geboden is, dit door de aanbestedende dienst expliciet en schriftelijk wordt voorgeschreven. Hoe gaat u het DAEB concreet vormgeven? Wil de gemeenten dat partijen samenwerken en zo ja op welke terreinen, op welke voorwaarden en in welke vorm(en)? Hoe gaat u de regie hierop voeren? Wordt deze overeenkomst 1-op-1 gesloten tussen gemeentes en aanbieder of is het een collectieve overeenkomst? Hoe heeft u de bezwaarprocedure vormgegeven? overeenkomst verboden. Zoals aangeven onder vraag 1 is geen sprake van overtreding van de Mededingingswet. En dus is de overeenkomst ook collectief te sluiten. Wij verplichten niet dat partijen samenwerken. Wij laten deze keuze aan de aanbieders zelf. Aanbieders moeten wel aangesloten zijn bij de overeenkomst (i.i.g. de COB-overeenkomst) om samen de voorziening in de deelovereenkomst te kunnen aanbieden. Wij verwachten overigens van aanbieders dat zij vervolgens zelf toetsen of hun samenwerkingsverband voldoet aan o.a. de mededingingswetgeving. Wij stellen de DAEB vast als zijnde de dienstverlening zoals vastgelegd in de Deelovereenkomst. Het is ons onduidelijk waar op gedoeld wordt. Voor geschillen tussen partijen wordt in artikel 14 van de Deelovereenkomst verwezen naar de COBovereenkomst. Voor bezwaar van Inwoners tegen gemeentelijke besluiten geldt de bezwaarprocedure van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Voor bezwaar door de klant van de Aanbieder gelden de eventueel vigerende bezwaarprocedures bij de Aanbieder. Betreft Deelovereenkomst Maatwerk Begeleiding # D1 D2 Vraag Pagina 1 B: Wilt u Begeleiding groep opnemen in plaats van dagbesteding? Pagina 1 D: In de beleidsnota D&B staat dat de voor productiebekostiging gekozen wordt in combinatie met het marktmeester / Antwoord Dit zal worden verwerkt, zoals afgesproken tijdens de bijeenkomst van 10 juli. Ons inziens staat dit los van het vraaggericht en resultaat gericht werken. Het hoeft elkaar niet te bijten. samenwerkingmodel. Hoe verhoudt zich dat tot vraaggericht + resultaatgericht inrichting van toegang en organisatie van ondersteuning vanuit de WMO? D3 D4 D5 Er wordt gesproken over ontschotting en vermindering. Wilt u eraan toevoegen “zover “juridisch mogelijk.”? Pagina 2 G: De staatssecretaris heeft aangegeven dat de korting op Begeleiding 11% is en de korting op Hulp bij het Huishouden 32%, tevens komt er € 75 miljoen extra voor Hulp bij het Huishouden en wordt dit momenteel vormgegeven. Wat verstaat u onder reële kosten en in hoeverre is de aanpassing in korting al meegenomen hierin? Artikel 1, onder 2: Wat is het verschil tussen een arrangement en een plan van aanpak? Wie/welke partij is eindverantwoordelijk voor het behalen van de resultaten van een arrangement? Wie/welke partij is eindverantwoordelijk voor het behalen van de resultaten van een plan van aanpak? De toevoeging is niet nodig. Wij achten dit – voor zo ver van belang – al inbegrepen te zitten in het woord ‘streven’. De door de staatssecretaris afgegeven informatie is bij de Gemeente bekend. Het betreft hier de aanhef van de overeenkomst, waarin de Gemeente aangeeft dat zij bij de uiteindelijke vormgeving van de inkoop zo veel als mogelijk, binnen de beschikbare financiële kaders, aansluiting wil zoeken bij de reële kosten van de uitvoering door Aanbieders en in mindere mate bij de budgetten, die in het verleden eventueel ten grondslag lagen aan de inkoop. Voor de bepaling van de reële kosten wordt, daar waar mogelijk dan wel nodig, medewerking gevraagd aan de Aanbieders. Er is geen verschil. Daar waar plan van aanpak staat, zal dit vervangen worden door arrangement. De Aanbieder is verantwoordelijk voor het behalen van het resultaat. Zie ook beantwoording vraag B6. Begeleiding is exact gedefinieerd zoals opgenomen in de Wmo 2015 en dit zal aangehouden blijven worden. Artikel 1 onder punt 4 Begeleiding: graag toevoegen dat activiteiten niet alleen gericht zijn op het bevorderen van zelfredzaamheid maar ook op het in zo lang mogelijk in stand houden van zelfredzaamheid. Vooral voor cliënten met dementie is dat aan de orde. Bij punt 12 staat dit als resultaat wel genoemd. Artikel 3 De algemene voorwaarden van de ISD Bollenstreek zijn ook van toepassing Lid 1: voor de gemeente Katwijk. Wat is de status van de algemene voorwaarden van gemeente Katwijk? De algemene voorwaarden van de ISD Bollenstreek komen op de website. artikel 3 onder punt 1 Algemene voorwaarden: er wordt verwezen naar de algemene inkoopvoorwaarden van ISD Bollenstreek. Deze voorwaarden zijn niet vindbaar. Graag toezending. D6 D7 D8 Lid 4: Wat is de status van Besluit en de Individuele opdrachtverstrekking (zie artikel 5)? Artikel 5, lid 1: Als de gemeente de overeenkomst opzegt voor een (1) aanbieder, eindigt dan ook de overeenkomst voor alle andere aanbieders? (zie ook lid 3 van artikel 5) Artikel 5, lid 4: Wat is (de tekst van) het Besluit en wat is de status ervan, mede gelet op het gestelde onder artikel 3, lid 4? Wat is (de tekst van) de Individuele opdrachtverstrekking, mede gelet op het gestelde onder artikel 3, lid 4? Wat is het (juridische) verschil tussen opzeggen en het intrekken van de opdracht? Wat zijn de (juridische) gevolgen van het intrekken van de opdracht door gemeente (tijdelijk opschorting van de overeenkomst?)? Artikel 8: Prijzen mogen niet gecommuniceerd worden in het kader van het verbod op het maken van prijsafspraken, en het delen van informatie ondermeer over prijzen. Hoe gaat u dit oplossen nu de prijzen bekend worden gemaakt in bijlage 2? Artikel 9: Hoe definieert u de ‘hoogste’ kwaliteitsmaatstaven? 'Overeenkomstig de hoogste kwaliteitsmaatstaven' : op welke maatstaven doelt de gemeente? Hoe kunnen aanbieders dit duidelijk maken? De Individuele opdrachtverstrekking is de basis voor de door de Aanbieder te leveren prestatie voor de desbetreffende klant. De definitie van het Besluit staat in artikel 1 onder 3). In lid 1 staat expliciet vermeld, dat bij opzegging door de Gemeente de overeenkomst voor alle partijen eindigt. In lid 3 staat expliciet vermeld, dat deze opzegging niet alle aanbieders betreft. De definitie van het Besluit staat in artikel 1 onder 3). De Individuele opdrachtverstrekking is de basis voor de door de Aanbieder te leveren prestatie voor de desbetreffende klant en vloeit voort uit het Besluit. In dit lid wordt niet gesproken over opzeggen. Het betreft hier het intrekken van de specifieke Individuele opdrachtverstrekking, waarbij als dit vaker gebeurd, zoals aangegeven, de Gemeente gebruik zal maken van de bepalingen van artikel 5 lid 3. Het intrekken van de Individuele opdrachtverstrekking heeft in principe slechts betrekking op die specifieke opdracht en raakt de voortgang van de overeenkomst niet, tenzij te vaak tot intrekking moet worden overgegaan. Het betreft hier niet de prijzen die de diverse Aanbieders offreren, maar de prijzen die de Gemeente in het kader van het tot stand komen van deze Deelovereenkomst, conform de afgesproken uitgangspunten als o.a. in de aanhef van de overeenkomst vastgelegd, voor alle Aanbieders hanteert. Wij zien hier derhalve geen strijdigheid met het in de vraag aangehaalde verbod. Zoals afgesproken tijdens de bijeenkomst van 10 juli wordt deze tekst aangepast. Het betreft hier de in de praktijk gangbare maatstaven. De Aanbieder zal – in voorkomende gevallen – dit objectiveerbaar moeten kunnen aantonen. D9 D10 D11 D12 artikel 9 Garantie: het begrip ‘hoogste kwaliteitsmaatstaven’ is niet objectief. Er is een formulering nodig die geen twijfel laat bestaan over de gevraagde garantie. Artikel 10: Hoe kunt u in afwijking van de wet bepalen dat overmacht tgv. werkstaking en personeelstekorten voor rekening van aanbieder zijn? Artikel 12, lid 2: Mondelinge afspraken kennen wel rechtskracht (zijn hooguit lastiger bewijsbaar). Hoe verklaart en rechtvaardigt u de zinsnede dat mondelinge overeenkomsten mbt. deze overeenkomst geen rechtskracht hebben? Zou dit ook gelden voor de COB overeenkomst of andere stukken die onderdeel uitmaken van deze opdracht(en)? artikel 13: recht op zorg: inwoners behouden recht op de uren zorg die zijn geïndiceerd. De vergoeding die daarvoor betaald wordt is volgens de nieuwe tariefstelling. Het verlies komt daarmee voor rekening van de aanbieder. Of de cliënt ontvangt minder zorg dan is afgesproken. Hoe kijkt u als gemeente hier tegenaan? Geldt deze overeenkomst ook voor het leveren van HbH (gelet op de eindterm van een ‘schoon en leefbaar huis’)? Zoals afgesproken tijdens de bijeenkomst van 10 juli wordt nog kritisch naar deze tekst gekeken. Mondelinge afspraken kennen rechtskracht als niet schriftelijk in de overeenkomst is vastgelegd dat zij dat niet hebben. Wij leggen schriftelijk vast dat zij dit niet hebben en dus hebben zij geen rechtskracht. Dit is onderdeel van de prijsbesprekingen, die in een latere fase van de bespreking van de Deelovereenkomst aan de orde komen. Deze overeenkomst, zoals die nu voor ligt, geldt ook voor het leveren van HbH. De term ‘schoon en leefbaar huis’ is daarvoor een synoniem en wordt (momenteel) door de Gemeente gehanteerd in de van toepassing zijnde Wmo verordening. Betreft Bijlage 2: Maatwerk Begeleiding # B1 Vraag 1.2: 'Naar het oordeel van de gemeente onvoldoende zelfredzaam'. Antwoord Conform de bepalingen van de Wmo 2015 voert de Gemeente bij een ondersteuningsvraag van de Inwoner een onderzoek uit, waarbij (minimaal) Welke methodiek hanteert u om de mate van zelfredzaamheid te beoordelen? Wat is de tekst van de Verordening en uitvoeringsbesluiten mbt. het precieze beoordelingskader? Hanteert elke gemeente zijn eigen Verordening en uitvoeringsbesluiten? artikel 1 onder 1.2 precieze beoordelingskader: is dit beoordelingskader niet beschikbaar op het moment dat de maatwerkovereenkomst getekend moet worden? B2 1.3: Wat bedoelt u met de zin dat elke gemeente “daarnaast” zijn eigen “toegangskanalen” kent? Wat bedoelt u met het woord ‘toegangskanaal’? Wat betekent dit voor de inwoner? Moet hij via twee kanalen zijn verzoek doen? Maw: Wat bedoelt u met het woord ‘daarnaast’ in de genoemde zin dat ’elke gemeente daarnaast zijn eigen toegangskanaal kent’? Wie / welk toegangskanaal beoordeelt het door burger ingediende verzoek? Wie / welk toegangskanaal geeft de beschikking af op het door inwoner ingediende verzoek? Wat is de tekst/inhoud van de Deelovereenkomst Toegang? Wie ondertekenen deze Deelovereenkomst Toegang? aandacht wordt besteed aan de wettelijk voorgeschreven onderdelen (artikel 2.3.2 Wmo 2015). Dit onderzoek resulteert in een Arrangement, waarbij de inzet van een maatwerkvoorziening (zoals Begeleiding als hier bedoeld) mogelijk is. Voor het beoordelen van de zelfredzaamheid wordt binnen de Bollenstreek gemeenten overigens gebruik gemaakt van de zogenoemde zelfredzaamheidsmatrix (ZRM) De tekst van de Verordening en de uitvoeringsbesluiten zijn nog niet voor handen. De verwachting is dat deze in het najaar beschikbaar komen. De Verordening en de uitvoeringsbesluiten vormen voor de Inwoner de eventuele ingang voor een maatwerkvoorziening en daarmee voor een Individuele opdrachtverstrekking aan de Aanbieder. Elke gemeente hanteert zijn eigen Verordening en uitvoeringsbesluiten. Het precieze beoordelingskader vindt hoofdzakelijk plaats binnen het proces van het hiervoor aangehaalde onderzoek, dat uiteindelijk resulteert in het Arrangement. Aan dat onderzoek en het Arrangement liggen de (bepalingen van de) Verordening, de uitvoeringsbesluiten en de beleidsregels ten grondslag. Zoals ook met de opmerking in het concept aangegeven, zal dit nog nader uitgewerkt en beschreven worden. De keuzevrijheid staat wel degelijk genoemd in de Deelovereenkomst en wel onder 1.4. Met de daarbij gehanteerde tekst achten wij voldoende keuzevrijheid aanwezig. B3 B4 Hoe verhouden de eigen Toegangskanalen van de gemeenten zich tot de Deelovereenkomst Toegang? De keuzevrijheid van de cliënt wordt nauwelijks genoemd / uitgewerkt in de ontwikkelovereenkomst, waarom niet? Op welke wijze waarborgen de gemeentes dat er sprake is van (voldoende) keuzevrijheid voor cliënten bij het nieuw te ontwikkelen WMO-aanbod? De onafhankelijkheid binnen het toegangskanaal wordt niet benoemd, waarom niet? 1.5: Is de organisatie van kennismaking/afstemming niet afhankelijk van de eigen toegangskanalen van iedere gemeente? Wie en hoe wordt de onafhankelijkheid gegarandeerd in het kennismaking/afstemmingsgesprek? 1.7 onderaannemerschap: ik neem aan dat als een instelling onderaannemer is deze ook aan de eisen van kwaliteit moeten voldoen. Wie draagt hier zorg voor? Mijn idee is dat de gemeente hier eerst formeel toestemming voor geeft voordat een aanbieder hier gebruik van maakt. Hoe zit het met onderaannemerschap of gezamenlijk een zorg arrangement leveren en de betaling. Moet de hoofdaannemer dan de andere partijen gaan betalen? - dit levert hogere administratieve lasten - hoe zit het met btw verrekening/ dit lijkt me zonde van het geld B5 Waarom moeten onderaannemers de COB- en de Overeenkomst tekenen, als de hoofdaannemer aansprakelijk is voor de (goede) uitvoering van de COB- en de Overeenkomst zoals hij die getekend heeft met ISD/gemeenten en Katwijk? 2.1: Vraag: Wordt er bij de totstandkoming van de Zoals ook met de opmerking in het concept aangegeven, zal dit nog nader uitgewerkt en beschreven worden. Dan komt – zo nodig – deze vraag daarbij aan de orde. De aanname klopt. De (hoofd)Aanbieder draagt daar zorg voor. Ook de onderaannemer moet de COB-overeenkomst en de Deelovereenkomst tekenen. De gemeente hoeft niet eerst formeel toestemming te geven. De wijze waarop de betaling onderling tussen hoofdaannemer en onderaannemer gaat, is geen onderwerp waar de gemeente zich in mengt. Omdat wij van mening zijn dat sprake is van diensten aan kwetsbare burgers en wij willen dat ook onderaannemers minimaal voldoen aan de kwaliteitseisen gesteld in de COB-Overeenkomst. Collectief. Maar er wordt NIET collectief onderhandeld over prijs en capaciteit. Wel wordt onderhandeld over generieke voorwaarden inzake aanbod en resultaatovereenkomst per contractant (dus individueel) onderhandeld over prijs, capaciteit, aanbod en kwaliteit of is het de bedoeling om te komen tot een collectieve overeenkomst met de (zorg)aanbieders? onder 2.1 Arrangement: het arrangement wordt opgesteld door de medewerker in het ‘toegangskanaal’. Deze medewerker stelt ook te bereiken doelen en resultaten vast. Deze formulering gaat voorbij aan de complexiteit van de zorgvraag. Het is (zoals ook in de nieuwe Wlz voorzien) de zorgaanbieder die over de expertise beschikt om doelen en resultaten met cliënten te bespreken en vast te stellen. Er is veelal medische kennis en ervaring nodig om per cliënt een individueel (behandel)plan op te stellen en te monitoren of de doelen realistisch zijn. Dit punt roept de volgende vragen op: over welke kennis en ervaring beschikt de medewerker in het ‘toegangskanaal’? worden medische gegevens onderdeel van het Arrangement? welke rol wordt voorzien voor de zorgaanbieder in het vaststellen van het Arrangement? Zoals het nu geformuleerd is, wordt pas na vaststelling van de doelen en resultaten de aanbieder betrokken in het proces. B6 kwaliteit waarop aanbieders in de uitvoering eigen besluiten mogen nemen hoe deze vorm te geven in eigen producten. De opdrachtgever stelt de prijzen vast. Aan capaciteit worden geen eisen gesteld. Zoals ook met de opmerking in het concept aangegeven, zal het onderwerp toegang nog nader uitgewerkt en beschreven worden. Dan komen – zo nodig – deze vragen daarbij aan de orde. Voorstel: de zorgaanbieder in een eerder stadium betrekken bij het vaststellen van doelen en resultaten. 2.2: De Aanbieder is eindverantwoordelijk voor het behalen van de resultaten. Zie Wie/welke partij is eindverantwoordelijk voor het behalen van de ook beantwoording vraag D4. resultaten van een arrangement? De verhouding tussen professional en medewerker van de gemeente vinden 2.2. Een medewerker van de gemeente legt afspraken vast en wij niet in 2.2 terug. Wij vinden dit overigens wel terug onder 2.1. Daar staat regisseert en beheert. Vanuit het oogpunt efficiency lijkt dit niet in onze beleving de verhouding duidelijk geformuleerd: in overleg worden kostenbesparend. Ook de begeleider van cliënt zal een afspraken gemaakt en deze worden vastgelegd in het Arrangement. B7 B8 B9 begeleidingsplan moeten maken. Hoe verhouden professional en medewerker van de gemeente zich tot elkaar? 2.3 onder 2.3 gangbare competenties: graag een precieze aanduiding van wat ‘gangbaar’ is. Er zijn niet alleen ‘handjes’ nodig maar ook ‘hersens’. 2.4: Elke (zorg)aanbieder (en elke organisatie, elke burger) moet zich aan de voor hem/haar van toepassing zijnde relevante wetgeving houden. Waarom verklaart u dan expliciet genoemde artikelen van toepassing? Wat is hiervan de toegevoegde waarde? Hoe rechtvaardigt u de zinsnede in voetnoot 1 dat daar waar in de wet sprake is van zorgaanbieder hier gelezen moet worden: aanbieder? NB: in de wet wordt namelijk expliciet onder ‘zorg’ verstaan de zorg geleverd vanuit de Zvw, AWBZ of BIG- gerelateerd. Om deze zorg te kunnen verlenen is een WTZi-toelating nodig. Deze wordt verstrekt, als voldaan wordt aan de voorwaarden, aan zorgorganisaties. Niet aan andere soorten organisaties/aanbieders. 2.5: Hoe zou het voor een inwoner mogelijk zijn om van aanbieder te wisselen als de verlening van de ondersteuning is ‘toebedeeld’ via een Dynamisch Selectie Model/Stipter? Welke criteria stelt u aan de ‘opgave van reden’ door inwoner als hij van aanbieder wil wisselen? Gaat er een beoordeling plaatsvinden van de ‘opgave van reden’? En door wie? Is het vereisen van ‘opgave van reden’ niet in strijd met de vrije keuze die inwoners hebben? Het betreft hier competenties, vastgelegd in de branchecompetentieprofielen (bcp’s) en vastgesteld door de branches. De Kwaliteitswet is niet per definitie van toepassing. Wij willen dit wel en dus verklaren wij deze expliciet van toepassing. Voetnoot 1 verwijst naar het taalgebruik van de overeenkomst; deze gaat over “aanbieder” en niet over “zorgaanbieder”. Voetnoot 1 moet spraakverwarring voorkomen. Alle genoemde bepalingen zijn van toepassing op alle aanbieders die de overeenkomst uitvoeren. Precies uw NB maakt dat wij dus zelf de wet van toepassing moeten verklaren op onderdelen! De inzet van het Dynamisch Selectie Model/Stipter is in het kader van de vaststelling van deze Deelovereenkomst niet aan de orde. Voor zover de Gemeente gebruik wil maken van het Dynamisch Selectie Model/Stipter, zal dit besproken worden en kan daar dan – zo nodig – met elkaar over van gedachten gewisseld worden. Er worden door de Gemeente (op voorhand) geen specifieke criteria gesteld m.b.t. de inhoud van ‘opgave van reden’. Er dient een opgave te worden gedaan. De wisseling dient in het teken te staan van het (uiteindelijk) behalen van het afgesproken resultaat. Voor zover op dat punt een beoordeling plaats moet vinden, gebeurt dit door de medewerkers van de Gemeente. Wij achten het vereisen van ‘opgave van reden’ niet in strijd met de vrije keuze van de Inwoner. Het geeft de Gemeente in voorkomende gevallen de B10 2.6: Wie / welke partij zal / moet gemeente inschakelen bij opzegging van een overeenkomst door een aanbieder met een inwoner? Betreft dit de individuele gemeente (van de inwoner) of de gemeenten/ISD en Katwijk? onder 2.6 opzeggen samenwerking met inwoner: kan dit op een maand worden gesteld? B11 onder 2.6. vierwekelijkse periode: waarom is voor een 4 wekelijkse periode gekozen in plaats van een maand? Kunnen alle termijnen op een (1) maand worden gesteld? Zie ook punt 5.1 op pagina 16 en punt 5.2 op pagina 17. 3.1a: Schoon en leefbaar huis. Spreken we dan over HbH 1? Kunt u aangeven of er nog een algemene voorziening HbH komt? B12 Bij 3.2. ad 1. De Nota Bene: vergeet niet aan zorgmijders te denken. 3.2. ad 1: Bemoeizorg: cliënten voor wie deze vorm van zorg noodzakelijk is, zijn vaak ' zorgmijdend' . Voordat er daadwerkelijk een beschikking afgegeven kan worden en afspraken met de cliënt gemaakt kunnen worden zijn er soms al vele acties en uren verstreken. Kunnen deze activiteiten ook betaald worden vanuit de voorziening Maatwerk begeleiding? mogelijkheid om de noodzaak van de wisseling te toetsen aan het bereiken van het beoogde eindresultaat. Wij gaan er van uit dat met de vraagstelling is bedoeld wie de Aanbieder (en niet de gemeente) moet inschakelen bij opzegging. Dit betreft de gemeente Katwijk voor een Inwoner van die gemeente en de ISD Bollenstreek voor een Inwoner van de aan de ISD deelnemende gemeenten. De vier-wekelijkse perioden sluiten aan bij de/ komen overeen met de zorgperiodes van het CAK De activiteiten voor schoon en leefbaar huis staan nader omschreven bij 3.3 onder 16. Vooralsnog is ‘schoon en leefbaar huis’ met dit concept ondergebracht bij de maatwerkvoorziening Begeleiding. Zoals ook tijdens de bijeenkomst van 10 juli aangegeven, vindt binnen de Gemeente nog een afwegingsproces plaats of en zo ja in hoeverre schoon en leefbaar huis als algemene voorziening kan en zal worden aangeboden en zo ja op welke wijze. Zo nodig wordt hierop bij u teruggekomen. De zorgmijders vallen onder het begrip bemoeizorg dan wel onder de definitie van geïsoleerde clienten. Deze zijn dus niet vergeten. Eventuele werkzaamheden, die verricht zijn dan wel worden voor het Besluit (beschikking) en de Individuele opdrachtverstrekking, vallen niet onder de werking van deze Deelovereenkomst. Het ‘in staat zijn …..’ valt al onder de definitie van ‘functionerend sociaal netwerk’ en ‘bespreken en oplossen’ onder ‘passende sociale rol’. Blz 12 ad 1 aandachtsgebied ondersteuning bij en opbouwen van sociaal netwerk Graag toevoegen -Cliënt is in staat zijn sociaal netwerk te onderhouden en knelpunten in dit netwerk met mensen vanuit zijn netwerk ook te bespreken en op te lossen - kan ergens bij het opbouwen van netwerk ook staan het opbouwen van een gezond netwerk (hiermee bedoel ik geen netwerk uit het oude circuit zoals verslaafden en of criminelen. Ad 2 aandachtsgebied ondersteuning van de thuisadministratie Bij het laatste punt ik neem aan dat het hier gaat om behapbare schulden, en niet om schulden waar eigenlijk schuldsanering voor nodig is, dan is toe leiden naar deze voorzieningen aanvullend punt. Bij ad 2 graag aanvullen Uitgavenpatroon bespreken met begeleider en leren wat een juist uitgavepatroon is voor cliënt binnen zijn budget. Ook leren waar cliënt op kan bezuinigen bijv. zuinig met water en electra omgaan e.d. onder punt 3.2 Aandachtsgebieden: ondersteuning bij thuisadministratie en de relatie met schuldhulpverlening. Het laatste is een aandachtgebied van de gemeente en bij schuldhulpverlening hoort ook ondersteuning bij thuisadministratie? Gaat het hier om een andere groep of is samenloop mogelijk? Wat gaat de gemeente zelf doen met betrekking tot dit punt? Is er behoefte aan een keurmerk voor bureaus die thuisadministratie aanbieden? Bij 3.2. ad 3. Het lijkt mij ook belangrijk om aan de noodzakelijke ontspanning van de cliënt aandacht te besteden. Het gezond sociaal netwerk staat al in de nota bene opgenomen en is daarmee voldoende verankerd in de Deelovereenkomst. Het gaat hier om de ondersteuning van de thuisadministratie en niet om de (wettelijke) schuldsanering. Het bespreken van het uitgavenpatroon en het leren te bezuinigen valt onder de noemer ‘Inkomsten en uitgaven in balans’. Aandacht voor de noodzakelijke ontspanning van de cliënt lijkt ons ook belangrijk, zeker als dit bijdraagt aan het behalen van het (uiteindelijke) resultaat. Vrije tijdsbesteding als afzonderlijk element wordt niet toegevoegd. Het kan wel onderdeel uitmaken van een zinvolle dagbesteding. Ook bij de onder 3.3. beschreven activiteiten komt dit element terug. Het ‘bespreekbaar maken’ valt al onder het gestelde in Ad 1. Aandachtsgebied als mede onder de bij 3.3 beschreven activiteiten. Medicatie innemen valt – voor zover nodig – onder het in staat zijn zichzelf te verzorgen. De afspraak met de huisarts is al opgenomen in de tekst. Met ontlasting van mantelzorg wordt bedoeld dat de mantelzorger (of degene waar hij/zij voor zorgt) zodanig ondersteund wordt dat hij/zij de zorg voor zijn/haar naaste kan blijven volhouden zonder er daarbij zelf aan “onderdoor” te gaan. De activiteiten voor schoon en leefbaar huis staan nader omschreven bij 3.3 onder 16. Het betreft hier niet een limitatieve opsomming. De Wmo 2015 is er opgericht om de zelfredzaamheid en de eigen verantwoordelijkheid van de Inwoner zo veel als mogelijk te stimuleren en te bevorderen. Partijen onderschrijven deze uitgangspunten ook bij het aangaan van de Deelovereenkomst. Het ligt in de lijn om, daar waar mogelijk, onder het resultaat van een schoon en leefbaar huis ook de begeleiding van de klant bij Ad 3 blz 12/13 graag toevoegen Kan bij dagbesteding ook toegevoegd worden vrije tijdsbesteding. Client kan zijn vrije tijd (zelfstandig) inplannen en structureren. Knelpunten binnen de dagbesteding daarin is client in staat deze zelfstandig bespreekbaar te maken binnen de dagbesteding. het (gedeeltelijk) zelfstandig voorzien in een schoon en leefbaar huis te betrekken. Ad 4 blz 13 graag toevoegen Client is in staat zijn medicatie zelfstandig in te nemen Client is in staat op tijd een afspraak te maken met bijv. een huisarts. Ad 5 Wat wordt precies bedoelt met mantelzorg is ontlast? B13 Ad 6 Wat wordt bedoelt met een schoon en leefbaar huis? Dat je dit als begeleider samen schoonmaakt met de cliënt? Of dat je client leert dat hij een planning maakt e.d.? Ik zie de toelichting staan onder punt 16 bij blz 14, maar kan hier ook een onderscheid gemaakt worden tussen daadwerkelijk huishoudelijke hulp als wel het begeleiden dat de cliënt zelf in staat wordt om het huis schoon te houden. 3.3 blz 13 Bij punt 1 graag toevoegen Hulp bij het oefenen van het niet terugvallen in oud gedrag zoals verslavingsgedrag en of criminele activiteiten. Bij punt b graag toevoegen niet alleen hulp bij uitvoeren van vaardigheden maar ook juist oefenen van vaardigheden. Bij 3.3. ad 1., d. Vrijwillige ouderenadviseurs van de ouderenbonden zijn op dit terrein ook actief; mogelijk is hier een link te leggen. Bij 3.3. ad 1., e. Kan vrijwillige buddyzorg hier ingezet worden? Het ‘niet terugvallen in oud gedrag’ wordt geacht (indirect) begrepen te zitten in activiteit 6: het aansturen van gedrag. De tekst bij 3.3 onderdeel 1 onder (b) wordt veranderd in: Hulp bij oefenen en uitvoeren van vaardigheden die geleerd zijn tijdens AWBZ- of GGZbehandeling. Voor wat de activiteiten onder (d) en (e) betreft, wordt het aan de Aanbieder overgelaten om daar eventueel gebruik van te maken. De activiteiten onder 1. Betreffen geen limitatieve opsomming. Er kunnen dus andere, niet specifieke benoemde activiteiten zijn die bijdrage aan het te behalen resultaat. Wij zien geen reden om de aangehaalde activiteit hier Bij 3.3. ad 1. Zie ik geen categorie die het stimuleren van het bezoek aan een verwarmd zwembad (reumapatiënten) omvat. 3.3 onderdeel 3 onder b Hulp bij het regelen van randvoorwaarden op het gebied van wonen, onderwijs, werk, inkomen, iets kopen/betalen, het stimuleren tot en voorbereiden van een gesprek met dit type instanties (dit betreft niet het meegaan naar- aanwezig zijn bij het gesprek). tekstvoorstel: (dit betreft niet het meegaan naar- aanwezig zijn bij het gesprek)’.Deze passage weglaten. Toelichting: cliënten met een verstandelijke beperking of niet-aangeboren hersenletsel zijn niet altijd in staat om dergelijke gesprekken zelfstandig te voeren ten gevolge van hun verbale beperkingen, moeite met het begrip van gesproken taal of door het ontbreken van/een beperking op het gebied van de geheugenfunctie. Om misverstanden en onnodige escalatie te voorkomen zijn onze begeleiders bij cliënten waarbij deze problemen spelen in de regel wel aanwezig bij dergelijke gesprekken Bij 3.3. ad 3. , c. Zou hier ook onder kunnen vallen: hulp bij het inhuren van (vrijwillige) begeleiders, die zelf meegaan met de cliënt. 3.3: In dit artikel staan werkzaamheden die uitgevoerd moeten worden door professionele zorgverleners. Zoals bijvoorbeeld genoemd onder 3.3 1 b, 3.3 5 medicijngebruik. Hoe heeft u dit getoetst? 3.3 16 (f + g) Wat verstaat u onder eenvoudige signalering? expliciet op te nemen. De tekst bij 3.3 onderdeel 3 onder (b) wordt veranderd in: dit betreft in de regel niet het meegaan naar- aanwezig zijn bij het gesprek. Voor wat de invulling van de activiteit onder (c) betreft, wordt dit door de Gemeente aan de Aanbieder overgelaten. Het betreft hier begeleidingsactiviteiten, die door de Aanbieder worden georganiseerd en verricht. Voor zover daarbij, om het afgesproken resultaat te behalen, professionele zorgverleners ingezet moeten worden, is in eerste instantie te bepalen door de Aanbieder. Van enige toets op dit punt door de Gemeente is in deze in de regel dan ook geen sprake. Voor de eenvoudige signalering wordt aansluiting gezocht bij de huidige uitvoeringspraktijk met betrekking tot de levering van hulp bij het huishouden (schoon en leefbaar huis). Daarbij wordt de signaleringsfunctie als volgt omschreven: het kunnen signaleren van bijzonderheden en veranderingen in de cliëntsituatie, bijvoorbeeld als gevolg van toenemende beperkingen vanwege voortschrijdende dementie. Gedacht kan daarbij worden aan de volgende situaties: - afwijkend gedrag, zoals extreme activiteit of extreme passiviteit; - verwardheid, achterdochtigheid, dwalen; - (andere) signalen van voortschrijdende dementie; - signalen dat cliënt niet meer naar bed gaat; - het overnachten in een stoel (kan voortvloeien uit angst, pijn of benauwdheid); - signalen dat cliënt dag -en nachtritme omdraait; - verwaarlozing, vervuiling bijvoorbeeld zich zelf niet wassen of niet eten; - vervuiling koelkast (beschimmeld eten). Indien een verandering in de huishoudelijke situatie zich voordoet is het uitvoerend personeel verplicht: - dit, indien mogelijk, te bespreken met de cliënt en/of mantelzorger; B14 B15 4.4 blz 15 Over welke klachten gaat het hier. Gaat het om de formele klachten die ingediend zijn. Of de informele klachten die we opvangen. 4.5 De Aanbieders laten door een externe onafhankelijke partij een Klantervaringsonderzoek uitvoeren. Het meest recente Klantervaringsonderzoek moet openbaar worden gemaakt, inclusief de hieruit voortvloeiende verbeterplannen. Zij worden beschikbaar gesteld aan Gemeente. De uitgevoerde onderzoeken moeten zowel kwantitatief als kwalitatief plaatsvinden. Dit vinden wij onredelijk. De gemeente kan zelf en op eigen kosten extern tevredenheidsonderzoek laten uitvoeren, maar dient te respecteren dat zorgaanbieders zelf – bijvoorbeeld op basis van het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg – kiezen voor een methodiek voor het monitoren van cliëntervaringen 4.5 de klanten ervaringsonderzoek moet zowel kwantitatief als kwalitatief uitgevoerd worden. Wie betaald deze kosten aangezien een kwantitatief onderzoek erg duur is. Tot nu toe hebben wij alleen maar een kwalitatief onderzoek uitgevoerd conform de landelijke eisen. Als elke instelling zijn eigen onderzoek laat uitvoeren, dan kan dit niet als vergelijkingsmateriaal gebruikt worden. Graag zou ik dit als toevoeging zien staan dat dit niet het doel is als vergelijkingsmiddel. - dit te melden aan diens leidinggevende. De leidinggevende is in staat om de cliënt te verwijzen naar: - vormen van AWBZ-zorg; - in ieder geval de voorzieningen van armoedebeleid, bijzondere bijstand of belastingmaatregelen zoals huur- en kindertoeslag; - in ieder geval de instanties: maatschappelijk werk, sociale dienst, UWV, IBG, jeugdzorg, GGZ instelling, daklozenopvang, Leger des Heils, charitatieve instellingen en de Formulierenbrigade. Hier wordt alle klachten bedoeld die een organisatie binnenkrijgt. Ook als dit niet geschiedt via de officiële klachtenprocedure maar op een andere wijze dan is en blijft het een klacht. Dit onderwerp maken wij graag onderwerp van nader overleg en afstemming. B16 In een kleine instelling waarbij we misschien maar 20 clienten in zorg hebben heeft een negatief of heel positief antwoord van 1 persoon gelijke een enorme impact op de totaal beoordeling. Dat maakt dat onder een kleine groep clienten een onderzoek doen erg kan schommelen, hoe wordt hiermee omgegaan? Gaat het erom dat alle cliënten een meting doen, of dat dit in een periode wordt uitgevoerd over de cliënten die dan op dat moment in zorg zijn. 4.6 Waarom kunnen partijen geen wijzigingsvoorstelling inbrengen over de kritische succesfactoren? Er wordt gesproken over “Basisovereenkomst”, klopt deze term? 4.6. mb.t. kritische succesfactoren A) een minimaal gemiddeld cijfer 8 lijkt hoog, graag dit cijfer nogmaals ter overweging nemen en bijstellen. In artikel 4.6, bijlage 2 wordt als een van de Kritische Succesfactoren genoemd onder a) een gemiddeld cijfer van 8 in de tevredenheidonderzoeken. Met name in de GGZ, wellicht ook in andere sectoren, is dit een te hoog cijfer gebleken. Gemiddeld is de tevredenheidscore gelegen tussen de 7.2 en 7,8. Mogelijk hebben deze scores van doen met de aard van de problematiek en is het in andere sectoren wel mogelijk boven de 8 uit te komen. Een ander fenomeen is dat de scores nauwelijks fluctueren. Ik stel voor om met een lagere gemiddelde score te werken. Bij 4.6. kritische succesfactoren, a. Zelfs vanuit cliëntenperspectief lijkt mij een gemiddelde van een 8 aan de hoge kant, tenzij uit eerdere onafhankelijke onderzoeken gebleken is dat een dergelijk cijfer gemakkelijk gehaald wordt. Maar ik twijfel aan het onafhankelijk karakter van eerdere onderzoeken. Ik zou eerder nu een 7 verwachten en later zou je dat gemiddelde langzaamaan kunnen verhogen. Dat is wel mogelijk. Partijen kunnen wijzigingsvoorstellen inbrengen. Met de Basisovereenkomst wordt de COB overeenkomst genoemd. Wij zullen in het gehele document het begrip COB overeenkomst gebruiken. Wij zullen de tekst hierop aanpassen De 8 is een streefcijfer waar aanbieders niet op worden afgerekend. Als het echter lukt een 8 te halen (met alle aanbieders!) dan is de voorziening zeker succesvol te noemen. De 8 blijft dus staan als streefwaarde. Als deze situatie zich voordoet (macrobudgetneutraal uitvoeren), is er niets aan de hand en kan de gemeente spreken van een succes. Dit houdt in, zoals het er nu staat, dat zij ook niet meer kan bezuinigen. Als deze situatie zich niet voordoet wil dat niet zeggen dat de gemeente direct tarieven bijstelt, maar zal zij wel in gesprek gaan (via COB) over deze overeenkomst. De faalfactor is sowieso niet voor aanbieder of ISD, maar meet het succes of falen van de voorziening en de overeenkomst die deze regelt. De gemeente Katwijk en/of de ISD hoort aan te tonen dat (een of meer van) de faalfactoren van toepassing zijn. Als gehandicaptenzorgaanbieder werken wij, conform het kwaliteitskader gehandicaptenzorg met cliëntervaringsonderzoeken, aangezien KTO's waarbij met het toekennen van bijvoorbeeld tevredenheidscijfers voor onze cliënten moeilijk te bevatten is, en daardoor een vertekend beeld kan geven. Een gemiddeld cijfer van een 8 vind ik erg hoog (zie daarnaast erg hoog) ik zou dit graag naar een 7,5 willen zien. Een acht of hoger is niet gemiddeld maar bovengemiddeld en lijkt geen realistisch ijkpunt. Waarom kiest u hiervoor? Wilt u dit bijstellen of bijstellen naar 0-meting in het eerste jaar? 4.6 onder (b) De Gemeente kan Maatwerkvoorziening Begeleiding macrobudgetneutraal uitvoeren. Dit weglaten als kritische faalfactor. Wij zijn van mening dat deze factor buiten de macht van aanbieders(en eigenlijk ook gemeente) ligt, aangezien het gaat om een open eind financiering en we op dit moment niet in kunnen schatten hoeveel inwoners de komende jaren een beroep op WMO voorzieningen zal moeten doen. Wij vinden het macrobudgetneutraal uitvoeren een mooi streven maar zijn van mening dat het onredelijk is dit risico bij aanbieders neer te leggen. Wat wordt bedoelt bij punt b over macrobudgetneutraal uitvoeren? Bij 4.6. kritische faalfactoren, d. Dit artikel kan alleen zo blijven staan als het gaat om beroeps- en bezwaarprocedures die de kwaliteit van het zorgaanbod betreffen. Als de stijging veroorzaakt wordt door beroeps- en bezwaarprocedures tegen de indicatiestelling door de ISD is deze faalfactor niet voor rekening van de zorgaanbieders. Bij 4.6. kritische faalfactoren, e. Het hier gestelde moet gecorrigeerd worden voor de onderliggende demografische gegevens, in de zin dat het ene bevolkingscohort nu eenmaal meer mensen van een zekere leeftijd bevat dat het andere. Door meer mensen in een bepaalde leeftijdscategorie kan er ook een – autonome – stijging optreden. B17 B18 Kritische faalfactoren: Wie / welke partij gaat aantonen dat de faalfactoren a - e van toepassing zijn? 5: Bent u op de hoogte van de iWMO standaarden teneinde de administratie te vereenvoudigen? Hoe gaat u om met de iWMO standaarden? 5.1: Onze diensten zijn niet BTW-gerelateerd, hoe gaan gemeenten/Katwijk hiermee om? Bij 5.1 De Gemeente bevoorschot de Dienstverlener door overboeking van een budget dat correspondeert met de in het [plan van aanpak] opgenomen aantal uren/dagdelen/dagen maal het tarief voor de betreffende prestatie, bepaald op maandbasis. Indien de Gemeente gerechtvaardigde twijfel kan hebben aan de financiële gegoedheid van de Dienstverlener en zulks met redenen omkleed aan hem mededeelt, zal de Dienstverlener bij een in Nederland actieve bancaire instelling, in het bezit van een door De Nederlandsche Bank afgegeven bankvergunning, een zogenaamde G-rekening openen, waarop de zijdens de Gemeente gestorte bedragen niet eerder dan twee maanden na storting vrijvallen. Toelichting: De gemeente ontvangt via het gemeentefonds vooraf de bedragen die zijn toegedeeld voor de nieuwe taken in het sociale domein. Niet valt in te zien waarom WTZi-toegelaten zorgaanbieders, die in het algemeen niet tot de categorie Jacobse & Van Es gerekend kunnen worden, niet simpelweg bevoorschot Vanaf 1 januari 2015 kunnen gemeenten inderdaad gebruiken maken van de iWmo 1.0. De softwareleveranciers zijn momenteel bezig met het integreren van de standaarden in de systemen waar binnen gemeenten mee gewerkt wordt. Wij zullen bezien in hoeverre wij per 1 januari 2015 met iWmo kunnen gaan werken. De belastinginspecteur bepaalt dit. Als deze bepaalt dat wel sprake is van een (gedeeltelijke) BTW plicht, dan zit deze in de prijsstelling. Dit voorstel zullen wij nader graag toelichten aan de fysieke overlegtafel. De wijze van facturering en de hantering van 4 weken dan wel 1 maand wordt nader door ons uitgezocht. kunnen worden voor hun inspanningen. Onverschuldigde betalingen over maand t kunnen zonder probleem door correctie op de bevoorschotting in maand t+2 worden verrekend. Merk op dat het financieren van de benodigde liquiditeit voor de Dienstverlener betekent dat hij een x percentage van de opbrengst van zijn Wmo-activiteiten niet voor Inwoners kan inzetten, maar daarvan zijn financiële lasten moet bekostigen. Een alternatief voor de G-rekening is een bankbereidverklaring tot het op verzoek van de gemeente afgeven van een bankgarantie. Mbt BTW Toevoegen om BTW risico te benoemen Partijen hebben kennis genomen van de mededeling van de Staatssecretaris van VWS aan de Tweede Kamer dat voor leveringen van diensten onder de Wmo 2015 sprake zal zijn van vrijstelling van BTW. Mocht dit onverhoopt anders blijken te zijn, dan komt de verschuldigde BTW – zoals in het maatschappelijke verkeer gebruikelijk - voor rekening van de opdrachtgever i.c. de gemeente. De dienstverlener verklaart zich op voorhand bereid om in een dergelijke situatie met de gemeente in overleg te treden over een evenredige vermindering van de dienstverlening, die de gemeente – indien en voorzover door haar gewenst – in staat moet stellen tot beheersing van de uitgaven voor de maatwerkvoorzieningen ten behoeve van haar burgers. Toelichting: de opmerking spreekt voor zich. B19 5.1 er moet elke 4 weken een factuur verstuurd worden. zie mijn eerdere vraag over btw bij een combinatie van aanbieders en de hoge administratieve lasten hierdoor. onder 5.1. betaling: gevraagd wordt per periode van vier weken een verzamelfactuur te sturen. Aanlevering aan het CAK moet per maand. Kan de gemeente de termijn aanpassen naar een (1) maand om daarmee te voorkomen dat twee verschillende aanleveringen ontstaan wat tot extra administratieve lasten leidt? 5.2. Er wordt over 4 categorieën gesproken: Wat zijn de Dit is onderdeel van de prijsbesprekingen, die in een latere fase van de B20 kenmerkende verschillen tussen de verschillende categorieën? Bij 5.3. Betaalt de gemeente rente, indien de betaling niet binnen 30 dagen plaatsvindt? Teneinde de administratieve lasten voor Dienstverleners zoveel mogelijk te beperken, geschieden de registratie, verantwoording en declaratie van de geleverde bouwstenen van de Maatwerkvoorziening Begeleiding door middel van iWMO, de onder regie van het ministerie van VWS ontwikkelde toepassing van de AWBZ-brede zorgregistratie AZR. Toelichting: Het ministerie van VWS heeft juist met het oog op beperking van de administratieve lastendruk iWMO ontwikkeld, een applicatie die naadloos aansluit bij de AWBZ-brede zorgregistratie AZR. Het is onbegrijpelijk dat niet alle gemeenten in het kader van de transitie voor dit systeem kiezen. Maar moet het dan toch, dan is het redelijk dat de Gemeente daarvoor alle kosten draagt, zonder afwenteling op het Wmo-budget. bespreking van de Deelovereenkomst aan de orde komen. Zie hiervoor de algemene inkoopvoorwaarden. Vanaf 1 januari 2015 kunnen gemeenten inderdaad gebruiken maken van de iWmo 1.0. Softwareleverancier zijn momenteel bezig met het integreren van de standaarden in de systemen waar binnen gemeenten mee gewerkt wordt. Wij zullen bezien in hoeverre wij per 1 januari 2015 met iWmo kunnen gaan werken onder punt 5.3 verzamelfactuur: dit punt is ook al in 5.1. genoemd maar dan met een termijn van vier weken? Graag overal een termijn van een (1 maand) hanteren. B21 B22 Bij 5.4. Is 2015 1-1-2015 of 31-12-2015, of een tussenliggende datum? 5.5 er staat dat aanbieders gegevens moeten leveren op inwoners nivo als het gaan om de eigen bijdrage regeling. Maar het eerste contact en de inventarisatie vindt plaats bij de gemeente. Dan kunnen zij dit toch beter zelf uitzetten? onder punt 5.5 aanlevering gegevens aan CAK: wie is verantwoordelijk voor de juistheid van de Eigen Bijdrage? wie is verantwoordelijk voor de extra tijd door fouten in de administratie Wij komen hier op terug aan de overlegtafel. Het systeem van het CAK is zo ingericht dat gemeenten klantgegevens aanleveren voor die klanten die een Pgb-Wmo hebben of een eigen bijdrage moeten betalen voor een hulpmiddel/ voorziening. Voor de zorg in natura (nu alleen hulp bij het huishouden straks ook begeleiding) levert de aanbieder de zorggegevens (zorgurenaanlevering). Het CAK is verantwoordelijk voor de berekening van de eigen bijdrage. B23 B24 B25 van het CAK? 5.6. leveren van gegevens aan het cak, graag zie ik dat de gemeente dit voor de start van het traject doet. 5.7 wat wordt bedoelt met ten onrechte ingediend geld? Er worden bij de start toch afspraken gemaakt per zorgtraject? Zie antwoord bij B22 (5.5. ) Het kan nog steeds betekenen dat gelden niet worden besteed aan de afgesproken zorg. onder punt 5.7 controle op aanlevering: gemeente beoordeelt de aanlevering bij het CAK. Voorstel: door de aanleveringsperiode beide op 1 maand te zetten, is aanlevering gemeente gelijk aan aanlevering CAK. Aanbieders hebben geen belang bij verschillend aanleveren. 5.8 voor 15 maart moet de accountantsverklaring toegestuurd worden. Deze datum is te vroeg voor de financiële afdeling en de accountant. We zien dit graag voor 1 juni. Zie het antwoord hiervoor onder B18. 5.8: Waarom wijkt u af van de in onze branche gebruikelijke data voor verantwoordingen? Hierdoor ontstaan namelijk nodeloze meerkosten. Zie hiervoor. Bij 5.8 De Dienstverleners leveren ieder jaar vóór 1 mei, voor het eerst in 2016, een specifiek voor de Gemeente door de accountant van de Dienstverlener opgesteld assurancerapport aan, gericht op en beperkt tot de juistheid en de rechtmatigheid van de in het achterliggende jaar bij de Gemeente gedeclareerde prestaties. De controle op rechtmatigheid zal zich beperken tot het voorhanden zijn van een Besluit van de Gemeente dat de levering van bouwstenen aan de Inwoner legitimeert en de controle op de juistheid zal zich beperken tot het volume van de geleverde en gedeclareerde bouwstenen. De Dienstverlener zend ieder jaar voorts zijn vastgestelde en van een controleverklaring voorziene jaarrekening over het achterliggende jaar voor 1 juli ter informatie aan de gemeente. Toelichting: Niet het minste probleem dat ontstaat door het Wij gaan navragen of dit mogelijk is. Let wel, de gemeenten moeten het Besluit Accountantscontrole Provincies en Gemeenten (BAPG) uitvoeren. Dat maakt dat gemeenten op 1 april hun jaarrekening rond moeten hebben. Het laatst aangehaalde element leggen wij voor aan onze administratieve afdelingen en de gemeentelijke accountant. ongespecificeerde karakter van de krachtens deze Overeenkomst te leveren prestaties schuilt in het verantwoorden daarvan. Als de variabelen waarop de Dienstverlener zich moet verantwoorden niet klip en klaar word benoemd, dan is het risico op eindeloze en kostbare discussies tussen de gemeentelijke accountantsdienst, de accountant van dd Dienstverlener en de Dienstverlener zelf levensgroot. So much voor het verminderen van de administratieve lastendruk! Wat ons betreft is vooralsnog de enige relevante vraag of er volume is geleverd en of dat volume binnen het afsprakenkader bleef. Dat wordt anders als we samen in staat zijn om realistische, geobjectiveerde en toetsbare resultaten te benoemen, die de Dienstverlener op eigen kracht en gegeven de reëel beschikbare middelen ook kan realiseren. Dan rekenen we daar op af. Toetsing op kenmerken van de througput of de input dient bij het afrekenen achterwege te blijven. Dat neemt niet weg dat de Gemeente van harte is uitgenodigd om met de bedoeling de dialoog aan te gaan te toetsen op bij de Dienstverlening ingezette werkwijzen en randvoorwaarden. Het is op zich overigens redelijk dat de Gemeente met het oog op haar interne verantwoordings- en begrotingsprocessen tijdig een assurancerapport verlangd. Niet valt echter in te zien waarom de gemeente per dezelfde datum ook over een (vastgestelde, goedgekeurde en van een controleverklaring voorziene) jaarrekening van de zorgaanbieder zou moeten kunnen beschikken. Dat is in de praktijk niet te verwezenlijken, al is het alleen al vanwege capaciteitsproblemen in de accountantsbranche. Katwijk/Lisse/23072014
© Copyright 2024 ExpyDoc