De stand van het werven De stand van het werven

RECRUITMENT
De stand van
het werven
Door Geert-Jan Waasdorp
28
AAN DE SLAG 1-2014
RECRUITMENT
LinkedIn is het favoriete medium van recruiters. Toch is het niet per definitie
de beste tool om de arbeidsmarkt op te gaan. Maar wat dan wel? Onderzoek
laat zien dat er heel wat ongefundeerde aannames zijn over de beste wervingsmethoden, maar dat de perfecte methodiek niet bestaat. Er zijn verschillende wervingsmethoden die werken.
Er wordt veel gezegd en geschreven over hoe
werkgevers aan nieuwe werknemers komen
of hoe werknemers het best op zoek kunnen
gaan naar hun nieuwe baan. Zo vindt vijftig
tot zeventig procent van alle werkzoekenden
een baan door te netwerken, gebruiken werkgevers pas jobboards twee maanden nadat
een vacature is ontstaan en zou Google nagenoeg altijd het startpunt zijn in het zoekgedrag op internet.
krijgen op de kanalen die werkgevers gebruiken in hun zoektocht naar nieuw personeel.
In dit onderzoek is stil gestaan bij drie
belangrijke onderwerpen:
• Wat zijn de belangrijkste zoekkanalen
voor werkgevers?
• Hoe is de gepercipieerde effectiviteit van
de gebruikte zoekkanalen?
• Via welke zoekkanalen vinden werkgevers
hun nieuwe werknemers?
Dogma’s
Werkgever wil gevonden worden
Zomaar drie dogma’s uit de praktijk van
loopbaanprofessionals die zelden worden
betwist of betwijfeld. De ervaring zal zondermeer deze stellingen staven, maar ze worden
nooit door onderzoek en feiten onderbouwd.
Daarmee ontstaat ook de mogelijkheid dat
het effect nooit wordt ervaren, omdat andere
zoekstrategieën niet worden gehanteerd. Uit
onderzoek van www.hoevindikeenbaan.com
bleek al dat het (effectieve) oriëntatiegedrag
van werknemers anno 2014 echt anders is
dan bijvoorbeeld drie of vijf jaar geleden. Uit
het onderzoek ‘Stand van het Werven 2014’
gaan we het mysterie van hoe zoeken en vinden werkgevers nieuwe werknemers anno
2014 verder ontrafelen.
Met kop en schouders is er voor recruiters
een kanaal dat boven alle andere zoekkanalen
uitsteekt; LinkedIn. Acht op de tien ondervraagden (79%) noemt LinkedIn van belang
voor het realiseren van hun wervingsdoelstellingen. Hierbij is niet gedifferentieerd
naar doelgroep en sector. Van werkgevers die
zich voornamelijk richten op lager opgeleiden is het aannemelijk dat LinkedIn minder
wordt genoemd.
Echter LinkedIn domineert, zeker wanneer
we het gat zien van 24 procentpunten met de
nummer twee, de ‘generieke jobboard’. Die
wordt door ruim de helft van de werkgevers
gebruikt (55%). De top vijf wordt verder
gecompleteerd met referral recruitment werven via de eigen werknemers - (54%),
overige social media (51%) en huidige medewerkers (51%). Dat laatste wervingskanaal
wordt gebruikt voor interne doorstroom.
Werkgevers gebruiken deze zoekkanalen
voornamelijk om hun vacatures naar de
markt te pushen. Ook LinkedIn wordt primair voor dit doel gebruikt. LinkedIn is daarmee een hele populaire en veel gebruikte jobboard waar vacatures, zeker als het profiel
van kandidaten goed is, middels bijvoorbeeld
jobslots hun weg naar de kandidaat goed
weten te vinden.
Hoe zoeken werkgevers?
Het laatste gedegen onderzoek naar het zoekgedrag van werkgevers op de arbeidsmarkt is
nog gedaan door het toenmalige CWI en
dateert nog –zover we dit konden nagaanvan voor 2008. Omdat er een grote behoefte
bestaat aan actuele cijfers heeft de Academie
voor Arbeidsmarktcommunicatie in januari
2014 onderzoek gedaan naar hun zoekgedrag
van werkgevers naar nieuwe werknemers.
Dit onderzoek is gehouden onder 213 werkgevers. Dit met het doel om meer zicht te
”
AAN DE SLAG 1-2014
29
RECRUITMENT
Post & pray
Het actief zelf op zoek gaan naar talent, bijvoorbeeld door te sourcen of kandidaten uit
de eigen talentpool te benaderen, worden
respectievelijk door 39 en 42 procent van de
werkgevers gedaan. De eigen werknemers,
zowel voor doorstroom als referral, vormen
met sociale media en jobboards het ‘hart’ van
de zoekstrategie van werkgevers. Daarin is
het post & pray principe -het wachten op
goede cv’s door de inzet van media en eigen
werknemers, nog steeds de belangrijkste
manier.
Zelf zoeken
Van de zoekkanalen die werkgevers gebruiken, is gevraagd ‘Wat is de mate van effectiviteit van de bronnen/middelen die bij uw
werving het meest van belang zijn?’. Het zelf
zoeken en benaderen van kandidaten wordt
gezien als het meest effectief. 83 procent
dicht sourcing een (zeer) hoge effectiviteit
toe en slechts twee procent een (zeer) lage
effectiviteit. Niet alleen is sourcing effectief,
het is het kanaal waar werkgevers het beste
talent mee uit de markt halen en tegen lagere
kosten kunnen werven. Een kanaal dat sterk
aan populariteit wint, zo valt te lezen in de
paper ‘The Power of Strategic Sourcing’. Na
sourcing wordt LinkedIn, huidige medewerkers en referral recruitment (zeer) hoge effectiviteit toegedicht. Op de vijfde plek staan
niche jobboards/vacaturebanken. Praktisch
vertaald wordt het zelf actief benaderen van
Wat is sourcing?
Sourcing is het (online) lokaliseren en
direct benaderen van passende kandidaten
voor vacatures. Dat kan door middel van
de zoekfuncties in sociale media tegenwoordig erg gemakkelijk. Het gaat niet
alleen om kandidaten die aangeven op
zoek te zijn naar een nieuwe baan. In
tegendeel. Het is een vorm van hunten.
Alleen die personen die aan het profiel voldoen, worden benaderd.
30
kandidaten, LinkedIn (als vacaturesite en
sourcingskanaal) en de eigen werknemers als
meest effectief gezien. Een paar zaken vallen
verder op als het gaat om gepercipieerde
effectiviteit;
• Het veel gebruikte kanaal generieke jobboards wordt ‘slechts’ door 35 procent
met een (zeer) hoge effectiviteit beoordeeld.
• Sourcing wordt gezien als zeer effectief.
De eigen talentpools, cv-databases en de
personen die in het e-recruitmentsysteem
zijn geregistreerd (ATS) blijven daar bij
achter, maar worden nog steeds door
ongeveer de helft van de gebruikers als
(zeer) effectief betiteld.
• Alumni-activiteiten, beurzen en andere
sociale media (alles, behalve LinkedIn)
worden gezien als de zoekkanalen met een
(zeer) lage effectiviteit.
LinkedIn meest effectief
Aan werkgevers is ook gevraagd welk percentage van de aannames worden gerealiseerd door de kanalen die zij inzetten. Hierin
zien we een groot verschil tussen percipieerde effectiviteit van kanalen en de daadwerkelijke effectiviteit. Het verschil tussen onderbuikgevoelens en feiten. Daarbij geldt ook
dat de cijfers die we plotten de gemiddelden
zijn van alle 213 werkgevers. Het geeft derhalve een goed beeld van de zoekkanalen
waarmee Nederlandse werkgevers hun vacatures vervullen. Zie de figuur voor het overzicht.
LinkedIn steekt met kop en schouders boven
alle andere zoekkanalen uit. Het is het meest
gebruikte kanaal en procentueel gezien worden ook de meeste aannames gemaakt met
LinkedIn bij de gemiddelde Nederlandse
werkgever. Wanneer we alleen zouden kijken naar de werkgevers die LinkedIn hebben
genoemd (de eerder genoemde 79%), wordt
zelfs zestien procent van de aannames op
deze manier gerealiseerd. Na LinkedIn zien
we dat procentueel de meeste aannames
worden gemaakt door algemene Jobboards,
gevolgd door huidige werknemers en kandi-
AAN DE SLAG 1-2014
Belangrijkste en effectiefste wervingskanalen
Meeste
aannames
Social media: LinkedIn
12%
10%
Kandidaten in uw ATS/recruitmentsysteem of ander aanwezig
sollicitant tracking systeem
Algemene jobboards/
vacaturebanken
8%
Huidige medewerkers (interne
werving/doorstroom)
Sourcing
Refernal recruitment (via
medewerkers en/of sollicitanten)
6%
Landelijke en regionale dagbladen
W&S bureaus
4%
Talentpools Stagiares
10%
Uitzendbureaus
Huis-aan-huisbladen Vakbladen
Consumentenmarketing
20%
Andere social media, zoals
Facebook, Instagram en Twitter
CV-databases
30%
40%
50%
60%
70%
80%
Google (SEO/SEA)
2%
Campus recruitmentactiviteiten
Beurzen/evenementen
Games
Alumniactiviteiten
Commercials op radio en/of tv
Outdoor zoals billboards
Minste
aannames
Detacheringsbureaus
PR/free publicity
daten uit het ATS. Het kwadrant rechtsboven
in de figuur is dan ook het meest interessante
kwadrant om in te kijken, omdat dit de meest
gebruikte zoekkanalen zijn die procentueel
ook het meest succesvol zijn. Feitelijk zijn
deze in vier categorieën onder te verdelen:
• LinkedIn
• Vacaturesites (algemeen en niche)
• Eigen werknemers (referral en doorstroom)
• Het actief benaderen van talent (Sourcing,
CV-Database, ATS)
Overlap met werkzoekenden
Wanneer we deze resultaten afzetten tegen
de kanalen waarmee werkzoekenden zeggen
hoe zij aan een baan zijn gekomen, zien we
daar een grote overlap in. Op nummer één
van werknemers staat het netwerk, gevolgd
door vacaturesites en open sollicitaties.
Ondanks de definitieverschillen vanuit het
gezichtsveld van werkgevers en werknemers
lijken deze sterk met elkaar overeen te
komen
Werknemers
Werkgevers
1. Netwerk
Eigen werknemers,
sourcing en Linkedin
Vacaturesites/LinkedIn
Sourcing/ATS
2. Vacaturesites
3. Open sollicitaties
Perceptie en realiteit
Overigens is het wel goed om op twee
manieren naar deze cijfers te kijken. Kanalen die weinig gebruikt worden, scoren vanzelfsprekend ook laag in het percentage
meeste aannames. Echter hoeft dit nog niets
te zeggen over de effectiviteit van dit kanaal
‘an sich’. Wanneer we alleen zouden kijken
naar het procentuele aantal aannames bin-
”
AAN DE SLAG 1-2014
31
Belangrijkste
wervingskanaal
Minst
belangrijke
wervingskanaal
Niche jobboards/vacaturebanken
RECRUITMENT
nen een gebruikt kanaal, dan ziet de top-5 er
als volgt uit:
1. Kandidaten in uw ATS/recruitmentsysteem (18,3%)
2. Uitzendbureaus (18,2%)
3. Sourcing (actief benaderen van kandidaten) (17,6%)
4. Social media: LinkedIn (16,4%)
5. Huis-aan-huisbladen (16,1%)
Een nog groter bewijs dat de kanalen die
gebruikt worden, de gepercipieerde effectiviteit en het procentueel aantal aannames
dat via een kanaal wordt aangetrokken sterk
kan fluctueren. Zo verschilt het huis-aanhuis blad niet veel van de effectiviteit van
LinkedIn. Alleen zal de doelgroep die via
beide kanalen wordt bereikt heel anders
zijn.
Praktische tips
De cijfers laten veel interessante kansen
zien. Houdt er wel rekening mee dat tussen
doelgroepen grote verschillen kunnen zitten. In ieder geval zijn de volgende adviezen
aan werkzoekenden te geven:
• Heb niet alleen een LinkedIn-account,
maar wees ook vind- en zichtbaar voor
werkgevers. Door veel connecties met een
goed ingevuld profiel en alle relevante
synoniemen van de functie die je zoekt.
• Blijf vooral jobboards gebruiken. Werkgevers gebruiken ze nog veel en ze zijn
ook nog zeer effectief (15,4% van de aannames van werkgevers die jobboards
gebruiken).
• Schrijf je in bij uitzendbureaus en in de
recruitmentsystemen van werkgevers.
• Richt je bij het netwerken op bedrijven
met een referralprogramma, interne
vacatures en op vacaturehouders. Kom
op het netvlies van deze laatste personen.
Middels het ATS kom je onder de aandacht van de recruiters.
• Focus je niet te veel op ‘overige sociale
media’, zoals Twitter en Facebook. En
leer de Google taal ‘boolean logic’ om
effectief op zoek te gaan via Google naar
een baan.
32
En de dogma’s?
• Het netwerk is heel belangrijk in het vinden
van werk. Drie op de tien baanwisselaars in
2013 geven aan dat zij via het netwerk hun
nieuwe baan hebben gevonden. Bij werkgevers is dit niet op die manier te meten,
behalve dat het netwerk in de vorm van
eigen werknemers en sourcing effectief is.
• Er is geen bewijs gevonden ter onderbouwing van het belang dat aan Google
wordt toegedicht. Eerder het tegenovergestelde. Echter wijst de praktijk uit dat
personen die goed kunnen zoeken via
boolean logic veel meer dan met welk
ander kanaal dan ook relevante vacatures
kunnen vinden.
• Jobboards (inclusief LinkedIn) worden
bijna automatisch als eerste ingezet door
een werkgever. Dit kanaal staat vrij in het
begin van het vinden van nieuwe werknemers in plaats van achteraan.
Geert-Jan Waasdorp is docent van de masterclass ‘employabilitycommunicatie’ en auteur
van het boek ‘Hoe vind ik een baan’.
De Academie voor Arbeidsmarktcommunicatie heeft het onderzoek ‘Stand van het
Werven – 2014’ in januari 2014 uitgevoerd
onder 213 werkgevers. Het complete rapport met alle cijfers is terug te vinden op
www.arbeidsmarktcommunicatie.eu. De
meest actuele gegevens over het zoekgedrag van werkzoekenden en baanwisselaars is terug te vinden op www.hoevindikeenbaan.com.
AAN DE SLAG 1-2014