"Beantwoording Kamervragen over donatie bij

> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Bezoekadres:
Rijnstraat 50
2515 XP Den Haag
www.rijksoverheid.nl
Ons kenmerk
176308-114117-GMT
Uw kenmerk
32 711, nr. 9
Datum
Betreft
1 april 2014
Commissiebrief inzake VSO Vergoeding van medische
kosten ivm donatie bij leven
Bijlage(n)
1
Correspondentie uitsluitend
richten aan het retouradres
met vermelding van de
datum en het kenmerk van
deze brief.
Geachte voorzitter,
Hierbij treft u aan de antwoorden op de vragen van de vaste commissie voor
Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 21 november 2013 inzake vergoeding van
medische kosten in verband met donatie bij leven en over een mogelijke oplossing
voor zzp’ers zonder arbeidsongeschiktheidsverzekering die na donatie bij leven
arbeidsongeschikt raken (Kamerstuk 32 711, nr. 9).
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. drs. E.I. Schippers
Pagina 1 van 1
32 711 Wijziging van de Wet op de orgaandonatie in verband
met
nieuwe medisch-technische ontwikkelingen
Nr.
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld -----------------In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond er bij
enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de
minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de brief van 1 oktober 2013
inzake vergoeding van medische kosten in verband met donatie bij leven en over
een mogelijke oplossing voor zzp’ers zonder arbeidsongeschiktheidsverzekering
die na donatie bij leven arbeidsongeschikt raken (Kamerstuk 32 711, nr. 9).
De op 21 november 2013 toegezonden vragen en opmerkingen zijn met de door
de minister bij brief van ----- toegezonden antwoorden hieronder afgedrukt.
De voorzitter van de commissie,
Neppérus
Adjunct-griffier van de commissie,
Clemens
Inhoudsopgave
I.
II.
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Reactie van de minister
I.
VRAGEN EN OPMERKINGEN VANUIT DE FRACTIES
blz.
Vragen en opmerkingen van de PvdA-fractie
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van de
minister over de vergoeding van medische kosten in verband met donatie bij leven en over
een mogelijke oplossing voor zzp'ers zonder arbeidsongeschiktheidsverzekering die na
donatie bij leven arbeidsongeschikt raken. Deze leden zijn van mening dat het uitgangspunt
moet zijn dat financiële belemmeringen niet in de weg mogen staan aan een donatie. Om die
reden zijn genoemde leden dan ook verheugd over het voornemen van de minister om de
reiskosten van de donor ten laste van zijn eigen verzekering te laten komen, en hiermee
meteen ook het probleem op te lossen dat zorgkosten die betrekking hebben op de controle na
afloop van de wettelijke periode van respectievelijk 13 of 26 weken na de donatie (afhankelijk
of het gaat om een nier- of leverdonatie) soms ten laste komen van het eigen risico van de
donor. De leden van de PvdA-fractie hebben nog wel enkele aanvullende vragen en
opmerkingen. Onder meer vragen deze leden hoe het komende jaar omgegaan zal worden met
donoren die een orgaan zullen doneren. Komt er voor deze orgaandonoren een vorm van
overbrugging voor het jaar 2014 nu de regeling voor de vergoeding pas vanaf 2015 wordt
aangepast? En op welke wijze zullen reeds lopende kwesties opgelost worden? Deze leden
menen dat het immers te vaak voorkomt dat medische kosten op de wat langere termijn –
zoals controles – voor rekening komen van het eigen risico van de donor.
De leden van de PvdA-fractie zijn van mening dat het maatschappelijk belang van het
doneren van een orgaan door zzp’ers die geen arbeidsongeschiktheidsverzekering hebben
groot is. Genoemde leden merken daarbij op dat het slechts om een klein aantal mensen gaat
dat daadwerkelijk arbeidsongeschikt raakt ten gevolge van de donatie. Om die reden vragen
deze leden de minister om nader in te gaan op de overwegingen om geen aanvullende
voorziening in de vorm van een extra verzekering of schadefonds in het leven te roepen
teneinde zzp’ers beter te beschermen tegen eventuele arbeidsongeschiktheid na donatie bij
leven.
Verder lezen de leden van PvdA-fractie dat transplantatiecentra voor levende nierdonoren een
complicatiedekkingsverzekering afsluiten, waarop de donor een beroep kan doen in geval van
letsel ten gevolge van de operatie waarvoor de arts niet verwijtbaar aansprakelijk is.
Genoemde leden vragen in dat verband hoe hoog de maximale uitkering is die aan een donor
kan worden gedaan op grond van de complicatiedekkingsverzekering. En in het verlengde
daarvan: hoe groot is het risico dat de donor er qua inkomen fors op achteruitgaat?
Ook hebben de leden van de PvdA-fractie begrepen dat donoren na donatie in toenemende
mate problemen tegenkomen bij het afsluiten van een hypotheek of levensverzekering omdat
zij als persoon met verhoogd risico aangemerkt worden. Deze leden beschouwen dit als een
zeer onwenselijke omwikkeling en vragen welke maatregelen daartegen ondernomen kunnen
worden.
Tenslotte merken de leden van de PvdA-fractie op dat de bewijslast ten aanzien van het feit
dat de arbeidsongeschiktheid daadwerkelijk het gevolg is van de transplantatie bij zzp’ers
blijft liggen. Genoemde leden vragen of dit gerechtvaardigd is nu deze bewijslast vaak
eindeloze rechtsgangen tot gevolg heeft.
Vragen en opmerkingen van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben met teleurstelling kennisgenomen van de brief van de
minister. Zij vragen waarom de minister het gegeven dat het hier om een kleine groep mensen
gaat als argument gebruikt. Deelt de minister de conclusie dat het risico om arbeidsongeschikt
te worden voor een zzp’er reden kan zijn om af te zien van donatie? Dat in combinatie met het
gegeven dat elk afgestaan orgaan telt in situaties van leven en dood leidt bij deze leden tot de
conclusie dat er voor deze (kleine) groep mensen een oplossing moet worden geboden.
Genoemde leden vragen de minister verder in te gaan op haar stelling dat een verzekering
voor orgaandonoren of een schadefonds geen oplossing zijn omdat, net als bij een
complicatiedekkingsverzekering, het causale verband moet worden aangetoond. Het lijkt de
leden van de SP-fractie logisch dat in de meeste gevallen dit causale verband helder is en een
verzekering gewoon kan uitkeren, net als dat bij een complicatiedekkingsverzekering het
geval is.
Verder vragen de leden van de SP-fractie of de minister erkent dat het gegeven dat het slechts
om een kleine groep mensen gaat automatisch ook als gevolg heeft dat de premie laag is en de
kosten dus geen argument kunnen zijn om af te zien van verzekering voor
arbeidsongeschiktheid van deze groep. Daarbij komt dat de kans dat een dergelijke
verzekering moet uitkeren gelukkig laag is, wat ook een drukkend effect heeft op de premie.
Het gegeven dat het voor zzp’ers vaak moeilijk is om aan te tonen hoe hoog een inkomen is
omdat dit inkomen vaak sterk wisselt is een extra argument om een aparte regeling voor
zzp’ers in het leven te roepen. Daarnaast constateren deze leden dat de
complicatiedekkingsverzekering in de meeste gevallen onvoldoende is omdat de dekking
daarvan is gemaximeerd op 113.000 euro. Dat is onvoldoende om het inkomensverlies te
dekken wanneer iemand nog enige tijd van het pensioen verwijderd is. Deelt de minister deze
visie? En is zij alsnog bereid een dergelijke regeling in het leven te roepen? Zo nee, waarom
is zij niet bereid de aangenomen motie Van Gerven, waarin de regering wordt verzocht met
een voorstel te komen om ervoor te zorgen dat ook zelfstandigen geen financieel nadeel
ondervinden van donatie bij leven1, volledig uit te voeren? De uitvoering die er op dit moment
aan wordt gegeven is wat de leden van de SP-fractie betreft onvolledig. Er is voor gekozen
om een subsidieregeling in het leven te roepen om de gederfde inkomsten tijdens de
voorbereiding, uitvoering en herstel te vergoeden.2 Het gaat hierbij niet om de gederfde
inkomsten die arbeidsongeschiktheid met zich meebrengt.
Voorts vragen de leden van de SP-fractie hoe vaak het voorkomt dat medische kosten die het
gevolg zijn van de donatie ten laste worden gebracht van het eigen risico van de donor. Zij
vragen de minister of zij dit aanvaardbaar vindt en wat zij gaat doen om dit uit te bannen.
Vragen en opmerkingen van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de minister over de
vergoeding van medische kosten in verband met donatie bij leven en over een mogelijke
1
2
Kamerstuk 28 140, nr. 55
Nr. GMT/IB/2929135
oplossing voor zzp’ers zonder arbeidsongeschiktheidsverzekering die na donatie bij leven
arbeidsongeschikt raken. Deze leden hebben enkele vragen over deze brief.
Deze leden zijn tevreden dat de minister nu actie gaat ondernemen om ervoor te zorgen dat de
vergoeding voor de gemaakte reiskosten door de orgaandonor niet langer bij de ontvanger,
maar bij de orgaandonoren zelf terechtkomt. Zij mogen deze kosten bij hun eigen verzekeraar
gaan declareren. Wel vragen genoemde leden waarom de regeling pas per 1 januari 2015
ingaat, is het niet mogelijk deze eerder te laten ingaan? Wat gebeurt er met de reiskosten die
een orgaandonor in 2014 zal maken? Is het mogelijk een vorm van overgangsregeling in te
stellen?
De leden van de CDA-fractie lezen dat de minister van mening is dat zzp’ers die besluiten om
bij leven een orgaan af te staan voldoende worden beschermd tegen eventuele
arbeidsongeschiktheid en dat een aanvullende voorziening in de vorm van een extra
verzekering of schadefonds geen toegevoegde waarde heeft. De minister geeft daarbij tevens
aan dat aangezien arbeidsongeschiktheid bij zzp’ers zonder
arbeidsongeschiktheidsverzekering maar in een zeer klein aantal gevallen voorkomt en in die
gevallen er vaak door de complicatiedekkingsverzekeraar wordt uitgekeerd, de minister de
bescherming van de levende nierdonor afdoende geregeld acht. Deze leden vragen de minister
wat zij vindt van de suggestie van de Nierpatiënten Vereniging Nederland (NVN) om de
Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS) de bevoegdheid te geven om zelfstandigen en in
het bijzonder zzp’ers een bepaald redelijk bedrag uit te keren over elke week
arbeidsongeschiktheid als gevolg van de donatie. De NVN doet deze suggestie omdat het
probleem bij zzp’ers vaak is dat zij, zeker in economisch zware tijden, een minimale of zelfs
geen winst maken en daarmee alleen aanspraak kunnen maken op een minimale vergoeding.
Bovendien is de meest voorkomende arbeidsongeschiktheid zeer tijdelijk, maar brengt deze
wel inkomensverlies. Omdat de inkomenspositie van zelfstandig ondernemers vaak een
wisselend beeld laat zien is het voor hen moeilijk om aan te tonen hoe groot hun
inkomensverlies is als gevolg van het afstaan van een nier. Gaarne ontvangen de leden van de
CDA-fractie een nadere toelichting.
De minister acht de complicatiedekkingsverzekering afdoende, maar gezien de leeftijd van de
gemiddelde donor (55 jaar) is het gemaximeerde bedrag van 113.000 euro in vele gevallen
onvoldoende om de vele jaren van inkomstenderving op te vangen. Bovendien duurt de
procedure voor deze verzekering vaak lang (van minimaal een half jaar tot gemiddeld een jaar
met uitschieters tot drie jaren) en wordt de koppeling aan het arbeidsvermogen strikt
toegepast. Ook ligt de bewijslast bij de donor en ontstaan er vaak eindeloze rechtsgangen die
moeilijk financieel overbrugd kunnen worden door de betrokkenen, of zij nu zzp’er zijn of in
loondienst. Gaarne ontvangen deze leden een nadere toelichting van de minister of zij ook in
de bovenstaande gevallen, die weliswaar niet vaak voorkomen, maar dan wel schrijnend zijn,
de complicatiedekkingsverzekering afdoende vindt.
Tenslotte vragen de leden van de CDA-fractie de minister of zij ook signalen heeft dat in
toenemende mate donoren problemen ondervinden bij het afsluiten van een hypotheek of
levensverzekering. Gaarne vragen deze leden de minister wat zij hiervan vindt en of zij van
plan is maatregelen te treffen.
Vragen en opmerkingen van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief van de
minister over de vergoeding van medische kosten in verband met donatie bij leven en over
zzp’ers zonder arbeidsongeschiktheidsverzekering. Wel hebben deze leden nog enkele
kritische vragen.
De leden van de D66-fractie zien het als een goede ontwikkeling dat donoren reiskosten
kunnen declareren bij hun eigen zorgverzekering en hiervoor niet afhankelijk zijn van de
verzekeraar van de ontvanger van het donororgaan. Genoemde leden vragen wel of het hier
gaat om alle niet-medische kosten, of alleen om de reiskosten. Ook willen deze leden graag
een toelichting op de conclusie van de minister dat hiermee dan meteen ook het probleem
wordt opgelost dat zorgkosten die betrekking hebben op de controle na afloop van de
wettelijke periode van respectievelijk 13 of 26 weken na de donatie (afhankelijk of het gaat
om een nier- of leverdonatie) soms ten laste komen van het eigen risico van de donor. Zij
vragen of de minister extra aandacht voor dit probleem, zoals ook geconstateerd door het
veld, niet wenselijk acht.
De leden van de D66-fractie lezen in de brief van de minister dat er de afgelopen 10 jaar
3.566 donoren bij leven zijn geweest en dat in die periode vijf keer aanspraak gemaakt is op
de complicatieverzekering. In vier van de vijf gevallen was sprake van verlies van
arbeidsvermogen als gevolg van de donatie en is een bedrag uitgekeerd. Kan de minister ook
uiteenzetten hoeveel donoren aanspraak hebben gedaan op de eigen
arbeidsongeschiktheidsverzekering omdat er sprake was van verlies van arbeidsvermogen?
De leden van de D66-fractie zouden graag willen weten welke bedragen er door een
complicatiedekkingsverzekeraar worden uitgekeerd. Voldoet deze regeling ook voor iemand
die langdurig of volledig arbeidsongeschikt raakt?
II.
REACTIE VAN DE MINISTER
Ik dank de leden van de verschillende fracties voor hun vragen en opmerkingen over de brief
van 1 oktober 2013 inzake mogelijke oplossingvoor zzp’ers zonder
arbeidsongeschiktheidsverzekering die na donatie bij leven arbeidsongeschikt raken. Uit de
vragen blijkt dat de fracties het van groot belang vinden dat de vergoeding van reiskosten in
verband met donatie bij leven goed geregeld is en dat er een mogelijke oplossing komt voor
zzp’ers zonder arbeidsongeschiktheidsverzekering die na donatie bij leven arbeidsongeschikt
raken. Uitgangspunt is dat financiële belemmeringen niet in de weg mogen staan van donatie
bij leven. Hierbij gaat het om het compenseren van noodzakelijke en redelijke kosten.
Reactie op de inbreng van de PvdA-fractie
De leden van de PvdA-fractie vragen hoe er het komende jaar zal worden omgegaan met het
declareren van reiskosten voor donoren in 2014 en of er een overbruggingsregeling komt in
2014. De regelgeving betreffende het declareren van de reiskosten bij de verzekeraar van de
orgaandonor, in plaats van bij de verzekeraar van de ontvanger van het orgaan, moet in het
Besluit zorgverzekering worden aangepast. Om de zorgverzekeraars de gelegenheid te geven
om hun systemen aan te passen, opdat de vergoeding van de reiskosten goed kan
plaatsvinden, is besloten dat vanaf 1 januari 2015 de reiskosten door de verzekeraar van de
orgaandonor worden vergoed. Tot dat moment moeten de lopende zaken nog volgens de
huidige regelgeving worden afgehandeld. Tevens zal het Besluit zorgverzekeringen zo
worden aangepast dat de reiskosten van de donor niet onder zijn eigen risico vallen. Ik zie
helaas geen mogelijkheden om hiervoor een overbruggingsregeling te treffen, gelet op de
complexiteit en lastige uitvoerbaarheid daarvan.
De leden van de PvdA-fractie vragen mij wat de overweging is om geen aanvullende
voorziening in de vorm van een extra verzekering of schadefonds in het leven te roepen
teneinde zzp’ers beter te beschermen tegen eventuele arbeidsongeschiktheid na donatie bij
leven. Voorafgaand aan de donatie wordt de donor er op verschillende momenten op gewezen
dat de operatie altijd een risico met zich meebrengt. De maatschappelijk werker van het
transplantatiecentrum neemt van tevoren de verzekeringssituatie uitgebreid met de donor
door. Alle verzekeringsaspecten moeten voor de donor duidelijk zijn voordat deze
toestemming geeft voor donatie. Het is aan elke donor om de risico’s af te wegen en
vervolgens de keuze te maken om al dan niet over te gaan tot donatie. Soms beslist een zzp’er
om zonder een arbeidsongeschiktheidsverzekering een orgaan te doneren. Om de donor naast
de eventuele eigen arbeidsongeschiktheidsverzekering extra bescherming te bieden wordt er
door de transplantatiecentra voor elke donor een complicatiedekkingsverzekering afgesloten.
De verzekering keert uit als de geclaimde schade het gevolg is van een complicatie door de
ingreep.
Gelet op bovenstaande ben ik tot de conclusie gekomen dat zzp’ers die besluiten om bij leven
een orgaan af te staan voldoende worden beschermd tegen eventuele arbeidsongeschiktheid en
dat een aanvullende voorziening in de vorm van een extra verzekering of schadefonds geen
toegevoegde waarde heeft. In combinatie met het gegeven dat arbeidsongeschiktheid in de
afgelopen elf jaar slechts bij één zzp’er zonder arbeidsongeschiktheidsverzekering is
voorgevallen en er een extra voorziening is in de vorm van de
complicatiedekkingsverzekering, acht ik het niet nodig om additionele maatregelen te nemen.
De leden van de PvdA-fractie vragen hoe hoog de maximale uitkering is die aan een donor
kan worden uitgekeerd vanuit de complicatiedekkingsverzekering. De
complicatiedekkingsverzekering biedt een dekking van maximaal €125.000 per donor. Daar
bovenop komt nog een vergoeding van de kosten voor eventuele rechtsbijstand. Er zal in alle
gevallen dat er aanspraak wordt gemaakt op de complicatiedekkingsverzekering betaald
worden, al was het alleen al voor gemaakte kosten. In het verlengde daarvan vragen de leden
van de PvdA-fractie hoe groot het risico is dat de donor qua inkomen er fors op achteruit gaat.
Het is mij niet bekend wat de inkomens van de donoren zijn, ik kan derhalve ook niet zeggen
in welke mate een donor er qua inkomen op achteruitgaat.
De leden van de PvdA-fractie vragen mij welke maatregelen er genomen worden om de naar
hun mening zeer onwenselijke ontwikkeling dat donoren na donatie in toenemende mate
problemen tegenkomen bij het afsluiten van een hypotheek of levensverzekering, omdat zij
worden aangemerkt als een persoon met een verhoogd risico.
Het door een bank of verzekeringsmaatschappij verlenen van een hypotheek of
levensverzekering is een private aangelegenheid. Ik kan verstrekkers van een hypotheek of
levensverzekering niet verplichten om een hypotheek of levensverzekering af te sluiten. In het
geval donoren hierbij problemen ondervinden kunnen zij contact opnemen met het
Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid). Wanneer een consument een klacht
heeft over een financieel product of een financiële dienst, kan hij of zij deze indienen bij het
Kifid. Bij het Kifid kan men terecht voor klachten en geschillen over verzekeringen,
hypotheken, leningen, financieringen en beleggingen.
Tenslotte vragen de leden van de PvdA-fractie of het gerechtvaardigd is dat de bewijslast dat
de eventuele arbeidsongeschiktheid daadwerkelijk het gevolg is van de transplantatie bij de
betrokken zzp’ers blijft liggen. De bewijslast of arbeidsongeschiktheid een gevolg is van de
transplantatie is aan de orde bij alle donoren. Dit speelt niet alleen bij zzp’ers. Om de donor
naast de arbeidsongeschiktheidsverzekering extra bescherming te bieden wordt er door de
transplantatiecentra voor elke donor een complicatiedekkingsverzekering afgesloten. De
complicatiedekkingsverzekering is een directe schadeverzekering en geen
aansprakelijkheidsverzekering. Dit wil zeggen dat de vraag of de zorgverlener een
toerekenbare fout heeft gemaakt geen rol speelt bij de beoordeling van de claim of de toegang
tot de polis. Wel zal moeten worden aangetoond dat de geclaimde schade het gevolg is van
een complicatie van deze ingreep. In de polisvoorwaarden is geregeld dat de donor zich in
eerste instantie moet wenden tot de instelling (en/of zorgverlener) waar de donatie heeft
plaatsgevonden. Mocht die route niet binnen 6 maanden leiden tot een minnelijke regeling,
dan neemt Centramed (de Onderlinge Waarborgmaatschappij waar de
complicatiedekkingsverzekering wordt afgesloten) de behandeling van de zaak over. In dat
geval wordt gesproken van zogenaamde secundaire dekking.
Reactie op de inbreng van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie vragen of ik de conclusie deel dat het risico om arbeidsongeschikt
te worden voor een zzp’er reden kan zijn om af te zien van donatie. In een situatie van leven
of dood is het zeker zo dat elke afgestaan orgaan telt. Voorafgaand aan de donatie worden
samen met de maatschappelijk werker van het transplantatiecentrum de risico’s en de
verzekeringssituatie van de donor uitgebreid met de donor doorgenomen. Alle
verzekeringsaspecten moeten voor de donor duidelijk zijn, zodat deze een wel overwogen
beslissing kan nemen. Vervolgens is het aan elke donor om de risico’s af te wegen en de
keuze te maken om al dan niet over te gaan tot donatie.
De leden van de SP-fractie vragen mij of het gegeven dat het slechts om een kleine groep
mensen gaat automatisch ook als gevolg heeft dat de premie laag is en de kosten dus geen
argument kunnen zijn om af te zien van verzekering voor arbeidsongeschiktheid van deze
groep.
Het is aan de zelfstandigen zelf om te besluiten of ze een arbeidsongeschiktheidsverzekering
afsluiten. Het is aan de arbeidsongeschiktheidsverzekeraars om het premiebedrag vast te
stellen. Een arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt in het algemeen niet alleen afgesloten
in het geval iemand besluit om donor te worden. Het premiebedrag zal dan marktconform
kunnen zijn. Als het zou gaan om het selectief afsluiten van een
arbeidsongeschiktheidsverzekering, omdat de betreffende persoon een nier gaat doneren, kan
ik mij echter voorstellen dat de arbeidsongeschiktheidsverzekeraars daarvoor juist een hogere
premie zullen berekenen.
Daarnaast constateren de leden van de SP-fractie dat de complicatiedekkingsverzekering in de
meeste gevallen onvoldoende is, omdat de dekking daarvan volgens hen gemaximeerd is op
113.000 euro. Tot dusver is mij niet bekend dat de complicatiedekkingsverzekering
onvoldoende dekking biedt. Het maximaal uit te keren bedrag per verzekerde is €125.000,
waar eventueel vergoeding van kosten voor rechtsbijstand nog bijkomt.
De leden van de SP-fractie vragen zich af waarom ik niet bereid ben de aangenomen motie
Van Gerven, waarin de regering wordt verzocht met een voorstel te komen om ervoor te
zorgen dat ook zelfstandigen geen financieel nadeel ondervinden van donatie bij leven, uit te
voeren.
Tijdens het plenaire wetgevingsdebat over het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de
orgaandonatie in verband met nieuwe medisch-technische ontwikkelingen op 20 maart 2013
(Hand. II, 2012-2013, nr.64) is er door mij een toezegging gedaan. Die toezegging was dat de
Kamer geïnformeerd zou worden over een mogelijke oplossing voor zzp’ers die geen
arbeidsongeschiktheidsverzekering hebben en na donatie bij leven arbeidsongeschikt raken.
Aan die toezegging heb ik op 1 oktober 2013 in een brief gevolg gegeven(Tweede Kamer,
vergaderjaar 2013-2014, 32 711,nr.9). Ik heb destijds niet toegezegd dat ik een voorstel zou
doen om ervoor te zorgen dat ook zelfstandigen geen financieel nadeel ondervinden van de
donatie. Ik heb Tweede Kamer op 1 oktober 2013 geïnformeerd over de gang van zaken
rondom de verzekering van de donor voorafgaand aan een donatie. Op verschillende
momenten wordt de donor erop gewezen dat de operatie altijd een zeker risico met zich
meebrengt. De maatschappelijk werker van het transplantatiecentrum neemt van tevoren de
verzekeringssituatie uitgebreid met de donor door. Alle aspecten, waaronder verzekeringen,
moeten voor de donor duidelijk zijn voordat deze toestemming geeft voor donatie. Soms
besluiten zzp’ers toch om zonder arbeidsongeschiktheidsverzekering een orgaan te doneren.
Daarnaast sluiten transplantatiecentra voor levende nierdonoren een
complicatiedekkingsverzekering af. Als er sprake is van letsel bij de donor ten gevolge van de
operatie, waarvoor de arts niet verwijtbaar aansprakelijk is, dan kan er een beroep worden
gedaan op de complicatiedekkingsverzekering. De verzekering keert uit als de geclaimde
schade het gevolg is van een complicatie door de ingreep. Tijdens de plenaire behandeling
heb ik aangegeven dat ik zou bekijken of naar analogie van de proefpersonenverzekering een
verzekering voor orgaandonoren of een schadefonds een oplossing zou zijn. Mij is gebleken
dat deze beide alternatieven geen meerwaarde hebben, omdat bij arbeidsongeschiktheid ook
bij die voorzieningen, net als bij een arbeidsongeschiktheidsverzekering, het causale verband
moet worden aangetoond.
Ik ben na zorgvuldige afweging tot de conclusie gekomen dat zzp’ers die besluiten om bij
leven een orgaan af te staan door de complicatiedekkingsverzekering tot op zekere hoogte
worden beschermd en dat een aanvullende voorziening in de vorm van een extra verzekering
of schadefonds geen toegevoegde waarde heeft. In combinatie met het gegeven dat
arbeidsongeschiktheid in de afgelopen elf jaar slechts bij één zzp’er zonder
arbeidsongeschiktheidsverzekering is voorgevallen en er een extra voorziening is in de vorm
van de complicatiedekkingsverzekering, acht ik het niet nodig om additionele maatregelen te
nemen ter bescherming van de levende nierdonor.
Als laatste vragen de leden van de SP-fractie hoe vaak het voorkomt dat medische kosten die
het gevolg zijn van de donatie ten laste worden gebracht van het eigen risico van de donor.
De medische kosten die in de eerste 13 of 26 weken na de donatie (afhankelijk of het gaat om
een nier- of leverdonatie) worden gemaakt, komen ten laste van de verzekeraar van de
ontvanger van het gedoneerde orgaan en ook ten laste van het eigen risico van de ontvanger
van het gedoneerde orgaan. Na deze 13 of 26 weken komen de kosten voor nacontroles naar
aanleiding van de transplantatie voor rekening van de verzekeraar van de donor. Deze kosten
mogen niet ten laste komen van het eigen risico van de donor. In het Besluit Zorgverzekering
artikel 2.17 is namelijk opgenomen dat de kosten van nacontroles van de donor, na het
verstrijken van een periode van dertien weken, niet onder het verplicht eigen risico van de
donor vallen. Mij is niet bekend hoe vaak het voorkomt dat de kosten van nacontrole
desondanks toch ten laste van het eigen risico van de donor worden gebracht.
Reactie op de inbreng van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie vragen zich af waarom de regeling met betrekking tot de
reiskosten pas per 1 januari 2015 in kan gaan. Daarnaast vragen zij zich af wat er gebeurt met
de reiskosten die een orgaandonor in 2014 maakt en of het mogelijk is om een
overgangsregeling in te stellen.
De regelgeving betreffende het declareren van de reiskosten bij de verzekeraar van de
orgaandonor, in plaats van bij de verzekeraar van de ontvanger van het orgaan, moet in het
Besluit zorgverzekering worden aangepast en vervolgens moeten de verzekeraars de
gelegenheid hebben om het in hun systemen aan te passen. Om het vergoeden van de
reiskosten in alle gevallen goed te laten plaatsvinden, heb ik uiteindelijk besloten om de
reiskosten vanaf 1 januari 2015 door de verzekeraar van de orgaandonor te laten vergoeden.
Onder de gegeven omstandigheden is dan ook onvermijdelijk dat gedurende 2014 de
reiskosten nog volgens de huidige regelgeving worden vergoed door de verzekeraar van de
ontvanger.
De leden van de CDA-fractie vragen wat ik van de suggestie van de Nederlandse Vereniging
Nierpatiënten (NVN) vind om de Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS) de bevoegdheid
te geven om zelfstandigen en in het bijzonder zzp’ers een bepaald redelijk bedrag uit te keren
over elke week arbeidsongeschiktheid als gevolg van de donatie.
Voorafgaand aan de donatie wordt de donor er op verschillende momenten op gewezen dat de
operatie altijd een risico met zich meebrengt. Alle verzekeringsaspecten moeten voor de
donor duidelijk zijn, zodat deze een weloverwogen beslissing kan nemen. Soms beslist een
zzp’er om zonder een arbeidsongeschiktheidsverzekering een orgaan te doneren. Dit is een
beslissing die de donor zelf neemt, ondanks de mogelijkheid om zich hiertegen te verzekeren.
Elke donor die een nier (of stukje lever) doneert kan via de NTS een aanvraag
Onkostenvergoeding bij donatie indienen tot vergoeding van misgelopen inkomsten. Loopt de
donor door de donatie inkomsten mis tijdens het vooronderzoek, tijdens de opname in het
ziekenhuis of tijdens de herstelperiode (afhankelijk of het gaat om een nier- of leverdonatie is
dit 13 of 26 weken na ontslag uit het ziekenhuis) en de donor geen
arbeidsongeschiktheidsverzekering heeft die deze misgelopen inkomsten vergoedt, dan kan er
bij de NTS om een vergoeding worden gevraagd. De vergoeding die voor deze periode wordt
uitgekeerd wordt gebaseerd op de gemiddelde inkomsten per week. Heeft de donor wel een
arbeidsongeschiktheidsverzekering dan vergoedt de NTS dat deel van deze onkosten dat de
verzekeraar niet vergoedt. Indien het inkomen van de donor in het peiljaar lager was dan het
minimumloon, dan kan er worden gekeken naar het gemiddelde inkomen over een langere
periode. Sinds het in werking treden van de Subsidieregeling donatie bij leven op 1 juni 2009
zijn er aanpassingen gedaan om ervoor te zorgen dat de donor een redelijke vergoeding krijgt
uitgekeerd. Daarbij gaat het wel om noodzakelijke en redelijke kosten. En om kosten die niet
reeds door een andere partij worden vergoed. De suggestie van de NVN vind ik op zichzelf
sympathiek. Aangezien al de mogelijkheid bestaat om misgelopen onkosten door middel van
de Onkostenvergoeding bij donatie te declareren, zie ik geen reden om nog een regeling in het
leven te roepen om specifieke onkosten te vergoeden.
De leden van de CDA-fractie vragen mij om nadere toelichting of ik de
complicatiedekkingsverzekering afdoende vind om eventuele inkomstenderving en andere
financiële tegenvallers op te vangen.
Ongeacht de arbeidsongeschiktheidsverzekering van de donor zelf sluiten de
transplantatiecentra voor levende nierdonoren een complicatiedekkingsverzekering af. De
complicatiedekkingsverzekering biedt dekking voor maximaal €125.000 per donor. Dit
bedrag wordt soms hoger omdat de kosten voor rechtsbijstand aan de donor er nog bijkomen.
Daarnaast kan de donor via de NTS een aanvraag doen voor onkostenvergoeding
(Onkostenvergoeding bij donatie). Het gaat hierbij om noodzakelijke en redelijke kosten,
kosten die geen andere partij vergoedt. Dit kunnen kosten zijn die de donor heeft gemaakt
voor, tijdens of na de donatie. Bij een nier- of leverdonatie gaat het om kosten gemaakt tot en
met respectievelijk 13 of 26 weken na ontslag uit het ziekenhuis. Via deze
onkostenvergoeding wordt een vast bedrag voor kleine uitgaven die vaak nodig blijken bij een
ziekenhuisopname betaald. Ook andere kosten kunnen worden vergoed indien er geen andere
partij is die deze kosten betaalt of kan betalen. Stel dat de donor om medische redenen extra
zorg nodig heeft waarin wordt voorzien door de Zvw, AWBZ of de Wmo en de donor
daarvoor een eigen bijdrage of eigen risico moet betalen, kan de donor in zo’n geval bij de
NTS een vergoeding daarvoor krijgen. Voor wat betreft het eigen risico hoeft dit niet te
worden betaald door de donor. De NTS vergoedt ook extra kosten als de donor tijdelijke
opvang moet regelen voor kinderen, partner of ouders.
Tenslotte vragen de leden van de CDA-fractie of ik signalen heb ontvangen dat donoren in
toenemende mate problemen ondervinden bij het afsluiten van een hypotheek of
levensverzekering.
Het door een bank of verzekeringsmaatschappij verlenen van een hypotheek of
levensverzekering is een private aangelegenheid. Ik kan verstrekkers van een hypotheek of
levensverzekering niet verplichten om een hypotheek of levensverzekering af te sluiten. In het
geval donoren hierbij problemen ondervinden kunnen zij contact opnemen met het
Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid). Wanneer een consument een klacht
heeft over een financieel product of een financiële dienst, kan hij of zij deze indienen bij het
Kifid. Bij het Kifid kan men terecht voor klachten en geschillen over verzekeringen,
hypotheken, leningen, financieringen en beleggingen.
Reactie op de inbreng van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie merken op dat ze het een goede ontwikkeling vinden dat donoren
reiskosten kunnen declareren bij hun eigen zorgverzekering en hiervoor niet afhankelijk zijn
van de verzekeraar van de ontvanger van het donororgaan. De leden van de D66-fractie
vragen of het gaat om alle niet-medische kosten, of alleen om de reiskosten.
Volgens de huidige regelgeving worden de reiskosten vergoed door de verzekeraar van de
ontvanger. Van de Nierpatiënten Vereniging Nederland (NVN) en Zorgverzekeraars
Nederland (ZN) heb ik begrepen dat het met betrekking tot de reiskosten in enkele gevallen
misgaat omdat de (potentiële) donor deze kosten zelf moet declareren. Groot bijkomend
voordeel van het wijzigen van deze regeling is dat de donor vanaf het begin van het
donatietraject bij zijn eigen verzekering geregistreerd zal zijn als donor en het hierdoor beter
zichtbaar is dat de kosten van controle op grond van artikel 2.17 lid 1 sub d van het Besluit
zorgverzekeringen buiten het eigen risico moet blijven. Zie ook mijn reactie op de volgende
vraag. Voor vergoeding van niet-medische kosten kan de donor door middel van een
Aanvraag Onkostenvergoeding bij donatie bij de NTS een vergoeding aanvragen. Dit kunnen
kosten zijn die de donor heeft gemaakt voor, tijdens of na de donatie tot 13 of 26 weken na
ontslag uit het ziekenhuis, afhankelijk of het gaat om een nier- of leverdonatie.
Verder vragen de leden van de D66-fractie een toelichting op het feit dat hiermee dan ook
meteen het probleem wordt opgelost dat zorgkosten die betrekking hebben op de controle na
afloop van de wettelijke periode van respectievelijk 13 of 26 weken na de donatie (afhankelijk
of het gaat om een nier- of leverdonatie) soms ten laste komen van het eigen risico van de
donor. Doordat vanaf 2015 de reiskosten die de (potentiële) donor maakt voorafgaand aan de
donatie ten laste komen van zijn eigen verzekering, is deze donor vanaf het begin van het
donatietraject bij zijn eigen verzekering herkenbaar als donor. Hierdoor zal het beter zichtbaar
zijn dat de kosten van controle op grond van artikel 2.17 lid 1 sub d van het Besluit
zorgverzekeringen buiten het eigen risico moet blijven. Volgens de NTS en NVN zou hiermee
ook het probleem zijn opgelost dat zorgkosten onterecht ten laste worden gebracht van het
eigen risico van de donor.
De leden van de D66-fractie vragen of ik extra aandacht voor dit probleem, zoals ook
geconstateerd door het veld, niet wenselijk acht.
Van Zorgverzekeraars Nederland heb ik begrepen dat het door de voorgestelde aanpassing
voor zorgverzekeraars makkelijker wordt om een donor te herkenen in hun systeem en om de
declaratie tijdens het donatietraject op de juiste wijze te verwerken. Zie ook mijn reactie op de
tweede vraag van de leden van de D66-fractie. Na overleg met Zorgverzekeraars Nederland
en de NTS is besloten de regelgeving aan te passen, zodat de reiskosten ten laste komen van
de verzekeraar van de donor in plaats van de verzekeraar van de ontvanger. Gelet op het
bovenstaande lijkt het mij dat extra aandacht hierbovenop niet meer noodzakelijk is.
De leden van de D66-fractie vragen of ik uiteen kan zetten hoeveel donoren aanspraak hebben
gemaakt op de eigen arbeidsongeschiktheidsverzekering omdat er verlies is van
arbeidsvermogen? Ik heb er geen zicht op hoeveel donoren aanspraak hebben gedaan op de
eigen arbeidsongeschiktheidsverzekering.
Ten slotte zouden de leden van de D66-fractie graag willen weten welke bedragen er door een
complicatiedekkingsverzekeraar worden uitgekeerd en of deze regeling ook voldoet voor
iemand die langdurig of volledig arbeidsongeschikt raakt.
De complicatiedekkingsverzekering biedt dekking voor maximaal €125.000 per donor. Het uit
te keren bedrag wordt verhoogd met de kosten voor rechtsbijstand die door de donor worden
gemaakt. Tot nu toe, dus vanaf 2003, bedraagt de schadelast in totaal €361.732. De hoogste
betaling bedraagt ruim € 128.000. Dat bedrag ligt boven het maximum verzekerde bedrag van
€ 125.000 per aanspraak vanwege vergoeding van de kosten van rechtsbijstand aan de donor
(BGK ex art. 6:96 BW). Er zal bij alle aanspraken worden betaald, als was het alleen al voor
de gemaakte kosten.