SCHOOLGIDS Schooljaar 2014-2015

SCHOOLGIDS
Schooljaar
2014-2015
Gouverneur Houbenstraat 55
5861 CC Wanssum
0478-531714
www.depeddepoel.nl
[email protected]
IBAN rek.nr: NL63RABO0156393670
1
2
Inhoud van deze schoolgids:
BLZ
Een woord vooraf
3
1.
De school
Naam, richting, situering, schoolgrootte, aanmelden
Voor het eerst naar school, surveillance, geloofsovertuiging,
medische beperking, brede school
5
2.
Waar de school voor staat
Uitgangspunten,zelfstandig werken, adaptief onderwijs, klimaat
8
3.
Organisatie van het onderwijs
Groepsgrootte, zorg voor leerlingen met specifieke behoefte
Activiteiten, vakgebieden, gymrooster, zwemmen
cultuureducatie en burgerschap
Computers, Internetgebruik,
Extra activiteiten binnen en buiten school
Schoolreisje, kamp, verjaardagen
Huiswerk, schoolbibliotheek
13
4.
De zorg voor kinderen
Opvang nieuwe kinderen,
Leerlingvolgsystemen
Rapportage, kinderen met specifieke behoeften, dyslexie
Doubleren, versnellen, verwijzingen andere school
Leerlingdossier, ziek en toch onderwijs, ontwikkelingsvoorsprong
Voortgezet onderwijs, cito-eindtoets,
Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
Centrum Jeugd en gezin
Pestprotocol,incidentenregistratie en ongevallenregistratie
Persoonsgegevens
Jeugdgezondheidszorg, hoofdluis
21
5.
De leraren
35
6.
De betrokkenheid van ouders
Informatie, inspraak, oudervereniging,
MR, ouderactiviteiten, ouderbijdrage, overblijven,
Informatievoorziening gescheiden ouders
Vormsel en Communie
fotograferen en filmen, verzekeringen
Klachtenregeling, machtsmisbruik
36
7.
De ontwikkeling van het onderwijs in de school
Voornemens uit het schoolplan
Jaarverslag 2013-2014
44
8.
De resultaten van ons onderwijs
Scores eindtoets, schoolkeuzen, cijfers specifieke zorg
Kwaliteitszorg
47
9.
Regeling school- en vakantietijden
Schooltijden, vakanties en vrije dagen, verlofregeling,
Schorsen van leerlingen
49
10.
Namen en contactgegevens
52
Een woord vooraf
Beste ouders/ verzorgers,
Hier is de schoolgids voor schooljaar 2014-2015. Net zoals ieder jaar vindt u in deze gids alle
belangrijke informatie. Informatie die door het jaar heen naar u wordt gebracht gebeurt
zoveel mogelijk via ISY-schoolnieuws. De link hiernaar kunt u ook vinden op de site
www.depeddepoel.nl.
Ook kunt u onze Jaarplanner digitaal op de schoolsite vinden. Raadpleegt u deze regelmatig
om op de hoogte te blijven van alle belangrijke data. Indien gewenst kunt u zelf een uitdraai
per maand maken.
Van 2013-2014 naar 2014-2015
Afgelopen schooljaar stond vooral in het teken van de voorbereidingen op de fusie met
bs. St.Willibrordus uit Geijsteren. De start van de samenwerking bestond uit een
ouderconferentie. Daar hebben we de basis gelegd voor een goede samenwerking! De
nieuwe missie en visie van de fusieschool zijn daar gemaakt. Daarna zijn tal van
werkgroepen, bestaande uit ouders en leerkrachten, aan de slag gegaan om zoveel
mogelijk voor te bereiden en om de aanvang van het nieuwe schooljaar zo goed mogelijk te
laten verlopen.
Bij alle veranderingen en nieuwe initiatieven blijft één ding onveranderd. Wij willen een school
zijn waar uw kind met veel plezier naar toe gaat om te leren en spelen!
Passend onderwijs
Natuurlijk wilt u dat uw kind naar de meest passende school gaat. Als ouder kiest u zelf een
school voor uw kind. Na aanmelding beoordelen we dan ook of we aan de
ondersteuningsvraag van uw kind tegemoet kunnen komen. Als er bij de aanmelding al een
duidelijke vraag om ondersteuning is, zullen we samen met u onderzoeken of wij die
ondersteuning in voldoende mate kunnen bieden. Kan dat niet, dan zoeken wij – in overleg
met u – een betere plek. Uw kind komt zo terecht op de school die het best bij hem of haar
past.
We vragen van u een positief kritische blik op ons werk. De Peddepoel staat open voor
gevraagde en ongevraagde adviezen en we willen voor u, ouders/verzorgers,
laagdrempelig zijn. De deur staat open.
Alle kinderen, ouders, verzorgers en teamleden een fijn en leerzaam schooljaar toegewenst!
Jos van Gerven.
3
Augustus 2014.
Waarom een schoolgids voor ouders?
Scholen verschillen onderling, in sfeer en in wat de kinderen er leren.
Deze gids geeft aan waar onze school voor staat. We hopen dat we met deze informatie
duidelijk kunnen maken hoe wij op onze school vorm geven aan goed basisonderwijs in
Wanssum en Geijsteren.
Wat staat er in deze schoolgids?
U vindt in deze schoolgids o.a. informatie over:
team, bestuur, medezeggenschapsraad en oudervereniging; wie doet wat
de ontwikkeling van het onderwijs, hoe wij werken aan verbetering van ons
onderwijs
de opzet van ons onderwijs
jaarlijks terugkerende toetsen en hoe we omgaan met de resultaten
zorgverbreding, meer aandacht voor het individuele kind en verschillen tussen
kinderen
school- en vakantietijden
Wie hebben aan de schoolgids gewerkt?
Deze schoolgids is samengesteld door het team. Verschillende geledingen hadden daarbij
een inbreng. Het concept van de gids is voorgelegd aan de medezeggenschapsraad en de
oudervereniging. Daarna zijn opmerkingen en verbeteringen opgenomen. De gids wordt
jaarlijks aangepast. Wij willen de nieuwe schoolgids jaarlijks zo spoedig mogelijk na de
zomervakantie uitgeven. De ouders kunnen dan bij het begin van het nieuwe schooljaar
lezen wat ze van onze school kunnen verwachten.
Drempel
Ouders hebben vaak allerlei vragen over school. Ze zeggen soms: “Wat ik altijd al heb willen
weten....” Als we dan vragen waarom ze deze vragen niet eerder stelden, horen we vaak
“Och, ik wilde niemand lastig vallen.” Dat is jammer. Denk niet te snel dat u iemand lastig
valt. Indien u vragen hebt, stel ze dan. Blijf niet wachten op het trottoir voor de school, maar
stap over die lage drempel naar binnen. Ons team zal proberen antwoord te geven op uw
vragen.
Bereikbaarheid directeur
Jos van Gerven is in principe op maandag, woensdagochtend en donderdag op school.
Dan kunt u hem op school bellen. De andere dagen is hij werkzaam op
bs. Megelsheim/Meerlo. Ook kunt u hem altijd een email sturen
[email protected] Voor dringende zaken kunt u hem privé bellen op
0478850312/ 0623889039. Indien hij niet bereikbaar is kunt u terecht bij de plaatsvervangend
directeur Paulien Zanders (tel. 0617886111) of een boodschap achterlaten bij een van de
leerkrachten.
Reacties
Indien u vragen hebt over één van de onderwerpen in deze gids, kunt u vanzelfsprekend
altijd contact opnemen met de school.
4
1. De school
1.1 De naam
Aan de omgeving van de school kun je zien dat het er vroeger nogal drassig was. Een ideale
leefomgeving voor kikkers en padden. Van oudsher heette de buurt waar de school is
gebouwd, "Peddepoel". De naam voor onze school lag dus voor de hand: Basisschool "De
Peddepoel". Na de fusie met bs. St.Willibrordus uit Geijsteren op 01-08’14, is ervoor gekozen
de naam de Peddepoel te behouden. Wel is er een nieuw logo ontworpen voor de nieuwe
fusieschool. Het logo symboliseert het samengaan van beide scholen; de potloden van
bs. St.Willibrordus en de kikker van bs. de Peddepoel.
1.2 Richting
Ons onderwijs gaat uit van een katholieke levensovertuiging. Wij geven echter les aan
kinderen die afkomstig zijn uit een gemengde samenleving. Hier wordt dan ook rekening
mee gehouden. Een van de uitgangspunten van ons katholieke geloof is immers "alle
mensen zijn gelijk".
1.3 Situering van de school
Een aantal jaren geleden lag onze school aan de rand van het dorp. Inmiddels is Wanssum
zo hard gegroeid, dat een nieuwe woonwijk - zeer gunstig gelegen - naast de school
ontstaan is. De meeste kinderen wonen op loopafstand van onze school.
Komt uw kind met de fiets naar school, Zorg dan voor een goedgekeurd slot op de fiets. De
school is NIET aansprakelijk voor gestolen fietsen en vernielingen.
I.v.m. de verkeersveiligheid rondom de school is de Gouv. Houbenstraat voor een deel
éénrichtingsstraat. De rijrichting is vanuit het dorp naar beneden ( richting Geijsteren ) en via
’t Zandt weer terug. Er is een “ kiss and ride “ strook voor het brengen en ophalen van de
kinderen. Deze strook is aan de rechterkant van de Gouv. Houbenstraat gezien vanuit het
dorp. Er zijn twee fietsenstallingen; een voor kinderen die uit de richting van Wanssum komen
en een voor kinderen uit de richting van Geijsteren. We hebben regels voor kinderen en voor
ouders. We gaan er vanuit dat deze goed worden nageleefd. Dit alles om veiligheid te
creëren voor de kinderen wanneer ze naar school komen en naar huis gaan.
De regels en afspraken kunt u hieronder lezen.
Regels en afspraken m.b.t. de verkeersveiligheid
Voor de kinderen:
 Help elkaar op school en onderweg.
o Laat niemand achter, dan heeft ook niemand pech!
 Fietsen, steppen…hesje aan,
o dan ziet iedereen je gaan!
 Zet de fiets op de afgesproken plek,
o er is voor iedere fiets of step een prima stek!
 Op het schoolplein met de fiets of step aan de hand,
o rustig lopend naar de andere kant!
 Volg de richting van de pijl als je de fietsstalling verlaat,
o zodat iedereen de goede kant op gaat!
 Zoveel mogelijk met de fiets of lopend naar school toe gaan
o en de auto thuis laten staan!
 Help anderen om het ook goed te doen, samen zijn we één.
o De regels en afspraken zijn er voor iedereen!
 Meld onveilige situaties bij de meester of juf, zo snel als het kan.
o Samen maken we er een veilige schoolomgeving van!
5
Voor ouders
 Kom niet vaker met de auto dan nodig is
 Wacht op de kinderen op de wachtplekken
 Voorkom dat de loop- en fietsroutes versperd worden
 Houd de aanbevolen rijrichting aan (Aankomen met de auto via de Gouverneur
Houbenstraat en wegrijden via Het Zandt)
 Gebruik de “kiss and ride strook” waarvoor die bedoeld is, niet om te parkeren
 Aan de schoolkant niet achter de geparkeerde auto’s parkeren of wachten
 Onveilige situaties melden bij Hanny Wolters of Bianca Wijnhoven
Voor de lessen lichamelijke opvoeding maken we gebruik van het gemeenschapsgebouw
"De Zandhoek", ongeveer 5 minuten lopen van school. Verder maken we bij mooi weer
gebruik van een trapveld annex speelweitje in de buurt van de school.
1.4 Schoolgrootte
Door de fusie stijgt het leerlingenaantal. De grootte van de school wordt ongeveer 195
kinderen aan het begin van het schooljaar. De jaren daarna verwachten we een lichte
daling in leerlingaantallen.
1.5 Aanmelden van leerlingen
Elk jaar is er in de gemeente Venray een gelegenheid om kinderen aan te melden voor de
basisschool. Deze datum die in de hele gemeente geldt wordt tijdig bekend gemaakt in het
Wanssums Nieuws, via ISY en op de peuterspeelzaal. Tussentijds kunt u uw kind aanmelden bij
de directie. U krijgt bericht wanneer uw kind naar school kan komen. Wij verzoeken u
veranderingen van (email)adres of telefoonnummer, huisarts en opvang door te geven.
1.6 Voor het eerst naar school
Kleuters mogen dag nadat ze 4 jaar zijn geworden naar de basisschool.
Een maand voor hun verjaardag neemt de leerkracht, waarbij uw kind in de klas komt,
telefonisch contact met u op. U wordt dan uitgenodigd om samen tijdens het kringmoment
kennis te komen maken met de leerkracht en de klasgenootjes. Vervolgens mag uw zoon/
dochter een dagdeel alleen komen. Belangrijke informatie over uw kind wordt genoteerd op
een zogenaamd “entreeformulier”.
De aantekeningen op dit formulier worden gebruikt om zo goed mogelijk met de behoeften
van uw kind rekening te kunnen houden.
Wij vinden het prima dat u uw kind van groep 1 in het begin naar binnen brengt. Het is altijd
spannend als uw kind net naar school gaat. En dan samen even in de klas kijken, waar gaat
uw kind zitten en wie is er allemaal al. Het geeft een rustig gevoel. Sommige kinderen hebben
dit wat langer nodig als anderen. Probeer het afscheid zo kort mogelijk te houden, zodat we
om 8.30 uur en om 12.45 uur kunnen beginnen. Na 1 á 2 weken kan de weg van het naar
binnen brengen ook verkort worden: tot aan de kapstok, buitendeur, stoep. Dit i.v.m. de
drukte in de gangen. Maar ook om het zelfstandigheidgevoel van uw kind te vergroten.
Wij gaan uit van het vergroten van het gevoel van competent zijn. Steeds meer zelf iets
kunnen vergroot het zelfvertrouwen. Dat begint bij het zelf naar binnen gaan.
Sommige kinderen hebben het nodig dat papa of mama nog wat langer mee naar binnen
gaat. Uiteraard is dat per kind verschillend. De leerlingen van groep 3 en 4 zijn oud en
zelfstandig genoeg om helemaal alleen naar binnen te komen. Om 8.25 uur en gaat de
eerste bel. De kinderen mogen dan naar binnen. Bij de tweede bel om 8.30 uur verwachten
we alle kinderen binnen. Als de leerkracht van uw kind aan het surveilleren is dan gaan de
kinderen samen met de leerkracht naar binnen. Mocht u nog iets willen doorgeven aan de
leerkracht dan kan dat in de 5 minuten inlooptijd. Wij willen u dan ook vriendelijk vragen,
indien u uw kind na afloop van de lessen binnen in de groep op wilt halen, buiten het
schoolplein te wachten tot de zoemer gegaan is. Als u tijdens de lessen op het schoolplein
6
aanwezig bent kunnen er kinderen afgeleid worden. Ook de ruimtes, buiten de
groepslokalen, worden namelijk tot het einde van de lestijd optimaal benut door de
leerlingen.
1.7 Surveillance voor school
De school begint ‘s morgens om 8.30 uur en ’s middags om 12.45 uur. ’s Morgens is er
surveillance op het schoolplein vanaf 10 minuten voor de aanvang van de lessen. Wij
vragen u er zoveel mogelijk op toe te zien dat uw kind (eren) niet eerder op school aanwezig
is (zijn). Een uitzondering is natuurlijk een afspraak met een leerkracht.
Vanaf 8.25 mogen kinderen naar binnen. Dit zorgt voor een rustige start en weinig tijdverlies.
Om aan te geven dat het 5 minuten voor aanvang van de start van de lessen is wordt er een
belsignaal gegeven.
1.8 Leerlingen met geen/een andere geloofsovertuiging of medische beperkingen
Iedereen is welkom bij ons op school. Leerlingen volgen het gewone lesprogramma, inclusief
de godsdienstlessen. Mochten medische redenen en/of religieuze overtuiging dit onmogelijk
maken, dan treden de ouders in overleg met de directie. Het bevoegd gezag bepaalt of, en
welke vervangende activiteiten, op die momenten worden aangeboden.
1.9 Brede school.
Dit is een samenwerkingsverband tussen scholen en instellingen die zich inzetten voor kind,
ouder en gemeenschap. Voor de Peddepoel betekent dit de samenwerking met bibliotheek
en de vormgeving van het kindcentrum met SPRING kinderopvang.
Inhoudelijke samenwerking tussen de instellingen ontstaat niet vanzelf. De basis van
samenwerken is elkaar kennen en weten wat je aan elkaar kan hebben. Inmiddels is de
inhoudelijke samenwerking flink van start gegaan. Aan de hand van het samenstellen van
een pedagogisch handboek wordt nagedacht over doorgaande lijnen en goede informatie
overdracht. Voor ouders is dat fijn. Als zij ’s ochtends hun kinderen wegbrengen, hoeven ze
niet naar verschillende locaties en dat bespaart tijd. Een ander voordeel van de
gezamenlijke huisvesting is dat peuters, die naar de basisschool gaan, eerder gewend zijn
aan de nieuwe situatie omdat ze op dezelfde locatie kunnen blijven. Door de nauwere
samenwerking tussen de peuterspeelzaal en het basisonderwijs is de overstap “naar de grote
school” voor de kinderen dus niet groot meer. In onze basisschool is een gemeenschappelijke
ruimte waarin het bibliotheekservicepunt is ondergebracht. Regelmatig worden activiteiten
georganiseerd waarbij alle instellingen betrokken zijn.
7
2. Waar de school voor staat
De missie en visie van de nieuwe fusieschool.
Op de Peddepoel:
-
Voelt ieder zich veilig.
-
Gaan we met plezier naar school.
-
Zijn we samen verantwoordelijk voor ontwikkeling.
Bieden we kwalitatief sterk onderwijs.
Onze visie, ons profiel
Wij vinden dat ons onderwijs kinderen de kans moet geven om actief lerend, kritisch en
creatief bezig te zijn, daarbij zijn sociale- en studievaardigheden belangrijke
aandachtspunten. De Peddepoel richt zich op de kerndoelen voor het basisonderwijs zoals
goed taal- en rekenonderwijs. Deze vaardigheden zijn noodzakelijk om goed te kunnen
functioneren in onze snel veranderende maatschappij. Daarnaast zetten we sterk in op de
ontwikkeling van talenten en kwaliteiten van onze kinderen. We doen dat door ons onderwijs
in samenhang aan te bieden. Binnen duidelijke kaders die een gevoel van veiligheid geven,
dienen kinderen de vrijheid te ervaren om zelfstandig, onderzoekend en actief uitdagingen
aan te gaan.
Eindprofiel leerling
Als kinderen na 8 jaar onze school verlaten hebben ze een goede basis op de verschillende
vakgebieden op eigen niveau. Ze kunnen probleemoplossend denken en handelen. Ze
weten hoe ze op zoek moeten gaan naar betrouwbare informatie en kunnen deze
informatie verder verwerken. Daarnaast hebben zij geleerd om de informatie die zij ontdekt
hebben te presenteren aan anderen, ze zijn communicatief vaardig. Op de Peddepoel
worden leerlingen gestimuleerd om uitdagingen aan te gaan, zijn ze sociaal vaardig en
kunnen ze samenwerken om hun eigen talenten te ontwikkelen.
Schoolcultuur
Binnen de school wordt veel nadruk gelegd op zelfstandig werken en samenwerken. Wij
bieden kansen aan Passend Onderwijs door te werken met een uitgebreid zorgplan. Eigen
leerlijnen en ontwikkelingsperspectieven kunnen worden vastgesteld en leerlingen kunnen
een aangepaste leerlijn volgen. We werken met een kinderraad omdat we de kinderen
actief inspraak willen laten hebben bij ons onderwijs. Ouders kunnen meedenken en
meehelpen binnen ons onderwijs. We gaan respectvol met elkaar om.
Schoolgebouw
We hebben een brede school waarin kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang,
schoolbibliotheek en basisschool samenwerken. De inrichting van ons gebouw is hierop
aangepast. Door gebruik te maken van moderne media en ICT toepassingen bereiden wij
kinderen voor op hun deelname aan de maatschappij van de 21 eeuw. Daarnaast biedt de
schoolomgeving (speelplaats en schoolligging) veel mogelijkheden voor ontwikkeling.
8
Leerkrachtkwaliteiten
Leerkrachten van de Peddepoel zijn sterk in het creëren van een veilig en uitdagend leer- en
groepsklimaat. Zij zorgen er samen voor dat ieder kind met plezier naar school komt. Ze zijn
goed in het begeleiden van kinderen in hun ontwikkeling. Goed klassenmanagement is
belangrijk. Communicatie en samenwerking met collega’s, leerlingen, ouders en externen zijn
essentieel.
Gezamenlijke activiteiten
Jaarlijks terugkomende hoogtepunten vinden wij onder andere:
Gezamenlijke vieringen, groepsdoorbrekende activiteiten, schoolreisjes, presentaties door
alle leerlingen en het afscheid van de schoolverlaters.
Samenvatting
Op de Peddepoel bieden we onze leerlingen zoveel als mogelijk onderwijs op maat. We
schenken veel aandacht aan de cognitieve doelen maar hebben daarnaast oog voor de
wereld buiten de school. We proberen de leerlingen uit te rusten met de juiste kennis en
vaardigheden om goed te kunnen functioneren in onze snel veranderende maatschappij.
Op weg naar een gelukkige toekomst!
2.1 Uitgangspunten en prioriteiten
2.1.1 Plezier
Het belangrijkste uitgangspunt is voor ons dat alle kinderen met plezier naar onze school
komen. We gaan er vanuit dat een kind pas optimaal kan presteren als het zich veilig en
prettig voelt in zijn omgeving. We laten ruimte voor eigen initiatief en eigen inbreng van
kinderen.
2.1.2 Sociale vaardigheden
Wij vinden het belangrijk dat kinderen leren hoe zij nu en in de toekomst kunnen deelnemen
aan de samenleving. Daarom besteden we aandacht aan het begeleiden van gedrag van
kinderen. Aandachtspunten daarbij zijn het overdenken en vastleggen van schoolregels en
afspraken, een positieve benadering van het gedrag van leerlingen, een daarbij passende
inrichting van de school en het invoeren van een methode om kinderen met elkaar en met
volwassenen te leren omgaan.
Een aantal leerkrachten heeft een training gevolgd over de methode ’Leefstijl’. Wij werken
met deze methode omdat we bewust aandacht willen besteden aan sociaal- emotionele
vaardigheden. Niet alleen om probleemgedrag te bestrijden en ongewenst gedrag te
voorkomen. Ook voor het optimaal functioneren van kinderen en het ontwikkelen van hun
talenten zijn vaardigheden onmisbaar zoals luisteren, samen delen, vragen of je met de
ander mag spelen, op je beurt wachten, weten waar je goed in bent, ruzies oplossen en voor
jezelf opkomen.
Om dit omgaan met elkaar te stimuleren, werken de kinderen alleen of in groepsverband,
geheel zelfstandig of via geleide opdrachten.
2.1.3 Het individuele kind
We proberen zoveel mogelijk rekening te houden met de kwaliteiten van het individuele kind.
Kwaliteiten zowel op leergebied, maar ook met betrekking tot gedrag. Kinderen die
problemen hebben, proberen we zoveel mogelijk binnen onze eigen school te begeleiden.
De teamleden worden via nascholingscursussen en tijdens thematische vergaderingen
voortdurend op de hoogte gehouden van de laatste nieuwe ontwikkelingen op dit gebied.
9
2.1.4 Verschillende werkvormen
In het hedendaagse onderwijs kunnen we niet meer spreken van één gehanteerde
werkvorm. Ieder vak, ieder aandachtspunt, vereist een andere aanpak, en dus vaak een
andere werkvorm. Zo kunnen we bijvoorbeeld conflicten tussen kinderen onderling
bespreken in een kringgesprek, een taalles maken in klassikaal verband, een groepje
leerlingen laten werken met de computer, een project over een onderwerp zelfstandig
verwerken, of een werkstuk maken met een klein groepje leerlingen.
Het toepassen van verschillende groeperings– en werkvormen maakt het voor de
leerkrachten mogelijk om beter te kunnen omgaan met verschillen tussen kinderen.
2.1.5 Zelfstandig werken en leren in onder- en bovenbouw.
We zien Zelfstandig Werken als middel om te komen tot zorgverbreding en bevordering van
zelfstandigheid (autonomie).
Adaptief onderwijs is onderwijs dat zich (binnen bepaalde grenzen) aanpast aan de
behoeften van onze leerlingen. Bij adaptief onderwijs gaat het erom dat de leerkracht het
voorkomen van verschillende individuele mogelijkheden en behoeften van leerlingen
vanzelfsprekend vindt en er naar streeft het onderwijsleerproces op deze mogelijkheden en
behoeften af te stemmen.
Om rekening te houden met verschillende behoeften van kinderen is het belangrijk dat ze
uitgedaagd worden om actief te zijn, om hun eigen grenzen te verkennen en ook om die
samen met de leerkracht te verleggen. Nieuwsgierig te worden naar wat ze nog niet kunnen
en weten. Stimulerend onderwijs is onderwijs dat uit kinderen haalt wat er in zit. Enige
richtpunten hierbij zijn:
Betekenisvol spelen en leren. Kinderen die de betekenis van lees – en
schrijfactiviteiten eerst verkend hebben in “doen – alsof “ situaties zullen gemotiveerd
zijn om te leren lezen en schrijven. Een effectief aanbod kan dus bestaan uit vooral
spelactiviteiten.
De leerkracht zorgt samen met de kinderen voor een zone van naaste ontwikkeling.
Sturing aanbrengen is een kwestie van bemiddelen tussen mogelijkheden en
behoeften van de kinderen enerzijds en gerichte ontwikkelingsstimulering anderzijds.
Een ondersteunende inzet van materialen enerzijds en middelen anderzijds.
Materialen en middelen moeten ook “functioneel “ zijn.
We kiezen bewust voor heterogene groepen in de kleutergroepen zodat de kinderen van
en met elkaar kunnen leren.
Om rekening te houden met verschillende behoeften van leerlingen maakt de leerkracht
gebruik van uiteenlopende materialen, kiest hij of zij afhankelijk van de behoeften van de
leerlingen instructieprincipes en leerroutes. Het doel hiervan is dat de leerling de
basisvaardigheden (lezen, taal, rekenen) beheerst en dat hij steeds meer zelf
verantwoordelijkheid neemt voor de planning, uitvoering en evaluatie van zijn eigen
kunnen.
Bij adaptief onderwijs is de groepsleerkracht verantwoordelijk voor het leren van alle
leerlingen. Adaptief onderwijs betekent dus 'goed' en 'effectief’ onderwijs voor alle
leerlingen, maar in het bijzonder voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.
Adaptief onderwijs gaat ervan uit dat verschillende behoeften vanzelfsprekend zijn.
Adaptief onderwijs daagt de leerkracht uit om daaraan tegemoet te komen. Leerlingen
mogen verschillend zijn. Het vraagt van de leerkracht dat hij in zowel pedagogisch,
didactisch als organisatorisch opzicht zijn onderwijs aanpast.
Wat betekent zelfstandig werken voor de kinderen?
Het betekent dat het kind meer moeite moet doen om zelf oplossingen te bedenken. Ook
betekent het dat de kinderen elkaar meer nodig hebben. De leerkracht is niet de enige bij
wie het kind terecht kan en bovendien niet op alle momenten van de dag.
Het zelfstandig werken is iets waar de kinderen langzaam aan moeten wennen. In het begin
zal het soms moeilijk zijn, maar na enige tijd geeft het veel meer voldoening. Het kind is trots
op het eigen werk.
10
Wat betekent zelfstandigheid voor de kinderen thuis?
Wanneer de zelfstandigheid van de kinderen binnen school wordt aangemoedigd is de kans
groot dat ze zich ook buiten de school zelfstandiger gaan gedragen. Omgekeerd: wanneer
een kind thuis gewend is zelf problemen op te lossen en de zelfstandigheid aangemoedigd
wordt, zal dit kind ook zelfstandiger gedrag vertonen op school. Een kind dat thuis nooit
geleerd heeft het speelgoed op te ruimen, zal ook op school niet opruimen. Een kind dat op
school leert om bepaalde materialen zelf te pakken uit de kast, maar dat thuis niet mag, kan
in de problemen komen.
Het is duidelijk dat ouders en leerkrachten met elkaar contact moeten hebben en zoveel
mogelijk een lijn moeten trekken. Het is belangrijk dat er in de opvoeding niet te grote
verschillen voor de kinderen zijn.
Wat betekent het zelfstandig werken voor de leerkracht?
Allereerst is het van belang dat de leerkracht het kind de ruimte geeft om te groeien in
zelfstandigheid. Dit vereist een aantal vaardigheden, maar vooral vereist het een bepaalde
houding.
Het opvoeden tot zelfstandigheid heeft vaak veel te maken met de rol- en taakopvatting
van de leerkracht. Als een leerkracht zichzelf ziet als de centrale figuur die alles moet
oplossen, zal hij daarmee vaak de eigen initiatieven van de kinderen terugdringen. Het gaat
erom dat hij af zij in staat is om het juiste midden te vinden tussen regels stellen (structuur
bieden) en vrijheid geven aan de kinderen.
Wat betekent het zelfstandig werken voor de praktijk in de klas?
Leerkrachten kunnen het zelfstandig werken bevorderen door:
- De leerlingen de tijd en ruimte geven om zelf na te denken over allerlei problemen en zelf
activiteiten uit te voeren.
- Te anticiperen op allerlei problemen die zich kunnen voordoen via gesprekken over
probleemsituaties.
- De kinderen zoveel mogelijk zelf oplossingen te laten bedenken.
- Duidelijke afspraken met de kinderen te maken. Het is belangrijk dat kinderen weten en
begrijpen waarom die afspraken er zijn.
- De kinderen elkaar te laten helpen. Dit draagt mede bij tot de bevordering van het
verantwoordelijkheidsbesef, ook voor de ander.
- Materialen en hulpmiddelen een duidelijke en vaste plaats te geven. Daarbij kunnen we
kleuren en symbolen als herkenningstekens gebruiken.
- Het geven van duidelijke werkopdrachten, welke dusdanig van aard zijn dat de kinderen
gedurende een bepaalde tijd door kunnen werken.
Groep 1 en 2:
De leerkrachten trachten de leerlingen aan te sturen op zelfstandigheid en
zelfverantwoordelijkheid door onder meer het gebruik van een weektaak op het werkbord
en het kiesbord.
Groep 3 t/m 8:
In deze groepen werken de kinderen met werkbriefformulieren.
2.1.6 Adaptief onderwijs
Adaptief onderwijs ofwel “Onderwijs op Maat” tracht tegemoet te komen aan de verschillen
die er tussen leerlingen zijn. Het gaat dus om een betere afstemming van het onderwijs op
de specifieke behoeften van kinderen.
Binnen dit ‘meer afgestemde onderwijs’ staat de leerkracht min of meer centraal. Het is de
leerkracht die dit hele proces aanstuurt.
Het gaat erom de houding en de vaardigheden van de leerkracht verder te ontwikkelen
zodat er binnen de school beter rekening wordt gehouden met de verschillen tussen
kinderen.
Het gaat om de vaardigheden in het omgaan met kinderen, het geven van instructie en om
de klassenorganisatie zodanig in te richten dat er voor kinderen basisvoorwaarden om te
leren worden gerealiseerd.
De basisvoorwaarden voor een actieve en gemotiveerde leerhouding op school zijn :
11
Competentie:
Het kind heeft het gevoel iets te kunnen. Het merkt dat de leerkracht positieve
verwachtingen heeft.
Relatie:
Het kind ervaart dat het door de leerkracht en binnen de groep wordt gewaardeerd.
Autonomie:
Het kind ervaart dat eigen initiatief en eigen inzet iets oplevert.
De leerkracht heeft via zijn of haar houding en gedrag veel invloed op het kind. De
verwachtingen van de leerkracht geven richting aan wat het kind van zichzelf verwacht.
Wat de leerkracht zegt en doet heeft invloed op het zelfbeeld van kinderen.
Zelfvertrouwen en het gevoel dat de eigen inzet effect heeft leidt bij kinderen tot een goede
werkhouding. Dit is de basis voor vorderingen op school.
Het is de kunst om als leerkracht kinderen uit te dagen, vertrouwen te geven en te
ondersteunen. Het gaat erom hiervoor vormen te vinden in je manier van omgaan met
kinderen (de interactie), in je instructie en je klassenorganisatie.
2.2 Het klimaat op school
Zoals u reeds hebt kunnen lezen, vinden wij het belangrijk dat kinderen met plezier naar
school gaan. Wij proberen daarom een vriendelijk en veilig klimaat met orde en regelmaat
aan te bieden. Een kind leert op die manier wat het van ons kan verwachten, maar ook op
welke wijze het zichzelf aan kan passen aan school en samenleving. We hechten belang aan
het ontwikkelen van sociale vaardigheden, zodat kinderen leren hoe ze met elkaar om
moeten gaan. De kinderen moeten het gevoel hebben dat ze op hun leerkracht kunnen
vertrouwen en terug kunnen vallen. Wij proberen dit te bereiken door rekening te houden
met de individuele verschillen en door zoveel mogelijk een luisterend oor te bieden aan de
kinderen die daarom vragen.
12
3. Organisatie van het onderwijs
3.1. De organisatie van de school
Binnen onze school hebben we buiten de kleutergroepen gekozen homogene groepen
(leerlingen van dezelfde leeftijden bij elkaar). In de kleutergroepen werken we met
combinatiegroepen 1/ 2.
Kinderen die voor 1 januari 4 jaar geworden zijn komen in principe in groep 1. Kinderen die na
1 januari 4 jaar worden noemen we de instroomgroep. Uiteraard wordt individueel bekeken,
en in overleg met de ouders, of de kinderen kunnen doorstromen naar een volgende groep.
Dit houdt dus in dat individueel zorgvuldig bekeken wordt of de kleutertijd voldoende is om
door te kunnen stromen naar groep 3. Er wordt zorgvuldig gekeken naar de cognitieve-,
emotionele- en sociale-en motorische vaardigheden, het belang van het kind staat voorop.
3.1.1 Groepsgrootte, aandacht voor het jonge kind.
In totaal hebben we iets meer dan 12 volledige banen, formatie-eenheden genoemd. Daar
worden leerkrachten, directeur, intern begeleider, conciërge en interieurverzorgers uit
bekostigd. De leerlingen zijn ingedeeld in 8 groepen.
De instroom van nieuwe leerlingen wordt verdeeld over de groepen 1-2.
We proberen het aantal leerkrachten per groep zoveel mogelijk te beperken. Zowel voor de
kinderen als ook voor de leerkrachten is het prettiger veel wisselingen te voorkomen. Door de
toenemende parttime banen merken we dat het vaker voorkomt dat 2 of 3 leerkrachten in 1
groep het lesgeven voor hun rekening nemen.
3.1.2 Organisatie voor zorg voor leerlingen met specifieke behoeften.
Als de ontwikkeling van kinderen minder vanzelfsprekend verloopt, bieden we hulp. De
leerlingen worden met de IB-er besproken wanneer duidelijk is dat het niveau uitvalt op de
Cito-toets, op methodegebonden toetsen, wanneer de groepsleerkracht erom vraagt, of
wanneer een kind of ouders dit zelf aangeven.
De leerkrachten worden ondersteund bij (het verbeteren van) het signaleren, analyseren en
hulp bieden bij onderwijsleerproblemen.
Bovendien overlegt de intern begeleider geregeld met andere IB-ers van ons cluster groen.
Door samen te werken kunnen we meer kwaliteit bieden.
3.2. Eindtermen basisonderwijs
We maken op school gebruik van vele lesboeken en handleidingen. Deze zijn zo
samengesteld dat in de 8 jaar dat de kinderen op onze school zitten, de leerstof krijgen die
door het ministerie verlangd en beschreven wordt in de eindtermen basisonderwijs. De
methodes die wij gebruiken voldoen aan deze eindtermen. Wij controleren regelmatig de
voortgang van de leerlingen. Naast de methode-onafhankelijke toetsen gebruiken we ook
methodegebonden en door de leerkracht gemaakte toetsen. Vooral de onafhankelijke
toetsen geven een beeld van de eisen die aan het basisonderwijs gesteld worden. De
resultaten worden dan ook aandachtig bekeken. Indien de leerkrachten concluderen dat
een groep of een leerling op een onderdeel uitvalt, dan wordt hier tijdens het aanbieden
van nieuwe lesstof rekening mee gehouden. Hierdoor willen we bereiken dat leerlingen bij
het verlaten van onze basisschool de door het ministerie verlangde basisstof zoveel mogelijk
beheersen.
3.3 De activiteiten van en voor kinderen
3.3.1 Activiteiten in de onderbouw
Kleuters leren al doende tijdens hun spel. Wij spelen daarop in door te zorgen dat er veel
materiaal is om kleuters tot spelen te stimuleren.
Dat is belangrijk als voorbereiding voor het latere lees-, taal- en rekenonderwijs. We maken
gebruik van thema’s uit Schatkist en kleuterplein (taal en rekenen), alles telt en met sprongen
vooruit(rekenen) In deze thema’s zijn de tussendoelen helder omschreven zodat we dit aan
bod kunnen laten komen in ons doelgericht onderwijs.
13
De speel / werkles is een belangrijk onderdeel. Hierin leert het jonge kind zelfstandig werken
en krijgt het vrije en gebonden opdrachten. We maken hierbij gebruik van een werk
bord en een kiesbord zodat de kinderen al in groep 1 en 2 leren plannen. Dit bevordert hun
zelfstandigheid en hun verantwoordelijkheid.
Wij geven veel ruimte voor het vrije spel, daarnaast zijn er geleide bewegingslessen, waarin
spelenderwijs veel begrippen aan de orde komen.
3.3.2 Basisvaardigheden
In groep 2 krijgen de kinderen materialen aangeboden als voorbereiding op het leren lezen
en rekenen.
3.3.3 Lezen
Technisch lezen
Lezen is in eerste plaats een voorwaarde om goed door de schoolloopbaan te komen. Maar
lezen is ook van belang voor jezelf als individu. Als je veel leest, ontwikkel je jezelf. Lezen leidt
tot beter functioneren. Lezen speelt een centrale rol binnen onze school. In 2010 hebben wij
als school het centrale leesmoment ingevoerd. Dit houdt in dat iedere klas elke ochtend start
met een half uur lezen. In deze leesmomenten werken de leerlingen in de eigen groep. Elke
leerling krijgt hierbij instructie op het leesniveau dat bij die groep hoort. Elke leerling is
ingedeeld in een bepaalde niveaugroep en krijgt de instructie die hij of zijn nodig heeft om
een goede technische leesvaardigheid te ontwikkelen. Tijdens de instructie wordt er gebruik
gemaakt van verschillende werkvormen, zoals voor- koor- zelf of herhaald lezen.
In de kleutergroepen werken de leerkrachten met de methode schatkist.
In groep 3 wordt met de methode veilig leren lezen gewerkt en vanaf groep 4 wordt er
gebruikt gemaakt van de technisch leesmethode Estafette.
Als leerkrachten vinden wij leesplezier ook heel belangrijk. Hier wordt dan ook aandacht aan
besteed door bijvoorbeeld leesprojecten in de klas, inrichten van een aantrekkelijke
leesomgeving en het voorlezen door de leerkracht of door leerlingen.
Begrijpend lezen
In de kleutergroepen en in groep 3 wordt er vooral aandacht besteed aan begrijpend
luisteren, hierbij wordt er gebruik gemaakt van prentenboeken of digitale prentenboeken.
Een verhaal wordt onder begeleiding voorbesproken en ook na het verhaal wordt er
besproken wat er in het verhaal gebeurd is. Eind groep 3 wordt er ook gewerkt met korte
teksten.
Vanaf groep 4 wordt er gewerkt met de begrijpend leesmethode Nieuwsbegrip met als
aanvulling Nieuwsbegrip XL. In deze methode staan vijf leesstrategieën centraal. Elke week
wordt er een informatieve tekst aangeboden over een actueel onderwerp met bijbehorende
vragen waarbij één strategie centraal staat. Door het maken van de opdrachten leren de
leerlingen ook om een tekst te visualiseren in een schema. D.m.v. Nieuwsbegrip XL komen de
leerlingen ook in aanraking met andere verhalen. Bijvoorbeeld een brief of een betoog.
Begrijpend lezen komt niet alleen terug tijdens de begrijpend leeslessen, maar ook tijdens de
lessen van wereldoriëntatie.
3.3.4 Schrijven
Tegelijk met het lezen in groep 3 begint ook het schrijven. We werken met de methode
“Pennenstreken”, een methode die vanaf de eerste dag een lopende schrijfletter aanbiedt.
Deze methode sluit aan bij de leesmethode. De kinderen leren dus direct de schrijfletter en
zien de drukletter als leesletter. Deze methode loopt door tot en met groep 8.
Daarnaast wordt in de groepen 1 t/m 4 gewerkt met “schrijven zonder pen”.
3.3.5 Taal
In schooljaar 2013-204 zijn we gestart in groep 4 t/m 8 met de nieuwste versie van de
methode “Taal Actief”. Deze methode is een resultaatgerichte methode met een duidelijke
instructiemodel. De methode bestaat uit een leerlijn taal en een leerlijn spelling. Binnen taal
worden de volgende vier domeinen in aparte lessen behandeld:
Woordenschat
14
Taal verkennen
Spreken en luisteren
schrijven
3.3.6 Rekenen
We gebruiken de methode Alles Telt, een rekenmethode met een complete doorgaande lijn
van groep 3 t/m 8.
De aansprekende opdrachten en contexten sluiten aan bij de belevingswereld van kinderen,
mede door de vele foto’s en herkenbare tekeningen. Zowel bij de begripsvorming als bij de
toepassing is gebruik gemaakt van aan de realiteit ontleende situaties.
Uiteraard werkt Alles Telt via het gebruik van schema’s en modellen toe naar beheersing van
de formele rekenhandelingen.
In de methode wordt veel aandacht besteedt aan differentiatie en zorgverbreding. Dit
maakt het mogelijk dat de leerlingen op hun eigen niveau kunnen werken.
Groep 1 en 2 werken aan voorbereidende rekenvaardigheden met de methode Schatkist en
Alles Telt.
3.3.7 Natuurkennis
Naut maakt kinderen enthousiast voor de dingen van alledag, voor de levende en nietlevende natuur. Respect en zorgzaamheid komen hierbij aan de orde. Ook is er aandacht
voor techniek. Met levensechte foto’s, prachtige illustraties en spannende verhalen. Sjoerd
en Margje Kuyper schreven speciaal voor Naut zeven spannende verhalen voor elke groep.
Naut speelt daarin de hoofdrol. Door de verhalen kunnen kinderen de lesstof een plek geven
en onthouden ze beter wat ze hebben geleerd. Naut is unieke methode die kinderen van
groep 3 t/m 8 boeit en verwondert.
3.3.8 Aardrijkskunde
Meander is thematisch-concentrisch opgebouwd. Per jaar komen vijf praktijkgerichte,
eigentijdse thema's aan de orde. De thema's in groep 5 worden herhaald en verdiept in
groep 7, die van groep 6 in groep 8. Ieder thema bestaat uit vijf lessen met eenzelfde
structuur: in de lessen 1 en 2 wordt de kennis stapsgewijs opgebouwd; in les 3 wordt de
topografie behandeld; les 4 wordt gebruikt voor herhaling en verdieping; in les 5 vindt
toetsing plaats en komen themaverhalen aan de orde. De themaverhalen zijn levensechte
en spannende verhalen rondom de hoofdpersoon Meander. Ze zijn bedoeld om leerlingen
de lesstof beter te laten verwerken en onthouden. Elke les is zo opgebouwd dat deze deels
of geheel zelfstandig kan worden uitgevoerd.
Meander differentieert naar tempo, niveau en leerstijl. Bij elke les in de werkboeken staan
twee extra opdrachten voor de snellere leerling. De extra opdrachten hebben vaak een
open karakter, waarvoor wat meer inzicht nodig is. De teksten in Meander zijn geschreven op
het gemiddelde niveau van de leerlingen. Speciaal ten behoeve van taalzwakkere kinderen
is er een taalkatern. Hierin staan praktische ideeën voor leestaken, schrijftaken, het omgaan
met moeilijke woorden en uitbreiding van de woordenschat. Differentiatie naar leerstijl
gebeurt voornamelijk met de bakkaarten
3.3.9 Geschiedenis
Vanaf groep 5 hanteren we de methode “Brandaan”.
Deze methode biedt de belangrijkste aspecten van de geschiedenis aan. De methode is
thematisch opgezet. Alle thema’s bevatten begrippen die ook in woordenschatlessen
worden aangeboden. De opbouw en gebruik van de methode is overeenkomstig Naut en
Meander.
Wereldoriëntatie groep 3 en 4.
In groep 3 en 4 is er één wereldoriëntatiepakket, Veilig de wereld in, waarin natuur, techniek,
aardrijkskunde en geschiedenis geïntegreerd aan bod komen.
In deze groepen wordt ook nog gewerkt in project vorm rondom ‘Huisje – Boompje – Beestje’.
Dit is een schooltelevisie programma.
15
3.3.10 Verkeer
In de groepen 1, 2, 3 en 4 wordt gewerkt met het verkeers-educatiepakket van 3VO “Rondje
Verkeer”. Groep 5 en 6 werken met de werkboekjes van “Op Voeten en Fietsen” en groep 7
en 8 werken met de “Jeugd Verkeerskrant”.
In groep 7 of 8 nemen de kinderen deel aan het door Veilig Verkeer Nederland opgestelde
schriftelijk en praktisch verkeersexamen. Dit is om het jaar (in de even jaren).
3.3.11 Tekenen
Onze leerkrachten maken voor het geven van tekenopdrachten gebruik van diverse
bronnen zoals de methode “Tekenvaardig” of uitwisseling met collega’s. We werken met
verschillende materialen en technieken en laten de opdrachten aansluiten bij thema’s en/of
belevingswereld.
3.3.12 Handvaardigheid
Als school vinden wij het belangrijk dat kinderen zich creatief kunnen uiten. We laten de
werkstukken zoveel mogelijk aan sluiten bij gebeurtenissen en thema’s uit het dagelijks leven
en de thema’s die in de leerstof aan bod komen. De kinderen maken individueel werkstukjes,
maar werken ook in groepjes aan een onderwerp. Voor de lessen gebruiken we verschillende
bronnen zoals de boeken”handvaardig” en uitwisseling van lessen met collega’s binnen
netwerken.
3.3.13 Muziek
Naast het leren van nieuwe liedjes werken de kinderen met instrumenten en krijgen ze diverse
luisteropdrachten. De lessen worden gehaald uit de methode “Moet je doen, Muziek”. In de
groepen 4 en 5 worden vanuit het kunstencentrum “ Jerusalem “ muzieklessen gegeven
door Anjo Jacobs. Dat programma heet MIK (muziek in de klas). Deze lessen vinden plaats op
dinsdagochtend. Het streven is om leerlingen 2 jaar muziekonderwijs te laten volgen vanuit
het kunstencentrum.
Naast het leren van nieuwe liedjes werken de kinderen met instrumenten en krijgen ze diverse
luisteropdrachten. Er wordt gewerkt aan de ritmische en melodische vorming. In de groepen
4 en 5 worden vanuit het kunstencentrum “ Jerusalem “ muzieklessen gegeven door Anjo
Jacobs. Dat programma heet MIK (muziek in de klas). Deze lessen vinden plaats op
dinsdagochtend. Het streven is om leerlingen 2 jaar muziekonderwijs te laten volgen vanuit
het kunstencentrum. Hierna kunnen de kinderen desgewenst starten met een cursus op de
muziekschool of bij de fanfare.
3.3.14 Lichamelijke Oefening
Sporten en bewegen is belangrijk voor iedereen, maar zeker voor kinderen. Een belangrijk
onderdeel van het lesprogramma op school is bewegingsonderwijs oftewel gymmen. Alle
groepen hebben 2 keer in de week gymles. Er wordt gebruik gemaakt van de boeken
basislessen bewegingsonderwijs.
Via Sport3 worden projecten en activiteiten georganiseerd om sporten en bewegen te
stimuleren. Voor basisschoolleerlingen zijn dit o.a. sportkennismaking-project en Slimkids.
Op 5 minuten loopafstand van school ligt de gymnastiekzaal. Als het weer het toelaat maken
we ook gebruik van het trapveldje dat dichtbij onze school ligt. Dit veld gebruiken we onder
andere voor slagbal, basketbal en voetbal en vrij spelen.
Een sportbroek met T – shirt of een gympakje is geschikte gymkleding. Deze gymkleding moet
gemerkt zijn. De kinderen nemen de gymspullen mee in tas of zak. De kinderen mogen alleen
gymschoenen dragen die niet buiten zijn gebruikt.
Soms willen kinderen tijdens de gymles het T-shirt dat ze overdag dragen, aanhouden. Uit
hygiënisch oogpunt vinden wij het dragen van een ander shirt noodzakelijk.
Het is aan te bevelen om sieraden op de dag van de gymles thuis te laten. Kwijtraken en
ongelukjes veroorzaakt door sieraden zijn voor eigen verantwoording van de ouders.
De groepen 1 en 2 hebben in de nabijheid van hun lokaal een speelzaal. Deze zaal is erop
ingericht om met jongere kinderen op een veilige manier bewegingsoefeningen te doen.
16
Gymnastiekrooster:
Groep 3:
Groep 4:
Groep 5:
Groep 6:
Groep 7:
Groep 8:
dinsdag
dinsdag
dinsdag
maandag
maandag
maandag
12.55-13.40
14.00-14.45*
11.10-11.55
12.55-13.40
14.00-14.45*
11.10-11.55
donderdag
donderdag
donderdag
vrijdag
vrijdag
vrijdag
12.55-13.40
11.10-11.55
14.00-14.45*
12.55-13.40
11.10-11.55
14.00-14.45*
* De kinderen gaan vanuit de Zandhoek naar huis. De leerkracht zorgt ervoor dat de
kinderen om 14.45 uur meteen naar huis kunnen.
De kinderen uit Geijsteren nemen hun fietsen mee naar de gymzaal. Ze fietsen:
- of terug naar school. En van daaruit met een groepje naar huis.
- of zelf naar huis.
Dit hangt af van de afspraak, die ze met hun ouders hebben.
3.3.15 Zwemmen
Vanaf schooljaar 2010-2011 vindt er geen schoolzwemmen meer plaats. De gemeente
Venray heeft een vangnetregeling voor kinderen die bij de start van groep 5 geen A-diploma
hebben. Zij kunnen op kosten van de gemeente dit diploma behalen. Meer informatie
hierover kunt u opvragen op school bij de directeur en/of rechtstreeks bij de gemeente.
3.3.16 Cultuureducatie.
Cultuureducatie neemt al jaren een plek binnen het onderwijs op de Peddepoel. De
Peddepoel heeft altijd het programma van CultuurPAD (kunstmenu) gevolgd en zodoende
kinderen kennis laten maken met diverse facetten van cultuur. Kennismaking meestal gericht
op de expressievakken, beeldende kunst, muziek, dans en drama/ theatervoorstellingen,
maar ook op activiteiten passende binnen een bepaald thema. Te denken valt daarbij aan
de kinderboekenweek, een geschiedenisproject of een thema gericht op cultureel erfgoed.
Dit kunsteducatieproject besloeg telkens een cyclus van 4 schooljaren. In die jaren maakten
de kinderen van onze school actief en/ of receptief kennis met 4 kunstdisciplines die boven
vermeld zijn. De structuur van de organisatie was zo opgebouwd dat elk schooljaar de
onderdelen verschoven, zodat een leerling aan het einde van zijn of haar schoolloopbaan
met alle facetten heeft kennisgemaakt.
Onze visie.
Cultuureducatie is kennismaken met alle vormen van kunst, cultuur en erfgoed op een voor
onze leerlingen toegankelijke manier. Binnen die kennismaking speelt het actief en praktisch
bezig zijn van de leerlingen een belangrijke rol. Leerlingen ontdekken en ervaren kunst,
cultuur en erfgoed door interactieve werkvormen. Het is meer dan alleen maar ontvangen of
ontmoeten. Het is een confrontatie en beleving, actief en reflectief betrokken zijn.
We zijn er van overtuigd dat cultuureducatie niet alleen bijdraagt aan een culturele basis,
maar ook dat leerlingen ervaren dat wat je leert, je wat doet en je raakt.
De Peddepoel ziet het als haar taak een bijdrage te leveren aan de culturele bagage van
de leerlingen. Deze draagt bij aan een brede ontwikkeling.
Cultuureducatie vindt niet alleen in de school plaats. We halen de omgeving in de school en
treden zelf naar buiten. Denk aan museumbezoeken en theatervoorstellingen.
Het algemene doel.
Actieve kennismaking met diverse vormen van kunst en cultuur binnen en buiten de school
en daarmee ook tegemoet komen aan de kerndoelen voor kunstzinnige oriëntatie te weten:
 De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken, om er
gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren.
 De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.
 De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van
cultureel erfgoed.
17
We werken aan de persoonlijkheidsvorming van de leerlingen door een bijdrage te leveren
aan de sociaal- emotionele ontwikkeling, aan de waardering van leerlingen voor kunst en
cultuur in hun leefomgeving en het opdoen van kennis over kunst en cultuur.
Relatie met CultuurPAD.
Bij de implementatie van de visie en het samenstellen van het activiteitenplan is er
ondersteuning vanuit Cultuurpad. Cultuurpad treedt op als intermediair tussen vraag en
aanbod en als een soort filter/doorgeefluik voor de school. Binnen CultuurPAD vindt
afstemming van activiteiten, gezamenlijke inkoop, verkenning van het culturele veld, maken
van een culturele kaart, verzamelen van informatie en signaleren van hiaten tussen vraag en
aanbod plaats. Ankie Rutten is de coördinator van CultuurPAD.
Vertegenwoordigers van scholen nemen plaats in een werkgroep. Zij geven samen met de
coördinator van Cultuurpad inhoud aan bovenvermelde kunstdisciplines. Hanny Poels is
namens de Peddepoel lid van deze werkgroep.
3.3.17 Burgerschap
Leerlingen groeien op in een steeds complexere, pluriforme maatschappij. Onze school vindt
het van belang om haar leerlingen op een goede manier hierop voor te bereiden.
Leerlingen maken ook nu al deel uit van de samenleving. Allereerst is kennis van belang,
maar daar blijft het wat ons betreft niet bij. Wij vinden het belangrijk dat leerlingen op een
bewuste manier in het leven staan, waarbij ze niet alleen respect hebben voor anderen,
maar ook naar anderen omzien. In de school leren wij leerlingen daarom goed samen te
leven en samen te werken met anderen. Wij willen leerlingen brede kennis over en
verantwoordelijkheidsbesef meegeven voor de samenleving.
In het visiestuk Burgerschap (zie schoolsite) kunt u lezen hoe wij op onze school vorm geven
aan burgerschap.
3.3.18 Computers in het onderwijs
De afgelopen jaren staat het werken met computers steeds meer in de belangstelling. We
werken op de Peddepoel met een glasvezelnetwerk. Er zijn laptops die werken als thin clients.
Dat betekent dat er geen software meer op de computers wordt geïnstalleerd. Deze thin
clients draaien op een netwerk en een server en maken verbinding via internet met deze
server. De computers en de programma’s dienen als ondersteuning en aanvulling van de
lesprogramma. De computer is ook een belangrijk middel om onderwijs op maat te kunnen
bieden.
Verder worden de apparaten, waar mogelijk, ingezet voor kinderen die extra hulp nodig
hebben. Hierbij denken we bijvoorbeeld aan kinderen met leesproblemen. Er wordt ook
aandacht besteed aan het leren omgaan met de pc in een windowsomgeving. Denk
daarbij aan Word, Powerpoint.
Het is mogelijk om vanaf de computers verbinding te krijgen met het internet. Dit biedt de
mogelijkheid tot het op een hedendaagse manier verkrijgen van informatie. Voordat de
leerkrachten in de groep beginnen met internet starten ze met een gesprek over het
omgaan met internet en de verantwoording van de kinderen. Ze maken met de kinderen
afspraken over de gevolgen van eventueel misbruik. Mochten de kinderen de
verantwoordelijkheid niet aankunnen dan kiezen we voor een afgeschermde
internetomgeving. Deze is echter erg beperkt en dus minder aantrekkelijk.
Alle groepen hebben het werken met de computer verweven in hun onderwijs.
De ontwikkeling van het gebruik van computers gaat erg snel. De leerkrachten oriënteren
zich voortdurend op mogelijk nieuwe toepassingen. Yvo Willems heeft hierin als ICT –
coördinator een belangrijke taak.
Regels voor een verantwoord bezoek aan internet
Kinderen maken gebruik van het internet om informatie te zoeken, deskundigen te
raadplegen en eventueel contacten te leggen met andere scholen.
Internetactiviteiten worden steeds meer onderdeel van methodes.
Voor het gebruik van internet hanteren we een aantal afspraken:
18
Kinderen geven nooit persoonlijke informatie door op internet zonder toestemming
van de leerkracht. Denk hierbij aan namen, adressen en telefoonnummers.
Kinderen vertellen het meteen aan de leerkracht als ze informatie tegenkomen
waarbij ze zich niet prettig voelen, of waarvan ze weten dat het niet hoort. Als je je
aan de afspraken houdt is het niet jouw schuld dat je zulke informatie tegenkomt.
Leg geen verdere contacten met iemand zonder toestemming van de leerkracht.
Verstuur geen e-mail met foto’s van jezelf of anderen zonder toestemming van de
leerkracht.
Beantwoordt geen e-mail waarbij je je niet prettig voelt, of waarvan je weet dat dat
niet hoort. Verstuur ook zelf dergelijke mailtjes niet.
Spreek met je leerkracht af wat je op Internet gaat doen.
De leerkracht laat geen sites zoeken die niet aan onze fatsoensnormen voldoen.
De leerkracht legt kinderen uit waarom bepaalde sites wel of niet worden bekeken.
De leerkracht zorgt voor een open sfeer, waarin kinderen kunnen vertellen wanneer zij
op een onbedoelde of ongewenste site komen. Het is meestal niet hun schuld.
Informatie die terug te voeren is op leerlingen mag niet op het openbare deel van
het net terechtkomen.
Namen in combinatie met foto’s van kinderen worden niet op het net gepubliceerd.
In voorkomende gevallen alleen met toestemming van de ouders
Op grond van hun pedagogische verantwoordelijkheid mogen de leerkrachten de email van leerlingen bekijken.
Het beeldscherm staat zodanig dat anderen kunnen meekijken.
We maken geen gebruik van MSN.
Websites en video. Indien U bezwaar heeft dat er video-opnames en/ of foto’s
afgedrukt worden van kind, graag even melden bij de directeur.
Voor de kinderen geldt er een internetprotocol. Dat internetprotocol staat vermeld op de
website.
3.4 Extra activiteiten, zowel binnen als buiten de school.
Enkele malen per jaar worden activiteiten georganiseerd die buiten de normale schooltijden
vallen en waarbij het jaarklassensysteem doorbroken wordt. Hierbij denken we aan:
- aankomst Sinterklaas:
- Kerstviering:
de kinderen bereiden het welkom voor.
per jaar wordt bekeken op welke manier de kerstviering
opgezet wordt
- carnavalsviering:
deze activiteit wordt in samenwerking met de
carnavalsverenigingen verzorgd
- Paasviering:
paasactiviteit voor groep 1 t/m 8 (incl peuters)
- sport – en spellendag:
in de laatste schoolweek organiseren we meestal een sportief
evenement. De organisatie wordt vnl. door de kinderen van
groep 8 gedaan.
- thema- en/of creamiddag: de kinderen werken rond een gekozen thema.
- kinderboekenweek:
een voorleescircuit in groep 1 t/m 4, met gemengde groepen
en een voorleeswedstrijd in groep 4 t/m 8
- kikkertheater:
een aantal keer per jaar presenteren de groepen 1 t/m 4 een
voordracht aan elkaar. Op ISY staat vermeld wanneer het is en
de ouders van welke groep mogen komen kijken.
De presentatie bestaat uit een dansje, een liedje, een
toneelstukje etc.
-kikkerfestival:
een aantal keer per jaar werken groep 5 t/m 8 op een
gezellige, creatieve manier met elkaar.
3.4.1 Schoolreisjes en kamp
Op de dinsdag na Pinksteren is onze schoolreis. Als we hulp nodig hebben, nodigen we te
zijner tijd, ouders uit om mee te gaan. Nadere inlichtingen volgen geruime tijd voor de dag
van de schoolreis.
19
De leerlingen van groep 8 gaan enkele dagen op kamp. Dat kamp vindt gezamenlijk plaats
met de groepen 8 uit Meerlo, Blitterswijck en Tienray. Op een ouderavond zal dit kamp
worden doorgesproken.
3.5 Verjaardagen.
Van de kinderen:
De verjaardag wordt op school wel gevierd, maar in overleg is besloten dat de jarige niet
trakteert. De kinderen van groep 1 t/ m 4 krijgen een traktatie die betaald wordt van de
ouderbijdrage.
Ouders mogen bij het vieren van de verjaardag van hun kind niet filmen. Uit
privacyoverwegingen mogen geen filmbeelden gemaakt worden. Er mogen wel foto’s
gemaakt worden.
Van de leerkrachten:
De kinderen brengen op verjaardagen van leerkrachten geen cadeautjes mee. De kinderen
mogen thuis iets maken voor de jarige leerkracht en brengen dat op de verjaardag mee
naar school. De leerkrachten krijgen een presentje dat betaald wordt uit de ouderbijdrage.
Dat presentje wordt verzorgd door collega’s.
3.6 Huiswerk
Op de Peddepoel geldt een huiswerkprotocol. Dit huiswerkprotocol geeft weer hoe er met
het geven van huiswerk in de groepen 5 t/m 8 wordt omgegaan. Deze doorgaande lijn kunt
u opvragen bij de leerkracht van uw kind. Het huiswerk wordt genoteerd in een
huiswerkmapje dat de kinderen op school krijgen. De kinderen van groep 8 krijgen op school
een agenda om het huiswerk in te noteren.
Rol van de ouders
Als ouders betrokken zijn bij de school van hun kind en dus ook bij het huiswerk dan heeft dat
een positieve invloed op de prestaties van hun kind en zijn of haar houding ten aanzien van
huiswerk. Ook krijgen ouders te maken met huiswerk vanwege het feit dat dit werk in de
thuissituatie moet worden uitgevoerd. Daarbij wordt van de ouders het volgende verwacht:
In de groepen 5 / 6 het kind sturen in het maken van zijn/haar huiswerk (eraan laten
denken, wanneer kan eraan gewerkt worden, inzien en afvragen)
Het is uiteraard de bedoeling dat het kind het huiswerk zelfstandig maakt of leert.
Hulp bieden mag, als het kind maar niet de verantwoordelijkheid voor het werk
afgenomen wordt. Het gaat erom het kind te helpen om het zelf te kunnen doen.
In de groepen 7 / 8 het kind stimuleren (huiswerk inzien, interesse tonen, eraan laten
denken, e.d. )
Volgen hoeveel tijd het kind nodig heeft om het huiswerk te maken en hierover de
leerkracht informeren;
Wanneer kinderen hun huiswerk niet in de gestelde tijdsduur af krijgen, dienen ouders
en/of kind dit met de leerkracht te bespreken.
3.7 Schoolbibliotheek
Schoolbibliotheek Basisschool De Peddepoel
Onze school beschikt over een eigen bibliotheek en gebruikt de materialen zoveel mogelijk
ook in de groepen in het kader van leesbevordering .
Daarnaast kunnen kinderen van 0-12 jaar , die een BiblioNu pasje hebben, er ook terecht
om leesboeken, informatieve boeken, strips, en prentenboeken te lenen.
20
Uitleenuren
maandag 13.00 – 15.00 uur
Op deze tijden kunnen ouders/opvoeders ook terecht om met hun kinderen samen boeken
uit te zoeken/te ruilen.
Ook kunnen andere inwoners van Wanssum die een abonnement bij BiblioNu hebben, dan
terecht om (via internet) gereserveerde boeken af te halen of terug te brengen.
Tijdens de schoolvakanties en studiedagen is de bibliotheek gesloten.
Met het pasje kan het hele jaar door ook in de BiblioNu vestigingen in Horst en Venray
worden geruild/geleend.
Denk eraan dat de materialen in deze drie bibliotheken worden geleend en ingenomen
tegen de daar geldende voorwaarden. Let dus ook goed op de uitleendatum en de
boeteregeling!
Lenen tijdens de uitleenuren
Er wordt alleen uitgeleend op een geldig BiblioNu pasje, tot 18 jaar gratis, eenmalig
2.50 inschrijfkosten.
Per pasje mogen de leerlingen 2 boeken mee naar huis nemen.
Bij verlies van het pasje wordt voor een nieuw pasje 2,50 euro in rekening gebracht.
De boeken worden 3 weken uitgeleend.
Verlengen
Verlengen kan via de website www.biblionu.nl of tijdens de uitleenuren in de school. De
boeken die verlengd moeten worden hoeven niet meegenomen te worden, het pasje is
voldoende.
Te laat
Bij te laat terug gebrachte boeken wordt 0,20 eurocent per boek per uitleen-dag in rekening
gebracht.
Reserveren
Kinderen kunnen ook thuis gratis boeken reserveren via de website van BiblioNu, die ze dan in
de schoolbibliotheek kunnen ophalen. Met hun pasje kunnen ze dus uit heel veel boeken
kiezen, veel meer dan die in de schoolbibliotheek staan.
De gereserveerde boeken kunnen tijdens de uitleenuren worden afgehaald en terug
gebracht in de schoolbibliotheek.
Op maandag is de bibliotheek op school open voor alle leerlingen.
Tijd : 12.45- 15.00 uur. Tijdens schoolvakanties is de bibliotheek gesloten. De bibliotheek op
school heeft een uitgebreide collectie jeugdboeken, tijdschriften en studieboeken. Een
abonnement is gratis voor de kinderen van onze school. Kinderen kunnen met hun eigen
pasje tijdens de volgende schooltijden boeken lenen ;
13.00- 13.15 uur groep 7
13.30-13.45 uur groep 3
13.45- 14.00 uur groep 5
14.00- 14.15 uur groep 8
14.15-14.30 uur groep 4
14.30-14.45 uur groep 6
Boeken en andere media ( cd’s, videocassettes, etc. ) die niet in de rekken staan, kunnen via
het internet worden besteld. Er bestaat ook de mogelijkheid om in overleg met de leerkracht
tussentijds boeken te lenen/ruilen.
4 De zorg voor kinderen.
4.1 De opvang van nieuwe leerlingen
Kinderen krijgen een maand voordat ze 4 jaar worden, een uitnodiging om voor het eerst te
komen kijken in onze school. Deze kennismaking staat beschreven in hoofdstuk 1.6.
Aan het eind van het schooljaar gaan alle leerlingen een uurtje kijken bij de nieuwe
leerkracht in de klas. Ze volgen dan een korte les of er is een kennismakingsactiviteit.
21
Leerlingen die vanuit andere scholen naar onze school komen, krijgen samen met hun ouders
een rondleiding. In dat geval fungeert meestal de directeur als gids.
De school waar de leerling vandaan komt, zorgt voor een overzicht van de behandelde stof,
gehanteerde methodes en een overzicht van de leerresultaten. Zo nodig wordt contact met
de vorige school opgenomen.
Meestal worden kinderen aangemeld uit de dorpen Geijsteren en Wanssum. De directie kan
op grond van bekende of door ouders ingebrachte informatie nader onderzoek doen of de
aanwezigheid van dit kind ernstige verstoring van rust, veiligheid of gezondheid kan
opleveren. Dit kan gevolgen hebben voor de inschrijfmogelijkheid.
Als het een kind betreft met vermoedelijk heel veel extra zorg, zal aanname afhankelijk zijn
van:
- de verwachtingen van de ouders
- de mogelijkheden van het kind
- de mogelijkheden van de school
Deze verzoeken tot inschrijving worden beoordeeld door een bredere commissie, waarin in
elk geval ook de intern begeleider en de directie van de school zitting heeft.
Kinderen met een andere geloofsovertuiging dan de katholieke, of eventueel geen, worden
op onze school toegelaten. Deze kinderen volgen het gewone lesprogramma, inclusief de
godsdienstlessen. Mochten religieuze en/of medische redenen dit onmogelijk maken, dan
treden de ouders in overleg met de directie. Het bevoegd gezag bepaalt uiteindelijk of en
welke vervangende activiteiten op die momenten worden aangeboden.
Niet zindelijk? Wat nu?
1) Wanneer we binnen de school de mogelijkheid hebben om het kind te verschonen,
doen we dat. Denk aan inzet onderwijsassistent, student, leerkracht e.d.
2) Wanneer dit niet kan schakelen we de hulp in van het Kindcentrum met de vraag het
kind te verschonen.
3) Alleen als er afspraken met ouders hierover gemaakt zijn, worden zij of een
contactpersoon gebeld en kan hun kind in het kindcentrum verschoond worden.
4.1.1 Passend onderwijs
Op 1 august 2014 is de Wet passend onderwijs ingegaan. Deze wet vervangt het systeem van
de leerling-gebonden financiering; beter bekend als de toewijzing van de rugzak.
De kern van passend onderwijs is:
Het uitbreiden van de kansen op de beste ontwikkeling voor ieder kind. Daarbij gaat het om
maatwerk in het onderwijs voor elk kind met of zonder extra ondersteuning.
De belangrijkste veranderingen door de invoering van deze wet zijn:
Schoolbesturen hebben zorgplicht. Dat wil zeggen dat elk schoolbestuur de
verantwoordelijkheid heeft om alle kinderen een passende onderwijsplek te bieden op
de eigen school, of op een andere school in het regulier- of het speciaal onderwijs.
Samenwerkingsverbanden krijgen het geld en de verantwoordelijkheid voor de uitvoering
van passend onderwijs. Schoolbesturen maken onderdeel uit van een
Samenwerkingsverband.
Basisondersteuning is de door het samenwerkingsverband afgesproken
onderwijsondersteuning, die een school aan alle leerlingen moet kunnen bieden.
Op onderstaande websites vindt u uitgebreide informatie over de Wet passend onderwijs.
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/passend-onderwijs
http://www.balansdigitaal.nl/onderwijs/
Dynamiek scholengroep maakt deel uit van samenwerkingsverband:
Passend Onderwijs Noord-Limburg.
22
De regiogrens van het samenwerkingsverband loopt gelijk met de grenzen van 8 gemeenten:
Mook en Middelaar, Gennep, Bergen, Venray, Horst aan de Maas, Peel en Maas, Venlo en
Beesel.
Ons samenwerkingsverband wil bereiken dat er in Noord-Limburg kwalitatief goed primair
onderwijs beschikbaar is voor alle kinderen. Extra ondersteuning, voor kinderen die dit nodig
hebben, wordt zoveel mogelijk geboden op de gewone basisschool. Scholen en
leerkrachten ontwikkelen zich steeds verder om ook kinderen met speciale
ondersteuningsvragen goed onderwijs te kunnen bieden. Scholen kunnen hierbij een beroep
doen op de expertise van het speciaal onderwijs. Voor een beperkte groep kinderen blijven
speciale voorzieningen in de regio bestaan.
Regulier onderwijs als het kan, speciaal onderwijs als het moet.
In het ondersteuningsplan staan de afspraken die scholen in onze regio hebben gemaakt.
Dit plan kunt u lezen via de link:http://po.passendonderwijsnoordlimburg.nl/
Elk bestuur bepaalt zelf hoe de extra ondersteuning op de basisschool wordt
vormgegeven:
o hoe en wanneer ambulante expertise in dialoog met het speciaal onderwijs wordt
ingezet,
o of er al of niet gemeenschappelijke arrangementen worden ontwikkeld met eigen
scholen of in combinatie met andere schoolbesturen.
De werkwijze van Dynamiek Scholengroep
Dynamiek Scholengroep streeft er naar om zoveel mogelijk kinderen passend onderwijs te
bieden op de school in hun thuis omgeving. Dit gebeurt door te werken in drie clusters. Onze
school maakt onderdeel uit van cluster groen.
De middelen voor de extra ondersteuning zijn toebedeeld aan de clusters. Op basis van
deze gelden wordt aan elk cluster een ondersteuningsteam toegewezen. De clusters hebben
een grote mate van eigen verantwoordelijkheid en zeggenschap t.a.v. de inzet van de
ondersteuningsmiddelen en expertise. De totale ondersteuning staat onder leiding van een
Bovenschools Ondersteunings Coördinator (BOC-er).
Het ondersteuningsteam van een cluster wordt gevormd door:
de BOC-er, de Intern Begeleiders/leerkrachten Zorg van het cluster, orthopedagoog/GZpsycholoog van BCO, de Ambulant Begeleiders uit de REC’s 1,2,3 en 4 en Ambulant
begeleider van het SBO. Ook teamleden uit het cluster, die gespecialiseerd, zijn kunnen
worden ingezet.
Elk cluster kan een beroep doen op de gezinscoach en medewerkers uit de jeugdzorg en
jeugdgezondheidszorg.
Met de inzet van de ondersteuningsteams bereiken we dat:
o de ondersteuning snel bij de leraar en de leerling komt, met zo min mogelijk bureaucratie.
o planmatig werken versterkt wordt volgens de werkwijze van HGPD: denken in
mogelijkheden en oplossingen,
o interventies direct uitvoerbaar zijn,
o noodzakelijk onderzoek snel kan worden uitgevoerd,
o de leerkracht in de groep deskundiger wordt.
Bovenschools blijft het Ondersteuningsloket bestaan voor het multidisciplinair bespreken van
leerlingen waarbij:
o het zinvol is dat er vanuit verschillende invalshoeken bekeken wordt wat
“ondersteuning op maat” moet inhouden.
o gedacht wordt aan een mogelijke plaatsing in het SBO of het SO.
o alle betrokkenen die ondersteuning aan het kind en/of het gezin bieden samen aan
tafel zitten en afspreken wie de regie neemt met als doel: één kind (gezin) één plan.
23
Passend onderwijs op onze school
Als uw kind een rugzakje had, is deze per 01-08-2014 vervallen, behalve voor REC1 (blinde- en
slechtziende kinderen). Natuurlijk blijven we wel verantwoordelijk voor het bieden van de
ondersteuning die nodig is voor uw kind. Daarvoor doen we dan ook een beroep op de
middelen van het samenwerkingsverband en gaan gebruik maken van het
ondersteuningsteam van ons cluster.
Op onze school worden de onderstaande niveaus van ondersteuning gehanteerd.
o Basisondersteuning:
 niveau 1:groepsplan/handelingsplan onder verantwoording van de
leerkracht
 Niveau 2:handelingplan met ondersteuning van de IB-ers.
o Lichte ondersteuning:
 niveau 3: inzet van extra ondersteuningsmiddelen en expertise van het
samenwerkingsverband op de eigen school of in combinatie met andere
scholen.
 Niveau 4:plaatsing SBO.
o Zware ondersteuning
 Niveau 5:plaatsing SO.
Basisondersteuning betekent dat wij op de Peddepoel:
• ons richten op een vroegtijdige signalering van leer-, opgroei-en opvoedproblemen.
Hiervoor gebruiken we leerlingvolgsystemen.
• zorgen voor een veilig schoolklimaat.
• kiezen voor een aanpak die gericht is op sociale veiligheid en het voorkomen van
gedragsproblemen.
• leerlingen met dyslexie specifieke ondersteuning bieden.
• een afgestemd aanbod bieden voor leerlingen met een meer of minder dan gemiddelde
intelligentie.
• er voor zorgen dat ons gebouw toegankelijk is voor kinderen met een motorische handicap
Onze school heeft twee IB-ers. Hanny Poels voor groep 1-3 en Loes Cleven voor groep 4-8.
De IB-ers coördineren de zorg binnen en buiten school.
Ontwikkelingsperspectief
Heeft uw kind extra ondersteuning nodig, dan is het prettig om zijn of haar ontwikkelingsmogelijkheden te kennen. Speciaal daarvoor stelt de school in overleg met u een
ontwikkelingsperspectief op: een OPP. In het OPP beschrijven wij het uitstroomniveau na
groep 8, de te bereiken tussendoelen en de werkwijze.
Het vaststellen van het (OPP) is verplicht voor alle leerlingen die extra ondersteuning vanuit
het samenwerkingsverband ontvangen. Op onze school betekent dit dus dat er een OPP
wordt opgesteld voor alle leerlingen die ondersteuning krijgen vanaf zorgniveau 3 en voor
kinderen die aan het einde van groep 8 zullen uitstromen op groep 7-niveau of lager.
Toewijzing ondersteuning op zorgniveau 3
Extra ondersteuning is nodig als wij met reguliere mogelijkheden niet in staat zijn op een
verantwoorde manier passend onderwijs aan uw kind te bieden.
Om voor deze extra ondersteuning in aanmerking te komen, zal in een interdisciplinair
overleg (Ondersteuningsloket) en in afstemming met u, de noodzaak voor extra
ondersteuning worden bepaald. De samenstelling van dit interdisciplinair overleg is flexibel.
Denk hierbij aan gespecialiseerde leraren, gedragswetenschappers, orthopedagogen,
logopedist en ambulant begeleiders. Daarnaast kan gebruik gemaakt worden van
specifieke ondersteuning gericht op het gezin.
Toewijzing ondersteuning op zorgniveau 4 en 5
Voor plaatsing in het SBO en SO is een Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) nodig. Ouders
24
vragen deze verklaring bij het Ondersteuningsloket aan, al of niet in samenspraak met de
school.
De BOC-er zorgt voor een interdisciplinair overleg. Wettelijk verplicht is de betrokkenheid van
een orthopedagoog en een externe deskundige.
Een TLV wordt afgegeven als het basisonderwijs niet in staat is passend onderwijs te bieden;
ook niet met extra ondersteuning op niveau 3.
Alle plaatsingen op het SBO en SO zijn, tenzij de commissie anders heeft bepaald,
tijdelijk van aard.
4.2 Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school
4.2.1 Observaties en vorderingen
Iedere leerkracht houdt zelf gegevens bij omtrent observaties en vorderingen van de
leerlingen. De toetsen die hiervoor gebruikt worden, komen voor een deel uit de
lesmethoden. Een deel van de toetsen wordt door de leerkrachten zelf opgesteld aan de
hand van de behandelde lesstof.
4.2.2 Leerlingvolgsysteem
Naast de hierboven beschreven toetsen werken we met een leerlingvolgsysteem. De
kinderen worden hierbij beoordeeld volgens een landelijke norm. We hopen hiermee tijdig
het uitvallen van een leerling duidelijk in kaart te kunnen brengen. Mede aan de hand van
deze gegevens en observaties van de leerkracht kunnen we plannen hoe we een leerling
beter kunnen begeleiden.
Naast de vorderingen van de individuele kinderen, houden we zo ook in de gaten of we als
school op het landelijk gemiddelde zitten. Als bijvoorbeeld zou blijken dat onze leerlingen
gemiddeld vrij laag scoren bij het AVI-lezen, dan is dat voor ons team een teken dat we het
technisch lezen onder de loep moeten nemen. De toetsen die we hiervoor gebruiken zijn
voornamelijk ontwikkeld door een speciaal instituut; het Cito.
Het Cito werkt met landelijk vastgestelde normen. We werken o.a. met de volgende toetsen:
Groep 1 en 2:
Cito Taal voor Kleuters.
Cito Rekenen voor Kleuters
Groep 3 en 4:
Cito Begrijpend luisteren
Groep 3 t/m 8:
Cito Spelling
Cito Rekenen/wiskunde
Cito Begrijpend lezen
Cito Woordenschat
AVI-toetsen
D.M.T. toets
Groep 5 t/m 8:
Cito studievaardigheden
Groep 7 en 8:
Cito Engels
Groep 7 maakt de Cito-entreetoets. Deze toets is voornamelijk bedoeld om de vorderingen
van taal, begrijpend lezen, rekenen, en informatieverwerking te toetsen. Mochten enkele
onderdelen van deze vakken niet voldoende beheerst zijn, dan kunnen we hier direct op
reageren. Deze entreetoets komt in de plaats van de toetsen uit het leerlingvolgsysteem.
Groep 8 neemt deel aan de Cito-eindtoets, die mede bepalend is voor de schoolkeuze na
de basisschool. (voor meer informatie zie 4.4 of hoofdstuk VIII )
Om de sociaal-emotionele ontwikkeling, van de kinderen in groep 1 t/m 8, te kunnen volgen
maken we gebruik van Viseon. Dit is een observatiepakket wat hulpmiddelen bevat voor
signalering, analyse en handelingssuggesties.
Natuurlijk is voor veel zaken absoluut geen test nodig en kunnen veel leerkrachten
vertrouwen op de dagelijkse waarnemingen die ze doen bij hun leerlingen. Toch vinden wij
het belangrijk om niet zichtbare kanten van kinderen beter te leren kennen.
25
Vanuit al die leerkracht- en leerling-gegevens is het vervolgens mogelijk om kinderen
adequaat te gaan benaderen, teneinde op een verantwoorde manier in te spelen op hun
emotionele remmingen en blokkades.
4.2.3 Leerlingenmap
De vorderingen van de leerlingen worden per groep geregistreerd in de leerlingenmap.
Hierin staan gegevens over leervorderingen, leergedrag (o.a. motivatie, concentratie en
zelfstandigheid) en bijzondere aandachtspunten van iedere leerling.
4.2.4 De rapportage
Ouders die vragen hebben over de vorderingen van hun kind, kunnen altijd contact
opnemen met de betreffende leerkracht. Overleg vindt vanzelfsprekend niet alleen plaats
op de vastgestelde momenten tijdens de 10-minutenavonden.
Aan het begin van het schooljaar 2014-2015 wordt er bepaald hoe de verantwoording
(rapportage) over de leerlingenresultaten eruit komt te zien. Als er ouders zijn die behoefte
hebben aan een totaaloverzicht van de Cito-gegevens is dit mogelijk omdat alle resultaten
in DOTCOM en het CITO-leerlingvolgsysteem worden opgeslagen. Indien u behoefte hebt
aan een andere toelichting kunt U terecht bij desbetreffende leerkracht.
In groep 7 zal de leerkracht na de uitslag van de entreetoets contact met u opnemen om de
uitslag door te spreken. Dit gesprek vindt plaats in de laatste 2 maanden van het schooljaar.
In dit gesprek wordt tevens een voorlopig advies gegeven voor de instroom op het
voortgezet onderwijs.
In groep 8 worden ouders uitgenodigd voor een adviesgesprek. Dit gesprek vindt plaats in
maart. Hierin wordt verder besproken welke vorm van voortgezet onderwijs het beste past bij
uw kind.
4.3 De zorg voor kinderen met specifieke behoeften
U hebt nu gelezen dat er tegenwoordig heel wat getest en getoetst wordt in onze school.
Vele ouders vragen zich af of dit nu wel allemaal nodig is. Niet alleen de maatschappij, maar
ook de school zijn tegenwoordig steeds meer prestatiegericht bezig. Het lijkt alsof de
kinderen op steeds jongere leeftijd steeds meer moeten kennen en kunnen. Dit is zeker niet
onze bedoeling. Toch vinden wij het toetsen van vele vaardigheden onmisbaar. Daarbij gaat
het niet enkel en alleen om de resultaten maar om de extra begeleiding die ingezet gaat
worden n.a.v. de toetsuitslagen. Uiteraard zijn de dagelijkse observaties van de leerkrachten
ook zeer belangrijk.
Bij een aantal van onze leerlingen worden we geconfronteerd met leer- of
gedragsproblemen. In zo’n geval is een kind er het meest mee gebaat als een probleem zo
vroeg mogelijk onderkend wordt.
4.3.1 Procedure bij leerproblemen, lichamelijke problemen of sociaal-emotionele problemen
Zorgniveau 1
Algemene zorg in de groep
De leraar is verantwoordelijk voor het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs aan zijn
groep. Hij speelt daarbij in op de onderwijsbehoeften die de leerlingen hebben. Hij richt het
onderwijs aan de groep dusdanig in dat de kans op het ontstaan van ontwikkelingsproblemen bij leerlingen zoveel mogelijk wordt voorkomen.
Zorgniveau 2 Extra zorg
De leerkracht bepaalt, op basis van de signaleringsgegevens die hij/zij zo nodig met de
interne begeleider heeft besproken, welke kinderen er extra hulp nodig hebben. Er wordt een
groepsplan voor de groep opgesteld.
Indien nodig, volgen extra onderzoeken of observaties door of samen met de intern
begeleider. Vervolgens krijgt de leerling hulp in de vorm van andere of extra leerstof en/of
extra leertijd.
26
Het handelingsplan wordt geëvalueerd door de leerkracht en eventueel de Interne
begeleider. Voor het opstellen van handelingsplannen worden de ouders op de hoogte
gesteld. Ook tijdens het traject zijn evaluatiegesprekken met ouders gepland.
Het onderwijskundig verslag van de schoolloopbaan van elk kind bevindt zich in het leerlingdossier. Verder zijn er hierin ook gegevens opgenomen over de externe begeleiding (bijv.
logopedie) die plaatsgevonden heeft.
Aan het eind van het schooljaar worden deze gegevens doorgenomen met de leerkracht
van het volgende leerjaar.
In sommige gevallen is het gewenst, hulp van buitenaf in te schakelen. Ook hierbij vindt
uitvoerig overleg plaats met de ouders.
4.3.2 Aanwezige voorzieningen
Onze school heeft twee interne begeleiders. Deze begeleiders zijn geschoold in het
onderzoeken, observeren en begeleiden van leerlingen of groepen met specifieke
problemen. De IB-ers van ons cluster groen werken samen. Op deze manier wordt de
kwaliteit van de zorg voor kinderen verhoogd.
Bij sommige leerproblemen is het mogelijk gebruik te maken van een ambulante begeleider
vanuit een speciale (REC)school.
4.3.4 Omgaan met kinderen met lees- en spellingproblemen, “dyslexie”
De interne begeleiders van de basisscholen van Dynamiek Scholengroep hebben, met
ondersteuning van het BCO (Begeleidingscentrum voor Onderwijs en Opvoeding), de
afgelopen jaren gewerkt aan het verbeteren van de begeleiding van kinderen met lees- en
spellingproblemen. Dit heeft geleid tot een werkwijze, die geldt voor alle scholen van ons
schoolbestuur. Hierbij is het Protocol Leesproblemen en Dyslexie , een uitgave van het
ExpertiseCentrum Nederlands te Nijmegen de leidraad voor de school.
Uitgangspunten die door alle betrokken scholen gehanteerd worden zijn:
Op onze school wordt ingezet op preventie en waar nodig op de behandeling van alle
lees- en taalproblemen. Het gaat dus niet alleen om kinderen met dyslexie, maar om alle
kinderen met problemen bij lezen en taal.
Als bij uw kind ernstige lees- en/of spellingproblemen gesignaleerd worden, worden door
onze school, volgens afgesproken criteria, handelingsplannen opgezet die vervolgens in
een dossier opgenomen worden. De ib-er beoordeelt dit samen met de orthopedagoog
van het BCO . Als zij tot de conclusie komen dat de leerling extra hulp nodig heeft op
lees- en taalgebied, dan wordt de leerling behandeld als zou hij/zij een dyslexieverklaring
hebben. Onze school is toegerust om uw kind op een goede en verantwoorde manier te
begeleiden. Vanaf de start van dit traject wordt u als ouder bij de ontwikkelingen
betrokken.
Mocht blijken dat een leerlingen dyslexiebegeleiding nodig heeft die de
zorgmogelijkheden van de school overstijgt, dan kan de ouders geadviseerd worden om
voor behandeling een beroep te doen op de vergoedingsregeling van uw
zorgverzekeraar.
Indien u als ouder om persoonlijke redenen het toch wenselijk vindt een dyslexieonderzoek te laten doen, zijn de kosten daarvan voor rekening van uzelf. Onze school
erkent alleen de onderzoeken gedaan door gezondheidspsychologen en daartoe
erkende instellingen, conform het dyslexieprotocol.
4.3.5 Plaatsing en verwijzing van kinderen met specifieke behoeften
In een aantal gevallen kan het gebeuren dat extra hulp alleen niet voldoende is om
problemen die zich voordoen op te lossen. In een dergelijk geval gaan we, in overleg met en
alleen met goedkeuring van de ouders, over tot een van de volgende mogelijkheden:
Doubleren
27
Ondanks alle extra aandacht en zorg is het soms toch wenselijk dat een leerling een
schooljaar overdoet.
Dit gebeurt echter alleen als aan een aantal voorwaarden is voldaan:
Doubleren gebeurt altijd in overleg met ouders, leerkracht en
Intern begeleider.
Ieder moet ervan overtuigd zijn dat doubleren de beste oplossing is.
Vaardigheden die beheerst worden moeten niet onnodig nog eens
herhaald worden. Dit houdt in dat er met een aangepast programma voor deze
leerling wordt gewerkt.
De leerling moet zonder veel problemen kunnen passen in de nieuwe groep, lettend
op sociale,emotionele en lichamelijk ontwikkeling.
Een groep overslaan
Een kind dat de leerstof reeds zo goed beheerst dat het volgen van een leerjaar verspilde tijd
lijkt, kan bij uitzondering een groep hoger geplaatst worden. Hierbij wordt dan ook zorgvuldig
gekeken naar de sociaal-emotionele vaardigheden. Indien dit kind zich tussen “grotere
kinderen” niet prettig voelt, wordt dit zeker in de besluitvorming meegenomen. Binnen de
eigen groep proberen we deze kinderen aangepaste lesstof aan te bieden. Ook in dit geval
zijn de ouders degenen die de uiteindelijke beslissing nemen.
4.3.6 Leerling-dossier en privacy
Op onze school wordt er voor ieder kind een leerling-dossier bijgehouden.
Het dossier bevat administratieve en onderwijskundige gegevens en soms ook een
psychologisch rapport.
De onderwijskundige gegevens zijn het belangrijkste onderdeel uit het leerling-dossier. De
precieze invulling van het dossier is niet wettelijk vastgelegd. U vindt in het dossier
bijvoorbeeld: notities/verslagen van besprekingen die de leerkracht met U heeft gevoerd,
verslagen van onderzoeken, toetsuitslagen en rapportgegevens en mogelijk de
handelingsplannen van extra hulp aan uw kind en de daarbij horende evaluaties. U heeft als
ouder/verzorger het recht om alle onderdelen van het dossier van uw kind in te zien.
Indien u van deze mogelijkheid gebruik wenst te maken, dient u een afspraak te maken met
de directeur. Binnen een week regelt deze vervolgens een afspraak met u hiervoor. Bij het
inzien van het dossier is altijd iemand van de school aanwezig in verband met privacy van
anderen. Indien u dat wenst, heeft u recht op een kopie van het leerling-dossier. Wanneer er
gegevens in het dossier staan die feitelijk onjuist zijn, kunt u deze laten verbeteren of
verwijderen.
In verband met privacy is het leerling-dossier alleen toegankelijk voor de ouders/verzorgers
van het kind, de schoolleiding en het onderwijspersoneel dat bij uw kind betrokken is. In
enkele gevallen is de school verplicht om gegevens uit het leerling-dossier aan derden te
geven, bijvoorbeeld bij de aanvraag van een leerling-gebonden budget, de plaatsing van
een kind op het speciaal onderwijs, of bij de overgang naar een andere school.
Voor de overige gevallen moet u eerst als ouders hiervoor toestemming geven.
De administratieve informatie over uw kind moet de school bewaren tot 5 jaar nadat uw kind
van school is gegaan. Voor onderwijskundige gegevens geldt een termijn van 2 jaar. Wij
vragen aan ouders bij belangrijke documenten om een handtekening. Vaak zijn die ook
vereist bijvoorbeeld bij aanvragen van onderzoeken.
4.3.7 Ziek ……………. en toch onderwijs
Als blijkt dat uw kind door ziekte meerdere dagen niet naar school kan komen dan is het van
belang dat u dit aan de leraar kenbaar maakt. De leraar kan samen met u bekijken wat de
mogelijkheden zijn om het onderwijs aan uw kind voort te zetten. Hierbij kan gebruik gemaakt
worden van de deskundigheid van een consulent voor zieke leerlingen van de
onderwijsbegeleidingsdienst (BCO Venlo, tel.: 077-2519284).
Het is niet alleen onze wettelijke plicht om voor elke leerling, ook als hij/zij ziek is, te zorgen
voor goed onderwijs. Wij vinden het minstens zo belangrijk dat uw kind in die situatie goed
contact heeft met de klasgenoten en de leraar. Als u meer wilt weten over onderwijs aan
28
zieke leerlingen dan kunt u informatie vinden op de website van Ziezon, het landelijke
netwerk (www.ziezon.nl).
4.3.8 Kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong
In schooljaar 2014-2015 wordt er beleid gemaakt op onze school hoe om te gaan met
leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong. In schooljaar 2015-2016 is er dan een aangepast
leerstofaanbod gerealiseerd voor kinderen die te weinig uitdaging vinden in het regulier
leerstofaanbod.
Dit willen we realiseren door:
Het zo vroeg mogelijk in kaart brengen welke leerlingen in aanmerking komen voor
een aangepast leerstofaanbod
Het verzamelen van gegevens om richtlijnen te krijgen voor het didactisch en het
pedagogisch handelen van de leerkracht
De gegevens van de diagnostiekprocedure worden besproken door de leerkracht en
de intern begeleider.
De uitkomst van de diagnostiek wordt besproken met ouders. In dit gesprek wordt
indien mogelijk al ingegaan op het vervolgtraject.
het opstellen van een aanpak en evt. handelingsplan waarin wordt aangegeven
welke keuzes er worden gemaakt betreffende het leerstofaanbod.
4.4 De begeleiding van de overgang van kinderen naar het voortgezet onderwijs
In november verzorgt het Raayland College een informatiemiddag voor kinderen van groep
8 en een informatieavond voor de ouders over de keuzemogelijkheden na het
basisonderwijs. Ook wordt er een informatieavond vanuit het Dendron College
georganiseerd. Gewoonlijk houden de scholen voor voortgezet onderwijs in februari een
open dag voor ouders en leerlingen van groep 8. De groepsleerkracht geeft hierover steeds
tijdig informatie. Na de entreetoets in groep 7 wordt er een voorlopig advies gegeven voor
het niveau van instroming op het voortgezet onderwijs. In het adviesgesprek dat begin maart
in groep 8 plaats viondt, geeft de school het schooladvies. Hierin staat de stroom die de
school het meest geschikt acht voor het kind. Dit advies wordt gegeven op basis van
leerlingrapporten, toetsen, gesprekken met collega ‘s van eerdere leerjaren en
vanzelfsprekend op basis van eigen ervaringen. Samen komen we zo tot een uiteindelijke
keuze voor de aanmelding die medio/ eind maart zijn op de scholen voor voortgezet
onderwijs. Niet alleen de leerresultaten, maar ook het gedrag, de motivatie en de
leerhouding van de leerling spelen een belangrijke rol. Samen met leerling en ouders wordt
een zo goed mogelijke keuze gemaakt.
De Cito-eindtoets
De Cito-eindtoetstoets wordt afgenomen in groep 8. Deze toets voorspelt over het algemeen
goed hoe de kansen van een leerling liggen in het voortgezet onderwijs.
4.5 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.
Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Dynamiek Scholengroep:
Het werken met deze meldcode is een wettelijke verplichting voor iedereen die werkt met
kinderen. De Meldcode is een stappenplan waarin staat hoe een professional moet omgaan
met het signaleren en melden van huiselijk geweld en kindermishandeling. Dynamiek
Scholengroep heeft een meldcode die voor al haar medewerkers geldt.
Als een leerkracht een ernstig vermoeden van kindermishandeling of huiselijk geweld heeft,
dan worden volgens de Meldcode de volgende stappen gezet :
Stap 1: Het in kaart brengen van de verschillende signalen.
Stap 2: Overleg met de Intern Begeleidster en/of directeur. En zo nodig raadplegen
van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of het Steunpunt Huiselijk Geweld.
Stap 3: Gesprek met de ouders.
Stap 4: Wegen van het geweld of de kindermishandeling.
Stap 5: De school neemt een besluit: Hulp organiseren in overleg met de ouders of
melden bij de geëigende instantie.
29
Door te werken met een meldcode blijft de beslissing om vermoedens van huiselijk geweld
en kindermishandeling wel of niet te melden, berusten bij de professional. Het stappenplan
van de meldcode biedt hem bij die afweging houvast.
Voor een volledige beschrijving van de meldcode verwijzen we U naar de website van
Dynamiek scholengroep
4.6
Centrum voor Jeugd en gezin
Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is hét centrale punt voor vragen over opvoeden en
opgroeien. Dat kunnen kleine en grote vragen zijn. Kinderen en jongeren tot 23 jaar, ouders,
opvoeders en professionals kunnen er terecht voor informatie en advies.
Of het nu gaat om een peuter die niet wil eten, een schoolgaand kind dat niet achter de
computer vandaan te krijgen is of een puber waar geen woord meer uit komt. Het CJG is hét
centrale punt waar u terecht kunt: makkelijk bereikbaar, deskundig, betrouwbaar en
anoniem.
De gemeenten Horst aan de Maas en Venray zijn samen verantwoordelijk voor het CJG. Het
CJG verbindt instellingen op het gebied van jeugd(gezondheids)zorg, om vragen of
problemen snel en in samenhang aan te kunnen pakken. De CJG-consulenten zijn
medewerkers van: GGD Limburg-Noord, Groene Kruis Jeugdgezondheidszorg, Synthese en
MEE Noord en Midden Limburg.
Voorkom dat kleine vragen grote problemen worden. Aarzel dus niet en neem contact op
met het CJG.
4.7 Pestprotocol
Ondanks de preventieve inzet kan het voorkomen dat kinderen geen sociaal wenselijk
gedrag vertonen, pesten is hier een goed voorbeeld van. Mocht er sprake zijn van
pestgedrag dan hanteren wij het 5 sporenbeleid waarbij zowel de
pester/gepeste/groep/ouders/school- management een rol wordt toebedeeld. Ons beleid
ten aanzien van pesten is beschreven en vastgesteld met instemming van de MR. Het
pestprotocol ligt op school ter inzage.
4.8 Incidentenregistratie.
Als er tijdens schoolse situaties incidenten voorkomen waarbij lichamelijk geweld, pesten,
bedreigingen en/of grof taalgebruik aan de orde zijn, worden deze geregistreerd in onze
incidentenregistratie. Ieder die een incident meemaakt kan het incident registreren.
Betrokkenen worden mondeling hierover geïnformeerd en kunnen indien gewenst een kopie
vragen van hetgeen er geregistreerd is.
4.9 Ongevallenregistratie
Als er zich tijdens schoolse situaties lichamelijke ongevallen voordoen waarbij ernstig letsel
het gevolg is wordt dit geregistreerd. Er wordt dan een ongevallenregistratieformulier
ingevuld. Ouders krijgen ook een kopie die zij voor hun verzekering kunnen gebruiken.
4.10 Persoonsgegevens
De WBP heeft alles te maken met zorgvuldig omgaan met gegevens en met privacy van
medewerkers, kinderen en ouders. Op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens
(WBP) zijn scholen verplicht ouders te informeren en uit te leggen welke gegevens van de
leerling gebruikt worden en aan wie de school wanneer welke gegevens wil verstrekken en
met welk doel. Eén van de dingen die de WBP voorschrijft is het feit dat iedere basisschool
een afschrift van het onderwijskundig rapport aan de ouders van een leerling verstrekt.
Basisscholen zijn verplicht een dergelijk rapport op te stellen. In het rapport mogen echter niet
meer gegevens dan noodzakelijk is worden opgenomen. Dit onderwijskundig rapport wordt
vervolgens doorgestuurd aan scholen in het voortgezet onderwijs.
Leerling-dossier en privacy
30
Op onze school wordt er voor ieder kind een leerling-dossier bijgehouden.
Het dossier bevat administratieve gegevens en onderwijskundige gegevens.
De onderwijskundige gegevens zijn het belangrijkste onderdeel uit het leerling-dossier. Het
geeft inzicht in de resultaten van uw kind, zijn werkhouding, het schooladvies en eventuele
aandachtspunten. De precieze invulling van deze gegevens is niet wettelijk vastgelegd. U
vindt in het rapport bijvoorbeeld: notities van besprekingen over uw kind, notities van
gesprekken die de leerkracht met u gevoerd heeft, verslagen van speciale onderzoeken,
toetsuitslagen en rapportgegevens en mogelijk de resultaten van extra hulp aan uw kind en
de plannen hiervoor. U heeft als ouder/verzorger het recht om alle onderdelen van het
dossier van uw kind in te zien.
Indien u van deze mogelijkheid gebruik wenst te maken, dient u een afspraak te maken met
de directeur. Binnen een week regelt deze vervolgens een afspraak met u hiervoor. Bij het
inzien van het dossier is altijd iemand van de school aanwezig in verband met de privacy van
anderen. Indien u dat wenst, heeft u recht op een kopie van het leerling-dossier. Wanneer er
gegevens in het dossier staan die feitelijk onjuist zijn, kunt u deze laten verbeteren of
verwijderen.
In verband met de privacy is het leerling-dossier alleen toegankelijk voor de
ouders/verzorgers van het kind, de schoolleiding en het onderwijspersoneel dat bij uw kind
betrokken is. In enkele gevallen is de school verplicht om gegevens uit het leerlingdossier aan
derden te geven, bijv. bij de aanvraag van een leerlinggebonden budget, de plaatsing van
een kind op het speciaal onderwijs, of bij de overgang naar een andere school.
Voor de overige gevallen moet u eerst als ouders hiervoor toestemming geven. Het
onderwijskundig rapport wordt vernietigd twee jaar nadat uw kind van school is. De
administratieve informatie over uw kind moet de school bewaren tot vijf jaar nadat uw kind
van school is gegaan.
Over de informatieplicht
Mensen hebben het recht te weten wat er met hun persoonsgegevens gebeurt. Op grond
van de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP) zijn organisaties en instellingen daarom
verplicht mensen te informeren over hun identiteit en wat zij met hun persoonsgegevens
doen. De school moet bijvoorbeeld laten weten voor welk doel het de persoonsgegevens
verzamelt. Ook moet de school laten weten of het persoonsgegevens doorgeeft aan andere
organisaties en waarom.
De scholen van Dynamiek Scholengroep gaan zorgvuldig met gegevens om, heeft u vragen
hierover neem dan contact op met de directeur van de school.
4.11 Jeugdgezondheidszorg (JGZ)
WEGWIJZER JEUGDGEZONDHEIDSZORG 0-19 JAAR
Jeugdgezondheidszorg (JGZ) in Nederland bestaat al meer dan 100 jaar, is uniek in de
wereld en biedt basiszorg aan alle kinderen in de leeftijd van 0 tot 19 jaar. Zo ook in de regio
Limburg-Noord, waar de JGZ door de GGD Limburg-Noord, als onderdeel van de
Veiligheidsregio, wordt aangeboden.
WAARVOOR KUNT U BIJ ONS TERECHT?
In het wettelijk vastgelegd Basistakenpakket JGZ 0-19 staat welke zorg er op welke
momenten aan kinderen in Nederland moet worden geboden. De JGZ biedt deze basiszorg
en richt zich op het bevorderen van een gezonde groei en ontwikkeling van kinderen vanaf
de zwangerschap tot de leeftijd van 19 jaar. Naast het kind staat de opvoeder centraal en
wordt rekening gehouden met de omgeving waarin het opgroeit. Extra aandacht gaat uit
naar kinderen en gezinnen waar gezond en veilig opgroeien niet vanzelfsprekend is.
Jeudgezondheidszorg voor aanstaande ouders, zuigelingen en kleuters
Al tijdens de zwangerschap kan de JGZ ondersteuning bieden. Tot 4 jaar bezoekt uw kind
regelmatig het consultatiebureau waar de groei en ontwikkeling wordt gevolgd en waar u
terecht kunt met vragen. Ook kunt u uw kind laten vaccineren tegen een aantal
31
kinderziekten. Als vragen op het consultatiebureau onbeantwoord blijven, dan kan de
verpleegkundige u ook thuis bezoeken.
Jeugdgezondheidszorg voor kinderen in het reguliere en speciale basis- en voortgezet
onderwijs
Om de groei en ontwikkeling van uw kind goed te kunnen volgen, is de JGZ regelmatig op
school om uw kind te onderzoeken/screenen. Daarnaast wordt uw kind in deze periode op
bepaalde leeftijden gevaccineerd.
Vaste contactmomenten
Tijdens de wettelijk vastgelegde contactmomenten, die voor ieder kind gelijk zijn, volgen we
samen met u het gezond en veilig opgroeien van uw kind.
Spreekuren
Ook buiten de vaste contactmomenten kunnen er vragen of problemen zijn op het gebied
van gezond en veilig opgroeien. Ouders of jongeren kunnen zelf een gesprek of onderzoek
vragen op het spreekuur bij het team JGZ. Ook kunnen ouders gebruik maken van het
inloopspreekuur op het consultatiebureau.
Pedagogisch spreekuur
Opvoeden roept soms vragen, zorgen en twijfels op. Het pedagogisch spreekuur is bedoeld
als kortdurende opvoedingsondersteuning. Ook hiervoor kunt u bij ons terecht.
Logopedie
Om te zorgen dat kinderen zonder spraak/taalproblemen het basisonderwijs instromen, wordt
in een vroeg stadium, op het consultatiebureau logopedie ingezet. Op de basisschool wordt
uw kind uitsluitend door de logopedist gezien als er (mogelijk) spraak/taalproblemen zijn.
Als uw kind of gezin met meerdere problemen kampt, zijn er doorgaans ook meerdere
hulpverleners in beeld. Om kinderen beter te kunnen helpen moet er goed met elkaar
worden samengewerkt. Daarom zijn er ‘netwerken’, gericht op het uitwisselen van informatie.
De JGZ maakt deel uit van die netwerken. Indien er informatie met andere hulpverleners
wordt uitgewisseld gebeurt dit na toestemming van ouders.
De artsen en verpleegkundigen JGZ werken, binnen Zorg- en AdviesTeams, samen met
andere partners zoals o.a peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, scholen, Algemeen
maatschappelijk werk, Bureau Jeugdzorg, Geestelijke gezondheidszorg.
Als uit gesprekken of onderzoeken blijkt dat uw kind hulp of zorg nodig heeft, dan zoeken wij
samen met u naar een oplossing. Soms kunnen wij die zorg of hulp zelf bieden, maar het kan
ook zijn dat we u voor verder onderzoek, advies of hulp verwijzen naar een van onze partners
op het gebied van gezond en veilig opgroeien.
Cursussen
De JGZ heeft een cursusaanbod op het gebied van gezond en veilig opgroeien.
De Gezonde en Veilige School
Ook achter de schermen wordt er hard gewerkt aan de gezondheid van uw kind. Door de
school te stimuleren de schoolomgeving gezonder en veiliger te maken helpt de GGD mee
aan een gezonder leefklimaat voor uw kind. De meeste scholen besteden al aandacht aan
gezondheid, welzijn en veiligheid door lessen te geven over thema’s als gezonde voeding,
maar ook door te praten over bijvoorbeeld een pestprotocol. De Gezonde en Veilige Schoolmethodiek is dé praktische werkwijze om scholen daarbij te ondersteunen.
Gezondheidsbevordering
Consulenten gezondheidsbevordering bieden scholen ondersteuning bij programma’s over
gezondheid. Deze ondersteuning kan onder andere bestaan uit hulp bij het maken van
keuzes voor projecten, teamtrainingen of oudervoorlichtingen.
32
Wet KinderOpvang
De GGD Limburg-Noord voert inspecties uit in het kader van de WetKinderOpvang (WKO).
Deze inspecties worden uitgevoerd op peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, buitenschoolse
opvang, gastouderbureau’s en gastouders.
4.12 Hoofdluis
Screeningsteam hoofdluis.
In 2002 zijn we begonnen om na elke langere vakantieperiode en in geval van meldingen
alle kinderen te screenen op hoofdluis. Dit wordt gedaan door een team van ouders die
hiervoor een speciale instructie hebben gehad van de GGD. Hiermee gaan we dit jaar weer
verder. Deze screening vindt plaats volgens een vast protocol. Dit protocol houdt o.a.
gedragsregels in die de privacy waarborgen.
Het protocol is besproken en goedgekeurd door team, ouderraad en MR.
Luizenzakken
Op De Peddepoel is afgesproken dat kinderen werken met luizenzakken. Deze zijn voor €1.50
te koop bij de directeur. Mochten ouders deze luizenzak niet willen aanschaffen dan gebruikt
de leerling een plastic zak om de jas en tas in op te bergen.
Hoe krijgen we hoofdluis ?
Iedereen kan hoofdluis krijgen, ook als het haar goed verzorgd wordt. Hoofdluizen springen of
vliegen niet, maar ze lopen heel gemakkelijk over van het ene hoofd naar het andere. Ook
via kleine omwegen zoals mutsen en sjaals of via haarkammen. Hoofdluis is daarom erg
besmettelijk. Het bestrijden hoeft geen probleem te zijn, maar het moet wel heel zorgvuldig
gebeuren. Daar is deze informatie voor bedoeld.
Wat is hoofdluis?
Hoofdluis is een heel klein grijsgrauw tot bruin beestje. Een volwassen luis is bijna net zo groot
als de kop van een lucifer. De luis bevindt zich het liefst zo dicht mogelijk bij de hoofdhuid
omdat het daar lekker warm is.
De vrouwelijke luis legt eitjes. Die noemen we neten. Ze hebben een witgele kleur en zitten
vastgekleefd aan het haar. Na ongeveer zeven dagen komt er een hoofdluis uit de neet en
een lege witte huls blijft aan het haar zitten.
Hoe zie je of iemand hoofdluis heeft ?
Hoofdluis kun je gemakkelijk herkennen aan de neten. Deze zitten vaak in de nekharen,
onder de haren op het voorhoofd en achter de oren. Neten lijken op roos. Alleen roos laat
veel gemakkelijker los als je het haar kamt, terwijl neten vast blijven zitten. Zijn er neten, dan
zijn er ook vaak luizen.
De hoofdluis zelf is wat moeilijker op te sporen. Je kunt het beste zoeken met een hele fijne
plastic stofkam. Kam het haar uit boven een wit stuk papier of wasbak. Kam vooral goed bij
de hoofdhuid in de nek, achter de oren en op het voorhoofd waar het haar begint. Je hebt
goed licht nodig, anders zie je de luizen niet op de witte achtergrond van de wasbak of het
papier. Spoel de gevonden luizen weg in de wasbak of het toilet. Ook erge jeuk kan er op
wijzen dat uw kind hoofdluis heeft.
Wat kunnen we doen tegen hoofdluis ?
Hoofdluis moet altijd behandeld worden met een chemisch middel. Middelen in de vorm van
shampoo, lotion, crème of spray zijn, evenals de stofkam, verkrijgbaar bij drogist of apotheek.
Het verschil tussen de verschillende middelen zit in de wijze van het gebruik. Lees daarom
eerst de gebruiksaanwijzing goed door. Bij een goede behandeling (soms herhalen) gaan de
luizen én de neten dood.
33
De dode neten blijven aan het haar kleven, maar groeien er uiteindelijk vanzelf uit. U kunt
ook de haren met neten er één voor één uit knippen.
Verwijder luizen en neten uit kleren en beddengoed. Luizen en neten kunnen alleen op
mensenhoofden leven. Maar het kan zijn dat er een paar op muts, das of kussensloop terecht
zijn gekomen.
Verwijderen kan door het wassen (minimaal 60 C) of stomen. U kunt de spullen ook een tot
twee weken bewaren in een afgesloten plastic zak. Denk hierbij ook aan de knuffelbeesten.
Borstel daarna alles goed uit. Zorg ervoor dat haarborstels en kammen regelmatig schoon
worden gemaakt.
Als uw kind hoofdluis heeft, geef dit dan zo snel mogelijk door op school en aan ouders van
vriendjes en vriendinnetjes. Dit is héél belangrijk. Als er één kind blijft rondlopen, zijn ook weer
snel andere kinderen besmet.
Controleer ook of de rest van het gezin hoofdluis heeft !
Heeft u nog vragen, neem dan contact op met het team jeugdgezondheidszorg van de
school of ga naar de huisarts.
Werkzame middelen bij hoofdluis
In de apotheek en bij de drogist zijn werkzame middelen tegen hoofdluis
te verkrijgen. Zij hebben verschillende werkzame bestanddelen en een verschillende
gebruiksaanwijzing.
Denk bijv. aan Noury, Prioderm, Loxazol, Paraspeciaal, Robin Plus e.a.
Bij ieder middel zit een bijsluiter.
Lees deze bijsluiter, voor gebruik, eerst goed door !!!
Checklist hoofdluisproblematiek
1.
Behandel met een chemisch middel, verkrijgbaar bij apotheker of drogist
2.
Kam na de behandeling het haar met een stofkam.
3.
Blijf minstens 14 dagen na elke behandeling het haar twee keer per dag met de
stofkam kammen.
4.
Controleer de rest van het gezin op hoofdluis: bij hoofdluis behandelen; bij géén
hoofdluis NIET behandelen, de middelen werken niet preventief.
5.
Lees de bijsluiter goed door en volg de aanwijzingen op.
6.
Voor kinderen met lang en dik haar iets meer van het middel gebruiken, bij te zuinig
gebruik is behandeling vaak zinloos.
7.
Dode neten blijven na de behandeling aan het haar kleven en groeien er vanzelf uit, u
kunt de neten eruit knippen of een middel gebruiken ter verwijdering van neten,
verkrijgbaar bij de apotheek.
Neten tot 1 cm vanaf de hoofdhuid kunnen luizen bevatten, neten verder dan 1 cm van
de hoofdhuid zijn leeg.
8.
34
9.
Bij géén hoofdluis maar wel neten, tot 1 cm van de hoofdhuid het haar dagelijks met de
stofkam kammen.
10.
Indien na twee keer behandelen met hetzelfde middel nog steeds hoofdluis aanwezig
is, dan behandelen met een ander middel, bij voorkeur een lotion.
11.
Was kleding, beddengoed, knuffels, mutsen, sjaals, haarbanden e.d. uit op 60 graden of
laat ze stomen.
12.
Stop spullen die niet uitgewassen kunnen worden twee weken in een afgesloten plastic
tas of twee dagen in een plastic tas in de diepvries.
13.
Gebruik eigen kammen en borstels en maak ze na gebruik huishoudelijk schoon.
14.
Stofzuig het huis, het stoffen bankstel en de bekleding van de auto, na het stofzuigen de
stofzuigerzak vervangen.
15.
Kinderen na behandeling met een hoofdluismiddel ongeveer een week niet laten
zwemmen in chloorwater.
Meld geconstateerde hoofdluis op school en geef het door aan ouders van vriendjes en
vriendinnetjes.
16.
35
5 De leraren.
Ons team bestaat op dit moment uit 1 directeur, 1 plv. directeur, 2 IB-ers,
2 bouwcoordinatoren, 1 ICT-er en 7 leerkrachten. Hiervan werken 4 leerkrachten fulltime de
anderen in deeltijd. We proberen het aantal leerkrachten dat in een groep les geeft zoveel
mogelijk te beperken. Als dit niet mogelijk is, organiseren we het lesrooster zodanig, dat de
kinderen hier zo min mogelijk last van hebben.
5.1 Vervanging bij arbeidstijdcompensatie en ziekte
Het naar huis sturen van kinderen tijdens de schooltijd kan men zien als het 'doen en nalaten
in strijd met een wettelijke plicht'. De Minister en de Inspectie hebben richtlijnen uitgegeven
ter voorkoming van lesuitval. Toch zijn er grenzen aan de mogelijkheden van De Peddepoel.
Met name worden die bereikt als de deugdelijkheid voor het onderwijs aan (andere
groepen) kinderen in gevaar komt.
Bekende afwezigheid wordt ruim tevoren door de leerkracht gemeld bij de directie. De
vervanging wordt zo spoedig mogelijk geregeld.
Ziekteverzuim is niet van tevoren bekend. De leerkracht zal 's avonds of 's morgens de directie
waarschuwen, zodat deze nog enige tijd heeft om te voorzien in vervanging.
Indien dat laatste niet lukt, of indien zich in de loop van de dag calamiteiten voordoen, is ons
uitgangspunt dat we in elk geval de kinderen de eerste dag op de school zullen opvangen.
Voorkomen moet worden dat we door langdurige extra opvang en onrust in de overige
groepen de werkdruk van alle leerkrachten op een onaanvaardbare wijze belasten.
Via de procedures in het noodplan wordt met alle middelen op een redelijke wijze getracht
de vervanging te regelen.
Is voor meer dan één dag geen enkele vervanging te regelen, dan blijft een groep thuis. De
ouders van leerlingen uit die groep worden de dag tevoren via de kinderen schriftelijk op de
hoogte gebracht. Indien noodzakelijk nog meer tijd nodig is om vervanging te regelen dan
zal elke dag een andere groep naar huis gestuurd worden.
Het thuisblijven van kinderen via deze maatregel wordt schriftelijk bekend gemaakt bij
bestuur en bij de inspectie.
De directie blijft ook dan moeite doen om alsnog vervanging te regelen.
Op De Peddepoel is een draaiboek aanwezig op welke wijze de opvang de eerste dag
wordt geregeld.
Nadere informatie is opgenomen in het handboek van Dynamiek Scholengroep..
5.2 Stagiair(e)s.
Regelmatig hebben we stagiair(e)s van een Pabo of van andere scholen en opleidingen.
Deze leerkrachten in opleiding worden begeleid door onze leerkrachten of andere
teamleden. Op hun beurt begeleiden deze stagiaires binnen de klas vaak kleinere groepjes
leerlingen en helpen zij de leerkracht waar dat mogelijk is.
De toewijzing van stagiaires wordt op stichtingsniveau geregeld.
5.3 Scholing van leraren
De leerkrachten van onze school maken gebruik van bijscholingscursussen die worden
aangeboden door de diverse begeleidingsdiensten en Pabo ‘s. Ieder volgt hierbij min of
meer een eigen specialisatie. Daarnaast hebben de leerkrachten ieder jaar een aantal
thematische bijeenkomsten. De schoolbegeleider van het B.C.O. informeert het team dan
over nieuwe ontwikkelingen.
36
6 De betrokkenheid van ouders
Wij proberen de ouders van onze leerlingen op diverse manieren bij het onderwijs te
betrekken. Een aantal ouders heeft een functie in het bestuur, de medezeggenschapsraad
en de oudervereniging. Er zijn ouders die helpen bij het lezen, Estafette en het werken aan
de computers. Weer andere ouders helpen met het opknappen van klusjes, en het
begeleiden van de schoolreisjes. Zo kunnen we nog een tijdje doorgaan. De hulp van de
ouders is uit onze school niet meer weg te denken. De ouders raken op deze manier meer
betrokken bij het onderwijs en de school kan meer en beter activiteiten organiseren.
Wij vinden het belangrijk dat de ouders betrokken zijn bij het welzijn van hun kind en
belangstelling hebben voor de gang van zaken op onze school. Wij vinden het plezierig als
ouders regelmatig vragen stellen over algemene schoolzaken en de vorderingen van hun
kind.
Deze informatie-uitwisseling vindt plaats in een sfeer van vertrouwen en openheid. Ten
aanzien van de ontwikkeling van hun kind beschouwen we de ouders als mede
deskundigen.
6.1 Informatievoorziening
Indien u vragen heeft m.b.t. uw kind, kunt u altijd een afspraak maken met de betreffende
groepsleerkracht. U kunt hier ook met andere vragen over de school terecht.
In hoofdstuk 10 van deze gids staat een lijst met namen en emailadressen.
6.1.1 Nieuwsberichten
Behalve deze schoolgids (die digitaal op de site van de Peddepoel is te downloaden)
werken we met een digitaal nieuwssysteem: ISY-school. Op onze website vindt u meer
informatie over het reilen en zeilen van de school. Op onze schoolsite vindt u ook de
Jaarplanner met alle actuele data in het schooljaar.
6.1.2 Ouderavonden
In het begin van het schooljaar kunt u na schooltijd een keer binnenlopen. Dan heeft u de
gelegenheid vragen te stellen aan de groepsleerkracht, of aan andere teamleden.
Enkele weken later organiseren we een algemene ouderavond. Daarin wordt informatie
gegeven over (onderwijskundige) ontwikkelingen van de school en het werken in de
groepen.
Natuurlijk kunt u altijd, ook buiten deze geplande momenten, contact opnemen met de
leerkracht van uw kind.
In voorkomende omstandigheden (zoals bv een communie of vormsel) kan een eventuele
extra ouderavond gepland worden.
Eenmaal per jaar organiseert de oudervereniging een algemene ouderavond, dit is de
zogenaamde ledenvergadering, vaak rond een bepaald thema.
6.1.3 Informatievoorziening gescheiden ouders
Wanneer ouders gescheiden gaan leven of gaan scheiden kan het voor de school moeilijk
zijn om te bepalen welke positie de school bij het verstrekken van informatie moet innemen.
De Peddepoel heeft het volgende beleid.
De eerst verzorgende ouder die belast is met het ouderlijk gezag krijgt op school alle
informatie. Deze ouder heeft de plicht deze informatie ook te verstrekken aan de 2 e ouder.
De school gaat er vanuit dat dit gebeurt.
Mocht er door omstandigheden niet aan deze taak worden voldaan dan zal de school in
gesprek met beide ouders bepalen hoe de informatiestroom verder wordt vormgegeven.
Beide ouders worden uitgenodigd voor alle gesprekken als 10-minutenavonden en
gesprekken met buitenschoolse instanties. De ouder met het ouderlijk gezag heeft ook hier
de taak om de andere ouder uit te nodigen voor deze gesprekken.
6.2 Inspraak
6.2.1 De Oudervereniging
Sinds een aantal jaar is de ouderraad omgevormd naar een oudervereniging.
37
Er is een huishoudelijk reglement opgesteld door de oudervereniging en door de leden
tijdens de jaarvergadering in september 2007 goedgekeurd.
Concreet betekent dit voor de ouders het volgende;
de oudervereniging heeft in principe de zelfde taken als de ouderraad.
De oudervereniging stelt zich ten doel de samenwerking tussen ouders, het team
van basisschool De Peddepoel en het bestuur van Dynamiek Scholengroep beter
te laten verlopen. Deze samenwerking heeft als doel de vorming van de leerling
binnen de school te bevorderen.
De grote verandering zit in het feit dat de oudervereniging leden heeft en een
bestuur. Het bestuur is de vroegere ouderraad. De leden zijn de ouders die de
huidige ouderbijdrage betalen.
De “vrijwillige” ouderbijdrage wordt dus eigenlijk omgezet naar een ledencontributie.
De oudervereniging bestaat uit minimaal 5 leden. De zittingstermijn bedraagt telkens 3 jaren.
Daarna is het lid steeds herkiesbaar gedurende de tijd dat een kind basisschool De
Peddepoel bezoekt.
Informatie
De oudervereniging (OV) organiseert eens per jaar een algemene jaarvergadering voor
haar leden, mogelijk gekoppeld aan ouderavond met een thema met gastspreker.
De oudervereniging (OV) heeft regelmatig contact met medezeggenschapsraad en team.
De oudervereniging verstrekt informatie middels Isy en het Wanssums Nieuws. Indien
noodzakelijk verzorgt zij ook informatie voor individuele ouders.
De OV vergadert elke derde donderdag van de maand, vakanties uitgezonderd.
De bijeenkomsten vinden plaats op school. De vergaderingen zijn openbaar. Hierbij is ook
frequent een teamlid aanwezig.
De data staan vermeld op de jaarkalender. Belangstellende toehoorders zijn van harte
welkom.
6.2.2 De Medezeggenschapsraad
De MR heeft als doel het behartigen van belangen van de leerlingen, de ouders en het
personeel bij diverse (beleid)onderwerpen. De taken, de samenstelling en de rechten van de
MR zijn uitgewerkt in een reglement.
De MR van BS de Peddepoel bestaat uit 6 leden: 3 ouderleden en 3 personeelsleden.
De medezeggenschapsraad houdt zich bezig met meer formele zaken, zoals het
formatieplan, de begroting, het personeelsbeleid e.d., maar ook met meer
onderwijsinhoudelijke zaken, zoals het pedagogisch klimaat, zorgplan e.d. Het MR-werk heeft
altijd met onderwijs, dus direct of indirect met uw kind te maken.
De vergaderingen zijn voor iedereen toegankelijk.
Op ISY vindt u de agenda, waarin u kunt zien wat er besproken wordt.
Indien u naar aanleiding van een agendapunt opmerkingen of vragen heeft, is het prettig als
u een van de MR-leden daarover vooraf inlicht. De MR stelt het zeer op prijs als u als ouder
mee wil denken, eventueel onderwerpen aankaart en uw mening geeft. Dit kan altijd via de
mail, telefonisch of in een persoonlijk gesprek. Zie telefoonnummers in deze gids. (10.3)
De MR kan het schoolbeleid beïnvloeden door het verstrekken van informatie en het
meedenken over onderwerpen. Daarnaast is de wet heel duidelijk: de MR mag over alle
schoolzaken spreken. Dit kunnen ook hele praktische onderwerpen zijn.
De vergadermap van de MR ligt ter inzage op school. (info-rek bij de middeningang)
De MR is er voor ouders en personeel als klankbord en om hun belangen te behartigen. De
directeur is bij iedere vergadering aanwezig om punten toe te lichten. De MR neemt
verschillende soorten beslissingen:
Die waarover de MR eerst advies moet geven
Die waarvoor instemming van de MR is vereist
38
Die waarover de schoolleiding alleen de MR hoeft te informeren
Over zaken waarover de MR ongevraagd advies wil geven
6.2.3 De Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad
De GMR is een overkoepelende raad van ouders en personeel van Dynamiek Scholengroep.
Ook voor de GMR is er een reglement waarin staat welke rechten en plichten de raad heeft.
De GMR is de gesprekspartner van het College van Bestuur van Dynamiek Scholengroep en
behartigt de belangen van alle scholen tezamen. Zij bestaat uit 6 ouderleden en 6
personeelsleden.
De GMR heeft met name de taak de ideeën van de organisatie op beleidsmatig gebied te
controleren. Zij geeft gevraagd en ongevraagd advies aan het College van Bestuur.
Beleidsnotities worden na enkele jaren geëvalueerd. De GMR vindt het belangrijk om in een
vroegtijdig stadium bij ontwikkelingen te worden betrokken en daarin een actieve rol te
hebben. Belangrijke voorbeelden zijn: een gezond financieel beleid, een goed
huisvestingsbeleid, een goed personeelsbeleid, goed beleid op veiligheid in en om de
school, een open communicatiestructuur etc.
De GMR onderhoudt via het secretariaat een direct contact met de MR-en. Verder kunnen
leden van de MR-en de vergaderingen van de GMR bijwonen. Jaarlijks worden er door de
GMR twee gezamenlijke bijeenkomsten met de MR-en georganiseerd, waarbij vooral
kennismaking met MR-leden en saamhorigheid centraal staan.
6.3 Ouderactiviteiten
De leerkrachten van onze school doen regelmatig een beroep op de hulp van ouders. De
hulp wordt meestal gevraagd aan de ouders van de leerlingen van de desbetreffende
groep.
Het kan gaan om incidentele hulp zoals bijvoorbeeld:
- hulp bij een spellendag
- begeleiden van een schoolreis of excursie,
- hulp in de klas van de communicanten.
- schoonmaken van leermiddelen van groep 1 t /m 8
- begeleiden en helpen bij de musical van groep 8
- seizoensafhankelijke versieringen aanbrengen in de school
Verder hebben we regelmatig terugkerende activiteiten waarbij we hulp vragen,
bijvoorbeeld:
- leeshulp bij lezen
- hulp bij het werken met de computers.
- een ouder als aanspreekpunt bij activiteiten per groep
Bij enkele jaarlijks terugkomende gebeurtenissen zoals aankomst Sinterklaas, de laatste
schooldag maken we dankbaar gebruik van vaste werkgroepen.
6.4 Ouderbijdrage
De ouderbijdrage is bij de omzetting van de ouderraad naar een oudervereniging geen
vrijwillige bijdrage meer waaruit allerlei zaken worden betaald voor de kinderen, die niet door
de school worden bekostigd. De ouderbijdrage is een contributie die ouders op deze manier
lid maken van de vereniging.
Uit de contributie worden dezelfde dingen betaald als de afgelopen jaren. U kunt hierbij
denken aan: de verstrekking van appels in de onderbouw, een cadeau voor de leerkracht
bij verjaardagen, jubilea, huwelijk of afscheid, maar ook een attentie voor een langdurig
zieke, musical, een paasontbijt en nog diverse andere (buiten)schoolse activiteiten.
De oudervereniging beheert de ouderbijdrage en kan daardoor een bijdrage leveren aan
een zo plezierig mogelijk verblijf van de kinderen op basisschool
“De Peddepoel”. Tevens wil de oudervereniging met behulp van het systeem
“ouderbijdrage” voorkomen dat de ouders/verzorgers steeds individueel benaderd moeten
39
worden om een rekening te betalen voor de gemaakte kosten, als hun kind(eren) aan
activiteiten heeft/hebben deelgenomen.
De oudercontributie is per kind:
- in de onderbouw (groep 1 t/m 4) : € 30,- in de bovenbouw (groep 5 t/m 7) : € 30,- in de bovenbouw (groep 8
) : € 10,-
(geen schoolreis)
Op basis van het “reglement ouderbijdrage basisschool De Peddepoel” zal jaarlijks na afloop
van het schooljaar door de beheerder i.c. de penningmeester van de oudervereniging
rekening en verantwoording dienen te worden afgelegd over de gelden uit de
Ouderbijdrage. De verantwoording zal o.a. een vergelijking tussen begrote en gerealiseerde
cijfers geven.
Tenslotte zal de oudervereniging in de jaarvergadering in het begin van het schooljaar een
financiële verantwoording afleggen aan de leden. ( ouders )
Indien ouders financieel niet in staat zijn de betaling inzake de ouderbijdrage te voldoen, kan
een beroep worden gedaan op geheel of gedeeltelijke kwijtschelding.
Bij niet voldoen van de ouderbijdrage door onwil van de ouders kan dit leiden tot (verdere)
niet deelname van een of meerdere kinderen aan de activiteiten (b.v. schoolreisje) die uit de
ouderbijdrage worden betaald. De school zal in die gevallen zorgen voor opvang van de/het
betreffende kind(eren) tijdens schooltijd.
U ontvangt aan het begin van het nieuwe schooljaar een brief waarin u gevraagd wordt de
ouderbijdrage over te maken op rekeningnr. van de Rabobank 15.63.18.261.
6.4.1 Reglement ouderbijdrage Basisschool De Peddepoel
Artikel 1. Algemeen.
De ouderbijdrage is bij de omzetting van de ouderraad naar een oudervereniging geen
vrijwillige bijdrage meer waaruit allerlei zaken worden betaald voor de kinderen, die niet door
de school worden bekostigd. De ouderbijdrage wordt een contributie die ouders op deze
manier lid maken van de vereniging.
Artikel 2. Instemming Medezeggenschapsraad.
De medezeggenschapsraad als geheel heeft geen inspraak (meer) als het gaat om de wijze
waarop het geld dat ouders bijeen hebben gebracht, besteed wordt.
Het uitgavenpatroon van de oudervereniging moet zich vervolgens bewegen binnen de
afspraken die volgen uit de begroting. De oudervereniging kan daarin redelijk zelfstandig
optreden na goedkeuring van de begroting binnen de jaarvergadering.
Als oudervereniging bieden we de begroting wel aan bij de MR om toch een eigen
controlemiddel te hebben. Informeel probeert de OV dus de MR zoveel mogelijk te
betrekken bij de financiële afhandeling.
Artikel 3. Beheer.
De oudervereniging ontvangt en beheert de gelden uit de ouderbijdrage.
Dit zijn de contributiegelden.
Hiertoe is een bankrekening op naam van “Ouderbijdrage Basisschool De Peddepoel”,
waarvoor de penningmeester van de oudervereniging verantwoordelijk is voor de inning en
beheer van de gelden
Artikel 4. Begroting.
Jaarlijks wordt een begroting door de oudervereniging opgesteld van de in het komende
schooljaar geplande activiteiten en de daaraan verbonden kosten. Doelstelling van deze
begroting is om aan te kunnen geven, welke gelden er nodig worden geacht en waar ze
voor worden ingezet.
40
De begroting dient zodanig te zijn samengesteld dat per activiteit alle kosten zichtbaar zijn,
zowel in totaalbedragen, alsook de bijdrage per kind.
Deze begroting wordt door de oudervereniging opgesteld en zal jaarlijks vooraf bij de MR en
tijdens de jaarvergadering ter goedkeuring worden voorgelegd aan de leden (ouders) van
de oudervereniging.
Artikel 5. Verantwoording.
Jaarlijks zal na afloop van het schooljaar door de beheerder i.c. de penningmeester van de
oudervereniging rekening en verantwoording dienen te worden afgelegd over de gelden uit
de oudercontributie. De verantwoording zal onder andere een vergelijking tussen begrote en
gerealiseerde cijfers geven.
Deze verantwoording dient door een kascontrolecommissie en door de leden in de
jaarvergadering te worden gefiatteerd. De kascontrolecommissie dient te bestaan uit
tenminste twee personen, waarvan één persoon afkomstig is uit de ouderraad. De andere
persoon, perso(o)n(en) wordt (worden) gekozen uit de ouders.
Artikel 6. Betalingsregeling.
Er zal gelegenheid zijn tot een betalingsregeling. De eerste termijn dient altijd vóór 15 oktober
te zijn voldaan en de laatste termijn vóór 15 januari van het betreffende schooljaar.
Artikel 7. Reductie en kwijtschelding.
Indien ouders financieel niet in staat zijn de betaling inzake de ouderbijdrage te voldoen, kan
een beroep worden gedaan op geheel of gedeeltelijke kwijtschelding. Een verzoek hiertoe
dient gericht te worden aan de schooldirecteur, die zal beslissen of en in welke mate
kwijtschelding zal plaatsvinden. Bij langdurige ziekte van een kind (minimaal een half jaar),
verhuizing of instromers kunnen ouders naar rato van het aantal maanden aanspraak maken
of een reductie.
Artikel 8. In gebreke blijven.
Bij niet voldoen aan de voortvloeiende betalingsverplichtingen anders dan in artikel 7
genoemd, kan dit leiden tot verdere niet-deelname van een of meerdere kinderen aan de
genoemde activiteiten.
Dit reglement is door de medezeggenschapsraad goedgekeurd.
6.5. Snoep- en speelgoed voor groep 1 2 3 en 4
U wordt verzocht uw kinderen geen speelgoed of snoepgoed mee naar school te geven. De
jongere kinderen mogen, als uitzondering op bovengestelde regel, een stuk speelgoed
meebrengen ter gelegenheid van de eigen verjaardag en na het Sinterklaasfeest.
Appels worden in de groep 1 tot en met 4 verstrekt, met ingang van de dinsdag na de
Wanssumse kermis. Via ISY wordt vermeld wanneer de appelverstrekking stopt gedurende
het schooljaar. De kinderen kunnen ’s morgens fruit, een boterham of een stukje kaas
meenemen in de periodes dat er geen appels uitgedeeld worden.
Op school worden geen mobieltjes toegestaan. Mocht het dringend nodig zijn dan gebeurt
dit in overleg met desbetreffende leerkracht.
6.6. Overblijven
Met ingang van schooljaar 2014-2015 is de TSO anders geregeld. In de middagpauze; 12.00u12.45u kunnen ouders ervoor kiezen om hun kind(eren) naar huis te laten komen of op school
te laten overblijven. Kinderen die overblijven lunchen samen met de leerkracht in de klas van
12.00u tot 12.15u. Daarna gaan zij naar buiten tot 12.45 uur. Bij slecht weer blijven zij binnen
spelen. Er worden surveillanten ingezet bestaande uit één leerkracht en drie ouders. Zij zorgen
voor toezicht en een veilige situatie. De kinderen lunchen gezond; broodwaren/ koek,
drinken, fruit en groenten. Paulien Zanders is de overblijfcoördinator. Met vragen kun je bij
haar terecht.
6.7 Buitenschoolse opvang en dagarrangementen
41
Per 1 augustus 2007 heeft Dynamiek scholengroep de wettelijke verplichting voor het
organiseren van een voorziening voor buitenschoolse opvang. BSO (buitenschoolse opvang)
betreft het opvangen van kinderen voor en na schooltijd en in de schoolvakantie. BSO is een
onderdeel uit de Wet kinderopvang. De buitenschoolse opvang is een gezamenlijke
aangelegenheid van de school (Dynamiek scholengroep) en de ouders.
Dynamiek scholengroep heeft de buitenschoolse opvang uitbesteed aan erkende
kinderopvangorganisaties ( SPRING, ’t Nest, Okki en Pierewiet) in onze regio en heeft hiervoor
samenwerkingsovereenkomsten afgesloten. Op deze manier voldoet het schoolbestuur aan
zijn zorgplicht, de verantwoordelijkheid voor de uitvoering ligt bij de opvangorganisatie. Ook
de zorg voor kwaliteit, het personeel en de huisvesting, is in deze situatie een
verantwoordelijkheid van de kinderopvang. De ouders sluiten een overeenkomst met de
opvangorganisatie.
De kinderopvangorganisaties geven aan waar de opvang plaatsvindt, hoe de leerlingen er
komen, hoe de opvang in vakantieperioden geregeld is, etc. De ouders sluiten een
overeenkomst met de opvangorganisatie. De aansprakelijkheidsverdeling is als volgt: tijdens
de schooluren en bij de tussenschoolse opvang (TSO) is Dynamiek scholengroep
aansprakelijk bij ongevallen en dergelijke. Tijdens de buitenschoolse opvang is de
opvangorganisatie aansprakelijk en is de Wet Kinderopvang van toepassing. Voor de kosten
kunnen de ouders een toeslag krijgen.
De uitvoering van de BSO
De BSO kan plaatsvinden in ofwel een geregistreerd kindercentrum, dat al dan niet binnen
een schoolgebouw is gevestigd, ofwel een gastouder, die door tussenkomst van een
geregistreerd gastouderbureau, gastouderopvang aanbiedt. De ouderbetrokkenheid loopt
via de oudercommissie van de BSO-vestiging.
6.8 Eerste H. Communie en Vormsel
Onze school gaat uit van een katholieke levensovertuiging. Daarom willen wij de communie
en het vormsel ondersteunen. De organisatie voor de communie en het vormsel liggen bij de
ouders en de parochie. De voorbereidingen worden op school na lestijd gedaan door de
pastoor en ouders/vrijwilligers. Ouders kunnen hun kind(eren) hiervoor opgeven. Zie
onderstaande schema. De communie wordt toegediend voor de kinderen van groep 4 en 5
en het vormsel voor de kinderen van groep 7 en 8.
Schema
2014-2015
2015-2016
2016-2017
2017-2018
2018-2019
2019-2020
Communie en vormsel
Communie en vormsel
Communie en vormsel
6.9 Medewerking aan niet-schoolse acties
Er wordt geen medewerking verleend aan acties waarbij verenigingen of instellingen de
leerlingen willen inschakelen om geld op te halen, dan wel folders rond te brengen. Een
uitzondering wordt gemaakt voor die acties die duidelijk op het kind zijn gericht, zoals bv. de
Kinderpostzegelactie of kindervakantiewerk. De directie beoordeelt of folders uitgedeeld
mogen worden aan de kinderen en/of er iets op ISY wordt gezet.
6.10 Sponsoring
In deze schoolgids hoort ook een stukje te staan m.b.t. het beleid dat de school voert voor
wat betreft sponsoring. Allereerst willen we duidelijk maken wat er nou precies onder
sponsoring verstaan wordt. Vandaar de volgende beschrijving:
42
“ Sponsoring is een commerciële activiteit, waarbij een bedrijf of instelling geld of goederen
geeft in ruil voor bepaalde diensten.”
Er moet dus sprake zijn van een bepaalde tegenprestatie die de school moet bieden in ruil
voor sponsoring (bijvoorbeeld een reclamebordje voor een bepaald bedrijf).
In het basisonderwijs is er tot op heden nauwelijks sprake van sponsoring zoals hierboven
beschreven. Mocht er al eens een bedrijf of instelling zijn dat geld en/of goederen geeft aan
een school, dan is dat meestal in de vorm van een donatie, waar geen tegenprestatie voor
verlangd wordt.
Daar waar sponsoring geen invloed heeft op de kwaliteit en vormgeving van het onderwijs
wordt bij afweging de uiteindelijke beslissing genomen door de directeur.
6.11 Verzekeringen
Door de school is voor alle kinderen en personeelsleden een collectieve
ongevallenverzekering afgesloten. Deze verzekering is uitsluitend van kracht tijdens het gaan
naar, het verblijf op en het komen van school, alsmede datgene wat in schoolverband
gebeurt zoals schoolreisjes, zwemmen, excursies, sportdagen e.d. Behalve personeelsleden
zijn ook de ouders die op de een of andere manier de kinderen begeleiden verzekerd.
De verzekering dekt met name lichamelijke schade en bijvoorbeeld niet een kapotte jas of
fiets. Vergoeding van geneeskundige behandeling vindt plaats wanneer medische kosten
niet door een andere verzekering worden gedekt.
6.12 Fotograferen en filmen op school
Fotograferen op school mag. Filmen niet i.v.m. de privacy van kinderen. Filmen mag alleen
bij festiviteiten; niet onder de lessen. We vragen U om vertrouwelijk met de gemaakte foto’s
om te gaan en deze niet te publiceren op (digitale) openbare netwerken. Dit ivm de privacy
van kinderen. De school zal geregeld actuele foto’s plaatsen op de schoolsite. Daar kunt u
foto’s downloaden.
6.13 Klachtenprocedure
Overal waar mensen werken kan iets fout lopen, ook op BS De Peddepoel. Vaak heeft het
ermee te maken dat er verkeerde inschattingen zijn gemaakt of dat er iets mis loopt in de
communicatie.
In de onderstaande tekst willen we u informeren over wat u kunt doen als u een klacht heeft
over de school of over iemand op school.
De Peddepoel is aangesloten bij de Stichting KOMM (Klachten Over MachtsMisbruik) en
heeft daarmee ook de klachtenregeling van de Stichting overgenomen.
Onderstaande tekst is slechts een samenvatting.
Wilt u een officiële klacht indienen, vraag dan om de volledige tekst en toelichting. Deze is
verkrijgbaar via de interne contactpersoon. Op de Peddepoel is dat Paulien Zanders.
Aard van de klacht:
a. Klachten over machtsmisbruik
Onder machtsmisbruik verstaat de regeling: seksuele intimidatie, discriminatie, agressie,
geweld en pesten.
Soms is er sprake van zo ernstige klachten dat het belangrijk wordt om onafhankelijke externe
deskundigen in te schakelen. Kort bij de school kunt u een beroep doen op de interne
contactpersoon, daarbuiten is nog een externe vertrouwenspersoon. Zij helpen u verder met
het verwerken van uw klacht.
Een officiële klacht wordt ingediend bij de onafhankelijke klachtencommissie.
b. Overige klachten
Dit zijn alle klachten die niet thuishoren onder machtsmisbruik. Deze klachten hebben bijv.
betrekking op de begeleiding van kinderen, strafmaatregelen, beoordelen en waarderen
van leerlingen of op onderdelen van de schoolorganisatie.
We gaan ervan uit dat u met uw klacht in eerste instantie naar de betrokkene gaat, zoals de
leerkracht. Als de afhandeling voor u niet naar wens verloopt kunt u bij de directie terecht.
43
Mocht dit overleg geen oplossing bieden dan kunt u het bestuur inlichten. U kunt dat doen
via de secretaris. Zie hiervoor bij de bestuursgegevens.
Het bestuur zal samen met u naar wegen zoeken tot overleg en oplossing. Als een en ander
niet tot een bevredigende oplossing leidt, dan kunt u een officiële klacht indienen bij de
klachtencommissie.
Deze commissie zal de betrokken partijen horen en een voorstel doen om te komen tot de
oplossing van de klacht.
Bemiddeling
Bij een klachtbehandeling zijn er meestal alleen maar verliezers. Daarom bestaat de
mogelijkheid om te kiezen voor bemiddeling. Daarbij zal de bemiddelaar de partijen helpen
zelf een oplossing te vinden voor hun probleem, op een manier waar beiden zich in kunnen
vinden. Mocht de bemiddeling mislukken of mocht u de klacht te ernstig vinden voor
bemiddeling dan kan uiteraard toch een klacht ingediend worden.
Bij wie kunt u terecht met uw klachten?
a. De interne contactpersoon
luistert naar uw probleem en overlegt met u over de verdere handelwijze.
Zowel bij overige klachten als bij klachten over machtsmisbruik kunt u een beroep op
haar doen. Voor De Peddepoel is dat Loes Cleven.
b. de externe vertrouwenspersonen
De functie van externe vertrouwenspersoon voor de scholen binnen Dynamiek
Scholengroep wordt ingevuld door mevrouw José Hoebers, De werkzaamheden van de
externe vertrouwenspersoon bij de GGD worden uitgevoerd door een functionaris van de
afdeling Jeugdgezondheidszorg, De externe vertrouwenspersoon is onafhankelijk en
gesprekken met deze persoon zijn strikt vertrouwelijk.
De vertrouwenspersoon gaat na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt.
De vertrouwenspersoon gaat tevens na of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het
indienen van een klacht. Is dit het geval dan begeleidt zij de klager desgewenst bij de
verdere procedure en verleent desgewenst bijstand bij het doen van aangifte bij politie
of justitie. Indien dit wenselijk of noodzakelijk wordt geacht verwijst de
vertrouwenspersoon de klager naar andere instanties gespecialiseerd in opvang en
nazorg. Contactgegevens van de klachtenregeling en de namen van de commissie kunt
u vinden in H10, achteraan in deze Schoolgids.
c. Vertrouwensinspecteur Primair Onderwijs
Een personeelslid, of een lid van de MR dat op de hoogte is van een seksueel misdrijf is
verplicht dit te melden aan het bestuur. Het bestuur moet dan verplicht overleggen met
de vertrouwensinspecteur.
Als er een redelijk vermoeden is van een misdrijf, is het bevoegd gezag verplicht om
aangifte te doen nadat het de betrokkenen op de hoogte heeft gesteld.
Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of
lichamelijk geweld worden doorgegeven aan het meldpunt vertrouwensinspecteurs.
44
7 De ontwikkeling van het onderwijs in de school
Wij proberen de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren door onze onderwijsactiviteiten
regelmatig onder de loep te nemen. Hieruit vloeien vele activiteiten voort. De veranderingen
die we de komende vier jaar aan willen brengen, staan beschreven in het Schoolplan 20112015. In schooljaar 2014-2015 gaan we een nieuw Schoolplan 2015-2019 opzetten.
Jaarlijks worden beleidsvoornemens gemaakt n.a.v. het Schoolplan in het Jaarplan. Dit wordt
jaarlijks geëvalueerd in het Jaarverslag.
7.1 Jaarverslag 2013-2014
7.1.1 Leerlijnen in de onderbouw vaststellen en verduidelijken van activiteitengericht naar
doelgericht werken.
De evaluaties van de didactische doelen zijn verwerkt in de groepsoverzichten. Daarna
werden deze evaluaties schoolbreed afgesproken.
Komend schooljaar gaan we doelen vanuit de groepsplannen inzetten over de gehele dag;
ook vanuit het werkbord. Verder verankering van de evaluaties in de groepsoverzichten.
7.1.2 Nieuwe methode Engels integreren.
De methode is gebruikt in de combinatiegroep 7/8 en in groep 6 apart. In de
combinatiegroep was dit lastig uit te voeren met 40 kinderen in de klas. De resultaten waren
wel goed. Gemiddelde score bij de M8 toets. Uit de enquête onder ex-groep 8 leerlingen
bleek dat Engels goed aanluit bij het voortgezet onderwijs.
Komend schooljaar wordt Engels aangeboden in aparte jaargroepen. We zien dat als een
voordeel.
7.1.3 Beschrijven onderwijszorgprofiel.
Het SchoolOndersteuningsProfiel is vanuit WMK opgesteld n.a.v. het bovenschools format. Het
SOP is sterk Dynamiek gestuurd. De inventarisatie van de zorgbehoefte is per school gemaakt
en heeft financiële consequenties voor de invulling van de zorgbreedte op school en
ondersteuningsteams op clusterniveau.
Komend schooljaar is verdere monitor nodig van de zorgbehoefte op schoolniveau.
7.1.4 Verfijning aanpak begrijpend lezen.
Eén leerkracht heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot collegiale consultatie. Er zijn
concrete voorstellen gedaan (ook aan groep 1/ 2) betreffende de strategieën/ modelleren
en Nieuwsbegrip XL is nogmaals bestudeerd. Ervaringen zijn aan elkaar uitgewisseld. De
koppeling naar wereldoriëntatie is niet gedaan. Picto’s van nieuwsbegrip worden ingezet in
groep 1-3.
Komend schooljaar willen we een workshop inzetten: onderwijs maak je samen begrijpend
lezen. Verder willen we de beginsituatie en leerpunten van leerkrachten meer helder krijgen
en hierop acties inzetten (denk aan POP, bouwvergaderingen en collegiale consultaties).
7.1.5 Kennis van het directe instructiemodel (DIM) en dit integreren in de lessen.
Dim wordt toegepast, maar het is niet helder voor elkaar bij welke vakken dit gebeurd naast
lezen en rekenen. Klassenbezoeken en evaluatiegesprek zijn uitgevoerd door de directeur (2x
bij elke leerkracht) en twee leerkrachten zijn gecoacht door een medewerkster van BCO.
Komend schooljaar evaluatie beginsituatie, tops en knelpunten bespreken en uitbreiden in
bouwoverleg.
7.1.6 Analyses maken van de leeropbrengsten en verwerken in groepsplannen.
De gesprekscyclus is uitgevoerd en er is een goede lijn voor de groepsplannen rekenen en
lezen. Het groepsplan spelling is uitgesteld door het experimenteren met de nieuwe
taalmethode. Ook is het groepsplan begrijpend lezen uitgesteld door het nog ontbreken van
voldoende theoretische achtergrond. De zelfevaluatie is uitgevoerd.
45
Komend schooljaar de gesprekscyclus uitbreiden naar bouw- en teamvergaderingen. De
visie groepsplan en groepsoverzicht op één lijn brengen en uitvoeren, de groepsoverzichten
uitbreiden. Scholing begrijpend lezen. Zelfevaluatie/ doelgesprek (via format WMK).
7.1.7 Het maken van ontwikkelperspectieven en leerlijnen/tussendoelen.
Door verloop schooljaar (fusie/afwezigheid vaste IB-er) niet uitgewerkt. Er is wel een OPP
opgesteld voor één leerling. Dat werkt positief!
Komend schooljaar gaan de IB-ers inventariseren welke leerlingen er in aanmerking komen
voor een OPP, keuzes maken voor wie dit verder uitgewerkt gaat worden. Voor de
theoretische achtergrond zal het IB-netwerk van het cluster benaderd worden.
7.1.8 LB leerkrachten in de organisatie.
Uitgevoerde taken van de LB-leerkrachten waren:
OB: plaatsvervangend directeur, contactpersoon brede school en TSO, opvang nieuwe
leerlingen /ouders en traject begrijpend luisteren.
BB: implementatie taalmethode, begrijpend lezen, coaching twee nieuwe leerkrachten,
gedrag leerlingen en opleiding middenmanagement afgerond.
Komend schooljaar afstemmen/ elkaar leren kennen in nieuwe organisatie. Regelmatig
overleg tussen OB en BB coördinator voor steun en voorbereiding vergaderingen. Denk aan
invoer onderwijskundige vernieuwingen: o.a. bloklessen, werkbrief/ werkbord.
7.1.9 Veiligheid op weg naar school.
De netwerkbijeenkomsten van VVN zijn gevolgd door een leerkracht. We werken aan de
voorwaarden/ verkeersplan voor het verkrijgen van het label.
Het opstellen van een haal-brengconvenant is opgenomen in het fusietraject.
De verkeersprojecten Streetwise en schoolpleinpakket zijn niet uitgevoerd. Het opgestelde
actieplan waarin het verkeersexamen is goedgekeurd.
Er is een verkeersveilgheidsenquete opgesteld en uitgevoerd onder de ouders ivm de fusie
en verkeersveiligheid rondom school.
Komend schooljaar wordt het verkeerveiligheidsplan rondom school i.v.m. de fusie samen
met VVN, de Dorpsraad, Gemeente Venray en ouders uitgevoerd. Meer hierover is te lezen in
H1.3 situering van de school.
7.1.10 Leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong.
Het overleg tussen de directeur en de werkgroep heeft niet plaatsgevonden.
Wel heeft onze IB-er in bs.Megelsheim/Meerlo (bestaande plusklas) geïnformeerd hoe te
signaleren en handelen bij leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong.
Komend schooljaar zal onze IB-er BB de taak van contactpersoon overnemen. Hier vanuit zal
zij beleid voor onze school opzetten en uitvoeren. Twee studiemiddagen voor alle
leerkrachten van cluster groen zijn er al gepland in het nieuwe schooljaar. Ook zullen we
gaan signaleren welke leerlingen al een groep hoger kunnen gaan werken i.v.m. de invoer
van bloklessen in het nieuwe schooljaar.
7.1.11 Organisatie in een combinatiegroep.
In de praktijk is het verbinden van vakken en leerlijnen toegepast. Kansen ontdekken en
toepassen. Gebruik maken van lerarenkwaliteiten is toegepast bij muziek. Groepen zijn
samengevoegd bij muziek, wereldoriëntatie, Engels en verkeer. A.h.v. de coaching door een
medewerkster van BCO zijn er nieuwe kansen gezocht en tips gekregen om effectiever om te
gaan met het werken in een combinatiegroep.
Komend schooljaar werken wij (door de fusie) niet meer in combinatiegroepen. De
winstpunten die verworven zijn door het werken met combinatiegroepen gaan we ook
gebruiken in de jaargroepen.
7.1.12 Levensbeschouwing.
Afgelopen schooljaar is het Vormsel voor een aantal leerlingen uit groep 7/8 voorbereid en
toegediend. Een werkgroep (ouders) heeft onderzocht in welke groepen de Communie de
komende jaren wordt toegediend. Dat zal zijn in groep 4/5.
46
Vanuit het fusietraject heeft de werkgroep leefbaarheid enkele standpunten van het team
verwerkt tot aandachtspunten. Deze zijn einde schooljaar 2013-2014 door de directeur
besproken met de parochie en de werkgroep ouders.
Komend schooljaar zal dan uitvoering gegeven worden aan de vernieuwde opzet rondom
de Communie en het Vormsel.
7.1.13 Sociaal emotioneel volgsysteem.
Het gekozen model: Viseon is ingevuld en in bouw/unitvergaderingen besproken.
Aandachtspunt was m.n. het verschil van interpretatie van de observatiepunten.
Komend schooljaar vereist het invullen en verwerken verdere afstemming met de nieuwe
collega’s.
7.1.14 Leerstijlen.
Afgelopen schooljaar hebben we geen aandacht geschonken aan scholing betreffende
verschillende leerstijlen van kinderen.
Komend schooljaar zal dit onderwerp ook nog geen specifieke aandacht krijgen. Wel willen
we graag in het schooljaar daarna (2015-2016) een start gaan maken met een oriëntatie wat
het thematisch werken voor onze school kan gaan betekenen in de toekomst. Hierbij zien we
ook een koppeling naar meervoudige intelligentie en evt. ook het tegemoetkomen aan
werkvormen voor kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong.
7.1.15 Kwaliteitszorg.
Het werken met kwaliteitskaarten van Cees Bos is vanuit Dynamiek Scholengroep voor elke
school verplicht gesteld. Zie digitale module WMK. Afgelopen schooljaar was het tweede in
een 4-jarencyclus. De kwaliteitskaarten leertijd, pedagogisch handelen en HGW zijn met het
team opgesteld. Daarnaast hebben we een visiestuk burgerschap gemaakt en
gecommuniceerd met de MR en zijn de schoolenquêtes onder leerlingen van groep 5-8,
ouders en personeel afgenomen in mei’14. De resultaten van de enquêtes zijn openbaar
gemaakt via ISY en worden momenteel geanalyseerd door het team, MR en OR.
Komend schooljaar zullen we in het derde jaar van deze cyclus verder gaan met het maken
van enkele kwaliteitskaarten, quickscans uitvoeren in het team en aandachtspunten vanuit
de analyses om gaan zetten in toekomstig beleid. Het Jaarplan/ verslag zullen we ook gaan
opzetten vanuit WMK.
In het komend schooljaar zal naast de thema’s gewerkt worden aan de volgende items; zie
Jaarplan 2014- 2015.
Opzetten nieuwe rapporten.
Afstemming MAT, team en ouders nieuwe fusieschool.
Opzetten nieuw Schoolplan 2015-2019. De missie en visie voor de nieuwe fusieschool
zijn al gereed. Deze zijn opgesteld met ouders tijdens een ouderconferentie (najaar
2013).
7.2 Zorg voor de relatie school en omgeving.
Op 1 januari 2005 is Dynamiek scholengroep van start gegaan. De nieuwe organisatie is
ontstaan uit de stichtingen SKO ‘Overkwartier’ en SKO Meander. Dynamiek scholengroep
verzorgt primair onderwijs in de gemeentes Horst aan de Maas en 3 dorpen van de
gemeente Venray: Geijsteren, Blitterswijck en Wanssum. Ruim 3000 kinderen bezoeken de
scholen van onze stichting.
Onze school werkt samen met de B.C.O. (Begeleidingscentrum Opvoeding en
Onderwijs). Bij onderwijsvernieuwingen heeft de B.C.O. een adviserende rol. Ook bij
het verder onderzoeken van kinderen met leer- en gedragsproblemen wordt de
B.C.O., indien nodig, geraadpleegd.
47
8 De resultaten van ons onderwijs
De kwaliteit van het onderwijs dient niet alleen te worden afgemeten aan de soort van
voortgezet onderwijs waaraan de leerlingen na acht jaar basisonderwijs gaan deelnemen.
Evenmin zijn de diverse toetsen die de leerlingen gedurende hun basisschooltijd afleggen
alleen bepalend voor onze beoordeling van de leerling. Wij vinden het zeker zo belangrijk
dat een kind zich op zijn gemak voelt, met plezier presteert en met een tevreden gevoel kan
terugkijken op zijn tijd op De Peddepoel.
8.1 Cijfers over de uitstroom van onze leerlingen
Wij publiceren de scores van de CITO- eindtoets en de plaatsing in het voortgezet onderwijs
van de laatste drie jaren.
Door het CITO wordt van iedere leerling een z.g. standaardscore bepaald.
Deze score wordt als indicatie door het voortgezet onderwijs (Raaylandversie) als volgt
gehanteerd:
Minder dan 521:
na test plaatsing op VMBO BL of VMBO B.
521 t/m 525:
VMBO B
526 t/m 530 :
VMBO BK
531 t/m 535:
VMBO KT
536 t/m 540:
VMBO TH
541 en hoger:
HAVO / VWO
547 en hoger:
VWO+ (met duidelijk VWO – advies basisschool)
Bij het maken van de uiteindelijke keuze speelt het advies van de leerkracht van groep 8 een
belangrijke rol. Hierbij wordt rekening gehouden met de zelfstandigheid, het
doorzettingsvermogen, de interesse, de motivatie en de ijver van de leerlingen.
Voor onze school waren de gemiddelde scores als volgt (vergeleken met vergelijkbare
scholen):
Jaar
2010
2011
2012
2013
2014
Gemiddeld GLG
landelijk
535.2
535.3
535.1
534,7
534,4
GLG de
peddepoel
533.6
533.0
536.0
538.3
535,2
Naar welke vorm van voortgezet onderwijs (brugklas) gingen onze leerlingen?
De keuze van naar welke school men gaat is natuurlijk vrij. In de praktijk blijkt echter dat de
leerlingen van de Peddepoel voor het merendeel kiezen voor het Raayland College
(Venray), een klein aantal kiest voor een andere school in de regio.
Naar welke vorm van voortgezet onderwijs (brugklas) gingen onze leerlingen?
Advies
Schoolverlaters
2009-2010
20
2010-2011
22
2011-2012
27
2012-2013
21
2013-2014
22
PRO
VSO
VMBO-B
VMBO-KT
VMBO-T/Havo T
Havo/VWO
VWO+
0
0
2=10%
4=20%
5=25%
9=45%
0
0
0
5=23%
5=23%
3=14%
6=26%
3=14%
0
0
2=7%
6=22%
6=22%
10=37%
3=11%
0
0
2=9%
3=14%
4=19%
12=57%
0
0
0
2=9%
3=14%
9=41%
4=18%
4=18%
PRO = praktijkonderwijs
VSO = voortgezet speciaal onderwijs
48
VMBO = Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs.
Hierin onderscheidt men 3 zogenaamde leerwegen:
B = Basisberoepsgerichte leerweg
KT = Kaderberoepsgerichte/theoretische leerweg
TH = Theoretische leerweg
8.2 Cijfers over de specifieke zorg voor de leerlingen.
Uiteraard is het zo dat een aantal leerlingen in de groep extra aandacht behoeft.
De groepsleraar heeft, door zijn lesindeling, voor hen dan ook tijd gereserveerd.
Deze extra aandacht kan incidenteel zijn, soms echter heeft de leerkracht deze tijd vast in
zijn rooster ingepland. Het aantal leerlingen dat deze extra tijd nodig heeft is natuurlijk van
groep tot groep verschillend.
Verwijzend naar het hoofdstuk over de zorgverbreding geven wij u het aantal leerlingen dat
jaarlijks hiervoor in aanmerking komt. Ook hier weer de opmerking dat dit aantal jaarlijks
wisselt.
Aantal leerlingen dat op 1 of meerdere vakgebieden extra zorg ontvangt m.b.v. een
verlegde leerlijn:
Aantal leerlingen met ambulante begeleiding:
Aantal verwijzingen naar speciale scholen:
8.3 Kwaliteitszorg
De scholen van Dynamiek Scholengroep willen staan voor kwalitatief goed onderwijs.
Dat betekent :
Een veilige en gestructureerde speel - en leeromgeving voor alle kinderen
Sociale vaardigheden met heldere normen en waarden
Adequaat gebruik van de kerndoelen
Een leerproces dat kinderen in toenemende mate verantwoordelijk maakt voor hun
eigen leren
Een open interactie met de omgeving, de ouders, andere scholen en instanties
Welbevinden van alle personeelsleden
Daartoe hebben alle scholen van Dynamiek Scholengroep een gezamenlijk beleid opgezet
voor kwaliteitszorg.
Het gaat dan om de vraag : “Doen we de goede dingen en doen we die goed?”
De scholen van Dynamiek Scholengroep hebben daartoe een aantal instrumenten
afgesproken die gehanteerd worden om de kwaliteit doorlopend te verbeteren.
Enkele voorbeelden zijn :
Kritische gesprekken over de gebruikte “metingen van de kwaliteit”
Gebruik van het kwaliteitssysteem WMK (werken met kwaliteitskaarten) van Cees Bos
Een leerlingvolgsysteem en diverse toetsen (bijv. van Cito)
Beschrijving van leerstofaanbod en methodes en middelen in het schoolplan
Lesrooster
De toetsingseisen van de inspectie
De Algemene Schoolverkenning (ASV) voor veiligheid en Arbozaken
Vragenlijsten (enquêtes) voor ouders, leerlingen en personeel
Een uitgebreidere beschrijving vindt u in het schoolplan 2011-2015. Deze kunt u te allen tijde
inzien op school.
49
9 Regeling school - en vakantietijden
9.1 Schooltijden
In schooljaar 2014-2015 zijn de schooltijden als volgt geregeld:
We hanteren een inlooptijd van 5 minuten. Dat betekent dat leerlingen en ouders vanaf de
eerste bel naar binnen gaan. (8.25 en 12.40 uur) Als dan de 2e bel gaat, moeten de kinderen
op hun plaats zitten om met de les te beginnen en de ouders het klaslokaal hebben verlaten.
We proberen er op deze manier voor te zorgen dat er zo weinig mogelijk lestijdverlies is. Als
de leerkracht van uw kind surveilleert mogen de kinderen niet eerder naar binnen.
maandag, dinsdag donderdag en vrijdag:
ochtend:
middag:
08.30 u - 12.00 u
12.45 u – 14.45 u
woensdag:
Groep 1 en 2 hebben de gehele vrijdag vrij.
ochtend:
08.30 u - 12.15 u
9.2 Vakantierooster 2014-2015
Studiedag
16 september
Kermis Wanssum
6 oktober
Studiemiddag
11 november
Herfstvakantie
20 t/m 24 oktober
Kerstvakantie
22 december t/m 2 januari
Carnavalsvakantie
16 t/m 20 februari
Pasen
6 april
Meivakantie
27 april t/m 8 mei
Hemelvaart
14 t/m 15 mei
Pinksteren/kermis Geijsteren 25 mei
Studiedag
27 mei
Zomervakantie
20 juli t/m 28 augustus
9.3 Afwezigheid en verlof
9.3.1 Wegens ziekte
Wilt u, als uw kind door ziekte niet naar school kan komen, dit voor 08.30 uur middels een
telefoontje of een briefje laten weten. Belt u s.v.p. zo weinig mogelijk tijdens de schooluren.
9.3.2 Verlof
Leerplicht kennen we in Nederland al bijna een eeuw. In 1994 is er een nieuwe leerplichtwet
ingegaan, waaraan alle scholen zich moeten houden. Het is daarbij een wettelijke
verplichting om een verzuimplan op te stellen waarin staat aangegeven hoe er met verzuim
moet worden omgegaan. Enkele belangrijke punten:
Doelstelling schoolverzuimplan
De bedoeling van het schoolverzuimplan is het voorkomen van schoolverzuim en daarmee
te voldoen aan de wettelijke afspraken. Doordat dit plan is opgenomen in de schoolgids
hopen we dat hiervan een preventieve werking uit zal gaan als het gaat om ongeoorloofd
schoolverzuim.
Hoe gaan we om met schoolverzuim ?
Dagelijks wordt verzuim bekeken en geregistreerd door de groepsleerkracht.
Indien een leerling om 9.00 uur nog niet aanwezig is en hij/zij ook niet afgemeld is,
probeert de leerkracht telefonisch contact op te nemen met de ouders.
50
Als er sprake is van ongeoorloofd verzuim noteert de leerkracht dit in de
verzuimregistratie en geeft dit door aan de directeur.
De ouders/verzorgers ontvangen schriftelijk bericht van het ongeoorloofde verzuim
met de mededeling dat bij de tweede keer het verzuim wordt doorgegeven aan de
ambtenaar leerplicht van de gemeente.
Een tweede verzuim wordt doorgegeven aan de leerplichtambtenaar die vervolgens
contact opneemt met de ouders/verzorgers.
Bij een verzuim van 3 achtereenvolgende dagen wordt direct melding gemaakt bij
de ambtenaar leerplicht.
Afspraken met de ambtenaar leerplicht
Ongeoorloofd verzuim wordt bij de tweede keer (en volgende) in één schooljaar,
altijd schriftelijk gemeld bij de ambtenaar leerplicht.
De ambtenaar neemt contact op met de ouders/verzorgers.
Bij herhaald verzuim of bij zeer langdurig verzuim worden de ouders door de
ambtenaar leerplicht uitgenodigd voor een gesprek. Er kan een proces-verbaal
opgemaakt worden.
Hoe gaan we om met verlof ?
Verlof wegens familieomstandigheden (zoals jubileum, bruiloft enz.) dient schriftelijk te
worden aangevraagd bij de directie. U krijgt ook schriftelijk antwoord.
Voor ander verlof buiten de schoolvakanties dienen de ouders zich eveneens tot de
directie te wenden.
Extra vakantiedagen worden alleen toegekend indien zij vallen onder de noemer
“andere buitengewone omstandigheden”. Ook dit verlof dient met opgaaf van
reden schriftelijk aangevraagd te worden. Ook nu zal de directie hierop schriftelijk
reageren.
Indien er verlof wordt aangevraagd voor een periode langer dan 10 dagen beslist de
ambtenaar leerplicht van de gemeente.
Tenslotte….
Uit bovenstaande tekst begrijpt u dat de directie geen toestemming zal verlenen bij
aanvragen voor tussentijdse vakanties, ook niet als het gaat om de bekende lange
weekends.
De directie hoopt dat u begrip heeft voor de aanpak, zoals die – wettelijk opgedragen –
door ons wordt uitgevoerd.
9.3.3 Het verlaten van school, schorsing en verwijdering van leerlingen
Een leerling bij wie naar het oordeel van de directie van de basisschool de grondslag
voor het volgen van aansluitend voortgezet onderwijs in voldoende mate is gelegd,
verlaat aan het einde van het schooljaar de basisschool, mits hierover met de ouders
overeenstemming bestaat.
In elk geval verlaat de leerling de basisschool aan het einde van het schooljaar waarin
de leerling de leeftijd van 14 jaar bereikt.
Indien een leerling door de daartoe opgerichte commissie een verwijzing krijgt voor het
volgen van een speciale school voor basisonderwijs, wordt door de ouders en de
betrokken scholen overeenstemming bereikt over het tijdstip van overplaatsing.
Schorsing van een leerling
Reden voor schorsing is vooral wangedrag van een leerling. Zoals ernstige verstoring van de
rust, van de veiligheid of van de gezondheid in de school, of zich onttrekken aan de regels
van de school. De directeur kan , na overleg met de groepsleerkracht, een leerling voor
maximaal drie schooldagen schorsen. Indien dit gebeurt moet hij/zij zo spoedig mogelijk:
a
b
c
51
de ouders mondeling en schriftelijk in kennis stellen
de ambtenaar leerplichtzaken schriftelijk een melding sturen
het bevoegd gezag (schoolbestuur) op de hoogte stellen.
Het bevoegd gezag zal binnen drie dagen de betrokken groepsleerkracht, de ouders en ook
de directeur horen en een bindende beslissing nemen over het vervolg, waarin ook het
belang van de leerling wordt betrokken (WPO artikel 40).
Verwijdering van een leerling (niet vrije keus van de ouders)
In alle andere gevallen dan hierboven genoemd, beslist het bevoegd gezag over de
verwijdering van een leerling. Alvorens hiertoe over te gaan moet het bevoegd gezag op zo
kort mogelijke termijn:
a
de ouders van de leerling horen;
b
de betrokken groepsleraar horen;
c
de directeur horen.
In de overwegingen dient uitdrukkelijk ook het belang van deze leerling te worden betrokken.
Definitieve verwijdering vindt niet plaats nadat een andere (onderwijs-) instelling bereid is
deze leerling toe te laten. Indien het bevoegd gezag aantoonbaar gedurende 8 weken
zonder succes een onderwijs (onderwijs-) instelling heeft gezocht waarnaar kan worden
verwezen, kan eveneens tot definitieve verwijdering worden overgegaan.
De ouders ontvangen een gemotiveerd schriftelijk besluit waarin wordt gewezen op de
mogelijkheid om binnen 6 weken schriftelijk bezwaar te maken tegen het besluit. Het bestuur
meldt dit besluit terstond aan de ambtenaar leerplichtzaken en aan de inspectie van het
onderwijs.
Indien tegen deze beslissing in de vorige alinea bezwaar wordt gemaakt beslist het bevoegd
gezag binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift.
De ouders kunnen, naast een bezwaarschrift, een procedure aanspannen bij de burgerlijke
rechter (WPO artikel 40).
In het kader van de Wet op passend onderwijs mogen scholen een leerling verwijderen als
de grenzen van zorg zijn bereikt. Pas als een andere school is gevonden, die de leerling de
noodzakelijke ondersteuning kan bieden, kan een leerling worden geweigerd.
Gronden voor vrijstelling van het onderwijs
Omstandigheden waarin ouders vrijgesteld zijn van de plicht hun kind BS “De Peddepoel” te
laten bezoeken zijn:
als de school gesloten is of het onderwijs geschorst is;
als het bezoeken van de school door uitzonderlijke omstandigheden verboden is;
als de leerling bij wijze van tuchtmaatregel tijdelijk de toegang tot de school ontzegd is;
wegens ziekte van de leerling;
indien de specifieke aard van het beroep van een van de ouders schoolbezoek tijdelijk
onmogelijk maakt;
wegens vervullen van plichten van de leerling die voortvloeien uit godsdienst of
levensovertuiging
wegens andere gewichtige omstandigheden
Verwezen wordt in deze naar de Leerplichtwet, artikel 11)
Op besluiten van de Leerplichtambtenaar of de directeur van de school over aanvragen
van verzoeken tot vrijstelling van geregeld schoolbezoek is de Algemene Wet Bestuursrecht
(AWB) van toepassing.
Als leerlingen vrijstelling krijgen voor activiteiten in het kader van bijvoorbeeld voorbereiding
Eerste Communie of vormsel, zal de school zorg dragen voor adequate invulling van deze
lestijd.
52
10 Namen en contactgegevens
10.1 Contactgegevens van het personeel
Gelieve zoveel mogelijk via de mail contacten te leggen. Indien gewenst kunt u naar school
bellen; liefst buiten lesuren. Indien dringend kunt u de directeur of plv. directeur bellen.
Functie
Naam
Directeur
Jos van Gerven
Ma-woe mo- do
[email protected]
06-23889039
Leerkracht groep 1-2 a (MR lid)
Hanneke v.d. Beuken
[email protected]
Leerkracht groep 1-2 b (MR lid)
Wo-do en groep 3 vr
Onderbouwcoördinator di
Leerkracht groep 1-2 b ma-di (OV lid)
plaatsvervangend dir.
woe-do
Leerkracht groep 3
Ma-di-woe-do
Paulien Zanders
[email protected]
06-17886111
Hanny Wolters-Vissers
[email protected]
Leerkracht groep 4
Claudia Frederix
[email protected]
Leerkracht groep 4
Hanny Poels
[email protected]
Ma-di
Woe-do-vr
Interene begeleider onderbouw di
Leerkracht groep 5
Ma-di-woe-do
Bovenbouwcoördinator vr
Inge van de Water
[email protected]
Interne begeleider Bovenbouw di-do
leerkracht groep 5 vr
Vertrouwenspersoon
Leerkracht groep 6
ICT-er vr-mi
Loes Cleven
[email protected]
Leerkracht groep 7
(MR-lid)
Joop Thijssen
[email protected]
Leerkracht groep 8
(MR lid)
Wim Kunen
[email protected]
Leerkracht groep 6
Gini Pijpers-Claassen
[email protected]
Vr-mi
Yvo Willems
[email protected]
Lgf-leerkracht
Angelique Minten
[email protected]
Leerkracht compensatieverlof groep 1/2b-5-6-7-8
ma-vr
José Voermans
[email protected]
Administratieve kracht
woensdag
Petra van Well
[email protected]
Conciërge
Herman Huibers
[email protected]
Ma-di-do mo- vr mo
53
Els Benders
[email protected]
10.2 Samenstelling van het bestuur.
Op 1 januari 2005 is Dynamiek scholengroep van start gegaan. De nieuwe organisatie is
ontstaan uit de stichtingen SKO ‘Overkwartier’ en SKO Meander. Dynamiek scholengroep
verzorgt primair onderwijs in de gemeentes Horst aan de Maas, en de dorpen Blitterswijck en
Wanssum.
Als bestuursvorm is gekozen voor een model met een Raad van Toezicht en een College van
Bestuur. Dat houdt in dat het College van Bestuur het centrale bestuursorgaan van de
Dynamiek scholengroep is.
Het College van Bestuur heeft een groot aantal taken waaronder:
de zorg voor huisvesting
Het doelmatig beheer van financiële, materiële- en personele middelen
het vaststellen van het strategisch beleid
het vaststellen van de begroting
externe contacten met gemeenten en andere partijen
de zorg voor de veiligheid en de gezondheid en de overige arbeidsomstandigheden
in de schoolgebouwen
Samenstelling van het College van Bestuur:
de heer Jan Jenneskens, voorzitter
Bereikbaarheid College van Bestuur:
Postadres: Postbus: 6162
5960 AD Horst
Bezoekadres: Expeditiestraat 3a
5961 PX Horst
Telefoon : 077-4678020
Website:
www.dynamiek.nu
E-mail:
[email protected]
Ondersteuning:
Het College van Bestuur wordt ondersteund door een stafbureau. Hier zijn werkzaam:
Mevrouw Nell Drissen
secretariaat
Mevrouw Marli Linskens
secretariaat
Raad van Toezicht:
De Raad van Toezicht houdt integraal toezicht op het beleid van het College van Bestuur en
op de algemene gang van zaken binnen de stichting en staat het College van Bestuur met
advies terzijde. De Raad van Toezicht is als volgt samengesteld:
Voorzitter:
De heer P. Kurvers (voorzitter)
Leden:
Mevr. M. Lubbert
De heer B. Janssen
De heer S. Smits (vice voorzitter)
De leden van de Raad van Toezicht zijn bereikbaar via het College van Bestuur of via het
bestuurskantoor van Dynamiek Scholengroep.
10.3 Samenstelling van de MR.
Ouders:
Vicky Platzbeecker
Yvonne van den Heuvel
Natalie Visser
Sandy Kleeven
54
Personeel:
Wim Kunen (voorzitter)
Hanneke v.d. Beuken
Joop Thijssen
Els Benders
0478-532501
Vergaderdata schooljaar 2014-2015:
1-10, 19-11, 14-01, 04-03, 20-05, 08-07
10.4 Leden van de oudervereniging en vergaderdata:
25-09, 16-10, 18-11, 21-01, 19-03, 13-04, 19-05, 17-06.
Schooljaar 2014 / 2015
Naam:
Emiel van Erp
Patricia Linskens
Sandra Halmans
Chantal Hermsen
Loes Hendrix
Wieke van Doorne
Suzan Gielen
Letty Lemmen
Ard Hendrix
voorzitter
bestuurslid
bestuurslid
Bestuurslid
bestuurslid
Bestuurslid
Bestuurslid
Bestuurslid
Penningmeester
0478-514248
10.5 Namen en adressen van externe personen.
Inspectie van het onderwijs
Rijksinspectiekantoor Eindhoven:
Inspecteur primair Onderwijs
Drs. J. H. M. Jacobs
Postbus 530, 5600 AM Eindhoven
tel. 040 - 2197000
B.C.O. (Begeleidingscentrum voor onderwijs en opvoeding)
Het B.C.O. geeft advies inzake leerlingenbegeleiding en schoolplanontwikkeling.
Wylrehofweg 11, 5912 PM Venlo, tel. 077 – 3519284
Schoolarts, G.G.D
Dokter:
Annie Suilen
Telefonisch spreekuur: woensdag van 14.30 – 15.30 uur, tel.: 0478-531471.
Assistenten-JGZ:
Telefonisch spreekuur: donderdag van 13.00 – 14.00 uur, tel.: 0478-531474.
Verpleegkundige:
Petra Claessens
Telefonisch spreekuur: vrijdag van 13.30 – 14.30 uur, tel.: 0478-531475.
Jeugdgezondheidszorg Venray,
Eindstraat 20, 5801 CR Venray,
Telefoon: 0478 - 531477
Fax: 0478-531488
55
GGD Venlo
Drie Decembersingel 50, 5921 AC VENLO
Postadres: Postbus 1150, 5900 BD VENLO
Telefoon: 077-8504848
Logopedie
Telefonisch spreekuur op maandag van 16.00 – 17.00 uur.
Tel.: 0478-531478
Website www.ggdlimburgnoord.nl
Centrum Jeugd en gezin
088 - 3300 600 (maandag tot en met vrijdag van 09.00 – 11.00 uur).
[email protected]
Website www.mijncjg.nl
Landelijke bezwaren-, geschillen- en klachtencommissie voor het katholiek onderwijs
Postbus 82324
2508 EH Den Haag
Tel 070-392.55.08 (van 9.00 - 12.00 uur)
[email protected]
Website http://www.geschillencommissiesbijzonderonderwijs.nl/
Bureau Vertrouwensarts inzake Kindermishandeling
Postbus 6200 AA Maastricht
043 – 3639424
Kindertelefoon
06 – 0432
Schoolmaatschappelijk werk
Judith Cornelissen
Bemmelstraat 2, 5961 HN Horst
077-3978500 [email protected]
Vertrouwenspersoon (extern)
José Hoebers,
Reysenbeckstraat 22, 5963 AZ Hegelsom,
077-3987031
Meldpunt vertrouwensinspecteurs
0900 – 111 3 111
56