Postbus 122 5201 AC ’s-Hertogenbosch 073 6249624 Dit JAARVERSLAG maakt onlosmakelijk deel uit van de JAARREKENING 2013. Bezoekadres: Vlijmenseweg 2 5223 GW ‘s-Hertogenbosch www.kw1c.nl College van Bestuur: Drs. J. Noordijk, voorzitter College van Bestuur Drs. C.L.E.M. van Gerven, lid College van Bestuur 19 juni 2014 Jaarverslag 2013 © Koning Willem I College ’s-Hertogenbosch Reproductie van dit document zonder toestemming van het College van Bestuur van het Koning Willem I College is niet toegestaan anders dan in zijn volledige vorm. Juni 2014 Versie: 1.0 Status: goedgekeurd door Raad van Toezicht 2 Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h JAARverslag 2013 Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h 3 Leeswijzer Dit jaarverslag is een verantwoordingsdocument voor allen die enig belang hebben bij een goed functioneren van het Koning Willem I College. Dat zijn in willekeurige volgorde: • Toezichthoudende instanties: Ministerie van OCW, Inspectie van het onderwijs, Rijksaccountant • Raad van Toezicht van het Koning Willem I College • Studenten en hun ouders of partners • Bedrijven, instellingen, belangenorganisaties en intermediaire organisaties • Toeleveranciers: de scholen voor voortgezet onderwijs in de regio ‘s-Hertogenbosch • Afnemers: Hogescholen die onze gediplomeerde studenten inschrijven • Collega-ROC’s, AOC’s, vakscholen en regionale en lokale overheden • Personeelsleden • Overige geïnteresseerden Dit jaarverslag is opgesteld conform de Richtlijn Jaarverslag Onderwijs van het Ministerie van OCW en de aanvullende brief van het Ministerie betreffende het Geïntegreerd Jaardocument 2013 van 20 december 2013 waarin genoemd worden: • Verklaring bevoegd gezag met betrekking tot het voldoen van de opleidingen aan de wettelijke vereisten (hoofdstuk A1, pagina 6) • De tevredenheid van studenten (hoofdstk B3, pagina 31-32) • Diplomaresultaat en jaarresultaat (hoofdstuk B3, pagina 32-33) • Het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters (hoofdstuk B3, pagina 34) • Personele gegevens (hoofdstuk B4, pagina 37-41) • Financiële gegevens (hoofdstuk B5, pagina 42-44) • Informatie in verband met specifieke regelingen - Regeling intensivering Nederlandse taal en rekenen MBO (hoofdstuk B2, pagina 23-24 en Bijlage C2, pagina 55-58) - Prestatiebox PO (hoofdstuk B3, pagina 36) • Informatie in verband met kwalitatief zwakke opleidingen en examens (hoofdstuk B2, pagina 26-28) • Continuïteitsparagraaf (hoofdstuk B2, pagina 14-22) 4 Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h In dit jaarverslag is het bestuursverslag van het College van Bestuur en een aantal bijlagen met cijfers opgenomen. De cijfers in dit jaarverslag zijn aangeleverd door de dienst Financiële Zaken, de Dienst Governance & Control en de Dienst Informatiemanagement. Onderwijsafdelingen en overige diensten hebben aanvullende inhoudelijke informatie aangeleverd. Het hoofdstuk financiën bevat, in lijn met de jaarrekening, een beknopt overzicht van het financieel beleid en de financiële resultaten over meerdere jaren. De volledige jaarrekening, als onderdeel van het geïntegreerd jaardocument, wordt afzonderlijk in een kleinere oplage verspreid. Geïnteresseerden kunnen deze op www.kw1c.nl inzien. Deel A handelt over de wijze waarop het Koning Willem I College georganiseerd is. In dit deel vindt u het voorwoord van het College van Bestuur en het verantwoordingsverslag van de Raad van Toezicht. In deel B legt het College van Bestuur verantwoording af over het verslagjaar 2013. In dit deel worden de kerngegevens van het Koning Willem I College nader toegelicht. In de bijlagen in deel C treft u de verantwoordingen aan betreffende de notitie Helderheid en de ingezette middelen voor taal en rekenen, alsmede een overzicht van de locaties die het Koning Willem I College in gebruik heeft en een overzicht met de relevante nevenfuncties van de leden van de Raad van Toezicht en de leden van het College van Bestuur. Digitale versie Jaarverslag 2013 Geïnteresseerden kunnen dit jaarverslag op www.kw1c.nl inzien met foto’s en video’s. Dit biedt een nadere kijk op waar het Koning Willem I College voor staat en wat in 2013 is bereikt. Wilt u reageren op dit jaarverslag of wilt u meer informatie? Neemt u dan contact op met: Koning Willem I College Projectbureau PR & Communicatie Postbus 122 5201 AC ’s-Hertogenbosch E-mail: [email protected] Lijst met gebruikte afkortingen AOC AKA ATL BAPO BBO BBL BIO BOL BPV BVE CEC DEX DGC Dt DUO E5 EVC FBO FTE GJ HBO ITS LB LMS MBO OP OBP OCW ROC VAVO VMBO VSO VSV : Agrarisch opleidingencentrum : Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent : Academie voor Teaching & Learning : Bevordering arbeidsparticipatie ouderen : Beroepsbegeleidend onderwijs : Beroepsbegeleidende leerweg (combinatie werken en leren) : (Wet) Beroepen in het onderwijs : Beroepsopleidende leerweg (leren op school, stage in bedrijf of instelling) : Beroepspraktijkvorming (praktijkgedeelte van de opleiding: stage of (on) betaald werk) : Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie : Centrale examencommissie : Dienst Examinering : Dienst Governance & Control : Deeltijd : Dienst uitvoering onderwijs (voorheen CFI: centrale financiën instellingen) : Cultuurplein voor culterele ontmoetingen voor theater, muziek, dans, taal en beeldend : Eerder verworven competentie : Funderend beroepsonderwijs : Full time equivalent : Geïntegreerd jaardocument (bestaande uit jaarverslag en jaarrekening) : Hoger beroepsonderwijs : Het instituut voor toegepaste sociale wetenschappen : Loopbaan en burgerschap : Learning management system : Middelbaar beroepsonderwijs : Onderwijzend personeel : Ondersteunend en beheerspersoneel : (Ministerie van) Onderwijs, Cultuur en Wetenschap : Regionaal opleidingencentrum : Voortgezet algemeen volwassenonderwijs : Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs : Voortgezet speciaal onderwijs : Voortijdig schoolverlaten Inhoudsopgave DEEL A: BESTUUR EN ORGANISATIE A1 Voorwoord College van Bestuur A2 Organisatie A3 Missie, visie en kernwaarden Koning Willem I College A4 Verslag en samenstelling Raad van Toezicht DEEL B: BESTUURSVERSLAG COLLEGE VAN BESTUUR B1 Beleid en strategie B2 Onderwijs B3Studenten B4Medewerkers B5 Financiën B6 Regionale verankering B7Bedrijfsvoering DEEL C: BIJLAGEN BIJ HET BESTUURSVERSLAG C1 Notitie Helderheid in de bekostiging BVE (2004) C2 Verantwoording taal en rekenen 2013 C3Locaties C4 Nevenfuncties leden Raad van Toezicht en leden College van Bestuur Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h 7 7 8 11 12 14 14 25 32 36 40 42 44 47 47 50 53 54 5 6 Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h DEEL A: BESTUUR EN ORGANISATIE A1Voorwoord College van Bestuur Het verslagjaar 2013 staat voor een belangrijk deel in het teken van het afscheid van de heer Coen Free per 1 augustus 2013. Na een imposante loopbaan als schoolbestuurder laat hij het beste grote ROC achter, waarin de student daadwerkelijk centraal staat. Op 24 mei nemen de studenten afscheid. Dit doen ze onder meer met een djembé sessie, een officiële militaire groet, door studenten van de Academie Geüniformeerde Beroepen en de onthulling van een heuse Coen Free Promenade. Op 20 juni vindt het officiële afscheid plaats in het Jheronimus Bosch Art Center. In deze prachtige omgeving geeft Coen Free op de hem zo kenmerkende wijze een indrukwekkende masterclass. De heer Geert Mol, voorzitter van de Raad van Toezicht, de heer Jan van Zijl, voorzitter van de MBO Raad, de heer Ton Rombouts, burgemeester van ’s-Hertogenbosch en de heer Nimal van Oort, voorzitter van de Alumni vereniging (A-Academy) geven in hun toespraken aan wat Coen Free heeft betekend voor de landelijke en regionale ontwikkelingen in het onderwijs, voor de stad ’s-Hertogenbosch en voor de student. Mevrouw Jeanette Noordijk, per 1 augustus 2013 opvolgster van Coen Free, haalt in haar speech het aardse paradijs aan, beschreven in het boek ‘Dromen van Cocagne’ van Herman Pleij: ‘Het Koning Willem I College was er nooit in zijn huidige vorm gekomen als jij, Coen, niet die bijzondere mengeling in je had en hebt om het paradijs op aarde te willen neerzetten’. Als antwoord op het beleidsplan Focus op Vakmanschap verschenen in 2011 het (strategische) Expeditieplan en in 2012 het (tactische en operationele) Koersboek. Het Expeditieplan en het Koersboek vormen samen het strategische en operationele beleidskader voor het college, voor de periode 2011-2015. Het Koning Willem I College realiseert in 2013 grotendeels de opdrachten die het zichzelf in het Koersboek stelt. In de veelheid aan onderwerpen legt het college in 2013 de focus op een viertal deelterreinen die specifieke aandacht behoeven: onderwijsprogrammering, examinering, onderwijslogistiek en professionalisering. Gelijktijdig stuurt het college aan op een herijking van het kwaliteitszorgmodel om de kwaliteit op opleidingsniveau beter te kunnen borgen. In dit jaarverslag verantwoordt het College van Bestuur zich voor zijn beleid en de resultaten die zijn behaald. De verantwoording is in lijn met de wettelijke richtlijnen zoals neergelegd in de ‘Richtlijn Jaarverslag Onderwijs’ van 2013. De verslaglegging is opgesteld op collegeniveau, op basis van de input van afdelingen, diensten en projectbureaus. De wijze van verslaglegging sluit aan op het organisatiemodel waarbij kritische bedrijfsprocessen centraal worden aangestuurd en de diverse organisatieonderdelen in lijn hiermee op decentraal niveau opereren. In het verslagjaar is in het overleg met directeuren van afdelingen en diensten, maar ook met de Raad van Toezicht, het ‘Actieplan Focus op Vakmanschap 2011-2015’, en de vertaling hiervan naar het Koersboek mbo ’15, besproken. Begin 2013 maakt het onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de Staat van de Instelling duidelijk dat de examinering en daarmee ook de kwaliteitsborging op opleidingsniveau verbetering behoeven. Met de verankering van jaarplannen (op basis van de vier speerpunten) in de planning & control cyclus, het Actieplan Examinering en de implementatie van de Kwaliteitsmonitor BONE-BVE (een monitor op opleidingsniveau die één op één aansluit op het waarderingskader van de Inspectie) in het te herijken kwaliteitszorgsysteem van het college zijn in het verslagjaar 2013 al belangrijke stappen gezet om geconstateerde tekortkomingen op te heffen. Voor 2014 geldt: de basis op orde en de lat omhoog. Het Koning Willem I College wil immers ook in de komende jaren het beste grote ROC van Nederland blijven. Ook het thema ‘Goed bestuur’ heeft in 2013 in de MBO-sector, maar ook daarbuiten, aandacht gekregen. Wij onderschrijven dat ‘Goed bestuur’ vraagt om permanente alertheid en waar nodig maatregelen die zijn gericht op transparantie, professioneel handelen, een heldere organisatiestructuur en cultuurverandering. Onder meer als voorbereiding op de inwerktreding van de nieuwe Branchecode ‘Goed bestuur in het mbo’ per 1 augustus 2014, als vervanging van de Governancecode ‘Goed bestuur in de bve-sector’, heeft het thema ‘Goed bestuur’ de agenda van het overleg met de Raad van Toezicht voor een belangrijk deel bepaald. Zowel de Raad van Toezicht als het College van Bestuur hebben eind 2013 uitgesproken dat het Koning Willem I College volledig wil voldoen aan de vereisten in de nieuwe Governancecode. Op basis van een toepassing van de ‘Checklist Governance’ van de MBO Raad op het verslagjaar 2013 concludeert het College van Bestuur dat gehandeld wordt conform de vigerende Governancecode. De vastlegging daarvan wordt in 2014, gelijktijdig met de aanpassingen als gevolg van de invoering van de nieuwe Governancecode, gerealiseerd. Het College van Bestuur spreekt het volste vertrouwen in zijn medewerkers uit om de opdracht in het Koersboek mbo’15 (als antwoord op ‘Focus op vakmanschap 2011-2015’) tot een succes te maken en de door de Inspectie van het Onderwijs geconstateerde tekortkomingen op te heffen, zodat het Koning Willem I College ook in de komende jaren tot de beste roc’s van Nederland blijft behoren. Drs. J. Noordijk, voorzitter College van Bestuur Drs. C. van Gerven, lid College van Bestuur ‘s-Hertogenbosch, mei 2014 Verklaring Als bevoegd gezag van het Koning Willem I College verklaart het College van Bestuur dat al zijn (beroeps)opleidingen voldoen aan de daarvoor gestelde wettelijke eisen. Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h 7 A2Organisatie Organogram Koning Willem I College 2013 Raad van Toezicht College van bestuur Diensten •Examinering •Facilitair Bedrijf •Financiële Zaken •Human Resource Management •Informatie Management •IT Force •Studenten Succes Centrum 8 Jaarverslag 2013 Ondernemingsraad Ondersteuning CvB Studentenraad Governance & Control Afdelingen •Academie Geüniformeerde beroepen •Academie voor Media, Art en Performance •Assistenten Gezondheidszorg •Bouwinfra, Architectuur & Meubeldesign •Finance, Banking & Insurance •Funderend Beroepsonderwijs •High Tech Metalektro •ICT-Academie •International Studies •Kind & Educatie •Kort Middelbaar Vak Onderwijs •Lifestyle •Marketing & Communicatie •Middelbare Techniek School •Middelbare Horeca School •Mobiliteit & Logistiek •Ondernemersacademie •OSLO •Sociaal Maatschappelijke Studies •Sportacademie •Thema’s, Onderwijs & Projecten •Toerisme & Recreatie •Verpleegkunde & Verzorging K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h Projectafdelingen •School voor Marketing & Techniek - De Waterfabriek Faciliterende afdelingen •Talenacademie •Academie voor Teaching & Learning Educatie-afdelingen •Educatie •VAVO BBO-afdelingen •BBO De Schalm Primair onderwijs •Jenaplanschool Antonius Abt Projectbureaus •(Inter)nationale Projecten •De Bono Expertisecentrum •Projectbureau J4 •PR & Communicatie Leden College van Bestuur1 Organogram op groepsniveau Het bevoegd gezag van het Koning Willem I College is het College van Bestuur. De Raad van Toezicht houdt toezicht op het College van Bestuur. De Raad van Toezicht is tevens het bestuur van de Stichting Regionaal Onderwijs Centrum ’s-Hertogenbosch. • De heer drs. C. Free, voorzitter College van Bestuur (tot 1 augustus 2013) • Mevrouw drs. J. Noordijk, lid College van Bestuur (voorzitter vanaf 1 augustus 2013) • De heer drs. C. van Gerven, lid College van Bestuur Onder de stichting vallen verder: • Educatiestichting (een groepsmaatschappij) • 24ZW BBO De Schalm (een aparte voorziening voor auditief beperkte studenten) • 04DZ Jenaplanschool Antonius Abt (primair onderwijs) In schema: Groep Koning Willem I College Stichting Regionaal Onderwijs Centrum Koning willem i college Educatiestichting BBO De schalm Jenaplanschool Antonius Abt 1 De relevante nevenfuncties van de zittende leden van het College van Bestuur zijn opgenomen in bijlage C4. Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h 9 10 Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h A3Missie, visie en kernwaarden Koning Willem I College Missie Het succes van de leerling is de reden van ons bestaan. Visie Gewoon een goede school. Kernwaarden Wij zijn een Community College. Wij spreken alle talenten aan. Wij voeden creatief denken. Wij verleggen grenzen. Wij gaan voor een betere wereld. Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h 11 A4Verslag en samenstelling Raad van Toezicht Governance Samenstelling College van Bestuur De Raad van Toezicht huldigt het principe van toezicht op afstand, met als uitgangspunt Governance zoals gedefinieerd in de Governancecode ‘Goed bestuur in de bve-sector. De Raad van Toezicht werkt vanuit deze code. Uitgangspunten van deze code zijn verwerkt in de Statuten en het Bestuursreglement Raad van Toezicht van het Koning Willem I College. De Raad is tevens toezichthouder van de Jenaplanschool Antonius Abt; in lijn hiermee is het College van Bestuur van Koning Willem I College tevens College van Bestuur van Antonius Abt. De Raad werkt vanuit haar rol als toezichthouder van Antonius Abt in lijn met de code ‘Goed bestuur in het primair onderwijs’. Jaarlijks voert de Raad van Toezicht in november functionele voortgangsgesprekken met de leden van het College van Bestuur. De voorzitter en een (wisselend) lid van de Raad van Toezicht voeren gesprekken met de individuele leden van het College van Bestuur. Daarna spreekt de Raad met het voltallige College van Bestuur, evalueert en maakt vervolgafspraken. De invulling van de eigen rol van toezichthouder is ook in 2013 in een zelfevaluatie door de Raad aan de orde gesteld. Vanuit de Raad fungeren vier (gemandateerde) bestuurscommissies: Agendacommissie, Commissie Huisvesting, Commissie Financiën en Remuneratiecommissie. In genoemde commissies hebben leden van de Raad van Toezicht en het College van Bestuur zitting op basis van hun expertise. Deze commissies bereiden besluiten van de Raad van Toezicht voor en dienen als klankbord voor het College van Bestuur. Maandelijks hebben de voorzitters van de Raad van Toezicht en het College van Bestuur informeel overleg over beleidskwesties. De voltallige Raad van Toezicht voert in 2013 vier maal overleg met het College van Bestuur over onder andere de volgende strategische beleidszaken: actieplan Focus op Vakmanschap vanuit het ministerie van OCW en het hierop anticiperende plan van aanpak ‘Op koers naar mbo’15’, beroepspraktijkvorming, bevindingen toezicht door de Inspectie van het Onderwijs, de Governancecode Goed Bestuur, de planning & control cyclus, financiën, bouw en huisvesting. Elke vergadering start met een wisselend actueel thema, veelal verzorgd door medewerkers van het college. In 2013 evalueert de Raad van Toezicht door middel van een zelfevaluatie het functioneren van de Raad. De Raad keurt in 2013 de jaarrekening over 2012 en de begroting over 2014 goed. De Raad heeft in 2013 een gesprek met de exerne accountant Ernst & Young en benoemt PwC als nieuwe externe accountant. De Raad van Toezicht nodigt jaarlijks de ondernemingsraad en de studentenraad uit voor een overlegvergadering. Daarnaast voert de Raad enkele gesprekken met de ondernemingsraad. 12 Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h In 2013 neemt de Raad van Toezicht afscheid van de heer Coen Free als voorzitter van het College van Bestuur. Per 1 augustus 2013 is zijn dienstverband beëindigd. De heer Free heeft veel betekend voor het Koning Willem I College. In ruim 23 jaar heeft het Koning Willem I College zich onder zijn leiding ontwikkeld tot een college dat in het land zeer goed staat aangeschreven. Kwaliteitsbewust en innovatief waren daarbij belangrijke kernbegrippen; het succes van de leerling stond daadwerkelijk centraal. Als blijk van waardering voor zijn bijdrage aan de ontwikkeling van het college benoemt de Raad van Toezicht de heer Free tot erevoorzitter van het College van Bestuur. Vanaf deze plaats spreekt de Raad van Toezicht nogmaals zijn dank uit aan de heer Free. Anticiperend op het vertrek van de heer Free als voorzitter van het College van Bestuur per 1 augustus 2013, benoemt de Raad mevrouw Jeanette Noordijk per 1 januari 2013 als lid van het College van Bestuur en per 1 augustus 2013 als voorzitter van het College van Bestuur. Mevrouw Noordijk was tot 1 januari 2013 directeur van de Directie Beroepsonderwijs en Volwasseneducatie van het Ministerie OCW. Vanuit die functie heeft mevrouw Noordijk een goed inzicht gekregen in het middelbaar beroepsonderwijs en de volwasseneducatie en was ze één van de belangrijkste architecten van het actieplan Focus op Vakmanschap, dat voor een belangrijk deel de (in)richting bepaalt van het middelbaar beroepsonderwijs. Samen met de heer Cor van Gerven vormt mevrouw Noordijk per 1 augustus 2013 het nieuwe College van Bestuur. Samenstelling Raad van Toezicht Samenstelling Raad van Toezicht2 In 2013 neemt de Raad van Toezicht afscheid van de heren Weck en Bleijs en bedankt hen voor de inzet. Begin 2014 benoemt de Raad, op voordracht van de ondernemingsraad, een nieuw lid. De heer drs. G.C.M. Mol RA (voorzitter) Mevrouw J.M.F. van der Beek (lid) De heer drs. A.J. de Bruin RA (lid) De heer mr. W.J.J. Louwers AA (penningmeester) De heer ir. G.J.P. van Oosten (lid) Mevrouw mr. P.P.M. van Reijsen (secretaris) De heer prof. drs. W.J.M. Spaan (lid) Relevante ontwikkelingen Begin 2013 voert de Inspectie van het Onderwijs het onderzoek uit naar de Staat van de Instelling. In 2013 wordt binnen de MBO Raad afgesproken dat het voldoen aan de Branchecode Goed Bestuur een voorwaarde wordt voor het lidmaatschap van de MBO Raad. De financiële positie van onderwijsinstellingen is een belangrijk landelijk aandachtspunt. Deze onderwerpen bepalen voor een belangrijk deel de agenda van het overleg van de Raad van Toezicht met het College van Bestuur. Het nieuw samengestelde College van Bestuur zet die stappen die een goed antwoord geven op de bevindingen van de Inspectie. De juiste maatregelen worden getroffen om te blijven voldoen aan de Governancecode. Er is sprake van een gezonde financiële positie van het Koning Willem I College. Voor de vier collegebrede speerpunten onderwijsprogrammering en -inhoud, examinering, onderwijslogistiek en professionalisering worden resultaatafspraken geformuleerd, die worden verankerd in jaarplannen. De Raad spreekt zijn waardering uit voor de inzet waarmee medewerkers van het Koning Willem I College hebben bijgedragen aan de bereikte resultaten. De Raad bedankt het College van Bestuur voor de open en constructieve samenwerking. In 2013 zijn belangrijke stappen gezet in de doorgaande ontwikkeling van het Koning Willem I College. De Raad ziet die ontwikkeling met vertrouwen tegemoet. Drs. G.C.M. Mol, voorzitter ’s-Hertogenbosch, mei 2014 2 De relevante nevenfuncties van de leden van de Raad van Toezicht zijn opgenomen in bijlage C4. Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h 13 DEEL B: BESTUURSVERSLAG COLLEGE VAN BESTUUR B1BELEID EN STRATEGIE Visie en beleid Strategische visie Het is van groot belang dat iedereen in een schoolorganisatie hetzelfde verhaal vertelt. De Koning Willem I College-organisatie is zó ingericht dat het college zich aan stakeholders en community kan presenteren als één organisatie, met één onderwijsvisie, één personeels-, financieel, facilitair en technologiebeleid en één systeem van kwaliteitszorg. Dit maakt het mogelijk een sterke identiteit te creëren, door in het dagelijkse werk vanuit dezelfde gedachten met één en dezelfde passie te handelen. In dialoog met leerlingen/studenten, medewerkers en vertegenwoordigers uit het beroepsleven heeft het Koning Willem I College gekozen voor het missie-model en de visie, missie en kernwaarden geformuleerd in krachtige, betekenisvolle oneliners, die ook internationaal gezien zeer herkenbaar en aansprekend zijn. Missie: Het succes van de leerling is de reden van ons bestaan Iedereen heeft recht op een goede opleiding. Een opleiding waarmee jonge mensen ambities kunnen waarmaken en talenten benutten. Zodat ze kunnen groeien en sterk genoeg zijn om hun eigen toekomst vorm te geven. De maatschappij heeft zulke goed opgeleide jonge mensen nodig, die prima functioneren en actief – met kennis en kunde – op diverse niveaus hun bijdrage leveren aan de zich steeds ontwikkelende samenleving. Hiér ligt de verantwoordelijkheid van het Koning Willem I College. We vinden dat we er alles aan moeten doen om een student de best mogelijke opleiding te geven. Voor de student zelf, maar ook voor de maatschappij. Het Koning Willem I College bouwt actief mee aan een toekomst waarin iedereen een volwaardig en gerespecteerd lid van de maatschappij is. Dat doen we door optimaal toegankelijk te zijn voor (potentiële) leerlingen, studenten en cursisten, door hen verwachtingsvol tegemoet te treden en door hun vervolgens excellent onderwijs aan te bieden dat recht doet aan individuele talenten. Onderwijs dat hun alle kansen geeft voor de arbeidsmarkt of een vervolgopleiding. Een student op het Koning Willem I College mag rekenen op kleinschalig, boeiend en uitdagend onderwijs en een goede begeleiding door inspirerende docenten, die graag hun vakkennis met de leerlingen delen. Visie: Gewoon een goede school We willen ons doel bereiken door gewoon een goede school te zijn. Een goede school waar studenten eigentijds en levensecht leren in krachtige, veilige leeromgevingen. 14 Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h Een goede school waar gewoon goed onderwijs gegeven wordt, door vak- en beroepsbekwame docenten. In een duidelijke structuur met veel aandacht voor kennis, vaardigheden en attitude. Een goede school gericht op succeservaringen, maar waar studenten zich ook kwetsbaar mogen opstellen en gerust fouten mogen maken, als onderdeel van het leerproces. Want ook van fouten leer je. Een goede school die een reputatie hoog te houden heeft: we staan immers bekend als een betrouwbare en achtenswaardige organisatie. Kernwaarden De vijf kernwaarden leggen de ziel bloot van het Koning Willem I College. Ze vormen de basisprincipes van de visie van ons college en zijn de fundamenten van ons doen en laten. Wij zijn een Community College. We zijn een gemeenschap van lerenden, delen principes, waarden en normen en dragen een brede sociaaleconomische en cultuurhistorische visie uit, die onze community ten goede komt. Dit wordt nog eens extra benadrukt door ons duurzaamheidsbeleid en onze speciale activiteiten in en voor de community. Wij spreken alle talenten aan. Iedereen beschikt over waardevolle talenten. We ontwikkelen de talenten van onze studenten op basis van hun leerderskenmerken en hun meervoudige intelligentie. Wij voeden creatief denken. Dit is gebaseerd op de ontwikkeling van denkvaardigheden waarbij lateraal denken, creativiteit en de nieuwste inzichten op het gebied van breinleren een belangrijke rol spelen. Wij verleggen grenzen. Ouders en maatschappij vertrouwen ons hun dierbaarste bezit toe: hun kinderen. Dit verplicht ons als verzorgers van onderwijs een student optimaal tot ontplooiing te laten komen. We zoeken daarom steeds weer de grenzen op (ook de internationale) om onze studenten het beste te kunnen bieden. Wij gaan voor een betere wereld. We zijn een UNESCO-school; we geloven in een duurzame, betere wereld. We tonen respect voor alles wat leeft op onze planeet. Onze basis is: respect voor de mens, religies, achtergronden en geaardheid. Stakeholders Als onze voornaamste stakeholders beschouwen we: • leerlingen/studenten/cursisten (opmerking: het Koning Willem I College spreekt niet over ‘deelnemers’); • ouders/verzorgers; • alumni, verenigd in de A-Academy; • het toeleverend en afnemend onderwijs; • het regionale bedrijfsleven; • lokale en regionale overheidsinstanties; • de ‘community’ in algemene zin; • de (nationale) overheid. Op koers naar mbo’15 Op 11 november 2011 verschijnt het Plan van Aanpak ‘Koning Willem I College Op expeditie naar mbo’15’, als antwoord op het minsteriële ‘Actieplan Focus op Vakmanschap 2011-2015’. Als vervolg op het Plan van Aanpak, dat vooral een strategisch en tactisch karakter had, wordt in 2012 ‘Koning Willem I College Op koers naar mbo’15’ vastgesteld. Op basis van het Koersboek mbo’15 wordt vorm en inhoud gegeven aan de noodzakelijke organisatorische en inhoudelijke vernieuwing van het college en van het onderwijs. Het Koersboek geeft concreet de richting aan voor de bedrijfsprocessen van het college en geeft concrete richtlijnen voor de fases van inrichten en verrichten. Expeditieboek en Koersboek vormen samen het strategische en operationele beleidskader voor het college, voor de periode 2011-2015. De focus op vier speerpunten In het jaar 2013 wordt de voortgang van de implementatie van het Koersboek gemonitord. In een drietal werkconferenties wordt de stand van zaken opgemaakt. Als vervolg op de conferentie ‘Succesmeting’ in maart, verzorgd door de Dienst Governance & Control, brengen de Dienst Examinering en de Academie voor Teaching & Learning in april in de conferenties ‘Examinering’ en ‘Een IJzersterk Onderwijsprogramma’ de stand van zaken in beeld voor de examinering en de onderwijsprogrammering. Deze drie werkconferenties geven input voor een viertal collegebrede speerpunten voor 2013 en 2014: onderwijsinhoud en -programmering, examinering, onderwijslogistiek en professionalisering. Met de focus op deze vier speerpunten wordt nadrukkelijk ingezet op een verbetering van die activiteiten die rechtstreeks samenhangen met de visie van het Koning Willem I College ‘Gewoon een goede school’. Studenten hebben immers recht op goede onderwijsprogramma’s, goede (beschikbaarheid van) leermiddelen, goede roosters, goede examens en goede leraren. Door voor deze speerpunten eenduidig geformuleerde resultaatafspraken op te nemen in de jaarplannen 2014 geeft het College van Bestuur sturing aan deze kwaliteitsverbetering. Monitoring door het College van Bestuur vindt plaats tijdens de periodiek geplande jaarplangesprekken met leidinggevenden. Continuïteitsparagraaf3 In deze paragraaf wordt op hoofdlijnen het beleid van het Koning Willem I College voor de komende jaren geschetst. De kwalitatieve toelichting, aangevuld met een aantal kwantitatieve indicatoren, geven gezamenlijk inzicht in de continuïteit van het Koning Willem I College voor de komende drie jaren. Het kwalitatieve deel In het meerjaren beleidsplan in ontwikkeling ‘Koers Koning Willem I College 2018’, als vervolg op de beleidsdocumenten ‘Op expeditie naar mbo’15’ en ‘Op koers naar mbo’15’, wordt de omgeving van het Koning Willem I College beschreven en het beleid dat als reactie daarop de komende jaren wordt ingezet. De huidige crisis raakt het mbo volop in haar kernopdracht. Het mbo, en dus het Koning Willem I College, staat voor de vraag waarvoor mbo-studenten nog worden opgeleid en waar nieuwe werkgelegenheid op mbo-niveau kan ontstaan. Zonder een relatief draagkrachtige middenklasse dreigt immers het ‘cement in de samenleving’ te verbrokkelen. De landelijke overheid zet sterk in op arbeidsmarktrelevantie van beroepsopleidingen en wil ook dat studenten goed worden voorgelicht over kansen op werk. Om die kansen te vergroten zet het Koning Willem I College de komende jaren in op het breder opleiden van studenten; zowel op de lagere als op de hogere niveaus. Het Koning Willem I College bepleit daarbij dat een flexibele toepassing van de nieuwe kwalificatiestructuur mogelijk wordt, zodat meerdere opleidingen of delen daarvan gecombineerd kunnen worden, toegespitst op de actuele (regionale) werkgelegenheid. Het benutten van kansrijke crossovers is daarbij een belangrijk sleutelbegrip. Vooruitlopend op de ontwikkeling van sectorplannen voor de sectoren Economie en Zorg, zijn voor de sector Techniek al twee deelplannen ontwikkeld, die vanaf het studiejaar 2014-2015 geïmplementeerd gaan worden; eerst voor de niveaus 2 en 3 en daarna voor niveau 4. 3 De continuïteitsparagraaf is ingericht conform de richtlijnen zoals opgenomen in het servicedocument ‘Voor het opnemen van een continuïteitsparagraaf in het Geïntegreerd Jaardocument 2013 en verder’ van maart 2014 van de MBO Raad. In haar brief van 10 februari 2014 geeft de minister van OCW aan dat niet het format leidend is, maar de aard van de verwachte informatie. Dit maakt het mogelijk om het, vanuit de MBO Raad ontwikkelde model, voor het verslagjaar 2013 als uitgangspunt te gebruiken. In het kwantitatieve deel is aanvullende informatie opgenomen om volledig aan de wettelijke vereisten te voldoen. Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h 15 De ontwikkeling en implementatie van die sectorplannen moet gepaard gaan met het vasthouden van het hoge kwaliteitsniveau waar het Koning Willem I College landelijk om bekend staat; het college wil immers ook de komende jaren het beste grote ROC van Nederland blijven. Dat zal tot uiting moeten komen in een realisatie van hoge opbrengsten, het (nog) verder terugdringen van het voortijdig schoolverlaten en een verdere verhoging van de tevredenheid van studenten, docenten en leerbedrijven binnen een personeelsbeleid dat zich laat kenmerken door een laag ziekteverzuim. Met alle afzonderlijke onderwijsafdelingen, diensten en projectbureaus zijn daarover afspraken vastgelegd in de jaarplannen, die vanaf 2014 worden ingevoerd. In dat licht is het goed om te constateren dat het jaarrendement en het diplomarendement na een stabilisatie van enkele jaren in 2013 weer stijgen naar respectievelijk 72% en 73%; de ambitie van het Koning Willem I College ligt op 75%. Het vsv-beleid wordt stevig doorgezet zodat ook in de komende jaren aan de landelijk vastgestelde kwaliteitsafspraken wordt voldaan. Het is de ambitie van het college om in 2015 de tevredenheid van studenten te verhogen naar een 7,5, de tevredenheid van de medewerkers op een hoge 7,7 te houden en de tevrendenheid van de leerbedrijven te verhogen naar minimaal een 7,0. De eerste analyses van de landelijke JOB-monitor 2014 en het eigen bpv-plaatsenonderzoek wijzen uit dat de tevredenheid weer verder is toegenomen. In het najaar van 2014 wordt het medewerkerstevredenheidsonderzoek uitgezet, samen met de basismodule die in opdracht van de MBO Raad door Effectory ontwikkeld is. In 2013 was het ziekteverzuim binnen het college al minder dan 4,5%, de ambitie voor 2015. Het streven is om dat lage ziekteverzuimpercentage vast te houden bij het terugdringen van de ziekmeldingsfrequentie onder de collegenorm van 1,0. Naast deze kwantitatieve resultaatafspraken is binnen de jaarplannen van onderwijsafdelingen en diensten de focus gelegd op een viertal speerpunten: onderwijsinhoud en -programmering, examinering en diplomering, onderwijslogistiek en professionalisering. Daarmee wordt ingezet op het opheffen van de tekortkomingen ten aanzien van examinering en kwaliteitsborging die in 2013 door de Inspectie van het Onderwijs zijn vastgesteld tijdens het onderzoek naar de Staat van de Instelling. Onderzoek door organisatieadviesbureau Berenschot wijst uit dat het Koning Willem I College rekening moet houden met een fikse daling van het aantal jongeren tussen de 15 en 20 jaar vanaf schooljaar 2020-2021. De enige uitzondering vormt de stad ’s-Hertogenbosch waar sprake is van stabilisatie en zelfs groei tot ongeveer 2040. In Zuidwest-Gelderland neemt tot 2020 het aantal jongeren tussen de 15 en 20 jaar aanzienlijk toe. De komende jaren verwacht het Koning Willem I College dan ook een stabilisatie van het aantal studenten, met als gevolg geen grote veranderingen ten aanzien van de inzet van personeel en ruimtes. De uitbreiding van het aantal flexibele m2 t/m 2014 is vooral het gevolg van de intensivering van het onderwijs en 16 Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h de verhuizing van het vavo naar een andere locatie. Het Koning Willem I College zet de komende jaren een gericht wervingsbeleid in op met name die gebieden waar nog groei mogelijk is en probeert daarnaast de studenten uit de krimpregio’s zoveel mogelijk vast te houden. Dat alles met als doel om het huidige aantal studenten ook op de langere termijn te stabiliseren. Binnen dat stabiele aantal studenten vindt al wel een aantal jaren een verschuiving plaats van bbl-studenten naar bol-studenten. De uitbreiding van de behoefte aan m2 die hiermee gepaard gaat wordt de komende jaren in de vorm van flexibele ruimte ingevuld. De huidige m2-prijs van €131, iets boven het sectorgemiddelde €105, (Financiële benchmark 2012), zal daardoor naar verwachting de komende jaren nog iets gaan toenemen. Uitbreidingen in het personeelsbestand (vanwege de veranderende studentenpopulatie en de intensivering van het onderwijs) worden ook zoveel mogelijk flexibel ingevuld bij een gelijkblijvend beleid betreffende (een beperkte) inhuur van medewerkers. Het aandeel van het aantal medewerkers met een tijdelijk dienstverband wordt de komende jaren, voor zover dat mogelijk is, verhoogd van de huidige 8,5% naar 10%. De mogelijkheden hiertoe zijn beperkt vanwege het geringe aandeel van medewerkers van 60 jaar en ouder (eind 2013 15%). Op basis van de regeling ‘jong voor oud’ is sinds 2008 immers de gemiddelde leeftijd van het personeel en de daarmee samenhangende personeelslast, al sterk teruggedrongen (zie ook hoofdstuk B4 Medewerkers). Kwantitatieve deel Het Koning Willem I College beschikt over een managementdashboard waarmee de belangrijkste risico’s beheerst worden. Het dashboard bevat continue actuele informatie over studenten, personeel, studiesucces, financiën en tevredenheid van studenten, medewerkers en werkvelden. Daarnaast voert het college periodiek kwaliteits-, handhavings- en tevredenheidsonderzoeken uit op basis waarvan risico’s in beeld worden gebracht zodat adequate bijsturing kan plaatsvinden. Belangrijke instrumenten in het kwaliteitszorgsysteem zijn de Kwaliteitsmonitor BONE-BVE waarmee bij de onderwijsafdelingen de onderwijskwaliteit in beeld wordt gebracht. Deze kwaliteitsmonitor sluit één op één aan bij het toezichtkader van de Inspectie van het Onderwijs. In het najaar van 2014 gaat het college de In control scan van PwC inzetten om de kwaliteit van de bedrijfsvoering door de diensten en projectbureaus in beeld te brengen. In hoofdstuk A4 legt de Raad van Toezicht verantwoording af over de inrichting van het toezicht in 2013. Met het oog op het geschetste beleid voor de komende jaren en een doorrekening op basis daarvan van de formatie en de bedrijfsvoering is in dit kwantitatieve deel van de continuïteitsparagraaf middels een dertiental indicatoren voor de jaren 2011 t/m 2016, de balans voor de jaren 2013 t/m 2016 en de Staat/Raming van baten en lasten voor de jaren 2013 t/m 2016 in beeld gebracht of er mogelijke risico’s zijn te verwachten. Ten behoeve van het inzicht in de specifieke situatie van Jenaplanschool Antonius Abt zijn de balans en de Staat/Raming van baten en lasten voor de jaren 2013 t/m 2016 zowel voor de gehele instelling als ook voor de Jenaplanschool Antonius Abt afzonderlijk in beeld gebracht. De doorrekeningen in dit kwalitatieve deel wijzen niet op risico’s. Wel zijn de volgende opmerkingen te plaatsen: De toename van het aantal m2 beroepsonderwijs per gewogen deelnemer vanaf 2014 is het gevolg van de intensivering van het onderwijs vanaf schooljaar 2014-2015. De indicator m2 huur als percentage van het totale aantal m2 maakt duidelijk dat daarbij wordt ingezet op een verhoging van het aantal flexibele m2. In 2014 worden extra middelen ingezet ten behoeve van de upgrading van de gebouwen in eigendom hetgeen tot gevolg heeft dat de investeringsbehoefte als percentage van de totale omzet enigszins naar boven afwijkt. Om verplichtingen voor meerjarig onderhoud huisvesting en voor personeelsbeloningen af te wikkelen zijn voorzieningen gevormd. De verwachte uitgaven voor meerjarig onderhoud huisvesting en personeelsbeloningen zijn in de voorzieningen verwerkt. Het negatieve resultaat van bijna € 1 mln. in 2012 werd veroorzaakt door een wijziging in de administratieve verwerking van de salarissen als gevolg van de overstap van Edukaat naar Unit4. In Unit4 wordt gewerkt met maandelijkse reserveringen voor vakantiegeld met als gevolg dat in 2012 eenmalig € 1,9 mln. extra last werd ingeboekt ten laste van het resultaat van 2012. Genormaliseerd voor dit effect kwam het resultaat in 2012 uit op een positief resultaat van ongeveer € 1 mln. Het resultaat voor 2013 en het geprognosticeerde resultaat voor 2014 wordt beïnvloed door de betaling van de Herfstakkoord-gelden in 2013, terwijl de besteding pas in 2014 zal plaatsvinden. Daarnaast is in het jaar 2013 voor ongeveer € 1 mln een voorziening voor wachtgeld ingeboekt ten laste van het resultaat voor 2013. Genormaliseerd voor deze effecten komt het resultaat in 2013 uit op een positief resultaat van ongeveer € 1,9 mln. en het geprognosticeerde resultaat voor 2014 op een positief resultaat van ongeveer € 0,8 mln. Het financieringsoverschot, het werkkapitaal, is positief en de verwachting is dat deze stijgt. Alle activa worden volledig gefinancierd met eigen middelen. De verwachting is dat er geen vreemd vermogen aangetrokken zal worden. Het resultaat is positief en leidt tot een toename van de reserves. Voor Jenaplanschool Antonius Abt is middels gericht personeelsbeleid geanticipeerd op de terugloop van het aantal leerlingen. Het is de verwachting dat deze terugloop zonder gedwongen ontslagen kan worden opgevangen. Indicatoren voor de jaren 2011 t/m 2016 Omzet private activiteiten als percentage totale omzet Omzet private activiteiten Totale omzet Omzet private activiteiten als percentage totale omzet Prognose Jaarverslag 2013 2011 2012 2013 2014 2015 2016 €- €- €- €- €- €- € 84.355 € 84.758 € 87.787 € 87.561 € 89.407 € 89.626 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h 0,0% 17 Gewogen deelnemers per FTE onderwijzend & direct onderwijsondersteunend personeel Gewogen deelnemers 2011 2012 2013 2014 2015 2016 9.117,0 9.424,2 9.722,0 9.722,0 9.722,0 9.722,0 Gewogen aantal deelnemers per FTE beroepsonderwijs Gewogen deelnemers Aantal FTE beroepsonderwijs Aantal FTE onderwijzend & direct onderwijsondersteunend personeel 731,8 Gewogen deelnemers per FTE onderwijzend & direct onderwijsondersteunend personeel 12,5 Prognose 729,4 723,8 733,3 739,1 739,2 Gewogen aantal deelnemers per FTE Jaarverslag 2013 2012 2013 2014 2015 2016 9.117,0 9.424,2 9.722,0 9.722,0 9.722,0 9.722,0 890,8 891,3 883,8 893,8 899,7 899,7 10,2 10,6 11,0 10,9 10,8 10,8 2014 2015 2016 Prognose 12,9 13,4 13,3 13,2 13,2 FTE tijdelijk als percentage totaal aantal FTE 2011 2012 2013 FTE tijdelijk als percentage totaal aantal FTE 7,9% 8,9% 8,5% Prognose 18 2011 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h 10,0% 10,0% 10,0% Kosten FTE in loondienst Kosten FTE in loondienst (x 1000) 2011 2012 2013 € 60 € 61 € 62 Prognose (x 1000) 2014 2015 2016 € 62 € 63 € 63 Overhead personeelskosten in procenten 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Kosten overhead € 11.012 € 10.761 € 10.685 € 10.786 € 10.836 € 10.836 Personeelskosten € 56.561 € 56.541 € 57.082 € 58.095 € 58.505 € 58.505 19,5% 19,0% 18,7% 18,6% 18,5% 18,5% Overhead personeelskosten in procenten Prognose Aantal m² beroepsonderwijs per gewogen deelnemer Aantal M² beroepsonderwijs Gewogen deelnemers Aantal M² beroepsonderwijs per gewogen deelnemer Prognose 2011 2012 2013 2014 2015 2016 68.418,8 68.371,6 70.381,0 73.600,2 74.116,1 74.117,9 9.117,0 9.424,2 9.722,0 9.722,0 9.722,0 9.722,0 7,5 7,3 7,2 7,6 7,6 7,6 Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h 19 Liquiditeit Vlottende activa Kortlopende schulden Liquiditeit 2011 2012 2013 2014 2015 2016 € 8.197 € 9.870 € 15.504 € 14.110 € 14.825 € 21.256 € 11.543 € 12.250 € 12.041 € 12.040 € 12.040 € 12.040 0,7 0,8 1,3 1,2 1,2 1,8 Prognose 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Aantal M² huur M² huur als percentage totale m² 6.183,0 6.183,0 7.830,0 10.980,0 11.480,0 11.480,0 Aantal M² totaal 69.572,0 69.572,0 71.219,0 74.369,0 74.869,0 74.869,0 8,9% 8,9% 11,0% 14,8% 15,3% 15,3% M² huur als percentage totale M² Prognose Rentabiliteit Resultaat gewone bedrijfsvoering Baten gewone bedrijfsvoering Rentabiliteit Prognose 20 Jaarverslag 2013 2011 2012 2013 2014 2015 2016 € -267 € -923 € 2.043 € -353 € 1.052 € 1.457 € 84.355 € 84.758 € 87.787 € 87.561 € 89.407 € 89.626 -0,3% -1,1% 2,3% 2,3% -0,4% 1,2% 1,6% K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h Herfinancieringsbehoefte als percentage totale omzet Herfinancieringsbehoefte Totale omzet Herfinancieringsbehoefte als percentage totale omzet 2011 2012 2013 2014 2015 2016 €- €- €- €- €- €- € 84.355 € 84.758 € 87.787 € 87.561 € 89.407 € 89.626 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% Prognose Gemiddelde huisvestingskosten per m² Huisvestingkosten (x 1000) 2011 2012 2013 2014 2015 2016 € 9.382,0 € 9.092,7 € 9.125,5 € 9.763,2 € 9.910,6 € 9.907,6 Aantal M² totaal 69.572,0 69.572,0 71.219,0 74.369,0 74.869,0 74.869,0 Gemiddelde huisvestingkosten per M² Prognose 134,9 130,7 128,1 € 131 € 132 € 132 Investeringsbehoefte als percentage van totale omzet 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Investeringsbehoefte € 3.330 € 4.519 € 4.108 € 7.411 € 3.950 € 2.750 Totale omzet € 84.355 € 84.758 € 87.787 € 87.561 € 89.407 € 89.626 3,9% 5,3% 4,7% 8,5% 4,4% 3,1% Investeringsbehoefte als percentage totale omzet Prognose Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h 21 22 Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h Balans voor de jaren 2013 t/m 2016 Gehele instelling Jenaplanschool Antonius Abt4 Jaarrekening 2013 Begroting 2014 Begroting 2015 Begroting 2016 Activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Jaarrekening 2013 Begroting 2014 Begroting 2015 Begroting 2016 Activa 647.259 532.000 261.000 174.000 47.469.861 47.887.538 44.604.543 39.905.404 Immateriële vaste activa Materiële vaste activa 0 0 0 0 169.344 127.294 98.344 69.394 Financiële vaste activa 1 1 1 1 Financiële vaste activa 0 0 0 0 Totaal vlottende activa 16.294.013 14.884.515 19.603.166 26.060.316 Totaal vlottende activa 790.398 906.514 1.018.200 1.068.955 64.411.134 63.304.054 64.468.710 66.139.721 959.742 1.033.088 1.116.544 1.138.349 567.260 641.326 724.062 745.867 0 0 0 0 Totaal activa Passiva Eigen vermogen Voorzieningen Totaal activa Passiva 43.911.039 44.434.579 45.486.818 46.944.011 8.180.174 6.435.740 6.548.158 6.761.976 Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden 0 0 0 0 Langlopende schulden 0 0 0 0 Kortlopende schulden 12.319.921 12.433.734 12.433.734 12.433.734 Kortlopende schulden 392.482 392.482 392.482 392.482 64.411.134 63.304.053 64.468.710 66.139.721 959.742 1.033.808 1.116.544 1.138.349 Totaal passiva Totaal passiva 4 De begroting van Jenaplanschool Antonius Abt voor de kalenderjaren 2015 en 2016, passend bij de trendmatige ontwikkeling van de leerlingenaantallen, wordt geïntegreerd in de meerjarenbegroting 2015-2019 voor de gehele instelling. Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h 23 Staat/Raming van baten en lasten voor de jaren 2013 t/m 2016 Jenaplanschool Antonius Abt Gehele instelling Rijksbijdrage Overige overheidsbijdragen en subsidies Overige baten Jaarrekening Begroting 2014 Begroting 2015 Begroting 2016 2013 80.376.163 80.990.016 82.836.535 83.055.634 1.502.202 1.380.838 1.380.838 1.380.838 5.908.893 5.189.764 5.189.764 5.189.764 Som der baten 87.787.259 87.560.618 89.407.137 89.626.236 Personeelslasten Rijksbijdrage Overige overheidsbijdragen en subsidies Overige baten Jaarrekening Begroting 2014 Begroting 2015 Begroting 2016 2013 2.517.999 2.434.440 2.308.169 2.164.411 0 67.608 100.000 100.000 234.008 186.667 127.833 120.750 Som der baten 2.752.007 2.688.715 2.536.002 2.385.161 Personeelslasten 2.240.924 2.280.299 2.142.816 2.058.406 46.731 57.450 43.950 43.950 63.777.708 64.391.671 64.463.593 64.463.593 Afschrijvingen 6.455.463 7.121.282 7.503.995 7.536.139 Afschrijvingen Huisvestingslasten 5.888.012 6.390.015 6.390.015 6.390.015 Huisvestingslasten 140.535 78.850 78.850 78.850 Overige lasten 9.728.397 10.221.116 10.122.116 10.122.116 Overige lasten 264.862 198.050 187.650 182.150 85.849.580 88.025.084 88.479.719 88.369.863 Som der lasten 2.693.032 2.614.649 2.453.266 2.363.356 1.937.679 -464.466 927.418 1.256.373 58.975 74.066 82.736 21.805 105.408 111.820 124.820 200.820 2.505 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2.043.087 -352.646 1.052.238 1.457.193 61.480 74.066 82.736 21.805 Som der lasten Saldo baten en lasten Resultaat rentebaten en lasten Resultaat buitengewone baten en lasten Resultaat Saldo baten en lasten Resultaat rentebaten en lasten Resultaat buitengewone baten en lasten Resultaat Ontwikkeling aantal leerlingen en medewerkers Jenaplanschool Antonius Abt Personele bezetting: - Management/directie - Onderwijzend personeel - Overig personeel Leerlingenaantallen 24 Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h 2013 2014 2015 2016 2,5 32,1 3,2 587 2,4 29,2 2,3 560 2,4 27,1 2,3 521 2,4 25,5 2,3 475 B2Onderwijs Koning Willem I College wil haar doel bereiken door gewoon een goede school te zijn. Een goede school waar studenten eigentijds en levensecht leren in krachtige, veilige leeromgevingen. Een goede school waar gewoon goed onderwijs gegeven wordt, door vak- en beroepsbekwame docenten. In een duidelijke structuur met veel aandacht voor kennis, vaardigheden en attitude. Een goede school gericht op succeservaringen, maar waar studenten zich ook kwetsbaar mogen opstellen en gerust fouten mogen maken, als onderdeel van het leerproces. Want ook van fouten leer je. Een goede school die een reputatie hoog te houden heeft: het college staat immers bekend als een betrouwbare organisatie. Internationalisering Het Koning Willem l College streeft er naar elke student tijdens zijn/haar verblijf op het college tenminste één internationale ervaring mee te geven. Dit kan zijn les van een visiting professor, internationale curriculum gerelateerde studiereis, internationale virtuele mobiliteit, etc. Voor een helaas slechts klein deel van de studentenpopulatie is de internationale stage binnen of buiten Europa weggelegd. Medewerkers wordt de mogelijkheid geboden naar het buitenland te gaan voor een jobshadowing en/ of bedrijfsstage en/of te participeren in internationale, door Brussel gesubsidieerde trajecten. Doel voor studenten en medewerkers is te te komen tot een internationalisering van het curriculum, het verkrijgen van een bredere internationale scope en om de kans te krijgen zich nog beter voor te bereiden op de steeds internationaler wordende arbeidsmarkt. In 2013 worden er 235 buitenlandse stages uitgevoerd door studenten binnen en buiten Europa. 1630 studenten gaan voor een curriculum gerelateerde studiereis in het buitenland. 72 medewerkers participeren in internationale mobiliteit tijdens jobshadowing en/of bedrijfsstage, begeleiding van studiereizen met studenten en internationale projecten. 175 studenten volgen op ons college een opleiding in een tweetalig traject. De internationale Big Think Week – So you think you can think? Nieuwe technologieën, de opkomst van de kenniseconomie en de ontwikkelingen in de wetenschap vragen meer van onze denkkracht dan ooit het geval was. Hoe bereiden we onszelf en onze kinderen optimaal voor op die dynamische, kennisintensieve wereld van morgen? In de week van 20 t/m 25 april organiseert het Koning Willem I College de Big Think Week met elke dag een spraakmakende keynote spreker of workshopleider. De thema’s denkvaardigheden en creativiteit staan centraal. Neurospycholoog Prof. Jelle Jolles spreekt met ouders over het puberbrein van hun kind. Wat kan het puberbrein wel en niet aan? Prof. dr. Cor Molenaar, auteur van o.a. ‘Red de Winkel’, spreekt over de toekomst van de winkel nu kopen via internet steeds meer veld wint. Internetexpert Marc Heleven laat zien en ervaren hoe onuitputtelijk internet is als directe bron voor creativiteit en innovatie. Nigel Newman, master trainer in de denkmethoden van dr. Edward de Bono, verzorgt een brainsailsessie over het thema ‘crisis and creativity’. Dimis Michaelides is consultant, magiër en auteur. Zijn werk ‘the Art of Innovation’ geniet wereldwijde bekendheid. Zowel Nigel als Demis zijn inspirerende sprekers. Zij boeien hun publiek onafgebroken. Nederlandse taal en rekenen Voor de intensivering van taal en rekenen ontvangt het Koning Willem I College van het ministerie van OCW een bedrag van ruim 900.000 euro, te besteden aan activiteiten in het kalenderjaar 2013. Deze activiteiten staan beschreven in het implementatieplan, hieronder volgt een aantal daarvan. Intake en Zomerschool Alle studenten worden getest op hun taal- en rekenniveau middels een intaketoets, voorafgaand aan de start in hun opleiding. Hun instapniveau ligt wat hoger dan dat van hun voorgangers in 2011 en 2012. Als op de intaketoets twee van de vier keer lager dan 1F wordt gescoord en het betreft een student die een opleiding op niveau 4 gaat volgen, dan moet deze student verplicht de Zomerschool of de Winterschool volgen. Studenten die een opleiding op niveau 2 en 3 gaan volgen, zijn ook welkom op de Zomerschool. De Zomerschool wordt in 2013 aangeboden in vier periodes. In elke periode wordt Nederlands en rekenen aangeboden, Engels alleen in periode 1 en 3. Het aantal deelnemers (94) is wat lager dan in 2012, waarschijnlijk door de genoemde verbetering in het instapniveau. In 2013 zijn er voor Nederlands 19, voor rekenen 67 en voor Engels 8 deelnemers. De overgrote meerderheid (83%) van de deelnemers is tevreden over de Zomerschool, 17% heeft een neutrale mening en niemand is ontevreden. Na drie maanden wordt onder de deelnemers een korte enquête uitgezet (respons bijna 50%). Daaruit blijkt onder andere het volgende: 11 studenten geven aan nog steeds extra begeleiding nodig te hebben voor Nederlands, rekenen of Engels; 25 studenten geven aan dat ze geen extra begeleiding meer nodig hebben. Een mogelijkheid om extra begeleiding te krijgen, is het volgen van STER-lessen. Voor de Winterschool blijken er uiteindelijk te weinig deelnemers te zijn om daar een aparte groep mee te vormen. Deze studenten worden doorverwezen naar de STER-lessen. STER-lessen Voor studenten met hiaten op het gebied van taal of rekenen is het Steunpunt taal en rekenen (STER) opgericht. Binnen dit steunpunt (ongeveer drie fte) bieden ervaren Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h 25 docenten van de afdeling Educatie bijlessen taal en rekenen aan. Halverwege 2013 zijn de lessen geconcentreerd op één locatie, omdat de vraag kleiner is dan het aanbod. Onderzoek wijst uit dat het niet altijd bekend is dat binnen het college sterlessen gevolgd kunnen worden. Daarom wordt in 2014 de zichtbaarheid vergroot teneinde meer studenten naar de sterlessen te krijgen. Want de studenten die wel komen, zijn erg tevreden en ze merken dat hun resultaten vooruit gaan. De aanleverende docenten bevestigen dit beeld. Centraal Ontwikkelde Examens De centraal ontwikkelde examens worden dit jaar voor de derde keer afgenomen. Er worden ruim 5.500 examens gemaakt door 2.500 studenten, een verdubbeling ten opzichte van 2012. Het examen rekenen wordt iets vaker afgenomen dan het examen Nederlands. De resultaten liggen net boven het landelijk gemiddelde, voor 2014 is het streven om hier verder boven uit te stijgen. Professionalisering docenten De ingezette samenwerking met Fontys Hogeschool en een drietal ROC ’s (Koning Willem I College, ROC Ter Aa en ROC Tilburg) op het gebied van professionalisering voor docenten Nederlands wordt bekrachtigd in een convenant en zichtbaar in een scholingsaanbod. In april maken ruim 130 docenten van de drie ROC ’s tijdens een zeer succesvolle studiedag kennis met dit aanbod. Vanaf september worden verschillende modules succesvol uitgevoerd, altijd door een duo: een trainer van het mbo en een van het hbo. In de periode september tot december nemen hier zo’n vijftien docenten van het college aan deel, in 2014 starten er evenzoveel. We zijn voornemens om dit traject verder uit te bouwen met onder andere een verdiepingsaanbod. Ook voor rekenen is een samenwerkingstraject in gang gezet. Hier zijn vier Brabantse ROC ’s bij betrokken, waaronder het Koning Willem I College. Afspraken over het aanbieden van een basistraining rekendidactiek zijn gemaakt. In 2014 gaan vertegenwoordigers van de vier roc’s gesprekken voeren met drie mogelijke aanbieders van deze basistraining. Na verloop van tijd zal het aanbod uitgebreid worden met verdiepingstrainingen. Taalgericht vakonderwijs In 2013 verleent de gemeente ’s-Hertogenbosch subsidie om een professionaliseringstraject te ontwikkelen voor docenten voortgezet onderwijs en docenten mbo op het gebied van taalgericht vakonderwijs. De focus ligt hierbij op zowel theorie- en vakdocenten als op docenten Nederlands. Het Rodenborchcollege uit Rosmalen, Koning Willem I College en SLO leveren een draaiboek voor een professionaliseringstraject voor taalgericht vakonderwijs op. Daarna dienen de partners een nieuwe subsidie-aanvraag in om het draaiboek te kunnen uitvoeren. 26 Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h Naast het draaiboek wordt een masterclass ontwikkeld met als titel: lerenformuleren presteren. In januari 2014 zal de eerste bijeenkomst met 15 deelnemers plaatsvinden. Docenten Nederlands en rekenen De inspanningen om in samenwerking met de taal- en rekencoaches het collegebeleid uit te voeren lijken hun vruchten af te werpen. Docenten Nederlands en rekenen voelen zich zichtbaar verantwoordelijk voor het succes van hun studenten en denken constructief mee met allerlei zaken. Bijvoorbeeld bij het standaardiseren van de instellingsexamens of bij het ontwikkelen van een stappenplan voor studenten met dyscalculie en ernstige rekenproblemen. De in 2012 nieuw gestarte activiteit ‘themawerkgroepen’, waarin docenten gegroepeerd rond een zelfgekozen thema materiaal ontwikkelen of onderzoek doen, loopt goed. De eindpresentatie in mei 2013 levert mooie producten voor het college op en de evaluatie wijst uit dat voortzetting gewenst is. In september 2013 starten er daarom nieuwe groepen en gaan andere groepen door met verdieping van hun onderwerp. Loopbaan en Burgerschap Zoals uit de kernwaarden van het college blijkt, heeft het college veel aandacht voor een brede ontwikkeling van zijn studenten. De drievoudige kwalificatie wordt dan ook zeer serieus genomen. Studenten worden opgeleid voor een beroep en daarnaast geleerd sturing te geven aan hun eigen loopbaan én ze krijgen voldoende bagage mee om zo optimaal mogelijk te functioneren in de moderne maatschappij. Op de afdelingen zorgen de opleidingsteams ervoor dat alle onderwijsprogramma’s van leeractiviteiten op gebied van loopbaan en burgerschap voorzien zijn. Daarnaast biedt het college enige extra’s: • Projecten op het gebied van loopbaanoriëntatie en begeleiding; • Activiteiten horende bij de school als Unesco-school; • Vrede en mensenrechten (diverse activiteiten georganiseerd door E5 en Community Week) • Intercultureel leren (Community Week, internationale stages en activiteiten georganiseerd door E5) • Wereldburgerschap (project Werken aan de Wereld) • Duurzaamheid (diverse activiteiten georganiseerd door duurzaamheidscoördinator) • Lessen mediawijsheid; • Lessen in denkvaardigheden. Professionalisering van docenten LB Wat is het plan en waarom? Driemaal per jaar organiseert de Academie voor Teaching & Learning een werkbijeenkomst voor docenten LB. De werkbijeenkomsten hebben als doel: Informeren van docenten over nieuwe ontwikkelingen en collegebeleid; Inspireren door gastsprekers; Uitwisselen van ervaringen tussen afdelingen en docenten. Ook is onder docenten LB een onderzoek uitgevoerd over de wijze waarop LB in het onderwijsprogramma uitgevoerd wordt en de tevredenheid daarover, naast eventuele wensen op het gebeid van professionalisering. Wat is het resultaat in 2013? In 2013 worden er goed bezochte werkbijeenkomsten georganiseerd in januari, mei en september. Gastsprekers komen onder andere van CNV (over werknemerschap – economische dimensie van burgerschap), RADAR (over omgaan met diversiteit, passend bij sociaal maatschappelijke dimensie van burgerschap) en ProDeMos (passend bij politiek-juridische dimensie van burgerschap). Uit het onderzoek, waaraan 38 docenten deelnemen, blijkt dat LB in 63% als apart vak in het programma staat. Bij de overige 37% wordt LB deels apart en deels geïntegreerd in Nederlands (12%), deels apart en deels geïntegreerd in beroepsgerichte vakken (5%), volledig geïntegreerd in Nederlands (1%) en op andere wijze ingevuld (2%). De docenten geven voor hun huidige programma voor burgerschap een dikke 7 en voor loopbaan een bescheiden 6. Als wens voor professionalsering blijkt dat er weinig behoefte is aan specifieke scholing maar wel behoefte is aan het voortzetten van de informatie die de Academie voor Teaching & Learning verzorgt via e-mail en nieuwsbrieven en de drie werkbijeenkomsten die georganiseerd worden, alsmede het faciliteren van themawerkgroepen. Mediawijsheid In het schooljaar 2011-2012 wordt in het kader van het aanbieden van 21st century skills aan onze studenten gestart met het ontwikkelen en testen van het vak Mediawijsheid onder regie van de Academie voor Teaching & Learning. Vanaf schooljaar 2012-2013 is begonnen met de invoer van het vak via een train-the-trainer traject. Eveneens is een aantal afdelingen gestart met het geven van het vak en het leveren van tops en tips ter verbetering van de lessen mediawijsheid. Ook in schooljaar 2013-2014 wordt er een aantal docenten van diverse afdelingen getraind. In totaal zijn er eind schooljaar 2013-2014 veertig docenten getraind. Hiermee is 91% van de afdelingen uitgerust met één of meer getrainde docenten. De train-the-trainer wordt overall met een ruime 7.5 beoordeeld. Het vak Mediawijsheid wordt ontwikkeld vanuit de 3 C’s van het FOSI (Family Online Safety Institute) en leert studenten positief kritisch te zijn ten opzichte van online informatie, online contact en online gedrag. Studenten leren deze positief kritische houding aan in de persoonlijke en Loopbaan & Burgerschap-context. Hierdoor geeft het vak mediawijsheid mede invulling aan Loopbaan & Burgerschap. Het vak wordt afgesloten met een eindopdracht waarin de studenten laten zien dat ze een minimum niveau van mediawijsheid beheersen. Bij een positieve beoordeling van de eindopdracht wordt één studiepunt en een “bewijs van deelname met goed gevolg” toegekend aan de student. Vanaf schooljaar 2014-2015 krijgen alle voltijds studenten het vak verplicht in het eerste leerjaar. Doorstroom vmbo- mbo - hbo Extra inspanningen worden geleverd om de succeskansen van studenten te vergroten. Zowel van de studenten die instromen vanuit het vmbo als van studenten die doorstromen naar het hbo. Het Actieplan ‘Focus op vakmanschap’ heeft als belangrijk doel, de route vmbo-mbo-hbo korter en aantrekkelijker te maken, zodat het mbo kan concurreren met het havo. Mbo moet hier gezien worden in de nieuwe betekenis van dié opleidingen (niveau 4) die recht geven op doorstroom naar het hbo. Verkorting van het traject vmbo-mbo-hbo kan worden gerealiseerd door intensieve samenwerking met direct verwante opleidingen. Met Avans Hogeschool zijn specifieke (verkorte) doorstroomprogramma’s ontwikkeld. The Competition Teams van een groot aantal vmbo-scholen in stad en regio strijden op 20 maart in de Koningszaal van het Koning Willem I College om het beste en best gepresenteerde sectorwerkstuk van het schooljaar: The Competition! Het niveau van de presentaties is erg hoog. Het sectorwerkstuk is een onderdeel van het vmbo eindexamen: geen diploma zonder afgerond sectorwerkstuk. In het kader van vlotte doorlopende leerlijnen werken eindexamenkandidaten van negen verschillende vmbo-scholen gedurende zeven weken op het Koning Willem I College aan hun sectorwerkstuk. Elke school kiest uiteindelijk het beste sectorwerkstuk – de negen beste presentaties vertegenwoordigen hun school in The Competition. The Competition wordt dit jaar voor de tiende keer gehouden. Elk winnend schoolteam wordt ‘geadopteerd’, gecoacht en in de presentatie op 20 maart bijgestaan door een gerenommeerd bedrijf. Bedrijven uit stad en regio zien het belang in van goede vmbo- en mbo-opleidingen en een uitstekende doorstroom. Wethouder Weyers is onder de indruk van de opzet van het sectorwerkstuk: oriëntatie op een vervolgopleiding, waarbij de studenten echt de kans Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h 27 krijgen in de keuken van de opleiding te kijken en op deze manier kunnen beoordelen of de opleiding bij hen past. De wethouder geeft aan dat de spelregels rondom sectorwerkstuk helder zijn, waardoor de studenten een duidelijk beroepsbeeld krijgen en zo een gefundeerde keuze kunnen maken. Voortijdig schoolverlaten zal op deze manier nog verder teruggedrongen kunnen worden. De inspectie op bezoek Begin 2013 voert de Inspectie van het Onderwijs het onderzoek naar de Staat van de Instelling uit. Bij een vijftal opleidingen van het Koning Willem I College en de opleiding van BBO De Schalm wordt op basis van het waarderingskader van de inspectie onderzoek verricht naar de kwaliteit van het onderwijs en de examinering en diplomering, de kwaliteitsborging, de rendementen en de naleving van wettelijke vereisten. De voorlopige uitkomsten van het onderzoek naar de Staat van de Instelling liggen in lijn met de uitkomsten van eigen intern onderzoek. De inspectie constateert in haar voorlopige oordeel dat voor een drietal opleidingen en op instellingsniveau de kwaliteitsborging verbetering behoeft en dat voor een drietal opleidingen de kwaliteit van de examinering en voor één opleiding de kwaliteit van het onderwijsproces verbeterd moet worden. De opleidingen met een onvoldoende voor één of meerder kwaliteitsgebieden zijn Filiaalmanager, Manager transport en logistiek, Helpende zorg en welzijn en Monteur koudetechniek. Op andere punten zijn geen – of slechts in beperkte mate risico’s. Vermeldenswaardig is dat de inspectie voor een politiek gevoelig thema, de financiële positie van de instelling, geen aanwijzingen voor risico’s vindt. Passend bij een kwaliteitsbewuste organisatie wordt direct ingezet op een aantal verbeteringen: het actieplan examinering, een doorontwikkeling van de planning & control-cyclus, jaarplannen waarin middels gemaakte resultaatafspraken de focus wordt gelegd op een viertal collegebrede speerpunten met als ‘hogere’ doelstelling om de opbrengsten en de tevredenheid verder te verbeteren binnen een personeelsbeleid gekenmerkt door een laag blijvend ziekteverzuim, herijking van het kwaliteitszorgsysteem dat, op termijn, moet leiden tot organische kwaliteitszorg en verdere optimalisering van de bedrijfsprocessen door de inzet van business proces management. Examinering Kwaliteit en kwaliteitsborging staan voorop Handhaving van de kwaliteit van examinering is en blijft een belangrijk aandachtsgebied voor het mbo, zo was in het jaarverslag 2012 van het Koning Willem I College te lezen. We kunnen vaststellen dat we in vervolg hierop in 2013 belangrijke stappen hebben gezet. De voorlopige uitkomsten naar aanleiding van het onderzoek naar de Staat van de Instelling dat de Inspectie van het Onderwijs zoals 28 Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h eerder vermeld in het begin van het verslagjaar in het college uitvoert, sluiten goed aan bij de kwaliteitsverbetering die we in 2012 en 2013 op basis van de jaarlijkse monitoring hebben ingezet. De monitoring laat (niet verrassend, maar daarmee niet minder van belang) zien dat een check op de kwaliteit van (instellingsexamens en ingekochte) examens structureel nodig is en blijft. De door het college uitgevoerde monitoring wijst ook nog op één ander punt waaraan het college in de toekomst meer en systematisch aandacht moet schenken: de borging van de kwaliteit van de afname en beoordeling van kwalificerende examens die in de beroepspraktijk worden afgenomen. In het verslagjaar vertaalt het Koning Willem I College bovengenoemde bevindingen in een aanpak bestaande uit drie componenten. 1. Doorpakken in standaardisering • Via een centrale regie op moderne vreemde talen, Nederlands, rekenen en Loopbaan & Burgerschap benut het college de kansen die dat biedt op een kwalitatief goede, maar ook efficiënte wijze van examinering. De ontwikkelingen op het terrein van centrale examinering ondersteunen het college in deze lijn. Daarbij wordt ingezet op een reductie van het huidig aantal verschillende examenvarianten voor een vergelijkbaar opleidingsniveau. • Het Koning Willem I College sluit, waar het de inkoop van exameninstrumenten betreft, aan bij (landelijke) samenwerkingsverbanden op voorwaarde dat de examenleveranciers voldoende zijn beoordeeld door de Inspectie van het Onderwijs. • Het Toezichtkader BVE 2012 en collegebeleid dat in aanvulling daarop is geformuleerd, is de basis voor een decentrale uitvoering in de onderwijsafdelingen. Daarbij is flexibiliteit vanwege sector- of branchespecifieke kenmerken soms nodig. De afgesproken regel ‘pas toe of leg uit’ biedt ons daartoe de ruimte. • Het college maakt waar dat kan gebruik van landelijk ontwikkelde formats en servicedocumenten en sluit daarbij zoveel mogelijk aan bij de Procesarchitectuur Examinering. Een en ander onder het motto: centraal en gemeenschappelijk waar het kan, decentraal waar het moet. 2. Actieplan examinering Het actieplan is er op gericht dat het college voldoet aan wettelijke vereisten en eigen collegebeleid. Aansluitend op de twee stappen zoals hiervoor genoemd, is een concrete check op opleidingsniveau in alle afdelingen nodig. In 2013 is daarmee een begin gemaakt in onderwijsafdelingen. Het actieplan leidt in het verslagjaar tot: • een herijking van uitgangspunten examinering • een toetsing hiervan bij een drietal opleidingen • de voorbereiding van de toetsing hiervan in alle overige afdelingen in 2014. Vanuit het Toezichtkader BVE en centraal collegebeleid richten het Koning Willem I College zich daarbij nadrukkelijk op de kwaliteit van examinering op het niveau van opleidingen. Borging van de afname en beoordeling in de bpv heeft daarbij onze speciale aandacht, in lijn met de uitkomsten van de monitoring van eind 2012. In enkele gevallen leidt dat tot aanpassing van gehanteerde producten en processen: soms omdat kwaliteitsborging onvoldoende aantoonbaar gemaakt kan worden, soms omdat er twijfel bestaat over de validiteit en betrouwbaarheid van gehanteerde exameninstrumenten. 3. Herijking van rollen verantwoordelijkheden en elkaar daarop aanspreken Het realiseren van kwaliteit vraagt permanent om een balans tussen controle en ondersteuning. Die permanente zoektocht heeft het college geschraagd door taken en verantwoordelijkheden van actoren die een rol spelen in het examineringsproces verder aan te scherpen. Het beeld dat zich op dit punt aftekent en dat het college in 2014 verwacht vast te stellen ziet er als volgt uit: • Het College van Bestuur stelt de examenvisie vast. • De Centrale examencommissie stelt het examenreglement en het handboek examinering vast. • De Subexamencommissie per afdeling vertaalt de examenvisie, beleidskaders en kwaliteitsdoelen naar operationele uitgangspunten voor de eigen opleidingen. Zij is daarmee verantwoordelijk voor het opstellen van een examenplan en de uitvoering van de examenprocesgebieden ’construeren en vaststellen’, ‘examineren’, ‘diplomeren en kwaliteitsborging’. • De afdelingsdirecteur is integraal verantwoordelijk voor de kwaliteit van de examens. Hij is daarmee verantwoordelijk voor examenprocessen en examenproducten binnen zijn afdeling. Hij stuurt vanuit collegekaders de examenorganisatie aan en ziet toe op de uitvoering en wordt daarbij ondersteund door de adviseur van de Dienst Examinering. • De adviseur is expert op het gebied van examinering. Hij adviseert en ondersteunt afdelingen in het realiseren van hun integrale verantwoordelijkheid. Hij verzorgt scholing en deskundigheidsbevordering op het terrein van examinering. • De examencontroller beoordeelt de kwaliteit van examenprocessen en – producten, brengt risico’s in beeld en noemt verbeterkansen. De controller versterkt daarmee de adviseur in zijn ondersteunende rol richting de afdelingen. Over kwalificatiedossiers, examinering en inspectietoezicht Het Koning Willem I College onderstreept hier dat de onderscheiden verantwoordelijkheden van enerzijds kenniscentra beroepsonderwijs voor de ontwikkeling van (nieuwe) kwalificatiedossiers en anderzijds de Inspectie voor het Toezichtkader BVE maken dat de verantwoordelijkheid van roc’s voor de kwaliteit van examinering in het binnen- en buitenschools deel van de opleiding, er een is geworden waaraan nog steeds te veel detailvereisten worden gesteld. Het logistiek proces dat daar op het terrein van examinering uit voortvloeit is buitengewoon omvangrijk geworden15. Met de inspectie en het ministerie is het college in gesprek over de examineerbaarheid van een aantal kwalificatiedossiers (waarin bijvoorbeeld managersvaardigheden beoordeeld moeten worden). Het Koning Willem I College blijft actief een bijdrage leveren om de ontwikkeling van kwalificatiedossiers, de uitvoering daarvan door roc’s en het toezicht hierop door de inspectie in een coherente vorm te gieten, zonder concessies te doen aan de kwaliteit van onderwijs en examinering. Onvoorwaardelijke kwaliteit: daar hebben studenten recht op! Toelatingsbeleid Het Koning Willem I College regelt de toelating tot het Koning Willem I College in de toegankelijkheidsregeling. De toegankelijkheidsregeling is in 2013 zodanig aangepast dat wordt voldaan aan de vereisten zoals die voortvloeien uit de Wet Educatie en Beroepsonderwijs zoals die vanaf 1 augustus 2014 van toepassing is. Begin 2014 heeft de studentenraad ingestemd met de bijgestelde regeling. Iedere student met een beperking is welkom om bij het Koning Willem I College een opleiding te volgen. Welke opleiding dat is, is afhankelijk van de vooropleiding en de beperking. Het Zorg Advies Team van het Koning Willem I College begeleidt de student bij het maken van een keuze. Bij die keuze wordt op de volgende aspecten gelet: de student moet de opleiding succesvol kunnen afronden, de student moet de mogelijkheid hebben om de beroepspraktijkvorming te volgen, de student moet beschikken over de daartoe vereiste intellectuele en lichamelijke competenties en de student moet in staat zijn om aan de (wettelijke) regels van de overheid en de werkgevers te voldoen. Dit alles in het teken van de missie van het Koning Willem I College: ‘Het succes van de leerling is de reden van ons bestaan’. 5 Deze cijfers over 2013 illustreren dat: In 2013 worden binnen Koning Willem I College totaal ruim 3.000 diploma’s vervaardigd. Dat betekent ruim 3.000 cijferlijsten en even zoveel gewaarmerkte kopieën. Aan diplomering gaat in 2013 data-entry van ruim 130.000 examenresultaten vooraf. In examenplannen voor alle opleidingen van één studiejaar worden circa 5000 examens opgenomen. Behalve centraal ontwikkelde examens Nederlands en rekenen moeten we van deze examens het grootste deel zelf ontwikkelen. Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h 29 Plannen techniek ‘Het techniekonderwijs van het Koning Willem I College een eigentijdse uitstraling geven’. Dat is het beoogde doel op basis waarvan vijf techniekafdelingen gezamenlijk aan de slag zijn gegaan om een plan van aanpak op te stellen. In 2013 leidt dat tot een tweetal plannen techniek; één voor de opleidingen op de niveaus 2 en 3 (Deelplan Techniek: Toekomstig beroepsonderwijs Bouw-infra, Installatie-, electro-, procestechniek in de regio Den Bosch, Breed waar het kan, smal waar het moet!) en één voor de opleidingen op niveau 4 (Plan Techniek, Een techniekopleiding met smoel). Deelplan Techniek: Toekomstig beroepsonderwijs Bouw-infra, Installatie-, electro-, procestechniek in de regio den Bosch, Breed waar het kan, smal waar het moet! Niet alleen in tijden van economische hoogconjunctuur, maar ook in de huidige periode van economische ‘tegenwind’ is het zaak om de opleidingsinfrastructuur zo in te richten dat daarmee twee doelstellingen worden bereikt: opleiden voor de beroepspraktijk van vandaag en morgen en studenten een reëel perspectief op betaald werken bieden. In het Deelplan Techniek ontvouwt het Koning Willem I College haar idee maar ook de concrete uitwerking voor hoe het college studenten vanaf medio 2014 kan opleiden zodat ze daarna ook aan het werk kunnen. Dit plan richt zich op bouw-infra en daaraan gelieerde branches: electro-, installatie- en procestechniek en werktuigbouw. Economisch onzekere tijden in deze branche maken dat een accent is gelegd op de opleidingen bouw-infra. Dit plan biedt tevens input voor de voorbereiding van de besluitvorming over het gebruik van toekomstige praktijkfaciliteiten.2 6 Plan Techniek: Een techniekopleiding met smoel De noodzaak om het techniekonderwijs een eigentijdse uitstraling te geven wordt gevormd door verschillende ontwikkelingen buiten en binnen het Koning Willem I College. Zo staat enerzijds door de economische crisis in een aantal branches de bbl-leerweg onder druk door in moeilijkheden verkerende opleidingsbedrijven, anderzijds is er vanuit het bedrijfsleven een vraag naar goed en (hoger) opgeleide jongeren die een bijdrage kunnen leveren aan het ontwerpen, ontwikkelen en beheren van duurzame systemen voor uiteenopende omgevingen en gebruikers. Het aantal jongeren dat vanzelfsprekend kiest voor techniek in het (v)mbo staat onder druk, maar er liggen zeker mogelijkheden om andere groepen jongeren te interesseren voor techniek als middel om persoonlijke of maatschappelijke doelen te bereiken. Tot slot brengt overheidsbeleid (met name Focus op Vakmanschap) veranderingen met zich mee en heeft het Koning Willem I College mede op basis 6 30 Bron: Deelplan Techniek: Toekomstig beroepsonderwijs Bouw-infra, Installatie-, electro-, procestechniek in de regio den Bosch, Breed waar het kan, smal waar het moet! Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h daarvan zijn ‘Koers op mbo’15’ bepaald die nu wordt ingevoerd. Er is dus werk aan de winkel. Het Plan Techniek geeft op hoofdlijnen aan wat de vijf betrokken afdelingen gezamenlijk en met andere onderdelen van het Koning Willem I College gaan uitvoeren om techniekonderwijs een eigentijds gezicht, ofwel smoel, te geven.3 7 Toptechniek in bedrijf Noordoost-Brabant Toptechniek in bedrijf Noordoost-Brabant (www.toptechnieknob.nl) is een van de zeventien landelijke Toptechniekinitiatieven die het Platform Bèta Techniek faciliteert. Het Koning Willem I College is daar penvoerder van. Daarbij wordt gekozen voor een praktijkgerichte aanpak met oog voor de kracht van regio’s. In de programmalijn ‘vmbo en mbo techniek’ wordt via de ‘vakmanschapsroute’ en de ‘technologieroute’ gewerkt aan doorlopende leerlijnen in een doelmatig en krachtig opleidingenaanbod in de regio. In Noordoost-Brabant zijn we hiermee met zo’n vijftien VMBO-scholen en de twee ROC’s (Koning Willem I College en ROC De Leijgraaf ) aan de slag gegaan. Om aan te geven dat er serieuze stappen gemaakt worden, vragen tien vmbo-scholen met de roc’s hiervoor experimenteerruimte aan bij het ministerie. De experimenteerruimte is bedoeld om als vmbo en mbo op kwalificatieniveau samen te werken aan een programma, waarbij modulen uit mbo naar VMBO kunnen indalen. De Vakmanschapsroute wordt aangevraagd voor een gezamenlijk niveau 2 programma. Maar de ambitie is veel meer om de studenten op en doelmatige wijze naar een niveau 3 vakmanschap te leiden. De Technologieroute wordt aangevraagd voor een gezamenlijk niveau 4 programma als interessante en goede voorbereiding op de route vmbo-mbo-hbo. Het vmbo kent een vernieuwingsslag (via kern-, profiel- en keuzedelen) net zoals het mbo nog te wachten staat. Mooie aanleiding om daar nu met het bedrijfsleven in de regio samen zelf vorm aan te geven. Keuzegids MBO: Beste grote ROC In de Keuzegids MBO 2014, gebaseerd op oordelen van studenten, rendementsgegevens en Inspectieverslagen over 2012/2013, eindigt het Koning Willem I College, na drie kleinere colleges (waarvan 2 vakcolleges) evenals in 2013 op de vierde plaats. Een resultaat dat tot tevredenheid stemt en wederom het predikaat ‘Beste grote ROC’ oplevert. In de Keuzegids MBO 2014 behaalt het Koning Willem I College een top-5 notering voor Afbouw, hout & onderhoud (4e plaats), Economie & administratie (2e plaats), Toerisme & recreatie (gedeeld 3e plaats), Zorg & welzijn (3e plaats) en Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent (gedeelde 3e plaats). 7 Bron: Plan Techniek: Een techniekopleiding met smoel Bezoek minister van Defensie aan onderwijsafdeling Academie Geüniformeerde Beroepen De minister van Defensie, mevrouw Jeanine Hennis-Plasschaert, brengt samen met generaal-majoor Marc van Uhm op 30 mei een werkbezoek aan de Academie Geüniformeerde Beroepen van het Koning Willem I College. Omdat zij een goede indruk wil krijgen van de opleidingen, bezoekt zij verschillende klassen en spreekt uitgebreid met de studenten over hun ervaringen en over wat de opleiding te bieden heeft voor potentiële medewerkers van defensie. Ze is zeer onder de indruk. Momenteel volgen ca. 85 studenten een basisopleiding voor soldaten en onderofficieren, die na de opleiding geplaatst kunnen worden bij Luchtmobiel, Pantserinfanterie en bij het Korps Mariniers. In het schooljaar 2013-2014 gaan diverse technische uitstroomrichtingen van start, te weten: bedrijfsautomobieltechnicus, ICT en service medewerker gebouwen. Met een van deze opleidingen kan naast het militaire programma ook een civiel diploma behaald kan worden. Mede dankzij deze aantrekkelijke opleidingsmogelijkheden wordt het aantal studenten in het komende schooljaar verdubbeld naar ruim 160 studenten. Ondernemerschapspaspoort Mirjam Sterk, Ambassadeur Aanpak Jeugdwerkloosheid, reikt op 20 november op het Koning Willem I College de eerste ondernemerschapspaspoorten uit aan drie jonge ondernemende studenten. In het paspoort kunnen jongeren (laten) vastleggen welke ervaringen zij hebben opgedaan met ondernemen en zelfstandig ondernemerschap. De bijeenkomst vindt plaats tijdens de Global Entrepreneurship Week Nederland, georganiseerd door de Ondernemersacademie en in het kader van het project ‘Onderwijs en Ondernemerschap’. Het project beoogt het vergroten van de economische en maatschappelijke impact van ondernemerschap en de rol van de onderwijsinstellingen daarin. Mevrouw Sterk gaat in gesprek met diverse vertegenwoordigers uit het onderwijsveld, docenten en studenten met een ‘ondernemende houding’. Hoewel niet iedereen ondernemer hoeft te worden, is voor een waardevolle, flexibele en zelfverantwoordelijke medewerker een ‘ondernemende’ houding vereist. Dat betekent proactief zijn met gevoel voor verantwoordelijkheid voor de organisatie en zelfstandigheid. Het onderwijs speelt daarin een belangrijke rol. Ondernemerschap is één van de actielijnen van de Ambassadeur Aanpak Jeugdwerkloosheid om de werkloosheid onder jongeren te bestrijden en aan te pakken. Zij ondersteunt succesvolle projecten die onder andere ondernemerschap onder jongeren stimuleren. Na een rondleiding door School voor de Toekomst, voert zij tijdens de lunch constructieve gesprekken met verschillende ondernemende studenten. Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h 31 B3Studenten Totaal aantal studenten middelbaar beroepsonderwijs en volwasseneducatie Aantal studenten Jaar Totaal aantal studenten, uitgesplitst naar BOL en BBL 12000 10000 8000 6000 4000 2000 0 2009 2010 2011 2012 2013 Bbl Bol 4.390 4.235 4.171 3.985 3.300 7.127 7.424 7.633 8.017 8.567 Subtotaal beroepsonderwijs 11.517 11.659 11.804 12.002 11.867 Vavo & educatie Totaal 1.042 980 1.012 1.060 1.1178 12.559 12.639 12.816 13.062 12.984 Waarvan 887 educatietrajecten en 220 vavo-trajecten. In het overzicht zijn alleen die vavo-trajecten meegenomen die onder de rijksbekostiging vallen. Daarnaast voert het Koning Willem I College in 2013 nog 179 vavo-trajecten uit voor Rutte studenten die bij het voortgezet onderwijs zijn ingeschreven. De samenwerking met de vo-scholen is vastgelegd in een convenant. 1 2009201020112012 2013 BBL, inc. deeltijd BOL BOL Totaal aantal uitgevoerde trajecten vavo en educatie 32 Totaal aantal studenten KW1C uitgesplitst naar bol, bbl en vavo & educatie (peildatum 1 oktober) Jaar Aantal 2009 2010 2011 2012 2013 1.042 980 1.012 1.060 1.117 Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h Het totaal aantal studenten beroepsonderwijs daalt in 2013 met ruim 100 ten opzichte van het voorgaande jaar. Die daling wordt volledig veroorzaakt door een daling van het aantal bbl-studenten. Kijkend naar de verschillende leerwegen dan blijkt dat het aantal bol-studenten in 2013 stijgt met ongeveer 7% ten opzichte van 2012, tegen een daling van ongeveer 17% van het aantal bbl-studenten. Het aantal uitgevoerde trajecten vavo & educatie stijgt in het verslagjaar met ruim 5 procent. Zowel bij het vavo als bij educatie is er sprake van een lichte stijging van het aantal trajecten ten opzichte van 2012. Studenttevredenheid De meeste vragen van studenten die het volgen van onderwijs direct of indirect raken worden behandeld door het Studenten Succes Centrum. Dat leidt er mede toe dat slechts een klein aantal vragen leidt tot een officiële klacht. In 2013 worden geen officiële klachten volgens de daartoe beschikbare klachtenprocedure door studenten ingediend. Via de mbo-klachtenlijn worden ook geen klachten ingediend. Behalve het aantal klachten is de tweejaarlijkse JOB-monitor een belangrijke bron voor het meten van studenttevredenheid. In 2012 scoorden de studenten voor de tevredenheid over de opleidingen van het Koning Willem I College gemiddeld een 7,1. In juni 2014 worden de resultaten verwacht voor de JOB-monitor die in 2014 is afgenomen. Het College van Bestuur en de afdelingsdirecteuren houden voortdurend voeling met wat studenten vinden van het onderwijs en de randvoorwaarden binnen het college, door regelmatig met studenten in gesprek te gaan. Studentenraad Sinds 2012 is de Studentenraad (wettelijke term: deelnemersraad) op het college geïnstalleerd als belangenbehartiger en vertegenwoordiger van de studenten van het Koning Willem I College. De studentenraad is bevoegd om gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen aan het College van Bestuur, met name over zaken die voor studenten van belang zijn. In 2013 vinden verkiezingen plaats, die leiden tot een nieuwe samenstelling van de Studentenraad. In het verslagjaar voert het College van Bestuur overleg met de raad over de algemene gang van zaken binnen de school. De studentenraad geeft instemming voor de aanpassing van diverse regelingen, waaronder de onderwijsovereenkomst, de bevorderingsregeling en het Studentenstatuut. De Studentenraad voert in 2013 overleg met (een delegatie van) de Raad van Toezicht. Studiesucces in termen van instellingssucces en % vsv Na een stabilisatie in 2010-2011 en 2011-2012 laat het totale instellingssucces in 2012-2013 weer een stijging zien. In het teljaar 2012-2013 is het instellingssucces gestegen tot 75,69%, net boven de collegenorm van 75%. Bij de bbl ligt het instellingssucces net boven de 79%, bij de bol iets boven de 73%. Uitgesplitst naar niveau stijgt het instellingssucces voor alle niveaus. Peildatum (1-okt tot 1-okt) 2008 - 2009 Bbl Bol 71,72 % 72,17 % 2009 - 2010 77,64 % 70,91 % 2010 - 2011 76,01 % 70,85 % 2011 - 2012 76,24 % 70,75 % 2012 - 2013 79,10 % 73,23 % Peildatum (1-okt tot 1-okt) 2008 - 2009 Instellingssucces 2009 - 2010 74,19 % 2009 - 2010 71,64 % 74,81 % 74,89 % 73,69 % 2010 - 2011 73,13 % 2010 - 2011 75,08 % 70,67 % 77,05 % 72,41 % 2011 - 2012 73,00 % 2011 - 2012 80,57 % 70,61 % 76,68 % 71,81 % 2012 - 2013 75,69 % 2012 - 2013 82,02 % 73,73 % 81,83 % 72,82 % 71,95 % Peildatum (1-okt tot 1-okt) 2008 - 2009 Jaarverslag 2013 Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 67,44 % 66,81 % 76,32 % 73,41 % K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h 33 Vsv verder gedaald Het percentage ongediplomeerde voortijdig schoolverlaters wordt in het schooljaar 2012-2013 verder terug gedrongen. Dat neemt niet weg dat iedere ongediplomeerde voortijdig schoolverlater er één te veel is. In schooljaar 2012-2013 verlaten 485 nieuwe voortijdig schoolverlaters het college. Het uitvalpercentage komt daarmee op 4,9% (tegen landelijk 5,6%). Voor alle niveaus voldoet het Koning Willem I College in 2012-2013 aan de landelijk afgesproken prestatienormen. Voor de niveaus 3 en 4 scoort het Koning Willem I College onder het landelijk gemiddelde (2,9% tegen 3,2%); voor de niveaus 1 en 2 net boven het landelijk gemiddelde (respectievelijk 31,1% tegen 28,8% en 10,5% tegen 10,3%). Het college behoort wat het bestrijden van voortijdig schoolverlaten betreft landelijk gezien met een zevende plaats tot de top 10. In de regio Noordoost-Brabant geeft het Koning Willem I College als contactschool vorm aan de samenwerking met gemeentes en andere onderwijsinstellingen. Het Koning Willem I College heeft diverse extra maatregelen om vsv te bestrijden: • Succesklas, specifiek voor studenten op de niveaus 3 en 4 • Startklas, een diplomaklas voor uitvallers op de niveaus 3 en 4 • Focus, oplossingsgerichte methodiek op niveau 2 • Techniekmakelaar • Coachklas op niveau 1 Maar terugdringen van schooluitval is geen project met een begin en eind. Het dient uiteindelijk te gebeuren op de onderwijsafdelingen en een goede band tussen begeleider en student is essentieel. In december presenteert Reinoud van Uffelen, programmamanager vsv de beleidsnotitie ‘Goede prestaties door goede relaties’. Op 8 maart komt Tweede Kamerlid Tanja Jadnanansing van de PvdA het Koning Willem I College feliciteren met de afname van het aantal studenten dat vroegtijdig de school verlaat. De afname bedraagt 35,6%. “Prachtig, zulke resultaten”, aldus mevrouw Jadnanansing. Bij de feestelijkheid zijn naast het Tweede Kamerlid en een aantal van haar collega’s, ook Wethouder Schouten van Onderwijs van de gemeente Den Bosch, het College van Bestuur, docenten en – last but not least - studenten van de Succesklas en Startklas van het Koning Willem I College aanwezig. Zorgleerlingen Jaar % vsv 2008-2009 9,2 2009-2010 6,4 2010-2011 6,3 2011-2012 6,1 2012-2013 4,9 Bron: vsv- brief OCW d.d. 5 maart 2014 met voorlopige cijfers voor 2012-2013 Zoals eerder vermeld is iedere student met een beperking in principe welkom om een opleiding te volgen. Welke opleiding is afhankelijk van de vooropleiding en de beperking. Samen met een medewerker van het Zorg Advies Team maakt de student een keuze. Het Koning Willem I College telt een groeiend aantal studenten met behoefte aan extra zorg of support om de opleiding succesvol te kunnen voltooien. Het toenemend aantal testen dat door het Studenten Succes Centrum wordt afgenomen (buiten de ruim 7000 instaptoetsen Nederlands en rekenen bijna 2500 in 2013) wijst daarop. Eind 2013 telt het college ruim 3500 studenten met een (soms meervoudige) beperking, waarvan ongeveer de helft dyslexie en ruim 1000 met een psychische beperking, van wie een deel wordt verwezen naar GGZ en Sociaal Maatschappelijk Werk. In afstemming met Juvans wordt in het verslagjaar een tiental faalangstreductietrainingen verzorgd. In 2013 stelt het Koning Willem I College, ter voorbereiding op de invoering van passend onderwijs in 2014, het zorgbeleid vast. Met de positionering van een zorgcoach binnen iedere onderwijsafdeling wordt de begeleiding van de student met een beperking dicht bij die student georganiseerd. In het verslagjaar wordt gestart met de deskundigheidsbevordering van die zorgcoaches. 34 Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h Alumni A-Academy Aantal leerlingen Jenaplanschool Antonius Abt (peildatum 1 oktober) De A-Academy is dé alumnivereniging voor oud-studenten van het Koning Willem I College, die zich tijdens of na hun studie bijzonder onderscheiden hebben. De A-Academy brengt de oud-studenten samen tot een inspirerend, dynamisch netwerk waarin zij van elkaars krachten profiteren. Zo kunnen ze ervaring en kennis uitwisselen en uitdragen naar anderen. Het motto van de A-Academy luidt dan ook: ‘Gathering of Excellence’. De leden van de A-Academy hebben hun doelstellingen en missie als volgt geformuleerd: ‘Het creëren van een inspirerend, innovatief en grenzeloos netwerk van kennis, kracht en deskundigheid dat meerwaarde biedt aan mens en maatschappij’. Op 14 maart 2013 organiseert de A-Academy het jaarlijks CharityDinner. Deze keer ondersteunt de A-Academy het Vicki Brown Huis. Winnaars Koning Willem I College Awards 2013 Op 5 juni worden de Koning Willem I College Awards 2013 uitgereikt: één voor Vakmanschap, één voor Innovatie en één voor bijdrage aan de Community. De student met de hoogste totaalscore in de drie categorieën wint de Award ‘Student van het Jaar’. De Student van het Jaar 2013 is Eugeny van de Manakker van de afdeling Bouw-Infra, Architectuur en Meubeldesign. Ook wint zij de Award voor Innovatie. Eugeny vertegenwoordigt het Koning Willem I College in oktober bij de verkiezingen tot landelijk ambassadeur beroepsonderwijs 2013 van de MBO Raad. Wayne Kropman van de opleiding zelfstandig kok, ontvangt de Award voor Vakmanschap, Koen van der Veeken, opleiding ICT-beheerder, wint de Award voor Bijdrage aan de Community. Na afronding van het primair onderwijs stroomt in 2013 1,4% door naar vso/ praktijkonderwijs, 1,4% naar vmbo-b, 5,8% naar vmbo-k, 8,6% naar vmbo-t, 29% naar vmbo-t/havo, 32,2% naar havo/vwo en 21,6% naar vwo/gymnasium. Deze doorstroompercentages zijn vergelijkbaar met die van 2012 toen 8% naar vmbo-k doorstroomde en 92% naar vmbo-t of hoger. In het schooljaar 2012-2013 zijn de schoolvragenlijst (sociaal emotioneel) en het drempelonderzoek (schoolvorderingen) afgenomen. De score voor het drempelonderzoek omgezet naar een score vergelijkbaar met de CITO-score komt in 2013 uit op 537,8 bij een landelijk gemiddelde van 535,0. Jenaplanschool Antonius Abt Onder de verantwoordelijkheid van het Bestuur van het Koning Willem I College ressorteert één school voor primair onderwijs: de Jenaplanschool Antonius Abt. Na een groei van het aantal leerlingen in 2011 naar 607 leerlingen, is het aantal leerlingen sinds 2012 aan het dalen. Op 1 oktober 2013 telt Jenaplanschool Antonius Abt 587 leerlingen, 12 minder dan op 1 oktober 2012 (een daling van ongeveer 2%). In 2013 ontvangt Jenaplanschool Antonius Abt een aanvullende bekostiging in het kader van de regeling prestatiebox primair onderwijs voor opbrengstgericht werken, professionalisering van leraren en schoolleiders en cultuureducatie. Deze aanvullende bekostiging wordt in het verslagjaar aangewend voor de volgende activiteiten: een studiedag in de wijk met alle andere scholen in ’s-Hertogenbosch West; de teamscholing Happy Coach die gericht is op het verbeteren van de omgang en het klimaat in de school om een omgeving te creëren waarin kinderen en collega’s zich goed voelen en kunnen leren; het bezoeken van alle groepen van een aantal uitgekozen voorstellingen in de Verkadefabriek; ontvangst van een aantal kunstenaars op school om te vertellen over hun werk. Voor meer informatie over de onderwijsontwikkelingen bij Jenaplanschool Antonius Abt verwijzen we naar de website: www.antoniusabt.nl . Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h 35 B4MEDEWERKERS Leeftijdsverdeling Aantal medewerkers Jonger dan 25 jaar 11 1% 25 t/m 34 jaar 158 14% 35 t/m 44 jaar 206 18% 45 t/m 54 jaar 353 31% 55 t/m 59 jaar 232 21% 60 jaar en ouder 167 15% De gemiddelde leeftijd binnen het college is 48 jaar. Dat is relatief jong. Het effect van de regeling ‘jong voor oud’410 werkt in 2013 nog door. Geslacht Peildatum dec 2009 Aantal medewerkers 1.266 Aantal fte 1.032,09 Totaal aantal studenten 12.559 Totaal aantal studenten per fte 12,2 dec 2010 1.215 990,18 12.639 12,8 dec 2011 1.149 944,91 12.816 13,6 dec 2012 1.139 938,60 13.062 13,9 dec 2013 1.127 917,44 12.984 14,2 Vast en tijdelijk dienstverband Vast Tijdelijk 1.013 114 90% 10%9 Het is momenteel collegebeleid om twee keer aaneensluitend een tijdelijk contract te krijgen, waarna, op basis van de dan geldende formatiemogelijkheid en mits goed functionerend, een contract voor onbepaalde tijd wordt aangeboden. Daardoor zijn er verhoudingsgewijs meer tijdelijke dienstverbanden. 9 36 In fte’s bedraagt de omvang aan tijdelijke dienstverbanden 8,5% van de totale omvang. Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h Vrouw 633 56% Man 494 44% Ook in 2013 is de efficiency van de inzet van het personeel verder verhoogd. De grenzen van wat redelijkerwijs van medewerkers mag worden gevraagd, worden daarbij scherp bewaakt. Een nadere toelichting hierop: • de toename van het aantal in te plannen contacturen (van 20 naar 22 per effectieve onderwijsweek bij een fulltime equivalent) gebaseerd op aangepast taakbeleid na instemming van de ondernemingsraad; • voor het niet-onderwijzend personeel vervalt met ingang van 1 januari 2013 de 59 uur extra scholing waardoor, conform de bepalingen in de cao, een normjaartaak van 1659 uur moet worden verantwoord; • de BAPO neemt af van 36,7 fte eind 2012 naar 34,5 fte eind 2013; • de taakstelling voor diensten en projectbureaus om 10% op de loonsom te bezuinigen wordt in 2013 gerealiseerd. Voor een belangrijk deel wordt deze bezuiniging benut voor een investering in het onderwijzend personeel. 10 De regeling ‘jong voor oud’ is in 2008 ingevoerd. Bij deze regeling werden de mogelijkheden voor vervroegde pensionering (FPU) optimaal benut waardoor het vertrek van de oudere medewerkers kon worden opgevangen door de instroom van jongere medewerkers met een daling van de gemiddelde leeftijd, en een daarmee samenhangende daling van de gemiddelde personeelslasten, als gevolg. Buiten bovenstaande ‘harde feiten’ investeert het college meer en succesvol in teamoverleg, zeggenschap en uitvoering van taakverdelingsbeleid. Het college is meer intern en extern gaan scholen, trainen en ontwikkelen. De HRM-cyclus van onder andere functioneren, beoordelen en persoonlijke ontwikkeling ontwikkelt zich verder door waardoor kwaliteit en professionaliteit toenemen. De organisatie is bezig met een transitie van een ambtelijk bureaucratische naar een professionele cultuur. Het primaire belang van goed, uniek en succesvol onderwijs blijft daarbij voorop staan. Het succes van de student is en blijft immers de reden van ons bestaan. In 2013 is de werkdrukbeleving onderwerp van gesprek; individueel, in de teams en in het overleg met de Ondernemingsraad. Werkdrukbeleving wordt in alle loopbaanfasen en bij alle leeftijdscategorieën in meer of mindere mate ervaren. In 2014 zal een programma duurzame inzetbaarheid worden gestart. Ziekteverzuim herijking van de bedrijfsprocessen moeten het college daarbij behulpzaam zijn. Kernwoorden voor de komende jaren zijn: • preventie met focus op duurzame inzetbaarheid en vitaliteit; • bewustwording van de rollen en verantwoordelijkheden (leidinggevende, medewerkers en HRM); • communicatie, hetgeen moet worden gescheiden van informatievoorziening. Kwaliteit van het personeel Ook in 2013 draait het om de versterking van de professionaliteit. Het is geen discussie meer, maar wel een interactief bespreekpunt. Dat is heel positief. De volgende uitgangspunten blijven daarbij leidend: We werken voortdurend aan de kwaliteit van ons professionele handelen. We delen kennis onbaatzuchtig. We handelen volgens het Professioneel Statuut. We werken op basis van de vijf P’s: Praktijk- en vakkennis, Professionaliteit, Performance, Persoonlijkheid en Passie. De professionaliseringsagenda zal al gaan leiden tot een meer vraaggestuurde opleidings- en trainingsbenadering. Dit is ook een belangrijke conclusie en aanbeveling uit het onderzoeksrapport van ITS. Deze externe partij voert in het college een gedegen onderzoek uit naar grote onderdelen van het professionaliseringsbeleid en de wijze van uitvoering. In 2014 zal het beleid hierop worden bijgesteld. Peildatum Verzuimpercentage Verzuimfrequentie dec 2011 4,83% 1,14 dec 2012 4,65% 1,04 dec 2013 4,40% 1,09 In 2013 rondt HRM het onderzoek naar bevoegdheden af. Met een nog te realiseren inhaalslag in 2014 voor sommige medewerkers op het gebied van de pedagogisch didactische aantekening of het getuigschrift (PDG) leidt de uitkomst tot de conclusie dat 98% van alle leraren bevoegd is (per eind november 2014). Dit onderzoek leidt tevens tot de conclusie dat 10% van de leraren een mastertitel heeft bij een in het Koersboek verwoorde ambitie van 50% per jaareinde 2015. De ambities van het college op het gebied van professionalisering en beleid blijven ongekend hoog. Voor zowel het onderwijsgevend personeel, het ondersteunend personeel, de leidinggevenden, het College van Bestuur en in het bijzonder voor de ondersteuners van HRM en de Academie voor Teaching & Learning. In 2013 daalt het ziekteverzuimpercentage verder naar 4,4% (onder de collegenorm van 4,5%), bij een licht stijgende verzuimfrequentie. Dit is het resultaat van een proactieve benadering ten aanzien van verzuimreductie, herijking en revitalisering van het regiemodel en meer nadruk op loopbaanontwikkeling en ‘employability’ activiteiten (intern en extern). Deze proactieve benadering wil het college blijven houden. De introductie van een nieuw HRM-verzuimsysteem, E-signaal, en een Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h 37 Bedrijfsstage Medewerkerstevredenheid Een onderdeel van de vereiste scholing voor leraren is het volgen van een bedrijfsstage. Actuele ontwikkelingen binnen arbeidsorganisaties worden via het motto ‘Vertel de verhalen’ (bijvoorbeeld hoe interessant het beroep kan zijn) ingebed binnen het onderwijs. Deze bedrijfsstages, die veertig uur duren, zijn gebaseerd op leervragen van de leraar en passen bij de wet BIO (Beroepen in het Onderwijs). Het Koning Willem I College streeft naar bedrijfsstages die kerntaken, werkprocessen en competenties uit kwalificatiedossiers als focus hebben en waarbij van te voren leerdoelen door de stagelopende docent zijn opgesteld. In 2013 sluiten 35 leraren de bedrijfsstage af; 19 leraren die in 2012 gestart zijn moeten de bedrijfsstage nog afronden. In 2013 melden zich 54 leraren bij HRM voor de bedrijfsstage. Het Koning Willem I College vindt het oordeel van studenten, ouders en bedrijven, maar ook dat van haar eigen medewerkers van groot belang voor het handhaven en waar nodig bijstellen van haar beleid. De dienst HRM voert periodiek het onderzoek naar medewerkerstevredenheid uit. Met een norm van 7,5 lag deze in 2011 met 7,7 daar boven. Een resultaat dat tot tevredenheid stemt en dat we minimaal proberen vast te houden. In 2014 wordt het periodieke medewerkerstevredenheidsonderzoek gecombineerd met het landelijke tevredenheidonderzoek uitgevoerd zodat het college zich ook kan meten aan andere colleges. Beroepscomponent Leerkracht - tien jaar! 2003- 2013 Begin 2014 viert het Koning Willem I College dat er in de afgelopen tien jaar meer dan honderd zij-instromers zijn opgeleid tot leraar. De opleiding is bedoeld voor zij-instromers of docenten in opleiding met betrekking tot de pedagogische en didactische aspecten van het docentschap. Dit opleidingstraject wordt in samenwerking met Fontys Lerarenopleidingen Tilburg gegeven. In 2013 maakt geen enkele medewerker gebruik van de mogelijkheid om een klacht in te dienen. Taalvaardigheid medewerkers In het jaar 2013 verzorgt de Academie voor Teaching & Learning de cursussen ‘Bewuster Spellen’ en ‘Secretaresses voor elkaar’. Beide cursussen betreffen taalvaardigheid. ‘Secretaresses voor elkaar’ legt de nadruk op het schrijven van e-mails en het schrijven van brieven; stijl en spelling komen eveneens aan de orde. De cursus wordt zeer goed ontvangen. Enerzijds vanwege de inhoud, anderzijds vanwege praktische toepasbaarheid. Tijdens de cursus worden ook e-mails en brieven beoordeeld en geschreven. De deelnemers vinden dat de cursus goed aansluit bij hun werk.‘Bewuster Spellen’ gaat meer over het gewone schrijfproces. De cursisten werken al met het online-programma ‘Beter Spellen’, desondanks is verdieping gewenst. De cursisten krijgen inzicht in hun schrijven en/of spellen en proberen door te analyseren hun niveau te verbeteren. Ook wordt hen getoond hoe fouten ontstaan en hoe de spelling zich door de eeuwen heen ontwikkeld heeft. Het is een cursus met doen en denken. Ook deze cursus wordt als zeer positief en leerzaam ervaren. Hij sluit aan bij het dagelijkse werk. Bij zowel ‘Secretaresses voor elkaar’ als ‘Bewuster Spellen’, ontvangen de cursisten het boekje ‘Vlekkeloos Nederlands’, dat op veel vragen een antwoord geeft. De cursist kan dit zelf doornemen, uiteraard komt het eveneens tijdens de cursus aan de orde. In beide cursussen zijn de cursisten geïnteresseerd en actief bezig. 38 Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h Ondernemingsraad Het College van Bestuur voert in 2013 zes keer in een constructieve sfeer overleg met de ondernemingsraad. Afstemming vindt ook plaats in de werkgroepen Financiën, Veiligheid, Gezondheid, Welzijn en Milieu (VGWM), Personeel, Professionalisering en Onderwijs (PP&O). Onderwerpen die aan de orde komen: financiële gevolgen ministeriële actieplan ‘Focus op Vakmanschap’, jaarrekening en (meerjaren)begroting, veiligheid en gezondheid, personeelsbeleid, professionaliseringsbeleid en taakbeleid. In afstemming met de ondernemingsraad wordt een vaste (regelmatige) jaarplanning van 40 onderwijsweken ingevoerd, hetgeen zal helpen bij de verantwoording van de naar 1000 klokuren per jaar geïntensiveerde onderwijstijd. In 2013 besteedt de ondernemingsraad veel tijd aan afdelingsbezoeken en doet een onderzoek naar de werkbeleving. Dit alles om het gevoel van de werkvloer te vertalen naar de rationaliteit van de organisatie. In overleg met de Raad van Toezicht doet de ondernemingsraad in 2013, voor het eerst, een bindende voordracht voor een lid van de Raad van Toezicht. Deze voordracht leidt in 2014 tot een benoeming. Leden ondernemingsraad De heer P. van Rijswijk (voorzitter) De heer T. Rekkers (secretaris) Mevrouw B. van Bakel De heer E. Brouwer De heer E. van der Gun Mevrouw I. Moran (plaatsvervangend voorzitter) De heer P. Rebel De heer P. Sax Mevrouw J. Vierhout Mevrouw M. Witlox De heer Y. Yücesan Ambtelijk secretariaat: mevrouw D. Vos-Hessels In 2013 kondigen mevrouw M. Randoe, de heer M. van der Rijt, de heer A. van de Sande en de heer R. van Uden aan zich niet meer verkiesbaar te stellen voor een nieuw lidmaatschap met ingang van 1 februari 2014. Mevrouw M. Baas Becking (plaatsvervangend secretaris) overlijdt in 2014. Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h 39 B5Financiën Het Actieplan MBO “Focus op Vakmanschap 2011-2015 geeft weer welke doelen het kabinet deze kabinetsperiode in het mbo wil bereiken. Het actieplan gaat in op de maatregelen ter verhoging van de kwaliteit, vereenvoudiging van het bve-stelsel en verbetering van de besturing en bedrijfsvoering. De ambitieuze doelen van het kabinet zullen per saldo met minder geld gerealiseerd dienen te worden. Meer kwaliteit leveren voor minder geld. In het Expeditieboek (2011) en het Koersboek (2012) is het antwoord van het Koning Willem I College op dit ministeriële actieplan geformuleerd. In het Koersboek is vastgelegd dat de besluiten en werkzaamheden in dat Koersboek moeten leiden tot een gezonde financiële situatie die past bij de hoogte en systematiek van de nieuwe bekostiging. Ook in 2013 heeft het Koning Willem I College dat weten te realiseren en de verwachting is dat dat op basis van de gezonde financiële positie van het college ook in de komende jaren mogelijk zal zijn. Geconsolideerde balans per 31 december 2013 (na resultaatbestemming) 2013 EUR 2012 EUR 2011 EUR Geconsolideerde staat van baten en lasten over 2013 2013 EUR Begroting 2013 EUR 2012 EUR Baten 87.787.258 85.136.992 84.757.690 Lasten 85.849.580 85.237.880 85.802.964 1.937.678 -100.888 -1.045.274 Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten 105.408 70.825 122.024 2.043.086 -30.063 -923.250 Belastingen 0 0 0 Resultaat deelnemingen 0 0 0 Resultaat na belastingen 2.043.086 -30.063 -923.250 Resultaat Aandeel derden in resultaat Nettoresultaat 0 0 0 2.043.086 -30.063 -923.250 0 0 0 2.043.086 -30.063 -923.250 Activa Vaste activa 48.117.121 50.391.563 52.245.303 Vlottende activa 16.294.013 10.476.004 8.675.150 Totaal activa 64.411.134 60.867.567 60.920.453 Buitengewoon resultaat Totaal resultaat Passiva Eigen vermogen 43.911.039 41.867.953 42.791.202 8.180.174 6.493.579 6.435.141 Langlopende schulden 0 0 0 Kortlopende schulden 12.319.921 12.506.035 11.694.110 64.411.134 60.867.567 60.920.453 Voorzieningen 40 Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h Liquiditeit, solvabiliteit, rentabiliteit Bij het vergelijken van het resultaat 2013 ten opzichte van 2012 gelden drie bijzonderheden die de onderlinge vergelijkbaarheid beïnvloeden. Het negatieve resultaat van bijna € 1 mln. in 2012 werd veroorzaakt door een wijziging in de administratieve verwerking van de salarissen als gevolg van de overstap van Edukaat naar Unit4. In Unit4 wordt gewerkt met maandelijkse reserveringen voor vakantiegeld met als gevolg dat in 2012 eenmalig € 1,9 mln. extra last werd ingeboekt ten laste van het resultaat 2012. Genormaliseerd voor dit effect kwam het resultaat 2012 uit op een positief resultaat van ongeveer € 1 mln. Het resultaat voor 2013 wordt voor ruim € 1 mln. bepaald door uitbetaling van de Herfstakkoord-gelden in december 2013. De Herfstakkoord-gelden zijn bedoeld om de onderwijskwaliteit op korte termijn te verbeteren. De ontvangst van de gelden moest plaatsvinden in 2013; een verbetering van het resultaat 2013 met ongeveer € 1,1 mln. Daarnaast is in het jaar 2013 voor ongeveer € 1 mln een voorziening voor wachtgeld ingeboekt ten laste van het resultaat voor 2013. Genormaliseerd voor deze effecten blijft er een positief resultaat over van ongeveer € 1,9 mln op de bedrijfsvoering van 2013. 2013 2012 2011 Liquiditeit (current ratio) 1,32 0,84 0,74 Solvabiliteit 1 (excl. voorzieningen) 0,68 0,69 0,70 Solvabiliteit 2 (incl. voorzieningen) 0,81 0,79 0,81 Rentabiliteit gewone bedrijfsvoering 2,3 -1,1 -0,3 De solvabiliteit blijft op een hoog niveau. De basis wordt gevormd door de waarde van de gebouwen en terreinen in combinatie met het ontbreken van langlopende leningen. In 2010 is een verbetering van de liquiditeit als beleid afgesproken. Deze is sindsdien gestegen van 0,39 naar inmiddels 1,32 (deels als gevolg van de ‘vervroegde’ uitkering van de Herfstakkoord-gelden). Rekening houdend met de onvoorwaardelijke rekening courant faciliteit van € 4,5 mln. is de liquiditeit goed te noemen. Na enkele jaren voldoet het college weer aan de signaleringsgrens van 1%. Treasury Het treasurybeleid van het Koning Willem I College is gebaseerd op het treasurystatuut van de stichting. Treasurymanagement vindt plaats conform de ‘Regeling beleggen en belonen door instellingen voor onderwijs en onderzoek’. Op het Koning Willem I College is net als voorgaande jaren geen sprake van beleggen en belenen. Het college staat op het standpunt dat publieke middelen worden verstrekt voor het primaire proces, te weten het verzorgen van onderwijs. Het college brengt dit proces niet in gevaar door het aangaan van risico’s die daar niet direct betrekking op hebben, zoals het risicovol beleggen van tijdelijk niet bestede publieke middelen. Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h 41 B6Regionale verankering Ondertekening Brabants Arbeidsmarkt Akkoord Als voorzitter van het Brabants BVE Instellingenoverleg, waarin alle Brabantse ROC’s en Vakscholen zitting hebben, heeft het Koning Willem I College het Brabants Arbeidsmarkt Akkoord 2012-2015 mede ondertekend. Het Akkoord wordt ook ondertekend door de provincie Noord-Brabant, door de wethouders van de zeven grootste Brabantse gemeenten en vertegenwoordigers van de vier Brabantse arbeidsmarktregio’s. Partijen hebben afspraken gemaakt voor: • het bieden van werkzekerheid, ontplooiing- en scholingsmogelijkheden van werkenden in de Brabantse bedrijven. • Het werken aan een betere afstemming van het Brabantse beroepsonderwijs op het bedrijfsleven en in het bijzonder op de vraag uit de regionale speerpuntsectoren. • Het verhogen van de inzetbaarheid en arbeidsparticipatie van Brabantse burgers, al dan niet uitkeringsgerechtigd. • Het realiseren van samenwerking onder meer door het uitwisselen van informatie en ervaring door – waar dat zinvol en mogelijk is – gezamenlijk op te trekken. • Het komen tot meetbare doelstellingen en monitoring. Brabants BVE-overleg Niet alleen op instellingsniveau, ook op regionaal niveau, vindt in het Brabants BVE-overleg afstemming plaats over het regionale (provinciale) opleidingenaanbod. De zes roc’s in Brabant, aangevuld met twee vakinstellingen (De Rooi Pannen en St. Lucas) en een AOC (Helicon) participeren in dit overleg. Het resultaat van de afstemming is een opleidingenaanbod, afgestemd op de regionale arbeidmarktbehoefte. Noordoost-Brabant investeert fors in innovatief ondernemerschap Het Koning Willem I College gaat samenwerken met onder andere ROC de Leijgraaf, de HAS, lokale Rabobanken en regiogemeenten in een groot programma specifiek gericht op startende innovatieve ondernemers. Het actieplan moet leiden tot effectiever gebruik van kennis als motor van de economie. De komende zes jaar bundelen verschillende organisaties en scholen hun krachten in ‘Valorisatieplan 5-sterren Noordoost Brabant’. Met een budget van € 14 mln. stimuleren zij de regionale economische slagkracht. “Hiermee creëren we in onze regio een vruchtbare voedingsbodem voor een nieuwe generatie van innovatieve ondernemers, die wil excelleren”, aldus Ton Rombouts, burgemeester van ’s-Hertogenbosch en voorzitter van het Strategisch Beraad 5-sterren Noordoost Brabant. Koning Willem I College, 42 Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h HAS Hogeschool, ROC de Leijgraaf, ZLTO, acht lokale Rabobanken, Stichting Ondernemerslift, Starters Succes Oss, Startersmarktplaats Veghel-Uden-Schijndel en de 20 regiogemeenten in Noordoost-Brabant hebben het initiatief genomen voor dit grote programma. Het wordt mede mogelijk gemaakt door subsidiebijdragen van de provincie Noord-Brabant en de Rijksoverheid. Brancheregiocommissies Opleiden en onderwijsprogramma’s maken doet het college niet alleen. Het college vindt het het belangrijk contact te onderhouden met onze omgeving. Vertegenwoordigers van het regionale bedrijfsleven worden daarom regelmatig aan tafel uitgenodigd. De brancheregiocommissie die in beroepsgerichte afdelingen zijn ingericht vervullen in dit opzicht een belangrijke rol. Vertegenwoordigers van het regionale bedrijfsleven en van andere organisaties participeren hierin. De brancheregiocommissies komen gemiddeld twee keer per jaar bij elkaar. Gespreksonderwerpen zijn de inhoud en vernieuwing van onze opleidingen, de betrokkenheid van het bedrijfsleven bij het onderwijs, de examinering en de kwaliteitsborging, beroepspraktijkvorming, arbeidsmarktrelevantie en werkgelegenheid. Praktijkopleiders in leerbedrijven De uitkomsten van het BPV-plaatsenonderzoek dat het Koning Willem I College eind 2013 uitzet onder leerbedrijven in de regio laat een lichte verbetering zien ten opzichte van eerdere onderzoeken, met name ten aanzien van het relatiemanagement. Verdere verbetering is mogelijk en noodzakelijk, zeker in het licht van de toekomstige prestatieafspraken over de beroepspraktijkvorming. Daarom besluit het college in 2013 tot de inrichting van een bedrijvenpunt en de organisatie van een bedrijvendag om de herkenbaarheid naar buiten te vergroten. Daarnaast wordt in een Business Proces Management project de bpv-begeleiding grondig geanalyseerd om tot verbetervoorstellen te komen. Deze verbetervoorstellen worden eind 2014 verwacht. Het Koning Willem I College en het Kenniscentrum van Transport & Logistiek (VTL) verlengen succesvolle samenwerking Mevrouw Staal, manager Customer Relations van Pagina-inhoud VTL, en de heer Bunthof, afdelingsdirecteur Mobiliteit & Logistiek van Koning Willem I College, tekenen op 2 december een convenant met afspraken om de kwaliteit van onderwijs en beroepspraktijkvorming (bpv) in de opleidingen transport en logistiek in de toekomst te blijven garanderen. De samenwerking is enerzijds gericht op de groei van instroom van jongeren in de sector transport en logistiek en anderzijds op het realiseren van goed onderwijs in relatie tot stages en werk. Het convenant formaliseert de afspraken over de afstemming van praktische zaken. Het is het gemeenschappelijk belang om de student zo goed mogelijk op te leiden voor een beroep in deze sector. Bpv vormt een cruciaal onderdeel van mbo-opleidingen. Het opleiden en beoordelen van studenten is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van school en bedrijf. VTL stimuleert en bevordert een goede aansluiting tussen het beroepsonderwijs en het bedrijfsleven en zorgt voor een optimale borging van de kwaliteit van de leeromgeving in de sector. Macrodoelmatigheid In 2012 is op instellingsniveau het besluit genomen om het huidige opleidingenaanbod te bevriezen en alleen in uitzonderlijke gevallen (in 2012 bijvoorbeeld op het gebied van Beveiliging) toestemming te verlenen tot de start van een nieuwe opleiding. Belangrijkste criteria om een nieuwe opleiding te starten zijn de beschikbaarheid van stageplaatsen en het toekomstig arbeidsmarktperspectief. Het advies van de brancheregiocommissie die elke afdeling heeft, weegt bij de uiteindelijke besluitvorming zwaar mee. Niet alleen op instellingsniveau, ook op regionaal niveau, vindt in het Brabants BVE-overleg afstemming plaats over het regionale (provinciale) opleidingenaanbod. In het onderzoek naar de Staat van de Instelling door de Inspectie van het Onderwijs begin 2013 komen macrodoelmatigheid en arbeidsmarktrelevantie aan de orde. De inspectie is enthousiast over de aanpak van het Koning Willem I College hetgeen in het rapport wordt geduid met de opmerking dat er geen tot geringe risico’s zijn ten aanzien van de arbeidsmarktrelevantie. Ouders in de klas Op 26 maart kunnen alle ouders van de studenten van het Koning Willem I College een dag meelopen met hun zoon of dochter en de lessen volgen. Deze speciale dag heet ‘Ouders in de klas’. Op de afdelingen Media, Art & Performance, Middelbare Horeca School en Assistenten Gezondheidszorg zijn veel ouders aanwezig. De meesten hebben speciaal vrijgenomen om met hun kinderen mee te kunnen kijken op school. Ze zijn enthousiast over deze interessante en leerzame dag. Ouderraden Een aantal onderwijsafdelingen binnen het Koning Willem I College heeft het overleg met de ouders geformaliseerd door de instelling van een ouderraad. Tijdens de overleggen met de ouderraad houdt het college voortdurend voeling met wat zij vinden van de kwaliteit van ons onderwijs en de wijze waarop dat wordt aangeboden. Communitydag Zondag 8 september vindt de jaarlijkse Communitydag van het Koning Willem I College plaats. Meer dan 1500 mensen vinden weer de weg naar het college en genieten van een prachtige dag. Met de Communitydag maken we duidelijk dat het Koning Willem I College midden in de regionale samenleving staat. Met een grote diversiteit aan activiteiten, georganiseerd door medewerkers en studenten van het college, weet het college een prettige dag voor de community te verzorgen en mensen aan zich te binden. Communityweek Betrokkenheid van ouders Ouders in de branding Wat kan het puberbrein van mijn kind wel en niet aan? Hoe kun je als ouders en school samen het beste uit je kind halen? Het Koning Willem I College organiseert op 20 april een interactieve conferentie voor ouders van jongeren. ‘Ouders in de Branding’ is een dag met boeiende presentaties, interactieve workshops en gesprekken. Met onderwerpen die op school, in de opvoeding en in de belevingswereld van ouders en hun kinderen op dit moment actueel zijn. “Wat kan het puberbrein van mijn kind wel en niet aan?” is met name bedoeld voor ouders van studenten van het Koning Willem I College, maar ook ouders van studenten van andere (VO) scholen zijn van harte welkom. Net als voorgaande jaren is Chazia Mourali de dagvoorzitter van de conferentie. Professor Jelle Jolles, Universiteitshoogleraar Neuropsychologie aan de VU Amsterdam verzorgt ’s morgens de boeiende presentatie ’Het opgroeiend kind tussen brein en vrijheid; over steun, sturing en inspiratie’. Daarnaast kunnen de ouders deelnemen aan diverse workshops. Wat is het plan en waarom? Het college biedt studenten tijdens hun opleiding de kans om gedurende één week de samenleving te helpen met zijn of haar talenten. Wat is het resultaat in 2013? In 2013 nemen 27 legroepen aan de Community Week deel. Het zijn studenten van de afdelingen Verpleging & Verzorging, Assistenten Gezondheidszorg, Academie voor Media, Art & Performance, Bouw-Infra, Architectuur & Meubeldesign, Marketing & Communicatie en High Tech Metalektro. In totaal 413 studenten. De opdrachtgevers uit de community geven gemiddeld een 8 voor de uitvoering. Ruim 42% van de studenten hebben hun talenten zo goed ingezet, dat de opdrachtgevers het boven verwachting vinden. Zij worden genomineerd voor de Rabobank Community Week Award. Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h 43 B7Bedrijfsvoering Organische kwaliteitszorg: niet bij woorden alleen! Permanente kwaliteitsverbetering is de kern van onze professionele cultuur; de ontwikkeling van mechanische naar organische kwaliteitszorg zetten we niet alleen in ons personeelsbeleid maar ook in ons gedrag centraal. Een check op ‘beslis wat je hebt beloofd’(Plan), ‘doe wat je hebt beloofd’(do), ‘controleer wat je hebt gedaan’ (check) en ‘beslis opnieuw’( act) hoort daar bij. Feedback geven en weten te ontvangen horen er eveneens bij. Vanuit de constatering dat kwaliteitszorg in veel (onderwijs) organisaties zich richt op ‘procedureel op orde zijn’ hebben we eerder stappen gezet om kwaliteitszorg hier boven uit te tillen: gewoon een goede school zijn betekent dat gedrag en houding van medewerkers de gewenste kwaliteit dagelijks weerspiegelen. Een substantiële vervolgstap is nodig om kwaliteit iets te laten zijn wat ons dagelijks handelen en gedrag bepaalt. Werken aan kwaliteit doen we niet ‘omdat het moet’ maar omdat het tot onze eigen professionele standaard behoort. Verantwoordelijk voor en eigenaar van kwaliteit en de bewaking daarvan in afdelingen en diensten zijn de afzonderlijke afdelingen en diensten zelf. De uitkomsten van de audits stellen vervolgens het College van Bestuur in staat haar bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de kwaliteit in het College te nemen. In 2013 voert de Dienst Governance & Control op basis van het kwaliteitszorgmodel van het Koning Willem I College en de zelfevaluaties van 2012 bij alle onderwijsafdelingen een interne audit uit. Parallel daaraan lopen het onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de Staat van de Instelling en het onderzoek vanuit het Kwaliteitsnetwerk MBO (een landelijk netwerk waaraan ruim dertig onderwijsinstellingen zijn verbonden) naar de kwaliteit van het kwaliteitszorgsysteem. Rode draad in deze onderzoeken is dat het normenkader van het college transparanter kan aansluiten bij het waarderingskader van de Inspectie, dat het kwaiteitsonderzoek zich meer moet richten op het niveau van de opleiding, dat de check- en de actfase verbetering behoeven, dat het zelfkritisch vermogen van de instelling omhoog kan en dat het gehele systeem eenvoudiger en compacter kan worden vormgegeven. Passend bij een professionele organisatie die permanente evaluatie en kwaliteitsverbetering hoog in het vaandel heeft staan, zet het Koning Willem I College daarom al in de loop van 2013 in op een aantal verbeteringen: de focus op een viertal speerpunten (onderwijsinhoud en -programmering, examinering, onderwijslogistiek en professionalisering), een transparante planning & control cyclus waarin de belangrijkste activiteiten op opleidings- afdelings- en instellingsniveau, een verankering van jaarplannen en jaarplangesprekken in die planning & control cyclus waardoor het College van Bestuur sturing kan geven aan het maken, monitoren 44 Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h en verantwoorden van resultaatafspraken voor de belangrijkste speerpunten, inzet van de Kwaliteitsmonitor BONE-BVE (ontwikkeld door een oud-inspecteur) om de kwaliteit van de opleiding scherper in beeld te krijgen, inzet van de In Control Scan van PwC om een scherper zicht te verkrijgen op de bedrijfsprocessen die onder de verantwoordelijkheid van de diensten en projectbureaus vallen. In de herijkte zelfevaluaties die eind 2013 worden opgeleverd wordt duidelijk dat, met name de interne audits in 2013, al bijdragen aan een toename van het zelfkritische vermogen van de instelling. Technologiemanagement Technologie speelt in alle aspecten en functies van een onderwijsorganisatie een grote rol. In dat kader zijn data van essentieel belang, zowel in de primaire als secundaire processen. Dit alles vereist zowel een geïntegreerde aanpak onder de noemer informatie- en technologiemanagement, als het effectief organiseren van kennisprocessen onder de noemer onderwijslogistiek. In dat proces hanteren we de volgende uitgangspunten: 1. Centrale aansturing en bundeling van krachten. Dat betekent: één aansturing van alle bedrijfskritische systemen die met studenten te maken hebben, zodat strategie één op één vertaald wordt in inrichting en uitvoering. 2. Al onze inspanningen en investeringen met betrekking tot ICT moeten heel duidelijk in het teken staan van onze missie, visie en vijf kernwaarden. Ze zullen heel concreet moeten leiden tot betere leertrajecten, daardoor ook tot betere studenten met een hoger studierendement, daardoor ook tot tevredener studenten en daardoor uiteindelijk ook tot meer leerlingen, studenten, cursisten. 3. Niet alles wat technisch mogelijk is, is ook wenselijk! Technologie kan en mag een docent nooit vervangen, zeker niet bij leerprocessen van jonge mensen. 4. Bij het aanschaffen van informatievoorziening wordt altijd rekening gehouden met bewezen technologie, interoperabiliteit, centralisatie en compatibiliteit van de aan te schaffen voorziening. 5. Bedrijfskritische systemen worden in principe niet ge-outhost c.q. ge-outsourced. 6. In een R&D-situatie wordt bekeken of een nieuwe technologie bruikbaar is voor de organisatie. 7. We zijn géén software house. Dat wil zeggen: (in principe) bouwen we geen eigen applicaties, maar maken gebruik van standaardapplicaties die hun kwaliteit al bewezen hebben, zowel wat betreft primaire als secundaire processen. 8. We implementeren zoveel als mogelijk mobiele technologie. Waardoor plaatsonafhankelijk leren en werken mogelijk is. 9. Het college is 24 uur per dag en 365 dagen per jaar digitaal bereikbaar. Waardoor tijdonafhankelijk leren en werken mogelijk is. 10. De ontwikkeling van een digitaal communityportal511 is met kracht ter hand genomen. Hierbij is sprake van één portaal met één ingang voor de verschillende soorten belanghebbenden. Deze betreffen zowel interne doelgroepen (studenten en medewerkers) als externe doelgroepen (ouders, bedrijfsleven, overheid, onderwijsorganisaties). Deze ene ingang biedt achtereenvolgens: publieke toegang tot algemene informatie, doelgroepspecifieke informatie en (achter een individuele inlog) gepersonaliseerde informatie. Informatiemanagement De dienst Informatiemanagement draagt, in nauwe samenwerking met de dienst IT Force, zorg voor de totale architectuur en infrastructuur van de informatievoorziening (informatie- en onderwijslogistiek) binnen het College. Het betreft de verantwoordelijkheid voor het formuleren en voorstellen van het beleid t.b.v. de informatievoorziening, het managen van de informatieprocessen, de informatieanalyse en -architectuur, het beheer van de bedrijfskritische systemen, de standaarden voor de gemeenschappelijke (informatie) infrastructuur en de inrichting en het beschikbaar stellen van de informatievoorziening aan alle doelgroepen van het College. Deze logistiek van de informatie gaat over het verlenen van het(de) juiste informatieproduct(en) aan de beoogde ontvanger op het juiste tijdstip, in de juiste indeling en hoge kwaliteit en op de juiste locatie. Om informatielogistiek optimaal in te richten dienen alle componenten in de informatielogistiek-keten geharmoniseerd en in lijn te zijn met de organisatiedoelstellingen. Ook onderwijslogistiek werkt vanuit processen die efficiënt en effectief ingericht moeten zijn. Het betreft alle activiteiten voor het organiseren, plannen, faciliteren en uitvoeren van leertrajecten voor de studenten. Veel van deze activiteiten, van werving tot nazorg voor de lerende, worden ondersteund door diverse toepassingen en informatiesystemen. In de periode tussen 2013 en 2015 wordt een substantieel aantal van deze ondersteunende systemen geüpdatet, heringericht en waar nodig vervangen. Het programma informatievoorziening voor het kalenderjaar 2013 Gepland en gerealiseerd: • De pilot voor het inrichten van de informatie- en gegevensarchitectuur is succesvol afgerond. De informatiearchitectuur voor het college wordt in 2014 verder uitgebreid en gebouwd. • Om de efficiëntie te verhogen en de kosten te verlagen is in 2013 gestart met het vervangen van het Oracle databaseplatform door Microsoft SQL; het vervangen van Impromptu (rapportage-tool) door Microsoft Reporting Services; het migreren van databases naar de SQL variant en het herbouwen van een deel van de collegerapportages volgens het nieuwe databaseplatform. Deze trajecten worden in december 2014 afgerond. • Het verder ontwikkelen en migreren van het KWIC-Dashboard is afgerond. • Het onderzoek naar het vervangen van EXIS, een toepassing voor de planning van examens, is succesvol afgerond. In januari 2014 is gestart met de implementatie van de nieuwe applicatie InForm. • EduArte, een registratie en volgsysteem voor studenten, is volledig in productie. • Het Portaal is gemigreerd naar SharePoint 2010. • Het documentmanagementsysteem (DMS) 2007 is gemigreerd naar SharePoint 2010. • De applicatie voor het plannen van roosters is succesvol gemigreerd. • In het najaar is een pilot traject gestart met een onderwijsafdeling voor het verhogen van de ICT-vaardigheden van medewerkers. Het resultaat van dit traject wordt in maart 2014 geëvalueerd. • Het aanbestedingstraject voor het aan- en afwezigheidsregistratiesysteem is succesvol afgerond. De implementatie van dit traject is in januari 2014 gestart. De implementatie van een Leermanagementsysteem (LMS), de migratie van het systeem voor het digitaliseren van studentendossiers en de migratie van Exact Finance naar een Enterpriseversie worden in 2014 opgepakt. Business Proces Management 11 voor de interne doelgroepen is het communityportaal ingericht. De inrichting van het communityportaal voor externe doelgroepen is nog in ontwikkeling. Business Proces Management heeft tot doel om voor (kritische) bedrijfsprocessen, aan de hand van een gestructureerde documentatie en analyse, verbetervoorstellen te formuleren in functie van een welomschreven ‘business case’. Fasen die daarbij doorlopen worden zijn: definiëren (van de opdracht, met name een proces optimaliseren), documenteren (van het toegewezen proces), meten (van de huidige prestatie van het toegewezen proces, analyseren (van het verloop van het toegewezen proces en optimaliseren (creativiteit versus projectverbetering, project management, veranderingsmanagement) en borgen (van de nieuwe situatie. Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h 45 In juni 2013 zijn veertien BPM-deskundigen door het opleidingsinstituut Covista gecertificeerd als BPM-deskundigen. Deze veertien deskundigen hebben de volgende zeven (kritische) bedrijfsprocessen, op basis van een gedegen analyse, verbetervoorstellen geformuleerd: interventierecht, aanmelding, intake en plaatsing, afwezigheidsregistratie, plannen en roosteren van onderwijstijd, totstandkoming van de bpv-overeenkomst, zorgbegeleiding en registratie van scholing van medewerkers. Facilitair bedrijf Constante aandacht gaat uit naar een zo optimaal mogelijke bezetting en benutting van bestaande (onderwijs)faciliteiten. Intensivering van het onderwijs en een groeiend aantal bol-studenten binnen een stabiel blijvend aantal studenten vragen om (veel) extra onderwijsfaciliteiten (ruimten en apparatuur). Implementatie van de plannen Techniek vragen om een andere positionering van het techniekonderwijs op de Onderwijsboulevard. Daarnaast worden vavo, educatie en een onderwijsafdeling met beroepsonderwijs naar verwachting in 2014 gehuisvest in een andere locatie. Een zo optimaal mogelijke bezetting en benutting worden daardoor de komende jaren een nog nadrukkelijker aandachtspunt. Nog steeds behaalt het college op dit punt efficiency zonder verlies van onderwijskwaliteit. 46 Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h DEEL C: BIJLAGEN BIJ HET BESTUURSVERSLAG 2 Bijlage C1: Notitie Helderheid in de bekostiging BVE (2004) Aansluitend bij de wettelijke regels die gelden voor bekostiging van beroepsonderwijs hanteert Koning Willem I College als uitgangspunt dat de prestatie die Koning Willem I College levert (het verzorgen van onderwijs) in verhouding staat tot de tegenprestatie van het Ministerie van OCW (beschikbaar stellen van bekostiging). De Notitie Helderheid noemt acht aan bekostiging gerelateerde thema’s. Per thema geven we hierna aan hoe Koning Willem I College hier invulling aan geeft. 3 Toerisme & Recreatie Een uitbestedingsvariant betreft de samenwerking van Koning Willem I College met het regionaal bedrijfsleven op het terrein van Leisure & Hospitality en Toerisme. Bij de opleidingen Leisure & Hospitality, Reizen en Frontofficemedewerker wordt een gedeelte van het onderwijs uitgevoerd door de Cosmo Academy, gevestigd op de hoofdlocatie van het Koning Willem I College te ’s-Hertogenbosch. In het uitbestedingscontract is opgenomen dat het onderwijsprogramma, de huisvesting en de uitvoering van het onderwijs door het Koning Willem I College worden bepaald. Daarnaast is in het contract het door het Koning Willem I College uitgevoerde toezicht op de kwaliteit geregeld. Het verlenen van vrijstellingen Studenten kunnen in 2013 bij Koning Willem I College op basis van eerder verworven kwalificaties (EVK) vrijstelling krijgen voor delen van een opleiding. De gehanteerde procedures zijn opgenomen in het Examenreglement Koning Willem I College. Bij volledige vrijstelling wordt een student ingeschreven als examendeelnemer. In geval de student nog diverse onderwijsonderdelen moet volgen alvorens tot diplomering te komen, wordt hij/zij voor de benodigde duur ingeschreven als onderwijsdeelnemer. 1Uitbesteding onderwijs OSLO (Schoen-, Lederwaren en Orthopedie) De opleidingen OSLO (Schoen-, Lederwaren en Orthopedie) heeft Koning Willem I College sinds oktober 2000 uitbesteed aan de Stichting SVGB. De uitoefening van de aan Koning Willem I College bij wettelijk voorschrift opgedragen taken en bevoegdheden met betrekking tot de opleidingen in de schoen-, lederwaren en orthopedie, wordt conform artikel 9.1.5, lid 3, van de WEB exclusief opgedragen aan het bestuur van SVGB. De uitvoeringslocatie is gelegen in Utrecht. Het Koning Willem I College blijft volledig verantwoordelijk voor deze deelnemers en is met SVGB een overeenkomst van opdracht aangegaan. Investeren van publieke middelen in private activiteiten Volgens de notitie Helderheid betreft het hier situaties waarin de rijksbijdrage wordt ingezet in een privaatrechtelijke rechtspersoon, of waarin publieke middelen anderszins worden geïnvesteerd in private activiteiten die niet behoren tot de kerntaak van de instelling. In 2013 is er binnen Koning Willem I College geen sprake van situaties (projecten of opleidingsactiviteiten) waarbij sprake is van vermenging van publieke en private middelen. 4Les- en cursusgeld niet betaald door de student zelf In 2013 hebben geen les- of cursusgeldbetalingen door Koning Willem I College vanuit de reguliere bekostiging plaatsgevonden. Wel zijn voor specifieke gevallen betalingen gedaan door de Stichting Steunfonds Mathias Wolf, een aparte stichting op basis van private middelen. In geval van betaling van het cursusgeld door derden is een zogeheten derdengeld machtiging van de deelnemer voorhanden. 5 In- en uitschrijving , en inschrijving van studenten in meer dan één opleiding tegelijk Voor het in- en uitschrijven vlak voor respectievelijk na een teldatum hanteert Koning Willem I College strikte interne regels die voldoen aan de bekostigingsvoorwaarden die het Ministerie van OCW hanteert. In aansluiting hierop geeft het college in onderstaande overzichten gespecificeerd achtereenvolgens weer: 1.Overzicht van studenten die relatief snel na 1 oktober 2013 de instelling met of zonder diploma verlaten, met de uitstroomreden van studenten die uitstromen zonder diploma. 2.Overzicht van studenten die tijdens het schooljaar 2012-2013 van opleiding veranderen, met of zonder diploma, met de uitstroomreden van studenten die zonder diploma van opleiding veranderen. 3.Overzicht van studenten waarvoor onderwijs in de geïntegreerde trajecten educatie-beroepsonderwijs wordt verzorgd. Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h 47 Overzicht van studenten die relatief snel na 1 oktober 2013 de instelling verlaten Doorstroomreden van studenten zonder diploma Meetperiode: 1 oktober 2013 tot en met 31 december 2013 Doorstromers zonder diploma Uitgestroomde studenten (Ander) werk 14 Studenten die hun certificaat behaalden 0 Bpv-plaats is ontbonden (i.v.m. ontslag) 12 Studenten die doorstroomden naar het hbo 0 Er is geen bpv-overeenkomst afgesloten 4 Studenten die gediplomeerd uitstroomden uit het college 148 Studenten die uitstroomden zonder ooit een diploma behaald te hebben op het college 122 Totaal 270 Uitstroomredenen studenten zonder diploma (Ander) werk 2 Bpv-plaats is ontbonden (i.v.m. ontslag) 13 Er is geen bpv-overeenkomst afgesloten 6 Geen passend (vervolg)opleidingsaanbod 5 Gekozen beroepsrichting valt tegen 26 Kwaliteit van de lessen is onvoldoende 1 Onvoldoende resultaten/vorderingen 2 Persoonlijke omstandigheden 64 Studie is te moeilijk Totaal 3 122 Sporadisch is bekend bij welke instelling een deelnemer die bij Koning Willem I College wordt uitgeschreven zich vervolgens inschrijft. Wat betreft de bekostiging van deelnemers hanteert Koning Willem I College de wettelijk bepaalde regels in deze. Overzicht van studenten die tijdens het schooljaar 2012-2013 van opleiding veranderen Zonder diploma Met diploma Totaal 767 730 1.497 Geen passend (vervolg)opleidingsaanbod 3 Gekozen beroepsrichting valt tegen 339 Kwaliteit van de lessen is onvoldoende 8 Onvoldoende arbeidsmarktperspectief 1 Onvoldoende resultaten/vorderingen 71 Persoonlijke omstandigheden 156 Stroomt door naar hoger niveau 23 Studie is te moeilijk 129 Verstrijken overeengekomen opleidingstermijn 3 Wordt examendeelnemer 4 Totaal 767 Overzicht van studenten waarvoor onderwijs in de geïntegreerde trajecten educatie-beroepsonderwijs wordt verzorgd Peildatum 01-10-2012 Totaal Vavo, gecombineerd met een bol-opleiding Vavo, gecombineerd met een bbl-opleiding Educatie, gecombineerd met een bol-opleiding Educatie, gecombineerd met een bbl-opleiding Totaal Niveau 01-10-2013 Totaal 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Niveau Het Koning Willem I College garandeert dat studenten niet in meer dan één opleiding tegelijkertijd staan ingeschreven. 48 Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h 6 De student volgt een andere opleiding dan waarvoor hij is ingeschreven In onderstaande overzichten geeft het college de volgende gegevens gespecificeerd weer: Overzicht van studenten die tijdens het schooljaar 2012-2013 van leerweg veranderen, met of zonder diploma. Overzicht van studenten die in 2013 gediplomeerd zijn met de vermelding of binnen het Koning Willem I College een eerder diploma112 behaald is. Overzicht van studenten die tijdens het schooljaar 2012-2013 van leerweg veranderen Zonder diploma Met diploma Totaal 146 23 55 69 201 92 Van bol naar bbl Van bbl naar bol Overzicht van studenten die in 2013 gediplomeerd zijn met de vermelding of binnen het Koning Willem I College een eerder diploma behaald is Aantal gediplomeerden in 2013 3842 7Bekostiging van maatwerktrajecten ten behoeve van bedrijven Ook in 2013 organiseert het Koning Willem I College voor een aantal bedrijven maatwerktrajecten. Het Koning Willem I College voldoet daarbij aan de eisen die de wetgever aan bbl-trajecten stelt. Incidenteel betaalt een bedrijf of een andere organisatie een additionele bijdrage voor extra activiteiten, waaronder materiaalkosten of extra ondersteuning. De Weenergroep, GEA Refrigeration Netherlands N.V. CSO GEA Grenco, Cofely Refrigeration en Wijnen installatietechniek B.V. zijn de vier bedrijven met de grootste omvang aan extra activiteiten. Maatwerktrajecten in de hiervoor genoemde zin zijn gericht op deelname aan een in het centraal register beroepsopleidingen (crebo) geregistreerde opleiding met het oogmerk het traject met succes af te ronden. 8Buitenlandse studenten en onderwijs in het buitenland Koning Willem I College verzorgt alleen onderwijs in Nederland. Buitenlandse studenten die hier rechtmatig verblijven en voldoen aan de inschrijfvoorwaarden, worden voor bekostiging in aanmerking gebracht. Regelmatig lopen studenten van Koning Willem I College stage in het buitenland. Daar waar mogelijk worden subsidies aangevraagd en ingezet ter dekking van de verblijfskosten. waarvan met een eerder diploma op een hoger een lager niveau hetzelfde niveau niveau 649 86 10 Het komt voor dat studenten van Koning Willem I College in individuele gevallen gedurende een opleiding willen overstappen naar een andere opleiding. Via gerichte loopbaanbegeleiding en een breed opleidingenaanbod kunnen de meesten van hen ingeschreven blijven waardoor voortijdige schooluitval wordt voorkomen. Koning Willem I College ziet er in haar inschrijvingsprocedure op toe dat een student alleen ingeschreven staat in de opleiding die hij/zij daadwerkelijk volgt. 12 Indien in het kalenderjaar 2013 meerdere diploma’s behaald zijn, wordt slechts één diploma voor bekostiging in aanmerking gebracht. Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h 49 Bijlage C2: Verantwoording taal en rekenen 2013 (conform de Regeling intensivering Nederlandse taal- en rekenen MBO) Activiteiten Nederlands en/of Hieraan bestede middelen in euro’s Rekenen A Aanpassing in de didactiek en pedagogiek van de beroepsopleidingen met het oog op de intensivering van het taal- en rekenonderwijs Applicatiebeheerder en taal de baas / instellingbeheer Studiemeter (Deviant) NL + R 161 uur = 161 x 48 = € 7728,Subtotaal A € 7728,- Aantal bereikte deelnemers Aantal bereikte personeelsleden n.v.t. n.v.t. 3500 intake en 400 voortgang. Totaal: 3900 5000 intake en 900 voortgang Totaal: 5900 Minimaal 5900 n.v.t. n.v.t. B Toetsing van deelnemers Afname intaketoets alle eerstejaars R Afname intaketoets alle eerstejaars NL Organisatie en afname en registratie intake Drie bijeenkomsten met werkgroep centrale intake (vier personen): 21-05, 18-06, 18-09. Coördinerende activiteiten t.b.v. intake en werkzaamheden om overzichten in Excel te krijgen Activiteiten subexamencommissie (vijf bijeenkomsten), zes personen Toetsvaststelling NL + R NL + R Intake € 12.250,Voortgang € 1400,Totaal: € 13.650,Intake: € 17.500,Voortgang: € 3150,Totaal: € 20.650,1,5 fte = 1,5 x 44.000 = € 66.000,3 x 4 = 12 uur = 12 x 48 = € 576,- NL + R 40 uur = 40 x 48 = € 1920,- n.v.t. n.v.t. NL + R NL n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. Afname centrale examens NL + R 5 x 6 x € 48,- = € 1440,4 x 40 = 160 uur 160 x 48 = € 7680,927 uur = 927 x 44.000/1659 = € 24.585,- n.v.t. Coördinerende werkzaamheden Subtotaal B NL 85 uur = 85 x 48 = € 4080,€ 140.581,- 371 sessies x (gemiddeld) 15 deelnemers = 5567 n.v.t. NL 32,8 fte in totaal. Dus 8,2 fte extra. Dat is 8,2 x € 79.632,- = € 652.982,28,7 fte in totaal. Dus 7,2 fte extra. Dat is 7,2 x € 79.632,- = € 571.360,3,5 fte 3,5 x € 79.632,- = € 278.712,0,38 fte 0,38 * € 44.000,- = € 16.720,50 uur = € 2400,- 12.000 n.v.t. 12.000 n.v.t. Ongeveer 200 n.v.t. n.v.t. Ongeveer 15 n.v.t. n.v.t. 50 uur = € 2400,€ 1.524.574,- n.v.t. n.v.t. C Extra onderwijstijd Extra lessen Nederlands, 25% van totale aantal. (Een deel van deze uren zal aan A, B en D besteed zijn.) Extra lessen Rekenen, 25% van totale aantal. (Een deel van deze uren zal aan A, B en D besteed zijn.) R Ondersteuningslessen door Educatie NL + R Coördinatie ondersteuningslessen NL + R Coördinerende werkzaamheden NL Coördinerende werkzaamheden Subtotaal C R 50 Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h n.v.t. n.v.t. 4 n.v.t. Activiteiten Nederlands en/of Rekenen Hieraan bestede middelen in euro’s Aantal bereikte deelnemers Aantal bereikte personeelsleden NL 120 x 22 = 2640 uur = 2640 x 48 = € 126.720,- n.v.t. Rekencoach op elke afdeling Taalcoach bijeenkomsten (10): 14-01, 18-02, 18-03, 15-04, 13-05, 10-06, 09-09, 07-10, 04-11, 02-12 R NL 80 x 22 = 1760 uur = 1760 x 48 = € 84.480,10 bijeenkomsten x 20 (uren zitten in de hierboven genoemde) n.v.t. n.v.t. Rekencoach bijeenkomsten (8): 24-09-2013, 29-10-2013, 03-12-2013, 21-012014, 25-02-2014, 25-03-2014, 15-04-2014, 27-05-2014 Kennisdeling o.a. door inrichten en onderhouden van informatiepunt (site) Nederlands R 22 x 16 uur = 352 uur (onderdeel van de 1760 uur) n.v.t. 24/25 taalcoaches + docenten op de afdelingen 22 24/25 taalcoaches + Docenten op de afdelingen 22 + 5 = 27 NL 50 uur = 50 x 48 = € 2400,- n.v.t. Kennisdeling o.a. door inrichten en onderhouden van rekeninformatiepunt (site) Coördinerende werkzaamheden Coördinerende werkzaamheden R 80 uur = 80 x 48 = € 3840,- n.v.t. R NL 100 uur = 100 x 48 = € 4800,100 uur = 100 x 48 = € 4800,- n.v.t. n.v.t. Minstens 22 Zomerschool Zomerschool, voorbereiding en coördinatie Subtotaal D NL + R NL + R € 12.500,1100 uur = 1100 x 48 = € 52.800,€ 292.340,- 88 88 n.v.t. n.v.t. n.v.t. - n.v.t. 25 n.v.t. n.v.t. 10 10 n.v.t. n.v.t. 25 25 + 37 = 62 minstens D Nieuwe of aangepaste faciliteiten Taalcoach op elke afdeling E professionalisering van docenten en overige functionarissen op het gebied van taal en rekenen E1 professionalisering van docenten Voorbereiden en uitvoeren van scholingen voor management, taalcoaches en NL Totaal 200 uur x 48 = € 9600,docenten: vooral AMT Woensdagochtendupdate aan afdelingsdirecteuren: 11-12. NL + R Uren presentie managers = 20 uur 20 x 63 = € 1260,Bijeenkomst voor aspirant Fontysdocenten NL 8 uur voorber x 3 pers. + uitvoering 1dd = € 1152,Individuele ondersteuning van docenten NL 40 uur 40 x 48 = € 1920,Lidmaatschap taalcoach academie NL € 1150,Coördinerende werkzaamheden R 50 uur = 50 x 48 = € 2400,Coördinerende werkzaamheden Subtotaal E1 NL Alle taalcoaches en een groot deel van de docenten NL 75 (schatting) 50 uur = €2.400,€ 19.882,- Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h 51 Activiteiten Nederlands en/of Rekenen Hieraan bestede middelen in euro’s Aantal bereikte deelnemers Aantal bereikte personeelsleden E2 professionalisering van overige functionarissen Vijf cursussen à 5 + 5 uur Themawerkgroepen NL R n.v.t. n.v.t. 60 33 (2012-2013) 19 (2013-2014) Themawerkgroepen NL 50 x 48 = € 2400,R 2012-2013: 33 actieve leden 33 x 60 = 1980 uur 7/12 = € 55.440,R 2013-2014: 19 actieve leden 19 x 40 = 760 uur 5/12 = € 15.200,Totaal: € 70.640,NL 2012-2013: 42 actieve leden 42 x 60 x 48 x 7/12 = € 70.560,NL 2013-2014 35 actieve leden 35 x 40 x 48 x 5/12 = € 28.000,Totaal: € 98.560,€ 171.600,- n.v.t. 42 (2012-2013) 35 (2013-2014) n.v.t. 1 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 1 n.v.t. n.v.t. Subtotaal E2 Activiteiten ter ondersteuning van A t/m E Update voor CvB: drie keer met vier personen Secretariële ondersteuning Cynthia NL + R AVO-overleg en ander ondersteunend overleg NL + R Deelname gemeentelijke taalbeleidgroep Administratie/mails/telefoon NL NL 3 x 4 uur x € 48,- + 3 uur x € 63,- = 576 + 189 = € 765,50 uur 50 x 48 = € 2400,100 uur 100 x 48 = € 4800,600 uur 600 x 29 = € 17.400,20 x 5 x 48 = € 4800,150 uur x 48 = € 7200,Totaal: € 12.000,65 uur = € 3.120,100 uur = € 4800,- Administratie/mails/telefoon Update voor rekencoördinator, vnl. door bijeenkomsten pioniersgroep en landelijke/regio- bijeenkomsten Inleendocenten: 40 weken vier taaldocenten en vier rekendocenten R R 100 uur = € 4800,50 uur = 50 x 48 = € 2400,- NL + R Subtotaal t.o.v. A t/m E NL: 40 x 4 x 4 uur x € 48,- = € 30.720,R: 40 x 4 x 4 uur x € 48,- = € 30.720,Totaal NL + R = € 61.440,€ 113.925,- TOTAAL € 2.270.360,- Verantwoording 2012ntwoording eheerder trale examens Bijhouden landelijke ontwikkelingen 52 Jaarverslag 2013 NL + R 10ackide cen- NL + R NL K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h Bijlage C3: Locaties Campus Vlijmenseweg (hoofdlocatie) Vlijmenseweg 2 5223 GW ‘s-Hertogenbosch Campus Onderwijsboulevard Onderwijsboulevard 3 5223 DE ‘s-Hertogenbosch Locatie Marathonloop Marathonloop 11 5235 AA 's-Hertogenbosch Locatie Meester Vriensstraat Mr. Vriensstraat 2 5246 JS ’s-Hertogenbosch Locatie Weidonklaan Weidonklaan 99-100 5223 VL 's-Hertogenbosch Locatie Boxtel Dr. de Brouwerlaan 74 5283 EE Boxtel Locatie Bouwhuis De Kleine Elst 11 5246 JK Rosmalen Locatie Stivako Oss Gasstraat Oost 12 5349 AV Oss Jenaplanschool Antonius Abt Locatie Slot Oberon 17 5221 LT ’s-Hertogenbosch Locatie Park Engelerpark 4 5221 AM Engelen Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h 53 Bijlage C4: Nevenfuncties leden Raad van Toezicht en leden College van Bestuur Relevante nevenfuncties leden Raad van Toezicht 54 De heer drs. G.C.M. Mol RA (voorzitter) • Penningmeester van de Stiching Activiteiten Lionsclub ’s-Hertogenbosch. Mevrouw J.M.F. van der Beek (lid) • • • • De heer drs. A.J. de Bruin RA (lid) • Voorzitter stichting Beursvloer ’s-Hertogenbosch e.o. De heer mr. W.J.J. Louwers AA (penningmeester) • • • • • • • • • • Lid Provinciale commissie Wonen (Brabants Kennisplatform Wonen). Lid Cubus (culturele businessclub ‘s-Hertogenbosch). Lid BZW. Commissaris Brabant Life Science Seed Fund. Lid bestuur Health 2 Business. Lid adviesraad Weenergroep (Sociale werkplaats regio Den Bosch). Lid Raad van Toezicht Monument Kamp Vught. Lid partnerkern Brabants Orkest. Lid bestuur Rotary ’s-Hertogenbosch Centraal (sinds medio 2013 teruggetreden). Lid Adviesraad Handicap & Studie [CINOP]. De heer ir. G.J.P. van Oosten (lid) • • • • • • Bestuurs- en adviesfuncties in agro & food, Adveast BV. Lid Raad van Commissarissen Rabobank ’s-Hertogenbosch e.o. Voorzitter Raad van Commissarissen Agro & Co Kapitaalfonds B.V. Voorzitter Raad van Overleg Solidair Pensioen Achmea. Lid Ledenraad Vereniging Achmea. Voorzitter Bestuur IJsclub Eindhoven. Mevrouw mr. P.P.M. van Reijsen (secretaris) • Secretaris Stichting Kinderdagverblijf De Schaepskooi Oss. • Bestuurslid Stichting Monica Ubbergen. • Hoofdfunctie: senior rechter rechtbank Oost-Brabant. De heer prof. Drs. W.J.M. Spaan (lid) • Hoogleraar medische microbiologie Universiteit Leiden (parttime). • Bestuurslid Stichting Contacten Bedrijfsleven Universiteit Leiden. • Voorzitter NWO Commissie NACCAP (Nederlands-Afrikaans partnership voor Capaciteitsopbouw en Klinische Interventies tegen armoedegerelateerde ziekten). • Lid Programmacommissie Kwaliteit van Zorg ZonMW. • Voorzitter Commissie Veiligheid in de Zorg ZonMw . • Lid Commissie Gezondheidszorgonderzoek ZonMw . Jaarverslag 2013 Voorzitter van de Raad van Toezicht: Matzer theaterproducties. Voorzitter van de Raad van Toezicht: Jeugdzorg Gelderland. Onafhankelijk voorzitter van het Stedelijk Huurders Platform. Lid bestuur van het Sociaal Fonds Den Bosch. K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h Relevante nevenfuncties leden College van Bestuur Mevrouw drs. J. Noordijk (voorzitter) • Lid Bestuur Stichting COMBO (werkzaam voor JOB en LAKS). • Lid Bestuur City Change Center ’s-Hertogenbosch. De heer drs. C. Van Gerven (lid) • Bestuurslid, penningmeester/secretaris van Stichting innovatie Beroepsonderwijs MBO15. • Bestuurslid MBO Raad Diensten. • Lid Regiegroep Werkplein EntreonEdit. • Lid Bestuur Ondernemerslift. • Voorzitter BBO Brabants BVE Overleg. • Lid Onderwijs Pact Brabant Provinciaal Platform voor Arbeidsvraagstukken. • Lid Bestuur Comité Trier • Voorzitter Facilitair Samenwerkingsverband FSR • Bestuur, penningmeester TechXperience. Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h 55 56 Jaarverslag 2013 K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
© Copyright 2024 ExpyDoc