Jaarverslag 2013 in pdf - Koning Willem I College

Postbus 122
5201 AC ’s-Hertogenbosch
073 6249624
Dit JAARVERSLAG maakt onlosmakelijk deel uit
van de JAARREKENING 2013.
Bezoekadres: Vlijmenseweg 2
5223 GW ‘s-Hertogenbosch
www.kw1c.nl
College van Bestuur:
Drs. J. Noordijk, voorzitter College van Bestuur
Drs. C.L.E.M. van Gerven, lid College van Bestuur
19 juni 2014
Jaarverslag 2013
© Koning Willem I College ’s-Hertogenbosch
Reproductie van dit document zonder toestemming van het College van Bestuur van het
Koning Willem I College is niet toegestaan anders dan in zijn volledige vorm.
Juni 2014
Versie: 1.0
Status: goedgekeurd door Raad van Toezicht
2
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
JAARverslag 2013
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
3
Leeswijzer
Dit jaarverslag is een verantwoordingsdocument voor allen die enig belang hebben
bij een goed functioneren van het Koning Willem I College. Dat zijn in willekeurige
volgorde:
• Toezichthoudende instanties: Ministerie van OCW, Inspectie van het onderwijs,
Rijksaccountant
• Raad van Toezicht van het Koning Willem I College
• Studenten en hun ouders of partners
• Bedrijven, instellingen, belangenorganisaties en intermediaire organisaties
• Toeleveranciers: de scholen voor voortgezet onderwijs in de regio ‘s-Hertogenbosch
• Afnemers: Hogescholen die onze gediplomeerde studenten inschrijven
• Collega-ROC’s, AOC’s, vakscholen en regionale en lokale overheden
• Personeelsleden
• Overige geïnteresseerden
Dit jaarverslag is opgesteld conform de Richtlijn Jaarverslag Onderwijs van het
Ministerie van OCW en de aanvullende brief van het Ministerie betreffende het
Geïntegreerd Jaardocument 2013 van 20 december 2013 waarin genoemd worden:
• Verklaring bevoegd gezag met betrekking tot het voldoen van de opleidingen aan
de wettelijke vereisten (hoofdstuk A1, pagina 6)
• De tevredenheid van studenten (hoofdstk B3, pagina 31-32)
• Diplomaresultaat en jaarresultaat (hoofdstuk B3, pagina 32-33)
• Het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters (hoofdstuk B3, pagina 34)
• Personele gegevens (hoofdstuk B4, pagina 37-41)
• Financiële gegevens (hoofdstuk B5, pagina 42-44)
• Informatie in verband met specifieke regelingen
- Regeling intensivering Nederlandse taal en rekenen MBO (hoofdstuk B2, pagina
23-24 en Bijlage C2, pagina 55-58)
- Prestatiebox PO (hoofdstuk B3, pagina 36)
• Informatie in verband met kwalitatief zwakke opleidingen en examens (hoofdstuk
B2, pagina 26-28)
• Continuïteitsparagraaf (hoofdstuk B2, pagina 14-22)
4
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
In dit jaarverslag is het bestuursverslag van het College van Bestuur en een aantal
bijlagen met cijfers opgenomen. De cijfers in dit jaarverslag zijn aangeleverd
door de dienst Financiële Zaken, de Dienst Governance & Control en de Dienst
Informatiemanagement. Onderwijsafdelingen en overige diensten hebben
aanvullende inhoudelijke informatie aangeleverd. Het hoofdstuk financiën bevat,
in lijn met de jaarrekening, een beknopt overzicht van het financieel beleid en de
financiële resultaten over meerdere jaren. De volledige jaarrekening, als onderdeel van
het geïntegreerd jaardocument, wordt afzonderlijk in een kleinere oplage verspreid.
Geïnteresseerden kunnen deze op www.kw1c.nl inzien.
Deel A handelt over de wijze waarop het Koning Willem I College georganiseerd
is. In dit deel vindt u het voorwoord van het College van Bestuur en het
verantwoordingsverslag van de Raad van Toezicht. In deel B legt het College
van Bestuur verantwoording af over het verslagjaar 2013. In dit deel worden de
kerngegevens van het Koning Willem I College nader toegelicht. In de bijlagen in deel
C treft u de verantwoordingen aan betreffende de notitie Helderheid en de ingezette
middelen voor taal en rekenen, alsmede een overzicht van de locaties die het Koning
Willem I College in gebruik heeft en een overzicht met de relevante nevenfuncties van
de leden van de Raad van Toezicht en de leden van het College van Bestuur.
Digitale versie Jaarverslag 2013
Geïnteresseerden kunnen dit jaarverslag op www.kw1c.nl inzien met foto’s en video’s.
Dit biedt een nadere kijk op waar het Koning Willem I College voor staat en wat in
2013 is bereikt.
Wilt u reageren op dit jaarverslag of wilt u meer informatie? Neemt u dan contact
op met:
Koning Willem I College
Projectbureau PR & Communicatie
Postbus 122
5201 AC ’s-Hertogenbosch
E-mail: [email protected]
Lijst met gebruikte afkortingen
AOC
AKA
ATL
BAPO BBO
BBL BIO
BOL BPV
BVE CEC
DEX
DGC
Dt
DUO E5
EVC FBO
FTE
GJ
HBO
ITS
LB
LMS
MBO
OP OBP OCW
ROC
VAVO VMBO
VSO
VSV : Agrarisch opleidingencentrum
: Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent
: Academie voor Teaching & Learning
: Bevordering arbeidsparticipatie ouderen
: Beroepsbegeleidend onderwijs
: Beroepsbegeleidende leerweg (combinatie werken en leren)
: (Wet) Beroepen in het onderwijs
: Beroepsopleidende leerweg (leren op school, stage in bedrijf of instelling)
: Beroepspraktijkvorming (praktijkgedeelte van de opleiding: stage of (on)
betaald werk)
: Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
: Centrale examencommissie
: Dienst Examinering
: Dienst Governance & Control
: Deeltijd
: Dienst uitvoering onderwijs (voorheen CFI: centrale financiën instellingen)
: Cultuurplein voor culterele ontmoetingen voor theater, muziek, dans, taal
en beeldend
: Eerder verworven competentie
: Funderend beroepsonderwijs
: Full time equivalent
: Geïntegreerd jaardocument (bestaande uit jaarverslag en jaarrekening)
: Hoger beroepsonderwijs
: Het instituut voor toegepaste sociale wetenschappen
: Loopbaan en burgerschap
: Learning management system
: Middelbaar beroepsonderwijs
: Onderwijzend personeel
: Ondersteunend en beheerspersoneel
: (Ministerie van) Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
: Regionaal opleidingencentrum
: Voortgezet algemeen volwassenonderwijs
: Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
: Voortgezet speciaal onderwijs
: Voortijdig schoolverlaten
Inhoudsopgave
DEEL A: BESTUUR EN ORGANISATIE
A1
Voorwoord College van Bestuur
A2
Organisatie
A3
Missie, visie en kernwaarden Koning Willem I College
A4
Verslag en samenstelling Raad van Toezicht
DEEL B: BESTUURSVERSLAG COLLEGE VAN BESTUUR
B1
Beleid en strategie
B2
Onderwijs
B3Studenten
B4Medewerkers
B5
Financiën
B6
Regionale verankering
B7Bedrijfsvoering
DEEL C: BIJLAGEN BIJ HET BESTUURSVERSLAG
C1
Notitie Helderheid in de bekostiging BVE (2004)
C2
Verantwoording taal en rekenen 2013
C3Locaties
C4
Nevenfuncties leden Raad van Toezicht en leden College van Bestuur
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
7
7
8
11
12
14
14
25
32
36
40
42
44
47
47
50
53
54
5
6
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
DEEL A: BESTUUR EN ORGANISATIE
A1Voorwoord College van Bestuur
Het verslagjaar 2013 staat voor een belangrijk deel in het teken van het afscheid van de
heer Coen Free per 1 augustus 2013. Na een imposante loopbaan als schoolbestuurder laat
hij het beste grote ROC achter, waarin de student daadwerkelijk centraal staat. Op 24 mei
nemen de studenten afscheid. Dit doen ze onder meer met een djembé sessie, een officiële
militaire groet, door studenten van de Academie Geüniformeerde Beroepen en de onthulling
van een heuse Coen Free Promenade. Op 20 juni vindt het officiële afscheid plaats in het
Jheronimus Bosch Art Center. In deze prachtige omgeving geeft Coen Free op de hem zo
kenmerkende wijze een indrukwekkende masterclass. De heer Geert Mol, voorzitter van de
Raad van Toezicht, de heer Jan van Zijl, voorzitter van de MBO Raad, de heer Ton Rombouts,
burgemeester van ’s-Hertogenbosch en de heer Nimal van Oort, voorzitter van de Alumni
vereniging (A-Academy) geven in hun toespraken aan wat Coen Free heeft betekend voor de
landelijke en regionale ontwikkelingen in het onderwijs, voor de stad ’s-Hertogenbosch en
voor de student. Mevrouw Jeanette Noordijk, per 1 augustus 2013 opvolgster van Coen Free,
haalt in haar speech het aardse paradijs aan, beschreven in het boek ‘Dromen van Cocagne’
van Herman Pleij: ‘Het Koning Willem I College was er nooit in zijn huidige vorm gekomen als
jij, Coen, niet die bijzondere mengeling in je had en hebt om het paradijs op aarde te willen
neerzetten’.
Als antwoord op het beleidsplan Focus op Vakmanschap verschenen in 2011 het
(strategische) Expeditieplan en in 2012 het (tactische en operationele) Koersboek.
Het Expeditieplan en het Koersboek vormen samen het strategische en operationele
beleidskader voor het college, voor de periode 2011-2015. Het Koning Willem I College
realiseert in 2013 grotendeels de opdrachten die het zichzelf in het Koersboek stelt. In de
veelheid aan onderwerpen legt het college in 2013 de focus op een viertal deelterreinen die
specifieke aandacht behoeven: onderwijsprogrammering, examinering, onderwijslogistiek
en professionalisering. Gelijktijdig stuurt het college aan op een herijking van het
kwaliteitszorgmodel om de kwaliteit op opleidingsniveau beter te kunnen borgen.
In dit jaarverslag verantwoordt het College van Bestuur zich voor zijn beleid en de resultaten
die zijn behaald. De verantwoording is in lijn met de wettelijke richtlijnen zoals neergelegd
in de ‘Richtlijn Jaarverslag Onderwijs’ van 2013. De verslaglegging is opgesteld op
collegeniveau, op basis van de input van afdelingen, diensten en projectbureaus. De wijze van
verslaglegging sluit aan op het organisatiemodel waarbij kritische bedrijfsprocessen centraal
worden aangestuurd en de diverse organisatieonderdelen in lijn hiermee op decentraal
niveau opereren.
In het verslagjaar is in het overleg met directeuren van afdelingen en diensten, maar ook
met de Raad van Toezicht, het ‘Actieplan Focus op Vakmanschap 2011-2015’, en de vertaling
hiervan naar het Koersboek mbo ’15, besproken. Begin 2013 maakt het onderzoek
van de Inspectie van het Onderwijs naar de Staat van de Instelling duidelijk dat de
examinering en daarmee ook de kwaliteitsborging op opleidingsniveau verbetering
behoeven. Met de verankering van jaarplannen (op basis van de vier speerpunten) in
de planning & control cyclus, het Actieplan Examinering en de implementatie van de
Kwaliteitsmonitor BONE-BVE (een monitor op opleidingsniveau die één op één aansluit
op het waarderingskader van de Inspectie) in het te herijken kwaliteitszorgsysteem van
het college zijn in het verslagjaar 2013 al belangrijke stappen gezet om geconstateerde
tekortkomingen op te heffen. Voor 2014 geldt: de basis op orde en de lat omhoog. Het
Koning Willem I College wil immers ook in de komende jaren het beste grote ROC van
Nederland blijven.
Ook het thema ‘Goed bestuur’ heeft in 2013 in de MBO-sector, maar ook daarbuiten,
aandacht gekregen. Wij onderschrijven dat ‘Goed bestuur’ vraagt om permanente alertheid
en waar nodig maatregelen die zijn gericht op transparantie, professioneel handelen, een
heldere organisatiestructuur en cultuurverandering. Onder meer als voorbereiding op de
inwerktreding van de nieuwe Branchecode ‘Goed bestuur in het mbo’ per 1 augustus 2014,
als vervanging van de Governancecode ‘Goed bestuur in de bve-sector’, heeft het thema
‘Goed bestuur’ de agenda van het overleg met de Raad van Toezicht voor een belangrijk
deel bepaald. Zowel de Raad van Toezicht als het College van Bestuur hebben eind 2013
uitgesproken dat het Koning Willem I College volledig wil voldoen aan de vereisten in
de nieuwe Governancecode. Op basis van een toepassing van de ‘Checklist Governance’
van de MBO Raad op het verslagjaar 2013 concludeert het College van Bestuur dat
gehandeld wordt conform de vigerende Governancecode. De vastlegging daarvan wordt
in 2014, gelijktijdig met de aanpassingen als gevolg van de invoering van de nieuwe
Governancecode, gerealiseerd.
Het College van Bestuur spreekt het volste vertrouwen in zijn medewerkers uit om de
opdracht in het Koersboek mbo’15 (als antwoord op ‘Focus op vakmanschap 2011-2015’)
tot een succes te maken en de door de Inspectie van het Onderwijs geconstateerde
tekortkomingen op te heffen, zodat het Koning Willem I College ook in de komende jaren
tot de beste roc’s van Nederland blijft behoren.
Drs. J. Noordijk, voorzitter College van Bestuur
Drs. C. van Gerven, lid College van Bestuur
‘s-Hertogenbosch, mei 2014
Verklaring
Als bevoegd gezag van het Koning Willem I College verklaart het College van Bestuur dat al
zijn (beroeps)opleidingen voldoen aan de daarvoor gestelde wettelijke eisen.
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
7
A2Organisatie
Organogram Koning Willem I College 2013
Raad van Toezicht
College van bestuur
Diensten
•Examinering
•Facilitair Bedrijf
•Financiële Zaken
•Human Resource
Management
•Informatie Management
•IT Force
•Studenten Succes
Centrum
8
Jaarverslag 2013
Ondernemingsraad
Ondersteuning CvB
Studentenraad
Governance & Control
Afdelingen
•Academie Geüniformeerde
beroepen
•Academie voor Media, Art en
Performance
•Assistenten Gezondheidszorg
•Bouwinfra, Architectuur &
Meubeldesign
•Finance, Banking & Insurance
•Funderend Beroepsonderwijs
•High Tech Metalektro
•ICT-Academie
•International Studies
•Kind & Educatie
•Kort Middelbaar Vak Onderwijs
•Lifestyle
•Marketing & Communicatie
•Middelbare Techniek School
•Middelbare Horeca School
•Mobiliteit & Logistiek
•Ondernemersacademie
•OSLO
•Sociaal Maatschappelijke Studies
•Sportacademie
•Thema’s, Onderwijs & Projecten
•Toerisme & Recreatie
•Verpleegkunde & Verzorging
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
Projectafdelingen
•School voor Marketing &
Techniek - De Waterfabriek
Faciliterende afdelingen
•Talenacademie
•Academie voor Teaching &
Learning
Educatie-afdelingen
•Educatie
•VAVO
BBO-afdelingen
•BBO De Schalm
Primair onderwijs
•Jenaplanschool Antonius Abt
Projectbureaus
•(Inter)nationale Projecten
•De Bono
Expertisecentrum
•Projectbureau J4
•PR & Communicatie
Leden College van Bestuur1
Organogram op groepsniveau
Het bevoegd gezag van het Koning Willem I College is het College van Bestuur.
De Raad van Toezicht houdt toezicht op het College van Bestuur. De Raad van Toezicht
is tevens het bestuur van de Stichting Regionaal Onderwijs Centrum ’s-Hertogenbosch.
• De heer drs. C. Free, voorzitter College van Bestuur (tot 1 augustus 2013)
• Mevrouw drs. J. Noordijk, lid College van Bestuur (voorzitter vanaf 1 augustus 2013)
• De heer drs. C. van Gerven, lid College van Bestuur
Onder de stichting vallen verder:
• Educatiestichting (een groepsmaatschappij)
• 24ZW BBO De Schalm (een aparte voorziening voor auditief beperkte studenten)
• 04DZ Jenaplanschool Antonius Abt (primair onderwijs)
In schema:
Groep Koning Willem I College
Stichting Regionaal Onderwijs Centrum
Koning willem i college
Educatiestichting
BBO De schalm
Jenaplanschool Antonius Abt
1
De relevante nevenfuncties van de zittende leden van het College van Bestuur zijn opgenomen in
bijlage C4.
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
9
10
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
A3Missie, visie en kernwaarden Koning Willem I College
Missie
Het succes van de leerling is de reden van ons bestaan.
Visie
Gewoon een goede school.
Kernwaarden
Wij zijn een Community College.
Wij spreken alle talenten aan.
Wij voeden creatief denken.
Wij verleggen grenzen.
Wij gaan voor een betere wereld.
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
11
A4Verslag en samenstelling Raad van Toezicht
Governance
Samenstelling College van Bestuur
De Raad van Toezicht huldigt het principe van toezicht op afstand, met als
uitgangspunt Governance zoals gedefinieerd in de Governancecode ‘Goed bestuur
in de bve-sector. De Raad van Toezicht werkt vanuit deze code. Uitgangspunten
van deze code zijn verwerkt in de Statuten en het Bestuursreglement Raad van
Toezicht van het Koning Willem I College. De Raad is tevens toezichthouder van de
Jenaplanschool Antonius Abt; in lijn hiermee is het College van Bestuur van Koning
Willem I College tevens College van Bestuur van Antonius Abt. De Raad werkt vanuit
haar rol als toezichthouder van Antonius Abt in lijn met de code ‘Goed bestuur in
het primair onderwijs’. Jaarlijks voert de Raad van Toezicht in november functionele
voortgangsgesprekken met de leden van het College van Bestuur. De voorzitter en
een (wisselend) lid van de Raad van Toezicht voeren gesprekken met de individuele
leden van het College van Bestuur. Daarna spreekt de Raad met het voltallige College
van Bestuur, evalueert en maakt vervolgafspraken. De invulling van de eigen rol van
toezichthouder is ook in 2013 in een zelfevaluatie door de Raad aan de orde gesteld.
Vanuit de Raad fungeren vier (gemandateerde) bestuurscommissies:
Agendacommissie, Commissie Huisvesting, Commissie Financiën en
Remuneratiecommissie. In genoemde commissies hebben leden van de Raad
van Toezicht en het College van Bestuur zitting op basis van hun expertise. Deze
commissies bereiden besluiten van de Raad van Toezicht voor en dienen als klankbord
voor het College van Bestuur. Maandelijks hebben de voorzitters van de Raad van
Toezicht en het College van Bestuur informeel overleg over beleidskwesties. De
voltallige Raad van Toezicht voert in 2013 vier maal overleg met het College van
Bestuur over onder andere de volgende strategische beleidszaken: actieplan Focus
op Vakmanschap vanuit het ministerie van OCW en het hierop anticiperende plan van
aanpak ‘Op koers naar mbo’15’, beroepspraktijkvorming, bevindingen toezicht door de
Inspectie van het Onderwijs, de Governancecode Goed Bestuur, de planning & control
cyclus, financiën, bouw en huisvesting. Elke vergadering start met een wisselend
actueel thema, veelal verzorgd door medewerkers van het college. In 2013 evalueert
de Raad van Toezicht door middel van een zelfevaluatie het functioneren van de Raad.
De Raad keurt in 2013 de jaarrekening over 2012 en de begroting over 2014 goed. De
Raad heeft in 2013 een gesprek met de exerne accountant Ernst & Young en benoemt
PwC als nieuwe externe accountant.
De Raad van Toezicht nodigt jaarlijks de ondernemingsraad en de studentenraad uit
voor een overlegvergadering. Daarnaast voert de Raad enkele gesprekken met de
ondernemingsraad.
12
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
In 2013 neemt de Raad van Toezicht afscheid van de heer Coen Free als voorzitter van
het College van Bestuur. Per 1 augustus 2013 is zijn dienstverband beëindigd. De heer
Free heeft veel betekend voor het Koning Willem I College. In ruim 23 jaar heeft het
Koning Willem I College zich onder zijn leiding ontwikkeld tot een college dat in het
land zeer goed staat aangeschreven. Kwaliteitsbewust en innovatief waren daarbij
belangrijke kernbegrippen; het succes van de leerling stond daadwerkelijk centraal.
Als blijk van waardering voor zijn bijdrage aan de ontwikkeling van het college
benoemt de Raad van Toezicht de heer Free tot erevoorzitter van het College van
Bestuur. Vanaf deze plaats spreekt de Raad van Toezicht nogmaals zijn dank uit aan de
heer Free.
Anticiperend op het vertrek van de heer Free als voorzitter van het College van
Bestuur per 1 augustus 2013, benoemt de Raad mevrouw Jeanette Noordijk per 1
januari 2013 als lid van het College van Bestuur en per 1 augustus 2013 als voorzitter
van het College van Bestuur. Mevrouw Noordijk was tot 1 januari 2013 directeur van
de Directie Beroepsonderwijs en Volwasseneducatie van het Ministerie OCW. Vanuit
die functie heeft mevrouw Noordijk een goed inzicht gekregen in het middelbaar
beroepsonderwijs en de volwasseneducatie en was ze één van de belangrijkste
architecten van het actieplan Focus op Vakmanschap, dat voor een belangrijk deel de
(in)richting bepaalt van het middelbaar beroepsonderwijs. Samen met de heer Cor van
Gerven vormt mevrouw Noordijk per 1 augustus 2013 het nieuwe College van Bestuur.
Samenstelling Raad van Toezicht
Samenstelling Raad van Toezicht2
In 2013 neemt de Raad van Toezicht afscheid van de heren Weck en Bleijs en
bedankt hen voor de inzet. Begin 2014 benoemt de Raad, op voordracht van de
ondernemingsraad, een nieuw lid.
De heer drs. G.C.M. Mol RA (voorzitter)
Mevrouw J.M.F. van der Beek (lid)
De heer drs. A.J. de Bruin RA (lid)
De heer mr. W.J.J. Louwers AA (penningmeester)
De heer ir. G.J.P. van Oosten (lid)
Mevrouw mr. P.P.M. van Reijsen (secretaris)
De heer prof. drs. W.J.M. Spaan (lid)
Relevante ontwikkelingen
Begin 2013 voert de Inspectie van het Onderwijs het onderzoek uit naar de Staat van
de Instelling. In 2013 wordt binnen de MBO Raad afgesproken dat het voldoen aan
de Branchecode Goed Bestuur een voorwaarde wordt voor het lidmaatschap van de
MBO Raad. De financiële positie van onderwijsinstellingen is een belangrijk landelijk
aandachtspunt. Deze onderwerpen bepalen voor een belangrijk deel de agenda
van het overleg van de Raad van Toezicht met het College van Bestuur. Het nieuw
samengestelde College van Bestuur zet die stappen die een goed antwoord geven
op de bevindingen van de Inspectie. De juiste maatregelen worden getroffen om
te blijven voldoen aan de Governancecode. Er is sprake van een gezonde financiële
positie van het Koning Willem I College. Voor de vier collegebrede speerpunten
onderwijsprogrammering en -inhoud, examinering, onderwijslogistiek en
professionalisering worden resultaatafspraken geformuleerd, die worden verankerd in
jaarplannen.
De Raad spreekt zijn waardering uit voor de inzet waarmee medewerkers van het
Koning Willem I College hebben bijgedragen aan de bereikte resultaten. De Raad
bedankt het College van Bestuur voor de open en constructieve samenwerking.
In 2013 zijn belangrijke stappen gezet in de doorgaande ontwikkeling van het Koning
Willem I College. De Raad ziet die ontwikkeling met vertrouwen tegemoet.
Drs. G.C.M. Mol, voorzitter
’s-Hertogenbosch, mei 2014
2
De relevante nevenfuncties van de leden van de Raad van Toezicht zijn opgenomen in bijlage C4.
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
13
DEEL B: BESTUURSVERSLAG COLLEGE VAN BESTUUR
B1BELEID EN STRATEGIE
Visie en beleid
Strategische visie
Het is van groot belang dat iedereen in een schoolorganisatie hetzelfde verhaal
vertelt. De Koning Willem I College-organisatie is zó ingericht dat het college zich
aan stakeholders en community kan presenteren als één organisatie, met één
onderwijsvisie, één personeels-, financieel, facilitair en technologiebeleid en één
systeem van kwaliteitszorg. Dit maakt het mogelijk een sterke identiteit te creëren,
door in het dagelijkse werk vanuit dezelfde gedachten met één en dezelfde passie te
handelen. In dialoog met leerlingen/studenten, medewerkers en vertegenwoordigers
uit het beroepsleven heeft het Koning Willem I College gekozen voor het missie-model
en de visie, missie en kernwaarden geformuleerd in krachtige, betekenisvolle
oneliners, die ook internationaal gezien zeer herkenbaar en aansprekend zijn.
Missie: Het succes van de leerling is de reden van ons bestaan
Iedereen heeft recht op een goede opleiding. Een opleiding waarmee jonge mensen
ambities kunnen waarmaken en talenten benutten. Zodat ze kunnen groeien en sterk
genoeg zijn om hun eigen toekomst vorm te geven. De maatschappij heeft zulke
goed opgeleide jonge mensen nodig, die prima functioneren en actief – met kennis
en kunde – op diverse niveaus hun bijdrage leveren aan de zich steeds ontwikkelende
samenleving. Hiér ligt de verantwoordelijkheid van het Koning Willem I College. We
vinden dat we er alles aan moeten doen om een student de best mogelijke opleiding
te geven. Voor de student zelf, maar ook voor de maatschappij. Het Koning Willem
I College bouwt actief mee aan een toekomst waarin iedereen een volwaardig en
gerespecteerd lid van de maatschappij is. Dat doen we door optimaal toegankelijk te
zijn voor (potentiële) leerlingen, studenten en cursisten, door hen verwachtingsvol
tegemoet te treden en door hun vervolgens excellent onderwijs aan te bieden dat
recht doet aan individuele talenten. Onderwijs dat hun alle kansen geeft voor de
arbeidsmarkt of een vervolgopleiding. Een student op het Koning Willem I College
mag rekenen op kleinschalig, boeiend en uitdagend onderwijs en een goede
begeleiding door inspirerende docenten, die graag hun vakkennis met de leerlingen
delen.
Visie: Gewoon een goede school
We willen ons doel bereiken door gewoon een goede school te zijn. Een goede school
waar studenten eigentijds en levensecht leren in krachtige, veilige leeromgevingen.
14
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
Een goede school waar gewoon goed onderwijs gegeven wordt, door vak- en
beroepsbekwame docenten. In een duidelijke structuur met veel aandacht voor
kennis, vaardigheden en attitude. Een goede school gericht op succeservaringen, maar
waar studenten zich ook kwetsbaar mogen opstellen en gerust fouten mogen maken,
als onderdeel van het leerproces. Want ook van fouten leer je. Een goede school die
een reputatie hoog te houden heeft: we staan immers bekend als een betrouwbare en
achtenswaardige organisatie.
Kernwaarden
De vijf kernwaarden leggen de ziel bloot van het Koning Willem I College. Ze vormen
de basisprincipes van de visie van ons college en zijn de fundamenten van ons doen
en laten.
Wij zijn een Community College. We zijn een gemeenschap van lerenden, delen
principes, waarden en normen en dragen een brede sociaaleconomische en
cultuurhistorische visie uit, die onze community ten goede komt. Dit wordt nog eens
extra benadrukt door ons duurzaamheidsbeleid en onze speciale activiteiten in en
voor de community.
Wij spreken alle talenten aan. Iedereen beschikt over waardevolle talenten. We
ontwikkelen de talenten van onze studenten op basis van hun leerderskenmerken en
hun meervoudige intelligentie.
Wij voeden creatief denken. Dit is gebaseerd op de ontwikkeling van
denkvaardigheden waarbij lateraal denken, creativiteit en de nieuwste inzichten op
het gebied van breinleren een belangrijke rol spelen.
Wij verleggen grenzen. Ouders en maatschappij vertrouwen ons hun dierbaarste
bezit toe: hun kinderen. Dit verplicht ons als verzorgers van onderwijs een student
optimaal tot ontplooiing te laten komen. We zoeken daarom steeds weer de grenzen
op (ook de internationale) om onze studenten het beste te kunnen bieden.
Wij gaan voor een betere wereld. We zijn een UNESCO-school; we geloven in een
duurzame, betere wereld. We tonen respect voor alles wat leeft op onze planeet. Onze
basis is: respect voor de mens, religies, achtergronden en geaardheid.
Stakeholders
Als onze voornaamste stakeholders beschouwen we:
• leerlingen/studenten/cursisten (opmerking: het Koning Willem I College spreekt niet
over ‘deelnemers’);
• ouders/verzorgers;
• alumni, verenigd in de A-Academy;
• het toeleverend en afnemend onderwijs;
• het regionale bedrijfsleven;
• lokale en regionale overheidsinstanties;
• de ‘community’ in algemene zin;
• de (nationale) overheid.
Op koers naar mbo’15
Op 11 november 2011 verschijnt het Plan van Aanpak ‘Koning Willem I College
Op expeditie naar mbo’15’, als antwoord op het minsteriële ‘Actieplan Focus op
Vakmanschap 2011-2015’. Als vervolg op het Plan van Aanpak, dat vooral een
strategisch en tactisch karakter had, wordt in 2012 ‘Koning Willem I College Op koers
naar mbo’15’ vastgesteld. Op basis van het Koersboek mbo’15 wordt vorm en inhoud
gegeven aan de noodzakelijke organisatorische en inhoudelijke vernieuwing van
het college en van het onderwijs. Het Koersboek geeft concreet de richting aan voor
de bedrijfsprocessen van het college en geeft concrete richtlijnen voor de fases van
inrichten en verrichten. Expeditieboek en Koersboek vormen samen het strategische en
operationele beleidskader voor het college, voor de periode 2011-2015.
De focus op vier speerpunten
In het jaar 2013 wordt de voortgang van de implementatie van het Koersboek
gemonitord. In een drietal werkconferenties wordt de stand van zaken opgemaakt. Als
vervolg op de conferentie ‘Succesmeting’ in maart, verzorgd door de Dienst Governance
& Control, brengen de Dienst Examinering en de Academie voor Teaching & Learning in
april in de conferenties ‘Examinering’ en ‘Een IJzersterk Onderwijsprogramma’ de stand
van zaken in beeld voor de examinering en de onderwijsprogrammering. Deze drie
werkconferenties geven input voor een viertal collegebrede speerpunten voor 2013
en 2014: onderwijsinhoud en -programmering, examinering, onderwijslogistiek en
professionalisering. Met de focus op deze vier speerpunten wordt nadrukkelijk ingezet op
een verbetering van die activiteiten die rechtstreeks samenhangen met de visie van het
Koning Willem I College ‘Gewoon een goede school’. Studenten hebben immers recht op
goede onderwijsprogramma’s, goede (beschikbaarheid van) leermiddelen, goede roosters,
goede examens en goede leraren. Door voor deze speerpunten eenduidig geformuleerde
resultaatafspraken op te nemen in de jaarplannen 2014 geeft het College van Bestuur
sturing aan deze kwaliteitsverbetering. Monitoring door het College van Bestuur vindt
plaats tijdens de periodiek geplande jaarplangesprekken met leidinggevenden.
Continuïteitsparagraaf3
In deze paragraaf wordt op hoofdlijnen het beleid van het Koning Willem I College
voor de komende jaren geschetst. De kwalitatieve toelichting, aangevuld met een
aantal kwantitatieve indicatoren, geven gezamenlijk inzicht in de continuïteit van het
Koning Willem I College voor de komende drie jaren.
Het kwalitatieve deel
In het meerjaren beleidsplan in ontwikkeling ‘Koers Koning Willem I College 2018’,
als vervolg op de beleidsdocumenten ‘Op expeditie naar mbo’15’ en ‘Op koers naar
mbo’15’, wordt de omgeving van het Koning Willem I College beschreven en het beleid
dat als reactie daarop de komende jaren wordt ingezet.
De huidige crisis raakt het mbo volop in haar kernopdracht. Het mbo, en dus het
Koning Willem I College, staat voor de vraag waarvoor mbo-studenten nog worden
opgeleid en waar nieuwe werkgelegenheid op mbo-niveau kan ontstaan. Zonder een
relatief draagkrachtige middenklasse dreigt immers het ‘cement in de samenleving’
te verbrokkelen. De landelijke overheid zet sterk in op arbeidsmarktrelevantie van
beroepsopleidingen en wil ook dat studenten goed worden voorgelicht over kansen
op werk. Om die kansen te vergroten zet het Koning Willem I College de komende
jaren in op het breder opleiden van studenten; zowel op de lagere als op de hogere
niveaus. Het Koning Willem I College bepleit daarbij dat een flexibele toepassing
van de nieuwe kwalificatiestructuur mogelijk wordt, zodat meerdere opleidingen of
delen daarvan gecombineerd kunnen worden, toegespitst op de actuele (regionale)
werkgelegenheid. Het benutten van kansrijke crossovers is daarbij een belangrijk
sleutelbegrip. Vooruitlopend op de ontwikkeling van sectorplannen voor de sectoren
Economie en Zorg, zijn voor de sector Techniek al twee deelplannen ontwikkeld, die
vanaf het studiejaar 2014-2015 geïmplementeerd gaan worden; eerst voor de niveaus
2 en 3 en daarna voor niveau 4.
3
De continuïteitsparagraaf is ingericht conform de richtlijnen zoals opgenomen in het
servicedocument ‘Voor het opnemen van een continuïteitsparagraaf in het Geïntegreerd
Jaardocument 2013 en verder’ van maart 2014 van de MBO Raad. In haar brief van 10 februari 2014 geeft de minister van OCW aan dat niet het format leidend is, maar de aard van
de verwachte informatie. Dit maakt het mogelijk om het, vanuit de MBO Raad ontwikkelde
model, voor het verslagjaar 2013 als uitgangspunt te gebruiken. In het kwantitatieve deel is
aanvullende informatie opgenomen om volledig aan de wettelijke vereisten te voldoen.
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
15
De ontwikkeling en implementatie van die sectorplannen moet gepaard gaan met
het vasthouden van het hoge kwaliteitsniveau waar het Koning Willem I College
landelijk om bekend staat; het college wil immers ook de komende jaren het
beste grote ROC van Nederland blijven. Dat zal tot uiting moeten komen in een
realisatie van hoge opbrengsten, het (nog) verder terugdringen van het voortijdig
schoolverlaten en een verdere verhoging van de tevredenheid van studenten,
docenten en leerbedrijven binnen een personeelsbeleid dat zich laat kenmerken
door een laag ziekteverzuim. Met alle afzonderlijke onderwijsafdelingen, diensten en
projectbureaus zijn daarover afspraken vastgelegd in de jaarplannen, die vanaf 2014
worden ingevoerd. In dat licht is het goed om te constateren dat het jaarrendement
en het diplomarendement na een stabilisatie van enkele jaren in 2013 weer stijgen
naar respectievelijk 72% en 73%; de ambitie van het Koning Willem I College ligt op
75%. Het vsv-beleid wordt stevig doorgezet zodat ook in de komende jaren aan de
landelijk vastgestelde kwaliteitsafspraken wordt voldaan. Het is de ambitie van het
college om in 2015 de tevredenheid van studenten te verhogen naar een 7,5, de
tevredenheid van de medewerkers op een hoge 7,7 te houden en de tevrendenheid
van de leerbedrijven te verhogen naar minimaal een 7,0. De eerste analyses van
de landelijke JOB-monitor 2014 en het eigen bpv-plaatsenonderzoek wijzen uit
dat de tevredenheid weer verder is toegenomen. In het najaar van 2014 wordt
het medewerkerstevredenheidsonderzoek uitgezet, samen met de basismodule
die in opdracht van de MBO Raad door Effectory ontwikkeld is. In 2013 was het
ziekteverzuim binnen het college al minder dan 4,5%, de ambitie voor 2015. Het
streven is om dat lage ziekteverzuimpercentage vast te houden bij het terugdringen
van de ziekmeldingsfrequentie onder de collegenorm van 1,0. Naast deze
kwantitatieve resultaatafspraken is binnen de jaarplannen van onderwijsafdelingen
en diensten de focus gelegd op een viertal speerpunten: onderwijsinhoud
en -programmering, examinering en diplomering, onderwijslogistiek en
professionalisering. Daarmee wordt ingezet op het opheffen van de tekortkomingen
ten aanzien van examinering en kwaliteitsborging die in 2013 door de Inspectie van
het Onderwijs zijn vastgesteld tijdens het onderzoek naar de Staat van de Instelling.
Onderzoek door organisatieadviesbureau Berenschot wijst uit dat het Koning Willem
I College rekening moet houden met een fikse daling van het aantal jongeren tussen
de 15 en 20 jaar vanaf schooljaar 2020-2021. De enige uitzondering vormt de stad
’s-Hertogenbosch waar sprake is van stabilisatie en zelfs groei tot ongeveer 2040.
In Zuidwest-Gelderland neemt tot 2020 het aantal jongeren tussen de 15 en 20 jaar
aanzienlijk toe. De komende jaren verwacht het Koning Willem I College dan ook
een stabilisatie van het aantal studenten, met als gevolg geen grote veranderingen
ten aanzien van de inzet van personeel en ruimtes. De uitbreiding van het aantal
flexibele m2 t/m 2014 is vooral het gevolg van de intensivering van het onderwijs en
16
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
de verhuizing van het vavo naar een andere locatie. Het Koning Willem I College zet
de komende jaren een gericht wervingsbeleid in op met name die gebieden waar
nog groei mogelijk is en probeert daarnaast de studenten uit de krimpregio’s zoveel
mogelijk vast te houden. Dat alles met als doel om het huidige aantal studenten ook
op de langere termijn te stabiliseren. Binnen dat stabiele aantal studenten vindt al
wel een aantal jaren een verschuiving plaats van bbl-studenten naar bol-studenten.
De uitbreiding van de behoefte aan m2 die hiermee gepaard gaat wordt de komende
jaren in de vorm van flexibele ruimte ingevuld. De huidige m2-prijs van €131, iets
boven het sectorgemiddelde €105, (Financiële benchmark 2012), zal daardoor
naar verwachting de komende jaren nog iets gaan toenemen. Uitbreidingen in
het personeelsbestand (vanwege de veranderende studentenpopulatie en de
intensivering van het onderwijs) worden ook zoveel mogelijk flexibel ingevuld bij een
gelijkblijvend beleid betreffende (een beperkte) inhuur van medewerkers. Het aandeel
van het aantal medewerkers met een tijdelijk dienstverband wordt de komende jaren,
voor zover dat mogelijk is, verhoogd van de huidige 8,5% naar 10%. De mogelijkheden
hiertoe zijn beperkt vanwege het geringe aandeel van medewerkers van 60 jaar
en ouder (eind 2013 15%). Op basis van de regeling ‘jong voor oud’ is sinds 2008
immers de gemiddelde leeftijd van het personeel en de daarmee samenhangende
personeelslast, al sterk teruggedrongen (zie ook hoofdstuk B4 Medewerkers).
Kwantitatieve deel
Het Koning Willem I College beschikt over een managementdashboard waarmee
de belangrijkste risico’s beheerst worden. Het dashboard bevat continue actuele
informatie over studenten, personeel, studiesucces, financiën en tevredenheid van
studenten, medewerkers en werkvelden. Daarnaast voert het college periodiek
kwaliteits-, handhavings- en tevredenheidsonderzoeken uit op basis waarvan risico’s
in beeld worden gebracht zodat adequate bijsturing kan plaatsvinden. Belangrijke
instrumenten in het kwaliteitszorgsysteem zijn de Kwaliteitsmonitor BONE-BVE
waarmee bij de onderwijsafdelingen de onderwijskwaliteit in beeld wordt gebracht.
Deze kwaliteitsmonitor sluit één op één aan bij het toezichtkader van de Inspectie
van het Onderwijs. In het najaar van 2014 gaat het college de In control scan van PwC
inzetten om de kwaliteit van de bedrijfsvoering door de diensten en projectbureaus in
beeld te brengen. In hoofdstuk A4 legt de Raad van Toezicht verantwoording af over
de inrichting van het toezicht in 2013.
Met het oog op het geschetste beleid voor de komende jaren en een doorrekening op
basis daarvan van de formatie en de bedrijfsvoering is in dit kwantitatieve deel van de
continuïteitsparagraaf middels een dertiental indicatoren voor de jaren 2011 t/m 2016,
de balans voor de jaren 2013 t/m 2016 en de Staat/Raming van baten en lasten voor
de jaren 2013 t/m 2016 in beeld gebracht of er mogelijke risico’s zijn te verwachten.
Ten behoeve van het inzicht in de specifieke situatie van Jenaplanschool Antonius
Abt zijn de balans en de Staat/Raming van baten en lasten voor de jaren 2013 t/m
2016 zowel voor de gehele instelling als ook voor de Jenaplanschool Antonius Abt
afzonderlijk in beeld gebracht.
De doorrekeningen in dit kwalitatieve deel wijzen niet op risico’s. Wel zijn de volgende
opmerkingen te plaatsen:
De toename van het aantal m2 beroepsonderwijs per gewogen deelnemer vanaf 2014
is het gevolg van de intensivering van het onderwijs vanaf schooljaar 2014-2015. De
indicator m2 huur als percentage van het totale aantal m2 maakt duidelijk dat daarbij
wordt ingezet op een verhoging van het aantal flexibele m2.
In 2014 worden extra middelen ingezet ten behoeve van de upgrading van de
gebouwen in eigendom hetgeen tot gevolg heeft dat de investeringsbehoefte als
percentage van de totale omzet enigszins naar boven afwijkt.
Om verplichtingen voor meerjarig onderhoud huisvesting en voor
personeelsbeloningen af te wikkelen zijn voorzieningen gevormd. De verwachte
uitgaven voor meerjarig onderhoud huisvesting en personeelsbeloningen zijn in de
voorzieningen verwerkt.
Het negatieve resultaat van bijna € 1 mln. in 2012 werd veroorzaakt door een wijziging
in de administratieve verwerking van de salarissen als gevolg van de overstap van
Edukaat naar Unit4. In Unit4 wordt gewerkt met maandelijkse reserveringen voor
vakantiegeld met als gevolg dat in 2012 eenmalig € 1,9 mln. extra last werd ingeboekt
ten laste van het resultaat van 2012. Genormaliseerd voor dit effect kwam het resultaat
in 2012 uit op een positief resultaat van ongeveer € 1 mln. Het resultaat voor 2013
en het geprognosticeerde resultaat voor 2014 wordt beïnvloed door de betaling van
de Herfstakkoord-gelden in 2013, terwijl de besteding pas in 2014 zal plaatsvinden.
Daarnaast is in het jaar 2013 voor ongeveer € 1 mln een voorziening voor wachtgeld
ingeboekt ten laste van het resultaat voor 2013. Genormaliseerd voor deze effecten
komt het resultaat in 2013 uit op een positief resultaat van ongeveer € 1,9 mln. en het
geprognosticeerde resultaat voor 2014 op een positief resultaat van ongeveer € 0,8
mln.
Het financieringsoverschot, het werkkapitaal, is positief en de verwachting is dat deze
stijgt. Alle activa worden volledig gefinancierd met eigen middelen. De verwachting
is dat er geen vreemd vermogen aangetrokken zal worden. Het resultaat is positief en
leidt tot een toename van de reserves.
Voor Jenaplanschool Antonius Abt is middels gericht personeelsbeleid geanticipeerd
op de terugloop van het aantal leerlingen. Het is de verwachting dat deze terugloop
zonder gedwongen ontslagen kan worden opgevangen.
Indicatoren voor de jaren 2011 t/m 2016
Omzet private activiteiten als
percentage totale omzet
Omzet private activiteiten
Totale omzet
Omzet private activiteiten als
percentage totale omzet
Prognose
Jaarverslag 2013
2011
2012
2013
2014
2015
2016
€-
€-
€-
€-
€-
€-
€ 84.355 € 84.758 € 87.787 € 87.561 € 89.407 € 89.626
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
0,0%
17
Gewogen deelnemers per FTE onderwijzend
& direct onderwijsondersteunend personeel
Gewogen deelnemers
2011
2012
2013
2014
2015
2016
9.117,0
9.424,2
9.722,0
9.722,0
9.722,0
9.722,0
Gewogen aantal deelnemers per FTE
beroepsonderwijs
Gewogen deelnemers
Aantal FTE beroepsonderwijs
Aantal FTE onderwijzend & direct
onderwijsondersteunend personeel
731,8
Gewogen deelnemers per
FTE onderwijzend & direct
onderwijsondersteunend personeel
12,5
Prognose
729,4
723,8
733,3
739,1
739,2
Gewogen aantal deelnemers per FTE
Jaarverslag 2013
2012
2013
2014
2015
2016
9.117,0
9.424,2
9.722,0
9.722,0
9.722,0
9.722,0
890,8
891,3
883,8
893,8
899,7
899,7
10,2
10,6
11,0
10,9
10,8
10,8
2014
2015
2016
Prognose
12,9
13,4
13,3
13,2
13,2
FTE tijdelijk als percentage totaal
aantal FTE
2011
2012
2013
FTE tijdelijk als percentage totaal
aantal FTE
7,9%
8,9%
8,5%
Prognose
18
2011
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
10,0%
10,0%
10,0%
Kosten FTE in loondienst
Kosten FTE in loondienst (x 1000)
2011
2012
2013
€ 60
€ 61
€ 62
Prognose (x 1000)
2014
2015
2016
€ 62
€ 63
€ 63
Overhead personeelskosten in
procenten
2011
2012
2013
2014
2015
2016
Kosten overhead
€ 11.012
€ 10.761
€ 10.685
€ 10.786
€ 10.836
€ 10.836
Personeelskosten
€ 56.561
€ 56.541
€ 57.082
€ 58.095
€ 58.505
€ 58.505
19,5%
19,0%
18,7%
18,6%
18,5%
18,5%
Overhead personeelskosten in
procenten
Prognose
Aantal m² beroepsonderwijs per
gewogen deelnemer
Aantal M² beroepsonderwijs
Gewogen deelnemers
Aantal M² beroepsonderwijs per
gewogen deelnemer
Prognose
2011
2012
2013
2014
2015
2016
68.418,8
68.371,6
70.381,0
73.600,2
74.116,1
74.117,9
9.117,0
9.424,2
9.722,0
9.722,0
9.722,0
9.722,0
7,5
7,3
7,2
7,6
7,6
7,6
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
19
Liquiditeit
Vlottende activa
Kortlopende schulden
Liquiditeit
2011
2012
2013
2014
2015
2016
€ 8.197
€ 9.870
€ 15.504
€ 14.110
€ 14.825
€ 21.256
€ 11.543
€ 12.250
€ 12.041
€ 12.040
€ 12.040
€ 12.040
0,7
0,8
1,3
1,2
1,2
1,8
Prognose
2011
2012
2013
2014
2015
2016
Aantal M² huur
M² huur als percentage totale m²
6.183,0
6.183,0
7.830,0
10.980,0
11.480,0
11.480,0
Aantal M² totaal
69.572,0
69.572,0
71.219,0
74.369,0
74.869,0
74.869,0
8,9%
8,9%
11,0%
14,8%
15,3%
15,3%
M² huur als percentage totale M²
Prognose
Rentabiliteit
Resultaat gewone bedrijfsvoering
Baten gewone bedrijfsvoering
Rentabiliteit
Prognose
20
Jaarverslag 2013
2011
2012
2013
2014
2015
2016
€ -267
€ -923
€ 2.043
€ -353
€ 1.052
€ 1.457
€ 84.355
€ 84.758
€ 87.787
€ 87.561
€ 89.407
€ 89.626
-0,3%
-1,1%
2,3%
2,3%
-0,4%
1,2%
1,6%
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
Herfinancieringsbehoefte als percentage
totale omzet
Herfinancieringsbehoefte
Totale omzet
Herfinancieringsbehoefte als percentage
totale omzet
2011
2012
2013
2014
2015
2016
€-
€-
€-
€-
€-
€-
€
84.355
€
84.758
€
87.787
€
87.561
€
89.407
€
89.626
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
Prognose
Gemiddelde huisvestingskosten per m²
Huisvestingkosten (x 1000)
2011
2012
2013
2014
2015
2016
€
9.382,0
€
9.092,7
€
9.125,5
€
9.763,2
€
9.910,6
€
9.907,6
Aantal M² totaal
69.572,0 69.572,0 71.219,0 74.369,0 74.869,0 74.869,0
Gemiddelde huisvestingkosten per M²
Prognose
134,9
130,7
128,1
€ 131
€ 132
€ 132
Investeringsbehoefte als percentage van
totale omzet
2011
2012
2013
2014
2015
2016
Investeringsbehoefte
€ 3.330
€ 4.519
€ 4.108
€ 7.411
€ 3.950
€ 2.750
Totale omzet
€
84.355
€
84.758
€
87.787
€
87.561
€
89.407
€
89.626
3,9%
5,3%
4,7%
8,5%
4,4%
3,1%
Investeringsbehoefte als percentage
totale omzet
Prognose
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
21
22
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
Balans voor de jaren 2013 t/m 2016
Gehele instelling
Jenaplanschool Antonius Abt4
Jaarrekening
2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Activa
Immateriële vaste activa
Materiële vaste activa
Jaarrekening
2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Activa
647.259
532.000
261.000
174.000
47.469.861
47.887.538
44.604.543
39.905.404
Immateriële vaste activa
Materiële vaste activa
0
0
0
0
169.344
127.294
98.344
69.394
Financiële vaste activa
1
1
1
1
Financiële vaste activa
0
0
0
0
Totaal vlottende activa
16.294.013
14.884.515
19.603.166
26.060.316
Totaal vlottende activa
790.398
906.514
1.018.200
1.068.955
64.411.134
63.304.054
64.468.710
66.139.721
959.742
1.033.088
1.116.544
1.138.349
567.260
641.326
724.062
745.867
0
0
0
0
Totaal activa
Passiva
Eigen vermogen
Voorzieningen
Totaal activa
Passiva
43.911.039
44.434.579
45.486.818
46.944.011
8.180.174
6.435.740
6.548.158
6.761.976
Eigen vermogen
Voorzieningen
Langlopende schulden
0
0
0
0
Langlopende schulden
0
0
0
0
Kortlopende schulden
12.319.921
12.433.734
12.433.734
12.433.734
Kortlopende schulden
392.482
392.482
392.482
392.482
64.411.134
63.304.053
64.468.710
66.139.721
959.742
1.033.808
1.116.544
1.138.349
Totaal passiva
Totaal passiva
4
De begroting van Jenaplanschool Antonius Abt voor de kalenderjaren 2015 en 2016, passend bij
de trendmatige ontwikkeling van de leerlingenaantallen, wordt geïntegreerd in de meerjarenbegroting 2015-2019 voor de gehele instelling.
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
23
Staat/Raming van baten en lasten voor de jaren 2013 t/m 2016
Jenaplanschool Antonius Abt
Gehele instelling
Rijksbijdrage
Overige overheidsbijdragen en subsidies
Overige baten
Jaarrekening Begroting 2014 Begroting 2015 Begroting 2016
2013
80.376.163
80.990.016
82.836.535
83.055.634
1.502.202
1.380.838
1.380.838
1.380.838
5.908.893
5.189.764
5.189.764
5.189.764
Som der baten
87.787.259
87.560.618
89.407.137
89.626.236
Personeelslasten
Rijksbijdrage
Overige overheidsbijdragen en subsidies
Overige baten
Jaarrekening Begroting 2014 Begroting 2015 Begroting 2016
2013
2.517.999
2.434.440
2.308.169
2.164.411
0
67.608
100.000
100.000
234.008
186.667
127.833
120.750
Som der baten
2.752.007
2.688.715
2.536.002
2.385.161
Personeelslasten
2.240.924
2.280.299
2.142.816
2.058.406
46.731
57.450
43.950
43.950
63.777.708
64.391.671
64.463.593
64.463.593
Afschrijvingen
6.455.463
7.121.282
7.503.995
7.536.139
Afschrijvingen
Huisvestingslasten
5.888.012
6.390.015
6.390.015
6.390.015
Huisvestingslasten
140.535
78.850
78.850
78.850
Overige lasten
9.728.397
10.221.116
10.122.116
10.122.116
Overige lasten
264.862
198.050
187.650
182.150
85.849.580
88.025.084
88.479.719
88.369.863
Som der lasten
2.693.032
2.614.649
2.453.266
2.363.356
1.937.679
-464.466
927.418
1.256.373
58.975
74.066
82.736
21.805
105.408
111.820
124.820
200.820
2.505
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2.043.087
-352.646
1.052.238
1.457.193
61.480
74.066
82.736
21.805
Som der lasten
Saldo baten en lasten
Resultaat rentebaten en
lasten
Resultaat buitengewone
baten en lasten
Resultaat
Saldo baten en lasten
Resultaat rentebaten en
lasten
Resultaat buitengewone
baten en lasten
Resultaat
Ontwikkeling aantal leerlingen en medewerkers Jenaplanschool Antonius Abt
Personele bezetting:
- Management/directie
- Onderwijzend personeel
- Overig personeel
Leerlingenaantallen
24
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
2013
2014
2015
2016
2,5
32,1
3,2
587
2,4
29,2
2,3
560
2,4
27,1
2,3
521
2,4
25,5
2,3
475
B2Onderwijs
Koning Willem I College wil haar doel bereiken door gewoon een goede school te
zijn. Een goede school waar studenten eigentijds en levensecht leren in krachtige,
veilige leeromgevingen. Een goede school waar gewoon goed onderwijs gegeven
wordt, door vak- en beroepsbekwame docenten. In een duidelijke structuur met
veel aandacht voor kennis, vaardigheden en attitude. Een goede school gericht op
succeservaringen, maar waar studenten zich ook kwetsbaar mogen opstellen en
gerust fouten mogen maken, als onderdeel van het leerproces. Want ook van fouten
leer je. Een goede school die een reputatie hoog te houden heeft: het college staat
immers bekend als een betrouwbare organisatie.
Internationalisering
Het Koning Willem l College streeft er naar elke student tijdens zijn/haar verblijf op
het college tenminste één internationale ervaring mee te geven. Dit kan zijn les van
een visiting professor, internationale curriculum gerelateerde studiereis, internationale
virtuele mobiliteit, etc. Voor een helaas slechts klein deel van de studentenpopulatie
is de internationale stage binnen of buiten Europa weggelegd. Medewerkers wordt
de mogelijkheid geboden naar het buitenland te gaan voor een jobshadowing en/
of bedrijfsstage en/of te participeren in internationale, door Brussel gesubsidieerde
trajecten.
Doel voor studenten en medewerkers is te te komen tot een internationalisering van
het curriculum, het verkrijgen van een bredere internationale scope en om de kans
te krijgen zich nog beter voor te bereiden op de steeds internationaler wordende
arbeidsmarkt. In 2013 worden er 235 buitenlandse stages uitgevoerd door studenten
binnen en buiten Europa. 1630 studenten gaan voor een curriculum gerelateerde
studiereis in het buitenland. 72 medewerkers participeren in internationale mobiliteit
tijdens jobshadowing en/of bedrijfsstage, begeleiding van studiereizen met studenten
en internationale projecten. 175 studenten volgen op ons college een opleiding in een
tweetalig traject.
De internationale Big Think Week – So you think you can think?
Nieuwe technologieën, de opkomst van de kenniseconomie en de ontwikkelingen
in de wetenschap vragen meer van onze denkkracht dan ooit het geval was.
Hoe bereiden we onszelf en onze kinderen optimaal voor op die dynamische,
kennisintensieve wereld van morgen? In de week van 20 t/m 25 april organiseert het
Koning Willem I College de Big Think Week met elke dag een spraakmakende keynote
spreker of workshopleider. De thema’s denkvaardigheden en creativiteit staan centraal.
Neurospycholoog Prof. Jelle Jolles spreekt met ouders over het puberbrein van hun
kind. Wat kan het puberbrein wel en niet aan? Prof. dr. Cor Molenaar, auteur van o.a.
‘Red de Winkel’, spreekt over de toekomst van de winkel nu kopen via internet steeds
meer veld wint. Internetexpert Marc Heleven laat zien en ervaren hoe onuitputtelijk
internet is als directe bron voor creativiteit en innovatie. Nigel Newman, master trainer
in de denkmethoden van dr. Edward de Bono, verzorgt een brainsailsessie over het
thema ‘crisis and creativity’. Dimis Michaelides is consultant, magiër en auteur. Zijn
werk ‘the Art of Innovation’ geniet wereldwijde bekendheid. Zowel Nigel als Demis zijn
inspirerende sprekers. Zij boeien hun publiek onafgebroken.
Nederlandse taal en rekenen
Voor de intensivering van taal en rekenen ontvangt het Koning Willem I College
van het ministerie van OCW een bedrag van ruim 900.000 euro, te besteden aan
activiteiten in het kalenderjaar 2013. Deze activiteiten staan beschreven in het
implementatieplan, hieronder volgt een aantal daarvan.
Intake en Zomerschool
Alle studenten worden getest op hun taal- en rekenniveau middels een intaketoets,
voorafgaand aan de start in hun opleiding. Hun instapniveau ligt wat hoger dan dat
van hun voorgangers in 2011 en 2012. Als op de intaketoets twee van de vier keer
lager dan 1F wordt gescoord en het betreft een student die een opleiding op niveau
4 gaat volgen, dan moet deze student verplicht de Zomerschool of de Winterschool
volgen. Studenten die een opleiding op niveau 2 en 3 gaan volgen, zijn ook welkom
op de Zomerschool. De Zomerschool wordt in 2013 aangeboden in vier periodes.
In elke periode wordt Nederlands en rekenen aangeboden, Engels alleen in periode
1 en 3. Het aantal deelnemers (94) is wat lager dan in 2012, waarschijnlijk door de
genoemde verbetering in het instapniveau. In 2013 zijn er voor Nederlands 19, voor
rekenen 67 en voor Engels 8 deelnemers. De overgrote meerderheid (83%) van de
deelnemers is tevreden over de Zomerschool, 17% heeft een neutrale mening en
niemand is ontevreden. Na drie maanden wordt onder de deelnemers een korte
enquête uitgezet (respons bijna 50%). Daaruit blijkt onder andere het volgende: 11
studenten geven aan nog steeds extra begeleiding nodig te hebben voor Nederlands,
rekenen of Engels; 25 studenten geven aan dat ze geen extra begeleiding meer
nodig hebben. Een mogelijkheid om extra begeleiding te krijgen, is het volgen van
STER-lessen. Voor de Winterschool blijken er uiteindelijk te weinig deelnemers te zijn
om daar een aparte groep mee te vormen. Deze studenten worden doorverwezen
naar de STER-lessen.
STER-lessen
Voor studenten met hiaten op het gebied van taal of rekenen is het Steunpunt taal
en rekenen (STER) opgericht. Binnen dit steunpunt (ongeveer drie fte) bieden ervaren
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
25
docenten van de afdeling Educatie bijlessen taal en rekenen aan. Halverwege 2013 zijn
de lessen geconcentreerd op één locatie, omdat de vraag kleiner is dan het aanbod.
Onderzoek wijst uit dat het niet altijd bekend is dat binnen het college sterlessen
gevolgd kunnen worden. Daarom wordt in 2014 de zichtbaarheid vergroot teneinde
meer studenten naar de sterlessen te krijgen. Want de studenten die wel komen,
zijn erg tevreden en ze merken dat hun resultaten vooruit gaan. De aanleverende
docenten bevestigen dit beeld.
Centraal Ontwikkelde Examens
De centraal ontwikkelde examens worden dit jaar voor de derde keer afgenomen. Er
worden ruim 5.500 examens gemaakt door 2.500 studenten, een verdubbeling ten
opzichte van 2012. Het examen rekenen wordt iets vaker afgenomen dan het examen
Nederlands. De resultaten liggen net boven het landelijk gemiddelde, voor 2014 is het
streven om hier verder boven uit te stijgen.
Professionalisering docenten
De ingezette samenwerking met Fontys Hogeschool en een drietal ROC ’s (Koning
Willem I College, ROC Ter Aa en ROC Tilburg) op het gebied van professionalisering
voor docenten Nederlands wordt bekrachtigd in een convenant en zichtbaar in een
scholingsaanbod. In april maken ruim 130 docenten van de drie ROC ’s tijdens een zeer
succesvolle studiedag kennis met dit aanbod. Vanaf september worden verschillende
modules succesvol uitgevoerd, altijd door een duo: een trainer van het mbo en een
van het hbo. In de periode september tot december nemen hier zo’n vijftien docenten
van het college aan deel, in 2014 starten er evenzoveel. We zijn voornemens om dit
traject verder uit te bouwen met onder andere een verdiepingsaanbod. Ook voor
rekenen is een samenwerkingstraject in gang gezet. Hier zijn vier Brabantse ROC ’s bij
betrokken, waaronder het Koning Willem I College. Afspraken over het aanbieden van
een basistraining rekendidactiek zijn gemaakt. In 2014 gaan vertegenwoordigers van
de vier roc’s gesprekken voeren met drie mogelijke aanbieders van deze basistraining.
Na verloop van tijd zal het aanbod uitgebreid worden met verdiepingstrainingen.
Taalgericht vakonderwijs
In 2013 verleent de gemeente ’s-Hertogenbosch subsidie om een
professionaliseringstraject te ontwikkelen voor docenten voortgezet onderwijs en
docenten mbo op het gebied van taalgericht vakonderwijs. De focus ligt hierbij
op zowel theorie- en vakdocenten als op docenten Nederlands. Het Rodenborchcollege uit Rosmalen, Koning Willem I College en SLO leveren een draaiboek voor
een professionaliseringstraject voor taalgericht vakonderwijs op. Daarna dienen de
partners een nieuwe subsidie-aanvraag in om het draaiboek te kunnen uitvoeren.
26
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
Naast het draaiboek wordt een masterclass ontwikkeld met als titel: lerenformuleren
presteren. In januari 2014 zal de eerste bijeenkomst met 15 deelnemers
plaatsvinden.
Docenten Nederlands en rekenen
De inspanningen om in samenwerking met de taal- en rekencoaches het collegebeleid
uit te voeren lijken hun vruchten af te werpen. Docenten Nederlands en rekenen
voelen zich zichtbaar verantwoordelijk voor het succes van hun studenten en denken
constructief mee met allerlei zaken. Bijvoorbeeld bij het standaardiseren van de
instellingsexamens of bij het ontwikkelen van een stappenplan voor studenten
met dyscalculie en ernstige rekenproblemen. De in 2012 nieuw gestarte activiteit
‘themawerkgroepen’, waarin docenten gegroepeerd rond een zelfgekozen thema
materiaal ontwikkelen of onderzoek doen, loopt goed. De eindpresentatie in mei 2013
levert mooie producten voor het college op en de evaluatie wijst uit dat voortzetting
gewenst is. In september 2013 starten er daarom nieuwe groepen en gaan andere
groepen door met verdieping van hun onderwerp.
Loopbaan en Burgerschap
Zoals uit de kernwaarden van het college blijkt, heeft het college veel aandacht voor
een brede ontwikkeling van zijn studenten. De drievoudige kwalificatie wordt dan
ook zeer serieus genomen. Studenten worden opgeleid voor een beroep en daarnaast
geleerd sturing te geven aan hun eigen loopbaan én ze krijgen voldoende bagage
mee om zo optimaal mogelijk te functioneren in de moderne maatschappij. Op de
afdelingen zorgen de opleidingsteams ervoor dat alle onderwijsprogramma’s van
leeractiviteiten op gebied van loopbaan en burgerschap voorzien zijn. Daarnaast biedt
het college enige extra’s:
• Projecten op het gebied van loopbaanoriëntatie en begeleiding;
• Activiteiten horende bij de school als Unesco-school;
• Vrede en mensenrechten (diverse activiteiten georganiseerd door E5 en Community
Week)
• Intercultureel leren (Community Week, internationale stages en activiteiten
georganiseerd door E5)
• Wereldburgerschap (project Werken aan de Wereld)
• Duurzaamheid (diverse activiteiten georganiseerd door duurzaamheidscoördinator)
• Lessen mediawijsheid;
• Lessen in denkvaardigheden.
Professionalisering van docenten LB
Wat is het plan en waarom?
Driemaal per jaar organiseert de Academie voor Teaching & Learning een
werkbijeenkomst voor docenten LB. De werkbijeenkomsten hebben als doel:
Informeren van docenten over nieuwe ontwikkelingen en collegebeleid;
Inspireren door gastsprekers;
Uitwisselen van ervaringen tussen afdelingen en docenten.
Ook is onder docenten LB een onderzoek uitgevoerd over de wijze waarop LB in het
onderwijsprogramma uitgevoerd wordt en de tevredenheid daarover, naast eventuele
wensen op het gebeid van professionalisering.
Wat is het resultaat in 2013?
In 2013 worden er goed bezochte werkbijeenkomsten georganiseerd in januari, mei
en september. Gastsprekers komen onder andere van CNV (over werknemerschap
– economische dimensie van burgerschap), RADAR (over omgaan met diversiteit,
passend bij sociaal maatschappelijke dimensie van burgerschap) en ProDeMos
(passend bij politiek-juridische dimensie van burgerschap). Uit het onderzoek,
waaraan 38 docenten deelnemen, blijkt dat LB in 63% als apart vak in het programma
staat. Bij de overige 37% wordt LB deels apart en deels geïntegreerd in Nederlands
(12%), deels apart en deels geïntegreerd in beroepsgerichte vakken (5%), volledig
geïntegreerd in Nederlands (1%) en op andere wijze ingevuld (2%). De docenten
geven voor hun huidige programma voor burgerschap een dikke 7 en voor loopbaan
een bescheiden 6. Als wens voor professionalsering blijkt dat er weinig behoefte is
aan specifieke scholing maar wel behoefte is aan het voortzetten van de informatie
die de Academie voor Teaching & Learning verzorgt via e-mail en nieuwsbrieven en
de drie werkbijeenkomsten die georganiseerd worden, alsmede het faciliteren van
themawerkgroepen.
Mediawijsheid
In het schooljaar 2011-2012 wordt in het kader van het aanbieden van 21st
century skills aan onze studenten gestart met het ontwikkelen en testen van het
vak Mediawijsheid onder regie van de Academie voor Teaching & Learning. Vanaf
schooljaar 2012-2013 is begonnen met de invoer van het vak via een train-the-trainer
traject. Eveneens is een aantal afdelingen gestart met het geven van het vak en het
leveren van tops en tips ter verbetering van de lessen mediawijsheid. Ook in schooljaar
2013-2014 wordt er een aantal docenten van diverse afdelingen getraind. In totaal
zijn er eind schooljaar 2013-2014 veertig docenten getraind. Hiermee is 91% van de
afdelingen uitgerust met één of meer getrainde docenten. De train-the-trainer wordt
overall met een ruime 7.5 beoordeeld.
Het vak Mediawijsheid wordt ontwikkeld vanuit de 3 C’s van het FOSI (Family Online
Safety Institute) en leert studenten positief kritisch te zijn ten opzichte van online
informatie, online contact en online gedrag. Studenten leren deze positief kritische
houding aan in de persoonlijke en Loopbaan & Burgerschap-context. Hierdoor geeft
het vak mediawijsheid mede invulling aan Loopbaan & Burgerschap.
Het vak wordt afgesloten met een eindopdracht waarin de studenten laten zien dat
ze een minimum niveau van mediawijsheid beheersen. Bij een positieve beoordeling
van de eindopdracht wordt één studiepunt en een “bewijs van deelname met goed
gevolg” toegekend aan de student.
Vanaf schooljaar 2014-2015 krijgen alle voltijds studenten het vak verplicht in het
eerste leerjaar.
Doorstroom vmbo- mbo - hbo
Extra inspanningen worden geleverd om de succeskansen van studenten te
vergroten. Zowel van de studenten die instromen vanuit het vmbo als van studenten
die doorstromen naar het hbo. Het Actieplan ‘Focus op vakmanschap’ heeft als
belangrijk doel, de route vmbo-mbo-hbo korter en aantrekkelijker te maken, zodat
het mbo kan concurreren met het havo. Mbo moet hier gezien worden in de nieuwe
betekenis van dié opleidingen (niveau 4) die recht geven op doorstroom naar het hbo.
Verkorting van het traject vmbo-mbo-hbo kan worden gerealiseerd door intensieve
samenwerking met direct verwante opleidingen. Met Avans Hogeschool zijn specifieke
(verkorte) doorstroomprogramma’s ontwikkeld.
The Competition
Teams van een groot aantal vmbo-scholen in stad en regio strijden op 20 maart in de
Koningszaal van het Koning Willem I College om het beste en best gepresenteerde
sectorwerkstuk van het schooljaar: The Competition! Het niveau van de presentaties
is erg hoog. Het sectorwerkstuk is een onderdeel van het vmbo eindexamen: geen
diploma zonder afgerond sectorwerkstuk. In het kader van vlotte doorlopende
leerlijnen werken eindexamenkandidaten van negen verschillende vmbo-scholen
gedurende zeven weken op het Koning Willem I College aan hun sectorwerkstuk.
Elke school kiest uiteindelijk het beste sectorwerkstuk – de negen beste presentaties
vertegenwoordigen hun school in The Competition. The Competition wordt dit jaar
voor de tiende keer gehouden. Elk winnend schoolteam wordt ‘geadopteerd’, gecoacht
en in de presentatie op 20 maart bijgestaan door een gerenommeerd bedrijf. Bedrijven
uit stad en regio zien het belang in van goede vmbo- en mbo-opleidingen en een
uitstekende doorstroom. Wethouder Weyers is onder de indruk van de opzet van het
sectorwerkstuk: oriëntatie op een vervolgopleiding, waarbij de studenten echt de kans
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
27
krijgen in de keuken van de opleiding te kijken en op deze manier kunnen beoordelen
of de opleiding bij hen past. De wethouder geeft aan dat de spelregels rondom
sectorwerkstuk helder zijn, waardoor de studenten een duidelijk beroepsbeeld krijgen
en zo een gefundeerde keuze kunnen maken. Voortijdig schoolverlaten zal op deze
manier nog verder teruggedrongen kunnen worden.
De inspectie op bezoek
Begin 2013 voert de Inspectie van het Onderwijs het onderzoek naar de Staat van
de Instelling uit. Bij een vijftal opleidingen van het Koning Willem I College en de
opleiding van BBO De Schalm wordt op basis van het waarderingskader van de
inspectie onderzoek verricht naar de kwaliteit van het onderwijs en de examinering
en diplomering, de kwaliteitsborging, de rendementen en de naleving van wettelijke
vereisten. De voorlopige uitkomsten van het onderzoek naar de Staat van de Instelling
liggen in lijn met de uitkomsten van eigen intern onderzoek. De inspectie constateert
in haar voorlopige oordeel dat voor een drietal opleidingen en op instellingsniveau de
kwaliteitsborging verbetering behoeft en dat voor een drietal opleidingen de kwaliteit
van de examinering en voor één opleiding de kwaliteit van het onderwijsproces
verbeterd moet worden. De opleidingen met een onvoldoende voor één of meerder
kwaliteitsgebieden zijn Filiaalmanager, Manager transport en logistiek, Helpende
zorg en welzijn en Monteur koudetechniek. Op andere punten zijn geen – of slechts
in beperkte mate risico’s. Vermeldenswaardig is dat de inspectie voor een politiek
gevoelig thema, de financiële positie van de instelling, geen aanwijzingen voor
risico’s vindt. Passend bij een kwaliteitsbewuste organisatie wordt direct ingezet op
een aantal verbeteringen: het actieplan examinering, een doorontwikkeling van de
planning & control-cyclus, jaarplannen waarin middels gemaakte resultaatafspraken
de focus wordt gelegd op een viertal collegebrede speerpunten met als ‘hogere’
doelstelling om de opbrengsten en de tevredenheid verder te verbeteren binnen een
personeelsbeleid gekenmerkt door een laag blijvend ziekteverzuim, herijking van het
kwaliteitszorgsysteem dat, op termijn, moet leiden tot organische kwaliteitszorg en
verdere optimalisering van de bedrijfsprocessen door de inzet van business proces
management.
Examinering
Kwaliteit en kwaliteitsborging staan voorop
Handhaving van de kwaliteit van examinering is en blijft een belangrijk
aandachtsgebied voor het mbo, zo was in het jaarverslag 2012 van het Koning
Willem I College te lezen. We kunnen vaststellen dat we in vervolg hierop in 2013
belangrijke stappen hebben gezet. De voorlopige uitkomsten naar aanleiding van het
onderzoek naar de Staat van de Instelling dat de Inspectie van het Onderwijs zoals
28
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
eerder vermeld in het begin van het verslagjaar in het college uitvoert, sluiten goed
aan bij de kwaliteitsverbetering die we in 2012 en 2013 op basis van de jaarlijkse
monitoring hebben ingezet. De monitoring laat (niet verrassend, maar daarmee niet
minder van belang) zien dat een check op de kwaliteit van (instellingsexamens en
ingekochte) examens structureel nodig is en blijft. De door het college uitgevoerde
monitoring wijst ook nog op één ander punt waaraan het college in de toekomst
meer en systematisch aandacht moet schenken: de borging van de kwaliteit van de
afname en beoordeling van kwalificerende examens die in de beroepspraktijk worden
afgenomen. In het verslagjaar vertaalt het Koning Willem I College bovengenoemde
bevindingen in een aanpak bestaande uit drie componenten.
1. Doorpakken in standaardisering
• Via een centrale regie op moderne vreemde talen, Nederlands, rekenen en
Loopbaan & Burgerschap benut het college de kansen die dat biedt op een
kwalitatief goede, maar ook efficiënte wijze van examinering. De ontwikkelingen op
het terrein van centrale examinering ondersteunen het college in deze lijn. Daarbij
wordt ingezet op een reductie van het huidig aantal verschillende examenvarianten
voor een vergelijkbaar opleidingsniveau.
• Het Koning Willem I College sluit, waar het de inkoop van exameninstrumenten
betreft, aan bij (landelijke) samenwerkingsverbanden op voorwaarde dat de
examenleveranciers voldoende zijn beoordeeld door de Inspectie van het
Onderwijs.
• Het Toezichtkader BVE 2012 en collegebeleid dat in aanvulling daarop is
geformuleerd, is de basis voor een decentrale uitvoering in de onderwijsafdelingen.
Daarbij is flexibiliteit vanwege sector- of branchespecifieke kenmerken soms nodig.
De afgesproken regel ‘pas toe of leg uit’ biedt ons daartoe de ruimte.
• Het college maakt waar dat kan gebruik van landelijk ontwikkelde formats en
servicedocumenten en sluit daarbij zoveel mogelijk aan bij de Procesarchitectuur
Examinering.
Een en ander onder het motto: centraal en gemeenschappelijk waar het kan, decentraal
waar het moet.
2. Actieplan examinering
Het actieplan is er op gericht dat het college voldoet aan wettelijke vereisten en
eigen collegebeleid. Aansluitend op de twee stappen zoals hiervoor genoemd, is een
concrete check op opleidingsniveau in alle afdelingen nodig. In 2013 is daarmee een
begin gemaakt in onderwijsafdelingen. Het actieplan leidt in het verslagjaar tot:
• een herijking van uitgangspunten examinering
• een toetsing hiervan bij een drietal opleidingen
• de voorbereiding van de toetsing hiervan in alle overige afdelingen in 2014.
Vanuit het Toezichtkader BVE en centraal collegebeleid richten het Koning Willem I
College zich daarbij nadrukkelijk op de kwaliteit van examinering op het niveau van
opleidingen. Borging van de afname en beoordeling in de bpv heeft daarbij onze
speciale aandacht, in lijn met de uitkomsten van de monitoring van eind 2012. In
enkele gevallen leidt dat tot aanpassing van gehanteerde producten en processen:
soms omdat kwaliteitsborging onvoldoende aantoonbaar gemaakt kan worden,
soms omdat er twijfel bestaat over de validiteit en betrouwbaarheid van gehanteerde
exameninstrumenten.
3. Herijking van rollen verantwoordelijkheden en elkaar daarop aanspreken
Het realiseren van kwaliteit vraagt permanent om een balans tussen controle en
ondersteuning.
Die permanente zoektocht heeft het college geschraagd door taken en
verantwoordelijkheden van actoren die een rol spelen in het examineringsproces
verder aan te scherpen. Het beeld dat zich op dit punt aftekent en dat het college in
2014 verwacht vast te stellen ziet er als volgt uit:
• Het College van Bestuur stelt de examenvisie vast.
• De Centrale examencommissie stelt het examenreglement en het handboek
examinering vast.
• De Subexamencommissie per afdeling vertaalt de examenvisie, beleidskaders en
kwaliteitsdoelen naar operationele uitgangspunten voor de eigen opleidingen.
Zij is daarmee verantwoordelijk voor het opstellen van een examenplan en de
uitvoering van de examenprocesgebieden ’construeren en vaststellen’, ‘examineren’,
‘diplomeren en kwaliteitsborging’.
• De afdelingsdirecteur is integraal verantwoordelijk voor de kwaliteit van de examens.
Hij is daarmee verantwoordelijk voor examenprocessen en examenproducten
binnen zijn afdeling. Hij stuurt vanuit collegekaders de examenorganisatie aan en
ziet toe op de uitvoering en wordt daarbij ondersteund door de adviseur van de
Dienst Examinering.
• De adviseur is expert op het gebied van examinering. Hij adviseert en ondersteunt
afdelingen in het realiseren van hun integrale verantwoordelijkheid. Hij verzorgt
scholing en deskundigheidsbevordering op het terrein van examinering.
• De examencontroller beoordeelt de kwaliteit van examenprocessen en – producten,
brengt risico’s in beeld en noemt verbeterkansen. De controller versterkt daarmee
de adviseur in zijn ondersteunende rol richting de afdelingen.
Over kwalificatiedossiers, examinering en inspectietoezicht
Het Koning Willem I College onderstreept hier dat de onderscheiden
verantwoordelijkheden van enerzijds kenniscentra beroepsonderwijs voor de
ontwikkeling van (nieuwe) kwalificatiedossiers en anderzijds de Inspectie voor het
Toezichtkader BVE maken dat de verantwoordelijkheid van roc’s voor de kwaliteit
van examinering in het binnen- en buitenschools deel van de opleiding, er een is
geworden waaraan nog steeds te veel detailvereisten worden gesteld. Het logistiek
proces dat daar op het terrein van examinering uit voortvloeit is buitengewoon
omvangrijk geworden15. Met de inspectie en het ministerie is het college in gesprek
over de examineerbaarheid van een aantal kwalificatiedossiers (waarin bijvoorbeeld
managersvaardigheden beoordeeld moeten worden). Het Koning Willem I College
blijft actief een bijdrage leveren om de ontwikkeling van kwalificatiedossiers,
de uitvoering daarvan door roc’s en het toezicht hierop door de inspectie in een
coherente vorm te gieten, zonder concessies te doen aan de kwaliteit van onderwijs
en examinering. Onvoorwaardelijke kwaliteit: daar hebben studenten recht op!
Toelatingsbeleid
Het Koning Willem I College regelt de toelating tot het Koning Willem I College in de
toegankelijkheidsregeling. De toegankelijkheidsregeling is in 2013 zodanig aangepast
dat wordt voldaan aan de vereisten zoals die voortvloeien uit de Wet Educatie en
Beroepsonderwijs zoals die vanaf 1 augustus 2014 van toepassing is. Begin 2014 heeft
de studentenraad ingestemd met de bijgestelde regeling.
Iedere student met een beperking is welkom om bij het Koning Willem I College een
opleiding te volgen. Welke opleiding dat is, is afhankelijk van de vooropleiding en
de beperking. Het Zorg Advies Team van het Koning Willem I College begeleidt de
student bij het maken van een keuze. Bij die keuze wordt op de volgende aspecten
gelet: de student moet de opleiding succesvol kunnen afronden, de student moet
de mogelijkheid hebben om de beroepspraktijkvorming te volgen, de student moet
beschikken over de daartoe vereiste intellectuele en lichamelijke competenties en
de student moet in staat zijn om aan de (wettelijke) regels van de overheid en de
werkgevers te voldoen. Dit alles in het teken van de missie van het Koning Willem I
College: ‘Het succes van de leerling is de reden van ons bestaan’.
5
Deze cijfers over 2013 illustreren dat:
In 2013 worden binnen Koning Willem I College totaal ruim 3.000 diploma’s vervaardigd. Dat
betekent ruim 3.000 cijferlijsten en even zoveel gewaarmerkte kopieën. Aan diplomering gaat
in 2013 data-entry van ruim 130.000 examenresultaten vooraf. In examenplannen voor alle
opleidingen van één studiejaar worden circa 5000 examens opgenomen. Behalve centraal
ontwikkelde examens Nederlands en rekenen moeten we van deze examens het grootste deel
zelf ontwikkelen.
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
29
Plannen techniek
‘Het techniekonderwijs van het Koning Willem I College een eigentijdse uitstraling
geven’. Dat is het beoogde doel op basis waarvan vijf techniekafdelingen gezamenlijk
aan de slag zijn gegaan om een plan van aanpak op te stellen. In 2013 leidt dat
tot een tweetal plannen techniek; één voor de opleidingen op de niveaus 2 en 3
(Deelplan Techniek: Toekomstig beroepsonderwijs Bouw-infra, Installatie-, electro-,
procestechniek in de regio Den Bosch, Breed waar het kan, smal waar het moet!)
en één voor de opleidingen op niveau 4 (Plan Techniek, Een techniekopleiding met
smoel).
Deelplan Techniek: Toekomstig beroepsonderwijs Bouw-infra, Installatie-, electro-,
procestechniek in de regio den Bosch, Breed waar het kan, smal waar het moet!
Niet alleen in tijden van economische hoogconjunctuur, maar ook in de huidige
periode van economische ‘tegenwind’ is het zaak om de opleidingsinfrastructuur
zo in te richten dat daarmee twee doelstellingen worden bereikt: opleiden voor
de beroepspraktijk van vandaag en morgen en studenten een reëel perspectief op
betaald werken bieden. In het Deelplan Techniek ontvouwt het Koning Willem I
College haar idee maar ook de concrete uitwerking voor hoe het college studenten
vanaf medio 2014 kan opleiden zodat ze daarna ook aan het werk kunnen. Dit plan
richt zich op bouw-infra en daaraan gelieerde branches: electro-, installatie- en
procestechniek en werktuigbouw. Economisch onzekere tijden in deze branche maken
dat een accent is gelegd op de opleidingen bouw-infra. Dit plan biedt tevens input
voor de voorbereiding van de besluitvorming over het gebruik van toekomstige
praktijkfaciliteiten.2 6
Plan Techniek: Een techniekopleiding met smoel
De noodzaak om het techniekonderwijs een eigentijdse uitstraling te geven wordt
gevormd door verschillende ontwikkelingen buiten en binnen het Koning Willem I
College. Zo staat enerzijds door de economische crisis in een aantal branches de
bbl-leerweg onder druk door in moeilijkheden verkerende opleidingsbedrijven,
anderzijds is er vanuit het bedrijfsleven een vraag naar goed en (hoger) opgeleide
jongeren die een bijdrage kunnen leveren aan het ontwerpen, ontwikkelen en
beheren van duurzame systemen voor uiteenopende omgevingen en gebruikers.
Het aantal jongeren dat vanzelfsprekend kiest voor techniek in het (v)mbo staat
onder druk, maar er liggen zeker mogelijkheden om andere groepen jongeren te
interesseren voor techniek als middel om persoonlijke of maatschappelijke doelen
te bereiken. Tot slot brengt overheidsbeleid (met name Focus op Vakmanschap)
veranderingen met zich mee en heeft het Koning Willem I College mede op basis
6
30
Bron: Deelplan Techniek: Toekomstig beroepsonderwijs Bouw-infra, Installatie-, electro-,
procestechniek in de regio den Bosch, Breed waar het kan, smal waar het moet!
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
daarvan zijn ‘Koers op mbo’15’ bepaald die nu wordt ingevoerd. Er is dus werk aan de
winkel. Het Plan Techniek geeft op hoofdlijnen aan wat de vijf betrokken afdelingen
gezamenlijk en met andere onderdelen van het Koning Willem I College gaan
uitvoeren om techniekonderwijs een eigentijds gezicht, ofwel smoel, te geven.3 7
Toptechniek in bedrijf Noordoost-Brabant
Toptechniek in bedrijf Noordoost-Brabant (www.toptechnieknob.nl) is een van de
zeventien landelijke Toptechniekinitiatieven die het Platform Bèta Techniek faciliteert.
Het Koning Willem I College is daar penvoerder van. Daarbij wordt gekozen voor een
praktijkgerichte aanpak met oog voor de kracht van regio’s. In de programmalijn
‘vmbo en mbo techniek’ wordt via de ‘vakmanschapsroute’ en de ‘technologieroute’
gewerkt aan doorlopende leerlijnen in een doelmatig en krachtig opleidingenaanbod
in de regio. In Noordoost-Brabant zijn we hiermee met zo’n vijftien VMBO-scholen
en de twee ROC’s (Koning Willem I College en ROC De Leijgraaf ) aan de slag
gegaan. Om aan te geven dat er serieuze stappen gemaakt worden, vragen tien
vmbo-scholen met de roc’s hiervoor experimenteerruimte aan bij het ministerie. De
experimenteerruimte is bedoeld om als vmbo en mbo op kwalificatieniveau samen te
werken aan een programma, waarbij modulen uit mbo naar VMBO kunnen indalen. De
Vakmanschapsroute wordt aangevraagd voor een gezamenlijk niveau 2 programma.
Maar de ambitie is veel meer om de studenten op en doelmatige wijze naar een
niveau 3 vakmanschap te leiden. De Technologieroute wordt aangevraagd voor een
gezamenlijk niveau 4 programma als interessante en goede voorbereiding op de
route vmbo-mbo-hbo. Het vmbo kent een vernieuwingsslag (via kern-, profiel- en
keuzedelen) net zoals het mbo nog te wachten staat. Mooie aanleiding om daar nu
met het bedrijfsleven in de regio samen zelf vorm aan te geven.
Keuzegids MBO: Beste grote ROC
In de Keuzegids MBO 2014, gebaseerd op oordelen van studenten,
rendementsgegevens en Inspectieverslagen over 2012/2013, eindigt het Koning
Willem I College, na drie kleinere colleges (waarvan 2 vakcolleges) evenals in 2013 op
de vierde plaats. Een resultaat dat tot tevredenheid stemt en wederom het predikaat
‘Beste grote ROC’ oplevert. In de Keuzegids MBO 2014 behaalt het Koning Willem I
College een top-5 notering voor Afbouw, hout & onderhoud (4e plaats), Economie &
administratie (2e plaats), Toerisme & recreatie (gedeeld 3e plaats), Zorg & welzijn (3e
plaats) en Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent (gedeelde 3e plaats).
7
Bron: Plan Techniek: Een techniekopleiding met smoel
Bezoek minister van Defensie aan onderwijsafdeling Academie Geüniformeerde
Beroepen
De minister van Defensie, mevrouw Jeanine Hennis-Plasschaert, brengt samen
met generaal-majoor Marc van Uhm op 30 mei een werkbezoek aan de Academie
Geüniformeerde Beroepen van het Koning Willem I College. Omdat zij een goede
indruk wil krijgen van de opleidingen, bezoekt zij verschillende klassen en spreekt
uitgebreid met de studenten over hun ervaringen en over wat de opleiding te
bieden heeft voor potentiële medewerkers van defensie. Ze is zeer onder de
indruk. Momenteel volgen ca. 85 studenten een basisopleiding voor soldaten en
onderofficieren, die na de opleiding geplaatst kunnen worden bij Luchtmobiel,
Pantserinfanterie en bij het Korps Mariniers. In het schooljaar 2013-2014 gaan diverse
technische uitstroomrichtingen van start, te weten: bedrijfsautomobieltechnicus,
ICT en service medewerker gebouwen. Met een van deze opleidingen kan naast het
militaire programma ook een civiel diploma behaald kan worden. Mede dankzij deze
aantrekkelijke opleidingsmogelijkheden wordt het aantal studenten in het komende
schooljaar verdubbeld naar ruim 160 studenten.
Ondernemerschapspaspoort
Mirjam Sterk, Ambassadeur Aanpak Jeugdwerkloosheid, reikt op 20 november
op het Koning Willem I College de eerste ondernemerschapspaspoorten uit aan
drie jonge ondernemende studenten. In het paspoort kunnen jongeren (laten)
vastleggen welke ervaringen zij hebben opgedaan met ondernemen en zelfstandig
ondernemerschap. De bijeenkomst vindt plaats tijdens de Global Entrepreneurship
Week Nederland, georganiseerd door de Ondernemersacademie en in het kader
van het project ‘Onderwijs en Ondernemerschap’. Het project beoogt het vergroten
van de economische en maatschappelijke impact van ondernemerschap en de rol
van de onderwijsinstellingen daarin. Mevrouw Sterk gaat in gesprek met diverse
vertegenwoordigers uit het onderwijsveld, docenten en studenten met een
‘ondernemende houding’. Hoewel niet iedereen ondernemer hoeft te worden, is voor
een waardevolle, flexibele en zelfverantwoordelijke medewerker een ‘ondernemende’
houding vereist. Dat betekent proactief zijn met gevoel voor verantwoordelijkheid
voor de organisatie en zelfstandigheid. Het onderwijs speelt daarin een belangrijke rol.
Ondernemerschap is één van de actielijnen van de Ambassadeur Aanpak
Jeugdwerkloosheid om de werkloosheid onder jongeren te bestrijden en aan te
pakken. Zij ondersteunt succesvolle projecten die onder andere ondernemerschap
onder jongeren stimuleren. Na een rondleiding door School voor de Toekomst, voert
zij tijdens de lunch constructieve gesprekken met verschillende ondernemende
studenten.
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
31
B3Studenten
Totaal aantal studenten middelbaar beroepsonderwijs en volwasseneducatie
Aantal studenten
Jaar
Totaal aantal studenten, uitgesplitst naar BOL en BBL
12000
10000
8000
6000
4000
2000
0
2009
2010
2011
2012
2013
Bbl
Bol
4.390
4.235
4.171
3.985
3.300
7.127
7.424
7.633
8.017
8.567
Subtotaal
beroepsonderwijs
11.517
11.659
11.804
12.002
11.867
Vavo & educatie
Totaal
1.042
980
1.012
1.060
1.1178
12.559
12.639
12.816
13.062
12.984
Waarvan 887 educatietrajecten en 220 vavo-trajecten. In het overzicht zijn alleen die vavo-trajecten
meegenomen die onder de rijksbekostiging vallen. Daarnaast voert het Koning Willem I College in 2013
nog 179 vavo-trajecten uit voor Rutte studenten die bij het voortgezet onderwijs zijn ingeschreven. De
samenwerking met de vo-scholen is vastgelegd in een convenant.
1
2009201020112012 2013
 BBL, inc. deeltijd BOL  BOL
Totaal aantal uitgevoerde trajecten vavo en educatie
32
Totaal aantal studenten KW1C uitgesplitst naar bol, bbl en vavo & educatie
(peildatum 1 oktober)
Jaar
Aantal
2009
2010
2011
2012
2013
1.042
980
1.012
1.060
1.117
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
Het totaal aantal studenten beroepsonderwijs daalt in 2013 met ruim 100 ten opzichte
van het voorgaande jaar. Die daling wordt volledig veroorzaakt door een daling van
het aantal bbl-studenten. Kijkend naar de verschillende leerwegen dan blijkt dat het
aantal bol-studenten in 2013 stijgt met ongeveer 7% ten opzichte van 2012, tegen een
daling van ongeveer 17% van het aantal bbl-studenten.
Het aantal uitgevoerde trajecten vavo & educatie stijgt in het verslagjaar met ruim 5
procent. Zowel bij het vavo als bij educatie is er sprake van een lichte stijging van het
aantal trajecten ten opzichte van 2012.
Studenttevredenheid
De meeste vragen van studenten die het volgen van onderwijs direct of indirect
raken worden behandeld door het Studenten Succes Centrum. Dat leidt er mede toe
dat slechts een klein aantal vragen leidt tot een officiële klacht. In 2013 worden geen
officiële klachten volgens de daartoe beschikbare klachtenprocedure door studenten
ingediend. Via de mbo-klachtenlijn worden ook geen klachten ingediend. Behalve
het aantal klachten is de tweejaarlijkse JOB-monitor een belangrijke bron voor het
meten van studenttevredenheid. In 2012 scoorden de studenten voor de tevredenheid
over de opleidingen van het Koning Willem I College gemiddeld een 7,1. In juni 2014
worden de resultaten verwacht voor de JOB-monitor die in 2014 is afgenomen. Het
College van Bestuur en de afdelingsdirecteuren houden voortdurend voeling met wat
studenten vinden van het onderwijs en de randvoorwaarden binnen het college, door
regelmatig met studenten in gesprek te gaan.
Studentenraad
Sinds 2012 is de Studentenraad (wettelijke term: deelnemersraad) op het college
geïnstalleerd als belangenbehartiger en vertegenwoordiger van de studenten
van het Koning Willem I College. De studentenraad is bevoegd om gevraagd en
ongevraagd advies uit te brengen aan het College van Bestuur, met name over zaken
die voor studenten van belang zijn. In 2013 vinden verkiezingen plaats, die leiden
tot een nieuwe samenstelling van de Studentenraad. In het verslagjaar voert het
College van Bestuur overleg met de raad over de algemene gang van zaken binnen
de school. De studentenraad geeft instemming voor de aanpassing van diverse
regelingen, waaronder de onderwijsovereenkomst, de bevorderingsregeling en het
Studentenstatuut. De Studentenraad voert in 2013 overleg met (een delegatie van) de
Raad van Toezicht.
Studiesucces in termen van instellingssucces en % vsv
Na een stabilisatie in 2010-2011 en 2011-2012 laat het totale instellingssucces in
2012-2013 weer een stijging zien. In het teljaar 2012-2013 is het instellingssucces
gestegen tot 75,69%, net boven de collegenorm van 75%. Bij de bbl ligt het
instellingssucces net boven de 79%, bij de bol iets boven de 73%. Uitgesplitst naar
niveau stijgt het instellingssucces voor alle niveaus.
Peildatum
(1-okt tot 1-okt)
2008 - 2009
Bbl
Bol
71,72 %
72,17 %
2009 - 2010
77,64 %
70,91 %
2010 - 2011
76,01 %
70,85 %
2011 - 2012
76,24 %
70,75 %
2012 - 2013
79,10 %
73,23 %
Peildatum
(1-okt tot 1-okt)
2008 - 2009
Instellingssucces
2009 - 2010
74,19 %
2009 - 2010
71,64 %
74,81 %
74,89 %
73,69 %
2010 - 2011
73,13 %
2010 - 2011
75,08 %
70,67 %
77,05 %
72,41 %
2011 - 2012
73,00 %
2011 - 2012
80,57 %
70,61 %
76,68 %
71,81 %
2012 - 2013
75,69 %
2012 - 2013
82,02 %
73,73 %
81,83 %
72,82 %
71,95 %
Peildatum
(1-okt tot 1-okt)
2008 - 2009
Jaarverslag 2013
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
67,44 %
66,81 %
76,32 %
73,41 %
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
33
Vsv verder gedaald
Het percentage ongediplomeerde voortijdig schoolverlaters wordt in het schooljaar
2012-2013 verder terug gedrongen. Dat neemt niet weg dat iedere ongediplomeerde
voortijdig schoolverlater er één te veel is. In schooljaar 2012-2013 verlaten 485
nieuwe voortijdig schoolverlaters het college. Het uitvalpercentage komt daarmee
op 4,9% (tegen landelijk 5,6%). Voor alle niveaus voldoet het Koning Willem I College
in 2012-2013 aan de landelijk afgesproken prestatienormen. Voor de niveaus 3 en 4
scoort het Koning Willem I College onder het landelijk gemiddelde (2,9% tegen 3,2%);
voor de niveaus 1 en 2 net boven het landelijk gemiddelde (respectievelijk 31,1%
tegen 28,8% en 10,5% tegen 10,3%). Het college behoort wat het bestrijden van
voortijdig schoolverlaten betreft landelijk gezien met een zevende plaats tot de top
10.
In de regio Noordoost-Brabant geeft het Koning Willem I College als contactschool
vorm aan de samenwerking met gemeentes en andere onderwijsinstellingen. Het
Koning Willem I College heeft diverse extra maatregelen om vsv te bestrijden:
• Succesklas, specifiek voor studenten op de niveaus 3 en 4
• Startklas, een diplomaklas voor uitvallers op de niveaus 3 en 4
• Focus, oplossingsgerichte methodiek op niveau 2
• Techniekmakelaar
• Coachklas op niveau 1
Maar terugdringen van schooluitval is geen project met een begin en eind. Het
dient uiteindelijk te gebeuren op de onderwijsafdelingen en een goede band tussen
begeleider en student is essentieel. In december presenteert Reinoud van Uffelen,
programmamanager vsv de beleidsnotitie ‘Goede prestaties door goede relaties’.
Op 8 maart komt Tweede Kamerlid Tanja Jadnanansing van de PvdA het Koning
Willem I College feliciteren met de afname van het aantal studenten dat vroegtijdig de
school verlaat. De afname bedraagt 35,6%. “Prachtig, zulke resultaten”, aldus mevrouw
Jadnanansing. Bij de feestelijkheid zijn naast het Tweede Kamerlid en een aantal van
haar collega’s, ook Wethouder Schouten van Onderwijs van de gemeente Den Bosch,
het College van Bestuur, docenten en – last but not least - studenten van de Succesklas
en Startklas van het Koning Willem I College aanwezig.
Zorgleerlingen
Jaar
% vsv
2008-2009
9,2
2009-2010
6,4
2010-2011
6,3
2011-2012
6,1
2012-2013
4,9
Bron: vsv- brief OCW d.d. 5 maart 2014 met voorlopige cijfers voor 2012-2013
Zoals eerder vermeld is iedere student met een beperking in principe welkom om
een opleiding te volgen. Welke opleiding is afhankelijk van de vooropleiding en
de beperking. Samen met een medewerker van het Zorg Advies Team maakt de
student een keuze. Het Koning Willem I College telt een groeiend aantal studenten
met behoefte aan extra zorg of support om de opleiding succesvol te kunnen
voltooien. Het toenemend aantal testen dat door het Studenten Succes Centrum
wordt afgenomen (buiten de ruim 7000 instaptoetsen Nederlands en rekenen bijna
2500 in 2013) wijst daarop. Eind 2013 telt het college ruim 3500 studenten met een
(soms meervoudige) beperking, waarvan ongeveer de helft dyslexie en ruim 1000
met een psychische beperking, van wie een deel wordt verwezen naar GGZ en Sociaal
Maatschappelijk Werk. In afstemming met Juvans wordt in het verslagjaar een tiental
faalangstreductietrainingen verzorgd.
In 2013 stelt het Koning Willem I College, ter voorbereiding op de invoering van
passend onderwijs in 2014, het zorgbeleid vast. Met de positionering van een
zorgcoach binnen iedere onderwijsafdeling wordt de begeleiding van de student met
een beperking dicht bij die student georganiseerd. In het verslagjaar wordt gestart
met de deskundigheidsbevordering van die zorgcoaches.
34
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
Alumni A-Academy
Aantal leerlingen Jenaplanschool Antonius Abt (peildatum 1 oktober)
De A-Academy is dé alumnivereniging voor oud-studenten van het Koning Willem
I College, die zich tijdens of na hun studie bijzonder onderscheiden hebben. De
A-Academy brengt de oud-studenten samen tot een inspirerend, dynamisch netwerk
waarin zij van elkaars krachten profiteren. Zo kunnen ze ervaring en kennis uitwisselen
en uitdragen naar anderen. Het motto van de A-Academy luidt dan ook: ‘Gathering of
Excellence’. De leden van de A-Academy hebben hun doelstellingen en missie als volgt
geformuleerd: ‘Het creëren van een inspirerend, innovatief en grenzeloos netwerk van
kennis, kracht en deskundigheid dat meerwaarde biedt aan mens en maatschappij’.
Op 14 maart 2013 organiseert de A-Academy het jaarlijks CharityDinner. Deze keer
ondersteunt de A-Academy het Vicki Brown Huis.
Winnaars Koning Willem I College Awards 2013
Op 5 juni worden de Koning Willem I College Awards 2013 uitgereikt: één voor
Vakmanschap, één voor Innovatie en één voor bijdrage aan de Community. De
student met de hoogste totaalscore in de drie categorieën wint de Award ‘Student
van het Jaar’. De Student van het Jaar 2013 is Eugeny van de Manakker van de afdeling
Bouw-Infra, Architectuur en Meubeldesign. Ook wint zij de Award voor Innovatie.
Eugeny vertegenwoordigt het Koning Willem I College in oktober bij de verkiezingen
tot landelijk ambassadeur beroepsonderwijs 2013 van de MBO Raad. Wayne Kropman
van de opleiding zelfstandig kok, ontvangt de Award voor Vakmanschap, Koen van der
Veeken, opleiding ICT-beheerder, wint de Award voor Bijdrage aan de Community.
Na afronding van het primair onderwijs stroomt in 2013 1,4% door naar vso/
praktijkonderwijs, 1,4% naar vmbo-b, 5,8% naar vmbo-k, 8,6% naar vmbo-t, 29%
naar vmbo-t/havo, 32,2% naar havo/vwo en 21,6% naar vwo/gymnasium. Deze
doorstroompercentages zijn vergelijkbaar met die van 2012 toen 8% naar vmbo-k
doorstroomde en 92% naar vmbo-t of hoger.
In het schooljaar 2012-2013 zijn de schoolvragenlijst (sociaal emotioneel) en
het drempelonderzoek (schoolvorderingen) afgenomen. De score voor het
drempelonderzoek omgezet naar een score vergelijkbaar met de CITO-score komt in
2013 uit op 537,8 bij een landelijk gemiddelde van 535,0.
Jenaplanschool Antonius Abt
Onder de verantwoordelijkheid van het Bestuur van het Koning Willem I College
ressorteert één school voor primair onderwijs: de Jenaplanschool Antonius Abt. Na
een groei van het aantal leerlingen in 2011 naar 607 leerlingen, is het aantal leerlingen
sinds 2012 aan het dalen. Op 1 oktober 2013 telt Jenaplanschool Antonius Abt 587
leerlingen, 12 minder dan op 1 oktober 2012 (een daling van ongeveer 2%).
In 2013 ontvangt Jenaplanschool Antonius Abt een aanvullende bekostiging in het
kader van de regeling prestatiebox primair onderwijs voor opbrengstgericht werken,
professionalisering van leraren en schoolleiders en cultuureducatie. Deze aanvullende
bekostiging wordt in het verslagjaar aangewend voor de volgende activiteiten:
een studiedag in de wijk met alle andere scholen in ’s-Hertogenbosch West;
de teamscholing Happy Coach die gericht is op het verbeteren van de omgang en het
klimaat in de school om een omgeving te creëren waarin kinderen en collega’s zich
goed voelen en kunnen leren;
het bezoeken van alle groepen van een aantal uitgekozen voorstellingen in de
Verkadefabriek;
ontvangst van een aantal kunstenaars op school om te vertellen over hun werk.
Voor meer informatie over de onderwijsontwikkelingen bij Jenaplanschool Antonius
Abt verwijzen we naar de website: www.antoniusabt.nl .
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
35
B4MEDEWERKERS
Leeftijdsverdeling
Aantal medewerkers
Jonger dan 25 jaar
11
1%
25 t/m 34 jaar
158
14%
35 t/m 44 jaar
206
18%
45 t/m 54 jaar
353
31%
55 t/m 59 jaar
232
21%
60 jaar en ouder
167
15%
De gemiddelde leeftijd binnen het college is 48 jaar. Dat is relatief jong. Het effect van
de regeling ‘jong voor oud’410 werkt in 2013 nog door.
Geslacht
Peildatum
dec 2009
Aantal
medewerkers
1.266
Aantal fte
1.032,09
Totaal aantal
studenten
12.559
Totaal aantal
studenten per fte
12,2
dec 2010
1.215
990,18
12.639
12,8
dec 2011
1.149
944,91
12.816
13,6
dec 2012
1.139
938,60
13.062
13,9
dec 2013
1.127
917,44
12.984
14,2
Vast en tijdelijk dienstverband
Vast
Tijdelijk
1.013
114
90%
10%9
Het is momenteel collegebeleid om twee keer aaneensluitend een tijdelijk contract
te krijgen, waarna, op basis van de dan geldende formatiemogelijkheid en mits goed
functionerend, een contract voor onbepaalde tijd wordt aangeboden. Daardoor zijn er
verhoudingsgewijs meer tijdelijke dienstverbanden.
9
36
In fte’s bedraagt de omvang aan tijdelijke dienstverbanden 8,5% van de totale omvang.
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
Vrouw
633
56%
Man
494
44%
Ook in 2013 is de efficiency van de inzet van het personeel verder verhoogd. De
grenzen van wat redelijkerwijs van medewerkers mag worden gevraagd, worden
daarbij scherp bewaakt. Een nadere toelichting hierop:
• de toename van het aantal in te plannen contacturen (van 20 naar 22 per effectieve
onderwijsweek bij een fulltime equivalent) gebaseerd op aangepast taakbeleid na
instemming van de ondernemingsraad;
• voor het niet-onderwijzend personeel vervalt met ingang van 1 januari 2013 de 59
uur extra scholing waardoor, conform de bepalingen in de cao, een normjaartaak
van 1659 uur moet worden verantwoord;
• de BAPO neemt af van 36,7 fte eind 2012 naar 34,5 fte eind 2013;
• de taakstelling voor diensten en projectbureaus om 10% op de loonsom te
bezuinigen wordt in 2013 gerealiseerd. Voor een belangrijk deel wordt deze
bezuiniging benut voor een investering in het onderwijzend personeel.
10
De regeling ‘jong voor oud’ is in 2008 ingevoerd. Bij deze regeling werden de mogelijkheden voor vervroegde pensionering (FPU) optimaal benut waardoor het vertrek van de
oudere medewerkers kon worden opgevangen door de instroom van jongere medewerkers
met een daling van de gemiddelde leeftijd, en een daarmee samenhangende daling van de
gemiddelde personeelslasten, als gevolg.
Buiten bovenstaande ‘harde feiten’ investeert het college meer en succesvol in
teamoverleg, zeggenschap en uitvoering van taakverdelingsbeleid. Het college is
meer intern en extern gaan scholen, trainen en ontwikkelen. De HRM-cyclus van onder
andere functioneren, beoordelen en persoonlijke ontwikkeling ontwikkelt zich verder
door waardoor kwaliteit en professionaliteit toenemen. De organisatie is bezig met
een transitie van een ambtelijk bureaucratische naar een professionele cultuur. Het
primaire belang van goed, uniek en succesvol onderwijs blijft daarbij voorop staan.
Het succes van de student is en blijft immers de reden van ons bestaan.
In 2013 is de werkdrukbeleving onderwerp van gesprek; individueel, in de teams
en in het overleg met de Ondernemingsraad. Werkdrukbeleving wordt in alle
loopbaanfasen en bij alle leeftijdscategorieën in meer of mindere mate ervaren. In
2014 zal een programma duurzame inzetbaarheid worden gestart.
Ziekteverzuim
herijking van de bedrijfsprocessen moeten het college daarbij behulpzaam zijn.
Kernwoorden voor de komende jaren zijn:
• preventie met focus op duurzame inzetbaarheid en vitaliteit;
• bewustwording van de rollen en verantwoordelijkheden (leidinggevende,
medewerkers en HRM);
• communicatie, hetgeen moet worden gescheiden van informatievoorziening.
Kwaliteit van het personeel
Ook in 2013 draait het om de versterking van de professionaliteit. Het is geen discussie
meer, maar wel een interactief bespreekpunt. Dat is heel positief. De volgende
uitgangspunten blijven daarbij leidend:
We werken voortdurend aan de kwaliteit van ons professionele handelen.
We delen kennis onbaatzuchtig.
We handelen volgens het Professioneel Statuut.
We werken op basis van de vijf P’s: Praktijk- en vakkennis, Professionaliteit,
Performance, Persoonlijkheid en Passie.
De professionaliseringsagenda zal al gaan leiden tot een meer vraaggestuurde
opleidings- en trainingsbenadering. Dit is ook een belangrijke conclusie en
aanbeveling uit het onderzoeksrapport van ITS. Deze externe partij voert in het college
een gedegen onderzoek uit naar grote onderdelen van het professionaliseringsbeleid
en de wijze van uitvoering. In 2014 zal het beleid hierop worden bijgesteld.
Peildatum
Verzuimpercentage
Verzuimfrequentie
dec 2011
4,83%
1,14
dec 2012
4,65%
1,04
dec 2013
4,40%
1,09
In 2013 rondt HRM het onderzoek naar bevoegdheden af. Met een nog te realiseren
inhaalslag in 2014 voor sommige medewerkers op het gebied van de pedagogisch
didactische aantekening of het getuigschrift (PDG) leidt de uitkomst tot de conclusie
dat 98% van alle leraren bevoegd is (per eind november 2014). Dit onderzoek leidt
tevens tot de conclusie dat 10% van de leraren een mastertitel heeft bij een in het
Koersboek verwoorde ambitie van 50% per jaareinde 2015.
De ambities van het college op het gebied van professionalisering en beleid blijven
ongekend hoog. Voor zowel het onderwijsgevend personeel, het ondersteunend
personeel, de leidinggevenden, het College van Bestuur en in het bijzonder voor de
ondersteuners van HRM en de Academie voor Teaching & Learning.
In 2013 daalt het ziekteverzuimpercentage verder naar 4,4% (onder de collegenorm
van 4,5%), bij een licht stijgende verzuimfrequentie. Dit is het resultaat van een
proactieve benadering ten aanzien van verzuimreductie, herijking en revitalisering
van het regiemodel en meer nadruk op loopbaanontwikkeling en ‘employability’
activiteiten (intern en extern). Deze proactieve benadering wil het college blijven
houden. De introductie van een nieuw HRM-verzuimsysteem, E-signaal, en een
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
37
Bedrijfsstage
Medewerkerstevredenheid
Een onderdeel van de vereiste scholing voor leraren is het volgen van een
bedrijfsstage. Actuele ontwikkelingen binnen arbeidsorganisaties worden via het
motto ‘Vertel de verhalen’ (bijvoorbeeld hoe interessant het beroep kan zijn) ingebed
binnen het onderwijs. Deze bedrijfsstages, die veertig uur duren, zijn gebaseerd op
leervragen van de leraar en passen bij de wet BIO (Beroepen in het Onderwijs). Het
Koning Willem I College streeft naar bedrijfsstages die kerntaken, werkprocessen
en competenties uit kwalificatiedossiers als focus hebben en waarbij van te voren
leerdoelen door de stagelopende docent zijn opgesteld. In 2013 sluiten 35 leraren
de bedrijfsstage af; 19 leraren die in 2012 gestart zijn moeten de bedrijfsstage nog
afronden. In 2013 melden zich 54 leraren bij HRM voor de bedrijfsstage.
Het Koning Willem I College vindt het oordeel van studenten, ouders en bedrijven,
maar ook dat van haar eigen medewerkers van groot belang voor het handhaven en
waar nodig bijstellen van haar beleid. De dienst HRM voert periodiek het onderzoek
naar medewerkerstevredenheid uit. Met een norm van 7,5 lag deze in 2011 met 7,7
daar boven. Een resultaat dat tot tevredenheid stemt en dat we minimaal proberen
vast te houden. In 2014 wordt het periodieke medewerkerstevredenheidsonderzoek
gecombineerd met het landelijke tevredenheidonderzoek uitgevoerd zodat het
college zich ook kan meten aan andere colleges.
Beroepscomponent Leerkracht - tien jaar! 2003- 2013
Begin 2014 viert het Koning Willem I College dat er in de afgelopen tien jaar meer
dan honderd zij-instromers zijn opgeleid tot leraar. De opleiding is bedoeld voor
zij-instromers of docenten in opleiding met betrekking tot de pedagogische
en didactische aspecten van het docentschap. Dit opleidingstraject wordt in
samenwerking met Fontys Lerarenopleidingen Tilburg gegeven.
In 2013 maakt geen enkele medewerker gebruik van de mogelijkheid om een klacht in
te dienen.
Taalvaardigheid medewerkers
In het jaar 2013 verzorgt de Academie voor Teaching & Learning de cursussen
‘Bewuster Spellen’ en ‘Secretaresses voor elkaar’. Beide cursussen betreffen
taalvaardigheid. ‘Secretaresses voor elkaar’ legt de nadruk op het schrijven van
e-mails en het schrijven van brieven; stijl en spelling komen eveneens aan de orde.
De cursus wordt zeer goed ontvangen. Enerzijds vanwege de inhoud, anderzijds
vanwege praktische toepasbaarheid. Tijdens de cursus worden ook e-mails en brieven
beoordeeld en geschreven. De deelnemers vinden dat de cursus goed aansluit bij hun
werk.‘Bewuster Spellen’ gaat meer over het gewone schrijfproces. De cursisten werken
al met het online-programma ‘Beter Spellen’, desondanks is verdieping gewenst. De
cursisten krijgen inzicht in hun schrijven en/of spellen en proberen door te analyseren
hun niveau te verbeteren. Ook wordt hen getoond hoe fouten ontstaan en hoe de
spelling zich door de eeuwen heen ontwikkeld heeft. Het is een cursus met doen en
denken. Ook deze cursus wordt als zeer positief en leerzaam ervaren. Hij sluit aan
bij het dagelijkse werk. Bij zowel ‘Secretaresses voor elkaar’ als ‘Bewuster Spellen’,
ontvangen de cursisten het boekje ‘Vlekkeloos Nederlands’, dat op veel vragen een
antwoord geeft. De cursist kan dit zelf doornemen, uiteraard komt het eveneens
tijdens de cursus aan de orde. In beide cursussen zijn de cursisten geïnteresseerd en
actief bezig.
38
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
Ondernemingsraad
Het College van Bestuur voert in 2013 zes keer in een constructieve sfeer overleg met
de ondernemingsraad. Afstemming vindt ook plaats in de werkgroepen Financiën,
Veiligheid, Gezondheid, Welzijn en Milieu (VGWM), Personeel, Professionalisering
en Onderwijs (PP&O). Onderwerpen die aan de orde komen: financiële gevolgen
ministeriële actieplan ‘Focus op Vakmanschap’, jaarrekening en (meerjaren)begroting,
veiligheid en gezondheid, personeelsbeleid, professionaliseringsbeleid en taakbeleid.
In afstemming met de ondernemingsraad wordt een vaste (regelmatige) jaarplanning
van 40 onderwijsweken ingevoerd, hetgeen zal helpen bij de verantwoording van
de naar 1000 klokuren per jaar geïntensiveerde onderwijstijd. In 2013 besteedt de
ondernemingsraad veel tijd aan afdelingsbezoeken en doet een onderzoek naar de
werkbeleving. Dit alles om het gevoel van de werkvloer te vertalen naar de rationaliteit
van de organisatie. In overleg met de Raad van Toezicht doet de ondernemingsraad in
2013, voor het eerst, een bindende voordracht voor een lid van de Raad van Toezicht.
Deze voordracht leidt in 2014 tot een benoeming.
Leden ondernemingsraad
De heer P. van Rijswijk (voorzitter)
De heer T. Rekkers (secretaris)
Mevrouw B. van Bakel
De heer E. Brouwer
De heer E. van der Gun
Mevrouw I. Moran (plaatsvervangend voorzitter)
De heer P. Rebel
De heer P. Sax
Mevrouw J. Vierhout
Mevrouw M. Witlox
De heer Y. Yücesan
Ambtelijk secretariaat: mevrouw D. Vos-Hessels
In 2013 kondigen mevrouw M. Randoe, de heer M. van der Rijt, de heer A. van de
Sande en de heer R. van Uden aan zich niet meer verkiesbaar te stellen voor een
nieuw lidmaatschap met ingang van 1 februari 2014. Mevrouw M. Baas Becking
(plaatsvervangend secretaris) overlijdt in 2014.
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
39
B5Financiën
Het Actieplan MBO “Focus op Vakmanschap 2011-2015 geeft weer welke doelen het
kabinet deze kabinetsperiode in het mbo wil bereiken. Het actieplan gaat in op de
maatregelen ter verhoging van de kwaliteit, vereenvoudiging van het bve-stelsel
en verbetering van de besturing en bedrijfsvoering. De ambitieuze doelen van het
kabinet zullen per saldo met minder geld gerealiseerd dienen te worden. Meer
kwaliteit leveren voor minder geld. In het Expeditieboek (2011) en het Koersboek
(2012) is het antwoord van het Koning Willem I College op dit ministeriële actieplan
geformuleerd. In het Koersboek is vastgelegd dat de besluiten en werkzaamheden
in dat Koersboek moeten leiden tot een gezonde financiële situatie die past bij de
hoogte en systematiek van de nieuwe bekostiging. Ook in 2013 heeft het Koning
Willem I College dat weten te realiseren en de verwachting is dat dat op basis van de
gezonde financiële positie van het college ook in de komende jaren mogelijk zal zijn.
Geconsolideerde balans per 31 december 2013
(na resultaatbestemming)
2013
EUR
2012
EUR
2011
EUR
Geconsolideerde staat van baten en lasten over 2013
2013
EUR
Begroting
2013 EUR
2012
EUR
Baten
87.787.258
85.136.992
84.757.690
Lasten
85.849.580
85.237.880
85.802.964
1.937.678
-100.888
-1.045.274
Saldo baten en lasten
Financiële baten en lasten
105.408
70.825
122.024
2.043.086
-30.063
-923.250
Belastingen
0
0
0
Resultaat deelnemingen
0
0
0
Resultaat na belastingen
2.043.086
-30.063
-923.250
Resultaat
Aandeel derden in resultaat
Nettoresultaat
0
0
0
2.043.086
-30.063
-923.250
0
0
0
2.043.086
-30.063
-923.250
Activa
Vaste activa
48.117.121
50.391.563
52.245.303
Vlottende activa
16.294.013
10.476.004
8.675.150
Totaal activa
64.411.134
60.867.567
60.920.453
Buitengewoon resultaat
Totaal resultaat
Passiva
Eigen vermogen
43.911.039
41.867.953
42.791.202
8.180.174
6.493.579
6.435.141
Langlopende schulden
0
0
0
Kortlopende schulden
12.319.921
12.506.035
11.694.110
64.411.134
60.867.567
60.920.453
Voorzieningen
40
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
Liquiditeit, solvabiliteit, rentabiliteit
Bij het vergelijken van het resultaat 2013 ten opzichte van 2012 gelden drie
bijzonderheden die de onderlinge vergelijkbaarheid beïnvloeden.
Het negatieve resultaat van bijna € 1 mln. in 2012 werd veroorzaakt door een wijziging
in de administratieve verwerking van de salarissen als gevolg van de overstap van
Edukaat naar Unit4. In Unit4 wordt gewerkt met maandelijkse reserveringen voor
vakantiegeld met als gevolg dat in 2012 eenmalig € 1,9 mln. extra last werd ingeboekt
ten laste van het resultaat 2012. Genormaliseerd voor dit effect kwam het resultaat
2012 uit op een positief resultaat van ongeveer € 1 mln.
Het resultaat voor 2013 wordt voor ruim € 1 mln. bepaald door uitbetaling van de
Herfstakkoord-gelden in december 2013. De Herfstakkoord-gelden zijn bedoeld om
de onderwijskwaliteit op korte termijn te verbeteren. De ontvangst van de gelden
moest plaatsvinden in 2013; een verbetering van het resultaat 2013 met ongeveer
€ 1,1 mln. Daarnaast is in het jaar 2013 voor ongeveer € 1 mln een voorziening
voor wachtgeld ingeboekt ten laste van het resultaat voor 2013. Genormaliseerd
voor deze effecten blijft er een positief resultaat over van ongeveer € 1,9 mln op de
bedrijfsvoering van 2013.
2013
2012
2011
Liquiditeit (current ratio)
1,32
0,84
0,74
Solvabiliteit 1 (excl. voorzieningen)
0,68
0,69
0,70
Solvabiliteit 2 (incl. voorzieningen)
0,81
0,79
0,81
Rentabiliteit gewone bedrijfsvoering
2,3
-1,1
-0,3
De solvabiliteit blijft op een hoog niveau. De basis wordt gevormd door de waarde
van de gebouwen en terreinen in combinatie met het ontbreken van langlopende
leningen. In 2010 is een verbetering van de liquiditeit als beleid afgesproken. Deze is
sindsdien gestegen van 0,39 naar inmiddels 1,32 (deels als gevolg van de ‘vervroegde’
uitkering van de Herfstakkoord-gelden). Rekening houdend met de onvoorwaardelijke
rekening courant faciliteit van € 4,5 mln. is de liquiditeit goed te noemen. Na enkele
jaren voldoet het college weer aan de signaleringsgrens van 1%.
Treasury
Het treasurybeleid van het Koning Willem I College is gebaseerd op het treasurystatuut
van de stichting. Treasurymanagement vindt plaats conform de ‘Regeling beleggen
en belonen door instellingen voor onderwijs en onderzoek’. Op het Koning Willem I
College is net als voorgaande jaren geen sprake van beleggen en belenen. Het college
staat op het standpunt dat publieke middelen worden verstrekt voor het primaire
proces, te weten het verzorgen van onderwijs. Het college brengt dit proces niet in
gevaar door het aangaan van risico’s die daar niet direct betrekking op hebben, zoals
het risicovol beleggen van tijdelijk niet bestede publieke middelen.
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
41
B6Regionale verankering
Ondertekening Brabants Arbeidsmarkt Akkoord
Als voorzitter van het Brabants BVE Instellingenoverleg, waarin alle Brabantse
ROC’s en Vakscholen zitting hebben, heeft het Koning Willem I College het Brabants
Arbeidsmarkt Akkoord 2012-2015 mede ondertekend. Het Akkoord wordt ook
ondertekend door de provincie Noord-Brabant, door de wethouders van de zeven
grootste Brabantse gemeenten en vertegenwoordigers van de vier Brabantse
arbeidsmarktregio’s.
Partijen hebben afspraken gemaakt voor:
• het bieden van werkzekerheid, ontplooiing- en scholingsmogelijkheden van
werkenden in de Brabantse bedrijven.
• Het werken aan een betere afstemming van het Brabantse beroepsonderwijs op het
bedrijfsleven en in het bijzonder op de vraag uit de regionale speerpuntsectoren.
• Het verhogen van de inzetbaarheid en arbeidsparticipatie van Brabantse burgers, al
dan niet uitkeringsgerechtigd.
• Het realiseren van samenwerking onder meer door het uitwisselen van informatie
en ervaring door – waar dat zinvol en mogelijk is – gezamenlijk op te trekken.
• Het komen tot meetbare doelstellingen en monitoring.
Brabants BVE-overleg
Niet alleen op instellingsniveau, ook op regionaal niveau, vindt in het Brabants
BVE-overleg afstemming plaats over het regionale (provinciale) opleidingenaanbod.
De zes roc’s in Brabant, aangevuld met twee vakinstellingen (De Rooi Pannen
en St. Lucas) en een AOC (Helicon) participeren in dit overleg. Het resultaat
van de afstemming is een opleidingenaanbod, afgestemd op de regionale
arbeidmarktbehoefte.
Noordoost-Brabant investeert fors in innovatief ondernemerschap
Het Koning Willem I College gaat samenwerken met onder andere ROC de Leijgraaf,
de HAS, lokale Rabobanken en regiogemeenten in een groot programma specifiek
gericht op startende innovatieve ondernemers. Het actieplan moet leiden tot
effectiever gebruik van kennis als motor van de economie. De komende zes jaar
bundelen verschillende organisaties en scholen hun krachten in ‘Valorisatieplan
5-sterren Noordoost Brabant’. Met een budget van € 14 mln. stimuleren zij de
regionale economische slagkracht. “Hiermee creëren we in onze regio een vruchtbare
voedingsbodem voor een nieuwe generatie van innovatieve ondernemers, die wil
excelleren”, aldus Ton Rombouts, burgemeester van ’s-Hertogenbosch en voorzitter
van het Strategisch Beraad 5-sterren Noordoost Brabant. Koning Willem I College,
42
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
HAS Hogeschool, ROC de Leijgraaf, ZLTO, acht lokale Rabobanken, Stichting
Ondernemerslift, Starters Succes Oss, Startersmarktplaats Veghel-Uden-Schijndel en
de 20 regiogemeenten in Noordoost-Brabant hebben het initiatief genomen voor dit
grote programma. Het wordt mede mogelijk gemaakt door subsidiebijdragen van de
provincie Noord-Brabant en de Rijksoverheid.
Brancheregiocommissies
Opleiden en onderwijsprogramma’s maken doet het college niet alleen. Het
college vindt het het belangrijk contact te onderhouden met onze omgeving.
Vertegenwoordigers van het regionale bedrijfsleven worden daarom regelmatig aan
tafel uitgenodigd. De brancheregiocommissie die in beroepsgerichte afdelingen
zijn ingericht vervullen in dit opzicht een belangrijke rol. Vertegenwoordigers
van het regionale bedrijfsleven en van andere organisaties participeren hierin.
De brancheregiocommissies komen gemiddeld twee keer per jaar bij elkaar.
Gespreksonderwerpen zijn de inhoud en vernieuwing van onze opleidingen,
de betrokkenheid van het bedrijfsleven bij het onderwijs, de examinering
en de kwaliteitsborging, beroepspraktijkvorming, arbeidsmarktrelevantie en
werkgelegenheid.
Praktijkopleiders in leerbedrijven
De uitkomsten van het BPV-plaatsenonderzoek dat het Koning Willem I College
eind 2013 uitzet onder leerbedrijven in de regio laat een lichte verbetering
zien ten opzichte van eerdere onderzoeken, met name ten aanzien van het
relatiemanagement. Verdere verbetering is mogelijk en noodzakelijk, zeker in het
licht van de toekomstige prestatieafspraken over de beroepspraktijkvorming. Daarom
besluit het college in 2013 tot de inrichting van een bedrijvenpunt en de organisatie
van een bedrijvendag om de herkenbaarheid naar buiten te vergroten. Daarnaast
wordt in een Business Proces Management project de bpv-begeleiding grondig
geanalyseerd om tot verbetervoorstellen te komen. Deze verbetervoorstellen worden
eind 2014 verwacht.
Het Koning Willem I College en het Kenniscentrum van Transport & Logistiek (VTL)
verlengen succesvolle samenwerking
Mevrouw Staal, manager Customer Relations van Pagina-inhoud
VTL, en de heer Bunthof, afdelingsdirecteur Mobiliteit & Logistiek van Koning Willem
I College, tekenen op 2 december een convenant met afspraken om de kwaliteit van
onderwijs en beroepspraktijkvorming (bpv) in de opleidingen transport en logistiek in
de toekomst te blijven garanderen. De samenwerking is enerzijds gericht op de groei
van instroom van jongeren in de sector transport en logistiek en anderzijds op het
realiseren van goed onderwijs in relatie tot stages en werk. Het convenant formaliseert
de afspraken over de afstemming van praktische zaken. Het is het gemeenschappelijk
belang om de student zo goed mogelijk op te leiden voor een beroep in deze sector.
Bpv vormt een cruciaal onderdeel van mbo-opleidingen. Het opleiden en beoordelen
van studenten is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van school en bedrijf.
VTL stimuleert en bevordert een goede aansluiting tussen het beroepsonderwijs
en het bedrijfsleven en zorgt voor een optimale borging van de kwaliteit van de
leeromgeving in de sector.
Macrodoelmatigheid
In 2012 is op instellingsniveau het besluit genomen om het huidige
opleidingenaanbod te bevriezen en alleen in uitzonderlijke gevallen (in 2012
bijvoorbeeld op het gebied van Beveiliging) toestemming te verlenen tot de start van
een nieuwe opleiding. Belangrijkste criteria om een nieuwe opleiding te starten zijn
de beschikbaarheid van stageplaatsen en het toekomstig arbeidsmarktperspectief.
Het advies van de brancheregiocommissie die elke afdeling heeft, weegt bij
de uiteindelijke besluitvorming zwaar mee. Niet alleen op instellingsniveau,
ook op regionaal niveau, vindt in het Brabants BVE-overleg afstemming plaats
over het regionale (provinciale) opleidingenaanbod. In het onderzoek naar de
Staat van de Instelling door de Inspectie van het Onderwijs begin 2013 komen
macrodoelmatigheid en arbeidsmarktrelevantie aan de orde. De inspectie is
enthousiast over de aanpak van het Koning Willem I College hetgeen in het rapport
wordt geduid met de opmerking dat er geen tot geringe risico’s zijn ten aanzien van
de arbeidsmarktrelevantie.
Ouders in de klas
Op 26 maart kunnen alle ouders van de studenten van het Koning Willem I College een
dag meelopen met hun zoon of dochter en de lessen volgen. Deze speciale dag heet
‘Ouders in de klas’. Op de afdelingen Media, Art & Performance, Middelbare Horeca
School en Assistenten Gezondheidszorg zijn veel ouders aanwezig. De meesten
hebben speciaal vrijgenomen om met hun kinderen mee te kunnen kijken op school.
Ze zijn enthousiast over deze interessante en leerzame dag.
Ouderraden
Een aantal onderwijsafdelingen binnen het Koning Willem I College heeft het overleg
met de ouders geformaliseerd door de instelling van een ouderraad. Tijdens de
overleggen met de ouderraad houdt het college voortdurend voeling met wat zij
vinden van de kwaliteit van ons onderwijs en de wijze waarop dat wordt aangeboden.
Communitydag
Zondag 8 september vindt de jaarlijkse Communitydag van het Koning Willem I
College plaats. Meer dan 1500 mensen vinden weer de weg naar het college en
genieten van een prachtige dag. Met de Communitydag maken we duidelijk dat het
Koning Willem I College midden in de regionale samenleving staat. Met een grote
diversiteit aan activiteiten, georganiseerd door medewerkers en studenten van
het college, weet het college een prettige dag voor de community te verzorgen en
mensen aan zich te binden.
Communityweek
Betrokkenheid van ouders
Ouders in de branding
Wat kan het puberbrein van mijn kind wel en niet aan? Hoe kun je als ouders en
school samen het beste uit je kind halen? Het Koning Willem I College organiseert
op 20 april een interactieve conferentie voor ouders van jongeren.
‘Ouders in de Branding’ is een dag met boeiende presentaties, interactieve
workshops en gesprekken. Met onderwerpen die op school, in de opvoeding en in
de belevingswereld van ouders en hun kinderen op dit moment actueel zijn. “Wat
kan het puberbrein van mijn kind wel en niet aan?” is met name bedoeld voor ouders
van studenten van het Koning Willem I College, maar ook ouders van studenten van
andere (VO) scholen zijn van harte welkom. Net als voorgaande jaren is Chazia Mourali
de dagvoorzitter van de conferentie. Professor Jelle Jolles, Universiteitshoogleraar
Neuropsychologie aan de VU Amsterdam verzorgt ’s morgens de boeiende presentatie
’Het opgroeiend kind tussen brein en vrijheid; over steun, sturing en inspiratie’.
Daarnaast kunnen de ouders deelnemen aan diverse workshops.
Wat is het plan en waarom?
Het college biedt studenten tijdens hun opleiding de kans om gedurende één week de
samenleving te helpen met zijn of haar talenten.
Wat is het resultaat in 2013?
In 2013 nemen 27 legroepen aan de Community Week deel. Het zijn studenten van
de afdelingen Verpleging & Verzorging, Assistenten Gezondheidszorg, Academie voor
Media, Art & Performance, Bouw-Infra, Architectuur & Meubeldesign, Marketing &
Communicatie en High Tech Metalektro. In totaal 413 studenten. De opdrachtgevers
uit de community geven gemiddeld een 8 voor de uitvoering. Ruim 42% van de
studenten hebben hun talenten zo goed ingezet, dat de opdrachtgevers het boven
verwachting vinden. Zij worden genomineerd voor de Rabobank Community Week
Award.
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
43
B7Bedrijfsvoering
Organische kwaliteitszorg: niet bij woorden alleen!
Permanente kwaliteitsverbetering is de kern van onze professionele cultuur; de
ontwikkeling van mechanische naar organische kwaliteitszorg zetten we niet alleen in
ons personeelsbeleid maar ook in ons gedrag centraal. Een check op ‘beslis wat je hebt
beloofd’(Plan), ‘doe wat je hebt beloofd’(do), ‘controleer wat je hebt gedaan’ (check)
en ‘beslis opnieuw’( act) hoort daar bij. Feedback geven en weten te ontvangen
horen er eveneens bij. Vanuit de constatering dat kwaliteitszorg in veel (onderwijs)
organisaties zich richt op ‘procedureel op orde zijn’ hebben we eerder stappen gezet
om kwaliteitszorg hier boven uit te tillen: gewoon een goede school zijn betekent dat
gedrag en houding van medewerkers de gewenste kwaliteit dagelijks weerspiegelen.
Een substantiële vervolgstap is nodig om kwaliteit iets te laten zijn wat ons dagelijks
handelen en gedrag bepaalt. Werken aan kwaliteit doen we niet ‘omdat het moet’
maar omdat het tot onze eigen professionele standaard behoort. Verantwoordelijk
voor en eigenaar van kwaliteit en de bewaking daarvan in afdelingen en diensten
zijn de afzonderlijke afdelingen en diensten zelf. De uitkomsten van de audits stellen
vervolgens het College van Bestuur in staat haar bestuurlijke verantwoordelijkheid
voor de kwaliteit in het College te nemen.
In 2013 voert de Dienst Governance & Control op basis van het kwaliteitszorgmodel
van het Koning Willem I College en de zelfevaluaties van 2012 bij alle
onderwijsafdelingen een interne audit uit. Parallel daaraan lopen het onderzoek
van de Inspectie van het Onderwijs naar de Staat van de Instelling en het onderzoek
vanuit het Kwaliteitsnetwerk MBO (een landelijk netwerk waaraan ruim dertig
onderwijsinstellingen zijn verbonden) naar de kwaliteit van het kwaliteitszorgsysteem.
Rode draad in deze onderzoeken is dat het normenkader van het college transparanter
kan aansluiten bij het waarderingskader van de Inspectie, dat het kwaiteitsonderzoek
zich meer moet richten op het niveau van de opleiding, dat de check- en de actfase
verbetering behoeven, dat het zelfkritisch vermogen van de instelling omhoog kan en
dat het gehele systeem eenvoudiger en compacter kan worden vormgegeven.
Passend bij een professionele organisatie die permanente evaluatie en
kwaliteitsverbetering hoog in het vaandel heeft staan, zet het Koning Willem I
College daarom al in de loop van 2013 in op een aantal verbeteringen: de focus
op een viertal speerpunten (onderwijsinhoud en -programmering, examinering,
onderwijslogistiek en professionalisering), een transparante planning & control cyclus
waarin de belangrijkste activiteiten op opleidings- afdelings- en instellingsniveau,
een verankering van jaarplannen en jaarplangesprekken in die planning & control
cyclus waardoor het College van Bestuur sturing kan geven aan het maken, monitoren
44
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
en verantwoorden van resultaatafspraken voor de belangrijkste speerpunten, inzet
van de Kwaliteitsmonitor BONE-BVE (ontwikkeld door een oud-inspecteur) om de
kwaliteit van de opleiding scherper in beeld te krijgen, inzet van de In Control Scan
van PwC om een scherper zicht te verkrijgen op de bedrijfsprocessen die onder
de verantwoordelijkheid van de diensten en projectbureaus vallen. In de herijkte
zelfevaluaties die eind 2013 worden opgeleverd wordt duidelijk dat, met name de
interne audits in 2013, al bijdragen aan een toename van het zelfkritische vermogen
van de instelling.
Technologiemanagement
Technologie speelt in alle aspecten en functies van een onderwijsorganisatie een
grote rol. In dat kader zijn data van essentieel belang, zowel in de primaire als
secundaire processen. Dit alles vereist zowel een geïntegreerde aanpak onder de
noemer informatie- en technologiemanagement, als het effectief organiseren van
kennisprocessen onder de noemer onderwijslogistiek. In dat proces hanteren we de
volgende uitgangspunten:
1. Centrale aansturing en bundeling van krachten. Dat betekent: één aansturing
van alle bedrijfskritische systemen die met studenten te maken hebben, zodat
strategie één op één vertaald wordt in inrichting en uitvoering.
2. Al onze inspanningen en investeringen met betrekking tot ICT moeten heel
duidelijk in het teken staan van onze missie, visie en vijf kernwaarden. Ze zullen
heel concreet moeten leiden tot betere leertrajecten, daardoor ook tot betere
studenten met een hoger studierendement, daardoor ook tot tevredener
studenten en daardoor uiteindelijk ook tot meer leerlingen, studenten, cursisten.
3. Niet alles wat technisch mogelijk is, is ook wenselijk! Technologie kan en mag een
docent nooit vervangen, zeker niet bij leerprocessen van jonge mensen.
4. Bij het aanschaffen van informatievoorziening wordt altijd rekening gehouden
met bewezen technologie, interoperabiliteit, centralisatie en compatibiliteit van de
aan te schaffen voorziening.
5. Bedrijfskritische systemen worden in principe niet ge-outhost c.q. ge-outsourced.
6. In een R&D-situatie wordt bekeken of een nieuwe technologie bruikbaar is voor de
organisatie.
7. We zijn géén software house. Dat wil zeggen: (in principe) bouwen we geen eigen
applicaties, maar maken gebruik van standaardapplicaties die hun kwaliteit al
bewezen hebben, zowel wat betreft primaire als secundaire processen.
8. We implementeren zoveel als mogelijk mobiele technologie. Waardoor plaatsonafhankelijk leren en werken mogelijk is.
9. Het college is 24 uur per dag en 365 dagen per jaar digitaal bereikbaar. Waardoor
tijdonafhankelijk leren en werken mogelijk is.
10. De ontwikkeling van een digitaal communityportal511 is met kracht ter hand
genomen. Hierbij is sprake van één portaal met één ingang voor de verschillende
soorten belanghebbenden. Deze betreffen zowel interne doelgroepen (studenten
en medewerkers) als externe doelgroepen (ouders, bedrijfsleven, overheid,
onderwijsorganisaties). Deze ene ingang biedt achtereenvolgens: publieke
toegang tot algemene informatie, doelgroepspecifieke informatie en (achter een
individuele inlog) gepersonaliseerde informatie.
Informatiemanagement
De dienst Informatiemanagement draagt, in nauwe samenwerking met de
dienst IT Force, zorg voor de totale architectuur en infrastructuur van de
informatievoorziening (informatie- en onderwijslogistiek) binnen het College. Het
betreft de verantwoordelijkheid voor het formuleren en voorstellen van het beleid
t.b.v. de informatievoorziening, het managen van de informatieprocessen, de
informatieanalyse en -architectuur, het beheer van de bedrijfskritische systemen, de
standaarden voor de gemeenschappelijke (informatie) infrastructuur en de inrichting
en het beschikbaar stellen van de informatievoorziening aan alle doelgroepen van
het College. Deze logistiek van de informatie gaat over het verlenen van het(de) juiste
informatieproduct(en) aan de beoogde ontvanger op het juiste tijdstip, in de juiste
indeling en hoge kwaliteit en op de juiste locatie. Om informatielogistiek optimaal in
te richten dienen alle componenten in de informatielogistiek-keten geharmoniseerd
en in lijn te zijn met de organisatiedoelstellingen.
Ook onderwijslogistiek werkt vanuit processen die efficiënt en effectief ingericht
moeten zijn. Het betreft alle activiteiten voor het organiseren, plannen, faciliteren en
uitvoeren van leertrajecten voor de studenten.
Veel van deze activiteiten, van werving tot nazorg voor de lerende, worden
ondersteund door diverse toepassingen en informatiesystemen. In de periode tussen
2013 en 2015 wordt een substantieel aantal van deze ondersteunende systemen
geüpdatet, heringericht en waar nodig vervangen.
Het programma informatievoorziening voor het kalenderjaar 2013
Gepland en gerealiseerd:
• De pilot voor het inrichten van de informatie- en gegevensarchitectuur is succesvol
afgerond. De informatiearchitectuur voor het college wordt in 2014 verder
uitgebreid en gebouwd.
• Om de efficiëntie te verhogen en de kosten te verlagen is in 2013 gestart met het
vervangen van het Oracle databaseplatform door Microsoft SQL; het vervangen
van Impromptu (rapportage-tool) door Microsoft Reporting Services; het migreren
van databases naar de SQL variant en het herbouwen van een deel van de collegerapportages volgens het nieuwe databaseplatform. Deze trajecten worden in
december 2014 afgerond.
• Het verder ontwikkelen en migreren van het KWIC-Dashboard is afgerond.
• Het onderzoek naar het vervangen van EXIS, een toepassing voor de planning van
examens, is succesvol afgerond. In januari 2014 is gestart met de implementatie van
de nieuwe applicatie InForm.
• EduArte, een registratie en volgsysteem voor studenten, is volledig in productie.
• Het Portaal is gemigreerd naar SharePoint 2010.
• Het documentmanagementsysteem (DMS) 2007 is gemigreerd naar SharePoint
2010.
• De applicatie voor het plannen van roosters is succesvol gemigreerd.
• In het najaar is een pilot traject gestart met een onderwijsafdeling voor het
verhogen van de ICT-vaardigheden van medewerkers. Het resultaat van dit traject
wordt in maart 2014 geëvalueerd.
• Het aanbestedingstraject voor het aan- en afwezigheidsregistratiesysteem is
succesvol afgerond. De implementatie van dit traject is in januari 2014 gestart.
De implementatie van een Leermanagementsysteem (LMS), de migratie van het
systeem voor het digitaliseren van studentendossiers en de migratie van Exact Finance
naar een Enterpriseversie worden in 2014 opgepakt.
Business Proces Management
11
voor de interne doelgroepen is het communityportaal ingericht. De inrichting van het
communityportaal voor externe doelgroepen is nog in ontwikkeling.
Business Proces Management heeft tot doel om voor (kritische) bedrijfsprocessen,
aan de hand van een gestructureerde documentatie en analyse, verbetervoorstellen
te formuleren in functie van een welomschreven ‘business case’. Fasen die daarbij
doorlopen worden zijn: definiëren (van de opdracht, met name een proces
optimaliseren), documenteren (van het toegewezen proces), meten (van de huidige
prestatie van het toegewezen proces, analyseren (van het verloop van het toegewezen
proces en optimaliseren (creativiteit versus projectverbetering, project management,
veranderingsmanagement) en borgen (van de nieuwe situatie.
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
45
In juni 2013 zijn veertien BPM-deskundigen door het opleidingsinstituut Covista
gecertificeerd als BPM-deskundigen. Deze veertien deskundigen hebben de
volgende zeven (kritische) bedrijfsprocessen, op basis van een gedegen analyse,
verbetervoorstellen geformuleerd: interventierecht, aanmelding, intake en plaatsing,
afwezigheidsregistratie, plannen en roosteren van onderwijstijd, totstandkoming van
de bpv-overeenkomst, zorgbegeleiding en registratie van scholing van medewerkers.
Facilitair bedrijf
Constante aandacht gaat uit naar een zo optimaal mogelijke bezetting en benutting
van bestaande (onderwijs)faciliteiten. Intensivering van het onderwijs en een groeiend
aantal bol-studenten binnen een stabiel blijvend aantal studenten vragen om (veel)
extra onderwijsfaciliteiten (ruimten en apparatuur). Implementatie van de plannen
Techniek vragen om een andere positionering van het techniekonderwijs op de
Onderwijsboulevard. Daarnaast worden vavo, educatie en een onderwijsafdeling met
beroepsonderwijs naar verwachting in 2014 gehuisvest in een andere locatie. Een
zo optimaal mogelijke bezetting en benutting worden daardoor de komende jaren
een nog nadrukkelijker aandachtspunt. Nog steeds behaalt het college op dit punt
efficiency zonder verlies van onderwijskwaliteit.
46
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
DEEL C: BIJLAGEN BIJ HET BESTUURSVERSLAG
2
Bijlage C1: Notitie Helderheid in de bekostiging BVE (2004)
Aansluitend bij de wettelijke regels die gelden voor bekostiging van beroepsonderwijs
hanteert Koning Willem I College als uitgangspunt dat de prestatie die Koning Willem I
College levert (het verzorgen van onderwijs) in verhouding staat tot de tegenprestatie
van het Ministerie van OCW (beschikbaar stellen van bekostiging). De Notitie
Helderheid noemt acht aan bekostiging gerelateerde thema’s. Per thema geven we
hierna aan hoe Koning Willem I College hier invulling aan geeft.
3
Toerisme & Recreatie
Een uitbestedingsvariant betreft de samenwerking van Koning Willem I College
met het regionaal bedrijfsleven op het terrein van Leisure & Hospitality en Toerisme.
Bij de opleidingen Leisure & Hospitality, Reizen en Frontofficemedewerker wordt
een gedeelte van het onderwijs uitgevoerd door de Cosmo Academy, gevestigd
op de hoofdlocatie van het Koning Willem I College te ’s-Hertogenbosch. In het
uitbestedingscontract is opgenomen dat het onderwijsprogramma, de huisvesting en
de uitvoering van het onderwijs door het Koning Willem I College worden bepaald.
Daarnaast is in het contract het door het Koning Willem I College uitgevoerde toezicht
op de kwaliteit geregeld.
Het verlenen van vrijstellingen
Studenten kunnen in 2013 bij Koning Willem I College op basis van eerder verworven
kwalificaties (EVK) vrijstelling krijgen voor delen van een opleiding. De gehanteerde
procedures zijn opgenomen in het Examenreglement Koning Willem I College. Bij
volledige vrijstelling wordt een student ingeschreven als examendeelnemer. In geval
de student nog diverse onderwijsonderdelen moet volgen alvorens tot diplomering te
komen, wordt hij/zij voor de benodigde duur ingeschreven als onderwijsdeelnemer.
1Uitbesteding onderwijs
OSLO (Schoen-, Lederwaren en Orthopedie)
De opleidingen OSLO (Schoen-, Lederwaren en Orthopedie) heeft Koning Willem
I College sinds oktober 2000 uitbesteed aan de Stichting SVGB. De uitoefening
van de aan Koning Willem I College bij wettelijk voorschrift opgedragen taken en
bevoegdheden met betrekking tot de opleidingen in de schoen-, lederwaren en
orthopedie, wordt conform artikel 9.1.5, lid 3, van de WEB exclusief opgedragen aan
het bestuur van SVGB. De uitvoeringslocatie is gelegen in Utrecht. Het Koning Willem
I College blijft volledig verantwoordelijk voor deze deelnemers en is met SVGB een
overeenkomst van opdracht aangegaan.
Investeren van publieke middelen in private activiteiten
Volgens de notitie Helderheid betreft het hier situaties waarin de rijksbijdrage
wordt ingezet in een privaatrechtelijke rechtspersoon, of waarin publieke middelen
anderszins worden geïnvesteerd in private activiteiten die niet behoren tot de
kerntaak van de instelling. In 2013 is er binnen Koning Willem I College geen sprake
van situaties (projecten of opleidingsactiviteiten) waarbij sprake is van vermenging
van publieke en private middelen.
4Les- en cursusgeld niet betaald door de student zelf
In 2013 hebben geen les- of cursusgeldbetalingen door Koning Willem I College vanuit
de reguliere bekostiging plaatsgevonden. Wel zijn voor specifieke gevallen betalingen
gedaan door de Stichting Steunfonds Mathias Wolf, een aparte stichting op basis
van private middelen. In geval van betaling van het cursusgeld door derden is een
zogeheten derdengeld machtiging van de deelnemer voorhanden.
5
In- en uitschrijving , en inschrijving van studenten in meer dan één opleiding
tegelijk
Voor het in- en uitschrijven vlak voor respectievelijk na een teldatum hanteert Koning
Willem I College strikte interne regels die voldoen aan de bekostigingsvoorwaarden
die het Ministerie van OCW hanteert. In aansluiting hierop geeft het college in
onderstaande overzichten gespecificeerd achtereenvolgens weer:
1.Overzicht van studenten die relatief snel na 1 oktober 2013 de instelling met of
zonder diploma verlaten, met de uitstroomreden van studenten die uitstromen
zonder diploma.
2.Overzicht van studenten die tijdens het schooljaar 2012-2013 van opleiding
veranderen, met of zonder diploma, met de uitstroomreden van studenten die
zonder diploma van opleiding veranderen.
3.Overzicht van studenten waarvoor onderwijs in de geïntegreerde trajecten
educatie-beroepsonderwijs wordt verzorgd.
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
47
Overzicht van studenten die relatief snel na 1 oktober 2013 de instelling verlaten
Doorstroomreden van studenten zonder diploma
Meetperiode: 1 oktober 2013 tot en met 31 december 2013
Doorstromers
zonder diploma
Uitgestroomde studenten
(Ander) werk
14
Studenten die hun certificaat behaalden
0
Bpv-plaats is ontbonden (i.v.m. ontslag)
12
Studenten die doorstroomden naar het hbo
0
Er is geen bpv-overeenkomst afgesloten
4
Studenten die gediplomeerd uitstroomden uit het college
148
Studenten die uitstroomden zonder ooit een diploma behaald te hebben
op het college
122
Totaal
270
Uitstroomredenen studenten zonder diploma
(Ander) werk
2
Bpv-plaats is ontbonden (i.v.m. ontslag)
13
Er is geen bpv-overeenkomst afgesloten
6
Geen passend (vervolg)opleidingsaanbod
5
Gekozen beroepsrichting valt tegen
26
Kwaliteit van de lessen is onvoldoende
1
Onvoldoende resultaten/vorderingen
2
Persoonlijke omstandigheden
64
Studie is te moeilijk
Totaal
3
122
Sporadisch is bekend bij welke instelling een deelnemer die bij Koning Willem I
College wordt uitgeschreven zich vervolgens inschrijft. Wat betreft de bekostiging van
deelnemers hanteert Koning Willem I College de wettelijk bepaalde regels in deze.
Overzicht van studenten die tijdens het schooljaar 2012-2013 van opleiding
veranderen
Zonder diploma
Met diploma
Totaal
767
730
1.497
Geen passend (vervolg)opleidingsaanbod
3
Gekozen beroepsrichting valt tegen
339
Kwaliteit van de lessen is onvoldoende
8
Onvoldoende arbeidsmarktperspectief
1
Onvoldoende resultaten/vorderingen
71
Persoonlijke omstandigheden
156
Stroomt door naar hoger niveau
23
Studie is te moeilijk
129
Verstrijken overeengekomen opleidingstermijn
3
Wordt examendeelnemer
4
Totaal
767
Overzicht van studenten waarvoor onderwijs in de geïntegreerde trajecten
educatie-beroepsonderwijs wordt verzorgd
Peildatum
01-10-2012
Totaal
Vavo, gecombineerd met een
bol-opleiding
Vavo, gecombineerd met een
bbl-opleiding
Educatie, gecombineerd met een
bol-opleiding
Educatie, gecombineerd met een
bbl-opleiding
Totaal
Niveau
01-10-2013
Totaal
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Niveau
Het Koning Willem I College garandeert dat studenten niet in meer dan één opleiding
tegelijkertijd staan ingeschreven.
48
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
6
De student volgt een andere opleiding dan waarvoor hij is ingeschreven
In onderstaande overzichten geeft het college de volgende gegevens gespecificeerd
weer:
Overzicht van studenten die tijdens het schooljaar 2012-2013 van leerweg veranderen,
met of zonder diploma.
Overzicht van studenten die in 2013 gediplomeerd zijn met de vermelding of binnen
het Koning Willem I College een eerder diploma112 behaald is.
Overzicht van studenten die tijdens het schooljaar 2012-2013 van leerweg
veranderen
Zonder diploma
Met diploma
Totaal
146
23
55
69
201
92
Van bol naar bbl
Van bbl naar bol
Overzicht van studenten die in 2013 gediplomeerd zijn met de vermelding of
binnen het Koning Willem I College een eerder diploma behaald is
Aantal gediplomeerden in
2013
3842
7Bekostiging van maatwerktrajecten ten behoeve van bedrijven
Ook in 2013 organiseert het Koning Willem I College voor een aantal bedrijven
maatwerktrajecten. Het Koning Willem I College voldoet daarbij aan de eisen
die de wetgever aan bbl-trajecten stelt. Incidenteel betaalt een bedrijf of een
andere organisatie een additionele bijdrage voor extra activiteiten, waaronder
materiaalkosten of extra ondersteuning. De Weenergroep, GEA Refrigeration
Netherlands N.V. CSO GEA Grenco, Cofely Refrigeration en Wijnen installatietechniek
B.V. zijn de vier bedrijven met de grootste omvang aan extra activiteiten.
Maatwerktrajecten in de hiervoor genoemde zin zijn gericht op deelname aan een
in het centraal register beroepsopleidingen (crebo) geregistreerde opleiding met het
oogmerk het traject met succes af te ronden.
8Buitenlandse studenten en onderwijs in het buitenland
Koning Willem I College verzorgt alleen onderwijs in Nederland. Buitenlandse
studenten die hier rechtmatig verblijven en voldoen aan de inschrijfvoorwaarden,
worden voor bekostiging in aanmerking gebracht. Regelmatig lopen studenten van
Koning Willem I College stage in het buitenland. Daar waar mogelijk worden subsidies
aangevraagd en ingezet ter dekking van de verblijfskosten.
waarvan met een eerder diploma op
een hoger
een lager niveau
hetzelfde niveau
niveau
649
86
10
Het komt voor dat studenten van Koning Willem I College in individuele gevallen
gedurende een opleiding willen overstappen naar een andere opleiding. Via gerichte
loopbaanbegeleiding en een breed opleidingenaanbod kunnen de meesten van hen
ingeschreven blijven waardoor voortijdige schooluitval wordt voorkomen. Koning
Willem I College ziet er in haar inschrijvingsprocedure op toe dat een student alleen
ingeschreven staat in de opleiding die hij/zij daadwerkelijk volgt.
12
Indien in het kalenderjaar 2013 meerdere diploma’s behaald zijn, wordt slechts één diploma voor
bekostiging in aanmerking gebracht.
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
49
Bijlage C2: Verantwoording taal en rekenen 2013
(conform de Regeling intensivering Nederlandse taal- en rekenen MBO)
Activiteiten
Nederlands en/of
Hieraan bestede middelen in euro’s
Rekenen
A Aanpassing in de didactiek en pedagogiek van de beroepsopleidingen met het oog op de intensivering van het taal- en rekenonderwijs
Applicatiebeheerder en taal de baas / instellingbeheer Studiemeter (Deviant) NL + R
161 uur = 161 x 48 = € 7728,Subtotaal A
€ 7728,-
Aantal bereikte
deelnemers
Aantal bereikte
personeelsleden
n.v.t.
n.v.t.
3500 intake en 400
voortgang. Totaal:
3900
5000 intake en 900
voortgang
Totaal: 5900
Minimaal 5900
n.v.t.
n.v.t.
B Toetsing van deelnemers
Afname intaketoets alle eerstejaars
R
Afname intaketoets alle eerstejaars
NL
Organisatie en afname en registratie intake
Drie bijeenkomsten met werkgroep centrale intake (vier personen): 21-05,
18-06, 18-09.
Coördinerende activiteiten t.b.v. intake en werkzaamheden om overzichten in
Excel te krijgen
Activiteiten subexamencommissie (vijf bijeenkomsten), zes personen
Toetsvaststelling
NL + R
NL + R
Intake € 12.250,Voortgang € 1400,Totaal: € 13.650,Intake: € 17.500,Voortgang: € 3150,Totaal: € 20.650,1,5 fte = 1,5 x 44.000 = € 66.000,3 x 4 = 12 uur = 12 x 48 = € 576,-
NL + R
40 uur = 40 x 48 = € 1920,-
n.v.t.
n.v.t.
NL + R
NL
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Afname centrale examens
NL + R
5 x 6 x € 48,- = € 1440,4 x 40 = 160 uur
160 x 48 = € 7680,927 uur = 927 x 44.000/1659 = € 24.585,-
n.v.t.
Coördinerende werkzaamheden
Subtotaal B
NL
85 uur = 85 x 48 = € 4080,€ 140.581,-
371 sessies x
(gemiddeld) 15
deelnemers = 5567
n.v.t.
NL
32,8 fte in totaal.
Dus 8,2 fte extra. Dat is 8,2 x € 79.632,- = € 652.982,28,7 fte in totaal.
Dus 7,2 fte extra.
Dat is 7,2 x € 79.632,- = € 571.360,3,5 fte
3,5 x € 79.632,- = € 278.712,0,38 fte
0,38 * € 44.000,- = € 16.720,50 uur = € 2400,-
12.000
n.v.t.
12.000
n.v.t.
Ongeveer 200
n.v.t.
n.v.t.
Ongeveer 15
n.v.t.
n.v.t.
50 uur = € 2400,€ 1.524.574,-
n.v.t.
n.v.t.
C Extra onderwijstijd
Extra lessen Nederlands, 25% van totale aantal.
(Een deel van deze uren zal aan A, B en D besteed zijn.)
Extra lessen Rekenen, 25% van totale aantal.
(Een deel van deze uren zal aan A, B en D besteed zijn.)
R
Ondersteuningslessen door Educatie
NL + R
Coördinatie ondersteuningslessen
NL + R
Coördinerende werkzaamheden
NL
Coördinerende werkzaamheden
Subtotaal C
R
50
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
n.v.t.
n.v.t.
4
n.v.t.
Activiteiten
Nederlands en/of
Rekenen
Hieraan bestede middelen in euro’s
Aantal bereikte
deelnemers
Aantal bereikte
personeelsleden
NL
120 x 22 = 2640 uur = 2640 x 48 = € 126.720,-
n.v.t.
Rekencoach op elke afdeling
Taalcoach bijeenkomsten (10): 14-01, 18-02, 18-03, 15-04, 13-05, 10-06, 09-09,
07-10, 04-11, 02-12
R
NL
80 x 22 = 1760 uur = 1760 x 48 = € 84.480,10 bijeenkomsten x 20 (uren zitten in de hierboven
genoemde)
n.v.t.
n.v.t.
Rekencoach bijeenkomsten (8): 24-09-2013, 29-10-2013, 03-12-2013, 21-012014, 25-02-2014, 25-03-2014, 15-04-2014, 27-05-2014
Kennisdeling o.a. door inrichten en onderhouden van informatiepunt (site)
Nederlands
R
22 x 16 uur = 352 uur (onderdeel van de 1760 uur)
n.v.t.
24/25
taalcoaches +
docenten op de
afdelingen
22
24/25 taalcoaches +
Docenten op de
afdelingen
22 + 5 = 27
NL
50 uur = 50 x 48 = € 2400,-
n.v.t.
Kennisdeling o.a. door inrichten en onderhouden van rekeninformatiepunt
(site)
Coördinerende werkzaamheden
Coördinerende werkzaamheden
R
80 uur = 80 x 48 = € 3840,-
n.v.t.
R
NL
100 uur = 100 x 48 = € 4800,100 uur = 100 x 48 = € 4800,-
n.v.t.
n.v.t.
Minstens 22
Zomerschool
Zomerschool, voorbereiding en coördinatie
Subtotaal D
NL + R
NL + R
€ 12.500,1100 uur = 1100 x 48 = € 52.800,€ 292.340,-
88
88
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
-
n.v.t.
25
n.v.t.
n.v.t.
10
10
n.v.t.
n.v.t.
25
25 + 37 = 62 minstens
D Nieuwe of aangepaste faciliteiten
Taalcoach op elke afdeling
E professionalisering van docenten en overige functionarissen op het gebied van taal en rekenen
E1 professionalisering van docenten
Voorbereiden en uitvoeren van scholingen voor management, taalcoaches en NL
Totaal 200 uur x 48 = € 9600,docenten: vooral AMT
Woensdagochtendupdate aan afdelingsdirecteuren: 11-12.
NL + R
Uren presentie managers = 20 uur
20 x 63 = € 1260,Bijeenkomst voor aspirant Fontysdocenten
NL
8 uur voorber x 3 pers. + uitvoering 1dd = € 1152,Individuele ondersteuning van docenten
NL
40 uur
40 x 48 = € 1920,Lidmaatschap taalcoach academie
NL
€ 1150,Coördinerende werkzaamheden
R
50 uur = 50 x 48 = € 2400,Coördinerende werkzaamheden
Subtotaal E1
NL
Alle taalcoaches en
een groot deel van
de docenten NL
75 (schatting)
50 uur = €2.400,€ 19.882,-
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
51
Activiteiten
Nederlands en/of
Rekenen
Hieraan bestede middelen in euro’s
Aantal bereikte
deelnemers
Aantal bereikte
personeelsleden
E2 professionalisering van overige functionarissen
Vijf cursussen à 5 + 5 uur
Themawerkgroepen
NL
R
n.v.t.
n.v.t.
60
33 (2012-2013)
19 (2013-2014)
Themawerkgroepen
NL
50 x 48 = € 2400,R 2012-2013: 33 actieve leden
33 x 60 = 1980 uur
7/12 = € 55.440,R 2013-2014: 19 actieve leden
19 x 40 = 760 uur
5/12 = € 15.200,Totaal: € 70.640,NL 2012-2013: 42 actieve leden
42 x 60 x 48 x 7/12 = € 70.560,NL 2013-2014 35 actieve leden
35 x 40 x 48 x 5/12 = € 28.000,Totaal: € 98.560,€ 171.600,-
n.v.t.
42 (2012-2013)
35 (2013-2014)
n.v.t.
1
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
1
n.v.t.
n.v.t.
Subtotaal E2
Activiteiten ter ondersteuning van A t/m E
Update voor CvB: drie keer met vier personen
Secretariële ondersteuning Cynthia
NL + R
AVO-overleg en ander ondersteunend overleg
NL + R
Deelname gemeentelijke taalbeleidgroep
Administratie/mails/telefoon
NL
NL
3 x 4 uur x € 48,- + 3 uur x € 63,- = 576 + 189 =
€ 765,50 uur
50 x 48 = € 2400,100 uur
100 x 48 = € 4800,600 uur
600 x 29 = € 17.400,20 x 5 x 48 = € 4800,150 uur x 48 = € 7200,Totaal: € 12.000,65 uur = € 3.120,100 uur = € 4800,-
Administratie/mails/telefoon
Update voor rekencoördinator, vnl. door bijeenkomsten pioniersgroep en
landelijke/regio- bijeenkomsten
Inleendocenten: 40 weken vier taaldocenten en vier rekendocenten
R
R
100 uur = € 4800,50 uur = 50 x 48 = € 2400,-
NL + R
Subtotaal t.o.v. A t/m E
NL: 40 x 4 x 4 uur x € 48,- = € 30.720,R: 40 x 4 x 4 uur x € 48,- = € 30.720,Totaal NL + R = € 61.440,€ 113.925,-
TOTAAL
€ 2.270.360,-
Verantwoording 2012ntwoording eheerder
trale examens
Bijhouden landelijke ontwikkelingen
52
Jaarverslag 2013
NL + R
10ackide cen- NL + R
NL
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
Bijlage C3: Locaties
Campus Vlijmenseweg (hoofdlocatie)
Vlijmenseweg 2
5223 GW ‘s-Hertogenbosch
Campus Onderwijsboulevard
Onderwijsboulevard 3
5223 DE ‘s-Hertogenbosch
Locatie Marathonloop
Marathonloop 11
5235 AA 's-Hertogenbosch
Locatie Meester Vriensstraat
Mr. Vriensstraat 2
5246 JS ’s-Hertogenbosch
Locatie Weidonklaan
Weidonklaan 99-100
5223 VL 's-Hertogenbosch
Locatie Boxtel
Dr. de Brouwerlaan 74
5283 EE Boxtel
Locatie Bouwhuis
De Kleine Elst 11
5246 JK Rosmalen
Locatie Stivako Oss
Gasstraat Oost 12
5349 AV Oss
Jenaplanschool Antonius Abt
Locatie Slot
Oberon 17
5221 LT ’s-Hertogenbosch
Locatie Park
Engelerpark 4
5221 AM Engelen
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
53
Bijlage C4: Nevenfuncties leden Raad van Toezicht en leden College van Bestuur
Relevante nevenfuncties leden Raad van Toezicht
54
De heer drs. G.C.M. Mol RA (voorzitter)
• Penningmeester van de Stiching Activiteiten Lionsclub ’s-Hertogenbosch.
Mevrouw J.M.F. van der Beek (lid)
•
•
•
•
De heer drs. A.J. de Bruin RA (lid)
• Voorzitter stichting Beursvloer ’s-Hertogenbosch e.o.
De heer mr. W.J.J. Louwers AA (penningmeester)
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Lid Provinciale commissie Wonen (Brabants Kennisplatform Wonen).
Lid Cubus (culturele businessclub ‘s-Hertogenbosch).
Lid BZW.
Commissaris Brabant Life Science Seed Fund.
Lid bestuur Health 2 Business.
Lid adviesraad Weenergroep (Sociale werkplaats regio Den Bosch).
Lid Raad van Toezicht Monument Kamp Vught.
Lid partnerkern Brabants Orkest.
Lid bestuur Rotary ’s-Hertogenbosch Centraal (sinds medio 2013 teruggetreden).
Lid Adviesraad Handicap & Studie [CINOP].
De heer ir. G.J.P. van Oosten (lid)
•
•
•
•
•
•
Bestuurs- en adviesfuncties in agro & food, Adveast BV.
Lid Raad van Commissarissen Rabobank ’s-Hertogenbosch e.o.
Voorzitter Raad van Commissarissen Agro & Co Kapitaalfonds B.V.
Voorzitter Raad van Overleg Solidair Pensioen Achmea.
Lid Ledenraad Vereniging Achmea.
Voorzitter Bestuur IJsclub Eindhoven.
Mevrouw mr. P.P.M. van Reijsen (secretaris)
• Secretaris Stichting Kinderdagverblijf De Schaepskooi Oss.
• Bestuurslid Stichting Monica Ubbergen.
• Hoofdfunctie: senior rechter rechtbank Oost-Brabant.
De heer prof. Drs. W.J.M. Spaan (lid)
• Hoogleraar medische microbiologie Universiteit Leiden (parttime).
• Bestuurslid Stichting Contacten Bedrijfsleven Universiteit Leiden.
• Voorzitter NWO Commissie NACCAP (Nederlands-Afrikaans partnership voor Capaciteitsopbouw en Klinische Interventies tegen armoedegerelateerde ziekten).
• Lid Programmacommissie Kwaliteit van Zorg ZonMW.
• Voorzitter Commissie Veiligheid in de Zorg ZonMw .
• Lid Commissie Gezondheidszorgonderzoek ZonMw .
Jaarverslag 2013
Voorzitter van de Raad van Toezicht: Matzer theaterproducties.
Voorzitter van de Raad van Toezicht: Jeugdzorg Gelderland.
Onafhankelijk voorzitter van het Stedelijk Huurders Platform.
Lid bestuur van het Sociaal Fonds Den Bosch.
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
Relevante nevenfuncties leden College van Bestuur
Mevrouw drs. J. Noordijk (voorzitter)
• Lid Bestuur Stichting COMBO (werkzaam voor JOB en LAKS).
• Lid Bestuur City Change Center ’s-Hertogenbosch.
De heer drs. C. Van Gerven (lid)
• Bestuurslid, penningmeester/secretaris van Stichting innovatie Beroepsonderwijs MBO15.
• Bestuurslid MBO Raad Diensten.
• Lid Regiegroep Werkplein EntreonEdit.
• Lid Bestuur Ondernemerslift.
• Voorzitter BBO Brabants BVE Overleg.
• Lid Onderwijs Pact Brabant Provinciaal Platform voor Arbeidsvraagstukken.
• Lid Bestuur Comité Trier
• Voorzitter Facilitair Samenwerkingsverband FSR
• Bestuur, penningmeester TechXperience.
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h
55
56
Jaarverslag 2013
K o n i n g Wi l l e m I Co l l e g e ’s - H e r to g e n b o s c h