Samenwerkingskenmerken van challengers in de topsectoren Eindrapportage Arnoud Muizer Zoetermeer, maart 2014 ISBN : Rapportnummer : 978-90-371-1106-4 A201371 Deze rapportage is tot stand gekomen binnen het Programma MKB en Ondernemerschap en met cofinanciering vanuit de Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT). Panteia BV Panteia BV Bredewater 26 P.o. box 7001 2715 CA Zoetermeer 2701 AA Zoetermeer 079 322 22 00 The Netherlands www.panteia.nl +31 79 322 22 00 Voor alle informatie over MKB en Ondernemerschap: www.ondernemerschap.nl De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia/EIM. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van Panteia/EIM. Panteia/EIM aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden. The responsibility for the contents of this report lies with Panteia/EIM. Quoting numbers or text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of Panteia/EIM. Panteia/EIM does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections. Inhoudsopgave 1 Inleiding 5 2 Kenmerken challengers 7 3 Samenwerkingskenmerken 8 4 Conclusies 17 Bijlage 1 Vragenlijst 19 3 1 Inleiding Eind 2013 is binnen het Programma MKB en Ondernemerschap het rapport (Aankomende en opkomende) challengers in de topsectoren 1 tot stand gekomen. In de tweede meting van het Topsectorenpanel in 2013 zijn naast vragen, gericht op het genoemde challengeronderzoek ook vragen gesteld over de samenwerking van bedrijven. De combinatie van deze vraagstelling is voor de Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT) aanleiding geweest om opdracht te geven voor een additioneel onderzoek naar de samenwerkingskenmerken van challengers. Het voorliggende rapport is tot stand gekomen binnen het Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap en met cofinanciering vanuit AWT. G e h a nt e e r de a a n p a k De aanpak van het project bestaat uit een enquête onder alle bedrijven in het Topsectorenpanel. De uitkomsten geven derhalve een breed beeld van alle bedrijven die worden gerekend tot de topsectoren. Voor meer details over de gehanteerde aanpak wordt verwezen naar het eerdergenoemde rapport (Aankomende en opkomende) challengers in de topsectoren’. Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt kort ingegaan op de selectie die heeft plaatsgevonden om challengers te identificeren en de overige respondenten in te delen. De samenwerkingskenmerken van challengers staan centraal in hoofdstuk 3. De rapportage wordt afgesloten met conclusies. 1 Muizer, A.P.(2013), (Aankomende en opkomende) challengers in de topsectoren, Programma MKB en Ondernemerschap, Panteia/EIM. 5 2 Kenmerken challengers G e h a nt e e r de se g m e n t at i e cr i te r i a In de eerdergenoemde studie (Aankomende en opkomende) challengers in de topsectoren zijn de volgende selectiecriteria gehanteerd om te bepalen of een bedrijf een challenger is of (net) niet voldoet aan de randvoorwaarden. Een challenger is gedefinieerd als een bedrijf dat: - - een vernieuwend product of concept heeft - waarmee men een groot deel van de markt pakt of kan gaan pakken - waarmee men de concurrentie aangaat met de gevestigde orde een ambitieuze groeidoelstelling heeft (in dit geval een groeiambitie van 25% of meer in de komende 3 jaar) Een bedrijf is innovatief, maar geen challenger als er wel sprake is van een vernieuwend product of concept maar als het bedrijf niet positief scoort op een of meer van de criteria. Daarnaast worden de volgende typen bedrijven onderscheiden: - bedrijven die in het verleden een vernieuwend product of concept hebben gehad waarmee ze een groot deel van de markt hebben gepakt - bedrijven die een vernieuwend product of concept hebben gehad dat geen succes is geworden - bedrijven die niet tot deze categorieën behoren maar wel overwegen om te innoveren - bedrijven die niet innoveren en dit ook niet overwegen Uit de tabel blijkt dat de echte challengers een kleine 12% uitmaken van alle bedrijven. De groep ‘innovatief, geen challenger’ is innovatief en maakt 27% uit van het totale aantal bedrijven. Ook de bedrijven die een challenging product hebben gehad (10,8%) of waarbij een dergelijk product is mislukt (5,5%), worden gerekend tot de innovatieve bedrijven. Ruim 45% van de bedrijven innoveert naar eigen zeggen niet. Ongeveer een derde van deze bedrijven (15% van alle bedrijven in de steekproef) overweegt dit echter wel of heeft dit overwogen. Tabel 1 Indeling in groepen (in percentage bedrijven) Totaal (N=1940) challenger 11,5 innovatief, geen challenger 26,9 bedrijf dat challenging product heeft gehad 10,8 bedrijf waarbij challenging product is mislukt 5,5 bedrijf dat niet innoveert, maar dit wel overweegt/heeft overwogen 15,3 bedrijf dat niet innoveert en dit ook niet overweegt/heeft overwogen 30,0 Totaal 100 Bron: Topsectorenpanel, Panteia/EIM, 2013 7 3 Samenwerkingskenmerken Figuur 1 geeft een overzicht van de samenwerkingskenmerken van alle onderscheiden groepen. Het moge duidelijk zijn dat de challengers op alle fronten het best scoren, gevolgd door de innovatieve bedrijven, die (net) geen challenger zijn. Bedrijven waarbij een challenging product is mislukt, scoren op het gebied van samenwerking minder goed dan de (bijna) challengers, maar over de hele linie wel beter dan de bedrijven die challenging producten hebben gehad en veel beter dan de bedrijven die niet innoveren. Figuur 1 Samenwerking per groep, in percentage (N = 1940) 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 Heeft in de afgelopen drie jaar nieuwe kennis, nieuwe producten, nieuwe diensten of nieuwe processen ontwikkeld Werkt momenteel samen met andere partijen bij de ontwikkeling van deze nieuwe kennis, nieuwe producten, diensten of processen challenger (N=223) innovatief, geen challenger (N=523) Werkt samen bij ontwikkeling nieuwe kennis bedrijf dat challenging product heeft gehad (N=210) Werkt samen bij ontwikkeling nieuwe producten Werkt samen bij ontwikkeling nieuwe diensten bedrijf waarbij challenging product is mislukt (N=107) bedrijf dat niet innoveert, maar dit wel overweegt/heeft overwogen (N=294) bedrijf dat niet innoveert en dit ook niet overweegt/heeft overwogen (N=583) Werkt samen bij ontwikkeling nieuwe processen Bron: Topsectorenpanel, Panteia/EIM, 2013 Uit figuur 2 blijkt dat challengers vaker dan de andere groepen samenwerken met de meeste kennis- en onderwijsinstellingen, maar ook met commerciële bedrijven. 8 Figuur 2 Samenwerkingspartners per groep, in percentage (N = 1940) 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 Werkt momenteel samen met kennisinstellingen Werkt momenteel samen met universiteiten challenger (N=223) Werkt momenteel samen met hogescholen innovatief, geen challenger (N=523) Werkt momenteel samen met Syntens bedrijf dat challenging product heeft gehad (N=210) Werkt momenteel samen met TNO, DLO, ECN, Marin, Deltares of NLR bedrijf waarbij challenging product is mislukt (N=107) bedrijf dat niet innoveert, maar dit wel overweegt/heeft overwogen (N=294) Werkt momenteel samen met Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI) bedrijf dat niet innoveert en dit ook niet overweegt/heeft overwogen (N=583) Werkt momenteel samen met commerciële partijen Bron: Topsectorenpanel, Panteia/EIM, 2013 Ook de samenwerkingsintensiteit ligt bij challengers hoger, in vergelijking met de andere groepen. Dit geldt zowel voor de samenwerking met kennisinstellingen als met commerciële partijen. Zie figuren 3 en 4. Figuur 3 Samenwerkingsintensiteit met kennisinstellingen per groep, in percentage (N = 1940) 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 challenger (N=223) innovatief, geen challenger (N=523) bedrijf dat challenging product heeft gehad (N=210) bijna continu regelmatig af en toe bedrijf waarbij challenging product is mislukt (N=107) bijna nooit bedrijf dat niet innoveert, maar dit wel overweegt/heeft overwogen (N=294) bedrijf dat niet innoveert en dit ook niet overweegt/heeft overwogen (N=583) Bron: Topsectorenpanel, Panteia/EIM, 2013 9 Figuur 4 Samenwerkingsintensiteit met commerciële partijen per groep, in percentage (N = 1940) 0 5 10 15 20 25 30 35 challenger (N=223) innovatief, geen challenger (N=523) bedrijf dat challenging product heeft gehad (N=210) bijna continu regelmatig af en toe bedrijf waarbij challenging product is mislukt (N=107) bijna nooit bedrijf dat niet innoveert, maar dit wel overweegt/heeft overwogen (N=294) bedrijf dat niet innoveert en dit ook niet overweegt/heeft overwogen (N=583) Bron: Topsectorenpanel, Panteia/EIM, 2013 De toegang tot nieuwe kennis, het verbeteren van de marktpositie, de toegang tot nieuwe technologieën en ook het aanboren van nieuwe markten vormen de belangrijkste motieven voor samenwerking door challengers. Zie figuur 5. Vaak genoemde andere motieven zijn o.a. het benutten van de capaciteit, kennis en tijd van de samenwerkingspartners. Ook het waarborgen van de continuïteit en het delen van kennis en risico’s vormen motieven. Daarnaast worden economische motieven, procesversnelling, schaalvergroting en efficiency relatief vaak genoemd. Maar ook duurzaam produceren en maatschappelijk verantwoord ondernemen vormen in sommige gevallen een samenwerkingsmotief. 10 Figuur 5 Motieven voor samenwerking (meer antwoorden mogelijk), in percentage (N = 1940) 0 10 20 30 40 50 60 70 challenger (N=223) innovatief, geen challenger (N=523) verbeteren van de marktpositie aanboren van nieuwe markten bedrijf dat challenging product heeft gehad (N=210) toegang tot nieuwe kennis toegang tot nieuwe technologieën bedrijf waarbij challenging product is mislukt (N=107) efficiency- of kostenvoordelen toegang tot meer kapitaal bedrijf dat niet innoveert, maar dit wel overweegt/heeft overwogen (N=294) ander motief bedrijf dat niet innoveert en dit ook niet overweegt/heeft overwogen (N=583) Bron: Topsectorenpanel, Panteia/EIM, 2013 Challengers lopen ook relatief vaak op tegen knelpunten in de samenwerking bij vernieuwingsactiviteiten. Cultuurverschillen tussen de samenwerkingspartners worden door deze groep het vaakst genoemd als knelpunt (zie figuur 6), maar zij vormen niet het belangrijkste knelpunt, zoals blijkt uit figuur 7. Figuur 6 Knelpunten in de samenwerking bij vernieuwingsactiviteiten (meer antwoorden mogelijk), in percentage (N = 1940) 0 5 10 15 challenger (N=223) 20 25 30 35 heeft knelpunten ervaren in de samenwerking met andere partijen bij vernieuwingsactiviteiten vinden van goede partners innovatief, geen challenger (N=523) niet nakomen van afspraken lage betrokkenheid van het personeel bedrijf dat challenging product heeft gehad (N=210) communicatieproblemen onduidelijke formulering van doelstellingen bedrijf waarbij challenging product is mislukt (N=107) organisatorische problemen cultuurverschillen bedrijf dat niet innoveert, maar dit wel overweegt/heeft overwogen (N=294) financiële problemen problemen over intellectueel eigendom bedrijf dat niet innoveert en dit ook niet overweegt/heeft overwogen (N=583) Bron: Topsectorenpanel, Panteia/EIM, 2013 11 Uit figuur 7 blijkt dat het vinden van een goede samenwerkingspartner, gevolgd door communicatie- en organisatieproblemen de belangrijkste knelpunten vormen. Ook de verzameling van zelf benoemde knelpunten scoort hoog. De respondenten noemen in dit verband onder andere bureaucratie, wet- en regelgeving, geografische afstand, problemen met fondsenwerving, financiering door partners, te lange doorlooptijden en technische hobbels. Figuur 7 Het belangrijkste knelpunt in de samenwerking bij vernieuwingsactiviteiten, in percentage (N = 1940) 0 1 2 3 4 5 6 7 8 challenger (N=223) vinden van goede partners niet nakomen van afspraken innovatief, geen challenger (N=523) lage betrokkenheid van het personeel communicatieproblemen bedrijf dat challenging product heeft gehad (N=210) onduidelijke formulering van doelstellingen organisatorische problemen bedrijf waarbij challenging product is mislukt (N=107) bedrijf dat niet innoveert, maar dit wel overweegt/heeft overwogen (N=294) cultuurverschillen financiële problemen problemen over intellectueel eigendom zelf benoemd knelpunt bedrijf dat niet innoveert en dit ook niet overweegt/heeft overwogen (N=583) Bron: Topsectorenpanel, Panteia/EIM, 2013 Challengers werken al relatief vaak samen en volgens hun inschatting wordt dit per saldo alleen maar meer. Een kleine 40% van de challengers is in de afgelopen 12 maanden meer gaan samenwerken en ongeveer eenzelfde percentage verwacht ook in de komende 12 maanden meer te gaan samenwerken. Deze scores liggen beduidend hoger dan bij de andere groepen het geval is. Zie figuur 8. 12 Figuur 8 Meer of minder samenwerking bij vernieuwing, in percentage (N = 1940) 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 Is in de afgelopen 12 maanden meer of minder gaan samenwerken bij vernieuwingsactiviteiten challenger (N=223) innovatief, geen challenger (N=523) bedrijf dat challenging product heeft gehad (N=210) bedrijf waarbij challenging product is mislukt (N=107) bedrijf dat niet innoveert, maar dit wel overweegt/heeft overwogen (N=294) bedrijf dat niet innoveert en dit ook niet overweegt/heeft overwogen (N=583) meer minder geen verschil Is in de komende 12 maanden van plan om meer of minder te gaan samenwerken bij vernieuwingsactiviteiten challenger (N=223) innovatief, geen challenger (N=523) bedrijf dat challenging product heeft gehad (N=210) bedrijf waarbij challenging product is mislukt (N=107) bedrijf dat niet innoveert, maar dit wel overweegt/heeft overwogen (N=294) bedrijf dat niet innoveert en dit ook niet overweegt/heeft overwogen (N=583) Bron: Topsectorenpanel, Panteia/EIM, 2013 Desondanks is er nog een behoorlijke groep (32% van de challengers) die aangeeft niet samen te werken bij vernieuwingsactiviteiten. Belangrijke redenen voor hen om dit niet te doen: men ziet geen noodzaak (17%) en slechte ervaringen met samenwerking uit het verleden (19%). Daarnaast is er ook een duidelijke angst zichtbaar om ongewenst intellectueel eigendom (19%) en kennis (14%) prijs te geven. Zie figuur 9. Figuur 9 Redenen waarom men niet samenwerkt bij vernieuwingsactiviteiten (meer antwoorden mogelijk), in percentage (N = 1940) 0 5 10 15 20 25 challenger (N=223) er is geen noodzaak voor samenwerking samenwerking past niet in bedrijfsstrategie innovatief, geen challenger (N=523) we kunnen geen goede partner(s) vinden samenwerking kost te veel tijd bedrijf dat challenging product heeft gehad (N=210) samenwerking kost te veel geld wil geen ongewenste kennisoverdracht bedrijf waarbij challenging product is mislukt (N=107) bedrijf dat niet innoveert, maar dit wel overweegt/heeft overwogen (N=294) verlies van zelfstandigheid willen zelf intellectueel eigendom hebben samenwerking levert te weinig op slechte ervaringen uit het verleden bedrijf dat niet innoveert en dit ook niet overweegt/heeft overwogen (N=583) Bron: Topsectorenpanel, Panteia/EIM, 2013 13 Challengers werken het vaakst samen bij vernieuwingsactiviteiten, maar,ook relatief vaak op gebieden als verkoop (door 42% genoemd), marketing en promotie (37%) en bij export (29%). Zie figuur 10. Figuur 10 Andere gebieden waarop men samenwerkt (meer antwoorden mogelijk), in percentage (N =1940) 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 challenger (N=223) innovatief, geen challenger (N=523) bedrijf dat challenging product heeft gehad (N=210) marketing en promotie inkoop verkoop export transport en logistiek bedrijf waarbij challenging product is mislukt (N=107) personeel bedrijf dat niet innoveert, maar dit wel overweegt/heeft overwogen (N=294) bedrijf dat niet innoveert en dit ook niet overweegt/heeft overwogen (N=583) Bron: Topsectorenpanel, Panteia/EIM, 2013 Ook hier is de tendens dat challengers op deze gebieden meer gaan samenwerken. Bijna de helft van de challengers verwacht in de komende 12 maanden meer te gaan samenwerken op een of meer van de gebieden zoals weergegeven in figuur 11. Figuur 11 Meer of minder samenwerking op andere gebieden dan vernieuwing, in percentage (N = 1940) 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 Is in de afgelopen 12 maanden meer of minder gaan samenwerken op andere gebieden dan vernieuwing challenger (N=223) innovatief, geen challenger (N=523) bedrijf dat challenging product heeft gehad (N=210) bedrijf waarbij challenging product is mislukt (N=107) bedrijf dat niet innoveert, maar dit wel overweegt/heeft overwogen (N=294) bedrijf dat niet innoveert en dit ook niet overweegt/heeft overwogen (N=583) meer minder Is in de komende 12 maanden van plan om meer of minder te gaan samenwerken op andere gebieden dan vernieuwing challenger (N=223) innovatief, geen challenger (N=523) bedrijf dat challenging product heeft gehad (N=210) bedrijf waarbij challenging product is mislukt (N=107) bedrijf dat niet innoveert, maar dit wel overweegt/heeft overwogen (N=294) bedrijf dat niet innoveert en dit ook niet overweegt/heeft overwogen (N=583) Bron: Topsectorenpanel, Panteia/EIM, 2013 14 geen verschil Tot slot wordt uit de figuren 12 en 13 duidelijk dat een goede interne en externe samenwerking door innovatieve bedrijven wordt gezien als een belangrijke factor voor het uiteindelijke succes van hun vernieuwende product. Dit product moet onderscheidend zijn en werken, maar voor het uiteindelijke succes is een goede interne en externe samenwerking volgens 40% van de challengers cruciaal. Figuur 12 Succesfactoren vernieuwende producten van challengers (meer antwoorden mogelijk), percentuele verdeling (N =223) 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% het onderscheidende karakter van het product bewijsvoering dat het product werkt (‘proof of concept’) goede interne en externe samenwerking bij de ontwikkeling aanwezigheid van een launching customer de grote effecten die gebruik van het product met zich meebrengt de grote behoefte waarop het product inspeelt de sterke waardepropositie/marketing van het product snelle time-to-market goede ondersteuning en matchmaking bij internationalisering de ervaring en begeleiding van een adviseur of coach onbelangrijk belangrijk cruciaal Bron: Topsectorenpanel, Panteia/EIM, 2013 Figuur 13 Succesfactoren vernieuwende producten van de groep ‘innovatief, geen challenger’ (meer antwoorden mogelijk), percentuele verdeling (N =523) 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% het onderscheidende karakter van het product bewijsvoering dat het product werkt (‘proof of concept’) goede interne en externe samenwerking bij de ontwikkeling de grote effecten die gebruik van het product met zich meebrengt aanwezigheid van een launching customer de grote behoefte waarop het product inspeelt de sterke waardepropositie/marketing van het product goede ondersteuning en matchmaking bij internationalisering snelle time-to-market de ervaring en begeleiding van een adviseur of coach onbelangrijk belangrijk cruciaal Bron: Topsectorenpanel, Panteia/EIM, 2013 15 4 Conclusies Op grond van het voorgaande is duidelijk geworden dat challengers vaker en ook intensiever samenwerken met zowel kennisinstellingen als andere partijen. Dat is op zich niet verwonderlijk, aangezien een goede interne en externe samenwerking bij de ontwikkeling van nieuwe producten ook wordt gezien als een zeer belangrijke factor voor het uiteindelijke succes van deze producten en dus ook van het bedrijf zelf. De motieven om samen te werken zijn uiteenlopend, maar het is vooral duidelijk dat challengers andere partners nodig hebben omdat ze daarmee toegang krijgen tot nieuwe kennis en tot nieuwe technologieën, hun marktpositie kunnen verbeteren en nieuwe markten kunnen aanboren. Deze motieven verklaren ook waarom zij niet alleen graag samenwerken bij vernieuwingsactiviteiten, maar ook op andere gebieden zoals bij verkoop, marketing, promotie en export. Belangrijk is echter ook te constateren dat een behoorlijke groep challengers (32%) niet samenwerkt, bijvoorbeeld omdat zij slechte ervaringen hebben met samenwerking, omdat zij de noodzaak van samenwerking niet inzien of omdat zij bang zijn kennis en intellectueel eigendom prijs te geven. Wanneer betere afspraken worden gemaakt, zal een belangrijk deel van deze aarzelende challengers waarschijnlijk wel kiezen voor samenwerking. Desalniettemin lopen challengers ook vaak aan tegen knelpunten bij samenwerking. Cultuurverschillen tussen de samenwerkingspartners worden door deze groep vaak als knelpunt genoemd, maar zij vormen niet het belangrijkste knelpunt. Dat zijn vooral het vinden van een goede samenwerkingspartner, gevolgd door communicatie- en organisatieproblemen. Deze knelpunten zijn te voorkomen. Goede matchmaking kan het vinden van een goede samenwerkingspartner vereenvoudigen. De beide laatste knelpunten kunnen worden ondervangen door het maken van goede afspraken. Uit de studie (Aankomende en opkomende) challengers in de topsectoren 1 blijkt dat challengers duidelijk meerwaarde hebben voor de economie. Het stimuleren van samenwerking bij en daarmee de succesvolle ontwikkeling van challenging producten en het wegnemen van knelpunten bij challengers vormen daarom belangrijke aandachtspunten voor het Nederlandse innovatiebeleid. 1 Muizer, A.P.(2013), (Aankomende en opkomende) challengers in de topsectoren, Programma MKB en Ondernemerschap, Panteia/EIM. 17 BIJLAGE 1 Vragenlijst INTRO Goedemorgen/-middag/-avond mevrouw/mijnheer. U spreekt met ... van Panteia. U heeft in het voorjaar meegewerkt aan een telefonisch onderzoek naar de ontwikkeling van het ondernemingsklimaat in Nederland. U gaf toen aan dat wij u nogmaals mochten benaderen. Momenteel doen wij onderzoek naar de wijze waarop bedrijven samenwerken. Zou ik u in verband met dit onderzoek een aantal vragen mogen stellen? ENQ: Niet noemen dat het over topsectoren gaat! ENQ: Het betreft het bedrijf: ... Vraag PROF0A Als Vraag NIEUW is 1 Als eerste wil ik enkele algemene vragen stellen over uw bedrijf om de nodige basisinformatie te verzamelen. Volgens gegevens van de Kamer van Koophandel valt uw bedrijf onder de sector … . Is dat juist? 1: ja, zeker 2: ja, waarschijnlijk wel 3: nee Vraag PROF0B Als Vraag PROF0A is 2 of Vraag PROF0A is 3 Kunt u omschrijven wat de belangrijkste activiteit van uw bedrijf is? Vraag PROF01 Als Vraag NIEUW is 1 In welk jaar is uw bedrijf opgericht? Vraag PROF01A Als Vraag PROF01 is weet niet Kunt u misschien wel aangeven in welk tijdvak uw bedrijf is opgericht? Is dat: 1: voor 1900 2: tussen 1900 en 1950 3: tussen 1950 en 1980 4: tussen 1980 en 2000 5: na 2000 6: wil niet zeggen 7: weet (echt) niet Vraag PROF03 Als Vraag NIEUW is 1 Exporteert uw bedrijf momenteel goederen of diensten? 1: ja, alleen goederen 2: ja, alleen diensten 3: ja, zowel goederen als diensten 4: nee 5: wil niet zeggen 6: weet niet 19 Vraag PROF03B Als Vraag PROF03 is 3 Kunt u aangeven welk deel van uw export bestaat uit diensten? Is dat: 1: minder dan 25% 2: 25 tot 50% 3: 50 tot 75% 4: 75% of meer 5: wil niet zeggen 6: weet niet Vraag PROF04 Als Vraag NIEUW is 1 Welke van de volgende vier doelstellingen vindt u voor uw bedrijf momenteel het belangrijkst? Is dat: ENQ: OPLEZEN, ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK 1: realiseren van groei 2: zelfstandigheid 3: maken van winst 4: continuïteit van het bedrijf 5: geen van deze 6: alle even belangrijk 7: wil niet zeggen 8: weet niet Vraag BASIS01 Als Vraag NIEUW is 1 Hoeveel personen – inclusief uzelf – waren er eind 2012 werkzaam in uw bedrijf? ENQ: LET OP dat de respondent zichzelf en eventueel meewerkende gezinsleden meetelt. Vraag BASIS01A Als Vraag BASIS01 is weet niet Kunt u misschien wel aangeven wat de orde van grootte is? Is dat: 1: minder dan 5 werknemers 2: tussen 5 en 10 werknemers 3: tussen 10 en 50 werknemers 4: tussen 50 en 100 werknemers 5: 100 werknemers of meer 6: wil niet zeggen 7: weet (echt) niet Vraag PROF02 Wat is uw rol in de onderneming? ENQ: HELPEN MAG 1: eigenaar, mede-eigenaar, ondernemer 2: familie van de eigenaar of ondernemer 3: directeur (niet eigenaar), bedrijfsleider, filiaalmanager e.d. 4: marketingdirecteur/-manager 5: salesdirecteur 6: wil niet zeggen 7: anders, namelijk: 8: weet niet 20 Vraag S01 Heeft uw bedrijf in de afgelopen drie jaar nieuwe kennis, nieuwe producten, nieuwe diensten en/of nieuwe processen ontwikkeld? ENQ: Denk bij de ontwikkeling van nieuwe kennis of nieuwe processen aan gebruik in het eigen bedrijf of aan nieuwe producten of diensten die op de markt zijn gebracht of worden gebracht. Alleen het aankopen of financieren ervan is onvoldoende. Het gaat om de periode juli/augustus 2010 tot en met juli/augustus 2013. 1: ja 2: nee door naar Vraag S40A 3: wil niet zeggen door naar Vraag S40A 4: weet niet door naar Vraag S40A Vraag S02 Werkt uw bedrijf momenteel samen met andere partijen buiten uw bedrijf bij de ontwikkeling van nieuwe kennis, nieuwe producten, nieuwe diensten en/of nieuwe processen? ENQ: Deze andere partijen moeten wel buiten het eigen bedrijf zijn, dus geen hoofdkantoor. Het kunnen zowel andere bedrijven als kennisinstellingen zijn. Met samenwerken bedoelen we dat zowel uw bedrijf als andere partijen buiten uw bedrijf een deel van de ontwikkelingsactiviteiten uitvoert. Alleen het financieren hiervan is onvoldoende. 1: ja 2: nee door naar Vraag S30A 3: wil niet zeggen door naar Vraag S30A 4: weet niet door naar Vraag S30A Vraag S03 Bij welke activiteit werkt uw bedrijf op dit moment samen met andere partijen buiten uw bedrijf? Gebeurt dat bij de ontwikkeling van nieuwe: ENQ: LEES OP "Kennis" "Producten" "Diensten" "Processen" 1: ja 2: nee 3: weet niet 4: wil niet zeggen Vraag INTRS04 Hierna vatten we de ontwikkeling van nieuwe kennis, nieuwe producten, nieuwe diensten of nieuwe processen samen met de term vernieuwingsactiviteiten. 21 Vraag S04 Werkt uw bedrijf bij uw vernieuwingsactiviteiten momenteel samen met andere commerciële bedrijven? ENQ: We bedoelen daarmee bedrijven met een winstdoelstelling zoals collegabedrijven, toeleveranciers, klanten en ingenieursbureaus. 1: ja 2: nee door naar Vraag S10 3: wil niet zeggen door naar Vraag S10 4: weet niet door naar Vraag S10 Vraag S08 Met hoeveel andere commerciële bedrijven werkt uw bedrijf op dit moment samen bij uw vernieuwingsactiviteiten? Vraag S08A Als Vraag S08 is weet niet Kunt u wel een orde van grootte aangeven? Is dat: 1: 1 bedrijf 2: 2-5 bedrijven 3: 6-10 bedrijven 4: 11-15 bedrijven 5: meer dan 15 bedrijven 6: wil niet zeggen 7: weet (echt) niet Vraag S05A Als Vraag S08_1 is 1 of Vraag S08A is 1 Hoe groot is dit bedrijf? Heeft het: 1: minder dan 10 werknemers 2: 10 tot 100 werknemers 3: 100 tot 250 werknemers 4: meer dan 250 werknemers 5: wil niet zeggen 6: weet niet Vraag S05B Als of Vraag S08_1 is groter dan 1 of Vraag S08A is 2 of 3 of 4 of 5 of weet niet Hoe groot zijn deze bedrijven? Zijn dat bedrijven: ENQ: LEES OP "met minder dan 10 werknemers" "met 10 tot 100 werknemers" "met 100 tot 250 werknemers" "met meer dan 250 werknemers" 1: ja 2: nee 3: weet niet 4: wil niet zeggen 22 Vraag S06A Ik noem u verschillende sectoren. Kunt u aangeven tot welke sector deze bedrijven behoren? ENQ: LEES OP "de eigen sector" "de agrarische wereld" "industrie" "bouw" "groothandel" "detailhandel" "horeca" "transport" "financiële en zakelijke diensten" "overige diensten" 1: ja 2: nee 3: weet niet 4: wil niet zeggen Vraag S06B Als Vraag S08_1 is groter dan 1 of Vraag S08A is 2 of 3 of 4 of 5 Zijn er nog andere sectoren waartoe deze bedrijven behoren? Vraag S09 Met welke regelmaat werkt uw bedrijf bij vernieuwingsactiviteiten samen met andere bedrijven? Is dat: ENQ: LEES OP, ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK 1: bijna continu 2: regelmatig 3: af en toe 4: bijna nooit 5: wil niet zeggen 6: weet niet Vraag S10 Werkt uw bedrijf bij vernieuwingsactiviteiten momenteel samen met kennisinstellingen? ENQ: Zoals universiteiten, hogescholen, Syntens, TNO, ECN. 1: ja door naar Vraag S10BA 2: nee 3: wil niet zeggen 4: weet niet Vraag S10A Als Vraag S10 is niet 1 of Vraag S10 is weet niet Met welk soort partijen buiten uw bedrijf werkt uw bedrijf momenteel samen bij uw vernieuwingsactiviteiten? 23 Vraag S10BA Kunt u aangeven met welk soort kennisinstelling uw bedrijf momenteel samenwerkt bij vernieuwingstrajecten? Zegt u maar ja of nee. Is dat met: ENQ: Uitleg over afkortingen: ENQ: LEES OP "Universiteiten" "Hogescholen" "Syntens" "TNO, DLO, ECN, Marin, Deltares of NLR" "Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI)" 1: ja 2: nee 3: weet niet 4: wil niet zeggen Vraag S10BB Zijn er nog andere soorten kennisinstellingen waarmee uw bedrijf samenwerkt bij vernieuwingsactiviteiten? Vraag S11 Met hoeveel kennisinstellingen werkt uw bedrijf op dit moment samen bij uw vernieuwingsactiviteiten? Vraag S11A Als Vraag S11 is weet niet Kunt u wel een orde van grootte aangeven? Is dat met: 1: 1 instelling 2: 2-5 instellingen 3: 6-10 instellingen 4: 11-15 instellingen 5: meer dan 15 instellingen 6: wil niet zeggen 7: weet (echt) niet Vraag S12 Met welke regelmaat werkt uw bedrijf bij uw vernieuwingsactiviteiten samen met kennisinstellingen? Is dat: ENQ: LEES OP, 1 antwoord mogelijk. 1: bijna continu 2: regelmatig 3: af en toe 4: bijna nooit 5: wil niet zeggen 6: weet niet 24 Vraag S20A Er zijn verschillende motieven om samen te werken. Kunt u aangeven of de motieven die ik noem voor uw bedrijf een reden vormden om samen te werken bij uw vernieuwingsactiviteiten? Zegt u maar ja of nee. "verbeteren van de marktpositie" "aanboren van nieuwe markten" "toegang tot nieuwe kennis" "toegang tot nieuwe technologieën" "efficiency- of kostenvoordelen" "toegang tot meer kapitaal" 1: ja 2: nee 3: weet niet 4: wil niet zeggen Vraag S20B Zijn er nog andere motieven die voor uw bedrijf een reden vormden om samen te werken bij vernieuwingsactiviteiten? Vraag S21 Heeft uw bedrijf bij vernieuwingsactiviteiten knelpunten ondervonden in de samenwerking met andere partijen? 1: ja 2: nee 3: wil niet zeggen 4: weet niet Vraag S22A Als Vraag S21 is 1 Ik noem u verschillende knelpunten op die bedrijven ondervinden bij de samenwerking met andere partijen. Kunt u aangeven welke knelpunten u heeft ondervonden bij uw vernieuwingsactiviteiten? Zegt u maar ja of nee: "vinden van goede partners" "niet nakomen van afspraken" "lage betrokkenheid van het personeel" "communicatieproblemen" "onduidelijke formulering van doelstellingen" "organisatorische problemen" "cultuurverschillen" "financiële problemen" "problemen over intellectueel eigendom" 1: ja 2: nee 3: weet niet 4: wil niet zeggen Vraag S22B Als Vraag S21 is 1 Zijn er nog andere knelpunten die uw bedrijf heeft ondervonden bij uw vernieuwingsactiviteiten? 25 Vraag S22C Als Vraag TEL22C is groter dan 1 Wat is voor uw bedrijf het belangrijkste knelpunt? 1: vinden van goede partners 2: niet nakomen van afspraken 3: lage betrokkenheid bij de partners 4: communicatieproblemen 5: onduidelijke formulering van doelstellingen 6: organisatorische problemen 7: cultuurverschillen 8: financiële problemen 9: problemen over intellectueel eigendom 10: <antwoord vraag S22b> 11: wil niet zeggen 12: weet niet Vraag S23 Leidt de samenwerking met andere partijen bij uw vernieuwingsactiviteiten daadwerkelijk tot nieuwe kennis, producten, diensten of processen voor uw bedrijf? 1: ja 2: nee 3: gedeeltelijk 4: wil niet zeggen 5: weet niet Vraag S24 Kunt u uw tevredenheid over de samenwerking bij uw vernieuwingsactiviteiten uitdrukken in een rapportcijfer, waarbij 1 het laagst is en 10 het hoogst? Als er sprake is van meer samenwerkingen, dan vragen naar de gemiddelde tevredenheid. 1: 1 2: 2 3: 3 4: 4 5: 5 6: 6 7: 7 8: 8 9: 9 10: 10 11: wil niet zeggen 12: weet niet Vraag S25 Is uw bedrijf in de afgelopen 12 maanden meer of minder gaan samenwerken bij vernieuwingsactiviteiten? 1: meer 2: minder 3: geen verschil 4: wil niet zeggen 5: weet niet 26 Vraag S26 Is uw bedrijf van plan de komende 12 maanden meer of minder te gaan samenwerken bij vernieuwingsactiviteiten? 1: meer 2: minder 3: geen verschil 4: wil niet zeggen 5: weet niet Vraag S30A Waarom werkt uw bedrijf bij vernieuwingsactiviteiten niet samen met andere partijen? Ik noem u een aantal mogelijkheden, zegt u maar ja of nee. "er is geen noodzaak voor samenwerking" "samenwerking past niet in bedrijfsstrategie" "we kunnen geen goede partner(s) vinden" "samenwerking kost te veel tijd" "samenwerking kost te veel geld" "wil geen ongewenste kennisoverdracht" "verlies van zelfstandigheid" "willen zelf intellectueel eigendom hebben" "samenwerking levert te weinig op" "slechte ervaringen uit het verleden" "nog niet aan gedacht" 1: ja 2: nee 3: weet niet 4: wil niet zeggen Vraag S30B Zijn er nog andere redenen waarom uw bedrijf bij vernieuwingsactiviteiten niet samenwerkt met andere partijen? Vraag S31 Is uw bedrijf van plan in de komende 12 maanden wel met andere partijen te gaan samenwerken bij vernieuwingsactiviteiten? 1: ja 2: nee 3: wil niet zeggen 4: weet niet 27 Vraag S40A Op welke van de volgende gebieden werkt uw bedrijf samen met andere partijen? Is dat op het gebied van: ENQ: LEES OP, MEER ANTWOORDEN MOGELIJK "marketing en promotie" "inkoop" "verkoop" "export" "transport en logistiek" "personeel" 1: ja 2: nee 3: weet niet 4: wil niet zeggen Vraag S40B Zijn er nog andere gebieden waarop uw bedrijf samenwerkt? Vraag S41 Als Vraag S40A_1 is 1 of Vraag S40A_2 is 1 of Vraag S40A_3 is 1 of Vraag S40A_4 is 1 of Vraag S40A_5 is 1 of Vraag S40A_6 is 1 of Vraag S40B is niet weet niet Is uw bedrijf in de afgelopen 12 maanden meer of minder gaan samenwerken bij deze activiteiten? 1: meer 2: minder 3: geen verschil 4: wil niet zeggen 5: weet niet Vraag S42 Als Vraag S40A_1 is 1 of Vraag S40A_2 is 1 of Vraag S40A_3 is 1 of Vraag S40A_4 is 1 of Vraag S40A_5 is 1 of Vraag S40A_6 is 1 of Vraag S40B is niet weet niet Is uw bedrijf van plan de komende 12 maanden meer of minder te gaan samenwerken bij deze activiteiten? 1: meer 2: minder 3: geen verschil 4: wil niet zeggen 5: weet niet Vraag INTRAMA1 De volgende vragen gaan over innovatie in uw bedrijf. Vraag AMA01 Heeft uw bedrijf in uw producten- of dienstenpakket een vernieuwend product of concept waarmee u een groot deel van de markt pakt of kan gaan pakken? 1: ja 2: nee 3: wil niet zeggen 4: weet niet 28 Vraag AMA01A Als Vraag AMA01 is 1 Gaat u met dit vernieuwende product of concept de concurrentie aan met gevestigde bedrijven? 1: ja 2: nee 3: wil niet zeggen 4: weet niet Vraag AMA01B Als Vraag AMA01 is 1 Heeft uw bedrijf een ambitieuze groeidoelstelling? 1: ja 2: nee 3: wil niet zeggen 4: weet niet SKP2 Als Vraag AMA01 is 1 dan door naar Vraag INTRAMA2 Vraag AMA01C Heeft u in het verleden een vernieuwend product of concept gehad waarmee u een groot deel van de markt heeft gepakt? 1: ja door naar Vraag INTRAMB2 2: nee 3: wil niet zeggen 4: weet niet Vraag AMA01D Heeft u een veelbelovend vernieuwend product of concept gehad dat geen succes is geworden? 1: ja door naar Vraag INTRAMC2 2: nee 3: wil niet zeggen 4: weet niet Vraag AMA01E Heeft u ooit weleens de ontwikkeling van een vernieuwend product of concept overwogen? 1: ja 2: nee 3: wil niet zeggen 4: weet niet Vraag INTRAMA2 De volgende vragen gaan over het vernieuwende product of concept waarmee u een groot deel van de markt heeft gepakt of gaat pakken. Vraag AMA02 Kunt u dit product of concept kort omschrijven? 29 Vraag AMA03 Waarin onderscheidt het zich van concurrerende producten of concepten? Vraag AMA04 Is dit een product of concept: ENQ: LEES OP "dat concurreert op een bestaande markt" "waarmee de gevestigde orde of grote bestaande bedrijven worden uitgedaagd" "waarvoor zich een nieuwe markt vormt" "dat ook internationaal succesvol is" 1: ja 2: nee 3: weet niet 4: wil niet zeggen Vraag AMA05 In welke fase bevindt dit product zich? Is dat in de: ENQ: LEES OP 1: ontwikkelingsfase (het product is nog niet op de markt) 2: marktintroductiefase (het product is net op de markt) 3: groeifase (het product is op de markt en de omzet groeit snel) 4: volwassenheidsfase (het product is al jaren op de markt, de omzet groeit minder snel of stabiliseert) 5: neergangsfase (de omzet neemt af) 6: wil niet zeggen 7: weet niet Vraag AMA08 Kunt u aangeven in welke mate de volgende aspecten belangrijk zijn geweest voor het uiteindelijke succes van uw product? U kunt steeds antwoorden met onbelangrijk, belangrijk of cruciaal. ENQ: LEES OP "het onderscheidende karakter van het product" "de grote behoefte waarop het product inspeelt" "de grote effecten die gebruik van het product meebrengt" "de snelle time-to-market" "de ervaring en begeleiding van een adviseur of coach" "de aanwezigheid van een launching customer" "de bewijsvoering dat het product werkt" "de sterke marketing van het product" "goede interne en externe samenwerking bij de ontwikkeling" "goede ondersteuning bij internationalisering" 1: onbelangrijk 2: belangrijk 3: cruciaal 4: weet niet 5: wil niet zeggen 30 Vraag AMA10 Mist u factoren die belangrijk zijn geweest voor het succes van uw product? Zo ja, welke? Vraag AMA11 Kunt u aangeven of de volgende aspecten een knelpunt zijn voor dit product? Zegt u maar ja of nee. ENQ: Launching customer = De eerste grote klant (die het product/de dienst wil afnemen). "onvoldoende financiële middelen in de ontwikkelingsfase, zoals voor testen, prototyping, pilots en proeftuinen" "onvoldoende investeringskapitaal voor de realisatie van productie en groei" "problemen met garant- of borgstelling" "complexiteit van nieuwe technologie en de eisen die daaraan worden gesteld" "beschikbaarheid van gekwalificeerd personeel" "flexibiliteit of aanpassingsvermogen van de organisatie" "onvoldoende kennis en competenties bij de ondernemer of founder" "onbekendheid met de nieuwe markt" "vertraging in de productontwikkeling, waarvan andere partijen profiteren" "problemen met verkrijgen van vergunningen of certificering" "beperkingen ten gevolge van wet- en regelgeving" "hoge administratieve lasten" "afwezigheid van een launching customer" "gebrek aan ruimte om af te wijken van bestaande eisen en standaarden" "overige wettelijke eisen" 1: ja 2: nee 3: weet niet 4: wil niet zeggen Vraag AMA12 Als Vraag AMA11_15 is 1 Welke overige wettelijke eisen zijn dat? Vraag AMA13 Zijn of waren er nog andere knelpunten? Vraag AMA06 Welke groeidoelstelling, qua omzet, heeft uw bedrijf voor de komende 3 jaar? ENQ: LEES OP 1: 25% of meer 2: 10 tot 25% 3: 5 tot 10% 4: 0 tot 5% 5: geen groeiambitie 6: wil niet zeggen 7: weet niet Vraag INTRAMB2 De volgende vragen gaan over het product of concept waarmee u in het verleden een groot deel van de markt heeft gepakt? 31 Vraag AMB02 Kunt u dit product of concept kort omschrijven? Vraag AMB03 Waarin onderscheidde het zich van concurrerende producten of concepten? Vraag AMB04 Was dit een product of concept: ENQ: LEES OP "dat concurreert of concurreerde op een bestaande markt" "waarmee de gevestigde orde wordt of werd uitgedaagd ENQ: grote bestaande bedrijven worden uitgedaagd" "waarvoor zich een nieuwe markt vormt of heeft gevormd" "dat ook internationaal succesvol is of was" 1: ja 2: nee 3: weet niet 4: wil niet zeggen Vraag AMB05 Wordt het product of concept nog verkocht? 1: ja 2: nee 3: wil niet zeggen 4: weet niet Vraag AMB08 Kunt u aangeven in welke mate de volgende aspecten belangrijk zijn geweest voor het uiteindelijke succes van uw product? U kunt steeds antwoorden met onbelangrijk, belangrijk of cruciaal. ENQ: LEES OP "het onderscheidende karakter van het product" "de grote behoefte waarop het product inspeelt" "de grote effecten die gebruik van het product meebrengt" "de snelle time-to-market" "de ervaring en begeleiding van een adviseur of coach" "de aanwezigheid van een launching customer" "de bewijsvoering dat het product werkt" "de sterke marketing van het product" "goede interne en externe samenwerking bij de ontwikkeling" "goede ondersteuning bij internationalisering" 1: onbelangrijk 2: belangrijk 3: cruciaal 4: weet niet 5: wil niet zeggen Vraag AMB10 Mist u factoren die belangrijk zijn geweest voor het succes van uw product? Zo ja, welke? 32 Vraag AMB11 Kunt u aangeven of de volgende aspecten een knelpunt zijn geweest voor dit product? Zegt u maar ja of nee. ENQ: Launching customer = De eerste grote klant (die het product/de dienst wil afnemen). "onvoldoende financiële middelen in de ontwikkelingsfase, zoals voor testen, prototyping, pilots en proeftuinen" "onvoldoende investeringskapitaal voor de realisatie van productie en groei" "problemen met garant- of borgstelling" "complexiteit van nieuwe technologie en de eisen die daaraan worden gesteld" "beschikbaarheid van gekwalificeerd personeel" "flexibiliteit of aanpassingsvermogen van de organisatie" "onvoldoende kennis en competenties bij de ondernemer of founder" "onbekendheid met de nieuwe markt" "vertraging in de productontwikkeling, waarvan andere partijen profiteren" "problemen met verkrijgen van vergunningen of certificering" "beperkingen ten gevolge van wet- en regelgeving" "hoge administratieve lasten" "afwezigheid van een launching customer" "gebrek aan ruimte om van bestaande eisen en standaarden af te wijken" "overige wettelijke eisen" 1: ja 2: nee 3: weet niet 4: wil niet zeggen Vraag AMB12 Als Vraag AMB11_15 is 1 Welke overige wettelijke eisen zijn dat? Vraag AMB13 Zijn of waren er nog andere knelpunten? Vraag AMB06 Welke groeiambitie, qua omzet, heeft uw bedrijf voor de komende 3 jaar? ENQ: LEES OP 1: 25% of meer 2: 10 tot 25% 3: 5 tot 10% 4: 0 tot 5% 5: geen groeiambitie 6: wil niet zeggen 7: weet niet Vraag INTRAMC2 Uw bedrijf had een zeer belovend innovatief product of concept, maar dit is niet doorgebroken. Vraag AMC02 Kunt u dit product of concept kort omschrijven? 33 Vraag AMC03 Waarin onderscheidde het zich van concurrerende producten of concepten? Vraag AMC11 Kunt u aangeven of de volgende aspecten een knelpunt zijn geweest voor dit product? Zegt u maar ja of nee. ENQ: Launching customer = De eerste grote klant (die het product/de dienst wil afnemen). "onvoldoende financiële middelen in de ontwikkelingsfase, zoals voor testen, prototyping, pilots en proeftuinen" "onvoldoende investeringskapitaal voor de realisatie van productie en groei" "problemen met garant- of borgstelling" "complexiteit van nieuwe technologie en de eisen die daaraan worden gesteld" "beschikbaarheid van gekwalificeerd personeel" "flexibiliteit of aanpassingsvermogen van de organisatie" "onvoldoende kennis en competenties bij de ondernemer of founder" "onbekendheid met de nieuwe markt" "vertraging in de productontwikkeling, waarvan andere partijen profiteren" "problemen met verkrijgen van vergunningen of certificering" "beperkingen ten gevolge van wet- en regelgeving" "hoge administratieve lasten" "afwezigheid van een launching customer" "gebrek aan ruimte om van bestaande eisen en standaard af te wijken" "overige wettelijke eisen" 1: ja 2: nee 3: weet niet 4: wil niet zeggen Vraag AMC12 Als Vraag AMC11_15 is 1 Welke overige wettelijke eisen zijn dat? Vraag AMC13 Zijn of waren er nog andere knelpunten? Vraag AMC06 Welke groeiambitie, qua omzet, heeft uw bedrijf voor de komende 3 jaar? ENQ: LEES OP 1: 25% of meer 2: 10 tot 25% 3: 5 tot 10% 4: 0 tot 5% 5: geen groeiambitie 6: weet niet/wil niet zeggen 34 Vraag AMD01 Heeft u in uw bedrijf een meest succesvol product of concept? 1: ja 2: nee 3: wil niet zeggen 4: weet niet Vraag AMD02 Als Vraag AMD01 is 1 Kunt u dit product of concept kort omschrijven? Vraag AMD11 Welke van de volgende aspecten kunnen een knelpunt vormen bij innovatie? Zegt u maar ja of nee. ENQ: Launching customer = De eerste grote klant (die het product/de dienst wil afnemen). "onvoldoende financiële middelen in de ontwikkelingsfase, zoals voor testen, prototyping, pilots en proeftuinen" "onvoldoende investeringskapitaal voor realisatie van productie en groei" "problemen met garantstelling of borgstelling" "complexiteit van nieuwe technologie en de eisen die daaraan worden gesteld" "beschikbaarheid van gekwalificeerd personeel" "flexibiliteit van de organisatie/aanpassingsvermogen" "onvoldoende kennis en competenties bij de ondernemer/founder" "onbekendheid met de nieuwe markt" "vertraging in de productontwikkeling waarvan andere partijen profiteren" "problemen met verkrijgen van vergunningen of certificering" "beperkingen ten gevolge van wet- en regelgeving" "hoge administratieve lasten" "afwezigheid van een launching customer" "gebrek aan ruimte om van bestaande eisen en standaard af te wijken" "overige wettelijke eisen" 1: ja 2: nee 3: weet niet 4: wil niet zeggen Vraag AMD12 Als Vraag AMD11_15 is 1 Welke overige wettelijke eisen zijn dat? Vraag AMD13 Kunt u zich nog andere knelpunten voorstellen bij innovatie? 35 Vraag AMD06 Welke groeiambitie, qua omzet, heeft uw bedrijf voor de komende 3 jaar? ENQ: LEES OP 1: 25% of meer 2: 10 tot 25% 3: 5 tot 10% 4: 0 tot 5% 5: geen groeiambitie 6: wil niet zeggen 7: weet niet Vraag AME01 Ik noem u acht eigenschappen van succesvolle bedrijven. Kunt u aangeven welke drie volgens u de belangrijkste zijn? Succesvolle bedrijven zijn vaak: ENQ: LEES OP 1: strategisch gefocust 2: ketenregisseur 3: innovatief 4: efficiënt 5: creatief 6: marketing- en merkgericht 7: maatschappelijk betrokken 8: mensgericht 9: nog een andere eigenschap, namelijk: 10: geen van de genoemde eigenschappen 11: wil niet zeggen 12: weet niet SKP3 Als Vraag NIEUW is 0 (panelleden) dan door naar Vraag PANEL01 Vraag TOP01 In het nieuwe bedrijfslevenbeleid van de overheid probeert de rijksoverheid het ondernemingsklimaat in Nederland te verbeteren. In dit bedrijfslevenbeleid heeft het kabinet 9 topsectoren benoemd als speerpunt. Wist u, voordat u aan dit onderzoek deelnam, van het bestaan van dit beleid? 1: ja 2: nee 3: wil niet zeggen 4: weet niet 36 Vraag PREST01 Nu wil ik u graag een aantal vragen stellen over de economische prestaties van uw bedrijf in 2012. Kunt u een schatting geven van de totale omzet – exclusief btw – die uw bedrijf in 2012 heeft gerealiseerd? Is dat: ENQ: LEES OP 1: minder dan 500.000 euro 2: 500.000 tot 1 miljoen euro 3: 1 miljoen tot 5 miljoen euro 4: 5 miljoen tot 10 miljoen euro 5: 10 miljoen tot 20 miljoen euro 6: 20 miljoen tot 30 miljoen euro 7: 30 miljoen tot 40 miljoen euro 8: 40 miljoen tot 50 miljoen euro 9: 50 miljoen tot 75 miljoen euro 10: 75 miljoen tot 100 miljoen euro 11: 100 miljoen tot 250 miljoen euro 12: 250 miljoen euro of meer 13: nog niet bekend 14: wil (echt) niet zeggen 15: weet niet Vraag PREST02 Is de omzet van uw bedrijf in 2012 ten opzichte van 2011 toegenomen, gelijk gebleven of afgenomen? 1: toegenomen 2: gelijk gebleven 3: afgenomen 4: wil niet zeggen 5: weet niet Vraag PREST03 Als Vraag PREST02 is 1 Met hoeveel procent is de omzet ongeveer toegenomen? Is dat: ENQ: LEES OP 1: met minder dan 5% 2: met 5 tot 10% 3: met 10 tot 25% 4: met 25% of meer 5: wil niet zeggen 6: weet niet 37 Vraag PREST04 Als Vraag PREST02 is 3 Met hoeveel procent is de omzet ongeveer afgenomen? Is dat: ENQ: LEES OP 1: met minder dan 5% 2: met 5 tot 10% 3: met 10 tot 25% 4: met 25% of meer 5: wil niet zeggen 6: weet niet Vraag PREST07 Als Vraag PROF03 is 1 of Vraag PROF03 is 2 of Vraag PROF03 is 3 U gaf eerder aan dat uw bedrijf exporteert. Hoeveel procent van de totale omzet was in 2012 afkomstig uit export? Is dat: ENQ: LEES OP 1: 1 tot 10% 2: 10 tot 25% 3: 25 tot 50% 4: 50% of meer 5: wil niet zeggen 6: weet niet Vraag PREST06 Als Vraag PROF03 is 1 of Vraag PROF03 is 2 of Vraag PROF03 is 3 Is de export in 2012 ten opzichte van 2011 toegenomen, gelijk gebleven of afgenomen? 1: toegenomen 2: gelijk gebleven 3: afgenomen 4: wil niet zeggen 5: weet niet Vraag PREST08 Was het bedrijfsresultaat vóór belastingen van uw onderneming in 2012: ENQ: LEES OP 1: sterk positief 2: licht positief 3: ongeveer nul 4: licht negatief 5: sterk negatief 6: wil niet zeggen 7: weet (nog) niet 38 Vraag PREST09 Wat is uw verwachting van de omzetontwikkeling over 2013? Zal de omzet in 2013 ten opzichte van 2012: ENQ: LEES OP 1: sterk toenemen 2: licht toenemen 3: ongeveer gelijk blijven 4: licht afnemen 5: sterk afnemen 6: wil niet zeggen Vraag PREST10 Wat is uw verwachting van het bedrijfsresultaat over 2013? Zal het bedrijfsresultaat vóór belastingen over 2013 ten opzichte van 2012: ENQ: LEES OP 1: sterk toenemen 2: licht toenemen 3: ongeveer gelijk blijven 4: licht afnemen 5: sterk afnemen 6: wil niet zeggen 7: weet (nog) niet Vraag PANEL01 Tot slot zou ik u willen vragen of wij u in het najaar nog eens mogen benaderen voor onderzoek over bedrijfsgerelateerde onderwerpen? 1: ja 2: nee door naar EXPEIND Vraag VGESL Dan wil ik graag uw gegevens controleren/noteren. ENQ: NOTEER GESLACHT 1: man 2: vrouw Vraag NAWT Controle adresgegevens. EINDE Dan waren dit al mijn vragen. Ik dank u hartelijk voor uw medewerking en wens u nog een prettige dag/avond. 39 De resultaten van het Programma MKB en Ondernemerschap worden in twee reeksen gepubliceerd, te weten: Research Reports en Publieksrapportages. De meest recente rapporten staan (downloadable) op: www.ondernemerschap.nl. Recente Publieksrapportages A201403 04-02-2014 Wat drijft MKB ondernemers A201401 06-02-2014 Topsectoren in beeld. Ontwikkeling van de innovativiteit van A201374 14-1-2014 A201373 7-1-2014 A201370 19-12-2013 A201369 23-12-2013 Ondernemen in de horecasector 2013 A201368 23-12-2013 Ondernemen in de groothandelsector 2013 A201367 23-12-2013 Ondernemen in de overige dienstverlening 2013 A201366 23-12-2013 Ondernemen in de bouwsector 2013 A201365 23-12-2013 Ondernemen in de transportsector 2013 A201364 23-12-2013 Ondernemen in de autosector 2013 A201363 19-12-2013 Bijdrage van buitenlandse werknemers aan innovatie in het A201362 23-12-2013 Ondernemen in de zakelijke dienstverlening 2013 A201361 23-12-2013 Ondernemen in de metaalelektro 2013 A201360 23-12-2013 Ondernemen in de voedings- en genotmiddelenindustrie A201359 23-12-2013 Ondernemen in de detailhandel 2013 A201358 17-12-2013 De grijze ondernemer. Internationale vergelijking van de A201355 10-12-2013 de topsectoren in najaar 2012-voorjaar 2013 MKB Rating: Smaakt naar meer, onderzoek naar bekendheid en gebruik van ratings door MKB-bedrijven Vertrouwen in eigen bedrijf keldert: ondernemersvertrouwen door de jaren heen Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2013 en 2014 MKB 2013 grijze ondernemer Opleiding en scholing van zzp’ers – Resultaten zzp-panel meting I van 2013 A201354 26-11-2013 A201353 19-11-2013 Topsectoren: beeld en ontwikkeling. Update oktober 2013 A201352 28-01-2014 Technologische en sociale innovatie in een concurrerende A201351 21-11-2013 Innovatie en internationalisering in het MKB A201350 12-11-2013 Innovatie in het MKB, ontwikkelingen in de periode 2002-2013 A201349 31-10-2013 Fulfilment van online verkoop Internationale benchmark ondernemerschap 2013. Tabellenboek markt A201348 15-10-2013 De overheid als klant van het MKB A201347 26-09-2013 Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2013 en A201346 08-10-2013 De innovativiteit van het MKB in 2013 A201345 19-09-2013 Monitor buitenlandse investeringen MKB A201344 14-11-2013 Sectorale veranderingen in de Nederlandse economie A201343 03-04-2013 Geen vertrouwen ondernemers in het economische beleid - 2014 Najaar 2013 A201342 40 12-09-2013 Verschillen tussen uitzendondernemingen A201341 17-10-2013 Economische effecten verlaging van de administratieve las- A201340 19-08-2013 Exportindex MKB. Ontwikkelingen 2008-2011 A201339 22-08-2013 Topsectoren: beeld en ontwikkeling. Update augustus 2013 A201338 12-09-2013 Bedrijfsfinanciering: zó kan het ook! A201337 03-09-2013 Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012 A201336 27-11-2013 Inkomens Zelfstandigen 2012 A201335 01-07-2013 Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2013 en ten voor het bedrijfsleven 2014 – Update juni A201334 15-07-2013 De rol van sociale media bij innovatie door zzp’ers A201333 02-07-2013 Topsectoren in beeld. Internationale oriëntatie topsectoren A201332 02-07-2013 Topsectorenpanel. Methodologische verantwoording A201331 04-07-2013 Calimero creativiteit: De innovatieve netwerken van zzp’ers A201330 25-06-2013 Hoe goed ligt de gemeente bij MKB? A201329 18-06-2013 Monitor Inkomens Ondernemers A201328 27-06-2013 Het wenkend perspectief van consumenteninnovatie A201327 16-07-2013 Innoveren achter de schermen A201326 19-07-2013 De financiële positie van het MKB in 2013 en 2014 A201325 9-07-2013 Minirapportage biomaterialen A201324 5-06-2013 Ontwerp krapte-indicator belangrijke beroepen topsectoren A201323 06-06-2013 Kleinschalig ondernemen 2013 A201322 13-06-2013 Topsectoren in beeld - Bekendheid met het topsectorenbe- A201321 21-05-2013 Administratieve lasten MKB A201320 04-06-2013 Ambities en vermogensopbouw van zzp'ers A201319 11-06-2013 Topsectoren: beeld en ontwikkeling A201318 April 2013 A201317 16-05-2013 Diaspora links van migrantenondernemers in Nederland A201316 31-05-2013 Intellectueel eigendom topsectoren A201315 07-05-2013 MKB verdeeld over kabinetsbeleid A201314 02-05-2013 Topsectoren in beeld A201313 28-03-2013 Concurrentie in het MKB A201312 25-03-2013 Alles flex, is dat een mismatch? A201311 09-04-2013 Challengers: hun kenmerken en succesfactoren A201310 04-04-2013 Wie wordt werkgever? A201309 16-04-2013 Oudedagsvoorziening in het MKB A201308 11-04-2013 Benchmark klanten Qredits A201306 21-02-2013 De waarde van sociaal ondernemerschap A201305 24-01-2013 Grondstofschaarste? A201304 02-04-2013 Gezocht: werklocatie 3.0 A201303 24-01-2013 Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2012 en A201302 08-01-2013 Financiering van innovatie in het MKB A201218 15-01-2013 Samen starten A201217 17-01-2013 Inkomen, vermogen en dynamiek van zelfstandigen zonder A201216 9-1-2013 A201215 19-12-2012 A201214 7-12-2012 Meer innovatie door buitenlanders?! A201213 4-12-2012 Meerwaarde van studentbedrijven A201212 4-12-2012 Duurzaam ondernemen in het MKB A201211 12-11-2012 leid en beleving van het ondernemingsklimaat MKB en ondernemerschap in zakformaat, Editie 2012/2013 2013 - Update december personeel Financieringsmonitor topsectoren 2012 Ondernemen zonder personeel Global Entrepreneurship Monitor 2011 The Netherlands 41 42 43
© Copyright 2024 ExpyDoc