25 November 2013 - Bouwkunde

B NIEUWS
#04
25 NOVEMBER 2013
PERIODICAL OF THE FACULTY OF ARCHITECTURE | TU DELFT
ALS LIEFHEBBER VAN DE
NATUUR SNAP IK NIET HOE
JE DE MOOISTE VORMEN
MET DE MEEST SMERIGE
MATERIALEN KAN MAKEN.
Daan Bruggink,
Alumni van het jaar.
PAGE 4 / 5
6/7 Upcoming
8/9 Project
10/11 Research
DK@BK
The Super Danish VS the
Super Dutch
Archiprix selections
The chosen ones
Nelson Mota
Prize-winning wood
architecture
2 NIEUWS
B NIEUWS 01 MAAND 2011
KORT NIEUWS
Succesfull Town hall
meeting
On the 8th of November, more
than two hundred employees
were present during the town
hall meeting. Dean Karin Laglass
held a presentation, reflecting on
the faculty’s ambitions and the
many plans that have been put
into motion. The employees
engaged with the dean and
expressed their views on their
role within the long-term strategy
of the faculty. Dirk Jan van den
Berg and Anka Mulder, members
of the TU Delft’s Executive Board,
were on hand to represent the
university’s perspective on the
faculty’s development. In case you
missed the presentation, it can be
found on bk.tudelft.nl.
Save the date: end of
year get-together
It's almost December and to
get everybody warmed up for
the Christmas spirit, Stylos and
Bouwpub organise an end of
year get-together. All employees
and students of the Faculty of
Architecture and the Built
Environment are welcome to join
the party on 19 December.
From 16.30 on, the South glasshouse will be transformed into a
Christmas party area. During the
festival there will be tokens for
sale, so you can enjoy a snack and
drinks while enjoying live music.
16 December
16:30
Zuidserre
WAAROM ZOU JE
ONDERWIJSENQUÊTES INVULLEN?
“EVEN VOOR DE GOEDE ORDE: STUDENTEN, DOCENTEN, COÖRDINATOREN, ONDERWIJSMANAGEMENT EN ONDERWIJSONDERSTEUNING REALISEREN ‘ONDERWIJSKWALITEIT’, NIET EEN AFDELING KWALITEITSZORG, HOOR!” SCHREEF REMON ROOIJ IN
HET EERSTE MAILCONTACT OVER DIT INTERVIEW. BLIJKBAAR LEEFT HET IDEE DAT
‘TOM EN MIRJAM VAN KWALITEITSZORG’ VOOR BETER ONDERWIJS ZORGEN. DAT IS
NATUURLIJK ONZIN, MAAR ZE MAKEN DE KWALITEIT VAN HET ONDERWIJS WEL EXPLICIET, INZICHTELIJK EN BESPREEKBAAR. EEN BELANGRIJK MIDDEL OM DIT TE DOEN IS
HET MAKEN EN EVALUEREN VAN DE KWARTAALENQUÊTES. LEES WAAROM HET
INVULLEN VAN DE KWARTAALENQUÊTE OVER HET VERNIEUWDE BACHELORONDERWIJS WEL DEGELIJK ZIN HEEFT.
INTERVIEW MET TOM VAN RONGEN (TVR) EN MIRJAM ALBERTZ (MA) VAN
KWALITEITSZORG EN BACHELORCOÖRDINATOR REMON ROOIJ (RR).
DOOR MANON SCHOTMAN
In het oude bachelorcurriculum was er een
aantal zogenaamde ‘struikelvakken’, zoals
de informaticavakken, BK4042/4043 en de
ontwerpprojecten 2 en 4. Ondanks dat uit
de enquêtes naar voren kwam dat studenten
ontevreden waren over deze vakken, trad er
lange tijd weinig verbetering op. Op een
gegeven moment denken studenten:
waarom zou ik die enquête invullen? Er
gebeurt toch niets mee.
TvR: “Die vakken zijn mijn persoonlijke frustratie. Een organisatorisch probleem was dat er
geen centraal aanspreekpunt was per vak of
per leerlijn, noch voor de gehele bachelor.”
MA vult aan: “In het oude curriculum waren er
vijfenveertig vakken en vijfenveertig aanspreekpunten. Wij moesten dus met vijfenveertig man communiceren over verantwoordelijkheid. Ook was het soms onduidelijk wie welke
verantwoordelijkheid had met betrekking tot
de kwaliteit van het onderwijs. Men zei: jullie
zijn toch van Kwaliteitszorg, dus jullie zorgen
toch voor de kwaliteit? We hebben wel veel gedaan met de informatie die in verschillende
evaluaties naar voren kwam. Na jarenlang eva-
lueren zie je wat de sterke en zwakke punten
zijn van de bachelor en waar structurele verbeteringen nodig zijn. Die zijn nu opgenomen in
het ontwerp van het nieuwe curriculum.”
Waarom gebeurt er nu meer met de enquêteuitslagen?
RR: “Alle modules hebben nu coördinatoren,
die voor de kwaliteit ervan eerstverantwoordelijk zijn. Wij hebben hen gevraagd om bij Tom
en Mirjam aan tafel te komen zitten om mee te
helpen bij het maken van de enquêtes.”
TvR: “Met Remon als bachelorcoördinator en
de modulecoördinator aan tafel, zullen we samen de modules intensief evalueren. Voorheen
deden we dat niet, want Mirjam en ik hadden
dat alleen nooit gered. Maar met de bachelor–
en de modulecoördinator, die bepaalde afgebakende verantwoordelijkheden hebben gekregen, is het mogelijk om het zo intensief te doen.
Binnen een jaar willen we met het hele onderwijsteam de grootste kinderziektes uit het programma hebben gehaald.”
Wat gebeurt er met de uitslagen?
RR: “Nadat we de uitslagen intensief besproken hebben, hebben de mensen die daadwer-
3
KARIN LAGLAS
Bouwen op
elkaar
Het woord van 2013 is participatiesamenleving. Het versloeg de
prachtige vondst pietitie - symbool
van een van de meest bizarre
discussies ooit, maar dat terzijde.
Remon Rooij, Tom van Rongen en Mirjam Albertz in gesprek (Foto gemaakt door Lun Liu)
kelijk het onderwijs ontwerpen,
dus de modulecoördinatoren en
leerlijnteams, de verantwoordelijkheid om een plan te maken voor
het volgende kwartaal. Dat is de
filosofie. Deze plannen worden
vervolgens besproken met FSR,
Stylos en de Opleidingscommissie
en geïmplementeerd in het
onderwijs.”
ten bij de uitnodiging om een
kwartaalenquête in te vullen, gelijk een samenvatting van wat er
uit de enquête over het vorige
kwartaal is gekomen en wat het
verbeterplan is. We laten daarmee
zien wat er met de enquêteresultaten gebeurt.
Bevat de enquête ook open
vragen?
TvR: “Meer dan ooit. Bij veel
vragen staat: licht je antwoord toe. En er is heel veel
ruimte voor opmerkingen.”
MA: “Dat is heel belangrijk.
Wij werken veel met stellingen, zoals “De studielast vind
ik goed verdeeld over het
1. Vul de enquête in
kwartaal”. Door de opmerkin2. Ga langs Stylos met een print
gen begrijp je beter hoe je een
van de bevestigingsmail
antwoord van de studenten
3. Krijg een gratis kopje koffie bij de
moet interpreteren en kun je
espressobar
beter de vinger op de zere
plek leggen. Opmerkingen
zijn vaak ook positief, trouwens.
RR: “Ook willen we via Bnieuws
Dan schrijft een student: mijn doen de communicatieschermen in
cent was geweldig, daar heb ik
de straat van Bouwkunde iederveel steun van gehad en veel van
een op de hoogte stellen van de
geleerd.”
enquêteresultaten. Iedereen mag
zien en weten dat de zorg voor onWat zien studenten ervan terug?
derwijskwaliteit hoog op de faculRR: “Daar hebben we een aantal
taire agenda staat.”
leuke ideeën voor bedacht. Ik zal,
als bachelorcoördinator, bij het
Hoeveel tijd kost het invullen
eerste college van een nieuw
van een enquête?
kwartaal tien minuten de tijd neTvR: “De nieuwe kwartaalenquêmen om wat te zeggen over de retes kosten ongeveer tien minuten
sultaten van de enquête die de
à een kwartiertje om in te vullen.
studenten eerder hebben ingeDat is iets langer dan bij de oude
vuld.”
enquêtes, maar het zijn er nu ook
MA: “Bovendien krijgen studenminder. Vroeger waren er verschil-
lende enquêtes voor losse vakken
en daarnaast nog semesterenquêtes. Daar wilden we duidelijkheid
in scheppen: per kwartaal is er nu
één enquête.”
Wat moeten studenten doen om
de enquête in te vullen?
MA: “Op 29 november krijgen
de studenten een mailtje met
het verzoek om, via een persoonlijke link, de enquête in te
vullen. Hij blijft dan een week
openstaan, tot en met 8 december. Wanneer je de enquête
hebt ingevuld, krijg je een bevestigingsmail. Als je die uitprint en ermee naar Stylos
gaat, krijg je een bon voor een
gratis kop koffie bij de espressobar. Via flyers en posters vragen wij studenten om de enquête in te vullen. Met al die
promotie-acties hopen we op
een goede respons.”
RR: “Waar het uiteindelijk om
gaat , is niet alleen veel meer
tevredenheid van studenten,
maar ook veel meer betrokkenheid. Dat is cruciaal, want als je
meer betrokken bent met elkaar,
heb je ook meer respect voor
elkaar. En dan kan er meer
ontstaan dan alleen maar rode
kaarten naar elkaar uitdelen.
Samen kunnen we dan echt goed
onderwijs realiseren.”
enquête-uitslagen
te vinden op: portal.tudelft.
nl/sites/bkkwaliteit/
Zeg participatiesamenleving en je
denkt ook aan particulier opdrachtgeverschap. De burger neemt het
heft in handen bij het maken van zijn
eigen huis. Met nogal wat echtscheidingen tot gevolg maar alla, die
huwelijken hadden het welllicht toch
niet gered. Nadeel van particulier
opdrachtgeverschap is dat het tot op
heden vooral iets is voor grondgebonden woningen. Liefst in een
ruime wijk met veel groen, want al
die allerindividueelste expressies van
de allerindividueelste emoties
worden wel eens wat veel voor de
ogen.
Tijd voor een experiment dus.
Gestapeld particulier opdrachtgeverschap. Plaats van handeling:
Laakhaven in Den Haag. Een
ideeënprijsvraag uitgeschreven door
de gemeente voor een toren van
minimaal dertig meter hoog die
organisch moet kunnen groeien. Ik
mocht in de jury plaatsnemen, samen
met Rients Dijkstra en Elco Brinkman
en onder leiding van particulieropdrachtgeverschaps-ideoloog Adri
Duivesteijn. Maar liefst 120
inzendingen vielen op de mat. In
twee rondes haalden we er – toch
verrassend eensgezind – drie
winnaars en twee eervolle vermeldingen uit. Deelnemers worstelden met
voorfinanciering – omdat de eerste
bewoners hogere kosten hebben
door overmaatse fundering en lift en vonden daarvoor een aantal
slimme oplossingen. Via aandelenuitgifte bijvoorbeeld. Ander hoofdbreken vormde het bouwsysteem en de
regelgeving. Hoe bouw je een huis
bovenop een woning waarin al
iemand woont? Ook hier oplossingen. Door te werken met prefabricage hoeven de ondergelegen
bewoners maar 24 uur hun huis uit
als het volgende erop gezet wordt.
Daarna is het afbouwen gewoon net
als wanneer de bovenburen er een
nieuwe keuken inzetten.
Opvallend veel teams bestonden
uit architecten met constructeurs,
bouwers en jawel, zelfs projectontwikkelaars. Samen ontwierpen ze
faciliterende systemen gericht op
maximale invullingsvrijheid voor
toekomstige bewoners. Ik zag
gecombineerd en geïntegreerd
vakmanschap in ontwerp, proces en
techniek. Veel ondernemende en
creatieve ideeën. Een duidelijke
meerwaarde door samenwerken
vanuit meerdere disciplines. Bouwen
op elkaars kennis en kunde.
Hé, dat zou ook weleens de
participatiesamenleving kunnen zijn.
Zie voor een impressie van de
prijsvraag de video "Bouwen op
elkaar - Open oproep van de
gemeente Den Haag" op Youtube.
4 ALUMNI
B NIEUWS 04 25 NOVEMBER 2013
ALUMNUS VAN HET JAAR
DAAN BRUGGINK
OP DIT MOMENT WONEN ER MEER DAN 43.000 ALUMNI VAN DE TU DELFT VERSPREID OVER DE HELE WERELD. ALS BLIJK VAN
WAARDERING WORDEN ALUMNI DIE EEN BIJZONDERE BIJDRAGE LEVEREN AAN TECHNOLOGIE, INNOVATIE, WETENSCHAP
OF ONDERNEMERSCHAP BEKROOND MET DE TITEL ‘ALUMNUS VAN HET JAAR’.
DIT JAAR GAAT DEZE EER NAAR EEN ALUMNUS VAN ONZE EIGEN FACULTEIT: IR. DAAN BRUGGINK (1976). ARCHITECT, ONDERNEMER EN VADER VAN DRIE JONGE KINDEREN. SINDS 2007 LEIDT HIJ ORGA ARCHITECT, EEN BIOBASED ARCHITECTENBUREAU DAT ONDANKS DE CRISIS ZIJN OMZET ZAG VERDUBBELEN EN OP DIT MOMENT DE VRAAG NOG MAAR NET AANKAN. ALS ALUMNUS VAN HET JAAR EN MET DE NEDERLANDSE BOUWPRIJS 2013 OP ZAK, IS HIJ MET ZIJN BUREAU EEN
INSPIREREND VOORBEELD VAN HOE DUURZAAMHEID DE ESSENTIE VAN EEN GOEDLOPEND BEDRIJF KAN ZIJN. BNIEUWS
GAAT OP BEZOEK BIJ ZIJN BUREAU; ALLE MANNEN DRUK AAN HET WERK, DE PROJECTEN ALS KUNST AAN DE MUUR EN DE
TWEE PRIJZEN PROMINENT OP TAFEL. WAT IS HET RECEPT VOOR SUCCES VAN DEZE NIJMEEGSE ARCHITECT?
DOOR JANE STORTELDER
Waar komt die fascinatie voor biobased bouwen vandaan? Ik was
altijd al erg met de natuur bezig en wilde eigenlijk bioloog worden. De
evolutie, de werking en de groei van bijvoorbeeld een boom, daar lag mijn
interesse. Biologie is het niet geworden, want in ‘95 ben ik naar Delft
verhuisd om Bouwkunde te gaan studeren. Tijdens mijn studie was organisch en ecologisch bouwen nog wild en onbekend, maar als liefhebber
van de natuur snapte ik niet hoe je de mooiste vormen met de meest smerige materialen kon maken. Een van mijn docenten vond het voormalig
woongebouw ‘De Zwarte Madonna’ in het centrum van Den Haag het
beste gebouw dat hij kende. Dat gebouw had niks met mijn fascinatie
voor de natuur te maken. Ik heb 8,5 jaar over mijn studie gedaan, maar
toen ik stage ging lopen en in de praktijk terecht kwam leerde ik pas echt
hoe architectuur en techniek in elkaar zitten. De link met de natuur heb ik
altijd gehouden, zo ben ik bij biobased bouwen terecht gekomen. De fascinatie begon dus al ruim voor mijn studie aan de TU Delft.
Het is 2007, het begin van de economische crisis. Jij richt in dat jaar
ORGA Architect op. Wat is hiervoor nodig? Fascinatie, geluk, talent?
Of gewoon een slimme ondernemersgeest? Ik heb bij verschillende bureaus gewerkt en deed sinds 2004 ORGA Architect er een beetje bij. In
2007 kreeg ik veel werk en besloot ik er fulltime voor te gaan. Ik had het
grote voordeel dat duurzaamheid in die tijd flink in opkomst was. In 2002
kwam het boek ‘Cradle to Cradle’ uit en in 2006 de film van Al Gore ‘An
Inconvenient Truth’. Dit zorgde voor bewustwording van duurzame ontwikkeling. Daarmee was ik al bezig, dus eigenlijk zat ik voorop die golf.
Mijn fascinatie voor de natuur heeft tot het biobased bouwen geleid; in
een crisis houdt een specialisme stand. Daarnaast ben ik inderdaad een
ondernemer, dus het is een combinatie van factoren. Je moet natuurlijk
ook op het juiste moment op de juiste plek zijn.
ORGA Architect focust zich op biobased bouwen. Wat houdt dat in?
Natuurlijke architectuur omvat drie elementen: techniek, vorm en materiaal. Biobased bouwen richt zich vooral op materiaalgebruik en techniek.
Er zijn materialen op basis van fossiele grondstoffen en materialen op
basis van plantaardige grondstoffen. Het doel is de materialen op basis
van fossiele grondstof, bijvoorbeeld piepschuim, te vervangen door een
materiaal met een plantaardige grondstof, zoals schapenwol, hout, riet of
vezels. Het doel is de natuurlijke kringloop zoveel mogelijk uit te breiden.
Dit kan worden toegepast op bijna alles: badkamertegels, isolatie, dakbedekking en ga maar door. Toch is 100% biobased bouwen moeilijk omdat
je nog steeds met bijvoorbeeld elektriciteitskabels en glas te maken hebt,
maar je kunt er wel heel ver mee komen.
Een voorbeeld van een biobased materiaal is de aubergineplant. De aubergine zelf is voedsel, maar in de plant zitten hele sterke vezels. Er is nu
een techniek die deze vezels laat verstenen, zoals versteend hout. Het
geeft een tegel-achtig materiaal voor bijvoorbeeld een buitengevel. Na
de gebruiksfase verpulver je het en strooi je het uit over het land. Een
echte biologische kringloop dus.
Toch baseer ik mijn keuzes niet alleen op duurzaamheid. ORGA Architect richt zich bewust ook op de vorm. Ik heb eens een overstek op het
noorden gemaakt, puur als esthetisch element. Ik vind dit geen materiaalverbruik, zolang je het op een verstandige manier doet. Een ontwerp
moet natuurlijk wel mooi zijn en reeël blijven. Mijn doelgroep is de ‘Cultural Creative’. Zij eten biologisch, hebben een elektrische auto en willen
een duurzaam huis, zonder dat ze moeten wachten op regen om te kunnen douchen. Deze groep leeft dus bewust, maar niet tot in het extreme.
Ik noem het modern ecologisch bouwen: het gaat natuurlijk om recycling
en het gebruik van duurzame materialen, maar het moet ook mooie en
functionele architectuur zijn.
Je bent een van de voorlopers op het gebied van biobased bouwen.
Is dit wel goed te integreren in de huidige bouwwereld? Technisch
gezien is het mogelijk. De materialen zijn aanwezig en er is vraag naar
deze manier van bouwen, dat is dus niet het probleem. Ik had vooral met
praktische problemen te maken. Het is een heel gedoe om aan de aannemer uit te leggen wat je wilt. Toen ik bijvoorbeeld eens piepschuim
wilde vervangen door BioFoam, zei een aannemer: “Maar piepschuim is
toch veel goedkoper?” De bouwwereld is in mijn ogen conservatief; sommigen zijn er nog niet klaar voor om de traditionele markt los te laten. Om
dit probleem op te lossen heb ik ORGA Bouw opgericht, dat een intensieve samenwerking tussen aannemer en architect mogelijk maakt. Ik
wil een aannemer die mijn ontwerp doortrekt tot een goed gebouw.
ORGA Bouw schuift aan bij het voorlopig ontwerp en kent de ontwerp
keuzes door en door. Hierdoor ontstaat een veel effectiever bouwproces.
"Mijn tip: specialiseren
en ondernemen, zonder
te vergeten dat je architect bent"
5
Wat is het recept voor succes? Soms wordt er gezegd dat ik tegen de
stroom in ga, maar eigenlijk ga ik juist met de stroom mee. Ik ga mee met
de tijdsgeest en de groei van en vraag naar duurzaamheid. Maar het is
ook de kunst om vernieuwend bezig te zijn. Dat doet ik bijvoorbeeld door
ORGA Bouw op te starten. Een dergelijke samenwerkingsvorm is niet
nieuw maar wel van deze tijd. We zijn ook aan het kijken of we de samenwerkingsverbanden breder kunnen trekken met bijvoorbeeld een ‘groene’ makelaar en de Triodos Bank. Dat is ondernemen, je moet innovatief
zijn.
Binnen het bureau doet mijn vrouw de acquisitie. Dit is ook een belangrijk aspect. We maken onszelf en het ecologisch bouwen kenbaar door
goed vindbaar te zijn op internet, door lezingen te geven op universiteiten en door artikelen in De Architect te publiceren.
Woonark, Ouderkerk aan de Amstel
"Ik was altijd al erg met de
natuur bezig en wilde
eigenlijk bioloog worden.
Ik ben architect geworden,
maar als liefhebber van de
natuur snap ik niet hoe je
de mooiste vormen met de
smerigste materialen kan
maken"
Het succes zit hem denk ik ook in het feit dat ik bij de start van een ontwerp, direct de gebruikers wil spreken. Als het om een schoolgebouw
gaat, ga ik in gesprek met de directie, de beheerder, de leerlingen maar
ook met de buurt. Wat willen ze? Zo ontstaat een gebouw dat past bij de
functie. Dit is een bottom-up benadering, vroeger was het veel meer topdown: een projectontwikkelaar heeft niks te maken met de gebruikers en
wil zo goedkoop mogelijk bouwen maar toch aan de normen voldoen. Bij
bottom-up gaat de bewoner nadenken over wat hij nodig heeft, nu en in
de toekomst. Dat is een wezenlijk verschil, wat dat betreft is de crisis een
zegen. Er ontstaan ontwikkelingen die anders geen kans hadden gehad.
Je richt je vooral op Nederland. Heb je de ambitie om internationaal
te gaan? Op dit moment heb ik jonge kinderen, dus ik zit er niet echt op
te wachten om maanden in het buitenland te zijn. Maar toen ik ‘TU Delft
Alumnus van het Jaar’ werd, was toch het eerste wat ik dacht: daar kan
ik de grens mee over. Toch wil ik eerst hier uitbreiden, maar het is wel
iets wat ik zou willen. Het buitenland kan veel leren van Nederland. In
Engeland ligt bijvoorbeeld veel potentie; ecologisch bouwen is daar
groeiende, maar het biobased bouwen is nog niet zo bekend. In Duitsland en België zijn ze wel meer bezig met duurzaamheid, maar vooral op
het gebied van energie. Terwijl voor mij de schaarste van grondstoffen
een groter probleem is dan het energieprobleem. Maar als ik morgen gebeld word voor een leuke opdracht in het buitenland, pak ik hem met
beide handen aan.
Je hebt op jonge leeftijd al veel bereikt. Wat is je droom voor de toekomst? Dat ecologisch bouwen mainstream wordt. En daarnaast de ultieme opdracht uitvoeren. Een voorbeeld hiervan weet ik niet, maar het
zal de perfecte combinatie tussen techniek, vorm en materiaal zijn. Ik
moet er natuurlijk wel de mogelijkheid voor krijgen. Ik verleg zelf steeds
mijn grens; voor mij was mijn eerste aanbouw ook ultiem.
Wat is je advies voor de aankomende architect? Specialiseren! Nu is
duurzaamheid de focus, maar er zijn heel veel gebieden waar je je op
kunt specialiseren. Als je expert op een gebied bent, word je gevraagd.
Tegelijkertijd is het handig als je van verschillende vakgebieden iets af
weet, zodat je deze op de juiste manier bij je projecten kunt betrekken,
zoals wij met de aubergineplant. De verantwoordelijkheid van de architect zal in de toekomst veel breder zijn dan dat deze nu is. Maar je moet
het wel zelf doen. Dat betekent ondernemen, zonder te vergeten dat je
architect bent.
Naast een oorkonde, een persoonlijk bedrag en natuurlijk de eer, mag
Daan Bruggink ook een bedrag van 7.500 euro besteden aan onderzoek
naar keuze. Hij wil hiermee een onderzoek door studenten en promovendi starten naar een ‘off-the-grid’ project in de Ardennen. De plannen
staan nog in de kinderschoenen, maar misschien is dit de kans om inderdaad het ultieme project uit te voeren: “Geen opdrachtgever en veel verder gaan dan waar je normaal geremd wordt”.
Voor meer informatie, zie orga-architect.nl en orga-bouw.nl
6 BK IN DEPTH
B NIEUWS 04 NOVEMBER 25 2013
Harpa_Reykjavik_Concert and-Conference_Hall designed by Henning Larsen Architects Photgraphy by Nic Lehoux
OFFICE ADEPT
@BK
Evolution: From Super Dutch to Super Danish
It seemed to us that there may have been something a little one-sided about Winy Maas' quote in the faculty press
release. He is quoted as saying, "Copy paste... and sometimes better" about the undeniably exciting new wave in
Danish architecture. Surely, we thought, the Danes must have another story?
BY BRIGITTE O'REGAN
Just to test the water, Bnieuws sent out a set
of questions to the architectural firms invited
for the DK@BK Capita Selecta Lecture series
organized by guest professor Jacob van Rijs.
Together with Nathalie de Vries and Winy
Maas, he is founding partner of internationally
renowned Dutch office MVRDV. Little did we
know that this idea of simply copying the
super Dutch generation of the 1990s is a
particularly sensitive subject within the
Danish architectural world. This is partly
because there is some truth to Winy Maas'
double-edged comment. But also because, in
many ways, what the Danes are up to now can
also be seen as quite different to what
happened here in The Netherlands in the 90's.
g is our attempt
p to represent
p
The following
the
Danish point of view.
Let us begin with the scholarly Boris Brorman
Jensen [BBJ]. BBJ, is an architect, intellectual
and educator based at Aarhus School of
Architecture. He has carefully observed the
evolution of Danish Architecture since the
beginning of his studies in the late 1980s. He
saw the death of the urbanism department at
his university, the public disenchantment with
“redundant box architecture” and inwardlooking architects lost in self-referential
theoretical mazes. He was part of the first
wave of young architects seeking inspiration
in Holland in the 90s. BBJ has also been
involved in training many of the architects
behind what now described as the “New
Wave” in Danish architecture. While many of
this talented generation also worked as
interns in Dutch offices.
"Seen from a Danish perspective, the new
wave did something important for the cultural
role of the architect in Denmark. These young
firms actually managed to transform the status
of architecture and urbanism in our society.
The new wave was a refreshing reaction
against Danish mainstream architecture of the
1990s, which was in a kind of double crisis.
One prevailing nonspecific box recipe with
redundant facade variations was all the
profession seemed to be able to offer the built
environment. The legitimacy of architecture
was more or less reduced to a question of like
or dislike, where ordinary people had no say
because of their bad taste. Danish architecture
of the late 1990:was stuck in a cul-de-sac of
self-referential rhetoric detached from a
broader cultural discussion. This has changed
due the influence of these young firms."-BBJ
And then one could also argue that due to the
influence of Dutch firms such as MVRDV, West
8 and OMA the cultural role of the architect
has changed in Denmark. However the matter
isn't so straight forward. BBJ is the first to
admit that the impact of such architects has
been profound in Denmark. He even adeptly
draws the parallels that could have allowed
such a phenomenon to flourish in The
Netherlands and Denmark but not, for
instance, in the United Kingdom, Germany or
Belgium. What the two countries perhaps hold
in common is a long standing planning
culture, and a generous and culturally
engaged welfare state. But, he warns us,
what has happened in Denmark is not a
reproduction of what happened in the
Netherlands in the '90s.
But hang on a second; before we go further,
MVRDV
7
The Museum of Liverpool designed by 3XN Photgraphy by Adam Mørk
what actually did happen here in the '90s?
Well... to grossly, and unfairly oversimplify:
PRAGMATISM happened. Pragmatism can be
seen as an attitude that arose from disenchantment of inability of the technocracy and
theory in architecture and planning to remain
relevant to what was happening in reality. It is
characterized by an emphasis on cross-disciplinary research into the circumstances of a
given assignment. Pragmatism is associated
with a conceptual and diagrammatic approach
accompanied by a journalistic style of communication, attributed by BBJ, to Rem Koolhaas.
In the 90s this new dynamic approach to
design was taken up by a generation of young
Photoshop and render savvy Dutch architects
whom evocatively spread its presence across
the globe. In this way, the avant-garde in
architecture was able to reassert its relevancy.
Martin Krogh, is one of the Danish New
Wave, now himself a successful architect and
co-founder of ADEPT. ADEPT Is a young firm
now collaborating with MVRDV in Denmark.
He has come a long way since he worked hard
on competitions as an intern at MVRDV 10
years ago. He asserts that if there is anything
the Danish inherited from the Dutch it is
pragmatism. “The Dutch architects made
pragmatism avant-garde. Conceptualism they
would say. They became the heroes for my
generation. Winy Maas and Jacob Van Rijs
were my idols. They still are.” In one powerful
anecdote, he explains: “One day, after
handing in MVRDV’s proposal for the NYC
Olympics - where I did the images – Winy
came to my desk and asked if I could help on
the deadline for the Market Hall hand in. I had
not slept for 36 hours and could see that the
work would require another all-nighter. I told
Winy that I would do it if he would do one
conceptual sketch for me that would explain
the whole NYC project. It took him less than a
minute. Yet I felt I had won." Yet Krogh also
supports BBJ in his stance that what is
happening in Denmark is different. Martin
Krogh expresses his exasperation , "Is the
obsession of copyism a very Dutch thing? I
remember the fights ten years ago between
OMA and MVRDV about who made the
concepts first. The patent in “content” and the
almost war feeling between the workers. I
once showed up at MVRDV wearing an OMA
T-shirt and did not have a pleasant day. In
Denmark we are friends with our competitors.
We have debates and parallel competitions
where we share our work and ideas."
When the Romans made Greek-looking
sculptures, Roman sculpture might have
appeared similar. But what it did, what it
meant, and even how it was made had
important fundamental differences. The same
could be said of contemporary Danish Architecture. Take for example the graceful
longstanding firms 3XN and Henning Larsen
architects who have creatively and professionally evolved with time. They have adopted
pragmatism in research and design, but they
hold on to humane principles that have
always compelled them. These are principles,
which many argue are missing in the approach of some Dutch offices that are labeled as
cynical. This cynicism seems especially
evident in the work of Dutch guru Rem
Koolhaas who rejects “an overdose of good
intentions”. "Through the past fifty years our
focus has been on basic architectural means
such as daylight, human scale and spatiality.
These are the foundation stones of our
company and our practice. We are working
with context-based design. The surroundings,
local culture and climate to a building or a
larger development are probably our most
mportant inspiration," st
tat
ates
es Jacob Kurek,
important
states
artner at Henning Larsen. Kim Herforth
partner
ielsen, founder of 3XN, explains. "W
"When
"Whe
hen
n
Nielsen,
XN designed
desi
de
sign
gned
ed the
the Muziekgebouw/BIMHUIS
Muz
uzie
iekg
kgeb
ebou
ouw/
w/BI
BIMH
M UIIS in
3XN
mst
ster
erda
dam,
m, we
we were
were also
als
lso
o inspired
insp
in
spir
ired
ed by
by the
th
he
Amsterdam,
ame conceptual
con
once
cept
ptua
uall way
way of thinking
thi
hink
nkin
ing
g – probably
probab
pr
bly
same
eca
caus
use
e it
i was
was situated
sit
itua
uate
ted
d in a master
mas
aste
terr plan
because
esi
sign
gned
ed by
by OMA.
OMA. However,
How
owev
ever
er, we w
e e just as
er
designed
were
much influenced by the Danish way of putting
human values at the center of the design. This
is the added value of today’s contemporary
Danish architects. [... ]In this manner, 3XN has
developed its own expression and architecture, which is distinct and certainly not a copypaste of someone else’s way of doing things.
Dutch architecture fifteen years ago was, as I
see it, working from more of a conceptual form
play. The focus was less about daily life and
interaction amongst people, but rather about
composition and functionality without a
particular contextual connection.” Central
principles explored in Danish pragmatism
include public good, context, sustainability
and a tradition of high quality detailing in
design
"The Danish pragmatism is
indeed a little 'happier'
than the Dutch variant, but
hey, aren't they the
happiest people on earth?"
In a reaction to the discussion, Jacob van Rijs
rejects the cynicism label when it comes to the
work of MVRDV. "Our work has sometimes
ironical elements and refers to aspects in
society that are important for us to comment
on, combining theory and practice. This is less
strongly visible on the Danish side, I must say.
[...] The Danish pragmatism is indeed a little
'happier' than the Dutch variant, but hey, aren't
they the happiest people on earth? But that
does not make us cynical…”
ADEPT
8 PROJECT
B NIEUWS 04 25 NOVEMBER 2013
THE ARCHIPRIX
SELECTION
AMONG THOSE WHO GRADUATED FROM THE FACULTY LAST YEAR, NINE ALUMNI WILL BE HAPPY TO RECEIVE SOME
CREDITS FOR WHAT THEY HAVE ACHIEVED AT THE TU DELFT. THEIR PROJECTS STAND OUT AS THE BEST GRADUATION
PROJECTS THIS YEAR. NOW THEY WILL REPRESENT THEMSELVES AS DESIGNERS AND THE TU DELFT IN THE NATIONAL
ARCHIPRIX COMPETITION.
Photography by Lun Liu
BY DAPHNE BAKKER
On the first of November 2013, a jury consisting of Dean Karen Laglas, Eric
Luiten, Dick van Gameren, Inge Bobbink, Marcel Bilow, John Heintz and
external critic Janneke Bierman, examined the 47 submitted graduation
projects from the previous acadamic year. Based on their analysis, design
concept, spatial quality, presentation, and the coherence between their
ideas and executions, nine excellent projects were selected. The projects
will have to compete with other projects from eight different architectural
institutions in the upcoming National Archiprix competition.
For more info:
archiprix.nl
STUDY CENTERS FOR AMSTERDAM
Tjerk de Boer
This project introduces five
study centers spread across
Amsterdam, each acting as
permanent building blocks
to provide tranquility in a
turbulent city. The shape of
each center is determined
by its location, resulting in a
diverse yet generic and
recognizable design.
MOERWIJK HOFJES
This design suggests a subtle but very
Oriana Kraemer
effective architectonic transformation of
typical Dudokian housing blocks in Moerwijk, Den Haag.
JURY: The many interventions, such as the thoughtful
reorganisation of the plans, the design of the prefabricated
extensions and a new ownership strategy, help to make it a
complete project - simultaneously ambitious and realistic.
The sympathetic and well thought out design is not only
applicable to Moerwijk, but throughout the Netherlands.
Photography by Lun Liu
JURY: The urban plan of
this project is innovatory
and the application of
typology and function is
astute. With limited means,
an exciting solution was
discovered, in which beauty
is revealed through its
simplicity.
INTEGRATING INFORMALITY
Photography by Lun Liu
Rohan Varma
Instead of portraying informal settlements
as isolated islands of poverty, Integrating
Informality considers them as valid parts
within a city in which slumdwellers can
integrate within the city of Mumbai.
JURY: This project showcases a high level
of social involvement with the ambition to
change existing slums. It is a thoroughly
researched, well-thought out and refined
solution expressed on the urban scale.
RESPONSIVE
SUBURBIA
RESPONSIVE
SUBURBIA
Dominika Linowska
The project combines living and working in suburbs such as
IJburg. Responsive Suburbia suggests an approach to the
design of collective spaces, through the diffusion of the barriers
between the public and the private. In times of crisis, the
solution lies not in a row of houses, but in DIY.
JURY: This is a subtle and thoroughly thought through project
with outstanding compositional qualities. It responds to the
changing use of dwellings in a aesthetically strong manner.
9
RECORDING AND PROJECTING ARCHITECTURE
DIGITAL DESIGN & DIGITAL FABRICATION FOR
ULTIMATE CHALLENGES
Filippo Maria Doria
This project responds to the spatial experience of the blind, whose
perception of space is defined by a intermediate phase between the
confrontation with the physical reality and the formation of an internal
image of this space.
This project enlists the new digital revolution to solve the
enormous, worldwide demand for (emergency)housing.
Through the digital milling of 2D elements, which are attached
via ‘friction-fit’ connections, advancements are made in the
areas of adaptation and the efficient use of material.
JURY: The design is a reinterpertation of Haitian architecture
and goes above and beyond in its attempt to address a
current, worldwide issue.
Photography by Lun Liu
JURY: This library for the blind displays a highly artistic quality in which
orientation is based on sound. The elaboration of the design is fascinating.
The spare use of words in the presentation proves the coherence of the
design.
Pieter Stoutjesdijk
THE RESILIENT RIVER
David Klinkhamer
City rivers have lost their intimate relationship to the city and have been
reduced to physical barriers. Resilient River brings new life to the river and
her banks, which now lie lost within the cityscape. Through weaving
together urbanity, mobility, architecture and landscape, the banks are once
again part of the city.
JURY: The monumentality of the design is a continuation of the Viennese
tradition. The project is developed with so much depth and care, resulting
in a thoroughly designed project. The designer has a deep understanding
of his trade.
SEDIMENT OF A FRAGMENTED LANDSCAPE
Anvina Devi Canakiah
Sediment of a fragmented landscape is a collage and
assemblage created through retracing the war-torn areas of
Kosovo.
JURY: It is an intriguing and mystical project. It suggests an
architectural city, in which new life arises without having to
erase the past. It is socially relevant, humble and subtle.
MUIDERPOORT STATION RENEWED
Hyeonsu Yang
In Muiderpoort Station Renewed, the dikes and train tracks are no
longer the dividing elements, but instead the public space which
connects the location to the surrounding area.
JURY: The unraveled station and the radical move to break open its
embankments are a testament to the boldness of this project. The
visible relation between old and new is proof of the successful
approach to solving a transformation puzzle.
10 RESEARCH
B NIEUWS 04 NOVEMBER 25 2013
INTERVIEW WITH
NELSON MOTA
BY BRIGITTE O'REGAN, PHOTOGRAPHY COURTESY OF COMOCO ARQUITECTOS
based on this polarization of positions. I want
to try and make sense of these two poles. For
instance my primary research interest is the
apparent polarization of modernity and the
vernacular in architectural discourse and
practice. These positions have often been seen
as opposite poles. What I am currently
investigating is the many different ways to
bring these two concepts together.
Nelson Mota is a multiple awardwinning architect, designer, writer,
researcher, educator and PhD candidate here at the TU Delft. After examining with wonder the plethora of
his activities in preparation for our
interview, I expected to meet a kind
of magician or shamanic healer of
modern rifts and shattered relationships in architecture, ethics, space,
history, tradition and society; a
mystic of sorts.
But though Nelson’s work is often transcendental, there is nothing mystifying about his
approach or his research. In fact the opposite
is true; he seems to engage in active demystification of architectural ideas and generates
highly applicable solutions in terms of design
strategy, research methodology and education.
What is immediately apparent is his disciplinary rigor, ability to communicate at different
levels to different audiences and his no
nonsense approach. We are privileged to have
Nelson Mota participate as tutor in the
Dwelling Design Studio and seminars, in the
research program “The Architecture Project
and its Foundations - Revisions: Changing
Ideals and Shifting Realities” and as an active
contributor to the faculty based publications
DASH and Footprint. The following interview
excerpts can help us discover for ourselves
what might lie behind his successful integration of so many fields and activities.
What tools do you use to achieve this? I would
say that the most important tools are history
and memory. I like this phrase from writer
George Santayana: "Those who do not
remember the past are condemned to repeat
it.” This means that I think one of the fundamental instruments for every student of
architecture and every architect is to have a
solid and sound historical knowledge. And to
be relentlessly willing to uncover ever more
lessons from the past. So through this pursuit,
if you look carefully you will see that these
binary polarities become somehow mingled
and conflated. Examination of history helps to
understand and make sense of complexity and
hybridity.
But history is often problematic. It seems for
instance that historical evidence is often
generated by people with a bias of interests.
And many stories remain untold, dooming us
to forget. How can we learn about these other,
less evident narratives? Your role as a student
and architect should be more than just that of
being a problem solver. You need to be very
much aware of what reality is and you should
try catering for the real. The way that you
make design decisions should be informed by
a critical account of your circumstances. In
analyzing discourses or historical accounts, it
is therefore vital to discern what is produced
by partisanship and what reality is. Take for
instance the relation of modernist architects
with vernacular architecture, and you will find
an interesting and paradoxical case. The
vernacular was seen as the opposite of the
modern movement in architecture, but it was
also used to underpin tenants in functionalism.
Fishermen’s huts, for example, were used by
Party Room N10 Sports facity wiiner of the Portugal 2013 Pr
Positioned in large warehouse with indoor soccer fields
"To what extent should the expert, in this case
the architect, give away or abandon his or her
expertise, in favor of simply translating the
wishes of the people?"
What would you say lies at the heart of your
research? One of the fundamental aspects of
my research, which in fact also pervades our
design at Comoco Arquitectos, is an attempt
to try and bridge the gap between binary
polarities. Often architectural discourse is
important members of the modern movement
to demonstrate a functional approach to the
built environment. Pointing to the way local
materials were used rationally and efficiently
for shelter, but not going much beyond that. It
is obvious that there are other readings to be
found in the vernacular architecture of the
Sketch showing demountability
11
rize for Architecture in Wood
Hall to change rooms
fisherman's hut that can be equally compelling
for the architect. Hence, you need to be able to
critically reflect on multiple aspects, and thus
avoid falling prey to a partisan vision of
history.
You also point to the interaction between the
architect and civil society in your writing and
research as a way to resolve binary oppositions, conflictual positions and ultimately
integrate multiplicity. In your view what role
should the architect play in this kind of
interaction? That is a very interesting topic.
Indeed part of my research deals with citizens'
participation in design and decision-making
processes. Civil engagement challenges the
notion of the disciplinary autonomy of architecture. This topic was intensely debated
thirty or forty years ago. Many were asking to
what extent the architect could be engaged in
social change. And one of the answers to this
was that the architect should be part of a
participative process that has multiple
stakeholders, first and foremost the residents
in the case of housing design. This also brings
up an important issue: to what extent should
the expert, in this case the architect, give
away or abandon his or her expertise, in favor
of simply translating the wishes of the people?
Should you design for the people or with the
people? The first instance, designing for the
people, can be seen as a populist issue, where
Portugal the 2013 prize for architecture in wood, you
seem to resolve temporary use with a sense of
permanence or continuity. What kinds of creative
conflict did you encounter to achieve this? Obviously
in this case we didn't have citizens' participation, but
we did have a number of conflicts to resolve. We had
to articulate the client’s specific brief and requirements, the contractor’s suggestions and hurdles, and
our own disciplinary attitude. It was through a
dialectical process that we brought about contributions from different sources to generate the outcome
we reached. The N10 project shows an attempt to
solve the pressing problems of the assignment, to
accommodate the program - changing rooms,
showers and a room for parties. To do that with the
cheapest budget possible and then to build it very
quickly in a way that would allow it to be demounted
in two, three or ten years time. Though these may
seem like banal circumstances, we believe that
architects shouldn't give away their expertise in the
face of them. We used the cheapest material we
could find but still tried to apply the tools or skills of
our discipline to bring it all together. For instance
creating spaces that can be experienced in a meaningful way, playing with solids, voids and with the
light. Defining space by opening and blurring
boundaries.
"We used the cheapest material we could find but
still tried to apply the tools or skills of our
discipline to bring it all together."
the architect becomes no more than the hand
of the people. The second position, designing
with the people, is much more challenging and
more often than not creates conflicts. Yet as far
as I could see in the course of my research,
these conflicts are immensely productive in
terms of creativity. We can call these conflicts
creative conflicts, because in the end it is this
kind of relationship that brings out the best of
both worlds. So to me this second approach is
the preferred model for the social engagement
of the architect.
In your own design work, the N10 Sports
Facility for example, which recently won in
No matter what the assignment is, in architecture
there is always a tension between what is permanent
and what is transient or temporal. It is extremely
important to be aware of the so-called “zeitgeist” –
the spirit of our times, the spirit of the moment. When
you attempt to merely cater to the spirit of the
moment it can become a dangerous and unsustainable way to approach a given project. You run the risk
of only answering the problems of the moment. This
is why I think it is important to have an account of
the long history related to that specific project or
topic. It is the mix of these two things, being conscious about history and being critical about the spirit of
the moment that will allow you to tackle more
pressing problems and also endure in time.
12 BK IN FOCUS
B NIEUWS 04 25 NOVEMBER 2013
GEZOCHT
STUDENTEN MET PASSIE
ZE NOEMEN ZICH ‘DE PASSIEGROEP’, ZE ZIJN ENTHOUSIAST EN GEDREVEN MET, INDERDAAD, VEEL PASSIE VOOR HET VAK.
ALS VERLENGSTUK VAN HET ONDERWIJS WILLEN ZIJ VOOR DE STUDENT EIGENLIJK MAAR ÉÉN DING: MÉÉR! MEER KENNIS,
MEER KWALITEIT, MEER PRAKTIJK, MEER OP HET GEBIED VAN DE BESTAANDE WOONOMGEVING EN VOORAL VEEL MEER
SOCIALE DUURZAAMHEID IN DE ARCHITECTUUR.
DOOR JANE STORTELDER
In januari 2012 is prof. dr. ir. Anke van Hal vanuit haar eigen fascinatie de groep ‘Passie Bestaande Woonomgeving’ begonnen. Samen
met student-assistent Jessica de Boer organiseert zij, als aanvulling op het curriculum, verdiepende lezingen, workshops en excursies op
maat voor alle studenten die de passie voor de
huidige opgave en de omgevingspyschologische kant van het vak delen. De kennis die
Anke van Hal de afgelopen 25 jaar als duurzaamheidsspecialist op heeft gedaan, wil zij nu
inzetten om aan studenten te laten zien dat
duurzaamheid niet iets is dat er ook nog bij
moet, maar dat het juist leuk is. “Ik wil graag
meegeven dat duurzaamheid heel inspirerend
kan zijn en dat het de ontwerpkwaliteit aanzienlijk kan vergroten.”
De Passiegroep buigt zich onder andere over de
vraag hoe op duurzame wijze om te gaan met
de bestaande woonomgeving. Een goed voorbeeld is de aanpak van wijken uit de jaren ’60
en ’70, waar veel mensen met een laag inkomen wonen. Volgens Van Hal is het van groot
belang om alle aandacht, energie en creativeit
te richten op de bewoners om zo een bijdrage
te kunnen leveren aan het wooncomfort en de
kwaliteit van de woonomgeving. “Mensen
moeten zich prettig voelen in hun woonomgeving; ontwerpers kunnen hier een grote impact
op hebben.” Omgevingspsychologie speelt een
belangrijke rol, een onderwerp waar wij als
studenten tijdens onze studie vaak te weinig
over leren en dus te weinig over weten. Het
draagvlak om dit aspect meer te integreren in
het bachelorprogramma wordt op de faculteit
steeds groter. Vanuit de sector komt ook steeds
meer vraag naar kennis over de bestaande
woonomgeving, maar ondanks goede ontwik-
kelingen, is er op dit moment veel kennis uit de
praktijk die de student nog niet bereikt.
De Passiegroep heeft ook een praktische ontstaansgeschiedenis: de werkgelegenheid van
de architect en de bouwkundige ligt in de toekomst in toenemende mate in de bestaande
woonomgeving. De Passiegroep biedt een platform waar extra kansen en kennis wordt geboden aan studenten die zich interesseren voor
het onderwerp. Om een verdieping in het studieprogramma aan te brengen, wordt de ervaring van verschillende professionals ingezet.
Op deze manier wordt kennis overgedragen
aan studenten en wordt een brug geslagen tussen theorie en praktijk en tussen student en
professionals. Volgens Van Hal staan zij te trappelen om de nieuwe lichting studenten beter te
leren kennen: “De professionals uit mijn netwerk vinden het leuk om hun kennis te delen
met de student. Bovendien ontmoeten zij graag
jonge, enthousiaste mensen om in de toekomst
mee samen te werken. Het mes snijdt aan twee
kanten.”
"Er is op dit
moment veel kennis
uit de praktijk die
de student nog niet
bereikt" Anke van Hal
De groep wordt gekenmerkend door zijn vrijblijvende, open en enthousiaste karakter: iedereen met interesse is van harte welkom. Op
dit moment komt een gevarieerde groep studenten eens per maand samen. Zowel bachelorals masterstudenten met verschillende achter-
Anke van Hal
gronden ontmoeten elkaar tijdens de
georganiseerde lezingen met een hapje en een
drankje. Zeker is dat ook eerste-, tweede- en
derdejaars studenten juist door hun frisse kijk
op de architectuur veel kunnen bijdragen: “Iedereen in de sector is op zoek naar antwoorden
met betrekking tot de opgave in bestaande
woonwijken. Studenten staan vaak open voor
nieuwe dingen en kunnen met hun ideeën een
enorme bijdrage leveren om zo professionals op
een nieuw spoor te brengen”, aldus Anke van
Hal.
De studenten komen zelf met hun interesses en
onderwerpen, waarna Anke van Hal een geschikte professional uit haar netwerk uitnodigt.
Op deze manier wordt als het ware kennis op
maat geleverd: de student vraagt, de Passiegroep antwoordt.
In de toekomst wil de groep ‘Passie Bestaande
Woonomgeving’ er ook andere faculteiten bij
betrekken, zodat studenten onderling meer
kennis kunnen uitwisselen. Het is niet meer het
doel om een zo groot mogelijke groep te creëren, maar om juist de gemotiveerde mensen
aan te spreken die de passie en het enthousiasme delen. Voor deze mensen wil de Passiegroep zich blijven inzetten zodat idealen verwezenlijkt kunnen worden en een echte
kwaliteitsslag kan worden geslagen. De reactie
vanuit de huidige groep is erg positief, maar
nieuwe enthousiastelingen zijn meer dan welkom!
Ook enthousiast geworden? Mail naar [email protected] om je aan te melden voor
de nieuwsbrief
Agenda
Prof. dr. ir. Anke van Hal studeerde en promoveerde aan de TU Delft. Sinds 1 november
2007 is zij praktijkhoogleraar Sustainable
Housing Transformation binnen de sectie
Housing van de faculteit Bouwkunde. Daarnaast is ze sinds 2008 professor Sustainable
Building & Development op het Center for
Sustainability van Nyenrode Business Universiteit.
In 2011 en 2009 werd ze door het dagblad
Trouw uitgeroepen tot een van de honderd
duurzaamste mensen in Nederland. In 2012
en 2013 behaalde ze de 2e en 3e plaats in de
Duurzame 50 Vastgoed NL.
12 november: Bestaande woningen écht
duurzaam maken, hoe doe je dat?
17 december: Omgevingspsychologie en
healing environments.
7 januari: (Vervolg op 17 december)
Architectuur en interactie tussen mens en
omgeving.
februari: Reeks van video-calls met
studenten in Canada.
22 april: Excursie naar GGZ Zusterflat Aan
't Verlaat in Delft.
10 juni: Hoe realistisch is jouw ontwerp?
De locatie wordt later bekend gemaakt
BK IN FOCUS 13
IN SEARCH OF
CULTURAL RESILIENCE
WITH THE GOVERNMENT PASSING THE RESPONSIBILITY OF THE CONSERVATION OF MONUMENTAL BUILDINGS ONTO ITS
MUNICIPALITIES, THERE IS A GROWING NEED TO ADAPT MONUMENTS IN ORDER TO PRESERVE THEM. EVERYONE FROM
POLITICIANS TO ARCHITECTS SHOULD RETHINK THE WAY THEY APPROACH THE PRESERVATION OF MONUMENTS.
MARIEKE KUIPERS, PROFESSOR OF CULTURAL HERITAGE IN DELFT, WILL LEAD A SEMINAR THAT WILL INTRODUCE NEW
CONCEPTS AND METHODS TO TACKLE THIS URGENT ISSUE.
BY DAPHNE BAKKER
What is the aim of the seminar?
The seminar’s object is a fresh perspective in the ongoing discussion on
the value of monuments and how we appreciate them. Recently the
Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (Archaeology),
Instituut Collectie Nederland (Art collection and Central Laboratory) and
Rijksdienst voor de Monumentenzorg (Monuments care) - three very
different heritage preservation sectors with different traditions, merged
into the National Agency for Cultural Heritage. This fusion will require a
new approach to the preservation of monuments. These aren’t always
precious antiquities that may not be touched, but historical buildings that
just like other buildings have the funcion to accomodate people. This past
century, we focused mainly on how to conserve the historical forms and
materials of a monument as much as possible. But in the 21st century we
need to think of how we can respectfully adapt a monument that will
match the needs of its inhabitants while strengthening the building's
character.
Is there a growing urgency to change the way we deal with the
conservation of our monuments?
Yes, I think so. Currently there are various theories on conservation, which
are primarily based on ethical notions of preserving the original state of
the monument. This is the literal definition of conservation. But the
greatest challenge we face is to move forward and upcycle the use of a
historic building. We need to make monuments function according to
current and future demands. To achieve this, intervention is often
necessary. Take our own faculty for example. It was always meant for
education, originally Chemistry education, but after the previous building
burnt down in 2008, it was required to accommodate an Architecture
Faculty in the 21st century. Alongside a philosophy based on conservation
ethics, we need intervention ethics, which examine the limits and
opportunities of a monument. These limits and opportunities can be
explored through the analysis of the cultural carrying capacity of a
monument.
How would you define the cultural carrying capacity of a monument?
That’s the most difficult question. A monument is a memory shaped by its
form and material. We also assign a historical, aesthetic and social
significamce to it. It’s these material and immaterial aspects that help define
the cultural carrying capacity of a monument. It is a term that embraces not
just the skeleton, skin and interior of a monument, but also its space and
atmosphere.
Is finance the most important factor in saving the monuments?
Not necessarily. It might sound a bit counterintuitive, but the most important
factor is imagination. Take the Olympic Stadium from 1928 in Amsterdam.
For their proposal to attract the Olympics to the Netherlands, the Olympic
Committee was willing to make enormous investments to enlarge and
update the stadium for a one-off event that will leave them with an enormous
debt. With imagination you can foresee this kind of problems, how it will
impact your future, and make sound and weighted decisions accordingly.
Imagination is required to find the most suitable use for a monument.
Prof.dr. Marieke Kuipers
Photography - Job Jansweijer
Cultural Resilience - the seminar
Preserving monuments and listed buildings is all about change and
conserving the built environment. On 29 November, RMIT is organising a seminar on cultural resilience. The seminar will focus on the
methods and concepts that are available or need to be developed in
order to determine the cultural carrying capacity of a monument or
listed building.
This will involve identifying the parameters, values and architectural
approaches that ultimately determine a historical building's cultural
capacity to tolerate change.
A booklet on cultural resilience, edited by Marieke Kuipers and Wido
Quist and published by Delftdigitalpress, will be launched and be
made available to participants.
You can register by sending an e-mail to l.verschuren-vanrijsbergen@
tudelft.nl. The participation fee is EUR 45, EUR 20 for students. This
includes the publication. You will be sent an invoice after registration.
14 FORUM
B NIEUWS 04 25 NOVEMBER 2013
Exploring Activism
in Architecture
ROBERT NOTTROT
Uitstapje
Vroeg in de morgen, donker
en koud. Een warm-ronkende
bus staat klaar. Tijdens het
instappen is er enige onrust: de
chauffeurs constateren te
weinig zitplaatsen. Na nog een
trekje aan mijn sigaret en de
geruststelling dat de chauffeurs
niet kunnen tellen, bezet ik de
laatste vrije stoel en zijg neer
naast een hoogleraar, die ik
uiteraard ken, maar voor het
eerst groet. De schemering is
ons excuus om nog een tijdje te
zwijgen. Er wordt een lijst
doorgegeven. Naam en
geboortedatum moeten
worden ingevuld: R. J. Nottrot
– 9 juni 1952. Mijn buurman
volgt. “Ik ben van 8 juni, de
verjaardag ook van Frank Lloyd
Wright”, zegt hij. “Oh, ik bijna
ook, want ik werd middernacht
geboren, tijdens het verjaarsfeest van mijn grootmoeder”,
reageer ik. “Hé, en mijn
grootmoeder is van 7 juni”,
zegt hij direct. Het ijs is
gebroken. Ik ben opgelucht: wij
zullen elkaar voortaan groeten.
De excursie kent een vol
programma. Architecten
houden van stress, zo lijkt het.
Bus in, bus uit. Gebouw in,
gebouw uit. Steeds te kort om
goed te kijken en dan fotograferen als surrogaat. Ieder
moment een aanleiding om
informatie of grapjes te delen
met elkeen die toevallig in de
buurt is. Soms zeg je iets voor
niets, omdat diegene waartoe
je je gericht achtte door een
andere gebeurtenis ineens je
toehoorder niet meer blijkt te
zijn. Sans rancune. De algemene stemming is die van
opwinding en er wordt veel
gelachen.
Tijdens de reis retour zit ik
naast een bekende. Zij werkt
ondersteunend in de hal van
vormstudie. Wij werken vaak
samen en groeten elkaar op de
faculteit veelvuldig. Het is
donker in de bus en veel
reisgenoten zijn ingedommeld.
Wij praten ondertussen
intensief. Van alles passeert de
revue, veelal zaken die wij nog
nooit met elkaar deelden. Mijn
interesse voor mijn buurvrouw
groeit en neemt de vorm aan
van bewondering. Als we
stoppen voor het avondeten sta
ik op naast een ‘ander’ mens,
een ‘nieuwe’ vriend.
Uitstapjes tijdens het werk,
eens uit de routine stappen, is
als het betreden van een
nieuwe wereld, verdieping van
het dagelijkse.
In the past decade, more and more
projects, theories and organizations
driven by the goal of social transformation have emerged within the
architectural discipline. The asymmetric income and resource distribution
of global capitalism and the lack of
democracy and participation in
privatized urban development have
led to social and political awareness
being increasingly important when
approaching the field of architecture.
Architecture for Humanity, a nonprofit organization that brings
architectural solutions and professional services to communities in need, is
a prime example of this growing
movement of socially engaged
architects1. The notion of ‘activism’,
defined as “taking intentional action
to instigate change on behalf of a
neglected group”, is closely related to
this development2. The lecture series
and debate Activism in Architecture,
that took place last Wednesday
November 13, are part of a group
research conducted within Explore
Lab to collectively explore the notion
of activism in architecture.
Today, in modern capitalist societies
building activity is produced as a
commodity. This means that the
planning, design and construction of
buildings have become aspects that
are primarily developed to create
exchange on the market. The transformation of architecture into a
commodity “produces a fundamental
shift in the functional and social
objectives of building production”3.
The values and qualities of the
“commodified” built environment
tend to be defined in monetary terms
and the defense of property4. Within
this context it is increasingly difficult
to develop built environments that
prioritize the human needs of the
inhabitants. In the Dutch TV-program
De Slag om Nederland multiple cases
of excessive real estate speculation in
the Netherlands are exposed, for
instance by Dutch city councils and
corporations5.
To solely criticize architects and urban
planners for the failures in the built
environment would miss the bigger
picture. However, architecture as a
discipline remains inherently political,
as architects either negate or confirm
a position within the capitalist
system6. Currently, the role architects
play in the creation of space tends to
be passive, as designers often simply
react to short-term market led
demands of clients and developers7.
The question is then, how architects
can play a more active, socially and
politically aware role in the processes
related to the creation of space.
The afternoon on activism in architecture aimed at investigating issues like
these, looking at the topics of public
space, participation and the changing
role of the architect. The speakers
that participated in the debate were
architect Hein de Haan, sociologist
Katusha Sol of Placemakers and
architect Sven Hoogerheide of
Space&Matter.
One of the main conclusions from the
debate is that the role of the architect
in transforming capitalist urban
development is limited. As the
speakers showed with their projects,
the scale is mostly rather small, but
the impact can be big. The role of the
architect changes, because the
context is changing; in that sense this
role can again become more active.
Working (closer) together with other
disciplines and clients seems to be the
motto. And what about participation?
“Direct participation is always a very
good inspiration, mainly concerning
the program, but you should be
careful taking it too literally,” is what
routinier Hein de Haan stressed
during the inspiring afternoon.
by Eric de Ridder, Joost de Bont,
Maarten Kempenaar, Martje Thelen
and Sara Frikech
[1] Architecture for Humanity (2013)
Architecture for Humanity. Online.
Available from http://architectureforhumanity.org Accessed August 11
2013.
[2] Fuad-Luke, A. (2009) Design
Activism - Beautiful Strangeness for a
Sustainable World. London: Earth
Scan, p79.
[3] Till, J. and Schneider, T. (2009)
‘Beyond Discourse: Notes on Spatial
Agency’, in: Footprint 4, p100.
[4]Till, J. and Schneider, T. (2009)
Idem. p100.
[5] De Slag Om Nederland (2013) ‘De
Slag Om Nederland’. VPRO. Online.
Available from http://programma.vpro.
nl/deslagomnederland/. Accessed
August 11 2013.
[6] Till, J. and Schneider, T. (2009)
Idem. p98.
[7] Till, J. and Schneider, T. (2009)
Idem. p100.
Deep-rooted sentiments? Interesting
views? Use forum as your
discussion platform! Send your
articles and letters to bnieuws-bk@
tudelft.nl. React on bnieuws.wordpress.com!
STREETS OF BK CITY 15
IN EVERY EDITION STUDENTS AND STAFF OF THE FACULTY OF
ARCHITECTURE ARE ASKED ABOUT THEIR OPINION. THIS TIME VISITED THE
LECTUCTE AND DEBATE 'EXPLORING ACTIVISM IN ARCHITECTURE'
WHAT DID YOU LEARN
FROM THE LECTURE AND
DEBATE?
Benjo Zwarteveen, BSc6
The lecture on participation
was very enlightening. It
revealed to me that architects
should engage more with their
clients during the design
process. I think that architects
are afraid of this, because to
them it might mean losing the
freedom for artistic expression.
Sara Maani, architecture
student from Aachen and
Milan, The themes raised in
the debate were all very
interesting. I think it is not
enough to teach students how
to be good architects, but also
to be responisble towards
society.
COLOFON
B Nieuws is a four-weekly
periodical of the Faculty
of Architecture, TU Delft.
Faculty of Architecture,
BK City, Delft University of
Technology
Julianalaan 134,
2628 BL Delft
room BG.Midden.140
Janneke van der Leer,
starting Urbanism in 2014
The message that stuck with
me was that we need to
become specialists in the
things we enjoy doing. There
are so many possibilities if you
just grab hold of the opportunities provided to you. The
speakers are aware of what is
happening within our society
and use that as their starting
point to improve our built
environment.
Sven Hoogerheide, architect
Many thought-provoking
projects were presented and it
made me realize that there is a
lot that can be achieved. All
the different themes that were
touched upon revealed that
many exciting possibilities are
possible.
[email protected]
b-nieuws.bk.tudelft.nl
issuu.com/bnieuws
Cover illustration
The resilient river, David
Klinkhamer
Editor-in-chief
Manon Schotman
Contributors
Robert Nottrot
Karin Laglas
Eric de Ridder
Joost de Bont
Maarten Kempenaar
Martje Thelen
Sara Frikech
Editorial Board
Edo Beerda
Jane Stortelder
Brigitte O'Regan
Daphne Bakker
Maarten Kempenaar, Explore
Lab, MSc4
The diversity of the speakers
was very appealing. The
lectures weren’t passive and
left room for interpertation and
debate. And that is important.
Thomas Dillon Peynado, BSc6
What struck me the most is
that there is so much information available within the faculty,
but this is not reflected within
our curriculum. The knowledge
I was exposed to today would
have been very useful in my
past projects.
Lun Liu
Anna Wojcik
Editorial Advice Board
Marcello Soeleman
Sue van de Giessen
Inge Pit
Robert Nottrot
Linda de Vos,
Pierijn van der Putt
Katusha Sol, Placemakers,
sociologist
What struck me the most was
the fact that there is a huge
gap between what students
are taught and the reality of
the practice. In real life you
have to deal with a context
that is shaped by politics,
finance and many other factors.
The fact that this debate shed
light on this was very informative.
Hein de Haan, architect
I was expecting to hear
counter arguments towards
participation and how it limits
creativity. Fortunately, this was
not the case. I think that
architects should make a
proposal for spatial organisation, but why would they have
the last say in how and where a
person should live. Including
the inhabitants in the design
process will enrich the resulting
building.
Print
Drukkerij Tan Heck, Delft
Next deadline
29 November 2013, 12.00
PM, B Nieuws 05, Januari
2013 Illustrations only in *.tif,
*.eps or *.jpg format,
min 300 dpi
The editorial board has the
right to shorten and edit
articles, or to refuse articles
that have an insinuating,
discriminatory or vindicatory
character, or contain
unnecessary coarse language.
The editorial board informs
the author(s) concerning the
Unsolicited articles can have a reason for it’s deciscion,
maximum of 500 words,
directly after is has been
made.
announcements 50 words.
AGENDA
B NIEUWS 04 25 NOVEMBER 2013
WEEK 50
WEEK 48
Conferentie
Wijk BV Bospolder
Tussendijken
Conference
Writingplace
25.11.2013 -27.11.2013
The international conference
‘Writingplace - literary methods
in architectural research and
design’ will be held from 25 to 27
November. The second in a series
of conferences on the subject of
architecture and fiction, it will
focus on the role of literature as a
means of approaching design.
BKCity, Berlage Rooms / RSVP
writingplace.org
Debat
Gewoon Zelfbouw
26.11.2013
Hoe staat het anno 2013 met
zelfbouw in Amsterdam?
Zelfbouw heeft door de
afgelopen jaren heen een eigen
dynamiek gekregen en staat niet
meer in de kinderschoenen.
Kunnen we stellen dat zelfbouw
volwassen gewoon is geworden?
In de aanloop naar 26 november
gaan onze gastsprekers Dick van
Gameren (architect en hoogleraar) en Kai van Hasselt (trendanalist stedelijke ontwikkeling)
samen met het team Zelfbouw
(gemeente Amsterdam) op
verkenning langs verschillende
zelfbouwprojecten in Amsterdam.
Amsterdam, Pakhuis de Zwijger
/ 17:00
dezwijger.nl
Lecture
DK@BK - Kristian Ahlmak
and Kim Herforth Nielsen
28.11.2013
On 28 November, Kristian
Ahlmak (Schmidt Hammer
Larssen Architects) and Kim
Herforth Nielsen (3xN) will give a
lecture.
BKCity, Oostserre /18:00 20:00
bk.tudelft.nl
Lecture
Mediated Spaces
29.11.2013
The Berlage Center for Advanced
Studies in Architecture and Urban
Design will present a public
lecture, entitled ‘Mediated
Spaces' by Aglaia Konrad.
BKCity, Room K/14:00 / RSVP
theberlage.nl
SPOT !
T
LIGH
WEEK 49
Thesis Defence
Karan August: Building
Beauty
02.12.2013
"Building Beauty: Kantian
aesthetics in a time of dark
ecology." | Promotor 1: Prof.dr.
A.D. Graafland (Bk), copromotor:
Dr.ir. L.S. Schrijver (UHD-Bk).
TU Delft, Aula /12:30
bk.tudelft.nl
Presentatie
Solutions?
03.12.2013
SOLUTIONS? is de derde
presentatie van SOCIALDESIGNFORWICKEDPROBLEMS; het
publieke onderzoeksproject
waarvoor kunstenaars en
ontwerpers alternatieve
werkwijzen en strategieën
ontwikkelen voor maatschappelijke vraagstukken op het gebied
van buurtoverlast, financieel
bewustzijn en obesitas.
Amsterdam, Pakhuis de Zwijger
/20:00 - 22:00
socialdesignonderzoek.nl
10.12.2013
We bevinden ons middenin een
grote en belangrijke transitie.
Steden en wijken gaan op een
andere manier ontwikkeld
worden. Burgers en bedrijven
zullen actief participeren, zonder
grote overheidssubsidies. En de
traditioneel grote partijen in
wijkontwikkeling, gemeenten en
corporaties, zullen een veel
bescheidener rol spelen,
gedwongen door een veranderde
markt en veranderende
instituties. Dit biedt kansen voor
nieuwe partijen en voor een
andere wijkaanpak.
Rotterdam /15:00 - 21:00
bk.tudelft.nl
Conferentie
Vormgeving @
Stimuleringsfonds
10.12.2013
Op dinsdag 10 december
organiseert het Stimuleringsfonds
onder leiding van Ruben Maes
een publieke bijeenkomst over
vormgeving. Wat zijn de
belangrijkste en actuele thema’s?
En hoe kan het fonds bijdragen
aan de ontwikkeling en betekenis
van dit ruime vakgebied?
Amsterdam, Lloyd Hotel
stimuleringsfonds.nl
Thesis Defence
Leeke Reinders: Buitenwijken
04.12.2013
"Harde stad, zachte stad:
moderne architectuur en de
antropologie van een buitenwijk"
Promotor 1: Prof.dr. P.J.
Boelhouwer (Bk)
TU Delft, Aula /12:30
bk.tudelft.nl
Bijeenkomst
Architectenplatform
Rotterdam #9
04.12.2013
Op de agenda van de 9de
bijeenkomst van het
Architectenplatform Rotterdam
deze keer het programma van
het IABR 2014, en het FuturA
onderzoek van BNA-TUDelftRadboud Universiteit naar nieuwe
verdien- en organsatiemodellen
voor architectenbureaus.
Rotterdam / RSVP
airfoundation.nl
Congres
Landelijk Congres
Openbare Ruimte dag 2
11.12.2013
'Identiteit maakt verantwoordelijk'.
Op de tweede LCOR-congresdag
in Zaanstad wordt gekeken welke
rol identiteit speelt in de openbare
ruimte en de betrokkenheid van
de burger. Want hoe creëer je bij
burgers het gevoel van
eigenaarschap?
Zaanstad / 09:30 - 15:45
lcor.nl
Lecture
DK@BK - Tranberg and
Julien de Smedt
12.12.2013
On 12 December, Lene Tranberg
(Lundgaard & Tranberg) and
Julien de Smedt (JDS Architects)
will give a lecture.
BKCity, Oostserre /18:00 20:00
bk.tudelft.nl
Presentation
90 Minutes of Frame #1:
Fashion
17.12.2013
90 Minutes of Frame is a live
version of the magazine and
presents a programme of lectures
and debates. The first edition
welcomes Pieter Kool (head of
design and development at
fashion brand G-Star RAW) for an
exclusive presentation about the
company’s design philosophy.
Kool’s Keynote offers rare
insights into G-Star RAW’s
creative DNA, which extends to
fashion shows, retail showcases
and collaborations that result in
outputs such as furniture and
vehicles.
Amsterdam, Pakhuis de Zwijger
/ 20:00
designhuis.nl/
Lecture
Alice Twemlow on
design criticism
18.12.2013
This lecture by Alice Twemlow
dives into the notion that the
venues for design criticism in the
shape of newspaper and
magazine columns are few and
far between and most design
critics are not paid enough to
make a living solely as writers.
For the most part, design
criticism, has always been a
dispersed and fugitive enterprise,
inhabiting the interstices
between the media’s subject
silos, and, beyond publishing,
shaping the approaches, activity
and output of museums,
institutions, professional
associations, schools, publishing,
research, and retail.
Designhuis Eindhoven /16:30 17:00
designhuis.nl/
EXHIBITIONS
Lecture Series DK@BK
On November 14th, a lecture
series featuring new and up and
coming Danish architects, as
curated by Jacob van Rijs, was
initiated at TU Delft. As a visiting
professor, Jacob was asked to
choose a highly relevant topic for
the annual Capita Select Lecture
Series. It seems that Denmark has
replaced the Netherlands as the
hippest country in the world for
architecture.
WEEK 51
November 28th: Kristian Ahlmak
(Schmidt Hammer Larssen Architects) en Kim Herforth Nielsen
(3xN)
December 12th: Lene Tranberg
(Lundgaard & Tranberg) en Julien de
Smedt (JDS Architects)
Location: BK City, Faculty of
Architecture,TU Delft
The Chanel Legend
Gemeentemuseum Den Haag /
till 02.02.14
Kazimir Malevich and the
Russian Avant-garde
Stedelijk Museum /19.10.13 02.02.14
William Klein
FOAM /20.12.2013 - 12.03.2014
Zwart & Wit
Tropenmuseum / till 01.07.2014