BEGROTING 2015 Versie KdV 25-9-2014

Programmabegroting 2015
en meerjarenraming 2016-2018
September 2014
Colofon
Gemeente Súdwest-Fryslân
Postbus 10.000
8600 HA Sneek
(0515) 48 90 00
www.sudwestfryslan.nl
Status: concept-definitief
Versie: 25 september 2014
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
2
Leeswijzer
Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2018
De gemeenteraad geeft ieder jaar voor alle taken en activiteiten in een begroting aan welke
financiële middelen hiervoor beschikbaar zijn (baten) en hoe we deze middelen inzetten (lasten).
De begroting bestaat uit een aantal onderdelen:
1.
Bestuurlijke hoofdlijnen
We brengen de beleidsmatige keuzes in beeld samen met de financiële hoofdlijnen. We leggen een
relatie met de ambities uit het Coalitieakkoord. De wijzigingen ten opzichte van de Perspectiefnota
(gemeenteraad, juli 2014) lichten we toe. Zo is op hoofdlijnen een presentatie van lasten en baten
mogelijk in meerjarenperspectief. Enkele onderdelen krijgen specifieke aandacht zoals de aanpak
rond de besparingen, de indicatoren en de doorontwikkeling van de planning- en controlcyclus.
2.
Programma’s
We vermelden per programma de gewenste maatschappelijke effecten, ontwikkelingen en beleidskaders. Ieder programma is onderverdeeld in een aantal beleidsvelden (bestuurlijke producten).
Hier geven we aan hoe we de gewenste maatschappelijke effecten gaan realiseren en wat dit kost.
Het onderdeel programma’s is een verplicht onderdeel van de begroting (artikel 7 BBV).
3.
Paragrafen
We geven in enkele paragrafen voor enkele specifieke onderdelen een toelichting. Het gaat hier om
lokale heffingen, weerstandsvermogen/risicobeheersing, onderhoud kapitaalgoederen, financiering,
bedrijfsvoering, verbonden partijen en grondbeleid. Het zijn verplichte onderdelen van de begroting
(artikel 9, lid 2 BBV).
4.
Aanzet nieuwe opzet Sociaal Domein
Met ingang van 2015 krijgen de gemeenten er extra taken bij als gevolg van de transitie/transformatie binnen het Sociaal Domein (Zorg, Werk, Jeugd en Passend Onderwijs). Het vraagt om
een nieuwe opzet binnen de begroting. We vermelden de te hanteren aanpak.
5.
Aanvullende toelichting financiële begroting
We lichten de financiële begroting aanvullend toe met een nadere algemene en financiële uitleg.
6.
Bijlagen
In enkele bijlagen hebben we overzichten opgenomen van onder meer de reserves en voorzieningen,
het investeringsprogramma, de subsidieontvangers en het EMU-saldo.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
3
Inhoudsopgave
1.
Bestuurlijke hoofdlijnen ........................................................................................5
1.1. Inleiding .......................................................................................................5
1.2. Nieuwe bestuursperiode en Coalitieakkoord ............................................................6
1.3. Begroting op hoofdlijnen ...................................................................................7
1.3.1. Lasten en baten per programma ........................................................................7
1.3.2. Van Perspectiefnota naar Programmabegroting met meerjarenraming .........................9
1.4. Aanpak Sociaal Domein ................................................................................... 13
1.5. Besparingen ................................................................................................. 13
1.6. Indicatoren en doorontwikkeling planning- en controlcyclus ...................................... 14
2.
Programma’s ................................................................................................... 17
2.1. Vooraf ......................................................................................................... 17
2.2. Programma’s 0-9 ............................................................................................ 18
Programma
Programma
Programma
Programma
Programma
Programma
Programma
Programma
Programma
Programma
3.
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Leefbaarheid, sociale samenhang en maatschappelijke ondersteuning .............. 19
Werk, participatie en inkomen .............................................................. 23
Jeugd en onderwijs ............................................................................ 27
Sport, kunst en cultuur ........................................................................ 31
Veiligheid, orde, handhaving en toezicht .................................................. 35
Ruimte, wonen, economische verscheidenheid, sleutelsectoren, gastheerschap .. 37
Wegen, water en groen (incl. parkeren) ................................................... 42
Milieuzorg, energie en duurzame groei .................................................... 46
Dienstverlening, bestuur en burgerzaken .................................................. 48
Algemene dekkingsmiddelen ................................................................. 52
Paragrafen ...................................................................................................... 56
3.1. Vooraf ......................................................................................................... 56
3.2. Paragrafen 1-7 ............................................................................................... 56
Paragraaf
Paragraaf
Paragraaf
Paragraaf
Paragraaf
Paragraaf
Paragraaf
4.
1
2
3
4
5
6
7
Lokale heffingen ................................................................................... 57
Weerstandsvermogen en risicobeheersing .................................................... 61
Onderhoud kapitaalgoederen ................................................................... 66
Financiering ........................................................................................ 70
Bedrijfsvoering ..................................................................................... 77
Verbonden partijen ............................................................................... 79
Grondbeleid ........................................................................................ 84
Aanzet nieuwe opzet Sociaal Domein ...................................................................... 88
4.1. Algemeen ..................................................................................................... 88
4.2. Beleidsmatige aanpak van de verzilveringsstrategie ................................................. 88
4.3. Financiële aanpak op hoofdlijnen........................................................................ 90
4.4. Acties om verzilvering te realiseren ..................................................................... 93
4.5. Risico-inschatting ........................................................................................... 94
4.6. Aanpak en planning ......................................................................................... 94
5.
Aanvullende toelichting financiële begroting ............................................................ 97
5.1. Algemene toelichting ...................................................................................... 97
5.2. Specifieke financiële toelichting ......................................................................... 98
6.
Bijlagen ......................................................................................................... 102
Bijlage A – Overzicht reserves en voorzieningen ........................................................... 103
Bijlage B – Investeringsprogramma ........................................................................... 109
Bijlage C – Overzicht subsidieontvangers .................................................................... 110
Bijlage D – Berekening EMU-saldo............................................................................. 113
Bijlage E – Meerjarenoverzicht Algemene Uitkering 2015-2018 ......................................... 114
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
4
1.
Bestuurlijke hoofdlijnen
1.1. Inleiding
In mei 2014 is een nieuw college aangetreden en is het Coalitieakkoord 2014-2018 ‘Samen Krachtig’
gepresenteerd aan de gemeenteraad. Er zijn nieuwe ambities die gestalte krijgen in samenhang met
eerdere beleidskeuzes. Hiervoor is in de Perspectiefnota (gemeenteraad, juli 2015) al voor een deel
extra financiële ruimte gereserveerd. De Programmabegroting geeft in samenhang zicht op de
financiële huishouding voor de periode 2015-2018.
We hebben in het Coalitieakkoord een scherpe financiële koers aangekondigd. Nieuwe ambities op
economisch en sociaal vlak geven de gemeente nieuwe impulsen. Het is goed om te zien dat dit
voor 2015 kan gebeuren met een begroting die sluitend is, ook in meerjarenperspectief. Er zijn ook
ambities die we nog niet kunnen invullen. Daarom blijft het nodig om binnen de krappe financiële
mogelijkheden nieuwe wegen te vinden om extra financiële armslag te krijgen.
Het opstellen van de begroting gebeurt tegen de achtergrond van een zich langzaam herstellende
economie. Maar er staat ook een ingrijpende transitie/transformatie binnen het Sociaal Domein op
stapel. Ook ontwikkelingen rond de grondexploitaties blijven onzeker. Besparingen, zoals we die
eerder hebben aangekondigd, blijven nodig om in meerjarenperspectief in financiële zin op koers te
blijven. De keuzes in de begroting leiden, met inachtneming van de reguliere inflatiecorrectie,
nagenoeg niet tot een verhoging van de lastendruk voor de inwoners.
In het Coalitieakkoord is afgesproken om het economisch herstel ook in financiële zin te ondersteunen. Door bijvoorbeeld te investeren in een economisch actieprogramma, een woonaanvalsplan en
de zorgeconomie. Ook op het sociale terrein kiest het college voor een krachtige aanpak. Alleen zo
kan de transitie/transformatie op een goede manier gestalte krijgen. Het gebeurt met een sociaal
ontwikkelfonds en het investeren in vrijwilligersbeleid. Daarnaast werken we binnen een nieuwe
opzet met een verzilveringsaanpak. De aanpak is erop gericht om financiële tegenvallers binnen de
transitie/transformatie van het Sociaal Domein op te vangen.
Ondanks meerdere inspanningen blijven de verkopen binnen de diverse grondexploitaties achter bij
de verwachtingen. Het brengt risico’s met zich mee. Bij enkele projecten zijn afwaarderingen aan
de orde. De ingreep die dit begin 2015 bij het opstellen de Jaarrekening 2014 vraagt is nog onzeker.
Een eventuele afboeking van € 1,5 à 3 miljoen is denkbaar. Het vraagt om een scherpe monitoring
van de financiële gang van zaken in 2014 en het hieraan gekoppelde rekeningresultaat 2014. Daarom
stellen we voor om voorlopig behoedzaam om te gaan met de eerder beoogde eenmalige inzet van
het Ontwikkelfonds van € 1 miljoen.
Met de gekozen route hoeven we ten opzichte van eerdere keuzes niet extra te besparen. Wel
vragen al eerder gemaakte keuzes voor besparingen de komende periode zowel intern als extern de
aandacht. Het gaat dan om eerdere taakstellingen binnen het Sociaal Domein die vanuit het Rijk
zijn opgelegd, maar ook om interne besparingen op personeel en inkoop. Voor een deel van de
besparingen geldt dat we de opgaaf in dialoog met de samenleving gaan oppakken. De wijze waarop
we dat gaan vormgegeven is toegelicht aan de raad (september 2014).
De begroting is opgesteld in de periode tot en met medio september 2014 voordat de
Septembercirculaire 2014 beschikbaar kwam.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
5
1.2. Nieuwe bestuursperiode en Coalitieakkoord
Bij de start van de nieuwe bestuursperiode hebben we in de Perspectiefnota 2015-2018 (juli 2014)
een relatie gelegd tussen de nieuwe ambities uit het Coalitieakkoord en de financiële reikwijdte. We gaan uit van de
kracht van Súdwest-Fryslân en de kracht van omgevingsbewust
denken. We willen ook een ontwikkelgemeente zijn. Daarnaast ligt de nadruk op ‘samen’. Samen ontwikkelen, maar
ook samen bezuinigen. Samen besturen, maar ook samen
organiseren. De ambities die hieruit voortvloeien dalen neer
in vier thema’s: economisch vitaal, sociaal vitaal, financieel
vitaal en vitale clusters. Aanvullend pakken we rond het
thema ‘samen’ diverse externe en interne zaken op. In de
Perspectiefnota is besloten om een deel van de ambities al
mee te nemen in de Programmabegroting 2015.
Zowel voor ‘sociaal vitaal’ als ‘economisch vitaal’ is een jaarlijkse inzet van middelen mogelijk
(structurele inzet):
Nieuwe inzet Coalitieakkoord (structureel)
2015
2016
2017
2018
€
€
€
€
a.
Sociaal Ontwikkelfonds (deel structureel)
200.000
200.000
200.000
b..
Economisch Actieprogramma
250.000
250.000
250.000
250.000
450.000
450.000
450.000
450.000
Totaal
200.000
Ook incidenteel (eenmalig) is er geld beschikbaar om zaken op te pakken en aan te jagen:
Inzet nieuwe ambities
a.
b.
periode
Sociaal vitaal
> Invoeringsbudget Transitie/Transformatie Sociaal Domein
> Sociaal Ontwikkelfonds (deel incidenteel)
> Aanjaaggeld:
> Vrijwilligersbeleid
Subtotaal
Economisch vitaal
> Mensen aan het werk
> Social Impact Bonds
> Ontwikkelfonds
> Aanjaaggeld:
> Revolving fonds startende/ innovatieve bedrijven
> Woonaanvalsplan
> Zorgeconomie
Subtotaal
Totaal
beschikbaar
€
2014
2015
500.000
600.000
2015
100.000
1.200.000
2015
2015
2015
150.000
100.000
1.000.000
2015
2015
2015
100.000
50.000
100.000
1.500.000
2.700.000
Verder is gerelateerd aan “Financieel vitaal” de structurele aanpak van de kapitaalgoederen beter
ingeregeld, onder andere met een incidentele extra voeding van de bestemmingsreserve (€ 2 miljoen). Ook is de invoering van Precariobelasting voor kabels en leidingen aan de orde. We verwachten hier vooralsnog een structureel (jaarlijks) voordeel van € 500.000. Resterende opbrengsten
storten we eerst, voorzichtigheidshalve, in een bestemmingsreserve.
De doorwerking van de nu al ingevulde ambities binnen de diverse programma’s komen in Hoofdstuk
2 in beeld. De wenselijk geachte aanvullende aanpak rond de ambities vanuit het coalitieakkoord
komen in het voorjaar van 2015 aan de orde. De ambitie om als ontwikkelgemeente zaken tot stand
te brengen blijft onverminderd in beeld. Bij het opstellen van de Perspectiefnota zullen, afgestemd
op de dan actuele financiële ruimte, verdere mogelijkheden in beeld komen.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
6
1.3. Begroting op hoofdlijnen
1.3.1. Lasten en baten per programma
Lasten
De totale lasten van de begroting 2015 komen uit op bijna € 225 miljoen. Verdeeld per programma
ontstaat het volgende beeld (bedragen x € miljoen):
Het grootste aandeel in de lasten verantwoorden we in programma 1 Werk, participatie en inkomen.
Het gaat hier om 25,7% van het totaal.
Baten
De totale baten van de begroting 2015 komen uit op bijna € 225 miljoen. Verdeeld per programma
ontstaat het volgende beeld (bedragen x € miljoen):
Het overzicht laat zien dat het grootste deel van de baten valt binnen programma 9 Algemene dekkingsmiddelen. De algemene uitkering en de opbrengst van de belastingen verantwoorden we
namelijk op dat programma. Een ander belangrijk deel van de baten is opgenomen in programma 1
Werk, participatie en inkomen. Binnen dit programma verantwoorden we doeluitkeringen voor
werk, participatie en inkomen.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
7
Resultaat en bestemming
Programma’s
0.
Lasten
Baten
(bedragen x € 1.000,-)
Nadelig
Voordelig
saldo
saldo
31.034.626
1.394.135
29.640.491
1.
Leefbaarheid, sociale samenhang en
maatschappelijke ondersteuning
Werk, participatie en inkomen
57.828.604
46.305.706
11.522.898
2.
Jeugd en onderwijs
35.170.017
944.845
34.225.172
3.
Sport, kunst en cultuur
13.751.502
1.374.769
12.376.733
4.
Veiligheid, orde, handhaving en
toezicht
Ruimte, wonen, economische
verscheidenheid, sleutelsectoren en
gastheerschap
Wegen, water en groen (incl.
parkeren)
Milieuzorg, energie en duurzame groei
5.712.255
22.500
5.689.755
13.641.171
8.036.371
5.604.800
26.603.558
3.572.557
23.031.001
17.680.495
17.786.914
23.517.660
1.305.893
22.211.767
-458.211
140.841.294
-141.299.505
224.481.677
221.584.984
3.003.112
3.379.861
-3.072.697
5.
6.
7.
8.
9.
Dienstverlening, bestuur en
burgerzaken
Algemene dekkingsmiddelen
Totaal Programma’s
106.419
Voordelig saldo voor bestemming
Mutaties in reserve
106.419
-2.896.693
307.164
Voordelig saldo – subtotaal
Storting in Algemene reserve
176.004
-176.004
Saldo na bestemming
0
Waar hebben de mutaties in de reserves (grotendeels) mee te maken?
• Een mutatie in de reserves huisvesting onderwijs: € 2,1 miljoen.
• Bijdragen uit de reserve kapitaallasten: ruim € 0,5 miljoen (als dekking voor de betreffende
kapitaallasten).
• Een bijdrage uit de Algemene reserve: € 0,5 miljoen (als dekking van niet gehaalde inkomsten
toeristenbelasting en bouwleges, zoals vermeld in de Perspectiefnota 2015-2018).
Baten naar de bron
Kijken we voor de verdeling van de baten naar de ‘bron’ dan is de impact van de algemene uitkering
uit het gemeentefonds het grootst (ongeveer 51%). Daarnaast zijn de baten uit de doeluitkering
“Gebundelde uitkering voor inkomensvoorzieningen” belangrijk voor de financiële positie.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
8
1.3.2. Van Perspectiefnota naar Programmabegroting met
meerjarenraming
Vooraf
De begroting 2015 is gebaseerd op de keuzes in de Perspectiefnota 2015-2018. Ook relevante lijnen
uit de begroting 2014 trekken we door en we hanteren de uitgangspunten in de Conjunctuurnota
2015 (gemeenteraad, januari 2014).
Doorwerking Perspectiefnota in de Programmabegroting
Het is gebruikelijk om in de Perspectiefnota de zwaarwegende financiële beleidskeuzes vast te
leggen. De begroting bevat vervolgens de meer gedetailleerdere uitwerking van deze keuzes.
Nieuwe beleidskeuzes komen dan bij voorkeur bij de volgende Perspectiefnota in beeld. Wel is het
gewenst om voorafgaand aan de vaststelling van de begroting nog een scan op hoofdlijnen uit te
voeren met betrekking tot de keuzes uit de Perspectiefnota.
Perspectiefnota als vertrekpunt
In de Perspectiefnota is de financiële situatie in de volle breedte tegen het licht gehouden. Na
verwerking van de aspecten uit de Perspectiefnota ontstond het volgende beeld:
Overzicht opgaaf en maatregelen opgenomen in de Perspectiefnota 2014-2017
a. Saldi Meerjarenraming 2015-2018 (op basis
van Begroting 2014)
b. Autonome en onvermijdelijke ontwikkelingen
c. Nog aanwezige buffers
Subtotaal
d. Aanpak kapitaalgoederen
e. Precariobelasting (kabels/leidingen)
f. Huisvesting
g. Sociaal ontwikkelfonds
h. Economisch Actieprogramma
Saldo
2015
€
72.000
2016
€
53.000
2017
€
155.000
2018
€
403.000
-1.510.000
1.369.000
-69.000
198.000
500.000
-2.100.000
1.769.000
-278.000
337.000
500.000
-2.080.000
1.301.000
-624.000
1.664.000
500.000
-200.000
-250.000
179.000
-200.000
-250.000
109.000
-200.000
-250.000
1.090.000
-3.315.000
1.301.000
-1.611.000
1.664.000
500.000
200.000
-200.000
-250.000
303.000
Noodzakelijke aanpassingen
Bij het opstellen van de begroting komen er vaak kleinere of grotere noodzakelijke aanpassingen in
beeld. Er is aanleiding om op enkele (relatief kleinere) onderdelen tot een bijstelling van cijfers te
komen. De noodzakelijke aanpassingen waren bij de vaststelling van de Perspectiefnota (juli 2014)
nog niet (volledig) bekend en bleven zo buiten beschouwing. De aanpassingen moeten we als onvermijdelijk beschouwen. Het gaat om de volgende aspecten (zie ook het overzicht):
a. Veiligheidsregio
In juli 2014 is de raad geïnformeerd over de situatie rond de Veiligheidsregio (ook in financiële zin).
We hebben toen besloten om een zienswijze in te dienen, met het oog op een voorzichtiger financiële koers. Nu besparingen binnen de eigen organisatie aan de orde zijn, ligt het voor de hand dat
ook de Veiligheidsregio bespaart. Vooralsnog hebben we in meerjarenperspectief tot dusver de
financiële doorwerking van de Veiligheidsregio verwerkt tot en met 2017. Nu is ook 2018 meegenomen (extra kosten: € 86.000). Wanneer er alsnog in lijn met onze zienswijze sprake is van een
beperktere inzet dan levert dit voor ons een meevaller op.
b. Doorberekening kosten binnen tarief Afvalstoffenheffing
Bij de doorberekening van kosten binnen het tarief Afvalstoffenheffing spelen twee zaken:
• Vanuit het Rijk is aangekondigd dat er per 1 januari 2015 niet alleen een Afvalstoffenbelasting
gaat gelden voor stortafval (van kracht vanaf 1 april 2014) maar ook voor het verbranden van
afval. De toevoeging van het ‘verbranden van afval’ betekent voor Súdwest-Fryslân een extra
kostenpost van (naar schatting) € 200.000. Een meer uitgewerkte aanpak van het Rijk rond de
Afvalstoffenbelasting staat in het Belastingplan 2015 (beschikbaar vanaf medio september
2014). Op basis hiervan is waarschijnlijk nog een nadere aanscherping nodig/mogelijk. Overigens is de regeling mede gericht op het terugdringen van de uitstoot van CO2.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
9
•
In de beleidsnotitie afval, die op 14 november 2013 door de gemeenteraad is vastgesteld, is ervoor gekozen om alle kosten die gerelateerd zijn aan de inzameling en verwerking van
huishoudelijk afval aan de afvalstoffenheffing toe te rekenen. Zodoende rekenen we € 170.000
aan extra kosten toe.
We kunnen beide bedragen doorbelasten via de gemeentelijke Afvalstoffenheffing. Hierdoor is de
verwerking in het overzicht kostenneutraal. Wel betekent de verhoging van de heffing een lastenverzwaring voor de inwoners. De verhoging zetten we af tegen de totale stijging van de lastendruk
op basis van de belastingen Ozb, Afvalstoffenheffing en Rioolrechten. In de Conjunctuurnota 2015 is
opgenomen dat de Ozb met 1,4% inflatie mag stijgen terwijl de Afvalstoffenheffing en Rioolrechten
kostendekkend mogen zijn. Zonder de hiervoor aangegeven extra doorbelasting stijgt de lastendruk
met 0,98%. Berekenen we beide aspecten wel door dan stijgt de lastendruk met 2,15% (= circa € 10
per huishouden). Hier speelt mee dat de aanpak rond de Afvalstoffenbelasting een doorberekening
betreft van maatregelen op rijksniveau.
c. Verkiezingen
Door een aangepast tijdstip van de Tweede Kamerverkiezingen (vervroegde verkiezingen in 2012)
vinden de volgende verkiezingen niet plaats in 2017, maar al in 2016.
d. Overige mutaties
Bij het opstellen van de begroting is er altijd sprake van aanpassingen die leiden tot meerdere
actualisaties.
• Er is al enkele jaren sprake van een te hoge raming bij Markten en evenementen (extra kosten
€ 50.000) en Verhuur landerijen (extra kosten: € 60.000). In beide gevallen is er structureel
sprake van lagere inkomsten. Het is eerder gemeld in bestuursrapportages.
• Meerdere mutaties binnen het Sociaal Domein (voordeel per saldo € 140.000).
• Overige mutaties zoals (onder andere) dividend, rente, kapitaallasten (per saldo € 33.000).
Met de aanpassingen ontstaat het volgende overzicht:
Noodzakelijke aanpassingen in de
begroting (per jaarschijf)
Saldo na verwerking Perspectiefnota
Noodzakelijke aanpassingen:
a. Veiligheidsregio
b. Doorberekening in tarief
Afvalstoffenheffing
Afvalstoffenbelasting
- Extra kosten vanwege Afvalstoffenbelasting
- Doorbelasting via Afvalstoffenheffing
(extra inkomsten)
Overwerkvergoeding bij inzameling afval
- Extra kosten vanwege overwerk en extra
uitvoeringskosten
- Doorbelasting via Afvalstoffenheffing
(extra inkomsten)
c. Verkiezingen
d. Overige mutaties (saldo)
Aangepast totaal
2015
€
179.000
2016
€
109.000
2017
€
1.090.000
2018
€
303.000
-86.000
-200.000
-200.000
-200.000
-200.000
200.000
200.000
200.000
200.000
-170.000
-170.000
-170.000
-170.000
170.000
170.000
170.000
170.000
-3.000
176.000
127.500
-6.500
230.000
-127.500
-6.500
956.000
-6.500
210.500
Conclusie:
Ten opzichte van de Perspectiefnota vraagt een aantal actuele ontwikkelingen om een bijstelling
van cijfers. Voor een deel zorgt dit in relatie tot de Afvalstoffenheffing voor een beperkte
lastenverzwaring/lastenverschuiving. Gezien de beperkte omvang vinden we dit acceptabel.
Scan actuele ontwikkelingen
In de Perspectiefnota is eerder op zorgvuldige wijze gekomen tot een financieel vitale opzet. Wel
bestaat er op onderdelen zorg over de financiële houdbaarheid van aannames. Het gaat dan vooral
om de onderdelen Sociaal Domein, Grondexploitaties en Besparingen. In samenhang hiermee speelt
de Reservepositie.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
10
•
•
•
•
Sociaal Domein
De transitie/transformatie Sociaal Domein zorgt voor forse aanpassingen. De consequenties komen steeds duidelijker in beeld. In de begroting krijgt het onderdeel nadrukkelijk de aandacht,
met name in Hoofdstuk 4. In 2015 is er ten opzichte van de uit te voeren taken zo’n € 4,2 miljoen minder budget beschikbaar (waarvan € 3,6 miljoen direct is gerelateerd aan de transitie/transformatie). Vooralsnog gaan we er vanuit dat we deze forse taakstelling kunnen realiseren.
Grondexploitatie
Hoewel er sprake is van een zeker economisch herstel blijft de situatie rond de Grondexploitatie een punt van zorg. In de Bestuursrapportage (Berap, augustus/september 2014) is voor
jaarschijf 2014 een eventueel tekort van € 650.000 aangekondigd. Ook is eerder melding
gemaakt van noodzakelijke bijstellingen binnen enkele exploitaties die leiden tot een negatief
effect. Zo zijn er onderhandelingen met ontwikkelaars (Houkepoort, Harinxmaland) en
onderzoeken we een maximale opbrengst (Waterstad, in relatie tot een onderuitputting op het
krediet voor aanleg van de vaarverbinding). De exacte consequenties zijn nog in onderzoek. De
voortgang hiervan bespreken we met de gemeenteraad (oktober 2014). Wel is hier,
vooruitlopend op de nadere toelichting, een aanvullende winstwaarschuwing nodig. Bij het
opstellen van de Jaarrekening 2014 (april/mei 2015) is het denkbaar dat een noodzakelijke
bijdrage uit de Algemene Reserve van € 1,5 à 3 miljoen nodig is om tekorten af te dekken (=
inclusief het eventuele tekort van € 650.000 in jaarschijf 2014).
Besparingen
De besparingen voor 2014 en 2015 liggen grotendeels op koers. Waar we besparingen niet halen
zoeken we binnen de bestaande budgetten naar alternatieve (incidentele) dekking. We verwachten in relatie tot de besparingen in ieder geval in 2014 en 2015 geen negatieve financiële
consequenties. Voor de periode daarna (2016-2018) geldt dat er nog voldoende tijd is om
besparingen voor te bereiden en tot een passende aanpak te komen. Ook hier voorzien we op
voorhand geen problemen. Zie ook paragraaf 1.5.
Reservepositie
Met de doorwerking van de keuzes uit de Perspectiefnota zijn er met betrekking tot de Algemene Reserve en het Weerstandsvermogen de nodige zaken aangepast:
• Het Weerstandsvermogen bedraagt nu € 9 miljoen. Een recente berekening, zoals ook in
deze begroting vermeld, leidt tot een iets lager benodigd Weerstandsvermogen (€ 8,7
miljoen). Formeel gezien biedt dit geen extra mogelijkheden omdat het Weerstandsvermogen is ‘vastgezet’ op € 9 miljoen. Er is geen aanleiding om de hoogte van het Weerstandsvermogen op een zo korte termijn al weer bij te stellen.
• Met de doorwerking van de keuzes uit de Perspectiefnota bedraagt het vrij besteedbare
deel van de Algemene Reserve in totaal € 11,7 miljoen. Het surplus ten opzichte van het
Weerstandsvermogen bedraagt € 2,7 miljoen en is daarmee daadwerkelijk vrij te besteden.
• Het eerder verwachte surplus in jaarschijf 2014 (zoals aangegeven in de Perspectiefnota) is
verwerkt in de nu becijferde omvang van het vrij besteedbare deel van de Algemene
Reserve (zie hiervoor). Het betekent dat ieder nu te realiseren voordelig/nadelig saldo in de
jaarschijf 2014 positief/negatief inwerkt op het vrij besteedbare deel. Na de zomerperiode
is in de Berap een mogelijk negatief rekeningresultaat 2014 berekend van € 2,6 miljoen (=
exclusief het tekort op de Grondexploitatie). Intern vindt er een stevige monitoring plaats
van opgenomen bedragen en eventueel alsnog te realiseren meevallers. De verwachting
bestaat dat er uiteindelijk een gunstiger beeld ontstaat en dat het resultaat meevalt. Wel
houden we voorzichtigheidshalve rekening met een zeker tekort.
• Zoals hiervoor vermeld is er bij Grondexploitatie een tekort van € 1,5 à € 3 miljoen
denkbaar. Deze aanpak kan leiden tot een iets gunstiger Weerstandsvermogen door een
vermindering van risico’s. Daar staat tegenover dat extra risico’s bij het Sociaal Domein
juist weer tot een verhoging kunnen leiden (zie Hoofdstuk 3, Paragraaf 2).
• Met de nu gehanteerde cijfers op grond van de Berap-verwachtingen en de ontwikkelingen
binnen de Grondexploitatie is het mogelijk dat we de nu vrij beschikbare ruimte binnen de
Algemene Reserve (€ 2,7 miljoen) aanwenden voor het afdekken van verliezen. Eventueel
zakken we zelfs onder het niveau van het Weerstandsvermogen.
De voorgaande analyse bevestigt het beeld dat de nieuwe coalitie een scherpe financiële koers
vaart. Juist door ambities stevig in te zetten bevorderen we onder meer een nieuwe aanpak binnen
het Sociaal Domein en jagen we extra economische activiteit aan. Wel vraagt dit een scherpe monitoring van de in gang gezette ontwikkelingen.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
11
We willen de ambitieuze koers op zorgvuldige wijze afzetten tegen een solide financieel beleid.
Wanneer het vrij besteedbare deel van de Algemene Reserve onder het niveau van het
Weerstandsvermogen terecht komt is dat ongewenst. Daarom nemen we nu het standpunt in om
eerst het eenmalig beschikbaar gekomen bedrag voor het Ontwikkelfonds (€ 1 miljoen), zoals dat
beschikbaar kwam via de Perspectiefnota, voorlopig nog niet aan te wenden. Hierdoor vergroten we
de vrij besteedbare ruimte binnen de Algemene Reserve en ontstaat een buffer die we grofweg
voldoende vinden om niet onder het niveau van het Weerstandsvermogen te komen. Uiteraard
zoeken we naar mogelijkheden om het ontwikkelbedrag zo spoedig mogelijk weer vrij besteedbaar
in te kunnen zetten. Bij het opstellen van de Jaarrekening (voorjaar 2015) valt hier naar
verwachting al meer over te zeggen.
In de Perspectiefnota hebben we de invoering van de Precariobelasting voor kabels en leidingen als
risico aangemerkt. Hiervoor was al structureel een bedrag ingeboekt van € 500.000 (vanaf 2015)
terwijl nog onzeker was of we de belasting zou kunnen invoeren. Ondertussen is deze ontwikkeling
verder opgepakt. De verwachting bestaat dat hier een structurele opbrengst van € 2,4 miljoen mogelijk is. We denken dat een snelle invoering van de belasting mogelijk is. Vandaar dat het structureel ingeboekte bedrag van € 500.000 gehandhaafd kan blijven. Het surplus ten opzichte van het
nu structureel opgenomen bedrag (€ 2,4 miljoen -/- € 500.000 = € 1,9 miljoen) storten we eerst in
een bestemmingsreserve. Ook de eventueel te realiseren inkomsten in 2014 storten we hierin. De
voorziening is nodig omdat er aan de regeling nog veel onzekerheden kleven. Vandaar dat we nog
niet de volledige opbrengst structureel in de begroting opnemen.
Conclusie:
• Ten opzichte van de Perspectiefnota geeft de actuele financiële situatie geen aanleiding tot een
aanpassing van ambities.
• Voorzichtigheidshalve wenden we het beschikbaar gekomen Ontwikkelfonds (€ 1 miljoen) voorlopig nog niet aan.
In Hoofdstuk 4 “Aanvullende toelichting financiële begroting” is op onderdelen een aanvullende
toelichting gegeven of zijn verwijzingen vermeld.
Overige aspecten
• Met name de overheveling van Rijksgelden in relatie tot de transitie/transformatie Sociaal
Domein zorgt voor een forse toename van de begrotingsomvang: van € 200 miljoen (2014) naar
€ 225 miljoen (2015).
• Los van de trendmatige verhoging van de belasting en rechten op basis van de Conjunctuurnota
2015 zijn er geen verhogingen opgenomen. Dit met uitzondering van de beperkte lastenverzwaring bij de Afvalstoffenheffing (zoals toegelicht). Ook is er deels sprake van een verschuiving
van belastingheffing van Afvalstoffenheffing naar Ozb. Hierdoor kunnen er in individuele gevallen qua lastendruk voor- en nadelen optreden.
• De doorwerkingen van inkomsten vanuit het Rijk, vermeld in de Rijkscirculaires, is opgenomen
tot en met de Meicirculaire 2014 (in lijn met afspraken met de provincie in de rol als
toezichhouder). De Septembercirculaire 2014 komt te laat om nog mee te nemen.
• In de Perspectiefnota is met betrekking tot de Meicirculaire 2014 ingegaan op diverse specifieke
taakmutaties. We hebben toen de diverse onderdelen toegelicht en de taakmutaties budgetneutraal opgenomen (zie Perspectiefnota, Bijlage 5). We hebben toen ook aangegeven dat
nader onderzoek eventueel kon leiden tot bijstellingen. Nader onderzoek heeft uitgewezen dat
er is geen aanleiding is om af te wijken van de Perspectiefnota. Alle bedragen zijn conform
verwerkt in de begroting. Wel is op twee onderdelen een aanvullende opmerking te maken:
• E-boeken – In 2014 vindt er overleg plaats met Stichting Bibliotheken Mar en Fean (waarvan
Súdwest-Fryslân nu een onderdeel is). De besparingstaakstelling bedraagt € 40.000 in 2015
en loopt op naar € 59.000 in 2018. Het is de vraag hoe deze nieuwe taakstelling zich
verhoudt tot een beoogde aanpak voor E-boeken op landelijk niveau. Eventueel is er ook
een samenhang met de eerdere besparingsopgaaf op Bibliotheken (zie Besparingsronde 2).
• Wmo – In de Meicirculaire is voor 2015 en daarna de taakstelling voor de Wmo bijgesteld. De
taakstelling verdisconteren we binnen de nieuwe opzet Sociaal Domein. Binnen de
verzilveringsaanpak maken we inzichtelijk wat de mogelijkheden zijn. Zie Hoofdstuk 4.
• Na de vaststelling van de begroting komen er nieuwe momenten om tot een bijstelling van keuzes te komen. Belangrijke documenten hiervoor zijn:
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
12
• Jaarrekening 2014 (april/mei 2015) -- met name voor het Rekeningresultaat 2014 en de
Grondexploitatie;
• Nota Reserves en Voorzieningen 2015 (juni/juli 2015) –- met name voor de actualisatie
positie reserves en voorzieningen;
• Perspectiefnota 2016-2019 (juni/juli 2015) – met name voor de Invulling/bijstelling van
ambities.
Saldi begroting en meerjarenraming
Op basis van de verwerking van de aanpassingen is er nu voor de jaarschijven 2015-2018 sprake van
de volgende saldi:
Overzicht saldi
Saldi Begroting 2015 en Meerjarenraming
2016-2018
2015
€
176.000
2016
€
230.000
2017
€
956.000
2018
€
210.500
1.4. Aanpak Sociaal Domein
Met ingang van 2015 krijgen de gemeenten er extra taken bij als gevolg van de transitie/transformatie binnen het Sociaal Domein (Zorg, Werk, Jeugd en Passend Onderwijs). De aanpak is vervat is
de Koersnota “Veerkracht in het Sociale Domein”. De financiële route is weergegeven in het
beleidsplan “Sturing, inkoop en financiering”. Het inpassen van de nieuwe taken laten we plaatsvinden binnen de huidige programma’s 0, 1 en 2, die we binnen de nieuwe opzet hebben samengevoegd. We gaan dan uit van vier beleidsvelden. De aanpak krijgt werkendeweg gestalte. Het is
van invloed op de manier waarop we nu in de begroting zaken toelichten. In de begroting
rapporteren we in Hoofdstuk 2 bij de diverse programma’s nog op basis van de oude
systematiek.(zie Hoofdstuk 2 bij de Programma’s 0, 1 en 2). We leggen ook een relatie met de
nieuwe systematiek. Dit gebeurt met name in Hoofdstuk 4 “Aanzet nieuwe opzet Sociaal Domein”.
Ook de financiële consequenties, met de daarbij relevante taakstellingen, lichten we toe.
1.5. Besparingen
In de Perspectiefnota is breedvoerig stilgestaan bij de drie actuele besparingsronden.
Besparingsronde 1
De aanpak is verwerkt in de begroting 2011. De opgaaf bedroeg € 10,9 miljoen in 2011 en liep op tot
€ 14,4 miljoen in 2014. In de Perspectiefnota 2015-2018 is tot een resterende invulling van een klein
deel van de opgaaf gekomen. De ronde is hiermee afgesloten.
Besparingsronde 2
De aanpak is verwerkt in de begroting 2013. De opgaaf bedroeg € 5,8 miljoen in 2013 en loopt op
tot € 11,2 miljoen in 2016. Er is een actuele Bezuinigingsmonitor opgesteld. Op grond hiervan
verwachten we dat we besparingen in 2014 grotendeels kunnen realiseren. Voor 2015-2016 is op
onderdelen nog een verdere analyse nodig. Vooralsnog gaan we er vanuit dat ook dan besparingen
te realiseren zijn (eventueel via alternatieve incidentele routes). Eerder is gewezen op mogelijke
knelpunten bij de taakstellingen voor: Herijking welzijnsbeleid, Sportbedrijf, Oud papier/milieustraten e.a. (Programma 7), Communicatie/voorlichting en de Generieke personeelsreductie
(organisatieaanpassing 2013).
Besparingsronde 3
De aanpak is verwerkt in de begroting 2014. In de Perspectiefnota 2015-2018 is in Hoofdstuk 5 de
aanpak rond Besparingsronde 3 vermeld en geactualiseerd. Wanneer we rekening houden met
keuzes in de Perspectiefnota ontstaat het volgende beeld:
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
13
Besparingsronde 3
2014
2015
2016
2017
2018
€
€
€
€
€
250.000
450.000
700.000
700.000
220.000
670.000
1.150.000
1.500.000
1.800.000
1.800.000
1.800.000
1.800.000
3.328.000
3.778.000
3.815.000
3.815.000
711.000
762.000
832.000
832.000
139.000
438.000
2.268.000
2.268.000
Intern (gelabeld)
a.
b.
Financiële techniek: Nullijn loonen prijsstijgingen
Personeelsreductie
c.
Inkoop (excl. factuurreductie)
1.200.000
Specifieke extern (gelabeld)
d.
Specifieke korting op budgetten
Generieke extern (gelabeld en nog te
labelen)
e1 Generieke korting op budgetten
(excl. Programma's 0, 1, 2 en 9) –
gelabeld (in Perspectiefnota 20152018)
e2 Generieke korting op budgetten
(excl. Programma’s 0, 1,2 en 9) –
nog te labelen
•
•
•
Ad a t/m c – Intern (gelabeld)
Punt a is al eerder verwerkt in de begroting en kunnen we als gerealiseerd beschouwen. De punt
b en c hebben met name een interne werking. We werken intern gewerkt aan de realisatie of de
voorbereiding daarvan. Voor de punten b (Personeelsreductie) en c (Inkoop) moet nog nadere
duidelijkheid ontstaan over de impact van deze opgaaf binnen het Sociaal Domein (zie ook
Hoofdstuk 4).
Ad d – Specifiek extern (gelabeld)
Het gaat hier om specifiek vanuit het Rijk opgelegde kortingen, binnen het Sociaal Domein, die
1-op-1 specifiek zijn gelabeld aan het onderwerp waarop de korting betrekking had. Hierdoor
maakt de aanpak onderdeel uit van de totale aanpak rond het Sociaal Domein (zie Hoofdstuk 4).
Ad e – Generieke extern (gelabeld en nog te labelen)
Eerder hebben we een resterend deel van de besparingsopgaaf als generieke opgaaf aangegeven
(opgaaf e1 + e2). Hierbij hebben we de Programma’s 0, 1, 2 en 9 uitgezonderd. Een al in 2015
benodigde opgaaf is grotendeels gelabeld (zoals aangegeven in de Perspectiefnota 2015-2018 en
nu vermeld als e1). Voor een klein deel is dat nog niet gebeurd (€ 139.000, aangegeven bij e2 in
jaarschijf 2015). Hier is een aanvullende opgaaf aan de orde. Eventueel kunnen we het bedrag
wegstrepen tegen het huidige positieve saldo van de jaarschijf 2015 (€ 176.000). Voor de
resterende besparingen vanaf 2016 gaan we in dialoog met de samenleving. De wijze waarop we
dat gaan vormgegeven is toegelicht aan de raad (september 2014).
In navolging van de Bezuinigingsmonitor voor Besparingsronde 2 maken we ook voor Besparingsronde
3 een monitor.
Conclusie:
De besparingen voor 2014 en 2015 liggen grotendeels op koers. Waar we besparingen niet kunnen
halen zoeken we binnen de bestaande budgetten naar een alternatieve incidentele dekking. Voor de
periode daarna (2016-2018) is er nog voldoende tijd om besparingen voor te bereiden en tot een
passende aanpak te komen. Ook hier voorzien we op voorhand geen problemen.
1.6. Indicatoren en doorontwikkeling planning- en controlcyclus
Indicatoren
De raad heeft 5 juni 2014 een voorstel besproken over de aanpak rond het opnemen van indicatoren
in relatie tot de programmabegroting. Er is besloten om geen indicatoren in de begroting op te
nemen. Wel werken we binnen de planning- en controlcyclus bij de bestuursrapportage en bij de
jaarrekening met een dashboard voor meerdere grote projecten. Daarin geven we per project via
een zogenoemd stoplichtmodel snel inzicht in de voortgang van deze projecten. Daarbij zijn er drie
mogelijkheden: de sturing verloopt volgens planning (groen), er zijn afwijkingen te verwachten
(oranje) of de verwachte resultaten behalen we deels of geheel niet (rood). Een zelfde systematiek
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
14
hanteren we in de verantwoordingsstukken om inzicht te geven in de voortgang van wat in de
programmabegroting bij de programma’s is opgenomen onder ‘Wat willen we bereiken?’.
Rond het opnemen van indicatoren spelen ook landelijk ontwikkelingen. Het Rijk werkt aan een vernieuwing van de begroting en de verantwoording, een nieuw soort BBV. In de voorstellen spreekt
men onder andere over de ontwikkeling van indicatoren. Deze voorstellen werkt men verder uit.
Men denkt aan twee soorten indicatoren:
• Indicatoren voor de verantwoording van de gemeenten naar het Rijk (met name op het gebied
van de decentralisaties).
• Een set van circa 40–50 indicatoren die alle gemeenten in de begroting gebruiken. Daarmee zijn
vergelijkingen tussen gemeenten mogelijk.
Doorontwikkeling planning- en controlcyclus
Binnen de planning- en controlcyclus, waar de begroting een onderdeel van uitmaakt, is er sprake
van een groot aantal documenten. Op het niveau van de raad gaat om de volgende documenten:
• planning: conjunctuurnota, perspectiefnota, programmabegroting;
• verantwoording: bestuursrapportage, jaarrekening/jaarverslag (en bezuinigingsmonitor).
Ook voor het college en voor de organisatie is er sprake van plannings- en verantwoordingsinstrumenten. Vaak van een gedetailleerder niveau. Er is sprake van een cyclus omdat alle documenten
op elkaar inwerken. Zo is bijvoorbeeld de uitkomst van de jaarrekening van invloed op de perspectiefnota en dus ook op de begroting van het daaropvolgende jaar.
De cyclus heeft ook betekenis voor de dialoog over de voortgang en de resultaten. Dit is misschien
wel minstens zo belangrijk dan de verantwoording ‘op papier’. De instrumenten hebben ook een
communicatiefunctie zodat de ‘hogere instantie’ ook een waardering kan uitspreken over de
voortgang en de resultaten. Zo kan bijvoorbeeld de raad een oordeel geven over de wijze waarop
het college uitvoering geeft aan de gemeentelijke taken en de bereikte resultaten. Op dezelfde
wijze gebeurt dat ook in de organisatie waarbij de directie een oordeel geeft over de manier
waarop de teams zich van hun taken kwijten.
Planning en control is hierdoor deels instrumenteel en deels communicatief. Planning en control is
ook continu in beweging. We zijn continu aan het verbeteren. Deels is dat al in de voorliggende
begroting zichtbaar. Zo is er een apart stuk gewijd aan het Sociale Domein, wat zich ontwikkelt in
de richting van een nieuw samenhangend programma. Maar daarnaast houden we in deze begroting
ook nog vast aan de tot dusver gehanteerde programma’s 0-4 die het domein “Leefbaarheid, sociale
samenhang en maatschappelijke ondersteuning” afdekken. In de komende tijd gaat het college
hierover ook met de auditcommissie in gesprek.
De doorontwikkeling hoeft niet alleen betrekking te hebben op de programma’s in het Sociale Domein. Het kan ook gelden voor andere programma’s. We kunnen ons voorstellen dat we de
bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de ambities uit het Coalitieakkoord ook beter zichtbaar
maken in de begroting. Maar het kan ook betrekking hebben op de dialoog tussen raad en college
over de voortgang en de bestuursrapportages, evenals het gebruik van ICT-hulpmiddelen om inzicht
te geven in de voortgang. Kortom, ook op het gebied van sturing en beheersing zijn de komende
jaren veranderingen en verbeteringen te verwachten.
SWF-monitor
In juni 2014 is voor de eerste maal de SWF-monitor vastgesteld en aan de raad toegestuurd. De
monitor geeft in een document een overzicht van de kerncijfers van Súdwest-Fryslân, zoals oppervlaktegegevens, inwoneraantallen, bevolkingsopbouw, werkgelegenheidsgegevens, gegevens uit het
sociale domein, basisvoorzieningen etc. We bouwen de monitor zoveel mogelijk per cluster op. De
monitor leveren we vanaf nu jaarlijks op (bij voorkeur in het 1e kwartaal).
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
15
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
16
2.
Programma’s
2.1. Vooraf
Algemeen
De begroting heeft tien programma’s. Per programma geven we de beleidsvelden, het maatschappelijk effect en de relatie met strategische stukken (o.a. het Coalitieakkoord) kort aan. Daarna geven
we per beleidsveld een overzicht van richtinggevende beleidsdocumenten en stellen we de drie Wvragen: “Wat willen we bereiken?”, “Wat gaan we daarvoor doen?”, “Wat mag het kosten?”.
Relatie domeinen/programma’s
Vanaf de Programmabegroting 2013 werken we met de huidige programmaindeling. Er is sprake van
een onderverdeling naar domeinen.
INDELING
Domein 1 - Sociale verbondenheid, participatie, sociaal-cultureel kapitaal en veiligheid
0. Leefbaarheid, sociale samenhang en maatschappelijke ondersteuning
1. Werk, participatie en inkomen
2. Jeugd en onderwijs
3. Sport, kunst en cultuur
4. Veiligheid, orde, handhaving en toezicht
Domein 2 - Ruimtelijke en economische draagkracht, gastheerschap, infrastructuur en duurzame groei
5. Ruimte, wonen, economische verscheidenheid, sleutelsectoren en gastheerschap
6. Wegen, water en groen (incl. parkeren)
7. Milieuzorg, energie en duurzame groei
Domein 3 - Dienstverlening, bestuur en middelen
8. Dienstverlening, bestuur en burgerzaken
9. Algemene dekkingsmiddelen
Domein 1 – Sociale verbondenheid, participatie, sociaal-cultureel kapitaal en veiligheid
De focus ligt op het participeren van burgers in de maatschappij. Culturele, sport- en welzijnsactiviteiten, werk en vrijwilligerswerk dragen bij aan zelfredzaamheid en actief deelnemen aan de maatschappij. Zo ontstaat een gemeenschap met sociale en culturele verbondenheid. Door deze verbondenheid krijgen de ambities rond een gecoördineerde dorp- en wijkaanpak gestalte. Er is aandacht
voor de kwaliteit van de leefomgeving, ook in relatie tot veiligheid en het nakomen van regels. Participeren en samenleven is alleen mogelijk wanneer mensen zich veilig voelen en de regels worden
nageleefd. We bieden kansen om te participeren en te leren. We besteden (extra) aandacht aan
kwetsbare burgers die minder goed kunnen meekomen of zorg nodig hebben. Zorg die de eigen
verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid overstijgt.
Domein 2 – Ruimtelijke en economische draagkracht, gastheerschap, infrastructuur en duurzame
groei
Het zwaartepunt ligt op de ruimtelijke en economische dynamiek en de betekenis die dit heeft voor
zowel het eigen gebied als voor de positie op regionaal, nationaal en internationaal niveau. Er is
aandacht voor aspecten met een bovenregionale betekenis, bijvoorbeeld voor zorg (ziekenhuis),
economische sleutelsectoren (o.a. toerisme) en cultuur/erfgoed. Het gastheerschap is verbonden
met het beeld dat we naar buiten toe uitdragen. Infrastructuur en openbare ruimte vormen belangrijke dragers voor deze ontwikkeling. Met een ruime aandacht voor kapitaalgoederen, milieuzorg en
duurzame groei komen we, bijvoorbeeld via innovatie, tot een toekomstgerichte aanpak.
Domein 3 – Dienstverlening, bestuur en middelen
Binnen het domein krijgt het politiek bestuur op een adequate wijze gestalte. Dienstverlening,
communicatie en rechtsbescherming vragen de aandacht. Binnen de algemene dekkingsmiddelen
komen we tot een zo gedegen mogelijke aanpak rond diverse financiële aspecten.
Samenhang met strategische documenten
Per programma gaan we in op de samenhang met strategische documenten. Hier ligt een focus op
de samenhang met het Coalitieakkoord en de ontwikkelvisie.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
17
Redeneerlijnen/ambities Coalitieakkoord
De visie voor Súdwest-Fryslân is gericht op de volgende aspecten:
• De kracht van Súdwest-Fryslân
• De kracht van omgevingsbewust denken
• De kracht van samen ontwikkelen en samen bezuinigen
• De kracht van samen besturen en samen organiseren
Het leidt tot de volgende ambities (in grote lijnen):
A. Vitale clusters
Voor alle clusters is vóór 2018 een clusteragenda opgesteld. Kernenbeleid is geïntegreerd in de clusteragenda’s en in de
gebiedsteams. In september 2014 gaat het college met de raad in gesprek over de aanpak rond de clusteragenda’s in
samenhang met het traject “In Dialoog ontwikkelen en bezuinigen”.
B. Sociaal vitaal
Vóór 2018 zijn de transities in het Sociale Domein geïmplementeerd. We gaan vernieuwen in het Sociale Domein: o.a. met de
Gebiedsteams. Er is sprake van meer eigen kracht en minder specialistische ondersteuning. We bieden een ondersteuningspakket voor vrijwilligers en mantelzorgers. Er is een passend woningaanbod. We ondersteunen initiatieven in het kader van
Culturele Hoofdstad 2018. We zetten in op preventie door sport en bewegen (vitaal en gezond). We onderzoeken of we een
Regionaal Talent Centra Zeilen kunnen oprichten. We onderzoeken de mogelijkheden voor een integraal vervoeraanbod.
C. Economisch vitaal
We investeren in een gezond arbeidsklimaat door het investeren in kennis, innovatie en onderwijs en het verbeteren van de
aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. We stellen in 2015 een Werkgelegenheidsplan op. We investeren in werkgelegenheidsprojecten en innovatie bij bedrijven. We gaan actief bedrijven werven om zich in Súdwest-Fryslân te vestigen. We
onderzoeken nieuwe initiatieven om allianties aan te gaan. We gaan woningbouwprojecten aanjagen. Met een Ontwikkelfonds willen we projecten mogelijk maken.
D. Financieel vitaal
We gaan uit van een sluitend meerjarenperspectief. Er is geen sprake van woonlastenverhoging. Met het Sociaal Ontwikkelfonds borgen we implementatie van de transities. We zoeken naar mogelijkheden om in dialoog met de samenleving te
ontwikkelen èn bezuinigen. We onderzoeken de mogelijkheden van Precariobelasting op kabels en leidingen. We
onderzoeken de mogelijkheden van een belasting Roerende Zaken voor woonwagens en woonboten.
E. Samen
We zijn kritisch ten opzichte van formele samenwerkingsvormen. We gaan samen met de ambtelijke organisatie werken aan
een nieuwe cultuur. We streven naar meer centrale huisvesting. We zorgen voor heldere raadsvoorstellen met keuzemogelijkheden. Minder regels, minder bureaucratie.
Redeneerlijnen/ambities Ontwikkelvisie (in samenhang met visie veerkracht sociaal domein)
A. Verscheidenheid in kernen
Gebiedsgerichte aanpak (stedelijk gebied/clusters). Verscheidenheid in kernen. Ontwikkeling gemeente als geheel.
B. Weidsheid van het landschap
Bescherming/ontwikkeling kernkwaliteiten: landschap, ruimtelijke kwaliteit.
C. Economische verscheidenheid
Economische structuur: duurzaam, innovatief. Toekomstbestendig voorzieningenniveau. Instandhouding van de dienstverlening in de openbare ruimte. Specifieke inzet sleutelsectoren. Passende infrastructuur op basis van de gebiedsgerichte
aanpak (stedelijk gebied/clusters).
D. Sociale verbondenheid
Eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid burgers centraal. Besparing eerder acceptabel wanneer er een voorliggende
voorziening is. Voorkeur voor preventie en faciliteren (voorkomen is beter dan genezen). Voorkeur voor collectieve
voorzieningen boven individuele voorzieningen. Ondersteuning is vooral gericht op kwetsbare doelgroepen. Aanpak relateren
aan evenwichtige benadering op basis van de gebiedsgerichte aanpak (stedelijk gebied/clusters) dan wel -indien nodigvindplaatsgericht.
E. Rijkdom aan cultuur en erfgoed
Bescherming/ontwikkeling kernkwaliteiten: cultuur, erfgoed, ruimtelijke kwaliteit.
F. Gastheerschap
Aantrekkingskracht voor toeristen. Kwaliteit en toegankelijkheid.
2.2. Programma’s 0-9
Zie de volgende tekstfragmenten.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
18
DOMEIN 1
Programma 0
Sociale verbondenheid, participatie, sociaal-cultureel
kapitaal en veiligheid
Leefbaarheid, sociale samenhang en maatschappelijke ondersteuning
Beleidsvelden
010. Leefbaarheid
020. Welzijn
030. Publieke gezondheidszorg
040. Maatschappelijk werk
050. Voorzieningen bij beperkingen
060. Psychisch kwetsbaren
Maatschappelijk effect
De gemeente staat dicht bij de burgers met een ambitieuze en gebiedsgerichte invulling van een
kernenbeleid en een clusteraanpak. Iedereen kan meedoen in de samenleving. Alle burgers ervaren
de gemeente als een veilige en leefbare woonomgeving. Participatie van alle burgers vraagt inzet
en betrokkenheid van bewoners en verbanden/netwerken inclusief stads-, dorps- en wijkbelangen
die in de gemeente functioneren. Eigen verantwoordelijkheid van burgers geldt als belangrijke
randvoorwaarde.
Relatie met strategische documenten (o.a. Coalitieakkoord)
Vanuit het Coalitieakkoord is het programma een onderdeel van de aanpak rond “Sociaal vitaal”. Op
basis van de transitie/transformatie binnen het Sociaal Domein komen we tot een nieuwe opzet
(“Veerkracht Sociaal Domein”). Er is sprake van een flinke uitbreiding van gemeentelijke taken. Er
ligt ook nadrukkelijk een relatie met het onderdeel “Vitale clusters” om per gebiedscluster te
komen tot een samenhangende aanpak. Vanuit de eerdere Ontwikkelvisie ligt het zwaartepunt op
“Verscheidenheid in kernen” en “Sociale verbondenheid”. Hier is een toename van eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid aan de orde. Met aandacht voor preventie, collectieve voorzieningen en het ontzien van kwetsbare doelgroepen.
Algemene duiding
Richtinggevende beleidsdocumenten
Naam
Beleidsplan Veerkracht in het sociaal domein
Beleidsplan Sturing, inkoop en financiering
Koersnota Sociaal Domein
Naar een veerkrachtig sociaal domein
Wmo-beleidsregels 2013
Evaluatie Kernenbeleid
Kadernota Wmo
Wmo- en welzijnsbeleid 2013-2016
Naar een veerkrachtig sociaal domein
Verordening Wmo-Platform
Wmo-verordening 2013
Wmo-besluit 2013
Vaststelling
College, 5 augustus 2014
Gemeenteraad, 5 juni 2014
Gemeenteraad, 30 januari 2014
Gemeenteraad, 28 februari 2013
College, 26 februari 2013
Gemeenteraad, 6 maart 2014
Gemeenteraad, 24 mei 2012
Gemeenteraad ,13 dec. 2012
Gemeenteraad ,28 februari 2013
Gemeenteraad, 22 maart 2012
Gemeenteraad, 13 dec. 2012
College, 26 februari 2013
Toelichting
Nieuwe aanpak Veerkracht Sociaal Domein
Zie Hoofdstuk 4 “Aanzet nieuwe opzet Sociaal Domein”
Nieuwe wettelijke taken
De Wmo 2015 is op 8 juli 2014 door de Eerste Kamer vastgesteld. De compensatieplicht komt in
ieder geval niet meer terug. In plaats hiervan is de maatwerkvoorziening geïntroduceerd. Ook
spreken we met betrekking tot de burger over ondersteuning van zijn “zelfredzaamheid en participatie”, “beschermd wonen” en “opvang”. Tot slot kent de Wmo 2015 nog maar twee soorten
voorzieningen: algemene voorzieningen en maatwerkvoorzieningen. Toekenning kan plaatsvinden in
de vorm van Zorg in Natura of in de vorm van een Persoonsgebonden budget.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
19
We gaan, voortbordurend op de sociale index en de sociale kaart, met de samenleving in gesprek.
Dat is in lijn met de aanpak rond de Gebiedsteams en de Clusteragenda’s. Per cluster gaan we op
grond van kengetallen, trends en analyses in beeld brengen wat de kracht is van het cluster en waar
de uitdagingen en mogelijkheden liggen. Het kernenbeleid krijgt een vervolg waarbij we extra
investeren in Bolsward en Sneek. We integreren het kernenbeleid in de clusteragenda’s en in de
gebiedsteams.
010 Leefbaarheid
Richtinggevende beleidsdocumenten
Naam
Notysje harmonisaasje belied doarpshûzen, mfc’s en wykgebouwen
•
MFA Scharnegoutum
•
Beleidsnotitie Kernenbeleid “De doar iepen foar de mienskip”
Vaststelling
Gemeenteraad, 4 april 2013
Gemeenteraad, 24 mei 2012
Gemeenteraad, 22 september 2011
Wat willen we bereiken?
We streven naar een vitale, sterke en solidaire samenleving waar burgers elkaar ondersteunen. De
interventies op het gebied van leefbaarheid en sociale cohesie in de dorpen en steden stemmen we
op elkaar af. De Mienskip staat centraal. Stads-, dorps- en wijkbelangen behartigen de collectieve
belangen en zijn gesprekspartner voor de gemeente. Het in stand houden en optimaliseren van
fysieke plekken in de directe leefomgeving speelt een belangrijke rol. Daar kunnen mensen elkaar
ontmoeten en activiteiten ontplooien.
Wat gaan we daarvoor doen?
De thema’s leefbaarheid/veiligheid nemen we mee in de nadere uitwerking van de ontwikkelvisie.
Op basis van de monitor leefbaarheid/veiligheid (2014) passen we het beleid waar nodig aan. We
maken het voorzieningenniveau toekomstbestendig(er) in overleg met de inwoners en in samenwerking met andere partijen. We houden rekening met een spreiding over de gebiedsclusters. Er is een
begin gemaakt met het flexibel inzetten van opbouwwerkers en jongerenwerkers. Op basis van
monitoring/evaluatie bekijken we of deze nieuwe insteek werkt en wat de voor- en nadelen zijn. Er
vindt een regelmatige afstemming met de wijken- en dorpencoördinatoren plaats.
020 Welzijn
Wat willen we bereiken?
We willen het actieve verenigingsleven minimaal in stand houden en waar nodig bevorderen. We
hebben een verenigingsleven voor ogen, dat zich inzet voor de lokale gemeenschap met een brede
blik op de omgeving.
Wat gaan we daarvoor doen?
We monitoren/evalueren het geharmoniseerde subsidiebeleid voor organisaties, stichtingen,
verenigingen en andere organisaties voor jeugd, jongeren, volwassenen en ouderen op het brede
welzijnsterrein.
030 Publieke gezondheidszorg
Richtinggevende beleidsdocumenten
Naam
•
Regionale nota gezondheidsbeleid 2009-2013
•
Wijziging gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Fryslân
•
Ruimte voor Gezondheid 2013-2016 (deelplan GGD)
•
Nota Lokaal Gezondheidsbeleid 2014 - 2017
Vaststelling
Gemeenteraden, januari 2009
Gemeenteraad, 23 februari 2012
Gemeenteraad, 3 juli 2014
Wat willen we bereiken?
Gezondheid is “het vermogen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van de
fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven”. De burgers zijn daarvoor in principe zelf
verantwoordelijk. Vanuit de gemeente hebben we vooral aandacht voor kwetsbare burgers (jongeren en ouderen).
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
20
Wat gaan we daarvoor doen?
De samenwerking met GGD Fryslân gaan we verder intensiveren om bruggen te slaan met ketenpartners en andere beleidssectoren. Goede interventies die in gang zijn gezet in lijn met de nota
Gezondheid 2009-2013 willen we continueren. Waar nodig stellen we bij, op basis van de nieuwe
nota Lokaal Gezondheidsbeleid 2014 - 2017. Daarbij letten we vooral op gezond gewicht, verantwoord alcoholgebruik, terugdringen van roken en op de psychische gezondheid en eenzaamheid.
040 Maatschappelijk werk
Wat willen we bereiken?
Informatie en advies over de Wmo en Welzijn is via het KCC en de gebiedsteams gemakkelijk, snel
en adequaat te verkrijgen. Mantelzorgers en vrijwilligers ondersteunen we, zodat ze voldoende
toegerust zijn op hun taken, in aansluiting op de gebiedsteams. Voorzieningen en diensten op het
terrein van welzijn, zorg en hulpverlening moeten voor een ieder goed toegankelijk zijn. Er zijn
genoeg en adequate preventieve voorzieningen voor diverse doelgroepen die om wat voor reden dan
ook kwetsbaar zijn .
Wat gaan we daarvoor doen?
We optimaliseren het niveau van informatieverstrekking, advies en cliënt ondersteuning. Zo kunnen
burgers zo lang mogelijk de regie over hun eigen leven voeren. De gebiedsteams krijgen hier een
belangrijke rol in. Dat geldt ook voor de ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers. Daarbij
optimaliseren we de plaatselijke brede overleggen met (in-)formele zorgorganisaties. We richten
ons op kennisuitwisseling, afstemming en signalering van overlap/leemten.
Verder onderzoeken we of we een alternatief kunnen ontwikkelen voor de maatschappelijke stages.
De focus moet daarbij liggen op het stimuleren van jongeren om vrijwilligerswerk te (blijven) doen.
We bevorderen de zelfredzaamheid (het zelfstandig functioneren). Daarvoor zijn gunstige condities
cruciaal op het gebied van wonen, welzijn en zorg, maar ook werken, vrije tijd, vervoer en
veiligheid. Dat geldt ook voor het actief en betrokken houden van ouderen bij hun directe woon- en
leefomgeving. We proberen te voorkomen dat kwetsbare ouderen in een sociaal isolement terecht
komen. We gaan meedenken over de evaluatie van het Wmo-platform en het optimaliseren van de
rol van het seniorenplatform SWF.
050 Voorzieningen bij beperkingen
Wat willen we bereiken?
We willen toe naar vermindering van het verstrekken van maatwerkvoorzieningen (individuele
voorzieningen) door een verschuiving naar algemene en collectieve voorzieningen. We hebben een
digitale infrastructuur voor ogen waar inwoners gemakkelijk antwoord kunnen krijgen op hun vragen
en met elkaar in contact kunnen komen. Verder willen we zorgen dat inwoners met beperkingen,
problemen of op een andere manier onvoldoende redzaam zijn, de juiste maatwerkvoorziening
krijgen (zoals woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen, hulp bij het huishouden, begeleiding,
etc.).
Wat gaan we daarvoor doen?
We brengen de huidige algemene en collectieve voorzieningen binnen de gemeente in kaart en
breiden die verder uit. We ontwikkelen de digitale infrastructuur. Op basis van goede vraagverheldering tijdens zogenaamde keukentafelgesprekken zorgen we er voor dat de juiste verstrekking
van maatwerk-voorzieningen plaatsvindt. Hier is een onafhankelijke beoordeling cruciaal.
060 Psychisch kwetsbaren
Wat willen we bereiken?
We willen zo weinig mogelijk maatschappelijke uitval. Mensen die bemoeizorg (sociaalpsychiatrische hulpverlening) krijgen, willen we zoveel mogelijk begeleiden naar de reguliere zorg.
Wat gaan we daarvoor doen?
We intensiveren de contacten met ketenpartners over preventief maatschappelijk beleid. Dat geldt
ook voor de ketensamenwerking tussen de gebiedsteams en het Veiligheidshuis. Verder blijven we
ons inzetten op de nazorg aan ex-gedetineerden, zodat we recidive terugdringen. We maken
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
21
afspraken met de woningbouwcorporaties waardoor we huisuitzettingen en dakloosheid zoveel
mogelijk voorkomen.
Wat mag het kosten?
Lasten
10 Leefbaarheid
20 Welzijn
30 Publieke gezondheidszorg
40 Maatschappelijk werk
50 Voorzieningen bij beperkingen
Totaal Lasten
Baten
10 Leefbaarheid
20 Welzijn
30 Publieke gezondheidszorg
40 Maatschappelijk werk
50 Voorzieningen bij beperkingen
Totaal Baten
Resultaat voor bestemming
Onttrekking aan reserves
Toevoeging aan reserves
Resultaat na bestemming
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
(bedragen x € 1.000,-)
Begroting Begroting Begroting
2016
2017
2018
Rekening
2013
Begroting
2014
Begroting
2015
2.813
77
503
859
13.293
2.784
138
565
1.049
14.675
2.771
118
477
819
26.850
2.752
119
477
744
27.113
2.727
119
477
744
26.651
2.717
119
477
743
26.614
17.545
19.211
31.035
31.205
30.717
30.671
Rekening
2013
Begroting
2014
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting
2017
Begroting
2018
162
0
0
0
1.431
1.593
179
0
0
41
1.699
1.919
184
0
0
41
1.169
1.394
184
0
0
41
1.169
1.394
184
0
0
41
1.169
1.394
184
0
0
41
1.169
1.394
15.952
1.015-
17.592
89-
29.640
26-
29.811
26-
29.323
26-
29.277
23-
17.203
29.614
29.785
29.297
29.254
72
15.009
22
DOMEIN 1
Programma 1
Sociale verbondenheid, participatie, sociaal-cultureel
kapitaal en veiligheid
Werk, participatie en inkomen
Beleidsvelden
100. Inkomen
110. Armoedebeleid
120. Participatie
Maatschappelijk effect
In Súdwest-Fryslân kan iedereen meedoen aan de samenleving, zowel in materieel als immaterieel
opzicht. De uitgangspunten zijn: eigen verantwoordelijkheid, solidariteit en zelfredzaamheid. De
gemeente fungeert als vangnet en ondersteunt waar nodig.
Relatie met strategische documenten (o.a. Coalitieakkoord)
Vanuit het Coalitieakkoord is het programma een onderdeel van de aanpak rond “Sociaal vitaal”. Op
basis van de transitie/transformatie binnen het Sociaal Domein komen we tot een nieuwe opzet
(“Veerkracht Sociaal Domein”). Hier speelt een flinke uitbreiding van gemeentelijke taken. Ook ligt
er nadrukkelijk een relatie met het onderdeel “Vitale clusters” om per gebiedscluster te komen tot
een samenhangende aanpak. Vanuit de eerdere Ontwikkelvisie ligt het zwaartepunt op “Sociale verbondenheid”. Hier is een toename van eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid aan de orde.
Met aandacht voor preventie, collectieve voorzieningen en het ontzien van kwetsbare doelgroepen.
Algemene duiding
Richtinggevende beleidsdocumenten
Naam
Beleidsplan Veerkracht in het sociaal domein
Beleidsplan Sturing, inkoop en financiering
Naar een veerkrachtig sociaal domein
Koersnota Sociaal Domein
Vaststelling
College, 5 augustus 2014
Gemeenteraad, 5 juni 2014
Gemeenteraad, 28 februari 2013
Gemeenteraad, 30 januari 2014
Nieuwe aanpak Veerkracht Sociaal Domein
Zie Hoofdstuk 4 “Aanzet nieuwe opzet Sociaal Domein”.
Nieuwe wettelijke taken
Op 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in werking. De Participatiewet vervangt de Wet werk en
bijstand met een integratie van de Wet maatregelen WWB, de Invoeringswet Participatiewet en de
Wet hervorming kindregelingen. Op de huidige Wajongers na valt een ieder met een (gedeeltelijke)
arbeidsbeperking onder de werking van deze wet. Het maakt niet uit of men een korte dan wel
lange afstand tot de arbeidsmarkt heeft. De gemeente draagt zorg voor ondersteuning gericht op
(hernieuwde) deelname aan het arbeidsproces. Als dat niet of nog niet mogelijk is, is het doel
deelname aan de samenleving. De gemeente zorgt, indien nodig, voor financiële ondersteuning. De
gemeente werkt hiervoor samen in subregionaal verband in Fryslân West en in regionaal
(provinciaal) verband in het Werkbedrijf Friesland. Daarnaast voert de gemeente deze taken uit
voor de gemeente Littenseradiel.
100 Inkomen
Richtinggevende beleidsdocumenten
Naam
Beleidsregels kennismakingsperiode
Koersnota “Veerkracht in het sociale Domein”
Uitvoeringsnota Bbz 2004
Beleidsregels bijzondere bijstand
Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive
Verificatieplan 2013 inzake WWB, IOAW en IOAZ
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
23
Vaststelling
College, 18 februari 2014
Gemeenteraad, 30 januari 2014
College, 28 januari 2014
College, 10 december 2013
Gemeenteraad, 11 oktober 2013
College, 19 maart 2013
Gemeenteraad, 28 februari 2013
-
Visienota “Naar een veerkrachtig sociaal domein”
Startnotitie “Werk Vermogen!”
Besluit tijdelijke regels aanscherping Wet werk en bijstand
Gemeenteraad, 19 april 2012
Gemeenteraad, 26 januari 2012
Wat willen we bereiken?
Iedere burger is er in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor om zoveel mogelijk en zo snel
mogelijk zijn eigen inkomen te verdienen. Tijdelijk een beroep doen op het vangnet van een
uitkering kan. Daar is het vangnet voor bedoeld. Maar juist om het vangnet overeind te kunnen
houden moet het beroep zo kort mogelijk zijn. Daarom zijn we alert aan de poort. Vanaf de
aanvraag voor levensonderhoud moet de uitkeringsgerechtigde laten zien dat hij/zij naar vermogen
zijn/ haar best heeft gedaan om werk te vinden. Daarna pas is inkomensondersteuning aan de orde.
Vanaf 2015 maakt de loonkostensubsidie onderdeel uit van het WWB budget (vroeger I-deel). We
voeren in lijn met de Participatiewet de loonkostensubsidie uit als onderdeel van het reintegratiebeleid. Ook maken we daarvoor keuzes over de doelgroep en berekening loonwaarde. Het
gebeurt al dan niet in (sub)regionaal verband. Dit vraagt nog verder uitwerking.
Wat gaan we daarvoor doen?
We zetten in op handhaving aan de poort. Hierdoor krijgen alleen rechthebbenden een uitkering.
We reduceren de doorlooptijd van de aanvragen Inkomen naar vier weken. We gaan een adequaat
(debiteuren)beleid voeren zowel op het gebied van terugvordering als verhaal. Daarnaast passen we
de nieuwe fraudewet toe. We voeren een doorlopende scan voorliggende voorzieningen uit op
lopende uitkeringen.
110 Armoedebeleid: Minimaregelingen en schulddienstverlening
Richtinggevende beleidsdocumenten
Naam
•
Verordening Bijdrageregeling minima 2014 (Kindpakket)
•
Regeling collectieve ziektekostenverzekering AV Frieso 2014
(ingangsdatum 1 januari 2014)
•
Regeling categoriale bijstandsverlening duurzame gebruiksgoederen voor
pensioengerechtigden 2014 (ingangsdatum 1 januari 2014)
•
Regeling categoriale bijstandsverlening chronisch zieken en langdurig
gehandicapten 2014 (ingangsdatum 1 jan. 2014)
•
Besluit Beleidsregels Schulddienstverlening (ingangsdatum 1 januari 2014)
•
Regeling chronisch zieken en langdurig gehandicapten 2013
•
Notitie Minimabeleid “Op weg naar een moderner minimabeleid”
•
Notitie ‘Over een andere boeg’, de gekantelde gedachte in de
schulddienstverlening.
Vaststelling
Raad, 3 juli 2014
College, 11 februari 2014
College, 11 februari 2014
College, 11 februari 2014
College, 4 februari 2014
College, 5 februari 2013
Gemeenteraad, 19 april 2012
Gemeenteraad, 18 oktober 2012
Wat willen we bereiken?
Uitgangspunt voor het minimabeleid is dat ook de burger met een laag inkomen mee kan doen aan
de samenleving. Zowel in het minimabeleid als in het gemeentelijke beleidsplan ‘Over een andere
boeg, de gekantelde gedachte in de schulddienstverlening van Súdwest-Fryslân’ (we spreken niet
meer van schuldhulpverlening) geven we prioriteit aan gezinnen met minderjarige kinderen. Doel
van de schuldhulpverlening is het voorkomen en wegnemen van drempels die de participatie van
burgers in gevaar brengen of belemmeren. Bij het oplossen van problemen beoordelen we eerst de
eigen mogelijkheden van de schuldenaar. Eventueel bieden we aanvullend maatwerk.
Het Rijk stelt vanaf 2014 structureel extra geld beschikbaar voor de intensivering van het
armoedebeleid. Een gedeelte hiervan komt ten bate van de schulddienstverlening. Voor een groot
deel komt dit geld specifiek voor kinderen in armoede beschikbaar in de vorm van het zogenaamde
kindpakket. Belangrijkste uitgangspunt van dit pakket is dat kinderen niet de dupe van de crisis
mogen worden. Het bevorderen van maatschappelijke participatie en het tegengaan van sociale
uitsluiting zijn de belangrijkste doelstellingen.
De schulddienstverlening is sterk op preventie gericht. We zoeken de samenwerking met de relevante maatschappelijke en vrijwilligersorganisaties. Uitgangspunt ‘voorkomen is beter dan genezen’
treedt bij de uitvoering van de Wgs sterk op de voorgrond. Het oplossen van financiële problemen is
niet voldoende. Inzet op schuldpreventie kan de burger veel narigheid besparen. Voor de gemeente
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
24
kan het op termijn een verlaging opleveren van de kosten van schulddienstverlening. Vanaf 2015
kan de burger alle vragen over schulden/geldzaken (preventie) stellen bij het Gebiedsteam.
Wat gaan we daarvoor doen?
We bieden voorzieningen aan diverse doelgroepen aan die ondersteuning nodig hebben in de vorm
van een geldelijke bijdrage of een andere vorm van ondersteuning. Die sluiten aan bij landelijke
normen. We gaan het niet-gebruik van minimaregelingen tegen door gerichte voorlichting, bezoeken, aanschrijving en inzet snelbalie. We bieden integrale schulddienstverleningstrajecten aan,
toegespitst op individuele problematiek en (on-)mogelijkheden. Inkoop vindt plaats op grond van
een afweging van kosten en effectiviteit. We betrekken ketenpartners bij de schulddienstverlening.
120 Participatie
Richtinggevende beleidsdocumenten
Naam
•
Meidwaan in Fryslân West, informatieve notitie over
de Participatiewet
•
Uitvoeringsplan re-integratie 2014
•
Tussenevaluatie Pastiel
•
Verordening cliëntenparticipatie WWB Súdwest-Fryslân
•
Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ
•
Beleidsregels re-integratie en subsidieverstrekking 2012
•
Kadernotitie Participatie (re-integratie, inburgering en educatie)
Vaststelling
Stuurgroep project WV, april 2014
College, 29 april 2014
College, 17 december 2013
Gemeenteraad, 16 mei 2013
Gemeenteraad, 13 dec. 2012
College, 13 november 2012
Gemeenteraad, 22 maart 2012
Wat willen we bereiken?
Participatie is gericht op (hernieuwde) deelname aan het arbeidsproces, het wegnemen van eventuele belemmeringen dan wel deelname aan de samenleving. We hebben keuzes gemaakt over de
inzet met betrekking tot doelgroepen, voorzieningen en instrumenten. Die keuzes zijn deels subregionaal of regionaal afgestemd. We hebben specifieke afspraken gemaakt over de afbouw van
gesubsidieerde arbeid, de WIW en ID banen. Deze inzet vormt een onevenredig groot deel van het
beschikbare participatiebudget. We zetten in op vermindering of afbouw overeenkomstig de in 2014
gemaakte afspraken.
Onderdeel van het participatiebudget is een niet ontschot deel voor educatievoorzieningen. We
zetten in op een kwalitatief goed en passend onderwijsaanbod voor volwassenen. In de nieuwe wet
specifieke uitkering educatie vervalt in een periode van drie jaar de wettelijke verplichting om
educatie aan te besteden. Ook vindt binnen een regio een aanwijzing plaats van een
contactgemeente (Leeuwarden) die het aanbod coördineert. Met als doel om dit geld ook
daadwerkelijk terecht te laten komen bij gemeenten die het geld hebben ingezet voor educatie.
Het gaat om geld dat in 2013-2014 is besteed voor volwassenen met een laag opleidingsniveau of
allochtone achtergrond.
Wat gaan we daarvoor doen?
We geven uitvoering in lijn met de notitie Afbouw ID/WIW-regelingen. Er volgt een eerste evaluatie
en, indien nodig, aanpassing/aanscherping van de afbouw van de ID-WIW regelingen. We willen
jaarlijks een productovereenkomst afsluiten met het Friesland College. De besteding van het
budget, zoals door het Rijk beschikbaar gesteld, vindt volledig plaats bij het Friesland College.
Na de succesvolle evaluatie van de pilot Pastiel (gemeenteraad, september 2014) pakken we de
daadwerkelijke implementatie op. Het doel van Pastiel verandert niet: het op een effectieve en
efficiënte manier uitvoeren van de re-integratie van nieuwe WWB cliënten. We gaan de integrale
werkgevers- en werknemersbenadering in Pastiel doorontwikkelen samen met de partners in het
project Werk Vermogen!
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
25
Wat mag het kosten?
(bedragen x € 1.000,-)
Begroting Begroting Begroting
2016
2017
2018
Rekening
2013
Begroting
2014
Begroting
2015
49.027
5.284
1.887
372
2.828
423
47.787
5.576
1.553
230
2.652
429
47.417
5.864
1.753
230
2.183
382
47.470
5.869
1.755
230
2.186
382
47.524
5.875
1.756
230
2.189
383
47.549
5.880
1.758
230
2.191
383
59.822
58.227
57.829
57.892
57.956
57.991
Rekening
2013
Begroting
2014
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting
2017
Begroting
2018
45.891
169
10
357
2.468
131
49.026
44.025
0
0
237
2.892
0
47.154
43.298
0
0
230
2.778
0
46.306
43.298
0
0
230
2.778
0
46.306
43.298
0
0
230
2.778
0
46.306
43.298
0
0
230
2.778
0
46.306
Resultaat voor bestemming
Onttrekking aan reserves
Toevoeging aan reserves
10.796
15-
11.073
11.523
11.587
11.650
11.686
Resultaat na bestemming
10.781
11.073
11.523
11.587
11.650
11.686
Lasten
100 Inkomen
110 Minimaregelingen en schuldhulpverlening
120 Gesubsidieerde banen
130 Volwasseneneducatie
140 Participatie en re-integratie
150 Wet inburgering
Totaal Lasten
Baten
100 Inkomen
110 Minimaregelingen en schuldhulpverlening
120 Gesubsidieerde banen
130 Volwasseneneducatie
140 Participatie en re-integratie
150 Wet inburgering
Totaal Baten
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
26
DOMEIN 1
Programma 2
Sociale verbondenheid, participatie, sociaal-cultureel
kapitaal en veiligheid
Jeugd en onderwijs
Beleidsvelden
200. Onderwijs en opvang
210. Zorg voor jeugd (incl. Wmo prestatieveld 2)
220. Onderwijsaccommodaties
230. Jeugdwelzijn
Maatschappelijk effect
De gemeente biedt aan kinderen en jongeren t/m 23 jaar optimale ontwikkelingskansen om
volwaardig deel te nemen aan de samenleving.
Relatie met strategische documenten (o.a. Coalitieakkoord)
Vanuit het Coalitieakkoord is het programma een onderdeel van de aanpak rond “Sociaal vitaal”. Op
basis van de transitie/transformatie binnen het Sociaal Domein komen we tot een nieuwe opzet
(“Veerkracht Sociaal Domein”). Hier speelt een flinke uitbreiding van gemeentelijke taken. Ook ligt
er nadrukkelijk een relatie met het onderdeel “Vitale clusters” om per gebiedscluster te komen tot
een samenhangende aanpak. Vanuit de eerdere Ontwikkelvisie ligt het zwaartepunt bij “Verscheidenheid in kernen” en “Sociale verbondenheid”. Met een toename van eigen verantwoordelijkheid
en zelfredzaamheid. Met aandacht voor preventie, collectieve voorzieningen en het ontzien van
kwetsbare doelgroepen.
Algemene duiding
Richtinggevende beleidsdocumenten
Naam
•
Beleidsplan Veerkracht in het sociaal domein
•
Beleidsplan Sturing, inkoop en financiering
•
Koersnota Veerkracht in het sociale domein
•
Nota ‘peuterspeelzalen, onderwijsachterstanden en zorg voor leerlingen’
•
Kompas Zorg voor jeugd Fryslân
•
Naar een veerkrachtig sociaal domein
Vaststelling
College, 5 augustus 2014
Gemeenteraad, 5 juni 2014
Gemeenteraad 30 januari 2014
Gemeenteraad, 16 mei 2013
College, 5 maart 2013
Gemeenteraad, 28 februari 2013
Toelichting
Nieuwe aanpak Veerkracht Sociaal Domein
Zie Hoofdstuk 4 “Aanzet nieuwe opzet Sociaal Domein”
Nieuwe wettelijke taken
Op 1 januari 2015 treedt de Jeugdwet in werking. De gemeente is dan verantwoordelijk voor de
totale zorg voor jeugd van 0 tot 18 jaar (en soms tot 23 jaar). Nieuwe taken zijn: geïndiceerde
jeugdhulp, gesloten jeugdzorg, jeugdbescherming, jeugdreclassering, jeugd Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) en jeugd met een licht verstandelijke beperking (LVB). De uitdaging ligt in het op
een andere manier vorm geven aan de zorg voor jeugd (transformatie(, die beter aansluit bij de
burgers en minder kost. Voor het beleid op gebied van jeugd en onderwijs speelt, naast de transitie
jeugdzorg, ook de transitie passend onderwijs. Hier hebben we een rol bij de aansluiting met de gemeentelijke zorg voor jeugd, de onderwijshuisvesting en het leerlingenvervoer. Passend onderwijs is
binnen de gemeente onderdeel van de transitie jeugdzorg, omdat passend onderwijs en zorg voor
jeugd naadloos op elkaar aan moeten sluiten. Er is een meer preventieve en effectieve ondersteuning aan ouders en kinderen mogelijk bij het opgroeien, opvoeden en leren/ontwikkelen
Algemeen
Wat willen we bereiken?
In de beleidsnotitie peuterspeelzalenbeleid, onderwijsachterstandenbeleid en zorg voor leerlingen
ligt de focus op:
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
27
•
•
•
•
Peuterspeelzalen zijn voor alle 2 tot 4 jarigen beschikbaar en voldoen aan de kwaliteitseisen
van de wet OKE.
Het primair- en voortgezet onderwijs ontvangen middelen voor zorg voor leerlingen, die we
inzetten op het snijvlak van de zorg vanuit het onderwijs (passend onderwijs) en de zorg voor
jeugd vanuit de gemeente (transitie jeugdzorg).
Het stimuleren van samenwerking tussen peuter- en kinderopvangorganisaties en het onderwijs
(doorgaande lijn).
Een dekkend aanbod van kinderdagopvang en peuterspeelzaalwerk.
Leerlingen de mogelijkheid bieden scholen voor (speciaal) basisonderwijs of (voortgezet) speciaal
onderwijs te bezoeken conform gemeentelijke verordening leerlingenvervoer. De zorg die leerlingen
op school ontvangen in het kader van passend onderwijs en de zorg die jeugdigen vanuit de
gemeente of vanuit de tweedelijnszorg nodig hebben sluiten naadloos op elkaar aan. De
gecombineerde kader- en beleidsnota Brede Scholen geeft kaders aan de ontwikkeling van Brede
Scholen, zoals: totstandkoming van onderop, stimulering structurele samenwerking tussen de
participanten en nadruk op ontwikkeling/ zorg voor kinderen van 0-12 jaar.
Wat gaan we daarvoor doen?
We geven uitvoering aan de leer- en kwalificatieplicht. We vullen de functie Regionaal Meldcentrum
voortijdig schoolverlaters in. We geven uitvoering aan de harmonisatie en de besparingen conform
de beleidsnotitie peuterspeelzaalbeleid, onderwijsachterstandenbeleid en zorg voor leerlingen. We
subsidiëren peuterspeelzalen via een vaste subsidie per peuterplaats. Toezicht vindt plaats op de
kwaliteit in het kader van de wet OKE. De registratie, inspecties en handhaving van kinderopvangorganisaties en peuterspeelzalen vindt plaats in het kader van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen Peuterspeelzaalwerk. Op basis van het ondersteuningsplan passend onderwijs van de
schoolbesturen maken we afspraken voor de inzet van middelen zorg voor leerlingen. Deze middelen zetten we in op het raakvlak van passend onderwijs en de transitie jeugdzorg.
We zijn kaderstellend richting de Brede Scholen en hebben waar nodig een faciliterende, initiërende, adviserende en stimulerende rol. We ondersteunen en begeleiden (waar nodig) initiatieven
vanuit het veld, vooral in de opstartfase en in de achterstandsgebieden. Op verzoek ondersteunen
we bestaande Brede Scholen via een consultatie en adviesfunctie en de buurtsportcoaches. We
ondersteunen Brede Scholen op het terrein van beheer en exploitatie. We subsidiëren Brede Scholen
voor het uitvoeren van coördinerende activiteiten en de taken (mits de scholen voldoen aan de
gestelde voorwaarden). We onderzoeken in samenspraak met betrokken partijen de haalbaarheid
van Integrale Kind Centra (IKC). We organiseren en bekostigen het leerlingenvervoer. We geven
uitvoering aan de afgesloten overeenkomsten tussen gemeente en vervoerders. In lijn met de
verordening leerlingenvervoer verstrekken we ouders een passende bijdrage in de noodzakelijke
kosten van het leerlingenvervoer. De inzet van het schoolzwemmen voor het schooljaar 2014/2015
is gelijk aan het voorgaande jaar.
210 Zorg voor Jeugd
Wat willen we bereiken?
Als uitvloeisel van de decentralisatie van de Jeugdzorg ligt per 1 januari 2015 de verantwoordelijkheid voor de gehele zorg voor jeugd bij de gemeente. Belangrijke kaders zijn:
• Ouders en kinderen centraal;
• Eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht;
• Eén kind/gezin, één aanspreekpunt, één plan;
• Gebiedsgerichte benadering;
• Specifieke aandacht voor de kwetsbare kinderen en jeugdigen.
De ondersteuning realiseren we zoveel mogelijk dicht bij de bewoners. Súdwest-Fryslân (en
Littenseradiel) hebben dit in de Koersnota geconcretiseerd door gebiedsteams als de toegangspoort
in te gaan zetten voor alle vormen van ondersteuning voor alle inwoners. Dit geldt zowel voor de
bestaande als de nieuwe taken in het Sociaal Domein. Er is per cluster een gebiedsteam. Bij
ondersteuningsvragen voeren medewerkers van het gebiedsteam een gesprek met de inwoner.
Samen zoekt men naar een oplossing.
In de beleidsnotitie peuterspeelzalenbeleid, onderwijsachterstandenbeleid en zorg voor leerlingen
leggen we voor het onderwijsachterstandenbeleid de focus op de uitbreiding van voor- en vroegschoolse educatie naar de hele gemeente (inclusief screening/gezinsondersteunende programma’s).
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
28
We richten al het handelen binnen het kader van het integraal jeugd(gezondheid-)beleid op het
vroegtijdig signaleren en bestrijden van achterstanden, de ontplooiing van de jongere en het
ontwikkelen van de jongere tot een verantwoord lid van de samenleving. Er is specifieke aandacht
en zorg voor de kwetsbare kinderen en jeugdigen.
Wat gaan we daarvoor doen?
Er is een dekkend aanbod van voor- en vroegschoolse educatie (VVE) op peuterspeelzalen in Súdwest-Fryslân. Peuters die risico lopen op een ontwikkelingsachterstand nemen deel aan een VVEprogramma op een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf. We indiceren alle doelgroep peuters en
leiden die zo veel mogelijk toe naar VVE-peuterspeelzalen of de VVE-vliegende keep die doelgroepkinderen op peuterspeelzalen in de plattelandsgebieden extra ondersteuning biedt. We subsidiëren
VVE-peuterspeelzalen en houden toezicht op de kwaliteit ervan in het kader van de Wet OKE.
Om problemen rond opvoeden/opgroeien te voorkomen zetten we zo vroeg mogelijk activiteiten,
programma’s en interventies in. Die interventies richten we met name op opvoedingsondersteuning
van kwetsbare jeugd en hun ouders. We dragen er zorg voor dat we bij de concrete invulling van de
besparingstaakstelling voor het aanvullend pakket Jeugdgezondheidszorg (JGZ) kwetsbare jeugd en
hun ouders zoveel mogelijk ontzien. Een deel is per 2015 overgegaan naar het basispakket.
Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) integreren we in het Gebiedsgericht Werken. We gaan het
CJG als beeldmerk na 2014 niet meer promoten. We zien de JGZ met haar wettelijk verplichte
takenpakket als een voorliggende algemene toegankelijke voorziening. De JGZ maakt geen
onderdeel uit van het gebiedsteam, de overige ketenpartners CJG (MEE en SMW) wel. We laten de
CJG contactstructuur in stand (vaste medewerkers zijn gekoppeld aan de kinderopvang,
peuterspeelzaal, het primaire- en voortgezet onderwijs). De JGZ is eerste aanspreekpunt voor de
peuterspeelzaal en kinderdagverblijf. De schoolmaatschappelijk werker is de linking-pin tussen de
onderwijsinstelling en het Gebiedsteam. Het Intern Zorg Overleg (IZO) op scholen blijft. Hiermee is
de opgebouwde samenwerking tussen onderwijs, JGZ en SMW geborgd.
220 Onderwijsaccommodaties
Richtinggevende beleidsdocumenten
Naam
Integraal Huisvestingsplan (IHP)
Programma onderwijshuisvesting 2014
Programma onderwijshuisvesting 2013
Kadernotitie Brede Scholen
Programma onderwijshuisvesting 2011 en 2012
Vaststelling
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
19 december 2013
19 december 2013
13 december 2012
26 januari 2012
15 december 2011
Wat willen we bereiken?
Het beleid voor onderwijshuisvesting is beschreven in het Integraal Huisvestingsplan (vastgesteld
eind 2013). Aan de hand van dit plan waarborgen we ook op langere termijn een adequate,
kwalitatief goede huisvesting van de onderwijsinstellingen. We willen alle scholen in SúdwestFryslân huisvesten in onderwijsgebouwen van wettelijk voldoende omvang en kwaliteit.
Wat gaan we daarvoor doen?
We voeren de programma’s onderwijshuisvesting uit zoals die in de afgelopen jaren zijn vastgesteld.
Ook implementeren we het Integraal Huisvestingsplan basisonderwijs (vastgesteld eind 2013).
230 Jeugdwelzijn
Richtinggevende beleidsdocumenten
Naam
Nadere regels o.b.v. beleidsnotitie Vrijwillig jeugdwerk
Keten en caravan beleid
Nota Lokaal Gezondheidsbeleid
Vaststelling
College, 1 mei 2013
College, 24 april 2012
Gemeenteraad, 3 juli 2014
Wat willen we bereiken?
In 2013 is de beleidsnotitie vrijwillig jeugdwerk vastgesteld. Het vrijwillig jeugdwerk richt zich op
jeugd en jongeren van 4 t/m 23 jaar. De ondersteuning en het organiseren van activiteiten gebeurt
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
29
door vrijwilligers. In principe in de vrije tijd. Ontmoeting vormt over het algemeen een belangrijke
pijler. De twee hoofddoelen van het gemeentelijk beleid zijn het bevorderen van het welzijn van de
jeugd en in het verlengde hiervan het maximaliseren van de ontwikkelkansen van de jeugd. Voor
activiteiten in het kader van vrijwillig jeugdwerk is activiteitensubsidie beschikbaar.
Voor jeugdketen en caravans is in 2012 beleid vastgesteld. Hier gelden als kaders:
• Keten moeten een veilige ontmoetingsplek zijn voor jongeren;
• Jongerenwerkers ondersteunen de jongeren indien nodig en spelen een belangrijke rol in het
signaleren van problemen en eventueel doorverwijzen naar de juiste instanties.
Het beleid is in mei 2014 met alle betrokken partners geëvalueerd en vervolgens aangescherpt.
In 2014 is het nieuwe Lokaal Gezondheidsbeleid vastgesteld. Hierin staan speerpunten benoemd
voor een gezonde fysieke en geestelijke ontwikkeling van kinderen en jongeren. Specifieke
aandacht is er voor gezond gewicht en bewegen, verantwoord alcoholgebruik en terugdringen
roken, psychische gezondheid en Sociaal-Economische Scores (SES).
Wat gaan we daarvoor doen?
We geven uitvoering aan het Ketenbeleid, het Beleid vrijwillig jeugdwerk en het Lokaal Gezondheidsbeleid. Er is structureel overleg met externe instanties op het gebied van verslavingszorg,
handhaving, politie en welzijnsinstellingen (jongerenwerk Timpaan) over het nemen van initiatieven op het gebied van veiligheid en overlast (JOS overleg). We bevorderen de uitwisseling van
taken van de professioneel jongerenwerker en de opbouwwerker: meer generalistische inzet van
deze professionals. We maken afspraken over de inzet van professioneel jongerenwerk, met
inachtneming van de bezuinigingstaakstelling. We bevorderen spel-/speel- en sportvoorzieningen in
wijken, dorpen en kernen.
Wat mag het kosten?
Lasten
200 Onderwijs en opvang
210 Zorg en Jeugd
220 Onderwijsaccommodaties
230 Jeugdwelzijn
Totaal Lasten
Baten
200 Onderwijs en opvang
210 Zorg en Jeugd
220 Onderwijsaccommodaties
230 Jeugdwelzijn
Totaal Baten
(bedragen x € 1.000,-)
Begroting Begroting Begroting
2016
2017
2018
Rekening
2013
Begroting
2014
Begroting
2015
2.435
3.768
9.466
475
2.599
4.579
9.442
707
2.550
4.673
9.186
18.762
2.450
4.652
9.412
18.502
2.450
4.654
8.823
17.896
2.449
4.656
9.018
18.001
16.145
17.327
35.170
35.016
33.822
34.123
Rekening
2013
Begroting
2014
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting
2017
Begroting
2018
30
640
310
0
981
132
589
200
0
921
106
638
200
0
945
106
626
200
0
932
106
626
200
0
932
106
626
200
0
932
Resultaat voor bestemming
Onttrekking aan reserves
Toevoeging aan reserves
15.164
1.237426
16.406
2.367536
34.225
2.340272
34.084
2.384272
32.890
1.977272
33.191
1.669272
Resultaat na bestemming
14.353
14.575
32.157
31.971
31.185
31.794
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
30
DOMEIN 1
Programma 3
Sociale verbondenheid, participatie, sociaal-cultureel
kapitaal en veiligheid
Sport, kunst en cultuur
Beleidsvelden
300. Sport
310. Kunst en cultuur
Maatschappelijk effect
Alle inwoners van Súdwest-Fryslân, zowel jong als oud, hebben of krijgen de mogelijkheid zowel
actief als passief deel te nemen aan sport en beweging. Er is een groot aanbod en een grote
diversiteit op het gebied van kunst en cultuur.
Relatie met strategische documenten (o.a. Coalitieakkoord)
Vanuit het Coalitieakkoord heeft het programma belangrijke raakvlakken met de aanpak rond
“Sociaal vitaal”. Ook ligt er nadrukkelijk een relatie met aanpak “Vitale clusters” om per gebiedscluster te komen tot een samenhangende aanpak. Met name het gewenste voorzieningenniveau
speelt het een rol. Vanuit de eerdere Ontwikkelvisie ligt het zwaartepunt “Sociale verbondenheid”,
“Verscheidenheid in kernen” en “Rijkdom aan cultuur en erfgoed”. Vanuit het laatste onderdeel is
een bescherming/ontwikkeling van kernkwaliteiten rond cultuur, erfgoed en ruimtelijke kwaliteit
aan de orde.
300 Sport
Richtinggevende beleidsdocumenten
Naam
•
Kadernota Sport en Bewegen 2012-2020
•
Beleidsnota Sport en Bewegen 2013-2016
•
Vaststelling Tarieven Gebruiksvergoedingen
•
Nadere regels Sportsubsidies
Vaststelling
Gemeenteraad, 23 februari 2012
Gemeenteraad, 13 december 2012
College, 10 december 2013
College, 20 mei 2014
Wat willen we bereiken?
Sport en bewegen
We willen dat 60% van de inwoners minimaal 40 weken per jaar sport en dat 70% van de inwoners
voldoet aan de combinorm voor sport en bewegen (vijf dagen een half uur actie). Het aantal
sporters, in competitie of wedstrijdverband willen we optimaliseren. We streven er naar dat 35%
van de inwoners lid is van een sportvereniging. We maken alle scholen bekend met het
ondersteuningsaanbod van de gemeente. We stimuleren alle scholen om per week twee kwalitatief
goede lessen bewegingsonderwijs te geven. 80% van de basisscholen werkt met een vakwerkplan
voor het bewegingsonderwijs en een beweegmethode. Minimaal de helft van de basisscholen heeft
een sport- en beweegaanbod na schooltijd. We zorgen dat alle relevante samenwerkingspartners
(CJG, fysiotherapeuten etc.) bekend zijn met het sport- en beweegaanbod in de gemeente. Ook
willen we dat driekwart van alle sport- en beweegdocenten voor ouderen een valpreventiecursus
gevolgd heeft en aandacht besteedt aan valpreventie in de les.
Talenten en evenementen
We ondersteunen talenten en drie soorten (sport) evenementen (regionaal, nationaal en internationaal) ter stimulering en bevordering van de deelname aan de sportverenigingen en bevordering van
de economie.
Sportaccommodaties
We gaan door met het realiseren van sportaccommodaties die een bijdrage leveren aan het
gemeentelijk sport- en beweegbeleid.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
31
Wat gaan we daarvoor doen?
Sport en bewegen
We richten ons met het sportstimuleringsaanbod voor 4-12 jarigen vooral op gebieden waar de
sportparticipatie het laagst is. We gaan het basisonderwijs ondersteunen door modules aan te
bieden via het project Sport op Basisscholen. We gaan samenwerken met lokale sportaanbieders en
het voortgezet onderwijs om te komen tot meer activiteiten. We inventariseren de gebieden waar
de sportparticipatie van volwassenen achterblijft en ondernemen actie om de sportparticipatie te
verbeteren. We gaan een bijdrage leveren aan het terugdringen van overgewicht bij jeugdigen en
volwassenen door ook aandacht te hebben voor een gezonde leefstijl. Op alle basisscholen moet
hiervoor structurele aandacht zijn. We stimuleren bedrijfssport door commerciële sportaanbieders
een aanbod te laten doen aan het gemeentepersoneel, waarbij vooral aandacht is voor nietactieven. We ontwikkelen voor 65 plussers een innovatief en vraaggericht aanbod in samenwerking
met lokale verenigingen en in aansluiting op lokale activiteiten. We onderzoeken de spreiding van
het sport- en beweegaanbod voor mensen met een beperking en ondernemen actie om de spreiding
(waar nodig) te verbeteren. We ondersteunen sportverenigingen door hen verenigingsondersteuning
aan te bieden voor concrete vragen en met sportstimuleringssubsidies.
Talenten en evenementen
Talenten huldigen we jaarlijks met het oog op meer aandacht voor de sport in brede zin en als
stimulans om verder door te groeien. We werken mee aan de realisatie van Regionale Talent Centra
(RTC’s) in Súdwest-Fryslân voor volleybal en zeilen. Ook stellen we evenementen-subsidiebeleid op.
Sportaccommodaties
We brengen de onder- of overcapaciteit, de gebruiksmogelijkheden en bezetting van alle sport- en
beweegaccommodaties in beeld. Op basis hiervan gaan we na hoe we het maatschappelijk en financieel rendement kunnen verbeteren. We gaan alle taken en werkzaamheden rondom sport bij elkaar
brengen en werken vanuit een integraal plan voor de sport. We beperken de bekostiging van gymnastieklokalen uit het sportbudget tot lasten die voortvloeien uit medegebruik door sport. We
stemmen het aanbod van binnensportaccommodaties af op behoeften van onderwijs en sport. We
ontwikkelen een toekomstvisie voor binnensportaccommodaties. We stemmen het in gebruik geven
van binnensportaccommodaties meer af op de behoefte van gebruikers. We beëindigen de gemeentelijke bemoeienis met kleed- en clubgebouwen en overige opstallen op sportcomplexen en dragen
deze accommodaties over aan gebruikers. De visie op zwembaden werken we verder uit, met een
concreet plan voor Bolsward en Workum. Verder doen we nader onderzoek naar de contractuele
relatie met Optisport en doen een voorstel om deze te wijzigen.
310 Kunst en cultuur
Richtinggevende beleidsdocumenten
Naam
•
Nota Amateurkunst
•
Nadere regels subsidieverstrekking Amateurkunst
•
Kadernota Cultuur
•
Scenario’s Bezuinigingen Bibliotheekwerk
•
Aanwijzing lokale media-instelling 2011-2016
•
Nota Museumbeleid 2013-2016
•
Uitvoeringsnota Musea Súdwest-Fryslân en Nadere regels
Vaststelling
Gemeenteraad, 4 april 2013
College, 20 mei 2014
Gemeenteraad, 14 november 2013
Gemeenteraad, 16 mei 2013
Gemeenteraad, 17 april 2012
Gemeenteraad, 28 februari 2013
College, 20 mei 2014
Wat willen we bereiken?
Cultuur
We willen met cultuuractiviteiten de aantrekkingskracht van de gemeente voor burgers en toeristen
vergroten met het oog op de identiteit en gezamenlijke trots waarvoor cultuur in Súdwest-Fryslân
zorgt. We willen de relatie tussen cultuur en leefbaarheid als verbindende factor in de samenleving
en het effect op de ruimtelijke kwaliteit verder verdiepen.
Musea
We ondersteunen musea, die op kwalitatieve wijze bijdragen aan het bewaren, ontwikkelen en uitdragen van de identiteit en de geschiedenis van onze gemeente. De door de gemeente gesubsi-
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
32
dieerde musea moeten op termijn in het bezit zijn van een (voorlopige) museumregistratie. We
stimuleren dat musea meer focus leggen op hun collectie- en publiekstaak. We ondersteunen innovatieve activiteiten die gericht zijn op vernieuwing van programmering en presentatie, verbetering
van de publieksgerichtheid, deskundigheidsbevordering en meer of nieuwe vormen van samenwerking tussen de musea of met andere culturele instellingen.
Amateurkunst
We stellen de amateurkunst in staat een bijdrage te leveren aan een vitale, sterke en solidaire
samenleving, aan de leefbaarheid binnen dorpen, wijken en kernen, aan de sociale binding en aan
de kwaliteit van het samenleven.
Culturele organisaties
We stellen de aanwezige culturele organisaties in staat om een bijdrage te leveren aan een vitale,
sterke en solidaire samenleving, aan de leefbaarheid binnen dorpen, wijken en kernen, aan de
sociale binding en aan de kwaliteit van het samenleven.
Lokale omroep
We houden een lokale omroep in stand om de betrokkenheid bij de eigen leefomgeving te verbeteren. We stimuleren daarmee het verspreiden van lokaal nieuws en de bekendheid van lokale gebeurtenissen.
Bibliotheken
We hebben een toekomstbestendige visie op het bibliotheekwerk. We stellen een nota
Bibliotheekbeleid op (gereed 1 januari 2015).
Cultuur Kwartier Sneek
Het Cultuur Kwartier Sneek (Theater, Atrium en Poppodium) zorgt voor een breed en met het
cultuurveld afgestemd cultureel en cultuur educatief aanbod.
Wat gaan we daarvoor doen?
Cultuur
We ondersteunen culturele organisaties door het verlenen van eenmalige subsidies op het terrein
van cultuur. We voeren de uitgangs- en actiepunten van de nota Cultuurbeleid uit. We coördineren
en stroomlijnen alle gemeentelijke subsidieprocessen en we implementeren en beheren het digitaal
subsidieloket. We richten het subsidieloket “lean” in en communiceren hierbij op B1 taalniveau.
Aanvragers kunnen hun subsidieaanvraag met ingang van 2015 digitaal indienen.
Musea
We gaan intentieovereenkomsten afsluiten met musea, waarmee we gezamenlijk de start markeren
van het werken aan en het komen tot (voorlopige) museumregistratie. We bieden musea tot en met
subsidiejaar 2017 de tijd om hun begroting zo in te richten, dat we minstens 20% van de verleende
gemeentelijke subsidie benutten voor de collectietaak en minstens 20% voor de publiekstaak. De
musea en Stichting Samenwerking Musea Zuidwest Friesland kunnen op basis van de nieuwe subsidieregeling ‘Musea, innovatie en samenwerking’ eenmalige subsidies aanvragen voor innovatieve
activiteiten en vervolgacties op het “Museum Inspiration Event”.
Amateurkunst
We voeren de vastgestelde uitgangs- en actiepunten uit de nota Amateurkunst uit en we verlenen
subsidies aan muziek-, zang- en toneelverenigingen en aan trad. folkloristische dansgroepen.
Culturele organisaties
Samen met communicatie, toerisme/recreatie en sport stellen we een evenementen-subsidiebeleid
op, waarmee we culturele evenementen kunnen ondersteunen. We verlenen subsidies in het kader
van het cultuurfonds en de regeling uitgifte boeken. Nieuw zijn de regelingen voor eenmalige
subsidies voor het organiseren van kunstroutes en structurele subsidies voor historische verenigingen
en foto-/filmclubs.
Lokale omroep
We verstrekken subsidie aan de lokale media-instelling. De subsidie is gebaseerd op de wettelijk
verplichte bijdrage per wooneenheid in de gemeente.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
33
Bibliotheken
We leveren een bijdrage aan het realiseren en inhoud geven aan de cultuurhuizen in de voormalige
stadhuizen in Bolsward en Workum (gereed eind 2016). We gaan schoolbibliotheken realiseren in
basisscholen (gereed eind 2016).
Cultuur Kwartier Sneek
We spreken in 2015 prestaties af met het Cultuur Kwartier Sneek en leggen deze vast in
zogenaamde prestatieverklaringen. Op basis hiervan verstrekken we subsidies.
Wat mag het kosten?
Lasten
300 Sport
310 Kunst en cultuur
Totaal Lasten
Baten
300 Sport
310 Kunst en cultuur
Totaal Baten
Resultaat voor bestemming
Onttrekking aan reserves
Toevoeging aan reserves
Resultaat na bestemming
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
(bedragen x € 1.000,-)
Begroting Begroting Begroting
2016
2017
2018
Rekening
2013
Begroting
2014
Begroting
2015
7.130
10.015
6.918
8.081
5.939
7.812
5.759
7.718
5.703
7.657
5.663
7.640
17.145
14.999
13.752
13.477
13.360
13.304
Rekening
2013
Begroting
2014
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting
2017
Begroting
2018
878
879
1.758
1.034
315
1.349
1.001
374
1.375
991
404
1.395
981
383
1.364
970
412
1.383
15.388
738-
13.650
522-
12.377
377-
12.083
377-
11.996
377-
11.921
377-
13.128
12.000
11.706
11.619
11.544
243
14.892
34
DOMEIN 1
Programma 4
Sociale verbondenheid, participatie, sociaal-cultureel
kapitaal en veiligheid
Veiligheid, orde, handhaving en toezicht
Beleidsvelden
400. Openbare orde en veiligheid
410. Brandweer en rampenbestrijding
Maatschappelijk effect
De gemeente versterkt samen met veiligheidspartners, burgers en bedrijven de veiligheid in Súdwest-Fryslân en het veiligheidsgevoel van haar inwoners en bezoekers.
Relatie met strategische documenten (o.a. Coalitieakkoord)
Vanuit het Coalitieakkoord heeft het programma belangrijke raakvlakken “Vitale clusters” om per
gebiedscluster te komen tot een samenhangende aanpak. Vanuit de eerdere Ontwikkelvisie ligt het
zwaartepunt bij “Sociale verbondenheid”. Langs de lijn van “Sociale verbondenheid” speelt een
toename van eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid. Met aandacht voor preventie, collectieve voorzieningen en het ontzien van kwetsbare doelgroepen. Er ligt een relatie met een evenwichtige benadering op basis van de gebiedsgerichte aanpak (stedelijk gebied/clusters).
400 Openbare orde en veiligheid
Richtinggevende beleidsdocumenten
Naam
•
Horecabeleid en wijziging horecabepalingen APV
•
•
•
•
•
•
•
Derde wjiziging APV (Paracommercie)
Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Fryslân
Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en reparatie
Verordening Speelautomatenhallen
Harmonisatie Algemene Plaatselijke Verordening (APV)
Startnotitie Veiligheidsbeleid
Handhavingnota 2011-2014
Verordening binnentreden t.u.v. noodverordeningen
Vaststelling
College, 26 augustus 2014 (planning:
Gemeenteraad: najaar 2014)
Gemeenteraad, 30 januari 2014
College: 1 januari. 2014
Gemeenteraad, 24 mei 2012
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
26 januari 2012
27 oktober 2011
3 maart 2011
27 januari 2011
Wat willen we bereiken?
Openbare orde en veiligheid
We willen vitale en leefbare wijken waarin alle bewoners zich veilig voelen en bereid zijn de veiligheid te bevorderen. Ook willen we een effectieve samenwerking van alle verantwoordelijke lokale
partners. Dit moet leiden tot het terugdringen van overlast en inbraken.
Handhaving en toezicht
We willen een veilige en schone woon, werk- en leefomgeving voor zowel de inwoners, ondernemers
als de bezoekers van Súdwest-Fryslân. Een multidisciplinaire aanpak met interne en externe partners om de veiligheid (objectief en subjectief) op een aanvaardbaar peil te brengen en te houden.
Verder willen we een verbetering van naleefgedrag door inwoners, instellingen en bedrijven.
Wat gaan we daarvoor doen?
Openbare orde en veiligheid
Er komt in 2015 een nieuwe kadernota Veiligheid 2015-2018. Daaruit volgt een Gemeentelijk
Veiligheidsplan Súdwest-Fryslân 2015 waarin we te realiseren prestaties benoemen. We informeren
de inwoners over ontwikkelingen rond veiligheid en veiligheidsbeleid van de gemeente. We treffen
maatregelen/voorzieningen in verband met de veiligheid van bezoekers en deelnemers bij grote of
risicovolle evenementen. Verder bespreken we meerdere keren per jaar de voortgang van het
gemeentelijk veiligheidsbeleid en stellen die zo nodig bij. We gaan tijdig en adequaat ‘doorzorg’
bieden (waar mogelijk al binnen detentie) aan jeugdige en volwassen (ex)gedetineerden uit
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
35
Súdwest-Fryslân op in ieder geval vijf leefgebieden (ID, huisvesting, arbeid/inkomen, schulden en
zorg). We gaan door met het regisseren van horecaoverleg tussen gemeente, ondernemers en politie
met betrekking tot Bolsward en Sneek en we maken en implementeren het horecabeleid.
Handhaving en toezicht
We voeren de prestaties in het Handhaving Uitvoeringsprogramma (HUP) 2015 uit. We gaan door
met de ontwikkeling en professionalisering van het bike-team, de integraal toezichthouder, de buitengewoon opsporingsambtenaar voor jeugd en buurt (boa) en het IGT (Informatie Gestuurd Toezicht). We intensiveren de samenwerking tussen toezicht en handhaving en de dorps- en wijkcoördinatoren. We gaan de ‘Mienskip’ actief betrekken door actief te informeren, te wijzen op de eigen
verantwoordelijkheid en de nadruk te leggen op preventieve handhaving. Ook intensiveren we de
samenwerking met de politie op basis van het Toezichtsmodel. We gaan aan de slag met de
operationele uitvoering van het collectief winkelverbod in Sneek.
410 Brandweer en rampenbestrijding
Richtinggevende beleidsdocumenten
Naam
•
Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Fryslân
•
Verordening brandweerrechten
•
Brandbeveiligingsverordening
Vaststelling
College, 1 januari 2014
Gemeenteraad, 15 december 2011
Gemeenteraad, 3 januari 2011
Wat willen we bereiken?
We willen de kans op branden, calamiteiten en (bij incidenten) schade zo veel mogelijk voorkomen.
We zetten op het gebied van brandveiligheid de komende jaren in op een verhoging van zelfredzaamheid bij burgers en (vooral) bedrijven. Met als doel het structureel minder uitrukken van de
brandweer binnen Súdwest-Fryslân. Dit in het kader van de geregionaliseerde brandweer binnen de
Veiligheidsregio. We willen dat de gemeentelijke rampenbestrijdingsorganisatie voldoet aan minimaal de wettelijke- en regionale gestelde eisen voor een doelmatige en doeltreffende bestrijding
van incidenten, zware ongevallen en rampen. We willen de schadelijke gevolgen van incidenten,
rampen of zware ongevallen voor personen, dieren en/of goederen en het milieu beperken.
Wat gaan we daarvoor doen?
We zoeken interactie met ondernemers en inwoners. We vervullen een actieve rol in het verlenen
van vergunningen voor evenementen en in de controle op de naleving van de voorschriften. We
houden het Kernteam Veiligheid bij Evenementen in Súdwest-Fryslân actief en komen vanuit dit
team (politie, brandweer, GHOR, gemeente) met multidisciplinair advies. We beoordelen en
bereiden de multidisciplinaire inzet bij grote en/of risicovolle evenementen voor met het kernteam
veiligheid bij Evenementen Súdwest-Fryslân, onder voorzitterschap en regie van de gemeente.
Wat mag het kosten?
(bedragen x € 1.000,-)
Begroting Begroting Begroting
2016
2017
2018
Rekening
2013
Begroting
2014
Begroting
2015
477
8.999
9.475
1.540
4.002
5.542
1.671
4.042
5.712
Rekening
2013
Begroting
2014
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting
2017
Begroting
2018
0
5.475
5.475
0
23
23
0
23
23
0
23
23
0
23
23
0
23
23
Resultaat voor bestemming
Onttrekking aan reserves
Toevoeging aan reserves
4.000
181-
5.519
7-
5.690
4-
5.772
4-
5.861
4-
5.939
4-
Resultaat na bestemming
3.819
5.512
5.686
5.768
5.857
5.935
Lasten
400 Openbare orde en veiligheid
410 Brandweer en rampenbestrijding
Totaal Lasten
Baten
400 Openbare orde en veiligheid
410 Brandweer en rampenbestrijding
Totaal Baten
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
36
1.676
4.118
5.794
1.676
4.208
5.884
1.679
4.282
5.961
DOMEIN 2
Programma 5
Ruimtelijke en economische draagkracht, gastheerschap,
infrastructuur en duurzame groei
Ruimte, wonen, economische verscheidenheid, sleutelsectoren,
gastheerschap
Beleidsvelden
500. Ruimtelijke ontwikkeling
510. Wonen
520. Economische zaken
530. Toerisme en recreatie
540. Cultureel Erfgoed
550. Vastgoed
560. Bouwgrondexploitatie
Maatschappelijk effect
Súdwest-Fryslân is een ontwikkelgemeente waarbij een balans bestaat tussen stad en platteland en
de gemeente een verbindende schakel is tussen de omliggende regio’s over land en water. Er is een
prettige leefomgeving voor alle huidige en de toekomstige inwoners met voldoende ruimte om tijdens alle levensfasen goed en betaalbaar te wonen. Er is een sterke economische structuur met oog
voor dynamiek en innovatie in lokale en (boven)regionale economie. Om de gemeente op
economisch gebied een belangrijke rol te kunnen laten spelen is Súdwest-Fryslân goed bereikbaarheid, zowel over land als over water. Er is een groot aanbod en een grote diversiteit op het gebied
van toerisme en recreatie, cultureel erfgoed en type landschappen, die we behouden en versterken.
Voor beleidsmatig wenselijke ontwikkelingen die bijdragen aan de economische kracht vindt
facilitering plaats binnen specifiek in het leven geroepen complexen voor grondexploitatie.
Relatie met strategische documenten (o.a. Coalitieakkoord)
Vanuit het Coalitieakkoord heeft het programma belangrijke raakvlakken met de aanpak “Economisch vitaal” en “Vitale clusters”. Het programma bevat diverse belangrijke aanknopingspunten om
het economisch herstel te stimuleren. Ook de nodige consequenties rond de clusteraanpak krijgen
binnen dit programma een (ruimtelijke) inpassing. Vanuit de eerdere Ontwikkelvisie komen diverse
redeneerlijnen in samenhang aan de orde, zoals “Verscheidenheid in kernen”, “Economische verscheidenheid”, “Gastheerschap”, “Weidsheid van het landschap”, “Rijkdom aan cultureel erfgoed”.
500 Ruimtelijke ontwikkeling
Richtinggevende beleidsdocumenten
Naam
•
Strategische samenwerkingsagenda provincie-gemeente
•
Strategische samenwerkingsagenda en uitvoeringsprogramma 2011-2021
•
Ontwikkelvisie Súdwest-Fryslân
•
Bouwverordening
•
Uitgangspuntennotitie Buitengebied
•
Welstandsnota
•
Visie Ruimtelijke Kwaliteit
•
Masterplan Waterstad plus
•
Gebiedsagenda gemeente SWF, De Friese Meren, Wetterskip Fryslân,
Provinsje Fryslân
•
Masterplan Waddenpark Afsluitdijk
Vaststelling
Gemeenteraad, 31 maart 2011
Gemeenteraad, 26 januari 2012
Gemeenteraad, 22 maart 2012
Gemeenteraad, 24 mei 2012
Gemeenteraad ,21 juni 2012
Gemeenteraad, 13 december 2012
Gemeenteraad, 6 juni 2013
Gemeenteraad, 3 juli 2014
Gemeenteraad, 3 juli 2014
Wat willen we bereiken?
We willen een aantrekkelijk woon-, werk- en leefomgeving creëren voor inwoners, bedrijven en
bezoekers. Met actuele bestemmingsplannen met een voldoende plancapaciteit om de taakstelling
voor wonen, bedrijvigheid en voorzieningen te realiseren. Het maakt ook een efficiënte
vergunningverlening mogelijk. We willen planologisch flexibel in kunnen spelen op ontwikkelingen in
de landbouw, binnen de geldende milieu-eisen. We willen ontwikkelkansen benutten in de driehoek
Kornwerderzand-Zurich-Makkum als poort naar Fryslân op gebied van economie, water en
mobiliteit, met als verbinding de Afsluitdijk, het Unesco Werelderfgoed Waddenzee en het
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
37
achterland. We gaan ons ook sterk maken voor de verbreding, verdieping en verlenging van de sluis
Kornwerderzand om daarmee nieuwe impulsen te geven aan de maritieme sector.
Wat gaan we daarvoor doen?
We geven uitwerking aan de kansen ter versterking van het landschap, zoals opgenomen in de Visie
Ruimtelijke Kwaliteit. We gaan ruimtelijke kaders, instrumenten en kwaliteitsdocumenten
ontwikkelen ter realisering van doelstellingen (wonen, bedrijvigheid en voorzieningen en voor de
kernen van de gemeente). Zo geven we onder meer uitvoering aan:
• Uitgangspuntennotitie Buitengebied door middel van starten procedure Bestemmingsplan
Buitengebied (ter inzage legging ontwerp bestemmingsplan);
• Masterplan Waddenpark Afsluitdijk (in samenhang met het regionale Uitvoeringsplan De Nieuwe
Afsluitdijk) en te formuleren aanpak sluis Kornwerderzand.
• Binnenstadsvisie Sneek (visie opstellen).
510 Wonen
Richtinggevende beleidsdocumenten
Naam
•
Woningbouwprogramma 2011-2016
Vaststelling
Gemeenteraad, 21 juni 2012
Wat willen we bereiken?
We willen een woningvoorraad en leefomgeving die aansluit bij de toekomstige behoefte. SúdwestFryslân biedt voldoende kwalitatief goede woningen, toegespitst op ontwikkelingen zoals de vergrijzing. We geven specifieke aandacht aan passende woonruimte voor kwetsbare doelgroepen zoals
mensen met lagere inkomens en starters op de woningmarkt. De woningen en de voorzieningen in
wijk en dorp zijn afgestemd op de toekomstige behoefte, zoals van ouderen.
Wat gaan we daarvoor doen?
We kiezen voor een Gebiedsgerichte aanpak. Per cluster c.q. kern gaan we in samenwerking met de
inwoners en betrokken partijen een gebiedsagenda ontwikkelen. Voor de kwetsbare groepen gaan
we samenwerken met woningcorporaties en andere aan Wonen, Welzijn en Zorg gerelateerde
partijen. Voor de stedelijke vernieuwing geven we uitvoering aan de projecten op grond van het
Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV).
520 Economische zaken
Richtinggevende beleidsdocumenten
Naam
•
Bedrijventerreinplan Zuidwest Fryslân
•
Verordeningen Bedrijveninvesteringszones (BIZ)
•
Verkenning Economische Samenwerking F4-gemeenten
•
Detailhandelstructuurvisie
•
Economisch Actieprogramma Súdwest-Fryslân
Vaststelling
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
31 maart 2011
27 oktober 2011
21 juni 2012
16 mei 2013
8 oktober 2013
Wat willen we bereiken?
Het hoofddoel van werkgelegenheidsgroei willen we bereiken via een aantal lijnen, zoals een betere
situatie op de arbeidsmarkt, het bevorderen innovatieklimaat en het bieden van uitstekende vestigingsvoorwaarden voor nieuwe bedrijven.
Wat gaan we daarvoor doen?
Arbeidsmarkt
We zetten een Breed werkgelegenheidsplan (met concrete projecten) op met onze partners, gericht
op aansluiting van de arbeidsmarkt en het bedrijfsleven vanuit een integrale werkgeversgedachte
om de groei van werkgelegenheid te bevorderen. We geven ondersteuning aan concrete projecten
die aantoonbaar een bijdrage leveren aan het verbeteren van de arbeidsmarkt en dan met name
binnen onze sleutelsectoren. We gaan vanuit het platform arbeidsmarkt en in samenwerking met
ondernemersfederatie en bedrijfsleven arbeidsmarktprojecten faciliteren (gericht op groei en
innovatie).
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
38
Bevorderen innovatieklimaat
We onderzoeken de mogelijkheden voor een revolverend fonds voor innovatie en starters. We gaan
een kenniscentrum/netwerk jachtbouw opzetten met onder meer het onderwijsveld (NHL) en het
bedrijfsleven. Daarnaast zetten we een strategie op voor meer proactieve en gerichte acquisitie van
bedrijven met een koppeling aan concrete doelstellingen, projecten en (ontwikkel)gebieden. We
trekken hier samen op met ondernemers die “het verhaal” kunnen vertellen. We voeren een
sterkere lobby op belangrijke thema’s voor de gemeente en provincie (opzet en uitvoer F4-Fryslân
lobbyagenda). We doen promotie en acquisitie bedrijventerreinen en Friese binnenhavens F4 vanuit
gezamenlijke kracht en belang. We zetten een gezamenlijk verhaal neer in het kader van Friese
marketing. We gaan de haalbaarheid onderzoeken van een starterscentum (incubator) voor
startende bedrijven en we gaan thema-avonden organiseren voor startende ondernemers.
Fysieke vestigingsvoorwaarden
We gaan de organisatiekracht van de binnensteden samen met de partners versterken met een
eerste focus op de binnensteden Sneek en Bolsward. Het opstellen en uitvoeren van een agenda
voor binnensteden met onder meer: acties om leegstand tegen te gaan, het bevorderen van het
nieuwe winkelen en acquisitie.
530 Toerisme en recreatie
Richtinggevende beleidsdocumenten
Naam
•
Masterplannen Heeg, IJlst, Oudega en Woudsend
•
Masterplannen Bolsward, Makkum, Stavoren en Workum
•
Visie Toerisme en Recreatie (2012-2022)
•
Notitie Verblijfsaccommodatie
•
Gebiedsagenda gemeente SWF, De Friese Meren, Wetterskip Fryslân,
Provinsje Fryslân
Vaststelling
Voormalig gem Wymbritseradiel
Gemeenteraad, 16 december 2012
Gemeenteraad, 16 mei 2013
Gemeenteraad, 3 juli 2014
Gemeenteraad, 3 juli 2014
Wat willen we bereiken?
We willen samen met de nieuwe provinciale brede regiomarketing–organisatie een sterk regionaal
toeristisch platform neerzetten in Zuidwest Friesland. De werktitel hiervan: ‘Toeristisch Huis’.
Kernwoorden hierbij zijn: sterke positionering, levendigheid in de kernen en vernieuwende
producten. We willen een programma ‘goed gastheerschap op en aan het water’ realiseren.
Wat gaan we daarvoor doen?
Toeristisch Huis
De gemeente gaat samen met de directie van de nieuwe marketingorganisatie, ondernemers en betrokken organisaties in gesprek om de toeristische regio Zuidwest-Friesland vorm te geven. Een belangrijk facet is daarbij het creëren van logische ketens van verblijf, vervoer en vermaak, samen
één groot elk-weer-netwerk. We zetten in op het verbinden en verkopen van wat we hebben (heel
veel parels) en wat we produceren (investeringen in de watersportplaatsen binnen het Fries
Merenproject).
Gastheerschap
We gaan projecten initiëren om het gastheerschap op en aan het water te versterken en projecten
die zijn gericht op levendigheid in de kernen, culturele events, goede bereikbaarheid en bewegwijzering. We doen een verkenning naar de mogelijkheden om de initiatieven op het gebied van
(duurzaam) elektrisch vervoer over land en water te koppelen aan het optimaliseren van onze fietswandel- en vaarroutes. Daarnaast geven we uitvoering aan de uitvoeringsprogramma’s van de
masterplannen in het kader van het Friese Merenproject.
540 Cultureel erfgoed
Richtinggevende beleidsdocumenten
Naam
•
Erfgoedvisie
•
Erfgoednota en Erfgoed verordening
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
Vaststelling
Gemeenteraad, 21 juni 2012
Gemeenteraad, 24 januari 2013
39
Wat willen we bereiken?
We gaan zorgvuldig om met aanwezige cultuurhistorische waarden die we waarderen/beschermen.
Wat gaan we daarvoor doen?
We maken (verkennende) notities op het gebied van herbestemming, de instandhouding van
historische kernen en cultuurlandschap & water. Verder voeren we een verdiepingsslag uit op de
archeologische waardenkaart en stellen een bouwhistorische verwachtingenkaart IJlst op. Reguliere
activiteiten, zoals het adviseren bij aanvragen omgevingsvergunningen, wijzigingen bestemmingsplannen en het verlenen van subsidies, krijgen in relatie tot Cultureel Erfgoed extra aandacht. Ook
gaan we voorlichting geven via diverse media, het organiseren van publieksactiviteiten en het
organiseren van bijeenkomsten voor erfgoedorganisaties en –eigenaren.
550 Vastgoed
Richtinggevende beleidsdocumenten
Naam
•
Nota Juridische Eigendomsbeheer Gronden 2012
•
Kaders Grondbeleid
•
Uitvoeringsnota Snippergroen 2013
•
Uitvoeringsnota Verhuurde Gronden 2013
Vaststelling
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
1 juli 2012
26 januari 2012
19 december 2013
19 december 2013
Wat willen we bereiken?
We willen het gemeentelijk vastgoed zo optimaal en digitaal mogelijk beheren. We willen inzetten
het onderhouden, afstoten (waar mogelijk), verwerven (indien wenselijk), verhuren en (her)bestemmen van gemeentelijk vastgoed.
Wat gaan we daarvoor doen?
We zorgen ervoor dat de exploitatie van de eigendommen minimaal kostendekkend is. Bewoonbaar
vastgoed, bij de gemeente in eigendom, verhuren we het gehele jaar. Gronden, verspreid
gemeentelijk-water en vastgoed waarvan we verwachten dat ze gedurende het jaar niet (meer) in
gebruik komen voor het doel waarvoor ze zijn aangekocht, verpachten of verhuren we het gehele
jaar marktconform en onder passende voorwaarden. Voor gronden en panden, die naar verwachting
niet meer in gebruik komen voor het doel waarvoor ze zijn aangekocht, zoeken we nieuwe of
tijdelijke bestemmingen. Gronden en vastgoed die geen strategische functie hebben stoten we
zoveel mogelijk af.
560 Bouwgrondexploitatie
Richtinggevende beleidsdocumenten
Naam
•
Notitie Grondprijsbeleid 2012
•
Kaders Grondbeleid
Vaststelling
Gemeenteraad, 24 mei 2012
Gemeenteraad, 26 januari 2012
Wat willen we bereiken?
We willen een verbeterde verkoopstrategie die leidt tot een verhoogde afzet van bouwrijpe grond
en tot het in balans brengen van inkomsten en uitgaven voor gezonde grondexploitaties.
Wat gaan we daarvoor doen?
We willen de realisatie van het woningbouwprogramma bewerkstelligen door een verdere uitbouw
van een proactieve, landelijke verkoopstrategie. We gaan de herontwikkeling van bouwterreinen
doorvoeren. We gaan stimuleringsvoorstellen onderzoeken en de vindbaarheid via het internet
verbeteren van woningbouw- en bedrijfskavels die de gemeente zelf verkoopt. We zetten scherper
in op verkopen in gebieden waar de sterkste kansen liggen. We stellen globale en zo mogelijk
flexibelere bestemmingsplannen op. We passen zo nodig de kavelindeling aan, met meerdere
goedkopere en kleinere in plaats van grote duurdere kavels. We gaan onderzoeken of we
samenwerking met derden kunnen bevorderen om daarmee kavelverkopen te stimuleren. Ook doen
we meer marktonderzoek om op microniveau zicht te krijgen op kansen (ofwel bouwen naar
behoefte). Het productieproces van bouwrijpe grond gaan we optimaliseren. Zo is een vermindering
en beheersing van de operationele kosten mogelijk. Indien nodig stellen we de kaders Grondbeleid
en de nota Grondprijsbeleid op onderdelen bij.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
40
Wat mag het kosten?
Lasten
500 Ruimtelijke ontwikkeling
510 Wonen
520 Economische zaken
530 Toerisme en recreatie
540 Erfgoed, monumentenzorg, archeologie en
cultuurlandschap
550 Vastgoed
560 Bouwgrondexploitatie
Totaal Lasten
Baten
500 Ruimtelijke ontwikkeling
510 Wonen
520 Economische zaken
530 Toerisme en recreatie
540 Erfgoed, monumentenzorg, archeologie en
cultuurlandschap
550 Vastgoed
560 Bouwgrondexploitatie
Totaal Baten
Resultaat voor bestemming
Begroting
2014
Begroting
2015
1.116
5.691
1.116
3.499
1.190
4.560
580
3.035
972
4.234
961
2.979
972
4.162
963
2.897
963
4.083
961
2.870
966
4.009
962
2.848
612
673
668
644
638
635
2.098
8.910
23.043
1.890
2.086
14.014
1.803
2.025
13.641
1.794
2.025
13.458
1.793
2.026
13.334
1.792
2.026
13.238
Rekening
2013
Begroting
2014
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting
2017
Begroting
2018
1.052
3.453
815
1.563
1.428
1.766
485
1.190
1.836
1.588
477
1.104
2.065
1.517
477
1.103
2.194
1.443
477
1.101
2.194
1.365
477
1.100
47
14
14
14
14
14
1.702
1.325
9.957
1.106
2.086
8.075
992
2.025
8.036
992
2.025
8.194
992
2.026
8.247
992
2.026
8.168
13.085
5.939
5.605
5.264
5.086
5.070
361-
161-
61-
61-
5.244
5.103
5.025
5.009
Onttrekking aan reserves
2.350-
839-
Toevoeging aan reserves
1.855
26
Resultaat na bestemming
12.589
5.126
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
(bedragen x € 1.000,-)
Begroting
Begroting Begroting
2016
2017
2018
Rekening
2013
41
DOMEIN 2
Programma 6
Ruimtelijke en economische draagkracht, gastheerschap,
infrastructuur en duurzame groei
Wegen, water en groen (incl. parkeren)
Beleidsvelden
600. Beheer wegen en verkeersveiligheid
610. Beheer waterwegen
620. Beheer openbaar groen
630. Parkeren
Maatschappelijk effect
De staat van het onderhoud en de kwaliteit van wegen, water en openbaar groen draagt bij aan een
leefbare woon-, werk- en leefomgeving. De openbare ruimte is goed begaanbaar en veilig voor al
haar gebruikers: ‘de basis op orde’.
Relatie met strategische documenten (o.a. Coalitieakkoord)
Vanuit het Coalitieakkoord heeft het programma belangrijke raakvlakken met de aanpak ‘Financieel
vitaal’ om tot een adequate structurele financiële inregeling van de kapitaalgoederen te komen.
Vanuit de aanpak ‘Economisch vitaal’ is in samenhang met een goede ruimtelijke inkadering een
passende infrastructuur gewenst. Vanuit de eerdere Ontwikkelvisie ligt het zwaartepunt bij de
aspecten: ‘Economische verscheidenheid’ en ‘Weidsheid van het landschap’.
Algemene duiding
Richtinggevende beleidsdocumenten
Naam:
Beleidsnotitie Kapitaalgoederen 2013 - 2016
Gemeentelijk Verkeer- en vervoerplan (GVVP)
Vaststelling:
Gemeenteraad, mei 2013
Gemeenteraad, 16 mei 2013
600. Beheer wegen en verkeersveiligheid
Richtinggevende beleidsdocumenten
Naam:
Telecomverordening
Beleidsplan Openbare verlichting (fase 4)
Beleidsnotitie Kapitaalgoederen (fase 3)
Meerjarenbeleidsplan gladheidsbestrijding 2011-2014
Gemeentelijk Verkeer en Vervoer Plan (GVVP)
Vaststelling:
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
27 januari 2011
juli 2013
mei 2013
27 oktober 2011
27 oktober 2011
Wat willen we bereiken?
Wegen
We streven naar een veilige infrastructuur in de vorm van wegen, fiets- en wandelpaden, water en
kunstwerken. Deze infrastructuur moet goed en duurzaam onderhouden zijn om de doorstroom en
verkeersveiligheid van alle weggebruikers te bevorderen. De doorgaande wegen moeten we ook
tijdens gladheid kunnen berijden. Straatmeubilair moet veilig, duurzaam en functioneel zijn. Voor
het onderhoud van deze infrastructuur moeten voldoende structurele middelen aanwezig zijn.
Onderhoud verrichten we planmatig waarbij we werk-met-werk maken (we combineren
verkeersveiligheidsdoelstellingen met onderhoudswerkzaamheden wegen) voor een duurzame en
efficiënte omgang met de financiën. Waar nodig willen we een verdere verbetering van de
aansluiting van Súdwest-Fryslân op het landelijke wegennet.
Openbare Verlichting
We streven naar een goed functionerende, duurzame, innovatieve openbare verlichting, om niet
alleen de verkeersveiligheid, maar ook de sociale veiligheid en leefbaarheid te waarborgen. Daarbij
werken we samen met de collectieve Stichting Openbare Verlichting Fryslân (uitvoerder regulier beheer en onderhoud openbare verlichting). We streven naar een klimaatneutraal Súdwest-Fryslân in
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
42
2030, aansluitend bij het vastgestelde Duurzaamheidsprogramma 2012, zoals verdere energiereductie (zie ook Programma 7).
Wat gaan we daarvoor doen?
Wegen
We werken verder aan het optimaliseren van het GBI om nog meer planmatig te kunnen
onderhouden. Het beleidsplan Wegen en het GVVP zijn leidend. Voor de gladheidbestrijding maken
we in lijn met het meerjarenbeleidsplan ‘Gladheidsbestrijding’ jaarlijks een uitvoeringsplan. We
nemen actief deel aan het overleg met de Provincie Fryslân over regionale afstemming van het
verkeer- en vervoerbeleid, onder andere over het openbaar vervoer en verbeteringsmogelijkheden
van de stationsomgevingen. We participeren actief in regionaal overleggen over de bereikbaarheid
van de A7-zone. Voor de bereikbaarheid van Súdwest-Fryslân vanuit het landelijk wegennet is het
van belang dat er een oplossing komt voor het knelpunt bij Joure.
Openbare verlichting
Het beheer en onderhoud van de openbare verlichting voeren we uit via het collectieve verband in
de ‘Stichting OV Fryslân’. Door optimalisering van het beheerpakket GBI is een nog planmatiger
uitvoering van het onderhoud mogelijk. Vervanging vindt zoveel mogelijk plaats in afstemming met
wegenprojecten of rioolwerkzaamheden. Er vindt extra onderhoud van de openbare verlichting
plaats met als doel achterstanden op het gebied van openbare verlichting weg te werken. We
anticiperen op ontwikkelingen om het energieverbruik te verminderen en om lichtverontreiniging en
verstoring van flora en fauna te voorkomen. Binnen de bebouwde kom streven we naar adequate
veilige verlichting. Buiten de bebouwde kom hanteren we een terughoudend beleid.
610. Beheer waterwegen
Richtinggevende beleidsdocumenten
Naam:
Beleidsnotitie Kapitaalgoederen (fase 3)
Duurzaamheidsvisie
Beleidsplan Brugbediening
Verordening Brugbediening
Vaststelling:
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
mei 2013
13 december 2012
december 2013
maart 2014
Wat willen we bereiken?
We willen met het onderhoudsbeheer van de waterwegen en de kwaliteit van het water een goed
gastheerschap waarborgen. Het ondersteunt de economische doelstellingen van Súdwest-Fryslân als
watersportgemeente. We streven naar een goede en duurzame onderhoudsstaat van vaarwegen,
overige waterpartijen, nautische faciliteiten en bruggen ter bevordering van de doorstroom en
veiligheid van alle vaarweggebruikers (zowel economisch, toeristisch als recreatief). Het watersysteem moet schoon, duurzaam en veilig zijn. De havens moeten duurzaam en gastvrij zijn met
recreatieve voorzieningen afgestemd op het watersporttoerisme. De brugbediening moet aansluiten
bij provinciale afspraken en bij het aanbod aan watersporttoerisme. We willen meewerken aan
ontwikkelingen die voortkomen uit de invoering van de Waterwet (2009), zoals de overdracht
vaarwegen en overdracht stedelijk water. We gaan uit van een integrale benadering, waarbij we
koppelkansen zoeken met lopende projecten in de watersportkernen bijvoorbeeld ten behoeve van
de kades/aanlegplaatsen (bijvoorbeeld Masterplannen).
Wat gaan we daarvoor doen?
We gaan de vaarwegen, oevers en kaden volgens de bestaande onderhoudsplannen en beschikbare
financiële middelen onderhouden. Wateroverlast gaan we voorkomen met als uitgangspunten:
vasthouden, bergen en afvoeren van overtollig water. We vergroten de ecologische waarden binnen
het waterbeheer. We onderhouden intensief contact met partijen, betrokken bij het beheer van de
waterwegen, zoals provincie, waterschap en buurgemeenten. We inventariseren de klasse van het
vaarwegenbeheer en overige gegevens van de waterwegen. We doen dit ook voor de omvang en
kwaliteit van waterwerken in gemeentelijk beheer en eigendom. We verwerken dit in het GBI. We
stellen een beleid- en onderhoudsplan voor de waterbouwkundige kunstwerken en waterbodems op.
We monitoren de verkeersstromen en dieptes van de gemeentelijke vaarwegen.
620. Beheer openbaar groen
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
43
Richtinggevende beleidsdocumenten
Naam:
Bomenbeleidsplan Súdwest-Fryslân
Beleidsplan Openbaar groen Súdwest-Fryslân
Verordening Lijkbezorgingrechten
Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen
Vaststelling:
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
13 december 2012
10 oktober 2013
15 december 2011
3 januari 2011
Wat willen we bereiken?
We streven naar een gezonde, gevarieerde, veilige en verzorgde groene aankleding van de openbare
ruimte. De openbare ruimte is afgestemd op de doelgroepen. Het beheer en onderhoud past binnen
de financiële kaders. Daarbij willen we een gevarieerd (in soort en leeftijd) gezond bomenbestand
aanbieden wat afgestemd is op het landschapstype of de woonkernen, met extra aandacht voor
beschermingswaardige en monumentale bomen. Het groenbeheer moet duurzaam zijn, waarbij
zowel flora en fauna zich goed kunnen ontwikkelen. Om dat beheer efficiënt uit te kunnen voeren is
eenheid nodig in de werkwijze van beheer en onderhoud van het openbaar groen. Bij de uitvoering
van het groenbeheer hebben we aandacht voor de sociale return. Verder bevorderen we de betrokkenheid van inwoners bij het groenbeheer door een juiste wijze van voorlichting. Er moeten voldoende speelvoorzieningen zijn voor kinderen van 0-18 jaar. De voorzieningen zijn veilig en aantrekkelijk. Onze begraafplaatsen moeten er goed verzorgd bijliggen en rust en respect uitstralen.
Wat gaan we daarvoor doen?
We hebben beheerplannen openbaar groen gemaakt. Als gevolg van diverse bezuinigingen moeten
we de inrichting ervan wel versoberen. Het onderhoud voeren we uit volgens bestaande onderhoudsplannen en de beschikbare financiële middelen. We bevorderen het ecologisch groenbeheer
door bijvoorbeeld grasterreinen (gazon) om te vormen tot bloemrijk grasland. De biodiversiteit van
bermen en andere terreinen laten we meten door vrijwilligers en onderwijsinstellingen. Goede
groeiplaatsen en regelmatig onderhoud moeten zorgen voor een zo lang mogelijke levensduur. We
anticiperen op ontwikkelingen zoals de toename van plantenziekten en plagen (essenziekte en
eikenprocessierups). Ook doen we onderzoek naar alternatieve methoden voor het onkruidbeheer
op verhardingen (als gevolg van het wettelijk verbod van chemische bestrijding op verhardingen
vanaf 1 november 2015). Het zoeken naar financiële dekking is hier onderdeel van. We organiseren
studiedagen voor medewerkers van de afdeling Beheer Onderhoud Groen met als doel
kennisuitbreiding, eenheid en efficiëntie van het beheer en onderhoud van het openbaar groen. We
gaan een beleidsnota Begraafplaatsen opstellen. Zoals toegezegd aan de raad werken we aan een
beleidsnotitie over zwerfaval, afvalbakken en vegen.
630. Parkeren
Richtinggevende beleidsdocumenten
Naam:
Gemeentelijk Verkeer en Vervoer Plan (GVVP)
Parkeervisie 2014
Parkeerverordening 2014
Verordening Parkeerbelasting 2014
Vaststelling:
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
16 mei 2013
6 juni 2013
7 maart 2014
14 november 2013
Wat willen we bereiken?
We streven naar voldoende parkeercapaciteit bij woningen, voorzieningen en bij de historische kernen. Op plaatsen met een schaarste aan parkeergelegenheid, willen we het gebruik van de
parkeervoorzieningen op een klantvriendelijke manier reguleren.
Wat gaan we daarvoor doen?
Om ervoor te zorgen dat we bij ruimtelijke ontwikkelingen voldoende parkeergelegenheid aanleggen stellen we een parkeernormennota op. De nota gebruiken we om de gewenste parkeercapaciteit
bij de bouw en functiewijziging van woningen, bedrijven en voorzieningen te bepalen. We
onderzoeken de oprichting van een parkeercompensatiefonds. Het fonds zetten we in bij ruimtelijke
ontwikkelingen waar de aanleg van eigen parkeergelegenheid problemen geeft. De parkeercapaciteit in de binnenstad van Bolsward breiden we uit wanneer ontwikkelingen dit mogelijk
maken. De tijdelijke parkeercapaciteit rond de binnenstad van Sneek vervangen we door een vergelijkbare hoeveelheid permanente parkeercapaciteit. Het gebeurt wanneer (stedenbouwkundige)
ontwikkelingen dit mogelijk maken.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
44
Voor iedere kern met een schaarste aan parkeergelegenheid stellen we een afzonderlijke
parkeervisie op, met de volgende uitgangspunten:
• In kleine kernen vindt parkeerregulering bij voorkeur plaats met gratis lang parkeren en blauwe
zones voor kort parkeren. Eventueel stellen we een vergunningensysteem in voor bewoners en
bedrijven.
• In de stedelijke kernen Sneek en Bolsward vindt parkeerregulering bij voorkeur plaats met betaald parkeren en differentiatie in tarieven waarbij het lang parkeren gratis of goedkoper is en
het kort parkeren duurder kan zijn. Eventueel stellen we een vergunningensysteem voor
bewoners en bedrijven.
We vereenvoudigen waar mogelijk de regelgeving rond parkeervergunningen. De handhaving van
parkeren is gericht op naleving van de parkeermaatregelen. De parkeeropbrengsten dragen bij aan
de exploitatie van parkeervoorzieningen. We onderzoeken de nieuwste ontwikkelingen voor betaalsystemen passen die waar mogelijk in (bijvoorbeeld betalen via de mobiele telefoon).
Wat mag het kosten?
Lasten
600 Wegenbeheer
610 Waterbeheer
620 Openbaar groen
630 Begraafplaatsen
640 Veiligheid en infra
650 Handhaving en toezicht (parkeren)
Totaal Lasten
Baten
600 Wegenbeheer
610 Waterbeheer
620 Openbaar groen
630 Begraafplaatsen
640 Veiligheid en infra
650 Handhaving en toezicht (parkeren)
Totaal Baten
(bedragen x € 1.000,-)
Begroting
Begroting Begroting
2016
2017
2018
Rekening
2013
Begroting
2014
Begroting
2015
16.346
2.115
5.475
701
2.203
2.470
29.310
11.735
2.434
6.041
731
2.527
2.545
26.013
13.255
2.084
5.439
668
2.772
2.386
26.604
14.515
2.061
5.328
666
2.754
2.336
27.660
14.586
2.040
5.337
662
2.740
2.287
27.652
14.536
2.022
5.330
658
2.742
2.264
27.553
Rekening
2013
Begroting
2014
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting
2017
Begroting
2018
1.381
82
68
539
47
2.676
4.793
142
96
24
604
17
2.654
3.537
170
84
44
604
17
2.652
3.573
170
84
44
604
1
2.652
3.557
170
84
44
604
1
2.652
3.557
170
84
44
604
1
2.652
3.557
24.517
22.476
23.031
24.103
24.095
23.997
Onttrekking aan reserves
3.564-
1.112-
69-
69-
39-
30-
Toevoeging aan reserves
650
2.125
35
35
35
35
21.603
23.489
22.997
24.069
24.091
24.002
Resultaat voor bestemming
Resultaat na bestemming
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
45
DOMEIN 2
Programma 7
Ruimtelijke en economische draagkracht, gastheerschap,
infrastructuur en duurzame groei
Milieuzorg, energie en duurzame groei
Beleidsvelden
700. Milieu- en duurzaamheidbeleid
710. Rioleringen
720. Reiniging
730. Energiebeheer
Maatschappelijk effect
Duurzaamheid is in Súdwest-Fryslân een verbindend element voor haar bewoners, ondernemers en
gebruikers. Ze zijn tevreden over de kwaliteit van de fysieke leefomgeving. Ontwikkelingen richten
zich op het voorzien in de huidige behoefte zonder de belangen van toekomstige generaties in
gevaar te brengen.
Relatie met strategische documenten (o.a. Coalitieakkoord)
Vanuit het coalitieakkoord heeft het programma belangrijke raakvlakken met de aanpak “Vitale
clusters” en “Economisch vitaal”. Vanuit de eerdere Ontwikkelvisie ligt het zwaartepunt bij en
“Economische verscheidenheid’ en ‘Sociale verbondenheid”.
700. Milieu- en duurzaamheidbeleid
Richtinggevende beleidsdocumenten
Naam
•
Duurzaamheidsvisie ‘Opstap nei duorsumens’
•
Duurzaamheids uitvoeringsprogramma 2012-2014
•
Millenniumstatement Súdwest-Fryslân
Vaststelling
Gemeenteraad, 20 september 2012
Gemeenteraad, 20 september 2012
Gemeenteraad, 20 september 2012
Wat willen we bereiken?
We willen een duurzame samenleving die invulling geeft aan de basisbehoeften van de mens hier en
elders. De mens moet op een positieve wijze een bijdrage kunnen leveren aan het behalen van de
Millenniumdoelen (United Nations Millennium Development Goals). Het gaat om een samenleving,
waarbij de mens:
• minder gebruik maakt van uit de aardbodem gewonnen grondstoffen;
• minder natuurvreemde stoffen (chemicaliën) in de leefomgeving brengt;
• minder de natuurlijke systemen (biosfeer, ecosystemen) aantast.
We willen dat de gemeentelijke organisatie het goede voorbeeld geeft op het gebied van duurzaamheid en het behalen van de millenniumdoelen.
Wat gaan we daarvoor doen?
We stellen het duurzaamheidsprogramma op, dat zoveel mogelijk aansluit bij de clusteragenda’s.
We stimuleren Millenniumactiviteiten en duurzame activiteiten uit de samenleving. De organisatie
past The Natural Step toe in advisering en uitvoering.
710. Rioleringen
Richtinggevende beleidsdocumenten
Naam
Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2013-2017
Vaststelling
Gemeenteraad, 4 juli 2013
Wat willen we bereiken?
We willen, dat staat voorop, het bestaande riool in standhouden en waar nodig verder optimaliseren
om het stedelijk afval- en regenwater doelmatig in te zamelen en te transporteren. Dat beheer
willen we optimaal afstemmen met andere gemeentelijke (beheer)taken. Over dat beheer en de
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
46
zorg voor het water communiceren we intern en extern op een effectieve manier. We willen komen
tot een kostendekkend tarief voor rioolheffingen, met zo laag mogelijke kosten.
Wat gaan we daarvoor doen?
We herzien de verouderde Basis Riolering Plannen (BRP’s) voor 2018. We maken optimaal gebruik
van een geautomatiseerd systeem (GBI). We brengen informatie in zoals inspecties, reiniging en
onderhoudsstaat. GBI levert hiermee gegevens om de riolering te onderhouden, herstellen en
vervangen. Hierbij is de staat van de riolering leidend en niet de afschrijvingstermijn.
720. Reiniging
Richtinggevende beleidsdocumenten
Naam
•
Kaderstellende notitie afvalbeleid
•
Verordening Afvalstoffenheffing en Reinigingsrechten 2013
•
Beleidsnotitie afval “Netjes geregeld!”
Vaststelling
Gemeenteraad, 20 september 2012
Gemeenteraad, 13 december 2012
Gemeenteraad, 14 november. 2013
Wat willen we bereiken?
We streven naar een kostendekkend tarief voor afvalstoffenheffing en reinigingsrechten, én naar
verlaging van de kosten voor de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval. De dienstverlening en de milieuscore mag per saldo niet verslechteren.
Wat gaan we daarvoor doen?
We voeren de maatregelen in die in de Beleidsnotitie afval staan.
730. Energiebeheer
Wat willen we bereiken?
We willen besparing ván energie en besparing óp energie.
Wat gaan we daarvoor doen?
Bij vervanging en onderhoud nemen we maatregelen om het energieverbruik duurzaam te verlagen.
We verduurzamen maatschappelijk vastgoed door het opstellen van energieprestaties en het treffen
van energiebesparende maatregelen. Groene elektra en groen gas kopen we tegen een zo laag
mogelijke prijs in. Verder onderzoeken we of we besparingen, die we realiseren op de energienota
door het toepassen van duurzame maatregelen, in kunnen inzetten voor verdere energiebesparingen. We werken aan het opstellen van energiebeleid. Daarin komt te staan hoe de
gemeente op lange termijn energieneutraal wil worden (doel: Duurzaamheidsvisie).
Wat mag het kosten?
(bedragen x € 1.000,-)
Begroting
Begroting Begroting
2016
2017
2018
Rekening
2013
Begroting
2014
Begroting
2015
1.262
7.142
7.507
15.910
2.651
7.362
7.795
17.808
2.419
6.981
8.280
17.680
2.423
7.039
8.092
17.554
2.428
7.086
8.024
17.538
2.432
7.134
7.981
17.548
Rekening
2013
Begroting
2014
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting
2017
Begroting
2018
700 Milieu- en duurzaamheidbeleid
710 Rioleringen
720 Reiniging
Totaal Baten
98
7.862
9.843
17.803
61
8.067
9.544
17.672
0
7.677
10.109
17.787
0
7.733
9.809
17.543
0
7.789
9.809
17.599
0
7.846
9.809
17.655
Resultaat voor bestemming
1.893-
136
106-
11
61-
107-
200-
29-
3-
3-
3-
3-
2.093-
107
109-
9
64-
110-
Lasten
700 Milieu- en duurzaamheidbeleid
710 Rioleringen
720 Reiniging
Totaal Lasten
Baten
Onttrekking aan reserves
Toevoeging aan reserves
Resultaat na bestemming
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
47
DOMEIN 3
Programma 8
Dienstverlening, bestuur en middelen
Dienstverlening, bestuur en burgerzaken
Beleidsvelden
800. Algemeen bestuur,
810. Rechtsbescherming,
820. Bestuursondersteuning (onderdelen griffie, communicatie en Fries Taalbeleid)
830. Bestuurlijke samenwerking,
840. Burgerzaken,
850. Dienstverlening.
Maatschappelijk effect
De gemeente staat dicht bij de burgers en is daarbij een betrouwbare, open en betrokken partner.
De gemeente heeft een proactieve en flexibele houding naar haar burgers en maatschappelijke
partners. Dit vertaalt zich in een moderne, klantgerichte dienstverlening waarbij de klant centraal
staat en geldt voor burgers, bedrijven en maatschappelijke instellingen.
Relatie met strategische documenten (o.a. Coalitieakkoord)
Vanuit het Coalitieakkoord heeft het programma belangrijke raakvlakken met de aanpak “Samen” in
samenhang met “Vitale clusters”. Vanuit de eerdere Ontwikkelvisie liggen er relaties met “Sociale
verbondenenheid” (gelet op de hier gelegde relatie met de clusteraanpak).
800. Algemeen bestuur
Richtinggevende beleidsdocumenten
Naam
Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden
Reglement van orde voor de raad en de raadscommissies
Bestuurskrachtonderzoek (n.a.v. de Motie Heijnen)
Verordening functioneringsgesprekken burg. en raad
Referendumverordening
Verordening regelende het onderzoek door de raad
Verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning
Werkgeverscommissie griffie
Gedragscode Politieke ambtsdragers
Ontwerp Gemeentewapen
Strategisch raadscommunicatieplan “Met raad en daad”
Instellen auditcommissie en vaststelling Verordening auditcommissie
Instellen rekenkamer en vaststellen verordening Vergoeding leden
rekenkamer
Verordening Burgerinitiatief
Vaststelling
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
3 juli 2014
7 mei 2014
7 maart 2014
28 februari 2013
13 december 2012
13 december 2012
18 oktober 2012
20 september 2012
21 juni 2012
24 mei 2012
22 september 2011
23 juni 2011
26 mei 2011
Gemeenteraad, 31 maart 2011
Wat willen we bereiken?
De Raad geeft actief inhoud aan zijn volksvertegenwoordigende rol en geeft vorm aan de kaderstellende en controlerende rol. We streven naar transparante besluitvorming in de raad. We bevorderen de legitimiteit van het beleid van de gemeente en een democratisch bestuur, met name
door openbaarheid en toegankelijkheid van de gemeentelijke informatie. Verder willen we de interne en externe communicatie verbeteren. Met name via een sterkere burgerparticipatie.
Wat gaan we daarvoor doen?
We werken aan de bevordering van de deskundigheid en verdere professionalisering van de raad. We
organiseren specifieke bijeenkomsten en/of trainingen. We optimaliseren de Lange Termijn Agenda
(LTA): het spoorboekje van de raad. Onder meer door het opnemen van de ambities uit het
Coalitieakkoord. Het Presidium behandeld maandelijks de LTA. Publicatie van de LTA vind plaats op
de website. We werken verder aan de realisering en het onderhouden van een gemakkelijk toegankelijk raadsinformatiesysteem. Uitvoering en verdieping vindt plaats via diverse communicatieactiviteiten, zoals Gast van de raad, Polityk op ‘e Dyk, raadsexcursies, Twitter, Duo-debatten,
Mienskip en Debat. We moedigen Burgerparticipatie aan door het plaatsen op de website van
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
48
actieve informatie van het college, schriftelijke reacties van het college op toezeggingen en schriftelijke vragen en antwoorden. Verder willen gaan we starten met een nieuw raadscommunicatieplan. We moedigen participatie verder aan door publieksgroepen te laten participeren in het tot
stand komen en uitvoeren van gemeentelijk beleid. Belangrijk aandachtspunt daarbij is de relatie
tussen deze informele participatie en de formele vertegenwoordiging (in dit geval de raad). We organiseren werkbezoeken en informatiebijeenkomsten over actuele onderwerpen en thema’s. Intern
gebruiken we het intranet om inzicht te geven in het werk van de griffie, de commissies en de raad.
810. Rechtsbescherming
Richtinggevende beleidsdocumenten
Naam
•
Verordening Commissie bezwaarschriften
•
Verordening Klachtenregeling
Inspraakverordening
Vaststelling
Gemeenteraad, 28 april 2011
Gemeenteraad, 27 oktober 2011
Gemeenteraad, 3 januari 2011
Wat willen we bereiken?
De burger kan optimaal gebruik maken van zijn rechtsbeschermingsmogelijkheden. Bezwaarschriften handelen we zorgvuldig en tijdig af. Het indienen van klachten moet op een zo eenvoudig
mogelijk manier plaats kunnen vinden. Behandeling vindt tijdig plaats, zorgvuldig en objectief. We
willen meer bekendheid geven aan klachtherkenning, de aanwezigheid van de gemeentelijke
klachtencoördinator en diens rol. We willen bekijken in hoeverre mediationvaardigheden bijdragen
aan een constructieve behandeling en oplossing van een klacht. Bezwaarschriften en klachten zien
we ook als mogelijkheid om onze werkprocessen verder te verbeteren. We willen starten met een
integriteitsbeleid. Met als uitgangspunt dat de burger volledig moet kunnen vertrouwen op de
gemeente (Raad, College en organisatie).
Wat gaan we daarvoor doen?
We blijven gebruik maken van een externe commissie voor de bezwaarschriften die adviseert over
de ingekomen bezwaarschriften ter heroverweging van de primaire besluiten. We continueren de
ambtelijke ondersteuning. We gaan door met pre-mediation om bezwaarschriften effectief af te
handelen. De wijze waarop de het indienen van klachten kan plaatsvinden communiceren we
continu. In overleg gebeurt dat schriftelijk, per e-mail of telefonisch. De klachtencoördinator speelt
daarbij een belangrijke rol. Behandeling van de klachten vindt plaats samen met de klager en
beklaagde. Daarbij experimenteren we met mediationvaardigheden. Binnen de organisatie gaan we
meer bekendheid geven aan klachtherkenning zodat klachten ook daadwerkelijk ter coördinatie/behandeling bij de klachtencoördinator komen. We monitoren continue de behandeling en
uitkomsten van bezwaarschriften en klachten. Het kan leiden tot verbeterpunten en verbetervoorstellen. Het nog op te stellen integriteitsbeleid werken we uit in een plan van aanpak. Het
vertrekpunt is de Risicoanalyse uit 2014.
820. Bestuursondersteuning.
Richtinggevende beleidsdocumenten
Naam
•
Frysk. Fanselssprekkend!, Taalnota Gemeente Súdwest-Fryslân 2014-2018
•
Archiefverordening
•
Delegatieverordening en mandaatregeling
Vaststelling
Gemeenterie, 6 maart 2014
Gemeenteraad, 27 januari 2011
Gemeenteraad, 3 januari 2011
Wat willen we bereiken?
De externe communicatie richt zich op een sterke positionering van Súdwest-Fryslân naar (toekomstige) inwoners en ondernemers en indirect op de toeristen. Voor bestuurders en medewerkers van
de gemeente is communicatie een vast onderdeel binnen alle werkprocessen van beleidsontwikkeling tot aan de uitvoering en de evaluatie daarvan. Hiervoor is maatschappelijk inzicht en contact
met publieksgroepen van het allergrootste belang. Dit geldt ook voor de openbaarheid en toegankelijkheid van gemeentelijke informatie. Ontwikkelingen als het gebiedsgerichte werken (kernenbeleid en 3D-transities) binnen onze netwerksamenleving vragen steeds meer om een maatwerk
gerichte communicatieaanpak. Niet alleen ten opzichte van de diversiteit in ons gebied maar ook
ten aanzien van de variëteit in doelgroepen, communicatielijnen en –middelen. Het college
presenteert zich op een professionele manier en volgens protocol tijdens huldigingen, bijzondere
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
49
gebeurtenissen en evenementen. Foar wat it Frysk Taalbelied aanbelanget wurkje we oan mear
sichtberens fan it Frysk en it Fryskeigene yn de iepenbiere romte en iepenbiere fermiddens.
Wat gaan we daarvoor doen?
We communiceren open over de vraag wanneer en hoe publieksgroepen invloed uit kunnen oefenen
op het besturen van de gemeente. We informeren de pers na de B&W-vergaderingen over de genomen besluiten. Stukken zijn dan ook openbaar. Brieven en andere documenten schrijven we in
een taal en stijl die voor iedereen begrijpelijk is (het zogenoemde B1-niveaus). We gaan onderzoeken in hoeverre een gebiedsgerichte communicatieaanpak noodzakelijk is en hoe die aanpak
vorm kan krijgen. We zorgen ervoor dat we de organisatie zo flexibel mogelijk inrichten zodat we
formele aanpassingen kunnen voorkomen. It Frysk krijt in natuerliker plak yn de teams fan de gemeente. By de social media sille we it Frysk mear brûken gean. We sille ús wiidweidiger ynsette
foar de Fryske kulturele prizen yn Súdwest-Fryslân. We hawwe omtinken foar in trochgeande learline fan it Frysk en de trijetalige skoalle yn de mande mei ferstjintwurdigers út it ûnderwiis. Binnen
de kontouren fan Kulturele Haadstêd 2018 wolle we it Frysk eigene mei ynwenners en bedriuwslibben in plak te jaan op de aktiviteitenaginda fan KH2018.
830. Bestuurlijke samenwerking.
Richtinggevende beleidsdocumenten
Naam
•
Gebiedsagenda Súdwesthoeke
•
Notitie NUON-gelden
•
•
•
Raadsvoorstel herindeling Littenseradiel
Herindelingsadvies Boarnsterhim
Reactie gemeente op provinciale visie lokaalbestuurlijke inrichting NoordFryslân
Strategische samenwerkingsagenda en uitvoeringsprogramma 2011-2021
Strategische samenwerkingsagenda provincie-gemeente
•
•
Vaststelling
College, 15 april 2014 (actieve info
raad)
College 18 juni 2013 (actieve info raad)
Gemeenteraad, 12 september 2013
Gemeenteraad, 17 april 2012
Gemeenteraad, 22 maart 2012
Gemeenteraad, 26 januari 2012
Gemeenteraad, 31 maart 2011
Wat willen we bereiken?
Naast het unieke karakter van Súdwest-Fryslân als gebied spreken we ook van een gemeente met
bestuurskracht: een gemeente met het strategische vermogen om grote uitdagingen en ontwikkelingen zelfstandig op te pakken en de kracht om gestelde doelen te bereiken voor haar inwoners. De
gemeente is daarmee een toonaangevende, sterke en betrouwbare partner voor alle gemeenschappelijke regelingen, samenwerkingsverbanden en overheidslagen. Het gemeentebestuur ondersteunt
de keuze van gemeente Littenseradiel om via herindeling per 1 januari 2018 vijftien dorpen aan
Súdwest-Fryslân toe te voegen.
Wat gaan we daarvoor doen?
We kiezen voor het vormen van strategische agenda’s in de regio om de kansen van de regio te benutten op diverse terreinen. De Gebiedsagenda Súdwesthoeke (samen met gemeente De Friese
Meren, Provincie Fryslân en Wetterskip Fryslân) biedt ruimte voor kansrijke initiatieven. We
ontwikkelen initiatieven om een toonaangevende, sterke en betrouwbare partner te zijn voor alle
overheidslagen (gemeenten, regio, provincie en rijk). Bij intergemeentelijke samenwerking hanteren we een kritische grondhouding ten aanzien van de te kiezen vorm, met het oog op het bewaken
van de sturende rol van de raad. Er is gerichte en effectieve deelname aan bij de gemeente
passende grote samenwerkingsverbanden zoals de Veiligheidsregio (w.o. de regionale brandweer).
We pakken in deze bestuursperiode diverse ontwikkelingen op in overleg en samenwerking met
Littenseradiel.
840. Burgerzaken.
Richtinggevende beleidsdocumenten
Naam
•
Reglement Basisregistratie Personen (BRP
•
Verordening Basisregistratie Personen (BRP
•
Programma Dienstverlening
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
Vaststelling
College, 16 september 2014
Gemeenteraad, 5 juni 2014
50
Wat willen we bereiken?
We werken continu aan een betrouwbare Basisregistratie Personen (BRP). Het huidige dienstverleningsniveau aan de balie willen we minimaal handhaven zodat we de klanten kwalitatief goed en
snel bedienen. We bieden de diensten zoveel mogelijk (ook) in digitale vorm aan.
Wat gaan we daarvoor doen?
We houden de BRP en overige registraties continu bij. Via monitoring checken we regelmatig de
kwaliteit. Het binnengemeentelijk gebruik van persoonsgegevens uit de BRP stimuleren we maximaal. We voeren een nieuw klantverwijssysteem in. We zoeken een goede balans tussen de (her)huisvestingsplannen en de dienstverlening, waaronder de openingstijden. Indien juridisch mogelijk
bieden we producten digitaal aan. Hierop sturen we actief. De (invul)procedures voor de burger
gaan we vereenvoudigen.
850. Dienstverlening.
Richtinggevende beleidsdocumenten
Naam
•
Programma Dienstverlening
•
Verkenning Centrale Huisvesting
Vaststelling
Gemeenteraad, 16 mei 2013
Wat willen we bereiken?
We werken continu aan de verbetering van het naar onze mening al hoge kwaliteitsniveau van de
dienstverlening. Klantgerichtheid en een efficiëntere dienstverlening in het klantcontactcentrum
staan daarbij centraal.
Wat gaan we daarvoor doen?
We richten een klantverwijssysteem in. We registeren de klantvragen en vormen een kennisbank.
Het dienstverlenend werken en sturen maken we onderdeel van de cyclus Plannen, Evalueren en
Beoordelen die voor elke medewerker geldt. Verder willen we 5 processen gaan ‘leanen’.
Wat mag het kosten?
Lasten
800 Algemeen bestuur
810 Rechtsbescherming
820 Bestuursondersteuning
830 Bestuurlijke samenwerking
840 Burgerzaken
Totaal Lasten
Baten
(bedragen x € 1.000,-)
Begroting
Begroting Begroting
2016
2017
2018
Rekening
2013
Begroting
2014
Begroting
2015
2.284
305
21.661
212
2.195
26.657
2.159
426
17.263
216
2.726
22.790
1.683
494
18.379
216
2.747
23.518
1.678
499
18.428
216
2.520
23.341
1.655
500
18.471
216
2.654
23.495
1.646
501
18.519
216
2.533
23.416
Rekening
2013
Begroting
2014
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting
2017
Begroting
2018
800 Algemeen bestuur
810 Rechtsbescherming
820 Bestuursondersteuning
830 Bestuurlijke samenwerking
840 Burgerzaken
Totaal Baten
0
0
75
0
1.081
1.157
0
0
21
0
1.260
1.281
0
0
21
0
1.285
1.306
0
0
21
0
1.302
1.323
0
0
21
0
1.319
1.340
0
0
21
0
1.336
1.357
Resultaat voor bestemming
Onttrekking aan reserves
25.500
175-
21.509
22.212
22.018
22.155
22.059
25.325
21.509
22.212
22.018
22.155
22.059
Toevoeging aan reserves
Resultaat na bestemming
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
51
DOMEIN 3
Dienstverlening, bestuur en middelen
Programma 9
Algemene dekkingsmiddelen
Beleidsvelden
900. Treasury
910. Algemene dekkingsmiddelen
920. Uitvoering Wet WOZ
930. Gemeentelijke belastingen
Maatschappelijk effect
De gemeente heeft een gezonde financiële huishouding, waarbij de gevraagde financiële bijdragen
van de inwoners in een goede verhouding staan tot het geleverde voorzieningenniveau.
Relatie met strategische documenten (o.a. Coalitieakkoord)
Vanuit het Coalitieakkoord heeft het programma met name een relatie met “Financieel vitaal”.
Uiteraard is het programma verweven met alle andere ambities met het op de daarbij relevante
financiële consequenties. Vanuit de eerdere Ontwikkelvisie liggen er een relatie met “Sociale
verbondenenheid”, met name gelet op te hanteren uitgangspunten bij de tariefstelling bij belastingen en heffingen.
Algemene duiding
Richtinggevende beleidsdocumenten
Naam
•
Bestuursrapportage 1e halfjaar 2014
•
Perspectiefnota 2015-2018
•
Nota reserves en voorzieningen 2014
•
Jaarverslag en jaarrekening 2013
•
Conjunctuurnota
•
Programmabegroting 2014 en meerjarenraming 2015 - 2017
•
Treasurystatuut
Vaststelling
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
Gemeenteraad,
25 september 2014
3 juli 2014
3 juli 2014
5 juni 2014
30 januari 2014
13 november 2013
14 april 2011
900. Treasury
Wat willen we bereiken?
We willen het geldmiddelenbeheer zo efficiënt mogelijk uitvoeren.
Wat gaan we daarvoor doen?
We volgen continu de ontwikkelingen van de rentetarieven op korte en lange termijn. Ook in 2015
gaan we een liquiditeitsprognose voor de komende 12 maanden opstellen en bijstellen. Datzelfde
geldt ook voor de meerjaren liquiditeitsprognose.
910. Algemene dekkingsmiddelen
Wat willen we bereiken?
De verwerving van algemene dekkingsmiddelen voeren we zo efficiënt mogelijk uit.
Wat gaan we daarvoor doen?
We volgen en signaleren ontwikkelingen op het terrein van de algemene uitkering uit het gemeentefonds.
920. Uitvoering Wet WOZ
Wat willen we bereiken?
We willen in eigen beheer zorgdragen voor een tijdige en volledige marktconforme waardering van
onroerende zaken.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
52
Wat gaan we daarvoor doen?
We komen tijdig tot een afronding van de herwaardering en tijdig beschikken over de WOZobjecten. Bezwaren tegen de waardering ronden we tijdig af. De WOZ-administratie richten we verder correct en eenduidig in. Er is afstemming met andere administraties, zoals de BAG (Basisregistratie Adressen en Gebouwen) en Bouw- en Woningtoezicht.
930. Gemeentelijke belastingen
Richtinggevende beleidsdocumenten
Naam
•
Aanwijzingsbesluit parkeerbelastingen 2014
•
Verordening Toeristenbelasting 2014
•
Verordening Watertoeristenbelasting 2014
•
Verordening Forensenbelasting 2014
•
Verordening Rioolheffing 2014
•
Verordening Grafrechten 2014
•
Verordening Marktgelden 2013
•
Verordening Onroerende-zaakbelastingen 2014
•
Verordening Lig- en staangelden 2014
Legesverordening 2014
•
Verordening parkeerbelastingen 2014
•
Verordening Precariobelasting 2014
•
Verordening Reinigingsheffingen 2014
•
Beleidsregels voor aanwijzen belastingplichtige en WOZ-belanghebbende
in een keuzesituatie
•
Uitvoeringsregeling toeristen/watertoeristenbelasting
•
Beleidsregel voor de toepassing van de wegingsfactoren proceskosten in
belastingzaken
•
Beleidsregels ambtshalve vermindering gem. belastingen
Vaststelling
College, 17 december 2014
Gemeenteraad, 19 december 2013
Gemeenteraad, 19 december 2013
Gemeenteraad, 19 december. 2013
Gemeenteraad, 14 november 2013
Gemeenteraad, 19 december 2013
Gemeenteraad, 21 juni 2012
Gemeenteraad, 19 december 2013
Gemeenteraad, 19 december 2013
Gemeenteraad, 19 december 2013
Gemeenteraad, 14 november 2013
Gemeenteraad, 14 november 2013
Gemeenteraad, 19 december 2013
College, 1 maart 2011
College, 29 november 2011
College, 12 februari 2013
College, 14 augustus 2012
Wat willen we bereiken?
We willen een efficiënte, tijdige en volledige belastingheffing. We willen geen verhogingen van de
plaatselijke belastingen, behoudens de jaarlijkse inflatiecorrectie.
Wat gaan we daarvoor doen?
We stellen de gemeentelijke belastingverordeningen tijdig op met transparante tariefberekeningen.
De belastingadministratie houden we accuraat en continu bij. We leggen kohieren tijdig op. Een
volledige verantwoording van de kohieren vindt plaats in december.
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de structurele en incidentele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserve. Het gaat met name om de onttrekking aan de reserve kapitaallasten en
huisvesting onderwijs en de toevoeging van rente aan de reserve huisvesting onderwijs.
Tabel overzicht mutatie reserves
Mutatie
reserve
Programma
2015
Storting
€
0
2
3
4
5
6
7
8
9
Totaal
2016
Onttrekking
€
Storting
€
26.125
272.164
35.000
176.004
483.168
Onttrekking
€
Storting
€
26.125
2.340.504
376.510
3.770
361.165
69.087
2.700
272.164
200.000
3.379.861
230.430
537.594
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
2017
35.000
Onttrekking
€
Storting
€
26.125
2.384.289
376.510
3.770
161.165
69.087
2.700
272.164
100.000
3.123.646
956.520
1.263.684
53
2018
35.000
1.977.301
376.510
3.770
61.165
39.087
2.700
2.486.658
Onttrekking
€
23.040
272.164
35.000
210.834
517.998
1.668.509
376.510
3.770
61.165
30.087
2.700
2.165.781
Wat mag het kosten?
Lasten
900 Treasury
910 Algemene dekkingsmiddelen
920 Uitvoering Wet WOZ
930 Gemeentelijke belastingen
940 saldo van kostenplaatsen
950 Saldo voor bestemming
Totaal Lasten
Baten
900 Treasury
910 Algemene dekkingsmiddelen
920 Uitvoering Wet WOZ
930 Gemeentelijke belastingen
940 saldo van kostenplaatsen
950 Saldo voor bestemming
Totaal Baten
Resultaat voor bestemming
(bedragen x € 1.000,-)
Begroting
Begroting Begroting
2016
2017
2018
Rekening
2013
Begroting
2014
Begroting
2015
178
295
746
793
2.241
0
4.254
34
380805
806
2.480
0
3.745
37
2.3371.007
637
198
0
458-
37
3.3551.008
638
199
0
1.474-
37
4.9381.000
640
199
0
3.062-
37
5.8381.002
641
200
0
3.957-
Rekening
2013
Begroting
2014
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting
2017
Begroting
2018
2.392
93.604
0
17.581
2.245
0
115.822
2.340
94.651
0
18.541
3.122
0
118.654
589
120.044
0
20.208
0
0
140.841
589
119.200
0
20.884
0
0
140.672
589
116.848
0
21.274
0
0
138.711
589
115.294
0
21.543
0
0
137.426
111.568-
114.909-
141.300-
142.147-
141.773-
141.384-
Onttrekking aan reserves
1.563-
4.088-
200-
100-
0
0
Toevoeging aan reserves
1.388
7.275
176
230
957
212
142.016-
140.816-
141.173-
Resultaat na bestemming
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
111.744-
111.722-
54
141.324-
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
55
3.
Paragrafen
3.1. Vooraf
De begroting heeft zeven paragrafen. In iedere paragraaf staan beleidslijnen met betrekking tot
relevante beheersmatige aspecten. Het gaat om:
• Lokale heffingen
• Weerstandsvermogen/risicobeheersing
• Onderhoud kapitaalgoederen
• Financiering
• Bedrijfsvoering
• Verbonden partijen
• Grondbeleid.
Het zijn verplichte onderdelen van de begroting (artikel 9, lid 2 BBV).
3.2. Paragrafen 1-7
Zie de volgende tekstfragmenten.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
56
Paragraaf 1
Lokale heffingen
Inleiding
Deze paragraaf bevat informatie over het gemeentelijke beleid met betrekking tot lokale heffingen.
We werken de volgende onderdelen uit:
• Algemene toelichting
• Beleid lokale heffingen
• Overzicht lokale heffingen
A. Belastingen
B. Rechten
• Woonlasten Súdwest-Fryslân
• Uitvoering Wet WOZ
• Kwijtscheldingsbeleid
Algemene toelichting
De bevoegdheid tot het invoeren, wijzigen of afschaffen van een gemeentelijke belasting berust bij
de gemeenteraad. Het belastinggebied van de gemeente is begrensd. In de Gemeentewet is limitatief opgenomen welke gemeentelijke belastingen we kunnen heffen. Daarnaast kan bij wet aan de
gemeente de bevoegdheid worden toegekend om een bepaalde belasting te heffen, zoals bijvoorbeeld de afvalstoffenheffing die zijn wettelijke grondslag vindt in de Wet Milieubeheer.
De gemeente kan uit het beschikbare menu haar eigen keus maken. Súdwest-Fryslân maakt niet
gebruik van alle mogelijkheden. Tijdens de harmonisatie van de belastingverordeningen (na de
fusie) is besloten om de roerende-zaakbelastingen en de hondenbelasting af te schaffen. Daarnaast
heffen we geen baatbelasting en reclamebelasting in onze gemeente. Ook heffen we niet alle
mogelijke rechten.
Beleid lokale heffingen
In het Coalitieakkoord 2014-2018 ‘Samen krachtig’ is aangegeven dat we de mogelijkheid van precariobelasting op kabels en leidingen in beeld brengen. Ook gaan we de mogelijkheid voor de
invoering van een roerende-zaakbelasting bekijken. Als uitgangspunt is genomen dat de tarieven en
leges kostendekkend zijn en de lokale heffingen maximaal de inflatie volgen. Overeenkomstig dit
uitgangspunt verhogen we de tarieven van de meeste belastingen jaarlijks trendmatig. Het
inflatiepercentage voor het jaar 2014 is in de conjunctuurnota vastgesteld op 1,4%.
Overzicht lokale heffingen
Het begrip lokale heffingen valt onder te verdelen in belastingen en rechten. De heffingsambtienaar
legt belastingen dwingend op zonder dat daar een aanwijsbare tegenprestatie tegenover staat. De
hoogte van de tarieven is daardoor vrij. Bij rechten is er wel sprake van een aanwijsbare
tegenprestatie. De tarieven mogen niet meer dan kostendekkend zijn.
Súdwest-Fryslân kent de volgende belastingen en rechten:
A. Belastingen
Forensenbelasting
Hoewel er geen formele koppeling is tussen de rechtsgrond van de forensenbelasting en de uitkering
uit het gemeentefonds is tijdens de harmonisatie van de belasting-verordeningen in 2010 wel gekozen voor deze koppeling. Qua tariefstelling is gekozen voor aansluiting bij de WOZ-waarde van de
woning, zoals ook bij de OZB. Bij de tariefstelling gaan we uit van een inflatoire meeropbrengst van
1,4%.
Onroerende-zaakbelastingen (OZB)
Overeenkomstig de Wet WOZ waarderen we jaarlijks alle onroerende zaken. Bij de tariefstelling
moeten we rekening houden met deze herwaardering om te voorkomen dat waardewijzigingen
resulteert in een meer- of minderopbrengst. Bij de tariefstelling gaan we naast de autonome groei
van Súdwest-Fryslân uit van een inflatoire meeropbrengst van 1,4%.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
57
Parkeerbelasting
De belastingtarieven verhogen we niet jaarlijks inflatoir. Aan de hand van een parkeernotitie leggen
we een meerjarenbeleid voor. Daarbij is er sprake van een sluitende parkeerbegroting. Baten en
lasten moeten in evenwicht zijn.
Precariobelasting
In de Perspectiefnota is besloten tot invoering van de een precariobelasting voor kabels en leidingen. Er is een structurele opbrengst van € 500.000 ingeboekt. Om uitvoering te geven aan het
besluit is een raadsvoorstel in voorbereiding. Kortheidshalve verwijzen we naar hoofdstuk 1
paragraaf 1.3.2. De reeds bestaande tarieven (terrassen) verhogen we inflatoir.
Roerende-zaakbelastingen
In het Coalitieakkoord 2014-2018 ‘Samen krachtig’ hebben we aangegeven dat we de mogelijkheid
tot invoering van roerende-zaakbelastingen gaan onderzoeken.
Toeristenbelasting
In 2013 is een onderzoek naar de forfaitaire tarieven afgerond. Dit heeft geleid tot een aanpassing
van de forfaits en een aanpassing van de verordening ten behoeve van de belastingverordening
2014. De toeristenbelasting verhogen we niet jaarlijks omdat dat leidt tot onhandzame tarieven.
Belastingen
Begroting 2014
Begroting 2015*
€
€
Forensenbelasting
676.200
685.000
15.851.400
16.845.000
Parkeerbelasting
2.597.000
Precariobelasting
74.300
OZB
Mutatie tarieven
Nee
+ 1,4%
Ja (woningen)
+ 1,4%
2.607.000
Nee
-
578.000
Nee
-
2.134.750
1.964.000
Nee
-
21.333.650
22.679.000
Toeristenbelasting
Totaal
Kwijtschelding
* De genoemde opbrengst voor 2015 is inclusief de (voor te stellen) verhogingen.
B. Rechten
Afvalstoffenheffing
Bij de harmonisatie van de belastingverordeningen in 2010 is gekozen voor een tariefstelling met
een onderscheid tussen één- en meerpersoonshuishoudens. De tarieven zijn kostendekkend waarbij
ook de compensabele BTW en de kwijtschelding in de heffing zijn betrokken.
Grafrechten
Gezien de grote verschillen in de voormalige gemeenten ten aanzien van de tarieven en de onderhoudsniveaus van begraafplaatsen, is bij de harmonisatie van de belastingverordeningen (na de
fusie) besloten om, in afwachting van nieuw beleid, geen uniforme tarieven vast te stellen. Ook
verhogen we de tarieven niet inflatoir. In 2014 ronden we de harmonisatie van de grafrechten af.
Leges
Nog in 2014 vindt er een onderzoek plaats naar de kostendekkendheid van tarieven. We gaan de
verordening 2015 hierop baseren.
Liggeld
Door afschaffing van het bruggeld is het liggeld omhoog gegaan. We verhogen de tarieven niet jaarlijks verhoogd omdat het leidt tot onhandzame tarieven. Bij de bepaling van de tarieven liggeld kiezen we vooralsnog niet voor kostendekkende tarieven. Vooreerst leggen we de nadruk op de positie
van Súdwest-Fryslân ten opzichte van de omliggende gemeenten.
Marktgeld
Met het oog op de afname in kwaliteit en kwantiteit van de markten in Bolsward en Sneek passen
we de tarieven niet aan. Dit in afwachting van beleid over de toekomst van de markten in SúdwestFryslân.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
58
Passagegeld
De passagegelden bestaan sinds 2013 uitsluitend uit sluisgelden. De passagegelden verhogen we niet
jaarlijks omdat het leidt tot onhandzame tarieven. Bij de bepaling van de hoogte van passagegelden
hebben we vooralsnog niet gekozen voor kostendekkende tarieven. Vooreerst leggen we de nadruk
op de positie van Súdwest- Fryslân ten opzichte van de omliggende gemeenten.
Rioolheffingen
Dit jaar adviseren we de raad geadviseerd over het zogenaamde waterspoor. Daarbij is de
rioolheffing gebaseerd op het waterverbruik. De rioolheffing is kostendekkend en sluit aan op het
vGRP 2013-2017 (raad 4 juli 2013).
Rechten
Afvalstoffenheffing
Reinigingsrechten
Begrafenisrechten
Begroting 2014
Begroting 2015*
€
€
Kwijtschelding
7.738.300
7.488.300
300.000
300.000
Nee
Ja
601.000
601.000
Nee
Bouwleges
1.757.000
1.896.000
Nee
Leges
1.260.000
1.284.000
Nee
904.000
810.000
Nee
Marktgeld
67.000
67.000
Nee
Passagegelden
52.000
86.000
Nee
Rioolheffingen
8.067.080
7.665.000
20.746.380
20.197.300
Liggeld
Totaal
Ja
* De genoemde opbrengst voor 2015 is inclusief de (voor te stellen) verhogingen.
Woonlasten Súdwest-Fryslân
Het centrum voor onderzoek van de economie van de lagere overheden (COELO) presenteert jaarlijks de Atlas van de lokale lasten. Daarin beschrijft men de ontwikkelingen van de decentrale
belastingen waarbij de nadruk ligt op de woonlasten voor huishoudens. Men cumuleert de drie
algemene belastingen: onroerende-zaakbelastingen, rioolheffingen en afvalstoffenheffing. Ook
maakt men in de Atlas een vergelijking tussen de gemeenten onderling. In onderstaande grafiek
(belastingjaar 2014) is de vergelijking aangegeven tussen de gemiddelde woonlasten van SúdwestFryslân en de gemiddelden van gemeenten in Fryslân en het landelijk gemiddelde.
In 2014 neemt Súdwest-Fryslân de 85e (in 2013 de 99e) plaats in waarbij nummer 1 de laagste
lasten en nummer 417 de hoogste lasten heeft. In Fryslân staan we op de 5e plaats.
Uitvoering Wet WOZ
De Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) legt een groot aantal taken en verantwoordelijkheden neer bij gemeenten. Gemeenten moeten:
• een WOZ-administratie bijhouden;
• alle veranderingen van woningen en andere gebouwen volgen;
• de markt in de gemeente volgen en analyseren;
• alle objecten (woningen en andere gebouwen en objecten) taxeren;
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
59
•
•
•
WOZ-beschikkingen versturen;
bezwaar en beroep afhandelen;
informatie leveren aan waterschappen en Belastingdienst.
De Waarderingskamer ziet als onafhankelijk orgaan toe op de uitvoering van de Wet WOZ. De
Waarderingskamer kwalificeert onze gemeente als ‘goed’. Dit is het hoogst haalbare niveau.
Kwijtscheldingsbeleid
Het kwijtschelden van gemeentelijke belastingen is wettelijk beperkt. De gemeente is vrij in de
keuze voor welke belastingsoort we kwijtschelding geven. Ook staat het de gemeente vrij te
bepalen welk percentage van de bijstandsuitkering we voor de beoordeling gebruiken. SúdwestFryslân gebruikt de meest gunstige norm voor aanvragers. Inwoners kunnen kwijtschelding aanvragen voor de afvalstoffenheffing, de rioolheffingen en de onroerende-zaakbelastingen (woningen).
We benaderen alle inwoners die mogelijk recht hebben op kwijtschelding. Het Inlichtingenbureau
toetst de aanvragen om kwijtschelding. Daarbij controleren we op inkomen, saldi van
bankrekeningen en bezit van auto’s. Bij het beoordelen van de aanvraag houden we rekening met
de netto kosten van kinderopvang. Bij de aanvraag 65-plussers gebruiken we de netto AOW-norm.
Met ingang van 1 januari 2013 verlenen we kwijtschelding aan ondernemers voor het privé gedeelte
van de aanslag gemeentelijke belastingen. Voor belastingen die geheel of gedeeltelijk verband
houden met de uitoefening van bedrijf of beroep verlenen we geen kwijtschelding. Het toekennen
van kwijtschelding ramen we vooralsnog op € 650.000. De kosten voor het uitvoeren van de
aanvragen ramen we vooralsnog op € 100.000.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
60
Paragraaf 2
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Algemeen
Ter dekking van niet in te schatten risico’s dienen de algemene reserve en de bestemmingsreserves.
Hierbij merken we op dat de bestemmingsreserves door de gemeenteraad zijn gecreëerd ter
dekking van specifiek benoemde doeleinden. Echter, dezelfde bestemmingsreserves kunnen na een
beslissing van de raad een ander karakter dan wel bestemming krijgen, bijvoorbeeld het afdekken
van risico’s.
Voor risico’s van te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te
schatten treffen we voorzieningen. Deze voorzieningen vormen een onderdeel van het vreemd
vermogen en zijn daarom niet vrij inzetbaar. Het is onmogelijk om elk risico waaraan de gemeente
wordt blootgesteld af te dekken. De gemeente heeft zich tegen aansprakelijkheidsrisico’s verzekerd
en daarnaast nog diverse andere verzekeringen afgesloten ter dekking van kwantificeerbare risico’s
en/of schades.
Wat gaan we doen?
Beleid inzake het weerstandsvermogen
In de vastgestelde nota Weerstandsvermogen en Risicomanagement is bepaald dat we ten behoeve
van de begroting en de jaarrekening de paragraaf weerstandsvermogen opstellen. Voor het
gemeentelijk beleid omtrent het weerstandsvermogen en risicomanagement verwijzen we naar deze
genoemde nota. We trainen medewerkers om risico’s te beheersen, maar ook om niet financieel
beheersbare risico’s inzichtelijk te maken. We zetten zo binnen de gemeentelijke organisatie
stappen ten aanzien van risico-identificatie, analyse en beoordeling van risico’s. Ter ondersteuning
van het integrale risicomanagement passen we gemeente-breed een ondersteunend softwarepakket
toe. Hierdoor bevorderen we dat na de identificatie van risico’s op efficiënte wijze sprake is van
registratie, analyse en rapportage.
Risico-inventarisatie
Om de risico's van Súdwest-Fryslân in kaart te brengen is een risicoprofiel opgesteld. Dit
risicoprofiel is tot stand gekomen met behulp van het softwareprogramma NARIS® (NAR
Risicomanagement Informatie Systeem) waarmee het mogelijk is risico's systematisch in kaart te
brengen en te beoordelen. Uit de inventarisatie zijn in totaal 90 risico's in beeld gebracht. In het
onderstaande overzicht presenteren we alleen het aantal risico's met de hoogste bijdrage aan de
berekening van de benodigde weerstandscapaciteit met een maximum aantal van 10.
Tabel 1: Belangrijkste financiële risico's
Ris.nr
Risico
R215
In de berekeningen
voor de grondexploitaties zijn aannames
gedaan over prijzen
per m2/per kavel.
R211
Gevolgen
Maatregelen
Het risico is een lagere
opbrengst verkoop
bouwgrond, die een
tekort in de
grondexploitatie veroorzaakt, welke niet in
de huidige berekening
is meegenomen.
In de berekeningen
Het risico is een lagere
voor de opbrengsten opbrengst verkoop
van de grondexploibouwgrond, die een
taties is vanaf 2016
tekort in de
een jaarlijkse stijging grondexploitatie vervoorzien van de opoorzaakt, welke niet in
brengst grondverko- de huidige berekening
pen met een percen- is meegenomen.
tage van 2%. Gezien
de marktontwikkelingen is het niet uit
te sluiten, dat we
deze stijging niet
volledig kunnen
doorberekend.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
61
Kans
Invloed
70%
Financieel
gevolg
max.€ 5.000.000
50%
max.€ 2.000.000
8.89%
30.95%
R236
Rechtzaken.
R289
Dorpshuizen doen
een beroep op
calamiteitenfonds.
Verdere verlaging
van de fasering
woningbouw.
Aantal uitkeringsgerechtigden stijgt
sneller dan waarmee
rekening is gehouden
in de begroting.
Verhoging van de
rentetoerekening op
grondexploitaties
met 1%.
R217
R62
R214
R193
R43
R221
Ontwikkeling pensioenpremies en CAO
Extra schade door
weersomstandigheden.
Toezegging aan Cultureel Kwartier dat
gemeente garant
staat voor
wachtgelden
personeel.
Totaal grote risico's:
Overige risico's:
Totaal alle risico's:
Gemeente kan
opdraaien voor
schadeclaims.
Dan moet gemeente
betalen.
50%
max.€ 1.500.000
6.64%
10%
max.€ 5.300.000
4.58%
Verlaagde opbrengst
van bouwgronden.
50%
max.€ 1.000.000
4.40%
Groter gemeentelijk
aandeel dan begroot.
50%
max.€ 1.000.000
4.39%
25%
max.€ 1.700.000
3.71%
50%
max.€ 800.000
3.52%
50%
max.€ 500.000
3.41%
50%
max.€ 648.000
2.90%
Verhoging van de boekwaarde (bouw) gronden, welke we niet in
de uitgifteprijs kunnen
verdisconteren.
Stijging werkgeverslasten personeel
Extra kosten en hogere
kans op schade aan het
wegdek
Bij afvloeien personeel
betaalt gemeente de
wachtgelden.
In voorbereiding - Voor
de grondexploitaties
een afwijkend
financieringspolitiek
instellen.
€ 19.448.000
€ 9.725.000
€ 29.173.000
Op basis van de ingevoerde risico's is een risicosimulatie uitgevoerd. De risicosimulatie passen we
toe omdat het reserveren van het maximale bedrag (€ 29.173.000 - zie tabel 1) ongewenst is. De
risico's zullen immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang optreden. Figuur 1 en de
bijhorende tabel tonen de resultaten van de risicosimulatie.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
62
De benodigde weerstandscapaciteit in relatie met de beschikbare weerstandscapaciteit op basis van
een risico-inventarisatie.
Tabel 2: Benodigde weerstandscapaciteit bij verschillende zekerheidspercentages
Percentage
Percentage
5%
Bedrag
€ milj.
2,3
50%
Bedrag
€ milj.
5,5
10%
2,8
55%
5,8
15%
3,2
60%
6,1
20%
3,6
65%
6,5
25%
3,9
70%
6,8
30%
4,2
75%
7,2
35%
4,5
80%
7,6
40%
4,8
85%
8,1
45%
5,1
90%
8,7
Uit de grafiek en de bijbehorende tabel volgt dat 90% zeker is dat we alle risico's kunnen afdekken
met een bedrag van € 8,7 miljoen, meer exact: € 8.669.304 (benodigde weerstandscapaciteit).
De beschikbare weerstandscapaciteit van de gemeente bestaat uit het geheel aan middelen dat de
organisatie daadwerkelijk beschikbaar heeft om de risico's in financiële zin af te dekken. Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, moeten we de relatie leggen tussen de financieel
gekwantificeerde risico's en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit kunnen
we afzetten tegen de beschikbare weerstandscapaciteit.
De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen.
Ratio weerstandsvermogen =
Beschikbare weerstandscapaciteit
Benodigde weerstandcapaciteit
=
€ 9.000.000
€ 8.669.304
= 1.04
Een oordeel over het weerstandsvermogen
De normtabel is ontwikkeld in samenwerking met de Universiteit Twente. Het biedt een waardering
van het berekende ratio.
Tabel 3: Weerstandsnorm
Waarderingscijfer
Ratio
Betekenis
A
>2.0
uitstekend
B
1.4-2.0
ruim voldoende
C
1.0-1.4
voldoende
D
0.8-1.0
matig
E
F
0.6-0.8
<0.6
onvoldoende
ruim onvoldoende
Het ratio van onze gemeente valt in klasse C. Dit duidt op een voldoende weerstandsvermogen. In
de nota weerstandsvermogen en risicomanagement is besloten dat gemeente Súdwest-Fryslân
streeft naar een voldoende weerstandsvermogen. Dit betekent dat de ratio weerstandsvermogen
tenminste 1,0 moet zijn.
Nieuwe ontwikkelingen
De decentralisaties (de Jeugdwet, Participatiewet en de WMO) brengen duidelijke risico’s en onzekerheden met zich mee. Veranderingen op deze schaal gaan soms gepaard met fouten of
ongewenste effecten. Daarbij komt we dat verantwoordelijk worden voor de uitvoering van een
groot aantal taken met een aanzienlijke korting op het budget. We realiseren ons dat we met
minder financiële middelen vanaf 2015 ondersteuning moeten gaan bieden aan onze inwoners en dit
brengt risico’s met zich mee. We zijn er nu en de komende jaren dan ook alert op dat we mogelijke
problemen vroegtijdig signaleren en we willen de mogelijkheden optimaal benutten om
beheersmaatregelen te treffen en waar nodig bij te sturen.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
63
Voor de risicoanalyse sluiten we aan bij de systematiek van NARIS (Nederlands Adviesbureau
Risicomanagement). De systematiek hebben we hiervoor al uiteengezet bij de toelichting op het
weerstandsvermogen. Het is een manier om risico’s systematisch in kaart te brengen en te
beoordelen. Een risico omschrijven we hierbij als: de kans op het optreden van een gebeurtenis, die
effect heeft op het behalen van de doelstellingen.
In het beleidsplan “Sturing, inkoop en financiering Sociaal Domein” is een eerste inventarisatie
gegeven voor de financiële risico’s. We werken dit verder uit, aangevuld met risico’s op politiek,
juridisch, technisch, organisatorisch en maatschappelijk vlak. De hoofddoelstelling op financieel
vlak is dat het budget taakstellend is. Gebeurtenissen die effect hebben op het behalen van deze
doelstelling kunnen zijn:
Risico
Gebeurtenis
Maatregel
Risico
Gebeurtenis
Maatregel
Risico
Gebeurtenis
Maatregel
Risico
Gebeurtenis
Maatregel
Risico
Gebeurtenis
Maatregel
Het inkoopvoordeel blijkt kleiner dan verwacht
Door middel van inkoop zetten we veel taken weg bij organisaties die zijn gespecialiseerd in
het leveren van zorg. Met name op de gebieden lichte en specialistische ondersteuning
hebben we signalen ontvangen die erop wijzen dat er (op termijn) efficiencyvoordelen zijn te
behalen. Dit zou moeten resulteren in goedkopere inkoopcontracten waarmee we een deel
van de opgelegde Rijkskorting kunnen opvangen. Als het inkoopvoordeel kleiner is dan
verwacht kunnen we ook de Rijkskorting voor een kleiner deel doorberekend.
Aangezien het budget taakstellend is, blijft er in dit geval minder geld over voor de inrichting
van de gebiedsteams of voor preventieve taken in het voorliggende veld. Dit leidt tot een
volgend risico.
We investeren onvoldoende in preventie en gebiedsteams
Het terugdringen van de lichte en specialistische ondersteuning moet onder andere gestalte
krijgen door een lagere instroom van deze vormen van zorg. Dit kunnen we realiseren door
te investeren in preventie en toeleiding. Deze investering zal echter niet direct rendement
opleveren, de kost gaat uit voor de baat. Op basis van een korte termijn visie is het daarom
verleidelijk om te korten op deze uitgaven om zo aan de doelstelling van een taakstellend
budget te kunnen voldoen. Dit zal echter voor de lange termijn kunnen betekenen dat de
instroom van de lichte en specialistische ondersteuning niet voldoende daalt. In dat geval
zullen we op de lange termijn niet kunnen voldoen aan de doelstelling van een taakstellend
budget.
Het invoeren van een calamiteitenbuffer (kader 5 in paragraaf 4.2) is een eerste maatregel
om dit risico te beheersen.
Gebiedsteams zijn onvoldoende toegerust
Het werken in gebiedsteams betekent een grote omslag in cultuur. We gaan meer dan ooit
uit van de eigen kracht van inwoners. Inwoners moeten het normaal vinden dat ze eerst de
eigen mogelijkheden benutten en een beroep te doen op het eigen netwerk in plaats van dat
de gemeente eerst wordt gevraagd voor oplossingen voor hun situatie. Deze omslag geldt
zowel voor inwoners als de gemeente. Binnen de gebiedsteams zullen we dan ook moeten
investeren in vraagverheldering om te hoge toestroom naar specialistische zorg te
voorkomen. Kostenbewust dient een van de kernkwaliteiten van de gebiedsteams te worden.
Als dit onvoldoende gebeurt zullen de gebiedsteams op de oude wijze inwoners doorsturen
naar de lichte en specialistische ondersteuning, met als gevolg dat de instroom te groot is
waardoor het budget ontoereikend zal zijn.
Door middel van scholing van de medewerkers van de gebiedsteams zullen we dit risico
ondervangen. Het scholingsbudget is onderdeel van het invoeringsbudget Decentralisaties.
Daarnaast doen we alvast kennis op met de nieuwe werkwijze door het draaien van
verschillende pilots.
Hoge interne frictiekosten
Voor de bemensing van de gebiedsteams is een ander functieprofiel nodig dan we nu in onze
organisatie gebruiken. Hierdoor kan een mismatch ontstaan tussen de huidige competenties
van personeel en de gewenste competenties.
Door middel van scholing van de medewerkers van de gebiedsteams zullen we dit risico
ondervangen.
Hogere instroom door externe factoren
Gebiedsteams zetten in op eigen kracht van inwoners, waardoor we de toestroom naar
duurdere vormen van zorg beperken. Het gebiedsteam is niet de enige factor die invloed
heeft op de toestroom. Zo kunnen huisartsen ook rechtstreeks doorverwijzen naar
jeugdhulp. Daarnaast moeten we rekening houden met de autonome groei van de
zorgvraag. Tenslotte is de wetgeving rond de transities nog niet definitief. Hierdoor kunnen
de plannen van “ontschotten” en “verzilveren” kunnen worden doorkruist.
Gebiedsteams dienen een nauwe samenwerkingsrelatie op te bouwen met huisartsen en
jeugdartsen. Beschikbare wijkbudget lichte en specialistische zorg communiceren we met
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
64
huisartsen/jeugdartsen inclusief uitputting van budget of mogelijke wachtlijsten. Mochten
we deze gebeurtenissen niet kunnen opvangen binnen het budget dan zal dit een
beleidswijziging tot gevolg moeten hebben. Dit leggen we terug bij de raad. Bij de
voorbereiding gaan we uit van nu bekende gegevens, veranderingen hierin nemen we mee
zodra daar zekerheid over bestaat.
Risico
Gebeurtenis
Maatregel
Risico
Gebeurtenis
Maatregel
Eigen kracht inwoners wordt te hoog ingeschat
We stimuleren de kwetsbare inwoners van onze gemeente om gebruik te maken van hun
eigen kracht en netwerk. Voor een deel van de inwoners is dit, om welke reden dan ook, een
probleem
Investeren in basisvoorzieningen in het voorliggend veld en door heldere, gerichte
communicatie een cultuuromslag binnen de gemeenschap tot stand brengen.
De informatievoorziening is onvoldoende geborgd
Alle instanties die zijn betrokken bij de Decentralisaties werken met eigen systemen. In de
nieuwe situatie is het van groot belang dat alle informatie voor alle belanghebbenden
beschikbaar is en up-to-date, tegelijk rekening houdend met de privacy van de betrokkenen.
De kans bestaat dat het benodigde ICT systeem dat aan deze eisen voldoet niet op tijd
gereed is. Dit bemoeilijkt monitoring en bijsturing.
Op landelijk niveau voert men verschillende pilots uit om een ICT systeem te ontwikkelen
dat aan de eisen voldoet. Binnen de gemeente is de werkgroep ICT actief om dit punt in
goede banen te leiden.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
65
Paragraaf 3
Onderhoud kapitaalgoederen
Inleiding
Súdwest-Fryslân heeft een groot grondoppervlak, veel groen en veel kernen. De inrichting en alle
andere investeringen in de openbare ruimte die de gemeente heeft gedaan, noemen we de
gemeentelijke kapitaalgoederen. Het onderhoud van de kapitaalgoederen heeft een directe invloed
op het woon-, leef- en werkklimaat van iedere inwoner, ondernemer en bezoeker. We vinden een
goed doordachte inrichting met bijpassende uitvoering van beheer en onderhoud, van groot belang:
‘De basis op orde’.
Algemeen
Deze paragraaf geeft inzicht in de status en financiële situatie van het beheer en onderhoud. Het
gebeurt aan de hand van een dwarsdoorsnede door de verschillende in deze begroting genoemde
programma’s. Het beheer en onderhoud van de kapitaalgoederen omvat een substantieel deel van
de begroting. Een helder en volledig overzicht is van belang voor een goede kijk op de financiële
positie. De algemene uitgangspunten zijn:
• Totaal geschatte waarde investeringen kapitaalgoederen: € 3,5 miljard (€ 100.000 per
huishouden)
• Normaliter gehanteerde instandhoudingskosten: 1% van de geschatte waarde = € 35 miljoen
(vooral wegen, bruggen, oevers en baggeren)
• Beoogde totale onderhoudsbudget: € 28 miljoen
Onderdelen
In deze paragraaf zijn de kapitaalgoederen opgedeeld in acht groepen. Per onderdeel geven we een
korte beschrijving. Daarnaast geven we aan onder welk programma het onderdeel valt. Voor een
meer gedetailleerde beschrijving van het kapitaalgoed, bijvoorbeeld aantallen/omvang, verwijzen
we naar de tekst van het genoemde programma.
Kapitaalgoederen – verdeling in acht groepen
Wegen (programma 6)
We hebben als wegbeheerder de zorgplicht voor wegverhardingen (op basis van de Wegenwet). Hieronder
vallen onder andere asfalt-, klinker en betonwegen. Daarnaast vallen halfverharde paden onder dit vakgebied,
maar ook zaken als straatmeubilair, verkeersregelinstallaties, verkeersborden, palen, hekwerken, zitbanken,
abri’s en dergelijke zaken langs de paden en wegen. Op dit moment varieert het gemiddelde onderhoudsniveau
van basis tot laag, met daarbij achterstanden die extra aandacht nodig hebben.
Openbare verlichting (programma 6)
Openbare verlichting is een taak van de gemeente en draagt bij aan de leefbaarheid; in het bijzonder de sociale
veiligheid en de verkeersveiligheid. Het reguliere beheer en onderhoud voeren we uit via de collectieve
Stichting Openbare Verlichting Fryslân. Het huidige onderhoudsniveau varieert van basis tot laag.
Openbaar groen (programma 6)
Een groene leefomgeving draagt bij aan het welzijn van de bevolking. Het onderhoudsniveau voldoet aan
‘Gemiddeld Basis’. Optimalisaties zoeken we in de bedrijfsvoering, door inzet van Social Return en versobering
op onderdelen binnen het gestelde kwaliteitsniveau.
Waterbouwkundige kunstwerken (programma 6)
Onder kunstwerken verstaan we de gemeentelijke bruggen, tunnels, sluizen, aquaducten en steigers. Het
huidige onderhoudsniveau varieert van hoog tot laag, met diverse achterstanden. De eigen dienst voert het
klein onderhoud uit.
Oevers en kaden (programma 6)
Het onderdeel oevers en kaden omvat de constructies op de overgang van water naar land. Het
onderhoudsniveau varieert van basis tot laag, met diverse achterstanden.
Waterbodems / Baggeren (programma 6)
Het beheer en onderhoud van de gemeentelijke wateren is een taak van de gemeente. De omvang van de
watervlakte is nog niet helemaal in kaart gebracht. De te baggeren achterstanden zijn inmiddels wél in kaart
gebracht. Ook zijn er afspraken gemaakt met de provincie en waterschap over de overdracht van een groot
aantal vaarwegen. Deze overdracht levert op de lange termijn een structurele besparing op. Op dit moment is
vooral in woonwijken en nevenvaarwater sprake van baggerachterstanden.
Riolering (programma 7)
Het beheer en onderhoud van de riolering is geregeld in het verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan (vGRP,
2012). Door de fusie en de wijziging van de bedrijfsvoering zijn de afgelopen jaren behoorlijke besparingen
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
66
behaald. De financiering is geregeld via het rioleringsfonds.
Gemeentelijke gebouwen (diverse programma’s)
De gemeente is eigenaar van een groot aantal gebouwen (waaronder gebouwen die in gebruik zijn bij het
basis- en voortgezet onderwijs). De gebouwen zijn nodig om de openbare taken uit te voeren. De gebouwen en
objecten zijn ingedeeld naar gebruik. Voor onderwijs zijn er 81 gebouwen, gemeentelijke huisvesting 14
gebouwen, 54 monumenten of objecten (waarvan 22 ondergebracht in een beheerstichting), voor beheer
openbare ruimte 36 gebouwen, 35 recreatieve gebouwen en objecten, 26 sportaccommodaties, 48 strategisch
aangekochte gebouwen en voor welzijn en cultuuractiviteiten 31 gebouwen. Het onderhoudsniveau van de
gebouwen varieert van hoog (klein aantal) tot basis naar laag.
Regelgeving en beleidskaders
Wetgeving
Volgens de regelgeving in het BBV moet de gemeente het beheer en onderhoud van de kapitaalgoederen ‘gedegen’ uitvoeren. Het vraagt om een verantwoord omgaan met gemeenschapsgeld. Ter
verantwoording is in de begroting een paragraaf kapitaalgoederen opgenomen. De provincie voert
de controle uit op de uitvoering van deze regels.
Beleidsproces
In 2011 is, in navolging van de Startnotitie Kapitaalgoederen (fase 1), de Kaderstellende notitie
Onderhoud Kapitaalgoederen (fase 2) in de gemeenteraad behandeld. Hierbij zijn de ambitiekeuzes
voor verschillende onderhoudsniveaus vastgesteld. Er is gekozen voor een onderhoudsniveau
‘Gemiddeld Basis’. Dit onderhoudsniveau is het meest optimale onderhoudsniveau, financieel
gezien, maar ook voor wat betreft duurzaamheid, materiaalgebruik en leefbaarheid. Iedere
bijstelling hiervan, naar een lager niveau, zal vroeg of laat leiden tot kapitaalvernietiging en
daarmee extra onderhoudskosten op termijn.
Bij de kaderstellende notitie is ook ingestemd met een financieel ingroeimodel voor het inregelen
van de financiering voor onderhoud kapitaalgoederen in de begroting, over een termijn tot 2017.
Rond deze ingroei is in 2012, bij de behandeling van de Perspectiefnota 2013-2016 (door middel van
een amendement), besloten om 50% van de ingroei zo mogelijk aan te wenden voor het opvangen
van mogelijk niet te behalen besparingen buiten de kapitaalgoederen. Dit bracht de structurele
financiering voor de uitvoering van voornamelijk groot onderhoud in de problemen. De benodigde
50% van de ingroei zou pas op een later tijdstip beschikbaar kunnen komen of eventueel zelfs niet.
In 2013 is de Beleidsnotitie Kapitaalgoederen (fase 3) vastgesteld. Hierin staat hoe we het beheer
en onderhoud uitvoeren, op basis van het vastgestelde onderhoudsniveau ‘Gemiddeld Basis’. Vanuit
deze beleidsnotitie vindt de harmonisatie en verdere ontwikkeling van beleids- en
uitvoeringsplannen voor de afzonderlijke kapitaalgoederen plaats (fase 4). De beleidsplannen op het
gebied van Riolering (vGRP), Openbaar Groen en Openbare verlichting zijn inmiddels aan de raad
aangeboden. Eind 2014, begin 2015 volgen de beleidsplannen voor Wegen, Waterbouwkundige
kunstwerken en Oevers en kaden, Waterbodems/Baggeren en Gemeentelijke gebouwen.
Financiële ingroei
In afzonderlijke beleidsplannen hebben we het kwaliteitsniveau en het daarbij horende
kostenniveau opgenomen en afgezet tegen de in de begroting opgenomen beschikbare middelen.
Tijdens de fase 3 en 4 bleek dat de beperktere financiële ingroei niet toereikend was om het
gewenste kwaliteitsniveau ‘Gemiddeld Basis’ op de lange termijn te waarborgen. Achterstanden
liepen op doordat er jaarlijks niet genoeg geld beschikbaar was voor structureel onderhoud. Bij de
behandeling van de Perspectiefnota 2015-2018 (juli 2014) is besloten om het achter de hand
gehouden gedeelte van de ingroei weer zonder restricties toe te kennen aan de kapitaalgoederen,
waarmee we inzetten op herstel van de oorspronkelijke ingroei. Doordat nu het volledige
ingroeimodel weer van kracht is, werken we toe naar een financieel gedegen situatie. Bij
ongewijzigd beleid bereiken we dit in 2017. Temeer omdat in de Perspectiefnota ook nog tot een
extra incidentele voeding van de bestemmingsreserve Kapitaalgoederen is gekomen van € 2 miljoen.
Verder geldt dat, nu we de gedegen situatie vanaf 2017 bereiken, we een extra ingroei (zoals
eerder voorzien) vanaf 2018 niet langer nodig achten. In de Perspectiefnota is aangegeven dat
hierdoor een extra ingroei vanaf 2018 is komen te vervallen (€ 992.000).
Optimalisaties en bedrijfsvoering
Naast het op orde brengen van de structurele budgeten, is stevig ingezet op het doorvoeren van
optimalisaties binnen het beheer en onderhoud van de kapitaalgoederen. Voorbeelden hiervan zijn
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
67
wijzigingen van de bedrijfsvoering (onder andere door de schaalvergroting, het zelf doen of uitbesteden van werkzaamheden, maar ook het rekenen met sluitende exploitaties), inzet op innovatieve
methoden en technieken en de afstoot van kapitaalgoederen. Ook de komende jaren zijn hiervan
nog effecten merkbaar.
Te realiseren besparingen
Door het solide structurele financiële ingroei en de resultaten van optimalisatie is het mogelijk om
tot besparingen te komen. In de Perspectiefnota 2015-2018 heeft dat geleid tot de volgende
taakstelling:
Taakstelling Kapitaalgoederen
Aanpak kapitaalgoederen
2015
2016
2017
2018
€
€
€
€
198.000
337.000
1.664.000
1.664.000
Een nadere specificatie van de taakstelling is eerder in de Perspectiefnota vermeld in bijlage 4.
Integraal gegevensbeheer
Voor het plannen van het benodigde onderhoud (werkzaamheden en kosten) voor het in stand
houden van de kwaliteit van de openbare ruimte gebruiken we het GBINext. Hierin is digitaal vastgelegd wat de onderhoudsstaat en hoeveelheid kapitaalgoederen per onderdeel zijn. We voeren
steeds nieuwe inspecties uit om de gegevens actueel te houden en de in de beleidsfase gemaakte
keuzes over onderhoudsniveaus zijn toegevoegd. In combinatie met een nog op te stellen beeldkwaliteitsplan vormt het beheersysteem de basis voor het beheer. Aan de hand van de gewenste
beeldkwaliteit kunnen we aangeven welk onderhoudsniveau en welke prijs daar tegenover staan.
Deze gegevens zijn gebruikt of gaan we gebruiken bij de ontwikkeling van diverse fase-4 producten.
Wat willen we bereiken en wat gaan we daarvoor doen?
Gedegen situatie, financieel vitaal
Het belangrijkste aandachtspunt bij de kapitaalgoederen is het op orde brengen van de structurele
financiële middelen bij de kapitaalgoederen. Dit is een voorwaarde voor het bereiken van het
onderhoudsniveau ‘Gemiddeld Basis’.
Door de toekenning van de volledige financiële ingroei kapitaalgoederen kan de situatie in 2017
ingeregeld zijn. Tot die tijd zullen de achterstanden nog verder oplopen, maar vanaf 2017 kunnen
we dan naar verwachting, op reguliere onderhoudsbasis de achterstanden langzamerhand
wegwerken. De komende jaren zal het daarom noodzakelijk zijn om tijdelijk een grotere diversiteit
in kwaliteitsniveaus te accepteren. Dit is gemiddeld gezien een lager kwaliteitsniveau dan basis.
De grote druk van de kapitaalgoederen, op de algemene gemeentelijke financiën, zal door het inregelen van de financiën afnemen. We werken toe naar een financieel gedegen situatie. De invloed
van de kapitaalgoederen op het weerstandsvermogen is daardoor verkleind.
Bestemmingsreserve kapitaalgoederen
Omdat de achterstanden tot 2017 verder op zullen lopen is het belangrijk dat er een buffer achter
de hand blijft voor het oppakken van urgente achterstanden. Hiertoe dient de ‘Bestemmingsreserve
Kapitaalgoederen’. Zoals vermeld is in de Perspectiefnota tot een extra voeding van € 2 miljoen
gekomen.
Het blijft gewenst om binnen de bestemmingsreserve een voldoende buffer te handhaven voor
urgente onderhoudswerkzaamheden. Bij de afronding van de jaarrekening en de perspectiefnota
bekijken we of we een toevoeging moet doen. Mocht er daarnaast regulier onderhoudsbudget overblijven bij de kapitaalgoederen dan kunnen we bekijken of we dit binnen de Bestemmingsreserve
Kapitaalgoederen kunnen inzetten (overigens met inachtneming van eerdere afspraken hierover bij
afzonderlijke fase-4-producten). We gebruiken de reserve zo als fonds, totdat er voor de
afzonderlijke kapitaalgoederen voldoende budget aanwezig is om per kapitaalgoed een fonds op te
zetten. In de Perspectiefnota 2016-2018 verwachten we hierover een tussenrapportage te kunnen
geven, in samenhang met de verdere doorontwikkeling die een plek krijg in een volgende
beleidsnotitie Kapitaalgoederen (zie hierna).
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
68
Ontwikkelingen
Het blijft belangrijk om te zoeken naar optimalisaties binnen de kapitaalgoederen. We voorzien in
de toekomst ontwikkelingen die zullen leiden tot hogere kosten bij het beheer en onderhoud
(bijvoorbeeld het verbod op chemische onkruidbestrijding). Werk-met-werk maken is hierbij een
belangrijk onderdeel. Informatie over mogelijkheden om werk-met-werk te maken we verkrijgen uit
het GBINext, maar ook door goede afstemming tussen betrokkenen zowel binnen als buiten de eigen
organisatie (dus ook met omwonenden en andere betrokkenen uit de omgeving!). Daarnaast
onderzoeken we waar reductie van kapitaalgoederen mogelijk is. Te denken valt aan het afstoten,
maar ook aan het voorkomen van nieuwe aanleg van kapitaalgoederen.
We moeten ook rekening houden met de merkbare tendens bij de eigen inwoners, maar ook bij
gasten (o.a. recreanten en toeristen), dat er sprake is van een steeds hoger wordend verwachtingspatroon ten aanzien van de kwaliteit van de openbare ruimte. Zo stijgt het aantal aansprakelijkheidsstellingen richting overheden vanwege schade door slecht onderhoud. Dit komt doordat
de onderhoudsstaat vaak ook daadwerkelijk slechter is, maar ook door een groeiende ‘mondigheid’
van inwoners. Transparantie in het proces dat aan de keuze van de onderhoudsprojecten voorafgaat, is daarom ook belangrijk.
Melding openbare ruimte (MOR)
Aantal meldingen
2011
2012
2013
€
€
€
21.000
32.000
38.000
Volgende beleidsnotitie kapitaalgoederen
In 2015 gaan we de ingezette koers van het vaststellen van onderhoudsniveau ‘Gemiddeld Basis’ en
de toekenning van de complete ingroei kapitaalgoederen monitoren. We geven dan de nieuwste
stand van zaken weer in een nieuwe overkoepelende beleidsnotitie kapitaalgoederen. Er zal ook
aandacht zijn voor de kwaliteitseisen vanuit beheer en onderhoud, in de vorm van een ‘Kwaliteitshandboek Openbare Ruimte’. Door aan te geven wat deze kwaliteitseisen zijn kunnen we ook bij de
aanleg van nieuwe werken beter aansluiting zoeken bij het beheer en onderhoud hiervan op de
langere termijn. De financiële uitbreiding die nodig is voor de beheer- en onderhoudsbudgetten bij
een ruimtelijke uitbereiding van het areaal zijn dan ook direct helder.
Als controle op de eigen beleidslijn bekijken we continu hoe wijzigen in de praktijk uitpakken.
Daarnaast is er veel aandacht voor benchmarkonderzoeken bij andere gemeenten, zowel binnen als
buiten de provincie Fryslân.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
69
Paragraaf 4
Financiering
Inleiding
De paragraaf financiering is samen met het financieringsstatuut (treasurystatuut) het instrument
voor het transparant maken, beheersen en controleren van de financieringsfunctie (treasury). We
lichten hier het specifieke beleid en de uitvoering van het treasurybeleid toe. Met de uitvoering van
het statuut proberen we zoveel mogelijk de risico’s te beperken die verbonden zijn aan de financieringsfunctie. Ook willen we de kosten die verbonden zijn aan de financieringsfunctie zo laag
mogelijk houden. De bijbehorende opbrengsten willen we juist maximaliseren.
Algemene ontwikkelingen
De economische crisis heeft laten zien dat de wijze van financiering van grote invloed kan zijn op
de financiële huishouding van de gemeente. Het heeft onder meer geleid tot wetgeving rond de
schuldpositie van overheden.
Wet Hof
De Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet Hof) is eind 2013 aangenomen (Eerste Kamer, 10 december 2013). De wet is gericht op een betere beheersing van de schuldpositie van overheden. Met deze
wet zijn de Europese begrotingsregels voor de landen die deelnemen aan de euro in de Nederlandse
wetgeving verankerd. Ook gemeenten hebben een plaats in deze wet gekregen:
• Er is een macroplafond voor het EMU-tekort van de gezamenlijke gemeenten. De hoogte van het
plafond is niet vast. Het is na bestuurlijk overleg voor een bepaalde periode overeengekomen.
• Iedere gemeente krijgt een individuele referentiewaarde voor
EMU-saldo
het EMU-tekort in een jaar. Pas als we het plafond voor het
Het EMU-saldo of vorderingensaldo is het financieringssaldo
EMU-tekort van de gezamenlijke gemeenten overschrijden kan
minus deelname aan bedrijven
de individuele referentiewaarde voor het EMU-tekort een rol
en inkomsten uit kredietvergaan spelen.
strekking, uitgedrukt in geld,
Verderop in de paragraaf gaan we in op de specifieke gevolgen van
van een overheid die lid is van
de EMU (Europese Economische
de wet voor Súdwest-Fryslân.
en Monetaire Unie).
Schatkistbankieren
Tegelijk met de Wet Hof is ingestemd met de verplichting tot schatkistbankieren. We zijn hierdoor
verplicht om hun overtollige financiën onder te brengen bij het Rijk. De wet vermindert het financieel risico van decentrale overheden. De Nederlandse Staat hoeft bovendien voor zijn financieringsbehoefte minder te lenen op de kapitaalmarkt, wat zich vertaalt in een verlaging van de
staatsschuld. Verderop in deze paragraaf gaan we in op mogelijke gevolgen.
Marktontwikkelingen en rentevisie
Er is sprake van een voorzichtig herstel van de economie, dat zich naar verwachting in 2015 verder
doorzet. Keerzijde van een beter economisch klimaat is de kans op een stijgende rente. Een stijging
die men al langere tijd verwacht. Voorlopig is hiervan nog niets gebleken (september 2014).
Interne algemene ontwikkelingen
Súdwest-Fryslân is een ontwikkelgemeente waar al vanaf de start van de gemeente in 2011 sprake is
van een financieringstekort. Bij een financieringstekort moeten we geld lenen om aan alle
betalingsverplichtingen te kunnen voldoen. Hierdoor stijgt de gemeenteschuld. Dat hoeft geen
probleem te zijn zolang de rente over het geleende geld maar gedekt is in de begroting. Op langere
termijn kan een oplopende schuld wel tot problemen leiden. Elke euro die we aan rente betalen
kunnen we niet aan andere zaken besteden. Het is zoeken naar de juiste balans.
Actueel inzicht
Wij geven aan de hand van meerdere onderwerpen inzicht over de financieringsfunctie. Zo gaan we
in op de liquiditeit en de risico’s die hiermee samenhangen. Ook gaan we in op gang van zaken rond
de schuldpositie (onder andere zaken die voortvloeien uit de Wet Hof). Voor het bereiken van een
optimaal financieringsresultaat is inzicht in de toekomstige geldstromen van groot belang. Op basis
hiervan kunnen we onderbouwde beslissingen nemen.
Zo kan bijvoorbeeld de aankomende transitie/transformatie Sociaal Domein een grote impact
hebben op de financiële geldstromen. Pas in 2015 zal hier meer zicht op ontstaan. Er zal sprake zijn
van sterke beïnvloeding van de bijbehorende geldstromen. Onder voorbehoud van deze onzekerBegroting 2015 – Versie 25 september 2014
70
heden schetsen we in deze Paragraaf Financiering een financieel meerjarenperspectief. De nadruk
ligt op begrotingsjaar 2015.
Voor de bepaling van de financieringsbehoefte
stellen we jaarlijks een liquiditeitsprognose op
voor de komende vier jaar. Een goede liquiditeitsprognose is ook noodzakelijk om wat te
kunnen zeggen over andere onderwerpen. Hier
brengen we de volgende zaken in beeld:
A. Financieringsbehoefte
Welk bedrag moeten we financieren?
B. Risico’s financieringsfunctie
Wat zijn onze financieringsrisico’s?
C. Leningenportefeuille
Wanneer moeten we leningen aantrekken?
D. Schuldpositie
Hoe ontwikkelt onze schuldpositie zich?
Financierings
-behoefte
Leningenportefeuille
A. Financieringsbehoefte
Een belangrijk aspect bij de beheersing van
geldstromen is een voldoende liquiditeit. Jaarlijks stellen we een liquiditeitsprognose op
(voor de komende vier jaar). Zo bepalen we de
financieringsbehoefte. We bepalen de jaarlijkse
financieringsbehoefte op basis van een aantal elementen:
• de begrote bestedingen van de reserves en voorzieningen;
• verwachte bestedingen van bestaande kredieten en investeringen;
• verwachte inkomsten en uitgaven uit de grondexploitatie;
• mutaties in de leningen- en beleggingsportefeuille.
Liquiditeitsprognose
Risico’s
financierings
-functie
Schuldpositie
De meest actuele liquiditeitsprognose (juni 2014) geeft het volgende beeld:
De financieringsbehoefte(tekort) loopt op (in de tabel zakken we verder ‘onder de streep’). In de
jaren 2014 en 2015 verwachten we € 30 miljoen te moeten lenen. De jaren daarna gaat het jaarlijks
naar verwachting om € 10 miljoen. (NB Overigens is de jaarlijkse opwaartse lijn rondom de maand
juli te verklaren doordat we op 1 juli van elk jaar ongeveer € 10 miljoen uit het BTW compensatiefonds ontvangen).
Gevolgen schatkistbankieren
Uit de grafiek hierboven is af te lezen dat er constant sprake is van een financieringstekort. Schatkistbankieren heeft vooral gevolgen voor overheidsinstanties die geld over hebben (en daardoor
verplicht hun oerschotten moeten stallen bij het Rijk). Voor ons heeft de wet in die zin voorlopig
geen gevolgen omdat wij geen overschotten hebben.
B. Risico’s financieringsfunctie
Welke risico’s zijn er?
Bij de financieringsfunctie spelen de volgende risico’s: wisselingen met betrekking tot rente, krediet, liquiditeit, koers en valuta. Deze onderwerpen zijn opgenomen in het treasurystatuut. Het
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
71
meest omvattende risico is het renterisico. Veranderingen van rentestanden kan grote risico’s met
zich meebrengen. De wijze waarop we de rentelasten en baten in de begroting verwerken roept nog
al eens vragen op. Het is een gevolg van de complexiteit van de verwerking en door begrippen als
renteresultaat, omslagrente en rente over de eigen (interne) financieringsmiddelen. Het is daarom
belangrijk dat we inzicht geven in deze begrippen en hoe we die verwerken in de begroting.
Ter beperking van het renterisico is in de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) een
tweetal verplichte normen opgenomen:
• kasgeldlimiet;
• renterisiconorm.
We moeten aan deze wettelijke normen voldoen.
Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet heeft betrekking op leningen met een looptijd tot maximaal 1 jaar (opgenomen in
de Wet Fido). Het doel is om grote schommelingen in de rentelasten van openbare lichamen te vermijden.
• We berekenen de kasgeldlimiet als een percentage van het begrotingstotaal (8,5%).
• Het totaal van de begroting voor 2015 bedraagt € 225 miljoen. Dit is een verhoging van € 25
miljoen ten opzichte van 2014. De stijging is met name een gevolg van de toevoeging van € 30
miljoen voor de decentralisaties (Jeugdzorg en Awbz).
• Op basis van het percentage van 8,5% leidt dit tot een kasgeldlimiet van € 19,1 miljoen. Wanneer we de kasgeldlimiet structureel (langer dan 2 kwartalen achter elkaar) overschrijden, moeten we aantonen dat we binnen afzienbare tijd weer binnen de kasgeldlimiet blijven. De meest
gangbare manier om hieraan te voldoen is het aantrekken van een langlopende geldlening.
Onderstaande grafiek geeft de verwachte liquiditeitsbehoefte ten opzichte van de kasgeldlimiet
weer.
Uit de grafiek valt af te leiden (paarse lijn) dat we op basis van de huidige liquiditeitsprognose de
kasgeldlimiet structureel overschrijden. Om aan alle financiële verplichtingen te kunnen voldoen en
om de kasgeldlimiet van circa € 19,1 miljoen (vanaf 2015) niet structureel te overschrijden zullen
we rond oktober 2014 een langlopende geldlening moeten (hebben) aangetrokken van € 15 miljoen
en rond augustus 2015 nogmaals een langlopende lening van € 15 miljoen (groene lijn). Beleid is om
zo lang mogelijk kort geld te lenen omdat de rente voor kort geld op dit moment vele malen lager is
dan voor lang geld.
In de begroting 2015 is voor de nieuwe geldleningen rekening gehouden met een rentelast van 2,5%
voor de nieuw aan te trekken leningen. Voor de jaren 2016-2018 is uitgegaan van aan te trekken
langlopende leningen van jaarlijks € 10 miljoen tegen een percentage van 2,5%. Als de raad besluit
tot extra investeringen dan heeft dit gevolgen voor de liquiditeitsbehoefte. Mogelijk zullen we dan
extra geld moeten aantrekken. Hierdoor stijgen de rentelasten.
Renterisiconorm
In de Wet Fido is ook de renterisiconorm opgenomen. Het doel daarvan is dat openbare lichamen de
leningenportefeuille zo opbouwen dat we tegenvallers als gevolg van de stijgende rente kunnen
beperken. We lopen renterisico bij renteaanpassingen en herfinanciering.
• Het renterisico mag jaarlijks maximaal 20% zijn van het begrotingstotaal.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
72
• Voor 2015 is het begrotingstotaal € 225 miljoen.
• Dat leidt tot een renterisiconorm van € 45 miljoen.
De aflossingen zijn in 2015 bijna € 10 miljoen.
Onderstaande grafiek geeft de renterisiconorm weer voor de jaren 2015-2018.
2015
2016
2017
2018
0
-15.000.000
aflossingen
-30.000.000
renterisiconorm
-45.000.000
-60.000.000
Omdat we voor het overgrote deel leningen hebben afgesloten met een jaarlijks gelijke aflossing
zitten er geen grote sprongen in de grafiek. Structureel blijven we ruim binnen de norm. Het
betekent niet dat er geen risico is. Nieuw af te sluiten langlopende leningen zijn tegen 2,5% rente
opgenomen in de meerjarenbegroting. Wordt dit percentage hoger dan zijn de kosten ook hoger.
Bijvoorbeeld een 0,5% hoger percentage betekent een extra rentelast van € 75.000.
Voor een aantal leningen vindt een renteherziening plaats in de jaren 2015-2018. Omdat deze
leningen allemaal zijn doorverstrekt aan woningbouwverenigingen levert dit voor ons geen risico op.
Een lagere rente is een voordeel voor de woningbouwverenigingen, een hogere rente een nadeel.
C. Leningenportefeuille
Súdwest-Fryslân bezit in 2015 voor € 167 miljoen aan opgenomen langlopende geldleningen. De
leningenportefeuille bevat € 31,4 miljoen aan leningen, die zijn doorgeleend aan woningbouwcorporaties. Zwembad Sneek heeft nog een schuld van € 4,5 miljoen en aan overige instellingen is
nog een bedrag uitgeleend van ongeveer € 0,3 miljoen. Daarnaast hebben we voor een bedrag van
circa € 50 miljoen aan leningen direct gegarandeerd aan instellingen die actief zijn op het gebied
van gezondheidszorg, welzijn, cultuur en sport. De gemeente is zeer terughoudend in het
verstrekken van nieuwe leningen en garanties aan derden.
Het gemiddelde rentepercentage dat we betalen op het saldo van de huidige leningen (aangetrokken minus verstrekte leningen) is als volgt:
Saldo huidige leningen en
rentedruk
Saldo huidige leningen
Opgenomen geldleningen
boekwaarde per 1/1
(a)
rentelasten
(b)
Verstrekte geldleningen
boekwaarde per 1/1
(c)
Renteopbrengsten
(d)
Saldo
boekwaarde per 1/1
(a-c)
rentelasten
(b-d)
Rentedruk leningen (percentage)
2015
€
2016
€
2017
€
2018
€
167.200.000
6.500.000
156.100.000
6.100.000
145.500.000
5.700.000
135.300.000
5.300.000
36.300.000
1.700.000
34.600.000
1.600.000
32.900.000
1.500.000
31.100.000
1.400.000
130.900.000
4.800.000
121.500.000
4.500.000
112.600.000
4.200.000
104.200.000
3.900.000
3,7%
3,7%
3,7%
3,7%
De rentedruk op de huidige leningen is stabiel, maar daalt naar verwachting de komende jaren. We
hebben de nieuw af te sluiten leningen voor de komende jaren, zoals eerder aangegeven, begroot
op 2,5% rente.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
73
Saldo Financieringsfunctie
De totale rentelast voor Súdwest-Fryslân berekenen we aan de hand van:
• de te betalen rente aan derden;
• de rente van een aan te trekken geldlening (ook meerjarig);
• de rente die we toevoegen aan een enkele reserve en voorziening (basis: Nota Reserves en
voorzieningen)
-/- te ontvangen rente die wij bijschrijven op de boekwaarde van de grondexploitatie. We gebruiken de in de Conjunctuurnota vastgestelde rekenrente (4%) voor de toerekening aan de
investeringen en de door te berekenen rente aan de grondexploitatie.
Het saldo van de doorberekende rente en de werkelijke rente noemen we ook wel het saldo van de
financieringsfunctie. Het saldo van de financieringsfunctie betreft de werkelijke rentelast (saldo) /- de aan de producten doorberekende rente als aandeel in de kapitaallasten.
Tabel Financiering 2015
Rente 2015
Lasten
€ x 1.000
Rentelasten
•
Rente langlopende leningen
•
Rente langlopende geldleningen (nieuw)
•
Rente kortlopende geldleningen
•
Rente reserves/voorzieningen
•
Kosten geldverkeer
Baten
€ x 1.000
6.500
750
80
500
70
Rentebaten
•
Rente van kapitaalverstrekking derden
•
Doorberekende rente producten
1.750
10.650
Subtotaal
7.900
Saldo financieringsfunctie
4.500
12.400
De totale rentelast in de begroting 2015 ramen we op € 7,9 miljoen -/- de doorberekende rente
naar de grondexploitatie ad € 1,75 miljoen = € 6,15 miljoen. Op basis van de in de Conjunctuurnota
vastgestelde kaders rekenen we € 10,65 miljoen door naar de producten. Per saldo ontstaat
hierdoor op de post financiering een voordeel van € 4,5 miljoen. Dit op begrotingsbasis ontstane
positieve financieringsresultaat is opgenomen in programma 9 als algemeen dekkingsmiddel. Dit
betekent dat we het financieringsresultaat van € 4,5 miljoen in de begroting gebruiken als één van
de inkomsten waaruit we alle uitgaven financieren.
D. Schuldpositie
Een gezonde financiële positie draagt bij aan de slagkracht van een gemeente. Súdwest-Fryslân
heeft schulden, net als bijna alle gemeenten in Nederland. Overheden doen investeringen om
daarmee de voorzieningen in hun gebied in stand te houden of te verbeteren. Hiervoor lenen we
geld. De kost gaat voor de baat uit. De huidige economische crisis heeft duidelijk gemaakt dat
schulden ook te hoog kunnen oplopen. De te betalen rente gaat ten koste van andere mogelijke
uitgaven. Vanuit “Europa” zijn daarom financiële regels opgesteld waaraan de EU-landen moeten
voldoen. Op nationaal niveau heeft het Rijk deze regels vertaald en vastgelegd in de Wet Hof. Het
hier onder andere om het EMU-saldo.
Gevolgen wet Hof: EMU saldo
De Wet Hof moet er voor zorgen dat de schulden van de totale Nederlandse overheid niet te hoog
oplopen. Elke gemeente heeft daarom een individuele EMU-referentiewaarde die als richtlijn geldt.
Voor Súdwest-Fryslân was dat in 2013 € 8,5 miljoen en in 2014 € 7,3 miljoen. In 2015 is de
referentiewaarde € 8,7 miljoen. Om als gemeente binnen de EMU referentiewaarde te kunnen
blijven, mag het saldo van de investeringen niet groter zijn dan de referentiewaarde + de jaarlijkse
afschrijvingen. Bij een referentiewaarde van € 7 miljoen en een bedrag aan afschrijvingen van € 15
miljoen kunnen we per saldo 22 miljoen investeren om binnen de EMU-referentiewaarde te blijven.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
74
De afgelopen drie jaar zijn de volgende bedragen geïnvesteerd:
Investeringssaldo
a. netto investeringen gewone dienst
b. afschrijvingen
Saldo
Rekening 2011
x € 1.000
40.000
-18.500
21.500
Rekening 2012
x € 1.000
32.000
-18.000
14.000
Rekening 2013
x € 1.000
20.500
-18.000
2.500
In bijlage D hebben we de berekening van het EMU-saldo opgenomen. In de tabel geven we de saldi
in de periode 2014-2015. We zien dat er sprake is van een surplus.
EMU-saldo
a. Berekend EMU-saldo
b. EMU-referentiewaarde
Surplus
2014
x € 1.000
-1.038
-7.300
6.262
2014
x € 1.000
-468
-8.700
8.232
2015
x € 1.000
8.014
p.m.
p.m.
Overigens zijn er tot dusver nog geen sancties verbonden aan het overschrijden van de EMU-norm.
Pas vanaf 2017 kan het Rijk ingrijpen als de gemeenten gezamenlijk de norm overschrijden.
Schuldpositie Súdwest-Fryslân
De Wet Hof is gericht op de macroschuld van alle overheden. Als een gemeente binnen de EMU referentiewaarde blijft betekent dit niet dat de schuldpositie niet verslechtert. Elke individuele
gemeente moet ook voor zichzelf bepalen wat haar schuldpositie is, en of dit een gezonde situatie
oplevert. Voor de beoordeling van de omvang van de schulden bestaan in gemeenteland geen
officieel vastgestelde normen. Wel is er sinds het uitbreken van de crisis meer aandacht voor de
schuldpositie van gemeenten. Het heeft geleid tot een aantal algemeen aanvaarde normen. Hier is
de belangrijkste norm de netto-schuldquote. Die mag niet uitkomen boven de 130% uitkomen om
nog te kunnen spreken van een gezonde balanspositie.
De definitie van de netto-schuldquote is:
netto schuldenlast
baten exploitatie
Deze netto schuldquote kunnen we op basis van de jaarrekening en begroting jaarlijks berekenen.
De schuldpositie in Súdwest-Fryslân ontwikkelt zich naar verwachting als volgt:
De totale schuldenlast is direct na de fusie flink gestegen vanwege diverse grote investeringen in
2011 en 2012 die voortkwamen uit besluiten van de vijf oude gemeenten. Vanaf 2013 stabiliseert
de schuld zich enigszins. Pas vanaf een schuldquote van boven de 130% is er sprake van een
ongezonde balanspositie. Dit percentage is nog niet bereikt. Een paar jaar geleden beschouwden we
een netto-schuldquote beneden de 150% nog als gezond. Het is goed mogelijk dat in de nabije
toekomst de hoogte van een gezonde netto-schuldquote van nu nog 130% een bijstelling naar
beneden krijgt vanwege de grotere risico’s voor de gemeenten.
Al met al is er sprake van een gezonde balanspositie. Wel is blijvende aandacht geboden. De
transitie/transformatie Sociaal Domein (met hogere inkomsten) zorgt voor een verbeterde
schuldpositie vanaf 2013 (blauwe lijn). Door transitie/transformatie stijgen de baten in 2015 met
€ 30 miljoen. Hierdoor daalt de netto-schuldquote (teller-noemer effect). De verwachte verbetering
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
75
van de schuldpositie is dan ook voor een groot deel op het conto te schrijven van de hogere baten
door transitie/transformatie en niet omdat de totale schulden gedaald zijn.
Over de schuldpositie stellen we samenvattend vast dat er (nog) geen aanleiding is om concrete
acties te ondernemen. De balanspositie en de netto-schuldquote laten redelijk gezonde waarden
zien. Wel is het zaak om de ontwikkeling van beide waarden te blijven monitoren. Jaarlijks maken
we op basis van de Jaarrekening een update van onze schuldpositie. Vervolgens stellen we vast of er
maatregelen nodig zijn om de schuldpositie te verbeteren.
Vervolgaanpak
Wij hebben in het Coalitieakkoord aangegeven dat we als Súdwest-Fryslân een financieel vitale
gemeente willen zijn. Hoewel de inhoud van de paragraaf Financiering, afgezet tegen de criteria
die landelijk gangbaar zijn, nog geen reden geeft tot zorgen, vinden wij het toch nodig om het
begrip Financieel Vitaal nader te concretiseren en te verdiepen. In aanloop naar de nieuwe
Perspectiefnota (juli 2015) komen we hier tot een verdere aanpak.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
76
Paragraaf 5
Bedrijfsvoering
Inleiding
De filosofie van het Coalitieakkoord 2014 – 2018 “Samen Krachtig!” duidt op de veranderende rol
van de overheid. De samenleving verandert voortdurend. In die veranderende wereld gaan inwoners
meer dan voorheen participeren in de samenleving waarin ze wonen, werken en zorgen. Ze geven
daarmee invulling aan voor hen belangrijke thema’s. De gemeente is niet langer bedenker van
oplossingen maar participeert actief in vele netwerken. Deze netwerksamenleving vraagt een
andere rol- en taakopvatting van ons. We nemen als gemeente niet meer per definitie het initiatief,
maar zijn partner en faciliteren en verbinden waar dat nodig en mogelijk is. Steeds meer vinden
ontwikkelingen vanuit cocreatie plaats. Deze filosofie vormt het gedachtegoed waarbinnen we de
bestuurlijke ambities willen realiseren.
Coalitieakkoord vertaald naar bedrijfsvoering
We zien in het Coalitieakkoord bestuurlijke ambities die niet alleen inhoudelijke opdrachten
bevatten maar binnen de bedrijfsvoering ook de nodige impulsen moeten geven om anders te
werken: meer samenwerken van buiten naar binnen. De volgende vier ‘bewegingen’ vormen de
strategische speerpunten voor de directie:
Veerkracht Sociaal Domein
De nieuwe taken op het gebied van Werk, Jeugd, Zorg en
Passend Onderwijs pakken we op vanuit de transformatiegedachte. Gebiedsgericht en innovatief gaan we bestaande netwerken benutten en nieuwe netwerken bouwen. Alles draait om het aanboren van de Eigen Kracht.
Gebiedsgericht Werken
We stellen clusteragenda’s op. In het traject om te
komen tot die clusteragenda’s ligt de uitdaging om
maximaal de kracht van de samenleving en de kracht van
de organisatie te benutten.
Werken en Wonen
We leveren bijdragen aan een gezonde lokale economie.
We zijn Innovatief in het vinden van maatschappelijke partners om samen de sociale welvaart te
stimuleren.
Verrassende Dienstverlening
We verbeteren dagelijks samen de dienstverlening. Waar kan het voor onze inwoners beter, leuker,
goedkoper, sneller en verrassender?
De genoemde bewegingen zijn geen op zichzelf staande projecten of programma’s. We zien een
duidelijke overlap. Een overlap die vraagt om een nieuwe aanpak vanuit het gedachtegoed (de
filosofie) van de netwerksamenleving.
Aanpak binnen bedrijfsvoering
De bestuurlijke ambities betekenen ook voor de bedrijfsvoering een zwaarder accent op het zoeken
naar cocreatie en slim samenwerken. Van medewerkers en leidinggevenden verwachten we steeds
meer dat ze de dialoog opzoeken met (enerzijds) inwoners, bedrijven en organisaties en
(anderzijds) collega’s binnen de eigen organisatie. Ook de samenwerking met andere gemeenten is
belangrijk om de maatschappelijke vraagstukken van dit moment aan te kunnen pakken. We
investeren in het verdiepen van die contacten op ambtelijk niveau.
De directie zet daarbij in op het verder ontwikkelen van losse, tijdelijke samenwerkingsverbanden
met interne en externe partijen; ook wel “netwerksamenwerking” genoemd. Binnen deze aanpak
past dat we steeds afwegingen maken in het afstemmen van de bedrijfsvoering op het specifieke
doel. Basisprocessen en basisdienstverlening zullen nog steeds met name vanuit de lijnorganisatie
plaatsvinden. Minder complexe integrale opdrachten zullen we in losse samenwerkingsverbanden
dwars door de organisatie heen oppakken. Als het gaat om concrete, tastbare resultaten zullen we
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
77
het projectmatig werken gebruiken en waar het om grote, meer complexe zaken gaat passen we de
projectstructuur toe.
Bij combinaties van projecten en complexe opdrachten waar het accent ligt op het behalen van (bestuurlijke) doelstellingen past veel meer de programma-aanpak, zoals het programma Dienstverlening en het Woningbouwprogramma.
Het verder ontwikkelen van vaardigheden die deze vorm van samenwerken effectief en efficiënt
maken heeft de bijzondere aandacht in 2015. Voor de lijnorganisatie blijft het van belang om vanuit
verbetering, vernieuwing en verlaging van de kosten steeds de werkprocessen in onderlinge samenhang te verfijnen, slimmer te maken, te “leanen”.
Bezuinigingstaakstelling op personeel
De afgelopen jaren is de nieuwe organisatie ingeregeld. Er is met een kritische blik gekeken naar
een afgewogen aanpak rond de invulling van taken en de beschikbare personele inzet. We doen dat
in samenhang met twee lopende besparingstaakstellingen. Bestuur en directie beogen deze
taakstelling in te vullen zonder gedwongen ontslagen. Ze hebben diverse vormen van flankerend
beleid vastgelegd om (interne) mobiliteit en uitstroom via natuurlijk verloop te stimuleren. Bestuur
en directie sturen daarbij op de afgesproken verlaging van de loonsom en niet op het aantal
aanwezige formatieplaatsen (fte’s). Een goede monitoring is met name ook van belang omdat we
naast deze taakstelling nog tal van autonome ontwikkelingen verwachten die tot (verdere)
inkrimping of uitbreiding van de ambtelijke organisatie kunnen leiden.
Als onderdeel van Besparingsronde 2, verwerkt in de begroting 2013, is een besparing aan de orde
die oploopt naar € 1.925.000 in 2015. In 2014 moet hiervan € 1.175.000 zijn gerealiseerd. Deze
opgaaf valt al voor een flink deel als gerealiseerd te beschouwen. Eerder is gewezen op knelpunten
op onderdelen. Hierover rapporteren we via de Bezuinigingsmonitor.
Als onderdeel van Besparingsronde 3, verwerkt in de begroting 2014, is een besparing aan de orde
die oploopt naar € 1,5 miljoen in 2018.
Structurele besparingstaakstelling
(onderdeel Besparingsronde 3)
Personeelsreductie
2015
€
220.000
2016
€
670.000
2017
€
1.150.000
2018
€
1.500.000
De taakstelling voor 2015 is relatief beperkt. Op basis van al beschikbare verkenningen is de
invulling al zodanig concreet dat realisatie zeer waarschijnlijk is. Voor de periode 2016 en daarna is
intern een traject gestart om met de teammanagers tot een samenhangende aanpak te komen. We
doen dit door met name interne mobiliteit, arbeidstijdverkorting en uitstroom via natuurlijk verloop
met elkaar in verband te brengen. Er bestaat vooralsnog geen aanleiding te veronderstellen dat we
de taakstelling vanaf 2016 niet kunnen realiseren.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
78
Paragraaf 6
Verbonden partijen
Inleiding
Deze paragraaf gaat over samenwerkingsvormen van de gemeente met andere partijen waarmee de
gemeente een financiële én bestuurlijke relatie heeft. Het gaat hierbij specifiek om die combinatie
van financiële en bestuurlijke inbreng. Het gaat om:
• deelnemingen op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
• alle andere denkbare privaatrechtelijke samenwerkingsvormen, zoals stichtingen, vennootschappen, verenigingen, enz.
Vanwege de verscheidenheid aan privaatrechtelijke constructies is tevens sprake van een grote
verscheidenheid aan financiële constructies. Het gaat dan om bijvoorbeeld aandelen, leningen,
subsidies, garanties en bedragen die in geval van faillissement of anderszins door een derde partij
op de gemeente te verhalen zijn.
Context en achtergrond
Verbonden partijen voeren beleid uit voor de gemeente. Ze zijn onder te verdelen in private- en
publieke verbonden partijen. We gaan in op de verschillende soorten verbonden partijen.
Een publiekrechtelijk verbonden partij is in de meeste gevallen opgericht op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). De gemeenschappelijke regeling regelt de vertegenwoordiging
van de deelnemende gemeenten in het bestuur en de financiële aansprakelijkheid van elke gemeente. Bij een faillissement van een gemeenschappelijke regeling zijn de deelnemende gemeenten verantwoordelijk voor een eventueel nadelig saldo. Bij de behandeling van de begroting en
begrotingswijzigingen en soms ook bij de jaarrekening hebben de gemeenten de mogelijkheid om
hun gevoelens over die stukken kenbaar te maken. In de Gemeentewet (artikel 160 lid 2) staan
bepalingen over het oprichten van en deelnemen in stichtingen, maatschappen, vennootschappen,
verenigingen en coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen.
Artikel 160 lid 2 Gemeentewet
Het college besluit slechts tot de oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, indien dat in het bijzonder
aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang. Het besluit
wordt niet genomen dan nadat de raad een ontwerpbesluit is toegezonden en in de gelegenheid is gesteld zijn
wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen.
Bij het aangaan van verbonden partijen is het uitgangspunt van Súdwest-Fryslân dat ze ervoor kiest
om haar taken op een goed niveau en tegen aanvaardbare kosten in eigen beheer uit te voeren.
Daarnaast geldt dat de gemeente zo weinig mogelijk gebruik wil maken van constructies als
Gemeenschappelijke Regelingen en dergelijke. Súdwest-Fryslân kent een omvang waarbij de meeste
taken op een goed niveau en tegen aanvaardbare kosten in eigen beheer zijn uit te voeren. De
komende jaren moeten we op het gebied van zelfdoen/uitbesteden in relatie met verbonden partijen nog een aantal beslissingen nemen. We willen dan ook aandacht besteden aan de gemeenschappelijke regelingen. De discussie over zelfdoen/uitbesteden krijgt niet alleen een financiële context, maar ook de kwaliteit van dienstverlening als weegfactor speelt een rol. De
Veiligheidsregio, inclusief regionale brandweer, is hierop een bewuste uitzondering.
De provinciale schaal is de juiste schaal voor dit soort activiteiten. Op dit moment participeert de
gemeente in een beperkt aantal ondernemingen met een privaatrechtelijke rechtsvorm.
Vertegenwoordigers van de gemeente oefenen in deze ondernemingen bestuurlijke of andere bevoegdheden uit (bijvoorbeeld commissaris, lid van de raad van bestuur of aandeelhouder).
Overzicht Verbonden partijen
Achter de naam van de verbonden partij staat tussen haakjes het programma waaraan deze
verbonden partij een bijdrage levert.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
79
Gemeenschappelijke regelingen
Publieke Gezondheids- en Veiligheidsregio Fryslân in Leeuwarden (programma 0,2, 4)
Doel
Samenwerken op het terrein van crisisbeheersing en rampenbestrijding
Activiteiten
Regionaal organiseren van brandweerzorg, de geneeskundige hulpverlening en
uitvoering van de gemeentelijke taken bij crisisbeheersing en rampenbestrijding
Financieel belang
Bijdrage in exploitatietekort 2013: € 3,0 miljoen. In 2014 is de brandweer aan de
VRF toegevoegd waardoor de eigen bijdrage stijgt naar € 6,3 miljoen.
Voor het jaar 2013 was dat 12,7 % van de bijdrage van alle Friese gemeenten
Fin. Kengetallen
Vreemd Vermogen begin 2013 € 15,7 miljoen, eind 2013 € 13,0 miljoen.
Eigen Vermogen begin 2013 € 4,4 miljoen, eind 2013 € 3,5 miljoen
Resultaat 2013: € 94.000.
Bestuurlijk belang
De gemeente heeft een zetel in het dagelijks en het algemeen bestuur van de
gemeenschappelijke regeling
Werkvoorzieningschap Fryslân West (Empatec) in Sneek (programma 1)
Doel
Het op bedrijfsmatig verantwoorde wijze doen uitvoeren van taken van en voor de
deelnemende gemeenten op het terrein van gesubsidieerde arbeid. Dit gebeurt via de
NV Empatec.
Activiteiten
Bieden van werkgelegenheid onder aangepaste omstandigheden
Financieel belang
Bijdrage per werknemer afkomstig uit onze gemeente. Voor het jaar 2013 was dat €
0,3 miljoen
Fin. Kengetallen
Vreemd Vermogen begin 2013 € 5,3 miljoen, eind 2012 € 6,6 miljoen
Eigen Vermogen begin 2013 € 4,5 miljoen, eind 2012 4,5 miljoen
Resultaat 2013 nihil. De Gemeenschappelijke Regeling Fryslân-West belast al haar
gemaakt kosten door aan NV Empatec, na aftrek van ontvangen subsidies en baten.
Fryslân-West heeft dientengevolge een jaarresultaat van nihil.
Bestuurlijk belang
De gemeente heeft een zetel in het dagelijks en het algemeen bestuur van de
gemeenschappelijke regeling
Recreatieschap De Marrekrite in Raerd (programma 5)
Doel
Het Friese waterland recreatief en toeristisch zo goed mogelijk te laten functioneren,
daarbij rekening houdend met de belangen van landschap en natuur
Activiteiten
Beheer en onderhoud van aanlegvoorzieningen in het buitengebied
Financieel belang
Bijdrage van 14,6% van het geschat nadelig saldo van het Recreatieschap. Voor het
jaar 2013 was dat € 202.883,Fin. Kengetallen
Vreemd Vermogen begin 2013: € 253.962,- eind 2013: € 410.197,Eigen Vermogen begin 2013: € 4.413.260 - eind 2013: € 4.456.497,-.
Resultaat 2013 € 43.237,Bestuurlijk belang
De gemeente is vertegenwoordigd in het algemeen bestuur
Welstandszorg “Hûs en Hiem” in Leeuwarden (programma 5)
Doel
Het behartigen van de belangen van gemeenten op het gebied van de bouwkundige
en landschappelijke schoonheid in Fryslân
Activiteiten
Welstandsadvisering en monumentenzorg
Financieel belang
Bijdrage in de kosten naar rato van dienstverlening op basis van tarieven. Voor het
jaar 2013 was dat € 84.436. Onvoorziene tekorten op de exploitatie (nadelig saldo)
in verhouding tot het aantal inwoners. Voor het jaar 2013 was dat € 24.600,Fin. Kengetallen
Vreemd Vermogen € 120.983 / € 218.278 (begin 2013/eind 2013)
Eigen Vermogen - € 15.779 /- € 109.132 (begin 2013/eind 2013)
Resultaat 2013: -/- €192.492
Bestuurlijk belang
De gemeente is vertegenwoordigd in het algemeen bestuur
Openbaar Lichaam Afvalverwijdering Friesland (OLAF) in Leeuwarden (programma 7)
Doel
Verantwoorde uitvoering van milieu- en reinigingstaken
Activiteiten
Afvalverwijdering OLAF ‘slaapt’. De rechten, plichten en activiteiten van OLAF zijn in
1995 overgegaan naar Afvalsturing Friesland NV
Financieel belang
Geen jaarlijkse bijdrage in exploitatie (zie Afvalsturing)
Voor het jaar 2013 was dat n.v.t.
Fin. Kengetallen
Zie de gegevens bij afvalsturing
Bestuurlijk belang
Vertegenwoordiging in het bestuur
Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (Fumo) (programma 7)
Doel
Gezamenlijk uitvoering geven aan het verstrekken van vergunningen,
toezicht en handhaving op milieugebied.
Activiteiten
Milieutoezicht en –handhaving bij grote bedrijven in de gemeente SúdwestFryslân.
Financieel belang
Bijdrage in de kosten naar rato van dienstverlening op basis van tarieven. Voor het
jaar 2013 was dat € 0,-. De gemeente Súdwest-Fryslân is per 1 januari 2014
toegetreden.
Fin. Kengetallen
Nog niet beschikbaar, de FUMO is gestart per 1 januari 2014.
Bestuurlijk belang
De gemeente is vertegenwoordigd in het algemeen bestuur
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
80
Naamloze Vennootschappen
Bank voor Nederlandse Gemeenten in Den Haag (programma 9)
Doel
Uitoefening van het bedrijf van bankier ten dienste van overheden
Activiteiten
Verlenen van bancaire diensten
Financieel belang
€ 792.650 aandelenkapitaal (317.058 aandelen á € 2,50 nominaal)
Fin. Kengetallen
Vreemd Vermogen begin 2013 € 139,5 miljard, eind 2013 128,2 miljard)
Eigen Vermogen begin 2013 € 2,7 miljard, eind 2013 € 2,9 miljard
Resultaat 2013 € 247 miljoen.
Bestuurlijk belang
Stemrecht naar rato aandelenbezit
Nederlandse Waterschapsbank in Den Haag (programma 9)
Doel
Uitoefening van het bedrijf van bankier ten dienste van overheden
Activiteiten
Verlenen van bancaire diensten
Financieel belang
€ 58.000 aandelenkapitaal
Fin. Kengetallen
Vreemd Vermogen begin 2013 € 74,8 miljard, eind 2013 € 71,8 miljard)
Eigen Vermogen begin 2013 € 1,2 miljard, eind 2013 € 1,3 miljard
Resultaat 2013 € 34 miljoen.
Bestuurlijk belang
Stemrecht naar rato aandelenbezit
Afvalsturing Friesland (OMRIN) in Heerenveen (programma 7)
Doel
Verwijderen en voorkomen van het Friese afval conform de voorgeschreven
milieudoelstellingen tegen zo laag mogelijke kosten
Activiteiten
Overslag, transport, bewerken en verwerken van afval
Financieel belang
Geen jaarlijkse bijdrage in exploitatietekort; de gemeente neemt diensten af en
betaalt daarvoor. De gemeente heeft € 140.900 aandelenkapitaal.
Fin. Kengetallen
Vreemd Vermogen begin 2013 € 204.858.000, eind 2013 € 193.330.000
Eigen Vermogen begin 2013 € 41.634.000, eind 2013 € 43.794.000
Resultaat 2013 € 2.250.000
Bestuurlijk belang
Stemrecht naar rato aandelenbezit
Fryslân Miljeu in Leeuwarden (programma 7)
Doel
Het komen tot een doelmatige en uit oogpunt van milieuhygiëne verantwoorde
uitvoering van milieu- en reinigingstaken
Activiteiten
Inzamelen en afvoeren van huishoudelijk en bedrijfsafval
Financiële gegevens betreffen het onderdeel BV Fryslân Miljeu Zuidwest (alleen
gemeente Súdwest-Fryslân (voorheen Wûnseradiel en Bolsward
Financieel belang
Geen jaarlijkse bijdrage; neemt diensten af en betaalt daarvoor € 37.774
aandelenkapitaal
Fin. Kengetallen
Vreemd Vermogen begin 2013 resp. eind 2013 €144.000 resp. € 97.000
Eigen Vermogen begin 2013 resp. eind 2013: €304.000 resp. € 299.000.
Resultaat 2013: -€ 1.000.
Bestuurlijk belang
Via letteraandelen speciaal zeggenschap “eigen” regiobedrijf
Vitens Waterleidingbedrijf in Zwolle (programma 9)
Doel
Hoogwaardig drinkwater leveren aan consumenten/bedrijven
Activiteiten
Winnen, zuiveren en leveren van drinkwater
Financieel belang
€ 56.720 aandelenkapitaal
Jaarlijkse bijdrage in exploitatietekort n.v.t.
Fin. Kengetallen
Vreemd Vermogen € 1.282,2/€ 1.296,5 mln. (begin/eind 2012)
Eigen Vermogen € 398,3/€ 386,1 mln. (begin 2012/eind 2012)
Resultaat 2012 € 29,6 mln.
Bestuurlijk belang
Stemrecht naar rato van de aandelen
Enexis Holding in ’s-Hertogenbosch (programma 5)
Doel
Betrouwbare energievoorziening met een hoog serviceniveau en een
onberispelijke behandeling van de klanten. Dat alles voor een redelijke prijs.
Activiteiten
Levering van energie
Financieel belang
€ 138.983 aandelenkapitaal
Fin. Kengetallen
Vreemd Vermogen begin 2013 € 3,8 miljard, eind 2013 € 2,9 miljard
Eigen Vermogen begin 2013 € 3,2 miljard, eind 2013 € 3,4 miljard
Resultaat 2013 € 239 miljoen.
Bestuurlijk belang
Stemrecht naar rato van de aandelen
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
81
Besloten Vennootschappen
Publiek Belang Elektriciteitsproductie in ’s-Hertogenbosch (programma 5)
Doel
Distributie/productie van elektriciteit en andere vormen van energie
Financieel belang
€ 5,- aandelenkapitaal
Fin. Kengetallen
Vreemd Vermogen begin 2013 € 0,2 miljoen, eind 2013 € 0,1 miljoen
Eigen Vermogen begin 2013 € 1,6 miljoen, eind 2013 € 1,6 miljoen
Resultaat 2013: € 18.000 negatief
Bestuurlijk belang
Stemrecht naar rato van de aandelen
Verkoop Vennootschap
Doel
Financieel belang
Fin. Kengetallen
Bestuurlijk belang
in ‘s-Hertogenbosch (programa 5)
Financiële en juridische afhandeling van de verkoop van de aandelen Essent
€ 18,- aandelenkapitaal
Vreemd Vermogen begin 2013 € 30,4 miljoen, eind 2013 € 98,1 miljoen
Eigen Vermogen begin 2013 € 416 miljoen, eind 2013 € 347 miljoen
Resultaat 2013: € 62 miljoen negatief
Stemrecht naar rato van de aandelen
CBL Vennootschap in ’s-Hertogenbosch (programma 5)
Doel
Het vertegenwoordigen van de aandeelhouders als medebeheerder van het CBL
Fonds en fungeert als "doorgeefluik" voor betalingen namens aandeelhouders in en
uit het CBL Fonds
Financieel belang
€ 18,- aandelenkapitaal
Fin. Kengetallen
Vreemd Vermogen begin 2013 € 7,4 miljoen, eind 2013 € 0,1 miljoen
Eigen Vermogen begin 2013 € 0, eind 2013 € 7,2 miljoen
Resultaat 2013: € 7,2 miljoen.
Bestuurlijk belang
Stemrecht naar rato van de aandelen
Vordering op Enexis in ’s-Hertogenbosch (programma 5)
Doel
Het afhandelen van de verstrekte leningen aan Enexis
Financieel belang
€ 18,- aandelenkapitaal
Fin. Kengetallen
Vreemd Vermogen begin 2013 € 1,4 miljard, eind 2013 € 0,8 miljard
Eigen Vermogen begin 2013 € 94.000, eind 2013 € 82.000
Resultaat 2013: € 12.000 negatief
Bestuurlijk belang
Stemrecht naar rato van de aandelen.
Claim Staat Vennootschap in ’s-Hertogenbosch (programma 5)
Doel
Vertegenwoordigen van de aandeelhouders in het proces tegen de Staat der Nederlanden waarin ze een verklaring voor recht vragen dat bepaalde bepalingen van de
energiesplitsingswetgeving onverbindend zijn
Financieel belang
€ 18,- aandelenkapitaal
Fin. Kengetallen
Vreemd Vermogen begin 2013 € 2.000, eind 2013 € 12.000
Eigen Vermogen begin 2013 € 66.000, eind 2013 € 52.000
Resultaat 2013: € 14.000 nadelig.
Bestuurlijk belang
Stemrecht naar rato van de aandelen
Vastgoed Zwembad Sneek in Sneek (programma 3)
Doel
Het beheren en (doen) exploiteren van zwembaden alsmede het deelnemen in, het
financieren van zwembaden
Financieel belang
Jaarlijkse bijdrage in exploitatietekort: nihil
Fin. Kengetallen
Vreemd Vermogen € 4.542.875 / € 4.725.758 (begin 2013/eind 2013)
Eigen Vermogen -/- € 852.825,- / -/- €791.602 (begin 2013/eind 2013)
Resultaat 2013 -/- € 61.223
€ 9.257 (51%) van het geplaatste aandelenkapitaal van totaal € 18.151
Bestuurlijk belang
Stemrecht naar rato van de aandelen
Dataland BV in Reeuwijk (programma 8)
Doel
Het realiseren en in stand houden van een landelijke voorziening die leidt tot het
breed toegankelijk maken van vastgoedgegevens uit het informatiedomein van
gemeenten voor de publieke en private markt
Financieel belang
Jaarlijkse bijdrage in exploitatie tekort nihil
Fin. Kengetallen
Vreemd Vermogen € 582.233,- *(begin 2013) € 566.511,- (eind 2013)
Eigen Vermogen: € 273.158,- * (begin 2013) en € 495.250,- (eind 2013)
Resultaat 2013: € 410.285. (€ 828 aandelenkapitaal)
Bestuurlijk belang
Stemrecht naar rato van de aandelen
*Deze bedragen wijken af van de eindstand 2012 zoals opgenomen in de programmabegroting 2014.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
82
Stichtingen
Gemeenschappelijke Kredietbank in Leeuwarden (programma 1)
Doel
Financiële dienstverlening aan personen die om wat voor reden dan
ook niet bij een reguliere bankinstelling terecht kunnen
Activiteiten
Schuldsanering/schuldhulpverlening
Financieel belang
Kapitaalverstrekking ad € 420.838
Fin. Kengetallen
Vreemd Vermogen begin 2013 € 26,2 miljoen, eind 2013 € 23,1 miljoen
Eigen Vermogen begin 2013 € 1,7 miljoen, eind 2013 € 1,9 miljoen
Resultaat 2013: € 220.000,- positief.
Bestuurlijk belang
Stemrecht naar rato kapitaalverstrekking
Stichting Iepenwacht Fryslân (programma 6)
Doel
Efficiënt iepenbeheer voor de gehele gemeente
Activiteiten
Bestrijden iepziekte
Financieel belang
Bijdrage in 2013 was € 82.069,Fin. Kengetallen
Vreemd Vermogen € 307.740,- (begin 2013) € 415.669,- (eind 2013)
Eigen Vermogen € 125.720,- (begin 2013) en € 247.735,- (eind 2013).
Resultaat 2013: € 122.015,Stichting Openbare Verlichting Fryslân (programma 6)
Doel
Uitvoerende dienst namens 27 organisaties in Friesland op het vlak van openbare
verlichting
Activiteiten
Onderhoud van de openbare verlichting
Financieel belang
Jaarlijkse bijdrage in exploitatie. Voor het jaar 2013 was dat € 51.932,56
Fin. Kengetallen
Vreemd Vermogen € 68.677,- / € 67.872,- (begin 2013/eind 2013)
Eigen Vermogen € 180.803,- / € 254.902 (begin 2013/eind 2013)
Resultaat 2013 € 74.099
Bestuurlijk belang
Het college is vertegenwoordigd in de raad van bestuur van de Stichting en in de
raad van toezicht
Kaderstellende beleidsnota’s
Nota Verbonden partijen (gemeenteraad, 2011).
Wat willen we bereiken?
Een verbonden partij moet bijdragen aan een efficiëntere en effectievere mogelijkheid tot uitvoering van een publieke taak. Bij de vraag of we moeten deelnemen aan een verbonden partij moeten
we steeds de afweging maken welke aanpak de beste is en of we de taak uitvoeren op de wijze die
de gemeenteraad voor ogen heeft. Ook is van belang te weten op welke wijze de gemeente
voldoende inhoudelijk en financieel toezicht heeft op de uitvoering.
Wat gaan we er voor doen?
Minimaal eens per vier jaar, bij de actualisatie van de Nota verbonden partijen, gaan we na of de
verbonden partijen nog wel voldoen aan dat wat is opgenomen onder “Wat willen we bereiken?”
Stand van zaken ten opzichte van de doelstellingen
In 2014 zijn de aandelen van Attero in Arnhem (progr. 7) verkocht en de Stichting Duurzaamheid in
’s-Hertogenbosch (progr. 5) is in 2014 opgeheven. In 2015 evalueren we de wijze waarop SúdwestFryslân omgaat met haar verbonden partijen door middel van een 213a-onderzoek. Daarna gaan we
de Nota verbonden partijen waar nodig actualiseren.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
83
Paragraaf 7
Grondbeleid
Inleiding
In de paragraaf grondbeleid zetten we uiteen, hoe we het grondbeleid inzetten om de bestuurlijke
doelen te bereiken. Het gemeentelijk grondbeleid is een belangrijk instrument om ruimtelijke
beleidsopgaven en ambities in de praktijk te realiseren. De raad heeft de Kaders Grondbeleid vastgesteld (26 januari 2012). In deze nota zijn kaders aangereikt om het ruimtelijk beleid op een zo
economisch verantwoord mogelijke wijze te realiseren.
Type grondbeleid en instrumenten
Het grondbeleid is geen doel op zich. Het grondbeleid biedt de instrumenten om de regie over die
ruimtelijke ontwikkeling te kunnen voeren. Het gaat om ontwikkelingen zijn die we zelf initiëren,
al dan niet samen met bijvoorbeeld woningbouwcorporaties of andere marktpartijen. Door een
goede regievoering kunnen we vervolgens dekking aanwijzen voor de kosten, die gepaard gaan met
de verwezenlijking van de ruimtelijke ontwikkeling.
We bepalen per ontwikkeling welk type grondbeleid en instrumenten we inzetten: een actief of
faciliterend grondbeleid.
Actief grondbeleid
Bij actief grondbeleid verwerven we zelf de gronden, maken zelf bouwrijp en verkopen vervolgens bouwkavels.
Hierbij zijn de volgende punten van belang:
Regie over de grondexploitatie, waardoor we kwaliteit, fasering en kosten en opbrengsten directer kunnen
beïnvloeden;
Het kostenverhaal is verzekerd: de opbrengsten kunnen we zelf incasseren en gebruiken ter dekking van
kosten;
Financieel risico: het financiële risico ligt bij de gemeente.
Voorwaarde voor een actief grondbeleid is, dat er kennis en kunde is om grondexploitaties te voeren. Daarnaast
zijn er financiële risico’s verbonden aan het voeren van een grondexploitatie, oftewel niet alleen mee- maar ook
de tegenvallers zijn voor rekening van de gemeente.
Faciliterend grondbeleid
Bij faciliterend grondbeleid ligt het initiatief tot het bouwrijp maken van de bouwgrond en het exploiteren van
de bouwgrond bij de marktpartijen (bijvoorbeeld een ontwikkelaar of woningbouwcorporatie). De gemeente
beperkt zich daarbij tot het vaststellen van het bestemmingsplan en het uitvoeren van toezicht op de
activiteiten van derden. Het aanleggen van openbare voorzieningen en het verhalen van de daarvoor gemaakte
kosten zijn onderdeel van faciliterend grondbeleid.
Realisatie van doelstellingen
Algemeen
Bij het formuleren van nieuwe ambities (Coalitieakkoord) is aangegeven dat vanuit een financieel
perspectief ontwikkelingen binnen de Grondexploitaties een belangrijke impact kunnen hebben. De
reden hiervoor is duidelijk: een stagnatie in de afzet van bouwrijpe grond. Deze stagnatie is onder
andere een gevolg van de economische tegenwind en het gebrek aan vertrouwen in de markt. Ook
de kritische rekencijfers die banken gebruiken voor het verstrekken van hypothecaire leningen
speelt een rol. Marktomstandigheden die niet of nauwelijks direct, of in ieder geval lastig, te beïnvloeden zijn.
In 2014 hebben we de verbetering van de afzet van bouwrijpe grond geïntensiveerd. In 2015 volgt
de verdere uitbouw tot een proactieve verkoopstrategie, die niet alleen meer op onze eigen
gemeente is gericht. We onderkennen, dat we moeten overschakelen op een moderne, op de klant
gerichte verkoopstrategie. Klantgerichtheid en dienstbaarheid staan hierbij centraal. Daarnaast is
een breed scala van maatregelen benoemd waarmee we een boost willen geven aan de verkoop.
Onze ambitie is helder: uitgifte van meer kavels. We hebben ons verkoopproces aangescherpt en
verbeterd. De interventies om het verkoopproces te gaan verbeteren richten zich op:
• Strategische heroriëntatie en marktoriëntatie
We willen vanaf eind 2014 in ieder geval ook beter inspelen op de wensen van onze “klanten”.
Klantgericht werken komt voorop te staan met een flexibilisering van het aanbod. Het snel anticiperen vraagt ook om flexibelere bestemmingsplannen en waar mogelijk minder (strikte)
regels. We moeten de wensen van onze klanten kennen. Met andere woorden: we gaan deze behoeften beter vastleggen en op basis daarvan meer vraaggestuurde plannen ontwikkelen. De
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
84
•
interne organisatie is aangepast op de nieuwe marktbenadering. Een klant(kavelafnemer (zowel
zakelijk/particulier) krijgt een account-relatie toegewezen. Op die manier leiden wij hen langs
de verschillende afdelingen. Doel is de totale keten van marketing/verkoop/realisatie te
optimaliseren.
Organisatorische wijzigingen
Om de samenwerking tussen teams te versterken is in 2014 al een eerste stap gezet. Zo is onder
meer gestart met de uitvoering van het Woningbouwprogramma via de programmatische
aanpak. Met een programmateam en programmamanager, waarin de relevante vakgebieden
zitting hebben. Vanuit het programmateam coördineren we diverse inspanningen.
Bij de ontwikkeling betrachten we het voorzichtigheidsprincipe. We gaan er vanuit dat gebieds- en
locatieontwikkeling tegenwoordig een proces is waarbij de doelen niet meer op de korte termijn te
bereiken zijn, maar eerder op de middellange of zelfs lange termijn. Daarnaast gaat het steeds
vaker om kleinschaligere ontwikkelingen.
Over de hier te kiezen aanpak vindt een gedachtewisseling plaats met de gemeenteraad (oktober
2014).
Woningbouw
De aangegeven algemene aanpak speelt met name in relatie tot woningbouwlocaties. Enkele
aanvullende aspecten:
• Enkele risicovolle projecten, zoals in Sneek de locaties Houkepoort, Harinxmaland fase 1 en
Waterstad, vragen om specifieke aandacht en monitoring. Aangezien deze grondcomplexen een
hoge boekwaarde hebben, zijn ze extra gevoelig voor vertraging in de afzet van bouwkavels en
als gevolg daarvan voor renterisico’s. Een hoge boekwaarde betekent in dit geval dat er forse
investeringen hebben plaatsgevonden, zoals voorbereiding, verwervingen, bouwrijp maken.
Maar deze uitgaven zijn nog niet gedekt door gerealiseerde inkomsten uit grondverkopen.
• Er zijn in het verleden ook locaties voor woningbouw aangekocht, die nog niet bouwrijp
gemaakt zijn. Voorbeelden hiervan zijn Iendrachtwei te IJlst, Schettens, Burgwerd, de
Papiermolen in Makkum. Voor deze locaties onderzoeken we de verdere mogelijkheden: een
andere (tijdelijke) bestemming of eventueel afstoten.
Herstructureringsprojecten
Lopende herstructureringsprojecten waar de gemeente een actieve rol in speelt zijn de locaties
IJlsterkade en Boschplein.
Initiatieven van derden/kostenverhaalsexploitaties
In 2013 is de planvoorbereiding doorgezet voor woningbouw langs de A7 te Sneek nabij Het Perk,
een voormalige school- en garagelocatie. Waarschijnlijk gaat het om een particuliere ontwikkeling
gezien de grondposities van ontwikkelende partijen. De gemeentelijke rol is in dat geval faciliterend, met aandacht voor economische uitvoerbaarheid, fasering en kostenverhaal
Bedrijventerrein
De gemeente heeft gezien de beschikbare prognoses op middellange termijn onvoldoende uitgeefbaar bedrijventerrein beschikbaar. We vinden het bieden van de groeimogelijkheden voor het
bedrijfsleven van belang. Maar alleen wanneer er een financieel gezonde exploitatie op mogelijk is
en het een bijdrage aan de werkgelegenheid oplevert. Deze overwegingen spelen een belangrijke
rol bij een mogelijke ontwikkeling van De Hemmen III in Sneek.
Strategische gronden
Strategische gronden zijn aangekocht om toekomstige plannen te kunnen verwezenlijken. Er zijn op
dit moment geen redenen aanwezig om nieuwe strategische aankopen van importantie te doen.
Overige gronden
Súdwest-Fryslân heeft ook “overige gronden” in eigendom. Dit zijn voornamelijk compensatiegronden en agrarische gronden. Deze gronden gaan we voor zover mogelijk verkopen of ruilen.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
85
Financiële positie
Algemeen
De stagnerende economie en de consequenties daarvan had voor de verkoop van woningbouwkavels
en bedrijfsterreinen forse negatieve financiële gevolgen . We zien hier een voorzichtig herstel.
Verwachtingen uitgifte kavels woningbouw
Op alle grondexploitaties van woninguitbreidingslocaties hebben we als gevolg van de economische
terugval te maken met een vertraagde uitgifte. Hierdoor is er een flink aantal direct uitgeefbare
kavels in voorraad op plekken waar de vraag het laagste is. In 2014 heeft de raad de te verwachten
verliezen in de Jaarrekening 2013 afgedekt. Gebaseerd op het toen gebruikte inzichten werd voor
2014 een verkoop van circa 50 kavels verwacht. Voor 2015 was dit 65 en daarna 80 per jaar. Zoals
vermeld intensiveren we de aanpak om hier resultaat te boeken.
Verwachtingen uitgifte kavels bedrijventerreinen
In totaal was er nog circa 14 hectare bedrijventerrein uitgeefbaar op 1 januari 2014. De verkoopverwachting voor 2015 is, evenals voor 2014, circa 3 hectare.
Actuele verwachtingen
Na de zomerperiode 2014 is onder andere in de Bestuursrapportage (Berap) een actuele inschatting
gegeven van de mogelijkheden. Voor de actuele stand van zaken verwijzen we kortheidshalve naar
Hoofdstuk 1, paragraaf 1.3.2.
Risico’s en weerstandsvermogen
Bij de ontwikkeling van de grondcomplexen lopen we risico’s. Voor deze risico’s hebben we een
inschatting gemaakt omtrent de omvang van de mogelijk risico’s en de kans waarop deze zich kan
manifesteren. Deze inschattingen en de kans dat deze risico’s zich voordoen, zijn meegenomen in
de bepaling van het benodigde Weerstandvermogen. Binnen de systematiek van het Weerstandsvermogen is daarmee een deel van het risico onderdeel van de Algemene Reserve (zie ook Hoofdstuk 3,
Paragraaf 2 “Weerstandsvermogen en risicobeheersing”.
Belangrijke risico’s met betrekking tot grondexploitatie zijn: (a) een mogelijke, neerwaartse
verlaging van de prijs per m2, (b) het niet kunnen doorberekenen van de verhoging van de
inflatiecorrectie in de verkoopprijs per m2 en (c) een vertraagde uitgifte van woningbouwkavels.
Deze risico’s behoren tot de belangrijkste financiële risico’s van ons risicoprofiel.
Toelichting op de indeling van grondcomplexen
Binnen de grondcomplexen hanteren we een indeling naar aard en ingebruikname van de gronden. Voor de
grondcomplexen is de volgende indeling van belang:
• In exploitatie genomen (IEG);
• Niet in exploitatie genomen grond (NIEGG);
• Grond als vlottend actief.
In exploitatie genomen
IEG is een grondexploitatie in uitvoering. De raad heeft de grondexploitatiebegrotingen vastgesteld en we
actualiseren deze jaarlijks bij de jaarrekening. Voor deze gronden mogen we zowel de verkrijgings- als vervaardigingskosten activeren.
Niet in exploitatie genomen grond
NIEGG is meestal anticiperend of strategisch aangekocht. Hiervoor is nog geen uitgebreide Grondexploitatiebegroting, maar voor deze gronden bestaat wel een stellig voornemen dat we deze in de nabije toekomst zullen
bebouwen. Deze verwachting moet zijn gebaseerd op een raadsbesluit waarin de raad inhoud heeft gegeven
aan ambitie en planperiode. Ook hier mogen we zowel de verkrijgings- als vervaardigingskosten activeren tot
maximaal het bedrag per m2, hetgeen we redelijkerwijs in de uitgifteprijs kunnen verdisconteren.
Voorraad grond als vlottend actief
Ook voor deze gronden geldt, dat deze meestal anticiperend of strategisch zijn aangekocht met het voornemen
om deze in de toekomst te bebouwen. Voor deze categorie geldt dat er nog geen concrete plannen zijn voor de
nabije toekomst. Er is nog geen raadsbesluit waarin inhoud is gegeven aan ambitie en planperiode. Voor deze
gronden mogen we alleen de verkrijgingskosten activeren, voor zover die kosten niet boven de huidige marktwaarde liggen (in het algemeen de agrarische waarde). We mogen geen rente- of andere kosten activeren.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
86
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
87
4.
Aanzet nieuwe opzet Sociaal Domein
4.1. Algemeen
Met ingang van 2015 krijgen de gemeenten er extra taken bij als gevolg van de transitie/transformatie Sociaal Domein (Zorg, Werk, Jeugd en Passend Onderwijs). Het gaat om taken op het
gebied van wonen, werken, inkomen, opvoeden en gezondheid. De gemeenteraad is de afgelopen
periode op meerdere momenten meegenomen bij het in beeld krijgen van de consequenties. In de
Koersnota “Veerkracht in het Sociale Domein” is hier richting aan gegeven.
Binnen de nieuwe opzet zal de gemeente verantwoordelijk zijn voor vrijwel de gehele maatschappelijke ondersteuning aan jongeren, volwassenen en ouderen. Het inpassen van de nieuwe taken
vindt plaats binnen de huidige programma’s 0, 1 en 2, die we binnen de nieuwe opzet samenvoegen. De nieuwe opzet gaat uit van vier beleidsvelden. De nieuwe opzet van de programma’s
kunnen we hier op afstemmen. Een klein deel van de drie programma’s blijft buiten de aanpak en
vraagt nog een specifieke eigen opzet.
Naast de gewijzigde aanpak moeten we ook besparen. Er is voor een deel van de bestaande en
nieuwe taken minder geld. Door de totale beschikbare middelen op een vernieuwende wijze ontschot in te zetten valt er naar verwachting goedkoper te werken. Met meer aandacht in het voorliggend veld kunnen we bijvoorbeeld op termijn dure specialistische zorg voorkomen. In het Coalitieakkoord “Samen Krachtig” is de transitie/transformatie, als onderdeel van “Sociaal vitaal”, als één
van de belangrijke speerpunten benoemd. In de periode 2015-2017 krijgt de nieuwe opzet gestalte.
Voor de begroting is met name de koppeling tussen de financiële opzet en de nieuwe beleidsuitgangspunten van belang. Ook is een stapsgewijze monitoring van belang. In het beleidsplan “Sturing, inkoop en financiering” (hierna Beleidsplan SIF) zijn uitgangspunten geformuleerd. De aanpak
krijgt werkendeweg vorm. Op onderdelen bestaat nog de nodige onzekerheid. We willen hier op een
passende wijze mee omgaan. We werken met een verzilveringsaanpak. Daarbij krijgen binnen een
zekere bandbreedte de taken binnen de nieuwe opzet indicatief een plek. Er komt een
Correctiebudget beschikbaar om ‘gaten dicht te lopen”.
We beschouwen 2015 als een overgangsjaar. We moeten rekening houden met een zekere frictieperiode. Bijvoorbeeld voor wat betreft het inregelen van het gebiedsgericht werken met gebiedsteams. Het vraagt om de nodige flexibiliteit. Voor een deel biedt de aanpak rond het
Correctiebudget mogelijkheden voor financiële flexibiliteit. In de Perspectiefnota is extra geld
beschikbaar gekomen voor de transitie/transformatie. Naast Invoeringsgeld (2014) zijn er middelen
beschikbaar voor een Sociaal Ontwikkelfonds (deels structureel/deels incidenteel). Dit fonds is
bestemd om het proces goed in te regelen en mogelijk de eerste gaten dicht te lopen.
4.2. Beleidsmatige aanpak van de verzilveringsstrategie
Het Beleidsplan SIF gaat uit van de volgende aanpak:
• Verzilveringsstrategie als uitgangspunt voor transities sociaal domein.
• Het budget is taakstellend.
• De budgetten zijn ontschot en registratie vindt nog per onderdeel plaats.
• Begroting 2015 volgens oude methodiek met onderdeel voor drie transities en passend
onderwijs.
Binnen de opzet vormt de kwaliteit van de zorg, de ‘menselijke maat’, zoals aangegeven in
veerkrachtnotitie, een belangrijke randvoorwaarde bij de verzilvering.
De aanpak rond de financiering is in het Beleidsplan SIF in een schema samengevat aangegeven:
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
88
BELEIDSMATIGE AANPAK - SAMENGEVAT
Ambities van de nieuwe wijze van zorgverlening
•
•
•
•
•
Goede preventieve voorzieningen
Versterken van het zelfoplossend vermogen van inwoners
Optimalisering van de toeleiding naar zorg
Investeren in vraagverheldering
Een vangnet blijft beschikbaar
Verzilveren van de ambities via:
Preventieve, algemene
en basisvoorzieningen
(voorliggend veld)
Gebiedsteams
Lichte ondersteuning
Specialistische
ondersteuning
•
•
•
•
•
Door in te zetten op:
•
•
•
•
Meer preventie
Optimaliseren
subsidiëring
Grotere inzet vrijwilligers
Versterken eigen
kracht
•
•
Doelmatiger werken
Eén plan-gedachte
Beter zicht op ondersteuningsbehoefte
van gebied
Betere afstemming
van het zorgaanbod
Meer zelf doen door
gebiedsteam
•
•
•
bemoedigen
toeleiding goedkopere
zorg
Inkoopvoordelen
Vernieuwing van het
aanbod
Versoberen van het
aanbod (bv. Minder
huishoudelijke hulp,
dagbesteding,
begeleiding, enz.)
•
inzet goedkopere
zorg bemoedigen
Inkoopvoordelen
Door te sturen op:
•
•
•
Functionele wijze zoals: budgetverbruik, aantal cliënten, arrangementkosten, kostprijzen, inkoopgegevens.
Activiteiten en prestaties, zoals: doorstroom- en uitstroomgegevens, analyse verwijspatronen.
Resultaten zoals: kwaliteit, klanttevredenheid en de sociale index.
Zo te monitoren door:
•
Rapportage per kwartaal aan de raad.
Aanpak via verzilvering
Er is gekozen voor de benadering om bij de aanpak de inhoudelijke doelstellingen van vernieuwing
in het Sociale Domein centraal te stellen. De hoofddoelstelling van deze benadering is dat we de besparingen zoveel mogelijk als volgt realiseren: we bieden maatschappelijke ondersteuning vanuit
sterkere basisvoorzieningen en integrale toeleiding van de gebiedsteams. Zo verminderen we de
vraag naar de specialistische ondersteuning. Dit noemen we ‘verzilvering’.
Speerpunten
De verzilveringsstrategie sluit aan bij de tot nu toe vastgestelde kaders en benaderingswijze. We
grijpen de nieuwe taken aan om een nieuw samenhangend sociaal beleid te voeren.
De volgende speerpunten zijn van belang voor deze ‘verzilveringsstrategie’:
• Zelfredzaamheid en samenredzaamheid inwoners neemt toe.
• Betere afstemming door één huishouden, één plan, één aanpak (integrale toeleiding gebiedsteams).
• Minder doorverwijzingen naar specialistische ondersteuning.
• Vernieuwen ondersteuningsaanbod.
• Versobering van het verstrekkingenbeleid.
• Voor de langere termijn hanteren we resultaatsturing als uitgangspunt.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
89
Voor de financiële doorvertaling betekent het kiezen voor ‘verzilvering’ dat we vanuit deze doelstellingen bekijken welke kortingen haalbaar zijn. Er zijn vier categorieën zorgzwaarte benoemd. Er
is een eerste slag gemaakt naar deze nieuwe invalshoek, die we nu verder verfijnen.
Bezuinigingsmogelijkheden binnen de vier categorieën
• Voorliggend veld -- In deze categorie zijn de bezuingingsmogelijkheden beperkt. Wel zorgt het
goed ontwikkelen van preventie en basisvoorzieningen ervoor dat we kunnen besparen op de
andere drie categorieën. Waar we wel voordeel van verwachten, zijn mogelijkheden om doelmatiger te werken. Door de integrale benadering kunnen we overlap in de aanpak voorkomen.
• Gebiedsteam -- De bezuinigingsmogelijkheden zijn, zeker in de eerste opstartjaren, beperkt.
Er is echter wel een bezuiniging te realiseren door overlap in functies eruit te halen.
• Lichte ondersteuning -- Qua budget is dit de categorie met de grootste omvang. De verwachting is dat de bezuinigingsmogelijkheden het makkelijkst en het snelst haalbaar zijn in deze
categorie. Enerzijds verwachten we voordeel te halen vanwege een verminderde toeleiding door
de nieuwe aanpak via de gebiedsteams. Hoe meer we kunnen aansturen op preventie, zelf
doen, gebruik maken van vrijwilligers, of gebruik maken van algemene voorzieningen, des te
minder hoeven we gebruik te maken van in te kopen lichte ondersteuning. Een andere keuze
gaat over het versoberen van het zogenoemde verstrekkingenbeleid. Voor de huishoudelijke
hulp komt een apart actieplan.
• Specialistische ondersteuning -- Mogelijkheden tot besparingen zijn hier: inkoopvoordelen, de
verschuiving van specialistische ondersteuning naar lichtere vormen van ondersteuning en inkomstenverhogende maatregelen. De inkoopvoordelen zullen zich uiten na aanbesteding van de
zorg. In de eerstkomende jaren verwachten we nog geen volledig effect van de verschuiving van
specialistische zorg naar lichtere vormen van zorg. Door overgangsregelingen liggen delen van
het budget in de eerste periode vast. Op termijn moet deze beweging wel zichtbaar worden.
4.3. Financiële aanpak op hoofdlijnen
Van transitie naar transformatie
Op basis van het Beleidsplan SIF is een belangrijke aanzet gegeven om niet alleen de forse besparingstaakstelling, de ‘sprong’ van 2014 naar 2015, op te vangen. Ook zetten we in de periode daarna
(2015-2017/2018) een transformatie in gang gezet op basis van de vier nieuwe beleidsvelden. Wat
betekent dit in financiële zin?
‘Sprong’ 2014-2015
Over de exacte implicaties van de ‘sprong’ van 2014-2015 bestaat nog veel onduidelijkheid. Op basis
van de meest actuele cijfers is binnen de oude opzet de volgende beweging zichtbaar:
Beschikbare budgetten (oude opzet)
Programma 0
Programma 1
Programma 2
Nieuw Jeugd
Nieuw AWBZ
Totaal
2014
2015
x € milj.
x € milj.
19,1
57,7
17,4
18,7
15,6
128,5
16,2
57,8
17,3
18,2
14,8
124,3
‘Sprong’
2014-2015
x € milj.
-4,2
Eerder hebben we met betrekking tot deze ‘sprong’ in het Beleidsplan SIF nog een bedrag van ruim
€ 6,5 miljoen aangegeven. (NB Ook de nu vermelde cijfers zijn nog geen ‘exacte wetenschap’. We
werken op meerdere onderdelen nog met aannames, vooral bij de nieuwe taken).
Verklaring ‘sprong’ 2014-2015
Vanuit de oude opzet valt de ‘sprong’ tussen 2014 en 2015 redelijk goed te duiden. Het is met name
gerelateerd aan kortingen die het Rijk oplegt. Voor een klein deel is er sprake van een doorwerking
van eerdere gemeentelijke besparingen.
Transitie- en transformatiebeweging
De verleiding is groot om de ‘sprong’ tussen 2014 en 2015 te beredeneren vanuit de oude opzet.
Vanuit de Beleidsnotitie SIF is deze benadering echter niet langer aan de orde. We zetten in op een
transitiebeweging die we aanscherpen tot een transformatiebeweging. Hierbij speelt de verzilveBegroting 2015 – Versie 25 september 2014
90
ringsstrategie een belangrijke rol. Leggen we een relatie met de nieuwe opzet dan ontstaat het
volgende beeld. Waarbij we een deel van de oude Programma’s 0-2 buiten de opzet van de transitie/transformatie laten:
Beschikbare budgetten (nieuwe opzet)
Deel transitie/transformatie
Deel overige (restanten Programma 0, 1 en 2)
Totaal
2014
2015
x € milj.
113,3
15,2
128,5
x € milj.
109,7
14,6
124,3
‘Sprong’
2014-2015
x € milj.
-3,6
-0,6
-4,2
Transformatiebeweging en ‘sprong’ 2015-2017/2018
De periode waarin de transformatiebeweging gestalte moet krijgen gaat ook nog gepaard met een,
zij het bescheiden, extra taakstelling:
Beschikbare budgetten (nieuwe opzet)
Deel transitie/transformatie
Deel overige (restanten Programma 0, 1 en 2)
Totaal
2015
x € milj.
2016
x € milj.
2017
x € milj.
2018
x € milj.
109,7
14.6
110,1
14.7
109,1
14.3
109,2
14.0
124,3
124,8
123,4
123,2
Voor het deel transitie/transformatie bedraagt de taakstelling zo grofweg € 0,5 miljoen.
Verfijning verzilveringsaanpak en marktverwachtingen
De aanpak gaat uit van de eerder genoemde vier beleidsvelden. Omdat de inregeling van de beleidsvelden op voorhand onzeker is, is het gewenst om een Correctiebudget te hebben. Hierdoor is
een onderlinge financiële vereffening tussen beleidsvelden mogelijk. Ook biedt het ruimte om
financiële tegenvallers op te vangen.
Vanuit de markt zijn verwachtingen uitgesproken over de financiële effecten van de verzilvering. Er
zijn financiële aannames benoemd die per beleidsveld te realiseren zouden zijn. Mogelijkheden
hiervoor zijn alleen te realiseren op het beïnvloedbare deel. De aannames uit de markt gelden nu
binnen een modelmatige opzet grofweg als leidraad om de verzilvering gestalte te geven. Of we
deze aannames grosso modo kunnen halen is uiteraard onzeker. Hierover ontvangen we ook verschillende berichten. Wel werken andere gemeenten met vergelijkbare indicaties. Deze aannames
bieden de mogelijkheid om binnen de modelmatige opzet tot een verdere analyse te komen.
Ingroei verzilveringsaanpak
De transformatiebeweging, het woord zegt het al, is een geleidelijk proces. Er zijn enige jaren
nodig om het tot stand te brengen. Het is het daarom de vraag hoe snel we binnen de modelmatige
aanpak kunnen toegroeien naar de te verzilveren bedragen en of dat over de hele linie wel
wenselijk is. Het valt te verwachten dat hiervoor de periode tot en met 2017/2018 nodig is.
‘Vertaling’ verzilveringspercentage naar beschikbare budgetten
Voor alle beleidsvelden heeft een eerste aanzet tot een inventarisatie en toedeling plaatsgevonden.
Ook is aangegeven in welke mate budgetten beïnvloedbaar zijn. Het gaat hier om een gedegen
onderzoek, maar het blijft voor een deel ook koffiedik kijken. Binnen de modelmatige aanpak is nu
een theoretische hoogte van budgetten af te leiden op basis van de vanuit de markt verwachte
verzilveringsmogeljkheden. Het zo berekende totaal van deze budgetten ligt aanmerkelijk lager dan
het totaal beschikbare budget in de periode 2015-2018. Zo kunnen we het resterende deel als
Correctiebudget beschouwen, dat in de periode tot en met 2017/2018 valt te gebruiken voor de
herverdeling van budgetten tussen de beleidsvelden.
Van generiek naar specifiek
De gebruikte aannames per beleidsveld zijn vooralsnog grof, ongenuanceerd en generiek. Per onderliggend onderdeel zijn er aanpassingen mogelijk. Wel moeten afwijkingen in grote lijnen voldoen
aan de generieke opzet. De modelmatige aanpak biedt ook de mogelijkheid om tot monitoring te
komen. Vanuit de gedachte van transformatie ligt het in ieder geval niet voor de hand om onderdelen al vooraf uit te sluiten van optimalisering. Eventueel keert hier op onderdelen de wal het schip.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
91
Inzet Correctiebudget
De ruimte tussen de beoogde geoptimaliseerde budgetten en het daadwerkelijke budget biedt de
ruimte voor correctie. Hier is de inzet van het Correctiebudget mogelijk. Het is nodig om hiervoor
nadere spelregels op te stellen. Het is ook gewenst te vermelden dat we het budget niet op
voorhand als potentieel besparingsbedrag zien. Dat ligt binnen de opzet van
transformatie/inregeling ook niet voor de hand. Met het budget moeten we ook eventuele
onzekerheden/tegenvallers opvangen, zoals bijvoorbeeld:
• Mutaties vanuit het Rijk (circulaires plus doeluitkeringen).
• Inkoop effecten
• Uitkomsten subsidie instanties
• Uitkomsten inrichting gebiedsgerichte teams en kosten voorliggend veld
• Frictiekosten
Ambitie om 2017/2018 te zien als streefperiode voor realisatie transformatie
Om de transformatie de nodige scherpte te geven zien we de periode 2017/2018 als streefperiode
om de transformatie te realiseren. Daarbij geldt de beoogde verzilvering als richtsnoer. Het behalen
van exact de nu benoemde bedragen is hier uiteraard geen doel op zich. Wel kan er gaandeweg
meer scherpte komen, zowel omtrent de beïnvloedbare ruimte als de te hanteren aannames.
Inzicht omtrent te hanteren budgetten (indicatief)
Het is niet gewenst, zoals aangegeven, dat de onderliggende cijfers/aannames van de modelmatige
aanpak ‘op straat’ komen te liggen. Wel kunnen we een zekere bandbreedte geven waarbinnen de
aanpak gestalte kan krijgen in de periode tot en met 2017/2018. Deze bandbreedte is gerelateerd
aan de eerder modelmatige verkregen omvang (en is op basis hiervan ook bij te stellen). Er ligt
nadrukkelijk een relatie met aannames vanuit de markt. Op onderdelen zien we goede
mogelijkheden om tot verzilvering te komen. Op andere onderdelen zal dat lastiger zijn, of is het
beoogde tempo niet realistisch. Het is daarom verstandig om een bandbreedte te hanteren.
Hierdoor is ook voor het Correctiebudget een bandbreedte vermeld.
Beschikbare budgetten (nieuwe opzet, deel
transitie /transformatie)
a.
Preventieve, algemene en
(voorliggend veld)
b. Gebiedsteams
c. Lichte ondersteuning
d. Specialistische ondersteuning
Correctiebudget
Subtotaal
2015
x € milj.
2017/2018
(bandbreedte)
x € milj.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
109,7
5,7 –- 5,7
12,7 -- 12,0
60,3 -- 57,8
28,1 -- 26,3
2,4 -- 7,4
109,2
basisvoorzieningen
‘Sprong’
2015-2017
x € milj.
-0,5
Extra middelen vanuit het Coaliteakkoord/Perspectiefnota
Om de transitie/transformatie te ondersteunen is op basis van het Coalitieakkoord een stevige inzet
op het Sociaal Domein aangekondigd. In de Perspectiefnota is ook extra geld beschikbaar gesteld.
Naast Invoeringsgeld (2014) gaat het om geld voor een Sociaal Ontwikkelfonds:
• Vanaf 2015 een structureel bedrag: € 200.000.
• Eenmalig: € 600.000.
De aanpak rond de besteding van gelden is in voorbereiding en mede afhankelijk van actuele ontwikkelingen in de periode september-oktober 2014 (zoals inkoop). Overigens waren in het Coalitieakkoord aanvankelijk hogere geldbedragen voorzien. Binnen de totale financiële kaders vinden we
een ruimere bijdrage (voorlopig) niet haalbaar.
Aanvullende aanpak Besparingsronde 3 (onder andere personeelsreductie en inkoop)
In de Perspectiefnota 2015-2018 is de algemene besparingstaakstelling op personeel en inkoop
herbevestigd. Gerelateerd aan het Sociaal Domein zijn hier de volgende onderdelen van belang:
Besparingsronde 3
•
Personeelsreductie
•
Inkoop (excl. factuurreductie)
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
92
2015
2016
2017
2018
€
€
€
€
220.000
670.000
1.150.000
1.500.000
1.800.000
1.800.000
1.800.000
1.800.000
Elders in de begroting beschrijven we de voortgang van de diverse besparingsronden. Op deze plek
volstaan we met de kanttekening dat de hier genoemde algemene besparingstaakstellingen in
beginsel aanvullend kunnen neerdalen binnen het Sociaal Domein. Al naar gelang de verdere
verkenning van de transitie/transformatie en de besparingsopgaaf is hier op een later moment een
verdere duiding nodig. In ieder geval gebeurt dit in de Perspectiefnota 2016-2019 (juni/juli 2015).
4.3. Acties om verzilvering te realiseren
Tot dusver lag de focus en analyse van de problematiek met name op de inrichting van de nieuwe
structuur met vier categorieën. Daarnaast zijn in algemene zin verzilveringsbedragen vastgelegd.
Deze insteek, hoe logisch ook in het begintraject, vraagt nu om een verdiepingsslag. Anders
ontstaat het gevaar dat alle spelers naar elkaar gaan kijken en verwachten dat juist de ander
besparingen realiseert.
Verzilveringsmogelijkheden
Al eerder zijn per categorie verzilveringsmogelijkheden benoemd. Schematisch levert dat het
volgende beeld op (met de mogelijkheid om het op onderdelen nog aan te vullen):
VERZILVERINGSMOGELIJKHEDEN
Voorliggend
veld
Gebiedsteams
Lichte
ondersteuning
Specialistische
ondersteuning
Uitganspunten:
Omvang budgetten
Waarvan beïnvloedbaar
Ingeschatte mogelijke korting op
beïnvloedbare deel
Taakstelling
Te behalen door de volgende
maatregelen:
Meer preventie
gegevens en taakstellingen intern beschikbaar
Optimaliseren subsidiëring
Grotere inzet vrijwilligers
Versterken eigen kracht
Doelmatiger werken
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
Eén plan-gedachte
Beter zicht op ondersteuningsbehoefte
van gebied
Betere afstemming van het zorgaanbod
Meer zelf doen door gebiedsteam
Bemoedigen toeleiding goedkopere zorg
Inkoopvoordelen
Vernieuwing van het aanbod
(productinnovatie)
Versoberen van het aanbod (bijv. minder
huishoudelijke hulp, dagbesteding,
begeleiding, enz.)
Herindicatie
Differentiatie PGB
Inkomstenverhogende maatregelen (bijv.
verhoging eigen bijdrage)
Meer bewust kiezen tussen ‘van maatwerk
naar algemene voorziening’ en ‘van
algemene voorziening naar maatwerk’
?
?
De met
aangegeven mogelijkheden komen overeen met het eerdere overzicht per categorie. De met ?
aangegeven mogelijkheden kunnen we aanvullend beoordelen. Wellicht zijn er nog aanvullend mogelijkheden (of is
een verfijning mogelijk).
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
93
Het overzicht laat zien dat er een breed scala aan verzilveringsmogelijkheden zijn. Door de
verkenning breed op te pakken ontstaat ook de kans op synergie.
4.4. Risico-inschatting
De transformatie brengt risico’s en onzekerheden met zich mee. Veranderingen op deze schaal gaan
soms gepaard met fouten of onvoorziene effecten. De gemeenten krijgt daarnaast de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van een groot aantal taken (inclusief korting op het budget). Hier is
een nieuwe werkwijze nodig die z’n waarde nog moet bewijzen. We zullen met minder geld vanaf
2015 ondersteuning moeten gaan bieden aan onze inwoners. We zijn de komende jaren alert en
proberen problemen vroeg te signaleren. Waar nodig sturen we bij.
Aansluiten bij NARIS-systematiek
Voor de risicoanalyse sluiten we aan bij de systematiek van NARIS (Nederlands Adviesbureau Risicomanagement). Súdwest-Fryslân gebruikt dit systeem ook voor de berekening van het weerstandsvermogen. Het is een manier om risico’s systematisch in kaart te brengen en te beoordelen. Een
risico is: “de kans op het optreden van een gebeurtenis, die effect heeft op het behalen van de
doelstellingen”. In het Beleidsplan SIF is tot een eerste inventarisatie gekomen, die nu ook in de begroting is overgenomen in de Paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing (zie Hoofdstuk 3).
Uitwerking risicoanalyse
In het Beleidsplan SIF is een uitwerking van de eerste inventarisatie toegezegd (tweede helft 2014).
Zo nodig vullen we de inventarisatie aan met risico’s op politiek, juridisch, technisch, organisatorisch en maatschappelijk vlak.
4.5. Aanpak en planning
Actuele zaken
Er lopen in de periode september-november 2014 verschillende acties, zoals:
• Invulling gebiedsteams
• Inkoop van lichte en specialistische zorg (inzicht in prijs)
• Actualiseren aantallen (bestandsontwikkeling)
Al deze acties leveren steeds actuelere gegevens op. Intern stellen we op basis van de bekende
gegevens een zo gedetailleerd mogelijke beheersbegroting op.
Monitoring via actualisatie begroting
Het opstellen/doorontwikkelen van de beheersbegroting is een continu proces. We maken steeds
beter duidelijk waarvoor we het Correctiebudget gaan gebruiken. Tussenresultaten delen we met
programmateam, kernteam, stuurgroep, directieteam en college. De beheersbegroting werken we
bij tot rondom de jaarwisseling (december 2014). Via een parallel spoor krijgt de gemeenteraad in
november 2014 het Beleidsplan Veerkracht in het sociaal domein voorgelegd.
Monitoren vanaf 2015
Vanaf de jaarwisseling kunnen we de meer concrete financiële aanpak delen met de gemeenteraad.
De transitielijn, de ‘sprong’ 2014-2015, leggen we met een definitieve toekenning van budgetten
voor jaarschijf 2015 via een begrotingswijziging voor aan de gemeenteraad (naar verwachting maart
2015). Ook een meer gedetailleerdere aanpak van de transformatielijn kunnen we in maart 2015
delen met de raad, met een behandeling op raadscommissieniveau. Het dan te bespreken document
valt te beschouwen als bouwsteen voor de Perspectiefnota 2016-2017 (gemeenteraad, juli 2015).
Vanaf begin 2015 vindt ook monitoring plaats op de reguliere wijze (managementrapportage/bestuursrapportage). Aanvullend vindt er een maandelijkse rapportage plaats vanuit de gebiedsteams.
De gemeenteraad krijgt in 2015 elk kwartaal een rapportage. Daarna bekijken we of we aansluiting
zoeken bij de reguliere P&C-cyclus.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
94
4.6. Samenvattende overzichten
Samenvattend overzicht budgetten transitie/transformatie Sociaal Domein
A. Overzicht gerelateerd aan huidige ‘oude’ begrotingsopzet)
Programmabegroting – Overzicht budgetten
Sociaal Domein
Begroting
2014
Programma 0
010 Leefbaarheid
040 Maatschappelijk werk
050 Voorzieningen bij beperkingen
Doorberekeningen
Begroting
2015
(bedragen x € 1.000,-)
Begroting Begroting Begroting
2016
2017
2018
204
646
13.054
1.664
15.568
199
543
13.054
1.664
12.796
199
489
10.257
1.781
12.698
199
489
10.207
1.786
12.667
45.866
3.616
1.465
1.208
4.834
56.989
45.172
4.234
1.298
1.250
5.259
57.212
45.219
4.234
1.298
1.250
5.275
57.275
45.265
4.234
1.298
1.250
5.292
57.338
1.771
3.670
417
0
545
6.403
1.891
3.649
383
79
738
6.739
1.891
3.639
383
77
740
6.729
1.891
3.639
383
74
743
6.729
Nieuwe taken Jeugd (relatie met programma 2)
18.723
18.160
17.902
17.296
Nieuwe taken AWBZ (relatie met programma 0)
Totaal transitie/transformatie Sociaal Domein
Programma 0 (overig deel)
Programma 1 (overig deel)
Programma 2 (overig deel)
15.641
113.324
3.514
689
10.998
14.812
109.720
3.426
616
10.543
15.520
110.124
3.387
617
10.657
15.089
109.119
3.362
618
10.269
128.525
124.305
124.785
123.367
Programma 1
100 Inkomen
110 Minimaregeling en SHV
120 Gesubsidieerde banen
140 Participatie en re-integratie
Doorberekeningen
Programma 2
200 Onderwijs en opvang
210 Zorg en jeugd
230 Jeugdwelzijn
Kapitaallasten
Doorberekeningen
Aansluiting Programmabegroting 2015-2018
109.200
14.000
123.200
NB De feitelijke cijfers van kolom 2018 wijken in beperkte mate af van de aangegeven cijfers. Een nadere
doorrekening van de actuele cijfers zal nog op een nader moment plaatsvinden.
B. Overzicht gerelateerd aan nieuwe opzet
Programmabegroting – Overzicht budgetten
Sociaal Domein
Begroting
2014
Begroting
2015
(bedragen x € 1.000,-)
Begroting
Begroting
2016
2017-2018
(bandbreedte)
Preventieve, algemene en basisvoorzieningen
(voorliggend veld)
Nog nader te verbijzonderen
p.m.
p.m.
5.700 <--> 5.700
Gebiedsteams
Nog nader te verbijzonderen
p.m.
p.m.
12.700 <--> 12.000
Lichte ondersteuning
Nog nader te verbijzonderen
p.m.
p.m.
60.300 <--> 57.800
Specialistische ondersteuning
Nog nader te verbijzonderen
p.m.
p.m.
28.100 --- 26.300
Correctiebudget
Totaal transitie/transformatie Sociaal Domein
p.m.
109.720
p.m.
110.124
Programma 0 (overig deel)
Programma 1 (overig deel)
Programma 2 (overig deel)
3.426
616
10.543
124.305
3.387
617
10.657
124.785
2.400 --- 7.400
109.119
109.200
(2017)
Aansluiting Programmabegroting 2015-2018
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
95
3.362
618
10.269
123.367
(2018)
14.000
123.200
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
96
5.
Aanvullende toelichting financiële begroting
5.1. Algemene toelichting
Inleiding
In dit hoofdstuk lichten we een aantal verplichte en facultatieve onderwerpen toe die aanullend
inzicht geven in de financiële positie.
Wettelijk kader
Gemeentewet/BBV
Als wettelijke kader gelden de Gemeentewet en het Besluit begroting en verantwoording provincies
en gemeenten (BBV). De BBV geeft aan dat we bij de begroting een uiteenzetting geven van de
financiële positie van de gemeente. De vorm ervan is grotendeels vrij. Wel moeten we in ieder
geval aandacht besteden:
a. de jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen;
b. investeringen onderscheiden in investeringen met een economisch nut en investeringen met
een maatschappelijk nut;
c. wachtgelden/pensioenen ambtenaren en wethouders;
d. de financiering;
e. de reserves en voorzieningen.
De functie van de raad is volksvertegenwoordigend, kaderstellend en controlerend. Het college bestuurt en legt verantwoording af aan de raad over de uitkomsten van het beleid via de jaarrekening
en het jaarverslag. In het duale bestel is de positie van de raad versterkt met betrekking tot de
kaderstellende en controlerende functie ten aanzien van het budgetrecht en de financiële functie
van gemeenten. Eén van de instrumenten daarvoor is de programmabegroting. Eerder is afgesproken
dat de raad jaarlijks bij de behandeling van de perspectiefnota inzicht krijgt in de financiële stand
van zaken. De raad heeft dan ook de gelegenheid om accenten te leggen c.q. bij te sturen. Daarom
vermelden we in de programmabegroting naast de begrotingscijfers van 2015 de drie daarop
volgende jaren. Het maakt vergelijken beter mogelijk.
Toezicht provincie
Inzicht in de financiële positie in meerjarenperspectief is ook van belang voor het toezicht.
Wanneer zaken niet goed op orde zijn kan de provincie als toezichthouder besluiten tot preventief
toezicht. De provincie vindt dat de begroting 2015 voor jaarschijf 2015 in evenwicht moet zijn.
Wanneer dit niet het geval is moeten we aannemelijk maken dat we dit evenwicht uiterlijk in 2018
tot stand brengen. In het (gemeentelijk) Coalitieakkoord hebben we bepaald dat we binnen de
ambitie “Financieel vitaal’ aansturen op een sluitende begroting. Zoals vermeld kunnen we de
begroting, ook in meerjarenperspectief, sluitend aanbieden.
Relatie strategische documenten (o.a. Coalitieakkoord) en doorwerking keuzes Perspectiefnota
In de Perspectiefnota is nadrukkelijk ingaan op de actuele/nieuwe ambities. Met name het Coalitieakkoord was hier van betekenis. Vandaar dat in de begroting in Hoofdstuk 1, paragraaf 1.2. de
relatie met het Coalitieakkoord is toegelicht. Ook binnen de diverse programma’s hebben we (kort)
een relatie gelegd met de verschillende strategische documenten. De doorwerking van de keuzes in
de Perspectiefnota zijn vermeld in Hoofdstuk 1, paragraaf 1.3.2. Het leidt niet tot aanpassingen.
Doorwerking noodzakelijke aanpassingen
Na de vaststelling van de Perspectiefnota zijn in de aanloop naar de begroting een aantal aanpassingen noodzakelijk gebleken. Zie de toelichting van de diverse punten in Hoofdstuk 1, paragraaf
1.3.2.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
97
1.2. Specifieke financiële toelichting
Inleiding
Het is op onderdelen gewenst om nog iets dieper in te gaan op financiële aspecten. Deels is er ook
sprake van verwijzingen binnen het document.
Gehanteerde principes
Structureel versus incidenteel
Financiële inkomsten en uitgaven zijn van structurele of van incidentele aard. Als uitgangspunt
geldt dat bij een structureel karakter de financiële consequenties ook structureel in de begroting
komen te staan. Met name op het terrein van de kapitaalgoederen is op dit punt de afgelopen
periode een forse verbeterslag gemaakt.
Risico’s
In beginsel dekken we risico’s af binnen de systematiek van het weerstandsvermogen (zie de toelichting in Hoofdstuk 3, Paragraaf 2 “Weerstandsvermogen en risicobeheersing”). Incidenteel kan er
aanleiding zijn om voor specifieke risico’s een buffer aan te houden. Deze buffer kunnen we dan
inzetten voor andere zaken. In de Perspectiefnota is er voor gekozen om hier ‘scherp aan de wind te
zeilen’ en beschikbare middelen zoveel als mogelijk in te zetten. Zo zetten we onder andere in op
een ondersteuning van het economisch herstel. Hierdoor is er weinig ruimte voor het opvangen van
(niet voorziene) tegenvallers.
Inkomsten
Algemene uitkering/Rijksbezuinigingen
In de loop van het jaar geeft het Rijk in een aantal circulaires aan hoeveel geld de gemeente van
het Rijk ontvangt. In de afgelopen jaren waren hier ook (Rijks)bezuinigingen aan de orde. In de
Perspectiefnota zijn de gevolgen van de September- en Decembercirculaire 2013 en de Meicirculaire
2014 opgenomen.
De Meicirculaire 2014 van het Gemeentefonds staat in het teken van de overheveling van middelen
voor de AWBZ en jeugd en de herverdeling van het fonds. De indeling van de circulaire is afgestemd
op de soorten uitkeringen die het gemeentefonds kent:
• de algemene uitkering;
• de (nieuwe) uitkering deelfonds sociaal domein;
• de decentralisatie- en integratie-uitkeringenuitvoering van het regeerakkoord.
Met ingang van 2015 krijgen de gemeenten belangrijke verantwoordelijkheden vanwege de
transitie/transformatie Sociaal Domein. Het Rijk had de middelen voor Wmo 2015, Jeugd en
Participatie aanvankelijk toegevoegd aan het deelfonds Sociaal Domein. In lijn hiermee mochten we
de middelen uitsluitend te besteden aan:
• de taken die in de Wmo 2015 en de Jeugdwet aan gemeenten zijn toegekend;
• de taak voor gemeenten om participatievoorzieningen aan te bieden.
(NB In de Septembercirculaire is hier tot een aanpassingen gekomen. We nemen deze wijzigingen
mee binnen de aanpak Sociaal Domein.). De bestedingsrichting binnen het Sociaal Domein is vrij
(ontschot). Gemeenten leggen verantwoording af over de besteding van de middelen aan de
gemeenteraad. Er is geen verantwoording verschuldigd aan het Rijk. Wel moeten we via een
passende informatieverstrekking het Rijk in staat stellen de toets op de bestedingsvoorwaarde uit te
voeren en het beleid te monitoren. Per 1 januari 2018 vervalt het deelfonds en verdelen we de
middelen via de algemene uitkering en, mocht dat om verdeeltechnische redenen noodzakelijk zijn,
via één of meer decentralisatie- en integratie-uitkeringen.
In de Meicirculaire zijn de eerste financiële contouren van de decentralisaties geschetst. Het gaat
hierbij om grote bedragen. Voor een deel gaat het om nieuw geld voor gemeenten, voor een ander
deel zijn het nu al specifieke uitkeringen. In de Meicirculaire 2014 zijn de hoogte en de verdeling
voor 2015 op basis van historische gegevens over het gebruik van jeugdzorg op gemeentelijk niveau
bekend gemaakt. Op basis van de historische verdeling van de Jeugd gaat het voor onze gemeente
om een voorlopig bedrag van ruim € 16 miljoen. De verdeling van het beschikbare budget voor 2015
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
98
vindt plaats op basis van deze historische gegevens en vanaf 2016 geldt een objectief verdeelmodel
(nog niet meegenomen in de meerjarenraming).
De effecten van de genoemde circulaires (tot en met de Meicirculaire 2014) zijn in de begroting
opgenomen (zoals aangegeven in de Perspectiefnota). De Septembercirculaire 2014 komt te laat om
nog mee te nemen. Dit is in lijn met de afspraken met de toezichthouder (circulaire provincie).
Gemeentelijke belastingen en heffingen
Zie onder meer Hoofdstuk 3, paragraaf 1 “Lokale heffingen”. Zie ook de toelichting (hoofdstuk 1
paragraaf 1.3.2) op de in te voeren Precariobelasting voor kabels en leidingen en (eventueel)
Roerende Zaak Belasting.
Thema’s
In de Perspectiefnota (in paragraaf 2.4. van die nota) aan de hand van enkele thema’s een beeld
geschetst van de financiële situatie. We lopen deze thema’s hier, in kort bestek, nog eens door .
Aanvullen gaan we in op de reservepositie.
Transitie/transformatie Sociaal Domein
Eerder is in Hoofdstuk 4 specifiek ingegaan op gang van zaken rond de transitie/transformatie.
Strategische ontwikkeling
Het college zet in op stapsgewijze voeding van het Ontwikkelfonds. In de vorige bestuursperiode
konden we het fonds voeden. Dat deel van het fonds is nu grotendeels bestemd. In de
Perspectiefnota (juli 2014) heeft een nieuwe voeding van € 1 miljoen plaatsgevonden. De inzet is
erop gericht om in de komende jaren tot een verdere voeding te komen. Het ontwikkelgeld kunnen
we inzetten als cofinanciering bij projecten. Voor een deel zal dit gebeuren in samenhang met de
Gebiedsagenda Súdwesthoeke. Een deel van het geld labelen we aan kleinere projecten (in lijn met
het eerdere projectengeld uit het Kernenfonds) en projecten rond de Culturele Hoofdstad 2018. De
toedeling van het fonds krijgt nog nader vorm.
Eerder is in Hoofdstuk 1 “Bestuurlijke hoofdlijnen” de problematiek rond de reservepositie vermeld.
Hier is voorgesteld om voorlopig behoedzaam om te gaan met de nieuwe voeding van het
Ontwikkelfonds van € 1 miljoen). Het doet niets af aan de ambities om als ontwikkelgemeente
zaken tot stand te brengen. We zoeken naar mogelijkheden om het ontwikkelbedrag zo spoedig
mogelijk weer vrij besteedbaar in te kunnen zetten. Bij het opstellen van de Jaarrekening (voorjaar
2015) valt hier naar verwachting al meer over te zeggen.
Grondexploitatie
Hoofdstuk 3, Paragraaf 7 “Grondbeleid” geeft op hoofdlijnen de situatie weer rond de actuele
impact. De actuele verwachtingen rond eventuele afboekingen is in Hoofdstuk 1, paragraaf 1.3.2.
een ‘winstwaarschuwing’ afgegeven. Ook is hier een relatie gelegd met de consequenties in relatie
tot de hoogte van het Weerstandsvermogen.
Kapitaalgoederen
In de Perspectiefnota 2015 – 2018 is ten aanzien van de kapitaalgoederen een samenhangend pakket
van maatregelen getroffen. Het pakket is nu in de begroting verwerkt. In Hoofdstuk 3, Paragraaf 3
“Onderhoud kapitaalgoederen” lichten we de stand van zaken toe.
Personeel, bedrijfsvoering en huisvesting
Personeel
In de begroting is aan salariskosten een loonsom geraamd van circa € 45 miljoen (voornamelijk
ambtelijke organisatie, maar ook college en raad). Hierin zijn ook verwerkt de salarissen van het
voormalige samenwerkingsorgaan Automatisering ISZF. In Hoofdstuk 3, Paragraaf 5 “Bedrijfsvoering”
gaan we specifiek in op het aspect personeelsreductie. Rond de Cao--salarisverhoging valt het
volgende aan te geven. In de begroting is nog geen rekening gehouden met het eind september 2014
bekrachtigde Cao-akkoord. We brengen de consequenties op een later moment in beeld. De
afspraken in het akkoord staan los van al eerder afgesproken periodieken die wel in de begroting
zijn opgenomen. Ook hebben we, zoals opgenomen in de Perspectiefnota, een bedrag gereserveerd
van € 1,2 miljoen (€ 800.000 + € 400.000) voor afwijkingen van de nullijn en de consequenties
loonontwikkeling vanuit de Meicirculaire 2014.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
99
Bedrijfsvoering
Zie Hoofdstuk 3, Paragraaf 5 “Bedrijfsvoering”.
Huisvesting
Voor de huisvesting zetten we in op een meer centrale(re) huisvesting in Sneek/IJlst of Sneek.
Hiervoor is nadere planvorming in voorbereiding. Door een meer centrale huisvesting gaan we er
vanuit dat een besparing op de exploitatielasten mogelijk is. De besparing is voor jaarschijf 2018 al
“ingeboekt” (Perspectiefnota 2015-2018). De feitelijke realisatie is afhankelijk van het tempo waarop een en ander gestalte krijgt. We informeren de raad over de voortgang in oktober 2014.
Frictiekosten
Súdwest-Fryslân heeft in de jaren 2011 t/m 2014 vanwege het fusietraject in totaal € 17,7 miljoen
voor frictiekosten ontvangen. Deze bedragen zijn bestemd om de effecten van de herindeling/fusie
te dekken en zijn of worden daarvoor gereserveerd. Wanneer we het frictiebudget in 2014 niet
volledig aanwenden kunnen we het restant inzetten in jaarschijf 2015 (uiteraard voor zover nodig).
Reserves en voorzieningen
De geactualiseerde nota Reserves en Voorzieningen 2014 is in de raad van 3 juli 2014 vastgesteld.
Daarnaast zijn in dezelfde vergadering in de Perspectiefnota besluiten genomen die inwerken op de
reservepositie. In Hoofdstuk 1, paragraaf 1.3.2 onder “Scan actuele ontwikkelingen” is ingegaan op
de ontwikkeling van de reservepositie. Kortheidshalve verwijzen we naar deze plek. Voor een meerjarenoverzicht van de algemene reserve verwijzen we u naar de Bijlage A “Overzicht reserves en
voorzieningen”.
Overige aspecten
Investeringen
Met de vaststelling van de Programmabegroting 2015 door de raad stellen we ook het investeringsprogramma 2015 vast. Het gaat vooral om vervangingsinvesteringen en enkele investeringen in
kapitaalgoederen (zoals sportvelden). De investeringen die in de meerjarenraming 2016-2018 zijn
verwerkt, zijn ter indicatie opgenomen. Zie bijlage B. We hebben de kapitaallasten, zoals die uit de
investeringen voortvloeien, in de verschillende jaarschijven opgenomen. Op deze wijze blijft de
financiële ruimte beschikbaar.
Overzicht subsidieontvangers
Een bestuursorgaan mag alleen subsidie verstrekken op grond van een wettelijk voorschrift (verordening of nadere regels) dat regelt voor welke activiteiten subsidievertrekking mogelijk is. Een
uitzondering hierop vormen subsidieontvangers die met naam en (maximum) bedrag in de begroting
staan vermeld. Bijlage C bevat een overzicht van deze subsidieontvangers. Hiermee is voldaan aan
de verplichting van een wettelijke grondslag. In aanvulling hierop kan het college nadere regels
vaststellen. Deze richten zich met name op subsidieregelingen waar meerdere aanvragers een
beroep op kunnen doen.
Overzicht “Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien” (onderdeel van programma 9)
We gaan hier in op de algemene dekkingsmiddelen. Het gaat met name om de uitkering uit het
gemeentefonds en Onroerende-zaakbelasting. Deze middelen zijn in principe vrij aanwendbaar: de
gemeenteraad bepaalt voor welk doel we de middelen inzetten. Hierbij moeten we in acht nemen
dat gemeenten verplicht zijn een aantal taken uit te voeren, zoals de Wet Werk en Bijstand en de
Wet Ruimtelijke Ordening. Naast de vrij aan te wenden heffingen kent Súdwest-Fryslân ook een
aantal niet vrij aanwendbare heffingen, zoals Rioolrecht en Afvalstoffenheffing. Tegenover deze
heffingen staan aanwijsbare kosten tot tenminste de opbrengst van de heffing.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
100
Hieronder is de opbrengst van de verschillende algemene dekkingsmiddelen verantwoord.
Tabel algemene dekkingsmiddelen
Algemene dekkingsmiddelen
1.
2.
3.
4.
2015
x€
Lokale heffingen
- Onroerende-zaakbelastingen
- Woonforensenbelasting
- Toeristenbelasting
- Precariorechten
Gemeentefonds
Idem deelfonds sociaal domein
Dividend
Saldo financieringsfunctie
16.845.000
685.000
1.964.000
578.000
Totaal
20.072.000
81.700.651
32.972.167
372.500
-3.821.942
131.295.376
Het bedrag voor onvoorzien bestaat voor de jaren 2015-2018 uit het volgende bedrag:
Tabel onvoorzien
Onvoorziene uitgaven
2014
x€
Uitgaven
Bedrag per inwoner: € 1,00 afgerond op totaal:
90.000
Tot slot
De begroting 2015 en meerjarenraming 2016–2018 zijn per saldo in evenwicht. Maar het bouwen aan
een financieel vitale situatie is nog in volle gang. Het zal de komende periode nog de nodige
aandacht en tijd vragen.
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
101
6.
Bijlagen
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
102
Bijlage A – Overzicht reserves en voorzieningen
We geven in deze bijlage een meerjarenoverzicht van de reserves en voorzieningen (dienstjaren
2014-2018)
Dienstjaar 2014
Naam reserve of voorziening
Vorig dienstjaar (2014)
Saldo aan het Vermeerd.
Vermind.
begin van het
(zoals
dienstjaar
beschikkingen
over en
bijdragen uit
reserve of
voorziening)
Saldo aan het
eind van het
dienstjaar
Algemene reserves
8
Algemene reserve
Totaal algemene reserves
22.475.729
4.412.816
13.588.567
13.299.978
22.475.729
4.412.816
13.588.567
13.299.978
5.699.181
1.000.000
3.632.000
3.067.181
1.555.487
133.900
298.013
109.900
603.977
9.778.170
829.000
3.188.806
947.757
18.652.693
216.609
500.983
894
1.623.441
263.448
71.153
Bestemmingsreserves
12
13
14
15
17
18
19
20
21
24
26
27
28
30
32
33
34
35
203
211
214
217
222
243
246
250
251
254
258
261
262
274
278
280
282
285
288
289
290
291
292
302
310
Ontwikkelingsfonds strategische
samenwerkingsagenda
Reserve Kernenfonds, onderdeel
projectengeld
Reserve incidentele inzet (PPN)
Reserve buurtsportcoaches
Reserve kapitaallasten
Reserve renovatie/nieuwbouw De Rolpeal
Reserve kapitaalgoederen
Reserve groot onderhoud sport/recreatie/dorpshuizen
Reserve huisvesting onderwijs
Reserve openbare verlichting
Reserve rehabilitatie pand Bouma
Reserve aanloopverliezen theater
Reserve herstructurering Noorderhoek
Reserve stedelijke vernieuwing (ISV)
Reserve baggeren
Reserve stads- en dorpsvernieuwing
Reserve NUP-gelden
Reserve Old Burger Weeshuis (OBW)
Reserve gemeentelijke bijdrageregeling monumenten
Wûnseradiel
Reserve plattelandsontwikkeling 2007-2013
Wûnseradiel
Reserve bijdragen aanleg en onderhoud
dorpshuizen/sportaccommodaties/speeltuinen
Wûnseradiel
Reserve extra uitkering BNG 2006
Wûnseradiel
Reserve diverse objecten Sneek
Reserve eigen aandeel gemeenteloket Bolsward
Reserve Arrivaterrein
Reserve verplaatsing oudheidkamer Bolsward
Reserve subsidieregeling gemeentelijke monumenten
Bolsward
Reserve speelvoorzieningen Bolsward
Reserve jongerenontmoetingsruimte Bolsward
Reserve duurzaam bouwen Fûgelkrite/Hartwerdervaart,
Bolsward
Reserve stimulilering lokale klimaatinitiatieven
Reserve vervolg Friese Merenproject Wymbrits
Reserve eenmalige middelen Wymbrits
Reserve stimulering behoud karakteristieke boerderijen
Wymbrits
Reserve MFC's/dorpshuizen Wymbrits
Reserve WMO Wymbrits
Reserve uit te voeren activiteiten Wymbrits
Reserve onderhoud bruggen Wymbrits
Reserve onderhoud kapitaalgoederen
Wymbrits
Reserve verbouw dorpshuis Elim
Reserve Tjottervloot Heeg
Reserve huisvesting onderwijs Nijefurd
Reserve projecten Nijefurd
Reserve Flexpool
Totaal bestemmingsreserves
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
1.853.500
243.800
603.977
10.381.678
829.000
2.652.751
947.757
20.573.232
640.779
216.609
526.428
1.430.621
2.106.117
248.043
230.050
284.181
176.456
603.508
4.971.113
4.435.058
535.967
2.456.506
640.779
10.448
25.445
1.429.727
482.676
248.043
230.050
31.181
105.303
9.189
9.189
38.452
38.452
-
12.209
12.209
-
62.747
2.954.964
89.019
197.444
100.000
62.747
2.954.964
89.019
197.444
100.000
-
174.214
7.000
11.452
7.000
11.452
174.214
-
23.452
307.213
2.082.225
74.146
1.000.000
74.146
307.213
1.082.225
-
38.489
73.993
7.817
132.901
27.976
38.489
73.993
7.817
132.901
27.976
-
4.383
14.032
95.000
243.919
894.262
-
4.383
14.032
95.000
282.313
-
57.320.658
23.452
243.919
611.949
6.517.528
103
21.736.007
42.102.179
401
Voorziening wachtgelden voormalige wethouders
404
Voorziening pensioenen wethouders
Voorziening individueel loopbaanbudget
Voorziening particuliere woningverbetering Wymbrits
Voorziening riolering SWF
Voorziening af te rekenen met 9 gemeenten
408
421
439
440
585.199
29.260
207.164
407.295
4.743.965
380.000
65.210
12.454.348
495.986
237.198
300.000
273.605
4.707.558
680.000
10.453.921
495.986
1.816.925
65.210
3.817.352
Totaal voorzieningen
18.724.708
2.383.383
4.363.331
16.744.760
Totaalgeneraal
98.521.095
13.313.727
39.687.905
72.146.917
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
104
Dienstjaar 2015
Naam reserve of voorziening
Dienstjaar (2015)
Saldo aan het Vermeerd.
Vermind.
begin van het
(zoals
dienstjaar
beschikkingen
over en
bijdragen uit
reserve of
voorziening)
Saldo aan het
eind van het
dienstjaar
Algemene reserves
8
Algemene reserve
Totaal algemene reserves
13.299.978
176.000
1.700.000
11.775.978
13.299.978
176.000
1.700.000
11.775.978
3.067.181
2.097.394
969.787
298.013
109.900
603.977
9.778.170
829.000
3.188.806
947.757
18.652.693
216.609
500.983
894
1.623.441
263.448
71.153
146.791
151.222
109.900
603.977
9.238.813
829.000
3.223.806
947.757
16.584.353
216.609
500.983
894
1.623.441
263.448
71.153
Bestemmingsreserves
12
13
14
15
17
18
19
20
21
24
26
27
28
30
32
33
34
35
203
211
214
217
222
243
246
250
251
254
258
261
262
274
278
280
282
285
288
289
290
291
292
302
310
Ontwikkelingsfonds strategische
samenwerkingsagenda
Reserve Kernenfonds, onderdeel
projectengeld
Reserve incidentele inzet (PPN)
Reserve buurtsportcoaches
Reserve kapitaallasten
Reserve renovatie/nieuwbouw De Rolpeal
Reserve kapitaalgoederen
Reserve groot onderhoud sport/recreatie/dorpshuizen
Reserve huisvesting onderwijs
Reserve openbare verlichting
Reserve rehabilitatie pand Bouma
Reserve aanloopverliezen theater
Reserve herstructurering Noorderhoek
Reserve stedelijke vernieuwing (ISV)
Reserve baggeren
Reserve stads- en dorpsvernieuwing
Reserve NUP-gelden
Reserve Old Burger Weeshuis (OBW)
Reserve gemeentelijke bijdrageregeling monumenten
Wûnseradiel
Reserve plattelandsontwikkeling 2007-2013
Wûnseradiel
Reserve bijdragen aanleg en onderhoud
dorpshuizen/sportaccommodaties/speeltuinen
Wûnseradiel
Reserve extra uitkering BNG 2006
Wûnseradiel
Reserve diverse objecten Sneek
Reserve eigen aandeel gemeenteloket Bolsward
Reserve Arrivaterrein
Reserve verplaatsing oudheidkamer Bolsward
Reserve subsidieregeling gemeentelijke monumenten
Bolsward
Reserve speelvoorzieningen Bolsward
Reserve jongerenontmoetingsruimte Bolsward
Reserve duurzaam bouwen Fûgelkrite/Hartwerdervaart,
Bolsward
Reserve stimulilering lokale klimaatinitiatieven
Reserve vervolg Friese Merenproject Wymbrits
Reserve eenmalige middelen Wymbrits
Reserve stimulering behoud karakteristieke boerderijen
Wymbrits
Reserve MFC's/dorpshuizen Wymbrits
Reserve WMO Wymbrits
Reserve uit te voeren activiteiten Wymbrits
Reserve onderhoud bruggen Wymbrits
Reserve onderhoud kapitaalgoederen
Wymbrits
Reserve verbouw dorpshuis Elim
Reserve Tjottervloot Heeg
Reserve huisvesting onderwijs Nijefurd
Reserve projecten Nijefurd
Reserve Flexpool
539.357
35.000
272.164
2.340.504
9.189
9.189
-
-
-
-
-
-
174.214
-
174.214
-
307.213
1.082.225
-
1.082.225
307.213
-
-
-
95.000
282.313
-
-
95.000
282.313
Totaal bestemmingsreserves
42.102.179
307.164
6.583.584
35.825.759
401
404
408
421
439
440
407.295
4.707.558
680.000
10.453.921
495.986
20.365
235.378
195.646
273.605
680.000
1.782.553
4.275.821
232.014
4.669.331
7.960.653
495.986
Voorziening wachtgelden voormalige wethouders
Voorziening pensioenen wethouders
Voorziening individueel loopbaanbudget
Voorziening particuliere woningverbetering Wymbrits
Voorziening riolering SWF
Voorziening af te rekenen met 9 gemeenten
Totaal voorzieningen
16.744.760
2.038.296
5.425.072
13.357.984
Totaalgeneraal
72.146.917
2.521.460
13.708.656
60.959.721
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
105
Dienstjaar 2016
Naam reserve of voorziening
Dienstjaar (2016)
Saldo aan het Vermeerd.
Vermind.
begin van het
(zoals
dienstjaar
beschikkingen
over en
bijdragen uit
reserve of
voorziening)
Saldo aan het
eind van het
dienstjaar
Algemene reserves
8
Algemene reserve
Totaal algemene reserves
11.775.978
230.000
200.000
11.805.978
11.775.978
230.000
200.000
11.805.978
Bestemmingsreserves
12
13
14
15
17
18
19
20
21
24
26
27
28
30
32
33
34
35
203
211
214
217
222
243
246
250
251
254
258
261
262
274
278
280
282
285
288
289
290
291
292
302
310
Ontwikkelingsfonds strategische
samenwerkingsagenda
Reserve Kernenfonds, onderdeel
projectengeld
Reserve incidentele inzet (PPN)
Reserve buurtsportcoaches
Reserve kapitaallasten
Reserve renovatie/nieuwbouw De Rolpeal
Reserve kapitaalgoederen
Reserve groot onderhoud sport/recreatie/dorpshuizen
Reserve huisvesting onderwijs
Reserve openbare verlichting
Reserve rehabilitatie pand Bouma
Reserve aanloopverliezen theater
Reserve herstructurering Noorderhoek
Reserve stedelijke vernieuwing (ISV)
Reserve baggeren
Reserve stads- en dorpsvernieuwing
Reserve NUP-gelden
Reserve Old Burger Weeshuis (OBW)
Reserve gemeentelijke bijdrageregeling monumenten
Wûnseradiel
Reserve plattelandsontwikkeling 2007-2013
Wûnseradiel
Reserve bijdragen aanleg en onderhoud
dorpshuizen/sportaccommodaties/speeltuinen
Wûnseradiel
Reserve extra uitkering BNG 2006
Wûnseradiel
Reserve diverse objecten Sneek
Reserve eigen aandeel gemeenteloket Bolsward
Reserve Arrivaterrein
Reserve verplaatsing oudheidkamer Bolsward
Reserve subsidieregeling gemeentelijke monumenten
Bolsward
Reserve speelvoorzieningen Bolsward
Reserve jongerenontmoetingsruimte Bolsward
Reserve duurzaam bouwen Fûgelkrite/Hartwerdervaart,
Bolsward
Reserve stimulilering lokale klimaatinitiatieven
Reserve vervolg Friese Merenproject Wymbrits
Reserve eenmalige middelen Wymbrits
Reserve stimulering behoud karakteristieke boerderijen
Wymbrits
Reserve MFC's/dorpshuizen Wymbrits
Reserve WMO Wymbrits
Reserve uit te voeren activiteiten Wymbrits
Reserve onderhoud bruggen Wymbrits
Reserve onderhoud kapitaalgoederen
Wymbrits
Reserve verbouw dorpshuis Elim
Reserve Tjottervloot Heeg
Reserve huisvesting onderwijs Nijefurd
Reserve projecten Nijefurd
Reserve Flexpool
Totaal bestemmingsreserves
401
404
408
421
439
440
Voorziening wachtgelden voormalige wethouders
Voorziening pensioenen wethouders
Voorziening individueel loopbaanbudget
Voorziening particuliere woningverbetering Wymbrits
Voorziening riolering SWF
Voorziening af te rekenen met 9 gemeenten
969.787
151.222
109.900
603.977
9.238.813
829.000
3.223.806
947.757
16.584.353
216.609
500.983
894
1.623.441
263.448
71.153
100.000
539.357
35.000
272.164
2.384.289
869.787
151.222
109.900
603.977
8.699.456
829.000
3.258.806
947.757
14.472.228
216.609
500.983
894
1.623.441
263.448
71.153
9.189
9.189
-
-
-
-
-
-
174.214
-
174.214
-
307.213
-
307.213
-
-
-
-
-
35.825.759
307.164
3.023.646
33.109.277
232.014
4.669.331
7.960.653
495.986
11.601
233.467
113.822
273.605
2.059.594
4.074.102
129.793
4.629.193
5.946.145
495.986
Totaal voorzieningen
13.357.984
2.304.662
4.461.529
11.201.117
Totaalgeneraal
60.959.721
2.841.826
7.685.175
56.116.372
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
106
Dienstjaar 2017
Naam reserve of voorziening
Dienstjaar (2017)
Saldo aan het Vermeerd.
Vermind.
begin van het
(zoals
dienstjaar
beschikkingen
over en
bijdragen uit
reserve of
voorziening)
Saldo aan het
eind van het
dienstjaar
Algemene reserves
8
Algemene reserve
Totaal algemene reserves
11.805.978
956.000
11.805.978
956.000
12.761.978
-
12.761.978
100.000
769.787
Bestemmingsreserves
12
13
14
15
17
18
19
20
21
24
26
27
28
30
32
33
34
35
203
211
214
217
222
243
246
250
251
254
258
261
262
274
278
280
282
285
288
289
290
291
292
302
310
Ontwikkelingsfonds strategische
samenwerkingsagenda
Reserve Kernenfonds, onderdeel
projectengeld
Reserve incidentele inzet (PPN)
Reserve buurtsportcoaches
Reserve kapitaallasten
Reserve renovatie/nieuwbouw De Rolpeal
Reserve kapitaalgoederen
Reserve groot onderhoud sport/recreatie/dorpshuizen
Reserve huisvesting onderwijs
Reserve openbare verlichting
Reserve rehabilitatie pand Bouma
Reserve aanloopverliezen theater
Reserve herstructurering Noorderhoek
Reserve stedelijke vernieuwing (ISV)
Reserve baggeren
Reserve stads- en dorpsvernieuwing
Reserve NUP-gelden
Reserve Old Burger Weeshuis (OBW)
Reserve gemeentelijke bijdrageregeling monumenten
Wûnseradiel
Reserve plattelandsontwikkeling 2007-2013
Wûnseradiel
Reserve bijdragen aanleg en onderhoud
dorpshuizen/sportaccommodaties/speeltuinen
Wûnseradiel
Reserve extra uitkering BNG 2006
Wûnseradiel
Reserve diverse objecten Sneek
Reserve eigen aandeel gemeenteloket Bolsward
Reserve Arrivaterrein
Reserve verplaatsing oudheidkamer Bolsward
Reserve subsidieregeling gemeentelijke monumenten
Bolsward
Reserve speelvoorzieningen Bolsward
Reserve jongerenontmoetingsruimte Bolsward
Reserve duurzaam bouwen Fûgelkrite/Hartwerdervaart,
Bolsward
Reserve stimulilering lokale klimaatinitiatieven
Reserve vervolg Friese Merenproject Wymbrits
Reserve eenmalige middelen Wymbrits
Reserve stimulering behoud karakteristieke boerderijen
Wymbrits
Reserve MFC's/dorpshuizen Wymbrits
Reserve WMO Wymbrits
Reserve uit te voeren activiteiten Wymbrits
Reserve onderhoud bruggen Wymbrits
Reserve onderhoud kapitaalgoederen
Wymbrits
Reserve verbouw dorpshuis Elim
Reserve Tjottervloot Heeg
Reserve huisvesting onderwijs Nijefurd
Reserve projecten Nijefurd
Reserve Flexpool
Totaal bestemmingsreserves
401
404
408
421
439
440
Voorziening wachtgelden voormalige wethouders
Voorziening pensioenen wethouders
Voorziening individueel loopbaanbudget
Voorziening particuliere woningverbetering Wymbrits
Voorziening riolering SWF
Voorziening af te rekenen met 9 gemeenten
869.787
151.222
109.900
603.977
8.699.456
829.000
3.258.806
947.757
14.472.228
216.609
500.983
894
1.623.441
263.448
71.153
509.357
35.000
272.164
2.177.301
151.222
109.900
603.977
8.190.099
829.000
3.293.806
947.757
12.567.091
216.609
500.983
894
1.623.441
263.448
71.153
9.189
9.189
-
-
-
-
-
-
174.214
-
174.214
-
307.213
-
307.213
-
-
-
-
-
33.109.277
307.164
2.786.658
30.629.783
129.793
4.629.193
5.946.145
495.986
6.490
231.460
36.376
270.455
2.156.618
2.224.067
99.907
4.590.198
5.878.696
495.986
Totaal voorzieningen
11.201.117
2.394.568
2.530.898
11.064.787
Totaalgeneraal
56.116.372
3.657.732
5.317.556
54.456.548
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
107
Dienstjaar 2018
Naam reserve of voorziening
Dienstjaar (2018)
Saldo aan het Vermeerd.
Vermind.
begin van het
(zoals
dienstjaar
beschikkingen
over en
bijdragen uit
reserve of
voorziening)
Saldo aan het
eind van het
dienstjaar
Algemene reserves
8
Algemene reserve
Totaal algemene reserves
12.761.978
210.500
12.761.978
210.500
12.972.478
-
12.972.478
Bestemmingsreserves
12
13
14
15
17
18
19
20
21
24
26
27
28
30
32
33
34
35
203
211
214
217
222
243
246
250
251
254
258
261
262
274
278
280
282
285
288
289
290
291
292
302
310
Ontwikkelingsfonds strategische
samenwerkingsagenda
Reserve Kernenfonds, onderdeel
projectengeld
Reserve incidentele inzet (PPN)
Reserve buurtsportcoaches
Reserve kapitaallasten
Reserve renovatie/nieuwbouw De Rolpeal
Reserve kapitaalgoederen
Reserve groot onderhoud sport/recreatie/dorpshuizen
Reserve huisvesting onderwijs
Reserve openbare verlichting
Reserve rehabilitatie pand Bouma
Reserve aanloopverliezen theater
Reserve herstructurering Noorderhoek
Reserve stedelijke vernieuwing (ISV)
Reserve baggeren
Reserve stads- en dorpsvernieuwing
Reserve NUP-gelden
Reserve Old Burger Weeshuis (OBW)
Reserve gemeentelijke bijdrageregeling monumenten
Wûnseradiel
Reserve plattelandsontwikkeling 2007-2013
Wûnseradiel
Reserve bijdragen aanleg en onderhoud
dorpshuizen/sportaccommodaties/speeltuinen
Wûnseradiel
Reserve extra uitkering BNG 2006
Wûnseradiel
Reserve diverse objecten Sneek
Reserve eigen aandeel gemeenteloket Bolsward
Reserve Arrivaterrein
Reserve verplaatsing oudheidkamer Bolsward
Reserve subsidieregeling gemeentelijke monumenten
Bolsward
Reserve speelvoorzieningen Bolsward
Reserve jongerenontmoetingsruimte Bolsward
Reserve duurzaam bouwen Fûgelkrite/Hartwerdervaart,
Bolsward
Reserve stimulilering lokale klimaatinitiatieven
Reserve vervolg Friese Merenproject Wymbrits
Reserve eenmalige middelen Wymbrits
Reserve stimulering behoud karakteristieke boerderijen
Wymbrits
Reserve MFC's/dorpshuizen Wymbrits
Reserve WMO Wymbrits
Reserve uit te voeren activiteiten Wymbrits
Reserve onderhoud bruggen Wymbrits
Reserve onderhoud kapitaalgoederen
Wymbrits
Reserve verbouw dorpshuis Elim
Reserve Tjottervloot Heeg
Reserve huisvesting onderwijs Nijefurd
Reserve projecten Nijefurd
Reserve Flexpool
Totaal bestemmingsreserves
401
404
408
421
439
440
Voorziening wachtgelden voormalige wethouders
Voorziening pensioenen wethouders
Voorziening individueel loopbaanbudget
Voorziening particuliere woningverbetering Wymbrits
Voorziening riolering SWF
Voorziening af te rekenen met 9 gemeenten
769.787
769.787
151.222
109.900
603.977
8.190.099
829.000
3.293.806
947.757
12.567.091
216.609
500.983
894
1.623.441
263.448
71.153
151.222
109.900
603.977
7.692.827
829.000
3.328.806
947.757
11.470.746
216.609
500.983
894
1.623.441
263.448
71.153
497.272
35.000
272.164
1.368.509
9.189
9.189
-
-
-
-
-
-
174.214
-
174.214
-
307.213
-
307.213
-
-
-
-
-
30.629.783
307.164
1.865.781
29.071.166
99.907
4.590.198
5.878.696
495.986
4.995
229.510
19.753
268.880
2.229.831
2.348.236
85.149
4.550.828
5.760.291
495.986
Totaal voorzieningen
11.064.787
2.464.336
2.636.869
10.892.254
Totaalgeneraal
54.456.548
2.982.000
4.502.650
52.935.898
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
108
Bijlage B – Investeringsprogramma
Bijlage
Meerjarenoverzicht investeringen
bedragen x € 1.000
nr. Programma
2015
jaren
Begroting 2015 tm. 2018
Investeringen
2016
kapitaallasten
Investeringen
2017
kapitaallasten
Investeringen
2018
kapitaallasten
Investeringen
kapitaallasten
2 Onderwijs en Jeugd
Investeringen in kader I.H.P. onderwijs
div
221
240
233
Meerjaren onderhoudsplan onderwijs
div
485
741
529
233
529
706
981
762
762
26
3 Sport, recreatie kunt en erfgoed
Renovatie sportvelden 2011 t/m 2014
15
240
26
26
26
Renovatie sportvelden 2015
15
60
4
6
6
6
Renovatie sportvelden 2016
15
4
6
6
Renovatie sportvelden 2017
15
Renovatie sportvelden 2018
15
Witmarsum - renovatie hoofdveld
15
60
60
6
4
6
60
4
48
60
55
11
87
55
6
355
35
60
42
6
10
576
78
37
84
86
Telemetrie 2014
5
50
12
12
12
Telemetrie 2015
5
90
18
22
22
22
Telemetrie 2016
5
12
14
14
Telemetrie 2017
5
Telemetrie 2018
5
vervolg Milieu en duurzaamheid
Aanbrengen verbeteringen t.l.v.
voorziening GRP
Investeringen ten laste van voorziening
GRP
1
60
6
6 Wegen, water en groen
Gladheidsbestrijding
7 Milieu en duurzaamheid
Gemeentelijk rioleringsplan 2013-2017
60
60
12
12
14
50
450
175
2.466
150
2.370
150
2.540
3.056
30
2.605
46
2.750
10
4.656
60
4.856
72
Woon- en leefomgeving
5.240.00 huisvuilwagens
8
754
112
241
155
164
5.240.02 Vrachtwagens
8
507
80
312
123
135
364
181
5.240.01 Veegmachines
5.240.03 Bestelauto's binnendienst
openbare werken
5.241.00 Greedschappen en
hulpmiddelen
6
594
86
209
148
157
49
163
1.772
301
250
329
3.627
579
1.012
755
1.320
290
Diversen
Vervangingsinvesteringen ICT 2014 en
2015
8
div
5
Vervangingsinvesteringen ICT
Vervangingsinvesteringen team ICT 2015
273
339
149
358
-
795
562
865
660
290
660
449
317
317
132
75
75
75
256
62
72
72
Vervangingsinvesteringen team ICT 2017
375
87
Vervangingsinvesteringen team ICT 2018
Totaal begroting 2015-2018
dekking via voorziening riolering (vGRP)
Totaal begroting 2015-2018
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
1.593
355
9.207
-2.916
6.291
916
586
1.784
4.630
-30
1.754
-2.545
2.085
109
317
660
65
Vervangingsinvesteringen team ICT 2016
164
102
2.103
452
2.763
1.467
1.035
841
2.494
3.845
2.592
8.252
3.307
-46
2.448
-2.690
1.155
-60
2.532
-4.806
3.446
-72
3.235
Bijlage C – Overzicht subsidieontvangers
Een bestuursorgaan mag alleen subsidie verstrekken op grond van een wettelijk voorschrift (lees:
verordening c.q. nadere regels) dat regelt voor welke activiteiten subsidieverstrekking mogelijk is.
Een uitzondering hierop vormen subsidieontvangers die met naam en (maximum) bedrag in de
begroting staan vermeldt (artikel 4:23 lid 3c Algemene wet bestuursrecht). We geven hier een
overzicht van deze subsidieontvangers.
Onderdeel
Naam organisatie
maximaal
bedrag 2015
€
0. Leefbaarheid, sociale samenhang en maatschappelijke ondersteuning
St. Timpaan Sneek t.b.v. opbouwwerk en ondersteunende inzet
MFC’s, dorpshuizen en
wijkgebouwen
St. Ons Gebouw Bolsward
MFC It Heechhûs Heeg
MFC De Mande Nijland
MFC It Harspit Oppenhuizen
MFC It Joo Oudega
MFC De Gearhing Parrega
MFC Maggenheim, Makkum
MFC De Driuwpôlle Woudsend
Wijkplatform Sperkhem-Tuindorp Sneek
Wijkplatform Noorderhoek Sneek
Wijkplatform Lemmerweg Oost Sneek
Wijkplatform Lemmerweg West Sneek
182.820
49.999
24.500
47.647
45.378
25.300
9.050
81.000
27.400
9.961
9.961
9.961
9.961
Informatie, advies &
cliëntondersteuning
St. Timpaan t.b.v. de Papierwinkel
Tûmba, antidiscriminatiebureau Leeuwarden
Belangenbeh. Uitkeringsgerechtigden en Gehandicapten Sneek
MEE Friesland, cliëntondersteuning
27.391
33.397
5.716
819.403
Vrijwillige inzet,
mantelzorg
St. Timpaan t.b.v. vrijwillige inzet & mantelzorg
St. Timpaan t.b.v. vrijwilligersbegeleiding
St. Vrijwillige Palliatieve Terminale Zorg ZWF (VPTZ)
Humanitas ZWF te Bolsward
St. Solidair Friesland t.b.v. proj. Support Fryslân, Maatjesproject
St. Present Sneek
123.771
33.649
8.531
6.132
13.500
8.000
Gezondheid
Verslavingszorg Noord Nederland, DGSG VO
Ouderenwerk
St. Timpaan t.b.v. Ouderenwerk
St. Ouderenwerk Bolsward
Woningcorporatie Elkien Heerenveen t.b.v. wooncentra
St. Vrienden van de Janke Tromphoeve Warns
Zorggroep. Plantein Joure t.b.v. dienstencentr Nij Claerbergen
Koudum
Zorggroep Tellens t.b.v. dienstencentrum Waldrikhiem Workum
Zorggroep Tellens t.b.v. dagbesteding ouderen
3.574
n.t.b.
72.900
28.959
32.197
34.825
37.209
n.t.b.
Gehandicaptenzorg
St. Vormingswerk Sneek e.o.
St. Truck Toer Bolsward
St. Speel-o-theek Sneek
1.500
517
2.000
Openbare Geestelijke
Gezondheidszorg
St. Timpaan t.b.v. Sociaal Team
n.t.b.
Fier Fryslân t.b.v. steunp. huiselijk geweld (via gem. L'warden)
Huiselijk Geweld &
Maatschappelijke Opvang St. Limor
n.t.b.
n.t.b.
Maatschappelijk Werk
n.t.b.
St. Timpaan t.b.v. Algemeen Maatschappelijk Werk, Sneek
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
110
Stichting Aanzet
St. Slachtofferhulp
Verslavingszorg
n.t.b.
16.950
Verslavingszorg Noord Nederland. o.a. inloopvoorz. Pand 6 Sneek
1. Werk, participatie en inkomen
Vluchtelingenwerk Noord-Nederland
St. Leergeld Sneek e.o.
St. Urgente Noden (SUN) Leeuwarden
St. MOS / Wereldwinkel Sneek, inleenvergoeding
Galerie BAS Sneek, inleenvergoeding
n.t.b.
108.363
55.000
15.000
4.602
4.677
2. Jeugd en onderwijs
St.
St.
St.
St.
St.
St.
Fultura Sneek
Timpaan t.b.v.
Timpaan t.b.v.
Timpaan t.b.v.
Timpaan t.b.v.
Timpaan t.b.v.
jeugd- en jongerenwerk
preventieve opvoedingsondersteuning
naschoolse onderwijsactiviteiten, Sneek
schoolmaatschappelijk werk, basisscholen
schoolmaatsch. werk, voortgezet onderwijs
3. Sport, kunst en cultuur
Sport
St. Friese Elfsteden wandeltochten
Frysas, Heerenveen
Topsport Noord
SEOSS Sneek
St. KWS Sneek, organisatie Sneekweek
Optisport t.b.v. zwembad Vitaloo, Bolsward
Optisport t.b.v. zwembad It Rak, Sneek
Waterpark Mounewetter, Witmarsum
Kunst en cultuur
Cultureel Kwartier te Sneek, waaronder:
a. Centrum v/d Kunsten (Atrium)
b. Centrum v/d Kunsten (Atrium), expressie gehandicapten
c. Centrum v/d Kunsten (Atrium), cultuurnetwerk
d. Theater & Poppodium
St. Lokale Media-instelling Súdwest-Fryslân
St. Mar en Fean (vh. Biblioth. SWF), Bolsward
St. Mar en Fean (vh. Biblioth. SWF), Bolsward t.b.v. strandbibl.
Federatie Muziek en Zangverenigingen SWF
St. Vrienden van Advendo korpsen, Sneek
30.000
n.t.b.
n.t.b.
n.t.b.
n.t.b.
n.t.b.
3.000
20.000
10.000
266.571
3.676
248.003
870.003
114.818
1.507.079
808
28.892
1.275.945
50.700
1.786.706
5.000
6.635
15.000
Culturele
concerten/evenementen
St. Sneeker Zakenlieden Sneek, Út Sneek
St. Fryske Harlekijn, passieconcert Workum
St. Nijefurd concerten
St. Zeilvaartcollege Workum
Oratoriumvereniging Bolsward, passie- en najaarsconcert
St. Internationaal Shantyfestival, Workum
Theatergroep SULT
Internationaal folkloristisch dansfestival, Bolsward
Oranjecomité koningdag, Bolsward
Activiteitencommissie De Swel, Koudum
Ondernemersvereniging Woudsend, Friese Sleepbootdagen
3.000
1.800
2.700
2.250
425
697
1.673
5.000
2.150
4.851
1.000
Culturele commissies
St. B.O.O.G., Bolsward
Stifting de Súdwester Koudum
Stichting cultureel nut Workum (incl. activiteiten vml. gemeente
Wymbrits)
Kulturele Kommissie Hielpen
Stifting kulturele kommisje De Spylder, Warns
Activiteitencommissie Stavoren
Stichting Brij-Blues Workum
Nut Departement Makkum e.o.
Stichting Koepelconcerten Witmarsum
7.740
6.464
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
111
11.464
2.954
2.954
2.954
1.115
1.500
500
Gerben Rypma Stifting
500
Cultuur overige
Draaiorgel Omke Romke, Bolsward
St. Literaire Activiteiten Sneek (LAS)
Ald Faers Erf Route (museale route vml. Wûnseradiel)
Stichting Ald Molkwar, bakkerswinkeltje
Toankamer 't Ponthuis
Musea
Fries Scheepvaart Museum Sneek
St. Bolswards Historie beheer Oudheidskamer
Gysbert Japicxstichting Bolsward
Museum Kerkelijke Kunst Workum
Titus Brandsma Museum
Aldheidkundige Feriening Warkums Erfskip
Hidde Nijland Museum Hindeloopen
Nationaal Modelspoormuseum Sneek
1.113
800
25.761,00
2.605,00
2.438,00
324.453
3.071
5.564
2.605
2.605
5.202
71.370
32.734
4. Veiligheid, orde, handhaving en toezicht
N.v.t.
5. Ruimte, wonen, economische verscheidenheid, sleutelsectoren en gastheerschap
Recreatie en toerisme
Vereniging Toeristen Promotie SWF
Friese taal en –cultuur
Afûk, Leeuwarden
Bibliotheekservice Fryslân t.b.v. Tomke Project, Leeuwarden
Stifting It Fryske Boek (Kommisje Sprutsen boek), Leeuwarden
72.000
13.000
3.900
200
6. Wegen, water en groen
N.v.t.
7. Milieuzorg, energie en duurzame groei
Informatiecentrum Mar en Klif, Oudemirdum
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
112
38.000
Bijlage D – Berekening EMU-saldo
We geven hier de berekening van het EMU-saldo. Meer informatie over het saldo vindt u in Hoofdstuk 3, Paragraaf 4 “Financiering”.
Omschrijving
2014
x € 1000,-
2015
x € 1000,-
2016
x € 1000,-
Volgens realisatie
tot en met sept.
2014, aangevuld
met raming
resterende periode
Volgens begroting
2015
Volgens
meerjarenraming
in begroting 2015
1
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves
(zie BBV, artikel 17c)
-1.862
-2.896
-2.586
2
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
13.095
12.528
11.983
3
Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de
exploitatie
1.951
2.010
2.287
4
Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden
geactiveerd
12.807
8.600
3.400
5
Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en
overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in
mindering zijn gebracht bij post 4
6
Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa:
Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen
verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantwoord
7
Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d.
(alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan)
4.220
9.800
6.570
8
Baten bouwgrondexploitatie:
Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord
2.805
6.290
6.300
9
Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties
met derden betreffen
10
Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1
genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de
reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die
nog niet vallen onder één van bovenstaande posten
11
a
b
Verkoop van effecten:
Gaat u effecten verkopen? (ja/nee)
Zo ja wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie?
Berekend EMU-saldo
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
ja
nee
-1.038
113
ja
nee
-468
ja
nee
8.014
Bijlage E – Meerjarenoverzicht Algemene Uitkering 2015-2018
Onderdeel A - Inkomstenmaatstaven
Maatstaf
2015
2016
2017
2018
2019
1c Waarde niet-woningen
eigenaren
-2.295.104,00
-2.316.160,00
-2.363.536,00
-2.386.697,60
-2.410.912,00
1f Waarde niet-woningen
gebruikers (onder aftrek
amendement De Pater)
-1.687.161,70
-1.704.143,70
-1.742.353,20
-1.761.033,40
-1.780.562,70
1a Waarde woningen
eigenaren
-6.147.160,00
-6.201.640,00
-6.265.200,00
-6.319.680,00
-6.383.240,00
Subtotaal
-10.129.425,70
-10.221.943,70
-10.371.089,20
-10.467.411,00
-10.574.714,70
Onderdeel B - Uitgavenmaatstaven waarop de uitkeringsfactor van toepassing is
Maatstaf
1e OZB waarde nietwoningen
2015
521.193,75
10a WWB schaalnadeel
2016
526.680,00
2017
532.415,63
2018
537.901,88
2019
543.637,50
96.596,61
96.964,62
97.313,03
97.650,25
97.931,03
10b WWB schaalvoordeel
2.962.538,84
2.973.801,24
2.984.464,16
2.994.783,36
3.003.376,04
8 Bijstandsontvangers
3.677.694,30
3.722.852,00
3.764.082,00
3.787.843,50
3.793.637,40
325.877,76
325.877,76
325.877,76
325.877,76
325.877,76
3.353.903,64
3.350.211,54
3.340.981,29
3.340.981,29
3.340.981,29
3a Eén-ouder-huishoudens
3b Huishoudens
2 Inwoners
11.976.111,63
12.308.336,37
12.272.078,34
12.266.175,87
12.266.175,87
4 Inwoners: jongeren < 20
jaar
3.984.792,20
3.984.792,20
3.984.792,20
3.984.792,20
3.984.792,20
5 Inwoners: ouderen > 64
jaar
1.360.229,40
1.350.242,40
1.325.274,90
1.325.274,90
1.325.274,90
137.487,06
136.417,32
133.717,50
133.717,50
133.717,50
7 Lage inkomens
1.060.035,73
1.062.242,35
1.064.448,97
1.066.655,59
1.068.617,03
7a Lage inkomens (drempel)
2.743.409,97
2.744.235,95
2.736.884,73
2.740.436,44
2.741.840,61
12 Minderheden
301.445,20
301.445,20
301.445,20
301.445,20
301.445,20
11 Uitkeringsontvangers
612.057,60
609.884,10
603.798,30
604.233,00
604.667,70
13 Klantenpotentieel lokaal
3.389.760,00
3.389.760,00
3.389.760,00
3.389.760,00
3.389.760,00
14 Klantenpotentieel
regionaal
1.198.152,00
1.198.891,60
1.199.631,20
1.200.370,80
1.201.110,40
15e Leerlingen VO
5a Inwoners: ouderen > 74
en < 85 jaar
1.764.650,00
1.803.399,28
1.803.399,28
1.803.399,28
1.803.399,28
15d Leerlingen (V)SO
462.880,06
462.880,06
462.880,06
462.880,06
462.880,06
38 Bedrijfsvestigingen
505.067,29
505.067,29
505.067,29
505.067,29
505.067,29
30 Historische woningen in
bewoonde kernen
535.875,00
535.875,00
535.875,00
535.875,00
535.875,00
29 Historische woningen in
bewoonde oorden 1930
210.874,62
210.874,62
210.874,62
210.874,62
210.874,62
27a Oppervlak historische
kernen basisbedrag
251.713,60
251.713,60
251.713,60
251.713,60
251.713,60
28 Historische waterweg
376.845,00
376.845,00
376.845,00
376.845,00
376.845,00
31a ISV (a)
stadsvernieuwing
90.911,97
90.911,97
90.911,97
90.911,97
90.911,97
31b ISV (b) herstructurering
35.584,58
35.584,58
35.584,58
35.584,58
35.584,58
36 Meerkernigheid
438.009,66
438.009,66
438.009,66
438.009,66
438.009,66
37 Meerkernigheid *
bodemfactor buitengebied
849.047,22
849.047,22
849.047,22
849.047,22
849.047,22
36a Kernen met 500 of meer
adressen
355.441,19
355.441,19
355.441,19
355.441,19
355.441,19
34 Oeverlengte *
bodemfactor gemeente
212.161,95
212.161,95
212.161,95
212.161,95
212.161,95
35a Oeverlengte *
bodemfactor gemeente *
dichtheidsfactor
178.595,97
178.595,97
178.595,97
178.595,97
178.595,97
2.516.059,09
2.515.082,48
2.512.803,74
2.512.803,74
2.512.803,74
406.123,91
406.123,91
406.123,91
406.123,91
406.123,91
32
Omgevingsadressendichtheid
23 Oppervlakte bebouwing
buitengebied * bodemfactor
buitengebied
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
114
22 Oppervlakte bebouwing
woonkernen * bodemfactor
woonkernen
1.614.475,70
1.614.475,70
1.614.475,70
1.614.475,70
1.614.475,70
21 Oppervlakte bebouwing
439.160,40
439.160,40
439.160,40
439.160,40
439.160,40
19 Oppervlakte binnenwater
198.362,24
198.768,72
199.784,92
201.969,75
201.969,75
20 Oppervlakte buitenwater
232.100,00
232.100,00
232.100,00
232.100,00
232.100,00
16 Oppervlakte land
1.747.192,14
1.747.192,14
1.747.192,14
1.747.192,14
1.747.192,14
18 Oppervlakte land *
bodemfactor gemeente
1.249.351,75
1.253.179,71
1.262.749,62
1.283.324,93
1.283.324,93
24 Woonruimten
2.217.556,40
2.217.556,40
2.217.556,40
2.217.556,40
2.217.556,40
25 Woonruimten *
bodemfactor woonkernen
2.135.732,77
2.135.732,77
2.135.732,77
2.135.732,77
2.135.732,77
280.127,82
280.127,82
280.127,82
280.127,82
280.127,82
39 Vast bedrag
Subtotaal
57.005.186,02
57.428.542,10
57.411.180,01
57.474.874,48
57.499.817,37
Onderdeel C - Uitkeringsfactor (uf)
Jaren
2015
Uitkeringsfactor
Subtotaal (B x C (=uf))
1,4310
81.574.421,19
2016
1,4170
81.376.244,16
2017
2018
1,4030
80.547.885,55
2019
1,3810
79.372.801,66
1,3590
78.142.251,81
Onderdeel D - Uitgavenmaatstaven waarop de uitkeringsfactor niet van toepassing is
Maatstaf
2015
45 Herindeling
61 Suppletieregeling OZB
Subtotaal
2017
2018
2019
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
186.433,00
149.146,00
111.860,00
74.573,00
37.287,00
87.640,00
77.377,64
73.003,59
n.v.t.
n.v.t.
428.665,73
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
55 WUW-middelen
Gemeentefonds (IU)
56 Suppletie-regeling groot
onderhoud verdeelstelsel
2016
702.738,73
226.523,64
184.863,59
74.573,00
37.287,00
Onderdeel E - Integratie- en decentralisatieuitkeringen waarop de uitkeringsfactor niet van toepassing is
Maatstaf
119 Centra voor jeugd en
gezin (DU)
2015
2016
2017
2018
2019
1.845.848,00
1.845.848,00
1.845.848,00
1.845.848,00
1.845.848,00
71 Impuls Brede scholen
combinatiefuncties (DU)
313.080,00
313.080,00
313.080,00
313.080,00
313.080,00
113 Peuterspeelzaalwerk
(DU)
278.207,00
278.207,00
278.207,00
278.207,00
278.207,00
170 Decentralisatie
provinciale taken
vergunningverlening,
toezicht en handhaving (DU)
283.658,00
283.658,00
283.658,00
325.012,00
325.012,00
6.761.124,00
6.761.124,00
6.761.124,00
6.761.124,00
6.761.124,00
62 Wet maatschappelijke
ondersteuning (IU)
103 Gezond in de stad (DU)
Subtotaal
71.000,00
9.552.917,00
71.000,00
71.000,00
0,00
0,00
9.552.917,00
9.552.917,00
9.523.271,00
9.523.271,00
2016
2017
2018
2019
Onderdeel F - Deelfonds sociaal domein
Maatstaf
2015
172 decentralisatie AWBZ
naar WMO (IU)
14.812.374,72
15.519.829,98
15.088.659,03
15.046.797,77
15.042.611,64
173 decentralisatie
jeugdzorg (IU)
18.159.792,93
17.901.574,57
17.295.935,15
17.403.917,37
17.403.917,37
32.972.167,66
33.421.404,56
32.384.594,18
32.450.715,14
32.446.529,02
2016
2017
2018
2019
Subtotaal
Onderdeel G - Aanvullingen van de gebruiker
Aanvullingen v/d
gebruiker
Totaal
2015
114.672.818,88 114.355.145,66 112.299.171,12 110.953.949,80 109.574.624,12
Begroting 2015 – Versie 25 september 2014
115