Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2018 September 2014 Colofon Gemeente Súdwest-Fryslân Postbus 10.000 8600 HA Sneek (0515) 48 90 00 www.sudwestfryslan.nl Status: concept-definitief Versie: 25 september 2014 Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 2 Leeswijzer Programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2016-2018 De gemeenteraad geeft ieder jaar voor alle taken en activiteiten in een begroting aan welke financiële middelen hiervoor beschikbaar zijn (baten) en hoe we deze middelen inzetten (lasten). De begroting bestaat uit een aantal onderdelen: 1. Bestuurlijke hoofdlijnen We brengen de beleidsmatige keuzes in beeld samen met de financiële hoofdlijnen. We leggen een relatie met de ambities uit het Coalitieakkoord. De wijzigingen ten opzichte van de Perspectiefnota (gemeenteraad, juli 2014) lichten we toe. Zo is op hoofdlijnen een presentatie van lasten en baten mogelijk in meerjarenperspectief. Enkele onderdelen krijgen specifieke aandacht zoals de aanpak rond de besparingen, de indicatoren en de doorontwikkeling van de planning- en controlcyclus. 2. Programma’s We vermelden per programma de gewenste maatschappelijke effecten, ontwikkelingen en beleidskaders. Ieder programma is onderverdeeld in een aantal beleidsvelden (bestuurlijke producten). Hier geven we aan hoe we de gewenste maatschappelijke effecten gaan realiseren en wat dit kost. Het onderdeel programma’s is een verplicht onderdeel van de begroting (artikel 7 BBV). 3. Paragrafen We geven in enkele paragrafen voor enkele specifieke onderdelen een toelichting. Het gaat hier om lokale heffingen, weerstandsvermogen/risicobeheersing, onderhoud kapitaalgoederen, financiering, bedrijfsvoering, verbonden partijen en grondbeleid. Het zijn verplichte onderdelen van de begroting (artikel 9, lid 2 BBV). 4. Aanzet nieuwe opzet Sociaal Domein Met ingang van 2015 krijgen de gemeenten er extra taken bij als gevolg van de transitie/transformatie binnen het Sociaal Domein (Zorg, Werk, Jeugd en Passend Onderwijs). Het vraagt om een nieuwe opzet binnen de begroting. We vermelden de te hanteren aanpak. 5. Aanvullende toelichting financiële begroting We lichten de financiële begroting aanvullend toe met een nadere algemene en financiële uitleg. 6. Bijlagen In enkele bijlagen hebben we overzichten opgenomen van onder meer de reserves en voorzieningen, het investeringsprogramma, de subsidieontvangers en het EMU-saldo. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 3 Inhoudsopgave 1. Bestuurlijke hoofdlijnen ........................................................................................5 1.1. Inleiding .......................................................................................................5 1.2. Nieuwe bestuursperiode en Coalitieakkoord ............................................................6 1.3. Begroting op hoofdlijnen ...................................................................................7 1.3.1. Lasten en baten per programma ........................................................................7 1.3.2. Van Perspectiefnota naar Programmabegroting met meerjarenraming .........................9 1.4. Aanpak Sociaal Domein ................................................................................... 13 1.5. Besparingen ................................................................................................. 13 1.6. Indicatoren en doorontwikkeling planning- en controlcyclus ...................................... 14 2. Programma’s ................................................................................................... 17 2.1. Vooraf ......................................................................................................... 17 2.2. Programma’s 0-9 ............................................................................................ 18 Programma Programma Programma Programma Programma Programma Programma Programma Programma Programma 3. 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Leefbaarheid, sociale samenhang en maatschappelijke ondersteuning .............. 19 Werk, participatie en inkomen .............................................................. 23 Jeugd en onderwijs ............................................................................ 27 Sport, kunst en cultuur ........................................................................ 31 Veiligheid, orde, handhaving en toezicht .................................................. 35 Ruimte, wonen, economische verscheidenheid, sleutelsectoren, gastheerschap .. 37 Wegen, water en groen (incl. parkeren) ................................................... 42 Milieuzorg, energie en duurzame groei .................................................... 46 Dienstverlening, bestuur en burgerzaken .................................................. 48 Algemene dekkingsmiddelen ................................................................. 52 Paragrafen ...................................................................................................... 56 3.1. Vooraf ......................................................................................................... 56 3.2. Paragrafen 1-7 ............................................................................................... 56 Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf 4. 1 2 3 4 5 6 7 Lokale heffingen ................................................................................... 57 Weerstandsvermogen en risicobeheersing .................................................... 61 Onderhoud kapitaalgoederen ................................................................... 66 Financiering ........................................................................................ 70 Bedrijfsvoering ..................................................................................... 77 Verbonden partijen ............................................................................... 79 Grondbeleid ........................................................................................ 84 Aanzet nieuwe opzet Sociaal Domein ...................................................................... 88 4.1. Algemeen ..................................................................................................... 88 4.2. Beleidsmatige aanpak van de verzilveringsstrategie ................................................. 88 4.3. Financiële aanpak op hoofdlijnen........................................................................ 90 4.4. Acties om verzilvering te realiseren ..................................................................... 93 4.5. Risico-inschatting ........................................................................................... 94 4.6. Aanpak en planning ......................................................................................... 94 5. Aanvullende toelichting financiële begroting ............................................................ 97 5.1. Algemene toelichting ...................................................................................... 97 5.2. Specifieke financiële toelichting ......................................................................... 98 6. Bijlagen ......................................................................................................... 102 Bijlage A – Overzicht reserves en voorzieningen ........................................................... 103 Bijlage B – Investeringsprogramma ........................................................................... 109 Bijlage C – Overzicht subsidieontvangers .................................................................... 110 Bijlage D – Berekening EMU-saldo............................................................................. 113 Bijlage E – Meerjarenoverzicht Algemene Uitkering 2015-2018 ......................................... 114 Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 4 1. Bestuurlijke hoofdlijnen 1.1. Inleiding In mei 2014 is een nieuw college aangetreden en is het Coalitieakkoord 2014-2018 ‘Samen Krachtig’ gepresenteerd aan de gemeenteraad. Er zijn nieuwe ambities die gestalte krijgen in samenhang met eerdere beleidskeuzes. Hiervoor is in de Perspectiefnota (gemeenteraad, juli 2015) al voor een deel extra financiële ruimte gereserveerd. De Programmabegroting geeft in samenhang zicht op de financiële huishouding voor de periode 2015-2018. We hebben in het Coalitieakkoord een scherpe financiële koers aangekondigd. Nieuwe ambities op economisch en sociaal vlak geven de gemeente nieuwe impulsen. Het is goed om te zien dat dit voor 2015 kan gebeuren met een begroting die sluitend is, ook in meerjarenperspectief. Er zijn ook ambities die we nog niet kunnen invullen. Daarom blijft het nodig om binnen de krappe financiële mogelijkheden nieuwe wegen te vinden om extra financiële armslag te krijgen. Het opstellen van de begroting gebeurt tegen de achtergrond van een zich langzaam herstellende economie. Maar er staat ook een ingrijpende transitie/transformatie binnen het Sociaal Domein op stapel. Ook ontwikkelingen rond de grondexploitaties blijven onzeker. Besparingen, zoals we die eerder hebben aangekondigd, blijven nodig om in meerjarenperspectief in financiële zin op koers te blijven. De keuzes in de begroting leiden, met inachtneming van de reguliere inflatiecorrectie, nagenoeg niet tot een verhoging van de lastendruk voor de inwoners. In het Coalitieakkoord is afgesproken om het economisch herstel ook in financiële zin te ondersteunen. Door bijvoorbeeld te investeren in een economisch actieprogramma, een woonaanvalsplan en de zorgeconomie. Ook op het sociale terrein kiest het college voor een krachtige aanpak. Alleen zo kan de transitie/transformatie op een goede manier gestalte krijgen. Het gebeurt met een sociaal ontwikkelfonds en het investeren in vrijwilligersbeleid. Daarnaast werken we binnen een nieuwe opzet met een verzilveringsaanpak. De aanpak is erop gericht om financiële tegenvallers binnen de transitie/transformatie van het Sociaal Domein op te vangen. Ondanks meerdere inspanningen blijven de verkopen binnen de diverse grondexploitaties achter bij de verwachtingen. Het brengt risico’s met zich mee. Bij enkele projecten zijn afwaarderingen aan de orde. De ingreep die dit begin 2015 bij het opstellen de Jaarrekening 2014 vraagt is nog onzeker. Een eventuele afboeking van € 1,5 à 3 miljoen is denkbaar. Het vraagt om een scherpe monitoring van de financiële gang van zaken in 2014 en het hieraan gekoppelde rekeningresultaat 2014. Daarom stellen we voor om voorlopig behoedzaam om te gaan met de eerder beoogde eenmalige inzet van het Ontwikkelfonds van € 1 miljoen. Met de gekozen route hoeven we ten opzichte van eerdere keuzes niet extra te besparen. Wel vragen al eerder gemaakte keuzes voor besparingen de komende periode zowel intern als extern de aandacht. Het gaat dan om eerdere taakstellingen binnen het Sociaal Domein die vanuit het Rijk zijn opgelegd, maar ook om interne besparingen op personeel en inkoop. Voor een deel van de besparingen geldt dat we de opgaaf in dialoog met de samenleving gaan oppakken. De wijze waarop we dat gaan vormgegeven is toegelicht aan de raad (september 2014). De begroting is opgesteld in de periode tot en met medio september 2014 voordat de Septembercirculaire 2014 beschikbaar kwam. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 5 1.2. Nieuwe bestuursperiode en Coalitieakkoord Bij de start van de nieuwe bestuursperiode hebben we in de Perspectiefnota 2015-2018 (juli 2014) een relatie gelegd tussen de nieuwe ambities uit het Coalitieakkoord en de financiële reikwijdte. We gaan uit van de kracht van Súdwest-Fryslân en de kracht van omgevingsbewust denken. We willen ook een ontwikkelgemeente zijn. Daarnaast ligt de nadruk op ‘samen’. Samen ontwikkelen, maar ook samen bezuinigen. Samen besturen, maar ook samen organiseren. De ambities die hieruit voortvloeien dalen neer in vier thema’s: economisch vitaal, sociaal vitaal, financieel vitaal en vitale clusters. Aanvullend pakken we rond het thema ‘samen’ diverse externe en interne zaken op. In de Perspectiefnota is besloten om een deel van de ambities al mee te nemen in de Programmabegroting 2015. Zowel voor ‘sociaal vitaal’ als ‘economisch vitaal’ is een jaarlijkse inzet van middelen mogelijk (structurele inzet): Nieuwe inzet Coalitieakkoord (structureel) 2015 2016 2017 2018 € € € € a. Sociaal Ontwikkelfonds (deel structureel) 200.000 200.000 200.000 b.. Economisch Actieprogramma 250.000 250.000 250.000 250.000 450.000 450.000 450.000 450.000 Totaal 200.000 Ook incidenteel (eenmalig) is er geld beschikbaar om zaken op te pakken en aan te jagen: Inzet nieuwe ambities a. b. periode Sociaal vitaal > Invoeringsbudget Transitie/Transformatie Sociaal Domein > Sociaal Ontwikkelfonds (deel incidenteel) > Aanjaaggeld: > Vrijwilligersbeleid Subtotaal Economisch vitaal > Mensen aan het werk > Social Impact Bonds > Ontwikkelfonds > Aanjaaggeld: > Revolving fonds startende/ innovatieve bedrijven > Woonaanvalsplan > Zorgeconomie Subtotaal Totaal beschikbaar € 2014 2015 500.000 600.000 2015 100.000 1.200.000 2015 2015 2015 150.000 100.000 1.000.000 2015 2015 2015 100.000 50.000 100.000 1.500.000 2.700.000 Verder is gerelateerd aan “Financieel vitaal” de structurele aanpak van de kapitaalgoederen beter ingeregeld, onder andere met een incidentele extra voeding van de bestemmingsreserve (€ 2 miljoen). Ook is de invoering van Precariobelasting voor kabels en leidingen aan de orde. We verwachten hier vooralsnog een structureel (jaarlijks) voordeel van € 500.000. Resterende opbrengsten storten we eerst, voorzichtigheidshalve, in een bestemmingsreserve. De doorwerking van de nu al ingevulde ambities binnen de diverse programma’s komen in Hoofdstuk 2 in beeld. De wenselijk geachte aanvullende aanpak rond de ambities vanuit het coalitieakkoord komen in het voorjaar van 2015 aan de orde. De ambitie om als ontwikkelgemeente zaken tot stand te brengen blijft onverminderd in beeld. Bij het opstellen van de Perspectiefnota zullen, afgestemd op de dan actuele financiële ruimte, verdere mogelijkheden in beeld komen. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 6 1.3. Begroting op hoofdlijnen 1.3.1. Lasten en baten per programma Lasten De totale lasten van de begroting 2015 komen uit op bijna € 225 miljoen. Verdeeld per programma ontstaat het volgende beeld (bedragen x € miljoen): Het grootste aandeel in de lasten verantwoorden we in programma 1 Werk, participatie en inkomen. Het gaat hier om 25,7% van het totaal. Baten De totale baten van de begroting 2015 komen uit op bijna € 225 miljoen. Verdeeld per programma ontstaat het volgende beeld (bedragen x € miljoen): Het overzicht laat zien dat het grootste deel van de baten valt binnen programma 9 Algemene dekkingsmiddelen. De algemene uitkering en de opbrengst van de belastingen verantwoorden we namelijk op dat programma. Een ander belangrijk deel van de baten is opgenomen in programma 1 Werk, participatie en inkomen. Binnen dit programma verantwoorden we doeluitkeringen voor werk, participatie en inkomen. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 7 Resultaat en bestemming Programma’s 0. Lasten Baten (bedragen x € 1.000,-) Nadelig Voordelig saldo saldo 31.034.626 1.394.135 29.640.491 1. Leefbaarheid, sociale samenhang en maatschappelijke ondersteuning Werk, participatie en inkomen 57.828.604 46.305.706 11.522.898 2. Jeugd en onderwijs 35.170.017 944.845 34.225.172 3. Sport, kunst en cultuur 13.751.502 1.374.769 12.376.733 4. Veiligheid, orde, handhaving en toezicht Ruimte, wonen, economische verscheidenheid, sleutelsectoren en gastheerschap Wegen, water en groen (incl. parkeren) Milieuzorg, energie en duurzame groei 5.712.255 22.500 5.689.755 13.641.171 8.036.371 5.604.800 26.603.558 3.572.557 23.031.001 17.680.495 17.786.914 23.517.660 1.305.893 22.211.767 -458.211 140.841.294 -141.299.505 224.481.677 221.584.984 3.003.112 3.379.861 -3.072.697 5. 6. 7. 8. 9. Dienstverlening, bestuur en burgerzaken Algemene dekkingsmiddelen Totaal Programma’s 106.419 Voordelig saldo voor bestemming Mutaties in reserve 106.419 -2.896.693 307.164 Voordelig saldo – subtotaal Storting in Algemene reserve 176.004 -176.004 Saldo na bestemming 0 Waar hebben de mutaties in de reserves (grotendeels) mee te maken? • Een mutatie in de reserves huisvesting onderwijs: € 2,1 miljoen. • Bijdragen uit de reserve kapitaallasten: ruim € 0,5 miljoen (als dekking voor de betreffende kapitaallasten). • Een bijdrage uit de Algemene reserve: € 0,5 miljoen (als dekking van niet gehaalde inkomsten toeristenbelasting en bouwleges, zoals vermeld in de Perspectiefnota 2015-2018). Baten naar de bron Kijken we voor de verdeling van de baten naar de ‘bron’ dan is de impact van de algemene uitkering uit het gemeentefonds het grootst (ongeveer 51%). Daarnaast zijn de baten uit de doeluitkering “Gebundelde uitkering voor inkomensvoorzieningen” belangrijk voor de financiële positie. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 8 1.3.2. Van Perspectiefnota naar Programmabegroting met meerjarenraming Vooraf De begroting 2015 is gebaseerd op de keuzes in de Perspectiefnota 2015-2018. Ook relevante lijnen uit de begroting 2014 trekken we door en we hanteren de uitgangspunten in de Conjunctuurnota 2015 (gemeenteraad, januari 2014). Doorwerking Perspectiefnota in de Programmabegroting Het is gebruikelijk om in de Perspectiefnota de zwaarwegende financiële beleidskeuzes vast te leggen. De begroting bevat vervolgens de meer gedetailleerdere uitwerking van deze keuzes. Nieuwe beleidskeuzes komen dan bij voorkeur bij de volgende Perspectiefnota in beeld. Wel is het gewenst om voorafgaand aan de vaststelling van de begroting nog een scan op hoofdlijnen uit te voeren met betrekking tot de keuzes uit de Perspectiefnota. Perspectiefnota als vertrekpunt In de Perspectiefnota is de financiële situatie in de volle breedte tegen het licht gehouden. Na verwerking van de aspecten uit de Perspectiefnota ontstond het volgende beeld: Overzicht opgaaf en maatregelen opgenomen in de Perspectiefnota 2014-2017 a. Saldi Meerjarenraming 2015-2018 (op basis van Begroting 2014) b. Autonome en onvermijdelijke ontwikkelingen c. Nog aanwezige buffers Subtotaal d. Aanpak kapitaalgoederen e. Precariobelasting (kabels/leidingen) f. Huisvesting g. Sociaal ontwikkelfonds h. Economisch Actieprogramma Saldo 2015 € 72.000 2016 € 53.000 2017 € 155.000 2018 € 403.000 -1.510.000 1.369.000 -69.000 198.000 500.000 -2.100.000 1.769.000 -278.000 337.000 500.000 -2.080.000 1.301.000 -624.000 1.664.000 500.000 -200.000 -250.000 179.000 -200.000 -250.000 109.000 -200.000 -250.000 1.090.000 -3.315.000 1.301.000 -1.611.000 1.664.000 500.000 200.000 -200.000 -250.000 303.000 Noodzakelijke aanpassingen Bij het opstellen van de begroting komen er vaak kleinere of grotere noodzakelijke aanpassingen in beeld. Er is aanleiding om op enkele (relatief kleinere) onderdelen tot een bijstelling van cijfers te komen. De noodzakelijke aanpassingen waren bij de vaststelling van de Perspectiefnota (juli 2014) nog niet (volledig) bekend en bleven zo buiten beschouwing. De aanpassingen moeten we als onvermijdelijk beschouwen. Het gaat om de volgende aspecten (zie ook het overzicht): a. Veiligheidsregio In juli 2014 is de raad geïnformeerd over de situatie rond de Veiligheidsregio (ook in financiële zin). We hebben toen besloten om een zienswijze in te dienen, met het oog op een voorzichtiger financiële koers. Nu besparingen binnen de eigen organisatie aan de orde zijn, ligt het voor de hand dat ook de Veiligheidsregio bespaart. Vooralsnog hebben we in meerjarenperspectief tot dusver de financiële doorwerking van de Veiligheidsregio verwerkt tot en met 2017. Nu is ook 2018 meegenomen (extra kosten: € 86.000). Wanneer er alsnog in lijn met onze zienswijze sprake is van een beperktere inzet dan levert dit voor ons een meevaller op. b. Doorberekening kosten binnen tarief Afvalstoffenheffing Bij de doorberekening van kosten binnen het tarief Afvalstoffenheffing spelen twee zaken: • Vanuit het Rijk is aangekondigd dat er per 1 januari 2015 niet alleen een Afvalstoffenbelasting gaat gelden voor stortafval (van kracht vanaf 1 april 2014) maar ook voor het verbranden van afval. De toevoeging van het ‘verbranden van afval’ betekent voor Súdwest-Fryslân een extra kostenpost van (naar schatting) € 200.000. Een meer uitgewerkte aanpak van het Rijk rond de Afvalstoffenbelasting staat in het Belastingplan 2015 (beschikbaar vanaf medio september 2014). Op basis hiervan is waarschijnlijk nog een nadere aanscherping nodig/mogelijk. Overigens is de regeling mede gericht op het terugdringen van de uitstoot van CO2. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 9 • In de beleidsnotitie afval, die op 14 november 2013 door de gemeenteraad is vastgesteld, is ervoor gekozen om alle kosten die gerelateerd zijn aan de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval aan de afvalstoffenheffing toe te rekenen. Zodoende rekenen we € 170.000 aan extra kosten toe. We kunnen beide bedragen doorbelasten via de gemeentelijke Afvalstoffenheffing. Hierdoor is de verwerking in het overzicht kostenneutraal. Wel betekent de verhoging van de heffing een lastenverzwaring voor de inwoners. De verhoging zetten we af tegen de totale stijging van de lastendruk op basis van de belastingen Ozb, Afvalstoffenheffing en Rioolrechten. In de Conjunctuurnota 2015 is opgenomen dat de Ozb met 1,4% inflatie mag stijgen terwijl de Afvalstoffenheffing en Rioolrechten kostendekkend mogen zijn. Zonder de hiervoor aangegeven extra doorbelasting stijgt de lastendruk met 0,98%. Berekenen we beide aspecten wel door dan stijgt de lastendruk met 2,15% (= circa € 10 per huishouden). Hier speelt mee dat de aanpak rond de Afvalstoffenbelasting een doorberekening betreft van maatregelen op rijksniveau. c. Verkiezingen Door een aangepast tijdstip van de Tweede Kamerverkiezingen (vervroegde verkiezingen in 2012) vinden de volgende verkiezingen niet plaats in 2017, maar al in 2016. d. Overige mutaties Bij het opstellen van de begroting is er altijd sprake van aanpassingen die leiden tot meerdere actualisaties. • Er is al enkele jaren sprake van een te hoge raming bij Markten en evenementen (extra kosten € 50.000) en Verhuur landerijen (extra kosten: € 60.000). In beide gevallen is er structureel sprake van lagere inkomsten. Het is eerder gemeld in bestuursrapportages. • Meerdere mutaties binnen het Sociaal Domein (voordeel per saldo € 140.000). • Overige mutaties zoals (onder andere) dividend, rente, kapitaallasten (per saldo € 33.000). Met de aanpassingen ontstaat het volgende overzicht: Noodzakelijke aanpassingen in de begroting (per jaarschijf) Saldo na verwerking Perspectiefnota Noodzakelijke aanpassingen: a. Veiligheidsregio b. Doorberekening in tarief Afvalstoffenheffing Afvalstoffenbelasting - Extra kosten vanwege Afvalstoffenbelasting - Doorbelasting via Afvalstoffenheffing (extra inkomsten) Overwerkvergoeding bij inzameling afval - Extra kosten vanwege overwerk en extra uitvoeringskosten - Doorbelasting via Afvalstoffenheffing (extra inkomsten) c. Verkiezingen d. Overige mutaties (saldo) Aangepast totaal 2015 € 179.000 2016 € 109.000 2017 € 1.090.000 2018 € 303.000 -86.000 -200.000 -200.000 -200.000 -200.000 200.000 200.000 200.000 200.000 -170.000 -170.000 -170.000 -170.000 170.000 170.000 170.000 170.000 -3.000 176.000 127.500 -6.500 230.000 -127.500 -6.500 956.000 -6.500 210.500 Conclusie: Ten opzichte van de Perspectiefnota vraagt een aantal actuele ontwikkelingen om een bijstelling van cijfers. Voor een deel zorgt dit in relatie tot de Afvalstoffenheffing voor een beperkte lastenverzwaring/lastenverschuiving. Gezien de beperkte omvang vinden we dit acceptabel. Scan actuele ontwikkelingen In de Perspectiefnota is eerder op zorgvuldige wijze gekomen tot een financieel vitale opzet. Wel bestaat er op onderdelen zorg over de financiële houdbaarheid van aannames. Het gaat dan vooral om de onderdelen Sociaal Domein, Grondexploitaties en Besparingen. In samenhang hiermee speelt de Reservepositie. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 10 • • • • Sociaal Domein De transitie/transformatie Sociaal Domein zorgt voor forse aanpassingen. De consequenties komen steeds duidelijker in beeld. In de begroting krijgt het onderdeel nadrukkelijk de aandacht, met name in Hoofdstuk 4. In 2015 is er ten opzichte van de uit te voeren taken zo’n € 4,2 miljoen minder budget beschikbaar (waarvan € 3,6 miljoen direct is gerelateerd aan de transitie/transformatie). Vooralsnog gaan we er vanuit dat we deze forse taakstelling kunnen realiseren. Grondexploitatie Hoewel er sprake is van een zeker economisch herstel blijft de situatie rond de Grondexploitatie een punt van zorg. In de Bestuursrapportage (Berap, augustus/september 2014) is voor jaarschijf 2014 een eventueel tekort van € 650.000 aangekondigd. Ook is eerder melding gemaakt van noodzakelijke bijstellingen binnen enkele exploitaties die leiden tot een negatief effect. Zo zijn er onderhandelingen met ontwikkelaars (Houkepoort, Harinxmaland) en onderzoeken we een maximale opbrengst (Waterstad, in relatie tot een onderuitputting op het krediet voor aanleg van de vaarverbinding). De exacte consequenties zijn nog in onderzoek. De voortgang hiervan bespreken we met de gemeenteraad (oktober 2014). Wel is hier, vooruitlopend op de nadere toelichting, een aanvullende winstwaarschuwing nodig. Bij het opstellen van de Jaarrekening 2014 (april/mei 2015) is het denkbaar dat een noodzakelijke bijdrage uit de Algemene Reserve van € 1,5 à 3 miljoen nodig is om tekorten af te dekken (= inclusief het eventuele tekort van € 650.000 in jaarschijf 2014). Besparingen De besparingen voor 2014 en 2015 liggen grotendeels op koers. Waar we besparingen niet halen zoeken we binnen de bestaande budgetten naar alternatieve (incidentele) dekking. We verwachten in relatie tot de besparingen in ieder geval in 2014 en 2015 geen negatieve financiële consequenties. Voor de periode daarna (2016-2018) geldt dat er nog voldoende tijd is om besparingen voor te bereiden en tot een passende aanpak te komen. Ook hier voorzien we op voorhand geen problemen. Zie ook paragraaf 1.5. Reservepositie Met de doorwerking van de keuzes uit de Perspectiefnota zijn er met betrekking tot de Algemene Reserve en het Weerstandsvermogen de nodige zaken aangepast: • Het Weerstandsvermogen bedraagt nu € 9 miljoen. Een recente berekening, zoals ook in deze begroting vermeld, leidt tot een iets lager benodigd Weerstandsvermogen (€ 8,7 miljoen). Formeel gezien biedt dit geen extra mogelijkheden omdat het Weerstandsvermogen is ‘vastgezet’ op € 9 miljoen. Er is geen aanleiding om de hoogte van het Weerstandsvermogen op een zo korte termijn al weer bij te stellen. • Met de doorwerking van de keuzes uit de Perspectiefnota bedraagt het vrij besteedbare deel van de Algemene Reserve in totaal € 11,7 miljoen. Het surplus ten opzichte van het Weerstandsvermogen bedraagt € 2,7 miljoen en is daarmee daadwerkelijk vrij te besteden. • Het eerder verwachte surplus in jaarschijf 2014 (zoals aangegeven in de Perspectiefnota) is verwerkt in de nu becijferde omvang van het vrij besteedbare deel van de Algemene Reserve (zie hiervoor). Het betekent dat ieder nu te realiseren voordelig/nadelig saldo in de jaarschijf 2014 positief/negatief inwerkt op het vrij besteedbare deel. Na de zomerperiode is in de Berap een mogelijk negatief rekeningresultaat 2014 berekend van € 2,6 miljoen (= exclusief het tekort op de Grondexploitatie). Intern vindt er een stevige monitoring plaats van opgenomen bedragen en eventueel alsnog te realiseren meevallers. De verwachting bestaat dat er uiteindelijk een gunstiger beeld ontstaat en dat het resultaat meevalt. Wel houden we voorzichtigheidshalve rekening met een zeker tekort. • Zoals hiervoor vermeld is er bij Grondexploitatie een tekort van € 1,5 à € 3 miljoen denkbaar. Deze aanpak kan leiden tot een iets gunstiger Weerstandsvermogen door een vermindering van risico’s. Daar staat tegenover dat extra risico’s bij het Sociaal Domein juist weer tot een verhoging kunnen leiden (zie Hoofdstuk 3, Paragraaf 2). • Met de nu gehanteerde cijfers op grond van de Berap-verwachtingen en de ontwikkelingen binnen de Grondexploitatie is het mogelijk dat we de nu vrij beschikbare ruimte binnen de Algemene Reserve (€ 2,7 miljoen) aanwenden voor het afdekken van verliezen. Eventueel zakken we zelfs onder het niveau van het Weerstandsvermogen. De voorgaande analyse bevestigt het beeld dat de nieuwe coalitie een scherpe financiële koers vaart. Juist door ambities stevig in te zetten bevorderen we onder meer een nieuwe aanpak binnen het Sociaal Domein en jagen we extra economische activiteit aan. Wel vraagt dit een scherpe monitoring van de in gang gezette ontwikkelingen. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 11 We willen de ambitieuze koers op zorgvuldige wijze afzetten tegen een solide financieel beleid. Wanneer het vrij besteedbare deel van de Algemene Reserve onder het niveau van het Weerstandsvermogen terecht komt is dat ongewenst. Daarom nemen we nu het standpunt in om eerst het eenmalig beschikbaar gekomen bedrag voor het Ontwikkelfonds (€ 1 miljoen), zoals dat beschikbaar kwam via de Perspectiefnota, voorlopig nog niet aan te wenden. Hierdoor vergroten we de vrij besteedbare ruimte binnen de Algemene Reserve en ontstaat een buffer die we grofweg voldoende vinden om niet onder het niveau van het Weerstandsvermogen te komen. Uiteraard zoeken we naar mogelijkheden om het ontwikkelbedrag zo spoedig mogelijk weer vrij besteedbaar in te kunnen zetten. Bij het opstellen van de Jaarrekening (voorjaar 2015) valt hier naar verwachting al meer over te zeggen. In de Perspectiefnota hebben we de invoering van de Precariobelasting voor kabels en leidingen als risico aangemerkt. Hiervoor was al structureel een bedrag ingeboekt van € 500.000 (vanaf 2015) terwijl nog onzeker was of we de belasting zou kunnen invoeren. Ondertussen is deze ontwikkeling verder opgepakt. De verwachting bestaat dat hier een structurele opbrengst van € 2,4 miljoen mogelijk is. We denken dat een snelle invoering van de belasting mogelijk is. Vandaar dat het structureel ingeboekte bedrag van € 500.000 gehandhaafd kan blijven. Het surplus ten opzichte van het nu structureel opgenomen bedrag (€ 2,4 miljoen -/- € 500.000 = € 1,9 miljoen) storten we eerst in een bestemmingsreserve. Ook de eventueel te realiseren inkomsten in 2014 storten we hierin. De voorziening is nodig omdat er aan de regeling nog veel onzekerheden kleven. Vandaar dat we nog niet de volledige opbrengst structureel in de begroting opnemen. Conclusie: • Ten opzichte van de Perspectiefnota geeft de actuele financiële situatie geen aanleiding tot een aanpassing van ambities. • Voorzichtigheidshalve wenden we het beschikbaar gekomen Ontwikkelfonds (€ 1 miljoen) voorlopig nog niet aan. In Hoofdstuk 4 “Aanvullende toelichting financiële begroting” is op onderdelen een aanvullende toelichting gegeven of zijn verwijzingen vermeld. Overige aspecten • Met name de overheveling van Rijksgelden in relatie tot de transitie/transformatie Sociaal Domein zorgt voor een forse toename van de begrotingsomvang: van € 200 miljoen (2014) naar € 225 miljoen (2015). • Los van de trendmatige verhoging van de belasting en rechten op basis van de Conjunctuurnota 2015 zijn er geen verhogingen opgenomen. Dit met uitzondering van de beperkte lastenverzwaring bij de Afvalstoffenheffing (zoals toegelicht). Ook is er deels sprake van een verschuiving van belastingheffing van Afvalstoffenheffing naar Ozb. Hierdoor kunnen er in individuele gevallen qua lastendruk voor- en nadelen optreden. • De doorwerkingen van inkomsten vanuit het Rijk, vermeld in de Rijkscirculaires, is opgenomen tot en met de Meicirculaire 2014 (in lijn met afspraken met de provincie in de rol als toezichhouder). De Septembercirculaire 2014 komt te laat om nog mee te nemen. • In de Perspectiefnota is met betrekking tot de Meicirculaire 2014 ingegaan op diverse specifieke taakmutaties. We hebben toen de diverse onderdelen toegelicht en de taakmutaties budgetneutraal opgenomen (zie Perspectiefnota, Bijlage 5). We hebben toen ook aangegeven dat nader onderzoek eventueel kon leiden tot bijstellingen. Nader onderzoek heeft uitgewezen dat er is geen aanleiding is om af te wijken van de Perspectiefnota. Alle bedragen zijn conform verwerkt in de begroting. Wel is op twee onderdelen een aanvullende opmerking te maken: • E-boeken – In 2014 vindt er overleg plaats met Stichting Bibliotheken Mar en Fean (waarvan Súdwest-Fryslân nu een onderdeel is). De besparingstaakstelling bedraagt € 40.000 in 2015 en loopt op naar € 59.000 in 2018. Het is de vraag hoe deze nieuwe taakstelling zich verhoudt tot een beoogde aanpak voor E-boeken op landelijk niveau. Eventueel is er ook een samenhang met de eerdere besparingsopgaaf op Bibliotheken (zie Besparingsronde 2). • Wmo – In de Meicirculaire is voor 2015 en daarna de taakstelling voor de Wmo bijgesteld. De taakstelling verdisconteren we binnen de nieuwe opzet Sociaal Domein. Binnen de verzilveringsaanpak maken we inzichtelijk wat de mogelijkheden zijn. Zie Hoofdstuk 4. • Na de vaststelling van de begroting komen er nieuwe momenten om tot een bijstelling van keuzes te komen. Belangrijke documenten hiervoor zijn: Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 12 • Jaarrekening 2014 (april/mei 2015) -- met name voor het Rekeningresultaat 2014 en de Grondexploitatie; • Nota Reserves en Voorzieningen 2015 (juni/juli 2015) –- met name voor de actualisatie positie reserves en voorzieningen; • Perspectiefnota 2016-2019 (juni/juli 2015) – met name voor de Invulling/bijstelling van ambities. Saldi begroting en meerjarenraming Op basis van de verwerking van de aanpassingen is er nu voor de jaarschijven 2015-2018 sprake van de volgende saldi: Overzicht saldi Saldi Begroting 2015 en Meerjarenraming 2016-2018 2015 € 176.000 2016 € 230.000 2017 € 956.000 2018 € 210.500 1.4. Aanpak Sociaal Domein Met ingang van 2015 krijgen de gemeenten er extra taken bij als gevolg van de transitie/transformatie binnen het Sociaal Domein (Zorg, Werk, Jeugd en Passend Onderwijs). De aanpak is vervat is de Koersnota “Veerkracht in het Sociale Domein”. De financiële route is weergegeven in het beleidsplan “Sturing, inkoop en financiering”. Het inpassen van de nieuwe taken laten we plaatsvinden binnen de huidige programma’s 0, 1 en 2, die we binnen de nieuwe opzet hebben samengevoegd. We gaan dan uit van vier beleidsvelden. De aanpak krijgt werkendeweg gestalte. Het is van invloed op de manier waarop we nu in de begroting zaken toelichten. In de begroting rapporteren we in Hoofdstuk 2 bij de diverse programma’s nog op basis van de oude systematiek.(zie Hoofdstuk 2 bij de Programma’s 0, 1 en 2). We leggen ook een relatie met de nieuwe systematiek. Dit gebeurt met name in Hoofdstuk 4 “Aanzet nieuwe opzet Sociaal Domein”. Ook de financiële consequenties, met de daarbij relevante taakstellingen, lichten we toe. 1.5. Besparingen In de Perspectiefnota is breedvoerig stilgestaan bij de drie actuele besparingsronden. Besparingsronde 1 De aanpak is verwerkt in de begroting 2011. De opgaaf bedroeg € 10,9 miljoen in 2011 en liep op tot € 14,4 miljoen in 2014. In de Perspectiefnota 2015-2018 is tot een resterende invulling van een klein deel van de opgaaf gekomen. De ronde is hiermee afgesloten. Besparingsronde 2 De aanpak is verwerkt in de begroting 2013. De opgaaf bedroeg € 5,8 miljoen in 2013 en loopt op tot € 11,2 miljoen in 2016. Er is een actuele Bezuinigingsmonitor opgesteld. Op grond hiervan verwachten we dat we besparingen in 2014 grotendeels kunnen realiseren. Voor 2015-2016 is op onderdelen nog een verdere analyse nodig. Vooralsnog gaan we er vanuit dat ook dan besparingen te realiseren zijn (eventueel via alternatieve incidentele routes). Eerder is gewezen op mogelijke knelpunten bij de taakstellingen voor: Herijking welzijnsbeleid, Sportbedrijf, Oud papier/milieustraten e.a. (Programma 7), Communicatie/voorlichting en de Generieke personeelsreductie (organisatieaanpassing 2013). Besparingsronde 3 De aanpak is verwerkt in de begroting 2014. In de Perspectiefnota 2015-2018 is in Hoofdstuk 5 de aanpak rond Besparingsronde 3 vermeld en geactualiseerd. Wanneer we rekening houden met keuzes in de Perspectiefnota ontstaat het volgende beeld: Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 13 Besparingsronde 3 2014 2015 2016 2017 2018 € € € € € 250.000 450.000 700.000 700.000 220.000 670.000 1.150.000 1.500.000 1.800.000 1.800.000 1.800.000 1.800.000 3.328.000 3.778.000 3.815.000 3.815.000 711.000 762.000 832.000 832.000 139.000 438.000 2.268.000 2.268.000 Intern (gelabeld) a. b. Financiële techniek: Nullijn loonen prijsstijgingen Personeelsreductie c. Inkoop (excl. factuurreductie) 1.200.000 Specifieke extern (gelabeld) d. Specifieke korting op budgetten Generieke extern (gelabeld en nog te labelen) e1 Generieke korting op budgetten (excl. Programma's 0, 1, 2 en 9) – gelabeld (in Perspectiefnota 20152018) e2 Generieke korting op budgetten (excl. Programma’s 0, 1,2 en 9) – nog te labelen • • • Ad a t/m c – Intern (gelabeld) Punt a is al eerder verwerkt in de begroting en kunnen we als gerealiseerd beschouwen. De punt b en c hebben met name een interne werking. We werken intern gewerkt aan de realisatie of de voorbereiding daarvan. Voor de punten b (Personeelsreductie) en c (Inkoop) moet nog nadere duidelijkheid ontstaan over de impact van deze opgaaf binnen het Sociaal Domein (zie ook Hoofdstuk 4). Ad d – Specifiek extern (gelabeld) Het gaat hier om specifiek vanuit het Rijk opgelegde kortingen, binnen het Sociaal Domein, die 1-op-1 specifiek zijn gelabeld aan het onderwerp waarop de korting betrekking had. Hierdoor maakt de aanpak onderdeel uit van de totale aanpak rond het Sociaal Domein (zie Hoofdstuk 4). Ad e – Generieke extern (gelabeld en nog te labelen) Eerder hebben we een resterend deel van de besparingsopgaaf als generieke opgaaf aangegeven (opgaaf e1 + e2). Hierbij hebben we de Programma’s 0, 1, 2 en 9 uitgezonderd. Een al in 2015 benodigde opgaaf is grotendeels gelabeld (zoals aangegeven in de Perspectiefnota 2015-2018 en nu vermeld als e1). Voor een klein deel is dat nog niet gebeurd (€ 139.000, aangegeven bij e2 in jaarschijf 2015). Hier is een aanvullende opgaaf aan de orde. Eventueel kunnen we het bedrag wegstrepen tegen het huidige positieve saldo van de jaarschijf 2015 (€ 176.000). Voor de resterende besparingen vanaf 2016 gaan we in dialoog met de samenleving. De wijze waarop we dat gaan vormgegeven is toegelicht aan de raad (september 2014). In navolging van de Bezuinigingsmonitor voor Besparingsronde 2 maken we ook voor Besparingsronde 3 een monitor. Conclusie: De besparingen voor 2014 en 2015 liggen grotendeels op koers. Waar we besparingen niet kunnen halen zoeken we binnen de bestaande budgetten naar een alternatieve incidentele dekking. Voor de periode daarna (2016-2018) is er nog voldoende tijd om besparingen voor te bereiden en tot een passende aanpak te komen. Ook hier voorzien we op voorhand geen problemen. 1.6. Indicatoren en doorontwikkeling planning- en controlcyclus Indicatoren De raad heeft 5 juni 2014 een voorstel besproken over de aanpak rond het opnemen van indicatoren in relatie tot de programmabegroting. Er is besloten om geen indicatoren in de begroting op te nemen. Wel werken we binnen de planning- en controlcyclus bij de bestuursrapportage en bij de jaarrekening met een dashboard voor meerdere grote projecten. Daarin geven we per project via een zogenoemd stoplichtmodel snel inzicht in de voortgang van deze projecten. Daarbij zijn er drie mogelijkheden: de sturing verloopt volgens planning (groen), er zijn afwijkingen te verwachten (oranje) of de verwachte resultaten behalen we deels of geheel niet (rood). Een zelfde systematiek Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 14 hanteren we in de verantwoordingsstukken om inzicht te geven in de voortgang van wat in de programmabegroting bij de programma’s is opgenomen onder ‘Wat willen we bereiken?’. Rond het opnemen van indicatoren spelen ook landelijk ontwikkelingen. Het Rijk werkt aan een vernieuwing van de begroting en de verantwoording, een nieuw soort BBV. In de voorstellen spreekt men onder andere over de ontwikkeling van indicatoren. Deze voorstellen werkt men verder uit. Men denkt aan twee soorten indicatoren: • Indicatoren voor de verantwoording van de gemeenten naar het Rijk (met name op het gebied van de decentralisaties). • Een set van circa 40–50 indicatoren die alle gemeenten in de begroting gebruiken. Daarmee zijn vergelijkingen tussen gemeenten mogelijk. Doorontwikkeling planning- en controlcyclus Binnen de planning- en controlcyclus, waar de begroting een onderdeel van uitmaakt, is er sprake van een groot aantal documenten. Op het niveau van de raad gaat om de volgende documenten: • planning: conjunctuurnota, perspectiefnota, programmabegroting; • verantwoording: bestuursrapportage, jaarrekening/jaarverslag (en bezuinigingsmonitor). Ook voor het college en voor de organisatie is er sprake van plannings- en verantwoordingsinstrumenten. Vaak van een gedetailleerder niveau. Er is sprake van een cyclus omdat alle documenten op elkaar inwerken. Zo is bijvoorbeeld de uitkomst van de jaarrekening van invloed op de perspectiefnota en dus ook op de begroting van het daaropvolgende jaar. De cyclus heeft ook betekenis voor de dialoog over de voortgang en de resultaten. Dit is misschien wel minstens zo belangrijk dan de verantwoording ‘op papier’. De instrumenten hebben ook een communicatiefunctie zodat de ‘hogere instantie’ ook een waardering kan uitspreken over de voortgang en de resultaten. Zo kan bijvoorbeeld de raad een oordeel geven over de wijze waarop het college uitvoering geeft aan de gemeentelijke taken en de bereikte resultaten. Op dezelfde wijze gebeurt dat ook in de organisatie waarbij de directie een oordeel geeft over de manier waarop de teams zich van hun taken kwijten. Planning en control is hierdoor deels instrumenteel en deels communicatief. Planning en control is ook continu in beweging. We zijn continu aan het verbeteren. Deels is dat al in de voorliggende begroting zichtbaar. Zo is er een apart stuk gewijd aan het Sociale Domein, wat zich ontwikkelt in de richting van een nieuw samenhangend programma. Maar daarnaast houden we in deze begroting ook nog vast aan de tot dusver gehanteerde programma’s 0-4 die het domein “Leefbaarheid, sociale samenhang en maatschappelijke ondersteuning” afdekken. In de komende tijd gaat het college hierover ook met de auditcommissie in gesprek. De doorontwikkeling hoeft niet alleen betrekking te hebben op de programma’s in het Sociale Domein. Het kan ook gelden voor andere programma’s. We kunnen ons voorstellen dat we de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de ambities uit het Coalitieakkoord ook beter zichtbaar maken in de begroting. Maar het kan ook betrekking hebben op de dialoog tussen raad en college over de voortgang en de bestuursrapportages, evenals het gebruik van ICT-hulpmiddelen om inzicht te geven in de voortgang. Kortom, ook op het gebied van sturing en beheersing zijn de komende jaren veranderingen en verbeteringen te verwachten. SWF-monitor In juni 2014 is voor de eerste maal de SWF-monitor vastgesteld en aan de raad toegestuurd. De monitor geeft in een document een overzicht van de kerncijfers van Súdwest-Fryslân, zoals oppervlaktegegevens, inwoneraantallen, bevolkingsopbouw, werkgelegenheidsgegevens, gegevens uit het sociale domein, basisvoorzieningen etc. We bouwen de monitor zoveel mogelijk per cluster op. De monitor leveren we vanaf nu jaarlijks op (bij voorkeur in het 1e kwartaal). Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 15 Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 16 2. Programma’s 2.1. Vooraf Algemeen De begroting heeft tien programma’s. Per programma geven we de beleidsvelden, het maatschappelijk effect en de relatie met strategische stukken (o.a. het Coalitieakkoord) kort aan. Daarna geven we per beleidsveld een overzicht van richtinggevende beleidsdocumenten en stellen we de drie Wvragen: “Wat willen we bereiken?”, “Wat gaan we daarvoor doen?”, “Wat mag het kosten?”. Relatie domeinen/programma’s Vanaf de Programmabegroting 2013 werken we met de huidige programmaindeling. Er is sprake van een onderverdeling naar domeinen. INDELING Domein 1 - Sociale verbondenheid, participatie, sociaal-cultureel kapitaal en veiligheid 0. Leefbaarheid, sociale samenhang en maatschappelijke ondersteuning 1. Werk, participatie en inkomen 2. Jeugd en onderwijs 3. Sport, kunst en cultuur 4. Veiligheid, orde, handhaving en toezicht Domein 2 - Ruimtelijke en economische draagkracht, gastheerschap, infrastructuur en duurzame groei 5. Ruimte, wonen, economische verscheidenheid, sleutelsectoren en gastheerschap 6. Wegen, water en groen (incl. parkeren) 7. Milieuzorg, energie en duurzame groei Domein 3 - Dienstverlening, bestuur en middelen 8. Dienstverlening, bestuur en burgerzaken 9. Algemene dekkingsmiddelen Domein 1 – Sociale verbondenheid, participatie, sociaal-cultureel kapitaal en veiligheid De focus ligt op het participeren van burgers in de maatschappij. Culturele, sport- en welzijnsactiviteiten, werk en vrijwilligerswerk dragen bij aan zelfredzaamheid en actief deelnemen aan de maatschappij. Zo ontstaat een gemeenschap met sociale en culturele verbondenheid. Door deze verbondenheid krijgen de ambities rond een gecoördineerde dorp- en wijkaanpak gestalte. Er is aandacht voor de kwaliteit van de leefomgeving, ook in relatie tot veiligheid en het nakomen van regels. Participeren en samenleven is alleen mogelijk wanneer mensen zich veilig voelen en de regels worden nageleefd. We bieden kansen om te participeren en te leren. We besteden (extra) aandacht aan kwetsbare burgers die minder goed kunnen meekomen of zorg nodig hebben. Zorg die de eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid overstijgt. Domein 2 – Ruimtelijke en economische draagkracht, gastheerschap, infrastructuur en duurzame groei Het zwaartepunt ligt op de ruimtelijke en economische dynamiek en de betekenis die dit heeft voor zowel het eigen gebied als voor de positie op regionaal, nationaal en internationaal niveau. Er is aandacht voor aspecten met een bovenregionale betekenis, bijvoorbeeld voor zorg (ziekenhuis), economische sleutelsectoren (o.a. toerisme) en cultuur/erfgoed. Het gastheerschap is verbonden met het beeld dat we naar buiten toe uitdragen. Infrastructuur en openbare ruimte vormen belangrijke dragers voor deze ontwikkeling. Met een ruime aandacht voor kapitaalgoederen, milieuzorg en duurzame groei komen we, bijvoorbeeld via innovatie, tot een toekomstgerichte aanpak. Domein 3 – Dienstverlening, bestuur en middelen Binnen het domein krijgt het politiek bestuur op een adequate wijze gestalte. Dienstverlening, communicatie en rechtsbescherming vragen de aandacht. Binnen de algemene dekkingsmiddelen komen we tot een zo gedegen mogelijke aanpak rond diverse financiële aspecten. Samenhang met strategische documenten Per programma gaan we in op de samenhang met strategische documenten. Hier ligt een focus op de samenhang met het Coalitieakkoord en de ontwikkelvisie. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 17 Redeneerlijnen/ambities Coalitieakkoord De visie voor Súdwest-Fryslân is gericht op de volgende aspecten: • De kracht van Súdwest-Fryslân • De kracht van omgevingsbewust denken • De kracht van samen ontwikkelen en samen bezuinigen • De kracht van samen besturen en samen organiseren Het leidt tot de volgende ambities (in grote lijnen): A. Vitale clusters Voor alle clusters is vóór 2018 een clusteragenda opgesteld. Kernenbeleid is geïntegreerd in de clusteragenda’s en in de gebiedsteams. In september 2014 gaat het college met de raad in gesprek over de aanpak rond de clusteragenda’s in samenhang met het traject “In Dialoog ontwikkelen en bezuinigen”. B. Sociaal vitaal Vóór 2018 zijn de transities in het Sociale Domein geïmplementeerd. We gaan vernieuwen in het Sociale Domein: o.a. met de Gebiedsteams. Er is sprake van meer eigen kracht en minder specialistische ondersteuning. We bieden een ondersteuningspakket voor vrijwilligers en mantelzorgers. Er is een passend woningaanbod. We ondersteunen initiatieven in het kader van Culturele Hoofdstad 2018. We zetten in op preventie door sport en bewegen (vitaal en gezond). We onderzoeken of we een Regionaal Talent Centra Zeilen kunnen oprichten. We onderzoeken de mogelijkheden voor een integraal vervoeraanbod. C. Economisch vitaal We investeren in een gezond arbeidsklimaat door het investeren in kennis, innovatie en onderwijs en het verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. We stellen in 2015 een Werkgelegenheidsplan op. We investeren in werkgelegenheidsprojecten en innovatie bij bedrijven. We gaan actief bedrijven werven om zich in Súdwest-Fryslân te vestigen. We onderzoeken nieuwe initiatieven om allianties aan te gaan. We gaan woningbouwprojecten aanjagen. Met een Ontwikkelfonds willen we projecten mogelijk maken. D. Financieel vitaal We gaan uit van een sluitend meerjarenperspectief. Er is geen sprake van woonlastenverhoging. Met het Sociaal Ontwikkelfonds borgen we implementatie van de transities. We zoeken naar mogelijkheden om in dialoog met de samenleving te ontwikkelen èn bezuinigen. We onderzoeken de mogelijkheden van Precariobelasting op kabels en leidingen. We onderzoeken de mogelijkheden van een belasting Roerende Zaken voor woonwagens en woonboten. E. Samen We zijn kritisch ten opzichte van formele samenwerkingsvormen. We gaan samen met de ambtelijke organisatie werken aan een nieuwe cultuur. We streven naar meer centrale huisvesting. We zorgen voor heldere raadsvoorstellen met keuzemogelijkheden. Minder regels, minder bureaucratie. Redeneerlijnen/ambities Ontwikkelvisie (in samenhang met visie veerkracht sociaal domein) A. Verscheidenheid in kernen Gebiedsgerichte aanpak (stedelijk gebied/clusters). Verscheidenheid in kernen. Ontwikkeling gemeente als geheel. B. Weidsheid van het landschap Bescherming/ontwikkeling kernkwaliteiten: landschap, ruimtelijke kwaliteit. C. Economische verscheidenheid Economische structuur: duurzaam, innovatief. Toekomstbestendig voorzieningenniveau. Instandhouding van de dienstverlening in de openbare ruimte. Specifieke inzet sleutelsectoren. Passende infrastructuur op basis van de gebiedsgerichte aanpak (stedelijk gebied/clusters). D. Sociale verbondenheid Eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid burgers centraal. Besparing eerder acceptabel wanneer er een voorliggende voorziening is. Voorkeur voor preventie en faciliteren (voorkomen is beter dan genezen). Voorkeur voor collectieve voorzieningen boven individuele voorzieningen. Ondersteuning is vooral gericht op kwetsbare doelgroepen. Aanpak relateren aan evenwichtige benadering op basis van de gebiedsgerichte aanpak (stedelijk gebied/clusters) dan wel -indien nodigvindplaatsgericht. E. Rijkdom aan cultuur en erfgoed Bescherming/ontwikkeling kernkwaliteiten: cultuur, erfgoed, ruimtelijke kwaliteit. F. Gastheerschap Aantrekkingskracht voor toeristen. Kwaliteit en toegankelijkheid. 2.2. Programma’s 0-9 Zie de volgende tekstfragmenten. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 18 DOMEIN 1 Programma 0 Sociale verbondenheid, participatie, sociaal-cultureel kapitaal en veiligheid Leefbaarheid, sociale samenhang en maatschappelijke ondersteuning Beleidsvelden 010. Leefbaarheid 020. Welzijn 030. Publieke gezondheidszorg 040. Maatschappelijk werk 050. Voorzieningen bij beperkingen 060. Psychisch kwetsbaren Maatschappelijk effect De gemeente staat dicht bij de burgers met een ambitieuze en gebiedsgerichte invulling van een kernenbeleid en een clusteraanpak. Iedereen kan meedoen in de samenleving. Alle burgers ervaren de gemeente als een veilige en leefbare woonomgeving. Participatie van alle burgers vraagt inzet en betrokkenheid van bewoners en verbanden/netwerken inclusief stads-, dorps- en wijkbelangen die in de gemeente functioneren. Eigen verantwoordelijkheid van burgers geldt als belangrijke randvoorwaarde. Relatie met strategische documenten (o.a. Coalitieakkoord) Vanuit het Coalitieakkoord is het programma een onderdeel van de aanpak rond “Sociaal vitaal”. Op basis van de transitie/transformatie binnen het Sociaal Domein komen we tot een nieuwe opzet (“Veerkracht Sociaal Domein”). Er is sprake van een flinke uitbreiding van gemeentelijke taken. Er ligt ook nadrukkelijk een relatie met het onderdeel “Vitale clusters” om per gebiedscluster te komen tot een samenhangende aanpak. Vanuit de eerdere Ontwikkelvisie ligt het zwaartepunt op “Verscheidenheid in kernen” en “Sociale verbondenheid”. Hier is een toename van eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid aan de orde. Met aandacht voor preventie, collectieve voorzieningen en het ontzien van kwetsbare doelgroepen. Algemene duiding Richtinggevende beleidsdocumenten Naam Beleidsplan Veerkracht in het sociaal domein Beleidsplan Sturing, inkoop en financiering Koersnota Sociaal Domein Naar een veerkrachtig sociaal domein Wmo-beleidsregels 2013 Evaluatie Kernenbeleid Kadernota Wmo Wmo- en welzijnsbeleid 2013-2016 Naar een veerkrachtig sociaal domein Verordening Wmo-Platform Wmo-verordening 2013 Wmo-besluit 2013 Vaststelling College, 5 augustus 2014 Gemeenteraad, 5 juni 2014 Gemeenteraad, 30 januari 2014 Gemeenteraad, 28 februari 2013 College, 26 februari 2013 Gemeenteraad, 6 maart 2014 Gemeenteraad, 24 mei 2012 Gemeenteraad ,13 dec. 2012 Gemeenteraad ,28 februari 2013 Gemeenteraad, 22 maart 2012 Gemeenteraad, 13 dec. 2012 College, 26 februari 2013 Toelichting Nieuwe aanpak Veerkracht Sociaal Domein Zie Hoofdstuk 4 “Aanzet nieuwe opzet Sociaal Domein” Nieuwe wettelijke taken De Wmo 2015 is op 8 juli 2014 door de Eerste Kamer vastgesteld. De compensatieplicht komt in ieder geval niet meer terug. In plaats hiervan is de maatwerkvoorziening geïntroduceerd. Ook spreken we met betrekking tot de burger over ondersteuning van zijn “zelfredzaamheid en participatie”, “beschermd wonen” en “opvang”. Tot slot kent de Wmo 2015 nog maar twee soorten voorzieningen: algemene voorzieningen en maatwerkvoorzieningen. Toekenning kan plaatsvinden in de vorm van Zorg in Natura of in de vorm van een Persoonsgebonden budget. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 19 We gaan, voortbordurend op de sociale index en de sociale kaart, met de samenleving in gesprek. Dat is in lijn met de aanpak rond de Gebiedsteams en de Clusteragenda’s. Per cluster gaan we op grond van kengetallen, trends en analyses in beeld brengen wat de kracht is van het cluster en waar de uitdagingen en mogelijkheden liggen. Het kernenbeleid krijgt een vervolg waarbij we extra investeren in Bolsward en Sneek. We integreren het kernenbeleid in de clusteragenda’s en in de gebiedsteams. 010 Leefbaarheid Richtinggevende beleidsdocumenten Naam Notysje harmonisaasje belied doarpshûzen, mfc’s en wykgebouwen • MFA Scharnegoutum • Beleidsnotitie Kernenbeleid “De doar iepen foar de mienskip” Vaststelling Gemeenteraad, 4 april 2013 Gemeenteraad, 24 mei 2012 Gemeenteraad, 22 september 2011 Wat willen we bereiken? We streven naar een vitale, sterke en solidaire samenleving waar burgers elkaar ondersteunen. De interventies op het gebied van leefbaarheid en sociale cohesie in de dorpen en steden stemmen we op elkaar af. De Mienskip staat centraal. Stads-, dorps- en wijkbelangen behartigen de collectieve belangen en zijn gesprekspartner voor de gemeente. Het in stand houden en optimaliseren van fysieke plekken in de directe leefomgeving speelt een belangrijke rol. Daar kunnen mensen elkaar ontmoeten en activiteiten ontplooien. Wat gaan we daarvoor doen? De thema’s leefbaarheid/veiligheid nemen we mee in de nadere uitwerking van de ontwikkelvisie. Op basis van de monitor leefbaarheid/veiligheid (2014) passen we het beleid waar nodig aan. We maken het voorzieningenniveau toekomstbestendig(er) in overleg met de inwoners en in samenwerking met andere partijen. We houden rekening met een spreiding over de gebiedsclusters. Er is een begin gemaakt met het flexibel inzetten van opbouwwerkers en jongerenwerkers. Op basis van monitoring/evaluatie bekijken we of deze nieuwe insteek werkt en wat de voor- en nadelen zijn. Er vindt een regelmatige afstemming met de wijken- en dorpencoördinatoren plaats. 020 Welzijn Wat willen we bereiken? We willen het actieve verenigingsleven minimaal in stand houden en waar nodig bevorderen. We hebben een verenigingsleven voor ogen, dat zich inzet voor de lokale gemeenschap met een brede blik op de omgeving. Wat gaan we daarvoor doen? We monitoren/evalueren het geharmoniseerde subsidiebeleid voor organisaties, stichtingen, verenigingen en andere organisaties voor jeugd, jongeren, volwassenen en ouderen op het brede welzijnsterrein. 030 Publieke gezondheidszorg Richtinggevende beleidsdocumenten Naam • Regionale nota gezondheidsbeleid 2009-2013 • Wijziging gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Fryslân • Ruimte voor Gezondheid 2013-2016 (deelplan GGD) • Nota Lokaal Gezondheidsbeleid 2014 - 2017 Vaststelling Gemeenteraden, januari 2009 Gemeenteraad, 23 februari 2012 Gemeenteraad, 3 juli 2014 Wat willen we bereiken? Gezondheid is “het vermogen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven”. De burgers zijn daarvoor in principe zelf verantwoordelijk. Vanuit de gemeente hebben we vooral aandacht voor kwetsbare burgers (jongeren en ouderen). Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 20 Wat gaan we daarvoor doen? De samenwerking met GGD Fryslân gaan we verder intensiveren om bruggen te slaan met ketenpartners en andere beleidssectoren. Goede interventies die in gang zijn gezet in lijn met de nota Gezondheid 2009-2013 willen we continueren. Waar nodig stellen we bij, op basis van de nieuwe nota Lokaal Gezondheidsbeleid 2014 - 2017. Daarbij letten we vooral op gezond gewicht, verantwoord alcoholgebruik, terugdringen van roken en op de psychische gezondheid en eenzaamheid. 040 Maatschappelijk werk Wat willen we bereiken? Informatie en advies over de Wmo en Welzijn is via het KCC en de gebiedsteams gemakkelijk, snel en adequaat te verkrijgen. Mantelzorgers en vrijwilligers ondersteunen we, zodat ze voldoende toegerust zijn op hun taken, in aansluiting op de gebiedsteams. Voorzieningen en diensten op het terrein van welzijn, zorg en hulpverlening moeten voor een ieder goed toegankelijk zijn. Er zijn genoeg en adequate preventieve voorzieningen voor diverse doelgroepen die om wat voor reden dan ook kwetsbaar zijn . Wat gaan we daarvoor doen? We optimaliseren het niveau van informatieverstrekking, advies en cliënt ondersteuning. Zo kunnen burgers zo lang mogelijk de regie over hun eigen leven voeren. De gebiedsteams krijgen hier een belangrijke rol in. Dat geldt ook voor de ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers. Daarbij optimaliseren we de plaatselijke brede overleggen met (in-)formele zorgorganisaties. We richten ons op kennisuitwisseling, afstemming en signalering van overlap/leemten. Verder onderzoeken we of we een alternatief kunnen ontwikkelen voor de maatschappelijke stages. De focus moet daarbij liggen op het stimuleren van jongeren om vrijwilligerswerk te (blijven) doen. We bevorderen de zelfredzaamheid (het zelfstandig functioneren). Daarvoor zijn gunstige condities cruciaal op het gebied van wonen, welzijn en zorg, maar ook werken, vrije tijd, vervoer en veiligheid. Dat geldt ook voor het actief en betrokken houden van ouderen bij hun directe woon- en leefomgeving. We proberen te voorkomen dat kwetsbare ouderen in een sociaal isolement terecht komen. We gaan meedenken over de evaluatie van het Wmo-platform en het optimaliseren van de rol van het seniorenplatform SWF. 050 Voorzieningen bij beperkingen Wat willen we bereiken? We willen toe naar vermindering van het verstrekken van maatwerkvoorzieningen (individuele voorzieningen) door een verschuiving naar algemene en collectieve voorzieningen. We hebben een digitale infrastructuur voor ogen waar inwoners gemakkelijk antwoord kunnen krijgen op hun vragen en met elkaar in contact kunnen komen. Verder willen we zorgen dat inwoners met beperkingen, problemen of op een andere manier onvoldoende redzaam zijn, de juiste maatwerkvoorziening krijgen (zoals woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen, hulp bij het huishouden, begeleiding, etc.). Wat gaan we daarvoor doen? We brengen de huidige algemene en collectieve voorzieningen binnen de gemeente in kaart en breiden die verder uit. We ontwikkelen de digitale infrastructuur. Op basis van goede vraagverheldering tijdens zogenaamde keukentafelgesprekken zorgen we er voor dat de juiste verstrekking van maatwerk-voorzieningen plaatsvindt. Hier is een onafhankelijke beoordeling cruciaal. 060 Psychisch kwetsbaren Wat willen we bereiken? We willen zo weinig mogelijk maatschappelijke uitval. Mensen die bemoeizorg (sociaalpsychiatrische hulpverlening) krijgen, willen we zoveel mogelijk begeleiden naar de reguliere zorg. Wat gaan we daarvoor doen? We intensiveren de contacten met ketenpartners over preventief maatschappelijk beleid. Dat geldt ook voor de ketensamenwerking tussen de gebiedsteams en het Veiligheidshuis. Verder blijven we ons inzetten op de nazorg aan ex-gedetineerden, zodat we recidive terugdringen. We maken Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 21 afspraken met de woningbouwcorporaties waardoor we huisuitzettingen en dakloosheid zoveel mogelijk voorkomen. Wat mag het kosten? Lasten 10 Leefbaarheid 20 Welzijn 30 Publieke gezondheidszorg 40 Maatschappelijk werk 50 Voorzieningen bij beperkingen Totaal Lasten Baten 10 Leefbaarheid 20 Welzijn 30 Publieke gezondheidszorg 40 Maatschappelijk werk 50 Voorzieningen bij beperkingen Totaal Baten Resultaat voor bestemming Onttrekking aan reserves Toevoeging aan reserves Resultaat na bestemming Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 (bedragen x € 1.000,-) Begroting Begroting Begroting 2016 2017 2018 Rekening 2013 Begroting 2014 Begroting 2015 2.813 77 503 859 13.293 2.784 138 565 1.049 14.675 2.771 118 477 819 26.850 2.752 119 477 744 27.113 2.727 119 477 744 26.651 2.717 119 477 743 26.614 17.545 19.211 31.035 31.205 30.717 30.671 Rekening 2013 Begroting 2014 Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 162 0 0 0 1.431 1.593 179 0 0 41 1.699 1.919 184 0 0 41 1.169 1.394 184 0 0 41 1.169 1.394 184 0 0 41 1.169 1.394 184 0 0 41 1.169 1.394 15.952 1.015- 17.592 89- 29.640 26- 29.811 26- 29.323 26- 29.277 23- 17.203 29.614 29.785 29.297 29.254 72 15.009 22 DOMEIN 1 Programma 1 Sociale verbondenheid, participatie, sociaal-cultureel kapitaal en veiligheid Werk, participatie en inkomen Beleidsvelden 100. Inkomen 110. Armoedebeleid 120. Participatie Maatschappelijk effect In Súdwest-Fryslân kan iedereen meedoen aan de samenleving, zowel in materieel als immaterieel opzicht. De uitgangspunten zijn: eigen verantwoordelijkheid, solidariteit en zelfredzaamheid. De gemeente fungeert als vangnet en ondersteunt waar nodig. Relatie met strategische documenten (o.a. Coalitieakkoord) Vanuit het Coalitieakkoord is het programma een onderdeel van de aanpak rond “Sociaal vitaal”. Op basis van de transitie/transformatie binnen het Sociaal Domein komen we tot een nieuwe opzet (“Veerkracht Sociaal Domein”). Hier speelt een flinke uitbreiding van gemeentelijke taken. Ook ligt er nadrukkelijk een relatie met het onderdeel “Vitale clusters” om per gebiedscluster te komen tot een samenhangende aanpak. Vanuit de eerdere Ontwikkelvisie ligt het zwaartepunt op “Sociale verbondenheid”. Hier is een toename van eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid aan de orde. Met aandacht voor preventie, collectieve voorzieningen en het ontzien van kwetsbare doelgroepen. Algemene duiding Richtinggevende beleidsdocumenten Naam Beleidsplan Veerkracht in het sociaal domein Beleidsplan Sturing, inkoop en financiering Naar een veerkrachtig sociaal domein Koersnota Sociaal Domein Vaststelling College, 5 augustus 2014 Gemeenteraad, 5 juni 2014 Gemeenteraad, 28 februari 2013 Gemeenteraad, 30 januari 2014 Nieuwe aanpak Veerkracht Sociaal Domein Zie Hoofdstuk 4 “Aanzet nieuwe opzet Sociaal Domein”. Nieuwe wettelijke taken Op 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in werking. De Participatiewet vervangt de Wet werk en bijstand met een integratie van de Wet maatregelen WWB, de Invoeringswet Participatiewet en de Wet hervorming kindregelingen. Op de huidige Wajongers na valt een ieder met een (gedeeltelijke) arbeidsbeperking onder de werking van deze wet. Het maakt niet uit of men een korte dan wel lange afstand tot de arbeidsmarkt heeft. De gemeente draagt zorg voor ondersteuning gericht op (hernieuwde) deelname aan het arbeidsproces. Als dat niet of nog niet mogelijk is, is het doel deelname aan de samenleving. De gemeente zorgt, indien nodig, voor financiële ondersteuning. De gemeente werkt hiervoor samen in subregionaal verband in Fryslân West en in regionaal (provinciaal) verband in het Werkbedrijf Friesland. Daarnaast voert de gemeente deze taken uit voor de gemeente Littenseradiel. 100 Inkomen Richtinggevende beleidsdocumenten Naam Beleidsregels kennismakingsperiode Koersnota “Veerkracht in het sociale Domein” Uitvoeringsnota Bbz 2004 Beleidsregels bijzondere bijstand Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Verificatieplan 2013 inzake WWB, IOAW en IOAZ Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 23 Vaststelling College, 18 februari 2014 Gemeenteraad, 30 januari 2014 College, 28 januari 2014 College, 10 december 2013 Gemeenteraad, 11 oktober 2013 College, 19 maart 2013 Gemeenteraad, 28 februari 2013 - Visienota “Naar een veerkrachtig sociaal domein” Startnotitie “Werk Vermogen!” Besluit tijdelijke regels aanscherping Wet werk en bijstand Gemeenteraad, 19 april 2012 Gemeenteraad, 26 januari 2012 Wat willen we bereiken? Iedere burger is er in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor om zoveel mogelijk en zo snel mogelijk zijn eigen inkomen te verdienen. Tijdelijk een beroep doen op het vangnet van een uitkering kan. Daar is het vangnet voor bedoeld. Maar juist om het vangnet overeind te kunnen houden moet het beroep zo kort mogelijk zijn. Daarom zijn we alert aan de poort. Vanaf de aanvraag voor levensonderhoud moet de uitkeringsgerechtigde laten zien dat hij/zij naar vermogen zijn/ haar best heeft gedaan om werk te vinden. Daarna pas is inkomensondersteuning aan de orde. Vanaf 2015 maakt de loonkostensubsidie onderdeel uit van het WWB budget (vroeger I-deel). We voeren in lijn met de Participatiewet de loonkostensubsidie uit als onderdeel van het reintegratiebeleid. Ook maken we daarvoor keuzes over de doelgroep en berekening loonwaarde. Het gebeurt al dan niet in (sub)regionaal verband. Dit vraagt nog verder uitwerking. Wat gaan we daarvoor doen? We zetten in op handhaving aan de poort. Hierdoor krijgen alleen rechthebbenden een uitkering. We reduceren de doorlooptijd van de aanvragen Inkomen naar vier weken. We gaan een adequaat (debiteuren)beleid voeren zowel op het gebied van terugvordering als verhaal. Daarnaast passen we de nieuwe fraudewet toe. We voeren een doorlopende scan voorliggende voorzieningen uit op lopende uitkeringen. 110 Armoedebeleid: Minimaregelingen en schulddienstverlening Richtinggevende beleidsdocumenten Naam • Verordening Bijdrageregeling minima 2014 (Kindpakket) • Regeling collectieve ziektekostenverzekering AV Frieso 2014 (ingangsdatum 1 januari 2014) • Regeling categoriale bijstandsverlening duurzame gebruiksgoederen voor pensioengerechtigden 2014 (ingangsdatum 1 januari 2014) • Regeling categoriale bijstandsverlening chronisch zieken en langdurig gehandicapten 2014 (ingangsdatum 1 jan. 2014) • Besluit Beleidsregels Schulddienstverlening (ingangsdatum 1 januari 2014) • Regeling chronisch zieken en langdurig gehandicapten 2013 • Notitie Minimabeleid “Op weg naar een moderner minimabeleid” • Notitie ‘Over een andere boeg’, de gekantelde gedachte in de schulddienstverlening. Vaststelling Raad, 3 juli 2014 College, 11 februari 2014 College, 11 februari 2014 College, 11 februari 2014 College, 4 februari 2014 College, 5 februari 2013 Gemeenteraad, 19 april 2012 Gemeenteraad, 18 oktober 2012 Wat willen we bereiken? Uitgangspunt voor het minimabeleid is dat ook de burger met een laag inkomen mee kan doen aan de samenleving. Zowel in het minimabeleid als in het gemeentelijke beleidsplan ‘Over een andere boeg, de gekantelde gedachte in de schulddienstverlening van Súdwest-Fryslân’ (we spreken niet meer van schuldhulpverlening) geven we prioriteit aan gezinnen met minderjarige kinderen. Doel van de schuldhulpverlening is het voorkomen en wegnemen van drempels die de participatie van burgers in gevaar brengen of belemmeren. Bij het oplossen van problemen beoordelen we eerst de eigen mogelijkheden van de schuldenaar. Eventueel bieden we aanvullend maatwerk. Het Rijk stelt vanaf 2014 structureel extra geld beschikbaar voor de intensivering van het armoedebeleid. Een gedeelte hiervan komt ten bate van de schulddienstverlening. Voor een groot deel komt dit geld specifiek voor kinderen in armoede beschikbaar in de vorm van het zogenaamde kindpakket. Belangrijkste uitgangspunt van dit pakket is dat kinderen niet de dupe van de crisis mogen worden. Het bevorderen van maatschappelijke participatie en het tegengaan van sociale uitsluiting zijn de belangrijkste doelstellingen. De schulddienstverlening is sterk op preventie gericht. We zoeken de samenwerking met de relevante maatschappelijke en vrijwilligersorganisaties. Uitgangspunt ‘voorkomen is beter dan genezen’ treedt bij de uitvoering van de Wgs sterk op de voorgrond. Het oplossen van financiële problemen is niet voldoende. Inzet op schuldpreventie kan de burger veel narigheid besparen. Voor de gemeente Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 24 kan het op termijn een verlaging opleveren van de kosten van schulddienstverlening. Vanaf 2015 kan de burger alle vragen over schulden/geldzaken (preventie) stellen bij het Gebiedsteam. Wat gaan we daarvoor doen? We bieden voorzieningen aan diverse doelgroepen aan die ondersteuning nodig hebben in de vorm van een geldelijke bijdrage of een andere vorm van ondersteuning. Die sluiten aan bij landelijke normen. We gaan het niet-gebruik van minimaregelingen tegen door gerichte voorlichting, bezoeken, aanschrijving en inzet snelbalie. We bieden integrale schulddienstverleningstrajecten aan, toegespitst op individuele problematiek en (on-)mogelijkheden. Inkoop vindt plaats op grond van een afweging van kosten en effectiviteit. We betrekken ketenpartners bij de schulddienstverlening. 120 Participatie Richtinggevende beleidsdocumenten Naam • Meidwaan in Fryslân West, informatieve notitie over de Participatiewet • Uitvoeringsplan re-integratie 2014 • Tussenevaluatie Pastiel • Verordening cliëntenparticipatie WWB Súdwest-Fryslân • Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ • Beleidsregels re-integratie en subsidieverstrekking 2012 • Kadernotitie Participatie (re-integratie, inburgering en educatie) Vaststelling Stuurgroep project WV, april 2014 College, 29 april 2014 College, 17 december 2013 Gemeenteraad, 16 mei 2013 Gemeenteraad, 13 dec. 2012 College, 13 november 2012 Gemeenteraad, 22 maart 2012 Wat willen we bereiken? Participatie is gericht op (hernieuwde) deelname aan het arbeidsproces, het wegnemen van eventuele belemmeringen dan wel deelname aan de samenleving. We hebben keuzes gemaakt over de inzet met betrekking tot doelgroepen, voorzieningen en instrumenten. Die keuzes zijn deels subregionaal of regionaal afgestemd. We hebben specifieke afspraken gemaakt over de afbouw van gesubsidieerde arbeid, de WIW en ID banen. Deze inzet vormt een onevenredig groot deel van het beschikbare participatiebudget. We zetten in op vermindering of afbouw overeenkomstig de in 2014 gemaakte afspraken. Onderdeel van het participatiebudget is een niet ontschot deel voor educatievoorzieningen. We zetten in op een kwalitatief goed en passend onderwijsaanbod voor volwassenen. In de nieuwe wet specifieke uitkering educatie vervalt in een periode van drie jaar de wettelijke verplichting om educatie aan te besteden. Ook vindt binnen een regio een aanwijzing plaats van een contactgemeente (Leeuwarden) die het aanbod coördineert. Met als doel om dit geld ook daadwerkelijk terecht te laten komen bij gemeenten die het geld hebben ingezet voor educatie. Het gaat om geld dat in 2013-2014 is besteed voor volwassenen met een laag opleidingsniveau of allochtone achtergrond. Wat gaan we daarvoor doen? We geven uitvoering in lijn met de notitie Afbouw ID/WIW-regelingen. Er volgt een eerste evaluatie en, indien nodig, aanpassing/aanscherping van de afbouw van de ID-WIW regelingen. We willen jaarlijks een productovereenkomst afsluiten met het Friesland College. De besteding van het budget, zoals door het Rijk beschikbaar gesteld, vindt volledig plaats bij het Friesland College. Na de succesvolle evaluatie van de pilot Pastiel (gemeenteraad, september 2014) pakken we de daadwerkelijke implementatie op. Het doel van Pastiel verandert niet: het op een effectieve en efficiënte manier uitvoeren van de re-integratie van nieuwe WWB cliënten. We gaan de integrale werkgevers- en werknemersbenadering in Pastiel doorontwikkelen samen met de partners in het project Werk Vermogen! Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 25 Wat mag het kosten? (bedragen x € 1.000,-) Begroting Begroting Begroting 2016 2017 2018 Rekening 2013 Begroting 2014 Begroting 2015 49.027 5.284 1.887 372 2.828 423 47.787 5.576 1.553 230 2.652 429 47.417 5.864 1.753 230 2.183 382 47.470 5.869 1.755 230 2.186 382 47.524 5.875 1.756 230 2.189 383 47.549 5.880 1.758 230 2.191 383 59.822 58.227 57.829 57.892 57.956 57.991 Rekening 2013 Begroting 2014 Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 45.891 169 10 357 2.468 131 49.026 44.025 0 0 237 2.892 0 47.154 43.298 0 0 230 2.778 0 46.306 43.298 0 0 230 2.778 0 46.306 43.298 0 0 230 2.778 0 46.306 43.298 0 0 230 2.778 0 46.306 Resultaat voor bestemming Onttrekking aan reserves Toevoeging aan reserves 10.796 15- 11.073 11.523 11.587 11.650 11.686 Resultaat na bestemming 10.781 11.073 11.523 11.587 11.650 11.686 Lasten 100 Inkomen 110 Minimaregelingen en schuldhulpverlening 120 Gesubsidieerde banen 130 Volwasseneneducatie 140 Participatie en re-integratie 150 Wet inburgering Totaal Lasten Baten 100 Inkomen 110 Minimaregelingen en schuldhulpverlening 120 Gesubsidieerde banen 130 Volwasseneneducatie 140 Participatie en re-integratie 150 Wet inburgering Totaal Baten Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 26 DOMEIN 1 Programma 2 Sociale verbondenheid, participatie, sociaal-cultureel kapitaal en veiligheid Jeugd en onderwijs Beleidsvelden 200. Onderwijs en opvang 210. Zorg voor jeugd (incl. Wmo prestatieveld 2) 220. Onderwijsaccommodaties 230. Jeugdwelzijn Maatschappelijk effect De gemeente biedt aan kinderen en jongeren t/m 23 jaar optimale ontwikkelingskansen om volwaardig deel te nemen aan de samenleving. Relatie met strategische documenten (o.a. Coalitieakkoord) Vanuit het Coalitieakkoord is het programma een onderdeel van de aanpak rond “Sociaal vitaal”. Op basis van de transitie/transformatie binnen het Sociaal Domein komen we tot een nieuwe opzet (“Veerkracht Sociaal Domein”). Hier speelt een flinke uitbreiding van gemeentelijke taken. Ook ligt er nadrukkelijk een relatie met het onderdeel “Vitale clusters” om per gebiedscluster te komen tot een samenhangende aanpak. Vanuit de eerdere Ontwikkelvisie ligt het zwaartepunt bij “Verscheidenheid in kernen” en “Sociale verbondenheid”. Met een toename van eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid. Met aandacht voor preventie, collectieve voorzieningen en het ontzien van kwetsbare doelgroepen. Algemene duiding Richtinggevende beleidsdocumenten Naam • Beleidsplan Veerkracht in het sociaal domein • Beleidsplan Sturing, inkoop en financiering • Koersnota Veerkracht in het sociale domein • Nota ‘peuterspeelzalen, onderwijsachterstanden en zorg voor leerlingen’ • Kompas Zorg voor jeugd Fryslân • Naar een veerkrachtig sociaal domein Vaststelling College, 5 augustus 2014 Gemeenteraad, 5 juni 2014 Gemeenteraad 30 januari 2014 Gemeenteraad, 16 mei 2013 College, 5 maart 2013 Gemeenteraad, 28 februari 2013 Toelichting Nieuwe aanpak Veerkracht Sociaal Domein Zie Hoofdstuk 4 “Aanzet nieuwe opzet Sociaal Domein” Nieuwe wettelijke taken Op 1 januari 2015 treedt de Jeugdwet in werking. De gemeente is dan verantwoordelijk voor de totale zorg voor jeugd van 0 tot 18 jaar (en soms tot 23 jaar). Nieuwe taken zijn: geïndiceerde jeugdhulp, gesloten jeugdzorg, jeugdbescherming, jeugdreclassering, jeugd Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) en jeugd met een licht verstandelijke beperking (LVB). De uitdaging ligt in het op een andere manier vorm geven aan de zorg voor jeugd (transformatie(, die beter aansluit bij de burgers en minder kost. Voor het beleid op gebied van jeugd en onderwijs speelt, naast de transitie jeugdzorg, ook de transitie passend onderwijs. Hier hebben we een rol bij de aansluiting met de gemeentelijke zorg voor jeugd, de onderwijshuisvesting en het leerlingenvervoer. Passend onderwijs is binnen de gemeente onderdeel van de transitie jeugdzorg, omdat passend onderwijs en zorg voor jeugd naadloos op elkaar aan moeten sluiten. Er is een meer preventieve en effectieve ondersteuning aan ouders en kinderen mogelijk bij het opgroeien, opvoeden en leren/ontwikkelen Algemeen Wat willen we bereiken? In de beleidsnotitie peuterspeelzalenbeleid, onderwijsachterstandenbeleid en zorg voor leerlingen ligt de focus op: Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 27 • • • • Peuterspeelzalen zijn voor alle 2 tot 4 jarigen beschikbaar en voldoen aan de kwaliteitseisen van de wet OKE. Het primair- en voortgezet onderwijs ontvangen middelen voor zorg voor leerlingen, die we inzetten op het snijvlak van de zorg vanuit het onderwijs (passend onderwijs) en de zorg voor jeugd vanuit de gemeente (transitie jeugdzorg). Het stimuleren van samenwerking tussen peuter- en kinderopvangorganisaties en het onderwijs (doorgaande lijn). Een dekkend aanbod van kinderdagopvang en peuterspeelzaalwerk. Leerlingen de mogelijkheid bieden scholen voor (speciaal) basisonderwijs of (voortgezet) speciaal onderwijs te bezoeken conform gemeentelijke verordening leerlingenvervoer. De zorg die leerlingen op school ontvangen in het kader van passend onderwijs en de zorg die jeugdigen vanuit de gemeente of vanuit de tweedelijnszorg nodig hebben sluiten naadloos op elkaar aan. De gecombineerde kader- en beleidsnota Brede Scholen geeft kaders aan de ontwikkeling van Brede Scholen, zoals: totstandkoming van onderop, stimulering structurele samenwerking tussen de participanten en nadruk op ontwikkeling/ zorg voor kinderen van 0-12 jaar. Wat gaan we daarvoor doen? We geven uitvoering aan de leer- en kwalificatieplicht. We vullen de functie Regionaal Meldcentrum voortijdig schoolverlaters in. We geven uitvoering aan de harmonisatie en de besparingen conform de beleidsnotitie peuterspeelzaalbeleid, onderwijsachterstandenbeleid en zorg voor leerlingen. We subsidiëren peuterspeelzalen via een vaste subsidie per peuterplaats. Toezicht vindt plaats op de kwaliteit in het kader van de wet OKE. De registratie, inspecties en handhaving van kinderopvangorganisaties en peuterspeelzalen vindt plaats in het kader van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen Peuterspeelzaalwerk. Op basis van het ondersteuningsplan passend onderwijs van de schoolbesturen maken we afspraken voor de inzet van middelen zorg voor leerlingen. Deze middelen zetten we in op het raakvlak van passend onderwijs en de transitie jeugdzorg. We zijn kaderstellend richting de Brede Scholen en hebben waar nodig een faciliterende, initiërende, adviserende en stimulerende rol. We ondersteunen en begeleiden (waar nodig) initiatieven vanuit het veld, vooral in de opstartfase en in de achterstandsgebieden. Op verzoek ondersteunen we bestaande Brede Scholen via een consultatie en adviesfunctie en de buurtsportcoaches. We ondersteunen Brede Scholen op het terrein van beheer en exploitatie. We subsidiëren Brede Scholen voor het uitvoeren van coördinerende activiteiten en de taken (mits de scholen voldoen aan de gestelde voorwaarden). We onderzoeken in samenspraak met betrokken partijen de haalbaarheid van Integrale Kind Centra (IKC). We organiseren en bekostigen het leerlingenvervoer. We geven uitvoering aan de afgesloten overeenkomsten tussen gemeente en vervoerders. In lijn met de verordening leerlingenvervoer verstrekken we ouders een passende bijdrage in de noodzakelijke kosten van het leerlingenvervoer. De inzet van het schoolzwemmen voor het schooljaar 2014/2015 is gelijk aan het voorgaande jaar. 210 Zorg voor Jeugd Wat willen we bereiken? Als uitvloeisel van de decentralisatie van de Jeugdzorg ligt per 1 januari 2015 de verantwoordelijkheid voor de gehele zorg voor jeugd bij de gemeente. Belangrijke kaders zijn: • Ouders en kinderen centraal; • Eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht; • Eén kind/gezin, één aanspreekpunt, één plan; • Gebiedsgerichte benadering; • Specifieke aandacht voor de kwetsbare kinderen en jeugdigen. De ondersteuning realiseren we zoveel mogelijk dicht bij de bewoners. Súdwest-Fryslân (en Littenseradiel) hebben dit in de Koersnota geconcretiseerd door gebiedsteams als de toegangspoort in te gaan zetten voor alle vormen van ondersteuning voor alle inwoners. Dit geldt zowel voor de bestaande als de nieuwe taken in het Sociaal Domein. Er is per cluster een gebiedsteam. Bij ondersteuningsvragen voeren medewerkers van het gebiedsteam een gesprek met de inwoner. Samen zoekt men naar een oplossing. In de beleidsnotitie peuterspeelzalenbeleid, onderwijsachterstandenbeleid en zorg voor leerlingen leggen we voor het onderwijsachterstandenbeleid de focus op de uitbreiding van voor- en vroegschoolse educatie naar de hele gemeente (inclusief screening/gezinsondersteunende programma’s). Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 28 We richten al het handelen binnen het kader van het integraal jeugd(gezondheid-)beleid op het vroegtijdig signaleren en bestrijden van achterstanden, de ontplooiing van de jongere en het ontwikkelen van de jongere tot een verantwoord lid van de samenleving. Er is specifieke aandacht en zorg voor de kwetsbare kinderen en jeugdigen. Wat gaan we daarvoor doen? Er is een dekkend aanbod van voor- en vroegschoolse educatie (VVE) op peuterspeelzalen in Súdwest-Fryslân. Peuters die risico lopen op een ontwikkelingsachterstand nemen deel aan een VVEprogramma op een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf. We indiceren alle doelgroep peuters en leiden die zo veel mogelijk toe naar VVE-peuterspeelzalen of de VVE-vliegende keep die doelgroepkinderen op peuterspeelzalen in de plattelandsgebieden extra ondersteuning biedt. We subsidiëren VVE-peuterspeelzalen en houden toezicht op de kwaliteit ervan in het kader van de Wet OKE. Om problemen rond opvoeden/opgroeien te voorkomen zetten we zo vroeg mogelijk activiteiten, programma’s en interventies in. Die interventies richten we met name op opvoedingsondersteuning van kwetsbare jeugd en hun ouders. We dragen er zorg voor dat we bij de concrete invulling van de besparingstaakstelling voor het aanvullend pakket Jeugdgezondheidszorg (JGZ) kwetsbare jeugd en hun ouders zoveel mogelijk ontzien. Een deel is per 2015 overgegaan naar het basispakket. Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) integreren we in het Gebiedsgericht Werken. We gaan het CJG als beeldmerk na 2014 niet meer promoten. We zien de JGZ met haar wettelijk verplichte takenpakket als een voorliggende algemene toegankelijke voorziening. De JGZ maakt geen onderdeel uit van het gebiedsteam, de overige ketenpartners CJG (MEE en SMW) wel. We laten de CJG contactstructuur in stand (vaste medewerkers zijn gekoppeld aan de kinderopvang, peuterspeelzaal, het primaire- en voortgezet onderwijs). De JGZ is eerste aanspreekpunt voor de peuterspeelzaal en kinderdagverblijf. De schoolmaatschappelijk werker is de linking-pin tussen de onderwijsinstelling en het Gebiedsteam. Het Intern Zorg Overleg (IZO) op scholen blijft. Hiermee is de opgebouwde samenwerking tussen onderwijs, JGZ en SMW geborgd. 220 Onderwijsaccommodaties Richtinggevende beleidsdocumenten Naam Integraal Huisvestingsplan (IHP) Programma onderwijshuisvesting 2014 Programma onderwijshuisvesting 2013 Kadernotitie Brede Scholen Programma onderwijshuisvesting 2011 en 2012 Vaststelling Gemeenteraad, Gemeenteraad, Gemeenteraad, Gemeenteraad, Gemeenteraad, 19 december 2013 19 december 2013 13 december 2012 26 januari 2012 15 december 2011 Wat willen we bereiken? Het beleid voor onderwijshuisvesting is beschreven in het Integraal Huisvestingsplan (vastgesteld eind 2013). Aan de hand van dit plan waarborgen we ook op langere termijn een adequate, kwalitatief goede huisvesting van de onderwijsinstellingen. We willen alle scholen in SúdwestFryslân huisvesten in onderwijsgebouwen van wettelijk voldoende omvang en kwaliteit. Wat gaan we daarvoor doen? We voeren de programma’s onderwijshuisvesting uit zoals die in de afgelopen jaren zijn vastgesteld. Ook implementeren we het Integraal Huisvestingsplan basisonderwijs (vastgesteld eind 2013). 230 Jeugdwelzijn Richtinggevende beleidsdocumenten Naam Nadere regels o.b.v. beleidsnotitie Vrijwillig jeugdwerk Keten en caravan beleid Nota Lokaal Gezondheidsbeleid Vaststelling College, 1 mei 2013 College, 24 april 2012 Gemeenteraad, 3 juli 2014 Wat willen we bereiken? In 2013 is de beleidsnotitie vrijwillig jeugdwerk vastgesteld. Het vrijwillig jeugdwerk richt zich op jeugd en jongeren van 4 t/m 23 jaar. De ondersteuning en het organiseren van activiteiten gebeurt Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 29 door vrijwilligers. In principe in de vrije tijd. Ontmoeting vormt over het algemeen een belangrijke pijler. De twee hoofddoelen van het gemeentelijk beleid zijn het bevorderen van het welzijn van de jeugd en in het verlengde hiervan het maximaliseren van de ontwikkelkansen van de jeugd. Voor activiteiten in het kader van vrijwillig jeugdwerk is activiteitensubsidie beschikbaar. Voor jeugdketen en caravans is in 2012 beleid vastgesteld. Hier gelden als kaders: • Keten moeten een veilige ontmoetingsplek zijn voor jongeren; • Jongerenwerkers ondersteunen de jongeren indien nodig en spelen een belangrijke rol in het signaleren van problemen en eventueel doorverwijzen naar de juiste instanties. Het beleid is in mei 2014 met alle betrokken partners geëvalueerd en vervolgens aangescherpt. In 2014 is het nieuwe Lokaal Gezondheidsbeleid vastgesteld. Hierin staan speerpunten benoemd voor een gezonde fysieke en geestelijke ontwikkeling van kinderen en jongeren. Specifieke aandacht is er voor gezond gewicht en bewegen, verantwoord alcoholgebruik en terugdringen roken, psychische gezondheid en Sociaal-Economische Scores (SES). Wat gaan we daarvoor doen? We geven uitvoering aan het Ketenbeleid, het Beleid vrijwillig jeugdwerk en het Lokaal Gezondheidsbeleid. Er is structureel overleg met externe instanties op het gebied van verslavingszorg, handhaving, politie en welzijnsinstellingen (jongerenwerk Timpaan) over het nemen van initiatieven op het gebied van veiligheid en overlast (JOS overleg). We bevorderen de uitwisseling van taken van de professioneel jongerenwerker en de opbouwwerker: meer generalistische inzet van deze professionals. We maken afspraken over de inzet van professioneel jongerenwerk, met inachtneming van de bezuinigingstaakstelling. We bevorderen spel-/speel- en sportvoorzieningen in wijken, dorpen en kernen. Wat mag het kosten? Lasten 200 Onderwijs en opvang 210 Zorg en Jeugd 220 Onderwijsaccommodaties 230 Jeugdwelzijn Totaal Lasten Baten 200 Onderwijs en opvang 210 Zorg en Jeugd 220 Onderwijsaccommodaties 230 Jeugdwelzijn Totaal Baten (bedragen x € 1.000,-) Begroting Begroting Begroting 2016 2017 2018 Rekening 2013 Begroting 2014 Begroting 2015 2.435 3.768 9.466 475 2.599 4.579 9.442 707 2.550 4.673 9.186 18.762 2.450 4.652 9.412 18.502 2.450 4.654 8.823 17.896 2.449 4.656 9.018 18.001 16.145 17.327 35.170 35.016 33.822 34.123 Rekening 2013 Begroting 2014 Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 30 640 310 0 981 132 589 200 0 921 106 638 200 0 945 106 626 200 0 932 106 626 200 0 932 106 626 200 0 932 Resultaat voor bestemming Onttrekking aan reserves Toevoeging aan reserves 15.164 1.237426 16.406 2.367536 34.225 2.340272 34.084 2.384272 32.890 1.977272 33.191 1.669272 Resultaat na bestemming 14.353 14.575 32.157 31.971 31.185 31.794 Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 30 DOMEIN 1 Programma 3 Sociale verbondenheid, participatie, sociaal-cultureel kapitaal en veiligheid Sport, kunst en cultuur Beleidsvelden 300. Sport 310. Kunst en cultuur Maatschappelijk effect Alle inwoners van Súdwest-Fryslân, zowel jong als oud, hebben of krijgen de mogelijkheid zowel actief als passief deel te nemen aan sport en beweging. Er is een groot aanbod en een grote diversiteit op het gebied van kunst en cultuur. Relatie met strategische documenten (o.a. Coalitieakkoord) Vanuit het Coalitieakkoord heeft het programma belangrijke raakvlakken met de aanpak rond “Sociaal vitaal”. Ook ligt er nadrukkelijk een relatie met aanpak “Vitale clusters” om per gebiedscluster te komen tot een samenhangende aanpak. Met name het gewenste voorzieningenniveau speelt het een rol. Vanuit de eerdere Ontwikkelvisie ligt het zwaartepunt “Sociale verbondenheid”, “Verscheidenheid in kernen” en “Rijkdom aan cultuur en erfgoed”. Vanuit het laatste onderdeel is een bescherming/ontwikkeling van kernkwaliteiten rond cultuur, erfgoed en ruimtelijke kwaliteit aan de orde. 300 Sport Richtinggevende beleidsdocumenten Naam • Kadernota Sport en Bewegen 2012-2020 • Beleidsnota Sport en Bewegen 2013-2016 • Vaststelling Tarieven Gebruiksvergoedingen • Nadere regels Sportsubsidies Vaststelling Gemeenteraad, 23 februari 2012 Gemeenteraad, 13 december 2012 College, 10 december 2013 College, 20 mei 2014 Wat willen we bereiken? Sport en bewegen We willen dat 60% van de inwoners minimaal 40 weken per jaar sport en dat 70% van de inwoners voldoet aan de combinorm voor sport en bewegen (vijf dagen een half uur actie). Het aantal sporters, in competitie of wedstrijdverband willen we optimaliseren. We streven er naar dat 35% van de inwoners lid is van een sportvereniging. We maken alle scholen bekend met het ondersteuningsaanbod van de gemeente. We stimuleren alle scholen om per week twee kwalitatief goede lessen bewegingsonderwijs te geven. 80% van de basisscholen werkt met een vakwerkplan voor het bewegingsonderwijs en een beweegmethode. Minimaal de helft van de basisscholen heeft een sport- en beweegaanbod na schooltijd. We zorgen dat alle relevante samenwerkingspartners (CJG, fysiotherapeuten etc.) bekend zijn met het sport- en beweegaanbod in de gemeente. Ook willen we dat driekwart van alle sport- en beweegdocenten voor ouderen een valpreventiecursus gevolgd heeft en aandacht besteedt aan valpreventie in de les. Talenten en evenementen We ondersteunen talenten en drie soorten (sport) evenementen (regionaal, nationaal en internationaal) ter stimulering en bevordering van de deelname aan de sportverenigingen en bevordering van de economie. Sportaccommodaties We gaan door met het realiseren van sportaccommodaties die een bijdrage leveren aan het gemeentelijk sport- en beweegbeleid. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 31 Wat gaan we daarvoor doen? Sport en bewegen We richten ons met het sportstimuleringsaanbod voor 4-12 jarigen vooral op gebieden waar de sportparticipatie het laagst is. We gaan het basisonderwijs ondersteunen door modules aan te bieden via het project Sport op Basisscholen. We gaan samenwerken met lokale sportaanbieders en het voortgezet onderwijs om te komen tot meer activiteiten. We inventariseren de gebieden waar de sportparticipatie van volwassenen achterblijft en ondernemen actie om de sportparticipatie te verbeteren. We gaan een bijdrage leveren aan het terugdringen van overgewicht bij jeugdigen en volwassenen door ook aandacht te hebben voor een gezonde leefstijl. Op alle basisscholen moet hiervoor structurele aandacht zijn. We stimuleren bedrijfssport door commerciële sportaanbieders een aanbod te laten doen aan het gemeentepersoneel, waarbij vooral aandacht is voor nietactieven. We ontwikkelen voor 65 plussers een innovatief en vraaggericht aanbod in samenwerking met lokale verenigingen en in aansluiting op lokale activiteiten. We onderzoeken de spreiding van het sport- en beweegaanbod voor mensen met een beperking en ondernemen actie om de spreiding (waar nodig) te verbeteren. We ondersteunen sportverenigingen door hen verenigingsondersteuning aan te bieden voor concrete vragen en met sportstimuleringssubsidies. Talenten en evenementen Talenten huldigen we jaarlijks met het oog op meer aandacht voor de sport in brede zin en als stimulans om verder door te groeien. We werken mee aan de realisatie van Regionale Talent Centra (RTC’s) in Súdwest-Fryslân voor volleybal en zeilen. Ook stellen we evenementen-subsidiebeleid op. Sportaccommodaties We brengen de onder- of overcapaciteit, de gebruiksmogelijkheden en bezetting van alle sport- en beweegaccommodaties in beeld. Op basis hiervan gaan we na hoe we het maatschappelijk en financieel rendement kunnen verbeteren. We gaan alle taken en werkzaamheden rondom sport bij elkaar brengen en werken vanuit een integraal plan voor de sport. We beperken de bekostiging van gymnastieklokalen uit het sportbudget tot lasten die voortvloeien uit medegebruik door sport. We stemmen het aanbod van binnensportaccommodaties af op behoeften van onderwijs en sport. We ontwikkelen een toekomstvisie voor binnensportaccommodaties. We stemmen het in gebruik geven van binnensportaccommodaties meer af op de behoefte van gebruikers. We beëindigen de gemeentelijke bemoeienis met kleed- en clubgebouwen en overige opstallen op sportcomplexen en dragen deze accommodaties over aan gebruikers. De visie op zwembaden werken we verder uit, met een concreet plan voor Bolsward en Workum. Verder doen we nader onderzoek naar de contractuele relatie met Optisport en doen een voorstel om deze te wijzigen. 310 Kunst en cultuur Richtinggevende beleidsdocumenten Naam • Nota Amateurkunst • Nadere regels subsidieverstrekking Amateurkunst • Kadernota Cultuur • Scenario’s Bezuinigingen Bibliotheekwerk • Aanwijzing lokale media-instelling 2011-2016 • Nota Museumbeleid 2013-2016 • Uitvoeringsnota Musea Súdwest-Fryslân en Nadere regels Vaststelling Gemeenteraad, 4 april 2013 College, 20 mei 2014 Gemeenteraad, 14 november 2013 Gemeenteraad, 16 mei 2013 Gemeenteraad, 17 april 2012 Gemeenteraad, 28 februari 2013 College, 20 mei 2014 Wat willen we bereiken? Cultuur We willen met cultuuractiviteiten de aantrekkingskracht van de gemeente voor burgers en toeristen vergroten met het oog op de identiteit en gezamenlijke trots waarvoor cultuur in Súdwest-Fryslân zorgt. We willen de relatie tussen cultuur en leefbaarheid als verbindende factor in de samenleving en het effect op de ruimtelijke kwaliteit verder verdiepen. Musea We ondersteunen musea, die op kwalitatieve wijze bijdragen aan het bewaren, ontwikkelen en uitdragen van de identiteit en de geschiedenis van onze gemeente. De door de gemeente gesubsi- Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 32 dieerde musea moeten op termijn in het bezit zijn van een (voorlopige) museumregistratie. We stimuleren dat musea meer focus leggen op hun collectie- en publiekstaak. We ondersteunen innovatieve activiteiten die gericht zijn op vernieuwing van programmering en presentatie, verbetering van de publieksgerichtheid, deskundigheidsbevordering en meer of nieuwe vormen van samenwerking tussen de musea of met andere culturele instellingen. Amateurkunst We stellen de amateurkunst in staat een bijdrage te leveren aan een vitale, sterke en solidaire samenleving, aan de leefbaarheid binnen dorpen, wijken en kernen, aan de sociale binding en aan de kwaliteit van het samenleven. Culturele organisaties We stellen de aanwezige culturele organisaties in staat om een bijdrage te leveren aan een vitale, sterke en solidaire samenleving, aan de leefbaarheid binnen dorpen, wijken en kernen, aan de sociale binding en aan de kwaliteit van het samenleven. Lokale omroep We houden een lokale omroep in stand om de betrokkenheid bij de eigen leefomgeving te verbeteren. We stimuleren daarmee het verspreiden van lokaal nieuws en de bekendheid van lokale gebeurtenissen. Bibliotheken We hebben een toekomstbestendige visie op het bibliotheekwerk. We stellen een nota Bibliotheekbeleid op (gereed 1 januari 2015). Cultuur Kwartier Sneek Het Cultuur Kwartier Sneek (Theater, Atrium en Poppodium) zorgt voor een breed en met het cultuurveld afgestemd cultureel en cultuur educatief aanbod. Wat gaan we daarvoor doen? Cultuur We ondersteunen culturele organisaties door het verlenen van eenmalige subsidies op het terrein van cultuur. We voeren de uitgangs- en actiepunten van de nota Cultuurbeleid uit. We coördineren en stroomlijnen alle gemeentelijke subsidieprocessen en we implementeren en beheren het digitaal subsidieloket. We richten het subsidieloket “lean” in en communiceren hierbij op B1 taalniveau. Aanvragers kunnen hun subsidieaanvraag met ingang van 2015 digitaal indienen. Musea We gaan intentieovereenkomsten afsluiten met musea, waarmee we gezamenlijk de start markeren van het werken aan en het komen tot (voorlopige) museumregistratie. We bieden musea tot en met subsidiejaar 2017 de tijd om hun begroting zo in te richten, dat we minstens 20% van de verleende gemeentelijke subsidie benutten voor de collectietaak en minstens 20% voor de publiekstaak. De musea en Stichting Samenwerking Musea Zuidwest Friesland kunnen op basis van de nieuwe subsidieregeling ‘Musea, innovatie en samenwerking’ eenmalige subsidies aanvragen voor innovatieve activiteiten en vervolgacties op het “Museum Inspiration Event”. Amateurkunst We voeren de vastgestelde uitgangs- en actiepunten uit de nota Amateurkunst uit en we verlenen subsidies aan muziek-, zang- en toneelverenigingen en aan trad. folkloristische dansgroepen. Culturele organisaties Samen met communicatie, toerisme/recreatie en sport stellen we een evenementen-subsidiebeleid op, waarmee we culturele evenementen kunnen ondersteunen. We verlenen subsidies in het kader van het cultuurfonds en de regeling uitgifte boeken. Nieuw zijn de regelingen voor eenmalige subsidies voor het organiseren van kunstroutes en structurele subsidies voor historische verenigingen en foto-/filmclubs. Lokale omroep We verstrekken subsidie aan de lokale media-instelling. De subsidie is gebaseerd op de wettelijk verplichte bijdrage per wooneenheid in de gemeente. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 33 Bibliotheken We leveren een bijdrage aan het realiseren en inhoud geven aan de cultuurhuizen in de voormalige stadhuizen in Bolsward en Workum (gereed eind 2016). We gaan schoolbibliotheken realiseren in basisscholen (gereed eind 2016). Cultuur Kwartier Sneek We spreken in 2015 prestaties af met het Cultuur Kwartier Sneek en leggen deze vast in zogenaamde prestatieverklaringen. Op basis hiervan verstrekken we subsidies. Wat mag het kosten? Lasten 300 Sport 310 Kunst en cultuur Totaal Lasten Baten 300 Sport 310 Kunst en cultuur Totaal Baten Resultaat voor bestemming Onttrekking aan reserves Toevoeging aan reserves Resultaat na bestemming Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 (bedragen x € 1.000,-) Begroting Begroting Begroting 2016 2017 2018 Rekening 2013 Begroting 2014 Begroting 2015 7.130 10.015 6.918 8.081 5.939 7.812 5.759 7.718 5.703 7.657 5.663 7.640 17.145 14.999 13.752 13.477 13.360 13.304 Rekening 2013 Begroting 2014 Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 878 879 1.758 1.034 315 1.349 1.001 374 1.375 991 404 1.395 981 383 1.364 970 412 1.383 15.388 738- 13.650 522- 12.377 377- 12.083 377- 11.996 377- 11.921 377- 13.128 12.000 11.706 11.619 11.544 243 14.892 34 DOMEIN 1 Programma 4 Sociale verbondenheid, participatie, sociaal-cultureel kapitaal en veiligheid Veiligheid, orde, handhaving en toezicht Beleidsvelden 400. Openbare orde en veiligheid 410. Brandweer en rampenbestrijding Maatschappelijk effect De gemeente versterkt samen met veiligheidspartners, burgers en bedrijven de veiligheid in Súdwest-Fryslân en het veiligheidsgevoel van haar inwoners en bezoekers. Relatie met strategische documenten (o.a. Coalitieakkoord) Vanuit het Coalitieakkoord heeft het programma belangrijke raakvlakken “Vitale clusters” om per gebiedscluster te komen tot een samenhangende aanpak. Vanuit de eerdere Ontwikkelvisie ligt het zwaartepunt bij “Sociale verbondenheid”. Langs de lijn van “Sociale verbondenheid” speelt een toename van eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid. Met aandacht voor preventie, collectieve voorzieningen en het ontzien van kwetsbare doelgroepen. Er ligt een relatie met een evenwichtige benadering op basis van de gebiedsgerichte aanpak (stedelijk gebied/clusters). 400 Openbare orde en veiligheid Richtinggevende beleidsdocumenten Naam • Horecabeleid en wijziging horecabepalingen APV • • • • • • • Derde wjiziging APV (Paracommercie) Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Fryslân Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en reparatie Verordening Speelautomatenhallen Harmonisatie Algemene Plaatselijke Verordening (APV) Startnotitie Veiligheidsbeleid Handhavingnota 2011-2014 Verordening binnentreden t.u.v. noodverordeningen Vaststelling College, 26 augustus 2014 (planning: Gemeenteraad: najaar 2014) Gemeenteraad, 30 januari 2014 College: 1 januari. 2014 Gemeenteraad, 24 mei 2012 Gemeenteraad, Gemeenteraad, Gemeenteraad, Gemeenteraad, 26 januari 2012 27 oktober 2011 3 maart 2011 27 januari 2011 Wat willen we bereiken? Openbare orde en veiligheid We willen vitale en leefbare wijken waarin alle bewoners zich veilig voelen en bereid zijn de veiligheid te bevorderen. Ook willen we een effectieve samenwerking van alle verantwoordelijke lokale partners. Dit moet leiden tot het terugdringen van overlast en inbraken. Handhaving en toezicht We willen een veilige en schone woon, werk- en leefomgeving voor zowel de inwoners, ondernemers als de bezoekers van Súdwest-Fryslân. Een multidisciplinaire aanpak met interne en externe partners om de veiligheid (objectief en subjectief) op een aanvaardbaar peil te brengen en te houden. Verder willen we een verbetering van naleefgedrag door inwoners, instellingen en bedrijven. Wat gaan we daarvoor doen? Openbare orde en veiligheid Er komt in 2015 een nieuwe kadernota Veiligheid 2015-2018. Daaruit volgt een Gemeentelijk Veiligheidsplan Súdwest-Fryslân 2015 waarin we te realiseren prestaties benoemen. We informeren de inwoners over ontwikkelingen rond veiligheid en veiligheidsbeleid van de gemeente. We treffen maatregelen/voorzieningen in verband met de veiligheid van bezoekers en deelnemers bij grote of risicovolle evenementen. Verder bespreken we meerdere keren per jaar de voortgang van het gemeentelijk veiligheidsbeleid en stellen die zo nodig bij. We gaan tijdig en adequaat ‘doorzorg’ bieden (waar mogelijk al binnen detentie) aan jeugdige en volwassen (ex)gedetineerden uit Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 35 Súdwest-Fryslân op in ieder geval vijf leefgebieden (ID, huisvesting, arbeid/inkomen, schulden en zorg). We gaan door met het regisseren van horecaoverleg tussen gemeente, ondernemers en politie met betrekking tot Bolsward en Sneek en we maken en implementeren het horecabeleid. Handhaving en toezicht We voeren de prestaties in het Handhaving Uitvoeringsprogramma (HUP) 2015 uit. We gaan door met de ontwikkeling en professionalisering van het bike-team, de integraal toezichthouder, de buitengewoon opsporingsambtenaar voor jeugd en buurt (boa) en het IGT (Informatie Gestuurd Toezicht). We intensiveren de samenwerking tussen toezicht en handhaving en de dorps- en wijkcoördinatoren. We gaan de ‘Mienskip’ actief betrekken door actief te informeren, te wijzen op de eigen verantwoordelijkheid en de nadruk te leggen op preventieve handhaving. Ook intensiveren we de samenwerking met de politie op basis van het Toezichtsmodel. We gaan aan de slag met de operationele uitvoering van het collectief winkelverbod in Sneek. 410 Brandweer en rampenbestrijding Richtinggevende beleidsdocumenten Naam • Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Fryslân • Verordening brandweerrechten • Brandbeveiligingsverordening Vaststelling College, 1 januari 2014 Gemeenteraad, 15 december 2011 Gemeenteraad, 3 januari 2011 Wat willen we bereiken? We willen de kans op branden, calamiteiten en (bij incidenten) schade zo veel mogelijk voorkomen. We zetten op het gebied van brandveiligheid de komende jaren in op een verhoging van zelfredzaamheid bij burgers en (vooral) bedrijven. Met als doel het structureel minder uitrukken van de brandweer binnen Súdwest-Fryslân. Dit in het kader van de geregionaliseerde brandweer binnen de Veiligheidsregio. We willen dat de gemeentelijke rampenbestrijdingsorganisatie voldoet aan minimaal de wettelijke- en regionale gestelde eisen voor een doelmatige en doeltreffende bestrijding van incidenten, zware ongevallen en rampen. We willen de schadelijke gevolgen van incidenten, rampen of zware ongevallen voor personen, dieren en/of goederen en het milieu beperken. Wat gaan we daarvoor doen? We zoeken interactie met ondernemers en inwoners. We vervullen een actieve rol in het verlenen van vergunningen voor evenementen en in de controle op de naleving van de voorschriften. We houden het Kernteam Veiligheid bij Evenementen in Súdwest-Fryslân actief en komen vanuit dit team (politie, brandweer, GHOR, gemeente) met multidisciplinair advies. We beoordelen en bereiden de multidisciplinaire inzet bij grote en/of risicovolle evenementen voor met het kernteam veiligheid bij Evenementen Súdwest-Fryslân, onder voorzitterschap en regie van de gemeente. Wat mag het kosten? (bedragen x € 1.000,-) Begroting Begroting Begroting 2016 2017 2018 Rekening 2013 Begroting 2014 Begroting 2015 477 8.999 9.475 1.540 4.002 5.542 1.671 4.042 5.712 Rekening 2013 Begroting 2014 Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 0 5.475 5.475 0 23 23 0 23 23 0 23 23 0 23 23 0 23 23 Resultaat voor bestemming Onttrekking aan reserves Toevoeging aan reserves 4.000 181- 5.519 7- 5.690 4- 5.772 4- 5.861 4- 5.939 4- Resultaat na bestemming 3.819 5.512 5.686 5.768 5.857 5.935 Lasten 400 Openbare orde en veiligheid 410 Brandweer en rampenbestrijding Totaal Lasten Baten 400 Openbare orde en veiligheid 410 Brandweer en rampenbestrijding Totaal Baten Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 36 1.676 4.118 5.794 1.676 4.208 5.884 1.679 4.282 5.961 DOMEIN 2 Programma 5 Ruimtelijke en economische draagkracht, gastheerschap, infrastructuur en duurzame groei Ruimte, wonen, economische verscheidenheid, sleutelsectoren, gastheerschap Beleidsvelden 500. Ruimtelijke ontwikkeling 510. Wonen 520. Economische zaken 530. Toerisme en recreatie 540. Cultureel Erfgoed 550. Vastgoed 560. Bouwgrondexploitatie Maatschappelijk effect Súdwest-Fryslân is een ontwikkelgemeente waarbij een balans bestaat tussen stad en platteland en de gemeente een verbindende schakel is tussen de omliggende regio’s over land en water. Er is een prettige leefomgeving voor alle huidige en de toekomstige inwoners met voldoende ruimte om tijdens alle levensfasen goed en betaalbaar te wonen. Er is een sterke economische structuur met oog voor dynamiek en innovatie in lokale en (boven)regionale economie. Om de gemeente op economisch gebied een belangrijke rol te kunnen laten spelen is Súdwest-Fryslân goed bereikbaarheid, zowel over land als over water. Er is een groot aanbod en een grote diversiteit op het gebied van toerisme en recreatie, cultureel erfgoed en type landschappen, die we behouden en versterken. Voor beleidsmatig wenselijke ontwikkelingen die bijdragen aan de economische kracht vindt facilitering plaats binnen specifiek in het leven geroepen complexen voor grondexploitatie. Relatie met strategische documenten (o.a. Coalitieakkoord) Vanuit het Coalitieakkoord heeft het programma belangrijke raakvlakken met de aanpak “Economisch vitaal” en “Vitale clusters”. Het programma bevat diverse belangrijke aanknopingspunten om het economisch herstel te stimuleren. Ook de nodige consequenties rond de clusteraanpak krijgen binnen dit programma een (ruimtelijke) inpassing. Vanuit de eerdere Ontwikkelvisie komen diverse redeneerlijnen in samenhang aan de orde, zoals “Verscheidenheid in kernen”, “Economische verscheidenheid”, “Gastheerschap”, “Weidsheid van het landschap”, “Rijkdom aan cultureel erfgoed”. 500 Ruimtelijke ontwikkeling Richtinggevende beleidsdocumenten Naam • Strategische samenwerkingsagenda provincie-gemeente • Strategische samenwerkingsagenda en uitvoeringsprogramma 2011-2021 • Ontwikkelvisie Súdwest-Fryslân • Bouwverordening • Uitgangspuntennotitie Buitengebied • Welstandsnota • Visie Ruimtelijke Kwaliteit • Masterplan Waterstad plus • Gebiedsagenda gemeente SWF, De Friese Meren, Wetterskip Fryslân, Provinsje Fryslân • Masterplan Waddenpark Afsluitdijk Vaststelling Gemeenteraad, 31 maart 2011 Gemeenteraad, 26 januari 2012 Gemeenteraad, 22 maart 2012 Gemeenteraad, 24 mei 2012 Gemeenteraad ,21 juni 2012 Gemeenteraad, 13 december 2012 Gemeenteraad, 6 juni 2013 Gemeenteraad, 3 juli 2014 Gemeenteraad, 3 juli 2014 Wat willen we bereiken? We willen een aantrekkelijk woon-, werk- en leefomgeving creëren voor inwoners, bedrijven en bezoekers. Met actuele bestemmingsplannen met een voldoende plancapaciteit om de taakstelling voor wonen, bedrijvigheid en voorzieningen te realiseren. Het maakt ook een efficiënte vergunningverlening mogelijk. We willen planologisch flexibel in kunnen spelen op ontwikkelingen in de landbouw, binnen de geldende milieu-eisen. We willen ontwikkelkansen benutten in de driehoek Kornwerderzand-Zurich-Makkum als poort naar Fryslân op gebied van economie, water en mobiliteit, met als verbinding de Afsluitdijk, het Unesco Werelderfgoed Waddenzee en het Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 37 achterland. We gaan ons ook sterk maken voor de verbreding, verdieping en verlenging van de sluis Kornwerderzand om daarmee nieuwe impulsen te geven aan de maritieme sector. Wat gaan we daarvoor doen? We geven uitwerking aan de kansen ter versterking van het landschap, zoals opgenomen in de Visie Ruimtelijke Kwaliteit. We gaan ruimtelijke kaders, instrumenten en kwaliteitsdocumenten ontwikkelen ter realisering van doelstellingen (wonen, bedrijvigheid en voorzieningen en voor de kernen van de gemeente). Zo geven we onder meer uitvoering aan: • Uitgangspuntennotitie Buitengebied door middel van starten procedure Bestemmingsplan Buitengebied (ter inzage legging ontwerp bestemmingsplan); • Masterplan Waddenpark Afsluitdijk (in samenhang met het regionale Uitvoeringsplan De Nieuwe Afsluitdijk) en te formuleren aanpak sluis Kornwerderzand. • Binnenstadsvisie Sneek (visie opstellen). 510 Wonen Richtinggevende beleidsdocumenten Naam • Woningbouwprogramma 2011-2016 Vaststelling Gemeenteraad, 21 juni 2012 Wat willen we bereiken? We willen een woningvoorraad en leefomgeving die aansluit bij de toekomstige behoefte. SúdwestFryslân biedt voldoende kwalitatief goede woningen, toegespitst op ontwikkelingen zoals de vergrijzing. We geven specifieke aandacht aan passende woonruimte voor kwetsbare doelgroepen zoals mensen met lagere inkomens en starters op de woningmarkt. De woningen en de voorzieningen in wijk en dorp zijn afgestemd op de toekomstige behoefte, zoals van ouderen. Wat gaan we daarvoor doen? We kiezen voor een Gebiedsgerichte aanpak. Per cluster c.q. kern gaan we in samenwerking met de inwoners en betrokken partijen een gebiedsagenda ontwikkelen. Voor de kwetsbare groepen gaan we samenwerken met woningcorporaties en andere aan Wonen, Welzijn en Zorg gerelateerde partijen. Voor de stedelijke vernieuwing geven we uitvoering aan de projecten op grond van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV). 520 Economische zaken Richtinggevende beleidsdocumenten Naam • Bedrijventerreinplan Zuidwest Fryslân • Verordeningen Bedrijveninvesteringszones (BIZ) • Verkenning Economische Samenwerking F4-gemeenten • Detailhandelstructuurvisie • Economisch Actieprogramma Súdwest-Fryslân Vaststelling Gemeenteraad, Gemeenteraad, Gemeenteraad, Gemeenteraad, Gemeenteraad, 31 maart 2011 27 oktober 2011 21 juni 2012 16 mei 2013 8 oktober 2013 Wat willen we bereiken? Het hoofddoel van werkgelegenheidsgroei willen we bereiken via een aantal lijnen, zoals een betere situatie op de arbeidsmarkt, het bevorderen innovatieklimaat en het bieden van uitstekende vestigingsvoorwaarden voor nieuwe bedrijven. Wat gaan we daarvoor doen? Arbeidsmarkt We zetten een Breed werkgelegenheidsplan (met concrete projecten) op met onze partners, gericht op aansluiting van de arbeidsmarkt en het bedrijfsleven vanuit een integrale werkgeversgedachte om de groei van werkgelegenheid te bevorderen. We geven ondersteuning aan concrete projecten die aantoonbaar een bijdrage leveren aan het verbeteren van de arbeidsmarkt en dan met name binnen onze sleutelsectoren. We gaan vanuit het platform arbeidsmarkt en in samenwerking met ondernemersfederatie en bedrijfsleven arbeidsmarktprojecten faciliteren (gericht op groei en innovatie). Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 38 Bevorderen innovatieklimaat We onderzoeken de mogelijkheden voor een revolverend fonds voor innovatie en starters. We gaan een kenniscentrum/netwerk jachtbouw opzetten met onder meer het onderwijsveld (NHL) en het bedrijfsleven. Daarnaast zetten we een strategie op voor meer proactieve en gerichte acquisitie van bedrijven met een koppeling aan concrete doelstellingen, projecten en (ontwikkel)gebieden. We trekken hier samen op met ondernemers die “het verhaal” kunnen vertellen. We voeren een sterkere lobby op belangrijke thema’s voor de gemeente en provincie (opzet en uitvoer F4-Fryslân lobbyagenda). We doen promotie en acquisitie bedrijventerreinen en Friese binnenhavens F4 vanuit gezamenlijke kracht en belang. We zetten een gezamenlijk verhaal neer in het kader van Friese marketing. We gaan de haalbaarheid onderzoeken van een starterscentum (incubator) voor startende bedrijven en we gaan thema-avonden organiseren voor startende ondernemers. Fysieke vestigingsvoorwaarden We gaan de organisatiekracht van de binnensteden samen met de partners versterken met een eerste focus op de binnensteden Sneek en Bolsward. Het opstellen en uitvoeren van een agenda voor binnensteden met onder meer: acties om leegstand tegen te gaan, het bevorderen van het nieuwe winkelen en acquisitie. 530 Toerisme en recreatie Richtinggevende beleidsdocumenten Naam • Masterplannen Heeg, IJlst, Oudega en Woudsend • Masterplannen Bolsward, Makkum, Stavoren en Workum • Visie Toerisme en Recreatie (2012-2022) • Notitie Verblijfsaccommodatie • Gebiedsagenda gemeente SWF, De Friese Meren, Wetterskip Fryslân, Provinsje Fryslân Vaststelling Voormalig gem Wymbritseradiel Gemeenteraad, 16 december 2012 Gemeenteraad, 16 mei 2013 Gemeenteraad, 3 juli 2014 Gemeenteraad, 3 juli 2014 Wat willen we bereiken? We willen samen met de nieuwe provinciale brede regiomarketing–organisatie een sterk regionaal toeristisch platform neerzetten in Zuidwest Friesland. De werktitel hiervan: ‘Toeristisch Huis’. Kernwoorden hierbij zijn: sterke positionering, levendigheid in de kernen en vernieuwende producten. We willen een programma ‘goed gastheerschap op en aan het water’ realiseren. Wat gaan we daarvoor doen? Toeristisch Huis De gemeente gaat samen met de directie van de nieuwe marketingorganisatie, ondernemers en betrokken organisaties in gesprek om de toeristische regio Zuidwest-Friesland vorm te geven. Een belangrijk facet is daarbij het creëren van logische ketens van verblijf, vervoer en vermaak, samen één groot elk-weer-netwerk. We zetten in op het verbinden en verkopen van wat we hebben (heel veel parels) en wat we produceren (investeringen in de watersportplaatsen binnen het Fries Merenproject). Gastheerschap We gaan projecten initiëren om het gastheerschap op en aan het water te versterken en projecten die zijn gericht op levendigheid in de kernen, culturele events, goede bereikbaarheid en bewegwijzering. We doen een verkenning naar de mogelijkheden om de initiatieven op het gebied van (duurzaam) elektrisch vervoer over land en water te koppelen aan het optimaliseren van onze fietswandel- en vaarroutes. Daarnaast geven we uitvoering aan de uitvoeringsprogramma’s van de masterplannen in het kader van het Friese Merenproject. 540 Cultureel erfgoed Richtinggevende beleidsdocumenten Naam • Erfgoedvisie • Erfgoednota en Erfgoed verordening Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 Vaststelling Gemeenteraad, 21 juni 2012 Gemeenteraad, 24 januari 2013 39 Wat willen we bereiken? We gaan zorgvuldig om met aanwezige cultuurhistorische waarden die we waarderen/beschermen. Wat gaan we daarvoor doen? We maken (verkennende) notities op het gebied van herbestemming, de instandhouding van historische kernen en cultuurlandschap & water. Verder voeren we een verdiepingsslag uit op de archeologische waardenkaart en stellen een bouwhistorische verwachtingenkaart IJlst op. Reguliere activiteiten, zoals het adviseren bij aanvragen omgevingsvergunningen, wijzigingen bestemmingsplannen en het verlenen van subsidies, krijgen in relatie tot Cultureel Erfgoed extra aandacht. Ook gaan we voorlichting geven via diverse media, het organiseren van publieksactiviteiten en het organiseren van bijeenkomsten voor erfgoedorganisaties en –eigenaren. 550 Vastgoed Richtinggevende beleidsdocumenten Naam • Nota Juridische Eigendomsbeheer Gronden 2012 • Kaders Grondbeleid • Uitvoeringsnota Snippergroen 2013 • Uitvoeringsnota Verhuurde Gronden 2013 Vaststelling Gemeenteraad, Gemeenteraad, Gemeenteraad, Gemeenteraad, 1 juli 2012 26 januari 2012 19 december 2013 19 december 2013 Wat willen we bereiken? We willen het gemeentelijk vastgoed zo optimaal en digitaal mogelijk beheren. We willen inzetten het onderhouden, afstoten (waar mogelijk), verwerven (indien wenselijk), verhuren en (her)bestemmen van gemeentelijk vastgoed. Wat gaan we daarvoor doen? We zorgen ervoor dat de exploitatie van de eigendommen minimaal kostendekkend is. Bewoonbaar vastgoed, bij de gemeente in eigendom, verhuren we het gehele jaar. Gronden, verspreid gemeentelijk-water en vastgoed waarvan we verwachten dat ze gedurende het jaar niet (meer) in gebruik komen voor het doel waarvoor ze zijn aangekocht, verpachten of verhuren we het gehele jaar marktconform en onder passende voorwaarden. Voor gronden en panden, die naar verwachting niet meer in gebruik komen voor het doel waarvoor ze zijn aangekocht, zoeken we nieuwe of tijdelijke bestemmingen. Gronden en vastgoed die geen strategische functie hebben stoten we zoveel mogelijk af. 560 Bouwgrondexploitatie Richtinggevende beleidsdocumenten Naam • Notitie Grondprijsbeleid 2012 • Kaders Grondbeleid Vaststelling Gemeenteraad, 24 mei 2012 Gemeenteraad, 26 januari 2012 Wat willen we bereiken? We willen een verbeterde verkoopstrategie die leidt tot een verhoogde afzet van bouwrijpe grond en tot het in balans brengen van inkomsten en uitgaven voor gezonde grondexploitaties. Wat gaan we daarvoor doen? We willen de realisatie van het woningbouwprogramma bewerkstelligen door een verdere uitbouw van een proactieve, landelijke verkoopstrategie. We gaan de herontwikkeling van bouwterreinen doorvoeren. We gaan stimuleringsvoorstellen onderzoeken en de vindbaarheid via het internet verbeteren van woningbouw- en bedrijfskavels die de gemeente zelf verkoopt. We zetten scherper in op verkopen in gebieden waar de sterkste kansen liggen. We stellen globale en zo mogelijk flexibelere bestemmingsplannen op. We passen zo nodig de kavelindeling aan, met meerdere goedkopere en kleinere in plaats van grote duurdere kavels. We gaan onderzoeken of we samenwerking met derden kunnen bevorderen om daarmee kavelverkopen te stimuleren. Ook doen we meer marktonderzoek om op microniveau zicht te krijgen op kansen (ofwel bouwen naar behoefte). Het productieproces van bouwrijpe grond gaan we optimaliseren. Zo is een vermindering en beheersing van de operationele kosten mogelijk. Indien nodig stellen we de kaders Grondbeleid en de nota Grondprijsbeleid op onderdelen bij. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 40 Wat mag het kosten? Lasten 500 Ruimtelijke ontwikkeling 510 Wonen 520 Economische zaken 530 Toerisme en recreatie 540 Erfgoed, monumentenzorg, archeologie en cultuurlandschap 550 Vastgoed 560 Bouwgrondexploitatie Totaal Lasten Baten 500 Ruimtelijke ontwikkeling 510 Wonen 520 Economische zaken 530 Toerisme en recreatie 540 Erfgoed, monumentenzorg, archeologie en cultuurlandschap 550 Vastgoed 560 Bouwgrondexploitatie Totaal Baten Resultaat voor bestemming Begroting 2014 Begroting 2015 1.116 5.691 1.116 3.499 1.190 4.560 580 3.035 972 4.234 961 2.979 972 4.162 963 2.897 963 4.083 961 2.870 966 4.009 962 2.848 612 673 668 644 638 635 2.098 8.910 23.043 1.890 2.086 14.014 1.803 2.025 13.641 1.794 2.025 13.458 1.793 2.026 13.334 1.792 2.026 13.238 Rekening 2013 Begroting 2014 Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 1.052 3.453 815 1.563 1.428 1.766 485 1.190 1.836 1.588 477 1.104 2.065 1.517 477 1.103 2.194 1.443 477 1.101 2.194 1.365 477 1.100 47 14 14 14 14 14 1.702 1.325 9.957 1.106 2.086 8.075 992 2.025 8.036 992 2.025 8.194 992 2.026 8.247 992 2.026 8.168 13.085 5.939 5.605 5.264 5.086 5.070 361- 161- 61- 61- 5.244 5.103 5.025 5.009 Onttrekking aan reserves 2.350- 839- Toevoeging aan reserves 1.855 26 Resultaat na bestemming 12.589 5.126 Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 (bedragen x € 1.000,-) Begroting Begroting Begroting 2016 2017 2018 Rekening 2013 41 DOMEIN 2 Programma 6 Ruimtelijke en economische draagkracht, gastheerschap, infrastructuur en duurzame groei Wegen, water en groen (incl. parkeren) Beleidsvelden 600. Beheer wegen en verkeersveiligheid 610. Beheer waterwegen 620. Beheer openbaar groen 630. Parkeren Maatschappelijk effect De staat van het onderhoud en de kwaliteit van wegen, water en openbaar groen draagt bij aan een leefbare woon-, werk- en leefomgeving. De openbare ruimte is goed begaanbaar en veilig voor al haar gebruikers: ‘de basis op orde’. Relatie met strategische documenten (o.a. Coalitieakkoord) Vanuit het Coalitieakkoord heeft het programma belangrijke raakvlakken met de aanpak ‘Financieel vitaal’ om tot een adequate structurele financiële inregeling van de kapitaalgoederen te komen. Vanuit de aanpak ‘Economisch vitaal’ is in samenhang met een goede ruimtelijke inkadering een passende infrastructuur gewenst. Vanuit de eerdere Ontwikkelvisie ligt het zwaartepunt bij de aspecten: ‘Economische verscheidenheid’ en ‘Weidsheid van het landschap’. Algemene duiding Richtinggevende beleidsdocumenten Naam: Beleidsnotitie Kapitaalgoederen 2013 - 2016 Gemeentelijk Verkeer- en vervoerplan (GVVP) Vaststelling: Gemeenteraad, mei 2013 Gemeenteraad, 16 mei 2013 600. Beheer wegen en verkeersveiligheid Richtinggevende beleidsdocumenten Naam: Telecomverordening Beleidsplan Openbare verlichting (fase 4) Beleidsnotitie Kapitaalgoederen (fase 3) Meerjarenbeleidsplan gladheidsbestrijding 2011-2014 Gemeentelijk Verkeer en Vervoer Plan (GVVP) Vaststelling: Gemeenteraad, Gemeenteraad, Gemeenteraad, Gemeenteraad, Gemeenteraad, 27 januari 2011 juli 2013 mei 2013 27 oktober 2011 27 oktober 2011 Wat willen we bereiken? Wegen We streven naar een veilige infrastructuur in de vorm van wegen, fiets- en wandelpaden, water en kunstwerken. Deze infrastructuur moet goed en duurzaam onderhouden zijn om de doorstroom en verkeersveiligheid van alle weggebruikers te bevorderen. De doorgaande wegen moeten we ook tijdens gladheid kunnen berijden. Straatmeubilair moet veilig, duurzaam en functioneel zijn. Voor het onderhoud van deze infrastructuur moeten voldoende structurele middelen aanwezig zijn. Onderhoud verrichten we planmatig waarbij we werk-met-werk maken (we combineren verkeersveiligheidsdoelstellingen met onderhoudswerkzaamheden wegen) voor een duurzame en efficiënte omgang met de financiën. Waar nodig willen we een verdere verbetering van de aansluiting van Súdwest-Fryslân op het landelijke wegennet. Openbare Verlichting We streven naar een goed functionerende, duurzame, innovatieve openbare verlichting, om niet alleen de verkeersveiligheid, maar ook de sociale veiligheid en leefbaarheid te waarborgen. Daarbij werken we samen met de collectieve Stichting Openbare Verlichting Fryslân (uitvoerder regulier beheer en onderhoud openbare verlichting). We streven naar een klimaatneutraal Súdwest-Fryslân in Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 42 2030, aansluitend bij het vastgestelde Duurzaamheidsprogramma 2012, zoals verdere energiereductie (zie ook Programma 7). Wat gaan we daarvoor doen? Wegen We werken verder aan het optimaliseren van het GBI om nog meer planmatig te kunnen onderhouden. Het beleidsplan Wegen en het GVVP zijn leidend. Voor de gladheidbestrijding maken we in lijn met het meerjarenbeleidsplan ‘Gladheidsbestrijding’ jaarlijks een uitvoeringsplan. We nemen actief deel aan het overleg met de Provincie Fryslân over regionale afstemming van het verkeer- en vervoerbeleid, onder andere over het openbaar vervoer en verbeteringsmogelijkheden van de stationsomgevingen. We participeren actief in regionaal overleggen over de bereikbaarheid van de A7-zone. Voor de bereikbaarheid van Súdwest-Fryslân vanuit het landelijk wegennet is het van belang dat er een oplossing komt voor het knelpunt bij Joure. Openbare verlichting Het beheer en onderhoud van de openbare verlichting voeren we uit via het collectieve verband in de ‘Stichting OV Fryslân’. Door optimalisering van het beheerpakket GBI is een nog planmatiger uitvoering van het onderhoud mogelijk. Vervanging vindt zoveel mogelijk plaats in afstemming met wegenprojecten of rioolwerkzaamheden. Er vindt extra onderhoud van de openbare verlichting plaats met als doel achterstanden op het gebied van openbare verlichting weg te werken. We anticiperen op ontwikkelingen om het energieverbruik te verminderen en om lichtverontreiniging en verstoring van flora en fauna te voorkomen. Binnen de bebouwde kom streven we naar adequate veilige verlichting. Buiten de bebouwde kom hanteren we een terughoudend beleid. 610. Beheer waterwegen Richtinggevende beleidsdocumenten Naam: Beleidsnotitie Kapitaalgoederen (fase 3) Duurzaamheidsvisie Beleidsplan Brugbediening Verordening Brugbediening Vaststelling: Gemeenteraad, Gemeenteraad, Gemeenteraad, Gemeenteraad, mei 2013 13 december 2012 december 2013 maart 2014 Wat willen we bereiken? We willen met het onderhoudsbeheer van de waterwegen en de kwaliteit van het water een goed gastheerschap waarborgen. Het ondersteunt de economische doelstellingen van Súdwest-Fryslân als watersportgemeente. We streven naar een goede en duurzame onderhoudsstaat van vaarwegen, overige waterpartijen, nautische faciliteiten en bruggen ter bevordering van de doorstroom en veiligheid van alle vaarweggebruikers (zowel economisch, toeristisch als recreatief). Het watersysteem moet schoon, duurzaam en veilig zijn. De havens moeten duurzaam en gastvrij zijn met recreatieve voorzieningen afgestemd op het watersporttoerisme. De brugbediening moet aansluiten bij provinciale afspraken en bij het aanbod aan watersporttoerisme. We willen meewerken aan ontwikkelingen die voortkomen uit de invoering van de Waterwet (2009), zoals de overdracht vaarwegen en overdracht stedelijk water. We gaan uit van een integrale benadering, waarbij we koppelkansen zoeken met lopende projecten in de watersportkernen bijvoorbeeld ten behoeve van de kades/aanlegplaatsen (bijvoorbeeld Masterplannen). Wat gaan we daarvoor doen? We gaan de vaarwegen, oevers en kaden volgens de bestaande onderhoudsplannen en beschikbare financiële middelen onderhouden. Wateroverlast gaan we voorkomen met als uitgangspunten: vasthouden, bergen en afvoeren van overtollig water. We vergroten de ecologische waarden binnen het waterbeheer. We onderhouden intensief contact met partijen, betrokken bij het beheer van de waterwegen, zoals provincie, waterschap en buurgemeenten. We inventariseren de klasse van het vaarwegenbeheer en overige gegevens van de waterwegen. We doen dit ook voor de omvang en kwaliteit van waterwerken in gemeentelijk beheer en eigendom. We verwerken dit in het GBI. We stellen een beleid- en onderhoudsplan voor de waterbouwkundige kunstwerken en waterbodems op. We monitoren de verkeersstromen en dieptes van de gemeentelijke vaarwegen. 620. Beheer openbaar groen Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 43 Richtinggevende beleidsdocumenten Naam: Bomenbeleidsplan Súdwest-Fryslân Beleidsplan Openbaar groen Súdwest-Fryslân Verordening Lijkbezorgingrechten Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Vaststelling: Gemeenteraad, Gemeenteraad, Gemeenteraad, Gemeenteraad, 13 december 2012 10 oktober 2013 15 december 2011 3 januari 2011 Wat willen we bereiken? We streven naar een gezonde, gevarieerde, veilige en verzorgde groene aankleding van de openbare ruimte. De openbare ruimte is afgestemd op de doelgroepen. Het beheer en onderhoud past binnen de financiële kaders. Daarbij willen we een gevarieerd (in soort en leeftijd) gezond bomenbestand aanbieden wat afgestemd is op het landschapstype of de woonkernen, met extra aandacht voor beschermingswaardige en monumentale bomen. Het groenbeheer moet duurzaam zijn, waarbij zowel flora en fauna zich goed kunnen ontwikkelen. Om dat beheer efficiënt uit te kunnen voeren is eenheid nodig in de werkwijze van beheer en onderhoud van het openbaar groen. Bij de uitvoering van het groenbeheer hebben we aandacht voor de sociale return. Verder bevorderen we de betrokkenheid van inwoners bij het groenbeheer door een juiste wijze van voorlichting. Er moeten voldoende speelvoorzieningen zijn voor kinderen van 0-18 jaar. De voorzieningen zijn veilig en aantrekkelijk. Onze begraafplaatsen moeten er goed verzorgd bijliggen en rust en respect uitstralen. Wat gaan we daarvoor doen? We hebben beheerplannen openbaar groen gemaakt. Als gevolg van diverse bezuinigingen moeten we de inrichting ervan wel versoberen. Het onderhoud voeren we uit volgens bestaande onderhoudsplannen en de beschikbare financiële middelen. We bevorderen het ecologisch groenbeheer door bijvoorbeeld grasterreinen (gazon) om te vormen tot bloemrijk grasland. De biodiversiteit van bermen en andere terreinen laten we meten door vrijwilligers en onderwijsinstellingen. Goede groeiplaatsen en regelmatig onderhoud moeten zorgen voor een zo lang mogelijke levensduur. We anticiperen op ontwikkelingen zoals de toename van plantenziekten en plagen (essenziekte en eikenprocessierups). Ook doen we onderzoek naar alternatieve methoden voor het onkruidbeheer op verhardingen (als gevolg van het wettelijk verbod van chemische bestrijding op verhardingen vanaf 1 november 2015). Het zoeken naar financiële dekking is hier onderdeel van. We organiseren studiedagen voor medewerkers van de afdeling Beheer Onderhoud Groen met als doel kennisuitbreiding, eenheid en efficiëntie van het beheer en onderhoud van het openbaar groen. We gaan een beleidsnota Begraafplaatsen opstellen. Zoals toegezegd aan de raad werken we aan een beleidsnotitie over zwerfaval, afvalbakken en vegen. 630. Parkeren Richtinggevende beleidsdocumenten Naam: Gemeentelijk Verkeer en Vervoer Plan (GVVP) Parkeervisie 2014 Parkeerverordening 2014 Verordening Parkeerbelasting 2014 Vaststelling: Gemeenteraad, Gemeenteraad, Gemeenteraad, Gemeenteraad, 16 mei 2013 6 juni 2013 7 maart 2014 14 november 2013 Wat willen we bereiken? We streven naar voldoende parkeercapaciteit bij woningen, voorzieningen en bij de historische kernen. Op plaatsen met een schaarste aan parkeergelegenheid, willen we het gebruik van de parkeervoorzieningen op een klantvriendelijke manier reguleren. Wat gaan we daarvoor doen? Om ervoor te zorgen dat we bij ruimtelijke ontwikkelingen voldoende parkeergelegenheid aanleggen stellen we een parkeernormennota op. De nota gebruiken we om de gewenste parkeercapaciteit bij de bouw en functiewijziging van woningen, bedrijven en voorzieningen te bepalen. We onderzoeken de oprichting van een parkeercompensatiefonds. Het fonds zetten we in bij ruimtelijke ontwikkelingen waar de aanleg van eigen parkeergelegenheid problemen geeft. De parkeercapaciteit in de binnenstad van Bolsward breiden we uit wanneer ontwikkelingen dit mogelijk maken. De tijdelijke parkeercapaciteit rond de binnenstad van Sneek vervangen we door een vergelijkbare hoeveelheid permanente parkeercapaciteit. Het gebeurt wanneer (stedenbouwkundige) ontwikkelingen dit mogelijk maken. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 44 Voor iedere kern met een schaarste aan parkeergelegenheid stellen we een afzonderlijke parkeervisie op, met de volgende uitgangspunten: • In kleine kernen vindt parkeerregulering bij voorkeur plaats met gratis lang parkeren en blauwe zones voor kort parkeren. Eventueel stellen we een vergunningensysteem in voor bewoners en bedrijven. • In de stedelijke kernen Sneek en Bolsward vindt parkeerregulering bij voorkeur plaats met betaald parkeren en differentiatie in tarieven waarbij het lang parkeren gratis of goedkoper is en het kort parkeren duurder kan zijn. Eventueel stellen we een vergunningensysteem voor bewoners en bedrijven. We vereenvoudigen waar mogelijk de regelgeving rond parkeervergunningen. De handhaving van parkeren is gericht op naleving van de parkeermaatregelen. De parkeeropbrengsten dragen bij aan de exploitatie van parkeervoorzieningen. We onderzoeken de nieuwste ontwikkelingen voor betaalsystemen passen die waar mogelijk in (bijvoorbeeld betalen via de mobiele telefoon). Wat mag het kosten? Lasten 600 Wegenbeheer 610 Waterbeheer 620 Openbaar groen 630 Begraafplaatsen 640 Veiligheid en infra 650 Handhaving en toezicht (parkeren) Totaal Lasten Baten 600 Wegenbeheer 610 Waterbeheer 620 Openbaar groen 630 Begraafplaatsen 640 Veiligheid en infra 650 Handhaving en toezicht (parkeren) Totaal Baten (bedragen x € 1.000,-) Begroting Begroting Begroting 2016 2017 2018 Rekening 2013 Begroting 2014 Begroting 2015 16.346 2.115 5.475 701 2.203 2.470 29.310 11.735 2.434 6.041 731 2.527 2.545 26.013 13.255 2.084 5.439 668 2.772 2.386 26.604 14.515 2.061 5.328 666 2.754 2.336 27.660 14.586 2.040 5.337 662 2.740 2.287 27.652 14.536 2.022 5.330 658 2.742 2.264 27.553 Rekening 2013 Begroting 2014 Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 1.381 82 68 539 47 2.676 4.793 142 96 24 604 17 2.654 3.537 170 84 44 604 17 2.652 3.573 170 84 44 604 1 2.652 3.557 170 84 44 604 1 2.652 3.557 170 84 44 604 1 2.652 3.557 24.517 22.476 23.031 24.103 24.095 23.997 Onttrekking aan reserves 3.564- 1.112- 69- 69- 39- 30- Toevoeging aan reserves 650 2.125 35 35 35 35 21.603 23.489 22.997 24.069 24.091 24.002 Resultaat voor bestemming Resultaat na bestemming Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 45 DOMEIN 2 Programma 7 Ruimtelijke en economische draagkracht, gastheerschap, infrastructuur en duurzame groei Milieuzorg, energie en duurzame groei Beleidsvelden 700. Milieu- en duurzaamheidbeleid 710. Rioleringen 720. Reiniging 730. Energiebeheer Maatschappelijk effect Duurzaamheid is in Súdwest-Fryslân een verbindend element voor haar bewoners, ondernemers en gebruikers. Ze zijn tevreden over de kwaliteit van de fysieke leefomgeving. Ontwikkelingen richten zich op het voorzien in de huidige behoefte zonder de belangen van toekomstige generaties in gevaar te brengen. Relatie met strategische documenten (o.a. Coalitieakkoord) Vanuit het coalitieakkoord heeft het programma belangrijke raakvlakken met de aanpak “Vitale clusters” en “Economisch vitaal”. Vanuit de eerdere Ontwikkelvisie ligt het zwaartepunt bij en “Economische verscheidenheid’ en ‘Sociale verbondenheid”. 700. Milieu- en duurzaamheidbeleid Richtinggevende beleidsdocumenten Naam • Duurzaamheidsvisie ‘Opstap nei duorsumens’ • Duurzaamheids uitvoeringsprogramma 2012-2014 • Millenniumstatement Súdwest-Fryslân Vaststelling Gemeenteraad, 20 september 2012 Gemeenteraad, 20 september 2012 Gemeenteraad, 20 september 2012 Wat willen we bereiken? We willen een duurzame samenleving die invulling geeft aan de basisbehoeften van de mens hier en elders. De mens moet op een positieve wijze een bijdrage kunnen leveren aan het behalen van de Millenniumdoelen (United Nations Millennium Development Goals). Het gaat om een samenleving, waarbij de mens: • minder gebruik maakt van uit de aardbodem gewonnen grondstoffen; • minder natuurvreemde stoffen (chemicaliën) in de leefomgeving brengt; • minder de natuurlijke systemen (biosfeer, ecosystemen) aantast. We willen dat de gemeentelijke organisatie het goede voorbeeld geeft op het gebied van duurzaamheid en het behalen van de millenniumdoelen. Wat gaan we daarvoor doen? We stellen het duurzaamheidsprogramma op, dat zoveel mogelijk aansluit bij de clusteragenda’s. We stimuleren Millenniumactiviteiten en duurzame activiteiten uit de samenleving. De organisatie past The Natural Step toe in advisering en uitvoering. 710. Rioleringen Richtinggevende beleidsdocumenten Naam Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2013-2017 Vaststelling Gemeenteraad, 4 juli 2013 Wat willen we bereiken? We willen, dat staat voorop, het bestaande riool in standhouden en waar nodig verder optimaliseren om het stedelijk afval- en regenwater doelmatig in te zamelen en te transporteren. Dat beheer willen we optimaal afstemmen met andere gemeentelijke (beheer)taken. Over dat beheer en de Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 46 zorg voor het water communiceren we intern en extern op een effectieve manier. We willen komen tot een kostendekkend tarief voor rioolheffingen, met zo laag mogelijke kosten. Wat gaan we daarvoor doen? We herzien de verouderde Basis Riolering Plannen (BRP’s) voor 2018. We maken optimaal gebruik van een geautomatiseerd systeem (GBI). We brengen informatie in zoals inspecties, reiniging en onderhoudsstaat. GBI levert hiermee gegevens om de riolering te onderhouden, herstellen en vervangen. Hierbij is de staat van de riolering leidend en niet de afschrijvingstermijn. 720. Reiniging Richtinggevende beleidsdocumenten Naam • Kaderstellende notitie afvalbeleid • Verordening Afvalstoffenheffing en Reinigingsrechten 2013 • Beleidsnotitie afval “Netjes geregeld!” Vaststelling Gemeenteraad, 20 september 2012 Gemeenteraad, 13 december 2012 Gemeenteraad, 14 november. 2013 Wat willen we bereiken? We streven naar een kostendekkend tarief voor afvalstoffenheffing en reinigingsrechten, én naar verlaging van de kosten voor de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval. De dienstverlening en de milieuscore mag per saldo niet verslechteren. Wat gaan we daarvoor doen? We voeren de maatregelen in die in de Beleidsnotitie afval staan. 730. Energiebeheer Wat willen we bereiken? We willen besparing ván energie en besparing óp energie. Wat gaan we daarvoor doen? Bij vervanging en onderhoud nemen we maatregelen om het energieverbruik duurzaam te verlagen. We verduurzamen maatschappelijk vastgoed door het opstellen van energieprestaties en het treffen van energiebesparende maatregelen. Groene elektra en groen gas kopen we tegen een zo laag mogelijke prijs in. Verder onderzoeken we of we besparingen, die we realiseren op de energienota door het toepassen van duurzame maatregelen, in kunnen inzetten voor verdere energiebesparingen. We werken aan het opstellen van energiebeleid. Daarin komt te staan hoe de gemeente op lange termijn energieneutraal wil worden (doel: Duurzaamheidsvisie). Wat mag het kosten? (bedragen x € 1.000,-) Begroting Begroting Begroting 2016 2017 2018 Rekening 2013 Begroting 2014 Begroting 2015 1.262 7.142 7.507 15.910 2.651 7.362 7.795 17.808 2.419 6.981 8.280 17.680 2.423 7.039 8.092 17.554 2.428 7.086 8.024 17.538 2.432 7.134 7.981 17.548 Rekening 2013 Begroting 2014 Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 700 Milieu- en duurzaamheidbeleid 710 Rioleringen 720 Reiniging Totaal Baten 98 7.862 9.843 17.803 61 8.067 9.544 17.672 0 7.677 10.109 17.787 0 7.733 9.809 17.543 0 7.789 9.809 17.599 0 7.846 9.809 17.655 Resultaat voor bestemming 1.893- 136 106- 11 61- 107- 200- 29- 3- 3- 3- 3- 2.093- 107 109- 9 64- 110- Lasten 700 Milieu- en duurzaamheidbeleid 710 Rioleringen 720 Reiniging Totaal Lasten Baten Onttrekking aan reserves Toevoeging aan reserves Resultaat na bestemming Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 47 DOMEIN 3 Programma 8 Dienstverlening, bestuur en middelen Dienstverlening, bestuur en burgerzaken Beleidsvelden 800. Algemeen bestuur, 810. Rechtsbescherming, 820. Bestuursondersteuning (onderdelen griffie, communicatie en Fries Taalbeleid) 830. Bestuurlijke samenwerking, 840. Burgerzaken, 850. Dienstverlening. Maatschappelijk effect De gemeente staat dicht bij de burgers en is daarbij een betrouwbare, open en betrokken partner. De gemeente heeft een proactieve en flexibele houding naar haar burgers en maatschappelijke partners. Dit vertaalt zich in een moderne, klantgerichte dienstverlening waarbij de klant centraal staat en geldt voor burgers, bedrijven en maatschappelijke instellingen. Relatie met strategische documenten (o.a. Coalitieakkoord) Vanuit het Coalitieakkoord heeft het programma belangrijke raakvlakken met de aanpak “Samen” in samenhang met “Vitale clusters”. Vanuit de eerdere Ontwikkelvisie liggen er relaties met “Sociale verbondenenheid” (gelet op de hier gelegde relatie met de clusteraanpak). 800. Algemeen bestuur Richtinggevende beleidsdocumenten Naam Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Reglement van orde voor de raad en de raadscommissies Bestuurskrachtonderzoek (n.a.v. de Motie Heijnen) Verordening functioneringsgesprekken burg. en raad Referendumverordening Verordening regelende het onderzoek door de raad Verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Werkgeverscommissie griffie Gedragscode Politieke ambtsdragers Ontwerp Gemeentewapen Strategisch raadscommunicatieplan “Met raad en daad” Instellen auditcommissie en vaststelling Verordening auditcommissie Instellen rekenkamer en vaststellen verordening Vergoeding leden rekenkamer Verordening Burgerinitiatief Vaststelling Gemeenteraad, Gemeenteraad, Gemeenteraad, Gemeenteraad, Gemeenteraad, Gemeenteraad, Gemeenteraad, Gemeenteraad, Gemeenteraad, Gemeenteraad, Gemeenteraad, Gemeenteraad, Gemeenteraad, 3 juli 2014 7 mei 2014 7 maart 2014 28 februari 2013 13 december 2012 13 december 2012 18 oktober 2012 20 september 2012 21 juni 2012 24 mei 2012 22 september 2011 23 juni 2011 26 mei 2011 Gemeenteraad, 31 maart 2011 Wat willen we bereiken? De Raad geeft actief inhoud aan zijn volksvertegenwoordigende rol en geeft vorm aan de kaderstellende en controlerende rol. We streven naar transparante besluitvorming in de raad. We bevorderen de legitimiteit van het beleid van de gemeente en een democratisch bestuur, met name door openbaarheid en toegankelijkheid van de gemeentelijke informatie. Verder willen we de interne en externe communicatie verbeteren. Met name via een sterkere burgerparticipatie. Wat gaan we daarvoor doen? We werken aan de bevordering van de deskundigheid en verdere professionalisering van de raad. We organiseren specifieke bijeenkomsten en/of trainingen. We optimaliseren de Lange Termijn Agenda (LTA): het spoorboekje van de raad. Onder meer door het opnemen van de ambities uit het Coalitieakkoord. Het Presidium behandeld maandelijks de LTA. Publicatie van de LTA vind plaats op de website. We werken verder aan de realisering en het onderhouden van een gemakkelijk toegankelijk raadsinformatiesysteem. Uitvoering en verdieping vindt plaats via diverse communicatieactiviteiten, zoals Gast van de raad, Polityk op ‘e Dyk, raadsexcursies, Twitter, Duo-debatten, Mienskip en Debat. We moedigen Burgerparticipatie aan door het plaatsen op de website van Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 48 actieve informatie van het college, schriftelijke reacties van het college op toezeggingen en schriftelijke vragen en antwoorden. Verder willen gaan we starten met een nieuw raadscommunicatieplan. We moedigen participatie verder aan door publieksgroepen te laten participeren in het tot stand komen en uitvoeren van gemeentelijk beleid. Belangrijk aandachtspunt daarbij is de relatie tussen deze informele participatie en de formele vertegenwoordiging (in dit geval de raad). We organiseren werkbezoeken en informatiebijeenkomsten over actuele onderwerpen en thema’s. Intern gebruiken we het intranet om inzicht te geven in het werk van de griffie, de commissies en de raad. 810. Rechtsbescherming Richtinggevende beleidsdocumenten Naam • Verordening Commissie bezwaarschriften • Verordening Klachtenregeling Inspraakverordening Vaststelling Gemeenteraad, 28 april 2011 Gemeenteraad, 27 oktober 2011 Gemeenteraad, 3 januari 2011 Wat willen we bereiken? De burger kan optimaal gebruik maken van zijn rechtsbeschermingsmogelijkheden. Bezwaarschriften handelen we zorgvuldig en tijdig af. Het indienen van klachten moet op een zo eenvoudig mogelijk manier plaats kunnen vinden. Behandeling vindt tijdig plaats, zorgvuldig en objectief. We willen meer bekendheid geven aan klachtherkenning, de aanwezigheid van de gemeentelijke klachtencoördinator en diens rol. We willen bekijken in hoeverre mediationvaardigheden bijdragen aan een constructieve behandeling en oplossing van een klacht. Bezwaarschriften en klachten zien we ook als mogelijkheid om onze werkprocessen verder te verbeteren. We willen starten met een integriteitsbeleid. Met als uitgangspunt dat de burger volledig moet kunnen vertrouwen op de gemeente (Raad, College en organisatie). Wat gaan we daarvoor doen? We blijven gebruik maken van een externe commissie voor de bezwaarschriften die adviseert over de ingekomen bezwaarschriften ter heroverweging van de primaire besluiten. We continueren de ambtelijke ondersteuning. We gaan door met pre-mediation om bezwaarschriften effectief af te handelen. De wijze waarop de het indienen van klachten kan plaatsvinden communiceren we continu. In overleg gebeurt dat schriftelijk, per e-mail of telefonisch. De klachtencoördinator speelt daarbij een belangrijke rol. Behandeling van de klachten vindt plaats samen met de klager en beklaagde. Daarbij experimenteren we met mediationvaardigheden. Binnen de organisatie gaan we meer bekendheid geven aan klachtherkenning zodat klachten ook daadwerkelijk ter coördinatie/behandeling bij de klachtencoördinator komen. We monitoren continue de behandeling en uitkomsten van bezwaarschriften en klachten. Het kan leiden tot verbeterpunten en verbetervoorstellen. Het nog op te stellen integriteitsbeleid werken we uit in een plan van aanpak. Het vertrekpunt is de Risicoanalyse uit 2014. 820. Bestuursondersteuning. Richtinggevende beleidsdocumenten Naam • Frysk. Fanselssprekkend!, Taalnota Gemeente Súdwest-Fryslân 2014-2018 • Archiefverordening • Delegatieverordening en mandaatregeling Vaststelling Gemeenterie, 6 maart 2014 Gemeenteraad, 27 januari 2011 Gemeenteraad, 3 januari 2011 Wat willen we bereiken? De externe communicatie richt zich op een sterke positionering van Súdwest-Fryslân naar (toekomstige) inwoners en ondernemers en indirect op de toeristen. Voor bestuurders en medewerkers van de gemeente is communicatie een vast onderdeel binnen alle werkprocessen van beleidsontwikkeling tot aan de uitvoering en de evaluatie daarvan. Hiervoor is maatschappelijk inzicht en contact met publieksgroepen van het allergrootste belang. Dit geldt ook voor de openbaarheid en toegankelijkheid van gemeentelijke informatie. Ontwikkelingen als het gebiedsgerichte werken (kernenbeleid en 3D-transities) binnen onze netwerksamenleving vragen steeds meer om een maatwerk gerichte communicatieaanpak. Niet alleen ten opzichte van de diversiteit in ons gebied maar ook ten aanzien van de variëteit in doelgroepen, communicatielijnen en –middelen. Het college presenteert zich op een professionele manier en volgens protocol tijdens huldigingen, bijzondere Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 49 gebeurtenissen en evenementen. Foar wat it Frysk Taalbelied aanbelanget wurkje we oan mear sichtberens fan it Frysk en it Fryskeigene yn de iepenbiere romte en iepenbiere fermiddens. Wat gaan we daarvoor doen? We communiceren open over de vraag wanneer en hoe publieksgroepen invloed uit kunnen oefenen op het besturen van de gemeente. We informeren de pers na de B&W-vergaderingen over de genomen besluiten. Stukken zijn dan ook openbaar. Brieven en andere documenten schrijven we in een taal en stijl die voor iedereen begrijpelijk is (het zogenoemde B1-niveaus). We gaan onderzoeken in hoeverre een gebiedsgerichte communicatieaanpak noodzakelijk is en hoe die aanpak vorm kan krijgen. We zorgen ervoor dat we de organisatie zo flexibel mogelijk inrichten zodat we formele aanpassingen kunnen voorkomen. It Frysk krijt in natuerliker plak yn de teams fan de gemeente. By de social media sille we it Frysk mear brûken gean. We sille ús wiidweidiger ynsette foar de Fryske kulturele prizen yn Súdwest-Fryslân. We hawwe omtinken foar in trochgeande learline fan it Frysk en de trijetalige skoalle yn de mande mei ferstjintwurdigers út it ûnderwiis. Binnen de kontouren fan Kulturele Haadstêd 2018 wolle we it Frysk eigene mei ynwenners en bedriuwslibben in plak te jaan op de aktiviteitenaginda fan KH2018. 830. Bestuurlijke samenwerking. Richtinggevende beleidsdocumenten Naam • Gebiedsagenda Súdwesthoeke • Notitie NUON-gelden • • • Raadsvoorstel herindeling Littenseradiel Herindelingsadvies Boarnsterhim Reactie gemeente op provinciale visie lokaalbestuurlijke inrichting NoordFryslân Strategische samenwerkingsagenda en uitvoeringsprogramma 2011-2021 Strategische samenwerkingsagenda provincie-gemeente • • Vaststelling College, 15 april 2014 (actieve info raad) College 18 juni 2013 (actieve info raad) Gemeenteraad, 12 september 2013 Gemeenteraad, 17 april 2012 Gemeenteraad, 22 maart 2012 Gemeenteraad, 26 januari 2012 Gemeenteraad, 31 maart 2011 Wat willen we bereiken? Naast het unieke karakter van Súdwest-Fryslân als gebied spreken we ook van een gemeente met bestuurskracht: een gemeente met het strategische vermogen om grote uitdagingen en ontwikkelingen zelfstandig op te pakken en de kracht om gestelde doelen te bereiken voor haar inwoners. De gemeente is daarmee een toonaangevende, sterke en betrouwbare partner voor alle gemeenschappelijke regelingen, samenwerkingsverbanden en overheidslagen. Het gemeentebestuur ondersteunt de keuze van gemeente Littenseradiel om via herindeling per 1 januari 2018 vijftien dorpen aan Súdwest-Fryslân toe te voegen. Wat gaan we daarvoor doen? We kiezen voor het vormen van strategische agenda’s in de regio om de kansen van de regio te benutten op diverse terreinen. De Gebiedsagenda Súdwesthoeke (samen met gemeente De Friese Meren, Provincie Fryslân en Wetterskip Fryslân) biedt ruimte voor kansrijke initiatieven. We ontwikkelen initiatieven om een toonaangevende, sterke en betrouwbare partner te zijn voor alle overheidslagen (gemeenten, regio, provincie en rijk). Bij intergemeentelijke samenwerking hanteren we een kritische grondhouding ten aanzien van de te kiezen vorm, met het oog op het bewaken van de sturende rol van de raad. Er is gerichte en effectieve deelname aan bij de gemeente passende grote samenwerkingsverbanden zoals de Veiligheidsregio (w.o. de regionale brandweer). We pakken in deze bestuursperiode diverse ontwikkelingen op in overleg en samenwerking met Littenseradiel. 840. Burgerzaken. Richtinggevende beleidsdocumenten Naam • Reglement Basisregistratie Personen (BRP • Verordening Basisregistratie Personen (BRP • Programma Dienstverlening Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 Vaststelling College, 16 september 2014 Gemeenteraad, 5 juni 2014 50 Wat willen we bereiken? We werken continu aan een betrouwbare Basisregistratie Personen (BRP). Het huidige dienstverleningsniveau aan de balie willen we minimaal handhaven zodat we de klanten kwalitatief goed en snel bedienen. We bieden de diensten zoveel mogelijk (ook) in digitale vorm aan. Wat gaan we daarvoor doen? We houden de BRP en overige registraties continu bij. Via monitoring checken we regelmatig de kwaliteit. Het binnengemeentelijk gebruik van persoonsgegevens uit de BRP stimuleren we maximaal. We voeren een nieuw klantverwijssysteem in. We zoeken een goede balans tussen de (her)huisvestingsplannen en de dienstverlening, waaronder de openingstijden. Indien juridisch mogelijk bieden we producten digitaal aan. Hierop sturen we actief. De (invul)procedures voor de burger gaan we vereenvoudigen. 850. Dienstverlening. Richtinggevende beleidsdocumenten Naam • Programma Dienstverlening • Verkenning Centrale Huisvesting Vaststelling Gemeenteraad, 16 mei 2013 Wat willen we bereiken? We werken continu aan de verbetering van het naar onze mening al hoge kwaliteitsniveau van de dienstverlening. Klantgerichtheid en een efficiëntere dienstverlening in het klantcontactcentrum staan daarbij centraal. Wat gaan we daarvoor doen? We richten een klantverwijssysteem in. We registeren de klantvragen en vormen een kennisbank. Het dienstverlenend werken en sturen maken we onderdeel van de cyclus Plannen, Evalueren en Beoordelen die voor elke medewerker geldt. Verder willen we 5 processen gaan ‘leanen’. Wat mag het kosten? Lasten 800 Algemeen bestuur 810 Rechtsbescherming 820 Bestuursondersteuning 830 Bestuurlijke samenwerking 840 Burgerzaken Totaal Lasten Baten (bedragen x € 1.000,-) Begroting Begroting Begroting 2016 2017 2018 Rekening 2013 Begroting 2014 Begroting 2015 2.284 305 21.661 212 2.195 26.657 2.159 426 17.263 216 2.726 22.790 1.683 494 18.379 216 2.747 23.518 1.678 499 18.428 216 2.520 23.341 1.655 500 18.471 216 2.654 23.495 1.646 501 18.519 216 2.533 23.416 Rekening 2013 Begroting 2014 Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 800 Algemeen bestuur 810 Rechtsbescherming 820 Bestuursondersteuning 830 Bestuurlijke samenwerking 840 Burgerzaken Totaal Baten 0 0 75 0 1.081 1.157 0 0 21 0 1.260 1.281 0 0 21 0 1.285 1.306 0 0 21 0 1.302 1.323 0 0 21 0 1.319 1.340 0 0 21 0 1.336 1.357 Resultaat voor bestemming Onttrekking aan reserves 25.500 175- 21.509 22.212 22.018 22.155 22.059 25.325 21.509 22.212 22.018 22.155 22.059 Toevoeging aan reserves Resultaat na bestemming Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 51 DOMEIN 3 Dienstverlening, bestuur en middelen Programma 9 Algemene dekkingsmiddelen Beleidsvelden 900. Treasury 910. Algemene dekkingsmiddelen 920. Uitvoering Wet WOZ 930. Gemeentelijke belastingen Maatschappelijk effect De gemeente heeft een gezonde financiële huishouding, waarbij de gevraagde financiële bijdragen van de inwoners in een goede verhouding staan tot het geleverde voorzieningenniveau. Relatie met strategische documenten (o.a. Coalitieakkoord) Vanuit het Coalitieakkoord heeft het programma met name een relatie met “Financieel vitaal”. Uiteraard is het programma verweven met alle andere ambities met het op de daarbij relevante financiële consequenties. Vanuit de eerdere Ontwikkelvisie liggen er een relatie met “Sociale verbondenenheid”, met name gelet op te hanteren uitgangspunten bij de tariefstelling bij belastingen en heffingen. Algemene duiding Richtinggevende beleidsdocumenten Naam • Bestuursrapportage 1e halfjaar 2014 • Perspectiefnota 2015-2018 • Nota reserves en voorzieningen 2014 • Jaarverslag en jaarrekening 2013 • Conjunctuurnota • Programmabegroting 2014 en meerjarenraming 2015 - 2017 • Treasurystatuut Vaststelling Gemeenteraad, Gemeenteraad, Gemeenteraad, Gemeenteraad, Gemeenteraad, Gemeenteraad, Gemeenteraad, 25 september 2014 3 juli 2014 3 juli 2014 5 juni 2014 30 januari 2014 13 november 2013 14 april 2011 900. Treasury Wat willen we bereiken? We willen het geldmiddelenbeheer zo efficiënt mogelijk uitvoeren. Wat gaan we daarvoor doen? We volgen continu de ontwikkelingen van de rentetarieven op korte en lange termijn. Ook in 2015 gaan we een liquiditeitsprognose voor de komende 12 maanden opstellen en bijstellen. Datzelfde geldt ook voor de meerjaren liquiditeitsprognose. 910. Algemene dekkingsmiddelen Wat willen we bereiken? De verwerving van algemene dekkingsmiddelen voeren we zo efficiënt mogelijk uit. Wat gaan we daarvoor doen? We volgen en signaleren ontwikkelingen op het terrein van de algemene uitkering uit het gemeentefonds. 920. Uitvoering Wet WOZ Wat willen we bereiken? We willen in eigen beheer zorgdragen voor een tijdige en volledige marktconforme waardering van onroerende zaken. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 52 Wat gaan we daarvoor doen? We komen tijdig tot een afronding van de herwaardering en tijdig beschikken over de WOZobjecten. Bezwaren tegen de waardering ronden we tijdig af. De WOZ-administratie richten we verder correct en eenduidig in. Er is afstemming met andere administraties, zoals de BAG (Basisregistratie Adressen en Gebouwen) en Bouw- en Woningtoezicht. 930. Gemeentelijke belastingen Richtinggevende beleidsdocumenten Naam • Aanwijzingsbesluit parkeerbelastingen 2014 • Verordening Toeristenbelasting 2014 • Verordening Watertoeristenbelasting 2014 • Verordening Forensenbelasting 2014 • Verordening Rioolheffing 2014 • Verordening Grafrechten 2014 • Verordening Marktgelden 2013 • Verordening Onroerende-zaakbelastingen 2014 • Verordening Lig- en staangelden 2014 Legesverordening 2014 • Verordening parkeerbelastingen 2014 • Verordening Precariobelasting 2014 • Verordening Reinigingsheffingen 2014 • Beleidsregels voor aanwijzen belastingplichtige en WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie • Uitvoeringsregeling toeristen/watertoeristenbelasting • Beleidsregel voor de toepassing van de wegingsfactoren proceskosten in belastingzaken • Beleidsregels ambtshalve vermindering gem. belastingen Vaststelling College, 17 december 2014 Gemeenteraad, 19 december 2013 Gemeenteraad, 19 december 2013 Gemeenteraad, 19 december. 2013 Gemeenteraad, 14 november 2013 Gemeenteraad, 19 december 2013 Gemeenteraad, 21 juni 2012 Gemeenteraad, 19 december 2013 Gemeenteraad, 19 december 2013 Gemeenteraad, 19 december 2013 Gemeenteraad, 14 november 2013 Gemeenteraad, 14 november 2013 Gemeenteraad, 19 december 2013 College, 1 maart 2011 College, 29 november 2011 College, 12 februari 2013 College, 14 augustus 2012 Wat willen we bereiken? We willen een efficiënte, tijdige en volledige belastingheffing. We willen geen verhogingen van de plaatselijke belastingen, behoudens de jaarlijkse inflatiecorrectie. Wat gaan we daarvoor doen? We stellen de gemeentelijke belastingverordeningen tijdig op met transparante tariefberekeningen. De belastingadministratie houden we accuraat en continu bij. We leggen kohieren tijdig op. Een volledige verantwoording van de kohieren vindt plaats in december. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de structurele en incidentele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserve. Het gaat met name om de onttrekking aan de reserve kapitaallasten en huisvesting onderwijs en de toevoeging van rente aan de reserve huisvesting onderwijs. Tabel overzicht mutatie reserves Mutatie reserve Programma 2015 Storting € 0 2 3 4 5 6 7 8 9 Totaal 2016 Onttrekking € Storting € 26.125 272.164 35.000 176.004 483.168 Onttrekking € Storting € 26.125 2.340.504 376.510 3.770 361.165 69.087 2.700 272.164 200.000 3.379.861 230.430 537.594 Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 2017 35.000 Onttrekking € Storting € 26.125 2.384.289 376.510 3.770 161.165 69.087 2.700 272.164 100.000 3.123.646 956.520 1.263.684 53 2018 35.000 1.977.301 376.510 3.770 61.165 39.087 2.700 2.486.658 Onttrekking € 23.040 272.164 35.000 210.834 517.998 1.668.509 376.510 3.770 61.165 30.087 2.700 2.165.781 Wat mag het kosten? Lasten 900 Treasury 910 Algemene dekkingsmiddelen 920 Uitvoering Wet WOZ 930 Gemeentelijke belastingen 940 saldo van kostenplaatsen 950 Saldo voor bestemming Totaal Lasten Baten 900 Treasury 910 Algemene dekkingsmiddelen 920 Uitvoering Wet WOZ 930 Gemeentelijke belastingen 940 saldo van kostenplaatsen 950 Saldo voor bestemming Totaal Baten Resultaat voor bestemming (bedragen x € 1.000,-) Begroting Begroting Begroting 2016 2017 2018 Rekening 2013 Begroting 2014 Begroting 2015 178 295 746 793 2.241 0 4.254 34 380805 806 2.480 0 3.745 37 2.3371.007 637 198 0 458- 37 3.3551.008 638 199 0 1.474- 37 4.9381.000 640 199 0 3.062- 37 5.8381.002 641 200 0 3.957- Rekening 2013 Begroting 2014 Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 2.392 93.604 0 17.581 2.245 0 115.822 2.340 94.651 0 18.541 3.122 0 118.654 589 120.044 0 20.208 0 0 140.841 589 119.200 0 20.884 0 0 140.672 589 116.848 0 21.274 0 0 138.711 589 115.294 0 21.543 0 0 137.426 111.568- 114.909- 141.300- 142.147- 141.773- 141.384- Onttrekking aan reserves 1.563- 4.088- 200- 100- 0 0 Toevoeging aan reserves 1.388 7.275 176 230 957 212 142.016- 140.816- 141.173- Resultaat na bestemming Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 111.744- 111.722- 54 141.324- Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 55 3. Paragrafen 3.1. Vooraf De begroting heeft zeven paragrafen. In iedere paragraaf staan beleidslijnen met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten. Het gaat om: • Lokale heffingen • Weerstandsvermogen/risicobeheersing • Onderhoud kapitaalgoederen • Financiering • Bedrijfsvoering • Verbonden partijen • Grondbeleid. Het zijn verplichte onderdelen van de begroting (artikel 9, lid 2 BBV). 3.2. Paragrafen 1-7 Zie de volgende tekstfragmenten. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 56 Paragraaf 1 Lokale heffingen Inleiding Deze paragraaf bevat informatie over het gemeentelijke beleid met betrekking tot lokale heffingen. We werken de volgende onderdelen uit: • Algemene toelichting • Beleid lokale heffingen • Overzicht lokale heffingen A. Belastingen B. Rechten • Woonlasten Súdwest-Fryslân • Uitvoering Wet WOZ • Kwijtscheldingsbeleid Algemene toelichting De bevoegdheid tot het invoeren, wijzigen of afschaffen van een gemeentelijke belasting berust bij de gemeenteraad. Het belastinggebied van de gemeente is begrensd. In de Gemeentewet is limitatief opgenomen welke gemeentelijke belastingen we kunnen heffen. Daarnaast kan bij wet aan de gemeente de bevoegdheid worden toegekend om een bepaalde belasting te heffen, zoals bijvoorbeeld de afvalstoffenheffing die zijn wettelijke grondslag vindt in de Wet Milieubeheer. De gemeente kan uit het beschikbare menu haar eigen keus maken. Súdwest-Fryslân maakt niet gebruik van alle mogelijkheden. Tijdens de harmonisatie van de belastingverordeningen (na de fusie) is besloten om de roerende-zaakbelastingen en de hondenbelasting af te schaffen. Daarnaast heffen we geen baatbelasting en reclamebelasting in onze gemeente. Ook heffen we niet alle mogelijke rechten. Beleid lokale heffingen In het Coalitieakkoord 2014-2018 ‘Samen krachtig’ is aangegeven dat we de mogelijkheid van precariobelasting op kabels en leidingen in beeld brengen. Ook gaan we de mogelijkheid voor de invoering van een roerende-zaakbelasting bekijken. Als uitgangspunt is genomen dat de tarieven en leges kostendekkend zijn en de lokale heffingen maximaal de inflatie volgen. Overeenkomstig dit uitgangspunt verhogen we de tarieven van de meeste belastingen jaarlijks trendmatig. Het inflatiepercentage voor het jaar 2014 is in de conjunctuurnota vastgesteld op 1,4%. Overzicht lokale heffingen Het begrip lokale heffingen valt onder te verdelen in belastingen en rechten. De heffingsambtienaar legt belastingen dwingend op zonder dat daar een aanwijsbare tegenprestatie tegenover staat. De hoogte van de tarieven is daardoor vrij. Bij rechten is er wel sprake van een aanwijsbare tegenprestatie. De tarieven mogen niet meer dan kostendekkend zijn. Súdwest-Fryslân kent de volgende belastingen en rechten: A. Belastingen Forensenbelasting Hoewel er geen formele koppeling is tussen de rechtsgrond van de forensenbelasting en de uitkering uit het gemeentefonds is tijdens de harmonisatie van de belasting-verordeningen in 2010 wel gekozen voor deze koppeling. Qua tariefstelling is gekozen voor aansluiting bij de WOZ-waarde van de woning, zoals ook bij de OZB. Bij de tariefstelling gaan we uit van een inflatoire meeropbrengst van 1,4%. Onroerende-zaakbelastingen (OZB) Overeenkomstig de Wet WOZ waarderen we jaarlijks alle onroerende zaken. Bij de tariefstelling moeten we rekening houden met deze herwaardering om te voorkomen dat waardewijzigingen resulteert in een meer- of minderopbrengst. Bij de tariefstelling gaan we naast de autonome groei van Súdwest-Fryslân uit van een inflatoire meeropbrengst van 1,4%. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 57 Parkeerbelasting De belastingtarieven verhogen we niet jaarlijks inflatoir. Aan de hand van een parkeernotitie leggen we een meerjarenbeleid voor. Daarbij is er sprake van een sluitende parkeerbegroting. Baten en lasten moeten in evenwicht zijn. Precariobelasting In de Perspectiefnota is besloten tot invoering van de een precariobelasting voor kabels en leidingen. Er is een structurele opbrengst van € 500.000 ingeboekt. Om uitvoering te geven aan het besluit is een raadsvoorstel in voorbereiding. Kortheidshalve verwijzen we naar hoofdstuk 1 paragraaf 1.3.2. De reeds bestaande tarieven (terrassen) verhogen we inflatoir. Roerende-zaakbelastingen In het Coalitieakkoord 2014-2018 ‘Samen krachtig’ hebben we aangegeven dat we de mogelijkheid tot invoering van roerende-zaakbelastingen gaan onderzoeken. Toeristenbelasting In 2013 is een onderzoek naar de forfaitaire tarieven afgerond. Dit heeft geleid tot een aanpassing van de forfaits en een aanpassing van de verordening ten behoeve van de belastingverordening 2014. De toeristenbelasting verhogen we niet jaarlijks omdat dat leidt tot onhandzame tarieven. Belastingen Begroting 2014 Begroting 2015* € € Forensenbelasting 676.200 685.000 15.851.400 16.845.000 Parkeerbelasting 2.597.000 Precariobelasting 74.300 OZB Mutatie tarieven Nee + 1,4% Ja (woningen) + 1,4% 2.607.000 Nee - 578.000 Nee - 2.134.750 1.964.000 Nee - 21.333.650 22.679.000 Toeristenbelasting Totaal Kwijtschelding * De genoemde opbrengst voor 2015 is inclusief de (voor te stellen) verhogingen. B. Rechten Afvalstoffenheffing Bij de harmonisatie van de belastingverordeningen in 2010 is gekozen voor een tariefstelling met een onderscheid tussen één- en meerpersoonshuishoudens. De tarieven zijn kostendekkend waarbij ook de compensabele BTW en de kwijtschelding in de heffing zijn betrokken. Grafrechten Gezien de grote verschillen in de voormalige gemeenten ten aanzien van de tarieven en de onderhoudsniveaus van begraafplaatsen, is bij de harmonisatie van de belastingverordeningen (na de fusie) besloten om, in afwachting van nieuw beleid, geen uniforme tarieven vast te stellen. Ook verhogen we de tarieven niet inflatoir. In 2014 ronden we de harmonisatie van de grafrechten af. Leges Nog in 2014 vindt er een onderzoek plaats naar de kostendekkendheid van tarieven. We gaan de verordening 2015 hierop baseren. Liggeld Door afschaffing van het bruggeld is het liggeld omhoog gegaan. We verhogen de tarieven niet jaarlijks verhoogd omdat het leidt tot onhandzame tarieven. Bij de bepaling van de tarieven liggeld kiezen we vooralsnog niet voor kostendekkende tarieven. Vooreerst leggen we de nadruk op de positie van Súdwest-Fryslân ten opzichte van de omliggende gemeenten. Marktgeld Met het oog op de afname in kwaliteit en kwantiteit van de markten in Bolsward en Sneek passen we de tarieven niet aan. Dit in afwachting van beleid over de toekomst van de markten in SúdwestFryslân. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 58 Passagegeld De passagegelden bestaan sinds 2013 uitsluitend uit sluisgelden. De passagegelden verhogen we niet jaarlijks omdat het leidt tot onhandzame tarieven. Bij de bepaling van de hoogte van passagegelden hebben we vooralsnog niet gekozen voor kostendekkende tarieven. Vooreerst leggen we de nadruk op de positie van Súdwest- Fryslân ten opzichte van de omliggende gemeenten. Rioolheffingen Dit jaar adviseren we de raad geadviseerd over het zogenaamde waterspoor. Daarbij is de rioolheffing gebaseerd op het waterverbruik. De rioolheffing is kostendekkend en sluit aan op het vGRP 2013-2017 (raad 4 juli 2013). Rechten Afvalstoffenheffing Reinigingsrechten Begrafenisrechten Begroting 2014 Begroting 2015* € € Kwijtschelding 7.738.300 7.488.300 300.000 300.000 Nee Ja 601.000 601.000 Nee Bouwleges 1.757.000 1.896.000 Nee Leges 1.260.000 1.284.000 Nee 904.000 810.000 Nee Marktgeld 67.000 67.000 Nee Passagegelden 52.000 86.000 Nee Rioolheffingen 8.067.080 7.665.000 20.746.380 20.197.300 Liggeld Totaal Ja * De genoemde opbrengst voor 2015 is inclusief de (voor te stellen) verhogingen. Woonlasten Súdwest-Fryslân Het centrum voor onderzoek van de economie van de lagere overheden (COELO) presenteert jaarlijks de Atlas van de lokale lasten. Daarin beschrijft men de ontwikkelingen van de decentrale belastingen waarbij de nadruk ligt op de woonlasten voor huishoudens. Men cumuleert de drie algemene belastingen: onroerende-zaakbelastingen, rioolheffingen en afvalstoffenheffing. Ook maakt men in de Atlas een vergelijking tussen de gemeenten onderling. In onderstaande grafiek (belastingjaar 2014) is de vergelijking aangegeven tussen de gemiddelde woonlasten van SúdwestFryslân en de gemiddelden van gemeenten in Fryslân en het landelijk gemiddelde. In 2014 neemt Súdwest-Fryslân de 85e (in 2013 de 99e) plaats in waarbij nummer 1 de laagste lasten en nummer 417 de hoogste lasten heeft. In Fryslân staan we op de 5e plaats. Uitvoering Wet WOZ De Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) legt een groot aantal taken en verantwoordelijkheden neer bij gemeenten. Gemeenten moeten: • een WOZ-administratie bijhouden; • alle veranderingen van woningen en andere gebouwen volgen; • de markt in de gemeente volgen en analyseren; • alle objecten (woningen en andere gebouwen en objecten) taxeren; Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 59 • • • WOZ-beschikkingen versturen; bezwaar en beroep afhandelen; informatie leveren aan waterschappen en Belastingdienst. De Waarderingskamer ziet als onafhankelijk orgaan toe op de uitvoering van de Wet WOZ. De Waarderingskamer kwalificeert onze gemeente als ‘goed’. Dit is het hoogst haalbare niveau. Kwijtscheldingsbeleid Het kwijtschelden van gemeentelijke belastingen is wettelijk beperkt. De gemeente is vrij in de keuze voor welke belastingsoort we kwijtschelding geven. Ook staat het de gemeente vrij te bepalen welk percentage van de bijstandsuitkering we voor de beoordeling gebruiken. SúdwestFryslân gebruikt de meest gunstige norm voor aanvragers. Inwoners kunnen kwijtschelding aanvragen voor de afvalstoffenheffing, de rioolheffingen en de onroerende-zaakbelastingen (woningen). We benaderen alle inwoners die mogelijk recht hebben op kwijtschelding. Het Inlichtingenbureau toetst de aanvragen om kwijtschelding. Daarbij controleren we op inkomen, saldi van bankrekeningen en bezit van auto’s. Bij het beoordelen van de aanvraag houden we rekening met de netto kosten van kinderopvang. Bij de aanvraag 65-plussers gebruiken we de netto AOW-norm. Met ingang van 1 januari 2013 verlenen we kwijtschelding aan ondernemers voor het privé gedeelte van de aanslag gemeentelijke belastingen. Voor belastingen die geheel of gedeeltelijk verband houden met de uitoefening van bedrijf of beroep verlenen we geen kwijtschelding. Het toekennen van kwijtschelding ramen we vooralsnog op € 650.000. De kosten voor het uitvoeren van de aanvragen ramen we vooralsnog op € 100.000. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 60 Paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing Algemeen Ter dekking van niet in te schatten risico’s dienen de algemene reserve en de bestemmingsreserves. Hierbij merken we op dat de bestemmingsreserves door de gemeenteraad zijn gecreëerd ter dekking van specifiek benoemde doeleinden. Echter, dezelfde bestemmingsreserves kunnen na een beslissing van de raad een ander karakter dan wel bestemming krijgen, bijvoorbeeld het afdekken van risico’s. Voor risico’s van te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten treffen we voorzieningen. Deze voorzieningen vormen een onderdeel van het vreemd vermogen en zijn daarom niet vrij inzetbaar. Het is onmogelijk om elk risico waaraan de gemeente wordt blootgesteld af te dekken. De gemeente heeft zich tegen aansprakelijkheidsrisico’s verzekerd en daarnaast nog diverse andere verzekeringen afgesloten ter dekking van kwantificeerbare risico’s en/of schades. Wat gaan we doen? Beleid inzake het weerstandsvermogen In de vastgestelde nota Weerstandsvermogen en Risicomanagement is bepaald dat we ten behoeve van de begroting en de jaarrekening de paragraaf weerstandsvermogen opstellen. Voor het gemeentelijk beleid omtrent het weerstandsvermogen en risicomanagement verwijzen we naar deze genoemde nota. We trainen medewerkers om risico’s te beheersen, maar ook om niet financieel beheersbare risico’s inzichtelijk te maken. We zetten zo binnen de gemeentelijke organisatie stappen ten aanzien van risico-identificatie, analyse en beoordeling van risico’s. Ter ondersteuning van het integrale risicomanagement passen we gemeente-breed een ondersteunend softwarepakket toe. Hierdoor bevorderen we dat na de identificatie van risico’s op efficiënte wijze sprake is van registratie, analyse en rapportage. Risico-inventarisatie Om de risico's van Súdwest-Fryslân in kaart te brengen is een risicoprofiel opgesteld. Dit risicoprofiel is tot stand gekomen met behulp van het softwareprogramma NARIS® (NAR Risicomanagement Informatie Systeem) waarmee het mogelijk is risico's systematisch in kaart te brengen en te beoordelen. Uit de inventarisatie zijn in totaal 90 risico's in beeld gebracht. In het onderstaande overzicht presenteren we alleen het aantal risico's met de hoogste bijdrage aan de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit met een maximum aantal van 10. Tabel 1: Belangrijkste financiële risico's Ris.nr Risico R215 In de berekeningen voor de grondexploitaties zijn aannames gedaan over prijzen per m2/per kavel. R211 Gevolgen Maatregelen Het risico is een lagere opbrengst verkoop bouwgrond, die een tekort in de grondexploitatie veroorzaakt, welke niet in de huidige berekening is meegenomen. In de berekeningen Het risico is een lagere voor de opbrengsten opbrengst verkoop van de grondexploibouwgrond, die een taties is vanaf 2016 tekort in de een jaarlijkse stijging grondexploitatie vervoorzien van de opoorzaakt, welke niet in brengst grondverko- de huidige berekening pen met een percen- is meegenomen. tage van 2%. Gezien de marktontwikkelingen is het niet uit te sluiten, dat we deze stijging niet volledig kunnen doorberekend. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 61 Kans Invloed 70% Financieel gevolg max.€ 5.000.000 50% max.€ 2.000.000 8.89% 30.95% R236 Rechtzaken. R289 Dorpshuizen doen een beroep op calamiteitenfonds. Verdere verlaging van de fasering woningbouw. Aantal uitkeringsgerechtigden stijgt sneller dan waarmee rekening is gehouden in de begroting. Verhoging van de rentetoerekening op grondexploitaties met 1%. R217 R62 R214 R193 R43 R221 Ontwikkeling pensioenpremies en CAO Extra schade door weersomstandigheden. Toezegging aan Cultureel Kwartier dat gemeente garant staat voor wachtgelden personeel. Totaal grote risico's: Overige risico's: Totaal alle risico's: Gemeente kan opdraaien voor schadeclaims. Dan moet gemeente betalen. 50% max.€ 1.500.000 6.64% 10% max.€ 5.300.000 4.58% Verlaagde opbrengst van bouwgronden. 50% max.€ 1.000.000 4.40% Groter gemeentelijk aandeel dan begroot. 50% max.€ 1.000.000 4.39% 25% max.€ 1.700.000 3.71% 50% max.€ 800.000 3.52% 50% max.€ 500.000 3.41% 50% max.€ 648.000 2.90% Verhoging van de boekwaarde (bouw) gronden, welke we niet in de uitgifteprijs kunnen verdisconteren. Stijging werkgeverslasten personeel Extra kosten en hogere kans op schade aan het wegdek Bij afvloeien personeel betaalt gemeente de wachtgelden. In voorbereiding - Voor de grondexploitaties een afwijkend financieringspolitiek instellen. € 19.448.000 € 9.725.000 € 29.173.000 Op basis van de ingevoerde risico's is een risicosimulatie uitgevoerd. De risicosimulatie passen we toe omdat het reserveren van het maximale bedrag (€ 29.173.000 - zie tabel 1) ongewenst is. De risico's zullen immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang optreden. Figuur 1 en de bijhorende tabel tonen de resultaten van de risicosimulatie. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 62 De benodigde weerstandscapaciteit in relatie met de beschikbare weerstandscapaciteit op basis van een risico-inventarisatie. Tabel 2: Benodigde weerstandscapaciteit bij verschillende zekerheidspercentages Percentage Percentage 5% Bedrag € milj. 2,3 50% Bedrag € milj. 5,5 10% 2,8 55% 5,8 15% 3,2 60% 6,1 20% 3,6 65% 6,5 25% 3,9 70% 6,8 30% 4,2 75% 7,2 35% 4,5 80% 7,6 40% 4,8 85% 8,1 45% 5,1 90% 8,7 Uit de grafiek en de bijbehorende tabel volgt dat 90% zeker is dat we alle risico's kunnen afdekken met een bedrag van € 8,7 miljoen, meer exact: € 8.669.304 (benodigde weerstandscapaciteit). De beschikbare weerstandscapaciteit van de gemeente bestaat uit het geheel aan middelen dat de organisatie daadwerkelijk beschikbaar heeft om de risico's in financiële zin af te dekken. Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, moeten we de relatie leggen tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit kunnen we afzetten tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen. Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit Benodigde weerstandcapaciteit = € 9.000.000 € 8.669.304 = 1.04 Een oordeel over het weerstandsvermogen De normtabel is ontwikkeld in samenwerking met de Universiteit Twente. Het biedt een waardering van het berekende ratio. Tabel 3: Weerstandsnorm Waarderingscijfer Ratio Betekenis A >2.0 uitstekend B 1.4-2.0 ruim voldoende C 1.0-1.4 voldoende D 0.8-1.0 matig E F 0.6-0.8 <0.6 onvoldoende ruim onvoldoende Het ratio van onze gemeente valt in klasse C. Dit duidt op een voldoende weerstandsvermogen. In de nota weerstandsvermogen en risicomanagement is besloten dat gemeente Súdwest-Fryslân streeft naar een voldoende weerstandsvermogen. Dit betekent dat de ratio weerstandsvermogen tenminste 1,0 moet zijn. Nieuwe ontwikkelingen De decentralisaties (de Jeugdwet, Participatiewet en de WMO) brengen duidelijke risico’s en onzekerheden met zich mee. Veranderingen op deze schaal gaan soms gepaard met fouten of ongewenste effecten. Daarbij komt we dat verantwoordelijk worden voor de uitvoering van een groot aantal taken met een aanzienlijke korting op het budget. We realiseren ons dat we met minder financiële middelen vanaf 2015 ondersteuning moeten gaan bieden aan onze inwoners en dit brengt risico’s met zich mee. We zijn er nu en de komende jaren dan ook alert op dat we mogelijke problemen vroegtijdig signaleren en we willen de mogelijkheden optimaal benutten om beheersmaatregelen te treffen en waar nodig bij te sturen. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 63 Voor de risicoanalyse sluiten we aan bij de systematiek van NARIS (Nederlands Adviesbureau Risicomanagement). De systematiek hebben we hiervoor al uiteengezet bij de toelichting op het weerstandsvermogen. Het is een manier om risico’s systematisch in kaart te brengen en te beoordelen. Een risico omschrijven we hierbij als: de kans op het optreden van een gebeurtenis, die effect heeft op het behalen van de doelstellingen. In het beleidsplan “Sturing, inkoop en financiering Sociaal Domein” is een eerste inventarisatie gegeven voor de financiële risico’s. We werken dit verder uit, aangevuld met risico’s op politiek, juridisch, technisch, organisatorisch en maatschappelijk vlak. De hoofddoelstelling op financieel vlak is dat het budget taakstellend is. Gebeurtenissen die effect hebben op het behalen van deze doelstelling kunnen zijn: Risico Gebeurtenis Maatregel Risico Gebeurtenis Maatregel Risico Gebeurtenis Maatregel Risico Gebeurtenis Maatregel Risico Gebeurtenis Maatregel Het inkoopvoordeel blijkt kleiner dan verwacht Door middel van inkoop zetten we veel taken weg bij organisaties die zijn gespecialiseerd in het leveren van zorg. Met name op de gebieden lichte en specialistische ondersteuning hebben we signalen ontvangen die erop wijzen dat er (op termijn) efficiencyvoordelen zijn te behalen. Dit zou moeten resulteren in goedkopere inkoopcontracten waarmee we een deel van de opgelegde Rijkskorting kunnen opvangen. Als het inkoopvoordeel kleiner is dan verwacht kunnen we ook de Rijkskorting voor een kleiner deel doorberekend. Aangezien het budget taakstellend is, blijft er in dit geval minder geld over voor de inrichting van de gebiedsteams of voor preventieve taken in het voorliggende veld. Dit leidt tot een volgend risico. We investeren onvoldoende in preventie en gebiedsteams Het terugdringen van de lichte en specialistische ondersteuning moet onder andere gestalte krijgen door een lagere instroom van deze vormen van zorg. Dit kunnen we realiseren door te investeren in preventie en toeleiding. Deze investering zal echter niet direct rendement opleveren, de kost gaat uit voor de baat. Op basis van een korte termijn visie is het daarom verleidelijk om te korten op deze uitgaven om zo aan de doelstelling van een taakstellend budget te kunnen voldoen. Dit zal echter voor de lange termijn kunnen betekenen dat de instroom van de lichte en specialistische ondersteuning niet voldoende daalt. In dat geval zullen we op de lange termijn niet kunnen voldoen aan de doelstelling van een taakstellend budget. Het invoeren van een calamiteitenbuffer (kader 5 in paragraaf 4.2) is een eerste maatregel om dit risico te beheersen. Gebiedsteams zijn onvoldoende toegerust Het werken in gebiedsteams betekent een grote omslag in cultuur. We gaan meer dan ooit uit van de eigen kracht van inwoners. Inwoners moeten het normaal vinden dat ze eerst de eigen mogelijkheden benutten en een beroep te doen op het eigen netwerk in plaats van dat de gemeente eerst wordt gevraagd voor oplossingen voor hun situatie. Deze omslag geldt zowel voor inwoners als de gemeente. Binnen de gebiedsteams zullen we dan ook moeten investeren in vraagverheldering om te hoge toestroom naar specialistische zorg te voorkomen. Kostenbewust dient een van de kernkwaliteiten van de gebiedsteams te worden. Als dit onvoldoende gebeurt zullen de gebiedsteams op de oude wijze inwoners doorsturen naar de lichte en specialistische ondersteuning, met als gevolg dat de instroom te groot is waardoor het budget ontoereikend zal zijn. Door middel van scholing van de medewerkers van de gebiedsteams zullen we dit risico ondervangen. Het scholingsbudget is onderdeel van het invoeringsbudget Decentralisaties. Daarnaast doen we alvast kennis op met de nieuwe werkwijze door het draaien van verschillende pilots. Hoge interne frictiekosten Voor de bemensing van de gebiedsteams is een ander functieprofiel nodig dan we nu in onze organisatie gebruiken. Hierdoor kan een mismatch ontstaan tussen de huidige competenties van personeel en de gewenste competenties. Door middel van scholing van de medewerkers van de gebiedsteams zullen we dit risico ondervangen. Hogere instroom door externe factoren Gebiedsteams zetten in op eigen kracht van inwoners, waardoor we de toestroom naar duurdere vormen van zorg beperken. Het gebiedsteam is niet de enige factor die invloed heeft op de toestroom. Zo kunnen huisartsen ook rechtstreeks doorverwijzen naar jeugdhulp. Daarnaast moeten we rekening houden met de autonome groei van de zorgvraag. Tenslotte is de wetgeving rond de transities nog niet definitief. Hierdoor kunnen de plannen van “ontschotten” en “verzilveren” kunnen worden doorkruist. Gebiedsteams dienen een nauwe samenwerkingsrelatie op te bouwen met huisartsen en jeugdartsen. Beschikbare wijkbudget lichte en specialistische zorg communiceren we met Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 64 huisartsen/jeugdartsen inclusief uitputting van budget of mogelijke wachtlijsten. Mochten we deze gebeurtenissen niet kunnen opvangen binnen het budget dan zal dit een beleidswijziging tot gevolg moeten hebben. Dit leggen we terug bij de raad. Bij de voorbereiding gaan we uit van nu bekende gegevens, veranderingen hierin nemen we mee zodra daar zekerheid over bestaat. Risico Gebeurtenis Maatregel Risico Gebeurtenis Maatregel Eigen kracht inwoners wordt te hoog ingeschat We stimuleren de kwetsbare inwoners van onze gemeente om gebruik te maken van hun eigen kracht en netwerk. Voor een deel van de inwoners is dit, om welke reden dan ook, een probleem Investeren in basisvoorzieningen in het voorliggend veld en door heldere, gerichte communicatie een cultuuromslag binnen de gemeenschap tot stand brengen. De informatievoorziening is onvoldoende geborgd Alle instanties die zijn betrokken bij de Decentralisaties werken met eigen systemen. In de nieuwe situatie is het van groot belang dat alle informatie voor alle belanghebbenden beschikbaar is en up-to-date, tegelijk rekening houdend met de privacy van de betrokkenen. De kans bestaat dat het benodigde ICT systeem dat aan deze eisen voldoet niet op tijd gereed is. Dit bemoeilijkt monitoring en bijsturing. Op landelijk niveau voert men verschillende pilots uit om een ICT systeem te ontwikkelen dat aan de eisen voldoet. Binnen de gemeente is de werkgroep ICT actief om dit punt in goede banen te leiden. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 65 Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen Inleiding Súdwest-Fryslân heeft een groot grondoppervlak, veel groen en veel kernen. De inrichting en alle andere investeringen in de openbare ruimte die de gemeente heeft gedaan, noemen we de gemeentelijke kapitaalgoederen. Het onderhoud van de kapitaalgoederen heeft een directe invloed op het woon-, leef- en werkklimaat van iedere inwoner, ondernemer en bezoeker. We vinden een goed doordachte inrichting met bijpassende uitvoering van beheer en onderhoud, van groot belang: ‘De basis op orde’. Algemeen Deze paragraaf geeft inzicht in de status en financiële situatie van het beheer en onderhoud. Het gebeurt aan de hand van een dwarsdoorsnede door de verschillende in deze begroting genoemde programma’s. Het beheer en onderhoud van de kapitaalgoederen omvat een substantieel deel van de begroting. Een helder en volledig overzicht is van belang voor een goede kijk op de financiële positie. De algemene uitgangspunten zijn: • Totaal geschatte waarde investeringen kapitaalgoederen: € 3,5 miljard (€ 100.000 per huishouden) • Normaliter gehanteerde instandhoudingskosten: 1% van de geschatte waarde = € 35 miljoen (vooral wegen, bruggen, oevers en baggeren) • Beoogde totale onderhoudsbudget: € 28 miljoen Onderdelen In deze paragraaf zijn de kapitaalgoederen opgedeeld in acht groepen. Per onderdeel geven we een korte beschrijving. Daarnaast geven we aan onder welk programma het onderdeel valt. Voor een meer gedetailleerde beschrijving van het kapitaalgoed, bijvoorbeeld aantallen/omvang, verwijzen we naar de tekst van het genoemde programma. Kapitaalgoederen – verdeling in acht groepen Wegen (programma 6) We hebben als wegbeheerder de zorgplicht voor wegverhardingen (op basis van de Wegenwet). Hieronder vallen onder andere asfalt-, klinker en betonwegen. Daarnaast vallen halfverharde paden onder dit vakgebied, maar ook zaken als straatmeubilair, verkeersregelinstallaties, verkeersborden, palen, hekwerken, zitbanken, abri’s en dergelijke zaken langs de paden en wegen. Op dit moment varieert het gemiddelde onderhoudsniveau van basis tot laag, met daarbij achterstanden die extra aandacht nodig hebben. Openbare verlichting (programma 6) Openbare verlichting is een taak van de gemeente en draagt bij aan de leefbaarheid; in het bijzonder de sociale veiligheid en de verkeersveiligheid. Het reguliere beheer en onderhoud voeren we uit via de collectieve Stichting Openbare Verlichting Fryslân. Het huidige onderhoudsniveau varieert van basis tot laag. Openbaar groen (programma 6) Een groene leefomgeving draagt bij aan het welzijn van de bevolking. Het onderhoudsniveau voldoet aan ‘Gemiddeld Basis’. Optimalisaties zoeken we in de bedrijfsvoering, door inzet van Social Return en versobering op onderdelen binnen het gestelde kwaliteitsniveau. Waterbouwkundige kunstwerken (programma 6) Onder kunstwerken verstaan we de gemeentelijke bruggen, tunnels, sluizen, aquaducten en steigers. Het huidige onderhoudsniveau varieert van hoog tot laag, met diverse achterstanden. De eigen dienst voert het klein onderhoud uit. Oevers en kaden (programma 6) Het onderdeel oevers en kaden omvat de constructies op de overgang van water naar land. Het onderhoudsniveau varieert van basis tot laag, met diverse achterstanden. Waterbodems / Baggeren (programma 6) Het beheer en onderhoud van de gemeentelijke wateren is een taak van de gemeente. De omvang van de watervlakte is nog niet helemaal in kaart gebracht. De te baggeren achterstanden zijn inmiddels wél in kaart gebracht. Ook zijn er afspraken gemaakt met de provincie en waterschap over de overdracht van een groot aantal vaarwegen. Deze overdracht levert op de lange termijn een structurele besparing op. Op dit moment is vooral in woonwijken en nevenvaarwater sprake van baggerachterstanden. Riolering (programma 7) Het beheer en onderhoud van de riolering is geregeld in het verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan (vGRP, 2012). Door de fusie en de wijziging van de bedrijfsvoering zijn de afgelopen jaren behoorlijke besparingen Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 66 behaald. De financiering is geregeld via het rioleringsfonds. Gemeentelijke gebouwen (diverse programma’s) De gemeente is eigenaar van een groot aantal gebouwen (waaronder gebouwen die in gebruik zijn bij het basis- en voortgezet onderwijs). De gebouwen zijn nodig om de openbare taken uit te voeren. De gebouwen en objecten zijn ingedeeld naar gebruik. Voor onderwijs zijn er 81 gebouwen, gemeentelijke huisvesting 14 gebouwen, 54 monumenten of objecten (waarvan 22 ondergebracht in een beheerstichting), voor beheer openbare ruimte 36 gebouwen, 35 recreatieve gebouwen en objecten, 26 sportaccommodaties, 48 strategisch aangekochte gebouwen en voor welzijn en cultuuractiviteiten 31 gebouwen. Het onderhoudsniveau van de gebouwen varieert van hoog (klein aantal) tot basis naar laag. Regelgeving en beleidskaders Wetgeving Volgens de regelgeving in het BBV moet de gemeente het beheer en onderhoud van de kapitaalgoederen ‘gedegen’ uitvoeren. Het vraagt om een verantwoord omgaan met gemeenschapsgeld. Ter verantwoording is in de begroting een paragraaf kapitaalgoederen opgenomen. De provincie voert de controle uit op de uitvoering van deze regels. Beleidsproces In 2011 is, in navolging van de Startnotitie Kapitaalgoederen (fase 1), de Kaderstellende notitie Onderhoud Kapitaalgoederen (fase 2) in de gemeenteraad behandeld. Hierbij zijn de ambitiekeuzes voor verschillende onderhoudsniveaus vastgesteld. Er is gekozen voor een onderhoudsniveau ‘Gemiddeld Basis’. Dit onderhoudsniveau is het meest optimale onderhoudsniveau, financieel gezien, maar ook voor wat betreft duurzaamheid, materiaalgebruik en leefbaarheid. Iedere bijstelling hiervan, naar een lager niveau, zal vroeg of laat leiden tot kapitaalvernietiging en daarmee extra onderhoudskosten op termijn. Bij de kaderstellende notitie is ook ingestemd met een financieel ingroeimodel voor het inregelen van de financiering voor onderhoud kapitaalgoederen in de begroting, over een termijn tot 2017. Rond deze ingroei is in 2012, bij de behandeling van de Perspectiefnota 2013-2016 (door middel van een amendement), besloten om 50% van de ingroei zo mogelijk aan te wenden voor het opvangen van mogelijk niet te behalen besparingen buiten de kapitaalgoederen. Dit bracht de structurele financiering voor de uitvoering van voornamelijk groot onderhoud in de problemen. De benodigde 50% van de ingroei zou pas op een later tijdstip beschikbaar kunnen komen of eventueel zelfs niet. In 2013 is de Beleidsnotitie Kapitaalgoederen (fase 3) vastgesteld. Hierin staat hoe we het beheer en onderhoud uitvoeren, op basis van het vastgestelde onderhoudsniveau ‘Gemiddeld Basis’. Vanuit deze beleidsnotitie vindt de harmonisatie en verdere ontwikkeling van beleids- en uitvoeringsplannen voor de afzonderlijke kapitaalgoederen plaats (fase 4). De beleidsplannen op het gebied van Riolering (vGRP), Openbaar Groen en Openbare verlichting zijn inmiddels aan de raad aangeboden. Eind 2014, begin 2015 volgen de beleidsplannen voor Wegen, Waterbouwkundige kunstwerken en Oevers en kaden, Waterbodems/Baggeren en Gemeentelijke gebouwen. Financiële ingroei In afzonderlijke beleidsplannen hebben we het kwaliteitsniveau en het daarbij horende kostenniveau opgenomen en afgezet tegen de in de begroting opgenomen beschikbare middelen. Tijdens de fase 3 en 4 bleek dat de beperktere financiële ingroei niet toereikend was om het gewenste kwaliteitsniveau ‘Gemiddeld Basis’ op de lange termijn te waarborgen. Achterstanden liepen op doordat er jaarlijks niet genoeg geld beschikbaar was voor structureel onderhoud. Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2015-2018 (juli 2014) is besloten om het achter de hand gehouden gedeelte van de ingroei weer zonder restricties toe te kennen aan de kapitaalgoederen, waarmee we inzetten op herstel van de oorspronkelijke ingroei. Doordat nu het volledige ingroeimodel weer van kracht is, werken we toe naar een financieel gedegen situatie. Bij ongewijzigd beleid bereiken we dit in 2017. Temeer omdat in de Perspectiefnota ook nog tot een extra incidentele voeding van de bestemmingsreserve Kapitaalgoederen is gekomen van € 2 miljoen. Verder geldt dat, nu we de gedegen situatie vanaf 2017 bereiken, we een extra ingroei (zoals eerder voorzien) vanaf 2018 niet langer nodig achten. In de Perspectiefnota is aangegeven dat hierdoor een extra ingroei vanaf 2018 is komen te vervallen (€ 992.000). Optimalisaties en bedrijfsvoering Naast het op orde brengen van de structurele budgeten, is stevig ingezet op het doorvoeren van optimalisaties binnen het beheer en onderhoud van de kapitaalgoederen. Voorbeelden hiervan zijn Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 67 wijzigingen van de bedrijfsvoering (onder andere door de schaalvergroting, het zelf doen of uitbesteden van werkzaamheden, maar ook het rekenen met sluitende exploitaties), inzet op innovatieve methoden en technieken en de afstoot van kapitaalgoederen. Ook de komende jaren zijn hiervan nog effecten merkbaar. Te realiseren besparingen Door het solide structurele financiële ingroei en de resultaten van optimalisatie is het mogelijk om tot besparingen te komen. In de Perspectiefnota 2015-2018 heeft dat geleid tot de volgende taakstelling: Taakstelling Kapitaalgoederen Aanpak kapitaalgoederen 2015 2016 2017 2018 € € € € 198.000 337.000 1.664.000 1.664.000 Een nadere specificatie van de taakstelling is eerder in de Perspectiefnota vermeld in bijlage 4. Integraal gegevensbeheer Voor het plannen van het benodigde onderhoud (werkzaamheden en kosten) voor het in stand houden van de kwaliteit van de openbare ruimte gebruiken we het GBINext. Hierin is digitaal vastgelegd wat de onderhoudsstaat en hoeveelheid kapitaalgoederen per onderdeel zijn. We voeren steeds nieuwe inspecties uit om de gegevens actueel te houden en de in de beleidsfase gemaakte keuzes over onderhoudsniveaus zijn toegevoegd. In combinatie met een nog op te stellen beeldkwaliteitsplan vormt het beheersysteem de basis voor het beheer. Aan de hand van de gewenste beeldkwaliteit kunnen we aangeven welk onderhoudsniveau en welke prijs daar tegenover staan. Deze gegevens zijn gebruikt of gaan we gebruiken bij de ontwikkeling van diverse fase-4 producten. Wat willen we bereiken en wat gaan we daarvoor doen? Gedegen situatie, financieel vitaal Het belangrijkste aandachtspunt bij de kapitaalgoederen is het op orde brengen van de structurele financiële middelen bij de kapitaalgoederen. Dit is een voorwaarde voor het bereiken van het onderhoudsniveau ‘Gemiddeld Basis’. Door de toekenning van de volledige financiële ingroei kapitaalgoederen kan de situatie in 2017 ingeregeld zijn. Tot die tijd zullen de achterstanden nog verder oplopen, maar vanaf 2017 kunnen we dan naar verwachting, op reguliere onderhoudsbasis de achterstanden langzamerhand wegwerken. De komende jaren zal het daarom noodzakelijk zijn om tijdelijk een grotere diversiteit in kwaliteitsniveaus te accepteren. Dit is gemiddeld gezien een lager kwaliteitsniveau dan basis. De grote druk van de kapitaalgoederen, op de algemene gemeentelijke financiën, zal door het inregelen van de financiën afnemen. We werken toe naar een financieel gedegen situatie. De invloed van de kapitaalgoederen op het weerstandsvermogen is daardoor verkleind. Bestemmingsreserve kapitaalgoederen Omdat de achterstanden tot 2017 verder op zullen lopen is het belangrijk dat er een buffer achter de hand blijft voor het oppakken van urgente achterstanden. Hiertoe dient de ‘Bestemmingsreserve Kapitaalgoederen’. Zoals vermeld is in de Perspectiefnota tot een extra voeding van € 2 miljoen gekomen. Het blijft gewenst om binnen de bestemmingsreserve een voldoende buffer te handhaven voor urgente onderhoudswerkzaamheden. Bij de afronding van de jaarrekening en de perspectiefnota bekijken we of we een toevoeging moet doen. Mocht er daarnaast regulier onderhoudsbudget overblijven bij de kapitaalgoederen dan kunnen we bekijken of we dit binnen de Bestemmingsreserve Kapitaalgoederen kunnen inzetten (overigens met inachtneming van eerdere afspraken hierover bij afzonderlijke fase-4-producten). We gebruiken de reserve zo als fonds, totdat er voor de afzonderlijke kapitaalgoederen voldoende budget aanwezig is om per kapitaalgoed een fonds op te zetten. In de Perspectiefnota 2016-2018 verwachten we hierover een tussenrapportage te kunnen geven, in samenhang met de verdere doorontwikkeling die een plek krijg in een volgende beleidsnotitie Kapitaalgoederen (zie hierna). Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 68 Ontwikkelingen Het blijft belangrijk om te zoeken naar optimalisaties binnen de kapitaalgoederen. We voorzien in de toekomst ontwikkelingen die zullen leiden tot hogere kosten bij het beheer en onderhoud (bijvoorbeeld het verbod op chemische onkruidbestrijding). Werk-met-werk maken is hierbij een belangrijk onderdeel. Informatie over mogelijkheden om werk-met-werk te maken we verkrijgen uit het GBINext, maar ook door goede afstemming tussen betrokkenen zowel binnen als buiten de eigen organisatie (dus ook met omwonenden en andere betrokkenen uit de omgeving!). Daarnaast onderzoeken we waar reductie van kapitaalgoederen mogelijk is. Te denken valt aan het afstoten, maar ook aan het voorkomen van nieuwe aanleg van kapitaalgoederen. We moeten ook rekening houden met de merkbare tendens bij de eigen inwoners, maar ook bij gasten (o.a. recreanten en toeristen), dat er sprake is van een steeds hoger wordend verwachtingspatroon ten aanzien van de kwaliteit van de openbare ruimte. Zo stijgt het aantal aansprakelijkheidsstellingen richting overheden vanwege schade door slecht onderhoud. Dit komt doordat de onderhoudsstaat vaak ook daadwerkelijk slechter is, maar ook door een groeiende ‘mondigheid’ van inwoners. Transparantie in het proces dat aan de keuze van de onderhoudsprojecten voorafgaat, is daarom ook belangrijk. Melding openbare ruimte (MOR) Aantal meldingen 2011 2012 2013 € € € 21.000 32.000 38.000 Volgende beleidsnotitie kapitaalgoederen In 2015 gaan we de ingezette koers van het vaststellen van onderhoudsniveau ‘Gemiddeld Basis’ en de toekenning van de complete ingroei kapitaalgoederen monitoren. We geven dan de nieuwste stand van zaken weer in een nieuwe overkoepelende beleidsnotitie kapitaalgoederen. Er zal ook aandacht zijn voor de kwaliteitseisen vanuit beheer en onderhoud, in de vorm van een ‘Kwaliteitshandboek Openbare Ruimte’. Door aan te geven wat deze kwaliteitseisen zijn kunnen we ook bij de aanleg van nieuwe werken beter aansluiting zoeken bij het beheer en onderhoud hiervan op de langere termijn. De financiële uitbreiding die nodig is voor de beheer- en onderhoudsbudgetten bij een ruimtelijke uitbereiding van het areaal zijn dan ook direct helder. Als controle op de eigen beleidslijn bekijken we continu hoe wijzigen in de praktijk uitpakken. Daarnaast is er veel aandacht voor benchmarkonderzoeken bij andere gemeenten, zowel binnen als buiten de provincie Fryslân. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 69 Paragraaf 4 Financiering Inleiding De paragraaf financiering is samen met het financieringsstatuut (treasurystatuut) het instrument voor het transparant maken, beheersen en controleren van de financieringsfunctie (treasury). We lichten hier het specifieke beleid en de uitvoering van het treasurybeleid toe. Met de uitvoering van het statuut proberen we zoveel mogelijk de risico’s te beperken die verbonden zijn aan de financieringsfunctie. Ook willen we de kosten die verbonden zijn aan de financieringsfunctie zo laag mogelijk houden. De bijbehorende opbrengsten willen we juist maximaliseren. Algemene ontwikkelingen De economische crisis heeft laten zien dat de wijze van financiering van grote invloed kan zijn op de financiële huishouding van de gemeente. Het heeft onder meer geleid tot wetgeving rond de schuldpositie van overheden. Wet Hof De Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet Hof) is eind 2013 aangenomen (Eerste Kamer, 10 december 2013). De wet is gericht op een betere beheersing van de schuldpositie van overheden. Met deze wet zijn de Europese begrotingsregels voor de landen die deelnemen aan de euro in de Nederlandse wetgeving verankerd. Ook gemeenten hebben een plaats in deze wet gekregen: • Er is een macroplafond voor het EMU-tekort van de gezamenlijke gemeenten. De hoogte van het plafond is niet vast. Het is na bestuurlijk overleg voor een bepaalde periode overeengekomen. • Iedere gemeente krijgt een individuele referentiewaarde voor EMU-saldo het EMU-tekort in een jaar. Pas als we het plafond voor het Het EMU-saldo of vorderingensaldo is het financieringssaldo EMU-tekort van de gezamenlijke gemeenten overschrijden kan minus deelname aan bedrijven de individuele referentiewaarde voor het EMU-tekort een rol en inkomsten uit kredietvergaan spelen. strekking, uitgedrukt in geld, Verderop in de paragraaf gaan we in op de specifieke gevolgen van van een overheid die lid is van de EMU (Europese Economische de wet voor Súdwest-Fryslân. en Monetaire Unie). Schatkistbankieren Tegelijk met de Wet Hof is ingestemd met de verplichting tot schatkistbankieren. We zijn hierdoor verplicht om hun overtollige financiën onder te brengen bij het Rijk. De wet vermindert het financieel risico van decentrale overheden. De Nederlandse Staat hoeft bovendien voor zijn financieringsbehoefte minder te lenen op de kapitaalmarkt, wat zich vertaalt in een verlaging van de staatsschuld. Verderop in deze paragraaf gaan we in op mogelijke gevolgen. Marktontwikkelingen en rentevisie Er is sprake van een voorzichtig herstel van de economie, dat zich naar verwachting in 2015 verder doorzet. Keerzijde van een beter economisch klimaat is de kans op een stijgende rente. Een stijging die men al langere tijd verwacht. Voorlopig is hiervan nog niets gebleken (september 2014). Interne algemene ontwikkelingen Súdwest-Fryslân is een ontwikkelgemeente waar al vanaf de start van de gemeente in 2011 sprake is van een financieringstekort. Bij een financieringstekort moeten we geld lenen om aan alle betalingsverplichtingen te kunnen voldoen. Hierdoor stijgt de gemeenteschuld. Dat hoeft geen probleem te zijn zolang de rente over het geleende geld maar gedekt is in de begroting. Op langere termijn kan een oplopende schuld wel tot problemen leiden. Elke euro die we aan rente betalen kunnen we niet aan andere zaken besteden. Het is zoeken naar de juiste balans. Actueel inzicht Wij geven aan de hand van meerdere onderwerpen inzicht over de financieringsfunctie. Zo gaan we in op de liquiditeit en de risico’s die hiermee samenhangen. Ook gaan we in op gang van zaken rond de schuldpositie (onder andere zaken die voortvloeien uit de Wet Hof). Voor het bereiken van een optimaal financieringsresultaat is inzicht in de toekomstige geldstromen van groot belang. Op basis hiervan kunnen we onderbouwde beslissingen nemen. Zo kan bijvoorbeeld de aankomende transitie/transformatie Sociaal Domein een grote impact hebben op de financiële geldstromen. Pas in 2015 zal hier meer zicht op ontstaan. Er zal sprake zijn van sterke beïnvloeding van de bijbehorende geldstromen. Onder voorbehoud van deze onzekerBegroting 2015 – Versie 25 september 2014 70 heden schetsen we in deze Paragraaf Financiering een financieel meerjarenperspectief. De nadruk ligt op begrotingsjaar 2015. Voor de bepaling van de financieringsbehoefte stellen we jaarlijks een liquiditeitsprognose op voor de komende vier jaar. Een goede liquiditeitsprognose is ook noodzakelijk om wat te kunnen zeggen over andere onderwerpen. Hier brengen we de volgende zaken in beeld: A. Financieringsbehoefte Welk bedrag moeten we financieren? B. Risico’s financieringsfunctie Wat zijn onze financieringsrisico’s? C. Leningenportefeuille Wanneer moeten we leningen aantrekken? D. Schuldpositie Hoe ontwikkelt onze schuldpositie zich? Financierings -behoefte Leningenportefeuille A. Financieringsbehoefte Een belangrijk aspect bij de beheersing van geldstromen is een voldoende liquiditeit. Jaarlijks stellen we een liquiditeitsprognose op (voor de komende vier jaar). Zo bepalen we de financieringsbehoefte. We bepalen de jaarlijkse financieringsbehoefte op basis van een aantal elementen: • de begrote bestedingen van de reserves en voorzieningen; • verwachte bestedingen van bestaande kredieten en investeringen; • verwachte inkomsten en uitgaven uit de grondexploitatie; • mutaties in de leningen- en beleggingsportefeuille. Liquiditeitsprognose Risico’s financierings -functie Schuldpositie De meest actuele liquiditeitsprognose (juni 2014) geeft het volgende beeld: De financieringsbehoefte(tekort) loopt op (in de tabel zakken we verder ‘onder de streep’). In de jaren 2014 en 2015 verwachten we € 30 miljoen te moeten lenen. De jaren daarna gaat het jaarlijks naar verwachting om € 10 miljoen. (NB Overigens is de jaarlijkse opwaartse lijn rondom de maand juli te verklaren doordat we op 1 juli van elk jaar ongeveer € 10 miljoen uit het BTW compensatiefonds ontvangen). Gevolgen schatkistbankieren Uit de grafiek hierboven is af te lezen dat er constant sprake is van een financieringstekort. Schatkistbankieren heeft vooral gevolgen voor overheidsinstanties die geld over hebben (en daardoor verplicht hun oerschotten moeten stallen bij het Rijk). Voor ons heeft de wet in die zin voorlopig geen gevolgen omdat wij geen overschotten hebben. B. Risico’s financieringsfunctie Welke risico’s zijn er? Bij de financieringsfunctie spelen de volgende risico’s: wisselingen met betrekking tot rente, krediet, liquiditeit, koers en valuta. Deze onderwerpen zijn opgenomen in het treasurystatuut. Het Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 71 meest omvattende risico is het renterisico. Veranderingen van rentestanden kan grote risico’s met zich meebrengen. De wijze waarop we de rentelasten en baten in de begroting verwerken roept nog al eens vragen op. Het is een gevolg van de complexiteit van de verwerking en door begrippen als renteresultaat, omslagrente en rente over de eigen (interne) financieringsmiddelen. Het is daarom belangrijk dat we inzicht geven in deze begrippen en hoe we die verwerken in de begroting. Ter beperking van het renterisico is in de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) een tweetal verplichte normen opgenomen: • kasgeldlimiet; • renterisiconorm. We moeten aan deze wettelijke normen voldoen. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet heeft betrekking op leningen met een looptijd tot maximaal 1 jaar (opgenomen in de Wet Fido). Het doel is om grote schommelingen in de rentelasten van openbare lichamen te vermijden. • We berekenen de kasgeldlimiet als een percentage van het begrotingstotaal (8,5%). • Het totaal van de begroting voor 2015 bedraagt € 225 miljoen. Dit is een verhoging van € 25 miljoen ten opzichte van 2014. De stijging is met name een gevolg van de toevoeging van € 30 miljoen voor de decentralisaties (Jeugdzorg en Awbz). • Op basis van het percentage van 8,5% leidt dit tot een kasgeldlimiet van € 19,1 miljoen. Wanneer we de kasgeldlimiet structureel (langer dan 2 kwartalen achter elkaar) overschrijden, moeten we aantonen dat we binnen afzienbare tijd weer binnen de kasgeldlimiet blijven. De meest gangbare manier om hieraan te voldoen is het aantrekken van een langlopende geldlening. Onderstaande grafiek geeft de verwachte liquiditeitsbehoefte ten opzichte van de kasgeldlimiet weer. Uit de grafiek valt af te leiden (paarse lijn) dat we op basis van de huidige liquiditeitsprognose de kasgeldlimiet structureel overschrijden. Om aan alle financiële verplichtingen te kunnen voldoen en om de kasgeldlimiet van circa € 19,1 miljoen (vanaf 2015) niet structureel te overschrijden zullen we rond oktober 2014 een langlopende geldlening moeten (hebben) aangetrokken van € 15 miljoen en rond augustus 2015 nogmaals een langlopende lening van € 15 miljoen (groene lijn). Beleid is om zo lang mogelijk kort geld te lenen omdat de rente voor kort geld op dit moment vele malen lager is dan voor lang geld. In de begroting 2015 is voor de nieuwe geldleningen rekening gehouden met een rentelast van 2,5% voor de nieuw aan te trekken leningen. Voor de jaren 2016-2018 is uitgegaan van aan te trekken langlopende leningen van jaarlijks € 10 miljoen tegen een percentage van 2,5%. Als de raad besluit tot extra investeringen dan heeft dit gevolgen voor de liquiditeitsbehoefte. Mogelijk zullen we dan extra geld moeten aantrekken. Hierdoor stijgen de rentelasten. Renterisiconorm In de Wet Fido is ook de renterisiconorm opgenomen. Het doel daarvan is dat openbare lichamen de leningenportefeuille zo opbouwen dat we tegenvallers als gevolg van de stijgende rente kunnen beperken. We lopen renterisico bij renteaanpassingen en herfinanciering. • Het renterisico mag jaarlijks maximaal 20% zijn van het begrotingstotaal. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 72 • Voor 2015 is het begrotingstotaal € 225 miljoen. • Dat leidt tot een renterisiconorm van € 45 miljoen. De aflossingen zijn in 2015 bijna € 10 miljoen. Onderstaande grafiek geeft de renterisiconorm weer voor de jaren 2015-2018. 2015 2016 2017 2018 0 -15.000.000 aflossingen -30.000.000 renterisiconorm -45.000.000 -60.000.000 Omdat we voor het overgrote deel leningen hebben afgesloten met een jaarlijks gelijke aflossing zitten er geen grote sprongen in de grafiek. Structureel blijven we ruim binnen de norm. Het betekent niet dat er geen risico is. Nieuw af te sluiten langlopende leningen zijn tegen 2,5% rente opgenomen in de meerjarenbegroting. Wordt dit percentage hoger dan zijn de kosten ook hoger. Bijvoorbeeld een 0,5% hoger percentage betekent een extra rentelast van € 75.000. Voor een aantal leningen vindt een renteherziening plaats in de jaren 2015-2018. Omdat deze leningen allemaal zijn doorverstrekt aan woningbouwverenigingen levert dit voor ons geen risico op. Een lagere rente is een voordeel voor de woningbouwverenigingen, een hogere rente een nadeel. C. Leningenportefeuille Súdwest-Fryslân bezit in 2015 voor € 167 miljoen aan opgenomen langlopende geldleningen. De leningenportefeuille bevat € 31,4 miljoen aan leningen, die zijn doorgeleend aan woningbouwcorporaties. Zwembad Sneek heeft nog een schuld van € 4,5 miljoen en aan overige instellingen is nog een bedrag uitgeleend van ongeveer € 0,3 miljoen. Daarnaast hebben we voor een bedrag van circa € 50 miljoen aan leningen direct gegarandeerd aan instellingen die actief zijn op het gebied van gezondheidszorg, welzijn, cultuur en sport. De gemeente is zeer terughoudend in het verstrekken van nieuwe leningen en garanties aan derden. Het gemiddelde rentepercentage dat we betalen op het saldo van de huidige leningen (aangetrokken minus verstrekte leningen) is als volgt: Saldo huidige leningen en rentedruk Saldo huidige leningen Opgenomen geldleningen boekwaarde per 1/1 (a) rentelasten (b) Verstrekte geldleningen boekwaarde per 1/1 (c) Renteopbrengsten (d) Saldo boekwaarde per 1/1 (a-c) rentelasten (b-d) Rentedruk leningen (percentage) 2015 € 2016 € 2017 € 2018 € 167.200.000 6.500.000 156.100.000 6.100.000 145.500.000 5.700.000 135.300.000 5.300.000 36.300.000 1.700.000 34.600.000 1.600.000 32.900.000 1.500.000 31.100.000 1.400.000 130.900.000 4.800.000 121.500.000 4.500.000 112.600.000 4.200.000 104.200.000 3.900.000 3,7% 3,7% 3,7% 3,7% De rentedruk op de huidige leningen is stabiel, maar daalt naar verwachting de komende jaren. We hebben de nieuw af te sluiten leningen voor de komende jaren, zoals eerder aangegeven, begroot op 2,5% rente. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 73 Saldo Financieringsfunctie De totale rentelast voor Súdwest-Fryslân berekenen we aan de hand van: • de te betalen rente aan derden; • de rente van een aan te trekken geldlening (ook meerjarig); • de rente die we toevoegen aan een enkele reserve en voorziening (basis: Nota Reserves en voorzieningen) -/- te ontvangen rente die wij bijschrijven op de boekwaarde van de grondexploitatie. We gebruiken de in de Conjunctuurnota vastgestelde rekenrente (4%) voor de toerekening aan de investeringen en de door te berekenen rente aan de grondexploitatie. Het saldo van de doorberekende rente en de werkelijke rente noemen we ook wel het saldo van de financieringsfunctie. Het saldo van de financieringsfunctie betreft de werkelijke rentelast (saldo) /- de aan de producten doorberekende rente als aandeel in de kapitaallasten. Tabel Financiering 2015 Rente 2015 Lasten € x 1.000 Rentelasten • Rente langlopende leningen • Rente langlopende geldleningen (nieuw) • Rente kortlopende geldleningen • Rente reserves/voorzieningen • Kosten geldverkeer Baten € x 1.000 6.500 750 80 500 70 Rentebaten • Rente van kapitaalverstrekking derden • Doorberekende rente producten 1.750 10.650 Subtotaal 7.900 Saldo financieringsfunctie 4.500 12.400 De totale rentelast in de begroting 2015 ramen we op € 7,9 miljoen -/- de doorberekende rente naar de grondexploitatie ad € 1,75 miljoen = € 6,15 miljoen. Op basis van de in de Conjunctuurnota vastgestelde kaders rekenen we € 10,65 miljoen door naar de producten. Per saldo ontstaat hierdoor op de post financiering een voordeel van € 4,5 miljoen. Dit op begrotingsbasis ontstane positieve financieringsresultaat is opgenomen in programma 9 als algemeen dekkingsmiddel. Dit betekent dat we het financieringsresultaat van € 4,5 miljoen in de begroting gebruiken als één van de inkomsten waaruit we alle uitgaven financieren. D. Schuldpositie Een gezonde financiële positie draagt bij aan de slagkracht van een gemeente. Súdwest-Fryslân heeft schulden, net als bijna alle gemeenten in Nederland. Overheden doen investeringen om daarmee de voorzieningen in hun gebied in stand te houden of te verbeteren. Hiervoor lenen we geld. De kost gaat voor de baat uit. De huidige economische crisis heeft duidelijk gemaakt dat schulden ook te hoog kunnen oplopen. De te betalen rente gaat ten koste van andere mogelijke uitgaven. Vanuit “Europa” zijn daarom financiële regels opgesteld waaraan de EU-landen moeten voldoen. Op nationaal niveau heeft het Rijk deze regels vertaald en vastgelegd in de Wet Hof. Het hier onder andere om het EMU-saldo. Gevolgen wet Hof: EMU saldo De Wet Hof moet er voor zorgen dat de schulden van de totale Nederlandse overheid niet te hoog oplopen. Elke gemeente heeft daarom een individuele EMU-referentiewaarde die als richtlijn geldt. Voor Súdwest-Fryslân was dat in 2013 € 8,5 miljoen en in 2014 € 7,3 miljoen. In 2015 is de referentiewaarde € 8,7 miljoen. Om als gemeente binnen de EMU referentiewaarde te kunnen blijven, mag het saldo van de investeringen niet groter zijn dan de referentiewaarde + de jaarlijkse afschrijvingen. Bij een referentiewaarde van € 7 miljoen en een bedrag aan afschrijvingen van € 15 miljoen kunnen we per saldo 22 miljoen investeren om binnen de EMU-referentiewaarde te blijven. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 74 De afgelopen drie jaar zijn de volgende bedragen geïnvesteerd: Investeringssaldo a. netto investeringen gewone dienst b. afschrijvingen Saldo Rekening 2011 x € 1.000 40.000 -18.500 21.500 Rekening 2012 x € 1.000 32.000 -18.000 14.000 Rekening 2013 x € 1.000 20.500 -18.000 2.500 In bijlage D hebben we de berekening van het EMU-saldo opgenomen. In de tabel geven we de saldi in de periode 2014-2015. We zien dat er sprake is van een surplus. EMU-saldo a. Berekend EMU-saldo b. EMU-referentiewaarde Surplus 2014 x € 1.000 -1.038 -7.300 6.262 2014 x € 1.000 -468 -8.700 8.232 2015 x € 1.000 8.014 p.m. p.m. Overigens zijn er tot dusver nog geen sancties verbonden aan het overschrijden van de EMU-norm. Pas vanaf 2017 kan het Rijk ingrijpen als de gemeenten gezamenlijk de norm overschrijden. Schuldpositie Súdwest-Fryslân De Wet Hof is gericht op de macroschuld van alle overheden. Als een gemeente binnen de EMU referentiewaarde blijft betekent dit niet dat de schuldpositie niet verslechtert. Elke individuele gemeente moet ook voor zichzelf bepalen wat haar schuldpositie is, en of dit een gezonde situatie oplevert. Voor de beoordeling van de omvang van de schulden bestaan in gemeenteland geen officieel vastgestelde normen. Wel is er sinds het uitbreken van de crisis meer aandacht voor de schuldpositie van gemeenten. Het heeft geleid tot een aantal algemeen aanvaarde normen. Hier is de belangrijkste norm de netto-schuldquote. Die mag niet uitkomen boven de 130% uitkomen om nog te kunnen spreken van een gezonde balanspositie. De definitie van de netto-schuldquote is: netto schuldenlast baten exploitatie Deze netto schuldquote kunnen we op basis van de jaarrekening en begroting jaarlijks berekenen. De schuldpositie in Súdwest-Fryslân ontwikkelt zich naar verwachting als volgt: De totale schuldenlast is direct na de fusie flink gestegen vanwege diverse grote investeringen in 2011 en 2012 die voortkwamen uit besluiten van de vijf oude gemeenten. Vanaf 2013 stabiliseert de schuld zich enigszins. Pas vanaf een schuldquote van boven de 130% is er sprake van een ongezonde balanspositie. Dit percentage is nog niet bereikt. Een paar jaar geleden beschouwden we een netto-schuldquote beneden de 150% nog als gezond. Het is goed mogelijk dat in de nabije toekomst de hoogte van een gezonde netto-schuldquote van nu nog 130% een bijstelling naar beneden krijgt vanwege de grotere risico’s voor de gemeenten. Al met al is er sprake van een gezonde balanspositie. Wel is blijvende aandacht geboden. De transitie/transformatie Sociaal Domein (met hogere inkomsten) zorgt voor een verbeterde schuldpositie vanaf 2013 (blauwe lijn). Door transitie/transformatie stijgen de baten in 2015 met € 30 miljoen. Hierdoor daalt de netto-schuldquote (teller-noemer effect). De verwachte verbetering Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 75 van de schuldpositie is dan ook voor een groot deel op het conto te schrijven van de hogere baten door transitie/transformatie en niet omdat de totale schulden gedaald zijn. Over de schuldpositie stellen we samenvattend vast dat er (nog) geen aanleiding is om concrete acties te ondernemen. De balanspositie en de netto-schuldquote laten redelijk gezonde waarden zien. Wel is het zaak om de ontwikkeling van beide waarden te blijven monitoren. Jaarlijks maken we op basis van de Jaarrekening een update van onze schuldpositie. Vervolgens stellen we vast of er maatregelen nodig zijn om de schuldpositie te verbeteren. Vervolgaanpak Wij hebben in het Coalitieakkoord aangegeven dat we als Súdwest-Fryslân een financieel vitale gemeente willen zijn. Hoewel de inhoud van de paragraaf Financiering, afgezet tegen de criteria die landelijk gangbaar zijn, nog geen reden geeft tot zorgen, vinden wij het toch nodig om het begrip Financieel Vitaal nader te concretiseren en te verdiepen. In aanloop naar de nieuwe Perspectiefnota (juli 2015) komen we hier tot een verdere aanpak. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 76 Paragraaf 5 Bedrijfsvoering Inleiding De filosofie van het Coalitieakkoord 2014 – 2018 “Samen Krachtig!” duidt op de veranderende rol van de overheid. De samenleving verandert voortdurend. In die veranderende wereld gaan inwoners meer dan voorheen participeren in de samenleving waarin ze wonen, werken en zorgen. Ze geven daarmee invulling aan voor hen belangrijke thema’s. De gemeente is niet langer bedenker van oplossingen maar participeert actief in vele netwerken. Deze netwerksamenleving vraagt een andere rol- en taakopvatting van ons. We nemen als gemeente niet meer per definitie het initiatief, maar zijn partner en faciliteren en verbinden waar dat nodig en mogelijk is. Steeds meer vinden ontwikkelingen vanuit cocreatie plaats. Deze filosofie vormt het gedachtegoed waarbinnen we de bestuurlijke ambities willen realiseren. Coalitieakkoord vertaald naar bedrijfsvoering We zien in het Coalitieakkoord bestuurlijke ambities die niet alleen inhoudelijke opdrachten bevatten maar binnen de bedrijfsvoering ook de nodige impulsen moeten geven om anders te werken: meer samenwerken van buiten naar binnen. De volgende vier ‘bewegingen’ vormen de strategische speerpunten voor de directie: Veerkracht Sociaal Domein De nieuwe taken op het gebied van Werk, Jeugd, Zorg en Passend Onderwijs pakken we op vanuit de transformatiegedachte. Gebiedsgericht en innovatief gaan we bestaande netwerken benutten en nieuwe netwerken bouwen. Alles draait om het aanboren van de Eigen Kracht. Gebiedsgericht Werken We stellen clusteragenda’s op. In het traject om te komen tot die clusteragenda’s ligt de uitdaging om maximaal de kracht van de samenleving en de kracht van de organisatie te benutten. Werken en Wonen We leveren bijdragen aan een gezonde lokale economie. We zijn Innovatief in het vinden van maatschappelijke partners om samen de sociale welvaart te stimuleren. Verrassende Dienstverlening We verbeteren dagelijks samen de dienstverlening. Waar kan het voor onze inwoners beter, leuker, goedkoper, sneller en verrassender? De genoemde bewegingen zijn geen op zichzelf staande projecten of programma’s. We zien een duidelijke overlap. Een overlap die vraagt om een nieuwe aanpak vanuit het gedachtegoed (de filosofie) van de netwerksamenleving. Aanpak binnen bedrijfsvoering De bestuurlijke ambities betekenen ook voor de bedrijfsvoering een zwaarder accent op het zoeken naar cocreatie en slim samenwerken. Van medewerkers en leidinggevenden verwachten we steeds meer dat ze de dialoog opzoeken met (enerzijds) inwoners, bedrijven en organisaties en (anderzijds) collega’s binnen de eigen organisatie. Ook de samenwerking met andere gemeenten is belangrijk om de maatschappelijke vraagstukken van dit moment aan te kunnen pakken. We investeren in het verdiepen van die contacten op ambtelijk niveau. De directie zet daarbij in op het verder ontwikkelen van losse, tijdelijke samenwerkingsverbanden met interne en externe partijen; ook wel “netwerksamenwerking” genoemd. Binnen deze aanpak past dat we steeds afwegingen maken in het afstemmen van de bedrijfsvoering op het specifieke doel. Basisprocessen en basisdienstverlening zullen nog steeds met name vanuit de lijnorganisatie plaatsvinden. Minder complexe integrale opdrachten zullen we in losse samenwerkingsverbanden dwars door de organisatie heen oppakken. Als het gaat om concrete, tastbare resultaten zullen we Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 77 het projectmatig werken gebruiken en waar het om grote, meer complexe zaken gaat passen we de projectstructuur toe. Bij combinaties van projecten en complexe opdrachten waar het accent ligt op het behalen van (bestuurlijke) doelstellingen past veel meer de programma-aanpak, zoals het programma Dienstverlening en het Woningbouwprogramma. Het verder ontwikkelen van vaardigheden die deze vorm van samenwerken effectief en efficiënt maken heeft de bijzondere aandacht in 2015. Voor de lijnorganisatie blijft het van belang om vanuit verbetering, vernieuwing en verlaging van de kosten steeds de werkprocessen in onderlinge samenhang te verfijnen, slimmer te maken, te “leanen”. Bezuinigingstaakstelling op personeel De afgelopen jaren is de nieuwe organisatie ingeregeld. Er is met een kritische blik gekeken naar een afgewogen aanpak rond de invulling van taken en de beschikbare personele inzet. We doen dat in samenhang met twee lopende besparingstaakstellingen. Bestuur en directie beogen deze taakstelling in te vullen zonder gedwongen ontslagen. Ze hebben diverse vormen van flankerend beleid vastgelegd om (interne) mobiliteit en uitstroom via natuurlijk verloop te stimuleren. Bestuur en directie sturen daarbij op de afgesproken verlaging van de loonsom en niet op het aantal aanwezige formatieplaatsen (fte’s). Een goede monitoring is met name ook van belang omdat we naast deze taakstelling nog tal van autonome ontwikkelingen verwachten die tot (verdere) inkrimping of uitbreiding van de ambtelijke organisatie kunnen leiden. Als onderdeel van Besparingsronde 2, verwerkt in de begroting 2013, is een besparing aan de orde die oploopt naar € 1.925.000 in 2015. In 2014 moet hiervan € 1.175.000 zijn gerealiseerd. Deze opgaaf valt al voor een flink deel als gerealiseerd te beschouwen. Eerder is gewezen op knelpunten op onderdelen. Hierover rapporteren we via de Bezuinigingsmonitor. Als onderdeel van Besparingsronde 3, verwerkt in de begroting 2014, is een besparing aan de orde die oploopt naar € 1,5 miljoen in 2018. Structurele besparingstaakstelling (onderdeel Besparingsronde 3) Personeelsreductie 2015 € 220.000 2016 € 670.000 2017 € 1.150.000 2018 € 1.500.000 De taakstelling voor 2015 is relatief beperkt. Op basis van al beschikbare verkenningen is de invulling al zodanig concreet dat realisatie zeer waarschijnlijk is. Voor de periode 2016 en daarna is intern een traject gestart om met de teammanagers tot een samenhangende aanpak te komen. We doen dit door met name interne mobiliteit, arbeidstijdverkorting en uitstroom via natuurlijk verloop met elkaar in verband te brengen. Er bestaat vooralsnog geen aanleiding te veronderstellen dat we de taakstelling vanaf 2016 niet kunnen realiseren. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 78 Paragraaf 6 Verbonden partijen Inleiding Deze paragraaf gaat over samenwerkingsvormen van de gemeente met andere partijen waarmee de gemeente een financiële én bestuurlijke relatie heeft. Het gaat hierbij specifiek om die combinatie van financiële en bestuurlijke inbreng. Het gaat om: • deelnemingen op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen; • alle andere denkbare privaatrechtelijke samenwerkingsvormen, zoals stichtingen, vennootschappen, verenigingen, enz. Vanwege de verscheidenheid aan privaatrechtelijke constructies is tevens sprake van een grote verscheidenheid aan financiële constructies. Het gaat dan om bijvoorbeeld aandelen, leningen, subsidies, garanties en bedragen die in geval van faillissement of anderszins door een derde partij op de gemeente te verhalen zijn. Context en achtergrond Verbonden partijen voeren beleid uit voor de gemeente. Ze zijn onder te verdelen in private- en publieke verbonden partijen. We gaan in op de verschillende soorten verbonden partijen. Een publiekrechtelijk verbonden partij is in de meeste gevallen opgericht op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). De gemeenschappelijke regeling regelt de vertegenwoordiging van de deelnemende gemeenten in het bestuur en de financiële aansprakelijkheid van elke gemeente. Bij een faillissement van een gemeenschappelijke regeling zijn de deelnemende gemeenten verantwoordelijk voor een eventueel nadelig saldo. Bij de behandeling van de begroting en begrotingswijzigingen en soms ook bij de jaarrekening hebben de gemeenten de mogelijkheid om hun gevoelens over die stukken kenbaar te maken. In de Gemeentewet (artikel 160 lid 2) staan bepalingen over het oprichten van en deelnemen in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen en coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen. Artikel 160 lid 2 Gemeentewet Het college besluit slechts tot de oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang. Het besluit wordt niet genomen dan nadat de raad een ontwerpbesluit is toegezonden en in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen. Bij het aangaan van verbonden partijen is het uitgangspunt van Súdwest-Fryslân dat ze ervoor kiest om haar taken op een goed niveau en tegen aanvaardbare kosten in eigen beheer uit te voeren. Daarnaast geldt dat de gemeente zo weinig mogelijk gebruik wil maken van constructies als Gemeenschappelijke Regelingen en dergelijke. Súdwest-Fryslân kent een omvang waarbij de meeste taken op een goed niveau en tegen aanvaardbare kosten in eigen beheer zijn uit te voeren. De komende jaren moeten we op het gebied van zelfdoen/uitbesteden in relatie met verbonden partijen nog een aantal beslissingen nemen. We willen dan ook aandacht besteden aan de gemeenschappelijke regelingen. De discussie over zelfdoen/uitbesteden krijgt niet alleen een financiële context, maar ook de kwaliteit van dienstverlening als weegfactor speelt een rol. De Veiligheidsregio, inclusief regionale brandweer, is hierop een bewuste uitzondering. De provinciale schaal is de juiste schaal voor dit soort activiteiten. Op dit moment participeert de gemeente in een beperkt aantal ondernemingen met een privaatrechtelijke rechtsvorm. Vertegenwoordigers van de gemeente oefenen in deze ondernemingen bestuurlijke of andere bevoegdheden uit (bijvoorbeeld commissaris, lid van de raad van bestuur of aandeelhouder). Overzicht Verbonden partijen Achter de naam van de verbonden partij staat tussen haakjes het programma waaraan deze verbonden partij een bijdrage levert. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 79 Gemeenschappelijke regelingen Publieke Gezondheids- en Veiligheidsregio Fryslân in Leeuwarden (programma 0,2, 4) Doel Samenwerken op het terrein van crisisbeheersing en rampenbestrijding Activiteiten Regionaal organiseren van brandweerzorg, de geneeskundige hulpverlening en uitvoering van de gemeentelijke taken bij crisisbeheersing en rampenbestrijding Financieel belang Bijdrage in exploitatietekort 2013: € 3,0 miljoen. In 2014 is de brandweer aan de VRF toegevoegd waardoor de eigen bijdrage stijgt naar € 6,3 miljoen. Voor het jaar 2013 was dat 12,7 % van de bijdrage van alle Friese gemeenten Fin. Kengetallen Vreemd Vermogen begin 2013 € 15,7 miljoen, eind 2013 € 13,0 miljoen. Eigen Vermogen begin 2013 € 4,4 miljoen, eind 2013 € 3,5 miljoen Resultaat 2013: € 94.000. Bestuurlijk belang De gemeente heeft een zetel in het dagelijks en het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Werkvoorzieningschap Fryslân West (Empatec) in Sneek (programma 1) Doel Het op bedrijfsmatig verantwoorde wijze doen uitvoeren van taken van en voor de deelnemende gemeenten op het terrein van gesubsidieerde arbeid. Dit gebeurt via de NV Empatec. Activiteiten Bieden van werkgelegenheid onder aangepaste omstandigheden Financieel belang Bijdrage per werknemer afkomstig uit onze gemeente. Voor het jaar 2013 was dat € 0,3 miljoen Fin. Kengetallen Vreemd Vermogen begin 2013 € 5,3 miljoen, eind 2012 € 6,6 miljoen Eigen Vermogen begin 2013 € 4,5 miljoen, eind 2012 4,5 miljoen Resultaat 2013 nihil. De Gemeenschappelijke Regeling Fryslân-West belast al haar gemaakt kosten door aan NV Empatec, na aftrek van ontvangen subsidies en baten. Fryslân-West heeft dientengevolge een jaarresultaat van nihil. Bestuurlijk belang De gemeente heeft een zetel in het dagelijks en het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Recreatieschap De Marrekrite in Raerd (programma 5) Doel Het Friese waterland recreatief en toeristisch zo goed mogelijk te laten functioneren, daarbij rekening houdend met de belangen van landschap en natuur Activiteiten Beheer en onderhoud van aanlegvoorzieningen in het buitengebied Financieel belang Bijdrage van 14,6% van het geschat nadelig saldo van het Recreatieschap. Voor het jaar 2013 was dat € 202.883,Fin. Kengetallen Vreemd Vermogen begin 2013: € 253.962,- eind 2013: € 410.197,Eigen Vermogen begin 2013: € 4.413.260 - eind 2013: € 4.456.497,-. Resultaat 2013 € 43.237,Bestuurlijk belang De gemeente is vertegenwoordigd in het algemeen bestuur Welstandszorg “Hûs en Hiem” in Leeuwarden (programma 5) Doel Het behartigen van de belangen van gemeenten op het gebied van de bouwkundige en landschappelijke schoonheid in Fryslân Activiteiten Welstandsadvisering en monumentenzorg Financieel belang Bijdrage in de kosten naar rato van dienstverlening op basis van tarieven. Voor het jaar 2013 was dat € 84.436. Onvoorziene tekorten op de exploitatie (nadelig saldo) in verhouding tot het aantal inwoners. Voor het jaar 2013 was dat € 24.600,Fin. Kengetallen Vreemd Vermogen € 120.983 / € 218.278 (begin 2013/eind 2013) Eigen Vermogen - € 15.779 /- € 109.132 (begin 2013/eind 2013) Resultaat 2013: -/- €192.492 Bestuurlijk belang De gemeente is vertegenwoordigd in het algemeen bestuur Openbaar Lichaam Afvalverwijdering Friesland (OLAF) in Leeuwarden (programma 7) Doel Verantwoorde uitvoering van milieu- en reinigingstaken Activiteiten Afvalverwijdering OLAF ‘slaapt’. De rechten, plichten en activiteiten van OLAF zijn in 1995 overgegaan naar Afvalsturing Friesland NV Financieel belang Geen jaarlijkse bijdrage in exploitatie (zie Afvalsturing) Voor het jaar 2013 was dat n.v.t. Fin. Kengetallen Zie de gegevens bij afvalsturing Bestuurlijk belang Vertegenwoordiging in het bestuur Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (Fumo) (programma 7) Doel Gezamenlijk uitvoering geven aan het verstrekken van vergunningen, toezicht en handhaving op milieugebied. Activiteiten Milieutoezicht en –handhaving bij grote bedrijven in de gemeente SúdwestFryslân. Financieel belang Bijdrage in de kosten naar rato van dienstverlening op basis van tarieven. Voor het jaar 2013 was dat € 0,-. De gemeente Súdwest-Fryslân is per 1 januari 2014 toegetreden. Fin. Kengetallen Nog niet beschikbaar, de FUMO is gestart per 1 januari 2014. Bestuurlijk belang De gemeente is vertegenwoordigd in het algemeen bestuur Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 80 Naamloze Vennootschappen Bank voor Nederlandse Gemeenten in Den Haag (programma 9) Doel Uitoefening van het bedrijf van bankier ten dienste van overheden Activiteiten Verlenen van bancaire diensten Financieel belang € 792.650 aandelenkapitaal (317.058 aandelen á € 2,50 nominaal) Fin. Kengetallen Vreemd Vermogen begin 2013 € 139,5 miljard, eind 2013 128,2 miljard) Eigen Vermogen begin 2013 € 2,7 miljard, eind 2013 € 2,9 miljard Resultaat 2013 € 247 miljoen. Bestuurlijk belang Stemrecht naar rato aandelenbezit Nederlandse Waterschapsbank in Den Haag (programma 9) Doel Uitoefening van het bedrijf van bankier ten dienste van overheden Activiteiten Verlenen van bancaire diensten Financieel belang € 58.000 aandelenkapitaal Fin. Kengetallen Vreemd Vermogen begin 2013 € 74,8 miljard, eind 2013 € 71,8 miljard) Eigen Vermogen begin 2013 € 1,2 miljard, eind 2013 € 1,3 miljard Resultaat 2013 € 34 miljoen. Bestuurlijk belang Stemrecht naar rato aandelenbezit Afvalsturing Friesland (OMRIN) in Heerenveen (programma 7) Doel Verwijderen en voorkomen van het Friese afval conform de voorgeschreven milieudoelstellingen tegen zo laag mogelijke kosten Activiteiten Overslag, transport, bewerken en verwerken van afval Financieel belang Geen jaarlijkse bijdrage in exploitatietekort; de gemeente neemt diensten af en betaalt daarvoor. De gemeente heeft € 140.900 aandelenkapitaal. Fin. Kengetallen Vreemd Vermogen begin 2013 € 204.858.000, eind 2013 € 193.330.000 Eigen Vermogen begin 2013 € 41.634.000, eind 2013 € 43.794.000 Resultaat 2013 € 2.250.000 Bestuurlijk belang Stemrecht naar rato aandelenbezit Fryslân Miljeu in Leeuwarden (programma 7) Doel Het komen tot een doelmatige en uit oogpunt van milieuhygiëne verantwoorde uitvoering van milieu- en reinigingstaken Activiteiten Inzamelen en afvoeren van huishoudelijk en bedrijfsafval Financiële gegevens betreffen het onderdeel BV Fryslân Miljeu Zuidwest (alleen gemeente Súdwest-Fryslân (voorheen Wûnseradiel en Bolsward Financieel belang Geen jaarlijkse bijdrage; neemt diensten af en betaalt daarvoor € 37.774 aandelenkapitaal Fin. Kengetallen Vreemd Vermogen begin 2013 resp. eind 2013 €144.000 resp. € 97.000 Eigen Vermogen begin 2013 resp. eind 2013: €304.000 resp. € 299.000. Resultaat 2013: -€ 1.000. Bestuurlijk belang Via letteraandelen speciaal zeggenschap “eigen” regiobedrijf Vitens Waterleidingbedrijf in Zwolle (programma 9) Doel Hoogwaardig drinkwater leveren aan consumenten/bedrijven Activiteiten Winnen, zuiveren en leveren van drinkwater Financieel belang € 56.720 aandelenkapitaal Jaarlijkse bijdrage in exploitatietekort n.v.t. Fin. Kengetallen Vreemd Vermogen € 1.282,2/€ 1.296,5 mln. (begin/eind 2012) Eigen Vermogen € 398,3/€ 386,1 mln. (begin 2012/eind 2012) Resultaat 2012 € 29,6 mln. Bestuurlijk belang Stemrecht naar rato van de aandelen Enexis Holding in ’s-Hertogenbosch (programma 5) Doel Betrouwbare energievoorziening met een hoog serviceniveau en een onberispelijke behandeling van de klanten. Dat alles voor een redelijke prijs. Activiteiten Levering van energie Financieel belang € 138.983 aandelenkapitaal Fin. Kengetallen Vreemd Vermogen begin 2013 € 3,8 miljard, eind 2013 € 2,9 miljard Eigen Vermogen begin 2013 € 3,2 miljard, eind 2013 € 3,4 miljard Resultaat 2013 € 239 miljoen. Bestuurlijk belang Stemrecht naar rato van de aandelen Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 81 Besloten Vennootschappen Publiek Belang Elektriciteitsproductie in ’s-Hertogenbosch (programma 5) Doel Distributie/productie van elektriciteit en andere vormen van energie Financieel belang € 5,- aandelenkapitaal Fin. Kengetallen Vreemd Vermogen begin 2013 € 0,2 miljoen, eind 2013 € 0,1 miljoen Eigen Vermogen begin 2013 € 1,6 miljoen, eind 2013 € 1,6 miljoen Resultaat 2013: € 18.000 negatief Bestuurlijk belang Stemrecht naar rato van de aandelen Verkoop Vennootschap Doel Financieel belang Fin. Kengetallen Bestuurlijk belang in ‘s-Hertogenbosch (programa 5) Financiële en juridische afhandeling van de verkoop van de aandelen Essent € 18,- aandelenkapitaal Vreemd Vermogen begin 2013 € 30,4 miljoen, eind 2013 € 98,1 miljoen Eigen Vermogen begin 2013 € 416 miljoen, eind 2013 € 347 miljoen Resultaat 2013: € 62 miljoen negatief Stemrecht naar rato van de aandelen CBL Vennootschap in ’s-Hertogenbosch (programma 5) Doel Het vertegenwoordigen van de aandeelhouders als medebeheerder van het CBL Fonds en fungeert als "doorgeefluik" voor betalingen namens aandeelhouders in en uit het CBL Fonds Financieel belang € 18,- aandelenkapitaal Fin. Kengetallen Vreemd Vermogen begin 2013 € 7,4 miljoen, eind 2013 € 0,1 miljoen Eigen Vermogen begin 2013 € 0, eind 2013 € 7,2 miljoen Resultaat 2013: € 7,2 miljoen. Bestuurlijk belang Stemrecht naar rato van de aandelen Vordering op Enexis in ’s-Hertogenbosch (programma 5) Doel Het afhandelen van de verstrekte leningen aan Enexis Financieel belang € 18,- aandelenkapitaal Fin. Kengetallen Vreemd Vermogen begin 2013 € 1,4 miljard, eind 2013 € 0,8 miljard Eigen Vermogen begin 2013 € 94.000, eind 2013 € 82.000 Resultaat 2013: € 12.000 negatief Bestuurlijk belang Stemrecht naar rato van de aandelen. Claim Staat Vennootschap in ’s-Hertogenbosch (programma 5) Doel Vertegenwoordigen van de aandeelhouders in het proces tegen de Staat der Nederlanden waarin ze een verklaring voor recht vragen dat bepaalde bepalingen van de energiesplitsingswetgeving onverbindend zijn Financieel belang € 18,- aandelenkapitaal Fin. Kengetallen Vreemd Vermogen begin 2013 € 2.000, eind 2013 € 12.000 Eigen Vermogen begin 2013 € 66.000, eind 2013 € 52.000 Resultaat 2013: € 14.000 nadelig. Bestuurlijk belang Stemrecht naar rato van de aandelen Vastgoed Zwembad Sneek in Sneek (programma 3) Doel Het beheren en (doen) exploiteren van zwembaden alsmede het deelnemen in, het financieren van zwembaden Financieel belang Jaarlijkse bijdrage in exploitatietekort: nihil Fin. Kengetallen Vreemd Vermogen € 4.542.875 / € 4.725.758 (begin 2013/eind 2013) Eigen Vermogen -/- € 852.825,- / -/- €791.602 (begin 2013/eind 2013) Resultaat 2013 -/- € 61.223 € 9.257 (51%) van het geplaatste aandelenkapitaal van totaal € 18.151 Bestuurlijk belang Stemrecht naar rato van de aandelen Dataland BV in Reeuwijk (programma 8) Doel Het realiseren en in stand houden van een landelijke voorziening die leidt tot het breed toegankelijk maken van vastgoedgegevens uit het informatiedomein van gemeenten voor de publieke en private markt Financieel belang Jaarlijkse bijdrage in exploitatie tekort nihil Fin. Kengetallen Vreemd Vermogen € 582.233,- *(begin 2013) € 566.511,- (eind 2013) Eigen Vermogen: € 273.158,- * (begin 2013) en € 495.250,- (eind 2013) Resultaat 2013: € 410.285. (€ 828 aandelenkapitaal) Bestuurlijk belang Stemrecht naar rato van de aandelen *Deze bedragen wijken af van de eindstand 2012 zoals opgenomen in de programmabegroting 2014. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 82 Stichtingen Gemeenschappelijke Kredietbank in Leeuwarden (programma 1) Doel Financiële dienstverlening aan personen die om wat voor reden dan ook niet bij een reguliere bankinstelling terecht kunnen Activiteiten Schuldsanering/schuldhulpverlening Financieel belang Kapitaalverstrekking ad € 420.838 Fin. Kengetallen Vreemd Vermogen begin 2013 € 26,2 miljoen, eind 2013 € 23,1 miljoen Eigen Vermogen begin 2013 € 1,7 miljoen, eind 2013 € 1,9 miljoen Resultaat 2013: € 220.000,- positief. Bestuurlijk belang Stemrecht naar rato kapitaalverstrekking Stichting Iepenwacht Fryslân (programma 6) Doel Efficiënt iepenbeheer voor de gehele gemeente Activiteiten Bestrijden iepziekte Financieel belang Bijdrage in 2013 was € 82.069,Fin. Kengetallen Vreemd Vermogen € 307.740,- (begin 2013) € 415.669,- (eind 2013) Eigen Vermogen € 125.720,- (begin 2013) en € 247.735,- (eind 2013). Resultaat 2013: € 122.015,Stichting Openbare Verlichting Fryslân (programma 6) Doel Uitvoerende dienst namens 27 organisaties in Friesland op het vlak van openbare verlichting Activiteiten Onderhoud van de openbare verlichting Financieel belang Jaarlijkse bijdrage in exploitatie. Voor het jaar 2013 was dat € 51.932,56 Fin. Kengetallen Vreemd Vermogen € 68.677,- / € 67.872,- (begin 2013/eind 2013) Eigen Vermogen € 180.803,- / € 254.902 (begin 2013/eind 2013) Resultaat 2013 € 74.099 Bestuurlijk belang Het college is vertegenwoordigd in de raad van bestuur van de Stichting en in de raad van toezicht Kaderstellende beleidsnota’s Nota Verbonden partijen (gemeenteraad, 2011). Wat willen we bereiken? Een verbonden partij moet bijdragen aan een efficiëntere en effectievere mogelijkheid tot uitvoering van een publieke taak. Bij de vraag of we moeten deelnemen aan een verbonden partij moeten we steeds de afweging maken welke aanpak de beste is en of we de taak uitvoeren op de wijze die de gemeenteraad voor ogen heeft. Ook is van belang te weten op welke wijze de gemeente voldoende inhoudelijk en financieel toezicht heeft op de uitvoering. Wat gaan we er voor doen? Minimaal eens per vier jaar, bij de actualisatie van de Nota verbonden partijen, gaan we na of de verbonden partijen nog wel voldoen aan dat wat is opgenomen onder “Wat willen we bereiken?” Stand van zaken ten opzichte van de doelstellingen In 2014 zijn de aandelen van Attero in Arnhem (progr. 7) verkocht en de Stichting Duurzaamheid in ’s-Hertogenbosch (progr. 5) is in 2014 opgeheven. In 2015 evalueren we de wijze waarop SúdwestFryslân omgaat met haar verbonden partijen door middel van een 213a-onderzoek. Daarna gaan we de Nota verbonden partijen waar nodig actualiseren. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 83 Paragraaf 7 Grondbeleid Inleiding In de paragraaf grondbeleid zetten we uiteen, hoe we het grondbeleid inzetten om de bestuurlijke doelen te bereiken. Het gemeentelijk grondbeleid is een belangrijk instrument om ruimtelijke beleidsopgaven en ambities in de praktijk te realiseren. De raad heeft de Kaders Grondbeleid vastgesteld (26 januari 2012). In deze nota zijn kaders aangereikt om het ruimtelijk beleid op een zo economisch verantwoord mogelijke wijze te realiseren. Type grondbeleid en instrumenten Het grondbeleid is geen doel op zich. Het grondbeleid biedt de instrumenten om de regie over die ruimtelijke ontwikkeling te kunnen voeren. Het gaat om ontwikkelingen zijn die we zelf initiëren, al dan niet samen met bijvoorbeeld woningbouwcorporaties of andere marktpartijen. Door een goede regievoering kunnen we vervolgens dekking aanwijzen voor de kosten, die gepaard gaan met de verwezenlijking van de ruimtelijke ontwikkeling. We bepalen per ontwikkeling welk type grondbeleid en instrumenten we inzetten: een actief of faciliterend grondbeleid. Actief grondbeleid Bij actief grondbeleid verwerven we zelf de gronden, maken zelf bouwrijp en verkopen vervolgens bouwkavels. Hierbij zijn de volgende punten van belang: Regie over de grondexploitatie, waardoor we kwaliteit, fasering en kosten en opbrengsten directer kunnen beïnvloeden; Het kostenverhaal is verzekerd: de opbrengsten kunnen we zelf incasseren en gebruiken ter dekking van kosten; Financieel risico: het financiële risico ligt bij de gemeente. Voorwaarde voor een actief grondbeleid is, dat er kennis en kunde is om grondexploitaties te voeren. Daarnaast zijn er financiële risico’s verbonden aan het voeren van een grondexploitatie, oftewel niet alleen mee- maar ook de tegenvallers zijn voor rekening van de gemeente. Faciliterend grondbeleid Bij faciliterend grondbeleid ligt het initiatief tot het bouwrijp maken van de bouwgrond en het exploiteren van de bouwgrond bij de marktpartijen (bijvoorbeeld een ontwikkelaar of woningbouwcorporatie). De gemeente beperkt zich daarbij tot het vaststellen van het bestemmingsplan en het uitvoeren van toezicht op de activiteiten van derden. Het aanleggen van openbare voorzieningen en het verhalen van de daarvoor gemaakte kosten zijn onderdeel van faciliterend grondbeleid. Realisatie van doelstellingen Algemeen Bij het formuleren van nieuwe ambities (Coalitieakkoord) is aangegeven dat vanuit een financieel perspectief ontwikkelingen binnen de Grondexploitaties een belangrijke impact kunnen hebben. De reden hiervoor is duidelijk: een stagnatie in de afzet van bouwrijpe grond. Deze stagnatie is onder andere een gevolg van de economische tegenwind en het gebrek aan vertrouwen in de markt. Ook de kritische rekencijfers die banken gebruiken voor het verstrekken van hypothecaire leningen speelt een rol. Marktomstandigheden die niet of nauwelijks direct, of in ieder geval lastig, te beïnvloeden zijn. In 2014 hebben we de verbetering van de afzet van bouwrijpe grond geïntensiveerd. In 2015 volgt de verdere uitbouw tot een proactieve verkoopstrategie, die niet alleen meer op onze eigen gemeente is gericht. We onderkennen, dat we moeten overschakelen op een moderne, op de klant gerichte verkoopstrategie. Klantgerichtheid en dienstbaarheid staan hierbij centraal. Daarnaast is een breed scala van maatregelen benoemd waarmee we een boost willen geven aan de verkoop. Onze ambitie is helder: uitgifte van meer kavels. We hebben ons verkoopproces aangescherpt en verbeterd. De interventies om het verkoopproces te gaan verbeteren richten zich op: • Strategische heroriëntatie en marktoriëntatie We willen vanaf eind 2014 in ieder geval ook beter inspelen op de wensen van onze “klanten”. Klantgericht werken komt voorop te staan met een flexibilisering van het aanbod. Het snel anticiperen vraagt ook om flexibelere bestemmingsplannen en waar mogelijk minder (strikte) regels. We moeten de wensen van onze klanten kennen. Met andere woorden: we gaan deze behoeften beter vastleggen en op basis daarvan meer vraaggestuurde plannen ontwikkelen. De Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 84 • interne organisatie is aangepast op de nieuwe marktbenadering. Een klant(kavelafnemer (zowel zakelijk/particulier) krijgt een account-relatie toegewezen. Op die manier leiden wij hen langs de verschillende afdelingen. Doel is de totale keten van marketing/verkoop/realisatie te optimaliseren. Organisatorische wijzigingen Om de samenwerking tussen teams te versterken is in 2014 al een eerste stap gezet. Zo is onder meer gestart met de uitvoering van het Woningbouwprogramma via de programmatische aanpak. Met een programmateam en programmamanager, waarin de relevante vakgebieden zitting hebben. Vanuit het programmateam coördineren we diverse inspanningen. Bij de ontwikkeling betrachten we het voorzichtigheidsprincipe. We gaan er vanuit dat gebieds- en locatieontwikkeling tegenwoordig een proces is waarbij de doelen niet meer op de korte termijn te bereiken zijn, maar eerder op de middellange of zelfs lange termijn. Daarnaast gaat het steeds vaker om kleinschaligere ontwikkelingen. Over de hier te kiezen aanpak vindt een gedachtewisseling plaats met de gemeenteraad (oktober 2014). Woningbouw De aangegeven algemene aanpak speelt met name in relatie tot woningbouwlocaties. Enkele aanvullende aspecten: • Enkele risicovolle projecten, zoals in Sneek de locaties Houkepoort, Harinxmaland fase 1 en Waterstad, vragen om specifieke aandacht en monitoring. Aangezien deze grondcomplexen een hoge boekwaarde hebben, zijn ze extra gevoelig voor vertraging in de afzet van bouwkavels en als gevolg daarvan voor renterisico’s. Een hoge boekwaarde betekent in dit geval dat er forse investeringen hebben plaatsgevonden, zoals voorbereiding, verwervingen, bouwrijp maken. Maar deze uitgaven zijn nog niet gedekt door gerealiseerde inkomsten uit grondverkopen. • Er zijn in het verleden ook locaties voor woningbouw aangekocht, die nog niet bouwrijp gemaakt zijn. Voorbeelden hiervan zijn Iendrachtwei te IJlst, Schettens, Burgwerd, de Papiermolen in Makkum. Voor deze locaties onderzoeken we de verdere mogelijkheden: een andere (tijdelijke) bestemming of eventueel afstoten. Herstructureringsprojecten Lopende herstructureringsprojecten waar de gemeente een actieve rol in speelt zijn de locaties IJlsterkade en Boschplein. Initiatieven van derden/kostenverhaalsexploitaties In 2013 is de planvoorbereiding doorgezet voor woningbouw langs de A7 te Sneek nabij Het Perk, een voormalige school- en garagelocatie. Waarschijnlijk gaat het om een particuliere ontwikkeling gezien de grondposities van ontwikkelende partijen. De gemeentelijke rol is in dat geval faciliterend, met aandacht voor economische uitvoerbaarheid, fasering en kostenverhaal Bedrijventerrein De gemeente heeft gezien de beschikbare prognoses op middellange termijn onvoldoende uitgeefbaar bedrijventerrein beschikbaar. We vinden het bieden van de groeimogelijkheden voor het bedrijfsleven van belang. Maar alleen wanneer er een financieel gezonde exploitatie op mogelijk is en het een bijdrage aan de werkgelegenheid oplevert. Deze overwegingen spelen een belangrijke rol bij een mogelijke ontwikkeling van De Hemmen III in Sneek. Strategische gronden Strategische gronden zijn aangekocht om toekomstige plannen te kunnen verwezenlijken. Er zijn op dit moment geen redenen aanwezig om nieuwe strategische aankopen van importantie te doen. Overige gronden Súdwest-Fryslân heeft ook “overige gronden” in eigendom. Dit zijn voornamelijk compensatiegronden en agrarische gronden. Deze gronden gaan we voor zover mogelijk verkopen of ruilen. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 85 Financiële positie Algemeen De stagnerende economie en de consequenties daarvan had voor de verkoop van woningbouwkavels en bedrijfsterreinen forse negatieve financiële gevolgen . We zien hier een voorzichtig herstel. Verwachtingen uitgifte kavels woningbouw Op alle grondexploitaties van woninguitbreidingslocaties hebben we als gevolg van de economische terugval te maken met een vertraagde uitgifte. Hierdoor is er een flink aantal direct uitgeefbare kavels in voorraad op plekken waar de vraag het laagste is. In 2014 heeft de raad de te verwachten verliezen in de Jaarrekening 2013 afgedekt. Gebaseerd op het toen gebruikte inzichten werd voor 2014 een verkoop van circa 50 kavels verwacht. Voor 2015 was dit 65 en daarna 80 per jaar. Zoals vermeld intensiveren we de aanpak om hier resultaat te boeken. Verwachtingen uitgifte kavels bedrijventerreinen In totaal was er nog circa 14 hectare bedrijventerrein uitgeefbaar op 1 januari 2014. De verkoopverwachting voor 2015 is, evenals voor 2014, circa 3 hectare. Actuele verwachtingen Na de zomerperiode 2014 is onder andere in de Bestuursrapportage (Berap) een actuele inschatting gegeven van de mogelijkheden. Voor de actuele stand van zaken verwijzen we kortheidshalve naar Hoofdstuk 1, paragraaf 1.3.2. Risico’s en weerstandsvermogen Bij de ontwikkeling van de grondcomplexen lopen we risico’s. Voor deze risico’s hebben we een inschatting gemaakt omtrent de omvang van de mogelijk risico’s en de kans waarop deze zich kan manifesteren. Deze inschattingen en de kans dat deze risico’s zich voordoen, zijn meegenomen in de bepaling van het benodigde Weerstandvermogen. Binnen de systematiek van het Weerstandsvermogen is daarmee een deel van het risico onderdeel van de Algemene Reserve (zie ook Hoofdstuk 3, Paragraaf 2 “Weerstandsvermogen en risicobeheersing”. Belangrijke risico’s met betrekking tot grondexploitatie zijn: (a) een mogelijke, neerwaartse verlaging van de prijs per m2, (b) het niet kunnen doorberekenen van de verhoging van de inflatiecorrectie in de verkoopprijs per m2 en (c) een vertraagde uitgifte van woningbouwkavels. Deze risico’s behoren tot de belangrijkste financiële risico’s van ons risicoprofiel. Toelichting op de indeling van grondcomplexen Binnen de grondcomplexen hanteren we een indeling naar aard en ingebruikname van de gronden. Voor de grondcomplexen is de volgende indeling van belang: • In exploitatie genomen (IEG); • Niet in exploitatie genomen grond (NIEGG); • Grond als vlottend actief. In exploitatie genomen IEG is een grondexploitatie in uitvoering. De raad heeft de grondexploitatiebegrotingen vastgesteld en we actualiseren deze jaarlijks bij de jaarrekening. Voor deze gronden mogen we zowel de verkrijgings- als vervaardigingskosten activeren. Niet in exploitatie genomen grond NIEGG is meestal anticiperend of strategisch aangekocht. Hiervoor is nog geen uitgebreide Grondexploitatiebegroting, maar voor deze gronden bestaat wel een stellig voornemen dat we deze in de nabije toekomst zullen bebouwen. Deze verwachting moet zijn gebaseerd op een raadsbesluit waarin de raad inhoud heeft gegeven aan ambitie en planperiode. Ook hier mogen we zowel de verkrijgings- als vervaardigingskosten activeren tot maximaal het bedrag per m2, hetgeen we redelijkerwijs in de uitgifteprijs kunnen verdisconteren. Voorraad grond als vlottend actief Ook voor deze gronden geldt, dat deze meestal anticiperend of strategisch zijn aangekocht met het voornemen om deze in de toekomst te bebouwen. Voor deze categorie geldt dat er nog geen concrete plannen zijn voor de nabije toekomst. Er is nog geen raadsbesluit waarin inhoud is gegeven aan ambitie en planperiode. Voor deze gronden mogen we alleen de verkrijgingskosten activeren, voor zover die kosten niet boven de huidige marktwaarde liggen (in het algemeen de agrarische waarde). We mogen geen rente- of andere kosten activeren. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 86 Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 87 4. Aanzet nieuwe opzet Sociaal Domein 4.1. Algemeen Met ingang van 2015 krijgen de gemeenten er extra taken bij als gevolg van de transitie/transformatie Sociaal Domein (Zorg, Werk, Jeugd en Passend Onderwijs). Het gaat om taken op het gebied van wonen, werken, inkomen, opvoeden en gezondheid. De gemeenteraad is de afgelopen periode op meerdere momenten meegenomen bij het in beeld krijgen van de consequenties. In de Koersnota “Veerkracht in het Sociale Domein” is hier richting aan gegeven. Binnen de nieuwe opzet zal de gemeente verantwoordelijk zijn voor vrijwel de gehele maatschappelijke ondersteuning aan jongeren, volwassenen en ouderen. Het inpassen van de nieuwe taken vindt plaats binnen de huidige programma’s 0, 1 en 2, die we binnen de nieuwe opzet samenvoegen. De nieuwe opzet gaat uit van vier beleidsvelden. De nieuwe opzet van de programma’s kunnen we hier op afstemmen. Een klein deel van de drie programma’s blijft buiten de aanpak en vraagt nog een specifieke eigen opzet. Naast de gewijzigde aanpak moeten we ook besparen. Er is voor een deel van de bestaande en nieuwe taken minder geld. Door de totale beschikbare middelen op een vernieuwende wijze ontschot in te zetten valt er naar verwachting goedkoper te werken. Met meer aandacht in het voorliggend veld kunnen we bijvoorbeeld op termijn dure specialistische zorg voorkomen. In het Coalitieakkoord “Samen Krachtig” is de transitie/transformatie, als onderdeel van “Sociaal vitaal”, als één van de belangrijke speerpunten benoemd. In de periode 2015-2017 krijgt de nieuwe opzet gestalte. Voor de begroting is met name de koppeling tussen de financiële opzet en de nieuwe beleidsuitgangspunten van belang. Ook is een stapsgewijze monitoring van belang. In het beleidsplan “Sturing, inkoop en financiering” (hierna Beleidsplan SIF) zijn uitgangspunten geformuleerd. De aanpak krijgt werkendeweg vorm. Op onderdelen bestaat nog de nodige onzekerheid. We willen hier op een passende wijze mee omgaan. We werken met een verzilveringsaanpak. Daarbij krijgen binnen een zekere bandbreedte de taken binnen de nieuwe opzet indicatief een plek. Er komt een Correctiebudget beschikbaar om ‘gaten dicht te lopen”. We beschouwen 2015 als een overgangsjaar. We moeten rekening houden met een zekere frictieperiode. Bijvoorbeeld voor wat betreft het inregelen van het gebiedsgericht werken met gebiedsteams. Het vraagt om de nodige flexibiliteit. Voor een deel biedt de aanpak rond het Correctiebudget mogelijkheden voor financiële flexibiliteit. In de Perspectiefnota is extra geld beschikbaar gekomen voor de transitie/transformatie. Naast Invoeringsgeld (2014) zijn er middelen beschikbaar voor een Sociaal Ontwikkelfonds (deels structureel/deels incidenteel). Dit fonds is bestemd om het proces goed in te regelen en mogelijk de eerste gaten dicht te lopen. 4.2. Beleidsmatige aanpak van de verzilveringsstrategie Het Beleidsplan SIF gaat uit van de volgende aanpak: • Verzilveringsstrategie als uitgangspunt voor transities sociaal domein. • Het budget is taakstellend. • De budgetten zijn ontschot en registratie vindt nog per onderdeel plaats. • Begroting 2015 volgens oude methodiek met onderdeel voor drie transities en passend onderwijs. Binnen de opzet vormt de kwaliteit van de zorg, de ‘menselijke maat’, zoals aangegeven in veerkrachtnotitie, een belangrijke randvoorwaarde bij de verzilvering. De aanpak rond de financiering is in het Beleidsplan SIF in een schema samengevat aangegeven: Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 88 BELEIDSMATIGE AANPAK - SAMENGEVAT Ambities van de nieuwe wijze van zorgverlening • • • • • Goede preventieve voorzieningen Versterken van het zelfoplossend vermogen van inwoners Optimalisering van de toeleiding naar zorg Investeren in vraagverheldering Een vangnet blijft beschikbaar Verzilveren van de ambities via: Preventieve, algemene en basisvoorzieningen (voorliggend veld) Gebiedsteams Lichte ondersteuning Specialistische ondersteuning • • • • • Door in te zetten op: • • • • Meer preventie Optimaliseren subsidiëring Grotere inzet vrijwilligers Versterken eigen kracht • • Doelmatiger werken Eén plan-gedachte Beter zicht op ondersteuningsbehoefte van gebied Betere afstemming van het zorgaanbod Meer zelf doen door gebiedsteam • • • bemoedigen toeleiding goedkopere zorg Inkoopvoordelen Vernieuwing van het aanbod Versoberen van het aanbod (bv. Minder huishoudelijke hulp, dagbesteding, begeleiding, enz.) • inzet goedkopere zorg bemoedigen Inkoopvoordelen Door te sturen op: • • • Functionele wijze zoals: budgetverbruik, aantal cliënten, arrangementkosten, kostprijzen, inkoopgegevens. Activiteiten en prestaties, zoals: doorstroom- en uitstroomgegevens, analyse verwijspatronen. Resultaten zoals: kwaliteit, klanttevredenheid en de sociale index. Zo te monitoren door: • Rapportage per kwartaal aan de raad. Aanpak via verzilvering Er is gekozen voor de benadering om bij de aanpak de inhoudelijke doelstellingen van vernieuwing in het Sociale Domein centraal te stellen. De hoofddoelstelling van deze benadering is dat we de besparingen zoveel mogelijk als volgt realiseren: we bieden maatschappelijke ondersteuning vanuit sterkere basisvoorzieningen en integrale toeleiding van de gebiedsteams. Zo verminderen we de vraag naar de specialistische ondersteuning. Dit noemen we ‘verzilvering’. Speerpunten De verzilveringsstrategie sluit aan bij de tot nu toe vastgestelde kaders en benaderingswijze. We grijpen de nieuwe taken aan om een nieuw samenhangend sociaal beleid te voeren. De volgende speerpunten zijn van belang voor deze ‘verzilveringsstrategie’: • Zelfredzaamheid en samenredzaamheid inwoners neemt toe. • Betere afstemming door één huishouden, één plan, één aanpak (integrale toeleiding gebiedsteams). • Minder doorverwijzingen naar specialistische ondersteuning. • Vernieuwen ondersteuningsaanbod. • Versobering van het verstrekkingenbeleid. • Voor de langere termijn hanteren we resultaatsturing als uitgangspunt. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 89 Voor de financiële doorvertaling betekent het kiezen voor ‘verzilvering’ dat we vanuit deze doelstellingen bekijken welke kortingen haalbaar zijn. Er zijn vier categorieën zorgzwaarte benoemd. Er is een eerste slag gemaakt naar deze nieuwe invalshoek, die we nu verder verfijnen. Bezuinigingsmogelijkheden binnen de vier categorieën • Voorliggend veld -- In deze categorie zijn de bezuingingsmogelijkheden beperkt. Wel zorgt het goed ontwikkelen van preventie en basisvoorzieningen ervoor dat we kunnen besparen op de andere drie categorieën. Waar we wel voordeel van verwachten, zijn mogelijkheden om doelmatiger te werken. Door de integrale benadering kunnen we overlap in de aanpak voorkomen. • Gebiedsteam -- De bezuinigingsmogelijkheden zijn, zeker in de eerste opstartjaren, beperkt. Er is echter wel een bezuiniging te realiseren door overlap in functies eruit te halen. • Lichte ondersteuning -- Qua budget is dit de categorie met de grootste omvang. De verwachting is dat de bezuinigingsmogelijkheden het makkelijkst en het snelst haalbaar zijn in deze categorie. Enerzijds verwachten we voordeel te halen vanwege een verminderde toeleiding door de nieuwe aanpak via de gebiedsteams. Hoe meer we kunnen aansturen op preventie, zelf doen, gebruik maken van vrijwilligers, of gebruik maken van algemene voorzieningen, des te minder hoeven we gebruik te maken van in te kopen lichte ondersteuning. Een andere keuze gaat over het versoberen van het zogenoemde verstrekkingenbeleid. Voor de huishoudelijke hulp komt een apart actieplan. • Specialistische ondersteuning -- Mogelijkheden tot besparingen zijn hier: inkoopvoordelen, de verschuiving van specialistische ondersteuning naar lichtere vormen van ondersteuning en inkomstenverhogende maatregelen. De inkoopvoordelen zullen zich uiten na aanbesteding van de zorg. In de eerstkomende jaren verwachten we nog geen volledig effect van de verschuiving van specialistische zorg naar lichtere vormen van zorg. Door overgangsregelingen liggen delen van het budget in de eerste periode vast. Op termijn moet deze beweging wel zichtbaar worden. 4.3. Financiële aanpak op hoofdlijnen Van transitie naar transformatie Op basis van het Beleidsplan SIF is een belangrijke aanzet gegeven om niet alleen de forse besparingstaakstelling, de ‘sprong’ van 2014 naar 2015, op te vangen. Ook zetten we in de periode daarna (2015-2017/2018) een transformatie in gang gezet op basis van de vier nieuwe beleidsvelden. Wat betekent dit in financiële zin? ‘Sprong’ 2014-2015 Over de exacte implicaties van de ‘sprong’ van 2014-2015 bestaat nog veel onduidelijkheid. Op basis van de meest actuele cijfers is binnen de oude opzet de volgende beweging zichtbaar: Beschikbare budgetten (oude opzet) Programma 0 Programma 1 Programma 2 Nieuw Jeugd Nieuw AWBZ Totaal 2014 2015 x € milj. x € milj. 19,1 57,7 17,4 18,7 15,6 128,5 16,2 57,8 17,3 18,2 14,8 124,3 ‘Sprong’ 2014-2015 x € milj. -4,2 Eerder hebben we met betrekking tot deze ‘sprong’ in het Beleidsplan SIF nog een bedrag van ruim € 6,5 miljoen aangegeven. (NB Ook de nu vermelde cijfers zijn nog geen ‘exacte wetenschap’. We werken op meerdere onderdelen nog met aannames, vooral bij de nieuwe taken). Verklaring ‘sprong’ 2014-2015 Vanuit de oude opzet valt de ‘sprong’ tussen 2014 en 2015 redelijk goed te duiden. Het is met name gerelateerd aan kortingen die het Rijk oplegt. Voor een klein deel is er sprake van een doorwerking van eerdere gemeentelijke besparingen. Transitie- en transformatiebeweging De verleiding is groot om de ‘sprong’ tussen 2014 en 2015 te beredeneren vanuit de oude opzet. Vanuit de Beleidsnotitie SIF is deze benadering echter niet langer aan de orde. We zetten in op een transitiebeweging die we aanscherpen tot een transformatiebeweging. Hierbij speelt de verzilveBegroting 2015 – Versie 25 september 2014 90 ringsstrategie een belangrijke rol. Leggen we een relatie met de nieuwe opzet dan ontstaat het volgende beeld. Waarbij we een deel van de oude Programma’s 0-2 buiten de opzet van de transitie/transformatie laten: Beschikbare budgetten (nieuwe opzet) Deel transitie/transformatie Deel overige (restanten Programma 0, 1 en 2) Totaal 2014 2015 x € milj. 113,3 15,2 128,5 x € milj. 109,7 14,6 124,3 ‘Sprong’ 2014-2015 x € milj. -3,6 -0,6 -4,2 Transformatiebeweging en ‘sprong’ 2015-2017/2018 De periode waarin de transformatiebeweging gestalte moet krijgen gaat ook nog gepaard met een, zij het bescheiden, extra taakstelling: Beschikbare budgetten (nieuwe opzet) Deel transitie/transformatie Deel overige (restanten Programma 0, 1 en 2) Totaal 2015 x € milj. 2016 x € milj. 2017 x € milj. 2018 x € milj. 109,7 14.6 110,1 14.7 109,1 14.3 109,2 14.0 124,3 124,8 123,4 123,2 Voor het deel transitie/transformatie bedraagt de taakstelling zo grofweg € 0,5 miljoen. Verfijning verzilveringsaanpak en marktverwachtingen De aanpak gaat uit van de eerder genoemde vier beleidsvelden. Omdat de inregeling van de beleidsvelden op voorhand onzeker is, is het gewenst om een Correctiebudget te hebben. Hierdoor is een onderlinge financiële vereffening tussen beleidsvelden mogelijk. Ook biedt het ruimte om financiële tegenvallers op te vangen. Vanuit de markt zijn verwachtingen uitgesproken over de financiële effecten van de verzilvering. Er zijn financiële aannames benoemd die per beleidsveld te realiseren zouden zijn. Mogelijkheden hiervoor zijn alleen te realiseren op het beïnvloedbare deel. De aannames uit de markt gelden nu binnen een modelmatige opzet grofweg als leidraad om de verzilvering gestalte te geven. Of we deze aannames grosso modo kunnen halen is uiteraard onzeker. Hierover ontvangen we ook verschillende berichten. Wel werken andere gemeenten met vergelijkbare indicaties. Deze aannames bieden de mogelijkheid om binnen de modelmatige opzet tot een verdere analyse te komen. Ingroei verzilveringsaanpak De transformatiebeweging, het woord zegt het al, is een geleidelijk proces. Er zijn enige jaren nodig om het tot stand te brengen. Het is het daarom de vraag hoe snel we binnen de modelmatige aanpak kunnen toegroeien naar de te verzilveren bedragen en of dat over de hele linie wel wenselijk is. Het valt te verwachten dat hiervoor de periode tot en met 2017/2018 nodig is. ‘Vertaling’ verzilveringspercentage naar beschikbare budgetten Voor alle beleidsvelden heeft een eerste aanzet tot een inventarisatie en toedeling plaatsgevonden. Ook is aangegeven in welke mate budgetten beïnvloedbaar zijn. Het gaat hier om een gedegen onderzoek, maar het blijft voor een deel ook koffiedik kijken. Binnen de modelmatige aanpak is nu een theoretische hoogte van budgetten af te leiden op basis van de vanuit de markt verwachte verzilveringsmogeljkheden. Het zo berekende totaal van deze budgetten ligt aanmerkelijk lager dan het totaal beschikbare budget in de periode 2015-2018. Zo kunnen we het resterende deel als Correctiebudget beschouwen, dat in de periode tot en met 2017/2018 valt te gebruiken voor de herverdeling van budgetten tussen de beleidsvelden. Van generiek naar specifiek De gebruikte aannames per beleidsveld zijn vooralsnog grof, ongenuanceerd en generiek. Per onderliggend onderdeel zijn er aanpassingen mogelijk. Wel moeten afwijkingen in grote lijnen voldoen aan de generieke opzet. De modelmatige aanpak biedt ook de mogelijkheid om tot monitoring te komen. Vanuit de gedachte van transformatie ligt het in ieder geval niet voor de hand om onderdelen al vooraf uit te sluiten van optimalisering. Eventueel keert hier op onderdelen de wal het schip. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 91 Inzet Correctiebudget De ruimte tussen de beoogde geoptimaliseerde budgetten en het daadwerkelijke budget biedt de ruimte voor correctie. Hier is de inzet van het Correctiebudget mogelijk. Het is nodig om hiervoor nadere spelregels op te stellen. Het is ook gewenst te vermelden dat we het budget niet op voorhand als potentieel besparingsbedrag zien. Dat ligt binnen de opzet van transformatie/inregeling ook niet voor de hand. Met het budget moeten we ook eventuele onzekerheden/tegenvallers opvangen, zoals bijvoorbeeld: • Mutaties vanuit het Rijk (circulaires plus doeluitkeringen). • Inkoop effecten • Uitkomsten subsidie instanties • Uitkomsten inrichting gebiedsgerichte teams en kosten voorliggend veld • Frictiekosten Ambitie om 2017/2018 te zien als streefperiode voor realisatie transformatie Om de transformatie de nodige scherpte te geven zien we de periode 2017/2018 als streefperiode om de transformatie te realiseren. Daarbij geldt de beoogde verzilvering als richtsnoer. Het behalen van exact de nu benoemde bedragen is hier uiteraard geen doel op zich. Wel kan er gaandeweg meer scherpte komen, zowel omtrent de beïnvloedbare ruimte als de te hanteren aannames. Inzicht omtrent te hanteren budgetten (indicatief) Het is niet gewenst, zoals aangegeven, dat de onderliggende cijfers/aannames van de modelmatige aanpak ‘op straat’ komen te liggen. Wel kunnen we een zekere bandbreedte geven waarbinnen de aanpak gestalte kan krijgen in de periode tot en met 2017/2018. Deze bandbreedte is gerelateerd aan de eerder modelmatige verkregen omvang (en is op basis hiervan ook bij te stellen). Er ligt nadrukkelijk een relatie met aannames vanuit de markt. Op onderdelen zien we goede mogelijkheden om tot verzilvering te komen. Op andere onderdelen zal dat lastiger zijn, of is het beoogde tempo niet realistisch. Het is daarom verstandig om een bandbreedte te hanteren. Hierdoor is ook voor het Correctiebudget een bandbreedte vermeld. Beschikbare budgetten (nieuwe opzet, deel transitie /transformatie) a. Preventieve, algemene en (voorliggend veld) b. Gebiedsteams c. Lichte ondersteuning d. Specialistische ondersteuning Correctiebudget Subtotaal 2015 x € milj. 2017/2018 (bandbreedte) x € milj. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. 109,7 5,7 –- 5,7 12,7 -- 12,0 60,3 -- 57,8 28,1 -- 26,3 2,4 -- 7,4 109,2 basisvoorzieningen ‘Sprong’ 2015-2017 x € milj. -0,5 Extra middelen vanuit het Coaliteakkoord/Perspectiefnota Om de transitie/transformatie te ondersteunen is op basis van het Coalitieakkoord een stevige inzet op het Sociaal Domein aangekondigd. In de Perspectiefnota is ook extra geld beschikbaar gesteld. Naast Invoeringsgeld (2014) gaat het om geld voor een Sociaal Ontwikkelfonds: • Vanaf 2015 een structureel bedrag: € 200.000. • Eenmalig: € 600.000. De aanpak rond de besteding van gelden is in voorbereiding en mede afhankelijk van actuele ontwikkelingen in de periode september-oktober 2014 (zoals inkoop). Overigens waren in het Coalitieakkoord aanvankelijk hogere geldbedragen voorzien. Binnen de totale financiële kaders vinden we een ruimere bijdrage (voorlopig) niet haalbaar. Aanvullende aanpak Besparingsronde 3 (onder andere personeelsreductie en inkoop) In de Perspectiefnota 2015-2018 is de algemene besparingstaakstelling op personeel en inkoop herbevestigd. Gerelateerd aan het Sociaal Domein zijn hier de volgende onderdelen van belang: Besparingsronde 3 • Personeelsreductie • Inkoop (excl. factuurreductie) Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 92 2015 2016 2017 2018 € € € € 220.000 670.000 1.150.000 1.500.000 1.800.000 1.800.000 1.800.000 1.800.000 Elders in de begroting beschrijven we de voortgang van de diverse besparingsronden. Op deze plek volstaan we met de kanttekening dat de hier genoemde algemene besparingstaakstellingen in beginsel aanvullend kunnen neerdalen binnen het Sociaal Domein. Al naar gelang de verdere verkenning van de transitie/transformatie en de besparingsopgaaf is hier op een later moment een verdere duiding nodig. In ieder geval gebeurt dit in de Perspectiefnota 2016-2019 (juni/juli 2015). 4.3. Acties om verzilvering te realiseren Tot dusver lag de focus en analyse van de problematiek met name op de inrichting van de nieuwe structuur met vier categorieën. Daarnaast zijn in algemene zin verzilveringsbedragen vastgelegd. Deze insteek, hoe logisch ook in het begintraject, vraagt nu om een verdiepingsslag. Anders ontstaat het gevaar dat alle spelers naar elkaar gaan kijken en verwachten dat juist de ander besparingen realiseert. Verzilveringsmogelijkheden Al eerder zijn per categorie verzilveringsmogelijkheden benoemd. Schematisch levert dat het volgende beeld op (met de mogelijkheid om het op onderdelen nog aan te vullen): VERZILVERINGSMOGELIJKHEDEN Voorliggend veld Gebiedsteams Lichte ondersteuning Specialistische ondersteuning Uitganspunten: Omvang budgetten Waarvan beïnvloedbaar Ingeschatte mogelijke korting op beïnvloedbare deel Taakstelling Te behalen door de volgende maatregelen: Meer preventie gegevens en taakstellingen intern beschikbaar Optimaliseren subsidiëring Grotere inzet vrijwilligers Versterken eigen kracht Doelmatiger werken ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? Eén plan-gedachte Beter zicht op ondersteuningsbehoefte van gebied Betere afstemming van het zorgaanbod Meer zelf doen door gebiedsteam Bemoedigen toeleiding goedkopere zorg Inkoopvoordelen Vernieuwing van het aanbod (productinnovatie) Versoberen van het aanbod (bijv. minder huishoudelijke hulp, dagbesteding, begeleiding, enz.) Herindicatie Differentiatie PGB Inkomstenverhogende maatregelen (bijv. verhoging eigen bijdrage) Meer bewust kiezen tussen ‘van maatwerk naar algemene voorziening’ en ‘van algemene voorziening naar maatwerk’ ? ? De met aangegeven mogelijkheden komen overeen met het eerdere overzicht per categorie. De met ? aangegeven mogelijkheden kunnen we aanvullend beoordelen. Wellicht zijn er nog aanvullend mogelijkheden (of is een verfijning mogelijk). Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 93 Het overzicht laat zien dat er een breed scala aan verzilveringsmogelijkheden zijn. Door de verkenning breed op te pakken ontstaat ook de kans op synergie. 4.4. Risico-inschatting De transformatie brengt risico’s en onzekerheden met zich mee. Veranderingen op deze schaal gaan soms gepaard met fouten of onvoorziene effecten. De gemeenten krijgt daarnaast de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van een groot aantal taken (inclusief korting op het budget). Hier is een nieuwe werkwijze nodig die z’n waarde nog moet bewijzen. We zullen met minder geld vanaf 2015 ondersteuning moeten gaan bieden aan onze inwoners. We zijn de komende jaren alert en proberen problemen vroeg te signaleren. Waar nodig sturen we bij. Aansluiten bij NARIS-systematiek Voor de risicoanalyse sluiten we aan bij de systematiek van NARIS (Nederlands Adviesbureau Risicomanagement). Súdwest-Fryslân gebruikt dit systeem ook voor de berekening van het weerstandsvermogen. Het is een manier om risico’s systematisch in kaart te brengen en te beoordelen. Een risico is: “de kans op het optreden van een gebeurtenis, die effect heeft op het behalen van de doelstellingen”. In het Beleidsplan SIF is tot een eerste inventarisatie gekomen, die nu ook in de begroting is overgenomen in de Paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing (zie Hoofdstuk 3). Uitwerking risicoanalyse In het Beleidsplan SIF is een uitwerking van de eerste inventarisatie toegezegd (tweede helft 2014). Zo nodig vullen we de inventarisatie aan met risico’s op politiek, juridisch, technisch, organisatorisch en maatschappelijk vlak. 4.5. Aanpak en planning Actuele zaken Er lopen in de periode september-november 2014 verschillende acties, zoals: • Invulling gebiedsteams • Inkoop van lichte en specialistische zorg (inzicht in prijs) • Actualiseren aantallen (bestandsontwikkeling) Al deze acties leveren steeds actuelere gegevens op. Intern stellen we op basis van de bekende gegevens een zo gedetailleerd mogelijke beheersbegroting op. Monitoring via actualisatie begroting Het opstellen/doorontwikkelen van de beheersbegroting is een continu proces. We maken steeds beter duidelijk waarvoor we het Correctiebudget gaan gebruiken. Tussenresultaten delen we met programmateam, kernteam, stuurgroep, directieteam en college. De beheersbegroting werken we bij tot rondom de jaarwisseling (december 2014). Via een parallel spoor krijgt de gemeenteraad in november 2014 het Beleidsplan Veerkracht in het sociaal domein voorgelegd. Monitoren vanaf 2015 Vanaf de jaarwisseling kunnen we de meer concrete financiële aanpak delen met de gemeenteraad. De transitielijn, de ‘sprong’ 2014-2015, leggen we met een definitieve toekenning van budgetten voor jaarschijf 2015 via een begrotingswijziging voor aan de gemeenteraad (naar verwachting maart 2015). Ook een meer gedetailleerdere aanpak van de transformatielijn kunnen we in maart 2015 delen met de raad, met een behandeling op raadscommissieniveau. Het dan te bespreken document valt te beschouwen als bouwsteen voor de Perspectiefnota 2016-2017 (gemeenteraad, juli 2015). Vanaf begin 2015 vindt ook monitoring plaats op de reguliere wijze (managementrapportage/bestuursrapportage). Aanvullend vindt er een maandelijkse rapportage plaats vanuit de gebiedsteams. De gemeenteraad krijgt in 2015 elk kwartaal een rapportage. Daarna bekijken we of we aansluiting zoeken bij de reguliere P&C-cyclus. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 94 4.6. Samenvattende overzichten Samenvattend overzicht budgetten transitie/transformatie Sociaal Domein A. Overzicht gerelateerd aan huidige ‘oude’ begrotingsopzet) Programmabegroting – Overzicht budgetten Sociaal Domein Begroting 2014 Programma 0 010 Leefbaarheid 040 Maatschappelijk werk 050 Voorzieningen bij beperkingen Doorberekeningen Begroting 2015 (bedragen x € 1.000,-) Begroting Begroting Begroting 2016 2017 2018 204 646 13.054 1.664 15.568 199 543 13.054 1.664 12.796 199 489 10.257 1.781 12.698 199 489 10.207 1.786 12.667 45.866 3.616 1.465 1.208 4.834 56.989 45.172 4.234 1.298 1.250 5.259 57.212 45.219 4.234 1.298 1.250 5.275 57.275 45.265 4.234 1.298 1.250 5.292 57.338 1.771 3.670 417 0 545 6.403 1.891 3.649 383 79 738 6.739 1.891 3.639 383 77 740 6.729 1.891 3.639 383 74 743 6.729 Nieuwe taken Jeugd (relatie met programma 2) 18.723 18.160 17.902 17.296 Nieuwe taken AWBZ (relatie met programma 0) Totaal transitie/transformatie Sociaal Domein Programma 0 (overig deel) Programma 1 (overig deel) Programma 2 (overig deel) 15.641 113.324 3.514 689 10.998 14.812 109.720 3.426 616 10.543 15.520 110.124 3.387 617 10.657 15.089 109.119 3.362 618 10.269 128.525 124.305 124.785 123.367 Programma 1 100 Inkomen 110 Minimaregeling en SHV 120 Gesubsidieerde banen 140 Participatie en re-integratie Doorberekeningen Programma 2 200 Onderwijs en opvang 210 Zorg en jeugd 230 Jeugdwelzijn Kapitaallasten Doorberekeningen Aansluiting Programmabegroting 2015-2018 109.200 14.000 123.200 NB De feitelijke cijfers van kolom 2018 wijken in beperkte mate af van de aangegeven cijfers. Een nadere doorrekening van de actuele cijfers zal nog op een nader moment plaatsvinden. B. Overzicht gerelateerd aan nieuwe opzet Programmabegroting – Overzicht budgetten Sociaal Domein Begroting 2014 Begroting 2015 (bedragen x € 1.000,-) Begroting Begroting 2016 2017-2018 (bandbreedte) Preventieve, algemene en basisvoorzieningen (voorliggend veld) Nog nader te verbijzonderen p.m. p.m. 5.700 <--> 5.700 Gebiedsteams Nog nader te verbijzonderen p.m. p.m. 12.700 <--> 12.000 Lichte ondersteuning Nog nader te verbijzonderen p.m. p.m. 60.300 <--> 57.800 Specialistische ondersteuning Nog nader te verbijzonderen p.m. p.m. 28.100 --- 26.300 Correctiebudget Totaal transitie/transformatie Sociaal Domein p.m. 109.720 p.m. 110.124 Programma 0 (overig deel) Programma 1 (overig deel) Programma 2 (overig deel) 3.426 616 10.543 124.305 3.387 617 10.657 124.785 2.400 --- 7.400 109.119 109.200 (2017) Aansluiting Programmabegroting 2015-2018 Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 95 3.362 618 10.269 123.367 (2018) 14.000 123.200 Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 96 5. Aanvullende toelichting financiële begroting 5.1. Algemene toelichting Inleiding In dit hoofdstuk lichten we een aantal verplichte en facultatieve onderwerpen toe die aanullend inzicht geven in de financiële positie. Wettelijk kader Gemeentewet/BBV Als wettelijke kader gelden de Gemeentewet en het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). De BBV geeft aan dat we bij de begroting een uiteenzetting geven van de financiële positie van de gemeente. De vorm ervan is grotendeels vrij. Wel moeten we in ieder geval aandacht besteden: a. de jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen; b. investeringen onderscheiden in investeringen met een economisch nut en investeringen met een maatschappelijk nut; c. wachtgelden/pensioenen ambtenaren en wethouders; d. de financiering; e. de reserves en voorzieningen. De functie van de raad is volksvertegenwoordigend, kaderstellend en controlerend. Het college bestuurt en legt verantwoording af aan de raad over de uitkomsten van het beleid via de jaarrekening en het jaarverslag. In het duale bestel is de positie van de raad versterkt met betrekking tot de kaderstellende en controlerende functie ten aanzien van het budgetrecht en de financiële functie van gemeenten. Eén van de instrumenten daarvoor is de programmabegroting. Eerder is afgesproken dat de raad jaarlijks bij de behandeling van de perspectiefnota inzicht krijgt in de financiële stand van zaken. De raad heeft dan ook de gelegenheid om accenten te leggen c.q. bij te sturen. Daarom vermelden we in de programmabegroting naast de begrotingscijfers van 2015 de drie daarop volgende jaren. Het maakt vergelijken beter mogelijk. Toezicht provincie Inzicht in de financiële positie in meerjarenperspectief is ook van belang voor het toezicht. Wanneer zaken niet goed op orde zijn kan de provincie als toezichthouder besluiten tot preventief toezicht. De provincie vindt dat de begroting 2015 voor jaarschijf 2015 in evenwicht moet zijn. Wanneer dit niet het geval is moeten we aannemelijk maken dat we dit evenwicht uiterlijk in 2018 tot stand brengen. In het (gemeentelijk) Coalitieakkoord hebben we bepaald dat we binnen de ambitie “Financieel vitaal’ aansturen op een sluitende begroting. Zoals vermeld kunnen we de begroting, ook in meerjarenperspectief, sluitend aanbieden. Relatie strategische documenten (o.a. Coalitieakkoord) en doorwerking keuzes Perspectiefnota In de Perspectiefnota is nadrukkelijk ingaan op de actuele/nieuwe ambities. Met name het Coalitieakkoord was hier van betekenis. Vandaar dat in de begroting in Hoofdstuk 1, paragraaf 1.2. de relatie met het Coalitieakkoord is toegelicht. Ook binnen de diverse programma’s hebben we (kort) een relatie gelegd met de verschillende strategische documenten. De doorwerking van de keuzes in de Perspectiefnota zijn vermeld in Hoofdstuk 1, paragraaf 1.3.2. Het leidt niet tot aanpassingen. Doorwerking noodzakelijke aanpassingen Na de vaststelling van de Perspectiefnota zijn in de aanloop naar de begroting een aantal aanpassingen noodzakelijk gebleken. Zie de toelichting van de diverse punten in Hoofdstuk 1, paragraaf 1.3.2. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 97 1.2. Specifieke financiële toelichting Inleiding Het is op onderdelen gewenst om nog iets dieper in te gaan op financiële aspecten. Deels is er ook sprake van verwijzingen binnen het document. Gehanteerde principes Structureel versus incidenteel Financiële inkomsten en uitgaven zijn van structurele of van incidentele aard. Als uitgangspunt geldt dat bij een structureel karakter de financiële consequenties ook structureel in de begroting komen te staan. Met name op het terrein van de kapitaalgoederen is op dit punt de afgelopen periode een forse verbeterslag gemaakt. Risico’s In beginsel dekken we risico’s af binnen de systematiek van het weerstandsvermogen (zie de toelichting in Hoofdstuk 3, Paragraaf 2 “Weerstandsvermogen en risicobeheersing”). Incidenteel kan er aanleiding zijn om voor specifieke risico’s een buffer aan te houden. Deze buffer kunnen we dan inzetten voor andere zaken. In de Perspectiefnota is er voor gekozen om hier ‘scherp aan de wind te zeilen’ en beschikbare middelen zoveel als mogelijk in te zetten. Zo zetten we onder andere in op een ondersteuning van het economisch herstel. Hierdoor is er weinig ruimte voor het opvangen van (niet voorziene) tegenvallers. Inkomsten Algemene uitkering/Rijksbezuinigingen In de loop van het jaar geeft het Rijk in een aantal circulaires aan hoeveel geld de gemeente van het Rijk ontvangt. In de afgelopen jaren waren hier ook (Rijks)bezuinigingen aan de orde. In de Perspectiefnota zijn de gevolgen van de September- en Decembercirculaire 2013 en de Meicirculaire 2014 opgenomen. De Meicirculaire 2014 van het Gemeentefonds staat in het teken van de overheveling van middelen voor de AWBZ en jeugd en de herverdeling van het fonds. De indeling van de circulaire is afgestemd op de soorten uitkeringen die het gemeentefonds kent: • de algemene uitkering; • de (nieuwe) uitkering deelfonds sociaal domein; • de decentralisatie- en integratie-uitkeringenuitvoering van het regeerakkoord. Met ingang van 2015 krijgen de gemeenten belangrijke verantwoordelijkheden vanwege de transitie/transformatie Sociaal Domein. Het Rijk had de middelen voor Wmo 2015, Jeugd en Participatie aanvankelijk toegevoegd aan het deelfonds Sociaal Domein. In lijn hiermee mochten we de middelen uitsluitend te besteden aan: • de taken die in de Wmo 2015 en de Jeugdwet aan gemeenten zijn toegekend; • de taak voor gemeenten om participatievoorzieningen aan te bieden. (NB In de Septembercirculaire is hier tot een aanpassingen gekomen. We nemen deze wijzigingen mee binnen de aanpak Sociaal Domein.). De bestedingsrichting binnen het Sociaal Domein is vrij (ontschot). Gemeenten leggen verantwoording af over de besteding van de middelen aan de gemeenteraad. Er is geen verantwoording verschuldigd aan het Rijk. Wel moeten we via een passende informatieverstrekking het Rijk in staat stellen de toets op de bestedingsvoorwaarde uit te voeren en het beleid te monitoren. Per 1 januari 2018 vervalt het deelfonds en verdelen we de middelen via de algemene uitkering en, mocht dat om verdeeltechnische redenen noodzakelijk zijn, via één of meer decentralisatie- en integratie-uitkeringen. In de Meicirculaire zijn de eerste financiële contouren van de decentralisaties geschetst. Het gaat hierbij om grote bedragen. Voor een deel gaat het om nieuw geld voor gemeenten, voor een ander deel zijn het nu al specifieke uitkeringen. In de Meicirculaire 2014 zijn de hoogte en de verdeling voor 2015 op basis van historische gegevens over het gebruik van jeugdzorg op gemeentelijk niveau bekend gemaakt. Op basis van de historische verdeling van de Jeugd gaat het voor onze gemeente om een voorlopig bedrag van ruim € 16 miljoen. De verdeling van het beschikbare budget voor 2015 Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 98 vindt plaats op basis van deze historische gegevens en vanaf 2016 geldt een objectief verdeelmodel (nog niet meegenomen in de meerjarenraming). De effecten van de genoemde circulaires (tot en met de Meicirculaire 2014) zijn in de begroting opgenomen (zoals aangegeven in de Perspectiefnota). De Septembercirculaire 2014 komt te laat om nog mee te nemen. Dit is in lijn met de afspraken met de toezichthouder (circulaire provincie). Gemeentelijke belastingen en heffingen Zie onder meer Hoofdstuk 3, paragraaf 1 “Lokale heffingen”. Zie ook de toelichting (hoofdstuk 1 paragraaf 1.3.2) op de in te voeren Precariobelasting voor kabels en leidingen en (eventueel) Roerende Zaak Belasting. Thema’s In de Perspectiefnota (in paragraaf 2.4. van die nota) aan de hand van enkele thema’s een beeld geschetst van de financiële situatie. We lopen deze thema’s hier, in kort bestek, nog eens door . Aanvullen gaan we in op de reservepositie. Transitie/transformatie Sociaal Domein Eerder is in Hoofdstuk 4 specifiek ingegaan op gang van zaken rond de transitie/transformatie. Strategische ontwikkeling Het college zet in op stapsgewijze voeding van het Ontwikkelfonds. In de vorige bestuursperiode konden we het fonds voeden. Dat deel van het fonds is nu grotendeels bestemd. In de Perspectiefnota (juli 2014) heeft een nieuwe voeding van € 1 miljoen plaatsgevonden. De inzet is erop gericht om in de komende jaren tot een verdere voeding te komen. Het ontwikkelgeld kunnen we inzetten als cofinanciering bij projecten. Voor een deel zal dit gebeuren in samenhang met de Gebiedsagenda Súdwesthoeke. Een deel van het geld labelen we aan kleinere projecten (in lijn met het eerdere projectengeld uit het Kernenfonds) en projecten rond de Culturele Hoofdstad 2018. De toedeling van het fonds krijgt nog nader vorm. Eerder is in Hoofdstuk 1 “Bestuurlijke hoofdlijnen” de problematiek rond de reservepositie vermeld. Hier is voorgesteld om voorlopig behoedzaam om te gaan met de nieuwe voeding van het Ontwikkelfonds van € 1 miljoen). Het doet niets af aan de ambities om als ontwikkelgemeente zaken tot stand te brengen. We zoeken naar mogelijkheden om het ontwikkelbedrag zo spoedig mogelijk weer vrij besteedbaar in te kunnen zetten. Bij het opstellen van de Jaarrekening (voorjaar 2015) valt hier naar verwachting al meer over te zeggen. Grondexploitatie Hoofdstuk 3, Paragraaf 7 “Grondbeleid” geeft op hoofdlijnen de situatie weer rond de actuele impact. De actuele verwachtingen rond eventuele afboekingen is in Hoofdstuk 1, paragraaf 1.3.2. een ‘winstwaarschuwing’ afgegeven. Ook is hier een relatie gelegd met de consequenties in relatie tot de hoogte van het Weerstandsvermogen. Kapitaalgoederen In de Perspectiefnota 2015 – 2018 is ten aanzien van de kapitaalgoederen een samenhangend pakket van maatregelen getroffen. Het pakket is nu in de begroting verwerkt. In Hoofdstuk 3, Paragraaf 3 “Onderhoud kapitaalgoederen” lichten we de stand van zaken toe. Personeel, bedrijfsvoering en huisvesting Personeel In de begroting is aan salariskosten een loonsom geraamd van circa € 45 miljoen (voornamelijk ambtelijke organisatie, maar ook college en raad). Hierin zijn ook verwerkt de salarissen van het voormalige samenwerkingsorgaan Automatisering ISZF. In Hoofdstuk 3, Paragraaf 5 “Bedrijfsvoering” gaan we specifiek in op het aspect personeelsreductie. Rond de Cao--salarisverhoging valt het volgende aan te geven. In de begroting is nog geen rekening gehouden met het eind september 2014 bekrachtigde Cao-akkoord. We brengen de consequenties op een later moment in beeld. De afspraken in het akkoord staan los van al eerder afgesproken periodieken die wel in de begroting zijn opgenomen. Ook hebben we, zoals opgenomen in de Perspectiefnota, een bedrag gereserveerd van € 1,2 miljoen (€ 800.000 + € 400.000) voor afwijkingen van de nullijn en de consequenties loonontwikkeling vanuit de Meicirculaire 2014. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 99 Bedrijfsvoering Zie Hoofdstuk 3, Paragraaf 5 “Bedrijfsvoering”. Huisvesting Voor de huisvesting zetten we in op een meer centrale(re) huisvesting in Sneek/IJlst of Sneek. Hiervoor is nadere planvorming in voorbereiding. Door een meer centrale huisvesting gaan we er vanuit dat een besparing op de exploitatielasten mogelijk is. De besparing is voor jaarschijf 2018 al “ingeboekt” (Perspectiefnota 2015-2018). De feitelijke realisatie is afhankelijk van het tempo waarop een en ander gestalte krijgt. We informeren de raad over de voortgang in oktober 2014. Frictiekosten Súdwest-Fryslân heeft in de jaren 2011 t/m 2014 vanwege het fusietraject in totaal € 17,7 miljoen voor frictiekosten ontvangen. Deze bedragen zijn bestemd om de effecten van de herindeling/fusie te dekken en zijn of worden daarvoor gereserveerd. Wanneer we het frictiebudget in 2014 niet volledig aanwenden kunnen we het restant inzetten in jaarschijf 2015 (uiteraard voor zover nodig). Reserves en voorzieningen De geactualiseerde nota Reserves en Voorzieningen 2014 is in de raad van 3 juli 2014 vastgesteld. Daarnaast zijn in dezelfde vergadering in de Perspectiefnota besluiten genomen die inwerken op de reservepositie. In Hoofdstuk 1, paragraaf 1.3.2 onder “Scan actuele ontwikkelingen” is ingegaan op de ontwikkeling van de reservepositie. Kortheidshalve verwijzen we naar deze plek. Voor een meerjarenoverzicht van de algemene reserve verwijzen we u naar de Bijlage A “Overzicht reserves en voorzieningen”. Overige aspecten Investeringen Met de vaststelling van de Programmabegroting 2015 door de raad stellen we ook het investeringsprogramma 2015 vast. Het gaat vooral om vervangingsinvesteringen en enkele investeringen in kapitaalgoederen (zoals sportvelden). De investeringen die in de meerjarenraming 2016-2018 zijn verwerkt, zijn ter indicatie opgenomen. Zie bijlage B. We hebben de kapitaallasten, zoals die uit de investeringen voortvloeien, in de verschillende jaarschijven opgenomen. Op deze wijze blijft de financiële ruimte beschikbaar. Overzicht subsidieontvangers Een bestuursorgaan mag alleen subsidie verstrekken op grond van een wettelijk voorschrift (verordening of nadere regels) dat regelt voor welke activiteiten subsidievertrekking mogelijk is. Een uitzondering hierop vormen subsidieontvangers die met naam en (maximum) bedrag in de begroting staan vermeld. Bijlage C bevat een overzicht van deze subsidieontvangers. Hiermee is voldaan aan de verplichting van een wettelijke grondslag. In aanvulling hierop kan het college nadere regels vaststellen. Deze richten zich met name op subsidieregelingen waar meerdere aanvragers een beroep op kunnen doen. Overzicht “Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien” (onderdeel van programma 9) We gaan hier in op de algemene dekkingsmiddelen. Het gaat met name om de uitkering uit het gemeentefonds en Onroerende-zaakbelasting. Deze middelen zijn in principe vrij aanwendbaar: de gemeenteraad bepaalt voor welk doel we de middelen inzetten. Hierbij moeten we in acht nemen dat gemeenten verplicht zijn een aantal taken uit te voeren, zoals de Wet Werk en Bijstand en de Wet Ruimtelijke Ordening. Naast de vrij aan te wenden heffingen kent Súdwest-Fryslân ook een aantal niet vrij aanwendbare heffingen, zoals Rioolrecht en Afvalstoffenheffing. Tegenover deze heffingen staan aanwijsbare kosten tot tenminste de opbrengst van de heffing. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 100 Hieronder is de opbrengst van de verschillende algemene dekkingsmiddelen verantwoord. Tabel algemene dekkingsmiddelen Algemene dekkingsmiddelen 1. 2. 3. 4. 2015 x€ Lokale heffingen - Onroerende-zaakbelastingen - Woonforensenbelasting - Toeristenbelasting - Precariorechten Gemeentefonds Idem deelfonds sociaal domein Dividend Saldo financieringsfunctie 16.845.000 685.000 1.964.000 578.000 Totaal 20.072.000 81.700.651 32.972.167 372.500 -3.821.942 131.295.376 Het bedrag voor onvoorzien bestaat voor de jaren 2015-2018 uit het volgende bedrag: Tabel onvoorzien Onvoorziene uitgaven 2014 x€ Uitgaven Bedrag per inwoner: € 1,00 afgerond op totaal: 90.000 Tot slot De begroting 2015 en meerjarenraming 2016–2018 zijn per saldo in evenwicht. Maar het bouwen aan een financieel vitale situatie is nog in volle gang. Het zal de komende periode nog de nodige aandacht en tijd vragen. Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 101 6. Bijlagen Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 102 Bijlage A – Overzicht reserves en voorzieningen We geven in deze bijlage een meerjarenoverzicht van de reserves en voorzieningen (dienstjaren 2014-2018) Dienstjaar 2014 Naam reserve of voorziening Vorig dienstjaar (2014) Saldo aan het Vermeerd. Vermind. begin van het (zoals dienstjaar beschikkingen over en bijdragen uit reserve of voorziening) Saldo aan het eind van het dienstjaar Algemene reserves 8 Algemene reserve Totaal algemene reserves 22.475.729 4.412.816 13.588.567 13.299.978 22.475.729 4.412.816 13.588.567 13.299.978 5.699.181 1.000.000 3.632.000 3.067.181 1.555.487 133.900 298.013 109.900 603.977 9.778.170 829.000 3.188.806 947.757 18.652.693 216.609 500.983 894 1.623.441 263.448 71.153 Bestemmingsreserves 12 13 14 15 17 18 19 20 21 24 26 27 28 30 32 33 34 35 203 211 214 217 222 243 246 250 251 254 258 261 262 274 278 280 282 285 288 289 290 291 292 302 310 Ontwikkelingsfonds strategische samenwerkingsagenda Reserve Kernenfonds, onderdeel projectengeld Reserve incidentele inzet (PPN) Reserve buurtsportcoaches Reserve kapitaallasten Reserve renovatie/nieuwbouw De Rolpeal Reserve kapitaalgoederen Reserve groot onderhoud sport/recreatie/dorpshuizen Reserve huisvesting onderwijs Reserve openbare verlichting Reserve rehabilitatie pand Bouma Reserve aanloopverliezen theater Reserve herstructurering Noorderhoek Reserve stedelijke vernieuwing (ISV) Reserve baggeren Reserve stads- en dorpsvernieuwing Reserve NUP-gelden Reserve Old Burger Weeshuis (OBW) Reserve gemeentelijke bijdrageregeling monumenten Wûnseradiel Reserve plattelandsontwikkeling 2007-2013 Wûnseradiel Reserve bijdragen aanleg en onderhoud dorpshuizen/sportaccommodaties/speeltuinen Wûnseradiel Reserve extra uitkering BNG 2006 Wûnseradiel Reserve diverse objecten Sneek Reserve eigen aandeel gemeenteloket Bolsward Reserve Arrivaterrein Reserve verplaatsing oudheidkamer Bolsward Reserve subsidieregeling gemeentelijke monumenten Bolsward Reserve speelvoorzieningen Bolsward Reserve jongerenontmoetingsruimte Bolsward Reserve duurzaam bouwen Fûgelkrite/Hartwerdervaart, Bolsward Reserve stimulilering lokale klimaatinitiatieven Reserve vervolg Friese Merenproject Wymbrits Reserve eenmalige middelen Wymbrits Reserve stimulering behoud karakteristieke boerderijen Wymbrits Reserve MFC's/dorpshuizen Wymbrits Reserve WMO Wymbrits Reserve uit te voeren activiteiten Wymbrits Reserve onderhoud bruggen Wymbrits Reserve onderhoud kapitaalgoederen Wymbrits Reserve verbouw dorpshuis Elim Reserve Tjottervloot Heeg Reserve huisvesting onderwijs Nijefurd Reserve projecten Nijefurd Reserve Flexpool Totaal bestemmingsreserves Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 1.853.500 243.800 603.977 10.381.678 829.000 2.652.751 947.757 20.573.232 640.779 216.609 526.428 1.430.621 2.106.117 248.043 230.050 284.181 176.456 603.508 4.971.113 4.435.058 535.967 2.456.506 640.779 10.448 25.445 1.429.727 482.676 248.043 230.050 31.181 105.303 9.189 9.189 38.452 38.452 - 12.209 12.209 - 62.747 2.954.964 89.019 197.444 100.000 62.747 2.954.964 89.019 197.444 100.000 - 174.214 7.000 11.452 7.000 11.452 174.214 - 23.452 307.213 2.082.225 74.146 1.000.000 74.146 307.213 1.082.225 - 38.489 73.993 7.817 132.901 27.976 38.489 73.993 7.817 132.901 27.976 - 4.383 14.032 95.000 243.919 894.262 - 4.383 14.032 95.000 282.313 - 57.320.658 23.452 243.919 611.949 6.517.528 103 21.736.007 42.102.179 401 Voorziening wachtgelden voormalige wethouders 404 Voorziening pensioenen wethouders Voorziening individueel loopbaanbudget Voorziening particuliere woningverbetering Wymbrits Voorziening riolering SWF Voorziening af te rekenen met 9 gemeenten 408 421 439 440 585.199 29.260 207.164 407.295 4.743.965 380.000 65.210 12.454.348 495.986 237.198 300.000 273.605 4.707.558 680.000 10.453.921 495.986 1.816.925 65.210 3.817.352 Totaal voorzieningen 18.724.708 2.383.383 4.363.331 16.744.760 Totaalgeneraal 98.521.095 13.313.727 39.687.905 72.146.917 Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 104 Dienstjaar 2015 Naam reserve of voorziening Dienstjaar (2015) Saldo aan het Vermeerd. Vermind. begin van het (zoals dienstjaar beschikkingen over en bijdragen uit reserve of voorziening) Saldo aan het eind van het dienstjaar Algemene reserves 8 Algemene reserve Totaal algemene reserves 13.299.978 176.000 1.700.000 11.775.978 13.299.978 176.000 1.700.000 11.775.978 3.067.181 2.097.394 969.787 298.013 109.900 603.977 9.778.170 829.000 3.188.806 947.757 18.652.693 216.609 500.983 894 1.623.441 263.448 71.153 146.791 151.222 109.900 603.977 9.238.813 829.000 3.223.806 947.757 16.584.353 216.609 500.983 894 1.623.441 263.448 71.153 Bestemmingsreserves 12 13 14 15 17 18 19 20 21 24 26 27 28 30 32 33 34 35 203 211 214 217 222 243 246 250 251 254 258 261 262 274 278 280 282 285 288 289 290 291 292 302 310 Ontwikkelingsfonds strategische samenwerkingsagenda Reserve Kernenfonds, onderdeel projectengeld Reserve incidentele inzet (PPN) Reserve buurtsportcoaches Reserve kapitaallasten Reserve renovatie/nieuwbouw De Rolpeal Reserve kapitaalgoederen Reserve groot onderhoud sport/recreatie/dorpshuizen Reserve huisvesting onderwijs Reserve openbare verlichting Reserve rehabilitatie pand Bouma Reserve aanloopverliezen theater Reserve herstructurering Noorderhoek Reserve stedelijke vernieuwing (ISV) Reserve baggeren Reserve stads- en dorpsvernieuwing Reserve NUP-gelden Reserve Old Burger Weeshuis (OBW) Reserve gemeentelijke bijdrageregeling monumenten Wûnseradiel Reserve plattelandsontwikkeling 2007-2013 Wûnseradiel Reserve bijdragen aanleg en onderhoud dorpshuizen/sportaccommodaties/speeltuinen Wûnseradiel Reserve extra uitkering BNG 2006 Wûnseradiel Reserve diverse objecten Sneek Reserve eigen aandeel gemeenteloket Bolsward Reserve Arrivaterrein Reserve verplaatsing oudheidkamer Bolsward Reserve subsidieregeling gemeentelijke monumenten Bolsward Reserve speelvoorzieningen Bolsward Reserve jongerenontmoetingsruimte Bolsward Reserve duurzaam bouwen Fûgelkrite/Hartwerdervaart, Bolsward Reserve stimulilering lokale klimaatinitiatieven Reserve vervolg Friese Merenproject Wymbrits Reserve eenmalige middelen Wymbrits Reserve stimulering behoud karakteristieke boerderijen Wymbrits Reserve MFC's/dorpshuizen Wymbrits Reserve WMO Wymbrits Reserve uit te voeren activiteiten Wymbrits Reserve onderhoud bruggen Wymbrits Reserve onderhoud kapitaalgoederen Wymbrits Reserve verbouw dorpshuis Elim Reserve Tjottervloot Heeg Reserve huisvesting onderwijs Nijefurd Reserve projecten Nijefurd Reserve Flexpool 539.357 35.000 272.164 2.340.504 9.189 9.189 - - - - - - 174.214 - 174.214 - 307.213 1.082.225 - 1.082.225 307.213 - - - 95.000 282.313 - - 95.000 282.313 Totaal bestemmingsreserves 42.102.179 307.164 6.583.584 35.825.759 401 404 408 421 439 440 407.295 4.707.558 680.000 10.453.921 495.986 20.365 235.378 195.646 273.605 680.000 1.782.553 4.275.821 232.014 4.669.331 7.960.653 495.986 Voorziening wachtgelden voormalige wethouders Voorziening pensioenen wethouders Voorziening individueel loopbaanbudget Voorziening particuliere woningverbetering Wymbrits Voorziening riolering SWF Voorziening af te rekenen met 9 gemeenten Totaal voorzieningen 16.744.760 2.038.296 5.425.072 13.357.984 Totaalgeneraal 72.146.917 2.521.460 13.708.656 60.959.721 Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 105 Dienstjaar 2016 Naam reserve of voorziening Dienstjaar (2016) Saldo aan het Vermeerd. Vermind. begin van het (zoals dienstjaar beschikkingen over en bijdragen uit reserve of voorziening) Saldo aan het eind van het dienstjaar Algemene reserves 8 Algemene reserve Totaal algemene reserves 11.775.978 230.000 200.000 11.805.978 11.775.978 230.000 200.000 11.805.978 Bestemmingsreserves 12 13 14 15 17 18 19 20 21 24 26 27 28 30 32 33 34 35 203 211 214 217 222 243 246 250 251 254 258 261 262 274 278 280 282 285 288 289 290 291 292 302 310 Ontwikkelingsfonds strategische samenwerkingsagenda Reserve Kernenfonds, onderdeel projectengeld Reserve incidentele inzet (PPN) Reserve buurtsportcoaches Reserve kapitaallasten Reserve renovatie/nieuwbouw De Rolpeal Reserve kapitaalgoederen Reserve groot onderhoud sport/recreatie/dorpshuizen Reserve huisvesting onderwijs Reserve openbare verlichting Reserve rehabilitatie pand Bouma Reserve aanloopverliezen theater Reserve herstructurering Noorderhoek Reserve stedelijke vernieuwing (ISV) Reserve baggeren Reserve stads- en dorpsvernieuwing Reserve NUP-gelden Reserve Old Burger Weeshuis (OBW) Reserve gemeentelijke bijdrageregeling monumenten Wûnseradiel Reserve plattelandsontwikkeling 2007-2013 Wûnseradiel Reserve bijdragen aanleg en onderhoud dorpshuizen/sportaccommodaties/speeltuinen Wûnseradiel Reserve extra uitkering BNG 2006 Wûnseradiel Reserve diverse objecten Sneek Reserve eigen aandeel gemeenteloket Bolsward Reserve Arrivaterrein Reserve verplaatsing oudheidkamer Bolsward Reserve subsidieregeling gemeentelijke monumenten Bolsward Reserve speelvoorzieningen Bolsward Reserve jongerenontmoetingsruimte Bolsward Reserve duurzaam bouwen Fûgelkrite/Hartwerdervaart, Bolsward Reserve stimulilering lokale klimaatinitiatieven Reserve vervolg Friese Merenproject Wymbrits Reserve eenmalige middelen Wymbrits Reserve stimulering behoud karakteristieke boerderijen Wymbrits Reserve MFC's/dorpshuizen Wymbrits Reserve WMO Wymbrits Reserve uit te voeren activiteiten Wymbrits Reserve onderhoud bruggen Wymbrits Reserve onderhoud kapitaalgoederen Wymbrits Reserve verbouw dorpshuis Elim Reserve Tjottervloot Heeg Reserve huisvesting onderwijs Nijefurd Reserve projecten Nijefurd Reserve Flexpool Totaal bestemmingsreserves 401 404 408 421 439 440 Voorziening wachtgelden voormalige wethouders Voorziening pensioenen wethouders Voorziening individueel loopbaanbudget Voorziening particuliere woningverbetering Wymbrits Voorziening riolering SWF Voorziening af te rekenen met 9 gemeenten 969.787 151.222 109.900 603.977 9.238.813 829.000 3.223.806 947.757 16.584.353 216.609 500.983 894 1.623.441 263.448 71.153 100.000 539.357 35.000 272.164 2.384.289 869.787 151.222 109.900 603.977 8.699.456 829.000 3.258.806 947.757 14.472.228 216.609 500.983 894 1.623.441 263.448 71.153 9.189 9.189 - - - - - - 174.214 - 174.214 - 307.213 - 307.213 - - - - - 35.825.759 307.164 3.023.646 33.109.277 232.014 4.669.331 7.960.653 495.986 11.601 233.467 113.822 273.605 2.059.594 4.074.102 129.793 4.629.193 5.946.145 495.986 Totaal voorzieningen 13.357.984 2.304.662 4.461.529 11.201.117 Totaalgeneraal 60.959.721 2.841.826 7.685.175 56.116.372 Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 106 Dienstjaar 2017 Naam reserve of voorziening Dienstjaar (2017) Saldo aan het Vermeerd. Vermind. begin van het (zoals dienstjaar beschikkingen over en bijdragen uit reserve of voorziening) Saldo aan het eind van het dienstjaar Algemene reserves 8 Algemene reserve Totaal algemene reserves 11.805.978 956.000 11.805.978 956.000 12.761.978 - 12.761.978 100.000 769.787 Bestemmingsreserves 12 13 14 15 17 18 19 20 21 24 26 27 28 30 32 33 34 35 203 211 214 217 222 243 246 250 251 254 258 261 262 274 278 280 282 285 288 289 290 291 292 302 310 Ontwikkelingsfonds strategische samenwerkingsagenda Reserve Kernenfonds, onderdeel projectengeld Reserve incidentele inzet (PPN) Reserve buurtsportcoaches Reserve kapitaallasten Reserve renovatie/nieuwbouw De Rolpeal Reserve kapitaalgoederen Reserve groot onderhoud sport/recreatie/dorpshuizen Reserve huisvesting onderwijs Reserve openbare verlichting Reserve rehabilitatie pand Bouma Reserve aanloopverliezen theater Reserve herstructurering Noorderhoek Reserve stedelijke vernieuwing (ISV) Reserve baggeren Reserve stads- en dorpsvernieuwing Reserve NUP-gelden Reserve Old Burger Weeshuis (OBW) Reserve gemeentelijke bijdrageregeling monumenten Wûnseradiel Reserve plattelandsontwikkeling 2007-2013 Wûnseradiel Reserve bijdragen aanleg en onderhoud dorpshuizen/sportaccommodaties/speeltuinen Wûnseradiel Reserve extra uitkering BNG 2006 Wûnseradiel Reserve diverse objecten Sneek Reserve eigen aandeel gemeenteloket Bolsward Reserve Arrivaterrein Reserve verplaatsing oudheidkamer Bolsward Reserve subsidieregeling gemeentelijke monumenten Bolsward Reserve speelvoorzieningen Bolsward Reserve jongerenontmoetingsruimte Bolsward Reserve duurzaam bouwen Fûgelkrite/Hartwerdervaart, Bolsward Reserve stimulilering lokale klimaatinitiatieven Reserve vervolg Friese Merenproject Wymbrits Reserve eenmalige middelen Wymbrits Reserve stimulering behoud karakteristieke boerderijen Wymbrits Reserve MFC's/dorpshuizen Wymbrits Reserve WMO Wymbrits Reserve uit te voeren activiteiten Wymbrits Reserve onderhoud bruggen Wymbrits Reserve onderhoud kapitaalgoederen Wymbrits Reserve verbouw dorpshuis Elim Reserve Tjottervloot Heeg Reserve huisvesting onderwijs Nijefurd Reserve projecten Nijefurd Reserve Flexpool Totaal bestemmingsreserves 401 404 408 421 439 440 Voorziening wachtgelden voormalige wethouders Voorziening pensioenen wethouders Voorziening individueel loopbaanbudget Voorziening particuliere woningverbetering Wymbrits Voorziening riolering SWF Voorziening af te rekenen met 9 gemeenten 869.787 151.222 109.900 603.977 8.699.456 829.000 3.258.806 947.757 14.472.228 216.609 500.983 894 1.623.441 263.448 71.153 509.357 35.000 272.164 2.177.301 151.222 109.900 603.977 8.190.099 829.000 3.293.806 947.757 12.567.091 216.609 500.983 894 1.623.441 263.448 71.153 9.189 9.189 - - - - - - 174.214 - 174.214 - 307.213 - 307.213 - - - - - 33.109.277 307.164 2.786.658 30.629.783 129.793 4.629.193 5.946.145 495.986 6.490 231.460 36.376 270.455 2.156.618 2.224.067 99.907 4.590.198 5.878.696 495.986 Totaal voorzieningen 11.201.117 2.394.568 2.530.898 11.064.787 Totaalgeneraal 56.116.372 3.657.732 5.317.556 54.456.548 Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 107 Dienstjaar 2018 Naam reserve of voorziening Dienstjaar (2018) Saldo aan het Vermeerd. Vermind. begin van het (zoals dienstjaar beschikkingen over en bijdragen uit reserve of voorziening) Saldo aan het eind van het dienstjaar Algemene reserves 8 Algemene reserve Totaal algemene reserves 12.761.978 210.500 12.761.978 210.500 12.972.478 - 12.972.478 Bestemmingsreserves 12 13 14 15 17 18 19 20 21 24 26 27 28 30 32 33 34 35 203 211 214 217 222 243 246 250 251 254 258 261 262 274 278 280 282 285 288 289 290 291 292 302 310 Ontwikkelingsfonds strategische samenwerkingsagenda Reserve Kernenfonds, onderdeel projectengeld Reserve incidentele inzet (PPN) Reserve buurtsportcoaches Reserve kapitaallasten Reserve renovatie/nieuwbouw De Rolpeal Reserve kapitaalgoederen Reserve groot onderhoud sport/recreatie/dorpshuizen Reserve huisvesting onderwijs Reserve openbare verlichting Reserve rehabilitatie pand Bouma Reserve aanloopverliezen theater Reserve herstructurering Noorderhoek Reserve stedelijke vernieuwing (ISV) Reserve baggeren Reserve stads- en dorpsvernieuwing Reserve NUP-gelden Reserve Old Burger Weeshuis (OBW) Reserve gemeentelijke bijdrageregeling monumenten Wûnseradiel Reserve plattelandsontwikkeling 2007-2013 Wûnseradiel Reserve bijdragen aanleg en onderhoud dorpshuizen/sportaccommodaties/speeltuinen Wûnseradiel Reserve extra uitkering BNG 2006 Wûnseradiel Reserve diverse objecten Sneek Reserve eigen aandeel gemeenteloket Bolsward Reserve Arrivaterrein Reserve verplaatsing oudheidkamer Bolsward Reserve subsidieregeling gemeentelijke monumenten Bolsward Reserve speelvoorzieningen Bolsward Reserve jongerenontmoetingsruimte Bolsward Reserve duurzaam bouwen Fûgelkrite/Hartwerdervaart, Bolsward Reserve stimulilering lokale klimaatinitiatieven Reserve vervolg Friese Merenproject Wymbrits Reserve eenmalige middelen Wymbrits Reserve stimulering behoud karakteristieke boerderijen Wymbrits Reserve MFC's/dorpshuizen Wymbrits Reserve WMO Wymbrits Reserve uit te voeren activiteiten Wymbrits Reserve onderhoud bruggen Wymbrits Reserve onderhoud kapitaalgoederen Wymbrits Reserve verbouw dorpshuis Elim Reserve Tjottervloot Heeg Reserve huisvesting onderwijs Nijefurd Reserve projecten Nijefurd Reserve Flexpool Totaal bestemmingsreserves 401 404 408 421 439 440 Voorziening wachtgelden voormalige wethouders Voorziening pensioenen wethouders Voorziening individueel loopbaanbudget Voorziening particuliere woningverbetering Wymbrits Voorziening riolering SWF Voorziening af te rekenen met 9 gemeenten 769.787 769.787 151.222 109.900 603.977 8.190.099 829.000 3.293.806 947.757 12.567.091 216.609 500.983 894 1.623.441 263.448 71.153 151.222 109.900 603.977 7.692.827 829.000 3.328.806 947.757 11.470.746 216.609 500.983 894 1.623.441 263.448 71.153 497.272 35.000 272.164 1.368.509 9.189 9.189 - - - - - - 174.214 - 174.214 - 307.213 - 307.213 - - - - - 30.629.783 307.164 1.865.781 29.071.166 99.907 4.590.198 5.878.696 495.986 4.995 229.510 19.753 268.880 2.229.831 2.348.236 85.149 4.550.828 5.760.291 495.986 Totaal voorzieningen 11.064.787 2.464.336 2.636.869 10.892.254 Totaalgeneraal 54.456.548 2.982.000 4.502.650 52.935.898 Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 108 Bijlage B – Investeringsprogramma Bijlage Meerjarenoverzicht investeringen bedragen x € 1.000 nr. Programma 2015 jaren Begroting 2015 tm. 2018 Investeringen 2016 kapitaallasten Investeringen 2017 kapitaallasten Investeringen 2018 kapitaallasten Investeringen kapitaallasten 2 Onderwijs en Jeugd Investeringen in kader I.H.P. onderwijs div 221 240 233 Meerjaren onderhoudsplan onderwijs div 485 741 529 233 529 706 981 762 762 26 3 Sport, recreatie kunt en erfgoed Renovatie sportvelden 2011 t/m 2014 15 240 26 26 26 Renovatie sportvelden 2015 15 60 4 6 6 6 Renovatie sportvelden 2016 15 4 6 6 Renovatie sportvelden 2017 15 Renovatie sportvelden 2018 15 Witmarsum - renovatie hoofdveld 15 60 60 6 4 6 60 4 48 60 55 11 87 55 6 355 35 60 42 6 10 576 78 37 84 86 Telemetrie 2014 5 50 12 12 12 Telemetrie 2015 5 90 18 22 22 22 Telemetrie 2016 5 12 14 14 Telemetrie 2017 5 Telemetrie 2018 5 vervolg Milieu en duurzaamheid Aanbrengen verbeteringen t.l.v. voorziening GRP Investeringen ten laste van voorziening GRP 1 60 6 6 Wegen, water en groen Gladheidsbestrijding 7 Milieu en duurzaamheid Gemeentelijk rioleringsplan 2013-2017 60 60 12 12 14 50 450 175 2.466 150 2.370 150 2.540 3.056 30 2.605 46 2.750 10 4.656 60 4.856 72 Woon- en leefomgeving 5.240.00 huisvuilwagens 8 754 112 241 155 164 5.240.02 Vrachtwagens 8 507 80 312 123 135 364 181 5.240.01 Veegmachines 5.240.03 Bestelauto's binnendienst openbare werken 5.241.00 Greedschappen en hulpmiddelen 6 594 86 209 148 157 49 163 1.772 301 250 329 3.627 579 1.012 755 1.320 290 Diversen Vervangingsinvesteringen ICT 2014 en 2015 8 div 5 Vervangingsinvesteringen ICT Vervangingsinvesteringen team ICT 2015 273 339 149 358 - 795 562 865 660 290 660 449 317 317 132 75 75 75 256 62 72 72 Vervangingsinvesteringen team ICT 2017 375 87 Vervangingsinvesteringen team ICT 2018 Totaal begroting 2015-2018 dekking via voorziening riolering (vGRP) Totaal begroting 2015-2018 Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 1.593 355 9.207 -2.916 6.291 916 586 1.784 4.630 -30 1.754 -2.545 2.085 109 317 660 65 Vervangingsinvesteringen team ICT 2016 164 102 2.103 452 2.763 1.467 1.035 841 2.494 3.845 2.592 8.252 3.307 -46 2.448 -2.690 1.155 -60 2.532 -4.806 3.446 -72 3.235 Bijlage C – Overzicht subsidieontvangers Een bestuursorgaan mag alleen subsidie verstrekken op grond van een wettelijk voorschrift (lees: verordening c.q. nadere regels) dat regelt voor welke activiteiten subsidieverstrekking mogelijk is. Een uitzondering hierop vormen subsidieontvangers die met naam en (maximum) bedrag in de begroting staan vermeldt (artikel 4:23 lid 3c Algemene wet bestuursrecht). We geven hier een overzicht van deze subsidieontvangers. Onderdeel Naam organisatie maximaal bedrag 2015 € 0. Leefbaarheid, sociale samenhang en maatschappelijke ondersteuning St. Timpaan Sneek t.b.v. opbouwwerk en ondersteunende inzet MFC’s, dorpshuizen en wijkgebouwen St. Ons Gebouw Bolsward MFC It Heechhûs Heeg MFC De Mande Nijland MFC It Harspit Oppenhuizen MFC It Joo Oudega MFC De Gearhing Parrega MFC Maggenheim, Makkum MFC De Driuwpôlle Woudsend Wijkplatform Sperkhem-Tuindorp Sneek Wijkplatform Noorderhoek Sneek Wijkplatform Lemmerweg Oost Sneek Wijkplatform Lemmerweg West Sneek 182.820 49.999 24.500 47.647 45.378 25.300 9.050 81.000 27.400 9.961 9.961 9.961 9.961 Informatie, advies & cliëntondersteuning St. Timpaan t.b.v. de Papierwinkel Tûmba, antidiscriminatiebureau Leeuwarden Belangenbeh. Uitkeringsgerechtigden en Gehandicapten Sneek MEE Friesland, cliëntondersteuning 27.391 33.397 5.716 819.403 Vrijwillige inzet, mantelzorg St. Timpaan t.b.v. vrijwillige inzet & mantelzorg St. Timpaan t.b.v. vrijwilligersbegeleiding St. Vrijwillige Palliatieve Terminale Zorg ZWF (VPTZ) Humanitas ZWF te Bolsward St. Solidair Friesland t.b.v. proj. Support Fryslân, Maatjesproject St. Present Sneek 123.771 33.649 8.531 6.132 13.500 8.000 Gezondheid Verslavingszorg Noord Nederland, DGSG VO Ouderenwerk St. Timpaan t.b.v. Ouderenwerk St. Ouderenwerk Bolsward Woningcorporatie Elkien Heerenveen t.b.v. wooncentra St. Vrienden van de Janke Tromphoeve Warns Zorggroep. Plantein Joure t.b.v. dienstencentr Nij Claerbergen Koudum Zorggroep Tellens t.b.v. dienstencentrum Waldrikhiem Workum Zorggroep Tellens t.b.v. dagbesteding ouderen 3.574 n.t.b. 72.900 28.959 32.197 34.825 37.209 n.t.b. Gehandicaptenzorg St. Vormingswerk Sneek e.o. St. Truck Toer Bolsward St. Speel-o-theek Sneek 1.500 517 2.000 Openbare Geestelijke Gezondheidszorg St. Timpaan t.b.v. Sociaal Team n.t.b. Fier Fryslân t.b.v. steunp. huiselijk geweld (via gem. L'warden) Huiselijk Geweld & Maatschappelijke Opvang St. Limor n.t.b. n.t.b. Maatschappelijk Werk n.t.b. St. Timpaan t.b.v. Algemeen Maatschappelijk Werk, Sneek Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 110 Stichting Aanzet St. Slachtofferhulp Verslavingszorg n.t.b. 16.950 Verslavingszorg Noord Nederland. o.a. inloopvoorz. Pand 6 Sneek 1. Werk, participatie en inkomen Vluchtelingenwerk Noord-Nederland St. Leergeld Sneek e.o. St. Urgente Noden (SUN) Leeuwarden St. MOS / Wereldwinkel Sneek, inleenvergoeding Galerie BAS Sneek, inleenvergoeding n.t.b. 108.363 55.000 15.000 4.602 4.677 2. Jeugd en onderwijs St. St. St. St. St. St. Fultura Sneek Timpaan t.b.v. Timpaan t.b.v. Timpaan t.b.v. Timpaan t.b.v. Timpaan t.b.v. jeugd- en jongerenwerk preventieve opvoedingsondersteuning naschoolse onderwijsactiviteiten, Sneek schoolmaatschappelijk werk, basisscholen schoolmaatsch. werk, voortgezet onderwijs 3. Sport, kunst en cultuur Sport St. Friese Elfsteden wandeltochten Frysas, Heerenveen Topsport Noord SEOSS Sneek St. KWS Sneek, organisatie Sneekweek Optisport t.b.v. zwembad Vitaloo, Bolsward Optisport t.b.v. zwembad It Rak, Sneek Waterpark Mounewetter, Witmarsum Kunst en cultuur Cultureel Kwartier te Sneek, waaronder: a. Centrum v/d Kunsten (Atrium) b. Centrum v/d Kunsten (Atrium), expressie gehandicapten c. Centrum v/d Kunsten (Atrium), cultuurnetwerk d. Theater & Poppodium St. Lokale Media-instelling Súdwest-Fryslân St. Mar en Fean (vh. Biblioth. SWF), Bolsward St. Mar en Fean (vh. Biblioth. SWF), Bolsward t.b.v. strandbibl. Federatie Muziek en Zangverenigingen SWF St. Vrienden van Advendo korpsen, Sneek 30.000 n.t.b. n.t.b. n.t.b. n.t.b. n.t.b. 3.000 20.000 10.000 266.571 3.676 248.003 870.003 114.818 1.507.079 808 28.892 1.275.945 50.700 1.786.706 5.000 6.635 15.000 Culturele concerten/evenementen St. Sneeker Zakenlieden Sneek, Út Sneek St. Fryske Harlekijn, passieconcert Workum St. Nijefurd concerten St. Zeilvaartcollege Workum Oratoriumvereniging Bolsward, passie- en najaarsconcert St. Internationaal Shantyfestival, Workum Theatergroep SULT Internationaal folkloristisch dansfestival, Bolsward Oranjecomité koningdag, Bolsward Activiteitencommissie De Swel, Koudum Ondernemersvereniging Woudsend, Friese Sleepbootdagen 3.000 1.800 2.700 2.250 425 697 1.673 5.000 2.150 4.851 1.000 Culturele commissies St. B.O.O.G., Bolsward Stifting de Súdwester Koudum Stichting cultureel nut Workum (incl. activiteiten vml. gemeente Wymbrits) Kulturele Kommissie Hielpen Stifting kulturele kommisje De Spylder, Warns Activiteitencommissie Stavoren Stichting Brij-Blues Workum Nut Departement Makkum e.o. Stichting Koepelconcerten Witmarsum 7.740 6.464 Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 111 11.464 2.954 2.954 2.954 1.115 1.500 500 Gerben Rypma Stifting 500 Cultuur overige Draaiorgel Omke Romke, Bolsward St. Literaire Activiteiten Sneek (LAS) Ald Faers Erf Route (museale route vml. Wûnseradiel) Stichting Ald Molkwar, bakkerswinkeltje Toankamer 't Ponthuis Musea Fries Scheepvaart Museum Sneek St. Bolswards Historie beheer Oudheidskamer Gysbert Japicxstichting Bolsward Museum Kerkelijke Kunst Workum Titus Brandsma Museum Aldheidkundige Feriening Warkums Erfskip Hidde Nijland Museum Hindeloopen Nationaal Modelspoormuseum Sneek 1.113 800 25.761,00 2.605,00 2.438,00 324.453 3.071 5.564 2.605 2.605 5.202 71.370 32.734 4. Veiligheid, orde, handhaving en toezicht N.v.t. 5. Ruimte, wonen, economische verscheidenheid, sleutelsectoren en gastheerschap Recreatie en toerisme Vereniging Toeristen Promotie SWF Friese taal en –cultuur Afûk, Leeuwarden Bibliotheekservice Fryslân t.b.v. Tomke Project, Leeuwarden Stifting It Fryske Boek (Kommisje Sprutsen boek), Leeuwarden 72.000 13.000 3.900 200 6. Wegen, water en groen N.v.t. 7. Milieuzorg, energie en duurzame groei Informatiecentrum Mar en Klif, Oudemirdum Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 112 38.000 Bijlage D – Berekening EMU-saldo We geven hier de berekening van het EMU-saldo. Meer informatie over het saldo vindt u in Hoofdstuk 3, Paragraaf 4 “Financiering”. Omschrijving 2014 x € 1000,- 2015 x € 1000,- 2016 x € 1000,- Volgens realisatie tot en met sept. 2014, aangevuld met raming resterende periode Volgens begroting 2015 Volgens meerjarenraming in begroting 2015 1 Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) -1.862 -2.896 -2.586 2 Afschrijvingen ten laste van de exploitatie 13.095 12.528 11.983 3 Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie 1.951 2.010 2.287 4 Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd 12.807 8.600 3.400 5 Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4 6 Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantwoord 7 Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan) 4.220 9.800 6.570 8 Baten bouwgrondexploitatie: Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord 2.805 6.290 6.300 9 Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen 10 Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten 11 a b Verkoop van effecten: Gaat u effecten verkopen? (ja/nee) Zo ja wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie? Berekend EMU-saldo Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 ja nee -1.038 113 ja nee -468 ja nee 8.014 Bijlage E – Meerjarenoverzicht Algemene Uitkering 2015-2018 Onderdeel A - Inkomstenmaatstaven Maatstaf 2015 2016 2017 2018 2019 1c Waarde niet-woningen eigenaren -2.295.104,00 -2.316.160,00 -2.363.536,00 -2.386.697,60 -2.410.912,00 1f Waarde niet-woningen gebruikers (onder aftrek amendement De Pater) -1.687.161,70 -1.704.143,70 -1.742.353,20 -1.761.033,40 -1.780.562,70 1a Waarde woningen eigenaren -6.147.160,00 -6.201.640,00 -6.265.200,00 -6.319.680,00 -6.383.240,00 Subtotaal -10.129.425,70 -10.221.943,70 -10.371.089,20 -10.467.411,00 -10.574.714,70 Onderdeel B - Uitgavenmaatstaven waarop de uitkeringsfactor van toepassing is Maatstaf 1e OZB waarde nietwoningen 2015 521.193,75 10a WWB schaalnadeel 2016 526.680,00 2017 532.415,63 2018 537.901,88 2019 543.637,50 96.596,61 96.964,62 97.313,03 97.650,25 97.931,03 10b WWB schaalvoordeel 2.962.538,84 2.973.801,24 2.984.464,16 2.994.783,36 3.003.376,04 8 Bijstandsontvangers 3.677.694,30 3.722.852,00 3.764.082,00 3.787.843,50 3.793.637,40 325.877,76 325.877,76 325.877,76 325.877,76 325.877,76 3.353.903,64 3.350.211,54 3.340.981,29 3.340.981,29 3.340.981,29 3a Eén-ouder-huishoudens 3b Huishoudens 2 Inwoners 11.976.111,63 12.308.336,37 12.272.078,34 12.266.175,87 12.266.175,87 4 Inwoners: jongeren < 20 jaar 3.984.792,20 3.984.792,20 3.984.792,20 3.984.792,20 3.984.792,20 5 Inwoners: ouderen > 64 jaar 1.360.229,40 1.350.242,40 1.325.274,90 1.325.274,90 1.325.274,90 137.487,06 136.417,32 133.717,50 133.717,50 133.717,50 7 Lage inkomens 1.060.035,73 1.062.242,35 1.064.448,97 1.066.655,59 1.068.617,03 7a Lage inkomens (drempel) 2.743.409,97 2.744.235,95 2.736.884,73 2.740.436,44 2.741.840,61 12 Minderheden 301.445,20 301.445,20 301.445,20 301.445,20 301.445,20 11 Uitkeringsontvangers 612.057,60 609.884,10 603.798,30 604.233,00 604.667,70 13 Klantenpotentieel lokaal 3.389.760,00 3.389.760,00 3.389.760,00 3.389.760,00 3.389.760,00 14 Klantenpotentieel regionaal 1.198.152,00 1.198.891,60 1.199.631,20 1.200.370,80 1.201.110,40 15e Leerlingen VO 5a Inwoners: ouderen > 74 en < 85 jaar 1.764.650,00 1.803.399,28 1.803.399,28 1.803.399,28 1.803.399,28 15d Leerlingen (V)SO 462.880,06 462.880,06 462.880,06 462.880,06 462.880,06 38 Bedrijfsvestigingen 505.067,29 505.067,29 505.067,29 505.067,29 505.067,29 30 Historische woningen in bewoonde kernen 535.875,00 535.875,00 535.875,00 535.875,00 535.875,00 29 Historische woningen in bewoonde oorden 1930 210.874,62 210.874,62 210.874,62 210.874,62 210.874,62 27a Oppervlak historische kernen basisbedrag 251.713,60 251.713,60 251.713,60 251.713,60 251.713,60 28 Historische waterweg 376.845,00 376.845,00 376.845,00 376.845,00 376.845,00 31a ISV (a) stadsvernieuwing 90.911,97 90.911,97 90.911,97 90.911,97 90.911,97 31b ISV (b) herstructurering 35.584,58 35.584,58 35.584,58 35.584,58 35.584,58 36 Meerkernigheid 438.009,66 438.009,66 438.009,66 438.009,66 438.009,66 37 Meerkernigheid * bodemfactor buitengebied 849.047,22 849.047,22 849.047,22 849.047,22 849.047,22 36a Kernen met 500 of meer adressen 355.441,19 355.441,19 355.441,19 355.441,19 355.441,19 34 Oeverlengte * bodemfactor gemeente 212.161,95 212.161,95 212.161,95 212.161,95 212.161,95 35a Oeverlengte * bodemfactor gemeente * dichtheidsfactor 178.595,97 178.595,97 178.595,97 178.595,97 178.595,97 2.516.059,09 2.515.082,48 2.512.803,74 2.512.803,74 2.512.803,74 406.123,91 406.123,91 406.123,91 406.123,91 406.123,91 32 Omgevingsadressendichtheid 23 Oppervlakte bebouwing buitengebied * bodemfactor buitengebied Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 114 22 Oppervlakte bebouwing woonkernen * bodemfactor woonkernen 1.614.475,70 1.614.475,70 1.614.475,70 1.614.475,70 1.614.475,70 21 Oppervlakte bebouwing 439.160,40 439.160,40 439.160,40 439.160,40 439.160,40 19 Oppervlakte binnenwater 198.362,24 198.768,72 199.784,92 201.969,75 201.969,75 20 Oppervlakte buitenwater 232.100,00 232.100,00 232.100,00 232.100,00 232.100,00 16 Oppervlakte land 1.747.192,14 1.747.192,14 1.747.192,14 1.747.192,14 1.747.192,14 18 Oppervlakte land * bodemfactor gemeente 1.249.351,75 1.253.179,71 1.262.749,62 1.283.324,93 1.283.324,93 24 Woonruimten 2.217.556,40 2.217.556,40 2.217.556,40 2.217.556,40 2.217.556,40 25 Woonruimten * bodemfactor woonkernen 2.135.732,77 2.135.732,77 2.135.732,77 2.135.732,77 2.135.732,77 280.127,82 280.127,82 280.127,82 280.127,82 280.127,82 39 Vast bedrag Subtotaal 57.005.186,02 57.428.542,10 57.411.180,01 57.474.874,48 57.499.817,37 Onderdeel C - Uitkeringsfactor (uf) Jaren 2015 Uitkeringsfactor Subtotaal (B x C (=uf)) 1,4310 81.574.421,19 2016 1,4170 81.376.244,16 2017 2018 1,4030 80.547.885,55 2019 1,3810 79.372.801,66 1,3590 78.142.251,81 Onderdeel D - Uitgavenmaatstaven waarop de uitkeringsfactor niet van toepassing is Maatstaf 2015 45 Herindeling 61 Suppletieregeling OZB Subtotaal 2017 2018 2019 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 186.433,00 149.146,00 111.860,00 74.573,00 37.287,00 87.640,00 77.377,64 73.003,59 n.v.t. n.v.t. 428.665,73 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 55 WUW-middelen Gemeentefonds (IU) 56 Suppletie-regeling groot onderhoud verdeelstelsel 2016 702.738,73 226.523,64 184.863,59 74.573,00 37.287,00 Onderdeel E - Integratie- en decentralisatieuitkeringen waarop de uitkeringsfactor niet van toepassing is Maatstaf 119 Centra voor jeugd en gezin (DU) 2015 2016 2017 2018 2019 1.845.848,00 1.845.848,00 1.845.848,00 1.845.848,00 1.845.848,00 71 Impuls Brede scholen combinatiefuncties (DU) 313.080,00 313.080,00 313.080,00 313.080,00 313.080,00 113 Peuterspeelzaalwerk (DU) 278.207,00 278.207,00 278.207,00 278.207,00 278.207,00 170 Decentralisatie provinciale taken vergunningverlening, toezicht en handhaving (DU) 283.658,00 283.658,00 283.658,00 325.012,00 325.012,00 6.761.124,00 6.761.124,00 6.761.124,00 6.761.124,00 6.761.124,00 62 Wet maatschappelijke ondersteuning (IU) 103 Gezond in de stad (DU) Subtotaal 71.000,00 9.552.917,00 71.000,00 71.000,00 0,00 0,00 9.552.917,00 9.552.917,00 9.523.271,00 9.523.271,00 2016 2017 2018 2019 Onderdeel F - Deelfonds sociaal domein Maatstaf 2015 172 decentralisatie AWBZ naar WMO (IU) 14.812.374,72 15.519.829,98 15.088.659,03 15.046.797,77 15.042.611,64 173 decentralisatie jeugdzorg (IU) 18.159.792,93 17.901.574,57 17.295.935,15 17.403.917,37 17.403.917,37 32.972.167,66 33.421.404,56 32.384.594,18 32.450.715,14 32.446.529,02 2016 2017 2018 2019 Subtotaal Onderdeel G - Aanvullingen van de gebruiker Aanvullingen v/d gebruiker Totaal 2015 114.672.818,88 114.355.145,66 112.299.171,12 110.953.949,80 109.574.624,12 Begroting 2015 – Versie 25 september 2014 115
© Copyright 2024 ExpyDoc