Kunsthandel A.H. Bies BV

KUNSTHANDEL
KUNSTHANDEL
sinds 1953
Belangrijke schilderijen uit
de 19e en begin 20e eeuw
Inkoop - Verkoop - Taxatie - Restauratie
Deelnemer pan Amsterdam tefaf Maastricht
Lid vhok - cinoa
Boschdijk 221A
5612 HC Eindhoven (NL)
Tel. +31 (0) 40 243 13 77
Fax +31 (0) 40 246 27 24
[email protected]
www.kunsthandelbies.nl
Wouterus Verschuur
Wouterus Verschuur is Nederlands belang­
rijkste paardenschilder uit de 19e eeuw. Al
tijdens zijn leven is hij niet alleen in eigen land
bekend, maar verkoopt hij zijn werk ook aan
veel buitenlandse verzamelaars. Zo verwerft
keizer Napoleon III van Frankrijk in 1855 een
schilderij van hem op een belangrijke expositie
in Parijs. Op andere tentoonstellingen wint
Verschuur verschillende gouden medailles.
Bovendien wordt hij door koning Willem III in
1862 uit waardering voor zijn werk benoemd
tot Officier in de Orde der Eikenkroon.
Verschuur is typisch een schilder uit de Romantiek. Hij benadrukt de schoonheid van het
paard. Impressionisten zoals George Hendrik
Breitner en Anton Mauve hebben vaak magere
trek- en sleeppaarden geschilderd. Daarentegen ogen de edele viervoeters van Verschuur
doorgaans weldoorvoed en goed geproportio­
neerd.
Wouterus Verschuur was een man met verstand van paarden. Die kennis bouwde hij
op door talrijke voorstudies in zwart krijt of
olieverf te maken. Zo schetst hij paarden,
stalknechten, zadels en hoofdstellen, ruiven,
voerbakken en poetsgerei zoals borstels en
roskammen. Hij maakt bovendien veel studies
van stalinterieurs en van de speciale lichtval
door de kleine raampjes. Daarnaast bestudeert hij de uitwerking van het licht op de
paardenlijven. Op die manier heeft hij de ana­
tomie van het paard tot in detail leren kennen.
Wouterus Verschuur
Amsterdam 1812 - 1874 Vorden
Rustende paarden en figuren bij een herberg
Paneel 36,5 x 49,8 cm
Gesigneerd onder, rechts van het midden
Wouterus Verschuur
Amsterdam 1812 - 1874 Vorden
Stalinterieur met paarden, ruiter
en andere figuren
Paneel 44 x 54,2 cm
Gesigneerd en gedateerd 1847
rechtsonder
Wouterus Verschuur
Amsterdam 1812 - 1874 Vorden
De pleisterplaats
Paneel 45,8 x 56,8 cm
Gesigneerd en gedateerd 1847
rechtsonder
Hendrikus
van de Sande Bakhuyzen
Hendrikus van de Sande Bakhuyzen wordt
beschouwd als een van de beste schilders uit
zijn tijd. Volgens de Kunstkronijk uit 1847 moet
hij, samen met Schelfhout en B.J. van Hove,
gerekend worden tot ‘diegenen die de kunst
aan het einde van de vorige [de 18e eeuw] en
’t begin der tegenwoordige eeuw [19e eeuw],
ophieven uit hare kreperende toestand en haar
een vrije onafhankelijke richting gaven’.
Charles Henri Joseph
(‘Charles’) Leickert
Brussel 1816 - 1907 Mainz (D)
Zomers gezicht op een stad aan
het water
Doek 60,3 x 95 cm
Gesigneerd en gedateerd ’70
rechtsonder
Literatuur
H. Kraaij, Charles Leickert 18161907: painter of the Dutch landscape, Schiedam, 1996, afb. pp.
90-91
Dat lijkt misschien wat overdreven, maar men
moet niet vergeten dat de Nederlandse schilderkunst aan het einde van de 17e eeuw in een
diep dal was geraakt en daar ruim een eeuw
lang niet uit tevoorschijn is gekomen. De 18e
eeuw heeft dan ook weinig schilders van enige
betekenis opgeleverd, laat staan nieuwe artistieke ontwikkeling gebracht. Het land werd
nog altijd geteisterd door economische ma­
laise en de in 1779 opgerichte Vrije Academie
werd door geldgebrek gesloten. Daarom is
het verfrissend als in de 19e eeuw een nieuwe
generatie schilders ten tonele verschijnt die
kwaliteit hoog in het vaandel heeft staan, ta­
lent genoeg heeft om deze ten uitvoer te brengen en niet bang is om navolging te geven aan
haar eigen ideeën over wat mooi en goed is.
Van de Sande Bakhuyzen had grote bewondering voor de landschapschilders uit de 17e
eeuw, vooral voor het werk van Albert Cuyp
en Paulus Potter. En hoewel hij ook andere
onderwerpen heeft geschilderd, zoals een
aantal zeer verdienstelijke winterlandschappen, besluit hij zich toe te leggen op het schilderen van vee. Na twee jaar tekenonderricht
te hebben gekregen van J. Heijmans moet hij
echter op eigen houtje verdergaan, met enkel
de oude meesters als voorbeeld en de natuur
als leidraad. Hij krijgt nog wel wat schilderles
van Simon Andreas Krausz, maar deze adviseert hem zijn eigen gang te gaan en alleen
zijn leermeester te raadplegen als het echt
nodig is.
Daarom trekt Van de Sande Bakhuyzen er
zelf op uit. Hij werkt veel in de omgeving van
Den Haag en in de bosrijke gebieden van
Gelderland. Tevens reist hij naar Duitsland
en België. In sommige van zijn landschappen wordt het decor dan ook gevormd door
een on-Hollandse, bergachtige omgeving.
Zijn in de natuur gemaakte schetsen werkt hij
later in zijn atelier uit tot olieverfschilderijen.
Vanaf de jaren 1820 krijgt het vee steeds vaker
een prominentere plaats in zijn composities.
Hierbij staan vooral koeien centraal en dient
het landschap en een eventuele herder als
stoffage.
Dat de schilder bijzonder goed was in het observeren van koeien, stieren, geiten en scha­
pen, blijkt vooral uit zijn werken van groter
formaat, zoals het hierboven getoonde schilderij. De dieren zijn zeer natuurgetrouw ge­
schilderd, met veel oog voor detail. De koeien
zijn dusdanig groot afgebeeld dat elk foutje in
de anatomie met­een in het oog zou springen.
Bovendien staan en liggen de dieren er bevallig bij. De schapen en de bruinrode koe liggen
heerlijk in het zonnetje, terwijl de geit nog
wat gras eet en de zwartwit gevlekte koe aan
het pootjebaden is. Wat verderop zwemt een
eendenfamilie in het water. Boven de zonnige
weide prijkt een helderblauwe wolkenlucht.
Het hele landschap is fijn geschilderd en
prachtig doorwerkt en getuigt van een hoge
artistieke kwaliteit.
Van de Sande Bakhuyzen heeft zijn leven lang
een vrij constante, hoge kwaliteit weten te behouden. Dit is dan ook de reden dat hij al vroeg
een heel succesvol schilder was. Onder zijn
kopers en opdrachtgevers mocht hij het Rijksmuseum in Amsterdam rekenen, dat in 1818
al een schilderij van hem aankoopt, maar ook
het Teylers Museum in Haarlem en niemand
minder dan koning Willem II. Bovendien was
hij de eerste Nederlandse schilder die verschillende opdrachtgevers in Amerika had.
Hendrik van de Sande
Bakhuyzen
1795 – Den Haag - 1860
Landschap met vee bij een
waterpoel
Paneel 72,3 x 100,3 cm
Gesigneerd linksonder
re c h t s
Andreas Schelfhout
1787 - Den Haag - 1870
IJsgezicht met schaatsers en
figuren bij een molen
Paneel 67 x 85 cm
Gesigneerd en gedateerd
1840 linksonder
Herkomst
Collectie S. van Walchren van
Wadenoyen, Den Haag
Veiling Tersteeg, Den Haag,
17 november 1875, lot 314
(ƒ 3.000,-)
Collectie C.J. van der Oudermeulen, Wassenaar
Veiling A. Mak, Amsterdam,
7 maart 1936, lot 320
Kunsthandel P.A. Scheen,
Den Haag, 1961
Literatuur
P.A. Scheen, Lexicon Nederlandse Beeldende Kunstenaars 17501950, Den Haag, 1970, deel 2,
afb. 158
W. Laanstra, Andreas Schelfhout
1787-1870, Amsterdam, 1995,
cat.no. W 1840-3,
afb. p. 76
Andreas Schelfhout
Andreas Schelfhout behoort samen met Ba­
rend Cornelis Koekkoek en Bart van Hove tot
de belangrijkste schilders van de Romantische
School. Het zijn bij uitstek zijn ijsgezichten die
de meeste waardering krijgen. Geen enkele
schaatsenrijder danst zo soepel over het ijs
als die van Schelfhout. En ook zijn koek-enzopie tentjes zitten nog steeds in het collectief
geheugen van Nederland als typische voorbeelden van een ouderwets Hollandse winter.
Waar andere schilders tobben met de weergave van bevroren sloten en meertjes, lijkt
Schelfhout hier moeiteloos mee uit de voeten
te kunnen. Daarnaast zijn vooral de prachtige,
doorwerkte luchten en het geraffineerde ge-
bruik van licht en kleur kenmerkend voor zijn
oeuvre. Hij heeft zich dan ook ontwikkeld tot
een internationaal zeer gevierd kunstenaar.
Niettemin blijft Schelfhout gedurende zijn hele
carrière zijn stijl ontwikkelen. Waar hij in zijn
vroegere werk meer nadruk legt op het weidse
landschap en de atmosfeer, schenkt hij later
meer aandacht aan de figuratie. Zonder dat
dit leidt tot overdadigheid. Daarnaast gaat
Schelfhout over tot het gebruik van diagonale
lijnen om zijn composities wat te verlevendigen. Dit element is later overigens veelvuldig
door zijn leerlingen overgenomen. Hoewel zijn
carrière relatief laat op gang is gekomen, is
Schelfhouts invloed op de jongere generatie
schilders ongekend groot geweest.
Hermanus Koekkoek
Middelburg 1815 - 1882 Haarlem
Schepen voor de Hollandse kust
met rechts een lichtbaken
Doek 43 x 60,5 cm
Gesigneerd en gedateerd 1855
rechtsonder
Herkomst
George Tomline (verworven ca.
1860)
The Right Honourable Ernest Pretyman (neef van bovengenoemde)
The Late Honourable Mrs Pretyman (schoondochter van
bovengenoemde)
Johann Bernard Klombeck
& Eugène Verboeckhoven
Nicolaas Johannes Roosenboom
Schellingwoude (Amsterdam) 1805
– 1880 Assen
Hollands winterlandschap met fi­
guren bij een molen
Paneel 58,5 x 79 cm
Gesigneerd middenonder
B.C. Koekkoek samengewerkt. Verboeckhoven
is in die tijd een schilder van naam en faam,
die ook regelmatig werk van andere schilders
Als de beroemdste Romantische landschapstoffeert, zoals Hermanus Koekkoek, Jeanschilder Barend Cornelis Koekkoek in 1841 in Augustin Daiwaille, Nicolaas Roosenboom en
Kleef een schilderacademie opricht, is Johann Louis-Pierre Verwee. De zeventien jaar jongeBernard Klombeck een van de eerste leerre Klombeck heeft dan eveneens al een repulingen die zich inschrijft. De invloed van deze
tatie opgebouwd en aan diverse internationale
beroemde leermeester blijkt van langdurige
exposities deelgenomen. Het eerste schilderij
aard en zeer bepalend te zijn geweest voor
dat Klombeck en Verboeckhoven samen verKlombecks carrière. Niet voor niets wordt hij
vaardigen, dateert van 1856. De formule blijkt
beschouwd als een van de beste leerlingen die voor herhaling vatbaar, want in de daarop
de ‘Prins der Landschapschilders’ ooit gehad
volgende jaren ontstaan nog meer schilderijen
heeft. In het werk van Klombeck keren dan ook van beider hand.
steeds typisch romantische motieven terug als
grote majestueuze bomen, ruïnes, rotsblokHet hier rechts afgebeelde schilderij Bosken, watervalletjes en kleine figuren op een
landschap met herder en vee bij een riviertje is
zandweg. Daarnaast heeft hij fraaie wintergeschilderd in 1862. Aan de wijze waarop de
landschappen met figuren en duwsledes op
bomen zijn weergegeven, is direct de hand
het ijs geschilderd.
van Klombeck te her­kennen. Typerend is
hun enorme omvang, terwijl de toppen van
Men veronderstelt dat het B.C. Koekkoek zelf
de bomen tot in de hemel lijken te groeien.
is geweest, die Klombeck bij de Belgische vee- Maar ook kenmerkend voor Klombeck zijn het
schilder Eugène Verboeckhoven heeft geïntro- contrast tussen licht- en schaduwpartijen en
duceerd. Deze heeft namelijk daarvóór al met de welhaast fluwelige textuur van mos en ge-
bladerte. De koeien, de schapen en de geit zijn
door Verboeckhoven geschilderd. Waarschijn­
lijk is de herdersjongen, die verderop tegen
een boom geleund staat, ook van zijn hand.
De dieren maken het landschap tot een harmonieus en intiem tafereel. De boom rechtsvoor markeert de belangrijkste plaats in de
compositie. Het vee cirkelt er kalm omheen,
rustig grazend en drinkend uit het beekje.
Sommige dieren zoeken verkoeling in de
schaduw, andere staan in de volle zon. Schitterend is het goudgele zonlicht dat de kleuren
van de vachten van de beesten en het groene
gras goed laat uitkomen. Op de ietwat heiige
achtergrond is nog net een andere kudde
zicht­baar, die snel in het heuvelachtige landschap verdwijnt.
Johann Bernard Klombeck
1815 - Kleef (Duitsland) - 1893
en
Eugène Verboeckhoven
Warneton (België) 1798 - 1881
Brussel
Boslandschap met herder en vee bij
een riviertje
Doek 98 x 118 cm
Gesigneerd door beide schilders en
gedateerd 1862 onder, links van het
midden
Herkomst
Kunsthandel P.A. Scheen, Den
Haag, 1962
Literatuur
H.C. de Bruijn jr., ‘Het bos en de
bomen bij en rondom B.C. Koekkoek’, Antiek, januari 1967, p. 7
A. Nollert, G. de Werd, Johann Bernhard Klombeck 1815 – 1893: Ein
Landschaftsmaler der Klever Romantik, Kleef, 1993, cat.nr. 0/94,
afb. p. 94
Cornelis Springer
Cornelis Springer was vanwege zijn grote kennis
van bouwkundig tekenen, perspectief en zijn belangstelling voor geschiedenis en archi­tectuur
een meester in het schilderen van stadsgezichten. Daarbij heeft hij veel aandacht geschonken
aan het minutieus uitwerken van metselwerk,
gevels en ornamenten. De drukbevolkte straten,
kenmerkend voor zijn latere werk, geven zijn
stadsgezichten een pittoreske, minder strenge
aanblik.
Het hier links afgebeelde schilderij toont een
gezicht op de Gedempte Nieuwesloot in Alk­
maar. De stad staat van oudsher al bekend
om haar vele hofjes. Dit zijn binnenplaatsen
of binnentuinen met daaromheen een aantal
kleine woningen. Omdat ze vanaf de straat niet
zichtbaar waren, konden ze zonder vergunning
worden gebouwd. Hoewel er meerdere soorten
hofjes bestaan, zijn er van de 13e tot de 19e
eeuw vooral liefdadigheidshofjes gebouwd. Deze
waren bedoeld om mensen te huisvesten met
weinig geld, meestal ouderen.
Het gebouw aan de linkerzijde van het schilderij
is het Huis van Achten, het hofje dat in 1656 in
opdracht van Johan van Nordingen werd ge­
sticht als oudemannenhuis, een voorloper van
het moderne bejaardentehuis. De naam Provenhuis is typisch Alkmaars en komt van het woord
‘prove’, dat een periodieke gift aan de bewoners
betekent. In alle andere steden wordt de bena­
ming oudemannenhuis gebruikt.
Cornelis Springer
Amsterdam 1817 - 1891 Hilversum
Alkmaar, met het Huis van Achten (Provenhuis van
Johan van Nordingen) en de Waagtoren op de
achtergrond
Paneel 44,5 x 57 cm
Gesigneerd en gedateerd 1871 rechtsonder
Verso: echtheidsverklaring van de schilder gedateerd 28 februari 1871
Herkomst
Goupil & Cie, Parijs (direct verworven van de
kunstenaar op 4 maart 1871 voor ƒ 600,-)
Literatuur
W. Laanstra, H.C. de Bruijn, J.H.A. Ringeling,
Cornelis Springer (1817-1891), Utrecht, 1984, afb.
p. 170, cat.no. 71-4
Omdat het Provenhuis van Van Nordingen
ruim­te bood aan acht mannen, kreeg het in de
volksmond al snel de bijnaam ‘Huis van Achten’.
Het huis beschikte echter over meer dan acht
kamers, zoals een regentenkamer, een keuken,
een provisiekamer, een eetkamer en dienstkamers voor het personeel. Het is in die tijd een
van de grootste en bijzonderste hofjes van de
stad en bovendien niet gebonden aan één geloof
of godsdienst. De meeste Alkmaarder hofjes
waren bestemd voor vrouwen. Er was slechts
één ander mannenhuis, het Huis van Zessen,
maar dat nam uitsluitend katholieke mannen
op. Aangrenzend aan de binnentuin van het Huis
van Achten ligt het Hof van Sonoy.
Cornelis Springer
Amsterdam 1817 - 1891 Hilversum
Paderborn, gezicht op het raadhuis
Paneel 78,8 x 62,7 cm
Gesigneerd en gedateerd 1877
rechtsonder, gemonogrammeerd en
‘Paderborn’ [op een kistje] rechtsonder
Verso: echtheidsverklaring van de schilder
gedateerd 3 september 1877
Herkomst
H. Koekkoek Jr., Londen (rechtstreeks verworven van de kunstenaar voor ƒ 1.500,-)
Veiling Ledeboer, Rotterdam, 25 juni 1891,
lot 197
Veiling Biesing, Den Haag, 6 mei 1908,
lot 389
Tentoonstellingen
Amsterdam, Tentoonstelling van Levende
Meesters, 1877, no. 500
Literatuur
W. Laanstra, H.C. de Bruijn, J.H.A. Ringeling, Cornelis Springer (1817-1891), Utrecht,
1984, p. 194, cat.no. 77-4
Cornelis Springer
Dit gezicht op Leiden behoort tot de grootste
en belangrijkste werken uit het oeuvre van
Cornelis Springer. Het werk is monumentaal
in alle betekenissen van het woord. We zien
hier de Breestaat, met centraal gelegen het
stadhuis en in de verte de Waalse Kerk. Het
stadhuis is herkenbaar aan de prachtige
renaissancegevel en het bordes met stenen
leeuwen. Deze leeuwen zijn inmiddels ver­
plaatst naar Museum De Lakenhal in Leiden.
in gouache, inkt en krijt op papier. Het formaat
van de studie is vrijwel gelijk aan dat van het
schilderij. Ook inhoudelijk zijn er weinig verschillen te ontdekken tussen beide werken.
Elk baksteentje, elk torentje, elke figuur staat
op dezelfde plek. Alleen de lichtval op de ge­
vels heeft Springer hier en daar wat aangepast.
De hierbij afgebeelde versie in olieverf is
wellicht het meest imponerende schilderij
dat Springer ooit heeft vervaardigd. Dit komt
vooral door de lage horizon in combinatie met
Op straat heerst veel bedrijvigheid. Gedistinde sterke lijnperspectief. Naast de imposante
geerde heren voeren een serieus gesprek, ter- bouwwerken lijken de mensen op straat maar
wijl verderop chique jongedames met parasols klein. Het verdwijnpunt van de lijnen ligt ver
in de hand wandelen. Ook zijn er knechten aan naar links, vlakbij de plaats waar de straat
het werk, onderhandelen boeren over vee en
een bocht maakt. Bij het aanschouwen van
lopen er kinderen en honden op straat. Voor
het werk word je als het ware het schilderij
de gevel van het stadhuis en op de trap van het ingetrokken. Dit wordt nog eens versterkt
bordes wordt waarschijnlijk laken verkocht, de door de grootte van het werk. Ook de lichtval,
wollen stof waar Leiden al sinds de vijftiende
die bijdraagt aan de dieptewerking, is door
eeuw beroemd om is.
Springer zeer knap uitgevoerd. Hoewel de
huizen aan de linkerzijde en enkele gebouwen
Van dit schilderij is een voorstudie bekend, die rechts halverwege de straat in schaduw zijn
zich in de collectie van Museum De Lakenhal
gehuld, valt in de verte, precies in de bocht,
bevindt. Het gaat om een compositieteke­ning
weer zonlicht op de huizen. Dit zorgt voor een
zeer levendig effect.
Cornelis Springer
Amsterdam 1817 - 1891 Hilversum
Het raadhuis in de Breestraat te Leiden
Doek 95 x 142 cm
Gesigneerd en gedateerd 1870 rechtsonder
Verso: echtheidsverklaring van de schilder gedateerd 25 september 1870
Herkomst
Collectie J.C. van Pappelendam, Amsterdam
(rechtstreeks verworven van de kunstenaar op 20
september 1870 voor ƒ 2.400,-)
Kunsthandel P.A. Scheen, Den Haag, 1960
Literatuur
Onze Hedendaagse Schilderkunst, Haarlem, 1872
P.A. Scheen, Lexicon Nederlandse Beeldende Kunstenaars 1750-1950, Den Haag, 1970, deel 2, afb.
194
W. Laanstra, H.C. de Bruijn, J.H.A. Ringeling, Cornelis Springer (1817-1891), Utrecht, 1984, afb. p. 167,
cat.no. 70-6
Herman Frederik Carel ten Kate
Herman ten Kate was gespecialiseerd in historische genrevoorstellingen. Op zijn schilderij­
en, die meestal zijn gesitueerd in een kroeg
of herberg, zijn dikwijls figuren afgebeeld in
historische kledij. Vaak zijn er soldaten bij, al
drinkend en kaartend in de kroeg. Ten Kates
werk wordt in zijn tijd hoog gewaardeerd om
de realistische weergave en de levendigheid in
zijn voorstellingen.
Ten Kate vindt veel inspiratie in de werken van
Jean-Louis-Ernest Meissonier (1815-1891)
en David Teniers de Jonge (1610-1690). Dat hij
grote belangstelling heeft voor vaderlandse
geschiedenis, blijkt uit de reeks voorstellingen
die hij heeft gemaakt over de Tachtigjarige
Oorlog. Maar ook particuliere opdrachtgevers
zien in de 19e eeuw graag historische kleder­
dracht terug op hun schilderijen. Zo zijn er
van Johannes Bosboom kerkgezichten met
17e-eeuwse figuren bekend en kreeg Cornelis
Springer vaak directe opdrachten om stadsgezichten met historische figuren te schilderen.
Herman Frederik Carel ten Kate
1822 – Den Haag - 1891
De tegenstribbelende muzikant
Paneel 59 x 85,5 cm
Gesigneerd linksonder
Bij het hier links afgebeelde schilderij zorgt
de tegenstribbelende muzikant, die door twee
man naar binnen wordt gewerkt, voor een
komische noot. Blijkbaar heeft hij er niet veel
zin in om voor dit publiek te spelen. De man
in het midden met het glas in zijn hand, een
17e-eeuwse roemer, moet wel een welvarend
persoon zijn met zo’n chique jas en kanten
kraag. Achter hem staat een dienstmeid
met een witte schort. Rechts zien we een
soldaat op de rug, met een glimmend kuras
aan en een sabel aan zijn riem. De achtergrond wordt gevormd door wat gewoner volk
met eenvoudige kleding. De ruimte is verder
aangekleed met meubels, een schouw, vazen
en sierborden. Op de grond staat een stenen
kruik. De stofuitdrukking van al deze verschillende materialen is verbluffend. Herman ten
Kate heeft voor dit schilderij duidelijk alles uit
de kast gehaald.
Johan Mari Henri (‘Mari’) ten Kate
Den Haag 1831 - 1910 Driebergen
De jonge verkopers
Paneel 34,5 x 46 cm
Gesigneerd rechtsonder
b ove n
Johan Mari Henri (‘Mari’) ten Kate
Den Haag 1831 - 1910 Driebergen
Kinderen schuilen voor de regen
Paneel 50,5 x 66,8 cm
Gesigneerd linksonder
Gerardine Jacoba
van de Sande Bakhuyzen
Gaandeweg maakt de klassieke vaas echter plaats voor een marmeren plint en later
plaatst Gerardine haar bloemen zelfs op een
Van de weinige vrouwelijke beroepsschilders
gewone bosgrond. Haar penseelvoering wordt
die Nederland telt in de eerste helft van de 19e minder fijn, losser, meer gedurfd. Het hierbij
eeuw, is Gerardine van de Sande Bakhuyzen
afgebeelde schilderij Mand met witte azalea’s
een van de bekendste. Al op jonge leeftijd blijkt is dan ook echt een later werk uit het oeuvre
ze het artistieke talent van haar vader Hendrik van de schilderes. Het stilleven is alles behalve
te hebben geërfd. Deze genoot een grote repu- overdadig, alles behalve strak gecomponeerd.
tatie als veeschilder. Gerardine specialiseert
zich in het schilderen van stillevens, het enige De decoratieve achtergrond van springerig
genre dat in die tijd voor een dame als passend gras en gele mimosabloemetjes doet het
wordt beschouwd.
schilderij sprankelen. Het licht spat als het
ware van het doek af. De mand met witte azaZij blijkt baanbrekend te zijn op het artistieke
lea’s geeft de voorstelling een lieflijke, zuivere,
vlak. Ze is een van de eerste schilders die
bijna onschuldige uitstraling. Opvallend zijn de
breekt met de tradities van het klassieke
prachtige overgangen van licht en kleur in dit
stilleven. Hoewel haar vroege werk met
welhaast impressionistische werk.
weelderige maar vooral sterk gearrangeerde
bloemstukken hier nog duidelijk op is geïnWie de azaleakelken van dichtbij bestudeert,
spireerd, zoekt ze later naar een wat meer
ziet niet alleen wit maar ook geel, groen, grijs
ongedwongen compositie. Wél moet worden
en een vleugje roze. De donkergroene takjes
gezegd dat ook deze klassieke voorstellingen
die met de azalea’s zijn verweven, geven het
al blijkgeven van een groot schildertalent.
werk, samen met de schaduwpartijen van de
mand, een prachtige diepte. Hiermee bewijst
Gerardine alle aspecten van de schilderkunst
te beheersen en tevens te kunnen vernieuwen.
Willem Maris
1844 - Den Haag - 1910
Koeien in de wei bij een waterpoel
Doek 52,5 x 39 cm
Gesigneerd linksonder
Tentoonstellingen
Heino, Kasteel het Nijenhuis,
Franse landschapschilders en
meesters van de Haagse School, 12
september 2009 - 24 januari 2010
Literatuur
E.M. Aarts, Negentiende-eeuwse
schilderijen van Nederlandse of
Franse origine met realistisch en/of
romantisch karakter, Den Bosch,
1997, p. 41
Willem Maris
Willem Maris groeit op in een gezin waar de
kunsten zeer worden gestimuleerd. Hij heeft
twee getalenteerde oudere broers, Jacob en
Matthijs, die ook schilder zijn. Zijn vader Mattheus, die het bekende tijdschrift Kunstkronijk
drukt, stuurt zijn zoons er maar wat graag op
uit om buiten in de natuur te gaan tekenen.
Waar zijn broers eerst allerlei verschillende
onderwerpen uitproberen, legt Willem zich
al snel toe op het aquarelleren en schilderen
van brede weidelandschappen met koeien
en eendjes aan de slootkant. Willem is als
schilder altijd vrij onafhankelijk geweest, daar
hij op wat lessen van zijn broers na nooit een
echte leermeester heeft gehad. Maar met zijn
enorme talent weet hij dit prima op te vangen
en maakt hij uiteindelijk een grote artistieke
ontwikkeling door. Zijn vroege studies van
Gerardine Jacoba van de
Sande Bakhuyzen
1826 - Den Haag - 1895
Mand met witte azalea’s
Doek 48,5 x 65,5 cm
Gesigneerd rechtsonder
omgevallen bomen en koeienkoppen zijn aanvankelijk nog gedetailleerd en uiterst knap
getekend. Maar gaandeweg verandert hij in
een echte impressionist. Zijn visie op het landschap wordt breder, vrijer en opener en zijn
penseelstreek verandert navenant.
Willem Maris’ oeuvre kenmerkt zich niet
zozeer door een verscheidenheid aan onder­
werpen als wel door grote variaties in compositie, lichtbehandeling en techniek. In zijn
werk spelen eigenlijk niet de dieren maar juist
het zonlicht de hoofdrol. Hij wordt geïntrigeerd
door het effect dat het alsmaar veranderende
licht op de omgeving heeft. De lucht, het water
en het landschap wisselen in snel tempo van
kleur en gezicht. De nevelige atmosfeer in
de ochtend, het tegenlicht, de reflectie in het
water en het effect van zonlicht op de vacht
van een koe, zijn voor Maris de voornaamste
bronnen van inspiratie.
Hoewel in zijn vroegste werk de dieren nog een
afzonderlijk element vormen in de compositie,
worden ze later van ondergeschikt belang.
Weelderige gewassen en koele luchten lopen
moeiteloos in elkaar over en ook de koeien
gaan nu volledig op in het landschap. Het is
een totaalplaatje geworden, een impressie.
In tegenstelling tot andere kunstenaars van
de Haagse School, durft Maris ook meer
kleur te gebruiken. Zijn landschappen zijn
niet zozeer gehuld in het stemmige grijs waar
het Hollandse impressionisme zo bekend
om is. Willem bouwt zijn luchten op uit een
licht en kraakhelder blauw, de grassen zijn
groen, goudgeel en zelfs een tikje smaragd of
turquoise. Het is dan ook om deze reden dat
Willem Maris als de meest pure impressionist
van de Haagse School wordt beschouwd en
kunstcriticus Albert Plasschaert noemt hem
zelfs ‘de meeste oorspronkelijke van de drie
Marissen’.
Herkomst
Kunsthandel D. Sala en Zonen,
Leiden
Hendrik Willem Mesdag
In de negentiende eeuw is er in de omge­
ving van Den Haag nog geen haven, waardoor
Hendrik Willem Mesdag heeft de zee in al
vis­sers genoodzaakt zijn om met hun grote
haar gedaanten geschilderd. Vaak heeft hij de bomschuiten of kleinere garnalenbootjes te
zee verbeeld op haar kalmst, zowel in helder landen op het strand. Dit vormt geen gemakochtendlicht als bij vallende avond. Maar ook kelijke opgave, aangezien hiervoor hoog water
schildert hij de ruwere zee bij onstuimig weer nodig is. Daarom gaan de schepen bij eb voor
en zelfs storm schuwt hij niet. Het effect van anker voor de kust, zolang het baken ten teken
het veranderende licht op de lucht en het
van hoog water nog niet is verschenen. Dit
water fascineert hem uitermate. Maar ook
soort motieven zien we steeds terug in het
de bedrijvigheid op het Scheveningse strand oeuvre van Mesdag: bomschuiten op volle zee,
vormt een grote bron van inspiratie.
vis­sersschepen voor anker, schepen voor de
kust, vissersvolk op het strand en ankerdra­
gers, zogenaamde klijnezetters.
Hendrik Willem Mesdag
Groningen 1831 - 1915 Den
Haag
Vissersschepen voor anker
Doek 71 x 56,5 cm
Gesigneerd rechtsonder
Herkomst
Collectie L.M. De Jong Schouwenburg, 1912
Collectie mevr. J. De Jong
Schouwenburg (dochter van
bovengenoemde), 1934
Nazaten van bovengenoemde
Literatuur
J. Poort, Hendrik Willem Mesdag
(1831-1915): Oeuvrecatalogus,
Wassenaar, 1989, no. 30.26, afb.
p. 377
Op het afgebeelde schilderij zien we twee
vissersboten voor de kust liggen. Het anker is
reeds op het strand getrokken en een klijnezetter staat in het water. De stuurman kan van
boord worden gehaald. Gespannen wachten
de vissersvrouwen op de vangst. Hopelijk is
het wat! Bovendien mogen ze de vis die van de
manden valt zelf houden. In het zand liggen
al enkele manden klaar. De meeste aandacht
wordt echter getrokken door de schepen met
hun herkenbare okergele en rode zeilen en fijn
geschilderd tuig. Daarnaast springt ook het
fonkelende plasje water in het natte zand in
het oog. Daarin is nog net de reflectie van de
lucht en de gekleurde zeilen van het schip te
zien. Met een vleugje witte verf heeft Mesdag
nog wat accenten toegevoegd aan de breed
geschilderde golven, de scheepsboegen en de
zeilen van de schuiten verderop. Zo wordt de
fraaie lichtval nog meer benadrukt.
Cornelis Vreedenburgh
Woerden 1880 - 1946 Laren
Figuren op een pad langs
een rivier in de zomer
Paneel 29,8 x 44,3 cm
Gesigneerd en gedateerd 1911
rechtsonder
Philip Lodewijk Jacob
Frederik Sadée
1837 - Den Haag - 1904
Maastricht, het einde van de
processie
Doek 47 x 62,5 cm
Gesigneerd en ‘Maastricht 10
Juli 83’ linksonder
Johannes Bosboom
1817 - Den Haag - 1891
Interieur van de Noorderkerk te Hoorn
Aquarel 50 x 41 cm
Gesigneerd linksonder
Annotatie recto [op grafzerk]: ‘Hoorn’
Circa 1880
Herkomst
Wed. J. Bingham, Utrecht
Kunsthandel Frans Buffa & Zonen,
Amsterdam, oktober 1916
Collectie Ed. van Dam, Amsterdam,
1917
Collectie H.E. ten Cate, Almelo
Tentoonstellingen
Amsterdam, Kunsthandel Frans Buffa
& Zonen, Johannes Bosboom, oktober
1916
Den Haag, Pulchri Studio, Eretentoonstelling ter herdenking van Johannes
Bosboom, 1917, no. 65
Almelo, Waaggebouw, Van Daumier tot
Picasso: Twents particulier bezit, 17
maart - 30 april 1956, cat.no. 8
Literatuur
G.H. Marius, W. Martin, Johannes Bosboom, Den Haag, 1917, p. 150,
afb. 48
Marius Bauer
In navolging van Frankrijk raakt Nederland in
de 19e eeuw in de ban van de Oriënt. Deze golf
van belangstelling wordt bij het grote publiek
bovendien nog versterkt door het bezoek van
buitenlandse mogendheden en handelsdele­
gaties aan koning Willem III. Maar ook het
kolonialisme van Europese buurlanden en de
militaire campagne van Napoleon in Egypte
spreken erg tot de verbeelding.
Zo ontstaat ook tussen Marius Bauer en het
Oosten al een speciale band voor hij er ooit
is geweest. Als kind is hij getuige van een
tweetal buitenlandse optochten en raakt hij in
vervoering van de pracht en praal van vreemde
culturen, exotische kleding, architectuur,
haremvrouwen en fakirs. Ook verschijnen
er in winkels en kunsthandels steeds meer
oosterse objecten en exotica zoals vazen,
zwaarden, waterpijpen en tabaksdozen.
Bauers vader verzamelde reeds plaatjes van
oosterse taferelen en later heeft Marius zelf
ook veel oriëntaalse voorwerpen gekocht voor
zijn eigen verzameling. Deze fascinatie resul­
teert uiteindelijk in een groot aantal reizen. Hij
trekt niet alleen naar Turkije, maar ook naar
Palestina, Moskou, Egypte, Nederlands-Indië
en India, misschien wel zijn allergrootste inspiratiebron. De duizenden schetsen en teke­
ningen die hij daar maakt, werkt hij later uit
tot etsen, aquarellen en enkele olieverfschilderijen. Bauer verwerft uiteindelijk grote be­
kendheid en sleept veel internationale prijzen
in de wacht. Hij was overigens de enige Nederlandse kunstenaar die zich in het oriëntalisme
specialiseerde.
Hoewel het werk van Marius Bauer veel overeenkomsten vertoont met dat van de Haagse
School, zoals een impressionistische toets
en een palet met veel grijs- en bruintinten,
zijn diens onderwerpen vanzelfsprekend
erg afwijkend. Terugkerende motieven zijn
oosterse figuren, interieurs en exterieurs van
moskeeën, paleizen, tempels, stadspoorten,
stadsgezichten, oases, intochten en optochten
met olifanten en kamelen. Bauers kracht ligt
vooral in het feit dat hij met slechts enkele
verfstreken een figuur weet op te bouwen of
een stad weet neer te zetten. Hoewel hij zeer
gematigd omgaat met kleur, voegt hij hier en
daar vaak een klein, maar krachtig kleuraccent toe. Zijn composities zijn altijd zorgvuldig
gekozen. Ze zijn nooit saai. Maar het gaat de
kunstenaar niet om de details. Juist de vorm,
de suggestie, de totaalindruk is belangrijk. Het
is daarom niet moeilijk voor te stellen dat de
aquarellen en olieverven van Marius Bauer van
een afstand gezien op hun mooist zijn.
Marius Alexander
Jacques (‘Marius’) Bauer
Den Haag 1867 - 1932
Amsterdam
Oosterse wachters
Aquarel 59,5 x 47,1 cm
Gesigneerd rechtsonder
Herkomst
Collectie H.S. Southam,
1926 (rechtstreeks verworven van de kunstenaar)
Collectie M. Liernur, 1928
Kunsthandel E.J. van Wisselingh & Co, Amsterdam,
inv.no. A4955-5092
Tentoonstellingen
Schiedam, Sint Janskerk,
Marius Bauer in Turkije,
16 maart 2012 – 6 juli 2013
Istanbul, Dilek Sabanci
Sanat Galerisi, Marius
Bauer: An orientalist in Mardin, 24 april – 11 augustus
2013
Johannes Christiaan
Karel Klinkenberg
Johannes Christiaan Karel Klinkenberg staat
bekend als een specialist in het schilderen
van impressionistische stadsgezichten. Van
alle Nederlandse steden heeft hij Amsterdam
met haar historische gebouwen, sfeervolle
grachten en prachtige vergezichten, het meest
geschilderd. Desondanks neemt het hier­links
afgebeelde werk een bijzondere plaats in.
Het schilderij toont namelijk de voormalige
Warmoesgracht in Amsterdam. Deze gracht
is tussen 1894 en 1896 gedempt om ruimte te
maken voor een nieuwe westelijke verkeers­
weg tussen de Dam en de reeds gedempte
Rozengracht. Tegenwoordig maakt dit gebied
deel uit van de Raadhuisstraat. De naam
Raadhuisstraat verwijst naar het Koninklijk
Paleis op de Dam, dat tot 1808 de functie van
raadhuis heeft vervuld. Het Paleis is zichtbaar
op de achtergrond van het schilderij, duidelijk
te herkennen aan het indrukwekkende tim­
paan en het beeld van Atlas met het hemelgewelf op zijn schouders.
De relatief korte Warmoesgracht was zeer geliefd vanwege de fraaie bomen langs het water.
Het grachtje werd beschouwd als een van de
mooiste van de stad. Gek genoeg levert de
demping ervan weinig protest op bij de bevol­
king, hoewel er bij de doorbraak ook enkele
prachtige grachtenpanden moeten worden
gesloopt, onder andere tussen de Keizersen Herengracht. Bepaalde elementen van
de rijkversierde interieurs van deze panden
zijn echter wel bewaard gebleven. Zo werden
delen van geschilderde plafonds, wandschilderingen en marmeren schoorsteenmantels
overgebracht naar het Stedelijk Museum. De
doorbraak voor de Raadhuisstraat is de enige
doorbraak geweest die in het 19e-eeuwse
Amster­dam heeft plaatsgevonden. Met de
dem­ping van de Warmoesgracht zijn tevens
de hoge bruggen over het Singel en de Herengracht verdwenen.
Johannes Christiaan Karel Klinkenberg
1852 - Den Haag - 1924
Amsterdam, gezicht op de Warmoesgracht
(nu Raadhuisstraat), met het
Koninklijk Paleis op de Dam in de verte
Doek 47 x 39 cm
Gesigneerd rechtsonder
Lodewijk Franciscus Hendrik
(‘Louis’) Apol
1850 - Den Haag - 1936
Winters bosgezicht met een riviertje
Doek 51 x 61 cm
Gesigneerd rechtsonder
Herkomst
Kunsthandel Roelofs, Amsterdam
Pieter Oyens
Amsterdam 1842 – 1894 Brussel
Portret van een vrouw in een
zwarte jurk met kanten kraag
Doek 71 x 53,5 cm
Gesigneerd en gedateerd 1879
linksonder
Isaac Lazarus (‘Isaac’)
Israels
van 1903-1913 woonde. De lichtstad had destijds een grote aantrekkingskracht op kunstenaars uit vele landen, zoals Picasso, Matisse,
Isaac Israels kwam uit een artistiek nest. Als
Braque, Van Dongen, Mondriaan, om er maar
zoon van Jozef Israels, de beroemde schilder
enkele te noemen. In het bruisende Parijs
van de Haagse School, krijgt hij de belangstel- vindt Israels veel onderwerpen. Zo schildert
ling voor kunst, literatuur en reizen van huis
hij modellen, verkoopsters en naaisters bij het
uit mee. Is het hebben van zo’n beroemde
destijds wereldberoemde modehuis Paquin.
vader enerzijds een voordeel, anderzijds drukt Daarnaast verbeeldt hij danseressen, actrices
het ook als een last op de schouders van de
in de danszalen en theaters van Montmartre,
nog jonge Isaac, omdat hij in het begin van zijn feestende bezoekers van de talrijke café’s,
carrière vaak alleen maar gezien wordt als
kermisklanten, circusartiesten en acrobaten.
‘de zoon van’. Maar door zijn enorme talent en Ook in het in die tijd buiten Parijs gelegen Bois
werklust weet hij uit de schaduw van zijn vader de Boulogne is Isaac Israels vaak te vinden,
te treden en ontwikkelt hij zich tot een van de
waar hij de Parijse chic, flanerende stelletjes,
belangrijkste kunstenaars van zijn tijd.
picknickende families op de grasvelden,
lezende dames op bankjes en de drukbevolkte
Een cruciale periode in de ontwikkeling van
terrassen van de restaurants op vaak virtuoze
Isaac Israels was zijn verblijf in Parijs, waar hij wijze heeft vastgelegd.
Isaac Lazarus (‘Isaac’) Israels
Amsterdam 1865 - 1934 Den Haag
Parijs, Bois de Boulogne
Doek 34 x 46 cm
Gesigneerd rechtsonder
I s a a c L a z a ru s ( ‘ I s a a c ’ ) I s ra e l s
Amsterdam 1865 – 1934 Den Haag
Ruiter op het strand
Doek 45 x 50,5 cm
Gesigneerd rechtsonder
Otto Eerelman
In de 19e eeuw is de uit Groningen afkomstige
kunstenaar Otto Eerelman de hondenschilder
bij uitstek. Hoewel hij aanvankelijk begint als
portretschilder, kiest hij daarna dieren als
onderwerp. Hij specialiseert zich in het schilderen van paarden en honden.
Hoewel Eerelman ook andere hondenrassen
heeft geportretteerd, behoren sint-bernards
tot zijn meest gezochte en hoogst gewaar­
deerde onderwerpen. Eerelmans belangrijkste
opdrachtgevers zijn vooral rijke burgers en
de adel. Bovendien krijgt de alom gerespec­
teerde kunstenaar regelmatig opdrachten van
het koninklijk huis. Daarom laat Eerelman een
klein pension in zijn tuin bouwen, waar de honden logeren die door hem worden vereeuwigd.
Evenals andere beroemde dierenschilders,
zoals bijvoorbeeld Henriette Ronner-Knip, is
Eerelman uitmuntend in de weergave van de
fysionomie van de dieren. Aan zijn schilderijen
vallen daadwerkelijk hun karakter en emoties
af te lezen. Het hier rechts afgebeelde schilderij
is daar een uitstekend voorbeeld van. De sintbernardpuppy is zeer naturalistisch en met een
trefzekere impressionistische toets geschilderd
in warme, rijke kleuren. Bovendien zit er een
prachtig licht in het werk. Met zijn grote bruine
ogen en naar voren gestoken poot ziet de jonge
pup er aandoenlijk uit.
O t t o E e re l m a n
1839 - Groningen - 1926
Sint-bernardpup
Doek 30,5 x 20,5 cm
Gesigneerd rechtsboven
O t t o E e re l m a n
1839 - Groningen - 1926
Duitse herder
Paneel 33 x 23,7 cm
Gesigneerd linksonder
Nicolaas van der Waay
Van der Waay was actief lid van diverse kunstenaarsverenigingen in de hoofdstad, zoals
Nicolaas van der Waay is niet alleen een sucArti et Amicitiae en Vereeniging Sint Lukas.
cesvol kunstenaar geweest, maar hij was ook
Dergelijke verenigingen organiseren tal van
nauw betrokken bij de bevordering van de
activiteiten, zoals tekenlessen, tentoonstelkunsten in Nederland. Zijn eigen opleiding
lingen, muziekavonden, lezingen en kunstbekrijgt­hij aan de Rijksacademie van Beeldende schouwingen. Ook niet-kunstenaars, verzaKunsten in Amsterdam en bovendien maakt hij melaars, liefhebbers en filantropen worden
een studiereis naar Rome. Vanaf 1891 echter
uitgenodigd om deze avonden bij te wonen. In
is Van der Waay nog ruim 30 jaar als docent en die tijd geldt het organiseren van dergelijke
later als professor verbonden aan diezelfde
activiteiten als een belangrijk middel tot het
Amsterdamse Academie en heeft hij tientallen ‘bevorderen van de kunstzin’, het stimuleren
beroemde leerlingen. Door deze aanstelling
van kunstaankopen en het bevorderen van de
krijgt hij bovendien een aantal belangrijke
positie van de kunstenaar.
offi­ciële rijksopdrachten. Zo maakt hij een
monumentaal schilderij van de inhuldiging
In 1878 richt Van der Waay samen met drie
van koningin Wilhelmina in 1898 en wordt hij
vrienden het genootschap M.A.B. op, een
gevraagd de Gouden Koets te beschilderen die verwijzing naar de grote Italiaanse meester
Wilhelmina namens de inwoners van Amster- Michel Angelo Buonarotti. In tegenstelling tot
dam aangeboden krijgt.
andere, grotere verenigingen probeert M.A.B.
niet in de eerste plaats de positie van de kunstenaar te verbeteren of vernieuwing te sti­
muleren. Het draait bij dit kleine gezelschap,
dat elkaar kent van de Academie of van ‘Arti’,
vooral om de gezelligheid. Onder de leden
be­vinden zich Carel Lodewijk Dake, Ernst
Witkamp, Hendrik Haverman, Ferdinand Olde­
welt, Jan Hillebrand Wijsmuller, Hermanus
Koekkoek Jr., Nicolaas Riegen, Willem Witsen
en Jan van Essen. Maar ook enkele muzikan­
ten en kunstliefhebbers zijn lid.
Johannes Jacobus Maria
(‘Jan’) Bogaerts
Den Bosch 1878 - 1962
Wassenaar
Bloemstilleven
Doek 50 x 50 cm
Gesigneerd en gedateerd 1918
rechtsboven
Evenals de grote verenigingen organiseert
M.A.B. serieuze kunstbeschouwingen, waarbij diverse prenten van kunstwerken worden
bekeken, besproken en bediscussieerd. Van
der Waay zelf stond bekend als een prominent
en enthousiast lid van de groep. Mogelijkerwijs
stelt het hierbij afgebeelde schilderij dan ook
een kunstbeschouwing bij M.A.B. voor.
Nicolaas van der Waay
1855 - Amsterdam - 1936
De kunstbeschouwing
Doek 42,2 x 62,7 cm
Gesigneerd linksboven
Walter Vaes
Hoewel Walter Vaes zich aan vele onderwerpen heeft gewaagd, is hij toch vooral bekend
geworden met zijn stillevens. Bloemen, appels, peren, stukken vlees of vis schilderde hij
op virtuoze wijze. Deze stillevens kenmerken
zich door prachtige stofuitdrukking, krachtig
coloriet en bijzondere compositie.
Het hier afgebeelde schilderij Twee peren op
een tafelblad is hier een goed voorbeeld van.
Vaes heeft de peren met een verfijnde doch
impressionistische toets zeer knap weten
te schilderen. De vorm en de textuur van de
peren zijn duidelijk herkenbaar en komen,
in combinatie met een subtiele lichtwer­
king, goed tot hun recht. Daarnaast is ook de
kleurkeuze erg sterk. De geelgroene peren
steken fel af tegen de achtergrond, maar doordat Vaes het fond in neutrale grijstinten heeft
geschilderd, behoudt hij de harmonie in het
schilderij.
Het sublieme van dit schilderijtje eindigt echter niet bij de peren. Vaes heeft ook gespeeld
met compositie en perspectief. Door de weerspiegeling in het tafelblad krijgen de peren een
extra dimensie. Daarnaast is afsnijding een
beeldmiddel dat Vaes vaak gebruikt om zijn
composities aantrekkelijker te maken. Voor­
werpen zoals een vaasje of een tafelblad laat
hij dan gedeeltelijk buiten het beeldvlak vallen,
waardoor er een spanningsveld ontstaat. Door
niet het hele tafelblad te schilderen heeft Vaes
het tafereel op het hierbij afgebeelde werk ook
wat intiemer gemaakt. Bovendien komt door
het kleine formaat van het paneel de voorstel­
ling nog beter tot zijn recht.
Tot slot heeft Vaes de linker peer in verkorting
geschilderd, een van de moeilijkste technieken
in de schilderkunst. Deze peer ligt met zijn
steel naar achter, zodat hij vanuit het gekozen
gezichtspunt nagenoeg alleen van de onderkant te zien is. Achter deze ogenschijnlijk simpele voorstelling van twee peren blijkt dan toch
een echt staaltje vakmanschap schuil te gaan.
Walter Vaes
Borgerhout (Antwerpen)
1882 - 1958 Antwerpen
Twee peren op een tafelblad
Paneel 20,2 x 28 cm
Gesigneerd linksonder
Cornelis Springer
Amsterdam 1817 - 1891 Hilversum
Braunschweig, gezicht op
de Altstadtmarkt
Doek 94 x 141 cm
Verkocht in 2014
Gevraagd: werken uit particulier bezit
Als kunsthandel verkopen we niet alleen schilderijen, maar zijn we natuurlijk ook gericht op
de inkoop dan wel het in consignatie nemen
van werken. Vaak gaat het daarbij om een
enkel schilderij dat door een particulier aan
ons aangeboden wordt. Maar het komt ook
voor dat wij enkele werken tegelijk of zelfs
een hele collectie aankopen of in de verkoop
nemen.
Recentelijk nog hebben wij mooie resultaten
geboekt bij het in de verkoop nemen van een
belangrijke verzameling. Begin 2014 kregen
wij een dertigtal schilderijen aangeboden van
een familie. Daarbij zaten veel werken van
topschilders uit de Romantische School zoals
Cornelis Springer, Wouterus Verschuur, G.J.J.
van Os en Andreas Schelfhout. Twee maanden
later tijdens de tefaf in Maastricht verkochten
wij een behoorlijk aantal schilderijen uit deze
collectie. De meeste van deze werken waren
uit een hogere prijsklasse en gingen naar
klanten in verschillende landen in Europa en
naar Azië, Canada en de Verenigde Staten. Ook
in de maanden na de tefaf verkochten wij nog
een aantal schilderijen uit deze collectie.
Onze goede verkoopresultaten bleven niet onopgemerkt. Het feit dat we vooral belangrijke
werken van grote kunstenaars verkochten,
trok natuurlijk extra aandacht. Daarom kregen wij al tijdens diezelfde tefaf enthousiaste
reacties van verzamelaars op ons verkoopsucces. Contacten waren snel gelegd en
belangrij­ke werken werden ons aangeboden.
Hierdoor hebben we de afgelopen periode dan
ook weer een aantal prachtige schilderijen
kunnen verwerven.
Wij zijn een kunsthandel met een grote klantenkring, zowel in Nederland als ver daarbui­
ten. Wij kopen schilderijen en aquarellen aan
uit particulier bezit of nemen ze in consignatie.
Voortdurend zijn wij op zoek naar werken van
vooral hoge kwaliteit. Daarbij richten we ons
op schilders uit de 19e eeuw en het begin van
de 20e eeuw, zowel Nederlandse als buitenlandse kunstenaars.
Dit doen we al sinds 1953 en daarom hebben
we als kunsthandel de nodige ervaring en
expertise opgebouwd. Bij het in de verkoop
nemen van een schilderij spelen namelijk
meerdere dingen een rol, zowel in de voorbereiding als in de afhandeling. Daarbij denken we bijvoorbeeld aan restauratie, eventueel
een nieuwe lijst, kunsthistorisch onderzoek,
transport, fotografie, verzekering en eventuele
exportvergunningen. Al dit soort zaken regelen
wij op professionele wijze.
Verkoopkansen worden in belangrijke mate
bepaald door reputatie, bekendheid en activiteit. Wij staan dan ook op aansprekende
Georgius Jacobus Johannes van Os
Den Haag 1782 - 1861 Parijs
Stilleven met bloemen en vruchten
Paneel 72 x 56,5 cm
Verkocht in 2014
beurzen als de pan in Amsterdam en de
in Maastricht. Met name de tefaf kent
zijn gelijke niet. Dit evenement is mondiaal de
belangrijkste beurs op het gebied van kunst en
antiek, met jaarlijks meer dan 70.000 bezoe­
kers uit de hele wereld. Hieronder bevinden
zich bijna alle belangrijke verzamelaars en
musea. Naast deelname aan deze beurzen
houden wij in eigen huis ook grote en kleinere
verkooptentoonstellingen.
tefaf
Natuurlijk verwerven wij graag een belang­rijke
collectie zoals hierboven omschreven. Maar
ook als u slechts één goed werk te koop of in
consignatie wilt aanbieden, zijn wij natuurlijk
net zo geïnteresseerd.
Hendrik Willem Mesdag
Groningen 1831 - 1915 Den Haag
Bomschuiten op zee
Doek 78,3 x 48 cm
Verkocht in 2014
Cornelis Springer
Amsterdam 1817 - 1891 Hilversum
Haarlem, gezicht op de Vleeshal en de
Sint-Bavokerk op de achtergrond
Doek 97 x 83,5 cm
Verkocht in 2014
Pieter Florentius
Nicolaas Jacobus
(‘Floris’) Arntzenius
Soerabaja (Ned.-Indië)
1864 - 1925 Den Haag
Gezicht op het Noordeinde in
Den Haag
Doek 65 x 82,5 cm
Gesigneerd linksonder
Literatuur
J. Sillevis, Twee eeuwen Haagse
Kunst 1801-2001 [Serie Haags
Palet], Voorburg, 2001, afb. p. 21
Colofon
Teksten: Saskia Groendijk
Kunsthistorisch onderzoek: Saskia Groendijk
Fotografie: Peter Cox, Eindhoven
Vormgeving: Peter Thijs, Eindhoven
Druk en lithografie: Lecturis bv, Eindhoven
©2014 Kunsthandel A.H. Bies bv, Eindhoven (NL)
Lid
vhok , cinoa
Deelnemer pan Amsterdam en
tefaf
Maastricht
KUNSTHANDEL
sinds 1953
Boschdijk 221A
5612 HC Eindhoven (NL)
Tel. +31 (0) 40 243 13 77
Fax +31 (0) 40 246 27 24
[email protected]
www.kunsthandelbies.nl