interview in het novembernummer van Ondernemen

Een kledingsketen
zonder zwakke schakels
Ann Claes (co-bedrijfsleider JBC)
Het duo Bart en Ann Claes laat de JBC-keten almaar groeien. Het bloeien
blijkt echter vooral een kwestie te zijn van de juiste dingen te doen zowel
voor medewerkers, dichtbij en ver weg, als voor klanten, in winkels en
op internet. Ann Claes staat sterk in haar schoenen als co-bedrijfsleider.
Uiteraard vrouwelijk. Maar dat behoeft niet veel aandacht, vindt ze.
Zowat een jaar terug leidden Bart en Ann Claes genodigden rond in het splinternieuwe hoofdkantoor van JBC, wat kort staat voor Jean-Baptiste Claes, hun vader.
De initialen maakten inmiddels veel meer naam als kledingketen dan vader vroeger
als wielrenner. Hij startte na zijn sportcarrière in 1975 met één JBC-winkel. Vandaag
leiden zoon en dochter 136 winkels in heel België en Luxemburg, goed voor ongeveer 1600 medewerkers. Daarvan werken er nu zowat 270 in het hoofdkantoor,
annex magazijnen, in Houthalen-Helchteren. Ondertussen zijn de opslagruimte en
de distributie-infrastructuur uitgebreid, wat de totale ruimte op 50.000 m² brengt.
De familieholding Claes Retail Group haalde in 2013 een omzet van 325 miljoen
euro. In 2014 volgde een verdere groei met 2,7%. Een jaar terug nam ze een meerderheidsparticipatie in Mayerline.
Wat zit er in het succesrecept? “We waken erover dat het hier leuk is om met elkaar
om te gaan; dat we over alles kunnen praten. We blijven ook constant zeer kritisch
voor onszelf. Je mag nooit het gevoel krijgen dat je er bent. Je houdt je organisatie,
zowel als je visie in het oog. Je moet snel kunnen bijsturen. Daarvoor is de inbreng
van alle medewerkers zeer welkom. De deuren van onze kantoren staan altijd open.
16 |
november
| vkw ondernemen 2014
Wij willen een open cultuur”, schetst
Ann Claes. Zo houdt zij ook graag de
lijnen tussen de niveaus kort. Dat lijkt
niet evident als het medewerkersaantal blijft groeien zoals bij JBC, maar dat
is het voor haar toch wel. “Wij hebben
nooit anders geweten.”
Leiderschap is mannelijk
noch vrouwelijk
In 2013 werd JBC verkozen tot beste
retailer van het jaar. Ann en Bart Claes
doen het familiebedrijf verder groeien
met een overduidelijke houding: “Doe
de juiste dingen voor je medewerkers en
je klanten. Je bekijkt elke dag je winkels
en je collecties, ook je e-commerce. Wij
wonen en leven hier tussen onze klanten. Maar ik bezoek ook minstens elke
week een van onze winkels.”
Onlangs deed Ann Claes voor een
groep VKW-leden van de afdeling
(Foto Filip Van Roe / Reporters)
Duurzaam Ondernemen
Duurzaam Ondernemen
Kempen uit de doeken hoe zij tegen
vrouwelijk leiderschap aankijkt. Maar
heisa wil zij er niet over maken. “85%
van de medewerkers hier zijn vrouwen. Je treft bij JBC op alle niveaus
meer vrouwen dan mannen aan, ook
bij de managers. Dat heeft natuurlijk
veel te maken met de aard van de
business.” Zij ziet wel verschillen
tussen mannelijke en vrouwelijke
leiders. “Wanneer ik met mijn broer
een winkel bezoek, zal ik eerder naar
de collecties kijken. Mijn broer zal
meer andere zaken fixeren. Op die
manier leren wij van elkaar. Wij zijn
complementair.”
Ann Claes wil echter de verschillen
tussen seksen zeker niet benadrukken.
“Daarover wordt nog te veel gepraat. Ik
kijk ook niet in die termen naar medewerkers, man of vrouw. Om leiding te
kunnen geven is in de eerste plaats
vakkennis nodig, omdat je anders
niet geloofwaardig bent, wat ook je
geslacht is. Je moet ook communicatief sterk staan, in het verwoorden en
het luisteren. Neen, dat laatste is zeker
niet beter bij een vrouw. Daarnaast heb
je een visie nodig. Je bepaalt waarvoor
het team gaat. Je zit niet zomaar tussen
iedereen te babbelen, jij moet de keuzes
maken.”
De bedrijfsleidster beseft zeer goed dat
directief zijn tegenwoordig moeilijk is
omdat medewerkers mondiger en beter
ontwikkeld zijn. “Een hedendaagse
leider hakt dan ook de knoop pas door
na goed overleg. Hij of zij moet mensen
ook mee krijgen om voor het gezamenlijke doel te gaan.”
Schone arbeidsvoorwaarden contractueel
JBC neemt het voortouw om de arbeidsomstandigheden te verbeteren waarin
kledij wordt geproduceerd. Het bedrijf
haalt de helft van zijn kleding uit China
en de andere helft uit een rist landen,
met name India, Bangladesh, Tunesië
en Turkije buiten Europa, plus Litouwen en Roemenië binnen Europa. “Het klopt dat
wij de oorsprong van de textieldraad vandaag niet kennen. Dat kan geen enkele
kledingzaak beweren. Maar we stappen wel naar de confectieateliers zodra de draad
voor ons wordt verwerkt. Onze contracten bevatten ‘social buying conditions’, zeg
maar onze sociale inkoopvoorwaarden. Die worden gecontroleerd door onafhankelijke inspectieorganisaties. De condities zijn geëvolueerd. Vroeger lag de nadruk op
het vermijden van kinderarbeid. Dat komt in onze fabrieken niet meer voor. Nu gaat
het om een bredere waaier van
criteria die slaan op de veiligheid
“Onze contracten bevatten
van de gebouwen, werkuren en
‘social buying conditions’, zeg
lonen, gelijkheid en hygiëne. De
maar onze sociale inkoopvoorfocus ligt op het vermijden van
waarden.”
directe discriminatie qua lonen
en werkuren, maar de inspecties
checken ook of er geen dozen worden gestapeld voor de branduitgang. Wij ondervinden bij onze leveranciers geen problemen, maar door de manier waarop we
selecteren, werken we natuurlijk al preventief. Niet alleen de prijs telt voor ons, ook
die arbeidsvoorwaarden.” Ook hier blijkt communicatie een cruciale rol te spelen.
“In China hebben we eigen kantoren met medewerkers die de taal kennen en in de
ateliers rondlopen. Zo weten we snel wat er gebeurt en waar het dreigt fout te lopen.”
Geen last van e-concurrenten
Langs de kant van zijn klanten moet een kledingketen tegenwoordig zijn e-commerce
doordacht uitbouwen. “Je kunt immers niet tegen de stroom in varen. Het is een
belangrijke tool voor de aankopen van consumenten van jongere generaties. De
e-winkel heeft uiteindelijk dezelfde functie als de fysieke winkel. We zijn er even
toegankelijk. We merken dat e-commercespecialisten zoals bol.com of Coolblue
goed bezig zijn, maar zij vormen vandaag geen bedreiging voor ons. Je moet ook
naar het businessmodel kijken. Neem Zalando. Dat is een bedreiging voor multimerkenwinkels, maar wij werken uitsluitend met eigen collecties, mode voor jonge
mensen. We staan daarin traditioneel sterk, onder meer door collecties die werden
en worden opgehangen aan bekende figuren zoals Naomi Campbell, Walter Van
Beirendonck, Mika of nu Axelle Red. Op die manier blijven we de klant aangenaam
verrassen. Maar, zoals gezegd, we blijven altijd wel kritisch en open om snel bij te
sturen. Dat is cruciaal.”
Kan het wat mobieler?
Schone kleren en e-commerce vormen dus geen grote hinderpalen voor de verdere
ontwikkeling van de kledinggroep. Toch vindt ze mogelijke struikelblokken op haar
weg. “Het is niet aan mij om aan politiek te doen, maar ik vind wel dat jonge mensen
genoeg kansen moeten krijgen om te ondernemen. Fundamenteel is dat ons onderwijs goed werkt. Erger is het gesteld met het mobiliteitsprobleem. Het is heel triest dat
op dat gebied niets ingrijpends gebeurt en dat het openbaar vervoer niet sterk wordt
uitgebouwd. Kijk hoe Amsterdam de verstopping van het verkeer heeft opgelost,
kijk hoe hier wat verder in Eindhoven de zaak is ontknoopt. Vlaanderen doet niets
van die orde.” De JBC-vrachtwagens zijn alleen nog ’s nachts onderweg naar de
winkels, behalve in de stadscentra. Maar daar bevinden zich minder JBC-zaken.
Voor de eigen business valt dus ook dat probleem nog enigszins mee.
Willem De Bock
vkw ondernemen 2014 |
november
| 17