MANUAL Dataverzameling Meetbaar Beter Aortakleplijden Manual dataverzameling Meetbaar Beter – Aortakleplijden – versie 16 mei 2014 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Definities 4 3. Aortakleplijden 5 4. Aortakleplijden– behandeling specifiek 6 4.1 4.1.1 4.1.2 4.1.3 Operatieve aortaklepvervanging (AVR) Uitkomstindicatoren Initiële condities Codeboek 6 6 7 8 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 Transkatheter aortaklepvervanging (TAVI) Uitkomstindicatoren Initiële condities Codeboek 10 10 11 12 4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.3 CABG + AVR Uitkomstindicatoren Initiële condities Codeboek 15 15 16 17 4.4 4.4.1 4.4.2 4.4.3 Conservatieve behandeling bij asymptomatische aortaklepstenose Uitkomstindicatoren Initiële condities Codeboek Manual dataverzameling Meetbaar Beter – Aortakleplijden – versie 16 mei 2014 2 1. Inleiding Meetbaar Beter is een wetenschappelijk onderbouwd programma dat met behulp van patiëntrelevante uitkomstindicatoren op een artsgedreven én patiëntgerichte manier werkt aan de verbetering van kwaliteit en transparantie van zorg in de deelnemende hartcentra. Binnen Meetbaar Beter worden de voor patiënten meest relevante uitkomstindicatoren aan de hand van een evidence-based methodologie geselecteerd (Value Based Healthcare (VBHC) theorie). De gemeten resultaten worden volledig transparant gecommuniceerd. De inzichten in de resultaten van zorg die hierdoor verkregen worden, bieden de basis voor een kwaliteits- en verbetercyclus op basis van deze uitkomstindicatoren. In 2013 is de stichting Meetbaar Beter opgericht zodat het project voor alle deelnemende hartcentra goed kan worden gefaciliteerd. Deze hartcentra zullen allen vanuit hun eigen centrum de dataverzameling in het eigen ziekenhuis organiseren. Elk deelnemend hartcentrum is zelf verantwoordelijk voor de dataverzameling. Vanuit de stichting Meetbaar Beter wordt een standaard Excel bestand aangeleverd waarin de gegevens voor de verschillende uitkomstindicatoren en initiële condities voor de betreffende medische aandoening verzameld kunnen worden. Op deze manier wordt gewaarborgd dat alle gegevens op een zelfde manier aangeleverd worden. In deze manual ‘Dataverzameling Meetbaar Beter - aortakleplijden’ vindt u alle gegevens betreffende de dataverzameling voor de uitkomstindicator aortakleplijden voor Meetbaar Beter. Mocht u vragen hebben over de dataverzameling, dan kunt u contact opnemen met Saskia Houterman, projectleider datamanagement Meetbaar Beter, via [email protected] of tel. 040-2396525. Wij wensen u veel succes met de gegevensverzameling voor Meetbaar Beter! Manual dataverzameling Meetbaar Beter – Aortakleplijden – versie 16 mei 2014 3 2. Definities In het definitieboek van Meetbaar Beter worden alle algemene definities gepresenteerd die binnen Meetbaar Beter bij de verschillende medische condities terugkeren. Alle andere definities die specifiek zijn voor een medische conditie staan bij de uitkomstindicatoren of initiële condities benoemd. Het definitieboek is een aanvulling op de manuals die per medische conditie beschikbaar zijn. Manual dataverzameling Meetbaar Beter – Aortakleplijden – versie 16 mei 2014 4 3. Aortakleplijden In het Meetbaar Beter boek wordt op twee niveaus gerapporteerd: op niveau van het ziektebeeld aortakleplijden waarvoor een aantal generieke indicatoren gerapporteerd worden (d.w.z. voor de operatieve aortaklepvervanging (AVR) en de transkatheter aortaklepvervanging (TAVI)) en op het verrichting/behandelingsniveau, te weten operatieve aortaklepvervanging (AVR), transkatheter aortaklepvervanging (TAVI), de combinatie van Coronaire Bypass Chirurgie (CABG) en operatieve aortaklepvervanging (AVR) (CABG + AVR) en de conservatieve behandeling bij asymptomatische aortaklepstenose waarvoor ook een aantal behandelingsspecifieke indicatoren gerapporteerd worden. Definitie aortakleplijden Aortastenose is een obstructie van de bloedstroom vanuit de linkerkamer door een subvalvulaire, valvulaire of supravalvulaire vernauwing. De obstructie van de bloedstroom dient ten minste 75% te zijn, voordat er belangrijke veranderingen in de circulatie optreden. Omdat een normaal ostiumoppervlak van de aortaklep bij een volwassen patiënt ongeveer 3-4cm² is, betekent dit dat een afname naar > 1,0cm² over het algemeen niet als een ernstige aortastenose wordt aangemerkt. In de meest recente richtlijn van de ESC (European Society of Cardiology) wordt een aortastenose met een klepopeningsoppervlak van >1,5cm² beschouwd als gering en van 1,0-1,5cm² als matig. Bij een ostiumoppervlak van <1,0cm² wordt gesproken van ernstige aortastenose. De hoogte van het drukverval over de klep wordt niet beschouwd als de belangrijkste parameter om de ernst van de stenose in te schatten. Aorta-insufficiëntie bestaat wanneer een gedeelte van het bloed dat in de systole voorwaarts wordt uitgepompt, tijdens de diastole weer terugstroomt van de aorta in de linkerkamer. Aortaklepstenose en aortaklepinsufficiëntie komen vaak in combinatie voor (gecombineerd aortakleplijden). Meestal overheerst één van beide afwijkingen. Het beeld wordt dan bepaald door de afwijking die hemodynamisch het belangrijkst is. Bronvermelding: · Guidelines on the management of valvular heartdisease (version 2012). Eur Heart J 2012; 33: 2451–2496 Patiënten, die gediagnosticeerd zijn met aortakleplijden en in het rapportagejaar een AVR of een TAVI hebben gekregen, worden geïncludeerd en dus opgenomen in het consolidatiedatabestand voor aortakleplijden. Patiënten, die een combinatie-behandeling hebben ondergaan (bijvoorbeeld AVR+CABG) worden geëxcludeerd. Indien de patiënt gestart is in meerdere cohorten dan telt de datum van de start van de eerste behandeling/verrichting. NB. Eventuele dubbeltellingen worden eruit gehaald. Manual dataverzameling Meetbaar Beter – Aortakleplijden – versie 16 mei 2014 5 4. Aortakleplijden – behandeling specifiek Er zijn een aantal generieke regels binnen Meetbaar Beter die gelden voor de inclusie van patiënten in een cohort (AVR/TAVI/CABG+AVR/conservatief). Generieke regels verrichtingregistratie: 1. De follow-up start op het moment van de verrichting (AVR/TAVI/CABG+AVR), c.q. het moment van diagnostiek (conservatief). 2. Voor de verrichtingregistratie wordt gerapporteerd op patiëntniveau, dit houdt in dat een patiënt maar één keer in eenzelfde AVR, TAVI, CABG+AVR of conservatief cohort kan voorkomen maar wel tegelijk in AVR, TAVI, CABG+AVR en conservatief cohort kan voorkomen. 3. Gedurende de gehele follow-up duur blijft de patiënt in eenzelfde cohort (AVR/TAVI/CABG+AVR/conservatief), tenzij er een specifieke uitzondering geldt zoals hieronder bij de specifieke verrichting staat beschreven. Ondergaat een patiënt een andere verrichting die buiten het huidige cohort valt, dan start ook voor die verrichting de follow-up in het andere cohort. De follow-up gaat dan door in beide cohorten (tenzij er een specifieke uitzondering geldt zoals hieronder staat beschreven). 4. Ondergaat de patiënt in eenzelfde cohort voor de 2e keer eenzelfde verrichting dan wordt dat geteld als reïnterventie (tenzij er een specifieke uitzondering geldt zoals hieronder staat beschreven), maar start de follow-up niet opnieuw. Eventuele outcome events worden toegerekend aan de eerste verrichting. 5. Elk outcome event kan binnen een cohort maar één keer voorkomen per patiënt, waarbij het eerst opgetreden outcome event telt. 4.1 Operatieve aortaklepvervanging (AVR) Definitie AVR = elke patiënt die voor de eerste keer een AVR ondergaat binnen de vastgestelde rapportageperiode, zonder gelijktijdige CABG of andere hartchirurgie. NB: ontdubbelen moet het centrum zelf doen 4.1.1 Uitkomstindicatoren Geselecteerde uitkomstindicatoren voor patiënten met aortakleplijden behandeld door middel van AVR: 1) mortaliteit binnen 120 dagen na AVR Patiënten in het AVR-cohort die ongeacht doodsoorzaak binnen 120 dagen na interventie overlijden. Inclusieperiode: 2009 - 2013 2) lange termijn overleving na AVR Patiënten die overleven als functie van het aantal verstreken dagen na AVR met een maximale follow-up duur van 5 jaar. Inclusieperiode: 2009 - 2013 3) NYHA klasse voor en na AVR De NYHA (New York Heart Association) classificatie voor hartfalen moet in de periode 30 t/m 60 dagen na de interventie zijn gemeten en vlak voor de interventie. 5 categorieën: 1) kortademigheid alleen bij flinke inspanning, geen symptomen tijdens normale activiteiten; 2) kortademigheid treedt op bij matige inspanning; 3) kortademigheid treedt al op bij geringe inspanning; 4) kortademigheid in rust; de patiënt kan geen enkele inspanning uitvoeren zonder symptomen en 9) onbekend Inclusieperiode: 2009 – 2013 Manual dataverzameling Meetbaar Beter – Aortakleplijden – versie 16 mei 2014 6 4) kwaliteit van leven 1 jaar na AVR Kwaliteit van leven van de patiënt gemeten vlak voor de interventie en 1 jaar na de AVR met de SF12-2 of SF36-2. Deze vragenlijst bevat vragen over de lichamelijke en geestelijke gezondheid van de patiënt. Deze vragen betreffen acht hoofdonderwerpen: fysiek functioneren, rolfunctioneren fysiek, lichamelijke pijn, ervaren gezondheid, vitaliteit, sociaal functioneren, rolfunctioneren emotioneel en geestelijke gezondheid. De indicator toont het gemiddelde van de nulmeting en de meting 1 jaar na de AVR en vergelijkt de uitkomsten tevens met de uitkomsten van de gemiddelde Nederlandse populatie, rekening houdend met leeftijd en geslacht. Inclusieperiode: 2009-2012 5) complicaties - diepe sternumwondinfecties Patiënten die binnen 30 dagen na de operatie een diepe sternumwondinfectie (DSWI) ontwikkelen, betrekking hebbend op spier-, bot- en/of mediastinum. 3 categorieën: 0) nee; 1) ja en 9) onbekend Inclusieperiode: 2009 - 2013 6) complicaties - CVA Patiënten waarbij zich een postoperatieve CVA ontwikkelt binnen 72 uur na de interventie in het eigen ziekenhuis (waar de interventie heeft plaatsgevonden) volgend op de ingreep. 3 categorieën: 0) nee; 1) ja en 9) onbekend Inclusieperiode: 2009 - 2013 7) klep reïnterventie Overlevende patiënten vrij van een klep reïnterventie aan dezelfde klep (AVR of TAVI) als functie van het aantal verstreken dagen na interventie. Alle klep reïnterventies gedurende follow-up worden geregistreerd. 3 categorieën: 0) geen klep reïnterventie; 1) klep reïnterventie en 9) onbekend Inclusieperiode: 2009 - 2013 8) implantatie van een nieuwe permanente pacemaker Patiënten bij wie binnen 30 dagen na de interventie een nieuwe (geen vervangende) permanente pacemaker geïmplanteerd wordt. 3 categorieën: 0) geen permanente pacemaker; 1) permanente pacemaker en 9) onbekend Inclusieperiode: 2009 – 2013 4.1.2 Initiële condities Geselecteerde initiële condities van de patiënt - AVR: · leeftijd leeftijd in jaren op het moment van start AVR · geslacht 3 categorieën: 1) man; 2) vrouw en 9) geen geslacht / onbekend (b.v. transgenders en androgiene types) · logistische Euroscore I Laatst bepaalde logistische Euroscore I voor de interventie continu gemeten in % (2 decimalen nauwkeurig, b.v. 25,03%) · endocarditis Er is sprake van endocarditis indien deze diagnose is gesteld door de cardioloog, bij voorkeur aan de hand van de Duke criteria. Zowel de definitieve als waarschijnlijke diagnose meenemen. 4 categorieën: 0) geen endocarditis; 1) binnen 3 weken na diagnose (hartteambespreking) behandeld met antibioticum; 2) endocarditis (overig) en 9) onbekend · diabetes mellitus 3 categorieën: 0) geen diabetes; 1) diabetes type 1 of type 2 en 9) onbekend Manual dataverzameling Meetbaar Beter – Aortakleplijden – versie 16 mei 2014 7 · · · · · eerdere hartoperatie 3 categorieën: 0) geen eerdere hartoperatie gedurende het hele leven; 1) hartoperatie in het verleden (dit betreft slechts ingrepen waarbij het pericard geopend is, conform de Euroscore) en 9) onbekend nierinsufficiëntie Nierinsufficiëntie wordt gedefinieerd als een verminderde glomerular filtration rate (GFR) <60 ml/min/1,73 m2. De GFR wordt door Meetbaar Beter berekend volgens de MDRD formule. urgentie van de procedure 3 categorieën: 1) gepland (electief); 2) opgenomen en 9) onbekend CVA in het verleden Patiënten die een CVA hebben doorgemaakt voorafgaande aan de AVR gedurende het hele leven. 3 categorieën: 0) nee; 1) ja en 9) onbekend ernstige linker ventrikel dysfunctie 4 categorieën: 1) ejectie fractie > 50%; 2) ejectie fractie 30-50%; 3) ejectie fractie < 30% en 9) onbekend 4.1.3 Codeboek Codeboek definities variabelen - AVR Naam variabele ziekenhuis Omschrijving ziekenhuis waar interventie cq. behandeling plaatsvindt patientnr verwezen patiëntnummer patiënt verwezen uit een ander ziekenhuis Codering 1=Catharina 2=Antonius 3=AMC 4=UMCG 5=OLVG 6=Amphia 7=UMCU 8=Isala 9=MST 10=MCL 11=Haga 12=ErasmusMC 0=nee 1=ja 9=onbekend intv_dat datum interventie dd-mm-jjjj geb_dat geboortedatum dd-mm-jjjj leeftijd leeftijd 999=onbekend geslacht geslacht 1=man 2=vrouw 9=geen geslacht / onbekend diabetes diabetes mellitus 0=nee 1=ja 9=onbekend Euroscore logistische Euroscore I 999,99=onbekend endocarditis endocarditis 0=nee 1= < 3 wk behandeld met antibioticum 2=ja, overig Manual dataverzameling Meetbaar Beter – Aortakleplijden – versie 16 mei 2014 8 vorigHartop eerdere hartoperatie kreat urgentie kreatinine niveau (μmol/l) urgentie van de procedure vorigCVA CVA in voorgeschiedenis LVEF linker ventrikel ejectiefractie NYHA_base NYHA klasse vóór de interventie NYHA_1 NYHA klasse na 30-60 dagen DSWI diepe sternumwondinfectie pacemaker implantatie van een permanente pacemaker binnen 30 dagen CVA CVA reinterv_klep klep reïnterventie verricht gedurende follow-up reinterv_klep_dat vitaliteit datum klep reïnterventie vitaliteitsstatus van de patiënt op 3004-2014 vitaliteit_dat 9=onbekend 0=nee 1=ja 9=onbekend 9999=onbekend 1= gepland 2= opgenomen 9=onbekend 0=nee 1=ja 9=onbekend 1=>50% 2=30-50% 3=<30% 9=onbekend 0= cat 1 1= cat 2 2= cat 3 3= cat 4 9=onbekend 0= cat 1 1= cat 2 2= cat 3 3= cat 4 9=onbekend 0=nee 1=ja 9=onbekend 0= nee 1= ja 9=onbekend 0=nee 1=ja 9=onbekend 0=nee 1=ja 9=onbekend dd-mm-jjjj 0=levend 1=overleden 2=lost to follow-up 9=onbekend dd-mm-jjjj vitaliteitsdatum: indien levend 30-042014; indien overleden overlijdensdatum; indien lost to follow-up datum laatste contact followup_dat datum follow-up dd-mm-jjjj FF_base KvL: score fysiek functioneren vóór de 999=onbekend interventie RF_base KvL: score rolfunctioneren fysiek vóór 999=onbekend de interventie PN_base KvL: score lichamelijke pijn vóór de 999=onbekend interventie Manual dataverzameling Meetbaar Beter – Aortakleplijden – versie 16 mei 2014 9 EG_base VT_base SF_base RE_base GG_base FF_1 RF_1 PN_1 EG_1 VT_1 SF_1 RE_1 GG_1 4.2 KvL: score ervaren gezondheid vóór de interventie KvL: score vitaliteit vóór de interventie KvL: score sociaal functioneren vóór de interventie KvL: score rolfunctioneren emotioneel vóór de interventie KvL: score geestelijke gezondheid vóór de interventie KvL: score fysiek functioneren na 1 jaar KvL: score rolfunctioneren fysiek na 1 jaar KvL: score lichamelijke pijn na 1 jaar KvL: score ervaren gezondheid na 1 jaar KvL: score vitaliteit na 1 jaar KvL: score sociaal functioneren na 1 jaar KvL: score rolfunctioneren emotioneel na 1 jaar KvL: score geestelijke gezondheid na 1 jaar 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend Transkatheter aortaklepvervanging (TAVI) Definitie TAVI = elke patiënt die voor de eerste keer een TAVI ondergaat binnen de vastgestelde rapportageperiode. NB: ontdubbelen moet het centrum zelf doen 4.2.1 Uitkomstindicatoren Geselecteerde uitkomstindicatoren voor patiënten met aortakleplijden behandeld door middel van TAVI: 1) procedurele mortaliteit na TAVI Patiënten in het TAVI-cohort die binnen 72 uur na de interventie overlijden ongeacht doodsoorzaak. Inclusieperiode: 2009-2013 2) mortaliteit binnen 30 dagen na TAVI Patiënten in het TAVI-cohort die binnen 30 dagen na interventie overlijden ongeacht doosdoorzaak. Inclusieperiode: 2009- 2013 3) lange termijn overleving na TAVI Patiënten die overleven als functie van het aantal verstreken dagen na TAVI met een maximale follow-up duur van 1 jaar. Inclusieperiode: 2009-2013 4) NYHA klasse voor en na TAVI De NYHA (New York Heart Association) classificatie voor hartfalen moet in de periode 30 t/m 60 dagen na de interventie zijn gemeten en vlak voor de interventie. Manual dataverzameling Meetbaar Beter – Aortakleplijden – versie 16 mei 2014 10 5) 6) 7) 8) 9) 4.2.2 5 categorieën: 1) kortademigheid alleen bij flinke inspanning, geen symptomen tijdens normale activiteiten; 2) kortademigheid treedt op bij matige inspanning; 3) kortademigheid treedt al op bij geringe inspanning; 4) kortademigheid in rust; de patiënt kan geen enkele inspanning uitvoeren zonder symptomen en 9) onbekend Inclusieperiode: 2009 – 2013 kwaliteit van leven 1 jaar na TAVI Kwaliteit van leven van de patiënt gemeten vlak voor de interventie en 1 jaar na de TAVI met de SF12-2 of SF36-2. Deze vragenlijst bevat vragen over de lichamelijke en geestelijke gezondheid van de patiënt. Deze vragen betreffen acht hoofdonderwerpen: fysiek functioneren, rolfunctioneren fysiek, lichamelijke pijn, ervaren gezondheid, vitaliteit, sociaal functioneren, rolfunctioneren emotioneel en geestelijke gezondheid. De indicator toont het gemiddelde van de nulmeting en de meting 1 jaar na de TAVI en vergelijkt de uitkomsten tevens met de uitkomsten van de gemiddelde Nederlandse populatie, rekening houdend met leeftijd en geslacht. Inclusieperiode: 2009 – 2012 vasculaire complicaties Patiënten die binnen 30 dagen na de interventie vasculaire complicaties krijgen (diagnose volgens de VARC-2-definities) 3 categorieën: 0) geen vasculaire complicatie; 1) minor vasculaire complicatie(s); 2) major vasculaire complicaties en 9) onbekend Inclusieperiode: 2009 – 2013 implantatie van een nieuwe permanente pacemaker Patiënten bij wie binnen 30 dagen na de interventie een nieuwe (geen vervangende) permanente pacemaker geïmplanteerd wordt. 3 categorieën: 0) geen permanente pacemaker; 1) permanente pacemaker en 9) onbekend Inclusieperiode: 2009 – 2013 complicaties - CVA Patiënten waarbij zich een postoperatieve CVA ontwikkelt binnen 72 uur na de interventie in het eigen ziekenhuis (waar de interventie heeft plaatsgevonden) volgend op de ingreep. 3 categorieën: 0) nee; 1) ja en 9) onbekend Inclusieperiode: 2009 – 2013 klep reïnterventie Overlevende patiënten vrij van een klep reïnterventie aan dezelfde klep (AVR of TAVI) als functie van het aantal verstreken dagen na interventie. Alle klep reïnterventies gedurende follow-up worden geregistreerd. 3 categorieën: 0) geen klep reïnterventie; 1) klep reïnterventie en 9) onbekend Inclusieperiode: 2009 - 2013 Initiële condities Geselecteerde initiële condities van de patiënt - TAVI: · leeftijd leeftijd in jaren op het moment van start interventie TAVI · geslacht 3 categorieën: 1) man; 2) vrouw en 9) geen geslacht / onbekend (b.v. transgenders en androgiene types) · nierinsufficiëntie Nierinsufficiëntie wordt gedefinieerd als een verminderde glomerular filtration rate (GFR) <60 ml/min/1,73 m2. De GFR wordt door Meetbaar Beter berekend volgens de MDRD formule. · STS score De laatst bepaalde “Society of Thoracic Surgeons (STS) score” à mortality risk (40 klinische parameters) voor de interventie. Manual dataverzameling Meetbaar Beter – Aortakleplijden – versie 16 mei 2014 11 · · · · · · logistische Euroscore I Laatst bepaalde logistische Euroscore I voor de interventie continu gemeten in % (2 decimalen nauwkeurig, b.v. 25,03%) frailty Frailty wordt bepaald door middel van de pre-operatief (laatst) bepaalde ISAR-HP (Identification of Seniors At Risk – Hospitalized Patients) score om het risico op functieverlies na een ziekenhuisopname te bepalen. Deze vragenlijst bestaat uit 4 vragen, met de antwoordoptie “ja/nee”. Vraag JA NEE 1. Had u voor opname hulp bij uw dagelijkse activiteiten 1 0 (zoals huishoudelijke hulp, maaltijdbereiding, boodschappen) op regelmatige basis? 2. Gebruikt een hulpmiddel bij het wandelen (stok, 2 0 rollator, looprek)? 3. Hebt u hulp nodig bij het reizen? 1 0 e 4. Hebt u na uw 14 jaar nog een schoolopleiding 0 1 gevolgd? 3 categorieën: 0) score <2 (geen verhoogd risico); 1) score >= 2 (verhoogd risico) en 9) onbekend urgentie van de procedure 3 categorieën: 1) gepland (electief); 2) opgenomen en 9) onbekend eerdere hartoperatie 3 categorieën: 0) geen eerdere hartoperatie gedurende het hele leven; 1) hartoperatie in het verleden (dit betreft slechts ingrepen waarbij het pericard geopend is, conform de Euroscore) en 9) onbekend mitraalkleplijden in het verleden 3 categorieën: 0) nee; 1) ja en 9) onbekend ernstige linker ventrikel dysfunctie 4 categorieën: 1) ejectie fractie > 50%; 2) ejectie fractie 30-50%; 3) ejectie fractie < 30% en 9) onbekend 4.2.3 Codeboek Codeboek definities variabelen - TAVI Naam variabele ziekenhuis Omschrijving ziekenhuis waar interventie cq. behandeling plaatsvindt patientnr verwezen patiëntnummer patiënt verwezen uit een ander ziekenhuis Codering 1=Catharina 2=Antonius 3=AMC 4=UMCG 5=OLVG 6=Amphia 7=UMCU 8=Isala 9=MST 10=MCL 11=Haga 12=ErasmusMC 0=nee 1=ja 9=onbekend Manual dataverzameling Meetbaar Beter – Aortakleplijden – versie 16 mei 2014 12 intv_dat geb_dat leeftijd geslacht datum interventie geboortedatum van de patiënt leeftijd geslacht kreat STSscore Euroscore kreatinine niveau (μmol/l) STS score logistische Euroscore I frailty functieverlies gebaseerd op de ISARHP urgentie urgentie van de procedure vorigHartop eerdere hartoperatie vorigMitrklep mitraalkleplijden in de voorgeschiedenis LVEF linker ventrikel ejectiefractie NYHA_base NYHA klasse vóór de interventie NYHA_1 NYHA klasse na 30-60 dagen vasc_compl vasculaire complicaties pacemaker implantatie van een permanente pacemaker binnen 30 dagen CVA CVA reinterv_klep klep reïnterventie verricht gedurende follow-up reinterv_klep_dat procedure_type datum klep reïnterventie type procedure * dd-mm-jjjj dd-mm-jjjj 999=onbekend 1=man 2=vrouw 9=geen geslacht / onbekend 9999=onbekend 999=onbekend 999,99=onbekend 0= <2 1= >=2 9=onbekend 1= gepland 2= opgenomen 9=onbekend 0=nee 1=ja 9=onbekend 0=nee 1=ja 9=onbekend 1=>50% 2=30-50% 3=<30% 9=onbekend 0= cat 1 1= cat 2 2= cat 3 3= cat 4 9=onbekend 0= cat 1 1= cat 2 2= cat 3 3= cat 4 9=onbekend 0= nee 1= ja, minor 2= ja, major 9=onbekend 0= nee 1= ja 9=onbekend 0=nee 1=ja 9=onbekend 0=nee 1=ja 9=onbekend dd-mm-jjjj 1= transfemoraal 2= transapicaal 3=subclavian Manual dataverzameling Meetbaar Beter – Aortakleplijden – versie 16 mei 2014 13 vitaliteit vitaliteitsstatus van de patiënt op 3004-2014 vitaliteit_dat vitaliteitsdatum: indien levend 30-042014, indien overleden overlijdensdatum, indien lost to follow-up datum laatste contact datum follow-up KvL: score fysiek functioneren vóór de interventie KvL: score rolfunctioneren fysiek vóór de interventie KvL: score lichamelijke pijn vóór de interventie KvL: score ervaren gezondheid vóór de interventie KvL: score vitaliteit vóór de interventie KvL: score sociaal functioneren vóór de interventie KvL: score rolfunctioneren emotioneel vóór de interventie KvL: score geestelijke gezondheid vóór de interventie KvL: score fysiek functioneren na 1 jaar followup_dat FF_base RF_base PN_base EG_base VT_base SF_base RE_base GG_base FF_1 RF_1 PN_1 EG_1 VT_1 SF_1 RE_1 GG_1 KvL: score rolfunctioneren fysiek na 1 jaar KvL: score lichamelijke pijn na 1 jaar KvL: score ervaren gezondheid na 1 jaar KvL: score vitaliteit na 1 jaar KvL: score sociaal functioneren na 1 jaar KvL: score rolfunctioneren emotioneel na 1 jaar KvL: score geestelijke gezondheid na 1 jaar 4=direct aortic 9=onbekend 0=levend 1=overleden 2=lost to follow-up 9=onbekend dd-mm-jjjj dd-mm-jjjj 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend * Type procedure kan invloed hebben op het resultaat; type procedure is echter geen initiële conditie van de patiënt en staat daarom niet eerder vermeld in hoofdstuk 4.2 Manual dataverzameling Meetbaar Beter – Aortakleplijden – versie 16 mei 2014 14 4.3 CABG + AVR Definitie CABG + AVR = elke patiënt die voor de eerste keer een coronaire bypass chirurgie (CABG) ondergaat binnen de vastgestelde rapportageperiode, met gelijktijdige operatieve aortaklepvervanging (AVR). NB: ontdubbelen moet het centrum zelf doen Regels met betrekking tot CABG + AVR: 1. Patiënten die gediagnosticeerd zijn met coronairlijden en aortakleplijden en een combinatiebehandeling CABG + AVR hebben ondergaan, worden geïncludeerd. 2. Patiënten die alleen een behandeling of CABG of AVR hebben ondergaan worden geëxcludeerd. 3. Patiënten die een TAVI of een hybride operatieve behandelingen voor aortakleplijden ondergaan worden geëxcludeerd. 4.3.1 Uitkomstindicatoren Geselecteerde uitkomstindicatoren voor patiënten met aortakleplijden behandeld door middel van CABG + AVR: 1) mortaliteit binnen 30 dagen na CABG + AVR Patiënten in het CABG + AVR-cohort die ongeacht doodsoorzaak binnen 30 dagen na interventie overlijden. Inclusieperiode: 2009 - 2013 2) mortaliteit binnen 120 dagen na CABG + AVR Patiënten in het CABG + AVR-cohort die ongeacht doodsoorzaak binnen 120 dagen na interventie overlijden. Inclusieperiode: 2009 - 2013 3) kwaliteit van leven 1 jaar na CABG + AVR Kwaliteit van leven van de patiënt gemeten vlak voor interventie en 1 jaar na de CABG + AVR met de SF12-2 of SF36-2. Deze vragenlijst bevat vragen over de lichamelijke en geestelijke gezondheid van de patiënt. Deze vragen betreffen acht hoofdonderwerpen: fysiek functioneren, rolfunctioneren fysiek, lichamelijke pijn, ervaren gezondheid, vitaliteit, sociaal functioneren, rolfunctioneren emotioneel en geestelijke gezondheid. De indicator toont het gemiddelde van de nulmeting en de meting 1 jaar na de CABG + AVR en vergelijkt de uitkomsten tevens met de uitkomsten van de gemiddelde Nederlandse populatie, rekening houdend met leeftijd en geslacht. Inclusieperiode: 2009 - 2012 4) bloedtransfusie nodig Patiënten die een bloedtransfusie hebben gehad op de dag van de operatie en/of de eerste postoperatieve dag. Het aantal eenheden rood bloedcelconcentraat (RBC) die de patiënt heeft gekregen, wordt geregistreerd. NB: Pre-operatief gegeven bloedtransfusies tellen niet mee, per-operatief gegeven bloedtransfusies tellen wel mee. Inclusieperiode: 2009 – 2013 5) complicaties - CVA Patiënten waarbij zich een postoperatieve CVA ontwikkelt binnen 72 uur na de interventie in het eigen ziekenhuis (waar de interventie heeft plaatsgevonden) volgend op de ingreep. 3 categorieën: 0) nee; 1) ja en 9) onbekend Inclusieperiode: 2009-2013 Manual dataverzameling Meetbaar Beter – Aortakleplijden – versie 16 mei 2014 15 6) reïnterventie Overlevende patiënten vrij van een een klep reïnterventie, PCI of een CABG reïnterventie als functie van het aantal verstreken dagen na interventie. Alle reïnterventies gedurende followup worden geregistreerd. 3 categorieën: 0) geen reïnterventie; 1) reïnterventie en 9) onbekend Inclusieperiode: 2009 – 2013 4.3.2 Initiële condities Geselecteerde initiële condities van de patiënt – CABG + AVR: · leeftijd leeftijd in jaren op het moment van start CABG + AVR · geslacht 3 categorieën: 1) man; 2) vrouw en 0) geen geslacht/onbekend (b.v. transgenders en androgiene types) · recent myocard infarct Doorgemaakt myocard infarct in de 90 dagen voorafgaande aan de CABG + AVR. 3 categorieën: 0) nee; 1) ja en 9) onbekend · chronische longziekte Patiënten met een bekende chronische longziekte voorafgaande aan de CABG + AVR waarvoor zij langdurig gebruik maken van bronchus dilatoren of steroïden. 3 categorieën: 0) nee; 1) ja en 9) onbekend · atriumfibrilleren Patiënten bekend met atriumfibrilleren voorafgaande aan de CABG + AVR. 3 categorieën: 0) nee; 1) ja en 9) onbekend · logistische Euroscore I Laatst bepaalde logistische Euroscore I voor de interventie continu gemeten in % (2 decimalen nauwkeurig, b.v. 25,03%) · diabetes mellitus 3 categorieën: 0) geen diabetes; 1) diabetes type 1 of type 2 en 9) onbekend · nierinsufficiëntie Nierinsufficiëntie wordt gedefinieerd als een verminderde glomerular filtration rate (GFR) <60 ml/min/1,73 m2. De GFR wordt door Meetbaar Beter berekend op volgens de MDRD formule. Manual dataverzameling Meetbaar Beter – Aortakleplijden – versie 16 mei 2014 16 4.3.3 Codeboek Codeboek definities variabelen – CABG + AVR Naam variabele ziekenhuis Omschrijving ziekenhuis waar interventie cq. behandeling plaatsvindt patientnr verwezen patiëntnummer patiënt verwezen uit een ander ziekenhuis Codering 1=Catharina 2=Antonius 3=AMC 4=UMCG 5=OLVG 6=Amphia 7=UMCU 8=Isala 9=MST 10=MCL 11=Haga 12=ErasmusMC 0=nee 1=ja 9=onbekend intv_dat datum interventie dd-mm-jjjj geb_dat geboortedatum dd-mm-jjjj leeftijd leeftijd 999=onbekend geslacht geslacht 1=man 2=vrouw 9=geen geslacht / onbekend diabetes diabetes mellitus 0=nee 1=ja 9=onbekend Euroscore logistische Euroscore I 999,99=onbekend atriumfibr atriumfibrilleren 0=nee 1=ja 9=onbekend chr_longziekte chronische longziekte 0=nee 1=ja 9=onbekend kreat kreatinine niveau (μmol/l) 9999=onbekend vorigMI MI in de 90 dagen voorafgaande aan 0=nee CABG + AVR 1=ja 9=onbekend CVA CVA 0=nee 1=ja 9=onbekend bloedtransfusie aantal eenheden rode bloedcellen 999=onbekend reinterv_AVR nieuwe AVR verricht gedurende 0=nee follow-up 1=ja 9=onbekend reinterv_AVR_dat datum reïnterventie AVR dd-mm-jjjj followupAVR_dat datum follow-up reïnterventie AVR dd-mm-jjjj reinterv_CABG nieuwe CABG verricht gedurende 0=nee follow-up 1=ja 9=onbekend Manual dataverzameling Meetbaar Beter – Aortakleplijden – versie 16 mei 2014 17 reinterv_CABG_dat followupCABG_dat reinterv_PCI datum reïnterventie CABG datum follow-up reïnterventie CABG nieuwe PCI verricht gedurende follow-up reinterv_PCI_dat followupPCI_dat vitaliteit datum reïnterventie PCI datum follow-up reïnterventie PCI vitaliteitsstatus van de patiënt op 3004-2014 vitaliteit_dat vitaliteitsdatum: indien levend 30-042014, indien overleden overlijdensdatum, indien lost to follow-up datum laatste contact KvL: score fysiek functioneren vóór de interventie KvL: score rolfunctioneren fysiek vóór de interventie KvL: score lichamelijke pijn vóór de interventie KvL: score ervaren gezondheid vóór de interventie KvL: score vitaliteit vóór de interventie KvL: score sociaal functioneren vóór de interventie KvL: score rolfunctioneren emotioneel vóór de interventie KvL: score geestelijke gezondheid vóór de interventie KvL: score fysiek functioneren na 1 jaar FF_base RF_base PN_base EG_base VT_base SF_base RE_base GG_base FF_1 RF_1 PN_1 EG_1 VT_1 SF_1 RE_1 GG_1 KvL: score rolfunctioneren fysiek na 1 jaar KvL: score lichamelijke pijn na 1 jaar KvL: score ervaren gezondheid na 1 jaar KvL: score vitaliteit na 1 jaar KvL: score sociaal functioneren na 1 jaar KvL: score rolfunctioneren emotioneel na 1 jaar KvL: score geestelijke gezondheid na 1 jaar dd-mm-jjjj dd-mm-jjjj 0=nee 1=ja 9=onbekend dd-mm-jjjj dd-mm-jjjj 0=levend 1=overleden 2=lost to follow-up 9=onbekend dd-mm-jjjj 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend 999=onbekend Manual dataverzameling Meetbaar Beter – Aortakleplijden – versie 16 mei 2014 18
© Copyright 2024 ExpyDoc