Het Oude Testament (1)

Kinderen aan het avondmaal (4) – en het Oude Testament
Wij zijn inmiddels aangekomen bij ons vierde artikel in deze reeks. Ze zijn bedoeld
om u als gemeente te ondersteunen bij een zorgvuldige bezinning op de vraag over
het al dan niet toelaten van de kinderen aan het avondmaal. Deze keer duiken we
zoals beloofd het Oude Testament in.
In het gesprek over het al dan niet toelaten van kinderen aan het avondmaal krijgen
doorgaans de teksten over de viering van het Pascha de meeste aandacht.
Belangrijkste reden daarvoor is dat Jezus het Avondmaal instelde tijdens de viering
van het Pascha. Er is onder de meeste deelnemers aan deze discussie wel
overeenstemming dat het Pascha oorspronkelijk in gezinsverband gevierd werd (cf.
Ex. 12:3-4). Voorstanders van de toelating van kinderen aan het avondmaal zullen
benadrukken dat dus ook alle kinderen het Pascha meevierden (cf. Ex. 12:24).
Deelname was in zekere zin ook onontkoombaar omdat een hele week alleen maar
ongezuurd brood bereid werd, en het geslachte bokje of lam een gezins-portie
betekende. Dezelfde voorstanders benadrukken dat kinderen hun vragen (cf. Ex.
12:26-27) stelden terwijl ze deelnamen. Diverse tegenstanders van toelating van
(kleine) kinderen zoals Calvijn stellen dat het kunnen vragen naar de betekenis (en
het begrijpen van het antwoord) een voorwaarde is voor de deelname aan het
Pascha, en vergelijken dat met het verplicht stellen van catechese en openbare
belijdenis voorafgaand aan de deelname van het avondmaal.
Sommige tegenstanders van deelname van kinderen wijzen erop dat in
Deuteronomium 16 de viering rondom de tempel in Jeruzalem verplicht wordt, zo
snel als het volk Israël het Beloofde Land bereikt en het heiligdom in Jeruzalem
gevestigd is. Mannen moeten deelnemen aan de Jeruzalemse festiviteiten, vrouwen
en kinderen mogen het (vrouwen waarschijnlijk in verband met hun cyclus en de
reinheidsgeboden, kinderen vanwege de afstand die daarvoor vaak afgelegd moest
worden). Het roept de vraag op of Jezus’ opdracht het avondmaal te vieren ruimte
laat om onderscheid te maken tussen moeten en mogen vieren. Een vraag die
overigens ook tegenwoordig rondom het avondmaal belangrijk kan zijn wie voor te
ziek of te oud zijn om naar de kerk toe te komen. Vaak wordt door voorstanders van
een minimum leeftijd voor deelname het verhaal van de twaalfjarige Jezus in de
tempel genoemd, met de suggestie dat rond deze leeftijd die we kennen van de
latere bar mitsva, de eerste deelname aan het Pascha gepast was (Lucas 2:41-52).
Wie pleit voor jongere deelname wijst erop dat Lucas meldt dat Jozef en Maria
jaarlijks gingen. Ook wordt gewezen op de uitspraken uit de Joodse traditie waarin
gesteld wordt dat kinderen mee moesten naar de tempel wanneer ze oude genoeg
waren om door hun vader gedragen te worden, of zo gauw ze in staat waren om aan
hun vaders hand mee te lopen. Belangrijke vragen die niet vaak gesteld worden zijn
bijvoorbeeld wat het betekent dat kleine kinderen elders in het land wel de
ongezuurde broden aten, en wat het betekent dat de kleine kinderen in en rondom
Jeruzalem niet door de pelgrimsreis werden tegengehouden. In dit verband is
natuurlijk ook belangrijk wat Jezus zegt over de tijd die komen gaat dat God de Vader
niet meer (alleen) in Jeruzalem aanbeden wordt. Daarmee is namelijk een praktische
hindernis voor kinderen weggenomen.
Sommige tegenstanders van (kleine) kinderen aan het avondmaal relativeren of
ontkennen de connectie tussen het avondmaal en het Pascha. Soms gebeurt dat
door te benadrukken dat het avondmaal vervulling is van meer Oudtestamentische
feesten of sacramenten. Voorstanders zullen er op wijzen dat ook bij andere
Oudtestamentische feesten deelname van kleine kinderen gebruikelijk, of zelfs
geboden was. Het relativeren van de band tussen avondmaal en Pascha gebeurt ook
wel door de connectie als een toevalligheid te beschouwen, of vaker door te
benadrukken dat Jezus Christus een geheel nieuwe vulling geeft aan het Pascha.
Iets dat niet zonder gevolgen kan zijn voor de randvoorwaarden voor deelname, is de
opvatting dan. Voorstanders van toelating van kinderen aan het avondmaal zullen de
connectie benadrukken door te wijzen op de expliciete melding van het Pascha in het
verhaal van de instelling van het avondmaal, de melding van het Pasha ook als
achtergrond van Johannes 6, de avondmaalselementen die allemaal onderdeel
waren van de traditionele Pascha viering, Paulus die Jezus het Pascha-lam noemt en
in dat verband het verwijderen van het zuurdesem noemt (1 Cor. 5, vgl. Ex. 12:15),
en de Pascha elementen, zoals het lam en het zingen van het hallel zoals dat
opnieuw terugkomt in de bruiloft van het lam, wat de vervulling van het avondmaal is
(Op. 19). Verschillen tussen het Pascha en het avondmaal zijn natuurlijk ook te
noemen. De jaarlijkse viering van het Pascha is totaal verschillend van de wekelijkse
viering van het avondmaal zoals de eerste gemeente die kende. Het familiekarakter
van het Pascha zoals we dat uit Exodus 12 kennen lijkt ver te zoeken op het moment
dat Jezus Christus het laatste avondmaal met de twaalf discipelen vierde. Toont dat
iets van de exclusiviteit? Alleen volwassen mannen, op Judas na allen toekomstige
apostelen. Of staan die twaalf symbool voor totale volk van God, zoals zich dat in de
tijd na de instelling van het avondmaal uit alle volken zal gaan vormen? Zijn de twaalf
geen familie, maar wel beeld van het nieuwe gezin van God?
Voor en tegenstanders zijn het er in ieder geval over eens dat er ook nog andere
connecties zijn met het Oude Testament. Wanneer Jezus spreekt over het “bloed van
het verbond”, dan loopt daar een lijn naar Exodus 24. En wanneer gesproken wordt
over het “nieuwe verbond”, dan loopt daar een lijn naar Jeremia 31. Er lopen ook
meer algemene lijnen vanuit het Oude Testament naar het Avondmaal: van de vele
offers naar het éne offer, van voorproef en belofte naar vervulling, van het oude
verbond naar het nieuwe verbond. Dat voor en tegenstanders het daar vaak over
eens zijn, wil helaas niet zeggen dat ze het al eens zijn over wat dat zegt over de
betekenis voor de vraag rondom kinderen aan het avondmaal.
De zorgvuldige lezer en luisteraar heeft in de voorafgaande alinea een paar keer het
woord verbond horen langs komen. Het lijkt ons goed in de volgende Samenhang
daar meer over te zeggen.