08-05-2014 Handreiking basisregistraties omgevingsdiensten

Handreiking gebruik
basisregistraties
voor de omgevingsdiensten
1
Versie 1.0
Datum: 04-04-2014
Mark van den Broek
Ruud Boot
Wimfred Grashoff Deze handreiking is opgesteld in opdracht van het Interprovinciaal Overleg (IPO),
in samenwerking met het Programma Informatie-uitwisseling Milieuhandhaving
en het programma i-NUP/clusterSTOUT.
De inhoud van de handreiking is tot stand gekomen in een werkgroep met als
deelnemers
Hans Jansen (Omgevingsdienst Regio Arnhem)
Jaap Scholtens (DCMR Milieudienst Rijnmond)
Joop Voortman (RUD Twente)
Kenneth Brouwers (Milieudienst IJmond)
Ludo Klein-Holte (Omgevingsdienst Regio Arnhem)
Nol Witte (Omgevingsdienst Midden-Holland)
2
3
Management
samenvatting
Aanleiding
Het Interprovinciaal Overleg (IPO), het Programma
Informatie-uitwisseling Milieuhandhaving (PIM) en het
i-NUP cluster Stelsel Oplossingen en UitvoeringsTraject
(STOUT) hebben midden 2013 gezamenlijk onderkend dat
het versnellen van het gebruik van de basisregistraties
in de omgevingsdiensten (RUD’s) wenselijk is. Om de
omgevingsdiensten te ondersteunen bij de implementatie
van de basisregistraties is besloten om in samenwerking met
een aantal omgevingsdiensten de voorliggende handreiking
op te stellen.
De handreiking biedt de omgevingsdienst ondersteuning bij
het eigen project om aan te sluiten op de basisregistraties.
Het geeft een inhoudelijk advies op welke basisregistraties de
omgevingsdienst zou moeten aansluiten, hoe dat kan worden
gedaan en op welke wijze de interne informatiehuishouding
daarop kan worden ingericht. Verder bevat het een overzicht
van belemmeringen die de omgevingsdiensten ervaren
aan de kant van de basisregistraties en welke i-NUP cluster
STOUT zal adresseren bij de stelselpartijen die hierin actie
moeten ondernemen. Als laatste bevat het een stappenplan
waarmee de omgevingsdienst het eigen aansluittraject op de
basisregistraties kan vormgeven.
Zakelijke rechtvaardiging
De zakelijke rechtvaardiging van het gebruik van de
basisregistraties heeft bij het opstellen van de handreiking
voorop gestaan. Daarbij gaat het om het verbeteren van
de kwaliteit van de informatie voor het uitvoeren van de
basistaken en de plustaken van de omgevingsdiensten.
Basisregistraties bieden actuele, eenduidige en hoge
kwaliteit informatie voor personen, bedrijven, objecten en
geografie. Door bijvoorbeeld gebruik te maken van KvKnummers en naamgeving van bedrijven uit het NHR is het
voor iedereen duidelijk over welke partij het gaat, zowel
binnen de omgevingsdienst als bij gegevensuitwisseling
met ketenpartners. Verder bieden de basisregistraties
naast administratieve informatie diverse geo-producten,
4
zoals de kadastrale kaart en grootschalige topografie.
In veel gevallen biedt de kaart een praktische ingang
voor een omgevingsdienstmedewerker. Door informatie
over bijvoorbeeld inspecties en vergunningaanvragen te
ontsluiten via de kaart ontstaat een krachtig hulpmiddel.
Met het gebruik van informatie uit de basisregistraties neemt
de kwaliteit van het werkt toe, wordt de uitwisselbaarheid
van informatie tussen ketenpartners vergroot en neemt de
efficiency van de organisatie toe.
Aansluiting op de
basisregistraties
Het stelsel voorziet in dertien basisregistraties, echter deze
zijn niet allemaal van belang voor de omgevingsdienst. Voor
het bepalen van de benodigde basisregistraties en de beste
wijze van aansluiten zijn een aantal processen beschouwd:
advisering over/behandeling van vergunningaanvragen en
meldingen, toezicht, handhaving, bezwaar en beroep. Daarbij
is gekeken welke informatie van de basisregistraties binnen
de genoemde processen benodigd is. Verder is gekeken
op welke wijze de informatie gebruikt wordt, het gaat
daarbij ondermeer over volume van gebruik, frequentie en
actualiteitseisen. Met deze processen is het overgrote deel
van de werkzaamheden van de omgevingsdienst afgedekt
waardoor een representatief beeld voor de omgevingsdienst
als geheel ontstaat.
Uit de analyse van de werkprocessen blijkt dat de
basisregistraties GBA, BAG, NHR, BGT, BRK, BRT en – in
mindere mate – WOZ relevant zijn voor een kwalitatief goede
uitvoering van de bovengenoemde processen. De wijze van
aansluiten op elke basisregistratie is bepaald op basis van de
afweging tussen het benodigde gebruik binnen het proces
(zoals volume, frequentie en actualiteit) en het aanbod vanuit
de basisregistraties (zoals online inzage, opvraag middels
webservices en de levering van een bestand). Verder is
onderscheid aangebracht wat op korte termijn kan (’stap’, 1-2
jaar vanaf nu) en wat op langere termijn gewenst is (’stip’, 3-5
jaar vanaf nu).
De stap voor de omgevingsdiensten bestaat uit:
• GBA: eerst via bevoegd gezag raadplegen van de
GBA (online inzage), na ondertekening van de
modelautorisatie door de bevoegde gezagen (2H2014)
zelf online inzage via GBA-V.
• NHR: maandelijks actualiseren van een lokale kopie
in combinatie met zelf verrijken met BAG-compliant
adressen.
• BAG: Actualiseren van een lokale BAG-kopie middels
het BAG mutatieabonnement; dagelijks indien
uitvoering BWT-taken, maandelijks indien geen
uitvoering BWT-taken. Geografische weergave via
PDOK webservices (maandactueel).
• BRK: kadastrale kaart via PDOK webservices,
opvragen administratieve gegevens en akten via een
abonnement op Kadaster Online.
• BRT: kaart via PDOK webservices.
• BGT: niet van toepassing.
• WOZ: online inzage via de LV WOZ.
De stip voor de omgevingsdiensten bestaat uit:
• GBA: Initiële bevraging op de GBA-V (Ad Hoc Vraag)
en het plaatsen van een afnemersindicatie tot het
moment van afronden van de vergunningaanvraag.
• NHR: maandelijks actualiseren van een lokale kopie,
NHR levert dan tevens BAG compliant adressen.
• BAG: initiële download van de BAG-LV, dagelijkse
actualisering via mutatie abonnement.
• BRK: kadastrale kaart via BRK levering, opvragen
overige administratieve gegevens en akten via een
abonnement op Kadaster Online.
• BRT: idem als stap.
• BGT: producten nog niet gedefinieerd.
• WOZ: niet van toepassing, vervalt door
beschikbaarheid BGT.
Inrichting van de interne
informatievoorziening
De inrichting van de interne informatievoorziening van de
omgevingsdienst op het gebruik van de basisregistraties
vraagt om een afweging tussen wijze van gebruik (volume,
frequentie, actualiteit en behoefte aan analyse en verrijking),
het aantal betrokken applicaties en ’niet functionele eisen’
zoals beschikbaarheid en snelheid.
In veel omgevingsdiensten zal het gebruik van
basisgegevens in meerdere applicaties aan de orde zijn:
in een VTH-applicatie, in een documentenmagazijn (of
documentmanagementsysteem, DMS) in toenemende
mate in een GIS-applicatie en in sommige gevallen in een
afzonderlijk zaaksysteem. Zodra meerdere applicaties
basisgegevens willen afnemen, moet een rechtstreekse
koppeling tussen de afnemende applicatie en landelijke
voorzieningen voor basisregistraties worden vermeden.
Hieruit volgt dat de omgevingsdiensten op termijn afhankelijk van het tempo waarmee ze basisgegevens uit
verschillende bronnen willen ontsluiten naar verschillende
applicaties en deze ten volle willen benutten - gebruik
moeten gaan maken van meer specialistische voorzieningen
voor de registratie, distributie en het beheer van die
basisgegevens. Daartoe zal minimaal een gegevensmagazijn
moeten worden ingericht en zal - ingegeven door de
informatiebehoefte - waarschijnlijk ook distributie van
gegevens naar de verschillende applicaties gewenst zijn.
Belemmeringen
Bij het doorlopen van bovenstaande stappen zijn een
aantal belemmeringen aan de zijde van de basisregistraties
geïnventariseerd. De belangrijkste is dat de landelijke
voorziening van de GBA op basis van de huidige regelgeving
door de omgevingsdiensten niet rechtmatig kan worden
gebruikt. Hiervoor is inmiddels een oplossing met een
autorisatiebesluit bedacht, aan de implementatie ervan
wordt gewerkt. De overige belemmeringen zijn meer
praktisch van aard en hebben betrekking op de producten
en diensten die de basisregistraties leveren. De cluster
STOUT zal tezamen met Omgevingsdienst.nl en het IPO een
voortrekkersrol nemen voor het oplossen van de knelpunten.
Stappenplan
Het inhoudelijke advies in deze handreiking geeft
de 28 omgevingsdiensten houvast hoe aan te sluiten
op de basisregistraties en op welke wijze de interne
informatievoorziening daarop kan worden ingericht. Echter
elke omgevingsdienst zal op basis van eigen overwegingen
keuzes maken. Het stappenplan doet een voorstel hoe de
omgevingsdienst het project voor het aansluiten op de
basisregistraties kan inrichten vanaf projectinitiatie (zakelijke
rechtvaardiging) tot en met daadwerkelijk gebruik in de
5
primaire processen (baten realisatie). Een traject vergelijkbaar
met de stappen die zijn doorlopen bij het opstellen van deze
handreiking maakt deel uit van de aanpak en bestaat uit de
volgende stappen:
1. Agendering en adoptie (fase 1), het doel van deze
fase is het bewerkstelligen van een gedeeld beeld
op hoofdlijnen over het waarom van het gebruik
van de basisregistraties en het creëren van de
randvoorwaarden voor het vervolg.
2. Architectuur en roadmap (fase 2), het doel van
deze fase is het bewerkstelligen van een helder en
gedeeld beeld over het gewenste gebruik van de
basisregistraties, de wijze waarop de gegevens kunnen
worden betrokken en gedistribueerd, de daartoe
benodigde ICT-architectuur en het pad ernaartoe.
3. Realisatie en implementatie voorzieningen (fase 3),
het doel van deze fase is het bewerkstelligen dat het
gebruik van de gegevens van de basisregistraties
daadwerkelijk tot stand komt. Naast het aansluiten
op de basisregistraties en het inrichten van de
interne informatievoorziening betreft het ook de
implementatie in de werkprocessen.
Tenslotte
Met deze handreiking in de hand heeft de omgevingsdienst
ondersteuning bij het opzetten van een eigen project voor
aansluiting op de basisregistraties. Zonder daadwerkelijke
actie blijft het echter een stuk papier. We roepen bestuur,
directie en management van de omgevingsdiensten daarom
op om concrete stappen te maken met het aansluiten op de
basisregistraties en zo te investeren in de kwaliteit van de
eigen informatiehuishouding!
6
7
Leeswijzer
Dit document is geschreven voor een brede doelgroep,
van lijnmanagement tot procesdeskundigen en
informatieprofessionals, die een uiteenlopende voorkennis
en focus zullen hebben bij het lezen. Bewust is de keuze
gemaakt om sommige aspecten die voor de ene doelgroep
bekend zullen zijn uit te schrijven, omdat een andere
doelgroep er waarschijnlijk niet mee bekend is.
Voor wie dit rapport selectief wil doornemen kunnen we de
volgende richtlijnen mee geven.
De figuren en tabellen in dit rapport zijn zo gekozen
dat u aan de hand daarvan de hoofdlijn van het rapport
kunt volgen. De voorbeelden (in de groene boxen)
bieden illustraties uit de praktijk, zowel uit die van de
omgevingsdensten als uit andere sectoren. Wat kan
het gebruik van basisregistraties bijdragen aan de
uitvoeringspraktijk. Wij adviseren ieder om deze te lezen.
Voor directieleden en lijnmanagers zijn vooral de
hoofdstukken 1 en 5 relevant. Hoofdstuk 1 geeft een globale
introductie in de basisregistraties en beschrijft de zakelijke
rechtvaardiging en het wettelijk kader voor het aansluiten
op basisregistraties. Hoofdstuk 5 biedt een stappenplan,
een praktische handreikingen en tips om het gebruik van
basisregistraties te implementeren.
Voor procesdeskundigen en inhoudsdeskundigen is
naast hoofdstuk 1 en de voorbeelden vooral hoofdstuk 2
relevant. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het gebruik van
basisregistraties in de afzonderlijke processen. Het hoofdstuk
besluit met een samenvatting van de gegevensbehoefte in
termen van frequentie, omvang, benodigde actualiteit en
de noodzaak om proactief te worden geïnformeerd over
wijzigingen.
ICT-professionals (architecten, IT-managers) zijn vooral
gebaat bij de hoofdstukken 3 en 4 waarin wordt ingegaan
op het ‘hoe’ van het gebruik van basisregistraties.
Hoofdstuk 3 gaat in op de verschillende routes die de
omgevingsdiensten kunnen bewandelen en mechanismen
8
die zij kunnen inzetten om basisgegevens te verwerven,
van de basisregistratie tot in ‘de brievenbus’. Daarbij wordt
uitgaande van de behoeften geformuleerd in hoofdstuk 2
een voorkeursvariant voor het verwerven van de gegevens
vastgesteld. Hoofdstuk 4 gaat vervolgens in op de interne
distributie van basisregistratiegegevens, en de keuzen
die de omgevingsdiensten daarin hebben. Een aantal
architectuuralternatieven wordt uitgewerkt, waarbij de
afwegingscriteria voor de keuze hieruit worden besproken.
Voor informatiemanager en projectleiders is, naar wij
aannemen, het gehele document relevant: van introductie
– wellicht al bekend bij deze doelgroep – tot zakelijke
rechtvaardiging tot ICT-inrichting tot aanpak.
9
Inhoud
Management samenvatting
Leeswijzer
1
Introductie basisregistraties en baten van gebruik12
1.1
Het stelsel van basisregistraties13
1.2
Spelregels voor het gebruik13
1.3
Baten van de basisregistraties17
1.3.1 Algemene noties over de baten van basisregistraties
17
1.3.2 Baten van basisregistraties in de context van de omgevingsdiensten
17
1.4
Relevante basisregistraties voor de omgevingsdiensten
19
2
Basisregistraties in de processen van de omgevingsdienst 24
2.1
Behandeling van - of advisering over - vergunningaanvragen en meldingen
25
2.2
Toezicht25
2.3
Handhaving27
2.4
Zienswijze, bezwaar, beroep29
2.5
Gebruik van overige basisregistraties31
2.6
Conclusie31
3
Afnemen van basisregistratiegegevens34
3.1
Routes voor het afnemen van basisgegevens
35
3.1.1
Afnemen van de opdrachtgever35
3.1.2
Afnemen uit landelijke voorzieningen35
3.1.3 Afnemen van sectorale knooppunten en commerciële leveranciers
37
3.1.4 Conclusies aangaande de route van afnemen
38
3.2
Mechanismen voor het afnemen van Basisregistraties 38
3.2.1
Online Inzage middels webportaal41
3.2.2
Directe bevraging via webservices41
3.2.3
Tijdsgedreven gegevenslevering (abonnement)41
3.2.4 Mutatie- of gebeurtenisgedreven gegevenslevering (abonnement) 43
3.2.5
Levering van bulkbestanden (eenmalig)43
3.3
Matching van de behoeften van omgevingsdiensten op het aanbod van 43
de landelijke voorzieningen
10
4
Basisgegevens in de informatievoorziening van de omgevingsdienst
50
4.1
Applicatielandschap van de omgevingsdienst51
4.2
Scenario’s en toepassingen voor interne ontsluiting van (basis)gegevens
53
4.2.1 Rechtstreeks tussen backofficesysteem en basisregistraties
53
4.2.2
Gegevensmagazijn55
4.2.3
Gegevensdistributie via broker55
4.2.4
Datawarehouse55
4.2.5
Conclusie56
5
Stappenplan voor implementatie en gebruik van de basisregistraties
58
5.1
Overall fasering59
5.2
Agendering en adoptie (fase1)61
5.3
Architectuur en Roadmap (fase2)63
5.4
Realisatie en implementatie voorzieningen (fase3)
68
6
Knelpunten bij het implementeren van het gebruik van basisregistraties
72
Bijlage 1: begrippen
76
Bijlage 2: Overzicht producten voor afnemers van de landelijke voorzieningen van de basisregistraties
78
11
1 Introductie basisregistraties en baten
van gebruik
Alle organisaties met een publieke taak –
voor het gemak in dit hoofdstuk aangeduid
met ‘overheidsorganisaties’ – hebben voor
de uitvoering van hun taken te maken met
basisregistraties. Omgevingsdiensten zijn
daarop geen uitzondering: zij voeren in
opdracht van gemeenten en provincies een
aantal publiekrechtelijke taken uit waarvoor
die gemeenten en provincies ‘bevoegd
gezag’ zijn. Het verplicht gebruik van de
basisregistraties komt voort uit wetgeving,
de zakelijke rechtvaardiging komt voort uit
de baten die het gebruik oplevert.
Dit hoofdstuk start met een korte
toelichting op het Stelsel van
Basisregistraties. Vervolgens worden de
baten van het stelsel besproken, zowel
in algemene zin als specifiek voor de
omgevingsdienst. Als laatste worden
de registraties die van belang zijn bij de
taakuitvoering van de omgevingsdienst kort
inhoudelijk toegelicht.
12
1.1 Het stelsel van
basisregistraties
1
Het Stelsel van Basisregistraties speelt een belangrijke
rol in het aanpakken van maatschappelijke vraagstukken.
Of het nu gaat om uitrukkende hulpdiensten, het efficiënt
vaststellen van het recht op uitkering, het toetsen van
vergunningaanvragen of het bestrijden van fraude; alle
betrokkenen hebben baat bij slim gebruik van veel gebruikte
overheidsgegevens zoals adressen, persoonsgegevens,
bedrijfsnamen en geo-informatie.
Deze gegevens worden vastgelegd in basisregistraties. Door
al bekende gegevens binnen de overheid met elkaar te delen,
kan de overheid efficiënter opereren en de dienstverlening
verbeteren. Zo hoeft een burger of bedrijf bepaalde
gegevens niet steeds opnieuw aan te leveren, maar volstaat
één melding. Om de gegevens te kunnen delen, zet de
Nederlandse overheid een Stelsel van Basisregistraties op.
Er zijn 13 basisregistraties, die samen het Stelsel van
Basisregistaties vormen. De 13 basisregistraties wisselen
onderling gegevens uit. De gemeenschappelijke
Stelselvoorzieningen vergemakkelijken de
gegevensuitwisseling tussen de basisregistraties en zorgen
voor het waarborgen van de juistheid van gegevens. Het
toepassen van Digikoppeling maakt gegevensuitwisseling
tussen overheidsorganisaties mogelijk en voor het
melden van vermeende fouten in de basisregistraties
wordt Digimelding ingezet. Digilevering is de beoogde
voorziening voor het leveren van gebeurtenissen vanuit
de aangesloten basisregistraties, bijvoorbeeld het starten
van een onderneming. De structuur van het Stelsel van
Basisregistraties is beschreven in de Stelselcatalogus. In het
figuur op de volgende pagina zijn de registraties in onderlinge
samenhang weergegeven.
In het stelsel staat een basisregistratie niet op zichzelf. Een
ingezetene – waarvan de authentieke gegevens geregistreerd
zijn in de basisregistratie personen – is woonachtig op een
adres – waarvan de authentieke gegevens geregistreerd
zijn in de basisregistratie Adressen en Gebouwen. Door een
‘interne’ koppeling te realiseren, levert de Basisregistratie
Personen ook de authentieke adresgegevens mee zoals
die zijn geregistreerd in de Basisregistratie Adressen en
Gebouwen. Door deze interne koppelingen ontstaat ook
daadwerkelijk een ‘stelsel’ van basisregistraties. De afnemer
die een object of subject gebruikt uit een basisregistratie kan
trefzeker de gegevens uit de gekoppelde basisregistraties
‘erbij halen’ en van daaruit weer de gegevens gekoppeld aan
die registratie etc.
1.2 Spelregels voor het
gebruik
Het gebruik van de basisregistraties gaat gepaard met een
aantal spelregels. Deze zijn als volgt.
1.2.1 het wettelijk kader
Het gebruik van gegevens uit basisregistraties door
overheidsorganisaties is niet vrijblijvend. Daarom heeft de
overheid een aantal spelregels opgesteld voor de bijhouding
en het gebruik van basisgegevens. Hoewel deze spelregels
voor elke basisregistratie in aparte wet- en regelgeving
zijn verwoord, wordt daarbij steeds dezelfde systematiek
gehanteerd.
1.2.2 Niet meer uitvragen
Een overheidsorganisatie mag een gegeven dat beschikbaar
is als authentiek gegeven, niet meer uitvragen. Alleen
in uitzonderingssituaties kan het nodig zijn een bepaald
gegeven tóch uit te vragen, ook als het gegeven beschikbaar
is als authentiek gegeven in een basisregistratie. Bijvoorbeeld
als dat gegeven nodig is om een persoon of object te
identificeren.
1.2.3 Verplicht gebruik
Een overheidsorganisatie die voor de uitvoering van een
wettelijke taak informatie nodig heeft die als authentiek
gegeven in een basisregistratie beschikbaar is, is bij wet
verplicht het gegeven uit de basisregistratie te gebruiken.
Dit uitgangspunt wordt in toenemende mate onderstreept
door jurisprudentie waarin de vraag naar het gebruik van
basisregistraties aan de orde komt. Voor een niet-authentiek
gegeven is het gebruik gewenst, maar niet verplicht.
1
Bron: www.stelselinformatiepunt.nl
13
voorbeeld 1
Zaken op de kaart: snel inzicht in wat de dienst weet
op een bepaalde locatie
In de leefomgeving heeft alles een coördinaat. Een inrichting is ergens gevestigd, een bodemverontreiniging
heeft een bepaalde verspreiding en een weg heeft een bepaalde geluidscontour. Deze geografische
informatie kan met behulp van basisregistraties heel handig gecombineerd worden met zaakinformatie.
Bij de Omgevingsdienst Midden-Holland (ODMH) wordt elke zaak gekoppeld aan een BAG-adres of een
kadastraal perceel. Van zowel BAG-adressen als kadastrale percelen zijn de coördinaten nauwkeurig
vastgelegd en beschikbaar. Door de zaak aan deze objecten te koppelen is het dus mogelijk om zaken weer
te geven op de kaart. Bij ODMH gebruikt men daarvoor de intranet GIS-toepassing GeoWeb. De gebruiker
ziet dan niet alleen de zaak op de kaart, maar kan door erop te klikken direct naar de bij de zaak behorende
documenten, die zijn vastgelegd in het Document managementsysteem Verseon Web.
14
BRV
BRI
BLAU
BRK
WOZ
BRT
BGT
BRO
RNI
GBA
BAG
NHR
Figuur 1: het stelsel van basisregistraties
Het huidige Stelsel van Basisregistraties wordt gevormd door de volgende registraties:
GBA* - Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens
RNI* - Registratie Niet Ingezetenen
NHR - Handelsregister
BAG - Basisregistraties Adressen en Gebouwen (bestaat uit twee basisregistraties)
BRT - Basisregistratie Topografie
BRK - Basisregistratie Kadaster
BRV - Basisregistratie Voertuigen (kentekenregister)
BLAU - Basisregistratie lonen, arbeids- en uitkeringsverhoudingen
BRI - Basisregistratie Inkomen
WOZ - Basisregistratie Waarde Onroerende Zaken
BGT - Basisregistratie Grootschalige Topografie (voorheen GBKN)
BRO - Basisregistratie Ondergrond (voorheen ook wel DINO)
* De GBA en RNI vormen samen de BRP - Basisregistratie Personen
Er zijn naast de basisregistraties nog andere landelijke registraties en - voorzieningen die niet de status van basisregistratie hebben, zoals de WKPB.
Het RRGS en Ruimtelijke plannen. Deze registraties zijn eveneens relevant voor de omgevingsdiensten, maar vallen niet onder hetzelfde stringente
wettelijke kader. Het gebruik van deze registraties en voorzieningen valt buiten de scope van deze handreiking.
15
voorbeeld 2
Eenduidigheid in communicatie met ketenpartners:
basisregistraties bieden de sleutel
Wanneer een overheidsorgaan ketenpartners inschakelt bij de behandeling van dossiers is het belangrijk
dat alle partners het over dezelfde objecten en betrokkenen hebben. De basisregistraties bevatten unieke
sleutels om deze objecten en betrokkenen te identificeren. Die sleutels moeten we dus bij overdracht van
dossiers en zaken naar een ketenpartner meegeven om ervoor te zorgen dat die partner zich met dezelfde
objecten en betrokkenen bezighoudt. Bovendien is de ketenpartner in staat om met de unieke sleutels altijd
het meest actuele gegeven uit de basisregistratie op te vragen of geleverd te krijgen.
16
1.2.4Terugmelden
Een overheidsorganisatie die twijfelt aan de juistheid van
een authentiek gegeven, moet daar melding van doen,
de zogeheten terugmelding. De bronhouder zal dan een
onderzoek instellen naar de juistheid van dat gegeven. Een
authentiek gegeven dat ‘in onderzoek’ is, hoeft niet verplicht
te worden gebruikt.
1.3 Baten van de basisregistraties
1.3.1 Algemene noties over de baten
van basisregistraties
Zoals in de vorige paragraaf is aangeven is het gebruik
van de basisregistraties wettelijk geregeld. Ook de
omgevingsdiensten vallen onder de reikwijdte van de
regelgeving en worden dus geacht gebruik te maken van de
basisregistratie. Naast de wettelijke verplichting is het ook
zinvol voor de eigen bedrijfsvoering van de omgevingsdienst
om gebruik te maken van de basisregistraties.
In algemene zin kan worden gesteld dat basisregistraties het
fundament vormen voor:
1. een overheid die niet naar de bekende weg vraagt;
2. een overheid die klantgericht is;
3. een overheid die zich niet voor de gek laat houden;
4. een overheid die weet waarover ze het heeft;
5. een overheid die haar zaken op orde heeft en niet
meer kost dan nodig.
In bovenstaande opsomming kan ’overheid’ ook vervangen
worden door ’ omgevingsdienst’, de basisregistraties
bieden een belangrijke kans voor de omgevingsdiensten
om zich verder te verbeteren. De basisregistraties dragen bij
aan de bovengenoemde doelstellingen op grond van drie
eigenschappen:
1. Waarde van de door de basisregistraties zelf geleverde
gegevens.
2. Waarde als koppelgegeven of sleutelgegeven.
3. Waarde bij geografische presentatie en -analyse.
Waarde van de door de basisregistraties geleverde
gegevens
De gegevens uit basisregistraties hebben op zichzelf waarde
voor de afnemer. Op welk adres woont de aanvrager?
Waar bevind zich dit adres? Wat is de rechtsvorm van het
bedrijf? Wie is de eigenaar van het perceel? Etc. De kwaliteit
(eenduidigheid, juistheid en actualiteit) van de gegevens uit
basisregistraties is hoog. De afnemer mag deze gegevens
gebruiken zonder eigen onderzoek te doen naar de juistheid.
Hij hoeft de gegevens niet zelf in te winnen, waarmee zowel
de overheid als burgers en bedrijven ontlast worden.
Waarde als koppelgegeven
Basisregistraties dekken op zichzelf maar een beperkt deel
van de informatiebehoefte bij veel afnemers. Belangrijk
is echter dat basisregistraties de unieke identificerende
gegevens voor burgers, bedrijven, adressen etc. bevatten,
en dat zij onderling gekoppeld worden. Daarmee ontstaat
een krachtige basis om de eigen ingewonnen gegevens
uit te wisselen en te combineren, zowel intern als met
ketenpartners. Dit kan leiden tot een betere/efficiëntere
dienstverlening en tot verdere vermindering van de uitvraag
bij burgers en bedrijven. (Vanzelfsprekend gelden hierbij
de wettelijke kaders ten aanzien van het al dan niet mogen
uitwisselen van deze gegevens)
Waarde bij geografische presentatie en analyse
Een aantal basisregistraties omvat geografische gegevens.
Het betreft de BAG, de BRK, de BGT en de BRT. Door eigen
gegevens te koppelen aan basisregistraties kunnen deze
‘automatisch’ op de kaart worden gepresenteerd. Aangezien
geografische presentatie en analyse in toenemende mate aan
belang wint, zeker ook in het omgevingsrecht, is dit aspect
van basisregistraties voor de omgevingsdiensten van groot
belang.
1.3.2 Baten van basisregistraties in de
context van de omgevingsdiensten
De regionale uitvoeringsdiensten zijn ingesteld om zorg
te dragen voor een schone en veilige omgeving. Door
taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht
en handhaving van gemeenten en provincies te bundelen
in de omgevingsdiensten ontstaan de schaalgrootte
en concentratie van deskundigheid die noodzakelijk
is. Daarnaast hebben de omgevingsdiensten ook een
taakstelling om de opgedragen taken efficiënter uit te
voeren dan in het verleden (versplintert over gemeenten
en provincie) het geval was. Goede informatievoorziening
binnen de omgevingsdienst en tussen ketenpartners is een
belangrijke voorwaarde voor het goed uitvoeren van deze
taken en het waarmaken van de efficiencydoelstelling.
Hieronder is op basis van de werksessies met de
omgevingsdiensten schematisch de relatie weergegeven
tussen de taken en verantwoordelijkheden van de
omgevingsdienst en de eigen informatievoorziening.
17
Doelstellingen en ambities omgevingsdiensten
Kwaliteit/
professionaliteit
Rechtmatigheid
Effectiviteit
Stelt eisen aan
Efficiëntie
Draagt bij aan
Informatievoorziening
Functionaliteit
Interoperabiliteit
Gegevenskwaliteit
Consistentie/standaardisatie in gegevenshuishouding
Sectorale gegevensstandaarden
Basisregistraties
Figuur 2: relatie tussen de doelstellingen van de omgevingsdienst en de informatievoorziening o.b.v. de werksessies.
De omgevingsdienst heeft om de verwachtingen en ambities
te kunnen waarmaken behoefte aan een hoogwaardige
informatievoorziening! De componenten daarbinnen moeten
de juiste functionaliteit bieden, moeten intern én extern
kunnen samenwerken (interoperabiliteit) en moeten de juiste
gegevens bevatten. Een consistente en gestandaardiseerde
gegevenshuishouding, gebaseerd op basisregistraties is
daarvoor randvoorwaardelijk.
Basisregistraties dragen bij aan de invulling van een aantal
eisen die vanuit de business aan de informatievoorziening
van de omgevingsdiensten wordt gesteld. Uit de werksessies
met de omgevingsdiensten zijn de volgende baten bij gebruik
van de basisregistraties als belangrijkste naar voren gekomen
(deze komen overigens veelal overeen met de eerder
genoemde generieke baten):
Alle medewerkers beschikken tijd- en plaatsonafhankelijk
over informatie...
Toegang tot informatie is een voorwaarde om het werk
juist uit te voeren, zowel op kantoor als op locatie in het
veld. Nu toezichtsactiviteiten niet meer gebonden zijn
aan kantooruren is het ook van belang om beschikking
18
te hebben over informatie in het weekend of tijdens de
avonduren. Ontsluiting via het gebruik van laptops, tablets
en smartphone maakt dit voor de inspecteurs mogelijk
in combinatie met ruime beschikbaarstellingsuren van
de onderliggende applicaties zoals het VTH-systeem,
Inspectieview Milieu, het bodeminformatiesysteem of het
Omgevingsloket Online (OLO).
...van de juiste kwaliteit
Het begrip ‘juiste kwaliteit’ heeft onder meer betrekking
op actualiteit, juistheid en eenduidigheid van informatie
(vereiste kwaliteit, bekende kwaliteit). Basisregistraties
zijn ook voor de omgevingsdiensten dé bron voor
actuele, juiste en eenduidige basisgegevens (voor zover
deze vallen binnen het domein van de basisregistraties)
en bieden een belangrijke kapstok voor het koppelen
van aanvullende gegevens zoals inspectieresultaten en
handhavingsmaatregelen. Informatiegestuurd handhaven en
uitwisseling van informatie met ketenpartners (bijvoorbeeld
met Inspectieview) is alleen zinvol wanneer eenduidig is vast
te stellen op welke betrokkene de informatie betrekking
heeft.
Informatie kan worden ontsloten op basis van persoon
product, opdrachtgever en locatie
Deze vier dimensies vormen op basis van de werksessies de
voornaamste zoekingangen waaraan in de praktijk behoefte
bestaat. Het gebruik basisregistraties draagt bij aan het
eenduidig ontsluiten van informatie op basis van persoon
(zowel natuurlijke personen als bedrijven) en op basis van
locatie. In geval van uitwisseling van (handhavings)informatie
is er een eenduidige ingang (’sleutel’) aan de hand waarvan
de inhoudelijke informatie benaderd wordt. Zo wordt zeker
gesteld dat verschillende omgevingsdiensten het over
dezelfde objecten hebben.
Gegevens die beschikbaar waren bij het moment van
besluiten, moeten ook op een later tijdstip ‘teruggehaald’
kunnen worden
omgevingsdiensten hebben in sommige situatie behoefte
aan historische gegevens, bijvoorbeeld als het relevant is
om te kunnen reconstrueren welke gegevens beschikbaar
waren op het moment dat een beslissing werd genomen.
Basisregistraties bouwen per definitie een historie op, en zijn
verplicht om deze historische gegevens te kunnen aanbieden
aan afnemers. Dit betekent dat het opbouwen van historie
door de afnemer zelf niet of minder noodzakelijk is
Digitaal werken en digitaal communiceren
Het streven van veel omgevingsdiensten is om zoveel
als mogelijk papierloos te werken. Dossiers van zaken
worden digitaal opgebouwd. Met klanten, ketenpartners
en opdrachtgevers (gemeente, provincie) wordt digitaal
gecommuniceerd, zowel over de inhoud van het zaakdossier
als over de status van het proces. Het gebruik van juiste,
eenduidige en actuele informatie is hiervoor een voorwaarde.
Al met al zijn de baten van het gebruik van de
basisregistraties voor de omgevingsdiensten omvangrijk en
van direct belang voor de uitvoering van taken.
1.4 Relevante basisregistraties voor de
omgevingsdiensten
In de werksessies zijn zes registraties aangemerkt als
meest relevant voor de omgevingsdienst. Bij het bepalen
daarvan is uitgegaan van de volgende werkprocessen van de
omgevingsdienst:
1. Advisering over/behandelen van vergunningaanvragen
en meldingen
2. Toezicht2
3. Handhaving
4. Bezwaar en beroep
In hoofdstuk 2 wordt de procesanalyse nader toegelicht. De
volgende basisregistraties zijn voor de omgevingsdienst de
meest relevante.
1.4.1 Basisregistratie Personen (BRP)
In de Basisregistratie Personen worden persoonsgegevens
vastgelegd van ingezetenen (natuurlijke personen die
woonachtig zijn in Nederland) en niet-ingezetenen
(natuurlijke personen die niet woonachtig zijn in Nederland).
Vertaald naar de situatie van vóór het van kracht worden
van de Wet basisregistratie personen op 1-1-2014, omvat de
basisregistratie de GBA (Gemeentelijke Basisadministratie,
ingezetenen) en het RNI (Register Niet-Ingezetenen).
Gegevens van niet-ingezetenen zijn niet-authentiek.
De voor de omgevingsdienst belangrijkste gegevens in
de GBA zijn de NAW-gegevens van de ingezetenen. Deze
zijn van belang voor correspondentie, en daarnaast kan
het verblijfsadres van de persoon van belang zijn bij de
inhoudelijke beoordeling van aanvragen en dergelijke.
Gemeenten zijn bronhouder van de Basisregistratie
Personen. De landelijke voorziening – nu nog GBA-V – is de
verantwoordelijkheid van het Agentschap Basisadministratie
Persoonsgegevens en Reisdocumenten (BPR)
1.4.2 Nieuw Handelsregister (NHR)
In het Nieuw Handelsregister zijn alle bedrijven en
rechtspersonen die gevestigd zijn in Nederland geregistreerd.
Daarnaast omvat het NHR niet in Nederland gevestigde
bedrijven die deelnemen aan het economisch verkeer in
Nederland.
2
In dit document wordt het volgende onderscheid gehanteerd tussen toezicht en handhaving. Toezicht betreft het uitvoeren van de ‘reguliere’
toezichthoudende activiteiten om te controleren of de vergunninghouder zich aan de regels houdt, alsmede het rapporteren hierover en het
uitvoeren van eventuele vervolginspecties. Het begrip handhaving is in dit document gereserveerd voor de fase waarin het ‘gewone’ toezicht niet
heeft geleid tot naleving en er juridische stappen worden ondernomen tegen de overtreder.
19
voorbeeld 3
De vooringevulde aangifte: betere dienstverlening
door basisregistraties onder de motorkap
Het invullen van de belastingaangifte is voor ‘de gemiddelde burger altijd een hele klus’ geweest Het
bijeenzoeken van veel papieren en daarna het correct invoeren van de gegevens daaruit. De Belastingdienst
won daarnaast in toenemende mate ter controle haar eigen gegevens in. Meer en meer zat de burger in
te voeren wat de Belastingdienst al wist. Door onder meer de invoering van het burgerservicenummer (en
zijn voorganger het sofienummer), door de koppeling van de basisregistratie Waarde Onroerende Zaken
(WOZ) aan de GBA en door het gebruik van het BSN in de werkgeversaangiften werd het mogelijk de door
de Belastingdienst ingewonnen gegevens zo trefzeker aan elkaar te koppelen dat deze als vooringevulde
aangifte konden worden aangeboden aan de burger. Deze controleert nu vooral en hoeft veel minder in
te voeren. De waardering voor deze verbetering in de dienstverlening is groot. De Belastingdienst krijgt te
maken met veel minder niet-relevante verschillen tussen wat de burger zelf invoert en wat men zelf heeft
ingewonnen.
20
Relevante gegevens in het NHR zijn de ‘bedrijfsnamen’
(handelsnamen, statutaire naam), de vestigingsadressen, de
juridische verhoudingen tussen moeder- en dochterbedrijven
en de bestuurlijk verantwoordelijken. De SBI-codes in het
NHR bieden een goed startpunt om te bepalen of vestigingen
die niet bekend zijn mogelijk vergunningplichtig zijn en of
toezicht gewenst is.
mate geografisch ontsluit, zijn er geen soorten processen
die (verplicht) gebruik van de basisregistratie Topografie
noodzakelijk maken.
Bronhouder van het Nieuw Handelsregister is de Kamer
van Koophandel. De Kamer van Koophandel is tevens
verantwoordelijk voor de landelijke voorziening.
Het Kadaster is bronhouder en beheerder van de landelijke
voorziening.
1.4.3 Basisregistratie adressen en
gebouwen (BAG)
In de Basisregistratie Adressen en Gebouwen worden
gegevens bijgehouden over alle gebouwen en adressen in
Nederland. De BAG heeft heel duidelijk twee ‘gezichten’: een
administratief gezicht via Adressen en daaraan gerelateerd
informatie en een geografisch gezicht via de geometrie van
de diverse objecten.
Relevante gegevens in de BAG zijn de vastgelegde panden verblijfsobjectgegevens (status, vergund gebruiksdoel,
bouwjaar, gebruiksoppervlak). Daarnaast bieden de BAGcoördinaten een uitstekende basis om personen, bedrijven
en inrichtingen waarvan een adres bekend is weer te geven
op de kaart.
Gemeenten zijn bronhouder van de BAG. De landelijke
voorziening wordt beheerd door het Kadaster.
1.4.4 Basisregistratie Kadaster (BRK)
De Basisregistratie Kadaster bestaat uit een administratief
deel waarin onroerende zaken (hoofdzakelijk percelen met
opstal(len), maar bijvoorbeeld ook netwerken voor telecom,
energie, etc.) en de zakelijke rechten die daarop rusten
worden bijgehouden en een geografisch deel (de Kadastrale
kaart) waarop de kadastrale grenzen (van percelen,
gemeenten, provincies en rijk) zijn afgebeeld.
Relevante gegevens in het kadaster zijn vooral de afbakening
van percelen en de zakelijke rechten die gelden op deze
percelen (eigendomsrecht en andere rechten).
Het Kadaster is bronhouder en beheerder van de landelijke
voorziening.
1.4.5 Basisregistratie Topografie (BRT)
Hoewel de omgevingsdienst informatie in toenemende
De relevantie van de de basisregistratie (m.n. TOP10NL)
vooral die van het bieden van een kaart-onderlegger voor
GIS-toepassingen.
1.4.6 Basisregistratie grootschalige
topografie (BGT)
De Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) wordt dé
gedetailleerde grootschalige basiskaart (digitale kaart) van
heel Nederland, waarin op een eenduidige manier de ligging
van alle fysieke objecten zoals gebouwen, wegen, water,
spoorlijnen en (landbouw)terreinen is geregistreerd. De
Grootschalige Basiskaart Nederland (GBKN) is een voorloper
van de BGT. Een aantal bestaande initiatieven, zoals de GBKN
gaan op in de BGT. Vanaf 1 januari 2016 is het landsdekkend
bestand gereed voor gebruik.
Relevante gegevens in de BGT betreffen vooral de kenmerken
en geografische positie van (gebouwde) objecten die geen
pand zijn volgens de BAG-definities, en die dus niet in de BAG
zijn opgenomen.
Bronhouders van de BGT zijn gemeenten, provincies,
waterschappen, Rijkswaterstaat, Pro Rail, ministerie van
Defensie, ministerie van EZ. De beheerder van de Landelijke
Voorziening is het Kadaster.
1.4.7 Basisregistratie Waarde
Onroerende Zaken (WOZ)
De WOZ wordt als tijdelijk van belang beschouwd in
afwachting van de BGT. De basisregistratie Waarde
Onroerende Zaken bevat gegevens van de onroerende zaak,
waarvan op grond van de Wet WOZ de waarde moet worden
bepaald en vastgelegd. Momenteel wordt de landelijke
voorziening WOZ ingericht. Deze omvat niet alleen de
basisregistratie WOZ, maar ook de aanvullende gegevens
die de Belastingdienst, de waterschappen en het CBS nodig
hebben.
De relevantie van WOZ-gegevens is enerzijds gelegen in het
vastleggen van niet-BAG objecten. Deze waarde zal afnemen
bij de komst van de BGT, omdat deze objecten ook in de BGT
21
komen. Wellicht kunnen ook de WOZ-gebruikscodes en de
WOZ-objectafbakening voor omgevingsdiensten relevant zijn
Gemeenten zijn bronhouder, het Kadaster is beheerder van
de landelijke voorziening.
Samengevat
In onderstaande tabel is nog eens beknopt weergegeven wat
een registratie voor de omgevingsdienst als toegevoegde
waarde biedt. Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen de
inhoudelijke informatie en de informatie als koppelgegeven.
Tabel 1: Belang Basisregistraties
Basisregistratie
Belang
Belang
Inhoudelijke gegevens
Koppelgegeven
GBA
---
Identificerende gegevens (naam, BSN)
Adres
--
BSN als koppelgegeven in zaaksysteem en VTH-applicaties
NHR
--
Bedrijfsnaam, Handelsnaam, SBI-code,
Procuratiehouders
Eigenaren/moederbedrijven, Datums oprichting en
beëindigen
--
KvK-nr en vestigingsnummer voor koppelen VTH informatie en
extern uitwisselen gegevens
Bouwjaren, vergund gebruiksdoel, status, adres,
--
BAG-sleutels als verbindend element tussen: panden, vestigingen,
natuurlijke personen, inrichtingen, gebruik etc, intern en extern
BAG coördinaten voor geografische weergave zaken, vestigingen,
inrichtingen etc.
--
BAG
--
geometrie panden, adrescoördinaten
--
BRK
--
Geometrie percelen, Zakelijke rechten
---
Kadastrale kaart als onderlegger
Kadastraal object als koppelgegeven WKPB
--
Kaart als onderlegger voor omgevingsbeeld
--
Geen
BGT
--
Geometrie en objectkenmerken van objecten niet in de
BAG (masten, open schuren)
--
BGT object ID als koppelgegeven VTH-informatie
WOZ
--
WOZ-codes voor feitelijk gebruik
--
WOZ object-ID, zolang BGT er nog niet is
BRT
22
23
2Basisregistraties in
de processen van de
omgevingsdienst
Het gebruik van gegevens uit basisregistraties is niet verbonden aan
organisaties, maar aan de taken (en
daarmee ook de processen) die een
organisatie uitvoert. Hieronder wordt
het verband gelegd tussen de behoefte
aan gegevens uit de verschillende
basisregistraties en de soorten processen
die een omgevingsdienst uitvoert.
Voor de groepering naar de verschillende
soorten processen is de zaaktypecatalogus
van Omgevingsdienst Haaglanden gebruikt;
dit is de zaaktypecatalogus die voor veel
omgevingsdiensten als inspiratiebron
heeft gediend voor de eigen processen.
Zaaktypen van gelijke aard zijn daarbij
geclusterd, waardoor het belang van het
gebruik van basisgegevens is beschouwd
voor de volgende soorten processen:
1. Advisering over/behandelen van
vergunningaanvragen en meldingen
2. Toezicht
3. Handhaving
4. Bezwaar en beroep
24
In de matrix die volgt op dit hoofdstuk
is, in overleg met de aan de projectgroep
deelnemende omgevingsdiensten, een
ruwe schatting gemaakt van het aantal
raadplegingen van de verschillende
basisregistraties voor de verschillende
processoorten. Omdat omgevingsdiensten
verschillen in omvang en profiel van
opdrachtgevers, is voor de raming
van de aantallen uitgegaan van een
omgevingsdienst die ten minste een
gemeente met circa 100.000 inwoners of
meer tot zijn opdrachtgevers mag rekenen.
2.1 Behandeling van
- of advisering over vergunningaanvragen en
meldingen
2.1.1 Basisregistratie Personen (BRP)
Voor de uitvoering van het basistakenpakket (met name
milieutaken) zullen omgevingsdiensten vooral te maken
hebben met niet-natuurlijke personen (zie hieronder) en in
geringe mate met natuurlijke personen. Het overgrote deel
van vergunning- of meldingplichtige milieuactiviteiten wordt
immers door bedrijven uitgevoerd.
Voert de omgevingsdienst ook aanvullende taken uit zoals
het behandelen van vergunningaanvragen en meldingen
voor bouwactiviteiten, activiteiten die betrekking hebben
op de drank- en horecawet of activiteiten die vallen onder
de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), dan zal het
aantal vergunningaanvragen en meldingen door natuurlijke
personen aanzienlijk toenemen.
2.1.2 Nieuw Handelsregister (NHR)
Voor de uitvoering van het basistakenpakket (met name
milieutaken) zullen omgevingsdiensten hoofdzakelijk
te maken hebben met niet-natuurlijke personen. In een
zeer beperkt aantal situaties zullen natuurlijke personen
vergunningen aanvragen of meldingen doen.
Als de omgevingsdienst ook belast is met de behandeling van
vergunningaanvragen en meldingen voor andere domeinen
(bouw, drank en horeca en/of APV) zal het overgrote deel van
de aanvragen en meldingen nog steeds afkomstig zijn van
niet-natuurlijke personen, maar zullen ook vaker natuurlijke
personen initiator zijn van dergelijke zaken.
2.1.3 Basisregistratie Adressen en
Gebouwen (BAG)
Voor de uitvoering van taken uit het basistakenpakket is de
rol van de BAG voor omgevingsdiensten beperkt. Uiteraard
is het van belang de activiteit(en) waarvoor een vergunning
wordt aangevraagd, te relateren aan de authentieke
adresgegevens en, indien van toepassing, de activiteit te
toetsen aan het gebruiksdoel van het verblijfsobject waarin
de activiteit plaatsvindt. Dit geldt overigens ook voor alle
andere activiteiten.
Door het leggen van de relatie tussen adres/pand en
vergunde of gemelde activiteit, vormt de BAG wel een
stevige basis voor het geografisch ontsluiten van informatie.
Daarnaast is de verwachting dat het in de toekomt
van toenemend belang wordt om de op basis van de
identificatienummers in de BAG-vergunninggegevens uit te
wisselen.
Als de omgevingsdienst ook taken uitvoert die betrekking
hebben op bouwactiviteiten, is de BAG een onontbeerlijke
registratie die zowel afnemend wordt gebruikt voor
het verkrijgen van zicht op de locatie van de geplande
of gemelde activiteiten, als moet worden gevoed door
de omgevingsdienst met geplande en gerealiseerde
bouwwerken, alsmede met (verzoeken om) besluiten over de
uitgifte van nieuwe adressen (nummerbesluiten).
Voor vergunningverlening in het kader van drank- en horecaenof APV-activiteiten, is de BAG wederom vooral van belang
voor het leggen van de relatie tussen de activiteit en het
adres/pand.
2.1.4 Basisregistratie Kadaster (BRK)
Voor vergunningverlening en advisering die betrekking heeft
op de basistaken van de omgevingsdienst, moet de dienst
in een aantal gevallen beschikken over kadastrale gegevens.
Dit is met name het geval voor zaken die betrekking hebben
op bodemverontreiniging, maar kan ook van belang zijn voor
het toetsen van aanvragen en meldingen aan milieuzonering
met betrekking tot geur, stof, geluid, etc.
Indien een omgevingsdienst ook vergunningaanvragen
en meldingen behandelt die bouwactiviteiten betreffen, is
het gebruik van gegevens uit de Basisregistratie Kadaster
vanzelfsprekend.
Voor processen die betrekking hebben op drank- en horecaactiviteiten, resp. APV-activiteiten is het gebruik van de
Basisregistratie Kadaster niet nodig.
2.2Toezicht
2.2.1 Basisregistratie Personen (BRP)
Toezicht dat voortvloeit uit het basistakenpakket zal – net
als bij vergunningverlening – vooral betrekking hebben
op bedrijfsmatige activiteiten. Het toezicht op activiteiten
van natuurlijke personen (bijvoorbeeld ondergrondse tank,
25
voorbeeld 4
Gegevens over gebouwen overzichtelijk bij elkaar:
digitaal woningdossier Nijmegen
Gegevens over gebouwen, percelen en de directe omgeving worden bijgehouden in verschillende
registraties. Een deel van de gegevens kan worden gevonden in het Kadaster, een ander deel in de
gemeentelijke dossiers aangaande vergunningen, bodemverontreiniging en riolering. Burgers en bedrijven
hebben daar last van, bijvoorbeeld bij het aanvragen van vergunningen of bij de oriëntatie op de aankoop
van een huis. De gemeente Nijmegen brengt deze gegevens bij elkaar in één publiek toegankelijk webportaal.
Ook hier spelen de basisregistraties en hun onderlinge koppelingen onder de motorkap een belangrijke rol.
Deze bieden de mogelijkheid de gegevens uit de diverse systemen aan elkaar te koppelen. Van belang in
deze toepassing is dat ook de relevante documenten bij de vastlegging in documentmanagementsystemen
en archiefsystemen worden gekoppeld aan de basisregistraties. Zodoende kan de gebruiker niet alleen een
korte melding zien van een feit of vergunning, maar ook direct de (publiek toegankelijke) achterliggende
documenten inzien.
26
aanleg warmte- en koudeopslag) zal zeer beperkt zijn.
Indien het takenpakket van de omgevingsdienst ook
toezicht en handhaving omvat voor bouw-, horeca- of APVgerelateerde activiteiten, dan zal de dienst frequenter met
natuurlijke personen te maken hebben. Omdat de activiteiten
die natuurlijke personen uitvoeren – het oprichten van een
bouwwerk, het houden van een evenement – veelal geen
doorlopend karakter hebben, is het toezicht op zo’n activiteit
in de regel beperkt tot één of enkele controles in een relatief
kort tijdbestek.
Naast de bovengenoemde gevallen, waar het toezicht betreft
op activiteiten die een natuurlijk persoon uitvoert, kan een
natuurlijk persoon ook toezicht initiëren, met name door het
indienen van een (milieu)klacht. Om de drempel voor het
melden van (milieu)klachten zo laag mogelijk te houden (in
principe kan anoniem een klacht worden ingediend), kiezen
veel omgevingsdiensten ervoor de gegevens van de melder
niet te betrekken uit (of te verifiëren met) gegevens uit de
basisregistratie personen.
2.2.2 Nieuw Handelsregister (NHR)
De uitvoering van toezichttaken uit het basistakenpakket
door de omgevingsdienst hebben voor een groot deel
betrekking op activiteiten van niet-natuurlijke personen.
In veel gevallen betreft het dan activiteiten met een
langlopend of continu karakter. Door de jaren heen zal de
omgevingsdienst frequent controleren of de niet-natuurlijke
persoon de activiteiten uitvoert conform de voorschriften.
Ook eventuele toezichttaken van de omgevingsdienst die
betrekking hebben op andere domeinen (bouw, drank en
horeca en APV) zullen vaak activiteiten van niet-natuurlijke
personen betreffen. Bouw- en APV-activiteiten hebben in
de regel geen doorlopend karakter, activiteiten waarop de
drank- en horecawet van toepassing is, wel.
Uiteraard kunnen niet-natuurlijke personen, net als
natuurlijke personen, ook toezicht initiëren door het indienen
van een (milieu)klacht. Daarnaast initiëren niet-natuurlijke
personen toezicht door het melden van ongewone voorvallen
(een verstoring in een bedrijfsproces met (dreiging van)
milieuschade).
Tot slot kunnen de gegevens uit het NHR een belangrijke
bron zijn voor analyseactiviteiten ten behoeve van
informatiegestuurd toezicht. Door te onderzoeken welke
nieuwe niet-natuurlijke personen zich hebben gevestigd,
welke nieuwe activiteiten (o.b.v. SBI) door niet-natuurlijke
personen worden uitgevoerd, kan veel gerichter aandacht
worden geschonken aan vergunning – en meldingplichtige
activiteiten. Ook bij het opvragen van de bevindingen over
een bedrijf bij andere inspecties, middels Inspectieview,
speelt het gebruik van de NHR-sleutels een belangrijke rol.
2.2.3 Basisregistratie Adressen en
Gebouwen (BAG)
Voor een omgevingsdienst die louter toezichttaken uitvoert
die binnen het basistakenpakket vallen, zijn gegevens uit de
BAG vooral relevant voor het vinden van de locatie waarop
bepaalde activiteiten worden uitgevoerd en het relateren van
bevindingen aan die locatie.
Indien de omgevingsdienst ook toezichttaken uitvoert
die betrekking hebben op bouwactiviteiten, worden
BAG-gegevens zowel afgenomen (plangegevens) als
aangeleverd (realisatiegegevens). BAG-gegevens stellen een
omgevingsdienst ook in staat actief te controleren op illegale
bouwwerken.
Voor overige toezichttaken (drank- en horeca, APV) is de BAG
vooral weer van belang voor het leggen van de relatie tussen
bevindingen en locatie.
2.3Handhaving
2.3.1 Basisregistratie Personen (BRP)
Vanzelfsprekend geldt voor handhaving door de
omgevingsdienst dezelfde relatie met natuurlijke personen
als voor toezicht: als de omgevingsdienst louter basistaken
uitvoert, zal handhaving zich vooral richten op strijdigheden
die activiteiten van niet-natuurlijke personen betreffen. Als
de omgevingsdienst ook handhavingstaken uitvoert die
betrekking hebben op bouw-, horeca en/of APV-activiteiten,
dan zal dat vaker (ook) activiteiten van natuurlijke personen
betreffen.
Echter, ook als de handhaving zich richt op activiteiten
van een niet-natuurlijk persoon, kunnen de gegevens
van natuurlijke personen – denk aan die van bestuurders
of leidinggevenden – van belang zijn. Zo kunnen
functionarissen, als het vermoeden bestaat van onbehoorlijk
bestuur, nalatigheid of verwijtbaar handelen, ook
persoonlijke aansprakelijk worden gesteld.
Tot slot kunnen natuurlijke personen in een heel andere rol
betrokken zijn in handhavingszaken, namelijk als verzoeker
27
voorbeeld 5
Bestuurlijke handhaving? Neem geen risico’s, maak
gebruik van de beschikbare basisregistraties
Als een ondernemer overtredingen begaat dan kan dit uiteindelijk leiden tot een bestuurlijk
handhavingstraject. Als het zover komt is het belangrijk dat je als omgevingsdienst de juridische risico’s
minimaliseert. Daar hoort ook het gebruik van de relevante basisregistraties door de jurist bij. Met welke
onderneming heb je te maken? Wie moet je aanschrijven en op welk adres? Deze vragen kun je alleen
maar met voldoende zekerheid beantwoorden als je gebruik maakt van het NHR en het GBA. Wordt er een
dwangsom opgelegd dan kan gebruik worden gemaakt van de BRK om te achterhalen op welke onroerende
bezittingen beslag kan worden gelegd.
28
om handhaving. In afwijking van de (milieu)klacht verzoekt in
dergelijke zaken een persoon om een formeel besluit van het
bestuursorgaan om wel of niet over te gaan tot handhaving.
Gelet op de formele rol die de verzoeker om handhaving in
zo’n zaak bekleedt, is het van belang daarvoor de gegevens
uit de Basisregistratie Personen te gebruiken.
2.3.2 Nieuw Handelsregister (NHR)
Het spreekt vanzelf dat voor handhaving een zelfde relatie
geldt met niet-natuurlijke personen als voor toezicht:
dit is veruit de meest dominante groep waarmee de
omgevingsdienst te maken krijgt in handhavingszaken.
Niet-natuurlijke personen kunnen ook handhaving initiëren
door het indienen van een handhavingsverzoek.
2.3.3 Basisregistratie Adressen en
Gebouwen (BAG)
In lijn met de toezichttaken zal de BAG-handhaving
die betrekking heeft op het basistakenpakket vooral
ondersteunen in het relateren van de handhavingsacties
aan de juiste locatie. Dit geldt ook voor handhaving die
betrekking heeft op drank- en horeca en APV-activiteiten.
Voor handhaving die betrekking heeft op bouwactiviteiten
is de BAG enerzijds van belang voor afname van gegevens
(denk aan de plangegevens), maar moet deze anderzijds ook
worden gevoed uit de handhavingsprocessen (bijvoorbeeld
bij intrekken van vergunning, afzien van bouw, sloop van
gebouwd object).
2.3.4 Basisregistratie Kadaster (BRK)
Met name voor handhaving die betrekking heeft op de
bodemtaken van de omgevingsdienst, kunnen gegevens uit
de Basisregistratie Kadaster noodzakelijk zijn. Het betreft
dan, naast de administratieve gegevens, ook de akten: daarin
kunnen afspraken zijn vastgelegd over de aansprakelijkheid
van de eigenaar en/of voormalige eigena(a)r(en) voor
eventuele verontreiniging van de bodem.
Daarnaast kan de Basisregistratie Kadaster worden
ingezet voor beslaglegging ter ondersteuning van
handhavingssancties, zoals de invordering van
dwangsommen of het kostenverhaal van bestuursdwang.
2.4 Zienswijze, bezwaar,
beroep
2.4.1 Basisregistratie Personen (BRP)
Zoals uit het bovenstaande blijkt, zullen omgevingsdiensten
in een groot aantal gevallen vergunningen verlenen voor,
of toezicht houden op, activiteiten van niet-natuurlijke
personen. Toch kunnen ook in dergelijke gevallen, waarin
de zaak zich op het eerste gezicht lijkt te beperken tot de
overheid en de niet-natuurlijke persoon die de activiteiten
uitvoert, natuurlijke personen een rol spelen, namelijk die
van ‘derde belanghebbende’. Immers, voor een ieder van wie
het belang rechtstreeks bij een besluit betrokken is, staan
mogelijkheden open dat belang te laten meewegen in, dan
wel toetsen aan, het – al dan niet voorgenomen – besluit.
Afhankelijk van de gevolgde procedure geschiedt dat door
het indienen van een zienswijze op een voorgenomen besluit,
het maken van bezwaar tegen een genomen besluit of het
instellen van beroep tegen een genomen besluit.
Deze mogelijkheden staan open voor zowel niet-natuurlijke
als natuurlijke personen. De plaats waar zij woonachtig dan
wel gevestigd zijn is daarbij wel/niet/soms relevant.
2.4.2 Nieuw Handelsregister (NHR)
Omdat de meeste adviezen of besluiten van de
omgevingsdienst betrekking hebben op de activiteiten van
niet-natuurlijke personen, ligt het in de rede dat het ook die
niet-natuurlijke personen zijn die een zienswijze indienen
tegen een voorgenomen besluit, bezwaar maken tegen een
genomen besluit of beroep instellen tegen een genomen
besluit.
Diezelfde mogelijkheden liggen voor niet-natuurlijke
personen open in de rol van ‘derde belanghebbende’. Zie
voor een uitleg daarvan ‘Zienswijze, bezwaar, beroep’ bij de
basisregistratie Personen.
2.4.3 Basisregistratie Adressen en
Gebouwen (BAG)
Voor het behandelen van een zienswijze, bezwaar of beroep
zal de BAG vooral ondersteunend worden gebruikt voor het
schetsen van de situatie op de locatie waarop het besluit
zich richt. Indien als gevolg van een zienswijze, bezwaar of
beroep het - voorgenomen - besluit wordt herzien, kan dit
ook betekenen dat BAG gegevens moeten worden gewijzigd.
Dit geschiedt normaal gesproken binnen of conform de
procedure waarin het oorspronkelijke besluit werd genomen.
29
voorbeeld 6
De keten sociale uitkeringen, werk en inkomen (SUWI):
raadplegen van elkaars gegevens
In de SUWI-keten hebben de diverse partners grote behoefte aan het inzien van elkaars gegevens. De sociale
dienst moet bij het verstrekken van een uitkering inzicht hebben welke uitkeringen UWV en SVB hebben
verstrekt, welke gegevens bij de Belastingdienst bekend zijn, etc. De keten heeft daarom de afgelopen
twintig jaar stapsgewijs gewerkt aan het verbeteren van de gegevensuitwisseling. Het burgerservicenummer
(BSN) neemt hierin een belangrijke plaats in. Het vormt de sleutel in de gegevensuitwisseling; alle SUWIpartners koppelen de eigen gegevens aan het BSN. (waarbij overigens naam en geboortedatum nog
wel als controlegegeven worden gebruikt). Middels de voorziening Suwinet kunnen de ketenpartners
nu eenvoudig elkaars gegevens raadplegen, waarbij de gegevens aan de bron blijven en niet worden
gekopieerd bij de afnemer. Daarbij zijn niet alleen afspraken gemaakt over het gebruik van het BSN, maar
ook over een groot aantal andere gegevens (vastgelegd in een gegevenswoordenboek) en standaarden voor
gegevensuitwisseling. Voor alle niveaus in de keten – strategisch, tactisch, operationeel – is de governance
ingericht. Dit voorbeeld illustreert hoe basisregistraties een cruciale rol kunnen spelen in het uitwisselen van
niet-basisregistratie gegevens. Het maakt ook duidelijk dat deze uitwisseling van gegevens alleen effectief
wordt als alle ketenpartners de basisregistratie sleutels gebruiken én afspraken maken over de andere
aspecten van gegevensuitwisseling.
30
2.5 Gebruik van overige
basisregistraties
2.6Conclusie
Het gebruik van onderstaande basisregistraties is niet
opgenomen in de voorgaande paragrafen.
Omgevingsdiensten kunnen voor alle soorten processen te
maken krijgen met natuurlijke personen die in een formele
hoedanigheid een rol spelen in die processen. In dergelijke
zaken moet de omgevingsdienst gebruik maken van de
authentieke gegevens die in de Basisregistratie Personen zijn
vastgelegd.
2.5.1 Basisregistratie Topografie (BRT)
Er zijn geen processen bij de omgevingsdiensten waarin
de gegevens uit de BRT (zoals namen en typeringen van
gebieden) verplicht moeten worden gebruikt. Echter, indien
de omgevingsdienst bij beslissingen of beleidsadviezen een
kaart gebruikt als ondergrond, dan is het gebruik van de BRT
hierbij verplicht.
2.5.2 Basisregistratie Grootschalige
Topografie (BGT)
De Basisregistratie Grootschalige Topografie is nog niet
operationeel, maar zal een belangrijke basisregistratie zijn
voor de processen van de omgevingsdienst. De voornaamste
reden hiervoor is dat in de BGT-objecten zullen zijn
opgenomen die niet in andere basisregistraties voorkomen,
maar wel zeer relevant kunnen zijn voor de taken van de
omgevingsdienst. Denk aan kunstwerken, weg-, spoor- en
waterdelen, functionele gebieden. Omdat de ontwikkeling
van de BGT nog volop gaande is, is het nog niet mogelijk hier
de toepassing van gegevens uit de BGT in de verschillende
soorten processen te schetsen.
2.5.3 Basisregistratie WOZ
Deze registratie wordt momenteel niet gebruikt in de
omgevingsdiensten. De landelijke voorziening is in
technische zin gerealiseerd, maar nog niet alle gemeenten
(bronhouders) zijn hierop aangesloten. De WOZ biedt
echter objecten die niet in de BAG te vinden zijn. Het
betreft onder ander allerlei bouwwerken die niet aan
de BAG-definitie van Pand voldoen. (open schuren en
overkappingen, windmolens, electiciteitsmasten etc). Deze
objecten zullen wel een plaats krijgen in de Basisregistratie
Grootschalige Topografie (BGT) maar deze basisregistratie
zal pas in 2016 beschikbaar komen. Daarnaast biedt de WOZ
objectkenmerken die mogelijk voor de omgevingsdiensten
van belang kunnen zijn. Vooralsnog is de inschatting dat,
gegeven deze informatiebehoefte, kan worden volstaan met
incidentele bevraging van de WOZ middels de webservice
‘individuele bevraging’.
2.6.1 Basisregistratie Personen (BRP)
2.6.2 Nieuw Handelsregister (NHR)
Het Nieuw Handelsregister is voor de omgevingsdienst de
belangrijkste basisregistratie. In het overgrote deel van de
processen die de omgevingsdienst uitvoert, vervullen nietnatuurlijke personen een formele rol. De omgevingsdienst
zal de authentieke gegevens die daarvoor nodig zijn, moeten
betrekken uit het Nieuw Handelsregister.
2.6.3 Basisregistratie Adressen en
Gebouwen (BAG)
De BAG is voor de omgevingsdienst een belangrijke
basisregistratie, enerzijds voor het relateren van
vergunningen, meldingen en toezichtsbevindingen aan
adressen en objecten, anderzijds voor het geografisch
ontsluiten van dergelijke gegevens.
2.6.4 Basisregistratie Kadaster (BRK)
De Basisregistratie Kadaster is voor een aantal taken van de
omgevingsdienst van belang en zal in die gevallen verplicht
gebruikt moeten worden. Zeker zo belangrijk in processen
van de omgevingsdienst, maar geen basisregistratie en
daarmee ook geen onderdeel van deze handreiking, is het
gebruiken van aan percelen gekoppelde publiekrechtelijke
beperkingen.
2.6.5 Overige basisregistraties
De Basisregistratie Topografie is voornamelijk relevant als
‘ondergrond’ voor GIS-toepassingen.
De Basisregistratie Grootschalige Topografie zal een
belangrijke basisregistratie worden voor de processen van
de omgevingsdienst. Omdat de ontwikkeling van de BGT nog
volop gaande is, is het nog niet mogelijk hier de toepassing
van gegevens uit de BGT in de verschillende soorten
processen te schetsen.
De Basisregistratie WOZ is van beperkt en naar het zich laat
aanzien tijdelijk belang voor de omgevingsdiensten.
31
Tabel 2: Belang Basisregistraties en behoefteanalyse
Basisregistratie
Belang
Proces (clusters)
Behoefteanalyse
Volume van gebruik
(per jaar, o.b.v. 100K
inwoners)
GBA
NHR
Inhoudelijke Gegevens
-- Identificerende gegevens (naam, BSN)
-- Adres
Vergunningverlening (incl. advisering
wettelijke taken)
Milieu: tientallen
BWT: duizenden
AVP: honderden
Koppelgegeven
-- BSN als koppelgegeven in zaaksysteem en VTH-applicaties
Toezicht
M: tientallen
B: duizenden
A: honderden
Handhaving
M: enkele
B: tientallen
A: enkele
Bezwaar en Beroep
M: enkele
B: tientallen
A: enkele
Vergunningverlening Advisering
M: honderden
B: honderden
A: tientallen
Toezicht
M: duizenden
B: honderden
A: tientallen
Handhaving
M: tientallen
B: enkele
A: enkele
Bezwaar en Beroep
M: enkele
B: enkele
A: enkele
Inhoudelijke gegevens
-- Bedrijfsnaam
-- Handelsnaam
-- SBI-code
-- Procuratiehouders
-- Eigenaren/moederbedrijven
-- Datums oprichting/beëindigen
Koppelgegeven
-
KvK-nr en vestigingsnummer voor intern en extern uitwisselen gegevens
BAG
BRK
Inhoudelijke gegevens
-- Bouwjaren
-- Gebruiksdoel
-- Status
-- Adres
-- Geometrie panden
-- Adrescoördinaten
Vergunningverlening Advisering
M: honderden
B: duizenden
A: enkele
Toezicht
M: enkele
B: duizenden
A: enkele
Handhaving
Koppelgegeven
-- BAG-sleutels als verbindend element tussen: panden, vestigingen, inricht-ingen,
gebruik etc
M: geen
B: enkele
A: geen
Bezwaar en Beroep
M: enkele
B: enkele
A: geen
Vergunningverlening Advisering
M: honderden
B: honderden
A: geen
Toezicht
M: geen
B: geen
A: geen
Handhaving
M: enkele
B: enkele
Bezwaar en Beroep
M: enkele
B: enkele
A: geen?
Algemeen
BRT is in de meeste processen
relevant als ‘ondergrond’
weergave van zaken en objecten
op de kaart
Algemeen
BGT wordt zeer relevant voor
de omgevingsdiensten, maar is
nu nog in ontwikkeling.
Daarom behoefte niet in
detail geanalyseerd
Algemeen
Verwacht belang gering
(zie H@@). Daarom behoefte
niet in detail geanalyseerd
Inhoudelijke gegevens
-- Geometrie percelen
-- Zakelijke rechten
Koppelgegeven
-- Kadastrale kaart als onderlegger
-- Kadastraal object als koppelgegeven WKPB
BRT
Inhoudelijke gegevens
-- Kaart als onderlegger voor omgevingsbeeld
Koppelgegeven
-- Geen
BGT
Inhoudelijke gegevens
-- Geometrie en objectkenmerken van objecten niet in de BAG (masten, open
schuren)
Koppelgegeven
-
BGT object ID als koppelgegeven VTH informatie
WOZ
Inhoudelijke gegevens
-- WOZ codes voor feitelijk gebruik
Koppelgegeven
-- WOZ object ID, zolang BGT er nog niet is
32
Frequentie van gebruik
Enkelvoudig/ massaal
Benodigde Actualiteit
Afnemers indicatie* bij
actieve relaties
dag
Enkel
M: dag
B: dag
A: dag
Ja
dag
enkel
M: dag
B: dag
A: dag
Ja
week
enkel
M: dag
B: dag
A: dag
Ja
week
enkel
M: dag
B: dag
A: dag
Ja
dag
enkel (meestal) +
massaal (omgeving-sanalyse)
M: dag
B: dag
A: dag (massaal: maand)
Ja
dag
enkel
massaal
(analyse)
M: dag
B: dag
A: dag massaal: mnd)
Ja
week
enkel
M: dag
B: dag
A: dag
Ja
maand
enkel
M: dag
B: dag
A: dag
Ja
dag
Enkel +
massaal (analyse en GEOweergave)
M: dag
B: dag
A: dag
Ja (voor BWT)
dag
enkel
massaal (analyse)
M: dag
B: dag
A: dag
Ja (voor BWT)
maand
enkel
M: dag
B: dag
A: dag
Ja (voor BWT)
maand
enkel
M: dag
B: dag
A: dag
Ja (voor BWT)
dag
enkel
M: dag (WKPB)
B: dag (WKPB)
Ja
nvt
nvt
nvt
nvt
Dag
enkel
M: dag
B: dag
Ja
Maand
enkel
M: dag
B: dag
Ja
Nee
Onbekend
Onbekend
33
3 Afnemen van
basisregistratiegegevens
In het voorgaande hoofdstuk is
de relevantie van de verschillende
basisregistraties voor de omgevingsdienstprocessen in beeld gebracht. Dit
hoofdstuk gaat in op de wijze waarop
de omgevingsdiensten de gegevens
uit
3
basisregistraties kunnen afnemen .
landelijke voorzieningen. Deze worden
kort beschreven, waarna wordt ingegaan
op de vraag welke van de producten het
meest geschikt is gegeven de aard van de
behoefte van de omgevingsdiensten, zoals
beschreven in hoofdstuk 2 en tabel 2.
Allereerst gaan we in op de verschillende
routes die bestaan voor het afnemen
van basisgegevens. Vervolgens wordt
nader gekeken naar de mechanismen
die afnemers kunnen kiezen voor het
afnemen van basisregistraties. Deze
mechanismen worden alle ondersteund
door de landelijke voorzieningen, maar ook
sectorale knooppunten en commerciële
leveranciers zullen deze mechanismen
(deels) ondersteunen. Tenslotte wordt
concreet ingezoomd op de producten die
beschikbaar worden gesteld vanuit de
3
Het woord afnemen heeft in dit document betrekking op alle varianten die bestaan voor afnemers om toegang te krijgen tot de gegevens uit
basisregistratiegegevens. Het woord afnemen omvat dus zowel het ‘raadplegen’ of inzien (middels webportalen) als het ‘inlezen’ van gegevens
(middels webservices of gegevensbestanden).
34
3.1 Routes voor het afnemen
van basisgegevens
In principe staan omgevingsdiensten drie routes ter
beschikking voor het afnemen van basisgegevens. De voor en
nadelen van deze routes worden beschreven:
1. Afnemen van de opdrachtgevers, te weten de
gemeenten en provincies.
2. Afnemen van de landelijke voorzieningen die
beschikbaar zijn gesteld door de afzonderlijke
basisregistraties.
3. Afnemen van een sectoraal knooppunt of van
commerciële leveranciers.
3.1.1 Afnemen van de opdrachtgever
De taken van de omgevingsdienst zijn uitgeplaatste
taken, die voorheen bij de betreffende bevoegde gezagen
(gemeente, provincie) werden uitgevoerd. In principe moeten
dus alle voor die taakuitvoering relevante (basis)gegevens bij
de opdrachtgever beschikbaar zijn. Door toegang te krijgen
tot de gegevens bij de betreffende opdrachtgever, kan de
omgevingsdienst een actuele taak uitvoeren op basis van
dezelfde gegevens als waar de opdrachtgever over beschikt.
Daarbij kan men denken aan twee varianten, namelijk inzien
(handmatig) en ophalen (geautomatiseerd).
Een voordeel van deze route kan zijn dat de opdrachtgever
niet alleen de basisgegevens maar ook aanvullende gegevens
(zgn. ‘plusgegevens’) registreert en wellicht zou kunnen
verstrekken. Dit geldt met name voor die registraties
waarde opdrachtgever zelf de bronhouder is voor de
betreffende basisregistratie, dat wil zeggen bij de BAG en bij
de WOZ. Complicerend voor deze wijze van het benaderen
van basisgegevens is dat de omgevingsdienst meerdere
opdrachtgevers heeft en dat de te raadplegen gegevens
zich (in potentie) bij elk van de opdrachtgevers in meerdere
systemen bevinden.
Voor de variant ‘inzien’ betekent dit dat medewerkers
van de omgevingsdienst met meerdere aunthenticatieen autorisatievoorzieningen te maken krijgen, alvorens
ze toegang krijgen tot de gewenste informatie. Daarbij
impliceert deze variant dat gegevens handmatig moeten
worden overgenomen in de eigen systemen; dit is
foutgevoelig en arbeidsintensief.
4
Voor de variant ‘geautomatiseerd ophalen’ geldt dat
deze In de praktijk lastig te realiseren zal zijn. Meerdere
opdrachtgevers zullen de basisgegevens vanuit (in potentie)
meerdere systemen beschikbaar moeten maken voor afname
door de omgevingsdienst. Dit zal niet alleen leiden tot een
zeer groot aantal koppelingen (realtime) of export-importscenario’s (frequente actualisatie), maar ook technische
eisen stellen aan beschikbaarheid (bijvoorbeeld 24 x 7),
interoperabiliteit (geen ‘breuk’ van uitwisseling bij softwareupdates, etc.).
De route basisgegevens betrekken van de opdrachtgever zal
in de regel onuitvoerbaar of tenminste zeer inefficiënt zijn
voor het afnemen van gegevens uit basisregistraties. Enkel
voor het afnemen van ‘plusgegevens’ kan het zinvol zijn deze
route te verkennen.
3.1.2 Afnemen uit landelijke
voorzieningen
Alle basisregistraties beschikken over landelijke voorzieningen voor het beschikbaar stellen van basisgegevens.
Afnemen van deze landelijke voorzieningen heeft voor de
omgevingsdiensten het voordeel dat men de gegevens uit
een individuele basisregistratie in één keer kan afnemen voor
4
het gebied dat alle opdrachtgevers omvat .
Afnemers hebben bij het afnemen van gegevens van de
landelijke voorzieningen de keuze uit een breed scala aan
producten met eigen kenmerken. Bij de keuze voor één of
meer van deze producten moeten de functionele eisen van
de afnemer – voortkomend uit de wijze waarop de afnemer
de gegevens wil gebruiken in zijn processen – worden
afgewogen tegen zaken als complexiteit, beheerlast en
kosten.
Zoals genoemd in de bovenstaande paragraaf is een nadeel
van deze route dat eventuele ‘plusgegevens’ die de door de
bronhouders worden geregistreerd niet beschikbaar zijn in de
landelijke voorzieningen.
Een voordeel van deze route voor afnemen betreft uiteraard
de kosten: deze voorzieningen worden in toenemende mate
kosteloos beschikbaar gesteld aan publieke organisaties.
Een landelijke voorziening die de gegevens uit alle basisregistraties aanbiedt bestaat niet en deze zal er, hoewel er in het verleden over is gesproken,
naar alle waarschijnlijkheid niet komen. Een dergelijke voorziening is bestuurlijk, juridisch en technisch dermate complex dat dit streven niet meer
als realistisch wordt gezien. In plaats daarvan gaan de gedachten nu uit naar sectorale knooppunten. Een belangrijk argument daarbij is dat dit de
mogelijkheid biedt om de gegevens uit basisregistraties gezamenlijk met gegevens uit andere externe bronnen integraal te ontsluiten, toegesneden
op de behoeften en standaarden in de sector.
35
voorbeeld 7
Basisregistraties bieden sleutel tot samenwerken met
de ketenpartners
De omgevingsdienst is niet de enige toezichthoudende instantie die een bedrijf controleert. Door gebruik
te maken van de inspectieresultaten van andere toezichthoudende instanties is het mogelijk effectiever
op te treden. Met dit doel is de nieuwe voorziening ’InspectieView Milieu’ ontwikkeld, in nauw overleg
met de omgevingsdiensten DCMR en OZHZ, het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen, de politie en de Inspectie
Leefomgeving en Transport.
Inspectieview Milieu is een virtueel dossier waarin inspecteurs informatie over inspectieobjecten kunnen
raadplegen. Deze informatie is voor toezichthouders en handhavers toegankelijk via een beveiligde website.
De informatie, zoals de resultaten van inspecties, is afkomstig van de inspectiediensten die hun data hiervoor
beschikbaar stellen.
Het bestaat uit twee voorzieningen: ‘Inspectieview Milieu’ en ‘InspectieView Milieu Bulk’
Inspectieview Milieu; hiermee kan een organisatie gegevens opvragen over één inspectieobject. Dit levert
een virtueel dossier op met daarin de inspectieresultaten van één bedrijf, afkomstig van alle aangesloten
inspectiediensten.
Inspectieview Milieu Bulk; hiermee kan een organisatie één groot (bulk)bestand opvragen met
inspectiegegevens van meerdere objecten. Dit bulkbestand kan vervolgens met een rapportagetool (Cognos,
SPSS, etc.) worden bewerkt en geanalyseerd.
Bij het gebruik van Inspectieview Milieu blijkt duidelijk de noodzaak van het gebruik van basisregistraties.
De naam waaronder een bedrijf bij verschillende instanties is geregistreerd blijkt vaak verschillend. Ook in
de schrijfwijze van een adres zijn variaties mogelijk. De gebruiker van inspectieview mist daardoor relevante
resultaten, of krijgt juist gegevens van andere (min of meer gelijknamige) bedrijven te zien. Door gebruik
te maken van de basisregistraties worden dit soort verschillen voorkomen en wordt effectief samenwerken
mogelijk.
36
3.1.3 Afnemen van sectorale
knooppunten en commerciële
leveranciers
Afgezien van de landelijke voorzieningen van de
basisregistraties staan de afnemers nog twee kanalen
ter beschikking om landelijk gegevens af te nemen,
namelijk afnemen via sectorale knooppunten of van (semi)
commerciële partijen.
Sectorale knooppunten
Een aantal overheden ontwikkelt momenteel ‘generieke
koppelpunten’ voor het ontsluiten van basisregistraties.
Dergelijke ontwikkelingen lopen onder meer bij het
ministerie van IenM, Rijkswaterstaat, de Veiligheidsregio’s,
ministrie van EZ en de provincies. Ook moet in dit verband
worden gewezen op Publieke Dienstverlening op de Kaart
(PDOK) dat een landelijk knooppunt vormt voor georegistraties. Deze koppelpunten reduceren de externe
complexiteit voor de afnemers: deze hebben immers dan nog
maar met één of minder koppelvlak(ken) en bijbehorende
standaarden te maken, in plaats van met meerdere. Tevens
kunnen deze sectorale knooppunten services bieden die niet
door de landelijke voorzieningen worden geboden.
De omgevingsdiensten zullen niet op alle bovengenoemde
sectorale knooppunten kunnen aansluiten, aangezien de
meeste zijn gericht op het eigen domein. De volgende zijn
wel relevant voor de omgevingsdiensten.
PDOK
PDOK biedt een groot aantal publiek beschikbare
webservices voor de ontsluiting van de geo-basisregistraties.
Vrijwel alle datasets in PDOK zijn vrij beschikbaar voor
overheden. Basisregistraties als BGT en (wellicht) de BAG
zullen in de toekomst alleen nog worden ontsloten via PDOK.
Ook biedt PDOK mogelijkheden om middels zogenaamde
ATOM-feeds complete geo-datasets te downloaden.
SKP
Het Sectoraal Koppelpunt Provincies (SKP) is voor de
omgevingsdiensten relevant, omdat zij vanwege hun
provinciale taken aansluiting kunnen krijgen op dit
knooppunt. Het SKP ontsluit momenteel (Q1 2014) de GBA,
het NHR en de BAG. Een traject om de BRK te ontsluiten is
in uitvoering; aanlsuiting op BGT en BRO in de toekomst is
voorzien, Het SKP levert de actuele gegevens, opgehaald
bij de bron middels bevragings-services, aangeleverd
aan afnemers conform digikoppeling (de WUS-variant).
Tevens sluit het SKP aan op Digilevering, waarbij het aan
afnemers aanvullend de optie biedt om filters in te stellen
op de door te leveren digilevering berichten, onder andere
op KvK-nummer. Daarnaast levert het SKP op beperkte
schaal aanvullende services. Ondermeer ondersteunt het
SKP het bevragen van NHR-gegevens op bedrijfsnaam (de
services van KvK onderteunen dit niet) en voert het formaat
transformaties uit (het SKP ondersteunt BAG-bevragingen
in StUF 3.10, de BAG landelijke voorzieining niet). De
voorziening biedt geen services voor massale bevragingen
en analyses en houdt zelf geen kopiebestanden bij. Wel
kan het SKP de BAG-mutatieleveringen doorleveren aan
afnemers ten behoeve van hun eigen gegevensmagazijn. De
Omgevingsdienst Midden Holland (ODMH ) voert momenteel
en traject uit om het SKP te gebruiken voor het bevragen van
de BAG.
Commerciële leveranciers
Commerciële leveranciers bieden een brede en heterogene
set producten om basisregistraties te gebruiken.
Een aantal leveranciers van voornamelijk gemeentelijke
midoffice-systemen biedt oplossingen aan om gegevens
uit (bijna) alle basisregistraties te raadplegen of in te lezen,
veelal gekoppeld aan een voorziening voor persistente
opslag. In deze oplossingen worden veel van de lastige
bevragings- , synchronisatie en autorisatie vraagstukken
opgelost waar je als afnemer niet mee vermoeid wilt worden.
Ook bieden deze systemen vaak uitgewerkte logica voor het
in de eigen omgeving verrijken van de ingelezen gegevens.
Ook diverse commerciële leveranciers van backofficeapplicaties bieden hiervoor mogelijkheden, maar de indruk is
dat deze meestal niet alle basisregistraties dekken.
Daarnaast bieden commerciële partijen ook online services
voor inzage van gegevens en in sommige gevallen verrijkte
gegevenssets.
Het gaat buiten de reikwijdte van dit rapport om een
totaaloverzicht te bieden. De lezer zal zichzelf via internet
moeten oriënteren op de mogelijkheden, en kan daarbij in
ieder geval een brede selectie van leveranciers aantreffen in
de softwarecatalogus van KING (www.softwarecatalogus.nl).
Bij commerciële leveranciers is het zaak goed na te gaan
of, en zo ja, welke bewerkingen zij nog uitvoeren op de
basisgegevens en hoe ze het onderliggende datamodel
hebben geïmplementeerd. Voorbeelden zijn bekend dat de
doorleverancier A ingelezen BAG op details afwijkt van de
door leverancier B ingelezen BAG, en dat beide systemen
alsnog niet goed communiceren.
37
3.1.4 Conclusies aangaande de route
van afnemen
De conclusie uit bovenstaande paragrafen luidt dat afnemen
van de afzonderlijke opdrachtgevers niet de voorkeur
geniet voor het afnemen van basisgegevens. Enkel voor
‘plusgegevens’ kan de route via de opdrachtgevers in
sommige gevallen zinvol zijn.
De landelijke voorzieningen bieden tenminste vanuit
kostenoverwegingen de eerst aangewezen route voor het
afnemen van basisgegevens. Het SKP biedt een centraal
koppelpunt voor routering van bevragingsservices naar de
afzonderlijke basisregistraties; de kosten worden omgeslagen
over de afnemende partijen. Commerciële leveranciers zijn
duurder, maar kunnen soms meer toegesneden producten
leveren en daarnaast de omgevingsdienst (tot op zekere
hoogte) ontzorgen, met name als het gaat om het in
samenhang ontsluiten van basisregistraties. Daarnaast
bieden commerciële leveranciers soms meer gegevens dan
alleen de basisgegevens.
In het vervolg van dit hoofdstuk gaat de aandacht
hoofdzakelijk uit naar de mechanismen en producten,
geboden door de landelijke voorzieningen.
3.2 Mechanismen voor het
afnemen van Basisregistraties
Kijkend naar het productaanbod van de landelijke
voorzieningen staan de afnemers de volgende mechanismen
5
ten dienste voor het afnemen van de gegevens :
1. Online inzage middels een webportaal.
2. Directe bevraging via webservices.
3. Periodieke gegevenslevering (abonnement).
4. Realtime levering van wijzigingen (abonnement).
5. Eenmalige levering middels bestanden.
Deze mechanismen en hun voor- en nadelen worden
besproken in de navolgende paragrafen.
5
Sectorale knooppunten en commerciële leveranciers zullen veelal ook een of meer van deze mechanismen ondersteunen, wellicht anders genoemd.
38
Tabel 3: Productaanbod basisregistraties
Basisregistratie
Aanbod Producten vanuit Basisregistraties
Inzage via webportaal
Directe bevraging via
webservices
Herhalende gegevenslevering,
tijdsgedreven
(abonnement)
BRP
(voorheen:
GBA)
-
Ad Hoc vraag / verstrekking op verzoek
Selectieverstrekking
NHR
HR inzien
In het kort
Uittreksel
Dataservice Inschrijving
Herhalende
gegevenslevering,
mutatie- of gebeurtenisgedreven
(abonnement)
Eenmalige uitgestelde
gegevenslevering (bestand of bericht)
Spontane verstrekking van gegevens
Selectie-verstrekking
Mutatieabonnement
HR Dataservice
Berichten via Digilevering
Adressenbestand
Ad Hoc Adresvraag /
adresverstrekking op
verzoek
Conditionele verstrekking
van gegevens
Dataservice Vestiging
BAG
BAG Web
BAG bevragen
BAG Extract
BAG Digilevering
BAG extract
BAG Viewer
BAG WMS (via PDOK)
BAG Extract Mutaties
(vanaf dd …)
BAG Compact
BAG WFS (via PDOK)
BAG Geocodeerservice
(via PDOK)
BAG Compact
Inspire adressen (WFS/
WMS via PDOK) ??
BRK
Kadaster Online
KIK inzage
BRK-BAG koppeltabel
(tijdelijk)
Digitale kadastrale kaart
(via PDOK)
Webservice bestuurlijke
grenzen
Massale informatie
verstrekking
(standen, mutaties)
Massale informatie verstrekking
Digitale Kadastrale Kaart
Digitale Kadastrale
Kaart
(standen, mutaties)
BRK levering Stand
BRK-levering mutaties
(standen, mutaties)
BRT
??
WMS (via PDOK)
------
WOZ
Webapplicatie individuele bevraging
Vraag: is er een
abonnementsvorm?
Bestandsleveringen BRT
------
Top10NL
Top50vector
Top25raster
Top50raster
Top250raster
Webservice
massale bevraging
Abonnementservice
Webservice individuele
synchrone bevraging
39
Top10NL
Top50vector
Top25raster
Top50raster
Top250raster
Klassiek Stuf-WOZ bestand
(tijdens overgangsfase).
voorbeeld 8
De digitale parkeervergunning: makkelijker, sneller en
efficiënter
Wie kent niet de ‘klassieke’ parkeervergunning: zo’n papiertje geplakt achter de autoruit waarop staat in
welk gebied een auto mag parkeren. Een duur en bewerkelijk papiertje, want de processen van aanvragen,
beoordelen, verstrekken en verlengen van parkeervergunningen zijn tijdrovend en kostbaar. En dan te
bedenken dat vrijwel alle benodigde gegevens reeds beschikbaar zijn bij de overheid: in het kentekenregister,
in de GBA en in de BAG. Bovendien zijn deze registraties onderling gekoppeld. Het kentekenregister verwijst
naar de GBA (en het NHR), de GBA verwijst naar de BAG. Nijmegen was een van de eerste gemeenten in
Nederland die er slaagde het papieren vergunningsproces te elimineren: de aanvraag kan digitaal, en de
noodzakelijke gegevens worden opgevraagd in de basisregistraties. Slechts aanvullende gegevens moeten
(digitaal) worden aangeleverd door de aanvrager. Ook de papieren vergunning is vervallen: kentekens
worden gescand door de parkeerwachter waarna de check op de parkeervergunning digitaal wordt gedaan.
Dit voorbeeld illustreert hoe processen door slim gebruik te maken van basisregistraties fundamenteel
kunnen worden versimpeld. Makkelijker voor de burger, lagere kosten voor de gemeente.
40
3.2.1 Online Inzage middels
webportaal
Bij online inzage kan de gebruiker de gegevens handmatig
opzoeken en inzien via een webportaal. De gebruiker heeft
daarmee altijd de actuele gegevens (real time) beschikbaar.
Deze manier van inzien werkt veelal goed voor het inzien
van gegeven van individuele objecten of subjecten. Een
voordeel van deze manier van ontsluiten is dat geen
systeeminvesteringen nodig zijn aan de zijde van de afnemer.
Een nadeel is dat de gebruiker de gegevens handmatig moet
overnemen in de eigen systemen, hetgeen bewerkelijk is.
Deze methode is daarmee geschikt voor laagfrequente
bevragingen waarbij de actualiteit van de gegevens van
belang is.
3.2.2 Directe bevraging via
webservices
Het direct (realtime) bevragen van de landelijke voorziening
middels webservices levert de meest actuele gegevens die
beschikbaar zijn in de betreffende registratie. In een aantal
processen kan dit een duidelijke meerwaarde opleveren ten
opzichte van periodieke levering. Webservices maken het
mogelijk dat de applicaties van de afnemer de gegevens
geautomatiseerd, zonder menselijke tussenkomst, kunnen
opvragen bij de betreffende basisregistratie, waarbij de
gegevens direct (binnen seconden) worden aangeleverd aan
de vragende applicatie. Deze kan de gegevens presenteren
en/of verwerken in de eigen systemen. In de regel gaat
het daarbij om enkelvoudige bevragingen. (Er zijn enkele
uitzonderingen, zoals de geografische webservices, die in
gewoonlijk op basis van een vraag grotere hoeveelheden
data of visualisaties direct aanbieden.)
Het gebruik van dit mechanisme vraagt investeringen aan
de zijde van de afnemer. (Daarbij moet worden opgemerkt
dat het deels investeringen in generieke componenten
betreft, die wellicht al aanwezig zijn bij de afnemer en/of die
hergebruikt kunnen worden voor toekomstig gebruik van
webservices). Vanwege deze investeringen is dit mechanisme
vooral geschikt voor grotere hoeveelheden enkelvoudige
bevragingen, waarbij actualiteit van de gegevens van
groot belang is. Voor processen waar niet de meest actuele
gegevens noodzakelijk zijn vormt periodieke levering vaak
een prima alternatief.
3.2.3 Tijdsgedreven gegevenslevering
(abonnement)
Tegenover het realtime bevragen van een landelijke
voorziening, staat het periodiek (lees: niet-realtime)
actualiseren van de eigen gegevens, op basis van de gegevens
die worden betrokken uit een landelijke voorziening. Dit
impliceert het structureel opbouwen van een kopiebestand in
de eigen omgeving. Het aanleggen van een kopiebestand kan
zinvol zijn om een aantal redenen:
• Indien de afnemer de gegevens uit basisregistraties
wil verrijken (bijvoorbeeld voor het aanleggen eigen
kernregister) is het werken met kopiebestanden vaak
eenvoudiger.
• Indien analyses worden uitgevoerd waarin de
gegevens vanuit verschillende basisregistraties en
eigen registraties gecombineerd en geselecteerd
moeten worden kunnen veelal niet of nauwelijks met
services worden gerealiseerd.
• Voor geografische weergave van administratieve
gegevens bieden de meeste landelijke voorzieningen
geen services; een kopie in de eigen omgeving is dan
noodzakelijk.
• Niet alle services van de landelijke voorzieningen zijn
gegarandeerd 24/7 beschikbaar.
Een randvoorwaarde bij het werken met kopiebestanden
is dat het interval waarmee de gegevens kunnen worden
geactualiseerd volstaat voor de gewenste actualiteit bij de
afnemer. Ook is het van belang of de risico’s voor het gebruik
van (iets) verouderde gegevens aanvaardbaar zijn.
Bij het onderhouden van een kopiebestand kan de afnemer
kiezen uit twee varianten:
• Gebruik van ‘totaalbestand’ of standleveringen, welke
de vorige kopie overschrijven.
• Gebruik van ‘mutatiebestanden’ welke worden
gebruikt om de laatste kopie ‘bij te werken’.
Het belangrijkste voordeel van het gebruik van
‘totaalbestanden’ is de eenvoud: gegevens uit een landelijke
voorziening worden gekopieerd en de eigen gegevens
worden overschreven met de kopie. Hieraan kleven
ook twee belangrijke nadelen. Zo’n kopie kan een forse
omvang hebben, waardoor het technisch lastig is met een
hoge frequentie kopieën te maken en de eigen gegevens
daarmee te overschrijven. Maar wellicht nog belangrijker is
dat met het sec overschrijven van de eigen gegevens door
eerdergenoemde kopie, geen inzicht ontstaat in de gegevens
die zijn gewijzigd. Er zullen speciale analyses nodig zijn om
dergelijke verschillen aan het licht te brengen.
Voor de actualisatie via mutatieberichten gelden precies
de omgekeerde voor- en nadelen. Een nadeel is dat de
verwerking van mutatieberichten specifieke functionaliteit
vergt die de berichten ‘leest’ en de eigen gegevens
overeenkomstig muteert. De voordelen laten zich raden.
Actualisatie via mutatieberichten is veel minder volumineus
en geeft de afnemer een helder beeld van de wijzigingen
die hebben plaatsgevonden. Op basis van dat laatste kan
een afnemer – zonder verdere analyse – proactief actie
ondernemen. Dit geeft de afnemer ook de mogelijkheid
41
voorbeeld 9
Digitale dienstverlening aan burgers: hoe zoiets
simpels als een adressentabel van belang is voor het
succes
Veel gemeenten in Nederland zijn al enkele jaren flink bezig om de elektronische dienstverlening aan burgers
en bedrijven uit te bouwen en te verbeteren. Een middelgrote gemeente startte enige tijd geleden met
het via internet kunnen aanvragen van het ophalen van grofvuil. Hiervoor was het nodig GBA-informatie
(het woonadres van de aanvrager, beschikbaar na inloggen met DigID) te koppelen aan informatie van de
reinigingsdienst. Helaas gingen beide systemen niet uit van dezelfde adresgegevens: het systeem van de
reinigingsdienst kende een aantal adressen niet en accepteerde die aanvragen dus niet. (‘Het adres Jan van
Kauweplantsoen 30 A 2 is niet bekend in ons systeem’) Daardoor zouden enkele honderden burgers dit
elektronische loket niet hebben kunnen gebruiken. Ze dachten dat hun aanvraag correct was verwerkt, maar
in de keten ging deze verloren. Uiteraard een zeer ongewenste situatie. De gemeente heeft in de periode
daarop de diverse gemeentelijke systemen, waaronder het betreffende systeem van de reinigingsdienst,
aangesloten op de BAG middels een gegevensdistributiesysteem. Dit voorbeeld maakt duidelijk dat het
realiseren van robuuste elektronische dienstverlening alleen mogelijk is indien alle systemen uitgaan van
dezelfde, eenduidige brongegevens.
42
om niet elke mutatie onverkort door te voeren. Soms
moeten mutaties worden gesignaleerd en pas nadat ze
door mensenogen zijn bekeken, worden doorgevoerd, van
sommige mutaties moet historie worden bijgehouden, etc.
3.2.4 Mutatie- of gebeurtenisgedreven
gegevenslevering (abonnement)
Bij realtime levering van wijzigingen worden de wijzigingen
in de basisregistratie direct doorgegeven aan de afnemers.
Hierbij kan onderscheid gemaakt worden naar de levering
van mutaties en gebeurtenissen:
• Een mutatie is de wijziging van een bepaald
gegeven in de basisregistratie. Het vestigingadres
van bedrijf X is veranderd van adres A naar adres
B. Vanzelfsprekend is dit gegeven relevant voor
een omgevingsdienst die toezicht houdt op het
betreffende bedrijf. De mutatie ‘an sich’ geeft echter
niet altijd inzicht in de reden voor deze mutatie. Is het
bedrijf verhuisd, is alleen de hoofdingang verplaatst
of heeft de gemeente een straatnaamwijziging
doorgevoerd?
• Gebeurtenissen zijn de feiten die leiden tot een
mutatie in het gegeven. De gebeurtenis ‘verhuizing’
heeft ertoe geleid dat het vestigingsadres van
bedrijf A is veranderd van adres A naar adres B. De
doelstelling van het Stelsel van Basisregistraties is
dat alle registraties gebeurtenissen vastleggen, maar
dat is nog niet het geval. De BAG bijvoorbeeld doet
dat nog niet in de landelijke voorziening, het NHR
wel. Als de basisregistratie werkt met gebeurtenissen
zijn de onderkende gebeurtenissen vastgelegd in een
gebeurteniscatalogus.
Deze wijze van het afnemen van gegevens is relevant indien
de afnemer direct en proactief geïnformeerd wil worden over
de betreffende wijzigingen, omdat dat deze wijziging een
trigger vormt voor de afnemer om actie te ondernemen of
een proces te starten. Met ander woorden: ook de afnemer
moet dan gebeurtenis gedreven werken. Als de mutaties
geen reden vormen om een proces of actie te starten is deze
wijze van afnemen niet zinvol. De afnemer kan dan ook een
bevraging doen naar de actuele waarde van het gegeven
op het moment dat dat in zijn proces relevant is, of een
periodieke levering van gegevens gebruiken.
3.2.5 Levering van bulkbestanden
(eenmalig)
3.3 Matching van de
behoeften van omgevingsdiensten op het aanbod van de
landelijke voorzieningen
De landelijke voorzieningen van basisregistraties bieden
een breed scala aan producten, waarbij – behoudens
uitzonderingen – alle van de bovengenoemde mechanismen
worden ondersteund. De producten onderscheiden zich
daarnaast in de breedte van de geleverde gegevens, de
mogelijke zoekingangen of de technische specificaties.
Een beknopt overzicht van de producten van de landelijke
voorzieningen is opgenomen in de onderstaande tabel. Een
nadere toelichting op de genoemde producten is opgenomen
in bijlage 2.
Zoals eerder aangegeven is de keuze van het product
afhankelijk van de eisen die de omgevingsdienst stelt,
voorkomend uit de behoefte vanuit de processen. Deze
behoefte is beschreven in hoofdstuk 2 en samengevat in de
onderstaande tabel. Daarbij is een aantal aspecten van het
gebruik expliciet gemaakt. We noemen die in dit document
het ‘behoefteprofiel’:
• Wat is de frequentie van het gebruik?
• Betreft het enkelvoudig of massaal gebruik per
‘handeling’?
• Wat is de benodigde actualiteit?
• Is er noodzaak om actief geïnformeerd te worden bij
wijzigingen in de basisregistratie?
Daarnaast is in tabel 4 (op de volgende pagina’s) aangegeven
in de meest rechtse kolommen welk product van de
landelijke voorzieningen naar de mening van de werkgroep
de voorkeur geniet, op basis van het behoefteprofiel.
Er is hierbij onderscheid gemaakt naar de wijze van afnemen
die uiteindelijk wenselijk is (de spreekwoordelijke STIP op
de horizon) en de eerste STAP die een omgevingsdienst kan
zetten om het gebruik van de betreffende basisregistratie tot
stand te brengen. Dit omdat de uiteindelijk gewenste wijze
van afnemen van gegevens soms pas op langere termijn
gerealiseerd kan worden en er ook met snel realiseerbare
‘suboptimale’ oplossingen toch al baten verzilverd kunnen
worden.
Bij eenmalige levering van bulkbestanden ontvangt de
afnemer eenmalig een kopie van de basisregistratie, of
van een selectie van gegevens daaruit. Deze wijze van
afnemen van gegevens is geschikt voor laagfrequente
massale processen (bijvoorbeeld in geval van jaarlijkse
peilmomenten) waarbij de afnemer geen behoefte heeft om
tussentijds de gegevens te actualiseren
43
Tabel 4: STAP en STIP gebruik basisregistraties op basis van behoefte
Basisregistratie
Proces (clusters)
Behoefteanalyse
Volume van gebruik
(per jaar, o.b.v. 100K inwoners)
Frequentie van
gebruik
Enkelvoudig/ massaal
Benodigde
Actualiteit
Vergunningverlening (incl.
advisering wettelijke taken)
Milieu: tientallen
BWT: duizenden
AVP: honderden
Dag
Enkel
M: dag
B: dag
A: dag
Toezicht
M: tientallen
B: duizenden
A: honderden
Dag
Enkel
M: dag
B: dag
A: dag
Handhaving
M: enkele
B: tientallen
A: enkele
Week
Enkel
M: dag
B: dag
A: dag
Bezwaar en Beroep
M: enkele
B: tientallen
A: enkele
Week
Enkel
M: dag
B: dag
A: dag
Vergunningverlening Advisering
M: honderden
B: honderden
A: tientallen
Dag
Enkel (meestal) +
massaal (omgevingsanalyse)
M: dag
B: dag
A: dag
(massaal: maand)
Toezicht
M: duizenden
B: honderden
A: tientallen
Dag
Enkel
massaal
(analyse)
M: dag
B: dag
A: dag
(massaal: maand)
Handhaving
M: tientallen
B: enkele
A: enkele
Week
Enkel
M: dag
B: dag
A. dag
Bezwaar en Beroep
M: enkele
B: enkele
A: enkele
Maand
Enkel
M: dag
B: dag
A: dag
Vergunningverlening Advisering
M: honderden
B: duizenden
A: enkele
Dag
Enkel + massaal (analyse en
GEO-weergave)
M: dag
B: dag
A: dag
Toezicht
M: enkele
B: duizenden
A: enkele
Dag
Enkel
massaal (analyse)
M: dag
B: dag
A: dag
Handhaving
M: geen
B: enkele
A: geen
Maand
Enkel
M: dag
B: dag
A: dag
Bezwaar en Beroep
M: enkele
B: enkele
A: geen
Maand
Enkel
M: dag
B: dag
A: dag
Vergunningverlening Advisering
M: honderden
B: honderden
A: geen
Dag
Enkel
M: dag (WKPB)
B: dag (WKPB)
Toezicht
M: geen
B: geen
A: geen
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
Handhaving
M: enkele
B: enkele
Dag
Enkel
M: dag
B: dag
Bezwaar en Beroep
M: enkele
B: enkele
A: geen?
Maand
Enkel
M: dag
B: dag
BRT
Alle processen
BRT is in de meeste processen relevant als ‘ondergrond’ weergave van zaken en objecten op de kaart
BGT
Alle processen
BGT wordt zeer relevant voor de omgevingsdiensten, maar is nu nog in ontwikkeling. Daarom behoefte niet in detail geanalyseerd
WOZ
Alle processen
Verwacht belang gering (zie Hoofdstuk 2). Daarom behoefte niet in detail geanalyseerd
GBA
NHR
BAG
BRK
44
Gebruik STAP
Gebruik STIP
Raadplegen via inlog gemeente (dongle).
Initieel real time bevragen via webservice van GBA-V (Ad Hoc Vraag of Ad
Hoc Adresvraag) of SKP.
Afnemers indicatie* bij
actieve relaties
Ja
Daarnaast spontane verstrekking middels plaatsen afnemersindicatie bij
actieve relaties (alleen relevante gebeurtenissen).
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Gebruik webportaal KvK.nl voor handmatige enkelvoudige
inzage actuele gegevens.
Maandelijks mutatie-abonnement voor analyse en
GEO-weergave, (waarbij omgevingsdienst zelf de adressen
BAG-compliant moet maken; zie overzicht knelpunten).
Ja
Actuele kopie vestigingsgegevens in gegevensmagazijn via:
A)
Dagelijks BAG-compliant mutatieabonnement (nog niet beschikbaar, zie knelpunten).
B)
Mechanisme Digilevering: initiële load vestigingsgegevens +
gebeurtenisberichten via Digilevering + bevraging NHR bij gebeurtenis. (mechanisme nog te beproeven, zie knelpunten).
Daarnaast enkelvoudige bevragingen NHR, via HR Dataservices of SKP.
(voor opvragen aanvullende gegevens niet in vestigingskopie).
Ja
Ja (voor BWT)
BAG-extract (i.v.m. historie, GEO-weergave, beschikbaarheid
en performance).
Ja (voor BWT)
Eenvoudige opties daarnaast:
Ja (voor BWT)
Actuele BAG-kopie in gegevensmagazijn, via BAG-extract in combinatie
met dagelijkse mutatie bestanden.
- BAG-compact voor administratief gebruik (vervanging
postcodetabel.
- PDOK services voor GEO-viewers.
Ja (voor BWT)
Ja
PDOK voor digitale kadastrale kaart.
BRK-levering, opgenomen in geomagazijn, zodat kadastrale gegevens
beschikbaar zijn voor alle processen.
N.v.t.
Kadaster Online voor raadplegen eigendomsrelatie,
beperkingen en inzake akten.
Gebruik Kadaster Online enkel nog voor inzage akten en gemeentelijke
beperkingen (WKPB).
Ja
Ja
Nee
Gebruik services PDOK.
Op termijn vervangen door BGT.
Onbekend
N.v.t. (BGT gereed 2016).
Producten BGT nog niet bekend.
Verwachting dat opnemen kopie in GEO-magazijn de aanbevolen route
voor gebruik wordt.
Onbekend
N.v.t.
Gebruik webapplicatie individuele bevraging.
Optioneel: opnemen in gegevensmagazijn via webservice massale
bevraging.
45
voorbeeld 10
Inzicht voor de behandelaar door koppelen van kaarten zaaksystemen
Het gebruik van kaarten in de processen van de omgevingsdiensten wordt krachtig als de gebruiker
vanuit de getoonde kaart direct inzicht kan krijgen in de gegevens van objecten op de kaart. Zoals in de
gemeente Rijssen-Holten, waar de generieke GEO-browser bij het selecteren van een BAG-pand direct
gedetailleerde informatie toont van gerelateerde omgevingsvergunningen (lijstje onder de kaart-viewer).
De detailinformatie bevat data van onder andere besluiten, start bouw en gereedmelding. Ook wordt
detailinformatie getoond van zaakgegevens, sloopgegevens en bouwgegevens. De koppeling werkt ook
andersom: wie zoekt op een zaak krijgt direct een kaart te zien met de panden betrokken bij deze zaak.
Het gebruik van basisregistraties in de zaaksystemen en expertsystemen vormt een randvoorwaarde om
toepassingen als deze mogelijk te maken.
46
De volgende paragrafen kunnen worden gelezen als een
toelichting op tabel 4, op de vorige pagina’s.
3.3.1 Afname van GBA-gegevens
Wat betreft het gewenste vorm van afname van de GBA is het
relevant of de omgevingsdienst alleen basistaken uitvoert of
ook BWT-taken. Indien de omgevingsdienst ook BWT-taken
uitvoert luidt het behoefteprofiel als volgt:
• Hoge frequentie van gebruik.
• Alleen enkelvoudige bevragingen (geen massaal
gebruik voor analyses en batchprocessen etc.)
• Noodzaak voor dagactuele gegevens.
• Gewenste zoekingangen bij raadplegingen zijn: naam
en adres, BSN of adres.
Uitgaande van dit behoefteprofiel kan de volgende
voorkeusvariant worden vastgesteld voor het afnemen van
GBA-gegevens.
STIP: De gewenste wijze van betrekken gegevens uit de
GBA bestaat uit het doen uit het doen van een initiële
bevraging bij de GBA-V (Ad Hoc Vraag), en het plaatsen van
een afnemersindicatie, die wordt beëindigd bij het afronden
van de procedure voor vergunningaanvraag. Het plaatsen
van een afnemersindicatie betekent dat de afnemer een
mutatiebericht krijgt indien zich bij de persoon in kwestie
een mutatie voordoet. Dit is van belang omdat een mutatie
(metname verhuizing van de betrokkene) relevant kan zijn
voor de verdere afhandeling van de zaak. Na beëindigen
van de procedure vervalt deze behoefte en dient de
afnemersindicatie daarom beëindigd te worden.
STAP: Ten tijde van het schrijven van dit rapport (Q1 2014)
is het de omgevingsdiensten om juridische redenen nog
niet toegestaan de GBA-V te raadplegen. Wel is begin 2014
door agentschap BPR, in overleg met IPO, VNG en enkele
omgevingsdiensten een oplossing in concept uitgewerkt.
Deze omvat een modelautorisatie die moet worden getekend
door de opdrachtgevende gemeenten. De verwachting is
dat dit voorstel medio 2014 is uitgewerkt. Tot die tijd zal
de omgevingsdienst de GBA moeten raadplegen gebruik
makend van de autorisatie van de opdrachtgevende
gemeenten of provincies. (ODMH heeft dit bijvoorbeeld
geregeld door van alle deelnemende gemeenten waarvoor
zij BWT-taken uitvoeren een dongel te gebruiken; dit werkt
niet efficiënt, maar het volstaat). Nadat de autorisatie van
de omgevingsdiensten is geregeld kan de omgevingsdienst
het gebruik van de GBA zoals beschreven onder STAP gaan
inregelen. Dit zal aanpassingen vragen in de systemen van de
omgevingsdienst, hetgeen mogelijk een langere doorlooptijd
vergt . In dat geval wordt geadviseerd een handmatige inzage
in de GBA-V te realiseren. Gebruik van de (commerciële)
service van T&T Vertrouwd Verbonden is daarvoor de meest
eenvoudige optie.
Indien de omgevingsdienst geen BWT-taken uitvoert is het
volume en de frequentie van GBA-bevragingen vele malen
lager. In dat geval volstaat voor ‘STIP’ het kunnen stellen van
een ad hocadresvraag. Uiteraard geldt ook hiervoor dat de
autorisatie voor het raadplegen van de GBA-V geregeld moet
zijn.
3.3.2 Afname van NHR-gegevens
Wat betreft het gebruik van het NHR is het behoefteprofiel
als volgt:
• Hoge frequentie van gebruik.
• Zowel enkelvoudige bevragingen als ook massaal
gebruik in verband met analyses en geografische
weergave van de populatie.
• Noodzaak voor dagactuele gegevens in vergunningen toezichtsprocessen, maandactueel voor analyses
en dergelijke. Bij handhaving kan (incidenteel)
realtime informatie belangrijk zijn.
• Zoekingangen: KvK- of vestigingsnummer,
bedrijfsnaam, handelsnaam of SBI-code.
Uitgaande van dit behoefteprofiel kan de volgende
voorkeusvariant worden vastgesteld voor het afnemen van
NHR gegevens.
STIP: Vanwege het meervoudige gebruik en het doen van
analyses over meer bronnen heen luidt het advies een lokale
kopie van vestigingsgegevens aan te leggen (met onder meer
vestigingsnummer, handelsnaam(en), BAG-adres, SBI-code,
KvK-nummer). In situaties waarin meer gegevens over de
betreffende vestiging of onderneming noodzakelijk zijn dient
de omgevingsdienst deze op te vragen met HR-dataservices.
Een knelpunt hierbij is dat momenteel geen product bestaat
dat geschikt is om een kopie te kunnen onderhouden, waarin
de gegevens ten behoeve van de geo-weergave BAGcompliant worden geleverd. KvK heeft aangegeven hiervoor
een mutatieabonnement ‘nieuwe stijl’ te ontwikkelen, maar
er is vooralsnog geen planning wanneer dit beschikbaar
komt. Mogelijk biedt de combinatie van Digilevering met
HR-dataservices ook mogelijkheden om een kopie van
vestigingsgegevens te onderhouden. Nader onderzoek is
nodig om de bruikbaarheid van deze oplossing te verkennen.
47
STAP: Als eerste stap in het gebruik van het handelsregister
worden de volgende stappen geadviseerd:
1) Vastleggen van KvK- en vestigingsnummers bij alle
geregistreerde inrichtingen en objecten van toezicht. Indien
deze niet in de procedure worden aangeleverd is het gebruik
van KvK.nl de aangewezen route om deze te achterhalen.
2) Gebruik van het mutatie-abonnement ‘oude stijl’ van
het handelsregister (maandelijkse mutatielevering) waarbij
de omgevingsdienst zelf de niet BAG-compliant adressen
omzet naar BAG-compliant adressen. Commerciële
leveranciers, waaronder Postcode.nl, bieden hiervoor online
laagdrempelige matchingtools. Aanvullende gegevens
over vestigingen kunnen handmatig worden geraadpleegd
via KvK.nl of worden opgevraagd op basis KvK-nummer
of vestigingsnummer middels de bevragingsservice HRdataservices.
3.3.3 Afname van BAG-gegevens
Ook bij het gebruik van de BAG maakt het zoals verschil of de
omgevingsdienst enkel de basistaken uitvoert of ook BWTtaken. Indien de omgevingsdienst geen BWT-taken uitvoert
luidt het behoefteprofiel als volgt:
• Middelhoge frequentie van gebruik.
• Zowel enkelvoudige bevragingen als ook meervoudig
gebruik in verband met analyses en geografische
weergave.
• Dagactueel.
• Zoekingangen: adres, postcode, verblijfsobject-ID,
Pand-ID, geografische contour.
Indien de omgevingsdienst ook BWT-taken uitvoert neemt
de frequentie van gebruik aanmerkelijk toe en neemt ook het
belang van dagactuele gegevens toe.
Uitgaande van dit behoefteprofiel kan de volgende
voorkeursvariant worden vastgesteld voor het afnemen van
BAG-gegevens.
STIP: Vanwege het meervoudige gebruik en het doen
van analyses over meer bronnen heen is het wenselijk
een lokale kopie van de BAG aan te leggen. Indien deze
dagelijks wordt geactualiseerd volstaat deze voor zowel de
BWT-taken (hoge eisen actualiteit, vastleggen historie) als
de basistaken. Op basis van deze behoeften is het product
‘dagelijks mutatieabonnement’ het gewenste product voor
de omgevingsdiensten. Een aandachtspunt daarbij is dat dit
alleen voor geheel Nederland wordt geleverd, dus dat de
omgevingsdienst eventueel zelf een selectie moet maken
op het eigen verzorgingsgebied. Een dagactuele kopie
48
maakt het overbodig daarnaast de BAG-bevragingservice te
implementeren.
STAP: Als eerste stap voor het gebruik van de BAG bestaan
er diverse mogelijkheden. Een aantal leveranciers van VHTapplicaties biedt de mogelijkheid om een lokale BAG-kopie
in te lezen. Het voordeel van deze route is dat de BAG-kopie
in de eigen omgeving ook bruikbaar is voor geografische
weergave van een gebied. Een nadeel is dat het beschikbaar
stellen van BAG-gegevens aan andere applicaties niet altijd
mogelijk is. Een tweede mogelijkheid is het aansluiten op
het sectoraal knooppunt provincies (SKP), dat de BAGmutatiebestanden kan doorleveren (en ook gebruikt kan
worden voor het bevragen van de BAG). Voordeel is dat
via het SKP ook andere basisregsitraties als NHR en GBA
bevraagd kunnen worden. Het SKP biedt in de huidige
vorm nog geen producten voor het doen van analyses
en dergelijke. Voor geografische weergave van de BAG
(huidige situatie, maandelijks geactualiseerd) is het gebruik
van de webservices van PDOK een redelijk eenvoudig te
implementeren pad. Indien applicaties nu gebruik maken van
de postcodetabel wordt geadviseerd deze te vervangen door
het product BAG-compact of een commercieel product dat
BAG-compliant is.
3.3.4 Afname van BRK-gegevens
Het gebruiksprofiel van de basisregistratie kadaster ziet er als
volgt uit:
• Middelhoge frequentie van gebruik.
• Enkelvoudige bevragingen + weergave digitale
kadastrale kaart.
• Noodzaak dagactuele gegevens.
• Zoekingangen: kadastraal nummer, adres, postcode.
• Incidenteel: opvragen kadastrale akten.
STIP: Bovenstaande betekent dat ook bij het gebruik van het
Kadaster een lokale kopie van de BRK uiteindelijk de meeste
mogelijkheden biedt. Het product BRK-levering, najaar 2013
in productie genomen, is daarvoor het meest geschikt. Voor
inzage in de akten zal de omgevingsdienst daarnaast moeten
beschikken over een abonnement op Kadaster Online.
STAP: Voor enkel de weergave van de Digtitale kadastrale
kaart is de webservice geboden door PDOK het aanbevolen
product. Voor inzage in de akten (proces handhaving) zal de
omgevingsdienst daarnaast moeten beschikken over een
abonnement op Kadaster Online.
3.3.5 Afname van BRT-gegevens
De Basisregistratie Topografie wordt voornamelijk gebruikt
als achtergrondkaart bij geografische presentatie van
gegevens. Deze behoefte kan uitstekend worden ingevuld
met de standaard webservices zoals deze beschikbaar wordt
gesteld door PDOK.
3.3.6 Afname van WOZ-gegevens
De Basisregistratie WOZ wordt momenteel nog weinig
gebruikt door de omgevingsdiensten. Een gebruiksprofiel is
dan ook nog niet duidelijk vast te stellen.
49
4Basisgegevens in de
informatievoorziening
van de omgevingsdienst
In de voorgaande hoofdstukken is
geschetst wat het belang is van het gebruik
van basisgegevens in de processen van
omgevingsdiensten en de wijze waarop
deze basisgegevens kunnen worden
betrokken uit – landelijke voorzieningen
voor – basisregistraties. Maar hoe
kan dat worden verbonden met de
(interne) informatievoorziening van een
omgevingsdienst? Daarover gaat dit
hoofdstuk.
Voor tal van overheidslagen en
-domeinen is in de afgelopen jaren
een referentiearchitectuur ontwikkeld,
waaraan individuele organisaties die
deel uitmaken van zo’n overheidslaag of
-domein zich kunnen spiegelen. Denk aan
klinkende meisjesnamen als NORA (alle
overheden), MARIJ (rijksoverheid), PETRA
(provincies), WILMA (waterschappen),
GEMMA (gemeenten) voor overheidslagen
en CORA (woningcorporaties), MARTHE
(rijksinspecties), ROSA (onderwijs) en
VERA (Veiligheidsregio’s) voor specifieke
domeinen.
50
Hoewel er nog geen OMA (Omgevingsdiensten Model Architectuur) bestaat, zijn
er zowel in de aanloop naar als tijdens
de ontwikkeling van omgevingsdiensten
wel ontwikkelingen geweest die landelijk
weerklank hebben gevonden. De meest
sprekende voorbeelden daarvan zijn
RUD-i, waarmee een eerste richting werd
gegeven aan de informatievoorziening van
de omgevingsdiensten, RIHa (Referentie
Informatiemodel Handhaving), de
Doelarchitectuur Haaglanden en de
Zaaktypecatalogus Haaglanden. Vrijwel alle
omgevingsdiensten die nieuw zijn gevormd,
hebben hun informatievoorziening gestoeld
op deze ontwikkelingen.
Voor de schets van de informatiearchitectuur in deze handreiking is
de Doelarchitectuur Haaglanden als
vertrekpunt gehanteerd, in de wetenschap
dat deze voor veel omgevingsdiensten
ook inspiratiebron was voor de eigen
informatievoorziening.
Figuur 3: in deze plaat zijn een aantal functionaliteiten geclusterd. Deze worden hieronder van rechts naar links en van boven naar
beneden kort toegelicht, voor zover deze een relatie hebben met het gebruik van gegevens uit basisregistraties.
4.1 Applicatielandschap van
de omgevingsdienst
In bovensstaande plaat is het applicatielandschap uit de
Doelarchitectuur Haaglanden overgenomen. De weergave
van de plaat is aangepast aan het kleurgebruik en de
beeldtaal die voor de NORA wordt gehanteerd, voor het
overige is zoveel mogelijk aangesloten bij de uitwerking in de
Doelarchitectuur Haaglanden.
4.1.1Backoffice-functionaliteit
Primaire processen
VTH-applicatie
Functionaliteit: Het vastleggen van inhoudelijke informatie
die nodig is om een activiteit inhoudelijk goed te kunnen
uitvoeren. De activiteit kan zaakgericht of projectmatig
zijn of kan een activiteit zijn op het gebied van beleid en
advisering. De registratie bevat gegevens die langer bewaard
blijven dan strikt voor de uitvoering van de activiteit nodig
is. De gegevens zijn gerelateerd aan objecten (locaties) en/
of subjecten (personen, bedrijven, instellingen). Hier ligt dan
ook een sterke relatie naar de standaarden voor de landelijke
basisregistraties. De registratie bevat dus zuiver en alleen de
inhoudelijke gegevens. Procesgegevens worden (ook) in het
zakenmagazijn vastgelegd.
De VTH-applicatie moet (uiteraard) gevoed worden met
basisgegevens.
Bodeminformatiesysteem
Functionaliteit: Het vastleggen van inhoudelijke informatie
die nodig is om een activiteit inhoudelijk goed te kunnen
uitvoeren. De activiteit kan zaakgericht of projectmatig
zijn of kan een activiteit zijn op het gebied van beleid en
advisering. De registratie bevat gegevens die langer bewaard
blijven dan strikt voor de uitvoering van de activiteit nodig
is. De gegevens zijn gerelateerd aan objecten (locaties) en/
of subjecten (personen, bedrijven, instellingen). Hier ligt dan
ook een sterke relatie naar de standaarden voor de landelijke
basisregistraties. De registratie bevat dus zuiver en alleen de
inhoudelijke gegevens. Procesgegevens worden (ook) in het
zakenmagazijn vastgelegd.
Het bodeminformatiesysteem moet (uiteraard) gevoed
worden met basisgegevens.
Expertisesystemen
Functionaliteit: Het vastleggen van inhoudelijke informatie
die nodig is om een activiteit inhoudelijk goed te kunnen
uitvoeren. Deze systemen onderscheiden zich door het
specialistische karakter van de taak die wordt ondersteund.
Denk aan systemen voor het verwerken van geluidsmetingen,
metingen die betrekking hebben op luchtkwaliteit, etc.
51
voorbeeld 11
Zicht op te inspecteren bedrijven met het NHR
Voor de afdeling toezicht en handhaving is het van belang om te weten of alle onder toezicht staande
bedrijven binnen het eigen verantwoordelijkheidsgebied ook daadwerkelijk geïnspecteerd zijn door de
omgevingsdienst. Een vergelijking tussen de eigen dossiers vanuit het VTH-systeem (bij welke bedrijven is
geïnspecteerd) en het NHR (welke bedrijven zijn er) kan daarbij een goed hulpmiddel zijn.
Het overzicht van bedrijven waar nog geen inspectie heeft plaatsgevonden kan de omgevingsdienst
gebruiken als input tijdens het planningsproces voor informatiegericht toezicht. Het combineren van
inspectie-informatie vanuit andere organisaties zoals de rijksinspecties maakt de analyse mogelijk nog
vollediger. Door te richten op specifieke thema’s kan de informatie nog doelgerichter gemaakt worden.
Om tot een goed vergelijk van de verschillende registraties te komen is het wel essentieel dat in alle
registraties gebruik wordt gemaakt van het KvK-nummer, bedrijfsnaam en BAG-adres als koppelgegeven.
Alleen zo is met zekerheid automatisch vast te stellen dat in de verschillende registraties het om dezelfde
partij gaat en worden tijdrovende en foutgevoelige handmatige analyses voorkomen.
52
Expertisesystemen kunnen gevoed worden met
basisgegevens, maar dit is niet noodzakelijk. De output van
expertisesystemen maakt immers altijd onderdeel uit van
een zaak.
4.1.2 Organisatiebrede functionaliteit
(midoffice)
Klantcontact
Functionaliteit: Ontsluiten van de informatie waarmee een
integraal klantbeeld van de dienstafnemer kan worden
gegeven. Dit klantbeeld is opgebouwd uit informatie over
contactmomenten met de dienstafnemer, informatie over
persoonlijke voorkeuren van de dienstafnemer (bijvoorbeeld
welke dienstverleningskanalen de voorkeur hebben), zaken
die de dienstafnemer heeft lopen of eerder heeft gehad, etc.
Het klantrelatiesysteem put dit deels uit eigen geregistreerde
gegevens en deels worden de gegevens opgehaald uit andere
registraties.
Het is waardevol als klantcontacten kunnen worden
gerelateerd aan de betreffende natuurlijke of niet-natuurlijke
personen. Daartoe moet het ondersteunende systeem
worden gevoed met basisgegevens.
Zakenmagazijn
Functionaliteit: Zorgen dat informatie over de zaak wordt
vastgelegd. De behandeling van taken wordt uitgezet bij
medewerkers. De voortgang van de behandeling wordt
gerapporteerd en aan de dienstafnemer wordt de status
van de behandeling gerapporteerd. De registratie bevat dus
zuiver en alleen de procesgegevens. Inhoudelijke gegevens
worden niet in de registratie vastgelegd. Die gegevens
liggen in het materiesysteem (backofficesysteem) of in het
documentenmagazijn.
Vanzelfsprekend moeten zaken worden gerelateerd aan
basisgegevens.
Documentenmagazijn en Records management
Functionaliteit: Registreren van dossiers en door
het vastleggen van metadata zorg dragen voor de
toegankelijkheid, vindbaarheid, uitwisselbaarheid,
beschikbaarheid, betrouwbaarheid (juistheid, tijdigheid,
volledigheid, authenticiteit) en vertrouwelijkheid van de
informatie. De applicatie kent een sterke relatie met de
applicatie voor archiefmanagement en met de applicaties
voor procesbesturing.
Records management: het identificeren, classificeren,
archiveren, bewaren en soms vernietigen van records. Het
gaat hier om alle gegevens die vanuit het oogpunt van
verantwoording en een bewaarplicht langere tijd zorgvuldig
beheerd dienen te worden.
Vanzelfsprekend moeten dossiers (in behandeling (DMS) of in
archief (RMA) worden gerelateerd aan basisgegevens.
Gegevens- / Geo-magazijn
Functionaliteit: zie § 4.2.2.
4.1.3Frontofficefunctionaliteit
Webformulier
Een omgevingsdienst voert vooral ‘backofficetaken’ uit en zal
dus niet (of nauwelijks) ondersteuning hoeven bieden aan de
intake van zaken.
4.1.4 Landelijke voorzieningen
basisregistraties
Zie hiervoor hoofdstuk 1 en hoofdstuk 3.
4.2 Scenario’s en
toepassingen voor interne
ontsluiting van (basis)
gegevens
Scenario’s voor de interne ontsluiting van (basis)gegevens
kunnen met veel brillen worden bekeken. De beschrijving
hieronder focust op de logische/functionele componenten
die zorgen voor de ontsluiting van basisgegevens. Deze
kunnen in veel verschillende gedaantes en combinaties
in applicaties/systemen die op dit moment in de markt
verkrijgbaar zijn, voorkomen. Verschillende scenario’s sluiten
elkaar daardoor ook niet uit.
4.2.1 Rechtstreeks tussen backofficesysteem en basisregistraties
In dit scenario koppelen de verschillende systemen die
basisgegevens afnemen, elk aan de voor het systeem
relevante basisregistraties.
Een dergelijke koppeling kan gegevens zowel realtime
opvragen, als periodiek/batchgewijs. In het laatste geval
houdt het systeem een eigen interne (deel)verzameling van
basisgegevens bij.
53
voorbeeld 12
De Witte kaart: betere informatie door het verrijken
van basisregistraties in een sectoraal knooppunt
In geval van calamiteiten hebben de hulpdiensten goede gegevens over zorginstellingen nodig. Waar
bevinden zich minder zelfredzame mensen, en in welke aantallen. Vanuit deze behoefte is het project De
Witte Kaart ontstaan. Toen de Veiligheidsregio’s er een aantal jaar geleden mee aan de slag gingen, ontdekte
men dat er nergens een compleet bestand met actuele, betrouwbare gegevens over zorginstellingen was.
Men besloot niet opnieuw het wiel uit te vinden, maar te kiezen voor basisregistraties en daarop aanvullende
gegevens in te winnen. De gehanteerde bron is het Handelsregister, waaruit alle vestigingen met activiteiten
op het gebied van zorg geselecteerd worden. In de regio’s worden deze gegevens ‘verrijkt’: van alle
vestigingen worden onder meer het aantal minder zelfredzame mensen vastgelegd. Deze gegevens worden
verzameld in een landelijke registratie, die ontsloten wordt in onder andere het Landelijk Crisis Management
Systeem. Basisregistraties spelen hierin een belangrijke rol. Enerzijds wordt zoals gezegd het NHR gebruikt
om de relevante vestigingen te selecteren, anderzijds wordt de BAG gebruikt om deze vestigingen eenvoudig
te kunnen weergeven op de kaart. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het feit dat inmiddels 95% van de
vestigingen in het NHR is gekoppeld aan een BAG-adres.
54
Dit scenario is geschikt voor omgevingsdiensten die maar
via één systeem – het aan de basisregistraties te koppelen
systeem – hun primaire processen uitvoeren.
Zodra basisgegevens door meerdere systemen worden
afgenomen, ligt de rechtstreekse koppeling tussen
individuele systemen en landelijke voorzieningen voor
basisregistraties minder voor de hand, omdat alle
voor die koppeling benodigde functionaliteit (voor het
berichtenverkeer en het verwerken van berichten) daardoor
meerdere keren geïmplementeerd moeten worden.
Bovendien worden gegevens in dat geval meerdere keren
opgevraagd; elk systeem vraagt immers separaat dezelfde
gegevens op.
bilaterale koppelingen tussen individuele applicaties
consistent worden gebruikt.
Door basisgegevens in één voorziening samen te brengen,
kunnen gegevens in hun onderlinge samenhang worden
gemodelleerd en verstrekt aan afnemende applicaties.
Dergelijke verbanden tussen gegevens uit verschillende
registraties zijn er in het landelijk stelsel niet altijd.
Basisgegevens in een gegevensmagazijn kunnen
eenvoudig(er) en op één plaats worden verrijkt met
aanvullende gegevens (kernregistratiefunctie). Alle
afnemende applicaties kunnen er vervolgens gebruik van
maken.
4.2.2Gegevensmagazijn
4.2.3 Gegevensdistributie via broker
In dit scenario worden basisgegevens in een centrale
voorziening (het gegevensmagazijn) binnen het
applicatielandschap van de organisatie bijgehouden.
Het gegevensmagazijn wordt in de regel ingericht
als relationele database, veelal in combinatie met
geodatabasefunctionaliteit (ook wel spatial database
6
genoemd). Dit gegevensmagazijn is verbonden met de
basisregistraties; systemen die basisgegevens nodig hebben
vragen deze op uit het gegevensmagazijn (pull).
In dit scenario worden de afnemende systemen binnen de
7
dienst gevoed met basisgegevens via broker -functionaliteit.
Kenmerkend voor het scenario is dat (basis)gegevens naar
de verschillende afnemende applicaties worden ‘gebracht’
(push) via berichtenverkeer in plaats van dat ze door de
afnemende applicaties via databasetechnologie worden
benaderd in een gegevensmagazijn.
De voornaamste positieve aspecten van de inzet van een
gegevensmagazijn zijn:
Veel applicaties beschikken niet over functionaliteit
waarmee gegevens kunnen worden betrokken uit landelijke
voorzieningen voor basisregistraties. Koppeling van
dergelijke applicaties aan een gegevensmagazijn is veelal wel
mogelijk.
Eén voorziening die verbonden is met landelijke
voorzieningen zorgt dat koppelingen met die landelijke
voorzieningen enkelvoudig kunnen worden uitgevoerd en op
één plaats kunnen worden beheerd.
Door alle applicaties gebruik te laten maken van gegevens uit
het gegevensmagazijn, kunnen gegevens zonder additionele
6
7
In veel gevallen wordt voor dit berichtenverkeer het
Standaard UitwisselingsFormaat Basisgegevens (StUF-BG)
gebruikt. Deze XML-standaard is specifiek ontwikkeld voor
de uitwisseling van basisgegevens.
De pushtechnologie stelt afnemende applicaties in staat om
geheel autonoom – dus zonder afhankelijk te zijn van externe
gegevensbronnen, zoals een gegevensmagazijn – te opereren
en tóch ‘van buitenaf’, door de broker, geactualiseerd
te worden. Brokertechnologie kan zowel zonder als mét
‘geheugen’ (een vorm van een gegevensmagazijn, zie
hierboven) zijn uitgevoerd.
4.2.4Datawarehouse
Hoewel de letterlijke vertaling van datawarehouse zou
luiden: gegevenspakhuis of gegevensmagazijn, wordt
met een datawarehouse toch iets anders bedoeld dan het
eerder beschreven gegevensmagazijn. Een datawarehouse
is een specifiek voor analysedoeleinden ingerichte en
Gemakshalve wordt de functionaliteit die nodig is voor het berichtenverkeer tussen gegevensmagazijn en landelijke voorzieningen voor
basisregistraties tot de functionaliteit van het Gegevensmagazijn gerekend
De letterlijke vertaling van broker is makelaar. Omdat er commerciële oplossingen in de markt zijn die deze term als productnaam hanteren, is deze
hier vermeden. Om dezelfde reden is ook de term datadistributie hier niet gebruikt.
55
gemodelleerde database, die is geoptimaliseerd voor snelle
beantwoording van veel voorkomende bevragingen en ad
hocvragen, zonder dat de bronsystemen door dergelijke
vragen worden belast.
Datawarehouses kunnen, ook voor de analyse van
basisgegevens, heel nuttig zijn voor een omgevingsdienst,
maar zijn – vanwege de bijzondere technologie – niet
geschikt als voedend systeem voor afnemende applicaties.
De hierboven beschreven toepassingen kunnen wel een
belangrijke bron vormen voor datawarehouses.
4.2.5Conclusie
Het applicatielandschap van een omgevingsdienst bepaalt
in belangrijke mate welke toepassing(en) het meest
geschikt zijn voor het gebruik van basisgegevens. Zodra
meerdere applicaties basisgegevens willen afnemen,
moet een rechtstreekse koppeling tussen de afnemende
applicatie en landelijke voorzieningen voor basisregistraties
worden vermeden en worden vervangen door een
gegevensmagazijn en/of gegevensdistributie via een broker.
Dit om de (complexe) functionaliteit voor het betrekken
van basisgegevens uit landelijke voorzieningen via één
toepassing te regelen en niet elke afnemende applicatie
daarmee te belasten.
Het gebruik van basisgegevens in/door meerdere
applicaties zal in veel omgevingsdiensten aan de
orde zijn: in een typisch applicatielandschap van een
omgevingsdienst komen ten minste een VTH-applicatie
en een documentenmagazijn (doorgaans in de vorm
van een documentmanagementsysteem, DMS) voor en
in toenemende mate wordt informatie ook geografisch
ontsloten via een GIS-applicatie. Het aansluiten van
(alleen) de VTH-applicatie op landelijke voorzieningen
voor basisregistraties en de VTH-applicatie vervolgens de
gekoppelde systemen (DMS en GIS) te laten ‘voeden’ ten
behoeve van metadatering van dossiers en documenten
in het DMS en de ontsluiting van basis- en zaakgegevens
via het GIS, zal in de praktijk lastig blijken. VTH-applicaties
zijn weliswaar in toenemende mate geschikt voor het
gebruik van basisgegevens, maar dat maakt deze applicatie
niet automatisch ook geschikt voor het beschikbaar
maken (via koppelvlakken) van die gegevens naar andere
systemen. Daarvoor is complexe functionaliteit nodig (denk
bijvoorbeeld aan het ontsluiten van historie of het plaatsen
van een afnemerindicatie door één of meer systemen) die
niet in de VTH-applicaties aanwezig is en daar ook niet in
thuishoort.
56
Omgevingsdiensten zullen dus op termijn – afhankelijk van
het tempo waarmee ze basisgegevens uit verschillende
bronnen willen ontsluiten naar verschillende applicaties en
deze ten volle willen benutten – gebruik moeten gaan maken
van meer specialistische voorzieningen voor de registratie,
distributie en het beheer van die basisgegevens. Daartoe zal
minimaal een gegevensmagazijn moeten worden ingericht en
zal – ingegeven door de informatiebehoefte – waarschijnlijk
ook distributie van gegevens naar de verschillende
applicaties gewenst zijn. Een duidelijke scheiding tussen
Stap en Stip is daarbij niet in algemene termen te maken.
Deze wordt zowel beïnvloed door het meer of minder breed
gebruik van basisgegevens, als de technische en functionele
eigenschappen van de applicaties in het landschap van de
omgevingsdienst.
57
5Stappenplan voor
implementatie en
gebruik van de basisregistraties
De voorgaande hoofdstukken bieden
een aantal inhoudelijke bouwstenen
om het ontsluiten en gebruiken van
basisregistraties vorm te geven. Dit
hoofdstuk biedt een handreiking voor de
aanpak hierin.
We beschrijven deze aanpak ten behoeve
van de leesbaarheid als een vrij ‘lineaire’,
projectmatige aanpak, waarbij we ons
realiseren dat de werkelijkheid vaak veel
dynamischer en minder rechtlijnig is.
Tevens mag duidelijk zijn dat, vanwege
de verschillende uitgangssituaties bij de
afzonderlijke omgevingsdiensten geen
passend ‘kookboek’ geschreven kan
worden. Het stappenplan beperkt zich
daarom tot een benaderingswijze op
hoofdlijnen en daarbij enige voorbeelden en
adviezen.
Een uitgangspunt bij het onderstaande
stappenplan is dat het ontsluiten en
gebruiken van basisregistraties vraagt
om een integrale benadering: het betreft
een fundamenteel element van de
informatievoorziening dat op meer plaatsen
in de organisatie ingrijpt. Pragmatische
58
‘ad hoc’ acties en point-to-point
oplossingen kunnen weliswaar bijdragen
aan het gebruik van basisregistraties maar
zullen veelal leiden tot een versnipperde
oplossing die duurder is in beheer en
minder bijdraagt aan het bereiken van de
baten.
Aanpak implementeren gebruik basisregistraties
Baten basisregistraties (generiek)
Managementagenda
Huidige situatie en knelpunten
Realisatie en
implementatie
Architectuur
en roadmap
Agendering
en adoptie
Beeldvorming
Nut en
noodzaak
Probleemeigenaar
Architectuur
Analyse
Roadmap
Toepassing X
Toepassing 2
Toepassing 1
Generieke componenten
Inregelen afname BR
Figuur 4: fasering en stappen in het impementeren van het gebruik van basisregsitraties
5.1 Overall fasering
In de aanpak van het implementeren gebruik
Basisregistraties onderscheiden we de volgende fases.
Agendering en adoptie
Het implementeren van het gebruik van basisregistraties
vraagt substantiële middelen. Meestal raakt het meer
afdelingen in de organisatie. Een dergelijk traject kan alleen
succesvol zijn als wordt gewerkt van uit een helder en door
het management onderschreven beeld van nut en noodzaak
en een sponsor die het traject heeft geadopteerd.
Architectuur en Roadmap
Deze fase betreft het formuleren van de hoofdlijnen voor
het realiseren van het gebruik van basisregistraties. De
eerste stap bestaat uit een verdere analyse van het gewenste
gebruik. Daarna worden de ambities voor de kortere en
langere termijn beschreven in een architectuur. Daarbij kan
ook de businesscase verder ‘gehard’ worden. Veelal is het
59
voorbeeld 13
Koppeling zaaksysteem aan documentregistratiesysteem
Het verwerken van een zaak in het zaaksysteem wordt vaak afgerond met een brief. Deze brief wordt
digitaal opgeslagen in het documentregistratie systeem (DMS). Hiertoe moet het document gekoppeld
worden aan de juiste zaak en voorzien van allerlei informatie betreffende de invoerder, datum brief,
adressering, etc. Op dit moment gebeurd dit handmatig. Het overbrengen van informatie via zaakberichten
vanuit het zaaksysteem naar het documentregistratiesysteem kan zorgen voor een enorme tijdwinst en
minder fouten als men deze gegevens niet meer handmatig hoeft over te brengen. Om nu te zorgen dat dit
geautomatiseerd verloopt is het noodzakelijk dat het zaaksysteem en het DMS berichten kunnen uitwisselen,
waarbij natuurlijk voor beide systemen duidelijk moet zijn dat het over dezelfde zaak gaat. Hiertoe is het
noodzakelijk om een unieke sleutel te hanteren, zodat er geen twijfel bestaat over de identiteit van een
zaak. Met name unieke sleutels zoals BAG-identificatienummer, KvK-vestigingsnummer en GBA-gegevens
zijn hierbij noodzakelijk. Uiteindelijk leidt dit alles tot lagere kosten, omdat medewerkers hun tijd niet meer
hoeven te besteden aan het registreren.
60
zinvol het traject op te knippen in afzonderlijke ‘behapbare
brokken’, die gefaseerd worden gerealiseerd. Dit wordt
vastgelegd in globale (meerjaren)aanpak of roadmap.
Realisatie en implementatie
In lijn met de roadmap wordt het gebruik van
basisregistraties stapsgewijs gerealiseerd. Dit zal enerzijds
vragen om enkele generieke componenten en anderzijds
om het aanpassen van proces-ondersteunende applicaties.
Hierin kan men ervoor kiezen de processen zoveel mogelijk
‘as-is’ te laten of juist om deze fundamenteel anders in te
richten. In beide gevallen betreft het implementeren van het
gebruik een transitie, zij het van verschillende orde, en moet
aandacht besteed worden aan het procesontwerp en de
organisatorische implementatie van de nieuwe processen.
Deze bovengenoemde fasen en de onderliggende stappen
zijn schematisch weergegeven in de onderstaande figuur.
In de volgende paragrafen worden de afzonderlijke fasen
toegelicht.
In de navolgende paragrafen worden de fasen in deze aanpak
besproken. Per fase wordt ingegaan op doel en resultaten
van de fasen, de stappen binnen de fase en worden de
belangrijke inhoudelijke aspecten van de afzonderlijke
stappen toegelicht. Tenslotte worden per fase enige
praktische tips gegeven.
5.2 Agendering en adoptie
(fase1)
Doel en resultaat
Het thema ‘gebruik basisregistraties’ zal veelal niet uit
zichzelf op de managementagenda komen. Vaak is het aan de
informatiemanager (of een soortgelijke rol) het thema daar
te adresseren. Het doel van deze fase is het bewerkstelligen
van een gedeeld beeld op hoofdlijnen over ‘het waarom’
van het gebruik van basisregistraties en het creëren van de
randvoorwaarden voor het vervolg.
• Hoe staan we ervoor?
• Welke knelpunten liggen er?
• Wat zijn de risico’s van niets-doen?
• Welke kansen liggen er in het gebruik van
basisregistraties om onze organisatiedoelen te
bereiken?
Dit vertaalt zich in de volgende te leveren resultaten:
• Een notitie waarin bovenstaande compact is
beschreven.
• Bespreking in het managementteam en adoptie door
een sponsor.
• Opdracht voor de volgende fase, namelijk het
uitvoeren van een nadere analyse en het opstellen van
een ‘plan op hoofdlijnen’ ofwel een architectuur en
roadmap.
Beschrijving van de stappen
Deze fase heeft vooral het kenmerk van een adviesproces,
waarin zoals gezegd vaak de informatiemanager in eerste
instantie het voortouw moet nemen. ‘Hoe verkoop ik
het thema basisregistraties?’ De onderstaande stappen
zullen vaak in enkele iteraties doorlopen worden. Om deze
reden zijn de afzonderlijke stappen in deze fase cyclisch
weergegeven.
Beeldvorming
De stap beeldvorming omvat het verzamelen van feitelijke
informatie over de basisregistraties: welke zijn er, wat zit
erin en wat zijn de spelregels en het wettelijk kader voor
het gebruik. Ook een quickscan van huidige situatie maakt
deel uit van deze stap: in welke processen en systemen bij
de omgevingsdienst zijn basisregistratiegegevens potentieel
relevant, waar gebruiken worden deze al wel/nog niet
gebruikt.
Deze stap vraagt vaak in eerste instantie ‘huiswerk’ van de
informatiemanager, waarna deze dit moet delen met een
bredere groep stakeholders in workshops en individuele
gesprekken. Bij dit laatste is relevant dat de stakeholders
vaak een andere bril hebben en minder informatiekundige
voorkennis.
Nut en noodzaak
Als de betrokken stakeholders voldoende beeld hebben bij
het begrip basisregistraties en de potentie ervan, is het zaak
de generieke baten van basisregistraties (zie onderstaande
paragraaf) te verbinden met de ambities van de organisatie
en de ervaren knelpunten in de huidige processen. Aan welke
hiervan kan het gebruik van basisregistraties bijdragen? Het
is verstandig de afdeling juridische zaken te betrekken bij
het in beeld brengen van de juridische risico’s van het niet
gebruiken van basisregistraties.
Adoptie door probleemeigenaar
Vaak is niemand tegen het gebruik van basisregistraties,
maar daarmee is nog niet gezegd dat iemand om
61
voorbeeld 14
Zoek uw ketenpartners op! Het voorbeeld van de
verontreinigingsheffing
De waterschapsbelastingkantoren hebben onder andere de taak verontreinigingsheffing te innen bij
burgers en bedrijven: een heffing voor het zuiveren van gebruikt water. Daarbij is het vanzelfsprekend
belangrijk om te weten waar water wordt verbruikt en in sommige gevallen hoeveel. De gegevens van
de waterleidingbedrijven zijn daarbij van belang. Immers: waar er water in gaat zal het er in de regel
ook weer uitgaan. En omdat burgers en bedrijven een belang hebben bij het hebben van een aansluiting
op de waterleiding, zal de registratie van de waterleidingbedrijven de meest actuele en volledige
zijn. De waterschapsbelastingkantoren hebben echter moeite om de gegevensbestanden van de
waterleidingbedrijven te matchen op hun eigen gegevens. De waterleidingbedrijven hanteren in de regel nog
hun eigen adresschrijfwijzen en maken nog geen gebruik van de BAG. Voor de belastingkantoren een reden
om nu gezamenlijk het gesprek aan te gaan met de gezamenlijke waterleidingbedrijven: hoe kan in deze
situatie verbetering gebracht worden? Een voorbeeld waarin het gebruik van basisregistraties in de keten
kosten kan verminderen, ook al bestaat deze deels uit niet-overheden. Deze potentie zal pas benut worden
als beide ketenpartners zoeken naar de gezamenlijke businesscase.
62
managementniveau zich verantwoordelijk stelt voor
het implementeren van het gebruik. Op basis van de
inventarisatie van nut en noodzaak kan met het management
de discussie worden gevoerd wie opdrachtgever/sponsor is
voor het vervolgtraject.
Inhoudelijke aspecten
• Bij het formuleren van nut en noodzaak kan de lezer
als startpunt de generieke baten van basisregistraties
gebruiken, zoals deze zijn benoemd in hoofdstuk 1.
Hieronder zijn de belangrijkste nog even samengevat:
-- Besluiten en beschikkingen kunnen worden
aangevochten indien geen gebruik is gemaakt van
basisregistraties.
-- Basisregistraties helpen om zicht te krijgen op
de totale populatie waar toezicht moet worden
gehouden.
-- Mutaties in basisregistraties bieden signalen voor
toezicht en handhaving.
-- Koppelen van eigen gegevens aan BAG, GBA,
NHR en Kadaster maakt het eenvoudiger kaartjes
te maken voor verschillende toepassingen,
bijvoorbeeld voor ‘de inspecteur op straat’.
-- Gebruik van BAG en BRK is onmisbaar bij BWTtaken.
-- Slim koppelen met basisregistraties vermindert de
administratieve werklast.
-- Gegevens uit de eigen systemen kunnen
eenvoudiger gecombineerd, vergeleken en
geanalyseerd worden.
-- Gegevensuitwisseling met externe partijen als
OLO, gemeenten, inspectieview milieu gaat beter
indien basisregistraties worden gebruikt.
-- De indieningsvereisten bij vergunningaanvragen
kunnen worden verminderd.
•
Basisregistraties worden veelal gezien als ‘gewoon’
een set gegevens, die hoogstens in vorm wat afwijkt
van de nu zelf geregistreerde gegevens, of die daar
een extra gegeven aan toevoegt. Het belang van de
basisregistraties als eenduidige (sleutel)gegevens
bij interne en externe informatie-uitwisseling
wordt echter veelal niet direct gezien. Principes als
standaardisatie van gegevens en koppelvlakken
zijn voor informatiekundigen ‘gesneden koek’ maar
worden niet vanzelfsprekend onderschreven ‘in de
lijn’. De tijd die verloren gaat aan het dubbel invoeren
en registreren van gegevens is niet altijd zichtbaar.
Het vraagt tijd en vaak meerdere gesprekken om deze
ruimte te overbruggen.
Tips (do’s and don’ts)
• Algemene informatie en veel links naar verdiepende
documenten staan op www.stelselinformatiepunt.
nl. De authentieke gegevens vastgelegd in de
basisregistraties zijn systematisch in beeld gebracht
op www.stelselcatalogus.nl.
• Maak in sessies en presentaties gebruik van de
filmpjes die zijn gemaakt over het stelsel (zie www.
youtube.com/playlist?list=PL580B01EADFB8C65E). De
voorbeelden opgenomen in de ‘groene blokken’ in dit
document helpen om de baten van basisregistraties
te ‘laten leven’ voor de betrokkenen. Andere goede
voorbeelden kunt u vinden op de batenpagina’s op
e-overheid (www.e-overheid.nl/baten/#stelsel) en op
de site ‘goedopgelost’ (goedopgelost.overheid.nl).
• Kijk niet alleen naar het heden en de huidige
procesinrichting, maar denk ook out-of-the box in
nieuwe mogelijkheden.
• Laat wat zien!
-- Kleine analyses die het probleem illustreren.
-- Casussen waar het mis is gegaan.
-- Voorbeeldjes hoe het kan.
• Laat de techniek in deze fase zo veel als mogelijk op
de achtergrond. Het gaat om de ‘waarom’ vraag en
niet om de ‘hoe’vraag.
• Gebruik metaforen om abstracte informatiekundige
principes te illustreren. ‘Standaardisatie van gegevens
en koppelvlakken is een lastig begrip’, maar iedereen
snapt dat het lastig autorijden is in een land waar
iedere gemeente zijn eigen verkeersborden en
verkeersregels mag maken.
5.3 Architectuur en Roadmap
(fase2)
Doel en Resultaat
De doelstelling van deze fase is het bewerkstelligen van
een helder en gedeeld beeld over het gewenste gebruik
van basisregistraties, de wijze waarop de gegevens kunnen
worden betrokken en gedistribueerd, de daartoe benodigd
ICT-architectuur en het pad daarnaartoe.
Hieruit volgen de volgende resultaten voor deze fase:
• Document met vastlegging huidig en gewenst gebruik
basisregistraties.
• Document met schets van de gewenste
applicatiearchitectuur: een plaat met toelichting.
• Document met beschrijving van de roadmap (ofwel
63
voorbeeld 15
Eenvoudig en doeltreffend: de geprinte handhavingskaart
Niet altijd is het mogelijk de medewerkers ‘in het veld’ als te voorzien van iPads of andere mobiele
apparatuur. Maar ook op papier kan de informatie uit basisregistraties van waarde zijn. Zo gebruikt de
gemeente Rijssen-Holten de ‘handhavingskaart’. De medewerker Handhaving gebruikt deze kaart voor het
controleren van vergunningen in het veld. Op de kaart zijn naast de buurtgrenzen, alle BAG-huisnummers
en de panden met een bijzondere status opgenomen. De buurtindeling wordt gebruikt om binnen het team
handhaving afspraken te maken wie werk gebied onder handen neemt. De BAG-status geeft een beeld van
de panden waar een lopende omgevingsvergunning van toepassing is. De medewerker handhaving kan
hiermee bij in het veld geconstateerde bouwactiviteiten eenvoudig toetsen of een vergunning is afgegeven,
of ze onder de vergunning vrije regelingen vallen of dat sprake is van illegale praktijken.
64
de hoofdlijnen en globale planning waarlangs
gewerkt zal worden aan implementatie en gebruik
basisregistraties), bekrachtigd in het MT.
Beschrijving van de stappen
Analyse van gewenst en huidig gebruik basisregistraties
In de vorige fase zal globaal in beeld zijn gebracht waar
de behoefte ligt in het gebruik van basisregistraties en in
hoeverre deze behoefte is ingevuld. Om te komen tot een
ontwerp voor het gebruik van basisregistraties zal vaak een
verdiepende analyse noodzakelijk zijn. Waar wordt er in het
proces nu wel of geen gebruik gemaakt van basisregistraties,
op welke wijze worden de gegevens nu beschikbaar
gesteld en welke systemen zijn er bij dit proces betrokken.
Daar waar er verschil is tussen gewenst en huidig gebruik
kunnen de consequenties hiervan worden benoemd en
moeten de nadelen of consequenties kort worden geduid.
Leidt het verschil nu of in de toekomt tot knelpunten of
risico’s, welke daarvan worden het meest gevoeld? Op
deze wijze wordt de globale businesscase uit de vorige fase
explicieter gemaakt. Deze analyse vraagt samenwerking
tussen de informatiemanager, procesdeskundigen en
applicatiebeheerders.
Opstellen architectuur en inrichting in STIP en STAP
De voorgaande analyse stap heeft een beeld opgeleverd van
het gewenste gebruik van basisregistraties (in functionele
termen) en de daarbij (nu) betrokken systemen.
Deze volgende stap behelst een proces van puzzelen om
op basis van de afzonderlijke behoeften te komen tot een
applicatiearchitectuur die deze behoeften ondersteunt. De
applicatiearchitectuur zoals geschetst in hoofdstuk 4 kan
hierbij uitstekend dienen als leidraad. Een complicerende
factor is dat men meestal niet kan uitgaan van een stabiele
situatie, maar dat er op meerdere vlakken tegelijkertijd
beweging is waarbij meerdere belangen in het spel zijn.
Opstellen Roadmap
In de bovenbeschreven stappen analyse en
applicatiearchitectuur is bewust gekozen voor het integraal
in beeld brengen van de behoefte aan basisregistraties en de
bijbehorende ‘oplossing’. Dat wil echter niet zeggen dat de
implementatie ook moet worden gevat in één alomvattend
project. Vaak is er meer kans op succes als we denken in
afzonderlijke deelprojecten, afgestemd op de prioriteiten en
andere lopende ontwikkelingen in de omgevingsdienst, die
gefaseerd worden uitgevoerd. Dat betekent dat moet worden
vastgesteld in welke volgorde en tempo de omgevingsdienst
de trajecten wil uitvoeren.
Inhoudelijke aspecten
Analyse
Als format voor de analyse kan de tabel in hoofdstuk 3
worden gebruikt. Deze biedt een structuur om voor de
afzonderlijke processen in beeld te brengen waar gegevens
uit de afzonderlijke basisregistraties benodigd zijn en wat
de frequentie, omvang, en aard van het gebruik zijn. Voor
een goede analyse zal waarschijnlijk een verdiepende slag
nodig zijn tot op gegevensniveau (waar zitten de verschillend
tussen wat de BR biedt en wat we nodig hebben). Ook is
het nagaan van de procesflow relevant: hoe komt een zaak
binnen, krijgen we dan al sleutels of gegevens meegeleverd,
waar in het proces moeten we de de actualiteit van onze
gegevens toetsen aan de basisregistratie, etc.
Architectuur
Bij het opstellen van de gewenste applicatie-architectuur kan
men het best in eerste instantie kiezen voor een invalshoek
per basisregistratie en om vervolgens de beelden voor de
verschillende basisregistraties ‘over elkaar heen te leggen’
om te komen tot een totaalbeeld, in lijn met de analyse in
hoofdstuk 3 en 4.
Bij de eerste invalshoek begint men met het per
basisregistratie ordenen van de gegevensbehoefte in de
verschillende processen. Op deze wijze kan men identificeren
welk proces de hoogste eisen stelt en welk product uit de
betreffende basisregistratie daarbij aansluit. Daarbij kan men
nagaan of er noodzaak is voor persistente gegevensopslag,
voor een distributiemechanisme en of deze wijze van
betrekken en distribueren van gegevens ook voor de andere
processen toepasbaar is. Met andere woorden: in hoeverre
kan één ‘stekker’ op de betreffende basisregistratie volstaan
voor de behoefte in de verzamelde processen.
Voorbeeld: Het proces vergunningverlening BWT vraagt om
dagactuele gegevens uit de BAG, met inbegrip van de statussen van
panden en verblijfsobjecten. Het betreft enkelvoudige inzage, dat wil
zeggen per individueel object. Voor relatiebeheer is een dagactuele
BAG-kopie nodig met enkel de adressen. Voor de geo-viewer is een
maandactuele BAG-kopie nodig met inbegrip van de BAG-geometrie.
Eén dagactuele BAG-kopie van alle gegevens in de BAG in een
gegevensmagazijn kan alle drie deze behoeften ondersteunen.
Nadat men bovenstaande analyse heeft gemaakt voor
de afzonderlijke basisregistraties is de volgende stap het
bijeenbrengen van deze deeloplossingen, waarbij het doel is
65
voorbeeld 16
Zoek uw ketenpartners op! De Brandweer en het
Landelijke Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen
Kinderopvanglocaties behoren voor de brandweer tot de zogenaamde ‘kwetsbare locaties’: locaties waar
de mogelijke effecten van een brand of ramp groter zijn dan elders. Aan deze locaties wordt daarom extra
aandacht en zorg besteed in zowel de voorbereidende processen (‘preventie en preparatie’) alsook in
geval van calamiteiten (‘repressie’). Een voorwaarde daartoe is dat brandweer beschikt over actuele en
accurate informatie over kinderopvanglocaties. Zelf inwinnen van deze gegevens is duur en foutgevoelig.
Het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP) biedt daartoe een zeer waardevolle bron.
Omdat dit bestand wordt gebruikt door de GGD‘en en de belastingdienst (kinderopvangtoeslag) is het
volledig, actueel en het biedt aanvullende gegevens ten opzichte van het Handelsregister. Er is één probleem:
het LRKP maakt vooralsnog gebruik van eigen adresschrijfwijzen en nog niet van de BAG. Dit laatste is
een randvoorwaarde om het bestand goed te kunnen verwerken in de registraties van de brandweer. De
brandweer heeft daarom de registratiehouder LRKP verzocht het register ‘BAG-compliant’ te maken. Het
ministerie van SZW laat inmiddels een impactanalyse uitvoeren.
66
na te gaan in hoeverre de mechanismen van de afzonderlijke
basisregistraties gecombineerd kunnen of moeten worden.
Voorbeeld: indien men tot de conclusie komt dat zowel van de BAG
als van het NHR een omvattende gegevenskopie noodzakelijk is, en
dat beide bronnen gecombineerd moeten worden in analyses, dan
volgt hieruit de conclusie dat het wenselijk is om beide kopieën in één
omgeving bijeen te brengen.
----
•
Een belangrijke vraag bij het formuleren van de
applicatie-architectuur is de vraag hoeveel systemen
de omgevingsdienst moet aansluiten op de
betreffende basisregistratie (nu en in de toekomst).
Dit is onder meer afhankelijk van de diversiteit in
taken, processen en systemen en van de vraag hoe
de omgevingsdienst de functies zaakafhandeling,
inhoudelijke beoordeling (expertsystemen), document
management en analysefunctionaliteit wil beleggen
in het applicatielandschap. Als de omgevingsdienst
deze functies heeft belegd in één systeem of suite
zal een ander plaatje ontstaan dan in de situatie
dat er afzonderlijke systemen zijn die deze functies
ondersteunen.
•
De ideale wijze van afnemen van de basisregistratie is
vaak snel geformuleerd, maar zal enkele jaren van ons
af liggen’. Bijvoorbeeld omdat stelselvoorzieningen
nog niet beschikbaar zijn of omdat de middelen
daarvoor pas in enkele jaren gerealiseerd kunnen
zijn. Het helpt om te denken in zowel de uiteindelijke
situatie als in de eerstvolgende uitvoerbare stap om
verder te komen.
•
Bij het formuleren van de applicatiearchitectuur wil
men zich over het algemeen niet laten belemmeren
door mogelijkheden van de huidige systemen, maar
toch kan men ook niet om deze systemen heen. Een
oriëntatie op mogelijkheden van huidige of potentiele
systeemleveranciers, en eventueel een gesprek, is
daarom in deze fase zeer zinvol.
Roadmap
• De belangrijkste afwegingen bij het opstellen van de
roadmap zijn de volgende::
-- Hoe kunnen we de ambitie ‘gebruiken
basisregistraties’ opdelen in afzonderlijke
trajecten die een (deel)resultaat opleveren?
-- Hoe liggen afhankelijkheden tussen deze trajecten,
---
bijvoorbeeld omdat eerst bepaalde generieke
voorzieningen moeten worden gerealiseerd
voordat afzonderlijke applicaties daarop kunnen
worden aangesloten?
Waar liggen prioriteiten/grootste behoeften vanuit
de organisatie en organisatiedoelstellingen?
Waar liggen de logische momenten, andere
ontwikkelingen waarbij men kan aanhaken?
Raming van de kosten/impact voor de
afzonderlijke trajecten?
Welke externe afhankelijkheden liggen er en hoe
hiermee om te gaan?
Welke oplossingen worden ondersteund door
onze (huidige of beoogde) softwareleveranciers?
Tips (do’s and don’ts)
• Vaak is het zinvol om de analyse te toetsen op
volledigheid denkend vanuit twee invalshoeken het
proces perspectief en systeemperspectief (systemen
en bestaande koppelingen). Door deze met elkaar
te confronteren ontstaat een zo compleet mogelijk
beeld.
• Bijlage 2 geeft voor de afzonderlijke basisregistraties
een beknopte toelichting op de producten, de
betreffende verstrekker, de aanmeldprocedure,
eventuele geldende restricties, procesdocumentatie,
aandachtspunten en links naar de betreffende
‘vogelvluchtpagina’s op www.stelselinformatiepunt.
nl. Meer gedetailleerde informatie kan worden
opgevraagd bij accountmanagement van de
betreffende basisregistraties.
• De softwarecatalogus van KING (www.
softwarecatalogus.nl) biedt het meest complete
overzicht van middleware applicaties en VTHapplicaties de basisregistratie standaarden
ondersteunen.
• Kijk naar waar ‘beweging’ is. Kan variëren van
onderhandelingen met nieuwe opdrachtgevers,
consolidatie van systemen.
• Indien de behoefte aan een generieke component
blijkt is het zinvol bij de ontwikkeling en
implementatie direct een eerste afnemend proces of
systeem mee te nemen.
67
5.4 Realisatie en implementatie voorzieningen (fase3)
Doel en resultaat
Het doel van deze fase is te bewerkstelligen dat het gebruik
van de basisregistratiegegevens feitelijk tot stand komt.
De resultaten die hieruit volgen zijn de volgende:
• Middelen voor ontsluiten en distribueren
basisregistratiegegevens zijn ontwikkeld en
geïmplementeerd.
• Processen en werkwijzen zijn voor zover nodig
aangepast en geïmplementeerd.
Beschrijving van de stappen
De inrichting van deze fase is sterk afhankelijk van de
locale situatie, de opgestelde roadmap en de trajecten die
daarin benoemd zijn. In de regel kunnen we drie stappen
onderkennen, die deel parallel zullen worden uitgevoerd:
• Het aansluiten op de basisregistraties.
• Het inrichten van de (eventuele) generieke
voorzieningen voor interne opslag en distributie.
• Het aansluiten van de afnemende systemen en de
implementatie in processen.
Het aansluiten op de basisregistraties
Deze stap omvat het afsluiten van de abonnementen met
de landelijke voorzieningen, het inrichten van de stekker
aan de zijde van de omgevingsdienst en het testen van de
gegevenslevering. Ook het verkrijgen van de eventueel
benodigde autorisaties behoort tot deze stap.
Het inrichten van generieke voorzieningen voor opslag en
distributie
Over de stappen om de interne gegevenshuishouding in
te richten kunnen hier slechts weinig specifieke uitspraken
worden gedaan. Dit zal in de regel verlopen volgens een
standaard projectmatige aanpak met daarin de elementen
specificeren, pakketselectie , bouwen/configureren en
implementeren.
Aansluiten afnemende systemen en implementatie in
processen
In technische zin bestaat deze stap uit het realiseren van de
koppelingen tussen de afzonderlijke afnemende systemen en
hetzij het gegevensmagazijn, hetzij de ’stekker naar buiten’.
Wellicht ten overvloede willen we hier nog benadrukken
dat de implementatie van basisregistraties niet ophoudt bij
systeemaanpassingen, maar ook vraagt om wijzigingen in
processen en werkwijzen. Dit kan zijn omdat het mechanisme
68
voor het van afnemen gegevens uit basisregistraties
dit ‘noodgedwongen’ met zich mee brengt. Een andere
aanleiding kan zijn dat men ervoor kiest om processen te
herstructureren, om op deze wijze de door basisregistraties
geboden mogelijkheden te verzilveren.
Inhoudelijke aspecten
Autorisatieprocedures
Voor de meeste van de geprioriteerde basisregistraties
zijn ‘vrij toegankelijk’; hiervoor gelden geen
autorisatieprocedures. Toegang tot de GBA kan echter
alleen worden verkregen na het doorlopen van een
autorisatieprocedure. Hierbij speelt het issue dat
omgevingsdiensten als ‘gemandateerde partij’ nu niet
zelfstandig toegang kunnen krijgen tot GBA-V. Dit issue is
inmiddels belegd bij het ministerie BZK, het ministerie heeft
de toezegging gedaan met de sector en agentschap BPR te
zoeken naar een oplossing.
Gegevensmanagement
Basisregistraties dekken per definitie niet de gehele populatie
aan objecten en subjecten waarmee een omgevingsdienst te
maken heeft:
• De GBA bevat alleen ingezetenen.
• De BAG alleen gebouwen en geen andere objecten
zoals onbemande tankstations en niet-betreedbare
installaties. De BAG bevat ook postbusadressen.
Ook inrichtingen zitten niet in de basisregistraties. Daarbij
omvatten inrichtingen regelmatig meerdere objecten en/
of terreinen waar meerdere bedrijven activiteiten kunnen
ontplooien. Dit betekent dat de omgevingsdienst zich een
beeld moet vormen hoe men inrichten wil registreren en
koppelen aan objecten uit basisregistraties. RiHA milieu biedt
het informatiemodel dat men hierbij goed kan hanteren.
De consequentie van het bovenstaande is dat men moet
voorzien in functionaliteit om zelf subjecten of objecten ‘te
creëren’ en beheren, (en om deze later eventueel te koppelen
aan een basisregistratie als het gegeven daar is gecorrigeerd
of toegevoegd, bijvoorbeeld na een terugmelding). Ook
betekent dit dat met het invoeren van basisregistraties enige
vorm van centraal gegevensmanagement moet worden
ingericht indien dit nog niet het geval was (processen, beheer,
etc.).
Historie
Alle basisregistraties bieden historische gegevens. De
geldigheid van gegevens is expliciet vastgelegd, en
objecten of subjecten die niet meer bestaan krijgen vaak
een aparte status. (Een gesloopt pand blijft in de BAG altijd
bestaan, maar wel met de status sloop gereed). Dit biedt
mogelijkheden voor afnemers, maar stelt ook eisen aan
de gegevenshuishouding van de afnemer. Bevragingen bij
basisregistraties kunnen verwarrende antwoorden opleveren
als de afnemer geen rekening houdt met de tijdsdimensie en
met de status van gegevens in basisregistraties.
Logistieke standaarden
Om gegevens tussen systemen te kunnen uitwisselen
moeten organisaties afspraken maken over het formaat
van de gegevens (UBL, StUF, XML), de manier van transport
(Diginetwerk of internet) en de verpakking of envelop waarin
het bericht wordt verzonden (Digikoppeling).
Digikoppeling gaat over de ‘envelop’ en voert uit wat
daar op staat. De gegevens gaan dan naar de juiste
overheidsorganisatie en naar het juiste adres. Aangetekend
of juist niet, versleuteld, als herhaalde aanbieding, of retourafzender. De inhoud van het bericht in de envelop is voor de
geadresseerde. Uitgangspunt van Digikoppeling is dat een
organisatie op één plaats in de eigen ICT-infrastructuur een
koppelpunt volgens Digikoppeling inricht.
Deze standaard wordt voornamelijk toegepast bij
de webservices van een aantal basisregistraties;
bulkabonnementen lopen veelal nog niet volgens deze
standaard. Daarnaast wordt digikoppeling gebruikt door
Omgevingsloket Online, Dienstenloket, Berichtenbox
MijnOverheid, DigiInkoop en Regelhulp. Gebruik van
Digikoppeling betekent onder meer dat afnemers moeten
beschikken over een overheidsidentificatienummer en een
PKI-overheidscertificaat. Voor het gebruik van digikoppeling
zijn door een aantal leveranciers specifieke adaptoren
ontwikkeld. Voor meer informatie over digikoppeling
zie www.logius.nl/producten/gegevensuitwisseling/
digikoppeling/.
Kosten
De meeste basisregistraties worden kosteloos verstrekt aan
overheden voor de uitvoering van pubiekrechtelijke taken.
Voor BAG, BRT en WOZ was dit reeds langere tijd het geval,
voor het gebruik van de BRK en het NHR zijn recent afspraken
gemaakt tussen VNG en de betreffende beheerders,
waardoor ook voor deze registraties niet meer per bevraging
betaald hoeft te worden. Voor het gebruik van de GBA
worden nog wel kosten in rekening gebracht, zie hiervoor
bijlage 2.
Ketenaspecten
Daar waar gegevens digitaal worden uitgewisseld in
ketens zijn de ketenpartners wederzijds afhankelijk
van elkaar in het definiëren van standaarden voor
gegevensuitwisseling.De belangrijkste ketenpartners
zijn de opdrachtgevers (gemeenten, provincies), andere
organisaties in de handhavingsketen (inspecties, politie)
en de veiligheidsregio’s . Gegevensuitwisseling met deze
ketenpartners kan betrekking hebben op opdrachten, op
voortgangsinformatie en bevindingen bij inspecties. De
omgevingsdienst zal moeten inventariseren met welke
partners welke gegevens worden uitgewisseld (of zouden
moeten worden uitgewisseld) en met de betreffende
ketenpartner overleg aangaan over de gegevensuitwisseling
en het gebruik van basisregistraties daarbij.
Terugmelden
Terugmelden van vermeende fouten maakt deel uit van
het implementeren van het gebruik van basisregistraties.
In veel organisaties is dit een geheel nieuwe werkwijze, die
een concrete uitwerking vraagt. Vraagstukken als ‘wanneer
melden we terug’, ‘wie mag er terugmelden’, ‘hoe faciliteren
we terugmelden’ en ‘hoe werken we verder totdat de
terugmelding is verwerkt’ vragen hierbij aandacht.
Communicatie
De wijze waarop de business omgaat met de uit
basisregistraties aangeboden gegevens bepaalt mede de
baten van het gebruik. Als medewerkers niet zorgvuldig
zijn met het vastleggen van KvK-nummers en andere
sleutelgegevens, dan zullen bovengenoemde doelstellingen
minder bereikt worden. Als men vermeende fouten niet
teruggemeld worden, maar men gebruik maakt van
‘workarounds’ zal dit ten kosten gaan van de kwaliteit
van basisregistraties en daarmee de bruikbaarheid ervan.
Gebruik van basisregistraties kan daarom alleen succesvol
worden geïmplementeerd als de medewerkers van de
omgevingsdiensten bekend zijn met de achtergronden
en doelstellingen hiervan. Dit vraagt om een goede
communicatie, waarin de ook de do’s en don’ts in de
dagelijkse werkuitvoering worden toegelicht.
Tips (do’s and don’ts)
• Diverse leveranciers bieden oplossingen voor het
ontsluiten van de verzamelde basisregistraties, al dan
niet gekoppeld aan een gegevensmagazijn.
69
voorbeeld 17
De status ‘in onderzoek’ in de basisregistraties: een
signaal voor extra aandacht
Indien een een afnemer van een basisregistratie heeft geconstateerd dat een gegeven in de basisregistratie
niet juist is, moet die afnemer een terugmelding doen. Het object of de persoon krijgt dan de status ‘in
onderzoek’ (in onderstaande afbeelding gemarkeerd als rood vlak en vraagteken). Dit gegeven kan van
belang zijn voor andere afnemers. Zo is de afdeling Belastingen van de gemeente Arnhem geïnteresseerd in
BAG-objecten met de status ‘in onderzoek’. Die interesse komt voort uit het feit dat bij een BAG-object ‘in
onderzoek’ vaak een afwijking geconstateerd is, die ook van belang is voor de WOZ-waarde. Dat betekent
vervolgens ook dat de gerelateerde WOZ-objecten extra aandacht verdienen. Door deze WOZ-objecten
gericht te onderzoeken kunnen we vaststellen of deze objecten gewijzigd zijn en deze wijzigingen in de WOZregistratie doorvoeren. Zo wordt de kwaliteit van de registratie beter en voorkomt de belastingdienst vragen
of bezwaren over de waardebepaling.
70
•
•
•
•
KING heeft een handreiking gegevensmanagement
opgesteld, deze kan worden gevonden op: new.
kinggemeenten.nl/sites/default/files/document/
gr_/20130409_Handreiking_Gegevensmanagement.
pdf
De gemeente Arnhem heeft een waardevolle notitie
geschreven over gegevensmanagemnet. Deze kan
worden opgevraagd bij [email protected]
Leveranciers Geodan en Enable-U hebben gezamenlijk
een terugmeld-app op de BAG ontwikkeld, zie www.
geodan.nl/geodan-en-enable-u-presenterenbeppie-2/
Er is een aparte LinkedIn-groep over
terugmelden: www.linkedin.com/
groups?gid=4536855&sharedKey=771D4021E48D.
71
6Knelpunten bij
het implementeren
van het gebruik van
basisregistraties
In dit traject is een aantal knelpunten
geïdentificeerd die belemmerend werken
voor de omgevingsdiensten bij het
gebruiken van basisregistraties. Deze zijn
grotendeels al elders in het document
genoemd, maar worden hier voor een
totaaloverzicht op een rij gezet.
72
6.1Juridische
belemmeringen om aan te
sluiten op de GBA-V
Het feit dat omgevingsdiensten taken voor gemeenten
in mandaat uitvoeren betekent tot op heden dat de
omgevingsdiensten geen eigen toegang kunnen krijgen
tot de GBA-V. omgevingsdiensten kunnen dus alleen de
GBA raadplegen middels de mogelijkheden/routes van
de afzonderlijke gemeenten, hetgeen in de praktijk zeer
bewerkelijk is. Gedurende dit traject is overleg geweest
tussen het Agentschap BPR, het ministerie van BZK, IPO
en een afvaardiging van de omgevingsdiensten. Dit heeft
geresulteerd in een voorstel van het agentschap voor een
oplossing. Deze bestaat eruit dat een modelautorisatie
wordt opgesteld voor de omgevingsdiensten welke door de
opdrachtgevers dient te worden ondertekend.
• PO en VNG hebben toegezegd het voortouw te
zullen nemen bij de verdere uitwerking van de
modelautorisatie.
6.2 Kwaliteit van de
vestigingsgegevens in het NHR
De omgevingsdiensten ervaren met enige regelmaat dat
gegevens in het NHR niet juist zijn. Met name zijn er signalen
van ontbrekende en onjuist geadresseerde vestigingen en
daarnaast lijken de toegekende SBI-codes (overigens geen
authentiek gegeven maar wel van groot belang) niet altijd
in overeenstemming met de werkelijkheid. De omvang van
deze problemen is vooralsnog niet gekwantificeerd.
• Het is aan de omgevingsdiensten om de omvang
en aard van de kwaliteitsproblemen nader in beeld
te brengen. Cluster STOUT kan indien gewenst
ondersteuning verlenen bij het formuleren van een
aanpak.
6.3 Het ontbreken van een
BAG-compliant NHR-product
om een NHR-kopiebestand te
onderhouden
Het NHR biedt momenteel alleen producten voor individuele
bevragingen met een van de NHR-sleutels (KvK-nummer,
vestigingsnummer of RSIN als zoekingang). Een BAGcompliant producten voor het onderhouden van een
kopiebestand, zodat de omgevingsdiensten flexibel kunnen
zoeken, ontbreekt. Eveneens ontbreken producten voor
meervoudige/massale bevragingen. Producten gebaseerd
op Digilevering zijn nog niet beschikbaar, afgezien van het
feit dat dit naar het zich nu laat aanzien waarschijnlijk een
complexe informatieuitwisseling met zich mee brengt.
•
•
De verantwoordelijkheid voor het oplossen van dit
knelpunt ligt bij de KvK.
IPO en Omgevingsdienst.nl zijn de aangewezen partij
om dit punt te adresseren in de Gebruikersraad NHR,
bij voorkeur gezamenlijk met andere NHR-gebruikers.
6.4 Moeilijke vindbaarheid
van informatie over de
producten van de basisregistraties
Voldoende gedetailleerde informatie over de producten
van basisregistraties is versnipperd en is lastig te
vinden. Weliswaar bieden het Stelselinformatiepunt, de
Releasekalender en de Stelselcatalogus een goede ingang,
maar als de gebruiker behoefte heeft aan informatie een
niveau dieper. Het feit dat het STOUT circa vijf werkdagen
heeft gekost om het productoverzicht in bijlage 2 samen te
stellen is wat dit betreft veelzeggend.
• Het programma i-NUP is de aangewezen partij
om hierin verbetering te brengen, temeer daar
de verschillen tussen de basisregistraties in
documentatiewijze en wijze van ontsluiten tussen
basisregistraties een belangrijke rol spelen bij dit
issue.
• cluster STOUT kan, als huidig beheerder van het
Stelselinformatiepunt, een rol spelen in het uitwerken
van voorstellen en het monitoren van de invoering.
6.5 De kosten voor het
gebruik van basisregistraties
Tot voor kort participeerden gemeenten niet in de
budgetfinanciering voor het NHR en de BRK, hetgeen
betekende dat de omgevingsdiensten moesten betalen
voor het afnemen van gegevens uit deze basisregistraties.
73
voorbeeld 18
De services van PDOK: eenvoudig verkrijgen van GEObasisinformatie over andere gemeenten
In netwerk-omgevingsdiensten hebben medewerkers van afzonderlijke gemeenten regionale taken. Niet
altijd zijn de ICT-systemen daarop al toegerust. In dat geval kunnen de services van PDOK een eenvoudige
oplossing bieden. De medewerker milieu bijvoorbeeld kan zich zo snel een beeld vormen van het te
onderzoeken object. In de browser kan de locatie opgezocht worden met de PDOK GEO-codeerservice (zie
zoekvenster rechterbovenscherm). De getoonde detailinformatie uit PDOK bestaat uit bouwjaar pand, pandID, verblijfsobject-ID, gebruiksdoel, status en kadastraal perceelkenmerk. (Het plaatje in de browser is geheel
gevuld met PDOK kaartlagen).
74
Inmiddels is in de Bestuurlijke Regiegroep (waarin VNG, het
ministerie van BZK en de manifestpartijen zitting hebben)
besloten dat de kosten voor het gebruik van NHR en BRK
door gemeenten zullen worden overgeheveld naar het
Gemeentefonds. Gemeenten zullen dus geen facturen meer
ontvangen voor het gebruik van deze basisregistraties.
Voor wat betreft het gebruik van de BRK is de positie van
de omgevingsdiensten binnen deze regeling duidelijk: alle
overheden opgenomen op almanak.overheid.nl vallen onder
de budgetfinanciering. (Aanvullend daaraan hanteert het
Kadaster de regel dat organisaties die niet op de lijst staan
maar wel publiekrechtelijke taken uitvoeren, voor specifiek
deze taken ook onder de budgetfinanciering vallen). Over de
positie van gemeenschappelijke regelingen in de afspraken
met het NHR moet echter nog duidelijkheid worden
verkregen.
• De VNG vertegenwoordigt de gemeenten bij de
verdere uitwerking van de in de BRG gemaakte
afspraken.
• Omgevingsdienst.nl wordt, als koepel van de
omgevingsdiensten, geadviseerd om contact te
onderhouden met de VNG en aandacht te vragen voor
de positie van de omgevingsdiensten.
6.6 Leveranciers zijn nog niet
allen toegerust op koppelen
met externe gegevensbronnen
Een aantal van de in de sector gebruikte softwarepakketten
ondersteunt nog niet het ontsluiten (koppelvlakken) en
gebruiken (datamodel) van basisregistraties, of enkel
door het in de applicatiedatabase ‘naar binnen halen’ van
de gegevens. Dit betekent dat de omgevingsdienst of de
basisregistratie niet kan gebruiken, of zich geconfronteerd
ziet met een aantal kopieën van de basisregistraties voor de
afzonderlijke applicaties.
• Omgevingsdienst.nl kan als koepelorganisatie een
belangrijke rol vervullen in het bewerken van de
leveranciersmarkt op dit punt. Dit kan middels het
formuleren van sectorale standaarden en overleg met
de gezamenlijke leveranciers over de implementatie
van deze standaarden.
75
6.7 Verschillen in
gehanteerde SBI-coderingen
SBI is de code voor de Standaard Bedrijfsindeling. CBS en
KvK hanteren deze code om de economische activiteiten
van een bedrijf aan te duiden. CBI is de code voor de
Categorale Bedrijfsindeling, VNG hanteert deze code om de
milieurelevante activiteiten van een bedrijf aan te duiden.
Het werkveld milieu hanteert de CBI-codering om de
milieuzonering van een bedrijf aan te duiden. Deze wordt
onder meer gebruikt in de ‘richtafstanden­tabel’ van de VNG,
ten behoeve van ruimtelijke ordening. Daarbij hanteert
de VNG een CBI-codering die deels is gerelateerd en soms
deels overeenkomt met de SBI-coderingen die CBS en KvK
gebruiken. Er worden dus twee verschillende coderingen
gebruikt: SBI en CBI die (deels) een onderlinge relatie hebben.
Deze coderingen worden echter op grond van andere criteria
toegekend.
• Bij de aansluiting op een basisregistratie moet er
rekening mee worden gehouden dat de SBI-code van
de KvK de economische activiteit aanduidt, en de
CBI-code van de omgevingsdienst de boordeling van
de milieubelasting aangeeft. De een kan de ander niet
vervangen
• VNG is als beheerder van de richtafstandentabel de
aangewezen partij om haar codering in lijn te brengen/
af te stemmen met de door CBS en KvK gehanteerde
codering.
6.8 Ontbreken van het
kadastraal object in StUFzaken
De berichtstandaard StUF-zaken ondersteunt niet het
doorgeven van een kadastraal nummer in het bericht. Dit
betekent dat een zaak die enkel gekoppeld kan worden aan
een kadastraal perceel (bijvoorbeeld omdat de zaak van
toepassing is op een perceel waarop zich geen verblijfsobject
bevindt) niet kan worden uitgewisseld met StUF-zaken
tussen het zaaksysteem van de omgevingsdienst en
bijvoorbeeld de VTH-applicatie.
• KING is als beheerder van StUF-zaken de aangewezen
partij om dit knelpunt op te lossen.
• IPO en Omgevingsdienst.nl dienen dit knelpunt bij
KING te adresseren.
Bijlage 1: begrippen
Hoewel er op tal van plaatsen veel over (het stelsel van) basisregistraties is
geschreven, is het voor een goed begrip van de rest van dit document handig
een aantal veelgebruikte begrippen en hun betekenis hieronder nog eens kort
toe te lichten.
Aangehaakt gegeven: een gegeven dat niet (authentiek of niet-authentiek) behoort tot de
gegevensverzameling van een basisregistratie, maar daar logischerwijs wel ‘bijhoort’. Bijvoorbeeld: het
kiesdistrict van een persoon, gegevens voor de hondenbelasting, etc. Over ‘aangehaakte gegevens’ wordt
vooral gesproken in relatie tot de GBA: na de modernisering van de GBA wordt een deel van de gegevens
over natuurlijke personen centraal bijgehouden en niet meer in de gemeente. Gemeenten willen een extra
gegevens kunnen ‘aanhaken’. Zie ook Kerngegeven.
Afnemersindicatie: de indicatie die een afnemer kan plaatsen bij een gegeven in een basisregistratie,
waarmee de afnemer aangeeft geïnformeerd te willen worden over mutatie van dat gegeven.
Authentiek gegeven: een gegeven dat is opgenomen in een basisregistratie en in wet- of regelgeving als
‘authentiek’ is aangemerkt. Voor authentieke gegevens gelden andere regels dan voor niet-authentieke
gegevens.
Basisgegeven: dit begrip heeft geen formele betekenis (komt niet voor in wet- en regelgeving), maar wordt
in de volksmond regelmatig gebruikt. In dit document bedoelen we met ‘basisgegeven’ een gegeven dat
voorkomt in een basisregistratie. Een basisgegeven kan dus authentiek of niet-authentiek zijn.
Basisregistratie: een basisregistratie is een door de overheid officieel aangewezen registratie met daarin
gegevens van hoogwaardige kwaliteit, die door alle (overheids)instellingen, verplicht en zonder nader
onderzoek, worden gebruikt bij de uitvoering van publiekrechtelijke taken.
Kerngegeven: dit begrip heeft geen formele betekenis (komt niet voor in wet- en regelgeving), maar wordt
in de volksmond regelmatig gebruikt. In dit document bedoelen we met ‘kerngegeven’ een gegeven dat níet
wordt bijgehouden in een basisregistratie, maar binnen (een) sector(en) of overheidsla(a)g(en) wél wordt
beschouwd als een gegeven dat eenmalig zou moeten worden vastgelegd en meervoudig zou moeten
(kunnen) worden gebruikt. Voorbeelden van gegevens die door vrijwel alle overheden als ‘kerngegeven’
worden beschouwd, zijn een (mobiel) telefoonnummer of een e-mailadres. Een voorbeeld van sectorale
kerngegevens (voor omgevingsdiensten), zijn de gegevens van een milieu-inrichting.
Kernregistratie: een registratie waarin (ook) kerngegevens worden bijgehouden. Dergelijke registraties
kunnen vele vormen aannemen en omvatten veelal basisgegevens (authentiek en niet-authentiek) én
kerngegevens.
Niet-authentiek gegeven: een gegeven dat is opgenomen in een basisregistratie, maar niet in wet- of
regelgeving als authentiek is aangemerkt. Voor niet-authentieke gegevens gelden andere regels, dan voor
authentieke gegevens.
76
Plusgegeven: een gegeven dat door de bronhouder wordt vastgelegd in de eigen centrale registratie, maar dat geen
deel uitmaakt van de basisregistratie en dat dus niet wordt verstrekt vanuit de landelijke voorziening. Het kan gaan om
aanvullende attributen bij een basisregistratie object (bijvoorbeeld het aantal woonlagen in een pand) of aanvullende objecten
(bijvoorbeeld onbemande tankstations die volgens de BAG-normen geen pand zijn. Plusgegevens zijn dus per definitie niet
authentiek, en de wijze van registreren verschilt tussen de (gemeentelijke) bronhouders.
77
Bijlage 2: Overzicht
producten voor afnemers
van de landelijke
voorzieningen van de
basisregistraties
Dit overzicht beoogt de informatiemanager
te ondersteunen bij een eerste oriëntatie
op – en selectie van – de beschikbare
producten van de basisregistraties. Het is
samengesteld op basis van de informatie
die gevonden wordt op de websites van de
afzonderlijke basisregistraties.
Van alle producten zijn de belangrijkste
karakteristieken vastgesteld en tevens
wordt een beknopte omschrijving
gegeven. Een verklaring van de gebruikte
karakteristieken vindt u onderaan het
overzicht.
Een overzicht als dit kan onmogelijk alle
details en bijzonderheden aangaande
de producten omvatten; de lezer wordt
daarom geadviseerd zich te verdiepen in de
productdocumentatie van die producten
die mogelijk geschikt zijn voor de eigen
organisatie.
78
In een aantal gevallen leest u in het
overzicht ‘In onderzoek’. De betreffende
basisregistraties is gevraagd deze gegevens
aan te vullen. Een aangevuld overzicht
zal naar verwachting juni 2014 worden
gepubliceerd.
BRP (voorheen: GBA)
Algemeen: voor alle BRP producten geldt dat de afnemer geautoriseerd moet zijn, waarbij autorisatie wordt verleend voor
afzonderlijke gegevens (rubrieken). De criteria hierbij zijn wettelijke basis, doelbinding en proportionaliteit. Daarnaast moet de
afnemer beschikken over een goedgekeurd geautomatiseerd systeem.
Basisregistratie: BRP
Product
Karakteristieken
Inzage via webportaal
Ad Hoc Vraag / verstrekking op verzoek
machine-machine – pull –
direct - beperkt – eenmalig
– 24 uur
Opmerkingen
Kosten
GBA-V biedt geen portaal of interface voor inzage. De
afnemer dient zelf zorg te dragen voor een interface voor de
geboden webservices.
Afnemer betaalt voor abonnement,
waarbij 7 gebruiksklassen worden
onderscheiden naar aantal bevragingen.
Verstrekking van gegevens van een bepaalde ingeschrevene naar aanleiding van een door afnemer gestelde
vraag.
Zoekingangen: BSN, naam, geboortedatum.
Verstrekking: afhankelijk van authorisatie; alleen actuele
gegevens.
Beschikbaarheid: in onderzoek.
Ad Hoc Adresvraag /
Adresverstrekking
machine-machine – pull –
direct - beperkt – eenmalig
– 24 uur
Geeft persoonsgegevens van alle op een adres ingeschreven
personen. Bevragen kan met een adres als ingang of met
persoonsgegevens als ingang.
Zoekingangen: BSN, naam, geboortedatum.
Verstrekking: afhankelijk van authorisatie; alleen actuele
gegevens.
Beschikbaarheid: in onderzoek.
Spontane verstrekking van gegevens
machine-machine – push/
mutatiegedreven – uitgesteld
(in onderzoek) – beperkt –
herhalend – 24 uur
De afnemer kan indicaties laten plaatsen bij individuele
personen of groepen personen, en krijgt dan eerst een ‘vulbericht’ met gegevens (voor zover geautoriseerd) en later
de mutaties die optreden bij deze personen (was-wordt
berichten). Binnen welke tijd mutaties aan de afnemer
worden aangeleverd is nog in onderzoek.
Zoekingangen: op basis van gebruikersindicatie.
Verstrekking: vaste subset van gegevens.
Beschikbaarheid: in onderzoek.
Conditionele verstrekking
Selectieverstrekking
machine-machine – push/
gebeurtenisgedreven (in
onderzoek) – uitgesteld (in
onderzoek) – beperkt – herhalend – 24 uur
Eenmalige verstrekking naar aanleiding van een relevante
wijziging op de persoonslijst, bijvoorbeeld ‘personen die 21
zijn geworden’.
machine-machine – push/
tijdgedreven – uitgesteld –
beperkt – herhalend – 24 uur
Eenmalige of periodieke bulkverstrekking van gegevens van
personen die aan een bepaalde voorwaarde voldoen. Deze
verstrekking is bijvoorbeeld geschikt voor vragen als ‘alle
personen die nu ouder zijn dan 65’.
Zoekingangen: in onderzoek.
Verstrekking: afhankelijk van authorisatie; alleen actuele
gegevens.
Zoekingangen: in onderzoek.
Verstrekking: afhankelijk van authorisatie; alleen actuele
gegevens.
79
A: 0-10K -> €550*
B: 10 -100K -> €1.100
C: 100-500K -> €11.000
NB 1: hogere klassen lijken niet relevant voor omgevingsdiensten.
NB2: Ingeval van Budgetfinanciering
wordt de factuurstroom verlegd
naar het departement waaronder de
organisatie valt)
NHR
1
Algemeen: onderstaand overzicht beperkt zich tot de producten die het NHR biedt gericht op het verplicht gebruik door overheden.
Daarnaast biedt het NHR diverse maatwerkproducten en producten gericht op de commerciële markt; deze zijn in dit overzicht niet
opgenomen.
De vermelde kosten gelden voor afnemers die niet onder de budgetfinanciering vallen; bij organisaties die wel onder de
budgetfinanciering vallen worden deze kosten niet in rekening gebracht (zie ook paragraaf 6.5).
Basisregistratie: NHR
Product
Karakteristieken
Opmerkingen
Kosten
HR inzien
Mens-machine – pull –direct –
beperkt - eenmalig - actueel
Gebruiker kan handmatig beperkte set gegevens van bedrijven inzien via internet, waaronder naam, KvK-nummer, vestigingsnummer.
Bij resultaten worden SBI-code en BAG-ID van het adres (object) niet getoond.
Gratis
Zoekingangen: naam, adres, KvK-nr, vestigingsnummer, postcode.
Verstrekking: deelverzameling van de attributen; alleen actuele gegevens.
Beschikbaarheid: in onderzoek
In het kort
Mens-machine – pull –direct –
beperkt - eenmalig - actueel
Biedt meer gegevens dan HR Inzien van een bedrijf op het scherm, onder andere
SBI-code/omschrijving, rechtsvorm, contactgegevens, gevestigd sinds. (maar geen vestigingsnummer).
€0,30
Zoekingangen: in onderzoek
Verstrekking: deelverzameling van de attributen; alleen actuele gegevens.
Beschikbaarheid: in onderzoek
Uittreksel
Mens-machine – pull –direct –
beperkt - eenmalig - actueel
Gebruiker kan van een handmatig geselecteerd bedrijf een uittreksel KvK als bestand
downloaden. De mogelijkheid bestaat daarnaast om gewaarmerkte kopie op papier aan
te vragen.
De zoekingang is het KvK-nummer.
Verstrekking: deelverzameling van de attributen; alleen actuele gegevens.
Beschikbaarheid: in onderzoek
Dataservice
Inschrijving
Machine-machine – pull –
direct – beperkt - eenmalig
- actueel
Webservice voor het opvragen van gegevens betreffende de inschrijving van de onderneming, waaronder rechtspersoon, maatschappelijke activiteit, handelsnamen, vestigingen en functionarissen. Twee versies: ‘Inschrijving’ en ‘inschrijving in ‘t kort’, de laatste
bevat een kleinere gegevensset (onder meer geen functionarissen, geen vestigingen).
Zoekingang is KvK-nummer of RSIN.
Verstrekking: deelverzameling van de attributen; alleen actuele gegevens.
Beschikbaarheid: in onderzoek
Dataservice
Vestiging
Machine-machine – pull –
direct – beperkt - eenmalig
- actueel
Webservice voor het opvragen van vestigingsgegevens. Twee versies, ‘Vestiging’ en ‘Vestiging in ‘t kort’, de laatste bevat een kleinere gegevensset.
Zoekingang is KvK-nummer, vestigingsnummer of RSIN.
Verstrekking: deelverzameling van de attributen; alleen actuele gegevens.
Beschikbaarheid: in onderzoek
HR Dataservice
Berichten via Digilevering1
Beheerder-machine – push
–direct – beperkt – eenmalig/
herhalend
Als een gebeurtenis plaatsvindt, wordt dit automatisch naar de afnemer gestuurd. Het
betreft bijvoorbeeld mutaties over inschrijvingen of vestigingen. Er wordt een StUF-bestand geleverd.
€2,50
€7,50 (gewaarmerkt)
€ 2,50 per bevraging voor volledige
versie,
€1,40 voor ‘in t
kort’
€ 1,60 per bevraging voor volledige
versie, €1,40 voor
‘in t kort’
In onderzoek
Zoekingangen: in onderzoek.
Verstrekking: in onderzoek.
Adressenbestand/
Mutatieabonnnement
Beheerder-machine – push
– omvangrijk – eenmalig/
herhalend – maandelijks
Eenmalige of maandelijkse levering met adresgegevens van een door de gebruiker
gespecificeerde set bedrijven. Filtering is mogelijk op diverse criteria, waaronder gemeente, postcode, SBI-code. Het data-formaat van dit product is niet geheel NHR-compliant
(afwijkende notatie BAG-adressen) en levert geen BAG-ID’s. Het product wordt naar
verwachting uitgefaseerd.
Zoekingangen: in onderzoek.
Verstrekking: in onderzoek.
1
3 ct per adres
(NAW)
2 ct per adres per
extra rubriek +
startkosten
www.KVK.nl/over-de-KvK/over-het-handelsregister/gebruik-van-het-handelsregister-door-de-overheid/aansluiten-overheid-op-het-handelsregister/producten/
hr-dataservice-berichten/
80
BAG
2
Basisregistratie: BAG
Product
Karakteristieken
Opmerkingen
Kosten
BAG Web
Mens-machine – pull –
direct - beperkt – eenmalig
– actueel
Website voor het handmatig raadplegen van de BAG.
Alleen administratieve gegevens, geen geografische weergave. Volledige historie van
BAG-objecten kan worden getoond.
BAG-producten zijn
gratis voor overheden
voor gebruik bij publieke
taken.
Zoekingangen: adres (openbare ruimtenaam en huisnummer), postcode en huisnummer,
object-ID, woonplaatsnaam, woonplaatsnaam en openbare ruimtenaam, woonplaats-ID
en openbare ruimte-ID.
Verstrekking: alles behalve geometrie wordt getoond; alleen actuele gegevens.
Beschikbaarheid: in onderzoek.
BAG viewer
Mens-machine – pull – direct
- beperkt – eenmalig – 7
dagen
Website waar een BAG-kaart getoond wordt. Klikken op panden toont de onderliggende
pand- en verblijfsobjectgegevens. Alleen de huidige situatie wordt getoond.
Zoekingangen: adres, woonplaats of postcode.
Verstrekking: deelverzameling van de attributen; alleen actuele gegevens.
Beschikbaarheid: in onderzoek.
BAG bevragen
BAG WMS/WFS
(via PDOK)
Machine-machine – pull –
direct - beperkt – eenmalig
– actueel
Webservice voor het geautomatiseerd bevragen van de BAG.
BAG Bevragen kan de volledige levenscyclus van een object opvragen.
Machine-machine – pull – direct - omvangrijk – eenmalig
– 1 dag
Biedt BAG-gegevens van een in de vraag gespecificeerde geografische contour, hetzij als
‘plaatje’ (WMS) hetzij als data, welke door de afnemer gevisualiseerd, opgeslagen en bewerkt kunnen worden. De WFS-service is vooralsnog gemaximeerd op 15.000 objecten.
Zoekingangen: adresseerbaar object op ID en op adres, nummeraanduiding op ID en op
adres, pand op ID, woonplaats op ID en op naam, openbare ruimte op ID en op naam,
openbare ruimte via woonplaats-ID, nummeraanduiding via openbare ruimte ID.
Verstrekking: alle attributen worden verstrekt; zowel actuele als historische gegevens.
Beschikbaarheid: in onderzoek.
Zoekingangen: in onderzoek.
Verstrekking: verder in onderzoek; alleen actuele gegevens.
Beschikbaarheid: in onderzoek.
BAG GEOcodeerservice
BAG Digilevering
BAG Extract
(eenmalig/abonnement)
Machine-machine – pull
– direct - omvangrijk –
eenmalig – 30 dagen (nog in
onderzoek)
Webservice welke een coördinaat van een BAG-verblijfsobject levert.
Machine-machine – push–
uitgesteld- beperkt –
herhalend – 48uur (nog in
onderzoek)
Abonnementenservice om realtime een bericht te ontvangen bij een wijziging in de BAG.
Momenteel nog in ontwikkeling.
Beheerder-machine – push
– uitgesteld - omvangrijk –
herhalend of eenmalig– 30
dagen
Levering van een totaalstand van alle BAG-gegevens voor het gevraagde gebied (volledige
levenscyclus of op peildatum). Mogelijk om te selecteren op woonplaats(en) of geheel
Nederland.
Bij een abonnement bestaan twee varianten: maandelijks de wijzigingen ten opzichte van
de voorgaande levering geleverd of maandelijks wordt een totaalstand geleverd.
Zoekingangen: postcode-huisnummer, adres of woonplaats
Verstrekking: deelverzameling van de attributen
Beschikbaarheid: in onderzoek
Zoekingangen: in onderzoek
Verstrekking: in onderzoek; alleen actuele gegevens
Zoekingangen: woonplaats-ID
Verstrekking: alle attributen worden verstrekt; zowel actuele als historische gegevens
BAG Compact
(eenmalig/ abonnement)
Mens-machine – push
– uitgesteld - omvangrijk –
herhalend of eenmalig– 30
dagen
Levering van een totaalstand van alle in de BAG-geregistreerde huidige nummeraanduidingen, met daarbij de ‘platgeslagen’ adressen, de VBO-ID’s en de verblijfsobjectcoördinaten.
Alleen leverbaar voor geheel Nederland.
Zoekingangen: Geen
Verstrekking: deelverzameling van de attributen (geaggregeerd tot adressen) ; alleen
actuele gegevens
2
www.kadaster.nl/web/Themas/Registraties/BAG-1/BAG-producten.htm
81
BRK
3
Basisregistratie: BRK
Product
Karakteristieken
Opmerkingen
Kosten
Kadaster Online
mens-machine – pull – beperkt eenmalig –
Middels Kadaster-online kunnen handmatig uitreksels worden
opgevraagd van de kadastrale kaart, daarnaast kunnen kadastrale
berichten, hypothecaire berichten en objectenlijsten worden opgevraagd.
De in deze tabel genoemde producten vallen onder de budgetfinanciering.
Zoekingangen: in onderzoek.
Verstrekking: deelverzameling van de attributen; alleen actuele
gegevens.
Beschikbaarheid: in onderzoek.
4
BAG-BRK koppeltabel
(tijdelijk)
beheerder-machine – pull –
omvangrijk - eenmalig
Deze te downloaden koppeltabel biedt de relatie tussen BAG-verblijfsobjecten en het bijbehorende kadastrale perceel.
Zoekingangen: kadastrale aanduiding, BAG-adres, VBO-ID.
Verstrekking: koppeltabel.
Beschikbaarheid: in onderzoek.
machine-machine – pull –
beperkt - eenmalig
KIK-inzage
Webservice voor het online inzien van de BRK, te weten kadastraal
bericht persoon, kadastraal bericht object, hypothecair bericht object,
uittreksel kadastrale kaart, negatieve mededeling (in onderzoek).
Zoekingangen: in onderzoek.
Verstrekking: in onderzoek.
Beschikbaarheid: in onderzoek.
Digitale kadastrale kaart (via
PDOK)
machine-machine – pull –
omvangrijk – eenmalig
Webservice voor het opvragen van de kadastrale kaart binnen een zelf
te specificeren uitsnede. Wordt geleverd door PDOK volgens WMS- en
WMTS-standaard.
Zoekingangen: in onderzoek.
Verstrekking: in onderzoek.
Beschikbaarheid: in onderzoek.
Webservice
bestuurlijke
5
grenzen
machine-machine – pull –
omvangrijk - eenmalig
Webservice voor het opvragen van rijks-, provincie- en gemeentegrenzen. Wordt geleverd volgens WMS- en WFS-standaard.
Zoekingangen: in onderzoek.
Verstrekking: in onderzoek.
Beschikbaarheid: in onderzoek.
Massale informatie verstrekking
(initiële stand + mutaties)
beheerder-machine – pull –
omvangrijk - periodiek
Bestandslevering van de geAutomatiseerde Kadastrale Registratie
(AKR). Mutaties af te nemen via downloadservice. Product wordt uitgefaseerd per 1 juli 2015 en vervangen door BRK Levering.
Zoekingangen: in onderzoek.
Verstrekking: in onderzoek.
Digitale Kadastrale Kaart
(DKK)
(initiele stand + mutaties)
beheerder-machine – pull –
omvangrijk - periodiek
Bestandslevering van de Geautomatiseerde Kadastrale Registratie.
Mutaties af te nemen via downloadservice. Product wordt uitgefaseerd
per 1 juli 2015 en vervangen door BRK Levering.
Zoekingangen: in onderzoek.
Verstrekking: in onderzoek.
Beschikbaarheid: in onderzoek.
6
BRK levering Stand (eenmalig, periodiek)
beheerder-machine – pull –
omvangrijk – periodiek – 7
dagen verwerkingstermijn
Bestandslevering van de BRK. Integreert administratieve en geografische gegevens. Leverbaar als eenmalige standlevering, periodieke
standlevering. Filtering mogelijk op gemeente. Downloadservice.
Zoekingangen: in onderzoek.
Verstrekking: alle attributen worden verstrekt; verder in onderzoek.
Beschikbaarheid: in onderzoek.
BRK-levering Mutaties
abonnement (mutaties)
beheerder-machine – pull
– omvangrijk – periodiek –
actueel
Bestandslevering van de BRK. Integreert administratieve en geografische gegevens. Levering in de vorm van initiële stand + dagelijkse
mutatieleveringen. Filtering mogelijk op gemeente.
Zoekingangen: in onderzoek.
Verstrekking: alle attributen worden verstrekt; alleen actuele gegevens.
Beschikbaarheid: in onderzoek.
3
www.kadaster.nl/web/Themas/Registraties/BRK/BRK-artikellijst.htm
2
www.kadaster.nl/web/Themas/Registraties/PDOK.htm
4
www.kadaster.nl/web/Themas/Registraties/BRK/BRKBAG-koppeling.htm
5
www.pdok.nl/
6
www.kadaster.nl/web/artikel/BRK-Levering-2/BRK-Levering-1.htm
82
Voor van de standaard afwijkende
leveringsvormen worden kosten in
rekening gebracht.
BRT
7
Basisregistratie: BRT
Product
Karakteristieken
Online Inzage
Webservices
(via PDOK)
. BRT achtergrond
. Top10NL
. Top50vector
. Top25Raster
. Top50Raster
. Top250Raster
Machine-machine – pull
- omvangrijk – eenmalig
–actualisatiefrequentie 1x
per 2 jaar
Opmerkingen
Kosten
In onderzoek
BRT is beschikbaar als
open data.
Webservices die een in het vraagbericht gespecificeerde uitsnede van de Basisregistratie Topografie bieden, welke middels een GIS-applicatie kan worden getoond ‘als
plaatje’. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de open standaarden, WMS, WMTS en/
of TMS. De actualisatiefrequentie van de BRT is 1x per 2 jaar.
Zoekingangen: in onderzoek.
Verstrekking: kaart; alleen actuele gegevens.
Beschikbaarheid: in onderzoek.
(near) real-time mutatieverstrekking en/of
gebeurtenissen.
-
BRT biedt geen producten voor het realtime leveren van mutaties of gebeurtenissen.
Bestandsleveringen
Beheerder-machine – pull
-eenmalig – omvangrijk –
actualisatiefrequentie 1x
per 2 jaar
Bestandsleveringen van de verschillende BRT-datasets. Top10 (voor schaalniveau’s
tussen 1:5.000 en 1:25.000) wordt geleverd in bestandsformaten GML en FGDB.
TOPvector (voor schaalniveau’s tussen 1:25.000 en 1:400.000) wordt geleverd in de
bestandsformaten SUF/NEN, DGN, DXF en Shape.
TOPgrenzen wordt geleverd in de bestandsformaten DGN en Shape.
TOPraster wordt geleverd in het bestandsformaat GEO-TIFF.
TOPnamen wordt geleverd in de bestandsformaten GDB, Dbase of Excel.
. Top10NL
. Topvector
. Topgrenzen
. Topraster
. Topnamen
Zoekingangen: in onderzoek.
Verstrekking: kaartblad; alleen actuele gegevens.
Beschikbaarheid: in onderzoek.
7
www.kadaster.nl/BRT
www.pdok.nl/
83
WOZ
8
Algemeen: De landelijke voorziening WOZ
Basisregistratie: WOZ
Product
Karakteristieken
Opmerkingen
Kosten
Webapplicatie individuele
bevraging
Mens-machine – beperkt –
eenmalig - actueel
Webapplicatie voor het raadplegen van gegevens van WOZ-objecten.
Zoekingangen: in onderzoek.
Verstrekking: in onderzoek.
Beschikbaarheid: in onderzoek.
In voorbereiding. Lijkt sterk op de BAG viewer.
‘WOZ-viewer’
Beschikbaarheid: in onderzoek.
Webservice individuele synchrone bevraging
Machine-machine – omvangrijk – eenmalig - actueel
Webservice om gegevens van een beperkt aantal WOZ-objecten af te nemen en
geautomatiseerd in de eigen applicatie te verwerken.
De afnemer kan een waardepeildatum specificeren.
Maximaal 25 objecten per bevraging.
Zoekingangen: WOZ-objectnummer, BAG-ID verblijfsobject/ standplaats/
ligplaats, postcode, huisnummer etc., kadastrale identificatie en/of kadastrale
aanduiding, identificatie of naam-, adres- en woonplaatsgegevens belanghebbende.
Verstrekking: in onderzoek.
Beschikbaarheid: in onderzoek.
Webservice massale bevraging
Beheerder-machine – omvangrijk – eenmalig - actueel
Webservice om ‘grote’ hoeveelheden objectgegevens af te nemen.
Een afnemer kan de selectie van WOZ-objecten en de gewenste attributen
definiëren in de vorm van een StUF 03.01-vraagbericht.
Zoekingangen: ligging (gemeente, waterschap, postcodegebieden) of op basis
van belanghebbende en aanvullend op waardepeildatum voor waarde.
Verstrekking: deelverzameling van de attributen; alleen actuele gegevens?
Beschikbaarheid: in onderzoek.
Abonnementservice
Beheerder-machine – beperkt – herhalend - actueel
Abonnementservice die een automatisch bericht afgeeft wanneer er iets
verandert in de registratie van voor de afnemer van belang zijnde WOZ-objecten.
Een afnemer kan zich abonneren op alle WOZ-objecten of op de gegevens van
één of meer waterschappen.
Zoekingangen: in onderzoek.
Verstrekking: in onderzoek.
Stuf-WOZ-bestand tijdens
overgangsfase
Beheerder-machine – omvangrijk – eenmalig
In de overgangsfase naar de LV-WOZ (als in een gebied sommige gemeenten
wel en andere nog niet zijn aangesloten op de LV-WOZ) worden door de LVWOZ nog StUF-WOZ bestanden geleverd voor gemeenten die zijn aangesloten
op de Landelijke Voorziening WOZ. Deze overgangsfase loopt vanaf het moment dat de eerste gemeente is aangesloten op de Landelijke Voorziening WOZ
tot maximaal één jaar nadat de laatste gemeente is aangesloten.
Zoekingangen: in onderzoek.
Verstrekking: in onderzoek.
8
www.kadaster.nl/web/Themas/Registraties/WOZ-1.htm
www.waarderingskamer.nl/documents/catalogus%20woz-gegevens%20voor%20afnemers%20versie%201.6.pdf
84
BRI
9
Algemeen: gegevens uit de BRI zijn alleen beschikbaar voor een zeer beperkt aantal expliciet benoemde afnemers.
Basisregistratie: BRI
Product
Karakteristieken
Inzage via webportaal
Directe gegevenslevering via
Webservice
Opmerkingen
Niet beschikbaar.
Machine-machine – pull – direct beperkt – eenmalig – actueel
Levering van het authentieke inkomen gegevens (AIG).
Zoekingangen: in onderzoek
Verstrekking: in onderzoek
Beschikbaarheid: in onderzoek
Herhalende gegevenslevering
(abonnement)
Niet beschikbaar.
Eenmalige uitgestelde gegevenslevering (bestand of bericht)
Niet beschikbaar.
9
wiki.stelselvanbasisregistraties.nl/xwiki/bin/view/Stelselhandboek/producten+en+diensten+basisregistraties#HBRI
85
Kosten
10
BRV
Basisregistratie: BAG
Product
Karakteristieken
Opmerkingen
Aanlevering via online verbinding (mens-machine)
Mens-machine – pull – direct beperkt – eenmalig – actueel
Via online verbinding gegevens uit de BRV raadplegen.
Zoekingangen: in onderzoek.
Verstrekking: in onderzoek.
Beschikbaarheid: in onderzoek.
Aanlevering via online verbinding (machine-machine)
Machine-machine – pull – direct beperkt – eenmalig – actueel
Via online verbinding gegevens uit de BRV raadplegen.
Zoekingangen: in onderzoek.
Verstrekking: in onderzoek.
Beschikbaarheid: in onderzoek.
Gegevensverstrekking via
abonnement
Beheerder-machine – push – uitgesteld – herhalend - actueel
Op basis van afspraken wordt een bestand geleverd.
Zoekingangen: in onderzoek.
Verstrekking: alleen de afgesproken attributen worden geleverd;
verder in onderzoek.
Gegevensverstrekking via
selecties
Beheerder-machine – push –
direct/uitgesteld – eenmalig/
herhalend - actueel
Klanten ontvangen ah hoc of op basis van een abonnement een
afgesproken selectie van gegevens.
Zoekingangen: in onderzoek.
Verstrekking: alleen de afgesproken attributen worden geleverd;
verder in onderzoek.
10
www.rdw.nl/SiteCollectionDocuments/Over%20RDW/Brochures%20en%20folders/Catalogus%20Basisregistratie%20Voertuigen.pdf
86
Kosten
Categorieën
Categorie
Mogelijke waarden karakteristieken
Inzage via webportaal
Directe gegevenslevering via webservice
Herhalende gegevenslevering (abonnement)
Herhalende gegevenslevering,
tijdsgedreven (abonnement)
Herhalende gegevenslevering,
mutatie- of gebeurtenisgedreven
(abonnement)
Eenmalige uitgestelde gegevenslevering (bestand
of bericht)
•
Interface: mens-machine
•
Aanleiding: vraaggedreven
•
Levertijd: direct
•
Omvang: beperkt of omvangrijk
•
Herhaling: eenmalig
•
Interface: machine-machine
•
Aanleiding: vraaggedreven
•
Levertijd: direct
•
Omvang: beperkt
•
Herhaling: eenmalig
•
Interface: machine-machine of beheerder-machine
•
Aanleiding: tijds-, mutatie- of gebeurtenisgedreven
•
Levertijd: uitgesteld
•
Omvang: beperkt of omvangrijk
•
Herhaling: herhalend
•
Interface: machine-machine of beheerder-machine
•
Aanleiding: tijdsgedreven
•
Levertijd: uitgesteld
•
Omvang: meestal omvangrijk
•
Herhaling: herhalend
•
Interface: machine-machine of beheerder-machine
•
Aanleiding: mutatie- of gebeurtenisgedreven
•
Levertijd: uitgesteld
•
Omvang: meestal beperkt
•
Herhaling: herhalend
•
Interface: machine-machine of beheerder-machine
•
Aanleiding: vraaggedreven
•
Levertijd: uitgesteld
•
Omvang: meestal omvangrijk
•
Herhaling: eenmalig
87
Omschrijving
Er is sprake van een mens-machine-interface voor directe
levering van de gegevens. Via een zogenaamd webportaal,
dat in beheer is bij de verstrekker van de gegevens, kan de
afnemer zonder grote vertraging (in de orde van seconden) de
gewenste gegevens ophalen.
Door toepassing van een webservice kan een applicatiecomponent van de afnemer zelf zonder menselijke tussenkomst en zonder grote vertraging (in de orde van seconden)
gegevens uit een basisregistratie opvragen.
Het initiatief voor levering van gegevens ligt bij de verstrekker
van gegevens en vindt plaats op basis van een abonnement.
Het moment van leveren hangt af van vooraf overeengekomen leveringscriteria. De levering kan tijdsgedreven,
mutatiegedreven of gebeurtenisgedreven zijn.
Het initiatief voor levering van gegevens ligt bij de verstrekker
van gegevens en vindt plaats op basis een abonnement. Het
moment van leveren hangt af van vooraf overeengekomen
leveringscriteria. De levering is tijdsgedreven.
Het initiatief voor levering van gegevens ligt bij de verstrekker
van gegevens en vindt plaats op basis een abonnement. De
mutatie of gebeurtenis leidt direct tot een levering en wordt
niet opgespaard.
Eenmalige verstrekking van gegevens waarbij het beantwoorden van de gegevensvraag en het samenstellen van de
gegevenslevering (bestand of bericht) tijd kost en levering
plaatsvindt op een tussen afnemer en verstrekker overeengekomen tijdstip.
Karakteristieken en mogelijke waarden
Karakteristiek
Mogelijke waarden
Omschrijving
Interface
Mens-machine
De gegevens worden geleverd via een mens-machine-interface.
De wijze waarop de communicatie tussen verstrekker en
afnemer plaatsvindt.
Machine-machine
De gegevens worden geleverd via een machine-machine interface.
Beheerder-machine
De gegevens worden geleverd in een vorm die bestemd is voor
verwerking door een (systeem)beheerder, zoals een bestand op DVD.
Vraaggedreven (pull)
De directe aanleiding voor de gegevenslevering is een vraag van de
afnemer van de gegevens. Het initiatief ligt bij de afnemer.
pull impliceert dat het initiatief voor de levering bij de
afnemer ligt.
Gebeurtenisgedreven (push)
De directe aanleiding voor de gegevenslevering is de registratie van een
gebeurtenis. Het initiatief ligt bij de verstrekker van de gegevens.
push impliceert dat het
initiatief voor de levering bij
de aanbieder ligt.
Mutatiegedreven (push)
De directe aanleiding voor de gegevenslevering is een mutatie van
gegevens. Het initiatief ligt bij de verstrekker van de gegevens.
Tijdsgedreven (push)
De directe aanleiding voor de gegevenslevering is het bereiken van een
bepaald tijdstip. Het initiatief ligt bij de verstrekker van de gegevens.
Direct
De gebruiker krijgt de gevraagde gegevens zonder grote vertraging (in
de orde van seconden) na het stellen van de vraag aangeleverd.
Aanleiding
Opmerkingen
De aanleiding voor het leveren
van gegevens.
Levertijd
De tijd tussen het stellen van
de vraag door de afnemer en
het leveren van de gegevens
door de verstrekker.
Was: De afnemer krijgt de gevraagde gegevens direct na het stellen van
de vraag geleverd (binnen seconden, de gebruiker ‘kan verder met zijn
proces’).
Uitgesteld
De afnemer krijgt de gevraagde gegevens niet direct na het stellen van
de vraag of het plaatsvinden van een mutatie of gebeurtenis aangeleverd, maar na een tijdsinterval van enkele uren/dagen/weken.
Omvang
Beperkt
De levering heeft een beperkte omvang en betreft één of enkele object(en) en/of subject(en).
De omvang van de levering in
termen van het aantal objecten
en/of subjecten.
Omvangrijk
De levering is omvangrijk en betreft een verzameling objecten en/of
subjecten.
Herhaling
Eenmalig
De vraag van de afnemer leidt tot een eenmalige levering van gegevens.
Of sprake is van een eenmalige
of herhalende levering van
gegevens.
Herhalend
De vraag van de afnemer leidt tot een herhalende levering van gegevens
op basis van een abonnement.
88
Grote overlap met push-pull.
Eigenschappen en mogelijke waarden
Eigenschap
Korte omschrijving
Toelichting
Actualiteit
De mate waarin de informatie, op het
moment dat ze beschikbaar komt, nog
overeenstemt met de werkelijkheid.
De tijdsduur die er maximaal ligt tussen het wijzigen van een gegeven in de
basisregistratie en de levering hiervan aan de afnemer.
Zoekingangen en filters
Lijst van gegevens en criteria.
De selectiecriteria en zoekingangen, die de afnemer kan gebruiken bij het
opvragen en zoeken van gegevens.
Beschikbaarheid
De mate waarin een product operationeel
is.
Vermelding of een product alleen tijdens kantooruren of 7x24 uur beschikbaar is.
Standaardisatie
Toegepaste protocollen, formaten,
standaarden
De protocollen, formaten en standaarden, die worden toegepast in de
levering.
89
90