Handreiking gebruik basisregistraties voor de omgevingsdiensten 1 Versie 1.0 Datum: 04-04-2014 Mark van den Broek Ruud Boot Wimfred Grashoff Deze handreiking is opgesteld in opdracht van het Interprovinciaal Overleg (IPO), in samenwerking met het Programma Informatie-uitwisseling Milieuhandhaving en het programma i-NUP/clusterSTOUT. De inhoud van de handreiking is tot stand gekomen in een werkgroep met als deelnemers Hans Jansen (Omgevingsdienst Regio Arnhem) Jaap Scholtens (DCMR Milieudienst Rijnmond) Joop Voortman (RUD Twente) Kenneth Brouwers (Milieudienst IJmond) Ludo Klein-Holte (Omgevingsdienst Regio Arnhem) Nol Witte (Omgevingsdienst Midden-Holland) 2 3 Management samenvatting Aanleiding Het Interprovinciaal Overleg (IPO), het Programma Informatie-uitwisseling Milieuhandhaving (PIM) en het i-NUP cluster Stelsel Oplossingen en UitvoeringsTraject (STOUT) hebben midden 2013 gezamenlijk onderkend dat het versnellen van het gebruik van de basisregistraties in de omgevingsdiensten (RUD’s) wenselijk is. Om de omgevingsdiensten te ondersteunen bij de implementatie van de basisregistraties is besloten om in samenwerking met een aantal omgevingsdiensten de voorliggende handreiking op te stellen. De handreiking biedt de omgevingsdienst ondersteuning bij het eigen project om aan te sluiten op de basisregistraties. Het geeft een inhoudelijk advies op welke basisregistraties de omgevingsdienst zou moeten aansluiten, hoe dat kan worden gedaan en op welke wijze de interne informatiehuishouding daarop kan worden ingericht. Verder bevat het een overzicht van belemmeringen die de omgevingsdiensten ervaren aan de kant van de basisregistraties en welke i-NUP cluster STOUT zal adresseren bij de stelselpartijen die hierin actie moeten ondernemen. Als laatste bevat het een stappenplan waarmee de omgevingsdienst het eigen aansluittraject op de basisregistraties kan vormgeven. Zakelijke rechtvaardiging De zakelijke rechtvaardiging van het gebruik van de basisregistraties heeft bij het opstellen van de handreiking voorop gestaan. Daarbij gaat het om het verbeteren van de kwaliteit van de informatie voor het uitvoeren van de basistaken en de plustaken van de omgevingsdiensten. Basisregistraties bieden actuele, eenduidige en hoge kwaliteit informatie voor personen, bedrijven, objecten en geografie. Door bijvoorbeeld gebruik te maken van KvKnummers en naamgeving van bedrijven uit het NHR is het voor iedereen duidelijk over welke partij het gaat, zowel binnen de omgevingsdienst als bij gegevensuitwisseling met ketenpartners. Verder bieden de basisregistraties naast administratieve informatie diverse geo-producten, 4 zoals de kadastrale kaart en grootschalige topografie. In veel gevallen biedt de kaart een praktische ingang voor een omgevingsdienstmedewerker. Door informatie over bijvoorbeeld inspecties en vergunningaanvragen te ontsluiten via de kaart ontstaat een krachtig hulpmiddel. Met het gebruik van informatie uit de basisregistraties neemt de kwaliteit van het werkt toe, wordt de uitwisselbaarheid van informatie tussen ketenpartners vergroot en neemt de efficiency van de organisatie toe. Aansluiting op de basisregistraties Het stelsel voorziet in dertien basisregistraties, echter deze zijn niet allemaal van belang voor de omgevingsdienst. Voor het bepalen van de benodigde basisregistraties en de beste wijze van aansluiten zijn een aantal processen beschouwd: advisering over/behandeling van vergunningaanvragen en meldingen, toezicht, handhaving, bezwaar en beroep. Daarbij is gekeken welke informatie van de basisregistraties binnen de genoemde processen benodigd is. Verder is gekeken op welke wijze de informatie gebruikt wordt, het gaat daarbij ondermeer over volume van gebruik, frequentie en actualiteitseisen. Met deze processen is het overgrote deel van de werkzaamheden van de omgevingsdienst afgedekt waardoor een representatief beeld voor de omgevingsdienst als geheel ontstaat. Uit de analyse van de werkprocessen blijkt dat de basisregistraties GBA, BAG, NHR, BGT, BRK, BRT en – in mindere mate – WOZ relevant zijn voor een kwalitatief goede uitvoering van de bovengenoemde processen. De wijze van aansluiten op elke basisregistratie is bepaald op basis van de afweging tussen het benodigde gebruik binnen het proces (zoals volume, frequentie en actualiteit) en het aanbod vanuit de basisregistraties (zoals online inzage, opvraag middels webservices en de levering van een bestand). Verder is onderscheid aangebracht wat op korte termijn kan (’stap’, 1-2 jaar vanaf nu) en wat op langere termijn gewenst is (’stip’, 3-5 jaar vanaf nu). De stap voor de omgevingsdiensten bestaat uit: • GBA: eerst via bevoegd gezag raadplegen van de GBA (online inzage), na ondertekening van de modelautorisatie door de bevoegde gezagen (2H2014) zelf online inzage via GBA-V. • NHR: maandelijks actualiseren van een lokale kopie in combinatie met zelf verrijken met BAG-compliant adressen. • BAG: Actualiseren van een lokale BAG-kopie middels het BAG mutatieabonnement; dagelijks indien uitvoering BWT-taken, maandelijks indien geen uitvoering BWT-taken. Geografische weergave via PDOK webservices (maandactueel). • BRK: kadastrale kaart via PDOK webservices, opvragen administratieve gegevens en akten via een abonnement op Kadaster Online. • BRT: kaart via PDOK webservices. • BGT: niet van toepassing. • WOZ: online inzage via de LV WOZ. De stip voor de omgevingsdiensten bestaat uit: • GBA: Initiële bevraging op de GBA-V (Ad Hoc Vraag) en het plaatsen van een afnemersindicatie tot het moment van afronden van de vergunningaanvraag. • NHR: maandelijks actualiseren van een lokale kopie, NHR levert dan tevens BAG compliant adressen. • BAG: initiële download van de BAG-LV, dagelijkse actualisering via mutatie abonnement. • BRK: kadastrale kaart via BRK levering, opvragen overige administratieve gegevens en akten via een abonnement op Kadaster Online. • BRT: idem als stap. • BGT: producten nog niet gedefinieerd. • WOZ: niet van toepassing, vervalt door beschikbaarheid BGT. Inrichting van de interne informatievoorziening De inrichting van de interne informatievoorziening van de omgevingsdienst op het gebruik van de basisregistraties vraagt om een afweging tussen wijze van gebruik (volume, frequentie, actualiteit en behoefte aan analyse en verrijking), het aantal betrokken applicaties en ’niet functionele eisen’ zoals beschikbaarheid en snelheid. In veel omgevingsdiensten zal het gebruik van basisgegevens in meerdere applicaties aan de orde zijn: in een VTH-applicatie, in een documentenmagazijn (of documentmanagementsysteem, DMS) in toenemende mate in een GIS-applicatie en in sommige gevallen in een afzonderlijk zaaksysteem. Zodra meerdere applicaties basisgegevens willen afnemen, moet een rechtstreekse koppeling tussen de afnemende applicatie en landelijke voorzieningen voor basisregistraties worden vermeden. Hieruit volgt dat de omgevingsdiensten op termijn afhankelijk van het tempo waarmee ze basisgegevens uit verschillende bronnen willen ontsluiten naar verschillende applicaties en deze ten volle willen benutten - gebruik moeten gaan maken van meer specialistische voorzieningen voor de registratie, distributie en het beheer van die basisgegevens. Daartoe zal minimaal een gegevensmagazijn moeten worden ingericht en zal - ingegeven door de informatiebehoefte - waarschijnlijk ook distributie van gegevens naar de verschillende applicaties gewenst zijn. Belemmeringen Bij het doorlopen van bovenstaande stappen zijn een aantal belemmeringen aan de zijde van de basisregistraties geïnventariseerd. De belangrijkste is dat de landelijke voorziening van de GBA op basis van de huidige regelgeving door de omgevingsdiensten niet rechtmatig kan worden gebruikt. Hiervoor is inmiddels een oplossing met een autorisatiebesluit bedacht, aan de implementatie ervan wordt gewerkt. De overige belemmeringen zijn meer praktisch van aard en hebben betrekking op de producten en diensten die de basisregistraties leveren. De cluster STOUT zal tezamen met Omgevingsdienst.nl en het IPO een voortrekkersrol nemen voor het oplossen van de knelpunten. Stappenplan Het inhoudelijke advies in deze handreiking geeft de 28 omgevingsdiensten houvast hoe aan te sluiten op de basisregistraties en op welke wijze de interne informatievoorziening daarop kan worden ingericht. Echter elke omgevingsdienst zal op basis van eigen overwegingen keuzes maken. Het stappenplan doet een voorstel hoe de omgevingsdienst het project voor het aansluiten op de basisregistraties kan inrichten vanaf projectinitiatie (zakelijke rechtvaardiging) tot en met daadwerkelijk gebruik in de 5 primaire processen (baten realisatie). Een traject vergelijkbaar met de stappen die zijn doorlopen bij het opstellen van deze handreiking maakt deel uit van de aanpak en bestaat uit de volgende stappen: 1. Agendering en adoptie (fase 1), het doel van deze fase is het bewerkstelligen van een gedeeld beeld op hoofdlijnen over het waarom van het gebruik van de basisregistraties en het creëren van de randvoorwaarden voor het vervolg. 2. Architectuur en roadmap (fase 2), het doel van deze fase is het bewerkstelligen van een helder en gedeeld beeld over het gewenste gebruik van de basisregistraties, de wijze waarop de gegevens kunnen worden betrokken en gedistribueerd, de daartoe benodigde ICT-architectuur en het pad ernaartoe. 3. Realisatie en implementatie voorzieningen (fase 3), het doel van deze fase is het bewerkstelligen dat het gebruik van de gegevens van de basisregistraties daadwerkelijk tot stand komt. Naast het aansluiten op de basisregistraties en het inrichten van de interne informatievoorziening betreft het ook de implementatie in de werkprocessen. Tenslotte Met deze handreiking in de hand heeft de omgevingsdienst ondersteuning bij het opzetten van een eigen project voor aansluiting op de basisregistraties. Zonder daadwerkelijke actie blijft het echter een stuk papier. We roepen bestuur, directie en management van de omgevingsdiensten daarom op om concrete stappen te maken met het aansluiten op de basisregistraties en zo te investeren in de kwaliteit van de eigen informatiehuishouding! 6 7 Leeswijzer Dit document is geschreven voor een brede doelgroep, van lijnmanagement tot procesdeskundigen en informatieprofessionals, die een uiteenlopende voorkennis en focus zullen hebben bij het lezen. Bewust is de keuze gemaakt om sommige aspecten die voor de ene doelgroep bekend zullen zijn uit te schrijven, omdat een andere doelgroep er waarschijnlijk niet mee bekend is. Voor wie dit rapport selectief wil doornemen kunnen we de volgende richtlijnen mee geven. De figuren en tabellen in dit rapport zijn zo gekozen dat u aan de hand daarvan de hoofdlijn van het rapport kunt volgen. De voorbeelden (in de groene boxen) bieden illustraties uit de praktijk, zowel uit die van de omgevingsdensten als uit andere sectoren. Wat kan het gebruik van basisregistraties bijdragen aan de uitvoeringspraktijk. Wij adviseren ieder om deze te lezen. Voor directieleden en lijnmanagers zijn vooral de hoofdstukken 1 en 5 relevant. Hoofdstuk 1 geeft een globale introductie in de basisregistraties en beschrijft de zakelijke rechtvaardiging en het wettelijk kader voor het aansluiten op basisregistraties. Hoofdstuk 5 biedt een stappenplan, een praktische handreikingen en tips om het gebruik van basisregistraties te implementeren. Voor procesdeskundigen en inhoudsdeskundigen is naast hoofdstuk 1 en de voorbeelden vooral hoofdstuk 2 relevant. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het gebruik van basisregistraties in de afzonderlijke processen. Het hoofdstuk besluit met een samenvatting van de gegevensbehoefte in termen van frequentie, omvang, benodigde actualiteit en de noodzaak om proactief te worden geïnformeerd over wijzigingen. ICT-professionals (architecten, IT-managers) zijn vooral gebaat bij de hoofdstukken 3 en 4 waarin wordt ingegaan op het ‘hoe’ van het gebruik van basisregistraties. Hoofdstuk 3 gaat in op de verschillende routes die de omgevingsdiensten kunnen bewandelen en mechanismen 8 die zij kunnen inzetten om basisgegevens te verwerven, van de basisregistratie tot in ‘de brievenbus’. Daarbij wordt uitgaande van de behoeften geformuleerd in hoofdstuk 2 een voorkeursvariant voor het verwerven van de gegevens vastgesteld. Hoofdstuk 4 gaat vervolgens in op de interne distributie van basisregistratiegegevens, en de keuzen die de omgevingsdiensten daarin hebben. Een aantal architectuuralternatieven wordt uitgewerkt, waarbij de afwegingscriteria voor de keuze hieruit worden besproken. Voor informatiemanager en projectleiders is, naar wij aannemen, het gehele document relevant: van introductie – wellicht al bekend bij deze doelgroep – tot zakelijke rechtvaardiging tot ICT-inrichting tot aanpak. 9 Inhoud Management samenvatting Leeswijzer 1 Introductie basisregistraties en baten van gebruik12 1.1 Het stelsel van basisregistraties13 1.2 Spelregels voor het gebruik13 1.3 Baten van de basisregistraties17 1.3.1 Algemene noties over de baten van basisregistraties 17 1.3.2 Baten van basisregistraties in de context van de omgevingsdiensten 17 1.4 Relevante basisregistraties voor de omgevingsdiensten 19 2 Basisregistraties in de processen van de omgevingsdienst 24 2.1 Behandeling van - of advisering over - vergunningaanvragen en meldingen 25 2.2 Toezicht25 2.3 Handhaving27 2.4 Zienswijze, bezwaar, beroep29 2.5 Gebruik van overige basisregistraties31 2.6 Conclusie31 3 Afnemen van basisregistratiegegevens34 3.1 Routes voor het afnemen van basisgegevens 35 3.1.1 Afnemen van de opdrachtgever35 3.1.2 Afnemen uit landelijke voorzieningen35 3.1.3 Afnemen van sectorale knooppunten en commerciële leveranciers 37 3.1.4 Conclusies aangaande de route van afnemen 38 3.2 Mechanismen voor het afnemen van Basisregistraties 38 3.2.1 Online Inzage middels webportaal41 3.2.2 Directe bevraging via webservices41 3.2.3 Tijdsgedreven gegevenslevering (abonnement)41 3.2.4 Mutatie- of gebeurtenisgedreven gegevenslevering (abonnement) 43 3.2.5 Levering van bulkbestanden (eenmalig)43 3.3 Matching van de behoeften van omgevingsdiensten op het aanbod van 43 de landelijke voorzieningen 10 4 Basisgegevens in de informatievoorziening van de omgevingsdienst 50 4.1 Applicatielandschap van de omgevingsdienst51 4.2 Scenario’s en toepassingen voor interne ontsluiting van (basis)gegevens 53 4.2.1 Rechtstreeks tussen backofficesysteem en basisregistraties 53 4.2.2 Gegevensmagazijn55 4.2.3 Gegevensdistributie via broker55 4.2.4 Datawarehouse55 4.2.5 Conclusie56 5 Stappenplan voor implementatie en gebruik van de basisregistraties 58 5.1 Overall fasering59 5.2 Agendering en adoptie (fase1)61 5.3 Architectuur en Roadmap (fase2)63 5.4 Realisatie en implementatie voorzieningen (fase3) 68 6 Knelpunten bij het implementeren van het gebruik van basisregistraties 72 Bijlage 1: begrippen 76 Bijlage 2: Overzicht producten voor afnemers van de landelijke voorzieningen van de basisregistraties 78 11 1 Introductie basisregistraties en baten van gebruik Alle organisaties met een publieke taak – voor het gemak in dit hoofdstuk aangeduid met ‘overheidsorganisaties’ – hebben voor de uitvoering van hun taken te maken met basisregistraties. Omgevingsdiensten zijn daarop geen uitzondering: zij voeren in opdracht van gemeenten en provincies een aantal publiekrechtelijke taken uit waarvoor die gemeenten en provincies ‘bevoegd gezag’ zijn. Het verplicht gebruik van de basisregistraties komt voort uit wetgeving, de zakelijke rechtvaardiging komt voort uit de baten die het gebruik oplevert. Dit hoofdstuk start met een korte toelichting op het Stelsel van Basisregistraties. Vervolgens worden de baten van het stelsel besproken, zowel in algemene zin als specifiek voor de omgevingsdienst. Als laatste worden de registraties die van belang zijn bij de taakuitvoering van de omgevingsdienst kort inhoudelijk toegelicht. 12 1.1 Het stelsel van basisregistraties 1 Het Stelsel van Basisregistraties speelt een belangrijke rol in het aanpakken van maatschappelijke vraagstukken. Of het nu gaat om uitrukkende hulpdiensten, het efficiënt vaststellen van het recht op uitkering, het toetsen van vergunningaanvragen of het bestrijden van fraude; alle betrokkenen hebben baat bij slim gebruik van veel gebruikte overheidsgegevens zoals adressen, persoonsgegevens, bedrijfsnamen en geo-informatie. Deze gegevens worden vastgelegd in basisregistraties. Door al bekende gegevens binnen de overheid met elkaar te delen, kan de overheid efficiënter opereren en de dienstverlening verbeteren. Zo hoeft een burger of bedrijf bepaalde gegevens niet steeds opnieuw aan te leveren, maar volstaat één melding. Om de gegevens te kunnen delen, zet de Nederlandse overheid een Stelsel van Basisregistraties op. Er zijn 13 basisregistraties, die samen het Stelsel van Basisregistaties vormen. De 13 basisregistraties wisselen onderling gegevens uit. De gemeenschappelijke Stelselvoorzieningen vergemakkelijken de gegevensuitwisseling tussen de basisregistraties en zorgen voor het waarborgen van de juistheid van gegevens. Het toepassen van Digikoppeling maakt gegevensuitwisseling tussen overheidsorganisaties mogelijk en voor het melden van vermeende fouten in de basisregistraties wordt Digimelding ingezet. Digilevering is de beoogde voorziening voor het leveren van gebeurtenissen vanuit de aangesloten basisregistraties, bijvoorbeeld het starten van een onderneming. De structuur van het Stelsel van Basisregistraties is beschreven in de Stelselcatalogus. In het figuur op de volgende pagina zijn de registraties in onderlinge samenhang weergegeven. In het stelsel staat een basisregistratie niet op zichzelf. Een ingezetene – waarvan de authentieke gegevens geregistreerd zijn in de basisregistratie personen – is woonachtig op een adres – waarvan de authentieke gegevens geregistreerd zijn in de basisregistratie Adressen en Gebouwen. Door een ‘interne’ koppeling te realiseren, levert de Basisregistratie Personen ook de authentieke adresgegevens mee zoals die zijn geregistreerd in de Basisregistratie Adressen en Gebouwen. Door deze interne koppelingen ontstaat ook daadwerkelijk een ‘stelsel’ van basisregistraties. De afnemer die een object of subject gebruikt uit een basisregistratie kan trefzeker de gegevens uit de gekoppelde basisregistraties ‘erbij halen’ en van daaruit weer de gegevens gekoppeld aan die registratie etc. 1.2 Spelregels voor het gebruik Het gebruik van de basisregistraties gaat gepaard met een aantal spelregels. Deze zijn als volgt. 1.2.1 het wettelijk kader Het gebruik van gegevens uit basisregistraties door overheidsorganisaties is niet vrijblijvend. Daarom heeft de overheid een aantal spelregels opgesteld voor de bijhouding en het gebruik van basisgegevens. Hoewel deze spelregels voor elke basisregistratie in aparte wet- en regelgeving zijn verwoord, wordt daarbij steeds dezelfde systematiek gehanteerd. 1.2.2 Niet meer uitvragen Een overheidsorganisatie mag een gegeven dat beschikbaar is als authentiek gegeven, niet meer uitvragen. Alleen in uitzonderingssituaties kan het nodig zijn een bepaald gegeven tóch uit te vragen, ook als het gegeven beschikbaar is als authentiek gegeven in een basisregistratie. Bijvoorbeeld als dat gegeven nodig is om een persoon of object te identificeren. 1.2.3 Verplicht gebruik Een overheidsorganisatie die voor de uitvoering van een wettelijke taak informatie nodig heeft die als authentiek gegeven in een basisregistratie beschikbaar is, is bij wet verplicht het gegeven uit de basisregistratie te gebruiken. Dit uitgangspunt wordt in toenemende mate onderstreept door jurisprudentie waarin de vraag naar het gebruik van basisregistraties aan de orde komt. Voor een niet-authentiek gegeven is het gebruik gewenst, maar niet verplicht. 1 Bron: www.stelselinformatiepunt.nl 13 voorbeeld 1 Zaken op de kaart: snel inzicht in wat de dienst weet op een bepaalde locatie In de leefomgeving heeft alles een coördinaat. Een inrichting is ergens gevestigd, een bodemverontreiniging heeft een bepaalde verspreiding en een weg heeft een bepaalde geluidscontour. Deze geografische informatie kan met behulp van basisregistraties heel handig gecombineerd worden met zaakinformatie. Bij de Omgevingsdienst Midden-Holland (ODMH) wordt elke zaak gekoppeld aan een BAG-adres of een kadastraal perceel. Van zowel BAG-adressen als kadastrale percelen zijn de coördinaten nauwkeurig vastgelegd en beschikbaar. Door de zaak aan deze objecten te koppelen is het dus mogelijk om zaken weer te geven op de kaart. Bij ODMH gebruikt men daarvoor de intranet GIS-toepassing GeoWeb. De gebruiker ziet dan niet alleen de zaak op de kaart, maar kan door erop te klikken direct naar de bij de zaak behorende documenten, die zijn vastgelegd in het Document managementsysteem Verseon Web. 14 BRV BRI BLAU BRK WOZ BRT BGT BRO RNI GBA BAG NHR Figuur 1: het stelsel van basisregistraties Het huidige Stelsel van Basisregistraties wordt gevormd door de volgende registraties: GBA* - Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens RNI* - Registratie Niet Ingezetenen NHR - Handelsregister BAG - Basisregistraties Adressen en Gebouwen (bestaat uit twee basisregistraties) BRT - Basisregistratie Topografie BRK - Basisregistratie Kadaster BRV - Basisregistratie Voertuigen (kentekenregister) BLAU - Basisregistratie lonen, arbeids- en uitkeringsverhoudingen BRI - Basisregistratie Inkomen WOZ - Basisregistratie Waarde Onroerende Zaken BGT - Basisregistratie Grootschalige Topografie (voorheen GBKN) BRO - Basisregistratie Ondergrond (voorheen ook wel DINO) * De GBA en RNI vormen samen de BRP - Basisregistratie Personen Er zijn naast de basisregistraties nog andere landelijke registraties en - voorzieningen die niet de status van basisregistratie hebben, zoals de WKPB. Het RRGS en Ruimtelijke plannen. Deze registraties zijn eveneens relevant voor de omgevingsdiensten, maar vallen niet onder hetzelfde stringente wettelijke kader. Het gebruik van deze registraties en voorzieningen valt buiten de scope van deze handreiking. 15 voorbeeld 2 Eenduidigheid in communicatie met ketenpartners: basisregistraties bieden de sleutel Wanneer een overheidsorgaan ketenpartners inschakelt bij de behandeling van dossiers is het belangrijk dat alle partners het over dezelfde objecten en betrokkenen hebben. De basisregistraties bevatten unieke sleutels om deze objecten en betrokkenen te identificeren. Die sleutels moeten we dus bij overdracht van dossiers en zaken naar een ketenpartner meegeven om ervoor te zorgen dat die partner zich met dezelfde objecten en betrokkenen bezighoudt. Bovendien is de ketenpartner in staat om met de unieke sleutels altijd het meest actuele gegeven uit de basisregistratie op te vragen of geleverd te krijgen. 16 1.2.4Terugmelden Een overheidsorganisatie die twijfelt aan de juistheid van een authentiek gegeven, moet daar melding van doen, de zogeheten terugmelding. De bronhouder zal dan een onderzoek instellen naar de juistheid van dat gegeven. Een authentiek gegeven dat ‘in onderzoek’ is, hoeft niet verplicht te worden gebruikt. 1.3 Baten van de basisregistraties 1.3.1 Algemene noties over de baten van basisregistraties Zoals in de vorige paragraaf is aangeven is het gebruik van de basisregistraties wettelijk geregeld. Ook de omgevingsdiensten vallen onder de reikwijdte van de regelgeving en worden dus geacht gebruik te maken van de basisregistratie. Naast de wettelijke verplichting is het ook zinvol voor de eigen bedrijfsvoering van de omgevingsdienst om gebruik te maken van de basisregistraties. In algemene zin kan worden gesteld dat basisregistraties het fundament vormen voor: 1. een overheid die niet naar de bekende weg vraagt; 2. een overheid die klantgericht is; 3. een overheid die zich niet voor de gek laat houden; 4. een overheid die weet waarover ze het heeft; 5. een overheid die haar zaken op orde heeft en niet meer kost dan nodig. In bovenstaande opsomming kan ’overheid’ ook vervangen worden door ’ omgevingsdienst’, de basisregistraties bieden een belangrijke kans voor de omgevingsdiensten om zich verder te verbeteren. De basisregistraties dragen bij aan de bovengenoemde doelstellingen op grond van drie eigenschappen: 1. Waarde van de door de basisregistraties zelf geleverde gegevens. 2. Waarde als koppelgegeven of sleutelgegeven. 3. Waarde bij geografische presentatie en -analyse. Waarde van de door de basisregistraties geleverde gegevens De gegevens uit basisregistraties hebben op zichzelf waarde voor de afnemer. Op welk adres woont de aanvrager? Waar bevind zich dit adres? Wat is de rechtsvorm van het bedrijf? Wie is de eigenaar van het perceel? Etc. De kwaliteit (eenduidigheid, juistheid en actualiteit) van de gegevens uit basisregistraties is hoog. De afnemer mag deze gegevens gebruiken zonder eigen onderzoek te doen naar de juistheid. Hij hoeft de gegevens niet zelf in te winnen, waarmee zowel de overheid als burgers en bedrijven ontlast worden. Waarde als koppelgegeven Basisregistraties dekken op zichzelf maar een beperkt deel van de informatiebehoefte bij veel afnemers. Belangrijk is echter dat basisregistraties de unieke identificerende gegevens voor burgers, bedrijven, adressen etc. bevatten, en dat zij onderling gekoppeld worden. Daarmee ontstaat een krachtige basis om de eigen ingewonnen gegevens uit te wisselen en te combineren, zowel intern als met ketenpartners. Dit kan leiden tot een betere/efficiëntere dienstverlening en tot verdere vermindering van de uitvraag bij burgers en bedrijven. (Vanzelfsprekend gelden hierbij de wettelijke kaders ten aanzien van het al dan niet mogen uitwisselen van deze gegevens) Waarde bij geografische presentatie en analyse Een aantal basisregistraties omvat geografische gegevens. Het betreft de BAG, de BRK, de BGT en de BRT. Door eigen gegevens te koppelen aan basisregistraties kunnen deze ‘automatisch’ op de kaart worden gepresenteerd. Aangezien geografische presentatie en analyse in toenemende mate aan belang wint, zeker ook in het omgevingsrecht, is dit aspect van basisregistraties voor de omgevingsdiensten van groot belang. 1.3.2 Baten van basisregistraties in de context van de omgevingsdiensten De regionale uitvoeringsdiensten zijn ingesteld om zorg te dragen voor een schone en veilige omgeving. Door taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving van gemeenten en provincies te bundelen in de omgevingsdiensten ontstaan de schaalgrootte en concentratie van deskundigheid die noodzakelijk is. Daarnaast hebben de omgevingsdiensten ook een taakstelling om de opgedragen taken efficiënter uit te voeren dan in het verleden (versplintert over gemeenten en provincie) het geval was. Goede informatievoorziening binnen de omgevingsdienst en tussen ketenpartners is een belangrijke voorwaarde voor het goed uitvoeren van deze taken en het waarmaken van de efficiencydoelstelling. Hieronder is op basis van de werksessies met de omgevingsdiensten schematisch de relatie weergegeven tussen de taken en verantwoordelijkheden van de omgevingsdienst en de eigen informatievoorziening. 17 Doelstellingen en ambities omgevingsdiensten Kwaliteit/ professionaliteit Rechtmatigheid Effectiviteit Stelt eisen aan Efficiëntie Draagt bij aan Informatievoorziening Functionaliteit Interoperabiliteit Gegevenskwaliteit Consistentie/standaardisatie in gegevenshuishouding Sectorale gegevensstandaarden Basisregistraties Figuur 2: relatie tussen de doelstellingen van de omgevingsdienst en de informatievoorziening o.b.v. de werksessies. De omgevingsdienst heeft om de verwachtingen en ambities te kunnen waarmaken behoefte aan een hoogwaardige informatievoorziening! De componenten daarbinnen moeten de juiste functionaliteit bieden, moeten intern én extern kunnen samenwerken (interoperabiliteit) en moeten de juiste gegevens bevatten. Een consistente en gestandaardiseerde gegevenshuishouding, gebaseerd op basisregistraties is daarvoor randvoorwaardelijk. Basisregistraties dragen bij aan de invulling van een aantal eisen die vanuit de business aan de informatievoorziening van de omgevingsdiensten wordt gesteld. Uit de werksessies met de omgevingsdiensten zijn de volgende baten bij gebruik van de basisregistraties als belangrijkste naar voren gekomen (deze komen overigens veelal overeen met de eerder genoemde generieke baten): Alle medewerkers beschikken tijd- en plaatsonafhankelijk over informatie... Toegang tot informatie is een voorwaarde om het werk juist uit te voeren, zowel op kantoor als op locatie in het veld. Nu toezichtsactiviteiten niet meer gebonden zijn aan kantooruren is het ook van belang om beschikking 18 te hebben over informatie in het weekend of tijdens de avonduren. Ontsluiting via het gebruik van laptops, tablets en smartphone maakt dit voor de inspecteurs mogelijk in combinatie met ruime beschikbaarstellingsuren van de onderliggende applicaties zoals het VTH-systeem, Inspectieview Milieu, het bodeminformatiesysteem of het Omgevingsloket Online (OLO). ...van de juiste kwaliteit Het begrip ‘juiste kwaliteit’ heeft onder meer betrekking op actualiteit, juistheid en eenduidigheid van informatie (vereiste kwaliteit, bekende kwaliteit). Basisregistraties zijn ook voor de omgevingsdiensten dé bron voor actuele, juiste en eenduidige basisgegevens (voor zover deze vallen binnen het domein van de basisregistraties) en bieden een belangrijke kapstok voor het koppelen van aanvullende gegevens zoals inspectieresultaten en handhavingsmaatregelen. Informatiegestuurd handhaven en uitwisseling van informatie met ketenpartners (bijvoorbeeld met Inspectieview) is alleen zinvol wanneer eenduidig is vast te stellen op welke betrokkene de informatie betrekking heeft. Informatie kan worden ontsloten op basis van persoon product, opdrachtgever en locatie Deze vier dimensies vormen op basis van de werksessies de voornaamste zoekingangen waaraan in de praktijk behoefte bestaat. Het gebruik basisregistraties draagt bij aan het eenduidig ontsluiten van informatie op basis van persoon (zowel natuurlijke personen als bedrijven) en op basis van locatie. In geval van uitwisseling van (handhavings)informatie is er een eenduidige ingang (’sleutel’) aan de hand waarvan de inhoudelijke informatie benaderd wordt. Zo wordt zeker gesteld dat verschillende omgevingsdiensten het over dezelfde objecten hebben. Gegevens die beschikbaar waren bij het moment van besluiten, moeten ook op een later tijdstip ‘teruggehaald’ kunnen worden omgevingsdiensten hebben in sommige situatie behoefte aan historische gegevens, bijvoorbeeld als het relevant is om te kunnen reconstrueren welke gegevens beschikbaar waren op het moment dat een beslissing werd genomen. Basisregistraties bouwen per definitie een historie op, en zijn verplicht om deze historische gegevens te kunnen aanbieden aan afnemers. Dit betekent dat het opbouwen van historie door de afnemer zelf niet of minder noodzakelijk is Digitaal werken en digitaal communiceren Het streven van veel omgevingsdiensten is om zoveel als mogelijk papierloos te werken. Dossiers van zaken worden digitaal opgebouwd. Met klanten, ketenpartners en opdrachtgevers (gemeente, provincie) wordt digitaal gecommuniceerd, zowel over de inhoud van het zaakdossier als over de status van het proces. Het gebruik van juiste, eenduidige en actuele informatie is hiervoor een voorwaarde. Al met al zijn de baten van het gebruik van de basisregistraties voor de omgevingsdiensten omvangrijk en van direct belang voor de uitvoering van taken. 1.4 Relevante basisregistraties voor de omgevingsdiensten In de werksessies zijn zes registraties aangemerkt als meest relevant voor de omgevingsdienst. Bij het bepalen daarvan is uitgegaan van de volgende werkprocessen van de omgevingsdienst: 1. Advisering over/behandelen van vergunningaanvragen en meldingen 2. Toezicht2 3. Handhaving 4. Bezwaar en beroep In hoofdstuk 2 wordt de procesanalyse nader toegelicht. De volgende basisregistraties zijn voor de omgevingsdienst de meest relevante. 1.4.1 Basisregistratie Personen (BRP) In de Basisregistratie Personen worden persoonsgegevens vastgelegd van ingezetenen (natuurlijke personen die woonachtig zijn in Nederland) en niet-ingezetenen (natuurlijke personen die niet woonachtig zijn in Nederland). Vertaald naar de situatie van vóór het van kracht worden van de Wet basisregistratie personen op 1-1-2014, omvat de basisregistratie de GBA (Gemeentelijke Basisadministratie, ingezetenen) en het RNI (Register Niet-Ingezetenen). Gegevens van niet-ingezetenen zijn niet-authentiek. De voor de omgevingsdienst belangrijkste gegevens in de GBA zijn de NAW-gegevens van de ingezetenen. Deze zijn van belang voor correspondentie, en daarnaast kan het verblijfsadres van de persoon van belang zijn bij de inhoudelijke beoordeling van aanvragen en dergelijke. Gemeenten zijn bronhouder van de Basisregistratie Personen. De landelijke voorziening – nu nog GBA-V – is de verantwoordelijkheid van het Agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten (BPR) 1.4.2 Nieuw Handelsregister (NHR) In het Nieuw Handelsregister zijn alle bedrijven en rechtspersonen die gevestigd zijn in Nederland geregistreerd. Daarnaast omvat het NHR niet in Nederland gevestigde bedrijven die deelnemen aan het economisch verkeer in Nederland. 2 In dit document wordt het volgende onderscheid gehanteerd tussen toezicht en handhaving. Toezicht betreft het uitvoeren van de ‘reguliere’ toezichthoudende activiteiten om te controleren of de vergunninghouder zich aan de regels houdt, alsmede het rapporteren hierover en het uitvoeren van eventuele vervolginspecties. Het begrip handhaving is in dit document gereserveerd voor de fase waarin het ‘gewone’ toezicht niet heeft geleid tot naleving en er juridische stappen worden ondernomen tegen de overtreder. 19 voorbeeld 3 De vooringevulde aangifte: betere dienstverlening door basisregistraties onder de motorkap Het invullen van de belastingaangifte is voor ‘de gemiddelde burger altijd een hele klus’ geweest Het bijeenzoeken van veel papieren en daarna het correct invoeren van de gegevens daaruit. De Belastingdienst won daarnaast in toenemende mate ter controle haar eigen gegevens in. Meer en meer zat de burger in te voeren wat de Belastingdienst al wist. Door onder meer de invoering van het burgerservicenummer (en zijn voorganger het sofienummer), door de koppeling van de basisregistratie Waarde Onroerende Zaken (WOZ) aan de GBA en door het gebruik van het BSN in de werkgeversaangiften werd het mogelijk de door de Belastingdienst ingewonnen gegevens zo trefzeker aan elkaar te koppelen dat deze als vooringevulde aangifte konden worden aangeboden aan de burger. Deze controleert nu vooral en hoeft veel minder in te voeren. De waardering voor deze verbetering in de dienstverlening is groot. De Belastingdienst krijgt te maken met veel minder niet-relevante verschillen tussen wat de burger zelf invoert en wat men zelf heeft ingewonnen. 20 Relevante gegevens in het NHR zijn de ‘bedrijfsnamen’ (handelsnamen, statutaire naam), de vestigingsadressen, de juridische verhoudingen tussen moeder- en dochterbedrijven en de bestuurlijk verantwoordelijken. De SBI-codes in het NHR bieden een goed startpunt om te bepalen of vestigingen die niet bekend zijn mogelijk vergunningplichtig zijn en of toezicht gewenst is. mate geografisch ontsluit, zijn er geen soorten processen die (verplicht) gebruik van de basisregistratie Topografie noodzakelijk maken. Bronhouder van het Nieuw Handelsregister is de Kamer van Koophandel. De Kamer van Koophandel is tevens verantwoordelijk voor de landelijke voorziening. Het Kadaster is bronhouder en beheerder van de landelijke voorziening. 1.4.3 Basisregistratie adressen en gebouwen (BAG) In de Basisregistratie Adressen en Gebouwen worden gegevens bijgehouden over alle gebouwen en adressen in Nederland. De BAG heeft heel duidelijk twee ‘gezichten’: een administratief gezicht via Adressen en daaraan gerelateerd informatie en een geografisch gezicht via de geometrie van de diverse objecten. Relevante gegevens in de BAG zijn de vastgelegde panden verblijfsobjectgegevens (status, vergund gebruiksdoel, bouwjaar, gebruiksoppervlak). Daarnaast bieden de BAGcoördinaten een uitstekende basis om personen, bedrijven en inrichtingen waarvan een adres bekend is weer te geven op de kaart. Gemeenten zijn bronhouder van de BAG. De landelijke voorziening wordt beheerd door het Kadaster. 1.4.4 Basisregistratie Kadaster (BRK) De Basisregistratie Kadaster bestaat uit een administratief deel waarin onroerende zaken (hoofdzakelijk percelen met opstal(len), maar bijvoorbeeld ook netwerken voor telecom, energie, etc.) en de zakelijke rechten die daarop rusten worden bijgehouden en een geografisch deel (de Kadastrale kaart) waarop de kadastrale grenzen (van percelen, gemeenten, provincies en rijk) zijn afgebeeld. Relevante gegevens in het kadaster zijn vooral de afbakening van percelen en de zakelijke rechten die gelden op deze percelen (eigendomsrecht en andere rechten). Het Kadaster is bronhouder en beheerder van de landelijke voorziening. 1.4.5 Basisregistratie Topografie (BRT) Hoewel de omgevingsdienst informatie in toenemende De relevantie van de de basisregistratie (m.n. TOP10NL) vooral die van het bieden van een kaart-onderlegger voor GIS-toepassingen. 1.4.6 Basisregistratie grootschalige topografie (BGT) De Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) wordt dé gedetailleerde grootschalige basiskaart (digitale kaart) van heel Nederland, waarin op een eenduidige manier de ligging van alle fysieke objecten zoals gebouwen, wegen, water, spoorlijnen en (landbouw)terreinen is geregistreerd. De Grootschalige Basiskaart Nederland (GBKN) is een voorloper van de BGT. Een aantal bestaande initiatieven, zoals de GBKN gaan op in de BGT. Vanaf 1 januari 2016 is het landsdekkend bestand gereed voor gebruik. Relevante gegevens in de BGT betreffen vooral de kenmerken en geografische positie van (gebouwde) objecten die geen pand zijn volgens de BAG-definities, en die dus niet in de BAG zijn opgenomen. Bronhouders van de BGT zijn gemeenten, provincies, waterschappen, Rijkswaterstaat, Pro Rail, ministerie van Defensie, ministerie van EZ. De beheerder van de Landelijke Voorziening is het Kadaster. 1.4.7 Basisregistratie Waarde Onroerende Zaken (WOZ) De WOZ wordt als tijdelijk van belang beschouwd in afwachting van de BGT. De basisregistratie Waarde Onroerende Zaken bevat gegevens van de onroerende zaak, waarvan op grond van de Wet WOZ de waarde moet worden bepaald en vastgelegd. Momenteel wordt de landelijke voorziening WOZ ingericht. Deze omvat niet alleen de basisregistratie WOZ, maar ook de aanvullende gegevens die de Belastingdienst, de waterschappen en het CBS nodig hebben. De relevantie van WOZ-gegevens is enerzijds gelegen in het vastleggen van niet-BAG objecten. Deze waarde zal afnemen bij de komst van de BGT, omdat deze objecten ook in de BGT 21 komen. Wellicht kunnen ook de WOZ-gebruikscodes en de WOZ-objectafbakening voor omgevingsdiensten relevant zijn Gemeenten zijn bronhouder, het Kadaster is beheerder van de landelijke voorziening. Samengevat In onderstaande tabel is nog eens beknopt weergegeven wat een registratie voor de omgevingsdienst als toegevoegde waarde biedt. Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen de inhoudelijke informatie en de informatie als koppelgegeven. Tabel 1: Belang Basisregistraties Basisregistratie Belang Belang Inhoudelijke gegevens Koppelgegeven GBA --- Identificerende gegevens (naam, BSN) Adres -- BSN als koppelgegeven in zaaksysteem en VTH-applicaties NHR -- Bedrijfsnaam, Handelsnaam, SBI-code, Procuratiehouders Eigenaren/moederbedrijven, Datums oprichting en beëindigen -- KvK-nr en vestigingsnummer voor koppelen VTH informatie en extern uitwisselen gegevens Bouwjaren, vergund gebruiksdoel, status, adres, -- BAG-sleutels als verbindend element tussen: panden, vestigingen, natuurlijke personen, inrichtingen, gebruik etc, intern en extern BAG coördinaten voor geografische weergave zaken, vestigingen, inrichtingen etc. -- BAG -- geometrie panden, adrescoördinaten -- BRK -- Geometrie percelen, Zakelijke rechten --- Kadastrale kaart als onderlegger Kadastraal object als koppelgegeven WKPB -- Kaart als onderlegger voor omgevingsbeeld -- Geen BGT -- Geometrie en objectkenmerken van objecten niet in de BAG (masten, open schuren) -- BGT object ID als koppelgegeven VTH-informatie WOZ -- WOZ-codes voor feitelijk gebruik -- WOZ object-ID, zolang BGT er nog niet is BRT 22 23 2Basisregistraties in de processen van de omgevingsdienst Het gebruik van gegevens uit basisregistraties is niet verbonden aan organisaties, maar aan de taken (en daarmee ook de processen) die een organisatie uitvoert. Hieronder wordt het verband gelegd tussen de behoefte aan gegevens uit de verschillende basisregistraties en de soorten processen die een omgevingsdienst uitvoert. Voor de groepering naar de verschillende soorten processen is de zaaktypecatalogus van Omgevingsdienst Haaglanden gebruikt; dit is de zaaktypecatalogus die voor veel omgevingsdiensten als inspiratiebron heeft gediend voor de eigen processen. Zaaktypen van gelijke aard zijn daarbij geclusterd, waardoor het belang van het gebruik van basisgegevens is beschouwd voor de volgende soorten processen: 1. Advisering over/behandelen van vergunningaanvragen en meldingen 2. Toezicht 3. Handhaving 4. Bezwaar en beroep 24 In de matrix die volgt op dit hoofdstuk is, in overleg met de aan de projectgroep deelnemende omgevingsdiensten, een ruwe schatting gemaakt van het aantal raadplegingen van de verschillende basisregistraties voor de verschillende processoorten. Omdat omgevingsdiensten verschillen in omvang en profiel van opdrachtgevers, is voor de raming van de aantallen uitgegaan van een omgevingsdienst die ten minste een gemeente met circa 100.000 inwoners of meer tot zijn opdrachtgevers mag rekenen. 2.1 Behandeling van - of advisering over vergunningaanvragen en meldingen 2.1.1 Basisregistratie Personen (BRP) Voor de uitvoering van het basistakenpakket (met name milieutaken) zullen omgevingsdiensten vooral te maken hebben met niet-natuurlijke personen (zie hieronder) en in geringe mate met natuurlijke personen. Het overgrote deel van vergunning- of meldingplichtige milieuactiviteiten wordt immers door bedrijven uitgevoerd. Voert de omgevingsdienst ook aanvullende taken uit zoals het behandelen van vergunningaanvragen en meldingen voor bouwactiviteiten, activiteiten die betrekking hebben op de drank- en horecawet of activiteiten die vallen onder de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), dan zal het aantal vergunningaanvragen en meldingen door natuurlijke personen aanzienlijk toenemen. 2.1.2 Nieuw Handelsregister (NHR) Voor de uitvoering van het basistakenpakket (met name milieutaken) zullen omgevingsdiensten hoofdzakelijk te maken hebben met niet-natuurlijke personen. In een zeer beperkt aantal situaties zullen natuurlijke personen vergunningen aanvragen of meldingen doen. Als de omgevingsdienst ook belast is met de behandeling van vergunningaanvragen en meldingen voor andere domeinen (bouw, drank en horeca en/of APV) zal het overgrote deel van de aanvragen en meldingen nog steeds afkomstig zijn van niet-natuurlijke personen, maar zullen ook vaker natuurlijke personen initiator zijn van dergelijke zaken. 2.1.3 Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) Voor de uitvoering van taken uit het basistakenpakket is de rol van de BAG voor omgevingsdiensten beperkt. Uiteraard is het van belang de activiteit(en) waarvoor een vergunning wordt aangevraagd, te relateren aan de authentieke adresgegevens en, indien van toepassing, de activiteit te toetsen aan het gebruiksdoel van het verblijfsobject waarin de activiteit plaatsvindt. Dit geldt overigens ook voor alle andere activiteiten. Door het leggen van de relatie tussen adres/pand en vergunde of gemelde activiteit, vormt de BAG wel een stevige basis voor het geografisch ontsluiten van informatie. Daarnaast is de verwachting dat het in de toekomt van toenemend belang wordt om de op basis van de identificatienummers in de BAG-vergunninggegevens uit te wisselen. Als de omgevingsdienst ook taken uitvoert die betrekking hebben op bouwactiviteiten, is de BAG een onontbeerlijke registratie die zowel afnemend wordt gebruikt voor het verkrijgen van zicht op de locatie van de geplande of gemelde activiteiten, als moet worden gevoed door de omgevingsdienst met geplande en gerealiseerde bouwwerken, alsmede met (verzoeken om) besluiten over de uitgifte van nieuwe adressen (nummerbesluiten). Voor vergunningverlening in het kader van drank- en horecaenof APV-activiteiten, is de BAG wederom vooral van belang voor het leggen van de relatie tussen de activiteit en het adres/pand. 2.1.4 Basisregistratie Kadaster (BRK) Voor vergunningverlening en advisering die betrekking heeft op de basistaken van de omgevingsdienst, moet de dienst in een aantal gevallen beschikken over kadastrale gegevens. Dit is met name het geval voor zaken die betrekking hebben op bodemverontreiniging, maar kan ook van belang zijn voor het toetsen van aanvragen en meldingen aan milieuzonering met betrekking tot geur, stof, geluid, etc. Indien een omgevingsdienst ook vergunningaanvragen en meldingen behandelt die bouwactiviteiten betreffen, is het gebruik van gegevens uit de Basisregistratie Kadaster vanzelfsprekend. Voor processen die betrekking hebben op drank- en horecaactiviteiten, resp. APV-activiteiten is het gebruik van de Basisregistratie Kadaster niet nodig. 2.2Toezicht 2.2.1 Basisregistratie Personen (BRP) Toezicht dat voortvloeit uit het basistakenpakket zal – net als bij vergunningverlening – vooral betrekking hebben op bedrijfsmatige activiteiten. Het toezicht op activiteiten van natuurlijke personen (bijvoorbeeld ondergrondse tank, 25 voorbeeld 4 Gegevens over gebouwen overzichtelijk bij elkaar: digitaal woningdossier Nijmegen Gegevens over gebouwen, percelen en de directe omgeving worden bijgehouden in verschillende registraties. Een deel van de gegevens kan worden gevonden in het Kadaster, een ander deel in de gemeentelijke dossiers aangaande vergunningen, bodemverontreiniging en riolering. Burgers en bedrijven hebben daar last van, bijvoorbeeld bij het aanvragen van vergunningen of bij de oriëntatie op de aankoop van een huis. De gemeente Nijmegen brengt deze gegevens bij elkaar in één publiek toegankelijk webportaal. Ook hier spelen de basisregistraties en hun onderlinge koppelingen onder de motorkap een belangrijke rol. Deze bieden de mogelijkheid de gegevens uit de diverse systemen aan elkaar te koppelen. Van belang in deze toepassing is dat ook de relevante documenten bij de vastlegging in documentmanagementsystemen en archiefsystemen worden gekoppeld aan de basisregistraties. Zodoende kan de gebruiker niet alleen een korte melding zien van een feit of vergunning, maar ook direct de (publiek toegankelijke) achterliggende documenten inzien. 26 aanleg warmte- en koudeopslag) zal zeer beperkt zijn. Indien het takenpakket van de omgevingsdienst ook toezicht en handhaving omvat voor bouw-, horeca- of APVgerelateerde activiteiten, dan zal de dienst frequenter met natuurlijke personen te maken hebben. Omdat de activiteiten die natuurlijke personen uitvoeren – het oprichten van een bouwwerk, het houden van een evenement – veelal geen doorlopend karakter hebben, is het toezicht op zo’n activiteit in de regel beperkt tot één of enkele controles in een relatief kort tijdbestek. Naast de bovengenoemde gevallen, waar het toezicht betreft op activiteiten die een natuurlijk persoon uitvoert, kan een natuurlijk persoon ook toezicht initiëren, met name door het indienen van een (milieu)klacht. Om de drempel voor het melden van (milieu)klachten zo laag mogelijk te houden (in principe kan anoniem een klacht worden ingediend), kiezen veel omgevingsdiensten ervoor de gegevens van de melder niet te betrekken uit (of te verifiëren met) gegevens uit de basisregistratie personen. 2.2.2 Nieuw Handelsregister (NHR) De uitvoering van toezichttaken uit het basistakenpakket door de omgevingsdienst hebben voor een groot deel betrekking op activiteiten van niet-natuurlijke personen. In veel gevallen betreft het dan activiteiten met een langlopend of continu karakter. Door de jaren heen zal de omgevingsdienst frequent controleren of de niet-natuurlijke persoon de activiteiten uitvoert conform de voorschriften. Ook eventuele toezichttaken van de omgevingsdienst die betrekking hebben op andere domeinen (bouw, drank en horeca en APV) zullen vaak activiteiten van niet-natuurlijke personen betreffen. Bouw- en APV-activiteiten hebben in de regel geen doorlopend karakter, activiteiten waarop de drank- en horecawet van toepassing is, wel. Uiteraard kunnen niet-natuurlijke personen, net als natuurlijke personen, ook toezicht initiëren door het indienen van een (milieu)klacht. Daarnaast initiëren niet-natuurlijke personen toezicht door het melden van ongewone voorvallen (een verstoring in een bedrijfsproces met (dreiging van) milieuschade). Tot slot kunnen de gegevens uit het NHR een belangrijke bron zijn voor analyseactiviteiten ten behoeve van informatiegestuurd toezicht. Door te onderzoeken welke nieuwe niet-natuurlijke personen zich hebben gevestigd, welke nieuwe activiteiten (o.b.v. SBI) door niet-natuurlijke personen worden uitgevoerd, kan veel gerichter aandacht worden geschonken aan vergunning – en meldingplichtige activiteiten. Ook bij het opvragen van de bevindingen over een bedrijf bij andere inspecties, middels Inspectieview, speelt het gebruik van de NHR-sleutels een belangrijke rol. 2.2.3 Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) Voor een omgevingsdienst die louter toezichttaken uitvoert die binnen het basistakenpakket vallen, zijn gegevens uit de BAG vooral relevant voor het vinden van de locatie waarop bepaalde activiteiten worden uitgevoerd en het relateren van bevindingen aan die locatie. Indien de omgevingsdienst ook toezichttaken uitvoert die betrekking hebben op bouwactiviteiten, worden BAG-gegevens zowel afgenomen (plangegevens) als aangeleverd (realisatiegegevens). BAG-gegevens stellen een omgevingsdienst ook in staat actief te controleren op illegale bouwwerken. Voor overige toezichttaken (drank- en horeca, APV) is de BAG vooral weer van belang voor het leggen van de relatie tussen bevindingen en locatie. 2.3Handhaving 2.3.1 Basisregistratie Personen (BRP) Vanzelfsprekend geldt voor handhaving door de omgevingsdienst dezelfde relatie met natuurlijke personen als voor toezicht: als de omgevingsdienst louter basistaken uitvoert, zal handhaving zich vooral richten op strijdigheden die activiteiten van niet-natuurlijke personen betreffen. Als de omgevingsdienst ook handhavingstaken uitvoert die betrekking hebben op bouw-, horeca en/of APV-activiteiten, dan zal dat vaker (ook) activiteiten van natuurlijke personen betreffen. Echter, ook als de handhaving zich richt op activiteiten van een niet-natuurlijk persoon, kunnen de gegevens van natuurlijke personen – denk aan die van bestuurders of leidinggevenden – van belang zijn. Zo kunnen functionarissen, als het vermoeden bestaat van onbehoorlijk bestuur, nalatigheid of verwijtbaar handelen, ook persoonlijke aansprakelijk worden gesteld. Tot slot kunnen natuurlijke personen in een heel andere rol betrokken zijn in handhavingszaken, namelijk als verzoeker 27 voorbeeld 5 Bestuurlijke handhaving? Neem geen risico’s, maak gebruik van de beschikbare basisregistraties Als een ondernemer overtredingen begaat dan kan dit uiteindelijk leiden tot een bestuurlijk handhavingstraject. Als het zover komt is het belangrijk dat je als omgevingsdienst de juridische risico’s minimaliseert. Daar hoort ook het gebruik van de relevante basisregistraties door de jurist bij. Met welke onderneming heb je te maken? Wie moet je aanschrijven en op welk adres? Deze vragen kun je alleen maar met voldoende zekerheid beantwoorden als je gebruik maakt van het NHR en het GBA. Wordt er een dwangsom opgelegd dan kan gebruik worden gemaakt van de BRK om te achterhalen op welke onroerende bezittingen beslag kan worden gelegd. 28 om handhaving. In afwijking van de (milieu)klacht verzoekt in dergelijke zaken een persoon om een formeel besluit van het bestuursorgaan om wel of niet over te gaan tot handhaving. Gelet op de formele rol die de verzoeker om handhaving in zo’n zaak bekleedt, is het van belang daarvoor de gegevens uit de Basisregistratie Personen te gebruiken. 2.3.2 Nieuw Handelsregister (NHR) Het spreekt vanzelf dat voor handhaving een zelfde relatie geldt met niet-natuurlijke personen als voor toezicht: dit is veruit de meest dominante groep waarmee de omgevingsdienst te maken krijgt in handhavingszaken. Niet-natuurlijke personen kunnen ook handhaving initiëren door het indienen van een handhavingsverzoek. 2.3.3 Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) In lijn met de toezichttaken zal de BAG-handhaving die betrekking heeft op het basistakenpakket vooral ondersteunen in het relateren van de handhavingsacties aan de juiste locatie. Dit geldt ook voor handhaving die betrekking heeft op drank- en horeca en APV-activiteiten. Voor handhaving die betrekking heeft op bouwactiviteiten is de BAG enerzijds van belang voor afname van gegevens (denk aan de plangegevens), maar moet deze anderzijds ook worden gevoed uit de handhavingsprocessen (bijvoorbeeld bij intrekken van vergunning, afzien van bouw, sloop van gebouwd object). 2.3.4 Basisregistratie Kadaster (BRK) Met name voor handhaving die betrekking heeft op de bodemtaken van de omgevingsdienst, kunnen gegevens uit de Basisregistratie Kadaster noodzakelijk zijn. Het betreft dan, naast de administratieve gegevens, ook de akten: daarin kunnen afspraken zijn vastgelegd over de aansprakelijkheid van de eigenaar en/of voormalige eigena(a)r(en) voor eventuele verontreiniging van de bodem. Daarnaast kan de Basisregistratie Kadaster worden ingezet voor beslaglegging ter ondersteuning van handhavingssancties, zoals de invordering van dwangsommen of het kostenverhaal van bestuursdwang. 2.4 Zienswijze, bezwaar, beroep 2.4.1 Basisregistratie Personen (BRP) Zoals uit het bovenstaande blijkt, zullen omgevingsdiensten in een groot aantal gevallen vergunningen verlenen voor, of toezicht houden op, activiteiten van niet-natuurlijke personen. Toch kunnen ook in dergelijke gevallen, waarin de zaak zich op het eerste gezicht lijkt te beperken tot de overheid en de niet-natuurlijke persoon die de activiteiten uitvoert, natuurlijke personen een rol spelen, namelijk die van ‘derde belanghebbende’. Immers, voor een ieder van wie het belang rechtstreeks bij een besluit betrokken is, staan mogelijkheden open dat belang te laten meewegen in, dan wel toetsen aan, het – al dan niet voorgenomen – besluit. Afhankelijk van de gevolgde procedure geschiedt dat door het indienen van een zienswijze op een voorgenomen besluit, het maken van bezwaar tegen een genomen besluit of het instellen van beroep tegen een genomen besluit. Deze mogelijkheden staan open voor zowel niet-natuurlijke als natuurlijke personen. De plaats waar zij woonachtig dan wel gevestigd zijn is daarbij wel/niet/soms relevant. 2.4.2 Nieuw Handelsregister (NHR) Omdat de meeste adviezen of besluiten van de omgevingsdienst betrekking hebben op de activiteiten van niet-natuurlijke personen, ligt het in de rede dat het ook die niet-natuurlijke personen zijn die een zienswijze indienen tegen een voorgenomen besluit, bezwaar maken tegen een genomen besluit of beroep instellen tegen een genomen besluit. Diezelfde mogelijkheden liggen voor niet-natuurlijke personen open in de rol van ‘derde belanghebbende’. Zie voor een uitleg daarvan ‘Zienswijze, bezwaar, beroep’ bij de basisregistratie Personen. 2.4.3 Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) Voor het behandelen van een zienswijze, bezwaar of beroep zal de BAG vooral ondersteunend worden gebruikt voor het schetsen van de situatie op de locatie waarop het besluit zich richt. Indien als gevolg van een zienswijze, bezwaar of beroep het - voorgenomen - besluit wordt herzien, kan dit ook betekenen dat BAG gegevens moeten worden gewijzigd. Dit geschiedt normaal gesproken binnen of conform de procedure waarin het oorspronkelijke besluit werd genomen. 29 voorbeeld 6 De keten sociale uitkeringen, werk en inkomen (SUWI): raadplegen van elkaars gegevens In de SUWI-keten hebben de diverse partners grote behoefte aan het inzien van elkaars gegevens. De sociale dienst moet bij het verstrekken van een uitkering inzicht hebben welke uitkeringen UWV en SVB hebben verstrekt, welke gegevens bij de Belastingdienst bekend zijn, etc. De keten heeft daarom de afgelopen twintig jaar stapsgewijs gewerkt aan het verbeteren van de gegevensuitwisseling. Het burgerservicenummer (BSN) neemt hierin een belangrijke plaats in. Het vormt de sleutel in de gegevensuitwisseling; alle SUWIpartners koppelen de eigen gegevens aan het BSN. (waarbij overigens naam en geboortedatum nog wel als controlegegeven worden gebruikt). Middels de voorziening Suwinet kunnen de ketenpartners nu eenvoudig elkaars gegevens raadplegen, waarbij de gegevens aan de bron blijven en niet worden gekopieerd bij de afnemer. Daarbij zijn niet alleen afspraken gemaakt over het gebruik van het BSN, maar ook over een groot aantal andere gegevens (vastgelegd in een gegevenswoordenboek) en standaarden voor gegevensuitwisseling. Voor alle niveaus in de keten – strategisch, tactisch, operationeel – is de governance ingericht. Dit voorbeeld illustreert hoe basisregistraties een cruciale rol kunnen spelen in het uitwisselen van niet-basisregistratie gegevens. Het maakt ook duidelijk dat deze uitwisseling van gegevens alleen effectief wordt als alle ketenpartners de basisregistratie sleutels gebruiken én afspraken maken over de andere aspecten van gegevensuitwisseling. 30 2.5 Gebruik van overige basisregistraties 2.6Conclusie Het gebruik van onderstaande basisregistraties is niet opgenomen in de voorgaande paragrafen. Omgevingsdiensten kunnen voor alle soorten processen te maken krijgen met natuurlijke personen die in een formele hoedanigheid een rol spelen in die processen. In dergelijke zaken moet de omgevingsdienst gebruik maken van de authentieke gegevens die in de Basisregistratie Personen zijn vastgelegd. 2.5.1 Basisregistratie Topografie (BRT) Er zijn geen processen bij de omgevingsdiensten waarin de gegevens uit de BRT (zoals namen en typeringen van gebieden) verplicht moeten worden gebruikt. Echter, indien de omgevingsdienst bij beslissingen of beleidsadviezen een kaart gebruikt als ondergrond, dan is het gebruik van de BRT hierbij verplicht. 2.5.2 Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) De Basisregistratie Grootschalige Topografie is nog niet operationeel, maar zal een belangrijke basisregistratie zijn voor de processen van de omgevingsdienst. De voornaamste reden hiervoor is dat in de BGT-objecten zullen zijn opgenomen die niet in andere basisregistraties voorkomen, maar wel zeer relevant kunnen zijn voor de taken van de omgevingsdienst. Denk aan kunstwerken, weg-, spoor- en waterdelen, functionele gebieden. Omdat de ontwikkeling van de BGT nog volop gaande is, is het nog niet mogelijk hier de toepassing van gegevens uit de BGT in de verschillende soorten processen te schetsen. 2.5.3 Basisregistratie WOZ Deze registratie wordt momenteel niet gebruikt in de omgevingsdiensten. De landelijke voorziening is in technische zin gerealiseerd, maar nog niet alle gemeenten (bronhouders) zijn hierop aangesloten. De WOZ biedt echter objecten die niet in de BAG te vinden zijn. Het betreft onder ander allerlei bouwwerken die niet aan de BAG-definitie van Pand voldoen. (open schuren en overkappingen, windmolens, electiciteitsmasten etc). Deze objecten zullen wel een plaats krijgen in de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) maar deze basisregistratie zal pas in 2016 beschikbaar komen. Daarnaast biedt de WOZ objectkenmerken die mogelijk voor de omgevingsdiensten van belang kunnen zijn. Vooralsnog is de inschatting dat, gegeven deze informatiebehoefte, kan worden volstaan met incidentele bevraging van de WOZ middels de webservice ‘individuele bevraging’. 2.6.1 Basisregistratie Personen (BRP) 2.6.2 Nieuw Handelsregister (NHR) Het Nieuw Handelsregister is voor de omgevingsdienst de belangrijkste basisregistratie. In het overgrote deel van de processen die de omgevingsdienst uitvoert, vervullen nietnatuurlijke personen een formele rol. De omgevingsdienst zal de authentieke gegevens die daarvoor nodig zijn, moeten betrekken uit het Nieuw Handelsregister. 2.6.3 Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) De BAG is voor de omgevingsdienst een belangrijke basisregistratie, enerzijds voor het relateren van vergunningen, meldingen en toezichtsbevindingen aan adressen en objecten, anderzijds voor het geografisch ontsluiten van dergelijke gegevens. 2.6.4 Basisregistratie Kadaster (BRK) De Basisregistratie Kadaster is voor een aantal taken van de omgevingsdienst van belang en zal in die gevallen verplicht gebruikt moeten worden. Zeker zo belangrijk in processen van de omgevingsdienst, maar geen basisregistratie en daarmee ook geen onderdeel van deze handreiking, is het gebruiken van aan percelen gekoppelde publiekrechtelijke beperkingen. 2.6.5 Overige basisregistraties De Basisregistratie Topografie is voornamelijk relevant als ‘ondergrond’ voor GIS-toepassingen. De Basisregistratie Grootschalige Topografie zal een belangrijke basisregistratie worden voor de processen van de omgevingsdienst. Omdat de ontwikkeling van de BGT nog volop gaande is, is het nog niet mogelijk hier de toepassing van gegevens uit de BGT in de verschillende soorten processen te schetsen. De Basisregistratie WOZ is van beperkt en naar het zich laat aanzien tijdelijk belang voor de omgevingsdiensten. 31 Tabel 2: Belang Basisregistraties en behoefteanalyse Basisregistratie Belang Proces (clusters) Behoefteanalyse Volume van gebruik (per jaar, o.b.v. 100K inwoners) GBA NHR Inhoudelijke Gegevens -- Identificerende gegevens (naam, BSN) -- Adres Vergunningverlening (incl. advisering wettelijke taken) Milieu: tientallen BWT: duizenden AVP: honderden Koppelgegeven -- BSN als koppelgegeven in zaaksysteem en VTH-applicaties Toezicht M: tientallen B: duizenden A: honderden Handhaving M: enkele B: tientallen A: enkele Bezwaar en Beroep M: enkele B: tientallen A: enkele Vergunningverlening Advisering M: honderden B: honderden A: tientallen Toezicht M: duizenden B: honderden A: tientallen Handhaving M: tientallen B: enkele A: enkele Bezwaar en Beroep M: enkele B: enkele A: enkele Inhoudelijke gegevens -- Bedrijfsnaam -- Handelsnaam -- SBI-code -- Procuratiehouders -- Eigenaren/moederbedrijven -- Datums oprichting/beëindigen Koppelgegeven - KvK-nr en vestigingsnummer voor intern en extern uitwisselen gegevens BAG BRK Inhoudelijke gegevens -- Bouwjaren -- Gebruiksdoel -- Status -- Adres -- Geometrie panden -- Adrescoördinaten Vergunningverlening Advisering M: honderden B: duizenden A: enkele Toezicht M: enkele B: duizenden A: enkele Handhaving Koppelgegeven -- BAG-sleutels als verbindend element tussen: panden, vestigingen, inricht-ingen, gebruik etc M: geen B: enkele A: geen Bezwaar en Beroep M: enkele B: enkele A: geen Vergunningverlening Advisering M: honderden B: honderden A: geen Toezicht M: geen B: geen A: geen Handhaving M: enkele B: enkele Bezwaar en Beroep M: enkele B: enkele A: geen? Algemeen BRT is in de meeste processen relevant als ‘ondergrond’ weergave van zaken en objecten op de kaart Algemeen BGT wordt zeer relevant voor de omgevingsdiensten, maar is nu nog in ontwikkeling. Daarom behoefte niet in detail geanalyseerd Algemeen Verwacht belang gering (zie H@@). Daarom behoefte niet in detail geanalyseerd Inhoudelijke gegevens -- Geometrie percelen -- Zakelijke rechten Koppelgegeven -- Kadastrale kaart als onderlegger -- Kadastraal object als koppelgegeven WKPB BRT Inhoudelijke gegevens -- Kaart als onderlegger voor omgevingsbeeld Koppelgegeven -- Geen BGT Inhoudelijke gegevens -- Geometrie en objectkenmerken van objecten niet in de BAG (masten, open schuren) Koppelgegeven - BGT object ID als koppelgegeven VTH informatie WOZ Inhoudelijke gegevens -- WOZ codes voor feitelijk gebruik Koppelgegeven -- WOZ object ID, zolang BGT er nog niet is 32 Frequentie van gebruik Enkelvoudig/ massaal Benodigde Actualiteit Afnemers indicatie* bij actieve relaties dag Enkel M: dag B: dag A: dag Ja dag enkel M: dag B: dag A: dag Ja week enkel M: dag B: dag A: dag Ja week enkel M: dag B: dag A: dag Ja dag enkel (meestal) + massaal (omgeving-sanalyse) M: dag B: dag A: dag (massaal: maand) Ja dag enkel massaal (analyse) M: dag B: dag A: dag massaal: mnd) Ja week enkel M: dag B: dag A: dag Ja maand enkel M: dag B: dag A: dag Ja dag Enkel + massaal (analyse en GEOweergave) M: dag B: dag A: dag Ja (voor BWT) dag enkel massaal (analyse) M: dag B: dag A: dag Ja (voor BWT) maand enkel M: dag B: dag A: dag Ja (voor BWT) maand enkel M: dag B: dag A: dag Ja (voor BWT) dag enkel M: dag (WKPB) B: dag (WKPB) Ja nvt nvt nvt nvt Dag enkel M: dag B: dag Ja Maand enkel M: dag B: dag Ja Nee Onbekend Onbekend 33 3 Afnemen van basisregistratiegegevens In het voorgaande hoofdstuk is de relevantie van de verschillende basisregistraties voor de omgevingsdienstprocessen in beeld gebracht. Dit hoofdstuk gaat in op de wijze waarop de omgevingsdiensten de gegevens uit 3 basisregistraties kunnen afnemen . landelijke voorzieningen. Deze worden kort beschreven, waarna wordt ingegaan op de vraag welke van de producten het meest geschikt is gegeven de aard van de behoefte van de omgevingsdiensten, zoals beschreven in hoofdstuk 2 en tabel 2. Allereerst gaan we in op de verschillende routes die bestaan voor het afnemen van basisgegevens. Vervolgens wordt nader gekeken naar de mechanismen die afnemers kunnen kiezen voor het afnemen van basisregistraties. Deze mechanismen worden alle ondersteund door de landelijke voorzieningen, maar ook sectorale knooppunten en commerciële leveranciers zullen deze mechanismen (deels) ondersteunen. Tenslotte wordt concreet ingezoomd op de producten die beschikbaar worden gesteld vanuit de 3 Het woord afnemen heeft in dit document betrekking op alle varianten die bestaan voor afnemers om toegang te krijgen tot de gegevens uit basisregistratiegegevens. Het woord afnemen omvat dus zowel het ‘raadplegen’ of inzien (middels webportalen) als het ‘inlezen’ van gegevens (middels webservices of gegevensbestanden). 34 3.1 Routes voor het afnemen van basisgegevens In principe staan omgevingsdiensten drie routes ter beschikking voor het afnemen van basisgegevens. De voor en nadelen van deze routes worden beschreven: 1. Afnemen van de opdrachtgevers, te weten de gemeenten en provincies. 2. Afnemen van de landelijke voorzieningen die beschikbaar zijn gesteld door de afzonderlijke basisregistraties. 3. Afnemen van een sectoraal knooppunt of van commerciële leveranciers. 3.1.1 Afnemen van de opdrachtgever De taken van de omgevingsdienst zijn uitgeplaatste taken, die voorheen bij de betreffende bevoegde gezagen (gemeente, provincie) werden uitgevoerd. In principe moeten dus alle voor die taakuitvoering relevante (basis)gegevens bij de opdrachtgever beschikbaar zijn. Door toegang te krijgen tot de gegevens bij de betreffende opdrachtgever, kan de omgevingsdienst een actuele taak uitvoeren op basis van dezelfde gegevens als waar de opdrachtgever over beschikt. Daarbij kan men denken aan twee varianten, namelijk inzien (handmatig) en ophalen (geautomatiseerd). Een voordeel van deze route kan zijn dat de opdrachtgever niet alleen de basisgegevens maar ook aanvullende gegevens (zgn. ‘plusgegevens’) registreert en wellicht zou kunnen verstrekken. Dit geldt met name voor die registraties waarde opdrachtgever zelf de bronhouder is voor de betreffende basisregistratie, dat wil zeggen bij de BAG en bij de WOZ. Complicerend voor deze wijze van het benaderen van basisgegevens is dat de omgevingsdienst meerdere opdrachtgevers heeft en dat de te raadplegen gegevens zich (in potentie) bij elk van de opdrachtgevers in meerdere systemen bevinden. Voor de variant ‘inzien’ betekent dit dat medewerkers van de omgevingsdienst met meerdere aunthenticatieen autorisatievoorzieningen te maken krijgen, alvorens ze toegang krijgen tot de gewenste informatie. Daarbij impliceert deze variant dat gegevens handmatig moeten worden overgenomen in de eigen systemen; dit is foutgevoelig en arbeidsintensief. 4 Voor de variant ‘geautomatiseerd ophalen’ geldt dat deze In de praktijk lastig te realiseren zal zijn. Meerdere opdrachtgevers zullen de basisgegevens vanuit (in potentie) meerdere systemen beschikbaar moeten maken voor afname door de omgevingsdienst. Dit zal niet alleen leiden tot een zeer groot aantal koppelingen (realtime) of export-importscenario’s (frequente actualisatie), maar ook technische eisen stellen aan beschikbaarheid (bijvoorbeeld 24 x 7), interoperabiliteit (geen ‘breuk’ van uitwisseling bij softwareupdates, etc.). De route basisgegevens betrekken van de opdrachtgever zal in de regel onuitvoerbaar of tenminste zeer inefficiënt zijn voor het afnemen van gegevens uit basisregistraties. Enkel voor het afnemen van ‘plusgegevens’ kan het zinvol zijn deze route te verkennen. 3.1.2 Afnemen uit landelijke voorzieningen Alle basisregistraties beschikken over landelijke voorzieningen voor het beschikbaar stellen van basisgegevens. Afnemen van deze landelijke voorzieningen heeft voor de omgevingsdiensten het voordeel dat men de gegevens uit een individuele basisregistratie in één keer kan afnemen voor 4 het gebied dat alle opdrachtgevers omvat . Afnemers hebben bij het afnemen van gegevens van de landelijke voorzieningen de keuze uit een breed scala aan producten met eigen kenmerken. Bij de keuze voor één of meer van deze producten moeten de functionele eisen van de afnemer – voortkomend uit de wijze waarop de afnemer de gegevens wil gebruiken in zijn processen – worden afgewogen tegen zaken als complexiteit, beheerlast en kosten. Zoals genoemd in de bovenstaande paragraaf is een nadeel van deze route dat eventuele ‘plusgegevens’ die de door de bronhouders worden geregistreerd niet beschikbaar zijn in de landelijke voorzieningen. Een voordeel van deze route voor afnemen betreft uiteraard de kosten: deze voorzieningen worden in toenemende mate kosteloos beschikbaar gesteld aan publieke organisaties. Een landelijke voorziening die de gegevens uit alle basisregistraties aanbiedt bestaat niet en deze zal er, hoewel er in het verleden over is gesproken, naar alle waarschijnlijkheid niet komen. Een dergelijke voorziening is bestuurlijk, juridisch en technisch dermate complex dat dit streven niet meer als realistisch wordt gezien. In plaats daarvan gaan de gedachten nu uit naar sectorale knooppunten. Een belangrijk argument daarbij is dat dit de mogelijkheid biedt om de gegevens uit basisregistraties gezamenlijk met gegevens uit andere externe bronnen integraal te ontsluiten, toegesneden op de behoeften en standaarden in de sector. 35 voorbeeld 7 Basisregistraties bieden sleutel tot samenwerken met de ketenpartners De omgevingsdienst is niet de enige toezichthoudende instantie die een bedrijf controleert. Door gebruik te maken van de inspectieresultaten van andere toezichthoudende instanties is het mogelijk effectiever op te treden. Met dit doel is de nieuwe voorziening ’InspectieView Milieu’ ontwikkeld, in nauw overleg met de omgevingsdiensten DCMR en OZHZ, het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen, de politie en de Inspectie Leefomgeving en Transport. Inspectieview Milieu is een virtueel dossier waarin inspecteurs informatie over inspectieobjecten kunnen raadplegen. Deze informatie is voor toezichthouders en handhavers toegankelijk via een beveiligde website. De informatie, zoals de resultaten van inspecties, is afkomstig van de inspectiediensten die hun data hiervoor beschikbaar stellen. Het bestaat uit twee voorzieningen: ‘Inspectieview Milieu’ en ‘InspectieView Milieu Bulk’ Inspectieview Milieu; hiermee kan een organisatie gegevens opvragen over één inspectieobject. Dit levert een virtueel dossier op met daarin de inspectieresultaten van één bedrijf, afkomstig van alle aangesloten inspectiediensten. Inspectieview Milieu Bulk; hiermee kan een organisatie één groot (bulk)bestand opvragen met inspectiegegevens van meerdere objecten. Dit bulkbestand kan vervolgens met een rapportagetool (Cognos, SPSS, etc.) worden bewerkt en geanalyseerd. Bij het gebruik van Inspectieview Milieu blijkt duidelijk de noodzaak van het gebruik van basisregistraties. De naam waaronder een bedrijf bij verschillende instanties is geregistreerd blijkt vaak verschillend. Ook in de schrijfwijze van een adres zijn variaties mogelijk. De gebruiker van inspectieview mist daardoor relevante resultaten, of krijgt juist gegevens van andere (min of meer gelijknamige) bedrijven te zien. Door gebruik te maken van de basisregistraties worden dit soort verschillen voorkomen en wordt effectief samenwerken mogelijk. 36 3.1.3 Afnemen van sectorale knooppunten en commerciële leveranciers Afgezien van de landelijke voorzieningen van de basisregistraties staan de afnemers nog twee kanalen ter beschikking om landelijk gegevens af te nemen, namelijk afnemen via sectorale knooppunten of van (semi) commerciële partijen. Sectorale knooppunten Een aantal overheden ontwikkelt momenteel ‘generieke koppelpunten’ voor het ontsluiten van basisregistraties. Dergelijke ontwikkelingen lopen onder meer bij het ministerie van IenM, Rijkswaterstaat, de Veiligheidsregio’s, ministrie van EZ en de provincies. Ook moet in dit verband worden gewezen op Publieke Dienstverlening op de Kaart (PDOK) dat een landelijk knooppunt vormt voor georegistraties. Deze koppelpunten reduceren de externe complexiteit voor de afnemers: deze hebben immers dan nog maar met één of minder koppelvlak(ken) en bijbehorende standaarden te maken, in plaats van met meerdere. Tevens kunnen deze sectorale knooppunten services bieden die niet door de landelijke voorzieningen worden geboden. De omgevingsdiensten zullen niet op alle bovengenoemde sectorale knooppunten kunnen aansluiten, aangezien de meeste zijn gericht op het eigen domein. De volgende zijn wel relevant voor de omgevingsdiensten. PDOK PDOK biedt een groot aantal publiek beschikbare webservices voor de ontsluiting van de geo-basisregistraties. Vrijwel alle datasets in PDOK zijn vrij beschikbaar voor overheden. Basisregistraties als BGT en (wellicht) de BAG zullen in de toekomst alleen nog worden ontsloten via PDOK. Ook biedt PDOK mogelijkheden om middels zogenaamde ATOM-feeds complete geo-datasets te downloaden. SKP Het Sectoraal Koppelpunt Provincies (SKP) is voor de omgevingsdiensten relevant, omdat zij vanwege hun provinciale taken aansluiting kunnen krijgen op dit knooppunt. Het SKP ontsluit momenteel (Q1 2014) de GBA, het NHR en de BAG. Een traject om de BRK te ontsluiten is in uitvoering; aanlsuiting op BGT en BRO in de toekomst is voorzien, Het SKP levert de actuele gegevens, opgehaald bij de bron middels bevragings-services, aangeleverd aan afnemers conform digikoppeling (de WUS-variant). Tevens sluit het SKP aan op Digilevering, waarbij het aan afnemers aanvullend de optie biedt om filters in te stellen op de door te leveren digilevering berichten, onder andere op KvK-nummer. Daarnaast levert het SKP op beperkte schaal aanvullende services. Ondermeer ondersteunt het SKP het bevragen van NHR-gegevens op bedrijfsnaam (de services van KvK onderteunen dit niet) en voert het formaat transformaties uit (het SKP ondersteunt BAG-bevragingen in StUF 3.10, de BAG landelijke voorzieining niet). De voorziening biedt geen services voor massale bevragingen en analyses en houdt zelf geen kopiebestanden bij. Wel kan het SKP de BAG-mutatieleveringen doorleveren aan afnemers ten behoeve van hun eigen gegevensmagazijn. De Omgevingsdienst Midden Holland (ODMH ) voert momenteel en traject uit om het SKP te gebruiken voor het bevragen van de BAG. Commerciële leveranciers Commerciële leveranciers bieden een brede en heterogene set producten om basisregistraties te gebruiken. Een aantal leveranciers van voornamelijk gemeentelijke midoffice-systemen biedt oplossingen aan om gegevens uit (bijna) alle basisregistraties te raadplegen of in te lezen, veelal gekoppeld aan een voorziening voor persistente opslag. In deze oplossingen worden veel van de lastige bevragings- , synchronisatie en autorisatie vraagstukken opgelost waar je als afnemer niet mee vermoeid wilt worden. Ook bieden deze systemen vaak uitgewerkte logica voor het in de eigen omgeving verrijken van de ingelezen gegevens. Ook diverse commerciële leveranciers van backofficeapplicaties bieden hiervoor mogelijkheden, maar de indruk is dat deze meestal niet alle basisregistraties dekken. Daarnaast bieden commerciële partijen ook online services voor inzage van gegevens en in sommige gevallen verrijkte gegevenssets. Het gaat buiten de reikwijdte van dit rapport om een totaaloverzicht te bieden. De lezer zal zichzelf via internet moeten oriënteren op de mogelijkheden, en kan daarbij in ieder geval een brede selectie van leveranciers aantreffen in de softwarecatalogus van KING (www.softwarecatalogus.nl). Bij commerciële leveranciers is het zaak goed na te gaan of, en zo ja, welke bewerkingen zij nog uitvoeren op de basisgegevens en hoe ze het onderliggende datamodel hebben geïmplementeerd. Voorbeelden zijn bekend dat de doorleverancier A ingelezen BAG op details afwijkt van de door leverancier B ingelezen BAG, en dat beide systemen alsnog niet goed communiceren. 37 3.1.4 Conclusies aangaande de route van afnemen De conclusie uit bovenstaande paragrafen luidt dat afnemen van de afzonderlijke opdrachtgevers niet de voorkeur geniet voor het afnemen van basisgegevens. Enkel voor ‘plusgegevens’ kan de route via de opdrachtgevers in sommige gevallen zinvol zijn. De landelijke voorzieningen bieden tenminste vanuit kostenoverwegingen de eerst aangewezen route voor het afnemen van basisgegevens. Het SKP biedt een centraal koppelpunt voor routering van bevragingsservices naar de afzonderlijke basisregistraties; de kosten worden omgeslagen over de afnemende partijen. Commerciële leveranciers zijn duurder, maar kunnen soms meer toegesneden producten leveren en daarnaast de omgevingsdienst (tot op zekere hoogte) ontzorgen, met name als het gaat om het in samenhang ontsluiten van basisregistraties. Daarnaast bieden commerciële leveranciers soms meer gegevens dan alleen de basisgegevens. In het vervolg van dit hoofdstuk gaat de aandacht hoofdzakelijk uit naar de mechanismen en producten, geboden door de landelijke voorzieningen. 3.2 Mechanismen voor het afnemen van Basisregistraties Kijkend naar het productaanbod van de landelijke voorzieningen staan de afnemers de volgende mechanismen 5 ten dienste voor het afnemen van de gegevens : 1. Online inzage middels een webportaal. 2. Directe bevraging via webservices. 3. Periodieke gegevenslevering (abonnement). 4. Realtime levering van wijzigingen (abonnement). 5. Eenmalige levering middels bestanden. Deze mechanismen en hun voor- en nadelen worden besproken in de navolgende paragrafen. 5 Sectorale knooppunten en commerciële leveranciers zullen veelal ook een of meer van deze mechanismen ondersteunen, wellicht anders genoemd. 38 Tabel 3: Productaanbod basisregistraties Basisregistratie Aanbod Producten vanuit Basisregistraties Inzage via webportaal Directe bevraging via webservices Herhalende gegevenslevering, tijdsgedreven (abonnement) BRP (voorheen: GBA) - Ad Hoc vraag / verstrekking op verzoek Selectieverstrekking NHR HR inzien In het kort Uittreksel Dataservice Inschrijving Herhalende gegevenslevering, mutatie- of gebeurtenisgedreven (abonnement) Eenmalige uitgestelde gegevenslevering (bestand of bericht) Spontane verstrekking van gegevens Selectie-verstrekking Mutatieabonnement HR Dataservice Berichten via Digilevering Adressenbestand Ad Hoc Adresvraag / adresverstrekking op verzoek Conditionele verstrekking van gegevens Dataservice Vestiging BAG BAG Web BAG bevragen BAG Extract BAG Digilevering BAG extract BAG Viewer BAG WMS (via PDOK) BAG Extract Mutaties (vanaf dd …) BAG Compact BAG WFS (via PDOK) BAG Geocodeerservice (via PDOK) BAG Compact Inspire adressen (WFS/ WMS via PDOK) ?? BRK Kadaster Online KIK inzage BRK-BAG koppeltabel (tijdelijk) Digitale kadastrale kaart (via PDOK) Webservice bestuurlijke grenzen Massale informatie verstrekking (standen, mutaties) Massale informatie verstrekking Digitale Kadastrale Kaart Digitale Kadastrale Kaart (standen, mutaties) BRK levering Stand BRK-levering mutaties (standen, mutaties) BRT ?? WMS (via PDOK) ------ WOZ Webapplicatie individuele bevraging Vraag: is er een abonnementsvorm? Bestandsleveringen BRT ------ Top10NL Top50vector Top25raster Top50raster Top250raster Webservice massale bevraging Abonnementservice Webservice individuele synchrone bevraging 39 Top10NL Top50vector Top25raster Top50raster Top250raster Klassiek Stuf-WOZ bestand (tijdens overgangsfase). voorbeeld 8 De digitale parkeervergunning: makkelijker, sneller en efficiënter Wie kent niet de ‘klassieke’ parkeervergunning: zo’n papiertje geplakt achter de autoruit waarop staat in welk gebied een auto mag parkeren. Een duur en bewerkelijk papiertje, want de processen van aanvragen, beoordelen, verstrekken en verlengen van parkeervergunningen zijn tijdrovend en kostbaar. En dan te bedenken dat vrijwel alle benodigde gegevens reeds beschikbaar zijn bij de overheid: in het kentekenregister, in de GBA en in de BAG. Bovendien zijn deze registraties onderling gekoppeld. Het kentekenregister verwijst naar de GBA (en het NHR), de GBA verwijst naar de BAG. Nijmegen was een van de eerste gemeenten in Nederland die er slaagde het papieren vergunningsproces te elimineren: de aanvraag kan digitaal, en de noodzakelijke gegevens worden opgevraagd in de basisregistraties. Slechts aanvullende gegevens moeten (digitaal) worden aangeleverd door de aanvrager. Ook de papieren vergunning is vervallen: kentekens worden gescand door de parkeerwachter waarna de check op de parkeervergunning digitaal wordt gedaan. Dit voorbeeld illustreert hoe processen door slim gebruik te maken van basisregistraties fundamenteel kunnen worden versimpeld. Makkelijker voor de burger, lagere kosten voor de gemeente. 40 3.2.1 Online Inzage middels webportaal Bij online inzage kan de gebruiker de gegevens handmatig opzoeken en inzien via een webportaal. De gebruiker heeft daarmee altijd de actuele gegevens (real time) beschikbaar. Deze manier van inzien werkt veelal goed voor het inzien van gegeven van individuele objecten of subjecten. Een voordeel van deze manier van ontsluiten is dat geen systeeminvesteringen nodig zijn aan de zijde van de afnemer. Een nadeel is dat de gebruiker de gegevens handmatig moet overnemen in de eigen systemen, hetgeen bewerkelijk is. Deze methode is daarmee geschikt voor laagfrequente bevragingen waarbij de actualiteit van de gegevens van belang is. 3.2.2 Directe bevraging via webservices Het direct (realtime) bevragen van de landelijke voorziening middels webservices levert de meest actuele gegevens die beschikbaar zijn in de betreffende registratie. In een aantal processen kan dit een duidelijke meerwaarde opleveren ten opzichte van periodieke levering. Webservices maken het mogelijk dat de applicaties van de afnemer de gegevens geautomatiseerd, zonder menselijke tussenkomst, kunnen opvragen bij de betreffende basisregistratie, waarbij de gegevens direct (binnen seconden) worden aangeleverd aan de vragende applicatie. Deze kan de gegevens presenteren en/of verwerken in de eigen systemen. In de regel gaat het daarbij om enkelvoudige bevragingen. (Er zijn enkele uitzonderingen, zoals de geografische webservices, die in gewoonlijk op basis van een vraag grotere hoeveelheden data of visualisaties direct aanbieden.) Het gebruik van dit mechanisme vraagt investeringen aan de zijde van de afnemer. (Daarbij moet worden opgemerkt dat het deels investeringen in generieke componenten betreft, die wellicht al aanwezig zijn bij de afnemer en/of die hergebruikt kunnen worden voor toekomstig gebruik van webservices). Vanwege deze investeringen is dit mechanisme vooral geschikt voor grotere hoeveelheden enkelvoudige bevragingen, waarbij actualiteit van de gegevens van groot belang is. Voor processen waar niet de meest actuele gegevens noodzakelijk zijn vormt periodieke levering vaak een prima alternatief. 3.2.3 Tijdsgedreven gegevenslevering (abonnement) Tegenover het realtime bevragen van een landelijke voorziening, staat het periodiek (lees: niet-realtime) actualiseren van de eigen gegevens, op basis van de gegevens die worden betrokken uit een landelijke voorziening. Dit impliceert het structureel opbouwen van een kopiebestand in de eigen omgeving. Het aanleggen van een kopiebestand kan zinvol zijn om een aantal redenen: • Indien de afnemer de gegevens uit basisregistraties wil verrijken (bijvoorbeeld voor het aanleggen eigen kernregister) is het werken met kopiebestanden vaak eenvoudiger. • Indien analyses worden uitgevoerd waarin de gegevens vanuit verschillende basisregistraties en eigen registraties gecombineerd en geselecteerd moeten worden kunnen veelal niet of nauwelijks met services worden gerealiseerd. • Voor geografische weergave van administratieve gegevens bieden de meeste landelijke voorzieningen geen services; een kopie in de eigen omgeving is dan noodzakelijk. • Niet alle services van de landelijke voorzieningen zijn gegarandeerd 24/7 beschikbaar. Een randvoorwaarde bij het werken met kopiebestanden is dat het interval waarmee de gegevens kunnen worden geactualiseerd volstaat voor de gewenste actualiteit bij de afnemer. Ook is het van belang of de risico’s voor het gebruik van (iets) verouderde gegevens aanvaardbaar zijn. Bij het onderhouden van een kopiebestand kan de afnemer kiezen uit twee varianten: • Gebruik van ‘totaalbestand’ of standleveringen, welke de vorige kopie overschrijven. • Gebruik van ‘mutatiebestanden’ welke worden gebruikt om de laatste kopie ‘bij te werken’. Het belangrijkste voordeel van het gebruik van ‘totaalbestanden’ is de eenvoud: gegevens uit een landelijke voorziening worden gekopieerd en de eigen gegevens worden overschreven met de kopie. Hieraan kleven ook twee belangrijke nadelen. Zo’n kopie kan een forse omvang hebben, waardoor het technisch lastig is met een hoge frequentie kopieën te maken en de eigen gegevens daarmee te overschrijven. Maar wellicht nog belangrijker is dat met het sec overschrijven van de eigen gegevens door eerdergenoemde kopie, geen inzicht ontstaat in de gegevens die zijn gewijzigd. Er zullen speciale analyses nodig zijn om dergelijke verschillen aan het licht te brengen. Voor de actualisatie via mutatieberichten gelden precies de omgekeerde voor- en nadelen. Een nadeel is dat de verwerking van mutatieberichten specifieke functionaliteit vergt die de berichten ‘leest’ en de eigen gegevens overeenkomstig muteert. De voordelen laten zich raden. Actualisatie via mutatieberichten is veel minder volumineus en geeft de afnemer een helder beeld van de wijzigingen die hebben plaatsgevonden. Op basis van dat laatste kan een afnemer – zonder verdere analyse – proactief actie ondernemen. Dit geeft de afnemer ook de mogelijkheid 41 voorbeeld 9 Digitale dienstverlening aan burgers: hoe zoiets simpels als een adressentabel van belang is voor het succes Veel gemeenten in Nederland zijn al enkele jaren flink bezig om de elektronische dienstverlening aan burgers en bedrijven uit te bouwen en te verbeteren. Een middelgrote gemeente startte enige tijd geleden met het via internet kunnen aanvragen van het ophalen van grofvuil. Hiervoor was het nodig GBA-informatie (het woonadres van de aanvrager, beschikbaar na inloggen met DigID) te koppelen aan informatie van de reinigingsdienst. Helaas gingen beide systemen niet uit van dezelfde adresgegevens: het systeem van de reinigingsdienst kende een aantal adressen niet en accepteerde die aanvragen dus niet. (‘Het adres Jan van Kauweplantsoen 30 A 2 is niet bekend in ons systeem’) Daardoor zouden enkele honderden burgers dit elektronische loket niet hebben kunnen gebruiken. Ze dachten dat hun aanvraag correct was verwerkt, maar in de keten ging deze verloren. Uiteraard een zeer ongewenste situatie. De gemeente heeft in de periode daarop de diverse gemeentelijke systemen, waaronder het betreffende systeem van de reinigingsdienst, aangesloten op de BAG middels een gegevensdistributiesysteem. Dit voorbeeld maakt duidelijk dat het realiseren van robuuste elektronische dienstverlening alleen mogelijk is indien alle systemen uitgaan van dezelfde, eenduidige brongegevens. 42 om niet elke mutatie onverkort door te voeren. Soms moeten mutaties worden gesignaleerd en pas nadat ze door mensenogen zijn bekeken, worden doorgevoerd, van sommige mutaties moet historie worden bijgehouden, etc. 3.2.4 Mutatie- of gebeurtenisgedreven gegevenslevering (abonnement) Bij realtime levering van wijzigingen worden de wijzigingen in de basisregistratie direct doorgegeven aan de afnemers. Hierbij kan onderscheid gemaakt worden naar de levering van mutaties en gebeurtenissen: • Een mutatie is de wijziging van een bepaald gegeven in de basisregistratie. Het vestigingadres van bedrijf X is veranderd van adres A naar adres B. Vanzelfsprekend is dit gegeven relevant voor een omgevingsdienst die toezicht houdt op het betreffende bedrijf. De mutatie ‘an sich’ geeft echter niet altijd inzicht in de reden voor deze mutatie. Is het bedrijf verhuisd, is alleen de hoofdingang verplaatst of heeft de gemeente een straatnaamwijziging doorgevoerd? • Gebeurtenissen zijn de feiten die leiden tot een mutatie in het gegeven. De gebeurtenis ‘verhuizing’ heeft ertoe geleid dat het vestigingsadres van bedrijf A is veranderd van adres A naar adres B. De doelstelling van het Stelsel van Basisregistraties is dat alle registraties gebeurtenissen vastleggen, maar dat is nog niet het geval. De BAG bijvoorbeeld doet dat nog niet in de landelijke voorziening, het NHR wel. Als de basisregistratie werkt met gebeurtenissen zijn de onderkende gebeurtenissen vastgelegd in een gebeurteniscatalogus. Deze wijze van het afnemen van gegevens is relevant indien de afnemer direct en proactief geïnformeerd wil worden over de betreffende wijzigingen, omdat dat deze wijziging een trigger vormt voor de afnemer om actie te ondernemen of een proces te starten. Met ander woorden: ook de afnemer moet dan gebeurtenis gedreven werken. Als de mutaties geen reden vormen om een proces of actie te starten is deze wijze van afnemen niet zinvol. De afnemer kan dan ook een bevraging doen naar de actuele waarde van het gegeven op het moment dat dat in zijn proces relevant is, of een periodieke levering van gegevens gebruiken. 3.2.5 Levering van bulkbestanden (eenmalig) 3.3 Matching van de behoeften van omgevingsdiensten op het aanbod van de landelijke voorzieningen De landelijke voorzieningen van basisregistraties bieden een breed scala aan producten, waarbij – behoudens uitzonderingen – alle van de bovengenoemde mechanismen worden ondersteund. De producten onderscheiden zich daarnaast in de breedte van de geleverde gegevens, de mogelijke zoekingangen of de technische specificaties. Een beknopt overzicht van de producten van de landelijke voorzieningen is opgenomen in de onderstaande tabel. Een nadere toelichting op de genoemde producten is opgenomen in bijlage 2. Zoals eerder aangegeven is de keuze van het product afhankelijk van de eisen die de omgevingsdienst stelt, voorkomend uit de behoefte vanuit de processen. Deze behoefte is beschreven in hoofdstuk 2 en samengevat in de onderstaande tabel. Daarbij is een aantal aspecten van het gebruik expliciet gemaakt. We noemen die in dit document het ‘behoefteprofiel’: • Wat is de frequentie van het gebruik? • Betreft het enkelvoudig of massaal gebruik per ‘handeling’? • Wat is de benodigde actualiteit? • Is er noodzaak om actief geïnformeerd te worden bij wijzigingen in de basisregistratie? Daarnaast is in tabel 4 (op de volgende pagina’s) aangegeven in de meest rechtse kolommen welk product van de landelijke voorzieningen naar de mening van de werkgroep de voorkeur geniet, op basis van het behoefteprofiel. Er is hierbij onderscheid gemaakt naar de wijze van afnemen die uiteindelijk wenselijk is (de spreekwoordelijke STIP op de horizon) en de eerste STAP die een omgevingsdienst kan zetten om het gebruik van de betreffende basisregistratie tot stand te brengen. Dit omdat de uiteindelijk gewenste wijze van afnemen van gegevens soms pas op langere termijn gerealiseerd kan worden en er ook met snel realiseerbare ‘suboptimale’ oplossingen toch al baten verzilverd kunnen worden. Bij eenmalige levering van bulkbestanden ontvangt de afnemer eenmalig een kopie van de basisregistratie, of van een selectie van gegevens daaruit. Deze wijze van afnemen van gegevens is geschikt voor laagfrequente massale processen (bijvoorbeeld in geval van jaarlijkse peilmomenten) waarbij de afnemer geen behoefte heeft om tussentijds de gegevens te actualiseren 43 Tabel 4: STAP en STIP gebruik basisregistraties op basis van behoefte Basisregistratie Proces (clusters) Behoefteanalyse Volume van gebruik (per jaar, o.b.v. 100K inwoners) Frequentie van gebruik Enkelvoudig/ massaal Benodigde Actualiteit Vergunningverlening (incl. advisering wettelijke taken) Milieu: tientallen BWT: duizenden AVP: honderden Dag Enkel M: dag B: dag A: dag Toezicht M: tientallen B: duizenden A: honderden Dag Enkel M: dag B: dag A: dag Handhaving M: enkele B: tientallen A: enkele Week Enkel M: dag B: dag A: dag Bezwaar en Beroep M: enkele B: tientallen A: enkele Week Enkel M: dag B: dag A: dag Vergunningverlening Advisering M: honderden B: honderden A: tientallen Dag Enkel (meestal) + massaal (omgevingsanalyse) M: dag B: dag A: dag (massaal: maand) Toezicht M: duizenden B: honderden A: tientallen Dag Enkel massaal (analyse) M: dag B: dag A: dag (massaal: maand) Handhaving M: tientallen B: enkele A: enkele Week Enkel M: dag B: dag A. dag Bezwaar en Beroep M: enkele B: enkele A: enkele Maand Enkel M: dag B: dag A: dag Vergunningverlening Advisering M: honderden B: duizenden A: enkele Dag Enkel + massaal (analyse en GEO-weergave) M: dag B: dag A: dag Toezicht M: enkele B: duizenden A: enkele Dag Enkel massaal (analyse) M: dag B: dag A: dag Handhaving M: geen B: enkele A: geen Maand Enkel M: dag B: dag A: dag Bezwaar en Beroep M: enkele B: enkele A: geen Maand Enkel M: dag B: dag A: dag Vergunningverlening Advisering M: honderden B: honderden A: geen Dag Enkel M: dag (WKPB) B: dag (WKPB) Toezicht M: geen B: geen A: geen N.v.t. N.v.t. N.v.t. Handhaving M: enkele B: enkele Dag Enkel M: dag B: dag Bezwaar en Beroep M: enkele B: enkele A: geen? Maand Enkel M: dag B: dag BRT Alle processen BRT is in de meeste processen relevant als ‘ondergrond’ weergave van zaken en objecten op de kaart BGT Alle processen BGT wordt zeer relevant voor de omgevingsdiensten, maar is nu nog in ontwikkeling. Daarom behoefte niet in detail geanalyseerd WOZ Alle processen Verwacht belang gering (zie Hoofdstuk 2). Daarom behoefte niet in detail geanalyseerd GBA NHR BAG BRK 44 Gebruik STAP Gebruik STIP Raadplegen via inlog gemeente (dongle). Initieel real time bevragen via webservice van GBA-V (Ad Hoc Vraag of Ad Hoc Adresvraag) of SKP. Afnemers indicatie* bij actieve relaties Ja Daarnaast spontane verstrekking middels plaatsen afnemersindicatie bij actieve relaties (alleen relevante gebeurtenissen). Ja Ja Ja Ja Ja Gebruik webportaal KvK.nl voor handmatige enkelvoudige inzage actuele gegevens. Maandelijks mutatie-abonnement voor analyse en GEO-weergave, (waarbij omgevingsdienst zelf de adressen BAG-compliant moet maken; zie overzicht knelpunten). Ja Actuele kopie vestigingsgegevens in gegevensmagazijn via: A) Dagelijks BAG-compliant mutatieabonnement (nog niet beschikbaar, zie knelpunten). B) Mechanisme Digilevering: initiële load vestigingsgegevens + gebeurtenisberichten via Digilevering + bevraging NHR bij gebeurtenis. (mechanisme nog te beproeven, zie knelpunten). Daarnaast enkelvoudige bevragingen NHR, via HR Dataservices of SKP. (voor opvragen aanvullende gegevens niet in vestigingskopie). Ja Ja (voor BWT) BAG-extract (i.v.m. historie, GEO-weergave, beschikbaarheid en performance). Ja (voor BWT) Eenvoudige opties daarnaast: Ja (voor BWT) Actuele BAG-kopie in gegevensmagazijn, via BAG-extract in combinatie met dagelijkse mutatie bestanden. - BAG-compact voor administratief gebruik (vervanging postcodetabel. - PDOK services voor GEO-viewers. Ja (voor BWT) Ja PDOK voor digitale kadastrale kaart. BRK-levering, opgenomen in geomagazijn, zodat kadastrale gegevens beschikbaar zijn voor alle processen. N.v.t. Kadaster Online voor raadplegen eigendomsrelatie, beperkingen en inzake akten. Gebruik Kadaster Online enkel nog voor inzage akten en gemeentelijke beperkingen (WKPB). Ja Ja Nee Gebruik services PDOK. Op termijn vervangen door BGT. Onbekend N.v.t. (BGT gereed 2016). Producten BGT nog niet bekend. Verwachting dat opnemen kopie in GEO-magazijn de aanbevolen route voor gebruik wordt. Onbekend N.v.t. Gebruik webapplicatie individuele bevraging. Optioneel: opnemen in gegevensmagazijn via webservice massale bevraging. 45 voorbeeld 10 Inzicht voor de behandelaar door koppelen van kaarten zaaksystemen Het gebruik van kaarten in de processen van de omgevingsdiensten wordt krachtig als de gebruiker vanuit de getoonde kaart direct inzicht kan krijgen in de gegevens van objecten op de kaart. Zoals in de gemeente Rijssen-Holten, waar de generieke GEO-browser bij het selecteren van een BAG-pand direct gedetailleerde informatie toont van gerelateerde omgevingsvergunningen (lijstje onder de kaart-viewer). De detailinformatie bevat data van onder andere besluiten, start bouw en gereedmelding. Ook wordt detailinformatie getoond van zaakgegevens, sloopgegevens en bouwgegevens. De koppeling werkt ook andersom: wie zoekt op een zaak krijgt direct een kaart te zien met de panden betrokken bij deze zaak. Het gebruik van basisregistraties in de zaaksystemen en expertsystemen vormt een randvoorwaarde om toepassingen als deze mogelijk te maken. 46 De volgende paragrafen kunnen worden gelezen als een toelichting op tabel 4, op de vorige pagina’s. 3.3.1 Afname van GBA-gegevens Wat betreft het gewenste vorm van afname van de GBA is het relevant of de omgevingsdienst alleen basistaken uitvoert of ook BWT-taken. Indien de omgevingsdienst ook BWT-taken uitvoert luidt het behoefteprofiel als volgt: • Hoge frequentie van gebruik. • Alleen enkelvoudige bevragingen (geen massaal gebruik voor analyses en batchprocessen etc.) • Noodzaak voor dagactuele gegevens. • Gewenste zoekingangen bij raadplegingen zijn: naam en adres, BSN of adres. Uitgaande van dit behoefteprofiel kan de volgende voorkeusvariant worden vastgesteld voor het afnemen van GBA-gegevens. STIP: De gewenste wijze van betrekken gegevens uit de GBA bestaat uit het doen uit het doen van een initiële bevraging bij de GBA-V (Ad Hoc Vraag), en het plaatsen van een afnemersindicatie, die wordt beëindigd bij het afronden van de procedure voor vergunningaanvraag. Het plaatsen van een afnemersindicatie betekent dat de afnemer een mutatiebericht krijgt indien zich bij de persoon in kwestie een mutatie voordoet. Dit is van belang omdat een mutatie (metname verhuizing van de betrokkene) relevant kan zijn voor de verdere afhandeling van de zaak. Na beëindigen van de procedure vervalt deze behoefte en dient de afnemersindicatie daarom beëindigd te worden. STAP: Ten tijde van het schrijven van dit rapport (Q1 2014) is het de omgevingsdiensten om juridische redenen nog niet toegestaan de GBA-V te raadplegen. Wel is begin 2014 door agentschap BPR, in overleg met IPO, VNG en enkele omgevingsdiensten een oplossing in concept uitgewerkt. Deze omvat een modelautorisatie die moet worden getekend door de opdrachtgevende gemeenten. De verwachting is dat dit voorstel medio 2014 is uitgewerkt. Tot die tijd zal de omgevingsdienst de GBA moeten raadplegen gebruik makend van de autorisatie van de opdrachtgevende gemeenten of provincies. (ODMH heeft dit bijvoorbeeld geregeld door van alle deelnemende gemeenten waarvoor zij BWT-taken uitvoeren een dongel te gebruiken; dit werkt niet efficiënt, maar het volstaat). Nadat de autorisatie van de omgevingsdiensten is geregeld kan de omgevingsdienst het gebruik van de GBA zoals beschreven onder STAP gaan inregelen. Dit zal aanpassingen vragen in de systemen van de omgevingsdienst, hetgeen mogelijk een langere doorlooptijd vergt . In dat geval wordt geadviseerd een handmatige inzage in de GBA-V te realiseren. Gebruik van de (commerciële) service van T&T Vertrouwd Verbonden is daarvoor de meest eenvoudige optie. Indien de omgevingsdienst geen BWT-taken uitvoert is het volume en de frequentie van GBA-bevragingen vele malen lager. In dat geval volstaat voor ‘STIP’ het kunnen stellen van een ad hocadresvraag. Uiteraard geldt ook hiervoor dat de autorisatie voor het raadplegen van de GBA-V geregeld moet zijn. 3.3.2 Afname van NHR-gegevens Wat betreft het gebruik van het NHR is het behoefteprofiel als volgt: • Hoge frequentie van gebruik. • Zowel enkelvoudige bevragingen als ook massaal gebruik in verband met analyses en geografische weergave van de populatie. • Noodzaak voor dagactuele gegevens in vergunningen toezichtsprocessen, maandactueel voor analyses en dergelijke. Bij handhaving kan (incidenteel) realtime informatie belangrijk zijn. • Zoekingangen: KvK- of vestigingsnummer, bedrijfsnaam, handelsnaam of SBI-code. Uitgaande van dit behoefteprofiel kan de volgende voorkeusvariant worden vastgesteld voor het afnemen van NHR gegevens. STIP: Vanwege het meervoudige gebruik en het doen van analyses over meer bronnen heen luidt het advies een lokale kopie van vestigingsgegevens aan te leggen (met onder meer vestigingsnummer, handelsnaam(en), BAG-adres, SBI-code, KvK-nummer). In situaties waarin meer gegevens over de betreffende vestiging of onderneming noodzakelijk zijn dient de omgevingsdienst deze op te vragen met HR-dataservices. Een knelpunt hierbij is dat momenteel geen product bestaat dat geschikt is om een kopie te kunnen onderhouden, waarin de gegevens ten behoeve van de geo-weergave BAGcompliant worden geleverd. KvK heeft aangegeven hiervoor een mutatieabonnement ‘nieuwe stijl’ te ontwikkelen, maar er is vooralsnog geen planning wanneer dit beschikbaar komt. Mogelijk biedt de combinatie van Digilevering met HR-dataservices ook mogelijkheden om een kopie van vestigingsgegevens te onderhouden. Nader onderzoek is nodig om de bruikbaarheid van deze oplossing te verkennen. 47 STAP: Als eerste stap in het gebruik van het handelsregister worden de volgende stappen geadviseerd: 1) Vastleggen van KvK- en vestigingsnummers bij alle geregistreerde inrichtingen en objecten van toezicht. Indien deze niet in de procedure worden aangeleverd is het gebruik van KvK.nl de aangewezen route om deze te achterhalen. 2) Gebruik van het mutatie-abonnement ‘oude stijl’ van het handelsregister (maandelijkse mutatielevering) waarbij de omgevingsdienst zelf de niet BAG-compliant adressen omzet naar BAG-compliant adressen. Commerciële leveranciers, waaronder Postcode.nl, bieden hiervoor online laagdrempelige matchingtools. Aanvullende gegevens over vestigingen kunnen handmatig worden geraadpleegd via KvK.nl of worden opgevraagd op basis KvK-nummer of vestigingsnummer middels de bevragingsservice HRdataservices. 3.3.3 Afname van BAG-gegevens Ook bij het gebruik van de BAG maakt het zoals verschil of de omgevingsdienst enkel de basistaken uitvoert of ook BWTtaken. Indien de omgevingsdienst geen BWT-taken uitvoert luidt het behoefteprofiel als volgt: • Middelhoge frequentie van gebruik. • Zowel enkelvoudige bevragingen als ook meervoudig gebruik in verband met analyses en geografische weergave. • Dagactueel. • Zoekingangen: adres, postcode, verblijfsobject-ID, Pand-ID, geografische contour. Indien de omgevingsdienst ook BWT-taken uitvoert neemt de frequentie van gebruik aanmerkelijk toe en neemt ook het belang van dagactuele gegevens toe. Uitgaande van dit behoefteprofiel kan de volgende voorkeursvariant worden vastgesteld voor het afnemen van BAG-gegevens. STIP: Vanwege het meervoudige gebruik en het doen van analyses over meer bronnen heen is het wenselijk een lokale kopie van de BAG aan te leggen. Indien deze dagelijks wordt geactualiseerd volstaat deze voor zowel de BWT-taken (hoge eisen actualiteit, vastleggen historie) als de basistaken. Op basis van deze behoeften is het product ‘dagelijks mutatieabonnement’ het gewenste product voor de omgevingsdiensten. Een aandachtspunt daarbij is dat dit alleen voor geheel Nederland wordt geleverd, dus dat de omgevingsdienst eventueel zelf een selectie moet maken op het eigen verzorgingsgebied. Een dagactuele kopie 48 maakt het overbodig daarnaast de BAG-bevragingservice te implementeren. STAP: Als eerste stap voor het gebruik van de BAG bestaan er diverse mogelijkheden. Een aantal leveranciers van VHTapplicaties biedt de mogelijkheid om een lokale BAG-kopie in te lezen. Het voordeel van deze route is dat de BAG-kopie in de eigen omgeving ook bruikbaar is voor geografische weergave van een gebied. Een nadeel is dat het beschikbaar stellen van BAG-gegevens aan andere applicaties niet altijd mogelijk is. Een tweede mogelijkheid is het aansluiten op het sectoraal knooppunt provincies (SKP), dat de BAGmutatiebestanden kan doorleveren (en ook gebruikt kan worden voor het bevragen van de BAG). Voordeel is dat via het SKP ook andere basisregsitraties als NHR en GBA bevraagd kunnen worden. Het SKP biedt in de huidige vorm nog geen producten voor het doen van analyses en dergelijke. Voor geografische weergave van de BAG (huidige situatie, maandelijks geactualiseerd) is het gebruik van de webservices van PDOK een redelijk eenvoudig te implementeren pad. Indien applicaties nu gebruik maken van de postcodetabel wordt geadviseerd deze te vervangen door het product BAG-compact of een commercieel product dat BAG-compliant is. 3.3.4 Afname van BRK-gegevens Het gebruiksprofiel van de basisregistratie kadaster ziet er als volgt uit: • Middelhoge frequentie van gebruik. • Enkelvoudige bevragingen + weergave digitale kadastrale kaart. • Noodzaak dagactuele gegevens. • Zoekingangen: kadastraal nummer, adres, postcode. • Incidenteel: opvragen kadastrale akten. STIP: Bovenstaande betekent dat ook bij het gebruik van het Kadaster een lokale kopie van de BRK uiteindelijk de meeste mogelijkheden biedt. Het product BRK-levering, najaar 2013 in productie genomen, is daarvoor het meest geschikt. Voor inzage in de akten zal de omgevingsdienst daarnaast moeten beschikken over een abonnement op Kadaster Online. STAP: Voor enkel de weergave van de Digtitale kadastrale kaart is de webservice geboden door PDOK het aanbevolen product. Voor inzage in de akten (proces handhaving) zal de omgevingsdienst daarnaast moeten beschikken over een abonnement op Kadaster Online. 3.3.5 Afname van BRT-gegevens De Basisregistratie Topografie wordt voornamelijk gebruikt als achtergrondkaart bij geografische presentatie van gegevens. Deze behoefte kan uitstekend worden ingevuld met de standaard webservices zoals deze beschikbaar wordt gesteld door PDOK. 3.3.6 Afname van WOZ-gegevens De Basisregistratie WOZ wordt momenteel nog weinig gebruikt door de omgevingsdiensten. Een gebruiksprofiel is dan ook nog niet duidelijk vast te stellen. 49 4Basisgegevens in de informatievoorziening van de omgevingsdienst In de voorgaande hoofdstukken is geschetst wat het belang is van het gebruik van basisgegevens in de processen van omgevingsdiensten en de wijze waarop deze basisgegevens kunnen worden betrokken uit – landelijke voorzieningen voor – basisregistraties. Maar hoe kan dat worden verbonden met de (interne) informatievoorziening van een omgevingsdienst? Daarover gaat dit hoofdstuk. Voor tal van overheidslagen en -domeinen is in de afgelopen jaren een referentiearchitectuur ontwikkeld, waaraan individuele organisaties die deel uitmaken van zo’n overheidslaag of -domein zich kunnen spiegelen. Denk aan klinkende meisjesnamen als NORA (alle overheden), MARIJ (rijksoverheid), PETRA (provincies), WILMA (waterschappen), GEMMA (gemeenten) voor overheidslagen en CORA (woningcorporaties), MARTHE (rijksinspecties), ROSA (onderwijs) en VERA (Veiligheidsregio’s) voor specifieke domeinen. 50 Hoewel er nog geen OMA (Omgevingsdiensten Model Architectuur) bestaat, zijn er zowel in de aanloop naar als tijdens de ontwikkeling van omgevingsdiensten wel ontwikkelingen geweest die landelijk weerklank hebben gevonden. De meest sprekende voorbeelden daarvan zijn RUD-i, waarmee een eerste richting werd gegeven aan de informatievoorziening van de omgevingsdiensten, RIHa (Referentie Informatiemodel Handhaving), de Doelarchitectuur Haaglanden en de Zaaktypecatalogus Haaglanden. Vrijwel alle omgevingsdiensten die nieuw zijn gevormd, hebben hun informatievoorziening gestoeld op deze ontwikkelingen. Voor de schets van de informatiearchitectuur in deze handreiking is de Doelarchitectuur Haaglanden als vertrekpunt gehanteerd, in de wetenschap dat deze voor veel omgevingsdiensten ook inspiratiebron was voor de eigen informatievoorziening. Figuur 3: in deze plaat zijn een aantal functionaliteiten geclusterd. Deze worden hieronder van rechts naar links en van boven naar beneden kort toegelicht, voor zover deze een relatie hebben met het gebruik van gegevens uit basisregistraties. 4.1 Applicatielandschap van de omgevingsdienst In bovensstaande plaat is het applicatielandschap uit de Doelarchitectuur Haaglanden overgenomen. De weergave van de plaat is aangepast aan het kleurgebruik en de beeldtaal die voor de NORA wordt gehanteerd, voor het overige is zoveel mogelijk aangesloten bij de uitwerking in de Doelarchitectuur Haaglanden. 4.1.1Backoffice-functionaliteit Primaire processen VTH-applicatie Functionaliteit: Het vastleggen van inhoudelijke informatie die nodig is om een activiteit inhoudelijk goed te kunnen uitvoeren. De activiteit kan zaakgericht of projectmatig zijn of kan een activiteit zijn op het gebied van beleid en advisering. De registratie bevat gegevens die langer bewaard blijven dan strikt voor de uitvoering van de activiteit nodig is. De gegevens zijn gerelateerd aan objecten (locaties) en/ of subjecten (personen, bedrijven, instellingen). Hier ligt dan ook een sterke relatie naar de standaarden voor de landelijke basisregistraties. De registratie bevat dus zuiver en alleen de inhoudelijke gegevens. Procesgegevens worden (ook) in het zakenmagazijn vastgelegd. De VTH-applicatie moet (uiteraard) gevoed worden met basisgegevens. Bodeminformatiesysteem Functionaliteit: Het vastleggen van inhoudelijke informatie die nodig is om een activiteit inhoudelijk goed te kunnen uitvoeren. De activiteit kan zaakgericht of projectmatig zijn of kan een activiteit zijn op het gebied van beleid en advisering. De registratie bevat gegevens die langer bewaard blijven dan strikt voor de uitvoering van de activiteit nodig is. De gegevens zijn gerelateerd aan objecten (locaties) en/ of subjecten (personen, bedrijven, instellingen). Hier ligt dan ook een sterke relatie naar de standaarden voor de landelijke basisregistraties. De registratie bevat dus zuiver en alleen de inhoudelijke gegevens. Procesgegevens worden (ook) in het zakenmagazijn vastgelegd. Het bodeminformatiesysteem moet (uiteraard) gevoed worden met basisgegevens. Expertisesystemen Functionaliteit: Het vastleggen van inhoudelijke informatie die nodig is om een activiteit inhoudelijk goed te kunnen uitvoeren. Deze systemen onderscheiden zich door het specialistische karakter van de taak die wordt ondersteund. Denk aan systemen voor het verwerken van geluidsmetingen, metingen die betrekking hebben op luchtkwaliteit, etc. 51 voorbeeld 11 Zicht op te inspecteren bedrijven met het NHR Voor de afdeling toezicht en handhaving is het van belang om te weten of alle onder toezicht staande bedrijven binnen het eigen verantwoordelijkheidsgebied ook daadwerkelijk geïnspecteerd zijn door de omgevingsdienst. Een vergelijking tussen de eigen dossiers vanuit het VTH-systeem (bij welke bedrijven is geïnspecteerd) en het NHR (welke bedrijven zijn er) kan daarbij een goed hulpmiddel zijn. Het overzicht van bedrijven waar nog geen inspectie heeft plaatsgevonden kan de omgevingsdienst gebruiken als input tijdens het planningsproces voor informatiegericht toezicht. Het combineren van inspectie-informatie vanuit andere organisaties zoals de rijksinspecties maakt de analyse mogelijk nog vollediger. Door te richten op specifieke thema’s kan de informatie nog doelgerichter gemaakt worden. Om tot een goed vergelijk van de verschillende registraties te komen is het wel essentieel dat in alle registraties gebruik wordt gemaakt van het KvK-nummer, bedrijfsnaam en BAG-adres als koppelgegeven. Alleen zo is met zekerheid automatisch vast te stellen dat in de verschillende registraties het om dezelfde partij gaat en worden tijdrovende en foutgevoelige handmatige analyses voorkomen. 52 Expertisesystemen kunnen gevoed worden met basisgegevens, maar dit is niet noodzakelijk. De output van expertisesystemen maakt immers altijd onderdeel uit van een zaak. 4.1.2 Organisatiebrede functionaliteit (midoffice) Klantcontact Functionaliteit: Ontsluiten van de informatie waarmee een integraal klantbeeld van de dienstafnemer kan worden gegeven. Dit klantbeeld is opgebouwd uit informatie over contactmomenten met de dienstafnemer, informatie over persoonlijke voorkeuren van de dienstafnemer (bijvoorbeeld welke dienstverleningskanalen de voorkeur hebben), zaken die de dienstafnemer heeft lopen of eerder heeft gehad, etc. Het klantrelatiesysteem put dit deels uit eigen geregistreerde gegevens en deels worden de gegevens opgehaald uit andere registraties. Het is waardevol als klantcontacten kunnen worden gerelateerd aan de betreffende natuurlijke of niet-natuurlijke personen. Daartoe moet het ondersteunende systeem worden gevoed met basisgegevens. Zakenmagazijn Functionaliteit: Zorgen dat informatie over de zaak wordt vastgelegd. De behandeling van taken wordt uitgezet bij medewerkers. De voortgang van de behandeling wordt gerapporteerd en aan de dienstafnemer wordt de status van de behandeling gerapporteerd. De registratie bevat dus zuiver en alleen de procesgegevens. Inhoudelijke gegevens worden niet in de registratie vastgelegd. Die gegevens liggen in het materiesysteem (backofficesysteem) of in het documentenmagazijn. Vanzelfsprekend moeten zaken worden gerelateerd aan basisgegevens. Documentenmagazijn en Records management Functionaliteit: Registreren van dossiers en door het vastleggen van metadata zorg dragen voor de toegankelijkheid, vindbaarheid, uitwisselbaarheid, beschikbaarheid, betrouwbaarheid (juistheid, tijdigheid, volledigheid, authenticiteit) en vertrouwelijkheid van de informatie. De applicatie kent een sterke relatie met de applicatie voor archiefmanagement en met de applicaties voor procesbesturing. Records management: het identificeren, classificeren, archiveren, bewaren en soms vernietigen van records. Het gaat hier om alle gegevens die vanuit het oogpunt van verantwoording en een bewaarplicht langere tijd zorgvuldig beheerd dienen te worden. Vanzelfsprekend moeten dossiers (in behandeling (DMS) of in archief (RMA) worden gerelateerd aan basisgegevens. Gegevens- / Geo-magazijn Functionaliteit: zie § 4.2.2. 4.1.3Frontofficefunctionaliteit Webformulier Een omgevingsdienst voert vooral ‘backofficetaken’ uit en zal dus niet (of nauwelijks) ondersteuning hoeven bieden aan de intake van zaken. 4.1.4 Landelijke voorzieningen basisregistraties Zie hiervoor hoofdstuk 1 en hoofdstuk 3. 4.2 Scenario’s en toepassingen voor interne ontsluiting van (basis) gegevens Scenario’s voor de interne ontsluiting van (basis)gegevens kunnen met veel brillen worden bekeken. De beschrijving hieronder focust op de logische/functionele componenten die zorgen voor de ontsluiting van basisgegevens. Deze kunnen in veel verschillende gedaantes en combinaties in applicaties/systemen die op dit moment in de markt verkrijgbaar zijn, voorkomen. Verschillende scenario’s sluiten elkaar daardoor ook niet uit. 4.2.1 Rechtstreeks tussen backofficesysteem en basisregistraties In dit scenario koppelen de verschillende systemen die basisgegevens afnemen, elk aan de voor het systeem relevante basisregistraties. Een dergelijke koppeling kan gegevens zowel realtime opvragen, als periodiek/batchgewijs. In het laatste geval houdt het systeem een eigen interne (deel)verzameling van basisgegevens bij. 53 voorbeeld 12 De Witte kaart: betere informatie door het verrijken van basisregistraties in een sectoraal knooppunt In geval van calamiteiten hebben de hulpdiensten goede gegevens over zorginstellingen nodig. Waar bevinden zich minder zelfredzame mensen, en in welke aantallen. Vanuit deze behoefte is het project De Witte Kaart ontstaan. Toen de Veiligheidsregio’s er een aantal jaar geleden mee aan de slag gingen, ontdekte men dat er nergens een compleet bestand met actuele, betrouwbare gegevens over zorginstellingen was. Men besloot niet opnieuw het wiel uit te vinden, maar te kiezen voor basisregistraties en daarop aanvullende gegevens in te winnen. De gehanteerde bron is het Handelsregister, waaruit alle vestigingen met activiteiten op het gebied van zorg geselecteerd worden. In de regio’s worden deze gegevens ‘verrijkt’: van alle vestigingen worden onder meer het aantal minder zelfredzame mensen vastgelegd. Deze gegevens worden verzameld in een landelijke registratie, die ontsloten wordt in onder andere het Landelijk Crisis Management Systeem. Basisregistraties spelen hierin een belangrijke rol. Enerzijds wordt zoals gezegd het NHR gebruikt om de relevante vestigingen te selecteren, anderzijds wordt de BAG gebruikt om deze vestigingen eenvoudig te kunnen weergeven op de kaart. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het feit dat inmiddels 95% van de vestigingen in het NHR is gekoppeld aan een BAG-adres. 54 Dit scenario is geschikt voor omgevingsdiensten die maar via één systeem – het aan de basisregistraties te koppelen systeem – hun primaire processen uitvoeren. Zodra basisgegevens door meerdere systemen worden afgenomen, ligt de rechtstreekse koppeling tussen individuele systemen en landelijke voorzieningen voor basisregistraties minder voor de hand, omdat alle voor die koppeling benodigde functionaliteit (voor het berichtenverkeer en het verwerken van berichten) daardoor meerdere keren geïmplementeerd moeten worden. Bovendien worden gegevens in dat geval meerdere keren opgevraagd; elk systeem vraagt immers separaat dezelfde gegevens op. bilaterale koppelingen tussen individuele applicaties consistent worden gebruikt. Door basisgegevens in één voorziening samen te brengen, kunnen gegevens in hun onderlinge samenhang worden gemodelleerd en verstrekt aan afnemende applicaties. Dergelijke verbanden tussen gegevens uit verschillende registraties zijn er in het landelijk stelsel niet altijd. Basisgegevens in een gegevensmagazijn kunnen eenvoudig(er) en op één plaats worden verrijkt met aanvullende gegevens (kernregistratiefunctie). Alle afnemende applicaties kunnen er vervolgens gebruik van maken. 4.2.2Gegevensmagazijn 4.2.3 Gegevensdistributie via broker In dit scenario worden basisgegevens in een centrale voorziening (het gegevensmagazijn) binnen het applicatielandschap van de organisatie bijgehouden. Het gegevensmagazijn wordt in de regel ingericht als relationele database, veelal in combinatie met geodatabasefunctionaliteit (ook wel spatial database 6 genoemd). Dit gegevensmagazijn is verbonden met de basisregistraties; systemen die basisgegevens nodig hebben vragen deze op uit het gegevensmagazijn (pull). In dit scenario worden de afnemende systemen binnen de 7 dienst gevoed met basisgegevens via broker -functionaliteit. Kenmerkend voor het scenario is dat (basis)gegevens naar de verschillende afnemende applicaties worden ‘gebracht’ (push) via berichtenverkeer in plaats van dat ze door de afnemende applicaties via databasetechnologie worden benaderd in een gegevensmagazijn. De voornaamste positieve aspecten van de inzet van een gegevensmagazijn zijn: Veel applicaties beschikken niet over functionaliteit waarmee gegevens kunnen worden betrokken uit landelijke voorzieningen voor basisregistraties. Koppeling van dergelijke applicaties aan een gegevensmagazijn is veelal wel mogelijk. Eén voorziening die verbonden is met landelijke voorzieningen zorgt dat koppelingen met die landelijke voorzieningen enkelvoudig kunnen worden uitgevoerd en op één plaats kunnen worden beheerd. Door alle applicaties gebruik te laten maken van gegevens uit het gegevensmagazijn, kunnen gegevens zonder additionele 6 7 In veel gevallen wordt voor dit berichtenverkeer het Standaard UitwisselingsFormaat Basisgegevens (StUF-BG) gebruikt. Deze XML-standaard is specifiek ontwikkeld voor de uitwisseling van basisgegevens. De pushtechnologie stelt afnemende applicaties in staat om geheel autonoom – dus zonder afhankelijk te zijn van externe gegevensbronnen, zoals een gegevensmagazijn – te opereren en tóch ‘van buitenaf’, door de broker, geactualiseerd te worden. Brokertechnologie kan zowel zonder als mét ‘geheugen’ (een vorm van een gegevensmagazijn, zie hierboven) zijn uitgevoerd. 4.2.4Datawarehouse Hoewel de letterlijke vertaling van datawarehouse zou luiden: gegevenspakhuis of gegevensmagazijn, wordt met een datawarehouse toch iets anders bedoeld dan het eerder beschreven gegevensmagazijn. Een datawarehouse is een specifiek voor analysedoeleinden ingerichte en Gemakshalve wordt de functionaliteit die nodig is voor het berichtenverkeer tussen gegevensmagazijn en landelijke voorzieningen voor basisregistraties tot de functionaliteit van het Gegevensmagazijn gerekend De letterlijke vertaling van broker is makelaar. Omdat er commerciële oplossingen in de markt zijn die deze term als productnaam hanteren, is deze hier vermeden. Om dezelfde reden is ook de term datadistributie hier niet gebruikt. 55 gemodelleerde database, die is geoptimaliseerd voor snelle beantwoording van veel voorkomende bevragingen en ad hocvragen, zonder dat de bronsystemen door dergelijke vragen worden belast. Datawarehouses kunnen, ook voor de analyse van basisgegevens, heel nuttig zijn voor een omgevingsdienst, maar zijn – vanwege de bijzondere technologie – niet geschikt als voedend systeem voor afnemende applicaties. De hierboven beschreven toepassingen kunnen wel een belangrijke bron vormen voor datawarehouses. 4.2.5Conclusie Het applicatielandschap van een omgevingsdienst bepaalt in belangrijke mate welke toepassing(en) het meest geschikt zijn voor het gebruik van basisgegevens. Zodra meerdere applicaties basisgegevens willen afnemen, moet een rechtstreekse koppeling tussen de afnemende applicatie en landelijke voorzieningen voor basisregistraties worden vermeden en worden vervangen door een gegevensmagazijn en/of gegevensdistributie via een broker. Dit om de (complexe) functionaliteit voor het betrekken van basisgegevens uit landelijke voorzieningen via één toepassing te regelen en niet elke afnemende applicatie daarmee te belasten. Het gebruik van basisgegevens in/door meerdere applicaties zal in veel omgevingsdiensten aan de orde zijn: in een typisch applicatielandschap van een omgevingsdienst komen ten minste een VTH-applicatie en een documentenmagazijn (doorgaans in de vorm van een documentmanagementsysteem, DMS) voor en in toenemende mate wordt informatie ook geografisch ontsloten via een GIS-applicatie. Het aansluiten van (alleen) de VTH-applicatie op landelijke voorzieningen voor basisregistraties en de VTH-applicatie vervolgens de gekoppelde systemen (DMS en GIS) te laten ‘voeden’ ten behoeve van metadatering van dossiers en documenten in het DMS en de ontsluiting van basis- en zaakgegevens via het GIS, zal in de praktijk lastig blijken. VTH-applicaties zijn weliswaar in toenemende mate geschikt voor het gebruik van basisgegevens, maar dat maakt deze applicatie niet automatisch ook geschikt voor het beschikbaar maken (via koppelvlakken) van die gegevens naar andere systemen. Daarvoor is complexe functionaliteit nodig (denk bijvoorbeeld aan het ontsluiten van historie of het plaatsen van een afnemerindicatie door één of meer systemen) die niet in de VTH-applicaties aanwezig is en daar ook niet in thuishoort. 56 Omgevingsdiensten zullen dus op termijn – afhankelijk van het tempo waarmee ze basisgegevens uit verschillende bronnen willen ontsluiten naar verschillende applicaties en deze ten volle willen benutten – gebruik moeten gaan maken van meer specialistische voorzieningen voor de registratie, distributie en het beheer van die basisgegevens. Daartoe zal minimaal een gegevensmagazijn moeten worden ingericht en zal – ingegeven door de informatiebehoefte – waarschijnlijk ook distributie van gegevens naar de verschillende applicaties gewenst zijn. Een duidelijke scheiding tussen Stap en Stip is daarbij niet in algemene termen te maken. Deze wordt zowel beïnvloed door het meer of minder breed gebruik van basisgegevens, als de technische en functionele eigenschappen van de applicaties in het landschap van de omgevingsdienst. 57 5Stappenplan voor implementatie en gebruik van de basisregistraties De voorgaande hoofdstukken bieden een aantal inhoudelijke bouwstenen om het ontsluiten en gebruiken van basisregistraties vorm te geven. Dit hoofdstuk biedt een handreiking voor de aanpak hierin. We beschrijven deze aanpak ten behoeve van de leesbaarheid als een vrij ‘lineaire’, projectmatige aanpak, waarbij we ons realiseren dat de werkelijkheid vaak veel dynamischer en minder rechtlijnig is. Tevens mag duidelijk zijn dat, vanwege de verschillende uitgangssituaties bij de afzonderlijke omgevingsdiensten geen passend ‘kookboek’ geschreven kan worden. Het stappenplan beperkt zich daarom tot een benaderingswijze op hoofdlijnen en daarbij enige voorbeelden en adviezen. Een uitgangspunt bij het onderstaande stappenplan is dat het ontsluiten en gebruiken van basisregistraties vraagt om een integrale benadering: het betreft een fundamenteel element van de informatievoorziening dat op meer plaatsen in de organisatie ingrijpt. Pragmatische 58 ‘ad hoc’ acties en point-to-point oplossingen kunnen weliswaar bijdragen aan het gebruik van basisregistraties maar zullen veelal leiden tot een versnipperde oplossing die duurder is in beheer en minder bijdraagt aan het bereiken van de baten. Aanpak implementeren gebruik basisregistraties Baten basisregistraties (generiek) Managementagenda Huidige situatie en knelpunten Realisatie en implementatie Architectuur en roadmap Agendering en adoptie Beeldvorming Nut en noodzaak Probleemeigenaar Architectuur Analyse Roadmap Toepassing X Toepassing 2 Toepassing 1 Generieke componenten Inregelen afname BR Figuur 4: fasering en stappen in het impementeren van het gebruik van basisregsitraties 5.1 Overall fasering In de aanpak van het implementeren gebruik Basisregistraties onderscheiden we de volgende fases. Agendering en adoptie Het implementeren van het gebruik van basisregistraties vraagt substantiële middelen. Meestal raakt het meer afdelingen in de organisatie. Een dergelijk traject kan alleen succesvol zijn als wordt gewerkt van uit een helder en door het management onderschreven beeld van nut en noodzaak en een sponsor die het traject heeft geadopteerd. Architectuur en Roadmap Deze fase betreft het formuleren van de hoofdlijnen voor het realiseren van het gebruik van basisregistraties. De eerste stap bestaat uit een verdere analyse van het gewenste gebruik. Daarna worden de ambities voor de kortere en langere termijn beschreven in een architectuur. Daarbij kan ook de businesscase verder ‘gehard’ worden. Veelal is het 59 voorbeeld 13 Koppeling zaaksysteem aan documentregistratiesysteem Het verwerken van een zaak in het zaaksysteem wordt vaak afgerond met een brief. Deze brief wordt digitaal opgeslagen in het documentregistratie systeem (DMS). Hiertoe moet het document gekoppeld worden aan de juiste zaak en voorzien van allerlei informatie betreffende de invoerder, datum brief, adressering, etc. Op dit moment gebeurd dit handmatig. Het overbrengen van informatie via zaakberichten vanuit het zaaksysteem naar het documentregistratiesysteem kan zorgen voor een enorme tijdwinst en minder fouten als men deze gegevens niet meer handmatig hoeft over te brengen. Om nu te zorgen dat dit geautomatiseerd verloopt is het noodzakelijk dat het zaaksysteem en het DMS berichten kunnen uitwisselen, waarbij natuurlijk voor beide systemen duidelijk moet zijn dat het over dezelfde zaak gaat. Hiertoe is het noodzakelijk om een unieke sleutel te hanteren, zodat er geen twijfel bestaat over de identiteit van een zaak. Met name unieke sleutels zoals BAG-identificatienummer, KvK-vestigingsnummer en GBA-gegevens zijn hierbij noodzakelijk. Uiteindelijk leidt dit alles tot lagere kosten, omdat medewerkers hun tijd niet meer hoeven te besteden aan het registreren. 60 zinvol het traject op te knippen in afzonderlijke ‘behapbare brokken’, die gefaseerd worden gerealiseerd. Dit wordt vastgelegd in globale (meerjaren)aanpak of roadmap. Realisatie en implementatie In lijn met de roadmap wordt het gebruik van basisregistraties stapsgewijs gerealiseerd. Dit zal enerzijds vragen om enkele generieke componenten en anderzijds om het aanpassen van proces-ondersteunende applicaties. Hierin kan men ervoor kiezen de processen zoveel mogelijk ‘as-is’ te laten of juist om deze fundamenteel anders in te richten. In beide gevallen betreft het implementeren van het gebruik een transitie, zij het van verschillende orde, en moet aandacht besteed worden aan het procesontwerp en de organisatorische implementatie van de nieuwe processen. Deze bovengenoemde fasen en de onderliggende stappen zijn schematisch weergegeven in de onderstaande figuur. In de volgende paragrafen worden de afzonderlijke fasen toegelicht. In de navolgende paragrafen worden de fasen in deze aanpak besproken. Per fase wordt ingegaan op doel en resultaten van de fasen, de stappen binnen de fase en worden de belangrijke inhoudelijke aspecten van de afzonderlijke stappen toegelicht. Tenslotte worden per fase enige praktische tips gegeven. 5.2 Agendering en adoptie (fase1) Doel en resultaat Het thema ‘gebruik basisregistraties’ zal veelal niet uit zichzelf op de managementagenda komen. Vaak is het aan de informatiemanager (of een soortgelijke rol) het thema daar te adresseren. Het doel van deze fase is het bewerkstelligen van een gedeeld beeld op hoofdlijnen over ‘het waarom’ van het gebruik van basisregistraties en het creëren van de randvoorwaarden voor het vervolg. • Hoe staan we ervoor? • Welke knelpunten liggen er? • Wat zijn de risico’s van niets-doen? • Welke kansen liggen er in het gebruik van basisregistraties om onze organisatiedoelen te bereiken? Dit vertaalt zich in de volgende te leveren resultaten: • Een notitie waarin bovenstaande compact is beschreven. • Bespreking in het managementteam en adoptie door een sponsor. • Opdracht voor de volgende fase, namelijk het uitvoeren van een nadere analyse en het opstellen van een ‘plan op hoofdlijnen’ ofwel een architectuur en roadmap. Beschrijving van de stappen Deze fase heeft vooral het kenmerk van een adviesproces, waarin zoals gezegd vaak de informatiemanager in eerste instantie het voortouw moet nemen. ‘Hoe verkoop ik het thema basisregistraties?’ De onderstaande stappen zullen vaak in enkele iteraties doorlopen worden. Om deze reden zijn de afzonderlijke stappen in deze fase cyclisch weergegeven. Beeldvorming De stap beeldvorming omvat het verzamelen van feitelijke informatie over de basisregistraties: welke zijn er, wat zit erin en wat zijn de spelregels en het wettelijk kader voor het gebruik. Ook een quickscan van huidige situatie maakt deel uit van deze stap: in welke processen en systemen bij de omgevingsdienst zijn basisregistratiegegevens potentieel relevant, waar gebruiken worden deze al wel/nog niet gebruikt. Deze stap vraagt vaak in eerste instantie ‘huiswerk’ van de informatiemanager, waarna deze dit moet delen met een bredere groep stakeholders in workshops en individuele gesprekken. Bij dit laatste is relevant dat de stakeholders vaak een andere bril hebben en minder informatiekundige voorkennis. Nut en noodzaak Als de betrokken stakeholders voldoende beeld hebben bij het begrip basisregistraties en de potentie ervan, is het zaak de generieke baten van basisregistraties (zie onderstaande paragraaf) te verbinden met de ambities van de organisatie en de ervaren knelpunten in de huidige processen. Aan welke hiervan kan het gebruik van basisregistraties bijdragen? Het is verstandig de afdeling juridische zaken te betrekken bij het in beeld brengen van de juridische risico’s van het niet gebruiken van basisregistraties. Adoptie door probleemeigenaar Vaak is niemand tegen het gebruik van basisregistraties, maar daarmee is nog niet gezegd dat iemand om 61 voorbeeld 14 Zoek uw ketenpartners op! Het voorbeeld van de verontreinigingsheffing De waterschapsbelastingkantoren hebben onder andere de taak verontreinigingsheffing te innen bij burgers en bedrijven: een heffing voor het zuiveren van gebruikt water. Daarbij is het vanzelfsprekend belangrijk om te weten waar water wordt verbruikt en in sommige gevallen hoeveel. De gegevens van de waterleidingbedrijven zijn daarbij van belang. Immers: waar er water in gaat zal het er in de regel ook weer uitgaan. En omdat burgers en bedrijven een belang hebben bij het hebben van een aansluiting op de waterleiding, zal de registratie van de waterleidingbedrijven de meest actuele en volledige zijn. De waterschapsbelastingkantoren hebben echter moeite om de gegevensbestanden van de waterleidingbedrijven te matchen op hun eigen gegevens. De waterleidingbedrijven hanteren in de regel nog hun eigen adresschrijfwijzen en maken nog geen gebruik van de BAG. Voor de belastingkantoren een reden om nu gezamenlijk het gesprek aan te gaan met de gezamenlijke waterleidingbedrijven: hoe kan in deze situatie verbetering gebracht worden? Een voorbeeld waarin het gebruik van basisregistraties in de keten kosten kan verminderen, ook al bestaat deze deels uit niet-overheden. Deze potentie zal pas benut worden als beide ketenpartners zoeken naar de gezamenlijke businesscase. 62 managementniveau zich verantwoordelijk stelt voor het implementeren van het gebruik. Op basis van de inventarisatie van nut en noodzaak kan met het management de discussie worden gevoerd wie opdrachtgever/sponsor is voor het vervolgtraject. Inhoudelijke aspecten • Bij het formuleren van nut en noodzaak kan de lezer als startpunt de generieke baten van basisregistraties gebruiken, zoals deze zijn benoemd in hoofdstuk 1. Hieronder zijn de belangrijkste nog even samengevat: -- Besluiten en beschikkingen kunnen worden aangevochten indien geen gebruik is gemaakt van basisregistraties. -- Basisregistraties helpen om zicht te krijgen op de totale populatie waar toezicht moet worden gehouden. -- Mutaties in basisregistraties bieden signalen voor toezicht en handhaving. -- Koppelen van eigen gegevens aan BAG, GBA, NHR en Kadaster maakt het eenvoudiger kaartjes te maken voor verschillende toepassingen, bijvoorbeeld voor ‘de inspecteur op straat’. -- Gebruik van BAG en BRK is onmisbaar bij BWTtaken. -- Slim koppelen met basisregistraties vermindert de administratieve werklast. -- Gegevens uit de eigen systemen kunnen eenvoudiger gecombineerd, vergeleken en geanalyseerd worden. -- Gegevensuitwisseling met externe partijen als OLO, gemeenten, inspectieview milieu gaat beter indien basisregistraties worden gebruikt. -- De indieningsvereisten bij vergunningaanvragen kunnen worden verminderd. • Basisregistraties worden veelal gezien als ‘gewoon’ een set gegevens, die hoogstens in vorm wat afwijkt van de nu zelf geregistreerde gegevens, of die daar een extra gegeven aan toevoegt. Het belang van de basisregistraties als eenduidige (sleutel)gegevens bij interne en externe informatie-uitwisseling wordt echter veelal niet direct gezien. Principes als standaardisatie van gegevens en koppelvlakken zijn voor informatiekundigen ‘gesneden koek’ maar worden niet vanzelfsprekend onderschreven ‘in de lijn’. De tijd die verloren gaat aan het dubbel invoeren en registreren van gegevens is niet altijd zichtbaar. Het vraagt tijd en vaak meerdere gesprekken om deze ruimte te overbruggen. Tips (do’s and don’ts) • Algemene informatie en veel links naar verdiepende documenten staan op www.stelselinformatiepunt. nl. De authentieke gegevens vastgelegd in de basisregistraties zijn systematisch in beeld gebracht op www.stelselcatalogus.nl. • Maak in sessies en presentaties gebruik van de filmpjes die zijn gemaakt over het stelsel (zie www. youtube.com/playlist?list=PL580B01EADFB8C65E). De voorbeelden opgenomen in de ‘groene blokken’ in dit document helpen om de baten van basisregistraties te ‘laten leven’ voor de betrokkenen. Andere goede voorbeelden kunt u vinden op de batenpagina’s op e-overheid (www.e-overheid.nl/baten/#stelsel) en op de site ‘goedopgelost’ (goedopgelost.overheid.nl). • Kijk niet alleen naar het heden en de huidige procesinrichting, maar denk ook out-of-the box in nieuwe mogelijkheden. • Laat wat zien! -- Kleine analyses die het probleem illustreren. -- Casussen waar het mis is gegaan. -- Voorbeeldjes hoe het kan. • Laat de techniek in deze fase zo veel als mogelijk op de achtergrond. Het gaat om de ‘waarom’ vraag en niet om de ‘hoe’vraag. • Gebruik metaforen om abstracte informatiekundige principes te illustreren. ‘Standaardisatie van gegevens en koppelvlakken is een lastig begrip’, maar iedereen snapt dat het lastig autorijden is in een land waar iedere gemeente zijn eigen verkeersborden en verkeersregels mag maken. 5.3 Architectuur en Roadmap (fase2) Doel en Resultaat De doelstelling van deze fase is het bewerkstelligen van een helder en gedeeld beeld over het gewenste gebruik van basisregistraties, de wijze waarop de gegevens kunnen worden betrokken en gedistribueerd, de daartoe benodigd ICT-architectuur en het pad daarnaartoe. Hieruit volgen de volgende resultaten voor deze fase: • Document met vastlegging huidig en gewenst gebruik basisregistraties. • Document met schets van de gewenste applicatiearchitectuur: een plaat met toelichting. • Document met beschrijving van de roadmap (ofwel 63 voorbeeld 15 Eenvoudig en doeltreffend: de geprinte handhavingskaart Niet altijd is het mogelijk de medewerkers ‘in het veld’ als te voorzien van iPads of andere mobiele apparatuur. Maar ook op papier kan de informatie uit basisregistraties van waarde zijn. Zo gebruikt de gemeente Rijssen-Holten de ‘handhavingskaart’. De medewerker Handhaving gebruikt deze kaart voor het controleren van vergunningen in het veld. Op de kaart zijn naast de buurtgrenzen, alle BAG-huisnummers en de panden met een bijzondere status opgenomen. De buurtindeling wordt gebruikt om binnen het team handhaving afspraken te maken wie werk gebied onder handen neemt. De BAG-status geeft een beeld van de panden waar een lopende omgevingsvergunning van toepassing is. De medewerker handhaving kan hiermee bij in het veld geconstateerde bouwactiviteiten eenvoudig toetsen of een vergunning is afgegeven, of ze onder de vergunning vrije regelingen vallen of dat sprake is van illegale praktijken. 64 de hoofdlijnen en globale planning waarlangs gewerkt zal worden aan implementatie en gebruik basisregistraties), bekrachtigd in het MT. Beschrijving van de stappen Analyse van gewenst en huidig gebruik basisregistraties In de vorige fase zal globaal in beeld zijn gebracht waar de behoefte ligt in het gebruik van basisregistraties en in hoeverre deze behoefte is ingevuld. Om te komen tot een ontwerp voor het gebruik van basisregistraties zal vaak een verdiepende analyse noodzakelijk zijn. Waar wordt er in het proces nu wel of geen gebruik gemaakt van basisregistraties, op welke wijze worden de gegevens nu beschikbaar gesteld en welke systemen zijn er bij dit proces betrokken. Daar waar er verschil is tussen gewenst en huidig gebruik kunnen de consequenties hiervan worden benoemd en moeten de nadelen of consequenties kort worden geduid. Leidt het verschil nu of in de toekomt tot knelpunten of risico’s, welke daarvan worden het meest gevoeld? Op deze wijze wordt de globale businesscase uit de vorige fase explicieter gemaakt. Deze analyse vraagt samenwerking tussen de informatiemanager, procesdeskundigen en applicatiebeheerders. Opstellen architectuur en inrichting in STIP en STAP De voorgaande analyse stap heeft een beeld opgeleverd van het gewenste gebruik van basisregistraties (in functionele termen) en de daarbij (nu) betrokken systemen. Deze volgende stap behelst een proces van puzzelen om op basis van de afzonderlijke behoeften te komen tot een applicatiearchitectuur die deze behoeften ondersteunt. De applicatiearchitectuur zoals geschetst in hoofdstuk 4 kan hierbij uitstekend dienen als leidraad. Een complicerende factor is dat men meestal niet kan uitgaan van een stabiele situatie, maar dat er op meerdere vlakken tegelijkertijd beweging is waarbij meerdere belangen in het spel zijn. Opstellen Roadmap In de bovenbeschreven stappen analyse en applicatiearchitectuur is bewust gekozen voor het integraal in beeld brengen van de behoefte aan basisregistraties en de bijbehorende ‘oplossing’. Dat wil echter niet zeggen dat de implementatie ook moet worden gevat in één alomvattend project. Vaak is er meer kans op succes als we denken in afzonderlijke deelprojecten, afgestemd op de prioriteiten en andere lopende ontwikkelingen in de omgevingsdienst, die gefaseerd worden uitgevoerd. Dat betekent dat moet worden vastgesteld in welke volgorde en tempo de omgevingsdienst de trajecten wil uitvoeren. Inhoudelijke aspecten Analyse Als format voor de analyse kan de tabel in hoofdstuk 3 worden gebruikt. Deze biedt een structuur om voor de afzonderlijke processen in beeld te brengen waar gegevens uit de afzonderlijke basisregistraties benodigd zijn en wat de frequentie, omvang, en aard van het gebruik zijn. Voor een goede analyse zal waarschijnlijk een verdiepende slag nodig zijn tot op gegevensniveau (waar zitten de verschillend tussen wat de BR biedt en wat we nodig hebben). Ook is het nagaan van de procesflow relevant: hoe komt een zaak binnen, krijgen we dan al sleutels of gegevens meegeleverd, waar in het proces moeten we de de actualiteit van onze gegevens toetsen aan de basisregistratie, etc. Architectuur Bij het opstellen van de gewenste applicatie-architectuur kan men het best in eerste instantie kiezen voor een invalshoek per basisregistratie en om vervolgens de beelden voor de verschillende basisregistraties ‘over elkaar heen te leggen’ om te komen tot een totaalbeeld, in lijn met de analyse in hoofdstuk 3 en 4. Bij de eerste invalshoek begint men met het per basisregistratie ordenen van de gegevensbehoefte in de verschillende processen. Op deze wijze kan men identificeren welk proces de hoogste eisen stelt en welk product uit de betreffende basisregistratie daarbij aansluit. Daarbij kan men nagaan of er noodzaak is voor persistente gegevensopslag, voor een distributiemechanisme en of deze wijze van betrekken en distribueren van gegevens ook voor de andere processen toepasbaar is. Met andere woorden: in hoeverre kan één ‘stekker’ op de betreffende basisregistratie volstaan voor de behoefte in de verzamelde processen. Voorbeeld: Het proces vergunningverlening BWT vraagt om dagactuele gegevens uit de BAG, met inbegrip van de statussen van panden en verblijfsobjecten. Het betreft enkelvoudige inzage, dat wil zeggen per individueel object. Voor relatiebeheer is een dagactuele BAG-kopie nodig met enkel de adressen. Voor de geo-viewer is een maandactuele BAG-kopie nodig met inbegrip van de BAG-geometrie. Eén dagactuele BAG-kopie van alle gegevens in de BAG in een gegevensmagazijn kan alle drie deze behoeften ondersteunen. Nadat men bovenstaande analyse heeft gemaakt voor de afzonderlijke basisregistraties is de volgende stap het bijeenbrengen van deze deeloplossingen, waarbij het doel is 65 voorbeeld 16 Zoek uw ketenpartners op! De Brandweer en het Landelijke Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen Kinderopvanglocaties behoren voor de brandweer tot de zogenaamde ‘kwetsbare locaties’: locaties waar de mogelijke effecten van een brand of ramp groter zijn dan elders. Aan deze locaties wordt daarom extra aandacht en zorg besteed in zowel de voorbereidende processen (‘preventie en preparatie’) alsook in geval van calamiteiten (‘repressie’). Een voorwaarde daartoe is dat brandweer beschikt over actuele en accurate informatie over kinderopvanglocaties. Zelf inwinnen van deze gegevens is duur en foutgevoelig. Het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP) biedt daartoe een zeer waardevolle bron. Omdat dit bestand wordt gebruikt door de GGD‘en en de belastingdienst (kinderopvangtoeslag) is het volledig, actueel en het biedt aanvullende gegevens ten opzichte van het Handelsregister. Er is één probleem: het LRKP maakt vooralsnog gebruik van eigen adresschrijfwijzen en nog niet van de BAG. Dit laatste is een randvoorwaarde om het bestand goed te kunnen verwerken in de registraties van de brandweer. De brandweer heeft daarom de registratiehouder LRKP verzocht het register ‘BAG-compliant’ te maken. Het ministerie van SZW laat inmiddels een impactanalyse uitvoeren. 66 na te gaan in hoeverre de mechanismen van de afzonderlijke basisregistraties gecombineerd kunnen of moeten worden. Voorbeeld: indien men tot de conclusie komt dat zowel van de BAG als van het NHR een omvattende gegevenskopie noodzakelijk is, en dat beide bronnen gecombineerd moeten worden in analyses, dan volgt hieruit de conclusie dat het wenselijk is om beide kopieën in één omgeving bijeen te brengen. ---- • Een belangrijke vraag bij het formuleren van de applicatie-architectuur is de vraag hoeveel systemen de omgevingsdienst moet aansluiten op de betreffende basisregistratie (nu en in de toekomst). Dit is onder meer afhankelijk van de diversiteit in taken, processen en systemen en van de vraag hoe de omgevingsdienst de functies zaakafhandeling, inhoudelijke beoordeling (expertsystemen), document management en analysefunctionaliteit wil beleggen in het applicatielandschap. Als de omgevingsdienst deze functies heeft belegd in één systeem of suite zal een ander plaatje ontstaan dan in de situatie dat er afzonderlijke systemen zijn die deze functies ondersteunen. • De ideale wijze van afnemen van de basisregistratie is vaak snel geformuleerd, maar zal enkele jaren van ons af liggen’. Bijvoorbeeld omdat stelselvoorzieningen nog niet beschikbaar zijn of omdat de middelen daarvoor pas in enkele jaren gerealiseerd kunnen zijn. Het helpt om te denken in zowel de uiteindelijke situatie als in de eerstvolgende uitvoerbare stap om verder te komen. • Bij het formuleren van de applicatiearchitectuur wil men zich over het algemeen niet laten belemmeren door mogelijkheden van de huidige systemen, maar toch kan men ook niet om deze systemen heen. Een oriëntatie op mogelijkheden van huidige of potentiele systeemleveranciers, en eventueel een gesprek, is daarom in deze fase zeer zinvol. Roadmap • De belangrijkste afwegingen bij het opstellen van de roadmap zijn de volgende:: -- Hoe kunnen we de ambitie ‘gebruiken basisregistraties’ opdelen in afzonderlijke trajecten die een (deel)resultaat opleveren? -- Hoe liggen afhankelijkheden tussen deze trajecten, --- bijvoorbeeld omdat eerst bepaalde generieke voorzieningen moeten worden gerealiseerd voordat afzonderlijke applicaties daarop kunnen worden aangesloten? Waar liggen prioriteiten/grootste behoeften vanuit de organisatie en organisatiedoelstellingen? Waar liggen de logische momenten, andere ontwikkelingen waarbij men kan aanhaken? Raming van de kosten/impact voor de afzonderlijke trajecten? Welke externe afhankelijkheden liggen er en hoe hiermee om te gaan? Welke oplossingen worden ondersteund door onze (huidige of beoogde) softwareleveranciers? Tips (do’s and don’ts) • Vaak is het zinvol om de analyse te toetsen op volledigheid denkend vanuit twee invalshoeken het proces perspectief en systeemperspectief (systemen en bestaande koppelingen). Door deze met elkaar te confronteren ontstaat een zo compleet mogelijk beeld. • Bijlage 2 geeft voor de afzonderlijke basisregistraties een beknopte toelichting op de producten, de betreffende verstrekker, de aanmeldprocedure, eventuele geldende restricties, procesdocumentatie, aandachtspunten en links naar de betreffende ‘vogelvluchtpagina’s op www.stelselinformatiepunt. nl. Meer gedetailleerde informatie kan worden opgevraagd bij accountmanagement van de betreffende basisregistraties. • De softwarecatalogus van KING (www. softwarecatalogus.nl) biedt het meest complete overzicht van middleware applicaties en VTHapplicaties de basisregistratie standaarden ondersteunen. • Kijk naar waar ‘beweging’ is. Kan variëren van onderhandelingen met nieuwe opdrachtgevers, consolidatie van systemen. • Indien de behoefte aan een generieke component blijkt is het zinvol bij de ontwikkeling en implementatie direct een eerste afnemend proces of systeem mee te nemen. 67 5.4 Realisatie en implementatie voorzieningen (fase3) Doel en resultaat Het doel van deze fase is te bewerkstelligen dat het gebruik van de basisregistratiegegevens feitelijk tot stand komt. De resultaten die hieruit volgen zijn de volgende: • Middelen voor ontsluiten en distribueren basisregistratiegegevens zijn ontwikkeld en geïmplementeerd. • Processen en werkwijzen zijn voor zover nodig aangepast en geïmplementeerd. Beschrijving van de stappen De inrichting van deze fase is sterk afhankelijk van de locale situatie, de opgestelde roadmap en de trajecten die daarin benoemd zijn. In de regel kunnen we drie stappen onderkennen, die deel parallel zullen worden uitgevoerd: • Het aansluiten op de basisregistraties. • Het inrichten van de (eventuele) generieke voorzieningen voor interne opslag en distributie. • Het aansluiten van de afnemende systemen en de implementatie in processen. Het aansluiten op de basisregistraties Deze stap omvat het afsluiten van de abonnementen met de landelijke voorzieningen, het inrichten van de stekker aan de zijde van de omgevingsdienst en het testen van de gegevenslevering. Ook het verkrijgen van de eventueel benodigde autorisaties behoort tot deze stap. Het inrichten van generieke voorzieningen voor opslag en distributie Over de stappen om de interne gegevenshuishouding in te richten kunnen hier slechts weinig specifieke uitspraken worden gedaan. Dit zal in de regel verlopen volgens een standaard projectmatige aanpak met daarin de elementen specificeren, pakketselectie , bouwen/configureren en implementeren. Aansluiten afnemende systemen en implementatie in processen In technische zin bestaat deze stap uit het realiseren van de koppelingen tussen de afzonderlijke afnemende systemen en hetzij het gegevensmagazijn, hetzij de ’stekker naar buiten’. Wellicht ten overvloede willen we hier nog benadrukken dat de implementatie van basisregistraties niet ophoudt bij systeemaanpassingen, maar ook vraagt om wijzigingen in processen en werkwijzen. Dit kan zijn omdat het mechanisme 68 voor het van afnemen gegevens uit basisregistraties dit ‘noodgedwongen’ met zich mee brengt. Een andere aanleiding kan zijn dat men ervoor kiest om processen te herstructureren, om op deze wijze de door basisregistraties geboden mogelijkheden te verzilveren. Inhoudelijke aspecten Autorisatieprocedures Voor de meeste van de geprioriteerde basisregistraties zijn ‘vrij toegankelijk’; hiervoor gelden geen autorisatieprocedures. Toegang tot de GBA kan echter alleen worden verkregen na het doorlopen van een autorisatieprocedure. Hierbij speelt het issue dat omgevingsdiensten als ‘gemandateerde partij’ nu niet zelfstandig toegang kunnen krijgen tot GBA-V. Dit issue is inmiddels belegd bij het ministerie BZK, het ministerie heeft de toezegging gedaan met de sector en agentschap BPR te zoeken naar een oplossing. Gegevensmanagement Basisregistraties dekken per definitie niet de gehele populatie aan objecten en subjecten waarmee een omgevingsdienst te maken heeft: • De GBA bevat alleen ingezetenen. • De BAG alleen gebouwen en geen andere objecten zoals onbemande tankstations en niet-betreedbare installaties. De BAG bevat ook postbusadressen. Ook inrichtingen zitten niet in de basisregistraties. Daarbij omvatten inrichtingen regelmatig meerdere objecten en/ of terreinen waar meerdere bedrijven activiteiten kunnen ontplooien. Dit betekent dat de omgevingsdienst zich een beeld moet vormen hoe men inrichten wil registreren en koppelen aan objecten uit basisregistraties. RiHA milieu biedt het informatiemodel dat men hierbij goed kan hanteren. De consequentie van het bovenstaande is dat men moet voorzien in functionaliteit om zelf subjecten of objecten ‘te creëren’ en beheren, (en om deze later eventueel te koppelen aan een basisregistratie als het gegeven daar is gecorrigeerd of toegevoegd, bijvoorbeeld na een terugmelding). Ook betekent dit dat met het invoeren van basisregistraties enige vorm van centraal gegevensmanagement moet worden ingericht indien dit nog niet het geval was (processen, beheer, etc.). Historie Alle basisregistraties bieden historische gegevens. De geldigheid van gegevens is expliciet vastgelegd, en objecten of subjecten die niet meer bestaan krijgen vaak een aparte status. (Een gesloopt pand blijft in de BAG altijd bestaan, maar wel met de status sloop gereed). Dit biedt mogelijkheden voor afnemers, maar stelt ook eisen aan de gegevenshuishouding van de afnemer. Bevragingen bij basisregistraties kunnen verwarrende antwoorden opleveren als de afnemer geen rekening houdt met de tijdsdimensie en met de status van gegevens in basisregistraties. Logistieke standaarden Om gegevens tussen systemen te kunnen uitwisselen moeten organisaties afspraken maken over het formaat van de gegevens (UBL, StUF, XML), de manier van transport (Diginetwerk of internet) en de verpakking of envelop waarin het bericht wordt verzonden (Digikoppeling). Digikoppeling gaat over de ‘envelop’ en voert uit wat daar op staat. De gegevens gaan dan naar de juiste overheidsorganisatie en naar het juiste adres. Aangetekend of juist niet, versleuteld, als herhaalde aanbieding, of retourafzender. De inhoud van het bericht in de envelop is voor de geadresseerde. Uitgangspunt van Digikoppeling is dat een organisatie op één plaats in de eigen ICT-infrastructuur een koppelpunt volgens Digikoppeling inricht. Deze standaard wordt voornamelijk toegepast bij de webservices van een aantal basisregistraties; bulkabonnementen lopen veelal nog niet volgens deze standaard. Daarnaast wordt digikoppeling gebruikt door Omgevingsloket Online, Dienstenloket, Berichtenbox MijnOverheid, DigiInkoop en Regelhulp. Gebruik van Digikoppeling betekent onder meer dat afnemers moeten beschikken over een overheidsidentificatienummer en een PKI-overheidscertificaat. Voor het gebruik van digikoppeling zijn door een aantal leveranciers specifieke adaptoren ontwikkeld. Voor meer informatie over digikoppeling zie www.logius.nl/producten/gegevensuitwisseling/ digikoppeling/. Kosten De meeste basisregistraties worden kosteloos verstrekt aan overheden voor de uitvoering van pubiekrechtelijke taken. Voor BAG, BRT en WOZ was dit reeds langere tijd het geval, voor het gebruik van de BRK en het NHR zijn recent afspraken gemaakt tussen VNG en de betreffende beheerders, waardoor ook voor deze registraties niet meer per bevraging betaald hoeft te worden. Voor het gebruik van de GBA worden nog wel kosten in rekening gebracht, zie hiervoor bijlage 2. Ketenaspecten Daar waar gegevens digitaal worden uitgewisseld in ketens zijn de ketenpartners wederzijds afhankelijk van elkaar in het definiëren van standaarden voor gegevensuitwisseling.De belangrijkste ketenpartners zijn de opdrachtgevers (gemeenten, provincies), andere organisaties in de handhavingsketen (inspecties, politie) en de veiligheidsregio’s . Gegevensuitwisseling met deze ketenpartners kan betrekking hebben op opdrachten, op voortgangsinformatie en bevindingen bij inspecties. De omgevingsdienst zal moeten inventariseren met welke partners welke gegevens worden uitgewisseld (of zouden moeten worden uitgewisseld) en met de betreffende ketenpartner overleg aangaan over de gegevensuitwisseling en het gebruik van basisregistraties daarbij. Terugmelden Terugmelden van vermeende fouten maakt deel uit van het implementeren van het gebruik van basisregistraties. In veel organisaties is dit een geheel nieuwe werkwijze, die een concrete uitwerking vraagt. Vraagstukken als ‘wanneer melden we terug’, ‘wie mag er terugmelden’, ‘hoe faciliteren we terugmelden’ en ‘hoe werken we verder totdat de terugmelding is verwerkt’ vragen hierbij aandacht. Communicatie De wijze waarop de business omgaat met de uit basisregistraties aangeboden gegevens bepaalt mede de baten van het gebruik. Als medewerkers niet zorgvuldig zijn met het vastleggen van KvK-nummers en andere sleutelgegevens, dan zullen bovengenoemde doelstellingen minder bereikt worden. Als men vermeende fouten niet teruggemeld worden, maar men gebruik maakt van ‘workarounds’ zal dit ten kosten gaan van de kwaliteit van basisregistraties en daarmee de bruikbaarheid ervan. Gebruik van basisregistraties kan daarom alleen succesvol worden geïmplementeerd als de medewerkers van de omgevingsdiensten bekend zijn met de achtergronden en doelstellingen hiervan. Dit vraagt om een goede communicatie, waarin de ook de do’s en don’ts in de dagelijkse werkuitvoering worden toegelicht. Tips (do’s and don’ts) • Diverse leveranciers bieden oplossingen voor het ontsluiten van de verzamelde basisregistraties, al dan niet gekoppeld aan een gegevensmagazijn. 69 voorbeeld 17 De status ‘in onderzoek’ in de basisregistraties: een signaal voor extra aandacht Indien een een afnemer van een basisregistratie heeft geconstateerd dat een gegeven in de basisregistratie niet juist is, moet die afnemer een terugmelding doen. Het object of de persoon krijgt dan de status ‘in onderzoek’ (in onderstaande afbeelding gemarkeerd als rood vlak en vraagteken). Dit gegeven kan van belang zijn voor andere afnemers. Zo is de afdeling Belastingen van de gemeente Arnhem geïnteresseerd in BAG-objecten met de status ‘in onderzoek’. Die interesse komt voort uit het feit dat bij een BAG-object ‘in onderzoek’ vaak een afwijking geconstateerd is, die ook van belang is voor de WOZ-waarde. Dat betekent vervolgens ook dat de gerelateerde WOZ-objecten extra aandacht verdienen. Door deze WOZ-objecten gericht te onderzoeken kunnen we vaststellen of deze objecten gewijzigd zijn en deze wijzigingen in de WOZregistratie doorvoeren. Zo wordt de kwaliteit van de registratie beter en voorkomt de belastingdienst vragen of bezwaren over de waardebepaling. 70 • • • • KING heeft een handreiking gegevensmanagement opgesteld, deze kan worden gevonden op: new. kinggemeenten.nl/sites/default/files/document/ gr_/20130409_Handreiking_Gegevensmanagement. pdf De gemeente Arnhem heeft een waardevolle notitie geschreven over gegevensmanagemnet. Deze kan worden opgevraagd bij [email protected] Leveranciers Geodan en Enable-U hebben gezamenlijk een terugmeld-app op de BAG ontwikkeld, zie www. geodan.nl/geodan-en-enable-u-presenterenbeppie-2/ Er is een aparte LinkedIn-groep over terugmelden: www.linkedin.com/ groups?gid=4536855&sharedKey=771D4021E48D. 71 6Knelpunten bij het implementeren van het gebruik van basisregistraties In dit traject is een aantal knelpunten geïdentificeerd die belemmerend werken voor de omgevingsdiensten bij het gebruiken van basisregistraties. Deze zijn grotendeels al elders in het document genoemd, maar worden hier voor een totaaloverzicht op een rij gezet. 72 6.1Juridische belemmeringen om aan te sluiten op de GBA-V Het feit dat omgevingsdiensten taken voor gemeenten in mandaat uitvoeren betekent tot op heden dat de omgevingsdiensten geen eigen toegang kunnen krijgen tot de GBA-V. omgevingsdiensten kunnen dus alleen de GBA raadplegen middels de mogelijkheden/routes van de afzonderlijke gemeenten, hetgeen in de praktijk zeer bewerkelijk is. Gedurende dit traject is overleg geweest tussen het Agentschap BPR, het ministerie van BZK, IPO en een afvaardiging van de omgevingsdiensten. Dit heeft geresulteerd in een voorstel van het agentschap voor een oplossing. Deze bestaat eruit dat een modelautorisatie wordt opgesteld voor de omgevingsdiensten welke door de opdrachtgevers dient te worden ondertekend. • PO en VNG hebben toegezegd het voortouw te zullen nemen bij de verdere uitwerking van de modelautorisatie. 6.2 Kwaliteit van de vestigingsgegevens in het NHR De omgevingsdiensten ervaren met enige regelmaat dat gegevens in het NHR niet juist zijn. Met name zijn er signalen van ontbrekende en onjuist geadresseerde vestigingen en daarnaast lijken de toegekende SBI-codes (overigens geen authentiek gegeven maar wel van groot belang) niet altijd in overeenstemming met de werkelijkheid. De omvang van deze problemen is vooralsnog niet gekwantificeerd. • Het is aan de omgevingsdiensten om de omvang en aard van de kwaliteitsproblemen nader in beeld te brengen. Cluster STOUT kan indien gewenst ondersteuning verlenen bij het formuleren van een aanpak. 6.3 Het ontbreken van een BAG-compliant NHR-product om een NHR-kopiebestand te onderhouden Het NHR biedt momenteel alleen producten voor individuele bevragingen met een van de NHR-sleutels (KvK-nummer, vestigingsnummer of RSIN als zoekingang). Een BAGcompliant producten voor het onderhouden van een kopiebestand, zodat de omgevingsdiensten flexibel kunnen zoeken, ontbreekt. Eveneens ontbreken producten voor meervoudige/massale bevragingen. Producten gebaseerd op Digilevering zijn nog niet beschikbaar, afgezien van het feit dat dit naar het zich nu laat aanzien waarschijnlijk een complexe informatieuitwisseling met zich mee brengt. • • De verantwoordelijkheid voor het oplossen van dit knelpunt ligt bij de KvK. IPO en Omgevingsdienst.nl zijn de aangewezen partij om dit punt te adresseren in de Gebruikersraad NHR, bij voorkeur gezamenlijk met andere NHR-gebruikers. 6.4 Moeilijke vindbaarheid van informatie over de producten van de basisregistraties Voldoende gedetailleerde informatie over de producten van basisregistraties is versnipperd en is lastig te vinden. Weliswaar bieden het Stelselinformatiepunt, de Releasekalender en de Stelselcatalogus een goede ingang, maar als de gebruiker behoefte heeft aan informatie een niveau dieper. Het feit dat het STOUT circa vijf werkdagen heeft gekost om het productoverzicht in bijlage 2 samen te stellen is wat dit betreft veelzeggend. • Het programma i-NUP is de aangewezen partij om hierin verbetering te brengen, temeer daar de verschillen tussen de basisregistraties in documentatiewijze en wijze van ontsluiten tussen basisregistraties een belangrijke rol spelen bij dit issue. • cluster STOUT kan, als huidig beheerder van het Stelselinformatiepunt, een rol spelen in het uitwerken van voorstellen en het monitoren van de invoering. 6.5 De kosten voor het gebruik van basisregistraties Tot voor kort participeerden gemeenten niet in de budgetfinanciering voor het NHR en de BRK, hetgeen betekende dat de omgevingsdiensten moesten betalen voor het afnemen van gegevens uit deze basisregistraties. 73 voorbeeld 18 De services van PDOK: eenvoudig verkrijgen van GEObasisinformatie over andere gemeenten In netwerk-omgevingsdiensten hebben medewerkers van afzonderlijke gemeenten regionale taken. Niet altijd zijn de ICT-systemen daarop al toegerust. In dat geval kunnen de services van PDOK een eenvoudige oplossing bieden. De medewerker milieu bijvoorbeeld kan zich zo snel een beeld vormen van het te onderzoeken object. In de browser kan de locatie opgezocht worden met de PDOK GEO-codeerservice (zie zoekvenster rechterbovenscherm). De getoonde detailinformatie uit PDOK bestaat uit bouwjaar pand, pandID, verblijfsobject-ID, gebruiksdoel, status en kadastraal perceelkenmerk. (Het plaatje in de browser is geheel gevuld met PDOK kaartlagen). 74 Inmiddels is in de Bestuurlijke Regiegroep (waarin VNG, het ministerie van BZK en de manifestpartijen zitting hebben) besloten dat de kosten voor het gebruik van NHR en BRK door gemeenten zullen worden overgeheveld naar het Gemeentefonds. Gemeenten zullen dus geen facturen meer ontvangen voor het gebruik van deze basisregistraties. Voor wat betreft het gebruik van de BRK is de positie van de omgevingsdiensten binnen deze regeling duidelijk: alle overheden opgenomen op almanak.overheid.nl vallen onder de budgetfinanciering. (Aanvullend daaraan hanteert het Kadaster de regel dat organisaties die niet op de lijst staan maar wel publiekrechtelijke taken uitvoeren, voor specifiek deze taken ook onder de budgetfinanciering vallen). Over de positie van gemeenschappelijke regelingen in de afspraken met het NHR moet echter nog duidelijkheid worden verkregen. • De VNG vertegenwoordigt de gemeenten bij de verdere uitwerking van de in de BRG gemaakte afspraken. • Omgevingsdienst.nl wordt, als koepel van de omgevingsdiensten, geadviseerd om contact te onderhouden met de VNG en aandacht te vragen voor de positie van de omgevingsdiensten. 6.6 Leveranciers zijn nog niet allen toegerust op koppelen met externe gegevensbronnen Een aantal van de in de sector gebruikte softwarepakketten ondersteunt nog niet het ontsluiten (koppelvlakken) en gebruiken (datamodel) van basisregistraties, of enkel door het in de applicatiedatabase ‘naar binnen halen’ van de gegevens. Dit betekent dat de omgevingsdienst of de basisregistratie niet kan gebruiken, of zich geconfronteerd ziet met een aantal kopieën van de basisregistraties voor de afzonderlijke applicaties. • Omgevingsdienst.nl kan als koepelorganisatie een belangrijke rol vervullen in het bewerken van de leveranciersmarkt op dit punt. Dit kan middels het formuleren van sectorale standaarden en overleg met de gezamenlijke leveranciers over de implementatie van deze standaarden. 75 6.7 Verschillen in gehanteerde SBI-coderingen SBI is de code voor de Standaard Bedrijfsindeling. CBS en KvK hanteren deze code om de economische activiteiten van een bedrijf aan te duiden. CBI is de code voor de Categorale Bedrijfsindeling, VNG hanteert deze code om de milieurelevante activiteiten van een bedrijf aan te duiden. Het werkveld milieu hanteert de CBI-codering om de milieuzonering van een bedrijf aan te duiden. Deze wordt onder meer gebruikt in de ‘richtafstandentabel’ van de VNG, ten behoeve van ruimtelijke ordening. Daarbij hanteert de VNG een CBI-codering die deels is gerelateerd en soms deels overeenkomt met de SBI-coderingen die CBS en KvK gebruiken. Er worden dus twee verschillende coderingen gebruikt: SBI en CBI die (deels) een onderlinge relatie hebben. Deze coderingen worden echter op grond van andere criteria toegekend. • Bij de aansluiting op een basisregistratie moet er rekening mee worden gehouden dat de SBI-code van de KvK de economische activiteit aanduidt, en de CBI-code van de omgevingsdienst de boordeling van de milieubelasting aangeeft. De een kan de ander niet vervangen • VNG is als beheerder van de richtafstandentabel de aangewezen partij om haar codering in lijn te brengen/ af te stemmen met de door CBS en KvK gehanteerde codering. 6.8 Ontbreken van het kadastraal object in StUFzaken De berichtstandaard StUF-zaken ondersteunt niet het doorgeven van een kadastraal nummer in het bericht. Dit betekent dat een zaak die enkel gekoppeld kan worden aan een kadastraal perceel (bijvoorbeeld omdat de zaak van toepassing is op een perceel waarop zich geen verblijfsobject bevindt) niet kan worden uitgewisseld met StUF-zaken tussen het zaaksysteem van de omgevingsdienst en bijvoorbeeld de VTH-applicatie. • KING is als beheerder van StUF-zaken de aangewezen partij om dit knelpunt op te lossen. • IPO en Omgevingsdienst.nl dienen dit knelpunt bij KING te adresseren. Bijlage 1: begrippen Hoewel er op tal van plaatsen veel over (het stelsel van) basisregistraties is geschreven, is het voor een goed begrip van de rest van dit document handig een aantal veelgebruikte begrippen en hun betekenis hieronder nog eens kort toe te lichten. Aangehaakt gegeven: een gegeven dat niet (authentiek of niet-authentiek) behoort tot de gegevensverzameling van een basisregistratie, maar daar logischerwijs wel ‘bijhoort’. Bijvoorbeeld: het kiesdistrict van een persoon, gegevens voor de hondenbelasting, etc. Over ‘aangehaakte gegevens’ wordt vooral gesproken in relatie tot de GBA: na de modernisering van de GBA wordt een deel van de gegevens over natuurlijke personen centraal bijgehouden en niet meer in de gemeente. Gemeenten willen een extra gegevens kunnen ‘aanhaken’. Zie ook Kerngegeven. Afnemersindicatie: de indicatie die een afnemer kan plaatsen bij een gegeven in een basisregistratie, waarmee de afnemer aangeeft geïnformeerd te willen worden over mutatie van dat gegeven. Authentiek gegeven: een gegeven dat is opgenomen in een basisregistratie en in wet- of regelgeving als ‘authentiek’ is aangemerkt. Voor authentieke gegevens gelden andere regels dan voor niet-authentieke gegevens. Basisgegeven: dit begrip heeft geen formele betekenis (komt niet voor in wet- en regelgeving), maar wordt in de volksmond regelmatig gebruikt. In dit document bedoelen we met ‘basisgegeven’ een gegeven dat voorkomt in een basisregistratie. Een basisgegeven kan dus authentiek of niet-authentiek zijn. Basisregistratie: een basisregistratie is een door de overheid officieel aangewezen registratie met daarin gegevens van hoogwaardige kwaliteit, die door alle (overheids)instellingen, verplicht en zonder nader onderzoek, worden gebruikt bij de uitvoering van publiekrechtelijke taken. Kerngegeven: dit begrip heeft geen formele betekenis (komt niet voor in wet- en regelgeving), maar wordt in de volksmond regelmatig gebruikt. In dit document bedoelen we met ‘kerngegeven’ een gegeven dat níet wordt bijgehouden in een basisregistratie, maar binnen (een) sector(en) of overheidsla(a)g(en) wél wordt beschouwd als een gegeven dat eenmalig zou moeten worden vastgelegd en meervoudig zou moeten (kunnen) worden gebruikt. Voorbeelden van gegevens die door vrijwel alle overheden als ‘kerngegeven’ worden beschouwd, zijn een (mobiel) telefoonnummer of een e-mailadres. Een voorbeeld van sectorale kerngegevens (voor omgevingsdiensten), zijn de gegevens van een milieu-inrichting. Kernregistratie: een registratie waarin (ook) kerngegevens worden bijgehouden. Dergelijke registraties kunnen vele vormen aannemen en omvatten veelal basisgegevens (authentiek en niet-authentiek) én kerngegevens. Niet-authentiek gegeven: een gegeven dat is opgenomen in een basisregistratie, maar niet in wet- of regelgeving als authentiek is aangemerkt. Voor niet-authentieke gegevens gelden andere regels, dan voor authentieke gegevens. 76 Plusgegeven: een gegeven dat door de bronhouder wordt vastgelegd in de eigen centrale registratie, maar dat geen deel uitmaakt van de basisregistratie en dat dus niet wordt verstrekt vanuit de landelijke voorziening. Het kan gaan om aanvullende attributen bij een basisregistratie object (bijvoorbeeld het aantal woonlagen in een pand) of aanvullende objecten (bijvoorbeeld onbemande tankstations die volgens de BAG-normen geen pand zijn. Plusgegevens zijn dus per definitie niet authentiek, en de wijze van registreren verschilt tussen de (gemeentelijke) bronhouders. 77 Bijlage 2: Overzicht producten voor afnemers van de landelijke voorzieningen van de basisregistraties Dit overzicht beoogt de informatiemanager te ondersteunen bij een eerste oriëntatie op – en selectie van – de beschikbare producten van de basisregistraties. Het is samengesteld op basis van de informatie die gevonden wordt op de websites van de afzonderlijke basisregistraties. Van alle producten zijn de belangrijkste karakteristieken vastgesteld en tevens wordt een beknopte omschrijving gegeven. Een verklaring van de gebruikte karakteristieken vindt u onderaan het overzicht. Een overzicht als dit kan onmogelijk alle details en bijzonderheden aangaande de producten omvatten; de lezer wordt daarom geadviseerd zich te verdiepen in de productdocumentatie van die producten die mogelijk geschikt zijn voor de eigen organisatie. 78 In een aantal gevallen leest u in het overzicht ‘In onderzoek’. De betreffende basisregistraties is gevraagd deze gegevens aan te vullen. Een aangevuld overzicht zal naar verwachting juni 2014 worden gepubliceerd. BRP (voorheen: GBA) Algemeen: voor alle BRP producten geldt dat de afnemer geautoriseerd moet zijn, waarbij autorisatie wordt verleend voor afzonderlijke gegevens (rubrieken). De criteria hierbij zijn wettelijke basis, doelbinding en proportionaliteit. Daarnaast moet de afnemer beschikken over een goedgekeurd geautomatiseerd systeem. Basisregistratie: BRP Product Karakteristieken Inzage via webportaal Ad Hoc Vraag / verstrekking op verzoek machine-machine – pull – direct - beperkt – eenmalig – 24 uur Opmerkingen Kosten GBA-V biedt geen portaal of interface voor inzage. De afnemer dient zelf zorg te dragen voor een interface voor de geboden webservices. Afnemer betaalt voor abonnement, waarbij 7 gebruiksklassen worden onderscheiden naar aantal bevragingen. Verstrekking van gegevens van een bepaalde ingeschrevene naar aanleiding van een door afnemer gestelde vraag. Zoekingangen: BSN, naam, geboortedatum. Verstrekking: afhankelijk van authorisatie; alleen actuele gegevens. Beschikbaarheid: in onderzoek. Ad Hoc Adresvraag / Adresverstrekking machine-machine – pull – direct - beperkt – eenmalig – 24 uur Geeft persoonsgegevens van alle op een adres ingeschreven personen. Bevragen kan met een adres als ingang of met persoonsgegevens als ingang. Zoekingangen: BSN, naam, geboortedatum. Verstrekking: afhankelijk van authorisatie; alleen actuele gegevens. Beschikbaarheid: in onderzoek. Spontane verstrekking van gegevens machine-machine – push/ mutatiegedreven – uitgesteld (in onderzoek) – beperkt – herhalend – 24 uur De afnemer kan indicaties laten plaatsen bij individuele personen of groepen personen, en krijgt dan eerst een ‘vulbericht’ met gegevens (voor zover geautoriseerd) en later de mutaties die optreden bij deze personen (was-wordt berichten). Binnen welke tijd mutaties aan de afnemer worden aangeleverd is nog in onderzoek. Zoekingangen: op basis van gebruikersindicatie. Verstrekking: vaste subset van gegevens. Beschikbaarheid: in onderzoek. Conditionele verstrekking Selectieverstrekking machine-machine – push/ gebeurtenisgedreven (in onderzoek) – uitgesteld (in onderzoek) – beperkt – herhalend – 24 uur Eenmalige verstrekking naar aanleiding van een relevante wijziging op de persoonslijst, bijvoorbeeld ‘personen die 21 zijn geworden’. machine-machine – push/ tijdgedreven – uitgesteld – beperkt – herhalend – 24 uur Eenmalige of periodieke bulkverstrekking van gegevens van personen die aan een bepaalde voorwaarde voldoen. Deze verstrekking is bijvoorbeeld geschikt voor vragen als ‘alle personen die nu ouder zijn dan 65’. Zoekingangen: in onderzoek. Verstrekking: afhankelijk van authorisatie; alleen actuele gegevens. Zoekingangen: in onderzoek. Verstrekking: afhankelijk van authorisatie; alleen actuele gegevens. 79 A: 0-10K -> €550* B: 10 -100K -> €1.100 C: 100-500K -> €11.000 NB 1: hogere klassen lijken niet relevant voor omgevingsdiensten. NB2: Ingeval van Budgetfinanciering wordt de factuurstroom verlegd naar het departement waaronder de organisatie valt) NHR 1 Algemeen: onderstaand overzicht beperkt zich tot de producten die het NHR biedt gericht op het verplicht gebruik door overheden. Daarnaast biedt het NHR diverse maatwerkproducten en producten gericht op de commerciële markt; deze zijn in dit overzicht niet opgenomen. De vermelde kosten gelden voor afnemers die niet onder de budgetfinanciering vallen; bij organisaties die wel onder de budgetfinanciering vallen worden deze kosten niet in rekening gebracht (zie ook paragraaf 6.5). Basisregistratie: NHR Product Karakteristieken Opmerkingen Kosten HR inzien Mens-machine – pull –direct – beperkt - eenmalig - actueel Gebruiker kan handmatig beperkte set gegevens van bedrijven inzien via internet, waaronder naam, KvK-nummer, vestigingsnummer. Bij resultaten worden SBI-code en BAG-ID van het adres (object) niet getoond. Gratis Zoekingangen: naam, adres, KvK-nr, vestigingsnummer, postcode. Verstrekking: deelverzameling van de attributen; alleen actuele gegevens. Beschikbaarheid: in onderzoek In het kort Mens-machine – pull –direct – beperkt - eenmalig - actueel Biedt meer gegevens dan HR Inzien van een bedrijf op het scherm, onder andere SBI-code/omschrijving, rechtsvorm, contactgegevens, gevestigd sinds. (maar geen vestigingsnummer). €0,30 Zoekingangen: in onderzoek Verstrekking: deelverzameling van de attributen; alleen actuele gegevens. Beschikbaarheid: in onderzoek Uittreksel Mens-machine – pull –direct – beperkt - eenmalig - actueel Gebruiker kan van een handmatig geselecteerd bedrijf een uittreksel KvK als bestand downloaden. De mogelijkheid bestaat daarnaast om gewaarmerkte kopie op papier aan te vragen. De zoekingang is het KvK-nummer. Verstrekking: deelverzameling van de attributen; alleen actuele gegevens. Beschikbaarheid: in onderzoek Dataservice Inschrijving Machine-machine – pull – direct – beperkt - eenmalig - actueel Webservice voor het opvragen van gegevens betreffende de inschrijving van de onderneming, waaronder rechtspersoon, maatschappelijke activiteit, handelsnamen, vestigingen en functionarissen. Twee versies: ‘Inschrijving’ en ‘inschrijving in ‘t kort’, de laatste bevat een kleinere gegevensset (onder meer geen functionarissen, geen vestigingen). Zoekingang is KvK-nummer of RSIN. Verstrekking: deelverzameling van de attributen; alleen actuele gegevens. Beschikbaarheid: in onderzoek Dataservice Vestiging Machine-machine – pull – direct – beperkt - eenmalig - actueel Webservice voor het opvragen van vestigingsgegevens. Twee versies, ‘Vestiging’ en ‘Vestiging in ‘t kort’, de laatste bevat een kleinere gegevensset. Zoekingang is KvK-nummer, vestigingsnummer of RSIN. Verstrekking: deelverzameling van de attributen; alleen actuele gegevens. Beschikbaarheid: in onderzoek HR Dataservice Berichten via Digilevering1 Beheerder-machine – push –direct – beperkt – eenmalig/ herhalend Als een gebeurtenis plaatsvindt, wordt dit automatisch naar de afnemer gestuurd. Het betreft bijvoorbeeld mutaties over inschrijvingen of vestigingen. Er wordt een StUF-bestand geleverd. €2,50 €7,50 (gewaarmerkt) € 2,50 per bevraging voor volledige versie, €1,40 voor ‘in t kort’ € 1,60 per bevraging voor volledige versie, €1,40 voor ‘in t kort’ In onderzoek Zoekingangen: in onderzoek. Verstrekking: in onderzoek. Adressenbestand/ Mutatieabonnnement Beheerder-machine – push – omvangrijk – eenmalig/ herhalend – maandelijks Eenmalige of maandelijkse levering met adresgegevens van een door de gebruiker gespecificeerde set bedrijven. Filtering is mogelijk op diverse criteria, waaronder gemeente, postcode, SBI-code. Het data-formaat van dit product is niet geheel NHR-compliant (afwijkende notatie BAG-adressen) en levert geen BAG-ID’s. Het product wordt naar verwachting uitgefaseerd. Zoekingangen: in onderzoek. Verstrekking: in onderzoek. 1 3 ct per adres (NAW) 2 ct per adres per extra rubriek + startkosten www.KVK.nl/over-de-KvK/over-het-handelsregister/gebruik-van-het-handelsregister-door-de-overheid/aansluiten-overheid-op-het-handelsregister/producten/ hr-dataservice-berichten/ 80 BAG 2 Basisregistratie: BAG Product Karakteristieken Opmerkingen Kosten BAG Web Mens-machine – pull – direct - beperkt – eenmalig – actueel Website voor het handmatig raadplegen van de BAG. Alleen administratieve gegevens, geen geografische weergave. Volledige historie van BAG-objecten kan worden getoond. BAG-producten zijn gratis voor overheden voor gebruik bij publieke taken. Zoekingangen: adres (openbare ruimtenaam en huisnummer), postcode en huisnummer, object-ID, woonplaatsnaam, woonplaatsnaam en openbare ruimtenaam, woonplaats-ID en openbare ruimte-ID. Verstrekking: alles behalve geometrie wordt getoond; alleen actuele gegevens. Beschikbaarheid: in onderzoek. BAG viewer Mens-machine – pull – direct - beperkt – eenmalig – 7 dagen Website waar een BAG-kaart getoond wordt. Klikken op panden toont de onderliggende pand- en verblijfsobjectgegevens. Alleen de huidige situatie wordt getoond. Zoekingangen: adres, woonplaats of postcode. Verstrekking: deelverzameling van de attributen; alleen actuele gegevens. Beschikbaarheid: in onderzoek. BAG bevragen BAG WMS/WFS (via PDOK) Machine-machine – pull – direct - beperkt – eenmalig – actueel Webservice voor het geautomatiseerd bevragen van de BAG. BAG Bevragen kan de volledige levenscyclus van een object opvragen. Machine-machine – pull – direct - omvangrijk – eenmalig – 1 dag Biedt BAG-gegevens van een in de vraag gespecificeerde geografische contour, hetzij als ‘plaatje’ (WMS) hetzij als data, welke door de afnemer gevisualiseerd, opgeslagen en bewerkt kunnen worden. De WFS-service is vooralsnog gemaximeerd op 15.000 objecten. Zoekingangen: adresseerbaar object op ID en op adres, nummeraanduiding op ID en op adres, pand op ID, woonplaats op ID en op naam, openbare ruimte op ID en op naam, openbare ruimte via woonplaats-ID, nummeraanduiding via openbare ruimte ID. Verstrekking: alle attributen worden verstrekt; zowel actuele als historische gegevens. Beschikbaarheid: in onderzoek. Zoekingangen: in onderzoek. Verstrekking: verder in onderzoek; alleen actuele gegevens. Beschikbaarheid: in onderzoek. BAG GEOcodeerservice BAG Digilevering BAG Extract (eenmalig/abonnement) Machine-machine – pull – direct - omvangrijk – eenmalig – 30 dagen (nog in onderzoek) Webservice welke een coördinaat van een BAG-verblijfsobject levert. Machine-machine – push– uitgesteld- beperkt – herhalend – 48uur (nog in onderzoek) Abonnementenservice om realtime een bericht te ontvangen bij een wijziging in de BAG. Momenteel nog in ontwikkeling. Beheerder-machine – push – uitgesteld - omvangrijk – herhalend of eenmalig– 30 dagen Levering van een totaalstand van alle BAG-gegevens voor het gevraagde gebied (volledige levenscyclus of op peildatum). Mogelijk om te selecteren op woonplaats(en) of geheel Nederland. Bij een abonnement bestaan twee varianten: maandelijks de wijzigingen ten opzichte van de voorgaande levering geleverd of maandelijks wordt een totaalstand geleverd. Zoekingangen: postcode-huisnummer, adres of woonplaats Verstrekking: deelverzameling van de attributen Beschikbaarheid: in onderzoek Zoekingangen: in onderzoek Verstrekking: in onderzoek; alleen actuele gegevens Zoekingangen: woonplaats-ID Verstrekking: alle attributen worden verstrekt; zowel actuele als historische gegevens BAG Compact (eenmalig/ abonnement) Mens-machine – push – uitgesteld - omvangrijk – herhalend of eenmalig– 30 dagen Levering van een totaalstand van alle in de BAG-geregistreerde huidige nummeraanduidingen, met daarbij de ‘platgeslagen’ adressen, de VBO-ID’s en de verblijfsobjectcoördinaten. Alleen leverbaar voor geheel Nederland. Zoekingangen: Geen Verstrekking: deelverzameling van de attributen (geaggregeerd tot adressen) ; alleen actuele gegevens 2 www.kadaster.nl/web/Themas/Registraties/BAG-1/BAG-producten.htm 81 BRK 3 Basisregistratie: BRK Product Karakteristieken Opmerkingen Kosten Kadaster Online mens-machine – pull – beperkt eenmalig – Middels Kadaster-online kunnen handmatig uitreksels worden opgevraagd van de kadastrale kaart, daarnaast kunnen kadastrale berichten, hypothecaire berichten en objectenlijsten worden opgevraagd. De in deze tabel genoemde producten vallen onder de budgetfinanciering. Zoekingangen: in onderzoek. Verstrekking: deelverzameling van de attributen; alleen actuele gegevens. Beschikbaarheid: in onderzoek. 4 BAG-BRK koppeltabel (tijdelijk) beheerder-machine – pull – omvangrijk - eenmalig Deze te downloaden koppeltabel biedt de relatie tussen BAG-verblijfsobjecten en het bijbehorende kadastrale perceel. Zoekingangen: kadastrale aanduiding, BAG-adres, VBO-ID. Verstrekking: koppeltabel. Beschikbaarheid: in onderzoek. machine-machine – pull – beperkt - eenmalig KIK-inzage Webservice voor het online inzien van de BRK, te weten kadastraal bericht persoon, kadastraal bericht object, hypothecair bericht object, uittreksel kadastrale kaart, negatieve mededeling (in onderzoek). Zoekingangen: in onderzoek. Verstrekking: in onderzoek. Beschikbaarheid: in onderzoek. Digitale kadastrale kaart (via PDOK) machine-machine – pull – omvangrijk – eenmalig Webservice voor het opvragen van de kadastrale kaart binnen een zelf te specificeren uitsnede. Wordt geleverd door PDOK volgens WMS- en WMTS-standaard. Zoekingangen: in onderzoek. Verstrekking: in onderzoek. Beschikbaarheid: in onderzoek. Webservice bestuurlijke 5 grenzen machine-machine – pull – omvangrijk - eenmalig Webservice voor het opvragen van rijks-, provincie- en gemeentegrenzen. Wordt geleverd volgens WMS- en WFS-standaard. Zoekingangen: in onderzoek. Verstrekking: in onderzoek. Beschikbaarheid: in onderzoek. Massale informatie verstrekking (initiële stand + mutaties) beheerder-machine – pull – omvangrijk - periodiek Bestandslevering van de geAutomatiseerde Kadastrale Registratie (AKR). Mutaties af te nemen via downloadservice. Product wordt uitgefaseerd per 1 juli 2015 en vervangen door BRK Levering. Zoekingangen: in onderzoek. Verstrekking: in onderzoek. Digitale Kadastrale Kaart (DKK) (initiele stand + mutaties) beheerder-machine – pull – omvangrijk - periodiek Bestandslevering van de Geautomatiseerde Kadastrale Registratie. Mutaties af te nemen via downloadservice. Product wordt uitgefaseerd per 1 juli 2015 en vervangen door BRK Levering. Zoekingangen: in onderzoek. Verstrekking: in onderzoek. Beschikbaarheid: in onderzoek. 6 BRK levering Stand (eenmalig, periodiek) beheerder-machine – pull – omvangrijk – periodiek – 7 dagen verwerkingstermijn Bestandslevering van de BRK. Integreert administratieve en geografische gegevens. Leverbaar als eenmalige standlevering, periodieke standlevering. Filtering mogelijk op gemeente. Downloadservice. Zoekingangen: in onderzoek. Verstrekking: alle attributen worden verstrekt; verder in onderzoek. Beschikbaarheid: in onderzoek. BRK-levering Mutaties abonnement (mutaties) beheerder-machine – pull – omvangrijk – periodiek – actueel Bestandslevering van de BRK. Integreert administratieve en geografische gegevens. Levering in de vorm van initiële stand + dagelijkse mutatieleveringen. Filtering mogelijk op gemeente. Zoekingangen: in onderzoek. Verstrekking: alle attributen worden verstrekt; alleen actuele gegevens. Beschikbaarheid: in onderzoek. 3 www.kadaster.nl/web/Themas/Registraties/BRK/BRK-artikellijst.htm 2 www.kadaster.nl/web/Themas/Registraties/PDOK.htm 4 www.kadaster.nl/web/Themas/Registraties/BRK/BRKBAG-koppeling.htm 5 www.pdok.nl/ 6 www.kadaster.nl/web/artikel/BRK-Levering-2/BRK-Levering-1.htm 82 Voor van de standaard afwijkende leveringsvormen worden kosten in rekening gebracht. BRT 7 Basisregistratie: BRT Product Karakteristieken Online Inzage Webservices (via PDOK) . BRT achtergrond . Top10NL . Top50vector . Top25Raster . Top50Raster . Top250Raster Machine-machine – pull - omvangrijk – eenmalig –actualisatiefrequentie 1x per 2 jaar Opmerkingen Kosten In onderzoek BRT is beschikbaar als open data. Webservices die een in het vraagbericht gespecificeerde uitsnede van de Basisregistratie Topografie bieden, welke middels een GIS-applicatie kan worden getoond ‘als plaatje’. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de open standaarden, WMS, WMTS en/ of TMS. De actualisatiefrequentie van de BRT is 1x per 2 jaar. Zoekingangen: in onderzoek. Verstrekking: kaart; alleen actuele gegevens. Beschikbaarheid: in onderzoek. (near) real-time mutatieverstrekking en/of gebeurtenissen. - BRT biedt geen producten voor het realtime leveren van mutaties of gebeurtenissen. Bestandsleveringen Beheerder-machine – pull -eenmalig – omvangrijk – actualisatiefrequentie 1x per 2 jaar Bestandsleveringen van de verschillende BRT-datasets. Top10 (voor schaalniveau’s tussen 1:5.000 en 1:25.000) wordt geleverd in bestandsformaten GML en FGDB. TOPvector (voor schaalniveau’s tussen 1:25.000 en 1:400.000) wordt geleverd in de bestandsformaten SUF/NEN, DGN, DXF en Shape. TOPgrenzen wordt geleverd in de bestandsformaten DGN en Shape. TOPraster wordt geleverd in het bestandsformaat GEO-TIFF. TOPnamen wordt geleverd in de bestandsformaten GDB, Dbase of Excel. . Top10NL . Topvector . Topgrenzen . Topraster . Topnamen Zoekingangen: in onderzoek. Verstrekking: kaartblad; alleen actuele gegevens. Beschikbaarheid: in onderzoek. 7 www.kadaster.nl/BRT www.pdok.nl/ 83 WOZ 8 Algemeen: De landelijke voorziening WOZ Basisregistratie: WOZ Product Karakteristieken Opmerkingen Kosten Webapplicatie individuele bevraging Mens-machine – beperkt – eenmalig - actueel Webapplicatie voor het raadplegen van gegevens van WOZ-objecten. Zoekingangen: in onderzoek. Verstrekking: in onderzoek. Beschikbaarheid: in onderzoek. In voorbereiding. Lijkt sterk op de BAG viewer. ‘WOZ-viewer’ Beschikbaarheid: in onderzoek. Webservice individuele synchrone bevraging Machine-machine – omvangrijk – eenmalig - actueel Webservice om gegevens van een beperkt aantal WOZ-objecten af te nemen en geautomatiseerd in de eigen applicatie te verwerken. De afnemer kan een waardepeildatum specificeren. Maximaal 25 objecten per bevraging. Zoekingangen: WOZ-objectnummer, BAG-ID verblijfsobject/ standplaats/ ligplaats, postcode, huisnummer etc., kadastrale identificatie en/of kadastrale aanduiding, identificatie of naam-, adres- en woonplaatsgegevens belanghebbende. Verstrekking: in onderzoek. Beschikbaarheid: in onderzoek. Webservice massale bevraging Beheerder-machine – omvangrijk – eenmalig - actueel Webservice om ‘grote’ hoeveelheden objectgegevens af te nemen. Een afnemer kan de selectie van WOZ-objecten en de gewenste attributen definiëren in de vorm van een StUF 03.01-vraagbericht. Zoekingangen: ligging (gemeente, waterschap, postcodegebieden) of op basis van belanghebbende en aanvullend op waardepeildatum voor waarde. Verstrekking: deelverzameling van de attributen; alleen actuele gegevens? Beschikbaarheid: in onderzoek. Abonnementservice Beheerder-machine – beperkt – herhalend - actueel Abonnementservice die een automatisch bericht afgeeft wanneer er iets verandert in de registratie van voor de afnemer van belang zijnde WOZ-objecten. Een afnemer kan zich abonneren op alle WOZ-objecten of op de gegevens van één of meer waterschappen. Zoekingangen: in onderzoek. Verstrekking: in onderzoek. Stuf-WOZ-bestand tijdens overgangsfase Beheerder-machine – omvangrijk – eenmalig In de overgangsfase naar de LV-WOZ (als in een gebied sommige gemeenten wel en andere nog niet zijn aangesloten op de LV-WOZ) worden door de LVWOZ nog StUF-WOZ bestanden geleverd voor gemeenten die zijn aangesloten op de Landelijke Voorziening WOZ. Deze overgangsfase loopt vanaf het moment dat de eerste gemeente is aangesloten op de Landelijke Voorziening WOZ tot maximaal één jaar nadat de laatste gemeente is aangesloten. Zoekingangen: in onderzoek. Verstrekking: in onderzoek. 8 www.kadaster.nl/web/Themas/Registraties/WOZ-1.htm www.waarderingskamer.nl/documents/catalogus%20woz-gegevens%20voor%20afnemers%20versie%201.6.pdf 84 BRI 9 Algemeen: gegevens uit de BRI zijn alleen beschikbaar voor een zeer beperkt aantal expliciet benoemde afnemers. Basisregistratie: BRI Product Karakteristieken Inzage via webportaal Directe gegevenslevering via Webservice Opmerkingen Niet beschikbaar. Machine-machine – pull – direct beperkt – eenmalig – actueel Levering van het authentieke inkomen gegevens (AIG). Zoekingangen: in onderzoek Verstrekking: in onderzoek Beschikbaarheid: in onderzoek Herhalende gegevenslevering (abonnement) Niet beschikbaar. Eenmalige uitgestelde gegevenslevering (bestand of bericht) Niet beschikbaar. 9 wiki.stelselvanbasisregistraties.nl/xwiki/bin/view/Stelselhandboek/producten+en+diensten+basisregistraties#HBRI 85 Kosten 10 BRV Basisregistratie: BAG Product Karakteristieken Opmerkingen Aanlevering via online verbinding (mens-machine) Mens-machine – pull – direct beperkt – eenmalig – actueel Via online verbinding gegevens uit de BRV raadplegen. Zoekingangen: in onderzoek. Verstrekking: in onderzoek. Beschikbaarheid: in onderzoek. Aanlevering via online verbinding (machine-machine) Machine-machine – pull – direct beperkt – eenmalig – actueel Via online verbinding gegevens uit de BRV raadplegen. Zoekingangen: in onderzoek. Verstrekking: in onderzoek. Beschikbaarheid: in onderzoek. Gegevensverstrekking via abonnement Beheerder-machine – push – uitgesteld – herhalend - actueel Op basis van afspraken wordt een bestand geleverd. Zoekingangen: in onderzoek. Verstrekking: alleen de afgesproken attributen worden geleverd; verder in onderzoek. Gegevensverstrekking via selecties Beheerder-machine – push – direct/uitgesteld – eenmalig/ herhalend - actueel Klanten ontvangen ah hoc of op basis van een abonnement een afgesproken selectie van gegevens. Zoekingangen: in onderzoek. Verstrekking: alleen de afgesproken attributen worden geleverd; verder in onderzoek. 10 www.rdw.nl/SiteCollectionDocuments/Over%20RDW/Brochures%20en%20folders/Catalogus%20Basisregistratie%20Voertuigen.pdf 86 Kosten Categorieën Categorie Mogelijke waarden karakteristieken Inzage via webportaal Directe gegevenslevering via webservice Herhalende gegevenslevering (abonnement) Herhalende gegevenslevering, tijdsgedreven (abonnement) Herhalende gegevenslevering, mutatie- of gebeurtenisgedreven (abonnement) Eenmalige uitgestelde gegevenslevering (bestand of bericht) • Interface: mens-machine • Aanleiding: vraaggedreven • Levertijd: direct • Omvang: beperkt of omvangrijk • Herhaling: eenmalig • Interface: machine-machine • Aanleiding: vraaggedreven • Levertijd: direct • Omvang: beperkt • Herhaling: eenmalig • Interface: machine-machine of beheerder-machine • Aanleiding: tijds-, mutatie- of gebeurtenisgedreven • Levertijd: uitgesteld • Omvang: beperkt of omvangrijk • Herhaling: herhalend • Interface: machine-machine of beheerder-machine • Aanleiding: tijdsgedreven • Levertijd: uitgesteld • Omvang: meestal omvangrijk • Herhaling: herhalend • Interface: machine-machine of beheerder-machine • Aanleiding: mutatie- of gebeurtenisgedreven • Levertijd: uitgesteld • Omvang: meestal beperkt • Herhaling: herhalend • Interface: machine-machine of beheerder-machine • Aanleiding: vraaggedreven • Levertijd: uitgesteld • Omvang: meestal omvangrijk • Herhaling: eenmalig 87 Omschrijving Er is sprake van een mens-machine-interface voor directe levering van de gegevens. Via een zogenaamd webportaal, dat in beheer is bij de verstrekker van de gegevens, kan de afnemer zonder grote vertraging (in de orde van seconden) de gewenste gegevens ophalen. Door toepassing van een webservice kan een applicatiecomponent van de afnemer zelf zonder menselijke tussenkomst en zonder grote vertraging (in de orde van seconden) gegevens uit een basisregistratie opvragen. Het initiatief voor levering van gegevens ligt bij de verstrekker van gegevens en vindt plaats op basis van een abonnement. Het moment van leveren hangt af van vooraf overeengekomen leveringscriteria. De levering kan tijdsgedreven, mutatiegedreven of gebeurtenisgedreven zijn. Het initiatief voor levering van gegevens ligt bij de verstrekker van gegevens en vindt plaats op basis een abonnement. Het moment van leveren hangt af van vooraf overeengekomen leveringscriteria. De levering is tijdsgedreven. Het initiatief voor levering van gegevens ligt bij de verstrekker van gegevens en vindt plaats op basis een abonnement. De mutatie of gebeurtenis leidt direct tot een levering en wordt niet opgespaard. Eenmalige verstrekking van gegevens waarbij het beantwoorden van de gegevensvraag en het samenstellen van de gegevenslevering (bestand of bericht) tijd kost en levering plaatsvindt op een tussen afnemer en verstrekker overeengekomen tijdstip. Karakteristieken en mogelijke waarden Karakteristiek Mogelijke waarden Omschrijving Interface Mens-machine De gegevens worden geleverd via een mens-machine-interface. De wijze waarop de communicatie tussen verstrekker en afnemer plaatsvindt. Machine-machine De gegevens worden geleverd via een machine-machine interface. Beheerder-machine De gegevens worden geleverd in een vorm die bestemd is voor verwerking door een (systeem)beheerder, zoals een bestand op DVD. Vraaggedreven (pull) De directe aanleiding voor de gegevenslevering is een vraag van de afnemer van de gegevens. Het initiatief ligt bij de afnemer. pull impliceert dat het initiatief voor de levering bij de afnemer ligt. Gebeurtenisgedreven (push) De directe aanleiding voor de gegevenslevering is de registratie van een gebeurtenis. Het initiatief ligt bij de verstrekker van de gegevens. push impliceert dat het initiatief voor de levering bij de aanbieder ligt. Mutatiegedreven (push) De directe aanleiding voor de gegevenslevering is een mutatie van gegevens. Het initiatief ligt bij de verstrekker van de gegevens. Tijdsgedreven (push) De directe aanleiding voor de gegevenslevering is het bereiken van een bepaald tijdstip. Het initiatief ligt bij de verstrekker van de gegevens. Direct De gebruiker krijgt de gevraagde gegevens zonder grote vertraging (in de orde van seconden) na het stellen van de vraag aangeleverd. Aanleiding Opmerkingen De aanleiding voor het leveren van gegevens. Levertijd De tijd tussen het stellen van de vraag door de afnemer en het leveren van de gegevens door de verstrekker. Was: De afnemer krijgt de gevraagde gegevens direct na het stellen van de vraag geleverd (binnen seconden, de gebruiker ‘kan verder met zijn proces’). Uitgesteld De afnemer krijgt de gevraagde gegevens niet direct na het stellen van de vraag of het plaatsvinden van een mutatie of gebeurtenis aangeleverd, maar na een tijdsinterval van enkele uren/dagen/weken. Omvang Beperkt De levering heeft een beperkte omvang en betreft één of enkele object(en) en/of subject(en). De omvang van de levering in termen van het aantal objecten en/of subjecten. Omvangrijk De levering is omvangrijk en betreft een verzameling objecten en/of subjecten. Herhaling Eenmalig De vraag van de afnemer leidt tot een eenmalige levering van gegevens. Of sprake is van een eenmalige of herhalende levering van gegevens. Herhalend De vraag van de afnemer leidt tot een herhalende levering van gegevens op basis van een abonnement. 88 Grote overlap met push-pull. Eigenschappen en mogelijke waarden Eigenschap Korte omschrijving Toelichting Actualiteit De mate waarin de informatie, op het moment dat ze beschikbaar komt, nog overeenstemt met de werkelijkheid. De tijdsduur die er maximaal ligt tussen het wijzigen van een gegeven in de basisregistratie en de levering hiervan aan de afnemer. Zoekingangen en filters Lijst van gegevens en criteria. De selectiecriteria en zoekingangen, die de afnemer kan gebruiken bij het opvragen en zoeken van gegevens. Beschikbaarheid De mate waarin een product operationeel is. Vermelding of een product alleen tijdens kantooruren of 7x24 uur beschikbaar is. Standaardisatie Toegepaste protocollen, formaten, standaarden De protocollen, formaten en standaarden, die worden toegepast in de levering. 89 90
© Copyright 2024 ExpyDoc