"Beantwoording Kamervragen over de

Aan de Voorzitter van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Ministerie van Buitenlandse
Zaken
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Ministerie van Defensie
Postbus 20701
2500 ES Den Haag
Ministerie van Veiligheid en
Justitie
Postbus 20011
2500 EA Den Haag
Datum 12 mei 2014
Betreft Beantwoording feitelijke vragen over Eindevaluatie van de geïntegreerde
politietrainingsmissie in Afghanistan.
Onze Referentie
DVB/CV-082/2014
Uw Referentie
2014D12845
Bijlage(n)
1
Geachte voorzitter,
Hierbij ontvangt u de antwoorden op de vragen van de vaste commissie voor
Defensie betreffende de eindevaluatie van de Nederlandse geïntegreerde
politietrainingsmissie in Afghanistan. Deze vragen werden ingezonden op 10 april
2014 met kenmerk 27925-489/2014D12845.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
De Minister van Veiligheid en Justitie,
Frans Timmermans
I.W. Opstelten
De Minister van Defensie,
De Minister voor Buitenlandse Handel
en Ontwikkelingssamenwerking,
J.A. Hennis-Plasschaert
Lilianne Ploumen
Pagina 1 van 27
Antwoorden van Frans Timmermans, Minister van Buitenlandse Zaken,
Mr. I.W. Opstelten, Minister van Veiligheid en Justitie, J.A. HennisPlasschaert, Minister van Defensie en Lilianne Ploumen, Minister voor
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking op vragen van de
leden van de vaste Kamercommissie voor Defensie over de Eindevaluatie
van de geïntegreerde politietrainingsmissie in Afghanistan over de
periode van 2011–2013 (27 925, nr. 489).
Onze Referentie
DVB/CV-082/2014
1
Hebben caveats de missie belemmerd en op welke wijze was dit het
geval?
77
Tot wat voor problemen leidde de caveat, dat de door Nederlands
opgeleide agenten onder geen beding mochten worden ingezet voor
offensieve doeleinden en dat daarvoor een tracking en tracing systeem
werd opgezet om de agenten na hun opleiding te kunnen volgen, in de
praktijk?
Het stellen van aanvullende voorwaarden aan de uitvoering van de missie heeft
ertoe geleid dat Nederland geen agenten kon opleiden voor het gehele noorden
van Afghanistan, maar alleen voor de provincie Kunduz. Daarnaast hield dit in dat
geen andere politie categorieën behalve Afghan Uniformed Police (AUP) kon
worden opgeleid. In de praktijk vergde het tracking & tracing systeem een
onevenredige inspanning van de Nederlandse militairen en leidde af van de
kerntaken (zie de vragen 80, 81, 83, 84, 86, 87). Nationale caveats komen de
effectiviteit van een internationale missie niet ten goede.
2
Welke caveats waren er precies en op welk verzoek zijn deze in de missie
terechtgekomen?
Er zijn vanuit het parlement tijdens het Algemeen Overleg over de artikel 100brief in 2011 aanvullende voorwaarden gesteld ten aanzien van de inrichting van
de politietrainingsmissie. De regering heeft deze verwerkt in een aanvullende
artikel 100-brief d.d. 27 januari 2011. Aanvullende voorwaarden betroffen:

Een basistraining van 8 weken in plaats van de standaard 6 weken.

In de training aandacht voor onder meer mensen-, vrouwen- en
kinderrechten en integriteit.

Agenten die door Nederland werden opgeleid mochten niet ingezet worden
voor offensieve, militaire doeleinden.

Nederland hanteert een eigen tracking and tracing systeem (agent-volgsysteem) en maakt gebruik van terugkomdagen. Dit geldt alleen voor alle
door Nederland opgeleide AUP agenten.

Binnen de (voorziene) praktijkbegeleiding van 5 maanden een
aanvullende opleiding van 10 weken op een beveiligde locatie.

Inzet F16’s alleen ten behoeve van bijstand van Nederlanders in nood (en
de Afghanen die zij begeleiden). Inzet ten behoeve van partners in acute
nood alleen als F16’s in de lucht zijn en na toestemming Nederlandse
contingentscommandant in het operatiegebied.
Pagina 2 van 27
3
Is voorafgaand aan en tijdens de Nederlandse missie in Kunduz
geïnventariseerd en/of onderzocht aan welk soort politie de Afghaanse
overheid behoefte had? Zo ja, is daarop de oorspronkelijke artikel 100
brief gebaseerd en geanticipeerd en hoe? Zo nee, waarom niet?
Onze Referentie
DVB/CV-082/2014
4
Is tijdens de missie in Kunduz duidelijk geworden aan welk soort politie
de Afghaanse overheid behoefte had? Zo ja, is daarop geanticipeerd en
hoe is dat gedaan? Zo nee, waarom niet?
5
Is voorafgaand aan en tijdens de Nederlandse missie in Kunduz
geïnventariseerd en/of onderzocht welk soort politie er nodig is gezien de
veiligheidssituatie in Afghanistan? Zo ja, is daarop de oorspronkelijke
artikel 100 brief gebaseerd? Zo nee, waarom niet?
6
Is tijdens de missie in Kunduz duidelijk geworden welk soort politie er
nodig is, gezien de veiligheidssituatie in Afghanistan? Zo ja, is daarop
geanticipeerd en hoe is dat gedaan? Zo nee, waarom niet?
7
Is voorafgaand of tijdens de missie onderzocht welk soort politie op
termijn wenselijk en haalbaar is binnen de Afghaanse context? Zo ja, is
daarop de oorspronkelijke artikel 100 brief gebaseerd? Zo nee, waarom
niet?
8
Is tijdens de missie in Kunduz duidelijk geworden welk soort politie op
termijn wenselijk en haalbaar is binnen de Afghaanse context? En zo ja,
is daarop geanticipeerd en hoe is dat gedaan? En zo nee, waarom niet?
De Afghaanse regering en de internationale gemeenschap hebben afgesproken dat
de verantwoordelijkheid voor veiligheid tussen 2011 en 2014 geleidelijk zou
worden overgedragen aan de Afghaanse autoriteiten. De Nederlandse bijdrage
was erop gericht dit proces te faciliteren. Specifiek was de Nederlandse inzet
gericht op verbetering van het functioneren van de civiele politie.
Tijdens een oriëntatiebezoek in november 2010 is gesproken met verschillende
partijen over de mogelijke invulling van de politietrainingsmissie. Aansluiting van
een eventuele Nederlandse bijdrage aan de civiele politie in Noord-Afghanistan (en
in Kaboel) en aan al bestaande internationale inspanningen en trainingscentra was
daarbij een uitgangspunt. Voorafgaand aan de missie is de opleidingsbehoefte
geïnventariseerd voor alle categorieën politie. Nederland heeft zich aangesloten bij
NAVO en EUPOL en vormde met de missie onderdeel van het Duitse
trainingscentrum. Dit is verwerkt in de artikel 100-brief van 7 januari 2011.
Tijdens het verloop van de missie zijn de Afghaanse autoriteiten in Kaboel
ondersteund in het opzetten van een Police Staff College, waar het hogere kader
van de politie opgeleid wordt. Het Afghaanse Ministerie van Binnenlandse zaken
heeft een tienjarenplan voor de politie opgesteld (en vastgesteld in 2013). Dit
vormt ook de leidraad voor de inspanningen van de internationale gemeenschap
in de samenwerking met de Afghaanse autoriteiten. In dit tienjarenplan is het
Pagina 3 van 27
begrip community policing opgenomen en zijn concrete doelen gesteld o.a. ten
aanzien van het aantal vrouwen bij de politie en hun arbeidsomstandigheden.
9
Waarom heeft u er niet voor gekozen de eindevaluatie in te bedden in een
breder internationaal kader?
Onze Referentie
DVB/CV-082/2014
11
Waarom zijn evaluaties van internationale organisaties en nietgouvernementele organisaties (NGO’s) niet in de eindevaluatie
opgenomen?
De regering beoogde met deze brief uw Kamer over de specifieke Nederlandse
inzet in Kunduz te informeren, conform gedane toezeggingen. De Kunduz
trainingsmissie was inderdaad onderdeel van een groter geheel en daar waar
mogelijk is gebruik gemaakt van rapportages van internationale organisaties. Ook
is in de eindevaluatie zelf een overzicht opgenomen van de activiteiten van andere
internationale partijen. Voor het rechtsstaatprogramma geldt dat de bevindingen
uit de rapportages die uitvoerende organisaties hebben ingediend, meegenomen
zijn in de eindevaluatie. Daarnaast is informatie uit rapporten van de VN, EU en
NAVO verwerkt.
10
Wat waren de verschillende opvattingen over de opzet en het verwachte
effect van de politietrainingsmissie binnen de International Security
Assistance Force (ISAF)-partners? Welke meningsverschillen waren /zijn
er en tussen welke partners? Welke overeenkomsten zijn er en tussen
welke partners? Op welke wijze is de onderlinge coördinatie over de
verwachtingen in opzet en effect tussen de ISAF partners gecoördineerd?
De nationale en internationale betrokken actoren zijn vanaf het begin verenigd in
de International Police Coordination Board (IPCB). In de IPCB worden de
verschillende internationale bijdragen aan het ontwikkelen van de Afghaanse
politie op het gebied van capaciteitsopbouw, beleid en opleidingen gecoördineerd
en op elkaar afgestemd. Sinds 2011 volgen alle agenten voor hun aanstelling
dezelfde basis-politieopleiding. Het curriculum voor deze opleiding is in overleg
tussen het Afghaanse ministerie van Binnenlandse Zaken (MoI) en de
internationale gemeenschap opgesteld, geëvalueerd en geïmplementeerd.
Daarnaast heeft Nederland een vervolgopleiding ontwikkeld die later is
overgenomen en geaccrediteerd door het MoI (zie ook vraag 38). Alle centra waar
basisopleidingen worden gegeven, zijn intussen aan het MoI overgedragen. Voor
de vervolgopleidingen van de verschillende specialismen heeft MoI de beschikking
over een groot aantal opleidingscentra waar mentoren uit verschillende landen en
organisaties volgens centraal vastgestelde normen de opleidingen verzorgen.
12
Waarom gaat de eindevaluatie van de politietrainingsmissie niet in op een
andere les, geleerd van de Uruzgan missie, namelijk dat door gebrek aan
‘coordinated effort’ van internationale actoren en de Afghaanse overheid
veel van de beoogde resultaten niet werden bereikt?
In Kunduz was wel degelijk sprake van een ‘coordinated effort’. Nederland sloot
met de missie aan bij bredere internationale doelstellingen en het proces van
Pagina 4 van 27
transitie zoals afgesproken tussen de Afghaanse overheid en de internationale
gemeenschap en formuleerde daarbinnen eigen, nationale doelstellingen. Vooral
Duitsland was en is voor Nederland een belangrijke partner, waarmee nauw werd
samengewerkt. Zo werd de politietraining door Nederlandse NTMA-trainers op het
Duitse Police Training Centre gegeven. Dit centrum is inmiddels overgedragen aan
de Afghaanse politie. Ook de activiteiten op het gebied van de rechtsstaat in
Kunduz werden voor een belangrijk deel gezamenlijk met Duitsland uitgevoerd,
bijvoorbeeld door co-donorschap bij de inzet van de Gesellschaft für Internationale
Zusammenarbeit (GIZ). De internationale inspanningen op het gebied van de
rechtsstaat werden gedurende de politietrainingsmissie door Nederland
gecoördineerd. Inmiddels verzorgt UNAMA de coördinatie (zie ook vraag 38).
Onze Referentie
DVB/CV-082/2014
13
Kunt u aangeven hoeveel militairen in 2013 het Afghaanse leger hebben
verlaten? Hoeveel door de Nederlandse missie getrainde agenten hebben
de dienst inmiddels verlaten? Klopt het dat in drie jaar tijd grofweg het
hele leger vervangen moet worden vanwege hoge desertiecijfers? Zo nee,
wat is dan de feitelijke situatie?
14
Hoeveel agenten hebben in 2013 de politie verlaten?
In 2013 was de uitstroom bij het leger ongeveer 30%. Bij de politie ging het om
ongeveer 15%. De uitstroom heeft verschillende redenen, desertie maar ook niet
verlengde contracten, gewonden en gesneuvelden.
Het ministerie van Binnenlandse Zaken (MoI) verstrekt geen specificaties per
provincie en er zijn dus geen exacte cijfers bekend van het aantal door Nederland
opgeleide agenten dat de politie heeft verlaten. Er zijn echter geen indicatoren dat
de situatie in Kunduz significant naar boven of beneden zou afwijken van het
landelijke gemiddelde (zie ook de vragen 15, 19 en 78).
15
Hoe verklaart u het hoge percentage Afghanen dat het leger en de politie
verlaat en welke gevaren brengt dit met zich mee?
Er zijn verschillende oorzaken voor het relatief hoge verloop. Een groot deel van
de uitval is een gevolg van overlijden of verwondingen. Verder wijst onderzoek uit
dat er veel onvrede is over de kwaliteit van het leiderschap, verlofregelingen en
woonvoorzieningen. Daarnaast wordt het leger en politie vaak langdurig ver van
huis en buiten de eigen provincie geplaatst en worden eenheden zwaar en
langdurig ingezet. Ook worden dreigementen aan het adres van familieleden als
reden genoemd. De Afghaanse regering pleegt een grote inspanning om het
verloop terug te dringen met name omdat het een enorme personele, logistieke
en financiële inspanning is om het verloop aan te vullen. Het gevaar van een hoog
verloop is dat opgedane kennis over organisatie, werkwijzen en gebruik van
wapens verdwijnt, hetgeen effectiviteit van leger en politie vermindert en
gevolgen heeft voor de kwaliteit (zie ook de vragen 14, 19 en 78).
16
Uit hoeveel leden bestaat de Afghaanse politie en het leger op dit
moment? Welke omvang van de veiligheidsdiensten wordt door de ISAF
wenselijk geacht en klopt het dat de veiligheidsdiensten met een derde in
omvang zal afnemen? Op welke termijn zal dit gebeuren?
Pagina 5 van 27
De sterkte van de Afghan National Army (ANA) is momenteel ongeveer 188.000
manschappen (geautoriseerde sterkte 195.000). De Afghan National Police (ANP)
beschikt over 158.000 manschappen verdeeld over de verschillende korpsen.
Tijdens de NAVO Top in Chicago in mei 2012 is destijds afgesproken dat eind 2017
de sterkte met ongeveer 30% afgenomen zou moeten zijn. De Afghaanse regering
spreekt momenteel met de internationale gemeenschap over het langer
aanhouden van de huidige sterkte tot de situatie in het land dermate
gestabiliseerd is dat een afbouw verantwoord is.
Onze Referentie
DVB/CV-082/2014
17
Kunt u aangeven hoeveel van de kosten voor de Afghaanse politie en het
leger (ANSF) op dit moment worden betaald door donorlanden? Is dit in
de loop der jaren toe- of afgenomen en wat is de verwachting wanneer de
Afghaanse regering in staat zal zijn de eigen veiligheidsdiensten te
betalen?
Tijdens de Top in Chicago in mei 2012 zijn afspraken gemaakt over de totale
grootte van het Afghaanse leger en de politie en de financiering daarvan. Er is
afgesproken dat vanaf 2015 de Afghaanse overheid zelf USD 500 mln zou betalen
waarbij het aandeel van de Afghaanse overheid geleidelijk zou oplopen tot
volledige zelfredzaamheid in 2024. Vooralsnog neemt de internationale
gemeenschap de financiering van het Afghaanse leger en politie op zich.
18
Hoeveel van de uitgaven van de Afghaanse staat komt voor rekening van
donorlanden? Is dit in de loop der jaren toe- of afgenomen en wat is de
verwachting wanneer de Afghaanse regering in staat zal zijn de eigen
uitgaven te dekken?
De aid dependency ratio is de afgelopen jaren relatief stabiel gebleven. In 2011
werd 44% van de operationele uitgaven van de Afghaanse staat gefinancierd uit
donorbijdragen, evenals alle investeringsuitgaven. De totale aid dependency ratio
was 71% in 2011 volgens OESO cijfers. Conform afspraken met de internationale
gemeenschap, zal de nieuwe Afghaanse regering spoedig plannen moeten
uitwerken om de inkomsten van de Afghaanse overheid structureel te verhogen.
19
Kunt u toelichten hoe het agent-volgsysteem in de praktijk precies heeft
gewerkt? Uit welke onderdelen bestond dit volgsysteem?
Om de agenten te volgen werd gebruik gemaakt van het Police Monitoring System
(PMS). Het PMS is een bestand waarin iedere agent uit de Provincie Kunduz die
met de Nederlandse opleiding te maken had, werd opgenomen. De opgenomen
gegevens bevatten zoveel mogelijk personeelsgegevens zoals naam, leeftijd,
adres, telefoonnummer, omschrijving van uiterlijk, foto, afkomst, etniciteit etc.
Daarmee was een unieke database voorhanden die als basis diende voor tracking
en tracing. Daarnaast werden regelmatig steekproeven gehouden op de
verschillende politiebureaus. Na de plaatsingen buiten Kunduz zijn deze controles
geïntensiveerd en werden ook uitgebreide telefonische controles gehouden. Er
werd nog een maand na de opleiding gecontroleerd. In de gebieden waar de Police
Operating Mentoring & Liaison Teams (POMLT’s) actief waren, gebeurde dat
fysiek, voor de rest telefonisch (zie ook de vragen 14, 15 en 78).
Pagina 6 van 27
20
Is één van de verschillende factoren waardoor de missie vervroegd is
beëindigd het feit dat, zoals in het rapport staat, de taken van de
Nederlandse missie en Duitse trainers gericht waren op het overdragen
van verantwoordelijkheden aan de Afghanen en dat dit proces
voorspoedig verliep?
Onze Referentie
DVB/CV-082/2014
Ja.
21
Ziet u een relatie tussen de ongekend hoge corruptie in Afghanistan en de
vele honderden miljoenen euro’s aan donorgeld dat Afghanistan sinds
2001 is binnengekomen? Zo nee, waarom niet?
22
Welk beeld heeft u van de omvang van de corruptie in Afghanistan en hoe
verklaart u de bijzonder hoge corruptie?
Afghanistan staat op de gedeelde laatste plaats van de Corruption Perception
Index 2013 van Transparency International. Uit onderzoek blijkt dat een deel van
de bevolking (tegen haar zin) steekpenningen betaalt aan (lokale)
overheidsfunctionarissen. Vaak is dit om snellere of betere dienstverlening te
verkrijgen. Deze vorm van corruptie is de afgelopen jaren eerder toe- dan
afgenomen en de omvang van deze vorm van corruptie bedroeg in 2012 naar
schatting ongeveer 20% van het BNP.
23
Welke activiteiten gericht op mannen zijn er ondernomen om de positie
van de Afghaanse politievrouwen te verbeteren?
52
Wat is de achterliggende visie of strategie op de Nederlandse activiteiten
omtrent de opleiding van politievrouwen? Hoe is deze visie of strategie
vertaald naar de praktijk?
Nederland zet zich in fragiele staten in voor het verbeteren van de economische,
politieke en sociale positie van vrouwen. Het kabinet heeft zijn visie op de
ondersteuning van vrouwen bij de politie in fragiele staten, zoals Afghanistan,
toegelicht in de Kamerbrief van 14 februari 2014 (ref. Kamerstuk 31 787 nr. 10).
Een onderscheid tussen activiteiten specifiek gericht op mannen en vrouwen is
niet altijd te maken. Zelfs wanneer Nederlandse activiteiten zich specifiek richten
op vrouwen, kunnen zij niet los worden gezien van de context waarin Afghaanse
politievrouwen werken. In die zin zijn alle activiteiten op het gebied van
politievrouwen, direct of indirect, ook op mannen gericht. Er is ook gewerkt aan
bewustwording bij Afghaans leiderschap in de justitiële keten en bij lokale
Afghaanse overheden om aandacht te vragen opleiding en training van Afghaanse
vrouwen.
Zoals uit de eindevaluatie blijkt, besteedde de missie in het kader van de
doelstelling ‘verbetering bewustwording, acceptatie en toegang tot het
rechtssysteem’ op diverse terreinen aandacht aan vrouwenrechten. De missie
maakte een aantal rondetafelconferenties mogelijk waarin, ook door mannen,
Pagina 7 van 27
werd gediscussieerd over de rol van vrouwen bij de politie. De
discussieprogramma’s waren niet alleen bedoeld om meer vrouwen te werven
voor een baan bij de politie, maar ook om de negatieve stereotypen in de
Afghaanse maatschappij tegen te gaan. Deze conferenties zijn via radio en
televisie uitgezonden voor een breder publiek.
Onze Referentie
DVB/CV-082/2014
Ook door Nederland gefinancierde radio-uitzendingen van Radio Roshani en Radio
Cheragh, theatervoorstellingen over de rol van de politie alsmede dorps- en
buurtbijeenkomsten zijn belangrijk geweest voor het bevorderen van toegang tot
het recht voor vrouwen en het vergroting van maatschappelijk draagvlak voor
vrouwen bij de politie. Zij hadden zowel mannen als vrouwen als doelgroep.
Ook de taallessen aan politieagenten in Kunduz, verzorgd door GIZ, waren niet
alleen bedoeld om (mannelijke) agenten (beter) te leren lezen en schrijven, maar
ook om hen beter bewust te maken van de rechten van vrouwen in de Afghaanse
maatschappij. Hetzelfde geldt voor de lessen mensenrechten die de Afghan
Independent Human Rights Commission (AIHRC) aan agenten gaf.
24
Wie zou er toe moeten zien op de naleving van de Elimination of Violance
Against Women (EVAW)-wet? Wie moet er toezien op het verbeteren van
de toegankelijkheid van het rechtssysteem voor vrouwen?
De Afghaanse overheid ziet toe op de naleving van de EVAW-wet. Het rapporteren
over de uitvoering van de EVAW-wet is onderdeel van afspraken die de
internationale gemeenschap met de Afghaanse overheid heeft gemaakt in het
kader van het Tokyo Mutual Accountability Framework (TMAF). Het betreft de
afspraken tussen de Afghaanse regering en de internationale gemeenschap over
ontwikkelingshulp aan Afghanistan, waarbij steun gekoppeld is aan door
Afghanistan uit te voeren hervormingen, vast te stellen aan de hand van
indicatoren op het terrein van bijvoorbeeld goed bestuur en mensenrechten. De
Afghaanse grondwet en de EVAW-Wet garanderen toegang van vrouwen tot het
rechtssysteem. Het Afghaanse ministerie van Vrouwenzaken heeft recent een
rapport uitgebracht over de uitvoering van de EVAW-wet. Binnen de overheid zijn
verschillende onderdelen betrokken bij de uitvoering van de wet, waaronder het
ministerie voor Vrouwenzaken, het Afghaanse Openbaar Ministerie, het ministerie
van Justitie en het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Naast de Afghaanse overheid houden ook de onafhankelijke Afghaanse
mensenrechtencommissie AIHRC, UN Women, UNAMA en het maatschappelijk
middenveld toezicht op de uitvoering van de wet.
25
Kunt u toelichten wat de consequenties zijn bij het vervallen van de Astatus van de Afghanistan Independent Human Rights Commission
(AIHRC) en de Afghaanse overheid niet in staat zal zijn te rapporteren
over de werking en naleving van de EVAW-wet?
26
In hoeverre hebben de presidentsverkiezingen invloed op de toetsing van
de AIHRC en de naleving van de EVAW-wet?
30
Pagina 8 van 27
Kunt u toelichten wat de gevolgen zijn van de aanstelling van de nieuwe
commissarissen door president Karzai voor de onafhankelijkheid van de
mensenrechtencommissie?
Onze Referentie
DVB/CV-082/2014
Geweld tegen vrouwen blijft een punt van zorg in Afghanistan. De Afghaanse
overheid heeft recent gerapporteerd over de uitvoering van de EVAW-wet in 32
provincies, conform de TMAF-afspraken. Het maatschappelijk middenveld, de
AIHRC en de internationale gemeenschap hebben de Afghaanse overheid
opgeroepen de inzet te vergroten om geweld tegen vrouwen tegen te gaan en de
cultuur van straffeloosheid te doorbreken.
Naast het maatschappelijk middenveld als ‘waakhond’, blijft de AIHRC het
belangrijkste orgaan om de mensenrechtensituatie in Afghanistan op
onafhankelijke wijze te monitoren. Bij de laatste toetsing door de VNMensenrechtenraad in Geneve heeft de AIHRC zijn A-status behouden. Mocht deze
status eventueel vervallen, dan zou dat op termijn gevolgen kunnen hebben voor
de financiering van de AIHRC. Vooralsnog is hier echter geen sprake van. De
Afghaanse regering heeft zich gecommitteerd aan het handhaven van de A-status
van de AIHRC.
Alle presidentskandidaten hebben het belang van de AIHRC en de positie van
vrouwen in meerdere of mindere mate onderkend tijdens hun campagnes. De
internationale gemeenschap zal de dialoog blijven aangaan met de nieuwe
Afghaanse overheid ten aanzien van naleving van TMAF-afspraken over de
mensenrechten en specifiek vrouwenrechten in Afghanistan. De komende periode
moet uitwijzen of de nieuwe president de afspraken nakomt.
27
Kunt u aangaande het uiterst moeizame verzoeningsproces aangeven wat
de knelpunten zijn tussen de verschillende partijen? Wat zijn de wensen
van de Taliban in deze? Ziet u in de afgelopen jaren toenadering tussen
de partijen of eerder verharding van de standpunten?
Het verzoeningsproces tussen de Afghaanse regering en de Taliban (en andere
opstandelingen) blijft een complexe aangelegenheid. De Taliban onthoudt zich
formeel van direct overleg met de Afghaanse overheid.
Er zijn meerdere pogingen ondernomen om verschillende partijen nader tot elkaar
te laten komen. Zo hebben er bilaterale gesprekken tussen Pakistan en
Afghanistan en trilaterale overleggen tussen Pakistan, Afghanistan en – in
wisselende samenstelling - een derde land (Verenigd Koninkrijk, Turkije,
Duitsland) plaatsgevonden. Dit heeft echter niet geleid tot directe consultaties
tussen de Taliban en de Afghaanse overheid.
Ondersteunende actoren, zoals de High Peace Council, blijven zich inzetten voor
verzoening tussen de verschillende partijen, hetgeen uiteindelijk noodzakelijk is
voor duurzame vrede.
28
Kunt u de rol van Pakistan met betrekking tot de strijd in Afghanistan
toelichten? Deelt u de opvatting van menig expert dat Pakistan dan wel
de Pakistaanse veiligheidsdiensten opstandelingen in Afghanistan
steunen?
Pagina 9 van 27
34
Waarom is er in eerdere evaluaties niet ingegaan op de rol van Pakistan
voor de stabiliteit in Afghanistan?
Onze Referentie
DVB/CV-082/2014
Pakistan is een onmisbare schakel voor duurzame veiligheid en stabiliteit in
Afghanistan en de regio. De relatie tussen Pakistan en Afghanistan wordt onder
meer beïnvloed door grensconflicten, terrorisme, drugshandel, en de
vluchtelingenproblematiek. Pakistan is er zich van bewust dat een stabiel
Afghanistan belangrijk is voor Pakistan en de regio. Ondanks de meer
constructieve houding van Pakistan en de verschillende ontmoetingen op hoog
niveau in de afgelopen periode is het wantrouwen tussen beide landen nog altijd
groot en blijven de verhoudingen gespannen. Afghanistan beschuldigt Pakistan
van het steunen en herbergen van het Haqqani netwerk, dat gewelddadige
aanslagen in Afghanistan pleegt. De Pakistaanse overheid heeft recentelijk
aangegeven dat er aanwijzingen zijn dat de Taliban in Pakistan actief is. Zelf heeft
Pakistan ook te kampen met intern geweld van onder andere de Pakistaanse
Taliban en andere extremistische organisaties. Er bestaan vermoedens dat
Pakistan en in het bijzonder de veiligheidsdiensten Afghaanse opstandelingen
zouden steunen, maar concreet bewijs is er niet. De Pakistaanse overheid in
Islamabad geeft aan de Afghaanse opstandelingen niet te steunen.
De internationale gemeenschap moedigt toenadering tussen Afghanistan, Pakistan
en andere landen in de regio aan om stabiliteit in Afghanistan en de regio te
bevorderen. Een voorbeeld van economische toenadering is zichtbaar rondom de
aanleg van de TAPI-gaspijplijn (Turkmenistan, Afghanistan, Pakistan, India).
In de stand van zakenbrieven die uw Kamer elk kwartaal zijn toegegaan, is
regelmatig ingegaan op de relatie tussen Pakistan en Afghanistan, met name in
het kader van het verzoeningsproces. De evaluatie richt zich op de vraag in
hoeverre de doelstellingen van de politietrainingsmissie behaald zijn. Deze
doelstellingen waren niet gericht op de stabiliteit in de regio.
29
Kunt u een inschatting geven in hoeverre de Afghaanse opstandelingen te
verslaan zijn zo lang zij over de grens in Pakistan onderdak kunnen
blijven vinden?
De Afghaanse opstandelingen vormen geen uniforme groep strijders. Binnen de
groepen opstandelingen, die opereren als een netwerkorganisatie, zijn diverse
lagen en stromingen te onderkennen. De aanwezigheid van toevluchtsoorden in
Pakistan vormt al jaren een complicerende factor in de strijd tegen de Afghaanse
insurgency en het terrorisme. Hoewel de internationale gemeenschap en de
Afghaanse regering in de afgelopen jaren diverse grote politieke en militaire
successen hebben gerealiseerd, is Afghanistan nog steeds een fragiele staat. Bij
alle strijdende partijen moet het besef ontstaan dat een puur militaire overwinning
niet voldoende is om vrede en stabiliteit in Afghanistan en de regio te realiseren.
Acceptatie, steun van de bevolking en verzoening zijn essentieel voor
vredesopbouw.
31
Pagina 10 van 27
Kunt u toelichten hoe de Nederlandse mensenrechtenexpert zijn rol heeft
vervuld als EU-mensenrechtenadviseur van de EU delegatie in Kaboel tot
nu toe?
Onze Referentie
DVB/CV-082/2014
32
Kunt u meer inzicht geven in hoe de EU-mensenrechtenadviseur zijn
actieve aandacht heeft besteed aan godsdienstvrijheid en bescherming
van religieuze minderheden?
Mensenrechten en specifiek vrouwenrechten alsook de rechten van minderheden
zijn hoekstenen van het EU-beleid in Afghanistan. Onder voorzitterschap van de
EU-mensenrechtenadviseur zijn binnen de EU Human Rights and Gender Working
Group actuele mensenrechtenontwikkelingen besproken met EU-lidstaten,
(internationale) NGO’s en gelijkgestemde landen en organisaties. Deze nauwe
samenwerking heeft geleid tot gezamenlijk beleid en woordvoering t.a.v. de
mensenrechtensituatie in Afghanistan. Door middel van bilaterale
gesprekken/stille diplomatie heeft de EU-mensenrechtenadviseur de positie van
minderheden en godsdienstvrijheid aan de orde gesteld. Tevens is
godsdienstvrijheid en de bescherming van religieuze minderheden door de EUambassadeur en de EU-mensenrechtenadviseur onder de aandacht van de
Afghaanse overheid gebracht in verscheidene démarches gedurende de jaren
2012 en 2013.
33
Kunt u toelichten hoe de inspanningen van de internationale partners zich
verhouden tot de huidige resultaten op het gebied van mensenrechten en
vrouwenrechten?
De inspanningen van de internationale gemeenschap hebben bijgedragen aan
positieve ontwikkelingen op het gebied van mensenrechten, waaronder
vrouwenrechten. De Nederlandse inspanningen in Kunduz hebben geleid tot meer
bewustwording op het gebied van vrouwenrechten bij de politie, rechters,
advocaten en vrouwen zelf. Ook op het gebied van de informele
conflictbeslechting is het belang van vrouwenrechten met succes geagendeerd.
Voorafgaand aan de start van het rechtsstaatprogramma is een needs
assessment-studie uitgevoerd door het Max Planck Instituut (2011). Daaruit werd
duidelijk waaraan de juridische sector behoefte had en kon het programma
hieraan worden aangepast.
Op nationaal niveau is en blijft de internationale gemeenschap betrokken bij het
verbeteren van mensenrechten, waaronder vrouwenrechten. Met Nederlandse
steun werkt UNDP samen met het Afghaanse ministerie van Justitie om bestaande
Afghaanse wetgeving in lijn te brengen met internationale mensenrechtennormen.
Binnen dit programma wordt ook gewerkt aan een fonds voor rechtsbijstand voor
groepen met een kwetsbare positie. Daarnaast steunt Nederland een programma
voor het betrekken van vrouwen bij het vredesproces. In het verlengde van de
missie in Kunduz is GIZ, in opdracht van Duitsland, Nederland en Finland, een
project gestart om Afghaanse vrouwen betere toegang tot het rechtssysteem te
geven in Noord-Afghanistan.
De opkomst tijdens de Afghaanse verkiezingen was relatief hoog. Hoewel er nog
geen definitieve uitslagen bekend zijn, is de verwachting dat veel meer vrouwen
hebben gestemd dan tijdens de laatste presidentsverkiezingen in 2009. Mede door
Pagina 11 van 27
de inspanningen van de internationale gemeenschap de afgelopen jaren heeft een
groot deel van de Afghaanse bevolking gebruik kunnen maken van hun stemrecht.
35
Welke negatieve effecten zijn er op het gebied van fundamentele
politieke en civiele rechten?
Onze Referentie
DVB/CV-082/2014
Ondanks positieve ontwikkelingen zoals het aannemen van de EWAV-wet, een
aanhoudend actief maatschappelijk middenveld en het democratische
verkiezingsproces, blijft de algehele mensenrechtensituatie in Afghanistan
zorgelijk. Vrouwen vormen een extra kwetsbare groep en hebben te kampen met
geweld, beperkte bewegingsruimte en onvoldoende politieke deelname. Recente
discussies in de media over mogelijke herinvoering van lijfstraffen illustreren een
verdeeldheid tussen moderne en meer traditionele actoren in Afghanistan. Het is
van belang dat de nieuwe Afghaanse overheid zorg draagt dat internationale
mensenrechtenstandaarden worden gehaald.
36
Was vooraf niet te voorzien dat de effectiviteit van de inzet van de
internationale gemeenschap is beperkt door de fragiliteit van de
Afghaanse staat en hindernissen die voortkomen uit de Afghaanse
context? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke rol heeft dat gespeeld in de
totstandkoming van de inzet van Nederland in Kunduz?
40
Op welke manier onderbouwen de uitkomsten van het Cooperation for
Peace and Unity (CPAU)-onderzoek, die volgens de eindevaluatie
omgeven zijn met mitsen en maren, de conclusie dat ‘Al met al een goede
basis is gelegd om in de toekomst de justitiesector verder te versterken’?
Ja, dat is voorzien en daar is rekening mee gehouden bij de inzet op het
rechtsstaatprogramma in Kunduz. Er is gebruik gemaakt van de needs
assessment door het Max Planck Instituut die voorafgaande aan de missie is
uitgevoerd, en daaruit bleek dat het schortte aan kennis en kunde bij de politie,
rechters, aanklagers en andere spelers die deel uitmaken van de justitiële ‘keten’,
dat faciliteiten ontbraken en dat de onderlinge samenwerking te wensen over liet.
Het programma kon gericht worden ingezet, ook bij het verbeteren van de
kwaliteit van methoden van traditionele conflictenbeslechting, waaraan veel
Afghanen nog steeds veel waarde hechten. De missie voorzag daardoor in een
duidelijke behoefte in Kunduz en heeft een kwaliteitsimpuls gegeven aan de
justitiële keten en aan onderlinge samenwerking tussen politie en justitie.
Rechters, aanklagers, advocaten en huqooq medewerkers hebben verschillende
trainingen en begeleidingstrajecten gekregen. Ook hebben zij betere faciliteiten
gekregen. Dit blijkt uit verschillende rapporten en bronnen. In het
perceptieonderzoek van CPAU bevestigen bevraagde agenten en aanklagers dat
dit een verbetering is. Wat betreft de peiling onder de bevolking van Kunduz, die
is bedoeld om op langere termijn meer te kunnen zeggen over de impact op de
samenleving.
37
Kunt u aangeven hoeveel Afghaanse agenten en militairen in 2013, 2012,
2011 en 2010 zijn omgekomen?
Pagina 12 van 27
Betrouwbare gegevens over het aantal Afghaanse agenten en militairen dat is
omgekomen, ontbreken.
Onze Referentie
DVB/CV-082/2014
38
Bleek uit de vooraf gemaakte contextanalyse dat het trainingsprogramma
voldoende was voor het behalen van de beoogde resultaten?
Nederland heeft zelf de verlengde basistraining (Initial Police Training Course
(IPTC)) van 6 naar 8 weken als pilot uitgevoerd om ISAF te overtuigen dat een
kwaliteitsimpuls nodig was bij het opleiden van politie; daarnaast heeft Nederland
een vervolgopleiding (Advanced Police Training Cource (APTC)) ontwikkeld die
later is overgenomen en geaccrediteerd door het MoI. Uiteindelijk is dus een
volwaardige opleiding van 18 weken tot stand gekomen die kwalitatief van hoog
niveau was. Het feit dat beide opleidingen geaccrediteerd zijn door het MoI geeft
aan dat de inspanningen van Nederland breed gewaardeerd zijn binnen ISAF en
de Afghaanse overheid (zie ook de vragen 10 en 12).
39
Is het mogelijk de (positieve) correlatie aan te wijzen tussen de
politietrainingsmissie en de ontwikkeling van de rechtstaat?
Hoewel op basis van huidig onderzoek niet mogelijk is een correlatie aan te tonen,
is het plausibel dat de politietrainingsmissie een positieve bijdrage heeft geleverd
aan de ontwikkeling van de rechtsstaat.
41
In hoeverre acht u de evaluatie van CPAU betrouwbaar, gezien het feit
dat er methodische tekortkomingen zijn zoals het ontbreken van een
controlegroep, onduidelijkheid over meetmethoden en onduidelijkheid
over het profiel van respondenten?
Onderzoek verrichten in Afghanistan is geen sinecure. Het klopt dat er
methodologische tekortkomingen zijn in het onderzoek. Zo kunnen bijvoorbeeld
de resultaten niet over de jaren heen vergeleken worden omdat in enkele gevallen
– op grond van voortschrijdend inzicht - de vraagstelling veranderd is. Dat
betekent overigens niet dat het onderzoek ook meteen onbetrouwbaar is. Er dient
wel met de nodige voorzichtigheid naar de resultaten gekeken te worden. De
periode van het evaluatieonderzoek betreft een relatief korte periode voor het
meten van veranderingen in percepties. Daarnaast is attributie een probleem
omdat de beoogde veranderingen afhankelijk zijn van een groot aantal factoren
en niet alleen de Nederlandse inzet.
42
In hoeverre acht u de evaluatie van CPAU bruikbaar, gezien het feit dat
de outcome en de impact niet zijn gemeten, maar enkel de output?
Het onderzoek van CPAU is perceptieonderzoek dat de meningen van mannen en
vrouwen in Kunduz peilt. Ondanks de geconstateerde tekortkomingen geven de
perceptiemetingen wel degelijk een beeld van hoe ondervraagden denken over de
politie en de rechtsstaat in de jaren waarin de missie actief is geweest.
43
Pagina 13 van 27
Welke redenen liggen er aan ten grondslag dat er in de evaluatie geen
plek is voor de context van nut en noodzaak van de opleidingen?
De evaluatie was gericht de inspanningen van de geïntegreerde
politietrainingsmissie op basis van de doelstellingen zoals verwoord in de artikel
100-brief.
Onze Referentie
DVB/CV-082/2014
44
Wat zijn de concrete zichtbare resultaten van de wens van de Kamer om
de duur van de basisopleiding uit te breiden van zes naar acht weken?
Het zichtbare resultaat is dat de basisopleiding (IPTC) van acht weken volledig is
geaccrediteerd door het MoI en dus door heel Afghanistan op alle Police
Trainingcenters wordt toegepast.
45
Kunt u verduidelijken wat betreffende het optreden van Afghaanse
agenten het verschil is tussen offensieve en niet-offensieve doeleinden?
In de National Police Strategy van de Afghaanse overheid is vastgelegd wat de
verschillende taken en bevoegdheden zijn voor de verschillende onderdelen van
de Afghan National Police (ANP). Daarin is terug te vinden dat de door Nederland
opgeleide Afghan Uniformed Police (AUP) is uitgerust en toebedeeld voor
“community policing” en niet voor offensieve acties. Offensieve acties zijn alle
acties waarbij de ANP / AUP samen met het Afghaanse leger actief acties
uitvoeren en in samenhang optreden tegen de insurgents of zoals ze tegenwoordig
worden omschreven de Anti Government Elements.
46
In hoeverre wordt het rechtstaatprogramma in Kunduz voortgezet na
2014?
47
Welke mogelijkheden zijn er om het rechtstaatprogramma in Kunduz na
2014 voort te zetten?
48
Welke redenen liggen er aan ten grondslag dat er geen afspraken zijn
gemaakt om buitenlandse donoren te laten bijdragen aan het
rechtstaatprogramma in Kunduz na 2014?
49
Hoe verhoudt het besluit om het rechtsstaatprogramma in Kunduz na
2014 niet te continueren zich tot het kabinetsbeleid om juist in fragiele
staten actief te zijn, specifiek op het vlak van duurzame
rechtsstaatopbouw?
Het rechtsstaatprogramma Kunduz wordt na 2014 in zijn huidige vorm niet
voortgezet. Hiervoor heeft het kabinet verscheidene redenen. Het
rechtsstaatprogramma is opgezet als onderdeel van een groter geheel, namelijk
het versterken van de gehele juridische ’keten’. Ook politietrainingen van de
Koninklijke Marechaussee en van EUPOL waren hier onderdeel van. Met het
vertrek van de Nederlandse troepen en de trainers van EUPOL is voortzetting van
Pagina 14 van 27
dat programma in zijn totaliteit niet mogelijk. Daarnaast beschikt Nederland niet
langer over een steunpunt in Kunduz, waardoor het moeilijker (en onveiliger) is
om projecten te bezoeken. Ook de slinkende budgetten voor het fragiele
statenbeleid in tijden van bezuiniging, vragen om scherpe politieke keuzes.
Onze Referentie
DVB/CV-082/2014
Nederland blijft zich overigens in de toekomst wèl inzetten voor verbetering van
de rechtsstaat in Kunduz via verschillende nationale programma’s, zoals het Law
and Order Trust Fund Afghanistan (LOTFA) en het Justice and Human Rights in
Afghanistan (JHRA) project van UNDP en een programma van UN Women voor het
voorkomen van geweld tegen vrouwen, dat voorziet in de oprichting van blijf-vanmijn-lijf-huizen. Ook ondersteunt Nederland Afghanistan bij het behalen van de
doelstellingen van het Nationale Actieplan voor Vrouwen in Afghanistan (NAPWA)
2008-2012 op het gebied van veiligheid en de rechtsstaat. De rechtsstaat blijft
voor Nederland belangrijk. Nederland verkent daarom de mogelijkheden voor
verdere inzet in de toekomst, voortbouwend op de lessen van Kunduz.
In Kunduz was een beperkt aantal buitenlandse spelers actief op het gebied van
rechtsstaatontwikkeling. Enkele, zoals USAID en EUPOL, hebben de provincie
inmiddels verlaten. UNAMA behoudt vooralsnog veldpresentie in Kunduz en
coördineert de ondersteuning van de rechtsstaat. GIZ blijft, in opdracht van de
Duitse regering, in Kunduz actief, ook op het gebied van de rechtsstaat.
50
Waarom was u er niet eerder, voordat de missie begon, van op de hoogte
dat bij aanvang van de missie de politie in Kunduz nagenoeg op sterkte
was?
Bij aanvang van de missie was het duidelijk dat Nederland instapte in een al
bestaand programma van EUPOL en NTM-A. De besluitvorming was dus gebaseerd
op initiële behoeftes van MoI en NTM-A. Deze is gedurende de periode verminderd
door de verlaagde groeicijfers van de omvang van de politie, de beperking van de
missie tot het opleiden van alleen AUP agenten in Kunduz evenals de vervuiling
van de aantallen doordat onderofficieren geplaatst bleken op stoelen van agenten.
51
Hoeveel cursisten hebben een opleiding gevolgd sinds de beëindiging van
de politietrainingsmissie?
De laatste elf cursisten van de vervolgopleiding (APTC) zijn door PTG-5
overgedragen aan het Afghan Training and Mentoring Team (ATMT). Er mag
worden aangenomen dat in ieder geval deze cursisten regulier hun APTC opleiding
hebben voltooid onder leiding van Afghaanse instructeurs, maar exacte aantallen
zijn niet meer bekend na de beeindiging van de ISAF presentie in Kunduz.
53
Wat was/waren de reden(en) van de Afghaanse autoriteiten voor het
afgezien van de bouw van het nationale trainingscentrum in Bamiyan?
Wat waren de consequenties daarvan voor u?
In eerste instantie was er een probleem met de verwerving van de grond. Daarop
volgend paste het trainingscentrum niet meer in het totaalplan van de Afghaanse
overheid voor trainingscentra specifiek voor vrouwen. De Afghaanse regering
oordeelde dat de concentratie op één locatie tot onoverkomelijke logistieke
Pagina 15 van 27
problemen zou leiden. Daarop heeft Nederland zich – succesvol - gefocust op het
opleiden van (vrouwelijke) politiefunctionarissen binnen het Field Office EUPOL
Kaboel.
Onze Referentie
DVB/CV-082/2014
54
In hoeverre vormde de grote rol van de informele systemen een
belemmering voor u bij het uitvoeren van de formele systemen?
Door de needs assessment uit 2011 van het Max Planck Instituut en de nulmeting
van CPAU was al bij het begin van de missie duidelijk dat in Kunduz, naast het
formele rechtssysteem, traditionele mechanismen een belangrijke rol spelen bij
het beslechten van conflicten. Op basis van deze kennis hebben NGO’s in opdracht
van Nederland vredesraden georganiseerd, die conflicten zonder tussenkomst van
rechtbanken konden oplossen. Het werk van de missie sloot op die manier aan bij
de realiteit in Afghanistan en de behoeften van de Afghaanse bevolking. Het is
niet vast te stellen of informele systemen belemmerend werken op het formele
systeem. Wel ontlasten traditionele mechanismen van geschillenbeslechting de
formele rechtbanken. Immers, indien alle conflicten zouden worden voorgelegd
aan een formele rechtbank, zou dit een aanzienlijke verzwaring van hun werklast
betekenen. Bovendien verlagen zij de drempel om geschillen vreedzaam op te
lossen.
55
Op basis van welke informatie is de (achteraf gebleken) onterechte
aanname dat er nog veel rekruten moesten worden opgeleid gebaseerd?
Van wie was die informatie afkomstig?
56
Is er vooraf overleg geweest met de Duitse en Amerikaanse instructeurs
ter plaatse over het aantal op te leiden agenten en het soort op te leiden
agenten? Zo ja, wat was de uitkomst van dit overleg? Zo nee, waarom
niet?
Nederland heeft, omdat het in Kunduz geen lead nation zou zijn, aangehaakt bij
een reeds bestaand opleidings-en trainingsprogramma en zich gebaseerd op
gesprekken met en gegevens van EUPOL en NTM-A vertegenwoordigers. Initiële
cijfers zijn later dus bijgesteld (zie vraag 50).Tijdens de oriëntatiemissies in
Kunduz is onder meer gesproken met de Duitse Chef Staf, de civiele leiding,
vertegenwoordigers van het trainingscentrum en met UNAMA. Ook is een bezoek
gebracht aan het regionale trainingscentrum van NTM-A. In de periode tussen de
artikel 100-brief en het begin van de missie bleek dat de cijfers met betrekking tot
politieaantallen van NTM-A niet geheel overeen kwamen met die van de
Afghaanse autoriteiten en dat bovendien verschillen bestonden tussen nationale
en provinciale cijfers.
57
Wie heeft de in totaal 118 medewerkers van Huqooqs training gegeven
over het Afghaanse rechtssysteem? Waren dat de Nederlandse trainers
met veel kennis over het Afghaanse rechtssysteem?
De trainingen voor medewerkers van huqooqs zijn verzorgd door GIZ.
Pagina 16 van 27
58
Welke andere buitenlandse donoren zijn actief in het versterken van de
informele rechtspraak in Afghanistan?
Onze Referentie
DVB/CV-082/2014
Er zijn in Afghanistan verschillende vormen van informele rechtspraak en
regionaal zijn er grote verschillen. Om die redenen wordt niet in alle regio’s
gewerkt aan het versterken van de informele rechtspraak. Voor zover bekend zijn,
behalve Nederland, de VS (USAID), Duitsland en UNDP actief op het gebied van
de informele rechtsspraak in Afghanistan.
59
Op welke wijze is er bij de missie aandacht gegeven aan de
bewustwording en acceptatie van het rechtssysteem, rekening houdend
met de invloed van de conservatieve elementen in de
plattelandsgemeenschappen? Is daarbij ook rekening gehouden met de
bemoeienis van verschillende groeperingen met de rechtsgang en op
welke wijze?
Meer bewustwording en acceptatie was een van de hoofddoelstellingen van de
missie. Zoals blijkt uit de eindevaluatie kreeg dit zijn beslag door middel van een
‘edutainment’-pakket van radioprogramma’s en theatervoorstellingen. Het richtte
zich bijvoorbeeld op het vergroten van kennis bij Afghanen over de rechten en de
plichten van de overheid (vooral de politie en actoren in de juridische sector),
maar ook op de rechten van burgers, in het bijzonder vrouwen. Aangezien radio
een groot bereik heeft en veel Afghanen niet kunnen lezen, is de radio een
belangrijke bron van informatie voor velen, vooral op het platteland. Dit maakt
educatieve radio-uitzendingen tot een effectief middel om deze boodschappen aan
een groot publiek over te brengen. Daarnaast heeft Afghan Education Project
Organisation (AEPO) gezorgd voor training, mentoring en ondersteuning van
Radio Roshani en Radio Cheragh. Ook heeft AEPO diverse educatieve (en
interactieve) uitzendingen op provinciaal niveau verzorgd, zoals debatten en
informatieve programma’s.
60
Zijn de kosten van rechtbanken ook daadwerkelijk gestegen of slechts in
de perceptie van de bevolking?
De stijging van de kosten voor toegang tot het rechtssysteem is een factor die, zo
blijkt uit de perceptiemeting van CPAU, door de bevolking als een belemmering
wordt ervaren. Of de kosten van de rechtsgang daadwerkelijk stijgen en wat de
oorzaken daarvan zijn, is niet vast te stellen.
61
Welke oorzaken zijn er aan te wijzen voor het feit dat ondervraagden in
2013 de kosten van de diensten van de politie minder vaak als hoog
kwalificeerden dan het jaar ervoor? Is er sprake van een feitelijke daling
van de kosten of is dit een relatieve daling door bijvoorbeeld
inkomstenstijging onder de ondervraagden?
De respondenten is gevraagd hoeveel het zou kosten om een bepaalde zaak onder
de aandacht te brengen van politie of justitie. Die kosten kunnen bestaan uit
reiskosten, inkomstenderving, administratieve kosten en het betalen van
steekpenningen. Wat de oorzaak is van de perceptie van de bevolking dat de
kosten van de diensten van de politie gedaald zijn, is niet bekend. Wel gaven de
Pagina 17 van 27
respondenten aan dat de twee belangrijkste kosten die zij moeten maken indien
ze voor hulp naar de politie gaan, bestaan uit reiskosten en steekpenningen.
62
Kunt u per jaar in procenten aangeven bij welke ministeries de kosten
voor de missie terecht zijn gekomen?
Onze Referentie
DVB/CV-082/2014
De gerealiseerde additionele uitgaven voor de Nederlandse bijdragen in de
instandhoudingsfase van de geïntegreerde politietrainingsmissie in 2011, 2012 en
2013 zijn € 69,2 miljoen, € 98,8 miljoen en € 62,1 miljoen. Deze bedragen zijn
ten laste gekomen van de HGIS op de Defensiebegroting. Daarnaast was voor het
rechtsstaatprogramma in totaal € 22,5 miljoen gereserveerd op de begroting van
het ministerie van Buitenlandse Zaken. Het ministerie van Veiligheid en Justitie
heeft in 2011 € 3,4 miljoen en in 2012 €5,7 miljoen uitgegeven in het kader van
de bijdrage aan de EUPOL missie in Afghanistan, welke ten laste komen van het
HGIS-deel op de V&J begroting.
63
Welke redenen liggen er aan ten grondslag dat in de periode 2011-2013
in totaal 66,6 miljoen euro minder is uitgegeven dan begroot?
De Eindevaluatie van de Geïntegreerde Politietrainingsmissie vermeldt een
totaalverschil over 2011 t/m 2013 tussen de begroting enerzijds en de realisatie
anderzijds van € 66,6 mln. Hierin is opgenomen een verwachte realisatie voor de
missie in 2013 van € 47,1 mln.
Inmiddels is gebleken dat de definitieve realisatie van de missie voor 2013 is
uitgekomen op € 85,8 mln waarin € 23,7 mln voor de realisatie van de
Redeployment is opgenomen. De totale realisatie komt daarmee uiteindelijk op €
62,1 mln.
Hierdoor komt het uiteindelijke verschil tussen de begroting en de realisatie over
2011 t/m 2013 uit op € 51,6 mln (zie onderstaande tabel) en dus niet op € 66,6
mln zoals nog werd verondersteld in de eindevaluatie.
Jaar
2011
2012
2013
Totaal
Raming
81,0
104,5
96,2
281,7
Realisatie
69,2
98,8
62,1
230,1
Verschil
11,8
5,7
34,1
51,6
De redenen voor de onderrealisatie van € 51,6 mln zijn als volgt:

voor 2011: onderrealisatie door vertragingen in de ontplooiingsfase,
waardoor de instandhoudingsfase later is begonnen dan voorzien in de
raming

voor 2012: achterblijvende verrekening van de munitie en meevallers in
het civiel inhuren van luchttransportcapaciteit.

voor 2013: besluit missie te beëindigen per 1 juli 2013, een jaar eerder
dan voorzien, waardoor de realisatie ten opzichte van de initiële raming
lager uitvalt.
64
Pagina 18 van 27
Kunt u een overzicht geven, in tabelvorm, gerangschikt per jaar, waaraan
het geld dat niet is uitgegeven ten behoeve van de politietrainingsmissie,
wel is besteed?
Onze Referentie
DVB/CV-082/2014
De bedragen zijn op jaarbasis middels 1e en 2e Suppletoire Begrotingswet
teruggegeven danwel geheralloceerd aan de voorziening ‘HGIS-voorziening
crisisbeheersingsoperaties’.
De onderrealisatie in 2011 van € 11,8 mln is toegevoegd aan de ‘HGISvoorziening crisisbeheersingsoperaties’. Eind 2011 is de resterende voorziening
overgeheveld naar de Defensiebegroting ten behoeve van de Schaderegeling
veteranen (blz. 23 Jaarverslag en Slotwet Defensie 2011). De onderrealisatie in
2012 van € 5,7 mln is volledig gebruikt om de overrealisatie van ISAF
Redeployment te compenseren. De onderrealisatie in 2013 van € 34,1 mln is voor
€ 23,7 mln aangewend voor de financiering van Redeployment PTG. Het
resterende bedrag is teruggevloeid naar de voorziening HGIS.
65
Wat is de definitie van ‘robuuste’ Rules of Engagement? Hoe zien die
eruit?
Robuust wil zeggen dat ISAF alle noodzakelijke maatregelen kon nemen om
zichzelf te verdedigen en het mandaat uit te voeren.
66
Kunt u aangeven wat uw beeld is van de omvang en doelstellingen van de
Amerikaanse Operation Enduring Freedom (OEF) in Afghanistan? Hoe
verhield deze missie zich tot de Nederlandse missie en waaraan ontleent
OEF haar mandaat en rechtsbasis?
Na de aanslagen van 11 september 2001 werden de aanwijzingen steeds sterker
dat Al Qa’ida hiervoor verantwoordelijk was. Nadat de Taliban in Afghanistan die
steun verleende aan Al Qa’ida in Afghanistan in de vorm van trainingskampen,
niet was ingegaan op de eisen zoals deze waren vastgelegd in VN
Veiligheidsraadresoluties 1368 en 1373 (d.d. 28 september 2001) initieerden de
VS Operatie Enduring Freedom. Deze operatie, waarbij een groot aantal landen
zich aansloot, richtte zich tegen militaire installaties van de Taliban en
trainingskampen van Al Qa’ida in Afghanistan. Artikel 51 van het VN-handvest,
dat het recht op individuele en collectieve zelfverdediging erkent in geval van een
gewapende aanval vormde de rechtsbasis hiervoor.
De Geïntegreerde Politietrainingsmissie was opgebouwd uit een bijdrage aan de
door de VN Veiligheidsraad geautoriseerde NAVO-missie ISAF, de EU
politietrainingsmissie EUPOL en een bilateraal rule of law-programma.
67
Wat is de concrete inzet van de verschillende Nederlandse adviseurs die
bij de verschillende internationale instituties zijn gedetacheerd? Welke
bijbehorende resultaten zijn hier geboekt?
Gedurende de periode 2012-2013 heeft Nederland adviseurs geleverd voor EUSR,
EUPOL, NAVO en UNAMA. Deze hebben elk hun eigen expertise ingebracht. Zie
ook beantwoording vraag 32.
Pagina 19 van 27
68
Wat is de concrete inzet van de Nederlandse Senior Civilian
Representative (SCR) bij de NAVO? Oefent de SCR ook een aanzienlijke
politieke invloed uit? Zo ja, met welk doel? Zo nee, waarom maakt u dan
melding van het gegeven dat de SCR een aanzienlijke politieke invloed
kan uitoefenen?
Onze Referentie
DVB/CV-082/2014
De Senior Civilian Representative (SCR) is de hoogste civiele vertegenwoordiger
van de NAVO in Afghanistan. De SCR onderhoudt namens de NAVO de contacten
met de Afghaanse overheid, maatschappelijke organisaties en vertegenwoordigers
van de internationale gemeenschap. Bedoeld is aan te geven dat de SCR vaak een
brug vormt tussen leden van de Afghaanse regering en het militaire commando
van de NAVO en in die hoedanigheid een belangrijke gesprekspartner is. In de
afgelopen twee jaar heeft de SCR intensief contact gehad en relaties opgebouwd
met belangrijke Afghaanse leiders. Dat stelt hem op bepaalde momenten in staat
om via diplomatieke weg advies te geven en boodschappen over te brengen,
onder meer in de aanloop naar en het vervolg op de verkiezingen.
69
Welke ontwikkeling is de afgelopen twee jaar in Afghanistan zichtbaar
met betrekking tot de zogenaamde dreiging van binnenuit, waarbij
Afghaanse politiemannen en militairen het vuur openen op westerse
trainers en/of andere collega’s?
71
Hoe verklaart u dat vele Afghaanse politiemannen en militairen het vuur
hebben geopend op westerse trainers en/of andere collega’s?
De zogenaamde dreiging van binnenuit omvat onder andere green-on-blue en
green-on-green incidenten. Bij green-on-blue incidenten hebben leden van de
Afghaanse National Security Forces (ANSF) het gemunt op coalitietroepen. Bij
green-on-green incidenten beschieten ANSF-troepen hun eigen collega’s. Voor
beide incidenten geldt dat onderlinge geschillen de hoofdreden voor de dreiging
van binnenuit is.
Tussen 2007 en 2010 werden 34 ISAF-militairen bij green-on-blue incidenten
gedood. In 2011 waren dat er 35 en in 2012 waren er 64 slachtoffers te betreuren
als gevolg van green-on-blue aanslagen. In 2013 is een forse daling
waargenomen in het aantal green-on-blue incidenten en vielen er 13 slachtoffers
onder de coalitietroepen. Dit is een daling van 72% ten opzichte van 2012. Deze
daling is te verklaren door de maatregelen die genomen zijn om de dreiging van
binnenuit tegen te gaan en door de afbouw van veiligheidstaken van de
coalitietroepen. In de eerste twee maanden van 2014 waren er drie green-on-blue
incidenten. Wel is in de afgelopen periode een toename van het aantal green-ongreen-incidenten waargenomen. Het is waarschijnlijk dat deze trend zich door zal
zetten en dat het komend jaar het aantal green-on-green-aanslagen verder zal
stijgen en het aantal green-on-blue-aanslagen verder zal afnemen.
70
Pagina 20 van 27
Hoe beoordeelt u het gegeven dat Nederlandse trainers zich gedurende
de missie extra moesten beschermen tegen geweld van de kant van
Afghaanse rekruten?
Onze Referentie
DVB/CV-082/2014
Het feit dat Nederlandse trainers zich ook moesten kunnen weren tegen een
zogenoemde Insider Threat heeft geen gevolgen gehad voor de uitvoering van
hun opleidingstaken. Commandant ISAF heeft hier duidelijke richtlijnen over
verstrekt die zonder problemen konden worden uitgevoerd zoals het invoeren van
‘Guardian Angels’ (extra beveiliging bij locaties binnen de basis waar grote
aantallen ISAF-militairen aanwezig zijn, zoals de eetzaal). Het Nederlandse
optreden kenmerkte zich al vanaf het begin door een hoge mate van
veiligheidsbewustzijn. In Kunduz hebben zich geen Insider Threat incidenten
voorgedaan. Op het moment dat de verschillende maatregelen door COMISAF
werden afgekondigd, heeft het Nederlandse personeel zich hieraan
geconformeerd.
72
Is er in het kader van de inlichtingenvergaring ook informatieuitwisseling geweest met andere landen? Zo ja, welke landen waren dat?
Zo nee, waarom niet?
De MIVD heeft inlichtingen verworven in het kader van de ISAF-missie in
Afghanistan. Tijdens militaire operaties kunnen inlichtingen worden gedeeld met
partnerdiensten. Nederland heeft tijdens de missie dagelijks gebruik gemaakt van
beschikbare ISAF inlichtingen. Over samenwerkingsverbanden tussen de MIVD en
partnerdiensten kunnen in het openbaar geen mededelingen worden gedaan.
73
Hoe vaak zijn de Nederlandse F-16’s in noodsituaties internationale
partners te hulp geschoten? Hoe vaak zijn hierbij wapens ingezet?
In totaal zijn de F-16’s 84 keer ingezet voor ISAF partners. Hierbij is twintig maal
sprake van wapeninzet geweest.
74
Hoe vaak zijn de Nederlandse F-16’s Nederlandse trainers te hulp
geschoten? Hoe vaak zijn hierbij wapens ingezet?
In totaal zijn de F-16’s twee keer (met wapens) ingezet voor Nederlandse
trainers. Daarnaast was er tot nu toe sprake van 125 maal Show of Force en 58
maal Show of Presence.
75
Tot hoe ver buiten Mazar-e-Sharif hebben de F-16’s opgetreden?
De F-16’s hebben tot ongeveer 600 km buiten Mazar-e- Sharif opgetreden.
76
Wanneer stopt de missie van de Nederlandse F-16’s in Afghanistan?
Wordt er rekening mee gehouden dat Nederlandse F-16’s ook na 2014
nog in Afghanistan aanwezig zullen zijn?
Pagina 21 van 27
De operationele inzet voor de F-16 stopt op 1 juli van dit jaar (de Navo heeft niet
verzocht de Nederlandse F-16’s daarna nog in te zetten). Over eventuele
Nederlandse inzet in Afghanistan na 2014 heeft nog geen besluitvorming
plaatsgevonden.
Onze Referentie
DVB/CV-082/2014
78
Hoeveel agenten zijn wel gevolgd, nu uit het rapport blijkt dat het niet
mogelijk was om alle opgeleide agenten te volgen?
Het overgrote deel van de door ons opgeleide agenten is aan de hand van de
databank PMS op enige wijze gemonitord. In districten waar Nederland actief was
zijn fysieke controles uitgevoerd. Waar Nederland niet fysiek aanwezig was is dat
alleen telefonisch gebeurd. Hoeveel agenten exact zijn gevolgd, is niet te zeggen
(zie ook vragen 14, 15 en 19).
79
Hoeveel agenten zijn er minder getraind dan aanvankelijk werd geschat?
81
Kunt u een schatting geven van hoeveel politie er meer had kunnen
worden opgeleid als er geen aanvullende wensen waren geweest van de
Kamer?
Hoeveel agenten er minder zijn getraind dan aanvankelijk werd geschat, is niet te
zeggen. Zoals bekend is het aantal KMar trainers terug gebracht van twintig naar
tien. Als alle twintig trainers volledig hadden kunnen opleiden voor geheel Noord
Afghanistan en niet alleen voor Kunduz, hadden zij vanzelfsprekend meer agenten
kunnen opleiden. Er was een opleidingsbehoefte aanwezig voor geheel noord
Afghanistan. Een inschatting van het aantal is echter zeer moeilijk te maken.
80
Hoe verklaart u dat men niet vooraf in staat was een juiste inschatting te
maken over de mogelijkheid getrainde agenten te volgen? Waarom werd
niet vooraf geconcludeerd dat wensen uit de Kamer in de praktijk niet
uitvoerbaar waren? Waar legt u de oorzaak van de verkeerde inschatting
die is gemaakt?
81
Was vooraf niet te voorzien dat de aanvullende wens van een
meerderheid van de Kamer, dat door Nederland opgeleide agenten niet
zouden worden ingezet voor offensieve operaties, in de praktijk niet goed
uitvoerbaar was - te meer omdat vooraf duidelijk was dat de Afghaanse
agenten de bestrijding van opposing militant forces wel degelijk als een
politietaak zagen? Zo nee, waarom niet?
83
Waren de negatieve effecten van de aanvullende wensen van een
meerderheid van de Kamer vooraf niet voorzien? Zo nee, waarom niet?
84
Was vooraf niet te voorzien dat de aanvullende wens van een
meerderheid van de Kamer, dat door Nederland opgeleide agenten niet
zouden worden ingezet voor offensieve operaties, een ‘onevenredige
Pagina 22 van 27
inspanning’ van de Nederlandse militairen vereiste en ‘afleidde van de
kerntaken’? Zo nee, waarom niet?
86
Was vooraf niet te voorzien dat de wens van een meerderheid van de
Kamer, dat door Nederland opgeleide agenten onder geen beding
mochten worden ingezet voor offensieve doeleinden en daarom onder een
tracking en tracing systeem geplaatst moesten worden, tot problemen
zou leiden in de praktijk? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom is dan
ingestemd met deze wens van een meerderheid van de Kamer?
Onze Referentie
DVB/CV-082/2014
87
Kunt u toelichten hoe de wens van de Kamer afleidde van de kerntaken?
De aanvullende wens heeft geleid tot een beperking van het te trainen type
politie. De Afghan Uniformed Police (AUP) heeft volgens de Afghaanse National
Police Strategy als hoofdtaak community policing en wordt niet ingezet voor
offensieve taken. In de periode van de missie zijn er voor zover bekend ook geen
concrete voorvallen geweest van offensieve inzet van de AUP.
De gehouden steekproeven op verschillende politiestations, de telefonische
controles bij plaatsingen buiten Kunduz en de fysieke en telefonische controles
een maand na het voltooien van de opleiding vergden in de praktijk een
onevenredige inspanning van de Nederlandse militairen en leidde af van de
kerntaken.
82
Welke redenen liggen er aan ten grondslag dat u zich uitspreekt over de
politieke besluitvorming rondom deze missie zoals deze tot stand is
gekomen in het debat met de Kamer?
De evaluatie spreekt zich uit over het opereren van de missie en de mate waarin
de afgesproken doelstellingen behaald zijn. Het opereren van de missie is mede
bepaald door de Tweede Kamer gestelde voorwaarden aan de missie en daarom is
besloten in de eindevaluatie ook aandacht te besteden aan deze voorwaarden.
85
In hoeverre heeft de aanvullende wens van een meerderheid van de
Kamer, dat door Nederland opgeleide agenten niet zouden worden
ingezet voor offensieve operaties, in de praktijk lokaal maatwerk in het
kader van de politietraining belemmerd?
De missie richtte zich naar aanleiding van de voorwaarde dat door Nederland
opgeleide agenten niet voor offensieve operaties zouden worden ingezet, op de
AUP en dus op community policing.
88
Welke lessen zijn geleerd van de ervaring in Kunduz die ‘onderstreept dat
landen terughoudend moeten zijn met het formuleren van nationale
caveats’ voor toekomstige artikel 100 brieven met betrekking tot
deelname aan missies en de rol van de Kamer bij het formuleren van
caveats?
Pagina 23 van 27
Bij de uitvoering van de missie in Kunduz bleken de nationale caveats ertoe bij te
dragen dat onvoldoende ingespeeld kon worden op de opleidingsbehoefte ter
plaatse. Van belang is dat bij uitzending in het kader van artikel 100 voldoende
flexibiliteit wordt geboden om ter plekke snel te kunnen inspelen op lokale
behoeften en omstandigheden.
Onze Referentie
DVB/CV-082/2014
89
Hoe heeft u geanticipeerd op het vergroten van de kans op het beklijven
van de behaalde resultaten in Kunduz op de lange termijn? Hoe is hierbij
ingespeeld op de politieke en veiligheidsontwikkelingen in Afghanistan?
91
Wat zijn de geleerde lessen van de Nederlandse bijdrage aan de
politietrainingsmissie in Kunduz voor toekomstige missies?
De Nederlandse bijdrage heeft zich geconcentreerd op het brengen van een
kwaliteitsimpuls in de politie en juridische keten, waarbij de doelgroepen van te
voren duidelijk afgebakend waren. Dit kon mede gebeuren op basis van een
duidelijke ‘needs assessment’. Tegelijkertijd is, zoals ook uit de antwoorden op
eerdere vragen blijkt, de nodige flexibiliteit van een missie onontbeerlijk om op
veranderingen in de lokale situatie in te kunnen spelen.
De resultaten van de missie werden internationaal zeer gewaardeerd, de
professionaliteit van de trainers was voor iedereen zichtbaar. De ketenbenadering
van opleiden en trainen en de gehele Rule of Law keten leidde tot versterking van
de gehele justitiële keten. Begeleiding en aanvullende training werd door POMLT’s
gegeven op lokale politiestations. Doordat gekozen is voor een model waarbij de
missie geïntegreerd werd aangestuurd in Kunduz konden nog meer dan in
verleden de verschillende doelstellingen van de missie op elkaar aangesloten
worden.
92
Welke lessen hebben deze missie opgeleverd over de invulling van
deelname aan een missie?
Gezien de constatering dat flexibiliteit belangrijk is om op de ter plaatse
veranderende behoefte te kunnen inspelen, is het van belang dat de doelstellingen
van de missie vooraf duidelijk zijn, maar dat niet teveel gestuurd wordt op hoe
deze doelstellingen behaald moeten worden.
94
Klopt het dat is besloten te stoppen met de opleiding, omdat opgeleide
onderofficieren niet noodzakelijk werden ingedeeld in Kunduz?
Ja.
95
Hoeveel onderofficieren hadden meer kunnen worden opgeleid, als geen
eisen zouden zijn gesteld aan hun (geografische) inzet?
Zie vraag 79.
Pagina 24 van 27
98
Kunt u, aangaande de vraag of behaalde resultaten in Kunduz op de lange
termijn beklijven, ingaan op de politieke en veiligheidsontwikkelingen in
Afghanistan? Kunt u daarbij aangeven wat de omvang en macht van de
Taliban en andere opstandelingengroepen zijn en in hoeverre deze in de
laatste jaren zijn toe- dan wel afgenomen?
Onze Referentie
DVB/CV-082/2014
Vorig jaar hebben de Afghaanse veiligheidstroepen de
veiligheidsverantwoordelijkheid in Afghanistan overgenomen van de internationale
troepenmacht ISAF. De invloed van de nog aanwezige eenheden van ISAF nam in
de loop van vorig jaar beduidend af. De Afghaanse veiligheidstroepen zijn niet in
staat gebleken om overal in Afghanistan dezelfde presentie en invloed uit te
oefenen. Mede daardoor heeft de Afghaanse overheid vorig jaar invloed verloren,
voornamelijk in de rurale gebieden. Echter, de ruimte die de overheid achterliet
wordt niet overal ingevuld door een invloedsuitbreiding van de opstandelingen. In
diverse gebieden is de invloed van powerbrokers en lokale milities toegenomen,
waardoor de overheid in toenemende mate terugvalt op hun steun. Over de
exacte omvang van de verschillende opstandelingengroepen zijn geen cijfers
bekend. De Taliban is een netwerkorganisatie die gekenmerkt wordt door een
grote dynamiek en wisselende samenstelling. Wel is een groot deel van het
leiderschap nog intact en actief.
99
Is het trainingscurriculum, dat is geaccrediteerd door het Afghaanse
ministerie van Binnenlandse Zaken, ook landelijk uitgerold?
Ja.
100
In hoeverre beoordeelt u op dit moment de behaalde resultaten
duurzaam?
De missie is opgezet op basis van een studie naar de behoefte in Kunduz op het
gebied van politie en justitie. Er is bij de uitvoering van de missie regelmatig
contact geweest met alle belanghebbenden. Zowel de provinciale gouverneur, de
politiecommandant als ook maatschappelijke organisaties hebben inspraak gehad
in de uitvoering van de programma’s. Daarnaast zijn Afghanen zoveel mogelijk
ondersteund in het zelf opleiden van agenten, rechters en dialooggroepen, zodat
de trainingen ook doorgang zouden kunnen vinden zonder de internationale
trainers. De missie heeft daarmee getracht aan te sluiten bij de wensen van de
lokale bevolking om op die manier de kans te vergroten dat de behaalde
resultaten op termijn beklijven. Daarom is ook bij de uitvoering van het
rechtsstaatprogramma gewerkt met lokale maatschappelijke organisaties, zeker
om in de Afghaanse culturele context ‘gevoelige’ onderwerpen zoals
mensenrechten en vrouwenrechten bespreekbaar te maken door iemand uit hun
eigen land. Het blijft in een fragiele staat als Afghanistan lastig om zekerheid te
hebben over de duurzaamheid van behaalde resultaten gezien de onzekere
politieke en veiligheidsontwikkelingen.
101
Welke ondersteuning van de internationale gemeenschap is nodig na de
verkiezingen in april 2014 om verder te werken aan opbouw van een
stabiel Afghanistan?
Pagina 25 van 27
De internationale gemeenschap heeft zich gecommitteerd aan verdere
ondersteuning van de ontwikkeling van Afghanistan na 2014. Hoewel de
Afghaanse regering meer verantwoordelijkheid in eigen hand neemt, blijft
ondersteuning noodzakelijk. In de Chicago-verklaring van april 2012 zijn
afspraken gemaakt over ondersteuning van de veiligheidssector. De internationale
gemeenschap zal, onder andere via het Law and Order Trust Fund Afghanistan
(LOTFA) en via steun aan het Afghan National Army (ANA-)trustfund, een
substantiële financiële bijdrage blijven leveren aan de financiering van de ANSF.
Onze Referentie
DVB/CV-082/2014
Tijdens de Tokio-conferentie van juli 2012 hebben donoren, inclusief Nederland,
afspraken gemaakt met de Afghaanse regering over ontwikkelingshulp ten
behoeve van de sociaaleconomische ontwikkeling van Afghanistan tot en met
2017. Tijdens die conferentie is het Tokyo Mutual Accountability Framework
(TMAF) overeengekomen met wederzijdse verplichtingen en afspraken waarop
vooruitgang moet worden geboekt. Deze afspraken betreffen onder andere dat
Afghanistan hervormingen doorvoert en afgerekend wordt op indicatoren met
betrekking tot mensenrechten (specifiek vrouwenrechten), het juridisch raamwerk
voor verkiezingen (kieswet/structuurwet), economische hervormingen,
anticorruptiebeleid en een goede afhandeling van de Kaboel bankcrisis. De
internationale gemeenschap heeft benadrukt dat hulp vrijblijvend noch
vanzelfsprekend is.
Na de verkiezingen zal de nieuwe regering invulling moeten geven aan de
Afghaanse begroting. Zoals al eerder aan uw Kamer gemeld hebben alle
presidentskandidaten zich gecommitteerd aan de afspraken met de internationale
gemeenschap zoals die in het TMAF zijn vastgelegd.
103
Kunt u aangeven met hoeveel euro Nederland in de periode 2015-2017 de
opbouw van het Afghaanse leger en de politie ondersteunt en hoe deze
worden ingezet? Kan uitgesloten worden dat dit bedrag in de toekomst
toe zal nemen?
104
Hoe worden de financiële middelen ingezet, die u inzet in de periode
2015-2017 voor de opbouw van het Afghaanse leger en de politie?
Zoals eerder met uw Kamer is besproken zal Nederland ook in de periode 20152017 de Afghaanse politie en het Afghaanse leger ondersteunen. De
ondersteuning loopt via multidonor-trustfondsen, het ANA-TF (NAVO) voor het
leger en LOTFA (UNDP) voor politie.
105
Op welke manieren gaat u gedurende de komende vijf jaar de situatie in
Kunduz monitoren?
Bij gebrek aan een steunpunt in Kunduz is Nederland niet in staat de situatie ter
plekke intensief te monitoren. Vooralsnog kan gebruik worden gemaakt van de
rapportages over het nog lopende rechtsstaatprogramma in Kunduz, de
rapportages van UNAMA en sporadische bezoeken van derden aan de regio om
een beeld te krijgen van de ontwikkelingen. Met het verstrijken van de tijd zal het
Pagina 26 van 27
echter steeds lastiger worden (gepercipieerde) ontwikkelingen te relateren aan de
specifieke Nederlandse inspanningen.
Onze Referentie
DVB/CV-082/2014
Pagina 27 van 27