7.2 Bijlage 1 Jaarverslag vergunningverlening toezicht en handhaving

WATERSCHAP AA EN MAAS
Jaarverslag
Vergunningverlening
Toezicht en Handhaving
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
1
Voorwoord
2
Vergunningverlening .............................................................................................................. 3
Deel 1 Vergunningverlening ................................................................................................... 7
1.
Ontwikkelingen............................................................................................ 7
2.
Vergunningverlening ................................................................................. 12
3.
Vergunningverlening rioolwaterzuiveringsinstallaties................................. 15
Deel 2 Toezicht en Handhaving ............................................................................................ 16
1.
Naleefgedrag ............................................................................................ 16
2. Repressieve handhaving .................................................................................................. 17
3. Preventief toezicht ............................................................................................................ 19
Inhoudsopgave
1
Voorwoord
2
Vergunningverlening .............................................................................................................. 3
Deel 1 Vergunningverlening ................................................................................................... 7
1.
Ontwikkelingen............................................................................................ 7
2.
Vergunningverlening ................................................................................. 12
3.
Vergunningverlening rioolwaterzuiveringsinstallaties ................................. 15
Deel 2 Toezicht en Handhaving ............................................................................................ 16
1.
Naleefgedrag ............................................................................................ 16
2. Repressieve handhaving .................................................................................................. 17
3. Preventief toezicht ............................................................................................................ 19
Jaarverslag 2013 Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving
1
Voorwoord
Jaarlijks stellen de afdelingen Planadvies & Vergunningen en Handhaving een jaarverslag op. Met de
rapportage wordt verslag uitgebracht over de milieu-gerelateerde activiteiten en werkzaamheden in
2013 aan het Dagelijks Bestuur en het Algemeen Bestuur.
Dit verslag is opgebouwd uit twee delen. Het eerste deel betreft de waterschapstaken op het gebied
van vergunningverlening. Het tweede deel omvat de taken toezicht en handhaving.
Het Besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheer stelt wettelijke eisen aan het
uitvoeringsprogramma (voor waterkwaliteit- en waterkwantiteitaspecten). Door het jaarlijks aanbieden
van deze rapportage aan het DB wordt hieraan voldaan.
De regionale handhavingspartners, zoals de provincie Noord-Brabant, de Brabantse waterschappen
en de omgevingsdiensten, worden schriftelijk geïnformeerd over de beschikbaarheid van het
jaarverslag 2013. Dit gebeurt via een link op de website van Waterschap Aa en Maas
(www.aaenmaas.nl), waarmee het verslag tevens voor het publiek beschikbaar wordt gesteld.
’s-Hertogenbosch, 2 april 2014
Namens het Dagelijks Bestuur,
Gytha van Bentveld
Geertrui Verbraak
(hoofd afdeling Planadvies en Vergunningen)
(hoofd afdeling Handhaving)
Jaarverslag 2013 Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving
2
Samenvatting
Vergunningverlening
Met vergunningen op grond van de Waterwet en adviezen in het kader van de Wet algemene
bepalingen omgevingsrecht (Wabo) kan het waterschap de belangen als waterbeheerder veilig
stellen. Dit verslag biedt een overzicht van de in 2013 uitgevoerde activiteiten en werkzaamheden die
hiermee verband houden.
Beleid
In april 2013 is de Keur waterschap Aa en Maas 2013 inwerking getreden. In de nieuwe keur is de
vergunning- en meldplicht voor bepaalde activiteiten beperkt. Verwacht wordt dat deze deregulering
positief uitpakt voor ingelanden maar feitelijk is hier nog geen onderzoek naar gedaan. Wel zijn
positieve reacties ontvangen van bemalers, nutsbedrijven en gemeenten over het verminderen van de
administratieve lasten door het afschaffen van de meldingsplicht voor bronneringen en het invoeren
van het beleid C- watergangen. Aan werkzaamheden in en rond categorie C waterlopen zijn slechts
beperkt eisen gesteld.
In 2013 is het beleid “doelmatige werking zuiveringstechnische werken” vastgesteld. In 2014 wordt dit
beleid gepresenteerd aan de Omgevingsdiensten. Met dit beleid kunnen de Omgevingsdiensten een
betere inschatting maken wanneer het waterschap bij een lozingsaanvraag betrokken moet worden.
Samenwerking waterschappen en Rijkswaterstaat
Waterschappen en RWS werken samen op het gebied van V&H. In 2012 is hieraan een extra impuls
gegeven door elf samenwerkingsafspraken met elkaar te maken. De afspraken zijn in 2013
geëvalueerd. De afgesproken doelstellingen voor de samenwerkingsprojecten op het gebied van
opleidingen, het Besluit Risico Zware Ongevallen (BRZO), samenloop, bedrijfsvergelijking en ICT zijn
gehaald.
Omdat de samenwerking plezierig en productief is, wordt de samenwerking voortgezet. In 2014 wordt
een nieuwe set afspraken uitgewerkt over hoe de samenwerking de komende tijd (2015) en op de
langere termijn (2020) eruit ziet. Deels wordt ingezet op de bestaande onderwerpen: opleidingen,
regionale samenwerking (uitwisseling personeel, kennisportaal en efficiënt inzetten expertise), BRZO,
inspectievluchten, samenloop, strandbebouwing en ICT. Daarnaast wordt samengewerkt aan een
nieuw onderwerp, namelijk het formuleren van “kwaliteitscriteria water”.
Vergunningverlening
In 2013 zijn 488 aanvragen voor een Watervergunning afgehandeld waarvoor de openbare
voorbereidingsprocedure (afd. 3.4 Algemene wet bestuursrecht) of de reguliere
voorbereidingsprocedure (afd. 4 Algemene wet bestuursrecht) zijn toegepast.
Tachtig procent van de aanvragen zijn binnen de wettelijke termijn ( 8 wkn respectievelijk 6 mnd)
afgehandeld. Voor meldingen ligt dit percentage op 97%. Voor het adviseren in het kader van de
Wabo gelden geen wettelijke termijnen. Met het Wabo- gezag zijn maatwerkafspraken gemaakt over
de advisering. Deze afspraken zijn voor 100% gehaald.
In 2013 zijn twaalf bezwaarschriften ingediend. Eén bezwaarschrift is gedeeltelijk gegrond verklaard,
de overige bezwaarschriften zijn ongegrond verklaard..
In 2013 is een wijzigingsaanvraag Watervergunning voor rioolwaterzuiveringsinstallatie Oijen
afgehandeld. De wijziging had betrekking op de normering voor onopgeloste bestanddelen en fosfaat.
Jaarverslag 2013 Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving
3
Automatisering en processen
Om het proces vergunningverlening verder te kunnen optimaliseren is veel inzet gepleegd in het
stabiel krijgen van het beheerssysteem vergunningen. Ook is de manier waarop de aanvragen
geregistreerd worden en de doorlooptijden bijgehouden worden, verbeterd. Het systeem is beduidend
stabieler en transparanter geworden ten opzichte van 2012. Met een SLA (Service Level Agreement)
met de leverancier zijn de diensten inzake het beheer en onderhoud van het beheerssysteem
vastgelegd.
In 2013 zijn de gegevens in het Landelijk Grondwaterregister (LGR) met betrekking tot
beregeningsvergunningen, vergunningen industriële onttrekkingen en kleine onttrekkingen in
beschermd gebied op orde gebracht.
In 2013 is het proces vergunningenverlening tegen het licht gehouden. De versie 2011 is herzien en
aangevuld met twee andere sporen, te weten: meldingen en adviezen. De procesbeschrijving is
aangeboden aan de proceseigenaar, gepubliceerd op het portaal (Mavim) en vormt de basis voor de
werkinstructies die vervolgens zijn opgesteld.
Communicatie
Door ontwikkelingen bij het landelijke Omgevingsloket (OLO) vindt de communicatie over
vergunningen steeds meer digitaal plaats. In 2013 is een start gemaakt met een regulier half jaarlijks
overleg met de afdeling communicatie . Diverse wijzigingen aan de website zijn doorgevoerd om de
functionaliteit voor de gebruiker te vergroten en is geactualiseerde informatie aangeleverd voor de
nieuwe website.
Dienstverlening
In het kader van het Brabant brede project Dienstverlening is eind 2013/begin 2014 een Brabant
breed-pakket aan servicenormen voor de waterschappen opgesteld.
Lopende investeringsprojecten/subsidieregelingen
 Stimuleringsregeling afkoppelen verhard oppervlak en emissiebeheersplan
Deze projecten worden in 2013 afgerond waarbij de financiële afwikkeling in 2014 plaatsvindt.
 Actief Randen Beheer (ARB)
Binnen het investeringsproject ARB loopt een pilot waarbij de inpassing van de ARB-randen
langs bouwlandpercelen (voor waterschap Aa en Maas circa 60 kilometer), als mogelijke
vergroeningsvoorwaarden in de “Ecological Focus Area’s” wordt onderzocht.
 Omgaan met hemelwater.
In 2013 is voor vier projecten geld gereserveerd. Deze projecten hebben allen betrekking op het
afkoppelen van hemelwater van het vuilwaterriool door middel van het realiseren van groene
daken. Het speerpunt van deze projecten is bewustwording bij een breder publiek.
Leeswijzer
In deel 1 van dit jaarverslag wordt nader ingegaan op de algemene ontwikkelingen binnen
vergunningverlening. Vervolgens wordt een toelichting gegeven op de vergunningverlening Waterwet
en de advisering aan het Wabo bevoegd gezag In 2013. De laatste paragraaf heeft betrekking op de
vergunningverlening voor eigen rioolwaterzuiveringsinstallaties.
Jaarverslag 2013 Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving
4
Toezicht en Handhaving
Het waterschap houdt toezicht op de naleving van de bepalingen van de Waterwet en de hierop
gebaseerde Algemene Maatregelen van bestuur (AMvB’s). Daarnaast vindt repressieve handhaving
plaats op de naleving van de bepalingen van de Waterwet, de Keur van het waterschap en de Wet
Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden. Ten slotte worden voor BS-OB fiscale controles
uitgevoerd. Een terugblik op al deze activiteiten in 2013 vindt u terug in dit jaarverslag.
Audit provincie
In 2013 heeft de provincie een audit bij het waterschap uitgevoerd waarbij is geconcludeerd dat het
waterschap grotendeels voldoet aan de gestelde criteria uit het Besluit omgevingsrecht (Bor). Op
enkele onderdelen waren documenten niet meer actueel en ook de integrale benadering van de
handhavingstaak ontbrak. In deze periode was ook het nieuwe handhavingsbeleid al in ontwikkeling.
Dit beleid wordt in de eerste helft van 2014 vastgesteld en resulteert in een actualiteitsslag van de
gewenste documenten. De opbouw van het jaarverslag loopt op deze verbeteringen vooruit en is
grotendeels opgesteld volgens nieuwe eisen.
Belangrijkste conclusies handhaving
 Er is sprake van meer klachten en meldingen. Deze hadden een behoorlijke impact op het aantal
benodigde uren voor repressieve handhaving. Daarnaast had een aantal langlopende
handhavingszaken een grote impact op de capaciteit.
 In vergelijking met voorgaande jaren is het aantal bestuursrechtelijke waarschuwingen fors
afgenomen. Het aantal bestuursrechtelijke maatregelen over 2013 bedraagt 291. In 2012 betrof dit
nog 382 bestuursrechtelijke maatregelen.
 Het aantal handhavingsbeschikkingen is daarmee ook fors lager uitgevallen (2012: 102 handhavingsbeschikkingen). Uiteindelijk heeft dit in 2013 geresulteerd in 69 handhavingsbesluiten;
bestaande uit 18 gedoogbeschikkingen, 47 bestuursdwangbesluiten en 4 dwangsombesluiten.
 Overtredingen van de Keur worden sinds 2010 afgedaan volgens de vernieuwde Brabantbrede
handhavingstrategie. Het aantal straf- en bestuursrechtelijke besluiten is sindsdien daardoor
beduidend hoger dan voorgaande jaren. De meest voorkomende Keurovertredingen betreffen
activiteiten in de beschermingszones langs watergangen.
 Strafrechtelijke handhaving: in 2013 zijn 32 processen-verbaal opgemaakt en ingestuurd aan het
Openbaar Ministerie. Dit betrof 18 maal de Waterwet en eenmaal de Keur. Daarnaast zijn 13
bestuurlijke boetes opgemaakt, en 22 boeterapporten in het kader van de Wet Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden.
Belangrijkste conclusies preventief toezicht
 Het aantal geplande preventieve controles is in 2013 niet behaald. Een belangrijke oorzaak is
inzet van capaciteit op het hoge aantal repressieve zaken.
 Er zijn in 2013 502 controles uitgevoerd, waarvan 46 controles bij bedrijven, 40 controles bij
rwzi’s, 410 agrarische controles en 6 controles bij gemeenten. Tenslotte zijn 500 fiscale controles
uitgevoerd in het kader van de DVO (dienstverleningsovereenkomst) met de BS-OB.
 Het totale naleefgedrag is in 2013 ten opzichte van het jaar daarvoor (2012: 66%) afgenomen
(2013: 57%).
De daling van het naleefpercentage (spontaan naleefgedrag) is mogelijk het gevolg van een
verdergaande verschuiving in de aard van het toezicht van preventief naar repressief. Namelijk,
wanneer alleen gereageerd wordt op meldingen en minder aandacht is voor voorlichting e.d., zal
men minder snel spontaan naleefgedrag vertonen.
Overigens is de hoogte van het percentage niet geheel betrouwbaar, door de manier van meten.
In 2014 wordt gewerkt aan verbetering van raming en prognose voor preventief toezicht en
betrouwbaarheid van het naleefpercentage.
Jaarverslag 2013 Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving
5

Naast regulier toezicht heeft de afdeling, met behulp van bijbehorende toezichtplannen, enkele
grote en kleinere handhavingsprojecten uitgevoerd om het naleefgedrag te bevorderen.
De belangrijkste zijn: toezicht prioritaire agrarische bedrijven, de schouw, toezicht omlegging ZuidWillemsvaart, toezicht spuiwater biologische luchtwassers, toezicht erfafspoeling gewasbeschermingsmiddelen en toezicht op loonbedrijven.
Leeswijzer
In deel 2 van dit jaarverslag worden bovenstaande punten verder toegelicht. Het laatste hoofdstuk
van deel 2 gaat over algemene zaken die onze taak toezicht en handhaving betreffen.
Jaarverslag 2013 Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving
6
Deel 1 Vergunningverlening
1. Ontwikkelingen
Keur waterschap Aa en Maas 2013
In april 2013 is de Keur waterschap Aa en Maas 2013 inwerking getreden. Medewerkers van de
afdeling P&V zijn betrokken geweest bij het opstellen van de nieuwe keur. In het traject is veel
aandacht geweest voor deregulering met als resultaat:
 meerdere algemene regels met een meldingsplicht in plaats van een vergunningplicht;
 werken in C-wateren zijn volledig vrijgesteld waardoor geen vergunning of melding meer
nodig is;
3
 geen meldingsplicht meer voor bronneringen met een onttrekkingsdebiet van maximaal 50.000 m
per maand en met een onttrekkingsduur van kleiner dan zes maanden.
Verwacht wordt dat deze deregulering positief uitpakt voor ingelanden maar feitelijk is hier nog geen
onderzoek naar gedaan. De volgende actualisatie van de Keur staat echter al voor het najaar 2014
gepland. Wel zijn positieve reacties ontvangen van bemalers, nutsbedrijven en gemeenten over het
verminderen van de administratieve lasten door het afschaffen van de meldingsplicht voor
bronneringen en het invoeren van het beleid C- watergangen. Aan werkzaamheden in en rond
categorie C waterlopen zijn slechts beperkt eisen
gesteld.
Voor de afdeling betekent een nieuwe Keur een omvangrijk implementatietraject. Acties worden
uitgevoerd om werkinstructies, formats van vergunningen en brieven, Geoweb, het
vergunningenbeheersysteem, het landelijke omgevingsloket etc. tijdig aangepast te hebben aan de
bepalingen van de nieuwe Keur.
Tijdens de vaststelling van de Keur is intensief gebruik gemaakt van diverse communicatievormen,
zoals de website, de agrarische nieuwsbrief, bekendmaking in diverse dagbladen en diverse
voorlichtingsbijeenkomsten om externe partijen, zoals gemeenten, provincie en bedrijven, over de
nieuwe Keur te informeren. Verder heeft de afdeling P&V een bijdrage geleverd aan interne
workshops om de Keur binnen het waterschap te implementeren.
Beleid “doelmatige werking zuiveringstechnische werken”
Met het van kracht worden van de Waterwet en de Wabo zijn er bevoegdheden veranderd. Zo is de
bevoegdheid voor het beoordelen van aanvragen voor lozingen op de riolering overgegaan van het
waterschap naar de gemeenten of de provincie. De waterschappen hebben richting de bevoegde
instanties het recht op het geven van bindend advies. Dan dient echter wel bekend te zijn in welke
gevallen het waterschap betrokken dient te worden.
Hiervoor is in 2013 door alle Brabantse waterschappen het beleid “doelmatige werking
zuiveringstechnische werken” vastgesteld. In 2014 wordt dit beleid gepresenteerd aan de
Omgevingsdiensten. Met dit beleid kunnen de Omgevingsdiensten een betere inschatting maken van
wanneer het waterschap bij een lozingsaanvraag betrokken moet worden. Of de implementatie van dit
beleid ook succesvol is, kunnen we eind 2014 beoordelen.
Bovenvermelde verschuiving in bevoegdheden rond lozingen heeft in der tijd veel kritiek opgeleverd
bij de betrokkenen instanties. Daarom is in 2013 gestart met een evaluatie. De uitkomsten van deze
evaluatie worden meegenomen in de nieuwe Omgevingswet.
Jaarverslag 2013 Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving
7
Lopende investeringsprojecten/subsidieregelingen
Binnen de afdeling P&V lopen verschillende projecten. In 2013 zijn er geen noemenswaardige
ontwikkelingen geweest met betrekking tot deze projecten. Het betreft de projecten:
Stimuleringsregeling afkoppelen verhard oppervlak
Het waterschap stimuleert het verharde oppervlak van riolering af te koppelen.
Hierbij wordt het infiltreren van hemelwater extra gestimuleerd (voorkeursvolgorde vasthouden,
2
bergen, afvoeren). De bijdrage is vastgesteld op € 2,-/m voor het afkoppelen naar oppervlaktewater
2
en € 3,-/m voor het infiltreren in de bodem.
Door stagnatie in de uitvoering van het laatste project is de eindafrekening doorgeschoven naar 2014.
Na deze laatste afrekening wordt het project afgesloten.
Emissiebeheerplan
Het Emissiebeheerplan bestaat uit vele deelprojecten. Alle deelprojecten, op één na, zijn afgerond.
Het enige project dat nog loopt is de financiering vanuit Aa en Maas aan een subsidieregeling voor
agrarische ondernemers in het kader van het plattelandsontwikkelings-programma van de EU. Dit geld
is bedoeld voor investeringen bij ruwvoeropslag e.d. in de melkveehouderij. Dit project is qua
werkzaamheden in 2013 afgerond; de afrekening zal in 2014 plaats vinden.
Actief Randen Beheer (ARB)
Betreft een groen blauwe dienst waarbij agrariërs 4 meter van bouw- of grasland langs waterlopen niet
betelen. Grond wordt verarmd. Doelstellingen hebben betrekking op verminderen emissies vanaf
landbouwgrond en toename agrobiodiversiteit. De regeling betreft een samenwerkingsproduct tussen
provincie, ZLTO, Brabantse waterschappen en Rivierenland. Binnen Brabant is langs 1400 km
waterloop een ARB-rand gerealiseerd. In 2013 zijn de mogelijkheden voor verdere verlenging van de
regeling onderzocht. Verlenging van de regeling bleek op grond van juridische en Europese
financieringsvoorwaarden aan individuele bedrijven niet meer mogelijk.
Daarnaast is er duidelijkheid gekomen over het Europese gemeenschappelijk landbouwbeleid. Op
grond hiervan lijken er mogelijkheden te bestaan voor het realiseren van ARB-randen langs
bouwlandpercelen en is binnen de mogelijkheden van het ARB-project een pilot ontwikkeld waarbij de
inpassing van de ARB-randen langs bouwlandpercelen (voor waterschap Aa en Maas circa 50
kilometer), als mogelijke vergroeningsvoorwaarden in de “Ecological Focus Area’s” wordt onderzocht.
Deze EFA’s vormen onderdeel van het Europese gemeenschappelijke landbouwbeleid.
Omgaan met hemelwater
Betreft een stimuleringsregeling (subsidie) om de omgang met hemelwater te promoten. Dit doen we
aan de hand van drie speerpunten:
2
1. afkoppelen van bestaand verhard oppervlak van minimaal 1.000 m door middel van een groen dak;
2
2. afkoppelen van bestaand verhard oppervlak van minimaal 1.000 m door middel van een
innovatieve oplossing;
3. bewustwording bij een breder publiek (lespakketten op scholen, educatiecentra, etc.).
In 2013 is voor vier projecten geld gereserveerd. In het totaal gaat het om een subsidiebedrag €
39.575. Deze projecten hebben allen betrekking op het afkoppelen van hemelwater van het
vuilwaterriool door middel van het realiseren van groene daken. Het speerpunt van deze projecten is
bewustwording bij een breder publiek.
Jaarverslag 2013 Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving
8
Samenwerking waterschappen en Rijkswaterstaat
Waterschappen en RWS werken samen op het gebied van V&H. In 2012 is hieraan een extra impuls
gegeven door elf samenwerkingsafspraken met elkaar te maken. Met deze afspraken wordt
structureel gewerkt aan verbetering van de kwaliteit en de doelmatigheid van het waterbeheer
(conform doelstellingen Bestuursakkoord Water). De afspraken zijn in 2013 geëvalueerd. Hierna zijn
de elf samenwerkingsafspraken beschreven en is de stand van zaken weergegeven.
1. Opleidingen
In 2012 wordt gestart met een praktijkgerichte basisopleiding vergunningverlening. Medewerkers
van beide organisaties treden op als docenten. De opleiding wordt door medewerkers van RWS en
waterschappen tegelijk gevolgd.
2. Uitwisseling personeel
Vanaf 2012 wordt het uitwisselen van medewerkers verder ingevuld. Doel is dat in 2013 minimaal
de helft van de betreffende organisaties medewerkers hebben uitgewisseld.
3. Besluit Risico Zware Ongevallen (BRZO)
In 2013 zullen waterschappen en RWS een gezamenlijk BRZO- team hebben, dat regionale
uitvoeringsdiensten (RUD’s) van advies kan dienen.
4. Handhaving
In 2013 heeft de helft van de betreffende organisaties minimaal één vorm van samenwerking op
het gebied van handhaving. De te bereiken doelmatigheidswinst bij gezamenlijke inspectievluchten
wordt nader beschouwd. Op basis van deze uitkomsten maken RWS en waterschappen voor 1 juli
2013 concrete afspraken over gezamenlijk uit te voeren inspectievluchten.
5. Samenloop
In 2013 zullen de landelijke afspraken over samenwerking bij handhaving in geval van “samenloop”
(trajecten waarbij zowel RWS als de waterschappen een bevoegdheid hebben) gereed zijn en door
tenminste vijf diensten van Rijkswaterstaat en twaalf waterschappen gebruikt worden.
6. Kader werkprocessen V&H/Kennisportaal
RWS stelt in 2012 het kader van de werkprocessen aan de waterschappen beschikbaar
(standaardbrieven, modelvergunningen en FAQ-lijsten). Samen met RWS wordt bekeken waar het
kader gebruikt kan worden voor de processen V&H van de waterschappen . Bij een positief
evaluatieresultaat wordt in 2013 het kader toegepast.
7. Bouwvoorschriften strand
Op basis van een eerste inventarisatie van de huidige werkwijze “bouwvoorschriften strand”
worden de verschillen en overeenkomsten in kaart gebracht. Het voorstel tot uniformering van de
bouwvoorschriften zal in 2013 gereed zijn.
8. Lean/’KR8’ verbeteren werkprocessen met Lean-methode (bij RWS KR8)
Voor leidinggevenden van RWS en waterschappen zullen drie regionale leerkringen worden
opgezet. Daarnaast kunnen waterschappers deelnemen aan de KR8-trainingen van RWS. Voor
alle doelgroepen zal samen met de organisatie van ‘Water Ontmoet Water’ een digitale kennisbank
en een discussiegroep worden opgezet.
9. Bedrijfsvergelijking
In 2012 wordt een onderzoeksopdracht voor een gezamenlijke bedrijfsvergelijking geformuleerd. In
2013 wordt een bedrijfsvergelijking uitgevoerd door RWS en waterschappen op het gebied van
V&H.
10. Riolering
In 2013 zullen RWS en waterschappen samenwerken bij de advisering gemeentelijke
rioleringsplannen en kennis uitwisselen. De uitwerking vindt vanuit de regio plaats.
11. ICT
RWS en 7 waterschappen ontwikkelen gezamenlijk één informatiesysteem voor
vergunningverlening en handhaving.
Jaarverslag 2013 Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving
9
Hoe geven de Brabantse waterschappen uitvoering aan de samenwerking met RWS?
Niet alle elf projecten zijn door de Brabantse waterschappen opgepakt. De focus is gelegd op project
1 t/m 5, 9 en 11.
Ad 2. Als een eerste kennismaking hebben medewerkers van P&V en RWS Zuid-Nederland van
werkplek gewisseld. Deze samenwerking zal onder het nieuwe project (zie hieronder) “regionale
samenwerking” worden voortgezet. In dit project zal ook gewerkt worden aan kennisdeling. Zo zal één
van de medewerkers van P&V aanschuiven bij het RWS-wateroverleg. Op afdelingshoofdenniveau
(P&V) wordt al enige tijd samengewerkt op het vlak van kennisdeling en managementvraagstukken.
Ad 9. In 2013 heeft een projectgroep een methodiek uitgewerkt voor een bedrijfsvergelijking V&H van
RWS en de waterschappen. De methodiek is opgezet rondom acht thema’s: Regelgeving,
Communicatie, Vergunningen/adviezen, Toezicht, Handhaving, Outcome, Capaciteit en Algemeen.
In 2013 is volgens deze methodiek een bedrijfsvergelijking bij de betreffende organisaties uitgevoerd.
De verkregen informatie vormt een ‘nulmeting’ en is vooral gericht op leren. Uit het onderzoek zijn de
volgende leerthema’s gedestilleerd:
 Communicatie en vooroverleg:
Hoe is het vooroverleg en de afstemming met de omgeving georganiseerd (in de keten) en wat
levert het op?
 Borging specialistische kennis:
Hoe is specialistische kennis en capaciteit geborgd in de organisatie en wat zijn de ervaringen?
 Risico gestuurd toezicht:
Welke methodieken worden gebruikt en wat zijn de ervaringen?
 Naleefgedrag / overtredingsdruk:
Hoe (met welke indicator) wordt dit door de waterbeheerders in beeld gebracht en hoe wordt er in
de praktijk op gestuurd?
 Zaakgericht werken en overtredingsdossiers:
Welke werkwijze geeft (betere) mogelijkheden om te sturen op doorlooptijd of effect en wat zijn de
ervaringen?
 Algemene regels en deregulering.
Deze onderwerpen blijven voor het komende jaar op de agenda staan. Bij een volgende ronde van de
bedrijfsvergelijking V&H worden de vorderingen/ontwikkelingen gemeten.
Ad 11. Nauwgezet worden de ontwikkelingen binnen het project “één ICT-systeem” gevolgd. Het
nieuwe automatiseringspakket heet Powerbrowser (voorheen Saw@).De Brabantse Delta is één van
de waterschappen die participeert in dit project.
Vervolg samenwerkingsafspraken
Een groep bestuursleden, van zowel waterschappen als RWS, ziet toe op de voortgang van de
samenwerkingsafspraken. Vier keer per jaar vindt hiervoor een bestuurlijk overleg plaats. Deze
bestuurders hebben in december 2013 hun waardering uitgesproken over de ingezette koers en de
resultaten tot nu toe, binnen de sector VTH. Kennelijk is de sector VTH koploper ten opzichte van
andere sectoren, wat betreft de samenwerking tussen beide organisaties. Omdat de samenwerking
plezierig en productief is, wordt de samenwerking voortgezet. In 2014 wordt een nieuwe set afspraken
uitgewerkt over hoe de samenwerking de komende tijd (2015) en op de langere termijn (2020) eruit
zal zien. Bij de hernieuwde afspraken zal het accent meer op efficiëntie worden gelegd.
Jaarverslag 2013 Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving
10
Deels wordt ingezet op de bestaande onderwerpen: opleidingen, regionale samenwerking
(uitwisseling personeel, kennisportaal en efficiënt inzetten expertise), BRZO, inspectievluchten,
samenloop, strandbebouwing en ICT. Daarnaast wordt samengewerkt aan een nieuw onderwerp,
namelijk het formuleren van “kwaliteitscriteria water”. In het landelijke project “Kwaliteitscriteria water”
is waterschap De Dommel vertegenwoordigd. De Brabantse waterschappen en RWS Zuid-Nederland
leveren input voor dit project via hun collega van De Dommel.
Servicenormen
In het kader van het Brabant brede project Dienstverlening is eind 2013/begin 2014 een Brabant
breed-pakket aan servicenormen voor de waterschappen opgesteld.
Jaarverslag 2013 Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving
11
2. Vergunningverlening
Afhandeling (vergunning)aanvragen en meldingen
In het verslagjaar zijn 488 aanvragen voor een Watervergunning afgehandeld waarvoor de openbare
voorbereidingsprocedure (afd. 3.4 Algemene wet bestuursrecht) of de reguliere
voorbereidingsprocedure (afd. 4 Algemene wet bestuursrecht) van toepassing was. Daarnaast zijn
401 meldingen op grond van de Keur en de Besluiten lozen binnen en buiten inrichtingen
afgehandeld. Achtenvijftig wijzigingen binnen Watervergunningen zijn administratief afgedaan. Aan
het bevoegd gezag voor de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) zijn 66 adviezen
uitgebracht. Het betreft adviezen voor te verlenen Wabo- vergunningen waarin lozingen op de riolering
zijn gereguleerd.
Product
Aantallen
Watervergunning afvalstoffen in oppervlaktewater brengen
Watervergunning waterstaatswerk en beschermingszone gebruiken
14
439
Watervergunning water in de bodem brengen of onttrekken
Melding bronneringen o.b.v. de Keur en de Besluiten lozen binnen en buiten inrichtingen
35
401
Wabo adviezen
66
Administratieve afhandeling wijzigingen binnen Watervergunningen (wijziging
tenaamstelling vergunninghouder, verplaatsing beregeningsputten binnen de
watervergunning)
58
Totaal
1013
Tabel 1: Overzicht producten 2013
Overschrijdingen van de wettelijke termijn
.
In 2013 zijn 80% van de aanvragen voor een vergunning binnen de wettelijke termijn ( 8 weken/ 6
maanden) afgehandeld. Voor meldingen ligt dit percentage op 97%. Voor het adviseren in het kader
van de Wabo gelden geen wettelijke termijnen. Met het Wabo- gezag zijn maatwerkafspraken
gemaakt over de advisering. Deze afspraken zijn voor 100% gehaald. In tabel 2 zijn de geleverde
producten van de afdeling P&V opgenomen met de percentages termijnoverschrijdingen.
Om het proces vergunningverlening verder te kunnen optimaliseren is veel inzet gepleegd in het
stabiel krijgen van het automatiseringssysteem waarbinnen de vergunningaanvragen, meldingen en
Wabo-adviezen behandeld worden. Ook is de manier waarop de aanvragen geregistreerd worden en
de doorlooptijden bijgehouden worden, verbeterd. Het systeem is beduidend stabieler en
transparanter geworden ten opzichte van 2012.
Indien niet binnen de wettelijke termijn een beschikking op een aanvraag is genomen, ontstaat voor
de aanvrager het recht op beroep. In geen enkel geval werd een dergelijk beroep ingesteld.
Jaarverslag 2013 Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving
12
Aantal bezwaar- en beroepsprocedures
Bezwaarprocedures
In 2013 zijn twaalf bezwaarschriften ingediend. Vijf maal is mediation opgestart
Op één watervergunning zijn drie bezwaren ingediend. Het betrof hier het landinrichtingsplan
Peelvenen, Koningshoeve Natuur. Twee bezwaren zijn ongegrond verklaard en één bezwaar partij is
deels gegrond verklaard. Twee partijen zijn in beroep gegaan. Dit beroep loopt nog. Door één partij is
om een voorlopige voorziening gevraagd welke is afgewezen.
Beroepsprocedures
Naast de twee beroepszaken tegen het landinrichtingsplan Peelvenen, Koningshoeve Natuur is in
2013 tegen een watervergunning voor de lozing vanuit een mest verwerkend bedrijf beroep ingesteld.
Deze vergunning is verleend in 2012. De beroepszaken zijn nog niet afgehandeld. In tabel 2 is een
schematische weergave van de bezwaar- en beroepsprocedures opgenomen.
2013
Vergunningen
488
% buiten wettelijk termijn 8 weken
20%
% binnen wettelijk termijn 8 weken
80%
Meldingen
401
% buiten wettelijk termijn 8 weken
3%
% binnen wettelijk termijn 8 weken
97%
Adviezen aan Wabo- gezag
66
% binnen maatwerkafspraken t.a.v. termijnen
100%
Bezwaarschriften
12
Ongegrond verklaard
11
Deels gegrond verklaard
1
Rechtbankprocedures
3
Lopend
3
Verzoeken voorlopige voorziening
2
Ongegrond verklaard
2
Hoger beroepszaak
1
Ongegrond verklaard
1
Tabel 2: termijnoverschrijdingen/bezwaar- en beroepsprocedures 2013
Vergunningenverlening mestverwerking
In 2012 is het vergunningenbeleid mestverwerking vastgesteld. Het beleidsuitgangspunt is dat door
het toepassen van in serie geschakelde zuiveringstechnieken een chemische effluentkwaliteit wordt
bereikt die geen nadelige effecten oplevert voor het ontvangende oppervlaktewater. Hierbij valt echter
niet uit te sluiten dat het effluent nog restanten van geneesmiddelen of antibioticaresistente bacteriën
bevat. Om vergunningverlening mogelijk te maken zal voor deze stoffen omgekeerde osmose moeten
worden toegepast waardoor er geen aantoonbare gevolgen meer zullen optreden voor het milieu en
de volksgezondheid.
Jaarverslag 2013 Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving
13
In 2013 zijn 7 vergunningen aan mestverwerkers verleend. Daarnaast is vooroverleg opgestart met 4
nieuwe initiatieven voor mestverwerking. Bij de vergunningverlening is gebleken dat omgekeerde
osmose niet alleen nodig is om geneesmiddelen of antibioticaresistente bacteriën uit het afvalwater te
halen maar dat deze technieken ingezet moeten worden om de lozingsnormen voor fosfaat en stikstof
te behalen. Uit gesprekken met initiatiefnemers blijkt dat de mestverwerking uiteindelijk financieel nog
steeds niet opweegt tegen transporteren. De omgekeerde osmose vraagt zoveel energie waardoor
mestverwerkingsinstallaties nog niet kosteneffectief zijn in te zetten. Van de vergunde installaties zijn
ca. vijf installaties operationeel. Op grond van de huidige kennis lijkt overigens ammonium de meest
kritische parameter te zijn. Ammonium is direct acuut toxisch en is veel moeilijker terug te houden dan
geneesmiddelen en bacteriën.
Proces vergunningverlening
In 2013 is het proces vergunningenverlening tegen het licht gehouden. De versie 2011 is herzien en
aangevuld met twee andere sporen, te weten: meldingen en adviezen. De procesbeschrijving is
aangeboden aan de proceseigenaar, gepubliceerd op het portaal (Mavim) en vormt de basis voor de
werkinstructies die vervolgens zijn opgesteld.
Beheerssysteem vergunningen (WaterPro)
In 2013 zijn nieuwe afspraken gemaakt met de leverancier van het beheerssysteem vergunningen
(Waterpro). Met een SLA (Service Level Agreement) zijn de diensten inzake het beheer en onderhoud
van het beheerssysteem vastgelegd. De focus lag op het stabiel krijgen van WaterPro.
Landelijk Grondwaterregister (LGR)
In 2013 zijn de gegevens in het Landelijk Grondwaterregister (LGR) met betrekking tot
beregeningsvergunningen, vergunningen industriële onttrekkingen en kleine onttrekkingen in
beschermd gebied op orde gebracht.
Communicatie
Door ontwikkelingen bij het landelijke Omgevingsloket (OLO) vindt de communicatie over
vergunningen steeds meer digitaal plaats.
In 2013 is een start gemaakt met een regulier half jaarlijks overleg met de afdeling communicatie .
Diverse wijzigingen aan de website zijn doorgevoerd om de functionaliteit voor de gebruiker te
vergroten en is geactualiseerde informatie aangeleverd voor de nieuwe website.
Jaarverslag 2013 Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving
14
3. Vergunningverlening rioolwaterzuiveringsinstallaties
Het waterschap Aa en Maas heeft zeven rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s) in beheer:
Zuiveringsregio Maas: rwzi Land van Cuijk en rwzi Oijen.
Zuiveringsregio Dieze: rwzi ’s-Hertogenbosch.
Zuiveringsregio Aa: rwzi Aarle-Rixtel, rwzi Dinther, rwzi Asten en rwzi Vinkel.
In het jaarverslag is een wijzigingsaanvraag voor de watervergunning van rwzi Oijen afgehandeld. De
wijzigingsaanvraag had betrekking op de normering voor onopgeloste bestanddelen en fosfaat. Het
verzoek was om de normering voor deze parameters in de overeenstemming te brengen met de eisen
uit het Waterbesluit c.q. de Waterregeling. Vanuit waterkwaliteitsoogpunt was het niet nodig om vast
te houden aan de oude normering van de watervergunning. De Watervergunning is hierop aangepast.
Jaarverslag 2013 Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving
15
Deel 2 Toezicht en Handhaving
1. Naleefgedrag
Het totale naleefgedrag is in 2013 ten opzichte van het jaar daarvoor (2012: 66%) afgenomen (2013:
57%). Deze afname is mede het gevolg van een verdergaande verschuiving in de aard van het
toezicht van preventief naar repressief. Namelijk, wanneer alleen gereageerd wordt op meldingen en
minder aandacht is voor voorlichting e.d., zal men minder snel spontaan naleefgedrag vertonen.
In 2013 en de jaren daarvoor zijn de cijfers op eenzelfde manier tot stand gekomen. In 2014 wordt een
andere methodiek gehanteerd om het naleefgedrag te berekenen, zodat de hoogte ervan
nauwkeuriger ingeschat kan worden. In 2013 werden ook controles die werden gedaan op basis van
een binnenkomende melding meegerekend. Alleen van die controles, die a-select (willekeurig) worden
uitgevoerd, zal de naleving nog meetellen in de berekening in 2014. Hiertoe is een verandering
doorgevoerd in het managementinformatiesysteem. Daarmee wordt de meting in 2014 nauwkeuriger.
In de onderstaande staafdiagram zijn de naleefpercentages van de afgelopen 8 jaar te zien.
100%
90%
80%
70%
60%
50%
40%
86
91
86
30%
20%
% niet naleving
85
76
70
66
% naleving
57
10%
0%
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
Tabel 1: naleefpercentage
Jaarverslag 2013 Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving
16
2. Repressieve handhaving
Inleiding
Repressieve handhaving is het toepassen van, of dreigen met, bestuursmaatregelen en/of
strafrechtelijke acties indien regels zijn overtreden. Repressieve handhaving op de naleving van de
bepalingen van de Waterwet en de Keur waterschap Aa en Maas is in dit hoofdstuk verder uitgesplitst
naar bestuursrechtelijke maatregelen en strafrechtelijke acties. Op basis van preventief toezicht en de
daaruit volgende noodzakelijke repressieve handhaving ontstaat een beeld van het naleefgedrag in
het beheergebied van het waterschap.
In zijn algemeenheid is al jaren een verdere verschuiving waar te nemen van preventief toezicht naar
repressieve handhaving.
In 2013 is door de portefeuillehouder nogmaals benadrukt dat alle meldingen van ongerechtigheden
voorrang hebben op het preventieve programma.
De verschuiving van preventie naar repressie heeft verschillende oorzaken:


Verdergaande professionalisering van het toezicht op de Keur. Sinds 2010 is deze bij de afdeling
Handhaving ondergebracht en wordt in samenwerking met de districten een groot aantal
bestaande overtredingssituaties afgehandeld.
Daarnaast krijgt de afdeling Handhaving steeds meer zaken doorgemeld, zowel intern als van
buitenaf. Door een betere interne samenwerking weten de districten namelijk beter welke zaken
niet conform wet- en regelgeving zijn. Ook door een betere samenwerking met
handhavingspartners, en meer gedeelde bevoegdheden, komen meer meldingen hiervandaan.
In 2013 is het aantal repressieve handhavingsacties in absolute zin ten opzichte van voorgaande jaren
desalniettemin afgenomen. De belangrijkste redenen hiervoor zijn de wijzigingen in de Keur (verlaging
van de regeldruk) en het lagere aantal controles. Wel heeft de afdeling Handhaving een aantal
langlopende zaken onder handen die veel capaciteit kost.
Bestuursrechtelijke handhaving
Naar aanleiding van overtredingen reageert het waterschap met bestuursrechtelijke maatregelen en
initieert strafrechtelijke vervolging door het opmaken van processen-verbaal. Het aantal bestuursrechtelijke maatregelen over 2013 bedraagt 291. Het betreffen dan waarschuwingen en
vooraankondigingen van opleggen van een dwangsom c.q. toepassing van bestuursdwang.
In vergelijking met voorgaande jaren is het aantal bestuursrechtelijke waarschuwingen fors
afgenomen (2012: 382 bestuursrechtelijke maatregelen). Uiteindelijk heeft dit in 2013 geresulteerd in
69 handhavingsbesluiten bestaande uit 18 gedoogbeschikkingen, 47 bestuursdwangbesluiten en 4
dwangsombesluiten. Het aantal handhavingsbeschikkingen is daarmee ook fors lager uitgevallen
(2012: 102 handhavingsbesluiten).
Jaarverslag 2013 Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving
17
Strafrechtelijke acties Waterwet en Keur
De opsporing door Buitengewoon Opsporingsambtenaren (BOA’s) van het waterschap is onder te
verdelen naar strafrechtelijke acties in het kader van de Waterwet en van de Keur. De boeterapporten
die opgemaakt worden vanuit de Wet Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden vallen onder
bestuursrecht. De strafrechtelijke (her)controles zijn mede vanuit klachten/meldingen en/of
calamiteiten geïnitieerd.
In 2013 zijn 32 processen-verbaal opgemaakt en ingestuurd aan het Openbaar Ministerie waarvan 18
maal voor de Waterwet en 1 maal in het kader van de Keur. Vooral door de versoepeling van enkele
regels uit de Keur is minder strafrechtelijk opgetreden in 2013.
Daarnaast zijn 13 bestuurlijke boetes opgemaakt, en 22 boeterapporten in het kader van de Wet
Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden. Het aantal boeterapporten is verdubbeld ten opzichte van
2012. Dit komt door het verhogen van onze toezichtdruk hierop.
Calamiteiten
Vanuit de afdeling Handhaving is geparticipeerd in de calamiteitenwerkgroep van het waterschap.
Bijgedragen is aan het verder ontwikkelen van het beleid ter verbetering van de calamiteitenorganisatie. Dit gebeurt door het tweemaandelijks evalueren van alle calamiteiten. In 2013 zijn geen
trainingen of oefeningen geweest t.b.v. calamiteitenbestrijding.
Door de afdeling Handhaving worden calamiteiten op het bestuurs- en strafrechtelijk spoor beoordeeld
en worden feiten verzameld voor eventueel fiscale afdoening, alsmede voor privaatrechtelijke
beoordeling voor mogelijke schadeclaims. Daarnaast wordt door de toezichthouders inhoudelijk
geadviseerd bij calamiteiten.
Aandachtspunt bij calamiteiten is de registratie, die nu niet is gekoppeld aan het managementsysteem
of enig ander CRM systeem. Hiervoor is aandacht gevraagd bij de calamiteitencoördinator van het
waterschap.
De belangrijkste incidenten waarbij de afdeling Handhaving in 2013 bij betrokken is geweest zijn een
gescheurde mestsilo te Rijkevoort, een lozing van palmpitolie in Den Bosch, enkele overstroomde
mestsilo’s en een aantal ongewone voorvallen op industriële bedrijven.
Bezwaar en beroep
In 2013 is 15 keer bezwaar aangetekend tegen handhavingsbeschikkingen. In 11 gevallen was het
bezwaar ongegrond, in 1 geval gegrond en in 2 gevallen was het bezwaar niet ontvankelijk. Op 1
bezwaar is beslist in het eerste kwartaal van 2014. Vervolgens is 2 keer beroep aangetekend bij de
Rechtbank. Beide beroepen zijn ongegrond verklaard waarna in beide gevallen hoger beroep is
ingesteld bij de Raad van State. In 1 geval werd een verzoek om een voorlopige voorziening gedaan
bij de rechtbank. Dit verzoek is afgewezen.
Jaarverslag 2013 Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving
18
3. Preventief toezicht
Inleiding
Zoals al eerder in dit verslag genoemd, maken repressieve werkzaamheden een steeds groter deel uit
van de capaciteit voor toezicht en handhaving. Dit betekent ook dat minder capaciteit beschikbaar is
voor preventief toezicht.
Ontwikkeling nieuwe systematiek preventief toezicht voor 2014 en verder
Het waterschap hanteerde de afgelopen jaren een planmatige aanpak van doelgroepen en
lozingscategorieën op basis van het oude handhavingsbeleidsplan. Onderdeel van het nieuwe
beleidsplan in ontwikkeling is een integrale probleemanalyse en een daaraan gekoppelde prioritering.
Deze probleemanalyse en prioritering zijn in 2013 al bestuurlijk vastgesteld. Daarbij is een indeling in
vier risicocategorieën gehanteerd. De hoogste prioriteit voor preventief toezicht is daarbij gelegd bij
die activiteiten waar een overtreding een belangrijk negatief effect op het watersysteem kan hebben of
waarbij het risico op overtreding groot is. De laagste prioriteit geldt voor activiteiten die nauwelijks
invloed hebben op het watersysteem.
Bestuurlijk is ervoor gekozen het programmatisch toezicht te richten op de categorieën ‘hoog risico’ en
‘gemiddeld risico’. Voor de overige categorieën (gering- en zeer gering risico) betekent dit dat vanaf
begin 2014 geen preventief toezicht plaatsvindt, maar alleen wordt gehandhaafd op basis van
signalen uit het veld.
Uitvoeringsprogramma preventief toezicht 2013
In het uitvoeringsprogramma 2013 werd voor een aantal segmenten een doelstelling opgenomen voor
het aantal te bezoeken bedrijven, inrichtingen, e.d. In tabel 2 is aangegeven welke doelstellingen dat
waren en in hoeverre deze behaald zijn.
Type controle
Planning
Realisatie
Prioritaire agrarische bedrijven (o.b.v. risicomatrix)
150
141
Agrarische bedrijven algemeen
400
300
Rwzi’s
40
18
Glastuinbouw
70
65
Pot- en containerteelt
35
15
Bronnering melding
25
3
Beregeningsvergunningen
5
--
Vergunningen en bemalingsplannen
40
38
Indirecte lozingen (industrie)
30
46
Toezicht BRZO
5
--
Fiscale controles
366
464
Tabel 2: uitgevoerde controles 2013 i.r.t. planning
De meeste geplande aantallen zijn niet behaald. De belangrijkste reden hiervoor is de grote druk op
capaciteit vanuit het repressieve werk. De verwachting is dat de druk vanuit het repressieve werk in
2014 even hoog blijft. Daarnaast maakten niet alle toezichthouders altijd directe uren. Ook
werkzaamheden zoals ontwikkeling van het nieuwe beleidsplan, het opstellen van beleid over de
relatie tot de nieuwe omgevingsdiensten wat betreft indirecte lozingen en Brzo legden een urenclaim
op de toezichthouders.
Jaarverslag 2013 Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving
19
Programmatisch toezicht
In 2013 richtte het programmatisch toezicht zich voornamelijk op:
Lozingen
Het aantal uitgevoerde preventieve controles voor lozingen bedroeg in 2013 in totaal 1.199, verdeeld
over de doelgroepen agrarische sector, de industrie, gemeenten en overig toezicht. Het aantal
geplande controles is voor diverse categorieën niet behaald. Er is 24 maal een
handhaafbaarheidstoets (beoordeling ontwerpvergunning) uitgevoerd.
 Agrarische sector
Bij de grootste doelgroep, de agrarische bedrijven werden 410 bedrijfscontroles uitgevoerd. De
preventieve controles zijn deels uitgevoerd in het kader van een aantal projecten. (Zie ook
paragraaf “projecten”, pagina 21.)
 Industrie
Bij de industrie zijn 46 bedrijfscontroles uitgevoerd, waarvan het merendeel monsternames zijn
geweest t.b.v. het Wabo-bevoegd gezag. Doordat minder capaciteit is ingezet op het toezicht op
indirecte lozingen is het aantal controles fors afgenomen (2012: 261 controles). Bij de eigen rwzi’s
zijn 40 controles uitgevoerd.
 Gemeenten
Bij de gemeenten werden 6 controles uitgevoerd. Door wijziging van de wetgeving zijn de
verleende vergunningen per 1 januari 2013 vervallen. De lozing vanuit gemeentelijke overstorten is
nu geregeld in het Besluit lozen buiten inrichtingen. Het lager aantal controles dan voorgaande
jaren is een gevolg hiervan (2012: 40 controles).
Waterkering
Het toezicht voor de waterkeringen wordt uitgevoerd door de afdeling Advies Waterbeheer. Dit
toezicht bestaat uit een tweewekelijkse surveillance van de gehele waterkering. Op deze manier
worden illegale activiteiten snel opgespoord en aangepakt. Met ingang van 2011 heeft de afdeling
Handhaving de afdeling Advies Waterbeheer ondersteund bij het zelfstandig oppakken van
overtredingen. Hiermee wordt invulling gegeven aan het verder professionaliseren van dit onderdeel
van toezicht en handhaving. Tevens kan slagvaardiger worden opgetreden bij excessen.
Bij het toezicht op de keringen zijn 22 overtredingen geconstateerd, waarvan 7 categorie-0
overtredingen (spoedeisende overtredingen met direct optreden) geconstateerd. Dit is een afname
t.o.v. 2012 (27 overtredingen, waarvan 10 categorie-0). Belangrijkste reden is de versoepeling van de
regelgeving in de Keur die in 2013 van kracht is geworden.
Kwantiteitsbeheer
Het toezicht voor het kwantiteitsbeheer wordt uitgevoerd door de districten. Dit toezicht bestaat uit
opleveringscontroles van afgegeven vergunningen en meldingen voor activiteiten in het watersysteem.
Daarnaast vervullen de districten een oog- en oorfunctie voor de afdeling Handhaving ten aanzien van
zwaardere overtredingen. De lichtere overtredingen (categorie-2) worden door de districten zelf
opgepakt. Hiertoe zijn de buitendienstmedewerkers aangewezen als toezichthouder op grond van de
Algemene wet bestuursrecht. In 2013 is in 31 gevallen op deze wijze een handhavingstraject
opgestart.
Jaarverslag 2013 Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving
20
Grondwater
In 2013 is, in afwachting van het nieuwe beleid, weinig capaciteit ingezet op toezicht op onttrekkingen
van grondwater. Voor het eerst is in 2013 wel een grootscheepse uitvraag gedaan naar
debietgegevens van grondwateronttrekkingen. In het voorjaar van 2013 zijn ongeveer 3500
vergunninghouders aangeschreven om deze gegevens aan te leveren.
Na eenmaal een herinnering verstuurd te hebben was de respons ruim 95%. Tegen de
vergunninghouders die geen reactie hebben gegeven is verder geen actie ondernomen. Dit was
vooraf ook kenbaar gemaakt aan het management en bestuur.
Projecten preventief toezicht
In 2012 is voor het eerst gewerkt aan de hand van een individuele prioritering op agrarische bedrijven.
De overige behandelde projecten zijn bepaald aan de hand van de risicoanalyse en prioriteitstelling.
Hierna zijn de belangrijkste projecten beschreven.
Prioritaire agrarische bedrijven
Op basis van individuele prioritering is aan alle agrarische bedrijven een score toegekend. Hieruit is
de top 150 geselecteerd, deze zijn in 2013 nagenoeg allemaal bezocht (141).
Om tot deze prioritering te komen is voor het tweede jaar gewerkt met het prioriteringssysteem PriMa
(prioritering op maat). Het PriMa systeem is opgebouwd uit een 3-tal pijlers, namelijk milieubelasting,
kans en effect. De milieubelasting geeft de bezwaarlijkheid weer van een lozing op het milieu. De
volgende twee pijlers, kans * effect, vormen samen het milieurisico. Deze 3 pijlers samen brengen de
gevolgen voor het aquatische milieu in kaart. Daardoor ontstaat er een goed beeld van waar de
grootste milieurisico’s aanwezig zijn en waar het meeste milieurendement te verwachten is. Hierin ligt
ook de koppeling met het WBP.
Omlegging Zuid Willemsvaart
Eind 2011 is de Willemsunie v.o.f. begonnen met de omlegging van de Zuid Willemsvaart vanaf de
Maas tot aan Den Dungen. De werkzaamheden vinden plaats binnen de gemeente Sint Michielsgestel
en ’s-Hertogenbosch en de beheergebieden van waterschap Aa en Maas en Rijkswaterstaat. Het
werk heeft in 2013 duidelijk zijn plaats ingenomen in het landschap. Dit kanaal zal na ingebruikname
de naam Maximakanaal krijgen.
Vanwege samenloop van de belangen van de betrokken bevoegde gezagen zijn afspraken gemaakt
over de samenwerking bij het toezicht en handhaving van de realisatie van dit werk. Het zwaartepunt
van dit project ligt bij het Besluit Bodemkwaliteit, de Waterwet, Wabo, Wet milieubeheer en de Wet
bodembescherming. De gemaakte afspraken omvatten afspraken over de structuur, waaronder het
bestuurlijk aanspreekpunt, communicatie en de handhavingstrategie. Daarnaast zijn onderling en met
de Willemsunie v.o.f. afspraken gemaakt over wat wet- en regelgeving niet reguleert. Alle afspraken
worden genoemd in het protocol “Samenwerkingsprotocol Toezicht en Handhaving
omgevingswetgeving omlegging Zuid-Willemsvaart”.
Net als in 2012 is een toezichthouder vanuit Beneden-Aa aangewezen speciaal belast met het
toezicht op de omlegging van de Zuid Willemsvaart. Eventuele repressieve acties worden door de
afdeling Handhaving opgepakt. In 2013 is tegen de Willemsunie v.o.f. zes maal opgetreden voor
overtredingen (2012: 2).
Toezicht spuiwater biologische luchtwassers
Begin 2013 heeft het waterschap 42 varkensbedrijven bezocht ter controle van de opslag en afvoer
van biologisch spuiwater. Aanleiding waren enkele overtredingen in korte tijd voorafgaand aan het
project. Tijdens de controles zijn twee overtredingen geconstateerd.
Mede naar aanleiding van dit project is door het waterschap bestuurlijk (landelijk) aandacht gevraagd
voor deze problematiek. Uiteindelijk heeft dit geleid tot opname van spuiwater van biologische
luchtwassers in de meststoffenwet.
Jaarverslag 2013 Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving
21
De Schouw
De coördinatie van de schouw ligt bij de afdeling Handhaving. In 2013 is onder de leiding van de
coördinator schouw een grote slag gemaakt in kwaliteit en efficiency. In 2013 zijn in de schouw twee
grote veranderingen doorgevoerd:
 Gedeeltelijk schouwen
Met ingang van 2013 is bestuurlijk besloten om gedeeltelijk te gaan schouwen. Dit houdt in dat we
de helft van het gebied controleren op het voldoen van de onderhoudsplicht.
 Digitaal schouwen
Er is Brabant breed een schouw-app ontwikkeld. In het veld worden de gegevens direct op een
tablet verwerkt. Op kantoor worden deze gegevens binnen Geoweb opgehaald. Via een
brievengenerator worden alle gegevens automatisch verwerkt in een brief. Deze handeling is voor
het eerst gecentraliseerd. Voorheen werden alle gegevens handmatig in een systeem gezet op de
districten. Hiervoor moesten eerst handmatig in GeoWeb kaarten worden gemaakt. Deze
handelingen gebeuren nu automatisch, met bijkomend voordeel de kleinere kans op fouten.
Dankzij deze veranderingen is een grote reductie (1000 uur) behaald in het gehele proces. Ruim 50%
van de tijdswinst zit in de administratieve afhandeling. Dit jaar zijn er, net als in 2012, veel eerste
aanschrijvingen weggegaan (eerste aanschrijvingen zijn constateringen van het niet voldoen van de
onderhoudsplicht op 15 november). Reden van dit hoge aantal was het natte najaar. Gekozen is om
de schouw niet uit te stellen, zoals in voorgaande jaren gebruikelijk was, maar om het hersteltermijn te
verruimen. Het grote voordeel hiervan is de gelijke behandeling voor alle overtreders. Daarnaast wordt
hiermee meer recht gedaan aan degene die wel op tijd aan de onderhoudsplicht hebben voldaan.
Tweede herschouw niet akkoord betekent het toepassen van bestuursdwang en het opmaken van een
bestuurlijke strafbeschikking. Voor 2013 geldt dit dus voor 1 geval.
Voor de schouw van 2014 wordt gekeken of we
kunnen komen tot één Brabant brede
schouwdatum. Verder wordt gedurende de
winterperiode nauwgezet bekeken hoeveel
gevallen van achterstallig onderhoud worden
gemeld die niet in de schouw zijn geconstateerd
(i.v.m. gedeeltelijk schouwen).
Eerste aanschrijvingen
Eerste herschouw akkoord
Eerste herschouw niet akkoord
Tweede herschouw akkoord
Tweede herschouw niet akkoord
Bestede uren
2012
647
572
75
70
5
2129
2013
658
629
29
28
1
1173
Tabel 3: schouw 2013
Toezicht erfafspoeling gewasbeschermingsmiddelen
Het waterschap heeft in het teeltseizoen van 2013 agrariërs gecontroleerd en extra attent gemaakt op
het juiste gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Redenen waren veranderde wetgeving, en het
feit dat door het afspoelen van deze middelen, van het erf in de sloot, milieuschade ontstaat. Er is
specifiek aandacht besteed aan de stalling en het reinigen van de spuitapparatuur, de lozing van dat
reinigingswater en de daarbij geldende regels. Het bleek dat veel agrarische bedrijven nog
onvoldoende bekend waren met deze regels. Binnen het project zijn ruim 40 bedrijfsbezoeken
afgelegd. Ruim de helft hiervan bleek goed op de hoogte te zijn. Bij andere bedrijven is extra
voorlichting gegeven over welke aanpassingen of wijziging in de bedrijfsvoering zij moeten doen.
Loonbedrijven
In het voorjaar van 2013 zijn door de toezichthouders 29 agrarische loonbedrijven bezocht.
Bij deze controles is specifiek gelet op het gebruik van de wasplaats in relatie tot
gewasbeschermingsmiddelen en hoe het afvalwater wordt geloosd. De belangrijkste conclusies waren
dat veel bedrijven vanuit de wasplaats lozen op de riolering, zonder voorzieningen om
gewasbeschermingsmiddelen tegen te houden. Vanwege de bevoegdheid van de gemeenten hierin
(Wabo-bevoegd gezag) zijn alle gemeenten na afloop aangeschreven om hen te wijzen op hun
bevoegdheden i.r.t. de bevindingen van het waterschap.
Jaarverslag 2013 Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving
22
Project absorberende onderlaag
Een belangrijk onderdeel van erfafspoeling (emissies vanaf het boerenerf naar oppervlaktewater) zijn
sterk geconcentreerde perssappen die vrij kunnen komen uit ruwvoerkuilen op veehouderijbedrijven.
In 2011 is Broos Water samen met dertien waterschappen gestart met het praktijkproject
‘Absorberende onderlaag bij ruwvoerkuilen in de praktijk’. Het project heeft als doel gehad om aan te
tonen dat een absorberende onderlaag in de praktijk effectief, simpel en betaalbaar is als
inkuilmethode om verliezen van perssappen tegen te gaan. In 2012 is een doorstart van dit project
geweest, waarbij met inbreng van de waterschappen zoveel mogelijk voorlichting “in de praktijk” wordt
gegeven. In 2013 zijn in het gebied van Aa en Maas drie demo-bijeenkomsten georganiseerd, samen
met ZLTO. Hierin is voorlichting gegeven over de effecten van een onderlaag, voor zowel de
ondernemer als de waterkwaliteit. Tijdens de preventieve controles in 2013 is bij relevante bedrijven
aandacht besteed aan de onderlaag als bijdrage aan het perssappenprobleem.
Foto 1: absorberende onderlaag onder snijmaïs (foto Broos Water)
Fiscale controles voor de BS-OB
In 2013 heeft de afdeling Handhaving fiscale controles uitgevoerd voor Belastingsamenwerking OostBrabant (BS-OB). Er zijn 464 geplande controles uitgevoerd, waarvan er 49 zijn afgekeurd. Dit is een
normale score. Hiernaast zijn nog 36 ad-hoc controles uitgevoerd op verzoek van BS-OB. Dit alles
resulteert in een naleefpercentage van 90%.
Jaar
aantal controles
afkeur
naleefpercentage
2013
464
49
90
2012
423
45
88
2011
410
44
90
2010
391
49
90
2009
386
39
90
Tabel 4: naleefpercentage fiscale controles
Jaarverslag 2013 Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving
23
Door een efficiëntere werkwijze is het aantal controles de afgelopen jaren gestegen, terwijl het aantal
bestede uren aan dit product is afgenomen. In 2013 is ongeveer 2400 uur besteed aan fiscale
controles, waarbij in 2009 nog ongeveer 3000 uur hieraan werd besteed.
Naast de geplande controles is op zes bedrijven aanvullend onderzoek uitgevoerd met behulp van
een meetwagen. Omdat er al geruime tijd geen noodzaak meer was voor een tweede meetwagen, is
deze in 2013 verkocht.
Van alle, door bedrijven aangeleverde cijfers, is beoordeeld in hoeverre deze representatief zijn voor
het betreffende bedrijf. Door de uitgevoerde fiscale controles is op diverse bedrijven door BS-OB een
extra heffing opgelegd. Voorbeelden zijn een extra heffing van 2900 v.e. op een vlees verwerkend
bedrijf en 500 v.e. op een melk verwerkend bedrijf. Ook is een navordering van 1900 v.e. per jaar
(gedurende vier jaar) bij een tankauto-reinigingsbedrijf opgelegd.
In 2014 wordt in ieder geval op zes bedrijven weer aanvullend onderzoek uitgevoerd.
Verder wordt in 2014 gekeken naar de prioritering van fiscale controles, samen met BS-OB.
Foto 2: opstelling meetwagen t.b.v. afvalwatercontrole
Jaarverslag 2013 Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving
24
4. Algemene zaken
Interbestuurlijk toezicht
In oktober 2013 is het waterschap bezocht door de provincie voor een reality check vanuit
interbestuurlijk toezicht omgevingsrecht. Daarbij zijn handhavingsdocumenten beoordeeld vanuit een
professionele handhavingsstructuur. De provincie heeft hierbij geconcludeerd dat het waterschap
grotendeels voldoet aan de gestelde criteria.
Zorgpunt in deze conclusie was de monitoring van de actualiteit van documenten en processen en
tijdige aanpassing daarvan. Bij het overzien van de conclusies en verbeterpunten is het waterschap
geprezen om de ambitie om te komen tot verdere professionalisering van de taak toezicht en
handhaving. N.a.v. deze audit zijn enkele aanscherpingen doorgevoerd in het beleidsplan in
ontwikkeling.
Personeelsbezetting en urenregistratie
Verreweg de meeste activiteiten toezicht en handhaving vinden plaats vanuit de afdeling Handhaving.
Nadat er in 2012 geen personeelswisselingen waren binnen de afdeling, hebben deze in 2013 wel
plaatsgevonden, waaronder de wissel van het afdelingshoofd. Daarnaast is één van de juridisch
medewerkers doorgegroeid naar een functie binnen de afdeling Planadvies en Vergunningen. Dit
betekent minder uren aan juridische ondersteuning voor de afdeling Handhaving. Wel wordt
verwachten dat een gedeelde functie tussen beide afdelingen leidt tot meer synergie en kwaliteit.
Ook is de afdeling Handhaving een leerschool geweest voor verschillende studenten. In 2013 hebben
twee studenten stage gelopen bij de afdeling Handhaving. Het betrof één snuffelstage en één
afstudeeropdracht van vijf maanden. Deze opdracht bestond uit het opstellen van een toezichtplan op
de algemene regels uit de Keur. Daarnaast heeft een toezichthouder op de afdeling Handhaving, in
2013 een afstudeeropdracht uitgevoerd als afsluiting van zijn studie milieukunde. Zijn opdracht
bestond uit het ontwikkelen van het nieuwe handhavingsbeleidsplan.
De urenregistratie kan nog meer taakgericht (op producten) verbeterd worden. Om een nog
nauwkeuriger beeld te krijgen van de bestede uren, is vanaf 2014 een aantal producten toegevoegd,
met name voor beleidsontwikkeling. Daarnaast wordt scherper gestuurd op het schrijven van met
name preventieve uren en bestuursrechtelijk optreden en –ondersteuning.
Digitalisering
De afdeling Handhaving heeft in 2013 een verdergaande digitalisering van het toezicht doorgevoerd.
Alle interne stappen worden in het registratiesysteem WaterPro middels “workflows” doorlopen. Dit
heeft tot voordeel dat er minder kans is op fouten, een snellere doorloopsnelheid, betere
traceerbaarheid van handhavingzaken en minder papierverbruik.
In 2013 is dit verder uitgebreid naar het toezicht vanuit de districten en Advies waterbeheer.
Onder andere de overdracht van handhavingszaken, voortkomend vanuit het beheerregister, gebeurt
via workflow-meldingen, maar ook binnen de klachtenregistratie is deze werkwijze doorgevoerd.
Hiermee wordt het toezicht vanuit andere afdelingen nog beter geïntegreerd binnen de afdeling
Handhaving.
Verder is de schouw in 2013 geheel gedigitaliseerd, wat geleid heeft tot een reductie van 500 uur in
de administratieve afhandeling.
Jaarverslag 2013 Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving
25
Ten slotte zijn in 2013 de fiscale controles gedigitaliseerd. Dit betekent dat beide fiscaal
toezichthouders inzicht hebben in elkaars werkpakket, de werkwijze is gestandaardiseerd, en alle
informatie direct inzichtelijk is voor BS-OB. Voorlopige conclusie lijkt te zijn dat hierdoor ook tijdswinst
is behaald. In 2013 zijn meer controles in minder tijd uitgevoerd, t.o.v. 2012.
Mediation
In 2013 heeft de afdeling Handhaving gebruik gemaakt van de inzet van conflictbemiddeling (hierna
mediation). Het wordt naast de bestaande middelen als instrument ingezet om handhaving te
voorkomen.
Door middel van mediation wordt gezocht naar een oplossing die voor alle partijen aanvaardbaar is.
Daarnaast draagt de inzet van mediation bij aan de klanttevredenheid. Een aandachtspunt is dat
mediation capaciteit kost. Dat gaat ten koste gaat van de uitvoering van het preventieve programma.
In 2013 is aan zes zaken gewerkt, waarvan vijf voor alle partijen een succesvol verloop en resultaat
kennen. Eén zaak loopt nog en zal in 2014 verder worden opgepakt. Deze zaken betreffen vooral
bemiddeling op het gebied van het watersysteem, waarbij wordt bemiddeld tussen het waterschap en
agrariërs. In één geval heeft dit uiteindelijk geleid tot een mediationtraject binnen een groter gebied
met 50 agrariërs.
In 2014 wordt, naast het oppakken van relevante zaken, gewerkt aan het uitdragen en borgen van
mediation binnen de organisatie, waar mogelijk Brabant breed. Dat laatste kan ten goede komen van
de onafhankelijkheid van de mediator binnen het mediationtraject.
Bestuurlijke strafbeschikking
Een belangrijk en relatief nieuw instrument is de bestuurlijke strafbeschikking. Omdat het Functioneel
Parket alleen nog strafrechtelijke vervolging inzet voor betekenisvolle overtredingen ontstond een
leemte voor de strafrechtelijke aanpak van lichtere overtredingen. Het grootste voordeel bij de opmaak
van de bestuurlijke strafbeschikking is de tijdswinst t.o.v. een proces-verbaal. De bestuurlijke
strafbeschikking wordt vooral ingezet als instrument tegen keur-overtredingen.
In 2013 zijn in totaal 13 bestuurlijke strafbeschikkingen opgemaakt, tegen 16 in 2012.
Vanuit het ministerie van Veiligheid en Justitie wordt jaarlijks een bijdrage geleverd voor de uitvoering
van de bestuurlijke strafbeschikking. Deze wordt door het waterschap aangewend voor de jaarlijkse
her- en bijscholing en communicatiedoeleinden.
Milieuvluchten
Eén van de in te zetten instrumenten voor de afdeling Handhaving betreft controle vanuit de lucht, de
zogenaamde milieuvluchten. In 2013 zijn 15 milieuvluchten uitgevoerd (23 vlieguren), waarvan 13
reguliere vluchten. Eén vlucht is ingezet speciaal om de gevolgen van een overtreding in beeld te
brengen, en één vlucht werd gecombineerd met de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (hierna:
NVWA). In totaal zijn 171 objecten gefotografeerd, en zijn gemiddeld drie overtredingen per vlucht
geconstateerd.
In 2013 is een prijsverhoging in het vliegtarief doorgevoerd wegens verhoogde belastingen. Door
efficiënter vliegen zijn de kosten gelijk gebleven met voorgaande jaren. Dit betekent o.a. dat
verzoeken van derden (met name gemeenten) alleen in behandeling genomen worden als het zakelijk
opportuun is om deze vanuit de lucht in beeld te brengen. Eventuele zaken die we vanuit de lucht
constateren worden wel doorgegeven aan het betreffende bevoegd gezag (oog- en oorfunctie).
In 2014 wordt bekeken of met het huidige contract nog kan worden volstaan, of dat het waterschap
mee gaat liften op het corporate contract dat Rijkswaterstaat landelijk heeft afgesloten.
Jaarverslag 2013 Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving
26
Foto 3: Voorbeeld van een detailfoto
Communicatie met doelgroepen
Voorlichting is een belangrijke component binnen het scala aan communicatiemogelijkheden dat het
waterschap heeft om de naleving van regels te bevorderen. In dit kader is er een groot aantal thema’s
behandeld in 2013.
Zo zijn er door het waterschap diverse voorlichtingsbijeenkomsten verzorgd voor de agrarische
doelgroep, waarbij verschillende onderwerpen zijn belicht. Voorbeelden zijn de wijzigingen in de
wetgeving, de problematiek rondom erfafspoeling en hoe om te gaan met gewasbeschermingsmiddelen i.r.t. waterkwaliteit. Daarnaast zijn er in 2013 twee agrarische nieuwsbrieven uitgebracht.
Vanuit het thema “absorberende onderlaag” zijn in samenwerking met ZLTO enkele demonstratiemiddagen georganiseerd, waarbij het publiek kennis kon maken met het thema. Het waterschap
schonk hierbij aandacht aan de eventuele gevolgen voor de waterkwaliteit.
Ten slotte was er ruim aandacht voor de problematiek van bestrijdingsmiddelen. Richting de
particuliere sector is in 2011 een folder opgesteld ter beperking van gewasbeschermingsmiddelen.
Deze is in 2103 herdrukt, i.v.m. de grote behoefte.
Algemene wetgeving
De afgelopen jaren is op het gebied van wet- en regelgeving veel veranderd. De grootste wijzigingen
die spelen in het werkveld waarin de afdeling Handhaving van het waterschap opereert, betreffen de
inwerkingtreding van de Waterwet per 22 december 2009, de omvorming van de Wet Milieubeheer
naar de Wabo en het Activiteitenbesluit.
De Wabo is in werking getreden per 1 oktober 2010. Daarnaast is per 1 juli 2011 het Besluit lozen
buiten inrichtingen (Blbi) in werking getreden. Hierin zijn onder meer lozingen gereguleerd vanuit
gemeentelijke riooloverstorten, kortlopende saneringen en werken aan vaste objecten boven
oppervlaktewater. Het waterschap is sinds 2010 bevoegd voor de Wet gewasbeschermingsmiddelen
en biociden (Wgb).
Per 1 januari 2013 zijn het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij en het Besluit Glastuinbouw
opgegaan in het Activiteitenbesluit. In 2013 is veel energie gestoken in het anticiperen op de nieuwe
regels hieruit. Namens het waterschap hebben twee toezichthouders een aantal trainingen over het
activiteitenbesluit verzorgd bij andere waterschappen, Rijkswaterstaat en de politie.
Jaarverslag 2013 Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving
27
Tenslotte werd medio 2013 de nieuwe Keur van kracht. Mede door de afdeling Handhaving zijn een
aantal sessies georganiseerd om de Keur te implementeren, samen met andere afdelingen binnen het
waterschap.
Samenwerking waterschappen en Rijkswaterstaat
Waterschappen en RWS werken samen op het gebied van vergunningverlening en handhaving. In
2012 is hieraan een extra impuls gegeven door elf samenwerkingsafspraken met elkaar te maken.
(conform doelstellingen in het Bestuursakkoord Water). De afspraken zijn in 2013 geëvalueerd. De
afgesproken doelstellingen voor de samenwerkingsprojecten op het gebied van opleidingen, het
Besluit Risico Zware Ongevallen (BRZO), samenloop, bedrijfsvergelijking en ICT zijn gehaald.
Voor meer informatie over deze samenwerking wordt u verwezen naar hoofdstuk 1 van Deel I (blz. 9).
Het waterschap zet, vanuit de afdeling Handhaving, in 2013 in op een verkennende samenwerking op
het gebied van inspectievluchten. Verder is capaciteit geleverd voor het opzetten van een gezamenlijk
opleidingsprogramma en zijn verkennende gesprekken gevoerd voor het uitwisselen van personeel.
Samenwerking met andere handhavingspartners
In 2013 heeft het waterschap wederom gezamenlijk met de andere regionale handhavingspartners
een breed palet aan activiteiten uitgevoerd. Veel ad-hoc handhavingsactiviteiten bij diverse
1
probleembedrijven – met een samenloop van overtredingen bij meerdere kleursporen – zijn in
gezamenlijkheid met een of meerdere externe partners uitgevoerd.
Indirecte lozingen
De waterschappen in Brabant hebben in 2010 een dienstverleningsovereenkomst (DVO) opgesteld
om de samenwerking ten aanzien van de indirecte lozingen vorm te geven. Met de gemeenten en
provincie zijn samenwerkingsprojecten gestart en vanuit deze samenwerking zijn werkinstructies en
procesbeschrijvingen opgesteld. In de DVO zijn ook afspraken gemaakt over strafrechtelijke en fiscale
aspecten. De DVO is inmiddels (per 1 januari 2013) verlopen.
Na het verlopen van de DVO hebben we in 2013 slechts die werkzaamheden opgepakt die prioriteit
hadden op basis van de belangen van het waterschap (doelmatige werking rwzi en bescherming
oppervlaktewater). Deze werkzaamheden zijn kosteloos door het waterschap uitgevoerd.
Eind 2013 is een koerswijziging ingezet. Deze koerswijziging houdt in dat het waterschap stopt met
kosteloos adviseren bij werkzaamheden omtrent indirecte lozingen.
De koerswijziging is inmiddels bestuurlijk vastgesteld en zal medio april worden uitgedragen aan het
Wabo-bevoegd gezag en de Omgevingsdiensten. Vanaf dat moment stopt het waterschap met
kosteloos uitvoeren van de taken op indirecte lozingen (niet zijnde calamiteiten waarbij direct belang
voor het waterschap bestaat). In 2014 worden gesprekken gevoerd met de Omgevingsdiensten over
de toegevoegde waarde van advisering door het waterschap bij indirecte lozingen.
Brzo
Als gevolg van de brand in Moerdijk in 2011 (Chemiepack) is de bewustwording bij de waterschappen
voor dergelijke calamiteiten sterk toegenomen. Bedrijven welke een risico vormen voor de omgeving
vallen onder het Besluit Risico Zware Ongevallen (Brzo).
Vanuit de afdeling Handhaving is in 2012 bij verschillende bedrijven aangesloten bij een integrale
inspectie, samen met het Wabo-bevoegd gezag, brandweer en arbeidsinspectie. Hierbij is bekeken
welke impact deze bedrijven bij calamiteiten kunnen hebben op het oppervlaktewater of op de rwzi.
Omdat dit aspect bij de andere deelnemende partijen tot dan toe niet onderkend was, is de deelname
van het waterschap zeer waardevol gebleken.
Medio 2013 is landelijk afgesproken dat wordt gewerkt aan een landelijk team van inspecteurs die de
waterschappen en Rijkswaterstaat vertegenwoordigen bij de Brzo-inspecties (doelstelling 1 januari
2015 gereed).
1
Handhaving van wet- en regelgeving is in te delen naar kleursporen. Binnen het omgevingsrecht worden de volgende
kleursporen gehanteerd: grijs (milieu), blauw (water), groen (natuur), rood (bouwen en ruimtelijke ordening) en paars (fysieke
veiligheid).
Jaarverslag 2013 Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving
28
Een tussenvariant voor 2014 was dat de Brabantse Delta voor ons deze inspecties gaat uitvoeren. Tot
op heden houdt de Brabantse Delta zich niet aan deze afspraak en zal vanuit de afdeling Handhaving
aansluiting worden gezocht bij het Brzo-programma van 2014.
Samen Sterk in Buitengebied (SSiB)
In Brabant werken organisaties samen die toezicht houden in het buitengebied in het project Ssib.
Ook waterschap Aa en Maas neemt deel aan dit project. De teams van Ssib hebben in 2013 samen
41 meldingen doorgezet naar het waterschap. Deze meldingen betroffen vooral Keurzaken, afval in of
nabij watergangen en taludbespuitingen.
De afdeling Handhaving heeft in 2013 enkele malen een beroep gedaan op Ssib, met name voor
handhaving op wild crossen. Dit heeft geleid tot twee actiedagen waarbij 13 motorcrossers zijn
aangehouden en gewaarschuwd. Door het Wabo-bevoegd gezag zijn ze vervolgens bestuursrechtelijk
aangeschreven in de vorm van een vooraankondiging last onder dwangsom.
Nederlandse Voedsel- en warenautoriteit (NVWA)
Het waterschap deelt sinds samen met de NVWA de bevoegdheid om toe te zien op het gebruik van
gewasbeschermingsmiddelen. In 2013 is dit toezicht verder uitgebreid als gevolg van het aantal
constateringen in de voorgaande jaren.
Dit heeft in 2013 geleid tot 22 boeterapporten (2012: 11). Deze boeterapporten worden verwerkt door
de Controle Coördinatie Autoriteit van de NVWA. Dit kan leiden tot een korting op de
inkomenstoeslag van agrariërs.
Handhavingstrategie Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden
Gewasbeschermingsmiddelen vormen een van de grootste bedreigingen voor de kwaliteit van het
oppervlaktewater. Het waterschap is namens de Unie van Waterschappen betrokken geweest bij de
het landelijke Meerjarenprogramma gewasbescherming en biociden 2013-2016. Daarbij hebben de
waterschappen naast het programma ook de werkwijze en te volgen sanctiestrategie voor de
komende jaren met elkaar afgestemd. De verdere afstemming over het activiteitenprogramma en de
uitvoering daarvan vindt plaats in het Platform Open Teelt.
In 2013 heeft Waterschap Aa en Maas naast aandacht voor taludbespuitingen op agrarische percelen
ook aandacht gehad voor bespuitingen door particulieren. Tegen overtredingen op de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden zijn 22 boeterapporten opgemaakt. In 2012 waren dat er 11.
Jaarverslag 2013 Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving
29