De Zutphense juffrouw en de ontrouwe bediende van Lindenbaum

De Zutphense juffrouw en de ontrouwe
bediende van Lindenbaum
tweede druk
G.E. van Maanen
Ars Aequi Libri
Nijmegen 1999
,
Ars Aequi Cahiers
Rechtsvergelijking en rechtsgeschiedenis
deel3
Inhoudsopgave
Voorwoord
5
Inhoudsopgave
7
1 Inleiding
1.1
Een jeugdherinnering
1.2
De Zutphense juffrouw en de ontrouwe bediende van Lindenbaum
1.3
Reacties op deze beslissing
1.4
De heersende leer omtrent de ontwikkeling
van het onrechtmatigheidsbegrip
1.5
De begrippen onrechtmatigheid, schuld en causaal verband . . . .
1.6
Onrechtmatigheid
2
Oe buitencontractuele aansprakelijkheid in de negentiende eeuw . . .
2.1
De vergeten betekenis van art. l 4 0 2 o u d B W
2.2
Terminologische verwarring
2.3
Hing de Hoge Raad in de negentiende eeuw
een enge onrechtmatigheids-opvatting aan?
2.3.1
Man valt in kuil die door een ander was gegraven . . . .
2.3.2
De beschadigde sluis
2.4
Nog meer uitspraken over de artt. 1401 en 1402 oud BW
uit de tweede helft van de negentiende eeuw
tot in de jaren tachtig
2.4.1
Hoge Raad 26 juni 1863, W 2498
2.4.2
Hoge Raad 22 mei en 26 juni 1863, W. 2499
2.4.3
De Anna
2.4.4
Concluderend
2.5
De jurisprudentie na 1883
2.5.1
De onzorgvuldige notaris
2.5.2
Hansweert
2.5.3
De Waalwijkse haven
2.5.4
Hoge Raad 14 mei 1886, W 5288
2.5.5
Weer een sluis
2.5.6
Toch geen koerswijziging?
2.6
Oneerlijke concurrentie
2.6.1
Een heet hangijzer
2.6.2
Wat vindt de lagere rechter?
2.6.3
En de Hoge Raad?
2.6.4
De koerswijziging in 1905: Singer/Ivens
2.6.5
'Necec'
2.6.6
Afwijkingen van de harde lijn
9
9
.9
12
13
15
15
IS
18
19
20
20
21
23
23
23
24
25
25
25
26
27
28
29
29
30
30
30
31
31
32
33
2.6.7
Tussenconclusie ten aanzien van de ontwikkelingen
in de jurisprudentie tot 1910
34
3 De controverse tussen Molengraaff en Eyssell
3.1 De industriele situatie van Nederland
aan het eind van de negentiende eeuw
3.2 Molengraaff en de oneerlijke concurrentie
3.3 De opvatting van Eyssell
3.4 Een echte conservatief
3.5 Wie moet er toetsen?
36
36
36
38
39
40
4 Het arrest van 10 juni 1910, inzakede Zutphense juffrouw
4.1 De rechtbank wijst toe
4.2 Wat doet de Hoge Raad
4.3 De wetsontwerpen Regout en Heemskerk
4.3.1
De voorgestelde verruiming in het ontwerp Regout . . .
4.3.2
Reacties
4.3.3
Het ontwerp Heemskerk
42
42
42
44
44
46
46
5 De terugkeer naar de ruime opvatting
5.1 De principiele breuk in Lindenbaum/Cohen
5.2 Derechtspraak tussen 1912 en 1919
5.3 Nog steeds'schuld, nalatigheid of onvoorzichtigheid'
5.4 HogeRaadl6januari 1914, TV/1914, p. 407
5.5 Het paard van Spies
5.6 Gebruik van de term 'schuld'
5.7 De eigenmachtige afsluiting
5.8 Het ongeval in de graansilo
5.9 Hoe wordt het begrip 'schuld' in die tijd gebruikt?
5.10 Nogmaals de graansilo
5.11 Concluderend
47
47
47
48
48
49
50
50
51
52
53
53
6 Slot
6.1 Juridische mythologie
6.2 De echte breuk
6.3 Dialectiek
6.4 Een symbolische breuk
55
55
55
56
57
Gebruikte bronnen en literatuur
59