Samenwerken bij vernieuwing in de topsectoren dr. Y.M. Prince Zoetermeer , februari 2014 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl) ISBN 978-90-371-1112-5 rapportnummer A201406 referentie nummer YP/C10317/2013/0024 publicatie februari 2014 aantal pagina's 38 e-mail adres auteur [email protected] adres Panteia Bredewater 26 Postbus 7001 2701 AA Zoetermeer Nederland Tel: +31 79 322 20 00 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van Panteia. Panteia aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden. The responsibility for the contents of this report lies with Panteia. Quoting numbers or text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by a ny means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of Panteia. Panteia does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections. Inhoudsopgave Samenvatting en conclusies 5 1 Inleiding 7 2 Mate en terreinen van samenwerking 9 2.1 2.2 Mate van samenwerking Terreinen van samenwerking 3 Samenwerking met andere bedrijven 3.1 3.2 3.3 3.4 Aantal Omvang Sector Regelmaat 4 Samenwerking met kennisinstellingen 4.1 4.2 4.3 Aantal Soort kennisinstelling Regelmaat 5 Samenwerkingsindex voor de intensiteit van de samenwerking 9 10 13 13 14 14 15 17 17 18 22 23 5.1 5.2 Samenwerking met bedrijven en kennisinstellingen Samenwerking met alle partners 6 Motieven en knelpunten 6.1 6.2 Motieven Knelpunten 7 Resultaat van de samenwerking 31 8 Meer of minder samenwerking 33 Bijlagen Bijlage 1 23 25 27 27 28 35 Korte toelichting op het Topsectorenpanel 35 3 Samenvatting en conclusies In de zomer van 2013 heeft onder het Nederlandse Topsectorenpanel een telefonische enquête plaatsgevonden naar de mate van samenwerking, en bij vernieuwingsactiviteiten in het bijzonder. Van de topsectorbedrijven die nieuwe kennis, producten, diensten en/of processen ontwikkelen werkt meer dan twee derde (71%) in de zomer van 2013 daarbij samen met andere partijen. De overgrote meerderheid (88%) daarvan werkt samen met andere bedrijven, en iets meer dan een derde (35%) doet dat samen met kennisinstellingen. Bedrijven in de topsectoren werken gemiddeld met bijna vier andere bedrijven (3,8) samen, en met behoorlijke regelmaat (41% regelmatig, 28% bijna continu). Bedrijven in de topsectoren werken meestal samen met bedrijven uit de eigen sector (69%) en de overige dienstverlening (47%), en veelal met bedrijven uit het midden- en kleinbedrijf (met minder dan 100 werknemers). Onder de kennisinstellingen zijn vooral de universiteiten (63%) en hogescholen (50%) relatief vaak partners waarmee door de bedrijven in de topsectoren bij hun vernieuwingsactiviteiten wordt samengewerkt. Gemiddeld wordt per bedrijf met 2,5 kennisinstelling samengewerkt, en met een behoorlijke regelmaat (41% regelmatig, 22% bijna continu). In dit onderzoek is een samenwerkingsindex ontwikkeld, die zicht geeft op de intensiteit waarmee door de bedrijven in de topsectoren wordt samengewe rkt bij vernieuwingsactiviteiten. De samenwerkingsindex combineert het percentage bedrijven dat überhaupt samenwerkt bij vernieuwingsactiviteiten, het percentage bedrijven dat daarbij met bepaalde partijen samenwerkt, het aantal partners waarmee wordt samengewerkt, alsmede de regelmaat waarmee dat gebeurt. De samenwerkingsindex met bedrijven is 17,5 en de samenwerkingsindex met kennisinstellingen is 4,4. Voor de topsectorbedrijven ligt de intensiteit van de samenwerking met bedrijven dus een factor 4 hoger dan die met kennisinstellingen. Toegang tot kennis (87%) is voor de topsectorbedrijven het belangrijkste motief om bij vernieuwingsactiviteiten samen te werken. Ruim een derde (36%) van de bedrijven ondervindt knelpunten in de samenwerking met andere partijen. Het betreft met name eigen benoemde knelpunten (20%), zoals bureaucratie en wet- en regelgeving, het lastig of niet rondkrijgen van de financiering, en het te langzame tempo dat de andere partner eropna houdt, gevolgd door het vinden van goede partners (13%) en communicatieproblemen (13%). Bedrijven in de topsectoren zijn positief over de samenwerking bij vernieuwingsactiviteiten: bij 91% leidt de samenwerking daadwerkelijk tot nieuwe kennis, producten, diensten of processen, en het gemiddelde rapportcijfer dat gegeven wordt voor de tevredenheid over de samenwerking is een 7,7. 5 Er is sprake van een stijgende tendens in de mate van samenwerking in de topsectoren. Alles overziend, kan ruimte voor verbetering met name gevonden worden in de samenwerking met andere sectoren, in de samenwerking met kennisinstellingen, en in het wegnemen van de knelpunten. 6 1 Inleiding A a n l e id i ng e n do e l Het Nederlandse topsectorenbeleid komt er in essentie op neer dat de topsectoren door krachtenbundeling verder komen dan alleen. Dat betekent dat samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden van essentieel belang is. Ondernemers, onderzoekers en overheden werken samen aan de verdienmodellen van de toekomst. De negen topsectoren zijn sectoren waarin Nederland internationaal sterk, kansrijk en innovatief is. Kennis en innovatie spelen een belangrijke rol om de internationale concurrentiekracht verder te versterken. 1 Het topsectorenbeleid zet dus in op meer samenwerking, met name ook op het terrein van vernieuwing. Actuele informatie hierover is niet tot nauwelijks voorhanden. Deze rapportage beoogt daarom een actueel beeld te geven van de mate van samenwerking bij vernieuwingsactiviteiten door de bedrijven in de topsectoren, zowel met andere bedrijven als met diverse soorten kennisinstellingen. Tevens is in dit onderzoek een samenwerkingsindex ontwikkeld, die zicht geeft op de intensiteit waarmee door de topsectorbedrijven wordt samengewerkt. De resultaten in deze rapportage kunnen als een nulmeting gezien worden, en krijgen meerwaarde zodra ontwikkelingen in de tijd beschouwd worden. M et i ng m et T o ps ec to r en pa n e l : a c tu e l e in z ic hte n De gegevens over de mate van samenwerking, en bij vernieuwingsactiviteiten in het bijzonder, zijn verzameld in een telefonische enquête onder het Nederlandse Topsectorenpanel in de zomer (juli/augustus) van 2013. In het Topsectorenpanel wordt een steekproef van bedrijven met 1 of meer werkzame personen in de negen topsectoren ondervraagd, zodanig dat de resultaten na ophoging representatieve gegevens over de topsectoren opleveren. 2 O p bou w ra pp or t De opbouw van dit rapport is als volgt. Hoofdstuk 2 geeft inzicht in de mate waarin, en de diverse terreinen waarop door de topsectorbedrijven samengewerkt wordt. Daarna wordt in het rapport nader ingezoomd op de samenwerking bij vernieuwingsactiviteiten, te weten de ontwikkeling van nieuwe kennis, producten, diensten of processen. Hoofdstuk 3 bespreekt de samenwerking met andere bedrijven, en hoofdstuk 4 die met kennisinstellingen. Hoofdstuk 5 presenteert vervolgens een samenwerkingsindex, die zicht geeft op de intensiteit van de samenwerking. Hoofdstuk 6 beschrijft de motieven om samen te werken, evenals de knelpunten die in de samenwerking ondervonden worden. De resultaten van de samenwerking worden besproken in hoofdstuk 7. Ten slotte geeft hoofdstuk 8 aan of er sprake is van een (verwachte) groei in de mate van samenwerking. 1 Zie voor meer informatie over het topsectorenbeleid en de stand van zaken: Voortgangsrapportage Bedrijvenbeleid, 2 oktober 2013, gericht aan de Tweede Kamer, inclusief bijlagen. 2 Zie bijlage 1 voor een korte toelichting op het Topsectorenpanel. Voor een uitgebreide beschrijving van het Topsectorenpanel, zie: Ruud Hoevenagel (2013), Topsectorenpanel: methodologische verantwoording, Panteia, Zoetermeer. 7 2 2.1 Mate en terreinen van samenwerking Mate van samenwerking R u im t we e d e rd e va n de to ps ec to rb e dr i j ve n we r k t sa m en b i j v er n ie uw i ng Van de topsectorbedrijven die in de afgelopen drie jaar nieuwe kennis, nieuwe producten, nieuwe diensten en/of nieuwe processen hebben ontwikkeld, wordt daarbij in de zomer van 2013 door 71% samengewerkt met andere partijen zoals andere bedrijven en kennisinstellingen. 3 Figuur 2.1 laat de mate van samenwerking bij de vernieuwingsactiviteiten in de topsectoren zien. Daaruit is op te maken dat in de sector Energie relatief veel en in de sector Water relatief weinig wordt samengewerkt bij dit soort activiteiten. figuur 2.1 Mate van samenwerking bij de ontwikkeling van nieuwe kennis, nieuwe producten, nieuwe diensten en/of nieuwe processen, in percentages, naar topsector en totaal 0 20 40 60 80 Agri & Food 78 Chemie 69 Creatieve Industrie 72 Energie 88 Hightech systemen en materialen 66 Life sciences & health 78 Transport en opslag 64 Tuinbouw en uitgangsmaterialen Water Totaal 100 78 54 71 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, meting zomer 2013 O ve r gr ot e m e e r de rh e i d w e rk t sa me n me t a n d e re be d r i jv en en ru im e en d e r de m et k enn i si ns te l li n ge n Van de bedrijven die samenwerken bij de ontwikkeling van nieuwe kennis, nieuwe producten, nieuwe diensten en/of nieuwe processen geeft de overgrote meerderheid (88%) aan samen te werken met andere bedrijven met een winstdoelstelling, zoals collega-bedrijven, toeleveranciers, klanten, ingenieursbureaus, etc. Ruim een derde (35%) werkt bij hun vernieuwingsactiviteiten samen met kennisinstellingen zoals universiteiten, hogescholen, Syntens, TNO, ECN, etc. 4 3 Omgerekend naar het totaal aantal bedrijven in de topsectoren – ongeacht of zij vernieuwingsactiviteiten hebben verricht of niet - betreft het 26% dat bij de genoemde vernieuwingsactiviteiten samenwerkt. 4 Ook in de Erasmus Concurrentie en Innovatie Monitor 2012-2013 van de Rotterdam School of Management, Erasmus University, wordt gevonden dat bedrijven uit een breed scala van sectoren relatief weinig samenwerken met onderzoeksinstituten. 9 Afgezet tegen alle bedrijven in de topsectoren (ongeacht of de bedrijven samenwerken of niet), werkt 62% (=71x88%) van de bedrijven in de topsectoren samen met andere bedrijven, en 25% (=71x35%) samen met kennisinstellingen bij vernieuwingsactiviteiten. 5 figuur 2.2 Mate van samenwerking door de bedrijven die bij vernieuwingsactiviteiten samenwerken, met andere bedrijven en met kennisinstellingen, in percentages, naar topsector en totaal 0 20 40 60 Agri & Food 87 31 89 27 50 Transport en opslag 45 Tuinbouw en uitgangsmaterialen Totaal met bedrijven 98 64 Life sciences & health Water 120 86 57 Energie Hightech systemen en materialen 100 84 54 Chemie Creatieve Industrie 80 51 37 35 83 88 91 90 88 met kennisinstellingen Bron: Panteia, Topsectorenpanel, meting zomer 2013 Figuur 2.2 geeft aan in welke mate de bedrijven in de verschillende topsectoren samenwerken met andere bedrijven en met kennisinstellingen. Het betreft percentages van de bedrijven die samenwerken bij de ontwikkeling van nieuwe kennis, nieuwe producten, nieuwe diensten en/of nieuwe processen. De samenwerkende bedrijven in de sectoren Creatieve Industrie, Hightech systemen en materialen, en Water werken veel vaker samen met andere bedrijven dan met kennisinstellingen. 2.2 Terreinen van samenwerking M e est e sa m en w erk i ng bi j ont w ik k e l ing n i eu we k enn i s en n i euw e p ro duc t en De bedrijven werken het meest samen bij de ontwikkeling van nieuwe kennis (69%) en nieuwe producten (68%). Bij de ontwikkeling van nieuwe diensten wordt samengewerkt door 61% van de bedrijven in de topsectoren. Samenwerken bij de ontwikkeling van nieuwe processen wordt door iets meer dan de helft van de bedrijven gedaan (52%). Het betreft percentages van de bedrijven die samenwerken bij de ontwikkeling van nieuwe kennis, nieuwe producten, nieuwe diensten en/of nieuwe processen. 5 Omgerekend naar het totaal aantal bedrijven in de topsectoren – ongeacht of zij vernieuwingsactiviteiten hebben verricht of niet – betreft het 23% dat bij vernieuwingsactiviteiten samenwerkt met andere bedrijven en 9% dat bij vernieuwingsactiviteiten samenwerkt met kennisinstellingen. 10 A n d er e te r r e in en va n sa m e n w erk i ng : r e la t i ef w e in i g sa m en we rk in g b ij ex p or t Aan alle bedrijven in de topsectoren, ook diegenen die geen vernieuwingsactiviteiten uitgevoerd hebben in de afgelopen drie jaar of daarbij niet samenwerken, is gevraagd of zij op zes andere terreinen wel samenwerken. Figuur 2.3 geeft daarvan het resultaat. Op het gebied van marketing en promotie, en bij de verkoop wordt door een op de vijf bedrijven (21%) in de topsectoren samengewerkt. Bij de export wordt gemiddeld genomen relatief weinig samengewerkt: door 8% van de topsectorbedrijven. 6 In de sectoren Chemie, Energie, en Tuinbouw en uitgangsmaterialen is dit echter meer dan gemiddeld het geval. figuur 2.3 Mate van samenwerking door de bedrijven in de topsectoren op zes terreinen, in percentages, naar topsector en totaal 25% 21% 21% 20% 14% 15% 14% 10% 10% 8% 5% 0% marketing en promotie inkoop verkoop export transport personeel en logistiek Bron: Panteia, Topsectorenpanel, meting zomer 2013 Bij marketing en promotie werken de bedrijven uit de sectoren Creatieve Industrie, en Tuinbouw en uitgangsmaterialen relatief veel samen. Bij de inkoop ligt de samenwerking op relatief hoog niveau in de sectoren Agri & Food, en Energie. Energiebedrijven laten ook relatief veel samenwerking zien in de verkoop. Naar verwachting is het de sector Transport en opslag die relatief veel same nwerking op het terrein van transport en logistiek laat zien. Ten slotte werken de bedrijven in de sector Water relatief veel samen op personeelsgebied. 6 Op het terrein van vernieuwing wordt eigenlijk nog het meest samengewerkt: 71% van de bedrijven mét vernieuwingsactiviteiten werkt op dat terrein samen. Omgerekend naar het totaal percentage van de topsectorbedrijven betreft het 26%. 11 3 Samenwerking met andere bedrijven Het voorgaande hoofdstuk liet zien dat van de bedrijven die samenwerken bij de ontwikkeling van nieuwe kennis, nieuwe producten, nieuwe diensten en/of nieuwe processen 88% daarbij samenwerkt met andere commerciële bedrijven. We noemen deze activiteiten in deze rapportage ook wel kortweg vernieuwingsactiviteiten. In dit hoofdstuk beschrijven we met hoeveel bedrijven daarbij gemiddeld wordt samengewerkt, welke bedrijfsomvang deze samenwerkingspartners hebben, in welke sectoren zij zich bevinden, en met welke regelmaat samengewerkt wordt. 7 3.1 Aantal E r wo r dt p e r be d r i jf sa m en g ew e rk t m et g em i dd e l d b i jna v i er b e dr i j ven Gemiddeld wordt door de bedrijven in de topsectoren bij de ontwikkeling van nieuwe kennis, producten, diensten of processen samengewerkt met 3,8 bedrijven, ofwel per topsectorbedrijf met gemiddeld bijna vier andere bedrijven. Figuur 3.1 laat zien dat er in de zomer van 2013 in de meeste sectoren met 3 tot 4 andere bedrijven bij vernieuwingsactiviteiten wordt samengewerkt, echter er zijn twee sectoren waar dit aantal substantieel hoger ligt. In de sector Water wordt gemiddeld met ruim 6 bedrijven, en in de sector Chemie met bijna 10 bedrijven samengewerkt. figuur 3.1 Gemiddeld aantal bedrijven waarmee samengewerkt wordt bij de ontwikkeling van nieuwe kennis, producten, diensten of processen, in aantallen, naar topsector en totaal 0,0 2,0 Agri & Food 4,0 6,0 8,0 Energie Hightech systemen en materialen Life sciences & health Transport en opslag Tuinbouw en uitgangsmaterialen 9,9 3,6 3,9 4,2 4,4 3,9 3,6 Water Totaal 12,0 2,9 Chemie Creatieve Industrie 10,0 6,3 3,8 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, meting zomer 2013 7 Het betreft percentages en gegevens van bedrijven die samenwerken bij de ontwikkeling van nieuwe kennis, nieuwe producten, nieuwe diensten en/of nieuwe processen. 13 3.2 Omvang V e e l sa m e nw erk i ng b i j v e rn i eu wi ng s a c t iv it e it en m et h et k le i nb ed r i jf Als er bij de vernieuwingsactiviteiten met één ander bedrijf wordt samengewerkt, is de samenwerkingspartner voor meer dan de helft van de gevallen (55%) een kleinbedrijf met minder dan 10 werknemers; bij iets meer dan een derde (36%) betreft het een middenbedrijf met 10 tot 100 werknemers. In de andere 9% gaat het om een grootbedrijf met 100 of meer werknemers. Als er met meer dan één bedrijf wordt samengewerkt dan betreft het eveneens het vaakst (74%) het kleinbedrijf met minder dan 10 werknemers. Het middenbedrijf (10100 werknemers) wordt ook vaak gevonden als samenwerkingspartner bij vernieuwingsactiviteiten: door meer dan de helft van de topsectorbedrijven. Met het grootbedrijf (met 100 of meer werknemers) wordt daarbij door bijna een derde samengewerkt (30%). 8 Hierbij doen zich uiteraard verschillen tussen de sectoren voor. Enkele in het oog springende verschillen zijn de volgende. In de sector Transport en opslag kennen de bedrijven relatief weinig samenwerkingspartners in het kleinbedrijf en relatief veel in het middenbedrijf. Voor de sector Creatieve Industrie geldt het juist andersom. De sector Agri & Food werkt relatief weinig samen met bedrijven met meer dan 100 werknemers, terwijl de sectoren Chemie, en Life sciences & health dat juist relatief vaak doen. 3.3 Sector M e est e sa m en w erk i ng bi n ne n de e i g en se ct o r, d a a r na me t ov er i g e d ien st en De sector van herkomst van de samenwerkingspartners laat het beeld zien dat in figuur 3.2 is opgenomen. Niet onverwacht, worden de samenwerkingspartners bij vernieuwingsactiviteiten het vaakst gevonden binnen de eigen sector. Daarnaast wordt met bedrijven uit een heel scala van sectoren samengewerkt. Na de eigen sector (69%) is dat het vaakst met bedrijven uit de overige dienstverlening (47%), uit de industrie (34%) en uit andere genoemde sectoren zoals de ICT (32%). Met bedrijven uit de horeca of de transport wordt door de bedrijven uit de topsectoren relatief weinig samengewerkt. 9 8 Bij samenwerking met meerdere bedrijven zijn uiteraard meerdere antwoorden mogelijk, waardoor deze percentages niet optellen tot 100%. 9 Uiteraard werken bedrijven uit de topsector Transport en opslag wel vaak samen met bedrijven uit de transportsector. 14 figuur 3.2 Mate waarmee door de topsectoren met de eigen sector en met andere sectoren wordt samengewerkt bij vernieuwingsactiviteiten, in percentages 80 70 69 60 47 50 34 40 30 21 32 22 20 20 10 16 20 8 10 0 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, meting zomer 2013 Tussen de sectoren doen zich verschillen voor in de mate waarin met andere sectoren wordt samengewerkt bij vernieuwingsactiviteiten. Zo werken bedrijven uit de sectoren Agri & Food, en Tuinbouw en uitgangsmaterialen naar verwachting relatief veel samen met bedrijven uit de agrarische wereld en relatief vaker met de groothandel; dat laatste geldt ook voor de sector Transport en opslag. Bedrijven uit de sector Chemie vinden relatief veel samenwerking met industriële bedrijven. Met de bouw wordt relatief vaak samengewerkt door bedrijven uit de sectoren Chemie en Energie. 3.4 Regelmaat B eh oo r l i jk e r e ge l ma a t b i j sa me nw e rk in g De regelmaat waarmee door de bedrijven in de topsectoren wordt samengewerkt bij vernieuwingsactiviteiten is behoorlijk te noemen: 41% werkt regelmatig samen en 28% zelfs bijna continu. Zie figuur 3.3. 15 figuur 3.3 Regelmaat waarmee door de topsectoren met andere bedrijven wordt samengewerkt bij vernieuwingsactiviteiten, in percentages 3% 28% 28% 41% bijna continu regelmatig af en toe bijna nooit Bron: Panteia, Topsectorenpanel, meting zomer 2013 De sector Creatieve Industrie kent relatief veel samenwerking die af en toe plaatsvindt. Daarentegen wordt in de sectoren Chemie, Energie, High tech systemen en materialen, en Water relatief vaak op bijna continue basis samengewerkt. Opvallend is dat in de sector Water ook relatief vaak bijna nooit wordt samengewerkt. Ook de sectoren Agri & Food, en Tuinbouw en uitgangsmaterialen laten een relatief hoog percentage bijna-nooit-samenwerkers zien. 16 4 Samenwerking met kennisinstellingen Het blijkt dat ruim een derde (35%) van de topsectorbedrijven die samenwerken bij de ontwikkeling van nieuwe kennis, producten, diensten of processen, dat doet met een kennisinstelling zoals universiteiten, hogescholen, Syntens, TNO, ECN, etc. (zie hoofdstuk 2). In dit hoofdstuk gaan we in op het aantal kennisinstellingen waarmee op dit gebied wordt samengewerkt, de soort kennisinstellingen, en de regelmaat van de samenwerking. 10 4.1 Aantal T op se ct or b ed r i jv en w e rk en g em i dd e l d m e t 2,5 k enn i s ins t el l i ng en sa men De bedrijven die samenwerken met kennisinstellingen voor de ontwikkeling van nieuwe kennis, producten, diensten en processen werken gemiddeld samen met 2,5 kennisinstellingen. De bedrijven uit de sector Agri & Food maken daarbij van minder (te weten gemiddeld 1,5) kennisinstellingen gebruik dan de meeste andere topsectoren, terwijl de sectoren Water, en Life sciences & health juist met relatief veel kennisinstellingen samenwerken bij vernieuwing: met respectievelijk gemiddeld bijna 4 en 5 kennisinstellingen. figuur 4.1 Gemiddeld aantal kennisinstellingen waarmee samengewerkt wordt bij de ontwikkeling van nieuwe kennis, producten, diensten of processen, in aantallen, naar topsector en totaal 0,0 Agri & Food Chemie 1,0 2,0 3,0 4,0 2,5 2,8 Energie 2,7 Hightech systemen en materialen 2,6 Life sciences & health Tuinbouw en uitgangsmaterialen 4,8 2,1 2,3 Water Totaal 6,0 1,5 Creatieve Industrie Transport en opslag 5,0 3,8 2,5 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, meting zomer 2013 10 Het betreft percentages en gegevens van bedrijven die samenwerken bij de ontwikkeling van nieuwe kennis, nieuwe producten, nieuwe diensten en/of nieuwe processen. 17 4.2 Soort kennisinstelling T op se ct or en w e rk en vee l sa m en me t un iv e rs ite i t en e n h og es ch o le n Van de 35% van de bedrijven die bij hun vernieuwingsactiviteiten samenwerken met kennisinstellingen, werkt 63% daarbij samen met universiteiten en 50% met hogescholen (zie figuur 4.2). Samenwerken bij vernieuwing met TNO, DLO en de Grote Technologische Instituten (GTI’s) te weten ECN, Marin, De ltares en NLR, vindt plaats bij een kwart (26%) van de (met kennisinstellingen samenwerkende) bedrijven in de topsectoren. Alhoewel geen echte kennisinstellingen hebben we ook gevraagd naar de mate waarin bij vernieuwingsactiviteiten wordt samengewerkt met Syntens en de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s). Een vijfde van de met kennisinstellingen samenwerkende topsectorbedrijven geeft aan samen te werken met Syntens, het innovatienetwerk voor MKB-ondernemers. Een op de tien bedrijven werkt bij vernieuwingsactiviteiten samen met de TKI’s. figuur 4.2 Mate waarin met verschillende soorten kennisinstellingen door de topsectoren bij vernieuwingsactiviteiten wordt samengewerkt, in percentages van de bedrijven die met kennisinstellingen samenwerken 70% 63% 60% 50% 50% 40% 26% 30% 20% 20% 10% 10% 0% universiteiten hogescholen Syntens TNO, DLO en GTI's TKI's Bron: Panteia, Topsectorenpanel, meting zomer 2013 In de figuren (figuur 4.3 - figuur 4.7) hieronder wordt naar topsector uitgesplitst in welke mate er met welk soort kennisinstelling wordt samengewerkt. V i j f to ps e cto r en w e rk e n m ee r da n g em i d de l d sa m e n m et u ni v er s it e it en Figuur 4.3 laat de mate van samenwerking tussen de (met kennisinstellingen samenwerkende) topsectorbedrijven en universiteiten zien. Daaruit blijkt dat vijf topsectoren meer dan gemiddeld samenwerken met universiteiten: Life sciences & health (95%) waarin bijna alle bedrijven die met kennisinstellingen samenwerken dat met universiteiten doen, Water (86%), Hightech systemen en materialen (81%), Energie (80%), en Tuinbouw en uitgangsmaterialen (76%). 18 figuur 4.3 Mate waarin door de topsectoren wordt samengewerkt met universiteiten bij vernieuwingsactiviteiten, naar topsector en voor totaal, in percentages van de bedrijven die met kennisinstellingen samenwerken 0 20 40 60 80 Agri & Food 62 Chemie 61 Creatieve Industrie 100 53 Energie 80 Hightech systemen en… 81 Life sciences & health 95 Transport en opslag 42 Tuinbouw en uitgangsmaterialen 76 Water 86 Totaal 63 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, meting zomer 2013 figuur 4.4 Mate waarin door de topsectoren wordt samengewerkt met hogescholen bij vernieuwingsactiviteiten, naar topsector en voor totaal, in percentages van de bedrijven die met kennisinstellingen samenwerken 0 10 20 30 40 Agri & Food 50 60 45 Chemie 42 Creatieve Industrie 49 Energie 49 Hightech systemen en materialen Life sciences & health 57 32 Transport en opslag 55 Tuinbouw en uitgangsmaterialen Water Totaal 70 51 43 50 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, meting zomer 2013 S ect o re n T ra n sp o rt en o p sl a g, e n H ig ht ec h s yst e me n en ma t e r ia le n: ve e l sa m enw e rk in g me t h oge s cho l en Bedrijven in de sector Life sciences & health werken relatief heel veel samen met universiteiten, terwijl zij juist relatief weinig samenwerken met hogescholen (zie figuur 4.4). Het tegenovergestelde geldt voor bedrijven die actief zijn in de sector 19 Transport en opslag: die werken relatief veel samen met hogescholen en weinig met universiteiten. Bedrijven in de sector Hightech systemen en materialen werken zowel met universiteiten als hogescholen relatief vaak samen. I n m e es te s ec to r en wo rd t d oo r e en k wa rt of me e r va n d e b ed r i jv en sa m eng e we rk t m et S ynt en s Van de topsectorbedrijven die met kennisinstellingen samenwerken bij hun vernieuwingsactiviteiten, werkt gemiddeld een vijfde samen met Syntens. In de meeste topsectoren wordt door een kwart of meer van de bedrijven samengewerkt met Syntens. Figuur 4.5 geeft inzicht in de mate van samenwerking per topsector. De bedrijven in de sectoren Creatieve Industrie, en Energie doen dit relatief minder vaak. Bedrijven uit de sectoren Chemie, Water, Tuinbouw en uitgangsmaterialen, en Transport en opslag werken relatief vaak samen met Syntens als zij bij vernieuwingsactiviteiten met kennisinstellingen samenwerken. figuur 4.5 Mate waarin door de topsectoren wordt samengewerkt met Syntens bij vernieuwingsactiviteiten, naar topsector en voor totaal, in percentages van de bedrijven die met kennisinstellingen samenwerken 0 5 10 15 20 25 Agri & Food 30 35 26 Chemie Creatieve Industrie Energie 40 37 10 12 Hightech systemen en materialen 24 Life sciences & health 27 Transport en opslag 31 Tuinbouw en uitgangsmaterialen 31 Water Totaal 32 20 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, meting zomer 2013 S a m en w erk i ng m et T NO, DL O en GT I ’s : me t na m e i n d e E ne r gi e , en Wa t e r TNO, DLO en de Grote Technologische Instituten (ECN, Marin, Deltares en NLR) zijn kennisintensieve organisaties die gemiddeld door een kwart van de bedrijven in de topsectoren gevonden worden als samenwerkingspartner bij vernieuwingen. Met name bedrijven in de sectoren Chemie en Water doen dat. Ook vinden relatief veel bedrijven in de sector Transport en opslag hun weg naar deze kennisintensieve organisaties. Bedrijven in de sector Life sciences & health vinden relatief minder vaak hun weg naar dit soort organisaties, hetgeen waarschijnlijk gecompenseerd wordt door een relatief hele hoge mate van samenwerking met universiteiten. 20 figuur 4.6 Mate waarin door de topsectoren wordt samengewerkt met TNO, DLO en de GTI’s bij vernieuwingsactiviteiten, naar topsector en voor totaal, in percentages van de bedrijven die met kennisinstellingen samenwerken 0 20 Agri & Food 40 60 80 100 19 Chemie 36 Creatieve Industrie 20 Energie 66 Hightech systemen en materialen 28 Life sciences & health 14 Transport en opslag 45 Tuinbouw en uitgangsmaterialen 27 Water 78 Totaal 26 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, meting zomer 2013 figuur 4.7 Mate waarin door de topsectoren wordt samengewerkt met TKI’s bij vernieuwingsactiviteiten, naar topsector en voor totaal, in percentages van de bedrijven die met kennisinstellingen samenwerken 0 Agri & Food 5 10 15 20 25 30 35 1 Chemie 15 Creatieve Industrie 12 Energie 33 Hightech systemen en materialen 9 Life sciences & health Transport en opslag 14 1 Tuinbouw en uitgangsmaterialen 13 Water Totaal 31 10 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, meting zomer 2013 Ondernemers en wetenschappers van de negen topsectoren werken samen in Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s), waarin zij gezamenlijk zoeken naar manieren om vernieuwende producten of diensten op de markt te brengen. Het onderzoek in de TKI’s strekt zich uit over het hele spectrum van puur wetenschappelijk tot praktisch onderzoek (bijvoorbeeld de ontwikkeling van prototypes). Elk TKI krijgt/heeft een eigen MKB-loket. 21 S a m en w erk i ng in T KI ’s va n gr oo t b el a ng in d e s e cto r en En e rg i e en Wa t e r Figuur 4.7 presenteert in welke mate er door (de met kennisinstellingen samenwerkende) topsectorbedrijven samengewerkt wordt in de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s). Evenals bij de samenwerking met TNO, DLO en de GTI’s zijn het de bedrijven uit de sectoren Energie en Water die relatief vaak samenwerken in de TKI’s. Bedrijven in de sectoren Agri & Food, en Transport en opslag werken (nog) nauwelijks samen in de TKI’s. 4.3 Regelmaat M e er d er he i d w erk t r eg el ma t ig o f a f en to e sa me n m et k en n is in st e l l in ge n Bijna een kwart van de bedrijven (22%) werkt voor hun vernieuwingsactiviteiten bijna continu samen met kennisinstellingen. De meerderheid werkt echter op regelmatige basis (42%) of af en toe (36%) samen met kennisinstellingen. Vergelijking met de regelmaat waarmee met andere bedrijven wordt samengewerkt bij vernieuwingsactiviteiten (zie hoofdstuk 3) leert dat er iets minder vaak sprake is van een continue samenwerking met kennisinstellingen (22%) dan met andere bedrijven (28%). figuur 4.8 Regelmaat waarmee door de topsectoren met kennisinstellingen wordt samengewerkt bij vernieuwingsactiviteiten, in percentages 0% 22% 36% 42% bijna continu regelmatig Bron: Panteia, Topsectorenpanel, meting zomer 2013 22 af en toe bijna nooit 5 Samenwerkingsindex voor de intensiteit van de samenwerking In de voorgaande drie hoofdstukken is in detail ingegaan op de samenwerking bij vernieuwingsactiviteiten door topsectorbedrijven met andere bedrijven en met kennisinstellingen. Hierbij is onder andere gekeken naar het percentage bedrijven dat überhaupt samenwerkt bij vernieuwingsactiviteiten, het percentage bedrijven dat daarbij met deze partijen samenwerkt, het aantal partners waarmee wordt samengewerkt, alsmede de regelmaat waarmee dat gebeurt. Deze vier aspecten gezamenlijk geven een goed inzicht in de intensiteit waarmee binnen de topsectoren wordt samengewerkt bij vernieuwingsactiviteiten. In dit hoofdstuk presenteren we een samenwerkingsindex die deze vier aspecten combineert. 5.1 Samenwerking met bedrijven en kennisinstellingen S a m en st e l l in g va n de sa m e nw erk i ng s in d ic es De SamenwerkingsIndex-Bedrijven (SI-B) geeft weer met welke intensiteit er in de topsectoren bij vernieuwingsactiviteiten wordt samengewerkt met andere bedrijven. De index combineert namelijk welk percentage van de bedrijven bij vernieuwingsactiviteiten samenwerkt, welk percentage daarvan dat met andere bedrijven doet, met hoeveel bedrijven dat gemiddeld gebeurt, en met welke regelmaat. Zie onderstaand kader voor een toelichting. De SamenwerkingsIndex-Kennisinstellingen (SI-K) geeft hetzelfde weer maar dan voor de intensiteit van de samenwerking bij vernieuwing met kennisinstellingen zoals universiteiten, hogescholen, Syntens, TNO, DLO, GTI’s, en de TKI’s. De SamenwerkingsIndex-Bedrijven (SI-B) is als volgt samengesteld: het aandeel van de topsectorbedrijven dat bij vernieuwingsactiviteiten samenwerkt x het aandeel van de bedrijven dat daarbij samenwerkt met andere bedrijven x het aantal bedrijven waarmee gemiddeld wordt samengewerkt x een getal voor de regelmaat waarmee gemiddeld wordt samengewerkt. 11 De regelmaat is als volgt omgezet naar een getal tussen 2,5 en 10: ((% bedrijven dat bijna continu samenwerkt x 10) + (% bedrijven dat regelmatig samenwerkt x 7,5) + (% bedrijven dat af en toe samenwerkt x 5) + (% bedrijven dat bijna nooit samenwerkt x 2,5))/100. De SamenwerkingsIndex-Kennisinstellingen (SI-K) is op dezelfde wijze berekend. S a m en w erk i ng s in di c es v oo r on d er l i ng v er g el i jk of v o lg en i n d e t i j d De hoogtes van de ontwikkelde samenwerkingsindices hebben op zichzelf geen waarde. De index heeft pas zeggingskracht als er een vergelijking gemaakt wordt of als de index in de tijd gevolgd wordt. Omdat dit de eerste keer is dat de indices berekend zijn, is vergelijking in de tijd nog niet mogelijk. Wel kunnen de topsectoren 11 Om gevoel te krijgen voor de orde van grootte van de index het volgende. Het aandeel bedrijven dat bij vernieuwingsactiviteiten samenwerkt kan maximaal 1 zijn, het aandeel bedrijven dat daarbij samenwerkt met andere bedrijven kan maximaal 1 zijn, het getal voor de regelmaat kan maximaal 10 zijn. Bij de veronderstelling dat het maximum aantal partijen waarmee gemiddeld wordt samengewerkt 6 is, kan de index een maximum van 60 bereiken; bij de veronderstelling dat dit maximum 10 is, kan de index een maximum bereiken van 100. 23 – hoe verschillend van aard ook – vergeleken worden en kunnen beide samenwerkingsindices vergeleken worden, omdat zij op dezelfde wijze zijn berekend. Figuur 5.1 geeft inzicht in de hoogte van de samenwerkingsindices van de topsectoren gemeten in de zomer van 2013: zowel voor de samenwerking met bedrijven (SI-B) als voor de samenwerking met kennisinstellingen (SI-K). figuur 5.1 Intensiteit van de samenwerking bij vernieuwingsactiviteiten door de topsectoren met bedrijven (SI-B) en met kennisinstellingen (SI-K), samenwerkingsindices, naar topsector en voor totaal 0 Agri & Food 10 Tuinbouw en uitgangsmaterialen Water Totaal met bedrijven (SI-B) 50 60 48,8 15,7 4,4 28,3 9,9 3,5 20,1 22,1 14,7 16,4 Life sciences & health Transport en opslag 40 6,9 Energie Hightech systemen en materialen 30 12,6 4,2 Chemie Creatieve Industrie 20 4 7,2 5,8 4,4 18,7 23,5 17,5 met kennisinstellingen (SI-K) Bron: Panteia, Topsectorenpanel, meting zomer 2013 F l ink h og e re int en s it e it va n d e sa m en we rk in g m e t be d r ij v en da n m et k enn i s ins t el l i ng en Zoals verwacht, ligt de intensiteit waarmee bij vernieuwingsactiviteiten wordt samengewerkt met andere bedrijven een stuk hoger dan waarmee met kennisinstellingen wordt samengewerkt: de samenwerkingsindex met bedrijven (SI-B) is 17,5 en de samenwerkingsindex met kennisinstellingen (SI-K) is 4,4. Voor de topsectoren als geheel ligt de intensiteit van de samenwerking met bedrijven dus een factor 4 hoger dan met kennisinstellingen. De samenwerkingsindex met bedrijven (SI-B) ligt in alle topsectoren hoger dan de samenwerkingsindex met kennisinstellingen (SI-K). In de sector Life sciences & health is het verschil nog het kleinst: de SI-B is 22,1 versus de SI-K die 14,7 is. I nt ens i t ei t va n d e sa m en we rk i ng m et b ed r i jv en he t ho og st i n C h em i e , m e t k enn i s ins t el l i ng en h et h oo gs t in L if e sc i enc es & hea l th Bedrijven in de sector Chemie kennen veruit de hoogste intensiteit van samenwerken met andere bedrijven als het gaat om het verrichten van vernieuwingsactiviteiten. De intensiteit van de samenwerking met kennisinstellingen is relatief het grootst in de sector Life sciences & health. 24 5.2 Samenwerking met alle partners Het is uiteraard ook mogelijk beide samenwerkingsindices te combineren tot een ‘overall’ index voor de intensiteit waarmee met alle partners wordt samengewerkt. In dit rapport is ervoor gekozen om de samenwerking met andere bedrijven en met kennisinstellingen beide een gewicht van 50% mee te geven, waardoor aan beide soorten samenwerking dus gelijk gewicht wordt toegekend. 12 Deze samenwerkingsindex noemen we hier de SamenwerkingsIndex-Totaal (SI-T). In figuur 5.2 is voor de topsectoren afzonderlijk en voor het totaal van de topsectoren de samenwerkingsindex bij vernieuwingsactiviteiten opgenomen; deze index SI -T drukt de intensiteit uit waarmee met alle partijen wordt samengewerkt bij vernieuwingsactiviteiten. figuur 5.2 Intensiteit van de samenwerking bij vernieuwingsactiviteiten door de topsectoren met alle partijen (SI-T), samenwerkingsindex, naar topsector en voor totaal 0,0 5,0 Agri & Food 10,0 15,0 20,0 25,0 30,0 8,4 Chemie 27,9 Creatieve Industrie 10,1 Energie 19,1 Hightech systemen en materialen 11,8 Life sciences & health 18,4 Transport en opslag 10,2 Tuinbouw en uitgangsmaterialen 13,0 Water 14,7 Totaal 11,0 totaal (SI-T) Bron: Panteia, Topsectorenpanel, meting zomer 2013 I nt ens i t ei t va n ’o ve ra l l ’ sa m en we rk i ng r e la t i ef h et la a g st in A gr i & F ood De SamenwerkingsIndex-Totaal (SI-T) laat zien dat de intensiteit waarmee ‘overall’ met alle partijen samengewerkt wordt bij vernieuwingsactiviteiten, relatief het laagst is in de sector Agri & Food. Evenals bij de samenwerkingsintensiteit met bedrijven, laten ook na het meewegen van de intensiteit van de samenwerking met kennisinstellingen, de bedrijven in de sector Chemie relatief de hoogste samenwerkingsindex SI-T zien. Bedrijven uit de sectoren Energie, en Life Sciences & health kennen ook een relatief hoge intensiteit van ‘overall’ samenwerking met andere partijen. 12 Uiteraard zijn andere gewichten ook mogelijk. 25 6 6.1 Motieven en knelpunten Motieven T oe ga n g to t k enn i s is be l a n gr i jk st e mot i ef o m sa m en te w e rk en Bedrijven kunnen verschillende motieven hebben om bij de ontwikkeling van nieuwe kennis, producten, diensten en processen samen te werken met andere partijen. Figuur 6.1 geeft inzicht in de mate waarin diverse motieven bij de topsectorbedrijven spelen. Het betreft percentages van de bedrijven die samenwerken bij de ontwikkeling van nieuwe kennis, producten, diensten en/of processen. Met name de toegang tot nieuwe kennis (87%) en het verbeteren van de marktpositie (82%) zijn motieven voor de bedrijven in de topsectoren om bij hun vernieuwingsactiviteiten samenwerking te zoeken. Het aanboren van nieuwe markten (74%) en toegang tot nieuwe technologieën (62%) vormen ook een belangrijke reden om samen te werken. Het behalen van efficiency- en kostenvoordelen is voor iets meer dan de helft (53%) ook een reden om de handen ineen te slaan bij vernieuwingsactiviteiten. Toegang tot meer kapitaal speelt minder vaak een rol (29%). figuur 6.1 Mate waarin diverse motieven in de topsectoren een reden vormen om samen te werken bij vernieuwingsactiviteiten 100% 90% 80% 87% 82% 74% 70% 62% 60% 53% 50% 40% 29% 30% 20% 10% 0% verbeteren van de aanboren van marktpositie nieuwe markten toegang tot nieuwe kennis toegang tot nieuwe technologieën efficiency- en toegang tot meer kostenvoordelen kapitaal Bron: Panteia, Topsectorenpanel, meting zomer 2013 B e la n gr i jk st e mo ti ev e n o m n ie t sa m en t e w e rk e n : z ie n ge en n oo d za a k vo or sa m enw e rk in g en w i l l en z e lf h et i nt e l le ct ue e l ei g en d om he b be n De bedrijven in de topsectoren die wel nieuwe kennis, producten, diensten en/of nieuwe processen hebben ontwikkeld maar daarbij niet samenwerken, geven diverse motieven aan waarom zij dat niet doen. De twee meest genoemde motieven zijn: we zien geen noodzaak voor samenwerking (75%) en we willen zelf het intellectueel 27 eigendom hebben (67%). 13 Op afstand volgen redenen als: verlies van zelfstandigheid (43%), samenwerking past niet in de bedrijfsstrategie (40%), samenwerking levert te weinig op (36%), wil geen ongewenste kennisoverdracht (34%), samenwerking kost teveel tijd (33%). Andere motieven worden door minder dan een derde van de niet samenwerkende bedrijven genoemd. Een op de vijf bedrijven die nu nog niet samenwerkt bij vernieuwingsactiviteiten is overigens wel van plan om dat de komende 12 maanden te gaan doen (gemeten in de zomer van 2013). 6.2 Knelpunten R u im ee n de r de o nd e rv in dt k n e lp un te n in d e sa m en w erk i ng Samenwerken is lastig, dat is altijd het geval en zeker bij vernieuwingsactiviteiten komt er het nodige bij kijken. In de topsectoren geeft ruim een derde (37%) van de bedrijven aan dat zij knelpunten ondervinden in de samenwerking met andere partijen als het gaat om vernieuwingsactiviteiten. Zie figuur 6.2, waarin ook per topsector aangegeven staat in welke mate de bedrijven knelpunten ondervinden. 14 In de sectoren Creatieve Industrie en Water is dat minder vaak het geval dan in de sectoren Agri & Food, Transport en opslag, en Tuinbouw en uitgangsmaterialen, waarin de helft of meer van de bedrijven knelpunten ondervinden in de samenwerking. figuur 6.2 Mate waarin bedrijven in de topsectoren knelpunten ondervinden in de samenwerking met andere partijen bij hun vernieuwingsactiviteiten, in percentages, naar topsector en totaal 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% Agri & Food 50% Chemie Creatieve Industrie 39% 28% Energie 46% Hightech systemen en materialen 40% Life sciences & health 45% Transport en opslag 50% Tuinbouw en uitgangsmaterialen Water Totaal 60% 30% 37% Bron: Panteia, Topsectorenpanel, meting zomer 2013 13 Het betreft percentages van de bedrijven die niet samenwerken bij de ontwikkeling van nieuwe kennis, producten, diensten en/of processen, en dergelijke vernieuwingsactiviteiten wel ondernomen hebben. 14 Het betreft percentages van de bedrijven die samenwerken bij de ontwikkeling van nieuwe kennis, producten, diensten en/of processen. 28 B e la n gr i jk st e k ne l pun t en : v in de n va n go e de pa r tn e rs , c om mun i ca t i ep ro b l e me n en e i ge n b eno em d e k ne l pu nt en Figuur 6.3 geeft zicht op de belangrijkste knelpunten die de bedrijven in de topsectoren ervaren bij samenwerking met andere partijen als het gaat om vernieuwingsactiviteiten. 15 Het minst vaak worden cultuurverschillen (5%), problemen over intellectueel eigendom (5%) en een lage betrokkenheid van het personeel (6%) als belangrijkste knelpunt genoemd. Bovenaan staan de knelpunten die de bedrijven zelf hebben benoemd (20%), zoals bureaucratie en wet- en regelgeving, het lastig of niet rondkrijgen van de financiering 16, en het te langzame tempo dat de andere partner eropna houdt. Deze problemen lijken vaker te spelen bij samenwerking met kennisinstellingen (een deel geeft ook aan dat het de overheid betreft). Daarna volgen het vinden van goede partners (13%) en communicatieproblemen (13%), die als belangrijkste knelpunten in de samenwerking worden aangegeven. figuur 6.3 Belangrijkste knelpunt dat bedrijven in de topsectoren ondervinden bij de samenwerking met andere partijen bij hun vernieuwingsactiviteiten, in percentages, naar topsector en totaal 0% 5% 10% 15% vinden van goede partners 10% 6% communicatieproblemen 13% onduidelijke formulering van doelstellingen 10% organisatorische problemen cultuurverschillen 8% 5% financiële problemen problemen over intellectueel eigendom eigen benoemd knelpunt 25% 13% niet nakomen van afspraken lage betrokkenheid van het personeel 20% 11% 5% 20% Bron: Panteia, Topsectorenpanel, meting zomer 2013 15 Het betreft percentages van de bedrijven die knelpunten ervaren in de samenwerking bij de ontwikkeling van nieuwe kennis, producten, diensten en/of processen 16 Opvallend dat dit nog apart genoemd wordt, omdat ‘financiële problemen’ ook een antwoordcategorie was. 29 7 Resultaat van de samenwerking B i j ov e rg ro te m e er d er he i d v in dt o ok da a dw er k e l i j k v e rn i euw i ng p la a ts De samenwerkingen zijn gericht op de ontwikkeling van nieuwe kennis, producten, diensten of processen voor het eigen bedrijf. De vraag is in hoeverre dat ook daadwerkelijk gerealiseerd wordt door de samenwerking met andere partijen. De overgrote meerderheid (91%) van bedrijven in de topsectoren geeft aan dat de samenwerking inderdaad tot dergelijke vernieuwingen leidt (zie figuur 7.1). Slechts bij 1% is dit niet het geval, en 8% van de bedrijven oordeelt dat de samenwerking gedeeltelijk heeft geleid tot nieuwe kennis, producten, diensten of processen. 17 Samenwerking in de topsectoren kan dus beoordeeld worden als succesvol. figuur 7.1 Mate waarin samenwerking door bedrijven in de topsectoren bij vernieuwingsactiviteiten daadwerkelijk leidt tot nieuwe kennis, producten, diensten of processen voor het eigen bedrijf, in percentages, naar topsector en totaal 8% 1% 91% ja nee gedeeltelijk Bron: Panteia, Topsectorenpanel, meting zomer 2013 B ed r i jv en in d e se ct or E ne r g ie r ea l is e r en r e la ti e f va a k ve rn i eu w in ge n d o or d e sa me nw e rk ing De verschillen tussen de topsectoren zijn niet zo groot. Er zijn echter drie sectoren noemenswaardig. In de sector Energie geven vrijwel alle bedrijven (97%) aan dat de samenwerking leidt tot daadwerkelijke vernieuwingen. In de sectoren Water, en Agri & Food geven juist relatief weinig bedrijven aan dat dit het geval is: respectievelijk 78% en 75%. Samenwerking bij de bedrijven in de sector Water leidt relatief vaak niet tot vernieuwingen (17%), en bij de bedrijven in de sector Agri & Food relatief vaak gedeeltelijk tot vernieuwingen (24%). Opvallend is de sector Water, waarin relatief vaak geen vernieuwingen worden gerealiseerd en een relatief laag percentage van de bedrijven aangeeft knelpunten te ondervinden (zie voorgaand hoofdstuk). Kennelijk betreft het dan wel relatief vaak grote knelpunten die het vernieuwingstraject in de weg staan. 17 Het betreft percentages van bedrijven die samenwerken bij de ontwikkeling van nieuwe kennis, producten, diensten en/of processen. 31 T op se ct or b ed r i jv en b eho o r l ij k t ev r ed e n o ve r sa m e nw erk i ng Gemiddeld geven de bedrijven in de topsectoren een 7,7 als rapportcijfer voor hun tevredenheid over de samenwerking bij vernieuwingsactiviteiten. 18 Als bedrijven meerdere samenwerkingsverbanden hebben, dan is gevraagd naar de gemiddelde tevredenheid daarover. De gemiddelde rapportcijfers die de bedrijven in de negen topsectoren geven, liggen allemaal ruimschoots boven de 7, waaruit geconcludeerd kan worden dat de bedrijven behoorlijk tevreden zijn over de samenwerking bij vernieuwingsactiviteiten. De variatie over de topsectoren is niet groot, het gemiddelde rapportcijfer loopt van 7,4 tot 7,8. Zie figuur 7.2. Bedrijven in de sector Creatieve Industrie zijn relatief het meest tevreden over hun samenwerkingsverbanden. figuur 7.2 Gemiddeld rapportcijfer gegeven door de bedrijven in de topsectoren voor de tevredenheid over de samenwerking bij vernieuwingsactiviteiten, in rapportcijfers, naar topsector en totaal 7,20 7,30 7,40 7,50 7,60 7,70 7,80 7,90 Agri & Food Chemie 7,50 7,48 Creatieve Industrie 7,78 Energie 7,54 Hightech systemen en materialen 7,60 Life sciences & health Transport en opslag Tuinbouw en uitgangsmaterialen Water Totaal 7,54 7,41 7,43 7,59 7,65 Bron: Panteia, Topsectorenpanel, meting zomer 2013 18 Het betreft gegevens van bedrijven die samenwerken bij de ontwikkeling van nieuwe kennis, producten, diensten en/of processen. 32 8 Meer of minder samenwerking T r en d na a r m ee r sa m enw e rk in g b i j v e rn i eu w ingsa ct i v it e it en Iets meer dan de helft van de bedrijven (54%) is in de afgelopen 12 maanden (gemeten in de zomer van 2013) meer gaan samenwerken bij vernieuwingsactiviteiten. Bij slechts 5% is dat minder geworden, en bij 41% is dat gelijk gebleven. 19 Relatief veel bedrijven in de sectoren Energie, Transport en opslag, en Water geven aan dat zij minder zijn gaan samenwerken. Relatief veel bedrijven in de sector Creatieve Industrie zeggen meer te zijn gaan samenwerken. Kijkend naar de komende 12 maanden, geeft bijna de helft (47%) van de topsectorbedrijven aan meer te willen gaan samenwerken bij vernieuwingsactiviteiten. De helft wil dat op hetzelfde niveau houden, en slechts 3% denkt minder te gaan samenwerken op dit terrein. De plannen voor meer samenwerking zijn relatief het meest aanwezig bij bedrijven in sectoren Life sciences & health, en Water. Kennelijk willen de bedrijven in de sector Water een inhaalslag maken, aangezien zij in de afgelopen 12 maanden juist relatief vaak minder zijn gaan samenwerken. O ok sa m en we rk in g op a n d er e t er r e in en la a t e en s ti j g en de t en de ns z i en Niet alleen de samenwerking op het terrein van vernieuwingsactiviteiten laat een stijgende tendens zien, ook de samenwerking door topsectorbedrijven op andere terreinen zoals genoemd in paragraaf 2.2 neemt toe, weliswaar wel in iets mindere mate. Terugkijkend naar de afgelopen 12 maanden geeft 35% aan meer te zijn gaan samenwerken op een of meer van deze terreinen; 12 maanden vooruitkijkend, geeft 37% aan van plan te zijn meer te gaan samenwerken. 20 Ook hier zijn de percentages bedrijven die aangeven dat minder te zijn gaan doen, of van plan zijn dat minder te gaan doen niet groot, respectievelijk 7% en 3%. Bij de rest van de bedrijven is de mate van samenwerking gelijk gebleven (58%) of blijft het naar verwachting gelijk (60%). Met name bedrijven in de sector Energie zagen een toename in de samenwerking en verwachten dit ook voor het komende jaar. 19 Het betreft percentages van de bedrijven die samenwerken bij de ontwikkeling van nieuwe kennis, producten, diensten en/of processen. 20 Het betreft percentages van de bedrijven die op een of meer van de genoemde terreinen in paragraaf 2.2 samenwerken. 33 Bijlagen Bijlage 1 Korte toelichting op het Topsectorenpanel In het kader van het onderzoeksprogramma MKB en Ondernemerschap heeft Panteia in 2012 een Topsectorenpanel opgezet. In 2012 is de eerste telefonische enquête onder het Topsectorenpanel uitgevoerd. In de zomer (juli/augustus) van 2013 heeft de vierde meting onder het Topsectorenpanel plaatsgevonden. In deze vierde meting zijn diverse vragen gesteld over samenwerking, en bij vernieuwingsactiviteiten in het bijzonder. De samenstelling van het Topsectorenpanel is vastgesteld op basis van de afbakening van de negen topsectoren door het CBS en volgt de sectorale benadering 21. Het steekproefplan van het Topsectorenpanel is disproportioneel opgezet, zowel ten aanzien van de negen topsectoren als ten aanzien van de grootte van de bedrijven. Bij de steekproeftrekking zijn in de verschillende cellen van het steekproefplan de bedrijven aselect getrokken. In de zomer van 2013 zijn in totaal 1.737 complete gesprekken gevoerd met ondernemers en directeuren van bedrijven uit de negen topsectoren. Tabel B.1 geeft een overzicht van het steekproefresultaat. Tabel B.1 Steekproefresultaat Topsectorenpanel meting zomer 2013 (wp=werkzame personen) Topsectoren 1 wp 2-9 wp 10-99 wp 100+ wp Totaal Agri & Food 40 116 61 19 236 Chemie 29 61 61 30 181 128 71 66 10 275 Energie 15 46 57 20 138 Hightech systemen en materialen 97 143 101 28 369 Life sciences & health 48 78 54 14 194 Transport en opslag 32 72 49 42 195 Tuinbouw en uitgangsmaterialen 29 84 73 12 198 Water 31 64 49 11 155 Totaal 449 735 571 186 1.941 Creatieve Industrie Bron: Panteia, Topsectorenpanel, meting zomer 2013 Het aantal van 1.941 in tabel B.1 correspondeert niet met de 1.737 gesprekken die zijn gevoerd. Dit heeft te maken met overlappingen (dubbele SBI -codes) tussen de verschillende topsectoren. In totaal zijn 204 gesprekken twee keer meegeteld. Door de disproportionele opzet zitten in de steekproef verhoudingsgewijs minder kleine bedrijven en meer grote bedrijven. Daarnaast is de verdeling over de negen topsectoren in de steekproef gelijkmatiger dan in de populatie. Dit is gebeurd om – 21 CBS (2012), Monitor topsectoren, Methodebeschrijving en tabellenset, Den Haag. 35 gegeven de totale omvang van de steekproef – op het niveau van de afzonderlijke topsectoren toch betrouwbare uitspraken te kunnen doen. In de analyses is een herweging toegepast om voor de in de steekproef bewust aangebrachte scheefheid te corrigeren. Zie voor een uitgebreide beschrijving van het Topsectorenpanel het rapport Hoevenagel (2013). 22 22 36 Ruud Hoevenagel (2013), Topsectorenpanel: methodologische verantwoording, Panteia, Zoetermeer. De resultaten van het Programma MKB en Ondernemerschap worden in twee reeksen gepubliceerd, te weten: Research Reports en Publieksrapportages. De meest recente rapporten staan (downloadable) op: www.ondernemerschap.nl. Recente Publieksrapportages A201403 04-02-2014 Wat drijft MKB ondernemers A201401 06-02-2014 Topsectoren in beeld. Ontwikkeling van de innovativiteit van de topsectoren in najaar 2012-voorjaar 2013 A201374 14-01-2014 A201373 07-01-2014 MKB Rating: Smaakt naar meer, onderzoek naar bekendheid en gebruik van ratings door MKB-bedrijven Vertrouwen in eigen bedrijf keldert: ondernemersvertrouwen door de jaren heen A201370 19-12-2013 Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2013 en A201369 23-12-2013 Ondernemen in de horecasector 2013 A201368 23-12-2013 Ondernemen in de groothandelsector 2013 A201367 23-12-2013 Ondernemen in de overige dienstverlening 2013 A201366 23-12-2013 Ondernemen in de bouwsector 2013 A201365 23-12-2013 Ondernemen in de transportsector 2013 A201364 23-12-2013 Ondernemen in de autosector 2013 A201363 19-12-2013 Bijdrage van buitenlandse werknemers aan innovatie in het A201362 23-12-2013 Ondernemen in de zakelijke dienstverlening 2013 A201361 23-12-2013 Ondernemen in de metaalelektro 2013 A201360 23-12-2013 Ondernemen in de voedings- en genotmiddelenindustrie A201359 23-12-2013 Ondernemen in de detailhandel 2013 A201358 17-12-2013 De grijze ondernemer. Internationale vergelijking van de 2014 MKB 2013 grijze ondernemer A201355 10-12-2013 Opleiding en scholing van zzp’ers – Resultaten zzp-panel A201354 26-11-2013 A201353 19-11-2013 Topsectoren: beeld en ontwikkeling. Update oktober 2013 A201352 28-01-2014 Technologische en sociale innovatie in een concurrerende meting I van 2013 Internationale benchmark ondernemerschap 2013. Tabellenboek markt A201351 21-11-2013 Innovatie en internationalisering in het MKB A201350 12-11-2013 Innovatie in het MKB, ontwikkelingen in de periode 2002-2013 A201349 31-10-2013 Fulfilment van online verkoop A201348 15-10-2013 De overheid als klant van het MKB A201347 26-09-2013 Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2013 en A201346 08-10-2013 De innovativiteit van het MKB in 2013 A201345 19-09-2013 Monitor buitenlandse investeringen MKB A201344 14-11-2013 Sectorale veranderingen in de Nederlandse economie A201343 03-04-2013 Geen vertrouwen ondernemers in het economische beleid - A201342 12-09-2013 2014 Najaar 2013 Verschillen tussen uitzendondernemingen 37 A201341 17-10-2013 Economische effecten verlaging van de administratieve A201340 19-08-2013 Exportindex MKB. Ontwikkelingen 2008-2011 A201339 22-08-2013 Topsectoren: beeld en ontwikkeling. Update augustus 2013 A201338 12-09-2013 Bedrijfsfinanciering: zó kan het ook! A201337 03-09-2013 Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012 A201336 27-11-2013 Inkomens Zelfstandigen 2012 A201335 01-07-2013 Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2013 en lasten voor het bedrijfsleven 2014 – Update juni A201334 15-07-2013 De rol van sociale media bij innovatie door zzp’ers A201333 02-07-2013 Topsectoren in beeld. Internationale oriëntatie topsectoren A201332 02-07-2013 Topsectorenpanel. Methodologische verantwoording A201331 04-07-2013 Calimero creativiteit: De innovatieve netwerken van zzp’ers A201330 25-06-2013 Hoe goed ligt de gemeente bij MKB? A201329 18-06-2013 Monitor Inkomens Ondernemers A201328 27-06-2013 Het wenkend perspectief van consumenteninnovatie A201327 16-07-2013 Innoveren achter de schermen A201326 19-07-2013 De financiële positie van het MKB in 2013 en 2014 A201325 9-07-2013 Minirapportage biomaterialen A201324 5-06-2013 Ontwerp krapte-indicator belangrijke beroepen topsectoren A201323 06-06-2013 Kleinschalig ondernemen 2013 A201322 13-06-2013 Topsectoren in beeld - Bekendheid met het A201321 21-05-2013 Administratieve lasten MKB A201320 04-06-2013 Ambities en vermogensopbouw van zzp'ers A201319 11-06-2013 Topsectoren: beeld en ontwikkeling A201318 April 2013 A201317 16-05-2013 Diaspora links van migrantenondernemers in Nederland A201316 31-05-2013 Intellectueel eigendom topsectoren A201315 07-05-2013 MKB verdeeld over kabinetsbeleid A201314 02-05-2013 Topsectoren in beeld A201313 28-03-2013 Concurrentie in het MKB A201312 25-03-2013 Alles flex, is dat een mismatch? A201311 09-04-2013 Challengers: hun kenmerken en succesfactoren A201310 04-04-2013 Wie wordt werkgever? A201309 16-04-2013 Oudedagsvoorziening in het MKB A201308 11-04-2013 Benchmark klanten Qredits A201306 21-02-2013 De waarde van sociaal ondernemerschap A201305 24-01-2013 Grondstofschaarste? A201304 02-04-2013 Gezocht: werklocatie 3.0 A201303 24-01-2013 Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2012 en A201302 08-01-2013 Financiering van innovatie in het MKB A201218 15-01-2013 Samen starten A201217 17-01-2013 Inkomen, vermogen en dynamiek van zelfstandigen zonder A201216 9-1-2013 A201215 19-12-2012 A201214 7-12-2012 Meer innovatie door buitenlanders?! A201213 4-12-2012 Meerwaarde van studentbedrijven A201212 4-12-2012 Duurzaam ondernemen in het MKB topsectorenbeleid en beleving van het ondernemingsklimaat MKB en ondernemerschap in zakformaat, Editie 2012/2013 2013 - Update december personeel 38 Financieringsmonitor topsectoren 2012 Ondernemen zonder personeel
© Copyright 2024 ExpyDoc